Vlaak 12, 8321 RV Urk Tel: 0527 - 684141 Fax: 0527 – 684166 Email:
[email protected] Website: www.visned.nl
Aan: de leden van VisNed, Urk, 5 juni 2015.
Kort Geding tegen Greenpeace. Vorige week deponeerden de actievoerders van Greenpeace ruim 57.000 kiezelsteentjes op de stoep van het Ministerie van Economische Zaken. Nadat ze hun media moment met staatssecretaris Dijksma hierbij hadden gehad, namen ze die steentjes weer mee. Dat deden ze niet met de grote stenen die ze medio mei op de Klaverbank dumpten. Sterker nog, hun actieschip kreeg in Amsterdam een nieuwe lading stenen ter beschikking. Naar aanleiding van ons verzoek via de juristen van Knoops advocaten, liet het Openbaar Ministerie weten de 400 aangiften tegen Greenpeace serieus te zullen onderzoeken. Maar: zo ‘n onderzoek neemt tijd en de uitkomst kan lang op zich laten wachten, heel lang. En de volgende lading stenen ligt klaar om gedumpt te worden. Daarom zijn we zelf een rechtszaak tegen Greenpeace begonnen. Een rechtszaak met een spoedeisend karakter, want het zou zomaar kunnen dat Greenpeace het zeegat kiest en nog meer stenen gaat dumpen. Wij willen dat de rechter die actie verbiedt. Wij vinden dat iedereen het recht heeft op een vrije meningsuiting. Protesteren mag. Maar niemand mag het recht in eigen hand nemen. Niet op het land en niet op zee. En wij vinden dat je onder geen enkele omstandigheid de veiligheid van mensen bij het uitoefenen van hun beroep in gevaar mag brengen. Dat is kortweg de strekking van de dagvaarding die inmiddels aan Greenpeace is betekend. Op 22 juni zullen we onze zaak bij de Amsterdamse rechtbank bepleiten, in kort geding. Zover hoeft het niet te komen, als Greenpeace voor die tijd keihard toezegt de gedumpte stenen te zullen weghalen en voor nu en altijd af te zien van acties die vissers in gevaar kunnen brengen. En weer (en nog steeds) De Aanlandplicht. Afgelopen week vergaderde de werkgroep van overheid, NGO’s, wetenschappers en visserijorganisaties over het implementatietraject van de Aanlandplicht. Er ligt inmiddels een zogenaamd discardsplan van de Scheveningengroep, de lidstaten rondom de Noordzee. Dat discardsplan behelst de periode 2016-2019. Het plan is echter slechts concreet ingevuld voor het jaar 2016. Voor dat jaar lijkt de situatie voor onze kottervloot niet onwerkbaar, maar voor de daaropvolgende jaren is de problematiek bizar ingewikkeld. Voor onze vloot zijn er in het kader van de Aanlandplicht twee vissoorten bepalend: schar en schol. Dat zijn de belangrijkste bijvangstsoorten in de 80 mm tongvisserij. Onze inzet is erop gericht om de selectiviteit van netten te verhogen en daardoor de bijvangst te verminderen. Maar de dan nog resterende bijvangst willen we terug kunnen zetten in zee, met een zo hoog mogelijke overlevingskans. Dat is beter voor de ecologie en ook minder schadelijk voor de economie. Daarom werken we nadrukkelijk aan projecten over deze onderwerpen (zie ook hieronder). We zullen, samen met wetenschap en het Ministerie van Economische Zaken de komende twee jaar ons enorme inspanningen moeten getroosten om de beoogde resultaten te behalen en de dreigende rampspoed af te wenden! Inmiddels ziet nu iedereen die 1
rampspoed wel op ons afkomen. Alle betrokkenen bij de implementatie van de Aanlandplicht zijn doordrongen van de noodzaak tot realisme. Alle betrokkenen zetten zich daarom tot het uiterste in. Dat is een belangrijke constatering en dat is hoog nodig, want de gevaren zijn levensgroot. Brainstorm projecten. Om onze doelstellingen rondom selectiviteit en overleving in het kader van de Aanlandplicht te kunnen realiseren, moet er nog een pak werk verzet worden. In het bijzonder op het gebied van selectiviteit van netten en op het gebied van verwerking aan boord. Daarom waren vorige week van de betrokkenen uit de kottersector, uit het onderzoek, vanuit toeleverende bedrijven en adviseurs bijeen om te brainstormen. Doel van de brainstorm is om te komen tot een aantal concreet uitgewerkte projectvoorstellen voor de jaren 2016-2019 die ondersteunend zijn aan onze doelstelling om selectiviteit te verbeteren en overleving te vergroten. Heel concrete projecten voortbordurend op de resultaten die we in de jaren 2014 en 2015 behalen, maar ook projecten van buiten de grenzen van het visserijdomein bekijken om oplossingen te zoeken, en het internet afspeuren op zoek naar buitenlandse innovaties, om zo te voorkomen dat wij het wiel opnieuw gaan uitvinden. In de komende weken worden de ideeën verder gegroepeerd en uitgewerkt, waarnaar we ze op vrijdag 3 juli met de hele groep verder zullen gaan bespreken. Beheer zeebaars. Dit onderwerp blijft prominent op de agenda staan van Europese Commissie, lidstaten, wetenschap en visserijorganisaties. Dinsdag 26 mei jl. werd in Parijs een workshop gehouden, bijeengeroepen door de 3 AC’s van Noordzee, Zuidwestelijke en Noordwestelijke wateren. Geert Meun was daarbij aanwezig. Eerst werd een overzicht gegeven van het wetenschappelijk advies over zeebaars en dat is kommer en kwel. Zeebaars is een langzaam groeiende vissoort die ook pas laat aan het paaiproces begint. Volgens ICES ligt de visserij-inspanning veel te hoog, wel met een factor 4. Dit jaar wordt het paaibestand op max. 8.000 ton geschat en zou de vangst niet hoger mogen zijn dan 1.150 ton (zowel commercieel als recreatief) terwijl de aanlandingen vorig jaar op 4.100 ton lagen en dit jaar wordt dezelfde hoeveelheid verwacht. Op tafel lag een enkele dagen eerder gepubliceerd voorstel waarbij de Europese Commissie aan de Raad van ministers voorstel om per vaartuig voor verschillende vistuigcategorieen maximale vangsthoeveelheden per maand vast te stellen. Voor de meeste vistuigen ligt er het voorstel om deze hoeveelheid op 1.500 kg per maand te stellen. Deze zijn niet overdraagbaar. Verder wordt voorgesteld om de minimum maat te verhogen van 36 tot 42 cm (deze maatregel zou via een noodprocedure snel besloten kunnen worden door de Europese Commissie) en wordt gedacht aan het verder uitwerken van het systeem van gesloten tijden/gebieden en het verhogen van de minimum maaswijdte bij de gerichte visserij op zeebaars naar 110 mm. Vanuit de industrieën van de verschillende lidstaten kwam forse kritiek op de voorgestelde maatregelen. De Franse visserijsector gaf aan dat een dergelijke beperking de doodsteek zou betekenen voor hun gerichte visserij en zij herhaalden de oproep om een TAC (als dit jaren geleden was ingevoerd had het er nooit zo slecht voorgestaan, zo werd betoogd) maar Frankrijk blijft hierin alleen staan omdat dit land dan meer dan 85 % aandeel ontvangt, mede omdat andere landen nationaal al beperkingen doorvoerden (Ierland bijvoorbeeld kent al vele jaren een visserijverbod) en Frankrijk volop door viste. Andere lidstaten gaven ook aan dat de hoeveelheden te laag waren en dat er meer flexibiliteit moet komen in de periode, geen maand maar bijvoorbeeld een kwartaalhoeveelheid. Echter, de vertegenwoordiger van de Commissie sloeg maar op één aambeeld: de zeebaars is in nood en er moeten op korte termijn ingrijpende maatregelen genomen worden die pijn gaan doen want ze zullen zeer restrictief moeten zijn! Als we bijvoorbeeld naar een kwartaalquotum gaan, zal dit niet 3 x 1.500 kg + 4.500 kg worden, maar aanmerkelijk minder. We moeten met een catchlimit voor een langere periode, bijvoorbeeld een kwartaal, ook niet bevorderen dat er eerst op zeebaars wordt gevist, is het kwartaalquotum vol dat dan overgeschakeld wordt naar een visserij op een andere soort, aldus de Commissie. Van diverse kanten werd erop gewezen dat er ook veel recreatief op zeebaars wordt gevist, schat2
tingen lopen uiteen van 30 – 40 % van de vangsten. Maar de vertegenwoordigers van de hengelaars gaven aan dat zij thans als enige geconfronteerd zijn met een beperkende maatregel (max. 3 zeebaarzen per persoon per dag) maar erkend werd dat hier nauwelijks of geen toezicht op is, hoewel lidstaten verplicht zijn deze aanvoer nauwgezet te monitoren. De discussie over de catchlimit zal nog wel een tijdje in beslag nemen, wij kunnen ons niet voorstellen dat de betrokken lidstaten hier zonder slag of stoot mee akkoord gaan. Het verdere tijdschema laat zien dat er in juni een nieuw geactualiseerd ICES-advies zal uitkomen en dat er in de 2e helft van dit jaar nagedacht gaat worden over een managementplan voor zeebaars waarover in de decemberraad eind dit jaar een besluit genomen moet worden. In Nederland wordt op vrijdag 12 juni as. door Imares, in samenwerking met het ministerie van EZ, een stakeholdersbijeenkomst georganiseerd. In de bijeenkomst kunnen stakeholders hun kennisbehoefte omtrent zeebaars aangeven. Indien er belangstelling bestaat voor deelname kan dit doorgeven worden aan
[email protected] Omwisselen Pulsontheffingen. Op dit moment kennen we in Nederland twee soorten pulsontheffingen; de eerste groep van 42 mag in het gebied ten zuiden van de tonggrens vissen, aan deze ontheffing zit geen einddatum. De tweede groep van 42, vorig jaar toegekend, mag alleen de puls ten zuiden van de 55 gr. NB gebruiken en is aan een datum gebonden. Er is een aantal vissers die heel veel pijn ervaren door de extra beperking van het visgebied omdat zij in het gebied tussen de 55 en 56 gr. NB een groot deel van hun activiteiten hebben. Er zijn immers vaartuigen die op jaarbasis wel driekwart van hun visserijactiviteiten in dit gebied hebben. Met het ministerie van EZ loopt een discussie om het mogelijk te maken om ontheffingen uit beide groepen om te wisselen. Recent heeft het ministerie laten weten hieraan niet te willen meewerken. De belangrijkste reden daartoe is dat de Nederlandse overheid vast wil houden aan de politieke deal die in 2012 in de Raad gesloten is met name richting Denemarken niet mee te willen weren aan het omwisselen van pulsvergunningen. Wij zijn het niet eens zijn met de argumentatie die het ministerie van EZ hiervoor gebruikt en daarvoor hebben we de onderstaande redenen: De politieke deal met Denemarken, waarnaar verwezen wordt, is uiteindelijk niet gesloten. Desondanks hebben wij op verzoek van het ministerie, navraag gedaan bij het Deense bedrijfsleven die schriftelijk verklaard heeft geen bezwaar te hebben tegen de omwisseling. Effectief verandert er niets; bij het omwisselen blijven er 42 ontheffingen in de eerste groep en 42 in de tweede groep; er worden alleen 2 scheepsnummers omgewisseld. De 2e groep ontheffingen is toegekend op basis van artikel 14 van EU-Vo. 1.380/2013 om de invoering van de Aanlandplicht te vergemakkelijken. Het schrappen van het doen van onderzoek in het belangrijke visgebied tussen de 55 en 56 gr. NB is dan ook tegenstrijdig aan de doelstelling van dit artikel, ja zelfs contraproductief. Door het in stand houden van deze scheiding vrezen wij dat dit een eerste (levensgevaarlijke) stap kan zijn op weg naar het verloren gaan van dit gebied voor de totale visserij met 80 mm op platvis, dus dat deze “toezegging” aan Denemarken bij een herziening van de Technische Maatregelen gebruikt gaat worden om de grens over de hele Noordzee naar 55 gr. NB terug te brengen. Dit is immers een “wens” die bij meerdere lidstaten leeft. Indien EZ bij de weigering blijft overwegen wij een bezwaarprocedure op te starten. Black Box. In de afgelopen periode bereiken ons nog veel vragen over de subsidie regeling met betrekking tot Blackbox. Een blackbox die posities registreert en gebruikt wordt bij het handhaven van gesloten (natuur)gebieden. Recentelijk hebben we bij de PO Mossel kennis genomen van hun ervaringen met het werken met Blackbox, de handhaving en hun manier van sanctioneren van leden die de regelingen overtreden. Ook meldden zich last minute nog mogelijke leveranciers die andere oplossingen aan kunnen bieden dan tot nu toe bekend waren. 3
Om de tijdsdruk, die door dit alles op het hele dossier is komen te staan, wat weg te nemen, hebben wij aan de Nederlandse Vissersbond voorgesteld om gezamenlijk aan het ministerie van Economische Zaken te vragen de openstelling van de regeling met een maand te verlengen. Die vraag hebben we inmiddels gezamenlijk gesteld en we hopen dat het Ministerie ons verzoek snel zal honoreren, maar tot nader order is de sluitingsdatum van de regeling nog steeds 12 juni. Komende maandag vergaderen we over een ander onderdeel van de Blackbox, namelijk het deel dat betrekking heeft op de registratie van het motorvermogen. We spreken dan onder anderen met TNO over de meest recente ontwikkelingen. Wij laten ons in dit dossier bijstaan door Willem de Jong, een vooraanstaand technisch expert met een imposante staat van dienst. Willem de Jong is jarenlang voorzitter geweest van de Werkgroep Motorvermogen. Warmer wordende Noordzee. Afgelopen dinsdag waren we in Londen op uitnodiging van de Buckland Foundation, voor een aantal lezingen en discussie over actuele visserijonderwerpen. Daar werd duidelijk dat we de afgelopen jaren van alle (politieke en NGO) kanten behoorlijk voor het lapje zijn gehouden. Er werd immers steeds maar gemeld dat: “het visserijbeleid volkomen gefaald had“ en dat “de Europese zeeën leeggevist werden”. In een aantal lezingen werd duidelijk gemaakt dat het Europese visserijbeleid van de afgelopen 10 jaar er in hoge mate toe heeft bijgedragen dat de visserijdruk gehalveerd is, dat de bestanden van commerciële vis groeien en dat het streven om te vissen op het niveau van Maximaal Duurzame Oogst (MSY) al bijna bereikt is. Hoezo gefaald? Maar er waren ook lezingen die op alarmerende wijze duidelijk maken dat het water in de Noordzee in hoog tempo warmer wordt. De ondiepe Noordzee warmt sneller op dan de aangrenzende oceaan en dat is natuurlijk logisch. Je hebt het maar over een paar graden, maar de gevolgen daarvan zijn nu merkbaar. Ze worden de komende jaren verder duidelijk. Vis trekt naar het noorden en vis duikt naar de diepte. Soorten verdwijnen en er komen soorten bij. En van bestaande soorten verandert het paaigedrag en daardoor verandert ook de productiviteit van een bestand. Concreet betekent het naar verwachting kleinere jaarklassen. Het is dus duidelijk dat niet de vermeende overbevissing de oorzaak is, maar we moeten er wel rekening mee houden dat we de komende decennia te maken krijgen met een heel andere samenstelling van de biomassa Noordzee. Juist om al deze redenen participeren we als VisNed actief in een aantal projecten die verdere informatie verzamelen over de gevolgen van het warmer worden van de Noordzee. De modellen tonen aan dat het streven naar een herstel van de vroegere biodiversiteit een utopie is. Het wordt allemaal anders dan vroeger. Vroeger komt niet meer terug! En het visserijsucces zal in de meest noordelijke wateren verder toenemen! Het was een gemengd gezelschap daar in Londen, waaronder inkopers van grote Engelse supermarktketens, dat ons een uitgelezen gelegenheid gaf om aan te geven dat onze Nederlandse kottervloot een enorme transitie naar duurzaamheid heeft gemaakt! Bedrijfsopvolging. Vaak is het onderwerp bedrijfsopvolging lastiger bespreekbaar te maken dan je op het eerste gezicht zou denken. Het gaat immers niet alleen om de financiën, en om de belastingdruk, maar het gaat ook om familieverhoudingen, visie op toekomst etc. Opvolging in familiebedrijven is een problematiek die niet uniek is voor de visserijsector. Een situatie in de visserijsector is wel heel specifiek. Daarom zijn oplossingsrichtingen vanuit andere sectoren, zoals bijvoorbeeld landbouw en veeteelt, bruikbaar, maar niet één op één te kopiëren. Samen met de Nederlandse Vissersbond en Hogeschool Van Hall Larenstein proberen we richting te geven aan denkprocessen hieromtrent. In de komende maanden zullen we daarom in gesprekken met deskundigen uit andere beroepsgroepen, met banken en met accountants een traject voorbereiden wat we uiteindelijk aan familiebedrijven in onze kottersector kunnen aanbieden. Om die ondernemingen in het uitdagende traject van bedrijfsopvolging te kunnen ondersteunen.
4
Pulsdossier. Het pulsdossier is de afgelopen periode complexer en complexer geworden. Succesvolle innovatie leidt kennelijk tot wantrouwen. Tegelijkertijd zijn de voorbereiding voor de MSC certificering in volle gang. U hebt dat vast wel gemerkt. Vanuit de CVO is het bedrijf Control Union ingeschakeld voor het borgen van de naleving van de gedragscode. Met enige regelmaat bezoeken de controleurs de schepen. En een flink aantal schepen doet mee aan de zelfbemonstering van de vangst. Dat lijdt tot aanzienlijke stromen met nuttige gegevens. Een goede zaak, want op deze manier zijn we transparant en geven we volledig inzicht in het doen en laten van de puls vissers. Daarom hebben we er alle vertrouwen in dat het voor begin juli geplande bezoek van het MSC team tot het gewenste positieve oordeel zal leiden. En we kunnen al deze positieve inspanningen ook laten zien tijdens de Internationale Workshop over Pulsvisserij die op 2 juli in IJmuiden wordt georganiseerd. De voorbereidingen daarvoor zijn in volle gang. Het lang verwachte puls advies van de Noordzee AC is in de laatste fase van afronding en zal op 19 juni worden vastgesteld. En kritisch advies, maar met een opbouwende ondertoon. Al deze inspanningen zijn bitter nodig in het kader van ons streven om de pulstechniek definitief goedgekeurd te krijgen, zodat niet langer gewerkt hoeft te worden op basis van een ontheffing. Maar zover is het (jammer genoeg) nog niet. Vibeg evaluatie. De perikelen rondom de voor garnalenvissers gesloten gebieden in het Natura2000-gebied Noordzeekustzone vormen de aanleiding om de Vibeg afspraken op korte termijn tegen het licht te houden. Het Ministerie van Economische Zaken heeft de opdracht hiertoe verleend aan het Bureau Navis Advies van Cora Seip. De komende week zal zij haar werkwijze en planning met ons bespreken. Dat doet ze trouwens met alle bij dit proces betrokken partijen. Het doel van dit alles is om in een korte periode te komen tot een beter werkbare set van maatregelen die het gebied beschermen. We hadden gehoopt dat dit proces in relatieve rust zou kunnen verlopen, maar jammer genoeg gaat juridische strijd door. Zowel van de kant van enkele visserij ondernemers, als van de kant van de NGO’s. Wij vinden dat op dit moment verspilling van energie (en geld). Beter steken we onze energie in het vinden van een goede oplossing op basis van de uitkomsten van de tussentijdse evaluatie. Gebruik A.I.S. De afgelopen periode zijn er bij VisNed nogal wat klachten binnen gekomen omdat het A.I.S.-systeem (dat door de overheden is ingesteld als veiligheidsmaatregel) nogal eens gebruikt wordt voor andere doeleinden. Zo zijn er websites waarop allerlei vaartuigen, ook vissersschepen, gevolgd kunnen worden. Dat heeft niets te maken met veiligheid in de directe omgeving waar men actief is als vissersvaartuig. Bij ons is de vraag neergelegd of hier iets tegen ondernomen kan worden. Deze leden is het niet te doen om de bepalingen inzake de veiligheid ter discussie te stellen maar wel het misbruik van hun visserijactiviteiten. Onlangs vernamen we zelfs dat een eigenaar van een dergelijke website de informatie in Engeland verkocht heeft aan Greenpeace. Wij hebben een advocatenkantoor gevraagd om in juridische zin de mogelijkheden te onderzoeken de gegevens te beschermen of dat er andere mogelijkheden zijn om de visserij-informatie beter te beschermen. Hierbij wordt benadrukt dat er met name ook gekeken moet worden uitzending van het signaal op klein bereik mogelijk, zodat wel voldaan wordt aan de veiligheidseisen ten behoeve van de directe omgeving, maar dat geen informatie via allerlei websites beschikbaar komt om commercieel te gebruiken door derden. Wij houden u op de hoogte. PAP-schol. Tijdens de CVO-vergadering, vorige week woensdag, is de aanvoer van schol in relatie tot bevoorrading van de markt en de beschikbare verwerkingscapaciteit geëvalueerd. Vastgesteld kan worden dat er tot nu toe, in tegenstelling tot vorig jaar, geen verstoring van de markt heeft plaats gevonden. Uit onderstaand overzicht blijkt het duidelijke verschil ten opzichte van 2014. We zaten 5
vorig jaar in deze periode volop in interventies door de PO op de trickerprijs van € 0,84 per kg. Tijdens de laatste CVO-vergadering is het financiële overzicht betreffende de interventies 2014 afgehandeld en goedgekeurd. In totaal is er in 2014 door de NL-PO’s 875.000 kg schol uit de markt genomen en afgevoerd, de totale netto kosten bedroegen € 852.000,00. Aan heffing was in 2014 in totaal € 834.000,00 binnen gekomen, derhalve een tekort van € 18.000,00 per 31-12-2014. De heffing van 2 €ct per kg is in 2015 doorgelopen, inmiddels zit er positief saldo van enkele tonnen in dit fonds. Binnenkort zal in CVO-verband besproken worden, hoe hiermee verder te gaan. Natuurlijk is het belangrijk een reserve te hebben voor als de PO’s weer interveniërend moeten optreden, maar binnen de PAP-schol wordt ook gesproken over het verbeteren van de markt voor schol. In onze vorige nieuwsbrief hebben wij informatie doorgegeven welke plannen er zijn om de consument in onze belangrijkste afzetmarkt voor diepvriesschol, Italië, beter te voorzien van informatie over onze Noordzee-schol. Maandag 15 juni as. worden deze plannen onder leiding van Mark Goedhart verder besproken met een aantal belangrijke scholverwerkers die actief zijn op de Italiaanse markt.
weeknr. 21 20 19 18 17
Aanvoer en prijsvorming schol in Nederland 2015 2014 aanvoer in gemiddelde aanvoer in gemiddelde tonnen prijs tonnen prijs 1.131 1,48 1.062 1,16 821 1,59 1.026 1,21 1.022 1,48 1.095 1,21 1.002 1,35 970 1,16 1.226 1,35 971 1,21
Vissen in de Noorse Zone en het Skagerak. Deze periode van het jaar wordt er door een aantal kotters op noordelijke bestekken gevist in de Noorse Zone en het Skagerrak. Het komt regelmatig voor dat de Noorse en/of Deense authoriteiten besluiten tot het instellen van RTC’s in verband met de aanwezigheid van te hoge concentraties kleine vis. Deze RTC’s duren in de regel 2 weken. Om de leden die in deze gebieden vissen van de juiste informatie te voorzien, verzoeken wij hen ons per email te melden wanneer men in welke wateren van Noorwegen en/of Denemarken er gevist wordt. Dan alleen kunnen wij er voor zorgen dat de juiste informatie over RTC’s tijdig doorgegeven kan worden. Wij rekenen op de medewerking van degene die dit aangaat. Op 27 mei nam Jaap Albregtse namens VisNed deel aan een bijeenkomst van de overheid over doorvaart van bestaande en nog te realiseren windparken op zee. Doel van de bijeenkomst met nautische belanghebbenden was het in kaart brengen van de risico’s en mogelijkheden van het onder voorwaarden openstellen voor doorvaart. Zoals bekend worden momenteel grote windparken ontwikkeld. Als eerste bij Borssele, en vervolgens twee grote gebieden voor de Zuid -Hollandse en de Noord-Hollandse Kust. Alle drie liggen net buiten en tegen de 12 mijlsgrens aan, en dat heeft duidelijke gevolgen voor de grotere kotters. Voor de beide Hollandse Kust parken wordt momenteel wetgeving voorbereid om deze uit te breiden met stroken tussen de 10 en 12 mijl uit de kust. Het is duidelijk dat deze parken enorme obstakels zullen vormen voor de visserij en voor overige scheepvaart als ze volledig gesloten worden. Daarnaast speelt ook de veiligheid 6
een rol: er kunnen bijvoorbeeld gevaarlijke situaties ontstaan bij nabijgelegen scheepvaartroutes wanneer schepen om de parken heen moeten varen. De overheid tracht doorvaart voor schepen weliswaar mogelijk te maken, maar alleen voor schepen van maximaal 24 m lengte. Als argument wordt de mogelijke schade aan een turbine genoemd in het geval van een aandrijving onder zeer slechte omstandigheden. Maar in de rapporten waarin de risico’s van doorvaart worden doorgerekend, wordt niet eens naar schepen groter dan 24 m gekeken. VisNed gaat daarom opnieuw met de overheid om tafel om deze gang van zaken aan te kaarten. Op 27 mei werd verder alleen over de praktische kant van doorvaren door schepen tot 24 m gesproken. Het gaat dan om doorvaart met een andere bestemming (bijvoorbeeld kottervisserij en recreatievaart) en om doorvaart met bestemming in het park, als die worden toegestaan (bijvoorbeeld staandwantvisserij, sportvisserij, duiken), elk met hun eigen bijzonderheden. Als doorvaart wordt toegestaan zal dat aan voorwaarden gebonden zijn. Op het gebied van toezicht en handhaving is onder meer gesproken over de mogelijkheid van een VHF meldplicht, en bij doorvaart voor kotters bijvoorbeeld het zichtbaar boven water hebben van de netten. Nadere besluitvorming vindt eind van de zomer plaats. Aankondiging start havenfestival 'Wad about Plastic' 12 t/m 14 juni Tijdens het UNESCO Werelderfgoedweekend (12 t/m 14 juni) vindt de Grande Finale van de “Wad about Plastic” campagne plaats met een gratis havenfestival op en om het Waddenkwartier. De campagne richt zich op zwerfafval op en om het Wad. Er wordt onder meer een expositie van Fishing for Litter geopend. Het programma voor de opening vindt u op www.veenbrand.nl/evenementen/waddenkwartier U kunt zich hier ook aanmelden. Op vrijdag 12 juni begint het programma vanaf 16:30 uur op het Waddenkwartier in de haven van Lauwersoog. Uitzetting van Europese steuren op 10 juni 2015; vangstmeldingen gevraagd Het Wereld Natuur Fonds, ARK Natuurontwikkeling en Sportvisserij Nederland zetten op 10 juni enkele tientallen jonge steuren uit in de Rijn bij Nijmegen. De uitzetting is onderdeel van het Droomfonds-project Natuurherstel Haringvliet waarin een coalitie van zes organisaties werkt aan het herstel van de Nederlandse getijdennatuur. De uitzetting van de steuren wordt gesteund door de Nederlandse, Franse en Duitse overheid. Met deze uitzetting willen de organisaties onderzoeken of de Nederlandse rivieren en de Noordzee weer geschikt zijn voor de Europese steur, die met uitsterven wordt bedreigd. De vissen zijn voorzien van een zender, zodat onderzoekers kunnen volgen hoe het met de dieren gaat. Waarschijnlijk zullen de nu uit te zetten steuren de komende jaren in de Noordzee blijven. In 2012 werden in enkele maanden tijd vijf steuren van een eerdere uitzetting bij Rotterdam en Nijmegen voor de Nederlandse kust gevangen. Samenwerking tussen de natuurorganisaties en de beroepsvissers is doorslaggevend voor de toekomst van de steur in de Nederlandse wateren. Vangstmeldingen helpen om informatie te verzamelen over het doen en laten van de steur. En elke vangst kan invloed hebben op het succes van het onderzoek. Daarom is het belangrijk dat iedere vangst wordt gemeld. Het is wel erg belangrijk dat steuren zo snel mogelijk levend terug worden gezet. Voor registratie kunnen de volgende stappen gevolgd worden. Stappen 2, 3 en 4 kunnen alleen uitgevoerd worden als de vis in goede conditie is! 1. Noteer de locatie (coördinaten), datum en tijd (tijd bij benadering) van de vangst; 2. Meet de lengte van de vis van uiterste staartpunt tot en met de neuspunt; noteer zo mogelijk het gewicht; 3. Noteer het nummer van een eventuele WOT-tag (een labeltje) in de rugvin; deze tag laten zitten! 4. Maak foto's van de gevangen vis en zo mogelijk van de WOT-tag. 5. Zet de vis zo snel mogelijk levend terug. Als de vis onverhoopt is overleden, vragen wij u altijd direct contact te zoeken via onderstaand 06-nummer. De verzamelde gegevens kunnen worden doorgegeven via mailadres
[email protected], het telefoonnummer 06-30543441 of het telefoonnummer op de WOT-tag. 7
Volledige meldingen van een steurvangst, met tenminste een duidelijke foto komen in aanmerking voor een financiële vergoeding van 100 euro. Ook onvolledige meldingen geven informatie, zodat het doorgeven daarvan zeer op prijs wordt gesteld. Meer informatie over dit project en de Europese steur kunt u krijgen via de projectleider Bram Houben,
[email protected] telefoon 06-30543441. RTC’s juni 2015. Hieronder treft u aan de coördinaten van de voor juni 2015 ingestelde RTC’s die van toepassing zijn voor Nederlandse schepen opererend met bordentrawl, twinrig en fly shoot (TR - niet voor NL-bokkers) en voor Engelse vaartuigen in dezelfde categorieën maar ook voor de boomkorvaartuigen (BT). Er was vanaf de vloot commentaar gekomen op diverse voorgestelde RTC’s, uiteindelijk heeft dat geleid tot onderstaand overzicht. Er zijn nog best een paar knelgevallen
hoewel er eindelijk geen 2 of 3 RTC’s aan elkaar vastgeplakt liggen. Er is nog gevraagd om aanpassingen, gisteren kwam bericht binnen dat besloten is om RTC 574 met ingang van 6 juni as. is komen te vervallen. Wij hebben gevraagd om voor RTC 574 een andere oplossing te zoeken, mocht hierover informatie komen, zullen wij de leden hierover informeren. Het bijbehorende kaartje is te vinden op onze website: www.visned.nl 29F0-b
RTC 568 VIId 50°30.000'N 50°30.000'N 50°22.500'N 50°22.500'N
31F2-c
RTC 569 IVc
36F4-i
RTC 570 IVc
40F5-b
RTC 571 IVc
32F2-a
RTC 572 IVb
51°37.500'N 51°37.500'N 51°30.000'N 51°30.000'N
0°15.000'W 0°00.000'W 0°30.000'W 0°15.000'W
30E9-o
RTC 573 IVb
RTC 37F3-o 574 IVb VERVALLEN
2°30.000'E 2°45.000'E 2°45.000'E 2°30.000'E
52°22.500'N 52°22.500'N 52°15.000'N 52°15.000'N
3°15.000'E 3°30.000'E 3°30.000'E 3°15.000'E
37F2-m
RTC 575 IVb
53°15.000'N 53°15.000'N 53°07.500'N 53°07.500'N
4°15.000'E 4°30.000'E 4°30.000'E 4°15.000'E
39F4-o
RTC 576 IVb
54°00.000'N 54°00.000'N 53°52.500'N 53°52.500'N
2°45.000'E 3°00.000'E 3°00.000'E 2°45.000'E 8
54°22.500'N 54°22.500'N 54°15.000'N 54°15.000'N
2°45.000'E 3°00.000'E 3°00.000'E 2°45.000'E
54°07.500'N 54°07.500'N 54°00.000'N 54°00.000'N
2°15.000'E 2°30.000'E 2°30.000'E 2°15.000'E
55°22.500'N 55°22.500'N 55°15.000'N 55°15.000'N
4°15.000'E 4°30.000'E 4°30.000'E 4°15.000'E
55°15.000'N 55°15.000'N 55°07.500'N 55°07.500'N
4°45.000'E 5°00.000'E 5°00.000'E 4°45.000'E
VIRIS-overzicht 2015. Hieronder het overzicht 2015 betreffende de benutting van de belangrijkste quota. Peildatum is 4 juni 2015; dit zal betekenen dat het de aanvoer betreft tot en met week 21 van dit jaar. In het overzicht is niet verwerkt de 10 % tong die meegenomen wordt uit 2014; dit zal ongeveer 980 ton tong zijn. Ter vergelijking ook het overzicht van de benutting van de quota per 19 mei 2014.
Vissoort: Tong Schol Kabeljauw Wijting Tarbot/Griet Schar/bot Tongschar Langoustines Rog
2015 ( 04-06-2015) Quotum: Vangst: Uitputting: 8.797 3.645 42% 47.438 12.656 27% 1.846 424 23% 563 190 34% 2.579 1.053 41% 11.421 1.824 16% 700 141 20% 604 164 27% 190 71 37%
2014 ( 05-06-2014) Quotum: Vangst: Uitputting: 9.793 3.829 39% 40.724 11.550 28% 2.260 458 20% 720 255 35% 2.579 957 37% 11.421 2.203 19% 759 155 20% 927 260 28% 186 119 64%
PO-maatregelen. Ook voor 2015 hebben alle Nederlandse PO’s in CVO-verband een aantal PO-maatregelen genomen om de benutting van een aantal nationale quota zo duurzaam mogelijk te laten plaatsvinden en om vroegtijdige sluiting van het krappe quotum proberen te voorkomen. Deze maatregelen zijn: Rog: De maximaal aan te voeren hoeveelheid per vaartuig per week of reis langer dan 7 dagen is door de PO’s vastgesteld op 100 kg doodgewicht. De minimum maat is 55 cm. Aanvoer van rog kleiner dan 55 cm en/of meer dan 100 kg is verboden en de PO’s hebben een extra heffing van € 3,00 per kg ingesteld voor overtredingen. Tarbot, griet: voor deze soorten geldt een minimum aanvoermaat van 27 cm; bij aanvoer kleiner dan 27 cm wordt een extra heffing van € 3,00 per kg toegepast. Tongschar: voor tongschar geldt een minimum maat van 25 cm waarbij de tongschar van 25 – 27 cm moet worden gesorteerd in een aparte klasse: tongschar IIIb of tongschar IV. Noorse kreeft: Voor de Noorse kreeft is de aanvoer en verhandeling van meer dan 35 stuks per kilogram door leden van PO verboden. Verder: max. 10% kreeftstaartjes per aanlanding. Sluitingen: 27 april 2015: Kabeljauw in het Oostelijk Engels Kanaal (COD/07D). 29 mei 2015: Bijvangstpot Horsmakreel (JAX/4bc7d). Overzicht uitputting zeedagenbeleid 2015-2016. Onderstaand treft u het overzicht aan betreffende de uitputting 2015/2016 van de zeedagen in de verschillende mandjes, stand van zaken per 5 juni 2015 ( t/m week 21 van 2015). Zoals bekend mag worden verondersteld loopt het jaar van de zeedagen van 1 februari 2015 tot en met 31 januari 2016.
9
Mandje
TR1 A* TR1 B TR1 C TR2 TR3 BT1 BT2 GN GT
Toegestane Visserijinspan-ning feb 2015 t/m jan 2016 147.000 110.266 916.797 1.932.441 36.610 999.808 22.004.242 438.664
transitie
Toegestane Uitputting per UitputtingsperVisserijin- 05-06-2015 centage van span-ning feb inspanning hele 2015 t/m jan jaar. 2016 na transitie 147.000 0 0% 110.266 59.297 54 % 916.797 201.954 22 % 1.932.797 537.589 28 % 36.617 4.482 12 % 999.808 275.309 28 % 22.004.242 5.700.670 26 % 438.664 75.883 17 % 0
In bovenstaand overzicht is de ruil van BT-effort (6.000.000 kW-dagen) ten behoeve van de TR-mandjes (2.000.000 kW-dagen) verwerkt.
Met vriendelijke groet, Coöp. Kottervisserij Nederland (VisNed), Geert / Pim.
10