Urk op de vliegroute Auteur: N. Kwakman Publicatie jaar: 2013
Inleiding Waar tijdens de eerste wereldoorlog nog nauwelijks sprake van was, werd één van de karakteristieken die de oorlogsvoering van de Tweede Wereldoorlog ging kenmerken: de bombardementen. Vanaf 1940 hadden de Duitsers het luchtoverwicht, maar in de loop van 1943 keerde, mede dankzij de komst van de Amerikaanse luchtmacht het tij en kregen de geallieerden de overhand. Dit resulteerde in grootschalige bombardementen vanuit Engeland op Duitsland die dag (USAAF) en nacht (RAF) plaatsvonden.
Nederland op de route. Van de vele militaire vliegvelden in Engeland, zoals in Norfolk, liep een rechte lijn naar Duitse steden als Bremen, Hamburg en Berlijn. Onze kustlijn met de Wadden en het IJsselmeer, of ‘the Old Zuyder Sea’ (Zuiderzee) zoals de geallieerden de binnenzee in de 2de wereldoorlog nog noemden, werden herkenningspunten op de weg naar de ‘targets’ in Duitsland. Het IJsselmeer was nog zonder haar centrale polders. Het Nieuwe Land, de polders Oost- en Zuid-Flevoland bestonden nog niet.
Nederland op de route (Google Maps) Het IJsselmeer werd een luchtcorridor. Het werd door de geallieerden gebruikt als binnenvliegpunt voor nachtelijke wapendroppings en voor doelen die centraler in Duitsland lagen, zoals het Ruhrgebiet. Bijna elk etmaal was er luchtactiviteit. In de nacht de Lancasters van de RAF, vechtend met de nachtjagers van de Luftwaffe die gebruik maakten van de om het meer geplaatste radarstations. Overdag zag men vloten B-17 en B-24’s die hoog in de lucht condenssporen trokken.
Raid track 19 Apr 1944 (Herkomst onbekend) De in 1942 leeggepompte Noordoostpolder (NOP) bleef achter Urk een natte zeebodem, een enorm moerasachtig gebied. De hoger gelegen oostelijke polderkant viel eerder droog en werd onder Duits toezicht ontgonnen (rogge en tarwe) om hun oorlogsmachine te voeden. Diverse beschadigde vliegtuigen die de mogelijkheid tot manoeuvreren nog hadden, verkozen de lege vlakke Noordpolder voor een noodlanding of parachutesprong in plaats van een ditch op zee.
North East Polder drained 1942 (Herkomst onbekend)
Dinah Might (Collectie St. Urk in Oorlogstijd)
Crash in het IJsselmeer Meestal was er geen keuze in het kiezen van een plaats voor een noodlanding. In een recente tv-documentaire over het 90-jarig bestaan van de Engelse Royal Air Force, werd een veteraan navigator staande op de dijk bij Urk geïnterviewd. Hij zei: “in de oorlog ben ik s’nachts tientallen keren over deze dijk gevlogen, vele collega’s werden neergeschoten en gingen brandend neer in de zee”. Sommigen mannen spoelden aan, velen zijn nu nog vermist. Bemanningen die na een lange reis boven Duitsland door afweervuur en luchtgevechten motorschade hadden opgelopen, hoogte verloren en gedwongen dalend onder het wolkendek kwamen, waren vaak compleet verrast hier zo’n grote ‘open zee’ aan te treffen. Het IJsselmeer was toen nog groot en wijds van oppervlakte, met stevige golfslag. Ze moesten onverwacht ‘ditchen’, vaak in het donker of met slecht weer en met een nog te hoge vliegsnelheid. Met alle gevolgen van dien. Mannen die hun parachute gebruikten haalden niet de vaste grond. Ze kwamen in ijskoud water terecht en bezweken. Hun lichamen, vaak nog met geopende parachute bevestigd,
werden (dagen tot maanden later) aan de IJsselmeerdijken gevonden of door schepen geborgen. Slechts enkele van hun konden worden gered.
Het neergaan van een vliegtuig werd soms nog door collega’s gezien. Ze rapporteerden dat bij terugkomst. Echter vanwege de wolken en afstand werd de afloop en precieze locatie van neerkomen zelden waargenomen. Een voorbeeld toont deze pilotenkaart van 22-12-1943.
Newcastle to Praag (Herkomst onbekend) De pijl op het einde van de zwarte koerslijn die van Münster naar de IJsselmeerkust loopt, is waar men het dalende vliegtuig voor het laatst zag. Bijgeschreven staat: ‘A/C (Air Craft) 638 LAST SIGHTED HERE’. Wordt de lijn doorgetrokken dan leidt deze precies tot de positie waar in 1975 deze B-24 bommenwerper werd geborgen in de half drooggevallen Flevopolder, nu de Oostvaardersplassen. Slechts 1 man werd gered. Crewlid Sgt. W.J. Sheehan werd in februari 1944 op Urk begraven. N.B: plaats Urk stond niet op niet op deze vliegkaart, is bijgeplaatst.
Piloten op begraafplaats bij het kerkje aan de zee. Urk kreeg in 1939 aan de noordkant een 25km lange dijk in de zee naar Lemmer en in 1940 een 32km lange dijk naar Vollenhoven: de omsluitingdijken van de nieuwe Noordoostpolder. Tegen deze twee lange zeearmen spoelden tientallen piloten aan. Urker vissers en luchtwacht borgen ook omgekomen vliegeniers uit zee en in de lege polder achter Urk kwamen ook ca. 25 vliegtuigen neer. Zonder twijfel; Urk zat van alle kanten ongewild midden in de luchtoorlog! Een deel van de slachtoffers werd op Urk begraven op het kerkhof van het kerkje aan de zee. Een aantal werd ook in Lemmer begraven, een deel in Vollenhoven, Kampen, Amsterdam en nog andere plaatsen. Volgens verzetsman en pilotenhelper Harmen Kramer zijn vanuit Urk ongeveer 175 geallieerde vliegers geborgen.
Monument/graf vliegenier op Urk 1941
Graf monument vliegeniers (Collectie St. Urk in Oorlogstijd)
Op deze foto is een graf van geallieerde vliegeniers te zien. Het is een groot stenen kruis. Wanneer men de foto goed bekijkt, dan staat er links op de sokkel onder het kruis: ‘D. Mc D. 25.5.41’ en rechts half leesbaar achter de bloemen ‘...ORCZ ..7.41’. Onderaan staat: ‘zij rusten in vrede’. Op de achtergrond tussen de bomen hangt de was aan de waslijn. De letters links staan voor D. McDougall en rechts staat voor KARCZ. Zij werden geborgen uit het IJsselmeer en werden naast elkaar begraven op 25 mei en 2 juli 1941. Het monument zal enige weken later geplaatst zijn. Zie voor hun verhaal de lijst van alle begraven piloten op Urk. Dit waren de eerste begraven vliegeniers op Urk. Na het samenstellen van de lijst ‘Oorlogsbegraafplaats Urk’, kon ik de letters op de steen ontcijferen: Links staat D. McDougall en rechts staat KARCZ. Zij spoelden een week na elkaar aan en werden naast elkaar begraven op 25 mei en 2 juni 1941. De steen zal enige weken later geplaatst zijn. Sgt. Bishop is mogelijk later aangespoeld. Er zijn nog geen andere graven te zien.
De eerste begrafenis op Urk In hetzelfde boekje ‘Urker verhalen over de oorlog’ staat op blz. 188 een foto ‘begrafenis geallieerde piloot’.
‘Begrafenis geallieerde piloot’ (Collectie St. Urk in Oorlogstijd) Volgens mij gaat het hier om een begrafenis vroeg in de oorlog, meest waarschijnlijk van McDougall of Karcz eind mei 1941. De reden is dit: het begraven van geallieerde piloten door/onder grote burgerbelangstelling werd op een gegeven moment door de Duitsers verboden. Ze waren geschrokken van alle belangstelling en eer die aan de gesneuvelde geallieerde piloten werd toegekend en lieten het niet meer toe. De kist lijkt gedragen te worden door Urker mannen die bij het verzet betrokken waren. Ze werden later in de oorlog door de Duitsers gearresteerd en kwamen om. De man vooraan lijkt op Piet Brouwer die in 1944 voor pilotenhulp werd gearresteerd en in een concentratiekamp stierf. Daarachter een onbekend iemand, waar als derde persoon Sjoerd Snoek staat. Een Nederlandse politiewachtmeester of marechaussee staat in de houding en salueert met z’n rechterhand, hij lijkt op Harmen Visser, omgekomen tijdens een vuurgevecht met SS’ers te Schoterzijl op 16 april 1945. Opmerking Robert Hofman (Stichting Urk in Oorlogstijd): Dit is de verklaring die Nico Kwakman geeft bij deze foto. Na voorlopig onderzoek is dit niet geheel correct. Het gaat hier vermoedelijk om de volgende personen: Linksvoor, wordt de baar/kist, gedragen door Piet Brouwer(1) die verzetswerk deed waaronder vliegeniers helpen ontsnappen. Saluerend is een Een Nederlandse Marchaussee of politieagent (2). De man daarnaast met een hoedje en een lange jas aan is ‘ut boassien’(3) . Hiernaast is Sjoerd Snoek(4) nog te zien. Achter Pieter Brouwer loopt een man met naar achter gekamd haar(6), hem zien we straks weer. De eerste foto wijkt sterk af van andere piloten-begrafenisfoto’s op Urk. De betrokkenen op de eerste foto dragen burgerkleding. Op alle andere bekende begrafenis foto’s van Urk staan de burgers met een verzets-armband en/of dragen een overall (en dragen wapens). Deze (latere) foto’s zijn dus zonder twijfel genomen ná de bevrijding van Urk (20 april 1945) en ze horen bij een fotoserie van de begrafenis van 2Lt. Paul E. Doyle.
De brief van burgemeester Keijzer over piloot Rolfe De familie van de Amerikaanse piloot 1Lt. Benjamin Rolfe had in de oorlog het bericht gekregen dat hij was gesneuveld. Direct na de bevrijding van Nederland (5/8 mei 1945) kreeg burgemeester Keijzer van Urk een brief van het Amerikaanse militaire gezag in Nederland, én van de moeder van Rolfe, met de vraag of Ben daar inderdaad was begraven. Burgemeester Keijzer van Urk antwoordde bevestigend.
Brief van burgemeester Keijzer (Collectie St. Urk in Oorlogstijd)
Begrafenis 2Lt. Paul E. Doyle Op 8 mei tekende het Duitse leger de overgave in Europa. Een paar weken later, op 10 juni 1945, was er nog een begrafenis van een piloot op Urk. De Amerikanen hadden een brief ontvangen van een Nederlander genaamd ‘H. Grosse Hamburg’ (waarschijnlijk is dit een slechte Amerikaanse vertaling van de naam), adres: ‘Orange Nassaulaan, Leerdam, Holland’. De schrijver van de brief meldde dat hij het lichaam van Lt. Doyle had gevonden toen het aanspoelde op Urk, ‘an island in the Zuider Zee’. 2de luitenant Paul E. Doyle kwam uit dezelfde B-17 ‘vliegend fort’ 42-102565 “the Ugly Duckling” als Rolfe. Het waren collega’s; Rolfe was de piloot en Doyle de co-piloot. Ze waren op 26 November 1944 in het IJsselmeer beland en gesneuveld. Doyle werd pas op 10 juni 1945 begraven op Urk. Ook Sgt. Rimmer kwam uit dit vliegtuig.
Eerste foto van de begrafenis van Doyle – Collectie St. Urk in Oorlogstijd Dit is de eerste foto van de begrafenis van Doyle. De foto is ook in het bezit van de familie van Rolfe in de USA. Het onderschrift luidt: “ Co-Pilot burial Urk”. Dit moet dus 10 juni 1945 zijn. Vooraan wordt de kist gedragen door verzetsmannen in overall en armbanden. Het verzet vertegenwoordigde in die weken na de oorlog het gezag. 2 meisjes, een jonge vrouw en een oudere vrouw lopen achter de kist in de begrafenisstoet mee. Speculerend: is de jonge vrouw de weduwe van Rolfe met hun dochtertje Bennie Lynn, en nog een ander meisje, mogelijk een nichtje? De oudere vrouw kan de vrouw zijn van burgemeester Keijzer, misschien zelfs de moeder van Lt. Rolfe. Feit is dat de familie van Rolfe vanuit de USA al eerder naar de verblijfsplaats van hun zoon/man hadden gevraagd. Waren zij op Urk om het graf van hun dierbare te bezoeken, toen tegelijkertijd Doyle aanspoelde? Dat zou zeer opmerkelijk zijn. Of waren ze op uitnodiging van de Amerikaanse autoriteiten naar Urk gekomen om de begrafenis van Doyle bij te wonen? Ook dat is opmerkelijk zo kort na de bevrijding. Maar feit is wel dat de Amerikanen door de brief van Keijzer en ‘H. Grosse Hamburg’ uit eerste hand op de hoogte waren van Rolfe en de vondst van Doyle en actie voor zijn begrafenis konden ondernemen. De tweede foto van de begrafenis van Doyle staat in het boekje ‘Urk in Oorlogstijd’ van Lenie Bolle en Pieter Brands uit april 2008 op pag. 9. Hierop zijn de verzetstrijders die de kist dragen vlakbij de begraafplaats. Op de kist ligt een Amerikaanse vlag.
Derde foto van de begrafenis van Doyle – Collectie St. Urk in Oorlogstijd Dit is de mij bekende derde foto van de begrafenis van Doyle. Ook deze foto is in het bezit van de familie van Rolfe in de USA. Het onderschrift is weer “ Co-Pilot burial Urk”. De stoet is aangekomen op de begraafplaats. Links staan de dames en de meisjes weer. Jeugd kijkt toe vanaf het hek. Een geallieerde militair in uniform staat midden op de achtergrond. Het verzet staat om de kist. De verzetsman meest rechts met de witte v-hals heeft een Stengun aan de schouder hangen. Een houten rek voor bevestiging voor bloemen is zichtbaar.
Vierde foto van de begrafenis van Doyle – Collectie St. Urk in Oorlogstijd Vierde foto van de begrafenis van Doyle. Deze staat ook op de site ‘Urk in oorlogstijd’. Ook deze foto behoort volgens mij toe aan de serie die genomen is tijdens de begrafenis van Doyle op 10 juni 1945. Meer jeugd zit achteraan massaal op het hek toe te kijken. Gebouw op de achtergrond is hetzelfde. De verzetsman met de witte v-hals presenteert nu zijn Sten voor de borst, net als de man naast hem. De mannen tegenover presenteren hun geweer. De houten rek ligt nog op de plek.
De familie van Rolfe heeft de foto van de, denk ik, eerste piloten begrafenis op Urk ook in haar bezit. zie ‘begrafenis geallieerde piloot’. Deze foto is door de familie echter getiteld ‘Bens begrafenis Urk’. Als de foto uit 1941 komt, is dat dus niet correct. Volgens de familie Rolfe is de visserman die Lt. Rolfe op het IJsselmeer heeft geborgen ‘Ab de Schilder’.
Nico Kwakman Volendam 03-05-2011