Vlaak 12, 8321 RV Urk Tel: 0527 - 684141 Fax: 0527 – 684166 Email:
[email protected] Website: www.visned.nl
Aan: de leden van VisNed, Urk, 17 juli 2015.
Vervolg uitspraak Kort Geding tegen Greenpeace. Met grote teleurstelling hebben we kennis genomen van het vonnis van de rechtbank Amsterdam waarin aangegeven dat, alles afwegende in deze specifieke zaak en kijkend naar de omstandigheden, Greenpeace niet onrechtmatig handelt om, bij het vragen van aandacht bij politiek en publiek voor milieuzaken, grote zwerfkeien in zee te gooien. De rechtbank heeft daarom de eisen van VisNed ( Greenpeace sommeren de 5 resterende keien te verwijderen en verder te bepalen dat Greenpeace zich van verdere acties in de vorm van het gooien van grote stenen op de Klaverbank moet onthouden) afgewezen. Dit betekent niet automatisch dat in volgende gevallen, bij andere omstandigheden, ook geoordeeld wordt dat de acties niet onrechtmatig zijn. Afgelopen week hebben we het vonnis en de mogelijke vervolgstappen besproken met Knoops Advocaten en afgelopen woensdag binnen het bestuur van VisNed. Wel of geen hoger beroep en zo ja, welke aanpak is dan het beste? Ondanks een aantal onjuistheden en verkeerde conclusies in het vonnis, heeft het bestuur overwogen dat de feitelijke situatie (nog slechts 5 stenen in een klein gebied op één positie) in hoger beroep zeer waarschijnlijk niet zal leiden tot andere overwegingen en een ander oordeel. Hoewel ook volgens Knoops Advocaten de rechter een aantal verkeerde overwegingen en conclusies heeft getrokken, is de uitkomst van een hoger beroep onzeker, ook al worden die verkeerde conclusies gecorrigeerd. Alles afwegende heeft het bestuur van VisNed besloten om in dit vonnis te berusten en eventueel een volgende gelegenheid, wanneer Greenpeace in de toekomst dergelijke acties opnieuw uitvoert (wat we natuurlijk niet hopen maar bij deze actiegroep weet je het nooit), te bezien of er dan een sterkere zaak op te tuigen is. Het bestuur van VisNed wil echter nu wel een statement afgeven. Daarom vinden wij het gewenst om op korte termijn de resterende 5 zwerfkeien ook worden geborgen om daarmee duidelijk te maken dat wij de Gevaarzetting op deze schone visgrond, in tegenstelling tot de rechtbank Amsterdam, zo van belang achten dat we onze vissers daartegen willen beschermen. VisNed wil graag deze actie als totale kottersector uit voeren, daarom is opnieuw aan de Ned. Vissersbond gevraagd om in dezen gezamenlijk op te trekken. en deze actie gezamenlijk uit te voeren. Wij hopen dat de Vissersbond op korte termijn positief reageert. Technisch overleg invoering Aanlandplicht. Gisteren, donderdag 16 juli jl. vond op het ministerie van Economische Zaken (EZ) een overleg plaats tussen EZ, de afdeling Uitvoering Visserijregelingen van de RVO en de PO’s over de vraag hoe straks onder de Aanlandplicht het beheer van de contingenten en quota moet plaats vinden. Het was een eerste brainstormsessie, waarbij het ministerie van EZ een aantal uitgangspunten
1
benoemde en aan de PO’s een aantal vragen werden voorgelegd. EZ gaf aan dat het co-management goed werkt en dat dit in stand moet blijven, inclusief de huidige verdeling van de basiscontingenten. Daarnaast wil EZ het beheer en de vangstregistratie van de ondermaatse vis zo dicht mogelijk bij de visser (= PO), houden maar daarbij zouden geen nieuwe verhandelbare rechten moeten komen. Tenslotte wil EZ dat vermijding van het vangen van ondermaatse vis gestimuleerd wordt en dat voorkomen moet worden dat ondermaatse vis toch gediscard wordt en dat de opgehoogde quota aangewend worden voor de aanvoer van maatse vis. Zoals de vlag er nu bij hangt wordt de Aanlandplicht per 1 januari 2016 van kracht voor schol in BT1 (boomkor + 120 mm) en TR1 (twinrig/fly shoot + 100 mm) en tong in BT2 (boomkor 80 mm), TR 2 (twinrig/ fly shoot 80 mm en GN (staandwant) en Noorse kreeft in TR2 (twinrig 80 mm). In Het Kanaal gaat met ingang van 1 januari 2016 de Aanlandplicht gelden voor de vissoort wijting voor alle vaartuigen waarvan in 2013 of 2015 meer dan 25 % van de jaarvangst bestond uit de vissoorten kabeljauw, wijting, schelvis en koolvis. In deze bijeenkomst hebben de PO-vertegenwoordigers opnieuw aangegeven dat de Aanlandplicht gezien wordt als een heel grote bedreiging. Het blijft onbegrijpelijk dat het land met het grootste 80 mm-belang zo’n voorvechter van de Aanlandplicht is geweest en nog steeds wordt gezegd: “het besluit is gevallen, de datums zijn bekend en in de uitvoering zoeken we zoveel mogelijk rek en ruimte”. Er zullen voor 2019 (en dat is het morgen!) oplossingen moeten komen, in ieder geval voor de schar (schrappen uit quota-lijst) en schol (hoge overleving). Dit zal ondersteund worden door berekeningen van het LEI over de extra kosten die de Aanlandplicht met zich mee brengt als deze uitzonderingen niet gerealiseerd worden. De PO’s hebben laten weten dat als er geen pragmatische aanpak komt met regelgeving die uitvoerbaar, handhaafbaar en controleerbaar is, we terug dreigen te keren naar de situaties die we in de 80-jaren van de vorige eeuw ook hadden waar het ging om het beheer van de quota. Bij het toepassen van een volledige Aanlandplicht wordt het compleet onwerkbaar en zal het weer proces-verbalen regenen. Ook is opnieuw gewezen op het grote probleem dat meer dan 75 % van onze activiteiten in de wateren van andere landen plaats vindt en dat Level Playing Field natuurlijk een utopie is. De voorbeelden zijn nu al legio dat door buitenlandse controlediensten eigen vissers met rust gelaten worden en vreemde vissers intensief gevolgd en gecontroleerd worden. De frustratie van de sector is ook dat de meeste bedenkers van dit onding vanuit de (Europese) politiek en de top van beleid inmiddels vertrokken zijn of dat binnenkort wel zullen doen en dat de vissers met de ellende opgescheept zitten. Hoe dan ook: de verschrikking van de Aanlandplicht komt op ons af en wie wordt eigenaar van het probleem? Vanuit een aantal PO’s is aangegeven dat het beheer van het deel van het opgehoogde quotum bestemd voor de discards, net als bij de bestanden van Noorse kreeft, tarbot/griet, schar/bot, tongschar, op nationaal niveau plaats moet vinden. Die PO’s weigeren om “het probleem naar zich toe te halen”. Maar als het nationaal beheerd wordt, welke visser gaat dan meer selectiever vissen? Toewijzing aan individuele vissers zou dat bevorderen maar hoe zie je daar dan vervolgens op toe? Wordt het geen grote bende en dat de visser die het meeste durft ook het grootste voordeel behaalt en straks nog “discard-quotum” gaat verhuren? Dus is de kans op het creëren van een markt levensgroot en onttrek je straks geld aan het bedrijf om “ondermaatse-quota” te verkrijgen om te blijven vissen. In de tijd van de grijze markt hebben we die wantoestanden ook mee gemaakt; degene die het meeste weg werkte kon aan het eind van het jaar nog verhuren. Bij individualisering is de kans op het creëren van een markt levensgroot en moet je straks geld onttrekken aan het bedrijf om “ondermaatse-quota” te verkrijgen om te blijven vissen. Daarnaast komen we sowieso met veel vragen: hoe gaan we onder de Aanlandplicht om met potentiele choke-species (soorten waarvan we verwachten dat het quotum onvoldoende is om alle aanvoer te faciliteren) of soorten waarvoor nu PO-maatregelen gelden, zoals Noorse kreeft, tarbot/griet en rog. Kortom; deze eerste sessie was een eerste gedachtegang en leverde nog niet veel duidelijkheid op maar wel een lijst met vragen die op enig moment een antwoord moeten krijgen. 2
Benelux overleg in Antwerpen over Aanlandplicht. Vorige week donderdag, 9 juli jl. vond in Antwerpen een “Benelux-overleg” plaats over de invoering van de Aanlandplicht. Het was een gedachtewisseling tussen de Nederlandse en de Belgische overheid, Nederlandse en Belgische onderzoekers, de Nederlandse en Belgische aanvoersector en NGO’s. Er bleken veel, ja heel veel gebieden te zijn waar we vergelijkbare activiteiten ontplooien, en het werd duidelijk dat we als de Belgische en Nederlandse kottervissers met dezelfde problemen geconfronteerd worden. Eigenlijk zijn Nederland en België de landen die het hardst getroffen worden door de Aanlandplicht, vanwege de 80-mm visserij. Wij hebben in dat overleg voorgesteld om de samenwerking op alle gebied te intensiveren en het overleg veel frequenter te voeren. Als twee kleine lidstaten rondom de Noordzee hebben België en Nederland elkaar gewoon keihard nodig. Op het gebied van wetenschappelijk onderzoek, bij het overleg tussen de lidstaten in de zgn. “Scheveningen Groep” en de Advies Comités (AC’s) en als kottersector. Vanuit de Nederlandse aanvoersector namen Inger Wilms, Durk van Tuinen, Jurgen Batsleer en Pim Visser deel aan het overleg. Wat ons betreft wordt dit overleg snel vervolgd, wij zullen daartoe initiatieven nemen. Vervolg ICES-adviezen TAC’s 2016. Na de presentatie van de ICES-adviezen op 1 juli jl. door Imares worden deze natuurlijk bestudeerd en in diverse gremia besproken. De adviezen voor tong en schol zijn, naast een advies voor de TAC 2016 op basis van het managementplan, inhoudelijk nogal gewijzigd. Dat is o.a. het gevolg van de Benchmark die in februari jl. heeft plaats gevonden. Een benchmark wordt in de regel één keer in de 5 jaar gehouden en dan wordt een toestandsbeoordeling onder de loep genomen, ook door onafhankelijke deskundigen. De wijzigingen hebben er toe geleid dat bij de tong en schol de referentiepunten, met name de Fmsy (toegestane visserijsterfte als duurzaam beoordeeld), nog weer scherper geformuleerd zijn, met andere woorden weer naar beneden bijgesteld zijn. Tijdens de presentatie door Imares op 1 juli jl. maar ook tijdens de ICES-presentatie afgelopen maandag in de vergadering te Brussel van de Demersale Werkgroep van het North Sea Advies Comité hebben we hierover een stevige discussie gehad met de ICES-vertegenwoordiging. Wij vinden dat de wetenschap in het aanscherpen van de adviezen onderhand elke realiteitszin uit het oog verliest. Neem de schol: daarbij is de Fmsy recent op F 0,19 gezet. Dat is extreem laag en ook nog nooit gerealiseerd en in onze ogen heel onrealistisch. Als dit toegepast wordt zou dit, ondanks dat het paaibestand een grote stijging laat zien, tot boven de 900.000 ton, betekenen dat de TAC voor volgend jaar met 22 % verlaagd moet worden. Dit is natuurlijk te gek voor woorden! En als je dan doorvraagt over het hoe en waarom kom je al snel tot de conclusie dat de berekeningen op aannames gebaseerd zijn die echt niet met de werkelijkheid stroken. Zo gaat ICES in de modellen uit van 0 % overleving bij de schol, terwijl wij de sterke toename van het bestand toeschrijven aan een verlaging van de visserijsterfte en een hogere overleving van de discards. Wij zijn juist bezig om voor schol een uitzondering te krijgen in het kader van de Aanlandplicht dankzij de (hoge) overleving. Als in de modellen rekening gehouden wordt met een overleving van 10 of 20 % dan zouden er heel andere, gunstige, parameters uit de bus komen. Gelukkig wordt op dit moment bij schol het definitieve advies gebaseerd op het managementplan en dat geeft ruimte voor een visserijsterfte die hoger ligt (F 0,3) en daarom is het uiteindelijke advies voor de TAC 2016 een stijging van 15 %. Maar er zullen ook wel weer andere tijden komen en voor die tijd zullen we echt van de onrealistische benadering van ICES af moeten. Dat betekent continue de discussie aangaan en aanvullend onderzoek uit laten voeren. Bij de tong is de Fmsy ook naar beneden bijgesteld en komt nu uit op dezelfde F als in het managementplan staat. Omdat het paaibestand volgend jaar stijgt komt ICES, ondanks de verlaging van de Fmsy, tot een roll-over. Echter, wij zijn van mening dat de toestandsbeoordeling ruimte geeft tot een verhoging van de TAC met 10 of 15 %. Dat is ook dringend gewenst om de krapte op de markt (met onder andere te hoge huurprijzen) te dempen. VisNed heeft inmiddels 3
Imares opdracht gegeven om een rapportage te schrijven waarin de scenario’s voor een verhoging nader uitgewerkt worden, zodat we deze nationaal en internationaal kunnen gebruiken om het verzoek tot verhoging van de TAC wetenschappelijk te kunnen ondersteunen. Visserijoverleg. Afgelopen dinsdag 14 juli jl. vond het maandelijks Visserijoverleg plaats tussen het ministerie van Economische Zaken (EZ) en de Visserijorganisaties. Deze keer is uitgebreid gesproken over het motorvermogen. Daarbij ging het over een wijziging in het beleid en het toezicht daarop omdat hierover onduidelijkheid is ontstaan, wat te wijten is aan het niet goed communiceren hierover door de overheid. Het blijkt dat het beleid met betrekking tot het afstellen van de hoofmotor is gewijzigd in zoverre dat deze teruggesteld wordt op basis van een vissend toerental en niet meer op basis van een varend toerental. Dit betekent in de regel een lager toerental, wat de snelheid varend negatief beïnvloed en er dus minder vistijd resteert. Wij willen duidelijkheid over de gevolgen van deze maatregel en daarom is gevraagd om een overleg tussen EZ (RVO-Afdeling Uitvoering Visserijregelingen), ILT (Scheepvaartinspectie), de bureaus die de verzegeling verzorgen en de visserijorganisaties. Ook is nog eens gewezen op het besluit dat vorig jaar genomen is over de motoren die de Eurokotters mogen plaatsen. De inhoud van deze motoren mag niet meer bedragen dan 13 liter en de maximale afstelling mag niet meer bedragen dan 25 %. Voor de uitgebreide technische beschrijving verwijzen wij naar het document dat hier te vinden is. Min of meer als vast agendapunt werd de gang van zaken rond de RTC’s besproken. We blijven nastreven dat de overlast zoveel mogelijk beperkt blijft, vandaar worden nu ook alternatieve RTC’s genoemd. Wij hebben in ieder geval afgesproken dat ten behoeve van de kreeftenvisserij het Botneygat tijdens de zomerperiode niet meer geconfronteerd wordt met RTC’s. Tenslotte is gesproken over de subsidieregeling Blackbox Garnalenvisserij. Toegezegd is dat de dienst die de aanvragen beoordeeld deze zo snel mogelijk ter hand neemt en verwacht wordt dat eind volgende week de eerste beschikkingen verstuurd worden. De overheid is zich bewust van de korte investeringstermijn (voor het einde van het jaar moet besteld, geïnstalleerd, betaald en goedgekeurd zijn) en zullen zo snel mogelijk alle aanvragen beoordeeld worden. Uitbreiding Bedrijfssurvey 2015. Eerder hebben wij via de nieuwsbrief bekend gemaakt dat dit jaar de Bedrijfssurvey éénmalig met 3 kotters zal worden uitgevoerd. Dit houdt verband met de switch van de UK 45 naar puls en om toch de eerder opgebouwde tijdreeks van de UK 45 met traditionele boomkor te kunnen blijven gebruiken is besloten de Bedrijfssurvey in 2015 met 3 vaartuigen uit te voeren: de OD 1 met puls; de UK 45 met puls en de UK 64 die met de schipper van de UK 45 en de oude vistuigen van de UK 45 tijdens de aanstaande Bedrijfssurvey gedurende 2 weken gelijk op gaat vissen, en daarbij 40 wetenschappelijke trekken doet. Ten behoeve van de Bedrijfssurvey wordt daarmee een statistische betrouwbare coëfficiënt berekend om de eerdere gegevens van de UK 45 om te kunnen zetten naar puls gegevens. Naast de Bedrijfssurvey doet zich thans ook de unieke mogelijkheid voor om informatie te verzamelen van een pulsvaartuig en een traditionele boomkorkotter die 2 weken gelijk opvissen. Welke verschillen zijn er vast te stellen? niet alleen aan maatse vis maar ook aan ondermaatse vis en ander bodemleven. Enkele jaren geleden is een week vergelijkend gevist tussen de GO 4, TX 36 en TX 68 maar deze gegevens worden inmiddels aangemerkt als gedateerd en daarbij is niet naar alle zaken gekeken. Bij de UK 45 (puls) en UK 64 (zeg maar “oude” UK 45) wordt naast tong en schol ook gekeken naar tarbot/griet en benthos. Bovendien vist de UK 64 met de netten van de UK 45 uit 2010 wat dan gelijk als nulmeting kan dienen voor berekeningen hoeveel discards er heden en in de toekomst verminderd/bespaard zijn/worden ten opzichte van de 2010, het jaar dat in het Stappenplan Aanlandplicht als basisjaar dient. Aangezien de sector zelf dit onderzoek moet financieren heeft de CVO in de vergadering van 8 juli jl. besloten het voorstel van VisNed
4
over te nemen. Het is een eenmalige kans om het verschil tussen puls en traditioneel op wetenschappelijke basis en het meest actueel in kaart te brengen en tegelijkertijd een 0-meting te doen voor het traditionele boomkornet uit 2010. Vergadering NWWAC. Vorige week donderdag 9 juli jl. kwam in Edinburgh de Noord-West-Wateren-Advies Comité ((NWWAC) bijeen, waarbij de Nederlandse sector vertegenwoordigd werd door Geert Meun. Natuurlijk is uitvoerig gesproken over de Aanlandplicht waar de lidstaten inmiddels een Joint-recommendation (gezamenlijke aanbeveling) goedgekeurd hebben. In deze wateren verschillen de problemen natuurlijk niet van die op de Noordzee, maar ons valt wel op dat met name Frankrijk en Spanje toch niet zo hoog van de toren blazen. Of ze daarmee de problemen vooruit schuiven en denken: komt tijd komt raad, of dat men er vanuit gaat dat de soep niet zo heet gegeten wordt en de overheid wel zal mee werken aan een praktische invulling, is niet geheel duidelijk. Maar het is bekend dat de overheden in genoemde landen doorgaans heel meegaand zijn om knelgevallen praktisch op te lossen wat doorgaans betekend: geen controle. Verder is uitgebreid gesproken over de Zeebaars. Inmiddels zijn door de Europese Commissie noodmaatregelen tot het einde van het jaar afgekondigd, waaronder een vangstlimiet van 1.800 kg per maand voor de beroepsvisserij met gesleepte netten (die nog in geen enkele lidstaat in nationale wetgeving is vastgelegd) en ligt er een dramatisch ICES-advies dat zegt dat er volgend jaar door de beroeps- en recreatieve visserij in totaal nog geen 600 ton zeebaars gevangen zou mogen worden terwijl alleen de beroepsvisserij jaarlijks tussen de 4.000 en 5.000 ton aanvoert. Er moet daarom gewerkt worden aan een managementplan en de NWWAC heeft aangegeven daarin een leidende rol te willen vervullen. Hiervoor zal een speciale werkgroep worden geformeerd. Verder werd aandacht geschonken aan het tongbestand in het Oostelijk Engels Kanaal. Hoewel Nederland geen aandeel heeft in deze TAC volgen we de ontwikkelingen op de voet. Vorig jaar lag er een advies van ICES om de TAC met maar liefst 60 % te korten. Dit kon tijdens de Decemberraad afgewend worden. Er werden afspraken gemaakt over het opzetten van een Managementplan plus een aantal Technische Maatregelen doorgevoerd waardoor de korting beperkt bleef tot 28 %, nog steeds zeer substantieel natuurlijk. Dit jaar is er onder leiding van Emiel Brouckaert van de Belgische Rederscentrale verder gewerkt aan de invulling van aanvullende management maatregelen, deze zijn inmiddels beoordeeld door STECF en effectief bevonden waardoor de korting in 2016 beperkt zou kunnen blijven tot 14 %. Binnen de NWWAC wordt het werk van deze Focusgroep onder leiding van Emiel als een goed voorbeeld bestempeld hoe effectief het werk binnen de AC’s ingevuld kan worden. Binnen de NWWAC wordt naast een Uitvoerend Comité (ExCom) gewerkt met 4 regionale Werkgroepen. Het Kanaal valt onder Werkgroep 3 en ten behoeve van het belang van de fly shooters volgen we de vergaderingen van deze werkgroep dan ook intensief. Maar vaak is er ook sprake van een overstijgend belang en vinden er doublures (dubbele werkzaamheden) plaats in meerdere groepen. Vaak overstijgt het onderwerp zelfs meerdere AC’s, zoals bijvoorbeeld bij de Zeebaars het geval is. Binnen de ExCom werd hierover gesproken en na een uitgebreide discussie is afgesproken om het systeem van werkgroepen overboord te zetten en meer te gaan werken met Focusgroepen per onderwerp waarbij bemensing dat niet regionaal beperkt hoeft te blijven. Definitieve besluiten zullen genomen worden tijdens de Jaarvergadering van de NWWAC in september as. Juridisch advies gebruik/misbruik AIS-informatie. Sinds medio 2014 geldt de - vanuit Brussel opgelegde - verplichting voor vissers om aan boord een AIS te gebruiken en de AIS te allen tijden 'aan' te hebben staan met het oog op de veiligheid. De AIS heeft een ruim bereik van doorgaans circa twaalf tot vijfentwintig zeemijlen, zodat vissers elkaar thans gemakkelijker in de gaten kunnen houden. Vanaf de vloot zijn we er regelmatig op gewezen dat AIS-gegevens niet uitsluitend voor veiligheidsaspecten op zee worden gebruikt, integendeel: de positie en andere gegevens worden op internet gepubliceerd, waardoor eenieder eenvoudig (vanuit huis) kan achterhalen waar bepaalde vissers vissen. VisNed heeft een juridisch 5
advies ingewonnen of dit rechtmatig is en zo nee, wat hier aan te doen is, zonder uiteraard dat de veiligheid in het geding komt. Aan onze juridisch adviseur op nautische zaken, Wybenga Advocaten te Rotterdam hebben we opdracht gegeven een en ander uit te zoeken. Eind vorige week ontvangen we het advies waarbij twee (rechts)vragen onderzocht zijn: bieden internationale, Europese en nationale wet- en regelgeving aanknopingspunten om een zogeheten 'zwakker' AIS signaal te mogen uitzenden, te weten een signaal dat een minder verstrekkend bereik heeft van bijvoorbeeld drie tot vijf zeemijlen? zijn er mogelijkheden om het publiceren van AIS-gegevens door derden als gevolg waarvan deze gegevens voor een ieder toegankelijk kunnen zijn (zoals bijvoorbeeld via vesselfinder.com en marinetraffic.com) tegen te gaan gelet op internationale, Europese en nationale wet- en regelgeving? Het antwoord op de eerste vraag luidt ontkennend. Op grond van de huidige nationale en Europese wet- en regelgeving is het vissers verboden om de AIS te gebruiken in afwijking van de normen die gelden voor de Klasse A-AIS. Dit betekent dat het zendvermogen van 12,5 Watt niet mag worden gereduceerd. Het handelen in strijd hiermee levert een strafbaar feit op. Evenmin is het toegestaan om het zendsignaal van de AIS uit te schakelen. De AIS dient te allen tijde operationeel te worden gehouden, tenzij dit gevaar oplevert voor de veiligheid of beveiliging van het schip. Hier zal slechts in buitengewoon uitzonderlijke gevallen sprake van zijn, bijvoorbeeld in het geval van dreigende kaping door piraten. Ingeval de AIS desalniettemin niet volledig operationeel wordt gehouden, is dit eveneens strafbaar. Wat betreft de 2e vraag, de verwerking van AIS-gegevens en openbaarmaking daarvan door overheidsinstanties heeft te gelden dat deze aan strikte regels is onderworpen op grond van de Scheepvaartverkeerswet, het daarop gebaseerde besluit, het privacyreglement verkeersregistratiesystemen Rijkswaterstaat en de Wetopenbaarheid van bestuur. De overheid zal de vertrouwelijkheid van de AIS-gegevens moeten waarborgen en slechts bij uitzondering kunnen overgaan tot openbaarmaking, al dan niet op verzoek van derden. De openbaarmaking van AIS-gegevens op websites zoals marinetraffic.com wordt dan ook niet veroorzaakt door (de terbeschikkingstelling van gegevens door) de overheid, maar bewerkstelligd door private partijen. De ondernemingen die deze websites exploiteren zijn doorgaans gevestigd in het buitenland en ontvangen de AIS-gegevens van anderen (één partij is gevestigd in Nederland). Vermoedelijk zijn dit ook personen met een AIS-transponder die de door hen opgevangen AIS-gegevens doorsturen aan de uitgevers van de websites. Voor VisNed bestaan er wel mogelijkheden om te proberen publicatie van AIS-gegevens op het internet tegen te gaan, zoals het indienen van een handhavingsverzoek bij het College bescherming persoonsgegevens in verband met overtreding van de Wet bescherming persoonsgegevens of het doen van strafrechtelijke aangifte maar het is nog maar de vraag, in ieder geval onduidelijk of deze of andere trajecten succesvol kunnen zijn omdat we te maken hebben met niet in Nederland gevestigde ondernemingen. We treden binnenkort in overleg met de juridisch adviseur om de (on)mogelijkheden te bespreken. Noordzee AC spreekt over garnalen beheer en pulsvisserij. Het was afgelopen week een drukke Brusselse week, zo vlak voor de vakantieperiode. Terwijl de top over Griekenland haar laatste momenten beleefde, waren wij op weg naar de vergadering van het Noordzee Advies Comité. (NSAC). Vanwege allerlei politieblokkades kwamen we uiteindelijk via de achteringang en de parkeergarage de vergaderlocatie binnen. Daar spraken we o.a. over Garnalenbeheer en over het pulsdossier. Op de agenda stond een conceptadvies over het Garnalenonderzoek wat door ICES was opgeleverd. De conclusie dat er een vorm van beheer in de garnalenvisserij ontwikkeld moet worden werd overgenomen. Om dit in Europa goed te coördineren zal de NSAC hierin het voortouw nemen. Daartoe wordt het mandaat van de Focusgroep, onder voorzitterschap van Pim Visser, verlengd. Het is de bedoeling om alle lopende initiatieven op dit gebied te bundelen en voort te zetten onder de vlag van de NSAC. Ook sprak de NSAC opnieuw over het Pulsadvies. De negatieve inbreng vanuit Engelse NGO’s voert naar onze overtuiging nog steeds teveel de boventoon. Daarom is besloten dat een driemanschap, waar Pim 6
Visser deel van uit maakt, de tekst van het advies nog een keer kritisch gaat bekijken. In ieder geval kan de huidige tekst niet onze goedkeuring krijgen. In september stelt het Uitvoerend Comité (ExCom) van de NSAC de hopelijk in positieve zin bijgestelde tekst dan definitief vast. Vertegenwoordigers Europese vissector overleggen met Eurocommissaris Vella. Na de NSAC-vergadering en Haringparty (zie verderop) van maandag was er dinsdagochtend een seminar van de Europese Commissie waar de gezonde toestand van de Europese visbestanden werd besproken. De situatie in de Middellandse Zee is zorgelijk, maar met de overige (Noord) Europese visbestanden gaat het goed tot zeer goed! Die middag vergaderden we met onze Europese collega’s van de koepelorganisatie Europêche. Eurocommissaris Vella was bereid gevonden om bijna twee uur lang met ons van gedachten te wisselen over actuele visserijonderwerpen. Een veelheid aan dossiers, en natuurlijk de Aanlandplicht, de gemengde visserijplannen, de sociale dialoog, de importheffing op vis van buiten Europa, milieumaatregelen en beschermde gebieden en nog zo enkele. Vanuit de Nederlandse aanvoersector namen Ment van der Zwan, Gerard van Balsfoort en Pim Visser aan dit overleg deel. De werkwijze van Europêche is een jaar geleden, met de komst van een nieuwe secretaris-generaal, op moderne leest geschoeid en dat begint nadrukkelijk vruchten af te werpen. De actieve communicatie-strategie, om het positieve beeld van de Europese visserij nadrukkelijk over het voetlicht te krijgen, is met zes maanden verlengd. Samen met de EAPO, de Europese koepel van PO’s wordt vaker samen opgetrokken om zo de krachten te bundelen. Als Nederlandse visserijsector kunnen we nadrukkelijker dan de eerste periode aanhaken op deze campagne. Ook kon Europêche een nieuw lid verwelkomen, de Shetland Fishermen’s Association. Presentatie Nederlandse visserijsector in Europees Parlement. Al eerder schreven wij over het initiatief van Europarlementariër Peter van Dalen om de innovatieve Nederlandse visserijsector onder de aandacht te brengen in het Europese parlement. Dat gebeurde afgelopen week door middel van een enorme foto- en videopresentatie. Op een maar liefst 25 meter lange en 2 meter hoge fotowand kwamen een aantal thema’s in beeld: samenwerking met wetenschappers, pulsvisserij, innovatie in visserijtechnieken, het Masterplan Duurzame Visserij, verbetering van selectiviteit en voedselzekerheid. De twee schermen toonden films, in het bijzonder over de pulsvisserij. Afgelopen woensdag organiseerde Peter van Dalen, na afloop van een vergadering van het Visserijcomité, een receptie bij deze presentatie. Veel Europarlementariërs, medewerkers van het Parlement, Nederlandse vertegenwoordigers in Brussel en vertegenwoordigers van de Europese Commissie hadden aan zijn uitnodiging gehoor gegeven. Ook was een delegatie vanuit VisNed, NVB en pelagische reders, de organisaties achter deze presentatie, aanwezig. De voorzitter van het Visserijcomité, de Franse politicus Alain Cadec, voerde ook het woord en sprak zijn waardering uit hoe op deze manier de visserij en de innovaties onder de aandacht worden gebracht. Ook hier werden positieve contacten (in het bijzonder ook op het puls dossier) gelegd. Namens de visserijorganisaties gaf Pim Visser een toelichting en bedankte Peter van Dalen voor het initiatief en de geboden mogelijkheid. Hij wees erop dat innovatie in ons Nederlandse DNA zit. Wij zijn als land immers grotendeels onttrokken aan de zee. Daarom worden de Europese gelden vooral ingezet voor de stimulering van innovaties en met trots konden we hier de eerste resultaten van de afgelopen periode presenteren. Dat is ook de richting voor de besteding van gelden uit het nieuwe Europese Visserijfonds. Deze presentatie was overigens niet voor eenmalig gebruik, op de Europort tentoonstelling in Ahoy, begin november, zal hij ook te zien zijn. Haringparty in Brussel. Afgelopen maandag vond in Brussel de jaarlijkse Haringparty van de Nederlandse ambassade bij de Europese Unie plaats. Dit keer was staatssecretaris Dijksma aanwezig, evenals haar Luxemburgse en haar Ierse collega. De ministers waren in Brussel vanwege de Landbouw en Visserijraad die dag. Het was een heel druk bezochte receptie, waar vanuit de Nederlandse visserijorganisaties 7
Gerard van Balsfoort en Pim Visser aanwezig waren. De verwerkende sector werd vertegenwoordigd door Guus Pastoor en het Nederlands Visbureau had voor de aankleding en de haring gezorgd. Natuurlijk werd er volop genoten van de overheerlijke haring, die evenals alle voorgaande jaren weer best van kwaliteit was. Maar er werd toch vooral genetwerkt. Een dergelijke receptie biedt immers een unieke gelegenheid om in informele sfeer met oude kennissen en nieuwe contacten van gedachten te wisselen. De toespraak van staatssecretaris Dijksma stond in het teken van het naderende Nederlandse voorzitterschap van de Europese Unie in de eerste helft van 2016. Ze liet duidelijk merken dat zij trots is op het hele Nederlandse visserijcluster; van aanvoer, handel en verwerking. Met nadruk noemde en roemde zij de inzet op innovatie. Scholpromotie. Door het Nederlands Visbureau is in de afgelopen periode de BN-er Marijke Helwegen ingeschakeld om het super gezonde en verse Noordzeeproduct Schol onder de aandacht te brengen. Wij hadden daarbij aanvankelijk veel twijfels, maar de resultaten zijn erg goed. In een uiteenlopende verzameling van bladen kwam Marijke met de Schol (en in haar scholletjesjurk) onder de aandacht. Deze bladen worden door de meeste mensen slechts bij de kapper of de tandarts gelezen. Maar: aandacht is aandacht! En de resultaten tot nu toe laten meer dan 2 miljoen lezers van deze berichten zien. We kunnen wel zeggen dat met een kleine investering, waar wij als kottersector onze bijdrage aan hebben geleverd, door het Visbureau een prima resultaat, met veel publiciteit is gerealiseerd! Afstuderende studenten. Met enige regelmaat worden wij benaderd door (groepen van) studenten met vragen over de visserij en aan de visserij gerelateerde onderwerpen, zoals de Aanlandplicht. Dat gebeurt vanuit een breed scala aan opleidingen, die te maken hebben met zee-en kustmanagement, met algemene duurzaamheid, met bestuurskunde etc. In principe honoreren wij alle verzoeken om medewerking en geven die studenten tijd en aandacht, want wij vinden het belangrijk (en stellen het ook erg op prijs) dat niet over maar met de visserijsector gepraat wordt. In de afgelopen periode leidde dat tot hele mooie afstudeerscripties van studenten van de Universiteiten van Utrecht, van Amsterdam en van Wageningen. Ook werd in het online magazine De Correspondent een zeer interessant artikel geplaatst, waarvan we de link toevoegen: https://decorrespondent.nl/3061/Hoe-een-felbevochten-EU-wet-onze-visserij-en-ecologie-inhet-nauw-drijft/540246009666-d03f7452 Omdat wij het van belang vinden om ook op deze manier positief over onze visserijsector te communiceren zullen wij ook in de toekomst onze medewerking aan dit soort studieprojecten blijven verlenen. Zeer geslaagde Vlaggetjesdag en Dag van de NL-visserij in Stellendam. Afgelopen weekeinde was er wederom vlaggetjesdag in Stellendam die dit keer tegelijk ook de Nationale Dag voor de Visserij was. Vanwege de beëindiging van de activiteiten van het Productschap Vis, was de laatste Nationale Dag van de Visserij in 2012. Onder auspiciën van het Nederlands Visbureau werd die traditie hersteld. Een breed gezelschap van sectorgenoten, ambtenaren en politici die met de visserij verbonden zijn, kwamen zaterdagochtend bijeen in de visafslag van Stellendam om met elkaar van gedachten te wisselen en een tweetal interessante lezingen te horen. De avond tevoren was in diezelfde visafslag een super gezellige barbecue georganiseerd voor de visserijgemeenschap van alle schepen die Stellendam als thuishaven hebben. Het was een zonovergoten zaterdag, met massa’s volk, een prachtige vlootschouw, veel voorlichting en promotie over vis en (duurzame) visserij. Dankzij de inzet van velen en een geoliede organisatie kan Stellendam terugkijken op een zeer geslaagde vlaggetjesdag!, waarmee VisNed alle betrokkenen van harte complimenteert!
8
Spatial Planning Working Group. Op dinsdag 7 juli jl. woonden Andries de Boer en Wouter van Broekhoven namens VisNed een bijeenkomst van de Spatial Planning Working Group (SPWG) van de North Sea Advisory Council (NSAC) bij op Schiphol. Hier worden periodiek ruimtelijke ordeningsvraagstukken zoals Natura 2000 gebieden en windparken besproken. Aan de bijeenkomsten nemen NGO’s en de sector deel. Een aantal natuurgebieden waarvoor beheerplannen in ontwikkeling zijn passeerde de revue. Als eerste de bodembeschermingsmaatregelen op de Centrale Oestergronden en het Friese Front. De NGO’s herhaalden hier alweer hun standpunt dat de berekeningen van de Nederlandse overheid van hoeveel gebied er al gesloten is niet zouden kloppen, en dat er daarom veel meer vierkante kilometers moeten worden gesloten om aan de kabinetsambitie van 10 tot 15% van de Nederlandse wateren te komen. Deze discussie is bekend en het standpunt van het ministerie is helder: er is al 8% bereikt. Verder werd de groep geïnformeerd over de voortgang in het proces; over de stand van zaken hebben wij eerder bericht in deze nieuwsbrief. Vervolgens kwam de Doggersbank aan de orde. Dit proces is zoals bekend zeer politiek geworden. Er zal een werkgroep onder de Scheveningengroep (waarin de overheden van de betrokken lidstaten samen over deze gebieden kunnen besluiten) worden opgericht, waar belanghebbenden mogen bijwonen, maar geen stemrecht zullen hebben. Er wordt verder aan een uitzonderingspositie voor de flyshootvisserij gewerkt, waarbij de verschillende landen nog op verschillende standpunten staan. VisNed zet haar politieke kanalen in om dit voor elkaar te krijgen. Daarna was de Klaverbank aan de beurt. Dit proces heeft jaren stil gelegen, maar komt nu plotseling weer los. De Nederlandse overheid presenteerde het zelfde voorstel dat ze enkele jaren geleden al ontwikkelde. De sector kan zich hier absoluut niet in vinden en VisNed werkt aan een eigen alternatief, waarvoor op korte termijn een klankbordgroep van vissers wordt opgezet. De overheid heeft bovendien het beeld dat de waarde van de Klaverbank voor de visserij gering is. Dit terwijl het gebied onder meer voor de flyshoot visserij van groot belang is. Dit beeld zal door VisNed met feiten worden rechtgezet. Tenslotte kwam het Friese Front nogmaals aan de beurt, maar nu voor de Vogelrichtlijn. Dit gaat om vermeende bijvangst van vogels in de staandwantvisserij. De sector heeft hier de vraag aan de orde gesteld of er wel sprake is van een probleem, en of er dus wel maatregelen nodig zijn. In Denemarken is immers uit onderzoek in een soortgelijke situatie gebleken dat bijvangst van eidereenden zeer laag was. Bovendien worden alleen duikende vogelsoorten bijgevangen. De Nederlandse overheid antwoordde dat hier meer informatie over aangeleverd zal worden. Wij zullen deze informatie kritisch gaan evalueren. In meer algemene zin kan gezegd worden dat de groep wordt gevraagd in allerlei gebiedsprocessen tot consensus te komen en advies te geven over natuurgebieden. Maar het blijkt dat NGO’s en de sector vaak mijlenver uit elkaar liggen. Zeker aangezien de NGO’s het standpunt herhaalden 30% van de Noordzee te willen sluiten. De houding wordt steeds compromislozer. Daarom is het in ieder geval van belang om met feiten en onderbouwingen te blijven komen, om straks niet met onnodige en onzinnige (gedeelten van) plannen te worden geconfronteerd. Klankborden over gebiedsbescherming. Op het gebied van Ruimtelijke Ordening op zee komen in een razend tempo allerlei vragen op ons af. Vragen die we alleen kunnen beantwoorden als we optimaal gebruik maken van de aanwezige kennis bij actief varende vissers. Om dat te organiseren, hebben we afgesproken standaard te gaan werken met Klankbordgroepen. Die groepen worden per gebied samengesteld. Zij bekijken de informatie en formuleren de voorstellen. Vanuit de PO’s worden vissers met specifieke kennis en ervaring van die gebieden bijeengeroepen. Op dit moment betreft het de Engelse banken, Smith’s Knoll, Centrale Oestergronden en Friese Front, Klaverbank, Borkumse stenen, Sylt, Banc de Flanders, Belgische Kustzone, Doggersbank en een heel aantal windparken. Het is van heel groot belang dat wij alle beschikbare kennis in de kottersector weten te bundelen, zodat we deze optimaal kunnen inzetten bij het verdedigen van onze belangen. Daarom nodigen we breed uit om deel te nemen aan de klankborggroepen. Er is in toenemende mate heel veel aan de orde. 9
Zoveel dat soms de neiging bestaat om de boel maar de boel te laten, omdat het resultaat van onze bemoeienissen niet altijd meteen zichtbaar is. Dat doen we echter niet! Omdat we weten dat, als we ons niet actief tegen de processen aan bemoeien, anderen, met heel andere belangen en zonder betrokkenheid bij de visserij, voor ons en over ons gaan beslissen. En die beslissingen zullen zeker niet goed uitvallen voor de visserij. Branche-Organisatie garnalen een stap dichterbij. Na de opheffing van het Productschap Vis, was ook de “overlegtafel” waaraan de keten partijen konden aanschuiven om met elkaar te overleggen verdwenen. De vernieuwde Gemeenschappelijke Marktordening van de Europese Unie, kent echter de zogenaamde Brancheorganisatie (“BO”), waar de ketenpartijen met elkaar over technische zaken kunnen overleggen. De PO’s, de visafslagen en de garnalenhandelaren hebben afspraken gemaakt om nu zo’n Brancheorganisatie voor garnalen op te richten. Daarbij zal overlegd gaan worden over verduurzaming, over kwaliteit en over voedselveiligheid. Deze BO vult een ontstaan gat, zeker nu de NVWA op een heel andere manier invulling geeft aan de taken rondom kwaliteit dan de buitendienst van het Productschap Vis vroeger deed. De conceptstatuten zijn gereed en we verwachten dat de oprichtingsakte in september bij de notaris kan passeren, waarna de BO aan de slag kan. Dat is overigens een hele “licht” georganiseerde club, zonder uitgebreid secretariaat en zonder werkapparaat. Het uitvoerende werk gebeurt door de dragende organisaties zelf. BNR Nieuwsradio, programma “Zaken doen met” Het goede nieuws over de visbestanden resulteerde in een uitnodiging van BNR Nieuwsradio vandaag (vrijdag 17 juli) wat langer te komen praten over ontwikkelingen in de visserijsector. Over de visbestanden dus, maar ook over innovatie, pulsvisserij, het Masterplan Duurzame Visserij, Certificering en de Aanlandplicht. De uitzending zal in de komende week, vooral in de avonduren, nog enkele keren herhaald worden. Seafish Discard Action Group. Vandaag, vrijdag 17 juli, vindt de tweede bijeenkomst van de Discard Action Group (DAG) plaats in Londen. De DAG is in 2008 door Seafish (zeg maar het Engelse LEI) opgericht met als doel een platform te creëren voor de discussie omtrent de uitvoerbaarheid van de Aanlandplicht en het ondersteunen van initiatieven vanuit de sector om discards te verminderen. Binnen de DAG is de gehele visketen vertegenwoordigd met deelnemers uit de visserijsector, NGO’s, wetgevers, toezichthouders, technologen, wetenschappers en de vishandel. Jurgen Batsleer is uitgenodigd om tijdens deze bijeenkomst de Aanlandplicht-projecten van de CVO toe te lichten en zal met name ingaan op de voorlopige resultaten van de sociaaleconomische analyse (Best practices). Daarnaast zal er gesproken worden over mogelijke samenwerking in projecten met de Engelse en Schotse sector. In de volgende nieuwsbrief zullen we een terugkoppeling geven van het verloop. Site-visit MSC puls tong en schol. De site-visit van MSC puls heeft plaatsgevonden in de eerste week van juli. Tijdens een site-visit komt de certificeerder op bezoek om informatie over de visserij te verzamelen. Deze informatie wordt verzameld door het voeren van gesprekken met allerlei belanghebbenden die iets te maken hebben met de pulsvisserij. De informatie wordt vervolgens langs de criteria van MSC gelegd om te bekijken of MSC kan worden behaald. De MSC standaard is gebaseerd op drie principes; (1) status van het bestand, (2) impact van de visserij en (3) management van de visserij. Het onderzoeksteam heeft meerdere malen aangegeven terug te kunnen kijken op een goede en goed georganiseerde week. Het assessment team heeft een bezoek gebracht aan de OD1, gesprekken gevoerd met CVO, beide puls-leveranciers, de NVWA, ministerie van Economische Zaken, ILVO, IMARES, LEI en de maatschappelijke organisaties. Ook zijn ze aanwezig geweest bij de internationale workshop over puls op donderdag 2-7-2015 en hebben ze een bezoek gebracht aan de afslag in Den Helder op vrijdagochtend. 10
Wij gaan er van uit dat de pulsvisserij op principe 1 (bestand) en principe 3 (management) voldoende zal scoren om MSC te kunnen behalen. Wel zal er dan op principe 3 een conditie komen voor het opzetten van een goede controle & handhaving voor de pulsvisserij. Dat is een goede zaak, omdat dit al langere tijd een wens is van alle betrokken partijen, inclusief de sector zelf. Men is daarom de afgelopen tijd ook hard aan de slag gegaan om het opzetten van de officiële controle & handhaving verder te brengen. In de tussentijd voert de CVO zelf controles uit (meer informatie) op de naleving van de voorwaarden in de ontheffingen. De voorlopige resultaten hiervan hebben we gedeeld met het assessment team tijdens de site-visit en waren eenduidig: alle 40 gecontroleerde schepen vissen binnen de randvoorwaarden van de derogatie. De CVO gaat door met het uitvoeren van deze controles totdat de officiële controle & handhaving volledig geïmplementeerd is. Net als bij andere bodemvisserijen, zal de score op principe 2 (impact) bepalend zijn voor het behalen van het MSC certificaat. Indien de totale score op principe 2 onvoldoende is om MSC te behalen, is dit naar alle waarschijnlijkheid gebaseerd op een te kort aan informatie over de impact op de lange termijn, en zeker niet op bewijs van een negatieve impact. De pulsvisserij is een nieuwe visserij en heeft nog niet de kans gehad om te bewijzen dat de lange-termijn effecten hiervan beperkt zijn. Simpelweg omdat de visserij nog niet zo lang plaatsvindt. Er is echter ook geen bewijs voor een significant negatieve impact en er is een hoop informatie wel beschikbaar over de puls; vangstsamenstelling, visserijverspreiding, effecten op kabeljauw, effecten op bodemdieren en bodem, effecten op schar, brandstofbesparing, etc.). Het evenwicht tussen al deze zaken zal uitmaken of de score op principe 2 voldoende is of niet. De komende maanden zal het onderzoeksteam de informatie verder uitwerken en de scores uitdelen. De CVO zal de eerste zijn die het concept rapport onder ogen krijgt. Op dat moment zullen we ook weten hoe we er voor staan. Wanneer de scores voldoende zijn, volgen er nog een aantal stappen in het MSC proces die hier verandering in aan kunnen brengen (bijvoorbeeld stakeholderconsultaties en bezwaarprocedures) voordat het certificaat kan worden uitgereikt. Al met al zal het nog wel een paar maanden duren voordat er duidelijkheid komt. Sluiting bijvangstregeling horsmakreel. Eerder was er al sprake van maar gisteren heeft het ministerie van EZ bekend gemaakt dat de aanvoer van horsmakreel uit de Noordzee en Het Kanaal (gebieden IVb, IVc en VIId) voor niet contingenthouders gesloten wordt. De sluiting gaat in op maandag 27 juli as. en vangstopgaven kunnen tot 30 juli as. worden ingediend. Dit betekent dat door kotters volgende week voor het laatst horsmakreel kan worden aangevoerd. VIRIS-overzicht 2015. Hieronder het overzicht 2015 betreffende de benutting van de belangrijkste quota. Peildatum is 17 juli 2015; dit zal betekenen dat het de aanvoer betreft tot en met week 27 van dit jaar. In het overzicht is inmiddels verwerkt de 10 % tong die meegenomen is uit 2014; dit is 977 ton tong. Verder ook meegenomen: 4.287 ton schol en 132 ton Noorse kreeft. Ook deze hoeveelheden zijn verwerkt in het overzicht. Ter vergelijking ook het overzicht van de benutting van de quota per 17 juli 2014. 2015 2014 ( 17-07-2015) ( 17-07-2014) Vissoort: Quotum: Vangst: Uitputting: Quotum: Vangst: Uitputting: Tong 9.775 4.374 45% 9.764 4.497 48% Schol 51.975 17.027 33% 41.584 15.534 37% Kabeljauw 2.139 640 30% 1.822 888 49% Wijting 553 255 46% 680 303 45% Tarbot/Griet 2.579 1.304 51% 2.579 1.186 46% Schar/bot 11.421 2.277 20% 11.421 2.757 24% 11
Tongschar 775 242 31% 819 237 29% Langoustines 736 393 53% 1.027 522 51% Rog 190 85 45% 186 119 64% PO-maatregelen. Ook voor 2015 hebben alle Nederlandse PO’s in CVO-verband een aantal PO-maatregelen genomen om de benutting van een aantal nationale quota zo duurzaam mogelijk te laten plaatsvinden en om vroegtijdige sluiting van het krappe quotum proberen te voorkomen. Deze maatregelen zijn: Rog: De maximaal aan te voeren hoeveelheid per vaartuig per week of reis langer dan 7 dagen is door de PO’s vastgesteld op 100 kg doodgewicht. De minimum maat is 55 cm. Aanvoer van rog kleiner dan 55 cm en/of meer dan 100 kg is verboden en de PO’s hebben een extra heffing van € 3,00 per kg ingesteld voor overtredingen. Tarbot, griet: voor deze soorten geldt een minimum aanvoermaat van 27 cm; bij aanvoer kleiner dan 27 cm wordt een extra heffing van € 3,00 per kg toegepast. Tongschar: voor tongschar geldt een minimum maat van 25 cm waarbij de tongschar van 25 – 27 cm moet worden gesorteerd in een aparte klasse: tongschar IIIb of tongschar IV. Noorse kreeft: Voor de Noorse kreeft is de aanvoer en verhandeling van meer dan 35 stuks per kilogram door leden van PO verboden. Verder: max. 10% kreeftstaartjes per aanlanding. Sluitingen: 27 april 2015: Kabeljauw in het Oostelijk Engels Kanaal (COD/07D). 27 juli 2015: Bijvangstpot Horsmakreel (JAX/4bc7d). Overzicht uitputting zeedagenbeleid 2015-2016. Onderstaand treft u het overzicht aan betreffende de uitputting 2015/2016 van de zeedagen in de verschillende mandjes, stand van zaken per 17 juli 2015 ( t/m week 27 van 2015). Zoals bekend mag worden verondersteld loopt het jaar van de zeedagen van 1 februari 2015 tot en met 31 januari 2016. Mandje Toegestane transitie Toegestane Uitputting per UitputtingsperVisserijinspanVisserijinspan- 17-07-2015 centage van inning feb 2015 ning feb 2015 spanning hele t/m jan 2016 t/m jan 2016 jaar. na transitie TR1 A* 147.000 147.000 82.593 56 % TR1 B 110.266 110.266 65.357 59 % TR1 C 916.797 916.797 481.095 52 % TR2 1.932.441 1.932.797 782.482 40 % TR3 36.610 36.617 9.904 27 % BT1 999.808 999.808 521.806 52 % BT2 22.004.242 22.004.242 7.744.993 35 % GN 438.664 438.664 103.765 24 % GT 0 In bovenstaand overzicht is de ruil van BT-effort (6.000.000 kW-dagen) ten behoeve van de TRmandjes (2.000.000 kW-dagen) verwerkt. Met vriendelijke groet, Coöp. Kottervisserij Nederland (VisNed), Geert / Pim. 12