VISIE OP DAGBESTEDING EN WERK DICHTERBIJ
Visie Dichterbij: Dichterbij schept voorwaarden waardoor mensen met een verstandelijke beperking: - leven in een eigen netwerk temidden van anderen - een eigen verantwoordelijkheid hebben en nemen bij het maken van keuzes - zichzelf ontdekken en groeien - gerespecteerd worden - gelijkwaardige relaties hebben - medeburger zijn Voor dagbesteding en werk betekent dit: - uitgaan van persoonlijke groei in plaats van langdurig verblijf - gericht op participatie in een maatschappelijke kontekst - gericht op zelfstandig bestaan (empowerment)
2
VISIE OP DAGBESTEDING/ WERK DICHTERBIJ Inleiding Dichterbij werkt al jaren, ondersteund door overheidsbeleid, aan de maatschappelijke integratie van haar dienstverlening. Streven daarbij is een volwaardig burgerschap voor mensen met een verstandelijke beperking. Dit streven is vertaald naar een helder geformuleerde visie op dienstverlening (Ode aan Dichterbij), die richting geeft aan het handelen van de medewerkers. Deze visie wijst ons de weg. Letterlijk staat beschreven in de Ode aan Dichterbij: “De Ode biedt een inspirerend perspectief. Een perspectief dat we – samen volhardend – willen waarmaken. Een horizon die gaandeweg dichterbij lijkt te komen en herkenbaar wordt in de directe omgeving. Die horizon wordt nooit bereikt en verandert geleidelijk, maar ze blijft richting geven en lonkt.” (Uit: “Ode aan Dichterbij, inspiratiebron”, mei 2007). Met name de laatste zin geeft iets aan over een geleidelijke verandering en een beweging. Momenteel zien we deze verandering/beweging sterk terug binnen veel onderdelen van onze samenleving. Daar waar het gaat om dagbesteding/werk hebben we te maken met: 1. veranderende wet- en regelgeving (AWBZ gericht op “kernzorg” en WMO gericht op “participatie”) 2. een nog sterkere focus op zowel eigen verantwoordelijkheid voor de cliënt bij het maken van keuzes, als resultaatgerichtheid in de bedrijfsvoering, met als belangrijk doel: het realiseren van duurzaamheid 3. een flinke doorontwikkeling op het gebied van vermaatschappelijking cq. meedoen en verhoogd belang arbeidsparticipatie, mede als gevolg van toenemende vergrijzing Bijdrage aan de samenleving als uitgangspunt voor dienstverlening van Dichterbij. Mensen dragen bij aan de samenleving waarvan zij deel uitmaken. Dichterbij onderschrijft dat ook in de mensvisie, die de visie op dienstverlening onderbouwt: “Ieder mens, hoe hulpbehoevend en kwetsbaar ook, is gelijkwaardig en beschermingswaardig en kan tegelijkertijd op zijn verantwoordelijkheid voor zichzelf en anderen worden aangesproken. Deze verantwoordelijkheid geeft zin aan het bestaan.” (Bron: Handvest van de Verenigde Naties) Dat betekent dat de ondersteuning die Dichterbij biedt altijd gericht is op de individuele mogelijkheden van mensen. De beperking is geen uitgangspunt. Dichterbij is dan ook van mening dat deze visie, ook op het gebied van dagbesteding/werk grote gevolgen heeft. Dichterbij biedt iedere cliënt de ondersteuning waar hij of zij om vraagt, zodat hij of zij in de samenleving kan wonen als iedereen. Tevens wil Dichterbij iedere volwassen
3
cliënt ondersteunen bij dagbesteding/werk in de samenleving, samen met andere niet gehandicapte mensen. In deze ondersteuning staan begrippen als vermaatschappelijking en normalisatie méér dan ooit centraal. Dit wordt nog eens ondersteund door een brede maatschappelijke focus op (arbeids)participatie als één van de belangrijkste voorwaarden voor een zinvolle bijdrage aan de samenleving. Dit proces vraagt om een persoonlijk plan voor iedere individuele cliënt, dat stap voor stap en in eigen tempo kan worden gevolgd. In welke mate ondersteuning voor de individuele cliënt nodig zal blijken is daarbij voor een belangrijk deel afhankelijk van de interesses en mogelijkheden van de cliënt. De wijze van ondersteuning, die noodzakelijk is voor cliënten om in de samenleving te kunnen werken of hun dag te kunnen besteden, zal in dialoog met partners verder ontwikkeld moeten worden. Regie over eigen leven door uit te gaan van volwaardig burgerschap. Dichterbij is van mening, dat in haar dienstverlening uitgegaan moet worden van de ondersteuningsvraag van de individuele cliënt met regie over eigen leven. Deze dienstverlening sluit aan bij zijn/haar persoonlijk levensontwerp en is gericht op volwaardig burgerschap. Ook zal de dienstverlening er anders uitzien voor een cliënt met een ernstig meervoudige beperking dan voor een cliënt met minder beperkingen. De essentie blijft voor alle cliënten overeind; emancipatie van de individuele cliënt door aansluiten bij, respectievelijk zoeken naar, dagbesteding/werk dat maatschappelijk gewaardeerd wordt en past bij zijn eigen specifieke mogelijkheden. Het is een uitdaging om mensen met een beperking daarin te ondersteunen. Dit komt tot uitdrukking in het individueel ondersteuningsplan (IOP), dat is opgesteld in nauw overleg met de cliënt en zijn vertegenwoordiger en waarin wordt aangegeven op welke wijze de individuele cliënt ondersteuning nodig heeft. Het continuüm van werken met toegevoegde waarde. De ondersteuning die sterk gericht is op ontwikkeling van de mogelijkheden van de individuele cliënt, is een voorwaarde om de regie in handen te geven van de cliënt. Dit gebeurt in nauw overleg met diens vertegenwoordiger. Door deze ontwikkeling te blijven stimuleren wordt een beweging naar steeds meer eigen regie en vermaatschappelijking gerealiseerd. Deze ondersteuningshouding is zichtbaar in het denken en handelen van zowel ondersteuners als management. De mogelijkheden om dagbesteding te volgen of om te werken, voor mensen met een verstandelijke beperking, laten zich grafisch uitbeelden in een soort continuüm van mogelijkheden. De stappen staan voor de beweging van de cliënt en veelal voor de verandering in organisatie of organisatorische vormgeving. Wij streven naar een stapsgewijze verschuiving naar rechts voor alle cliënten, waarbij de mogelijkheden en beperkingen van elke cliënt bepalen tot hoever. We streven er ook naar om elke cliënt een beweging te laten maken in de richting van een grotere participatie in de maatschappij.
4
In dit geval gaat het minder om de inhoud van dagbesteding en werk, maar meer om de plek wáár het plaatsvindt en de contacten die daaruit kunnen voortkomen. Een werkplek op een industrieterrein of in een winkelpand in het dorp geeft meer kans op contacten buiten het zorgnetwerk dan een geïsoleerde werkplek. Het streven naar vermaatschappelijking verbeelden we in de onderstaande grafische weergave:
Toelichting op continuüm van werken met toegevoegde waarde. Het model dient als weergave van de visie en niet van afgeperkte en ingekaderde stadia waarin een cliënt zich zou bevinden. Het geeft een beweging in twee richtingen weer. De horizontale beweging zegt iets over de omstandigheden waarin dagbesteding/werk plaatsvindt. De afzonderlijke beschrijvingen moeten niet gezien worden als strakke grenzen tussen de verschillende vormen van dagbesteding/werk. Het geeft een beweging weer op het totale spectrum van dagbestedingsmogelijkheden, waarin de cliënt zich kan bevinden, afhankelijk van zijn mogelijkheden. De aard van de begeleiding en de mate van nabijheid is afgestemd op de plaats op deze as en gericht op een beweging naar rechts.
5
De verticale beweging geeft de mate van maatschappelijke participatie weer en staat los van de positie op de horizontale lijn. Met andere woorden: een cliënt in een kontekst van “dagbesteding gericht op persoonlijk welbevinden” kan een hoge mate van maatschappelijke participatie hebben cq. bereiken. Ook hier is de begeleiding afgestemd op de plaats op deze as en gericht op een beweging naar boven. Voor mensen met een complexe problematiek waarbij behandeling plaatsvindt, geldt in beginsel hetzelfde. Deze cliënt, net als elke andere, kan echter ook tijdelijk terugvallen in het spectrum. Definities, afkortingen en bronvermeldingen. Dagbesteding: Dagbesteding in de gehandicaptenzorg die bekostigd wordt vanuit de AWBZ, is een zoveel mogelijk zinvolle, gestructureerde en in principe niet-vrijblijvende vorm van besteding van de dag. Als dit niet op een reguliere dan wel aangepaste manier (zoals sociale werkvoorziening, aangepaste onderwijsvormen) kan worden gerealiseerd, is hierbij voor personen onder de 65 jaar sprake van een vervangende activiteit voor werk of school. Al naargelang de individuele mogelijkheden biedt de dagbesteding vervangende activiteiten voor een vergelijkbare duur als een reguliere werkweek. (bron: Onderzoeksrapport “Elke dag goed besteed”, Nza, juni 2008)
Volwaardig burgerschap: Een volwaardige plek innemen in de maatschappij. Gewaardeerd worden om wie je bent en wat jij op jouw manier bijdraagt aan een samenleving waarin iedereen tot zijn recht kan komen: een humane samenleving (bron: De standaardmens voorbij, Douwe van Houten, 1999)
Vermaatschappelijking: Het geheel van veranderingen, die noodzakelijk zijn om het mogelijk te maken dat mensen met beperkingen zelfstandig kunnen wonen en aan de samenleving deel kunnen nemen. (bron: Voorwoord in: Vermaatschappelijking in de zorg, Koops, H. & Kwekkeboom, M.H., 2005. van Prof. Dr. P. Schnabel, directeur van het Sociaal en Cultureelplanbureau)
Normalisatie: Het ontstaan van patronen en omstandigheden in het dagelijks leven die zo veel mogelijk lijken op die van de meeste andere mensen, zodat mensen met een verstandelijke handicap zo veel mogelijk kunnen deelnemen aan de samenleving. (bron: www.thesauruszorgenwelzijn.nl)
AWBZ: algemene wet bijzondere ziektekosten; wettelijke verzekering voor zorg en begeleiding bij langdurige ziekte, handicap of ouderdom; via de awbz worden kosten vergoed die niet worden gedekt door de zorgverzekeringswet of aanvullende ziektekostenverzekeringen (bron: www.thesauruszorgenwelzijn.nl) WMO:
6
wet maatschappelijke ondersteuning; regelt een samenhangend aanbod van zorgen welzijnsvoorzieningen die gemeenten verstrekken aan mensen die zorg nodig hebben, bijvoorbeeld huishoudelijke verzorging, woningaanpassingen of vervoer naar dagactiviteiten; gericht op het bevorderen van maatschappelijke participatie en civil society. (bron: www.thesauruszorgenwelzijn.nl)
7