Hoe het innovatieteam Meedoen Werk(t) op aanstekelijke wijze tot nieuwe concepten voor dagbesteding en werk kwam
Ons virus, onze uitdaging Dichterbij staat dicht bij haar cliënten, dicht bij de wereld van alle dag. Als organisatie die ondersteuning biedt aan mensen met een verstandelijke beperking en hun netwerk, richten we ons continu op cliënten en hun omgeving. Dat niet alleen. Dichterbij stimuleert ook de samenleving om zich uitnodigend op te stellen voor mensen met een verstandelijke beperking. Een wereld in beweging zorgt voor andere cliëntwensen, veranderende wet- en regelgeving en ontwikkelingen op de markt. In onze sector verhuizen de extramurale vormen van dagbesteding en werk van de AWBZ (Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten) nu naar de gemeentes, met de komst van de WMO (Wet Maatschappelijke Ondersteuning). Dichterbij is actief in 28 gemeentes in Noord-Limburg, Noordoost-Brabant en Zuid-Gelderland en moet nu met 28 gemeentes afzonderlijke afspraken maken. Heroriëntering op dagbesteding en werk was dan ook één van de centrale jaarplanthema’s van Dichterbij voor 2011. Met het innovatieproject ‘Meedoen Werk(t)’ meldden we ons aan bij In voor zorg!, een stimuleringsprogramma van het ministerie dat organisaties als de onze helpt om dienstverlening toekomstbestendig te maken. We stelden vanuit Dichterbij een ‘Meedoen Werk(t)’-innovatieteam samen, waarmee we gedurende vier maanden een intensief innovatietraject doorliepen. Stuurgroeplid- en coach Tony Wijntuin begeleidde ons vanuit In voor zorg! met veel enthousiasme. Wijntuin, eigenaar van adviesbureau WYNE Strategy & Information, bood ondermeer oplossingen voor logistieke processen op Schiphol. Tony Wijntuin: “Geloof mij, in de ogen van een buitenstaander is het heel bijzonder wat Dichterbij doet. Als klein, maar veelzeggend voorbeeld wil ik de prachtige slingers noemen die door een aantal van de cliënten wordt gemaakt. Mooie, unieke en persoonlijke producten, die veel zeggen over de kansen voor en door cliënten, medewerkers en Dichterbij in zijn totaliteit. Kansen die moeten
2
worden benut. Ik werk hier samen met jullie graag aan mee!” We werkten gedurende de innovatiefase in dit project volgens de VOORTmethode. Dit deden we samen met Bart Schouten, externe procesbegeleider vanuit VOORT. Deze innovatiemethode bestaat uit vijf haltes: Vertrekken, Ontdekken, Ontwikkelen, Reflecteren en Terugkeren. Hierover later meer, want aan de hand van deze haltes laten we u namelijk kennis maken met de impact van ons innovatievirus. Onze slogan ‘Dichterbij, we dagen ieder mens uit’, werd daarmee de afgelopen maanden heel concreet op ons innovatieteam zelf van toepassing. We daagden onszelf uit om in vier maanden tot nieuwe plannen te komen, werden gedurende het traject aangestoken door het innovatievirus, sloten een heus ‘mosselpact’ en stonden samen aan het roer van een viertal interessante concepten. Deze willen we, trots dat we zijn, na een samenvatting van onze reis graag aan u presenteren. We nemen u in deze brochure dan ook graag mee op onze VOORT-reis! Met vriendelijke groet, Het innovatieteam van Dichterbij, Meedoen Werk(t)
3
Inhoudsopgave 2
Ons innovatievirus
6
Halte 1 Vertrekken
14 Halte 2 Ontdekken 20 Halte 3 Ontwikkelen 26 Halte 4 Reflecteren 32 Halte 5 Terugkeren 38 Het resultaat: 4 innovatieve concepten
4
5
Halte 1
klooster Elsendael, Boxmeer 4 + 5 april
1
vertrekken
Het innovatieteam lost het startschot in Klooster Elsendael in Boxmeer. Het team bestaat uit zeven kernteamleden en vijf opstappers. Kernteamleden doorlopen het hele project, opstappers stappen, het woord zegt het al, af en toe op de trein en maken de reis gedeeltelijk mee. Het gehele traject wordt begeleid door VOORT-facilitator Bart Schouten (www.ideoom.nl). Tijdens de kick-off zijn drie essentiële activiteiten van grote invloed op de effectiviteit van het proces. Dit zijn de kennismaking van de deelnemers onderling, het bespreken van de opdracht en de keuze van kansrichtingen. Nadat de kerngroepleden gedachtes rondom klantbehoeftes, geldstromen en marktontwikkelingen uitwisselen ontstaat namelijk een zevental kansrichtingen. Ieder kernteamlid krijgt na deze fase één kansrichting toegewezen. (zie pag 11)
6
De innovatieopdrac
ht
Dagbesteding en w erk zijn sterk in bew eging, door wijzigende cliëntw ensen, veranderende wet- en regelgeving en de ko mst van nieuwe aa nbieders. We willen als Dichterbij tijdig anticiperen en toonaangevend blijven in het eigen werkgebied. Daarom ontwikkelen we een aantal nieu we concepten rond om dagbesteding en werk, voor volw assen mensen met een verstandelijke beperking. Deze co ncepten, in de vorm van Mini New BusinessCases, gaan uit van onze princip es uit het visiedocument ‘Mee doen werk(t)’. Ze zi jn voor de cliënt gericht op stimuler ing van persoonlijk e groei, participatie in een maatschappe lijke en/of economis che context in het leiden van een zelfstandiger bestaa n. De concepten zijn verdeeld over he t hele spectrum van dagbesteding en werk. De concepten zijn onderscheidend in de markt, zijn toekomstbestendig ten opzichte van w et- en regelgeving en zijn na drie jaar nog steeds kostende kkend te exploiteren bij een gelijkblijvend kwal iteitsniveau, zowel naar vorm als inhoud . De concepten moe ten in de tweede helft van 2011 als pi lots geïmplemente er d worden voor een klein aantal cli ënten. Evaluatie en een definitieve keuze vindt plaats in april 2012. Daarna willen we de concepten Dichterb ij-breed uitrollen, zo dat ze na drie jaar gezamenlijk minim aal 25% van het to ta le aantal cliënten bedekken.
7
Kick-off met een gemêleerd team Een goed innovatieteam bestaat uit mensen die enthousiast zijn, die verantwoordelijkheid durven dragen, die draagvlak creëren en die de frisse blik en juiste expertise bezitten om nieuwe productideeën te bedenken conform de criteria in de innovatieopdracht. Bart Schouten benadrukt het belang van een sterk team: “Je moet teamleden hebben die er echt voor willen gaan. Voor mij als facilitator van buitenaf was dit natuurlijk lastig, ik ken niemand binnen Dichterbij. Ik heb hier vanaf het begin echt op gehamerd. Niet voor niets, want er is een goed team samengesteld.” Bart vertelt hoe hij de groep tijdens de kick-off meeting in Elsendael met elkaar kennis laat maken: “Ik heb de teamleden zichzelf persoonlijk voor laten stellen aan elkaar, ze hebben verteld wie ze zijn en wat ze belangrijk vinden. We hebben uitgebreid gegeten en kennis gemaakt. Ik vind het belangrijk dat mensen zich vertrouwd voelen bij elkaar.” Bart laat de groep ook een Belbin-formulier invullen: “Het teamrolmodel van Belbin biedt een praktische manier om de effectiviteit van teams te vergroten. Het model is gebaseerd op de kenmerkende manier waarop teamleden hun persoonlijke eigenschappen inzetten. Belbin identificeerde negen van zulke teamrollen, die zijn opgebouwd uit een aantal samenhangende eigenschappen en talenten.” Voorbeelden van teamrollen zijn groepswerker, bedrijfsman, vormer of voorzitter. Ieder mens heeft twee of drie van de negen rollen waar hij of zij sterk in is. Het beste team bestaat uit een mix van verschillende rollen. Bart vertelt: “Dit team kenmerkte zich door gezelligheid en sfeer. In de zorg werken nu eenmaal zorgzame types die het goed met elkaar willen hebben en sociaal begaan zijn met elkaar. Voor Dichterbij in eerste instantie een oververtegenwoordiging van groepswerkers. Ik heb daarom heel eerlijk aangegeven dat dit de valkuil zou kunnen zijn voor het VOORT-traject van Dichterbij. Dat moest onze aandacht blijven houden. We hebben met z’n allen toen ook geconstateerd dat we alert moesten zijn op creatieve inbreng in het team.”
8
Het bruist! Volgens kernteamleden Werner Rutjes en Marleen Reijers hadden de teamleden meteen een vertrouwd gevoel bij elkaar. “De gezellige sfeer was gelijk onze gemeenschappelijke deler, ondanks dat we elkaar als kernteamleden niet persoonlijk kenden”, aldus Werner. Hij vervolgt: “Wat meteen naar voren kwam was dat het een intensief project zou worden. Hier kwam alles gelijk op ons af. Het was toen al van, ik zie even door de bomen het bos niet meer. De opdracht was wel helder, maar waar gaat dit naar toe? Het was ook uniek, we waren allemaal gedreven, enthousiast, proactief en open. De klik was goed, er was echt een team.” Marleen vertelt: “De club was heel open en compleet en het bruiste van de energie op dat kleine kamertje daar in Elsendael. Een club die elkaar nauwelijks kent maar toch zo snel dingen vertelt en deelt. Dat voelde goed.” Nadat het kernteam overnacht heeft in het klooster, stappen de opstappers de dag erna voor het eerst op de trein. Opstapper Karel Oomen vertelt: “Ik vond dat het kernteam na één dag al heel hard gewerkt had. Er was echt al een team aan het ontstaan, met enthousiaste mensen. We kwamen met de opstappers gelijk terecht in een sfeer van positiviteit.”
9
Het kernteam 1.Annemie Lucassen (manager regio Horst-Venray) 2.Bianca Verkuijlen (manager regio Uden-Veghel) 3.Werner Rutjes (ambtelijk ondersteuner regio Gennep) 4.Jeanne Kuijpers (trajectbegeleidster Sterk voor Werk) 5.Loes van Eldijk (dienstverleningscoördinator Oss e.o.) 6.Marleen Reijers (dienstverleningscoordinator Land van Cuijk) 7.Gerryan Huys (beleidsadviseur en projectleider)
De opstappers 1.Henri Akkersdijk (directeur Venlo e.o. en opdrachtgever) 2.Karel Oomen (manager Kenniscentrum voor Dagbesteding en Werk/projectleider Intvizier) 3.Helen Flören (directeur Oss e.o.) 4.Tony Wijntuin (in voor Zorg-coach) 5.Martin Lijssen (manager Finance en Control)
De kansrichtingen voor het innovatieteam Meedoen Werk(t) 1.Maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) 2.Geografische omgeving 3.ICT/Sociale media 4.Samenwerking 5.Leren/Werken 6.Cocreatie 7.Meerwaarde wet maatschappelijke ondersteuning (WMO)
10
11
Waarom VOORT? Het innovatieproces wordt door het team
doorlopen volgens de VOORT-methode. Volgens bedenker en boekschrijver van deze methode, Gijs van Wulfen, komen veel innovaties niet door in organisaties omdat er een gat is tussen creatieve ‘outside-the-box-denkers’ in organisaties en de ’in-the-box-managementpraktijk’. Hierdoor blijf het vaak bij losse brainstorms of het uitbesteden van innovatieve ideeën. De brug tussen creativiteit en managementpraktijk die geslagen moet worden steunt op vijf pijlers, namelijk urgentie en focus, écht klantinzicht, outside-in denken, een effectief creatief proces en intern draagvlak. De VOORT-innovatiemethode zorgt ervoor dat alle pijlers aan de orde komen en brengt ook het Meedoen Werk(t)-innovatieteam tot concrete, nieuwe concepten die aantrekkelijk zijn voor cliënten, samenleving en bedrijfsleven. De beoogde innovaties hebben daarnaast een groot intern draagvlak omdat medewerkers uit het kernteam de nieuwe concepten zelf hebben bedacht en uitgewerkt en de beslissers nauw bij het product zijn betrokken. Bart Schouten overtuigt het innovatieteam er tijdens de kick-off van dat VOORT een methode is waar iedereen voor moet gaan: “Ik heb mensen bewust meegenomen in het verhaal. We hebben allemaal wel eens een brainstorm mee gemaakt, je gaat een uurtje bij elkaar zitten en gekke dingen roepen. Vervolgens krijgt iemand de taak hier iets mee te doen, maar er komt niets van de grond. Dat kent iedereen. Dat doorbreken, dat vraagt echt een hele andere aanpak. Waarom zaten we hier bij elkaar met dit team? Wat wilden we bereiken? We zitten in de zorg en ontkomen niet aan bezuinigingen. Dichterbij heeft dus een probleem, maar we zijn er nú op tijd bij, dus nú kunnen we er aan werken. We moeten dan wel hard werken om een oplossing te vinden. Mensen vertrouwen geven daarin is best eng. Maar met dit vertrouwen weet je: we komen straks terug met vier prachtige Mini New BusinessCases. Zie het als een soort paaltjesroute in een bos. Je loopt in een groot donker bos, maar krijgt telkens weer vertrouwen als je een paaltje ziet met een mooie gele kop erop. Dat is VOORT.”
‘Mosselpact’Werner vertelt over het ‘beruchte’ mosselpact: “We hadden tijdens de kick-off afgesproken dat we intern over alles open mochten communiceren. Maar buiten de deur blijft de mossel dicht, dan houden we alles voor ons. Het was best lastig want ik was namens mijn eigen directeur vertegenwoordigd in deze groep. Af en toe had je de behoefte om het een en ander te sparren. Maar afspraak is afspraak, iedereen hield zich aan het mosselpact.“ Marleen vertelt: “Mensen intern hebben vaak zoiets van waar ben je toch mee bezig. Maar, je mag hét nog niet vertellen. Ik was zo enthousiast, maar heb me wel aan ons mosselpact gehouden. Ik heb telkens de kern verteld van wat ik leerde binnen VOORT. Je leerde, je ontdekte of je had een ervaring. Je werd steeds weer op een ander spoor gezet. Zo nam ik mensen mee in het traject zonder in details te treden. Mensen konden mij daarin wel volgen.” NEC-Ajax: een goede gelegenheid om te netwerken Onderdeel van de vertrekfase is een netwerkbijeen-
komst. Deze wordt gehouden in Nijmegen tijdens de voetbalwedstijd NECAjax. Hierbij zijn vanuit Dichterbij de Raad van Bestuur en de opstappers aanwezig, maar ook verschillende vertegenwoordigers uit het netwerk van Dichterbij. Zo zijn er vertegenwoordigingen van SW-bedrijven (Sociale Werkvoorziening-bedrijven), vanuit het (speciaal) onderwijs, vanuit Vilans (landelijk kenniscentrum Langdurende Zorg), vanuit Zorgbelang Gelderland (cliëntbelangenorganisatie) en vanuit gemeentes in de vorm van ambtenaren en wethouders. Stuurgroeplid Karel Oomen vertelt: “We werden keurig ontvangen. We hebben daar met de stuurgroep en de mensen in het netwerk van VOORT en Dichterbij een waardevolle middag gehad. We hebben veel nieuwe contacten gelegd en veel kennis gedeeld met elkaar. Aan het eind van de dag heb ik tijdens het napraten met verschillende relaties afspraken gemaakt om opnieuw om de tafel te gaan zitten om over dingen door te praten. Deze netwerkbijeenkomst leverde veel op.”
“Ik heb me, ondanks mijn enthousiasme, aan ons mosselpact gehouden. Ik nam mensen mee op mijn VOORT-reis. Ik leerde elke keer weer, ontdekte weer iets nieuws of had een ervaring. Ik werd elke keer op een ander spoor gezet. Zo hield ik mensen op de hoogte van mijn reis, zonder in details te
12
treden.” Marleen Reijers, kernteamlid
13
De vertrekfase geeft een enorme boost. Vol energie vertrekt het team naar:
Halte 2 Ontdekken
op diverse locaties + het kantoorgebouw in Malden
2
6 april – 9 mei
In deze etappe gaat het VOORT-team de hort op. De leden van het innovatieteam gaan erop uit om hun eigen toegewezen kansrichting te ontdekken, letterlijk en figuurlijk. Hun verkenning leidt hen langs hun eigen kansrichtingen, klanten, trends, en technologie. De ontdekkingsfase, waarin het Meedoen Werk(t)-innovatieteam ongeveer zes weken zat, werkte zo als een soort incubatietijd. De teamleden konden de opgedane ervaringen in het onderbewuste opnemen, waardoor uiteindelijk nog meer nieuwe productideeën opborrelen…
14
De hort op! Kernteamlid Werner Rutjes onderzocht de kansrichting MVO (Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen). Werner vertelt: “Ik ben daarmee aan de slag gegaan door eerst simpel te gaan googelen. Wat houdt MVO precies in en wat is daar, bijvoorbeeld in de landbouwsector over te vinden? Welke bedrijven buiten Dichterbij hebben daar veel mee en geven MVO handen en voeten? Ik heb afspraken gemaakt met bedrijven als de Hema en de Rabobank en met mensen die persoonlijk veel met MVO hebben. Ik heb écht out-of-the-box geïnterviewd en veel informatie ingewonnen. Dat was spannend want we zijn als Dichterbij intern gericht maar werden nu gedwongen om buiten ons blikveld te kijken. Dit heeft ons veel gebracht. Tijdens interviews heb ik aan verschillende mensen gevraagd of zij als bedrijf een rol zouden kunnen spelen binnen de zorg. Mensen reageerden daar verrassend positief op, werden geënthousiasmeerd, stonden hier open voor. Voorheen bleef je vaak in je eigen netwerk, had je een eigen werkwijze.” Kernteamlid Marleen Reijers onderzocht de kansrichting ICT en social media: “Ik ben eerst binnen Dichterbij gesprekken gaan voeren met Niels Fontijn (ICT) en Bart Janssen (communicatieadviseur). Ik heb veel gegoogled, gekeken hoe met ICT wordt omgegaan door en voor cliënten uit andere regio’s. Het hoogtepunt van mijn ontdekkingsreis was toch wel mijn bezoek aan Sizadorp, waar ik een gesprek had met de innovatiedirecteur. Ik heb tijdens mijn ontdekkingstocht echt gekeken hoe we intern tot groei zouden kunnen komen. Al googelend en door de interviews ben ik achter interessante zaken gekomen. Er zijn zoveel verbeterpunten. Dit was zo verrassend, omdat wij altijd maar dachten dat we het goed deden. Deze fase was voor mij echt een hoogtepunt. We doen het goed, maar het kan nóg anders.”
15
Om nog verder buiten de deur te kunnen kijken werd er ook aan professionele websearch gedaan. Wat is er nu wereldwijd te koop op het gebied van dagbesteding en werk voor verstandelijk gehandicapten? De Belg Marc Heleven keerde voor het Meedoen Werk(t)-innovatieteam het World-Wide-Web ondersteboven en keek daarmee nog nét wat verder.
In gesprek met cliënten en focusgroepen
Het innovatieteam van Dichterbij houdt in deze fase vervolgens gesprekken met cliënten zelf en met focusgroepen bestaande uit verwanten van cliënten, gemeentes en eigen medewerkers. Op basis van de -door het team onderzochte- kansrichtingen zijn fricties naar voren gekomen. Maar, spelen ook daadwerkelijk die fricties waarvan het team denkt dat ze spelen? Werner Rutjes vertelt: “We kregen veel informatie vanuit alle richtingen. Ik heb veel opgestoken van de gesprekken met klantenpanels, mijn netwerk is in die zin verbreed en mijn blikveld is verruimd. We kwamen tot 39 belangrijke klantinzichten die we inhoudelijk hebben uitgewerkt volgens de VOORT-methodiek. We werden steeds gedwongen om alles wat we vonden specifiek te maken. We moesten ook de visie van Dichterbij erin verwerken. Bart hamerde daarop. Tijdens de vertrekfase is dat ook duidelijk aangegeven. Dit is waar we aan willen werken, daar moeten we ook het hele traject voor blijven gaan.” Wat zijn nu de daadwerkelijke fricties die ontstaan bij de cliënten zelf, de verwanten van de cliënten, gemeentes en medewerkers? Het team stelt een top-5 van klantinzichten samen uit de meest gehoorde fricties.
Twee belangrijke klantinzichten Er zijn twee
inzichten die de meeste prioriteit verkrijgen. Een eerste komt af van de ouders en verwanten van de cliënten. Zij stellen namelijk dat er meer gebruik gemaakt moet worden van de kennis en het netwerk van de omgeving van de cliënt. Verwanten stellen kansen te zien in bedrijven waar zij zelf werken en waar op dit moment vaak onbenutte kansen voor dagbesteding en werk liggen. Er moet volgens hen meer gebruik gemaakt gaan worden van de professionele kennis, het professionele netwerk en de professionele ervaring van de verwanten. De aandacht gaat bij het betrekken van hun netwerk nu vaak uit naar de emotionele betrokkenheid van de verwanten en de zorg in zijn algemeenheid. Het tweede belangrijke klantinzicht komt af van cliënten zelf. Zij geven aan meer te willen weten over andere vormen van werk die bij hen zouden kunnen passen. Ouders en begeleiders kunnen daarin volgens hen een grotere rol spelen, in de vorm van hulp bij oriëntatie op verschillende werkgebieden.
Dichterbij als netwerkorganisatie Ook Henri Akkersdijk (directeur Venlo e.o. en opdrachtgever) en Frank Holtman (Raad van Bestuur) beamen dat Dichterbij de wil toont een netwerkrol te spelen als dit in het belang van de cliënt is: “Als het nodig is, geven we onze autonomie af en brengen we onze eigen business onder bij die van een ander. We hoeven niet altijd een hoofdaannemer te zijn. Door flexibel je plaats te weten, kun je soms beter in het belang van kwetsbare burgers werken. Groeien hoef je niet altijd te doen in aantallen en status, wij
geloven in groeien in kwaliteit.” Frank Holtman vult aan: “Goed beschouwd ontwikkelen we ons tot een netwerkorganisatie. Soms ben je een regisseur, soms een makelaar en soms een toeleverancier. Dichterbij gaat meerdere rollen spelen afhankelijk van wat de context van ons verlangt.”
16
Nog meer bijzondere klantinzichten
Ook de overige klantinzichten zijn een inspiratiebron voor het team. Een derde inzicht komt van beleidsmedewerkers van gemeentes, die aangeven te weinig te weten van wat Dichterbij te bieden heeft en wat deze organisatie wel en niet kan. Zij stellen hierin onvoldoende geïnformeerd te worden door Dichterbij. Een vierde inzicht komt van gemeentes, die benadrukken dat ze vanuit hun taak steeds meer te maken krijgen met kwetsbare burgers. Zij stellen dat zorg nu te aanbodgericht georganiseerd is, waardoor kwetsbare burgers zelf onvoldoende betrokken en geprikkeld worden om een bijdrage te kunnen leveren aan maatschappelijke burgerparticipatie. Van onderuit zouden zij juist een zinvolle bijdrage kunnen leveren. Het vijfde en laatste inzicht uit de top-5 komt van de familie van een cliënt met EMB (Ernstige Meervoudig Beperking). Deze familie stelt dat begeleiders een nog grotere rol zouden kunnen spelen in het ontdekken van mogelijkheden van deze cliënt zodat zij op de dagbesteding andere werkvormen zou kunnen uitvoeren. Ook de overige klantinzichten hebben het team aan het denken gezet. Volgens facilitator Bart Schouten zetten de gesprekken met focusgroepen het
18
team niet alleen aan het denken, voor iedereen was deze fase echt een belevenis: “Het was erg leuk om mensen deze ontdekkingsreis te zien maken, te horen wat ze meemaken, te horen wat er nog meer te zien is en wat er nog meer te koop is. Ze kwamen echt terug met belevenissen. Voor iedereen was deze fase een eyeopener. Vooral het eerste klantinzicht, waarin ouders en verwanten van cliënten aangeven dat er meer gebruik gemaakt kan worden van hun professionele, maatschappelijke netwerk, opende bij de teamleden de ogen. De buitenwereld werd naar de wereld van Dichterbij toegehaald. Op deze manier te werk gaan was men niet gewend.”
19
Vol inspiratie door de verkregen klantinzichten vertrekt het team naar:
Halte 3
Vallen, opstaan en weer doorgaan Landgoed Holthurnsche Hof, Berg en Dal
3
18 - 19 mei
Ontwikkelen
Het team gaat een belangrijke fase in. Het innovatievirus komt in deze ontwikkelfase pas echt tot uiting. Dit is het creatieve hoogtepunt van de reis, hier hebben de leden van het Meedoen Werk(t)-innovatieteam naar toe geleefd. Het team vertrekt voor een heuse tweedaagse naar de Holthurnsche Hof in Berg en Dal. Een kort, intensief proces van twee dagen waarin de nieuwe productideeën daadwerkelijk worden bedacht en uitgewerkt tot productconcepten. De brainstorm wordt wederom geleid door facilitator Bart Schouten. Cartoonist Lex Dirkse zorgt in deze fase voor grappige cartoons die de groep er doorheen slepen en een komische noot aan het proces toevoegen. Ook dan speelt humor een belangrijke rol. Maar, in deze fase bezoeken ook ‘outsiders’ de groep. Die bekijken de bedachte ideeën vanuit een heel ander perspectief…
Kernteamlid Werner Rutjes omschrijft deze fase als vallen en opstaan: “In deze fase is uiteindelijk alles zeer specifiek uitgewerkt. De concepten gingen heen en weer, van ons weer naar Bart of naar de opstappers en weer terug. Je dacht steeds dat je er was, maar zij hadden dan altijd weer positieve kritiek. Het moest nog specifieker en concreter.” Het team heeft in het hotel een overnachting, volgens de kernteamleden goed voor de teamsaamhorigheid. Het team gaat door tot ’s avonds laat, daarna is er tijd voor een biertje. Maar, ’s morgens zit iedereen weer met frisse energie aan het ontbijt. Werner vertelt lachend: “Deze hele fase begeleidde Bart ook weer heel erg goed. Bart werkte met een kookwekker, die liep om de zoveel tijd af. Dat ding kon ik soms wel vervloeken. Bart grapte ook altijd: die kookwekker wordt aan het einde van het project vernietigd. Uiteindelijk heeft iemand hem tijdens het afscheidsetentje geloof ik mee naar huis genomen.”
Werner Rutjes, kerngroeplid: “Bart (facilitator) werkte met een kookwekker. Dat ding kon ik soms wel vervloeken. Hij grapte ook altijd: die kookwekker wordt aan het einde van het traject vernietigd.”
20
21
Bezoek van outsiders Het Meedoen Werk(t)innovatieteam ontvangt op de Holthurnsche Hof bezoek in de vorm van drie outsiders. Volgens Bart Schouten zijn outsiders erg belangrijk in het VOORT-traject: “Outsiders zijn in deze fase erg belangrijk. Zoals we al wisten van de Belbin-test, in ons eigen team was creativiteit een aandachtspunt. Daar moet je wat aan doen en dat kun je doen in zo’n brainstormsessie tijdens een tweedaagse. Je nodigt mensen uit die met een hele nieuwe blik naar de materie kijken, dus veel vrijer informatie kunnen geven en zeggen wat wel kan en wat niet kan. De outsiders hebben in deze fase voor verfrissing en versterking van creativiteit gezorgd.” Caroline Verhees, communicatieadviseur, was één van de drie outsiders in deze fase. Caroline geeft aan een bijdrage te hebben geleverd door het maken van een vertaalslag van de welzijnskant naar de commerciële kant: “Ik heb met hen de vertaalslag gemaakt naar een zakelijk project door middel van het denken in een welzijnsmodel. Het buiten de kaders denken, de manier van brainstormen, tot een proces en uitkomst komen samen, dat was erg leuk. Het team bestond ook uit personen die echt ergens voor wilde gaan. In de sociale sector zijn mensen begaan met elkaar, maar je moet ook juist in zo’n setting voor elkaar willen gaan. Zij hadden de wil om er voor Dichterbij iets van te maken. Persoonlijk heb ik weer meer kennis mogen nemen van het inlevingsvermogen van mensen in de gezondheidszorg. Voor mij weer een eyeopener omdat ik uit de zakelijke, commerciële hoek kom.” Werner Rutjes is positief over de rol van de outsiders: “De outsiders spiegelden ons met de ideeën die we hadden, zetten ons voor ons gevoel op het verkeerde been. Af en toe hielden wij hen ook een spiegel voor. Dit leverde voor outsiders ook een nieuwe manier van denken op. Samen hielden we elkaar constant scherp.”
Cartoons van Lex Dirkse zorgen voor een komische noot in een fase waarin het voor de groep niet altijd even gemakkelijk is 22
23
Geeltjestrauma Tijdens de brainstormsessie op dag één gooien de teamleden en de outsiders er zowel vanuit de welzijns- als vanuit de bedrijfsmatige kant allerlei ideeën uit, die op geeltjes worden geschreven. De wanden hangen uiteindelijk vol met honderden geeltjes. Outsider Caroline Verhees vertelt enthousiast: “Teamleider Bart stelde telkens nieuwe vragen of riep nieuwe invalshoeken op. Dan kreeg iedereen weer inspiratie om naar het bord te lopen en een geeltje te plakken. Deze sessie was echt geweldig, ik herinner me die als een van de hoogtepunten van deze tweedaagse, er kwamen hele maffe dingen tevoorschijn. Het kon zo gek niet of het kwam op de muur terecht.” Werner: “Het geeltjesproces was echt een heel proces op zich binnen het VOORT-traject. Ik geloof dat er grappend gesproken werd over een geeltjestrauma.” Ook de opstappers spelen in deze fase weer een grote rol. Karel Oomen benadrukt de creativiteit in deze fase: “Er werd op een gegeven moment eindeloos geplakt, er kwamen honderden ideeën boven. Het mooie was dat alle zaken die eruit kwamen tijdens deze brainstorm positief gewaardeerd werden. Mensen gingen creatiever denken. In z’n algemeenheid vind ik dat mooi aan de VOORT-methode, je moet niets mitsen en maren, maar alles positief inschieten. Waarom zou je zeggen ‘ja, maar’. Laat het eerst gebeuren!”
24
Creatief hoogstandje: 619
12
Op dag twee van de tweedaagse worden 619 geeltjes teruggebracht tot twaalf conceptborden in de vorm van businessmodellen. Juist door de combinatie van outsiders en mensen uit het Meedoen Werk(t)innovatieteam kunnen verschillende invalshoeken worden benaderd. Werner vertelt hoe de groep 619 geeltjes terugbracht tot twaalf concepten: “We moesten telkens stickertjes plakken bij de geeltjes waar je het meeste bij voelde. Geeltjes met de meeste stickertjes werden dan naar voren geschoven. We hebben ze toen teruggebracht van 619 naar honderd. Toen werd er gekeken of er overlappingen waren en of dingen in één thema te vangen waren. Dan werd er weer gegroepeerd en werden er weer stickertjes geplakt. Zo bleven er twaalf ‘concepten’ over, die daarna volgens de VOORT-methodiek uitgewerkt moesten worden. We hebben de geeltjes gegroepeerd en vervolgens weer opnieuw gebruikt om bij de twaalf conceptborden te plakken.” In groepjes van drie werkt de groep uiteindelijk de projecten uit. Caroline Verhees herinnert zich dit moment als het mooiste moment uit deze fase: “Het moment dat je met drie mensen echt een soort concept tot stand brengt, dat was heel speciaal.”
25
Met twaalf conceptborden op zak zet het team de reis VOORT. Op naar:
Halte 4
Divers 20 mei - 1 juni
4
echt een hele lading, maar deze heeft de groep erg goed opgepakt. In twee dagen tijd is er toen al zo’n grote slag gemaakt in concepten. Dit was meteen erg leuk om te ervaren.” Annemarie Vosselman toetst de concepten door middel van individuele cliëntgesprekken, een groepsdiscussie met een panel van verwanten, twee groepsdiscussies met panels van medewerkers en houdt telefonische interviews met bedrijven. “Het leuke aan dit onderzoek vind ik juist ook dat het zo breed getoetst is”, vertelt Annemarie.
reflecteren Het team is in euforische stemming, het heeft twaalf prachtige concepten ontwikkeld. Maar, hoe aantrekkelijk en onderscheidend zijn de ontwikkelde nieuwe productconcepten nu echt? Na de tweedaagse ruimt het Meedoen Werk(t)-innovatieteam een dag in om de bedachte concepten te vertalen naar input voor kwalitatief marktonderzoek. Deze ideeën worden getoetst bij klantgroepen. Hiervoor schakelt het team onderzoekster Annemarie Vosselman, van ‘Klant & Zo’ in. Dit onderzoek leidt tot een wel heel unieke situatie, alle concepten scoren positief! Toch moet het team uiteindelijk een aantal concepten in de ijskast doen…
Brede toetsing Voordat onderzoekster Annemarie Vosselman met de twaalf concepten aan de slag gaat wil zij eerst dat het team deze nog verder aanscherpt. Annemarie vertelt: “Ik had veel op- en aanmerkingen, af en toe was het
26
27
Cliëntinterviews
“Ik vond het speciaal om de cliënten te mogen ondervragen. Zij kennen geen sociaal wenselijke antwoorden en zijn heel eerlijk. Je krijgt dus hele open gesprekken, zo bijzonder. In plaats van iemand met een beperking zie je een heel mooi mens zitten. Af en toe zag je ze echt stralen, kregen ze tranen in hun ogen, je zag ze wiebelen op de stoel. Die non-verbale communicatie, die energie die loskomt, dat vind ik vaak net zo belangrijk als wat mensen zeggen”, vertelt Annemarie. Tijdens de gesprekken op locatie met cliënten mochten twee mensen uit het Meedoen Werk(t)-innovatieteam aanwezig zijn bij een gesprek. Annemarie vertelt: “Zij vonden het heel leuk om uit eerste hand de reacties te horen. Maar het was ook vreselijk moeilijk want ze mochten van mij niet reageren. Het is heel lastig als jouw concept, jouw ‘kindje’, wordt voorgelegd aan iemand anders en je kunt niet reageren of toelichten.” Werner Rutjes geeft aan dat het inderdaad moeilijk was: “Je zit bij zo’n interview maar mag niets zeggen. Je wilt zo graag iets zeggen of iets toelichten, maar dat stond Annemarie niet toe. Het was goed om te zien hoe ze de cliënten erbij betrok. Ze ging er met heel veel respect mee om, probeerde alles te vertalen. Abstracte zaken maakte ze voor de cliënt op een knappe manier helder.”
Positieve energie na de groepsdiscussies
Ook houdt Annemarie Vosselman een groepsdiscussie met een panel van verwanten en twee groepsdiscussies met medewerkers. “Ook dit was steeds weer spannend voor de mensen van het team die hierbij aanwezig mochten zijn, maar van mij weer niets mochten zeggen”, vertelt Annemarie. Ze deed veel inspiratie op tijdens de gesprekken met de ouders: “De liefde die zij hebben voor hun kinderen, zo mooi om te zien. De kinderen waren er natuurlijk niet bij, maar ouders vertelden aan ons wat hun kind zo bijzonder of uniek maakte. Dan zit je echt allemaal met kippenvel. Waar die ouders mee worstelen en kampen, hoe zij zich met hart en ziel inzetten en uren op een dag klaar staan voor anderen. Natuurlijk zitten er ook concepten bij die voor hun kind niet geschikt zijn, maar er zijn ook concepten waarvan je ziet dat mensen denken van, hier zou mijn kind zo blij van worden, dit zou zoveel toevoegen.” Ook de groepsdiscussies met de medewerkers waren spannend, omdat rekening gehouden werd met veel weerstand. Annemarie vertelt: “Wij leggen hele nieuwe dingen voor. Vaak zitten mensen niet te wachten op grote veranderingen. Maar medewerkers waren echt enthousiast en kwamen zelf met suggesties. Dit gaf ons een enorme kick. De groepsessies waren sowieso ontzettend leuk, mensen gaan op elkaar reageren, er ontstaat interactie.” Annemarie vertelt dat ze op de laatste dag nog telefonische interviews hield met bedrijven: “Ik heb er geloof ik wel veertien op een dag gebeld. Het was heel belangrijk om ook de concepten aan de bedrijven voor te leggen omdat bij veel concepten een extern bedrijf betrokken is. Zoveel telefonische interviews houden op een dag was heftig, maar wederom verrassend. Ik kreeg toen weer hele andere terugkoppelingen.”
“We zijn tot op de bodem gegaan. Menig collega dacht, waar zijn we in Godsnaam mee bezig. Mensen traden uit hun comfortzone.” 28
Frank Holtman, Raad van Bestuur
29
Vier energietoppers! Na de conceptentest heeft Annemarie Vosselman vier dagen om alles uit te werken: “Ik werkte vaak door tot ’s nachts om alles af te krijgen, maar dat is VOORT, een snel en compact traject. Ook ik ging daar in mee.” Annemarie kiest ervoor om de resultaten van de conceptentest te presenteren in de vorm van een powerpoint. Om 9.00 u. ’s ochtends zit iedereen klaar. Annemarie heeft wel een heel unieke situatie om te presenteren: alle concepten scoren positief! Uiteindelijk benoemt ze vier concepten tot zogenaamde ‘energietoppers’ (met twee van deze energietoppers is het Meedoen Werk(t)-innovatieteam uiteindelijk verder gegaan). Volgens Annemarie maakten sommige concepten bij de doelgroepen nog niet zoveel energie los als nodig omdat er haken en ogen aan zaten die niet begrepen werden. Het team moet na de presentatie van Annemarie Vosselman daarom gelijk weer verder. Na een korte rust krijgt het de kans om een aantal concepten aan te scherpen in heel korte tijd. In VOORT-vocabulaire heet dit montwikkelen, op basis van de minpunten van de overgebleven concepten verder gaan met aanscherpen. Ook de opstappers komen in deze fase weer langs. Opstapper Karel Oomen: “We hebben echt kritisch gekeken naar wat wel en wat niet kon. Het mooie is dat dat niet in negatieve zin was, maar vanuit een positieve benadering. We hebben echt gekeken naar wat kans van slagen heeft en waar de meesten cliënten mee gediend zijn. Aansluitend op het marktonderzoek hebben we het daarom vanuit de markt bekeken.” In VOORTvocabulaire: montwikkelen
Helaas, er moet wat in de ijskast… Diezelfde dag zijn de concepten sterk verbeterd. Tijdens het aanscherpen blijft Annemarie erbij om de stem van de klant steeds te kunnen verwoorden. “Er is echt veel aangescherpt. Uiteindelijk mocht iedereen aangeven in welke concepten ze het meeste zagen en ik stond daar helemaal achter”, vertelt Annemarie. “Het mooie is dat iedereen daar vanuit zijn eigen richting zit, iedereen zit vanuit een ander perspectief in dat team. Toch zijn het allemaal mensen die uiteindelijk aan hun eigen concepten, ‘kindjes’, noem ik het maar, hebben gewerkt. Zo’n kindje wil je niet zomaar laten gaan. Sowieso wil ik het team complimenteren. Het was altijd betrokken en warm, ze waren goed in staat om te denken vanuit de doelgroep. Wat ik knap vind is dat er niemand is afgehaakt. Ze hebben van mij veel kritiek gehad en vragen teruggekregen, maar ik heb ze geen moment horen klagen. Daar gingen ze positief mee om, ze waren dankbaar voor wat externe partijen inbrachten. Ik zag dat het team zich constant drie slagen in de ronde werkte. Er ging echt energie rond.” Aan het einde van de dag heeft het team de twaalf concepten teruggebracht naar vier. (ZIE KADER: afgevallen concepten) Volgens Annemarie Vosselman heeft facilitator Bart deze dag een grote rol gehad: “Aan het einde van de dag was het niet makkelijk om iedereen met een goed gevoel naar huis te laten gaan. Het team had immers toch een aantal concepten moeten laten varen. Bart heeft er op een knappe manier voor gezorgd dat iedereen aan het einde van de dag met een positief en goed gevoel naar huis ging.”
De afgevallen
1.Belevingscen 2.Second life
concepten
trum ‘De werel dreis’
3.Het Dichterbi j-klusse
4.Digibij
nteam
5.Echt bedrijf
“Ik zag dat het team zich constant drie slagen in de rondte werkte. Er ging echt energie rond.” Annemarie Vosselman, onderzoekster in de reflectiefase 30
6.Het drieluik M VO: Dichterbij Faciliteert, Dicht erbij Matcht & Dicht erbij Werkt
31
Met een goed gevoel stapt het team op de trein naar de laatste halte:
Halte 5
Roepaen, Ottersum 1 juni - 7 juli
5
terugkeren
Na de lange reis komt de thuishalte van het team weer in zicht. Het innovatievirus heeft zijn taak bijna volbracht. Spannende en zware tijden breken aan. Nu moet het dan echt gebeuren. In teams van twee werken de kerngroepleden de vier Mini New BusinessCases uit. De teams worden hierin begeleid door opstappers, die de Mini New Businesscase van kritische noten voorzien…
32
Bloed, zweet en tranen! Bart Schouten herinnert zich deze fase als de meest intensieve: “Ik beloof aan het team dat er op 7 juli vier Mini New BusinessCases gepresenteerd gaan worden. Dit is een belofte die ik doe en die moeten we samen waarmaken. We moesten nog meer energie in gaan zetten om de datum niet uit te hoeven stellen, het was echt heel hard werken. Iedereen in het team heeft een zorgachtergrond, waardoor alle energie vaak naar het zorgen toe gaat. Het team moest nu opeens Mini New Businesscases gaan schrijven, dat is bedrijfskundig werk. Ik kreeg goede concepten terug, maar vond dat we nog net een stapje verder moesten. We hebben toen hulp van buitenaf ingeroepen om de teams aan te sterken.” Ook in deze fase wordt ‘outsider’ Annemarie Vosselman opnieuw betrokken in het project: “Ik werd opnieuw gevraagd om mee te werken en was gelijk enthousiast. Er was behoefte aan een frisse blik. Ik heb me er toen nog een keer twee dagen mee bezig gehouden. Ik merkte dat het team het moeilijk vond om in concepten te denken, het moest zich los maken van het creatieve idee en een echt concept uitwerken. Ook toen werkte het team er weer ontzettend hard voor.”
33
De versnipperaar draait overuren
Ook de kerngroepleden zelf herinneren zich deze fase als heftig. Werner Rutjes: “We waren hiermee vrij snel klaar, dachten we. Maar een week ervoor hebben we het hele concept weer omgegooid. We hadden onze case geoefend bij de opstappers, maar dit liep helemaal niet. We waren ontzettend gefrustreerd. Ik heb hier echt slapeloze nachten van gehad en had het idee dat ik soms meer met Loes, waarmee ik samen een case uitwerkte, getrouwd was dan met mijn eigen vrouw. We hadden hier eigenlijk vier weken de tijd voor en de planning was om er twee dagen per week aan te besteden. Maar dit hebben we persoonlijk fors overschreden. Achteraf gezien was het dit allemaal meer dan waard.” Marleen Reijers: “Met getallen zijn wij in de zorg minder begaan. Op een gegeven moment hadden we binnen twee uur een compleet nieuw ander plan. De jongen die van buitenaf was ingeroepen gaf aan dat we over iets anders spraken, dan dat we hadden uitgewerkt. Het klopte dus niet. Hop, toen hadden we alweer een nieuw plan. Binnen een week is alles meerdere malen omgegooid. We hebben echt letterlijk weggegooid waar we aan hebben gewerkt. Er is een hoop papier door de versnipperaar gegaan,” lacht Marleen. Het Meedoen Werk(t)-innovatieteam ontwikkelt uiteindelijk vier nieuwe Mini New BusinessCases en werkt daarmee toe naar de presentatie.
34
Een dubbel gevoel: terugkijken op een geweldige reis met spanning voor de presentatie Facilitator Bart Schouten heeft veel ervaring met
VOORT, maar dit was zijn eerste complete project in de rol van facilitator. Bart spreekt over een zeer geslaagde vuurdoop: “Mensen gaven aan dat ik hen echt vertrouwen heb gegeven gedurende de reis. Ik heb ook altijd gezegd dat het heel gewoon was als je het soms lastig hebt tijdens zo’n proces, dat hebben we allemaal en dat gebeurt tijdens ieder VOORT-traject. We hebben nu de finish bereikt met prachtige concepten. In alle cases zit heel veel potentie, ze zijn echt toekomstgericht. Het was een spannende reis, het was ongelofelijk hard werken, het was voor iedereen nieuw en het kostte veel tijd. Maar iedereen gaf aan dat het een spannende reis was, waarin veel geleerd is onderweg. De teamleden hebben persoonlijk anders leren kijken, hebben geleerd buiten de kaders te denken.“ Werner bevestigt dit: “Ik heb persoonlijk zoveel opgestoken van dit traject. Je leert buiten de kaders te denken, het oude los te laten, je leert vernieuwend denken en met nieuwe mensen iets nieuws te maken. Je leert verbindingen te leggen met collega’s die je normaal niet ziet, maar ook met ondernemers en gemeentes.” Ook de rol van Bart in dit proces was niet onbelangrijk, zo stelt Werner: “Bart heeft ons uitstekend begeleid, hij is een goed gekwalificeerd persoon. Hij sloot zich aan bij ons, probeerde zich in ons te verplaatsen. Hij hield zich strak aan de VOORT-methodiek, bracht veel structuur, verheldering en humor in het proces. Af en toe werden we wel eens doodmoe van elkaar, maar dat hoort erbij. Bart was een geweldige facilitator, hij was echt onderdeel van het team.” Marleen vertelt: “Ik heb hier ontzettend veel van opgestoken. Vooral het neutraal kijken naar zaken, het kijken met verschillende ogen. Wij kunnen iets wel een probleem vinden, maar is het ook een probleem? Maak het eerst neutraal, luister goed en vraag rond. We moeten veel bewuster met driehoeken gaan werken, zoals die van ouder, cliënt, medewerker. Die driehoek hebben we nog nooit zo bewust gebruikt als in het VOORT-traject. Die driehoek kan ook verschuiven naar directieniveau. We moeten in de toekomst hier aan blijven denken en gerichter gaan kijken.”
35
Opstapper Karel Oomen: “Ook na het project werd er door de projectleden nog een vrijwillig etentje georganiseerd. Ze hadden zoiets van dit willen we blijven delen, dit moeten we gaan vieren. We hebben allemaal aan iets succesvols gewerkt.” Marleen Reijers, kerngroeplid: “De driehoek cliënt, ouder, medewerker hebben we nog nooit zo bewust gebruikt als bij VOORT. Die moeten we blijven gebruiken.”
Stuurgroeplid Karel Oomen: “Ik heb weinig projecten meegemaakt waarin projectleden zo enthousiast zijn en er zoveel tijd in hebben gestopt. Iedereen was altijd trouw aanwezig, werkte hard en had het huiswerk keurig klaar. Ook na het project werd er door de projectgroepleden nog een vrijwillig etentje georganiseerd. Ze hadden zoiets van dit willen we blijven delen, dit moeten we gaan vieren. We hebben allemaal aan iets succesvols gewerkt.”
Marleen vertelt enthousiast over een leuke sleutelhanger die het team na afloop kreeg van Bart: “Voor alle werkgroepleden en opstappers had Bart na afloop een sleutelhanger met een lampje werkend op een zonnecelletje. Dat celletje staat voor energie, want door dat celletje krijg je energie. Door buiten te zijn en buiten je grenzen te kijken krijg je ideeën. De zonne-energie laadt je daarvoor op. Het lampje, was het lichtpunt. Er zat ook een soort van aanzwengeldraadje aan, een soort van knijpkat. Dan kun je jezelf toch even opbeuren en als het ware weer opnieuw aanzwengelen als het tegenzit. Het leuke is dat het lampje geel is, dit verwijst voor ons persoonlijk naar de beruchte geeltjes in de ontwikkelingsfase. Voor mij staat deze sleutelhanger symbool voor de reis die we gemaakt hebben.”
36
37
Op 7 juli is het zover, het team is beland op het hoogtepunt van de reis: de presentatie van de vier Mini New BusinessCases voor de Raad van Bestuur
Het innovatievirusresultaat mag er zijn! Met trots presenteert het team de vier uitgewerkte Mini New BusinessCases die voortgekomen zijn uit de VOORT-reis. Dit zijn:
Concept 1: EGHT Het eerste concept waartoe het innovatievirus het team heeft gebracht is het concept EGHT. EGHT staat voor Eigen ontwerp, Gemaakt door mensen met een beperking, Hoogwaardige kwaliteit, Trots op wie we zijn en wat we maken. EGHT is voortgekomen uit de gedachte de producten van de cliënten op de markt te brengen, zodat deze een groter publiek bereiken en de cliënt nog trotser kan zijn op wat hij of zij gemaakt heeft. Voor cliënten ontstaan er daarnaast nieuwe vormen om werkervaring op te doen en cliënten worden Eght centraal gesteld. De opbrengsten van deze producten komen namelijk ten goede van de cliënt. Wat zijn EGHT-producten? EGHT producten zijn handgemaakt, authentiek, en hebben de juiste kwaliteit. Het assortiment kent verschillende thema’s zoals delicatessen, wonen, gadgets en accessoires. De producten
38
zijn gemaakt door cliënten van Dichterbij en spelen in op trends. De producten, verpakkingen en reclameuitingen zijn EGHT gestyled. De consument kan de producten verkrijgen via internet, op eigen locaties (zoals Eght Xieje, Eght Freekies, Eght Koekje van eigen deeg, Eght ’t Venster, Eght Koffieschenkerij Genuujerie, Eght Bakkerij op de Beek, Eght Kaarsenmakerij) en via andere locaties, als winkelketens, lokale ondernemers, bakkerijen, horecaondernemingen en bedrijfsrestaurants. De productlijn wordt dus zowel business-to-business als business-toconsumer verspreid. Waarom EGHT? Producten van cliënten zijn uniek en duurzaam, achter deze producten zit een verhaal. Duurzame producten spreken de consument extra aan omdat men zich er steeds bewuster wordt wat men consumeert. Ondernemers hebben daarnaast de kans om een uniek en duurzaam merk te verkopen, onderscheidend van ketens die massaproducten verkopen. De winkelier kiest voor een goed verkoopbaar product in combinatie met kwaliteit, een goed gevoel en betrokkenheid bij de samenleving. Gewoon goed, gewoon Eght!
39
Concept 2: BuurtTeam Het tweede concept dat door het Meedoen Werk(t)innovatieteam met enthousiasme word gepresenteerd is het BuurtTeam-concept. Het BuurtTeam is een team dat in de wijk klusjes kan doen bij scholen, sportclubs, zorgorganisaties, wijkcentra. Ook kunnen zij klusjes doen voor wijkbewoners of zich bezig houden met algemene wijkklussen. Dit kunnen zij doen samen met iemand die er verstand van heeft, bijvoorbeeld een gepensioneerde timmerman of loodgieter. De teams kunnen opereren vanuit een gezellig koffiepunt op straat, toegankelijke gemeenschapshuizen, MFC’s (Multifunctionele Centra) en wijkgebouwen met een maatschappelijke functie. Burgers kunnen hier hun diensten brengen, cliënten van verschillende organisaties en instellingen kunnen deze ophalen, mensen ontmoeten, maar vooral meedoen. Cliënten doen betekenisvol, laagdrempelig werk, en doen sociale contacten op. Dit geeft zelfvertrouwen en meer levensvreugde. Daarnaast neemt ook hun zelfstandigheid toe en worden mogelijkheden richting werk en opleiding vergroot. Het mooie is dat het mes hier aan veel kanten snijdt. In dit project wordt onder andere samengewerkt met de gemeente, want middels een integrale dagvoorziening kan invulling worden gegeven aan verschillende WMO-prestatievelden, met name op het gebied van leefbaarheid en burgerparticipatie. (Voor meer info, zie www.rijksoverheid.nl/wmo) Ook woningbouwverenigingen hebben baat bij dit plan in het kader van leefbaarheid van dorpen en wijken. Scholen en verenigingen kunnen op hun beurt profiteren van dit plan omdat door bezuiniging
40
MNBC BuurtTeam®
momenteel veel onderhoudswerk blijft liggen. Net zoals het zorgkantoor, dat de trend naar vermaatschappelijking ondersteunt waardoor de inzet van AWBZmiddelen afneemt (o.a. afname vervoerskosten). Last but not least hebben ook welzijnsstichtingen en vrijwilligersorganisaties baat bij dit plan. Het BuurtTeam draagt daarmee bij aan een ‘civil society’, een maatschappij waarin samen met en voor elkaar gewerkt wordt. Want, een prettig leven begint nog steeds bij een prettige leefomgeving. Het BuurtTeam staat voor u klaar!
41
Concept 3: EGHT UIT Een derde concept is EGHT UIT. Net als bij de productlijn EGHT staan deze letters voor Eigen producten, Gemaakt door cliënten, van Hoogwaardige kwaliteit, waar Dichterbij Trots op is. Uit, staat voor uit in de regio. Dichterbij biedt met EGHT UIT in samenwerking met gemeentes, bedrijven en VVV, aantrekkelijke, recreatieve en unieke groeps- en teamarrangementen aan die mensen op een leuke manier kennis laten maken met de veelzijdigheid van de regio. Dit op het gebied van mensen en natuur(producten). Elke cliënt kan een actieve rol in arrangementen vervullen of ondersteunende werkzaamheden verrichten in de toeristische sector. Een samenwerking tussen partners (gemeentes, bedrijven, VVV), Dichterbij horeca en Dichterbij dagbesteding zorgt zo voor een ontmoeting tussen de maatschappij en de cliënt. Zorg kan zo fungeren als economische motor voor een gebied. Voor gemeentes, provincies en VVV wordt daarnaast invulling gegeven aan regionale kernwaarden, omdat het concept per regio kan worden ingevuld. Via toeristische instellingen zijn de diensten en arrangementen uiteindelijk beschikbaar. Waar wachten we nog op? Erop uit! Met EGHT UIT!
Frank Holtman, lid van de Raad van Bestuur, over dit concept: “Voorwaarde is dat we afstappen van het schattigheidsgehalte. De ondersteuning die wij bieden, moet professioneel zijn. Producten en diensten moeten voldoen aan de normale kwaliteitsnormen. Waar nodig werken mensen met een beperking samen met professionals.” 42
43
Concept 4: BLOX
Het innovatievirus heeft zijn taak volbracht. Hoe nu verder?
belevenIS dichterbij
Vermeld moet worden dat de gehanteerde namen voor de concepten nog voorlopige namen zijn. Na onderzoek kan blijken dat er voor andere namen wordt gekozen. Ten tijde van het ter perse gaan van deze brochure worden er namelijk nog uitgebreidere businesscases opgesteld die getest gaan worden middels pilots en vervolgens worden de plannen Dichterbij-breed uitgerold. Een tweetal business-cases zullen eind 2011 gereed zijn voor implementatie. De andere cases lopen door tot de zomer van 2012. Projectleider Gerryan Huys licht toe: “Met veel trots en enthousiasme hebben we de concepten na de eindpresentatie overgedragen aan de stuurgroep. De stuurgroep heeft van de Raad van Bestuur de opdracht gekregen om een verdiepingsslag te maken. Dat betekent dat er momenteel gewerkt wordt aan de voorbereidingen voor verdere implementatie. Voor de concepten
Het vierde concept dat volgens het innovatieteam toegevoegde waarde biedt voor kwaliteitsverbetering binnen dagbesteding is BLOX, hét instrument voor empowering van cliënten met een ernstige meervoudige beperking. BLOX, voortgekomen uit de oorspronkelijke kansrichting ICT, is een unit die door middel van technische toepassingen zintuiglijke beleving biedt. Een BLOX bestaat uit een halfronde voorwand van 2,5 meter en een halfronde achterwand. Op de binnenzijde wordt een film gepresenteerd met een thema. Voorbeelden van thema’s zijn strand, bos, boerderij, winkel, oerwoud. Alles is mogelijk. Het programma dat deze film afspeelt, is een computergestuurde applicatie, die door middel van bewegingssensoren kan worden beïnvloed. Hierdoor ontstaat diversiteit in waarneming van zintuiglijke prikkels (horen, zien, voelen, ruiken, proeven) en wordt fysiek bewegen gestimuleerd. Door de diverse instellingen/niveaus (de cliënt bepaalt zelf de tijdsduur) is BLOX zeer goed aan te passen aan de mogelijkheden van de gebruiker. BLOX is daarmee gericht op optimaal zelfstandig en interactief gebruik. Een meetinstrument voor objectieve registratie en rapportage brengt de ontwikkeling van de individuele cliënt in beeld en draagt zo bij aan methodisch werken. BLOX kan daarnaast gebruikt worden door dementerende ouderen, mensen met een fysieke of actieve beperking, peuters en kleuters. BelevenIS Dichtbij!
MNBC
BLOX Beleven, Leren, Ontwikkelen, Xtra 44
BuurtTeam en EGHT UIT zijn de eerste stappen al gezet. De regio’s Venlo, Horst-Venray, Uden-Veghel en Gennep hebben de draad al opgepakt en zijn in gesprek met ondernemers, woningcorporaties, zorgorganisaties en SW-bedrijven. Voor de concepten BLOX en EGHT worden momenteel uitgebreidere vooronderzoeken uitgevoerd. Hier blijkt meer expertise voor nodig dan Dichterbij zelf in huis heeft.”
45
Gerryan vervolgt: “VOORT heeft ons geleerd dat we door naar buiten te kijken ook veel naar binnen kunnen halen. Dat is nou juist ondernemend bezig zijn: weten waar je goed in bent en dat wat buiten je eigen competenties ligt naar binnen halen of in samenwerking gaan realiseren.” Gerryan wil ook de rol van het innovatievirus nog eens extra benadrukken: “De concepten zijn expliciete resultaten, maar ook impliciet hebben we ontzettend veel geleerd. We moeten vaker ‘virussen’ rond laten gaan binnen Dichterbij. Het enthousiasme wat loskomt wanneer je aan iets werkt waarin je gelooft, de kennis die je opdoet en de kick die je krijgt door buiten de gebaande paden te treden, het out-of-the-box denken en doen. Het was een voorrecht om deel uit te mogen maken van dit proces, innovatie geeft energie.” De leden van het Meedoen Werk(t)-innovatieteam staan daarom graag klaar voor hun collega’s om de ervaringen en opgedane kennis te delen: “Deze collega’s hebben we namelijk hard nodig in de toekomst. Innovatie is pas geslaagd als mensen die er uiteindelijk mee aan de slag gaan er net zoveel in geloven als degenen die het concept bedacht hebben. VOORT heeft ons geleerd hoe je vernieuwing kunt aanpakken en mensen enthousiast kunt maken om deze vernieuwing vorm te geven. Een mooie ervaring en uitdaging, dat was het. We willen graag iedereen kennis laten maken met het innovatievirus en wat het je kan opleveren. Schroom niet om contact met ons op te nemen.” Voor meer informatie omtrent het innovatietraject, de afgevallen concepten en de concepten in uitvoering kan contact opgenomen worden met het Kenniscentrum voor Dagbesteding en Werk van Dichterbij (0243571216 of via email:
[email protected]). Medewerkers kunnen de ontwikkelingen nauw volgen op de eigen intranetsite.
“Het was een voorrecht om deel uit te mogen maken van dit proces, innovatie geeft energie.” Gerryan Huys, projectleider
Colofon Het project ‘Meedoen Werk(t)’ wordt ondersteund door In voor zorg!, een initiatief van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en Vilans, kenniscentrum voor langdurende zorg. Het programma helpt organisaties in de langdurende zorg toekomstbestendiger te worden. Met de inzet van In voor zorg!-coaches leren organisaties hoe zij zelf een transitie kunnen realiseren op het gebied van bedrijfsvoering, professionals, zorg op afstand of ketenzorg. Gegevens uit deze brochure mogen uitsluitend met toestemming van Dichterbij worden overgenomen. Voor al uw vragen kunt u mailen naar:
[email protected] Tekstproductie: Maartje van Kuppevelt Vormgeving: Yvonne Bovee
46
47
“Het was een ontzettend leuke groep mensen, die graag vooruit wilde. Ze hadden allemaal de wil om er voor Dichterbij iets van te maken. Het waren erg leuke, energieke dagen.” Caroline Verhees, outsider in de ontwikkelingsfase