VERSLAG RONDETAFELGESPREK MEDIA Voorzitter: Carmelita Serkei (Mira Media) Notulist: Daniella Wiercx van Rhijn Deelnemers: Ben Groenendijk - RVU Marriët Bakker – Nederlandse Film en Televisie Academie Michelle Jacobs – Be at the Media Walter Tjon Pian Gi - MTNL Johnson Macamba – Roots & Routes/ Macambamedia Alice Erens – Click F1 Laarakker – organisatie onbekend Wybenga – organisatie onbekend I. Argiolas – organisatie onbekend Melissa v/d Heiden – Lerares basisschool Martin van Engel – organisatie onbekend Karin Hamelkamp – organisatie onbekend Welke weg moet en kan een nieuwe talentvolle mediamaker gaan om professioneel aan de gang te kunnen gaan. Welke obstakels blokkeren de groei en zijn er alternatieven. Michelle Jacobs van Be at The Media (Amsterdam), Walter Tjon Pian Gi van Multiculturele Televisie Nederland (Grootstedelijk), Marriët Bakker van de Nederlandse Film en Televisie Academie en Ben Groenendijk RVU vertegenwoordigen een keten van talentontwikkeling. Van kennismaken tot ontwikkelen tot bekwamen tot professionele beroepsuitoefening. Zij laten hun licht schijnen over de obstakels en gaan in op de manieren waarop ze deze proberen te slechten. De eerste gast is Michelle Jacobs van Be at the Media. Be at the Media is een mediacentrum voor jongeren tussen de vijftien en vierentwintig, bestaande uit Studio West en Be at the media. Zij houden zich bezig met de ontwikkeling van onder andere muziek en televisieprogramma’s. Media zijn volgens hen alles wat je op een computer kunt maken. Be at the Media legt de nadruk op het enthousiast maken van jongeren door middel van laagdrempelige workshops. Door het deelnemen aan deze workshops krijgen de jongeren basiskennis en de mogelijkheid om verder te groeien in de gekozen discipline. Naast kennisuitwisseling is er een grote rol weggelegd voor het aanleren van sociale vaardigheden en teamwork. Wanneer zij talenten ontdekken, worden deze meer intensief begeleid. De doorstroom naar het reguliere onderwijs is echter nog altijd moeilijk. Be at the Media doet er alles aan potentiële filmmakers af te leveren bij de NFTVA, maar merkt dat deze talenten meestal niet door de selectieprocedure heen komen.
Een van de oorzaken is het gebrek aan de gevraagde culturele kennis. Doordat veel jongeren van huis uit weinig van de Nederlandse kunst en cultuur hebben meegekregen hebben zij een enorme achterstand, die zij in een korte tijd moeten inhalen. Een andere reden is het verschil in cultuur. De cultuur van de NFTVA is nog altijd elitair. De jongeren van Be at the Media, die vaak komen uit (multiculturele) achterstandsgezinnen, vinden moeilijk aansluiting bij deze witte, elitaire bolwerken. Toch zijn er ook leerlingen die carrière maken en een goede baan in het reguliere circuit vinden. Walter Tjon Pian Gi van MTNL vraagt of het niet ook ligt aan de school, in dit geval de NFTVA. Moet het reguliere onderwijs zich niet aanpassen aan de veranderende cultuur? De tweede gast, Marriët Bakker van de Nederlandse Film en Televisie Academie (NFTVA) antwoordt dat het grootste gedeelte van de aanwezige studenten inderdaad een vrij elitaire culturele achtergrond heeft. Zij is gevraagd door de directeur van de NFTVA om, door middel van een project, meer kleur in de Nederlandse film en televisiewereld te brengen. Het project ‘Amsterdamse mix’ is een wervingstraject, gericht op het bevorderen van culturele diversiteit op de NFTVA. Om dit voor elkaar te krijgen gaat zij met de weinige niet-westerse studenten langs scholen om voorlichting over de opleiding en beroepen in de filmsector te geven. Marriët selecteert de scholen op diversiteit in leerlingenpopulatie en maakt een rondje in klaslokalen. In dit proces is zij maar enkele leerlingen tegengekomen die iets met film wilden doen. Het effect op de instroom bij de NFTVA. is dus gering. Een reden hiervoor zijn de hoge toelatingseisen; om aangenomen te worden hebben de leerlingen veel talent en doorzettingsvermogen nodig. Een probleem is ook dat talentvolle leerlingen uit diverse vooropleidingen op MBO niveau toch niet door de selectie heen komen. Over de redenen hiervoor tast zij in het duister. Wel probeert zij wel eens een gesprek te hebben over de selectieprocedure met de leiding van de NFTVA, maar dit gaat erg moeizaam. Alle docenten zijn wit, grachtengordel wit. De gastdocenten zijn ook niet echt kleurrijk. Het komt er geleidelijk aan wel een klein beetje beweging in, maar het hele gesprek over multiculturalisering van de organisatie is nog niet aan de orde. De filmwereld is ‘een ons kent ons’ wereldje. De NFTVA heeft ook geen gebrek aan belangstelling, het actief werven van jonge talenten uit andere culturen heeft dan ook geen prioriteit. Veel instellingen gebruiken projectsubsidies voor culturele diversiteit, maar wanneer het potje leeg is, wordt er niets meer aan gedaan. Het is lastig om culturele diversiteit te integreren in regulier beleid en uitvoering. Carmelita wil graag met de deelnemers aan de doorstroomtafel media nadenken over hoe zij iets kunnen doen met de talentvolle jongeren die nu geen aansluiting vinden. Volgens Michelle wordt het belang van media-educatie onderschat. Op school moet geleerd worden hoe te kijken naar film en tv. Het maken van films en televisieprogramma’s vergt een andere kijk op montage en filmtechnieken.
Carmelita verwijst naar de situatie in Denemarken, waar media-educatie in het curriculum zit en jongeren verplicht worden actief bezig te zijn met media en zodoende al jong een basis ontwikkelen. De derde gast is Walter Tjon Pian Gi van MTNL. Deze omroep komt onder andere voort uit Migrantentelevisie Amsterdam en is in 2001 opgericht. MTNL produceert een landelijk programma aangevuld met specifieke programmering in de vier grote steden. Van het begin af aan, ook in de tijd van Migrantentelevisie Amsterdam, is niet alle geld naar de programma’s gegaan, maar ook naar de opleiding van talenten. Deze beginperiode heeft mensen als presentator Prem, verslaggever NOS-journaal Gerri Eikhof en staatssecretaris Aboutaleb voortgebracht. Belangrijk is dat MTNL een instrument is geweest om een bredere ontwikkeling in gang te zetten, er wordt niet met lede ogen toegekeken hoe mensen falen. MTNL programmeert voor de grootstedelijke multiculturele samenleving, waardoor ook de aandacht is getrokken van veel jonge mensen, die vooral lichtere programma’s (met name lifestyle) willen produceren. Op dit moment is MTNL bezig de journalistieke kwaliteit op te krikken. Hiervoor zijn zowel deskundigen vanuit de communicatie als vanuit de geschreven media aangetrokken. Hoewel de kwaliteit altijd voldoende was, wordt MTNL echter pas sinds kort echt erkend. Dit komt voort uit de maatschappelijke ontwikkelingen waardoor bedrijven, instanties en organisaties opeens wel geïnteresseerd zijn in het bereiken van cultureel diverse doelgroepen. Ben Groenendijk van de RVU, de vierde gast van de tafel, geeft aan dat de publieke omroep vergelijkbaar is met de NFTVA. De publieke omroep heeft in een winterslaap gezeten en is nu met een inhaalslag bezig op het terrein van culturele diversiteit. Een goed voorbeeld van nieuwe ontwikkelingen bij de publieke omroep is een recent project waarvan de resultaten op de dag van de expertmeeting in NRC.next staan. De RVU heeft een jaar geleden contact gezocht met MTNL, om gebruik te kunnen maken van het cultureel diverse netwerk dat zij zelf niet hebben. De publieke omroepen zijn van oudsher witte organisaties. De RVU wil echter een breder publiek. Om dit voor elkaar te kunnen krijgen zijn partners nodig die een aanvullend netwerk vertegenwoordigen. Andersom moeten de aangetrokken partners ook iets aan de publieke omroepen hebben. De RVU en MTNL hebben samen een programma ontwikkeld en een opleiding opgezet. Deze Summerschool bestond uit een cursus van drie tot vier weken voor jongeren met een cultureel diverse achtergrond. De jongeren zijn via de Media Academie, MTNL, FUNX en andere kanalen aangetrokken met de vraag wie er programma’s wilden maken. Aan het eind van de cursus werden drie programmavoorstellen gepresenteerd, waarvan er een uitgekozen werd. Uiteindelijk konden zes jongeren aan de slag om een pilot van hun idee te maken. De pilot is intern gepresenteerd en geschikt bevonden voor uitzending. Het programma gaat er dus echt komen. Het project is door alle partijen met veel enthousiasme ontvangen. De jongeren zouden normaliter moeilijk bij de RVU binnenkomen. Dit was een ongebruikelijk kanaal, deze jongeren hebben nu de kans gekregen zich te bewijzen.
Op de vraag of dit project als blauwdruk gebruikt zou kunnen worden antwoordt Ben dat het misschien een goed voorbeeld van een geslaagd traject is, maar het wellicht nog niet direct een werkwijze is die op reguliere basis in elke situatie gebruikt zou kunnen worden. Marriët geeft aan dat de werkwijze bij de NFTVA heel specifiek is. In de selectiegesprekken wordt onder andere sterk gelet op de referenties die men maakt. Aan welke films de aspirant student refereert is heel erg verschillend en dit vormt een probleem (er is een norm over wat goede films zijn). Er is nog veel onkunde bij de NFTVA is als het gaat om culturele diversiteit. Michelle zou het heel interessant vinden om te weten waarom iemand aangenomen of afgewezen wordt. Op dit moment is er totaal geen terugkoppeling en is niet duidelijk of iemand wel goed over gekomen is. Dit maakt het voor Be at the Media moeilijk om mensen goed op de toelating voor te bereiden. Een voorstel van Marriët is om als NFTVA iedereen met een cultureel diverse achtergrond uit te nodigen voor een gesprek en niet zo krampachtig te doen. Ben merkt hierover op dat het alleen goed werkt als de organisatie zelf last heeft van het gebrek aan culturele diversiteit en het als een probleem ziet. Dat wil zeggen dat de NFTVA zich moet verbinden aan het oplossen van een probleem dat ze als zodanig erkennen. Walter Tjon Pian Gi merkt op dat er alleen maar over de voorkant wordt nagedacht. Ook organisatieculturen moeten veranderen. In het theater merkt hij precies hetzelfde. Wanneer iemand door de deur heen is reageert de organisatie niet goed op de multiculturele deelnemer. Ook Alice Erens van Click F1 heeft gemerkt dat de aansluiting bij en in het officiële circuit razend moeilijk is. Media is nog relatief nieuw, het officiële circuit is nog zoekende. Johnson Macamba van Routs & Routes en Macambamedia is na een begin in een project van Stoa (nu Mira Media) een van de eerste donkere cameramannen die is doorgestroomd. Hij is de laatste paar jaar bezig ruimte te creëren voor jongeren met een cultureel diverse achtergrond om in te stromen. Hij heeft problemen met het werven van deelnemers aan zijn projecten. De jongeren reageren niet op advertenties en uitnodigingen en hij vraagt zich af waar dat aan ligt. Carmelita merkt op dat bij een heleboel mensen met een cultureel diverse achtergrond het beeld van het ‘witte bolwerk’ heerst en zij niet geloven een eerlijke kans te krijgen. Mira Media heeft positieve ervaring met het fungeren als intermediair. Johnson benadrukt dat als iemand altijd in een slachtofferrol zit, hij/zij nooit iets zal kunnen bereiken. Op een gegeven moment besefte hij dat hij wilde gaan voor zijn droom. Zijn ervaringen wil hij graag delen met anderen, de aansluiting krijgt hij echter nauwelijks. Hij heeft veel contacten en biedt cultureel diverse jongeren een ingang. Hij laat ze een stukje zien maar de verdere ontwikkeling ligt bij de deelnemers. Michelle heeft het idee dat er flink geïnvesteerd moet worden in de basis, er zijn te veel organisaties die heel veel dingen aanbieden.
Heel veel jongeren begonnen bij Be at the Media met motivatieproblemen, maar gaan nu heel goed. Het is echter wel een heel lang traject. Alice Erens sluit hierbij aan met de opmerking dat organisaties beginnen met de voeten in de klei. In het begin is het zo veel investeren, de jongeren hebben een achterstand op sociaal en cultureel gebied. Zij moet de jongeren aan het handje meenemen, zelfs de talenten. “Het is een survivaltocht voor jongeren, je neemt ze mee, steeds dieper het wereldje in.” Melissa van der Heiden merkt op dat het ook ligt aan de reputatie van een beroep in de kunsten. Deze beroepen worden vaak niet als serieus beroep gezien. Acteren is een redelijk bekend beroep geworden, maar hoe zit het met cameramensen? Het idee bestaat dat in de kunsten niets verdiend kan worden. Carmelita vraagt wat de gouden greep is. Er zijn duidelijke obstakels, maar hoe krijgen organisaties uiteindelijk mensen aan het werk of in een opleiding? Volgens Walter Tjon Pian Gi is vooral het lange termijn denken belangrijk. Op de vraag of er op korte termijn geen oplossingen te vinden zijn antwoordt Ben dat wanneer de urgentie er bij de afnemer niet is, er toch niets gebeurt. Instanties zeggen altijd dat het belangrijk is, maar hoe kunnen zij de eerste stap zetten. Michelle Jacobs vindt dat organisaties flexibel moeten zijn; zij kunnen niet afdwingen dat alles alleen op hun manier gaat. Als organisaties en instanties niet inspelen op actuele ontwikkelingen zijn krijgen zij op den duur geen geld. Be at the Media is begonnen met een mediadag in samenwerking met Mira Media, waarbij veel jongeren zijn geworven voor cursussen. Organisaties beginnen vaak bij nul en moeten er in doorgaan. Daarbij moeten ze wel gesteund worden. Gezamenlijke projecten zijn hierbij heel belangrijk. Lessen op school kunnen hierbij heel erg bijdragen, maar leraren lopen vaak achter op het gebied van media. Ook moeten talenten opgemerkt en begeleid worden, wanneer zij samenwerken komen zij een stuk verder. Volgens Walter Tjon Pian Gi gaat het niet om de projecten zelf. Het gaat om de vraag hoe organisaties de contacten zo kunnen onderhouden, dat men elkaar kan vinden en in een vroeg stadium van elkaars expertise en ervaring gebruik kan maken. Conclusies de deelnemers ervaren het gebrek aan geld niet als het probleem. Voor een goed idee zijn altijd wel fondsen te vinden. • Er is behoefte aan een niet vrijblijvend netwerk zodat partijen elkaar kunnen vinden op basis van hun plaats in de keten van talentontwikkeling. Sommige deelnemers aan de doorstroomtafel media kenden elkaar nog niet en zien al mogelijkheden tot samenwerking. • Belangrijk en nodig is flexibiliteit zodat experiment en samenwerking mogelijk is. Een goede combinatie van het faciliteren van contacten en inhoud zal het proces een stap verder brengen. •