VERSLAG RONDETAFELGESPREK
Openbare vergadering op dinsdag 11 januari 2011, aanvang 19.30 uur, in het gemeentehuis te Raamsdonksveer.
VOORZITTER:
Dhr. J. van Brummelen
AANWEZIG MET DE VOORZITTER: Keerpunt ’74 PvdA CDA Partij Samenwerking VVD SP GroenLinks Uw Drie Kernen
Dhr. P. Voragen en dhr. I. van Nunen Dhr. A. van den Enden De heren A. de Jongh en L. Hooijmaijers Dhr. C. Bouwens en dhr. M. Verschuren Mw. L. Laurijssen en dhr. P. Kok Dhr. P. De Peuter Dhr. K. van Oort en dhr. J. van Oort De heren J. Slenders en B. van Strien
GRIFFIER:
mw. K.M.C. Millenaar
Aanwezige externen
Namens Stichting BOEG: dhr. B. Massop en mw. J. Serraris Namens Stichting Veers Erfgoed: dhr. J. van Strien Namens Oudheidkundige Kring “Geertruydenberghe: dhr. van Gils en mw. J. Serraris Uitgenodigd maar verhinderd: Raamsdonkse Historie
Notulen:
Mw. K. Millenaar
PUBLIEK:
Aanwezig
Thema avond: Historisch Erfgoed 1.Opening De voorzitter opent de vergadering en heet allen welkom. De raadsleden vernemen graag de visie van de gesprekspartners op het historisch erfgoed in de gemeente en hoe we daar in de toekomst mee om moeten gaan. Dhr. van Gils geeft aan dat historisch erfgoed de burgers en de gemeente nauw aan het hart gaat. Het aanbod aan cultureel en historisch erfgoed binnen onze gemeente is bovengemiddeld groot te noemen en behoeft de aandacht die het verdient. We kunnen daar ons voordeel mee doen en dienen het derhalve te beschouwen als een lust en niet als een last; een sta in de weg bij bouwplannen.
1
Zo is c.q. verleent erfgoed : 1. Identiteit Mensen zijn trots op hun erfgoed. Ze ontlenen een belangrijk gevoel van identiteit aan het verleden. Erfgoed verbindt mensen. 2. Economische factor van belang Cultureel erfgoed vergroot de vitaliteit van dorpen en steden en is een belangrijke aanjager voor de lokale economie. Een mooie historische omgeving heeft uitstraling op toeristen. 3. Van groot belang voor het woonklimaat De komende jaren is het voor gemeenten, ook in verband met de verwachte krimp, extra belangrijk om aantrekkelijk te blijven voor burgers en bedrijven. Historisch erfgoed draagt bij aan een onderscheidend karakter. Actieve aandacht voor cultureel erfgoed is een vorm van duurzame investering. a) Zo zou de gemeente erfgoed een stevige plek moeten geven in ruimtelijke plannen. Alleen wanneer erfgoedbeleid van meet af aan deel uitmaakt van ruimtelijke plannen, maakt het een kans om bij te dragen. Vervroeg derhalve het stadium waarin erfgoed in beeld komt b) Ook in de andere gemeentelijke visies zoals de Woonvisie dient er aandacht te zijn voor erfgoed c) Stel als gemeente derhalve, samen met de lokale culturele instellingen, een nota Erfgoed op Het historisch erfgoed bestaat enerzijds uit individuele panden en anderzijds uit het totale ensemble van panden. Als Oudheidkundige Kring zien wij, sinds een half jaar, dat de gemeentelijke aandacht ten opzichte van de individuele panden toeneemt. Als voorbeelden noemt dhr. van Gils de plannen voor het Fort Lunette, de Dongecentrale en Molen d ‘Onvermoeide. Dat gaat goed. Ten aanzien van het ensemble maken we ons wel zorgen. Een visie op het geheel is niet aanwezig. Durf daarbij als gemeente te kiezen. Kies bijvoorbeeld voor Raamsdonksveer als centrumkern, met de bijbehorende voorzieningen als grote supermarkten. Bestempel het oude hart van Geertruidenberg als centrum voor cultuur en horeca. Hij verwijst hierbij naar een artikel van de VOG van 30 december 2010. Let op voor versnippering. Als voorbeeld noemt dhr. van Gils Heusden waar ruim baan is voor horeca en funshopping. Dhr. van Gils ziet kansen op het terrein van het bestemmingsplan Oude Kom Geertruidenberg. Nu gebleken is dat de plannen voor de Riethorst opnieuw bekeken gaan worden, is de tijd aangebroken om lef te tonen. Maak plannen op een schaal die past bij Geertruidenberg! De Donge-oevers zijn planologisch nog niet helemaal ingevuld. Geef aan die laatste stukjes een recreatieve functie: maak wandelpaden en terrasjes. Voor onze vergrijzende bevolking kan dat een aantrekkelijk verblijfgebied worden. PAK ALS GEMEENTE DE REGIEROL. De tijd dat we ons door projectontwikkelaars lieten regeren, zou achter ons moeten liggen. Regel het goed in je bestemmingsplannen. Dhr. Voragen reageert op dhr. van Gils door aan te geven dat er vanuit de bevolking van Geertruidenberg duidelijk is aangegeven dat er behoefte is aan een supermarkt op korte afstand. Raamsdonksveer is te ver. Over de omvang van de supermarkt valt te praten. Heusden is voor Keerpunt ’74 overigens geen lichtend voorbeeld. Dhr. J. van Oort is het eens met de woorden van dhr. van Gils. Een visie op ons erfgoed is een goede zaak; ook ten aanzien van de lintbebouwing in Raamsdonk. Voor dhr. van Gils is het belangrijk dat er draagvlak is voor de te ontwikkelen visie. Deze visie/nota dient samen met de culturele instellingen opgesteld te worden. Verder pleit hij voor evenwichtigheid in het bestemmingsplan Oude Kom Geertruidenberg. Alle functies mogen daar in ontwikkeling worden gebracht (wonen, werken, winkelen) maar wel op de schaal van de oude kom.
2
Dhr. Massop haalt een citaat uit BNdeStem aan van mw. de Groot waarbij zij aangeeft dat met het verdwijnen van de winkels uit Geertruidenberg de kern doodbloedt. Indien hij om 19.00 uur door het centrum van Breda loopt –waar winkels in overvloed te vinden zijn- biedt de stad ook een doodse indruk. Alle luiken zijn dan gesloten. De aanwezigheid van winkels is derhalve geen waarborg voor levendigheid! Een stad heeft vele facetten; er wordt gewerkt, gewoond en gewinkeld. Je moet die functies niet gaan verstikken. Alles moet kunnen! Mw. Laurijssen vraagt aan dhr. Massop hoe de gemeente kan bevorderen dat de kern Geertruidenberg weer gaat leven? Wie verstikt het nu? Dhr. Massop de stad wordt verstikt door regels. Regels vervat in bestemmingsplannen. De stad wordt verstikt door de voor de Markt geldende matrix. Wil de stad kracht kunnen ontwikkelen om zich te ontwikkelen dan zal er in het bestemmingsplan meer aandacht dienen te zijn voor mogelijkheden dan voor beperkingen. Zo pleit dhr. Massop onder andere voor ontwikkeling van de zijstraten. In de zijstraten zijn de panden gunstiger geprijsd dan op de Markt en dat maakt ze aantrekkelijker voor ondernemers. Mw. Laurijssen werpt tegen dat deze regels ook bescherming geven. Wat voor de één een mogelijkheid is, vormt voor de ander een bedreiging. Hoe vinden we die balans? Dhr. Massop zou onderlinge concurrentie tussen winkels/horeca/kantoren niet als een bedreiging willen bestempelen. Wat de bescherming van de burgers betreft: zij verliezen hun rechten niet. Dhr. van Gils is het eens met dhr. Massop. Ook hij ziet graag een levendige stad. Niet alles hoeft geconserveerd te blijven. Leer echter van fouten uit het verleden (koeltoren, gedempte Haven) en zorg er voor dat er geen nieuwe minpunten bijkomen. Dhr. Voragen vraag hoe dhr. van Gils aankijkt tegen het plan van dhr. de Hoogh? Dhr. van Gils vindt het qua schaal beter. De Oudheidkundige Kring, maar ook de VOG, zouden graag mee willen denken en gezamenlijk met de gemeente tot een visie komen. Op zich is het momentum wel daar, nu eerder gepresenteerde plannen in de koelkast liggen. Dhr. de Jongh vraagt aan beide heren of het Masterplan Dombosch uit 2000 nog aangepast kan worden? Dhr. Massop ziet vooral mogelijkheden in een ruimer opgezet bestemmingsplan voor de Kern Geertruidenberg. Ook dhr. van Gils ziet voor “open” plekken zoals de Rivierkade, het gebied noordelijk van het Fort-Lunette en bij de Donge-centrale nog voldoende mogelijkheden. Hij noemt wandelpaden, terrasjes en een boulevard als opties. Dhr. van Brummelen vraagt of de aanwezigen vinden dat zij voldoende betrokken worden bij plannen rondom erfgoed. Dhr. van Gils geeft aan dat zij sinds de komst van het nieuwe college beter betrokken worden. Dhr. Kok is op zoek naar een definitie van erfgoed? Dhr. de Peuter refereert aan de reactie van het college op het rapport van de Erfgoedinspectie. Heeft het college naar aanleiding van dit rapport en de aanbevelingen die er in zijn opgenomen reeds contact gehad met de aanwezigen. Dhr. van Gils twijfelt niet aan de goede intenties van dit college, maar hij geeft nog geen uitnodiging van die kant ontvangen.
3
In reactie op dhr. Kok zou hij erfgoed willen omschrijven als alle moois wat door onze voorouders is achtergelaten. In de nota Erfgoed kan een definitie van erfgoed worden opgenomen. Dhr. Bouwens vindt het opstellen van een Nota Erfgoed een waardevolle start. Zijn de aanwezige partijen bereid om samen te werken aan een dergelijke nota? Dhr. van Gils is enthousiast wat samenwerken aan een Nota Erfgoed betreft. Hij ziet ook een rol weggelegd voor de VOG. Samen moeten we daar iets moois van kunnen maken. Dhr. van Massop denkt over erfgoed als een structuur die in de loop van de eeuwen is ingevuld. Die structuur dienen we te respecteren voor het nageslacht. Wat de samenwerking betreft: altijd goed! Dhr. van den Enden vraagt zich af of de nieuwbouwplannen rondom de Donge-oevers niet teveel van het goede zijn? Dhr. Massop wijst erop dat het een vorm van etiquette betreft om bij bouwplannen een onderzoek naar de historie van de betreffende locatie te laten uitvoeren. Een dergelijk onderzoek is belangrijk om te kunnen ingrijpen in het heden. Mw. Serraris geeft in dit kader aan dat een cultureel-historische analyse de onderlegger dient te vormen voor de inrichting van het gebied oude kom Geertruidenberg. In het kader van de wet Momo komen de verantwoordelijkheden steeds meer bij de gemeente te liggen; op het terrein van toezicht maar ook bij naleving. De gemeente moet z’n huiswerk gewoon goed uitvoeren. Dhr. Kok komt terug op het pleidooi van dhr. Massop voor het inbouwen van flexibiliteit in het bestemmingsplan Geertruidenberg Oude Kom. Welk referentiekader ziet dhr. Massop dan? Heusden,Woudrichem of wellicht Dordrecht (beste erfgoedgemeente)? De VOG refereert aan Heusden. Dhr. Massop duidt erop dat zowel Woudrichem als Heusden een eigen ontwikkeling hebben doorlopen. Hij is geen voorstander van kopiëren. Geertruidenberg beschikt over een eigen idenditeit. Reflecteer op dat thema en ontwikkel vervolgens een visie. Inventariseer de goede en minder goede aspecten. Mw. Serraris pleit ervoor om de in de gemeente aanwezige lokale kennis over cultuurhistorie meer te benutten als gemeente. De taak van de Monumentencommissie is nu vooral het beoordelen van vergunningaanvragen. Zij pleit voor uitbreiding van de taken van de Monumentencommissie; voor een meer integrale aanpak van erfgoed. De erfgoedinstellingen dienen daar zeker bij betrokken te worden. Dhr. Voragen geeft aan dat het een goede zaak is dat het erfgoed binnen onze gemeente structureel wordt aangepakt. Dhr. J. van Strien geeft aan dat ook het Veers Erfgoed wil meewerken aan de op te stellen nota Erfgoed. Dhr. Voragen vraagt of de € 80.000,- die voor de restauratie van Molen d’ Onvermoeide is uitgetrokken reeds is uitgegeven. Dhr. van Strien geeft aan dat er een plan van aanpak ligt, maar dat de uitwerking ervan (noch binnen, noch buiten) nog niet is begonnen. Uiteraard blijven de gelden beschikbaar. Het college heeft de zaak momenteel naar zich toegetrokken. Voorts ontstaat er een kip-ei discussie tussen diverse raadsleden en dhr. Massop over de vraag wat er eerst dient te zijn: de nota Erfgoed of het bestemmingsplan Geertruidenberg Kom. Dhr. B. van Strien merkt hierover op dat het eigenlijk een schande is dat een gemeente met zoveel erfgoed niet beschikt over een nota Erfgoed. Verder geeft hij aan dat een 4
bestemmingsplan een momentopname betreft. Afwijken van een bestemmingsplan wordt makkelijker indien conform richtlijnen uit kaderstellende nota’s, zoals een nota Erfgoed, wordt gehandeld. Dhr. J. van Strien geeft aan dat Veers Erfgoed streeft naar het behoud van erfgoed. Voorkomen is/dient te worden dat beeldbepalend onroerend goed zoals de kiosk op het Heereplein, de Oostenrijkse huizen aan de Beatrixlaan en het Hendricusgebouw op termijn gesloopt moeten worden. Dhr. J. van Oort geeft nog aan dat het landschappelijk erfgoed (bijv. lintstructuur in Raamsdonk) even belangrijk is. De voorzitter heeft van de aanwezigen de bereidheid gehoord om een bijdrage te leveren aan de nota Erfgoed. De inhoud van deze vergadering zal nader aan bod komen bij het presidium/discussieraad. Allen dankend voor hun inbreng sluit de voorzitter de vergadering. Vastgesteld op 8 februari 2011.
De griffier,
De voorzitter,
5