blad 1
Van Rhijn notarissen te Zeist OPRICHTING VERENIGING@ Heden, éénentwintig februari tweeduizend twaalf ____________________ verschenen voor mij, ________________________________________ mr Maria Margaretha Elings-van Hooidonk, ________________________ notaris met plaats van vestiging Zeist: ____________________________ 1. de heer Antoine Hendrik BRUNINK, geboren te Zuidelijke ________ IJsselmeerpolders op achttien februari negentienhonderd éénenzeventig, _ ________ gehuwd, wonende te 8253 KK Dronten, Sint Margarethagilde 3, geïdentificeerd aan de hand van nationaal paspoort nummer NMJDJK169, ___________ afgegeven te Dronten op vijftien oktober tweeduizend acht; ____ 2. de heer Johannes Adrianus BAKKER, geboren te Wateringen op __ achtentwintig april negentienhonderd vijfenzestig, gehuwd, wonende te _______ 2295 HB Kwintsheul (gemeente Westland), Van Lottomstraat 5, geïdentificeerd aan de hand van nationaal paspoort nummer NN98RKCD9, _________ afgegeven te Westland op éénentwintig juli tweeduizend acht; 3. de heer Johannes Franciscus Petrus Gerardus KERDEL, geboren te Geleen op zes september negentienhonderd vierenvijftig, gehuwd, wonende _ te 4265 HC Genderen (gemeente Aalburg), Meerhoek 12a, geïdentificeerd __ aan de hand van nationaal paspoort nummer NS303CRJ5, afgegeven te _______________________ Aalburg op één februari tweeduizend elf; 4. de heer Josephus Adrianus Johannes VAN DER VELDEN, geboren ___ te Loon op Zand op dertig juni negentienhonderd vijfenzestig, gehuwd, __ wonende te 5505 AZ Veldhoven, Kapteijnlaan 14, geïdentificeerd aan de _______ hand van nationaal paspoort nummer NVCR3K8B3, afgegeven te _______________ Veldhoven op zevenentwintig mei tweeduizend acht; __ 5. de heer Pieter VAN VEELEN, geboren te Rotterdam op vier augustus _ negentienhonderd vijfenvijftig, gehuwd, wonende te 2903 BA Capelle aan _ den IJssel, Kerklaan 3, geïdentificeerd aan de hand van rijbewijs nummer _______ 4839509406, afgegeven te Capelle aan den IJssel op vijftien april tweeduizend negen; ______________________________________ 6. de heer Rogier Johan Sebastien VAN DIS, geboren te Middelburg op _ negentien september negentienhonderd tweeënzeventig, gehuwd, wonende te 4337 WG Middelburg, Bluesroute 51, geïdentificeerd aan de hand van __ nationaal paspoort nummer NP5RR8R79, afgegeven te Middelburg op ___ vijftien juli tweeduizend acht. _______________________________ De comparanten verklaarden dat zij bij dezen een vereniging willen oprichten _ als volgt: ________________________________________________ INLEIDENDE BEPALINGEN _______________________________ 1. De bij deze akte op te richten vereniging: Vereniging Nederlandse ___ Brancheorganisatie voor Gebouw Automatisering, hierna te _____ noemen: de vereniging, zal, na haar aansluiting hierbij, een vereniging zijn ________ in de zin van de Statuten van de vereniging: FHI, federatie van __________ technologiebranches, hierna ook te noemen: Federatie FHI.
blad 2
2. Dientengevolge zijn enkele bepalingen uit de Statuten en/of het ________ Huishoudelijk Reglement van de Federatie FHI opgenomen in de eigen __ Statuten van de vereniging. _________________________________ 3. Anderzijds zal de Federatie FHI jegens de vereniging statutair gehouden __ zijn tot inachtneming van de hieronder aangehaalde verplichtingen, te ___ weten: _______________________________________________ a. zich te onthouden van de behandeling van specifieke zaken van de ___ vereniging behalve indien deze daarom verzoekt; _______________ __ b. de vereniging behulpzaam te zijn bij de behandeling van de onder a. _________________ bedoelde zaken indien deze daarom verzoekt; ______ c. de vereniging in te schakelen bij de behandeling van algemene __________ onderwerpen, die de Federatie FHI als geheel betreffen; ________ d. de uitvoerende werkzaamheden betreffende de secretariële _______ ondersteuning en het financieel beheer voor de vereniging te _ verrichten, conform het bepaalde in artikel 28 sub d. van de Statuten ______ van de Federatie FHI en overeenkomstig de richtlijnen van het _____________________ Federatiebestuur van de Federatie FHI. _____________ NAAM, ZETEL, DUUR EN RECHTSBEVOEGDHEID _______________________________________________ Artikel 1 __________ 1. De vereniging draagt de naam: “Vereniging Nederlandse ____ Brancheorganisatie voor Gebouw Automatisering”, hierna te ___________________________________ noemen: de vereniging. _ 2. De vereniging is gevestigd te Leusden, ten kantore van de Federatie FHI. _________________________ 3. Zij is aangegaan voor onbepaalde tijd. ________________________ 4. De vereniging is volledig rechtsbevoegd. ______________________________________ BRANCHE EN DOEL _______________________________________________ Artikel 2 ______ 1. Tot de verenigingsbranche worden gerekend: technisch advies- en _ engineeringbureaus voor gebouwautomatisering, systeemintegratoren en ________ installatiebedrijven voor gebouwautomatisering, fabrikanten en leveranciers van gebouwautomatiseringssystemen en –produkten. ______ 2. De vereniging heeft ten doel de behartiging van de belangen van de _____ verenigingsbranche in het algemeen en in het bijzonder van haar leden, __ mede middels het ontwikkelen en promoten van technologie/businesscases in realisatie, beheer en prestatie van gebouwen door investeringen in ____ automatisering, de herkenning en erkenning van het _______________ automatiseringsspecialisme in de gebouwenmarkt en duurzame ________ marktontwikkeling met een prominente rol voor de leden, alsmede het ___ verlenen van diensten die betrekking hebben op de behartiging van de ___ belangen van de leden. ____________________________________ 3. De vereniging laat de behartiging van de daarvoor in aanmerking komende __________________________ belangen over aan de Federatie FHI. Derhalve zal de vereniging, conform het in artikel 27 van de statuten van de _________________________________________ Federatie FHI:
HO/HO/2012.000117.01.01
blad 3
alleen besluiten nemen inzake onderwerpen die specifiek betrekking __ hebben op de in haar doelstellingen omschreven belangen; ________ b. de behandeling van onderwerpen van algemene strekking overlaten aan de Federatie FHI; ____________________________________ c. op verzoek van de Federatie FHI medewerking verlenen in zaken ____ waarin de Federatie FHI tot algemene beleidsvorming wenst te komen; d. in haar optreden naar buiten kenbaar maken dat haar werkzaamheden mede geschieden in het kader van -en niet strijdig zijn met- het beleid _ __________________________________ van de Federatie FHI; _ e. de Federatie FHI informeren omtrent haar voor de Federatie FHI van _______________________________ belang zijnde activiteiten. 4. De vereniging kan haar werkzaamheden ook tot derden uitstrekken, mits in het belang van (een deel van) de leden en die werkzaamheden niet in strijd _ zijn met de bepalingen in deze statuten noch in strijd zijn met de statuten __________________________ en bepalingen van de Federatie FHI. ________________________________________ LIDMAATSCHAP _______________________________________________ Artikel 3 Leden van de vereniging kunnen zijn: alle personen, rechtspersonen daaronder _ begrepen, die te goeder naam en faam bekend staan en zich bezighouden met _ de directe of indirecte verkoop aan bedrijfsmatige gebruikers van diensten en artikelen, al dan niet zelf gefabriceerd, genoemd in het doel van de vereniging, terwijl men in staat moet zijn om zijn/haar taak op het gebied van voorlichting, garantie- en serviceverlening ten aanzien van een afnemer op passende wijze te ____ kunnen vervullen. Onder te goeder naam en faam bekend in de zin van de ____ statuten en reglementen van de vereniging wordt verstaan het regelmatig __ nakomen van financiële verplichtingen en het zich niet schuldig maken aan _ handelingen die bestempeld kunnen worden als oneerlijke handelspraktijken. ____________________________________________ TOELATING _______________________________________________ Artikel 4 1. Het lidmaatschap van de vereniging wordt schriftelijk aangevraagd aan het Bestuur, dat binnen zes maanden na ontvangst van de aanvraag daarover _ een beslissing moet nemen. ________________________________ 2. Aan de aanvrager wordt schriftelijk bericht of hij/zij is toegelaten of _____ afgewezen. ____________________________________________ 3. Indien de aanvrager is toegelaten en het eventueel verschuldigde entreegeld door hem/haar is betaald, wordt hem/haar het nummer meegedeeld, ____ waaronder hij/zij in het ledenregister van de vereniging is ingeschreven. __ 4. Indien de aanvrager is afgewezen, zal hem/haar een motivatie van de ____ afwijzing worden gegeven. Een aanvrager die is afgewezen, heeft recht van beroep bij de Beroepscommissie. Het besluit van de Beroepscommissie is _ van bindende aard. ______________________________________ ___ 5. De samenstelling van de Beroepscommissie wordt in een huishoudelijk ______________________________________ reglement geregeld. _________________________________ RECHTEN VAN DE LEDEN a.
HO/HO/2012.000117.01.01
blad 4
Artikel 5 _______________________________________________ 1. Leden hebben stemrecht in de Algemene Vergadering. ______________ 2. De leden hebben het recht om van hun lidmaatschap in geschrift blijk te __ doen geven. Zodra het lidmaatschap van de vereniging eindigt, is elke ____ vermelding van het zijn van lid in geschrift of anderszins door het ex-lid __ verboden. _____________________________________________ 3. Leden hebben recht op het standaarddienstenpakket dat de Federatie FHI de leden van de aangesloten lidbranches ter beschikking stelt. _________ ___ 4. De leden mogen deelnemen aan het Federatiecongres van de Federatie ________________________________________________ FHI. _________________________ VERPLICHTINGEN VAN DE LEDEN _______________________________________________ Artikel 6 ___ 1. De leden zijn verplicht de bepalingen van de Statuten, reglementen en _____________ besluiten van de organen van de vereniging na te leven. _ 2. De leden zijn verplicht tot betaling van een jaarlijkse contributie, waarvan ____ de hoogte wordt vastgesteld conform het bepaalde in artikel 23 lid 2. ___ 3. De leden zijn verplicht tot betaling van een eventuele, jaarlijks door de _____________ Algemene Vergadering vast te stellen, branchebijdrage. _________ 4. Elk nieuw lid betaalt aan de vereniging een eventueel door het ________________ Federatiebestuur jaarlijks vast te stellen entreegeld. _ 5. Personen en rechtspersonen, van wie het lidmaatschap een aanvang heeft genomen, is geëindigd of die als lid zijn geschorst, zijn over het jaar waarin de aanvang, het einde of de schorsing heeft plaatsgevonden, de contributie _____ voor het gehele jaar verschuldigd, tenzij het Bestuur anders besluit. ______________________ AANSPRAKELIJKHEID VAN DE LEDEN _______________________________________________ Artikel 7 ___ De leden zijn niet aansprakelijk voor de verbintenissen van de vereniging. __________________________ EINDE VAN HET LIDMAATSCHAP _______________________________________________ Artikel 8 ____________________________________ Het lidmaatschap eindigt: a. door overlijden van het lid-natuurlijk persoon; ___________________ b. door ontbinding of liquidatie van het lid-rechtspersoon; _____________ c. door faillissement van of het aanvragen van surseance van betaling van het lid; _________________________________________________ d. door opzegging van het lidmaatschap door of aan het lid; ____________ e. door ontzetting van het lid uit zijn/haar lidmaatschap. ______________ Artikel 9 _______________________________________________ 1. De opzegging van het lidmaatschap door een lid kan slechts geschieden bij afzonderlijke schriftelijke kennisgeving daarvan aan het Bestuur. Deze ___ opzegging kan niet anders geschieden dan tegen -en ten minste drie _____ maanden voor- het einde van het boekjaar van de vereniging. _________ Het lid dat de opzegging doet, ontvangt daarvan binnen dertig dagen na de ontvangst van deze opzegging een schriftelijke erkentenis van het Bestuur. _ 2. De opzegging van het lidmaatschap aan een lid kan geschieden indien het
HO/HO/2012.000117.01.01
blad 5
lid de vereniging benadeelt of het lid zich niet meer beweegt op het terrein uitgedrukt in de doelstelling van de vereniging of -na daartoe driemaal te _ zijn aangemaand- niet ten volle aan zijn/haar geldelijke verplichtingen ___ jegens de vereniging heeft voldaan, alsmede wanneer het lid heeft ______ opgehouden te voldoen aan de vereisten welke te eniger tijd door de _____ statuten voor het lidmaatschap gesteld mochten worden. ____________ 3. De opzegging van het lidmaatschap aan een lid geschiedt door het Bestuur met inachtneming van een opzeggingstermijn van ten minste vier weken- _ ______ krachtens een besluit van de Algemene Vergadering en kan slechts ______ plaatshebben tegen het einde van een boekjaar. De opzegging kan _____ onmiddellijke beëindiging van het lidmaatschap tot gevolg hebben, ___ wanneer redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het ____________________________ lidmaatschap te laten voortduren. ___ 4. Bij fusie tussen de leden eindigt het lidmaatschap van deze leden op de ___ datum van de fusie. De nieuwe rechtspersoon kan in het ledenregister worden ingeschreven onder het door hem/haar gewenste nummer van een van de rechtsvoorgangers, mits hij/zij de nog bestaande verplichtingen van ______________ bovenbedoelde rechtsvoorgangers ten volle overneemt. _____ 5. Bij splitsing in meerdere bedrijven van een bedrijf, dat lid is van de vereniging, heeft de nieuw gevormde rechtspersoon niet automatisch recht _______ op het lidmaatschap. Het afgesplitste bedrijf zal op de in artikel 4 ______________ aangegeven wijze het lidmaatschap moeten aanvragen. _ 6. Alle kennisgevingen, als bedoel in dit artikel, geschieden bij aangetekend _____________________________________________ schrijven. ______________________________________________ Artikel 10 De ontzetting van een lid uit het lidmaatschap kan geschieden door het Bestuur tegen elke datum indien dat lid de statuten en/of een reglement der vereniging opzettelijk overtreedt, nalatig is in de nakoming van door hem/haar tegenover de vereniging op zich genomen verplichtingen, of de vereniging op andere wijze opzettelijk benadeelt. Van een besluit tot ontzetting staat de betrokkene binnen één maand na ontvangst van de kennisgeving, beroep open bij de Algemene __ Vergadering. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid _ geschorst. _______________________________________________ Artikel 11 _______________________________________________ 1. Bij uittreding, opzegging of ontzetting, als bedoeld in de beide voorgaande artikelen, zal noch het entreegeld, noch de betaalde contributie aan een lid worden uitbetaald, doch verblijven in de kas van de vereniging. ________ 2. In geval van overlijden van een lid-natuurlijk persoon of ontbinding van __ een lid-rechtspersoon, hebben zijn/haar erfgenamen en/of ___________ rechtsverkrijgenden het recht om voor een hunner het lidmaatschap van de vereniging aan te vragen. __________________________________ __ 3. Deze aanvraag moet schriftelijk aan het Bestuur geschieden binnen een _ maand na het overlijden van het lid-natuurlijk persoon, of de ontbinding van het lid- rechtspersoon. Het Bestuur is bevoegd een dergelijke aanvraag
HO/HO/2012.000117.01.01
blad 6
te accepteren of af te wijzen. In geval van afwijzing kan de betrokkene bij de ___________________________________________________ Beroepscommissie in beroep gaan. Het besluit van de Beroepscommissie is van bindende aard. ______________________________________ 4. Indien de aanvrager door het Bestuur wordt aangenomen, wordt de _____ aanvrager in het ledenregister van de vereniging ingeschreven als lid- ____ natuurlijk persoon of lid-rechtspersoon. ________________________ 5. Het bepaalde in het eerste lid is mede van toepassing op de beëindiging van ______ het lidmaatschap door overlijden van het lid-natuurlijk persoon of _________________________ ontbinding van het lid-rechtspersoon. _____________________________________________ ORGANEN ______________________________________________ Artikel 12 __________________ 1. De vereniging kent de volgende beleidsorganen: ________________________________________ a. het Bestuur; ________________ b. de Algemene Vergadering (Ledenvergadering). 2. Het Bestuur en de Algemene Vergadering zijn bevoegd andere commissies _ in te stellen, welke commissies eventueel nader zullen worden geregeld in _________________________________________ een reglement. __ 3. Reglementen die nodig mochten blijken ter nadere regeling omtrent alle _ onderwerpen waarvan de regeling gewenst voorkomt, worden vastgesteld ______________ door het Bestuur en/of door de Algemene Vergadering. Geen van deze reglementen zal bepalingen mogen bevatten, welke in strijd ________________ zijn met de bepalingen van de wet of deze statuten. __________________________________________ HET BESTUUR ______________________________________________ Artikel 13 _____ 1. Het Bestuur bestaat uit ten minste vijf leden, die door de Algemene Vergadering worden gekozen door en uit de leden. In de samenstelling van het Bestuur dienen de in de vereniging deelnemende clusters als aangeduid _____ in artikel 2 lid 1 zo evenredig mogelijk te worden vertegenwoordigd. _ 2. Tot lid van het Bestuur kan mede een lid-rechtspersoon worden gekozen, mits dit lid-rechtspersoon voor de kandidaatstelling een natuurlijk persoon aanwijst, door wie het lid-rechtspersoon zijn/haar bestuursbevoegdheden _ zal uitoefenen. Het bestuurslidmaatschap van een lid-rechtspersoon neemt een einde, indien en zodra zijn/haar bestuursbevoegdheden niet meer door deze natuurlijke persoon worden uitgeoefend en met dien verstande dat het lid- rechtspersoon het recht heeft om in onderling overleg met het Bestuur een plaatsvervanger aan te wijzen, die de bestuursbevoegdheden tot de ___ eerstvolgende Algemene Vergadering waarneemt. _________________ 3. Voor een bestuurslid eindigt het bestuurslidmaatschap met onmiddellijke _ ingang indien hij/zij: _____________________________________ a. ontslag neemt uit zijn/haar functie in het Bestuur; ______________ b. geen dienstverband meer heeft met het lid-rechtspersoon, namens wie _________________________ hij/zij in het Bestuur participeert; __________ c. door de Algemene Vergadering niet wordt herbenoemd;
HO/HO/2012.000117.01.01
blad 7
d. geen lid meer is van de vereniging; _________________________ e. door de Algemene Vergadering wordt ontslagen; _______________ f. overlijdt. __________________________________________ 4. In afwijking van het bepaalde in artikel 13 lid 3 sub b en d, kan de ______ Algemene Vergadering op voordracht van het Bestuur, in het belang van de vereniging, bij gewone meerderheid van stemmen, besluiten het _______ bestuurslidmaatschap van een lid van het Bestuur voor een periode van __ maximaal vier jaren te verlengen. ____________________________ __ 5. Indien het Bestuur een besluit tot voordracht, als bedoeld in lid 4, heeft __ genomen, dient dit besluit ter goedkeuring te worden voorgelegd aan de eerstvolgende Algemene Vergadering. Betreffend bestuurslid is gerechtigd zijn/haar lidmaatschap te continueren tot het tijdstip waarop de Algemene __________________ Vergadering bedoeld bestuursvoorstel verwerpt. ______________________________________________ Artikel 14 __ 1. Het Bestuur kiest uit zijn midden een voorzitter, een penningmeester en _______________________________________ plaatsvervangers. _ 2. Het Bestuur stelt voor de bestuursleden een rooster van aftreden op, met dien verstande dat de bestuursleden uiterlijk aftreden in het vierde jaar na hun (laatste) benoeming. Dit rooster wordt aan de leden van de vereniging ________________________________________ bekend gemaakt. ____ 3. De aftredenden kunnen terstond herkiesbaar worden gesteld, mits de ______ termijn van het lidmaatschap van het Bestuur de twaalf jaren niet ___________________________________________ overschrijdt. __ 4. In een in het Bestuur van de vereniging ontstane vacature wordt door de _ Algemene Vergadering voorzien door middel van een benoeming van een __ nieuw bestuurslid. Het Bestuur doet een voordracht voor een kandidaat. __ Deze voordracht wordt vermeld in de agenda’s bedoeld in artikel 21 lid 1 ___ terwijl van het ontstaan van een vacature zes weken voor de Algemene ___ Vergadering waarin in deze vacature zal worden voorzien, aan de leden __ bericht zal worden gezonden onder vermelding van de door het Bestuur voorgedragen kandidaat. __________________________________ 5. Indien echter door minstens een/tiende gedeelte van de leden uiterlijk drie weken voor de Algemene Vergadering ten kantore van de vereniging _____ schriftelijk de wens wordt geuit dat een of meer met name genoemde ____ kandidaten mede op de voordracht zullen worden geplaatst, zal zulks ____ geschieden en zullen deze kandidaten alsnog aan de voordracht worden __ toegevoegd, terwijl hun namen eveneens op de in lid 4 bedoelde agenda’s _ worden vermeld. ________________________________________ 6. De volgorde van plaatsing op de voordracht wordt bepaald door de ______ volgorde van inschrijving van de betrokken leden in het ledenregister. ___ 7. In ontstane vacatures wordt slechts voorzien voor zover het Bestuur dit___ wenselijk acht. Indien echter door het ontstaan van een vacature het aantal _ bestuursleden daalt beneden het in artikel 13 lid 1 gestelde minimum, dan ___________ zal binnen zes maanden in deze vacature worden voorzien.
HO/HO/2012.000117.01.01
blad 8
Artikel 15_______________________________________________ 1. Bestuursleden kunnen door de Algemene Vergadering worden geschorst of ontslagen, mits met een meerderheid van twee/derde gedeelte van de ____ uitgebrachte stemmen. ____________________________________ 2. Een voordracht tot schorsing of ontslag van een bestuurslid kan worden __ gedaan door het Bestuur of de Algemene Vergadering met gewone ______ meerderheid van stemmen._________________________________ 3. Indien een voordracht tot schorsing of ontslag van een lid van het Bestuur _ __ wordt gedaan, zal binnen een maand een bijeenkomst van de Algemene ________ Vergadering worden gehouden, waarin met de in lid 1 gemelde __ meerderheid van twee/derde van de uitgebrachte stemmen, zal worden _____________________________ besloten tot schorsing of ontslag. __ 4. In geval een besluit is genomen tot schorsing zal binnen een maand een _ bijeenkomst van de Algemene Vergadering worden gehouden waarin met ____ de in lid 1 gemelde meerderheid van twee/derde van de uitgebrachte stemmen zal worden besloten tot opheffing der schorsing of tot ontslag; bij _ gebreke van een zodanige vergadering wordt de schorsing na verloop van __________________________ een maand geacht te zijn opgeheven. ______________________________________________ Artikel 16 ___ Het Bestuur is voor zijn handelingen verantwoording verschuldigd aan de _ Algemene Vergadering, die bij deze statuten uitdrukkelijk het toezicht op het ________________________ beheer van de vereniging wordt opgedragen. _____________ TAKEN EN BEVOEGDHEDEN VAN HET BESTUUR _______________________________________________ Artikel 17 1. De vereniging wordt vertegenwoordigd door twee gezamenlijk handelende ______________________ bestuursleden of door het voltallig Bestuur. _ 2. De leden van het Bestuur participeren overeenkomstig de bepalingen van __ de Statuten en het Huishoudelijk Reglement van de Federatie FHI in de ______________________________ organen van de Federatie FHI. 3. Voor het optreden van het Bestuur en het verbinden van de vereniging zijn de handtekeningen van de voorzitter en de penningmeester of een door hen gedelegeerde voldoende. __________________________________ 4. Het Bestuur is -na voorafgaande goedkeuring van de Algemene ________ Vergadering bevoegd tot het sluiten van overeenkomsten tot het kopen, __ vervreemden en bezwaren van registergoederen, tot het sluiten van _____ overeenkomsten namens de vereniging, met inachtneming van het ______ bepaalde in artikel 7. _____________________________________ 5. Voor het sluiten van de in lid 4 gemelde overeenkomsten, alsmede voor alle handelingen welke een bedrag van éénhonderdduizend euro (€ ________ 100.000,00) te boven gaan, voor het aanstellen van een procuratiehouder, zomede voor de behandeling van het bepaalde in artikel 4 lid 1 wordt een _ ___________________ voorafgaand besluit van het Bestuur gevorderd. 6. Het Bestuur delegeert de uitvoerende en beheersactiviteiten, in het belang _ van de werkzaamheden van de vereniging aan de Federatie FHI, conform
HO/HO/2012.000117.01.01
blad 9
het bepaalde in artikel 28 sub d. van de Statuten van de Federatie FHI. ___ WIJZE VAN VERGADEREN VAN HET BESTUUR _______________ Artikel 18 ______________________________________________ 1. De vergaderingen van het Bestuur worden geleid door de voorzitter van het Bestuur van de vereniging. Bij zijn/haar ontstentenis of belet worden deze vergaderingen geleid door zijn/haar plaatsvervanger. Is ook deze afwezig _ dan worden de vergaderingen voorgezeten door zijn/haar plaatsvervanger. Is ook deze afwezig dan worden de vergaderingen voorgezeten door het __ _________________________ oudste aanwezige lid van het Bestuur. _______ 2. Het Bestuur vergadert zo dikwijls als de voorzitter of twee andere __________________________ bestuursleden zulks wenselijk achten. ______________ 3. Het FHI-bureau is belast met het houden der notulen. ______________________________________________ Artikel 19 _______ 1. In de vergadering van het Bestuur wordt door ieder lid één stem ___________________________________________ uitgebracht. ____ 2. Het Bestuur neemt geen besluiten dan met gewone meerderheid van ______ stemmen in een vergadering waarin meer dan de helft zijner leden __ tegenwoordig of vertegenwoordigd is. Een bestuurslid wordt geacht, ten aanzien van het te nemen besluit, ter vergadering vertegenwoordigd te zijn, ______ indien dat lid zich schriftelijk over het voorstel heeft uitgesproken. 3. Bij staking van stemmen in een vergadering van het Bestuur is een voorstel ____________________________________________ verworpen. __ 4. Blanco stemmen in een vergadering van het Bestuur zijn van onwaarde. ____________________________ DE ALGEMENE VERGADERING ______________________________________________ Artikel 20 ____ 1. De Algemene Vergadering dient ten minste eenmaal per jaar plaats te vinden, uiterlijk op dertig november. In deze vergadering doet het Bestuur, _ onder overlegging van de nodige bescheiden, rekening en verantwoording ________________ over zijn in het afgelopen boekjaar gevoerde beheer. 2. Voorts wordt de Algemene Vergadering zo dikwijls bijeengeroepen door het Bestuur, als het dit nodig acht, of op schriftelijk verzoek van ten minste ___ vijfentwintig procent (25%) van de leden. _______________________ 3. Indien aan een verzoek van ten minste vijfentwintig procent (25%) van de _ leden binnen veertien dagen geen gevolg wordt gegeven, en de vergadering niet binnen vier weken na indiening van het verzoek wordt gehouden, dan_ kunnen de verzoekers zelf tot die convocatie overgaan bij advertentie in een of meer landelijk verschijnende dagbladen, op kosten der vereniging te ___ plaatsen. Een dergelijke door de verzoekers zelf bijeengeroepen vergadering moet worden gehouden in Utrecht of omgeving.___________________ WIJZE VAN VERGADEREN VAN DE ALGEMENE VERGADERING__ Artikel 21 ______________________________________________ __ 1. Van alle Algemene Vergaderingen wordt aan de leden schriftelijk kennis gegeven door toezending van de agenda’s, waarop de te behandelen punten ____ zoveel mogelijk in extenso vermeld zijn en die minstens zeven dagen
HO/HO/2012.000117.01.01
blad 10
tevoren aan de leden worden verzonden. In spoedeisende gevallen kan ___ hiervan worden afgeweken, behoudens het in artikel 20 lid 1 bepaalde. ___ 2. De voorzitter van het Bestuur of zijn/haar plaatsvervanger leidt de ______ Algemene Vergadering. Bij afwezigheid van de voorzitter van het Bestuur _ en zijn/haar plaatsvervanger, voorziet de vergadering zelf in de leiding. ___ 3. Het FHI-bureau is belast met het houden van de notulen. ____________ WIJZE VAN STEMMEN VAN DE ALGEMENE VERGADERING _____ Artikel 22 ______________________________________________ _____ 1. Besluiten worden genomen met gewone meerderheid van de geldig ____________ uitgebrachte stemmen, tenzij de statuten anders bepalen. ____________________ 2. Elk lid van de vereniging brengt een stem uit. _ 3. Elk lid kan door ten hoogste een ander lid schriftelijk worden gemachtigd _ om namens hem/haar een stem uit te brengen. Deze machtigingen dienen voor de aanvang van de vergadering aan de voorzitter van de vergadering te ________________________________________ worden overlegd. ____ 4. Over personen wordt schriftelijk, over zaken mondeling of schriftelijk _____________________________________________ gestemd. ____ 5. Bij staking van stemmen over zaken wordt het voorstel geacht te zijn ___________ verworpen, behoudens het bepaalde in lid 6 van dit artikel. 6. Bij staking van stemmen over de (her)benoeming van bestuursleden wordt __ opnieuw gestemd. Indien de stemmen alsdan opnieuw staken, wordt de __ kandidaat met het laagste lidmaatschapsnummer geacht te zijn gekozen. ___ Indien echter de keuze gaat tussen een herkiesbaar bestuurslid en een _____ nieuwe kandidaat, dan wordt het zittende bestuurslid geacht te zijn _____________________________________________ herkozen. ___________________________ 7. Blanco stemmen zijn van onwaarde. ________________________________________ GELDMIDDELEN ______________________________________________ Artikel 23 ___ 1. Het financieel beleid en het financieel beheer van de vereniging zijn in ___ overeenstemming met de Statuten van de Federatie FHI, de richtlijnen alsmede de besluiten van het Federatiebestuur van de Federatie FHI. ____ 2. De leden betalen jaarlijks een bedrag aan contributie, waarvan de hoogte, _ eveneens jaarlijks, door de Algemene Vergadering van de vereniging wordt vastgesteld op basis van de door het Federatiebestuur geaccordeerde ____ branchebegroting. _______________________________________ 3. Indien noodzakelijk kan de Algemene Vergadering van de Federatie FHI __ een voorstel tot vergroting van het eigen vermogen van de Federatie FHI__ ter goedkeuring voorleggen aan de Algemene Vergadering van de _______ vereniging. Bij goedkeuring van de Algemene Vergadering van de _______ vereniging van dit voorstel dienen de aangesloten leden van de vereniging _ ter vergroting van het vermogen een bedrag naar rato te storten. _______ ______________________________________________ Artikel 24 1. Tijdig, voor het begin van het nieuwe boekjaar, stelt het Bestuur, in overleg met de Federatie FHI, een ontwerpbegroting op en legt dit ter goedkeuring
HO/HO/2012.000117.01.01
blad 11
voor aan de Algemene Vergadering. ___________________________ 2. De algemene kosten van de vereniging, voortkomend uit de ontwerp- ____ begroting, worden in beginsel gefinancierd uit een, jaarlijks, door het ____ Bestuur vast te stellen en door de Federatie FHI toe te kennen budget. ___ 3. Indien het in lid 2 genoemde budget niet toereikend is voor de financiering van de algemene kosten, kan het Bestuur de Algemene Vergadering _____ voorstellen van de leden een extra branchebijdrage te vorderen. Deze extra branchebijdrage dient als zodanig aan de leden kenbaar te worden ______ ________ gemaakt, en niet als (extra) contributie te worden aangemerkt. ____ 4. De in lid 3 genoemde eventuele extra branchebijdrage dient jaarlijks opnieuw te worden vastgesteld en kan nimmer worden geheven zonder een ________________ uitdrukkelijk besluit van de Algemene Vergadering. 5. De begroting wordt als bijlage gevoegd bij de agenda’s, bedoeld in artikel 21 _____ lid 1. Tot aan het einde van de maand waarin deze begroting door de ____ Algemene Vergadering zal zijn goedgekeurd, zal het Bestuur kunnen _ beschikken over ten hoogste de helft van de bedragen, die voorzien waren ______________________ in de begroting van het voorafgaande jaar. __ 6. De leden zijn gehouden bij te dragen in de kosten van de vereniging voor ________________ zover deze kosten te hunnen behoeve zijn gemaakt. _____________ 7. De vereniging zal geen winst onder haar leden verdelen. ______________________________________________ Artikel 25 _____ 1. Het Bestuur beheert de geldmiddelen en overige bezittingen van de ____________________________________________ vereniging. ________ 2. Het boekjaar van de vereniging loopt van één januari tot en met ___________________________ eenendertig december van elk jaar. _ 3. Het Federatiebestuur maakt na afloop van ieder boekjaar, en wel vóór de __ eerste juli, een geconsolideerde balans op. Daarnaast maakt het Bestuur _ van de vereniging na afloop van ieder boekjaar, en wel vóór de eerste juli, _ een balans op alsmede de daarbij behorende rekening van baten en lasten _ betreffende het beëindigde boekjaar. Beide stukken worden voorzien van een toelichting. Tezamen vormen zij de jaarrekening. _______________ 4. Het Bestuur verstrekt de Algemene Vergadering de aan deze over te leggen jaarrekening en de verklaring van de in artikel 26 lid 1 te noemen externe _ registeraccountant. ______________________________________ Artikel 26 ______________________________________________ 1. Aan de Federatie FHI is een externe registeraccountant verbonden, aan wie tevens de controle van de jaarrekening van de vereniging wordt ________ opgedragen. Van zijn/haar bevindingen brengt hij/zij ten minste jaarlijks _ verslag uit. ____________________________________________ 2. De in lid 1 genoemde registeraccountant wordt benoemd door het ______ Federatiebestuur van de Federatie FHI. ________________________ ______________________________________________ Artikel 27 __ 1. De jaarrekening en de daarbij behorende bescheiden worden ten minste veertien dagen voor de Algemene Vergadering ten kantore van de Federatie
HO/HO/2012.000117.01.01
blad 12
FHI ter inzage aan de leden neergelegd. ________________________ 2. De goedkeuring van de jaarrekening door de Algemene Vergadering strekt het Bestuur tot kwijting en décharge voor het gevoerde beheer. ________ 3. Indien de Algemene Vergadering de jaarrekening niet goedkeurt, zal het __ Bestuur binnen twee maanden daarna een nieuwe rekening en ________ verantwoording moeten opmaken, die wederom op dezelfde wijze en met _ inachtneming van dezelfde termijnen zal moeten worden onderzocht en __ aan goedkeuring onderworpen worden. ________________________ ______________________________________________ Artikel 28 _ 1. In alle gevallen waarin de wet en of deze statuten niet voorzien, beslist het ______________________________________________ Bestuur. __ 2. Bij verschil van opvatting over de uitleg van bepalingen van de statuten ____ tussen het Bestuur en de Algemene Vergadering beslist de Algemene ___________________________________________ Vergadering. _____________________________ STATUTENWIJZIGING/FUSIE ______________________________________________ Artikel 29 _____ 1. Een besluit tot wijziging van de statuten of tot fusie met een andere _______ vereniging kan slechts worden genomen in een speciaal daarvoor ___________ bijeengeroepen vergadering van de Algemene Vergadering. ____ 2. Een voorstel tot wijziging van de statuten of tot fusie met een andere __ vereniging kan worden gedaan door het Bestuur of een aantal leden dat _____ bevoegd is tot het bijeenroepen van de Algemene Vergadering, zoals ____________________________ bepaald in artikel 20, leden 1 en 2. ___ 3. Een voorstel tot wijziging van de statuten zal alleen behandeld worden indien het ten minste twee weken voor de datum van de vergadering van de __ Algemene Vergadering waarin het behandeld wordt, schriftelijk aan alle __________________________ leden woordelijk is bekend gemaakt. ______ 4. Besluiten tot wijziging van de statuten of tot fusie met een andere vereniging kunnen slechts worden genomen indien in een vergadering van _________ de Algemene Vergadering twee/derde van de stemgerechtigde afgevaardigden van de leden aanwezig of vertegenwoordigd is en met een _ drie/vierde meerderheid van de uitgebrachte stemmen. _____________ 5. Is in die vergadering geen twee/derde der stemgerechtigden aanwezig of __ vertegenwoordigd, dan wordt binnen zes weken een nieuwe bijeenkomst __ van de Algemene Vergadering geconvoceerd, waarin ongeacht het aantal __ aanwezige of vertegenwoordigde stemgerechtigde afgevaardigden, met een meerderheid van ten minste drie/vierde der uitgebrachte stemmen _____ voorstellen als in dit artikel benoemd, kunnen worden aangenomen. _____ 6. De gewijzigde statuten zullen niet van toepassing zijn op leden, die vóór het besluit tot wijziging of binnen een week na dit besluit hun lidmaatschap __ hebben opgezegd. _______________________________________ ____ 7. Wijzigingen van de statuten treden niet in werking dan nadat zij zijn _ geaccordeerd door de Federatie FHI en bij notariële akte zijn vastgesteld. ___________________________________________ ONTBINDING
HO/HO/2012.000117.01.01
blad 13
Artikel 30 ______________________________________________ 1. Ten aanzien van een voorstel tot ontbinding van de vereniging geldt _____ hetgeen in artikel 29 is bepaald op overeenkomstige wijze. ___________ 2. Indien bij zodanig besluit geen andere regels zijn gesteld, geschiedt de ___ liquidatie door het Bestuur. ________________________________ 3. Bij het besluit tot ontbinding bepaalt de Algemene Vergadering de ______ bestemming van een eventueel batig saldo. Op een besluit tot vaststelling _ van een bestemming van het batig liquidatiesaldo is het bepaalde in artikel _______________________________________ 29 van toepassing. ______________________________________ SLOTVERKLARING __ De hierboven in de statuten vermelde verwijzingen naar de statuten van FHI ___ casu quo bevoegdheden van FHI en/of een van haar organen, zijn pas van ___________ toepassing nadat de vereniging zich heeft aangesloten bij FHI. ___________ Ten slotte verklaarden de comparanten dat bij deze oprichting: ________________________ a. het bestuur bestaat uit acht bestuurders; ___ b. voor de eerste maal zijn bestuurders, in de achter hun naam vermelde ______________________________________________ functie: 1. de heer P. VAN VEELEN, de comparant sub 5 genoemd, tot voorzitter; _ 2. de heer J.A.J. VAN DER VELDEN, de comparant sub 4 genoemd, tot _____________________________________ penningmeester; 3. de heer A.H. BRUNINK, de comparant sub 1 genoemd, tot bestuurslid; _ 4. de heer J.A. BAKKER, de comparant sub 2 genoemd, tot bestuurslid; _______ 5. de heer J.F.P.G. KERDEL, de comparant sub 3 genoemd, tot ________________________________________ bestuurslid; 6. de heer R.J.S. VAN DIS, de comparant sub 6 genoemd, tot bestuurslid; ___ 7. de heer Jacob JANSEN, geboren te Harmelen op zestien augustus ______ negentienhonderd drieënzestig, gehuwd, wonende te 1064 WV ____ Amsterdam, Van Abbestraat 98, geïdentificeerd aan de hand van _ nationaal paspoort nummer NSL4891C0, afgegeven te Amsterdam op ____________ éénentwintig april tweeduizend acht, tot bestuurslid; 8. de heer Peter Gerben DIJKSTRA, geboren te Tiel op negentien april __ negentienhonderd zevenenzeventig, ongehuwd en niet geregistreerd in de zin van het geregistreerd partnerschap, wonende te 3261 PR Oud- _ Beijerland, Bomansstraat 7, geïdentificeerd aan de hand van nationaal paspoort nummer NW30KKR38, afgegeven te Oud-Beijerland op drie _ juni tweeduizend acht, tot bestuurslid. ______________________ WAARVAN AKTE is verleden te Leusden op de datum in het hoofd van deze __ akte vermeld. _____________________________________________ De comparanten zijn mij, notaris, bekend. _________________________ De inhoud van de akte is aan hen opgegeven en toegelicht. ______________ De comparanten hebben verklaard op volledige voorlezing van de akte geen __ _ prijs te stellen, tijdig van de inhoud van de akte te hebben kennis genomen en met de inhoud daarvan in te stemmen. Onmiddellijk daarna is de akte beperkt ________ voorgelezen en door de comparanten en mij, notaris, ondertekend.
HO/HO/2012.000117.01.01
blad 14
Volgt ondertekening. UITGEGEVEN VOOR AFSCHRIFT
HO/HO/2012.000117.01.01