VERSLAG LEIDINGGEVEN
29-11-2013
Naam : Jeroen Dusseldorp Tutor : Anne ten Ham Minor : Consultancy
VOORWOORD
Voor u ligt mijn verslag ‘leidinggeven’ waar ik gedurende mijn periode als projectleider aan gewerkt heb. Samen met Ingmar Uijl ben ik voor vier weken projectleider geweest van onze adviesgroep Smart Business Consultants. De bestaan uit acht personen in plaats van vier. Hierdoor is het gevoel van leidinggeven wat meer aanwezig en kan er gericht op gelet worden. In dit verslag komt naar voren wat ik heb gedaan tijdens mijn periode als projectleider en hoe ik mijn groepsgenoten zie. Bij dezen wil ik graag mijn medestudenten bedanken die aanwezig waren bij de intervisiebijeenkomsten. Hier werd besproken hoe het bij hun ging en waar nog aan gewerkt kon worden. Mijn dank gaat ook uit naar Anne ten Ham die deze bijeenkomsten leidde en input gaf. Verder heb ik ook veel geleerd van de training ‘functioneringsgesprekken’ want hier is goed naar voren gekomen hoe zo’n gesprek eruit ziet en wat er aan bod kwam. Ook de praktijkvoorbeelden waren erg handig als voorbereiding op de echte functioneringsgesprekken.
Jeroen Dusseldorp 29-11-2013
2
INHOUD Voorwoord .............................................................................................................................................................. 2 Teamanalyse ........................................................................................................................................................... 4 Belbin rollen ........................................................................................................................................................ 4 Zoo metaforen .................................................................................................................................................... 6 Functioneringsgesprekken ...................................................................................................................................... 8 Voorbereiding ..................................................................................................................................................... 8 Verslag ............................................................................................................................................................... 10 Reflectie ................................................................................................................................................................ 13 Overdrachtsgesprek .............................................................................................................................................. 14
3
TEAMANALYSE BELBIN ROLLEN
Randy: Randy is een echte vormer. Hij kenmerkt zichzelf als een prestatiegerichte werker en zal ook zeker zijn mening laten horen in de groep. Dit is ook vaak in de groep naar voren gekomen. Hij is gedreven en staat open voor feedback. Randy is ook degene die vaak als eerste met een idee of opmerking komt. De wat stillere in de groep komen dan later aan bod of misschien helemaal niet. Hij staat open voor feedback dus wanneer anderen aangeven dat ze bijvoorbeeld wat meer ruimte willen krijgen ze deze ook. Hij kan ook goed praten in grote groepen, waar anderen wat meer moeite mee hebben. Gioia: Gioia is zonder twijfel een groepswerker. Ze zorgt ervoor dat de sfeer goed blijft in de groep en kan met iedereen goed overweg. Ze voldoet dus ook aan de kenmerken van een groepswerker: behulpzaam, meegaand, sfeergevoelig. Een voorbeeld hiervan is dat er een tijdje geleden een kleine opstand was in de groep en er ontstonden meningsverschillen. Gioia was degene die uiteindelijk de groep weer bij elkaar gebracht heeft. Verder is ze iemand die graag anderen helpt, dus wanneer mensen ergens mee zitten wilt ze graag helpen. Ze is bijna altijd vrolijk en dit heeft dus denk ik een grote invloed op de sfeer in de groep. Mario: Mario zijn gedrag typeert het meeste een groepswerker. Hij zorgt net zoals Gioia voor sfeer in de groep en houdt van gezelligheid. Hij is best meegaan met anderen. Wanneer anderen met een idee komen vindt Mario het vaak wel prima en gaat ermee aan de slag. Tijdens zijn rol als projectleider merkte ik ook goed dat hij de leiding wilde nemen zonder de goede sfeer te verpesten. Hij vond het heel belangrijk dat iedereen goed met elkaar kon opschieten en hij heeft hier ook zeker invloed op denk ik. 4
Dylan: De rol zorgdrager past denk ik het beste bij Dylan. Hij heeft oog voor detail, vooral bij de eindopdrachten die beoordeeld gaan worden. Hij is degene die op het einde nog alles wilt checken, voordat het ingeleverd wordt. Hij kan zelf goed schrijven en ziet merkt fouten van anderen ook snel op. Wat ook opvalt, is dat hij mondelinge uitspraken van anderen verbeterd. Hij houdt verder ook van duidelijkheid zodat hij weet waar hij aan toe is. Marloes: Er zijn twee rollen die goed bij Marloes passen, de bedrijfsman(vrouw) en de zorgdrager. Ze is een bedrijfsman omdat zij vaak degene is die zorgt dat hetgene wat besproken is ook echt gebeurd. Ze zet afspraken om in daadwerkelijke activiteiten. Verder notuleert Marloes bijna altijd, wat het groepswerk sterk bevorderd. Wanneer Marloes geen projectleidster is, kan ze deze rol nog een beetje op zich nemen want ze heeft graag de touwtjes in handen. Verder past de rol zorgdrager ook goed bij haar want ze is best perfectionistisch en zorgt, net zoals Dylan, ervoor dat de eindproducten foutloos zijn. Asma: Asma is erg praktisch ingesteld en daarom vindt ik dat de rol bedrijfsman(vrouw) het beste bij haar past. Ze houdt er niet van om lang over zaken te praten, ze wilt meteen aan de slag. Ze is een harde werkster die ook taakgericht te werk wilt gaan. Ze is vaak wat stil in de groep maar wanneer ze iets toegewezen krijgt wilt ze hier ook meteen mee aan de slag. Ik denk dat de rol specialist ook wel bij haar past omdat ze een stille eenling is die volgens mij wel veel van bepaalde onderwerpen af weet. Ingmar: Ingmar is samen met mij projectleider geweest en is net zoals Randy een vormer. Hij neemt vaak het initiatief en zal ook zeker zijn mening over bepaalde zaken laten horen. Hij ziet een discussie als uitdaging en is daarbij ook heel wilskrachtig. Verder hij is zeer prestatiegericht. Ik merkte in deze weken ook dat hij vaak het initiatief nam tijdens het leidinggeven. Dit vond ik geen probleem want ik ben meestal iemand die eerst afwacht en later inhaakt.
5
ZOO METAFOREN
Randy: Randy is volgens de Zoo metaforen een wolf. Het is vaak duidelijk wat voor positie hij inneemt in de groep. Zo was het voor iedereen duidelijk dat hij begonnen is met leidinggeven. Hij praat vaak in de ik-vorm. Zo heeft hij soms al een plan in zijn hoofd en kan dit heel sterk overbrengen naar de groep. Ook denkt hij vaak in snelle oplossingen, wat ook een kenmerk is van de wolf. Een voorbeeld hiervan is het eindadvies. Randy kwam al snel met een oplossing terwijl de rest van groep nog in de analyserende fase zat. Gioia: Het dier dat het beste bij Gioia past is volgens mij de bever. Gioia levert veel goede input voor de groep, maar houdt zich vaak vast aan één gedachte. Een voorbeeld hiervan is de bespreking van het adviesrapport. Ze vond dat we met het klavermodel moesten gaan werken en week hier niet van af. Ze is een volger in de groep maar durft haar mening wel uit te spreken. Als het kan probeert ze anderen mee te nemen in haar besluit. Mario: Mario is een kikkerprins/inktvis. Hij is een echte sfeermaker in de groep en houdt van gezelligheid. Hij gooit bij groepsbijeenkomsten dan ook heel zijn hoofd leeg en zegt wat hij denkt. Dit maakt hem een heel eerlijk persoon. Verder is hij een echte hardop-denker. Bij brainstormsessies komt hij met heel veel ideeën die elkaar misschien wel tegenspreken. Hij heeft komt met veel goede ideeën in de groep maar kan het soms misschien iets overtuigender brengen.
6
Dylan: Dylan is een Eland. Hij is een rustig persoon in de groep, net zoals ik. Hij kijkt het eerst even aan, en komt later met op- of aanmerkingen. Dylan is ook een type dat van gezelligheid in de groep houdt. Anderen moeten hem eigenlijk wat vaker de ruimte geven om zijn ideeën op tafel te gooien. Nu gaat hij vaak in anderen ideeën mee, terwijl hij zelf misschien betere ideeën had. Marloes: Marloes is een wolf/bever in de groep. Ze is een leidinggevend type en houdt zich erg bezig met anderen in de groep. Wanneer anderen de leiding nemen zorgt ze ervoor dat iedereen weet dat ook zij de touwtjes in handen heeft. Ze is degene die ervoor zorgt dat alles op papier gezet wordt en blijft dus niet te lang over zaken praten. Verder is het moeilijk om haar van gedachten te veranderen wanneer ze eenmaal iets in haar hoofd heeft. Daarom vindt ik dat ze ook wel wat weg heeft van een bever, die zich vasthoudt aan één gedachte. Asma: Asma heeft het meeste weg van een haas. Ze werkt graag alleen en is dan ook erg onzeker wanneer ze moet samenwerken met anderen. Ze is een heel stil type in de groep en zal weinig uit zichzelf zeggen. Wanneer er dan opdrachten verdeeld moeten is ze wel heel actief en wilt ze meteen aan de slag. Dit is een positief punt van haar, ze houdt ervan om taakgericht te werk te gaan. Ingmar: Ingmar heeft kenmerken van een wolf en kikkerprins. Hij wilt graag zijn mening laten horen aan anderen. Hij komt met veel nieuwe gedachten en ideeën. Hij houdt van hard en efficiënt werken en probeert anderen hier ook in mee te nemen. Tijdens zijn rol als projectleider was hij ook degene die vaak het voortouw nam. Hij komt vaak met snelle oplossingen maar moet eigenlijk wat verder kijken dan alleen dat aspect.
7
FUNCTIONERINGSGESPREKKEN
VOORBEREIDING
Voordat de functioneringsgesprekken plaats gingen vinden hebben Ingmar en ik de groepsleden verdeeld. We hadden niet echt een voorkeur die we wilde spreken dus we hebben het zonder achterliggende gedachtes verdeeld. Ik zou de gesprekken gaan doen met Asma, Dylan en Mario. Ingmar zou de gesprekken gaan doen met Marloes, Gioia en Randy. We hebben ons individueel op de gesprekken voorbereid. Ik heb me vooral verdiept in de persoonlijke leerdoelen en hun ontwikkeling daarin. Dit zou dan ook centraal staan bij het gesprek en dat wisten ze ook van tevoren. Ik heb per persoon hun ambitieplan erbij gepakt en wat stukken uitgeprint. Dit zodat ik hier altijd op terug kon vallen wanneer ik het even niet meer wist. Hieronder zijn per persoon de onderwerpen te zien waarop ik mezelf voorbereid heb. De stukken zijn dus door de personen zelf geschreven. De opbouw van de functioneringsgesprekken hebben we in de training te horen gekregen. Deze in hieronder weergeven en ik heb geprobeerd om deze uit mijn hoofd te leren.
MARIO
Stressbestendig Daarbij heb ik kunnen laten zien dat er een ontwikkeling heeft plaatsgevonden van mijn competentie ‘stressbestendigheid’. Hoewel dat een goede zaak is, blijft de competentie nog verder ontwikkelbaar voor mij. Vandaar dat ik deze competentie ook in mijn tweede deel van de minor consultancy verder ga ontwikkelen. Zoals ik al verklaard heb tijdens de tussenassessment kan deze competentie nog verder ontwikkeld worden met name als er tegenslagen zijn. Hier wil ik dan nog bewuster van worden zodat ik nog makkelijker met tegenslagen om kan gaan. Daarbij zullen weer de bijeenkomsten als controle momenten centraal staan. Overtuigingskracht Daarbij heb ik kunnen laten zien dat er een ontwikkeling heeft plaatsgevonden van mijn competentie ‘overtuigingskracht’. Hoewel dat een goede zaak is, blijft de competentie nog verder ontwikkelbaar voor mij. Vandaar dat ik deze competentie ook in mijn tweede deel van de minor consultancy verder ga ontwikkelen. Zoals ik al verklaard heb tijdens de tussenassessment kan deze competentie nog verder ontwikkeld worden met name in groepsverband. Hier wil ik dan nog bewuster van worden zodat ik een nog grotere overtuigingskracht ontwikkel. Daarbij zullen weer de bijeenkomsten als controle momenten centraal staan. Hier zullen nog andere momenten toegevoegd worden. 8
Netwerken Daarbij heb ik kunnen laten zien dat er een ontwikkeling heeft plaatsgevonden van mijn competentie ‘netwerken’. Hoewel dat een goede zaak is, blijft de competentie nog verder ontwikkelbaar voor mij. Vandaar dat ik deze competentie ook in mijn tweede deel van de minor consultancy verder ga ontwikkelen. Zoals ik al verklaard heb tijdens de tussenassessment kan deze competentie nog verder ontwikkeld worden. Hier wil ik dan nog bewuster van worden. De controlemomenten zullen voor mij zijn; duo opdrachten, afstudeerstageplek en LinkedIn. Natuurlijk zal ik bij alle overige momenten waar ik de kans heb om deze competentie te ontwikkelen aangrijpen om mijzelf hierin te ontwikkelen. DYLAN
Leiderschap Hoe ik uiteindelijk mezelf wil ontwikkelen is tot een persoon dat goed leiding kan geven en over goede leiderschapstechnieken bezit. Als consultant dien je hier bekwaam in te zijn en dit wil ik ook bij mezelf realiseren. Ik heb er dan ook vanaf het begin af aan voor gekozen om in de laatste periode van de minor, de meest uitdagende en hectische periode, projectleider te zijn. Dit heb ik gedaan omdat het de meeste uitdaging biedt en mij het leerzaamste lijkt. “. De bedoeling is dat ik bij alle bijeenkomsten van de groep (beginnende vanaf wanneer ik projectleider ben) mijn leiderschap ga trainen.” Ook andere mogelijkheden? Overtuigingskracht Mijn doel is dus om op een betere manier mijn inbreng binnen de groep te brengen. Ik wil dit op een zekerdere en overtuigendere manier gaan doen zodat de groep eerder overtuigd is van wat ik wil en van de potentie van mijn ideeën. Om dit te realiseren zal ik dus ook vaak een mening of idee voor gaan moeten dragen en niet achterhouden zoals ik vaak geneigd ben te doen. De beoordelingen van mijn groepsgenoten zal ik zelf bij gaan houden in onderstaand schema zodat ik de feedback en ontwikkeling schematisch in één overzicht kan zien hoe mijn ontwikkeling verloopt en waar verbeterpunten liggen. ASMA
Overtuigingskracht Ik ben zeer tevreden over het intake gesprek en het is ook met een 7 beoordeeld. Persoonlijk vind ik dat het veel beter had gekund en ik wil mezelf daar ook in verder ontwikkelen de komende blok. Dit wil ik doen door vooral te blijven oefenen en nog eens oefenen, maar door mezelf kritische te laten beoordelen door andere. Feedback kan ik goed gebruiken, omdat ik hierdoor verder kan groeien. Netwerken Avans Hogeschool heeft een netwerkborrel georganiseerd. Het was een zeer leuke ervaring om te netwerken met studiegenoten. Zo heb ik de gelegenheid gekregen om kennis te maken met nieuwe 9
mensen. De afgelopen blok heb ik veel nieuwe mensen ontmoet. Wij hebben ook twee vak opdrachten gehad waarbij we contact moest leggen met organisaties. Voor het vak management ben ik via mijn eigen netwerk in contact gekomen met de organisatie dienstenregelingen. Dienst Regelingen ( DR) is een agentschap van het ministerie van Economische zaken. Ik heb daar een aantal interviews gehouden voor mijn management opdracht. Tevens heb ik een stageplaats voor mijn zusje en medestudent kunnen regelen bij deze organisatie. Presenteren `presenteren is oefenen` Onderwerp
Een leuke onderwerp bedenken
Boodschap Opening
Goed nadenken welke boodschap ik wil overbrengen Beginnen met een pakkende opening
Opbouw presentatie Afsluiting
Nadenken over logische volgorde Samenvatten en afsluiten met en leuke slogan
VERSLAG
ASMA
Het gesprek met Asma ben ik begonnen met “small talk” over het weekend. Ik merkte al gauw dat Asma niet veel over haar privé leven praat dus daarom ben ik meteen overgegaan op het groepswerk. Ik vroeg haar hoe ze het tot nu toe vond gaan etc. Verder gaf ik ook meteen in het begin van het gesprek aan hoe het eruit zou gaan zien zodat ze hier op de hoogte van was. Daarna heb ik het woord aan haar gegeven en is ze begonnen over haar leerdoelen. Ze is goed bezig met haar persoonlijke ontwikkeling. Ze vindt dat ze het doel overtuigen nu behaald heeft, vooral met betrekking tot het leidinggeven. Ik heb haar aangeboden om feedback te geven als zij dit wilt. Als tweede doel heeft ze presenteren omdat ze zich hierbij niet prettig voelt en er veel moeite mee heeft. Ze is van plan om de pecha kucha presentatie te doen i.p.v. de eindpresentatie omdat ze anders bang is dat hard faalt. Zo gaat ze kleine stapjes vooruit en hoopt ze hier verbeteringen in te boeken. Ze krijgt hier ondersteuning in van Ricardo omdat hij goed is in presenteren. Ik heb haar ook aangeraden dat ze ondersteuning kan vragen van de projectgroep zodat ze hier zo goed mogelijk aan kan werken. Met het derde doel netwerken heeft ze nog niet veel gedaan. Ze is van plan om hier later in het blok aan te gaan werken, met name tijdens de netwerkborrels op school. Ik heb zelf ook het doel netwerken dus ik heb ook aangeboden om misschien samen met andere studenten naar een netwerkborrel of beurs te gaan. Hier stond ze wel voor open. Later hebben we het gehad over het functioneren van mijzelf. Ze gaf aan dat ik in het begin wat stil was, maar dat ik later meer van mezelf liet horen. Hier herken ik mezelf ook in omdat ik vaak eerst afwacht en later inhaak. Wat vooral uit het gesprek is gekomen is dat er een goede sfeer in de groep hangt en dat iedereen zijn steentje bijdraagt. Belangrijk is dat de structuur duidelijk moet blijven en dat de projectleiders hier voor moeten zorgen. Bij het overdrachtsgesprek zal dit dus ook zeker ter sprake komen. Tijdens het gesprek heeft er ook een audio-opname plaatsgevonden, deze is via de mail naar Anne ten Ham gestuurd. 10
DYLAN
Ook het gesprek met Dylan ben ik begonnen met “small talk” over het weekend. Dit heb ik kort gehouden omdat het gesprek toch gepland is om het te hebben over de medewerker en leidinggevende. In het begin van het gesprek heb ik de structuur aangegeven zodat hij ook wist wat aan bod zou komen. Ik heb hem een hele open vraag gesteld over hoe hij het tot nu toe vindt gaan. Hij gaf aan dat hij het goed vindt gaan, vooral met het adviesrapport waar we nu mee bezig zijn. Hij vertelde zelf al het heel gezellig in de groep is en dat dit er soms voor zorgt dat we niet echt efficiënt werken. Dit is toevallig want hierover wilde ik het ook gaan hebben verder in het gesprek. Hij heeft de leerdoelen van de eerste periode afgerond en heeft daarop twee nieuwe doelen bedacht. Leiderschap en overtuigingskracht. Deze hangen ook samen omdat er voor goed leiderschap ook overtuigingskracht nodig is. Hij weet van zichzelf dat hij een volger is en niet vaak de leiding neemt, dit wilt hij gaan veranderen. Ik merkte bij hem dat hij hier echt mee bezig is geweest en goed nagedacht heeft over wat het gaat opleveren. Hij had als tip om de structuur wat beter te organiseren. Dit heb ik op een gegeven moment afgekapt omdat we nog in de medewerker fase zaten, hier zouden we later op terug komen. Ik heb wat doorgevraagd over leiderschap omdat dit nog niet heel duidelijk voor mij was. Hier is uitgekomen dat hij dit ook doet om wat serieuzer over te komen. Hij gaat aan deze doelen werken met een checklist. Na iedere bijeenkomst gaat hij zijn functioneren in de groep reflecteren. Hier wilde ik het ook over hebben omdat hij vaak goede ideeën heeft, maar veel op de achtergrond blijft. Hij is zich hiervan ook bewust en is hier ook aandachtig mee bezig. Hierna wilde ik het gaan hebben over een kritisch puntje, praten met anderen. Ik wilde hier naar toe werken en hij pakte het zelf al goed op. Hij schoof het al snel naar de projectleiders toe maar ik denk dat ik hem wel in heb laten zien dat dit ook bij de medewerker zelf ligt. Dit is wel een lastig punt omdat het een kwestie is van niet meer doen. Hij had nog als opmerking dat hij graag feedback krijgt wanneer hij projectleider is. Uit het gesprek is gekomen dat de sfeer goed is, maar dat de structuur wel wat beter kan. Dan kan de groep wat beter en efficiënter werken. Tijdens het gesprek heeft er ook een audio-opname plaatsgevonden, deze is via de mail naar Anne ten Ham gestuurd.
11
MARIO
Mario was als laatste aan de beurt, ook bij hem ben ik even begonnen met een “small talk”. Dit om het gesprek niet te formeel te houden en het vertrouwd te laten voelen. Ook heb ik Mario even verteld hoe het gesprek eruit zou zien en wat er aan bod zou komen. Ik ben heel open begonnen zodat hij zelf even kon vertellen hoe het gaat. Hij vindt het fijn in de groep en merkt weinig verschil met betrekking tot de leidinggevenden. Zelf denkt hij dat hij zelf ook wel goed in de groep ligt, hij heeft nog geen negatieve feedback gekregen. Een verbeterpuntje is de structuur geeft ook Mario aan. Ik heb hierbij ook meteen de link gelegd met Mario als individu, en niet de projectleiders. Hij weet dat hij hier ook een aandeel in heeft maar legt de bal wel bij de projectleiders omdat die uiteindelijk de leiding hebben. We hebben het als eerst gehad over zijn doel stressbestendig. Hij komt een beetje onzeker over maar hoeft dit helemaal niet te zijn. Hij ziet in dat er ontwikkeling in zit en denkt dat hij van anderen veel kan leren. Hij controleert zichzelf op zijn ontwikkelingen en ik heb hem ook verteld dat ik hier zeker verbetering in heb gezien. Als tweede doel heeft hij overtuigingskracht gekozen omdat hij gemerkt heeft dat zijn ideeën niet serieus genomen werden. Hij heeft hier goed aan gewerkt en merkt ook dat hij dit beter beheerst bij gezamenlijke bijeenkomsten. Dit doel heeft hij aangehouden om hier nog meer aan te gaan werken. Als tip heb ik hem aangeraden om hierover te praten met groepsleden. Als derde doel heeft hij netwerken, net zoals ik. Dit doel hangt ook een beetje samen met stressbestendig omdat hij het moeilijk vindt om met onbekende mensen te praten. Hij heeft hier ook goed aan gewerkt tijdens netwerkborrels etc. Ik heb geprobeerd om hem in te laten zien dat het soms iets te gezellig is in de groep, wat ook is gelukt. Dit hangt ook weer samen met de structuur, waar de volgende projectleiders zeker aandacht aan moeten gaan besteden. Hij heeft Ingmar en mij een complimentje gegeven over ons functioneren als projectleider, dat is altijd leuk om te horen. Tijdens het gesprek heeft er ook een audio-opname plaatsgevonden, deze is via de mail naar Anne ten Ham gestuurd.
12
REFLECTIE
Tijdens mijn rol als projectleider heb ik veel leerzame momenten meegemaakt. Begin blok 2 ben ik met Ingmar begonnen aan onze periode als projectleider. We hadden al veel gehoord van anderen die dit al projectleider geweest waren. Bij de eerste intervisie werd er gevraagd waar je het meeste tegenop keek of eng vond. Ik heb hierbij aangegeven dat ik het moeilijk vindt om ‘streng’ te zijn maar toch de goede sfeer te behouden. Wij hebben namelijk een hele gezellig groep en iedereen kan goed met elkaar opschieten. Dit is ook een verbeterpunt want soms zitten we heel lang met z’n allen te praten terwijl er eigenlijk gewerkt moet worden. Wanneer er al een paar keer gezegd is dat er gewerkt moet worden vindt ik het moeilijk om boos te worden. Dit heb ik af en toe wel gedaan en ik heb gemerkt dat het helemaal niet zo erg is om te doen. De andere weet vaak dat je gelijk hebt en kan dit dan ook wel hebben. Toch heb ik bij de functioneringsgesprekken te horen gekregen dat de structuur wat duidelijker en overzichtelijker mag. Wanneer ik weer een keer projectleider ben, op school of in het bedrijfsleven, wil ik hier wat meer aan gaan werken. Wanneer het voor iedereen duidelijk is ontstaan er ook minder problemen en is iedereen op de hoogte van de gang van zaken. Ingmar en ik hebben het volgens mij goed gedaan als projectleiders. We zijn erg opgeschoten met het adviesrapport en er zijn weinig tot geen problemen geweest. Waar ik de volgende keer ook wat meer aandacht aan wil besteden is het gericht en efficiënt werken. We hebben nu niet echt nagedacht over wie met wie samen ging werken etc. Andere projectleiders hebben dit wel gedaan en dit is terug te zien in het resultaat. Ik vindt het jammer dat onze periode als projectleiders zo kort was want nu was het zo weer voorbij. In de toekomst wil ik dus wat gerichter gaan leidinggeven met betrekking tot het gericht en efficiënt werken. De functioneringsgesprekken vond ik goed gaan. Ik was bang dat het misschien vaak stil zou vallen of dat er niks meer was om over te praten, maar dit was niet het geval. Ik heb wel gemerkt dat het moeilijk is om in zo’n korte periode kritische punten van anderen te ontdekken. Iedereen heeft al een plan met persoonlijke leerdoelen waar ze dus wat minder goed in zijn. Het meest kritische verbeterpunt was bij de meeste het praten wanneer er gewerkt moest worden. Dit kan een stuk beter in de groep en ik had als projectleider hier wat meer aan kunnen doen. Als er meer tijd geweest was had ik wat meer verbeterpunten van anderen kunnen ontdekken om ze hierop te wijzen tijdens de functioneringsgesprekken. Toch vond ik het een leerzame ervaring om zo gericht met leidinggeven bezig te zijn.
13
OVERDRACHTSGESPREK Verslaggeving van overdrachtsgesprek projectleiding 18 november 2013. (Genotuleerd door Ingmar en Jeroen) Aanwezig: Marloes van den Heijkant Dylan Hagar Ingmar Uijl Jeroen Dusseldorp Onderwerp: Overdracht werkzaamheden naar volgende projectleiders (Dylan & Marloes) Verslag: Het einde van de projectperiode van Ingmar en mij was voorbij. Dit betekende dat de volgende projectleiders het stokje overnamen en het project zouden voortzetten. Om dit zo goed mogelijk te laten verlopen is het belangrijk een overdrachtsgesprek te houden om daarin de lopende zaken te bespreken. Dit om zo verassingen voor de volgende projectleiders te voorkomen. Tijdens dit overdrachtsgesprek zijn de volgende punten besproken: Adviesrapport, stand van zaken Groepsleden en karakters Overige relevante zaken Adviesrapport, stand van zaken: De overname van de leiding van het project gebeurde midden in het opstellen van het adviesrapport. Ingmar en ik hadden hiermee de start gemaakt. In het gesprek is aangegeven hoe ver het adviesrapport af was. Dit was namelijk een volledige eerste kladversie. Daarbij is afgesproken dat Dylan en Marloes nu de verantwoordelijkheid gaan dragen voor het adviesrapport en gaan kijken welke onderdelen er nog missen. Zo weten we dat er dubbel wordt gecheckt of alles is gedaan en niks over het hoofd is gezien door de vorige projectleiders. Deze bespreking leverde een aantal punten op waar nog naar gekeken moest worden. Hiervoor dragen Marloes en Dylan nu zorg. Dit gesprek levert ons als duo de afsluiting op en Marloes en Dylan kunnen nu een frisse en goede start maken met de eindfase van het gesprek. Groepsleden en karakters: In de overgangsvergadering zijn tevens ook de karakters van de groep besproken. Hier hebben we tijdens de leidinggevende functie sterk op gelet. We hebben aan Dylan en Marloes verteld hoe we dit gedaan hebben. We hebben daarbij alle karakters afzonderlijk doorgesproken. Er zijn tips gegeven waar we op gelet hebben en hoe we ze benaderd hebben. Zo is het bijvoorbeeld nodig om bepaalde groepsleden echt aan het werk te zetten met een specifieke taak. Overige relevante zaken: Hierbij vooral gesproken over de effectiviteit van de groep en het samenwerken. Tot nu toe wordt er veel opgedeeld waardoor we achteraf nog bij moeten sturen. Ingmar heeft Dylan en Marloes verzocht om daar beter op te letten. Door veel samen te werken kunnen we veel dubbel werk voorkomen. Dit scheelt aan de kwaliteit, waarvoor we dan extra aandacht kunnen besteden. Ook is er de tip gegeven om te vragen wat we als groep van hen verwachten dan kan je daar rekening mee houden tijdens je leiderschap.
14
15