Stichting De Kindertelefoon Landelijk Bureau Lucasbolwerk 7 3512 EG Utrecht +31 (0) 30 34 104 00 www.kindertelefoon.nl
KvK 61100153 Bank NL64 INGB 000 653 74 44
Verslag De Kindertelefoon Rondetafelbijeenkomst over pesten d.d. 22 september 2015 Doel van de bijeenkomst De Kindertelefoon heeft in de Week tegen Pesten het initiatief genomen tot een Rondetafelbijeenkomst over pesten. Uitgenodigd zijn vertegenwoordigers en beleidsmakers uit onderwijs, ouderorganisaties, kenniscentra en wetenschap (zie overzicht aanwezigen). De Kindertelefoon merkt dat pesten niet vermindert, ondanks maatregelen en wetgeving. Kinderen en jongeren met wie De Kindertelefoon in gesprek gaan, laten weten te lijden onder het pesten - of het nu gaat over het gepest worden, of om het betrokken zijn bij het pesten. Als belangenbehartiger wil De Kindertelefoon het geluid en de ervaringen van kinderen laten horen. De Rondetafelbijeenkomst is bedoeld om verschillende partijen rond kinderen samen aan tafel te brengen, om zo kennis en ervaringen over pesten uit te wisselen. Nulmeting Na een kort welkom trapt de dag af met een nulmeting. De gespreksleider vraagt de deelnemers om op de stelling ‘Dankzij wetgeving en anti-pestprogramma’s is het pesten op scholen verminderd’ te kiezen tussen vier antwoorden: Ja, volmondig mee eens; Nee, volmondig mee oneens; Ja, maar met een aantal mitsen en maren of Nee, tenzij… Vervolgens worden de deelnemers gevraagd naar hun motieven, waarmee het gesprek op gang komt. De meerderheid van de deelnemers vindt dat met de toegenomen aandacht voor pesten de signalering binnen scholen recent is toegenomen. Dat is winst. De bewustwording is ingezet, zeker in het onderwijs, maar men is nog wel ‘bewust onbekwaam’, er is nog veel handelingsverlegenheid. Er zijn veel goede initiatieven om pesten aan te pakken, maar er is ook een keerzijde: organisaties die belang hebben bij het bestaan van de pestproblematiek en daar veel geld aan verdienen, dringen zich op. Een exactere focus kan helpen om pesten effectiever aan te pakken. Bijvoorbeeld door niet naar aanleiding van incidenten te stellen dat pesten erger is geworden,
maar door te constateren dat als zoiets ernstigs gebeurd, we als volwassenen kinderen niet goed helpen. De focus ligt vaak te veel op de cijfers en te weinig op de vraag of kinderen wel voldoende worden geholpen. Geconcludeerd wordt tegelijk dat kinderen beter worden geholpen dan voorheen, maar ook is er het besef dat docenten niet altijd voldoende zijn toegerust om kinderen te helpen – of zich voldoende toegerust voelen. Er zijn interventies die werken om pesten tegen te gaan, maar onduidelijk is wat er precies werkt. Welke tools en elementen zijn écht effectief tegen pesten? De wetenschap heeft die kennis in huis, maar de transfer van deze kennis naar de werkvloer ontbreekt. ** Nagezonden opmerking Miriam Appelman, VO-Raad: ‘Het is feitelijk onjuist dat er bij de wetenschap kennis is over welke programma’s werken en welke niet. Er is nu een bewezen effectief programma en dat is Kiva. Bij de andere programma’s wordt vervolgonderzoek gedaan en zullen de resultaten nog zeker een jaar of twee op zich laten wachten. Het andere punt is dat we aangeven dat we leraren/scholen willen helpen de weg te vinden in wat “werkt”. Samen met Stichting School en Veiligheid werken de PO-Raad en VO-raad aan een portal waarop gericht kan worden gezocht naar programma’s. Als dit portal beschikbaar is (naar verwachting nog in oktober) zullen we jullie hier ook op attenderen.’ ** De vertrouwensinspectie merkt dat het thema pesten in sommige gevallen wordt misbruikt bij bijvoorbeeld conflicten.
Stem van kinderen Etty van Leeuwaarden (regiomanager De Kindertelefoon) vertelt over de ervaringen van de vrijwilligers van De Kindertelefoon in het contact met kinderen. De belangrijkste conclusie is dat kinderen die contact zoeken over pesten zich niet gehoord voelen. Dat geldt voor kinderen die worden gepest, maar ook voor pesters of kinderen die op een andere manier bij pesten zijn betrokken. Ze benadrukt dat het geen aanklacht of verwijt is jegens leerkrachten en/of ouders, maar wat De Kindertelefoon hoort is dat volwassenen het vaak te druk hebben om echt naar kinderen te luisteren. Kinderen voelen een drempel om hun verhaal te doen, met het gevolg dat ze zich machteloos en eenzaam voelen. De druk op kinderen om te presteren is in het algemeen groot, vinden de aanwezigen. Dat zou pesten in de hand kunnen werken en zorgt tegelijk voor een drempel om het probleem aan te pakken. Pesten past niet in ‘het plaatje’. Een column van Micha de Winter wordt aangehaald: In het huidige klimaat gaat het niet om verbinding tussen mensen, maar om concurrentie. In de discussie blijkt ook dat bestaande routes niet altijd werken: kinderen weten de weg niet naar een vertrouwenspersoon, of weten niet wat de aanpak van hun school is tegen pesten.
Sociaal klimaat Verkend wordt wat de volgende stap zou kunnen zijn. Wat is er nodig om kinderen echt te helpen? Toerusten van leraren. Kennis is er, maar er is onvoldoende vertaling naar ‘de klas’, zodat vaak gezocht wordt naar een instant oplossing. Die werkt bij pesten niet. Pesten kun je niet geïsoleerd aanpakken, omdat in dit verband de sociale kwaliteit, de sociale cohesie belangrijk zijn. Juist dat aspect van sociale cohesie moet daarom een plaats krijgen in de lerarenopleidingen. De basis is een positieve manier van met elkaar omgaan, zonder dat daarbij het didactische uit het oog verloren wordt. Het klimaat moet voorwaardenscheppend zijn: een veilig klimaat op school is een voorwaarde voor leren. Kinderen hebben behoefte aan basisveiligheid. Daarbij moet strengheid niet tegenover welbevinden worden geplaatst, vinden de aanwezigen. Een oplossing zou kunnen zijn om niet nog meer regels te maken, maar de diepte in te gaan: waar staan we als school, wat vinden we acceptabel en wat niet? De vraag wordt gesteld hoe de aanwezigen met elkaar kunnen gaan bouwen aan een duurzame oplossing en wat de verschillende partijen daar voor nodig hebben. Een mogelijkheid is om uit te gaan van een systemische kijk op pesten, zoals ook het Seminarie voor Orthopedagogiek dat doet (Annemiek Broersen, 2015). Uitgangspunt is dat kwetsbaarheid aan de basis ligt van zowel pesten als gepest worden. Kwetsbaarheid is ook de verbinding tussen mensen: samen zijn we sterk. In een veilig pedagogisch klimaat mag kwetsbaarheid er zijn. Geopperd wordt om een succesvolle methode als het KiVa-programma (zie www.kivaschool.nl, red.) in te voeren. Dat blijkt in de praktijk niet haalbaar, omdat dit raakt aan de autonomie van scholen. Wel zijn de deelnemers het eens: de kennis over wat er werkt tegen pesten, moet bij leraren terecht komen. Dat gebeurt nu nog onvoldoende. Nog een aspect: De Kindertelefoon kan en moet zich sterker als instituut profileren dat zich mengt in het maatschappelijk debat om de stem van het kind luider te laten horen. Luisteren naar kinderen kun je leren, en we moeten juist kinderen en jongeren vragen waar zij behoefte aan hebben. Dat kan met peer-uitwisseling, panels, cliëntparticipatie, jongerenraden. Er worden verschillende suggesties gedaan en ook al voorbereid, zo blijkt – onder meer bij het NJi. Hoe verder? Slotvraag: Is deze bijeenkomst een begin van effectieve samenwerking? De deelnemers kiezen opnieuw positie. Het merendeel vindt van wel, maar het is nog broos. De bijeenkomst zou een vertrekpunt kunnen zijn, er is
gemeenschappelijke goodwill, maar om een duurzaam vertrekpunt te hebben, is méér nodig. Wat in de bijeenkomst verbindend blijkt te zijn, komt in de praktijk van alledag makkelijk in de marge terecht. Het idee ontstaat om een platform op te zetten met de deelnemende partijen, met het doel blijvend met elkaar in contact te staan en een vervolg voor te bereiden op de bijeenkomst. De deelnemers komen tot een concrete afspraak: Na de Week tegen Pesten zal een kerngroep van School & Veiligheid, Kindertelefoon en Stop pesten nu verder nadenken over waar de verbinding zit en welk vervolg op de Rondetafelbijeenkomst er zou kunnen zijn. Ook Kennisnet/Mijn Kind Online en de Vertrouwensinspectie zijn in beginsel bereid mee te denken. Erik Ott van De Kindertelefoon is verheugd dat er zoveel inzichten zijn gedeeld in een open, prettige bijeenkomst. Er is een waardevolle start gemaakt. De gespreksleider bedankt de aanwezigen en besluit de Rondetafelbijeenkomst.
Aanwezigen: Miriam Appelman, senior beleidsadviseur VO-raad Inge Anthonijsz, senior adviseur Nederland Jeugdinstituut Niels Baas, docent Universiteit Twente, onderzoeker, oprichter Cyberpestendebaas.nl Patricia Bolwerk, voorzitter Stichting Stop Pesten Nu Gie Deboutte, onderzoeker Universiteit Antwerpen, expert (cyber)pesten Etty van Leeuwaarden, regiomanager De Kindertelefoon Erik Ott, directeur-bestuurder Stichting De Kindertelefoon Remco Pijpers, strategisch adviseur Kennisnet/Mijn Kind Online Marije van de Sande, beleidsmedewerker Stichting School & Veiligheid/ Pestweb Nicolien van Santen, vertrouwensinspecteur, Inspectie van het onderwijs Arline Spierenburg, thema-adviseur Ouders & Onderwijs Martine Borgdorff, beleidsmedewerker communicatie & pr De Kindertelefoon (verslag) Marlies Leupen, gespreksleider
Artikelverwijzing Annemiek Broersen, A. O. (2015). Pesten en sociale veiligheid op scholen: definities en keuzes op micro-, meso- en macroniveau. Tijdschrift voor Orthopedagogiek, 108-119.