Verslag Rondetafelbijeenkomst G4 Toekomstverkenning kunstbeoefening in de vrije tijd DINSDAG 14 SEPTEMBER, DEN HAAG CULTURALIS THEATER BIJEENKOMST VOOR DE G4 (AMSTERDAM, DEN HAAG, ROTTERDAM, UTRECHT) DEELNEMERS In totaal waren er 30 personen aanwezig inclusief Andries van den Broek, OCW (1) en CLN (2). Van de geselecteerde genodigden van landelijke overheden/koepels, provinciale overheden en steunfuncties amateurkunst, gemeentelijke overheden, centra voor de kunsten en amateurkoepels waren er 38 vertegenwoordigers aangemeld. COLUMN DOOR HANS MUIDERMAN ZELFSTANDIG ADVISEUR Al hardlopend om zich heen kijkend komen er bij Hans Muiderman allerlei ideeën op over wat kunstbeoefening in de vrije tijd is. Kunstbeoefening in de vrije tijd, dat heette vroeger volksverheffing. Maat wat is volk tegenwoordig in een stad met 27 nationaliteiten? Op zijn 10 km ronde passeert hij een jutterskeet waar aan een lange tafel kinderen knutselen en waar een accordeonist door zijn eigen spel heen roept: 'Wat is het hier gezellig hè?' Hij vraagt de kunstenaar die de kinderen begeleidt of wat de kinderen doen kunstbeoefening is. 'Het woord kunst zou ik in het openbaar vermijden', krijgt hij terug, 'het moet vooral gezellig zijn.' Gezelligheid: voor veel mensen een reden om lid van een vereniging te zijn. Voor Muiderman geen criterium om kunstbeoefening in de vrije tijd te subsidiëren. Maar hij denkt: 'ach, misschien is het wel een criterium en is daar in de grote stad een ander woord gevonden. Sociale cohesie.' Verder lopend herinnert hij zich het Langweiligkeitfestival, waar zijn zoon als dichter ooit optrad. Een festival van deze tijd; vol nieuwe media, internet, digitalisering, en alles wat daar in communicatief oogpunt mee samenhangt. Ineens realiseert Muiderman zich waarom zowel de jutterskeet als Langweiligkeit hem raken. Het is hun anarchie. De losse vorm, de bijna anti-organisatie, en in alles het tegenovergestelde van een instituut met procedures en zorgen over zijn eigen continuïteit. Het aantal initiatieven dat afwijkt van het reguliere, van het institutionele, van het georganiseerde neemt in de grote stad toe en tegelijkertijd, is er een groeiende culturele potentie van individuen, kleine wisselende groepen, mensen met ambitie die mooie dingen willen maken en tonen. Voor de reguliere culturele orde, om dat zo te noemen, zijn ze vaak onzichtbaar. Bij die groepen, vaak jonge mensen, neemt de scheidslijn tussen de professionelen en de liefhebbers af. Het begrip kunstbeoefening in de vrije tijd zal al snel te kort schieten. Er is de neiging om, vooral in een stad met zoveel diversiteit, te denken of te hopen dat kunstbeoefening verbroedert. Maar het eerste wat kunst doet is het tonen van verschillen en bovenal het individuele. Juist die verschillen tussen al die culturele uitingen maken de kunstbeoefening in de grote stad interessant. Als het beleid in de grote stad er niet op gericht is om juist die verschillen van steeds hogere kwaliteit te maken, en onder goede omstandigheden te tonen, dan is sociale cohesie een lege huls. Voor de kunstbeoefening in vrije tijd rest dan slechts: gezelligheid.
1
VERSLAG RONDETAFELBIJEENKOMST G4
PLENAIRE STEMMING EN DISCUSSIE OVER STELLINGEN ONDERVERDELING AANWEZIGEN Provinciale overheid: 0% Lokale overheid: 11% Aanbieders van kunsteducatie: 15% Provinciale tweedelijns instellingen: 0% Verenigingen: 15% Onderwijs: 15% Overig: 44% STELLINGEN 1, 2 EN 9 ZIJN ALLEEN IN STEMMING GEBRACHT, ER IS NIET UITGEBREID OVER GEDISCUSSIEERD. STELLING 1: DE IN HET RAPPORT BESCHREVEN ONTWIKKELINGEN ZIJN HERKENBAAR VOOR MIJN ORGANISATIE. Eens: 85% Neutraal: 15% Oneens: 0% STELLING 2: DE CVK’S MOETEN ZICH ALLEEN RICHTEN OP HET AANBOD DAT HET PARTICULIERE CIRCUIT NIET AANBIEDT. Eens: 7% Neutraal: 19% Oneens: 74% STELLING 3: ALS IEDERE SCHOOL BREED IS, ZIJN ZELFSTANDIGE CVK’S/MUZIEKSCHOLEN OVERBODIG. Eens: 4% Neutraal: 7% Oneens: 89% Eens: Deze richting zou de ontwikkeling op kunnen gaan. Oneens: Bij centra en muziekscholen ligt de focus op talentontwikkeling, in de Brede school gaat het om kennismaking. De functie van de Brede school wordt ook overschat. Ontwikkelingen lopen traag, en het aanbod is 'supermarkt'-achtig. Het blijkt niet de gedroomde oplossing te zijn. Het is een prachtig tekentafelidee, maar er zijn allerlei logistieke en personeelstechnische problemen wanneer je 'schoolvreemde' zaken bij scholen neerlegt. Je kunt de Brede school ook zien als meer dan een verzamelgebouw. Ook de samenwerking tussen scholen en instellingen voor kunsteducatie valt onder het begrip. Probleem hierbij is echter dat veel kunstdocenten niet in het onderwijs willen werken. Verwacht wordt dat ook de particuliere sector zich nog verder zal ontwikkelen als speler binnen de Brede school STELLING 4: DE PROVINCIES ZOUDEN GEEN ROL MEER MOETEN HEBBEN OP HET GEBIED VAN AMATEURKUNST. Eens: 20% Neutraal: 30% Oneens: 41%
2
VERSLAG RONDETAFELBIJEENKOMST G4
Eens: De rol van de provincies moet sowieso beperkt worden. Maar in de G4 heb je weinig tot niets te maken met de provincie. De gemeente is hier gesprekspartner. Oneens: In niet-stedelijke gebieden is er een substantiële rol weggelegd voor de provincie. De provinciale steunfuncties doen daar goed werk. Deze organisaties boren naast provinciale subsidies ook anderen bronnen van financiering aan. Zij zouden in stand moeten worden gehouden. Probleem met de provincies is de wisselvalligheid. In tijden van bezuinigingen loopt de amateurkunst hiermee een risico. STELLING 5: LAAGDREMPELIG EN MAKKELIJK INPASBAAR AANBOD IS VAN GELIJKE WAARDE ALS DE VERDIEPING IN DE DISCIPLINES. Eens: 57% Neutraal: 13% Oneens: 30% Eens: Van gelijke waarde is een moeizaam begrip. Beide typen aanbod moeten op eigen, dus andere, criteria beoordeeld worden. Het zijn twee ongelijkwaardige zaken. Eerst moet je mensen binnen zien te krijgen, dan kun je met hun aan de slag. Laagdrempeligheid en verdieping zijn beide van belang. Als overheid moet je verschillende bevolkingsgroepen bedienen. Iedereen moet de gelegenheid hebben om aan kunstbeoefening te doen. STELLING 6: AMATEURKUNST HEEFT GEEN FINANCIËLE EN/OF ORGANISATORISCHE ONDERSTEUNING NODIG. Eens: 4% Neutraal: 0% Oneens: 96% Oneens: Amateurkunst vertegenwoordigt een maatschappelijke waarde. Het is belangrijk voor sociale cohesie; het cement van de samenleving. Plekken creëren voor amateurkunst hoort bij de taak van de overheid. Gemeenten moet initiatieven faciliteren. Niet structureel, dus voor eeuwig in stand houden, maar dingen op de rails zetten, en impulsen geven. De burger is zelf ook aan zet, via particulier initiatief en steun van bedrijven. De overheid heeft hierin een coördinerende rol. STELLING 7: DE TOEKOMSTVERKENNING (DEEL 3 VAN HET SCP-RAPPORT) IS VOORAL VAN TOEPASSING OP DE STEDEN EN NIET OP LANDELIJKE GEBIEDEN. Eens: 15% Neutraal: 33% Oneens: 52% Eens: Nu wel, maar over 5 jaar wellicht niet meer. Aanwezigheid van niet-westerse bevolkingsgroepen is vooral een stedelijk iets. De trend van internationalisering geldt extreem voor de G50. Oneens: Amateurkunst heeft in stedelijke en plattelandsgebieden een andere functie. Voor scholen gelden de ontwikkelingen zowel in de steden als op het platteland.
3
VERSLAG RONDETAFELBIJEENKOMST G4
STELLING 8: GENERATIEVERSCHILLEN BINNEN HET VERENIGINGS- OF DOCENTENKADER REMMEN VERNIEUWING IN HET AANBOD. Eens: 58% Neutraal: 12% Oneens: 31% Eens: Generatieverschil remt vernieuwing. Het kader van verenigingen wordt steeds ouder en houdt innovatie tegen. Verjonging in besturen zou nieuwe ontwikkelingen bevorderen. Maar als er generatieverschillen zijn in een vereniging komt er ooit wel vernieuwing. Oneens: Leeftijd is niet van belang, het gaat om manier van lesgeven. STELLING 9: INTERACTIEVE MEDIA MOETEN EEN CENTRALE PLEK KRIJGEN BINNEN INSTELLINGEN EN VERENIGINGEN. Eens: 92% Neutraal: 4% Oneens: 4% STELLING 10: HET IS URGENT OM OP DE IN HET RAPPORT BESCHREVEN TOEKOMSTTRENDS IN TE SPELEN. Eens: 59% Neutraal: 33% Oneens: 7% Eens: Veranderingen gaan snel, je moet er nu mee aan de slag gaan. Wil je jongeren blijven bereiken dan moet je mee in verandering. Bezuinigingen verhogen de urgentie ook. De toekomsttrends zijn niet schokkend, instellingen en verenigingen zijn al bezig hierop in te spelen. Wel is er verschil in urgentie per trend. Zo moet er zeker begonnen worden met het aan je binden van communities. Alleen aanbieden is niet meer voldoende. Er moet een omslag komen naar meer vraaggericht denken. Neutraal: Er zijn ook nog een hoop andere ontwikkelingen die we nu nog niet kennen.
4
VERSLAG RONDETAFELBIJEENKOMST G4
PLACEMAT-DISCUSSIES RONDOM DE ZEVEN TRENDS
1 Een klanthouding die een dienst verlangt. Ronde 1: Compartimenten (aanbod in modules); aanbod op maat (in doelgroepen); spanningsveld (continuïteit <-> ad hoc) •
Claimcultuur
•
Competenties en directe resultaten eisen, score/imago telt
•
Extra service, 1-op-1 begeleiding
•
Waar voor je geld
•
Van aanbod naar vraag door: individualisering; prijs/kwaliteit; product en omgeving; geen blackbox
•
Beoefening kunst in relatie tot onderwijs
•
Ontwikkeling kind vraagt om aansluiting onderwijs/maatschappij, binnen- en buitenschools
•
Wisselende diensten aanbieden, kleine en afwisselende cursussen
•
Service: praktisch. Forum: uitwisseling
•
Gebouw als faciliteit: ontmoetingsplek, samenspel
•
Lidmaatschap wordt toegangsprijs voor diensten
Ronde 2: Markt kan veel doen (transparant zijn); klant moet eigen weg kunnen kiezen; Luisteren naar vraag!; opstap naar innovatie van aanbieder, maatwerk (ook prijskaartje), leren anticiperen op vraag; oriëntatie, kennismaking in onderwijs •
Verwachtingen managen
•
Maatwerk met prijskaartje
•
Organisatie inrichten op nieuwe competenties
•
Commitment vragen
•
Servicemanagement – relatiemanagement
•
Luisteren naar wil van klant; maatwerk onderscheidt
•
Wederzijdse uitwisseling; leren van elkaar
•
Dienst vereist onderhoud; kennis klant, kennis veld
•
Adviesfunctie; sociaal effectief
•
Verantwoordelijkheid van uitvoering/in stand houden ligt bij de klant
•
Grote verscheidenheid 'containeren'
5
VERSLAG RONDETAFELBIJEENKOMST G4
•
Klant verlangt maatwerk
•
Geeft nieuwe mogelijkheden/innovatie
•
Organisatie legt verbindingen en geeft mogelijkheden tot kwaliteitsbevordering op maat
•
Organisaties moeten dienstbaar zijn (beter kijken/luisteren)
•
Vraag: hoe leert de klant wat de mogelijkheden zijn?
•
Markt/(semi) overheid; gesubsidieerde sector
•
Risico tot verschraling
•
Koppeling binnen/buitenschools/kennismaken en verdiepen.
2 Tijdelijk populaire crossmediale formats in plaats van tradities. Ronde 1: Trend wordt zeer ondersteund, maar niet ipv. doch naast; markt vangt grootste deel op; overheid is marktcorrigerend (achterstandspubliek); flexibilisering t.a.v. personeel, meerdere intelligenties, multiculturaliteit. •
Minder vaste cursussen
•
Proactief op zoek naar de trends, flexibel luisteren/kijken
•
Flexibele ruimtes/podia
•
‘Deskundigen’ voor alle mogelijke hokjes? Of meer nadruk op procesbegeleiding?
•
Hoe zal het gezonde samenspel tussen traditie en vernieuwing vorm krijgen? Traditie wel onderdeel, dus niet vervanging maar naast
•
Kwaliteitsreferentie
•
Duur!!: maatwerk, kleinschalig
•
Als kunstencentra het niet doen, pakt de markt het meestal wel op
•
Goede zaak
•
Tijdelijkheid heeft gevolgen voor ambities als het goed is
•
Kwaliteit waarborgen door leerlijnen?
•
Meerdere kunsten zijn verrijkend. Leidt tot nieuwe vondsten
•
Voordelen: inspirerend, afwisselend, vernieuwend;
•
Nadelen: organisatorisch complex, concurrentie, sterke leiding nodig, competitief, ad hoc ook oppervlakkig.
Ronde 1b: Geen bedreiging maar een verrijking; leren door inspiratie en ontmoeting; in combinatie met traditionele vormen; formats voor werving en kennismaking; hoe kunnen crossmediale formats een rol spelen bij ambachtelijk leren? •
‘leuk’: combi met tradities
•
Andere ingang/volgorde, nl. van inspiratie naar creatie, een wisselproces
•
Na-apen gaat wel vervelen!!
•
Biedt mogelijk kansen in muziekwereld: verkennen!
•
Uitdaging voor traditioneel georganiseerde amateurkunsten
•
Project versus langlopend, trends versus traditie
•
Groei door verandering?
•
Geloof er niet zo in; strijdig met invloed achtergrond (bv. groei niet-westers)
•
Er zal verwevenheid ontstaan van gebied tot gebied verschillend
•
Talentontwikkeling vergt duurzaamheid
•
Fushion (??schrijffout of ingenieuze combi van fusion en fashion??)
Ronde 2: -
6
VERSLAG RONDETAFELBIJEENKOMST G4
3 Lossere smaakvoorkeuren, omgangsvormen en organisatievormen. Ronde 1: Stap gemakkelijker; uitstroom bewuster; weg omhoog begaanbaar en begeleiden! – niet dwingen – daarbij steeds meer (zelf)selectie. Instellingen moeten die rol durven ontwikkelen. •
Een symfonieorkest – passé?
•
Geen doorlopende leerlijn meer als voorkeur sneller verandert
•
Welk vehikel wordt de vereniging?
•
Worden we op cultureel gebied voorbijgestreefd door internationale volhouders?
•
Hybride vormen
•
Geeft meer innovatie
•
Opent meer deuren, openheid, laagdrempeligheid, richting verschillende culturen
•
Werkt vervreemdend
•
Nuttig en nodig om statische vormen te doorbreken
•
Kunst is per definitie toch directief?
•
Niet iedereen kan toch zomaar alles, toch?
•
Smaak laat zich niet democratiseren
•
Kunstbeoefening vraagt om hiërarchie!
•
Oppervlakkigheid ligt op de loer
•
Ook tijd en plaats van kunstbeoefening -> 24 uurs economie
•
Relatie cursist <-> docent verandert: coproducent/leerproces <-> cultuurcoach
•
Hybride organisatie -> multifunctioneel/diverse culturele functies
•
‘Sportschool’ idee: je komt langs en zie wat je gaat doen
•
Ad hoc, informele groepen die ook subsidie aanvragen
•
Korte producties, snelle resultaten
•
Meerdere onderlinge uitwisseling
•
Gemakkelijker aan kunnen haken
Ronde 2: Onderzoekende attitude aanbieder; instelling maakt keuze; verschillende routes aanbieden; schotten tussen games en disciplines verwijderen; mix van amateur en professional; workshops binnen de organisatie organiseren; actief acteren op fora (digitaal); ontmoetingen organiseren. •
Vraag: geen vaste tijden, nieuwe leerstijlen, zelf gekozen repertoire spelen, YouTube gebruiken. Antwoord: aangepaste klanthouding van personeel, meer Zzp-ers, moderne onderwijsstijlen, creëren van communities
•
Smaak: wereldmuziek, pop, jazz, hiphop
•
Eigen communities
•
Projecten om de orkesten heen
•
Learning door peers vragen wat ze willen spelen; geen prefab op maat; ↓ canon; contacten aanbieden losse formaties
•
Veel tijdelijke lesverbanden
•
Veel fusies tussen genres en disciplines
•
Sfeer is nóg belangrijker, want leerlingen streven minder een gemeenschappelijk doel na
•
Twee trefwoorden: cultuur en generatie
•
Operatie voor diversiteit
•
Organisatievorm (mogelijk in verband met diversiteit)
•
Media – digitale media
7
VERSLAG RONDETAFELBIJEENKOMST G4
4 Volle agenda’s waarin kunstbeoefening moet worden ingepast. Ronde 1: Klant-zijn is belangrijk item! – geen 9 to t5 maar 24/7; zorg voor een intensief contact, dus interactief = behorende tot een groep; voor kwaliteit maken mensen tijd!; •
Ouders als klant (scenario 2030)
•
Brede school. Als volledig dagarrangement
•
Af van de 9 tot 5 mentaliteit
•
Opnemen in curriculum van scholen, met nadruk op talentontwikkeling
•
Vervoersvraagstukken (ouders, ov)
•
Hang naar individualisering versus social events; internet versus social inclusion
•
Buurtgebonden keuzes
•
Kortstondig versus hoge kwaliteit
•
Kunstbeoefening + agenda vraagt gezamenlijkheid
•
Wie kan wanneer? Kan het altijd? Betekent veel vrije tijd veel kunstbeoefening?
•
Digitalisering?
•
Flextijden in aanbod, diverse formats, lengte en inhoud
•
Live meedoen, en op cd/dvd/mp3 etc
•
Downloaden van internet (met inlogcodes)
•
Dit zijn de meest waardevolle deelnemers
•
Mobiel uitwisselen/tweede huis
Ronde 2: Alles binnen handbereik; virtuele supermarkt; (klanten) binden; verdiepen (van heftig intensief); groots en meeslepend; ontwikkeling; inhoud versus verpakking. •
Consumptieve instelling
•
Concurrentie op maat
•
Zappende burger
•
Korte cursussen
•
Fun-shoppen
•
Samenwerking zoeken?
•
De nieuwe culturele instelling!
•
Kort en heftig, maar ook groots en meeslepend, appèl doen op diepere drives
•
Weinig contacturen, veel op afstand in de eigen tijd realiseren
•
Centraal staat het kind: ouders (participatie, betrokkenheid; informatie aanbod; competenties; talentontwikkeling (kennismaking, verdieping, doorstroom); interventies (ministerie, school); kerndoelen (OTV, hogere eisen)
•
Concurrentie (kinderen, sport)
•
Korte programma’s/ termijnen, snelle resultaten
•
Meebewegen met vrije tijd; door de week, avonden, schoolvakanties, namiddagen
•
Open structuren
8
VERSLAG RONDETAFELBIJEENKOMST G4
5 Het eigen gevoel als maat der dingen. Ronde 1: Op zoek gaan naar de vraag (achter de vraag); Coaching en begeleiding; proactief op trends, liefst trendsettend; flexibel; fora, ontmoetingen, virtuele hangplekken. •
Mens blijft geneigd anderen te imiteren
•
Individu als uitgangspunt, eigenwaarde hoeft niet los te staan van groepsactiviteit -> inspelen op
•
Beoefenaar verantwoordelijkheid geven voor inbreng: unieke inbreng
maatwerk of iemand het gevoel geven dat daar op ingespeeld wordt •
Inspelen op trends, inspelen op vraag van de klant, persoonlijke benadering en coaching, breed aanbod
•
Flexibel, snel kunnen veranderen
•
Groepen: hoe ga je dat organiseren? Muziek/ensembles
•
Klant/beoefenaar wordt verantwoordelijk, dus coachen en begeleiden
•
Kinderen? Erfgoed?
•
Interesse/persoonlijke ontplooiing staat voorop; dienst of aanbod past zich aan
•
Brede service ook op informeren gericht
•
Klant bepaalt, is verantwoordelijkheid
•
Inspelen op tijdelijke drijfveren; wat nu in is kan over een jaar weer uit zijn
•
Maatwerk; afgestemd op voorkeuren per individu
•
Op sociaal niveau communiceren
•
Wat voor faciliteiten kun je stimuleren?
•
Kwaliteit klant aftasten
•
Houdt verband met alle trends
•
Ken je klant! Via vragen stellen, fora, ontmoetingen organiseren (docent!)
•
Flexibele docenten, liever nog pool van docenten om maatwerk te kunnen leveren
•
Het ‘gelijk’ van de docent verandert, idee van basiskennis verandert, men zal vaker shoppen
•
Bereid je voor op trends (grote sterren etc.), of schep die
9
VERSLAG RONDETAFELBIJEENKOMST G4
Ronde 2: Kan een bedreiging zijn voor gemeenschappelijke beoefening amateurkunst, tenzij je een groep(je) soortgelijken vindt. •
Individueel op zoek naar soortgelijken en anders door naar volgend initiatief
•
Motivatie uit persoonlijke ontwikkeling?
•
Eigen gevoel is multi interpretabel en kan veranderen
•
Ik maak zelf wel uit wat mooi is 'nee toch?'
•
Oppervlakkige verkenning ligt op de loer
•
Doorgeslagen individualisme kan nooit iets gezamenlijk opleveren
•
Ongeremd en ongecorrigeerd gedrag leidt tot niets
•
'Mijn’ eigen gevoel bepaalt de maat der dingen
•
Het gevoel van de individuele beoefenaar bepaalt het gevoel der dingen (zijn kunstje?)
•
Samen wegen van drie individuele gevoelens
•
Maatwerk
•
Wat ik wil is bepalend !
•
Consument die betaalt, bepaalt (kritischer)
•
Individualisme
•
Tegengas geven
•
Kennis nemen van andere zaken
6 Genres en vormen die in groeperingen met een niet-westerse achtergrond geliefd zijn. Ronde 1: Ronde 2: Interessante ontwikkeling; zeven zuilen waarbinnen het vorm krijgt, kennis ontwikkeling, fusion/non-fusion, behouden van informele circuit en deze beter faciliteren, formele circuit flexibiliseren. •
Kennis ontwikkeling op dit vlak bevorderen, want zijn niet per se verschillend, mag vanzelfsprekend
•
Informeel/formeel – meer faciliteren
•
Hoe kunnen we ervoor zorgen dat die vraag goed beantwoord wordt
•
Flexibele instelling, maar vooral zelf oplossing van vragen groepen
•
Duidelijk ja, maar sommige (mediaal bepaald) – fusion vormen – ontmoeting, ambachtelijk
•
Bestaan niet! – fusion wel
•
Dienen steeds meer als middel voor sociale cohesie
•
Geven samenhang in de eigen groep
•
Brede mogelijkheden buiten het informele circuit, als je kwaliteit biedt
7 Meer informatie, software, communicatie en community’s op internet, die bijdragen aan de verdere emancipatie of empowerment van de kunstbeoefenaar. Ronde 1: Ronde 2: ICT = handig en efficiënt, maar face to face is het belangrijkste. Wel invloed op: rol docent. •
Wat is de rol van de docent?
•
Moet overheid de klassieke canon in stand houden
•
Wij communiceren met onze deelnemers via internet. En forum, facebook, hyves, YouTube, maar
•
Downloaden lessen, scripts, muziek via inlogcode
•
Kaartverkoop via internet 50%
•
Mobiele telefoon maakt sociale kring, sms'en – het is een deel, maar zeker niet alles
10
VERSLAG RONDETAFELBIJEENKOMST G4
ook gebruikt als info uitwisseling. Je verkoopt er geen kaartjes mee.
•
Inspiratie/stimulans
•
Rol docent kan wijzigen coachen, begeleiden
•
Meer mogelijkheden
•
Minder vrijblijvend
•
Geen toename deelname
•
Info overdracht
•
Communicatie
•
Ideeën uitwisselen
•
Nieuwe onderwerpen bediscussiëren (forum)
•
Muziekfilmpjes
•
Muziek digitaliseren
•
Zelf muziek maken
•
Digitaal portfolio
•
Wat is de rol van de docent?
•
Moet de overheid de klassieke canon in stand houden?
11
VERSLAG RONDETAFELBIJEENKOMST G4