Verslag van de KNR-studiedag d.d. 22 september 2011 Locatie: Aantal deelnemers: Dagvoorzitter:
Verkadefabriek te ‘s-Hertogenbosch ca. 125 ptr. D. Hendrickx, opraem
Het programma van deze studiedag: 9.00 – 9.20 uur 9.30 – 9.40 uur 9.40 – 10.00 uur 10.00 – 10.30 uur 10.30 – 10.50 uur 10.50 – 11.15 uur 11.15 – 11.45 uur 11.45 – 12.30 uur
Ontvangst met koffie, thee in de serre van de Verkadefabriek Welkom/Opening door dagvoorzitter (ptr. Denis Hendrickx) “Wat mooi is, is moeilijk en wat af is, is niet gemaakt” (br. Leonardo van Dijk) Wijzigingen Rechtspositiereglement (Werkgroep Rechtspositiereglement) Herbestemming onroerend goed (drs. Rogier Moulen Janssen) Pauze Presentatie Energie voor Kerken (Hellemans Consultancy) WGA-hiaatverzekering (Donatus/ Nationale Nederlanden)
12.30 – 13.30 uur
Lunchpauze
13.30 – 14.45 uur 14.45 – 15.15 uur 15.15 – 15.30 uur
Wijzigingen vakantiewetgeving (mr. Marco Veenstra) Mantelovereenkomst vermogensbeheerders (dhr. Jeroen Crajé) Afsluiting
Welkom/opening door de dagvoorzitter ptr. Denis Hendrickx De voorzitter opent de bijeenkomst en heet alle hogere oversten en economen/economische adviseurs van harte welkom. Hij memoreert het afscheid van dhr. J. Bauduin als penningmeester van de KNR. Als opvolger van laatstgenoemde zal hij vandaag de voorzittershamer hanteren. Het belooft een interessante dag te worden gezien het programma van deze bijeenkomst. Er zullen veel actuele onderwerpen aan de orde komen waar over nagedacht kan worden en die reacties zullen uitlokken. Een studiedag als deze heeft 2 functies. Enerzijds een formele (het geven van informatie) en anderzijds het informele waarbij gelegenheid is voor ontmoeting en netwerken. Het feit dat men hierdoor elkaar weet te vinden geeft meerwaarde aan deze dag(en). D. Hendrickx staat stil bij het overlijden van H. Schugard op 14 juli jl. Als zeer gewaardeerd lid van de FKR, de Beheerscommissie, economische adviseur van diverse religieuze instituten en commissaris bij Donatus heeft hij zijn sporen verdiend. Wij missen hem zeer. In het kader van de Vredesweek leest de voorzitter uit de Missionaire Agenda een meditatie over vrede voor. Parochiële werkgroepen komen niet alleen samen om hun werk te doen, zij vormen op zichzelf ook de kerk. In deze groepen krijgt de kerk gestalte. Het is dan ook goed om naast het vaak praktische werk ruimte te maken voor bezinning en meditatie. Onderstaande meditatie gaat over vrede. Lees eerst uit de Bijbel een kort passage uit de brief van Paulus aan de Efeziers (hfst. 4, verzen 30-32, + hfst. 5, vrezen 1 en 2a. De
Verslag studiedag 22 september 2011
pagina 1 van 22
lezing eindigt dan met: ‘….naar het voorbeeld van Christus’). Vervolgens lezen twee sprekers onderstaande tekst voor, in afwisseling en in een rustig tempo. L.1 – Paulus schrijft: Wrok moet verdwijnen. L.2 – Tegen wie koester ik wrok? L.1 – Paulus schrijft: Gramschap moet verdwijnen. L.2 – Bij wie wil ik mijn gram halen? L.1 – Paulus schrijft: Toorn moet verdwijnen. L.2 – Wiens toorn bedrukt mijn hart het meeste? L.1 – Paulus schrijft: Geschreeuw moet verdwijnen. L.2 – Wanneer heb ik voor het laatst in woede geschreeuwd? L.1 – Paulus schrijft: Gevloek moet verdwijnen. L.2 – Wanneer kon ik het puntje van mijn tong wel afbijten, om de verwensingen die mij ontglipten? L.1 – Paulus schrijft: Weest goed voor elkaar en hartelijk. L.2 – Wat doet het met mij, als ik voor iemand iets goeds, hartelijk doe? L.1 – Paulus schrijft: Leidt een leven in liefde naar het voorbeeld van Christus. L.2 – Waar en wanneer werd mijn liefde voor de ander, de Ander gewekt?
Na het voorlezen van de meditatie geeft ptr. Denis Hendrickx het woord aan de voorzitter van de FKR, br. Leonardo van Dijk.
“Wat mooi is, is moeilijk en wat af is, is niet gemaakt” L. van Dijk zal een poging doen om de agendaonderwerpen rechtspositie, onroerend goed, energie, vakantie en belasting, verzekering en vermogensbeheer te verbinden. Wij zijn hier - zo stelt de KNR-uitnodiging - voor een studiedag. Het gaat daarbij niet om de vraag: “heeft het leren zin” of: “heeft deze studiedag zin” maar de vraag is meer: “heeft u zin in deze studiedag?” Hoe wij hier samen deze dag tegemoet treden. In het KNR-jaarverslag 2010 lees ik: “U moet uzelf niet hoger aanslaan dan u kunt verantwoorden, maar u moet verstandig over uzelf denken”. Ervaart u dat tijdens mijn bijdrage daarvan geen sprake is, schroom dan niet mij dat in uw reactie kenbaar te maken. Deze studiedag zal gaan over: * rechten en posities * belasting en vrijheid * persoon en overheid * erfgoed en verzekering * vermogensmantels en energie De titel “Wat mooi is, is moeilijk” – ontleend aan een regelmatig door Plato gebruikt citaat - en “Wat af is, is niet gemaakt” - een oneliner van Confusius - duidt op wat we vandaag meekrijgen van de presentatoren over de onderwerpen. Maar wat is dan de verbinding? Ik doe een poging. De mantel der liefde – van de religieuze vermogensbeheerders – zou kunnen leiden tot vakantie want in liefde geef je immers alles weg, zelfs je vrijheid. Voor sommigen is vakantie vrijheid, voor anderen het ontnemen daarvan. Maar wat als je in die vrijheid ziek bent, arbeidsongeschikt of PGB nodig hebt of als instituut een
Verslag studiedag 22 september 2011
pagina 2 van 22
infus? Wat is dan je positie? Denk je dan na – met het einde inzicht – over de herbestemming van je roerend en onroerend goed? Immers erfgoed zegt alles over je geschiedenis. Historisch besef heeft met het leven zelf te maken. Wie geen verleden heeft, heeft ook geen toekomst. Alfons Kroese zegt hierover in een lezing in 2008: “geef religieus erfgoed toekomst”. “Hoe terecht het ook is materieel erfgoed te beschrijven, ten diepste gaat het om behoud van een ander erfgoed”. Waar niet meer aan geacht wordt, bestaat niet meer. Thans zijn religieuze instituten grensgangers en erflaters (Piet Leenhouwers) die tijd en aandacht en dus energie steken in het behoud en het toegankelijk maken van hun geestelijk en materieel erfgoed. Hoe is met weinig inspanning toch veel energie te verwerven; energie voor kerken en kloosters, een “hellevuur” van Hellemans. Carel Verdonschot - en als het nodig is Janneke – nemen een voorschot op het werk van de werkgroep en spreken over rechtspositiereglement. Over rechten en posities waarbij een reglement als structuur nodig is om flexibel te kunnen zijn. Daarbij blijkt dat er geen enkele vrijheid is zonder verantwoordelijkheid en dat geen enkele vrijheid absoluut is. De vraag kan zijn: wat zijn de selectiecriteria? Is daarin symbolisch opgenomen het groeiend protest tegen beloningen die managers zich toe-eigenen, ook blijkbaar in zorginstellingen? Het zal wel gaan over steekhoudende, realistische, relevante en eerlijke argumenten nodig voor belasting, voor personeel en de aansturing van onze instituten. Een antwoord bevredigt het meest wanneer het aanleiding geeft tot nieuwe vragen. Rogier gaat in op de actuele situatie rond religieus roerend en onroerend erfgoed. Hij vervolgt zijn zoek- en speurtocht zoals begonnen in zijn interview in het KNR-bulletin maart 2011 met een Brabantsagenda, waarin hij formuleerde: zonder kloosters geen geschiedenis van Brabant. De NRC van 10 september spreekt zelfs over digitalisering van erfgoed dat een hoge vlucht neemt maar slordig en chaotisch gebeurt. Rogier meldt dat religieuzen een voorsprong hebben op andere categorieën en wel onder leiding van Wim van der Donck, de Brabantse Commissaris van de Koningin, voorheen voorzitter van de wetenschappelijke raad van regeringsbeleid. Deze doet in zijn proefschrift “De arena in schema” een verkenning van de betekenis van de informatisering inzake verzorgingshuizen. Al in 1997 is zijn conclusie: “verzorgingshuizen worden een deel van een open systeem”, deel van een proces van verticalisering waar onze religieuze instituten ook mee worden geconfronteerd, waarbij onze huizen meer in hiërarchie dan in netwerken belanden en democratische verhoudingen worden aangetast. Rogier zal daarom verder aandringen kloostergebouwen aan te melden omdat blijkt dat nieuwe ontwikkeling in en rond een klooster een impuls is voor de verbetering van een groter gebied rond dat klooster. Wij weten allen dat de snelheid van afstoten van “roerend erfgoed” - zonder nadenken en zonder een goed plan - een risico in zich draagt. Karin Michgels gaat namens Hellemans in op de energie voor kerken (op het hellevuur!). Veranderingen in de samenleving en binnen de religieuze instituten komen voort uit de confrontatie van de werkelijkheid en gewenste werkelijkheid, van theorie en praktijk, van toekomstige verwachtingen en historisch besef. Die confrontatie geeft spanning en die spanning levert hopelijk bruikbare energie. Dat nadenken en het betrokken zijn op anderen in het collectieve proces van inkoop van energie vraagt inspanning. Een hellevuur als brandende energie; maar wordt het gegoten in Hellemans
Verslag studiedag 22 september 2011
pagina 3 van 22
consultancy, dan wordt energie hanteerbaar, vruchtbaar en deelbaar. Mogelijk realiseert Hellemans zich dat ook bij een stijgende lijn er sprake is van een hellend vlak. Manon van Gils (Donatus) en Peter de Hond (Nationale Nederlanden) behandelen de WGAhiaatverzekering Zij spreken over maatwerk zonder winstoogmerk, over kernwaarden en duurzaamheid. Hopelijk leidt dit niet tot hiaten van terugval van inkomen die Donatus, in navolging van bisdom en de Nationale Nederlanden dan weer moet wegwerken. Zich vergissen is menselijk, in die vergissing volharden is idioot. Donatus begiftigd en begenadigd inspringend in een WGA-hiaatverpakking. Is het niet kenmerkend voor verzekeringen dat hoe minder ze hebben te bieden des te mooier ze de verpakking maken? Hier geldt al helemaal “Wat af is, is niet gemaakt “ Vakantiewetgeving van Marco Veenstra verbaast me. “Vakantiewetgeving” , ik wist niet dat het bestaat en dat dus wijzigingen mogelijk zijn. Komt zo iets tot stand omdat politici hoofdzakelijk worden geïnspireerd door in hun achteruitkijkspiegels te kijken? Dat ze volop kiezen, maar de keuzen die ze maken betekenis ontberen? Of zoals Bolkestijn onlangs zei: “het gevaarlijke in de politiek zijn algemene ideeën in lege hoofden” Natuurlijk, creativiteit gedijt bij variëteit en dialoog. Innovaties vragen een cultuur waarbij verschil en eigenwijsheid worden gekoesterd. Ratio, emoties en gevoelens kun je niet scheiden. Je gevoel weet meer dan je verstand kan bedenken. Jeroen spreekt over beheren, PGB en KOB De mantelovereenkomst van de vermogensbeheerder roept bij u mogelijk op dat het nadeel van de invoering van de Euro er toe leidt dat er minder makkelijk kwartjes vallen. En misschien heeft u onprettige gevoelens rondom de bonussencultuur van bestuurders en beheerders. Het wezen van een cultuur – ook de bonuscultuur – bestaat toch uit een verzameling van intrinsieke en transcendente waarden? Benedictus de XVI zegt in de encycliek Caritas in Veritate: “de huidige economische crisis vereist een geheel nieuw begrip van zaken doen”. Een nieuw begrip dat in de miljoenennota’s van de Eurolanden nog niet is te vinden. Veel landen preken water maar drinken wijn. Maar een wijs mens – en naar we hopen ook een vermogensbeheerder – heeft het voordeel dat hij er rekening mee houdt dat alles verandert. Wie hier twee wegen bewandelt, komt nergens aan. Zeker ook in dit bewegingsveld van vermogen gedijt creativiteit bij variëteit en dialoog. In dat verband is een grote nadruk op kwantitatieve maatstaven - geformuleerd in outputsturing - niet altijd een zegen. U weet allen: “niets kost zoveel als weggegooid geld”. Immers de vergankelijkheid is meedogenloos, maar de herinnering zal ons nog lang nablijven. Tot slot: Wat af is, is niet gemaakt Natuurlijk wordt de verschijningsvorm van de KNR - en al haar commissies - bepaald door de geschiedenis en wat de betrokkenen, door hun mentaliteit en bekwaamheid, er van hebben gemaakt en nog zullen maken. Religieuze instituten bestaan en functioneren uit noodzaak van maatschappelijke ontwikkeling. Sociale ambities horen niet alleen thuis op papier, ze horen ook thuis in het familieleven alsook in religieuze gemeenschappen. De vraag is: wat hebben de Hogere oversten en hun instituten sinds 1950 zien veranderen, verdwijnen? De omvang van aantal leden, andere doelgroepen/ kinderen/patiënten en cliënten, wisselende besturen. Schillenbeeckx zei: “de missionarissen zijn verdwenen, nu zijn er artsen
Verslag studiedag 22 september 2011
pagina 4 van 22
zonder grenzen”. Het begrip kwaliteit heeft een andere invulling gekregen. “Ontzorgen”: het strikt volgen van zorgprotocollen, geen vorm meer van eigenheid; een snel en geruisloos groeien naar een toenemende anonimiteit. Niet de ontzuiling is het belangrijkste probleem, wel de ontzieling, ook bij bestuurlijke conglomeraten van zorginstellingen waarin de religieuze identiteit nog met moeite herkenbaar is. Waar vooropgezette ideeën het waarnemingsvermogen beperken. De KNR is niet af. De KNR als sociaal instituut is ook in de toekomst nodig voor de sociale binding; de sociale samenhang om de tegengestelde politieke, economische en maatschappelijke belangen in regio’s te doorzien en het hoofd te bieden. De spanning tussen religie en publiek domein. De afname van religieuze tolerantie, maar deze juist te willen zien als de erkenning van het verschil. De religieuze samenleving zal met die tegengestelde belangen en verschillen moeten omgaan. Binnen de KNR wordt waarde gehecht aan samenwerking met anderen. Mensen worden belangrijker geacht dan structuren. Het evangelie gaat over openheid, goedhartigheid en mededogen, niet over hiërarchie. De verantwoording van de KNR, voor wat betreft de toekomst, dwingt ons tot een perspectief waarin de diverse visies en beschouwingen samenvallen en samengaan vanwege het grote belang. Een perspectief dat wijst naar samenwerking en flexibel inspelen op de vragen van onze religieuze instituten en groepen, naar bewustmaking en motivering en naar verduidelijking van eigen en andermans grenzen. (Beleidsplan KNR 2011-2015) Politici denken aan de volgende verkiezingen; de hogere oversten - en naar we hopen ook Paus en bisschoppen - denken aan de toekomst, wetend dat geschiedenis een slechte voorspeller is. Een KNR met een dienende sfeer in leiderschap voor Hogere Oversten zoals Alfons Kroese dat heeft bedoeld in zijn betoog op 22 november 2007 over “liefdevol bezield leiderschap”. Zoals een mens voor een zinvol leven de erkenning van de ander nodig heeft, zo ook heeft de KNR erkenning nodig van de betekenis van haar werk en opdracht, met name ook in de toekomst. Wij zijn allemaal afhankelijk van het verleden om te overleven en we steunen op ons verleden om vooruit te komen. Het is onze enige overlevingskans als we er zelf niet meer zijn. Dat deze studiedag aan dat toekomstperspectief moge bijdragen. Vervolgens geeft br. L. van Dijk het woord aan dhr. C. Verdonschot, lid van de werkgroep rechtspositiereglement (WRR). Hij zal ingaan op de wijzigingen in het nieuwe Rechtspositiereglement.
Wijzigingen Rechtspositiereglement Dhr. Verdonschot zal aan de hand van een PowerPoint presentatie (Bijlage 1) een en ander toelichten m.b.t. de wijzigingen in het Rechtspositiereglement. De werkgroep is nadat de definitieve tekst van de CAO-VVT beschikbaar was, enkele keren bijeengekomen om de inhoud daarvan te bespreken. De CAO en het RR zijn door de werkgroep naast elkaar gelegd en bekeken in hoeverre deze wijzigingen in het RR konden worden doorgevoerd. De uiteindelijke versie van het nieuwe RR is aan de FKR ter informatie aangeboden. Deze commissie reageerde positief. Het DB zal uiteindelijk de definitieve tekst moeten goedkeuren. Sheet 7 – nulurencontract
Verslag studiedag 22 september 2011
pagina 5 van 22
Op in punt c genoemde wijziging is de wet Flex en Zekerheid van toepassing. In het arbeidsrecht is nl. vastgelegd dat een werknemer zich kan beroepen op het rechtsvermoeden dat de omvang van de arbeid per maand gelijk is aan de arbeid in de 3 voorafgaande maanden. Sheet 10 – Persoonlijk Levensfasebudget Begin december zal in samenwerking met het SDB een bijeenkomst worden georganiseerd. Het PLB zal hierbij uitgebreid aan de orde komen. Omdat deze regeling tot de arbeidsvoorwaarden behoort, zal het PLB in het RR worden opgenomen. Sheet 11 – afwijkingen Het meerkeuzesysteem wordt niet in het Rechtspositiereglement opgenomen. Uiteraard is het mogelijk om hierover individuele afspraken te maken. Met betrekking tot het Seksueel Misbruik is afgesproken om de procedure Hulp & Recht te volgen. De WRR heeft besloten om de bestaande regeling inzake Sociaal Plan in stand te houden. De Ondernemingsovereenkomst geldt voor werkgevers die geen Ondernemingsraad hebben. Dit betreft dus met name de kleine instituten. Van het nieuwe Rechtspositiereglement zal naast een papieren versie ook een digitale versie uitkomen. Degenen die een papieren versie willen ontvangen, kunnen via formulier aangeven hoeveel exemplaren zij willen ontvangen. Naar aanleiding van de presentatie wordt de vraag gesteld wat het verschil is tussen wettelijke of bovenwettelijke vakantie-uren en of dit onderwerp ook aan de orde is geweest binnen de werkgroep. Dhr. Verdonschot deelt mee dat dit onderwerp niet uitgebreid aan de orde is geweest binnen de WRR, maar dat later op de dag dhr. Veenstra de wijzigingen in de vakantiewetgeving nog uitvoerig zal behandelen. De voorzitter geeft het woord hierna aan dhr. Rogier Moulen Janssen. Hij zal een inleiding houden over:
Herbestemming onroerend goed – Rogier Moulen Janssen (KNR) Onderstaand de complete tekst van zijn inleiding. Geachte aanwezigen,
Onlangs viel het verslag van de laatste Algemene Vergadering van de KNR op de deurmat. Jammer, want ik had vandaag de tekst van mijn inleiding, die in dat verslag integraal is opgenomen, willen uitspreken. Dat gaat nu niet door. Jammer dus, voor mij, omdat ik een nieuwe tekst mocht maken en voor u in de zaal, want nu moet er toch wel opgelet worden, alhoewel de samenstelling van de zaal vanochtend natuurlijk toch enigszins anders is dan een vergadering waar vrijwel uitsluitend hogere oversten aan deelnemen. Het onderwerp van mijn betoog blijft overigens wel hetzelfde: Religieus erfgoed. Een serieus onderwerp voor alle duidelijkheid.
Verslag studiedag 22 september 2011
pagina 6 van 22
Vandaag gaat het weer over de ca 150 kloostergebouwen, die verspreid over het land, maar vooral geconcentreerd in Brabant en Limburg, een zichtbaar bewijs van de betekenis van de Nederlandse religieuzen uitstralen. Ik zeg bewust uitstralen, want naast alle ellende en de slechte pers die over de religieuzen sinds februari 2010 is uitgestort, hebben we hier te maken met bakens, die de enorme betekenis van de religieuzen voor stad en land, gestalte geven. Zonder deze tienduizenden religieuzen, geen onderwijs, ziekenzorg, ouderenzorg en vrouwenemancipatie voor groepen in de maatschappij die destijds veelal vergeten werden. Dat wordt in de huidige mediahype wel eens over het hoofd gezien. Maar ja, ik ben nu wel voor eigen parochie aan het preken. Toch heeft de toekomst van de kloostergebouwen met die betekenis van de religieuzen veel, zo niet alles te maken. We weten allemaal dat de gemiddelde leeftijd nu boven de tachtig ligt en bij de actieve vrouwelijke religieuzen is vaak een derde boven de negentig en het aantal honderdjarigen is bovengemiddeld. . Burgemeesters hebben het er maar druk mee. De religieuzen ontvangen natuurlijk AOW en pensioenen, waarover in de voorbije maanden uitgebreid is onderhandeld. Alhoewel ik betwijfel of Henk van der Kolk juist aan de religieuzen dacht, toen hij zich zo onverzettelijk toonde. Misschien zou enige achtergrondinformatie hem milder doen stemmen. Maar ik ga nog even naar het jaar 2008. Een gedenkwaardig jaar, want niet alleen was dit het jaar van het religieus erfgoed, maar ook het jaar waarin Lehman Brothers omviel. Ik hoef deze zaal niet uit te leggen wat dit voor de vermogensbeheerders heeft betekent, maar kom daar later nog op terug. Aan het einde van het jaar 2008 werd het rapport “Geloof in de Toekomst” aangeboden aan de huidige financieel specialist in de Tweede Kamer van de Partij van de Arbeid, toen minister van Cultuur. “Het kan verkeren..”, zei Brederode reeds. Een ding is duidelijk: Minister Plasterk heeft toen nauwelijks iets met de aanbevelingen van het rapport gedaan en dan formuleer ik het nog in diplomatieke bewoordingen. De KNR heeft toen de contacten met de provincies geïntensiveerd en zich geconcentreerd op Noord-Brabant en Limburg. Daar liggen nu eenmaal de meeste kloostergebouwen, met excuses voor de vertegenwoordigers van de buitengewesten. Gezamenlijke bijeenkomsten vormden de opmaat naar afspraken die erop gericht zijn kloostergebouwen die van eigenaar wisselen, een passende bestemming te geven. En passend is natuurlijk een gebruik dat, waar mogelijk, in de traditie en het charisma van de religieuzen ligt. De provincie Limburg heeft inmiddels een inventarisatieronde gehouden en een casus gefinancierd, maar doet nu pas op de plaats. Weliswaar is de gedeputeerde Noël Lebens, die met volle overtuiging deze transitie ook financieel wilde ondersteunen, na de verkiezingen voor Provinciale Staten teruggekeerd, maar wel in een geheel andere politieke setting. De Limburgers in de zaal kunnen zich daar ongetwijfeld iets bij voorstellen. Er komt nog een verslag van de bijeenkomst die 13 oktober 2010 in Heerlen werd gehouden, maar het is duidelijk dat de financiële middelen schaars zijn geworden. In het te verschijnen boekje zal naast dit verslag vooral ook geïnformeerd worden over de rol die de provincie nog wel kan spelen. Daarom doe ik bij dezen een oproep aan de Limburgse eigenaren, bij het nadenken over de toekomst van het kloostergebouw de provincie te betrekken. Zij zijn graag bereid met u in gesprek te gaan. De provincie blijft natuurlijk een coördinatiepunt van betekenis en vraag en aanbod kan
Verslag studiedag 22 september 2011
pagina 7 van 22
hier een platform vinden. Vroegtijdige signalering van problemen, extra ondersteuning van initiatieven en faciliteren van het deskundigen netwerk. Allemaal zaken die samen met het inbedden van kloostergebouwen in gebiedsontwikkelingen van groot belang zijn. De provincie heeft nog een beperkt budget voor ondersteuning van voorbeeldprojecten, maar dit wordt nu vooral ingezet voor gebouwen die al een andere eigenaar hebben. Daarnaast zet de provincie middelen in voor Bezin in Limburg, soms ook reli-toerisme genoemd. Hieraan nemen verschillende kloosters deel, met als parel in de kroon het Redemptoristenklooster in Wittem. Tijdens de Algemene Vergadering heb ik iets gezegd over de prioriteiten die de provincie aan rijksmonumentale kloosters wil geven. Maar ook hier geldt dat het hier vooral een bemiddelende rol betreft. Daarnaast zijn gemeenten ook van belang. Ik ken een voorbeeld van een kleine gemeente die in een krimpregio ligt en maar door laat bouwen alsof het leven er van afhangt. In die plaats ligt ook een groot kloostergebouw waar leegstand voor dreigt. Hoe dit in te passen. Tijdig plannen delen, had hier wellicht tot oplossingen kunnen leiden. Kortom er gebeurt een en ander, maar laat u vooral horen. Bescheidenheid kan een goede eigenschap zijn, maar nu even niet! We gaan nu wat noordelijker en komen in Brabant terecht. Het verhaal krijgt hier een positieve wending. Ook in Noord Brabant zijn er provinciale verkiezingen gehouden. Maar hier hebben gedeputeerde staten, het dagelijks bestuur van de provincie, de bui van de bezuinigen zien aankomen en voorzorgsmaatregelen getroffen. Uit de opbrengst van de verkoop van Essent aandelen (een vergelijking met de KNR en Raptimgelden dringt zich op), zijn voor de verkiezingen middelen geoormerkt, waardoor deze ongeschonden overeind zijn gebleven. Ook in Brabant zijn gezamenlijke bijeenkomsten over de toekomst van de kloostergebouwen belegd en deze hebben geresulteerd in het programma: investeren in grote erfgoed complexen. De KNR is er in geslaagd om samen met Agro & Co dit onderwerp op de politieke agenda te krijgen. De betrokkenheid van twee gedeputeerden Brigitte van Haaften en Ruud van Heugten en de commissaris van de Koningin Wim van der Donk staat garant voor een blijvende aandacht voor kloosters, maar uit politieke overwegingen moesten ook andere categorieën binnen dit programma vallen. Naast de kloostergebouwen zijn dit de industriële complexen, voormalige defensieterreinen en landgoederen. Feit blijft echter dat de provincie in haar communicatie, kijk maar eens op de website, de kloostergebouwen als onlosmakelijk met Brabant verbonden weet en de geschiedenis in haar visie niet compleet is zonder de talloze kloostergemeenschappen die de dragers van de Brabantse identiteit zijn. Een nieuwe functie voor deze gebouwen vinden is een uitdaging, zoals dat tegenwoordig wordt genoemd, met kansen en bedreigingen. En hier komt Lehman Brothers weer in beeld. En voor alle duidelijkheid, dan hebben we het niet over de kansen. De wereld voor en na 2008. Het lijkt op een grote waterscheiding. Bij Woningbouwverenigingen en andere organisaties, reikten de bomen tot in de hemel. Er werd met geld gesmeten en nu blijkt dat aankoop- boek- en verkoopwaarden niet meer geheel in elkaars verlengde liggen. Directiezetels wankelen en de financiële middelen zijn verdampt. De zusters Trappistinnen - nu in een prachtig nieuwbouwklooster in Arnhem, maar voorheen in Berkel-
Verslag studiedag 22 september 2011
pagina 8 van 22
Enschot, hebben dit geweten. Gemeente en projectontwikkelaars, nee we noemen geen namen, hadden een overeenkomst getekend met de zusters in de tijd voor 2008. Het is dat u nog een lunch krijgt aangeboden, maar anders had ik hier nog enige tijd genomen om de verhaallijn uit de doeken te doen. Een schoolvoorbeeld van de werkwijze van spelers in de vastgoedsector, die schaap met consequent met ae schrijven. Maar kern van mijn boodschap is dat de kloostergebouwen wellicht minder waard zijn dan wordt gedacht en gehoopt. De vergelijking met de verkoop van een doorzonwoning (die doorgaans gemakkelijker verkocht kan worden, alhoewel tegenwoordig!) gaat niet op. Er moet een marktpartij zijn die wil en kan kopen en ontwikkelen en daar wringt nu de schoen. Het tijdelijk kopen van een kloostergebouw door de provincie zal dan ook doorgaands niet veel meer opleveren, maar de onderhoudskosten zijn dan wel voor rekening van de nieuwe eigenaar. En onderhoudskosten gedurende een periode van 4 a 5 jaar kunnen behoorlijk omvangrijk zijn. De provincie Noord-Brabant wil hier een rol spelen en in zoveel mogelijk complexen investeren. Soms door zelf (mede) aan te kopen, soms door garantiestellingen, soms door herbestemming en soms door allianties aan te gaan die niet direct voor de hand liggen. De provincie kan een ontwikkelrol en/of financieringsbron innemen. De provincie is geen subsidieverstrekker. Het streven is om te investeren en terug te verdienen. De ontwikkelrol van de provincie kan op twee manieren worden ingevuld. De provincie kan het cultuurhistorische complex samen met partners herontwikkelen. Een andere mogelijkheid is dat de provincie niet zelf ontwikkelt, maar participeert in het ontwikkeltraject. Kortom: de provincie kan: Mede-eigenaar van een aankoop worden Financieren in de vorm van een garantiestelling of het beschikbaar stellen van een achtergestelde lening. Voorwaarden: Het moet een groot complex zijn, urgentie kennen, partners die mee investeren en bij voorkeur een bijdrage aan andere zogeheten investeringsdomeinen leveren. Ik neem aan dat u nu even het spoor bijster bent, maar u kunt het in het verslag van deze dag nalezen en de provincie bellen. Als uw gebouw in Brabant ligt natuurlijk. De contactgegevens van de betrokken ambtenaren worden bij het verslag gevoegd. Op dit moment zijn er contacten met ca 20 kloosters in Brabant, dat is bijna de helft. Vijf staan er op de lijst die in oktober in de Statencommissie wordt behandeld. Dat was een voorwaarde bij dit programma. Er moet iedere keer een formele toestemming plaatsvinden. De namen mag ik nu niet noemen, maar drie hebben nog een religieus instituut als eigenaar en twee zijn recentelijk van eigenaar veranderd. Het investeringsproject heeft een lange looptijd, tot minimaal 2018. Maar zolang hoeft u natuurlijk niet te wachten, want er is natuurlijk wel sprake van enige concurrentie. Misschien zitten ze nu in deze zaal, kijk uw buurman of vrouw maar eens aan. Maar als u contact gaat leggen, is het beter als u wel zelf een aantal uitgangspunten geformuleerd heeft. Tot slot nog dit. Op 24 november wordt in sanatorium Zonnestraal in Hilversum een werkconferentie over herbestemming en zorg gehouden.
Verslag studiedag 22 september 2011
pagina 9 van 22
Aedes-Actiz Kenniscentrum Wonen-Zorg, BNA Onderzoek en het Nationaal Programma Herbestemming willen op 24 november zichtbaar maken dat herbestemming van en naar zorgfuncties voor zorgaanbieders een interessant alternatief is voor nieuwbouw. In een keuzeprogramma worden o.a. succesvolle voorbeelden van herbestemming in de zorg getoond. Een van de onderdelen vormt een workshop over de kloostergebouwen. Er bestaat de mogelijkheid aan deze conferentie deel te nemen. Het normale tarief voor deelname bedraagt 90,- euro. U kunt op een website meer achtergrondinformatie inwinnen. Deze kan ik nu gaan noemen, maar een slash te veel en hij is onvindbaar. Beter is het te googelen op BNA en zorg voor herbestemming. Als uw belangstelling is gewekt en u wilt deelnemen, kan na aanmelding via de KNR een gereduceerd tarief van 65,- euro geboden worden. Rest mij u nog veel kracht en wijsheid te wensen voor de periode die voor u ligt. Of u nu bestuurlijke of adviserende rollen heeft te vervullen, een periode van afbouw kent andere uitdagingen dan opbouw. Contactgegevens: Provincie Limburg P.W.M. (Paul) Schokker | Medewerker Cultureel erfgoed Postbus 5700 6202 MA Maastricht afdeling Cultuur, Welzijn en Zorg | team Monumenten en Archeologie T +31 (0)43 3897140 / E
[email protected] Provincie Noord-Brabant Drs T.C.J. (Tamara) van Lanen Planbegeleider cultuurhistorie Afdeling Welzijn, Educatie en Cultuur Postbus 90151 5200 MC Den Bosch Tel: (073) 680 87 30
[email protected] of: Fred Wenselaar Tel: (073) 681 24 49
[email protected] http://www.bna.nl/Over-BNA/BNA-Onderzoek/Zorg-voor-leegstand Dhr. Cees Backer merkt naar aanleiding van bovenstaande inleiding op dat de kloosters in Noord-Holland geen financiële hulp krijgen van de Provincie. Is het mogelijk om het college in Noord-Holland te informeren over wat er in Noord-Brabant op dit gebied gebeurt? Helaas onderhouden wij geen contacten met de provincie Noord-Holland. Er is in eerste instantie gekozen voor kloosters in de generaliteitslanden. Wel is hij bereid om een bemiddelende rol te vervullen. In de renovatie van de abdij in Egmond is veel geïnvesteerd. In
Verslag studiedag 22 september 2011
pagina 10 van 22
Noord-Brabant is 20 miljoen beschikbaar waarop men aanspraak kan maken, mits aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan. Na de korte koffiepauze geeft de voorzitter het woord aan mevr. Karin Michgels van Hellemans Consultancy. Zij zal een presentatie houden over Energie voor Kerken.
Presentatie Energie voor Kerken – Karin Michgels van Hellemans Consultancy Mevrouw Karin Michgels houdt een presentatie (Bijlage 2) over de ontwikkelingen op het gebied van de collectiviteit “Energie voor Kerken”. Ze is werkzaam bij Hellemans Consultancy en is contactpersoon voor o.a. Energie voor Kerken en Energie voor Scholen. Hellemans Consultancy is een onafhankelijk adviesbureau op het gebied van energie-inkoop gevestigd in Den Dolder en geeft o.a. advies aan zakelijke verbruikers over de inkoop van elektriciteit en aardgas. Met de inkoop van collectieve energie heeft Hellemans Consultancy al ruim 14 jaar ervaring, ondermeer ook in de non-profit sector. Daarnaast leveren zij diensten op het gebied van energiemanagement en duurzaamheidstudies, factuurcontrole en factuurbeheer. Bij dit bureau zijn momenteel 23 personen werkzaam. Aan het project “Energie voor Kerken”, dat sinds 1 januari 2006 operationeel is, nemen inmiddels al meer dan 3500 kerken en kerkelijke gebouwen deel. Het collectief “Energie voor Kerken” is een initiatief van het CIO-K (Commissie kerkelijke gebouwen van het Interkerkelijk Contact in Overheidszaken) in samenwerking met het energieadviesbureau. Inmiddels nemen vanaf 1 januari 2009 al ruim 7.000 gas- en elektra aansluitingen deel aan het collectief. Voor de levering in 2013 en 2014 hebben Hellemans Consultancy (hierna HC) en de energiecommissie van het CIO-K een offerteronde gehouden. Daarbij is niet alleen naar de prijs gekeken, maar ook naar kwalitatieve eisen en wensen (o.a. administratieve mogelijkheden en groene energie). Na zorgvuldig afwegen en scherp onderhandelen viel de keuze op een nieuwe leverancier nl. Greenchoice. De voordelen van dit collectief en de nieuwe leverancier (Greenchoice) zijn: • • • • • •
100% groene stroom en 100% groen gas; één factuur voor levering en transport. Ook een verzamelfactuur (1x per jaar) is mogelijk; een vast tarief in 2013 en 2014; lage tarieven, omdat Greenchoice een zeer lage marge op de kale handelsprijzen vraagt; geen bandbreedtes op het totale volume in dit collectief; goede service: geen 0900 nummers maar persoonlijk contact.
Nieuwe deelnemers dienen zelf hun contract op te zeggen bij de huidige leverancier en zijn dus zelf verantwoordelijk voor het contractvrij zijn op moment van instappen in het collectief. Bestaande klanten kunnen voor 2013 en 2014 inschrijven. Tot en met 2012 blijven ze bij Dong Energy. Door ontwikkelingen op de markt is de strategie van HC gewijzigd. De klikstrategie is veranderd voor de jaren 2013 en 2014 t.o.v. 2009 t/m 2012. De prijs wordt steeds voor een gedeelte van het totale in te kopen volume op verschillende momenten in het jaar vastgelegd. Hierdoor wordt een zekere mate van risicospreiding bereikt, waardoor waarschijnlijk niet in alle gevallen de laagst
Verslag studiedag 22 september 2011
pagina 11 van 22
mogelijke energietarieven gerealiseerd worden, maar wel stabiele tarieven. Deze hebben tot op heden lager gelegen dan de gemiddelde marktprijzen. Naar aanleiding van haar presentatie werden onderstaande vragen gesteld door de aanwezigen: Er bestaat groene stroom en nu ook groen gas. Wat wordt onder groen gas verstaan? Groen gas is bos gecompenseerd. De uitstoot van CO2 wordt gecompenseerd door bosbehoud. Daarom heet ons gas ‘groen gas’. Het bosgecompenseerde gas van Greenchoice is klimaatneutraal. Hierover wordt t.z.t. meer informatie verstrekt. Wat zijn precies de besparingen voor de deelnemers aan het collectief contract? Deel van de levering is beïnvloedbaar. Energiebelasting en transport zijn vastgesteld door de overheid. Stel men was bij de traditionele leverancier gebleven en had dus nooit een contract afgesloten met een leverancier, dan zou men in 2006 t/m 2011 4% bespaard hebben op de commoditykosten (excl. BTW). Aantal jaren geleden werd gesproken over een percentage van 20-30. Het verschil met 4 % is wel heel groot. Ik weet niet waar dat percentage vandaan komt. Het percentage van 4% is hierboven uitgelegd. In de periode 2006 t/m 2009 (het eerste collectief) is procentueel gezien meer bespaard. Verder is ook de ontzorging van de Energie een voordeel. U heeft er geen omkijken meer naar. In hoeverre is de besparing van 4% zichtbaar te maken? Waar wordt dat aan afgemeten? Dit kan niet op elk moment inzichtelijk worden gemaakt. We hebben nu een berekening gemaakt t/m 2010 en die komt er in 2011 ook weer. De besparing is alleen uit te rekenen ten opzicht van “als men niets gedaan zou hebben”. Men kan niet vergelijken met een willekeurige zakelijke aanbieding. Verder is het vastrecht in het leveringsdeel is bij het collectief niet van toepassing. Het inkoopmoment en de duur van het contract is bepalend voor het tarief. Wat ook meespeelt is de ondoorzichtigheid van de markt (appels met peren vergelijken). Energie voor Kerken is bestemd voor kerken en kloosters. Wij wonen in een gebouw dat is onderverdeeld in 42 appartementen. Ieder appartement heeft zijn eigen meter en krijgt zijn eigen factuur. Is het voor ons ook mogelijk om aan dit collectief deel te nemen? K. Michgels antwoordt dat de mogelijkheid aanwezig is. Zij geeft personen die individuele vragen hebben de gelegenheid om haar in de pauze aan te spreken. De leveranciers hanteren geen uniform beleid als het om de facturen gaat. Essent geeft het verbruik precies aan op de factuur. Intergas daarentegen geeft alleen het bedrag aan, zodat moeilijk te controleren is wat het verbruik is. Bij HC wordt de factuur in tweeën uitgesplitst: levering en netbeheer staan apart. Wanneer achteraf blijkt dat de leverancier een fout gemaakt heeft (teveel of te weinig in rekening gebracht), kan nog na 5 jaar het bedrag terug gevorderd worden.
Verslag studiedag 22 september 2011
pagina 12 van 22
De Franciscanessen in Veghel nemen deel aan Energie voor Kerken. Is het ook voor particulieren mogelijk om hieraan deel te nemen? Energie voor Kerken is eigenlijk bedoeld voor de zakelijke markt. HC en Greenchoice zijn van plan om een collectiviteit voor de particulieren te starten. HC is hierover in gesprek met Greenchoice. We verwachten eind dit jaar hier meer duidelijkheid over te hebben. De contracten lopen dan via Greenchoice, maar het proces wordt dan begeleid door Hellemans Consultancy. J. Crajé zit namens de KNR in de commissie Energie voor Kerken en zal u van de ontwikkelingen in deze op de hoogte houden. Mevr. Michgels adviseert de aanwezigen om bij problemen rechtstreeks contact op te nemen met Hellemans Consultancy en niet met de leverancier.
• WGA-hiaatverzekering – Manon van Gils en Peter de Hond Voor de toelichting van de WGA-hiaatverzekering betreden mevr. Manon van Gils van Donatus en dhr. Peter de Hond van Nationale Nederlanden het podium. Mevrouw Van Gils is accountmanager en samen met dhr. J. Kaspers is zij verantwoordelijk voor de inkomensverzekeringen bij Donatus. Donatus verzekert zonder winstoogmerk al vanaf 1852 kerken en monumenten in Nederland. De ledenrestitutie van Donatus geldt ook voor de woonhuis- en inboedelverzekeringen van particulieren. De laatste 10 jaar bedroeg die restitutie gemiddeld meer dan 40%. Naast de genoemde verzekeringen kan men bij deze verzekeringsmaatschappij ook terecht voor een collectieve verzekering voor vrijwilligers. Als kernwaarden hanteert Donatus: kwaliteit, vertrouwen, betrouwbaarheid en eerlijkheid. Donatus voert een helder en overzichtelijk beleid met duidelijke polisvoorwaarden, eerlijke premies en premierestituties op basis van solidariteit. In samenwerking met Nationale Nederlanden biedt Donatus een mantelovereenkomst WGAhiaatverzekering. Peter de Hond licht met behulp van een Powerpointpresentatie (Bijlage 3) deze verzekering toe. De WIA is in 2006 in de plaats gekomen van de WAO. In datzelfde jaar is ook de zorgverzekeringswet gekomen. De WIA is de uitkering die u kunt krijgen als u door ziekte niet of minder kunt werken. U kunt deze uitkering aanvragen als u bijna 2 jaar ziek bent, en u daarom 65% of minder kunt verdienen van uw oude loon. Bij de WIA geldt dat u zoveel werkt als u kunt. WIA staat voor: Wet werk en inkomensvoorziening naar arbeidsvermogen. U krijgt altijd de uitkering die bij uw situatie past. Kunt u vanwege uw ziekte helemaal niet meer werken? En is de kans klein dat u herstelt? Dan krijgt u een IVA-uitkering. IVA staat voor Inkomensvoorziening volledig arbeidsongeschikten. WGA – hierbij kijkt men wat men nog wel kunt. U heeft recht op een WGA-uitkering als u gedeeltelijk arbeidsgeschikt bent. WGA betekent: (regeling) Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten. De uitkering wordt verstrekt op grond
Verslag studiedag 22 september 2011
pagina 13 van 22
van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) en uitbetaald door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV). U bent gedeeltelijk arbeidsongeschikt als u ten minste 35 procent minder verdient dan vóór uw ziekte. U ontvangt dan eerst een loongerelateerde uitkering gedurende minimaal 3 en maximaal 38 maanden. Als deze uitkering afloopt, krijgt u op grond van uw overige inkomen een WGA-loonaanvulling of een WGA-vervolguitkering. Verdient u de helft of meer van wat u nog zou kunnen verdienen, dan krijgt u de loonaanvulling. Heeft u geen werk of verdient u weinig, dan krijgt u de vervolguitkering. Voor personen die minder dan 35% van hun inkomen overhouden, is niets in de wet geregeld. In de CAO-VVT en in het Rechtspositiereglement van de KNR is daarentegen wel een en ander geregeld. Voordelen voor de werkgever: Volledige re-integratie – hiermee wordt begonnen meteen op het moment van melding. Hiermee wordt voorkomen dat de werknemer in de WIA komt. Omdat deze materie niet gemakkelijk is, hebben Donatus en Nationale Nederlanden een map samengesteld met o.a. informatie over collectieve WGA-hiaatverzekering voor werknemers waaronder ook een afstandsverklaring en akkoordverklaring voor de collectieve verzekering van de KNR. Deze map wordt na afloop van de studiedag aan de deelnemers uitgereikt. Vervolgens worden nog enkele vragen uit de zaal beantwoord: Is deze verzekering ook van toepassing voor werknemers uit andere branches? Veel werkgevers zijn hiervan niet op de hoogte. Pensioenfondsen zijn druk doende hiermee, maar met het dekkingspercentage van deze verzekering is het nog droevig gesteld. Dit is een terechte opmerking. Deze verzekering is voor iedereen bestemd. Hoeveel instituten nemen deel aan de mantel ziekengeld KNR? Het antwoord hierop moeten ze schuldig blijven. Wel is bekend dat bij de kleine organisaties het ziekteverzuim lager is dan bij de grote organisaties. De voorzitter dankt beide sprekers voor hun bijdrage aan deze studiedag en geeft vervolgens het woord aan de heer Marco Veenstra, jurist bij AWVN, waarvan Actiz lid. De KNR is weer lid van Actiz. Hij zal ons op de hoogte brengen van de wijzigingen in de vakantiewetgeving.
•
Wijziging vakantiewetgeving – mr. Marco Veenstra Aan de hand van een Powerpointpresentatie (Bijlage 4) licht dhr. Veenstra toe welke gevolgen deze wijzigingen zullen hebben voor de religieuze instituten. Op de vraag wie m.b.t. deze wijzigingen al concrete ideeën heeft over de inrichting van de administratie c.q al helemaal voorbereid is, steken slechts 2 personen hun hand op. Het doel van deze wijzigingen is:
Verslag studiedag 22 september 2011
pagina 14 van 22
•
•
opbouw van vakantiedagen bij ziekte. In tegenstelling tot de huidige wetgeving bouwen zieke en arbeidsongeschikte werknemers voortaan volledige wettelijke vakantierechten op. Alle werknemers, dus ook zieke, hebben op fulltime basis recht op ten minste vier weken wettelijke vakantiedagen. Nadeel hiervan is dat uitbreiding van opbouw vakantiedagen bij ziekte tot extra kosten leidt. Nu bouwt een fulltime werknemer die 2 jaar ziek is 10 wettelijke vakantiedagen op. In de nieuwe situatie kunnen het er 40 worden. Echter ook voor de zieke werknemer geldt een vervaltermijn van ½ jaar. Voorwaarde is dat er moet worden aangetoond dat hij in staat moet zijn om de wettelijke vakantiedagen op te nemen. stimuleren van werknemers hun wettelijke vakantiedagen zoveel mogelijk op te nemen. Er zal een vervaltermijn van ½ jaar komen voor deze vakantiedagen. De vakantie is immers bedoeld om de ‘batterij’ weer op te laden en beslist niet om deze dagen op te sparen.
Verval/verjaringstermijn: •
•
Voor de wettelijke vakantiedagen geldt een vervaltermijn van een ½ jaar. Na afloop van het kalenderjaar waarin zij zijn opgebouwd moeten deze dagen vóór 1 juli van het volgend kalenderjaar worden opgenomen. Hierop zijn uitzonderingen nl. medische en bijzondere omstandigheden. Een verjaringstermijn van 5 jaar is van toepassing op de bovenwettelijke vakantiedagen.
Deze wijzigingen hebben invloed op de vakantieregistratie door de werkgever. Deze zal vanaf 1 januari 2012, wanneer deze wet van kracht wordt, de vakantiedagen moeten ‘labelen’. De verjaringstermijnen moeten in acht worden genomen. Bij het opnemen van een vakantiedag door de werknemer moet voortaan ook worden geregistreerd om wat voor dag het gaat: wettelijke of bovenwettelijke. Omdat het verjaringstermijn van wettelijke vakantiedagen korter is, zal de werknemer voortaan eerst de wettelijke vakantiedagen moeten opnemen. Vragen naar aanleiding van de presentatie: De werknemer kan kiezen of hij wettelijke of bovenwettelijke dagen opneemt. De werkgever kan de werknemer verplichten om dagen die het eerst verjaren op te nemen ongeacht of ze wettelijk of bovenwettelijk zijn. Komt men na 4 jaar niet in de problemen wanneer de wettelijke dagen binnen een ½ jaar moeten worden opgenomen? De werkgever kan in dat geval besluiten om voor alle dagen (zowel wettelijk als bovenwettelijk) een verjaringstermijn van 5 jaar toe te passen. Dit is geoorloofd. Dan verandert er in feite niets, behalve de volledige opbouw over de ziekteperiode. Het is ook niet de bedoeling dat je de wetswijziging klakkeloos opvolgt. De wetswijziging kan ook een aanzet zijn om over het beleid dat je wilt volgen, na te denken. Moet de werkgever dit altijd vastleggen? Het is goed om de regels c.q. afspraken van te voren in overleg met de werknemers vast te leggen. Op deze manier weet de werknemer waar hij/zij aan toe is. Het antwoord is dus ja! Weliswaar binnen de kaders die op basis van het Rechtspositiereglement of een collectieve overeenkomst is afgesproken en wat al is geregeld. Het onderscheid tussen wettelijke en bovenwettelijke dagen is van belang. Wat is er concreet bij ziekte geregeld m.b.t. de bovenwettelijke vakantiedagen?
Verslag studiedag 22 september 2011
pagina 15 van 22
In het Rechtspositiereglement is er voor deze dagen niets geregeld. De CAO-VVT moet wat deze dagen betreft nog worden aangepast. De opbouw van de volledige wettelijke dagen bij ziekte en het schrappen van de bovenwettelijke dagen bij ziekte door de werkgever vindt de heer Veenstra niet verstandig. Er zijn ook werkgevers die op 31 december 2011 schoon schip willen maken door de overgebleven vakantiedagen uit te betalen. In z’n algemeenheid is dit echter niet toegestaan. Hoewel de controle hierop zeer gering zal zijn. De wettelijke vrije dagen die niet opgenomen zijn, kunnen wel worden omgezet in bovenwettelijke dagen. De werkgever moet de werknemer tijdig informeren over de verjaringstermijn van de vakantiedagen. Tot slot deelt dhr. Veenstra mee dat hij op dit moment bezig is met het schrijven van een stuk waarin vragen over dit onderwerp uitgebreid beantwoord zullen worden. Via de KNR zal dit stuk t.z.t. beschikbaar zijn.
• Mantelovereenkomst vermogensbeheerder – Jeroen Crajé Twee belangrijke redenen vormden de aanleiding om de mantelovereenkomst van 2005 onder de loep te nemen c.q. te updaten zijn de ontwikkelingen binnen de financiële wereld waardoor fusies hebben plaats gevonden en banken zijn genationaliseerd. Daarnaast kwam vanuit de religieuze instituten de vraag om actualisatie van de mantelcontracten. Het resultaat van de enquête en de offerteronde zullen op de website van de KNR wordt gepubliceerd. Via een inlogcode kunnen de leden toegang krijgen tot deze informatie. Door middel van een PP-presentatie (Bijlage 5) licht J. Crajé de stand van zaken toe. Sheet 5 De handleiding strategisch beleggingsplan is in het verleden in samenwerking met prof. Bauer tot stand gekomen. In hoofdstuk 6 staan concrete aanbevelingen. Voor een weloverwogen besluitvorming voegt J. Crajé nog enkele aandachtspunten toe: • Eigen visie delen met de banken • Veel verschil in strategieën bij banken/vermogensbeheerders. Twee jaar geleden is geadviseerd om de beleggingsfondsen zoveel mogelijk te mijden vanwege het kostenaspect en het ontbreken van transparantie van deze fondsen. Sinds die tijd is er echter veel veranderd, kosten worden meer inzichtelijk gemaakt en de vergoedingen die banken ontvangen voor de verkoop van beleggingsfondsen worden steeds vaker teruggeven aan de klant. Voor een goede risicospreiding kan een beleggingsfonds een optie zijn. Het is goed om hierover met de banken van gedachten te wisselen want banken en vermogensbeheerders verschillen hierin ook mening. • Het strategisch beleggingsplan omzetten in concreet jaarlijks beleggingsplan. Sheet 6 Het is belangrijk om vast te leggen op welke manier er belegd moet worden. Dit is de basis voor de banken om een beleggingsportefeuille samen te stellen en hierover ook verantwoording af te kunnen leggen. De banken moeten duidelijkheid bieden over de werkelijke kosten, rekening houdend met het feit dat een goed product meestal ook iets duurder is. Wanneer de banken niet bereid zijn om volledig
Verslag studiedag 22 september 2011
pagina 16 van 22
inzicht te geven in de kosten van de beleggingsportefeuille, kan dat een signaal zijn om met die bank niet in zee te gaan. Sheet 7 Naast de genoemde banken is de KNR nog in onderhandeling met de ASN en UBS/Vermogensgroep. Sheet 8 Bij discretionair vermogensbeheer wordt nog aangegeven dat wat de KNR betreft deze vorm de voorkeur heeft boven een adviesrelatie. Op de vorige studiedag is hierover door prof. Bauer uitvoerig gesproken. Sheet 9 Vergelijking van de aanbiedingen van de banken is niet altijd even makkelijk. Bij banken die bij voorkeur werken met beleggingsfondsen zal het tarief vaak lager liggen maar dan moet u er wel rekening mee houden dat in de beleggingsfondsen ook nog kosten verwerkt zitten. Beide kosten zijn van belang om een goede vergelijking te kunnen maken. Ten aanzien van duurzaamheid wordt opgemerkt dat hoe gedetailleerder gescreend wordt des te duurder is het. Nieuw in de mantelovereenkomsten zijn de afspraken over retourprovisies. Door de meeste banken wordt de retourprovisie teruggeven aan de klant. Hierover kan nog wel een vergoeding voor administratiekosten op worden ingehouden. Ook hierin verschillen de banken.
Sheet 11 Op de website zal een overzicht komen met de aanbiedingen van de verschillende banken en welke kosten zij daarvoor berekenen. Vragen: Het risicoprofiel is in de presentatie helemaal niet genoemd. Is in de gesprekken met de banken het risicoprofiel wel aan de orde geweest. De meeste banken zijn hier nl. huiverig voor. J. Crajé beaamt het belang hiervan, maar adviseert om dit individueel met de banken te bespreken. Dit kan niet uniform besloten worden.
Zou een soort ISO certificaat voor banken kunnen gelden? Het is belangrijk om te weten of de organisatie bij de banken in orde is. Een dergelijk kwaliteitscertificaat kan de klant overhalen met een dergelijke bank in zee te gaan. J. Crajé voelt er veel voor om dit centraal te regelen. Hierover kan het een ander ter aanvulling van de al beschikbare informatie op de website worden opgenomen. Overigens is de klant vrij om hiernaar te informeren.
Varia
Verslag studiedag 22 september 2011
pagina 17 van 22
•
PGB: door de op handen zijnde wijzigingen, is de laatste tijd veel onrust ontstaan bij de religieuze instituten en aan deze instituten gelieerde KVH’s en KBO’s. Per 1 januari moet waarschijnlijk voor iedere PGB-aanvrager een aparte bankrekening worden geopend waarover alleen PGB ontvangsten en uitgaven mogen lopen. Wij proberen dit voor de religieuzen te beperken tot één aparte bankrekening per religieus instituut. J. Crajé heeft hierover met de heer J. Knollema van CVZ gesproken. In oktober zal nog een vervolggesprek met hem plaatsvinden aangezien momenteel nog geen volledige duidelijkheid bestaat rondom de nieuwe voorstellen. De staatssecretaris zal nog met een nadere toelichting hierop komen. De heer Knollema zal ons van de ontwikkelingen hieromtrent op de hoogte houden. Aangezien er op het gebied van PGB en andere financiering van zorg veel gebeurt, raadt J. Crajé aan om de ontwikkelingen goed in de gaten te houden.
•
KOB (Koopkrachttegemoetkoming Oudere Belastingplichtige): Om voor deze tegemoetkoming in aanmerking te komen, moet u kunnen aantonen dat 90% of meer van uw wereldinkomen in Nederland onder de belasting valt. Hiervoor heeft u van de belastingdienst uit dat betreffende land een verklaring nodig. In sommige gevallen is het echter niet mogelijk om een dergelijke verklaring te verkrijgen. Met de SVB is afgesproken dat wij in dergelijke gevallen een schriftelijke verklaring kunnen toevoegen waarom het niet mogelijk is een verklaring van de belastingdienst toe te voegen en tevens verwijzen naar de afspraak met de heer Janssen van de Sociale Verzekeringsbank die hiervoor als contactpersoon wil optreden. Op de vraag of er een sluitingstermijn is voor het aanvragen van een KOB, antwoordt J. Crajé dat hij het antwoord schuldig moet blijven, maar belooft het na te kijken.
•
Onderzoek belastingdienst privégebruik auto door werknemers van religieuze instituten: dit onderzoek is voorlopig opgeschort en in overleg met de KNR wordt gekeken hoe kan worden voorkomen dat alle religieuze instituten worden bezocht. Op basis van de eerste boekenonderzoeken is al naar voren gekomen dat de auto’s van religieuzen niet door personeel wordt gebruikt maar om dit om te zetten in een generieke uitspraak is lastig. De belastingdienst is op dit moment bezig een concrete oplossing hiervoor te vinden. De lopende onderzoeken zijn voorlopig stopgezet en er zullen voorlopig geen nieuwe onderzoeken meer komen. J. Crajé heeft nog niet de indruk dat op korte termijn een generale regeling zal worden gerealiseerd en twijfelt er zelfs aan of dit wel haalbaar is. Mocht dat het geval zijn, dan zullen de leden via een mailing op de hoogte worden gehouden.
•
Op de vraag of de model-registratie aan de hand waarvan men de vakantiedagen kan bijhouden, op tijd gereed is, antwoordt J. Crajé dat de salarisbureaus al een dergelijke registratie kunnen verzorgen. Verder deelt hij mee dat op 1 december in samenwerking met het SDB een informatiemiddag zal worden gehouden waarbij o.a. de wijzigingen in de vakantiewetgeving en wat dit voor gevolgen heeft voor de vakantieadministratie, uitgebreid aan de orde zullen komen. Instituten die geen gebruik maken van salarisbureaus, kunnen zich wenden tot de KNR. Verder deelt J. Crajé mee dat het Rechtspositiereglement tekstueel al gereed is. Deze tekst zal binnenkort via de site beschikbaar worden gesteld. Voor de gedrukte versie kunnen de instituten via een formulier aangeven hoeveel exemplaren zij willen ontvangen.
De voorzitter merkt ter afsluiting van de voorgaande inleiding op dat aanwezigen niet moeten schromen om bij eventuele vragen zich te wenden tot de KNR. •
Buiten het programma om krijgt de voorzitter van de KNR, br. Cees van Dam, de gelegenheid om het woord te richten tot de heer Bauduin. Als oud-penningmeester van de KNR krijgt hij vandaag
Verslag studiedag 22 september 2011
pagina 18 van 22
de kerkelijke onderscheiding tot Ridder in de civiele afdeling van de orde van de Heilige Gregorius de Grote uitgereikt. Voorafgaand aan de ceremonie sprak broeder Van Dam de volgende woorden: Nederland en Voorzitter, Zeer geachte aanwezigen, Mijn excuses voor het inbreken in Uw studiedag. Graag was ik hier vandaag langer geweest, maar de agenda deze dagen liet dat niet toe. Bovendien is mijn congregatie er een van zeer bescheiden middelen, dus niet alles wat hier besproken wordt is voor mij even relevant. Niettemin heb ik zeer veel waardering voor alles wat de FKR en U allen voor de religieuzen betekenen, en ik stel het dus zeer op prijs dat U bij monde van Uw voorzitter het mij toestaat dat ik even het woord tot U richt. Ik weet niet of ook in dit gremium het adagium ‘tijd is geld’ een belangrijke rol speelt, maar ik zal het, nu het einde van deze studiedag gloort, niet lang maken. Onmiddellijke aanleiding is het gegeven dat een, wat ik zo vrij ben te noemen ‘icoon’ van de KNR afscheid neemt, namelijk haar penningmeester de heer Jules Bauduin. Tijdens de Algemene Vergadering van de KNR op 9 juni jl. hebben de leden – de hogere oversten – pater Dennis Hendrickx – vandaag Uw dagvoorzitter – als nieuwe penningmeester gekozen en daarmee als opvolger de heer Bauduin. Het bestuur KNR is bijzonder verheugd met de bereidwilligheid van pater Hendrickx, die een zeer waardevolle uitbreiding van B-KNR betekent, niet in de laatste plaats omdat hij uit de kring van de religieuzen zelf komt. Maar pater Hendrickx zal het met mij eens zijn dat hij kan voortborduren op een zeer indrukwekkende basis die door de heer Bauduin is gelegd. Op 9 juni heb ik de heer Bauduin voor de Algemene Vergadering mogen toespreken. Maar ook vanuit Uw kring ontving het B-KNR geluiden dat men de waardering voor de heer Bauduin graag wilde laten blijken en uitgedrukt zien. Staat U mij dus toe dat ik hier vanmiddag opnieuw een enkel woord richt tot de heer Bauduin. Ik hoop dat U er zich in kunt herkennen. Zeer geachte heer Bauduin, Beste Jules, En daar betrek ik ook heel graag je zoon Francisco in die hier zojuist samen met mij is aangeschoven – hartelijk welkom! In de maanden voorafgaand aan de Algemene Vergadering van juni jl. kwam het gesprek regelmatig op het naderende einde van je penningmeesterschap van de KNR. Je verzuchtte dan dat het wel ‘heel hard’ naderbij kwam. En je keek er niet blij bij. Dat het afscheid je niet licht valt, kan ik me heel goed voorstellen want het gaat over een respectabele periode van bijna 12 jaar, die, als ik het mag beoordelen op wat er allemaal gepresteerd is, zeer intensief moet zijn geweest. In december 1999 werd je als penningmeester gekozen in het DB-KNR als opvolger van br. Leo Brouwers. We spreken dan nog over de KNR die naast de vier afzonderlijke samenwerkingsverbanden bestond. De KNR haalde daarmee een penningmeester van formaat binnen, een captain of industry, – CEO zeggen we tegenwoordig (Chief Executive Officer) – directeur van Organon-AKZO met een grote carrière die je over de hele wereld heeft gebracht. Het zal – wederzijds vermoed ik – ook niet zo eenvoudig zijn geweest in het begin, want de wereld van de religieuzen en de wereld ‘van het grote geld’ – als ik het zo maar even mag omschrijven – kennen natuurlijk een heel andere cultuur en omgang. Ik denk overigens dat het buitengewoon vruchtbaar geweest is dat die veel meer zakelijke en bedrijfsmatige invloed er is geweest voor de uitbouw van een gezonde organisatie en ook voor de invloed van de KNR in allerlei geledingen en gremia. Dat wil ik in deze kring graag nog eens
Verslag studiedag 22 september 2011
pagina 19 van 22
benadrukken. In ieder geval werd je herkozen als penningmeester op 7 januari 2004 bij de oprichting van de ene en enige conferentie van Hogere Oversten, en weer opnieuw in de AV in juni 2007. In deze jaren heb je als penningmeester bijzonder grote verdiensten voor de KNR gehad. In de eerste jaren heb je als bestuurlijk verantwoordelijke ervoor gezorgd dat de interne administratie bij de KNR aan de hoogste eisen ging voldoen, waardoor in het jaarlijkse accountantsrapport en de erbij behorende managementletter er nog nauwelijks kritische opmerkingen gemaakt kunnen worden. Daarna zijn op jouw initiatief voorstellen aan de Algemene Vergadering gedaan om de financiële toekomst van de KNR tot en met het jaar 2020 te verzekeren, en die voorstellen zijn ook gerealiseerd waardoor de KNR zonder financiële problemen de komende jaren kan functioneren. Juist in deze jaren zullen de religieuze instituten de KNR naar verwachting hard nodig hebben in verband met de problemen van de toekomstige bestuurbaarheid of hun ‘voltooiing’. Zonder deze financiële voorziening zou de financiering van de KNR, bij een steeds dalend aantal religieuzen, steeds moeilijker worden. Een aantal Nederlandse religieuze instituten beheert het vermogen van instituten, provincies of bisdommen in het buitenland, omdat Nederland uitstekende condities en een veilige omgeving kent voor dat beheer. Maar de meeste van die Nederlandse instituten zullen daar op afzienbare termijn niet meer toe in staat zijn. Jij nam het initiatief dat de KNR en CMC – nu ‘Mensen met een Missie’ – gezamenlijk deze dienst door middel van een beleggingsfonds aan die buitenlandse instituten, provincies of bisdommen op zich nemen. Providentieel mag achteraf ook de verkoop van de aandelen Raptim genoemd worden. Een groot dossier dat veel zorgen met zich heeft meegebracht, spannende tijden met veel overleg en onverwachte wendingen. Die verkoop heeft ervoor gezorgd dat de KNR nu in staat is de enorm gerezen kosten van de instelling Hulp & Recht – inmiddels Meldpunt Seksueel Misbruik RK.Kerk – en allerlei externe onderzoeken te betalen op het terrein van het seksueel misbruik in de kerk, waarvoor we helaas zijn komen te staan. Jij hebt je intensief met deze aandelenverkoop bezig gehouden, nadat je er ook in het Bestuur het initiatief toe nam op grond van inhoudelijke argumenten. Veel tijd en energie hebben ook de paraplucontracten en mantelovereenkomst beleggen met de banken gekost. Ook vandaag was dit weer onderwerp van gesprek. Aan jouw inzet is het vervolgens ook te danken dat het monumentaal kloosterlijk erfgoed een eigen plaats heeft in het landelijk en provinciaal beleid ten aanzien van monumenten. Dat kan de zorgen van besturen van religieuze instituten ten aanzien van het onderhoud en de toekomst van deze monumentale kloosters verlichten. Naast deze werkzaamheden als penningmeester van de KNR heb je in enkele gevallen ook afzonderlijke religieuze instituten met raad en daad bijgestaan. Speciale vermelding verdient daarbij je werk voor het pensioenfonds voor onderwijzend personeel in Indonesië, je geboorteland, opgezet door de Nederlandse Jezuïeten. Ik ben vast niet compleet geweest. Ik heb de regelmatig terugkerende financieel-economische verkenningen nog niet genoemd om als KNR ook in de toekomst te kunnen voldoen aan wat de religieuze instituten op dit terrein aan ons vragen. En dolgraag had ik het jou – en ons allen – gegund dat ook het Fonds Apostolaat inmiddels was gerealiseerd; je behoort immers tot de belangrijkste initiatiefnemers. Helaas is dat nog niet het geval. Maar dat er iets zal komen, daar hoeven we niet aan te twijfelen. Bijzonder grote verdiensten dus. Verdiensten ook waar we nog heel lang op zullen kunnen teren. Verdiensten die we ook niet meer hoeven vragen van je opvolger. De basis is immers gelegd. En hoe. Daar kunnen we mee verder.
Verslag studiedag 22 september 2011
pagina 20 van 22
Als een van de weinige ‘leken’ in het B-KNR bleef je je bovendien niet uitsluitend beperken tot het financieel-economische terrein maar toonde je je ook zeer geïnteresseerd in het enorme veranderingproces waarin het religieuze leven in ons deel van de wereld in de afgelopen decennia is geraakt, las je erover en schuwde je ook spirituele onderwerpen niet. Voor dit alles zijn we je bijzonder erkentelijk. Ik denk dat we nog tot in lengte van dagen bij allerlei financieel-economische vraagstukken die op de vergadertafel komen, ons zullen afvragen hoe jij daarop gereageerd zou hebben. Gelukkig ben je niet helemaal weg, want hier en daar heb je nog een adviserende of toezichthoudende vinger in de pap. En als je ons iets geleerd hebt, deze jaren, dan is het wel het belang van netwerken. Weet dat je inmiddels in ons – en zeker ook in mijn – netwerk zit, en dat ik dat gebruiken zal als het ook maar enigszins nodig is. Aan het einde van mijn toespraak voor de Algemene Vergadering op 9 juni jl. mocht ik je een oorkonde voorlezen waarin de Heilige Vader je, via de nuntius, zijn bijzondere apostolische zegen toekende voor het vele dat je voor de religieuzen en daarmee voor de kerk van Nederland in het algemeen hebt betekent. Welnu, de Heilige Vader heeft het niet bij de apostolische zegen alleen gelaten. Ik mag je daarom vandaag – en ik vind dat heel eervol – opnieuw namens hem een mededeling doen. Omdat ik er daarna niets meer aan wil toevoegen, wil ik je nu, nogmaals, namens de aanwezigen hier, namens de gehele KNR en allen die daar bij betrokken zijn, van harte danken voor wie je was, wie je bent, en het vele dat je voor ons hebt betekent en zal blijven betekenen. Moge het jou en de jouwen goed gaan. Mag ik je nu verzoeken hier even naast mij plaats te nemen. De originele tekst is in het Latijn en dat is voor het overgrote deel van de aanwezigen hier natuurlijk gesneden koek. Toch heb ik, voor de enkeling waarvoor dat niet het geval is, maar even voor een Nederlandse vertaling gezorgd. WIJ, paus Benedictus XVI, aangezien wij gaarne instemmen met het ons voorgelegde verzoek, op grond waarvan wij erkennen dat u van hoge verdienste bent inzake het welzijn en de groei van de kerk en van de katholieke zaak, zodanig dat wij open en duidelijk een getuigenis tonen van onze dankbare welwillendheid, kiezen, benoemen en verklaren wij U, Julius Gomarus Bauduin, van de Nederlandse nationaliteit, tot Ridder in de civiele afdeling van de orde van de heilige Gregorius de grote, en kennen wij U de bevoegdheid toe alle voorrechten te voeren die aan deze waardigheid zijn verbonden. Gedaan te Rome, bij de zetel van Petrus, op 8 juli 2011 Was getekend: Tharcisius Kardinaal Bertone, Staatssecretaris
De heer Bauduin is totaal verrast door deze ceremonie en dankt iedereen die betrokken is geweest bij de totstandkoming en advisering van deze onderscheiding. Hij refereert aan de periode voordat hij penningmeester van de KNR werd. Eén dag na zijn pensionering werd hij opgebeld door wijlen pater Brenninkmeijer met de mededeling “Heer Bauduin wij hebben u nodig”.
Verslag studiedag 22 september 2011
pagina 21 van 22
Hiervoor is hij hem zeer dankbaar. Deze oproep bezorgde hem een 2e leven na zijn pensionering en stelde hem in staat zich dienstbaar te maken aan de religieuzen. Er brak een zeer interessante tijd aan. Alleen jammer dat het werk dat door de KNR is verricht niet altijd op waarde is geschat. Nogmaals dank voor deze eervolle onderscheiding. De voorzitter dankt alle aanwezigen voor hun aanwezigheid en de gastsprekers voor hun bijdrage. Vervolgens nodigt hij iedereen uit om onder het genot van een drankje de heer Bauduin te feliciteren met zijn onderscheiding en tevens afscheid van hem te nemen als penningmeester.
14 oktober 2011 Sylvia Hobeijn
Verslag studiedag 22 september 2011
pagina 22 van 22