Verdiepend onderzoek onder vrijwilligers in de zorg Rondetafelgesprek Gemeente Westervoort
Verdiepend onderzoek onder vrijwilligers in de zorg Rondetafelgesprek Gemeente Westervoort
mei 2012
COLOFON Samenstelling Maaike Woertel Ingrid Dooms Vormgeving binnenwerk BMC | Groep Druk BMC | Groep SGBO Benchmarking Postbus 10242 2501 HE Den Haag Niets uit deze publicatie mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie of op welke andere wijze dan ook, zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van SGBO.
Aan de totstandkoming van deze publicatie is de grootst mogelijke zorg besteed. SGBO kan echter niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele onjuistheden, noch kunnen aan de inhoud rechten worden ontleend.
INHOUDSOPGAVE
1
Samenvatting
1
2
Inleiding en werkwijze
3
2.1
Inleiding
3
2.2
Onderzoeksvraag
3
2.3
Onderzoeksopzet
4
2.4
Beschrijving doelgroep
5
3
Resultaten rondetafelgesprek
6
3.1
Algemeen
6
3.2
Taken, tijdsbesteding en inzet in jaren
6
3.3
Het mooie en het moeilijke van vrijwilligerswerk
7
3.4
Ondersteuning door de zorgorganisatie
9
3.5
Ondersteuning door de gemeente
9
3.6
Vrijwilligerswerk en de toekomst
11
4
Aanbevelingen
12
1
Samenvatting In het kader van de horizontale verantwoording heeft de gemeente Westervoort gekozen voor een kwalitatief tevredenheidsonderzoek onder vrijwilligers in de zorg. Het kwalitatieve onderzoek bestaat uit een rondetafelgesprek, waarbij gebruik is gemaakt van een semi-gestructureerde vragenlijst. Aan dit gesprek hebben in totaal 9 vrijwilligers deelgenomen. Taken, tijdsbesteding en inzet in jaren De deelnemers aan het rondetafelgesprek verrichten vrijwilligerswerk bij de volgende organisaties (of bij meerdere organisatie tegelijk): Stichting Thuiszorg Midden Gelderland (STMG) in samenwerking met het Rode Kruis, De Zonnebloem, Stichting MIKADO (Bezoek- en Opvang Service), Vrijwilligerswerk bij een plaatselijke kerk, Vrijwillige Palliatieve Terminale Zorg (VPTZ) Midden-Gelderland en Mee Gelderse Poort (Informele netwerk ondersteuning). De deelnemers zijn op verschillende manieren vrijwilliger in de zorg geworden. Velen worden gevraagd door bekenden om ook iets te gaan doen. Anderen hebben zichzelf bewust aangeboden omdat ze iets te doen wilden hebben. Voor de meeste deelnemers is het een bewuste keuze omdat ze graag iets voor anderen willen doen. De deelnemers verrichten al tussen de 2 jaar en 16 jaar vrijwilligerswerk. De inzet van de deelnemers varieert van gemiddeld 4 uur per week tot soms wel 40 uur per week. Wat het vrijwilligerswerk voor de meeste oplevert is een stukje voldoening en daarom blijven ze het doen. Het mooie en het moeilijke van vrijwilligerswerk De deelnemers geven aan dat het mooie van het vrijwilligerswerk is dat je van betekenis bent voor een ander. Daarnaast wordt ook de persoonlijke ontwikkeling genoemd die vrijwilligerswerk biedt. Het vrijwilligerswerk in de zorg gaat vaak gepaard met een grote mate van vrijheid en zelfstandigheid. Deze mooie kant heeft ook een keerzijde. Bijvoorbeeld een te grote verantwoordelijkheid. De deelnemers geven aan dat zelfkennis daarom zo belangrijk is, zodat je als vrijwilliger grenzen kunt stellen. Het gaat hierbij niet alleen om het aantal uren, maar ook om de fysieke en emotionele belasting. Sommige vrijwilligers geven aan dat het takenpakket van de vrijwilliger steeds breder wordt. Tijdens het rondetafelgesprek wordt er gesproken over verantwoordelijkheden en afspraken die zijn afgesloten met de vrijwilligers. Deze afspraken kunnen een houvast zijn voor de vrijwilliger.
SGBO ONDERZOEK ONDER VRIJWILLIGERS IN DE GEMEENTE WESTERVOORT
1
Ondersteuning door de zorgorganisatie Alle deelnemers werken voor een organisatie. De ondersteuningsvormen die besproken zijn in het rondetafelgesprek zijn de onkostenvergoeding, verzekering, en informatie en advies. De deelnemers geven aan dat deze ondersteuningsvormen vooral binnen de organisatie worden geregeld. Ook trainingen en cursussen voor het werk dat vrijwilligers doen, hoort bij een goede ondersteuning door een zorgorganisatie. Deze cursussen worden door de deelnemers zeer gewaardeerd. Ondersteuning door de gemeente De gemeente Westervoort heeft samen met de gemeente Duiven al haar vrijwilligers collectief verzekerd bij Centraal Beheer Achmea. De meeste deelnemers waren hiervan niet op de hoogte. Bij het Meldpunt Vrijwillige Thuishulp (MVT) komen de hulpvragen binnen. Dit zijn hulpvragen op het gebied van zorg, zoals iemand die een maatje zoekt of iemand die hulp nodig heeft met het doen van de boodschappen of het doen van klusjes in de tuin e.d. De Vrijwilligerscentrale bemiddelt tussen de vraag naar vrijwilligers en het aanbod van vrijwilligers. Het MVT en de Vrijwilligerscentrale zijn onder de deelnemers wel bekend, alleen 1) worden ze niet gezien als eerste ingang waar ze heen zouden gaan met een vraag of voor ondersteuning en 2) is niet duidelijk wat precies het verschil is tussen het MVT en de Vrijwilligerscentrale. De deelnemers die ondersteuning (hebben) ontvangen van het MVT, geven aan heel tevreden te zijn over die ondersteuning. Vrijwilligerswerk en de toekomst Als je eenmaal vrijwilliger bent, is het moeilijk om een stap terug te doen of om er mee op te houden. Het is extra moeilijk voor de vrijwilligers om voor zichzelf te kiezen als de mensen voor wie ze zich inspannen minder kunnen dan zijzelf. Alle deelnemers waren het er over eens dat je vrijwilligerswerk niet alleen voor een ander doet maar ook voor jezelf. De meeste deelnemers trekken daaruit ook de logische conclusie dat ze ook aan zichzelf moeten denken. De deelnemers geven aan dat mensen het tegenwoordig steeds drukker hebben en minder tijd meer hebben voor vrijwilligerswerk. Er wordt aangegeven dat nieuwe vrijwilligers vaak tijdelijke inzet verkiezen boven vaste inzet. Iedereen is het er over eens dat een informele en persoonlijke benadering het beste werkt om nieuwe vrijwilligers te werven.
SGBO ONDERZOEK ONDER VRIJWILLIGERS IN DE GEMEENTE WESTERVOORT
2
2
Inleiding en werkwijze In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de achtergrond van het tevredenheidsonderzoek en de opzet van het onderzoek. Hierbij beschrijven we de onderzoeksvraag, de onderzoeksopzet en de doelgroep.
2.1
Inleiding
In het kader van de horizontale verantwoording, waarbij gemeenten zich voor hun beleid verantwoorden aan hun eigen burgers en cliënten, is de gemeente verplicht om elk jaar een tevredenheidsonderzoek uit te voeren onder een doelgroep van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). De gemeente Westervoort heeft ervoor gekozen om dit tevredenheidsonderzoek onder vrijwilligers in de zorg te houden. 2.2
Onderzoeksvraag
De gemeente Westervoort wil informatie van de vrijwilligers zelf om de verantwoordelijkheid op prestatieveld 4, namelijk het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers bij het uitvoeren van hun zorgtaak, goed op te pakken. Vrijwilligerswerk en mantelzorg zijn in één prestatieveld opgenomen, hoewel ze in een aantal opzichten van elkaar verschillen. Zo is er een verschil in de activiteiten die vrijwilligers en mantelzorgers uitvoeren, en ook in de motivatie waarom ze dit doen. Maar er is ook een duidelijke overeenkomst, namelijk dat het in beide gevallen gaat om een vorm van inzet voor de (naaste) omgeving. Bovendien staan mantelzorg en vrijwilligerswerk niet los van elkaar. Iemand die mantelzorg krijgt, ontvangt daarnaast ook vaak hulp door vrijwilligers. En de ondersteuning aan (overbelaste) mantelzorgers wordt ook vaak gegeven door vrijwilligers. De gemeente Westervoort heeft met het onderzoek van vorig jaar al inzicht verkregen in de situatie van de mantelzorgers en wil met dit onderzoek inventariseren op welke wijze zij vrijwilligers kan ondersteunen. Zij kiezen specifiek voor vrijwilligers in de zorg. Dit leidt tot de volgende probleemstelling: In hoeverre kan de gemeente vrijwilligers in de zorg ondersteunen zodat zij hun werk met plezier kunnen (blijven) doen? Deelvragen: 1. Hoe ervaren de vrijwilligers het werk dat ze doen? 2. Welke ondersteuning krijgen ze en welke ondersteuning hebben ze nodig? 3. Wat kan de gemeente in het kader van de Wmo bieden aan ondersteuning voor de vrijwilligers zelf en om het door hen verrichtte werk beter te kunnen doen of volhouden?
SGBO ONDERZOEK ONDER VRIJWILLIGERS IN DE GEMEENTE WESTERVOORT
3
2.3
Onderzoeksopzet
De probleemstelling en deelvragen zijn van dien aard dat een kwalitatieve onderzoeksmethode het meest passend is. Met kwalitatief onderzoek kunnen de betekenissen achterhaald worden die betrokkenen zelf aan hun situatie geven, dus de praktijktheorieën die betrokkenen zelf hebben ontwikkeld. De gemeente Westervoort wil onder de doelgroep vrijwilligers in de zorg nu juist die ervaringen achterhalen. Bij kwalitatief onderzoek is de informatieverzameling vaak open en flexibel, zodat er ruimte is voor onvoorziene gebeurtenissen. Dit betekent dat er geen sterke voorstructurering is, zoals in een enquête, waarbij kwantitatieve analyses gedaan worden op de verkregen data. Dit betekent echter niet dat je met kwalitatief onderzoek niet zou kunnen kwantificeren; hoe vaak zich iets voordoet, hoeveel mensen specifiek gedrag vertonen etc. Met kwalitatief onderzoek kunnen betekenissen die mensen toedelen aan alledaagse gebeurtenissen goed worden onderzocht. Het gaat hier dus niet om het valideren van de uitspraken van mensen, of deze waar zijn of niet, maar wat ze voor hen betekenen. Het gaat er in dit onderzoek om hoe de geselecteerde leden van de doelgroep vrijwilligers in de zorg bepaalde gebeurtenissen ervaren. Deze betekenissen zijn een indicatie voor wat alle vrijwilligers in de zorg kunnen ervaren. Op basis van deze betekenissen kunnen bestaande beelden worden bijgesteld of aanzetten voor nieuw beleid worden ontwikkeld. Generaliseren De gegevens uit kwalitatieve onderzoeken zijn lastig te generaliseren naar de gehele groep of andere groepen, door de geringe steekproef. Wel kan er sprake zijn van theoretische of inhoudelijke generalisatie, wat iets anders is dan statistische generalisatie. De resultaten van dit onderzoek kunnen dus niet worden doorgetrokken naar de gehele doelgroep. Maar dit onderzoek geeft wel een beeld van vrijwilligers in Westervoort, hun ervaringen en behoeften. Onderzoeksmethoden Methoden van kwalitatief onderzoek zijn: documentenverzameling, participerende observatie en het open interview. In dit onderzoek maken we gebruik van een open groepsinterview. Bij open interviews wordt gebruik gemaakt van een topiclijst. Dit is een semigestructureerde vragenlijst, waarbij een aantal onderwerpen aan bod moet komen, maar de precieze vraagstelling en de volgorde van de vragen staat niet vast. Dit open groepsinterview is door middel van een rondetafelgesprek gehouden. Deze vorm heeft als doel om uitwisseling tussen de deelnemers te bewerkstelligen en om door te vragen zodat duidelijk wordt of bepaalde ervaringen door meer deelnemers gedeeld worden.
SGBO ONDERZOEK ONDER VRIJWILLIGERS IN DE GEMEENTE WESTERVOORT
4
Tijdens de bijeenkomst is een aantal onderwerpen besproken waarmee de gemeente de ondersteuning van vrijwilligers in de zorg kan verbeteren. De gesprekspunten die bij het rondetafelgesprek aan de orde zijn geweest, zijn in bijlage 1 terug te vinden. 2.4
Beschrijving doelgroep
De gemeente Westervoort heeft een uitnodigingsbrief verstuurd naar verschillende zorginstellingen, de Zonnebloem en de plaatselijke afdeling van het Rode Kruis met het verzoek om vrijwilligers uit te nodigen voor een rondetafelgesprek. Daarnaast is er door de gemeente persoonlijk contact geweest met Stichting Welzijn Ouderen Arnhem en MEE Gelderse Poort met aan hen de vraag de vrijwilligers buddyzorg, vriendendienst op stap en informele netwerkondersteuning uit te nodigen voor de rondetafelgesprekken. Dit onderzoek gaat dus specifiek over vrijwilligers in de zorg. Bij het rondetafelgesprek waren 9 vrijwilligers aanwezig (8 vrouwen en 1 man). Bijna alle vrijwilligers waren jonger dan 65 jaar. Tabel 1
Kenmerken van de aanwezige vrijwilligers
Aantal Geslacht Man
1
Vrouw Leeftijd
8
17 of jonger
0
18 t/m 35
1
36 t/m 65
6
66 t/m 75
1
76+
1
De deelnemers aan het rondetafelgesprek verrichten vrijwilligerswerk bij de volgende organisaties (sommige vrijwilligers zijn zelfs aangesloten bij meerdere organisaties): - 5 Stichting Thuiszorg Midden Gelderland (STMG) in samenwerking met het Rode Kruis – Activerend huisbezoek - 2 De Zonnebloem – Huisbezoeken - 2 Stichting MIKADO - Bezoek- en Opvang Service (BOS) - 2 Vrijwilligerswerk bij een plaatselijke kerk - 1 Vrijwillige Palliatieve Terminale Zorg (VPTZ) Midden-Gelderland - 1 Mee Gelderse Poort – Informele netwerk ondersteuning (INO)
SGBO ONDERZOEK ONDER VRIJWILLIGERS IN DE GEMEENTE WESTERVOORT
5
3 3.1
Resultaten rondetafelgesprek Algemeen
Het rondetafelgesprek in de gemeente Westervoort vond plaats op het gemeentehuis. Het was een rondetafelgesprek waarbij alle deelnemers plus twee gespreksleiders precies pasten aan de grote tafel in deze kamer. Hierdoor konden de deelnemers elkaar goed zien en horen. Door deze enscenering ontstond er een sfeer die uitnodigde om ervaringen uit te wisselen.
3.2
Taken, tijdsbesteding en inzet in jaren
De deelnemers van de bijeenkomst hebben zich voorgesteld en daarbij aangegeven bij welke organisatie ze werken en welke taken ze doen. De deelnemers verrichten meerdere taken. In schema ziet het er als volgt uit: Tabel 2 Taken
Taken die de deelnemers verrichten Specifiek
Aantal deelnemers
Mensen opzoeken
Huisbezoeken, mee-eten, wandelen, aquagym, meehelpen om het netwerk te vergroten, iemand helpen met de Nederlandse taal, dagtochten, regiovakantie
9
Bestuurswerk
Bestuursfunctie, coördinator, telefoondienst
2
Mensen begeleiden op hun sterfbed
Tijd bieden, aandacht geven en ondersteuning bieden aan degene die gaat sterven en diens naasten
1
De deelnemers zijn op verschillende manieren vrijwilliger in de zorg geworden. Velen worden gevraagd door bekenden om ook iets te gaan doen. Eén deelnemer vertelde dat hij gestart is bij de voetbalclub, zelf de pupillenafdeling heeft gerund, in het bestuur van de kerk terecht is gekomen en op een gegeven moment gevraagd werd voor De Zonnebloem. Toen hier een bestuursfunctie vrij kwam, heeft hij een jaar meegelopen om vervolgens deze functie over te nemen. Dit doet hij nu al bijna 5 jaar. Anderen hebben zichzelf bewust aangeboden omdat ze iets te doen wilden hebben. Een deelnemer geeft aan dat ze altijd al bij het Rode Kruis had willen werken. Toen ze na 42 jaar dienstverband ontslagen werd en het UWV haar de keuze bood ‘of solliciteren of vrijwilligerswerk’, was de keuze snel gemaakt. Via de Westerpost las ze een verhaal over activerend huisbezoek. Zij vertelt: ‘Ik kreeg een cursus van 6 dagdelen om klaargestoomd te worden voor het activerend huisbezoek. Voordat de cursus was afgelopen, was ik al bezig.’
SGBO ONDERZOEK ONDER VRIJWILLIGERS IN DE GEMEENTE WESTERVOORT
6
Voor de meeste deelnemers is het een bewuste keuze omdat ze graag iets voor anderen willen doen. Een deelnemer vertelt dat zij vrijwilliger bij Vrijwillige Palliatieve Terminale Zorg (VPTZ) werd nadat ze met deze organisatie in aanraking was gekomen vanuit een privé-ervaring. Zij vertelt: ‘Wij namen veel zorg op ons voor onze zwager en zijn drie kindjes, maar op een gegeven moment hadden we extra hulp nodig. We kregen deze hulp van vrijwilligers van VPTZ en ik dacht: ‘Wat verrichten zij mooi werk!’.’ De deelnemers verrichten al tussen de 2 jaar en 16 jaar vrijwilligerswerk. De inzet van de deelnemers varieert van gemiddeld 4 uur per week tot soms wel 40 uur per week. Wat het vrijwilligerswerk voor de meeste oplevert is een stukje voldoening en daarom blijven ze het doen. Eén vrijwilliger geeft ook aan dat zij graag bezig wil zijn en niet thuis wil blijven zitten. Dit komt vaker voor bij mensen die met pensioen gaan. Eén deelnemer geeft aan dat het voor bewoners belangrijk is om leuke dingen te doen waar de professionele zorg niet altijd tijd voor heeft. De professionals zijn hiermee geholpen en de bewoners waarderen het enorm. ‘Ik doe het voor de mensen, ik zie ze opbloeien en daar krijg ik zelf ook energie van.’
3.3
Het mooie en het moeilijke van vrijwilligerswerk
De laatste quote uit de vorige paragraaf geeft al aan wat voor één van de deelnemers het mooie is aan vrijwilligerswerk, namelijk ‘Het van betekenis zijn voor iemand anders; zinvolle tijdsbesteding’. Bijvoorbeeld de VPTZ-vrijwilliger die hele nachten bij een patiënt waakt en de familie opvangt. Deze vrijwilligers geven aan dat zij een soort voorbeeldfunctie vervullen: ‘De vrijwilliger is dan toch in hun ogen degene die weet wat er moet gebeuren.’ Wat ook iets moois is van vrijwilligerswerk, is de persoonlijke ontwikkeling die het biedt. Zo worden vrijwilligers regelmatig cursussen aangeboden. Een andere deelnemer geeft aan dat zij ervaart dat het vrijwilligerswerk een minder verplichtend karakter heeft dan de betaalde baan die ze voorheen had. In haar baan had ze te maken met veel targets, wat stress veroorzaakte. Het vrijwilligerswerk in de zorg gaat vaak gepaard met een grote mate van vrijheid en zelfstandigheid. Deze mooie kant heeft ook een keerzijde. Bijvoorbeeld wanneer de hulpvrager niemand anders in zijn omgeving heeft om op terug te vallen, kan dit voor de vrijwilliger een te grote verantwoordelijkheid zijn. Een vrijwilliger schetst:
SGBO ONDERZOEK ONDER VRIJWILLIGERS IN DE GEMEENTE WESTERVOORT
7
‘Ik help de hulpvrager mee met het opbouwen van de eigen oplossing, ik mag niet zelf de oplossing zijn. Als je zelf de oplossing bent, drukt dat op je’. Een ander voorbeeld waarbij de verantwoordelijkheid te groot wordt, is wanneer de band tussen de vrijwilliger en de hulpvrager te nauw wordt en de hulp niet meer overdraagbaar is. Zo vertelt een deelnemer die al 20 jaar lang iedere week dezelfde mevrouw bezoekt: ‘Ik voel me schuldig als ik drie weken op vakantie wil. Ik zou wel meer nee willen zeggen, maar dat voelt niet goed. Als er iets met háár is, dan voel ík dat ook. Het is niet meer vrijblijvend.’ De deelnemers geven aan dat zelfkennis daarom zo belangrijk is. Zodat je als vrijwilliger kunt aangeven wat je wel en niet aankunt. Het stellen van grenzen aan de eigen inzet is moeilijk én belangrijk. Het gaat hierbij niet alleen om het aantal uren, maar ook om de fysieke en emotionele belasting. Het belang van tijdig grenzen stellen is tijdens het rondetafelgesprek uitvoerig aan de orde geweest. Op de vraag of er deelnemers zijn die het vrijwilligerswerk als een belasting ervaren geeft één vrijwilliger aan dat hij duidelijke grenzen stelt om zijn vrijwilligerswerk te kunnen blijven combineren met zijn privéleven. Dit speelt bij meer vrijwilligers. Zij geven daarbij aan welke taken zij wel en niet doen voor de hulpvrager. Een deelnemer die veel mensen bezoekt, geeft aan wat haar grens is: ‘In de eerste cursus heb ik geleerd dat je heel ver mag gaan, maar dat je ervoor moet zorgen dat je niet geclaimd wordt. Voor mij is de grens dat er een bepaalde afstand moet zijn.’ Tijdens het gesprek wordt gevraagd of het vrijwilligerswerk de vrijwilligers biedt wat zij ervan verwacht hadden. Sommige vrijwilligers geven aan dat het takenpakket van de vrijwilliger steeds breder wordt. Dat het niet alleen meer draait om de hulpvrager, maar dat er steeds meer taken bijkomen, zoals cursussen, vergaderingen, coördinerende taken e.d. Vrijwilligers van VPTZ ervaren dit niet zo. Bij deze organisatie zijn de coördinerende taken belegd bij één persoon en de uitvoerende taken bij de vrijwilligers. ‘Ieder wordt ingezet op zijn sterke punten’ wordt er gezegd. Als coördinator ben je er om de vrijwilligers zo te faciliteren dat zij hun werk kunnen doen zonder dat ze met hun hoofd bij andere taken zitten. De coördinator kent de vrijwilliger en kent de hulpvrager en maakt de match. ‘Het moet klikken’. Tijdens het rondetafelgesprek wordt er gesproken over verantwoordelijkheden, over wat wel en niet mag en over afspraken die zijn afgesloten met de vrijwilligers. Deze afspraken kunnen een houvast zijn voor de vrijwilliger. Er zijn afspraken tussen de organisatie waarvoor de vrijwilliger werkt en de vrijwilliger over wat zij wordt geacht wel en niet te doen. Eén deelnemer geeft aan:
SGBO ONDERZOEK ONDER VRIJWILLIGERS IN DE GEMEENTE WESTERVOORT
8
‘Duidelijke afspraken over werkzaamheden en werktijden zijn belangrijk. Als je maar half afspreekt, of de verwachtingen zijn niet goed afgestemd, dan haken mensen af.’ Wat nog aanvullend aan de orde kwam is de communicatie tussen zorgorganisatie van de hulpvrager en de vrijwilliger welke niet altijd soepel verloopt. Bijvoorbeeld het verhaal van één van de deelnemers waarbij een vrijwilliger haar hulpvrager opzocht voor een bezoek en een lege kamer aantrof. De hulpvrager was inmiddels overleden en de vrijwilliger was hier niet van op de hoogte gesteld en vond dit uiteraard heel vervelend.
3.4
Ondersteuning door de zorgorganisatie
Alle deelnemers werken voor een organisatie. De ondersteuning die een organisatie biedt kan van belang zijn voor vrijwilligers, zoals bij het maken van afspraken en het regelen van de verzekering. Ondersteuningsvormen zoals onkostenvergoeding, verzekering, en informatie en advies worden voor de deelnemers vooral binnen de organisatie geregeld. Onkostenvergoeding voor bijvoorbeeld reiskosten of om spulletjes in te kopen voor een bepaalde activiteit. Sommige deelnemers geven aan een goede verzekering te hebben bij hun organisatie, voor andere is dit onbekend. Ook trainingen en cursussen voor het werk dat vrijwilligers doen, hoort bij een goede ondersteuning door een zorgorganisatie. Deze cursussen worden door de deelnemers zeer gewaardeerd. Deelnemers die nu of vroeger te maken hebben met psychiatrische bewoners of bewoners met een verstandelijke beperking melden dat ze training hebben gehad om beter te kunnen omgaan met deze doelgroepen. ‘Dementie, rouwverwerking, het bij mensen in huis zijn en hoe daarmee om te gaan. In verschillende cursussen leer je om beter met deze verschillende zaken om te gaan.’
3.5
Ondersteuning door de gemeente
Vrijwilligers hebben sterk de neiging om hun eigen problemen op te lossen. In het kader van de Wmo kan en wil de gemeente Westervoort het vrijwilligerswerk stimuleren en verbeteren. Dat kan door zaken te regelen waar de vrijwilliger voordeel aan heeft (denk aan informatie en cursussen) maar ook door zaken te regelen waardoor het vrijwilligerswerk makkelijker is te doen of is vol te houden (denk aan verzekeringen en vergoedingen). De gemeente Westervoort heeft samen met de gemeente Duiven al haar vrijwilligers collectief verzekerd bij Centraal Beheer Achmea. Dit verzekeringspakket bestaat uit een aansprakelijkheidsverzekering en een ongevallenverzekering en dekt de risico's die
SGBO ONDERZOEK ONDER VRIJWILLIGERS IN DE GEMEENTE WESTERVOORT
9
verbonden zijn aan vrijwilligerswerk. De meeste deelnemers waren hiervan niet op de hoogte. Een ander punt dat aan de orde is geweest is het Meldpunt Vrijwillige Thuishulp (MVT) en de Vrijwilligerscentrale, beide onderdeel van Stichting MIKADO; een brede welzijnsinstelling voor Duiven en Westervoort. Bij het Meldpunt Vrijwillige Thuishulp komen hulpvragen binnen op het gebied van de informele zorg: klusjes in huis en in de tuin, maatjes, hulp bij het boodschappen doen etc. Het MVT legt contact met de (vrijwilligers)organisaties die de gevraagde ondersteuning kunnen bieden, b.v. de Zonnebloem, Graag Gedaan of het Rode Kruis etc.. Het MVT werkt samen met diverse woon, welzijn en zorgorganisaties, waaronder het Loket Wonen Welzijn en Zorg (Loket WWZ) en de Vrijwilligerscentrale. De Vrijwilligerscentrale is deskundig op het gebied van vrijwilligerswerk. Ze bemiddelt o.a. tussen vraag en aanbod en biedt met name informatie en ondersteuning aan zowel vrijwilligers als vrijwilligersorganisaties. Het MVT en de Vrijwilligerscentrale zijn onder de deelnemers wel bekend, alleen 1) worden ze niet gezien als eerste ingang waar ze heen zouden gaan met een vraag of voor ondersteuning en 2) is niet duidelijk wat nou precies het verschil is tussen het MVT en de Vrijwilligerscentrale. Voor een vraag of bepaalde ondersteuning gaan de deelnemers eerder naar de organisatie waar ze bij aangesloten zijn. De deelnemers die ondersteuning (hebben) ontvangen van het MVT, geven aan heel tevreden te zijn over die ondersteuning. Het MVT en de Vrijwilligerscentrale worden gesubsidieerd door de gemeente. Ook het activerend huisbezoek van STMG in samenwerking met het Rode kruis, het BOSproject en de informele netwerkondersteuning van stichting MEE zijn voorbeelden van organisaties die financiële ondersteuning van de gemeente ontvangen. Een deelnemer geeft aan dat kleine vrijwilligersorganisaties meer afhankelijk zijn van subsidies van de gemeente dan grote vrijwilligersorganisaties. Er ontstaat een discussie tussen de deelnemers over de bezuinigingen en dat hierdoor bijvoorbeeld gekort moet worden op het aanbod van cursussen. Enerzijds vinden de deelnemers dit zonde; ‘Daar leer je juist zo veel van’ wordt er gezegd, anderzijds is er begrip voor de bezuinigingen. Wel is het van belang om hierover duidelijk te communiceren. De ondersteuning is niet altijd financieel. Een deelnemer vertelt over de gemaakte afspraken met de gemeente. Deze organisatie mag 4 keer per jaar vergaderen in het gemeentehuis. ‘Ondersteuning in natura!’.
SGBO ONDERZOEK ONDER VRIJWILLIGERS IN DE GEMEENTE WESTERVOORT
10
3.6
Vrijwilligerswerk en de toekomst
Als je eenmaal vrijwilliger bent, is het moeilijk om een stap terug te doen of om er mee op te houden. Er zijn te weinig vrijwilligers en het is erg moeilijk om nieuwe vrijwilligers te vinden. Vaak voelen bestaande vrijwilligers zich door deze feiten gehinderd om te stoppen met het vrijwilligerswerk. Grenzen stellen is al aan de orde geweest bij de uitoefening van het werk als vrijwilliger. In het werk wordt regelmatig over de grenzen van de vrijwilliger heen gegaan. Het is extra moeilijk voor de vrijwilligers om voor zichzelf te kiezen als de mensen voor wie ze zich inspannen minder kunnen dan zijzelf. Alle deelnemers waren het er over eens dat je vrijwilligerswerk niet alleen voor een ander doet maar ook voor jezelf. De meeste deelnemers trekken daaruit ook de logische conclusie dat ze ook aan zichzelf moeten denken. Als voorbeeld werd genoemd dat door het bewaken van grenzen, de taken verdeeld worden. Hiermee komen vrijwilliger en hulpvrager samen tot een betere duurzame oplossing. Stoppen met vrijwilligerswerk is moeilijk, maar het werven van nieuwe vrijwilligers ook. De deelnemers geven aan dat mensen het tegenwoordig steeds drukker hebben en minder tijd meer hebben voor vrijwilligerswerk. De verplichtingen (betaald werk, opleiding, zorgtaken) nemen toe en de hoeveelheid vrije tijd daalt. De tijdsdruk lijkt zich vooral te concentreren bij mensen die met de combinatie van werk en zorg te maken hebben en dan het meest van al bij tweeverdienende ouders met de zorg voor jonge kinderen. Eén deelnemer vertelt: ‘Ik heb het gevoel dat mensen tussen de 30 en de 50 niet zomaar meer vrijwilligerswerk gaan doen. Die hebben geen tijd meer over naast de drukte van het werk en het gezinsleven.’ De deelnemers aan het rondetafelgesprek hebben het idee dat hierdoor de voorwaarden, die nieuwe vrijwilligers stellen aan het vrijwilligerswerk, veranderen. Zo geeft een deelnemer aan dat nieuwe vrijwilligers vaak tijdelijke inzet verkiezen boven vaste inzet. Als we dat vergelijken met hoe de deelnemers aan vrijwilligerswerk zijn begonnen, dan zijn velen ook begonnen met af en toe invallen. Daarna werd de inzet snel groter en structureel. Iedereen is het er over eens dat een informele en persoonlijke benadering het beste werkt om nieuwe vrijwilligers te werven. Het enthousiasme van de bestaande vrijwilligers is volgens hen de beste reclame.
SGBO ONDERZOEK ONDER VRIJWILLIGERS IN DE GEMEENTE WESTERVOORT
11
4
Aanbevelingen Uit het rondetafelgesprek kunnen we de volgende aanbevelingen naar voren halen. Aanbevelingen vanuit het gesprek: •
Voor vrijwilligers in de zorg is de ondersteuning van de organisatie van groot belang. Maak in elk geval afspraken met deze organisaties over de aanwezigheid van een aanspreekbare coördinator voor de vrijwilligers en de mogelijkheid voor de vrijwilligers om cursussen te volgen. Inventariseer hierbij ook in hoeverre de gemeente een rol kan spelen bij het ondersteunen van besturen van vrijwilligersorganisaties om de zaken goed te regelen en hiermee de vrijwilliger zo optimaal mogelijk te faciliteren.
•
Breng maandelijks het aanbod van cursussen in kaart die geboden worden bij de verschillende zorginstellingen en communiceer hierover aan de vrijwilligers.
•
Neem het bewaken van ‘eigen grenzen’ op in een basiscursus vrijwilligerswerk. Daarbij is aandacht nodig voor zelfinzicht van vrijwilligers.
•
Voor werving van nieuwe vrijwilligers zijn bestaande vrijwilligers de beste reclame, vooral wanneer dit in de informele persoonlijke sfeer gebeurt. Zet actiever in op het inzetten van bestaande vrijwilligers om in hun eigen netwerk nieuwe vrijwilligers te werven.
•
Vergroot de bekendheid van het Meldpunt Vrijwilliger Thuishulp (MVT) en de Vrijwilligerscentrale door bijvoorbeeld regelmatig informatie op te nemen over het Steunpunt in de Westervoortpost. Aandachtspunt hierbij is dat het verschil tussen MVT en Vrijwilligerscentrale (bij een groot deel van de deelnemers) niet bekend is.
•
Breng bij de vrijwilligers onder de aandacht dat alle vrijwilligers via de gemeente collectief verzekerd zijn en dat deze verzekering de risico’s dekt die verbonden zijn aan vrijwilligerswerk. Ze blijken hier in de praktijk niet altijd mee bekend te zijn.
•
Heb meer aandacht voor communicatie tussen zorgaanbieder en vrijwilliger. Neem in het dossier van de hulpvrager informatie op over de vrijwillige inzet zodat wanneer er iets gebeurt met de hulpvrager de vrijwilliger hiervan op de hoogte wordt gesteld.
SGBO ONDERZOEK ONDER VRIJWILLIGERS IN DE GEMEENTE WESTERVOORT
12
Aanbevelingen vanuit SGBO: •
Heb ook aandacht voor nazorg. Alleen bij het bemiddelen van een vrijwilliger naar vrijwilligerswerk blijft het niet. Doe ook aan nazorg en informeer bij de vrijwilliger naar het resultaat. Is het een goede match gebleken en heeft de vrijwilliger nog behoefte aan andere ondersteuning? Het is een manier om vrijwilligers voor het vrijwilligerswerk te behouden.
•
Het blijkt dat mensen die met pensioen gaan, vanaf dat moment vaak een andere tijdsbesteding zoeken. Vrijwilligerswerk doen, kan daar onderdeel van uitmaken. Besteed al tijdig aandacht aan deze groep, alvorens ze met pensioen gaan, om ze te informeren over de mogelijkheden van vrijwilligerswerk. Voorbeelden: - Signaleringsbezoek afleggen bij 65+. Niet alleen kijken naar wat de persoon nodig heeft, maar ook wat de persoon nog kan betekenen voor anderen. - Lijntje leggen met bedrijfsleven.
•
Met het oog op de decentralisatie van de functie begeleiding uit de AWBZ naar de Wmo dienen gemeenten na te gaan denken over het bewust inkopen van begeleiding bij de zorgaanbieders. Praat vervolgens met deze aanbieders over arrangementen waarbij vrijwilligers ingezet worden.
SGBO ONDERZOEK ONDER VRIJWILLIGERS IN DE GEMEENTE WESTERVOORT
13
Bijlagen
SGBO ONDERZOEK ONDER VRIJWILLIGERS IN DE GEMEENTE WESTERVOORT
14
Bijlage 1
Topiclijst
1) Voorstelrondje * Naam, leeftijd * Wat voor vrijwilligerswerk doet u? * Dagbesteding, naast het vrijwilligerswerk (bv studie, betaalde baan)? * Hoe lang doet u al vrijwilligerswerk? 2) Aanleiding vrijwilligerswerk * Wat was de concrete aanleiding om dit vrijwilligerswerk te gaan doen? * Hoe bent u (voor het eerst) geïnformeerd over de mogelijkheid om vrijwilligerswerk te gaan doen? (bijvoorbeeld: via familie, vrienden, bekenden, via de vacaturebank, via vrijwilligers van de organisatie, via een advertentie in blad/krant/tijdschrift, via medewerkers van de vrijwilligersorganisatie, via de sociale dienst, anders) 3) Invulling vrijwilligerswerk * Werkt u voor 1 of meerdere vrijwilligersorganisaties? * Wat houdt uw vrijwilligerswerk precies in? * Hoeveel uur per week bent u bezig met vrijwilligerswerk? * Heeft uw vrijwilligerswerk een eindige projectduur of heeft het een structureel karakter? 4) Beleving vrijwilligerswerk * Hoe vindt u het om dit vrijwilligerswerk te doen? (wat zijn leuke kanten en wat zijn minder leuke kanten?) Wat drijft u? * Biedt het u wat u er van had verwacht toen u eraan begon? * Hoe ervaart u het vrijwilligerswerk? (lichamelijk, geestelijk) * In welke mate voelt u zich door het vrijwilligerswerk overbelast? (zou u er makkelijk mee kunnen stoppen voor uw gevoel als u dat zou willen?) 5. Ondersteuning bij vrijwilligerswerk * Stel dat u vragen heeft over vrijwilligerswerk, bij wie stelt u deze dan? * Heeft u behoefte aan de volgende vormen van ondersteuning voor vrijwilligerswerk? (bv: informatie, advies, begeleiding, bekijken van de (online) vacaturebank voor vrijwilligerswerk, raadplegen van internet, het volgen van een cursus, het bezoeken van spreekuur/inloopuur) * Van wie verwacht u in de eerste plaats deze steun? (bv: van de organisatie waarvoor ik vrijwilligerswerk verricht, van het vrijwilligers steunpunt/centrale, anders, namelijk) * Heeft u momenteel ook concreet ondersteuning? (zo ja, wat en van wie?) * Kunt u voor de volgende aspecten van het vrijwilligerswerk aangeven in hoeverre u hiermee bekend bent, of u er behoefte aan heeft en of u er gebruik van heeft gemaakt? (opleidings-en scholingsmogelijkheden, (onkosten) vergoeding, verzekering)
SGBO ONDERZOEK ONDER VRIJWILLIGERS IN DE GEMEENTE WESTERVOORT
15
* Hoe tevreden of ontevreden bent u over de volgende aspecten van uw vrijwilligerswerk? (begeleiding van vrijwilligers, aansturing van vrijwilligers, waardering van vrijwilligers) 6) Toekomst * Heeft u een idee hoe lang u dit vrijwilligerswerk nog blijft doen? * Wat zou een reden voor u kunnen zijn om ermee te stoppen? Wat zou juist een reden zijn om er mee door te gaan? * Zou u een ander aanraden vrijwilligerswerk te gaan doen? * Wat voor tips zou u de vrijwilligersorganisatie, de ondersteuningsorganisatie of de gemeente willen geven? (bv over werven nieuwe vrijwilligers, inwerken vrijwilligers, informeren; hoe bv vrijwilligers te bereiken etc.)
SGBO ONDERZOEK ONDER VRIJWILLIGERS IN DE GEMEENTE WESTERVOORT
16
SGBO ONDERZOEK ONDER VRIJWILLIGERS IN DE GEMEENTE WESTERVOORT
17