Schoolplan 2011 – 2015
Vastgesteld 15-9-2011
2
Schoolplan 2011-2015
1. Inhoudsopgave 1. Inhoudsopgave 2. Inleiding 3. De organisatie 3.1 Het Groenhorst College 3.2 De grondslag 4. Missie en visie 4.1 Missie 4.2 Visie 4.3 Ambities van het Groenhorst College 5. De opdracht van het Groenhorst College 5.1 Het praktijkonderwijs 5.2 Het vmbo 5.3 Onderbouw vmbo 5.4 Bovenbouw vmbo 5.5 Doorstroommogelijkheden 5.6 School en veiligheid 5.6.1 Leerlingenstatuut 5.6.2 Schoolregels 5.6.3 Klachten 5.7 Begeleiding van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften 5.7.1 Praktijkonderwijs 5.7.2 LWOO 5.7.3 LGF 5.8 Maatwerk 5.9 Diversiteitsbeleid 5.10 Maatschappelijke stage 6. Het onderwijskundig beleid 2011 - 2015 6.1 Vmbo 2013 6.2 Taal en Rekenen 6.3 Passend onderwijs 6.4 Versterking gemengde leerweg 6.5 Opbrengst Gericht Werken 6.6 Leerlingvolgsysteem 6.7 Horizontale dialoog 6.8 Loopbaanoriëntatie en -begeleiding 6.9 Toetsbeleid 6.10 Incidentenregistratie 6.11 Verzuimregistratie 7. Het personeelsbeleid 7.1 Strategische Nota Aeres Groep 2011 - 2015 7.2 Management Development 7.3 HR cyclus / competentiemanagement 7.4 Docent van de toekomst 7.5 Scholing en professionalisering 7.5.1 Uitgangspunten scholings- en professionaliseringsplan 7.5.2 Scholingsbudget 7.5.3 Scholingstijd 7.6 Evenredige vertegenwoordiging vrouwen in de schoolleiding 8. Beleid inzake bewaking en verbetering van de kwaliteit van het onderwijs 8.1 Het beleid- en kwaliteitszorgsysteem 8.2 A 3 methodiek 8.2.1 Het A3 jaarplan
2 4 5 5 5 6 6 6 6 7 7 7 7 8 9 9 9 9 9 10 10 10 10 10 11 11 12 12 12 13 13 13 14 14 14 14 14 14 15 15 15 15 15 16 16 16 17 17 18 18 18 18
3
8.3 Inzicht in processen 8.4 Vensters voor verantwoording 9. Overige beleidsterreinen 9.1 Sponsorbeleid 10. Vaststelling
19 19 20 20 20
4
Schoolplan 2011-2015
2. Inleiding Het Groenhorst College, onderdeel van Stichting Aeres Groep, is een scholengemeenschap die vanuit een christelijke levensvisie algemeen vormend beroepsonderwijs aanbiedt voor leerlingen in het voortgezet onderwijs (vmbo en praktijkonderwijs) en mbo beroepsonderwijs. Het Groenhorst College wil aantrekkelijk en inspirerend onderwijs verzorgen waarin de leerlingen centraal staan. Het bedrijfsleven is sterk betrokken in het onderwijsleerproces en ICT speelt een belangrijke rol. Maatschappelijke en onderwijskundige ontwikkelingen vormen de drijvende kracht voor de vernieuwing van ons onderwijs. Een van die ontwikkelingen is competentiegericht onderwijs. Het laat zien waarom leerlingen iets moeten leren. Het leren vindt plaats in of vanuit de context en krijgt daardoor betekenis. Een aantrekkelijk, betekenisvol schoolprogramma alleen is echter onvoldoende om (jonge)mensen te verleiden tot leren. Het Groenhorst College zorgt er samen met anderen voor dat ze door willen en kunnen stromen van pro naar de arbeidsmarkt of het mbo, van vmbo naar mbo en van mbo naar hbo, binnen en buiten de groene beroepskolom. Het Groenhorst College wil dit realiseren door - Het aanbieden van toonaangevend groen beroepsonderwijs, dat zich richt op de zich ontwikkelende regionale, nationale en internationale markt; - Binnen het praktijkonderwijs leerlingen op te leiden voor functies binnen de regionale arbeidsmarkt; - Binnen de VMBO locaties doorstroom bekwame leerlingen op te leiden voor het (zo veel mogelijk groene) MBO; - Het aanbieden van vernieuwend onderwijs, dat aansluit bij het vervolgonderwijs en het bedrijfsleven; - Competentiegericht groen onderwijs aan te bieden in een veilige en “waarden”volle, aansprekende, inspirerende en praktische omgeving binnen de school, digitaal en in de beroepspraktijk; - Binnen kleinschalige eenheden aan leerlingen zorg te besteden en zelfstandigheid te bevorderen; - Een professionele en lerende organisatie te zijn, waarbij elke medewerker in collegiale samenwerking eigen verantwoordelijkheden kan en mag dragen; - Een marktgerichte en ondernemende instelling te zijn, met aandacht voor maatschappelijke ontwikkelingen; - Een instelling te zijn met een open karakter, waarin respect is voor de natuur en de mens als uniek wezen. In het schoolplan worden de voornemens genoemd op het onderwijskundig beleid, het personeelsbeleid en het kwaliteitsbeleid voor de komende vier jaar. Daarnaast komt nog een aantal beleidsterreinen aan de orde. De vertaling op operationeel niveau vindt plaats in beleidsnotities en de schoolgidsen en/of jaarplannen en koersdocumenten van de afzonderlijke locaties (vmbo en praktijkonderwijs) van het Groenhorst College. Niet in de laatste plaats is het schoolplan een document voor verantwoording aan de ouders, leerlingen en de overheid. Het schoolplan is voor externen in te zien via Vensters voor Verantwoording. Daarmee maakt het schoolplan deel uit van de totale zorg voor de kwaliteit van het Groenhorst College.
5
3. De organisatie 3.1
Het Groenhorst College
Het Groenhorst College omvat één school voor praktijkonderwijs (in Emmeloord), acht vmbo locaties (in Almere, Bilthoven, Ede, Emmeloord, Lelystad, Maartensdijk, Nijkerk en Velp). Er wordt mbo onderwijs verzorgd op acht locaties (in Almere, Barneveld, Dronten, Ede, Lelystad, Maartensdijk, Nijkerk en Velp). 3.2
De grondslag
Het Groenhorst College is een instelling op algemeen christelijke grondslag Het woord 'algemeen' bij algemeen christelijke grondslag houdt in: samenwerking tussen protestants christelijk en rooms katholiek. Gegevens praktijkonderwijs en vmbo locaties Groenhorst College, zie ook www.groenhorstcollege.nl College van Bestuur Algemeen Directeur Groenhorst College / Postbus 245, 6710 BE Ede stafdienst Groenhorst College Bezoekadres: Bovenbuurtweg 27, Ede Postbus 245, 6710 BE Ede tel: 0318 – 675 611 Bezoekadres: Bovenbuurtweg 27, Ede www.aeres.nl tel: 0318 – 675 611 Voorzitter van het College van Bestuur: www.groenhorstcollege.nl de heer H. Verweij tot medio 2012 Algemeen directeur: mevrouw G.J.M. Kruijer de heer B. Pellikaan vanaf medio 2012 Locatie Almere Locatie Maartensdijk Postbus 60080, 1320 AB Almere Postbus 4, 3738 ZL Maartensdijk Bezoekadres: Heliumweg 1 Bezoekadres: Dierenriem 2 tel: 036 – 547 72 00 tel: 0346 – 219 719 Directeur: de heer B. Houtsma Directeur: de heer D. van Donselaar Locatie ONS Bilthoven Locatie Nijkerk Postbus 320, 3720 AH Bilthoven Luxoolseweg 1, 3862 WH Nijkerk Bezoekadres: Overboslaan 15 tel: 033 – 247 84 78 tel: 030 – 274 87 50 Directeur: mevrouw J. Visser Directeur: de heer D. van Donselaar Locatie Ede Locatie Velp Postbus 352, 6710 BJ Ede Postbus 301, 6880 AH Velp Bezoekadres: Zandlaan 31 Bezoekadres: Pinkenbergseweg 5f tel: 0318 – 675 300 tel: 026 – 355 91 11 Directeur: de heer M. Dees Directeur: mevrouw J. Spijkerboer Locatie Emmeloord Locatie Lelystad Postbus 4, 8300 AA Emmeloord Postbus 2378, 8203 AJ Lelystad Bezoekadres: De Balkan 16 Bezoekadres: De Tjalk 25 – 58 tel: 0527 – 612 455 tel: 0320 – 295 800 Directeur: de heer A. Dijk Directeur: de heer A.J. Albersen Praktijkonderwijs Postbus 380, 8300 AJ Emmeloord Bezoekadres: Scandinaviëlaan 33a Tel. 0527-698596 Directeur: de heer A. Dijk
6
Schoolplan 2011-2015
4. Missie en visie 4.1
Missie
De locaties van het Groenhorst College nemen gezamenlijk het initiatief in het betekenisvol neerzetten van (pro-vmbo-mbo)onderwijs binnen de groene sector en het laten zien van de betekenis van de groene sector voor de maatschappij. Hierbij benutten wij uit onze kernwaarden Ondernemend, Coöperatief en Betekenisvol. 4.2
Visie
Visie op onderwijs (klanten): Binnen het praktijkonderwijs en vmbo leren wij leerlingen hun talenten en hun omgeving kennen. We leren ze invloed nemen en samen kleur geven aan hun omgeving. Visie op medewerkers: Onze medewerkers zijn zelfbewuste experts die elkaar versterken en elkaar ruimte geven om hun talenten te ontwikkelen. Visie op maatschappij: Onze locaties kijken eerst wat ze kunnen bijdragen aan elkaars groei en waarde in de maatschappij, ze zoeken elkaar in de maatschappij proactief op. 4.3
Ambities van het Groenhorst College
De visie van het Groenhorst College is verwoord in het instellingsplan Groenhorst College. Daarin is de visie vertaald in een drietal ambities: Ambitie 1: Het Groenhorst College biedt toonaangevend praktijkonderwijs en groen beroepsonderwijs. Het onderwijs is op de zich ontwikkelende nationale en internationale markt gericht. De vmbo locaties leiden doorstroom bekwame leerlingen op voor het (zo veel mogelijk groene) mbo Ambitie 2: Het Groenhorst College biedt competentiegericht groen onderwijs aan in een veilige en “waarden”volle, aansprekende, inspirerende en praktische omgeving binnen de school, digitaal en in de beroepspraktijk Ambitie 3: Het Groenhorst College als lerende en flexibele organisatie - Professionele organisatie - Marktgerichte en ondernemende instelling, met aandacht voor maatschappelijke ontwikkelingen. - Eigen verantwoordelijkheden voor alle medewerkers - Open karakter
7
5. De opdracht van het Groenhorst College De opdracht van het Groenhorst College is het bevorderen en uitvoeren van algemene en maatschappelijke vorming en beroepsvorming van leerlingen in het voortgezet onderwijs, met name van diegenen die werkzaam (willen) zijn in de agrarische en/of daaraan verwante sector(en), alsmede van cursisten en van volwassenen, in de meest ruime zin. 5.1
Het praktijkonderwijs
Het praktijkonderwijs in Emmeloord biedt een zeer praktijkgerichte opleiding voor leerlingen die gebaat zijn bij een individuele aanpak. De vier gebieden die worden verzorgd binnen en buiten de school zijn wonen, werken, burgerschap en vrije tijd. Wij willen graag dat de leerlingen zaken leren die noodzakelijk zijn om later zo zelfstandig mogelijk in de maatschappij te kunnen functioneren. Het Praktijkonderwijs is eindonderwijs, dat betekent, dat niet wordt opgeleid voor een diploma. Vanuit het Praktijkonderwijs gaan de meeste leerlingen direct het bedrijfsleven of de sociale werkvoorziening in, met of zonder ondersteuning van een “Wajong”uitkering. Voor een beperkt aantal leerlingen is het mogelijk een AKA (niveau 1) diploma op een AOC of ROC te halen, terwijl de leerling ingeschreven blijft staan op de school voor Praktijkonderwijs. Elk jaar stromen enkele leerlingen door naar MBO niveau 2. 5.2
Het vmbo
Het vmbo is een brede algemene en maatschappelijke opleiding. Na afronding van ons vmbo, is de leerling goed voorbereid op de verschillende vervolgmogelijkheden. Het Groenhorst College verzorgt op zeven locaties vmbo vanuit de sector groen, te weten: Almere, Ede, Emmeloord, Lelystad, Maartensdijk, Nijkerk en Velp. Op de locatie Bilthoven wordt de theoretische leerweg aangeboden in alle sectoren, te weten: techniek, zorg en welzijn, economie en groen. Ons vmbo duurt gemiddeld vier jaar. 5.3
Onderbouw vmbo
De eerste twee jaren worden gevormd door de onderbouw. In de onderbouw ligt de aandacht op: samen leren met anderen leren in samenhang (onder andere het koppelen van bepaalde vakken) oriënteren op jezelf leren in een uitdagende en veilige leeromgeving De onderbouw op de locaties is ingericht op basis van de geldende kerndoelen. In de onderbouw neemt praktische sectororiëntatie (PSO) en loopbaanoriëntatie en -begeleiding een belangrijke plaats in op basis waarvan het (vervolg)traject van de leerling samen met hem/haar wordt bepaald. Deze PSO wordt grotendeels gevuld met oriëntatie op de groene domeinen. De daadwerkelijke inrichting van de onderbouw verschilt per locatie en wordt beschreven in de jaarlijks opgestelde informatiegidsen van de afzonderlijke locaties.
8
Schoolplan 2011-2015
5.4
Bovenbouw vmbo
In de bovenbouw wordt op het Groenhorst College een viertal leerwegen aangeboden: Basisberoepsgerichte leerweg Kaderberoepsgerichte leerweg Gemengde leerweg Theoretische leerweg.
Almere Bilthoven Ede Emmeloord Lelystad Maartensdijk Nijkerk Velp
Basisberoepsgerichte leerweg X X X X X X X
Kaderberoepsgerichte leerweg X X X X X X X
Gemengde leerweg X 1 X X X X X X X
Theoretische leerweg X X2
Op de theoretische leerweg in Bilthoven na, worden alle leerwegen aangeboden in de sector landbouw. Wiskunde en een keuze tussen biologie of natuur-scheikunde 1 vormen de sectorvakken en zijn voor alle leerlingen verplicht. Op alle locaties kunnen leerlingen in de gemengde leerweg examen doen in een extra algemeen vak. Wanneer deze leerlingen voldoen aan de geldende zak- slaagregeling ontvangen deze leerlingen een diploma voor de theoretische leerweg. Binnen het Groenhorst College wordt in de bovenbouw, in ieder geval in het derde leerjaar, onderwijs aangeboden binnen leergebieden: Communicatie Kunst en Cultuur Mens en Maatschappij Mens en Natuur Rekenen en Wiskunde Sport en Bewegen Groen De afzonderlijke locaties hebben de ruimte om binnen deze leergebieden het onderwijs in de onderliggende afzonderlijke vakken aan te bieden of een de onderliggende vakken (gedeeltelijk) geïntegreerd aan te bieden. Voor elke leergebied is een Groenhorst breed schoolexamen ontwikkeld (klas 3 en klas 4) welke vanaf 1 augustus 2013 door alle locaties, met uitzondering van het praktijkonderwijs, wordt afgenomen.
1
Bilthoven beschikt over een licentie voor de gemengde leerweg maar voert deze op dit moment niet uit. 2 Ede beschikt sinds 1 augustus 2011 over de licentie voor de theoretische leerweg, deze wordt nog niet uitgevoerd.
9
5.5
Doorstroommogelijkheden
Vanuit de vmbo opleidingen van het Groenhorst College is een brede uitstroom mogelijk naar het mbo. Het vakkenpakket dat op dit moment nog steeds geldt voor de sector landbouw, met wiskunde maakt een doorstroom naar alle mogelijke sectoren in het mbo mogelijk. Vanuit de theoretische leerweg is ook de doorstroom naar de havo mogelijk.
Hbo
Mbo niveau 1
Mbo niveau 2
Mbo niveau 3
Basisberoeps gerichte leerweg
Kaderberoeps gerichte leerweg
Mbo niveau 4
Gemengde leerweg
Havo
Theoretische leerweg
Praktijk onderwijs Twee jaar onderbouw
5.6
School en veiligheid
5.6.1 Leerlingenstatuut Voor de school en de personeelsleden is het goed dat zij weten waar ze de leerlingen aan kunnen houden. En dat zij weten waar ze door de leerlingen op aangesproken kunnen worden. Voor iedereen in de school is het noodzakelijk dat deze rechten en plichten van en tegenover leerlingen niet willekeurig zijn, maar dat deze zijn vastgesteld. In het leerlingenstatuut zijn onder meer opgenomen: de rechten en plichten van leerlingen de manier waarop de school omgaat met onenigheid tussen leerkrachten en leerlingen de manier waarop de school omgaat met leerlingengegevens. Het leerlingenstatuut wordt steeds voor een periode van twee jaar vastgesteld en is voor leerlingen beschikbaar via de website www.groenhorstcollege.nl. 5.6.2 Schoolregels Locaties kunnen in aanvulling op het leerlingenstatuut eigen regels opstellen. Deze schoolregels zijn in de schoolgids van de locaties opgenomen. 5.6.3 Klachten In een schoolgebouw gaan heel veel verschillende mensen met elkaar om. Dan kan het voorkomen dat er dingen gebeuren die niet plezierig zijn. Denk aan agressie en geweld, seksuele intimidatie,
10
Schoolplan 2011-2015
discriminatie, pesten en andere zaken die niet goed zijn voor de veiligheid in en rond de school. Het Groenhorst College wil dat samen met leerlingen en ouders/verzorgers bestrijden en voorkomen. De contactpersoon op school kan helpen bij de juiste klachtenprocedure of wanneer nodig zorgen voor een doorverwijzing naar de vertrouwenspersoon. Het streven is om een klacht zo snel mogelijk op te lossen. Daarom is het verstandig de klacht eerst te bespreken met de desbetreffende docent en daarna met de teamleider of met de locatiedirecteur. Wanneer dit niet lukt, volgt de interne klachtenprocedure. Wanneer ook deze procedure niet het gewenste resultaat oplevert kan een klacht worden ingediend bij de externe klachtencommissie. Zie ook www.groenhorstcollege.nl. 5.7
Begeleiding van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften3
5.7.1 Praktijkonderwijs Het praktijkonderwijs op de locatie Emmeloord wordt geboden aan leerlingen voor wie vaststaat dat een orthopedagogische en orthodidactische benadering geboden is en waarvan vaststaat dat het volgen van vmbo onderwijs al dan niet in combinatie met leerwegondersteunend onderwijs niet leidt tot het behalen van een diploma. Binnen het Groenhorst College praktijkonderwijs wordt bestaat de mogelijkheid om te excelleren en de opleiding af te sluiten met een niveau 1 diploma mbo en door te stromen naar een niveau 2 opleiding. 5.7.2 LWOO Leerlingen die het LWOO volgen, hebben recht op extra begeleiding. Dit kan door een plek in een kleinere klas of door extra hulp bij bijvoorbeeld taal. Leerlingen komen in het LWOO terecht wanneer ze een LWOO indicatie hebben. Voor elke leerling met een LWOO indicatie wordt een handelingsplan opgesteld waarin is aangegeven welke extra zorg geboden wordt. 5.7.3 LGF Leerlingen die recht hebben op leerling gebonden financiering kunnen worden toegelaten op school. Het Groenhorst College hanteert hiervoor een apart toelatingsbeleid welke ter inzage ligt op school. Toelating is mede afhankelijk van de mogelijkheden die wij als school kunnen bieden aan de leerling. Wanneer een leerling met LGF is toegelaten, ontvangt de leerling en de school ondersteuning van een ambulant begeleider van een Regionaal Expertise Centrum. Voor elke leerling met een LGF indicatie wordt een handelingsplan opgesteld waarin is aangegeven welke extra zorg geboden wordt. 5.8
Maatwerk
Het Groenhorst College is de afgelopen periode bezig geweest met het ontwikkelen van maatwerktrajecten. Op dit moment wordt een drietal maatwerktrajecten onderscheiden: Niveau 1, voor leerlingen waarvan wordt verwacht dat ze het diploma in de basisberoepsgerichte leerweg niet kunnen halen of van leerlingen in het praktijkonderwijs waarvan wordt verwacht dat ze een wel een niveau 1 opleiding kunnen halen. VM2, voor leerlingen in de basisberoepsgerichte leerweg die binnen de eigen vmbo locatie worden opgeleid tot en met niveau 2 mbo en op deze wijze met een startkwalificatie de school verlaten.
3
In het kader van Passend Onderwijs zal de huidige opzet van zorg voor leerlingen wijzigen. De precieze vormgeving wordt uitgewerkt op basis van de nieuwe wet- en regelgeving.
11
Het Groene Lyceum, voor leerlingen met een havo advies die meer gebaat zijn bij de praktische context van het vmbo (gemengde leerweg). Deze leerlingen krijgen een driejarig GL-traject welke toegang geeft tot een driejarig mbo traject (niveau 4) binnen het eigen groene mbo. Op de website is opgenomen welke locaties dit traject aanbieden. 5.9
Diversiteitsbeleid
Het Groenhorst College geeft vanuit de eigen identiteit vorm aan de maatschappelijk taak deelnemers kennis te laten nemen van culturele diversiteit en geeft zo kwalitatief invulling aan de doelstellingen zoals verwoord in de strategische plannen. Het Groenhorst College is een diverse instelling. Werknemers en deelnemers van deze onderwijsinstelling worden geacht deze diversiteit te respecteren. Het Groenhorst College participeert met een groot aantal locaties in het project Kies Kleur in Groen en heeft voor 2015 de volgende ambities: Culturele diversiteit en de aanpalende thema’s uit het actieplan Kies Kleur in Groen zijn bij de gehele personeelspopulatie van de deelnemende locaties bekend Tussen de 5% en 15% van het curriculum wordt internationaal ingevuld De PR-lijn van het Groenhorst College is herzien, waarbij specifiek wordt benadrukt dat het groene onderwijs voor iedereen is Er is een beschrijving van de huidige en gewenste situatie t.a.v. ‘sociale veiligheid’ per locatie beschikbaar Het positief en respectvol omgaan met elkaar is ingevuld in het gehele onderwijs, als eenheid van handelen Iedere docent heeft beschikking over handvatten om met signalen en ongewenst gedrag om te gaan ten aanzien van het positief en respectvol met elkaar omgaan Er wordt structureel gebruik gemaakt van bestaande verbindingen met de regio 5.10
Maatschappelijke stage
Binnen het Groenhorst College wordt maatschappelijke stage uitgevoerd. Per locatie vindt de invulling plaats. De daadwerkelijke invulling wordt door de locaties beschreven in de schoolgids van de afzonderlijke locatie.
12
Schoolplan 2011-2015
6. Het onderwijskundig beleid 2011 - 2015 In het vorige hoofdstukken zijn de missie en de visie voor het praktijkonderwijs en het vmbo van het Groenhorst College beschreven en de uitwerking van de wettelijke opdracht van het Groenhorst College. In dit hoofdstuk wordt aangegeven welke speerpunten centraal staan binnen het Groenhorst College in de periode 2011 – 2015. 6.1
Vmbo 2013
Binnen het vmbo van het Groenhorst College zullen de vastgestelde competenties 18 competenties zoals opgenomen in de geglobaliseerde examenprogramma’s landbouw breed en landbouw en natuurlijke omgeving een vaste plaats krijgen in het onderwijs op alle locaties.
4
Competenties opgenomen in het examenprogramma Landbouw Beslissen en activiteiten initiëren Samenwerken en overleggen Ethisch en integer handelen Relaties bouwen en netwerken Presenteren Formuleren en rapporteren Vakdeskundigheid toepassen Materialen en middelen inzetten Analyseren en problemen oplossen Onderzoeken Leren Plannen en organiseren Op de behoeften en verwachtingen van de “klant” richten Kwaliteit leveren Instructies en procedures opvolgen Omgaan met verandering en aanpassen Met druk en tegenslag omgaan Bedrijfsmatig handelen
Tevens zijn deze competenties opgenomen in Groenhorst breed ontwikkelde schoolexamens (per leergebied (zie ook 5.4 bovenbouw) en de AOC breed ontwikkelde schoolexamens voor de beroepsgerichte vakken. 6.2
Taal en Rekenen
Met het verankeren van de referentieniveaus taal en rekenen in alle onderwijssectoren, staat het Groenhorst College voor de opdracht structureel taal- en rekenbeleid voor alle leerlingen te ontwikkelen. Onder taal en rekenbeleid verstaat het Groenhorst College: Het planmatig en integraal aanpakken van taal- en rekenachterstanden bij leerlingen en het versterken van de taal- en rekenvaardigheid van leerlingen. Dit dient niet alleen te gebeuren door specifieke hulp te bieden maar ook door een integrale aanpak binnen de reguliere lespraktijk van alle docenten. ( De leerlingen dienen aan het eind van hun opleiding te voldoen aan het vastgestelde referentieniveau en daarmee aan de nieuwe eisen die worden gesteld aan het examen Nederlands en de verplichte rekentoets. 4
Zie nadere omschrijving de examenprogramma’s Landbouw en Natuurlijke Omgeving en examenprogramma Landbouwbreed.
13
Bij de toewijzing van de referentieniveaus aan de verschillende schooltypen is er in de wet voor het PRO een uitzondering gemaakt voor wat betreft het algemeen maatschappelijke niveau 2F. Van het PRO wordt gevraagd om zich in te spannen zoveel mogelijk leerlingen niveau 1F (eindniveau PO) te laten behalen. Het Groenhorst College praktijkonderwijs spant zich in om de leerlingen een zo hoog mogelijk niveau te laten behalen. 6.3
Passend onderwijs
Met de invoering van Passend Onderwijs wordt gestalte gegeven aan de maatschappelijke doelstelling “Alle kinderen succesvol op school”. Het resultaat van deze doelstelling moet (op termijn) resulteren in de toename van het aantal jongeren dat een startkwalificatie behaald, zelfstandig en duurzaam een inkomen uit arbeid verwerft en actief participeert in de samenleving. Deze resultaten maken duidelijk dat de invoering van Passend Onderwijs een grote invloed heeft op het Groenhorst College: het richt zich op jongeren tot 23 jaar, alle onderwijssectoren en samenwerking in de jeugdketen. Voor de locaties van het Groenhorst College is het zaak helder te maken wat hun onderwijszorgprofielen zijn en op welke manier de locaties passen binnen het sluitend, functioneel en effectief regionaal onderwijsaanbod. Het Groenhorst College profileert zich hierbij ook nadrukkelijk met een onderwijsaanbod dat de doorlopende leerlijnen, zoals Vm2 en Het Groene Lyceum, bevat (zie ook 5.8 maatwerk). 6.4
Versterking gemengde leerweg
De kwaliteit van de gemengde leerweg in het Groene Onderwijs blijft achter. De komende jaren zal aandacht blijven besteedt aan het versterken van de kwaliteit van de gemengde leerweg op alle locaties. Het streven is dat op zo kort mogelijke termijn de kwaliteit van de gemengde leerwegen op alle locaties voldoende is. Het Groenhorst College participeert in een landelijk project dat via de AOC raad loopt om de kwaliteit op orde te krijgen c.q. te houden. Belangrijkste onderdelen van dit project zijn: referentiekader voor gemengde leerweg leerling, opbrengst gericht werken (zie ook hierna) en toetsbeleid. 6.5
Opbrengst Gericht Werken
Met het actieplan “beter presteren” als uitgangspunt zal binnen het Groenhorst College in de periode 2011 – 2015 gewerkt worden aan opbrengst gericht werken. Onder opbrengstgericht werken wordt door ons verstaan: ‘het systematisch en doelgericht werken aan het maximaliseren van de onderwijsprestaties waarbij bestuurders, schoolleiding, docenten en leerlingen zich laten sturen door de uitkomsten van verschillende prestatiemetingen5 op basis waarvan gericht actie wordt ondernomen om doelstellingen en activiteiten aan te passen.’ OGW is een werkwijze waarbij de resultaten van leerlingen op alle niveaus in de school worden benut voor de planning en inrichting van het onderwijs. De gedachte daarachter is dat scholen die hun (tussentijdse) opbrengsten structureel analyseren, het ontstaan van kwaliteitsproblemen kunnen voorkomen en consequent werken aan kwaliteitsverbetering, conform de PDCA-cyclus (Plan, Do, Check, Act). 5
De term metingen hoeft niet alleen objectieve metingen te beslaan die verkregen worden bij bijvoorbeeld de citotoetsen, maar deze term kan ook betrekking hebben op andere vormen van metingen zoals beoordelingen van schriftelijk werk, gedragsobservaties, methode gebonden toetsen, portfolio’s en mondelinge overhoringen, rapportages van de inspectie van het onderwijs (opbrengstenkaarten), IDU-matrixen, Wolf-rapportages en Vensters voor Verantwoording.
14
Schoolplan 2011-2015
Het streven van het Groenhorst College is om in 2015 te voldoen aan de criteria van opbrengstgericht werken. 6.6
Leerlingvolgsysteem
Op verschillende locaties van het Groenhorst College wordt op dit moment gebruik gemaakt van het leerlingvolgsysteem van CITO. Daarnaast nemen alle vmbo locaties op dit moment de diagnostische toetsen taal en rekenen af. Het Groenhorst College zal de komende periode werken aan het invoeren van een leerlingvolgsysteem welke voldoet aan de wettelijke eisen voor het structureel volgend van de leerlingen. 6.7
Horizontale dialoog
Sinds de invoering van de Wet op de Ondernemingsraden in 2011 beschikt het Groenhorst College over een ouderraad. Deze ouderraad wordt gevormd door ouders van leerlingen op de acht vmbo locaties. Het praktijkonderwijs valt onder de Wet Medezeggenschap Scholen en heeft een eigen MR waarin ouders zitting hebben. Vanaf 2012/2013 is het voeren van een horizontale dialoog verplicht. De horizontale dialoog vindt plaats met leerlingen en ouders. Hiervoor geldt dat het Groenhorst College in het schooljaar 2011/2012 op alle locaties beschikt over een leerlingenraad en een ouderadviesraad. Hiervoor worden richtlijnen opgesteld. 6.8
Loopbaanoriëntatie en -begeleiding
Binnen het Groenhorst College wordt de komende jaren actief aandacht besteed aan LOB. Hiervoor wordt vanaf 2011 – 2012 ingezet in het scholen van docenten in het voeren van loopbaanreflectiegesprekken. Aan het eind van schooljaar 2011 – 2012 heeft elke locatie een eigen loopbaanreflectie coach welke collega’s kan ondersteunen in het voeren van deze gesprekken. In 2015 beschikken alle locaties over een integrale aanpak van loopbaanoriëntatie en – begeleiding. Elke locatie draagt zorg voor het integreren van loopbaanorïentatie en –begeleiding in het curriculum. 6.9
Toetsbeleid
De komende jaren zal binnen het Groenhorst College actief worden ingezet op het verbeteren van het toetsbeleid en de kwaliteit van toetsen. Dit zal gebeuren door onder andere het beschrijven van het toetsbeleid, het ontwikkelen van programma’s van toetsing en afsluiting in de onderbouw en het structureel evalueren van de kwaliteit van de toetsen. 6.10
Incidentenregistratie
Eind van het schooljaar 2011 – 2012 voldoet het Groenhorst College aan de eis van de verplichte incidentenregistratie. 6.11
Verzuimregistratie
Het Groenhorst College blijft de komende jaren een actieve bijdrage leveren aan het terugdringen van voortijdig schoolverlaters. De verzuimregistratie wordt actief bijgehouden.
15
7. Het personeelsbeleid 7.1
Strategische Nota Aeres Groep 2011 - 2015
Het personeelsbeleid van het Groenhorst College vindt zijn grondslag in de Strategische Nota Aeresgroep 2011 – 2015. In deze nota is de koers uitgezet voor de gehele Aeres Groep waar het Groenhorst College deel van uitmaakt. In dit document is een aantal ondersteunende ambities geformuleerd welke rand voorwaardelijk zijn om de gestelde ambities van de gehele instelling te realiseren. De koers voor het personeelsbeleid wordt hier uitgezet: Stimuleren van ontwikkelings- en resultaatgerichtheid en vergroten van flexibiliteit personeel Medewerkers zijn ambassadeur van de Aeres Groep 7.2
Management Development
Het competentiemanagement is er op gericht de ontwikkeling van het personeel op planmatige en professionele wijze te ondersteunen. Inmiddels hebben alle teamleiders binnen het Groenhorst College een Management Development (MD)-programma doorlopen. Het komende schooljaar zal de verdere ontwikkeling van de locatiedirecteuren, via een MD-programma, op de agenda staan. Ook zal de komende jaren het MD-programma worden ingezet om collega’s door te laten ontwikkelen naar managementfuncties om zo in de behoefte aan toekomstig management te voorzien. 7.3
HR cyclus / competentiemanagement
Het opleiden van leerlingen is de kerntaak van het Groenhorst College. Met competentiemanagement wil het Groenhorst College (naast het voldoen aan de Wet BIO) actief sturen op de ontwikkeling van medewerkers. Om te kunnen sturen is in 2011 de notitie “Professionalisering door waardering” vastgesteld. In deze notitie is voor de komende jaren de HR-gesprekkencyclus vastgelegd. Op basis van deze cyclus kan op een structurele planmatige manier met medewerkers gesprekken worden gevoerd over resultaten, gedrag en ontwikkeling. In de komende jaren wordt de HR cyclus geactualiseerd en nader verfijnd. Daarbinnen is competentiemanagement vanzelfsprekend. De HR cyclus wordt verder uitgebouwd tot een cyclus waarin naast ontwikkeling ook resultaatgerichtheid meer en meer zijn intrede doet. Mogelijkheden van feedback (360 ) worden onderzocht en waar zinvol toegevoegd. Feedbacksystemen moeten erop gericht zijn medewerkers een duidelijke indicatie te geven over hun competenties. In de HR cyclus zien we een cyclisch rondtrekken van het bepalen van de doelen, het bevestigen daarvan, het begeleiden van medewerkers, het beoordelen van hun functioneren en de resultaten. Vervolgens het belonen van de geleverde prestatie en wederom het bepalen van de nieuwe doelstellingen, mede op basis van de evaluatie van de daarvoor afgeronde cyclus. Medewerkers beschikken op termijn allemaal over een geactualiseerde Persoonlijk Ontwikkelings Plan. Tevens wordt ingezet op de (toekomstige) registratie eisen betreffende bevoegdheid en bekwaamheid en is voor medewerkers het bekwaamheidsdossier op orde. Verder worden de mogelijkheden tot loopbaangesprekken onderzocht. Ook worden de mogelijkheden tot het toevoegen van een potentieel inschatting (vlootschouw) evenals het systematisch en vroegtijdig signaleren van talent, onderzocht. 7.4
Docent van de toekomst
Binnen het Groenhorst College wordt de komende jaren ingezet op een strategische personeelsplanning. Wat is voor het Groenhorst College de docent van de toekomst en op welke wijze kan het Groenhorst College een antwoord geven op “ontgroening en vergrijzing”? Ook het vormgeven van mobiliteitsbeleid maakt onderdeel uit van de docent van de toekomst.
16
Schoolplan 2011-2015
7.5
Scholing en professionalisering
Afgeleid van de organisatiedoelstellingen, is een aantal speerpunten vastgesteld betreffende scholing en professionalisering voor de komende jaren: Iedere docent bevoegd en bekwaam (Verder) ontwikkelen van de verschillende rollen van docenten (assessor-, expert-, coach rol en BPV-begeleider) in het kader van het competentiegerichte onderwijs Leidinggevenden toerusten in hun rol als integraal manager, in het kader van het decentraliseren van bedrijfsprocessen Daarnaast zijn en worden er op locatie-, team- en individueel niveau doelstellingen geformuleerd voor meer specifieke ontwikkeltrajecten. 7.5.1 Uitgangspunten scholings- en professionaliseringsplan Om te komen tot een (meerjaren-) scholings- en professionaliseringsplan, worden de volgende uitgangspunten gehanteerd: - De doelstellingen van de organisatie en van de locatie zijn leidend voor de invulling van de scholingsplannen - Docenten dienen te voldoen aan de benoembaarheidseisen (bevoegdheids- en bekwaamheidseisen) zoals die voor de Aeres Groep zijn vastgelegd - Afspraken die voortvloeien uit POP-gesprekken zijn mede bepalend voor de invulling van de scholingsplannen - Relevante ontwikkelingen in de omgeving zijn mede bepalend voor de richting waarin scholing en professionalisering plaatsvinden - De professional is zelf primair verantwoordelijk voor zijn loopbaan en professionele ontwikkeling - Het team is de veilige plek waarbinnen het leerproces in eerste instantie plaatsvindt. Binnen teams krijgen medewerkers de mogelijkheid te werken aan persoonlijke ontwikkeling in lijn met de doelen van de Aeres Groep. - De werkgever faciliteert vanuit zijn verantwoordelijkheid voor het lesaanbod en de uitvoering daarvan op locatie - MT van de locatie is eindverantwoordelijk voor de invulling van een lokaal scholingsplan; CvB/directie GHC is eindverantwoordelijk voor de invulling van een centraal scholingsplan - Bij het bepalen wanneer welke medewerker in aanmerking komt voor scholing, geldt voor het Groenhorst College tenminste de urennorm zoals die in de CAO BVE is vastgelegd. Voor het Groenhorst College praktijkonderwijs gelden de afspraken zoals vastgelegd in het taakbeleid. - Bij de inhoudelijke uitwerking van de plannen en toedeling van scholing aan medewerkers geldt de volgende prioriteitsstelling: 1. Scholing gericht op het halen van de bevoegdheid (notitie Benoembaarheidseisen) 2. Scholing gericht op de ontwikkeling van de verschillende rollen van docenten in het kader van het competentiegerichte onderwijs (notitie Ontwikkeltraject docentvaardigheden) 3. Overige scholing voortvloeiend uit locatie- en teamdoelstellingen en persoonlijke ontwikkelplannen. 7.5.2 Scholingsbudget Het scholingsbudget bestaat uit twee delen: een centraal en een decentraal deel. Op centraal niveau worden algemene studiekosten die voortvloeien uit wettelijke verplichtingen en/of het algemeen beleid (denk aan de inhaalslag voor vast personeel om een bevoegdheid te halen, of het volgen van een BHV-cursus) betaald. Daarnaast zijn er scholingsactiviteiten die centraal worden georganiseerd indien het organisatie-/Groenhorstbrede activiteiten betreft (denk aan initiatieven in verband met organisatieontwikkelingen zoals de Opleidingsschool, of de assessoren- en coaching
17
trainingen). Voor de invulling van de centrale georganiseerde scholingsactiviteiten willen we op termijn toewerken naar een besteding van 1% (0,2% 2007) van de loonsom. Voor de besteding en het beheer hiervan is het CvB eindverantwoordelijk op basis van het scholingsplan. Voor de decentrale invulling van de scholingsactiviteiten willen we op termijn ook toewerken naar een besteding van 1% (0,8% 2007) van de loonsom. Hiervan kunnen overige locatiebrede, teambrede of individuele scholingsactiviteiten gefinancierd worden. Voor de besteding en het beheer hiervan is het MT van de locatie eindverantwoordelijk op basis van het scholingsplan. 7.5.3 Scholingstijd Gemiddeld is er voor iedere medewerker 107 + 59 uren = 166 uren gereserveerd voor scholing & professionalisering. Omgerekend betekent dit op basis van het GPL een investering van zo’n € 5.500,per medewerker. 7.6
Evenredige vertegenwoordiging vrouwen in de schoolleiding
Bij het benoemen van leidinggevenden streeft het College van Bestuur naar een evenredige vertegenwoordiging van vrouwen in de managementfuncties binnen het Groenhorst College. Omdat de Wet Evenredige Vertegenwoordiging niet meer van kracht is, wordt dit onderwerp niet meer expliciet opgenomen in het Sociaal Jaarverslag. Man Instellingsdirecteur Locatiedirecteuren (pro en vmbo) Teamleiders (pro en vmbo)
5
Vrouw 1 2
Totaal per 1-8-2011 1 7
10
6
15
18
Schoolplan 2011-2015
8. Beleid inzake bewaking en verbetering van de kwaliteit van het onderwijs 8.1
Het beleid- en kwaliteitszorgsysteem
De stafdienst Onderwijs en Kwaliteit biedt de locaties van het Groenhorst College ondersteuning op zowel de primaire als ondersteunende processen. Stafdienstmedewerkers geven gevraagd en ongevraagd adviezen aan alle lagen van de organisatie op het gebied van onderwijs en kwaliteitszorg. Het Groenhorst College is zich bewust van de mate waarin zij kwaliteit levert op het gebied van het sturend proces, het primaire onderwijsproces en de ondersteunende processen van de organisatie (bedrijfsvoering en huisvesting, personeel , externe omgeving en kwaliteitszorg). Daarnaast moet zij zich continu bezinnen op de mogelijkheden om de kwaliteit te verbeteren. Het stelsel moet de instelling tot bezinning en beoordeling aanzetten. - Doen we de goede dingen? - Doen we de goede dingen goed? - Hoe weten we dat? - Weten anderen dat ook? - Wat te doen met die kennis? De zorg voor kwaliteit moet systematisch plaatsvinden. Kenmerken daarvan zijn onder meer: - De beoordeling van kwaliteit vindt regelmatig plaatsvindt en niet ad hoc; - Er wordt gebruik gemaakt van adequate informatie bij de beoordeling; - De instelling heeft voor zichzelf helder gedefinieerd wat zij onder kwaliteit verstaat en welke normen zij daarvoor hanteert; - Er wordt bepaald welke onderdelen en terreinen van de instelling bij de totstandkoming van kwaliteit betrokken zijn; - Er is vastgelegd wie binnen de instelling verantwoordelijk is voor de totstandkoming en verbetering van de kwaliteit. Binnen het Groenhorst College is het kwaliteitszorgsysteem nog niet een volwaardig en sluitend systeem waarin aantoonbaar en herleidbaar gemaakt kan worden dat de Plan-Do-Check-Act cyclus voor alle processen volledig gesloten is. De komende periode wordt ingezet om te komen tot een volwaardig en sluitend systeem (zie ook 8.2 A 3 methodiek). 8.2
A 3 methodiek
Binnen het Groenhorst College is gestart met de invoering van de A3 methodiek. De A3 methodiek is een hulpmiddel voor de organisatie om synergie te creëren tussen leiderschap en planning & control. De A3 methodiek is een concrete benadering voor het gezamenlijk creëren, realiseren en monitoren van het jaarplan. De methodiek maakt het jaarplan van abstract tot concreet en geeft visie tot actie weer op één A3 papierformaat. Door te kiezen voor de A3 methodiek bij het opstellen van jaarplannen wordt de basis gelegd voor een onderscheidende wijze van organiseren binnen de organisatie. 8.2.1 Het A3 jaarplan Het A3 jaarplan is een strategische routekaart voor de organisatie. De focus ligt niet op individuele prestatie-indicatoren, maar op het gehele systeem. Het helpt bij het bereiken van consistentie en samenhang in alle onderdelen van het jaarplan. Zodra er inzicht is in de verbinding tussen strategische prioriteiten, prestatie-indicatoren en acties, zal ook een sterkere betrokkenheid bij het realiseren van doelstellingen worden getoond. Het A3 jaarplan komt tot stand met het volledige team en het dient als uitgangspunt voor voortgangs- en managementgesprekken over het “wat” (de resultaten) en het “hoe” (de daarvoor benodigde activiteiten) binnen de organisatie. Eenvoud in het jaarplan is nodig om een duidelijke richting aan te geven. In het A3 jaarplan wordt in één overzicht antwoord gegeven op de volgende vragen: Wat is onze missie en visie
19
Wat zijn de speerpunten (succes bepalende factoren) voor het komende jaar Hoe meten we onze prioriteiten Welke acties worden uitgevoerd om de voorgenomen doelstellingen te realiseren. Focus is kenmerkend voor de A3 methodiek. Focus faciliteert een effectieve sturing en zorgt voor prioriteitstelling in acties. Het doel van een effectieve planning en control cyclus is het bieden van een transparante werkwijze voor de sturing, verantwoording en ontwikkeling van de organisatie. Uitgangspunt voor het A3 jaarplan is het INK-managementmodel (fig.1). Het INK-managementmodel bestaat uit tien onderling verbonden aandachtsgebieden, gegroepeerd in vier resultaatgebieden, vijf organisatiegebieden en het tiende aandachtsgebied “verbeteren en vernieuwen”.
8.3
Inzicht in processen
Inzicht in processen heeft tot doel om de transparantie van het Groenhorst College te vergroten en iedere medewerker inzicht te geven in het verloop van processen. Voor het onderwijsleerproces zijn per processtap één of meerdere indicatoren benoemd om zodoende het proces te kunnen volgen en waar nodig te verbeteren. Voor de verwerking en analyse van gegevens behorend bij de benoemde indicatoren zijn diverse instrumenten ontwikkeld en uitgezet. Streven daarbij is zo veel mogelijk informatie zonder belasting van de locaties te verkrijgen. In de komende jaren wordt daarom veel aandacht besteed aan het ontwerpen van een Management Informatie Systeem. 8.4
Vensters voor verantwoording
Vanaf de start van het schooljaar 2011 – 2012 publiceren alle locaties (pro en vmbo) van het Groenhorst College hun gegevens via Vensters voor Verantwoording (www.schoolvo.nl)
20
Schoolplan 2011-2015
9. Overige beleidsterreinen 9.1
Sponsorbeleid
Binnen het Groenhorst College is een algemeen sponsorbeleid vastgesteld. Dit sponsorbeleid is gebaseerd op het convenant dat gesloten is tussen het ministerie van OC&W en de besturenorganisaties. Het convenant bevat gedragsregels die scholen als richtlijn kunnen gebruiken bij hun sponsorbeleid: bijvoorbeeld waar scholen op moeten letten, waar sponsors aan gebonden zijn, inspraak van ouders en leerlingen en wettelijke voorwaarden.
10. Vaststelling Het schoolplan 2011 – 2015 is vastgesteld door het College van Bestuur van de Aeres Groep als bevoegd gezag van het Groenhorst College per 15 september 2011.
21
Schoolplan 2011 - 2015
Eigenaar/portefeuillehouder
Beleidsmedewerker Onderwijs
Auteur
I. van Velden
Versienummer
1.0
Vastgesteld door
College van Bestuur
Datum vaststellen
15-09-2011
Status document
Vastgesteld
Datum van kracht
01-08-2011
Document geldig tot
01-08-2015
Revisietermijn
1x per jaar
WIJZIGINGEN EN REVISIE LOG Datum
Wijziging/Revisie
dd-mm-jjjj
dd-mm-jjjj dd-mm-jjjj dd-mm-jjjj Etc.
Datum verwerkt dd-mm-jjjj dd-mm-jjjj dd-mm-jjjj dd-mm-jjjj