SCHOOLPLAN PAX CHRISTI COLLEGE 2011 – 2015 Versie Datum Vastgesteld in directie Vastgesteld in MR
3.2 04‐10‐2010 11‐10‐2010 06‐01‐2011
Schoolplan 2011‐2015 Voorwoord Voor u ligt het schoolplan 2011‐2015 waar in grote lijnen beschreven staat wat voor de komende vier jaar de ontwikkelingen zijn op het Pax Christi College. Jaarlijks worden deze ontwikkelingen vertaald in activiteiten die in het jaarplan en de teamplannen worden beschreven en in het betreffende schooljaar worden uitgevoerd. Het schoolplan, wordt samen met het jaarplan en de teamplannen, door het Pax Christi College gehanteerd als het planningsdocument voor de schoolontwikkeling en als een belangrijk instrument voor de borging van de kwaliteit. Tevens heeft het schoolplan een functie in de externe verantwoording aan de overheid en andere stakeholders. De kwaliteitsagenda voortgezet onderwijs zoals die is geformuleerd door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, is richtinggevend geweest voor het schoolplan. Dit schoolplan is tot stand gekomen na discussie met het onderwijsveld en de Medezeggenschapsraad en informeert het bevoegde gezag en de onderwijsinspectie. Druten, oktober 2010 L.R. van Drongelen, rector
Inhoudsopgave Voorwoord 1. Het Pax Christi College 1.1 Missie en visie 1.2 Organisatie 1.3 Schoolklimaat en veiligheid 1.4 Bestuur 1.5 Strategisch beleid 1.6 Sociaal demografische ontwikkelingen 1.7 Huisvesting 1.8 Samenwerking 2. Onderwijs 2.1 Visie op onderwijs 2.1.1 Onderwijsorganisatie 2.1.2 Onderwijsdoelen 2.2 Onderbouw 2.2.1 Sterke en ontwikkelpunten 2.2.2 Analyse 2.2.3. Jaarplan 2.2.4 Beleidsvoornemens 2.3 Bovenbouw Vmbo 2.3.1 Alle leerwegen mogelijk 2.3.2 Speerpunten 2.3.3 Samenwerking met Middelbaar beroepsonderwijs 2.3.4 Sterke en ontwikkelpunten 2.3.5 Analyse 2.3.6 Jaarplan 2.3.7 Beleidsvoornemens 2.4 Bovenbouw Havo/Vwo 2.4.1 Universumschool 2.4.2 Organisatie 2.4.3 Begeleiding bovenbouw 2.4.4. Sterke en ontwikkelpunten 2.4.5 Analyse huidige situatie 2.4.6. Jaarplan 2.4.7. Beleidsvoornemens 3. Begeleiding en Zorg voor leerlingen 3.1 Ontwikkelingen 3.2 Organisatie van de leerlingenzorg 3.3 Leerling gebonden financiering (LGF) 3.4 Screening 3.5 Sterke en ontwikkelpunten inzake de leerlingenzorg 3.6 Jaarplan leerlingenzorg
blz. 5 blz. 5 blz. 6 blz. 6 blz. 6 blz. 7 blz. 7 blz. 7
blz. 8 blz. 8 blz. 8
blz. 9 blz. 10 blz. 10 blz. 10 blz. 12
blz. 12 blz. 13 blz. 13 blz. 13 blz. 14 blz. 14 blz. 14
blz.14 blz. 15 blz. 15 blz. 15 blz. 16 blz. 16 blz. 17 blz. 17
blz. 17 blz. 18 blz. 18 blz. 18 blz. 19 blz. 19
4. 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8 4.9 4.10 4.11 4.12 4.13 5. 5.1 5.2 5.3 6. 6.1 6.1.1. 6.2 6.3 6.3.1. 6.4 6.5 6.5.1 6.5.2 6.5.3 6.6 6.6.1 6.6.2 6.6.3 7. 7.1 7.2 7.3 8. 8.1 8.2 8.3 8.4 8.5 8.6
Personeel Visie Ontwikkelingen Instroom/doorstoom/uitstroom Gesprekcyclus Scholing Functiebeleid en functiemix Ziekteverzuim Opleidingsschool Medezeggenschapsraad Meerjarenformatieplannen Mobiliteit Sterke en ontwikkelpunten inzake personeelbeleid Jaarplan personeelsbeleid
blz. 20 blz. 20 blz. 20 blz. 21 blz. 21 blz. 21 blz. 22 blz. 22 blz. 22 blz. 22 blz. 23 blz. 23 blz. 23
Communicatie Inleiding Interne en externe communicatie Sterke en zwakke punten inzake communicatie
blz. 24 blz. 24 blz. 25
Faciliteiten en Arbo Huisvesting Schoolklimaat Bekostiging en onderhoud Boeken Leermiddelen Jaarplan faciliteiten Arbo Organisatie Arbo Directietaken m.b.t. Arbobeleid sterke en ontwikkelpunten inzake Arbo ICT ICT en onderwijs Computers en Digiborden Sterke en ontwikkelpunten inzake ICT
blz. 25 blz. 25 blz. 25 blz. 26 blz. 26 blz. 26 blz. 27 blz. 27 blz. 27 blz. 28 blz. 28 blz. 28 blz. 28 blz. 29
Financiën Middelen Sterke en ontwikkelpunten inzake financieel beleid Jaarplan
blz. 29 blz. 30 blz. 30
Kwaliteitszorg Kwaliteitszorgcyclus Metingen Kwaliteitszorg binnen de Alliantie VO Onderwijsinspectie Beleidsvoornemens Kwaliteit en bevoegd gezag
blz. 30 blz. 30 blz. 31 blz. 31 blz. 31 blz. 31
BIJLAGEN – Algemene schoolgegevens 1. Naam 2. Bestuur 3. Directie 4. Schoolgrootte Organogram september 2010
1. Het Pax Christi College 1.1 Missie en visie De Missie van het Pax Christi College is kort en bondig: Pax Christi College: dé basis voor een goede toekomst. De Visie van het Pax Christi College: • Het Pax voor iedereen. De school staat open voor iedereen. Ongeacht geloof, huidskleur of geaardheid. Basisschoolleerlingen kunnen met elk advies terecht op het Pax Christi College. Het Praktijkonderwijs vormt hierop een uitzondering. • Het Pax uitdagend Er wordt inspirerend onderwijs gerealiseerd voor alle leerlingen door middel van uitdagende, activerende en didactisch afwisselende onderwijsprogramma’s. Er wordt rekening gehouden met verschillen in tempo, niveau, leerstijl en leerbehoefte van leerlingen. Het Pax wil ook uitdagend zijn voor het personeel en bevordert dit actief. Ook speelt de school in op de talenten van het personeel, zowel docenten als onderwijsondersteunend personeel, waardoor optimale ontplooiingsmogelijkheden voor het personeel worden gerealiseerd. • Het Pax groot én kleinschalig Binnen het Pax zijn alle vormen voor Voortgezet Onderwijs vertegenwoordigd. De school biedt de leerlingen kwalitatief goed onderwijs. Binnen het Pax zijn elf teams verantwoordelijk voor hun eigen groep leerlingen (kleinschalig). Hierdoor blijft de school voor zowel leerlingen als personeel overzichtelijk. De leerlingen krijgen op deze manier voldoende aandacht en feedback. • Het Pax vertrouwd Zowel de beide juniorlocaties (Druten en Beneden‐Leeuwen) als de bovenbouw locatie (Druten) bieden een overzichtelijke, ordelijk en veilig leer‐ en leefklimaat dat past bij de leeftijd van de leerlingen. Dit wordt ondersteund doordat op alle locaties dezelfde basisregels ten aanzien van het gedrag van leerlingen en docenten gelden. 1.2 Organisatie Het Pax Christi College is een brede scholengemeenschap voor voortgezet onderwijs met een vestiging in Beneden‐Leeuwen (Juniorcollege West Maas en Waal) en twee vestigingen in Druten: het Juniorcollege Druten (eerste en tweede leerjaar)en de hoofdvestiging aan de Mr. Van Coothstraat, leerjaar drie en vier Vmbo en leerjaar drie, vier, vijf en zes Havo/Vwo . In de hoofdvestiging zijn de centrale diensten gevestigd. Per 1 augustus 2010 hebben de Juniorcolleges één directeur die wisselend kantoor houdt op beide vestigingen. De school telt per 1 oktober 2010 2253 leerlingen, waarvan 357 op het Juniorcollege West Maas en Waal, 607 op het Juniorcollege Druten, 601 in Vmbo 3 – 4 en 688 in Havo/Vwo 3 – 6.
1.3 Schoolklimaat en veiligheid Regelmatig worden leerlingen en ouders op een aantal aspecten van de school bevraagd. In 2010 gaven ouders en leerlingen een 7,8 voor het gevoel van veiligheid. De sfeer op school wordt door ouders en leerlingen gewaardeerd met een 7. In de omgang tussen leerlingen en personeel zijn respect en een goede relatie de basis voor een sfeer van veiligheid en vertrouwen. Voor het schooljaar 2010‐2011 is het motto van de school: Respect voor elkaar. 1.4 Bestuur Het Pax Christi College wordt bestuurd door de Stichting Alliantie Voortgezet Onderwijs voor Nijmegen en het land van Maas en Waal. Onder dit bestuur vallen nog zes andere scholen voor voortgezet onderwijs. Het zijn het Dominicus College, het Mondial College, Citadel College, Stedelijke Scholengemeenschap Nijmegen en het Stedelijk Gymnasium , alle te Nijmegen en tenslotte het Maaswaal College met twee vestigingen in Wijchen De scholen van de Alliantie Voortgezet Onderwijs worden geleid door een rector, die de integrale verantwoordelijkheid draagt voor de school. Het College van Bestuur van de Alliantie Voortgezet Onderwijs bestuurt op hoofdlijnen, maar is eindverantwoordelijk en aansprakelijk. Het College van Bestuur legt verantwoording af aan de Raad van Toezicht en relevante stakeholders. De Raad van Toezicht toetst en keurt goed. De gekozen bestuursfilosofie en bijpassende organisatiestructuur garanderen een goede balans van verantwoordelijkheden tussen rectoren, College van Bestuur en Raad van Toezicht. Deze organisatiestructuur zorgt voor scholen met een eigen karakter, waarvoor een rector integrale verantwoordelijkheid draagt en een College van Bestuur, dat aan de strategische, inhoudelijke en bedrijfseconomische meerwaarde werkt. 1.5 Strategische beleid In de kwaliteitsagenda VO wordt een gezamenlijke agenda voor de overheid en de sector voortgezet onderwijs vastgelegd. Voor het Pax Christi College is deze kwaliteitsagenda richtinggevend. De beleidsprioriteiten in deze kwaliteitsagenda zijn: 1. Aantoonbare verbetering taal‐en rekenresultaten 2. Goede en betrouwbare examens 3. Excellentie bevorderen, betere ontwikkeling van toptalent 4. Alle leerlingen een passende kwalificatie 5. Burgerschap: burgerschapsvorming voor alle leerlingen onder andere door maatschappelijke stages; 6. Verbetercultuur: (zeer) zwakke scholen weer goed, goede scholen nog beter. Ad. 1. In het schooljaar 2009 2010 zijn de eerste initiatieven (in de onderbouw)genomen om te komen tot verbetering van reken‐en taalonderwijs. In 2010‐2011 wordt een schoolbreed project gestart dat moet leiden tot structurele verbeteringen van het rekenonderwijs. Op dit moment heeft dit er al toe geleid dat de leerlingen in het eerste leerjaar extra rekenlessen krijgen. Ad. 2. Goede en betrouwbare examens. Binnen het Havo‐Vwo team zullen komend schooljaar werkgroepen zich bezig houden met de analyse van de examenresultaten. De verantwoordelijke directeur zal dit goed volgen. Binnen het Vmbo zijn de resultaten uitstekend. Monitoren blijft van belang. Ad. 3. Op het Pax Christi College verlaten weinig leerlingen de school zonder diploma. Het streven zal erop gericht blijven om dit aantal minimaal te houden.
Ad 4. In leerjaar drie is de maatschappelijke stage een pilot. In schooljaar 2010‐2011 wordt een totaal projectplan opgesteld. Vanaf schooljaar 2011‐2012 wordt er schoolbreed gewerkt vanaf het eerste leerjaar. Ad.5 . De directie zal continue de vinger aan de pols houden als het gaat om de kwaliteit van het onderwijs en de organisatie van de school. 1.6 Sociaal demografische ontwikkelingen Het Pax Christi College is de enige school voor voortgezet onderwijs in de regio Maas en Waal. De school wordt dan ook voornamelijk bezocht door leerlingen uit het Land van Maas en Waal. De leerlingen komen uit de volgende plaatsen (gemeenten) Beuningen, Druten, West Maas en Waal, Wijchen en Maasdriel. De school is een instituut met een streekfunctie. Een kleine groep leerlingen kiest ervoor onderwijs te volgen in Nijmegen, Oss en Tiel. Het PCC kent vanaf 2009 een stabiele situatie met betrekking tot het leerlingaantal. In 2013 zullen ongeveer 2318 leerlingen het PCC bezoeken (prognose KBVO). Voor de school is het aantal leerlingen een bijzonder belangrijke factor voor het realiseren van haar belangrijkste doelstelling namelijk het aanbieden van een zo breed mogelijk onderwijsaanbod voor de inwoners van het Land van Maas en Waal. Het onderwijsaanbod strekt zich uit van Vmbo‐basis (inclusief LWOO) t/m het Gymnasiaal onderwijs. Een leerlingaantal van plm. 2000 wordt als minimaal noodzakelijk geacht om het zeer brede onderwijsaanbod te handhaven. De belangstelling voor de school in de gemeenten Druten en West Maas en Waal zal nauwelijks meer stijgen; in de Gemeenten Beuningen en Wijchen zal, naar verwachting, de belangstelling voor het Pax Christi College de komende jaren onder druk komen staan in verband met ontwikkelen van het Mondial College, het Dominicus College en het Maaswaal College. 1.7 Huisvesting In de huisvestingssituatie van de school is de afgelopen jaren een aanzienlijke verbetering opgetreden. Het schoolgebouw in Beneden Leeuwen (Juniorcollege West Maas en Waal) is door nieuwbouw vervangen in 2003 en uitgebreid in 2004/2005. Het gebouw kan 385 leerlingen van de leerjaren 1 en 2 huisvesten. In Druten is nieuwbouw van het schoolgebouw aan de Klepperheide te Druten (Juniorcollege Druten) in 2007 gerealiseerd. In het nieuwe gebouw is plaats voor maximaal 690 leerlingen van de eerste twee leerjaren. De herziening van de onderbouw is in het nieuwe gebouw optimaal tot zijn recht gekomen. Er is in 2008 fors geïnvesteerd in het gebouw aan de Mr. Van Coothstraat door de aanpassing van de Vmbo‐ vleugel en de bètavleugel. In het gebouw aan de Mr. Van Coothstraat kunnen maximaal 1290 leerlingen terecht. 1.8 Samenwerking De druk op het Speciaal Onderwijs en de ontwikkelingen op het gebied van Passend Onderwijs zullen hun weerslag krijgen in het voortgezet onderwijs. De bestuurlijke samenwerking die vorm heeft gekregen in het Flexcollege wordt verder uitgebouwd. De samenwerking met het voortgezet onderwijs in Nijmegen zal ook verder uitgebreid worden.
Om haar kwantitatieve en kwalitatieve marktaandeel te behouden en mogelijk te vergroten zal het Havo/Vwo zich scherper gaan profileren als bètaschool. Vanuit het Vmbo zal er meer samenwerking worden gezocht met het Mbo. 2 Onderwijs 2.1 Visie op onderwijs Dit zijn de tien onderwijskundige uitgangspunten van het Pax Christi College: 1. De school biedt kwalitatief goed onderwijs voor alle leerlingen van het Land van Maas en Waal e.o. 2. De school streeft naar een breed onderwijsaanbod gericht op een goede aansluiting op het vervolgonderwijs. 3. De school biedt passend onderwijs en zorg op maat in een veilige leeromgeving. De mentor is aanspreekpunt voor leerlingen en ouders. 4. De school bewaakt de doorlopende leerlijnen, zowel intern als extern. 5. De school hanteert activerende didactiek waarbij leerlingen leren samenwerken (ADSL). 6. De school biedt een inspirerende, transparante en digitale leeromgeving. 7. In de relatie docent‐leerling zijn motivatie en een positieve benadering basisbegrippen, gericht op het ontwikkelen van zelfvertrouwen. 8. Leerlingen leren zelfstandig te leren met behulp van studiewijzers en lesplanners. Daarnaast leert de leerling te reflecteren op het eigen leerproces. 9. De school is actief in gesprek met leerlingen, ouders, personeel en de omgeving (bestuurders, maatschappelijke en culturele instanties en het bedrijfsleven). 10. Er is veel aandacht voor lesoverstijgende activiteiten, zowel binnen als buiten de school. 2.1.1 Onderwijsorganisatie Het Pax Christi College is een brede scholengemeenschap waar het onderwijs bestaat uit de drie hoofdstromen binnen het voortgezet onderwijs: het Vmbo, Havo en Atheneum/Gymnasium (Vwo). Vervolgens worden binnen deze drie hoofdstromen allerlei variaties aan geboden zodat elke leerling de beste bij hem/haar passende onderwijsleerweg kan kiezen. De lessen duren 50 minuten en worden volgens een vast lesrooster gegeven. De lessen vinden grotendeels plaats in lokalen. Een deel van de lessen wordt op de leerpleinen ( met computers) gegeven. Op de juniorlocaties vindt 70% van de lessen plaats in een lokaal en 30% op een leerplein. 2.1.2. Onderwijsdoelen De school stelt zich ten doel de jongeren in sociale en maatschappelijke zin te vormen. Hierbij hoort het bijbrengen van een constructief‐kritische houding, waarin respect voor andere doorklinkt. Het onderwijsleerproces is zoveel mogelijk afgestemd op leervermogen, ontwikkelingsstadium, ambities en leefwereld van de leerlingen. Daarnaast wil de school de leerling helpen een actief, zelfverantwoordelijk, zelfstandig, communicatief en sociaal vaardig mens te worden. De school staat voor modern, eigentijds onderwijs, dat rekening houdt met verschillen tussen leerlingen en oog heeft voor individuele ontwikkelingsmogelijkheden. Leerlingen moeten zo optimaal mogelijk kansen krijgen om hun talenten aan te boren en te exploreren. De samenleving verandert, dus het onderwijs ook. Onderwijsvernieuwingen horen erbij. Onderwijsvernieuwing is een groeiproces. Het succes wordt bepaald door kleine vorderingen. We zullen opgedane ervaring en observaties bij collega‐scholen daarbij betrekken. Dit zal moeten gebeuren in een open en transparante omgeving , waarin in ieder elkaar ruimte geeft, problemen
bespreekt, kritiek kan ontvangen en ombuigen naar positieve daadkracht. “Een zaak dus voor ons allen” Op deze wijze ontstaat het benodigde draagvlak in de teams en is elke vernieuwing succesvol. 2.2 Onderbouw Kleinschalige afdelingen dragen bij aan een veilige leeromgeving. Een veilige leeromgeving is voor alle leerlingen belangrijk, maar zeker voor de jonge leerling van de juniorcolleges. De afdelingen zorgen ervoor dat de kleinschaligheid gewaarborgd blijft. Samenwerking tussen de afdelingen vindt vooral plaats tijdens de Projectweek. Tijdens de startperiode/introductie is specifieke aandacht voor sociale vaardigheden en studievaardigheden. Voor alle leerlingen die op school worden aangemeld, geldt dat er een warme overdracht plaatsvindt. De afdelingsleiders spreken alle leerlingen aan de hand van het citoleerlingvolgsysteem door met de toeleverende basisscholen. De zorgleerlingen worden met de zorgcoördinator doorgesproken. De plaatsingscommissie, bestaande uit de directeur Juniorcolleges, twee afdelingsleiders en de zorgcoördinator, bepalen uiteindelijk op welk niveau de leerling wordt geplaatst. In het eerste leerjaar vindt een brede screening plaats. Zowel de taalvaardigheid als de rekenvaardigheid van de leerlingen worden in kaart gebracht. Afhankelijk van de uitslagen krijgen leerlingen extra aandacht in studielessen of van de Remediale hulp. Na de basisschool moet er in de onderbouw een goede voorbereiding zijn op de bovenbouw. . Het streven is er op gericht dat gedurende de onderbouw voor elke leerling duidelijk wordt, welk vervolgtraject op grond van capaciteiten en vaardigheden het best bij de leerling past. Om dit te bewerkstelligen is een enkele jaren geleden gestart met de herziening van de onderbouw. Het Pax Christi College heeft gekozen voor het verminderen van het aantal vakken in het Vmbo om de versnippering tegen te gaan. Inmiddels is een aantal leergebieden ontwikkeld waarin de samenhang tussen vakken tot uiting komt. De één‐uursvakken zijn grotendeels samengevoegd. Deze veranderingen impliceren een andere manier van lesgeven en andere didactische vaardigheden. Het werken in teams zal verder ontwikkeld worden. 2.2.1 Sterke en ontwikkelpunten inzake onderbouw Sterke punten Ontwikkelpunten • projectmatig en vakoverstijgend werken in het Vmbo en Havo/Vwo • breed onderwijsaanbod • doorontwikkeling leerplein onderwijs • zorgvuldige instroomprocedure • doorontwikkelen activerende didactiek • opvang van leerling bij lesuitval • aansluiting onderbouw/bovenbouw • invulling praktische Havo/Vwo onderzoeken en verbeteren. sectororiëntatie • doorontwikkelen werken met leerstof • brede screening leerlingen planners (digitaal) eerste leerjaar • ontwikkelen doorlopende leerlijnen en • kleinschaligheid juniorlocaties zorglijnen primair onderwijs – voortgezet • vast docententeam onderwijs • goede leerlingenzorg,
• •
mentoraat
• • • • • •
nieuw rapport ontwikkelen . doorstroom leerlingen (niveaubewaking, afstroom verminderen reken‐ en taalbeleid ontwikkelen Oriënteren op Cambridge Engels Bepalen in hoeverre het Universumproject kan worden ingepast in het programma van de onderbouw Invoeren van de maatschappelijke stage in klas 1 en 2 versterken van het mentoraat d.m.v. scholing kritisch kijken naar de positie van het vak Frans in klas 2 Vmbo –theorie
2.2.2 Analyse In de afgelopen jaren heeft de herziening in de onderbouw op het Pax Christi College op hoofdlijnen vorm gekregen. PSO staat voor de Vmbo leerlingen op het rooster, er zijn twee nieuwe leergebieden (Mens & Maatschappij en Mens & Natuur) binnen het vmbo ontwikkeld. Alle docenten zijn geschoold op het gebied van activerende didactiek en leerpleinonderwijs. De komende jaren zal de aandacht vooral uitgaan naar de verdere ontwikkeling van activerende didactiek en leerpleinonderwijs. Gevolg daarvan is dat ook de criteria voor beoordeling en determinatie aangepast moeten worden. Na de invoering van de leergebieden in het Vmbo zal in het Havo/Vwo de ontwikkeling van vakoverstijgend leren en projectonderwijs in gang worden gezet. 2.2.3. Jaarplan onderbouw De hieronder genoemde speerpunten liggen vast in de teamplannen van de verschillende afdelingen. Aansluiting onderbouw / bovenbouw Havo/Vwo onderzoeken en verbeteren In schooljaar 2010‐2011 vindt er een probleemanalyse plaats m.b.t. de aansluiting onderbouw/bovenbouw. Daarvoor wordt een werkgroep ingesteld waarvan de leden zowel uit de onderbouw als uit de bovenbouw komen. Deze werkgroep, geïnitieerd door het MT, brengt in maart 2011 verslag uit en doet aanbevelingen aan het MT. Actie 2010/2011: • Instellen werkgroep, doelstelling, tijdpad en stappenplan vastleggen • Onderzoek uitvoeren. • Verslag en aanbevelingen aan MT in mrt 2011 Studie/werkwijzers verder ontwikkelen Binnen het programma Teletop zijn voor alle vakken en op alle niveaus digitale studieplanners aanwezig. Actie 2010/2011: o Docenten ontvangen in september 2010 de aangescherpte basiseisen ( Notitie Teletop en planners onderbouw PCC jan. 2010) gebruik planners in
Teletop. Dit moet leiden tot een uniforme layout van de planners. Doelen: een overzichtelijke, uniforme planner en alle vakken hebben een planner. Projectmatig en vakoverstijgend werken in het Vmbo en Havo/Vwo In het schooljaar 2010‐2010 worden twee vakoverstijgende projectweken in de jaarplanning opgenomen. Stapsgewijs opbouwen van de deelname van alle vakken aan vakoverstijgende projecten. Actie 2010/2011: o Onderbouw brede projectweek 21 mrt 2011. o Project 2e Wereldoorlog Vmbo breed JCD. o Project ‘Zo wil ik wonen’ klas 2 breed JCWMW Doorontwikkeling leerplein onderwijs Per team staat vast wat er onder een leerpleinles wordt verstaan. Er is duidelijk omschreven welke vaardigheden we van leerlingen verwachten op het leerplein en hoe deze worden getoetst. Het streven is erop gericht een grotere variatie in het gebruik van de leerplein te bereiken. Leerpleinlessen zijn meer dan alleen ICT‐lessen. Actie 2010/2011: o Docenten wisselen hun beste leerpleinlesplannen uit in teamverband. o Op basis van deze uitwisseling worden kenmerken van een goede leerpleinles genoteerd. o De resultaten worden gebundeld en verspreid. Doorontwikkelen activerende didactiek Tijdens de teamvergaderingen zal activerende didactiek een steeds terugkerend onderwerp zijn. Tijdens de functioneringsgesprekken met de docenten zal deze competentie en de ontwikkeling daarvan een centrale rol innemen. Klassikale lessen blijven bestaan daarnaast zal er voldoende afwisselend aanbod van andere werkvormen moeten zijn. Actie 2010/2011: o Docenten nemen kennis van de vijf rollen van de docent via het aanbod/informatie van het CPS. o Deze rollen worden besproken in de teams. Ieder teamlid kiest een rol of meerdere ter verbetering en verwerkt dit in zijn/haar pop (persoonlijk ontwikkelingsplan) o De betreffende teamleider observeert de docent en geeft feedback. De docentenrollen worden standaard opgenomen in de gesprekscyclus. Invoeren nieuw rapport dat is gebaseerd op cijfers en vaardigheden. Het nieuwe rapport heeft als doel de vorderingen van de vaardigheden die voortkomen uit “anders leren” te rapporteren aan leerlingen en ouders. In het schooljaar 2010‐2011 is gekozen voor de onderdelen leertaakgerichtheid en zelfstandigheid. Actie 2010/2011: o Invoeren nieuw rapport leerjaar 1 en 2 december 2010 o Evaluatie aan het einde van het 2e trimester 2.2.4. Beleidsvoornemens onderbouw schooljaren 2011‐2015 o ontwikkelen doorlopende leerlijnen en zorglijnen primair onderwijs – voortgezet onderwijs o reken‐ en taalbeleid ontwikkelen
In schooljaar 2010‐2011 houdt een werkgroep zich bezig met de het voorbereiden van de invoering van dit beleid. o Oriënteren op Cambridge English o Bepalen in hoeverre het Universumproject kan worden ingepast in het programma van de onderbouw o Invoeren van de maatschappelijke stage in klas 1 en 2 o versterken van het mentoraat d.m.v. scholing o kritisch kijken naar de positie van het vak Frans in klas 2 Vmbo –theorie 2.3 Vmbo bovenbouw Uitgangspunt voor het onderwijs in het Vmbo is dat, binnen de kaders van de algemene schooldoelstelling, het onderwijs zo wordt ingericht dat de leerling in staat wordt gesteld om een opleiding te volgen die bij hem past en die hij zo kan afronden dat doorstroming naar het vervolgonderwijs succesvol kan plaatsvinden. In dit kader richt het onderwijs in het Vmbo zich op effectieve doorstroming naar het middelbaar beroepsonderwijs (Mbo) en Havo. In de bovenbouw van het Vmbo zijn drie teams werkzaam. In de teamvergaderingen vinden leerlingenbesprekingen plaats. Besproken wordt de studievoortgang, de oriëntatie op het vervolgonderwijs en het welbevinden van de leerlingen. Hierbij staat de vraag centraal: wat kan de leerling (zelf) doen om zich te verbeteren? Het VMBO biedt de school vele nieuwe kansen met betrekking tot de inhoud en organisatie van ons onderwijs. De uitgangspunten van het Vmbo, de examenprogramma’s en de preambule (algemene, wettelijk verankerde, doelstelling van het Vmbo) worden gehanteerd en toegesneden op onze school. Binnen het Vmbo willen wij beschikken over een gedifferentieerd onderwijsaanbod dat er op gericht is optimale kansen te bieden aan elke leerling. Naadloze aansluiting met vervolgopleidingen wordt nagestreefd. 2.3.1. Alle leerwegen mogelijk Leerlingen die na hun eerste twee leerjaren op de juniorcolleges kiezen voor een Vmbo‐opleiding kunnen alle leerwegen kiezen: • De basisberoepsgerichte leerweg • De kaderberoepsgerichte leerweg • De gemengde leerweg • De theoretische leerweg De volgende beroepsgerichte programma’s worden aangeboden: • Bouwtechniek • Metalektro • Zorg &Welzijn • Handel & Administratie Op het Pax Christi College kunnen ook de leerlingen van de theoretische leerweg een beperkt beroepsgerichtprogramma volgen. Hierdoor kunnen zij hun aansluiting met het Mbo verbeteren, of hun interesse voor een bepaalde beroepsrichting vergroten. 2.3.2 Speerpunten Het onderwijs in de Vmbo‐sector kent de volgende speerpunten: • Activerende didactiek
• Doorlopende leerlijnen met het Mbo (evt. VM2) • Bevorderen instroom in sector techniek (evt. vakcollege) • Integratie van AVO en praktijkvakken • Onderzoek naar de mogelijkheden van het vak technologie. • Nadere bezinning op vakkenkeuze en sectoren in leerjaar 3 Vmbo‐ t In het toekomstige onderwijsproces zijn de traditionele avo‐vakken daar waar mogelijk geïntegreerd. Het doel is een nieuw Vmbo‐leercentrum te laten ontstaan 2.3.3. Samenwerking met het Middelbaar beroepsonderwijs De bestaande samenwerking met ROC Nijmegen en het Mbo College Land van Maas en Waal zal geïntensiveerd worden. Er zullen wederzijdse intervisiebijeenkomsten worden georganiseerd en er zal nauwer worden samengewerkt. Docenten zullen wederzijds dagdelen met elkaar meedraaien. Op directieniveau zal bekeken worden welke mogelijkheden er zijn om te komen tot de uitvoering van een VM2 traject. Sector Techniek In overleg met het ROC Nijmegen en de overige scholen voor Vmbo zal een studie worden verricht om te komen tot de oprichting van een vakcollege voor de sector techniek. In welke vorm dan ook zal dit moeten leiden tot een grotere instroom in de sector techniek. Het bedrijfsleven ( bestaande samenwerkingsverbanden) zal hierbij nadrukkelijk worden betrokken. 2.3.4 Sterke en ontwikkelpunten inzake het VMBO Sterke punten Ontwikkelpunten • door ontwikkelen Werk Plekken • keuzes op latere leeftijd Structuur in alle beroepsgerichte • uitstekende huisvesting afdelingen • relaties met bedrijfsleven • doorontwikkelen didactische voor alle sectoren vernieuwingen binnen TL • weinig voortijdig • Integratie AVO vakken en schoolverlaters beroepsgerichte vakken realiseren • minder handen voor klas • onderzoek naar invoering binnen Lwoo technologie • prima examenresultaten • doorontwikkeling werkvormen op leerplein • doorontwikkelen lesplanners • lesrooster minder onderhevig laten zijn aan wisselingen • wijzigen vakkenaanbod in Vmbo T3 2.3.5 Analyse Er is sprake van een duidelijke visie. De koers waarin het Vmbo zich gaat ontwikkelen is helder, maar de uitwerking binnen de verschillende sectoren is nog niet afgerond. Het totale traject omvat een viertal jaren. 2.3.6 Jaarplan schooljaar 2010‐2011 o Onderzoek naar het vak technologie in de gemengde leerweg o Implementeren WPS in alle beroepsgerichte afdelingen o Voortbouwen aan didactische vernieuwingen (leerplein en lesplanners) o Nadere bezinning op vakkenkeuze en sectoren in leerjaar 3 Vmbo T
2.3.7 Beleidsvoornemens VMBO 2011‐2015 • Integratie AVO vakken en beroepsgerichte vakken realiseren Zodra de WPS is geïmplementeerd zal er binnen de leerwegteams gewerkt worden aan integratie van AVO vakken (of gedeelten daarvan) binnen de beroepsgerichte afdelingen. Als voorbeeld zal het dan ontwikkelde onderwijskundig concept van het Lwoo uit de bovenbouw dienen. • Activerende didactiek De bestaande didactische vernieuwing m.b.t. het werken op het leerplein, veranderende didactische werkvormen en het werken met lesplanners wordt verder uitgebouwd. Dit traject zal worden aangestuurd door de afdelingsleider Vmbo‐T 2.4 Bovenbouw Havo/Vwo De school onderschrijft de uitgangspunten van de Tweede Fase van harte. Leerlingen in de bovenbouw Havo/Vwo ervaren meer dan in de onderbouw zelf verantwoordelijkheid voor hun eigen leerproces en ze ontwikkelen een eigen leerstijl. Leerlingen leren onder begeleiding eigen keuzes maken en ze leren hun eigen leerproces te plannen en op hun leerproces te reflecteren. Leerlingen stellen zichzelf leerdoelen. Naast het leerproduct wordt ook het leerproces beoordeeld. De mentor coacht zijn leerlingen hierin. Leerlingen vergaren in de bovenbouw in toenemende mate op een zelfstandige manier kennis en vaardigheden ; Vwo leerlingen hebben hierin een hoger tempo dan Havo‐leerlingen. Het onderwijs voor de bovenbouw Havo‐Vwo is verbonden met de buitenwereld. Dit wordt vormgegeven door (o.a.): het volgen van lessen aan de universiteit, aansluitingsactiviteiten op het vervolgonderwijs, maatschappelijke stages, internationaliseringsactiviteiten en buitenschoolse excursies. De gymnasiasten volgen een breed cultureel en klassiek georiënteerd programma , waarmee de gymnasiale identiteit tot uitdrukking komt. We doen recht aan verschillen. Vwo‐leerlingen zijn door hun intrinsieke motivatie gemakkelijker uit te dagen om zichzelf te ontwikkelen terwijl Havo‐leerlingen meer gestimuleerd en gemotiveerd moeten worden om de juiste studiehouding te verwerven. We bieden de leerling een gevarieerd aanbod van didactische werkvormen aan. Het onderwijs wordt boeiender door de leerling een keuze te laten maken die past bij zijn eigen leerstijl. We streven er naar om binnen iedere les keuzemogelijkheden in te bouwen. Daarnaast is er veel aandacht voor de ontwikkeling in brede zin. Hierbij denken we aan het cultuuravonden en bijvoorbeeld de buitenlandse schoolreizen. Bij de invoering van de 2e fase is gekozen voor een breed aanbod van vakken en een omrekening van de studielast naar een contacttijd van ongeveer 80%, waarmee we in staat zijn onze leerlingen voldoende onderwijstijd aan te bieden. We hebben een ruim aanbod aan keuzevakken, zo bieden we Spaans aan, maar ook wiskunde D en bijvoorbeeld NL&T. Uitgangspunt is dat we met ons onderwijs tegemoet willen komen aan de vraag van onze leerlingen. We willen ze daadwerkelijk eigen keuzes laten maken. 2.4.1 Universumschool Het PCC is een Universumschool. Dat betekent dat we extra werk maken van het Bètaonderwijs. Contacten met het bedrijfsleven, de Hogeschool Arnhem en Nijmegen en de Radboud Universiteit Nijmegen zorgen ervoor dat de leerlingen niet alleen theoretisch, maar ook praktisch aan de slag gaan met vakken als natuur, leven & technologie(NL&T) , wiskunde D en informatica.
De huisvesting is daarop aangepast. Zo is in de nieuwe sciencevleugel een goed geoutilleerd minilaboratorium gehuisvest. Met de vernieuwde Bètavleugel kunnen we ons Bèta ‐onderwijs prima vormgeven. 2.4.2. Organisatie bovenbouw Havo/Vwo De sector Havo/Vwo werkt met 3 teams. Elk team wordt aangestuurd door een afdelingsleider. De teams werken resultaatgericht en leggen eigen speerpunten vast in hun teamplannen. Alle bovenbouwdocenten zijn lid van een team. Daarnaast zijn ze verenigd in vaksecties. De vaksecties zijn verantwoordelijk voor het leerstofaanbod van het betreffende vak en de doorlopende leerlijnen die voor het vak zijn uitgezet. Een leerlingenpanel bovenbouw zal schooljaar 2010 2011 elk trimester feedback geven op onderwijs, begeleiding en organisatie. Essentie: wat doen we goed? Wat kunnen we verbeteren? Een ouderklankbordgroep bovenbouw geeft periodiek feedback op onderwijs, begeleiding en organisatie. Essentie: wat doen we goed? Wat kunnen we verbeteren? 2.4.3 Begeleiding bovenbouw Havo/Vwo Elke leerling heeft een mentor die hem begeleidt. In de klassen 3 zijn er wekelijkse mentorlessen ingeroosterd. In klas 3 staat er tevens een voorbereidingsuur op de Tweede Fase (vtf‐uur) op het rooster. In de teamvergaderingen vinden leerlingenbesprekingen plaats. Besproken wordt de studievoortgang, de oriëntatie op het vervolgonderwijs en het welbevinden van de leerlingen. Hierbij staat de vraag centraal: wat kan de leerling (zelf) doen om zich te verbeteren? De mentor coacht de leerlingen hierin procesmatig. In de mentorenbijeenkomsten leren de mentoren van elkaars aanpak. We voeren een adequaat leerlingvolgsysteem, dat up‐to‐date is en goed beschikbaar voor de mentoren. De mentor is verantwoordelijk voor de inhoud van de leerlingendossiers van zijn leerlingen. Speciale zorgvragen van leerlingen worden besproken door afdelingsleider en mentor. Bij zorgvragen die de hulpverlening van het team overstijgen, wordt de zorgcoördinator ingeschakeld. 2.4.4 Sterke en ontwikkelpunten Sterke punten Ontwikkelpunten • bezinning positie 3e • inrichting leerjaar ter mediatheek/studieruimte voorbereiding op de 2e fase; • vormgeving profielwerkstuk • verbeteren • voorlichting ouders/leerlingen examenresultaten • profilering op Bèta en • breedte van het vakkenaanbod doorstroomcijfers; • aansluiting juniorcolleges ‐ hoofdvestiging verbeteren • optimaliseren teamontwikkeling • Activerende didactiek
• LoopbaanOriëntati e 2.4.5 Analyse huidige situatie Havo/Vwo Op Havo en Vwo scoren we bescheiden tot onvoldoende (Vwo) eindresultaten. De verschillen tussen de gemiddelde cijfers van het schoolexamen en het centraal examen zijn bij een aantal vakken te groot. Het percentage leerlingen dat onvertraagd doorstroomt naar het examenjaar en dan een diploma behaalt, is aan de magere kant. Het aantal leerlingen dat op het Pax Christi College opstroomt naar een hoger niveau is gering. Uit de cijfers die beschikbaar zijn over de adviesstructuur blijkt dat onze derde klassen Vwo relatief veel leerlingen bevatten met een Vwo‐advies. Met deze populatie zouden we bovengemiddelde resultaten kunnen boeken. We behalen hiermee echter een lager rendement dan we zouden mogen verwachten. Uit de exitmetingen van de afgelopen drie jaren blijkt, dat onze leerlingen de school als kleinschalig, sociaal en veilig ervaren. Als verbeterpunten noemen de leerlingen de ondersteuning van hun mentoren, de mogelijkheden die de school biedt voor zelfstudie, de begeleiding bij de studiekeuze. Daarnaast geven de leerlingen aan, dat ze op school voor het onderwijs te weinig gemotiveerd worden. In het huidige schooljaar 2010‐2011 is de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs en de resultaten ervan het speerpunt. We pakken dit structureel en sectorbreed aan, dat wil zeggen dat we ons richten op een langdurige verbetering van onze Havo‐ en Vwo‐afdeling. 2.4.6 Jaarplan bovenbouw Havo Vwo • Hogere scores bij de exitmeting en de leerlingenenquêtes in het derde leerjaar. • Het gemiddelde verschil tussen CE en SE is voor de Havo afdeling kleiner dan 0.4 punt Het gemiddelde verschil tussen CE en SE is voor de Vwo afdeling kleiner dan 0.5 punt • Het gemiddelde behaalde resultaat voor het Centraal Schriftelijk Examen Havo en Vwo is 6.3 • Vaardighedengericht onderwijs systematisch invoeren • Doorontwikkelen toekomstgericht portfolio • Collegiale intervisie initiëren • Overgangsnormen bekijken in relatie tot de nieuwe slaag/zak regeling (2012) • Evaluatie huidige lessentabel tweede fase 2.4.7 Beleidsvoornemens Havo/Vwo 2011‐2015 • Beleid t.a.v hoogbegaafde leerlingen ontwikkelen. • Het gemiddelde verschil CE en SE is voor de Havo afdeling kleiner dan 0.3 punt. Het gemiddelde verschil Ce en SE is voor de Vwo afdeling kleiner dan 0.3 punt • Het gemiddelde behaalde resultaat voor het Centraal Schriftelijk Examen Havo en Vwo is 6.4 • Loopbaan Oriëntatie –LOB beleidsplan • Mogelijkheden onderzoeken t.a.v. internationalisering
3 Begeleiding en Zorg voor leerlingen Het Pax Christi College wil dat elke leerling met zijn eigen aanleg en geaardheid de mogelijkheid krijgt zich optimaal te ontplooien en zich thuis te voelen. Het bovenstaande impliceert dat de school leerlingen met ontwikkelings‐ en gedragsproblemen een zo goed mogelijke begeleiding en zorg wil bieden, zodat zij hun schoolloopbaan positief kunnen afsluiten. Om dit te realiseren is een geïntegreerde leerling begeleiding opgezet; d.w.z. studiebegeleiding, keuzebegeleiding en sociaal‐emotionele begeleiding. 3.1 Ontwikkelingen De afgelopen jaren is de zorg in toenemende mate op school geprofessionaliseerd. Zorgcoördinatoren zijn geschoold en hebben structuur en ambitie vastgelegd in een zorgplan. In het zorgplan zijn activiteitenplannen opgenomen om de structuur en werkwijzen te optimaliseren en de ambities te realiseren. Dit beleid zal komende jaren wellicht moeten worden bijgesteld n.a.v. de landelijke ontwikkelingen op het gebied van Passend Onderwijs. Daarnaast zal de ontwikkeling van het Centrum voor Jeugd en Gezin en het inwerking treden van digitale systemen als de Verwijsindex en het Verzuimloket mogelijk de nodige aanpassingen vragen. Ten slotte gaat de verantwoording van de zorggelden in de toekomst in belangrijke mate de agenda bepalen. 3.2 Organisatie van de leerlingenzorg De zorgcoördinator is de spil in de organisatie van de communicatie over de zorg. Het is de taak van de zorgcoördinator om vraag en aanbod van de zorg op elkaar af te stemmen. De zorgcoördinator is voorzitter van het Zorgadviesteam (ZAT). In het Zorgadviesteam zitten naast de zorgcoördinator een orthopedagoog, een schoolmaatschappelijkwerkster, een afgevaardigde van bureau Jeugdzorg, de leerplichtambtenaren (3) en de sociaalverpleegkundige. Samen bespreken zij welke hulp voor een ingebrachte leerling het beste is. De zorgcoördinator is ook voorzitter van het interne Zorgadviesteam (ZIT). Hierin zitten naast de zorgcoördinator ook de schoolmaatschappelijkwerkster en de orthopedagoog. 3.3 Leerling gebonden financiering (LGF) Als de beperkingen van een leerling het onderwijsleerproces verstoren , kunnen ouders een aanvraag indienen voor een “Leerling‐gebonden financiering ofwel “het Rugzakje”. School ondersteunt deze aanvraag en draagt zorg voor de inhoud van het onderwijskundig rapport. De zorgcoördinator is bij deze aanvraag voor ouders en externe instanties het aanspreekpunt op school. Wanneer een leerling LGF gelden krijgt , wordt er vanuit één van de vier REC diensten een ambulant begeleider aangewezen. De ambulant begeleider ondersteunt de school en de leerling en heeft regelmatig gesprekken met de ouders, de school en de mentor. Een vast deel van de LGF‐ gelden wordt besteed aan de begeleiding door de mentor, de orthopedagoog, de zorgcoördinator. De mentor is samen met de ambulant begeleider verantwoordelijk voor het schrijven van het handelingsplan. De zorgcoördinator is verantwoordelijk voor de afstemming van de zorg rondom de leerling. In het schooljaar 2009/2010 heeft Het PCC voor 20 leerlingen LGF gelden ontvangen. (4 Custer 2 leerlingen, 5 Cluster 3 leerlingen en 11 cluster 4 leerlingen)
3.4 Screening In het eerste leerjaar doen alle leerlingen mee aan een screeningsonderzoek taal en rekenen. Op deze manier worden mogelijke leerachterstanden geconstateerd. Het onderzoek en de vaststelling van dyslexie gebeurt door een orthopedagoog. Alle dyslectische leerlingen krijgen een dyslexiepas en een handelingsplan dyslexie. Deze dyslexiepas is de hele schoolloopbaan geldig. Het handelingsplan kan daar waar nodig aangepast worden. Naast het onderzoek naar de taalvaardigheden, vindt er ook een onderzoek plaats naar de rekenvaardigheden. De uitslagen van bovengenoemde testen bepalen mede of een leerling in aanmerking komt voor remediale hulp. Voor het bepalen van remediale hulp wordt ook gebruik gemaakt van gegevens van de toeleverende scholen. Vooral het Citoleerlingvolgsysteem geeft veel bruikbare informatie. Gedurende het eerste leerjaar wordt de School Vragenlijst afgenomen. Bij sommige leerlingen wijzen de antwoorden in de richting van faalangst. De mentoren gaan met deze leerlingen in gesprek. Voor de faalangstige leerlingen heeft de school een faalangstreductietraining en een sovatraining. De sovatraining is er vooral op gericht om leerlingen meer sociale vaardigheden aan te bieden, ze sociaal vaardiger, weerbaarder te maken. In het derde leerjaar wordt schoolbreed de School Belevingsvragenlijst afgenomen. Ook voor deze leerlingen geldt dat als de antwoorden in de richting van faalangst wijzen dat de leerlingen deel kunnen nemen aan een faalangstreductietraining of een sovatraining. 3.5 Sterke en ontwikkelpunten inzake de leerlingenzorg Sterke punten Ontwikkelpunten • handelingsplan verder uitwerken • remediale hulp en ontwikkelen in de • faalangstreductietraining/sova‐ bovenbouw. training • Taakomschrijving voor mentoren • decanaat. en alle functionarissen die • leerlingbespreking betrokken zijn bij de • helder dyslexiebeleid leerlingenzorg ontwikkelen • dyslexiebegeleiding • Beleid ontwikkelen t.a.v. • screening (taal /rekenen) hoogbegaafde leerlingen • zorgteam • Handboek Zorg met daarin de • antipestprotocol protocollen op het gebied van de • keuzebegeleiding leerlingenzorg • Handelingsplannen zijn • Werken met een intern handelingsgericht. zorgteam • lwoo‐klassen, minder handen • Zorgaanbod bovenbouw voor de klas Havo/Vwo • Opstellen van een zorgkaart Analyse De voorwaarden voor een goede leerlingenzorg zijn aanwezig, maar de integratie binnen de school is nog niet optimaal. Begeleiding in het eerste en tweede leerjaar dient een vervolg te hebben in de volgende leerjaren. De structuur van de leerlingenzorg moet helder worden beschreven. Dus welke zorg wordt aangeboden, hoe komen leerlingen bij een bepaalde ondersteuning terecht en wie zijn betrokken bij het gehele traject.
3.6 Jaarplan Leerlingenzorg • Handelingsplannen verder uitwerken en invoeren in de bovenbouw. In het begin van het schooljaar worden de handelingsplannen voor lwoo‐leerlingen en leerlingen met LGF geschreven door de mentoren, voor de leerlingen met LGF in samenwerking met de ambulant begeleider. • Intern zorgteam verder vormgeven. • Handboek Zorg Het handboek Zorg bevat alle protocollen, afspraken, functieomschrijvingen die het gebied van de leerlingenzorg raken. Het handboek is via het insite deel van de schoolsite te bereiken. • Voor alle functionarissen wordt een heldere taakomschrijving vastgelegd. Gezien de veranderende rol van de mentor moet worden omschreven welke werkzaamheden er tot het takenpakket van de mentor gerekend dienen te worden. 4. Personeel 4.1 Visie Voor het realiseren van de doelstelling van de schoolorganisatie is een kwalitatief goed personeelsbestand vereist. Een personeelsbestand met dynamiek dat in staat is op een flexibele manier invulling te geven aan de steeds veranderende eisen van het hedendaagse onderwijs. Het streven is om de ambities van de schoolorganisatie en die van personeel zodanig op elkaar af te stemmen om het maximale uit de leerlingen te halen. Uitgangspunten van het personeelsbeleid zijn: • Resultaatverantwoordelijkheid via het lijnmanagement • Optimale benutting van de diversiteit aan kennis, vaardigheden en mogelijkheden van het personeel • Het bevorderen van het individueel welbevinden 4.2 Ontwikkelingen De belangrijkste ontwikkelingen hebben vooral betrekking op het verbeteren van de aantrekkelijkheid van het Leraarsberoep en onderwijsinstellingen als werkgever. Met de nota ‘Actieplan Leerkracht’ zijn er diverse doelstellingen geformuleerd om de salariëring van leerkrachten aanzienlijk te verbeteren. In het Voortgezet Onderwijs komen deze ontwikkelingen tot uitdrukking in het kader van de zogenaamde ‘Functiemix’ welke is vastgelegd in de CAO‐VO. De functiemix heeft het noodzakelijk gemaakt om de onderscheiden docentenfuncties LB, LC en LD te herijken en herbeschrijven. De nieuwe functieprofielen LB, LC en LD vormen een belangrijke basis voor de onderwijskundige ontwikkeling van de school waarbij de rol van het (midden)management en de noodzaak om bepaalde personele instrumentaria meer en beter te benutten evidenter zijn geworden. 4.3 instroom/doorstroom/uitstroom Het Pax Christi College voert een loopbaanbeleid dat past binnen de kaders van het personeelsbeleid van de Alliantie VO NMW. Het betekent in beginsel dat het personeel binnen bepaalde kaders regisseur is van de eigenloopbaanontwikkeling. Het Pax Christi College hanteert als uitgangspunt het zoveel mogelijk benutten en stimuleren van de potentie van elk personeelslid voor zover dat
bijdraagt aan het realiseren van doelstellingen van de school. Daarbij wordt het volgende nagestreefd: • Het kwalitatief voldoende bezetten van functies binnen de scholengemeenschap • Voldoende ontwikkelmogelijkheden bieden aan het personeel van de school • Het bevorderen van arbeidstevredenheid en het binden van goed functionerende medewerkers aan de school • Het zo goed mogelijk blijven uitdagen van werknemers om de motivatie en inspiratie om te werken op peil te houden. Het Pax Christi College kiest ervoor om op een flexibele manier invulling te geven aan haar personeelsbehoeften. Daarbij worden instrumenten gehanteerd als een actief begeleidingstraject ten aanzien van nieuw personeel, leeftijdsbewust personeelsbeleid met scholingsmogelijkheden, een voornamelijk op de CAO‐VO gebaseerd seniorenbeleid die alle bijdragen aan het zo optimaal mogelijk inzet bij de in‐ door‐ en uitstroom van medewerkers. 4.4 Gesprekscyclus De Alliantie VO voor Nijmegen en het Land van Maas en Waal (de werkgever) waaronder het Pax Christi College valt, hanteert sinds 1 augustus 2008 een kaderregeling met betrekking tot een gesprekscyclus. De kaderregeling gesprekscyclus gaat uit van een driejarige gesprekscyclus die bestaat uit een verplicht functioneringsgesprek, een facultatief voortgangsgesprek en een verplicht beoordelingsgesprek. Bij het uitvoeren van de gesprekscyclus gelden diverse voorschriften met betrekking tot o.a. de voorwaarden waaronder de gesprekken gevoerd dienen te worden, de wijze waarop verslaglegging ervan dient te geschieden en de rechten en verplichtingen van leidinggevenden en het personeel in dat kader. Met het implementeren van deze kaderregeling streeft de directie naar een verdere professionalisering van het personeel met als uiteindelijk doel het optimaliseren van het onderwijsproces. Belangrijk hierbij is het ontwikkelen en toepassen van competentiemanagement ten aanzien van alle geledingen binnen de scholengemeenschap. Voor het docerende korps staat het voldoen aan de wettelijke verplichtingen volgens de Wet BIO centraal. Daarbij gelden de zogenaamde SBL‐competenties en het bijhouden van een bekwaamheidsdossier. Voor de andere functies gelden andere competenties zoals vermeld in deze kaderregeling gesprekscyclus. De gesprekscyclus geldt ook als een belangrijk instrument bij het uitvoeren van de zogenaamde Functiemix op de school. Het beleid van de Alliantie VO is er mede op gericht om vanaf het kalenderjaar 2013 het bezetten van posities in de onderscheiden docentenfuncties LB, LC en LD in het kader van de functiemix te baseren op gegevens blijkende uit de gesprekscyclus. Via scholing en trainingen zullen leidinggevenden ondersteund worden om adequaat invulling te geven aan het gebruik van het personele instrument gesprekscyclus. 4.5 Scholing De dynamische omgeving waarin de school als organisatie opereert maakt het noodzakelijk om middels diverse vormen van scholing al dan niet in groepsverband, het personeel zo goed mogelijk toe te rusten met kennis en vaardigheden om het hedendaagse onderwijs zo goed mogelijk te kunnen verzorgen. Op het gebied van scholing‐ en deskundigheidsbevordering wordt er op het Pax Christi College op een permanente manier invulling gegeven door waar nodig en wenselijk binnen bepaalde financiële kaders het personeel te stimuleren en ondersteunen bij het op peil houden van kennis dan wel het verdiepen daarvan of nieuwe vaardigheden aanleren. Om dit doel te bereiken wordt er jaarlijks een zo ruim mogelijk budget ingezet. Scholingsactiviteiten worden ontplooid op alle niveaus binnen de organisatie.
4.6 Functiebeleid en functiemix De functiemix bepaalt de verdeling in percentages van de onderscheiden docentenfuncties LB, LC en LD op de school. Voor het Pax Christi College komt dit neer op het realiseren en handhaven van een verhouding van circa 46% LB‐docenten, 33% LC‐docenten en 21% LD‐docenten vanaf het jaar 2014. Er is per 1 augustus 2010 gestart met de implementatie van de functiemix op het Pax Christi College. De gerealiseerde verhouding tussen de onderscheiden docentenfuncties is: circa 63% LB‐docenten, 25% LC‐docenten en 12% LD‐docenten. Er zal tot het jaar 2014 jaarlijks 6% van de LB formatie omgezet worden in LC‐functies en vervolgens in LD‐functies tot het gewenste doel bereikt is. Naast het bieden van meer loopbaanperspectieven aan docenten zullen meer eisen gesteld worden aan personeel naargelang de vervulde functie in relatie tot de te verrichten werkzaamheden ten behoeve van zowel de organisatie als het personeelslid. De functiemix zal dan ook meer dynamiek en ontplooiingsmogelijkheden met zich meebrengen en zal meer vragen van de deskundigheid en professionaliteit van het schoolmanagement en overige leidinggevenden die betrokken zijn bij het primaire onderwijsproces. 4.7 Ziekteverzuim Ziekteverzuim, een onvermijdelijk fenomeen waar mensen werken, brengt zowel organisatorische als financiële risico’s met zich mee. De kosten van verzuimvervanging zijn vanaf 1 januari 2006 volledig voor eigen rekening. Alleen in uiterste nood kan de school een beroep doen op een interne stop‐loss verzekering. De school hanteert een eigen vervangingsbeleid wat neer komt op het realiseren van vervanging binnen de kortst mogelijke termijn. Het Pax Christi College voert al sinds 1 april 2004 een actief beleid gericht op het terugdringen van frequent ziekteverzuim. Met ingang van 1 januari 2010 is een softwareprogramma in gebruik genomen waarmee er op Alliantieniveau op een uniforme manier het registreren, bewaken en genereren van gegevens met betrekking tot ziekteverzuim kan worden gemaakt. Het Pax College tracht door haar actief preventiebeleid haar ziekteverzuimcijfers zo laag mogelijk te houden. Het gemiddelde percentage van het Pax Christi College van 4,35% wijkt nauwelijks af van het Alliantiegemiddelde. 4.8 Opleidingsschool Het Pax Christi College is sedert 2003 opleidingsschool. De afgelopen twee schooljaren is de met het ILS in het zogenaamde partnershipmodel geïntensiveerd hetgeen mogelijk gemaakt wordt door het verwerven van diverse subsidiebedragen in het kader van het dieptepilot en andere projecten. Er is met ingang van het schooljaar 2009‐2010 een tweede Algemeen begeleider op school (ABS‐er) benoemd. Deze functionaris is eindverantwoordelijk voor de onderzoeksactiviteiten. Daarvoor zijn faciliteiten opgenomen in het jaarlijkse op te stellen formatieplan. Tevens wordt hard gewerkt aan het vergroten van de betrokkenheid van het middenmanagement bij diverse activiteiten rondom de opleidingsschool. Hierbij valt te denken aan het werven van schoolpracticumdocenten, het mede beoordelen van Leraren in opleiding, het geven van advies over de inzet van Lio’s op deze school en het faciliteren van het personeel bij het begeleiden van onderzoeksopdrachten van Lio’s. Het Pax Christi College heeft inmiddels de status van ‘Academische opleidingsschool’ verworven. 4.9 Medezeggenschapsraad De directie van het Pax Christi College hecht er veel waarde aan om een goed samenwerking met de medezeggenschapsraad te bevorderen en onderhouden. Periodiek vindt er dan ook overleg plaats tussen de medezeggenschapsraad en de directie van de school. Van het overleg wordt uitvoerig verslag gemaakt. Het verslag wordt tevens ter beschikking gesteld aan het personeel. De medezeggenschapsraad (MR) is te beschouwen als een participatieorgaan bestaande uit vertegenwoordigers van het personeel, de ouders en de leerlingen. Concreet overlegt de medezeggenschapsraad met de directie en het schoolbestuur (Gmr)over onderwerpen, zoals de besteding van geld, gebouwen, de lessentabel en uiteenlopende andere onderwijskundige aangelegenheden gericht op het verbeteren van het onderwijs in het algemeen. Belangrijke besluiten die de directie of het bestuur wil nemen moet worden voorgelegd aan de
medezeggenschapsraad. Op zijn beurt kan de medezeggenschapsraad elk standpunt dat zij heeft, kenbaar maken aan de directie c.q. het bestuur. 4.10 Meerjarenformatieplanning / strategisch personeelsplan Een strategisch personeelsplan vertaald in de vorm van een meerjaren personeelsplanning is nog niet voor handen. Jaarlijks wordt er echter op voortschrijdende basis een raming van de personeelsbezetting en daarmee samenhangende kosten gemaakt voor een periode van twee jaar. Belangrijke reden daarvoor is de grilligheid in de bekostiging van de school mede als gevolg van (grote) onzekerheden ten aanzien van het aantal en typen leerlingen en de politieke besluitvorming met betrekking tot de bekostiging van de sector onderwijs in het algemeen. 4.11 Mobiliteit Het Pax Christi College opereert vanuit een drietal locaties t.w. een hoofdvestiging en een juniorcollege beide in Druten en een juniorcollege in Beneden‐Leeuwen. Daarnaast maakt het Pax Christi deel uit van de Alliantie VO NMW waaronder nog een zestal scholen voor Voortgezet Onderwijs vallen. Het Pax Christi College wil in principe dat haar personeel zoveel mogelijk van werkplek of locatie verandert. Het veranderen van werkplek binnen de Alliantie is in principe beperkt. Over het algemeen weet het Pax Christi College haar personeel goed aan zich te binden. 4.12 Sterke en ontwikkelpunten inzake personeelsbeleid Sterke punten ontwikkelpunten • Rol verantwoordelijkheid binnen lijnmanagament verder • Maatwerk m.b.t. leeftijdsbewust ontwikkelen personeelsbeleid • Visie op scholing ontwikkelen • Ruim voldoende middelen voor scholing • Meerjaren personeelsplanning • Contacten met de HAN in het • Reductie van niet lesgebonden kader van de Opleidingsschool. taken. Nu 30% t.o.v. lesgebonden taken. Streven is • Jaarlijks formatieplan 20% • Tweede ABSer benoemd • Aanspreekcultuur • Ruime aandacht voor Afscheid en Jubilea. • Functioneringsgesprekken als sturingsmiddel gebruiken. • Personeelsfeesten worden door de directie gestimuleerd. • Beleid ontwikkelen voor leeftijdsbewust personeelsbeleid. 4.13 Jaarplan personeelsbeleid o Meerjarenpersoneelsplanning In het personeelsvoor het schooljaar 2010‐2011 staat centraal de meerjaren personeelsplanning. Aan het eind van schooljaar 2011 heeft het MT een visiestuk geschreven over de personeelsbehoefte in de komende vijf jaar. o Reductie aantal niet‐ lesgebonden taken Aan het eind van schooljaar 2011 is het percentage niet‐ lesgebonden taken 20 % van de lesgebonden taken. o Aanspreekcultuur Binnen alle teams komt dit onderwerp als punt op de agenda.
5
Communicatie
5.1 Inleiding Het Pax Christi College is een streekschool, geworteld in het Land van Maas en Waal. Wij vinden het belangrijk om partner te zijn in regionale ontwikkelingen. Het gaat hier om communicatie met het basisonderwijs, (ouders van) toekomstige leerlingen, oud‐medewerkers, oud‐leerlingen, andere scholen VO, vervolgopleidingen, inspectie, overheden, pers, diensten, leveranciers, omwonenden. Daarbij zetten wij ons actief in om anderen te betrekken in ontwikkelingen in en om de school. Daarnaast worden wij graag betrokken in regionale ontwikkelingen en nemen wij daarin onze verantwoordelijkheid. Hierbij is vooral een rol weggelegd voor de rector, die dit onder andere vorm geeft door zitting te nemen in de Maas en Waal Raad en het Programma Beleidsbepalend Orgaan (PBO) van de regionale omroep WebFM. Stakeholders krijgen regelmatig een katern met informatie over het PCC. De meeste communicatie verloopt momenteel via datacommunicatieve kanalen. De effectiviteit en efficiëntie van digitale communicatie valt of staat met een optimaal toegerust datacommunicatief netwerk. De kwetsbaarheid van digitale systemen noopt tot een adequate beveiliging. De website van de school is de centrale digitale informatiedrager van de school voor met name ouders, medewerkers en leerlingen. Inrichting, onderhoud en actualisering van de website is een tijdsintensief gebeuren en vraagt om voortdurende zorgvuldige aandacht. 5.2 Interne communicatie en externe communicatie Het gaat hier om communicatie met de volgende doelgroepen: bestuur, onderwijzend personeel, onderwijsondersteunend personeel, medewerkers, ouders en leerlingen. Medewerkers en leerlingen communiceren op zo’n manier dat veiligheid en welbevinden bevorderd worden. Er moet sprake zijn van korte lijnen. Heldere en efficiënte bijeenkomsten waarbij de eindtijd vaststaat. Duidelijkheid over aard van vergadering. We onderscheiden de volgende vergaderingen: Docenten teamvergaderingen rapportvergaderingen sectievergadering Ouders en leerlingen MR oudervereniging ouderklankbordgroep leerlingenraden Onderwijsondersteunend personeel werkoverleg Schriftelijke communicatie schoolgids personeelsbulletin ouderbulletin PC informatief PC Collegiaal
In het schooljaar 2010‐2011 wordt alleen nog PCCollegiaal op papier uitgegeven. Zowel het ouder‐ als het personeelsbulletin worden vanaf schooljaar 2010‐2011 digitaal verspreid. PCinformatief (voor stakeholders) wordt ook vanaf schooljaar 2010‐2011 digitaal verspreid. 5.3 Sterke en ontwikkelpunten inzake communicatie Sterke punten Ontwikkelpunten tijdige afhandeling van zaken organisatie van ouderavonden (tijdig en adequaat reageren op personeelsbulletin vragen en opmerkingen) ouderbulletin Actualiseren website voorlichtingskaternen voor leerlingen en ouders bekendmaking dagrooster goede relatie met MR, ouderraad en leerlingenraden Ouderklankbordgroepen. 6 Faciliteiten en Arbo 6.1 Huisvesting De huisvesting van het Pax Christi College is de afgelopen periode aangepast aan de laatste ontwikkelingen. De komst van de basisvorming, het Vmbo, de tweede Fase en het Studiehuis hebben geleid tot veranderingen in de huisvesting. Deze ontwikkelingen hebben gezorgd voor de komst van leerpleinen (onderwijsgebieden), een grotere mediatheek en meer individuele werkplekken in de scholen. De school heeft de afgelopen jaren de beschikking gekregen over moderne juniorcolleges waar leerpleinen een centrale plaats innemen. Op de leerpleinen wordt met computers gewerkt. Daarnaast is de Vmbo‐ bovenbouw afdeling aan de Mr. Van Coothstraat grondig vernieuwd. In het schooljaar 2009‐2010 zijn er tevens adequate werkruimten gecreëerd voor de afdelingsleiders. Zij zijn hierdoor dichter bij hun werkgebied gekomen. Op het PCC is ervoor gekozen meer lessen op leerpleinen te verzorgen het gevolg is dat er minder gebruik van lokalen wordt gemaakt. Er zal dus aandacht moeten zijn voor een flexibele indeling van het gebouw. 6.1.1 Schoolklimaat De gebouwen van het Pax Christi College beschikken over het systeem van mechanische ventilatie. Dit systeem verdient de komende jaren nog belangrijke aandacht. 6.2 Bekostiging en onderhoud De overheid heeft ervoor gekozen om de scholen meer autonomie te geven op het gebied van het onderhoud. Hiervoor krijgen de scholen sinds 1 januari 2005 een extra bedrag van circa € 30,‐ per leerling per jaar. In ruil daarvoor heeft het schoolbestuur nu volledige zeggenschap over het onderhoud van de installaties en de buitenkant van de gebouwen. De directie buigt zich momenteel over een nieuw meerjarenonderhoudsplan.
Sterke punten • Goed geoutilleerde juniorcolleges in Druten en West Maas en Waal • Goede vmbo praktijkvleugels op de hoofdvestiging • Uitstekende werkplekken voor afdelingsleiders • Ruimtelijk “vlekkenplan”op de hoofdvestiging
Ontwikkelpunten • Klimaatvoorzieningen op de verschillende locaties • Onderhoud op hoofdvestiging • Meerjarenonderhoudsplan • Aantrekkelijk maken voorgevel • Aantrekkelijk maken van de lokalen
6.3 Boeken Sinds het schooljaar 2009‐2010 is de maatregel “gratis schoolboeken” voor het Voortgezet Onderwijs van kracht. Deze maatregel betekent dat scholen een bedrag per leerling in de lumpsum krijgen waarmee zij de leerlingen moeten voorzien van schoolboeken. Binnen de Alliantie is een eigen schoolboekenfonds, het SBA,opgericht. Via Europese aanbesteding is de levering van de schoolboeken weliswaar bij de firma Iddink komen te liggen, maar de scholen zelf (SBA) zorgen voor distributie. 6.3.1. Leermiddelen Het Pax Christi College heeft om kosten te besparen, ervoor gekozen om zelf eigenaar van de werkboeken te worden. Dit heeft tot gevolg dat de Vmbo T, Havo en Vwo leerlingen aan het eind van het schooljaar hun werkboeken weer moeten inleveren. Dit geldt niet voor de dyslectische leerlingen. De werkboeken vormen ook op deze manier nog een grote kostenpost voor de school. Hier zal op korte termijn een oplossing voor moeten worden gezocht. De schoolleiding zal ontwikkelingen op het gebied van digitale werkboeken op de voet volgen. Het Pax Christi College heeft zich aangemeld bij de VO‐ Raad om deel te nemen aan de werkgroep over leermiddelenbeleid. Leermiddelenbeleid zorgt voor de totstandkoming van overleg tussen schoolleiding en docenten over het gebruik van bepaalde leermiddelen. In het schooljaar 2010‐2011 zal er een concreet leermiddelenbeleid geformuleerd worden op de school. Wellicht dat hierdoor het probleem van de werkboeken tot het verleden gaat behoren. Sterke punten Ontwikkelpunten • De school beschikt reeds over digitale • Reducering van het aantal schoolborden. werkboeken • De ICT middelen zijn op peil • In overleg met secties leermiddelenbeleidsplan opstellen • Uitbreiding aantal digitale schoolborden. • Het verbeteren van de infrastructuur t.b.v. het verstrekken van de schoolboeken. 6.4 Jaarplan Faciliteiten • Een geactualiseerd meerjaren onderhoudsplan • Realiseren van een leermiddelen beleid • Uitbreiding aantal digitale schoolborden • Renoveren voorgevel gebouw mr. van Coothstraat
6.5 ARBO beleid ARBO Het arbeidsomstandighedenbeleid is vastgelegd in een Arbo‐beleidsplan van de school. Het Arbo‐ beleidsplan van de school is gebaseerd op het Alliantie Arbo‐beleidsplan. Er is een Arbo‐commissie in het leven geroepen bestaande uit vijf leden. De Arbo‐commissie heeft tot taak het bewaken van zaken aangaande de veiligheid van personeel werkzaam op de school, daarover aanbevelingen doen aan het managementteam en een rol spelen bij het actualiseren van de Risico Inventarisatie en Evaluatie van de school (RI&E). De RI&E van de school is laatstelijk geactualiseerd in het schooljaar 2008‐2009. Elke vier jaar dient de RI&E geactualiseerd te worden. Uit de RI&E is een plan van aanpak voortgekomen dat geleidelijk aan in uitvoering wordt gebracht door het managementteam. 6.5.1 Organisatie In het Arbo‐beleidsplan van het Pax Christi College is beschreven dat alle medewerkers een taak hebben op het gebied van Arbo waarbij aan een aantal personen en commissies taken en verantwoordelijkheden toegewezen zijn m.b.t. het formuleren en vaststellen van beleid, de coördinatie van activiteiten, de uitvoering ervan en het toezicht op de uitvoering. De portefeuillehouder faciliteiten is verantwoordelijk voor het uitvoeren van het arbobeleid. Naast alle medewerkers van de school, zijn de volgende personen mede verantwoordelijk voor het goed uitvoeren van het arbobeleid. • de arbocommissie • de (p)MR • de beleidsmedewerker P&O • de preventiemedewerker • de staffunctionaris facilitaire zaken • de Arbodienst • de directieleden • de BHV’ers 6.5.2 Directietaken m.b.t. het arbobeleid De directie heeft tot taak voorwaarden te scheppen voor het volgende: • de coördinatie van de uitwerking van een plan van aanpak t.g.v. de Risico Inventarisatie en Evaluatie ( RI&E) • bewaking van de uitvoering van het plan van aanpak van de RI&E • het uitvoeren van een RI&E door de Arbodienst. • bewaken ziekteverzuim • check op veiligheids‐,gezondheids‐ en welzijnsrisico’s (VGW risico’s) • adviseren t.a.v. het uitvoeren van een PAGO (Gezondheidsonderzoek) • zorgdragen voor actuele ontruimingsplannen en organiseren van oefeningen • risico beheersing op de werkplek
6.5.3 Sterke en ontwikkelpunten inzake de Arbo. Sterke punten Ontwikkelpunten • de school beschikt over een • verbeteren informatiestroom onderhoudspromotor naar oop. i.v.m. het functioneren op de werkplek • het plan van aanpak van de RI&E uit (receptie) 2008 wordt uitgevoerd • organiseren van werkoverleg • werkplekken voor medewerkers zijn voor oop. sterk verbeterd • blijvende aandacht voor • rooster is in sterke mate verbeterd klimatologische • de school kent een relatief laag ziekte omstandigheden verzuim • ontruimingsoefeningen • de school beschikt over organiseren calamiteitenplannen voor alle locaties • actualiseren BHV plan 6.6 ICT Binnen de Alliantie VO wordt gewerkt aan een beleidsnotitie ICT. In deze notitie wordt een schets gegeven van de stand van zaken op ICT gebied binnen de Alliantie. De mogelijkheden van ICT worden ook in en voor het onderwijs steeds belangrijker. De informatievoorziening aan leerlingen, docenten, ouders, overheden en andere belanghebbenden loopt meer en meer met digitale middelen. Voor de verantwoording naar overheid en ouders zijn goede administratieve netwerken onmisbaar geworden. Ook de mogelijkheden van ICT in het onderwijsproces zelf groeien wereldwijd snel en worden in toenemende mate benut. Het vinden, arrangeren, zelf maken en gebruiken van digitale leermiddelen is een belangrijk onderdeel geworden van het werk van de docent. 6.6.1 ICT en onderwijs Het gebruik van ICT, waaronder de Elektronische Leeromgeving (Teletop) in het onderwijsleerproces wordt op het PCC gestimuleerd. Door het gebruik van ICT wordt het arsenaal aan didactische werkvormen uitgebreid. Een aantal examens worden al digitaal afgenomen. Docenten worden gestimuleerd om ICT in het onderwijsleerproces toe te passen. Bij het wegzetten van het onderwijsmateriaal op de Elektronische Leeromgeving krijgen de leerlingen de mogelijkheid om het onderwijsmateriaal in de thuissituatie nogmaals te bekijken, leerstofplanners zijn digitaal benaderbaar en werkstukken kunnen digitaal worden ingeleverd. 6.6.2 Computers en Digiborden Op het PCC zijn 20 Digiborden aanwezig. Dit aantal zal in de loop van de jaren nog uitgebreid worden. Er zijn 530 werkstations voor leerlingen aanwezig en 100 werkstations voor het personeel. De onderwijssoftware waar op het PCC gebruik van wordt gemaakt is Teletop. Voor de leerlingenadministratie wordt gebruik gemaakt van @VO.
6.6.3 Sterke en ontwikkelpunten inzake ICT. Sterke punten • Ondersteuning Teletop • De verhouding aantal computers t.o.v. leerlingen is bovengemiddeld in vergelijking met de andere scholen. • Jaarlijks worden er aanzienlijke middelen in de begroting uitgetrokken voor ICT. • ICT‐ coaches • Applicatiebeheer
ontwikkelpunten • Deskundigheidsbevordering van docenten • ICT‐ beleidsplan en ‐protocol m.n. aandacht voor beveiliging van de informatie. • Digitale werkboeken ontwikkelen • Samenwerking binnen de Alliantie op ICT‐ gebied.
7 . Financieel beleid. Het financieel beleid is erop gericht de beschikbaarheid van voldoende middelen voor de uitvoering van het primaire proces te waarborgen. Daarnaast moeten er ook voldoende middelen beschikbaar zijn voor ondersteuning en facilitair. Het streven is gericht op een sluitende meerjarenbegroting. Op basis van de jaarplannen worden beleidskeuzes gemaakt voor de toekenning van de beschikbare middelen hetgeen resulteert in een sluitende jaarbegroting. De jaarplannen passen in een meerjarenbeleid dat uitgezet is in het schoolplan, waarvoor een meerjaren begroting wordt opgesteld. Het Pax Christi College streeft naar gezonde financiële buffers. De noodzaak om baten en lasten te bewaken is permanent aanwezig. Het schoolbestuur ziet hier op toe. Het format voor de (meer)jarenbegroting wordt vastgesteld in Alliantieverband. Om budgettering mogelijk te maken stelt de school een meerjarenbegroting vast, die jaarlijks geactualiseerd wordt in de begroting voor het komende kalenderjaar. Basis voor de personele kosten in deze begroting is het (meerjaren) formatieplan, waarin de aard van de functies en het aantalfunctionarissen, die op middenlange en korte termijn nodig zijn, zijn opgenomen. 7.1 Middelen Er is scheiding tussen de gelden van personele en materiële aard. De verstrekte middelen voor één van beide gebieden worden ook voor dat betreffende gebied ingezet, tenzij expliciet en vooraf gemeld dat gelden worden overgeheveld. De maatregel van de overheid om schoolboeken gratis beschikbaar te stellen is, ondanks de oprichting van het SBA, niet zonder kosten verlopen. Om de kosten te beperken heeft de school besloten de werkboeken vier jaar achtereen te gebruiken. Deze maatregel heeft geleid tot een sterke toename van de kopieerkosten.
7.2 Sterke en ontwikkelpunten inzake het financieel beleid. Sterke punten ontwikkelpunten • Meerjarenonderhoudsplan • Sectiebudgetten • Rapportage aan de budgethouders • Formatieplan • Kopieerkosten bewaken • PR kosten bewaken • Interne budgetteringssystematiek • Resultaat verantwoordelijk management. 7.3 Jaarplan • Er is sprake van een sluitende meerjarenbegroting en sluitende exploitatie • Terugbrengen van pr‐kosten, kopieerkosten en printkosten. • Bezuinigen op zowel personele als materiële kosten. • Aanpassing voorgevel gebouw Mr. Van Coothstraat • Leveren gratis schoolboeken is voor school kosten neutraal • Opstellen van een meerjarenonderhoudsplan • Maandelijkse rapportage aan de budgethouders 8 Kwaliteit Als school zijn we verantwoordelijk voor het verzorgen van goed onderwijs, het systematisch bewaken van de kwaliteit en zo nodig het verbeteren van dit onderwijs. Om goed onderwijs te kunnen verzorgen is het van belang dat alle aspecten er omheen van goede kwaliteit zijn. Dus de bedrijfsvoering moet ook van goede kwaliteit zijn omdat deze het onderwijsproces beïnvloed. 8.1 Kwaliteitszorgcyclus Het Pax Christi College ziet kwaliteitszorg als een geheel van activiteiten dat erop gericht is om de kwaliteit van het onderwijs te onderzoeken, te borgen of te verbeteren en openbaar te maken. Dat we regelmatig nagaan wat we doen, daarvan behouden wat goed is, verbeteren wat moet en kan worden verbeterd. Kwaliteitszorg moet doelgericht, cyclisch, systematisch en integraal zijn. Het Pax Christi College voert de kwaliteitszorg uit volgens het principe van Deming: de PDCA cyclus: Plan, Do, Check and Act. Om ervoor te zorgen dat er na verbetering geen terugval komt, maar dat de verbetering wordt vastgehouden, zijn er zekerheden nodig: de borging. Vormen van borging zijn mondelinge instructies, werkoverleg, werkwijze op papier vastleggen, activiteiten opnemen in jaarroosters, zaken in functioneringsgesprekken aan de orde laten komen. 8.2 Metingen Ieder jaar vinden er een aantal metingen plaats. Voor het schooljaar 2010/2011 zijn de volgende metingen gepland: • Personeels Tevredenheids Meter oktober 2010 • Ouders leerlingen derde leerjaar jan/febr. 2011 • Leerlingen derde leerjaar jan/febr. 2011 • Leerlingen examenklassen maart/april 2011 8.3 Kwaliteitszorg binnen de Alliantie VO
De Alliantie VO wil onder andere door deelname aan het project Vensters voor Verantwoording aandacht besteden aan de kwaliteitsvergelijking, op een vaste beperkte set indicatoren. Op deze manier is een vergelijking met andere scholen mogelijk (benchmarking). Kwaliteitszorg wordt in toenemende mate centraal aangestuurd vanuit het bestuursbureau van de Alliantie VO. 8.4 Onderwijsinspectie Leerlingen en hun ouders moeten erop kunnen vertrouwen dat hun school onderwijs van voldoende kwaliteit realiseert. De inspectie houdt daarom toezicht op die kwaliteit van het onderwijs. Het toezicht is risicogericht. Ieder jaar wordt met een risicoanalyse gekeken of er aanwijzingen zijn dat een school onvoldoende kwaliteit levert. Op basis van deze risicoanalyse en eventueel nader onderzoek wordt bepaald hoeveel toezicht een school nodig heeft. Het toezicht dat een school krijgt is dus maatwerk. Het schoolbestuur is verantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs op de school, voor de financiële situatie en voor het naleven van wetten en regels. Het bestuur moet zich verantwoorden over de resultaten. Daarom wordt het bestuur rechtstreeks aangesproken door de inspectie. 8.5 Beleidsvoornemens Door het aanstellen van een beleidsmedewerker kwaliteitszorg laat de schoolleiding zien welk belang zij hechten aan een goede kwaliteitszorg. • De medewerker kwaliteitszorg zal jaarlijks een kwaliteitsactiviteitenplan opstellen • De medewerker zal in overleg met de PR‐afdeling zorg dragen voor een goede communicatie van de gegevens die uit de onderzoeken voortkomen. • In het schooljaar 2010‐2011 worden de resultaten van de verschillende metingen bespoken in de teamvergaderingen. • De schoolleiding zal ieder schooljaar naar aanleidingen van de enquêtes een centraal motto formuleren. Voor het schooljaar 2010‐2011 is dit motto: respect voor elkaar. 8.6 Kwaliteit en bevoegd gezag Het bestuur(bevoegd gezag) bewaakt de kwaliteit van het Pax Christi College door: • Zorg te dragen en toe te zien dat het Pax Christi College kwaliteitsbeleid ontwikkelt, vaststelt en uitvoert. • Jaarlijkse analyse en bespreking van de opbrengstenkaart van de Inspectie Voortgezet Onderwijs en het vastleggen van verbeterpunten in het managementcontract. • Analyse van uitkomsten van Inspectiebezoek aan het Pax Christi college • Participatie van het Pax Christi College in het project Vensters voor Verantwoording. • Resultaten van opbrengstenkaart, inspectierapporten en overzicht van Vensters voor Verantwoording tenminste eenmaal per jaar te agenderen voor de vergadering van de Raad van Toezicht. • Schoolbezoek en frequent overleg met de schoolleiding. Het bestuur stelt na overleg met de schoolleiding vast welke maatregelen ter verbetering van de kwaliteit nodig zijn. Deze afspraken worden jaarlijks vastgelegd in het managementcontract en ter kennis gebracht aan de Raad van Toezicht. Het bestuur biedt, daar waar nodig, passende ondersteuning. Het bestuur heeft een aantal instrumenten ontwikkeld om te waarborgen dat het personeel zijn bekwaamheid houdt. Een belangrijk deel van deze instrumenten wordt op schoolniveau uitgevoerd. Het gaat om:
•
• • •
Kaderregeling functionerings‐ en beoordelingsgesprekken met daaraan gekoppeld scholingsafspraken en afspraken over carrière perspectief. Op deze wijze ontstaat ook een bekwaamheidsdossier voor iedere docent. Kaderregeling Faciliteiten Deskundigheidsbevordering. Kaderdocument rond de invoering van de functiemix. Iedere Alliantieschool stelt een scholingsplan op dat ter instemming wordt voorgelegd aan de schoolmedezeggenschapsraad.
Bijlagen – Algemene schoolgegevens 1. Naam Pax Christi College, scholengemeenschap voor Vmbo, Havo en Vwo (met gymnasium) Bezoekadres: Meester van Coothstraat 34, Druten Postadres: Postbus 16, 6659 AA Druten Telefoon: 0487 – 51 24 03 Faxnummer: 0487 – 51 24 90 E‐mail:
[email protected] Website: www.paxchristicollege.nl Juniorcollege West Maas en Waal Klas 1 en 2 Vmbo, Havo en Vwo (met gymnasium) Bezoekadres: Akkerstraat 40, Beneden‐Leeuwen Telefoon: 0487‐59 17 45 Fax: 0487‐59 49 13 E‐mail:
[email protected] Website: www.paxchristicollege.nl Juniorcollege Druten Klas 1 en 2 Vmbo, Havo en Vwo (met gymnasium) Bezoekadres: Klepperheide 15, Druten Telefoon: 0487‐51 22 43 Fax: 0487‐51 839 E‐mail:
[email protected] Website: www.paxchristicollege.nl In de bovenbouw Havo en Vwo worden alle profielen aangeboden. In het Vmbo biedt het Pax Christi College de theoretische leerweg met alle sectoren aan. Voor alle leerwegen, met uitzondering van de theoretische leerweg, biedt het Pax Christi College afstudeermogelijkheden in beroepsgerichte programma’s die in vier sectoren zijn ingedeeld: • Bouwtechniek • Metalektro • Zorg & Welzijn • Handel & Administratie 2. Bestuur Het Pax Christi College valt onder het bestuur van de Stichting Alliantie Voortgezet Onderwijs voor Nijmegen en het Land van Maas en Waal, postbus 6618, 6503 GC Nijmegen. Tel. 024‐379 01 58. Het Pax Christi College maakt deel uit van de Stichting Alliantie Voortgezet Onderwijs voor Nijmegen en het land van Maas en Waal. Conform de richtlijnen van good educational governance kent de Alliantie een Raad van Toezicht met de heer C.Blom als voorzitter. Het College van Bestuur wordt gevormd door de voorzitter, de heer D. van Bennekom, tevens enig lid van het College. Het College wordt in adviserende zin ondersteund door de rectorenraad bestaande uit de rectoren/algemeen directeuren van de binnen de Alliantie verenigde scholen.
3. Directie De directie van het Pax Christi College bestaat uit de volgende personen: Rector: Dhr. L.R. van Drongelen Directeur Vmbo hoofdvestiging: Dhr. C.P. Gerrits Directeur Havo/Vwo hoofdvestiging: Dhr. J.J.G. Beekmans Directeur Juniorcolleges: Dhr. W.A.J.T. van Ooijen De schoolleiding wordt gevormd door de rector, drie directeuren en 11 afdelingsleiders (middenmanagement) . 4. Schoolgrootte Medewerkers in het schooljaar 2010‐2011 Personeel totale school 255 Management (directie en afdelingsleiders) 15 Onderwijzend personeel 185 Hoofdvestiging 99 Juniorcollege West Maas en Waal 33 Juniorcollege Druten 51 Ondersteunend personeel totale school 65 Leerlingen in het schooljaar 2010‐2011 2253 Hoofdvestiging 1289 Juniorcollege West Maas en Waal 357 Juniorcollege Druten 607
Organogram Schooljaar 2010‐2011
Rector
Directiesecretariaat
Personeel (ontwikkeling)
Pr & Communicatie
Opleidingsschool
Medezeggenschapsraad
Identiteit
Oudervereniging
Externe betrekkingen
Alliantie VO
Directeur Onderbouw
Directeur VMBO 3‐4
Directeur Havo/Vwo 3‐6
Onderwijsontwikkeling
Onderwijsontwikkeling
Onderwijsontwikkeling
Financiën & Personeel
Organisatie Facilitair
Organisatie Onderwijs
• Prognose • Formatie • Jaarrekening en begroting
• • • •
• Roosterzaken • Leerlingenadministratie • ICT en applicatiebeheer
Facilitaire zaken Huisvesting en beheer Boeken en leermiddelen Arbo
Zorg en kwaliteit
Junior College WMW
Bovenbouw Vmbo
Bovenbouw Havo/Vwo
Afdeling Vmbo Klas 1‐2
Afdeling Havo/Vwo Klas 1‐2
Afdeling Vmbo‐BB Klas 3‐4
Afdeling Vmbo‐KB Klas 3‐4
Afdeling Vmbo‐(G)T Klas 3‐4
Afdeling Havo/Vwo Klas 3
Afdeling Havo Klas 4‐5
Afdeling Vwo Klas 4‐6
207
151
111
218
272
194
261
233
Junior College Druten Afdeling Vmbo‐BB/KB Klas 1‐2
Afdeling Vmbo‐TL Klas 1‐2
Afdeling Havo/Vwo Klas 1‐2
172
169
266
Totaal: 2253 leerlingen