Vakblad voor bedrijfsvoering in het onderwijs
magazine nummer 2 | februari 2015
>M ogelijke oplossingen gewijzigde ketenregeling >D e regels rond vrijwilligersvergoeding >N ieuwe aspecten jaarverslaglegging PO 2014
Unieke autoverzekering
9 van de 10 premieberekeningen gunstiger via collectief Dyade bij Allianz
Uitermate scherpe premie (9 op de 10 is voordeliger uit) Uitstekende dekking bij één van de grootste verzekeraars in Europa 1e jaar gratis inzittendenverzekering (t.w.v. € 44,-) Snelle en zorgvuldige afhandeling van eventuele schade Mogelijkheid tot afsluiten pechhulp Maand- of kwartaalbetalingen zonder termijntoeslag!
1e jaar GRATIS schade inzittendeverzekering (t.w.v. € 44,-)
KLANTWAARDERING:
TUSSEN 8 & 9 (Door huidige verzekeraars: op Consumentenbond en Independer)
Exclusief voor het onderwijs
Bereken hier:
www.allianzcollectief.nl/ dyade
snel uw premie!
UITERMATE SCHERPE PREMIE Onderwijspersoneel heeft in verhouding tot andere doel-
wijs. Onderzoek toont aan dat 9 van de 10 personen een
groepen minder schade. Daardoor heeft Dyade een
scherpere premie en/of betere dekking voor de autover-
uitermate scherpe premie met uitstekende dekking kunnen
zekering kunnen afsluiten via het collectief van Dyade dan
bedingen bij verzekeraar Allianz specifiek voor het onder-
bij andere verzekeringsmaatschappijen.
C
O
L
O
F
O
??? PO/VO/MBO/HBO
N
Dyademagazine is een uitgave van Dyade. Dyademagazine verschijnt elf maal per jaar. Redactie Frank Cannegieter Marianne Groen Harry Klein Obbink Frank Tromp Herman de Wild (hoofdredacteur) Met medewerking van Bianca Brouwer Berlinda Harkink Joop de Jager Wilma Rijndorp-Kreft Frank Verweij Jan Willem Vijfhuize Redactie-adres Postbus 5040 3502 JA Utrecht
[email protected]
5
10
21
In dit nummer: C o l u m n : de a f tr a p
04 De kritische vriend van de bestuurder 05
Mogelijke oplossingen gewijzigde ketenregeling
08
De regels rond vrijwilliger svergoedingen
10
Basisschooladvies steeds belangrijker
12
Randst ad Payroll Solutions
15
Kor t nieuw s
Hoewel aan de productie van Dyademagazine veel zorg wordt besteed, kan het voorkomen dat iets aan onze aandacht ontsnapt. De Stichting Dyade Dienstverlening aanvaardt geen aansprakelijkheid voor de eventuele gevolgen van drukfouten, onjuistheden of onvolledigheden in de gepubliceerde informatie. Vormgeving designGenerator, Arnhem
19
Mobiliteitsbevordering als onderdeel van uw formatiestrategie
20
Belastingen en onder wijs
Eindredactie Hanneke Leening, Dyade
26 Dyade Voordeelser vice
Drukkerij Nivo, Delfgauw
27 K alender
Abonnementen Klanten van Dyade ontvangen een exemplaar van het Dyademagazine per bevoegd gezag plus een exemplaar per school. Voor niet-klanten en extra abonnementen kost het Dyademagazine E 39,95 per jaar, exclusief btw. Voor opgave van abonnementen en adreswijzigingen kunt u contact opnemen met uw Dyadevestiging. Advertentie-informatie Herman de Wild Tel. (030) 630 56 26
21 Voorkom reputatieschade met juiste aanpak crisiscommunicatie 24
Nieuwe aspecten jaar ver slaggeving PO 2014
27 Waar vindt u ons?
Dyademagazine | nummer 2 | februari 2015
3
DE
Aftrap... Frank Tromp Algemeen directeur Dyade Dienstverlening Onderwijs
[email protected]
De kritische vriend van de bestuurder Onderwijsbestuurders bekleden een functie waarin buitengewoon veel van hen wordt gevraagd, vooral in kleine en middelgrote instellingen. Je moet als bestuurder van heel veel onderwerpen verstand hebben, omdat er geen specialisten aanwezig zijn. Een bestuurder van een dergelijke instelling kan het inspectiebezoek niet overlaten aan een collega, of het maken van een bestuursformatieplan delegeren aan een HRM-directeur zoals in de grotere onderwijsinstellingen. Een meerjarenbegroting komt ook vaak neer op de schouders van de bestuurders. Eigenlijk is een bestuurder van een dergelijke instelling vaak gewoon ondernemer. In de jaren dat ik ondernemer en eigenaar was van een klein opleidingsinstituut, moest ik ook veel zelf doen. Dat is natuurlijk heel afwisselend en dynamisch, er is geen dag hetzelfde. Dat is een groot voordeel ten opzichte van een specialistenfunctie waar werkzaamheden zich vaak herhalen. Toch brengt een dergelijke positie ook onzekerheid met zich mee: ‘It’s lonely at the top’. Je vraagt je soms af of je overal aan hebt gedacht: ‘Heb ik nu echt alle veranderingen in beeld? Mis ik geen belangrijke risico’s? Wat zit er in mijn dode hoek?’. In mijn ondernemerstijd voerde ik iedere maand een gesprek met Kasper, iemand uit de vriendenkring van de familie en werkzaam als zelfstandig accountant. Kasper kwam één keer per maand langs, meestal aan het einde van de dag. Hij controleerde de cijfers, overlegde met mijn secretaresse die de boekhouding deed en daarna bespraken we in een uur de relevante ontwikkelingen in mijn onderneming: de laatste winstcijfers, de ontwikkelingen op fiscaal gebied, de productiecijfers, etc. Ik vertelde Kasper ook over mijn plannen en hij stelde mij daar ‘lastige’ vragen over. Hij hield me scherp zodat mijn bedrijfsvoering op rolletjes liep. Ik noemde Kasper mijn ‘kritische vriend’. Ik gun iedere bestuurder in het onderwijs een dergelijke kritische vriend. Iemand die regelmatig langskomt om de actuele situatie van de instelling door te spreken, om samen vast te stellen wat er goed gaat en wat er niet goed gaat. Iemand die ontwikkelingen signaleert binnen én buiten de organisatie. Geen meedenker, maar een tegendenker die kritische vragen stelt en blijft doorvragen als er geen afdoende antwoord komt. Iemand die je scherp houdt en de blinde vlekken benoemt. Een vriend die bovendien in oplossingen denkt en de oplossingen mede mogelijk maakt. Omdat die vriend een uitgebreid netwerk
•
heeft. Een netwerk van organisaties en deskundigen die hebben bewezen goede kwaliteit te leveren. Kijk, dat zijn vrienden voor het leven.
4
Dyademagazine | nummer 2 | februari 2015
PO
Mogelijke oplossingen gewijzigde ketenregeling In een eerder artikel in het Dyademagazine is de wijziging van de ketenregeling besproken en de mogelijke gevolgen voor het onderwijs. De nieuwe ketenregeling houdt in dat werkgevers hun werknemers drie tijdelijke opvolgende arbeidsovereenkomsten in maximaal twee jaar kunnen aanbieden. Bij het vierde contract of bij overschrijding van de twee jaar, ontstaat een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. In de nieuwe ketenregeling per 1 juli 2015 wordt een contract als opeenvolgend gezien indien er zes maanden of minder tussen zitten. De keten van opeenvolgende contracten wordt derhalve pas doorbroken bij zes maanden en een dag, nu is dit nog drie maanden en een dag. De belangrijkste wijziging is echter dat van de cao nog slechts beperkt mag worden afgeweken per 1 juli 2015. Nu mag nog onbeperkt bij cao van de ketenregeling worden afgeweken. door Bianca Brouwer, onderwijsjuriste Dyade Advies De ketenregeling is overigens niet van toepassing op arbeidsovereenkomsten die zijn aangegaan in verband met een beroepsbegeleidende leerweg, zoals bedoeld in artikel 7.2.2. van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs. In de respectievelijke onderwijscao’s is dan ook onbeperkt afgeweken van de regeling dat na drie opvolgende tijdelijke contracten omzetting naar een contract voor onbepaalde tijd plaatsvindt, en maakt de werknemer pas aanspraak op een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd als de 36 maanden wordt overschreden. Anders zou immers de ongewenste situatie ontstaan dat een invalkracht na drie keer een dag in te vallen, de vierde dag een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd zou moeten krijgen. In het onderwijs hebben cao-partijen dan ook gebruik gemaakt van de mogelijkheid om onbeperkt van het aantal contracten te mogen afwijken.
‘Per 1 juli 2015 is het niet meer mogelijk om onbeperkt van de k etenregeling af te wijken’
groepen waarvan uit de cao blijkt dat de intrinsieke aard van de bedrijfsvoering de afwijking vereist. Tijdens de parlementaire behandeling heeft de regering er op gewezen dat ook invalkrachten in het primair onderwijs onder de afwijkingsmogelijkheid van de ketenbepaling kunnen vallen, aangezien uit de aard van de functie volgt dat het om tijdelijk werk gaat. De afwijking van de ketenregeling kan alleen bij cao en hangt dus af van de cao-partijen en de uitkomst van de cao-onderhandelingen. Indien niet wordt afgeweken dan geldt de regeling van maximaal drie contracten in maximaal twee jaar. Het gaat hier om het bijzonder onderwijs omdat de werknemers in het bijzonder onderwijs onder het Burgerlijk Wetboek vallen en werknemer zijn in de zin van het Burgerlijk Wetboek. De Wet werk en zekerheid heeft indirect wel gevolgen voor de ambtenaren in het openbaar onderwijs, aangezien op basis van de wet wijzigingen in de respectievelijke cao’s zullen worden opgenomen. De verwachting is dat de ketenregeling in de cao wordt opgenomen en op die wijze ook van toepassing is op het openbaar onderwijs. Duidelijkheid hierover ontstaat pas op het moment dat de cao-partijen hierover uitsluitsel geven.
>>
Afwijkingsmogelijkheden Per 1 juli 2015 is het dus niet meer mogelijk om onbeperkt van de ketenregeling af te wijken. De wettelijke regeling biedt wel de ruimte de periode van 24 maanden bij cao te verlengen naar maximaal 48 maanden en het aantal arbeidsovereenkomsten uit te breiden naar maximaal zes. Deze afwijkingsmogelijkheden zijn echter beperkt tot uitzendovereenkomsten en functies of functie-
Dyademagazine | nummer 2 | februari 2015
5
‘Na drie keer een dag invallen, zal de vierde arbeidsovereenkomst er een zijn voor onbepaalde tijd, een onwerkbare situatie’
>>
Brandbrieven Naast deze algemene afwijkingsmogelijkheid is er een specifieke afwijkingsmogelijkheid voor bepaalde functies, in sectoren die niet kunnen bestaan zonder tijdelijke contracten en zouden omvallen als de ketenregeling wordt toegepast, zoals in het profvoetbal. Inmiddels zijn er brandbrieven gestuurd naar de regering om de invalkrachten in het onderwijs als aparte categorie aan te merken, net zoals de profvoetballers. De minister heeft hier tot nu toe geen gehoor aan gegeven. Dit heeft als consequentie dat drie maal een dag invallen door een invalkracht de daaropvolgende arbeidsovereenkomst wordt omgezet naar een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, indien er zes maanden of minder heeft tussen gezeten. Er ontstaat derhalve een situatie dat er geen vervanging kan worden georganiseerd en dat klassen worden opgedeeld of naar huis worden gestuurd, dan wel dat er geen leraar voor de klas staat. De regering is echter van mening dat de g ewenste flexibiliteit ook langs andere weg kan worden gerealiseerd, bijvoorbeeld door inzet van flexpools, nul-urencontracten, dan wel uitzendarbeid. In het onderstaande worden de mogelijkheden tot interne flexibiliteit besproken. Het probleem zal zich waarschijnlijk niet zo zeer voordoen bij langdurige vervanging. In die situatie kunnen werkgevers immers contracten voor een aantal maanden afsluiten. Zo kan een werkgever bijvoorbeeld drie contracten van een half jaar geven, en pas bij het vierde contract ontstaat een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Een andere mogelijkheid is twee contracten van een jaar waarbij pas na overschrijding van de 24 maanden een arbeidsovereenkomst ontstaat voor onbepaalde tijd. Derhalve zijn lange periodes van vervanging op te lossen, zonder dat meteen een arbeids overeenkomst voor onbepaalde tijd ontstaat. Tijdelijke taakuitbreiding Het probleem zal zich met name voordoen bij kortdurende vervanging, van een dag, een week of een maand. Zoals eerder geschetst zal na drie keer een dag invallen, de vierde arbeidsovereenkomst er een zijn voor onbepaalde
6
Dyademagazine | nummer 2 | februari 2015
tijd, een onwerkbare situatie. Dit zou betekenen dat kortdurende vervanging niet meer mogelijk is. Er zijn echter meerdere oplossingen denkbaar. Een mogelijkheid om dit intern op te lossen, is (zowel tijdelijke als vaste) medewerkers een tijdelijke taakuitbreiding te geven. De werktijdfactor kan immers op jaarbasis tot maximaal 1,2 worden uitgebreid. Deze tijdelijke taakuitbreiding vervalt van rechtswege en valt ook niet onder de ketenregeling in het PO en VO. Op deze manier ontstaan dus geen arbeidsrechtelijke verplichtingen. Het enige nadeel zou kunnen zijn dat indien de tijdelijke taakuitbreiding geen vervanging betreft, dat bij verlies van vijf arbeidsuren of meer welke minimaal een half jaar heeft geduurd, dat de werkgever kan worden geconfronteerd met de vergoeding van de gehele of gedeeltelijke uitkeringskosten. Indien de reden van beëindiging niet kan worden onderbouwd gaat het in het primair onderwijs om de volledige uitkeringskosten. In het VO wordt 75% collectief opgeslagen en 25% onder de individuele werkgever, en het MBO is in zijn geheel eigenrisicodrager.
Nul-urencontracten Een andere mogelijkheid is om nul-urencontracten met de invalkrachten af te sluiten, ook wel oproepcontract genoemd. In dit tijdelijke contract is overeengekomen dat er geen loon wordt betaald als er niet wordt gewerkt. Gedurende de eerste zes maanden is het mogelijk tussen werkgever en werknemer de loondoorbetalingsverplichting bij schriftelijke overeenkomst uit te sluiten. Gedurende een half jaar kunnen werknemers dan worden opgeroepen voor een dag, een paar dagen, een week of een maand bij ziekte en andere redenen, zonder dat na een aantal oproepen een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd ontstaat. Het is echter een oplossing voor maximaal zes maanden en niet voor het gehele schooljaar. Bij cao kan de periode van zes maanden echter worden verlengd, mits de aan de aan die functie verbonden
werkzaamheden incidenteel van aard zijn en geen vaste omvang hebben. Het is aan cao-partijen om deze mogelijkheid in de cao op te nemen en het zo voor het gehele schooljaar te regelen en de maximumperiode naar drie jaar te brengen, zodat de regeling bijna overeenkomt met de huidige cao- regeling. Een voorbeeld van een nul-urencontract kan van de site van Dyade worden gedownload. Oud recht Het nieuwe recht wordt van toepassing op arbeidsovereenkomsten die na 1 juli 2015 worden aangegaan. Voor een arbeidsovereenkomst die voor 1 juli 2015 is aangegaan geldt eerbiedigende werking van oud recht, vanwege het feit dat bij het aangaan van de arbeidsovereenkomst de consequenties van het nieuwe recht nog niet konden worden overzien. Deze arbeidsovereenkomst loopt nog van rechtswege af. Wanneer op of na 1 juli 2015 een (opvolgend) contract wordt gesloten met een tussenpoos van zes maanden of korter, telt het voorgaande contract wel mee in de keten volgens het nieuwe recht. Het oude recht blijft van toepassing op contracten die aanvangen voor 1 juli 2015. Cao’s die een ruimere afwijkingsmogelijkheid hebben blijven van toepassing zolang die cao blijft gelden , maar ten hoogste tot 1 juli 2016. Voor de CAO PO geldt de onmiddellijke werking van het nieuwe recht, omdat deze tot 1 juli 2015 loopt. De CAO VO loopt tot 1 augustus 2015, tot dan geldt de ruimere afwijkingsmogelijkheid. Gedurende die periode mo-
‘Nul-urencontracten afsluiten met de i nvalkrachten is een goed alternatief ’
gen de betreffende afwijkingsmogelijkheden ook worden toegepast op eventuele nieuwe arbeidsovereenkomsten. Wellicht verlengen cao-partijen de looptijd van de respectievelijke cao’s zodat tot 1 juli 2016 mogelijkerwijs nog onbeperkt van het aantal contracten in het onderwijs kan worden afgeweken. Nul-urencontracten zijn alleen mogelijk in het bijzonder onderwijs, deze vindt zijn basis in artikel 7:628 BW. Voor het openbaar onderwijs is de mogelijkheid tot een oproepcontract er niet, de wettelijke basis hiertoe ontbreekt. De grondslag hiertoe dient voor het openbaar onderwijs in de onderwijscao te worden opgenomen. Het is nog even wachten op de cao-partijen in dezen. In het primair en voortgezet onderwijs is een werkgroep sociale zekerheid ingericht, die afspraken zal maken over de WWZ, tijdelijke contracten en wettelijke en bovenwettelijke uitkeringen. De verwachting is nu dat de werkgroepen in het voorjaar van 2015 met een samenhangend voorstel ten aanzien van al deze onderwerpen zullen komen.
•
In het volgende Dyademagazine gaan we verder in op de externe flexibiliteit en de voor- en nadelen, van onder andere uitzendarbeid en ZZP-ers.
Heeft u behoefte aan ondersteuning of advies op het gebied van ontslagrecht in het onderwijs, dan kunt u vrijblijvend contact opnemen met Bianca Brouwer,
[email protected].
Dyademagazine | nummer 2 | februari 2015
7
PO
De regels rond vrijwilligersvergoedingen Regelmatig bereiken ons vragen over de vrijwilligersvergoeding. Hieronder geven we kort weer wat nu wel en wat niet is toegestaan inzake het uitbetalen van de vrijwilligersvergoeding.
Een vrijwilligersvergoeding is toegestaan in geval van ‘vrijwilligerswerk’, waarbij iemand zonder dienstbetrekking bereid is bepaalde beperkte werkzaamheden vrijwillig te doen. Daarvoor gelden de volgende randvoorwaarden: > Een vrijwilliger van 23 jaar of ouder die bij u vrijwilligerswerk verricht krijgt een vergoeding van maximaal € 4,50 per uur, met een maximum van € 150,- per maand en € 1.500,- per jaar. Deze maximumbedragen gelden voor het totaal van de vergoedingen voor de inzet van de vrijwilliger. > Een vrijwilliger, jonger dan 23 jaar die bij u vrijwilligerswerk verricht, krijgt een vergoeding van maximaal € 2,50 per uur, met een maximum van € 150,- per maand en € 1.500,- per jaar. Deze maximumbedragen gelden voor het totaal van de vergoedingen voor de inzet van de vrijwilliger.
> Een vrijwilliger die bij u vrijwilligerswerk verricht ontvangt een vergoeding die zo laag is dat deze niet in verhouding staat tot de omvang en het tijdsbeslag van het werk. Dan mag de vergoeding maximaal € 150,- per maand en € 1.500,- per jaar zijn. Deze maximumbedragen gelden voor het totaal van de vergoeding voor de inzet van de vrijwilliger. Als een vrijwilliger alleen deze vrijwilligersvergoeding ontvangt, dan is de vergoeding onbelast. U als ‘werkgever’ geeft deze vergoedingen aan de Belastingdienst door via een zogenaamd IB-47 formulier. Bijstandsuitkering en vrijwilligerswerk Voor personen die een bijstandsuitkering en een vergoeding voor vrijwilligerswerk ontvangen geldt dat de hoogte van de uitkering niet wijzigt indien de vrijwilligersvergoeding maximaal € 95,- per maand en maximaal € 764,- per jaar bedraagt. Als het gaat om vrijwilligerswerk dat de gemeente noodzakelijk vindt voor de re-integratie, dan verandert de hoogte van de uitkering niet als de vrijwilligersvergoeding niet hoger is dan € 150,- per maand en € 1.500,- per jaar.
Voor de volledige richtlijn verwijzen wij u graag naar de website van de Belastingdienst.
8
Dyademagazine | nummer 2 | februari 2015
Inkomstenbelasting Het kan zijn dat u een vrijwilliger een hogere vergoeding verstrekt dan € 4,50 per uur (of € 2,50 per uur indien de vrijwilliger jonger is dan 23 jaar), € 150,- per maand of € 1.500,- per jaar. In dat geval gaat de Belastingdienst er in principe van uit dat sprake is van een vergoeding die in verhouding staat tot de omvang en het tijdsbeslag van het werk. Deze vergoeding is dan in beginsel eveneens belast voor de loon- en inkomstenbelasting. Enkele voorbeelden: > U betaalt een vrijwillige oppas-ouder van 32 jaar incidenteel een bedrag van € 10,- voor 1,5 uur tussenschoolse opvang. Is dit toegestaan onder de noemer vrijwilligersvergoeding? Nee, het maximaal toegestane uurtarief is € 4,50 > U betaalt een ander gedurende de periode januari tot en met juni € 250,- per maand aan onkostenvergoeding. Is dit toegestaan onder de noemer vrijwilligersvergoeding? Nee, het maximaal toegestane uit te betalen maand bedrag is € 150,> U betaalt gedurende tien maanden een ouder van 30 jaar die diverse vrijwilligerswerkzaamheden verricht € 100,- per maand. De vrijwilliger
verricht gemiddeld 30 uur per maand werkzaamheden voor en op de school. Is dit toegestaan onder de noemer vrijwilligersvergoeding? Ja, het maandbedrag en het uurtarief liggen beide onder de toegestane grenzen. Wat kunnen de risico’s zijn als er ten onrechte een vrijwilligersvergoeding uitbetaald wordt? Indien de Belastingdienst tijdens een boekenonderzoek bij uw vereniging of stichting, vaststelt dat er vergoedingen zijn verstrekt aan “personen/personeel” die niet voldoen aan de vereisten van de vrijwilligersvergoeding kunt u rekenen op een naheffing loonbelasting, mogelijk ook een (hoge) boete. Aanvullend willen wij u erop wijzen dat bij leraren in opleiding (LIO’ers niet zijnde LIO’ers conform artikel 3.27/4.26 cao PO 2014/2015) er sprake is van een fictief dienstverband en dat deze medewerkers afgerekend moeten worden via de reguliere personele en salarisadministratie.
•
Het formulier declaratie vrijwilligersvergoeding kunt u downloaden op onze website: www.dyade.nl > Financiële administratie > Formulieren > Declaratie vrijwilligersvergoeding
*Op al onze producten en diensten zijn onze algemene voorwaarden van toepassing. Dyademagazine | nummer 2 | februari 2015
9
PO/VO
Basisschooladvies steeds belangrijker Elk jaar maken 190 duizend leerlingen de overstap van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs. Deze mijlpaal kan van grote invloed zijn op de verdere schoolloopbaan. Het schooladvies is leidend en de uitslag op de eindtoets het enige objectieve tweede gegeven (‘second opinion’) dat scholen voor voortgezet onderwijs mogen betrekken bij de toelating van leerlingen uit het basisonderwijs. Dit betekent dat scholen voor voortgezet onderwijs de toelating niet afhankelijk mogen stellen van het resultaat op de eindtoets. door Joop de Jager, adviseur Dyade Advies
De regelgeving is zo aangepast dat scholen voor voortgezet onderwijs naast de eindtoets geen andere gegevens mogen gebruiken of eisen als tweede gegeven. Dit geldt zowel voor toelatingstoetsen die een school voor voortgezet onderwijs zelf – al dan niet vooruitlopend op het resultaat van de eindtoets - zou overwegen af te nemen, als voor andere toetsen die leerlingen op de basisschool maken. Bij dit laatste gaat het bijvoorbeeld om de Entreetoets in groep 7, de resultaten van toetsen uit het leerlingvolgsysteem of een IQ-test. Het is aan de basisschool om deze gegevens te betrekken bij het opstellen van het schooladvies. Op lokaal en regionaal niveau kunnen over de wijze waarop dit gebeurt op vrijwillige basis afspraken worden gemaakt tussen het basis en voortgezet onderwijs. Het advies dat een basisschoolleerling krijgt, is dus heel belangrijk. Het basisschooladvies heeft meer gewicht en de status van een basisschoolbesluit gekregen. Het spreekt vanzelf dat leerlingen gelijke kansen horen te hebben om een zo goed mogelijk vervolg te krijgen van hun schoolloopbaan. Omdat het basisschooladvies hier zo’n grote rol speelt, moet de kwaliteit hiervan zo goed mogelijk zijn. De Inspectie van het Onderwijs heeft onderzoek verricht naar de kwaliteit van het basisschooladvies. Dit onderzoek richtte zich op de kwaliteit van de adviesprocedure, de samenhang tussen het basisschooladvies en de Eindtoets Basisonderwijs en de samenhang tussen het advies en het vervolg van de schoolloopbaan. Het resultaat van dit onderzoek is vastgelegd in het rapport ‘De kwaliteit van het basisschooladvies’. Het rapport geeft ook een trendanalyse van adviezen en doorstroom van de afgelopen tien jaar. Welke trends zijn er zichtbaar in basisschooladviezen? Hoe staat het met de kwaliteit van de adviesprocedure?
10
Dyademagazine | nummer 2 | februari 2015
Wat gebeurt er met leerlingen die een hoger of lager advies krijgen dan op basis van de eindtoets kan worden aangenomen? Welke verklaringen zijn er te geven voor betere of juist minder goede door-
stroom van leerlingen in het voortgezet onderwijs en welke rol speelt het basisschooladvies daarin? Trends Het rapport toont twee duidelijke trends. Tot 2011 adviseerden basisscholen gemiddeld steeds hogere onderwijsniveaus, terwijl de score voor de eindtoets niet in gelijke mate toenam. De tweede trend was dat iets meer leerlingen in het derde jaar van het voortgezet onderwijs op een hogere positie kwamen dan het advies aangaf. Deze trends versterkten elkaar en vertaalden zich in een grotere deelname aan de hogere onderwijssoorten zoals havo en vwo. Beide stijgende trends zijn sinds 2011 afgebogen. Ten eerste adviseren de basisscholen nu gemiddeld een iets lager onderwijsniveau dan in 2011. Daarnaast komen sinds vorig jaar juist iets minder leerlingen in het derde jaar van het voortgezet onderwijs op een hogere positie dan het advies aangaf.
‘Het basisschooladvies heeft meer gewicht en de status van een basisschoolbesluit gekregen’
Advisering zorgvuldig Vrijwel alle scholen uit het onderzoek (118) gaan zorgvuldig met de advisering om en hanteren een procedure, maar bij een derde van de scholen is die procedure niet vastgelegd. Verder hanteren lang niet alle scholen richtlijnen voor het opstellen van het advies en het wegen van factoren die van belang zijn voor het advies. Ook wordt de adviesprocedure door een aantal s cholen niet of maar beperkt geëvalueerd, terwijl een zorgvuldige adviesprocedure de school beschermt tegen druk van ouders en scholen om een hoger of juist een lager onderwijsniveau te adviseren. Geen overadvisering De meeste leerlingen komen in het derde jaar van het voortgezet onderwijs op de positie terecht die het advies aangeeft; gemiddeld 75 procent. De hoogte van het advies blijkt zeer bepalend te zijn voor de verdere doorstroom in het voortgezet onderwijs. Adviseert een basisschool een hoger onderwijsniveau dan men op basis van de eindtoets zou verwachten, dan werkt dat vaak in het voordeel van de leerlingen. Leerlingen met een advies voor een hoger onderwijsniveau dan de eindtoets indiceerde, komen na twee jaar voortgezet onderwijs meestal ook op het onderwijsniveau dat de basisschool adviseerde of op een hoger niveau (73 procent). Het onderzoek toont ook aan dat een lager advies dan de toets indiceert, vaak tot een lager onderwijstype leidt dan de score op de eindtoets aangaf. Er is geen beeld van massale overadvisering waardoor leerlingen in het voortgezet onderwijs massaal afstromen. De meeste leerlingen komen op de positie van het advies terecht. Doorstroomkansen De doorstroomkansen in het voortgezet onderwijs hangen niet alleen af van het advies en de eindtoetsscore, maar ook van de samenstelling van de school voor voortgezet onderwijs. Wanneer een leerling met een vmbo-kader-advies op een brede scholengemeenschap komt, heeft deze leerling meer kansen om op te stromen naar het vmbo-t dan wanneer de leerling op een smalle school komt die alleen het beroepsgerichte vmbo in huis heeft. Leerlingen die advies krijgen voor een laag onderwijsniveau zijn dus gebaat bij brede scholengemeenschappen. Leerlingen met adviezen voor hogere onderwijsniveaus (havo en vwo) doen het beter op smalle scholen met enkel havo en vwo. Samenwerking tussen scholen voor voortgezet onderwijs kan de doorstroomkansen van leerlingen bevorderen. Hoge verwachtingen stimuleren dat leerlingen een goed niveau halen. Dit geldt voor de basisscholen bij de afgifte van het advies. Dit geldt ook voor scholen voor voortgezet onderwijs bij de plaatsing van leerlingen.
•
BRON: rapport “De kwaliteit van het basisschooladvies”.
Dyademagazine | nummer 2 | februari 2015
11
PO/VO/MBO/HBO
Randstad Payroll Solutions voldoet volledig aan nieuwe wet- en regelgeving Payroll heeft de beeldvorming niet altijd mee gehad: het zou een
daar niet altijd inhoudelijke invulling aan. De payrollonderneming
rol. Dat blijkt uit de duidelijke scheiding tussen het juridisch werkgeverschap en het opdrachtgeverschap. Dit betekent dat de verantwoordelijkheid, en dus ook de risico’s, die verbonden zijn met ziekteverzuim, leegloop en doorbetaling bij een contract voor bepaalde en onbepaalde tijd bij Randstad ligt, en niet bij de opdrachtgever (de schoolorganisatie). Randstad neemt namelijk alle werkgeversverplichtingen die daarmee samenhangen op zich om die strikte scheiding van verantwoordelijkheden te waarborgen.
heeft geen gezagsverhouding met de payrollmedewerker, voert
Uitstekend pakket arbeidsvoorwaarden
vaak geen functioneringsgesprekken, want dat doet de inlener, en
Randstad staat garant voor een uitstekend pakket aan arbeidsvoorwaarden. Dit pakket kunt u zo samenstellen dat er nauwelijks verschil is met uw vaste medewerkers. Dat is belangrijk als u veelbelovende mensen wilt binden bijvoorbeeld in de aanloop naar een vast dienstverband. Payrollmedewerkers weten waar ze bij Randstad als juridisch werkgever aan toe zijn. Ze kunnen bij Randstad altijd rekenen op: > Transparantie en uitgebreide informatie vooraf over arbeidsvoorwaarden, rechten en plichten; > Stipte en correcte uitbetaling; > Informatie over bijvoorbeeld cao en pensioen (de ABU-cao voor uitzendkrachten, waarbij vanaf de eerste werkdag de bij uw geldende arbeidsvoorwaarden van kracht zijn); > Rechtstreekse aansluiting bij het ABP en de mogelijkheid om tegen gunstige voorwaarden een IPAP verzekering af te sluiten; > Begeleiding bij ziekte, arbeidsongeschiktheid en re-integratie; > Inspanningen voor herplaatsing van arbeidskrachten met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd waarvan de opdracht bij u eindigt (Randstad Payroll herplaatst gemiddeld tachtig procent van de payrollmedewerkers); > Facilitering bij scholing en ontwikkeling, in overleg met u als opdrachtgever.
gekunstelde constructie zijn, niet bij wet geregeld, enkel en alleen bedoeld om de opdrachtgever te vrijwaren van de administratieve lasten en de arbeidsrechtelijke risico’s die horen bij werkgeverschap. De inlener werft zelf de payrollmedewerker, maar de payrollonderneming sluit met hem of haar een arbeidsovereenkomst af. De payrollmedewerker werkt exclusief bij de opdrachtgever, maar het werkgeverschap ligt bij de payrollonderneming en die geeft
bemoeit zich niet met ziekteverzuim(preventie). Kortom: de inlener loopt geen risico’s, de payrollonderneming gedraagt zich niet als werkgever en de payrollmedewerkers vallen tussen wal en schip. Tot zover het heersende beeld. En nu hoe het ook anders kan: dit artikel gaat over de manier waarop Randstad Payroll Solutions (Randstad), partner van Dyade Voordeelservice, werkt, volledig conform de eisen die de nieuwe wet Werk en Zekerheid daaraan stelt. door Herman de Wild
U wilt als opdrachtgever (schoolorganisatie) gevrijwaard worden van arbeidsrechtelijke risico’s en administratieve lasten en u wilt flexibel zijn in de inzet van personeel. Door het juridisch werkgeverschap bij Randstad neer te leggen, beschikt u over de voor u beste arbeidskrachten omdat u ze zelf werft en selecteert. Tevens behoudt u flexibiliteit doordat u met hem of haar geen arbeidsovereenkomst afsluit. Want door payroll kunt u die medewerker die u geen arbeidscontract kunt geven, maar die u toch graag wilt inzetten, voor uw organisatie werven en behouden. Deze medewerkers op hun beurt, hechten vaak aan hun flexibiliteit en zoeken meer naar werkzekerheid dan naar baanzekerheid. Aan beide wensen kan Randstad voldoen. Randstad geeft als professionele payrollonderneming uit overtuiging wel degelijk vorm aan de verantwoordelijkheid die hoort bij deze werkgevers-
12
Dyademagazine | nummer 2 | februari 2015
Duidelijkheid over juridische status Omdat bij payroll sprake is van een driehoeksverhouding tussen werknemer, werkgever en opdrachtgever kan er soms verwarring ontstaan over bij wie nu het juridisch werkgeverschap ligt. Lange tijd is er een juridische discussie gevoerd over of het ontbreken van een allocatieve functie er toe zou kunnen leiden dat een onderneming geen werkgever in de zin van artikel
7:690 BW kan zijn. Recent zijn vier arresten1 gepubliceerd die samen zorgen voor duidelijkheid over de juridische status van payroll en (het ontbreken van) de allocatieve functie. Belangrijkste conclusie van de uitspraken is dat een onderneming geen allocatieve functie hoeft te hebben om onder artikel 7:690 BW te kunnen vallen, zolang wel aan de andere vereisten van dat artikel wordt voldaan (zoals ter beschikking stellen). Er wordt dan ook gesteld dat de payrollwerkgever de juridisch werkgever is. Randstad voldoet aan alle huidige juridische vereisten. In de Staatscourant is recentelijk de regeling tot wijziging van het Ontslagbesluit2 inzake de opzegging van de arbeidsverhouding met de payrollwerknemer gepubliceerd. In deze regeling is ook een omschrijving opgenomen van wat een payrollwerkgever is. Ook hieruit blijkt dat het samenbrengen van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt geen voorwaarde is. Deze nieuwe ontslagregels zijn per 1 januari 2015 in werking getreden en hebben alleen impact als er sprake is van ontslag van payrollmedewerkers met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd lopen immers van rechtswege af. Uw contactpersoon van Randstad Payroll Solutions kan u hier verder over informeren.
Randstad onderschrijft de visie van de sociale partners in het sociaal akkoord dat het voor de payrollmedewerker duidelijk moet zijn wat zijn/ haar positie is. Zowel in de ‘voorwaarden van inschrijving en verklaring medewerker’, de payroll overeenkomst en de werkwijzer wordt de payroll medewerker goed uitgelegd dat Randstad de juridisch werkgever is en wat de rechten en plichten van beide partijen zijn. Daarnaast neemt Randstad voor aanvang van de werkzaamheden contact op met de payrollmedewerker om de werkgeversrol van Randstad nog eens extra te benadrukken.
•
Dyade heeft voor haar klanten een collectief contract gesloten Klanten kunnen profiteren van zeer gunstige tarieven. Kijk voor meer informatie op www.dyade.nl > Voordeelservice > Payroll of neem direct contact op met Marit Lubberink van Randstad Payroll Solutions: T 020 398 90 30, M 06 27 13 92 94
[email protected]
1 Hof Amsterdam, het Hof Den Haag en het Hof Arnhem-Leeuwarden 2 Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 17 november 2014, 2014-0000102276
Dyademagazine | nummer 2 | februari 2015
13
Payroll Solutions de oplossing voor een optimaal formatieplan
Exclusief voor klanten van Dyade: zeer scherpe tarieven
Wist u dat payroll een prima oplossing is voor een optimaal formatieplan? En dat vele schoolbesturen al gebruikmaken van deze dienst van Randstad? Met Payroll verzorgt u zelf de werving en selectie, maar het juridische werkgeverschap nemen wij van u over. Zo houdt u controle over uw grootste kostenpost, personeel, en kunt u gemakkelijk meebewegen met onverwachte veranderingen. Voordelen payroll • uitsluiten van arbeidsrechtelijke risico’s • maximale flexibiliteit op basis van de ABU cao • eerste 78 gewerkte weken onbeperkt aantal contracten • niet gebonden aan herbenoemingsverplichting • risicovermindering bij tijdelijke contracten
Waarom Randstad Payroll Solutions • scherpe tarieven voor klanten van Dyade • betrouwbare partner en specialist in onderwijs • payrollmedewerkers werken volgens uw cao • wij staan voor goed werkgeverschap Informatie & contact Op www.dyade.nl>voordeelservice>payroll vindt u meer informatie over onze dienstverlening. U kunt ook direct contact opnemen met Randstad Payroll Solutions op (020) 569 52 02 of
[email protected].
PO
Kort nieuws CAO PO versus onderhandelaarsakkoord: de verschillen De CAO PO 2014-2015 is eind 2014 gepubliceerd. Een aantal zaken is opvallend anders opgenomen in de caoteksten dan in het onderhandelaarsakkoord. Wij stippen deze zaken kort aan. > De tien procent deskundigheidsbevordering is per 1 juli 2014 al vervallen. In artikel 9.7 van de CAO PO 2014-2015 is opgenomen dat een medewerker recht heeft op 2 uur professionalisering per week. Dit geldt voor alle medewerkers. Bij een normjaartaak van 1659 uur en een werkweek van 40 uur (1659 : 40) is er sprake van 41,48 werkweken en 83 uur (41,48 x 2) professionalisering per medewerker op jaarbasis. Dit is vijf procent van de normjaartaak. Dit komt overeen met de helft van de tien procent deskundigheids bevordering die men eerder zelf in mocht zetten. > Uiterlijk in 2017 moeten schoolbesturen gebruikmaken van een gevalideerd lesobservatie- instrument (artikel 9.9 en 9.10). > De vier weken aansluitend zomervakantie is niet opgenomen in de CAO PO 2014-2015. In artikel 8.5 is opgenomen dat vakantieverlof bij voorkeur in de schoolvakanties wordt verleend. Uw kader is het aantal uren vakantie op jaar basis. Dit geldt vanaf 1 augustus 2015 of zoveel eerder als u besluit het nieuwe taakbeleid van toepassing te verklaren. > De pauze tussen 11.00 en 14.00 uur in het onderhandelaarsakkoord is aangepast naar tussen 10.00 en 14.00 uur). Zie artikel 2A.7 lid 4.
Inventarisatie lesobservatie- instrumenten Veel schoolbesturen maken gebruik van een lesobservatie-instrument, in het kader van de verbetering van het onderwijs en in samenhang met hun HRM-beleid. Schoolbesturen die dat nu nog niet doen, kunnen bij hun keuze uit de verschillende lesobservatie-instrumenten gebruik maken van de inventarisatie die de PO-Raad heeft uitgevoerd. De inventarisatie is te downloaden van de site van de PO-raad.
> Kortdurende vervanging kan vanaf minimaal vijf uur plaatsvinden in plaats van de acht uur opgenomen in het onderhandelaarsakkoord (artikel 2A.3 lid 4). > Het beschikbaarheidsschema (artikel 2.4) geldt vanaf 1 augustus 2015 alleen voor schoolbesturen die het basismodel hanteren (en dus niet voor besturen die het overlegmodel hanteren). Van belang is daarbij dat de WTF eerst op 1 cijfer achter de komma wordt afgerond vóór toepassing. Een medewerker met een WTF van 0,23 valt dan onder het kader onder t/m 0,2. > De vijfhonderd euro professionalisering per FTE (artikel 9.7) is bedoeld voor individuele scholing. Deze gelden zijn alleen in te zetten voor teamscholing of opgedragen scholing als er een bedrag over blijft van de samengevoegde gewenste individuele scholing van de medewerkers. Helaas zijn de definities van wat onder basisbekwaam en vakbekwaam moet worden verstaan nog niet in de cao opgenomen en daarmee ook niet de toetsbare criteria waarmee een objectieve beoordeling mogelijk is.
Meer informatie over de wijzigingen CAO PO 2014-2015 ten opzichte van de verlengde CAO PO 2013 en een overzicht Q&A kunt u kosteloos downloaden van onze site www.dyade.nl > Dyade Advies > Personeel
Er worden zeventien instrumenten beschreven. Van elk instrument wordt het doel beschreven, wat er gemeten wordt, hoe het proces verloopt, hoe het instrument verbonden is met andere instrumenten en wat de externe validatie is. Ook wordt aandacht besteed aan de hoeveel tijd die het gebruik van het instrument in beslag neemt en wat de kosten zijn. Het resultaat is een overzicht dat schoolbesturen en de medezeggenschapsraden ondersteunt bij de keuze voor het instrument dat bij hun onderwijsinstelling past. De personeelsvertegenwoordiging in de (G)MR heeft daarbij instemmingsrecht. De inventarisatie is onderdeel van de afspraken uit het bestuursakkoord
•
primair onderwijs. Schoolbesturen moeten uiterlijk in 2017 in hun HRM-beleid gebruik maken van een gevalideerd instrument waarmee de didactische vaardigheden van de leraar in beeld gebracht worden.
•
Dyademagazine | nummer 2 | februari 2015
15
Kort nieuws Eigenrisicodragerschap Vervangingsfonds De mogelijkheden om eigenrisicodrager te worden voor het Vervangingsfonds worden uitgebreid. Op dit moment komen alleen besturen of samenwerkende besturen met een lumpsum-budget van tenminste twintig miljoen euro in aanmerking voor het eigenrisicodragerschap. Vanaf 1 januari 2015 komen ook besturen met een lumpsum-budget lager dan twintig miljoen euro in aanmerking voor het eigen risicodragerschap, mits in het jaar voorafgaand aan het verzoek sprake is van een ziekteverzuimpercentage lager dan vier procent. Een tweede voorwaarde is dat een met instemming van de P(G) MR vastgesteld verzuim- en vervangingsbeleid en een met instemming van de P(G)MR vastgestelde rapportage over succesvol uitgevoerd verzuim- en vervangingsbeleid gedurende minimaal een jaar voorafgaand aan het jaar waarin het verzoek is ingediend wordt aangeleverd. Het Vervangingsfonds toetst het beleid en de rapportage niet inhoudelijk, zij toetst of de P(G)MR heeft ingestemd met de rapportage. Ook een instemming van de P(G)MR met de aanvraag is noodzakelijk. Vanaf 1 augustus 2014 kunnen ook besturen met een ziekteverzuimpercentage van zeven procent of lager eigenrisicodrager Vervangingsfonds worden.
16
Dyademagazine | nummer 2 | februari 2015
Ook besturen die een verlaging van het ziekte verzuim in 2013 met tien procent ten opzichte van 2012 hadden, kunnen in aanmerking komen voor de status van eigenrisicodrager. Schoolbesturen die voldoen aan de voorwaarden kunnen per 1 augustus van een jaar eigenrisico drager worden. Een verzoek hiertoe moet uiterlijk acht weken vóór 1 augustus bij het Vervangingsfonds zijn ingediend. Bij dit verzoek dient in alle gevallen een verklaring te worden bijgevoegd waaruit blijkt dat het verzoek met instemming van de P(G)MR is gedaan. Indien u wilt onderzoeken of voor uw schoolbestuur het eigenrisicodragerschap een goede optie is en u wilt advies over het opzetten van een vervangingssystematiek, neem dan vrijblijvend contact op met Wilma Rijndorp-Kreft via 06 - 25 49 03 00 of per e-mail:
[email protected].
•
Meer informatie over het eigenrisicodragerschap en/of de modernisering van het Vervangingsfonds vindt u op www.vervangingsfonds.nl > Vervanging > Eigenrisicodragers
Nieuwe wetgeving verlof en arbeidstijden De Eerste Kamer heeft onlangs unaniem ingestemd met het wetsvoorstel Modernisering regelingen voor verlof en arbeidstijden van minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De meeste maatregelen, bedoeld om het combineren van werk en zorg gemakkelijker te maken, gelden vanaf 1 januari 2015. Het wetsvoorstel vormt samen met de Wet werk en zekerheid (WWZ) en de Wet aanpak schijnconstructies (WAS) een belangrijke stap richting een fatsoenlijke en moderne arbeidsmarkt. De maatregelen uit het wetsvoorstel op een rij: > Vergroting gebruiksmogelijkheden van het ouderschapsverlof door: - onvoorwaardelijk recht op drie dagen opname voor vaders bij geboorte kind. - het laten vervallen van de wettelijke eisen aan de wijze van aanvraag. - het laten vervallen van de eis dat men één jaar in dienst moet zijn bij de werkgever. > Flexibilisering van het pleegzorg- en adoptieverlof door: -h et toevoegen van de mogelijkheid dat de werknemer het verlof in overleg met de werkgever gespreid kan opnemen (is nu vier weken aaneengesloten). - verruiming van de opnametermijn van 18 naar 26 weken rond de komst van het kind. > Flexibilisering van de opname van langdurend zorgverlof door het laten vervallen van de wettelijke beperkingen voor de wijze van aanvraag. > Uitbreiding van het kort- en langdurend zorg verlof naar werknemers die zorgen voor broers en zussen, grootouders en kleinkinderen, huis genoten of anderen in de sociale omgeving (per 1 juli 2015). > Uitbreiding langdurig zorgverlof: noodzakelijke zorg ingeval van ziekte en hulpbehoevendheid (per 1 juli 2015). > Uitbreiding van het bevallingsverlof voor gevallen waarbij het kind na geboorte langdurig in het ziekenhuis moet worden opgenomen (‘couveusekinderen’). > Overdracht bevallingsverlof in geval van overlijden van de moeder. > Mogelijkheid om het bevallingsverlof vanaf de zesde week na de bevalling in deeltijd op te nemen over een periode van maximaal dertig weken. > Het zwangerschapsverlof bij een meerling wordt met vier weken uitgebreid. De datum van inwerkingtreding van dit onderdeel is nog niet vastgesteld.
Kort nieuws > Verheldering van de werkingssfeer van het calamiteiten- en kortverzuimverlof door toevoeging van het criterium ‘onvoorziene omstandigheden’ als grondslag van verlof en explicitering van ziekenhuisbezoek door de werknemer en noodzakelijke begeleiding van naasten bij medische zorg. > Verkorten van de termijn waarop een nieuwe aanvraag tot aanpassing van de contractuele arbeidsduur kan worden gedaan van twee naar één jaar. Bij onvoorziene omstandigheden mag dit ook tussendoor. > Introductie van de mogelijkheid om bij onvoorziene omstandigheden (zoals een plotseling zieke partner) af te wijken van de procedurele bepalingen, bijvoorbeeld de aanvraagtermijn in de Wet aanpassing arbeidsduur.
•
Dyademagazine | nummer 2 | februari 2015
17
oor v f e i s Exclunten van kla yade! D
BESPAAR OP UW KOPIEERPAPIER VIA DYADE!
• • • • •
Levering de volgende werkdag • ISO gecertificeerd Persoonlijk en direct contact • Uitgebreid assortiment van milieuvriendelijke producten Online bestellen Geen verzendkosten Geen retourkosten
Online bestellen
www.lyreco.nl Bellen
088 60 32 001
PO/VO
Mobiliteitsbevordering als onderdeel van uw formatiestrategie Mobiliteit bevorderen in tijden van krimp en minder arbeidsmarktmogelijkheden voor uw medewerkers is mogelijk. Gedwongen ontslag kan voorkomen worden door het hanteren van een sociaal reglement. Uit ervaringen over de afgelopen jaren blijkt dat door het aanbieden van opties voor mobiliteit aan medewerkers een procedure sociaal plan of procedure RDDF-plaatsing achterwege kan blijven. Een neveneffect is dat minder gemotiveerde medewerkers of medewerkers die elders een uitdaging zoeken, eerder geneigd zijn gebruik te maken van de vertrekmogelijkheden. Dit kan uw organisatie in financieel en kwalitatief opzicht gezonder maken. door Wilma Rijndorp-Kreft, adviseur Dyade Advies
onbezoldigd verlof en/of een tegemoetkoming in de verhuiskosten. Het blijkt in de praktijk dat schoolbesturen die actief inzetten op zulke maatregelen gedwongen ontslagen vaak kunnen voorkomen. Het sociaal reglement kunt u, in overleg met de eigen (G)MR, binnen uw eigen organisatie vaststellen. Dit betekent dat u zelf kunt kiezen welke maatregelen u wel of niet wilt opnemen in het reglement én u kunt zelf bepalen welk bedrag u wilt besteden aan de maatregelen. Sturen op de personele capaciteit, enerzijds met als doel financieel evenwicht, anderzijds het vasthouden van goede onderwijskwaliteit, vereist een langere-termijnvisie. Uw verwachting met betrekking tot de leerlingontwikkelingen en uw beleidsuitgangspunten vertaalt u naar meerjarig financieel perspectief. Een bestuursformatieplan sluit hier op aan doordat het inzichtelijk maakt welk volume aan medewerkers voor uw organisatie passend is. Voorts heeft u keuzes. Of u volgt de cao of u stelt een sociaal reglement op met mobiliteitsbevorderende maatregelen. Alleen als u weet dat gedwongen ontslag niet te voorkomen is, is het zaak de cao te volgen. In alle andere gevallen kunt u besluiten gebruik te maken van een sociaal reglement. In een sociaal reglement, dat zowel bij ontslag beleid als werkgelegenheidsbeleid kan worden toegepast, staan maatregelen voor vrijwillige uittreding. Daarbij kan onder andere worden gedacht aan instrumenten als vertrekpremies, aanvullingen op het keuzepensioen, een bijdrage in om-,heren bijscholing, verkorten van de opzegtermijn,
Met dit alternatief is het geenszins de bedoeling te duiden dat het DGO of RDDF gepasseerd kan worden indien toch sprake is van gedwongen ontslag. Heeft een actief eigen personeelsbeleid niet het gewenste effect en moeten uiteindelijk maat regelen worden genomen op grond waarvan binnen de cao is vastgesteld dat daarvoor DGO gevoerd moet worden of RDDF-plaatsing aan de orde is, dan moet aan die verplichting ook gehoor gegeven worden.
•
Onze adviseurs ondersteunen u graag bij de afwegingen en het opstellen en in proces brengen van het sociaal reglement. Ook voor een bestuursformatieplan, ontslagruimte berekening of sociaal plan en het overleg met de vakbonden kunt u bij ons terecht. Indien u meer wilt weten over de mogelijkheden van Dyade Advies op dit terrein, dan kunt u contact opnemen met Wilma Rijndorp-Kreft via 06 - 25 49 03 00 of per e-mail:
[email protected].
Dyademagazine | nummer 2 | februari 2015
19
PO/VO/MBO/HBO
Belastingen en onderwijs
Onderwijsinstellingen vallen in beginsel op dezelfde manier onder de belastingen als iedere andere onderneming of instelling. Meest bekend is uiteraard de loonbelasting, die moet worden ingehouden op het salaris van het personeel en afgedragen aan de belastingdienst. Wat betreft de omzetbelasting (BTW) en de vennootschapsbelasting (winstbelasting) gold tot dusver in de meeste gevallen een vrijstelling voor het onderwijs. door Frank Verweij, adviseur Dyade Advies Vanaf 2016 gaan overheidsbedrijven inclusief het onderwijs, regulier onder de vennootschapsbelasting vallen. De huidige reguliere vrijstelling voor scholen komt dan te vervallen. Als een school ‘winst’ behaalt, dan valt dit in 2016 in beginsel onder de vennootschapsbelasting en hier kan met de Belastingdienst afgerekend gaan worden. Dat kan dus ook van toepassing zijn indien activiteiten binnen de organisatie plaatsvinden die buiten de reguliere onderwijsactiviteiten vallen. Ook in 2015 wordt een aantal zaken gewijzigd op het gebied van belastingen en onderwijs. Zo is is vanaf 1 januari de werkkostenregeling verplicht gesteld. Van alle kostenvergoedingen en verstrekkingen in het kader van het werk moet worden bepaald of deze wel of niet zijn vrijgesteld dan
20
Dyademagazine | nummer 2 | februari 2015
wel in de zogenaamde vrije ruimte kunnen vallen. Daarnaast wordt in 2015 de zogenaamde ‘VAR’, waardoor ZZP-ers konden worden ingeschakeld bij allerlei activiteiten, afgeschaft; u moet zelf gaan bepalen of een bepaalde opdrachtverstrekking wel of niet onder de loonbelasting valt. Als u in 2015, naast het reguliere onderwijs, andere activiteiten ontwikkelt waarmee u gaat deelnemen aan het maatschappelijk / economisch verkeer (bijvoorbeeld door het verhuren van een gymzaal of uitlening van personeel) dan kan uw school of organisatie onder de omzetbelasting (BTW) gaan vallen. Dyade biedt ook op het fiscale terrein adviezen en ondersteuning. Wij doen bijvoorbeeld fiscale checks om te bezien of een onderwijsinstelling fiscale risico’s loopt en om die fiscale risico’s te voorkomen. Daarnaast begeleiden wij onderwijsinstellingen bij de invoering van allerlei regelingen, zoals de werkkostenregeling, de scholieren en studentenregeling, de juiste toepassing van de vrijwilligersvergoedingen, etc. En ook wanneer een onderwijsinstelling een controle van de belastingdienst krijgt, kan Dyade ondersteunen.
•
Heeft u behoefte aan ondersteuning op fiscaal gebied? Neem telefonisch of per e-mail contact op met Frank Verweij (
[email protected], 06 - 48 32 65 90) of met Geerlof Bins (
[email protected], 06 - 36 10 62 64).
PO/VO/MBO/HBO
Voorkom reputatieschade met juiste aanpak crisiscommunicatie Scholen in het voortgezet en beroepsonderwijs worden helaas soms geconfronteerd met een crisis zoals een geweldsincident, zelfdoding door een leerling, ontucht door een leerkracht of fraude binnen het schoolbestuur. Door digitale media is een dergelijk incident razendsnel openbaar. Leerlingen plaatsen filmpjes en foto’s met hun smartphone binnen enkele tellen op Facebook, Twitter of Instagram. De media krijgt er lucht van en onrust onder leerlingen, docenten en ouders is een feit. door Berlinda Harkink, IvRM
Intern = extern
Tips voor een goede voorbereiding
Scholen hebben soms weinig ervaring met de media. De neiging om slecht nieuws te verzwijgen, is groot. Logisch, want geen enkele school wil negatief in het nieuws komen. Tegenwoordig blijft echter niets meer binnen de schoolmuren. Intern is extern. Daarom is het noodzakelijk om goed voorbereid te zijn op contacten met de media en constructief met de media samen te werken. Bij (grotere) incidenten is het raadzaam om als school zelf de media te benaderen. Dat heeft als voordeel dat de school zelf de regie behoudt en haar eigen verhaal vertelt, in plaats van dat zij gedwongen wordt voor de camera te reageren. Wanneer de school moet reageren op een verdenking of beschuldiging is het kwaad vaak al geschied. Want waar rook is, is vuur. Bovendien voorkomt de school met een proactieve benadering dat er allerlei wilde verhalen de ronde doen.
> Zorg ervoor dat u inzicht heeft in mogelijke crisisscenario’s en issues > Bepaal de belangrijkste doelgroepen (intern en extern): personeel, leerlingen, ouders, gemeente, politie en eventueel andere belanghebbenden. > Bepaal per scenario de juiste reactiestrategie en formuleer de kernboodschap. In de kernboodschap moeten de elementen zorg, actie en perspectief worden opgenomen: begrip voor de emoties en zorgen van de betrokkenen, maatregelen die de school neemt om de crisis op te lossen en de (verwachte) uitkomst van deze maatregelen. > Stel een lijst op met alle mogelijke vragen en antwoorden, zodat de woordvoerder de juiste antwoorden geeft bij vragen van de pers, ouders of andere belanghebbenden. > Stel een centraal communicatiepunt in en bepaal wie deel uitmaken van het crisisteam. > Stel een plan van aanpak op, met daarin alle benodigde acties vóór, tijdens en na afloop van de crisis. Een plan dat voorziet in verantwoordelijkheden in de contacten met alle betrokkenen, inclusief pers- en social media procedures en contactgegevens.
Een crisis kan de reputatie van de school op het spel zetten. De omvang van de reputatieschade hangt niet zo zeer af van de aard van de crisis, maar vooral van de manier waarop de school de crisis aanpakt. Hoe langer een doeltreffende reactie uitblijft, hoe groter de kans op onherstelbare schade.
>>
Dyademagazine | nummer 2 | februari 2015
21
>>
Een goede crisisaanpak biedt daarentegen kansen om de school op een positieve manier aan de buitenwereld te tonen en om de reputatie te versterken. Het voorkomt dat de crisis escaleert en het zorgt ervoor dat de school het vertrouwen van ouders, leerlingen en personeel behoudt en versterkt. Draaiboek Veel scholen beschikken over draai boeken of protocollen voor crisissituaties. De omgang met de media komt hierin echter vaak niet of nauwelijks aan de orde. Juist omdat het tegenwoor-
dig onmogelijk is om een incident binnen de school te houden, mag het mediabeleid niet ontbreken in een crisishandboek of -protocol. Het mediabeleid betreft niet alleen de omgang met de traditionele media, maar ook met de sociale media. Tijdens de crisis is de tijdsdruk groot. Journalisten bellen of staan bij de schoolpoort en op social media breidt de berichtenstroom zich snel uit. Degenen die verantwoordelijk zijn voor het crisismanagement zijn zelf aangeslagen en er is geen volledige grip op de situatie. Alleen al daarom is een goede voorbereiding noodzakelijk.
Do’s en don’ts: > Informeer de media pas nadat docenten, leerlingen en ouders zijn geïnformeerd. Intern gaat voor extern. > Zorg voor openheid, congruentie, betrouwbaarheid en zorgvuldigheid in de communicatie. > Neem verantwoordelijkheid en geef fouten toe > Geef aan wat de school doet om de situatie de baas te worden en vergelijkbare incidenten in de toekomst te voorkomen > Maak duidelijke afspraken met personeel, leerlingen en ouders via wie het contact met de media verloopt. > Maak afspraken met journalisten bij wie zij terecht kunnen en waar ze wel/niet mogen filmen. > Vraag bij de journalist om voorinzage van een publicatie > Als niet alle informatie voorhanden is over de crisis, geef dan procesinformatie. > Vermijd “Geen commentaar”. > Noem geen namen in de contacten met de media en gebruik geen termen als verdachte of dader. Blijf bij de feiten.
22
Dyademagazine | nummer 2 | februari 2015
Empathisch en open communiceren De juiste omgang met media en met ouders, leerlingen en personeel zorgt ervoor dat de school de crisis effectief het hoofd biedt. Het is belangrijk om snel, empathisch en open te communiceren. Om de reputatie te beschermen en de negatieve gevolgen van de crisis te beperken moet de school daarnaast: > Verantwoordelijkheid nemen en eventuele fouten toegeven > Zichtbaar en aantoonbaar maken wat de school doet om de crisis op te lossen en in de toekomst te voorkomen > De in- en externe doelgroepen blijven informeren via de juiste middelen, óók als de crisis achter de rug is. Een praktijkvoorbeeld Hoe belangrijk zorgvuldige communicatie is, blijkt uit dit voorbeeld over de zelfdoding van een leerling op een mbo-school. In de media werd binnen twee uur bericht over het ongeluk waaraan de leerling enkele dagen later overleed. Op sociale media kwam de berichtenstroom meteen na het ongeluk op gang. Aanvankelijk was het onduidelijk of het ging om een ongeluk of om (een poging tot) zelfdoding. Ook circuleerden op sociale media dezelfde dag berichten dat de leerling zou zijn overleden.
Praktisch: > Stel een Twitter-account in namens de school, zodat je snel kunt communiceren en geruchten kunt beperken. > Monitor de berichtgeving door gebruik te maken van gratis tools als Hootsuite, Tweetdeck of een andere monitoringtool. Met Hootsuite en Tweetdeck is het heel eenvoudig om op zoektermen of # te zoeken en realtime de berichten te volgen. > Houd bij het schrijven van een persbericht rekening met de 5W’s en de H: Wie, Wat, Waar, Wanneer, Waarom en Hoe. Deze moeten in de eerste alinea worden beantwoord. Geef aan bij wie de journalist terecht kan met vragen. Zet linksboven in hoofdletters: PERSBERICHT. > Denk ook aan de informatie op de eigen website. Plaats –tegelijk met het informeren van de media- een statement op de eigen website. > Zorg voor een contactlijst (in het crisis handboek) met actuele contactgegevens van de media.
De school informeerde eerst de docenten en leerlingen en vervolgens –op dezelfde dag- de ouders. Ouders werden via een persoonlijke e-mail op de hoogte gebracht. Ook in de dagen erna werden docenten, leerlingen en ouders regelmatig geïnformeerd. Richting ouders werd gebruik gemaakt van
Bij een crisis is het belangrijk om meteen te bepalen wie de woordvoerder is. Dat kan de schooldirecteur of een bestuurder zijn, maar soms is het beter om de woordvoering over te dragen aan iemand buiten de school. de reguliere nieuwsbrief, die een andere status heeft dan een persoonlijke e-mail en niet door alle ouders (meteen) wordt gelezen. Pas na enkele dagen kwam er weer een update via een persoonlijke e-mail. De school heeft aan de ouders niet gecommuniceerd dat het om zelfdoding ging. Hoewel deze school in grote lijnen een adequate aanpak heeft gevolgd, was het beter geweest om ouders op dezelfde manier te blijven informeren. Dus via een persoonlijke e-mail en niet via de nieuwsbrief. Daarnaast had de school de geruchtenstroom kunnen beperken door open te zijn over de toedracht, uiteraard in samenspraak met de familie. Getrainde woordvoerder Bij een crisis is het belangrijk om meteen te bepalen wie de woordvoerder is. Dat kan de schooldirecteur of een bestuurder zijn, maar soms is het beter om de woordvoering over te dragen aan iemand buiten de school. Bijvoorbeeld de politiewoordvoerder die mede namens de school spreekt. Door één aanspreekpunt voor de media te hebben (en af te spreken met alle betrokkenen dat de woordvoering via hem/haar verloopt) voorkomt de school zoveel mogelijk dat journalisten bij ouders of leerlingen informatie gaan inwinnen en er onjuiste of inconsistente verhalen in de media verschijnen. De woordvoerder moet goed getraind zijn in het geloofwaardig overbrengen van de kernboodschap en het beantwoorden van kritische vragen.
•
Met een goede crisisvoorbereiding en -aanpak heeft de school de regie. De reputatieschade blijft beperkt en uw school komt sterker uit de crisis.
IvRM biedt scholen voor primair, voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs een stand-by service voor crisiscommunicatie. Hiermee kunnen scholen bij calamiteiten of een crisis, 24 uur per dag en zeven dagen per week, de hulp van een ervaren crisiscommunicatieadviseur inroepen. Daarnaast ondersteunt IvRM scholen bij de crisisvoorbereiding met een Crisiscommunicatie Handboek. Dit handboek is speciaal ontwikkeld voor onderwijsinstellingen. Voor meer informatie belt u met 035 – 692 69 43 of kijkt u op www.ivrm.nl > Diensten > Crisiscommunicatie en Issue-management.
Dyademagazine | nummer 2 | februari 2015
23
PO
Nieuwe aspecten jaarverslaggeving PO 2014 Eind 2014 hebben verschillende onderwerpen met een impact op de jaarverslaggeving 2014 in het primair onderwijs bijzondere aandacht gekregen in de diverse overlegorganen zoals de RJ660 werkgroep, de Inspectie van het Onderwijs en de PO-raad. Deze onderwerpen komen bijvoorbeeld voort uit de wijzigingen in het controleprotocol 2014 (ten opzichte van 2013) en de veranderingen in de cao voor het primair onderwijs. Een van deze onderwerpen, de doordecentralisatie van het (buiten)onderhoud in het primair onderwijs, hebben wij toegelicht in het decembernummer van Dyade Magazine. Inmiddels is er ten aanzien van dit onderwerp een aantal relevante ontwikkelingen. Daarnaast geven wij u ook graag inzicht in de (voorlopige) impact van de nieuwe cao po op de jaarverslaggeving. door Jan Willem Vijfhuize, PWC
Over de relevante zaken met betrekking tot de jaarverslaggeving heeft al herhaaldelijk overleg plaatsgevonden tussen de Big 4-kantoren, de PO-raad en het ministerie. Op dit moment is er duidelijkheid over de gehele verwerking van de doordecentralisatie (buiten)onderhoud, maar is er inzake de CAO PO nog geen definitief besluit genomen door het ministerie inzake de verwerking van diverse (gewijzigde) aspecten. Update doordecentralisatie (buiten)onderhoud Inmiddels is besloten, en gecommuniceerd via de Nieuwsbrief Jaarverslaggeving Onderwijs, nummer 14 van 2 december 2014, dat een dotatie in 2014 in het kader van buitenonderhoud in het primair onderwijs niet langer als onrechtmatig wordt gezien. Echter, zoals aangegeven in het eerdere artikel hierover dient dit vergezeld te gaan van een beleidsrijk en betrouwbaar (aangepast) meerjaren onderhoudsplan, waarin de onderhoudsstaat van de buitenkant van de scholen (inclusief de terreinen) op een adequate manier in kaart is gebracht. Het belangrijkste aspect van dit alles blijft uiteraard de kwaliteit van het onderwijs. Ergo, het opgestelde plan dient in lijn te zijn met de gedefinieerde strategie en volledig dienstbaar te zijn aan de kwaliteit van het onderwijs.
24
Dyademagazine | nummer 2 | februari 2015
Vermeldingswaardig hierbij is dat de methode voor buitenonderhoud consistent moet zijn met de methode waarvoor is geopteerd bij het inpandig onderhoud. Als deze consistentie ontbreekt, dan moet een stelselwijziging plaatsvinden voor de verwerking van het inpandig onderhoud. Mits in de jaarrekening gedoteerd wordt voor het buitenonderhoud, moet dit ook als zodanig in de jaarrekening 2014 worden verwerkt. Immers, de verwerking van kosten voor groot onderhoud dient volgens de regeling jaarverslaglegging voor alle soortgelijke materiële vaste activa van de onderwijsinstelling op dezelfde wijze plaats te vinden. In de bovengenoemde Nieuwsbrief Jaarverslaggeving Onderwijs zijn de uitwerkingen te vinden van de drie verwerkingsmethoden van groot onderhoud voor onderwijsinstellingen, te weten: 1) Activeren en afschrijven conform de componentenbenadering, zodra de onderhoudsuitgaven worden gedaan; 2) Vormen van een voorziening groot onderhoud via jaarlijkse dotaties en de werkelijke uitgaven voor het groot onderhoud onttrekken aan deze voorziening; 3) Verwerken in de staat van baten en lasten in het verslagjaar waarin de onderhoudskosten zich voordoen. Onderwijsinstellingen mogen in 2014 nog géén uitgaven doen in het kader van groot onderhoud, aangezien dit voor heel 2014 nog onder de verantwoordelijkheid van de desbetreffende gemeente valt. Een dotatie aan de voorziening voor buitenonderhoud mag onder de eerder gestelde condities wel in 2014.
Vernieuwde cao voor het primair onderwijs Het Ministerie van OCW heeft (voorlopig) nog geen uitsluitsel gegeven over eventueel te vormen voorzieningen voor toekomstige verplichtingen. OCW heeft aangekondigd hierover in de tweede helft van januari met nadere informatie te komen. De analyse van PwC inzake de CAO PO is hierdoor momenteel ook nog niet finaal gereed, en is daarnaast tevens afhankelijk van wat het ministerie gaat besluiten over individuele afspraken die werknemers met het schoolbestuur kunnen (en willen) maken. De voorlopige conclusie is dat het niet opgenomen deel van de (senioren-)verlofregelingen van werknemers ouder dan 56 jaar (reguliere ‘jaarbudget’ van 40 uur en ‘bijzonder budget’ van 130 uur) wordt opgenomen als reservering in de jaarrekening 2014 voor zover de inschatting is dat deze uren voor verlof zullen worden aangewend in volgende jaren. Toezichthoudend orgaan en overige ontwikkelingen Wij adviseren de toezichthouders van onderwijsinstellingen in het primair onderwijs om op de hoogte te blijven van relevante ontwikkelingen binnen de sector, en vroegtijdig te anticiperen op deze veranderingen. Door recente ontwikkelingen zoals de Amarantis casus, maar bijvoorbeeld
ook de ontwikkelingen bij de woningcorporaties, is ook de maatschappelijke aandacht en (regel)druk van de overheid voor onderwijsinstellingen steeds groter geworden. Een van de gevolgen hiervan voor de accountancysector is dat een nieuw format wordt geïntroduceerd voor de controleverklaring bij de jaarrekening 2014 van onderwijsinstellingen met een rijksbijdrage van meer dan honderd miljoen euro. De te verwachten wijziging in onze controleverklaring betreft opname van ‘Key Audit M atters’ oftewel KAM. Er wordt een nieuw onderdeel geïntroduceerd dat zorgt voor meer transparantie over die aangelegenheden die het meest van belang zijn geweest bij de controle en/of tot de meeste vragen en problemen hebben geleid. Dergelijke informatie dient een beschrijving te bevatten van de redenen waarom de accountant elk van die aangelegenheden beschouwt als een KAM.
•
Voor meer informatie over binnen- en buitenonderhoud van uw schoolorganisatie neemt u contact op met Dyade Huisvesting & Vastgoed via
[email protected] of telefonisch; 0164-237557.
Dyademagazine | nummer 2 | februari 2015
25
5% 10% 20%
15%
30%
25% Een schoolorganisatie heeft diverse kostenposten. Van arbodienstverlening en schoolmeubilair tot kosten voor de koffiesystemen. Dyade heeft voor haar klanten uitgebreid geanalyseerd welke kosten scholen maken en welke partijen deze diensten/producten aanbieden. Met deze partijen heeft Dyade
een collectief contract afgesloten. Door de schaalgrootte kunnen wij gunstige condities afspreken, waardoor onze klanten zowel zakelijk als privé profiteren van uiteenlopende voordelen. Daarnaast wordt u het werk van het zoeken naar het juiste inkoopadres bespaard.
Haal bij deze diensten of producten uw voordeel: Arbodienstverlening > Tot 33% korting op abonnementen > Zeer goede resultaten
Multifunctionals >T ot 55% korting op apparatuur
Bankarrangement > Speciale Dyade-tarieven
Papier (print- en kopieerpapier) >G oede kwaliteit papier tegen een bodemprijs
Elektronische beveiliging > Beveiligingsoplossingen op maat Digitale schoolborden > 10% korting IP Aanvullingsplan > 20% korting Koffieconcepten (koffiemachines) voor professioneel gebruik > Kortingen op aanschaf en aantrekkelijke huren onderhoudstarieven
t
Uitgelich
Payroll oplossingen > Speciale Dyade-condities (Personeels)advertenties (het plaatsen van advertenties in de media) >K orting oplopend tot 35% op reguliere advertentietarieven Re-integratie en outplacement > Speciale Dyade-tarieven Schoolmeubilair >A antrekkelijke (leverings)condities
Voor meer informatie over het aanbod van een van onze voordeelservicepartners kijkt u op www.dyade.nl > Voordeelservice
Schoonmaken > Aantrekkelijke (leverings)condities Sanitaire voorzieningen (toiletpapier, zeep, handdoeken, etc.) > Mantelcontract sanitaire voorzieningen Verbruiksmateriaal (pennen, potloden, stiften, linialen, etc.) >G een verzendkosten bij een laag bestelbedrag > Hoge kortingen (tot 38%) Verzekeringen (particulier) > Scherpe premies Ziektekostenverzekering >U itstekende dekking tegen een zeer scherpe premie > Collectieve zorgverzekering via Dyade
KALENDER
februari - maart 2015
Formulier maandopgave geweigerde vacatures toezenden aan CFI als een vacature geweigerd wordt door een eigen wachtgelder. Een kopie van het formulier aan de afdeling Dyade Personeel zenden. Vervangingsmutaties moeten binnen 4 maanden zijn gedeclareerd bij het Vervangingsfonds. In verband met de verwerkingstijd is het van belang vervangingsmutaties binnen 3 maanden in te dienen bij Dyade. Wanneer de termijn wordt overschreden, kunnen de kosten niet meer worden gedeclareerd bij het Vervangingsfonds. Gewerkte invaldagen moeten liefst direct, maar uiterlijk vóór de 5e van de volgende maand voor verwerking worden aangeboden.
Waar vindt u ons? kijk op www.dyade.nl voor een r outebeschrijving
Dyade Ede
e Ede Bezoekadres: Horapark 3, 6717 LZ Ede Postadres: Postbus 8040, 6710 AA Ede tel. (0318) 67 51 11 | fax (0318) 62 23 63
Dyade Rotterdam
r Rotterdam Bezoekadres: Scheepmakershaven 58, 3011 VD Rotterdam Postadres: Postbus 1080, 3000 BB Rotterdam tel. (010) 224 50 00 | fax (010) 414 72 27
Dyade Utrecht
Toezenden personeelsmutaties aan de afdeling Dyade Personeel.
u Utrecht
Wij verzoeken u personeelsmutaties gespreid - bijvoorbeeld wekelijks - aan te bieden via www.dyade.nl > Mijn Dyade > Youforce
Bezoekadres: Savannahweg 71, 3542 AW Utrecht Postadres: Postbus 5040, 3502 JA Utrecht tel. (030) 303 50 00 | fax (030) 303 50 12
Dyade Zuid-West Nederland
10/02
Mutaties die uiterlijk voor 17.00 uur worden ingeleverd, worden v erwerkt in het salaris van februari.
20/02
Laatste mogelijkheid blokkering (vóór 12.00 uur) salarisbetaling februari.
25/02
De geplande betaaldatum van het salaris over de maand februari.
10/03
Mutaties die uiterlijk voor 17.00 uur worden ingeleverd, worden v erwerkt in het salaris van maart.
20/03
Laatste mogelijkheid blokkering (vóór 12.00 uur) salarisbetaling maart.
b Bergen op Zoom Bezoekadres: Marslaan 1, 4624 CT Bergen op Zoom Postadres: Postbus 648, 4600 AP Bergen op Zoom tel. (0164) 23 75 57 | fax (0164) 24 14 34
Volg Dyade via: > Website: www.dyade.nl > Nieuwsflits: www.dyade.nl > downloads > Maandbrief: www.dyade.nl > downloads
25/03
De geplande betaaldatum van het salaris over de maand maart.
> Twitter: Dyade_info > LinkedIn: Dyade Dienstverlening Onderwijs
Dyademagazine | nummer 2 | februari 2015
27
De klanten van Dyade werven met de Volkskrant De nummer 1 carri ere propositie in het onderwijs
Uw voordeel
• Maximale en crossmediale media-inzet want uw uiting: - komt op de speciale Banenpagina in de Volkskrant op zaterdag en woensdag. - wordt doorgeplaatst naar Intermediair.nl - verschijnt in het digitale Intermediair Magazine - draait 30 dagen mee in de banencarrousel op de homepage van de nieuwssites: volkskrant.nl, trouw.nl en parool.nl
MEYSON COMPANY communicatie
Met bovenstaande combinatie van sterke merken bereikt u maar liefst 1 op de 3 hoger opgeleiden die werken, of willen werken in het onderwijs.
Meyson Company plaatst niet alleen al uw advertenties (personeel en commercieel), ook de opmaak wordt professioneel en tegen een gereduceerd tarief door Meyson geregeld. U heeft hier geen omkijken meer naar. Voor de Volkskrant, maar ook voor alle overige print en online media kunt u via de Dyade Voordeelservice profiteren van extra kortingen die kunnen oplopen tot wel 35%.
Bel 023 564 96 90 of mail naar
[email protected] Meyson is al jarenlang partner van