Uitvoeringsregeling OER HZ opleiding: HBO Verpleegkunde voltijd

Uitvoeringsregeling OER HZ opleiding: HBO Verpleegkunde – voltijd Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Uitvoeringsregeling OER HZ 1.1 algemeen 1.1.1 De onderwijs- en examenregeling (OER HZ) omvat de kern van de onderwijs binnen de HZ. Dat document geeft een algemeen beeld van alle opleidingen die door de HZ worden verzorgd. De OER HZ bevat instellingsspecifieke bepalingen, die dus voor de gehele HZ gelden. Voor elke opleiding wordt jaarlijks door het college van bestuur een opleidingsspecifieke Uitvoeringsregeling OER HZ (hierna: Uitvoeringsregeling) vastgesteld. 1.2 opleidingscommissie 1.2.1 De opleidingscommissie wordt in de gelegenheid gesteld om voorafgaand aan de vaststelling van de betreffende Uitvoeringsregeling advies uit te brengen aan het college van bestuur. 1.2.2 De opleidingscommissie beoordeelt jaarlijks de wijze van uitvoering van de onderwijs- en examenregeling en de betreffende Uitvoeringsregeling. 1.3 academiedirecteur 1.3.1 De betrokken academiedirecteur is verantwoordelijk voor: a. de uitvoering van de OER HZ; b. invulling en uitvoering van de Uitvoeringsregeling; c. jaarlijkse evaluatie ten behoeve van het college van bestuur van de OER HZ en de Uitvoeringsregeling, waarbij hij het tijdsbeslag weegt voor de studenten, dat daaruit voortvloeit ten behoeve van de bewaking en zo nodig bijstelling van de studielast (art. 7.14 WHW); d. voorbereiding van aanpassingen van de Uitvoeringsregeling. Hoofdstuk 2 Uitvoeringsregeling OER HZ per opleiding: HBO-V, voltijd 2.1 Inschrijving, vooropleidingseisen en toelatingsbeleid 2.1.1

Overzicht nadere vooropleidingseisen (art. 2.3 OER HZ in aanvulling op de eisen zoals verwoord in artikel 2.2 OER HZ) Havo-profielen Opleiding: Student met havo-diploma tot 1-8-2009 Student met havo-diploma vanaf 1-8-2009

NT

NG

EM

CM

√

√

√

√

√

√

√

√

Uitvoeringsregeling OER HZ opleiding HBO Verpleegkunde – voltijd/synopsis zonder leerdoelen – v 1.0 2013 05 27 vastgesteld cvb: 26/08/2014 advies opleidingscommissie: 13/06/2014

1

Vwo-profielen Opleiding: Student met vwo-diploma tot 1-8-2010 Student met vwo-diploma vanaf 1-8-2010

NT

NG

EM

CM

√

√

√

√

√

√

√

√

2.1.2

Deficiëntie-onderzoek (art. 2.4 OER HZ) Deficiëntie-onderzoek is niet van toepassing voor de opleiding Verpleegkunde.

2.1.3

Aanvullende eisen (art. 2.5 OER HZ) Aanvullende eisen zijn niet van toepassing voor de opleiding Verpleegkunde.

2.1.4

Toelatingseisen werkkring bij deeltijdopleiding (art. 2.6. OER HZ) N.v.t. omdat het hier een voltijd opleiding betreft

2.1.5

Toelatingseisen werkkring bij duale opleidingsvariant (art. 2.7. OER HZ) N.v.t. omdat het hier een voltijd opleiding betreft

2.2 Inrichting opleiding en onderwijs, supplement bij getuigschrift 2.2.1

Opleidingsprofiel (art 3.2 OER HZ) Ontwikkelingen in de zorgsector. De verpleegkundige zorg is een werkveld dat continu in beweging is (Walburg, 2003; Grol& Wensing, 2006; Achterberg, 2007). Op haast continue wijze worden de processen van zorgverlening afgestemd op veranderende zorgvragen, veranderende methoden en inhouden van professioneel handelen en verandering van organisatorische structuren. Oorzaken voor deze continue afstemming komen voort uit de actoren in de zorgverlening; vanuit cliënten (veranderende kijk op gezondheid, positie van klant, toegenomen informatierijkheid, maar ook verandering in populatie zoals de vergrijzing), de professionals (professionalisering van de opleidingen, evidence based practice, verrijkt professioneel kennisdomein), de organisaties (ketenzorg, fusies, schaalvergroting), de overheid (weten regelgeving, kwaliteit en toegankelijkheid van de zorg) en zorgverzekeraars (kwaliteit, efficiency). Hierdoor zijn zowel het werkveld als de inhoud van het werk in het verpleegkundig beroepsdomein de afgelopen jaren sterk aan vernieuwingen onderhevig (Raad voor Gezondheidsonderzoek, 2002). De vraag is wat hiervan de consequenties zijn, die bepalend zijn voor de positie en inzet van de bachelor verpleegkundige. Het handelen van verpleegkundigen dient te voldoen aan hoge kwalitatieve normen. Verpleegkundigen werken immers met het meest kostbare bezit van mensen, de eigen gezondheid. Hiertoe dient de verpleegkundige het eigen handelen te baseren op de meest actuele kennis over de effecten ervan. Om hoge kwaliteit te halen worden op continue wijze innovaties op de werkvloer geïmplementeerd. Er is hierbij vooral aandacht voor het onderbouwen van interventies vanuit


2

wetenschappelijk onderzoek, ervaringskennis en voorkeur van cliënten (Evidence based practice), (Offringa, 2000). Zorgvraag De zorgvraag neemt toe door de dubbele vergrijzing, toename van chronische aandoeningen en meervoudige pathologie (vooral op later leeftijd) en een toename van mensen die kampen met psychische problemen. De “consument” stelt steeds duidelijker eisen aan de zorg: hij is mondiger, kan vrij eenvoudig over veel meer informatie beschikken dan vroeger, wil gezien en gehoord worden als persoon die zijn ervaringen en deskundigheid meebrengt en stelt eisen aan de zorg die verder gaan dan de traditionele zorgvoorzieningen te bieden hebben. Zorgaanbod Het zorgaanbod verandert sterk. Door de medisch-technologische ontwikkelingen zal bijvoorbeeld de opnameduur in ziekenhuizen nog verder gaan afnemen. De werkzaamheden van verpleegkundigen beginnen al vóór de opname en strekken zich uit tot na het ontslag van de patiënt. Werken vanuit het patiënten perspectief en zorgen dat er geen discontinuïteit in de zorg optreedt zijn dan belangrijke opgaven. Marktwerking en concurrentie tussen de zorginstellingen zorgen voor een scala aan ontwikkelingen op het gebied van substitutie van zorg. Zo vindt ziekenhuiszorg bijvoorbeeld plaats in poliklinieken, dagbehandeling en de thuissituatie. Ontwikkeling van zorgketens en transmuralisering zijn processen die in alle zorgvelden plaatsvinden. Binnen de organisaties vinden decentralisatieprocessen plaats waarbij op het niveau van de uitvoering grotere verantwoordelijkheden en bevoegdheden worden neergelegd. Het proces van functiedifferentiatie is gaande waarbij de opgeleiden uit het nieuwe opleidingsstelsel in functies geplaatst worden die passend zijn bij hun kwalificaties. Hierbij moet aangetekend worden dat de deze situatie niet overal van toepassing is en in de praktijk nog een actueel spanningsveld is. Veranderingen in vraag en aanbod Mensen worden gemiddeld ouder en deze leeftijdswinst wordt ten dele in gezondheid en ten dele in ongezondheid doorgebracht. De gezondheidsproblemen zijn veelal chronisch en ouderen hebben vaak meerdere chronische ziekten onder de leden hebben (co-morbiditeit). Volgens berekeningen van het Rijks instituut voor volksgezondheid en milieu (RIVM) ligt het hoogtepunt van de veroudering van de bevolking rond het jaar 2035. Dat heeft tot gevolg dat er de komende jaren veel meer mensen met een chronische aandoening en ouderen zullen zijn die zorg nodig hebben. Daarnaast leven veel mensen met meer dan één ziekte. Mede door het langdurige beloop van de aandoening en door de betere medische kennis wat betreft de diagnoses en door een grotere maatschappelijke belangstelling zullen mensen veelvuldig gebruik maken van verschillende diensten in de gezondheidszorg. De verbetering van medische- en thuiszorgtechnologie maakt het mogelijk dat patiënten een deel van de behandeling thuis ondergaan. De ontwikkeling van het ziekenhuis als een medisch-technisch Uitvoeringsregeling OER HZ opleiding HBO Verpleegkunde – voltijd/synopsis zonder leerdoelen – v 1.0 2013 05 27 vastgesteld cvb: 26/08/2014 advies opleidingscommissie: 13/06/2014

3

bedrijf, vraagt dat patiënten meer en meer thuis al worden voorbereid en worden nabehandeld, als zij voor een medische ingreep voor een zeer korte tijd worden opgenomen in een ziekenhuis. Sinds de jaren ‘80 van de vorige eeuw bepaalt de burger in toenemende mate zelf de inrichting van haar of zijn levens, woon- en recreatievormen. Dat geldt ook voor de eigen zorgvraag in relatie tot de persoonlijke opvattingen over zorg. Met de komst van internet is de toegankelijkheid tot kennis over ziekten enorm vergroot. Door de verkregen kennis is de zorgvrager beter in staat om de regie te voeren over de eigen gezondheidssituatie. ‘Zorg op maat’ of ‘vraag gestuurde zorg’ passen bij deze ontwikkeling waarbij de zorgvrager de regisseur wordt. Er treedt een verschuiving op in zorgvraag van mensen met een verstandelijke handicap en met psychiatrische klachten. Ook deze groep mensen wil meer greep op de eigen zorgsituatie. Veranderingen in benadering en versterking van hun autonomie zijn belangrijke uitgangspunten voor het zorgbeleid. Volledig burgerschap wordt een belangrijk uitgangspunt voor zorgverlening. De technologische mogelijkheden nemen toe in de gezondheidszorg. Er zijn veel veranderingen in de wetgeving. En de opvatting van de bevolking verandert over vraagstukken die betrekking hebben op leven en dood. Daarnaast is er een toename van het opleidingsniveau van de bevolking die leidt tot meer behoefte aan informatie. Verpleegkundigen worden door dit alles meer en meer geconfronteerd met ethische vraagstukken. Zowel veranderingen in de zorgvraag als in het zorgaanbod vragen een cultuurverandering in de zorgorganisaties. Het patiënten proces moet een meer centrale plaats krijgen. Er wordt om een multidisciplinair en afdeling-/instelling overstijgende benadering gevraagd. Waarbij klantgericht zijn en anticiperen op basis van informatie in plaats van reageren op een probleem een leidraad zijn. Doelmatigheid Doelmatig werken in de gezondheidszorg is een belangrijk streven. Hierdoor is transparantie over wat verpleegkundigen bijdragen in de zorg is noodzakelijk. Interventies en het effect van interventies moeten steeds meer verantwoord worden. Verpleegkundigen moeten over de toegevoegde waarde van hun beroepsmatige interventies communiceren. In het doelmatigheidsstreven moeten twee processen op elkaar betrokken worden: een toegesneden aanbod op het individu (zorg op maat) en een verantwoording o.a. aan de financiers, waarbij het gebruik van Evidence based protocollen en standaarden een noodzaak zijn. Tegelijk is het van belang dat de zorg doelmatig is en bijdraagt aan de algemene doelstelling van de gezondheidszorg. Aangezien de de invloed van de huidige en komende weten regelgeving en financiering van de zorg aanzienlijk is dient dit als belangrijke factor bij de ontwikkeling van de doelmatigheid mee genomen te worden. Kwaliteit van zorg Vanuit de overheid wordt gesteld dat de kwaliteit van de zorg o.a. wordt bepaald door de kwaliteit van de hulpverleners. Er zijn afspraken gemaakt door de overheid, zorgaanbieders, verzekeraars, cliënten- en patiëntenorganisaties. Dit heeft geleid tot een diversiteit van kwaliteitssystemen. Een zorgorganisatie moet rekening houden met kwaliteitseisen van de overheid, van de zorgverzekeraars Uitvoeringsregeling OER HZ opleiding HBO Verpleegkunde – voltijd/synopsis zonder leerdoelen – v 1.0 2013 05 27 vastgesteld cvb: 26/08/2014 advies opleidingscommissie: 13/06/2014

4

en de brancheorganisatie. Deze systemen zijn vaak verschillend. Ook verpleegkundigen zijn gehouden aan deze afspraken. In een aantal wetten is vastgelegd wat de rechten en plichten zijn van diegene die zorg nodig heeft en diegene die zorg biedt. De wet BIG en de Kwaliteitswet Zorginstellingen bieden samen het raamwerk voor verantwoorde zorg vanuit het perspectief van de zorgaanbieder met de vakbekwaamheid als rode draad. Met de wet BIG is ook titelbescherming en de registratie van verpleegkundigen geregeld. Tevens is er nu duidelijkheid over de bevoegdheidsregeling voorbehouden handelingen en is er een tuchtrecht voor verpleegkundigen. Dit zijn enkele van de wetten die van belang zijn voor de verpleegkundigen. Hiermee is het duidelijk dat verpleegkundigen hun praktijkvoering niet meer kunnen baseren op traditie en gewoontes. Verpleegkundige zorgverlening dient steeds getoetst te worden aan de wetenschappelijke inzichten en standaarden, omdat dat de meeste kans biedt dat de interventies tot de gewenste resultaten leiden. Deze ontwikkeling vraagt een herinrichting van de huidige praktijk. Om ontwikkeling en adaptatie op afdelingsniveau mogelijk te maken wordt samenwerking tussen verplegingswetenschappers, opleiders en verpleegkundigen in de praktijk steeds belangrijker. Niet alleen in Nederland, maar in de gehele wereld wordt benadrukt dat verpleegkundigen veel meer moeten anticiperen op de grote veranderingen in de maatschappij en de gezondheidszorg dan in het verleden het geval was. Het gelijktijdig toenemen van de vraag naar gezondheidszorgvoorzieningen en de druk om de kosten te besparen, zorgt er volgens de ICN voor dat de verpleegkundige beroepsgroep in toenemende mate moet aantonen, dat zij bestaansrecht heeft. De problemen waar de maatschappij en de gezondheidszorg mee worstelen, vragen om een geïntegreerde aanpak van zorg, voorlichting en behandeling door verschillende disciplines. Stelselwijzigingen in de zorg Ontschotting, transmuralisering en zorgvernieuwing zijn concepten die op verschillende manieren invulling krijgen. Het is niet meer zo, dat vast staat waar precies zorg en behandeling worden gegeven. Patiënten zullen meer en meer in overgangssituaties van de ene naar de andere zorgsetting verkeren. De afstemming van zorgarrangementen, die deze overgangssituaties voor de patiënt vergemakkelijken zijn voor verpleegkundigen een belangrijk aandachtsgebied. Niet alleen de patiënten of cliënten stromen op een andere manier door de zorgsector. Ook de sturing op het beschikbare geld voor de zorgsector wordt aangepast aan het zorgcircuit dat de patiënt doorloopt. Budgeten moeten meer op het individu worden afgestemd. De zorg wordt meer individueel gericht, een voorziening als het persoonsgebonden budget is hiervan een gevolg. Verpleegkundigen zullen steeds vaker moeten werken onder wisselende omstandigheden, wat betreft inhoud en organisatie van de werkplek. Het is hierbij onvermijdelijk dat de individuele verantwoordelijkheid van verpleegkundigen toeneemt. Tegelijk met de toename van de diversiteit, als gevolg van de zorg op maat gedachte, is er een noodzaak voor een samenhangend beleid. De veranderingen in de cure sector, vragen een verandering van taakopvatting en taakinvulling van verpleegkundigen. Het beroepsprofiel Verpleegkundigen & Verzorgenden 2020, anticipeert op de vraag hoe de beroepsgroep zich voorbereid op de toekomst. Het verpleegkundig werk wordt wel de tweede kernactiviteit in het medisch-specialistisch bedrijf genoemd. Verpleegkundigen vervullen ook een belangrijke rol als verbindende factor tussen de Uitvoeringsregeling OER HZ opleiding HBO Verpleegkunde – voltijd/synopsis zonder leerdoelen – v 1.0 2013 05 27 vastgesteld cvb: 26/08/2014 advies opleidingscommissie: 13/06/2014

5

medische en de verzorgende discipline. Deze intermediaire rol komt regelmatig terug, en vraagt dat verpleegkundigen kunnen werken als een spin in een web, dat borg staat voor deze duurzaamheid. Verpleegkundigen zullen op alle niveaus in de gezondheidszorg een rol moeten spelen, als instellingen de doelstelling van een integrale zorg en een integrale bedrijfsvoering willen bereiken. Daarbij is een herijking van taken van artsen en verpleegkundigen dringend gewenst. De verschuiving van taken vormt voor verpleegkundigen een grote uitdaging. Taakverschuiving arts - verpleegkundige In de verschillende gezondheidszorg sectoren verrichten verpleegkundigen reeds geruime tijd en soms in belangrijke mate taken die van oudsher aan artsen toebehoren. De vraag is of de bestaande praktijk gelegitimeerd moet worden. Los van deze discussie vinden er reeds allerlei verschuivingen plaats. Integrale zorgconcepten De zorg staat continu op de politieke agenda. Of dit naast de financiële paragraaf ook zal leiden tot een herbezinning op de zorg ontwikkeling moet nog worden bezien. De politiek vraagt aandacht voor zorginhoudelijke ontwikkelingen. Deze gedachten stoelen op een integrale benadering van zorg, wonen en welzijn. Een concept waar verpleging, verzorging, hulpverlening en cliëntenorganisaties elkaar ontmoeten en aanvullen. Een integrale aanpak die ook voorgestaan wordt door de beroepsgroep, afgaande op de discussie over de toekomstscenario’s Verpleging en Verzorging. Het uitwerken van deze concepten vraagt om een nieuwe ontwikkeling van de professionaliteit van verpleegkundigen. Consequenties voor bachelor in de verpleegkunde Om te anticiperen op de veranderende taakopvatting en taakinvulling van de verpleegkundige is een nieuw beroepsprofiel vanuit de beroepsvereninging V&VN (2012) ontwikkeld. De actualisatie van het beroepsprofiel bereidt verpleegkundigen voor om kwalitatief goede zorg te verlenen in de toekomst. Belangrijk is de competentie om continu te leren, zodat verpleegkundigen in staat zijn om flexibel met veranderingen om te gaan. Het continu leren blijkt uit een toename van competenties voor verschillende zorgcategorieën en voor nieuwe taken, functies en rollen. Niet overal is de beroepspraktijk doordrongen van het feit dat verpleegkundigen van de toekomst over verandercompetenties moeten beschikken. Afgestudeerde verpleegkundigen die toekomstgericht zijn opgeleid zullen er rekening mee moeten houden dat zij in de praktijk een grote diversiteit aantreffen. Er zal sprake zijn van een uiteenlopend scala aan organisaties, waarvan sommige voorop lopen in de ontwikkeling en anderen worden gekenmerkt door het vasthouden aan tradities en gewoontes. Ook zullen zij moeten anticiperen op het gegeven dat veel zorgvernieuwing projectmatig verloopt. Sommige afdelingen of diensten van een instelling nemen deel aan een zorgvernieuwingsproject, terwijl andere delen nog werken volgens de traditionele manier. Van belang is dat de verpleegkundigen in gezondheidszorginstellingen dragers zijn van toepasbare en overdraagbare kennis. Vanuit het perspectief van de beroepsontwikkeling betekent dat een verdere profilering van het beroep op basis van specifieke inhoudelijke deskundigheid. Uitvoeringsregeling OER HZ opleiding HBO Verpleegkunde – voltijd/synopsis zonder leerdoelen – v 1.0 2013 05 27 vastgesteld cvb: 26/08/2014 advies opleidingscommissie: 13/06/2014

6

Verpleegkunde De verpleegkunde betreft het gebied van de gezondheidszorg waar de mens bijstand zoekt wanneer eigen verdedigingsmechanismen niet voldoen. De verpleegkunde beweegt zich op het terrein van het zelfzorgproces van de mens; hoe mensen voor zichzelf zorgen en voor elkaar is het referentiepunt voor de verpleegkunde. Het handelen in de verpleegkunde wordt gelegitimeerd vanuit het eigen verpleegkundig kennisdomein, dat duidelijke raakvlakken kent met het medisch kennisgebied en de menswetenschappen. De verpleegkundige beroepsuitoefening kent een veelheid aan verschijningsvormen in alle aspecten van de formele gezondheidszorg. De verpleegkunde kent drie belangrijke interventieniveaus, het primaire, het secundaire en het tertiaire niveau. Bij het primaire niveau gaat het om het voorkomen van een verstoring in de gezondheid. Bij het secundaire niveau gaat het om het herstellen van de gezondheid. Bij het tertiaire niveau gaat het om het vinden van een nieuw evenwicht na een blijvende verstoring van de gezondheid. De interventies zijn gericht op de zorgvrager(s) en diens omgeving. Het verpleegkundig kennisdomein en het daaraan gerelateerde verpleegkundig handelen is veelal opgebouwd vanuit ervaringskennis. Van belang is dat de uit ervaringskennis opgebouwde interventies getoetst worden volgens wetenschappelijke criteria. Hierdoor ontstaan verpleegkundige interventies die opgebouwd zijn volgens het principe van evidence based practice (EBP), waarin ervaringskennis, wetenschappelijke kennis en de voorkeuren van patiënten de pijlers van het verpleegkundig handelen gaan vormen. Karakteristiek van de bachelor verpleegkundige. De bachelor verpleegkundige is ingebed in de wet BIG. Het beroep is ingebed in een maatschappelijke arbeidsverdeling. Al zal iedere verpleegkundige dat niet zo ervaren, toch is het werk relatief onafhankelijk van een specifieke arbeidsorganisatie. Het beroep kent professionalisering. De nieuwe professional kenmerkt zich door op een vakkundige manier, en door uitwisseling van perspectieven met de patiënt of cliënt, te werken aan gezamenlijk vastgestelde doelen. De bachelor opgeleide verpleegkundige bevindt zich wat opleiding betreft tussen de mbo opgeleide en de wetenschappelijk geschoolde verplegingswetenschapper. De bachelor opgeleide heeft toegang tot de wetenschappelijke opleiding en tot de opleidingen die leiden tot verpleegkundig specialist of allerlei nieuwe functies die hiermee zijn verwant. Deze kenmerken van het beroep die gelden voor alle niveaus in de beroepsuitoefening, stellen wel de vraag wat het karakteristieke is van het functioneren van verpleegkundigen met een hogere beroepsopleiding. Kenmerkend voor de bachelor verpleegkundige is dat zij er in slaagt in de uitoefening van het beroep twee belangrijke elementen te combineren en te integreren: het bachelor-niveau en de verpleegkunde. Het bachelor niveau uit zich in aspecten als brede professionalisering, (wetenschappelijke) toepassing, creativiteit en complexiteit in handelen, probleemgericht werken, methodisch en reflectief denken en handelen, sociaal communicatieve bekwaamheid en een basiskwalificering voor managementfunctie (HBO-raad, 1999). Daarnaast dringt de onderwijsraad (2011) aan op het ontwikkelen van het innoverend vermogen van studenten.


7

Het inhoudelijk handelen van de bachelor verpleegkundige wordt gestuurd door de inhoud van het verpleegkundig beroepprofiel en het opleidingsprofiel “Met het oog op de toekomst” (Pool, et,al., 2001). De beschreven 12 kerncompetenties van Pool et al., 2001 met de vijf beroepsrollen krijgt invulling vanuit de body of knowledge and skils (BoKS), (Landelijk overleg verpleegkunde, 2012). We streven met de opleiding een brede professionalisering na, dat wil zeggen dat de student aantoonbaar wordt toegerust met actuele kennis die aansluit bij recente (wetenschappelijke) kennis, inzichten, concepten en onderzoeksresultaten. De opleiding streeft een multidisciplinaire integratie na. We doelen dan op integratie van kennis, inzichten, houdingen en vaardigheden van verschillende vakinhoudelijke vakgebieden en dat vanuit het perspectief van het beroepsmatig handelen van de verpleegkundige. De opleiding is de laatste jaren meer en meer gericht op het toepassen van (wetenschappelijke) inzichten, theorieën, concepten en onderzoeksresultaten. Dit wordt toegepast bij vraagstukken waar afgestudeerden in hun beroepsuitoefening mee worden geconfronteerd. Deze lijn optimaliseren we en stemmen we nauwkeurig af op de vragen vanuit de praktijk. Het toepassen van kennis, inzichten en vaardigheden in uiteenlopende beroepssituaties maakt de specifieke aandacht voor de transfer en brede inzetbaarheid noodzakelijk. Om die reden wordt de praktijk, maar ook wetenschappelijke ontwikkelingen in het vakgebied nadrukkelijk in de uitvoer van het curriculum betrokken. Een kenmerk van een bachelor verpleegkundige is onder meer dat deze in staat is om vraagstukken in de beroepssituatie, waarvan het probleem op voorhand niet duidelijk is omschreven en waarop standaardprocedures niet direct van toepassing zijn, op te lossen. Dit vraagt creativiteit en vaardigheden om in complexe situaties te handelen. Daarnaast is het probleemoplossend werken Leitmotiv van de opleiding geworden. Hiermee doelen we op het vermogen van de beroepsbeoefenaar om zelfstandig complexe probleemsituaties te definiëren en te analyseren en te komen tot zinvolle nieuwe oplossingsstrategieën. Ook moeten studenten tijdens de gehele opleiding in staat zijn om de effectiviteit van hun handelen te beoordelen. Een ander centraal gegeven binnen het opleiding is het methodisch en reflectief denken en handelen van de verpleegkundige. Het stellen van realistische doelen, het planmatig aanpakken van werkzaamheden en het reflecteren op het beroepsmatig handelen is een dagelijks oriëntatiepunt van docenten binnen de opleiding in hun activiteiten rond studenten. Dit vraagt adequate sociaal communicatieve vaardigheden. Het kunnen communiceren en samenwerken, in de eerste plaats met de cliënten en cliëntgroepen, is uitgangspunt van het curriculum geworden. Maar ook het communiceren binnen de arbeidsorganisatie en het beroepsmatig netwerk is daarbij van belang. Dit alles zal moeten plaatsvinden binnen de context van een multiculturele, internationale en multidisciplinaire omgeving. Daarnaast zal de afgestudeerde verpleegkundige de basiskwalificatie voor managementfuncties verwerven. De beginnende beroepsbeoefenaar is in staat tot het uitvoeren van eenvoudige leidinggevende- en managementtaken. Een laatste bachelor competentie wordt omschreven als een besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid. Hieronder wordt verstaan dat begrip en betrokkenheid zijn ontwikkeld m.b.t. Uitvoeringsregeling OER HZ opleiding HBO Verpleegkunde – voltijd/synopsis zonder leerdoelen – v 1.0 2013 05 27 vastgesteld cvb: 26/08/2014 advies opleidingscommissie: 13/06/2014

8

ethische, normatieve en maatschappelijke vragen die samenhangen met het toepassen van kennis in de (toekomstige) beroepspraktijk. Consequenties voor het curriculum. Het is zaak de ontwikkelingen in de zorgsector nauwkeurig te volgen en dat gegeven ook in te brengen binnen het curriculum en vooral in de wijze waarop dit curriculum wordt uitgevoerd en permanent wordt doorontwikkeld. De ontwikkelingsgerichtheid van het curriculum en de permanente wisselwerking met de omgeving is een belangrijk uitgangspunt van het curriculum. Een eerste consequentie hiervan is de plaats die de werkvelden zijn gaan innemen. Het beroepenveld speelt een vitale rol in het permanente vernieuwingsproces van het curriculum. Eigenlijk zouden we aan de inhoudelijke onderdelen van het curriculum een houdbaarheidsdatum willen koppelen van 2, hooguit 3 jaar. In dit structurele proces van vernieuwing is een actieve participatie van het beroepenveld van groot belang, of beter een noodzaak. De bachelor in de verpleegkunde kent drie dominante werkvelden: 1.

AGZ: algemene gezondheidszorg

2.

GGZ: geestelijke gezondheidszorg

3.

MGZ: maatschappelijke gezondheidszorg

Kerndoel van het overleg met de werkvelden is om een optimale integratie na te streven tussen praktijk en theorie, een doel wat uit te splitsen is naar diverse subdoelen. Een tweede consequentie is dat de opleiding tot bachelor verpleegkundige opgesplitst is in twee fasen: de basisfase (studiejaar 1 en 2) en de differentiatiefase (studiejaar 3 en 4). In de basisfase wordt de basis gelegd voor de verpleegkundige beroepsuitoefening en zijn de verschillende cursussen gericht op het primaire proces. De verworven kennis, vaardigheden en attitudes zijn toepasbaar in alle werkvelden. In de differentiatiefase vindt een verdieping plaats van het primaire proces in de AGZ, GGZ en MGZ. Naast verdieping in specifieke patiënten problematiek in deze velden is er ook aandacht voor het aansturen en bewaken van het primaire proces in het desbetreffende veld. De vertaling van de competenties in het opleidingsprofiel vindt plaats in de lijn deeltaken, beroepsrollen, competenties, kennis, vaardigheden en persoonskenmerken. Dit alles wordt omgezet naar binnen- en buitenschoolse leertaken. Een derde consequentie is het gegeven dat we bij de studenten (en het docentencorps) een kritische houding wensen te ontwikkelen, kritisch naar onszelf, elkaar en naar de ontwikkelingen in het beroep. Het ontwikkeling van EBP is een belangrijk ankerpunt voor het curriculum. We faciliteren studenten om gefundeerde kennis, procedures en inzichten te leren en verder te ontwikkelen. Een permanente vraaghouding van “waarom doe je zaken zo en niet anders” legt de basis voor een permanente Uitvoeringsregeling OER HZ opleiding HBO Verpleegkunde – voltijd/synopsis zonder leerdoelen – v 1.0 2013 05 27 vastgesteld cvb: 26/08/2014 advies opleidingscommissie: 13/06/2014

9

verantwoording. Dit kritische denken vindt haar basis ook in het specifieke bachelor niveau, zoals verwoord in de Dublin Descriptoren. Een laatste consequentie is het gegeven dat we in het curriculum uitgaan van het gezonde, ook vanuit het perspectief van de student. In het vak verpleegkunde is dat ook een vitaal uitgangspunt. Dat houden we dan ook vast in onze bejegening naar de student. Dat verklaart ook de plaats van de ondersteunende vakken in het curriculum en de plaats van de integrale leerlijn. Hierin wordt de beroepspraktijk direct geïntegreerd met het binnen- en buitenschools curriculum. Hieronder ligt de visie die we eerder verwoorden, o.a. de holistische visie, de belevingsgerichte zorg als hulpverleningsmodel en de aandacht voor de diversiteit en dynamiek van de omgeving. De mens als open systeem met zijn omgeving. De mens steeds in relatie met de veranderingen in de maatschappij. Gericht op het leerporces van de student die wordt voorbereid om zich deze dynamiek eigen te maken: door een toename van zelfsturing en zelfverantwoordelijkheid. Het zijn processen die we als parallel zien in het begeleidingsproces verpleegkundige – cliënt. Dit alles willen we gestalte geven in een permanente dialoog met het beroepenveld, waarin de typering dialoogsturing ook meer passend is dan vraagsturing. 2.2.2

Competenties (art 3.2 OER HZ) Wat moet een bachelor – verpleegkundige weten en kunnen om het beroep goed uit te oefenen? Allereerst hebben we rekening te houden met de geldende weten regelgeving (zie hiervoor de desbetreffende documenten). Binnen dit kader is de beroepsinhoudelijke visie (Pool et al., 2001) verder uitgewerkt. Domeinen en domeinspecificaties Verpleegkundigen moeten deskundig zijn in drie domeinen: 1. Domein: zorg Domeinspecificatie: - Zorg voor zieken, gehandicapten en stervenden. - Individuele en preventieve preventie. - GVO. 2. Domein: organisatie van zorg. Domeinspecificatie: - Zorgprogrammering. - Verpleegbeleid. - Werkbegeleiding. - Kwaliteitszorg. 3. Domein: beroep. Domeinspecificatie: - Beroepsinnovatie. - Deskundigheidsbevordering.


10

Rollen. Het karakteristieke van de bachelor - verpleegkundige wordt zichtbaar in de rollen zorgverlener, regisseur, ontwerper, coach en beroepsbeoefenaar. Daarnaast worden de competenties waartoe de student wordt opgeleid bepaald door de visie op verplegen. Zorgverlener De grootste verandering voor de verpleegkundige van de toekomst liggen in een verschuivend takenpakket tussen artsen en verpleegkundigen. Een tweede belangrijke verandering is dat zorg niet rondom medische specialismen wordt georganiseerd, maar rondom de patiënt. Dat heeft tot gevolg dat de rol van zorgverlener niet alleen kan bestaan uit technisch goede zorgverlening, maar dat verpleegkundige ook verantwoordelijkheid draagt voor het budget dat beschikbaar gesteld is. De derde verandering is dat de patiënt een andere plaats heeft in het gezondheidszorgsysteem. De verpleegkundige heeft de wil en de deskundigheid om vanuit een samenwerkingsmodel de patiënt te helpen, en zo nodig op te treden als ‘advocaat’. De rol van zorgverlener op bachelor niveau zal eraan bijdragen, dat de basisverpleegkunde een zorgverlening is die gericht is op de kwaliteit van leven van de patiënt, waarbij gebruik gemaakt wordt van wetenschappelijke inzichten en praktijkkennis. Vanuit deze rol neemt de verpleegkundige stelling, als een herstructurering van de werkprincipes leidt tot een organisatie- of professiegerichte zorg (kantoorverpleegkunde) in plaats van een patiënt- of cliëntgerichte zorg. Deze rol vraagt tenminste van de verpleegkundige dat zij in staat is met de morele problemen van de dagelijkse zorgpraktijk op een goede manier om te gaan. Het vraagt ook dat zij in staat is haar technische competenties te verbinden met morele competenties. En tenslotte is zij in staat de rol van zorgverlener te combineren met de verschillende rollen die in deze karakteristiek zijn beschreven. Regisseur De verpleegkundige treedt op als zorgcoördinator of als casemanager. Afhankelijk van de sector waar de verpleegkundig werkt, zal de nadruk liggen op zorgcoördinatie of op casemanagement. Het zou te ver voeren om de verschillen tussen beide in deze publicatie te behandelen. Hierover bestaat voldoende literatuur. In beide gevallen is het bereiken en bewaken van continuïteit een belangrijk doel. Hoe de rollen verder ook worden ingevuld, het blijkt dat het in ieder geval gaat om het organiseren van een samenhangend pakket van zorg rond een bepaalde patiënt of cliënt. Deze rol vraag dat de verpleegkundige de gezondheidszorg als politiek en maatschappelijk systeem begrijpt, de patiënt of cliënt in zijn omgeving kan begrijpen. Het vraagt ook dat zij grensoverschrijdend kan werken, dat wil zeggen over de grenzen van het eigen beroep, het eigen team, de eigen organisatie. De rol vraagt vaak bemiddelen en onderhandelen. De verpleegkundige heeft gevoel voor de relatie tussen materiële en immateriële zaken die met ziekte en zorg te maken hebben.


11

Wil casemanagement of zorgcoördinatie werkelijk zijn doel bereiken, dan is continuïteit van zorg een onvoldoende criterium, als deze niet is geënt op de kwaliteit van leven van de patiënt of cliënt. De term management dient in deze context niet opgevat te worden zoals in organisaties gebruikelijk is. De coördinator of casemanager zijn geen lijnfunctionaris met de daarbij behorende macht. De term is beter op te vatten als begeleiden en organiseren. De rol van coördinator zal vaak het individuele zorgplan overstijgen. Het handelen kan op het niveau van een team, op het niveau van een instelling en op het niveau van een regio liggen. Om de rol van coördinator te vervullen dient de verpleegkundige te beschikken over een groot scala van sociale vaardigheden, onderhandelingsvaardigheden, overtuigingskracht, inzicht in de sociale kaart en een grote dosis wil en durf om doelen te bereiken. Ontwerper Deze rol richt zich vooral op innovatie en kwaliteitsverbetering. Het gaat om het ontwerpen en implementeren van veranderingsvoorstellen, waarbij de zorg het leidend principe is. Het kan gaan om de verandering of verbetering van de zorginhoud, het zorgproces of de procedures hiervoor. De verpleegkundige werkt op een proactieve wijze mee aan het verbeteren en vernieuwen van de zorg. Zij bedenkt nieuwe oplossingen voor problemen, en doet suggesties voor nieuwe aanpakken. Zij bedenkt methoden, technieken en systemen. Deze worden dan vertaald in voorstellen voor het individuele verpleegbeleid of een zorgprogramma. Zij maakt hierbij gebruik van informatie uit verschillende bronnen, zoals wetenschappelijk onderzoek, vakliteratuur en kennis uit andere disciplines. Het ontwikkelen van protocollen en implementatie hiervan, het gebruiken van wetenschappelijk onderzoek in de praktijk behoort evenzo tot deze rol. Het ontwerpen kan een specifiek beroepsinhoudelijk deel van de zorgverlening betreffen, maar het kan ook gaan om een multidisciplinaire aanpak van een probleem. Coach Het meest kenmerkende van de rol als coach is het stimuleren en motiveren en het geven en ontvangen van feedback. Een coach kan worden gezien als een raadgever, een gids, een mentor. Quinn e.a. onderkennen een aantal functies aan deze rol. Ten eerste het counselen, dat mensen helpt hun problemen en mogelijk oorzaken daarvan beter te omschrijven, en het helpt bij het verkrijgen van inzicht in eigen gevoelens en gedrag. Vervolgens het mentorschap, dat mensen helpt bij het ontwikkelen van hun ‘politiek’ inzicht, het proactief ingrijpen in de eigen carrière, en het vergroten van de inzet voor het gestelde doel. Daarnaast maakt onderrichten ook deel uit van de rol als coach. Onderrichten leidt tot een grotere vaardigheid waardoor mensen zich sneller ontwikkelen tot expert. Confronteren is nog een belangrijk onderdeel omdat het de prestatieverwachtingen verheldert en de prestatie kan verbeteren. De rol van coach kent vele elementen. Soms is deze rol meer impliciet. Dit is vooral het geval als er wordt gesproken over het vervullen van een voorbeeldfunctie. Deze rol kan echter ook heel expliciet worden vervuld. Hierbij kan worden gedacht aan het begeleiden en inwerken van nieuwkomers op een afdeling. Maar ook het (bege)leiden van intervisiebijeenkomsten of reflectiebijeenkomsten behoort tot deze rol. De rol van coach is een essentiële rol daar waar het gaat om het leren op de werkplek. Uitvoeringsregeling OER HZ opleiding HBO Verpleegkunde – voltijd/synopsis zonder leerdoelen – v 1.0 2013 05 27 vastgesteld cvb: 26/08/2014 advies opleidingscommissie: 13/06/2014

12

Beroepsbeoefenaar Als beroepsbeoefenaar is de verpleegkundige lid van een beroepsgroep, die haar bepaalde verplichtingen oplegt. Zij houdt zich aan de beroepscodes en codes van ethiek. Als individu draag zij ook beroepswaarden uit. Van de bachelor verpleegkundige mag worden verwacht dat zij op een proactieve manier meewerkt aan het formuleren van waarden en het ontwikkelen van strategieën om deze waarden te realiseren. De verpleegkundige heeft de wil, de kennis en creëert mogelijkheden om aan een continue kwaliteitsverhoging van de beroepsuitoefening te werken. Rantsoenering van zorg vraagt van de beroepsgroep dat zij strategieën ontwikkelt hoe hier mee om te gaan. Het vraagt ook dat zij haar beroep eerst en vooral normatief omschrijft en vervolgens technisch. Het ideaal van zorgen houdt de belofte in dat de beroepen in de gezondheidszorg zich zullen verenigen in het oplossen van ethische dilemma’s die door rantsoenering strategieën in de gezondheidszorg zijn opgeroepen (ICN, 1996). De rol van beroepsbeoefenaar impliceert dat de verpleegkundige haar competenties aanwendt om tot een professionalisering te e komen die past bij de ontwikkelingen van de 21 eeuw. Op basis van deze rollen, die niet uitputtend zijn beschreven, kunnen centrale en zorgcategorie gerelateerde competenties worden afgeleid, die specifiek zijn voor de bachelor - verpleegkundige. Van belang is ook dat we ons realiseren dat in de beroepspraktijk genoemde rollen duidelijk met elkaar samenhangen. Echter de rol van zorgverlener staat centraal. De overige rollen (één of meerdere) zijn in een bepaalde beroepssituatie ondersteunend dan wel aanvullend op die centrale rol. Ook bij de ontwikkeling van het format voor de cursussen is met die samenhang van de rollen rekening gehouden.


13

Kerncompetenties. Voor de centrale rollen zijn 12 kerncompetenties geformuleerd. Rol

Kerncompetenties

Zorgverlener

Regisseur

Ontwerper

Coach

1.

Om de last van ziekte, handicap of sterven te verlichten verleent de bachelorverpleegkundige op professioneel verantwoorde wijze verpleegkundige zorg op menselijke maat.

2.

Om risico’s voor de gezondheid en complicaties van onderzoek of behandeling te verminderen, past de bachelorverpleegkundige primaire, secundaire en tertiaire preventie toe.

3.

Om de gezonde leefstijl bij patiënten en hun familieleden te bevorderen geeft de bachelorverpleegkundige op basis van een programmatische aanpak informatie, voorlichting en advies aan individuen en groepen.

4.

Om de zorg te laten verlopen als een continu integraal proces dat gericht is op het welzijn van de zorgvrager coördineert de bachelorverpleegkundige de zorg.

5.

Om te zorgen dat de doelen van een preventieprogramma worden gerealiseerd, coördineert de bachelorverpleegkundige de afgesproken activiteiten.

6.

Om verpleegkundige deskundigheid te waarborgen in een integrale aanpak van zorg, behandeling en voorlichting werk de bachelorverpleegkundige mee aan de ontwikkeling en vaststelling van nieuwe zorgprogramma’s.

7.

Om de zorgverlening op de afdeling zo efficiënt, effectief en goed mogelijk op de afdeling te laten verlopen, levert de bachelorverpleegkundige een bijdrage aan het tot stand komen van het verpleegbeleid.

8.

Om de kwaliteit van de zorg te bewaken en te waarborgen participeert de bachelorverpleegkundige in het ontwerpen van kwaliteitszorg op afdelingsniveau.

9.

Om de doelen van het verpleegbeleid en de zorgprogramma’s te realiseren kan de bachelorverpleegkundige andere verpleegkundigen en verzorgenden helpen en steunen bij het uitvoeren van de vastgestelde taken en functies.

10. Om stagiaires en collega - verpleegkundigen en -verzorgenden te steunen in hun professionele identiteit, staat de bachelorverpleegkundige de collega met raad en daad ter zijde.


14

Beroepsbeoefenaar

11. Om het beroep van de verpleegkundige te ontwikkelen tot een professie die aansluit bij maatschappelijke ontwikkelingen van de eenentwintigste eeuw, vervult de bachelorverpleegkundige een actieve rol in de vernieuwing van het beroep en het bevorderen van het beroepsbewustzijn. 12. Om de kwaliteit van het verpleegkundig beroep op het vereiste peil te houden zodat het kan voldoen aan de maatschappelijke criteria, werkt de bachelorverpleegkundige actief mee aan de bevordering van de deskundigheid van de beroepsgroep.

De kerncompetenties zijn verder geconcretiseerd in deeltaken. De deeltaken beschrijven het gedrag van de verpleegkundige bij de verschillende kerncompetenties. Hiervoor is het competentieprofiel VAZ gebruikt. 2.2.3

Competenties (art 3.2 OER HZ)

Beschrijving van de competentie van de opleiding: 1 Kerncompetentie 1

Om de last van ziekte, handicap of sterven te verlichten, verleent de bachelor verpleegkundige op een professioneel verantwoorde wijze verpleegkundige zorg op menselijke maat.

2

3

1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7a 1.7b 1.7c 1.8 1.9 1.10

Betrokkenheid tonen voor de patiënt en zijn situatie. Een professionele samenwerkingsrelatie aangaan. Een assessment (behoeftepeiling) doen. Principes van evidence based handelen toepassen. Planmatig werken. Verslaglegging. Basiszorg bieden. Geïntegreerde psychosociale zorg verlenen. Medisch technische zorg regelen. Morele handelingen, mentale handelingen en technische handelingen integreren. Spanningen tussen de behoeften/ belangen van de diverse patiënten hanteren. Informatietechnologie.

2.1 2.2 2.3 2.4

Een klimaat scheppen waarin preventie kan gedijen Op een professionele wijze prognoses geven over de risico’s die een zorgvrager loopt. Gerichte keuzes maken uit verschillende beïnvloedingsmethoden. Vroegtijdig en proactief interventies uitvoeren, zo mogelijk gebaseerd op wetenschappelijke inzichten. Gebruik maken van interventiemethoden die de zorgvragers stimuleren tot gewenst gedrag. De omgeving beïnvloeden waardoor deze veiliger wordt Uitvoering geven aan collectieve preventiemaatregelen.

Kerncompetentie 2 Om risico’s voor de gezondheid en complicaties van onderzoek of behandeling te verminderen, past de HBO- verpleegkundige primaire, secundaire en tertiaire preventie toe

2.5 2.6 2.7

Kerncompetentie 3 Om een gezonde leefstijl van patiënten en hun familieleden te bevorderen geeft de bachelor verpleegkundige op basis van een programmatische aanpak informatie, voorlichting en Uitvoeringsregeling OER HZ opleiding HBO Verpleegkunde – voltijd/synopsis zonder leerdoelen – v 1.0 2013 05 27 vastgesteld cvb: 26/08/2014 advies opleidingscommissie: 13/06/2014

15

advies aan individuen en groepen. 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9 3.10 3.11 4

Kerncompetentie 4 Om de zorg te laten verlopen als een continu en integraal proces dat is gericht op het welzijn van de zorgvrager coördineert de bachelor verpleegkundige de zorg. 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8 4.9 4.10 4.11

5

Voorbeeld gedrag vertonen als werker in de gezondheidszorg. Een situatieanalyse maken op basis waarvan besloten wordt dat GVO nodig is. Programmatische voorlichting geven aan individu of groep, ondersteund door andere maatregelen. De juiste media kiezen voor voorlichting en beïnvloeding. Informatie geven op een verantwoorde manier. Zo nodig barrières wegnemen, die het de zorgvrager moeilijk maken om inderdaad wat met de informatie te doen Feitelijke informatie aan de zorgvrager verstrekken over zaken, die met onderzoek of behandeling te maken hebben. Op zodanige wijze instructie geven dat de zorgvrager het begrijpt en hij de instructie kan opvolgen Meewerken aan de uitvoering van de GVO programma’s. Op een methodisch verantwoorde manier groeps en individuele voorlichting geven en daarbij met verschillende GVO modellen werken Samenwerken met professionals, patiënten, voorlichters en patiënten-, cliënten- en consumenten organisaties

Rekening houden met de rechten en plichten van de zorgvrager. Behoefte aan coördinatie inschatten. Maatregelen te treffen zodat wordt voorkomen, dat de zorgvrager iedere keer opnieuw zijn verhaal moet vertellen Maatregelen treffen zodat wordt voorkomen dat de zorgvrager van het kastje naar de muur wordt gestuurd Ervoor zorgen dat de juiste activiteiten op het juiste moment door de juiste personen worden verricht. Op een proactieve wijze concrete aanwijzingen geven aan zorgvragers, familieleden en zorgverleners over de mensen en middelen, die aangewend moeten worden om de zorg te realiseren Overlap in de activiteiten voorkomen De juiste instellingen en personen op het juiste moment inschakelen Zo communiceren met andere professionals en de zorgvrager, dat deze mogelijke verwarringen in verwachtingen opheft. De regie voeren in gespecialiseerde, multidisciplinaire behandel teams voor zorgvragers met een chronische en/of complexe aandoening zowel Zowel de zorgvragers als collega’s en andere betrokken hulpverleners inhoudelijk op de hoogte brengen van de uitkomsten van multidisciplinair overleg

Kerncompetentie 5 Om te zorgen dat de doelen van een preventieprogramma worden gerealiseerd, coördineert de bachelor verpleegkundige de afgesproken activiteiten. 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8 5.9 5.10

Leiding geven aan de uitvoering van vastgestelde programma’s. Samenwerken met andere disciplines Activiteiten organiseren. Cursussen organiseren. Mensen aanspreken op het nakomen van afspraken. Deelnemen aan multidisciplinair overleg. Voorlichting en andere preventieve activiteiten inhoudelijk op elkaar afstemmen GVO materiaal ontwikkelen en toepassen Meewerken aan wetenschappelijk onderzoek Activiteiten evalueren


16

5.11 6

6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6 6.7 6.8 6.9 6.10 6.11 6.12 7

Rekening houden met de waarden van de zorggebruiker Kritisch het eigen vakgebied beoordelen. Oplossingen voor individuele en groepsvraagstukken bedenken. Oplossingsrichtingen formuleren voor dagelijkse problemen Verpleegmodellen toepassen Vakinhoud naar dagelijks handelen vertalen De dagelijkse ergernissen en dagelijkse uitdagingen expliciet maken Beroepswaarden uitdragen Rekeningen houden met de waarden van de zorgvragers bij afdelingsontwikkeling Continue de eigen werkstijl en afdeling willen en durven veranderen Openstaan voor ontwikkelingen binnen de organisatie

Kerncompetentie 8 Om de kwaliteit van de zorg te bewaken en te waarborgen participeert de bachelor verpleegkundige in het ontwerpen van kwaliteitszorg op afdelingsniveau 8.1 8.2 8.3 8.4 8.5 8.6 8.7

8.8 8.9 8.10 8.11 9

Werken vanuit een doelgroepenaanpak. Expertise over de doelgroep gebruiken Rekening houden met de rechten en plichten van de doelgroep. Multidisciplinair werken De eigen vakdeskundigheid beknopt en concreet verwoorden De grenzen van de eigen vakdeskundigheid kennen en ermee omgaan Openstaan voor deskundigheid van andere disciplines Feedback geven en ontvangen De effectiviteit en efficiency van zorgarrangementen evalueren. Bondig mondeling en schriftelijk formuleren Beleidsmatig werken Zorgen voor continuering van het zorgprogramma bij overdracht van de zorg voor een patiënt aan een ketenpartner

Kerncompetentie 7 Om de zorgverlening op de afdeling zo efficiënt, effectief en goed mogelijk op de afdeling te laten verlopen, levert de bachelor verpleegkundige een bijdrage aan het tot stand komen van het verpleegbeleid 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 7.6 7.7 7.8 7.9 7.10 7.11

8

Feedback geven.

Kerncompetentie 6 Om verpleegkundige deskundigheid te waarborgen in een integrale aanpak van zorg, behandeling en voorlichting werkt de bachelor verpleegkundige mee aan de ontwikkeling en vaststelling van nieuwe zorgprogramma’s.

Initiatieven nemen voor kwaliteitsverbetering op afdelingsniveau Een bijdrage leveren aan de ontwikkeling en vaststelling van kwaliteitscriteria Een bijdrage leveren aan de ontwikkeling en vaststelling van meetinstrumenten Initiëren en meewerken aan vraag gestuurde zorgverlening Samenwerken met kwaliteitsfunctionarissen Deelnemen aan kwaliteitsgroepen met cliënten-, patiënten- en .consumentenorganisaties Voorstellen doen voor kwaliteitsverbetering door verbetering van rapportage-en registratiesystemen Voorstellen doen voor overleg gericht op verbetering van communicatie Voorstellen doen voor en participeren in de ontwikkelingen vaststelling van meetinstrumenten Meewerken aan de invoering van uitgewerkte modellen voor kwaliteitsverbetering Participeren in de ontwikkeling en vaststelling van protocollen en richtlijnen

Kerncompetentie 9 Om de doelen van het verpleegbeleid en de zorgprogramma’s te realiseren kan de bachelor verpleegkundige andere verpleegkundigen en verzorgenden helpen en steunen bij het uitvoeren van de vastgestelde taken en functies. Uitvoeringsregeling OER HZ opleiding HBO Verpleegkunde – voltijd/synopsis zonder leerdoelen – v 1.0 2013 05 27 vastgesteld cvb: 26/08/2014 advies opleidingscommissie: 13/06/2014

17

9.1 9.2 9.3 9.4 9.5 9.6 9.7 10

Inzicht vergroten over de doelgroep van zorgprogramma Het inzicht en de acceptatie vergroten van verpleegbeleid Consult geven over nieuwe werkwijzen en methoden Een voorbeeld functie geven De problemen die worden ondervonden bij de uitvoering van de taken en functies en mogelijke oorzaken daarvan beter omschrijven Inzicht in eigen gevoelens en gedrag vergroten Instructie geven over de methoden en technieken

Kerncompetentie 10 Om stagiaires en collega-verpleegkundigen en -verzorgenden te steunen in hun professionele identiteit, staat de bachelor verpleegkundige de collega met raad en daad ter zijde 10.1 10.2 10.3 10.4 10.5 10.6 10.7 10.8

11

Nieuwe collega’s inwerken De ander stimuleren en motiveren om zich te uiten over waarnemingen en gevoelens Feedback ontvangen en geven op gedrag en gevoelens. Een voorbeeldrol vervullen Reflecteren op eigen individueel en groepsgedrag Advies geven Inzicht geven in en beargumenteren van de afdelingsgewoontes Ingaan op signalen van onzekerheid

Kerncompetentie 11 Om het beroep van verpleegkundige te ontwikkelen tot een professie die aansluit bij maatschappelijke ontwikkelingen van de eenentwintigste eeuw vervult de bachelor verpleegkundige een actieve rol in de vernieuwing van het beroep en het bevorderen van het beroepsbewustzijn 11.1 11.2 11.3 11.4 11.5 11.6 11.7 11.8 11.9

12

Zich identificeren met de waarden van het beroep. De beroepswaarden in de dagelijkse praktijk uitdragen De situatie begrijpen waarin de verpleegkunde verkeert als zich professionaliserend beroep Concreet maken van weten regelgeving in de beroepspraktijk en beroepsontwikkeling Deelnemen aan professionele verenigingen en hiervan afgeleide werkgroepen en vakgroepen Verpleegkundige adviesraden opzetten en eraan deelnemen Participeren in de ontwikkeling van nieuwe classificatiesystemen, tandaarden en modellen en deze toepassen in de praktijk Participeren in verplegingswetenschappelijk onderzoek Participeren in ethische commissies

Kerncompetentie 12 Om de kwaliteit van het verpleegkundig beroep op het vereiste peil te houden zodat het kan voldoen aan de maatschappelijke criteria, werkt de bachelor verpleegkundige actief mee aan de bevordering van de deskundigheid van de beroepsgroep 12.1 12.2 12.3 12.4 12.5 12.6 12.7 12.8

2.2.4

Een levenslange leerhouding ontwikkelen en uitdragen Zelf leermogelijkheden zien en gebruiken Instrueren, adviseren en voorlichting geven over methoden, technieken, classificatiesystemen, modellen en verpleegkundige theorieën Klinische lessen bijwonen en verzorgen Het bijwonen van en een bijdrage leveren aan symposia en congressen Vakliteratuur bijhouden en deze bespreken in de praktijk Bijscholingen volgen en geven Ontwikkelen van beleidsvoorstellen met betrekking tot problemen en knelpunten van morele aard

Inrichting opleiding (art 3.3, 3.13, OER HZ)


18

Inrichting van de opleiding: Nationale naam: Internationale naam: Verleende graad: Studieduur: Studielast propedeutische fase: Studielast hoofdfase: Variant: Croho-code: Locatie: Voertaal: Datum begin accreditatie: Vervaldatum accreditatie: Associate degree: Gezamenlijke opleiding: Versneld HBO (Vwo) traject 8 7

Opleiding tot verpleegkundige Bachelor of Nursing baccalaureus (bc.) 4 jaar 60 EC 180 EC Voltijd 34560 Vlissingen Nederlands 16-02-2009 [in afwachting nieuwe data] 15-02-2015 [in afwachting nieuwe data] N.v.t. N.v.t. N.v.t. Praktijkgericht onderzoek 2 CU09322 7,5 ec

Differentiatiestage 2/afstuderen CU09428 20 ec

Innovatiecourse CU06005 7,5 ec

Begeleidingskunde en ethiek CU06007 7,5 ec

Projectcourse CU06004 7,5 ec

6

Presentatie praktijk gericht onderzoek CU09438 2,5 ec

Het praktijkgericht afstudeeronderzoek CU06006 7,5 ec

Minor 30 ec

Professionele vorming 4 (Onderzoek en Project) CU13316 5 ec

5

Klinische toepassing 3 CU13315 5 ec

Differentiatielintstage 1 CU13311 20 ec

4 3 2 1

Basisstage 2 CU08060 / CU09751 30 EC

Medische wetenschappen 3 CU08765 7,5 ec

Medische Wetenschap 2 CU09321 5 ec

Mensweten-schappen 2 CU08766 5 ec

Klinische toepassing 1 CU12762 2,5 ec

Verpleegtechnisch handelen 3 CU08824 2,5 EC

Menswetenschappen 1b CU12484 2,5 ec

Professionele vorming 3 CU08764 7,5 EC

Professionele Vorming 2 CU07759 5 ec

Mensweten-schappen 1 CU07248 2,5 ec

Verpleegtechnisch handelen 1 CU08831 2,5 ec

Conceptuele leerlijn

Professionele vorming / SLC

Vrije compositieruimte

Minor

Trainingpracticum leerlijn

Integrale leerlijn

Engels

Stage

Medische Wetenschap 1 CU07247 5 ec

Klinische toepassing 2 CU11760 2,5 EC

Verpleegtechnisch handelen 2 CU9002 2,5 ec

Professionele vorming 1 CU07250 7,5 ec

Sociale Vaardigheden 2 CU08795 2,5 EC

Sociale Vaardigheden 1b CU12761 2,5 ec

Engels CU14162 1,25 ec

Engels CU14163 1,25 ec

Sociale Vaardigheden 1 CU07515 2,5 ec

Vrije compositie ruimte VCCU05995 1,25 EC

Vrije compositie ruimte VCCU05997 1,25 ec

Basisstage 1A CU12003 7,5 ec

Vrije compositie ruimte VCCU05997 1,25 EC

Basisstage 1B CU12442 7,5 ec

Vrije compositie ruimte VCCU05995 1,25 ec

Legenda


19

2.2.4

Cursussen propedeutische fase (art 3.5, 3.11 OER HZ)

Semester 1 CU07247 Titel: Medische Wetenschappen 1 Voorwaarden voor deelname: n.v.t.

Aantal EC’s: 5

Verplicht: ja

Voertaal: NL

Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets): n.v.t. Beknopte beschrijving van cursusinhoud: In deze cursus medische wetenschappen 1 staat kennis van het menselijk lichaam centraal. Deze cursus is opgesplitst in twee vakgebieden, te weten: anatomie/ fysiologie en pathologie. Deze cursus is een onderdeel van een leerlijn die in de basisjaren (leerjaar 1 en 2) steeds op dezelfde wijze wordt aangeboden. Bij het vakgebied anatomie gaan we in op de bouw van het menselijk lichaam en het functioneren van het menselijk lichaam (fysiologie genoemd). Bij het vakgebied pathologie ga je kennis opdoen over het verschil tussen fysiologische (normale, natuurlijke) verschijnselen en pathologische (ziekte-) verschijnselen. Door middel van zelfstudie en colleges ga je met de leerstof aan de gang. Toets nr

Vorm

M 1 2 3

S X X X

A

Vorm Kennistoets Anatomie & Fysiologie Kennistoets Pathologie Kennistoets Anatomie & Fysiologie & Pathologie

Inhoud

Wegings factor

Bodemcijfer

Planning toets in week

Inzage Planning werk (< 10 herkansing werkdagen in week na ontvangst cijfer)

Inzage herkansing in week

Dt 1.7a Dt 1.7a Dt 1.7a

33 % 33 % 34 %

5.5 5.5 5.5

44 44 4

46 46 6

4 4 16/17


2 2 14/15

20

CU07248 Titel: Menswetenschappen 1 (MW1a) Voorwaarden voor deelname: n.v.t.

Aantal EC’s: 2.5

Verplicht

Voertaal: NL

Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets): opdrachtendossier is ingeleverd Beknopte beschrijving van cursusinhoud: In de beroepspraktijk worden hbo-verpleegkundigen geconfronteerd met complexe verpleegsituaties. De complexiteit van deze situaties vraagt van verpleegkundigen het vermogen om vanuit verschillende perspectieven situaties te analyseren en, met gebruikmaking van onderbouwde theorieën en interventies, samen met de cliënt mogelijke oplossingen voor hun gezondheidsproblemen te vinden. De cursus menswetenschappen 1b bereidt de student hierop voor door vanuit het kennisgebied van de psychologie, uitgangspunten, kennis en theorieën aan te bieden. De thema’s en onderwerpen die in deze cursus aan bod komen zijn: gedrag & invloeden op het gedrag, persoonlijkheid, leerprocessen, motivatie, attitude en perceptie. Toets nr

Vorm

1

M

S X

2

X

A

Vorm Meerkeuze vragen 40 vragen Rapportage verslag (is opdrachtendossier)

Inhoud

Wegings factor

Bodemcijfer


Inzage Planning Inzage werk (< 10 herkansing herkansing werkdagen in week in week na ontvangs cijfer)

Dt 1.1, Dt 1.2, LD 3.6, 4.1, 4.5, 4.6, 4.8 Dt 1.1, Dt 1.2, LD 3.6, 4.1, 4.5, 4.6, 4.8

50%

5.5

44

46

2

4

50%

5.5

44

46

2

4


21

CU12003 Titel: Basisstage 1a Voorwaarden voor deelname: Stageleerplan

Aantal EC’s: 7,5

Verplicht

Voertaal: NL

Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets): presentielijst, logboek, reflectiegesprekken en opdrachtendossier hebben ingeleverd Beknopte beschrijving van cursusinhoud: De basisstages in het eerste leerjaar hebben een oriënterend karakter op de verpleegkundige beroepsuitoefening, de relatie tussen de patiënt en verpleegkundige en de verpleegkundige basiszorg. Toets nr

Vorm

M 1

S

A X

Vorm Werkplekassessment

Inhoud

Wegings factor

Bodemcijfer



Deeltaken 1.1, 1.2, 1.3, 1.5, 1.6, 1.7a, 1.7b, 2.1, 2.6, 3.1, 3.5, 3.8, 10.3, 10.4, 10.5, 11.1, 12.1, 12.2

100%

5.5

50

52


10

12

22

CU08831 Titel: Verpleegtechnisch handelen 1 Voorwaarden voor deelname: n.v.t.

Aantal EC’s: 2,5

Verplicht

Voertaal: NL

Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets): Voor de formatieve kennis- en vaardigheidstoets geldt een aanwezigheidsplicht en deelname van 100%. Beknopte beschrijving van cursusinhoud: In deze cursus komen vaardigheden aan bod rondom de thema’s infectiepreventie, persoonlijke hygiëne, beweging, observatietechnieken, voeding en uitscheiding. Je bereidt de lessen voor door de studieopdrachten te maken, de werkwijze filmpjes te bekijken en protocollen van de vaardigheden te bestuderen. Je maakt hierbij gebruik van kennis uit de pathologie en de anatomie lessen. Op deze manier krijg je inzicht over de wijze waarop de vaardigheden worden uitgevoerd. Tijdens de praktijklessen worden de vaardigheden toegelicht en gedemonstreerd door de docent en/of student. Op het rooster zijn naast de begeleide uren met de docent trainingen gepland die worden. Toets nr

Vorm

M 1

S

A x

Vorm Vaardigheidstoets

Inhoud

Wegings factor

Bodemcijfer


Inzage Planning Inzage werk (< 10 herkansing herkansing werkdagen in week in week na ontvangst cijfer)

C1 Dt. 1.7a,1, 2, 3, 4, 5 ,6, 7

100%

5.5

4

6


14/15

16/17

23

CU07250 Titel: Professionele Vorming 1 Voorwaarden voor deelname: n.v.t.

Aantal EC’s: 7,5

Verplicht

Voertaal: NL

Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets): SLC portfolio ingeleverd conform eisen studenthandleiding: aanwezigheid POP/PAP, aanwezigheid plan m.b.t. VCC en een schets van je persoonlijke uitgangssituatie Beknopte beschrijving van cursusinhoud: In deze cursus zetten we de eerste stappen op weg naar het beroep van de Verpleegkundige. e Binnen de cursus ga ja vanaf de 1 dag aan de slag met het leren leren op HBO niveau en de inhoud van het beroep Verpleegkundige. Door een verkenning in de theorie en praktijk krijg je een duidelijk beeld over de inhoud van de opleiding en het beroepsperspectief. Aan de orde komen: leervaardigheden, opleidingskaders, beroepskaders en werkveldkaders die in de lessen met voorbeelden uit de praktijk aangereikt en geoefend worden. Het systematisch oplossen van praktijkproblemen die zorgvragers hebben, krijgt zowel naar de methodiek als inhoud in deze cursus ruime aandacht. Er wordt uitgebreid stil gestaan bij de opbouw van de opleiding Verpleegkunde. Je maakt kennis en oriënteert je binnen deze cursus op het beroep, zowel op mico, meso als macro niveau. Daarbij wordt ook uitgebreid stil gestaan bij de verschillende werkvelden waar je als Bachelor verpleegkundige kunt gaan werken, de AGZ, GGZ en MGZ. A.d.h.v het verpleegkundig proces leer je methodisch werken. Een ander onderdeel van deze cursus is het verpleegkundig rekenen. In professionele Vorming 1 wordt met dit onderdeel gestart. Na negen cursusweken ga je vijf weken op stage. Je kunt het geleerde nu gaan toepassen in de praktijk. Tevens zul je veel van het geleerde herkennen. De opgedane ervaring tijdens je stage kun je weer toe gaan passen wanneer je weer terug bent op school. Op deze wijze sluiten theorie en praktijk nauw op elkaar aan.


24

Toets nr

Vorm

1

M

S X

2

X

A

Vorm Opdrachtendossier K I

Kennistoets K I

Inhoud

Wegings factor

Bodemcijfer



Dt1.3, Dt1.5, Dt1.6, Dt1.7a, Dt1.10, Dt2.1, Dt2.6, Dt10.4, Dt11.1, Dt11.2, Dt12.2, Dt12.6 Dt1.3, Dt1.5, Dt1.6, Dt1.7a, Dt1.10, Dt2.1, Dt2.6, Dt10.4, Dt11.1, Dt11.2, Dt12.2, Dt12.6

100%

afvink

4

6

14

16

100%

5.5

4

6

14/15

16/17


25

CU07515 Titel: Sociale Vaardigheden 1 Voorwaarden voor deelname: n.v.t.

Aantal EC’s: 2,5

Verplicht

Voertaal: NL

Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets): Voor de practicumbijeenkomsten geldt een aanwezigheidsplicht van 100%. Opnames van twee tijdens de cursus gevoerde oefengesprekken. Beknopte beschrijving van cursusinhoud: Verpleegkundigen zijn vaak met cliënten in gesprek en om gesprekken goed te doen verlopen, dienen verpleegkundigen over de juiste houding en vaardigheden te beschikken. Kennis van de eigen kwaliteiten is van belang en reflecteren op de eigen ervaringen draagt daar aan bij. In deze cursus bestudeer en train je de basale, elementaire vaardigheden: waarnemen en interpreteren, non-verbaal gedrag, luisteren, samenvatten en parafraseren, vragen stellen, concretiseren, omgaan met meningen en gevoelens, feedback en assertief reageren. Deze vaardigheden vormen een fundament voor het verwerven van specifieke en gesprek regulerende vaardigheden in volgende cursussen. Je leert ook te reflecteren. De reflectiecyclus van Korthagen wordt daarbij als uitgangspunt genomen. Toets nr

Vorm

M 1

S X

A

Vorm Reflectieverslag simulatiegesprek elementaire sociale vaardigheden

Inhoud

Wegings factor

Bodemcijfer



DT 1.1; 1.2; 1.3; 1.7a; 1.7b; 3.8; 10.3

100%

5.5

44

46


2

4

26

VCCU05995 Titel: Vrije Compositie Cursus Voorwaarden voor deelname: n.v.t.

Aantal EC’s: 1.25

Verplicht

Voertaal: NL

Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets): n.v.t. Beknopte beschrijving van cursusinhoud: Om het bachelordiploma te kunnen behalen volg je major-, minoren PC-cursussen. De inhoud ervan ligt vast en er is vastgesteld wat je moet kunnen om ze met een voldoende af te sluiten. Bij de Vrije Compositie Cursus ligt het doel telkens vast, maar jouw opleiding stelt je in de gelegenheid binnen bepaalde grenzen en in overleg met jouw studieloopbaancoach zelf te bepalen welke competenties (wat) je wanneer (semester) en in welke mate (niveau) en op welke manier (hoe) wilt verwerven dan wel versterken. De activiteiten die je wil gaan ondernemen moeten aantoonbaar bijdragen aan jouw ontwikkeling tot competent beroepsbeoefenaar. Je legt de activiteiten, de doelen en het niveau ervan vooraf vast in je VCC-POP en je toont na afloop aan dat je de afgesproken doelen behaald hebt. Bij het samenstellen van de VCC kies je een activiteit uit een van de volgende zes categorieën: bestuursactiviteiten, voorlichtings- & promotieactiviteiten, sociale & culturele activiteiten, begeleidingsactiviteiten, projectactiviteiten, trainingsactiviteiten. Toets nr

Vorm

M 1

S

A X

Vorm Verantwoordingsformulier VCC

Inhoud

Wegings factor

Bodemcijfer



n.v.t.

100%

5.5

n.v.t

n.v.t


n.v.t

n.v.t

27

CU14162 Titel: English for Nursing 1 Voorwaarden voor deelname: n.v.t.

Aantal EC’s: 1,25

Verplicht

Voertaal: EN

Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets): Plaatsingstoets, aanwezigheid (80%), deelname (online opdrachten) Beknopte beschrijving van cursusinhoud: This English language course prepares students for practical professional contexts, targeting the four main skills (reading, writing, speaking and listening), paying special attention to applying these skills to realistic and practical situations for nurses. This course is followed by English for Nursing 2. Toets nr

Vorm

M

S

A

1

X

X

Werkstuk (mondeling of schriftelijk)

2

X

X

Werkstuk (mondeling of schriftelijk)

Inhoud

Wegings factor

Bodemcijfer



B1/B2 spreek- en schrijfvaardigheid B1/B2 spreek- en schrijfvaardigheid

50%

55

Nee

50%

55

Nee

Op afsprak Op afsprak

Vorm


Open Open

Op afsprak Op afsprak

28

Semester 2 CU09321 Titel: Medische Wetenschappen 2 Voorwaarden voor deelname: n.v.t.

Aantal EC’s: 5

Verplicht: ja

Voertaal: NL

Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets): n.v.t. Beknopte beschrijving van cursusinhoud: In deze cursus medische wetenschappen 1 staat kennis van het menselijk lichaam centraal. Deze cursus is opgesplitst in twee vakgebieden, te weten: anatomie/ fysiologie en pathologie. Deze cursus is een onderdeel van een leerlijn die in de basisjaren (leerjaar 1 en 2) steeds op dezelfde wijze wordt aangeboden. Bij het vakgebied anatomie gaan we in op de bouw van het menselijk lichaam en het functioneren van het menselijk lichaam (fysiologie genoemd). Bij het vakgebied pathologie ga je kennis opdoen over het verschil tussen fysiologische (normale, natuurlijke) verschijnselen en pathologische (ziekte-) verschijnselen. Door middel van zelfstudie en colleges ga je met de leerstof aan de gang. Toets nr

Vorm

M 1 2

S X X

A

Vorm Kennistoets Anatomie & Fysiologie Kennistoets Pathologie

Inhoud

Wegings factor

Bodemcijfer



Dt 1.7a Dt 1.7a

50 % 50 %

5.5 5.5

23 23

25 25


26 26

28 28

29

CU012762 Titel: Klinische Toepassing 1 Voorwaarden voor deelname: n.v.t.

Aantal EC’s: 2,5 EC

Verplicht

Voertaal: NL

Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets): Verplichte aanwezigheid thema bijeenkomst Beknopte beschrijving van cursusinhoud: De cursus klinische toepassing 1 is een integrale leerlijn met toepassingsopdrachten. Hierbij staat het toepassen van kennis uit de andere leerlijnen centraal. De opdrachten zijn toegespitst op het verpleegkundig proces. Binnen deze cursus staat een casus centraal. Je gaat een verpleegplan maken, en maakt kennis met een verpleegkundig dossier. Je gaat (verpleegkundige) formulieren gebruik en het dossier hiermee vullen. Het dossier en de formulieren zijn voorbeelden welke gebruikt worden in het ADRZ. N.a.v. de casus ga je ook een film maken waarin je een onderdeel uit de casus naspeelt en een aantal verpleegtechnische vaardigheden en sociale vaardigheden laat zien. Verder komt het “thema sterven en rouw” aan bod. Dit thema zal verzorgd worden door medewerkers (verpleegkundigen) van een hospice. Aanwezigheid bij dit thema is verplicht. Toets nr

1 2

Vorm

M

S X

A

Vorm

X

Actieve deelname en inbreng in een film

Verpleegkundig dossier

Inhoud

Wegings factor

Bodemcijfer



Dt 1.7a, 2.1, 2.4, 2.6, 3.5, 3.8, 11.4 Dt 1.7a, 2.1, 2.4, 2.6, 3.5, 3.8, 11.4

100%

5.5

23

25

26

28

100%

5.5

23

25

26

28


30

CU12484 Titel: Menswetenschappen 1b (MW1b) Voorwaarden voor deelname: n.v.t.

Aantal EC’s: 2.5

Verplicht

Voertaal: NL

Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets): opdrachtendossier is voldaan Beknopte beschrijving van cursusinhoud: In de beroepspraktijk worden hbo-verpleegkundigen geconfronteerd met complexe verpleegsituaties. De complexiteit van deze situaties vraagt van verpleegkundigen het vermogen om vanuit verschillende perspectieven situaties te analyseren en, met gebruikmaking van onderbouwde theorieën en interventies, samen met de cliënt mogelijke oplossingen voor hun gezondheidsproblemen te vinden. De cursus menswetenschappen 1b bereidt de student hierop voor door vanuit het kennisgebied van de psychologie, uitgangspunten, kennis en theorieën aan te bieden. De thema’s en onderwerpen die in deze cursus aan bod komen zijn: gedrag & invloeden op het gedrag, persoonlijkheid, leerprocessen, motivatie, attitude en perceptie. Toets nr

Vorm

1

M

S X

2

X

A

Vorm Meerkeuze vragen 40 vragen Rapportage verslag (is opdrachtendossier)

Inhoud

Wegings factor

Bodemcijfer



Dt 1.1, Dt 1.2, LD 3.6, 4.1, 4.5, 4.6, 4.8 Dt 1.1, Dt 1.2, LD 3.6, 4.1, 4.5, 4.6, 4.8

100%

5.5

23

25

26

28

100%

5.5

23

25

26

28


31

CU07759 Titel: Professionele Vorming 2 Aantal EC’s: 5.0 Verplicht Voertaal: NL Voorwaarden voor deelname: n.v.t. Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets): SLC portfolio ingeleverd conform eisen studenthandleiding: aanwezigheid POP/PAP, aanwezigheid plan m.b.t. VCC en een schets van je persoonlijke uitgangssituatie Beknopte beschrijving van cursusinhoud: Deze cursus is een vervolg op de cursus Professionele Vorming 1. Aan de hand van casuïstiek wordt er verder gewerkt met het verpleegkundig proces. Daarbij wordt er verder gegaan met het oefenen van het verpleegkundig rekenen. Ook zal er een voorbereiding op de basisstage 1B plaatsvinden. Met gebruikmaking van het stagehandboek zullen de ins en outs van het stagelopen verder worden besproken. Toets nr

2

3

Vorm Opdrachtendossier

M

S X

X

A

Vorm Kennistoets

Rekentoets

Inhoud

Wegings factor

Bodemcijfer



Dt1.3, Dt1.5, Dt1.6, Dt1.7a, Dt.1.10, Dt2.1, Dt2.6, Dt10.4,Dt11.1, Dt11.2, Dt12.2, Dt12.6 Dt1.5, Dt1.7a

85%

5.5

23

25

26

28

15%

10

23

25

26

28


32


Aantal EC’s: 2,5

Verplicht

Voertaal: NL

Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets): Voor de formatieve kennistoets geldt een deelname van 100%. Beknopte beschrijving van cursusinhoud: In deze cursus komen vaardigheden aan bod rondom de thema’s voeding, reanimatie, de vitaal bedreigde cliënt en medicijnen. Daarnaast wordt er aandacht besteedt aan eerste hulp bij ongevallen. Je bereidt de lessen voor door de studieopdrachten te maken, de werkwijze filmpjes te bekijken en protocollen van de vaardigheden te bestuderen. Je maakt hierbij gebruik van kennis uit de cursus CU08831, de pathologie en de anatomie lessen. Toets nr

Vorm

M 1

S

A x


Inhoud

Wegings factor

Bodemcijfer



C1 Dt. 1.7.a 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7

100%

5.5

22

24


26

28

33

CU12761 Titel: Sociale Vaardigheden 1B Voorwaarden voor deelname: Actieve deelname aan CU07515 Sociale Vaardigheden 1

Aantal EC’s: 2,5

Verplicht

Voertaal: NL

Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets): Aanwezigheidsplicht van 100% Beknopte beschrijving van cursusinhoud: In deze course leer je elementaire en specifieke sociale vaardigheden toepassen in een hulpverleningsgesprek. Veel hulpverleningsgesprekken kennen een basale structuur. We maken gebruik van het EVA-model dat bestaat uit vier fasen: 1. 1 Openstaan / contact maken 2. 2 De exploratiefase 3. De verdiepingsfase 4. De actiefase. Toets nr

Vorm

1

M

S

A X

2

X

Vorm Reflectieverslag van oefenhulpverleningsgesprek Simulatie hulpverleningsgesprek

Inhoud

Wegings factor

Bodemcijfer



DT 1.1; 1.2; 1.3; 1.7a; 1.7b; 3.8; 10.3 DT 1.1; 1.2; 1.3; 1.7a; 1.7b; 3.8; 10.3

10%

5.5

20

22

25

27

90%

5.5

21, 22 of 23

23 of 24

26

28


34

CU12442 Titel: Basisstage 1b Voorwaarden voor deelname: Stageleerplan

Aantal EC’s: 7,5

Verplicht

Voertaal: NL

Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets): presentielijst, logboek, reflectiegesprekken en opdrachtendossier hebben ingeleverd Beknopte beschrijving van cursusinhoud: De basisstages in het eerste leerjaar hebben een oriënterend karakter op de verpleegkundige beroepsuitoefening, de relatie tussen de patiënt en verpleegkundige en de verpleegkundige basiszorg. Toets nr

Vorm

M 1

S

A X


Inhoud

Wegings factor

Bodemcijfer



Deeltaken 1.1, 1.2, 1.3, 1.5, 1.6, 1.7a, 1.7b, 1.10, 2.1, 2.4, 2.6, 3.1, 3.5, 3.8, 10.3, 10.4, 10.5, 11.1, 11.4, 12.1, 12.2

100%

5.5

10

n.v.t.


In overleg

n.v.t.

35

CU14163 Titel: English for Nursing 2 Voorwaarden voor deelname: n.v.t.

Aantal EC’s: 1,25

Verplicht

Voertaal: EN

Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets): Aanwezigheid (80%), actieve deelname (online opdrachten) Beknopte beschrijving van cursusinhoud: This English language course prepares students for practical professional contexts, targeting the four main skills (reading, writing, speaking and listening), paying special attention to applying these skills to realistic and practical situations for nurses. Before starting this course, students should first complete English for Nursing 1 (CU14162). Toets nr

Vorm

M

S

A

Inhoud

Wegings factor

Bodemcijfer



B1/B2 leesvaardigheid B1/B2 schrijfvaardigheid

50%

55

Nee

50%

55

Nee

Op afspraak Op afspraak

Vorm

1

X

Leestoets

2

X

Peer assessment / Werkstuk


Nee Nee

Op afspraak Op afspraak

36


Aantal EC’s: 1.25

Verplicht

Voertaal: NL


Vorm

M 1

S

A X


Inhoud

Wegings factor

Bodemcijfer



n.v.t.

100%

5.5

n.v.t.

n.v.t.


n.v.t.

n.v.t.

37

2.2.5

Cursussen hoofdfase (art 3.6, 3.11 OER HZ)

Cursussen hoofdfase regulier traject

Semester 3 CU08766 Titel: Menswetenschappen 2 (MW2) Voorwaarden voor deelname: n.v.t.

Aantal EC’s: 5

Verplicht

Voertaal: NL

Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets): 80% Aanwezigheid bij PGO, 100% aanwezigheid bij de gastcolleges en de Emergis oriëntatie dag. Beknopte beschrijving van cursusinhoud: De start van menswetenschappen 2 biedt een algemene inleiding in de psychiatrie. Het geeft een overzicht van de belangrijkste principes, welke visies op oorzaak en gevolg, visies over verplegen, classificatie en beoordeling van afwijkend gedrag, emoties en gedachten, de behandelmethoden, belangrijke wetgeving binnen de GGZ, verpleegkunde in de psychiatrie. Na deze inleiding komen de belangrijke psychiatrische stoornissen aan bod, zoals: Stress en aanpassingsstoornissen, cognitieve en stoornissen die samenhangen met het ouder worden, psycho-organische stoornissen, stoornissen door verslavende middelen, schizofrenie en andere psychosen, stemmingsstoornissen, angststoornissen, somatoforme stoornissen, persoonlijkheidsstoornissen. Daarnaast komen dissociatieve en somatoforme stoornissen, stoornissen uit de kindertijd en adolescentie aan de orde. De stoornissen worden aan de hand van de DSM IV en V classificatie, welke in de hedendaagse psychiatrie het meest gebruikt wordt, bestudeerd. Elementen uit de nieuwe DSM V worden benoemd. Kennis van kernbegrippen, behorende bij een bepaalde stoornis, praktijkvoorbeelden, de verklaring, de behandeling en het verloop van de stoornis staan hierbij centraal. De cursus is breder dan alleen de theoretische basiskennis van de psychiatrische stoornissen. De gevolgen van de stoornissen (het functioneren in maatschappelijke context, de omgang met en de verpleging van mensen met een psychiatrische stoornis komen ook aan de orde. De inhoud van de cursus wordt door middel van werkcolleges gegeven. De werkcolleges verlopen doormiddel van het PGO (Probleem Gestuurd Onderwijs). In het PGO wordt aan de hand van een taak de analyse, bestudering en verwerking van een praktijk situatie plaats. Door de rollen van voorzitter, bordschrijver en notulist, en de actieve deelname van de studenten oefenen en leren de studenten de hbo competenties (o.a.: analyseren, structureren en sociaal communicatieve vaardigheden) toe te passen. Daarnaast zijn er drie gastcolleges gepland. Bij psychosen, verslavingen en kinder en jeugdstoornissen. Uitvoeringsregeling OER HZ opleiding HBO Verpleegkunde – voltijd/synopsis zonder leerdoelen – v 1.0 2013 05 27 vastgesteld cvb: 26/08/2014 advies opleidingscommissie: 13/06/2014

38

Tijdens de cursus vindt er gedurende één dagdeel een oriëntatie in de praktijk (Psychiatrisch Centrum Emergis) plaats. Toets nr

Vorm

M 1 2

Inhoud

S X X

A

Vorm e Meerkeuze vragen 40 vragen 1 deel e Meerkeuze vragen 40 vragen 2 deel

Wegings factor

Bodemcijfer



50% 50%

5.5 5.5

45 4

47 6


14 15

16 17

39


Aantal EC’s: 2,5

Verplicht

Voertaal: NL

Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets): Voor de formatieve kennistoets geldt een deelname van 100%. Beknopte beschrijving van cursusinhoud: Deze cursus sluit aan op de cursussen vth 1 CU08831 en vth 2 CU09002 uit het eerste leerjaar. Er komen vaardigheden aan bod rondom de thema’s medicijnen, voeding, wonden, uitscheiding, infusie, vitaal bedreigd en reanimatie. Je moet de lessen voorbereiden door de studieopdrachten te maken, de werkwijze filmpjes te bekijken en protocollen van de vaardigheden te bestuderen. Je maakt hierbij gebruik van informatie uit de lijn medische wetenschap CU08765, handboeken, websites en informatie in de naslag van Skills Online. Op deze manier krijg je inzicht over de wijze waarop de vaardigheden worden uitgevoerd. Op het rooster zijn naast de begeleide uren met de docent trainingen gepland die worden begeleid door de practicum instructeur.


40

Toets nr

Vorm

1

M

S

A x


2

x

vaardigheidstoets

Inhoud

Wegings factor

Bodemcijfer



C1 Dt. 1.7a 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 Dt. 1.7c 1, 2 Dt. 1.8 1, 2, 3, 4, 5, 6 ,7 ,8 ,9, 10, 11 C2 Ld. 2.2 1, 2, 3, 4 C1 Dt. 1.7a 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 Dt. 1.7c 1, 2 Dt. 1.8 1, 2, 3, 4, 5, 6 ,7 ,8 ,9, 10, 11 C2 Dt. 2.2 1, 2, 3, 4

50%

5.5

46

48

49

51

50%

5,5

3

6

14

16


41

CU011760 Titel: Klinische Toepassing 2 Voorwaarden voor deelname: n.v.t.


Verplicht

Voertaal: NL

Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets): Aanwezigheid thema bijeenkomst Beknopte beschrijving van cursusinhoud: In deze cursus staan problemen centraal die door de student in trainingsgroepen, studiegroepen en individueel opgelost moeten worden. De opdrachten in deze cursus beschrijven levensechte situaties. In de beroepspraktijk geldt dat situaties steeds van elkaar verschillen en dat de oplossingsstrategie die in de ene situatie wel bruikbaar is, in een andere situatie niet werkt. Daarom is niet alleen het product belangrijk, ook de manier waarop jullie tot de oplossing gekomen zijn. De keuze van de methodiek en de strategie die tot oplossingen leiden, kunnen per student en per studiegroep verschillend zijn. Om de problemen op te lossen gebruiken jullie kennis en vaardigheden die je in de andere cursussen geleerd hebt. Toets nr

1

2

Vorm

M

X

S X

A

Vorm

Groepsdossier

Presentaties

Inhoud

Wegings factor

Bodemcijfer



Dt 1.3, 1.4, 1.5, 1.7, 1.8, 2.2, 2.3, 2.4, 2.5, 3.2, 3.3, 3.4, 3.5, 3.8, 3.10, 4.1, 4.2, 4.4, 4.5, 4.8, 7.5, 12.6 Dt 1.3, 1.4, 1.5, 1.7, 1.8, 2.2, 2.3, 2.4, 2.5, 3.2, 3.3, 3.4, 3.5, 3.8, 3.10, 4.1, 4.2, 4.4, 4.5, 4.8, 7.5, 12.6

50%

5.5

4

6

14

16

50%

5.5

44,47,49,3

5

14

16


42

CU08795 Titel: Sociale Vaardigheden 2 Aantal EC’s: 2,5 Voorwaarden voor deelname: Actieve deelname CU07515 Sociale Vaardigheden 1 en CU12761 Sociale Vaardigheden 2

Verplicht

Voertaal: NL

Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets): Aanwezigheidsplicht 100% Beknopte beschrijving van cursusinhoud: In de begeleiding van individuele cliënten doen zich gesprekssituaties voor met een specifiek karakter. Om diverse gesprekssituaties te kunnen hanteren is naast het trainen van specifieke vaardigheden ook het hanteren van diverse gespreksmodellen van belang. De volgende typen gesprekken met individuele cliënten komen aan de orde: het intake- of opnamegesprek het voorlichtingsgesprek het adviesgesprek en het slechtnieuws gesprek. Je leert gespreksmodellen te hanteren. Naast het leren structureren van de gesprekken, heb je aandacht voor het opbouwen van een therapeutische relatie en het respecteren van de rechten van cliënten. Toets nr

Vorm

A X

Vorm

1

M

S

2

X

Opname, peerassessment en reflectieverslag van simulatie adviesgesprek

Opname, peerassessment en reflectieverslag van simulatie voorlichtingsgesprek

Inhoud

Wegings factor

Bodemcijfer



DT 1.7b; 1.9; 2.2; 3.5; 3.6 DT 1.7b; 1.9; 2.2; 3.5; 3.6

50%

5.5

45

47

4

6

50%

5.5

4

6

15

17


43


Aantal EC’s: 1.25

Verplicht

Voertaal: NL


Vorm

M 1

S

A X


Inhoud

Wegings factor

Bodemcijfer



n.v.t.

100%

5.5

n.v.t.

n.v.t.


n.v.t.

n.v.t.

44


Aantal EC’s: 7,5

Verplicht

Voertaal: NL

Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets): n.v.t. Beknopte beschrijving van cursusinhoud: De cursus Professionele Vorming 3 (PV3) is een vervolg op respectievelijk PV 1 en PV2. In deze cursussen heb je kennis gemaakt met oa. de verschillende werkvelden van de verpleegkundige, de beroepsrollen van de Bachelorverpleegkundige, de functionele gezondheidspatronen van Gordon en het verpleegkundig proces. In aansluiting hierop ga je in PV3 je verder verdiepen in de kennis die je als verpleegkundige nodig hebt om zelfstandig besluiten te kunnen nemen en zelfstandig zorg te ontwerpen. Je leert hoe je beschikbaar wetenschappelijk onderzoek hierbij kunt gebruiken zodat er sprake is van Evidence Based Practice. Daarnaast komt tijdens deze cursus de systematiek van GVO aan bod. Een belangrijk deel van het werk van de verpleegkundige bestaat immers uit het geven van voorlichting en advies met het oog op een gezonde leefwijze. Kortom, deze cursus biedt je handvatten om als verpleegkundige verpleegsituaties te begrijpen en vervolgens te beïnvloeden met behulp van gefundeerde kennis omtrent verpleegproblemen, te bereiken resultaten en interventies. Toets nr

Vorm

1

M

S X

A

Vorm Kennistoets MC + open vragen.

2

X

Kennistoets MC + open vragen

3

X

Practicumverslag

Inhoud

Wegings factor

Bodemcijfer



1.4, 7.5, 11.8, 12.4 2.2, 2.3,2.5,3.2,3.3,3.4 ,3.7,3.10 1.4,7.5, 11.8, 12.4

30%

5.5

45

48

14

16

30%

5.5

4

6

15

17

40%

5.5

45

48

4

6


45

CU08765 Titel: Medisch wetenschappen 3 Voorwaarden voor deelname: n.v.t.

Aantal EC’s: 7,5

Verplicht

Voertaal: NL

Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets): n.v.t. Beknopte beschrijving van cursusinhoud: In de cursus medische wetenschappen 3 staat de ziekteleer en de bijbehorende geneesmiddeleninformatie centraal. Interne geneeskunde, chirurgie en kraam en verloskunde zijn thema's die behandeld worden. Toets nr

Vorm

1

M

S X

2

X

A

Vorm MC-toets Pathologie en Farmacologie (tussentijds semester) MC-toets Pathologie en Farmacologie (einde semester)

Inhoud

Wegings factor

Bodemcijfer



Dt1.7a, Dt1.7c, Dt1.8, Dt2.2

50%

5.5

45

48

14

16

Dt1.7a, Dt1.7c, Dt1.8, Dt2.2

50%

5.5

4

6

15

17


46

Semester 4


47

CU08060 +

Titel: Basisstage 2 (combi / regulier)

Aantal EC’s: 30

Verplicht

Voertaal: NL

CU09751

Voorwaarden voor deelname: Stageleerplan Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets): Stageleerplan, presentielijst, logboek hebben ingeleverd en reflectiegesprekken hebben gevoerd Beknopte beschrijving van cursusinhoud: De stage in het tweede leerjaar is gericht op het leren verlenen van basis verpleegkundige zorg. De doelstellingen van de tweede basisstage zijn: - Het toepassen van systematisch methodisch verplegen. - Het toepassen van verpleegkundige en sociale vaardigheden (inclusief voorbehouden handelingen). - Het oriënteren op het regisseren van cliëntgerichte zorg. De transfer van theorie naar de praktijk staat centraal: theorie gaat toegepast worden in de beroepspraktijk. Oefenen en trainen is dan ook noodzakelijk. Basisstage 2 duurt voor reguliere studenten 15 weken en levert 30 ECTS (studiepunten) op. Voor studenten van het gecombineerde traject duurt de stage eveneens 15 weken maar is deze opgesplitst in 10 weken heelkunde en 5 weken kraam. De te behalen competenties zijn voor reguliere en combi studenten gelijkwaardig. Toets nr

Vorm

M

S

1

2

X

A X


Werkstuk

Inhoud

Wegings factor

Bodemcijfer



Deeltaken 1.1, t/m 1.10, 2.1, t/m 2.6, 3.1 t/m 3.8, 3.10, 4.1, 4.2, 4.4 t/m 4.8, 7,5, 10.3 t/m 10.5, 11.1, 11.2, 11.4, 12.1, 12.2, 12.6, 12.7 Opdracht

70%

5.5

Individueel te bepalen en tot 1 sept mogelijk

n.v.t.

In overleg

N.v.t.

15 %

5.5

Individuee

n.v.t.

In

N.v.t.


48

Verpleegplan

x

X

Werkstuk

Opdracht Evidence Based Practice

15%

5.5

l te bepalen en tot 1 sept mogelijk Individuee l te bepalen en tot 1 sept mogelijk


overleg

n.v.t.

In overleg

N.v.t.

49

Semester 5 CU013311

Titel: Differentiatielintstage 1

Aantal EC’s: 20

Verplicht

Voertaal: NL

Voorwaarden voor deelname: Stageleerplan Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets): Presentielijst en logboek hebben ingeleverd, reflectiegesprekken en voortgangsgesprek hebben gevoerd Beknopte beschrijving van cursusinhoud: In de differentiatielintstage wordt stage gelopen op een afdeling met een specifieke patiënten-/cliëntenpopulatie in de AGZ, GGZ of MGZ. In de intensieve oriënterende periode verkent de student de specifieke patiëntenpopulatie van de stageplaats en stelt een werkplan op. Vervolgens verdiept de student zich in de verpleegkundige aspecten van de specifieke patiëntenpopulatie van de stageplaats. Tijdens de stage verschuift het aandachtsgebied van micro naar meso niveau. Naast de belangrijke rol van zorgverlener bij complexere situaties staat nu ook de rol van regisseur centraal, waarbij het integrale zorgproces van de zorgvrager wordt gecoördineerd. Door het verder ontwikkelen van een kritische houding draag de student bij aan het efficiënter en effectiever verloop van de zorgverlening. Tijdens de gehele stage wordt de beroepshouding in relatie tot de beroepsinhoud, de samenwerking en opleiding verder ontwikkeld. Kritische reflectie wordt hierbij gezien als een belangrijk middel om te leren. Toets nr

1

Vorm

M

S

A X


Inhoud

Wegings factor

Bodemcijfer



Deeltaken 1.1, t/m 1.10, 2.1, t/m 2.6, 3.1 t/m 3.8, 3.10, 4.1 t/m 4.4 4.6 t/m 4.9, 7,1, 7.4, 7.5, 7.8, 10.2 t/m 10.5, 11.1, 11.2, 12.1, 12.2

100%

5.5

4

6


In overleg

n.v.t.

50


Aantal EC’s: 5

Verplicht

Voertaal: NL

Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets): n.v.t. e

Beknopte beschrijving van cursusinhoud: In de cursus PV 3 in het 2 jaar van de opleiding (voor mhbo studenten is dit cursus PV B) stond vooral de theorie met betrekking tot onderzoek centraal. Wetenschappelijk onderzoek, zowel kwalitatief als kwantitatief en evidence based practice (EBP) en het belang hiervan voor de verpleegkundige waren daarbij onderwerp van studie. In deze cursus (Cu13316)leer je de verschillende stappen van de empirische cyclus stuk voor stuk te doorlopen en in praktijk te brengen. De onderwerpen die hierbij aan de orde komen zijn: een onderzoeksvraag formuleren op basis van een probleemanalyse, bronnen zoeken en bestuderen, onderzoeksopzet maken, gegevens verzamelen, gegevens verwerken en resultaten presenteren en rapporteren. De inhoudelijke onderwerpen voor de oefensituaties worden door de docenten aangeboden en deels door de student zelf gekozen vanuit de differentiaties geestelijke gezondheidszorg (GGZ), maatschappelijke gezondheidszorg (MGZ) en de algemene gezondheidszorg (AGZ). Toets nr

Vorm

M 1

S

A X

Vorm Verslag

X

Onderzoeksartikel

Inhoud

Wegings factor

Bodemcijfer



1.4, 2.4, 6.1, 6.2, 6.3, 6.4, 6.6, 6.8, 6.9, 7.5, 7.6, 7.7, 8.1, 8.2, 8.3, 8.10, 11.8, 12.2, 12.6 1.4, 2.4, 6.1, 6.2, 6.3, 6.4, 6.6, 6.8, 6.9, 7.5, 7.6, 7.7, 8.1, 8.2, 8.3, 8.10, 11.8, 12.2, 12.6

50%

5.5

46

48

4

6

50%

5.5

4

6

14

16


51

CU13315 Titel: klinische toepassing 3 Voorwaarden voor deelname: n.v.t.

Aantal EC’s: 7.5

Verplicht

Voertaal: NL

Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets): n.v.t. Beknopte beschrijving van cursusinhoud: In deze cursus staan een aantal belangrijke verpleegkundige thema’s centraal. Het biedt handvaten voor vaardigheden op het gebied van kritisch denken in relatie tot kwaliteitszorg, verpleegkundig proces en diagnostisch redeneren. Vanuit de acute, intensieve, chronische en preventieve zorg zullen met gebruikmaking van casuïstiek uit de stage de lessen inhoud gegeven worden.

Toets nr

1

Vorm

M x

S

A

Vorm Individueel process assessment

Inhoud

Wegings factor

Bodemcijfer



Dt1.1 t/m 1.10, 2.1 t/m 2.7, 3.1 t/m 3.8, 3.10, 4.1 t/m 4.9, 7.1, 7.4, 7.5, 7.8, 10.2 t/m 10.5, 11.1, 11.2, 12.1

100%

5.5

4

6


14/15

16/17

52

Semester 6 CU13312 Titel: Minor Intensieve Zorg de Voorwaarden voor deelname: 3 jaars student en je P behaald

Aantal EC’s: 30

Verplicht

Voertaal: NL

Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets): aanwezigheidsplicht, als er 2 onderdelen gemist, een vervangende opdracht Beknopte beschrijving van cursusinhoud: klinisch redeneren, verdieping door middel van hoorcollege en werkcollege Toets nr

Vorm

M

Inhoud

1 2 3 4

S X X X X

5 6 7 8 9

X X X X X

A

Vorm Overall toets vitale functiekunde Overall toets geriatrische verpleegkunde Opdracht geriatrische verpleegkunde Individueel process; stationsproef verpleegtechnische vaardigheden Individueel process; Klinisch leiderschap individueel process; stationsproef ethiek Opdracht voeding Project Patiënten carrière Opdracht Crisismanagement

Wegings factor

Bodemcijfer



20% 10% 5% 15%

5.5 5.5 5.5 5.5

14 14 14 14

16 16 16 16

23 23 23 23

25 25 25 25

5% 5% 10% 20% 10%

5.5 5.5 5.5 5.5 5.5

14 23 23 23 23

16 25 25 25 25

23 26 26 26 26

25 28 28 28 28


53

Semester 7 CU06005 Titel: Innovatiecourse differentiatiefase Voorwaarden voor deelname: n.v.t.

Aantal EC’s: 7,5

Verplicht

Voertaal: NL

Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets): ingeleverd opdrachtendossier Beknopte beschrijving van cursusinhoud: In de cursus staat patiëntveiligheid in zorgprogramma’s centraal. Studenten leren via de systematische wijze van risk-assessment allereerst knelpunten in de verpleegkundige zorg op te sporen. Deze knelpunten worden vervolgens in het perspectief van kwaliteitszorg geplaatst. Daarna wordt vanuit innovatiekunde en teammanagement studenten aangeleerd om de oplossingen van de knelpunten in de dagelijkse praktijk in te voeren en effecten te meten. Voor de reguliere studenten (verpleegkunde) is het een voorwaarde dat de differentiatiestage 1 met voldaan is afgerond alvorens deze course gevolgd kan worden. De opdrachten uit de contactmomenten worden verzameld in een opdrachtendossier, welke de bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten is. Toets nr

1

Vorm

M

S X

A

Vorm 30 MC vragen

Inhoud

Wegings factor

Bodemcijfer



Dt 7.1; 7.2; 7.3; 7.4; 7.5; 7.6; 7.7; 7.8; 7.9; 7.10; 7.11; 8.1; 8.2; 8.3; 8.4; 8.5; 8.6; 8.7; 8.8; 8.9; 8.10; 8.11; 11.1; 11.2; 11.3; 11.4; 11.5; 11.6; 11.7; 11.8

100%

5.5

4

6


14

16

54

CU06004 Titel: Projectcourse Voorwaarden voor deelname: n.v.t.

Aantal EC’s: 7,5

Verplicht

Voertaal: NL

Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets): - ingeleverde procesbeschrijvng en nieuwsbrief Beknopte beschrijving van cursusinhoud: De projectcourse wordt aangeboden in het 4e jaar van de HBO-V. In deze cursus wordt een projectopdracht van een externe opdrachtgever uitgevoerd. Het project is uitgewerkt in een projectopdracht. De projectopdracht heeft betrekking op een van de rollen en heeft op een of andere wijze relatie met het verpleegkundig vakdomein. Bij projectonderwijs werkt een groep van (ongeveer 4) studenten gedurende het gehele semester in samenspraak met vaste begeleiders van de opleiding, aan een project. Dit project is ontleend aan de actuele praktijk en worden geselecteerd door docenten van de opleiding. Deze projectopdrachten worden gegeven door een opdrachtgever, die mede zorgdraagt voor beoordeling van tussenproducten en het eindproduct. Tijdens de projecten werk je in belangrijke mate zelfstandig. Dit betekent niet dat we je zomaar je gang laten gaan. Projectgroepen krijgen projectbegeleiders toegewezen. Toets nr

Vorm

1

M

S X

2

X

3

x

A

Vorm Plan van aanpak Eindverslag

Presentatie project

Inhoud

Wegings factor

Bodemcijfer



Dt 6.1; 6.2; 6.3; 9.1; Dt 6.4; 6.5; 6/6; 6.7; 6.8; 6.9; 6.10; 6.11; 6.12; 8.1; 8.4; 8.5; 8.6; 9.2; 9.5 Dt 6.8; 6.10; 9.4; 9.6; 12.3

20%

5.5

4/23

6/25

14/26

16/28

60%

5.5

4/23

6/25

14/26

16/28

20%

5.5

4/23

6/25

14/26

16/28


55

CU06007 Titel: Begeleidingskunde en Ethiek Voorwaarden voor deelname: n.v.t.

Aantal EC’s: 7,5

Verplicht

Voertaal: NL

Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets): n.v.t. Beknopte beschrijving van cursusinhoud: De cursus begeleidingskunde + ethiek wordt aangeboden in het 4e jaar van de HBO-V. In deze cursus wordt vanuit de centrale rol van zorgverlener de nadruk gelegd op de rollen coach en beroepsbeoefenaar. De competenties en rollen worden steeds gerelateerd aan het naderende startbekwaam zijn van de student. Met andere woorden als je bijna afgestudeerd verpleegkundige bent dien je kennis, vaardigheden en attitude te bezitten van een startbekwaam beroepsbeoefenaar. In de cursus staan ethiek, coaching, begeleiding, instructie en andere professionele begeleidingsvormen en methodieken centraal. Deze cursus heeft zowel een verdiepend als verbredend karakter. Om de student vertrouwd te maken met het proces van instructie, coaching, begeleiding en toepassing methodieken, wordt gewerkt met opdracht-gestuurd onderwijs. Opdrachten zullen zowel in theorie als tijdens de stage worden uitgevoerd. De reeds verworven competenties zijn voorwaarde en vertrekpunt van waaruit wordt gestart. Toets nr

1 2

Vorm

M X

S X X

A

Vorm Portfolio Ethiek Portfolio Begeleidingskunde

Inhoud

Wegings factor

Bodemcijfer



Dt11.9 Dt9.3, Dt9.7, Dt10.1 t/m Dt10.6, Dt10.8, Dt11.9,Dt12.1, Dt12.2, Dt12.4, Dt12.7, Dt12.8.

50% 50%

5.5 5.5

4/23 4/23

6/25 6/25


14/26 14/26

16/28 16/28

56

CU06006 Titel: Praktijkgericht onderzoek 1 Voorwaarden voor deelname: CU13316 moet gevolgd zijn.

Aantal EC’s: 7,5

Verplicht

Voertaal: NL

Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets): startdocument (fase 1a) ingeleverd Beknopte beschrijving van cursusinhoud: Van verpleegkundigen op bachelor-niveau wordt verwacht dat zij beslissingen kunnen nemen ten aanzien van problemen waarop geen standaardoplossingen of antwoorden voorhanden zijn. Complexe problemen zijn vaak rommelig en verwarrend. Om deze problemen te hanteren is het nodig te weten hoe kennis gebruikt of gecreëerd kan worden om ontbrekende gegevens op te zoeken, hoe nieuwe informatie te vinden en te gebruiken is en hoe veranderingen worden geïnitieerd en doorgevoerd. Eén van de bronnen van verpleegkundige kennis is verplegingswetenschappelijke kennis. Om op verantwoorde wijze wetenschappelijk onderzoek te kunnen vertalen richting werkveld is praktijkonderzoek een eerste vereiste. In feite moet praktijkonderzoek deel gaan uitmaken van het dagelijks handelen van verpleegkundigen in de zorg. Vandaar ook dat onderzoek en evidence based practice (EBP) een belangrijk onderdeel vormen van het curriculum van de opleiding Verpleegkunde (en varianten) van HZ University of Applied Sciences. In het laatste studiejaar van je opleiding betekent dit dat je zelfstandig een praktijkgericht onderzoek gaat opzetten en uitvoeren. Toets nr

Vorm

M 1

S X

A

Inhoud

Wegings factor

Bodemcijfer



1.10, 3.11, 5.9, 8.3, 8.9, 11.8, 12.5, 12.6

100%

5.5

2/21

4/23

Vorm Onderzoeksvoorstel en Theoretisch kader (fase 1B) Verslag.


6/25

8/27

57

Semester 8


58

CU09428

Titel: Differentiatiestage 2

Aantal EC’s: 20

Verplicht

Voertaal: NL

Voorwaarden voor deelname: Stageleerplan Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets): Presentielijst en logboek zijn ingeleverd, reflectiegesprekken zijn gevoerd Beknopte beschrijving van cursusinhoud: In de differentiatiestage 2 is je afstudeerstage. Tijdens deze stage staan naast de belangrijke rol van zorgverlener ook alle andere rollen centraal. Na een verkennende oriënterende periode verdiep je je in de verpleegkundige aspecten van de specifieke patiëntenpopulatie van de stageplaats. Tijdens de stage bestaat je aandachtsgebied uit zowel micro, meso als macro niveau. Dat betekent dat je oog hebt voor zowel het primaire proces als voor de vele randvoorwaardelijke processen in de zorgorganisatie. Toets nr

Vorm

M

S

1

A X


2

X

Rapportage / verslag

x

X


Inhoud

Wegings factor

Bodemcijfer



Deeltaken 1.1, t/m 1.10, 2.1, t/m 2.6, 3.1 t/m 3.8, 3.10, 4.1 t/m 4.4 4.6 t/m 4.9, 7,1, 7.4, 7.5, 7.8, 10.2 t/m 10.5, 11.1, 11.2, 12.1, 12.2 opdracht 5.1, geven van werkbegeleiding opdracht 5.2, management, beleid en innovatie

50%

5.5

4 en 21

6 en 23

In overleg

n.v.t.

25%

5.5

4 en 21

6 en 23

In overleg

n.v.t.

25%

5.5

4 en 21

6 en 23

In overleg

n.v.t.


59

CU09322 Titel: Praktijkgericht onderzoek 2 Aantal EC’s: 7,5 Voorwaarden voor deelname: CU13312 moet behaald zijn. Praktijkgericht onderzoek 1 (cu06006) moet behaald zijn.

Verplicht

Voertaal: NL

Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets): n.v.t. Beknopte beschrijving van cursusinhoud: Van verpleegkundigen op bachelor-niveau wordt verwacht dat zij beslissingen kunnen nemen ten aanzien van problemen waarop geen standaardoplossingen of antwoorden voorhanden zijn. Complexe problemen zijn vaak rommelig en verwarrend. Om deze problemen te hanteren is het nodig te weten hoe kennis gebruikt of gecreëerd kan worden om ontbrekende gegevens op te zoeken, hoe nieuwe informatie te vinden en te gebruiken is en hoe veranderingen worden geïnitieerd en doorgevoerd. Eén van de bronnen van verpleegkundige kennis is verplegingswetenschappelijke kennis. Om op verantwoorde wijze wetenschappelijk onderzoek te kunnen vertalen richting werkveld is praktijkonderzoek een eerste vereiste. In feite moet praktijkonderzoek deel gaan uitmaken van het dagelijks handelen van verpleegkundigen in de zorg. Vandaar ook dat onderzoek en evidence based practice (EBP) een belangrijk onderdeel vormen van het curriculum van de opleiding Verpleegkunde (en varianten) van HZ University of Applied Sciences. In het laatste studiejaar van je opleiding betekent dit dat je zelfstandig een praktijkgericht onderzoek gaat opzetten en uitvoeren. Toets nr

Vorm

M 1

S X

A

Inhoud

Wegings factor

Bodemcijfer



1.10, 3.11, 5.9, 8.3, 8.9, 11.8, 12.5, 12.6

100%

5.5

22

24

Vorm Scriptie (onderzoeksverslag)


26

28

60

CU09438 Titel: Presentatie Praktijkgericht onderzoek Voorwaarden voor deelname: Praktijkgericht onderzoek 2 (cu09322) moet behaald zijn.

Aantal EC’s: 2,5

Verplicht

Voertaal: NL

Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets): n.v.t. Beknopte beschrijving van cursusinhoud: Van verpleegkundigen op bachelor-niveau wordt verwacht dat zij beslissingen kunnen nemen ten aanzien van problemen waarop geen standaardoplossingen of antwoorden voorhanden zijn. Complexe problemen zijn vaak rommelig en verwarrend. Om deze problemen te hanteren is het nodig te weten hoe kennis gebruikt of gecreëerd kan worden om ontbrekende gegevens op te zoeken, hoe nieuwe informatie te vinden en te gebruiken is en hoe veranderingen worden geïnitieerd en doorgevoerd. Eén van de bronnen van verpleegkundige kennis is verplegingswetenschappelijke kennis. Om op verantwoorde wijze wetenschappelijk onderzoek te kunnen vertalen richting werkveld is praktijkonderzoek een eerste vereiste. In feite moet praktijkonderzoek deel gaan uitmaken van het dagelijks handelen van verpleegkundigen in de zorg. Vandaar ook dat onderzoek en evidence based practice (EBP) een belangrijk onderdeel vormen van het curriculum van de opleiding Verpleegkunde (en varianten) van HZ University of Applied Sciences. In het laatste studiejaar van je opleiding betekent dit dat je zelfstandig een praktijkgericht onderzoek gaat opzetten en uitvoeren en presenteren. Toets nr

1

Vorm

M X

S

A

Vorm Presentatie met discussie aan de hand van stellingen

Inhoud

Wegings factor

Bodemcijfer



1.10, 3.11, 5.9, 8.3, 8.9, 11.8, 12.5, 12.6

100%

5.5

25

27


28

30

61


62

Cursussen schakelprogramma voor MBO verpleegkunde studenten instroom met individuele vrijstelling

7

Differentiatiestage 2/afstuderen CU09428 20 ec

6

Innovatiecourse CU06005 7,5 ec

5

Praktijkgericht onderzoek 2 CU09322 7,5 ec

Begeleidingskunde en ethiek CU06007 7,5 ec

Projectcourse CU06004 7,5 ec

Professionele vorming 4 (Onderzoek en Project) CU13316 5 ec

Presentatie praktijk gericht onderzoek CU09438 2,5 ec

Het praktijkgericht afstudeeronderzoek CU06006 ec

7,5

Klinische toepassing 3 CU13315 5 ec

Differentiatielintstage 1 CU13311 20 ec

4 3

Minor 30 ec

Klinische toepassing A CU14392 5 ec

Professionele vorming A CU10263 7,5 EC

Professionele vorming B CU10264 7,5 EC

Engels CU04097 2,5 EC

Sociale Vaardigheden 3 CU10262 7,5 EC

Legenda Conceptuele leerlijn

Professionele vorming / SLC

Vrije compositieruimte

Minor

Trainingpracticum leerlijn

Integrale leerlijn

Engels

Stage


63

Semester 3 CU10263 Titel: Professionele Vorming A (PVA) Aantal EC’s: 7.5 Verplicht Voertaal: NL Voorwaarden voor deelname: De cursus is de start van de doorstroom MBO-V-HBO-V Bachelor opleiding Verpleegkunde en sluit aan bij de deelkwalificaties en competenties van je Mbo-V-opleiding. Deelname kan enkel voor studenten die een MBO-Verpleegkunde- vooropleiding afgerond hebben. Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets): Gezamenlijk opdrachtendossier van de studiegroep gemaakt en ingeleverd Beknopte beschrijving van cursusinhoud: De cursus Professionele Vorming A geeft je een oriëntatie op de opleiding, de HZ University of Applied Sciences, de onderwijsvormen en het beroep van bachelor verpleegkundige. De cursus is de start van de MBO_V HBO-V doorstroom Bachelor opleiding Verpleegkunde en sluit aan bij de deelkwalificaties en e competenties van je MBO-opleiding. Binnen de cursus ga ja vanaf de 1 dag aan de slag met het leren leren op HBO niveau en de inhoud van het beroep Verpleegkundige. Door een verkenning in de theorie en praktijk krijg je een duidelijk beeld over de inhoud van de opleiding en het beroepsperspectief. Aan de orde komen: leervaardigheden, opleidingskaders, beroepskaders en werkveldkaders die in de lessen met voorbeelden uit de praktijk aangereikt en geoefend worden. Het systematisch oplossen van praktijkproblemen die zorgvragers hebben, krijgt zowel naar de methodiek als inhoud in deze cursus ruime aandacht. Er wordt uitgebreid stil gestaan bij de opbouw van de opleiding Verpleegkunde. Je maakt kennis en oriënteert je binnen deze cursus op het beroep, zowel op micro, meso als macro niveau. Daarbij wordt ook uitgebreid stil gestaan bij de verschillende werkvelden waar je als Bachelor verpleegkundige kunt gaan werken, de AGZ, GGZ en MGZ. A.d.h.v. het verpleegkundig proces leer je methodisch werken. Opdrachten voor het verpleegkundig proces sluiten aan op het werkveld waarin de meeste NIVEAU 4 verpleegkundigen bij het begin van de studie werkzaam zijn. Het geleerde kan direct toegepast worden in het eigen werkveld. Tevens zul je veel van het geleerde herkennen. Zo sluiten theorie en praktijk nauw op elkaar aan. In deze cursus is er integratie met studieloopbaan coaching (SLC) zodat er ook veel aandacht wordt besteed aan je persoonlijke ontwikkeling op gebied van leervaardigheden. Trefwoorden voor deze cursus zijn: oriëntatie op de taken van de bachelor verpleegkundige, methodisch werken (verpleegkundig proces), verpleegkundig rekenen studievaardigheden, samenwerken, beroepsvaardigheden, leerfuncties, strategieën en vaardigheden voor probleemoplossend denken, presenteren en schriftelijk communiceren.


64

Toets Vorm nr

1

M

S X

A

Vorm Kennistoets met 5 open vragen en 30 meerkeuze vragen

2

X

Verslag over het verpleegkundig proces

3

X

SLC Portfolio

4

s

Rekentoets 10 vragen

Inhoud

Wegings factor

Bodem- Planning cijfer toets in week

Inzage Planning Inzage werk (< 10 herkansin herkansing werkdage in week in week na ontvan cijfer)

Dt1.3, Dt1.5, Dt1.6, Dt1.7a, Dt 1.7b, Dt1.10, Dt2.1, Dt2.6, Dt10.4, Dt11.1, Dt11.2, Dt12.2, Dt12.6 Dt1.3, Dt1.5, Dt1.6, Dt1.7a, Dt 1.7b, Dt1.10, Dt2.1, Dt2.6, Dt10.4, Dt11.1, Dt11.2, Dt12.2, Dt12.6 Dt1.3, Dt1.5, Dt1.6, Dt1.7a, Dt 1.7b, Dt1.10, Dt2.1, Dt2.6, Dt10.4, Dt11.1, Dt11.2, Dt12.2, Dt12.6 Dt1.3, Dt1.5, Dt1.6, Dt1.7a, Dt 1.7b, Dt1.10, Dt2.1, Dt2.6, Dt10.4, Dt11.1, Dt11.2, Dt12.2, Dt12.6

40%

5.5

4

6

14

16

30%

5.5

4

6

14

16

10%

5.5

4

6

14

16

20%

10

4

6

14

16


65

CU10264 Titel: Professionele Vorming B Voorwaarden voor deelname: n.v.t.

Aantal EC’s: 7,5

Verplicht

Voertaal: NL

Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets): n.v.t. Beknopte beschrijving van cursusinhoud: De cursus Professionele Vorming B ga je je verdiepen in de kennis die je als verpleegkundige nodig hebt om zelfstandig besluiten te kunnen nemen en zelfstandig zorg te ontwerpen. Kennis wordt hierbij vooral gezien als kennis die voortkomt uit wetenschappelijk onderzoek in de verpleegkunde. In deze cursus leer je om met kennis uit wetenschappelijk onderzoek om te gaan. De cursus is er opgericht je vertrouwd te maken met verschillende typen van wetenschappelijk onderzoek en dit toe te passen in Evidence based Practice. Met name het kunnen opzoeken, lezen en interpreteren van artikelen uit verpleegkundige/medische tijdschriften staat centraal. Je leert hoe je beschikbaar wetenschappelijk onderzoek hierbij kunt gebruiken zodat er sprake is van Evidence Based Practice. Daarnaast komt tijdens deze cursus de systematiek van GVO aan bod. Een belangrijk deel van het werk van de verpleegkundige bestaat immers uit het geven van voorlichting en advies met het oog op een gezonde leefwijze. Kortom, deze cursus biedt je handvatten om als verpleegkundige verpleegsituaties te begrijpen en vervolgens te beïnvloeden met behulp van gefundeerde kennis omtrent verpleegproblemen, te bereiken resultaten en interventies. Toets nr

Vorm

1

M

S X

A

Vorm Kennistoets MC + open vragen.

2

X

Kennistoets MC + open vragen

3

X

Practicumverslag

Inhoud

Wegings factor

Bodemcijfer



1.4, 7.5, 11.8, 12.4 2.2, 2.3,2.5,3.2,3.3,3.4 ,3.7,3.10 1.4,7.5, 11.8, 12.4

30%

5.5

45

48

14

16

30%

5.5

4

6

15

17

40%

5.5

46

48

4

6


66

CU10262 Titel: Sociale Vaardigheden 3 Aantal EC’s: 7,5 Verplicht Voorwaarden voor deelname: De student voldoet aan toelatingsvoorwaarden voor MBO-HBO traject voor Bacheloropleiding Verpleegkunde

Voertaal: NL

Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets): Aanwezigheidsplicht 100% Beknopte beschrijving van cursusinhoud: Verpleegkundigen zijn vaak met cliënten in gesprek en om gesprekken goed te doen verlopen, dienen verpleegkundigen over de juiste houding en vaardigheden te beschikken. Kennis van de eigen kwaliteiten is van belang en reflecteren op de eigen ervaringen draagt daar aan bij. In deze cursus bestudeer en train je de basale, elementaire vaardigheden: waarnemen en interpreteren, non-verbaal gedrag, luisteren, samenvatten en parafraseren, vragen stellen, concretiseren, omgaan met meningen en gevoelens, feedback en assertief reageren. Vervolgens leer je elementaire, specifieke en gespreksregulerende sociale vaardigheden toepassen in een hulpverleningsgesprek. Veel hulpverleningsgesprekken kennen een basale structuur. We maken gebruik van het EVA-model dat bestaat uit vier fasen: 1 Openstaan / contact maken; 2 De exploratiefase; 3 De verdiepingsfase; 4 De actiefase. In de begeleiding van individuele cliënten doen zich gesprekssituaties voor met een specifiek karakter. Om diverse gesprekssituaties te kunnen hanteren is naast het trainen van specifieke vaardigheden ook het hanteren van diverse gespreksmodellen van belang. De volgende typen gesprekken met individuele cliënten komen aan de orde: 1 het intake- of opnamegesprek; 2 het voorlichtingsgesprek; 3 het adviesgesprek; 4 het slechtnieuws gesprek. Je leert gespreksmodellen te hanteren. Naast het leren structureren van de gesprekken, heb je aandacht voor het opbouwen van een therapeutische relatie en het respecteren van de rechten van cliënten. Je leert ook te reflecteren. De reflectiecyclus van Korthagen wordt daarbij als uitgangspunt genomen. Toets nr

Vorm

A X

Vorm

1

M

S

2

X

Opname en reflectieverslag van simulatie intake/opname gesprek of voorlichtingsgesprek

3

X

Opname en reflectieverslag van simulatie adviesgesprek of slechtnieuwsgesprek

Opname en reflectieverslag van simulatiehulpverleningsgesprek

Inhoud

Wegings factor

Bodemcijfer



DT 1.7b; 1.9; 2.2; 3.5; 3.6 DT 1.7b; 1.9; 2.2; 3.5; 3.6 DT 1.7b; 1.9; 2.2; 3.5; 3.6

40%

5.5

45

48

2

5

30%

5.5

4

6

15

17

30%

5.5

4

6

15

17


67

CU14392 Titel: Klinische Toepassing A Voorwaarden voor deelname: n.v.t.


Verplicht

Voertaal: NL

Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets): n.v.t. Beknopte beschrijving van cursusinhoud: In deze cursus staan problemen centraal die door de student in trainingsgroepen, studiegroepen en individueel opgelost moeten worden. De opdrachten in deze cursus beschrijven levensechte situaties. In de beroepspraktijk geldt dat situaties steeds van elkaar verschillen en dat de oplossingsstrategie die in de ene situatie wel bruikbaar is, in een andere situatie niet werkt. Daarom is niet alleen het product belangrijk, ook de manier waarop jullie tot de oplossing gekomen zijn. De keuze van de methodiek en de strategie die tot oplossingen leiden, kunnen per student en per studiegroep verschillend zijn. Om de problemen op te lossen gebruiken jullie kennis en vaardigheden die je in de andere cursussen geleerd hebt. Toets nr

Vorm

M 1

2

X

S X

A

Inhoud

Wegings factor

Bodemcijfer



Dt 1.3, 1.4, 1.5, 1.7, 1.8, 2.2, 2.3, 2.4, 2.5, 3.2, 3.3, 3.4, 3.5, 3.8, 3.10, 4.1, 4.2, 4.4, 4.5, 4.8, 7.5, 12.6 Dt 1.3, 1.4, 1.5, 1.7, 1.8, 2.2, 2.3, 2.4, 2.5, 3.2, 3.3, 3.4, 3.5, 3.8, 3.10, 4.1, 4.2, 4.4, 4.5, 4.8, 7.5, 12.6

50%

5.5

4

6

14

16

50%

5.5

43,47,49,3

45,49,51, 5

14

16

Vorm

Groepsdossier

Presentaties


68

CU04097 Titel: English for Specific Purposes Health 1 Voorwaarden voor deelname: n.v.t.

Aantal EC’s: 2,5

Verplicht

Voertaal: EN

Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets): Aanwezigheid (80%), deelname (online opdrachten) Beknopte beschrijving van cursusinhoud: Deze cursus is erop gericht door actief gebruik van idioom en vocabulaire specifiek voor de gezondheidszorg de student in simulaties adequaat om te leren gaan met Engelssprekende cliënten en professionals. De student leert mondeling te rapporteren over verrichte werkzaamheden en zal actief deelnemen aan MDO's en groepsdiscussies. Toets nr

Vorm

M 1

X

2

X

S

A

Inhoud

Wegings factor

Bodemcijfer



B1/B2 Spreekvaardighei d B1/B2 Spreek- en schrijfvaardigheid B1/B2 Leesvaardigheid B1/B2 Schrijfvaardigheid

25%

55

Nee

Op afspraak

Nee

Op afspraak

25%

55

Nee

Nee

25%

55

Nee

25%

55

Nee

Op afspraak Op afspraak Op afspraak

Op afspraak Op afspraak Op afspraak

Vorm Werkstuk: Taaltaak 1

X

Werkstuk: Taaltaak 2

3

X


4

X



Nee Nee

69

Semester 4 CU13312 Titel: Minor Intensieve Zorg de Voorwaarden voor deelname: 3 jaars student en je P behaald

Aantal EC’s: 30

Verplicht

Voertaal: NL

Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets): aanwezigheidsplicht, als er 2 onderdelen gemist, een vervangende opdracht Beknopte beschrijving van cursusinhoud: klinisch redeneren, verdieping door middel van hoorcollege en werkcollege Toets nr

Vorm

M

Inhoud

1 2 3 4

S X X X X

5 6 7 8 9

X X X X X

A

Vorm Overall toets vitale functiekunde Overall toets geriatrische verpleegkunde Opdracht geriatrische verpleegkunde Individueel process; stationsproef verpleegtechnische vaardigheden Individueel process; Klinisch leiderschap individueel process; stationsproef ethiek Opdracht voeding Project Patiënten carrière Opdracht Crisismanagement

Wegings factor

Bodemcijfer



20% 10% 5% 15%

5.5 5.5 5.5 5.5

13 13 14 14

15 15 16 16

23 23 23 23

25 25 25 25

5% 5% 10% 20% 10%

5.5 5.5 5.5 5.5 5.5

14 23 23 23 23

16 25 25 25 25

23 26 26 26 26

25 28 28 28 28


70

Semester 5


71

CU013311

Titel: Differentiatielintstage 1

Aantal EC’s: 20

Verplicht

Voertaal: NL

Voorwaarden voor deelname: Stageleerplan Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets): Presentielijst en logboek hebben ingeleverd, reflectiegesprekken en voortgangsgesprek hebben gevoerd Beknopte beschrijving van cursusinhoud: In de differentiatielintstage wordt stage gelopen op een afdeling met een specifieke patiënten-/cliëntenpopulatie in de AGZ, GGZ of MGZ. In de intensieve oriënterende periode verkent de student de specifieke patiëntenpopulatie van de stageplaats en stelt een werkplan op. Vervolgens verdiept de student zich in de verpleegkundige aspecten van de specifieke patiëntenpopulatie van de stageplaats. Tijdens de stage verschuift het aandachtsgebied van micro naar meso niveau. Naast de belangrijke rol van zorgverlener bij complexere situaties staat nu ook de rol van regisseur centraal, waarbij het integrale zorgproces van de zorgvrager wordt gecoördineerd. Door het verder ontwikkelen van een kritische houding draag de student bij aan het efficiënter en effectiever verloop van de zorgverlening. Tijdens de gehele stage wordt de beroepshouding in relatie tot de beroepsinhoud, de samenwerking en opleiding verder ontwikkeld. Kritische reflectie wordt hierbij gezien als een belangrijk middel om te leren. Toets nr

Vorm

M 1

S

A X


Inhoud

Wegings factor

Bodemcijfer



Deeltaken 1.1, t/m 1.10, 2.1, t/m 2.6, 3.1 t/m 3.8, 3.10, 4.1 t/m 4.4 4.6 t/m 4.9, 7,1, 7.4, 7.5, 7.8, 10.2 t/m 10.5, 11.1, 11.2, 12.1, 12.2

100%

5.5

4

6


In overleg

n.v.t.

72


Aantal EC’s: 5

Verplicht

Voertaal: NL

Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets): n.v.t. e

Beknopte beschrijving van cursusinhoud: In de cursus PV 3 in het 2 jaar van de opleiding (voor mhbo studenten is dit cursus PV B) stond vooral de theorie met betrekking tot onderzoek centraal. Wetenschappelijk onderzoek, zowel kwalitatief als kwantitatief en evidence based practice (EBP) en het belang hiervan voor de verpleegkundige waren daarbij onderwerp van studie. In deze cursus (Cu13316)leer je de verschillende stappen van de empirische cyclus stuk voor stuk te doorlopen en in praktijk te brengen. De onderwerpen die hierbij aan de orde komen zijn: een onderzoeksvraag formuleren op basis van een probleemanalyse, bronnen zoeken en bestuderen, onderzoeksopzet maken, gegevens verzamelen, gegevens verwerken en resultaten presenteren en rapporteren. De inhoudelijke onderwerpen voor de oefensituaties worden door de docenten aangeboden en deels door de student zelf gekozen vanuit de differentiaties geestelijke gezondheidszorg (GGZ), maatschappelijke gezondheidszorg (MGZ) en de algemene gezondheidszorg (AGZ). Toets nr

Vorm

M

S

1

X

A X

Vorm Verslag

Onderzoeksartikel

Inhoud

Wegings factor

Bodemcijfer



1.4, 2.4, 6.1, 6.2, 6.3, 6.4, 6.6, 6.8, 6.9, 7.5, 7.6, 7.7, 8.1, 8.2, 8.3, 8.10, 11.8, 12.2, 12.6 1.4, 2.4, 6.1, 6.2, 6.3, 6.4, 6.6, 6.8, 6.9, 7.5, 7.6, 7.7, 8.1, 8.2, 8.3, 8.10, 11.8, 12.2, 12.6

50%

5.5

46

48

4

6

50%

5.5

4

6

14

16


73

CU13315 Titel: Klinische toepassing 3 Voorwaarden voor deelname: n.v.t.

Aantal EC’s: 5

Verplicht

Voertaal: NL

Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets): n.v.t. Beknopte beschrijving van cursusinhoud: In deze cursus staan een aantal belangrijke verpleegkundige thema’s centraal. Het biedt handvaten voor vaardigheden op het gebied van kritisch denken in relatie tot kwaliteitszorg, verpleegkundig proces en diagnostisch redeneren. Vanuit de acute, intensieve, chronische en preventieve zorg zullen met gebruikmaking van casuïstiek uit de stage de lessen inhoud gegeven worden.

Toets nr

1

Vorm

M x

S

A

Vorm Individueel process assessment

Inhoud

Wegings factor

Bodemcijfer



Dt1.1 t/m 1.10, 2.1 t/m 2.7, 3.1 t/m 3.8, 3.10, 4.1 t/m 4.9, 7.1, 7.4, 7.5, 7.8, 10.2 t/m 10.5, 11.1, 11.2, 12.1

100%

5.5

4

6


14/15

16/17

74

Semester 6 CU06005 Titel: Innovatiecourse differentiatiefase Voorwaarden voor deelname: n.v.t.

Aantal EC’s: 7,5

Verplicht

Voertaal: NL

Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets): ingeleverd opdrachtendossier Beknopte beschrijving van cursusinhoud: In de cursus staat patiëntveiligheid in zorgprogramma’s centraal. Studenten leren via de systematische wijze van risk-assessment allereerst knelpunten in de verpleegkundige zorg op te sporen. Deze knelpunten worden vervolgens in het perspectief van kwaliteitszorg geplaatst. Daarna wordt vanuit innovatiekunde en teammanagement studenten aangeleerd om de oplossingen van de knelpunten in de dagelijkse praktijk in te voeren en effecten te meten. Voor de reguliere studenten (verpleegkunde) is het een voorwaarde dat de differentiatiestage 1 met voldaan is afgerond alvorens deze course gevolgd kan worden. De opdrachten uit de contactmomenten worden verzameld in een opdrachtendossier, welke de bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten is. Toets nr

1

Vorm

M

S X

A

Vorm 30 MC vragen

Inhoud

Wegings factor

Bodemcijfer



Dt 7.1; 7.2; 7.3; 7.4; 7.5; 7.6; 7.7; 7.8; 7.9; 7.10; 7.11; 8.1; 8.2; 8.3; 8.4; 8.5; 8.6; 8.7; 8.8; 8.9; 8.10; 8.11; 11.1; 11.2; 11.3; 11.4; 11.5; 11.6; 11.7; 11.8

100%

5.5

4

6


14

16

75

CU06004 Titel: Projectcourse Voorwaarden voor deelname: n.v.t.

Aantal EC’s: 7,5

Verplicht

Voertaal: NL

Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets): - ingeleverde procesbeschrijvng en nieuwsbrief Beknopte beschrijving van cursusinhoud: De projectcourse wordt aangeboden in het 4e jaar van de HBO-V. In deze cursus wordt een projectopdracht van een externe opdrachtgever uitgevoerd. Het project is uitgewerkt in een projectopdracht. De projectopdracht heeft betrekking op een van de rollen en heeft op een of andere wijze relatie met het verpleegkundig vakdomein. Bij projectonderwijs werkt een groep van (ongeveer 4) studenten gedurende het gehele semester in samenspraak met vaste begeleiders van de opleiding, aan een project. Dit project is ontleend aan de actuele praktijk en worden geselecteerd door docenten van de opleiding. Deze projectopdrachten worden gegeven door een opdrachtgever, die mede zorgdraagt voor beoordeling van tussenproducten en het eindproduct. Tijdens de projecten werk je in belangrijke mate zelfstandig. Dit betekent niet dat we je zomaar je gang laten gaan. Projectgroepen krijgen projectbegeleiders toegewezen. Toets nr

Vorm

1

M

S X

2

X

3

x

A

Vorm Plan van aanpak Eindverslag

Presentatie project

Inhoud

Wegings factor

Bodemcijfer



Dt 6.1; 6.2; 6.3; 9.1; Dt 6.4; 6.5; 6/6; 6.7; 6.8; 6.9; 6.10; 6.11; 6.12; 8.1; 8.4; 8.5; 8.6; 9.2; 9.5 Dt 6.8; 6.10; 9.4; 9.6; 12.3

20%

5.5

4/23

6/25

14/26

16/28

60%

5.5

4/23

6/25

14/26

16/28

20%

5.5

4/23

6/25

14/26

16/28


76

CU06007 Titel: Begeleidingskunde en Ethiek Voorwaarden voor deelname: n.v.t.

Aantal EC’s: 7,5

Verplicht

Voertaal: NL

Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets): n.v.t. Beknopte beschrijving van cursusinhoud: De cursus begeleidingskunde + ethiek wordt aangeboden in het 4e jaar van de HBO-V. In deze cursus wordt vanuit de centrale rol van zorgverlener de nadruk gelegd op de rollen coach en beroepsbeoefenaar. De competenties en rollen worden steeds gerelateerd aan het naderende startbekwaam zijn van de student. Met andere woorden als je bijna afgestudeerd verpleegkundige bent dien je kennis, vaardigheden en attitude te bezitten van een startbekwaam beroepsbeoefenaar. In de cursus staan ethiek, coaching, begeleiding, instructie en andere professionele begeleidingsvormen en methodieken centraal. Deze cursus heeft zowel een verdiepend als verbredend karakter. Om de student vertrouwd te maken met het proces van instructie, coaching, begeleiding en toepassing methodieken, wordt gewerkt met opdracht-gestuurd onderwijs. Opdrachten zullen zowel in theorie als tijdens de stage worden uitgevoerd. De reeds verworven competenties zijn voorwaarde en vertrekpunt van waaruit wordt gestart. Toets nr

1 2

Vorm

M X

S X X

A

Vorm Portfolio Ethiek Portfolio Begeleidingskunde

Inhoud

Wegings factor

Bodemcijfer



Dt11.9 Dt9.3, Dt9.7, Dt10.1 t/m Dt10.6, Dt10.8, Dt11.9,Dt12.1, Dt12.2, Dt12.4, Dt12.7, Dt12.8.

50% 50%

5.5 5.5

4/23 4/23

6/25 6/25


14/26 14/26

16/28 16/28

77

CU06006 Titel: Praktijkgericht onderzoek 1 Voorwaarden voor deelname: CU13316 moet gevolgd zijn.

Aantal EC’s: 7,5

Verplicht

Voertaal: NL

Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets): startdocument (fase 1a) ingeleverd Beknopte beschrijving van cursusinhoud: Van verpleegkundigen op bachelor-niveau wordt verwacht dat zij beslissingen kunnen nemen ten aanzien van problemen waarop geen standaardoplossingen of antwoorden voorhanden zijn. Complexe problemen zijn vaak rommelig en verwarrend. Om deze problemen te hanteren is het nodig te weten hoe kennis gebruikt of gecreëerd kan worden om ontbrekende gegevens op te zoeken, hoe nieuwe informatie te vinden en te gebruiken is en hoe veranderingen worden geïnitieerd en doorgevoerd. Eén van de bronnen van verpleegkundige kennis is verplegingswetenschappelijke kennis. Om op verantwoorde wijze wetenschappelijk onderzoek te kunnen vertalen richting werkveld is praktijkonderzoek een eerste vereiste. In feite moet praktijkonderzoek deel gaan uitmaken van het dagelijks handelen van verpleegkundigen in de zorg. Vandaar ook dat onderzoek en evidence based practice (EBP) een belangrijk onderdeel vormen van het curriculum van de opleiding Verpleegkunde (en varianten) van HZ University of Applied Sciences. In het laatste studiejaar van je opleiding betekent dit dat je zelfstandig een praktijkgericht onderzoek gaat opzetten en uitvoeren. Toets nr

Vorm

M 1

S X

A

Inhoud

Wegings factor

Bodemcijfer



1.10, 3.11, 5.9, 8.3, 8.9, 11.8, 12.5, 12.6

100%

5.5

2/21

4/23

Vorm Onderzoeksvoorstel en Theoretisch kader (fase 1B) Verslag.


6/25

8/27

78

Semester 7


79

CU09428

Titel: Differentiatiestage 2

Aantal EC’s: 20

Verplicht

Voertaal: NL

Voorwaarden voor deelname: Stageleerplan Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets): Presentielijst en logboek hebben ingeleverd, reflectiegesprekken hebben gevoerd Beknopte beschrijving van cursusinhoud: In de differentiatiestage 2 is je afstudeerstage. Tijdens deze stage staan naast de belangrijke rol van zorgverlener ook alle andere rollen centraal. Na een verkennende oriënterende periode verdiep je je in de verpleegkundige aspecten van de specifieke patiëntenpopulatie van de stageplaats. Tijdens de stage bestaat je aandachtsgebied uit zowel micro, meso als macro niveau. Dat betekent dat je oog hebt voor zowel het primaire proces als voor de vele randvoorwaardelijke processen in de zorgorganisatie. Toets nr

Vorm

M

S

1

A X


2

X


x

X


Inhoud

Wegings factor

Bodemcijfer



Deeltaken 1.1, t/m 1.10, 2.1, t/m 2.6, 3.1 t/m 3.8, 3.10, 4.1 t/m 4.4 4.6 t/m 4.9, 7,1, 7.4, 7.5, 7.8, 10.2 t/m 10.5, 11.1, 11.2, 12.1, 12.2 opdracht 5.1, geven van werkbegeleiding opdracht 5.2, management, beleid en innovatie

50%

5.5

4 en 21

n.v.t.

In overleg

n.v.t.

25

5.5

4 en 21

n.v.t.

In overleg

n.v.t.

25

5.5

4 en 21

n.v.t.

In overleg

n.v.t.


80

CU09322 Titel: Praktijkgericht onderzoek 2 Aantal EC’s: 7,5 Voorwaarden voor deelname: CU13312 moet behaald zijn. Praktijkgericht onderzoek 1 (cu06006) moet behaald zijn.

Verplicht

Voertaal: NL

Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets): n.v.t. Beknopte beschrijving van cursusinhoud: Van verpleegkundigen op bachelor-niveau wordt verwacht dat zij beslissingen kunnen nemen ten aanzien van problemen waarop geen standaardoplossingen of antwoorden voorhanden zijn. Complexe problemen zijn vaak rommelig en verwarrend. Om deze problemen te hanteren is het nodig te weten hoe kennis gebruikt of gecreëerd kan worden om ontbrekende gegevens op te zoeken, hoe nieuwe informatie te vinden en te gebruiken is en hoe veranderingen worden geïnitieerd en doorgevoerd. Eén van de bronnen van verpleegkundige kennis is verplegingswetenschappelijke kennis. Om op verantwoorde wijze wetenschappelijk onderzoek te kunnen vertalen richting werkveld is praktijkonderzoek een eerste vereiste. In feite moet praktijkonderzoek deel gaan uitmaken van het dagelijks handelen van verpleegkundigen in de zorg. Vandaar ook dat onderzoek en evidence based practice (EBP) een belangrijk onderdeel vormen van het curriculum van de opleiding Verpleegkunde (en varianten) van HZ University of Applied Sciences. In het laatste studiejaar van je opleiding betekent dit dat je zelfstandig een praktijkgericht onderzoek gaat opzetten en uitvoeren. Toets nr

Vorm

M 1

S X

A

Inhoud

Wegings factor

Bodemcijfer



1.10, 3.11, 5.9, 8.3, 8.9, 11.8, 12.5, 12.6

100%

5.5

2

4

Vorm Scriptie (onderzoeksverslag)


6

8

81

CU09438 Titel: Presentatie Praktijkgericht onderzoek Voorwaarden voor deelname: Praktijkgericht onderzoek 2 (cu09322) moet behaald zijn.

Aantal EC’s: 2,5

Verplicht

Voertaal: NL

Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets): n.v.t. Beknopte beschrijving van cursusinhoud: Van verpleegkundigen op bachelor-niveau wordt verwacht dat zij beslissingen kunnen nemen ten aanzien van problemen waarop geen standaardoplossingen of antwoorden voorhanden zijn. Complexe problemen zijn vaak rommelig en verwarrend. Om deze problemen te hanteren is het nodig te weten hoe kennis gebruikt of gecreëerd kan worden om ontbrekende gegevens op te zoeken, hoe nieuwe informatie te vinden en te gebruiken is en hoe veranderingen worden geïnitieerd en doorgevoerd. Eén van de bronnen van verpleegkundige kennis is verplegingswetenschappelijke kennis. Om op verantwoorde wijze wetenschappelijk onderzoek te kunnen vertalen richting werkveld is praktijkonderzoek een eerste vereiste. In feite moet praktijkonderzoek deel gaan uitmaken van het dagelijks handelen van verpleegkundigen in de zorg. Vandaar ook dat onderzoek en evidence based practice (EBP) een belangrijk onderdeel vormen van het curriculum van de opleiding Verpleegkunde (en varianten) van HZ University of Applied Sciences. In het laatste studiejaar van je opleiding betekent dit dat je zelfstandig een praktijkgericht onderzoek gaat opzetten en uitvoeren en presenteren. Toets nr

Vorm

M 1

X

S

A

Inhoud

Wegings factor

Bodemcijfer



1.10, 3.11, 5.9, 8.3, 8.9, 11.8, 12.5, 12.6

100%

5.5

5

6

Vorm Presentatie met discussie aan de hand van stellingen


9

11

82

2.2.6

Vrije compositiecursussen (art 3.12 OER HZ) In het verplichte onderwijsprogramma van de Bacheloropleiding verpleegkunde zijn vier Vrije Compositie Cursussen opgenomen, elk met een omvang van 1.25 credits, twee in het eerste leerjaar en twee in het tweede leerjaar. Deze cursussen stellen de student in de gelegenheid om naar eigen keuze leeractiviteiten te kiezen en ontwikkelen die niet opgenomen zijn in het verplichte programma maar wel een aantoonbare meerwaarde vormen voor zijn ontwikkeling tot een competente beroepsbeoefenaar. Ze dienen wat betreft moeilijkheidsgraad/complexiteit in relatie te staan met het moment van de opleiding/het leerjaar. Er gelden een aantal regels. Zo komt ieder activiteit gedurende de opleiding slechts eenmaal in aanmerking voor het behalen van 1.25 credits. De activiteit dient uitgevoerd te worden in de periode van inschrijving in de opleiding en vindt in principe zonder betaling plaats. De activiteiten kunnen wat betreft omvang variëren van 1 tot 35 uur (35 uur = 1,25 ECTS). Het is mogelijk de uren van meerdere losse activiteiten bij elkaar op te tellen tot 35 uur (soort strippenkaart). Per activiteit wordt maximaal 1,25 ECTS toegekend, ook al besteed de student meer dan 35 uur eraan. Reistijd wordt niet meegeteld. De tijd voor verslaglegging mag, binnen redelijke grenzen, wel meegerekend worden. De student kan kiezen voor een HZ University of Applied Sciences brede activiteit, Academie van Zorg en Welzijn of Bacheloropleiding verpleegkunde specifieke activiteit of een bijzondere activiteit. Bij deze laatste gaat het om een activiteit die de student zelf bedenkt. De student doet een voorstel aan zijn studieloopbaancoach hoe hij de cursus wil gaan behalen. Gaat de studieloopbaancoach in principe akkoord met het voorstel dan schrijft de student een plan van aanpak volgens een vastgesteld format en legt dat ter goedkeuring aan zijn studieloopbaancoach voor. Hij neemt daarin de volgende zaken op: -

Een beschrijving van de activiteiten en hoe deze in relatie staan met te verwerven generieke HBO-competenties en specifieke HBO-V rollen en competenties. De periode waarin hij dat wilt gaan doen, op welke plaats, welke organisatie erbij betrokken is en eventuele (contact-)personen. Een urenplanning. Met welke bewijsstukken hij wil aantonen daadwerkelijk aan de activiteiten te hebben deelgenomen (paraaf, diploma, certificaat, getekende verklaring, etc.). Op basis van zijn ervaringen schrijft hij een reflectieverslag van minimaal 1 A4. Daarmee toont hij aan welke competenties hij heeft gewerkt, wat hij heeft bereikt en hoe dit tot stand zijn gekomen (Zie reflectiecyclus volgens Korthagen). De student verzamelt de volgende zaken: -

het plan van aanpak de urenverantwoording


83

de bewijsstukken het reflectieverslag. De student biedt dit aan de studieloopbaancoach aan. Zijn de onderdelen van het portfolio compleet en correct, dan wordt het cijfer 8 ingevoerd. Voorbeelden van activiteiten HZ University of Applied Sciences brede activiteiten waarvoor de student kan kiezen, zijn: deelname aan HZ-cult , HZ-sport (organisatie en bestuur), lidmaatschap van de HR (hogeschoolraad), redactiewerk voor HZ-tijdschriften, werkzaamheden voor de commissie Multi-Culti Day, deelname aan Peerproject buitenlandse studenten, bestuursactiviteiten bij studentenverenigingen. Voorbeelden van Academie Zorg en Welzijn /HBO-V specifieke activiteiten zijn Public Relations activiteiten (open dagen en avonden, scholierenmanifestatie, meeloopdagen en informatiebijeenkomsten op middelbare scholen e.d.), het bekleden van de functie van klassevertegenwoordiger (incl. deelname studentenberaad), participeren in onderzoeksactiviteiten van de Academie Zorg en Welzijn en/of de lectoraten, het afnemen van diagnostische toetsen in het practicum. Voorbeelden van een bijzondere activiteit zijn: het bijwonen van en/of deelnemen aan studiedagen, cursussen, workshops, congressen, symposia en dergelijke, het (mede)organiseren van een excursie , vrijwilligerswerk, ontwikkelingswerk, steunpunt mantelzorg of vrijwillige thuiszorg, begeleiden van ouderen, kinderen, zieken en/of gehandicapten tijdens vakantie, bijdrage leveren aan het opzetten en/of uitvoeren van activiteiten voor een specifieke doelgroep, organisatie en coördinatie van sportevenementen, deelname aan maatschappelijke (landelijke of regionale) voorlichtingscampagnes (niet collecteren), extra activiteiten op de stage- of werkplek (naast de verplichte stage- of werkuren, dus onbetaald), deelname aan organisatie en/of bestuur.

2.2.7

Afstudeerrichtingen (art 3.10 OER HZ) Voor toelating tot de afstudeerrichtingen van de opleiding Verpleegkunde gelden geen nadere regels. De student maakt aan het eind van het tweede studiejaar een keuze uit één van de volgende differentiaties: -

De afstudeerrichting AGZ (Algemene Gezondheidszorg) De afstudeerrichting MGZ (Maatschappelijke Gezondheidszorg) De afstudeerrichting GGZ (Geestelijke Gezondheidszorg)

Indien een student tijdens de differentiatie zijn keuze wil veranderen, dan zullen de differentiatie specifieke lessen, stages en tentamens van de nieuwgekozen differentiatie respectievelijk gevolgd en behaald dienen te worden. 2.2.8

Stage (art 3.9 OER HZ)


84

De stages worden gekenmerkt door “gestructureerd opleiden op de werkplek” (leren tijdens werken). Dit wil het volgende zeggen: • Het opleiden vindt plaats op een werkplek, waar sprake is van het uitvoeren van verpleegkundige beroepscompetenties. • De activiteiten en de planning zijn uitgewerkt in een stage werkplan. • De stagiair wordt op de stageplaats begeleid door praktijkopleider(s) en/of werkbegeleider(s), die een grote rol hebben bij het vaststellen van leersituaties en de beoordeling van de leerresultaten. • De leerresultaten worden getoetst aan te voren vastgestelde beoordelingscriteria. • De verwerking van het leren vindt mede plaats op school waar tijdens de terugkomdagen intervisie plaatsvindt. Wanneer de stage op een leerafdeling plaats vindt zijn er ter plaatse intervisie momenten. • De beoordelingscriteria worden tijdens de verschillende stages in de verschillende leerjaren op een hoger beheersingsniveau gesteld. • De zelfstandigheid van de stagiair in het buitenschools leren toeneemt. De stages van de opleiding Verpleegkunde vinden plaats in: Leerjaar 1 semester 1 7,5 studiepunten: Basisstage 1a CU12003 Leerjaar 1 semester 2 7,5 studiepunten: Basisstage 1b CU12442 Leerjaar 2 semester 2 30 studiepunten: Basisstage 2 CU08060 Leerjaar 3 semester 1 15 studiepunten: Differentiatielintstage 1 CU13311 Leerjaar 4 semester 2 20 studiepunten: Differentiatiestage 2 CU09428 Voor deelname aan de stagecursussen van de opleiding Verpleegkunde geldt dat de student: • •

•

•

met een stage-cursus kan starten, mits de vorige stage-cursus met minimaal voldoende is afgesloten. Bij een onvoldoende beoordeling van basisstage 1a of 1b krijgt de student de gelegenheid deze basisstage te herkansen. Een onvoldoende beoordeling van de herkansing van basisstage 1a of 1b leidt tot een negatief bindend studieadvies. Voor mbo verpleegkundigen geldt dat de stages binnen de eigen instelling plaats mogen vinden, mits de vereiste competenties daar kunnen worden behaald. Coördinatie en planning van stageplaatsen

De stageplanning wordt uitgevoerd door het Coördinatiepunt FluenZ. Stagecoördinatiepunt FluenZ is een samenwerkingsverband van de zorginstellingen en -opleidingen in Zeeland. Het Coördinatiepunt werft en inventariseert bij de instellingen de beschikbare capaciteit aan stageplaatsen. De stageplaatsen bevinden zich in de regio’s Zeeland, Zuid Holland zuid, West Brabant en België. Het Coördinatiepunt beschikt over een overzicht van de beschikbare stageplaatsen en instellingen. Het Coördinatiepunt organiseert de verdeling van de stageplaatsen en informeert de betrokken stagiaires, instellingen en stagedocenten over de stageplanning.


85

2.2.9

Minor (art 3.8 OER HZ) Voor de start van het zesde semester kiest de student een minor uit de minoren catalogus of uit een aanbod van 30 EC buiten de HZ. De keus moet uiterlijk 15 oktober gemaakt zijn. Keuzes na die datum of wijzigingen kunnen beperkt zijn. Voor een minor buiten de HZ gelden specifieke voorwaarden oa. toestemming van de Deelexamencommissie. Voorwaarden voor toekenning zijn: • De minor moet passen binnen de Bacheloropleiding verpleegkunde, dan wel passen binnen het opleidingspalet dat de student vormgeeft, waarbij de student inzichtelijk moet kunnen maken dat het past binnen zijn specifieke opleidingswensen in zijn opleiding tot verpleegkundige; • Er mag geen sprake zijn van herhaling van delen van de eigen opleiding verpleegkunde , zoals aangeboden door HZ. Als kritische grens geldt een norm van maximaal 2,5 EC aan herhaling; • De student heeft het keuzeformulier volledig ingevuld door drie keuzes aan te geven in volgorde van voorkeur; De academie Zorg en welzijn biedt vijf minoren aan, te weten: • Good Practice • Psychiatrie • Jeugdzorgwerker • Religie en Hulpverlening • Intensieve zorg De voertaal van de minoren van de academie Zorg en Welzijn is Nederlands. Studenten van de academie Zorg & Welzijn hebben voorrang bij hun keuze voor een academie minor ten opzichte van studenten van andere opleidingen binnen of buiten de HZ. De te bereiken (deel)competenties, te realiseren leerdoelen, de wijze van toetsen, toetsvorm en het toetsplan zijn terug te vinden in hoofdstuk 2.2.5 van deze Uitvoeringsregeling.

2.2.10

Deelname internationaal uitwisselingsprogramma (art 4.5 OER HZ) Voor de Bacheloropleiding Verpleegkunde gelden de volgende aanvullende eisen. Tijdens de keuze minor Best Practice kan de student naar het buitenland (waarbij België niet als buitenland wordt gezien). De reguliere stages in de propedeuse en hoofdfase dienen in Nederland/België gevolgd worden.


86

2.2.11

Afstuderen (art. 3.9. OER) De afstudeerfase van de opleiding Verpleegkunde vindt plaats in het laatste semester van de opleiding, heeft een omvang van 30 studiepunten en bestaat uit één cursus van 20 studiepunten Differentiatiestage 2 CU09428 en één cursus van 7,5 studiepunten Praktijkgericht onderzoek 2 CU09322 en uit één cursus van 2,5 studiepunten Presentatie praktijkgericht onderzoek CU09438. De beoordeling van de afstudeerfase vindt plaats aan de hand van de niveau beheersing S = Start bekwaam. Dit is een combinatie van beroepscompetenties en Dublin descriptoren op het eind niveau van de Bacherlor opleiding verpleegkunde. S= De student is zelfstandig, sturend en vernieuwend ten aanzien van alle competenties in complexe beroepssituaties in het werkveld van de gekozen differentiatie. Voor deelname aan de afstudeerfase van de opleiding Verpleegkunde geldt dat de student de volgende cursussen heeft behaald: cursussen van de basisfase van de opleiding (leerjaar 1 en 2), de cursus professionele vorming 4 CU13316 en de cursus differentiatielintstage 1 CU113311. Daarnaast dienen de volgende cursussen te zijn gevolgd: Begeleidingskunde en ethiek CU06007, Innovatiecourse differentiatiefase CU06005, Projectopdracht differentiatiefase CU06004 en het praktijkgericht afstudeeronderzoek CU06006.

2.2.12

Supplement bij getuigschrift (art. 6.11 OER HZ) De taal van het supplement is Nederlands. Op het getuigschrift staat vermeld welke afstudeerrichting (Algemene gezondheidszorg, Geestelijke gezondheidszorg of Maatschappelijke gezondheidszorg) gevolgd is.

2.3.

Studieadvies

2.3.1.

Uitwerking voorwaarden inschrijving opleiding na nbsa (art. 8.1 lid 9 OER HZ) De student van de opleiding Verpleegkunde, die een negatief bindend studieadvies krijgt, wordt definitief uitgeschreven voor deze opleiding en kan zich ook niet meer inschrijven voor de HBO Verpleegkunde opleiding aan de HZ.

3.1

Vaststelling

3.1.1

De looptijd van de uitvoeringsregeling is gelijk aan de looptijd van de Onderwijs- en Examenregeling HZ 2014-2015.

3.1.2

Deze uitvoeringsregeling is vastgesteld door het college van bestuur op 26/08/2014.


87

Uitvoeringsregeling OER HZ opleiding: HBO Verpleegkunde voltijd

Recommend Documents