UITGEBREIDE BESLUITENLIJST VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE RAADSCOMMISSIE SAMENLEVING d.d. 30 MEI 2013 AANVANG 20.00 UUR. Een integrale geluidsopname van deze vergadering van de raadscommissie is te beluisteren op www.papendrecht.nl Aanwezig: Dhr. R.V. van Engelen, voorzitter; De heer L. Fijnekam (PAB), de heer F. den Hartog (PAB), de heer A. de Graaf (VVD; tot 23.20 uur); de heer M. de Roo (VVD), mevrouw K.E. Middelkoop - van den Adel (CDA), de heer E.B.A. lichtenberg (CDA), mevrouw M. den Hartog - de Jong (PvdA), de heer G.J.A. Klein Hofmeijer (PvdA), de heer M.W. Huijzer (ChristenUnie), mevrouw T.C. van Es (D66), de heer S. Suijker (D66), de heer C. de Kraker (SGP), mevrouw J. Vos (GroenLinks) en de heer R. Lammers (Lijst Lammers); Afwezig: de heer M.C. Hoogland (SGP). Mede aanwezig: mevrouw J.R. Reuwer-Verheij en de heren H.A. Nieuwstraten, R.T.A. Korteland, C. Koppenol en W.C. Scheurwater, portefeuillehouders; Publieke tribune: ± 20 belangstellenden; De heer A.P.M.A.F. Bergmans, raadsgriffier; Verslaglegging: CTT; 01.
Opening
De VOORZITTER opent de vergadering om 20.00 uur met een hartelijk welkom aan alle aanwezigen. 02.
Vaststelling van de agenda
De VOORZITTER attendeert op agendapunt 05, voorstel tot het vaststellen van het Uitvoeringsprogramma Economie "Verbinden en zichtbaar inspireren", dat de vorige keer van de agenda is afgevoerd en op verzoek van de commissie vanavond is geagendeerd. Mevrouw VAN ES mist de besluitenlijst op de agenda, waarop de VOORZITTER antwoordt dat de agenda eerder is verzonden en het de bedoeling is de besluitenlijst voor de volgende commissie te agenderen. De heer DE ROO dankt voor de ontvangst van de beantwoording van de door de VVD-fractie gestelde vragen (over de kinderboerderij) maar hij benadrukt duidelijk te hebben aangegeven het totale businessplan inclusief een 'doortimmerde' begroting en winst- en verliesrekening bedoeld c.q. gevraagd te hebben. Hij stelt voor agendapunt 06 van de agenda af te voeren en wil graag van de andere fracties horen of zij instemmen met uitstel van behandeling van de Kinderboerderij, omdat de gevraagde stukken niet compleet zijn. De VOORZITTER merkt op dat twee insprekers zich hebben aangemeld voor agendapunt 6, te weten de heren De Wit en Tromp, waarop mevrouw Van Es aangeeft dat hiervoor mensen zijn gekomen om van het spreekrecht gebruik te maken en het wat de D66-fractie betreft kan worden behandeld. De heer LAMMERS vraagt zich af of het relevante informatie zal opleveren voor het debat. Mevrouw DEN HARTOG zegt vorig jaar bij de behandeling dit de heer De Roo te hebben horen vragen, terwijl bevestigend werd geantwoord op het voorstel van de VVD. Wat de heer DE KRAKER betreft kan het behandeld worden en moet de commissie zich niet laten leiden door de voorbereidingen van de VVD-fractie.
1
De heer DEN HARTOG heeft er bezwaar tegen om het van de agenda te halen in verband met de insprekers. De VOORZITTER geeft aan dat bij de behandeling altijd kan worden aangegeven dat men het agendapunt niet rijp acht voor behandeling en zich geen oordeel kan vormen waarna de meerderheid zal beslissen wat voor advies aan de raad kan worden gegeven en constateert dat de meerderheid voor behandeling vanavond van agendapunt 06 is. De voorzitter stelt daarop voor om agendapunt 06, gezien de insprekers, feitelijk naar voren te halen, waarmee de commissie instemt. Voor het overige zijn er geen bijzonderheden en wordt de conceptagenda akkoord bevonden. 03.
Spreekrecht
Zie hieronder, bij agendapunt 06. 04.
Voorstel tot het vaststellen van de Eerste Concernrapportage 2013
De heer KLEIN HOFMEIJER vraagt ten aanzien van pagina 7 wanneer het proces ten aanzien van de Collectie Luigies kan worden afgerond en of alle investeringen over 2012 zijn uitgevoerd en het rendement op het uitgeven van geld opweegt tegen de inflatie. Mevrouw VOS merkt op de afgelopen dagen veel herhalingen van vragen te hebben gehoord hetgeen voor de betreffende wethouder wellicht lastig is steeds dezelfde antwoorden te moeten geven. Naar aanleiding van pagina 9 vraagt zij naar de huuropbrengst van Interval en het bedrag ad 10.000,- euro wegens vertrek van Wasko. Ten aanzien van pagina 23 is zij enigszins bezorgd en vraagt een toelichting. Op pagina 23, school- en thuisroutes, wordt voorgesteld om 10.000,- euro in te zetten voor parkeerbeleid en vraagt waaraan moet worden gedacht en of scholen op dit gebied zelf iets bijdragen. De heer FIJNEKAM merkt op ten aanzien van het positief resultaat bij verhuur van sociaal culturele panden pagina 7 dat het een verhoging betreft van de prijsindex en vraagt waarom het als een meevaller van 17.000,- euro geldt; ten aanzien van 22.000,- euro voor de Collectie Luigies vraagt hij of alles niet gewoon teruggegeven kan worden; komt de meevaller van Drechtwerk omdat de situatie er weer wat rooskleuriger uitziet of is de verwachte bijdrage vooraf verhoogd en lijkt het daarom een voordeel; Sportcentrum: een voordeel door het door te schuiven naar dit jaar: lopen de financiën momenteel in de pas met de voortgang en plannen of is dit voordeel te wijten aan een achterstand in de uitvoering en zal het er straks anders uit zien? Wethouder KORTELAND zegt inzake kapitaallasten dat dit het gevolg is van een vertraging van het Sportcentrum en een interne toerekening rente van zaken. De heer FIJNEKAM vraagt of de prijsindex tevoren gepland ingeboekt kan worden en kan zich niet voorstellen dat dat als voordeel gezien wordt. Wethouder KORTELAND geeft aan dat het CBS ieder jaar een prijs index vaststelt en het niet te voorspellen is. Wethouder REUWER zegt ten aanzien van Wasko dat 30 fte's geschrapt worden en voor Papendrecht de zaken worden samengevoegd, maar het voorzieningenniveau goed blijft, terwijl het in andere plaatsen wegvalt. Ten aanzien van de Collectie Luigies is Papendrecht al tweemaal in het gelijk gesteld en in juni staat het wederom op de rol. Ook daar kan mevrouw nog in cassatie en dan is het afgelopen. De vrienden van de Rietgors zijn nog steeds enthousiast, terwijl de collectie miljoenen waard is en mevrouw denkt daarvan iets mee te kunnen pakken.
2
Wethouder SCHEURWATER verwijst naar de papieren versie pagina 11 met berekeningen. Op de vraag van mevrouw Vos of het minder kan zegt hij dat het college voorstelt een aantal dingen terug te leggen richting het onderwijs en betekent dat er een aantal zaken worden opgepakt richting verkeerseducatie en verkeersveiligheid zowel in primair als in voortgezet onderwijs en worden een aantal programma's aangeboden om educatie goed weer te geven om niet alleen de school- en thuisroutes in de fysieke kant goed voor elkaar te krijgen. Op pagina 11 kan men zien dat voor het oorspronkelijke bedrag ad 25.000,- , 10.000,- is gehaald om het huidige educatiebeleid voort te zetten en 15.000,- te gebruiken voor ambtelijke kosten om het parkeerbeleid verder uit te voeren. De heer FIJNEKAM vraagt ten aanzien van de meevaller Drechtwerk naar het sportcentrum en de voortgang van de financiële planning. Ook wil hij weten of van de Collectie Luigies geen Papendrechtse collectie kan worden gemaakt. Wethouder KORTELAND zegt ten aanzien van het financieel deel van het project sportcentrum dat sprake is van een verschuiving,een afwijking omdat de bouw even niet vordert. Wethouder NIEUWSTRATEN zegt inzake Drechtwerk dat uitgaande van de geactualiseerde begroting 2013 een lagere gemeentelijke bijdrage exploitatietekort over 2013 verwacht wordt en het een bijstelling betreft. De VOORZITTER neemt aan dat de commissie, zoals bij de vorige commissies, van mening is dat dit stuk met een positief advies naar de raad kan worden doorgeleid waar het als bespreekstuk kan worden geagendeerd. 05.
Voorstel tot het vaststellen van het Uitvoeringsprogramma Economie “ Verbinden en zichtbaar inspireren “
Mevrouw VAN ES is van mening dat dit plan niet apart van de financiële werkelijkheid mag worden bekeken. Een perspectiefnota (PPN) met tekorten van meer dan een miljoen tot na 2017 met de noodzaak te bezuinigen, terwijl daarvoor geen plannen zijn. Toegezegd is om het ambtenarenapparaat terug te dringen, terwijl hiervoor geen plannen zijn en wordt verzocht om structureel geld voor een projectleider. In de begroting van november 2013 staat op pagina 8 dat rekening gehouden moet worden met extra bezuinigingen vanuit het Rijk. Onderdeel is dat gemeentelijke organisaties verder worden ingekrompen, maar ziet daar nog niets van terug. De fractie van D66 heeft moeite met drie aspecten: 4 ton structureel beschikbaar stellen; meer personeel in plaats van minder en alles lokaal in plaats van het regionaal oppakken. Zij vraagt waarom niet na 2014 mogelijk is geld beschikbaar te stellen, maar niet structureel en het na 2014 in eigen organisatie te zoeken door taken/fte's te schrappen. Uit personeelsgegevens van de OCD is te zien dat in Papendrecht relatief lager betaald personeel is voor o.a. groenonderhoud en de schoonmaak en vraagt of niet een deel in Drechtwerk te werk gesteld kan worden. Pagina 12 vindt zij een enigszins verontrustend punt: vadertje Staat is in deze tijd in strijd met hetgeen vandaag de dag wordt gevraagd van mensen. Tenslotte vraagt zij waarom een beoogd projectleider niet in of via de regio een rol zou kunnen spelen die gezamenlijk betaald zou kunnen worden. Mevrouw DEN HARTOG zegt ten aanzien van het totale budget voor 2013 en 2014 ad 385.450,- euro in het stuk te lezen dat de onttrekking van de reserve voor 2013 en 2014 370.000,- euro is en vraagt een toelichting. Vervolgens is het incidenteel budget voor 2013 en 2014 van 265.105,- opgenomen en vraagt een toelichting waarom de eerste 2 jaar dit budget is aangemerkt. Programmapunt 3, verankering onderwijs- en arbeidsmarkt: voor de huisvesting en personeelskosten is 40.000,- begroot: kan de wethouder zeggen waarop dit is gebaseerd. Tenslotte ten aanzien van starters: de gemeente heeft er geen specifiek beleid voor. Hoe moet dat gezien worden in relatie met het Erasmusplein waar units open staan. De heer DE ROO zegt behalve lovende kritiek van de winkeliersverenigingen ook complimenten te hebben ontvangen van het bedrijfsleven en wacht de beantwoording in eerste termijn even af.
3
De heer KLEIN HOFMEIJER dankt de wethouder voor het programma en zegt ten aanzien van communicatie dat gesteld wordt dat de raad eenmaal per jaar actief wil worden geïnformeerd, pagina 5, terwijl dat vaker mag. Ten aanzien van een projectleider vraagt hij of het structureel en formatief is en vraagt een toelichting. Voorts wil zijn fractie weten waarom de projectleider Onderwijs Arbeidsmarkt niet nu al betaald wordt in plaats van in 2015 of 2014. Papendrecht als projectontwikkelaar is het voortouw nemen, maar is niet direct een gemeentelijke rol en dat zou Papendrecht niet moeten willen. Hij vraagt voorts wat wordt bedoeld op pagina 4, met de inzet van de regio als voldoende toegevoegde waarde. Hij vindt het een goed stuk dat voorligt. De heer DE KRAKER vraagt welke rol de gemeente wil nemen, terwijl de actieve faciliterende - en voorwaardescheppende rol Papendrecht goed doet, maar herkent Papendrecht ook in de kernpunten 2.1 en 2.3. De fractie van de SGP heeft moeite met ambities, die niet des Papendrechts zijn met name actiepunt 1. Voor het overige vindt hij het een goed stuk, maar mist wel het vervolgproces, terwijl wel al is geschreven over een ambtelijke werkgroep, maar er nog veel uitgewerkt moet worden. Daarin zou de SGP-fractie graag meegenomen worden. De heer LICHTENBERG vraagt of dit onderwerp tegelijk met de PPN in de raad behandeld zal worden en of zijn fractie daar de ruimte krijgt om hierop nog in te gaan. Hij complimenteert met de manier waarop het is opgebouwd en helder is beschreven in de uitwerking van doelstellingen, acties en middelen, maar heeft over het instrumentarium niets gelezen. Dat het college actief gebruik gaat maken van de nieuwe aanbestedingswet en mogelijkheden om meer ruimte te geven aan lokale ondernemers en hoe deze ontwikkelingen gezien moeten worden ten aanzien van de ontwikkeling van ROM-D. Het thema arbeidsmarkt zal zijns inziens nog nader uitgewerkt moeten worden om te bekijken hoe degenen, die steun nodig hebben de aansluiting met de arbeidsmarkt weer kunnen vinden. Wethouder KORTELAND is blij met de opmerkingen van de fractie van D66 om niet alleen te bezuinigen, maar ook te herijken te hervormen en te investeren, waarbij het college de middenweg zoekt: een gepaste en haalbare ambitie, die bij Papendrecht past en herkenbaar voor Papendrecht is. Ten aanzien van de omvang van de organisatie: Papendrecht beschikt niet over een afdeling economie. Hij is van mening dat veel ambitie gerealiseerd kan worden door slim de juiste faciliterende rol te pakken. De wethouder benadrukt dat alle bezuinigingen rond de reductie van het ambtenarenapparaat op schema liggen. Het gaat om beleidsuitvoering indien mogelijk met minder mensen en dat te doen op slimmere wijze. In het vestigingsklimaat heeft de overheid wel een rol en is het lastig om werkgelegenheid naar je toe te trekken. De projectleider is regionaal inzetbaar. Duurzaamheid: er moet nog veel gedaan worden, maar is essentieel en is toegevoegd aan het takenpakket van de projectleider. Papendrecht heeft het grootste aantal starters: het bedrijvencentrum is een van de broedkamers waar starters aan de slag kunnen. De raad zal eenmaal per jaar worden geïnformeerd naast de informatie via de reguliere planning en controlcyclus. De projectleider onderwijs wordt gefinancierd via het LOC en Manden Maken. De wethouder benadrukt dat Papendrecht zich kan onderscheiden door o.a. een showcase tussen Maritiem en de Luchtvaart waar veel techniek uitwisselbaar is en zal een toegevoegde waarde kunnen zijn, ook voor de regio. Hij is blij met de ingezonden brief van betrokken belangenverenigingen. De wethouder merkt op dat dit onderwerp als een apart agendapunt bij de Algemene Beschouwingen kan worden geagendeerd en vastgesteld. In antwoord op de opmerkingen van de heer Lichtenberg zegt de wethouder eraan te denken om actief gebruik te maken van nieuwe speerpunten en het ook geldt voor bredere inkoop dan alleen speerpunten zoals hier is geformuleerd en het SROI daarmee onlosmakelijk is verbonden. De wethouder stelt voor er op een later moment over te spreken. Voor ROM-D is een stukje lokaal onderscheidingsvermogen nodig en een stukje regionaal profiel wat niet of nauwelijks gedaan wordt. Op dit moment heeft Papendrecht het nog nooit op de onderscheidende manier geprobeerd en dit is hiertoe een aanzet. De VOORZITTER stelt voor om eventuele majeure bespreekpunten in de raad in te brengen. Tweede termijn
4
Mevrouw VAN ES is blij dat de wethouder ziet dat D66 investeren heel belangrijk vindt. Ten aanzien van het op schema terugbrengen van de ambtelijke organisatie vraagt zij of haar fractie dat op papier tegemoet kan zien. Volgens de heer LICHTENBERG hadden deze vragen beter gepast bij de behandeling van het jaarverslag waar een deel is gewijd aan de ontwikkeling van de ambtelijke organisatie (paragraaf bedrijfsvoering). Mevrouw VAN ES zegt in relatie tot de ambtelijke organisatie dat meer werk door Drechtwerk zou kunnen worden uitgevoerd en denkt aan bijvoorbeeld groenonderhoud. Ten aanzien van de projectleider merkt zij op dat er nog relatief weinig vrouwen topambtenaar zijn en stelt voor dat als actief gezocht wordt dat dat ook een ZIJ zou mogen zijn. De heer KLEIN HOFMEIJER wenst de wethouder veel succes met de ambities. De heer LICHTENBERG zegt ten aanzien van de nota dat het SROI (Social Return On Investment) niet alleen gericht is op de Sociale Dienst en kan zich voorstellen dat een verbinding gelegd wordt met het bedrijfsleven om gebruik te maken van elkaar en hiermee impliciet bij te dragen aan de gemeentelijke doelstellingen. De heer LICHTENBERG suggereert het een en ander ook bij de uitwerking in de begroting, in de paragraaf bedrijfsvoering, mee te nemen. Wethouder KORTELAND benadrukt dat het hier ook gaat om een discussie, die terug moet komen in regionaal verband over de toekomst en de doorontwikkelingen en dat het college hierin een proactieve rol zal spelen.. De VOORZITTER gaat er van uit de commissie gehoord hebbende, dat dit agendapunt met een positief advies en als hamerstuk naar de raad kan worden doorgeleid, hetgeen door de commissie wordt onderschreven. 06.
Voorstel tot het instemmen met het businessplan Kinderboerderij De Papenhoeve te Papendrecht en het beschikbaar stellen van een investeringskrediet van 575.000,- euro voor de nieuwbouw van kinderboerderij De Papenhoeve
De insprekers in eerste gelegenheid: Inspreker, de heer DE WIT geeft aan dat volgens hem al twee jaar in dit huis wordt gesproken over de kinderboerderij zonder dat dat tot enig resultaat heeft geleid en zich derhalve weer heeft aangemeld om in te spreken. Hij benadrukt eerder met overtuigende argumenten te zijn gekomen om de hele exercitie van de Kinderboerderij af te blazen. Hij geeft aan evenals de heer Tromp via ingezonden stukken in de media en inspraakprocedures getracht te hebben uitleg te geven aan bezwaren. Voorts merkt hij op ook een fractievergadering van D66, GroenLinks en de VVD te hebben bezocht om uitleg te geven aan zijn bezwaren. Ook de fractie van het PAB wilde hij bezoeken, doch trof in de voor hen gereserveerde ruimte in het gemeentehuis slechts een overdadige catering, maar niet de fractie van het PAB, die elders vergaderde. Daags daarna heeft hij zijn bezwaren aan de voorzitter van het PAB zowel schriftelijk als mondeling kenbaar gemaakt. Met een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur is hem evenals de heer Tromp gebleken dat de gemeente een dermate groot bedrag aan overhead in rekening brengt bij de Kinderboerderij dat tot een negatief bedrag moet leiden. Hij meent dat de raad geen benul heeft van de doorberekening en de werkelijke personeelskosten. De nota Toekomst Kinderboerderij ad 30.000,- is naar zijn mening door de raad geaccordeerd, terwijl de volgende stap goedkeuring inzake een kredietaanvraag betreft ad 575.000,- voor een duurzame Kinderboerderij. De heer De Wit ontraadt de commissie de gevraagde goedkeuring te verlenen en zegt het nieuwe rapport van 66 pagina's te hebben ingezien dat volgens hem kennelijk wat meer mocht kosten en
5
waarin op alle mogelijke manieren getracht wordt aan te tonen dat op dat terrein nieuwbouw gepleegd moet worden, terwijl de samenstellers het presteren om op pagina 8 te stellen dat het huidige gebouw van de Kinderboerderij sterk verouderd zou zijn, in slechte staat verkeert en op dit moment niet voldoet aan de huidige wettelijke eisen voor zowel dierenwelzijn als arbeidsomstandigheden. Hij benadrukt dat sommige voorzieningen oud en versleten en provisorisch gerepareerd zijn en die zouden op grond hiervan direct dicht moeten. De verantwoordelijk wethouder mag zich zijns inziens wel eens achter de oren krabben aangezien hij per slot van rekening verantwoordelijk is voor de Kinderboerderij. Hij stoort zich eraan dat nooit enig onderzoek is gedaan naar de kosten van het opknappen van de huidige gebouwen. Ten aanzien van een kinderboerderij anno 2013 heeft de opsteller van het rapport, pagina 9, gekeken naar en gesproken met Kinderboerderijen die een brede maatschappelijke functie vervullen. Ook daar heeft de onderzoeker gekozen voor Kinderboerderijen die voldoen aan door de wethouder beoogde criteria. Voor de Kinderboerderij Zwijndrecht is niet gekozen, maar die is ook bijna failliet. Hij vervolgt dat, als zijn informatie klopt, de nieuwe aanpak van De Papenhoeve is gebaseerd op vier pijlers ten aanzien van een toekomstbestendige duurzame Kinderboerderij. Een glazen boerderij vindt hij ook zo'n typisch voorbeeld van duurzaamheid: nergens in de Alblasserwaard is een glazen boerderij te zien en hij vervolgt dat als dit educatie is, zich af te vragen hoe aan kleine kinderen duidelijk gemaakt kan worden dat dit het boerderijleven is, terwijl gelukkig wel de mogelijkheid tot draadloos internet geboden wordt. Als gevolg van het terugbrengen van de personeelsterkte van 2 2/3 fte naar 2 fte: met 1 fulltime en 2 deeltijdkrachten lopen zijns inziens de personeelskosten terug van 120.000,- in 2011 naar rond de 110.000,De heer TROMP zegt wederom tijd te hebben gestoken in de realisatie van de Kinderboerderij en maakt graag gebruik van het spreekrecht als burger bij de behandeling van dit onderwerp, aangezien in deze commissievergadering aan de orde is hoe de Kinderboerderij eruit zou komen te zien. Kijkend naar de dieren door glas: hoe aai je dieren en als kind vraagt hij zich af: een stal bij een boerderij moet je kunnen ruiken en de dieren kunnen horen en zien. Ook heeft hij het zoeken van draagvlak in de samenleving niet kunnen bespeuren en vraagt of dat na vandaag nog komt. Hij ziet geen link met een boerderij of met de Alblasserwaard of het Papendrechts hoofdgebouw waar o.a. de educatie een plaats dient te krijgen en vergelijkt de dierenlijst van Dordrecht met die van Papendrecht of menige andere Kinderboerderij in de regio. Op de stelling "voor en door de samenleving" wordt blijkbaar het liefst buiten de samenleving om besloten, maar waarom zij hierbij niet zijn betrokken is zoals bij andere projecten voor hem onbegrijpelijk. Volgens hem kunnen blijkbaar alleen prominenten meepraten en vraagt zich waar die zijn. Blijven koersen op het stichtingbestuur met topmanagers die dan de exploitatie zullen overnemen voor 171.000,- euro lijkt hem meer voor de hand dan dat de Kinderboerderij wordt geëxploiteerd door ervaren en goed opgeleide krachten waaronder een beheerder, die hieraan tracht invulling te geven met vrijwilligers. Hij vraagt, ten aanzien van de dierenkeuze, of de samenleving en direct betrokkenen er ook nog iets over mogen zeggen of meepraten, terwijl met het beoogde gebouw er niet veel keuze zal zijn. Eerste termijn Mevrouw DEN HARTOG vraagt of de wethouder kans ziet om vóór behandeling in de raad de gewenste stukken tijdig te leveren zodat een zorgvuldig besluit genomen kan worden. Voorts vraagt zij de heer Tromp of hij na de vele publiciteit die hij vorige keer heeft gezocht en gekregen om mee te werken aan de Kinderboerderij nog reacties heeft gekregen van mensen, die zich wilden aanmelden als vrijwilliger bij de Kinderboerderij, waarop de heer Tromp negatief antwoordt en hieraan toevoegt dat Alblasserdam hoofdzakelijk met vrijwilligers werkt. Mevrouw DEN HARTOG zegt met betrekking tot de kredietaanvraag dat de raad tot taak heeft het beleid op hoofdlijnen te controleren, terwijl raadsleden hierin een duale rol hebben en kritisch naar voorstellen zullen kijken zoals naar de kredietaanvraag voor de kinderboerderij. Als gevolg van bezuinigingen kwam de kinderboerderij in beeld als bezuinigingsobject. Op 4 oktober 2012 (dierendag) is het plan gepresenteerd, terwijl het voorstel was voorzien van vele open einden die in de business case zouden worden afgehecht zoals het overdragen van taken aan een stichting, het inzetten van vrijwilligers, de nieuwbouw,
6
sponsoring en de inzet van beroepskrachten terwijl het exploitatieplaatje afhankelijk is van de plannen van het stichtingbestuur. Zij verwijst naar de pijlers in het voorstel: * De onzekerheid door het werken met vrijwilligers waaronder een stichtingbestuur die de verantwoording voor de kinderboerderij overneemt; * het uitfaseren van 2.76 beroepskrachten naar 1.0 fte, terwijl de werkzaamheden voor de beroepskrachten alleen maar zouden toenemen door extra activiteiten en de begeleiding van vrijwilligers veel tijd vraagt, terwijl er geen productie tegenover staat; * sponsoring: het gemeentebestuur vindt het belangrijk dat er substantieel, gedurende meerdere jaren wordt bijgedragen aan een solide financiële basis door het lokale bedrijfs- en verenigingsleven, terwijl nieuwbouw door het bedrijfsleven medegefinancierd zou moeten worden; * de fractie van de PvdA is benieuwd of achtervang is geregeld dat de gemeente bij continuïteitsproblemen garant staat en heeft kritiek op de gebleken kwetsbaarheid van het stichtingbestuur, die niet langer dan drie dagen stand hield, terwijl veel beleid door het stichtingbestuur ontwikkeld zou moeten worden en nog niet bekend is wat het stichtingbestuur wil, terwijl het maatschappelijk draagvlak onvoldoende is gebleken. * 2 beroepskrachten bij aanvang: een specialist dierverzorging en een vakman dierverzorging. Dierverzorger is een beroep, waarvoor een diploma nodig is; Gemiva is er voor de groenvoorziening, terwijl voor begeleiding van mensen van de sociale dienst en maatschappelijke stage gediplomeerde mensen nodig zijn. * Sponsoring: In het businessplan is sponsoring helemaal losgelaten. Er wordt als bron van inkomsten nog gesproken over bijvoorbeeld een lege flessenactie (klein bier). Een van de pijlers van het plan sponsoring is nu volledig uit beeld: niet echt een consistent beleid. * In de businesscase staat dat, indien de stichting zich terugtrekt, het beheer terugvalt aan de gemeente. Probleem voor het PAB opgelost zou je zeggen. Zij vindt het vreemd dat deze elementaire toezegging nergens in de officiële documenten terug te vinden is. De heer DE ROO benadrukt dat instemming met het businessplan en een investering van 575.000,- na vandaag niet meer kan worden teruggedraaid: er wordt ingezet op "meer voor minder en met en door de samenleving". De VVD-fractie kan zich hierin vinden om de bijdrage met 100.000,- te verlagen met de liberale gedachte met ruimte voor het bestuur om te kunnen ondernemen. Ten aanzien van de ontvangen statuten vraagt hij waarom een aantal documenten niet eenzijdig kunnen worden gewijzigd terwijl stichtingakten zijns inziens een verantwoordelijkheid zijn van het stichtingbestuur: daar gaat de gemeente niet over en hij vraagt een reactie van de wethouder. *
* * *
Huur en exploitatie - overeenkomst: een document dat door twee partijen ondertekend dient te worden. Aan de andere kant is sprake van een subsidiebeschikking die ondertekend is door het gemeentebestuur die dat te allen tijde kan opzeggen. Financiële degelijkheid: de VVD-fractie vindt dat de gemeente te allen tijde antwoord moet kunnen geven ten aanzien van de financiën en het proces van de huidige naar de toekomstige situatie. Ten aanzien van de weerstand in de maatschappij vraagt hij waarom een gebouw van de Kinderboerderij moet worden gesloopt, terwijl de VVD-fractie die keuze nog zou willen maken. Ten aanzien van maatschappelijk vastgoed zou hij graag zien dat de wethouder binnen het college in overleg met collega's met een breed perspectief komt en niet alleen met een visie ten aanzien van de Kinderboerderij, maar ook met een visie komt hoe taken op exploitatiegebied beter beheerst kunnen worden en daarop inzetten met "meer voor minder en voor en door de samenleving" als slogan.
Volgens de heer HUIJZER is wel geluisterd naar de samenleving en is wellicht daardoor de bijdrage verlaagd. Hij is gematigd optimistisch. Ten aanzien van de dierpopulatie vraagt hij of de VVD-fractie wellicht als gevolg van het schriftelijk antwoord wat onduidelijkheid kan wegnemen en goed is om de invulling aan het stichtingbestuur over te laten. De fractie van de ChristenUnie sluit zich aan bij mevrouw Den Hartog ten aanzien van de kwetsbaarheid van het bestuur en hij vervolgt dat in het plan werd aangegeven dat, als het bestuur zou disfunctioneren het beheer aan de gemeente zou terugvallen. Dit komt echter niet in de statuten terug. Tenslotte vraagt hij hoe dat in de documentatie is georganiseerd.
7
Mevrouw VOS zegt kritisch te zijn over de plannen van het college en er ook vanuit de inwoners van Papendrecht veel kritiek op de plannen is geuit als gevolg van de vaak onduidelijke communicatie van het college c.q. gemeente: 1. Ten aanzien van het aangepaste plan benadrukt zij dat het de wethouder c.q. het college siert dat geluisterd is naar de kritiek onderdelen en maakt uit de statuten op dat de gemeente achtervang is als het mis gaat met de stichting. 2. Personeel: de Kinderboerderij zal primair worden beheerd door beroepskrachten en zullen HALT en de Reclassering gebruik kunnen blijven maken van plaatsingsmogelijkheden en de begeleiding aan taakgestraften gewaarborgd blijft. 3. Mogelijke dierenpopulatie: beroepskrachten en gebruikers zullen hierbij betrokken worden. Zij gaat er van uit dat medewerkers nauw betrokken zullen worden bij de plannen. 4. De fractie van GroenLinks is blij dat de kosten voor nieuwbouw met een ton zijn verlaagd. De heer DE KRAKER vindt het een beter stuk dan de vorige zowel financieel als qua planning. Hij complimenteert het college voor het op conceptbasis voor de Kinderboerderij duidelijk maken qua exploitatie en inhoudelijk ten aanzien van de mogelijkheden voor aanvullende activiteiten met een exploitatie uitwerking en meerjarig sluitend met 2 fte's in theorie. Hij mist echter communicatie en draagvlak in de planning en vraagt ten aanzien van de bezuiniging van een ton of de wethouder dat kan bevestigen, terwijl de ambtelijke toerekening personeelskosten de daadwerkelijke personeelskosten van de stichting benaderen van 2 fte voor 52 euro per uur: ongeveer 200.000,- euro, terwijl de daadwerkelijke kosten van de stichting 110.000,- bedragen en vraagt een reactie van de wethouder. De heer SUIJKER deelt de visie dat de verantwoordelijkheid daar in de samenleving wordt gelegd waar het kan. Pagina 18, ten aanzien van het businessplan duurzaamheid vraagt hij waarom geen ruimte is gemaakt voor het plaatsen van zonnepanelen op de nieuw te bouwen gebouwen. Pagina 25: indien de stichting zich terugtrekt valt het beheer dan aan de gemeente terug. Hij verwacht en vertrouwt erop dat er een capabel bestuur is te vormen. Voorts vraagt hij of een VOG - verklaring verplicht wordt gesteld. Tenslotte vraagt hij ten aanzien van de kosten van bijna 157.000,- voor de dierenverzorger of dat inclusief personeelskosten is. Mevrouw DEN HARTOG zegt ten aanzien van het businessplan dat, als het bestuur voor 80 uur werk 3 fte's kan inzetten het aan het bestuur is en moet een businessplan niet leidend zijn, maar als basis fungeren. Zij begrijpt dat het personeel in dienst komt van de stichting en vraagt of het huidige personeel van de Kinderboerderij wordt overgenomen en als dat niet zo of dan een sociaal akkoord voor hen wordt opgesteld. Zij vraagt de wethouder of al meer bekend is dan de intentieverklaring van Gemiva. Ten aanzien van pagina 25: de verstrekking van subsidie en invulling hiervan en afspraken tussen gemeente en bestuur: wat de PvdA betreft krijgt het bestuur 171.000,- per jaar, terwijl het aan hen is hoe hiermee om te gaan. Zij vraagt of de gemeente het subsidiebedrag kan aanpassen en gelezen te hebben dat het bestuur nog geen invulling kent, maar wel dat het vormen van het nieuwe bestuur zo spoedig mogelijk moet plaatsvinden en vraagt waarom niet wordt gekozen voor een start onder gemeentelijke verantwoordelijkheid en als alles klaar is het bestuur in te leiden. In de statuten heeft zij niets kunnen vinden over de continuïteitsgarantie en wat er met eventuele tekorten gebeurt. Tenslotte vraagt zij of, als het bestuur ontbonden is, de verantwoordelijkheid weer bij de gemeente ligt. Ook wil de PvdA-fractie weten hoe het inkoopbeleid is geregeld en of rekening gehouden wordt met breuk en verlies etc. Ten aanzien van de dieren vindt zij het opvallend dat er weinig boerderijdieren aanwezig zullen zijn, terwijl wel goed moet worden omgegaan met dieren tijdens de transitie. Zij vraagt een bevestiging van de duur van de bouw van maximaal een half jaar dat in het eerste kwartaal van 2014 klaar moet zijn. Mevrouw MIDDELKOOP is blij dat geluisterd is naar de burgers en merkt op dat Alblasserdam aangeeft dat het runnen van een kinderboerderij met vrijwilligers prima gaat. De heer LAMMERS zegt, kijkend naar de plannen voor de Kinderboerderij dat het om een bezuiniging van
8
2% gaat, die gemakkelijk ergens anders gevonden kan worden. Hij is van mening dat beter geluisterd moet worden naar de al werkzame mensen op de Kinderboerderij en vindt dat een en ander in grote lijnen moet worden aangepakt en de vraag gesteld moet worden hoe met de exploitatie om te gaan. Het is een mooie Kinderboerderij die goed verbeterd kan worden voor 1,5 - 2 ton in samenspraak met de werknemers. Ten aanzien van de plannen met het stichtingbestuur benadrukt hij dat de Kinderboerderij een openbare nutsvoorziening is waarvan veel mensen gebruik maken. Met het verzelfstandigen van goed functionerende openbare nutsvoorzieningen dient men goed op te passen. Het onderbrengen in een stichting is financieel onzeker. Hij suggereert de gemeente met niet 575.000,-, maar met 175.000,- pragmatisch aan de slag te gaan en merkt op dat het geen prestigeslag moet worden en vindt de plannen te ambitieus en te duur, terwijl er geen draagvlak voor is. Wethouder KOPPENOL zegt ten aanzien van de opmerkingen van mevrouw Den Hartog dat voor beroepskrachten bij aanvang 2.0 fte als basis is genoemd om het professioneel te leiden en te voldoen aan wetgeving. Als gevolg van doorberekening in de kosten vanuit de overheid is het een ander tarief, omdat met extra kosten rekening gehouden moet worden, die in de stichting minder zijn en op een ander bedrag wordt uitgekomen. Statutair is vastgelegd dat instemming van het college noodzakelijk is voor wijziging van de statuten. Hiermee is gewaarborgd dat het college invloed kan uitoefenen op de richting en wijze van afhandeling van een mogelijke ontbinding. De gemeente behoudt de verantwoordelijkheid als eigenaar van de grond en de opstallen. Sponsoring: voorzichtigheid is geboden gezien de crisis, terwijl het stichtingbestuur pas wil werven als de raad het krediet beschikbaar stelt. Duurzaamheid: zonnepanelen zouden wellicht met een sponsor uit het bedrijfsleven mogelijk zijn. Ten aanzien van de opmerkingen van de heer De Roo: bestuursleden zullen in de stichtingsakte worden genoemd en huur en verhuur zal vanuit de gemeente moeten worden geregeld, "Breed perspectief" ziet de wethouder meer voor de langere termijn, terwijl hij het uitgangspunt onderschrijft om het in het totale plaatje mee te nemen. Ten aanzien van dierenpopulatie is een voorzetje op advies van de SKBN verwoord in het document, een stukje inspraak vanuit de samenleving het personeel en stichtingbestuur. De planning is dat de raad op 13 juni a.s. besluit in het eerste kwartaal 2014 tot deze voorziening te komen. Ten aanzien van Bureau Halt en de Reclassering: gezorgd wordt dat het maatschappelijk belang een goede uitvoering krijgt. Ten aanzien van de exploitatie, bij de salariskosten wordt over een ander tarief gesproken vanwege de extra kosten zoals omschreven in de brief aan de commissie. Ten aanzien van communicatie en draagvlak vraagt de wethouder het vertrouwen hiermee verder te gaan en zegt toe de raad en commissie goed te zullen informeren. De wethouder benadrukt dat in het businessplan uitgebreid is verwoord wat nuttig en nodig is en het VOG dient als screeninginstrument. De wethouder geeft aan dat behalve het degelijke businessplan nog een aanbesteding moet plaatsvinden rond de bouw: er wordt 5 ton genoemd en zal in het eerste kwartaal 2014 moeten resulteren in een mooie voorziening. Ten aanzien van de opmerkingen van de heer Lammers zegt de wethouder dat de huidige voorziening gedateerd is en de panden oud zijn en niet kunnen voorzien in de actuele behoeften ten aanzien van natuur- en milieueducatiecentrum. Ten aanzien van de insprekers is de wethouder blij dat een van de commissieleden heeft begrepen dat de besparing simpel kan door een verlaging van de exploitatie in personeelskosten zoals de heer De Kraker opmerkte van 230.000,- naar 110.000,- Ten aanzien van investeringen wordt in het rapport zienswijze toekomstplannen uitgegaan van een investering van 625.000,- waarvan 540.000,- voor nieuwbouw en speeltoestellen en 10.000,- voor bodem- en archeologisch onderzoek en tenslotte 65.000,- voor verharding terrein totaal 615.000,- i.p.v. 625.000,- Afgeschreven wordt 5 ton en de overige 75.000,-: als wordt uitgegaan van een lineaire berekening in plaats van annuïteit zal het uiteindelijk leiden tot een besparing van 150.000,- rekening houdend met een jaarlijkse rente van 5%. Ten aanzien van de inrichting van het terrein vraagt hij waarom is gekozen voor een tuin die veel onderhoud vraagt. De conceptstatuten zijn onvolledig en op sommige punten onjuist. In art. 3 wordt de term 'vermogen' gebruikt terwijl genoemde omschrijving duidt op inkomsten of baten; de wijze van stemmen door het bestuur is niet nader geregeld; evenmin is geregeld of het bestuur met een oneven
9
aantal personen dient te bestaan. In art. 11 wordt plotseling een raad van toezicht ten tonele gevoerd en onduidelijk is wie deze benoemt, het aantal leden van de raad etc. In art. 10 wordt gesteld dat het stichtingbestuur zonder enige toestemming de stichting kan ontbinden en acht dat, gelet op alle aannames onzekerheden en het argument dat een investering van 575.000,- in deze opzet weggegooid geld is, adviseert hij noch in te stemmen met het businessplan noch met de beschikbaarstelling van het krediet ad 575.000,De tweede gelegenheid voor de insprekers: Volgens de heer TROMP is weinig naar de burgers geluisterd en het aantal openingsdagen drie bedraagt: woensdag, vrijdag en zaterdagmiddag, terwijl het aantal vrijwilligers in december 2012 18 was. Hij vraagt de wethouder geen overhaaste besluiten te nemen op alleen deze plannen en onder druk van het jaar 2014. Alles moet worden geëxploiteerd voor een kleinere begroting door een stichtingbestuur dus moet er geprivatiseerd worden, terwijl het huidige plan is gebaseerd op 4 pijlers: voor en door de samenleving: uit de samenleving moeten de vrijwilligers komen. Basis is de boerderij met ruimte voor aanvullende activiteiten zoals o.a. educatie. Toekomstbestendig door nieuwbouw en samenwerking met partners (Gemiva),maar de pijler 'draagvlak' ontbreekt volgens hem en zal cruciaal blijken. Ten aanzien van personeel: 2 fte: wat betekent dit voor de huidige dierenverzorging; feit is dat er nu geen nieuw stichtingbestuur is en of zij zullen komen is de vraag. Ten aanzien van art. 11 van de statuten vraagt hij waaruit de raad van toezicht bestaat. Tweede termijn Mevrouw DEN HARTOG is ten aanzien van de toezegging van twee beroepskrachten verbaasd dat er overal staat dat bij "aanvang" gebruik zal worden gemaakt van twee beroepskrachten. Ook staat er dat het stichtingbestuur verantwoordelijk is voor het personeelsbeleid. De relatie met twee beroepskrachten vindt zij problematisch, aangezien zij in dienst van de gemeente blijven en in uitvoerende zin worden aangestuurd door het bestuur, maar er geen formele arbeidsrechtrelatie bestaat. Vrijwilligers: vooral in de weekenden en avonden wordt een beroep gedaan op vrijwilligers: dan is er geen leiding van beroepskrachten en ook de vrijwilligers van Gemiva ontbreken. Statuten: art. 10 lid 1 verwijst naar art. 9 lid 1 en zij vraagt zich af of hiermee de functie van de kinderboerderij is gegarandeerd. Sponsoring: dat zal het stichtingbestuur voor haar rekening nemen, terwijl het college in de plannen aangeeft dat een substantieel bedrag zal worden bijeengebracht voor de nieuwbouw, maar daarvan niets is terecht gekomen. Volgens de heer DE KRAKER zijn de sponsorgelden in dit stuk realistisch bijgesteld. Mevrouw DEN HARTOG merkt op dat het wel realistisch is, maar het wel is weggevallen als een van de pijlers van de plannen voor de kinderboerderij, terwijl de aanneemsom ad 5 ton aanbesteed moet worden en vraagt hoe het college aan het bedrag denkt te komen. De heer DE ROO zegt in antwoord op de vraag van de wethouder om vertrouwen in hem te hebben dat, als er een partij is die de wethouder het vertrouwen heeft gegeven dat dat de VVD-fractie is en dankt voor de beantwoording, terwijl niet de gevraagde duidelijkheid wordt gegeven. Hij vraagt waarom de oude kinderboerderij gesloopt wordt en of gebouwd of gerenoveerd wordt. Ten aanzien van verzelfstandiging zegt het college "deel de visie", maar op afstand zetten van de Kinderboerderij is een rode draad en is de wethouder er al mee bezig gezien de website. De VVD-fractie wil graag meegenomen worden in de vraag of gebouwd of gerenoveerd moet worden. Vervolgens heeft de raad de verantwoordelijkheid. Het gaat niet om kostenverschuivingen maar inzichtelijk hebben waar de kosten liggen: bij de verzelfstandigde unit en de gemeente, want die krijgen kosten en dat wil zijn fractie graag volgen evenals wat de kostenbesparingen zijn. De VVD-fractie wil het integraal beoordelen en verwacht dat er voor de raad twee kantjes komen met een duidelijke uitleg zodat met recht beoordeeld kan worden of gebouwd of gerenoveerd moet worden etc. Nadere informatie in tonnen wil de VVD-fractie het college eventueel per mail doen toekomen voor zover nodig voor besluitvorming op macroniveau. De heer HUIJZER constateert met betrekking tot de statuten dat er wat verschil zit tussen de tekst
10
businessplan pagina 25: indien de stichting zich terugtrekt zal het beheer terugvallen aan de gemeente. Daarnaast wordt in de overeenkomst beschreven dat indien het stichtingbestuur wijzigingen wil aanbrengen in de statuten of overeenkomsten, daarvoor de instemming dient te zijn van de gemeente, maar leest hij niet terug in de statuten. Wel in art. 9 en 10 dat het bestuur bij statutenwijziging vooraf de instemming van de gemeente nodig heeft. In art. 9.1. en in art. 10 staat dat het bestuur bevoegd is de stichting te ontbinden en daarachter staat dat m.b.t. het hiertoe te nemen besluit het bepaalde in art. 9 lid 1 van toepassing is: er moet nog eens goed naar gekeken worden en ook de raad van toezicht komt nergens terug behalve in art. 11. Wie zitten daarin en is dat wel nodig? Mevrouw VOS zegt vanwege het ontbreken van grote belangrijke kaders voor zowel het verzelfstandigen van de Kinderboerderij als het verbouwen in de huidige plannen welke kaders worden aangegeven en denkt dat dat maakt dat iedereen inzoemt. Er moet wel wat gebeuren en er ligt heel weinig vast. Zij durft uit te spreken wel vertrouwen te krijgen in het geheel, maar wil nog wel horen van de wethouder dat, als het mislukt of mensen stappen op, dat dan het slot erop gaat en er geen Kinderboerderij meer is en expliciet te willen weten dat de gemeente haar verantwoordelijkheid terug neemt en de Kinderboerderij dan gegarandeerd blijft. De heer DE KRAKER zegt dat er een hardnekkig idee is dat de bezuiniging vooral op overhead wordt gerealiseerd en dat idee vindt hij goed nieuws. De heer DE GRAAF heeft inmiddels begrepen dat Drechtsteden de Kinderboerderij zal betalen! De heer DE KRAKER hoorde de wethouder zeggen dat pas verder gegaan wordt als het besluit er ligt. De statuten hebben wat meer invloed van de gemeente Papendrecht aan de voorkant bijvoorbeeld bij het benoemen van het bestuur of bij het vaststellen van de begroting of jaarrekening of bij wensen en bedenkingen. Hij vraagt of het mogelijk is om in de statuten op te nemen hoe een en ander is geregeld met het huidige personeel. Hij denkt dat met de opmerkingen vanuit de samenleving en de commissie iets gedaan is: er ligt nu een ander stuk en is voor zijn fractie voldoende om hiermee in te stemmen. De heer SUIJKER dankt de wethouder voor de beantwoording van de vragen en heeft het volste vertrouwen in de plannen en wenst de wethouder veel succes. Ook de heer DEN HARTOG dankt de wethouder en merkt op dat de wethouder weet dat ook zijn fractie vertrouwen in hem heeft. Voorts vraagt hij of gegevens inzake openingstijden en subsidieverstrekking ad 171.000,- nog kan worden nagezonden en de continuïteitsgarantie zodanig kan worden aangepast dat duidelijk is wat er gebeurt en de Kinderboerderij open blijft. Mevrouw MIDDELKOOP onderschrijft het vertrouwen in de wethouder ten aanzien van dit dossier. De heer LAMMERS meent dat de stichtingsvorm zal leiden tot minder openstelling, terwijl het een openbare nutsvoorziening betreft. Zijn fractie heeft voorgesteld om voor een lager bedrag nieuwbouw te plegen, maar dat zal onderzocht moeten worden. Hij acht het beter om een stapje terug te doen, aangezien het voorliggende plan nog geen doortimmerd plan is en er vragen open blijven. Wethouder KOPPENOL bevestigt twee beroepskrachten bij aanvang en het een 'warme' overdracht betreft: 80 uur is nodig om de Kinderboerderij goed te leiden en er verder met vrijwilligers wordt gewerkt. Mevrouw DEN HARTOG vraagt van de wethouder de garantie dat de twee beroepskrachten voor onbepaalde tijd aan de Kinderboerderij verbonden zullen blijven, waarop wethouder KOPPENOL antwoordt dat dat aan het stichtingbestuur is.
Mevrouw DEN HARTOG geeft aan dat het personeel bij voortduring in onzekerheid is over hun baan. De heer DE GRAAF vraagt aansluitend of een werkgelegenheidsgarantie voor een bepaalde periode kan worden gegeven.
11
Mevrouw VOS neemt aan dat een stichting dat geld niet voor iets anders zal gebruiken. Volgens mevrouw MIDDELKOOP geldt hier de CAO van ambtenaren. Wethouder KOPPENOL licht toe dat in samenwerking met de ondernemingsraad wordt gezocht naar een goede oplossing waarbij opleidingsmogelijkheden en herplaatsingmogelijkheden onderwerp van gesprek zijn, terwijl bij 2 van de 3 medewerkers aan de wensen kan worden voldaan. Een 3e persoon denkt nog over de wensen na, terwijl de opmerking van de rechtspositie correct is. Volgens de heer DE ROO is sprake van werkgeverschap en een één op één overname. Mocht dat niet het geval zijn dan leest hij dat graag in de stukken. Wethouder KOPPENOL geeft aan dat bij aanvang sprake is van twee fte in dienst van het stichtingbestuur. Ten aanzien van de openingstijden zal uitgangspunt zijn de huidige openingstijden, maar een en ander zal in overleg met het bestuur en Gemiva bekeken worden, terwijl ook bekeken wordt of de statuten scherper geformuleerd kunnen worden, waarop mevrouw DEN HARTOG vraagt of dit mogelijk is vóór de behandeling in de raad, waarop wethouder KOPPENOL bevestigend antwoordt. Volgens de heer LAMMERS is de raad van toezicht van fundamenteel belang in de statuten en vraagt of de besluitvorming in de raad niet beter in juli kan plaatsvinden. Wethouder KOPPENOL zegt ten aanzien van 'glas', artist impression dat een en ander nog moet worden uitgewerkt door de architect, maar het genoemd te hebben om een beeld te schetsen. Ten aanzien van de opmerkingen van de heer De Roo en maatschappelijk vastgoed heeft de wethouder de rode draad in de presentatie in de commissie Samenleving aangegeven en wil nadrukkelijk de focus op de Kinderboerderij. De heer De GRAAF herinnert de wethouder eraan dat hij nog geen bestuur heeft en als het krediet is gevoteerd gaat zoeken. Hij merkt op dat als 2 of 3 slagen in een keer gedaan willen worden dat de wethouder er niet van weerhoudt om in lijn met hetgeen de heer De Roo de rode draad noemde, kan oplossen dat er een breed gedragen bestuur komt voor meerdere instellingen en sprake zal zijn van een bredere basis. Wethouder KOPPENOL zegt zich graag te willen focussen op het bestuur voor de Kinderboerderij, die hart hebben voor dierenwelzijn en wil gaan voor kwaliteit. De heer DE ROO licht toe dat zijn fractie op de website van Synargis heeft kunnen lezen dat er een onderzoeksopdracht is naar de verschillende vormen van privatisering en verzelfstandiging en de wethouder focust op de Kinderboerderij, terwijl hij het zwembad in onderzoek geeft waaruit nog een conclusie moet rollen welke vorm dat zou moeten worden. Hij wil aangeven dat nu gekozen wordt voor een stichting, terwijl uit het onderzoek zou kunnen komen dat er ook nog het theater bij zou kunnen en synergievoordelen opgepakt moeten worden. De heer LAMMERS benadrukt dat de Kinderboerderij een openbare nutsvoorziening is en moet blijven waarvoor andere normen gelden dan de VVD bedoelt ten aanzien van verzelfstandiging of op afstand zetten en de openingstijden niet als uitgangspunt dienen, maar gegarandeerd moeten blijven. De heer DEN HARTOG meent dat als de gemeente de subsidie zou inkorten en het stichtingbestuur het er niet mee eens zou zijn en vervolgens zou opstappen dat betekent dat de gemeente dan alsnog een tweede bezuinigingsronde kan doen.
Wethouder KOPPENOL antwoordt dat uitgangspunt het bedrag ad 171.000,- euro is als jaarlijkse subsidie en geen extra bezuiniging nodig is. Ten aanzien van de heer De Roo en privatisering van het sportcentrum moet eerst worden gerealiseerd dat het gebouw er staat, aangezien men met het huidige personeel heeft te maken. Als het pand is geopend is de discussie verder aan de raad ten aanzien van privatiseren en in
12
welke vorm. Eerst zorgen dat het gebouw er staat en dat de Kinderboerderij er staat. De heer De ROO zegt het bedrijfsmatig niet met de wethouder eens te zijn en vervolgt dat hiermee het huidige personeel van het zwembad te kort wordt gedaan. Als later besloten wordt tot een andere vorm zou het personeel in ambtelijke dienst hierin voorbereid en begeleid moeten worden. Zodra de bouw start zou het personeel hierin moeten worden meegenomen. Hij is het oneens met de wethouder. De heer De KRAKER vraagt of de statuten dienen om meer aan de voorkant te sturen, waarop wethouder KOPPENOL toezegt de statuten nog eens tegen het licht de houden. De heer De ROO vindt het een goed debat geweest, terwijl een aantal dingen aangescherpt kunnen worden en in de raad behandeld zal moeten worden. De VVD-fractie kan zich hierin vinden. De VOORZITTER concludeert alles overziende dat dit agendapunt met een licht positief advies voor behandeling in de raad naar de komende raadsvergadering kan worde doorgeleid, een raadsvergadering waarin eveneens de Algemene Beschouwingen aan de orde zijn; de voorzitter schorst op dit punt aanbeland, even de vergadering om 22.25 uur en heropent de vergadering vervolgens om 22.30 uur. 07.
Voorstel tot het vaststellen van de Perspectiefnota 2013 en kennis te nemen van het voorgenomen financieel beleid in de periode 2014 - 2018
De heer De ROO vraagt ten aanzien van pagina 20 wanneer de aanleg van kunstgrasvelden inhoudelijk behandeld zal worden. De heer FIJNEKAM merkt op ten aanzien van pagina 13 en 21 dat hiermee grote bedragen zijn gemoeid en verwijst naar het integraal ontwikkelingsplan Slobbengors (2011) en vraagt een toelichting over de relatie met Fokker. Pagina 13, het IHP: landelijk is het bedrag 256 miljoen minder en vraagt naar de gevolgen voor Papendrecht evenals een reactie op het bedrag ad 10.000,- euro naar het scholencomplex Zuid Kil. De heer KLEIN HOFMEIJER vraagt eveneens een toelichting ten aanzien van de grasvelden en het IHP. Wethouder KORTELAND geeft aan dat de volgende keer in een commissie een brief van het college over Fokker kan worden geagendeerd in relatie met de motie kunstgrasvelden. Ten aanzien van techniek voor de Zuidkil en het bedrag ad 10.000,- dat een administratieve afwijking betreft is dit verwoord in een brief aan de raad. Wethouder KOPPENOL zegt ten aanzien van de opmerkingen van de heer De Roo dat in de eerstvolgende commissie Samenleving een bespreking van de kunstgrasvelden inhoudelijk aan de orde kan komen. Op de vraag van de heer Klein Hofmeijer of de kunstgrasvelden al worden gerealiseerd geeft de wethouder aan dat renovatie van de velden die steeds onder water staan aan de orde is. Wethouder SCHEURWATER zegt ten aanzien van het bedrag ad 10.000,- euro dat het de kapitaallasten inzake een investering van 99.000,- betreft. Ten aanzien van het bedrag ad 256 miljoen, geeft de motie Buma aan dat het Voortgezet Onderwijs niet meer op de gemeentelijke begroting staat, maar op die van het primair onderwijs. Dat betekent dat het met ingang van 2015 in de lumpsum zit van de scholen. Tweede termijn De heer KLEIN HOFMEIJER vraagt of, als het nu al in de PSN staat waarom het dan niet alvast wordt overgemaakt, waarop wethouder SCHEURWATER antwoordt dat als de onderhandelingen waarbij afspraken zijn gemaakt met de scholen zijn afgerond, dat binnen nu en de volgende commissievergadering Samenleving de stukken aan de raad en commissie zullen worden gestuurd zodat daarover met elkaar kan worden gesproken. De VOORZITTER concludeert dit punt afsluitend dat het onderhavige voorstel met een positief advies en als bespreekstuk naar de raad ter besluitvorming kan worden doorgeleid.
13
08.
Samenwerkingsverbanden (overig):
Hiervan wordt geen gebruik gemaakt 09.
Rondvraag
Hiervan wordt geen gebruik gemaakt. 10.
Sluiting
Niets meer aan de orde zijnde dankt de VOORZITTER de commissie voor de goede discussie en sluit daarop de vergadering om 23.45 uur. Aldus vastgesteld in de openbare commissievergadering Samenleving van de gemeente Papendrecht op 20 juni 2013.
De griffier,
de voorzitter,
A.P.M.A.F. Bergmans
R.J. van Engelen
14