Toelichting over de behandeling van: Raadsvoorstel “Vaststellen jaarstukken 2012” Van:
Het college van B&W van 16 april 2013
Doel:
Besluitvorming 29 mei 2013
Toelichting:
Samenhang van diverse voorstelllen met de vaststelling van de Stadsrekening De stadsrekening met bijbehorende voorstellen wordt op 15 mei 2013 behandeld in de raadskamer. Daarbij is zoals elk jaar het uitgangspunt dat in beginsel elk programma (al dan niet samen met een ander programma) wordt behandeld in de raadskamer. Aan de besluitvorming van de Stadsrekening zijn de volgende documenten gekoppeld: 1. Concept verslag van Bevindingen van het Accountantsbureau Ernst & Young d.d. 18.4.2013 2. Brief van het College van B&W d.d. 23 april 2013 over de “Accountantsverklaring bij de Stadsrekening 2013” 3. Burgerjaarverslag 2012 (ter kennisname aan de raad) 4. Voortgangsrapportage Grote Projecten van april 2013, waarvan de voorgestelde beslispunten opgenomen zijn in het raadsvoorstel over de Stadsrekening 5. Raadsvoorstel Planexploitatie Onderwijshuisvesting d.d. 9 april 2013 6. Raadsvoorstel Waalsprong gemeentelijk deel d.d. 16 april 2013 7. Raadsvoorstel getiteld “Opdrachtverlening vaststellen GREX en risicoanalyse 2013 GEM Waalsprong” 8. Raadsvoorstel “Ontwikkelingsstrategie Waalsprong 2013 d.d. 23 april 2013 U ontvangt deze voorstellen tegelijkertijd omdat zij een onderlinge samenhang vertonen; het is logisch om voorafgaand aan de vaststelling van de Stadsrekening een beslissing te hebben genomen over de voorstellen genoemd onder 5 (planexploitatie Onderwijshuisvesting) 6 (raadsvoorstel Waalsprong gemeentelijk deel) en 7 (opdrachtverlening vaststelling GREX etc.). Het raadsvoorstel nr. 8 de “Ontwikkelinsstrategie Waalsprong 2013” heeft een beleidsmatige relatie met nr 7 de “Opdrachtverlening vaststellen GREX etc.” Tenslotte meld ik u dat u voorstellen 6, 7 en 8 kunt vinden bij de agenda en de stukken van de Commissie Waalsprong, die op dinsdag 14 mei vergadert. Ook meld ik u dat de Commissie Waalsprong een behandeladvies zal uitbrengen over de wijze van behandeling van deze onderwerpen (al dan niet gevoegd) in de besluitronde. Voortgangsrapportage Grote Projecten De Voortgangsrapportage Grote Projecten wordt behandeld in de raadskamer tijdens de gezamenlijke bespreking van de programma’s Grondbeleid en Ruimte & Cultuurhistorie. Met andere woorden: de financiële situatie ten aanzien van de grondexploitaties wordt primair bij de bespreking van de programma’s Grondbeleid & en Ruimte & Cultuurhistorie besproken. Wel staat het uiteraard iedereen vrij om ook tijdens de bespreking van het programma Bestuur & Middelen een relatie te leggen met de financiële situatie ten aanzien van de grondexploitaties. Raadsvoorstel “Planexploitatie Onderwijshuisvesting Het “Planexploitatie Onderwijshuisvesting” wordt behandeld in de raadskamer tijdens de gezamenlijke bespreking van de programma’s Grondbeleid, Ruimte & Cultuurhistorie en de Voortgangsrapportage Grote Projecten wegens de samenhang van de onderwerpen. Over dit onderwerp zal de raadskamer een behandeladvies uitbrengen inhoudende wanneer en hoe dit onderwerp (al dan niet gevoegd) behandeld zal worden in de besluitronde.
Brief Auditcommissie inzake Stadsbegroting 2012 – NAZENDING De auditcommissie stuurt ook dit jaar een adviesbrief over de Stadsbegroting 2012. Deze brief volgt zo spoedig mogelijk en wordt betrokken bij de bespreking van de programma’s Grondbeleid / Ruimte & Cultuurhistorie en bij de bespreking van het programma Bestuur & Middelen. Raadkamers waar 2 personen per fractie plaats mogen nemen: Bij de bespreking van de programma’s Zorg & Welzijn, Werk & Inkomen en de gecombineerde bespreking van de programma’s Grondbeleid, Ruimte & Cultuurhistorie, de Voortgangsrapportage Grote Projecten en de planexploitatie Onderwijshuisvesting is het vanwege de aard van de bespreking toegestaan met 2 personen per fractie aan de bespreking deel te nemen. Link naar de webversie van de Stadsrekening inclusief programmatoelichtingen Via de volgende link is de webversie van de Stadsrekening inclusief programmatoelichtingen bereikbaar; http://www2.nijmegen.nl/gemeente/belastingen__financien/stadsbegroting_jaarstukken
Naam steller: E-mail steller:
Peggy van Gemert
[email protected]
Tel. steller:
Bijlagen:
1. Raadsvoorstel “Vaststellen jaarstukken 2012”. 2. Burgerjaarverslag 2012 3. Brief van het college van B&W d.d. 23 april 2013 inzake “Accountantsverklaring bij de Stadsrekening 2012”
024 - 329 3187
Ter inzage via dropbox, internet, Raadsgriffie en Informatiebalie 1. Stadsrekening 2012 2. Voortgangsrapportage Grote Projecten (VGP), april 2013 3. Conceptverslag van bevindingen van Ernst & Young jaarrekening 2012 Gemeente Nijmegen 4. Raadsvoorstel “Planexploitatie Onderwijshuisvesting”. Nazending 1. Brief van de auditcommissie inzake “Auditcommissieadvies Stadsrekening 2012”
Openbare besluitenlijst 18raadsvoorstel december Datum raadsvergadering / Nummer no 47 / 68/2013 29Collegevergadering mei 2013
2007
Fatale termijn: besluitvorming vóór:
Aanwezig: Th. de Graaf Voorzitter Onderwerp Wethouders Vaststellen jaarstukken 2012P. Depla, H. van Hooft sr., L. Scholten, H. Kunst, P. Lucassen, J. van der Meer Programma / Programmanummer P. Eringa Gemeentesecretaris Bestuur & Middelen / 1042 A. Kuil Communicatie Portefeuillehouder M. Sofovic Verslag B. Jeene
Voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders d.d.
16 april 2013 Samenvatting
hierbij vastgesteld ter vaststelling Uw Raad aangeboden. Ten behoeve van De jaarstukken 2012 wordenAldus inaan de vergadering van: de behandeling en besluitvorming over de Stadsrekening en de Voortgangsrapportage Grote Projecten wordt in het voorliggende voorstel een analyse gegeven. In deze jaarstukken wordt verantwoording afgelegd over de uitvoering van de stadsbegroting 2012 en de daarmee gepaard gaande activiteiten van de gemeente. In 2012 is gestart met de ontvlechting van de GEM Waalsprong. De daarmee samenhangende financiële effecten zijn dan ook in deze rekening verwerkt. Behalve de GEM Waalsprong worden er meer planexploitaties De voorzitter, De secretaris, geraakt door de economische crisis en ook die effecten zijn in de rekening opgenomen. De jaarrekening laat exclusief planexploitaties een voordelig resultaat zien van € 4,8 miljoen. Voor de planexploitaties hebben we forse verliezen genomen van € 18,3 miljoen en deze verliezen worden afgewikkeld via de ABR. De VGP neemt een prominente plaats in, in deze jaarrekening. De beslispunten uit de VGP zijn – zoals gebruikelijk - integraal als beslispunt in deze jaarrekening opgenomen. Toelichting op de beslispunten wordt verder op in dit raadsvoorstel gegeven. Voorstel om te besluiten
1. De Stadsrekening 2012 vast te stellen. 2. Het in de Stadsrekening verantwoorde voordelig saldo (exclusief saldo planexploitaties) van € 4.815.000 als volgt te bestemmen: a. De niet bestede ISV gelden van € 1.310.000 toe te voegen aan de reserve ISV. b. De nog niet bestede middelen van € 121.000 voor een aan te schaffen kunstwerk volgens de gebruikelijke gedragslijn toe te voegen aan de reserve 1% regeling beeldende kunst 1
DEF raadsvoorstel stadsrekening 2012 na stelselwijziging.doc
c.
Ten behoeve van RTV 1 € 175.000 te reserveren uit het overschot op het programma cultuur.
d. De reserve toegankelijkheid gebouwen conform eerdere besluitvorming formeel op te heffen en het saldo van € 99.000 vrij te laten vallen. e. De onderuitputting kapitaallasten van € 1.700.000 toe te voegen aan de saldireserve. f.
Het restant voordelig saldi, zijnde € 1.608.000 toe te voegen aan de saldireserve.
3. In de stadsrekening is een nadelig saldo voor planexploitaties verantwoord van € 18.289.000 en voorgesteld wordt dit saldo via de ABR af te wikkelen en dit bedrag aan de ABR te onttrekken.
4. De Voortgangsrapportage Grote Projecten april 2013 vast te stellen, met de volgende beslispunten: a. De nieuwe planexploitaties Molenweg 71 (terrein Jacobs) en Professor van Weliestraat 4 (studentenkerk) vast te stellen, b. Gereedgekomen planexploitaties af te sluiten en het voordelig resultaat vast te stellen op € 460.800. c. Het effect van € 1.968.500 voordelig uit de herziening gemeentelijke planexploitatie Waalsprong in deze jaarrekening te verwerken. d. Het effect van € 7.048.600 uit de herziening doordecentralisatie Onderwijs in deze jaarrekening te verwerken: e. Een voorziening van € 11.700.000 voor de planexploitatie GEM Waalsprong op te nemen. f.
Een aanvullende voorziening van € 2.126.300 voor de GR Bergerden op te nemen.
g. Tussentijdse winst tot een bedrag van € 2.082.300 te nemen op een aantal projecten. h. Het effect van diverse aanpassingen planexploitaties en overige grondbeleid instrumenten vast te stellen op € 1.925.700. Uiteindelijk resulterend in een eindstand van de ABR van € 1,7 miljoen.
2
5. De ABR op te heffen per 1 januari 2013 6. Ten aanzien van rioolinvesteringen in ontwikkelgebieden (planexploitaties) te besluiten tot een stelselwijziging. Dit betekent dat de rioolinvesteringen geen onderdeel meer zijn van de te dekken planexploitatiekosten, maar conform de gebruikelijke investeringsregels van de gemeente geactiveerd worden en afgeschreven worden in 40 jaar. 7. De reserve Waalsprong op te heffen per 31 december 2015 8. Een bedrag van € 3 miljoen voor warmtenet, welke in 2012 niet tot besteding is gekomen, over te hevelen van de ABR naar de saldireserve en beschikbaar te houden voor het warmtenet. 9.
Het overschot van het Krediet Sporthal Citadel van €. 1,0 miljoen ter beschikking te stellen voor Revitalisering Binnensportaccommodaties.
10. De bijbehorende begrotingswijziging BW-01271 vast te stellen.
3
Aan de Raad van de gemeente Nijmegen 1
Inleiding
De jaarstukken 2012 liggen ter vaststelling voor .Met deze jaarstukken leggen wij verantwoording af over het uitgevoerde beleid in 2012. De jaarrekening is door de accountant voorzien van een accountantsverklaring. Wij hebben wederom een goedkeurende verklaring voor zowel de getrouwheid als de rechtmatigheid. In het jaar 2012 zijn de gevolgen van de economische crisis duidelijk voelbaar geweest. We hebben daarover meermaals aan uw raad gerapporteerd. De crisis heeft vooral op de ontwikkelingen binnen de grondexploitaties een forse impact gehad. Als gevolg hiervan is in 2012 gestart met de ontvlechting van de GEM Waalsprong. De daarmee samenhangende financiële effecten zijn in deze rekening verwerkt. Behalve de GEM Waalsprong worden er meer planexploitaties geraakt door de economische crisis. Ook die effecten zijn in de rekening opgenomen. Totaal is een verlies genomen van € 18,3 miljoen op de planexploitaties. Hierdoor is het rekening resultaat uitgekomen op € 13,5 nadelig. Nadat dit verlies op planexploitaties verrekend is met de ABR sluiten de overige activiteiten af met een voordelig saldo van € 4,8 miljoen. Zoals gezegd zijn voor de activiteiten van het programma grondbeleid forse verliezen genomen in 2012. Om die reden zijn de resultaten op de planexploitaties, afzonderlijk in de besluitvorming opgenomen.(verlies genomen van € 18,3 miljoen) Dit raadsvoorstel gaat in op het behaalde rekeningresultaat 2012, de vermogenspositie eind 2012 en de voorgestelde resultaatbestemming over 2012. Alle voorgestelde beslispunten bij de jaarstukken 2012 lichten wij in dit voorstel afzonderlijk toe. De accountant heeft de jaarrekening gecontroleerd en een rapport van bevindingen uitgebracht. Dit rapport is door de accountant separaat aan u verstrekt. 1.1 Wettelijk kader of beleidskader
Op grond van de gemeentewet, het besluit Begroten en Verantwoorden alsmede de verordening ex artikel 212 leggen wij de stadsrekening als verantwoordingsdocument ter vaststelling aan uw Raad voor. 1.2 Relatie met programma
De stadsrekening heeft een relatie met alle programma’s, aangezien in dit verantwoordingsdocument over alle programma’s verantwoording wordt afgelegd. 2
Doelstelling
n.v.t. 3
Argumenten
Gevraagd wordt de jaarstukken vast te stellen en hiermee ons College décharge te verlenen. Verder leggen wij een resultaatbestemmingsvoorstel ter besluitvorming aan uw Raad voor.
4
De toelichting is als volgt opgebouwd: A. toelichting beslispunten; B. financiële analyse van het rekeningresultaat; C. analyse van de vermogenspositie; D. bijzonderheden in de stadsrekening 2012 E. het rapport van Bevindingen van de Accountant. A. Toelichting beslispunten
Onderstaand treft u per beslispunt een korte toelichting: Beslispunt 1 inzake vaststelling Stadsrekening 2012 Hiermee stelt u de Stadsrekening 2012 vast en verleent u décharge aan ons College. Beslispunt 2.a. tot en met 2 f inzake resultaatbestemming In de jaarrekening zijn de lasten en baten opgenomen vóór mutaties in de reserves. Vervolgens zijn de mutaties in de reserves verwerkt waartoe reeds, door uw Raad is besloten bij begrotingsbehandeling, dan wel bij een afzonderlijk raadsvoorstel. Deze mutaties worden de eerste resultaatsbestemming genoemd.. Deze wijze van verantwoording is in overeenstemming met de wettelijke regelgeving, het Besluit Begroten en Verantwoorden (BBV) de zogenaamde boekhoudregels voor gemeenten. Vervolgens wordt in de jaarrekening het resultaat na eerste winstbestemming gepresenteerd. Naast deze wettelijke regels zijn er door uw raad spelregels vastgesteld hoe om te gaan met resultaten en reserves. Ten aanzien van de resultaten uit planexploitaties is bepaald dat deze afgewikkeld worden via de daarvoor bestemde reserve, de ABR. Deze mutaties in de reserve moeten wel door een raadsbesluit bekrachtigd worden. Dit jaar hebben de herzieningen in de planexploitaties een grote invloed op het resultaat van de gemeente. Als gevolg van de ontvlechting GEM Waalsprong en de doorrekening van andere planexploitaties is voor planexploitaties een verlies genomen van € 18,3 miljoen. Dit wordt via de ABR afgewikkeld. Teneinde het verschil tussen de kosten planexploitaties en overige programma’s duidelijk te maken, zijn twee overzichten gemaakt: -het eerste overzicht betreft de lasten en baten exclusief planexploitaties en sluit met een voordelig saldo van € 4,8 miljoen en vervolgens is aangegeven hoe dit voordelig rekeningresultaat bestemd wordt. -het tweede overzicht gaat alleen over de planexploitaties en betreft de lasten en baten inclusief eerste winstbestemming sluitend met een nadelig saldo van € 18,3 miljoen, maar vóór afwikkeling als tweede winstbestemming via de ABR.
5
In tabelvorm: Rekeningresultaat exclusief planexploitaties 2012
bedragen * €1.000
Lasten exclusief planexploitaties
568.463
Baten exclusief planexploitaties
563.388
Saldo voor eerste resultaatbestemming
Nadelig
5.075
Per saldo reservemutaties
Voordelig
9.890
Saldo gemeentelijke activiteiten exclusief planexploitaties
Voordelig
4.815
Eerste resultaatbestemming exclusief planexploitaties:
In de beslispunten 2 a tot en met 2 f. is het volgende bestemmingsvoorstel opgenomen: 2.a toevoeging aan reserve ISV
1.310
2.b toevoegen aan reserve beeldende kunst 1% regeling
121
2.c budgetoverheveling tbv RTV 1
175
2 d. vrijval reserve toegankelijkheid 2.e. onderuitputting kapitaallasten toe te voegen aan
-99 1.700
saldireserve 2.f restant saldo toevoegen aan de saldireserve
1.608
Resultaatbestemming
4.815
Toelichting op deze beslispunten: a. Wij stellen voor de niet bestede ISV gelden van € 1.310.000 toe te voegen aan de reserve ISV. In 2012 hebben wij minder uitgaven voor de realisatie van de doelstellingen van ISV gedaan, dan vooraf in de begroting was opgenomen. Daarom stellen wij Uw Raad hierbij voor om de niet bestede middelen toe te voegen aan de reserve ISV. b. Wij stellen voor de nog niet bestede middelen van € 121.000 voor een aan te schaffen kunstwerk volgens de gebruikelijke gedragslijn toe te voegen aan de reserve 1% regeling beeldende kunst. De voorbereidingen voor de aanschaf van dit kunstwerk zijn in 2012 gestart en zullen in 2013 afgerond worden. c. Wij stellen voor ten behoeve van RTV 1 € 175.000 te reserveren uit het overschot op het programma cultuur. Dit sluit aan bij het voornemen om RTV 1 te huisvesten in het pand van LUX. Dit zal leiden tot efficiencyvoordelen, echter vooraf vraagt dit om eenmalige investeringen waarvoor dit bedrag zal worden ingezet. d. Wij stellen voor de reserve toegankelijkheid openbare gebouwen conform eerdere besluitvorming formeel op te heffen en het saldo van € 99.000 vrij te laten vallen. Besloten is om een voorziening te treffen voor de toegankelijkheid openbare gebouwen. De voorziening is gevormd. De gelden uit de reserve moet echter nog formeel vrijvallen.
6
e. Wij stellen voor de onderuitputting kapitaallasten van € 1.700.000 toe te voegen aan de saldireserve. In de voorjaarsnota is de onderuitputting kapitaallasten berekend op € 1,7 miljoen. Besloten is deze onderuitputting niet direct toe te voegen aan de reserve strategische investeringen, maar bij de rekening te bezien of dit verantwoord is, of dat de saldireserve verder gevoed moet worden. Gezien de financiële situatie en de toekomstverwachtingen stellen wij voor dit bedrag aan de saldireserve toe te voegen f.
Wij stellen voor het restant voordelig saldo van € 1.608.000 toe te voegen aan de saldireserve
Beslispunt 3 inzake resultaatbestemming planexploitaties Het gaat hier over de lasten en baten van planexploitaties, vóór mutaties in de reserves. Vervolgens zijn de mutaties in de reserves waarover uw raad al eerder een besluit heeft genomen, in de jaarrekening verwerkt. In tabelvorm: Rekeningresultaat Planexploitaties 2012
bedragen * €1.000
Lasten planexploitaties
228.855
Baten planexploitaties
210.037
Saldo voor eerste resultaatbestemming
Nadelig
18.818
Voordelig
529
Nadelig
18.289
Eerste resultaatbestemming planexploitaties: Per saldo reservemutaties Saldo Planexploitaties na eerste winstbestemming
Wij stellen voor de positieve en negatieve saldi op planexploitaties te onttrekken aan de ABR tot een bedrag van € 18.289.000. Voor een uitgebreide toelichting verwijzen wij naar de VGP van april 2013.. Beslispunt 4 Vaststellen Voortgangsrapportage Grote Projecten april 2013 Vaststellen van de Voortgangsrapportage Grote Projecten april 2013. In deze rapportage zijn de planexploitaties herzien en is gerekend met de parameters uit de risiconota 2012 van het ontwikkelbedrijf. Aangezien er nogal wat ontwikkelingen zijn geweest in 2012, zijn de beslispunten uit de VGP afzonderlijk genoemd. Voor een uitgebreide toelichting mogen we u verwijzen naar de VGP van april 2013. Majeure wijzigingen in planexploitaties worden afzonderlijk aan uw Raad voorgelegd en om die reden zijn/worden de planexploitaties Doordecentralisatie Onderwijs en Waalsprong (gemeentelijk deel) afzonderlijk aan uw Raad voorgelegd. De effecten uit die herzieningen zijn meegenomen in dit VGP.
Beslispunt 4a Een tweetal toegevoegde planexploitaties vast te stellen Zoals in de VGP vermeld staat gaat het om: - Molenweg 71 (terrein Jacobs)
7
- Prof. van Weliestraat 4, Studentenkerk Beslispunt 4b Gereedgekomen planexploitatie af te sluiten De onderstaande planexploitaties zijn gereed en kunnen afgesloten worden. De resultaten op deze exploitaties zijn in de VGP toegelicht en worden via de ABR afgewikkeld (onderdeel van beslispunt 3a) - IJsbaanlocatie Prof. Bellefroidstraat - Willemskwartier Voorzieningenhart - Rijnstraat/Lekstraat - Sperwerstraat terrein Hartman - Herstructurering Teersdijk Beslispunt 4c Het effect uit de herziening planexploitatie Waalsprong in deze jaarrekening te verwerken. In de herziening van de planexploitatie Waalsprong gemeentelijk deel, welke afzonderlijk aan uw Raad wordt voorgelegd zijn een aantal aanpassingen gedaan die financiële effecten hebben. In totaliteit is hierdoor de voorziening voor verwachte verliezen met € 2 miljoen teruggebracht naar € 3,6 miljoen. De aanpassingen betreffen: - een vermindering van de uitgeefbare m2 bedrijventerreinen de Grift - € 7 miljoen, - landschapszone minder grond terugbrengen in plassen - € 2 miljoen, - niet beschikbaar komen van een bijdrage ten behoeve van HOV-fietspad, fietsbrug en fietstunnel - € 2 miljoen, - meer plankosten en extra bodemverontreiniging - € 1 miljoen. Daartegenover een wijziging in de financiering van infrastructurele werken hetgeen een voordeel oplevert in de planexploitatie van € 17,1 miljoen. Deze bedragen worden in de loop van de tijd uitgegeven en zijn om die reden niet zondermeer optelbaar, maar tegen contante waarde wordt het negatief saldo verminderd met € 2 miljoen. De vrijval van de voorziening wordt via beslispunt 3a ten gunste van de ABR gebracht. Beslispunt 4d.Het effect uit de herziening doordecentralisatie Onderwijs in deze jaarrekening te verwerken: De planexploitatie Doordecentralisatie ontwikkelt zich negatief door oplopende verwervingskosten (woz-waardering) en door beperkingen in herontwikkelingsmogelijkheden en nieuwe locaties die aan de planexploitatie worden toegevoegd. Voor dit negatieve resultaat van € 7 miljoen wordt de voorziening verhoogd en ten laste van de ABR gebracht, via beslispunt 3a. De bijgestelde planexploitatie wordt separaat aan uw Raad voorgelegd ter vaststelling. Beslispunt 4 e. Een voorziening voor de planexploitatie GEM Waalsprong op te nemen De ontvlechting van de GEM Waalsprong is verwerkt en een bijgestelde planexploitatie is opgesteld. In deze planexploitatie is er van uitgegaan dat rioolinvesteringen tot een bedrag van € 33 miljoen geactiveerd worden. Hiermee rekening houdend levert de planexploitatie GEM Waalsprong een tekort op van € 11,7 miljoen. Voor dit tekort wordt een voorziening gevormd en ten laste van de ABR gebracht (beslispunt 3a). Deze herziening wordt separaat voor wensen en bedenkingen aan uw Raad voorgelegd. De verwerking van de rioolinvesteringen in de investeringsbegroting van de gemeente en de dekking van de daarmee samenhangende kapitaallasten is in de perspectiefnota 2014 verder uitgewerkt.
8
Beslispunt 4 f. Een aanvullende voorziening voor de GR Bergerden op te nemen. Vooruitlopend op besluitvorming in het bestuur van de GR over het businessplan is de laatste planexploitatie voorlopig geactualiseerd (rentekosten, uitgestelde opbrengstenstijging). De planexploitatie komt met deze wijzigingen uit op een financieel negatief eindresultaat van € 5,7 miljoen, netto contant per 1-1-2013. Hiervan komt de helft voor rekening van de gemeente Nijmegen. Eind 2011 was reeds een voorziening getroffen van € 0,6 miljoen en nu wordt een aanvullende voorziening ad € 2,1 miljoen gevormd en ten laste van de ABR gebracht (beslispunt 3a). Beslispunt 4 g Tussentijdse winst te nemen op een aantal projecten. Binnen de onderstaande projecten is een tussentijdse winst name berekend en kan worden toegevoegd aan de ABR (beslispunt 3a) Zie voor nadere toelichtingen de VGP van april 2013 Het gaat om de volgende projecten: Het gaat om de volgende projecten: -Hatert centrale zone -Kamerlingh Onnesstraat -Neerbosscheweg -Ploegstraat/ Goffertweg Beslispunt 5 de ABR opheffen De ABR is een bestemmingsreserve bedoeld om de mee – en tegenvallers in de planexploitaties op te vangen en is daarmee de buffer om risico’s die zich in planexploitaties voordoen af te dekken. Na alle afboekingen zoals in beslispunt 3a wordt voorgesteld, resteert er nog een ABR van € 1,7 miljoen. Gelet op die stand van de ABR en het bepaalde risicoprofiel, constateren wij dat de ABR ontoereikend is om de risico’s van de planexploitaties op te vangen. Om hierin te voorzien en om integraal te kunnen sturen, stellen wij voor om de saldireserve te beschouwen als de algemene reserve waarmee alle risico’s worden afgedekt en om derhalve de ABR op te nemen in de Saldireserve. Ook de accountant heeft in zijn rapport van bevinden de aanbeveling gedaan om “de Algemene Bedrijfsreserve samen te voegen met de saldireserve. Hierdoor kan beter een integrale beoordeling plaatsvinden van de risico’s afgezet tegen de totale reserves en daarmee het inzicht in het weerstandsvermogen” Om die reden wordt voorgesteld de ABR per 1 januari 2013 op te heffen. De mutaties die in deze stadsrekening naar de stand 31 december worden voorgesteld, worden nog verwerkt in de ABR en het dan resterend saldo wordt per 1 januari 2013 opgenomen in de saldireserve. Beslispunt 6 stelselwijziging rioolinvesteringen in planexploitaties. Tot nu toe was het gebruik om rioolinvesteringen in planexploitaties mee te nemen in de kosten van bouwrijpmaken en af te dekken door de opbrengsten uit planexploitaties. Aangezien de vastgoedmarkt onder druk staat, stellen wij voor om de rioolinvesteringen te activeren en niet meer mee te nemen in de kosten van de planexploitatie. Daardoor kan de grondprijs op een lager tarief worden vastgesteld. In de bestaande gemeentelijke regels van activeren is reeds opgenomen dat rioolinvesteringen geactiveerd worden en in 40 jaar afgeschreven. In planexploitaties werden rioolinvesteringen gedekt door opbrengsten en op die wijze was de afschrijvingslast nihil.
9
Beslispunt 7 de reserve Waalsprong op heffen. In 2010 stemde uw Raad in met uitbreiding van de Brandweer met Post Noord. Dat was een van de laatste besluiten, dat op basis van het Voorzieningenplan Waalsprong werd genomen. Bij besluitvorming over de stadsbegroting 2013 is vermeld dat de reserve per eind 2015 opgeheven kan worden en de met de kazerne samenhangende lasten vanaf 2016 in de begroting worden opgenomen. Aangezien instellen en opheffen van reserves gebruikelijkerwijs bij vaststellen van de stadsrekening geregeld wordt, is het opheffen eind 2015 van deze reserve nu in dit voorstel opgenomen Beslispunt 8 overheveling van ABR naar saldireserve van € 3 miljoen warmtenet Wij stellen voor de bijdrage uit de saldireserve van € 3 miljoen ten behoeve van het warmtenet welke in 2012 niet tot besteding is gekomen, door te schuiven naar 2013. Administratief onttrekken we dit bedrag uit de ABR en voegen we dit bedrag toe aan de saldireserve. We houden het bedrag beschikbaar voor het warmtenet. Beslispunt 9 overschot krediet sporthal Citadel beschikbaar stellen voor Revitalisering Binnensportaccommodaties. In de stadsrekening is verantwoording afgelegd over de besteding van investeringskredieten. De bouw van de sporthal Citadel is binnen het krediet afgewikkeld en voorgesteld wordt het restant krediet in te zetten voor revitalisering Binnensportaccommodaties binnen het werkveld sport Beslispunt 10 In de bijgevoegde begrotingswijzigingen zijn alle bovengenoemde beslispunten verwerkt.
B. Financiële analyse van het rekeningresultaat In bijlage 1 wordt een overzicht gegeven van de saldi per programma. De primitieve begroting 2012 sloot met een voordelig saldo van € 0,3 miljoen. In de Voorjaarsnota is al een nadeel van € 6,3 miljoen gemeld en verwerkt in de cijfers. Als gevolg hiervan is bij de Voorjaarsnota besloten in het verdere verloop van het jaar een zorgvuldig financieel beleid te voeren, teneinde in het najaar en bij deze rekening met een zo gunstig mogelijk resultaat te komen. Dat heeft geresulteerd in een positieve melding bij de najaarsnota van ruim € 2 miljoen. Hiermee werd het geprognosticeerd tekort teruggebracht naar € 4,1 miljoen (begroting). Op realisatiebasis zien we thans het volgende. In 2012 hebben we verwachte verliezen op grondexploitaties voor een bedrag van € 18,3 miljoen als verlies genomen. Op de overige activiteiten is een voordeel gerealiseerd van € 4,8 miljoen. Verder wordt nog opgemerkt dat de voorgenomen bezuinigingen in 2012 van € 9 miljoen nagenoeg geheel gerealiseerd zijn.
10
C. Analyse van de vermogenspositie In de Stadsrekening wordt uitgebreid ingegaan op de vermogenspositie. In dit raadsvoorstel beperken wij ons dan ook tot een aanduiding van de reservepositie. Het eigen vermogen bestaat uit de Algemene reserves, de Bestemmingsreserve en het Rekeningresultaat. In 2012 is het eigen vermogen met € 24 miljoen afgenomen, van € 130 miljoen naar € 106 miljoen. Dit eigen vermogen is niet vrij besteedbaar. Feitelijk kunnen alleen de Saldireserve en de ABR van het Ontwikkelingsbedrijf ingezet worden als afdekking van algemene risico’s. Voor de besteedbaarheid van de bestemmingsreserves geldt dat deze middelen, door de daarover genomen raadsbesluiten, geheel bestemd zijn. Bestemmingsreserves zijn uiteraard wel door middel van een raadsbesluit inzetbaar, wanneer zich een calamiteit zou voordoen. De hoogte van de reserves zijn mede afhankelijk van de besluitvorming bij deze rekening. In onderstaande tabel is aangegeven wat de reserves zijn na besluitvorming bij de rekening. Reserve
Programma
Bedrag in €’s
Totaal eindstand reserve na besluitvorming
3.a.Reserve ABR
Grondbeleid
-/- 21.289.000
1.653.400
3.b.Saldireserve
Grondbeleid
3.000.000
saldireserve
4.a.Reserve ISV
Ruimte en Cultuurhistorie
193.700
2.028.000
Wonen
730.800
Klimaat en Energie
176.500
Groen & Water
176.100
Citymarketing en Externe
32.900
Betrekkingen 4.b..1% regeling beeldende kunst
Cultuur
4.c. .Budgetoverheveling naar 2013
Cultuur
4.d. Toegankelijkheid gebouwen
Bestuur en Middelen
-/-99.000
0
4.e.. Onderuitputting kapitaallasten
Bestuur en Middelen
1.700.000
saldireserve
4.f. Storting in de Saldireserve
Bestuur & Middelen
1.608.000
47.421.000
Overige reserves Totaal
n.v.t.
Totaal Reserves
121.000
295.000
175.000
n.v.t.
-
55.065.000 106.462.000
Het weerstandsvermogen is bedoeld om risico's af te kunnen dekken. De algemene begrotingsrisico’s zijn beoordeeld en aan de hand van risicoanalyse in Naris is bepaald dat we een bedrag van € 21 miljoen nodig hebben om de risico’s (exclusief risico’s grondbeleid) met een zekerheid van 95% af te dekken. De huidige grenzen van de Saldireserve zijn vastgesteld op € 25 miljoen ondergrens en € 45 miljoen bovengrens. De Saldireserve biedt dus voldoende zekerheid voor de begrotingsrisico’s. De risico's uit de planexploitaties zijn bepaald op € 85 miljoen. De ABR bereikt na besluitvorming bij deze stadsrekening 2012 een niveau van € 1,7 miljoen en is daarmee niet meer opgewassen tegen de risico’s op de planexploitaties.
11
Om die reden stellen wij voor om de ABR op te heffen en de risico’s onder te brengen bij de saldireserve. De saldireserve beschouwen we als algemene buffer en we zorgen dat deze het niveau bereikt waarmee alle risico’s afgedekt kunnen worden. In de VGP van april 2013 is de meerjarenraming van de ABR opgenomen. Deze mutaties in de ABR worden nu opgenomen in de saldireserve. Naast de besluitvorming bij deze jaarstukken zijn er ook reeds een aantal besluiten genomen over de inzet van de Saldireserve in 2013 en volgende jaren. Onderstaand wordt op grond van de reeds genomen besluiten een geprognosticeerde stand van de Saldireserve in 2012 en volgende jaren gegeven. Verloop van de Saldireserve vanaf 2012: Ontwikkeling saldireserve
2012
X 1 miljoen
2013
Stand 1 januari
47.2
Mutaties 2012
2014
47,4
2015
45,5
2016
50,2
57,8
-6.1 e
Bij dit raadsvoorstel te besluiten winstverdeling 2012 (beslispunt 2 ,2f,3b)
6.3
-3.0
Opheffen reserve Waalsprong (beslispunt 6)
0,5
Opheffen ABR (beslispunt 5)
1,7
Toevoegingen in de administratie*
5,2
6,2
6,2
7,4
Onttrekkingen in de administratie*
-5,8
-2,1
-2,4
-0,4
Claim toegankelijkheid gebouwen
-0,4
Claim Natuurcentrum
-1,5
ABR mutaties volgens VGP april 2013 stand 31 december
47,4
1,9
0,6
3,8
2,0
45,5
50,2
57,8
67,3
*besluitvorming tot en met primitieve stadsbegroting 2013 verwerkt Als we de risico’s van de planexploitaties van in totaal € 85 miljoen willen afdekken in de Saldireserve, voegen we ze bij de begrotingsrisico’s in Naris. Als resultaat geeft Naris dat we dan in totaal € 93 miljoen nodig hebben bij 95% zekerheid, om alle risico’s af te dekken. Die stand wordt naar huidige inzichten in 2023 bereikt. Kijken we naar het totale weerstandsvermogen dan verwachten we dat, zonder optredende tegenvallers, op het einde van de planperiode van de GREX GEM Waalsprong het weerstandsvermogen gegroeid is tot € 130 miljoen. Geconcludeerd kan worden dat op dit moment de aanwezige reserves niet voldoende zijn om de risico's op te vangen, wanneer deze zich allen gelijktijdig en nu voor zouden doen. Omdat dit niet waarschijnlijk is en een groei van de reserves berekend is, kan het weerstandsvermogen toch als voldoende worden beoordeeld. D. Bijzonderheden in de stadsrekening 2012 In de najaarsnota hebben wij toegezegd dat wij in de jaarrekening terug zouden komen op de gewenste hoogte van de voorziening bijstandsdebiteuren. De bijstandsdebiteuren zijn opnieuw beoordeeld en tevens is de bepaling van de post dubieuze debiteuren tegen het licht gehouden. Om te voorkomen dat we telkenjare discussie voeren over
12
de methodiek , zijn na overleg met de accountant een aantal spelregels vastgelegd. Hiermee kiezen we voor een consistente aanpak. In de toelichting op de balans zijn deze spelregels uitgelegd. E. Het verslag van Bevindingen van de accountant Wij zijn verheugd dat wij een goedkeurende verklaring hebben ontvangen op zowel getrouwheid en rechtmatigheid. Het verslag van bevindingen wordt via de griffie aangeboden aan uw Raad. 4
Risico’s
Het niet tijdig behandelen van deze Stadsrekening betekent dat deze niet tijdig naar provincie, CBS en Rijk gestuurd kan worden met als mogelijk gevolg dat wij gekort worden op de Gemeentefondsuitkering. 5
Financiën
Vaststellen van bijgevoegde begrotingswijziging BW xxxxx. Hiermee worden alle beslispunten in de (begrotings) administratie verwerkt 6
Communicatie
De afdeling Communicatie zorgt voor een persbericht.
College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen,
De Burgemeester,
De Gemeentesecretaris,
drs. H.M.F.Bruls
drs. B. van der Ploeg
Bijlage(n):
Stadsrekening 2012, Voortgang Grote Projecten april 2013
13
Bijlage 1
In de eerste kolomzijn de saldi volgens de dynamische begroting weergegeven, zijnde de stand van de najaarsnota en eventueel nadien genomen besluiten. Het gaat hier over de nadelige saldi per programma. Alleen het programma bestuur en middelen heeft een positief saldo omdat hier de opbrengsten gemeentefonds en de belastingopbrengsten zijn verantwoord. In de tweede kolom is de realisatie weergegeven en in de laatste kolom de afwijking tussen de dynamische begroting en de realisatie. KORTE TOELICHTING VERSCHILLEN Programma In € 1.000 Dienstverlening en burgerzaken
Dynamische
Realisatie
begroting 2012
2012
-3.607
afwijking
-3.365
242 V
Wonen
-1.913
-969
944 V
Klimaat en Energie
-6.546
-6.166
379 V
Ruimte & cultuurhistorie
-6.337
-7.945
-1.607 N
Grondbeleid programmakosten
-3.985
-4.740
-755 N
Bestuur & Middelen
262.110
266.266
4.156 V
Zorg & Welzijn
-62.662
-59.933
2.730 V
Werk & Inkomen
-38.870
-36.783
2.087 V
Wijken
-11.973
-11.768
205 V
Cultuur
-19.465
-19.114
351 V
-1.406
-1.760
-354 N
-109.308
-108.908
400 V
-3.961
4.815V
8.776 V
Mobiliteit Diverse programma’s (excl grondbeleid) Totaal programma’s exclusief planexploitaties Planexploitaties voor verrekening ABR Totaal resultaat Onttrekking aan de ABR als tweede
0
-18.289
-18.289 N
-3.961
13.474N
9.513 N
18.289
18.289 V
-3.961 N
4.815 V
8.776 V
winstbestemming Totaal
Programma Wonen Het voordelig resultaat op het programma wonen is vooral veroorzaakt door uitstel van woningbouwprojecten waarvan de uitvoering in 2013 plaats gaat vinden. Om de starters meer ruimte te geven op de woningmarkt is er een nieuwe tranche startersleningen en het nieuwe instrument “Ik Bouw Betaalbaar (IBB) uitgezet. Als gevolg van de onduidelijkheden in het belastingregiem zijn deze leningen tijdelijk opgehouden, hetgeen voor 2012 een onderschrijding tot gevolg heeft.
14
Programma Ruimte en Cultuurhistorie Het nadelig resultaat wordt voor € 1,2 miljoen veroorzaakt door minder bouwleges. Programma Bestuur & Middelen Het voordelig saldo wordt voor € 0,5 miljoen veroorzaakt door een hogere opbrengst gemeentelijke belastingen Het bedrijfskostenresultaat van de gemeente wordt verantwoord op het programma middelen en blijkt € 950.000 voordeliger te zijn dan was geraamd. Het voordeel op kapitaallasten van € 1,7 miljoen was in de voorjaarsnota reeds benoemd. Verder een veelheid van met name positieve verschillen Programma Zorg & Welzijn Door vooruit te lopen op verdergaande bezuinigingen is, net als vorig jaar, terughoudendheid betracht bij het verlenen van subsidies en het aangaan van nieuwe subsidierelaties. Dit levert een voordeel op van € 483.000 (1,6% van het subsidiebudget). Ook zijn dit jaar subsidiegelden terugontvangen doordat subsidies die betrekking hebben op het voorgaande jaar definitief lager zijn vastgesteld; deze terugvorderingen leveren een voordeel op van € 280.000. Bij de individuele voorzieningen Wmo zijn de lasten € 1.565.000 lager. De afgelopen jaren zagen we stijgende kosten die we konden verklaren door de vergrijzing en de extramuralisering van de zorg. Aan het einde van 2012 is echter geconstateerd dat de kosten voor de individuele voorzieningen zijn gestabiliseerd. Aan de ene kant een daling van de kosten van de voorzieningen rolstoelen, woningvoorzieningen, vervoersvoorzieningen en PGB en aan de andere kant een afvlakkende groei voor de huishoudelijke hulp. Dit, samen met een toegenomen begroting voor de huishoudelijke hulp, heeft geleid tot het genoemde voordeel. Verder een voordeel op de baten door de hogere opgelegde eigen bijdrage op de verstrekte individuele voorzieningen. Programma Werk & Inkomen De voordelige afwijking van in totaal € 2,1 miljoen is te verklaren door een incidentele bate van € 1,9 miljoen door meevallende ontvangen rijksmiddelen. Op bijzondere bijstand heeft zich per saldo een nadeel van € 0,7 miljoen voorgedaan vanwege met name hoge uitgaven kosten van beschermingsbewind. Verder heeft zich een voordeel van bijna € 0,4 miljoen uit voorgaande jaren voorgedaan als gevolg van de afrekening project Mobiliteitscentrum 2009-2010 met de provincie Gelderland. Het restverschil bestaat uit een aantal kleinere voordelen. Programma Grondbeleid Het programma grondbeleid heeft een nadelig saldo van € 23 miljoen. (4,7 miljoen programmakosten en 18,3 miljoen planexploitaties) Voor afwikkeling van diverse voor en nadelen op grondbeleid bestaat de reserve ABR en is in het overzicht de verrekening met de ABR dan ook meegenomen. De beoordeling van de planexploitaties heeft geleid tot het vormen, dan wel wijzigen van voorzieningen teneinde verwachte tekorten op te kunnen vangen. Een positieve bijstelling van de voorziening met ongeveer € 2 miljoen voor de Waalsprong door enerzijds het plangebied bedrijventerreinen in te perken en anderzijds een aantal infrastructurele werken over te brengen naar investeringen. Voor de verbonden partijen GEM Waalsprong is een bedrag van
15
€ 11,7 voorzien, voor Bergerden een verhoging van de voorziening met € 2,1 miljoen en voor het Waalfront is € 5,3 miljoen opgenomen. Verder wordt als gevolg van de afspraken rondom de doordecentralisatie onderwijshuisvesting een afwaardering voorzien van € 7 miljoen. Daarentegen is uit de planexploitatie stadsbrug een bedrag van € 7 miljoen aan de ABR toegevoegd. ( 2 miljoen conform risiconota 2011 en € 5 miljoen conform risiconota 2012) Verder zijn er nog wat minder grote effecten uit tussentijdse winstneming en afsluiten van planexploitaties. Voor een inhoudelijke onderbouwing wordt ook verwezen naar de VGP van april 2013. Diverse Programma’s Dit betreft de saldi van overige programma’s die gezien de geringere afwijkingen niet nader zijn toegelicht.
16
Stadsrekening 2012
Stadsrekening
Stadsrekening 2012
1
Voorwoord Voorwoord
Voorwoord Leeswijzer
De stadsrekening 2012 bestaat uit twee onderdelen: Het Jaarverslag en de Jaarrekening. In deze stadsrekening zijn de programmaverantwoordingen samengevat in een verantwoording per portefeuillehouder, de zogenoemde bestuursagenda. Dit jaar is de uitgebreide verantwoording over de dingen die in Nijmegen zoal gedaan zijn en waarover in de stadsrekening verantwoording wordt afgelegd, uitgebracht als web versie. Dit biedt de mogelijkheid om vanuit de programma’s in te zoomen op de onderliggende producten. Verder zijn de uitgebreide toelichtingen in de paragrafen, zoals bijvoorbeeld inzicht in de stand van zaken per investering in de web versie opgenomen. Ook zijn diverse beleidsdocumenten benaderbaar via een link vanuit de stadsrekening, waardoor de achtergrond informatie direct beschikbaar is. Voor de voorliggende stadsrekening hebben wij gekozen voor een beknoptere versie van de stadsrekening dan u gewend bent, maar waarin wel alle van belang zijnde informatie is opgenomen. Om die reden is dan ook afgezien van een separate stadsrekening in vogelvlucht. Het College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave Inhoudsopgave
SAMENVATTING....................................................................................... 6 SAMENSTELLING VAN HET BESTUUR........................................................ 8 1. NIJMEGEN IN CIJFERS 2012 ................................................................ 11 2. NIJMEGEN FINANCIEEL 2012.............................................................. 12 3. BESTUURSAGENDA............................................................................ 23 3.1 Openbare orde & Veiligheid, Burger & Bestuur, Communicatie, Citymarketing en Externe betrekkingen................................................................................................23 3.2 Ruimtelijke ontwikkeling Waalsprong, Wonen, Klimaat & Energie en Groen & Water .......................................................................................................................30 3.3 Stedelijke ontwikkeling, Cultuurhistorie, Maatschappelijk vastgoed en P&O......39 3.4 Financiën, Economie & Toerisme en Stadsregio .................................................47 3.5 Zorg & Welzijn en Sport.....................................................................................53 3.6 Werk & Inkomen, Openbare ruimte en Wijken ..................................................59 3.7 Cultuur, Mobiliteit en Onderwijs .......................................................................66
4. PARAGRAFEN .................................................................................... 76 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8 4.9
Investeringen ....................................................................................................77 Lokale heffingen................................................................................................79 Bedrijfsvoering ..................................................................................................85 Verbonden partijen ...........................................................................................95 Onderhoud Kapitaalgoederen.......................................................................... 106 Grondbeleid .................................................................................................... 114 .............................................................................. 120 Weerstandsvermogen ..................................................................................... 121 Financiering..................................................................................................... 126 Begrotingsrechtmatigheid ............................................................................... 130
5. BALANS ............................................................................................133 6. PROGRAMMAREKENING ..................................................................137 7. GRONDSLAGEN VOOR WAARDERING EN RESULTAATBEPALING .......140 8. TOELICHTING OP DE BALANS ............................................................145 9. NIET UIT DE BALANS BLIJKENDE VERPLICHTINGEN............................160 10. OVERZICHT ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN...............................162
3
Inhoudsopgave
BIJLAGEN ..............................................................................................163 I. Sisa bijlage ...................................................................................................... 165 II. Reserves.......................................................................................................... 171 III. Subsidies......................................................................................................... 176 IV. Lijst met afkortingen ....................................................................................... 186
Jaarverslag 2012
5
Samenvatting Samenvatting
Samenvatting Uitgangspunt bij de verantwoording over 2012 is het Coalitieakkoord “Werken aan een duurzame toekomst” waarin de coalitie een duurzaam, sociaal en economisch sterk Nijmegen voor ogen staat. Intussen zijn de tegenslagen die Nijmegen moet opvangen nog groter dan al voorzien was bij aanvang van de collegeperiode in 2010. De economische crisis die begon in 2008 houdt nog steeds aan. Het rijk voert ombuigingen door die gepaard gaan met meer taken maar veel minder inkomsten voor de gemeente. De vastgelopen woningmarkt resulteert in grote tegenvallers op de grondexploitatie. Nijmegen is daarom met omvangrijke ombuigingen en bezuinigingen bezig. De feitelijke realisatie van de bezuinigingsopgaven in 2012 is goed verlopen. Van de geplande bezuiniging van ruim negen miljoen euro is 98% gerealiseerd. Daarnaast is op de planexploitaties een verlies genomen van 18,3 miljoen euro. Dit bedrag is onttrokken aan de bedrijfsreserve die ook speciaal voor fluctuaties in planexploitaties bedoeld is. Hiermee is een groot nadelig resultaat van het programma grondbeleid geneutraliseerd. De jaarrekening als geheel komt daarmee uit op een voordelig resultaat van €4,8 miljoen euro met een goedkeurende verklaring van de accountant. Ondanks de crisis verandert de skyline van Nijmegen wel. De stadsbrug ligt klaar om ingevaren te worden en later in 2013 te worden geopend. De infrastructuur is aangepast, en ook het Waalfront krijgt een gezicht. De bouwplannen voor de Waalsprong en voor het Waalfront zijn wel bijgesteld. Eind 2012 is de ontvlechting gestart van het samenwerkingsverband van publieke en private partijen in de Grondexploitatiemaatschappij (GEM) Waalsprong. De gemeente Nijmegen wordt enig participant en kan daarmee in de toekomst zelfstandig beslissen over de verdere ontwikkeling van de Waalsprong. Ruimte voor de Waal met de dijkteruglegging bij Lent is gestart. In 2012 zijn in Nijmegen 1250 woningen gebouwd. Nijmegen heeft in 2012 werk gemaakt van zogeheten social return in aanbestedingen. Zo bestond bij de bouw van de Keizer Karelgarage vijf procent van het personeel uit werkzoekenden met een bijstandsuitkering. Op het gebied van zorg en welzijn is gewerkt aan een structuur voor wijkgerichte zorg en welzijn en zijn er Sociale Wijkteams gestart. Ook is een begin gemaakt met een regionaal werkbedrijf voor bemiddeling naar regulier werk. Met werkcorporaties en social return geeft Nijmegen bijstandsgerechtigden een kans op werk. Nijmegen heeft als doelstelling om in 2045 energieneutraal te zijn met een energiebesparing van 50% en de benodigde energie duurzaam opgewekt. “Power2Nijmegen” is in 2012 van start gegaan als een proces met veel Nijmeegse bedrijven, instellingen en burgers om Nijmegen energieneutraal te maken. De stads‐ en streekbussen rijden op groen gas, afkomstig van ons GFT‐afval. De ARN heeft hiervoor een vergistingsinstallatie gebouwd. De werkgelegenheid in Nijmegen is iets gedaald. Dankzij de grote, redelijk stabiele cluster van bedrijven en instellingen in het onderwijs en de gezondheidszorg is Nijmegen minder gevoelig voor conjuncturele schommelingen. Binnen de economische speerpunten health, energie & milieu technologie, semiconductors en toerisme is nog een groei in arbeidsplaatsen gerealiseerd. In het economisch profiel van Nijmegen als kennisstad met innovatieve bedrijven past uitstekend de gerealiseerde start van Novio Tech Campus en het begin van de bouw van het Heinz innovation Center. Behalve als kennisstad is Nijmegen ook doelbewust neergezet als historische stad, bijvoorbeeld met de Vrede van Nijmegen Penning voor Umberto Eco.
Samenvatting Met de Wijkenkaravaan is de participatie van bewoners vergroot bij het tot stand komen van een nieuwe Stadsvisie 2020. Participatie is ook de basis van de nieuwe visie op de openbare ruimte in de stad. Op het gebied van Integrale Veiligheid zijn doelstellingen vastgelegd voor de vermindering van criminaliteit, geweld en agressie, de aanpak van overlast en ernstige verloedering, bijzondere veiligheidsprojecten en het veiligheidshuis. De zichtbaarheid van politie en toezichthouders is verbeterd door de inzet van straatcoaches en Veiliger Wijk Teams. Het parkeeraanbod in het stadscentrum is vergroot met de nieuwe Keizer Karelgarage. In de stad zijn nieuwe parkeerautomaten geplaatst. Voor het openbaar vervoer is een nieuwe concessie van start gegaan. Dit ging gepaard met een omvangrijke lijnwijziging en aanpassingen van bushaltes en busbanen. Het netwerk van hoogwaardige snelfietsroutes is met verschillende fietsverbindingen uitgebreid. In Nijmegen‐Noord is het Citadel College en sporthal De Triangel gerealiseerd. In 2012 is de omvorming van het peuterspeelzaalwerk in gang gezet, zodat in 2013 gestart kan worden met peuterarrangementen. Vanuit het jongerenloket hebben wij ons ingezet om voortijdige schoolverlaters weer naar de opleiding of aan het werk te krijgen. In 2012 kwam een nieuwe Cultuurvisie tot stand en is het besluit genomen om te stoppen met het ontwikkelen van een topsport‐ en innovatiepark TIP. Nijmegen gaat nu door met de ontwikkeling van Talent Centraal. Gestart is met de bouw van het Erica Terpstra zwembad. De focus op het gebied van sport is gelegd bij de maatschappelijke waarde van sport , sport als middel en een verbinding met zorg, welzijn en gezondheid.
7
Samenstelling van het bestuur
Samenstelling van het bestuur De raad in Nijmegen heeft 39 leden. Het college bestaat uit de burgemeester en zes wethouders. De gemeentesecretaris is altijd aanwezig bij collegevergaderingen als adviseur. Vanaf 1 januari 2007 tot 1 februari 2012 was Thom de Graaf burgemeester van de Gemeente Nijmegen. Van 1 februari tot 21 mei is Wim Dijkstra waarnemend burgemeester geweest en vanaf 21 mei is Hubert Bruls burgemeester van de gemeente Nijmegen. De burgemeester is niet alleen voorzitter van de raad, maar ook van het Presidium. Uiteindelijk is de burgemeester hoofdverantwoordelijke voor het functioneren van de raad. De na de verkiezingen gevormde coalitie bestaat uit: GroenLinks, PvdA en D66. SAMENSTELLING COLLEGE Samenstelling van het bestuur
In 2012 was de samenstelling van ons College Burgemeester mr. Th. C. (Thom) de Graaf tot 1 februari Van 1 februari tot 21 mei drs. W.J.A.(Wim) Dijkstra Vanaf 21 mei 2012 drs. H.M.F.(Hubert) Bruls Portefeuille: Openbare orde & Veiligheid, Burger & Bestuur, Communicatie en Citymarketing & Externe betrekkingen Wethouder de heer J.W.M. (Jan) van der Meer, GroenLinks, 1e waarnemer Portefeuille: Ruimtelijke Ontwikkeling Waalsprong, Wonen, Klimaat & Energie en Groen & Water Wethouder mevrouw J.G. (Hannie) Kunst, PvdA, 2e waarnemer Portefeuille: Stedelijke Ontwikkeling, Cultuurhistorie, Maatschappelijk Vastgoed en P&O Wethouder de heer B.G. (Bert) Jeene, D66, 3e waarnemer Portefeuille: Financiën, Economie & Toerisme en Stadsregio Wethouder de heer L.C.M. ( Bert) Frings, GroenLinks, 4e waarnemer Portefeuille: Zorg & Welzijn, Sport Wethouder de heer (Turgay). Tankir, PvdA, 5e waarnemer Portefeuille: Werk & Inkomen, Openbare Ruimte en Wijken Wethouder de heer H.A.M. (Henk) Beerten, D66, 6e waarnemer Portefeuille: Cultuur, Mobiliteit en Onderwijs Gemeentesecretaris de heer B. (Berend) van der Ploeg
Samenstelling van het bestuur SAMENSTELLING GEMEENTERAAD 2012 Hieronder vindt u een kort overzicht van de zetelverdeling in de Raad Politieke partij zetelverdeling Partij van de Arbeid 8 GroenLinks 7 D66 6 Socialistische partij 5 VVD 4 De Nijmeegse Fractie 4 Gewoon Nijmegen 2 CDA 1 Verenigde Senioren Partij 1 Fractie Witsenhuijsen 1 Totaal 39 PvdA (8) de heer R.S. Zwart, fractievoorzitter
mevrouw A. Arzbach mevrouw H. de Baedts‐El Karouni de heer M. van der Gaag mevrouw J.M. Hendrix de heer F. Heukelom de heer M. Janssen de heer M.J.M. van Nijnatten
GL (7) de heer N.P. Vergunst , fractievoorzitter
mevrouw I. Aksakal de heer P.H.J. Boekhorst de heer P.R. Oomen de heer M.L.H.J. Nooijen de heer J. Reinhoudt de heer M.F. Zouay
D66 (6) de heer R.A.A. Jetten, fractievoorzitter
mevrouw R.M.G. Brouwer de heer. T.F.A. van Elferen mevrouw C.B.M. Lamers mevrouw A.M. van Putten de heer P.de Wit
SP (5) de heer J.W.H. van Hooft jr. , fractievoorzitter
mevrouw S. Akdemir mevrouw R. Helmer de heer C. van Norel de heer B.J.H.M. Velthuis
VVD (4) de heer H.S. Veldman, fractievoorzitter
de heer P. Huliselan de heer F.A.J. Peters de heer K.W.A. Wools
9
Samenstelling van het bestuur De Nijmeegse Fractie (4) de heer H.B.W. van Hees, fractievoorzitter
de heer J.A.R. Brom de heer L.J.F.P. Busschops de heer A.H.W. Hillen
Gewoon Nijmegen (2) de heer J.L.J. Janssen, fractievoorzitter
de heer R.A.P. Klein Hemmink
CDA (1) mevrouw C.B.A. Teunissen, fractievoorzitter
Verenigde Senioren Partij (1) de heer M.J.I. Hulskorte, fractievoorzitter
Fractie Witsenhuijsen (1) mevrouw S.Y.R. Witsenhuijsen De gemeenteraad bestaat uit 11 vrouwen en 28 mannen.
Nijmegen in cijfers 2012 Nijmegen in cijfers 2012
1. Nijmegen in cijfers 2012 BEVOLKING OP 31 DECEMBER
2012
2011
totaal 165.246
164.265
Geslacht
mannen
79.117
78.613
vrouwen
86.129
85.652
0‐14 jarigen
23.854
23.714
15‐65 jarigen 118.439
118.413
Leeftijd
Ouder dan 65 jaar
22.953
22.138
totaal
68.855
68.427
alleenwonend
25.434
25.251
(Echt)paar zonder kinderen
18.960
18.969
(echt)paar met kinderen
15.487
15.424
Een ouder gezin
4.851
4.725
overig
4.123
4.058
Nederland 124.089
123.662
huishoudens
Etniciteit
Suriname
1.523
1.519
Antillen/Aruba
2.066
2.045
Turkije
5.313
5.288
Marokko
3.500
3.440
Overig
28.755
28.311
Aantal woningen
71.774
71.083
Onderwijs
MBO studenten
11.137
10.473
HBO studenten
20.113
19.248
WO studenten
18.730
18.720
Waarvan Nijmeegse student
MBO
2.425
2.674
HBO
3.868
3.929
HBO
7.764
8.302
Wonen
11
Financiële positie
2. Nijmegen financieel 2012 Financiële positie
Nijmegen Financieel 2011 Financiële positie
Nijmegen Financieel 2011 Financiële Analyse
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe Nijmegen er in 2012 financieel voorstaat. We gaan in op het behaalde financiële resultaat en de analyse ten opzichte van de begroting, de verwachting bij de voorjaarsnota en het geprognosticeerde resultaat bij de najaarsnota. Daarnaast behandelen we de vermogenspositie ultimo 2012 en geven een doorkijk naar het weerstandsvermogen voor de komende jaren. Tenslotte geven we een analyse van de personeelskosten en inhuur alsmede de gerealiseerde bezuinigingen in 2012. FINANCIËLE ANALYSE Financiële Positie
De begroting 2012 sloot met een voordelig saldo van € 258.000. In de voorjaarsnota is een nadeel van € 6,3 miljoen gemeld en verwerkt in de cijfers. De nadelen uit de voorjaarsnota hadden onder meer betrekking op € 2,6 miljoen nadeel gemeentefonds, € 1,6 miljoen nadeel CAO gemeentepersoneel, € 2,5 miljoen nadeel bij Werk en Inkomen en daartegenover € 1,7 miljoen voordeel door lagere rente. Daarnaast waren er risico’s gemeld bij Werk &Inkomen, de individuele voorzieningen WMO, bij het gemeentefonds en verwachte frictiekosten. Als gevolg van deze uitkomsten is in de loop van het jaar een zorgvuldig financieel beleid gevoerd teneinde in het najaar en bij deze rekening met een zo gunstig mogelijk resultaat te komen. Dat heeft geresulteerd in een positieve melding bij de najaarsnota van ruim € 2 miljoen. Hiermee werd het geprognosticeerd tekort teruggebracht naar € € 4,1 miljoen. Ook de risico’s zijn gereduceerd in de loop van 2012. De meevallers in de najaarsnota hadden betrekking op het programma Werk en Inkomen wegens vrijvallende re‐integratiegelden van € 1,1 miljoen, de belastinginkomsten waren € 1,2 miljoen hoger dan verwacht en bij treasury is het voordeel weer verder bijgesteld met € 1,3 miljoen. Bij de individuele voorzieningen WMO werd een hogere bijdrage van € 0,6 miljoen ontvangen en voor ondergrondse glascontainers werd € 0,6 minder uitgegeven. Tegenover deze voordelen stond een fors nadeel op parkeren van € 1,7 miljoen met een risico ten aanzien van de verwachting voor het eindresultaat bij parkeren. In de najaarsnota is ook tot een aantal budgetoverhevelingen naar 2013 besloten tot een bedrag van € 1,1 miljoen. Naast de najaarsnota is de risiconota Ontwikkelingsbedrijf 2012 door de Raad vastgesteld en hierbij is besloten om een bedrag van € 5 miljoen als verwacht verlies te voorzien voor het project Waalfront en tevens is besloten tot een vrijval van middelen uit het project stadsbrug, eveneens tot een bedrag van € 5 miljoen, zodat per saldo de ABR op hetzelfde niveau bleef. Verder zijn de parameters en uitgangspunten voor het scenario van het ontwikkelbedrijf vastgesteld. Van de raming bij de stadsbegroting van ongeveer € 0,2 miljoen tekort, via voorjaarsnota € 6,3 miljoen nadelig, naar najaarsnota sluitend met een nadeel van € 4,1 miljoen laat de rekening nu een resultaat zien van € 13,5 miljoen negatief. Bij dit negatieve saldo moet echter de opmerking gemaakt worden dat de negatieve resultaten van de planexploitaties uit het programma grondbeleid (ontwikkelingsbedrijf) afgewenteld zullen worden op de daarvoor bestemde bedrijfsreserve (de ABR) . Om die reden wordt het programma grondbeleid, inzake planexploitaties, afzonderlijk vermeld. Formeel wordt de afwikkeling van genoemd verlies bij grondbeleid geregeld via de zogenaamde tweede winstbestemming. In onderstaand overzicht is ten behoeve van de inzichtelijkheid
Financiële Positie aangegeven welk bedrag aan de ABR onttrokken wordt. Uiteindelijk resteert dan een voordelig saldo op programma’s van € 4,8 miljoen. Onderstaan wordt een overzicht gegeven van de programmaresultaten en de afwijking ten opzichte van de dynamische begroting. De dynamische begroting wil zeggen de begroting met inachtneming van de begrotingswijzigingen tot en met 31 december 2012. Het gaat hier over de nadelige saldi per programma. Alleen het programma bestuur en middelen heeft een positief saldo omdat hier de opbrengsten gemeentefonds en de belastingopbrengsten zijn verantwoord. Voor de programma’s met een afwijking van ongeveer één miljoen of meer wordt hieronder een korte toelichting gegeven. Programma In € 1.000
Dynamische begroting 2012
Realisatie 2012
Dienstverlening en burgerzaken
‐3.607
Wonen Klimaat en Energie
afwijking
‐3.365
242 V
‐1.913
‐969
944 V
‐6.546
‐6.166
379 V
Ruimte & cultuurhistorie
‐6.337
‐7.945
‐1.607 N
Grondbeleid programmakosten
‐3.985
‐4.740
‐755 N
Bestuur & Middelen
262.110
266.266
4.156 V
Zorg & Welzijn
‐62.662
‐59.933
2.730 V
Werk & Inkomen
‐38.870
‐36.783
2.087 V
Wijken
‐11.973
‐11.768
205 V
Cultuur
‐19.465
‐19.114
351 V
Mobiliteit
‐1.406
‐1.760
‐354 N
Diverse programma’s (excl grondbeleid)
‐109.308
‐108.908
400 V
Totaal programma’s exclusief planexploitaties Planexploitaties voor verrekening ABR
‐3.961
4.815V
8.776 V
0
‐18.289
‐18.289 N
Totaal resultaat
‐3.961
13.474N
9.513 N
18.289
18.289 V
‐3.961 N
4.815 V
8.776 V
Onttrekking aan de ABR als tweede winstbestemming Totaal
Programma Wonen Het voordelig resultaat op het programma wonen is vooral veroorzaakt door uitstel van woningbouwprojecten waarvan de uitvoering in 2013 plaats gaat vinden. Om de starters meer ruimte te geven op de woningmarkt is er een nieuwe tranche startersleningen en het nieuwe instrument “Ik Bouw Betaalbaar (IBB) uitgezet. Als gevolg van de onduidelijkheden in het belastingregiem zijn deze leningen tijdelijk opgehouden, hetgeen voor 2012 een onderschrijding tot gevolg heeft. Programma Ruimte en Cultuurhistorie Het nadelig resultaat wordt voor € 1,2 miljoen veroorzaakt door minder bouwleges. Dit heeft vooral te maken met een restitutie van eerder ontvangen bouwleges in verband met een ingetrokken bouwplan. Het overige is verklaarbaar door minder aanvragen voor grote bouwvergunningen en lagere bouwkosten. Programma Bestuur & Middelen Het voordelig saldo wordt voor € 0,5 miljoen veroorzaakt door een hogere opbrengst OZB, precario en hondenbelasting en een lagere dotatie aan de voorziening oninbare 13
Financiële Positie belastingdebiteuren. Het bedrijfskostenresultaat van de gemeente wordt verantwoord op het programma middelen en blijkt € 950.000 voordeliger te zijn dan was geraamd. Het voordeel op kapitaallasten van € 1,7 miljoen was in de voorjaarsnota reeds benoemd, maar conform besluitvorming op stelpost opgenomen zodat het nu onderdeel uitmaakt van het rekeningresultaat. Verder zijn er diverse stelposten opgenomen tot een bedrag van € 1,2 miljoen waar geen aanspraak op gemaakt is en deze stelposten vallen nu vrij. Daarentegen was een negatieve stelpost van € 1,8 miljoen opgenomen vooruitlopend op een verwacht positief rekeningresultaat. Per saldo een voordeel op stelposten van € 1,1 miljoen. Verder is er een voordeel van € 0.3 miljoen door het niet inzetten van de post onvoorzien. De afwikkelingen BTW levert een voordeel op van € 0.5 miljoen, de vrijval van een deel van de transitoria 2011 eveneens een voordeel van € 0.5 miljoen, en de afwikkeling van Triavium BV geeft een voordeel van € 0.1 miljoen. Programma Zorg & Welzijn Door vooruit te lopen op verdergaande bezuinigingen is, net als vorig jaar, terughoudendheid betracht bij het verlenen van subsidies en het aangaan van nieuwe subsidierelaties. Dit levert een voordeel op van € 483.000 (1,6% van het subsidiebudget). Ook zijn dit jaar subsidiegelden terugontvangen doordat subsidies die betrekking hebben op het voorgaande jaar definitief lager zijn vastgesteld; deze terugvorderingen leveren een voordeel op van € 280.000. Bij de individuele voorzieningen Wmo zijn de lasten € 1.565.000 lager. De afgelopen jaren zagen we stijgende kosten die we konden verklaren door de vergrijzing en de extra‐ muralisering van de zorg. Aan het einde van 2012 is echter geconstateerd dat de kosten voor de individuele voorzieningen zijn gestabiliseerd. Aan de ene kant een daling van de kosten van de voorzieningen rolstoelen, woningvoorzieningen, vervoersvoorzieningen en PGB en aan de andere kant een afvlakkende groei voor de huishoudelijke hulp. Dit, samen met een toegenomen begroting voor de huishoudelijke hulp, heeft geleid tot het genoemde voordeel. Verder een voordeel op de baten door de hogere opgelegde eigen bijdrage op de verstrekte individuele voorzieningen. Programma Werk & Inkomen De voordelige afwijking van in totaal € 2,1 miljoen is te verklaren door een incidentele bate van € 1,9 miljoen vanwege meevallende ontvangen rijksmiddelen Op bijzondere bijstand heeft zich per saldo een nadeel van € 0,7 miljoen voorgedaan vanwege met name hoge uitgaven kosten van beschermingsbewind. Verder heeft zich een voordeel van bijna € 0,4 miljoen uit voorgaande jaren voorgedaan als gevolg van de afrekening project Mobiliteitscentrum 2009‐2010 met de provincie Gelderland. Het restverschil van voordelig € 0,5 miljoen bestaat uit een aantal kleinere voordelen. Programma Grondbeleid Het programma grondbeleid heeft een nadelig saldo van € 23 miljoen. (4,7 miljoen programmakosten en 18,3 miljoen planexploitaties) Voor afwikkeling van diverse voor en nadelen op grondbeleid bestaat de reserve ABR en is in het overzicht de verrekening met de ABR dan ook meegenomen. De beoordeling van de planexploitaties heeft geleid tot het vormen, dan wel wijzigen van voorzieningen teneinde verwachte tekorten op te kunnen vangen. Een positieve bijstelling van de voorziening met ongeveer € 2 miljoen voor de Waalsprong door enerzijds het plangebied bedrijventerreinen in te perken en anderzijds een aantal infrastructurele werken over te brengen naar investeringen. Voor de verbonden partijen GEM Waalsprong is een bedrag van € 11,7 voorzien, voor Bergerden een verhoging van de voorziening met € 2,1 miljoen en voor het Waalfront is € 5,3 miljoen opgenomen. Verder wordt als gevolg van de afspraken rondom de doordecentralisatie onderwijshuisvesting een afwaardering voorzien van € 7 miljoen. Daarentegen is uit de planexploitatie stadsbrug een bedrag van € 7 miljoen aan de ABR toegevoegd. ( 2 miljoen conform risiconota 2011 en € 5 miljoen conform risiconota 2012) Verder zijn er nog wat
Financiële Positie minder grote effecten uit tussentijdse winstneming en afsluiten van planexploitaties. Voor een inhoudelijke onderbouwing wordt ook verwezen naar de VGP van april 2013. Diverse Programma’s Dit betreft de saldi van overige programma’s die gezien de geringere afwijkingen niet nader zijn toegelicht. ANALYSE VERMOGENSPOSITIE De vermogenspositie van de gemeente Nijmegen wordt bepaald door de stand van het eigen vermogen ultimo boekjaar. In de balans en de toelichting wordt inzicht gegeven in de mutaties binnen het eigen vermogen. Mutaties binnen het eigen vermogen worden verwerkt aan de hand van door de Raad genomen separate besluiten. In het navolgende geven we een korte weergave van de grootste mutaties binnen het eigen vermogen. Boekwaarde per 31‐12‐2012 31‐12‐2011 Algemene reserve 41.113 47.184 Bestemmingsreserve 78.999 80.108 Rekeningresultaat ‐13.475 3.239 Totaal 106.637 130.531 Het eigen vermogen is ten opzichte van 2011 met € 24 miljoen afgenomen. Een belangrijke afname wordt veroorzaakt door afboekingen op de waarde van de grondexploitaties waardoor er een fors beslag op de ABR is gedaan. De overige afname in het eigen vermogen is opgebouwd uit een groot aantal posten, waarover in de (dynamische) begroting middels raadvoorstellen is besloten. Voor inzicht in de details van deze mutaties verwijzen wij naar de toelichting op de balanspost eigen vermogen. ANALYSE WEERSTANDSVERMOGEN Het weerstandsvermogen geeft aan in welke mate de gemeente in staat is om het hoofd te bieden aan nadelen die kunnen ontstaan bij de uitvoering van onze gemeentelijke taken. Het gewenste weerstandsniveau wordt berekend met behulp van ons risicobeheersingssysteem. Wij kunnen met 95% zekerheid zeggen dat we, om deze risico´s af te dekken een weerstandsvermogen nodig hebben van € 21 miljoen. In onderstaande tabel staat het verloop van de saldireserve weergegeven. De risico's uit de planexploitaties zijn bepaald op € 85 miljoen. De ABR bereikt na besluitvorming bij deze stadsrekening 2012 een niveau van € 1,7 miljoen en is daarmee niet meer opgewassen tegen de risico’s op de planexploitaties. Om die reden stellen wij voor om de ABR op te heffen en de risico’s onder te brengen bij de saldireserve. De saldireserve beschouwen we als algemene buffer en we zorgen dat deze het niveau bereikt waarmee alle risico’s afgedekt kunnen worden. In de VGP van april 2013 is de meerjarenraming van de ABR opgenomen. Deze mutaties in de ABR worden nu opgenomen in de saldireserve. Naast de besluitvorming bij deze jaarstukken zijn er ook reeds een aantal besluiten genomen over de inzet van de Saldireserve in 2013 en volgende jaren. Onderstaand wordt op grond van de reeds genomen besluiten een geprognosticeerde stand van de Saldireserve in 2012 en volgende jaren gegeven.
15
Financiële Positie Verloop van de Saldireserve vanaf 2012: Ontwikkeling saldireserve
2012
X 1 miljoen Stand 1 januari Mutaties 2012 e
Bij dit raadsvoorstel te besluiten winstverdeling 2012 (beslispunt 2 ,2f,3b)
2013
2014
2015
2016
47.2
47,4
45,5
50,2
57,8
‐6.1
6.3
‐3.0
0,5
Opheffen reserve Waalsprong (beslispunt 6)
Opheffen ABR (beslispunt 5)
1,7
Toevoegingen in de administratie*
5,2
6,2
6,2
7,4
Onttrekkingen in de administratie*
‐5,8
‐2,1
‐2,4
‐0,4
Claim toegankelijkheid gebouwen
‐0,4
Claim Natuurcentrum
‐1,5
ABR mutaties volgens VGP april 2013
1,9
0,6
3,8
2,0
47,4
45,5
50,2
57,8
67,3
stand 31 december
*besluitvorming tot en met primitieve stadsbegroting 2013 verwerkt
Als we de risico’s van de planexploitaties van in totaal € 85 miljoen willen afdekken in de Saldireserve, voegen we ze bij de begrotingsrisico’s in Naris. Als resultaat geeft Naris dat we dan in totaal € 93 miljoen nodig hebben bij 95% zekerheid, om alle risico’s af te dekken. Die stand wordt naar huidige inzichten in 2023 bereikt. Kijken we naar het totale weerstandsvermogen dan verwachten we dat, zonder optredende tegenvallers, op het einde van de planperiode van de GREX GEM Waalsprong het weerstandsvermogen gegroeid is tot € 130 miljoen. Geconcludeerd kan worden dat op dit moment de aanwezige reserves niet voldoende zijn om de risico's op te vangen, wanneer deze zich allen gelijktijdig en nu voor zouden doen. Omdat dit niet waarschijnlijk is en een groei van de reserves berekend is, kan het weerstandsvermogen toch als voldoende worden beoordeeld. VOORSTEL TOT BESTEMMING VAN HET RESULTAAT Zoals eerder gesteld hebben wij over 2012 een resultaat behaald van negatief € 13,5 miljoen. Voor dit resultaat doen wij in het bijbehorende raadsvoorstel een resultaatbestemmingsvoorstel. In onderstaande tabel is uiteengezet wat de stand is van de diverse reserves na verwerking van het resultaatbestemmingsvoorstel Reserve Bedrag in Totaal duizenden eindstand €’s reserve na besluitvorming 1. Reserve ABR (onttrekking aan de reserve) ‐21.289 1.653 2. Reserve ISV (toevoeging) 1.310 2.029 3. Reserve toegankelijkheid gebouwen (onttrekking) ‐99 0 4. 1% regeling Beeldende kunst (toevoeging) 121 295 5. Budgetoverheveling naar 2013 inzake RTV 1 175 nvt 6. Onderuitputting kapitaallasten naar saldireserve (toevoeging) 1.700 7.overheveling bijdrage Warmtenet naar 2013 3.000 8. Netto storting in de Saldireserve (toevoeging) 1.608 47.421 Subtotaal 13.474 Onderstaand volgt een korte toelichting op de afzonderlijke resultaatbestemmings‐ voorstellen.
Financiële Positie Ad 1 Reserve ABR Het programma Grondbeleid heeft in 2012 een negatief saldo. Conform beleid worden tekorten op het product planexploitaties ten laste gebracht van de ABR. Wij stellen uw Raad derhalve voor om € 21.289.000 te onttrekken aan de ABR. Dit bedrag bestaat uit € 18.289.000 ten behoeve afwikkeling planexploitaties en € 3.000.000 inzake warmtenet. Besloten is om € 3 miljoen beschikbaar te stellen voor het warmtenet, alleen dit bedrag komt eerst in 2013 tot uitkering. Administratief wordt dit overgeheveld naar de saldireserve en blijft beschikbaar voor het warmtenet. Ad 2 Toevoeging aan de reserve ISV In 2012 hebben wij minderuitgaven ten behoeve van de realisatie van de doelstellingen van ISV gedaan dan vooraf in de begroting aan gegeven, derhalve stellen wij Uw raad hierbij voor om de afwijkingen ten opzichte van de programmering tot een bedrag van € 1.310.215 te storten in de reserve ISV, zodat de middelen beschikbaar blijven voor uitvoering van het programma. Ad 3 Vrijval reserve toegankelijkheid gebouwen In 2011 is besloten om deze reserve om te zetten in een voorziening. De voorziening is gevormd ten laste van het rekeningresultaat en nu kan de reserve vrijvallen. Ad 4 1% regeling beeldende kunst De voorbereidingen voor de aanschaf van een kunstwerk zijn in 2012 gestart en de feitelijke aanschaf zal in 2013 plaatsvinden. Om die reden stellen wij uw Raad voor de niet bestede middelen ad € 121.000 over te hevelen naar volgend jaar. Ad 5 Budgetoverheveling naar 2013 Op het programma Cultuur is een overschot en deze middelen zijn nodig om de herhuisvesting van RTV Nijmegen1 te bekostigen. Om die reden stellen wij uw Raad voor om deze middelen over te hevelen naar 2013. Ad 6. Storting onderuitputting kapitaallasten in de Saldireserve Ten tijde van de voorjaarsnota 2012 heeft uw Raad besloten om bij deze jaarrekening te beoordelen of dit bedrag aan de Reserve Strategische Investeringen toegevoegd wordt dan wel aan de saldireserve. Gezien de financiële situatie en de bezuinigingsopdrachten waar we voor staan, stellen wij voor om deze onderuitputting kapitaallasten aan de saldireserve toe te voegen. Ad 7. Storting in de saldireserve Een bijdrage van € 3 miljoen uit de saldireserve aan het warmtenet is in 2012 niet tot besteding gekomen, vandaar dat nu voorgesteld wordt dit bedrag door te schuiven naar 2013 .Administratief voegen we dit bedrag toe aan de saldireserve en houden het beschikbaar voor het warmtenet. Ad 8. Storting in de saldireserve Na verwerken van voornoemde voorstellen resteert een bedrag van € 1.608.000 aan voordelig saldo. Voorgesteld wordt dit bedrag aan de saldireserve toe te voegen
17
Financiële Positie WAAR KWAM HET GELD IN 2012 VANDAAN? In onderstaande grafiek is te lezen van welke bronnen het geld binnen kwam. Het gemeentefonds, de WWB vergoeding en doeluitkeringen maken zijn externe financieringsbronnen en deze zorgen voor bijna de helft van de gemeentelijke inkomsten. In de planexploitaties gaat ook een groot deel van het geld om.
WAAR GING HET GELD IN 2012 NAAR TOE ? Onderstaand is aangegeven aan welke programma’s het geld uitgegeven werd. Grondbeleid en Werk en Inkomen zijn de grootste uitgavenposten. Onder “Overigen “ zijn alle programma’s samen genomen die per programma minder dan 2,5% van de gemeentelijke lasten vertegenwoordigen.
Financiële Positie BEZUINIGINGEN Bij deze Jaarrekening wordt gerapporteerd over de verdere afwikkeling in het jaar 2012 naar de stand 31 december 2012. Tevens wordt kort teruggekeken naar de invulling van de bezuinigingen in het afgelopen jaar. Het beeld is dat de invulling in 2012 goed is verlopen. De opgave voor 2012 bedroeg in totaal € 9,2 miljoen. Bij de Voorjaarsnota is een bedrag gereed gemeld van € 5,4 miljoen, in de Najaarsnota een bedrag van € 2,3 miljoen. Nu komt daar nog eens € 1,3 miljoen bij. Meer precies betekent dit dat in 2012 van de totale opgave van € 9.196.000 een bedrag van € 9.020.000 gerealiseerd is, of te wel 98%. Voor een gering bedrag van € 176.000 is dat in 2012 niet gelukt. In schema (bedragen x € 1000) Totaal van de opgaven vanaf het begin van deze raadsperiode (1‐1‐2010) tot nu aan toe, d.w.z. tot en met de besluitvorming Stadsbegroting 2013. Gerealiseerd in 2010 Gerealiseerd in 2011 Stand 1 januari 2012 GEREALISEERD 2012: Gereed in de periode 1 jan – 1 apr. 2012 (VJN) ‐ aframen loonsom/ fte ‐ overige gereed Gereed 1 april – 1 sept (NJN) ‐ aframen loonsom/ fte ‐ overige gereed Gereed 1 sept – 31 dec (Jaarrekening) ‐ aframen loonsom/ fte ‐ overige gereed Totaal gereed in 2012 Percentage gereed op 31 dec Verlies in 2012 Resteert = stand 31 dec 2012
2012
2013
2014
2015
2016
29.141
37.153
44.272
47.307
47.807
7.808 12.138 9.195 0 5.427 300 1.996 663 634 9.020 98% 175 0
8.277 14.474 14.402 0 6.648 600 1.447 395 283 9.373 65% ‐ 5.029
8.887 17.252 18.133 0 7.849 600 1.447 395 308 10.599 58% ‐ 7.534
8.887 17.252 21.168 0 7.927 600 1.445 395 313 10.680 50% ‐ 10.488
8.887 17.252 21.668 0 7.927 600 1.445 395 313 10.680 49% ‐ 10.988
86,65
105,95
121,05
121,05
121,05
Verwerkte formatiereductie als gevolg van bezuinigingen, uitgedrukt in FTE
KOSTENPLAATSRESULTAAT 2012 Om de gemeente als organisatie te laten functioneren moeten er uiteraard kosten worden gemaakt. Dit betreft dan personeelskosten, huisvestingskosten en overige apparaatskosten. Deze kosten worden over de beleidsprogramma’s, de investeringen en de grondexploitaties verdeeld. Getracht is de bedrijfsvoering kosten zo beperkt mogelijk te houden. Er wordt met name gestuurd op salariskosten en inhuur, aangezien deze kosten als beïnvloedbaar gekenmerkt kunnen worden. Onderstaand wordt een analyse gegeven van de loonsom en inhuur en daaruit moet geconstateerd worden dat de werkelijke loonkosten en inhuur hoger zijn dan was geraamd. Reden hiervoor is dat er ook meer personele lasten rendabel ingezet konden worden. Dat betekent bijvoorbeeld dat voor de uitvoering van extra projecten er extra loonkosten zijn gemaakt, maar deze kosten gedekt worden door bijdragen. Inzet personeel voor de dijkteruglegging is hier een voorbeeld van. Per saldo is er een voordelig resultaat op kostenplaatsen gerealiseerd van € 950.000
19
Financiële Positie PERSONEELSKOSTEN ALGEMEEN Een akkoord over de CAO voor gemeenteambtenaren 2011‐2012 is uiteindelijk pas in april 2012 bereikt. In onze begroting hadden wij de nullijn aangehouden, echter in de CAO is overeengekomen dat de salarissen 2 maal met 1% stijgen, plus een eenmalige uitkering. Daarnaast zijn ook de pensioenlasten in 2012 sterk gestegen. Dit alles betekende dat we bij de voorjaarsnota €1,6 miljoen aan extra middelen van Uw Raad hebben ontvangen om deze loonstijging te kunnen bekostigen. SALARISKOSTEN De salariskosten van de gemeente Nijmegen bestaan uit de loonkosten en overige componenten (kosten jubilea, WW uitkeringen etc). Voor de analyse op de salariskosten wordt jaarlijks de ontwikkeling van de loonkosten en de bezetting beoordeeld. In de onderstaande tabel staan de begrote alsmede gerealiseerde loonkosten en fte weergegeven. Daarnaast zijn de herschikkers opgenomen. Een herschikker is een medewerker, die voornamelijk als gevolg van bezuinigingen geen functie meer heeft en waarvoor wij onze uiterste best doen om een passende functie te vinden. Bedragen in duizenden €’s Jaar 2011
Begroting loonsom 114.065
Realisatie loonsom 116.503
meer uitgaven dan begroot 2.438
Fte Begroot 31‐12 1.925,4
Fte werkelijk 31‐12 1.907,0
2012
112.564
116.475
3.911
1.823,9
1.805,2
Verschil
101,5
101,8
De salariskosten worden door een veelheid van factoren beïnvloed. Dat maakt het lastig om het verschil in de uitgaven begroot en realisatie en het verschil tussen de jaren eenduidig te relateren aan de FTE’s. Aangezien deze factoren zowel positieve als negatieve effecten met zich meebrengen, is een analyse op persoonsniveau uiteraard wel mogelijk, maar op totaalniveau leidt dit niet tot een zinvolle samenvatting. Om die reden wordt onderstaand een toelichting gegeven welke factoren allemaal een rol spelen bij de salariskosten. Begroten max‐1 Binnen de gemeente Nijmegen werken wij als sinds een aantal jaren met een max‐1 begroting. Dit betekent dat de loonsom wordt begroot op basis van toegestane formatie maal het salaris behorend bij het maximum van de schaal, verminderd met één anciënniteit. Voor herschikkers worden geen loonkosten geraamd. prijsverschillen Deze wijze van begroten kan in de realisatie leiden tot prijsverschillen, zowel positief als negatief. Bijvoorbeeld een startende ambtenaar zal lagere loonkosten dan geraamd met zich meebrengen en een ambtenaar die zijn maximale salaris heeft bereikt, brengt hogere loonkosten met zich mee. bezettingsverschillen In de begroting wordt uitgegaan van de toegestane formatie. De realisatie kan hiervan afwijken. Ook hier zowel positief als negatief. Bijvoorbeeld een bezuinigingsopdracht die in de loop van het jaar wordt gerealiseerd, brengt hogere kosten met zich mee. Terughoudend aannamebeleid en daardoor vacatures in plaats van bezetting, brengt lagere kosten dan begroot met zich mee. FORMATIE
Financiële Positie Als we kijken naar de formatie dan blijkt dat deze met ruim 101 fte is gedaald. Deze daling bestaat enerzijds uit uitbreidingen (54,9 fte) en anderzijds inkrimping (‐156,7 fte). De uitbreiding met 54,9 fte is gebaseerd op bestuurlijke besluiten en bestaat uit: 35 fte Werk Staat voorop en Hatert Werkt 5 fte Aanpak overlast multiprobleem huishoudens; 6 fte Straatcoaches; 9 fte overige diverse kleine uitbreidingen De inkrimping met 156,7 fte is door invullen bezuiniging, beëindigen tijdelijke formatie en een klein deel overige inkrimpingen. HERSCHIKKERS Zoals eerder gesteld is een herschikker een medewerker, die voornamelijk als gevolg van bezuinigingen geen functie meer heeft en waarvoor wij onze uiterste best doen om een passende functie te vinden. Zie onderstaande tabel om een inzicht te krijgen van het verloop van deze herschikkers in 2012: Herschikker Stand 31 ‐12‐2011 Instroom Uitstroom Stand 31‐12‐2012
Totaal fte 2012 68 +7 ‐34 41
FRICTIEKOSTEN Teneinde de in 2012 openstaande bezuinigingen te realiseren zijn 86,65 fte afgeraamd. Hiermee ontstond € 2 miljoen aan zogenaamde frictiekosten. Dit betreffen tijdelijke kosten die ontstaan als gevolg van het invullen van een bezuiniging. Zodra personeel als gevolg van de bezuinigingen de status herschikker krijgt, dan wordt geen raming meer opgenomen in de begroting. De kosten die herschikkers toch nog met zich meebrengen moeten dan, zoveel als mogelijk, opgevangen worden binnen de normale exploitatie. In 2012 is veel aandacht besteed aan het zoveel mogelijk loonvormend werken van de zogenaamde herschikkers. Belangrijke opties hierbij zijn alvorens personeel in te huren, eerst intern te kijken of er gekwalificeerde mensen aanwezig zijn en deze voorkeur te geven boven externe inhuur. Hierbij kan gedacht worden aan werkzaamheden voor projecten, maar ook tijdelijk vervanging bij langdurige ziekte of als gevolg van zwangerschap. Ook zijn medewerkers buiten de gemeente gedetacheerd. Dit is ook één van de redenen waardoor er opbrengsten tegenover de kosten staan en er dus dekking is gevonden voor de frictiekosten. Het Mobiliteitsoverleg heeft hier een belangrijke rol in gespeeld en heeft tot positieve effecten geleid op zowel de afname van de inhuur als het vinden van dekking voor de frictiekosten. Dit mobiliteitsoverleg betreft een intergemeentelijk overleg waarin zowel de inhuur als de beschikbare interne medewerkers worden besproken en indien mogelijk gekoppeld aan de openstaande taken. INHUURKOSTEN Aangezien wij het belangrijk vinden om grip te hebben en te houden op de inhuur van de gemeente is er de afgelopen jaren veel aandacht geschonken aan het inzichtelijk krijgen van de inhuur en het nemen van maatregelen om deze inhuur tot een noodzakelijk minimum te beperken. Om die reden is er, alvorens er extern ingehuurd werd, altijd eerst gekeken naar interne oplossingen. Zo worden inhuurverzoeken eerst gemeentelijk besproken binnen het Mobiliteitsoverleg en indien mogelijk zo al ingevuld. Daarnaast hebben we ook prijsvoordelen kunnen behalen, door een zogenaamde payroll constructie 21
Financiële Positie en zo onze inhuur verder geoptimaliseerd. Belangrijk om te weten is dat alle inhuur gedekt is. Hieronder is het verloop vanaf 2009 tot en met 2012 goed te zien. Hieruit blijkt ook dat er een duidelijk dalende lijn is ingezet op de inhuur.
Inhuur wordt kritisch beoordeeld en alleen ingezet wanneer dit noodzakelijk is. Soms wordt er ingehuurd als tijdelijke vervulling van een vacature, soms omdat er voor een bepaald project specifieke kennis noodzakelijk is en zo zijn er nog een aantal criteria. In onderstaand overzicht staat weergegeven voor welke categorie er is ingehuurd. Bedragen in duizenden €'s Categorie
begroting 2011
begroting 2012
realisatie 2011
realisatie 2012
Programma's
1.216
1.416
1.585
1.879
Kostenplaatsen
6.143
6.266
8.403
7.064
Planexploitatie grondbeleid Totale inhuur
0
0
2.967
3.114
7.359
7.682
12.955
12.057
Hieruit blijkt dat er in 2012 minder dan in 2011 is ingehuurd op de kostenplaatsen. Reden hiervan ligt ook weer in het eerder genoemde Mobiliteitsoverleg alwaar aan de voorkant is gestuurd op het inzetten van de interne medewerkers, indien mogelijk. De stijging van de inhuur op de planexploitatie hangt ook samen met de grote projecten die wij nu als gemeente Nijmegen uitvoeren, zoals de Oversteek en de Dijkteruglegging.
Bestuursagenda Bestuursagenda
3. Bestuursagenda 3.1 Openbare orde & Veiligheid, Burger & Bestuur, Communicatie, Citymarketing en Externe betrekkingen Portefeuillehouder H. Bruls
VEILIGHEID De veiligheid in een stad is het resultaat van de sociale, fysieke en economische ontwikkeling van de maatschappij. Sturing is dan ook complex. De gemeente heeft slechts invloed op een beperkt aantal factoren en kan slechts proberen deze positief te beïnvloeden, met name door de verbinding tussen domeinen en het koppelen van budgetten. Het gevoel van veiligheid wordt het meest beïnvloed door veelvoorkomende criminaliteit en ernstige overlast door jeugdigen of bekende randfiguren. Veelplegers spelen hierin vaak een hoofdrol en dus is de uitdaging om hun recidivegedrag aan te pakken. Dat vraagt intensieve samenwerking tussen gemeente, strafrechtpartners, zorg‐ en hulpverleners en soms ook de burger . Die samenwerking is per definitie integraal van opzet, een geolied netwerk is cruciaal. Vanuit het programma Veiligheid organiseren we vormen van (keten)samenwerking op het terrein van sociale en fysieke veiligheid in Nijmegen en adviseren het gemeentebestuur over de ontwikkeling daarvan. De gemeente is de regisseur van deze samenwerking. Daarnaast adviseren en ondersteunen we de burgemeester en zijn we verantwoordelijk voor de vergunningverlening van de APV en Bijzondere Wetten. Wat hebben we bereikt? Op 18 januari 2012 heeft de gemeenteraad het Beleidskader Integrale Veiligheid 2012‐ 2015 vastgesteld. Hierin zijn doelstellingen vastgelegd voor de vermindering van criminaliteit, geweld en agressie, de aanpak van overlast en ernstige verloedering, bijzondere veiligheidsprojecten en het veiligheidshuis. Het veiligheidshuis is de kern van ons sociale veiligheidsbeleid. We hebben de procesregie van de multidisciplinaire samenwerking voor de ketenaanpakken jeugd, veelplegers en huiselijk geweld. We leveren de ketenmanager, die het middenmanagement van de betrokken partners erbij betrekt en committeert en verantwoordelijk is voor de randvoorwaarden. Vier ketenregisseurs focussen op het primaire proces. We ondersteunen het informatiebeheer in het veiligheidshuis. Deze aanpak reduceert maatschappelijke kosten voor veelvoorkomende overlast en criminaliteit en, minstens zo belangrijk, vergroot het veiligheidsgevoel bij inwoners. Daarnaast hebben we de zichtbaarheid van politie en toezichthouders verbeterd door de inzet van straatcoaches en Veiliger Wijkteams (VWT’s). Zij zoeken het contact met wijkbewoners en investeren in communicatie en onderling vertrouwen. VWT’s zijn een samenwerking tussen politie en Bureau Toezicht & Handhaving op wijkniveau. Sinds begin 2012 zijn VWT’s actief in de wijken Hatert, Meijhorst en Neerbosch‐Oost/Heseveld. Verder werken we ook aan een aantal zelfstandige veiligheidsprojecten: tijdelijk cameratoezicht, horecadeurbeleid, aanpak radicalisering en buurtbemiddeling. De kern van een succesvol integraal veiligheidsbeleid ligt in de samenwerking die met de maatschappelijke partners is opgebouwd. Een goede en effectieve samenwerking is dan ook ons belangrijkste resultaat. Is die samenwerking goed, dan worden de partners ook effectief in stelling gebracht om de gewenste resultaten te boeken. Met het veiligheidshuis hebben we die samenwerking succesvol opgebouwd en we bevinden ons in 23
Bestuursagenda een positie waarin we dicht op alle relevante informatie zitten en snel kunnen bijsturen. Bij veel partners ‐ justitie en politie, maar ook jeugdzorg – vinden ingrijpende veranderingen plaats. Het vraagt onze voortdurende aandacht om al die ontwikkelingen te verwerken in het concept veiligheidshuis. De kwalitatieve en kwantitatieve inzet van organisaties die iets kunnen betekenen voor de veiligheid in de stad is toegenomen. Het gemeentebestuur van Nijmegen is ervan overtuigd dat de ‘winst’ voor de komende jaren is te halen uit de samenwerking van die partners. De gemeente zal op zoveel mogelijk terreinen een ketenaanpak organiseren en regisseren. Goede voorbeelden daarvan zijn de veelplegeraanpak, de aanpak van huiselijk geweld en de aanpak van woonoverlast als gevolg van intimidatie. Ook de samenwerking tussen brandweer en politie is verbeterd met als symbool de geïntegreerde meldkamer. De brandweer is geregionaliseerd. Indicatoren Vergroten veiligheidsgevoel van de Nijmeegse burger
Realisatie 2011
1.1 Voelt zich vaak onveilig (in het algemeen)
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
25,4
<4%
1.2 Voelt zich soms/vaak/zelden onveilig
<36%
18,8
1.3 Voelt zich vaak onveilig in de buurt
4%
3%
Realisatie 2011
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
13.757
<16.500
14.526
656
< 1.816
1.495
Reductie van het aantal incidenten 2.1 Aangiften bij de politie 2.2 Meldingen bij de brandweer
Financiën Programma Veiligheid € 1.000 Financiële lasten per product Openbare Orde & Veiligheid Vergunningverlening & handhaving Organisatie van de rampenbestrijding Uitvoering. programma. Integrale Veiligheid Pro actie Preventie Preparatie Brandweer Repressie, Nazorg Brandweer Totaal lasten programma Financiële baten per product Openbare Orde & Veiligheid Vergunningverlening & handhaving Organisatie van de rampenbestrijding Uitvoering. programma. Integrale Veiligheid Pro actie Preventie Preparatie Brandweer Repressie, Nazorg Brandweer Totaal baten programma Totaal programma
Begroting primitief 2012 1.795 230 410 1.243 2.089 10.434 16.201 349 0 0 0 37 3 389 15.812
Begroting dynamisch 2012 1.258 230 410 1.544 2.097 10.146 15.685 227 0 0 51 125 3 406 15.279
Rekening 2012 1.267 230 393 1.532 2.089 10.144 15.654 236 0 0 43 131 16 426 15.228
Verschil Bdyn ‐ rek ‐8 0 16 12 9 1 31 9 0 0 ‐8 6 14 20 51
CITYMARKETING EN EXTERNE BETREKKINGEN We willen dat citymarketing en externe betrekkingen meerwaarde opleveren voor onze andere gemeentelijke programma’s, voor maatschappelijke instellingen, bedrijven en burgers. We leveren een bijdrage aan een sterker vestigingsklimaat en streven naar een grotere betrokkenheid van Europa, rijk en provincie bij Nijmeegse plannen en ontwikkelingen met als effect inhoudelijke en financiële steun. Daarnaast willen we vaker en positief in het nieuws komen en streven we succesvolle evenementen na.
Bestuursagenda We promoten Nijmegen niet alleen als historische stad, maar ook als een dynamische kennisstad, met veel (loop)sport, groen, cultuur en innovatieve bouwprojecten. We participeren actief in netwerken en onderhouden intensieve contacten met bedrijven, kennisinstellingen en andere organisaties. Zo leggen we de dwarsverbanden die voor lobby noodzakelijk zijn. Bij projecten die de gemeentegrenzen overschrijden werken we samen met lagere en hogere overheden, bedrijven en (kennis)instellingen op nationaal en internationaal niveau.
Wat hebben we bereikt? Het belangrijkste project was de Stadsvisie 2020. Daarvoor zijn meerdere debatten georganiseerd, experts geconsulteerd en is in samenwerking met het programma Wijken een wijkenkaravaan georganiseerd. We hebben Nijmegen doelbewust neergezet als historische èn kennisstad, bijvoorbeeld door in samenwerking met de universiteit de Vrede van Nijmegen Penning toe te kennen aan Umberto Eco. Met het programma ‘Nijmegen Omarmt de Waal’ laten we zien dat Nijmegen met de dijkteruglegging, de Oversteek, het Waalfront en de ontwikkeling van Nijmegen Noord zeer innovatief werkt, met respect voor de historische omgeving. Met de provincie Gelderland is een nieuw stad‐ en regiocontract gesloten, waarin toezeggingen staan voor de realisatie van belangrijke Nijmeegse projecten. Samen met de provincies Gelderland en Overijssel en de grotere steden is een aanvang gemaakt voor een nieuw programma voor de Europese Structuurfondsen. Ook in 2012 heeft Nijmegen zich een actieve partner getoond binnen de Euregio Rijn – Waal. Dat heeft geleid tot interregionale financiering voor veel projecten in stad en regio. Als actief lid van de G32 heeft Nijmegen een bijdrage geleverd aan discussies over stedelijke vernieuwing, over het huurbeleid en over regionale samenwerking. In het Rijk van Nijmegen zijn op Nijmeegs initiatief gesprekken gevoerd over versterking van de intergemeentelijke samenwerking en de grote decentralisaties in het sociale domein. Ook in discussies over de toekomst van de Stadsregio na het aanstaande verlies van de WGR+ status heeft Nijmegen bij herhaling het voortouw genomen, met speciale aandacht voor de relatie met de provincie. Evenementen zijn een middel om Nijmegenaren te vermaken, te verrassen en te verbinden, maar versterken ook de aantrekkelijkheid van Nijmegen als woon‐ en vestigingsplaats en toeristische bestemming. Het evenementenbeleid is verder ontwikkeld en in april 2012 heeft de raad de nota Event Full vastgesteld. Hiertoe zijn gesprekken met de wijken gevoerd en is een begin gemaakt met locatiegebonden evenementenbeleid. De aandacht voor de Nijmeegse evenementen was groot. De vierdaagse, de Zevenheuvelenloop, de Marikenloop, de Music Meeting en de Vrede van Nijmegen Penning werden ruim en positief besproken in de landelijke media. Nijmegen heeft veel kleinere evenementen waarmee de stad zich in culturele zin onderscheidt. Wintertuin, Boekenbal, Go Short, het Gebroeders van Limburgfestival, de popconcerten in Goffertpark, Valkhof en park Brakkenstein konden op een groot publiek uit Nijmegen en wijde omgeving rekenen. Een nationaal museum voor WO II is inmiddels een kansrijk project, dat voor financiering belangstelling van andere partijen heeft gewekt. In Brussel heeft Nijmegen zich succesvol gepresenteerd tijdens de Open Days als mede‐initiatiefnemer van het Europese project Liberation Route dat van Normandië tot in Polen de geschiedenis 1944‐ 45 van de bevrijding van Europa zichtbaar maakt. In 2012 vond de viering plaats van 400 jaar relaties Nederland – Turkije. Hieraan is in Gaziantep en in Nijmegen ruim aandacht besteed. Er is een bestuurlijke delegatie naar Gaziantep gereisd en een Turkse delegatie hier ontvangen. In samenwerking met onder andere Lux is een cultureel programma ontwikkeld en uitgevoerd. De bezuiniging op de stedenbanden is in samenspraak met de stichtingen stedenband Masaya en Pskov en met de Adviesraad Gaziantep uitgewerkt. 25
Bestuursagenda Financiën Programma City markering en externe betrekkingen € 1.000 Financiële lasten per product Coördinatie evenementen beleid Stedenbanden (Inter)nationale samenwerking &public affairs Promotie Totaal lasten programma Financiële baten per product Coördinatie evenementen beleid Stedenbanden (Inter)nationale samenwerking &public affairs Promotie Totaal baten programma Totaal programma
Begroting primitief 2012 1.849 252 1.257 542 3.901 246 0 202 1 448 3.452
Begroting dynamisch 2012 1.836 252 2.012 542 4.643 119 0 777 1 896 3.746
Rekening 2012 1.989 204 1.813 553 4.558 263 0 561 13 836 3.722
Verschil Bdyn ‐ rek ‐152 49 199 ‐11 84 144 0 ‐216 11 ‐60 24
DIENSTVERLENING EN BURGERZAKEN Dienstverlening is een belangrijk onderwerp, we willen dat inwoners, bedrijven en instellingen tevreden zijn over de dienstverlening van de gemeente. Een optimale publieke dienstverlening is goed bereikbaar, snel en efficiënt. Burgers en bedrijven moeten goed geïnformeerd zijn over de gemeentelijke dienstverlening. We praten en schrijven in begrijpelijke taal. Ook persoonsinformatie moet adequaat zijn. Wat hebben we bereikt? De versobering van de dienstverlening in de Stadswinkel is gerealiseerd. De Stadswinkel werkt ‘s middags alleen nog op afspraak en het Steunpunt Stadswinkel is beperkter opengesteld. Een afspraak maken kan digitaal. Onze klanten worden schriftelijk geïnformeerd over de geldigheidsduur van hun reisdocument of rijbewijs, waarbij we de voordelen van een afspraak promoten. 5.000 Nijmegenaren kregen een brief dat vóór 26 juni 2012 de kindbijschrijving in het paspoort verviel. Dat had veel extra klanten tot gevolg. Door extra capaciteit en middelen in te zetten (legesopbrengsten) en extra avondopenstellingen zijn de gemiddelde wachttijden beperkt gebleven. Ondanks de versobering zijn de indicatoren dienstverlening Burgerzaken gehaald. Door klanten op een andere locatie te bedienen, voorkomen we een te grote toeloop in de Stadswinkel. Buitenlandse studenten van de Radboud Universiteit kunnen zich bijvoorbeeld daar inschrijven, twee keer per jaar. Het aantal telefoontjes is met 12,6% toegenomen ten opzichte van 2011 als gevolg van incidenten (technische storing, problemen rondom de parkeerautomaten en meer afspraken door het vervallen van de kindbijschrijvingen). Hierdoor kwam in het eerste half jaar het beoogde servicelevel ( 80% binnen 30 seconden) zwaar onder druk te staan. In de 2e helft stabiliseerde het aanbod met uitschieters in oktober en november. In twee onderzoeken naar onze telefonische dienstverlening haalden we respectievelijk een 7,2 en een 8. Op 12 september jl. vond er een extra verkiezing plaats voor de Tweede Kamer. Daarvoor ging 75% van de Nijmegenaren naar de stembus. Dat was een kleine daling in vergelijking tot de opkomst van twee jaar geleden, maar wel hoger dan in Nederland, waar in totaal 73% van de stemmers naar de stembus toog. Ook bij deze verkiezingen werd met het rode potlood gestemd. Het RNI (Register Niet Ingezetenen) zou eind 2012 worden ingevoerd, maar de landelijke wetgeving is er nog niet klaar voor. De invoering wordt in de loop van 2013 verwacht.
Bestuursagenda De terugmeldvoorziening GBA levert informatie over onjuistheden in de Gemeentelijke Basisadministratie. Deze signalen worden onderzocht en verwerkt om de kwaliteit van de informatievoorziening te verhogen. Indicatoren Doelmatige en doeltreffende dienstverlening
Realisatie 2011
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
84,3%
90%
79,4%
59%< 30 sec.
80%< 30 sec.
72%< 30 sec.
1.1 Tijdige (binnen wettelijke termijn) afhandeling ontvangen berichten 1.2 Telefonische bereikbaarheid14024*
Zorgvuldige, tijdige, klantgerichte dienstverlening
Realisatie 2011
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
nvt.
7,3
> 8
2.1 Cijfer dienstverlening Burgerzaken
90%
80% < 15 min
80,4% < 15 min
2.3 Wachttijden klanten Burgerzaken vrije inloop
2.2 Wachttijd Burgerzaken
6,1 min.
gem 15 min
15,7 min
2.4 Wachttijd klanten Burgerzaken op afspraak
3,1 min.
gem 5 min
5,7 min
Financiën Ten gevolge van de vervroegde 2e Kamerverkiezingen heeft de Raad bij behandeling van de Najaarsnota besloten om extra geld € 325.000,‐ voor de 2e Kamerverkiezing beschikbaar te stellen. Dit bedrag is verrekend met het nog beschikbare budget en hierdoor trad een voordeel op bij dit onderdeel. Programma Dienstverlening en Burgerzaken € 1.000 Financiële lasten per product Burgerzaken Dienstverlening Totaal lasten programma Financiële baten per product Burgerzaken Dienstverlening Totaal baten programma Totaal communicatie
Begroting primitief 2012 4.509 2.108 6.618 3.336 0 3.336 3.282
Begroting dynamisch 2012 4.934 2.108 7.043 3.436 0 3.436 3.607
Rekening 2012 4.643 2.074 6.717 3.351 0 3.351 3.365
Verschil Bdyn ‐ rek 291 35 326 ‐84 0 ‐84 242
COMMUNICATIE Met onze communicatie dragen wij bij aan een open relatie met de inwoners van Nijmegen en een duurzame relatie met het bedrijfsleven, het onderwijs, maatschappelijke organisaties en andere overheden. Wat hebben we bereikt? De afdeling communiceerde in 2012 intern en extern over het bestuur en zijn beleid, evenals over de gemeentelijke organisatie en haar producten en diensten via verschillende kanalen en met verschillende middelen. We informeerden burgers, ondernemers, organisaties en verenigingen tijdig en begrijpelijk over voor hen relevante onderwerpen. We gaven belanghebbenden en belangstellenden de mogelijkheid invloed uit te oefenen op ontwikkeling en uitvoering van beleid door hen daar in een open dialoog tijdig bij te betrekken. De verdere intensivering van sociale media als Twitter en Facebook hebben hier goed aan bijgedragen.
De financiële gegevens zijn opgenomen in het programma Facilitaire diensten, onderstaand is het onderdeel communicatie uit dat programma vermeld 27
Bestuursagenda Financiën Programma facilitaire diensten, onderdeel communicatie x € 1.000 Financiële lasten Communicatie Financiële baten Communicatie Totaal communicatie
Begroting primitief 2012 1.533 0 1.533
Begroting dynamisch 2012 1.533 0 1.533
Rekening 2012 1.533 0 1.533
Verschil Bdyn ‐ rek 0 0 0
BESTUUR We werken op basis van de uitgangspunten van good governance, waarbij we uitgaan een goed samenspel tussen College, Raad en Burgemeester. We zijn een toegankelijk en transparant bestuur, dat samenwerkt met bewoners, instellingen en bedrijven. Wij besturen de gemeente Nijmegen op een kwalitatief goede wijze. Wat hebben we bereikt? In 2012 hebben we ingezet op het gezamenlijk werken aan een nieuwe stadsvisie. De college‐ en raadsleden hebben meegedaan aan de zogeheten wijkenkaravaan die door verschillende wijken is getrokken om dromen, zorgen en ideeën van de inwoners over de toekomst in beeld te brengen. De opbrengsten van de wijkenkaravaan hebben we verwerkt in de nieuwe stadsvisie. In dat kader hebben wij een tweetal werkconferenties in Lux georganiseerd om samen met de inwoners en het maatschappelijk middenveld de opbrengsten van de wijkenkaravaan te delen en de voorlopige uitkomsten van de stadsvisie te toetsen. De opbrengsten uit deze werkconferenties hebben we verwerkt in de definitieve conceptversie van de Stadsvisie 2020. De definitieve conceptversie van de stadsvisie is begin januari 2013 aan de Raad ter bespreking en ter vaststelling aangeboden. We bevorderen het werken op basis van de uitgangspunten van good governance. Dit hebben wij als een hard criterium vastgelegd in de Nijmeegse Kaderverordening Subsidies. Cultural governance is een onderdeel hiervan. In 2011 heeft de Rekenkamer een onderzoek gedaan naar cultural governance en heeft geconstateerd dat wij de Code Cultural Governance niet afdwingbaar hebben ingevoerd. Naar aanleiding daarvan hebben wij – in goed overleg met de sector – een nieuw verantwoordingsprotocol governance opgesteld dat bindend is opgelegd aan de zes grote culturele instellingen in de stad. Voor het opleggen van dit protocol aan overige instellingen, sluiten wij aan bij de Nijmeegse Kaderverordening Subsidies. Indien een organisatie meer dan € 100.000 subsidie van ons krijgt, verwachten wij dat ze conform het protocol good governance verantwoording afleggen over de toepassing van de Code Cultural Governance. De burgerparticipatie stond ook in 2012 hoog op de agenda van ons bestuur. Ons doel was om in een vroeg stadium bewoners, instellingen en bedrijven te betrekken bij de beleidsontwikkeling en bij bouwprojecten en besluiten die hen aangaan. Dat deden we niet alleen door formele adviesraden te stroomlijnen en door consequent te vragen naar en betrekken van hun adviezen, maar vooral ook door burgers en bedrijven actief op te zoeken: vanuit de ambtelijke organisatie, vanuit het College en vanuit de Raad. In oktober 2012 heeft de Raad het ambitiedocument ‘Meedoen in Nijmegen’ vastgesteld. In dit ambitiedocument zijn nieuwe inzichten over de verhouding tussen burgers, ondernemers en overheid verwerkt
Bestuursagenda Financiën Programma Bestuur en Middelen, onderdeel Bestuur € 1.000 Financiële lasten per product Dagelijks Bestuur Raad Bestuurlijke‐ juridische zaken Totaal lasten programma Financiële baten per product Dagelijks Bestuur Raad Bestuurlijke‐ juridische zaken Totaal baten programma Totaal programma
Begroting primitief 2012 2.375 3.537 641 6.553 0 0 0 0 6.553
Begroting dynamisch 2012 2.375 3.537 641 6.553 0 0 0 0 6.553
Rekening 2012
Verschil Bdyn ‐ rek
2.347 3.537 621 6.505 0 0 0 0 6.505
28 0 20 48 0 0 0 0 48
29
Bestuursagenda
3.2 Ruimtelijke ontwikkeling Waalsprong, Wonen, Klimaat & Energie en Groen & Water Portefeuillehouder J. van der Meer
RUIMTELIJKE ONTWIKKELING WAALSPRONG Nijmegen ontwikkelt zich verder. Vernieuwing, groei en ontwikkeling van de stad zijn noodzakelijk om de kwaliteiten en het voorzieningenniveau van de stad te behouden en waar mogelijk te versterken. Centraal hierbij staan economisch perspectief, een kwalitatief goede woning in een ongedeelde stad die goed bereikbaar is, met groene en blauwe allure. Duurzaamheid is een belangrijke leidraad. Tegen de achtergrond van de economische crisis moeten we ons echter terughoudender opstellen dan voorheen. Wat hebben we bereikt? Het beheersen van de risico’s is inmiddels een leidend thema voor projecten in de stad. Naast de reguliere verantwoording bij de Voortgangsrapportage Grote Projecten in maart 2012 is er een afzonderlijk risicoregime aangeboden: de risiconota Ontwikkelingsbedrijf 2012. Hierin staat een analyse van de risico’s in projecten, noemen we beheersmaatregelen en voeren bezuinigingen door om de economische en vastgoedcrisis het hoofd te bieden. Het basisscenario is leidend geworden voor de te nemen maatregelen. In de risiconota is ook een zogeheten ‘zwart scenario’ beschreven, waarbij herstel op de vastgoedmarkt langjarig uitblijft. Gelet op de financiële belangen van de gemeente bij grote projecten als Waalsprong en Waalfront is zorgvuldige (her)overweging van nut en noodzaak van projecten noodzakelijk. Dat kan leiden tot herprioritering, planaanpassing en fasering, zoals voor Citadel, Vossenpels en Hoge Bongerd. Daarnaast zijn ook nieuwe concepten geïntroduceerd om de bouwproductie weer op gang te helpen en om in te spelen op de woonwensen van consumenten; voorbeeld daarvan is het project Plant Je Vlag (Vossenpels) voor collectieve zelfbouw van woningen. In de tweede helft van 2012 heeft de gemeente besluitvorming voorbereid over de ontvlechting van de GEM Waalsprong. Deze stap is nodig omdat de financiële risicoverdeling tussen de gemeente en de participerende marktpartijen niet meer in lijn is met de zeggenschapsverhoudingen. De gemeente neemt de volledige regie over de ontwikkeling van de woningbouw in de Waalsprong en heeft hiervoor aanvullende middelen vrijgemaakt. Ondanks de economische crisis zijn er in 2012 ca. 300 woningen gerealiseerd in de Waalsprong. Er zijn ruim 400 kavels opgeleverd. In de Waalsprong is gestart met de bouw van het nieuwe station Lent. Verder is een overeenkomst gesloten voor de aanleg van een Warmtenet voor Waalfront en Waalsprong en participeert de gemeente in de PPS Warmtebedrijf Indigo samen met Alliander. Voor de verbinding met de stad is het bereiken van het hoogste punt van de Stadsbrug in 2012 een mijlpaal geweest. In 2013 wordt de oplevering en opening van de brug voorzien. Voor het project Ruimte voor de Waal is het consortium i‐Lent gecontracteerd, dat eind 2012 al met de voorbereidende werkzaamheden in het projectgbied is gestart. Met het Rijk is een contract afgesloten over de aanleg van een nevengeul voor de Waal en de realisering van een eiland binnen de termijn 2013‐2016. Zoals hiervoor aangegeven vallen zowel de planexploitatie Waalsprong gemeentelijk deel als de planexploitatie Waalsprong GEM deel onder de( financiële) verantwoordelijkheid van de gemeente. Om die reden is bezien welke risico’s deze exploitaties met zich meebrengen. In het VGP maart 2013 is hier een uitgebreide toelichting op gegeven. De herziene exploitatieopzetten worden in 2013 separaat aan de Raad ter vaststelling aangeboden. In deze jaarrekening is een aantal verwachte aanpassingen financieel
Bestuursagenda vertaald. Voor de Waalsprong Gemeentelijk deel is uitgegaan van minder uit te geven bedrijventerrein (nadeel) en is een aantal infrastructurele werken ondergebracht bij de investeringen van de gemeente en drukken hiermee niet meer op de planexploitatie. Met deze maatregelen is het voorziene exploitatietekort teruggebracht naar € 3.6 miljoen(netto contante waarde). Voor de planexploitatie Waalsprong GEM deel is , met inachtneming van een aantal maatregelen, zoals bijvoorbeeld het onderbrengen van rioolinvesteringen in het GRP gerekend met een voorzien tekort van € 11,7 miljoen
WONEN We willen een stad zijn met een gedifferentieerd woningaanbod op stedelijk niveau en met variatie op wijkniveau. Onze strategische keuzes zijn verwoord in de Woonvisie 2010‐ 2020: een ongedeelde stad en bewoners binden. De recente Woningmarktverkenning uit 2010 is leidraad bij de planning en programmering van het nieuwbouwbeleid. Andere taakvelden zijn herstructurering van delen van de bestaande woningvoorraad, stimulering van wonen boven winkels, ontwikkeling en monitoring van woonruimteverdelingsbeleid en huisvesting van specifieke doelgroepen: mensen met een zorgbehoefte en studenten. Vrijkomende woonruimte in de voorraad van de woningcorporaties wordt op transparante en rechtvaardige wijze verdeeld, scheefwonen proberen we tegen te gaan. De gevolgen van de economische recessie spelen ons wel parten. De woningmarkt herstelt maar langzaam, banken zijn strenger bij hypotheekverstrekking, ontwikkelaars stellen investeringsbelissingen uit, woningbouwprojecten vertragen. De bezuinigingen van het kabinet tasten de investeringsruimte van de woningcorporaties aan. Met de Nijmeegse corporaties overleggen we over maatregelen om de effecten hiervan zoveel mogelijk te beperken zonder de betaalbaarheid van wonen geweld aan te doen. Wat hebben we bereikt? We hebben gewerkt aan de belangrijkste opgaven in het woonbeleid: aanpak van het woningtekort, herstructurering van oude wijken, meer studentenhuisvesting en woningen in combinatie met een vorm van zorg, een goed systeem van woonruimteverdeling. Dit alles doen we in een netwerk met veel andere partijen en belanghebbenden. Resultaten in het woonbeleid zijn alleen te bereiken als we gericht inzetten op samenwerking in resultaatgerichte coalities. Voor diverse projecten zijn ambitiedocumenten opgesteld. Er zijn 1.250 woningen gebouwd, waarvan 935 huurwoningen, 315 koopwoningen en 231 zelfstandige studenteneenheden in het project Sperwerstraat. Er zijn 190 zorgwoningen opgeleverd. Vanwege de kopersstaking zijn koopwoningen te huur aangeboden. De meeste woningen zijn opgeleverd in de bestaande stad, 970. De productie in de Waalsprong ontwikkelt zich gestaag en conform de planning (GREX 2012 ), er zijn 280 woningen opgeleverd. In 2012 zijn de prestatieafspraken met de woningcorporaties afgerond en getekend, zowel de aangepaste raamovereenkomst als de bilaterale afspraken. De kabinetsvoornemens voor de corporaties zorgden voor vertraging, dit punt staat in 2013 opnieuw op de lokale agenda. De starterslening is van nieuw budget voorzien, waarmee in totaal ca. 225 koopstarters kunnen worden geholpen. In het voorjaar is een goed bezochte woonbeurs georganiseerd waar ontwikkelaars en makelaars het actuele aanbod presenteerden. In december is besloten tot een financiële regeling voor betaalbare zelfbouw (IBB) om zelfbouwers met een smalle beurs te helpen om in de Vossenpels hun woondroom te realiseren. Er zijn 67 startersleningen verstrekt. In regionaal verband is gewerkt aan een nieuwe set afspraken over kwaliteit en duurzaamheid van woningbouw. Over dit ‘Groene Akkoord’ wordt in 2013 besloten. In de woonservicegebieden realiseren we een toekomstgericht aanbod van diverse combinaties van wonen en zorg. Dit is een continu proces met veel partijen waarin het 31
Bestuursagenda gaat om zowel fysieke projecten (woonvormen) als de combinatie met sociale projecten (zorg en welzijn). Voldoende woonaanbod op dit terrein in Dukenburg is voor ons een speerpunt. Daar zijn nu 135 eenheden voor beschermd wonen te weinig.. Daarnaast is er behoefte aan circa 500 levensloopbestendige woningen, waarvan een groot deel door de corporaties moet worden gerealiseerd. De twee woonzorgcentra Orangerie en Doekenborg voldoen niet meer aan de eisen van deze tijd en worden op termijn gesloopt en vervangen door nieuwbouw. De besluitvorming over de nieuwe regionale huisvestingsverordening is afgerond. Belangrijkste wijzigingen zijn het behoud van meettijd na verhuizing en introductie van loting. Doel hiervan is het wegnemen van drempels om te verhuizen en meer kansen voor starters. De Monitorrapportage 2011‐2012 geeft een beeld van het aantal vrijgekomen woningen, de huisvesting van doelgroepen en de slaagkansen. Indicatoren Realisatie woningbouwprogramma
Realisatie 2011
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
1.1 Aantal woningen
760
1000
1250
1.2 Aantal woningen in bestaande stad
682
600
970
1.3 Aantal woningen in Waalsprong
78
400
280
1.4 Toevoegingen goedkope huurwoningen
161
500
665
1.5 Toevoegingen goedkope koopwoningen
80
50
45
1.6 Aantal appartementen wonen boven winkels
43
25
13
Studenteneenheden en woonservice gebieden
Realisatie 2011
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
2.1 Aantal woningen met zorg
151
280
190
2.2. Aantal eenheden voor studenten
232
0
231
6
6
6
48
33
37
2.3 Gemiddelde wachttijd SSHN kamer V'veld +H'veld (in maanden) 2.4 Gemiddelde wachttijd SSHN voorkeurscomplexen 1p onzelfstandigen.(in maanden)
Rechtvaardige verdeling van huurwoningen 3.1 Woningen naar starters
Realisatie 2011 45%
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
>30%
47% (1e helft) 81% (1e helft)
3.2 Woningen naar primaire doelgroep
70%
>70%
3.3 Gemiddelde slaagkans
0,13
>=0,10
*
3.4 Slaagkans starters
0,10
>=0,08
*
3.5 Slaagkans primaire doelgroep
0,12
>=0,10
*
3.6 Slaagkans senioren
0,29
>=0,25
*
Financiën
Bestuursagenda Programma wonen x € 1.000 Financiële lasten per product Woningbouwbeleid en herstructurering Doelgroepen Woonruimteverdeling Totaal lasten programma Financiële baten per product Woningbouwbeleid en herstructurering Doelgroepen Woonruimteverdeling Totaal baten programma Totaal programma
Begroting primitief 2012 1.840 149 93 2.082 200 0 0 200 1.882
Begroting dynamisch 2012 2.601 149 93 2.843 930 0 0 930 1.913
Rekening 2012 1.173 329 28 1.530 561 0 0 561 969
Verschil Bdyn ‐ rek 1.428 ‐180 65 1.313 ‐369 0 0 ‐369 945
Het voordelig resultaat op het programma wonen is vooral veroorzaakt door uitstel van woningbouwprojecten waarvan de uitvoering in 2013 plaats gaat vinden . Om de starters meer ruimte te geven op de woningmarkt is er een nieuwe tranche startersleningen en het nieuwe instrument “Ik Bouw Betaalbaar (IBB) uitgezet. Als gevolg van de onduidelijkheden in het belastingregiem zijn deze leningen tijdelijk opgehouden, hetgeen voor 2012 een onderschrijding tot gevolg heeft
KLIMAAT & ENERGIE In 2045 willen we een energie‐neutrale gemeente zijn, waarbij Nijmegen met duurzame energie voorziet in de eigen energiebehoefte. Daarnaast willen we met de bestaande wet‐ en regelgeving de gewenste basismilieukwaliteit waarborgen, zodat de inwoners van Nijmegen nu en in de toekomst een gezonde en veilige leefomgeving hebben. Met het ISV‐3 programma (Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing) dragen wij bij aan een duurzame leefomgevingskwaliteit via woningisolatie, bodemsanering en het terugdringen van luchtverontreiniging. We stimuleren initiatief van bewoners, Klimaatwinkel het Groene Hert helpt hen daarbij Wat hebben we bereikt? Power2Nijmegen is in 2012 van start gegaan als een proces met veel Nijmeegse bedrijven, instellingen en burgers om Nijmegen energieneutraal te maken. Het warmtenet komt er, 14.000 nieuwbouwwoningen in de Waalsprong en het Waalfront worden voorzien van een duurzame warmtevoorziening. Hiervoor hebben we bijdragen van het rijk (Green Deal) en de provincie zeker gesteld en contracten afgesloten met energieleveranciers. Met woningcorporaties hebben we afspraken gemaakt om hun woningvoorraad te verduurzamen. Particuliere woningeigenaren maken veel gebruik van onze premieregeling voor energiemaatregelen en dat levert werk op voor lokale en regionale bedrijven die isoleren of zonnepanelen plaatsen. Het fossiele energieverbruik van de stad Nijmegen is afgenomen. De stads‐ en streekbussen rijden op groen gas, afkomstig van ons gft‐afval. De ARN heeft hiervoor een vergistingsinstallatie gebouwd. De exploitatievoordelen van duurzaamheidsmaatregelen in gemeentelijke gebouwen gebruiken we voor nieuwe initiatieven om ons vastgoed te verduurzamen. In het eerste kwartaal van 2013 wordt het Masterplan Duurzaamheid ter besluitvorming aangeboden, waarbij de meest winstgevende projecten als eerste worden aangepakt. Vanaf april 2013 voert de Omgevingsdienst Regio Nijmegen (ODRN) vergunningverlening en handhaving uit. Samenwerking met omliggende gemeenten en de provincie zal de kwaliteit en efficiëntie doen toenemen. We gaan onverminderd door onze doelstelling, Nijmegen klimaat‐ en energieneutraal, te bereiken. Het energieverbruik van particulieren neemt elk jaar met zo’n 1,5% af,. We 33
Bestuursagenda hebben geïnvesteerd in een Zonnepark, zonnepanelen op het dak van voorzieningenhart De Ster en de Jan Massinkhal, zonneboilers op de Vocasahal en energiezuinige verlichting in parkeergarage Kelfkensbos, geïnstalleerd door medewerkers van Breed. De Zonneboom bij het Technovium is onthuld en er is een bouwvergunning verleend voor een windmeetmast voor de beoogde windmolens langs e A15. We hebben met woningbouwcorporaties afspraken gemaakt over energielabelsprongen, vanaf 2013 rapporteren zij daarover. De SSHN heeft met de zonnekrachtsubsidie 750 zonnepanelen geplaatst In oktober 2012 is de Nijmeegse Energieaanpak geëvalueerd, ruim 800 subsidieaanvragen zijn goedgekeurd. Er is € 691.000,‐ subsidie aangevraagd, wat goed is voor € 4.300.000 aan investeringen. Negentien groepen van bewoners maakten hun woningen gezamenlijk energiezuinig. We bevorderen de kwaliteit van de leefomgeving. Het omgevingslawaai hebben we grotendeels op kaarten vastgelegd, dat geeft inzicht in potentiële geluidhindersituaties. I&M heeft aan de hand van berekeningen gerapporteerd over de luchtkwaliteit in Nijmegen, er waren geen overschrijdingen van grenswaarden. Meer Nijmegenaren ervaren geluidsoverlast door brommers, scooters, luidruchtige jongeren en evenementen. We bereiden een actieplan voor om dit terug te dringen. Er is al een subsidieregeling voor elektrische scooters gestart. Stankoverlast door verkeer is afgenomen, mensen klagen vooral over barbecues en open vuur, hondenpoep, riolering en gft‐containers. In Lindenholt en Oud‐West is de overlast sterk afgenomen. We hebben zeven bodemsaneringen begeleid. Daarmee hebben we mogelijke volksgezondheidsrisico’s verlaagd en verspreidingsrisico’s beperkt. Ook hebben we met onze bodemadviezen ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk gemaakt zoals woningbouw en de aanleg van de plassen in Nijmegen Noord. De bodemsaneringen zijn minimaal één keer integraal gecontroleerd op alle bodemaspecten. Indicatoren Nijmegen klimaat‐ en energieneutraal
Realisatie 2011
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
1.0 Energiebesparing stad (t.o.v. 2008)
4,4%
4%
nog niet bekend
1.1 CO2 emissie eigen organisatie (ton/jr)
2806
3.000
nog niet bekend
1.2 Energiebesparing eigen organisatie (t.o.v. 2008) 1.3 10 MW windenergie 1.4 Percentage corporatiewoningen met label A of B of verbeterd met 2 labelsprongen 1.5 Aantal particuliere woningen energiezuinig door Energieaanpak particuliere woningen 1.6 Percentage duurzaam inkopen
+ 1,67%
4%
nog niet bekend
bp vastgesteld
voorber. bouw
bp vernietigd
17%
20%
82
1.000
800
94%
75‐100%
94%
Aanpak bodemverontreiniging 2.1 Percentage geluidsoverlast in buurt door wegverkeer 2.2 Aantal km wegvak met overschrijding grenswaarde stikstofdioxide (NO2) 2.3 Percentage waar men stank of vieze lucht ervaart in de buurt
Realisatie 2011
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
53%
45%
nog niet bekend
5,4 km
1,5 km
nog niet bekend
18%
22%
18%
Aanpak bodemverontreiniging 3.1 Ernstig verontreinigde locaties met humane risico's zijn beheerst in 2015
Realisatie 2011
Doelstelling 2012
geen indicator
50%
Realisatie 2012 50%
Beperken hinder bedrijfsmatige activiteit 4.1 Uitgevoerde geplande bedrijfsbezoeken
Realisatie 2011 >90%
Doelstelling 2012 >90%
Realisatie 2012 80%
Om de hinder van bedrijfsmatige activiteit te beperken, hebben we 354 integrale bedrijfscontroles uitgevoerd, waarbij we onnodige regeldruk vermijden. We hebben zeer
Bestuursagenda intensief meegewerkt aan de oprichting van de Omgevingsdienst Regio Nijmegen (ODRN) voor de uitvoering van de volledige Wabo‐taak. De ODRN is op 1 april 2013 operationeel.
Financiën
Programma Klimaat en energie x € 1.000 Financiële lasten per product Klimaat Milieubeheer Bedrijven Geluid Lucht Bodem Totaal lasten programma Financiële baten per product Klimaat Milieubeheer Bedrijven Geluid Lucht Bodem Totaal baten programma Totaal programma
Begroting primitief 2012 4.076 1.883 815 281 1.768 8.823 1.347 105 82 51 702 2.288 6.535
Begroting dynamisch 2012 3.761 1.883 815 391 2.423 9.273 1.022 105 82 161 1.356 2.727 6.546
Rekening 2012 3.765 1.528 625 380 2.457 8.754 1.089 127 71 118 1.183 2.588 6.166
Verschil Bdyn ‐ rek ‐4 356 190 11 ‐35 518 66 22 ‐11 ‐43 ‐173 ‐139 379
Voor en na eerste winstbestemming x € 1.000
Voor bestemming
7.414
Mutatie reserve
7.474
7.094
379
ONTTREKKING F022 Saldireserve F040 Reserve ISV Totaal onttrekking Totaal mutatie reserve
0 878 878 ‐878
50 878 928 ‐928
50 878 928 ‐928
0 0 0 0
6.546
6.166
379
Saldo na eerste winstbestemming
6.535
35
Bestuursagenda
GROEN & WATER Met toegankelijke groenstructuren van hoge kwaliteit en beleefbare waterpartijen werken we aan een duurzame stad, aantrekkelijk voor wonen, werken en recreëren. Groen en integraal waterbeheer dragen bij aan de gezondheid van onze burgers. We werken de relatie tussen leefbaarheid‐gezondheid‐groen en water explicieter uit. We zetten het Gemeentelijk rioleringsplan 2010‐2016 door en geven vervolg aan de Actualisatie (2011) van het Waterplan 2001. Wat hebben we bereikt? Oplevering van park Korenmarkt was een hoogtepunt. De voortgang met de voetgangersbrug over ’t Meertje en het Natuurcentrum Grote Rivieren in de Stratemakerstoren is zonder meer positief. De renovatie van de openbare ruimte in de Bouwmeesterbuurt, inclusief rioolvernieuwing, is met een mooi eindresultaat opgeleverd. Participatie van omwonenden maakte een bergbezinkbassin aan in het Broeder Koenraadpark overbodig en heeft er in de Schildersbuurt toe geleid dat we de openbare ruimte niet grootschalig hoeven te vernieuwen. De voortgang rondom beheer en verkoop van Heumensoord is bevredigend. Wij versterken de groene en blauwe allure van Nijmegen en betrekken de burgers hierbij; speciale aandacht gaat uit naar Oud‐West. De tevredenheid over groen in de stad is volgens de Stads‐ en wijkmonitor gedaald, maar dat is waarschijnlijk te verklaren door een andere onderzoeksmethode. Van 716 hectare groen gingen we naar 735 hectare, exclusief Nijmegen‐Noord. Het percentage duurzame en niet‐duurzame bomen binnen de lanen van de hoofdboomstructuur is ongeveer gelijk gebleven. In plaats van een Ruimtelijk Kader Groen hebben we ons groenbeleid praktisch vertaald naar de nog vast te stellen Structuurvisie. Het Handboek Stadsbomen maken we duidelijker, we herstellen de fouten en passen het aan de nieuwe APV, die leidt tot een aangescherpte beoordelingswijze van kapaanvragen. De inventarisatie van monumentale en waardevolle bomen is dit jaar afgerond. We hebben een provinciale subsidie gekregen voor de aanleg van een recreatieve fietsverbinding tussen Nijmegen en Appeltern en willen hier maximaal € 50 aan bijdragen. Aan de oostzijde van Nijmegen hebben we in het kader van het Landschapsontwikkelingsplan Millingen, Ubbergen, Groesbeek bijgedragen aan ecologische verbindingszones en wandelroutes. Dit meerjarige project is nagenoeg afgerond. We werkten aan ons groenbeleid onder meer in de Structuurvisie, de Ontwikkelingsvisie Waalsprong, de Nota Nijmegen Bereikbaar, Nota IBOR, Nota Beeldkwaliteit, Erfgoednota, in acht ambitiedocumenten en in vijftien bestemmingsplannen. De Groene Route hebben we vastgesteld. Ook bewaakten we bij vele projecten het waterbelang, onder meer bij het Waalfront, de dijkteruglegging, de Landschapszone en de vele andere projecten in de Waalsprong. Met name steken we veel tijd in de water‐ en rioleringsplannen van de woongebieden om beheerproblemen te voorkomen. Samen met bewoners en woningcorporaties maakten we voor Waterkwartier en Wolfskuil een kansenkaart met optionele locaties voor meer groen. Voor een aantal bosjes binnen onze gemeente zijn beheerplannen gemaakt en er is een start gemaakt met het locatiegebonden evenementenbeleid waarbij ons groen van groot belang is. Wij leverden bijdragen aan regionale en landelijke planvorming zoals Ruimte voor de Rivier en de Deltaprogramma’s Rivieren en Nieuwbouw & Herstructurering. Onder leiding van de provincie zijn regioprocessen gestart om meer helderheid te krijgen over kansrijke strategieën voor ruimtelijke inrichting en waterveiligheid. Het Ruimtelijk Kader Water is verder uitgewerkt. Er is een concept Handboek Water en Ro opgesteld, met daarin de watertoetsprocessen en de noodzakelijke instrumenten. Stadswateren is overgedragen aan het Waterschap, in een Beheervisie Watersysteem Nijmegen Zuid staat
Bestuursagenda hoe het water en de oevers moeten worden onderhouden. Verder hebben we een groot aantal projecten gerealiseerd. Ons rioolbeheer richt zich op de volksgezondheid, een duurzaam milieu en een goede leefomgeving. De kwaliteit van ons rioolstelsel is goed en moet minimaal op dat niveau blijven. De gemiddelde restlevensduur op basis van de rioolinspecties 49,4 jaar, dat is ongeveer 0,3 jaar lager dan eind 2011. Dat komt doordat we risicogericht inspecteren, riolen in relatief slechte staat zijn daardoor wat oververtegenwoordigd. Dit was het derde jaar van de uitvoering van het Gemeentelijk Rioleringsplan 2010‐2016. Door zorgvuldige ambtelijke afstemming in onze ‘waterketen’ en goede afstemming van onze activiteiten en investeringen op de overige gemeentelijke programma’s werkt dit plan goed door in de waterketen binnen onze organisatie. Uit het rekenkameronderzoek scoort het GRP20102‐016 perfect. We hebben bijgedragen aan onderzoek naar de gezondheidsaspecten van water in stedelijk gebied. Mede naar aanleiding daarvan hebben we de infiltratievoorzieningen (wadi’s) verbeterd. Voor het rioleringsstelsel van Nijmegen ten zuiden van de Waal en ten oosten van het Maas‐Waalkanaal hebben we een analyse gemaakt van de risico’s van de historisch gegroeide structuur van het rioleringsstelsel. In 2012 is de regelgeving voor het afkoppelen gewijzigd, we hebben onze nota ‘afkoppelen en infiltreren van hemelwaterafvoer’ daaraan aangepast. We hebben ruim 5 hectare afgekoppeld, de komende jaren komen daar nog 1,5 tot 8,7 hectare bij. Wij blijven zoeken naar maximale kosteneffectiviteit in aanbesteding, exploitatie en investering. In de kostenbeheersing van de exploitatiepost calamiteiten is evenwel een forse overschrijding. In 2013 moeten we op deze post zeer strikt toezien. Omdat nieuwbouw aan het Nachtegaalplein is uitgesteld, hoefden we niet te investeren in een nieuwe riolering daar. Om die reden is ook de rioolvervanging van de Tweede Oude Heselaan uitgesteld. De aanpak van de Archipelvijver is in voorbereiding. Tussen waterschap Rivierenland en gemeente Nijmegen zijn , op basis van gelijkwaardigheid, afspraken gemaakt voor een integraal optimaal beheer van riolering en afvalwaterzuivering. Met onze buurgemeenten Millingen aan de Rijn, Ubbergen en Groesbeek hebben we een intentieverklaring ondertekend voor samenwerking in de afvalwaterketen, in 2013 tekenen we hiervoor een samenwerkingsovereenkomst. Indicatoren Versterken groene en blauwe allure 1.1 Tevredenheid over groenvoorzieningen (incl stadswater) in % , resp. Nijmegen geheel en Nijmegen‐Oud‐west 1.2 Ontwikkeling Nijmeegs woonareaal zonder 0,5 ha aaneengesloten vlakgroen (incl waterpartijen) binnen 300 meter, in %punten ten opzichte van 1 januari 2011 1.3 Saldo Nijmeegs groenareaal, in hectares 1.4 Toename duurzame bomen in lanen van hoofdboomstructuur in %
Realisatie 2011
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
69%
75%; 62%
niet gemeten
planvorming
‐25%
zie tekst
0
0 of positief
positief
+2,21%
toename
‐0,1%
Beperken hinder bedrijfsmatige activiteit 2.1 Stabiele restlevensduur
Realisatie 2011 ‐2%
Doelstelling 2012 0%
Realisatie 2012 0%
37
Bestuursagenda Financiën Programma Groen en Water x € 1.000
Begroting primitief 2012
Financiële lasten per product Groen, natuur en landschap Integraal waterbeheer Woonmilieuverbetering Totaal lasten programma Financiële baten per product Groen, natuur en landschap Integraal waterbeheer Woonmilieuverbetering Totaal baten programma Totaal programma
799 11.569 2.165 14.533 51 11.569 670 12.291 2.243
Begroting dynamisch 2012 1.035 11.549 2.318 14.902 91 11.569 807 12.467 2.436
Rekening 2012
Verschil Bdyn ‐ rek
1.114 11.649 2.137 14.900 156 11.652 787 12.594 2.306
‐80 ‐99 181 2 65 82 ‐20 127 129
Voor en na eerste winstbestemming x € 1.000
Voor bestemming
2.893
Mutatie reserve
3.223
3.093
129
ONTTREKKING F040 Reserve ISV Totaal onttrekking Totaal mutatie reserve
650 650 ‐650
787 787 ‐787
787 787 ‐787
0 0 0
2.243
2.436
2.306
129
Saldo na eerste winstbestemming
Bestuursagenda
3.3 Stedelijke ontwikkeling, Cultuurhistorie, Maatschappelijk vastgoed en P&O Portefeuillehouder H. Kunst
GRONDBELEID Grondbeleid is geen doel op zich. Wij scheppen fysieke ruimte voor de realisatie van woningen, scholen, kantoren, bedrijfshuisvesting en andere voorzieningen en maken hierover afspraken met andere partijen. Wij initiëren en realiseren langetermijnprojecten als Waalsprong, Spoorzone en Koers West. De uitvoering van dit grondbeleid is omschreven in de Kadernota Grondbeleid. Om de risico’s van projecten af te dekken heeft de Stadsbegroting een aparte Algemene Bedrijfsreserve (ABR) voor het Ontwikkelingsbedrijf. Zeker in economisch mindere tijden is een adequate reservevoorziening essentieel. Op basis van een separaat raadsvoorstel zijn risico’s, beheersmaatregelen, sturingsmaatregelen met bijbehorende financiële consequenties voor het programma Grondbeleid in beeld gebracht. Wat hebben we bereikt? De economische crisis heeft invloed op het programma Grondbeleid. Projecten stagneren, de animo voor nieuw aangeboden koopwoningen is minimaal, mede als gevolg van de problemen die potentiële kopers ervaren bij het verkrijgen van financiering. Nieuwe initiatieven uit de markt zijn er bijna niet en lopende projecten vertragen. De financiële ruimte droogt op, investeringsgeld neemt af en subsidiepotjes worden dichtgedraaid. Ruimte voor nieuwe projecten is er bijna niet, gelet op het risicoprofiel in de markt en dat van de ABR van het Ontwikkelingsbedrijf. Bij mogelijke nieuwe projecten zal hier dan ook extra aandacht aan worden besteed. De economische crisis betekent voor de gemeente dat de eerder gekochte gronden later dan verwacht kunnen worden verkocht voor bijvoorbeeld woningen of bedrijven. De gevolgen hiervan zijn op een rij gezet in de risiconota Ontwikkelbedrijf. Hierin hebben we op onderdelen in lopende exploitaties nieuwe keuzen gemaakt om de financiële beheersbaarheid van projecten te garanderen voor de toekomst. Met de Voortgangsrapportage Grote Projecten (VGP) stellen wij de gemeenteraad op de hoogte van de ontwikkelingen. Ondanks de economische crisis zijn er in 2012 diverse projecten gestart dan wel afgerond. Zo is de Keizer Karelgarage opgeleverd, wordt de Castellatoren aan de Graafseweg gerealiseerd, zijn aan de Teersdijk woningen opgeleverd, en komt Station Goffert steeds dichter bij realisatie. Plein 44 heeft bijna het hoogste punt bereikt. Bij het centraal station is de bouw van Doornroosje begonnen met daarboven 350 studenteneenheden. In de Vossenpels, waar ruimte is voor zelfbouwers, zijn de eerste vijftien kavels verkocht. Er zijn dertien appartementen boven winkels gebouwd. Voor het Waalfront zijn de eerste plannen voor de Handelskade verder uitgewerkt. Het gaat om ruim 500 woningen boven commerciële voorzieningen en horecadoeleinden. Naar verwachting zal in 2013 de grond worden verkocht aan de betrokken ontwikkelaars. In Dukenburg is behoefte aan 135 eenheden voor beschermd wonen. Samen met zorgpartijen en de corporaties werken we aan concrete plannen om een deel daarvan te realiseren in Zwanenveld op de voormalige locatie van de Prins Mauritsschool, in Malvert en in de Meijhorst. Naar andere locaties wordt nog gezocht. Standvast Wonen besloot in Malvert 120 maisonnettes te renoveren en er 144 te slopen. Daarvoor komen in de plaats 24 appartementen voor dementerende ouderen en 50 appartementen waar men tot op hoge leeftijd kan blijven wonen. Aan de
39
Bestuursagenda Hatertseweg bouwt Standvast Wonen 242 eengezinswoningen en appartementen, waarvan 148 huur‐ en 94 koopwoningen. In 2012 heeft het aantal planexploitaties zich gestabiliseerd, het aantal planexploitaties in ontwikkeling (pio’s) loopt door de economische omstandigheden terug. Activiteiten als grondverwervingen, verkopen, onteigeningen en deelnemingen bleven stabiel. De VGP van april 2013 is in een nieuw jasje gestoken. De VGP is gewijzigd op verzoek van uw Raad. Voor dit jaar bevinden we ons nog in een overgangsfase. De vormgeving van de VGP is inmiddels gewijzigd, maar de planning is nog volgens het oude stramien. In 2012 zijn er enkele majeure ontwikkelingen geweest die impact hebben op de grondexploitaties. Zo is eind 2012 gestart met de ontvlechting van de GEM Waalsprong, waardoor de gemeente Nijmegen enig aandeelhouder wordt. Daarmee zal ook de exploitatieopzet en de risico inschatting veranderen. Besluitvorming over de nieuwe exploitatieopzet zal separaat aan de Raad worden voorgelegd, maar voorzichtigheidshalve is wel al rekening gehouden met een voorziening voor exploitatietekorten voor de GEM Waalsprong tot een bedrag van € 11,7 miljoen. Bij de beoordeling van de planexploitaties is bezien of er maatregelen getroffen konden worden die de nadelen kunnen dempen. In de GEM Waalsprong zijn de rioolinvesteringen niet meer opgenomen in de planexploitatie, maar zijn overgebracht naar de investeringen in het Gemeentelijk Rioleringsplan. Door deze gewijzigde financiering kunnen de lasten naar rato van de gebruiksduur in de begroting opgenomen worden. Bij de Waalsprong Gemeentelijk deel is eveneens gekeken naar investeringen en zijn enkele infrastructurele werken overgebracht naar het gemeentelijk investeringsplan. Daarentegen is van een deel van de grond bepaald dat dit niet meer als bedrijventerrein ontwikkeld zal worden. Als gevolg van deze wijzigingen is de voorziening Waalsprong met € 2 miljoen afgenomen. Voor de deelneming Bergerden zijn berekeningen gemaakt die er toe leiden dat er een extra bedrag van € 2,1 miljoen voorzien moet worden om de tekorten Bergerden op te vangen. Voor de ontwikkeling van het Waalfront wordt samengewerkt met een partner en is het Nijmeegs aandeel 50%. Een herziene planexploitatie zal in 2013 aan de Raad worden voorgelegd. Uitgaande van de bestaande exploitatie zoals vastgesteld in de AvA van 6 februari 2013 en overeenkomstig de risiconota Ontwikkelbedrijf november 2012 is een voorziening van € 5,3 miljoen opgenomen. De huidige economische situatie beziend, bestaat het risico dat deze voorziening onvoldoende is om het tekort te dekken. Mede om die reden wordt in de perspectiefnota 2014 voorgesteld om € 2 miljoen structureel in de saldireserve te benoemen als risicobuffer om mogelijk optredende hogere exploitatietekorten van ondermeer de grondexploitatie Waalfront op te kunnen vangen. Aangezien de bovengenoemde maatregelen via de ABR worden afgewikkeld, is de stand van de ABR gedaald naar € 1,7 miljoen.
Bestuursagenda Programma Grondbeleid x € 1.000 Financiële lasten per product Instrumenten Grondbeleid Stedelijke Ontwikkelingsprojecten Waalsprong Woningbouwprojecten Bedrijvigheidsprojecten Herstructureringsprojecten Stadscentrum Koers West Maatschappelijk Vastgoedprojecten Dijkteruglegging Totaal lasten programma Financiële baten per product Instrumenten Grondbeleid Stedelijke Ontwikkelingsprojecten Waalsprong Woningbouwprojecten Bedrijvigheidsprojecten Herstructureringsprojecten Stadscentrum Koers West Maatschappelijk Vastgoedprojecten Dijkteruglegging Totaal baten programma Totaal programma
Begroting prim. 2012 14.407 5.836 47.168 918 4.088 16.663 10.061 67.741 7.019 0 173.901 13.312 5.836 46.503 918 4.088 16.663 10.061 66.491 7.019 0 170.891 3.010
Begroting dyn. 2012 12.641 13.489 35.514 3.719 1.120 10.545 26.321 132.732 7.720 19.797 263.599 11.546 13.489 34.849 2.744 1.120 10.545 26.321 131.482 7.720 19.797 259.614 3.985
Rekening 2012 45.597 8.079 38.611 6.105 3.401 5.159 25.346 84.167 7.425 19.288 243.178 25.457 8.079 37.946 5.130 3.401 5.159 25.346 82.917 7.425 19.288 220.148 23.029
Verschil Bdyn ‐ rek ‐32.956 5.411 ‐3.097 ‐2.386 ‐2.282 5.386 975 48.566 295 509 20.421 13.911 ‐5.411 3.097 2.386 2.282 ‐5.386 ‐975 ‐48.566 ‐295 ‐509 ‐39.465 ‐19.044
Voor en na eerste winstbestemming x € 1.000 Voor bestemming
13.994
Mutatie reserve
4.514
23.558
‐19.044
STORTING F025 Algemene bedrijfsreserve F045 Reserve stadsbrug Totaal storting
1.923 0 1.923
7.707 1.876 9.583
7.707 1.876 9.583
0 0 0
ONTTREKKING F002 Reserve Strategische Investeringen F022 Saldireserve F025 Algemene bedrijfsreserve F045 Reserve stadsbrug Totaal onttrekking
0 0 6.971 5.936 12.907
2.000 3.000 5.112 0 10.112
2.000 3.000 5.112 0 10.112
0 0 0 0 0
Totaal mutatie reserve
‐10.984
‐529
‐529
0
3.010
3.985
23.029
‐19.044
Saldo na eerste winstbestemming
Het programma kent een nadelig saldi van € 23 miljoen tegenover een raming van € 4 miljoen. De overschrijding van het programma wordt voor ongeveer € 18,3 miljoen veroorzaakt door de voor en nadelen die in de planexploitaties zijn genomen. De Voortgangsrapportage Grote Projecten van april 2013 geeft hier een uitgebreide toelichting op. In deze stadsrekening is een voorstel over afwikkeling van deze tekorten via de ABR opgenomen. Voorgesteld wordt om € 21, 3 miljoen uit de ABR te onttrekken. Na deze mutatie zou het nadelig saldo op het programma nog € 1,7 miljoen bedragen. Echter in de opbrengsten is een bedrag van € 3 miljoen voor het warmtenet opgenomen die pas in 2013 geeffectueerd gaan worden. Om die reden wordt voorgesteld deze € 3 miljoen voorlopig naar de saldireserve te storten en in 2013 beschikbaar te stellen voor het warmtenet. Na deze mutaties resteert een exploitatieresultaat van € 4,7 miljoen, zijnde de programmakosten die met grondbeleid samenhangen.
41
Bestuursagenda Deze lasten zijn € 0,7 miljoen hoger dan was geraamd hetgeen vooral veroorzaakt wordt door het beheer strategische gronden. De beheerslasten en rentelasten overtreffen de opbrengsten van de terreinen en panden. Extra kosten zijn in 2012 gemaakt voor het maken van bestemmingsplannen om de terreinen en panden te kunnen verkopen.
RUIMTE & CULTUURHISTORIE Met het programma Ruimte & Cultuurhistorie streven we naar een evenwichtige ruimtelijke structuur, een krachtige stedelijke identiteit, vooral in het centrum, rondom de Waal, in de stedelijke entrees en knopen. Daarin gaan cultuurhistorische rijkdom en eigentijdse ontwikkeling samen. Cultuurhistorische kennis van de inwoners vergroot hun betrokkenheid bij de stad en hun onderlinge verbondenheid. Het programma Ruimte is kaderstellend, faciliterend en toetsend en handhavend. Het Regionaal Archief Nijmegen borgt het publiek geheugen, we willen het zoveel mogelijk toegankelijk te maken voor geïnteresseerden. Wat hebben we bereikt? De Structuurvisie, de ruimtelijke agenda op stedelijk niveau, is geactualiseerd en wordt in het voorjaar van 2013 vastgesteld. Met de actualisatie van de bestemmingsplannen liggen we nog steeds op koers. De plannen zijn aangepast aan de veranderde marktomstandigheden. In totaal zijn 32 bestemmingsplannen en projectbesluiten vastgesteld waarmee diverse ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk zijn gemaakt. Slechts op 4% kwamen beroepschriften binnen, mede dankzij de zorgvuldige communicatie. Het percentage van het Nijmeegse grondoppervlak dat gedekt is door bestemmingsplannen niet ouder dan 10 jaar is voor Nijmegen Noord conform de raming, voor de rest van de stad ligt het percentage iets lager. Ruimtelijke kwaliteit is nauwelijks te meten, maar Nijmegenaren zijn onverminderd positief over hun stad en zeer betrokken bij onze plannen en producten. We hebben gewerkt aan een nieuwe Kadernota Beeldkwaliteit, die we in het tweede kwartaal van 2013 aan uw raad aanbieden. Ook de Uitwerkingsnota Beeldkwaliteit is bijna af. Deze nota’s zijn het toetsingskader voor de Commissie Beeldkwaliteit en de Ruimtelijke KwaliteitsTeams. We hebben meegewerkt aan de Kadernota Reclamebeleid in relatie met de Nota Beeldkwaliteit. In 2012 zijn er 1046 adviezen uitgebracht. We hebben belangrijke infrastructurele ingrepen vormgegeven of begeleid. Wij bewaken de ruimtelijke, bouw‐ en milieutechnische kwaliteit en de veiligheid van woon‐ en werkpanden. Het traject van vergunningverlening organiseren we zo efficiënt en klantvriendelijk mogelijk. De invoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsvergunning (Wabo) draagt hier fors aan bij. Door efficiëntere processen en meer mogelijkheden voor overleg vooraf zijn er minder afwijzingen. Wij hebben 1207 Wabo beschikkingen verstrekt. Steekproefsgewijs worden vergunningen gecontroleerd, i n totaal waren er 2021, iets meer dan begroot. Alle 65 klachten zijn afgehandeld. Het aantal getoetste aanvragen om te bouwen is gedaald. De ruimte die daardoor ontstaat, zetten we in bij het lopende project Ruimte voor de Rivier. Ook hebben we geïnvesteerd in het nieuwe proces ‘sloopmelding’ en de processen ‘melding brandveiliggebruik’ en ‘gebruiksvergunningen’. We willen de specifieke Nijmeegse identiteit en eigenheid behouden, versterken en zorgvuldig beheren en vooral: nog meer zichtbaar maken. Waar mogelijk zetten we cultuurhistorie in als inspiratiebron in de ruimtelijke ontwikkelingsprojecten. Beleidsmatig was 2012 een goed jaar. De beleidsnota voor de archeologie is voor inspraak vrijgegeven. De Erfgoednota is aangeboden aan de raad. Het archeologisch bedrijf heeft een uitstekend en financieel positief jaar achter de rug. In vijftien briefrapporten en tien rapporten zijn veel nieuwe inzichten gegeven in de geschiedenis van Nijmegen. Nadruk lag op het gebied van de dijkteruglegging. Daarbij werden onder andere Fort Knodsenburg, een Romeinse nederzetting en een versterkt huis of klein kasteeltje aan de Griftdijk opgegraven.
Bestuursagenda In het Huis van de geschiedenis waren diverse tentoonstellingen, het maandelijkse archeologisch vragen(v)uur, het Geschiedeniscafé en een drukbezochte serie lunchlezingen. Er kwamen 23.000 bezoekers. Er zijn nieuwe visualisaties in het parkje op de Korenmarkt en in de parkeergarage aan de Van Schaeck Mathonsingel. We proberen de ‘Verloren Toren’ een mooie plek te geven onder Plein 1944. De ‘24 uur van de Nijmeegse Geschiedenis’ was wederom een groot succes, evenals de Open Monumentendag. Op 27 september was het Nijmeegse stadhuis Monument van de Maand met drukbezochte rondleidingen. We waren in oktober de gastheer van onze internationale partners in het project Francia Media. We hebben bijgedragen aan het Gebroeders van Limburgfestival en het Romeinenfestival, en we hebben goed bezochte open dagen georganiseerd in het archeologisch depot. We hebben circa 16.400 meter archieven en collecties in ons depot opgenomen, waarvan circa 2.500 meter uit gemeenten in de regio. Er is veel tijd en energie besteed aan de verbetering van de Digitale Studiezaal. Het aantal bezoekers van de website van het Regionaal Archief is toegenomen tot 190.000. We ontvingen veel bezoekers in de studiezaal van het Regionaal Archief, samen met andere instellingen boden we educatieve programma’s aan en we werkten mee aan circa zestig (populair‐) wetenschappelijke historische publicaties en Tv‐programma’s. Indicatoren Stimuleren van de ruimtelijke ontwikkeling
Realisatie 2011
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
1.1 Percentage van het aantal beroepschriften ten opzichte van het aantal zienswijzen tegen vastgestelde postzegelplannen 1.2 Idem m.b.t. actualisatieplannen
5
4
10
4
1.3 Het percentage van het Nijmeegse grondoppervlak dat gedekt is door bestemmingsplannen die niet ouder zijn dan 10 jaar in de bestaande stad (Nijmegen Zuid) 1.4 Idem voor Nijmegen Noord
90
90
70
70
Kwaliteit openbare ruimte
Realisatie 2011
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
2.1 Percentage bewoners dat Nijmegen een mooie stad vindt
7,5
7,5
2.2 Percentage bewoners dat Nijmegen een prettige stad om in te wonen vindt 2.3 Waardering bewoners voor Nijmegen als woon‐ en leefgemeente (gemiddelde rapportcijfer) 2.4 Waardering van ondernemers voor bedrijfsomgeving (gemiddeld rapportcijfer) 2.5 Positie in de ranglijst steden voor wat betreft het toeristisch imago
97
7,5
7,1
4
3
Goed en veilig bouwen
Realisatie 2011
3.1 Aantal klachten 3.2 Percentage van de klachten leidende tot concrete handhaving (waaronder controles) 3.3 Aantal handhavingsacties (waaronder controles) leidende tot maatregelen zoals bijvoorbeeld een dwangsom 3.4 Aantal van rechtswege verleende vergunningen
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
146
70
65
100
100
2331
2000
2021
3.5 Percentage gegronde bezwaarschriften
10
9
10
n.n.b.
Cultuurhistorische waarden 4.1 Aantal panden restauratie‐ en onderhoudssubsidie 4.2 Aantal archeologische, architectuur‐ en bouwhistorieonderzoek 4.3 Aantal visualisaties 4.4 Aantal procedures bescherming gemeentelijke monumenten en stadsbeelden
Realisatie 2011
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
4
4
4
76
80
57
2
2
2
28
‐
28
43
Bestuursagenda Borging publiek geheugen
Realisatie 2011
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
5.1 Aantal bezoeken aan het RAN (Regionaal Archief Nijmegen)
5500
5650
5.2 Aantal bezoekers van de website van het RAN
160000
190000
5.3 Percentage van de Nijmeegse scholen dat het RAN bezoekt
60
60
Financiën Programma Ruimte en cultuurhistorie x € 1.000 Financiële lasten per product Planologie &Ruimtelijke ordening Ruimtelijke inrichting en vormgeving Handhaving en inspectie Bouwen Vergunningverlening Bouwen Cultuurhistorie Borging Publiek Geheugen Totaal lasten programma Financiële baten per product Planologie &Ruimtelijke ordening Ruimtelijke inrichting en vormgeving Handhaving en inspectie Bouwen Vergunningverlening Bouwen Cultuurhistorie Borging Publiek Geheugen Totaal baten programma Totaal programma
Begroting primitief 2012 1.718 343 1.720 4.580 3.001 2.985 14.348 721 200 0 5.154 1.826 495 8.395 5.953
Begroting dynamisch 2012 1.843 343 1.720 4.580 3.001 2.985 14.473 561 200 ‐100 5.154 1.826 495 8.135 6.337
Rekening 2012 1.729 206 2.016 4.585 1.751 2.955 13.241 345 0 ‐74 3.975 566 484 5.296 7.945
Verschil Bdyn ‐ rek 114 137 ‐296 ‐5 1.251 31 1.232 ‐216 ‐200 26 ‐1.179 ‐1.259 ‐11 ‐2.839 ‐1.607
Het nadelig resultaat wordt voor € 1,2 miljoen veroorzaakt door minder bouwleges. Dit heeft vooral te maken met een restitutie van eerder ontvangen bouwleges in verband met een ingetrokken bouwplan € 0,7 miljoen en een fiscaal compromis € 0,3 miljoen. Het overige is verklaarbaar door minder aanvragen voor grote bouwvergunningen en lagere bouwkosten.
MAATSCHAPPELIJK VASTGOED In de gemeentelijke beleidsprogramma’s vervult Vastgoed, Sport en Accommodaties een faciliterende en accommoderende functie. Deze afdeling VSA heeft een eigen rol en verantwoordelijkheid als eigenaar. Daarnaast beheert VSA in opdracht van het programma Grondbeleid enkele honderden objecten in afwachting van een definitieve herbestemming. Deze panden zetten we ook (tijdelijk) in voor maatschappelijke instellingen. In 2012 is de Kadernota Vastgoedbeleid vastgesteld, met daarin de condities waaronder de gemeente Nijmegen over eigen vastgoed beschikt. Eigendom is geen doel op zich. De rol die de gemeente heeft kan per vastgoedobject en zelfs per tijdsfase verschillend zijn. Met de Kadernota Maatschappelijk Vastgoed krijgt het stadsbestuur meer inzicht in wat er is, waarom het er is en wat er zou moeten zijn aan gemeentelijk bezit. We zetten ons maatschappelijk vastgoed in voor doelen van de programma’s Sport, Wijken, Cultuur, Cultuurhistorie, Welzijn, Onderwijs, Jeugd, Mobiliteit, Grondbeleid, Veiligheid en Facilitaire Diensten. De belangrijkste ontwikkelingen in 2012 betroffen de nieuwbouw voor Doornroosje, de renovatie van De Vereeniging, overleg over de toekomst van de Vasim, samenvoeging in de Bastei van Natuurmuseum en Stratemakerstoren en tot slot de bouwkundige staat van de Stevenskerk en Stevenstoren. We investeerden in diverse sport‐ en wijkaccommodaties. Het wijkcentrum Hatert voldoet na de verbouwing beter aan de wensen van de bewoners. Het Gemeenschapshuis Waterkwartier is gesloopt om plaats te maken voor een voorzieningenhart met woningen. Bewoners kunnen tijdelijk terecht in het voormalige wooncentrum Sonnehaert. Met betere installaties en zonnepanelen op gemeentelijke gebouwen verhogen we de duurzaamheid. Begin 2013 bieden we het
Bestuursagenda Masterplan Duurzaamheid aan, de meest winstgevende projecten worden als eerste aangepakt. Indicatoren Financiën
Programma facilitaire diensten, onderdeel maatschappelijk vastgoed x € 1.000 Financiële lasten Maatschappelijk vastgoed Financiële baten Maatschappelijk vastgoed
Begroting primitief 2012
Saldo product Vastgoed
Begroting dynamisch 2012
Rekening 2012
Verschil Bdyn ‐ rek
41.132 37.031
41.148 36.832
40.531 36.391
617 ‐441
4.101
4.316
4.140
176
Voor en na eerste winstbestemming x € 1.000
Voor bestemming
4.118
Mutatie reserve
4.227
4.051
176
STORTING (sportontwikkeling) F022 Saldireserve Totaal storting
0 0
115 115
115 115
0 0
17 17
26 26
26 26
0 0
‐17
89
89
0
4.101
4.316
4.140
176
ONTTREKKING (maatschappelijk vastgoed) F046 Reserve afschrijving Totaal onttrekking
Totaal mutatie reserve
Saldo na eerste winstbestemming
Het positieve resultaat van € 176.000 is vooral veroorzaakt door de verkoop van een woning in het laatste kwartaal.
P&O Binnen het beleidsveld Personeel en Organisatie hebben we via de afdeling P&O in 2012 een bijdrage geleverd bij het organisatieveranderingstraject ‘Meeander’ en de regie gevoerd op de personele bezuinigingen. We hebben actief ingezet op het thema leiderschap, de gesprekcyclus en formatiebeheer en er is voortvarend gestart met de trainingen ‘Inzicht met Insights’. Zo willen we de personele consequenties opvangen en in goede banen leiden. Tevens streefden wij onze dienstverlening aan de burger op peil te houden en te blijven beschikken over kwalitatief goed, flexibel en divers personeel. De processen voor werving en selectie en voor inhuur zijn verder gestroomlijnd en er is begonnen met de voorbereidingen voor de werkkostenregeling en het nieuwe functiegebouw. Voorts is de digitalisering van de werkprocessen doorgezet en aandacht besteed aan arbo en bedrijfszorg. Omdat we fiscale risico’s lopen op het terrein van onze verstrekkingen (ipads, parkeervergunningen en werkkleding) is er een verstrekkingenbeleid vastgesteld en zijn we begonnen met de voorbereiding voor de werkkostenregeling. Tot slot leverden we een constante bijdrage aan de bezuinigingen en hebben we leidinggevenden en medewerkers ondersteund en gefaciliteerd bij de doorontwikkeling van de organisatie. Ook hebben we aandacht besteed aan onze boventalligen. Wekelijks is in het mobiliteitsoverleg vraag en aanbod bij elkaar gebracht en is intern zoveel mogelijk gematcht. P&O medewerkers zijn verder actief geweest in diverse landelijke en regionale netwerken om functies en opdrachten uit te wisselen om de mobiliteit te vergroten. De centrale coördinatie op de inhuur van arbeid is verder versterkt en de criteria verder verscherpt. Aanvragen worden 45
Bestuursagenda centraal aangemeld en afgehandeld. Hierdoor is een verder besparing op de kosten voor inhuur gerealiseerd. Stages vormen een vast onderdeel van het totale mobiliteitsbeleid en de arbeidsmarktcommunicatie. Ook dit jaar zijn succesvol stagiaires geplaatst. De P&O informatievoorziening is gericht op ziekteverzuim, formatie en bezetting. Inzicht in de functionering‐ en beoordelingsgesprekken wordt gebundeld en op één informatieplatform aan leidinggevenden aangeboden. De leergang ‘Werken in complexe ruimtelijke projecten‘ is in 2012 verder doorgezet, samen met de regiogemeenten. De eigen regie op de verzuimbegeleiding heeft nadrukkelijk vorm gekregen. De concept‐kadernota Agressie is verschenen en er zijn pilots gehouden over een nieuwe aanpak van de Risico Inventarisatie & Evaluatie (RI&E). De besluitvorming hierover is in 2013. We hebben 51 werkplekonderzoeken uitgevoerd. De agenda op het gebied van arbeidsvoorwaarden en rechtspositie is meer bepaald door de herinrichting van de organisatie en de regionaliseringontwikkelingen dan door de arbeidsvoorwaardenregelingen in zijn algemeenheid. Zo hebben we een bijdrage geleverd aan de totstandkoming van het Gelders Sociaal Plan (het sociaal statuut voor de Regionale Uitvoerings‐diensten in de provincie Gelderland). Ook de overgang van de brandweer naar de Veiligheidsregio Gelderland Zuid per 1 januari 2013 heeft de nodige inzet gevergd. Moeizame onderhandelingen hebben weliswaar geleid tot een sectorale CAO, maar deze loopt per 1 januari 2013 alweer af. Financiën Programma Bestuur en Middelen, onderdeel P&O € 1.000 Financiële lasten Personeel & Organisatie Financiële baten Personeel & Organisatie Totaal programma
Begroting primitief 2012 3.806 0 3.806
Begroting dynamisch 2012 3.866 291 3.575
Rekening 2012 3.857 281 3.576
Verschil Bdyn ‐ rek 9 ‐10 ‐1
Bestuursagenda
3.4 Financiën, Economie & Toerisme en Stadsregio Portefeuillehouder B. Jeene
FINANCIËN Uitgangspunt bij de verantwoording over 2012 is het Coalitieakkoord “Werken aan een duurzame toekomst” waarin de coalitie een duurzaam, sociaal en economisch sterk Nijmegen voor ogen staat. Intussen zijn de tegenslagen die Nijmegen moet opvangen nog groter dan al voorzien was bij aanvang van de collegeperiode in 2010. De economische crisis, die begon in 2008, houdt nog steeds aan. Het rijk voert ombuigingen door die gepaard gaan met meer taken maar met veel kleinere budgetten voor de gemeente. De vastgelopen woningmarkt resulteert in grote tegenvallers op de grondexploitatie. Nijmegen is daarom met omvangrijke ombuigingen en bezuinigingen bezig. De feitelijke realisatie van de bezuinigingsopgaven in 2012 is goed verlopen. De tot dusver geplande bezuinigingen zijn vrijwel volledig gerealiseerd. In 2012 is er conform de opdracht voor € 9 miljoen bezuinigd. Op de planexploitaties is € 18,3 miljoen euro afgeboekt uit de bedrijfsreserve die ook speciaal voor fluctuaties in grote projecten bedoeld is. Hiermee is een groot nadelig resultaat van het programma grondbeleid geneutraliseerd. De jaarrekening als geheel komt daarmee uit op een voordelig resultaat van € 4,8 miljoen euro met een goedkeurende verklaring van de accountant. De ontwikkelingen in het weerstandsvermogen worden elders in deze stadsrekening toegelicht.
HEFFINGEN De gemeente streeft bij het heffen van gemeentelijke belastingen naar een redelijke verdeling van lasten tussen burgers en bedrijven. We gaan bij lokale lasten uit van het principe “de gebruiker betaalt” en het uitgangspunt dat de sterkste schouders zwaarder belast kunnen worden. We zetten sinds 2010 in op een verlaging van de OZB‐tarieven voor bedrijven om niet langer de duurste stad te zijn voor bedrijven. Voor een uitgebreide toelichting op de heffingen verwijzen wij naar de paragraaf lokale heffingen.
CONCERNPOSTEN De belangrijkste bron van inkomsten voor de gemeente is de uitkering uit het gemeentefonds. Wij volgen de rijksontwikkelingen zodat wij tijdig in kunnen spelen op de te verwachten maatregelen. Via informatiebrieven houden wij de Raad op de hoogte over de ontwikkelingen in het gemeentefonds. 47
Bestuursagenda Financiën Programma Bestuur en Middelen, voor de onderdelen Bestuursondersteuning, heffingen, concernposten en Stadscontrole en B&V € 1.000 Financiële lasten per product Bestuursondersteuning Heffingen Concern verrekeningen Stadscontrol Begroten & verantwoorden Totaal lasten programma Financiële baten per product Heffingen Concern‐inkomsten Concern verrekeningen Totaal baten programma Totaal programma
Begroting primitief 2012
1.444 3.366 39.218 750 1.926 46.704 60.729 209.068 46.662 316.459 ‐269.755
Begroting dynamisch 2012
1.444 3.366 38.578 750 1.926 46.064 61.913 207.618 48.772 318.303 ‐272.239
Rekening 2012
Verschil Bdyn ‐ rek
1.399 3.467 37.328 750 1.926 44.870 62.469 207.576 51.171 321.216 ‐276.346
45 ‐101 1.250 0 0 1.194 557 ‐42 2.399 2.914 4.108
Voor en na eerste winstbestemming x € 1.000 Voor bestemming
‐266.348
Mutatie reserve
‐270.225
‐274.332
4.108
STORTING F022 Saldireserve Totaal storting
2.726 2.726
4.119 4.119
4.119 4.119
0 0
715 4.819 600 6.134
715 4.819 600 6.134
715 4.819 600 6.134
0 0 0 0
ONTTREKKING F003 Reserve Waalsprong F022 Saldireserve F054 Reserve Ondernemersfonds Totaal onttrekking
Totaal mutatie reserve Saldo na eerste winstbestemming
‐3.407
‐2.014
‐2.014
0
‐269.755
‐272.239
‐276.346
4.108
Het saldo is € 4.1 miljoen voordelig. Dit wordt veroorzaakt door voordelen op heffingen en concernverrekeningen. Het onderdeel heffingen laat een voordeel zien van afgerond €0,5 miljoen. De oorzaak hiervan is vooral te vinden in een hogere opbrengst OZB, precario en hondenbelasting en een lagere dotatie aan de voorziening oninbare belastingdebiteuren. De overige voordelen doen zich voor bij concernverrekeningen. Hierin is verantwoord het voordeel van € 1 miljoen op de bedrijfskosten. Daarnaast is er een voordeel van €1,1 miljoen op diverse stelposten. De belangrijkste stelposten die een voordeel geven zijn de stelpost onderuitputting kapitaallasten voor € 1,7 miljoen, stelpost extra uitvoeringskosten WWB voor € 0,5 miljoen, de stelpost loonsomramingen voor € 0.4 miljoen en overige stelposten voor € 0,3 miljoen. Daarnaast is er een negatieve stelpost opgenomen van € 1,8 miljoen, vooruitlopend op het verwachte rekeningresultaat. Verder is er een voordeel van € 0.3 miljoen door het niet inzetten van de post onvoorzien. Op de overige concernposten hebben we een voordeel van € 1,1 miljoen. Dit wordt veroorzaakt door afwikkelingen BTW voor € 0.5 miljoen en door de afwikkeling van diverse posten.
Bestuursagenda
ONDERZOEK EN STATISTIEK Wij leveren objectieve, betrouwbare, kwalitatief goede en bruikbare onderzoeksproducten en statistische informatie, om te komen tot adequate beleidsprogrammering, beleidsuitvoering en gemeentelijke dienstverlening. In alle gevallen moet de waardering van de objectiviteit en betrouwbaarheid van onderzoeksproducten door opdrachtgevers en belangrijke gebruikers (ruim) voldoende of goed zijn. Indicatoren
Onderzoek en statistiek
Realisatie 2011
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
1.1 Objectieve/Betrouwbare onderzoeken/statistieken
95%
100%
1.2 Kwaliteit/bruikbaarheid onderzoeken/statistieken
7,8
8
7,8
Financiën Programma facilitaire dienstverlening onderdelen onderzoek en statistiek en servicebedrijf x € 1.000 Financiële lasten per product Onderzoek en Statistiek Servicebedrijf Totaal lasten programma Financiële baten per product Onderzoek en Statistiek Totaal baten programma Totaal programma
Begroting primitief 2012 1.108 ‐34 1.074 33 33 1.041
Begroting dynamisch 2012 1.308 ‐34 1.274 33 33 1.241
Rekening 2012 1.294 ‐34 1.260 10 10 1.250
Verschil Bdyn ‐ rek 14 0 14 ‐23 ‐23 ‐9
49
Bestuursagenda
ECONOMIE & TOERISME De effecten van de langer aanhoudende economische crisis worden zichtbaar, al zijn ze voor Nijmegen wat minder zwaar. De grote stabiele onderwijs‐gezondheidszorgcluster in Nijmegen is minder gevoelig voor conjunctuurschommelingen. De totale werkgelegenheid is licht gedaald ten opzichte van 2011. Daar staat tegenover dat de speerpuntsectoren Health, EMT en Semiconductors een groei vertonen van 567 arbeidsplaatsen. Komend jaar wordt economisch moeilijk , met name voor de sectoren detailhandel en horeca. De leegstand in de binnenstad neemt toe. Ook de uitgifte van bedrijventerreinen blijft achter bij de verwachtingen: bedrijven tonen een lage bereidheid tot investering en kunnen moeilijker bancaire financiering verkrijgen. Wat hebben we bereikt? De belangrijkste resultaten zijn de start van Novio Tech Campus Nijmegen. We hebben de intentieovereenkomst ondertekend. In vervolg hierop zijn de voorbereidingen voor aanpassing van gebouw M gestart en zijn de eerste intentieovereenkomsten voor vestiging in het gebouw getekend. Ook de start van de bouw van het Heinz Innovation Center is een mijlpaal. Beide zijn nieuwe werkgelegenheidslocaties die uitstekend passen bij het economisch profiel van de stad. Enkele bedrijven hebben zich na acquisitie‐ inspanningen in Nijmegen gevestigd en we hebben bedrijven ondersteund bij uitbreiding dan wel nieuwbouw. Inmiddels zijn we in Nederland niet meer de duurste gemeente voor bedrijven, we staan in de ranglijst op de 2e plaats. We initieerden nieuwe samenwerkingsverbanden op het snijvlak van milieu en economie en ondersteunden projecten in de speerpuntsectoren Health, EMT, Semiconductors en Toerisme. De totale werkgelegenheid is iets gedaald naar 99.350 banen en de voortekenen voor 2013 zijn niet gunstig. De beroepsbevolking zal tot 2025 jaarlijks met 500 personen groeien. In Nijmegen vestigden zich per saldo 1.025 nieuwe bedrijven, een stijging van 139. Uit peilingen blijkt dat het ondernemersklimaat nog steeds met een ruime voldoende beoordeeld wordt. Samen met NEC hebben we een bijeenkomst voor bedrijven georganiseerd om ze te interesseren voor de collectieve inkoop van groene stroom (Nijmeegs Eigen Collectief). Daarnaast hebben we bemiddeld tussen bedrijven op het snijvlak van milieu en economie. De kwaliteit van het ondernemerschap wordt onder andere gestimuleerd door het project IkStartSmart. We hebben in totaal dertig trajecten mogelijk gemaakt en starters ook op andere manieren ondersteund. Voor horecaondernemers ontwikkelden we het Horeca Actieteam dat adviseert bij vergunningvraagstukken. Daarmee is de vergunningprocedure vereenvoudigd en versneld. De gemiddelde afhandelingstermijn is met vier weken teruggebracht. We hebben een concept‐startnotitie Economische Agenda opgesteld. Vooruitlopend op de Economische Agenda 2020 participeerden wij in projecten als Power2Nijmegen, de Groene Hub, het Project EMT Innovatiemotor en CO2 Footprint Nijmegen West. Voor het Ondernemersfonds (OF) tranche 2012 zijn in totaal veertig aanvragen ingediend. De Taskforce OF heeft ons geadviseerd subsidie aan twintig projecten toe te kennen voor een totaalbedrag van € 809.720. De besluitvorming vindt begin 2013 plaats. Ook in de binnenstad was er een lichte daling in arbeidsplaatsen: 151, waarvan 63 in de toeristische sector. Het aantal hotelovernachtingen nam toe, maar minder dan verwacht. Er waren minder ligplaatsen voor de cruisevaart door de veiligheidsmaatregelen met de damwand aan de Waalkade. Iets minder cruiseschepen deden Nijmegen aan, zij brachten 57.711 bezoekers mee. De leegstand in het centrum van Nijmegen is licht gestegen naar 13%.
Bestuursagenda In overleg met de regiogemeenten hebben we de bezuinigings‐taakstelling van 2,5% op de subsidie aan het Regionaal Bureau Toerisme KAN gerealiseerd. We deden onderzoek naar de toeristische herpositionering van het Rijk van Nijmegen. Binnen het speerpunt Toerisme zijn in 2012 tien project‐aanvragen ingediend, de Taskforce Ondernemersfonds heeft ons geadviseerd subsidie aan vijf projecten toe te kennen: kerst in de Stevenskerk, de nachtburgemeester van Nijmegen, imago‐ en identiteitsverbetering Waalkade, verdieping cruisevaart en stroomversnelling sport en economie nevengeul. De besluitvorming vindt begin 2013 plaats. Er is een gewijzigd bestemmingsplan voor het Stadscentrum vastgesteld met beleidsregels voor horeca, ondersteunende horeca, detailhandel en dienstverlening, overeenkomend met de beleidsnotitie ‘Een Bruisende Binnenstad (2011)’. We hebben de startnotitie ‘Nijmegen, rijk aan terrassen’ vastgesteld en bereiden een notitie voor hoe om te gaan met nieuwe concepten van ondersteunende horeca die niet binnen de regels passen, maar wel voor de stad wenselijk zijn. Voor de zogeheten Vlek 14 (Ressen in het Waalsprong‐gebied) hebben we een gebiedsanalyse gemaakt en een externe markttoets laten uitvoeren. Het meest haalbare programma is een programma ‘vrije tijd’ met als belangrijkste onderdeel een retailpark van 30.000 m2 BVO. De kwaliteiten en verbeterpunten van de binnenstad brachten we in beeld. Deze analyse gebruiken we samen met de ervaringen uit de aanpak ringstraten, de aanbevelingen uit de debatten over de binnenstad en de wijkenkaravaan (stadsvisie) voor ontwikkeling van het Economisch Offensief Binnenstad 2013. Dit economisch uitvoeringsprogramma voor de binnenstad wordt breed gedragen. De provincie Gelderland draagt voor een bedrag van € 900.000 bij in de uitvoering. We zetten diverse ‘nieuwe’ locaties in voor de kermis: Plein 1944, Waalkade‐Oost en de rijbaan van het Kelfkensbos. Daarmee hebben we voldoende locaties om een kwalitatief goede kermis te organiseren. We zagen de gevolgen van de economische crisis terug in de uitgifte van bedrijventerreinen, we blijven daarmee ver achter op de geprognosticeerde vraagbehoefte van 8,5 ha. Op bedrijventerrein Bijsterhuizen is 0,2 ha uitgegeven. Met de voorraad uitgeefbaar bedrijventerrein van 33 ha kunnen we nog jaren vooruit. Ook landelijk en in de Stadsregio stokt de uitgifte van bedrijventerreinen. Dit zal niet veranderen in 2013 en rechtvaardigt de voorgenomen herijking van het Regionaal Programma Bedrijventerreinen van de Stadsregio in 2013. Met de transactie op Bijsterhuizen en de bedrijfsverplaatsingen in Nijmegen‐ Noord vanwege de dijkteruglegging hebben we circa 25 tot 30 arbeidsplaatsen zeker gesteld. Indicatoren Duurzame groei en behoud van werkgelegenheid 1.1 Ontwikkeling werkgelegenheid
Realisatie 2011
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
99.060
99.400
1.2 Waardering ondernemersklimaat
6,6
6,8
99.350 6,6
1.3 Saldo bedrijfsvestigingen
815
733
1.025
Sterke clusters en (innovatief) ondernemerschap 2.1 Aantal banen binnen de clusters Energie en Milieu Technologie, Health en semiconductors 2.2 Het aandeel banen in de clusters EMT, Health en Semiconductors tov het totale aantal banen
Realisatie 2011
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
31.929
28.508
32.392
32 %
32,9 % *
32,6 %
Vitale (binnen‐) stad en groei toeristische sector 3.1 Waardering binnenstad Nijmegen 3.2 Aantal banen in cluster toerisme en recreatie 3.3 Aantal hotelovernachtingen
Realisatie 2011
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
7,4
7,4
7,4
6.100
6.115
5.972
148.086
144.101
141.700
51
Bestuursagenda Voldoende en geschikte ruimte voor bedrijvigheid
Realisatie 2011
4.1 Terstond uitgeefbaar aanbod bedrijventerreinen 4.2 Aantal ha geherstructureerd bedrijventerrein 4.3 Waardering directe bedrijfsomgeving 4.4 Vraagbehoefte aantal ha bedrijventerrein
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
35,5
28,3
33
1
‐‐
‐‐
7,1
7,3
7,0
8,5
0,2
Financiën Programma economie en toerisme x € 1.000 Financiële lasten per product Werklocaties Stimulering bedrijvigheid Totaal lasten programma Financiële baten per product Werklocaties Stimulering bedrijvigheid Totaal baten programma Totaal programma
Begroting primitief 2012 907 2.772 3.679 708 1.185 1.894 1.785
Begroting dynamisch 2012 1.178 2.951 4.129 988 1.201 2.189 1.941
Rekening 2012 1.216 2.804 4.020 996 1.075 2.071 1.949
Verschil Bdyn ‐ rek ‐38 147 109 8 ‐126 ‐118 ‐9
Bestuursagenda
3.5 Zorg & Welzijn en Sport Portefeuillehouder B. Frings
ZORG EN WELZIJN Zorg & Welzijn had in 2012 drie belangrijke opgaven: een wijkgerichte zorg‐ & welzijnsstructuur inrichten, een forse bezuinigingsopgave doorvoeren en de overheveling voorbereiden van een aantal taken van rijk naar gemeente. Op alle drie deze opgaven hebben we goede resultaten bereikt. Wat hebben we bereikt? Onze ambitie is een sociale voorzieningenstructuur op wijkniveau, dichtbij de mensen en toegesneden op hun behoeften, die sociale problemen beter oplost tegen lagere kosten. Zo kunnen we met veel minder geld een sociale stad blijven en de zelfregie van mensen versterken. De wijkgerichte zorg‐ & welzijnsstructuur Drie wijken hebben inmiddels een wijkgerichte zorg & welzijnsstructuur: de sociale wijkteams. Professionals uit verschillende organisaties werken samen in deze teams om cliënten zo goed mogelijk, integraal te ondersteunen in hun zelfregie. Verder hebben we de integratie van zo veel mogelijk functies van het CJG in deze structuur voorbereid evenals de komst van de wijkgerichte informatiepunten, de STIPs. Met het Zorgkantoor en Zorgverzekeraar VGZ werken we nauw samen in het ontwikkelen van wijkgericht zorg & welzijn. We hebben afspraken gemaakt om samen te vernieuwen in vier proeftuinen: de sociale wijkteams, ketenaanpak geestelijke gezondheid, samenhangende benadering voor kwetsbare ouderen en een gecombineerde leefstijlinterventie met het accent op bewegen. Intussen blijft ‘de winkel open’ in het reguliere programma. We liggen op schema met de uitvoering van ons Wmo‐beleidsplan, onder meer met nieuwe beleidskaders voor jongerenwerk, mantelzorgondersteuning en noodopvang voor uitgeprocedeerde asielzoekers. We hebben in 2012 in het programma de aansluiting gemaakt met de vernieuwing, onder meer door stadsbrede uitrol van de regieteams overlast‐ en multiprobleemhuishoudens, een werkplan van NIM en Tandem voor doorontwikkeling van medewerkers tot breed‐inzetbare sociale professionals , meer samenwerking door IVC en InterCity (taalaanbod) en Jongerenwerk Dukenburg. Verder hebben we gewerkt aan een toekomstbestendige zwerfjongerenaanpak, de fusie van de GGD’s Nijmegen en Rivierenland, de nieuwe Wmo‐verordening en de start van het Zelfregiecentrum. De invoering van de eigen bijdrageregeling voor individuele voorzieningen Wmo leidde tot veel vragen. Met passende maatregelen hebben wij onze klanten duidelijkheid kunnen geven. In de uitvoering van de individuele Wmo‐ voorzieningen zijn veel verbeteringen doorgevoerd. Daardoor waren er minder bezwaarschriften en ging de klanttevredenheid omhoog naar een ruime 7. Bezuinigingen Alle taakstellingen voor Zorg & Welzijn zijn gerealiseerd, onder meer door efficiencybezuinigingen op de grote gesubsidieerde instellingen, beleid voor specifieke doelgroepen in te bedden in reguliere ondersteuning en individuele voorzieningen meer inkomensafhankelijk te maken. Onze bezuinigingsmaatregelen hebben een hoger bedrag opgeleverd dan de taakstellingen en terugloop van middelen. Desondanks is het sociale voorzieningenniveau is nog steeds op peil. 53
Bestuursagenda Transities AWBZ en Jeugdzorg Voor de transities van AWBZ en Jeugdzorg werken we samen met de negen regiogemeenten in het Rijk van Nijmegen. We hebben onze visie op de Transformatie in het Sociaal Domein ‘Transformeren en integreren’ afgerond. Tijdens een werkconferentie met 250 professionals en cliënten is besproken hoe de gemeenten de toegang tot de AWBZ‐ en jeugdzorg regelen, de nieuwe zorgtaken organiseren en inkopen en nagedacht over beleid voor pgb’s en eigen bijdragen. In 2012 is er veel bereikt rondom de komende transitie Jeugdzorg en de voorbereidingen hierop. De resultaten van het experiment Jeugdzorg Dichtbij stemmen positief, met deze werkwijze lukt het in 2012 de jaarlijks groeiende vraag naar jeugdzorg om te buigen naar stabilisatie. De voorbereidingen voor deze transities en het scheiden van wonen & zorg zetten we voort. In het nieuwe regeerakkoord is de transitie AWBZ uitgesteld tot 2015, wordt wellicht ook de persoonlijke verzorging gedecentraliseerd en zijn de taakstellingen op de over te hevelen budgetten voor deze decentralisaties verhoogd. Indicatoren
Realisatie 2011
Stimuleren participatie 1. Ik kan goed voor mezelf zorgen etc.
Doelstelling 2012
92%
90%
Realisatie 2012 n.n.b.
Optimale kansen voor de jeugd
Realisatie 2011
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
2.1 Jeugdigen dat zich probleemrijk vindt
n.b.
11
12
2.2 Ouders dat aangeeft behoefte te hebben aan opvoedsteun
10%
9%
9
Bevorderen gezondheid
Realisatie 2011
3.1 Volwassen inwoners dat zich gezond voelt (hoge opl. vs lage opl.) 3.2 Jeugdigen met overgewicht
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
89% ‐67%
88% ‐ 63%
89% ‐ 67%
14,1%
14%
14,7%
Gelijke kansen voor iedereen
Realisatie 2011
4.% Niet‐westerse allochtonen dat meer contacten zou willen hebben. Zelfstandig wonen en leven 5. Hulpmiddel draagt bij aan zelfstandig kunnen wonen
Doelstelling 2012
Realisatie 2011 83%
25% Doelstelling 2012 92
Realisatie 2012 37% Realisatie 2012 n.n.b.
Zorg en opvang voor sociaal kwetsbaren 6.1 Aantal dak‐ en thuislozen in traject (Sam en Hulsen) 6.2 Burgers die vinden dat overlast van zwervers/daklozen vaak voorkomt in de woonbuurt
Financiën
Realisatie 2011
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
80%
90%
511
n.b.t.
3%
3%
Bestuursagenda Programma Zorg & Welzijn x € 1.000 Financiële lasten per product Welzijn Publieke Gezondheid Jeugd Diversiteit Individuele voorzieningen WMO Maatschappelijke opvang Totaal lasten programma Financiële baten per product Welzijn Publieke Gezondheid Jeugd Diversiteit Individuele voorzieningen WMO Maatschappelijke opvang Totaal baten programma Totaal programma
Begroting primitief 2012 12.405 6.490 5.462 2.101 26.298 13.864 66.619 442 211 400 200 1.608 954 3.815 62.804
Begroting dynamisch 2012 12.957 6.430 5.693 2.173 26.763 14.016 68.031 542 211 712 200 2.708 995 5.368 62.662
Rekening 2012 12.444 6.220 5.706 2.142 25.198 13.841 65.550 542 235 708 202 2.924 1.006 5.617 59.933
Verschil Bdyn ‐ rek 513 210 ‐13 31 1.565 175 2.481 0 24 ‐4 2 216 11 249 2.730
Voor en na eerste winstbestemming x € 1.000
Voor bestemming
64.233
Mutatie reserve STORTING F022 Saldireserve Totaal storting
64.094
61.364
2.730
42 42
39 39
39 39
0 0
1.115 356 1.471
1.115 356 1.471
1.115 356 1.471
0 0 0
‐1.429
‐1.432
‐1.432
0
62.804
62.662
59.933
2.730
ONTTREKKING F022 Saldireserve F026 Res. Medische Heroine Behandeling Totaal onttrekking
Totaal mutatie reserve
Saldo na eerste winstbestemming
Door vooruit te lopen op verdergaande bezuinigingen zijn we, net als vorig jaar, terughoudend geweest bij het verlenen van subsidies en het aangaan van nieuwe subsidierelaties. Dit levert binnen het programma een voordeel op van € 483.000 (1,6% van het subsidiebudget). Ook zijn dit jaar subsidiegelden terugontvangen doordat subsidies die betrekking hebben op het voorgaande jaar definitief lager zijn vastgesteld; deze terugvorderingen leveren een voordeel op van € 280.000. Bij de individuele voorzieningen Wmo hebben we te maken met lagere lasten van € 1.565.000. De afgelopen jaren zagen we stijgende kosten die we konden verklaren door de vergrijzing en de extramuralisering van de zorg. Aan het einde van 2012 hebben we echter geconstateerd dat de kosten voor de individuele voorzieningen zijn gestabiliseerd. Aan de ene kant zien we een daling van de kosten van de voorzieningen rolstoelen, woningvoorzieningen, vervoersvoorzieningen en PGB en aan de andere kant zien we een afvlakkende groei voor de huishoudelijke hulp. Dit, samen met een toegenomen begroting voor de huishoudelijke hulp, heeft geleid tot het genoemde voordeel. Het voordeel op de baten komt door de hogere opgelegde eigen bijdrage op de verstrekte individuele voorzieningen.
55
Bestuursagenda
SPORT We streven naar een hoge participatie op sportief gebied, omdat we sport zien in relatie tot andere maatschappelijke doelstellingen. Sport moet toegankelijk blijven voor iedereen, ons primaire accent ligt daarom op breedtesport. Om die reden ontzien we de sportverenigingen zoveel mogelijk bij de bezuiniging. We willen ook hier wijkgericht werken, waarbij organisaties voor onderwijs, welzijn, gezondheid en sport samenwerken. Ter ondersteuning daarvan hebben we het aantal combinatiefunctionarissen uitgebreid: zij ondersteunen 25 sportverenigingen en 13 scholen. Topsport is een inspiratiebron en samenwerkingspartner voor de breedtesport. Daarbij horen goede omstandigheden voor talenten en topsporters.
Wat hebben we bereikt? We hebben beleidsplan sport en bewegen ‘Nijmegen, Sportief en Vitaal 2013‐ 2016’ vastgesteld. In plan, dat we in In samenwerking met sportverenigingen en andere maatschappelijke organisaties hebben vormgegeven, hebben we een focus op de maatschappelijke waarde van sport, ‘sport als middel’, en een sterkere verbinding met andere beleidsterreinen zoals zorg, welzijn en gezondheid. We hebben daarnaast nieuwe beleidsregels voor sportsubsidies vastgesteld. We hebben diverse uitbreidingen en renovaties van gemeentelijke sportaccommodaties gerealiseerd. De sporthal in Nijmegen‐Noord, ‘De Triangel’, is opgeleverd en in gebruik genomen. De bouw van het Erica Terpstrabad is gestart, dit nieuwe zwembad in Nijmegen‐Oost wordt in augustus 2013 geopend. Op het sportpark De Dennen hebben we een kunstgrasveld voor Quick 1888 gerealiseerd. Het insourcing‐ proces van het Triavium is afgerond. We zijn gestart met pilots voor de bevordering van sociale veiligheid en gezondheid bij sportverenigingen. In september 2012 hebben we de tweede tranche combinatiefunctionarissen ingezet. De gerealiseerde voorzieningen en inzet op sportstimulering dragen bij aan een bloeiend sportleven in Nijmegen. We onderzoeken in een tweejaarlijkse cyclus de sportdeelname van alle Nijmegenaren. Uit de laatste Stads‐ en Wijkmonitor blijkt dat de sportdeelname in de afgelopen jaren is gestegen. Van alle volwassen Nijmegenaren zegt 70% aan sport te doen (dit was in 2005 nog 65%). We hebben het besluit moeten nemen om te stoppen met de ontwikkeling van het TIP. Als vervolg hierop is gestart met de ontwikkeling van het plan Talent Centraal Nijmegen (TCN), samen met Stichting Topjudo Nijmegen, Gymnastiek‐ en Turnvereniging De Hazenkamp, het Team Zevenheuvelen, de HAN en Topsport Gelderland. Het uiteindelijke doel is een topsporttrainingsaccommodatie op sportpark De Dennen. Daarvoor hebben we een subsidieaanvraag voorbereid die in 2013 bij de provincie Gelderland wordt ingediend. De financiële problematiek van Aqua Novio ’94 was aanleiding tot een onderzoek naar de exploitatie van de Nijmeegse zwembaden. Dit heeft geresulteerd in een verbeteragenda met acties en aanbevelingen om de verhouding tussen Sportfondsen Nijmegen, zwemverenigingen en de gemeente te verbeteren. Vanuit bezuinigingsoverwegingen én omdat het schoolzwemmen steeds minder haar doel bereikte, is met ingang van het schooljaar 2012‐2013 het schoolzwemmen geëindigd en zijn wij gestart met het Zwemfonds. Met deze regeling kunnen kinderen van ouders met een laag inkomen nu sporten bij een sportvereniging én daarnaast ook zwemlessen voor het diploma A volgen. In 2012 is het beleidskader gemeentegaranties/verstrekking vast gesteld. Met dit beleidskader stellen wij sportverenigingen in staat om investeringen te doen die bijdragen aan maatschappelijke doelstellingen. Door het in 2012 genomen besluit om de subsidie aan hockeyverenigingen voor het onderhoud en exploitatie van de hockeyaccommodaties te verlengen voor de periode
Bestuursagenda 2013 t/m 2015 hebben wij de druk op de exploitatie van de hockeyvelden, waarvoor de hockeyverenigingen volledig verantwoordelijk zijn, verlaagd. Indicatoren Sportstimulering
Realisatie 2011
1.1 % volwassenen dat aan sport doet
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
n.v.t.
1.2. % 4‐17 jarigen dat aan sport doet
n.v.t.
1.3 % 4‐17 jarigen in aandachtsgebieden dat aan sport doet
n.v.t.
Versterken sportverenigingen
Realisatie 2011
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
2.1 % volwassenen dat lid is van een sportvereniging
n.v.t.
2.2 % 4‐17 jarigen dat lid is van een sportvereniging
n.v.t.
Kwalitatief goede sportaccommodaties
Realisatie 2011
3.1. Aantal gerenoveerde en nieuw geopende gemeentelijke binnensportaccommodaties 3.2 Aantal gerenoveerde en nieuw geopende gemeentelijke buitensportaccommodaties 3.3 Totaal aantal beschikbare en verhuurde uren van de gemeentelijke gymnastieklokalen (%=bezettingsgraad) 3.4 Totaal aantal beschikbare uren van de gemeentelijke sportzalen (%=bezettingsgraad) 3.5 Totaal aantal beschikbare en verhuurde uren van de gemeentelijke sporthallen (%=bezettingsgraad)
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
Ondersteuning Topsportklimaat
Realisatie 2011
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
4.1 Aantal verenigingen in hoogste klasse competitie
n.v.t.
4.2 Terugkerende topevenementen
n.v.t.
Toelichting topindicatoren In de begroting 2012 waren geen doelstellingen opgenomen, omdat deze indicatoren nog geënt waren op de oude Beleidsnota Sport 2007‐2010. Om die reden zijn bij realisatie ook geen gegevens vermeld. In de primitieve begroting 2013 zijn de nieuwe indicatoren opgenomen, die aansluiten op het Beleidsplan sport en bewegen 2013‐2016 “Nijmegen Sportief en Vitaal”.
57
Bestuursagenda
Financiën Programma Sport x € 1.000 Financiële lasten per product Sportstimulering Versterken sportverenigingen Kwalitatief goede sportaccommodaties Ondersteuning topsportklimaat Totaal lasten programma Financiële baten per product Sportstimulering Versterken sportverenigingen Kwalitatief goede sportaccommodaties Ondersteuning topsportklimaat Totaal baten programma Totaal programma
Begroting primitief 2012 1.972 396 15.182 141 17.691 339 0 1.892 0 2.230 15.460
Begroting dynamisch 2012 2.122 396 14.956 141 17.614 339 0 1.890 0 2.228 15.386
Rekening 2012 2.137 394 14.936 139 17.606 339 0 1.890 0 2.228 15.378
Verschil Bdyn ‐ rek ‐15 2 19 2 8 0 0 0 0 0 8
Voor en na eerste winstbestemming x € 1.000
Voor bestemming
15.651
Mutatie reserve
15.574
15.566
8
ONTTREKKING F022 Saldireserve F046 Reserve afschrijving Totaal onttrekking
165 25 190
165 23 188
165 23 188
0 0 0
‐190
‐188
‐188
0
15.460
15.386
15.378
8
Totaal mutatie reserve
Saldo na eerste winstbestemming
Bestuursagenda
3.6 Werk & Inkomen, Openbare ruimte en Wijken Portefeuillehouder T. Tankir
WERK & INKOMEN Werk biedt mensen perspectief, werkzoekenden hebben recht op ondersteuning naar werk. Wie (nog) niet aan het werk kan, bieden we een goed sociaal vangnet in de vorm van een uitkering. Uitgangspunt is dat een uitkering tijdelijk is, werk staat voorop. Vier ontwikkelingen hebben de komende jaren grote invloed op de doelstellingen van ons programma. 1. De economische crisis en wetswijzigingen leiden tot een groter beroep op bijstand. Het is nog niet duidelijk in hoeverre we hiervoor financieel gecompenseerd worden. Een nieuw bestuursakkoord moet leiden tot een betere aansluiting tussen het macrobudget en de bijstandsuitgaven en de kans op fluctuaties verminderen. 2. Er komt een ongedeeld budget voor re‐integratie, sociale werkvoorziening en Wajong. Het rijk kort op het budget voor de sociale werkvoorziening. 3. De nieuwe Participatiewet (voorheen: Wet Werken naar vermogen), waarin nieuwe rijkskortingen zijn opgenomen, leidt tot grote veranderingen in beleid en uitvoering. We leggen een principebesluit voor aan de gemeenteraden in de regio Gelderland Zuid over regionale samenwerking en de richting voor een uitvoeringsmodel. 4. Door het wegvallen van tijdelijke middelen en de bezuinigingstaakstellingen op het programma Werk & Inkomen moeten we het werk met minder mensen doen.
Wat hebben we bereikt? Het jaar 2012 begon met grote ontwikkelingen en wetswijzigingen, die gedurende het jaar teruggedraaid of uitgesteld zijn. De eerste maanden van 2012 stonden in het teken van de uitvoering van de huishoudinkomenstoets binnen de Wet samenvoeging Wwb en WIJ, de voorbereiding op de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening en de Wet werken naar vermogen. In voorbereiding op de Wet werken naar vermogen (Wwnv) onderzochten we mogelijkheden voor regionale samenwerking bij de uitvoering. Parallel hieraan waren er omvangrijke lokale ontwikkelingen zoals de reorganisatie van Breed, de afbouw van gesubsidieerde arbeid en de uitbouw van de werkcorporaties. Na de val van het kabinet Rutte 1 is wetgeving teruggedraaid (Wet samenvoeging Wwb en WIJ) en aangepast (Participatiewet in plaats van Wwnv). Deze aanpassingen gingen gepaard met budgetwijzigingen en veranderde invoeringstermijnen. Om voorbereid te zijn op de toekomst zijn we desondanks doorgegaan met het re‐ integratiebeleid, de transitie van Breed naar arbeidsbemiddelingsbedrijf en het proces rondom regionalisering van de dienstverlening op het terrein van werk, inkomen en zorg. De nota ‘Werk staat voorop!’ is uitgevoerd. Werkzoekenden en werkgevers zijn actief benaderd, er zijn verschillende werkcorporaties gestart. Wat begon als initiatief van maatschappelijke organisaties wordt steeds meer overgenomen door private ondernemingen. Door het grote aantal leerwerkplekken die we voor de kwetsbare middengroep hebben kunnen werven, hebben we veel van hen een leerwerkplek kunnen aanbieden. Bij Inburgering hebben we 322 participatietrajecten gerealiseerd. Het aantal bijstandsgerechtigden was in de eerste acht maanden in lijn met de landelijke ontwikkeling en met de ontwikkeling bij gemeenten van gelijke grootte. De laatste vier maanden van 2012 nam het klantenbestand toe, we hebben nu 6,5% meer bijstandsgerechtigden dan in 2011. Belangrijkste oorzaak hiervan is de slechte regionale arbeidsmarktsituatie. De financiële tekorten als gevolg van de stijgende aantallen zijn beperkt gehouden. 59
Bestuursagenda We hebben het ‘Meerjarig bestedingsplan Minimabeleid 2012 t/m 2015’ uitgevoerd. In het afgelopen jaar hebben we ongeveer 13.500 Nijmegenaren met een inkomen tot 110% van het sociaal minimum bereikt met één van onze inkomensaanvullende maatregelen, een bereik van bijna 82%. Per 1 juli 2012 is de Wet Gemeentelijke Schuldhulpverlening van kracht. Deze wet verplicht gemeenten schuldhulpverlening te bieden en versterkt de rechtspositie van de burger. De invoering van deze wet is vlekkeloos verlopen, de wettelijke doorlooptijden zijn vanaf de invoering van de wet gerealiseerd. In 2011 had de gemeente Nijmegen een tekort op het budget Inkomensdeel boven de 10%. Voor dat deel hebben wij een aanvullende uitkering aangevraagd. De Inspectie SZW heeft, ter ondersteuning van de Toetsingscommissie Wwb, het beleid en de uitvoering van de gemeente Nijmegen onderzocht. Uit dat onderzoek blijkt dat de overschrijding het gevolg is van een uitzonderlijke situatie op de arbeidsmarkt, dus de Incidentele Aanvullende Uitkering 2011 ad € 1,4 miljoen is toegekend . In 2012 hebben we het merendeel van de indicatoren op het gebied van Werk, Inkomen en Armoedebestrijding gerealiseerd. Hierdoor hebben we een belangrijke bijdrage geleverd aan de doelstellingen van het programma Werk & Inkomen. Daarnaast zijn diverse koerswijzigingen geïmplementeerd die in september 2011 in gang zijn gezet. Er zijn bezuinigingen doorgevoerd op de uitvoerende afdelingen Werk, Inkomen en Zorg, de dienstverlening aan de klanten is aangepast. We zijn er grotendeel in geslaagd onze doelstelling – een rechtmatige en doelmatige verstrekking van uitkeringen ‐ te realiseren. Minder dan 1% van de uitkeringen is onrechtmatig, de investering om fraude op te sporen heeft meer opgeleverd dan het heeft gekost. Van de aanvragen voor een uitkering handelen we 85% binnen acht weken af.
Indicatoren Beperken stijging aantal bijstandsgerechtigden 1.1 Beperken groei aantal bijstandsgerechtigden (incl. WIJ/IOAW/IOAZ/BZ) 1.2 % Afwijziging aanvragen
Realisatie 2011
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
5.787
5.388
6.136 22%
22%
>25%
1.3 Uitstroom % naar werk onder uitstromers
31%
30%
35%
1.4 % Bijstandsgerechtigden tov beroepsbevolking in Nijmegen
7,2%
7,3%
7,9%
1.5 % Ontheffingen arbeidsplicht 1.6 % Jeugdwerklozen tov niet‐werkende werkzoekenden in Nijmegen
31%
40%
31%
16,2%
11%
15%
Rechtmatige en doelmatige verstrekking van uitkeringen
Realisatie 2011
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
2.1 % Tekortkomingen in rechtmatigheid uitkeringsverstrekking
<1%
<1%
2.2 Fraude opsporen en bestrijden levert meer op dan het kost
+
+
+
90%
95%
85%
2.3 % Aanvragen met besluit binnen 8 weken
<1%
Inkomensaanvullende maatregelen en/of schuldhulpverlening 3.1 % Bereikte huishoudens met een laag inkomen 3.2 Toename % nieuwe bereikte klanten 3.3 Uitzicht op schuldenvrije toekomst 3.4 Aantal aanmeldingen schuldhulpverlening
Realisatie 2011
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
91%
80%
82%
‐‐
‐ ‐
Onbekend
601
200
393
1.240
1.250
1.070
Dynamiek in de gesubsidieerde arbeid
Realisatie 2011
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
4.1 Afname gesubsidieerde arbeid
178
200
380
4.2 Werkcorporaties
197
450
518
Bestuursagenda Financiën Programma Werk en inkomen x € 1.000 Financiële lasten per product Werk Inkomen Armoedebestrijding Inburgering Totaal lasten programma Financiële baten per product Werk Inkomen Armoedebestrijding Inburgering Totaal baten programma Totaal programma
Begroting primitief 2012 63.657 97.330 15.204 2.745 178.935 55.769 84.310 1.215 2.526 143.821 35.115
Begroting dynamisch 2012 56.449 105.274 16.994 3.860 182.577 49.605 89.246 1.215 3.642 143.708 38.870
Rekening 2012 57.696 103.649 17.763 2.830 181.938 51.266 89.807 1.437 2.645 145.155 36.783
Verschil Bdyn ‐ rek ‐1.246 1.625 ‐770 1.030 640 1.661 561 222 ‐997 1.447 2.087
Voor en na eerste winstbestemming x € 1.000
Voor bestemming
39.043
Mutatie reserve
42.748
40.661
2.087
STORTING F022 Saldireserve Totaal storting
0 0
50 50
50 50
0 0
3.928 3.928
3.928 3.928
3.928 3.928
0 0
‐3.928
‐3.878
‐3.878
0
35.115
38.870
36.783
2.087
ONTTREKKING F022 Saldireserve Totaal onttrekking
Totaal mutatie reserve
Saldo na eerste winstbestemming
De voordelige afwijking van in totaal € 2,1 miljoen is te verklaren door een incidentele bate van € 1,4 miljoen vanwege IAU 2011 (buig budget) en een voordeel van per saldo € 0,5 miljoen vanwege o.a. meevallende landelijke IAU/MAU uitname (buig budget) Op bijzondere bijstand heeft zich per saldo een nadeel van € 0,7 miljoen voorgedaan vanwege met name hoge uitgaven kosten van beschermingsbewind Verder heeft zich een voordeel van bijna € 0,4 miljoen uit voorgaande jaren voorgedaan als gevolg van de afrekening project Mobiliteitscentrum 2009‐2010 met de provincie Gelderland. Het restverschil van voordeling € 0,5 miljoen bestaat uit een aantal kleinere voordelen.
OPENBARE RUIMTE Wij beogen een schone, hele en veilige openbare ruimte in Nijmegen, een duurzame en leefbare stad voor onze burgers. We stimuleren actief burgerschap en gezamenlijke verantwoordelijkheid. We willen in duurzaam beheer een voorbeeld zijn voor bedrijven, ondernemers en inwoners. We houden rekening met sociale veiligheid bij herinrichtingen, wijkbeheerplannen en het uitvoeren van bel‐ en herstellijnwerkzaamheden zoals snoeien van overhangend groen. Het is noodzakelijk om ook op dit programma te bezuinigingen. Onderhoud aan wegen, openbare verlichting en openbaar groen willen we echter zoveel mogelijk ontzien, we zoeken bezuinigingsmogelijkheden vooral in de niveaus van beheer van de openbare ruimte, bijvoorbeeld door meer te differentiëren in het dagelijks beheer. We hebben een taakstelling gerealiseerd van € 2,1 miljoen in 2012. Wat hebben we bereikt? We hebben samen met inwoners, ondernemers en maatschappelijke instellingen de beleidsnota ‘Geef ze de (openbare) ruimte’ opgesteld. Hierin staat centraal ruimte geven voor initiatieven in de openbare ruimte, aan bewoners, ondernemers en maatschappelijke 61
Bestuursagenda instellingen. De nota is enthousiast ontvangen. Met de www.participatiekaart.nl hebben we goed zicht gekregen op negentig participatieprojecten die in Nijmegen in de openbare ruimte plaatsvinden. Die dienen als goede voorbeelden voor andere participatieprojecten. Ook hebben we een beleidsnota voor afval opgesteld: ‘Creatief met afval’, die voortborduurt op het vorige beleid en inspeelt op de ontwikkelingen in de wereld van afval. De Beleidsnota Reclameboodschap wordt tegelijk met de Kadernota Beeldkwaliteit begin 2013 aangeboden aan de Raad. De inhaalslag op het onderhoud van de wegen en het kabelnet voor de openbare verlichting hebben we doorgezet. We hebben een groot aantal hoofdwegen opnieuw geasfalteerd, de Energieweg is geheel gereconstrueerd. We hebben LED‐verlichting geplaatst op diverse wegen en we hebben dertien kilometer kabelnet vervangen voor de openbare verlichting. Het nieuwe beleid voor gladheidbestrijding, ‘Grip op gladheid’, heeft zijn vruchten afgeworpen: de kwaliteit is beter, er zijn minder klachten. We hebben de kapvergunning gedereguleerd in 2012, dit heeft geresulteerd in 50% minder aanvragen. Het project ‘Groen geregeld’ is succesvol van start gegaan. We legaliseren gebruik van gemeentelijke grond met verkoop, bruikleen, bewonersparticipatie of terugvordering. Inmiddels zijn dertig bruikleenovereenkomsten gesloten. De achterstand van het boomonderhoud is verdwenen. Een werkcorporatie van Dar en Breed onderhoudt het Goffertpark en de parken in west. Met verschillende werkgroepen en bewonersgroepen zijn plannen uitgewerkt voor het beheer van de kleine bosjes in de stad. Indicatoren Een schone, hele en veilige openbare ruimte
Realisatie 2011
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
1.1 % Nijmegenaren dat Nijmegen schoon vindt
69%
70%
66%
1.2 Nijmegenaren dat de eigen buurt schoon vindt
80%
80%
69%
1.3.1 Centrum ‐ beeldkwaliteit goed
92,5%
83%
92%
1.3.2 Rest stad ‐ beeldkwaliteit basis
1.3 Schoon volgens beeldsystematiek schouwboekje (technisch)
97,5%
95%
97%
1.4 Burgers tevreden over onderhoud fietspaden en wegen in hun eigen buurt 1.5 Onderhoudskwaliteitsniveau fietspaden en wegen (technisch)
56%
60%
60%
63%
76%
78%
1.6 Uitgevoerde acties wijkbeheerplannen
87%
80%
88%
1.7 Tijdig (binnen 5 werkdagen) afgehandelde meldingen Bel‐ & Herstellijn
70%
82%
80%
Bestuursagenda Financiën Programma Openbare Ruimte x € 1.000 Financiële lasten per product Toezicht openbare ruimte Inzameling huishoudelijk afval Straatreiniging Beheer openbaar groen Integraal beheer openbare ruimte Openbare verlichting Verkeersregelinstalaties en ‐voorzieningen Wegen en kunstwerken Totaal lasten programma Financiële baten per product Toezicht openbare ruimte Inzameling huishoudelijk afval Straatreiniging Beheer openbaar groen Integraal beheer openbare ruimte Openbare verlichting Verkeersregelinstalaties en ‐voorzieningen Wegen en kunstwerken Totaal baten programma Totaal programma
Begroting primitief 2012 2.995 11.904 8.843 6.088 7.007 2.574 1.963 5.848 47.222 296 8.790 1.345 7 83 0 0 734 11.255 35.967
Begroting dynamisch 2012 2.995 11.367 9.334 6.263 7.047 2.715 1.979 6.188 47.888 327 9.114 1.345 7 83 117 0 1.479 12.472 35.416
Rekening 2012 2.938 11.550 9.779 6.568 8.595 2.707 2.000 8.320 52.459 276 9.765 1.368 311 1.631 119 28 3.537 17.035 35.424
Verschil Bdyn ‐ rek 57 ‐183 ‐446 ‐305 ‐1.548 7 ‐21 ‐2.132 ‐4.571 ‐52 651 23 304 1.548 2 28 2.058 4.563 ‐8
Voor en na eerste winstbestemming x € 1.000
Voor bestemming
35.967
Mutatie reserve
36.046
36.054
‐8
ONTTREKKING F022 Saldireserve Totaal onttrekking
0 0
630 630
630 630
0 0
0
‐630
‐630
0
35.967
35.416
35.424
‐8
Totaal mutatie reserve
Saldo na eerste winstbestemming
In zijn totaliteit is er weinig afwijking op het programma openbare ruimte. Veelal kunnen de extra kosten verhaald worden en hebben dan geeninvloed op het saldo. Zo kan genoemd worden het herbestraten in verband met het openbreken van de straat door nutsbedrijven. Deze kosten zijn op de netwerkbeheerder verhaald. Als bijzonderheid in dit programma wordt nog een overschrijding van € 4,5 ton op het gebied van gladheidsbestrijding vermeld. Dit zijn kosten die bovenop de DVO met de Dar zijn gemaakt. Het gaat hierbij om veelvuldiger preventief strooien, nieuwe activiteiten waaronder zoutbakken en nieuwe routes en inkoop van duur zout.
WIJKEN In het document ‘Mee(r) Doen’ legden we onze inhoudelijke ambities voor de komende jaren vast. Rode draad is de veranderende rolverdeling tussen overheid en burgers. De overheid geeft meer ruimte aan eigen initiatieven en nieuwe groepen en ondersteunt die zo nodig. Verantwoordelijkheid geven betekent ook loslaten. Het wijkmanagement heeft veel contact gehad met de budgethoudende bewonersorganisaties. Sommige hebben deze vernieuwing overgenomen, andere hebben hun werkzaamheden overgedragen aan een nieuwe generatie. Ons doel is de leefbaarheid en veiligheid in wijken te verbeteren en sociale samenhang te versterken. Dit draagt bij aan collectieve zelfredzaamheid en bevordert eigen initiatief van bewoners, onderlinge hulp en sociale controle. Het programma heeft een integrale, veelal multidisciplinaire aanpak van sociale en fysieke kansen en problemen in de wijken.
63
Bestuursagenda Wat hebben we bereikt? Samen met bewoners en collega’s uit vele andere programma’s organiseerden we de wijkenkaravaan om 1500 bewoners te vragen naar hun wensen en dromen voor hun wijk en de stad. We kwamen bij wijkcentra, de moskee, schoolpleinen, woonzorgcentra, winkelcentra, musea en de horeca. Bewoners toonden grote waardering voor deze laagdrempelige opzet. Bewonersinbreng op stadsbrede thema’s kreeg een plek in de stadsvisie 2020, ruimtelijke thema’s in de nieuwe structuurvisie en wijkgerelateerde onderwerpen in onze wijkaanpakprogramma’s of in de wijkagenda’s. Bewoners willen zich steeds minder binden aan een bewonersvergadercultuur, maar liever actief zijn met concrete acties en hun eigen netwerken vormen. Via actieve deelname aan de sociale media zijn we met hen in contact. ‘Dromen over Dukenburg’ is daarvan een goed voorbeeld, net als de ZZP‐netwerken. Veiligheid is één van onze speerpunten, daarom voeren we regie op de aanpak van overlast en multiprobleemhuishoudens. De regieteams hanteren een drang‐ en dwangaanpak achter de voordeur. Jongerenoverlast pakken we op wijk‐ of stadsdeelniveau aan door integrale samenwerking met partners als jongerenwerk, politie, toezicht en straatcoaches. We werken mee aan de stedelijke aanpak van jeugdgroepen in het Veiligheidshuis. Jongeren verdienen uiteraard ook positieve aandacht. In Noord zijn twee nieuwe jongerenontmoetingsplaatsen (JOP’s) opgeleverd. Met bewoners en jongeren zijn goede afspraken gemaakt over gebruik, beheer en overlast. Er kwamen ook enkele nieuwe speelplekken en een natuurspeeltuin bij in Brakkenstein. In Neerbosch Oost is de discussie gestart over een leerwerk‐voorziening in de wijk voor jongeren onder de dertig. De overgang van de wijkposten vanuit de gemeentelijke regie naar Interlokaal is gerealiseerd. We werken aan een goede spreiding en gebruik van onze wijkaccommodaties. We stimuleren bewoners om deze zelf te beheren, de eerste bewoners hebben daarvoor de diploma’s behaald. In de voorzieningenharten zijn programmaraden actief. Bewoners bepalen daar mede het programma in de accommodatie. Zo organiseerde de initiatiefgroep Iftar in het Willemskwartier een geslaagde iftar (Ramadanmaaltijd) voor alle bewoners uit de wijk. In de aandachtsgebieden voerden we de regie op de integrale wijkaanpak. We onderhouden een breed netwerk in de wijken en zorgen daar waar nodig samen met bewoners en wijkpartners voor het opstellen en uitvoeren van wijkaanpakprogramma’s. Betrokkenheid van bewoners bij hun wijk neemt toe. Zo kwamen er 85.000 bezoekers meer in de wijkaccommodaties dan vorig jaar. ZZP’ers verenigen zich en bewoners nemen steeds meer eigen initiatief, zoals bij de herinrichting van het Sparterrein en het Teerplein in Oud‐West en de moestuin in de Aldenhof. De Kinderboerderij Lindenholt stond bedrijfsmatig op ‘omvallen’. Wij hebben de schulden gesaneerd om de continuïteit van de boerderij te waarborgen en de kinderboerderij weer in eigen beheer genomen. In 2013 onderzoeken of we met partners (in de wijk) deze boerderij weer met burgerparticipatie kunnen gaan beheren. De Stads‐ en wijkmonitor liet tot dusver een stabiele trend zien voor de meeste wijken. De effecten van de inzet van 2012 zullen in de monitor van 2014 zichtbaar worden. De impact van de crisis op huishoudens en op instellingen zal mogelijk tot een correctie van die trend leiden. Financiën
Bestuursagenda Programma Wijken x € 1.000 Financiële lasten per product Wijkaccomodaties Flexibele wijkaanpak Dukenburg‐wijkaanpak Lindenholt‐wijkaanpak Midden‐wijkaanpak Nieuw‐West‐wijkaanpak Oost‐wijkaanpak Oud‐West‐wijkaanpak Stadscentrum‐wijkaanpak Nijmegen‐Noord‐wijkaanpak Zuid‐wijkaanpak Wijkposten Speelvoorzieningen Totaal lasten programma Financiële baten per product Wijkaccomodaties Speelvoorzieningen Totaal baten programma Totaal programma
Begroting primitief 2012 9.335 491 469 288 328 302 111 362 165 110 477 34 1.914 14.386 2.050 364 2.414 11.972
Begroting dynamisch 2012 9.335 491 469 289 327 302 111 362 165 110 477 34 1.914 14.387 2.050 364 2.414 11.973
Rekening 2012 9.329 380 453 286 277 297 97 364 184 109 436 90 1.905 14.207 2.050 364 2.439 11.768
Verschil Bdyn ‐ rek 6 111 16 3 51 5 14 ‐1 ‐19 1 41 ‐56 9 180 0 0 25 205
65
Bestuursagenda
3.7 Cultuur, Mobiliteit en Onderwijs Portefeuillehouder H. Beerten
CULTUUR Een breed cultuuraanbod versterkt het vestigingsklimaat en de leefbaarheid. De cultuurparticipatie in Nijmegen is relatief hoog, zowel actief en passief. In deze tijd van recessie bevorderen we marktwerking en herstructurering. In het debat over #CV024 maken wij met culturele instellingen de balans op over het effect van de bezuinigingen. We streven naar consolidatie van het bezoek aan culturele voorstellingen, musea en bibliotheken, maar verwachten dat de landelijke bezuinigingen ook nadelige effecten zullen hebben op de Nijmeegse cultuurparticipatie. We stimuleren intensieve samenwerking tussen culturele instellingen en streven naar het verbinden van amateurs en (semi‐)professionals. Cultuureducatie is een speerpunt. We willen dat de tevredenheid over de kwaliteit en de diversiteit van het aanbod minimaal hetzelfde blijft. Wat hebben we bereikt? Na een succesvol cocreatie‐traject, waarbij Nijmegenaren hun ideeën over een nieuw cultuurbeleid in Nijmegen kenbaar konden maken, heeft de Raad de cultuurvisie 2012‐ 2016 vastgesteld. We hebben een meerjarige budgetsubsidiebeschikking opgesteld met Museum het Valkhof en een éénjarige met de Keizer Karel Podia en het Natuurmuseum. De nieuwbouw van het poppodium Doornroosje aan het Stationsplein is gestart; de geplande oplevering is medio 2014. Ook hebben we plannen ontwikkeld om concertgebouw de Vereeniging te revitaliseren. Met alle grote instellingen hebben we minimaal één bestuurlijk overleg gevoerd waar behalve verantwoording over de geleverde prestaties ook Cultural Governance op de agenda stond. Alle instellingen voldoen aan deze code volgens het principe ‘pas toe of leg uit’. Over de exacte invulling van de bezuinigingen is nog geen consensus. In de Kunst‐ en Cultuurvisie staat het begrip ketensamenwerking centraal. We onderscheiden vijf culturele ketens: literatuur, beeldende kunst, muziek, film & media en theater & dans. Daarbinnen garanderen we een aantal functies voor de stad: kunst‐ en cultuureducatie, productie, presentatie en facilitering. De ketens bestaan niet alleen uit de grote instellingen, maar zij krijgen via de budgetsubsidie de rol van ketenintendant. Voor cultuureducatie is de Lindenberg intendant. Met het aanscherpen van doelstellingen willen we cultureel ondernemerschap bevorderen, wij zijn faciliterend. Kwatta, Music Meeting en de Wintertuin ontvingen in 2012 voor het laatst subsidie vanuit de landelijke Basis Infra Structuur (BIS). Music Meeting en de Wintertuin hebben een aanvraag ingediend en gehonoreerd gekregen bij de fondsen, Kwatta bij de provincie Gelderland. De ontzameling van de gemeentelijke collectie moderne kunst hebben we afgerond. In een voorspoedig verlopen traject hebben we een onoverzichtelijke collectie van ongeveer 3700 werken door verkoop en schenking gereduceerd tot een hoogwaardige kerncollectie van ongeveer 1000 werken voor gemeentelijke panden. Alle externe bruikleen hebben wij beëindigd. Culturele instellingen hebben over het geheel genomen het gewenste aantal bezoekers gerealiseerd. We hebben met hen scherpe afspraken gemaakt over de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor een bruisend cultureel veld. Samenwerking tussen de verschillende podia is belangrijk om de culturele basisinfrastructuur te behouden en te versterken. Het gaat hierbij om de Lindenberg inclusief het Lindenberg Theater, de Keizer Karel Podia, Lux, Museum Het Valkhof, de Openbare Bibliotheek en Doornroosje. Het MuZIEum is nu gevestigd in de kelderverdieping van de Schouwburg.
Bestuursagenda De Openbare Bibliotheek Gelderland Zuid heeft zes Nijmeegse vestigingen gesloten. Om de bibliotheekfunctie in de wijken te behouden heeft de OBGZ het project Bibliotheek op School (BoS) gestart met zeven BoS‐vestigingen. Wij zorgen voor een omgeving waarin kunstenaars en productiegezelschappen inspiratie vinden. We ondersteunen vijf instellingen van beeldende kunst en het Besiendershuis (Artist in Residence). We stimuleren samenwerking tussen instellingen onderling en met andere partners in de stad wordt. Deelname aan cultuureducatie en/of amateurkunst maakt cultuur zichtbaar en bereikbaar voor de Nijmeegse inwoners. Ruim eenderde van de volwassen Nijmegenaren is in de vrije tijd bezig met een of meer kunstzinnige activiteiten. Indicatoren Ontspanning, ontplooiing en ontmoeting door cultuur
Realisatie 2011
1.1 Aantal culturele evenementen
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
37
25
27
530.000
nog niet bekend
1.3 Aantal bezoekers musea
101.000
125.000
120.000
1.4 Aantal bezoekers culturele evenementen
300.000
225.000
nog niet bekend
1.5 Aantal bezoekers bibliotheek
935.435
1.102.000
789.001
1.6 Aantal bij De Lindenberg ingeschreven cursisten ‐ jeugd tot 18 jaar
1.722
1.745
1.643
1.7 Aantal bij De Lindenberg ingeschreven cursisten ‐ 19 jaar en ouder
2.188
2.207
1.968
91
120
100
340
400
375
1.2 Aantal bezoekers gesubsidieerde podia
1.9 Aantal gesubsidieerde amateurorganisaties 1.9 Aantal gesubsidieerde amateurvoorstellingen
Bevorderen cultureel productieklimaat
Realisatie 2011
2.1 Aantal gesubsidieerde organisaties kunsten 2.2 Aantal act./proj. op het terrein van de kunsten 2.3 Aantal kunstopdrachten in de openbare ruimte: het gaat hier om de discipline beeldende kunst 2.4 Aantal ateliers
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
7
6
9
68
55
75
3
6
2
186
125
188
8
12
8
2.5 Aantal oefenruimten
Financiën Programma Cultuur x € 1.000 Financiële lasten per product Culturele infrastructuur Ontwikkeling van de Kunsten Cultuureducatie en amateurkunst Totaal lasten programma Financiële baten per product Culturele infrastructuur Ontwikkeling van de Kunsten Cultuureducatie en amateurkunst Totaal baten programma Totaal programma
Begroting primitief 2012 13.416 1.326 4.940 19.682 71 186 7 264 19.418
Begroting dynamisch 2012 13.515 1.501 4.940 19.956 121 360 10 491 19.465
Rekening 2012 13.420 1.372 4.878 19.670 110 436 10 556 19.114
Verschil Bdyn ‐ rek 95 129 62 286 ‐11 75 0 65 351
Voor en na eerste winstbestemming x € 1.000
Voor bestemming
19.600
Mutatie reserve
19.415
19.064
351
67
Bestuursagenda STORTING F004 1%‐regeling Beeldende Kunst Totaal storting
0 0
59 59
59 59
0 0
175 7 182
0 10 10
0 10 10
0 0 0
‐182
50
50
0
19.418
19.465
19.114
351
ONTTREKKING F004 1%‐regeling Beeldende Kunst F046 Reserve afschrijving Totaal onttrekking
Totaal mutatie reserve
Saldo na eerste winstbestemming
In 2012 is een start is gemaakt met de voorbereidingen van de aanschaf van een kunstwerk, maar de feitelijke aanschaf zal in 2013 plaatsvinden. Hierdoor is er € 121.000 aan budget nog niet uitgegeven. Conform bestendige gedragslijn zullen wij bij de vaststelling van de jaarrekening 2012 voorstellen om deze middelen via de 2e winstbestemming toe te voegen aan de reserve 1% regeling beeldende Kunst Verder zijn we terughoudend omgegaan met de verstrekking van subsidies aan diverse instellingen. Daarnaast zijn als gevolg van diverse oorzaken , zoals o.m. geen verstrekking van de Cultuurprijzen 2012, de lagere verstrekking van subsidies in de amateurkunst, de beëindiging van de subsidierelatie met Stg. Pan, terugloop van aanvragen van a‐ structurele subsidies, de werkelijk verstrekte subsidies met een bedrag van € 225.000 achter gebleven bij de dynamische begroting. Reden voor de terughoudende toekenning van subsidies aan instellingen was de geplande herhuisvesting en samenwerkingsplannen met LUX van RTV Nijmegen 1 De hiermee gerelateerde kosten werden ingeschat op € 175.000. De uitwerking van de plannen en daarmee gepaard gaande besluitvorming heeft niet meer in 2012 plaatsgevonden, waardoor de middelen niet tot besteding zijn gekomen. Ook hiervoor zullen we bij de vaststelling van de jaarrekening 2012 een voorstel doen om via de 2e winstbestemming het bedrag van € 175.000 in 2013 in te kunnen zetten voor de verhuizing en herhuisvesting van RTV Nijmegen 1. De herhuisvesting en samenwerking met Stg. Lux is een voorwaarde voor het bestaansrecht van RTV Nijmegen 1.
Bestuursagenda
MOBILITEIT Wij willen met een betrouwbare lokale en regionale bereikbaarheid van Nijmegen een bijdrage leveren aan de economische vitaliteit van de stad. Ook streven we naar voldoende en toegankelijke parkeergelegenheid en zo hoog mogelijke verkeersveiligheid. We stimuleren fietsgebruik in de stad, hoogwaardig openbaar vervoer en een goede doorstroming voor de auto op hoofdroutes. Wat hebben we bereikt? De autobereikbaarheid van de stad is ongeveer gelijk gebleven, al bracht de aanleg van de A50 af en toe vertragingen met zich mee. Dit bewijst eens te meer de kwetsbaarheid van het wegennet, dat robuuster wordt na oplevering van de stadsbrug. Het wordt steeds moeilijker de bestaande kwaliteit van bereikbaarheid te handhaven. De gemeten reistijd is met 3% toegenomen, mede door werkzaamheden aan de Neerbosscheweg (Gaziantep‐rotonde) en de tijdelijke afsluiting van dit traject. Hierdoor is ook de betrouwbaarheid van de reistijd afgenomen. In regionaal verband hebben we meegewerkt aan het programma Beter Benutten, waarmee we ook belangrijke subsidies voor Nijmegen hebben verkregen. Verder hebben we onze bereikbaarheidscoördinatie verder geïmplementeerd en verankerd, zowel regionaal als in onze eigen grote projecten. Wij hebben een pilot ‘autovrije zones’ uitgevoerd bij een aantal scholen. Wij hebben de Parkeernota Kiezen en Delen vastgesteld, onder andere gebaseerd op de resultaten van klankbordgroepen met partners in de stad en de bijdragen van honderden actief meedenkende Nijmegenaren. In de nota stellen we maatregelen voor om de gastvrijheid en bereikbaarheid van de Nijmeegse parkeervoorzieningen te bevorderen en om de leefbaarheid in wijken op niveau te houden. Wij streven naar één parkeerplaats voor ieder woonadres en naar een passend parkeeraanbod voor forens, ondernemer of bezoeker van onze stad. Er waren problemen met de nieuwe parkeerautomaten. Sinds oktober draait de automaat redelijk stabiel en is er geen extra personeel meer nodig, over de oplevering onderhandelen we nog. Beleidsmatig stond het jaar in het teken van het nieuwe beleidskader: de Parkeernota 2013‐2017. De tarieven voor 2013 zijn vastgesteld, er is een oplopend parkeertarief om te stimuleren dat er meer op afstand van het centrum wordt geparkeerd. De betaaltijden in en rond het centrum zijn uitgebreid en de avond‐ en nachttarieven in de parkeergarages verlaagd. De parkeervergunningprocedures zijn voorbereid op digitalisering en deregulering. Er zijn geen nieuwe betaald parkeergebieden ingericht; evaluaties naar eerder ingevoerde parkeergebieden in Nijmegen Oost en Heyendaal‐zuid laten tevredenheid over het beleid zien. De wegen in Nijmegen moeten voldoen aan de criteria van Duurzaam Veilig, het aantal verkeersdoden en ongevallen in het verkeer moet zoveel mogelijk omlaag. Alle basisscholen zijn zoals ieder jaar uitgenodigd om deel te nemen aan verkeerseducatieprojecten in het kader van het meerjarig project Gouden Zebra, circa een kwart heeft meegedaan. Bij drie scholen zijn ook kleinschalige fysieke maatregelen uitgevoerd. We hebben diverse verkeerscampagnes georganiseerd en bij verschillende onderhoudsprojecten verkeersveiligheidsmaatregelen doorgevoerd. In een integraal overleg tussen wijkbeheer en mobiliteit worden vragen van wijkbewoners over verkeersveiligheid behandeld en problemen opgelost.
Wij streven naar een absolute groei van het openbaarvervoergebruik. In december is de nieuwe openbaarvervoerconcessie van start gegaan met de nieuwe vervoerder Hermes. Dit ging gepaard met de grootste lijnwijzigingen in tien jaar. Voor die nieuwe dienstregeling hebben we diverse nieuwe haltes aangelegd, er is een keervoorziening in 69
Bestuursagenda Lindenholt West gekomen, we hebben een busbaan op de Burgemeester Daleslaan gerealiseerd en er is een nieuwe bushalte voor lijn 10 op het stationsplein van het Centraal Station gekomen. Medio 2012 heeft de raad een besluit genomen over het Hoogwaardig Openbaar Vervoer: het tracé is vastgelegd en een stappenplan voor de uitvoering vastgesteld. We hebben een aantal belangrijke infrastructurele maatregelen voorbereid, de Stadsregio Arnhem Nijmegen subsidieert de uitvoering in 2013 voor 90%. Omdat we veel tijd hebben gestoken in het tracé Waalsprong – centrum – Heyendaal, zijn de HOV‐trajecten Nijmegen – Beuningen en Nijmegen – Malden in 2012 blijven liggen. Nijmegen heeft gekozen voor HOV bus en zal de systeemsprong pas op langere termijn realiseren. We hebben voorbereidingen getroffen voor een P&R‐terrein of transferium bij de ‘Poort Neerbosch’ en daarvoor interne en externe financiering verworven. Uitvoering start in de tweede helft van 2013. Ook zijn de mogelijkheden voor een (fiets)transferium aan de zuidwest kant van Nijmegen verkend. We hebben overlegd over een definitieve oplossing voor het transferium Waalsprinter, maar nog geen besluiten genomen. Er zijn voorbereidingen getroffen voor de tweede tranche van DRIS (Dynamisch Reizigers Informatie Systeem). De locaties zijn bepaald, plaatsing gebeurt begin 2013. De uitvoering van station Lent is inmiddels gestart, de opening staat gepland voor december 2013. Ingebruikname van station Nijmegen Goffert is gepland in december 2014. In 2012 hebben wij opnieuw belangrijke stappen gezet voor een netwerk van hoogwaardige snelfietsroutes, conform de nota Nijmegen Duurzaam Bereikbaar. Het oostelijk RijnWaalpad, van Waalbrug via Lent naar Ressen is afgerond. Dit is een nieuwe regionale fietsverbinding. Ook het Notenlaantje (Laauwik), de Visveldsestraat, het fietspad door de Landschapszone en de over de Zwarte weg zijn onderdeel van de snelfietsroute. De voorbereiding en aanbesteding voor de nieuwe fietsbrug over de Graaf Alardsingel is afgerond, we kregen daarvoor een aanvullende cofinancierings‐toezegging van ruim € 1,1 miljoen euro. Het project is gereed voor openstelling van stadsbrug De Oversteek. Het RijnWaalpad is een voorbeeldproject met landelijke exposure en een rijksbijdrage van 5 miljoen euro. Langs de St. Annastraat hebben wij in het kader van de snelfietsroute Nijmegen‐ Malden twee kilometer fietsstraat aangelegd. Aan de snelfietsroute Nijmegen‐Beuningen, onderdeel van ons coalitieakkoord is 2,7 kilometer nieuwe, comfortabele fietsroute toegevoegd. Veel energie hebben we gestoken in het nieuwe fietstransferium naast het station, onderdeel van het plan Doornroosje. Daar komen zo’n 3500‐4000 fietsenparkeerplaatsen, Prorail draagt € 2,25 miljoen bij aan het project en de Stadsregio naar verwachting zo’n € 1,5 miljoen. Wij hebben extra bewaakte fietsenstallingen in het centrum gerealiseerd tijdens de piekmomenten. Indicatoren Vergroten bereikbaarheid en doorstroming 1.1 Gemiddelde reistijd tijdens de spits (tussen haakjes:variatie in reistijd) in minuten (*) 1.1a Knooppunt Ressen ‐ Keizer Karelplein
Realisatie 2011
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
12 (4)
12 (4)
12 (5)
1.1b Keizer Karelplein ‐ Knooppunt Ressen
9 (1)
9 (1)
9 (2)
1.1c Keizer Karelplein ‐ Goffert
6 (1)
6 (1)
6 (1)
1.1d Goffert ‐ Keizer Karelplein
6 (2)
6 (2)
7 (2)
1.1e Goffert ‐ knooppunt Neerbosch
6 (1)
6 (1)
6 (3)
1.1f knooppunt Neerbosch ‐ Goffert
5 (1)
5 (1)
5 (4)
1.1g Goffert ‐ knooppunt Lindenholt
7 (1)
7 (1)
7 (1)
1.1h knooppunt Lindenholt ‐ Goffert
6 (1)
6 (1)
6 (1)
5,9
onbekend
1.2 Waardering bezoekers bereikbaarheid van de stad (**)
Bestuursagenda Kwaliteit, kwantiteit en gebruik parkeervoorzieningen
Realisatie 2011
2.1 Parkeeraanbod Centrum (1.1)
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
2.1a Straatparkeren (1.1)
3.400
3.200 (1.4)
3.200 (1.4)
2.1b Garageparkeren (1.1)
2.400
2.160 (1.6)
2.400 (1.6)
2.1c Transferia
550 (1.11)
550 (1.11)
2.2 Piekbezettingsgraad Centrum (2.1)
2.2a Straatparkeren (2.2)
74%
74%
1.381
1.200 (2.4)
1.010 (2.4)
95%
2.3a Kortparkeren
80%
94%
95%
2.3b Inclusief vergunningen
92%
94%
95%
n.t.b.
5,6
onbekend
2.2b Garageparkeren (2.3) 2.3 Betalingsgraad (3.1)
2.4 Tevredenheid parkeren (4)
verkeersveiligheid
Realisatie 2011
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
3.1 Aantal doden in het verkeer (*)
n.t.b.
3
5
3.2 Aantal ongevallen met ziekenhuisopname
n.t.b.
59
onbekend
Stimuleren deelname openbaar vervoer
Realisatie 2011
4.1 Aandeel OV in woon‐werkverkeer (1)
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
4%
4%
4%
4.2b Aandeel OV binnenstadsbezoek (2)
21% (2010)
22%
22%
4.2c Tevredenheid openbaar vervoer (3)
83%
90%
niet bekend
4.2a Binnen Nijmegen (2)
Stimuleren fietsgebruik
Realisatie 2011
5.1. Aandeel fiets in woon‐werkverkeer in de stad (1)
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
64%
onbekend
5.2 Aandeel fiets in het binnenstadbezoek (2)
61%
onbekend
5.3 Waardering bereikbaarheid fiets (3)
7,8
onbekend
5.4 Waardering fietsstalling (4)
6,9
onbekend
71
Bestuursagenda Financiën Programma mobiliteit x € 1.000 Financiële lasten per product Openbaar vervoer Parkeren + regulering Verkeer Totaal lasten programma Financiële baten per product Openbaar vervoer Parkeren + regulering Verkeer Totaal baten programma Totaal programma
Begroting primitief 2012 2.521 12.161 1.810 16.492 1.030 15.251 0 16.281 211
Begroting dynamisch 2012 2.209 11.759 2.250 16.218 1.170 13.532 110 14.812 1.406
Rekening 2012 2.189 11.691 2.360 16.240 1.178 13.081 221 14.480 1.760
Verschil Bdyn ‐ rek 20 68 ‐110 ‐22 7 ‐451 111 ‐332 ‐354
Voor en na eerste winstbestemming x € 1.000
Voor bestemming
298
Mutatie reserve
1.493
1.847
‐354
STORTING F022 Saldireserve F047 Reserve parkeerbijdrage Totaal storting
313 100 413
313 100 413
313 100 413
0 0 0
500 500
500 500
500 500
0 0
‐87
‐87
‐87
0
211
1.406
1.760
‐354
ONTTREKKING F022 Saldireserve Totaal onttrekking
Totaal mutatie reserve
Saldo na eerste winstbestemming
Het nadeel wordt veroorzaakt door achterblijvende opbrengsten parkeerautomaten en kassa’s van € 3,8 ton. In de najaarsnota 2012 hebben we al een tegenvaller op de parkeerinkomsten van € 1,7 miljoen. geboekt. In deze nota hebben we gewaarschuwd voor een hoger tekort. We hebben aangegeven dat de inkomsten in de maand september nog geen stijgende lijn vertoonden waardoor het nadeel mogelijk hoger zou uitvallen. Ook in het laatste kwartaal van 2012 zijn de parkeeropbrengsten bij de begroting achtergebleven. Achterblijvende opbrengsten van de Keizer Karel garage en de voortdurende effecten van de crisis zorgen voor het extra tekort.
ONDERWIJS
Bestuursagenda Wij werken in de stad samen met ouders, schoolbesturen en instellingen aan goede opvang‐ en onderwijsvoorzieningen. We bevorderen de ontwikkeling en ontplooiing van talenten van Nijmeegse kinderen, bijvoorbeeld door kinderen en jongeren met leerachterstanden extra te ondersteunen op het gebied van taal. Brede Scholen bieden extra activiteiten voor kinderen en ouders op het gebied van cultuur, sport, opvoedingsondersteuning en zorg. Voor jonge kinderen met lage startkansen zorgen we voor extra taalstimulering die doorloopt van voorschool tot vroegschool. Samen met de schoolbesturen voortgezet onderwijs en ROC voorkomen we schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten zoveel mogelijk. We handhaven de leerplicht en hebben zorg voor risicoleerlingen en overbelaste leerlingen. Jongeren zonder startkwalificatie plaatsen we zoveel mogelijk terug in het reguliere onderwijs en waar dat niet mogelijk is bieden we hen een aangepast onderwijsprogramma op het Flex College. Samen met het programma Zorg en Welzijn leveren we een bijdrage aan de zorgstructuur op de scholen. Volwassenen met een laag opleidingsniveau krijgen de mogelijkheid om alsnog een diploma te behalen in het volwassenenonderwijs. Wat hebben we bereikt? Op diverse plaatsen in de stad zijn (her)ontwikkelingsprojecten van schoolgebouwen in gang gezet. De Talita Koemi‐school aan de Burgemeester Daleslaan is in gebruik genomen. Vervangende nieuwbouw van de Prins Mauritsschool in Zwanenveld is gestart, evenals de nieuwbouw van het Montessoricollege op de Kwakkenberg. De opname van twee locaties van Aquamarijn in het Voorzieningenhart Waterkwartier is voorbereid. Het Flexcollege is verhuisd naar de Streekweg, Kristallis huurt de voormalige locatie van het Flexcollege aan de Hatertseweg. In Nijmegen Noord is de nieuwbouw van het Citadel College gereedgekomen. We deden een haalbaarheidsonderzoek en een locatiestudie voor de nieuwbouw van een basisschool in Lent‐Oost. Met de schoolbesturen is een monitor doordecentralisatie gerealiseerd, die als opmaat dient voor de evaluatie in 2013. We hebben de omvorming van het peuterspeelzaalwerk in gang gezet. Per 1 januari 2013 starten de peuterarrangementen en op 1 augustus op zestien locaties het vernieuwde beleid in voor‐ en vroegschoolse educatie (VVE). We hebben onze kwantitatieve doelstelling gerealiseerd en de onderwijsinspectie heeft de kwaliteit van onze VVE‐ locaties als voldoende beoordeeld. We hebben stappen genomen om meer peuters te bereiken, het aantal is nu met 476 iets onder onze ambitie. Daarnaast is gewerkt aan kwaliteitsconvenant tussen alle kinderopvanginstellingen en de gemeente Nijmegen. In het basisonderwijs krijgen 185 kinderen extra taalstimulering met een schakelklas, in het voortgezet onderwijs zitten tussen de 80 en 100 kinderen in de Internationale Schakelklas (ISK) aan de Akkerlaan. De afgesproken prestatie van tweehonderd kinderen wordt dus ruim behaald. De uitvoering van het beleid gemengde scholen hebben we verbeterd, de overdracht van een aantal uitvoerende taken naar de schoolbesturen is in gang gezet. Het aantal brede scholen is conform de planning. De stuurgroep Brede Scholen heeft een projectplan vastgesteld, we streven naar 25 brede scholen in 2015. Het ministerie van SZW en OCW heeft ons uitgekozen om samen met Zaanstad en Wijchen mee te doen aan de pilot Gemeente Brede Dag Arrangementen. We krijgen ondersteuning bij de uitvoering, landelijke PR en hulp bij het oplossen van knelpunten. Via het bestuursakkoord G33 hebben we middelen van het rijk ontvangen voor het verbeteren van kwaliteit van voor‐ en vroegschoolse educatie en het uitbreiden van het aantal schakelklassen. Het voorlichtingsproject over seksuele diversiteit is geëvalueerd. School's Out heeft succesvol gewerkt en wordt voor de komende drie jaar voortgezet. De tolerantie onder scholieren ten opzichte van holebi’s is duidelijk toegenomen, zo blijkt uit het E‐movo onderzoek onder jongeren. Het afgelopen jaar hebben wij ons ingezet om samen met de onderwijsinstellingen in het voortgezet onderwjis en het MBO een nieuw convenant met het Rijk af te sluiten voor continuering van de aanpak voortijdig schoolverlaten (VSV) in de periode 2012‐2015. Met positief resultaat, de middelen zijn verkregen. 73
Bestuursagenda We hebben afspraken gemaakt over maatwerktrajecten voor jongeren om hen in staat te stellen een diploma te halen en te voorkomen dat zij zonder startkwalificatie de school verlaten. Met onze VSV‐monitor kunnen we meer systematisch zicht krijgen op de problematiek en beter bijsturen. Het Flex College biedt een belangrijke meerwaarde in de strijd tegen voortijdige schooluitval.De subsidie voor het samenwerkingsverband VO‐ROC kan verder omlaag, de scholen ontvangen een structurele vergoeding voor Plusvoorzieningen waarmee de subsidie verrekend kan gaan worden. Vanuit het jongerenloket hebben wij ons ingezet om voortijdige schoolverlaters weer naar de opleiding te krijgen of aan het werk. In de week van de alfabetisering heeft het ROC Nijmegen samen met de gemeente en andere partners diverse activiteiten georganiseerd. Wij zijn begonnen aan een plan van aanpak voor laaggeletterdheid. De formatie van het bureau Leerplicht is op peil gebracht en we hebben de efficiëntie verhoogd. Wij voldoen aan de minimale eisen van de Ingradonorm, maar zien dat de druk op het bureau stijgt door het fors toenemende aantal meldingen. Bureau Leerplicht heeft de samenwerking met de scholen verder ontwikkeld, o.a. met het opstellen van verzuimprotocollen. Indicatoren Zorgplicht onderwijshuisvesting
Realisatie 2011
1.1 Aantal huisvestingsvergoedingen aan schoolbesturen 1.2 % leerlingen met doordecentralisatie
Doelstelling2012
Realisatie 2012
13
13
13
98,5%
92,3%
91,8%
1.3 Aantal gerealiseerde nieuwbouwscholen die zijn doorgedecentraliseerd
1
3
3
1.4 Aantal gerealiseerde nieuwbouwscholen in Nijmegen‐Noord
0
0
1
1.5 Aantal uitbreidingen/renovaties
1
0
0
Ontwikkelingskansen
Realisatie 2011
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
2.1 Aantal peuters van 2 en 3 jaar dat deelneemt aan vve
369
500
476
2.2 % 2/3 jarigen op kindercentra
85%
85%
nnb
2.3 Totaal aantal kinderen schakelklas
205
200
265
12
12
12
2.5 Cursisten volwasseneneducatie
600
700
641
2.6 % leerlingen naar dichtbije basisschool
70%
80%
69%
2.7 Bereik voorlichting seksuele diversiteit
50%
75%
2.4 Aantal brede scholen
Voortijdig schoolverlaten 3.1 % VSVers in het VO 3.2 % VSVers op het MBO
Realisatie 2011
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
1,2%
1,2%
1,2%
12,3%
9,9%
2,3%
Leerlingenvervoer
Realisatie 2011
4.1 Aantal aanvragen leerlingenvervoer 4.2 % ouders dat een klacht indient 4.3 Aantal gegronde bezwaren 4.4 Klanttevredenheid
Financiën
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
650
800
7,4%
10%
10
5
89%
95%
Bestuursagenda Programma Onderwijs x € 1.000 Financiële lasten per product Zorgplicht onderwijshuisvesting Stimuleren ontwikkelingskansen Bestrijden voortijdig schoolverlaten Totaal lasten programma Financiële baten per product Zorgplicht onderwijshuisvesting Stimuleren ontwikkelingskansen Bestrijden voortijdig schoolverlaten Totaal baten programma Totaal programma
Begroting primitief 2012 17.061 12.972 2.554 32.587 55 3.767 1.106 4.928 27.659
Begroting dynamisch 2012 17.507 13.859 2.555 33.922 55 4.722 1.132 5.909 28.013
Rekening 2012 17.518 12.866 2.535 32.919 68 3.743 1.130 4.941 27.978
Verschil Bdyn ‐ rek ‐11 993 20 1.003 14 ‐979 ‐2 ‐967 35
Voor en na eerste winstbestemming x € 1.000
Voor bestemming
27.743
Mutatie reserve
28.097
28.062
35
ONTTREKKING F022 Saldireserve F029 Reserve onderwijshuisvesting Totaal onttrekking
40 44 84
40 44 84
40 44 84
0 0 0
‐84
‐84
‐84
0
27.659
28.013
27.978
35
Totaal mutatie reserve
Saldo na eerste winstbestemming
75
. .
4. Paragrafen
Investeringen
4.1 Investeringen Investeringen
Investeringen en planexploitaties is het vehikel waarmee in de stad verandering, verbetering en vernieuwing kan worden gecreëerd. Het is praktijk dat in de gemeentelijke planexploitaties ook investeringen worden uitgevoerd. Wanneer een gebied ontwikkeld wordt, zijn daar ook vaak investeringen mee gemoeid en deze worden dan meegenomen in de totale uitvoering. Investeringen die in 2012 via de uitvoering planexploitaties lopen, zijn Station Lent en de Fietstunnels (Waalsprong), Noord‐Oost Kanaalhavens ofwel de ventweg (planexploitatie Stadsbrug), het Voorzieningenhart Waterkwartier en Doornroosje. Vaak worden deze investeringen pas bij gereedkomen met het krediet verrekend, zodat pas aan het eind van de bouwperiode het budget in één keer wordt afgerekend en de investering overgedragen wordt naar de reguliere stadsbegroting. De Keizer Karelgarage was opgenomen in een planexploitatie en was niet als afzonderlijk krediet gevoteerd. Wel is bij raadsbesluit van 27 mei 2008 de planexploitatie waarin de Keizer Karelgarage was opgenomen vastgesteld. In juli 2012 is deze garage feestelijk opgeleverd en ondergebracht bij Programma Mobiliteit. Grotere investeringen die via de afdeling Vastgoed worden uitgevoerd zijn de Brandweerkazerne Noord, de Sporthal Citadel, Sportpark Brakkenstein en aanpassingen aan wijkcentrum Hatert. De eerste twee zijn zo goed als afgerond en het overschot op de Sporthal Citadel blijft beschikbaar voor binnensportaccommodaties. Dit betreft aanpassingen in bestaande accommodaties Jan Massinkhal, sporthal Neerbosch‐Oost, de Horstacker en de Ark van Oost. De wat kleinere investeringen betroffen aanpassingen in het gemeentelijk vastgoed en sportaccommodaties. Andere investeringen waren onder meer de vervanging van de parkeerapparatuur, het selectieve toegangssysteem voor de binnenstad, het afhandelen van het project ringstraten, de start van het vervangen van de damwand Waalkade, baggeren van de havens, investeringen in woonomgevingsverbetering, bedrijfsinvesteringen en het gemeentelijk rioleringsplan.
77
Investeringen programma
Krediet ten behoeve van investering
1021 Wonen 1023 Groen & Water 1032 Grondbeleid 1041 Economie & Toerisme 1043 Fac. Diensten 1051 Zorg & Welzijn 1052 Sport 1063 Wijken 1071 Cultuur 1072 Mobiliteit
Masterplan Oude Stad Park West‐ Noordelijk deel Valkhofpark/Hunnerpark Landschapsontwikkelingsplan Park Lingezegen Goffertpark Woonomgevingverbeteringen Gemeentelijk Rioleringsplan Station Lent Noord‐Oost Kanaalhavens Waalkade
477 1.201 1.658 600 2.423 300 467 20.913 3.000 2.000 12.488
0 1.279 1.685 416 2.192 0 1.000 665
Opknappen Ringstraten Baggeren Havens Brandweerkazerne Noord Sportpark Brakkenstein Vastgoed Gemeentelijk Accomodaties Centra Jeugd en Gezin Nieuw Zwembad Oost Ondersteuning Quick Sporthal Citadel VZH Waterkwartier Wijkcentrum Heseveld Actieplan Hatert Nieuwbouw Doornroosje Keizer Karel Podia Ophogen Bushaltes Rondje Heijendaal Selectief Toegangssysteem HOV Doorsteek Visveld P+R Waalsprinter Fietstunnels Waalsprong Groene Route Fiets Parkeren vervangingsinvesteringen Keizer Karel Garage Aanpassen schoolgebouwen Basisschool Visveld Bedrijfsinvesteringen diversen Bedrijfsinvesteringen Brandweer Bedrijfsinvesteringen Kwaliteitsplan
1.573 2.700 3.600 2.100 1.909 750 405 8.300 1.000 6.000 4.000 40 1.250 12.537 1.500 163 1.165 756 2.172 35 700 7.318 3.000 6.852 4.445
1073 Onderwijs Bedrijfsinvesteringen Eindtotaal
Totaal Krediet
Uitgaven vorige jaren
Realisatie 2012
Nog te ontvangen (subidies/ bijdragen)
Nog beschikbaar Budget 2013 ‐ 2016
Vrijval
0 0 3 154 35 19 496 3.941 0 0 1.013
‐78 0 0 ‐222 0 0
477 0 1.652 29 419 281 16.971 3.000 1.000 10.810
0 0 0 0 0 0 0
1.602 ‐10 1.603 959 0 0 15 8.064 31 846 582 0 53 47 n.v.t. 975 1.969 372 1.960 139 999 602 0 7.636 3.076
‐294 85 1.692 1.118 1.484 753 263 81 623 3.931 10 0 634 0 5 ‐666 ‐989 444 29 25 ‐146 713 ‐15 89 577
0 0 ‐331 ‐47 0 ‐906 ‐186 ‐395 ‐763 ‐1.300 0
0 2.625 303 0 425 0 0 154 345 223 3.398 0 563 12.490 1.495 185 0 0 723 315 242 6.765 3.015 448 734
265 0 0 22 0 0 125 0 0 0 0 40 0 0 0 0 0 ‐56 0 0 0 0 0 0 56
0 6.142 5.500 3.562 265 2.096
0 6.128 0
22.500 28 0 1.425 144 378
0
0 0 5.500 1.486 1.199
0 2 0 22 142 0
137.362
44.885
40.582
‐4.228
77.272
618
Lokale heffingen Lokale heffingen
4.2 Lokale heffingen Deze paragraaf bevat informatie op hoofdlijnen over het gevoerde beleid en wat dit voor de lokale belastingplichtige betekende. Per belastingsoort is er een opgave van gerealiseerde opbrengsten welke worden afgezet tegen de raming in de Stadsbegroting 2012‐2015. Daarnaast geven wij informatie over het gevoerde kwijtscheldingsbeleid.
DE WOONLASTEN Het Coelo (Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden) heeft in 2012 een overzicht Kerngegevens Belastingen Grote Gemeenten uitgebracht, waarin de woonlasten van 35 grote gemeenten in kaart zijn gebracht en zijn vergeleken. Onder woonlasten werd in dit verband verstaan de OZB van een woning met een gemiddelde WOZ‐waarde en Rioolheffing en Reinigingsheffing op basis van een meerpersoonshuishouden. Op basis van de Coelo overzichten hebben wij de duurste en goedkoopste gemeenten van de afgelopen jaren naast elkaar gezet. Ook geven wij aan wat de plaats van Nijmegen op de ranglijst is en wat onze woonlasten in het betreffende jaar zijn. COELO OVERZICHT GEMIDDELDE WOONLASTEN GROTE GEMEENTEN 2009‐2012 Duurste gemeente Emmen Groningen Utrecht Zaanstad Nijmegen Rangorde
2009 €718 €638 (14)
2010 € 698 € 594 (28)
2009 € 473
2010 € 480
2011 € 731 €626 (25)
2012 € 769 €654 (22)
Goedkoopste gemeente Alkmaar
2011 € 526
2012 € 542
Woningen Voor eigenaren van woningen stond Nijmegen in 2012 bij de woonlasten landelijk gezien op de 22e plaats van boven met € 654,03 aan woonlasten. Dit betekent dat er 21 steden duurder zijn. Gemiddeld bedroegen de woonlasten in de grote gemeenten € 659. Dat is 2,3 procent (15 euro) meer dan het jaar er voor. Met onze woonlasten zaten we hiermee onder het landelijk gemiddelde. Voor gebruikers van woningen, de huurders, stond Nijmegen qua woonlasten op de laatste plaats van de 35 onderzochte gemeenten. Dit komt doordat we, ondanks de verhoging van de kostendekkendheid, een laag tarief Afvalstoffenheffing hadden in 2012. Bedrijven Het Coelo heeft voor eigenaren van bedrijven onderzoek gedaan naar de hoogte van het OZB‐tarief eigenaar en gebruiker en naar het tarief Rioolheffing. Omdat de heffingsgrondslag van Rioolheffing tussen de verschillende steden erg verschillend is, heeft Coelo geen overzicht van de rangorde tussen de steden onderling gegeven. Uit het OZB overzicht 2012 blijkt dat Nijmegen ‐ net als in 2011 ‐ voor eigenaren van niet‐woningen met 0,40590% het hoogste OZB‐tarief had. Sittard Geleen stond‐ ook net als in 2011 ‐op de 2e plaats. Voor gebruikers van niet‐woningen had Leiden met 0,35128% ‐ evenals als het jaar er voor ‐ het hoogste tarief en stond Nijmegen op de 2e plaats. Meer informatie over het Coelo‐overzicht 2012 is terug te vinden op www.coelo.nl. Onderstaand behandelen we de woonlasten per belastingsoort.
79
Lokale heffingen Onroerende zaakbelasting De OZB wordt conform wetgeving opgelegd naar een percentage van de WOZ waarde. Voor de WOZ waarde wordt de waardepeildatum van 1 januari van het jaar voorafgaand aan het belastingjaar gehanteerd. Voor belastingjaar 2012 is deze peildatum dus 1 januari 2011. Voor de op te leggen aanslag OZB is de situatie op 1 januari van het betreffende belastingjaar bepalend. In het kader van de herwaardering WOZ 2012 zijn er 88.751 WOZ‐beschikkingen afgegeven. Naar aanleiding van deze beschikkingen zijn er 3096 WOZ bezwaarschriften binnengekomen. Procentueel uitgedrukt is er tegen 3,49% van de opgelegde beschikkingen bezwaar ingediend. Van deze bezwaren is 27,65% geheel of gedeeltelijk gegrond verklaard. Wij zijn in staat geweest om 97,8% van de WOZ bezwaren in 2012 af te handelen. Van de nog niet afgedane bezwaren was de wettelijke termijn op 31 december 2012 nog niet verlopen, loopt er nog een beroepsprocedure of is in overleg met de belanghebbende besloten het bezwaar aan te houden. De Waarderingskamer heeft aan ons op 27 december 2011 een goedkeurende verklaring afgegeven, met het predicaat goed (=hoogste score), zodat de waardebeschikkingen over het belastingjaar 2012 afgegeven konden worden. Opbrengst OZB Raming Stadsbegroting 2012‐2015 Begrotingsbehandeling Primitieve begroting 2012 Voorjaarsnota 2012 Najaarsnota 2012 Dynamische Begroting Meeropbrengst in stadsrekening 2012 Opbrengst OZB in stadsrekening 2012
Bedragen x €1.000 59.058 ‐ 59.058 ‐ 400 59.458 504 59.962
Bij de najaarsmelding hebben we ten aanzien van de OZB 2012 een meeropbrengst van €400.000 gemeld, te weten een saldo van een negatief effect van €300.000 op de OZB woningen 2012 en een positief effect ad €700.000 op de OZB niet woningen 2012. Rioolheffing Binnen onze gemeente is de rioolheffing voor woningen en niet‐woningen een eigenaarheffing. Rioolheffing wordt opgelegd als percentage van de WOZ waarde (tarief 2012 0,0640%). Daarnaast hanteren we een aftoppingsgrens van € 3 miljoen. Dit betekent dat aan rioolheffing per object maximaal €1.920 is opgelegd. Het aantal objecten in 2012 boven de aftoppingsgrens bedroeg 222. Rioolheffing mag maximaal kostendekkend zijn. Kostendekkend betekent dat de opbrengsten de kosten niet mogen overstijgen. Voor 2012 is het tarief rioolheffing licht gedaald. Het tarief Rioolheffing is tot stand gekomen door een combinatie van een herberekening van het GRP en veranderende WOZ‐waarden. De herberekening van het GRP is het gevolg van naar beneden bijgestelde rentelasten en van het feit dat 1/5e deel van de veegkosten doorbelast wordt aan Rioolheffing. De herberekening betreft nadrukkelijk geen inhoudelijke wijziging van het rioleringsbeleid. Op 14 oktober 2009 heeft de gemeenteraad het Gemeentelijk Rioleringsplan Nijmegen 2010‐2016 vastgesteld. Dit plan geeft invulling aan de wettelijke gemeentelijk zorgplichten voor afvalwater, hemelwater en grondwater(overlast). Het GRP beschrijft welke activiteiten en hoeveel geld en personeel nodig zijn om deze zorgplichten uit te voeren. Opbrengst Rioolheffing Raming Stadsbegroting 2012‐2015 Begrotingsbehandeling
Bedragen x €1.000 11.501 ‐
Lokale heffingen Primitieve begroting 2012 Voorjaarsnota 2012 Najaarsnota 2012 Dynamische Begroting Minder opbrengst in stadsrekening 2012 Opbrengst Rioolheffing in stadsrekening 2012
11.501 ‐ ‐ 11.501 ‐71 11.430
Afvalstoffenheffing Voor afvalstoffenheffing hanteren wij een gedifferentieerd tarief voor één‐ en meerpersoonshuishoudens. Naast de afvalstoffenheffing kennen wij een tarief voor de groene vuilniszak. Dat tarief was in 2012 € 0,71 per stuk. Sinds 2010 wordt plastic afval apart ingezameld. Dit in het kader van hergebruik van plastic verpakkingsmateriaal. De verstrekking van de zakken voor inzameling van plastic afval is gratis. De kostendekkendheid van de Afvalstoffenheffing is in 2012 verhoogd. Zowel het tarief voor de gebruiker van een pand als het tarief van de groene zak is met meer dan de 2,1% inflatiecorrectie verhoogd. Dit volgens de uitgangspunten zoals in het Coalitieakkoord en de Perspectiefnota verwoord. De afvalstoffenheffing heeft door de stijging van het tarief in 2012 en van de kosten van de groene zak een kostendekkendheidspercentage van 46% bereikt.
In de onderstaande tabel geven wij de geraamde kosten en opbrengsten in hoofdlijnen weer. Opbrengst Afvalstoffenheffing
Bedragen x €1.000
81
Lokale heffingen Raming Stadsbegroting 2012‐2015 Begrotingsbehandeling Primitieve begroting 2012 Voorjaarsnota 2012 Najaarsnota 2012 Dynamische Begroting Meeropbrengst in stadsrekening 2012 Opbrengst Afvalstoffenheffing stadsrekening 2012
5.307 ‐ 5.307 74 ‐200 5.181 65 5.246
Parkeerbelasting Parkeerbelasting wordt geheven in het kader van regulering van parkeren. De gemeentelijke parkeerinkomsten bestaan uit Parkeerbelastingopbrengsten en Privaatrechtelijke opbrengsten. Privaatrechtelijke opbrengsten zijn vooral de opbrengsten die gegenereerd worden op afgesloten parkeerterreinen en parkeergarages. Onze parkeerbelastingverordening maakt onderscheid tussen kort parkeren, parkeervergunningen en naheffingsaanslagen. De tarieven zijn in 2012 vooruitlopend op de nieuwe Parkeervisie met meer dan de inflatiecorrectie verhoogd. Dit was om het tekort in de Perspectiefnota van €440.000 op te vangen. Het tekort werd enerzijds veroorzaakt door de beleidswijziging ten aanzien van zakelijke parkeervergunningen in 2009 (€260.000) en anderzijds door eerder niet doorgevoerde inflatiecorrecties (€180.000). De tarieven voor bewonersvergunningen, zakelijke vergunningen en abonnementen zijn in 2012 gestegen met een percentage dat ongeveer gelijk is aan de gemeentelijke indexatie. Daarnaast is de Keizer Karelgarage geopend in 2012. Precariobelasting Precariobelasting wordt in rekening gebracht bij degene die bepaalde voorwerpen op, onder of boven de voor openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft. De grondslag is het aantal vierkante meters dat in gebruik is. Het aantal vierkante meters maal het tarief bepaalt de te innen belasting. De opbrengst precariobelasting is onder andere afhankelijk van het aantal evenementen dat plaats vindt. Ook wordt precario geheven over het gebruik van gemeentegrond door bijvoorbeeld aannemers bij bouwactiviteiten en het gebruik van terrassen op gemeentegrond. In 2011 is een beleidswijziging toegepast voor niet culturele commerciële evenementen in de openbare ruimte. In overleg met een aantal organisatoren is besloten dat het aan hen verhuren van een terrein een betere optie is dan het heffen van precariobelasting. Het geeft partijen meer financiële zekerheid en meer flexibiliteit. In 2012 hebben we dit geraamd op € 11.000 aan inkomsten. In 2012 was de verhuuropbrengst € 9.000. Hondenbelasting Hondenbelasting is een algemene belasting voor het houden van 1 of meer honden. Er hoeft dus geen relatie te bestaan tussen de kosten van bijvoorbeeld uitlaatplaatsen of perceptiekosten en de opbrengst. De grondslag is het aantal honden dat een houder heeft. Bij het vaststellen van de hondenbelasting wordt een progressief tarief gehanteerd. Marktgelden De marktgeldverordening is gekoppeld aan de Marktverordening, waarin is opgenomen welke terreinen zijn aangewezen voor het houden van markten. De Marktgeldverordening regelt dat de gebruiker van die terreinen een recht verschuldigd is gedurende de uren dat er markt is. Toeristenbelasting
Lokale heffingen Toeristenbelasting kan worden geheven indien er binnen de gemeente verblijf gehouden wordt door personen die niet als inwoner In de gemeentelijke basisadministratie van de gemeente zijn ingeschreven. Overige leges en rechten Uitgangspunt in onze gemeente is dat de leges, rechten en tarieven maximaal kostendekkend zijn. Dit wil zeggen dat de op de belastingplichtige te verhalen kosten in de tarieven dienen te worden opgenomen. Hiertoe wordt de gemeentelijke richtlijn Kostentoerekening leges en tarieven gehanteerd. Onze tarieven worden planmatig aan de hand van deze richtlijn getoetst. In 2012 is er een Projectgroep kostentoerekening Leges opgestart. Deze projectgroep beoogt ‐ mede op advies van de VNG ‐ de kostendekkendheid van alle gemeentelijke leges transparant te maken. Nijmegen kent een vijftal verordeningen waarbij de regel geldt dat de geraamde baten niet hoger mogen zijn dan de geraamde kosten. Dit zijn de verordeningen rioolheffing, marktgelden, leges, scheepvaartrechten en de reinigingsheffing. In 2010 is de wet Wabo (Wet Algemene bepalingen omgevingsrecht) in werking getreden. Deze regeling beperkt de mogelijkheid van kruissubsidiëring en speelt met name een rol bij de legesverordening. In die verordening zijn tarieven opgenomen van allerlei verschillende soorten diensten. Totaaloverzicht belastingopbrengsten 2012 Bedragen x € 1.000.000 Onroerendzaakbelasting Rioolrecht Parkeergelden Leges bouwvergunningen* Afvalstoffenheffing Leges burgerzaken Opbrengst groene zakken Hondenbelasting Parkeerboetes Precariobelasting Reinigingsrecht bedrijven Scheepvaartrechten Marktgelden** Toeristenbelasting Overige leges*** Totaal
Begroot SB 2012‐2015 59,1 11,5 13,1 4,8 5,3 2,1 1,9 1,1 1,2 0,5 0,6 0,6 0,3 0,3 1,6 104,0
Begroot dynamisch 59,5 11,5 12,1 4,7 5,2 2,1 2,2 1,1 1,1 0,6 0,6 0,2 0,3 0,3 1,4 102,9
Opbrengst 2012 60,0 11,4 11,8 3,6 5,2 2,1 2,3 1,1 1,0 0,6 0,6 0,1 0,2 0,3 1,3 101,6
* Minder bouwleges. Dit heeft vooral te maken met een restitutie van eerder ontvangen bouwleges in verband met een ingetrokken bouwplan € 0,7 miljoen en een fiscaal compromis € 0,3 miljoen. Het overige is verklaarbaar door minder aanvragen voor grote bouwvergunningen en lagere bouwkosten. ** Lagere marktgelden. In 2012 hebben we €40.000 minder opbrengsten marktgelden gehad. Dit is hoofdzakelijk te verklaren door enerzijds de crisis en anderzijds het ontbreken van een marktterrein op Plein 44 door bouwwerkzaamheden aldaar. *** Minder overige leges dynamisch begroot dan begroot bij de Stadsbegroting. Dit is met name verklaarbaar uit de verwerkte voorjaarsmelding op programma Ruimte en Culuurhistorie met betrekking tot lagere opbrengst leges bestemmingsplannen ( € 175.000) . Kwijtschelding 83
Lokale heffingen Bij een inkomen op bijstandsniveau kon een belastingplichtige ook in 2012 onder bepaalde omstandigheden in aanmerking komen voor kwijtschelding van afvalstoffenheffing, hondenbelasting (uitsluitend voor de eerste hond) en de leges voor de aanvraag gehandicaptenparkeerkaart. De mensen die in aanmerking kwamen voor kwijtschelding afvalstoffenheffing kwamen automatisch in aanmerking voor compensatie van de kosten van de groene huisvuilzakken (meerpersoonshuishoudens € 23,30 en eenpersoonshuishoudens € 11,25). Voor kwijtschelding afvalstoffenheffing en de compensatieregeling is in de Stadsbegroting 2012‐2015 een bedrag van in totaal €573.000 begroot. De kosten hiervan bedroegen in 2012 € 560.000. Voor de kwijtschelding van de hondenbelasting (uitsluitend kwijtschelding voor de eerste hond) is een bedrag begroot van € 110.000. De kosten voor kwijtschelding hondenbelasting bedroegen in 2012 € 95.000.
Bedrijfsvoering
4.3 Bedrijfsvoering Bedrijfsvoering Bedrijfsvoering
HET COALITIEAKKOORD 2010‐2014 WERKEN AAN EEN DUURZAME TOEKOMST Ons College gaat uit van een duurzaam, sociaal en economisch sterk Nijmegen, een stad waarin het prettig wonen en werken is, waarin we bewoners ondersteunen op weg naar zelfredzaamheid en er aandacht is voor mensen met minder kansen. Een stad, die economisch sterk is en waarmee we de werkgelegenheid bevorderen. Deze ambities stellen hoge eisen aan de professionaliteit van de gemeentelijke organisatie: een organisatie die effectief, efficiënt, transparant, toegankelijk en aanspreekbaar functioneert. Een overheid die zich richt op haar kerntaken heeft kwalitatief hoogwaardige medewerkers nodig om de rol van regisseur in beleid en uitvoering naar behoren te kunnen vervullen. We ‘bouwen en onderhouden’ de stad met behulp van onze medewerkers. Zij vormen het ‘kapitaal’ van onze organisatie. Vaste medewerkers vormen de kern. Inhuur blijft vooral nodig voor specialismen en piekbelasting. We investeren in onze medewerkers. We zijn kritisch op de omvang van onze organisatie en treden slagvaardig op. We zoeken synergie in een goede samenwerking met onze partners. Vanuit deze visie hebben wij ervoor gekozen om de inhuur van personeel de komende jaren af te bouwen. We ontwikkelen de organisatie voortdurend verder door om blijvend antwoord te geven op de vragen en opgaven die op ons afkomen vanuit de stad en de samenleving. De hierboven genoemde vermindering van taken maakt ook een verkleining van de ondersteunende functies mogelijk. Wij gaan hierbij uit van 20% kostenvermindering gerelateerd aan de afbouw van taken in de programma’s. We presenteren ons als één organisatie en we stellen ons de volgende doelen: Het bestuur in staat stellen goed te sturen. De burger centraal stellen, zodat de resultaten ook centraal komen te staan. Een heldere en duidelijke verdeling van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden binnen de organisatie. Een zakelijke houding, gericht op verbetering van het resultaat. Een doelmatige organisatie. Het verwezenlijken van deze doelen heeft geleid tot een bestuurlijk bedrijfsvoeringkader. Organisatieontwikkeling De omgeving waarin gemeenten de komende jaren opereren is complex. Denk aan de omvangrijke en snelle decentralisatie van rijkstaken, de aanhoudende economische crisis en complexe maatschappelijke vraagstukken. Ook in onze stad staan we de komende jaren voor grote opgaven: het realiseren van de 2e stadsbrug, de dijkteruglegging, de ontwikkeling van Waalsprong en Waalfront, nieuwe taken op het gebied van de AWBZ, de Jeugdzorg en de Wet Werken naar Vermogen. Dit alles vindt plaats in combinatie met grootschalige bezuinigingen. Al deze opgaven vragen om een organisatie waarin mensen samenwerken, verantwoordelijkheid krijgen en nemen, zich snel en flexibel richten op de actuele vraagstukken in de stad, waar ruimte is voor professionele medewerkers en efficiënt wordt gewerkt. We hebben daarom onze organisatie verder doorontwikkeld om ons op deze omstandigheden en kwaliteitseisen voor te bereiden. Niet dat we het tot nu toe slecht hebben gedaan. Er is veel betrokkenheid en we zijn ‘in control’. De afgelopen jaren is er heel veel op orde gebracht. Maar we willen, moeten verder om toekomstige uitdagingen in de stad en onze organisatie goed het hoofd te kunnen bieden. Dit betekent dat we in 2012 de doorontwikkeling van de organisatie hebben voortgezet met de overstap naar een DirectieRaad; het centraliseren van de bedrijfsvoeringactiviteiten en de
85
Bedrijfsvoering opheffing van de directies. Tevens hebben we de eerste stappen gezet richting centralisatie van het projectmanagement. De focus ligt hierbij steeds op drie kernwaarden die we willen versterken in de organisatie: samenwerking, professionaliteit en kostenbewustzijn. We willen toe naar een netwerkorganisatie. Leidinggevenden hebben daarin een cruciale rol. Belangrijk is dat zij toegerust worden om deze rol optimaal te kunnen vervullen. Daarom hebben we in 2012 een leiderschapstraject in gang gezet onder de naam 'Leiderschapsestafette'. Doel is leiderschap af te stemmen op wat een moderne netwerkorganisatie vraagt. Verder hebben naar aanleiding van een sneltekenfilm over de netwerkorganisatie gesprekken op alle afdelingen plaatsgevonden. Doel is om de kernwaarden dichter bij de medewerkers te brengen. Ongeveer 60% van de medewerkers heeft nu een Insightsprofiel. In 2013 willen we dit traject afsluiten, zodat iedereen dan een Insigthsprofiel heeft. Een aantal projecten loopt momenteel waarbinnen gekeken wordt naar nauwere samenwerking tussen afdelingen, wat mogelijk kan leiden tot samenvoeging. Doelstelling Met de organisatieontwikkeling beogen we de gemeentelijke organisatie dusdanig in te richten dat de dienstverlening naar bestuur en burger optimaal verloopt. We willen in 2014 een moderne netwerkorganisatie zijn, die flexibel is en van buiten naar binnen werkt. De wensen en behoeften van de mensen die in Nijmegen wonen, werken, ondernemen en samenleven staan centraal in alles wat we doen. 4.3.1 PERSONEELSKOSTEN EN FORMATIEBEHEER In 2012 hebben de VNG en de vakbonden overeenstemming bereikt over de ambtelijke CAO voor gemeenten. De CAO ging met terugwerkende kracht in per 1 juni 2011 en liep tot 31 december 2012. Het bevatte een loonstijging van 2 keer 1% en een eenmalige uitkering in augustus. Tevens heeft er in 2012 een stijging van de pensioenpremies plaatsgevonden. Voor deze significante kostenstijging hebben we in de Voorjaarsnota 2012 €1,6 miljoen aan extra middelen ontvangen. Daarnaast is er in 2012 ook bezuinigd en als gevolg daarvan hadden we ook een risico opgenomen voor frictiekosten. Wij hadden een risico in de begroting opgenomen van frictiekosten ad € 3,75 miljoen. Als we naar de realisatie van 2012 kijken dan bedroegen de frictiekosten in 2012 € 2 miljoen. Dit nadeel hebben wij nagenoeg geheel op kunnen vangen doordat we de medewerkers loonvormend hebben kunnen laten werken voor onder meer interne werkzaamheden en projecten. Het Mobiliteitsoverleg heeft hier ook een belangrijke rol in gespeeld. Dit heeft ook een positief effect gehad op de externe inhuur van de gemeente, deze is flink gedaald in relatie tot voorgaande jaren. Voor een totaal financieel overzicht van de personeelskosten en de inhuur verwijzen wij u graag naar de financiële paragraaf alwaar dit in vergelijking tot 2011 uiteengezet is. 4.3.2 STRATEGISCH PERSONEELSBELEID Doelstelling We willen kwalitatief beter toegerust personeel, een goede werkomgeving, werkgever en een prettige werksfeer. Deze doelstellingen zullen bijdragen aan de kwaliteit van de producten en dienstverlening aan de burger. We investeren in onze medewerkers opdat zij professioneel, kostenbewust en samenwerkingsgericht handelen. In 2012 is ingezet op het organisatieveranderingstraject ‘Meeander’ en regie gevoerd op de bezuinigingen. Daarnaast hebben we om de kwaliteit te behouden en verder te ontwikkelen via onze HRM‐agenda 2012 voortgang geboekt op een aantal projecten, zoals het verder stroomlijnen van het Werving & Selectieproces en de coördinatie van onze inhuur. We hebben aandacht gehad voor opleidingen en trainingen en zijn gestart met de ontwikkeling van een nieuw functiegebouw. Omdat we fiscale risico’s lopen op het terrein
Bedrijfsvoering van onze verstrekkingen (o.a. i‐Pads/parkeervergunningen en werkkleding) is er een verstrekkingenbeleid vormgegeven en zijn we begonnen met de voorbereiding voor de invoering van de werkkostenregeling. Er is een wekelijks mobiliteitsoverleg voor onze interne vacatures en kandidaten. Tot slot leverden we een constante bijdrage aan de bezuinigingen en hebben we leidinggevenden en medewerkers ondersteund en gefaciliteerd bij de doorontwikkeling van de organisatie, waarbij we tevens aandacht besteed hebben aan het thema leiderschap, de gesprekcyclus en formatiebeheer. We hebben de digitalisering van onze werkprocessen doorgezet en aandacht besteed aan arbo en bedrijfszorg. Activiteiten Mobiliteit/werving en selectie Ook in 2012 hebben we aandacht besteed aan onze boventalligen. Wekelijks is in het mobiliteitsoverleg vraag en aanbod bij elkaar gebracht en is intern zoveel mogelijk gematcht. Eind 2012 zijn er nog 41 herschikkers. P&O medewerkers zijn verder actief geweest in diverse landelijke en regionale netwerken om functies en opdrachten uit te wisselen om de mobiliteit te vergroten. Verder is in 2012 een onderzoek gedaan naar de manier van werven door onze organisatie. De resultaten hiervan zullen in 2013 verder worden opgepakt. Inhuur Ook in 2012 is de centrale coördinatie op de inhuur van arbeid verder versterkt en zijn de criteria verder verscherpt. Aanvragen worden centraal aangemeld en afgehandeld. Hierdoor is een verdere besparing op de kosten voor inhuur gerealiseerd. Stages Vanaf 2012 vormen stages een vast onderdeel van het totale mobiliteitsbeleid en de arbeidsmarktcommunicatie. Ook dit jaar is het plaatsen van stagiaires succesvol verlopen. Volgend jaar zal er meer werk gemaakt worden van het in beeld brengen van de interne behoefte aan stageplaatsen. Leiderschap In 2012 hebben we actief ingezet op ontwikkeling van leiderschap, omdat we willen dat leidinggevenden optimaal zijn/worden toegerust voor hun rol in de netwerkorganisatie. Daarom zijn we gestart met een zogenaamde leiderschapsestafette die uit 3 rondes bestaat: 1. met elkaar definiëren van leiderschap; 2. leidinggevenden kijken in teamverband in de spiegel; 3. leidinggevenden gaan aan de slag met hun medewerkers. In dit traject gaat het niet alleen om leiderschap in de zin van het aansturen van medewerkers, maar ook over het persoonlijk leiderschap van iedere individuele medewerker. De eerste ronde heeft inmiddels geresulteerd in het document 'De Kunst van leiderschap, verzamelde inzichten vanuit gemeente Nijmegen', waarin onder andere 7 elementen van effectief leiderschap naar voren worden gebracht. Aan de estafette nemen behalve leidinggevenden ook medewerkers deel. De NijmegenSchool De NijmegenSchool heeft in 2012 de (doorontwikkeling van de) organisatie ondersteund door middel van een nadrukkelijk met de organisatie afgestemde programmering, met het accent op het motto “leren is werken en werken is leren” Gestart is met een traject voor leiderschapsontwikkeling (zie par. Leiderschap). Voortvarend is gestart met de trainingen “Inzicht met Insights”. Hiermee beogen we dat medewerkers meer inzicht krijgen in eigen en elkaars gedrag, waardoor betere samenwerking ontstaat. De leergang “Werken in complexe ruimtelijke projecten” is in 2012 verder doorgezet. Ook de regiogemeenten toonden hiervoor belangstelling. Deze samenwerking met 6 regiogemeenten is in 2012 doorgezet, wordt in 2013 gecontinueerd en uitgebreid met gemeente Ubbergen en de Veiligheidsregio. Arbo‐ en Verzuimbeleid 87
Bedrijfsvoering In 2012 heeft de eigen regie op de verzuimbegeleiding nadrukkelijk vorm gekregen. De afstemming met de ‐ voor deze aanpak – gecontracteerde interventionisten is geïntensiveerd en heeft geleid tot kortere lijnen met de leidinggevenden en P&O‐ adviseurs. Ook is er veel winst behaald in de pro‐actieve houding van de interventionisten door een duidelijk aanspreekpunt. In 2012 is de concept‐kadernota Agressie verschenen. Naar verwachting wordt deze in het eerste kwartaal 2013 vastgesteld waarmee het startschot voor de publiekscampagne “We accepteren geen agressie tegen onze burgers en ook niet tegen onze medewerkers” wordt gegeven. Er was in 2012 opnieuw een incident met Asbest en dat maakt een aanpassing van het Arbo Plan van Aanpak noodzakelijk. Tevens zijn er in 2012 pilots gehouden over een nieuwe aanpak van de RI&E. De besluitvorming hierover zal pas in 2013 plaatsvinden. Tot slot zijn er in 2012 51 werkplekonderzoeken gehouden. Arbeidsvoorwaarden en rechtspositie 2012 De agenda op het gebied van arbeidsvoorwaarden en rechtspositie in 2012 is meer bepaald door de herinrichting van de organisatie en de regionaliseringontwikkelingen dan door de arbeidsvoorwaardenregelingen in zijn algemeenheid. Zo hebben we een bijdrage geleverd aan de totstandkoming van het GSP (het sociaal statuut voor de Regionale Uitvoerings‐diensten in de provincie Gelderland). Ook de overgang van de Brandweer naar de Veiligheidsregio Gelderland Zuid per 1 januari 2013 heeft de nodige inzet gevergd. Moeizame onderhandelingen hebben weliswaar geleid tot een sectorale CAO, maar deze loopt al weer per 1 januari 2013 af. De verdergaande bezuinigingen trekken onverminderd een wissel op landelijke en lokale besprekingen over arbeidsvoorwaarden en flankerend beleid bij de inkrimping van de gemeentelijke dienst. 4.3.3 BEZUINIGINGEN Zoals gebruikelijk rapporteren we bij de jaarrekening over de feitelijke realisatie van de bezuinigingsopgaven in het voorbije jaar. Wat is van het bezuinigingsprogramma 2012 concreet ingevuld en wat kunnen we ‘gereed melden’? Hiervoor gebruiken we de volgende definitie. Een bezuiniging is in de praktijk gereed, als die volledig is ingevuld en afgewikkeld, door het nemen van inhoudelijke maatregelen, en door het op een juiste manier verwerken in de administratie, inclusief – zo nodig – het aframen van loonsom en van formatie. In de Najaarsnota hebben een melding gedaan naar de stand 1 september 2012. We meldden toen dat op die datum van de opdracht 2012 87% gereed is. Thans rapporteren we over de stand per einde jaar. Het beeld is dat de invulling in 2012 goed is verlopen. De opgave voor 2012 bedroeg in totaal € 9,2 miljoen. Bij de Voorjaarsnota hebben we een bedrag gereed gemeld van € 5,4 miljoen, in de Najaarsnota een bedrag van € 2,3 miljoen. Nu bij de Rekening komt daar nog eens € 1,3 miljoen bij. Meer precies betekent dit dat we in 2012 van de totale opgave van € 9.196.000 een bedrag van € 9.020.000 gerealiseerd hebben, of te wel 98%. Voor een gering bedrag van € 176.000 is dat in 2012 niet gelukt. We lichten dat onder toe.
Bedrijfsvoering In schema (bedragen x € 1000) Totaal van de opgaven vanaf het begin van deze raadsperiode (1‐1‐2010) tot nu aan toe, d.w.z. tot en met de besluitvorming Stadsbegroting 2013. Gerealiseerd in 2010 Gerealiseerd in 2011 Stand 1 januari 2012 GEREALISEERD 2012: Gereed in de periode 1 jan – 1 apr. 2012 (VJN) ‐ aframen loonsom/ fte ‐ overige gereed Gereed 1 april – 1 sept (NJN) ‐ aframen loonsom/ fte ‐ overige gereed Gereed 1 sept – 31 dec (Jaarrekening) ‐ aframen loonsom/ fte ‐ overige gereed Totaal gereed in 2012 Percentage gereed op 31 dec Verlies in 2012 (zie onder) Resteert = stand 31 dec 2012
Jr2012 29.141
Jr2013 37.153
Jr2014 44.272
Jr2015 47.307
Jr2016 47.807
7.808 12.138 9.195 0 5.427 300 1.996 663 634 9.020 98% 175 0
8.277 14.474 14.402 0 6.648 600 1.447 395 283 9.373 65% ‐ 5.029
8.887 17.252 18.133 0 7.849 600 1.447 395 308 10.599 58% ‐ 7.534
8.887 17.252 21.168 0 7.927 600 1.445 395 313 10.680 50% ‐ 10.488
8.887 17.252 21.668 0 7.927 600 1.445 395 313 10.680 49% ‐ 10.988
Als het gaat om het jaar 2012 kunnen we melden dat de volgende opgaven gereed zijn: nummer A‐04 A‐37 D‐05 D‐10 D‐14 D‐16 E‐04 F‐04 F‐04 F‐04 F‐04 F‐05 F‐07 F‐17 H‐01 I‐01 I‐02 I‐03 I‐04 I‐05 I‐06 I‐07 I‐09 I‐10 I‐11 I‐11 I‐12 I‐13 I‐16 I‐17 I‐18 I‐19 I‐20 I‐21 I‐22 J‐01 J‐02 L‐03 L‐05 M‐01
omschrijving Regionalisering Brandweer Ketensamenwerking soza‐cwi‐uwv Vervallen beheerskosten Heumensoord Inkomensafhankelijk. maken individuele voorzieningen. WMO Bovenwettelijke taken sport Onderhoudsniveau bestaande stad Markt‐havenmeester Inhuur‐ aandeel Stadsontwikkeling Inhuur – aandeel Stadsbeheer Inhuur – aandeel Milieu Inhuur – aandeel PMR Inhuur – aandeel W&I Inhuur – aandeel Ontwikkel bedrijf Doorontwikkeling organisatie WMO (taakmutatie Gemeentefonds) Regionale BRW – bezuiniging 2,5% regelingen BRN GHOR – bezuiniging 2,5% regelingen BRN Stadsregio KAN – bezuiniging 2,5% regelingen BRN Minder klimaat Schrappen exploitatiebudget bodemsanering RBT KAN – bezuinigingen 2,5% regelingen BRN Generieke korting niet‐geraakte subsidies Afstoten wijkaccommodaties Openingstijden wijkaccommodaties Organisatie slimmer en slanker deel 1 Organisatie slimmer en slanker deel 2 Eigen bijdrage mobiele telefoon Digitaal publiceren bekendmakingen Normering lokaal inkomensbeleid Schuldhulpverlening Wijkaanpak richten op aanpakwijken Minder cultuur Besparing afdeling onderzoek en statistiek Subsidies zelforganisaties Verlagen budget ondernemingsfonds Regionaal platform fraudebestrijding (GF) Digitaal klantdossier (GF) WMO (GF) Kwaliteit kinderopvang (GF) Inverdienpdracht hoofd Financiën Totaal 2012
Bedrag 121 700 100 600 312 1.200 35 112 18 24 242 547 173 300 1.003 23 11 13 250 54 5 280 100 100 600 40 90 50 507 255 50 250 200 50 100 223 15 99 67 101 9.020
89
Bedrijfsvoering Omdat invulling in 2012 complicaties opleverde, konden de volgende opgaven in 2012 niet worden ingevuld. Uiteraard werken we eraan om dat vanaf 2013 wel te laten gebeuren. bezuinigingsopgaven E‐05 75 Herijking evenementenbeleid M‐02 101 Inverdienopdracht hoofd JZ 176 Formatiereductie en herschikkers We monitoren ook de gevolgen van de bezuinigingen voor de ambtelijke formatie. Waar sprake is van aframing van loonsom en formatie, hebben we dat in de administratie verwerkt. We zetten de cijfers vanaf 2011 op een rij: Verwerkte formatiereductie in 2011 en 2012 als gevolg van bezuinigingen, uitgedrukt in FTE Jaar 2011 Periode 1 jan – 1 april 2012 Periode 1 april ‐ 1 sept 2012 Periode 1 sept – 31 dec 2012
Jr 2012
71,4 0 7,14 8,11 86,65
Jr2013
90,7 0 7,14 8,11 105,95
Jr2014
105,8 0 7,14 8,11 121,05
Jr2015
105,8 7,14 8,11 121,05
Jr2016
105,8 0 7,14 8,11 121,05
Frictiekosten Van frictiekosten is sprake als door bezuinigingen tijdelijk extra kosten ontstaan. Bij de afbouw van de formatie ontstaan enerzijds frictiekosten vanwege de WW‐verplichtingen bij het niet verlengen van contracten en anderzijds frictiekosten vanwege herschikkers. In de begroting is hiervoor geen specifiek budget geraamd. Beleid is erop gericht om de frictie die te maken heeft met de invulling van bezuinigingen zoveel mogelijk op te vangen binnen de bedrijfsvoeringbudgetten. Indien blijkt dat dat niet lukt, brengen we deze (meer‐)kosten achteraf ten laste van de saldireserve. Zoals eerder aangegeven nemen dit jaar ‐ onder druk van de bezuinigingen ‐ de frictiekosten toe. Een inventarisatie per 31 december geeft aan dat we dit jaar € 2,0 miljoen hebben uitgegeven aan frictiekosten. De oplossing die we bij de Najaarsnota voorzagen, blijkt in de praktijk van 2012 te hebben gewerkt. We hebben de uitgaven voor frictie kunnen opvangen binnen het totaal van de bedrijfsvoeringbudgetten. Dit is gebeurd door scherp te sturen op vacatureruimte, door herschikkers ‘rendabel’ te maken (detacheren en ten laste te brengen van projecten) en door maximaal in te zetten op een efficiënte bedrijfsvoering. Daarmee is het probleem voor 2012 opgelost. Uiteraard houden we de ontwikkelingen van de frictiekosten voor 2013 en de komende jaren scherp in de gaten. De druk op de bedrijfsvoeringsbudgetten zal zeker toenemen. Vanaf 2013 Uit het overzicht blijkt dat vanaf 2013 nog een forse opgave staat te wachten. De voorbereidingen daarvoor zijn in volle gang. Voor een belangrijk deel heeft de opgave te maken met de bezuinigingen waartoe onlangs is besloten bij de vaststelling van de Stadsbegroting 2013. In een overzicht: Resteert = stand 31 dec 2012 Hiervan: ‐ besluitvorming Stadsbegroting 2013 ‐ eerdere besluitvorming
Jr2013 5.029 2.813 2.216
Jr2014 7.534 5.181 2.353
Jr2015 10.488 7.369 3.119
Jr2016 10.988 7.866 3.122
4.3.4 INFORMATIEBELEID Het integrale Strategisch InformatieBeleid 2012‐2015 “Afmaken waarmee we begonnen zijn” is eind 2012 door ons College vastgesteld na een uitgebreide communicatieronde in de gehele gemeentelijke organisatie (bij alle managementteams, carrousel, teambijeenkomsten afdeling I&A). Met dit I‐beleid slaan we een brug tussen de ambities
Bedrijfsvoering van de publieke dienstverlening, bedrijfsvoering en de innovatieve ICT‐ontwikkelingen. De doelstellingen van het I‐beleid zijn geoperationaliseerd in ongeveer 70 geprioriteerde I‐ projecten in de projectkalender 2012‐2013. Om de doelstellingen van het I‐beleid te realiseren is een thematisch sturingsmodel ingericht dat aansluit bij de MeeAnder‐ organisatieontwikkeling. Daarbij is het lijnmanagement nadrukkelijk betrokken. Met innovatieve I‐projecten hebben we op diverse plekken de dienstverlening aan de burger en de efficiency van de werkprocessen verbeterd door deze zaakgericht en volgens (landelijke) architectuurprincipes in te richten.
Bij het proces verhuur sportaccommodaties is een innovatieve oplossing geïmplementeerd waarbij digitaal verhuur geboekt kan worden, waarna op basis hiervan bij de betreffende accommodaties elektronisch toegang verschaft kan worden.
Diverse digitaliseringprojecten (bv. KID‐Klantdossiers Inkomen Digitaliseren) zijn afgerond waardoor efficiencyvoordelen zijn behaald in de backofficeprocessen (met name in het sociale domein). Met de innovatieve 3D‐presentatie (Virtuocity) van grote gemeentelijke projecten is de communicatie hieromtrent en burgerparticipatie verbeterd. Burgerparticipatie is ook de focus van de projectgroep Dicop (Digitale Communicatie en Participatie) bij de inrichting en het beheer van de sociale media als twitter en de Nijmeegse Facebookpagina. De dienstverlening naar de burger in het kader van de wet eenmalige gegevensuitvraag is met de koppeling van diverse backofficesystemen met het centrale datadistributiesysteem verbeterd. We hebben met het herontwerp van het horecavergunningenproces de eerste stappen gezet in het concreet toepassen van het landelijke model procesarchitectuur voor gemeenten. De ervaringen die hierbij zijn opgedaan worden nu ook toegepast bij andere herontwerptrajecten.
De ICT‐infrastructuur is verder doorontwikkeld om tijd‐, plaats‐ en apparaat onafhankelijk werken verder vorm te geven. Hierdoor is de basis gelegd om Het Nieuwe (Samen)Werken zowel op het gebied van huisvesting als op het gebied van de organisatieontwikkeling (MeeAnder) te realiseren. Ook de uitrol van “mobiel tenzij” is afgerond waarmee ook deze stap met betrekking tot het tijd‐, plaats‐ en apparaat onafhankelijk werken is gerealiseerd. Met de afronding van de business case van de regionale ICT‐samenwerking en de besluitvorming daaromtrent is de opdracht verstrekt voor het opstellen van een bedrijfsplan ICT‐Rijk van Nijmegen. Het projectplan hiervoor is eind 2012 goedgekeurd. In het kader van de MeeAnder‐organisatieontwikkeling zijn alle I&A‐bureaus van de voormalige BOS‐afdelingen en de afdeling Informatie‐ en Procesmanagement samengevoegd tot een nieuwe centrale middelenafdeling InformatieManagement & Automatisering. Hierbij speelt met name de samenvoeging van de twee DIV‐bureaus in op de toekomstige ontwikkelingen met betrekking tot het digitale archiveren. 4.3.5 JURIDISCHE ZAKEN Algemeen Het jaar 2012 heeft in het teken gestaan van de ontwikkeling tot één centrale juridische afdeling. Op papier staat die afdeling. In 2013 gaan we binnen deze afdeling aan de slag met twee teams: Rechtsbescherming, onder directe aansturing van het adjunct‐ afdelingshoofd en Advies en Control, onder directe aansturing van het afdelingshoofd. Het team Advies en Control richt zich met name op de interne klanten en is dé juridische partner voor beleidsontwikkeling en projectondersteuning. Voorop staat de vraag hoe we kunnen helpen de doelstellingen van de beleidsontwikkeling of het project op een 91
Bedrijfsvoering juridisch juiste wijze te realiseren. Dit team ontwikkelt ook een programma ‘control’ op juridisch terrein. Team Rechtsbescherming richt zich met name op de externe klanten, met een sterke verbinding naar de afdelingen waar de primaire besluitvorming plaatsvindt. We investeren in het proces van bezwaar‐ en beroep en klachtbehandeling, met een sterk accent op premediation (de informele aanpak). Doelstelling Het handelen en functioneren van de gemeente voldoet aan de eisen van integriteit. Wat hebben we hiervoor gedaan? In 2012 is de herziening van de gedragscode voor bestuurders voorbereid. Op onderdelen is deze verouderd en aan vervanging toe. Besluitvorming hieromtrent is nog niet afgerond. Na besluitvorming zal in 2013 de praktische implementatie plaatsvinden. Doelstelling Het handelen en functioneren van de gemeente voldoet aan de eisen van legitimiteit, kwaliteit en professionaliteit. Wat hebben we hiervoor gedaan? In 2012 hebben we 70% van de bezwaren binnen de wettelijke termijn afgehandeld en daarmee de doelstelling gehaald. Voor wat betreft klachten hebben we de doelstelling van 80% tijdig afgehandeld, ruimschoots overschreden. We handelden 90% van de klachten af binnen de wettelijke termijn. Ook de doelstelling van maximaal 18% gegronde bezwaren realiseerden we. Het percentage lag op ruim 16%. Voor klachten lag dit op minder dan 2%, waarmee we op grote afstand bleven van de doelstelling van maximaal 23,5%. Dit uitzonderlijk lage percentage behoeft enige toelichting. Al enkele jaren streven we ernaar om zoveel mogelijk klachten minnelijk af te handelen. Dat wil zeggen de klacht oplossen of afhandelen zonder dat een formele beslissing nodig is. In 2012 is dat bij 74% van de afgehandelde klachten gelukt. In 2013 zullen we de doelstelling voor gegrond verklaarde klachten dan ook naar beneden bijstellen. Ook bij de behandeling van bezwaren legden we een sterker accent op informele afhandeling. Deze ontwikkeling droeg bij aan het relatief hoge percentage bezwaren, ruim 18%, dat als ingetrokken kon worden aangemerkt. Over de resultaten aangaande de gegrondverklaringen en afhandeltermijnen in 2011 heeft verantwoording aan de Raad plaatsgevonden door middel van de Jaarrekening 2011 en het Burgerjaarverslag 2011. We registreerden verder in 2012 gemeentebreed 84 ingebrekestellingen. In slechts één geval werd een dwangsom betaald van € 1.260,00. Voorts hebben we in 2012 de regie gevoerd over het gemeentebrede Juridisch Platform (JUP). We hebben een jaarplan opgesteld, waarin een aantal structurele taken en projectmatige onderwerpen zijn vermeld, die we hebben opgepakt en uitgevoerd. De structurele taken waren: Signalering van en advisering over directieoverstijgende ontwikkelingen; Collegiale toetsing, uitwisseling van interne informatie, juridische samenwerking tussen afdelingen bevorderen; In stand houden van het kennisnetwerk; Daarnaast hebben de volgende projectgroepen gedraaid: Herziening Algemeen Plaatselijke Verordening; Wet bescherming persoonsgegevens; Premediation; Organiseren van studie/voorlichtingsbijeenkomsten Actualisatie Mandaat‐, Volmacht‐ en Machtigingsbesluit gemeente Nijmegen;
Bedrijfsvoering
Herziening Nijmeegse Kaderverordening Subsidies; Wetsvoorstel schadevergoeding en nadeelcompensatie; Wetsvoorstel verhoging griffierechten.
Begin 2012 is de eerste algehele wijziging van de Algemeen Plaatselijke Verordening (APV) vastgesteld door de Raad. In oktober 2012 is een tweede wijziging van de APV doorgevoerd. Op 18 december 2012 is het nieuwe Mandaat‐, Volmacht‐ en Machtigingsbesluit gemeente Nijmegen gewijzigd vastgesteld door het College. Noodzakelijke aanpassing van de gemeentelijke verordeningen, zodat deze voldoen aan de door het ministerie aangegeven Europese regelgeving, heeft plaatsgevonden. College‐ en raadsvoorstellen zijn wekelijks gescreend, waarbij een volledige juridische toets heeft plaatsgevonden. In het bijzonder is getoetst aan de volgende criteria: Wensen en bedenkingen; Bevoegdheden van Raad en College; Mandaat‐, Volmacht‐ en Machtigingsbesluit gemeente Nijmegen; Wet openbaarheid van bestuur. Doelstelling De bevoegdheidsverdeling en daarmee de verantwoordelijkheidsverdeling tussen Raad en College is helder. Wat hebben we hiervoor gedaan? In het kader van het actualiseren van de organisatieregeling, hebben we in 2012 gekozen voor een traject waarbij allereerst aandacht is geweest voor de visieontwikkeling. In tweede instantie zal worden beoordeeld of er nog een noodzaak bestaat voor een aangepaste organisatieregeling. 4.3.6 FINANCIEN Doelstelling De financiële functie voorziet de gemeenteraad, ons college en de organisatie van actuele en volledige financiële informatie ter ondersteuning van de gemeentelijke beleidsontwikkeling en – uitvoering. Deze functie is gericht op een duurzame gezonde financiële positie van de gemeente. Activiteiten Kerntaak is de regie op de Planning‐ en Controlcyclus, bestaande uit Stadsrekening en – verslag 2011 (waarop door de accountant een goedkeurende verklaring is afgegeven), Perspectiefnota 2013, Stadsbegroting 2013, Voorjaars‐ en Najaarsnota 2012. Deze begrotingscyclus is overeenkomstig de planning gerealiseerd. Voor de inhoudelijke resultaten wordt verwezen naar de programmaverantwoordingen (en samenvattend de bestuursagenda). Voor 2012 is daarnaast op de volgende hoofdthema’s inzet gepleegd: De stroomlijning van de begrotings‐ en verantwoordingscyclus, inclusief de daaronder liggende administratieve processen. Vooralsnog vooral zichtbaar geweest in het ambtelijke voorbereidingsproces. In 2012 is – in overleg met de Auditcommissie – de heroriëntatie op de Planning‐ en Controlcyclus geactiveerd. In 2013 zullen voorstellen aan de Raad worden voorgelegd. De regie op het bezuinigingsproces, dat in omgang zowel inhoudelijk als organisatorisch al stevige consequenties heeft vanwege de besluitvorming in de Perspectiefnota 2013. ‘Daar bovenop’ komen nu de gevolgen van het nieuwe regeerakkoord. De Perspectiefnota 2014 zal op de Nijmeegse gevolgen ingaan. Het actueel houden van de voortgangs‐ en sturingsinformatie van de verbonden partijen evenals de complete digitale ontsluiting van de dossiers. 93
Bedrijfsvoering 4.3.7 CONTROL Doelstelling De controlfunctie toetst het rechtmatig, doelmatig en doeltreffend functioneren en geeft op basis van deze bevindingen verbeteradviezen aan het ambtelijk management en College. De controlfunctie is actief betrokken als adviseur en ondersteuner bij de uitwerking en implementatie van verbeteradviezen. Activiteiten – Wat hebben we ervoor gedaan? Op het gebied van de financiële rechtmatigheid zijn in 2012 alle financieel materiële processen gecontroleerd. De uitkomsten hiervan vormen de basis voor de accountantscontrole bij de jaarrekening 2012. Hierbij is aandacht voor alle gemeentebrede processen waaronder de processen inkoop en aanbestedingen. Acties zijn erop gericht geweest om ook bij de jaarrekening 2012 zowel een goedkeurende verklaring voor de getrouwheid als een volledig goedkeurende verklaring voor de rechtmatigheid te verkrijgen. Op het gebied van risicomanagement hebben wij in 2012 uitvoering gegeven aan het door uw Raad in 2007 vastgestelde beleid met betrekking tot risicomanagement: met behulp van het gemeentebrede risicomanagementsysteem NARIS hebben de verschillende organisatieonderdelen inzicht gegeven in de actuele risico’s en beheersmaatregelen. Alle risico’s zijn in 2012 gewogen met als resultaat een top‐10 conform de nota ‘risicomanagement en weerstandsvermogen’. Bij de Voor‐ en Najaarsnota zijn de relevante wijzigingen in de risicopositie aan de Raad gemeld. In 2012 is mede in het verband met het collegeonderzoek ex artikel 213a Gemeentewet uitvoering gegeven aan het doorlichtingsinstrument, waarmee organisatieonderdelen periodiek op kwaliteit en met name op doelmatigheid worden doorgelicht. In 2012 zijn in dit verband twee afdelingen doorgelicht, VSA en Communicatie. De resultaten zijn in november 2012 aan de Raad gepresenteerd. In 2012 is een plan van aanpak “evaluatie periodieke preventieve bedrijfsdoorlichting en artikel 213a” vastgesteld door het College. De evaluatie vindt plaats in 2013. In samenwerking met de auditcommissie is de coördinatie en begeleiding van de accountantscontrole (interim‐controle en jaarrekeningcontrole) verzorgd. De voortgang is getoetst ten aanzien van de vastgestelde verbeteracties naar aanleiding van eerdere audits, 213‐a onderzoeken, accountantsrapportages, rekenkameronderzoeken. Rapportage heeft plaatsgevonden via auditcommissie aan de Raad.
Verbonden partijen Verbonden partijen
4.4 Verbonden partijen Inleiding In deze paragraaf gaan we in op de volgende onderwerpen: Sturing en Control Verbonden Partijen; de definitie die wij hanteren voor verbonden partijen; visie op en beleid ten aanzien van verbonden partijen. Daarna volgt een toelichting per verbonden partij. Sturing en Control Verbonden Partijen De afgelopen jaren hebben we flink geïnvesteerd in de verbetering van sturing en control op verbonden partijen. Over de bereikte resultaten hebben wij uw Raad periodiek geïnformeerd. Op dit moment zijn er nog wat resterende onderwerpen, waaraan we nog onvoldoende aandacht hebben kunnen besteden: Tijdige periodieke actualisatie van specifieke kaders betreffende de verbonden partijen. Op dit moment is van een aantal verbonden partijen nog geen geactualiseerde specifieke kader aanwezig. Conform de daarvoor beschikbare kalender had de actualisatie reeds uitgevoerd moeten zijn. Naast financiële risico’s tevens zoveel mogelijk beleidsrisico’s of afbreukrisico’s opnemen per partij. Dit aandachtspunt is bij iedere verbonden partij onder de aandacht en wordt indien van toepassing ook vermeld in de risicomelding per partij. In 2013 staat een actualisatie van de kadernota verbonden partijen op de agenda. De eerste nota is van 2009 en hierin is opgenomen dat elke 4 jaar een actualisatie plaats zal vinden. Definitie Verbonden Partijen Wij spreken van een verbonden partij daar waar het gaat om een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk en een financieel belang heeft 1 . Met deze definitie sluiten wij aan bij de definitie die in het Besluit Begroting en Verantwoording van het Ministerie van Binnenlandse Zaken is opgenomen. Van een financieel belang is sprake als: een aan de verbonden partij ter beschikking gesteld bedrag niet verhaalbaar is indien de verbonden partij failliet gaat; de gemeente voor bedragen aansprakelijk kan worden gesteld indien de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt. Van een bestuurlijk belang is sprake als de gemeente zeggenschap heeft, hetzij uit hoofde van vertegenwoordiging in het bestuur hetzij uit hoofde van stemrecht. Dit betekent concreet dat er sprake is van een bestuurlijk belang als de wethouder, het Raadslid of de ambtenaar van de gemeente namens de gemeente in het bestuur van de partij plaatsneemt of namens de gemeente stemt. Visie en beleid Visie en beleid zijn vastgelegd in de ‘Kadernota Verbonden Partijen gemeente Nijmegen’, door uw Raad vastgesteld op 1 april 2009. De kadernota is de basis voor de sturing en control van verbonden partijen in het algemeen en helpt bij het verhelderen van de afwegingen die wij in Nijmegen maken bij het aangaan, volgen en beëindigen van deelnemingen in het bijzonder. Wij vatten visie en beleid zoals vastgelegd in de kadernota als volgt samen. Deze definitie is ontleend aan de handreiking ‘De raad en de paragrafen ‐ deel Verbonden Partijen’, Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties, juli 2005
1
95
Verbonden partijen De Kadernota is een richtinggevend document met algemene uitgangspunten en beleidsregels. Deze regels zijn onder te brengen in drie hoofdgroepen: 1. Beleidsmatige afwegingen bij het oprichten van en deelname aan een verbonden partij; 2. Sturing en control op verbonden partijen; 3. Beëindiging van de deelname aan, opheffing van of vervreemding van een verbonden partij. Hierna volgen de toelichtingen per verbonden partij. Eerst komen de gemeenschappelijke regelingen aan bod, daarna volgen de private rechtspersonen. Met ingang van 2012 hebben we voor wat betreft de informatievoorziening ten behoeve van de verbonden partijen onderscheid gemaakt in statische en dynamische informatie. De statische informatie betreft informatie omtrent juridische vorm, vestigingsplaats, bestuurlijk belang ed. De dynamische informatie betreft bijvoorbeeld informatie omtrent risico’s, doelstellingen e.d. Bij deze rekening is met name informatie opgenomen over de bijdrage 2012, financiële risico’s en eventuele ontwikkelingen in het jaar 2012. Een uitgebreidere toelichting waarbij ontwikkelingen en verwachtingen opgenomen zijn, is te vinden in de paragraaf verbonden partijen in de web versie van dit jaarverslag. Tot slot, voor de statische informatie voor de verbonden partijen wordt verwezen naar: http://www.nijmegen.nl/vepa/frames/ Ontwikkelingen Met ingang van 1 april 2013 moet de regionale uitvoeringsdienst operationeel zijn. De voorbereidingen voor de uitvoeringsdienst voor de regio Nijmegen zijn in 2012 uitgevoerd onder de werknaam Omgevingsdienst Regio Nijmegen. Besluitvorming door uw Raad heeft in het najaar 2012 plaats gevonden. Voor deze gemeenschappelijke regeling wordt begin 2013 een specifiek kader opgesteld en via eerder genoemde website aan u beschikbaar gesteld. In de toekomst zullen wij de informatie op de gebruikelijke wijze in begroting en stadsrekening opnemen. Eind 2012 hebben wij het besluit genomen om de verdere ontwikkeling van de Waalsprong volledig in eigen hand te nemen. De precieze gevolgen voor de toekomst van de verbonden partij GEM Waalsprong worden momenteel onderzocht. Dit onderwerp staat voor het eerste kwartaal geagendeerd in de commissie Waalsprong.
Verbonden partijen
GEMEENSCHAPPELIJKE REGELINGEN Naam Programma De gemeentelijke financiële bijdrage (Financiële) risico’s
Naam Programma De gemeentelijke financiële bijdrage Naam Programma De gemeentelijke financiële bijdrage
(Financiële) risico’s
Stadsregio Arnhem Nijmegen 1013: Citymarketing & Externe betrekkingen € 533.633 Intern: de Stadsregio heeft onvoldoende weerstandvermogen om de risico’s op het gebied van teruglopende rente‐inkomsten en opgelegde en aangekondigde bezuinigingen op te vangen Intrekking WGR+ regeling: de financiële gevolgen blijken groter dan verwacht, denk daarbij bijvoorbeeld aan de afbouw van contracten op het gebied van huisvesting en personeel. Voor de Stadsregio wordt gewerkt aan een sociaal statuut. De Euregio 1013: Citymarketing & Externe betrekkingen € 37.146
Breed (Werkvoorzieningschap Nijmegen e.o.) 1061: Werk en Inkomen Bij de uitvoering van de Wsw dient Breed rekening te houden met de gemeentelijke taakstelling van het aantal te realiseren Sw‐plaatsen. Deze taakstelling wordt jaarlijks door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan ons bekendgemaakt. Om deze taakstelling te realiseren ontvangen wij een subsidie van het Rijk. Deze subsidie betalen wij door aan Breed. De gemeentelijke taakstelling voor het jaar 2012 bedroeg 1098,21 SE na uitruil met een subsidie per arbeidsjaar in 2012 van € 25.759. Hiermee komt de volledig uitbetaalde rijkssubsidie uit op € 28.288.791. Breed heeft eind 2012 laten weten waarschijnlijk niet de volledige taakstelling te kunnen realiseren. Dit is veroorzaakt door (1) een zeer ruime taakstelling, (2) grote uitstroom en (3) een in omvang krimpende wachtlijst voor een SW‐dienstverband. De definitieve cijfers en de afrekening hiervan vinden plaats bij het vaststellen van de jaarrekening 2012 van Breed. Daarnaast hebben wij in 2012 een extra rijkssubsidie ontvangen en betaald aan Breed van circa €199.000 ter compensatie van gestegen werkgeverslasten. Breed ontving ook een bijdrage in de bestuurs‐ en beheerskosten als ook een bijdrage in de kosten van Arbeidsachtige Opvang (AAO). Deze kosten waren circa € 52.000 voor Nijmegen in 2012. Bij de GR Breed (werkvoorzieningschap Nijmegen e.o.) vindt een reorganisatie plaats. De kosten die Breed hiervoor moet maken leiden tot een negatief vermogen bij Breed. De werkelijke kosten van de reorganisatie zijn nog niet bekend en waren begroot op € 11,3 miljoen. Gemeenten zullen meerjarig een subsidie verstrekken ten behoeve van de versterking van het eigen vermogen van Breed. Deze subsidie wordt opgenomen in de meerjarenbegroting. Met betrekking tot de nijmeegse bijdrage heeft uw raad hierover bij de perspectiefnota 2013 besloten. De financiële risico’s ten aanzien van de uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening zijn voorlopig aanzienlijk verminderd als gevolg van het niet doorgaan van de rijksbezuiniging op het subsidiebedrag in 2013. Met het nieuwe regeerakkoord heeft het Rijk het voornemen beschut werken op te nemen in de Participatiewet. In deze plannen wordt de reeds eerder aangekondigde bezuiniging op de rijkssubsidie uitgesmeerd over 6 jaar vanaf 2014. In de 97
Verbonden partijen
Ontwikkelingen
Naam Programma De gemeentelijke financiële bijdrage
(Financiële) risico’s
meerjarenbegroting van Breed is al rekening gehouden met een geleidelijke afbouw vanaf 2014. Breed heeft in 2012 getracht om de tekorten te beperken door een verdere besparing van de kosten en een verhoging van de inkomsten te realiseren. Desondanks is dit niet afdoende om de afnemende subsidie‐inkomsten op te vangen. Breed verwacht dan ook in 2012 een negatief exploitatietekort van circa € 2,9 miljoen. Dit exploitatietekort kan nog éénmalig gedekt worden door aanwending van de algemene‐ en bestemmingsreserves van Breed. Vanaf 2013 heeft Breed dus geen weerstandsvermogen meer om zelf tegenslagen op te vangen en zal direct een beroep worden gedaan op de deelnemende gemeenten in geval van tekorten. 1. Revitalisering van Breed naar een arbeidsbemiddelingsbedrijf In april 2012 is het Transitieplan over de toekomst van Breed vastgesteld door het bestuur van de gemeenschappelijke regeling Breed. Het gaat hier om de wijze waarop zoveel mogelijk van de huidige sw‐werknemers naar een zo regulier mogelijke werkzetting toe te leiden zijn en onder welke voorwaarden dit gerealiseerd kan worden. Een randvoorwaarde hiervoor is het doorvoeren van een reorganisatie van de huidige organisatie. Als gevolg van het Lenteakkoord, waarbij de herstructureringsfaciliteit vanuit het Rijk is ingetrokken en de rijksbezuiniging op de SW‐bijdrage is vervallen, was de financiering van de reorganisatie onzeker. Hiervoor heeft Breed in zijn begroting 2013 een oplossing aangedragen. In oktober 2012 heeft het bestuur van Breed een besluit genomen over de begroting 2013 en daarmee de dekking van de reorganisatiekosten. Het begin van de reorganisatie is hierdoor vertraagd, waardoor de effecten ook pas later zichtbaar zullen zijn. 2. Op korte termijn worden de volgende maatregelen genomen om exploitatietekorten te beperken: ‐ convenant tussen gemeenten met Breed afsluiten; ‐ strategische allianties aangaan. Voornaamste doel van de maatregelen is het zorgen dat meer werknemers bij reguliere werkgevers worden geplaatst. Een van de resultaten in 2012 is dat Nijmegen in dit kader een aantal van haar bestekken onderhoud groen openbare ruimte heeft aanbesteed bij de Dar. De Dar leent voor de uitvoering hiervan mensen van Breed in. Gemeenschappelijke Regeling Gezondheidszorg regio Nijmegen 1051: Zorg en Welzijn Stadsjaarrekening 2012 Voor de gemeentelijke bijdrage in 2012 aan de GGD waren de volgende bedragen in de begroting opgenomen: Jeugdgezondheidszorg CJG: € 1.937.709 Verplicht takenpakket: € 2.915.510 Jeugdgezondheidszorg maatwerk: € 150.250 Digitaal Dossier Jeugdgezondheidszorg: €363.140 Totaal € 5.381.764. Aan het einde van het jaar concluderen we dat de kosten € 140.000 lager uitkomen. Naast de gemeentelijke bijdrage voor de wettelijke taken subsidieert de gemeente Nijmegen in 2012 nog afzonderlijke projecten, zoals Alcoholmatigingsproject, Veelplegers, inzet MBZ etc. Door gemeentelijke herindeling zal vanaf 2013 de gemeente Mook en Middelaar uit de gemeenschappelijke regeling treden. Met het uittreden zijn frictiekosten gemoeid, die in eerste instantie worden neergelegd bij het Rijk. Indien er geen vergoeding wordt gegeven, zal naar het algemeen bestuur van de GGD een voorstel komen hoe om te gaan met deze kosten. Per 1‐7‐2013 zal de GGD regio Nijmegen fuseren met de GGD regio Rivierenland. Begin 2013 wordt aan de Raad een voorstel voorgelegd om in te stemmen met deze fusie en de daarbij
Verbonden partijen bevorderende begroting. Naam Programma De gemeentelijke financiële bijdrage
Ontwikkelingen
Naam Programma De gemeentelijke financiële bijdrage (Financiële) risico’s
Ontwikkelingen 2012
Naam Programma De gemeentelijke financiële bijdrage (Financiële) risico’s
Gemeenschappelijke Regeling Hulpverlening en Veiligheid Gelderland Zuid 1012: Veiligheid De werkelijke uitgaven in 2012 voor de GHOR zijn €182.152. De werkelijke uitgaven voor de regionale brandweer zijn € 1.008.355. Vanuit het budget rampenbestrijding leveren we een bijdrage van € 26.709 aan de vorming van de regionale sectie bevolkingszorg. Met de komst van de Wet op de Veiligheidsregio is de veiligheidsregio ook wettelijk zwaarder verankerd. Brandweerzorg, ambulancezorg, de geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen zullen steeds meer op regionaal niveau invulling krijgen. Wij spelen in op deze ontwikkeling door de brandweerzorg per 1 januari 2013 geheel door de regionale brandweer uit te laten voeren. In 2012 zijn hiervoor de voorbereidingen getroffen. Voorts zal de komende jaren de gemeentelijke crisisorganisatie vernieuwd worden. De 18 lokale gemeentelijke rampenorganisaties zullen opgaan in een regionale sectie bevolkingszorg. In 2012 zijn we gestart met het vormen van deze organisatie en het oefenen en opleiden voor de nieuwe structuur. Milieusamenwerking en Afvalverwerking (MARN) 1022: Klimaat & Energie De kosten van de GR‐MARN worden volledig gedekt uit de opbrengsten die de verhuur van gronden aan ARN B.V. genereren. Er is in 2012 dan ook geen financiële bijdrage gedaan vanuit de gemeente Nijmegen. Uit hoofde van door de gemeenschappelijke regeling aan ARN BV afgegeven garantieverplichtingen, staat de gemeente Nijmegen – stand 2013 ‐ garant voor een bedrag van € 2,4 miljoen. Met de regionalisering van DAR en de oprichting van de omgevingsdienst (ODRN) verschuiven veel uitvoerende taken van MARN op het gebied van afval en milieu naar deze organisaties. Daarom is in 2012 een aanvang gemaakt met herbezinning op de taken van de MARN, die in 2013 verder inhoud en uitwerking zal krijgen. Binnen MARN‐verband is besloten tot de realisatie bij ARN B.V. van een vergistinginstallatie voor GFT (groente, fruit en tuinafval van huishoudens). Deze installatie is eind 2012 gereed gekomen en opgestart. Met deze installatie kan GFT milieuvriendelijker en tegen lagere kosten dan nu worden verwerkt. Daarbij wordt groen gas geproduceerd als brandstof voor stadsbussen en vuilniswagens (Groene HUB‐project). Ook is besloten de afvalverbranding van ARN in te zetten als warmtebron voor een te realiseren warmtenet. GR Bergerden 1032: Grondbeleid Gemeente levert geen financiële bijdrage aan de GR. De GR is geheel extern gefinancierd (via de Gemeente Lingewaard). In 2012 heeft er een marktonderzoek plaatsgevonden naar de markt van glastuinbouw voor Bergerden. Uit dit onderzoek kwam naar voren dat er nauwelijks markt is voor glastuinbouw de komende jaren. De aannames qua uitgifte en prijsontwikkeling zoals voorzien in de diverse stukken is als te enthousiast aangemerkt en dient gematigd te worden. Ombestemming (van een deel) van het terrein is hierdoor financieel noodzakelijk. Op dit moment wordt er gewerkt aan een businessplan om te kijken welke bestemmingen kansrijk zijn. Om deze reden heeft de GR nog geen goedkeurende accountantsverklaring gekregen voor de jaarrekening 2011. Het businessplan zal dienen als input voor een nieuw vast te stellen beleidskader incl. een nieuwe grondexploitatie. 99
Verbonden partijen
Ontwikkelingen 2012
Naam Programma De gemeentelijke financiële bijdrage
(Financiële) risico’s
Ontwikkelingen 2012
Vooruitlopend hierop hebben de deelnemende gemeenten een financiële voorziening getroffen en is er een exit‐scenario gemaakt die als input dient voor de risico‐analyse naar het weerstandsvermogen binnen de ABR van het Ontwikkelingsbedrijf. De ombestemming van een deel van het gebied zal worden beoordeeld aan de hand van het businessplan. Hierop zal beleid geformuleerd dienen te worden mogelijk leidend tot een planologische aanpassing in het gebied teneinde andere doelgroepen te kunnen bedienen. In de 2e helft van 2013 zal naar verwachting hierover besluitvorming plaatsvinden. Binnen de deelnemende gemeenten is een voorziening getroffen van ruim € 2.7 miljoen voor het tekort dat ontstaat in de grondexploitatie van de GR.. In het weerstandsvermogen is rekening gehouden met een risicoprofiel van € 5 miljoen (was 1 miljoen). In 2012 blijkt de markt zich niet te hebben hersteld en zijn ook de vooruitzichten voor de komende jaren onzeker. De tuinbouwmarkt in heel Nederland is slecht. GR Bijsterhuizen 1032: Grondbeleid Gemeente levert geen financiële bijdrage aan de GR. De GR draait een grondexploitatie met een positief financieel resultaat. Winstuitkeringen worden ten gunste van de ABR van het Ontwikkelingsbedrijf gebracht. Aanpassing van het schema van uitbetaling van de winstuitkeringen wordt in de raming van de ABR verwerkt, het gaat dan om een bedrag van in totaal ruim EUR 6 miljoen. Financiële risico’s worden niet voorzien voor de GR Bijsterhuizen. De economische crisis heeft weliswaar ook op dat terrein z’n consequenties, maar dat leidt niet tot problemen. De economische crisis heeft wel consequenties voor de verwachte winstuitkeringen. Winstuitkering is pas mogelijk indien deze gerealiseerd is. Prijzen en uitgiftetempo zijn afgestemd op de huidige situatie in de markt. Dat leidt tot een aangepast schema voor wat betreft winstuitkering en verlenging van de looptijd van de exploitatie met 4 jaar tot en met 2018
Verbonden partijen
PRIVATE RECHTSPERSONEN Naam Programma De gemeentelijke financiële bijdrage (Financiële) risico’s
Ontwikkelingen
Naam Programma De gemeentelijke financiële bijdrage
(Financiële) risico’s 2012
Ontwikkeling 2012
Nazorg Bodem 1022: Klimaat & Energie n.v.t. De Nazorg Bodem Holding BV brengt afgekochte projecten onder in afzonderlijke BV’s. Per project wordt een gecalculeerd risicobedrag ondergebracht in een waarborgfonds. Het financiële risico en eventuele privaatrechtelijke claims gaan niet verder dan de betreffende project‐BV en de risicoafdekking door het waarborgfonds. Wij zijn als aandeelhouder niet hoofdelijk aansprakelijk voor de risico’s die de Nazorg Bodem Holding BV loopt. In het meest ongunstige geval zouden onze aandelen hun waarde verliezen. Nazorg Bodem verricht diensten op locaties met bodemverontreiniging en voert langdurig beheer van niet (volledig) gesaneerde bodemverontreiniginglocaties en stortplaatsen. Nazorg Bodem voert momenteel geen projecten van of in de gemeente Nijmegen uit. Voor de gemeente Nijmegen komt vooralsnog op termijn één project in aanmerking voor uitvoering door Nazorg Bodem, namelijk de beheersing van grondwaterverontreiniging die is ontstaan op het bedrijfsterrein Pastoor van Laakstraat 90‐92 te Lent. Het is nog niet bekend wanneer de werkzaamheden eventueel door Nazorg Bodem uitgevoerd gaan worden. DAR NV 1062: Openbare ruimte DAR NV ontvangt geen financiële bijdrage in de exploitatie van de gemeente Nijmegen als aandeelhouder. Jaarlijks vinden onderhandelingen plaats met DAR NV over de dienstverleningsovereenkomst voor het verwijderen van afval en het reinigen van de openbare ruimte (gemeente als opdrachtgever). Als aandeelhouder van DAR NV ontvangt de gemeente Nijmegen jaarlijks dividend. Voor 2012 was dit € 300.000 De verrekening van de DVO 2012 moet nog plaatsvinden nadat de jaarrekening van DAR over 2012 is vastgesteld. Voor de gemeente Nijmegen als aandeelhouder beperkt het risico zich tot de hoogte van de deelname in het aandelenvermogen. Daarnaast heeft de gemeente als financierder enkele leningen uitstaan (boekwaarde ultimo 2011: € 6,5 miljoen.); het risico daarop is afgenomen door toetreding van regiogemeenten als aandeelhouder en opdrachtgever. In 2012 zijn met de regio‐gemeenten DVO's afgesloten op het gebied van afvalinzameling en –verwerking. Daarnaast is verder gewerkt aan het afvalbeleid. Door de overname van de adviesfunctionaris vanuit de MARN, is het eenvoudiger geworden om het beleid regionaal te verbreden. (We denken hierbij aan de milieustraten en de invoering van het afvalpasje).
Naam Programma De gemeentelijke financiële bijdrage
(Financiële) risico’s
Indigo B.V. Klimaat en Energie In juni 2012 is een Green Deal gesloten met het Rijk. De bijdrage van € 2,5 miljoen van het Rijk voor het warmtenet Nijmegen willen wij in 2013 inzetten voor de activiteiten voor Indigo B.V. De gemeente ontvangt de bijdrage van het Rijk als decentralisatieuitkering in haar gemeentefonds. Daarna zullen wij de bestemming van deze middelen ter besluitvorming aan uw Raad voorleggen. Deelname aan Infrabedrijf beperkt zich conform het raadsbesluit (voorstelnr.
101
Verbonden partijen 38/2012) van 18 april 2012 tot het verschaffen van het aandelenkapitaal van 5% zijnde € 300.000,‐ en een subsidie van € 3,5 miljoen. Door participatie deelt de gemeente voor 5% mee in de winst en verlies rekening van het Infrabedrijf. Het huidige risicoprofiel van het Infrabedrijf wordt voor het grootste gedeelte afgedekt door de 95% aandeelhouder Alliander. De gemeente zal niet worden aangesproken voor het aangaan van financiële verplichtingen voor het verwerven van het benodigde vreemde vermogen voor Indigo B.V. In 2013 worden ontwerp‐ en uitvoeringswerkzaamheden uitgevoerd voor de aanleg van de hoofdtransportleiding van de ARN naar de Waalsprong en het Waalfront. Doel is om per 1 januari 2015 (duurzame) warmte vanuit de ARN te kunnen leveren in de Waalsprong en het Waalfront. Ook zal in 2013 worden ingezet op het verkrijgen van meer aansluitingen op het warmtenet, bijvoorbeeld bij de Spoorzone ontwikkeling, het Radboud en andere grote warmtevragers in de bestaande stad. Meer aansluitingen hebben een positief effect op de businesscase van Indigo B.V. maar vooral ook op het vergroten van het aandeel duurzame energie en op meer CO2‐reductie.
Ontwikkelingen
Naam Programma De gemeentelijke financiële bijdrage (Financiële) risico’s
Ontwikkelingen 2012
Recreatiegemeenschap Veluwe (RGV) 1041: Economie & Toerisme De jaarlijkse financiële bijdrage is in 2001 met een eenmalige bijdrage afgekocht. Het financiële risico is voor de gemeente Nijmegen nihil. Hoogstens een risico ter hoogte van 18,13% (€ 32.923) van het geplaatste en gestorte aandelenkapitaal ad € 181.600. De gemeente Nijmegen heeft in 2012 de Raad van Commissarissen van RGV opgeroepen tot: ‐ Aanpassing van het bezoldigingsbeleid van de directie van RGV; ‐ Het inzichtelijk maken van het Strategisch beleid en het Vermogensbeheer van RGV; en ‐ Het opstellen van een directiereglement. De gemeente Nijmegen is van mening dat de hoogte van de huidige bezoldiging buitensporig is en dringt aan op aansluiting bij de WNT‐norm (Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector). Voorts wil de gemeente Nijmegen dat het operationeel resultaat van de recreatieplassen toekomstbestendiger wordt én een degelijk en transparant Treasurybeleid. Het RGV heeft ontwikkelingsvisies voor de recreatieplassen opgesteld. Deze ontwikkelingsvisies dienen in samenhang met de discussie over de openbare en laagdrempelige toegankelijkheid van de recreatieplassen en het financiële meerjarenperspectief te worden bekeken. Tevens heeft het RGV inzage toegezegd in het vermogensbeheer en de regels/kaders inzake de directievoering In de Algemene Vergadering van Aandeelhouders in (juni) 2013 zullen deze onderwerpen weer aan de orde komen.
Naam Programma De gemeentelijke financiële bijdrage (Financiële) risico’s Ontwikkelingen
Brabantse Poort BV 1032: Grondbeleid De jaarlijkse kosten van de BV worden ten laste en eventuele uitkeringen ten gunste van de ABR van het Ontwikkelingsbedrijf gebracht. Dit betreft de rente over het aandelenkapitaal ad EUR 34.033) Risico ter hoogte van het geplaatste en gestorte aandelenkapitaal (€ 34.033). Brabantse Poort is per saldo een winstgevende participatie. De Brabantse Poort BV zal worden ontbonden zodra alle nog lopende zaken zich hebben opgelost De bebouwing van plandeel G is afgerond. Oplevering van de 115 woningen heeft plaatsgevonden aan woningcorporaties Standvast en Woongenoot. Over het resterende terreindeel aan de Wijchenseweg naast PLANON zullen
Verbonden partijen nadere afspraken moeten worden gemaakt. Er is nog een juridische discussie met de eigenaren van delen van het Winkelcentrum Dukenburg over verrekening van vierkante meters en energiekosten. Daarnaast dient tussen gemeente en BV nog een oplossing te worden gevonden voor een pompput t.b.v. het wooncomplex aan de Draaiom (Zwanenstraat). Naar verwachting zal een en ander zich in de loop van 2013 oplossen. Naam Programma De gemeentelijke financiële bijdrage
(Financiële) risico’s
Ontwikkelingen Naam Programma De gemeentelijke financiële bijdrage (Financiële) risico’s Ontwikkelingen Naam Programma De gemeentelijke financiële bijdrage (Financiële) risico’s
Doel 2012
Ontwikkelingen
Agenda
Mariënburg BV 1032: Grondbeleid De jaarlijkse kosten van de BV worden ten laste van de ABR van het Ontwikkelingsbedrijf gebracht (m.n. rente over het aandelenkapitaal ad EUR 18.000). De opbrengsten binnen de BV werden gevormd uit winst vanuit de VOF Mariënburg waarin de BV als vennoot heeft deelgenomen. Deze opbrengsten zijn als dividenden uitgekeerd aan de Gemeente Nijmegen als enig aandeelhouder. Die uitgekeerde dividenden zijn in eerdere jaren ten gunste van deze ABR gebracht. Risico ter hoogte van het geplaatste en gestorte aandelenkapitaal (€ 18.151) van de BV. Binnen de VOF zijn de laatste claims afgewikkeld. Hiervoor was in de VOF een voorziening getroffen. De VOF is eind 2012 ontbonden. Er zijn geen financiële risico’s meer aanwezig. De juridische afwikkeling van de VOF is eind 2012 nog afgerond. De financiële afwikkeling van de VOF was al afgerond. De BV wordt nu ontbonden. BV Land over de Waal 1032: Grondbeleid De jaarlijkse kosten van de BV (m.n. rente op de bankgarantie en aandelenkapitaal) worden ten laste van de ABR van het Ontwikkelingsbedrijf gebracht. Risico’s bij surseance en/of faillissement (van de GEM Waalsprong) bestaan uit het inroepen van de garantie ten laste van de ABR van het Ontwikkelingsbedrijf. Uitwerking gemeentelijke doelstellingen Land over de Waal vindt plaats in de GEM Waalsprong Beheer BV. Hiernaar wordt verwezen. GEM Waalsprong Beheer BV 1032: Grondbeleid De jaarlijkse kosten van de BV worden ten laste van de ABR van het Ontwikkelingsbedrijf gebracht. Dit betreft vooral rente over het aandelenkapitaal. Risico ter hoogte van het geplaatste en gestorte aandelenkapitaal. De Planexploitatie GEM Waalsprong wordt momenteel herzien. De effecten van de economische crisis worden daarin verwerkt (grondprijsniveau, looptijd, etc.). Woningen kunnen later worden gerealiseerd; dit heeft consequenties voor de gedachte OZB‐bijdragen in de gemeentebegroting. Woningen worden wel gebouwd, maar de planning is uitgesmeerd over een langere periode. De gemeentelijke taken worden binnen de gestelde kaders uitgevoerd. De gemeentelijke doelen zijn nog steeds actueel maar het bereiken daarvan (met name de woningbouw, nog zo’n 9000 woningen) loopt achter op de planning als gevolg van de economische crisis. Dit hebben wij uitvoerig toegelicht aan uw Raad. De aandacht voor de risico’s is een terugkerend thema waarover wij uw Raad blijven informeren. In de eerste helft van 2013 wordt de grex van GEM Waalsprong Beheer BV in procedure gebracht. De Laauwik is in 2013 vol in productie; alles is erop gericht om de woningbouw weer op gang te krijgen. Vasthoudendheid en lange adem wordt van alle partijen gevraagd bij het uitvoeren van procedures en de voorbereiding van de bouw. Een vinger aan de 103
Verbonden partijen pols wordt verwacht van alle betrokkenen ten aanzien van de marktvraag in relatie tot het te ontwikkelen product. De ontvlechting van de publiek/private samenwerking in GEM Waalsprong staat op de agenda voor het eerste kwartaal van 2013. Aansluitend worden een nieuwe ontwikkelingsvisie en grondexploitatie in procedure gebracht. Ook wordt besluitvorming voorbereid over de nieuwe organisatie van de Waalsprong. Naast de ontwikkeling van de “gewone“ woongebieden als Laauwik en Groot Oosterhout, staat de ontwikkeling van De Stelt op de rol. Jaarlijks wordt uw Raad geïnformeerd over de planexploitatie GEM Waalsprong. Voor het tekort dat is ontstaan in de grondexploitatie van de Waalsprong GEM deel is een voorziening is getroffen van € 11.7 miljoen.. Naam Programma De gemeentelijke financiële bijdrage (Financiële) risico’s Ontwikkelingen
Naam Programma De gemeentelijke financiële bijdrage (Financiële) risico’s Ontwikkeling 2012
Ontwikkelingsbedrijf Waalfront Beheer BV 1032: Grondbeleid De jaarlijkse kosten van de BV worden ten laste van de ABR van het Ontwikkelingsbedrijf gebracht (m.n. rente aandelenkapitaal). Risico ter hoogte van het geplaatste en gestorte aandelenkapitaal (EUR 45.000). In 2013 zal de Handelskade (voormalig Gelderlanderterrein) in ontwikkeling worden genomen; ruim 500 woningen waarvan bijna 200 in de het sociale huursegment met commerciële voorzieningen (waaronder horeca). De taken worden verder uitgevoerd in overeenstemming met de gestelde kaders. In de ABR Ontwikkelingsbedrijf is rekening gehouden met het risico van deze onderneming. Ook in 2013 wordt de grondexploitatie herzien. Het mag duidelijk zijn dat in de lijn van de economische ontwikkelingen ook deze grondexploitatie onder druk staat. Verder zal in 2013 het Programma van Eisen voor het zgn. Brugkwartier worden vastgesteld als basis voor de verdere uitwerking van de (woningbouw)plannen ten westen van de nieuwe brug De Oversteek. Het is de bedoeling dat voor dit plangebied in 2014 de eerste gronden bouwrijp worden gemaakt. Programmatisch vinden hier ook aanpassingen plaats omdat er minder etagewoningen en meer grondgebonden woningen in dit plandeel zullen worden gerealiseerd. In het kader van het tijdelijk anders bestemmen wordt er gewerkt aan een evenwichtige invulling van de vrijkomende gebouwen en complexen (waaronder de HONIG) ten behoeve van tijdelijke functies. Na een succesvolle brainstormdag januari jl. zal voor de zomervakantie 2013 duidelijk worden hoe hier tot 2018 mee om te gaan. Er wordt gewerkt aan het bouwrijp maken van de grond en verplaatsing van de kade voor de Handelskade. Het bestemmingsplan is vastgesteld en goedgekeurd. Begin 2013 worden de bouwplannen voor de Handelskade verder gedetailleerd en voorgelegd aan het ruimtelijk kwaliteitsteam en de commissie Beeldkwaliteit. Medio april 2013 kan de bouwaanvraag verder worden ingediend. Vervolgens zal nog voor de zomervakantie 2013 met de bouw worden gestart. Voor het ontstane tekort in de grondexploitatie is een voorziening getroffen van € 5.3 miljoen. In het weerstandsvermogen is rekening gehouden met een risicoprofiel van € 8.9 miljoen. Waalfront BV 1032: Grondbeleid De jaarlijkse kosten van de BV worden ten laste van de ABR van het Ontwikkelingsbedrijf gebracht. Risico ter hoogte van het geplaatste en gestorte aandelenkapitaal (€ 18.000) en het commanditair vermogen ad € 3.430.000. Voortzetting deelname in de CV.
Verbonden partijen Uitwerking gemeentelijke doelstellingen Waalfront vindt plaats in de OBW Waalfront. Hiernaar wordt verwezen. Naam Programma De gemeentelijke financiële bijdrage
Ontwikkelingen
Stichting Uitzicht 1061: Werk & Inkomen Tot en met begin 2013 voert Stichting Uitzicht namens de gemeente Nijmegen het werkgeverschap uit voor personen die werkzaam zijn in een gesubsidieerde baan. De stichting heeft geen eigen vermogen. Exploitatieoverschotten c.q. tekorten komen ten gunste c.q. ten laste van de gemeente Nijmegen. De vergoeding vanuit de gemeente Nijmegen wordt betaald uit het Wwb werkdeel. 1 juli 2012 was de collectieve ontslagdatum voor alle voormalige Wiw‐ers met uitzondering van de Wiw‐ers met SW‐indicatie. Tot die datum heeft de gemeente er middels Mobiliteitscentrum AanZet alles aan gedaan de Wiw‐ers te ondersteunen in hun zoektocht naar ander werk. Na 1 juli kwamen de ontslagen Wiw‐ers in de WW en vielen ze dus onder het regime van het UWV. Vanaf dat moment is onze voornaamste relatie het uitbetalen van de suppletie op de WW‐ uitkering conform afspraken Sociaal Plan Wiw Nijmegen. Deze uitbetaling verloopt tot nu toe volgens afspraken. Het bestuur van Stichting Uitzicht heeft besloten de stichting op te heffen zodra de werkgeversfunctie voor de resterende Wiw‐ers op een goede plaats is belegd. De intentie is om de werkgeversfunctie, totdat de Wiw‐ers met SW‐ indicatie geplaatst zijn door Breed, te beleggen bij Stichting Wijkwerk. De uitvoering van het Sociaal Plan (betreft met name uitbetaling WW‐suppleties) loopt via de gemeente en gaat dus gewoon door ondanks de opheffing van Stichting Uitzicht Eerste kwartaal 2013: overdracht resterende Wiw‐ers naar nieuwe werkgeversorganisatie en opheffing Stichting Uitzicht.
Naam Programma De gemeentelijke financiële bijdrage (Financiële) risico’s Beslispunten
NV Bank Nederlandse Gemeenten 1042: Bestuur & Middelen N.v.t. De gemeente ontvangt een dividend uitkering van de BNG. De hoogte van de dividenduitkering is naar verwachting € 222.500 Het dividend wordt in het voorjaar van 2013 vastgesteld De BNG heeft tripel A creditratings van Standard & Poor’s, Moody’s en Fitch. N.v.t.
105
Onderhoud Kapitaalgoederen
4.5 Onderhoud Kapitaalgoederen Onderhoud Kapitaalgoederen
Onder kapitaalgoederen verstaan we: wegen, inclusief civiele kunstwerken, riolering, water, groen en gebouwen. Deze paragraaf vormt de spiegel van de paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen van de Stadsbegroting 2012‐2015. De paragraaf is gebaseerd op artikel 12 van het BBV. Per onderdeel behandelen we het beleidskader en de realisatie in 2012. KAPITAALGOEDEREN IN DE OPENBARE RUIMTE ALGEMEEN Tot de kapitaalgoederen in de openbare ruimte rekenen we onder andere de wegen en civiele kunstwerken, openbare verlichting, riolering, het water en het groen in de stad. Met het onderhoud van de kapitaalgoederen in de openbare ruimte is een substantieel deel van de begroting gemoeid. Onderhoud bestaat uit dagelijks onderhoud, groot onderhoud, technische vervanging en renovatie. Voor kapitaalgoederen in de openbare ruimte hanteren wij afschrijvingstermijnen, op basis van de technische levensduur. Onder de kapitaalgoederen hebben wij zowel investeringen van maatschappelijk als van economisch nut opgenomen. Ook op de investeringen van maatschappelijk nut wordt op basis van de levensduur afgeschreven. INTEGRAAL BEHEER OPENBARE RUIMTE Beleidskader: Voor 2012 gold nog het beleidsplan Integraal Beheer Openbare Ruimte (IBOR) uit 2001. Dit plan gaat uit van de technische waarde voor beheer en onderhoud. Het onderhoudsniveau in het centrum is kwaliteit A: goed. Voor de rest van de stad is het beleid onderhoudskwaliteit B: basis. Dit geldt voor alle beheeronderdelen, van reiniging tot onderhoud wegen. Op basis van deze technische norm hebben we jarenlang de staat van onze kapitaalgoederen beoordeeld en prioriteiten gesteld voor het onderhoud en beheer. Beleidsrealisatie: Eind 2012 hebben we de beleidsnota ‘Geef ze de (openbare) ruimte’ opgeleverd. Deze nota gaat niet meer uit van A en B ‐ niveaus maar van één basisniveau, het Marikenniveau. Het Marikenniveau voldoet aan de wettelijke kaders van de gemeente‐ en wegenwet. Accenten kunnen worden gelegd op plekken die belangrijk zijn voor bewoners, ondernemers, maatschappelijke instellingen en de gemeente (als het gaat om het algemene belang). Dit betekent dat we voor een aantal beheeronderdelen de technische norm loslaten en zoeken we de grens op van wat technisch aanvaardbaar is en voor de burger nog acceptabel. Voor een aantal beheeronderdelen zal de technische norm leidend blijven, zoals bij asfaltwegen, omdat een lager niveau van onderhoud negatieve financiële consequenties heeft in de toekomst. FONDSVORMING In de Stadsbegroting 2012 hebben we aangegeven wat we gaan doen voor het voormalige investeringsbudget van € 2,2 miljoen. Deze werkzaamheden hebben we ook inderdaad uitgevoerd. Zoals we al bij de begroting voorspelde, hebben we sommige wegen voor onderhoud naar achteren geschoven omdat de voorbereiding langer duurde of het moment nog niet juist was. Daarvoor in de plaats hebben we andere wegen naar voren gehaald om aan te pakken. Dit om zo efficiënt mogelijk met onze tijd en geld om te gaan. De achterstand op onze wegen (9%) is nu nog dusdanig dat we in 2012 geen kans hebben gehad om een fonds te vormen voor grote voorziene onderhoudswerkzaamheden in de toekomst. De verwachting is dat dit de komende jaren ook niet zal lukken. Om toch het beschikbare budget niet te overschrijden, wordt slim samengewerkt met andere programma’s en worden projecten eventueel opgeknipt en over meerdere jaren uitgevoerd.
Onderhoud Kapitaalgoederen AREAALMUTATIES De woningdichtheid van Nijmegen groeit de komende jaren en de openbare ruimte verandert voortdurend. Dit brengt veranderende beheerkosten met zich mee. Areaaluitbreiding, functieverandering van de openbare ruimte en de hieruit voortvloeiende hogere beheerkosten moeten structureel in de begroting worden opgenomen. Deze structurele uitbreiding van het beheerbudget is nodig om onze stad te beheren en onderhouden zoals we voor ogen hebben bij de inrichting en ontwikkeling. Voor iedere woning die we opleveren, nemen we vanaf 2012 een bedrag op in de begroting. Als onderdeel van de reguliere cyclus van begroten en verantwoorden beoordelen we periodiek of de ontwikkeling van de beschikbare middelen gelijke tred houdt met de benodigde lasten op het programma. In 2012 is € 295.000 aan de begroting toegevoegd. WEGEN Beleidskader: Grotendeels het beleidsplan Integraal Beheer Openbare Ruimte 2001. Vanaf eind 2012/begin 2013 de beleidsnota ‘Geef ze de (openbare) ruimte’ waarin het Marikenniveau gaat gelden. Beleidsrealisatie: In 2012 is de Energieweg geheel gereconstrueerd (integraal: bomen gekapt, openbare verlichting vervangen door LED). Ook is de gehele asfaltconstructie van de Tunnelweg en het Quackplein vervangen. Daarnaast is zijn er veel deklagen van asfalt vervangen: Groesbeekseweg (van Archipelstraat tot aan gemeentegrens), General James Gavinweg, Waalbrug, Willem Schiffstraat, O.C. Huismanstraat, Marialaan, Industrieweg, Groenestraat (van Spoor tot Graafseweg). De ringweg Aldenhof is bij wijze van proef van lichtreflecterend asfalt voorzien. Het fietspad van de St. Annastraat (van Kapittelweg tot Oude Molenweg) is van rood asfalt voorzien. Ook zijn de klinkervlakken in de Muntweg vervangen door asfalt vanwege trilling‐ en geluidoverlast. Vanuit het programma Mobiliteit is de snelfietsroute Nijmegen – Beuningen aangelegd waarbij het programma Openbare ruimte een bijdrage aan heeft geleverd. In 2012 zou de Neerbosscheweg opnieuw geasfalteerd worden. In 2012 werd vanuit Mobiliteit het project “Groene Route” en “Poort Neerbosch” opgestart. Omdat deze projecten overlappen met de onderhoudswerkzaamheden, is besloten het onderhoud een jaar uit te stellen en dit integraal uit te voeren met deze projecten. Het budget dat hierdoor vrijviel is ingezet om de geluid reducerende deklaag van de Groesbeekseweg te vervangen. Deze stond geprogrammeerd voor 2013 en 2014 en is dus een jaar naar voren gehaald. Het restant van de Groesbeekseweg wordt in 2013 uitgevoerd zodat deze weg weer helemaal up‐to‐date is. Voor de Weg door Jonkerbos, Kwakkenbergweg en kruispunt Bosweg/Broerdijk en de St. Jacobslaan zijn de voorbereidingen gestart in 2012 en vindt de uitvoering in 2013 plaats. Aan het eind van het jaar is er voor gekozen om een woonstraat (Willem Schiffstraat) op te knappen die al enige tijd in het wijkbeheerplan Groenewoud stond vermeld en een drukke weg is qua schoolverkeer. Financiële realisatie: Het onderhoud van wegen en civiele kunstwerken is begroot in het programma Openbare Ruimte. In 2012 besteedden wij €7,1 miljoen aan onderhoud en vervanging van verhardingen en civiele kunstwerken. OPENBARE VERLICHTING Beleidskader: Voor Openbare verlichting hebben we een apart beleidskader vastgesteld eind 2011. Met deze beleidsnota hebben we een duidelijk kader voor de openbare verlichting in de komende jaren, waarin aandacht is voor de balans tussen veiligheid, beeldkwaliteit, duurzaamheid, burgertevredenheid en kosten. Met verschillende maatregelen zorgen we voor zo laag mogelijk energieverbruik van de openbare verlichting, zonder in te leveren op verkeersveiligheid en sociale veiligheid. Zo zullen bij nieuwe ontwikkelingen alleen nog laag energetische verlichting zoals LED worden toegepast, passen we ‘licht op maat’ toe en gaan we experimenteren met reflecterend asfalt. Het kabelnet voor openbare verlichting heeft een onderhoudsachterstand. We gaan deze achterstand de komende 20 jaar wegwerken door 18 km kabel per jaar te vervangen. 107
Onderhoud Kapitaalgoederen In het kader van het nieuwe beleidsplan vervangen we steeds meer oude verlichting door LED verlichting in de stad. Beleidsrealisatie: In het kader van het nieuwe beleidsplan vervangen we steeds verlichting door LED verlichting aan in de stad. In 2012 hebben we LED lantaarns geplaatst op de Steenbokstraat, Heijendaalseweg, Neerbosschebrug en rotonde, van Schaeck Mathonsingel en de Energieweg. Daarnaast hebben we 13 km kabelnet vervangen waaronder 2 km in de Waalbrug. Financiële realisatie: We hadden te maken met 125 storingen van ons openbare verlichtingskabelnet. Dit is goed voor € 270.000 aan onkosten. In 2011 ging het om € 239.000 bij 113 storingen. In totaal is voor € 3 miljoen besteed aan onderhoud en vervanging voor openbare verlichting in 2012. RIOLERING Beleidskader: Gemeentelijk rioleringsplan 2010‐2016. In 2009 heeft uw Raad dit beleidskader vastgesteld. Het accent ligt op planmatig onderhoud gericht op behoud van restlevensduur van ons rioolstelsel. Dit in tegenstelling tot het voorgaande rioleringsplan 2005‐2009 waarin de nadruk lag op statistisch bepaalde investeringsbehoefte. Beleidsrealisatie: Het GRP2010‐2016 richt zich op behoud van restlevensduur van ons rioolstelsel, hetgeen wil zeggen dat we er voor zorgen dat het systeem gemiddeld niet veroudert. Eind 2012 blijkt de gemiddelde restlevensduur op basis van de in 2012 uitgevoerde rioolinspecties 49,4 jaar. Dat is ongeveer 0,3 jaar lager dan eind 2011. Dat komt doordat we risicogericht inspecteren. Riolen in relatief slechte staat zijn daardoor wat oververtegenwoordigd in de bepaling van de gemiddelde restlevensduur. Ruim 80% van de Nijmeegse riolen is nu één maal geïnspecteerd. Als het gros van de riolen ten minste twee maal is geïnspecteerd, met meerdere jaren tijd tussen twee inspecties, wordt de veroudering van de riolen goed zichtbaar en kan de gemiddelde restlevensduur van de Nijmeegse riolering betrouwbaarder en nauwkeuriger worden. Tot die tijd zijn jaarlijkse door statistiek veroorzaakte variaties in de gemiddelde restlevensduur onvermijdelijk. Voor de volledigheid: ‐ gemiddelde restlevensduur is bijna 50 jaar; ‐ gemiddelde ouderdom is circa 40 jaar; Dus: gemiddelde levensduur van onze riolen is momenteel circa 90 jaar. Financiële realisatie: Het beheer en onderhoud van ons rioolstelsel is begroot in het programma Groen & Water. In 2012 besteedden wij aan rioolstelsel en watersysteem circa € 12,4 miljoen waarvan circa € 3,9 miljoen voor investeringen uitgevoerd in 2012. WATER Beleidskader: Waterplan 2001. Doel is duurzaam omgaan met water en waterpartijen in de stad: schoonhouden van het stadswater, verbeteren van de (grond)waterkwaliteit, water zichtbaar maken in de openbare ruimte en verminderen van het waterverbruik. Het beleidskader is uitgewerkt in het actieplan 2005 met daarin een vertaling van de ambities. In het waterplan is een planning opgenomen van projecten die in de geplande periode uitgewerkt worden in deelplannen. Beleidsrealisatie: Er is verder gewerkt aan overdracht vijvers aan Waterschap en aan analyse watersysteem Dukenburg. Financiële realisatie: Het onderhoud van water en waterpartijen in de stad is begroot in het programma Groen & Water. In 2012 besteedden wij aan rioolstelsel en watersysteem circa € 12,4 miljoen waarvan circa € 3,9 miljoen voor investeringen uitgevoerd in 2012. GROEN Beleidskader: De Groene Draad (2007), Groene Allure Binnenstad (2007), Handboek Stadsbomen (2009), Richtlijn Natuur Nijmegen (2004), Uitvoeringsprogramma Stedelijke Vernieuwing (2011), Natuurtoets en beheerkalender (2005), Bosbeheervisie 2011. Beleidsrealisatie: Wij besteedden ook in 2012 veel tijd doorwerking Handboek Stadsbomen en beleidsplan ‘De Groene Draad’. Verder hebben we conform de plannen
Onderhoud Kapitaalgoederen uitvoering gegeven aan het dagelijkse beheer en onderhoud van het groen in de stad. Voor het onderhoud van de bomen en het bosplantsoen hebben we de technische norm leidend gehouden, vanwege de fysieke en sociale veiligheid. Voor de bomen hebben we onze onderhoudsachterstand in 2012 weggewerkt. Voor het bosplantsoen zal dat in 2013 gebeuren. Financiële realisatie: Het dagelijks onderhoud van het groen is begroot in het programma Openbare Ruimte. In 2012 besteedden wij hiervoor € 6,6 miljoen waarvan ongeveer één miljoen euro aan de bomen. In 2012 investeerden we vanuit het programma Groen & Water circa € 0,7 miljoen in groen, inclusief uitgaven Woonmilieuverbetering.
KAPITAALGOEDEREN GEBOUWEN BELEIDSKADER EN REALISATIE
De uitgangspunten voor het onderhoud zijn vastgelegd in een beheerplan. Voor het meten en bewaken van de onderhoudsstaat hanteren wij de landelijke NEN‐norm 2767 (Nederlands Normalisatie‐instituut) voor gebouwen. Wij hebben steekproefsgewijs een conditiemeting conform deze NEN‐norm laten uitvoeren. Uw Raad heeft middelen beschikbaar gesteld om ook deze gebouwen structureel te onderhouden. De planning van de uitvoering is vastgelegd in een meerjaren onderhoudsplan. Op basis van deze plannen wordt het onderhoud uitgevoerd. Dat onderhoud vertoont in absolute zin, als gevolg van werkelijk uit te voeren onderhoud grote fluctuaties. Middels een egalisatievoorziening vertoont de feitelijke belasting van de begroting een stabiel beeld; wij middelen de lasten van het onderhoud over een periode van 20 jaren. Het meerjaren onderhoudsplan wordt periodiek geactualiseerd. Bedragen * 1,0 miljoen
Begroting 2012
Realisatie 2012
Storting
Facilitaire gebouwen
1,5
1,3
0,2
Wijk‐ en sportcentra
1,9
1, 4
0,5
Overig vastgoed
1,8
1,7
0,1
5,2
4, 4
0,8
109
Onderhoud Kapitaalgoederen UITBESTEDING REGIETAKEN ONDERHOUD Het onderhoud van onze gemeentelijke panden is sinds 2008 uitbesteed aan DHV. Elk jaar actualiseert DHV in overleg met de gemeente het meerjarenonderhoudsplan (MOP). Hierin is het onderhoud van het gemeentelijk vastgoed voor de komende jaren vastgelegd. Het jaarbedrag zoals dat nu in de begroting is opgenomen gaat uit van het 20‐jarig gemiddelde. Jaarlijks stellen we de uitvoeringsplanning vast met de bijbehorende kostenraming. De bedragen kunnen jaarlijks sterk fluctueren. We vangen de financiële effecten daarvan op via de Voorziening POG (Planmatig Onderhoud Gebouwen). Met het vaststellen van het jaarplan voldoen we aan de voorschriften voor rechtmatigheid van de uitgaven. We kunnen met het onderhoudsbudget de gemeentelijke gebouwen in stand houden, maar het is niet bestemd en ook niet toereikend om er verbeteringen qua materialengebruik, installaties of qua functionaliteit mee aan te brengen. Uit een doorkijk naar de komende 20 jaar blijkt bovendien dat het bedrag voor instandhouding dat in de begroting is opgenomen voor het uitvoeren van het onderhoud over enkele jaren niet voldoende zal zijn om het noodzakelijke instandhoudingsonderhoud uit te voeren. Bij de Perspectiefnota komen wij hier op terug. Voor wat betreft 2012 is het voorziene onderhoud volledig uitgevoerd . REALISATIE INVESTERINGEN Naast het reguliere technisch onderhoud is er een aantal ontwikkelingen dat invloed heeft op het gebruik en het onderhoud van de gemeentelijke panden. Hieronder lichten wij uw Raad de belangrijkste toe.
DIVERSE WETTELIJKE AANPASSINGEN AAN GEBOUWEN Het jaarlijks terugkerende bulkkrediet Gemeentelijke Accommodaties van € 750.000 is in 2012 volledig besteed aan noodzakelijke aanpassingen en verbeteringen aan gemeentelijke gebouwen in het kader van duurzaamheid of (nieuwe) wetgeving, bijvoorbeeld op Arbogebied. De inzet in 2012 betreft o.a. ruim € 235.000 aan Duurzaamheidsmaatregelen en € 130.000 voor asbestsanering. Daarnaast zijn voor bijvoorbeeld Cultuur, Sport en Welzijn diverse aanpassingen gedaan waarbij de
Onderhoud Kapitaalgoederen duurzaamheidsaspecten zoveel mogelijk zijn meegenomen. Naast asbest en duurzaamheid zijn de kredietgelden besteed aan aanpassingen bij de Looimolen, de laatste fase bij Speeltuin Brakkefort en bij onze kinderboerderijen. RENDABELE INVESTERINGEN Uw Raad heeft een jaarlijks krediet van € 1.100.000 beschikbaar gesteld voor rendabele investeringen, ook genaamd investeringen met eigen dekking. Denk daarbij aan aanpassingen van gebouwen, waarbij de kapitaallasten worden gedekt door een hogere opbrengsten of lagere (overige) kosten. In 2012 is van het beschikbare bedrag onder andere € 420.000 ingezet voor aanpassingen aan de kantine en het zwembad in speeltuin Brakkefort, € 350.000 voor verdere aanpassingen verwarming en luchtbehandeling in De Waagh en ruim € 120.000 voor diverse rendabele duurzaamheidsprojecten in het kader van bijvoorbeeld duurzame verlichting en energielabels.
SPORTACCOMMODATIES In het programma Sport verantwoorden wij u over uitgaven voor onze sportaccommodaties. Wij hebben de kosten van een meerjarenonderhoudsplan voor de buitensportaccommodaties eerder in kaart gebracht. Vanaf 2007 zijn door uw Raad middelen beschikbaar gesteld zodat we ook deze categorie gebouwen structureel onderhouden. SCHOLEN Schoolbesturen zijn als juridisch eigenaar zelf verantwoordelijk voor het onderhoud van hun schoolgebouwen. Voor het onderhoud ontvangen de schoolbesturen rechtstreeks middelen van het ministerie van OW&C.
111
Onderhoud Kapitaalgoederen ONDERWIJSHUISVESTING
BELEIDSKADER Op 19 december 2007 heeft de Raad een besluit genomen over de doordecentralisatie van onderwijshuisvestingsmiddelen van de gemeente naar de schoolbesturen. Met dit besluit is de zorg voor onderwijshuisvesting met alle bijbehorende middelen en verantwoordelijkheden, onder voorwaarden, voor onbepaalde tijd overgedragen van de gemeente aan de schoolbesturen. We streven er samen met schoolbesturen naar in de periode 2008‐2048 70% van de doorgedecentraliseerde schoolgebouwen te vernieuwen en 30% te renoveren, goed gespreid over de stad en passend bij de ontwikkeling van leerlingenaantallen. Begin 2012 is het Deelplan Onderwijsvoorzieningen Nijmegen vastgesteld. Daarin hebben we een onderscheid gemaakt in voorzieningen die zijn doorgedecentraliseerd en voorzieningen die niet zijn doorgedecentraliseerd. Doorgedecentraliseerd. Met name in de bestaande stad zijn vrijwel alle voorzieningen doorgedecentraliseerd. Het streven was om in 2012 een doordecentralisatiepercentage van 92,3% te bereiken. In de praktijk hebben we een percentage doordecentralisatie van 91,8 % van alle leerlingen in Nijmegen (incl. Voortgezet Onderwijs) gerealiseerd. Niet‐doorgedecentraliseerd Drie schoolbesturen, de Stichting Simonscholen, Kristallis en de Stichting Speciaal Onderwijs zijn niet doorgedecentraliseerd. De twee scholen, De Oversteek en Het Talent, gevestigd in de voorzieningenharten in Nijmegen Noord zijn eveneens niet doorgedecentraliseerd. We streven ernaar om in principe alle voorzieningen voor onderwijshuisvesting door te decentraliseren. Om dit te realiseren zijn we in 2012 met besprekingen begonnen met Conexus over doordecentralisatie van de nieuw te bouwen school in Lent‐Oost. ONDERHOUD SCHOOLGEBOUWEN Het binnenonderhoud is voor alle sectoren geregeld via de Materiële Instandhouding via het Rijk. In het Voortgezet Onderwijs ligt vanaf 2005 de verantwoordelijkheid voor het buitenonderhoud geheel bij de schoolbesturen. De bekostiging vindt rechtstreeks plaats door het Rijk (OC&W). Verantwoording over deze middelen vindt middels overleggen accountscontrole aan het Rijk plaats.
Onderhoud Kapitaalgoederen Voor het Primair Onderwijs valt het (groot) buitenonderhoud grotendeels onder de regeling van de Doordecentralisatie. Inzet van deze middelen controleren wij bij de monitoring van de doordecentralisatie. In 2013 vindt de evaluatie van de doordecentralisatie plaats. In de evaluatie nemen we naast allerlei andere zaken ook mee de staat van het onderhoud van de aan de gemeente over te dragen doorgedecentraliseerde scholen. Het (buiten)onderhoud van de niet‐doorgedecentraliseerde scholen valt onder de verantwoordelijkheid van de gemeente. Bij twee besturen, Kristallis en Taricius, hebben we deze verantwoordelijkheid doorgesluisd via een overeenkomst doordecentralisatie buitenonderhoud. Alleen de Islamitische Basisschool Hidaya volgt nog de methode van aanvragen voor onderhoud conform de procedure van het IHP en deze worden aan de hand van de Verordening voorzieningen onderwijshuisvesting getoetst. Het ministerie van OC&W heeft een wetsvoorstel ter besluitvorming voorgelegd om de verantwoordelijkheid voor het buitenonderhoud bij PO‐scholen rechtstreeks bij de schoolbesturen onder te brengen. De ingangsdatum van dit wetsvoorstel is voorzien op 1 januari 2015. FINANCIËLE CONSEQUENTIES EN VERTALING IN DE BEGROTING Het totale lastenbudget voor onderwijshuisvesting bedroeg in 2012 € 17,5 miljoen, hetgeen ook is gerealiseerd. Als de decentralisatie van het buitenonderhoud in 2015 doorgaat, heeft dit gevolgen voor de vergoeding doordecentralisatie. Dit wordt meegenomen in de evaluatie van de doordecentralisatie in de loop van 2013.
113
Grondbeleid Grondbeleid
4.6 Grondbeleid VISIE OP GRONDBELEID Het programma Grondbeleid neemt fysiek ruimtelijke projecten in ontwikkeling en voert deze uit. Hierbij is er een relatie met andere programma’s binnen de gemeentelijke begroting. Belangrijke programma’s zijn ondermeer: Ruimtelijke Ontwikkeling, Bouwen, Wonen, Economie, Sport, Onderwijs en Mobiliteit. De manier waarop we dit grondbeleid uitvoeren is uitgebreid omschreven in de Kadernota Grondbeleid die in juni 2010 door uw Raad is vastgesteld. Hierin gaan we niet alleen uit van faciliterend grondbeleid, waarbij we gebruik maken van “publieke” instrumenten, maar kiezen we ook expliciet voor een actieve, ontwikkelende en daarmee risicodragende rol van de Gemeente. Dit kan zelfstandig of via samenwerking met marktpartijen en deelnemingen in een PPS (bijv. Waalfront) of via gemeenschappelijke regeling (bijv. Bergerden of Bijsterhuizen). In de actieve rol verwerven we gronden, ontwikkelen we (stedenbouwkundige) plannen en maken we terreinen bouwrijp en verkopen deze. De beoogde maatschappelijke effecten van dit Grondbeleid zijn: - Een groter aanbod van woningen voor de doelgroepen die daar het meeste behoefte aan hebben door middel van de productie van bouwrijpe grond en de ontwikkeling van stedenbouwkundige plannen. - Scheppen van fysieke ruimte voor de realisatie van voorzieningen, scholen, kantoren, bedrijfshuisvesting en andere werkgelegenheidslocaties. - Realisatie van structuurbepalende, stedelijke ontwikkelingsprojecten zoals de Stadsbrug, de Dijkteruglegging, de Waalsprong, Plein 1944, Waalfront die initiërend zijn voor de lange termijn ontwikkeling van de stad. Projecten worden door het gemeentelijk Ontwikkelingsbedrijf voorbereid, tot uitvoering gebracht en financieel afgewikkeld. De planexploitaties van deze projecten, die altijd meerdere jaren doorlooptijd kennen, leggen we als document ter vaststelling aan de Raad voor. Tot en met heden rapporteren we halfjaarlijks (behandeling begroting en rekening) over de voortgang van de afzonderlijke projecten in de Voortgangsrapportage Grote Projecten (zowel inhoudelijk als financieel en ten aanzien van het risicobeheer). In april 2013 volgt nog een VGP bestaande stijl en in het najaar van 2013 volgt wederom de Risiconota. Daarna wordt het rapportageritme aangepast: in januari/februari wordt de VGP voorgelegd met als peildatum 1 oktober.(gekoppeld aan de stadsrekening) In mei volgt een update waarin melding wordt gemaakt van eventuele majeure wijzigingen. In september/oktober volgt dan weer de jaarlijkse risiconota.(gekoppeld aan de stadsbegroting) Hierin signaleren we ook de ontwikkeling binnen de deelnemingen en de positie van de Algemene Bedrijfs Reserve van het Ontwikkelingsbedrijf. Tijdens de raadsvergadering over de Risiconota 2011 heeft uw Raad een motie aangenomen waarin het college wordt opgeroepen een doorberekening te maken van de gemeentelijke risico’s bij een scenario waarin herstel op de vastgoedmarkt langjarig uitblijft: “een zwart scenario”. In mei 2012 zijn de uitkomsten van het onderzoek naar dit scenario aan de gemeenteraad gepresenteerd. In het najaar van 2012 heeft uw Raad de risiconota 2012 vastgesteld. Het zogeheten basisscenario blijft het uitgangspunt voor de ontwikkelprojecten met inachtneming van de bijstelling van de opbrengstenontwikkeling voor langlopende projecten en de verlaging van het afzettempo. In de tweede helft van 2012 heeft de gemeente besluitvorming voorbereid over de ontvlechting van de GEM Waalsprong. Deze majeure stap is mede ingegeven door het feit dat de financiële risicoverdeling tussen de gemeente en de participerende marktpartijen
Grondbeleid niet meer in lijn is met de gelijkwaardige zeggenschapsverhoudingen. Daarnaast zijn andere marktpartijen in grote mate betrokken bij de woningbouwontwikkeling in de Waalsprong dan die in de GEM participeren. Begin 2013 wordt de feitelijke ontvlechting naar verwachting afgerond en worden voorstellen gedaan over de positionering van de toekomstige projectorganisatie voor de Waalsprong ten opzichte van de gemeentelijke organisatie. Als onderdeel van de voorliggende Stadsrekening 2012 wordt de VGP april 2013 vastgesteld.
ONTWIKKELINGEN Er wordt nog steeds hard gewerkt aan de verdere ontwikkeling van de stad Nijmegen. Bij de ontwikkeling staat centraal, het economisch perspectief, een kwalitatief goede woning, in een ongedeelde stad die goed bereikbaar is, met duurzaamheid als uitgangspunt. Bij veel van de projecten heeft het Grondbeleid een belangrijke rol gespeeld. Grote plannen als de Waalsprong, Waalfront, Doornroosje, Plein 1944 en Novio Tech Campus zijn op dit moment belangrijke projecten. De woningbouwproductie is het afgelopen jaar weer gestegen naar ca. 1.200 waarvan bijna 300 in de Waalsprong (2011: totaal ruim 700) gerealiseerde woningen, ondanks de economische recessie. Dit hangt evenwel samen met besluiten over investeringen die in eerdere jaren zijn genomen en nu tot uitvoering zijn gebracht. De uitgifte van bedrijventerrein en het realiseren van bedrijven en kantoren is in 2012 net als in 2011 op vrijwel nihil uitgekomen. De kadernota Grondbeleid ‐en dan met name de inzet van het instrumentarium‐ heeft zijn waarde bewezen in de tijd van groei en economische vooruitgang. Actief werd grond ingezet om ontwikkelaars en corporaties projecten te laten realiseren die politiek gewenst werden. Daarbij werden bij deze projecten ook vaak maatschappelijke voorzieningen gerealiseerd. In 2012 was er nog steeds sprake van een economische crisis, inmiddels is duidelijk dat de economische crisis langer gaat duren en dat ook in 2013 geen herstel valt te verwachten. Hoewel de ontwikkeling van de stad zoveel als mogelijk door moet gaan in het belang van de economie en meer in het bijzonder de werkgelegenheid is risicobeheersing en risicomanagement een nog belangrijker thema geworden. In de risiconota Ontwikkelingsbedrijf 2012 is hier uitgebreid op ingegaan. Dit zal voortgezet worden in 2013 en volgende jaren. Speciale aandacht zal daarbij de risico‐analyse van de grote GREX‐ en, waaronder de GEM Waalsprong, krijgen. Tegen de achtergrond van de economische crisis heeft het Ontwikkelingsbedrijf zich in het algemeen terughoudender opgesteld dan voorheen. Dat betekent dat faciliterend grondbeleid vaker het uitgangspunt is en het initiatief bij marktpartijen wordt neergelegd. Er komen verder weinig nieuwe projecten in voorbereiding bij en de omvang van de projecten wordt kleiner. Gelet op de financiële belangen van de gemeente bij de verschillende grote projecten als Waalsprong en Waalfront zal zorgvuldige (her)overweging van nut en noodzaak van projecten met als gevolg prioriteitsstelling en verdere fasering in de tijd de komende periode moeten plaatsvinden. De besluitvorming omtrent de ontvlechting van de GEM Waalsprong betekent dat de gemeente de volledige regie neemt over de ontwikkeling van de woningbouw in de Waalsprong. Dit is al het geval bij de bedrijventerreinen, de infrastructuur en de landschapszone. De grondexploitatie voor de GEM zal in 2013 worden herzien, waarbij ook zal worden gekeken naar het te realiseren woningbouwprogramma in het licht van de economische omstandigheden. In april 2013 wordt e.e.a. aan uw Raad voorgelegd.
115
Grondbeleid 4.6.1 ECONOMISCHE ONTWIKKELING 2012 Vanaf het derde kwartaal in 2008 zijn de eerste signalen van een verslechterende economie naar buiten gekomen. In 2009 is dit uitgegroeid tot een economische crisis. Het jaar 2012 laat wederom een verdere daling zien. Ook in Nijmegen zijn de gevolgen van deze terugvallende economie tastbaar. Net als in 2011 stagneren projecten die in aanbouw hadden moeten zijn. De animo voor nieuwbouwwoningen is net als in 2011 laag te noemen, omdat veel mensen de financiering niet rondkrijgen en – in het geval van doorstroming – problemen ondervinden met het verkopen van hun bestaande woning tegen een gewenste prijs. Woningen zijn lang niet altijd verkocht bij oplevering. Ook bij economische sectoren die afhankelijk zijn van de bouwprojecten zoals architectenbureaus zien we problemen. Ontwikkelaars en bouwbedrijven maken zich nog steeds ernstige zorgen voor de toekomst. Het aantal faillissementen van bouwbedrijven is in 2012 flink opgelopen. Daarnaast komen ook woningbouwcorporaties in zwaar weer waardoor woningbouwplannen minder snel of niet meer van de grond komen. De voornemens van het nieuwe kabinet m.b.t. de structurele hervorming van de woningmarkt, zowel voor de koopsector als de huursector, lijken op korte termijn geen gunstig effect te hebben op de vraag naar nieuwe woningen en bedrijfslocaties. De vooruitzichten voor 2013 zijn door het CPB aangepast. Waar in september 2012 een groei van de economie in 2013 van 0,75% werd verwacht, heeft het CPB de groei in 2013 bijgesteld naar ‐0,5%. Het beheersen van gemeentelijke risico’s zal in het licht van het bovenstaande een belangrijker rol spelen bij de activiteiten van het Otwikkelingsbedrijf. Hieronder geven we aan wat het Ontwikkelingsbedrijf in 2012 heeft gedaan om een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van de stad. 4.6.2 WAT HEEFT HET ONTWIKKELINGSBEDRIJF GEDAAN? Het Ontwikkelingsbedrijf voert projecten uit en leidt processen om te komen tot de uitvoering van projecten als bijvoorbeeld HOV. Zie hiervoor de beschrijving van alle projecten welke in de Voortgangsrapportage Grote Projecten april 2013 zijn opgenomen en de fasen waarin deze projecten zijn. Belangrijke projecten in 2012 waren: de oplevering van de Keizer Karelgarage, de Castellatoren aan de Graafseweg wordt gerealiseerd, de plannen rond de Handelskade (onderdeel Waalfront) zijn verder uitgewerkt, aan de Teersdijk zijn woningen opgeleverd, Station Goffert komt steeds dichter bij realisatie. Plein 44 krijgt steeds meer vorm, begin 2013 is het hoogste punt bereikt. In de Waalsprong is gestart met de bouw van het nieuwe station Lent. Voor de verbinding met de stad is het bereiken van het hoogste punt van de Stadsbrug een belangrijke mijlpaal geweest. Verder is een overeenkomst gesloten voor de aanleg vaneen hybride Warmtenet voor Waalfront en Waalsprong en participeert de gemeente in de PPS Warmtebedrijf Indigo samen met Alliander. Verder is het contract met het Rijk afgesloten over de dijkteruglegging. Kleinschalige projecten waren de oplevering van zorgwoningen en studentenwoningen aan de Sperwerstraat, woningbouw aan de Ploegstraat en de realisatie van gezondsheidscentrum Horstacker. Ook van belang te vermelden is de keuze om geen actieve rol te spelen bij de herontwikkeling van het winkelcentrum Dukenburg, maar de markt het initiatief te laten nemen. In de Voortgangsrapportage Grote Projecten maart 2013 is op basis van de herzieningen van de grondexploitaties nader aandacht aan besteed aan de belangrijkste risico’s en bijbehorende beheersmaatregelen. Het gaat daarbij met name om het risico van vertraging van de afzet/gronduitgifte.
Grondbeleid
4.6.3 UITVOERING PROGRAMMA GRONDBELEID IN 2012 Op de Teersdijk zijn nieuwe woningen gerealiseerd. De herstructurering van het winkelgebied met nieuwbouw van woningen aan de Marialaan/Kievitstraat/Koekoekstraat is in 2012 opgeleverd. Het Citadelcollege en Talita Koemi zijn opgeleverd; er zijn ook 3 scholen in aanbouw genomen. Voor de Waalsprong is de uitvoering van de Landschapszone in volle gang. De voorbereiding van de Dijkteruglegging verloopt volgens planning; het startschot voor de realisatie is, in aanwezigheid van de minister van I&M op 22 januari 2013. De planontwikkeling van de bedrijventerreinen (De Grift en Ressen) is in 2012 gestart. De fasering van de ontwikkeling is daarbij een belangrijk aandachtspunt. De Stadsbrug is volop in uitvoering. In 2013 moet de oplevering plaatsvinden. Ook aan de omvorming van de Energieweg wordt gewerkt. De parkeergarage Keizer Karel is opgeleverd, het bouwrijp maken van de Handelskade (Waalfront) is gestart. De ontwikkelingsvisie voor Nijmegen Centraal is vastgesteld en er is uitvoering gegeven aan de quick wins door middel van het doortrekken van de Esplanade tot aan het stationsgebouw, de verplaatsing van de bushalte voor de Campus en het doortrekken van de snelfietsroute. De woningbouw op de Rosa de Lima is grotendeels gereed. De bouw van Zwembad Oost aan de Kwakkenberg vordert gestaag. De realisatie van het eerste gebouw van Novio Tech Campus is in 2012 gestart. De verkoop van gronden op onder andere het Compaq‐terrein en Bijsterhuizen ligt net als in 2011 nagenoeg stil. In totaal is voor slechts 0,25 ha bedrijfskavels uitgegeven. De exploitatieperiode voor Bijsterhuizen is met 4 jaar verlengd. Woningbouw In 2012 zijn ca. 1.200 woningen gerealiseerd in Nijmegen. Hiervan zijn er ca. 900 gerealiseerd in de bestaande stad en het restant in de Waalsprong. Voor verdere informatie over de projecten/planexploitaties verwijzen we naar de VGP april 2013. 117
Grondbeleid 4.6.4 RESERVES EN RISICO’S Eind 2012 waren 53 planexploitaties in uitvoering en ca. 26 planexploitaties in ontwikkeling (de PIO's). Met name het aantal PIO’s is gedaald (2011: 35). Deze planexploitaties in ontwikkeling, zullen bij gebleken haalbaarheid en uitvoerbaarheid ter vaststelling aan uw Raad worden aangeboden, danwel leiden tot anterieure overeenkomsten welke door het College worden afgesloten. De gemaakte kosten van niet ontwikkelbare PIO’s kunnen ‐als gevolg van de bezuinigingen‐ niet meer jaarlijks worden afgeboekt ten laste van het PIO budget binnen dit programma. Deze kosten worden met de algemene kosten verrekend over de vastgestelde planexploitaties. Dit leidt wel tot terughoudendheid bij mogelijk nieuwe ontwikkelingen, en dit is in lijn met onze uitgangspunten van het coalitieakkoord (terughoudend met nieuwe woningbouwlocaties en accent bij Waalsprong, Waalfront en herstructurering). Om de risico’s van deze exploitaties af te dekken hebben we een Algemene Bedrijfsreserve voor het Ontwikkelingsbedrijf. De resultaten van onze planexploitaties worden met deze ABR verrekend. De voeding van de ABR geschiedt door het toevoegen van de resultaten van positief afgesloten planexploitaties. De berekende totale omvang van de ABR op basis van de huidige projectenportefeuille zou najaar 2012 circa € 28,8 miljoen. moeten zijn (risicoprofiel). In het najaar van 2012 is de Risiconota Ontwikkelingsbedrijf 2012 vastgesteld. Per 1 januari 2013 is de totale projectenportefeuille (incl. GEM Waalsprong) herzien. Het totaal van de gekwantificeerde risico’s (in geld uitgedrukt) van de verschillende projecten opgeteld leidt tot een risicoprofiel van om en nabij de 85 miljoen euro. Maar gezien het feit dat deze risico’s, zowel in tijd maar ook als mogelijkheid zich nimmer gelijktijdig zullen voordoen, is een demping van 10 procent‐ overeenkomstig het bijgestelde uitgangspunt in de risiconota Ontwikkelingsbedrijf 2011 gewenst. Op basis van deze berekening kan het totaal van het risico derhalve worden bepaald op 76,5 miljoen euro.
Na de aanpassingen uit de herzieningen per januari 2013 is het niveau van de ABR op 31 december 2012 € 1.7 miljoen. De verwachting in het VGP van september 2012 was dat dit € 22.9 miljoen zou zijn. De afwijking van € 21,2 wordt veroorzaakt door met name de aanpassing van de voorzieningen n.a.v. de planexploitatieherzieningen. Met een ABR van € 1,7 miljoen kunnen deze risico’s uiteraard niet worden opgevangen. Dit betekent dat de ABR als weerstandsvermogen niet meer volstaat. Daarom wordt de ABR als specifiek weerstandsvermogen voor het Ontwikkelingsbedrijf opgeheven en geïntegreerd in de saldireserve. De Saldireserve na besluitvorming bij de stadsrekening 2012 bedraagt 47,4 mln. Ook dat is nog niet toereikend voor de gekwantificeerde risico’s van de planexploitaties en de overige risico’s binnen de gemeentebegroting. Omdat de risico’s zich niet allemaal tegelijk zullen voordoen en omdat het risico van de grootste planexploitatie, GEM Waalsprong in de komende drie jaar beperkt is door de gegarandeerde afzet van 2/3e deel van de geplande afzet van gronden, volstaat een geleidelijke groei van het weerstandsvermogen. In het kader van de perspectiefnota 2014 zal een voorstel worden gedaan voor de versterking van het weerstandsvermogen. Voor een meerjarenraming van de ABR wordt verwezen naar de toelichting in de Voortgangsrapportage Grote Projecten van april 2013, behorend bij de jaarrekening 2012. Strategische gronden Ieder jaar wordt bezien of de waardebepaling van de voorraad strategische gronden nog in lijn is met de marktwaarde, conform de regels van de commissie BBV. Dit heeft er bij de jaarrekening 2011 toe geleid dat een afboeking heeft plaatsgevonden van de totale portefeuille van ruim € 2,2 miljoen. Overeenkomstig de Nota Grondbeleid vindt geen activering van vervaardigingskosten plaats. Begin 2011 is door ons college een uitvoeringsplan vastgesteld en zijn de beheersmaatregelen in uitvoering genomen om het
Grondbeleid financieel resultaat per 2012 neutraal te laten sluiten. De ingezette lijn voor 2012 is gehaald. Het lijkt er dan ook op dat we in 2013 weer een financieel neutraal resultaat kunnen boeken op de post strategisch gronden. Dit zal voornamelijk afhankelijk zijn van het moment waarop contracten worden getekend. Met andere woorden, de uitvoering kan tot in 2014 doorlopen door de afwikkeling van de gesloten koopovereenkomsten. Hoe gaat risicobeoordeling? Bij de Voortgangsrapportage Grote Projecten en bij herzieningen van planexploitaties maken we per project een risicobeoordeling. Per project bekijken we dan de negatieve risico’s zoals kostenstijgingen, hogere verwervingsprijzen, opbrengstverlaging (markt) en de bijsturingmogelijkheden. Dit wordt gelegd naast een beoordeling van de totale projectenportefeuille (in de wetenschap dat alle risico’s zich nimmer op hetzelfde tijdstip zullen voordoen e.d.). Wat vervolgens aan gekwantificeerde financiële risico’s overblijft, moet kunnen worden afgedekt in de ABR van het Ontwikkelingsbedrijf. In 2012 is een afzonderlijke Risiconota Ontwikkelingsbedrijf opgesteld met daarin aandacht voor het eerder genoemde “zwarte scenario”. In november 2012 heeft de Raad ingestemd met deze nota. In vervolg hierop zal in de VGP april 2013 ingegaan worden op eventuele bijstellingen van de risicobeoordelingen en gevolgen voor de ABR van het Ontwikkelingsbedrijf. Niet alleen de gemeentelijke plannen komen daarbij aan de orde, ook de verbonden partijen zullen daarin worden meegenomen (WGR Bijsterhuizen, WGR Bergerden, GEM Waalfront). Specifiek zal aandacht worden besteed aan de risico’s van de GEM Waalsprong in relatie tot het besluit tot ontvlechting van de GEM. 4.6.5 WINST EN VERLIESNEMING Ten aanzien van winst en verliesneming binnen de ABR Ontwikkelingsbedrijf hanteren we het voorzichtigheidsbeginsel: bij te verwachten verliezen treffen we direct een voorziening. Een verwachte winst nemen we pas aan het eind, wanneer de winst is gerealiseerd. Tussentijdse winstneming wordt alleen toegepast indien de boekwaarde van het onderhanden werk negatief is (en er dus een bijna zeker voordelig financieel resultaat gaat ontstaan). Deze tussentijds te nemen winst wordt bepaald door de negatieve boekwaarde van het onderhanden werk te verminderen met de contante waarde van de nog te maken kosten in de planexploitatie. Hierbij wordt tevens een risicobeoordeling gemaakt (bepaald mede of tussentijdse winstneming kan ja of neen) en de bedragen van de tussentijds te nemen winst worden op duizendtallen afgerond.
119
Grondbeleid
Weerstandsvermogen
Weerstandsvermogen
4.7 Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen geeft aan in welke mate de gemeente in staat is om het hoofd te bieden aan nadelen die kunnen ontstaan bij de uitvoering van onze gemeentelijke taken. Het weerstandsvermogen is gebaseerd op een aantal basisprincipes. Om een goed beeld te kunnen scheppen van het weerstandsvermogen gaan we in deze paragraaf allereerst in op een aantal belangrijke basisprincipes, om vervolgens het weerstandsvermogen verder uiteen te zetten. 4.7.1 UITGANGSPUNTEN De begroting en de saldireserve De begroting vormt het centrale kader voor onze jaarlijkse activiteiten. In de begroting bepaalt uw Raad de inzet van de beschikbare middelen voor de uitvoering van de programma’s. De spelregels, die ook de afgelopen keer weer in het coalitieakkoord zijn bevestigd, zijn simpel: Structurele lasten moeten structureel worden gedekt. Specifieke uitkeringen van het Rijk of de Provincie en andere specifieke inkomsten, zoals leges of parkeeropbrengsten, komen rechtstreeks als baten op het betreffende programma. Alle andere baten zijn onderdeel van de Algemene middelen, over de inzet waarvan uw Raad besluit, bij Perspectiefnota en begroting. Tegenvallers op de programma’s dienen binnen de programma’s te worden opgevangen. Als specifieke bijdragen van het Rijk niet meer toereikend zijn, dan passen we de uitvoering aan. Als uw Raad ‐ al dan niet op voorstel van ons College ‐ een hoger niveau van uitvoering wenst, dan moet uw Raad geld uit de algemene middelen vrijmaken om daarvoor in te zetten. Of het nu om een structurele of om een a‐structurele aanvulling gaat, dekking dient altijd in de begroting te worden gevonden. De Saldireserve is daarvoor geen dekkingsbron. Voor de gewenste hoogte van de Saldireserve hanteren we een bandbreedte van € 150 tot € 270 per inwoner, wat neerkomt op een ondergrens van € 25 miljoen en een bovengrens van € 45 miljoen. Via het risico‐analyse‐systeem Naris berekenen we het gewenste weerstandsniveau op basis van de risico’s bij de uitvoering van de taken zoals vastgesteld in onze begroting. Deze uitkomst moet binnen de bandbreedte van de Saldireserve passen. De planexploitaties en de ABR Voor de planexploitaties en de andere grote projecten van het Ontwikkelingsbedrijf gelden vergelijkbare spelregels. Elke planexploitatie heeft zijn eigen begroting ‐ die de hele looptijd van het project omvat ‐ en binnen die begroting moeten baten en lasten met elkaar in evenwicht worden gebracht en gehouden. Ook hier beslist uw Raad over de opzet en over tussentijdse wijzigingen. Tegenvallers dienen binnen de planexploitatie te worden opgevangen, tenzij uw Raad een hoger niveau wil realiseren door extra middelen bij te dragen. Die extra middelen moeten dan wel weer van een goede dekking worden voorzien. Het ontwikkelingsbedrijf kent een eigen Algemene Bedrijfsreserve (ABR), om de risico’s van de planexploitaties en andere grote projecten op te vangen. De gewenste hoogte van de ABR wordt eveneens berekend aan de hand van risico‐analyses van de projecten van het Ontwikkelingsbedrijf. Aangezien de ABR eind 2012 ontoereikend is om de risico’s in de planexploitaties op te vangen, wordt bij deze rekening voorgesteld om de ABR op te heffen en te integreren in de saldireserve, en de saldireserve de algemene buffer te laten zijn voor alle risico’s. 121
Weerstandsvermogen Risicobeoordeling stadsrekening Voor de beoordeling van het benodigde weerstandsvermogen voor de stadsrekening hebben we een actualisatie van ons risico‐analyse‐systeem uitgevoerd. Deze risico‐ inventarisatie is uitgevoerd met behulp van het ondersteunende risicomanagementsysteem Naris en stelt ons in staat om een betere prognose te maken van het weerstandsvermogen met gebruikmaking van statistische analyses. De risico‐inventarisatie heeft 79 geïdentificeerde risico’s opgeleverd. Hiervan hebben we een “top‐10” van belangrijkste risico’s samengesteld. De hierbij gehanteerde criteria zijn: risico’s met grote financiële gevolgen, waarvoor de kans redelijk groot is dat deze zich ook daadwerkelijk manifesteren en waarvoor de oorzaken niet door de gemeente kunnen worden beïnvloed of waarvoor de gemeente nog niet in staat is geweest om passende beheersingsmaatregelen te treffen om de kans of het gevolg van het risico terug te dringen. De risico’s die al zijn afgedekt zijn door maatregelen laten we buiten beschouwing. Voor schulden met een onzekere omvang ultimo 2012, voor het egaliseren van jaarlijks terugkerende lasten met een wisselende omvang en voor nog niet bestede ontvangen subsidies zijn voorzieningen gevormd. Het deel van financiële risico’s dat is afgedekt door verzekeringen laten we hier eveneens buiten beschouwing. De geactualiseerde top‐10 ziet er als volgt uit: Risico’s overige gemeentelijke activiteiten
Onze uitgaven voor bijstandsuitkeringen (WWB) kunnen hoger liggen dan de Rijksuitkering. Dit kan worden veroorzaakt door veranderingen in het verdeelmodel en wijzigingen in de financieringssystematiek (2014), onze gemiddelde prijs per uitkering of ons aantal uitkeringen. Afwijkingen van de raming van het Gemeentefonds worden vooral veroorzaakt door het Rijk het accres, de uitkeringsfactor of de normeringssystematiek bijstelt. Deze bijstellingen zijn onvoorzien en niet door ons beïnvloedbaar. De ervaring leert dat wij gemiddeld één keer in de 5 tot 7 jaar te maken krijgen met zulke bijstellingen bij economische neergang. Als gevolg van personele bezuinigingen bestaat het risico op frictiekosten. We baseren de hoogte van het risico op het aantal te bezuinigen fte in het komende jaar. Het regeerakkoord 2013 "Bruggen slaan" heeft wijzigingen van o.a. de zorg tot gevolg. Belangrijke wijzigingen o.a.: scheiden van wonen en Zorg; GGZ Het regeerakkoord 2013 "Bruggen slaan" heeft wijzigingen van o.a. onderwijshuisvesting tot gevolg. Als de rente stijgt boven het in de meerjarenbegroting opgenomen rentepercentage, zijn de rentekosten bij herfinanciering hoger dan waarmee in de meerjarenbegroting rekening is gehouden. Als gevolg van bijvoorbeeld de economische crisis kunnen de parkeeropbrengsten tegenvallen. Zo'n terugval kan zich snel voordoen, terwijl beheersmaatregelen meestal meer tijd kosten.
Maximaal gevolg x € 1 miljoen 4,5
kans
10
30%
3,3
70%
2,5
90%
2,7
70%
5
30%
1,5
90%
70%
Weerstandsvermogen De omvang van de doelgroepen van het minimabeleid is geschat. Door nieuwe inkomensgrenzen per 01‐01‐2012 hebben we nog geen zicht op de realiteitswaarde van deze schatting.
1
70%
3
90%
2
30%
Bij aantrede van het nieuwe kabinet is besloten om de Wwnv niet in te voeren. Daar voor in de plaats komt de Participatiewet. Oorspronkelijk was voorzien om de reorganisatie van Breed deels te financieren uit rijksbijdrage Herstructureringsfaciliteit. Deze middelen zijn komen te vervallen. Er bestaat een geschil binnen de dossiers Ingroeiregeling onderwijshuisvesting. Hierdoor kan er een nadeel voor de gemeente ontstaan, als wij de ontvangen vergoeding met terugwerkende kracht zouden moeten terugbetalen. 4.7.1.2 Risico’s Ontwikkelingsbedrijf Gebiedsontwikkeling en het realiseren van vastgoedprojecten met bijbehorende openbare ruimte vergt een goed risicomanagement. Naast het voortdurend monitoren van de risico’s is bijsturing een factor van belang. De balans tussen beide elementen bepaald het risicoprofiel van het Ontwikkelingsbedrijf. Op 14 november 2012 heeft uw Raad de Risiconota Ontwikkelingsbedrijf 2012 vastgesteld. Bij het pessimistisch scenario hebben we op basis van de lopende planexploitaties een nieuw risicoprofiel opgesteld per november 2012. Daarbij is bepaald hoe hoog de ABR zou moeten zijn tot 2016. Deze uitkomst is afgezet tegen de verwachte ontwikkeling van de ABR. Op basis van deze Voortgangsrapportage en rekening houdend met de uitgangspunten in de Risiconota 2012 hebben we een nieuwe risicoanalyse gemaakt. Het totaal van de gekwantificeerde risico’s (in geld uitgedrukt) van de verschillende projecten opgeteld leidt tot een risicoprofiel van om en nabij de € 85 miljoen euro. Maar gezien het feit dat deze risico’s, zowel in tijd als ook in mogelijkheid, zich nimmer gelijktijdig zullen voordoen, kunnen we een demping van 10 procent toepassen, overeenkomstig het bijgestelde uitgangspunt in de risiconota Ontwikkelingsbedrijf 2011. Zo kan het totaal van het risico derhalve worden bepaald op € 76,5 miljoen euro. Belangrijke elementen uit de risicoanalyse worden gevormd door: Omschrijving € x 1 miljoen Waalsprong (gemeentelijk deel) 6,0 GEM Waalsprong 58,0 Koers West Waalfront 8,9 Overige risico’s 7,1 verbonden partijen (Bergerden) 5,0 Risico’s opgeteld 85,0 Dempingsfactor 10% 8,5 Totaal (afgerond) 76,5 De belangrijkste risico’s worden gevormd door de planexploitaties Waalsprong (gemeentelijk deel) De GEM Waalsprong, Bergerden en Koers West Waalfront. Ondanks het treffen van forse aanvullende voorzieningen ten laste van de ABR voor met name onderwijshuisvesting, GEM Waalsprong, Waalfront en Bergerden is het risicoprofiel nauwelijks afgenomen. Dit hangt vooral samen met de risico’s die zich voordoen bij de afzet van bedrijventerreinen, woningbouw en glastuinbouw zoals dat in de exploitaties is
123
Weerstandsvermogen voorzien. De risico’s kunnen gedeeltelijk worden beperkt door een aantal beheersmaatregelen te treffen. Voor een uitgebreide toelichting verwijzen wij naar de Voortgangsrapportage Grote Projecten april 2013. 4.7.1.3 Reservepositie Het beschikbare weerstandsvermogen ultimo 2012 bestaat uit de reservepositie, de onbenutte belastingcapaciteit, de post onvoorzien en de stille reserves. Van de reservepositie kan slechts een deel beschouwd worden als vrij. Rekening houdend met de besluitvorming kunnen de Saldireserve en de ABR van het ontwikkelingsbedrijf ingezet worden als afdekking van algemene risico’s. Voor de besteedbaarheid van de bestemmingsreserves geldt dat deze middelen, door de daarover genomen raadsbesluiten, geheel bestemd zijn. Bestemmingsreserves zijn uiteraard wel door middel van een raadsbesluit inzetbaar, wanneer zich een calamiteit zou voordoen. Het weerstandsvermogen is bedoeld om risico's af te kunnen dekken. De algemene begrotingsrisico’s zijn beoordeeld en aan de hand van risicoanalyse in Naris is bepaald dat we een bedrag van € 21 miljoen nodig hebben om de risico’s (exclusief risico’s grondbeleid) met een zekerheid van 95% af te dekken. De huidige grenzen van de Saldireserve zijn vastgesteld op € 25 miljoen ondergrens en € 45 miljoen bovengrens. De Saldireserve biedt dus voldoende zekerheid voor de begrotingsrisico’s. De risico's uit de planexploitaties zijn bepaald op € 85 miljoen. De ABR bereikt na besluitvorming bij deze stadsrekening 2012 een niveau van € 1,7 miljoen en is daarmee niet meer opgewassen tegen de risico’s op de planexploitaties. Om die reden stellen wij voor om de ABR op te heffen en de risico’s onder te brengen bij de saldireserve. De saldireserve beschouwen we als algemene buffer en we zorgen dat deze het niveau bereikt waarmee alle risico’s afgedekt kunnen worden. In de VGP van april 2013 is de meerjarenraming van de ABR opgenomen. Deze mutaties in de ABR worden nu opgenomen in de saldireserve. Naast de besluitvorming bij deze jaarstukken zijn er ook reeds een aantal besluiten genomen over de inzet van de Saldireserve in 2013 en volgende jaren. Onderstaand wordt op grond van de reeds genomen besluiten een geprognosticeerde stand van de Saldireserve in 2012 en volgende jaren gegeven. Verloop van de Saldireserve vanaf 2012: Ontwikkeling saldireserve
2012
X 1 miljoen Stand 1 januari Mutaties 2012 e
Bij dit raadsvoorstel te besluiten winstverdeling 2012 (beslispunt 2 ,2f,3b)
2013
2015
2016
47.2
47,4
45,5
50,2
57,8
‐6.1
6.3
‐3.0
Opheffen reserve Waalsprong (beslispunt 6)
0,5
Opheffen ABR (beslispunt 5)
1,7
Toevoegingen in de administratie*
5,2
6,2
6,2
7,4
Onttrekkingen in de administratie*
‐5,8
‐2,1
‐2,4
‐0,4
Claim toegankelijkheid gebouwen
‐0,4
Claim Natuurcentrum
‐1,5
ABR mutaties volgens VGP april 2013
1,9
0,6
3,8
2,0
47,4
45,5
50,2
57,8
67,3
stand 31 december
*besluitvorming tot en met primitieve stadsbegroting 2013 verwerkt
2014
Weerstandsvermogen 4.7.1.4 Totaal weerstandsvermogen van de Gemeente Nijmegen Het weerstandsvermogen wordt aangehouden teneinde risico’s af te kunnen dekken. De risico’s zijn beoordeeld en de algemene risico’s zijn aan de hand van risicoanalyse bepaald op € 21 miljoen met een zekerheid van 95% Als we de risico’s van de planexploitaties van in totaal € 85 miljoen willen afdekken in de Saldireserve, voegen we ze bij de begrotingsrisico’s in Naris. Als resultaat geeft Naris dat we dan in totaal € 93 miljoen nodig hebben bij 95% zekerheid, om alle risico’s af te dekken. Die stand wordt naar huidige inzichten in 2023 bereikt. Kijken we naar het totale weerstandsvermogen dan verwachten we dat, zonder optredende tegenvallers, op het einde van de planperiode van de GREX GEM Waalsprong het weerstandsvermogen gegroeid is tot € 130 miljoen. Geconcludeerd kan worden dat op dit moment de aanwezige reserves niet voldoende zijn om de risico's op te vangen, wanneer deze zich allen gelijktijdig en nu voor zouden doen. Omdat dit niet waarschijnlijk is en een groei van de reserves berekend is, kan het weerstandsvermogen toch als voldoende worden beoordeeld.
125
Financiering
4.8 Financiering Financiering
4.8.1 INLEIDING Het financieringsbeleid is gericht op: Het voorzien in de financieringsbehoefte van de gemeente op korte en lange termijn; Het verzorgen van financiering voor instellingen waarvan de activiteiten worden gerekend tot de publieke taak van de gemeente; Het beheersen van risico’s die met deze transacties verbonden zijn, vooral renterisico’s en ‘tegenpartijrisico’s’. In dit hoofdstuk beschrijven wij de realisatie van het financieringsbeleid in het jaar 2012 en geven wij de gehanteerde uitgangspunten weer. 4.8.2 FINANCIERINGSBEHOEFTE De behoefte aan financieringsmiddelen wordt voor een belangrijk deel bepaald door: Nieuwe financieringsbehoefte voor: o nieuwe investeringen o ontwikkelingen in bedrijfsmatige activiteiten binnen grondexploitaties o verstrekking van nieuwe leningen aan derden Te betalen aflossingen op door ons opgenomen leningen; Afschrijving op investeringen en ontvangen aflossingen op verstrekte leningen; Ontwikkeling reservepositie. Bij een sluitende jaarrekening treden uit de exploitatie per saldo geen effecten voor de financieringspositie op. 4.8.3 LENINGEN 4.8.3.1 Opgenomen geldleningen Voor de dekking van uitgezette leningen en investeringen zijn langlopende leningen aangetrokken met een boekwaarde per 31 december 2012 van € 660 miljoen. In 2012 is € 170 miljoen opgenomen waarvan € 98 miljoen is doorverstrekt aan woningcorporaties, Ontwikkelingsbedrijf en GEM Waalsprong en € 72 miljoen is aangetrokken voor eigen behoefte. 4.8.3.2 Uitgezette geldleningen Per 31 december 2012 is voor € 372 miljoen aan leningen verstrekt aan woningcorporaties, deelnemingen, verbonden partijen en overige derden. De daling van De bij de opstelling van de begroting verwachte daling van de leningen aan woningcorporaties heeft plaatsgevonden. Dit leningenpakket is volledig geborgd door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw. Van de € 251,5 miljoen die per 31‐12‐2012 is verstrekt aan deelnemingen heeft de GEM Waalspong met € 244,5 miljoen het grootste aandeel. Gedurende het jaar is voor de GEM Waalsprong een bestaande lening van € 15 miljoen geherfinancierd. In afwijking van de bovengenoemde boekwaarde € 372 miljoen, wordt in de balans een boekwaarde van € 180 miljoen vermeld. Het verschil van € 192 miljoen wordt veroorzaakt door de consolidatie van de ‘gemeentelijke planexploitaties ten behoeve van de GEM Waalsprong’ in de gemeentelijke jaarrekening. Van de € 244,5 miljoen die is uitgeleend aan de deelneming GEM Waalsprong, is € 192 miljoen weer teruggeleend aan de ‘gemeentelijke planexploitaties ten behoeve van de GEM Waalsprong’ ter financiering van de boekwaarde. Geconsolideerd vallen deze uitgezette en opgenomen leningen tegen elkaar weg.
Financiering
4.8.4 ONTWIKKELING 2012 4.8.4.1 Financieringspositie De financieringspositie heeft zich in 2012 als volgt ontwikkeld. Bedragen x € 1 miljoen Vaste activa
31‐12‐2012
31‐12‐2011
521
549
Vlottende activa
‐ bouwgronden ‐ grondexploitaties Totaal activa
19
19
314
260
854
828
‐ reserves en voorzieningen
128
149
‐ leningen
660
636
1
4
789
789
65
39
‐ overig Totaal vaste passiva Financieringstekort
Het financieringstekort nam gedurende 2012 voornamelijk toe door een toename van de boekwaarde van de grondexploitaties en een toename van de opgenomen leningen. De dekking van het hierboven berekende financieringstekort met vlottende (en dus tijdelijk beschikbare) middelen verliep in 2012 als volgt: Bedragen x € 1 miljoen
31‐12‐2012
31‐12‐2011
Vlottende activa
115
68
46
74
142
‐ kortlopende vorderingen ‐ overlopende activa
161
Vlottende passiva
226
181
Overschot
65
39
De toename van het overschot vlottende middelen werd voornamelijk gerealiseerd door het aantrekken van kortlopende financiering (kasgeldleningen) die op 31‐12‐2012 een totaalomvang had van € 123 miljoen (ultimo 2011 was dat € 98 miljoen). In 2012 had de GEM Waalsprong een kasgeldfaciliteit van € 10,5 miljoen. In oktober liep een langlopende geldlening van € 35 miljoen af. Er is besloten om deze financiering voorlopig voort te zetten met een kasgeldlening. Per 31‐12‐2012 hadden zij de kasgeldfaciliteit van € 45,5 miljoen volledig benut.
127
Financiering 4.8.4.2 Liquiditeitspositie verloop liquide middelen
dec-12
nov-12
okt-12
sep-12
aug-12
jul-12
jun-12
mei-12
apr-12
mrt-12
feb-12
jan-12
dec-11
35.000.000 25.000.000 15.000.000 5.000.000 -5.000.000 -15.000.000 -25.000.000 -35.000.000 -45.000.000 -55.000.000 -65.000.000 -75.000.000 -85.000.000 -95.000.000 -105.000.000 -115.000.000
Realisatie incl kasgeld Kasgeldlimiet Realisatie excl kasgeld en GEM gecorrigeerd Bovenstaande grafiek geeft de realisatie van de liquiditeitspositie weer gedurende het jaar. Door kort te lenen met kasgeldleningen wordt de liquiditeitsbehoefte aangevuld. Door de kasgeldleningen buiten beschouwing te laten – alsmede de voor de GEM aangegane leningen die 1‐op‐1 worden doorgeleend – ontstaat inzicht in de omvang van de kasgeldleningen. Hierop is de kasgeldlimiet van toepassing. Bij het opstellen van de liquiditeitsprognose voor 2012 was het uitgangspunt dat het saldo per 1 januari 2012 nihil zou zijn. Het werkelijke saldo was echter € 10,7 miljoen negatief. Het saldo per 31 december 2012 bedraagt € 1 miljoen negatief incl. € 67,5 miljoen kasgeld. Zonder kasgeld zou het werkelijke saldo € 68,5 miljoen negatief bedragen. Het verschil met de geraamde financieringsbehoefte uit de Stadsbegroting (€ 52 miljoen) bedraagt € 16,5 miljoen. Rekening houdend met het beginsaldo van € 10,7 miljoen negatief, was de financieringsbehoefte daarmee € 5 miljoen hoger dan begroot.
Financiering 4.8.5 FINANCIERINGSBELEID 4.8.5.1 Kasgeldlimiet Om de directe gevolgen van een snelle rentestijging te beperken, is in de wet FIDO de ‘kasgeldlimiet’ opgenomen voor de maximale omvang van de kortlopende financiering (looptijd korter dan 1 jaar). Dit om te bevorderen dat gemeenten het renterisico zoveel mogelijk beperken door langdurig vast te lenen. Voor 2012 bedroeg deze limiet € 64 miljoen (8,5% van de totale begrotingsomvang van € 754 miljoen). Deze kasgeldlimiet is de maximale hoogte van kortlopende financiering op enig moment gedurende het jaar. Gedurende heel 2012 is het liquiditeitssaldo negatief geweest waardoor er behoefte was tot het aantrekken van kasgeld. De gemiddelde kasgeldlimiet mag twee achtereenvolgende kwartalen worden overschreden, het derde kwartaal moet weer worden voldaan aan de gemiddelde kasgeldlimiet. Op het einde van het jaar was voor een bedrag van € 123 miljoen aan kasgeld aangetrokken. Hiervan was € 45,5 miljoen doorverstrekt aan de CV Waalsprong. De gemiddelde kasgeldlimiet is gedurende 2012 twee achtereenvolgende kwartalen overschreden. 4.8.5.2 Renterisiconorm Voor de in de toekomst noodzakelijke herfinanciering van afgeloste leningen en voor leningen met een contractueel vastgelegde mogelijkheid van renteherziening, bestaat onzekerheid over de hoogte van de daarna te betalen rente. Door de ‘renterisiconorm’ in de wet FIDO wordt de omvang van dit risico jaarlijks beperkt door per jaar de omvang van de toegestane herfinanciering te beperken tot maximaal 20% van het begrotingstotaal. De renterisiconorm is in 2012 niet overschreden. 4.8.5.3 Rentevisie De rente is in 2012 laag gebleven. In 2012 is ten behoeve van de GEM Waalsprong een 6‐jarige vaste financiering ter waarde van € 15 miljoen afgesloten met een percentage van 2,3%. Tevens zijn in 2012 van acht leningen de rentes herzien. Het gemiddelde van de oude percentages was 4,9%, het nieuwe gemiddelde is 2,45%. Voor het Ontwikkelingsbedrijf Waalfront zijn twee 10‐jarige vaste leningen van € 11 miljoen aangetrokken tegen 3,205% en 3,362%. Ten behoeve van het Ontwikkelingsbedrijf zijn in 2012 drie vaste financieringen aangetrokken van elk € 10 miljoen groot. Het gemiddelde rentepercentage van deze leningen is 1,25%. Voor de eigen financieringsbehoefte heeft de gemeente 6 vaste financieringen aangetrokken met een hoofdsom van € 72 miljoen voor een gemiddeld rentepercentage van 2,595%. De overige financieringsbehoefte in 2012 is opgevangen met kasgeld. De 10‐jaars rente voor een vaste lening, met aflossing van de hoofdsom aan het eind van de looptijd, is in de periode januari tot en met december 2012 gedaald van 3,28% naar 2,49%. Hiermee is het rentepercentage ruimschoots onder het geraamde begrotingspercentage van 5,0% voor nieuw aan te trekken financiering gebleven. 4.8.5.4 Risicobeheer Risico’s op uitstaande leningen zijn in belangrijke mate afgedekt door waarborgfondsen (leningen aan woningcorporaties en sportverenigingen) of doordat het een uitzetting bij een bankinstelling met een uitstekende rating betreft. Voor de leningen aan de GEM Waalsprong vormt de waarde van de aangekochte en in ontwikkeling zijnde gronden een belangrijke afdekking van risico’s op de verstrekte leningen. Op aan andere partijen uitgeleende gelden bestaat het risico dat aflossing en/of rente niet tijdig of in het geheel niet meer plaats zullen vinden. Dit zijn leningen die verstrekt zijn in het kader van de publieke taak zoals de Raad die heeft vastgesteld. Deze risico’s zouden dan ten laste van de algemene reserves komen.
129
Begrotingsrechtmatigheid
4.9 Begrotingsrechtmatigheid Begrotingsrechtmatigheid
Op grond van de Gemeentewet zijn alle overschrijdingen op de lasten ten opzichte van de begroting onrechtmatig. Teneinde een afweging te kunnen maken van de relevantie van deze onrechtmatige lasten is het criterium “passend binnen het door de Raad uitgezette beleid” van belang. Omdat het van belang is dat de Raad de criteria hieromtrent bepaalt,, is bij vaststelling van het normen en toetsingskader rechtmatigheid, een spelregel voorgelegd en vastgesteld door de Raad. Deze regel is gebaseerd op de kadernota Rechtmatigheid zoals uitgegeven door het Platform Rechtmatigheid. Met toepassing van deze uitgangspunten is geconstateerd dat er slechts op één programma een lastenoverschrijding groter dan € 100.000 is geweest. Van deze overschrijding is beoordeeld in hoeverre deze uitgaven rechtmatig dan wel onrechtmatig zijn. In dit geval zijn de uitgaven die binnen de normering als onrechtmatig zijn aangemerkt, door ons wel bedrijfsmatig acceptabel bevonden. Het betreft hier het programma Openbare Ruimte met een lastenoverschrijding van € 4,5 miljoen waarvan € 550.000 volgens de criteria als onrechtmatig moet worden beschouwd. Toelichting Programma Openbare Ruimte (onrechtmatig €550.000, rechtmatig €4.021.000) De kosten van de gladheidsbestrijding waren €450.000 hoger dan begroot als gevolg van veelvuldiger preventief strooien en er is gewerkt met zogenaamde zoutbakken. Daarnaast zijn ook nieuwe routes gestrooid en was de prijs van zout hoger dan begroot. Dit is tussentijds niet gemeld en is derhalve onrechtmatig te noemen. In tegenstelling tot voorgaande jaren moeten we nu ook waterschapsbelasting betalen over hoger gelegen gebieden. Dit leidt tot een kostenoverschrijding van €100.000. Dit is tussentijds niet gemeld en is derhalve onrechtmatig te noemen. We hebben in 2012 € 3,4 miljoen besteed als gevolg van regievolging Werk‐met Werk. De dekking hiervan ligt in andere programma’s en wordt door interne doorbelasting verrekend. De kostenoverschrijding wordt dan ook volledig gecompenseerd door opbrengsten is dan ook volledig gedekt en derhalve rechtmatig. In 2012 hebben we als gevolg van het opbreken van straatwerk extra kosten moeten maken om dit weer te herstellen. Deze kosten zijn geheel gedekt door de nutsbedrijven. Derhalve is deze overschrijding van €0,5 miljoen rechtmatig te noemen. In 2012 hebben we meer electriciteit verbruikt met de electriciteitskasten voor markten, kermissen en andere evenementen. Hier tegenover staat dat wij ook extra inkomsten voor het verbruik ontvangen en derhalve is deze overschrijding van € 150.000 rechtmatig te noemen.
Jaarrekening 2012
131
Balans
5. Balans Balans Concernbalans gemeente Nijmegen per 31 december 2011
133
Concernbalans gemeente Nijmegen per 31 december 2011 ACTIVA bedragen x € 1.000 VASTE ACTIVA Immateriële vaste activa Kosten van onderzoek en ontwikkeling Materiële vaste activa Investeringen met een economisch nut ‐ overige investeringen met een economisch nut Investeringen met een maatschappelijk nut Financiële vaste activa Kapitaalverstrekkingen aan: ‐ Activa in eigendom van derden ‐ deelnemingen Leningen aan: ‐ woningbouwcorporaties ‐ deelnemingen ‐ overige verbonden partijen Overige leningen u/g Overige uitzettingen > 1 jaar (beleggingen) TOTAAL VASTE ACTIVA VLOTTENDE ACTIVA Voorraden Grondexploitaties Gronden niet in exploitatie Grond‐ en hulpstoffen Voorraad gereed product Kortlopende vorderingen Rekening‐courant derden Vorderingen op openbare lichamen Vorderingen bijstandswet Belastingdebiteuren Vorderingen grondverkopen Debiteuren Overige vorderingen Verstrekte kasgeldlening Te vorderen rente Liquide middelen Kassaldi Bank en girosaldi Overlopende activa TOTAAL VLOTTENDE ACTIVA TOTAAL ACTIVA
31‐12‐2012 574 282.348 32.487 11.732 5.632 67.782 59.977 0 54.228 6.565 332.796 19.443 97 88 5.112 30.898 15.595 6.008 2.570 6.449 1.314 45.462 6.486 156 30.187
574 314.834 205.916 521.324 352.424 119.894 30.343 10.482 513.143 1.034.467
31‐12‐2011 585 262.925 31.378 12.090 4.125 76.972 98.357 99 57.590 4.628 267.074 18.753 131 88 384 27.435 14.994 5.305 4.080 6.379 2.013 10.000 7.128 120
585 294.303 253.861 548.749 286.046 77.718 120 64.637 428.521 977.270
Concernbalans gemeente Nijmegen per 31 december 2011 PASSIVA bedragen x € 1.000 VASTE PASSIVA Eigen Vermogen Algemene reserves Bestemmingsreserves Rekeningresultaat Voorzieningen Voorzieningen en verplichtingen, verliezen en risico’s Egalisatievoorzieningen Langlopende schulden Onderhandse leningen van: ‐Binnenlandse pensioenfondsen en verzekeringsinstellingen ‐ binnenlandse banken en overige financiële instellingen Waarborgsommen Vooruitbetaalde huur N.E.C. TOTAAL VASTE PASSIVA VLOTTENDE PASSIVA Kortlopende schulden Kasgeldleningen Crediteuren Afdracht loonheffing en sociale lasten Verhaalbare bijstand Door derden belegde gelden Rekening‐courant derden Bank‐ en girosaldi Overlopende passiva Te betalen rente Verplichtingen inzake ondernemersfonds Nog te betalen bedragen Vooruitontvangen bedragen Gelden van derden met specifiek bestedingsdoel TOTAAL VLOTTENDE PASSIVA TOTAAL PASSIVA
31‐12‐2012
31‐12‐2011
41.113 78.999 ‐13.474 25.363 14.799 24.202
106.638 40.162 660.750
635.828 164 556 123.000 18.618 7.074 2.717 919 0 10.347 1.732 18.391 1.652 11.497
47.184 80.108 3.239 2.662 14.213
13.739
130.531 16.875 637.425
622.359
807.550 152.328 30.970 43.619 226.917 1.034.467
168 1.159
784.829 133.313 10.596 48.529 192.438 977.270
98.000 22.581 6.602 2.659 3.363 108 10.952 1.798 22.408 1.029 12.342
gewaarborgde leningen; bedragen x € 1.000 Woningbouwvereniging Gelderland Eigen woningverbetering met 50% deelname Rijk Krediethypotheken overige zakelijke zekerheidsstellingen TOTAAL
boekwaarde 31‐12‐2012 78 574.800 661 1.495 577.034
135
Balans Balans Concernbalans gemeente Nijmegen per 31 december 2011
. .
6. Programmarekening
137
. Programma's
primitieve begroting Lasten
1011 Dienstverlening & Burgerzaken 1012 Veiligheid
Baten
dynamische begroting
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
5.531
-3.037
2.494
7.043
-3.436
3.607
15.288
-381
14.907
15.685
-406
15.279
1013 Citymarketing & Externe betrekkingen
3.690
-409
3.282
4.643
-896
3.746
1021 Wonen
2.119
-1.053
1.065
2.843
-930
1.913
1022 Klimaat & Energie 1023 Groen & Water 1031 Ruimte & Cultuurhistorie 1032 Grondbeleid 1041 Economie & Toerisme
8.706
-2.388
6.318
9.273
-1.799
7.474
14.541
-12.241
2.300
14.902
-11.680
3.223
14.718
-8.486
6.232
14.473
-8.135
6.337
155.720
-149.889
5.831
254.016
-249.502
4.514
4.129
-2.189
1.941
4.154
-2.120
2.034
1042 Bestuur & Middelen
48.109
-292.749
-244.640
52.364
-312.460
-260.096
1043 Facilitaire diensten
42.113
-35.813
6.300
43.841
-36.839
7.002
1051 Zorg & Welzijn
60.922
-2.375
58.547
67.991
-3.897
64.094
1052 Sport
17.443
-2.003
15.441
17.614
-2.040
15.574
1061 Werk & Inkomen
191.221
-161.326
29.895
182.527
-139.780
42.748
1062 Openbare ruimte
45.276
-10.378
34.898
47.888
-11.842
36.046
1063 Wijken
14.224
-2.417
11.807
14.387
-2.414
11.973
1071 Cultuur
19.566
-204
19.362
19.896
-481
19.415
1072 Mobiliteit
14.822
-14.473
349
15.805
-14.312
1.493
1073 Onderwijs
27.921
-1.117
26.804
33.922
-5.824
28.097
706.082
-702.858
3.225
823.243
-808.862
14.380
resultaat voor eerste winstbestemming
Programma's
primitieve begroting Lasten
Baten
dynamische begroting
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
1011 Dienstverlening & Burgerzaken
0
0
0
0
0
0
1012 Veiligheid
0
0
0
0
0
0
1013 Citymarketing & Externe betrekkingen
0
-202
-202
0
0
0
1021 Wonen
0
-42
-42
0
0
0
1022 Klimaat & Energie
0
0
0
0
-928
-928
1023 Groen & Water
0
0
0
0
-787
-787
1031 Ruimte & Cultuurhistorie
0
0
0
0
0
0
2.282
-5.257
-2.975
9.583
-10.112
-529
1032 Grondbeleid 1041 Economie & Toerisme 1042 Bestuur & Middelen 1043 Facilitaire diensten 1051 Zorg & Welzijn 1052 Sport
0
0
0
0
0
0
2.689
-2.215
474
4.119
-6.134
-2.014
0
-3
-3
115
-26
89
198
-962
-764
39
-1.471
-1.432
0
-188
-188
0
-188
-188
1061 Werk & Inkomen
2.160
-1.857
303
50
-3.928
-3.878
1062 Openbare ruimte
0
0
0
0
-630
-630
1063 Wijken
0
0
0
0
0
0
1071 Cultuur
0
-182
-182
59
-10
50
100
0
100
413
-500
-87
0
-5
-5
0
-84
-84
7.429
-10.912
-3.483
14.378
-24.797
-10.419
713.511
-713.770
-258
837.621
-833.659
3.961
1072 Mobiliteit 1073 Onderwijs eerste wintbestemming Resultaat na eerste winstbestemming
Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling Programma's Lasten 1011 Dienstverlening & Burgerzaken 1012 Veiligheid
verschil dynamische begroting en realisatie
Realisatie Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
6.717
-3.351
3.365
326
-84
242
31
20
51
15.654
-426
15.228
1013 Citymarketing & Externe betrekkingen
4.558
-836
3.722
84
-60
24
1021 Wonen
1.530
-561
969
1.313
-369
945
1022 Klimaat & Energie
8.754
-1.660
7.094
518
-139
379
1023 Groen & Water
14.900
-11.807
3.093
2
127
129
1031 Ruimte & Cultuurhistorie
13.241
-5.296
7.945
1.232
-2.839
-1.607
233.595
-210.037
23.558
20.421
-39.465
-19.044
4.020
-2.071
1.949
109
-118
-9
1042 Bestuur & Middelen
51.112
-315.364
-264.252
1.251
2.905
4.156
1043 Facilitaire diensten
43.210
-36.376
6.834
631
-463
168
1051 Zorg & Welzijn
65.511
-4.146
61.364
2.481
249
2.730
1052 Sport
15.566
8
0
8 2.087
1032 Grondbeleid 1041 Economie & Toerisme
17.606
-2.040
1061 Werk & Inkomen
181.888
-141.227
40.661
640
1.447
1062 Openbare ruimte
52.459
-16.405
36.054
-4.571
4.563
-8
1063 Wijken
14.207
-2.439
11.768
180
25
205
1071 Cultuur
19.610
-546
19.064
286
65
351
1072 Mobiliteit
15.827
-13.980
1.847
-22
-332
-354
1073 Onderwijs
32.919 797.318
-4.857 -773.425
28.062 23.893
1.003 25.924
-967 -35.437
35 -9.513
resultaat voor eerste winstbestemming
Programma's
verschil dynamische begroting en realisatie
Realisatie Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
1011 Dienstverlening & Burgerzaken
0
0
0
0
0
0
1012 Veiligheid
0
0
0
0
0
0
1013 Citymarketing & Externe betrekkingen
0
0
0
0
0
0
1021 Wonen
0
0
0
0
0
0
1022 Klimaat & Energie
0
-928
-928
0
0
0
1023 Groen & Water
0
-787
-787
0
0
0
1031 Ruimte & Cultuurhistorie
0
0
0
0
0
0
9.583
-10.112
-529
0
0
0
0
0
0
0
0
0
4.119
-6.134
-2.014
0
0
0
115
-26
89
0
0
0
39
-1.471
-1.432
0
0
0
0
-188
-188
0
0
0
1061 Werk & Inkomen
50
-3.928
-3.878
0
0
0
1062 Openbare ruimte
0
-630
-630
0
0
0
1063 Wijken
0
0
0
0
0
0
1071 Cultuur
59
-10
50
0
0
0
413
-500
-87
0
0
0
0 14.378
-84 -24.797
-84 -10.419
0 0
0 0
0 0
811.696
-798.222
13.474
25.924
-35.437
-9.513
1032 Grondbeleid 1041 Economie & Toerisme 1042 Bestuur & Middelen 1043 Facilitaire diensten 1051 Zorg & Welzijn 1052 Sport
1072 Mobiliteit 1073 Onderwijs eerste wintbestemming Resultaat na eerste winstbestemming
Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling
139
Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling
7. Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling INLEIDING De jaarrekening is opgesteld met inachtneming van de voorschriften die het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten daarvoor geeft. Bij het opstellen van de concernbalans zijn alle onderlinge posities van directies en bedrijven geëlimineerd. Het gaat daarbij om de verstrekking van langlopende middelen voor de financiering van investeringen, de belegging van (langlopende) beschikbare middelen uit reserves en voorzieningen, de rekening courant verhoudingen en de onderlinge vorderingen‐ en schulden‐ posities op grond van facturering, verrekeningen, evenals rechten en verplichtingen tussen directies en bedrijven onderling. Deelnemingen zijn niet in de consolidatie betrokken. ALGEMENE GRONDSLAGEN VOOR HET OPSTELLEN VAN DE JAARREKENING De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vindt plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij het betreffende balanshoofd anders is vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen de nominale waarde. De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten worden slechts genomen voor zover deze op balansdatum gerealiseerd zijn. Verliezen en risico’s die hun oorsprong vinden voor het einde van het betreffende jaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. Dividendopbrengsten van deelnemingen worden als bate genomen op het moment waarop het dividend betaalbaar wordt gesteld. Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Als gevolg van het formele verbod op het opnemen van voorzieningen c.q. schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeidsgerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume, worden sommige personele lasten echter toegerekend aan de periode waarin uitbetaling plaatsvindt; daarbij moet gedacht worden aan componenten zoals ziektekostenpremies van gepensioneerden, overlopende vakantiegelden en verlofaanspraken en dergelijke. WAARDERINGSGRONDSLAGEN BALANS IMMATERIËLE VASTE ACTIVA De immateriële activa worden gewaardeerd op verkrijgings‐ of vervaardigingsprijs verminderd met afschrijvingen. Afschrijving vindt plaats volgens een percentage van de geactiveerde kosten waarbij voor de kosten van het sluiten van geldleningen en disagio een afschrijvingsduur geldt die maximaal gelijk is aan de looptijd van de lening. Voor kosten van onderzoek en ontwikkeling geldt een afschrijvingsduur van 5 jaar.
Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling
MATERIËLE VASTE ACTIVA Materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen de brutoverkrijgings‐ of vervaardigingsprijs eventueel verminderd met bijdragen van derden en verminderd met afschrijvingen. Indien de BTW compensabel is dan geldt waardering tegen brutobedrag verminderd met de BTW‐component. Indien een materieel vast actief een blijvend lagere marktwaarde heeft, is het actief afgewaardeerd. Bij de materiële vaste activa is onderscheid gemaakt naar investeringen met economisch nut en investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut. Afschrijving vindt plaats volgens een percentage van de aanschaffingswaarde, gebaseerd op de gemiddelde levensduur van de activa. Afschrijving vindt lineair plaats, tenzij in uitzonderingsgevallen bij raadsbesluit is afgeweken en besloten is tot annuïtaire afschrijving. De afschrijvingstermijnen zijn vastgelegd in de richtlijn “waarderen, activeren en afschrijven van vaste activa en investeringen”. Op grond van nadere inzichten zijn er enkele kleine wijzigingen in de gehanteerde afschrijvingstermijnen aangebracht. Deze wijzigingen worden in het raadsvoorstel bij deze stadsrekening separaat aan de Raad voorgelegd. De waardering van de vaste activa is gebaseerd op de volgende afschrijvingstermijnen in jaren: Vaste Activa grond (wordt niet op afgeschreven) sloop‐ en grondwerken rioleringen havens en kaden woonruimten school‐ en bedrijfsgebouwen sportaccommodaties bovengrondse parkeergarages ondergrondse parkeergarages tunnel busbanen parken viaduct brandkranen aanleg/inrichting parkeerplaatsen aanleg/inrichting speel‐ en sportvelden black spots eerste inrichting bij nieuwbouw duurzaam onderhoud gebouwen openbare verlichting rijbanen, trottoirs, fietspaden groenvoorziening herinrichting straten, verbetering woonomgeving brandweerwagens (redvoertuigen) verkeerslichtinstallaties technische installaties in bedrijfsgebouwen speelvoorzieningen straatmeubilair Geluidsarm asfalt Parkeerapparatuur stoffering, meubilair, inventaris noodgebouwen vrachtwagens en tractoren bestel‐ en personenauto’s gereedschappen motormaaiers keet‐ en schaftwagens Onderzoek en ontwikkeling van activa automatiseringsinvesteringen Grote computersystemen (bijv.NFIS, GWS4All) telefooncentrale Aankoop software licenties Automatiseringsinfrastructuur PC’s, printers, servers, back‐up apparatuur, UPS Softwaretools voor onderhoud en monitoring systemen
Afschrijvingstermijn in jaren ‐‐ 40 40* 40 40 40 40 40 50 40 25 25 25 25 20 20 20 20 20 20 15 15 15 15 15 15 10 10 10 10 10 10 10 5 5 5 5 5 5 8 5 5 3 3
141
Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling * in het GRP 2005‐2009 is opgenomen dat de groot‐ en vervangingsonderhoudsinvesteringen en de stelselverbeteringsinvesteringen in een keer afgeschreven worden. GEMEENTELIJK RIOLERINGS PLAN (GRP) Financiële resultaten op de exploitatie De werkelijke lasten en baten zullen afwijken van de ramingen. Deze worden gestort/onttrokken in/aan een voorziening (onderdeel van de Voorziening). Wij willen transparant laten zien dat alle geïnde rioolrechten ook daadwerkelijk worden aangewend voor werkzaamheden voortvloeiend uit het GRP. Ons argument daarvoor is dat de burger helder moet kunnen zien dat het geld daadwerkelijk wordt besteed waarvoor het wordt opgehaald. De aanbeveling vanuit de Commissie BBV is om hiervoor een bestemmingsreserve in te stellen. De raad zou hiertoe kunnen besluiten als zij dat wenselijk acht. Wij wijken van deze aanbeveling af. Daarbij denken wij dat het werken met een geïntegreerde voorziening de samenhang wordt vergroot en dezelfde effecten worden bereikt als bij een bestemmingsreserve, doordat de drie componenten afzonderlijk zichtbaar worden gemaakt en door de raad van jaar tot jaar kunnen worden gevolgd. LENINGEN U/G. De leningen u/g zijn opgenomen voor het nominale openstaande saldo verminderd met het totaal van de getroffen voorzieningen in verband met risico's van oninbaarheid. DEELNEMINGEN De deelnemingen bestaan uit aandelen en participaties en zijn opgenomen tegen verkrijgingsprijs. Elk jaar vindt een beoordeling plaats of een afwaardering noodzakelijk zou zijn op grond van een structurele waardedaling van de aandelen. VOORRADEN De voorraden zijn gewaardeerd tegen inkoopprijs of lagere marktwaarde. De in de exploitatie opgenomen gronden van het Ontwikkelingsbedrijf, opgenomen onder de post “voorraden” op de balans, zijn gewaardeerd tegen het saldo van de gerealiseerde kosten en opbrengsten minus de voorziening t.b.v. een eventueel nadelig resultaat. Onder de kosten wordt in dit verband verstaan de verwervingskosten, sloopkosten, kosten van bouw‐ en woonrijp maken rentekosten en diverse plankosten. De planexploitaties in ontwikkeling zijn eveneens op deze grondslag gewaardeerd. ONDERHANDEN WERK Het onderhanden werk wordt gewaardeerd tegen aanschafwaarde, eventueel verminderd met getroffen voorzieningen. GRONDEN NIET IN EXPLOITATIE De gronden niet in exploitatie zijn opgenomen tegen verkrijgingsprijs. KORTLOPENDE VORDERINGEN De vorderingen op derden zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde. De op balansdatum openstaande vorderingen zijn op hun volwaardigheid beoordeeld. Voorzover noodzakelijk zijn voorzieningen getroffen ter dekking van de risico's van dubieusheid of oninbaarheid. Deze voorzieningen zijn in mindering gebracht op het saldo van de vorderingen.
Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling De vorderingen inzake belastingen zijn gewaardeerd op basis van de nominale waarde (de opgelegde aanslagen) verminderd met de op balans¬datum ingeschatte verplichtingen in verband met verminderingen, kwijtscheldingen en oninbaarheid van belasting¬posten. De vorderingen op inwoners terzake van gevorderde terugbetaling van teveel uitbetaalde uitkeringen en subsidies zijn gewaardeerd op nominale waarde verminderd met de op balansdatum ingeschatte mate van oninbaarheid, verwachte kwijtscheldingen en indien er sprake is van een afbetalingsschema contant gemaakt tegen de geldende rekenrente. Overlopende activa De onder overlopende activa opgenomen posten zijn tegen nominale waarde gewaardeerd. LIQUIDE MIDDELEN De liquide middelen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. EIGEN VERMOGEN Onder het eigen vermogen zijn opgenomen de algemene reserves en de bestemmingsreserves alsmede het saldo van de rekening van baten en lasten. VOORZIENINGEN Onder de voorzieningen zijn opgenomen de op het moment van opstellen van de jaarrekening voorzienbare verplichtingen, verliezen en of risico's voor zover de omvang hiervan redelijkerwijs is in te schatten dan wel van derden verkregen middelen die specifiek moeten worden besteed. Ook voor kosten die in een volgend jaar gemaakt worden, maar hun oorsprong vinden in het betreffende jaar waarbij de voorziening dient tot kostenegalisatie. Voorzieningen waarvan de omvang wordt bepaald op basis van beheers‐ of onderhoudsplannen worden berekend op basis van de laatst bekende geactualiseerde plannen. De voorzieningen zijn opgenomen tegen nominale waarde VOORZIENING GEMEENTELIJKE RIOLERINGS PLAN (GRP) Binnen de bestaande regels en wetgeving kiezen we voor een zo eenduidig en eenvoudig mogelijke en transparante financiële structuur. Er is daarom gekozen voor een geïntegreerde voorziening waarin de drie componenten voor spaardeel voor investeringen, onderhoud en jaarlijkse financiële resultaten in samenhang met elkaar, maar wel apart zichtbaar worden, en gescheiden geregistreerd en beheerd worden. De nieuwe Geïntegreerde Voorziening GRP vervangt de huidige Voorziening GRP‐nieuw (ook wel 'schommelfonds' genoemd)." Met afschrijving wordt gestart in het jaar volgend op het jaar van gereedkomen van de vaste activa. De afschrijvingsduur van investeringen wordt gebaseerd op de afschrijvingstermijnen zoals vastgesteld op het moment van ingebruikname. LANGLOPENDE SCHULDEN Onder langlopende schulden zijn begrepen schulden met een vervaltermijn langer dan een jaar. Deze zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. VLOTTENDE PASSIVA De posten opgenomen onder de vlottende passiva zijn tegen nominale waarde gewaardeerd.
143
Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling GRONDSLAGEN VAN RESULTAATBEPALING BATEN EN LASTEN In de concernjaarrekening worden de baten en lasten op dezelfde wijze gerangschikt als in de begroting. Zowel de baten als de lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Toevoegingen en onttrekkingen aan reserves worden conform begroting, dan wel expliciete besluitvorming door de Raad, rechtstreeks op de reserves gemuteerd. Bij de presentatie van het rekeningsaldo zijn wel alle mutaties afzonderlijk gepresenteerd in het kader van de nieuwe verslaggevingsvoorschriften. PLANEXPLOITATIES ONTWIKKELINGSBEDRIJF Verwachte nadelige resultaten worden door middel van het vormen van een voorziening via de Winst en Verliesrekening, op basis van contante waarde ten laste van de Algemene Bedrijfsreserve van het Ontwikkelingsbedrijf gebracht. Verliezen worden genomen zodra zij voorzienbaar c.q. te verwachten zijn. Verwachte voordelige resultaten worden in principe genomen bij het afsluiten van de planexploitatie. Tussentijdse winstneming wordt alleen toegepast indien de boekwaarde van het onderhanden werk negatief is. De tussentijds te nemen winst wordt bepaald door de negatieve boekwaarde van het onderhanden werk te verminderen met de contante waarde van nog te maken kosten. Baten worden genomen zodra zij zijn gerealiseerd. KOSTENPLAATSSALDI In 2012 zijn de bedrijfsvoeringskosten overeenkomstig de begroting over de programma’s verdeeld. Een bij de rekening blijkend voor‐ of nadelig saldo is als bedrijfskostenresultaat op het programma concernverrekeningen verantwoord. Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling Toelichting op de balans
Toelichting op de balans Toelichting op de balans
8. Toelichting op de balans Alle bedragen x €1.000 Immateriële vaste activa Het onderstaande overzicht geeft het verloop weer van de immateriële vaste activa gedurende het jaar 2012. Immateriële vaste activa Kosten voor onderzoek en ontwikkeling Totaal
boekwaarde 31‐12‐2011 585
Investeringen
afschrijvingen
137
148
boekwaarde 31‐12‐2012 574
585
137
148
574
Het onderstaande overzicht geeft het verloop van de boekwaarde van de materiële vaste activa weer en tevens is aangegeven of het investeringen met maatschappelijk nut (M.Nut) of economisch nut (Ec.Nut)zijn:
Materiële vaste activa
Materiële vaste activa
Gronden in erfpacht Gronden en terreinen Bedrijfsgebouwen Woonruimten grond‐, weg‐ en waterbouwkundige werken Vervoermiddelen machines, apparaten, installaties overige activa activa in ontwikkeling geactiveerd in 2012 Totaal
boekwaarde 31‐12‐2011 Ec. Nut 82 22.122 162.132 4.152 44.896
boekwaarde 31‐12‐2011 M. Nut 40 29.328
1.828 1.803
Investe‐ ringen
Des inves‐ teringen
afschrij‐ vingen
538 33.830 76 11.284
42
5 7.946 127 7.862
bijdragen van derden ‐5.333
Boekwaarde 31‐12‐2012 Ec. Nut 620 22.118 188.015 4.059 44.234
Boekwaarde 31‐12‐2012 M. Nut 0 39 0 0 28.079
485 ‐136
54 949
318 403
2.050 2.336
0 ‐123
15.592 10.319
1.661
3.831
13.554 5.362
0 4.492
262.926
31.378
1.793 40.588 ‐42.714 46.398
42
20.492
‐5.333
282.348
32.487
Grote investering in 2012 zijn de Keizer Karel garage, de brandweerkazerne en sporthal De Citadel. Financiële vaste activa De specificatie naar categorieën is in de balans weergegeven. Van het onderdeel kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen is onderstaand een specificatie opgenomen. Hierbij is tevens aangegeven welke dividenduitkeringen deze deelnemingen hebben gegenereerd Kapitaalverstrekkingen verbonden partijen. ( bedragen in €’s ) 193.479 aandelen NV bank Nederlandse Gemeenten 40 aandelen multifunctioneel congrescentrum ijsbaancomplex 2.500 aandelen DAR Brabantse Poort Mariënburg B.V. B.V. Land over de Waal Waalfront BV GEM Waalsprong beheer OBW Beheer B.V Container Afvoerbedrijf Indigo B.V. Totaal
% deelnemi ng 100%
boekwaarde 31‐12‐2011
Vermeer‐ deringen
483.698
0
100%
18.151
100% 10% 100% 100% 100% 50% 50% 5%
985.497 34.034 18.151 290.419 2.223000 27.227 45.000 45 0 4.125.222
verminde‐ ringen
Boekwaarde 31‐12‐2012
Opbrengst 2012
0
483.698
222.500
00
‐18.151
0
0
0 0 0 0 1.225.000 00 00 00 300.000 1.525.000
0 0 0 0
985.497 34.034 18.151 290.419 3.448.000 27.227 45.000 45 300.000 5.632.071
300.000 0 0 0 0 0 0 0 0 522.500
0 0 0 0 0 ‐18.151
145
Toelichting op de balans Voorraden
Van de in de balans onder voorraden opgenomen categorieën worden de grondexploitaties en de niet in exploitatie genomen gronden nader gespecificeerd. Het verloop en de samenstelling van de grondexploitaties is ingedeeld naar hoofdgroepen van complexen. Ten behoeve van de bepaling van de boekwaarde van de complexen zijn de exploitatieopzetten geactualiseerd. Deze actualisatie is met inachtneming van de uitgangspunten in de risiconota ontwikkelbedrijf en latere besluitvorming. Verliesverwachtingen hebben geleid tot het opnemen van een voorziening als correctie op de boekwaarde.
Grondexploitaties
Boekwaarde 31‐12‐2011
stedelijke ontwikkelingsprojecten bedrijvigheidsprojecten woningbouwprojecten Herstructurering Stadscentrum Waalsprong Dijkteruglegging Maatschappelijk Vastgoed Koers West Gem.Exploitaties Land over de Waal Opdrachten Projecten in ontwikkeling (pio’s) AF: Voorzieningen Totaal
Investeringen 2012
Opbrengsten 2012
resultaatname 2012
Boekwaarde 31‐12‐2012
‐3.188
7.611
‐2.920
435
1.937
2.386 27 3.313 19.235 68.392 ‐4.231 13.726
3.399 1.433 3.106 12.168 20.468 8.399 7.406
‐1.457 ‐2.306 ‐4.804 ‐25.309 ‐9.764 ‐19.265 ‐3.552
0 604 393 0 0 0 0
4.327 ‐243 2.009 6.094 79.096 ‐15.097 17.580
‐25.008 197.225
82.610 16.618
‐6.971 ‐14.475
0 0
50.631 199.368
‐1.193 5.521
779 2.203
‐520 ‐2.818
18 ‐1.881
‐934 3.024
‐9.131 267.074
2.379 168.579
‐8.245 ‐102.406
0 ‐431
‐14.997 332.795
Hieronder volgt een specificatie van de niet in exploitatie genomen bouwgronden: Niet in exploitatie genomen bouwgronden
Erfpachtgronden
Boekwaarde 31‐12‐2011
Investeringen
desinves‐ teringen
naar gronden in exploitatie
Boekwaarde 31‐12‐2012
verwervings‐ prijs per m2
82
82
20
1.774
1.774
9
verspreid liggende terreinen
159
159
1
overige terreinen en panden
10.064
719
30
10.753
50
nog in ontwikkeling te nemen
6.675
6.675
189
18.754
719
30
0
19.443
verhuurde terreinen
Totaal
Kortlopende vorderingen Van de kortlopende vorderingen wordt van enkele posten een nadere toelichting gegeven. De vordering op openbare lichamen bestaat vooral uit de vordering op de belastingdienst inzake het BCF. Deze compensabele BTW wordt na afloop van het jaar verrekend met de belastingdienst. De vorderingen op bijstandsdebiteuren zijn gewaardeerd op basis van de nominale waarde verminderd met de voorziening voor dubieusheid of oninbaarheid. De waardering op de balans vindt derhalve plaats tegeneen reële waarde. Conform toezegging bij de najaarsnota zijn er spelregels opgesteld voor het berekenen van de voorziening dubieuze
Toelichting op de balans bijstandsdebiteuren. Met toepassing van de spelregels voor de bandbreedte handhaven we in de jaarrekening 2012 het voorzieningspercentage voor bijstandsvorderingen op 52%. Het percentage van de voorziening voor wijzigen we níet wanneer de financiële afwijking tussen het tweejaargemiddelde van de huidige en voorgaande inschatting (getoetste steekproefuitkomst) én het geldende voorzieningspercentage minder is dan 3% van het totaalsaldo openstaande bijstandsdebiteuren. Bijstandsdebiteuren
boekwaarde
vorderingen WWB vorderingen IOAW/IOAZ/BBZv Totaal
20.631 11.859 32.490
voorziening oninbaarheid/aansprakelijkheid rijk ‐10.728 ‐6.167 ‐16.895
Balanswaarde 31‐12‐2012 9.903 5.692 15.595
Balanswaarde 31‐12‐2011 9.648 5.345 14.993
De belastingdebiteuren hebben betrekking op de debiteuren inzake gemeentelijke heffingen, zoals onder meer de OZB. Op de nominale vorderingen wordt een voorziening voor vermindering kwijtschelding en oninbaarheid in rekening gebracht. De nog op te leggen aanslagen die betrekking hebben op 2012 en eventueel voorgaande jaren worden hier eveneens verantwoord. Belastingdebiteuren Boekwaarde per Belastingdebiteuren Af: voorziening inzake vermindering, kwijtschelding en oninbaarheid Nog op te leggen aanslagen Totaal
31‐12‐2012 1.712 ‐472 4.768 6.008
31‐12‐2011 3.417 ‐590 2.478 5.305
Bij de waardering van de overige debiteuren is de voorziening bepaald op basis van een ouderdomsanalyse, evenals een beoordeling van enkele benoemde posten.: Debiteuren Boekwaarde per diverse vorderingen waaronder verhuur, vervallen termijnen leningen e.d. af: voorziening dubieuze debiteuren Saldo overige vorderingen per 31 december
31‐12‐2012 6.597 ‐148 6.449
31‐12‐2011 6.504 ‐125 6.379
Overlopende activa
Het saldo overlopende activa bestaat uit de volgende componenten:
Overlopende activa gelden van derden vooruitbetaalde bedragen Totaal
31‐12‐2012 4.574 5.908 10.482
31‐12‐2011 57.255 7.382 64.637
Hieronder staat een specificatie weergegeven van het verloop van de nog te ontvangen gelden van overheidsinstanties van 1 januari tot en met 31 december 2012, ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel. Vervolgens is per onderwerp een inhoudelijke toelichting gegeven. Naam O022 Regionaal Mobiliteitscentrum O023 EFRO en ESF O031 Metamorfoze O033 ZonMw project Gezonde voeding O036 Uitstapprogramma prostituees O038 Praktische gezinsondersteuning O044 Experiment jeugdzorg dichtbij O046 Bijdrage stadsbrug O048 Vogelaarwijk Hatert O049 Drempels en kuilen O050 Future Cities O051 Rotonde Heyendaalseweg‐Groenewoudsweg
Boekwaarde 31‐12‐2011
Nog te ontvangen
Ontvangen
Boekwaarde 31‐12‐2012
8 760 15 14 68 38 12 54.272 ‐120 60 120 173
0 0 0 38 0 0 0 0 150 123 0 0
‐8 ‐752 ‐15 ‐31 ‐68 ‐38 0 ‐51.000 0 0 ‐120 ‐173
0 8 0 21 0 0 12 3.272 30 183 0 0
147
Toelichting op de balans O053 Vangnetgevallen De Kat O060 SFR Beuningen O062 Begeleiding jongeren 16‐23 jaar O063 Ringstraten O064 verkeersveiligheid O010/O016/O042/O048 * Eindtotaal
66 0 0 0 0 1.6491.769 57.255
213 60 1 662 46 1.293
0 0 0 0 0 ‐52.205
279 60 1 662 46 4.574
*Deze bedragen zijn nu opgenomen onder de passiva, omdat de te ontvangen bedragen inmiddels binnen zijn, maar tot zodanige bedragen dat een schuld aan de overheid is ontstaan. Regionaal Mobiliteitscentrum De gemeente Nijmegen heeft een eenmalige subsidie in het kader van de Subsidieregeling vitaal Gelderland 2009 van €0,4 miljoen ontvangen. In 2012 hebben we de provinciale subsidie voor het Regionaal Mobiliteitscentrum bij de Provincie verantwoord en een einddeclaratie voor € 390.753,‐ opgesteld. Dit bedrag is inmiddels door de Provincie beschikt en uitgekeerd. EFRO en ESF Dit betreft de balansregistratie van de Europese middelen voor: ‐Uitvoeringsprogramma EFRO Kanaalgebied ‐Cool breaks (Europees geld voor euregionale samenwerking) Het verschil tussen enerzijds de bevoorschottingen en uitgaven aan projectuitvoerders en anderzijds de bevoorschottingen en ontvangsten van BZK/Europa worden op deze balanspost bijgehouden. Metamorfoze Het project Metamorfoze liep van 1 dec 2007 t/m 1 dec 2010. Het gaat om het archiveren van het Dobbelmanarchief. Het project is inmiddels afgerond en de definitieve subsidievaststelling heeft in 2012 plaatsgevonden. ZonMw project Gezonde Voeding Honorering door ZonMw (Nederlandse organisatie voor gezondheidsonderzoek en zorginnovatie) voor ons project “Gezonde voeding”. De bijdrage aan het project is € 150.000 over de periode 2010‐2013. We verlenen met deze middelen een budgetsubsidie aan de GGD regio Nijmegen voor de uitvoering van het project "Gezonde voeding. Uitstapprogramma prostituees Wij hebben Rijksmiddelen van het Ministerie van Justitie ontvangen voor de Regeling Uitstapprogramma’s Prostituees (RUPS‐Regeling). Deze subsidie heeft als doel het vroegtijdig signaleren van straat‐ en jeugdprostitutie en hierop een samenwerkingsketen in te zetten. Deze bestaat uit een gemeentelijke ketenmanager straat‐ en jeugdprostitutie en het leveren van zorgtrajecten. Het project is in mei 2011 afgerond en in 2012 afgerekend. Praktische gezinsondersteuning Het doel van dit project is het voortzetten van de noodzakelijke ondersteuning aan gezinnen van ontregelde huishoudens. Hierbij wordt uitvoering gegeven aan het vastgesteld convenant over de aansluiting tussen het preventief jeugdbeleid en jeugdzorgbeleid. Het geld wordt ingezet voor de budgetsubsidie thuisbegeleiding ZZG, conform raadsvoorstel 2011.0592. De ZZG legt voor de gehele provinciale bijdrage verantwoording af aan de gemeente Nijmegen. Dit project is in 2012 afgerond.
Toelichting op de balans Experiment Jeugdzorg dichtbij In dit experiment krijgt de cliënt de hulpverlening die hij of zij nodig heeft, zo dichtbij mogelijk, zo tijdig mogelijk, zo ambulant mogelijk en zoveel mogelijk op basis van "de kracht" van het eigen sociale netwerk. Hiervoor is een eenmalige subsidieverlening door de provincie van maximaal € 60.000 toegezegd i.h.k.v. afstemming Jeugdzorg Jeugdbeleid, project experiment jeugdzorg dichtbij. Na vaststelling zal de provincie overgaan tot uitkering van de resterende 20% (€ 12.000). In 2013 zal de verantwoording plaatsvinden. Stadsregio Stadsbrug Wij ontvangen in tranches middelen van het Rijk, via de Stadsregio, om de stadsbrug te realiseren. Op dit moment hebben wij zelf deze middelen voorgeschoten en deze middelen zullen wij in 2013 nog ontvangen van het Rijk. Vogelaarwijk Hatert Dit betreft het uitvoeren van de maatwerkafspraken Hatert in opdracht van BZK. De subsidie wordt in 2013 verantwoord waarna de eindbeschikking en het restant ad € 30.000,‐ (20%) wordt verwacht. Drempels en Kuilen Dit betreft een investeringsbijdrage ten behoeve van het verhelpen van drempels en kuilen in de weg. Afrekening van de subsidie wordt in 2013 verwacht. Future Cities Van Europa is een bijdrage ontvangen om een aantal groenvoorzieningen te realiseren. Dit is in 2012 afgerekend. Rotonde Heyendaalsweg‐Groenewoudseweg Betreft investeringsbijdrage welke in 2012 is afgerekend. Vangnetgevallen de Kat Dit betreft een bijdrage die wij ontvangen ten behoeve van de bodemsanering van de Kat. Snel Fiets Route Beuningen Dit betreft een subsidie voor de aanleg van een snelle fietsverbinding tussen Beuningen en Nijmegen. Begeleiding jongeren 16‐23 jaar Dit betreft een subsidie ten behoeve van activiteiten voor Jongeren in de leeftijd van 16 tot 23 jaar in de regio Nijmegen die een grote afstand hebben tot de arbeidsmarkt met als doel ze weer deel te laten nemen. Gemeente Nijmegen ontvangt een eenmalige subsidie ter hoogte van max. € 100.000. Hiervan wordt 80% bevoorschot (40% in 2012 en 40% in 2013). Het project dient te zijn afgerond op 1 november 2014; verzoek tot vaststelling dient uiterlijk op 1 februari 2015 te zijn ingediend. Ringstraten Het subsidieproject Ringstraten is klaar. Het enige dat resteert is de eindtermijn van € 662.032 die we nog van de Provincie moeten ontvangen. Verkeersveiligheid Subsidie voor educatieprojecten op het gebied van verkeersveiligheid in samenwerking met omliggende gemeenten. Subsidie is in januari 2013 afgerekend. 149
Toelichting op de balans Eigen vermogen
Het in de balans opgenomen eigen vermogen bestaat uit:
Boekwaarde per Algemene reserve Bestemmingsreserve Rekeningresultaat Totaal
31‐12‐2012 41.113 78.999 ‐13.474 106.638
31‐12‐2011 47.184 80.108 3.239 130.531
Het resultaat over 2012 is als volgt opgebouwd: Rekeningresultaat 2012 Lasten Baten Saldo voor aanspreken reserves Reservemutaties: Storting in de reserves Onttrekkingen uit de reserves Per saldo onttrekking uit reserves Resultaat voor verwerking resultaatvoorstellen
bedragen * €1.000 797.318 773.425 23.893 14.738 24.797 10.419 13.474
Nadelig Voordelig nadelig
Het verloop van de reserves in 2012 wordt in onderstaand overzicht weergegeven: De mutaties hebben plaatsgevonden in overeenstemming met de besluitvorming door de raad zoals verwerkt in de dynamische begroting. Hieronder volgt per reserve een korte toelichting naar aard en reden van de reserves. Reserves
Boekwaarde 31‐12‐2011
F022 Saldireserve Subtotaal Algemene reserve F002 Reserve Strategische Investeringen F003 Reserve Waalsprong F004 1%‐regeling Beeldende Kunst F010 Verbeter.toegank.openb.geb.en ruimte F025 Algemene bedrijfsreserve F026 Medische heroïneverstrekking F029 Reserve onderwijshuisvesting F030 Reserve BTW Compensatiefonds F040 Reserve ISV F045 Reserve stadsbrug F046 Reserve afschrijving F047 Reserve parkeerbijdrage F053 Reserve Wmo F054 Reserve Ondernemersfonds Subtotaal Overige bestemmingsreserve Totaal reserves
47.184 47.184 4.442 3.342 115 99 18.523 712 1.688 17 2.629 43.468 1.061 1.165 2.247 600 80.108 127.293
Toevoeging
6.884 6.884 59 7.706 0 1.876 00 100 9.742 16.626
Onttrekking
‐14.247 ‐14.247 ‐2.000 ‐715 ‐5.111 ‐356 ‐44 0 ‐1.665 ‐59 0 ‐2.247 ‐600 ‐12.798 ‐27.045
Bestemming resultaat 2011 1.292 1.292 0 1.824 0 0 ‐17 ‐245 210 0 175 0 0 1.947 3.239
Boekwaarde 31‐12‐2012 41.113 41.113 2.442 2.627 174 99 22.942 356 1.644 0 719 45.554 1.002 1.440 0 0 78.999 120.112
Saldireserve De saldireserve is een algemene reserve en is bedoeld om risico’s op te kunnen vangen. De saldireserve maakt een belangrijk deel uit van het weerstandsvermogen. De saldireserve wordt gevoed vanuit een voordelig rekeningresultaat en/of aan de hand van een expliciet besluit van de gemeenteraad. De hoogte van de saldireserve beweegt zich binnen een bepaalde bandbreedte, bestaande uit een “harde” ondergrens en een flexibele bovengrens. Voor meer informatie hierover verwijzen wij u naar de paragraaf Weerstandsvermogen.
Toelichting op de balans Reserve Strategische Investeringen In het coalitieakkoord “Bruggen bouwen aan de Waal” heeft uw Raad bij de financiële spelregels bepaald dat er een Reserve Strategische Investeringen wordt ingesteld, waarin we de kapitaallasten storten van niet tijdig gerealiseerde investeringen, voor zover de vertraging niet in de begroting is verwerkt. Het doel van de reserve is een financiële bijdrage leveren aan majeure investeringen met een strategisch belang voor de stad in de sfeer van bereikbaarheid, veiligheid, wijkverbetering of grote projecten als Koers West, waarbij het dan gaat om investeringen met maatschappelijk nut in de openbare ruimte. De reserve wordt gevoed door het storten van kapitaallasten die niet besteed worden, vanwege het niet tijdig realiseren van een investering. Reserve Waalsprong Deze reserve heeft als doel om de exploitatieverschillen van het uitbreidingsplan Nijmegen‐Noord op te vangen. In 2010 stemde uw Raad in met uitbreiding van de Brandweer met Post Noord. Dat was een van de laatste besluiten, dat op basis van het Voorzieningenplan Waalsprong werd genomen. Dekking werd voor € 0,7 miljoen gevonden in de Reserve Waalsprong. Nu is duidelijk dat die reserve daarvoor nog ruimte biedt tot en met 2015. De Reserve Waalsprong kan dan eind 2015 worden opgeheven en het restant van ongeveer € 5 ton kan aan de Saldireserve worden toegevoegd. Een voorstel tot opheffen per ultimo 2015 doen wij dan ook bij deze jaarrekening. 1%‐regeling Beeldende Kunst Bij het raadsbesluit van 23 februari 2006, is besloten de reserve 1%‐regeling Beeldende kunst te handhaven. In de praktijk is gebleken dat bij sommige projecten waarop de regeling van toepassing was een kunstopdracht weinig zinvol zou zijn, terwijl bij de andere projecten het budget voor een passende opdracht ontoereikend was. Dit was de reden om de in de bouwkredieten gereserveerde “procentgelden” los te koppelen van de locatie/het project waarvoor ze vrijkwamen. Er werd één fonds gevormd, dat werd gevoed door alle percentagegelden die vrijkwamen. De advisering over de plaatsen waar, hoe en met welke kunstenaar een kunstopdrachtprocedure in gang zou worden gezet is in handen van de Commissie Beeldende Kunst. De beschikking over een reserve is financieel‐technisch de eenvoudigste manier om te werken aan kunstopdrachten. Tegenover de gelden die via de regeling gereserveerd worden, wordt een programma van projecten opgesteld. De grilligheid van de projecten in hun verloop‐ de ene opdracht duurt veel langer dan de andere en elk opdrachtproces verloopt weer anders‐ maakt “flexibele” beschikbaarheid van de middelen nodig. Verbetering Toegankelijkheid Openbare Gebouwen en ruimte Op grond van het doel is de reserve Verbetering Toegankelijkheid Openbare Gebouwen en ruimte overeenkomstig besluitvorming bij de stadsrekening 2010 en 2011 omgezet naar een voorziening. De benodigde middelen zijn toegevoegd aan de voorziening. De vrijval van de reserve moet nog geformaliseerd worden via het tweede winstbestemmingsvoorstel bij deze jaarrekening. Algemene bedrijfsreserve De algemene bedrijfsreserve van het Ontwikkelingsbedrijf is een financiële buffer voor het afdekken van de financiële risico’s in de planexploitaties. Tevens worden resultaatschommelingen gefinancierd uit de ABR. De voeding wordt gevormd door de voordelige resultaten op planexploitaties, opbrengsten uit deelnemingen, bijdragen RSU (bijdragen van particuliere ontwikkelaars ten behoeve van bovenwijkse infrastructuur) en eventueel rente. Gezien de ontwikkelingen in 2012 zal een fors beroep op de ABR gedaan worden. In de tweede winstbestemming wordt voorgesteld om € 21,3 miljoen aan de ABR te onttrekken, waardoor een saldo van € 1,6 miljoen resteert. In de paragraaf weerstandsvermogen wordt nader op deze ontwikkeling ingegaan. 151
Toelichting op de balans Reserve Medische heroïneverstrekking Dit betreft een tijdelijke bestemmingsreserve voor de voorziening medische heroïneverstrekking. De reserve is bedoeld om middelen in te kunnen zetten over de jaren 2012 en 2013 Reserve onderwijshuisvesting Het doel van de reserve Onderwijshuisvesting is het oormerken van gelden voor het onderwijshuisvestingsveld. Aangezien de decentralisatie nog niet geheel afgerond is, kan deze reserve nog niet opgeheven worden. Reserve BTW Compensatiefonds Het doel van de reserve BCF is het begrote jaarlijkse nadeel uit de invoering van de BTW‐ compensatie over een periode van een beperkt aantal jaren geleidelijk in de begroting op te nemen, door de onttrekking uit de reserve jaarlijks gelijkmatig af te laten nemen. In 2012 heeft de laatste onttrekking plaatsgevonden. De reserve is opgeheven bij vaststelling van de stadsrekening 2011 Reserve ISV Om het door de Raad goedgekeurde ISV‐programma goed uit te voeren is in 2011 een reserve ingesteld waarin geldstromen met elkaar worden verrekend. Het uitvoeringsprogramma loopt t/m 2014. Reserve Stadsbrug Deze reserve is ingesteld voor het reserveren van gemeentelijke middelen ten behoeve van de realisatie van de tweede stadsbrug, onderdeel van de ontwikkeling van Koers‐ West. Reserve Afschrijving Bij het vaststellen van de stadsrekening 2009 is besloten om deze reserve in te stellen omdat dit verplicht is vanuit de BBV‐voorschriften. Bij investeringen met een economisch nut mogen bepaalde inkomsten (verzekeringsgelden na bijv. brand, de opbrengst uit verkoop van een pand, etc.) niet in mindering worden gebracht op de nieuwe investering. Bijdragen die geen directe relatie met de nieuwe investering hebben, kunnen in de reserve afschrijving gestort worden. Via onttrekkingen uit deze reserve kunnen de met die investering samenhangende kapitaallasten verlaagd worden. Reserve Parkeerbijdrage De reserve parkeerbijdrage is in 2005 ingesteld. Het doel van deze reserve is om gelden, die ontvangen worden op grond van de bouwverordening ten behoeve van alternatieve parkeervoorzieningen, beschikbaar te houden voor de realisatie van die parkeervoorzieningen. Reserve Wmo Bij de najaarsnota 2011 is besloten deze reserve op te heffen. Reserve Ondernemersfonds Bij de perspectiefnota 2012 is besloten deze reserve op te heffen.
Toelichting op de balans Voorzieningen
Hieronder staat het verloop van de voorzieningen gedurende 2012 weergegeven. In de kolom vrijval zijn de bedragen opgenomen die ten gunste van de rekening van lasten en baten zijn vrijgevallen. Alle aanwendingen van de voorzieningen zijn rechtstreeks ten laste van de voorziening gebracht. Onderstaand is per voorziening een toelichting op de aard, noodzakelijke omvang en de mutaties in 2012 van de betreffende voorziening weergegeven.
Voorziening voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico's V002 Bezwaar en Beroep heffingen V025 Bergerden V026 Voorziening MTC V036 Pensioeninhouding wethouders V040 Spaarverlof V042 Stedelijke vernieuwing V069 Minimabeleid V093 Gesubsidieerde arbeid V094 Waalfront V095 Ziekengeldverplichting Uitzicht V096 Waalsprong GEM‐deel Subtotaal Egalisatievoorzieningen V017 Onderhoudsvoorziening panden V019 Ruiming Explosieven V050 GRP‐nieuw V085 Onderhoudsvoorziening Triavium V086 Verbetering toegankelijkheid openbare gebouwen V087 Beheerkosten startersleningen Subtotaal Totaal
boekwaarde 31‐12‐ 2011
toevoeging
Aanwending
vrijval
boekwaarde 31‐12‐2012
864 600 39 65
437 22.126 0 0
‐356 0 0 0
‐468 0 0 0
477 2.726 39 65
571 390 133
0 8 360 2.833 5.298 960
‐64 0 ‐133 0 0 0
0 0 0 0 0 0
507 398 360 2.833 5.298 960
2.662 3.877
11.700 23.722 4.305
0 ‐553 ‐3.209
0 ‐468 0 0
11.700 25.363 4.973
1.155 8.090 474
975 8.896 0
‐392 ‐10.394 ‐83
0 0 0
1.738 6.592 391
216
99
‐38
0
277
400 14.212 16.875
428 14.703 38.425
0 ‐14.116 ‐14.669
0 ‐936 ‐468
828 14.799 40.162
Voorziening bezwaar en beroep heffingen Deze voorziening dient ter afhandeling van lopende bezwaar‐ en beroepsprocedures met betrekking tot gemeentelijke heffingen. Bij gegrondverklaring van het bezwaar of beroep volgt een correctie op de aanslag wat kan leiden tot ( gedeeltelijke) terugbetaling. Voorziening Bergerden Deze voorziening dient ter afdekking van het tekort van de deelname in de GR Bergerden. Voorziening Multimodaal Transport Centrum (MTC) De afwaardering van het MTC is nagenoeg afgewikkeld. Het nu nog beschikbare bedrag dient als voorziening voor restantkosten en kan waarschijnlijk in 2013 vrijvallen. Pensioeninhouding wethouders Deze voorziening betreft een berekende waarde van de uit te keren wethouderspensioenen in die gevallen waar een verzekering niet mogelijk is. In de overige gevallen worden de met wethouderspensioenen samenhangende verzekeringspremies ten laste van de gemeente genomen. 153
Toelichting op de balans Voorziening spaarverlof Deze voorziening is in 1993 ingesteld met als doel het realiseren van financiële middelen om de kosten van inhuur van personeel af te kunnen dekken op het moment dat een ambtenaar spaarverlof opneemt. In verband met de instelling van de Spaarloonregeling wordt deze voorziening niet meer gevoed, behalve met indexeringen van loonkosten. Voorziening stedelijke vernieuwing De voorziening vloeit voort uit het raadsbesluit nr. 99.9643 van 9 juni 1999. De voeding van het fonds is de opbrengst van erfpachtgronden aan de corporaties. Vervolgens is er een overeenkomst gesloten tussen de gemeente en de corporaties om de voorziening uit de ponden ten behoeve van de herstructureringsoperatie woningbouw. In het MOPIII‐ besluit voor het Grootstedenbeleid (GSB) en het Gelders Stedelijk Ontwikkelingsbeleid (GSO) zijn de gelden als gemeentelijke bijdrage opgenomen, met uitponding over de jaarschijven 2005 t/m 2010. Voorziening Minima beleid De voorziening dient ter dekking van verplichtingen uit hoofde van de regeling chronisch zieken, ouderen en gehandicapten. De aanvraagperiode van deze regeling loopt tot en met maart 2013. Voorziening gesubsidieerde arbeid Het doel van deze voorziening is het egaliseren van de uitgaven die verband houden met de afbouw van de gesubsidieerde arbeid. In de notitie “Beleidsregels afbouw gesubsidieerde banen” is de programmering van de inzet van de beschikbare gemeentelijke middelen vastgesteld. Waalfront Het doel van deze voorziening is afdekking van het aandeel van de gemeente Nijmegen in het tekort van de gebiedsontwikkeling Waalfront. Ziekengeldverplichting Uitzicht Egaliseren van de uitgaven ziekengeld van (ex‐) medewerkers van Uitzicht. De Gemeente Nijmegen heeft van de Belastingdienst premies ziekengeld m.b.t. (ex‐) medewerkers Stichting Uitzicht terugontvangen. Deze premies zijn in een voorziening gestort. Vervolgens worden de doorbelaste (ziekengeld) kosten van het UWV ten laste van deze voorziening gebracht. Voorziening Waalsprong GEM deel In 2012 is gestart met de ontvlechting van de Waalsprong GEM deel. In de VGP van april 2013 zijn de effecten van een nieuwe GREX opgenomen. De Grex laat een fors nadeel zien. Om die reden is voorgesteld om een stelselwijziging toe te passen en rioolinvesteringen niet af te dekken in de planexploitatie, maar te activeren en conform de grondslagen af te schrijven in 40 jaar. Hiermee is het nadeel in de Grex teruggebracht met € 33 miljoen naar € 11,7 miljoen. Dit verwacht tekort is opgenomen als voorziening. Onderhoudsvoorziening panden De voorziening onderhoud panden is bedoeld als egalisatievoorziening voor de jaarlijkse uitgaven voor groot onderhoud. Het betreft het planmatig onderhoud aan panden voor bijvoorbeeld kamerverhuur, gemeentelijke panden zoals de brandweerkazerne, woonwagens en standplaatsen, parkeergarages, wijkcentra, sporthallen en ‐ zalen, de Keizer Karel Podia, de Lindenberg, panden op het gebied van het cultureel erfgoed, etc. Dit onderhoud kan jaarlijks fluctueren en teneinde de jaarlijkse lasten gelijkmatig te verdelen is de voorziening gevormd.
Toelichting op de balans Voorziening ruimen explosieven Jaarlijks wordt voor elke opgeleverde (nieuwe) woning als onderdeel van de gemeentefondsuitkering een bedrag ontvangen ter dekking van de kosten van ruiming van explosieven opgenomen in deze voorziening. Het voorzieningenplan toont dat dat de kosten van ruimen een zeer lange looptijd kan hebben. Voorziening GRP‐nieuw Deze voorziening is ingesteld op 8 juni 2005 en heeft als doel een meerjarige evenwichtige tariefsopbouw van de rioolrechten. Het bestedingsplan is gebaseerd op het Gemeentelijk Rioleringsplan 2010‐2016 dat in 2010 is geactualiseerd en vastgesteld. Onderhoudsvoorziening Triavium Het onderhoud wordt uitgevoerd op basis van 10 jarig POG onderhoudsschema ingedeeld naar nut en noodzaak. Dit geeft in enig jaar een dal of een piek in de (groot) onderhoudskosten. Ten behoeve van de gelijkmatige verdeling van deze kosten in de exploitatie is deze voorziening opgenomen. Voorziening toegankelijkheid gebouwen Bij de stadsrekening 2010 is deze voorziening ingesteld met als doel gebouwen beter toegankelijk te maken voor invaliden en minder mobiele ouderen. Voorziening Beheerskosten startersleningen Deze voorziening dient ter dekking van de rentelasten voor het aantrekken van middelen in de eerste jaren en de beheerskosten Stichting Volkshuisvesting Nederland, Op deze manier kunnen we de eenmalige BWS middelen inzetten om de aanloopverliezen van een structurele starterslening faciliteit in te stellen. Langlopende schulden De met de langlopende leningen samenhangende rentelast in 2012 bedraagt € 23,9 miljoen. Overlopende passiva Van de overlopende passiva wordt onderstaand het verloop van de van derden ontvangen gelden en de besteding daarvan weergegeven. Verder wordt per onderwerp een toelichting gegeven. Het gaat hier om van andere overheden ontvangen gelden met een specifieke aanwendingsrichting. De restant boekwaarden zijn nog uit te geven bedragen voor dat doel, dan wel nog af te rekenen bedragen.
155
Toelichting op de balans naam gelden van derden O005 Onderwijs en minderheden O006 Participatiebudget (Educatie, inburgering en re‐integratie) O009 BDU Sociaal, integratie & Veiligheid O010 GSO Sociaal, Integratie &veiligheid O014 Knelpunt budget woonwagens O015 Impuls regeling .combinatiefuncties O016 RSP O019 Verwijsindex prov. Geld. O034 Klimaatneutrale steden O037 EU‐richtlijn omgevingslawaai O039 Medische heroïnebehandeling O042 Rondje Heyendaal O043 Isolatiefonds Gelderland O045 Jeugd aan de Slag extra ESF O047 Francia media O052 Subsidie TIP O054 Onderzoek scheepvaart O055 Effectonderzoek stadsverwarming O056 Vervolg Nijmegen West Weurt O057 Regiocontract Provincie O058 Stadscontract Provincie O059 SFR Rijnwaalpad O061 E‐scooters O066 Dennenstraat O010/O016/O042/O048 * Eindtotaal
boekwaarde 31‐12‐2011 52 6.716 3.437 ‐132 13 495 ‐1.017 44 298 114 94 ‐500 110 340 9 500 0 0 0 0 0 0 0 0 1.769 12.342
toevoeging 4.172 16.858 0 368 0 122 1.023 0 0 0 0 729 160 0 34 0 8 10 170 258 4.715 288 45 205 29.165
Onttrekking ‐2.690 ‐19.387 ‐1.193 ‐74 ‐13 0 0 ‐5 ‐224 ‐67 ‐31 0 ‐108 ‐19 0 0 ‐2 0 ‐59 0 ‐4.369 0 0 0 ‐28.241
Boekwaarde 31‐12‐2012 1.534 4.187 2.244 162 0 617 6 39 74 47 63 229 162 321 43 500 6 10 111 258 346 288 45 205 11.497
*Deze gelden van derden zijn nu opgenomen onder de passiva, omdat er een schuldpositie is ultimo 2012, terwijl het ultimo 2011 nog een vordering op overheden was en deze dus onder de activa waren verantwoord. Onderwijs en minderheden De middelen hebben betrekking op de bestrijding van het voortijdig schoolverlaten en onderwijsachterstanden Deze post Onderwijs en minderheden is gevoed met rijksmiddelen uit de beleidsvelden RMC en OAB en met Europese subsidie (ESF). Participatiebudget Het participatiebudget betreft één budget waarbij de rijksmiddelen voor re‐integratie, educatie en inburgering worden ontvangen. Ook al betreft het één budget, de middelen worden vanuit de vakministeries BZK (voorheen WWI), OCW en SZW aan het budget toegevoegd, en worden lokaal ingezet voor de realisatie van doelstellingen op het terrein van re‐integratie, educatie en inburgering. BDU Sociaal, Integratie & Veiligheid Dit betreft vooruitontvangen rijksmiddelen vanuit de Brede Doel Uitkering Sociale Integratie & Veiligheid 2005‐2009 ten behoeve van het Meerjaren Ontwikkelings Programma III 2005‐2009 (MOP‐III). Na afloop van de GSB‐III periode is aanvullend met het Rijk overeengekomen, dat kosten verbonden aan in 2009 gestarte inburgeringstrajecten t/m 2011 mogen worden opgevoerd. Ook dient deze post ter dekking van de verwachte terugbetalingsverplichting uit hoofde van de reeds verantwoorde inburgeringstrajecten. GSO Sociaal, Integratie en Veiligheid Hierin worden de rijksmiddelen vanuit het GSO 2005‐2010 als onderdeel van het MOP III gestort in afwachting van de realisatie van het met de provincie afgesloten stadscontract. Niet aangewende middelen moeten worden terugbetaald.
Toelichting op de balans Knelpunt budget woonwagens Deze bevat ontvangen rijksmiddelen die bestemd zijn voor de aanpak van woonwagencentra, in het bijzonder voor woonwagencentrum Tolhuis/Teersdijk. Dit is afgewikkeld in 2012 Impulsregeling combinatiefuncties Dit is bedoeld voor de implementatie impulsregeling brede scholen, sport en cultuur. Met het invoeren van combinatiefuncties wordt de verbinding en samenwerking tussen onderwijs, sport en cultuur versterkt. Een combinatiefunctie is een functie waarbij een werknemer in dienst is bij één werkgever maar werkzaam is voor twee of meer sectoren. Het Rijk heeft een bijdrage verstrekt om de impulsregeling te realiseren. De combinatiefunctionaris gaat de komende jaren de sportverenigingen versterken, het dagelijkse sport‐en beweegaanbod vergroten, het bewegingsonderwijs vernieuwen en de samenwerking tussen sportverenigingen en onderwijs intensiveren. De ontvangen rijksmiddelen zijn bestemd voor de uitvoering van de Impulsregeling combinatiefuncties. RSP In het kader van het Regionaal Samenwerkingsprogramma 2008‐2011 van de Provincie Gelderland heeft Nijmegen als regiofunctie bijdragen ontvangen met betrekking tot maatschappelijke opvang, het risico‐ en probleemgericht onderwijsbeleid en het risico‐ en probleemgericht jeugdbeleid. Deze bijdrage is nagenoeg afgewikkeld in 2012. Toelichting Verwijsindex Het doel van dit project is het invoeren van de verwijsindex VIR in de regio Nijmegen e.o. Uit de bijdrage van de provincie worden de kosten van een projectleider, evaluatie en borging, procesregie en leiding, training en deskundigheidsbevordering, communicatie en onvoorziene kosten. Afrekening met de Provincie vindt plaats in 2013. Klimaatneutrale steden Met het project "De groene Hub" willen we een stap zetten richting klimaatneutraliteit en invulling geven aan duurzaam vervoer en de daarbij gewenste transitie naar altematieve brandstoffen. Vanuit het Ministerie van Infrastructuur & Milieu is een bijdrage van € 0,8 miljoen beschikbaar gesteld en wordt ingezet voor duurzame mobiliteit. De Gemeente Nijmegen wordt afgerekend op inspanning en op resultaat. Er wordt een proces ingericht om projectdoelen voor groen gas, duurzame logistiek en kennisdeling te realiseren. EU‐richtlijn omgevingslawaai Dit betreft een bijdrage ten behoeve van het opstellen van geluidsbelastingskaarten en actieplannen in de periode van 2010 tot en met 2013. Medische heroïne behandeling Dit betreft een subsidie voor het ondersteunen van de verslaafden bij het op een volwaardige wijze gaan deelnemen aan de samenleving. Dit wordt gerealiseerd via dagopvang, werk en huisvesting en het geven van psychische begeleiding en mentale zorg, looptijd van het project tot en met 2015. Rondje Heijendaal Betreft investeringsbijdrage voor aanpassing wegen rond Heijendaal, universiteit en medisch centrum. Afwikkeling in 2013. Isolatiefonds Gelderland Deze bijdrage is bestemd voor het energiezuinig maken van particuliere woningen, via subsidiering energiebesparende maatregelen door eigenaren. Past binnen klimaatdoelstellingen Nijmegen en Gelderland. In 2013 loopt deze regeling af; er volgt dan
157
Toelichting op de balans ook afrekening van de huidige tranche. Het restant mag waarschijnlijk ingezet worden voor de vervolgregeling. Einddatum nieuwe regeling is nog niet bekend. Jeugd aan de Slag De ontvangen middelen voor het project “Jeugd aan de Slag Extra” gedurende de projectperiode voor de realisatie van de projectdoelen in te zetten. De projectperiode gaat over de jaren 2011 en 2012 heen: 09‐02‐2011 t/m 8‐8‐2012. Tijdens de projectperiode worden ultimo 2011 de ESF‐middelen (het voorschot 2011 ad € 340.000) vastgehouden zodat ze in meerdere boekjaren beschikbaar en inzetbaar blijven. Francia Media Het Valkhof wordt onderdeel van de Europese erfgoedroute De gemeente Nijmegen gaat met Het Valkhof deelnemen aan het Europese project Francia Media, een project dat zich richt op de vroege middeleeuwen en de periode van het Frankische Middenrijk. Belangrijk onderdeel van het project is een erfgoedroute langs tien plekken die in de tweede helft van de 9e eeuw van groot cultuurhistorisch belang waren. Het Valkhof wordt een van de plekken van de erfgoedroute. Nijmegen ontvangt voor de deelname aan Francia Media in totaal een Europese subsidie van € 160.000. We hebben een voorschot ontvangen van € 43.000. Subsidie TIP Voor de realisatie van het huis van de Topsport (TIP) is een voorschot ontvangen op een Europese subsidie. Ten gevolge van het stopzetten van TIP is deze subsidie derhalve als terugbetalingsverplichting opgenomen. Onderzoek scheepvaart Subsidie ten behoeve van het voldoen aan de Europese normen voor luchtkwaliteit die voor 2015 gelden, via stimulering schonere scheepvaart. Effectonderzoek stadsverwarming Bijdrage voor het voldoen aan de Europese normen voor luchtkwaliteit die voor 2015 gelden, via een onderzoek om het effect van stadsverwarming op de luchtkwaliteit in beeld te brengen. Vervolg Nijmegen West Weurt Uitvoering gemeenschappelijke milieumaatregelen in Nijmegen‐West en Weurt door Nijmegen, Beuningen en provincie Gelderland. Vervolg op Milieuprogramma Nijmegen‐ West Weurt 2007‐2010.Einddatum van dit vervolgtraject is naar verwachting eind 2013. Regiocontract Dit betreft een provinciale bijdrage van € 15 miljoen voor een veelheid aan regionale projecten. Bij drie van deze projecten heeft de gemeente Nijmegen een trekkende rol: de uitvoering van de Regionale Sociale Agenda binnen de regio Nijmegen ( € 1,9 miljoen), de voortzetting van de Groene HUB 2013‐2015 ( € 0,5 miljoen) en de koppeling van de regionale ‐ niet‐commerciële ‐ glasvezelnetwerken van Nijmegen en Arnhem ( € 0,2 miljoen). Stadscontract Voor de periode 2012 tot en met 2015 is een provinciale subsidie toegezegd van ruim € 14 miljoen. Verdeeld over de volgende projecten: 1.€ 900.000 voor programma Stadscentrum , 2.€ 1.800.000 voor programma Cultuur en cultuurhistorie, 3. € 1.100.000 voor programma Wijkaanpak, 4. € 3.950.000 voor programma Herstructurering, 5. € 400.000 voor programma Woningmarkten en 6. € 6.000.000 voor sleutelproject Waalfront.
Toelichting op de balans SFR Rijnwaalpad Bijdrage ten behoeve van de aanleg snelfietsroute tussen Nijmegen en Arnhem. E‐scooters Bijdrage van de Stadsregio om te kunnen voldoen aan de Europese normen voor luchtkwaliteit die voor 2015 gelden, via stimulering van aanschaf electrische scooters. Dennenstraat Provinciale bijdrage ten behoeve van de modernisering Dennenstraat en kruisingen met zijwegen.
159
Niet uit de balans blijkende verplichtingen Niet uit de balans blijkende verplichtingen
9. Niet uit de balans blijkende verplichtingen Niet uit de balans blijkende verplichtingen
Bij het opstellen van de balans is de volgende gedragslijn gevolgd: In de balans zijn niet opgenomen de op grond van beschikkingen, overeenkomsten (huur/lease), toezeggingen etc. te baseren toekomstige vorderingen en/of schulden. Tevens zijn geen voorzieningen getroffen voor toekomstige verplichtingen betreffende vakantietoelagen, verlof, wachtgelden en dergelijke. Uitgangspunt daarbij is altijd geweest dat de lasten in verband met deze verplichtingen in de toekomst zullen optreden structureel gedekt zijn en moeten worden in de meerjarenbegroting voor voorzienbare en calculeerbare toekomstige risico’s zijn in de balans voorzieningen opgenomen. Buiten de telling zijn bij de balans vermeld welke zakelijke zekerheidsstellingen en gewaarborgde geldleningen de gemeente kent. gewaarborgde leningen Woningbouwvereniging Gelderland Eigen woningverbetering met 50% deelname Rijk Krediethypotheken overige zakelijke zekerheidsstellingen overige zakelijke zekerheidsstellingen totaal
percentage door de gemeente 50% 50% 100% 100% 50%
boekwaarde 31‐12‐2012
bedragen x € 1.000 boekwaarde 31‐12‐2011
78 574.800 661 1.465 30 577.034
92 541.470 2.550 3.750 0 547.862
Deelnemingen BREED Bij de GR Breed (werkvoorzieningschap Nijmegen e.o.) vindt een reorganisatie plaats. De kosten die Breed hiervoor moet maken leiden tot een negatief vermogen bij Breed. De werkelijke kosten van de reorganisatie zijn nog niet bekend en zijn begroot op € 11,3 miljoen. Gemeenten zullen meerjarig een subsidie verstrekken ten behoeve van de versterking van het eigen vermogen van Breed. Deze subsidie wordt opgenomen in de meerjarenbegroting. Langlopende huurcontracten Huurcontract Elckerlyk tot en met 1 december 2031 voor een bedrag van € 1,0 miljoen Triavium contract tot en met 23 september 2033 voor een bedrag van € 1,1 miljoen. Inkoopcontracten groter dan €1 miljoen inkoopwaarde In totaal heeft de gemeente Nijmegende volgende contracten welke elk een inkoopwaarde hebben van meer dan €1 miljoen. Hieronder staan de categorieën weergegeven waaraan deze verplichtingen zijn aangegaan. Catering Schoonmaak Elektriciteit Gas Water Koffieautomaten en benodigdheden Printers Meubilair Hardware Archeologie uridisch advies
Niet uit de balans blijkende verplichtingen
Notarieel advies Gebouwbeheer Inhuur uitzendkrachten Verzekeringen Software Verkeerslichten Parkeerautomaten Beveiliging Leerlingenvervoer Telefonie Post Abonnementen en advertenties Drukwerk
Niet uit de balans blijkende verplichtingen Overzicht algemene dekkingsmiddelen
161
Overzicht algemene dekkingsmiddelen
10. Overzicht algemene dekkingsmiddelen Overzicht algemene dekkingsmiddelen
In dit onderdeel wordt inzicht geboden in de algemene dekkingsmiddelen. Met algemene dekkingsmiddelen worden de inkomsten bedoeld die geen specifiek bestedingsdoel kennen. De belangrijkste daarvan zijn de Onroererende zaak belasting (OZB) en de Algemene uitkering. Algemene dekkingsmiddelen (x € 1.000) Lokale heffingen ‐ Onroerend zaak belasting ‐ Hondenbelasting ‐ Precariobelasting Toeristenbelasting Algemene uitkering Dividenden Uitkering NUON Saldo financieringsfunctie Totaal
Primitieve begroting 2012
Dynamische begroting 2012
59.062 1.073 518 279 206.233 575 2.260 6.677 276.677
60.200 1.072 565 279 204.888 470 2.260 9.161 278.895
Realisatie 2012 60.710 1.080 598 271 204.828 488 2.260 9.316 279.551
Voor een nadere toelichting op de lokale heffingen, wordt verwezen naar de paragraaf lokale heffingen. Hierin staan alle belastingopbrengsten vermeld, ook de kosten gerelateerde heffingen, zoals bijvoorbeeld de rioolheffing. De bedragen genoemd in de paragraaf en bovenvermelde bedragen kunnen afwijken. In bovenvermelde staat zijn de bruto‐opbrengsten in totaliteit opgenomen. Dat wil zeggen inclusief afrekeningen voorgaande jaren. Daarentegen is geen rekening gehouden met kwijtscheldingen, verminderingen e.d. In de paragraaf lokale heffingen wordt waar mogelijk wel rekening gehouden met kwijtscheldingen en wordt alleen het belastingjaar 2012 opgenomen. ONVOORZIEN Besluit Beginsaldo (primitieve begroting 2012) Raadsvoorstel 7/2012 planschadevergoeding Restant saldo onvoorzien op 31‐12‐2012
programma
raming onvoorzien
1042 Bestuur & Middelen
441
1031 Ruimte & Cultuurhistorie
‐110
331
Bijlagen Bijlagen
Bijlagen
163
.
.
I. Sisa bijlage
165
.
.
167
.
.
169
.
Bijlage Reserves
II. Reserves De in deze bijlage opgenomen informatie over reserves betreft: STAAT VAN RESERVES Bijlage Reserves
In deze staat is opgenomen per reserve: 1. De stand van de reserve van 1 januari 2012; 2. De primitieve begroting van 2012; 3. De vermeerderingen t.o.v. de primitieve begroting zoals begroot volgens de dynamische begroting; 4. De werkelijke vermeerderingen in 2012; 5. De onttrekkingen t.o.v. de primitieve begroting zoals begroot volgens de dynamische begroting dus inclusief begrotingswijzigingen; 6. De werkelijke onttrekkingen in 2012; 7. De toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves volgens de resultaatbestemming 2011. OVERZICHT MUTATIES IN DE RESERVE PER PROGRAMMA Vervolgens wordt per programma aangegeven welke mutaties in de reserves hebben plaatsgevonden, zowel begroot als werkelijk. Hiermee wordt de koppeling gelegd tussen de mutaties in de diverse reserves en de mutaties zoals vermeld in de rekening van lasten en baten per programma. SPECIFICATIES VAN DE RESERVES Per reserve is een fiche beschikbaar waarin opgenomen: soort reserve; instellingsbesluit; de doelstelling van de reserve; bestedingsplan; voeding van de reserve; bijzonderheden per reserve; gewenste omvang; einddatum; het verloop van de reserve in het boekjaar.
171
Bijlage Reserves Totaal overzicht reserve S
Naam reserve
F022 Saldireserve F002 Reserve Strategische Investeringen F003 Reserve Waalsprong F004 1%‐regeling Beeldende Kunst F010 Verbeter.toegank.openb.geb.en ruimte F020 Reserve WWB inkomensdeel F025 Algemene bedrijfsreserve F026 Res. Medische Heroine Behandeling F029 Reserve onderwijshuisvesting F030 Reserve BTW Compensatiefonds F031 Reserve GSB F040 Reserve ISV F045 Reserve stadsbrug F046 Reserve afschrijving F047 Reserve parkeerbijdrage F053 Reserve WMO F054 Res. Ondernemersfonds Totaal
Saldo 1‐1‐2012
Vermeerdering Vermeerderingen Vermeerderingen primitief begroot dynamisch realisatie begroot 47.184 2.689 6.884 6.884 4.442 750 3.342 115
59
59
0
1.552
18.523 712
650
7.707
7.707
1.688
17
0 2.629 43.468 1.061 1.165 2.247 600 127.292
156 804 100 42 8.730
1.876 100 16.626
1.876 100 16.626
99
Bijlage Reserves Naam reserve Onttrekking Onttrekking Onttrekking Bestemming primitief dynamisch realisatie resultaat begroot begroot F022 Saldireserve 1.880 14.247 14.247 1.292 F002 Reserve Strategische 2.000 2.000 Investeringen F003 Reserve Waalsprong 914 715 715 F004 1%‐regeling 175 Beeldende Kunst F010 Verbeter.toegank.openbare 42 gebouwen en ruimte F020 Reserve WWB 1.542 inkomensdeel F025 Algemene 5.256 5.112 5.112 1.824 bedrijfsreserve F026 Res. Medische 356 356 Heroine Behandeling 44 44 F029 Reserve onderwijshuisvesting F030 Reserve BTW ‐17 Compensatiefonds F031 Reseve GSB 856 F040 Reserve ISV 1.665 1.665 ‐245 F045 Reserve stadsbrug 31.422 210 F046 Reserve afschrijving 23 59 59 F047 Reserve 175 parkeerbijdrage F053 Reserve WMO 289 2.247 2.247 600 600 F054 Res. Ondernemersfonds Totaal 44.387 27.045 27.045 3.239
Saldo 31‐12‐2012 41.113 2.442 2.627 174
99 0 22.942 356 1.644 0 0 718 45.554 1.003 1.440 0 0 120.112
173
Bijlage Reserves SPECIFICATIE MUTATIE RESERVES PER PROGRAMMA Naam reserve Primitieve begroting
Realisatie
Baten
lasten
Programma 1022 Klimaat en Energie
F022 Saldireserve
50
50
F040 Reserve ISV
878
878
878
878
0
928
0
928
0
TOTAAL 1022 KLIMAAT EN ENERGIE
Baten
lasten
Programma 1023 Groen en Water
F040 Reserve ISV
650
787
787
650
0
787
0
787
TOTAAL 1023 GROEN EN WATER
Programma 1032 Grondbeleid
F002 Reserve Strategische Investeringen
2.000
2.000
F022 Saldireserve
3.000
3.000
F025 ABR
6.971
1.923
5.112
7.707
‐7.706
5.112
F045 Reserve Stadsbrug
5.936
1.876
‐1.876
12.907
1.923
10.112
9.583
‐9.582
10.112
Programma 1042 Bestuur en Middelen
TOTAAL 1032 GRONDBELEID
F003 Reserve Waalsprong
715
715
715
F022 Saldireserve
4.819
2.726
4.819
4.119
4.819
4.119
F054 Res. Ondernemersfonds
600
600
600
6.134
2.726
6.134
4.119
6.134
64.119
TOTAAL 1042 BESTUUR EN MIDDELEN
Programma 1043 Facilitaire diensten
F022 Saldireserve
115
115
F046 Reserve afschrijving
17
26
26
17
0
26
115
26
115
TOTAAL 1043 FACILITAIRE DIENSTEN
Programma 1051 Zorg & Welzijn
F022 Saldireserve
1.115
42
1.115
39
1.115
39
F026 Reserve Medische Heroïnebehandeling
356
356
356
1.471
42
1.471
39
1.471
39
TOTAAL 1051 ZORG & WELZIJN
Programma 1052 Sport
F022 Saldireserve
165
165
165
F046 Reserve afschrijving
25
23
23
190
0
188
0
188
0
TOTAAL 1052 SPORT
Programma 1061 Werk en inkomen
F022 Reserve WWB inkomensdeel
F022 Saldireserve
3.928
3.928
50
3.928
50
3.928
0
3.928
50
3.928
50
TOTAAL 9430 INTEGRATIE & EMANC.
Dynamische begroting baten lasten
Programma 1062 Openbare ruimte
F022 Saldireserve
630
630
Bijlage Reserves TOTAAL 9510 ECONOMIE
0
0
630
0
630
0
Programma 1071 Cultuur
F004 1%‐regeling beeldende kunst
175
59
59
F046 Reserve afschrijving TOTAAL 1071 CULTUUR
7
10
10
182
0
10
59
10
59
Programma 1072 Mobiliteit
F022 Saldireserve
500
313
500
313
500
313
F046 Reserve parkeerbijdrage TOTAAL 1072 MOBILITEIT
100
100
100
500
413
500
413
500
413
Programma 1073 Onderwijs
F022 Saldireserve
40
40
40
F029 Reserve onderwijshuisvesting
44
44
44
84
0
84
0
84
0
Niet via programma overhevelen restant WMO reserve naar saldireserve
2.248
2.248
TOTAAL 1073 ONDERWIJS
Totaal
26.942
5.104
24.797
14.378
27.045
16.626
175
Bijlage subsidies Bijlage subsidies
III. Subsidies In deze bijlage worden de subsidies boven € 300.000 per gesubsidieerde instelling en programma weergegeven. Indien er sprake is van meerdere subsidiestromen bij een instelling dan is de informatie hierover opgenomen in het Uitvoerings Programma Subsidies 2013. Naam Stichting Vierdaagsefeesten Vestigingsplaats Nijmegen Programma 1013 Citymarketing en externe betrekkingen Doelstelling H1 (Internationale) samenwerking en public affairs H2 Promotie H3 Coördinatie evenementen Gesubsidieerd sinds 2007. De subsidie is geregeld in een convenant dat doorloopt tot en met 2013. De Stichting Vierdaagsefeesten is de opvolger van het Actief Comité Binnenstad Nijmegen dat eerder voor hetzelfde subsidie ontving (+/‐ 1982). De (jaarlijkse) gemeentelijke subsidie werkelijk begroot werkelijk werkelijk 2011 2012 2013 2013 € 464.112 €475.715 € 485.229 €485.229 Is er bij deze instelling sprake van meerdere subsidiestromen: Nee. Ontwikkelingen/inhoudelijke Vanaf 2014 zal de generieke korting van 5% ingaan. Het lopende of financiële risico’s/ subsidiebedrag zal hiermee worden gekort. bijzonderheden Naam Sportfondsen Nijmegen NV Vestigingsplaats Nijmegen Programma 1052 Sport Doelstelling H1: Sportstimulering H3: Kwalitatief goede sportaccommodaties Gesubsidieerd sinds 1966 De (jaarlijkse) gemeentelijke werkelijk begroot werkelijk subsidie werkelijk 2011 2012 2013 2013 2.483.447 2.160.824 2.057.209 2.057.209 Is er bij deze instelling sprake van meerdere subsidiestromen: Nee Ontwikkelingen/inhoudelijke In 2013 wordt samen met Sportfondsen Nijmegen en de zwemverenigingen of financiële risico’s/ De Gezamenlijke Opgave uitgewerkt om te komen tot nieuwe bijzonderheden subsidieafspraken en een Meerjarenonderhoudsplan voor de komende jaren. Met ingang van 2014 dient een taakstellende bezuiniging van € 175.000 te worden gerealiseerd. In 2013 wordt het nieuwe Erica Terpstrabad in gebruik genomen en het huidige zwembad Oost afgestoten.
Bijlage subsidies Naam Vestigingsplaats Programma Doelstelling
Gesubsidieerd sinds De (jaarlijkse) gemeentelijke subsidie
Het Inter‐lokaal Nijmegen 1061 Werk & Inkomen ondersteunen huishoudens met laag inkomen in optimaliseren van inkomen en stabiliseren financiële situatie (H3) aanbieden van leerwerktrajecten voor bijstandsgerechtigden met als doel uitstroom naar reguliere arbeid (H4) werkelijk begroot werkelijk werkelijk 2011 2012 2013 2013 €511.373 € 522.167 €534.813 volgt Is er bij deze instelling sprake van meerdere subsidiestromen: Ja
Ontwikkelingen/inhoudelijke Het Inter‐lokaal voert voor het programma Werk & Inkomen de projecten of financiële risico’s/ formulierenbrigade (€ 325.524) en project schuldhulpverlening (€ 196.643) bijzonderheden uit. Sinds 2011 worden beide projecten uitgevoerd binnen de Werkcorporatie Maatschappelijke Dienstverlening. Voor de re‐integratietrajecten ontvangt Het Inter‐lokaal vanuit het Werkdeel een vergoeding voor de kosten van begeleiding en opleiding. In 2012 zien we dat meer Nijmeegse burgers forse financiële problemen hebben. Dit leidt tot een toenemend beroep op stabiliseringstrajecten van het project schuldhulpverlening. We zijn voornemens om in 2013 ruim € 100.000 meer subsidie te verlenen. Naam Vestigingsplaats Programma Doelstelling (aan welke hoofddoelstelling in het programma levert de instelling een bijdrage?) Gesubsidieerd sinds. De (jaarlijkse) gemeentelijke subsidie
Ontwikkelingen/inhoudelijke of financiële risico’s/ bijzonderheden
Het Inter‐lokaal Nijmegen 1051 ‐ Zorg en Welzijn Inwoners met verschillende achtergronden voelen zich thuis in Nijmegen en kunnen volwaardig participeren. Er is ruimte voor ‘anders zijn’ en er zijn gelijke kansen voor iedereen, ongeacht leeftijd, afkomst, uiterlijk, beperking, geslacht of seksuele voorkeur. Mensen kunnen zichzelf zijn in Nijmegen. 1976 werkelijk begroot werkelijk werkelijk 2011 2012 2013 2013 500.662 1.204.283 758.432 Is er bij deze instelling sprake van meerdere subsidiestromen: Ja Ten opzichte van 2011 zijn in de budgetsubsidie van 2012 meerdere subsidies meegenomen die in 2011 nog afzonderlijk aan Het Interlokaal zijn verleend. In 2013 wordt de subsidie aan Jongerenwerk Dukenburg apart beschikt.
177
Bijlage subsidies Naam Vestigingsplaats Programma Doelstelling Gesubsidieerd sinds De (jaarlijkse) gemeentelijke subsidie
Stichting Samenwerkingsverband Weer Samen Naar School PO Nijmegen 1051 Zorg & Welzijn H2: optimale kansen voor de jeugd 2000 werkelijk begroot werkelijk werkelijk 2011 2012 2013 2013 420.674 420.674 420.674 Is er bij deze instelling sprake van meerdere subsidiestromen: Ja, tevens subsidie voor de instandhouding zorgstructuur 4‐12 jaar . Ontwikkelingen/inhoudelijke In het coalitieakkoord 2010‐2014 is een bezuinigingstaakstelling opgenomen of financiële risico’s/ voor het schoolmaatschappelijk werk PO van € 30.000 in 2011 en vervolgens bijzonderheden met ingang van 2012 € 30.000 structureel. De taakstelling voor 2011 is gerealiseerd. Voor de jaren 2012 en 2013 vervalt deze taakstelling, de ingeboekte bezuiniging wordt elders gedekt binnen het product Jeugd. Naam GGD Regio Rivierenland Vestigingsplaats Tiel Programma 1051 Zorg & Welzijn Doelstelling H6: Zorg en opvang voor sociaal kwetsbaren Gesubsidieerd sinds 2010, daarvoor vond bekostiging van dit aanbod plaats via de gemeente Tiel. De (jaarlijkse) gemeentelijke werkelijk begroot werkelijk werkelijk subsidie 2011 2012 2013 2013 317.351 315.606 386.965 Is er bij deze instelling sprake van meerdere subsidiestromen: ja Ontwikkelingen/inhoudelijke Op 01‐07‐2013 fuseren de GGD regio Nijmegen en de GGD regio Rivierenland of financiële risico’s/ tot één GGD Gelderland Zuid. bijzonderheden Naam GGD Regio Nijmegen Vestigingsplaats Nijmegen Programma 1051 Zorg & Welzijn Doelstelling H6: Zorg en opvang voor sociaal kwetsbaren Gesubsidieerd sinds 2007, daarvoor via de gemeenschappelijke regeling De (jaarlijkse) gemeentelijke werkelijk begroot werkelijk werkelijk subsidie 2011 2012 2013 2013 1.077.160 1.044.846 921.346 Is er bij deze instelling sprake van meerdere subsidiestromen: Ja Ontwikkelingen/inhoudelijke Op 01‐07‐2013 fuseren de GGD regio Nijmegen en de GGD regio Rivierenland of financiële risico’s/ tot één GGD Gelderland Zuid. bijzonderheden
Bijlage subsidies Naam Vestigingsplaats Programma Doelstelling Gesubsidieerd sinds De (jaarlijkse) gemeentelijke subsidie
Hera Nijmegen 1051 Zorg & Welzijn H6: Zorg en opvang voor sociaal kwetsbaren 1999 (daarvoor aan rechtsvoorganger, St. Blijf van mijn lijf) werkelijk begroot 2013 werkelijk 2013 werkelijk 2011 2012 1.189.243 1.280.296 1.273.254 Is er bij deze instelling sprake van meerdere subsidiestromen: Nee, niet vanuit de gemeente Nijmegen (er zijn echter wel andere gemeenten die Hera ook financieren, Hera is werkzaam in de provincie Gelderland). Ontwikkelingen/inhoudelijke Hera is in 2012 gefuseerd met vrouwenopvanginstelling VieJa uit Utrecht, de of financiële risico’s/ nieuwe organisatie heet Moviera. Voor de vrouwenopvang in Nijmegen heeft bijzonderheden deze fusie geen gevolgen. Naam IrisZorg Vestigingsplaats Arnhem (hoofdkantoor) Programma 1051 Zorg & Welzijn Doelstelling H6: Zorg en opvang voor sociaal kwetsbaren Gesubsidieerd sinds 2007 (daarvoor rechtsvoorgangers Arcuris, Passade, de Grift) De (jaarlijkse) gemeentelijke werkelijk 2013 werkelijk 2011 werkelijk 2012 begroot 2013 subsidie Arrangement Arrangement Arrangement 7.595.233 7.374.070 7.621.498 N.v.t. MHB 837.113 MHB 853.855 Is er bij deze instelling sprake van meerdere subsidiestromen: Ja, naast budgetsubsidie algemeen en Medische Heroïne Behandeling (MHB) ook subsidie voor (kleine) projecten. De instelling wordt voor het grootste deel gefinancierd vanuit de AWBZ en Zorgverzekerinsgwet, daarnaast justitiële middelen en Jeugdzorggelden. Ontwikkelingen/inhoudelijke Geen bijzonderheden. of financiële risico’s/ bijzonderheden Naam Pro Persona Vestigingsplaats Nijmegen Programma 1051 Zorg & Welzijn Doelstelling H6: Zorg en opvang voor sociaal kwetsbaren Gesubsidieerd sinds 2007, daarvoor was het AWBZ gefinancierd aanbod De (jaarlijkse) gemeentelijke werkelijk begroot werkelijk werkelijk subsidie 2011 2012 2013 2013 302.760 308.230 306.535 Is er bij deze instelling sprake van meerdere subsidiestromen: Ja. Ontwikkelingen/inhoudelijke Geen bijzonderheden. of financiële risico’s/ bijzonderheden
179
Bijlage subsidies Naam Vestigingsplaats Programma Doelstelling
Tandem Nijmegen 1051 Zorg & Welzijn H1: Stimuleren participatie H2: Optimale kansen voor de jeugd H4: Gelijke kansen voor iedereen Gesubsidieerd sinds +/‐1985 De (jaarlijkse) gemeentelijke subsidie werkelijk begroot werkelijk werkelijk 2011 2012 2013 2013 3.784.793 4.432.179 4.465.313 Is er bij deze instelling sprake van meerdere subsidiestromen: Ja Ontwikkelingen/inhoudelijke Tandem wordt geconfronteerd met afbouw van gesubsidieerde arbeid en of financiële risico’s/ bezuinigingen en gaat dientengevolge reorganiseren. Vooralsnog zijn er geen bijzonderheden risico’s verbonden aan deze operatie. Naam Zorggroep Zuid‐Gelderland Vestigingsplaats Nijmegen Programma 1051 Zorg & Welzijn Doelstelling H1: Stimuleren participatie Gesubsidieerd sinds +/‐1999 De (jaarlijkse) gemeentelijke werkelijk begroot werkelijk werkelijk subsidie 2011 2012 2013 2013 350.906 462.502 390.000 Is er bij deze instelling sprake van meerdere subsidiestromen: Ja Ontwikkelingen/inhoudelijke Geen bijzonderheden. of financiële risico’s/ bijzonderheden Naam Swon, het seniorennetwerk Vestigingsplaats Nijmegen Programma 1051 Zorg & Welzijn Doelstelling H1: Stimuleren participatie Gesubsidieerd sinds 1966 De (jaarlijkse) gemeentelijke begroot 2013 werkelijk werkelijk 2011 werkelijk 2012 subsidie 2013 2.033.525 2.192.240 2.142.714 Is er bij deze instelling sprake van meerdere subsidiestromen: Nee (vanaf 2012 zijn de projecten meebegroot in de budgetsubsidie) Ontwikkelingen/inhoudelijke Naar aanleiding van de subsidieverlening 2012 is de raad per brief of financiële risico’s/ geïnformeerd over de budgetsubsidie Swon 2012. bijzonderheden Swon realiseert een bezuiniging conform de efficiencytaakstelling opgelegd aan de grote instellingen uit het Coalitieakkoord.
Bijlage subsidies Naam Vestigingsplaats Programma Doelstelling Gesubsidieerd sinds De (jaarlijkse) gemeentelijke subsidie
NIM Nijmegen 1051 Zorg & Welzijn H6: Zorg en opvang voor sociaal kwetsbaren +/‐1976 werkelijk begroot werkelijk werkelijk 2011 2012 2013 2013 2.964.002 3.453.144 3.214.677 Is er bij deze instelling sprake van meerdere subsidiestromen: Ja Ontwikkelingen/inhoudelijke Ten opzichte van 2011 zijn in de budgetsubsidie van 2012 meerdere subsidies of financiële risico’s/ meegenomen die in 2011 nog afzonderlijk aan de NIM zijn verleend. bijzonderheden Naam Doornroosje Vestigingsplaats Nijmegen Programma 1071 Cultuur Doelstelling H1: Het creëren van een prettige woon‐ en leefomgeving waarin bewoners en bezoekers zich kunnen ontspannen, zich kunnen ontplooien en elkaar kunnen ontmoeten in het gebruik van het culturele aanbod. Gesubsidieerd sinds Juli 1970 De (jaarlijkse) gemeentelijke werkelijk begroot werkelijk werkelijk subsidie 2011 2012 2013 2013 929.193 947.777 966.733 966.733 Is er bij deze instelling sprake van meerdere subsidiestromen: Nee Ontwikkelingen/inhoudelijke Nieuwbouw TPG‐lokatie gestart, oplevering 2014. of financiële risico’s/ bijzonderheden Naam Lux Vestigingsplaats Nijmegen Programma 1071 – Cultuur Doelstelling H1: Het creëren van een prettige woon‐ en leefomgeving waarin bewoners en bezoekers zich kunnen ontspannen, zich kunnen ontplooien en elkaar kunnen ontmoeten in het gebruik van het culturele aanbod. Gesubsidieerd sinds 2000 De (jaarlijkse) gemeentelijke werkelijk begroot werkelijk werkelijk subsidie 2011 2012 2013 2013 1.144.142 1.167.025 1.180.653 Nog niet verleend. Is er bij deze instelling sprake van meerdere subsidiestromen: Nee Ontwikkelingen/inhoudelijke Nieuwe bso m.i.v. 2013,. Deze is nog in voorbereiding of financiële risico’s/ Lux heeft een negatief eigen vermogen en moeite om de lopende begroting bijzonderheden rond te krijgen.
181
Bijlage subsidies Naam Vestigingsplaats Programma Doelstelling
Museum het Valkhof Nijmegen 1071 ‐ Cultuur H1: Het creëren van een prettige woon‐ en leefomgeving waarin bewoners en bezoekers zich kunnen ontspannen, zich kunnen ontplooien en elkaar kunnen ontmoeten in het gebruik van het culturele aanbod. Gesubsidieerd sinds 1999 De (jaarlijkse) gemeentelijke werkelijk begroot werkelijk werkelijk subsidie 2011 2012 2013 2013 2.216.888 2.261.226 2.321.167 Nog niet verleend Is er bij deze instelling sprake van meerdere subsidiestromen: Ja, het Valkhof krijgt ook subsidie van de Provincie Ontwikkelingen/inhoudelijke Nieuwe bso m.i.v. 2013, generieke korting van toepassing. of financiële risico’s/ bijzonderheden Naam OBGZ Vestigingsplaats Nijmegen Programma 1071 ‐ Cultuur Doelstelling H1: Het creëren van een prettige woon‐ en leefomgeving waarin bewoners en bezoekers zich kunnen ontspannen, zich kunnen ontplooien en elkaar kunnen ontmoeten in het gebruik van het culturele aanbod. Gesubsidieerd sinds Medio vorige eeuw (KvK september 1974) De (jaarlijkse) gemeentelijke werkelijk begroot werkelijk werkelijk subsidie 2011 2012 2013 2013 5.307.242 5.413.387 5.523.495 5.521.655 Is er bij deze instelling sprake van meerdere subsidiestromen: Nee Ontwikkelingen/inhoudelijke In 2011 en 2012 zijn er in totaal 7 van de 12 vestigingen gesloten; m.i.v. 2014 of financiële risico’s/ wordt de OBGZ structureel gekort met € 600.000. bijzonderheden Naam De Lindenberg Vestigingsplaats Nijmegen Programma 1071 ‐ Cultuur Doelstelling H1: Het creëren van een prettige woon‐ en leefomgeving waarin bewoners en bezoekers zich kunnen ontspannen, zich kunnen ontplooien en elkaar kunnen ontmoeten in het gebruik van het culturele aanbod. Gesubsidieerd sinds De (jaarlijkse) gemeentelijke werkelijk begroot werkelijk werkelijk subsidie 2011 2012 2013 2013 3.880.194 3.922.098 3.635.944 3.634.944 Is er bij deze instelling sprake van meerdere subsidiestromen: Ja (GSO tot 2012, Hatert) Ontwikkelingen/inhoudelijke Vanaf 2013 is de cultuureducatie ondergebracht bij de schoolbesturen. De of financiële risico’s/ subsidie van de Lindenberg is hiermee naar beneden bijgesteld. bijzonderheden
Bijlage subsidies Naam Vestigingsplaats Programma Doelstelling
Stichting Keizer Karel Podia Nijmegen 1071 ‐ Cultuur H1: Het creëren van een prettige woon‐ en leefomgeving waarin bewoners en bezoekers zich kunnen ontspannen, zich kunnen ontplooien en elkaar kunnen ontmoeten in het gebruik van het culturele aanbod. Wij willen het huidige gevarieerde cultuuraanbod behouden. Gesubsidieerd sinds De (jaarlijkse) gemeentelijke werkelijk begroot werkelijk werkelijk subsidie 2011 2012 2013 2013 1.926.419 1.964.947 2.004.245 2.004.245 Is er bij deze instelling sprake van meerdere subsidiestromen: 2011 en 2012: ja. Ontwikkelingen/inhoudelijke In 2013 start de revitalisering van de Vereniging. of financiële risico’s/ bijzonderheden Naam Stichting ROC‐Nijmegen e.o. Vestigingsplaats Nijmegen Programma Onderwijs 1073 Doelstelling H2: Ontwikkelingskansen Gesubsidieerd sinds.. Eind jaren zeventig. De (jaarlijkse) gemeentelijke werkelijk begroot werkelijk werkelijk subsidie 2011 2012 2013 2013 1.028.010 1.000.186 620.517 Is er bij deze instelling sprake van meerdere subsidiestromen: ja Ontwikkelingen/inhoudelijke Verdere bezuiniging door het Rijk zoals de gelden voor de Vavo die worden of financiële risico’s/ uitgenomen in het jaar 2013. Deze middelen zullen via het Rijk direct onder de bijzonderheden ROC’ s worden verdeeld. Het betekent op gemeentelijk niveau wel dat minder geld bijv. voor laaggeletterden trajecten beschikbaar is. Naam Samenwerkingsverband VO/ROC Vestigingsplaats Nijmegen Programma 1073 Onderwijs Doelstelling H3: Verminderen van het aantal voortijdig schoolverlaters. Gesubsidieerd sinds.. Onderdelen van het Flex College worden al gesubsideerd sinds begin jaren tachtig. Het Flex College als voorziening wordt sinds 2009 gesubsidieerd. De (jaarlijkse) gemeentelijke werkelijk begroot werkelijk werkelijk subsidie 2011 2012 2013 2013 1.105.280 1.105.280 842.378 Is er bij deze instelling sprake van meerdere subsidiestromen: Ja. Ontwikkelingen/inhoudelijke Het Flex College biedt aan ruim 300 overbelaste leerlingen een zorg‐ en of financiële risico’s/ onderwijsprogramma aan, om te voorkomen dat de jongeren uitvallen uit het bijzonderheden onderwijs.
183
Bijlage subsidies Naam Vestigingsplaats Programma Doelstelling Gesubsidieerd sinds De (jaarlijkse) gemeentelijke subsidie
Stichting KION Nijmegen Programma Onderwijs 1073 H 2: Ontwikkelingskansen Begin jaren negentig werkelijk begroot werkelijk 2011 2012 2013 3.713.660 3.348.000 1.600.000
werkelijk 2013 Moet nog verleend worden Is er bij deze instelling sprake van meerdere subsidiestromen: Ja Ontwikkelingen/inhoudelijke Samen met ouders, kinderopvangaanbieders, schoolbesturen en stichting of financiële risico’s/ KION is nieuw beleid ontwikkeld voor de voorschoolse voorzieningen voor 0 bijzonderheden tot 4 jarigen in Nijmegen (VVO). Voor stichting KION betekent dit dat we in 2013 tot 1‐8‐2013 subsidie verleend wordt. Vanaf 2013 hebben ook andere aanbieders de mogelijkheid peuterarrangementen en voor‐en vroegschoolse ecucatie aan te bieden. Medio februari 2013 zal het college van B&W naar verwachting besluiten het over de subsidie toekening aan KION. Naam Stichting Conexus (OAB) Vestigingsplaats Nijmegen Programma 1073 Onderwijs Doelstelling H2: Ontwikkelingskansen Gesubsidieerd sinds. 2008 werkelijk begroot werkelijk De (jaarlijkse) gemeentelijke werkelijk 2011 2012 2013 2013 subsidie 621.883 621.883 621.883 621.883 Is er bij deze instelling sprake van meerdere subsidiestromen: ja Ontwikkelingen/inhoudelijke We bereiken ruim meer dan 200 kinderen. Via het bestuurakkoord met het of financiële risico’s/ Rijk dat in november is getekend door de 33 grote gemeenten ontvangen we bijzonderheden in 2013 geld om meer schakelklassen te realiseren. Naam Stichting Conexus (brede scholen) Vestigingsplaats Nijmegen Programma 1073 Onderwijs Doelstelling H2: Ontwikkelingskansen Gesubsidieerd sinds. 2008 werkelijk begroot werkelijk De (jaarlijkse) gemeentelijke werkelijk 2011 2012 2013 2013 subsidie 1.069.682 1.091.076 1.112.898 1.112.898 Is er bij deze instelling sprake van meerdere subsidiestromen: ja Ontwikkelingen/inhoudelijke Er is een projectplan: doorontwikkeling brede scholen vastgesteld en een of financiële risico’s/ brede inventarisatie op alle openwijkscholen gemaakt. Naast de 14 open bijzonderheden wijkscholen hebben zich 11 scholen aangemeld die voor medio 2015 ook brede school willen worden.
Bijlage subsidies Naam Vestigingsplaats Programma Doelstelling Gesubsidieerd sinds. De (jaarlijkse) gemeentelijke subsidie
Stichting Josephscholen Nijmegen 1073 Onderwijs H2: Ontwikkelingskansen 2000 werkelijk werkelijk begroot werkelijk 2011 2012 2013 2013 456.084 465.206 474.510 474.510 Is er bij deze instelling sprake van meerdere subsidiestromen: Ja Ontwikkelingen/inhoudelijke Er is een projectplan vastgesteld doorontwikkeling brede scholen vastgesteld of financiële risico’s/ en een brede inventarisatie op alle openwijkscholen gemaakt. Naast de 14 bijzonderheden open wijkscholen hebben zich 11 scholen aangemeld die voor medio 2015 ook brede school willen worden.
185
Bijlage VIII Lijst met afkortingen Bijlage VIII Lijst met afkortingen
IV. Lijst met afkortingen ABR ARN AVA AVOI AWBZ b B&V BAG Bbz BDU BDU‐SIV BGR BNG BRA BRN BRP BRW BSN BTW BTWCF BW BWN CAO CAZ CBS CEP CJG COA CPB CPI CPO CWI DCO DGG DIW DSB DU DWS EFRO ELI EMT EPN ESF FES Fido FLO FPU GBA GEM GF GFT GGD GGZ
Algemene Bedrijfsreserve van het Ontwikkelingsbedrijf Afvalverwerking Regio Nijmegen Algemene vergadering van Aandeelhouders Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur Algemene Wet bijzondere Ziektekosten baten Begroten en Verantwoorden Basisregistraties adressen en gebouwen Bijstandsbesluit zelfstandigen Brede Doeluitkering Brede Doeluitkering Sociaal, Integratie en Veiligheid Basisgebouwenregistratie Bank der Nederlandse Gemeenten Basisregistratie adressen Begrotingsrichtlijnen Regio Nijmegen Basisregistratie Personen Brandweer Burgerservicenummer Belasting Toegevoegde Waarde BTW Compensatiefonds Begrotingswijziging Belangenbehartiging WAO Nijmegen Collectieve Arbeidsovereenkomst Collectieve Aanvullende Ziektekostenverzekering Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Economisch Plan Centrum voor Jeugd en Gezin Centraal Orgaan Asielzoekers Centraal Planbureau Consumentenprijsindex Collectief Particulier Opdrachtgeverschap Centrum voor Werk en Inkomen Directie Concern Directie Grondgebied Directie Inwoners Directie Stadsbedrijven Decentralisatie‐uitkering Directie Wijk en Stad Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie Energie en Milieu Technologie Energie Prestatie Norm Europees Sociaal Fonds Fonds Economische Structuurversterking Wet Financiering Decentrale Overheden Functioneel Leeftijdsontslag Flexibel Pensioen en Uittreden Gemeentelijke Basisadministratie Gemeenschappelijke Exploitatiemaatschappij Gemeentefonds Groente, Fruit en Tuinafval Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Geestelijke Gezondheidszorg
Bijlage VIII Lijst met afkortingen GHOR GR Grex GRP GSB GSO HAN HOV HRM I&M IBOR ICT ID‐baan IOAW IOAZ IP IPO ISV IU IV Jeugd‐GGZ JGO KCC KIEMT KKP l Leningen o/g Leningen u/g MARN MFC MIRT n NFIA NFIS NJN NKS NTC nugger NVM O&S OAB OBGZ OBW OHV OKE OM OMBD OV OZB P&O PDV PIO PM PN PPS R&A
Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio Gemeenschappelijke Regeling Grondexploitatie Gemeentelijk Rioleringsplan Grotestedenbeleid Gelders Stedelijk Ontwikkelingsbeleid Hogeschool Arnhem Nijmegen Hoogwaardig Openbaar Vervoer Human Resource Management Ministerie van Infrastructuur en Milieu Integraal Beheer Openbare Ruimte Informatie‐ en communicatietechnologie Instroom‐Doorstroom‐Baan Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte zelfstandigen Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers Investeringsplan Interprovinciaal Overleg Investering Stedelijke Vernieuwing Integratie‐uitkering Integrale Veiligheid Jeugd Geestelijke Gezondheidszorg Jeugdgroepenoverleg Klantcontactcentrum Kennis en Innovatienetwerk Energie en Milieutechnologie Keizer Karel Podia lasten Leningen opgenomen geld Leningen uitgeleend geld Milieusamenwerking en Afvalverwerking Regio Nijmegen Multifunctioneel Centrum Meerjarenprogramma Infrastructuur Ruimte en Transport nadeel Netherlands Foreign Investment Agency Nijmeegs Financieel Informatiesysteem Najaarsnota Nijmeegse Kaderverordening Subsidieverstrekking Novio Tech Campus Niet‐uitkeringsgerechtigde; iemand zonder een uitkering Nederlandse Vereniging voor Makelaars Onderzoek en Statistiek Onderwijsachterstandenbeleid Openbare Bibliotheek Gelderland Zuid Ontwikkelingsbedrijf Waalfront Onderwijshuisvesting Wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie Openbaar Ministerie Overheidsgelden met meerjarig bestedingsdoel Openbaar Vervoer Onroerendezaakbelasting Personeel & Organisatie Perifere Detailhandel Vestiging Planexploitatie In Ontwikkeling Pro Memorie: Als stelpost opgenomen, de werkelijke waarde is nog niet bekend Perspectiefnota Publiek Private Samenwerking Randvoorwaarden en Aanbevelingen 187
Bijlage VIII Lijst met afkortingen RAV RBT‐KAN RIE RMC RNI ROC RSI RSP RUD SB Soza SSHN SU SW TIP UMC USV UWV v VGP VIR VJN VMC VNG VO VSA VVE Vzh VZP W&I Wabo WAP WGA Wgr Wij WIW Wmo WO2 WOZ Wsnp Wsw Wth Wwb WWNV Z&W ZAT ZOR
Regionale Ambulance Voorziening Regionaal Bureau voor Toerisme Arnhem Nijmegen Risico Inventarisatie en Evaluatie Regionaal Meld‐ en Coördinatiepunt Register Niet‐Ingezetenen Regionaal Opleidingen Centrum Reserve Strategische Investeringen Regionaal Samenwerkingsprogramma Regionale Uitvoeringsdienst Stadsbegroting Sociale Zaken Stichting Studentenhuisvesting Nijmegen Specifieke Uitkering Sociale Werkvoorziening Topsport‐ en Innovatiepark Universitair Medisch Centrum Uitvoeringsprogramma Stedelijke Vernieuwing Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen voordeel Voortgangsrapportage Grote Projecten Verwijsindex Risicojongeren Voorjaarsnota Verkeersmanagementcentrale Vereniging Nederlandse Gemeenten Voortgezet Onderwijs Afdeling Vastgoed, Sportservice en Accommodaties Voor‐ en Vroegschoolse Educatie Voorzieningenhart Stedelijk Voorzieningenplan Programma Werk & Inkomen Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Wijkaanpakplan; Wijkactieplan Regeling Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten Wet Gemeenschappelijke Regelingen Wet Investeren In Jongeren Wet inschakeling werkzoekenden Wet Maatschappelijke Ondersteuning Tweede Wereldoorlog Wet waardering onroerende zaken Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen Wet Sociale Werkvoorziening Wet Tijdelijk Huisverbod Wet Werk en Bijstand Wet Werken Naar Vermogen Programma Zorg & Welzijn Zorgadviesteam Zorgoverleg Risicojongeren
UITGAVE Gemeente Nijmegen OMSLAG OptimaForma, Nijmegen FOTOGRAFIE Ellen van de Waterbeemd DRUK DPN, Nijmegen April 2013
189
Voortgangsrapportage Grote Projecten April 2013
Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Nijmegen
Voortgangsrapportage Grote Projecten april 2013
Voortgangsrapportage Grote Projecten April 2013
Inhoudsopgave 1 Inleiding 1.1 Algemeen: De Voortgansrapportage Grote Projecten (VGP) 1.2 Het Ontwikkelingsbedrijf 1.3 Grondbeleid 1.4 Risicobeheer 1.5 Nieuwe opzet VGP 1.6 Risiconota Ontwikkelingsbedrijf Nijmegen 2012. 2 Parameters 2.1 Parameters Ontwikkelingsbedrijf 2.2. Parameters verbonden partijen 3 Marktontwikkelingen, woningbouw en bedrijventerreinen 3.1 Actueel 3.2 Woningmarkt 3.3 Bedrijventerreinen 3.4 Detailhandel 3.5 Kantoren 4 Producten Grondbeleid 5 Verbonden partijen 5.1 Algemeen 5.2 GEM Waalsprong 5.3 GEM Waalfront 5.4 Bergerden 5.5 Bijsterhuizen 5.6 Overige verbonden partijen 6 Algemene Bedrijfs Reserve ‐ Risicobeleid 6.1 Algemeen 6.2 Het verloop van de ABR in 2012 6.3 Risicoparagraaf van het Ontwikkelingsbedrijf 6.4 Meerjarenraming van de ABR 7 Alternatieve scenario’s 7.1 Het zwarte scenario en het Japanse scenario 7.2 Resultaten scenario’S 7.3 Conclusie 8 Plankosten 9 Besluitvorming 9.1 Besluitvorming 10 Overzicht Planexploitaties 10.1 Leeswijzer 10.2 Inhoudsopgave 10.3 Kaart planexploitaties
Ontwikkelingsbedrijf
2 2 2 2 3 3 4 5 5 6 8 8 8 11 14 14 16 26 26 26 29 29 30 31 32 32 33 36 38 40 40 41 42 43 45 45 47 47 47 49
1
Voortgangsrapportage Grote Projecten april 2013
1 Inleiding
Marktontwikkeling, woningbouw en bedrijventerreinen Grondbeleid
1.1 ALGEMEEN: DE VOORTGANSRAPPORTAGE GROTE PROJECTEN (VGP) Deze rapportage heeft tot doel het Stadsbestuur inzicht te geven in de voortgang van de planexploita‐ ties (zijn projecten als bijvoorbeeld Plein 1944, het Willemskwartier of het Waalfront) van het Ontwik‐ kelingsbedrijf binnen het programma Grondbeleid. Dit geldt ook voor de daaruit voortvloeiende finan‐ ciële mutaties in de Algemene Bedrijfsreserve van het Ontwikkelingsbedrijf. Het biedt inzicht in de voortgang, planning, programmabijstellingen, financiële aanpassingen en/of risico’s bij projecten. Zo‐ nodig moeten hier besluiten over worden genomen. In deze VGP staat informatie over alle planexploitaties, informatie over de deelnemingen (zoals Waalfront) en samenwerkingen (bijv. Bergerden en Bijsterhuizen) die zijn ondergebracht bij het Ont‐ wikkelingsbedrijf. Ook is hierin opgenomen de informatie over de reservepositie (ABR) van het Ont‐ wikkelingsbedrijf, de zgn. Planexploitaties in ontwikkeling (PIO= haalbaarheidsstudies, research & de‐ velopment) , en de strategische gronden. Daarnaast is deze rapportage een verantwoordingsinstrument over de gedane zaken en biedt control‐ en sturingsmogelijkheden voor de ontwikkelingsportefeuille van het programma Grondbeleid. Deze rapportage wordt besluitvormend aan de Gemeenteraad voorgelegd en is vervolgens de basis voor de verdere uitvoering van de projecten.
1.2 HET ONTWIKKELINGSBEDRIJF Uitvoering van het programma grondbeleid is de kerntaak van het Ontwikkelingsbedrijf. Hier worden projecten met een fysieke dimensie ter uitvoering van sectoraal beleid in uitvoering genomen. Dit ge‐ beurt met gebruikmakking van de instrumenten zoals opgenomen in de kadernota grondbeleid (de planexploitatie*), de PIO’ **), onteigeningsprocedures, samenwerking oftewel publiek‐private sa‐ menwerking en strategische verwervingen. *) De planexploitatie is het financiële en inhoudelijke kader ‐ vastgesteld door de Raad ‐ waarbinnen we (haalbaar gebleken) projecten kunnen uitvoeren. Hiermee wordt het mogelijk om sectorale beleidsdoelstellingen met een ruimtelijke dimensie (wonen, cultuur, etc.) binnen een vooraf vastgesteld kader (zowel inhoudelijk als financieel) te realiseren. **) De PIO’s, (planexploitatie in ontwikkeling) zijn de haalbaarheidsonderzoeken of quick scans naar ruimtelijke ontwikkelingen in de stad, waarbij we zowel politiek‐bestuurlijke, technische, ruimtelijke en planeconomische as‐ pecten onderzoeken.
1.3 GRONDBELEID Het Ontwikkelingsbedrijf is aanspreekpunt en contractpartij voor externe ontwikkelaars (bijvoorbeeld aan‐ en verkopen, anterieure overeenkomsten) en treedt vervolgens op als opdrachtgever binnen de gemeentelijke organisatie. De realisatie van projecten geschiedt altijd binnen een planexploitatie die het Ontwikkelingsbedrijf voorbereidt en uitvoert. Het Ontwikkelingsbedrijf is verantwoordelijk voor de inhoudelijke en financiële voortgangsrapportages over deze projecten aan College en Raad. In juni 2010 is de herziene Kadernota Grondbeleid door de Gemeenteraad vastgesteld. Hierin wordt uitvoerig ingegaan op het zgn. grondbeleid en de wijze waarop hiermee in Nijmegen wordt omgegaan. Het gaat hier onder meer om de voorwaarden waaronder wij actief grondbeleid voeren, het instru‐ mentarium dat we hier voor inzetten, maar ook hoe de sturing en verantwoording is gewaarborgd. Ontwikkelingsbedrijf
2
Voortgangsrapportage Grote Projecten april 2013
Kortheidshalve wordt voor meer informatie verwezen naar de Kadernota Grondbeleid “Ontwikkeling op goede gronden”, zoals deze is vastgesteld op 30 juni 2010 door de Gemeenteraad.
1.4 RISICOBEHEER De uitvoering van grondbeleid brengt risico’s met zich mee. Zeker bij actief grondbeleid, waarbij de gemeente zelf gronden aankoopt, ontwikkelt en uitgeeft (bijvoorbeeld Waalfront). Hier zijn grote (voor)investeringen mee gemoeid en de looptijden van projecten zijn vaak lang. Voorbeelden van risi‐ co’s in gebiedsontwikkelingsprojecten zijn: het tegenvallen van bezwaar‐ en beroepsprocedures, te‐ genvallende grondwaarden door economische ontwikkelingen, vertraging in de verkoop van gronden en het aantreffen van onverwachte vervuilingen of archeologische bijzonderheden. Dergelijke risico’s kunnen leiden tot financiële nadelige effecten. Risicobeheer van projecten is daarom van groot be‐ lang. Door risicobeheer goed toe te passen, neemt de omvang van de risico’s af. Het is echter niet mo‐ gelijk om alle risico’s volledig te elimineren. Een restrisico blijft altijd bestaan. De ABR (Algemene Be‐ drijfsReserve) van het Ontwikkelingsbedrijf is een financiële buffer voor het afdekken van financiële ri‐ sico’s in de planexploitaties (het zogenaamde weerstandsvermogen). De resultaten van de planexploi‐ taties, positief en negatief, verrekenen we met de ABR. De risico’s in de planexploitatie brengen we zo goed mogelijk, met behulp van vastgelegde methodieken, bij de vaststelling van een planexploitatie in beeld. Bij iedere VGP en bij herzieningen maken we per project opnieuw een risicobeoordeling. Dit re‐ sultaat wordt meegenomen in de beoordeling van de totale projectenportefeuille, in de wetenschap dat nooit alle risico’s tegelijkertijd optreden. Het totaal aan risico’s wordt afgedekt in de ABR. Voor meer inhoudelijke informatie rond risicobeheer en de algemene bedrijfsreserve van het ontwikke‐ lingsbedrijf wordt verwezen naar hoofdstuk 6 van deze rapportage.
1.5 NIEUWE OPZET VGP Op 20 juni 2012 heeft de gemeenteraad bij de behandeling van de Perspectiefnota 2013 de motie “Be‐ ter sturen door betere informatie” aangenomen. De motie roept op tot het voorleggen van een voor‐ stel ten aanzien van een nieuwe opzet van de VGP. Overleg hierover heeft geleid tot inhoudelijke en procesmatige aanpassingen. Inhoudelijk dient de VGP als volgt te worden aangepast:
Een integraal overzicht ten aanzien van Wonen en Bedrijventerreinen wordt opgenomen (m.a.w. hoe stroken de planexploitaties met het vigerende beleid op die terreinen)
Nadere financiele informatie verdwijnt in de nieuwe versie en zal digitaal beschikbaar ge‐ steld worden
Bezien zal worden in hoeverre de rubricering van planexploitaties op stadsdeel kan plaats‐ vinden.
Procesmatig is afgesproken dat het VGP voortaan in januari/februari van elk jaar verschijnt, waarbij de peildatum 1 oktober van het daaraan voorafgaande jaar is. In mei – peildatum 1 januari – volgt vervol‐ gens een update waarin de belangrijkse ontwikkelingen en afwijkingen worden gemeld. In oktober verschijnt vervolgens de risiconota. Dit jaar (2013) is de overgangsperiode. Dit VGP is inhoudelijk aangepast , maar nog volgens het be‐ staande planningsritme met als peildatum 1 januari 2013. Aan de eerste twee inhoudelijke aanpassin‐ gen wordt invulling gegeven. De koppeling van de rubricering van planexploitaties aan de indeling produkten programma Grondbeleid zoals opgenomen in de begroting is vooralsnog gehandhaafd. In de bijlage van de VGP wordt een overzicht gegeven van de planexploitaties per stadsdeel.
Ontwikkelingsbedrijf
3
Voortgangsrapportage Grote Projecten april 2013
1.6 RISICONOTA ONTWIKKELINGSBEDRIJF NIJMEGEN 2012. Op 14 november 2012 is de Risiconota Ontwikkelingsbedrijf 2012 door de gemeenteraad vastgesteld. Er is in de risiconota uitvoerig ingegaan op de economische situatie met cijfers en feiten. Het is duide‐ lijk dat voorlopig de vastgoedmarkt stagneert of zelfs verslechterd. De belangrijkste effecten op de projecten van het Ontwikkelingsbedrijf zijn:
Teruglopende afzet van vastgoed en bouwpercelen;
Risicomijdend gedrag door ontwikkelende partijen;
Moeizame financiering door ontwikkelende partijen/banken. Bewust van de crisis en gelet op het economisch perspectief zijn in de Risiconota twee scenario’s ge‐ toond: het basisscenario (voorheen het pessimistische scenario) en een vergelijking met het, op ver‐ zoek van de raad, eerder opgestelde zwarte scenario. Dit zwarte scenario werd in voorjaar 2012 opge‐ steld, nadat de Raad op 21 maart 2012 de onderzoeksopzet voor het zwarte scenario vaststelde. Op 23 mei 2012 is de Raad –onder geheimhouding‐ uitvoerig geïnformeerd over de uitkomsten van dit scenario. De volgende uitgangspunten zijn hierbij gehanteerd:
daling van de grondopbrengsten met 18,5 procent gedurende de komende 5 jaren
daling van de grondkosten met 3,75 procent gedurende de komende 5 jaren;
vertraging van 2 jaar door lager afzettempo;
toename van de planbegeleidingskosten door de vertraging. De conclusie van het basisscenario in de Risiconota 2012 is dat de stand van de ABR net voldoende is om de risico’s in projecten op te vangen, exclusief de GEM Waalsprong. De effecten van het zwarte scenario zijn door de ABR niet op te vangen. Dan zullen aanvullende maatregelen moeten worden ge‐ troffen. De gemeenteraad heeft de risiconota 2012 vastgesteld, ingestemd met het basisscenario en de aan‐ passing van de parameters (rente, kostenstijging en opbrengstenstijging). Voorts heeft de raad inge‐ stemd met het treffen van een voorziening van € 5,0 mln vanuit de ABR voor het project Waalfront en met een vrijval van € 5,0 mln vanuit de Stadsbrug naar de ABR. Tot slot heeft de raad ingestemd met de meerjarenraming van de ABR met bijbehorend risicoprofiel.
Ontwikkelingsbedrijf
4
Voortgangsrapportage Grote Projecten april 2013
2 Parameters
Parameters Grondbeleid
2.1 PARAMETERS ONTWIKKELINGSBEDRIJF
Bij het opzetten van een langlopende exploitatie worden kosten (investeringen) en opbrengsten (zoals verkoop grond) in de tijd uitgezet. Om deze exploitaties te kunnen doorrekenen op het eindresultaat moet rekening worden gehouden met factoren als rente en inflatie. Deze laatste factor splitsen we in kosten‐ en opbrengstenstijgingen. Zo vaak als daar aanleiding toe is worden deze factoren, de reken‐ parameters in het jargon, aangepast omdat te grote afwijking van de te verwachten realiteit tot een vertekend beeld zou leiden in de resultaatprognoses van de exploitaties. Dit kan zowel in positieve zin als in negatieve zin effect hebben. Als te gunstige parameters zijn gehanteerd wordt een extra en on‐ benoemd financieel risico ingebouwd, bij te negatieve parameters wordt onnodig snel de conclusie getrokken dat plannen niet haalbaar zijn waardoor kansen voor de stad zouden worden gemist. In onderstaand overzicht zijn de huidige geactualiseerde parameters weergegeven in twee groepen. De overige planexploitaties betreffen de standaardexploitaties met een looptijd van gemiddeld 4 à 5 jaar. Daarbij wordt gekozen voor een methodiek waarbij parameters over de looptijd gelijk blijven en waar vanuit een voorzichtigheidsbeginsel geen opbrengststijgingen worden gerekend. Bij de lange termijnprojecten als Waalsprong en Waalfront wordt verdere verfijning toegepast omdat de andere methodiek door cumulatieve effecten als gevolg van de lange termijn tot te grove uitkom‐ sten leidt met te grote extremen in de berekeningen en daarmee de risicoberekeningen. De gemeenteraad heeft bij de vaststelling van de risiconota Ontwikkelingsbedrijf 2012 ingestemd met de voorgestelde aanpassing van parameters voor de planexploitaties per 1 januari 2013. Deze parame‐ ters zijn daarom gehanteerd bij de herziening van de gemeentelijke planexploitaties in deze VGP. In het onderstaande overzicht staan de gehanteerde parameters van de gemeentelijke planexploita‐ ties vermeld. Planexploitaties lange termijn 2012 2013 2014 2015 2016 2017 Rente kosten 4,25% 4,50% 4,50% 4,50% 4,75% 4,75% opbrengsten 4,25% 4,50% 4,50% 4,50% 4,75% 4,75% kostenstijgingen 1,5% 2,0% 2,0% 2,0% 2,0% 2,0% opbrengststijgingen 0,0% 0,0% 0,0% 1,0% 1,5% 2,0% Planexploitaties overige 2012 2013 2014 2015 2016 2017 Rente kosten 4,25% 4,25% 4,50% 4,50% 4,75% 4,75% opbrengsten 4,25% 4,25% 4,50% 4,50% 4,75% 4,75% kostenstijgingen 1,0% 1,5% 2,0% 2,0% 2,0% 2,0% opbrengstijgingen 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0%
Ontwikkelingsbedrijf
enz. 4,75% 4,75% 2,0% 2,0%
5
Voortgangsrapportage Grote Projecten april 2013
Bij vorenstaande parameters zijn evenwel kanttekeningen te plaatsen gelet op de recente economi‐ sche ontwikkelingen (bijstellingen groeiverwachtingen door CPB), de mogelijke gevolgen van het nieuwe kabinetsbeleid voor de woningmarkt en de feitelijke ramingen van kosten en opbrengsten binnen de planexploitaties. Zowel het Ontwikkelingsbedrijf zelf als een extern bureau, waaraan een second opinion is gevraagd, hebben een beperkte bijstelling van de parameters overwogen. De grondprijzen staan in heel Nederland onder druk. De opbrengststijging zou op basis daarvan in de eerste paar jaar kunnen worden aangepast in een opbrengstdaling van enkele procenten. De gehan‐ teerde grondprijzen in de Nijmeegse planexploitaties zijn echter relatief conservatief. Ook staan de prijzen voor bouw‐ en woonrijp maken in de huidige marktomstandigheden onder druk waardoor aanbestedingsvoordelen te behalen zijn. Dit zou kunnen leiden tot neerwaartse bijstelling van de kostenstijging in de eerstkomende jaren. Op langere termijn is echter een prijsstijging realis‐ tisch. Tot slot zou de rekenrente die wordt gehanteerd over zowel kosten als opbrengsten naar bene‐ den kunnen worden bijgesteld gelet op de lage renteniveaus die feitelijk worden gerealiseerd bij de leningenportefeuille. Echter, de leningenportefeuille van het Ontwikkelingsbedrijf bestaat niet uit langlopende leningen, waardoor onzekerheid op termijn aan de orde blijft. In het licht van het bovenstaande zijn aanvullende aanpassingen van de parameters niet doorgevoerd. Daarmee wordt een bestendige lijn gevolgd aansluitend op de raadsbesluiten die zijn genomen bij de risiconota in 2012. Het gevolg hiervan is dat de uitkomsten van de planexploitaties goed vergelijkbaar zijn met het voorgaande VGP. Een project specifieke factor is de gehanteerde fasering van kosten en opbrengsten in de tijd. Hier is geen generiek uitgangspunt voor te bepalen. Onder invloed van de economische crisis is de fasering van de opbrengsten, de meest kritische factor van de planexploitaties, in meerdere of mindere mate vertraagd. In het hoofdstuk 7 worden in aanvulling op de exploitatieherzieningen twee scenario’s voor de gehele projectenportefeuille die gerelateerd is aan de ABR doorgerekend: het bekende zwarte sce‐ nario en het Japan‐scenario (structurele stagnatie van de economische groei en daarmee structureel achterblijvende afzet).
2.2. PARAMETERS VERBONDEN PARTIJEN Voor wat betreft de planexploitaties GEM Waalsprong, GEM Waalfront, GR Bergerden en GR Bijster‐ huizen worden tot op heden afwijkende parameters gehanteerd gelet op gemaakte afspraken en se‐ parate projectfinanciering. De projectfinanciering voor GEM Waalsprong en GEM Waalfront ligt voor een groot deel en voor langere tijd vast (fixe leningen). Dit betekent dat de renteparameters zullen blijven afwijken van de projectenportefeuille van het Ontwikkelingsbedrijf. GEM Waalsprong Voor de herziening van de grondexploitatie van de GEM Waalsprong per 1‐1‐2013 is de rente over kosten deels variabel (30%) en deels vast op basis van een langlopende leningenportefeuille (70%). De rentepercentages voor het variabele deel bewegen zich tussen 1,0% en 4,0%; voor het vaste deel worden rentepercentages van 2,9% en 3,1% gehanteerd op basis van de afgesloten leningen. De kos‐ tenstijging bedraagt 2% over de gehele looptijd (tot 2028). Voor de opbrengstenstijging worden de‐ zelfde percentages gehanteerd zoals die gelden voor planexploitaties lange termijn. GEM Waalfront Bij de laatste herziening van de grondexploitatie van GEM Waalfront, versie 2012, is de rente over kos‐ ten in de periode 2013‐2015 bepaald op 3,5%. Dit is gebaseerd op de afgesloten leningen. Voor de la‐ ter nog af te sluiten leningen wordt een percentage van 4,75% gehanteerd.. De opbrengstenstijging en kostenstijging zijn tot en met 2016 op 1% bepaald. Vanaf 2017 wordt een percentage van 2,5% gehanteerd. Voor de gehele looptijd wordt gewerkt met een gemiddelde van 1,8% voor opbrengstenstijging en 1,65% voor kostenstijging. Ontwikkelingsbedrijf
6
Voortgangsrapportage Grote Projecten april 2013
GR Bijsterhuizen Voor Bijsterhuizen wordt een rentepercentage over het beschikbare positieve saldo gehanteerd van 2%. Er is geen sprake van een leningenportefeuille. Voor zowel kosten‐ als opbrengstenstijging wordt een percentage van 0% gehanteerd. Dit hangt ermee samen dat de verwervingskosten en de kosten voor bouwrijp maken reeds zijn gemaakt. GR Bergerden De strategie voor de ontwikkeling van de gronden van Bergerden wordt momenteel voorbereid. Er is derhalve nog geen sprake van een herziene planexploitatie per 1‐1‐2013. (Laatste herziening: rente 4,25%, kostenstijging 2,0% en opbrengstenstijging 1,5%). De vergelijking tussen de planexploitaties van het Ontwikkelingsbedrijf en de verbonden partijen wordt door de afwijkende parameters bemoeilijkt. Daarom zal worden onderzocht of voor alle explo‐ tiaties zoveel mogelijk dezelfde systematiek kan worden gehanteerd. Hiertoe zal in overleg worden getreden met Bouwfonds en de gemeenten Wijchen en Lingewaard.
Ontwikkelingsbedrijf
7
Voortgangsrapportage Grote Projecten april 2013
3 Marktontwikkelingen, woningbouw en bedrijventerreinen
Marktontwikkeling, woningbouw en bedrijventerreinen Grondbeleid
3.1 ACTUEEL Zoals beschreven in de risiconota 2012 verwachtte het Centraal Planbureau (CPB) aanvankelijk dat de economische groei in 2013 zou herstellen tot 0,75% in 2013 op jaarbasis. Recente ramingen laten een minder gunstig beeld zien: zowel het CPB als de Europese Commissie hebben de verwachtingen, net als in eerdere jaren, neerwaarts bijgesteld. In 2013 zal volgens het CPB sprake zijn van economische krimp in Nederland van 0,5%. De Europese Commissie zit daar met 0,6% krimp dichtbij. In Nederland is volgens het conjunctuurbericht van het CBS het consumentenvertrouwen tot een dieptepunt gedaald, de werkloosheid is opgelopen tot 7,5% en de huizenprijzen zijn in januari 2013 op jaarbasis met bijna 10% gedaald. De leegstand op de kantorenmarkt is al geruime tijd op recordni‐ veau. Ook de reeds gerealiseerde en geplande bezuinigingen en lastenverzwaringen die vanuit Den Haag zijn c.q. worden doorgevoerd leiden ertoe dat de consument de hand op de knip houdt. De aan‐ gescherpte regels voor (hypotheek‐)financieringen en de eisen die aan banken worden gesteld om het eigen vermogen te versterken komen daar nog eens bovenop. Dit algemene beeld is helaas erg ongunstig voor zowel de woningmarkt als de markt voor bedrijfster‐ reinen. De meest gunstige verwachting is dat pas in de loop van 2014 herstel zou kunnen gaan optre‐ den. Niet moet worden uitgesloten dat de slechte economische omstandigheden in de komende jaren zullen aanhouden en dat in de huidige planexploitatieherzieningen nog planningsoptimisme zit. In hoofdstuk 7 zal daarom worden ingegaan op enkele alternatieve scenario’s. In de volgende paragrafen wordt allereerst aandacht besteed aan de woningmarkt, het Nijmeegse woonbeleid en de maatregelen die de gemeente neemt om in te spelen op de veranderde marktom‐ standigheden. Daarna wordt stilgestaan bij het beleid voor de bedrijventerreinen, de vraag‐aanbod si‐ tuatie in regionale context en de door de gemeente gezette stappen tegen de achtergrond van de economische crisis.
3.2 WONINGMARKT Gemeentelijk woonbeleid De gemeente Nijmegen gebruikt een beleidsinstrumentarium om de kaders voor de woningbouwpro‐ grammering vast te leggen. Algemene kaders worden in de Woonvisie vastgelegd. Daarnaast worden woningmarktonderzoeken uitgevoerd om de woonwensen en woonbehoeften te kunnen volgen. Hiervoor gebruiken we WoON, een landelijk onderzoek dat elke drie jaar wordt uitgevoerd. We verta‐ len de plaatselijke gegevens gecombineerd met bevolkingsprognoses in Woningmarktverkenningen 2010‐2020. Deze zijn voor het laatst in 2011 door het College vastgesteld. In de woningmarktverken‐ ningen staat beschreven wat de uitbreidingsbehoefte in de gemeente Nijmegen is tot 2020. Deze is op basis van het laatste onderzoek voorlopig nog groot. Nijmegen groeit nog door en de uitbreidingsbe‐ hoefte is berekend op ongeveer 1.100 woningen per jaar. In het Woningbouwprogramma staan voldoende woningen voor de komende 10‐20 jaar. Kwalitatief sluiten vraag en aanbod echter niet op elkaar aan. In de notitie Stedelijke (her)programmering hebben we beleidsuitgangspunten geformuleerd om te‐ genstrijdigheden te verkleinen: minder bouwen op allerlei plekken in de stad (minder verdichten), waar mogelijk etagekoopwoningen te herprogrammering, verkleinen van de woningaantallen in de “tussenmilieus” en toevoegen van extra woningen in de meer centrale woonmilieus. De laatste jaren zijn er vrijwel geen etagekoopwoningen verkocht en een flink aantal projecten is daardoor niet van de grond gekomen. Gevolg is wel dat er sommige locaties braak liggen. (bv. oude Dukenburgseweg en de
Ontwikkelingsbedrijf
8
Voortgangsrapportage Grote Projecten april 2013
locatie van de Kerk Brakkenstein aan de Heijendaalseweg). We prioriteren duidelijk en kiezen daarbij voor de Waalsprong, het Waalfront en de omgeving van het CS. Door een groot aantal ontwikkelingen zijn de Woningmarktverkenningen 2010‐2020 zoals die op basis van het WoON 2009 zijn vastgesteld, verouderd en achterhaald. Dit voorjaar worden de resultaten van WoON 2012 bekend. In de doorberekeningen van de uitkomsten van WoON 2012 naar uitbreidings‐ behoefte worden de verandering in Rijksbeleid en de gevolgen van de crisis meegenomen. Op basis daarvan maken we nieuwe Woningmarktverkenningen 2012‐2022. In het volgende VGP kunnen de nieuwe Woningmarktverkenningen worden gebruikt om het woningbouwprogramma in VGP en de planexploitaties Waalsprong en Waalfront tegen het licht te houden. Veranderde marktomstandigheden Er is de laatste jaren op de woningmarkt veel veranderd. De crisis, die in 2008 is gestart, duurt nog al‐ tijd voort. Dat werd het eerst zichtbaar in de etagekoopsector. Mensen willen sinds 2008 eerst hun woning verkopen, voordat ze een nieuwe woning kopen. Dat is nu de standaard. Ook starters hebben steeds meer problemen om een woning te kopen. De overheid en de banken zijn steeds strenger ge‐ worden bij hypotheekverstrekkingen. Bovendien krijgen steeds minder mensen een vaste baan, vaak een criterium voor het verkrijgen van een hypotheek. In Laauwik is hier zichtbaar op ingesprongen. Er worden veel meer goedkope koopwoningen gebouwd, veel meer huurwoningen, zowel door over‐ dracht aan corporaties als aan beleggers en veel meer in kleine projecten. De risico’s voor de ontwik‐ kelende partij blijven zo relatief beperkt. De vraag is duidelijk veranderd. Er is meer vraag naar huurwoningen en goedkope koopwoningen. In de resultaten van het nieuwe WoON 2012, die dit voorjaar bekend worden, zullen we zien hoe sterk deze vraag is gewijzigd en wat dit betekent voor de woonmilieukeuze. We onderscheiden 5 verschil‐ lende woonmilieus, te weten centrummilieu, stadsbuurt, stedelijk compact, stedelijk grondgebonden en het groenstedelijk woonmilieu. We verwachten enerzijds een grotere vraag naar (laag‐ bouw)huurwoningen in de centrale woonmilieus. Anderzijds zien we een verschuiving van de vraag naar laagbouwkoopwoningen van een groenstedelijk naar een stedelijk grondgebonden woonmilieu. De dichtheden in een stedelijk grondgebonden woonmilieu liggen hoger omdat de kavels hier relatief kleiner zijn en de woning goedkoper. De laatste jaren hebben de woningcorporaties de productiecijfers hoog gehouden. Een groot aandeel van de nieuwbouw is door corporaties gebouwd/wordt door corporaties afgenomen. Maar door het kabinetsbeleid (Lenteakkoord, Rutte II en het Woonakkoord) worden hun investeringsmogelijkheden sterk beperkt. Naast de bijdrage die corporaties moeten leveren in verband met de Vestia‐affaire heb‐ ben zij nu ook te maken met een verhuurdersheffing die in 2017 € 1,7 miljard per jaar voor de schat‐ kist moet opleveren. Dit wordt niet (voldoende) gecompenseerd door de toename van de huurinkom‐ sten en geringe opbrengsten door verkoop van corporatiewoningen. Daarnaast wordt de WSW‐ borging voor het aangaan van leningen ingeperkt. Corporaties willen hun afspraken wel nakomen, maar zijn niet bereid / hebben niet de mogelijkheden om extra investeringen te doen en moeten keu‐ zes maken in hun plannen. De kans is groot dat bij ongewijzigd beleid veel plannen naar achteren worden geschoven of helemaal niet meer doorgaan. Portaal heeft bijvoorbeeld zeer recent laten we‐ ten in heel Nederland een groot aantal bouwprojecten on hold te zetten. Ook een aantal Nijmeegse projecten wordt door Portaal voorlopig niet uitgevoerd. Deze ontwikkelingen hebben grote gevolgen voor de realisering van het woningbouwprogramma. Maatregelen Het gevolg van alle ontwikkelingen is dat het aanbod geleidelijk steeds beter op de vraag wordt afge‐ stemd (vraaggericht bouwen), minder grootschalig, meer toegesneden op specifieke doelgroepen en flexibeler in tijd. De woningbouwaantallen per jaar zullen daarbij (voorlopig?) naar beneden gaan. In de grote grondexploitaties is hier op ingespeeld. Zowel voor het Waalfront (Masterplan 1.2) als in de Waalsprong (Ontwikkelingsbeeld Waalsprong en GREX 2013) zijn flinke aanpassingen doorgevoerd. De “oude” blauwdruk plannen zijn in de kast verdwenen en er wordt gezocht naar mogelijkheden om meer organisch te ontwikkelen. Ook in de fasering en in de programmering (meer goedkoop, meer Ontwikkelingsbedrijf
9
Voortgangsrapportage Grote Projecten april 2013
huur en minder etagebouw) zijn wijzigingen aangebracht. De toekomst zal uitwijzen of dit voldoende is. De meeste woningbouwplannen in de bestaande stad vinden plaats op particuliere gronden. Wel heeft de gemeente nog een aantal onderwijslocaties (door verplaatsen of samenvoegen van scholen) in portefeuille waar woningbouw is voorzien. Hier zijn de opbrengstverwachtingen neerwaarts bijge‐ steld. Woningbouwrealisatie en planning VGP In het onderstaande overzicht is het aantal opgeleverde woningen per jaar in Nijmegen voor de perio‐ de 1990‐2012 opgenomen. Hieruit blijkt dat het aantal opgeleverde woningen gemiddeld ca. 600 is. Wel is een stijging waar te nemen in de laatste jaren.
Als de laatste 3 jaar nader worden bekeken, dan blijkt dat er ruim 2.500 woningen zijn opgeleverd. Gezien de problemen op de woningmarkt een heel groot aantal. Maar kwalitatief zijn er wel verande‐ ringen te zien. Een aantal projecten zou oorspronkelijk als koopproject worden gerealiseerd en wor‐ den nu (gedeeltelijk) verhuurd. Dit zijn bijvoorbeeld Graafseweg 247, de Paladijn, de MaasWaal. Opleveringen in Nijmegen 2010 t/m 2012 centrum
etage % huur laagbouw % huur totaal
% huur
200
63%
0
200
63%
75
45%
0
75
45%
stedelijk compact
900
86%
250
60%
1150
80%
stedelij k grondgebonden
400
88%
325
40%
725
66%
groenstedelijk
250
90%
150
17%
400
62%
stadsbuurt
totaal 1825 83% 725 45% 2550 73% Zoals gezegd zijn in de Waalsprong zowel beleggers als corporaties bereid geweest om woningen over te nemen en in de (sociale) huur te verhuren en worden de koopwoningen goedkoper en in kleine plukjes op de markt gezet. Op deze manier is het aantal opleveringen nog steeds hoog gebleven. Op
Ontwikkelingsbedrijf
10
Voortgangsrapportage Grote Projecten april 2013
dit moment zijn er in Nijmegen ongeveer 1.000 woningen in aanbouw. Dus ook in 2013 blijft het aan‐ tal opleveringen op peil. Gezien de nieuwe ontwikkelingen (Rutte II, Woonakkoord) is de verwachting dat de investeringen van corporaties fors terug gaan lopen. Ook de komende jaren staan er veel woningen van corporaties in de planning en zal naar verwachting de verkoop van woningen niet heel sterk groeien. Behalve gevolgen voor onze grondexploitaties is het ook in de stad te zien. Er komen meer (tijdelijk) braakliggende ter‐ reinen. Samen met de eigenaren zullen we de gevolgen daarvan in kaart moeten brengen en (tijdelijk) oplossingen realiseren. In het onderstaande overzicht is de planning van de uitgifte van gemeentelijke gronden ten behoeve van woningbouw weergegeven. Deze planning is gebaseerd op de gezamenlijke gemeentelijke grond‐ exploitaties en de GEM Waalfront en GEM Waalsprong. (NB:de gronduitgifte is niet vergelijkbaar met de gerealiseerde opleveringen. Daar zit al gauw 1 jaar tijdsverschil tussen).
3.3 BEDRIJVENTERREINEN Beleidskader stadsregio Regionaal programma bedrijventerreinen In december 2011 heeft de stadsregio Arnhem Nijmegen het regionaal programma bedrijventerreinen vastgesteld (RPB). Het RPB gaat er van uit dat er sprake is van een overschot aan bedrijventerrein in de A15‐zone en een tekort in de A73‐zone voor de periode 2010‐2020 op basis van de toen gangbare CPB‐scenario’s over economische ontwikkeling. Het genoemde tekort voor de A73‐zone was wel geba‐ seerd op de verwachting dat de uitgifte op het terrein Bijsterhuizen in Wijchen, waar de gemeente Nijmegen in deelneemt, in 2014 zou zijn afgerond. In het kader van het RPB zijn beperkt maatregelen genomen om vraag en aanbod beter op elkaar af te stemmen. Het ging daarbij wel vooral om het on hold zetten van bedrijventerreinen die “op papier” tot ontwikkeling zouden worden gebracht. Elk jaar wordt de uitgifte van bedrijventerreinen door de stadsregio gemonitord. Marktontwikkeling Landelijk en stadsregionaal stokt de uitgifte van bedrijventerreinen en het ziet er naar uit dat er in 2013 geen omslag komt. Op stadsregionaal niveau bleef de uitgifte van bedrijventerreinen ver achter Ontwikkelingsbedrijf
11
Voortgangsrapportage Grote Projecten april 2013
bij de geprognosticeerde uitgifte (Voortgangsrapportage 2012 Regionaal Programma Bedrijventerrei‐ nen stadsregio). In 2011 werd slechts 8 ha bedrijventerrein uitgegeven. Daarmee bleef de uitgifte voor e het 2 jaar op rij achter bij de verwachte vraag. Voor 2012 en 2013 zal dit, gezien de economische si‐ tuatie waarin we verkeren, ook het geval zijn. Elke twee jaar zal het Regionaal Programma Bedrijventerrein worden herijkt. De eerstvolgende herij‐ king vindt dit voorjaar plaats. Het achterblijven van de uitgifte van bedrijventerreinen zal naar ver‐ wachting nieuwe aanvullende bijstellingen van vraag en aanbod tot gevolg hebben. Belangrijkste oorzaken van de achterblijvende uitgifte zijn de economische vooruitzichten (verschilt overigens per sector) en de strengere financieringsvoorwaarden die banken stellen aan ondernemers. De mate waarin ondernemers die willen investeren eigen vermogen moeten inbrengen is aanzienlijk gestegen. Voorts is het voor ondernemers ook moeilijker geworden een bestaand bedrijfspand tegen redelijke prijzen te verkopen. Dit maakt ondernemers zeer terughoudend met het aangaan van finan‐ ciële verplichtingen. Vraag‐ aanbod situatie Nijmegen Uitgifte periode 2000‐2012 In het onderstaande overzicht is weergegeven hoe de uitgifte van gronden ten behoeve van bedrijven in de gemeente Nijmegen (incl. Bijsterhuizen) zich heeft ontwikkeld in de periode 2000‐2012 (in ha per jaar). Hieruit blijkt dat in een periode met gematigde economische groei de uitgifte jaarlijks enorm fluctueert; het is hollen of stilstaan. Gemiddeld komt de gerealiseerde uitgifte inclusief Bijsterhuizen uit op 7,0 hectare per jaar. In 2012 is slechtse 0,2 hectare uitgegeven als gevolg van de economische crisis.
Aanbod Nijmegen (peildatum 1 januari 2013) De totale voorraad uitgeefbaar bedrijventerrein per 1 januari 2013 is 108,9 ha. Daarvan bestaat 33 ha uit terstond uitgeefbaar bedrijventerrein, d.w.z. dat het terrein ontsloten is en het bestemmingsplan
Ontwikkelingsbedrijf
12
Voortgangsrapportage Grote Projecten april 2013
zover is dat bouwvergunningen kunnen worden verleend. Het grootste deel hiervan is beschikbaar op bedrijventerrein Bijsterhuizen. Vraagbehoefte Nijmegen De afgelopen jaren zien we de gevolgen van de economische crisis sterk terug in de uitgifte van bedrij‐ venterreinen. We verwachtten in 2012 een gemiddelde jaarlijkse vraag naar bedrijventerreinen van 8,5 ha. In Nijmegen is in 2012 0,2 ha op bedrijventerrein Bijsterhuizen uitgegeven. Daarmee blijven we ver achter bij de verwachtte gemiddelde jaarlijkse vraag. In 2013 verwachten we eveneens dat de vraag naar bedrijventerrein veel lager uitvalt dan de gemiddelde vraagbehoefte van 8,5 ha per jaar. Voor 2014 e.v.j. gaan we vooralsnog uit van een licht economisch herstel en een gemiddelde vraagbe‐ hoefte van 6 – 8,5 ha. Dit rechtvaardigt de keuze om definitief af te zien van de nieuwe uitleglocatie in de A 73 zone en zorgvuldig om te gaan met de ontwikkeling van De Grift in Nijmegen Noord. Vooruitlopend op de aangekondigde herijking van het RPB hebben wij voor de Grift een markttoets la‐ ten doen waarbij zowel de kwantitatieve, als kwalitatieve behoefte goed in beeld is gebracht. Resul‐ taat van deze markttoets is dat we kiezen voor een beperktere ontwikkeling van bedrijventerrein de Grift met een duidelijk economisch profiel: duurzaam logistiek met enkele clusters van modern ge‐ mengd, hoogwaardig en kleinschalige bedrijvigheid. Dit houdt in dat we het areaal bedrijventerrein voor de Grift verkleinen van 64 ha bruto naar 42 ha bruto (= circa 30 ha netto uitgeefbaar). Wanneer de uitgifte van Bijsterhuizen de komende jaren wordt afgerond, biedt de Grift uitstekende kansen om het logistieke segment te bedienen en richt zich meer op het tussengebied in de A 15 zone. e De Grift wordt gefaseerd in delen ontwikkeld, het 1 deelgebied vanaf 2014. In de onderstaande figuur is de geplande jaarlijkse uitgifte in hectares per jaar weergegeven zoals in de gezamenlijke planexploitaties van dit VGP is opgenomen. Hierin is de verkleining van het areaal in de Grift verwerkt. Met betrekking tot Bijsterhuizen wordt opgemerkt dat naarmate het einde van de grondverkoop op een bedrijventerrein nadert, de flexibiliteit van de beschikbare kavels afneemt. Hier‐ door zal het aanmerkelijk langer kunnen duren voordat de laatste kavel daadwerkelijk is verkocht.
Conclusie vraag – aanbod Nijmegen Met de huidige voorraad terstond uitgeefbaar bedrijventerrein kunnen we theoretisch nog vooruit tot en met 2018 (uitgaande van de realisatie van een gemiddelde jaarlijkse vraag van 6 ha). We verwach‐ Ontwikkelingsbedrijf
13
Voortgangsrapportage Grote Projecten april 2013
ten dat we de komende 2 jaar deze vraagbehoefte niet zullen realiseren. Dit betekent dat we langer over de uitgifte van onze bedrijventerreinen gaan doen (tot 2025). Vanaf 2014 wordt de voorraad ter‐ stond uitgeefbaar bedrijventerrein vergroot met de beschikbaar komende kavels op Mercuriuspark en e de 1 kavels van bedrijventerrein de Grift (aan de Stationsstraat). We zullen jaarlijks vraag en aanbod goed blijven monitoren om tijdig te kunnen bijsturen in de fase‐ ring en programmering van onze voorraad terstond uitgeefbaar bedrijventerrein.
3.4 DETAILHANDEL Nijmegen heeft een fijnmazig netwerk aan winkelcentra, opgebouwd uit het stadscentrum, het stads‐ deelcentrum Dukenburg, Woonboulevard Nijmegen en diverse buurt‐ en wijkcentra. Het streven is handhaving dan wel versterking van deze evenwichtig opgebouwde voorzieningenstructuur. Op mid‐ dellange termijn wordt met realisatie van wijkwinkelcentrum de Citadel een nog ontbrekende schakel in de winkelstructuur voor de dagelijkse boodschap in Nijmegen‐Noord ingevuld. Tegelijkertijd willen we inspelen op nieuwe retailontwikkelingen. Primaat voor winkelen in Nijmegen blijft ook de komende jaren in de binnenstad. Daar kan de consu‐ ment terecht voor het vergelijkend winkelen, is het grootste aanbod aan “mode en luxe‐winkels” en valt het meest te beleven als het gaat om functies als horeca, cultuur of dienstverlening. Nijmegen mist op dit moment echter nog een locatie voor grootschalige detailhandel. Dit soort locaties richt zich op een andersoortig koopgedrag: de doelgerichte aankoop. Vlek 14 in Nijmegen‐Noord kent een aan‐ tal kwaliteiten, die haar zeer geschikt maakt voor een economisch programma rond grootschalige re‐ tail. Ressen Al in 2006 is in het Regionaal Plan 2005‐2020 de locatie Ressen (vlek 14) aangewezen als locatie voor grootschalige detailhandel. De locatie Ressen ligt aan de as Arnhem‐Nijmegen, in een deel van de Stadsregio waar nog groei plaats vindt. Het terrein ligt op een zichtlocatie en is uitstekend bereikbaar per auto door de ligging aan de A325 en dichtbij de (doorgetrokken) A15. De plek vormt de noordelij‐ ke entree van de stad Nijmegen. De locatie is binnen 15 minuten bereikbaar voor 400.000 consumen‐ ten en binnen 30 minuten voor circa anderhalf miljoen consumenten. Uniek aan de locatie is de link met het naastgelegen landschapspark de Waaijer. Hier is een plassen‐ gebied voorzien met stranden, wat mogelijkheden biedt voor leisure (Multimedia‐bioscoop), wellness en horeca. De ruimtelijke opgave ligt in de koppeling van deze gebieden zodat regionaal een duidelijk herkenbaar profiel ontstaat. Inzet is dan ook om een retailpark op Ressen op een groene, duurzame wijze te ontwikkelen. De locatie Ressen is op korte termijn te ontwikkelen en de hoofd‐ontsluiting op de A325 via de Ova‐ tonde is gerealiseerd. In februari is een Ambitie‐document gepresenteerd aan de Raad. Het voor‐ ontwerp bestemmingsplan is in voorbereiding. Start gronduitgifte zou kunnen plaatsvinden in 2014. Uitgangspunt bij invulling van het programma voor Ressen is dat het vernieuwend is en aanvullend op het bestaande winkelaanbod voor Nijmegen. Het programma bevat 30.000 m2 wvo aan retail rond het thema “Vrije tijd” en “Wonen”.
3.5 KANTOREN Beleidsdoelen en realisaties
Ontwikkelingsbedrijf
14
Voortgangsrapportage Grote Projecten april 2013
We houden rekening met de trend van afnemende en veranderende vraag naar kantoren. Nijmegen kent relatief weinig problemen met leegstaande kantoren. In 2012 bedraagt de leegstand in Nijmegen 7% tegen 14% landelijk. Op 1 januari 2013 wordt 68.700 m² kantoorruimte aangeboden. Een daling van 6% ten opzichte van het aanbod op 1 januari 2012. Deze gunstige cijfers willen we handhaven door geen overaanbod te creëren. Ook hier passen we de duurzaamheidsladder toe. We kijken eerst naar bestaande panden en locaties en zijn zeer terughoudend met nieuwe kantorenlocaties. Voor de Waalsprong was voor het centrumgebied Citadel een kantorenprogramma gedefinieerd van 65.000 m². In de huidige marktomstandigheden is dat niet meer realistisch. Het programma is daarom terug‐ gebracht tot 5.000 m². Locaties voor nieuwe kantoren Voor nieuwe kantoorontwikkelingen zien we naast een bestaande ontwikkelingslocatie aan de Wij‐ chenseweg, slechts twee geschikte locaties: de omgeving Nijmegen CS en knoop Lent. We kiezen voor deze locaties, omdat ze goed bereikbaar en ontsloten zijn en in de nabijheid liggen van HOV. Enige flexibiliteit op de kantorenmarkt is echter gewenst. Daarom geldt dat op het moment dat een indivi‐ duele grote kantoorpartij zich op werklocatie Ressen wil vestigen, we dit mogelijk willen maken, naast de geplande grootschalige detailhandel. Specifiek voor de omgeving van het Centraal Station geldt dat deze goed bereikbare locatie kansen biedt voor Het Nieuwe Werken. Hier willen we ruimte bieden voor kleinschalige (tijdelijke) werkplek‐ ken. Tenslotte willen we meer ruimte bieden aan woningen met een werkplek of atelier. Voor kleinere kantoren blijft het beleid ongewijzigd: kantoren tot 1.000m² zijn toegestaan in huidige panden en langs de singels en hoofdradialen, waardevolle panden tot 1.500m² kunnen worden omgezet tot kan‐ 2 toorbestemming en tot 500m is kantoorvestiging toegestaan, mits ruimtelijk aanvaardbaar.
Ontwikkelingsbedrijf
15
Voortgangsrapportage Grote Projecten april 2013
4 Producten Grondbeleid
Stand van zaken producten / planexploitaties Grondbeleid Indeling producten programma Grondbeleid De planexploitaties zijn ondergebracht in een aantal clusters, welke aansluiten bij de systematiek van de Stadsbegroting binnen het programma Grondbeleid. Te weten: woningbouwprojecten, herstructureringsprojecten, bedrijvigheidprojecten, stedelijke ontwikkelingspro‐ jecten en maatschappelijk vastgoed, Stadscentrum, Koers West, Waalsprong en Dijkteruglegging. Daarnaast is er een product instrumenten Grondbeleid waarin informatie wordt gegeven over de Plan‐ exploitaties In Ontwikkeling en Strategische gronden. Voor de deelnemingen wordt verwezen naar hoofdstuk 5.
4.1
PRODUCT STEDELIJKE ONTWIKKELINGSPROJECTEN
Hierbij gaat het om grote, complexe ruimtelijke projecten die van strate‐ gisch belang zijn voor de stad. Het gaat hierbij om de volgende projecten met aangegeven exploitatieduur en resultaatsverwachting: Lopende planexploitatie
Spoorzone/TPG Stadspark West e e Marialaan 2 en 3 fase Prof. Bellefroidstraat (vm IJsbaanlocatie)* Horstacker 150 (Gezondheidscentrum)
Verwacht Eindresultaat € 0 263.000 8.000 2.674.000 235.000
V/N
Jaar van afsluiting
V V V V N
2014 2013 2013 2012 2014
*van dit resultaat is eind 2008 reeds € 70.000, medio 2010 € 270.000, eind 2010 € 700.000 en eind 2011 € 1.200.000(totaal € 2.240.000) als tussentijdse winstname ten gunste van de ABR gebracht
Belangrijkste ontwikkelingen in dit product Spoorzone/TPG. De realisering van Doornroosje op de TPG‐locatie is hier een belangwekkende ontwikkeling. De bouw is gestart. Hier worden poppodium Doornroosje met studentenwoningen en een fietsenkelder gereali‐ seerd. Voor de overige informatie per project wordt verwezen naar hoofdstuk 10(blz. 50 t/m 54)
Ontwikkelingsbedrijf
16
Voortgangsrapportage Grote Projecten april 2013
4.2
PRODUCT WONINGBOUWPROJECTEN
Dit zijn de projecten die hoofdzakelijk woningbouw als te realiseren product/programma in zich hebben. Het gaat hier om de volgende projecten met aangegeven exploita‐ tieduur en resultaatsverwachting: Lopende planexploitatie
Gemeentelijke ontwikkelingen Malderburchtstraat Nieuw malderborgh* Prins Hendrikstraat 7 ‐ Jorismavo Tollenstraat 211 Neerbosscheweg* Ploegstraat/Goffertweg* Private ontwikkelingen Oude Dukenburgseweg 28 Heyendaalseweg klooster Brakkenstein Sperwerstraat terrein Hartman Kanaalstraat Waterstraat Kamerlingh Onnesstraat 20 – Hof van Onnes* Rosa de Limastraat 97‐152, Huize Rosa Molenweg, terrein Jacobs Groesbeekseweg/Heijendaalseweg* Prof. Van Weliestraat 4, Studentenkerk
Verwacht Eindresultaat € 679.000 56.000 7.000 782.000 853.000 123.000 0 29.000 55.000 102.300 20.000 0 277.000 20.000
V/N
Jaar van afsluiting
V V N V V V V N N V V V V N
2015 2017 2013 2013 2013 2013 2013 2012 2014 2014 2013 2014 2014 2014
*van deze projecten is een deel van het resultaat als tussentijdse winstname ten gunste van de ABR gebracht. Mal‐ derburchtstraat Nieuw malderborgh € 500.000 eind 2007en 175.000 eind 2011,Neerbosscheweg € 575.000 eind 2011, € 150.000 juli 2012 en € 55.000 eind 2012, Ploegstraat/Goffertweg € 325.000 juli 2012, Groesbeekse‐ weg/Heijendaalseweg € 275.000 eind 2011 en Kamerlingh Onnesstraat 20‐Hof van Onnes € 102.300 eind 2012
Belangwekkende ontwikkelingen in dit product (b.v.): Ondanks de economische crisis zijn in 2012 drie anterieure overeenkomsten gesloten. Dit zijn Rosa de Limastraat 97‐152, Molenweg 71 (terrein Jacobs) en Prof. Van Weliestraat 4 ( Studentenkerk). Voor de overige informatie rond deze projecten wordt verwezen naar hoofdstuk 10 (blz.55 t/m 68)
Ontwikkelingsbedrijf
17
Voortgangsrapportage Grote Projecten april 2013
4.3
PRODUCT BEDRIJVIGHEIDPROJECTEN
Dit zijn de projecten waarbij uitsluitend of bijna uitsluitend gronden worden ingezet voor de realisering van Bedrijvigheid. Het gaat hierbij om de volgende projecten met aangegeven exploitatieduur en resultaatsverwachting: Lopende planexploitatie
Verwacht Eindresultaat €
Compaq Knoop Winkelsteeg
800.000 1.000
V/N
Jaar van afsluiting
N V
2017 2018
Belangwekkende ontwikkelingen in dit product Zoals ook in hoofdstuk 3 is aangegeven verloopt de uitgifte van bedrijventerreinen moeizaam. Desal‐ niettemin is op het Compaqterrein het Domushuis opgeleverd. In april 2013 wordt het Heinz Innovati‐ on Centre officieel geopend. Voor knoop Winkelsteeg kan worden gemeld dat het contract tussen deelnemende partijen in NTC is ondertekend. Voor de overige informatie per project wordt verwezen naar hoofdstuk 10 (blz .69 t/m 70)
4.4
PRODUCT HERSTRUCTURERINGSPROJECTEN
Dit zijn de projecten waarbij een fysieke herstructurering alsmede her‐ ontwikkeling van wijken aan de orde zijn. Hierbij is de rol van de ver‐ schillende woningcorporaties erg belangrijk. Het gaat hierbij om de volgende projecten met aangegeven exploita‐ tieduur en resultaatsverwachting: Lopende planexploitatie
Willemskwartier Centrale Zone Hatert* Teersdijk, herstructurering woonwagenloc. fase 1 Tollenstraat Dobbelmanweg (herontwikkeling scholenterreinen) Hatert vlek 5** Rijnstraat/Lekstraat Dukenburg Herstructurering Nachtegaalplein eo
Verwacht Eindresultaat €
V/N
Jaar van afsluiting
2.000 6.526.000 333.000 0
V V N V
2014 2015 2012 2014
188.000 26.000 0 0
V V V V
2013 2012 2016 2017 *van dit resultaat is eind 2008 reeds € 3.250.000 , eind 2011 € 2.500.000 en eind 2012 € 700.000 als tussentijdse winstname ten gunste van de ABR gebracht **van dit resultaat is eind 2011 € 175.000 als tussentijdse winstname ten gunste van de ABR gebracht
Belangwekkende ontwikkelingen in dit product: Ook bij de herstructureringsprojecten is stagnatie aan de orde tgv de economische crisis.
Ontwikkelingsbedrijf
18
Voortgangsrapportage Grote Projecten april 2013
Nachtegaalplein: terrein ligt inmiddels al geruime tijd braak; woningcorporatie Portaal geeft aan voor‐ lopig niet te starten. Dit hangt samen met de algehele situatie waarin woningcorporaties verkeren (verhuurdersheffing, strengere financiële eisen en dergelijke). Willemskwartier: voor ca 60% zijn de woningen gerealiseerd; voor het laatste gedeelte zijn woningen ook gesloopt. Overwogen wordt om resterende nieuwbouw voorlopig nog niet ter hand te nemen. Dukenburg: de vorig jaar vastgestelde planexploitatie is aanzienlijk beperkt in omvang. Herstructure‐ ring van winkelcentrum Meijhorst wordt aan de markt over gelaten. Resteert de ontwikkeling van en‐ kele kleine woningbouwlocaties en herstructurering/nieuwbouw zorgaccommodaties. Ook hier speelt het (ontbreken aan) investeringsbereidheid van de corporaties een belangrijke rol. Voor de overige informatie over bovengenoemde herstructureringsprojecten wordt verwezen naar hoofdstuk 10 (blz. 71 t/m 78)
4.5
PRODUCT MAATSCHAPPELIJK VASTGOEDPROJECTEN
Dit zijn de projecten waarbij maatschappelijke/gemeentelijke voor‐ zieningen worden gerealiseerd met investeringsgeld van de gemeen‐ te Nijmegen. Het gaat hierbij om de volgende projecten met aangegeven exploita‐ tieduur en resultaatsverwachting: Lopende planexploitatie
Willemskwartier Voorzieningenhart Driehuizen / Kwakkenberg / Heemraadstraat Lindenholt Noord Onderwijshuisvesting Voorzieningenhart Waterkwartier Griftdijk, school, sporthal en brandweer
Verwacht Eindresultaat € 0 2.245.000 225.000 9.846.000 0 10.000
V/N
Jaar van afsluiting
V N N N V V
2012 2014 2015 2017 2016 2013
Belangwekkende ontwikkelingen in dit product: Doordecentralisatie Onderwijshuisvesting: Eind 2007 heeft de gemeente Nijmegen het economisch eigendom van schoolgebouwen overgedra‐ gen aan 13 schoolbesturen van het primair en voortgezet onderwijs. De gemeente heeft in de over‐ eenkomst met de schoolbesturen (Doordecentralisatie Onderwijshuisvesting) tevens afgesproken dat scholen de gebouwen kunnen terug leveren aan de gemeente tegen de WOZ‐waarde. Het verschil tus‐ sen de boekwaarde van de schoolgebouwen en de WOZ‐waarde kunnen de schoolbesturen vervol‐ gens inzetten voor nieuwe huisvesting. De oude schoolgebouwen kunnen vervolgens door de gemeen‐ te worden herontwikkeld ten behoeve van woningbouw. In 2010 is de planexploitatie onderwijshuis‐ vesting vastgesteld waarin 13 projecten zijn opgenomen. Er zijn inmiddels 5 nieuwe locaties die in de planexploitatie moeten worden opgenomen. Daarnaast blijkt dat de herontwikkeling moeizaam ver‐ loopt in het licht van de verslechterde vastgoedmarkt. De uitgangspunten van de planexploitatie zijn daarom tegen het licht gehouden en er wordt naast sloop‐nieuwbouw gekeken naar andere manieren om de herontwikkeling te laten plaatsvinden (bijvoorbeeld tijdelijk hergebruik). E.e.a. heeft geleid tot een aanpassing van de woningbouwprogrammering. Door de aanpassing van de woningprogrammering en het toevoegen van nieuwe locaties verslechtert het exploitatieresultaat met 2,9 mln. Het is belangrijk daarbij op te merken dat de WOZ‐waarde in de afgelopen jaren is gestegen, waardoor het verschil tussen de feitelijke waarde van de gebouwen en gronden en de aankoopprijs toegenomen is. Daarnaast is het duidelijk geworden dat de nieuwbouw van het Mondial College in Lindenholt Noord doorgang vindt waardoor het gebouw van het Maas‐ waalcollege aan de Streekweg aan de gemeente zal worden overgedragen. Deze locatie is gezien de Ontwikkelingsbedrijf
19
Voortgangsrapportage Grote Projecten april 2013
ligging en de marktomstandigheden niet geschikt voor de herontwikkeling naar woningbouw op korte en middellange termijn. Daarom is de afboeking van deze locatie naar de marktwaarde (d.w.z. grond‐ waarde voor maatschappelijke doeleinden) noodzakelijk. Dit komt neer op een bedrag van € 5,4 mln in 2015. In totaal betekent dit dat een voorziening moet worden getroffen voor de planexploitatie on‐ derwijshuisvesting van 7,1 mln. die ten laste wordt gebracht van de ABR. Het is van belang in het licht van de veranderde marktomstandigheden dat de overeenkomst met de schoolbesturen over de doordecentralisatie op korte termijn wordt geëvalueerd. In dat kader moet worden bezien of de uitgangspunten van de overeenkomst moeten worden aangepast. Voor de overige informatie over deze projecten wordt verwezen naar hoofdstuk 10 (blz. 79 t/m 86)
4.6
PRODUCT WAALSPRONG
Dit zijn alle projecten die vallen binnen het exploitatiegebied van de Waalsprong, exclusief de woningbouwvlekken van de GEM Waal‐ sprong. (De GREX GEM Waalsprong zit dus niet in dit hoofdstuk) Het gaat hierbij om de volgende projecten met aangegeven exploita‐ tieduur en resultaatsverwachting: Lopende planexploitatie
Verwacht Eindresultaat €
V/N
Jaar van afsluiting
Waalsprong totaal* 6.621.000 N 2025 Bovengenoemd resultaat is op eindwaarde. *Voor de Waalsprong geldt een totaalexploitatie. Alle deelexploitaties bij elkaar geven een voorcalculatorisch te‐ kort bedraagt EUR 6.621.000 op eindwaarde. De aanwezige voorziening voor de exploitatie is teruggebracht met € 1.968.500. Dit bedrag is ten gunste van de ABR gebracht.
Belangwekkende ontwikkelingen in dit product: Zoals in de VGP van september 2012 aangekondigd is onderzoek gedaan naar de specifieke program‐ mering/invulling van de gebieden Ressen (vlek 14) en De Grift (vlek 17). De Stec Groep heeft een marktonderzoek gedaan naar de positie van de bedrijventerreinen die on‐ derdeel uitmaken van De Grift. De Grift is aangemerkt als een regionaal bedrijventerrein en valt bin‐ nen de regionale afwegingskaders van het Regionaal Programma Bedrijventerreinen (RPB) van de stadsregio Arnhem Nijmegen. Op basis van het onderzoek is een voorkeursscenario benoemd waarbij De Grift als duurzaam logistiek terrein ontwikkeld wordt met op diverse locaties kleine clusters van bedrijven, deels in het modern gemengde segment, deels hoogwaardig en deels kleinschalige bedrij‐ vigheid. De opbouw van De Grift maakt het mogelijk de ontwikkeling gefaseerd en uitgesmeerd in de tijd op te pakken. Het ritme van de ontwikkelingen kan daarmee meebewegen met het ritme van de vraag; de verkoop van grond voor bedrijven kent immers sterke pieken en dalen. Het RPB geeft ruimte voor 37 ha netto te ontwikkelen bedrijventerrein. Uit de marktoets volgt dat er een markt is voor 27‐30 ha netto uitgeefbaar, bruto 37‐47 ha. Wij hebben daarom besloten 22 ha ter‐ rein niet meer in de ontwikkeling mee te nemen. Dit heeft tot gevolg dat de planexploitatie met ca. 7 mln. NCW verslechtert. Voor vlek 14, Ressen, is het te realiseren programma mede afhankelijk van de afspraken die binnen de Stadsregio Arnhem‐Nijmegen worden gemaakt over grootschalige detailhandel. Het gaat daarbij om een retailoppervlak van maximaal 30.000 m2 bvo. Daarnaast zijn de effecten van grootschalige detail‐ handel op het functioneren van de Nijmeegse binnenstad van groot belang. Definitieve besluitvorming Ontwikkelingsbedrijf
20
Voortgangsrapportage Grote Projecten april 2013
hierover dient nog plaats te vinden. Naast de grootschalige detailhandel resteert nog 10 hectare ter‐ rein. Over het te realiseren programma worden in 2013 nadere verkenningen gedaan in het licht van de huidige marktomstandigheden. Vooralsnog zijn de uitgangspunten voor de planexploitatie onge‐ wijzigd. Voor zowel De Grift als Ressen wordt voor nadere informatie verwezen naar de betreffende voorstel‐ len aan de raad. Voor het deelproject Landschapszone is een voorziening getroffen van ca. 2 mln. In de planexploitatie was rekening gehouden met opbrengsten die samenhangen met het gecontroleerd terugbrengen van grond in drie plassen die daarmee ondieper worden. Mede in verband met de aanbesteding van de Dijkteruglegging is gebleken dat het begrote volume tot het jaar 2020 niet beschikbaar komt. In de ramingen is daarom nu 800.000 m3 minder begroot. Dit heeft een negatief effect van ca. 2 mln. Verder leiden de ambities op het gebied van (ongelijkvloerse) infrastructuur (HOV‐fietspad, fietsbrug en fietstunnel) tot een kostenniveau dat maximaal 2 mln hoger zal zijn dan de nu beschikbare budget‐ ten vanuit programma Mobiliteit. Daarom is ook voor dit onderdeel een voorziening getroffen ter hoogte van 2 mln. Tot slot zijn de plankosten beperkt toegenomen en is sprake van ernstiger bodemverontreiniging in de Landschapszone dan eerder was aangenomen. In totaal betekent dit dat een verslechtering van het exploitatieresultaat van nogmaals ca. 1 mln. In totaal zou het bovenstaande een totale verslechtering van het exploitatieresultaat van ca. 5 mln. negatief naar 17 mln. negatief NCW betekenen. Omdat de ABR ontoereikend is om dit tekort, geza‐ menlijk met het tekort op de planexploitatie van de GEM Waalsprong, met een voorziening op te van‐ gen, is besloten om de investeringen ten behoeve van twee infrastructuurprojecten, te weten Knoop Lent (het splitsingspunt van de Prins Mauritssingel met de Graaf Allardsingel) en de westelijke parallel‐ route (in totaal 17,1 mln.) te activeren ten laste van de reservering van 3,0 mln. structureel in de Stadsbegroting 2013‐2016. Dit activeren van infrastructuur vindt plaats met een afschrijvingstermijn van 15 jaar, conform de richtlijn waardering en afschrijving activa van de gemeente Nijmegen (2011). De hiermee gemoeide kosten worden derhalve uit de planexploitatie Waalsprong gehaald. Het tekort op eindwaarde komt door deze majeure wijziging uit op € 6.621.000. Netto contant per 1‐1‐2013 be‐ draagt het tekort € 3.648.000. Voor deze planexploitatie was reeds een voorziening getroffen voor een tekort van € 5.616.000 (netto contant). Dit betekent dat deze voorziening (€ 5.616.000) met € 1.968.500 wordt verlaagd. Dit bedrag wordt toegevoegd aan de ABR. De nadere verantwoording van de activering van de infrastructuurprojecten en de gevolgen voor de ABR vindt plaats in de perspectiefnota 2014. Tot slot moet worden opgemerkt dat het risicoprofiel van de totale gemeentelijke planexploitatie Waalsprong door deze aanpassingen weliswaar vermindert, maar nog altijd 6,0 mln bedraagt (excl. dempingsfactor). Dit hangt vooral samen met de risico’s op vertraging van de afzet van de bedrijven‐ terreinen. Voor de overige informatie rond de Waalsprong wordt verwezen naar hoofdstuk 10 (blz. 92 t/m 98
4.7 PRODUCT STADSCENTRUM Dit zijn alle projecten van het Ontwikkelingsbedrijf welke in het stads‐ centrum van Nijmegen binnen de Singels worden gerealiseerd. De rea‐ lisatie van projecten draagt bij aan de vernieuwing van het stadscen‐ Ontwikkelingsbedrijf
21
Voortgangsrapportage Grote Projecten april 2013
trum, bijvoorbeeld Plein 1944. De projecten begeleiden ook de ontwikkeling van het centrum, bij‐ voorbeeld de nieuwe parkeergarages. Het gaat hierbij om de volgende projecten met aangegeven exploitatieduur en resultaatsverwachting: Lopende planexploitatie
Hessenberg Plein 44 Spoorstraat 4‐6 Van Schaeck Mathonsingel K.K.parkeergarage Hezelpoort parkeergarage
Verwacht Eindresultaat € 1.091.000 278.000 0 0 0
V/N
Jaar van afsluiting
V N V V V
2013 2013 2013 2013 2017
Belangwekkende ontwikkelingen in dit product: Herontwikkeling Plein 1944 in uitvoering; “Hoogste punt” in januari 2013. Hessenberg is afgerond, de restauratie van het Weeshuis vordert langzaam. Spoorstraat 4‐6 afh. initiatief Talis. Keizer Karelgarage, Nassausingel en de aanpassingen aan het Stati‐ onsplein zijn opgeleverd. Ontwikkeling Hezelpoortgarage is gekoppeld aan de ontwikkeling Handels‐ kade; de haalbaarheidsstudie voor de woningbouw is nog niet afgerond. Voor de overige projectinformatie wordt verwezen naar hoofdstuk 10 (blz. 87 t/m 91)
4.8
PRODUCT KOERS WEST
Dit zijn de projecten Nood‐en Oostkanaalhavens en de stadsbrug. Het gaat hierbij om de volgende projecten met aangegeven exploita‐ tieduur en resultaatsverwachting: Lopende planexploitatie
Stadsbrug Noord‐oost Kanaalhavens *einddatum inclusief de realisatie van het Mercuriuspark
Verwacht Eindresultaat € 0 7.000
V/N
Jaar van afsluiting
V V
2020* 2020
Belangwekkende ontwikkelingen in dit product: In april 2013 wordt de stadsbrug ingevaren; oplevering is november 2013 voorzien. De reconstructie van de Energieweg is gereed. De afzet van de terreinen van het Mercuriuspark stag‐ neren onder invloed van de economische omstandigheden. Voor de overige projectinformatie wordt verwezen naar hoofdstuk 10 (blz. 101 t/m 102)
4.9
PRODUCT DIJKTERUGLEGGING
Hierbij gaat het om projecten binnen de ontwikkeling Ruimte voor de Waal – Nijmegen dat onderdeel is van de Planologische Kernbe‐ slissing (PKB) Ruimte voor de Rivier. Het product wordt in opdracht van het rijk door de gemeente Nijmegen uitgevoerd.
Ontwikkelingsbedrijf
22
Voortgangsrapportage Grote Projecten april 2013
Het gaat hierbij om de volgende projecten met aangegeven exploitatatieduur en resultaatsverwach‐ ting: Lopende planexploitatie
Verwacht Eindresultaat €
Dijkteruglegging totaal
0
V/N
Jaar van afsluiting 2016
Voor de Dijkteruglegging geldt een totaalexploitatie. Belangwekkende ontwikkelingen in dit product Het project is op 13 juli 2012 gegund aan de combinatie i‐Lent. Voorbereidende werkzaamheden zijn gestart en uitvoeringsvergunningen aangevraagd. Tevens is gestart met de voorbereiding van de tijde‐ lijke verkeersomleiding van de Prins Mauritssingel. Op 27 december 2012 heeft de Raad van State uit‐ spraak gedaan en is het bestemmingsplan onherroepelijk geworden. Begin 2013 is het formele start‐ sein van de dijkteruglegging gegeven door de minister van I&M. Voor de overige informatie rond de Dijkteruglegging – Ruimte voor de Waal – Nijmegen wordt verwe‐ zen naar hoofdstuk 10, (blz 99 t/m 100)
4.10 PRODUCT INSTRUMENTEN GRONDBELEID De Kadernota Grondbeleid geeft het instrumentarium om doelstellingen en projecten voor de ruimte‐ lijke ontwikkeling van de stad te realiseren. Het gaat hier onder meer om: de planexploitaties, de planexploitatie in ontwikkeling (PIO=haalbaarheidsstudie), strategische gronden en deelnemingen. Over de inzet van dit instrumenta‐ rium wordt hieronder nader gerapporteerd.
Planexploitaties Een planexploitatie is het financiële en inhoudelijke kader –vastgesteld door de Raad‐ waarbinnen (haalbaar gebleken) plannen en projecten worden uitgevoerd. Voor meer inhoudelijke informatie per planexploitatie wordt verwezen naar hoofdstuk van deze Voortgangsrapportage Grote Projecten waarin deze planexploitaties zijn opgenomen. Eind 2012 zijn er ca. 53 Planexploitaties in uitvoering. Deze exploitaties vertegenwoordigen een geza‐ menlijk volume van ruim 1,4 miljard euro.
Planexploitaties in Ontwikkeling Ontwikkelingen Nieuwe initiatieven vanuit de marktpartijen zijn –met name als gevolg van de economische crisis‐ vrij‐ wel stilgevallen; daardoor zien we ook een terugval in het aantal pio’s dat de gemeente in portefeuille heeft ten opzichte van vorige jaren. Het zijn vooral de haalbaarheidsstudies welke van gemeentewege worden geïnitieerd. Ook de studie HOV en de ontwikkelingen rond de Stratemakerstoren (i.c. Bastei) en de verkenningen voor een nieuw museum WO‐ll. Deze terugval zal consequenties hebben voor de portefeuille van het Ontwikkelingsbedrijf omdat het aantal projecten daardoor zal gaan teruglopen. Specifieke risico’s
Ontwikkelingsbedrijf
23
Voortgangsrapportage Grote Projecten april 2013
Terugloop van nieuwe initiatieven kan op termijn ook betekenen dat er minder (economische) ont‐ wikkeling/groei en innovatie zal plaatsvinden in Nijmegen. Op dit moment zijn er nog 26 haalbaarheidsstudies (Pio’s) in uitvoering.
Strategische gronden Het instrument strategische gronden wordt regelmatig ingezet om –vooruitlopend op definitieve plannen‐ toch al actief tot verwerving over te gaan. Spelregels hoe hier mee om te gaan zijn vastgelegd in de Kadernota Grondbeleid van juni 2010. De commissie BBV heeft in 2012 de Notitie Grondexploitatie (bijgesteld) gepubliceerd. Deze notitie grondexploitatie is een bijgestelde versie van de notitie grondexploitatie van januari 2008. De com‐ missie geeft aan dat de gevolgen van de financieel‐economische crisis voor de grondexploitaties en de NIEGG’s (niet in exploitatie genomen gronden) oftewel strategische gronden, reden voor een aange‐ paste notitie zijn. De belangrijkste aanpassingen voor wat betreft de strategische gronden (NIEGG’s niet in exploitatie genomen gronden) zijn de volgende: 1. Voor het activeren van kosten bij niet in exploitatie genomen gronden (NIEGG) moet een reëel en stellig voornemen bestaan dat deze in de nabije toekomst zal worden bebouwd. Deze verwachting moet zijn gebaseerd op een raadsbesluit, waarin inhoud wordt gegeven aan ambitie en planperio‐ de. 2. Het activeren van vervaardigingskosten op NIEGG is aanvaardbaar, maar dient beperkt te blijven tot het niveau van de huidige marktwaarde van de grond Concreet betekent dit: a. de boekwaarde kan nooit hoger zijn dan de verwachte marktwaarde; b. de ruimte voor activering wordt in eerste instantie bepaald door het verschil tussen de boekwaarde en de marktwaarde in de huidige bestemming; c. bij de bepaling van het verschil tussen boekwaarde en verwachte marktwaarde moet rekening ge‐ houden worden met de overige nog te maken kosten (bijvoorbeeld infrastructurele voorzieningen) in het verdere verloop van het transformatieproces naar de verwachte toekomstige bestemming. Deze bepaling dient jaarlijks gemaakt te worden; d. als de waardering het niveau van de marktwaarde al heeft bereikt en de marktwaarde daalt, dan wordt een verliesvoorziening getroffen c.q. afgewaardeerd; e. als duidelijk wordt dat de door de raad voorgenomen bestemming in het geheel niet of slechts ge‐ deeltelijk zal worden gerealiseerd en daardoor een lagere verwachte marktwaarde ontstaat, dan wordt een verliesvoorziening getroffen c.q. afgewaardeerd. Ontwikkelingen Ieder jaar wordt bezien of de waardebepaling van de voorraad strategische gronden nog in lijn is met de marktwaarde, conform de regels van de commissie BBV. Dit heeft er bij de jaarrekening 2011 toe geleid dat een afboeking heeft plaatsgevonden van de totale portefeuille van ruim € 2.2 miljoen. Overeenkomstig de Nota Grondbeleid vindt geen activering van vervaardigingskosten plaats. Begin 2011 is door ons college een uitvoeringsplan vastgesteld en de beheersmaatregelen in uitvoering ge‐ nomen om het financieel resultaat per 2012 neutraal te laten sluiten. De ingezette lijn voor 2012 is gehaald. Het lijkt er dan ook op dat we in 2013 weer een financieel neutraal resultaat kunnen boeken op de post strategisch gronden. Dit zal voornamelijk afhankelijk zijn van het moment waarop contrac‐ ten worden getekend. Met andere woorden, de uitvoering kan tot in 2014 doorlopen door de afwikke‐ ling van de gesloten koopovereenkomsten. Reëel en stelling voornemen voor bebouwing/functiewijziging.
Ontwikkelingsbedrijf
24
Voortgangsrapportage Grote Projecten april 2013
In het kader van deze bijgestelde notitie grondexploitatie is onderzocht of er voor alle objecten binnen de voorraad strategische gronden een Raadsbesluit dan wel Collegebesluit genomen is waarin een re‐ eel en stellig voornemen tot toekomstige bebouwing is opgenomen. Binnen de totale portefeuille zijn er drie categorieën gronden te onderscheiden. Te weten: 1. Gronden waarbij de herontwikkeling niet binnen een periode van 5‐10 jaar is voorzien. Deze gron‐ den blijven echter wel in beheer in verband met het strategisch/inhoudelijk belang van de stad. Voorstellen voor overdracht van deze gronden naar de afdeling Vastgoed volgen in 2013. 2. Gronden die strategisch zijn aangekocht, waarbij aan de verkoop een ontwikkeling is gebonden. Hier is sprake van een reëel en stellig voornemen. 3. Gronden die niet in bovenstaande categorieën passen. Zowel op de korte als op de lange termijn is geen voornemen tot herontwikkeling. De gronden/opstallen in deze categorie staan op dit mo‐ ment in de verkoop. De voorraad strategische gronden loopt terug. Wanneer de gronden uit categorie 1 worden overge‐ dragen en de gronden/objecten in categorie 3 zijn verkocht, blijft een beperkt aandeel strategische grond in portefeuille. Financieel worden geen problemen voorzien.
4.11 PLANEXPLOITATIES NIET IN HET VGP Vanwege hun bijzondere karakter is een aantal planexploitaties niet in deze rapportage opgenomen. Voor een specificatie wordt verwezen naar bijlage 3. In deze bijlage zijn deze planexploitaties opge‐ nomen met vermelding van typering, boekwaarde en bestemming.
Ontwikkelingsbedrijf
25
Voortgangsrapportage Grote Projecten april 2013
5 Verbonden partijen
Verbonden partijen Grondbeleid
5.1 ALGEMEEN De gemeente Nijmegen neemt deel, samen met andere overheden en/of private bedrijven, in risico‐ dragende ondernemingen die zijn opgericht ter realisatie van maatschappelijk gewenste ontwikkelin‐ gen op het gebied van vastgoed en grondbeleid. Daarbij kan onderscheid worden gemaakt tussen ge‐ meenschappelijke regelingen (openbare lichamen) op basis van de Wet Gemeenschappelijke Regelin‐ gen en juridische en fiscale entiteiten zoals een BV, CV of VOF. Gemeenschappelijke regelingen wor‐ den gevormd door samenwerkende overheden en kunnen worden beschouwd als verlengd lokaal be‐ stuur en een vorm van publiek‐publieke samenwerking. De gemeenschappelijke regelingen met de gemeente Wijchen voor bedrijventerrein Bijsterhuizen en de gemeente Lingewaard voor glastuin‐ bouwlocatie Bergerden zijn hiervan voorbeelden. Publiek‐private samenwerking (kortweg PPS) houdt in dat de gemeente samen met marktpartijen een per geval passende juridische en fiscale entiteit zoals een BV, CV of VOF vormt. De belangrijkste PPS zijn de grondexploitatiemaatschappijen (GEM) zoals die voor de Waalsprong en voor het Waalfront zijn gevormd. Daarbij worden de grondexploitatierisico’s door de gemeente en de marktpartijen ge‐ deeld. Daarnaast verkrijgen de marktpartijen veelal het recht om ook woningen te bouwen en gron‐ den van de GEM af te nemen. Voor vastgoedontwikkeling is Marienburg BV een voorbeeld van een PPS. Een specifieke PPS is Indigo BV, een samenwerking tussen de gemeente Nijmegen en Alliander, die tot taak heeft een warmtenet te realiseren en exploiteren. Het te storten aandelenkapitaal dat door de gemeente in de ondernemingen moet worden ingebracht komt ten laste van de ABR van het Ontwikkelingsbedrijf. Daar worden ook de risico's ondergebracht. Eventuele winstuitkeringen komen ten gunste van die ABR. In dit hoofdstuk wordt vooral aandacht besteed aan de ontwikkelingen die zich hebben voorgedaan bij de grootste deelnemingen, te weten GEM Waalsprong, GEM Waalfront, GR Bergerden en GR Bijster‐ huizen. Daarna volgt een kort overzicht van de overige deelnemingen.
5.2 GEM WAALSPRONG In het najaar van 2012 heeft de aandeelhoudersvergadering van de GEM Waalsprong besloten om te onderzoeken of de GEM minnelijk kon worden ontbonden. Dit heeft geleid tot onderhandeling tussen de gemeente en betrokken marktpartijen over de voorwaarden waaronder de ontbinding of ontvlech‐ ting zou kunnen plaatsvinden. Op basis van het bereikte onderhandelingsresultaat heeft het college van B&W begin 2013, met inachtneming van wensen en bedenkingen van de raad, besloten tot de ontvlechting van de PPS‐constructie vooruitlopend op de herziening van de grondexploitatie, de orga‐ nisatorische consequenties en de aanbieding van het nieuwe ontwikkelingsbeeld voor de Waalsprong. De ontvlechting betekent dat de betrokken marktpartijen (Amstelland Vastgoed, Heijmans Project‐ ontwikkeling, BAM, Bouwfonds Woningbouw en Novio Noord, een combinatie van woningcorporaties) de aandelen in GEM Waalsprong CV en GEM Waalsprong Beheer BV overdragen aan de gemeente Nijmegen. De feitelijke overdracht van de aandelen vindt plaats na de ondertekening van de vaststel‐ lingsovereenkomst in maart 2013. Daarmee is de gemeente 100% aandeelhouder geworden in de
Ontwikkelingsbedrijf
26
Voortgangsrapportage Grote Projecten april 2013
GEM Waalsprong en heeft de gemeente daarmee de volledige regie over de ontwikkeling van de Waalsprong op zich genomen. De belangrijkste achterliggende redenen voor de ontvlechting zijn: ‐ de marktpartijen waren niet bereid om ontwikkel‐ en realisatieovereenkomsten te sluiten voor het gebied Groot Oosterhout. Daarmee werd het realiseren van de afzettempo en de grondprij‐ zen en daarmee de grondexploitatie op het spel gezet. ‐ De marktpartijen waren eveneens niet bereid bij te dragen om de mede hierdoor verwachte te‐ korten in de grondexploitatie te dekken en de garanties op te hogen. ‐ De gemeente staat niet alleen garant voor het ingebrachte gemeentelijke eigen vermogen, maar de gemeente heeft ook alle leningen verstrekt aan de GEM Waalsprong te hoogte van ca. € 300 mln. De gemeente draagt feitelijk het overgrote deel van het financiële risico van de ontwikkeling van de Waalsprong, omdat de marktpartijen hun risico hebben beperkt tot de hoogte van de af‐ gegeven garanties. ‐ De woningen in de Waalsprong zijn sinds 2010 slechts voor 30% gerealiseerd door de marktpar‐ tijen die in de GEM Waalsprong participeren. Deze punten hebben tot gevolg gehad dat de risicoverdeling en zeggenschapsverhoudingen (50‐50) binnen de GEM Waalsprong volstrekt niet meer tot elkaar in verhouding staan. Nut en noodzaak om exclusief met de genoemde marktpartijen te blijven samenwerken is voor de gemeente derhalve niet meer aanwezig. De ontvlechting gaat gepaard met nadere afspraken tussen de gemeente Nijmegen en de betrokken marktpartijen. De belangrijkste afspraken zijn: ‐ de marktpartijen betalen eenmalig een bedrag van € 12 mln. (ter hoogte van de private deel van het eigen vermogen) ‐ de marktpartijen verplichten zich tot het afnemen van 470 kavels tegen een vastgelegde grond‐ e prijs in de jaren 2013, 2014 en 2015 (met concerngaranties als achtervang). Daarmee is ca. 2/3 deel van de verwachte afzet van gronden in de komende 3 jaar verzekerd. ‐ de marktpartijen hebben de beschikking over een right of first refusal voor de afname van 200 kavels per jaar in de periode 2017‐2022 tegen door de gemeente te bepalen voorwaarden. Mede op basis van deze ontvlechtingsafspraken is gewerkt aan een nieuw Ontwikkelingsbeeld van de Waalsprong en aan de herziening van de grondexploitatie per 1‐1‐2013 voor de, inmiddels gemeente‐ lijke, GEM Waalsprong. Beide zullen separaat aan de gemeenteraad worden voorgelegd. De resultaten hiervan zijn in dit VGP verwerkt. Tevens zal een voorstel worden gedaan over de wijze waarop de pro‐ jectorganisatie bij voorkeur zou moeten worden vormgegeven. Op hoofdlijnen wordt er, mede tegen de achtergrond van de economische crisis, in de grondexploita‐ tie en het ontwikkelingsbeeld een aantal majeure maatregelen doorgevoerd met aanzienlijke financië‐ le consequenties. Het gaat om: ‐ het niet realiseren van de percentages uitgeefbaar (boven 55%) in Vossenpels/Groot Oosterhout ‐ hogere ramingen voor de kosten van het bouw‐ en woonrijpmaken ‐ de grondprijzen worden structureel met 10% verlaagd naar gemiddeld € 330,‐ per m2 ‐ de verlenging van de looptijd van de grondexploitatie tot 2028. Het woningbouwprogramma wordt in het ontwikkelingsbeeld tevens aangepast op grond van de vol‐ gende punten:. ‐ uit eerdere analyses is bekend dat de grondexploitatie van GEM Waalsprong in relatie tot de marktvraag een te hoog aandeel (41%) dure woningen bevat. In de nieuwe grondexploitatie is het aandeel dure woningen daarom verlaagd naar 20%. Het daadwerkelijk te realiseren pro‐ gramma wordt bepaald door de vraag gedurende de looptijd van de exploitatie. Ontwikkelingsbedrijf
27
Voortgangsrapportage Grote Projecten april 2013
‐
‐
‐
In de grondexploitatie is de aanname gedaan dat de verschuiving vraaggestuurd plaats vindt naar vooral de goedkope sector (sociale huur en goedkope koop). Dit aandeel stijgt daardoor van bij‐ na 30% naar 50%. Dit is een aanname voor de grondexploitatie, geen kaderstelling voor het daadwerkelijk te realiseren programma (vraag gestuurd). bij een woningbouwprogramma met meer goedkope woningbouw zoals hiervoor beschreven neemt de gemiddelde kavelgrootte af en stijgt dus het aantal woningen per hectare om binnen de grondexploitatie een gelijke grondopbrengst te halen. Het aantal nog aantal nog te realiseren woningen stijgt daardoor van 7700 naar 9000 woningen. dit hogere aantal woningen heeft ook consequenties voor de looptijd van de grondexploitatie. De‐ ze moet worden verlengd tot 2028.
Het tekort van de herziene grondexploitatie per 1‐1‐2013 zou door deze veranderingen en de ont‐ vlechtingsafspraken uitkomen op een bedrag van € 97 mln. (netto contant). Vervolgens zijn de gevol‐ gen van de ontvlechtingsafspraken en aanvullende maatregelen doorgevoerd om het exploitatietekort te verminderen (bedragen netto contant per 1‐1‐2013). In de onderstaande tabel zijn de maatregelen weergegeven (bedragen in € mln.). Maatregel
Financieel effect (netto contant per 1‐1‐2013)
Tekort planexploitatie
‐/‐ 97,0
Bijdrage marktpartijen i.v.m. ontvlechting GEM
+ 12,0
Binnen te halen subsidies
+ 8,5
Lagere financieringslasten
+ 7,0
Uitnemen bijdrage aanleg Graaf Allardsingel
+ 1,3
Vermindering post onvoorzien
+ 23,5
Totaal maatregelen
+ 52,3
Restant tekort planexploitatie
‐/‐ 44,7
Toelichting De lagere financieringslasten zijn het gevolg van een lagere rente die voor het vaste deel van de pro‐ jectfinanciering is doorgevoerd (resp, 2,9% en 3,1%; zie hoofdstuk 2). Het uitnemen van de bijdrage aan de aanleg van de Graaf Allard Singel hangt samen met de activering van diverse infrastructuurprojecten ten laste van de 3,0 mln. reservering in de Stadsbegroting 2013‐ 2016 die in de gemeentelijke planexploitatie Waalsprong waren opgenomen (zie hoofdstuk 4.6). In de planexploitatie van de GEM Waalsprong was een grote post onvoorzien opgenomen. Toen de marktpartijen in de GEM mede risicodragend waren, was zo’n buffer in de planexploitatie verdedig‐ baar. Nu de gemeente voor 100% de risico’s draagt, is dat niet meer het geval. De post onvoorzien in de planexploitatie is daarom teruggebracht naar € 5,8 mln., zijnde 10% van het risicoprofiel van de planexploitatie. Door deze maatregelen wordt het grondexploitatietekort verminderd tot € 44.7 mln. (netto contant). Omdat de ABR ondanks deze maatregelen nog ontoereikend is om dit tekort middels een voorziening geheel op te vangen, is besloten om ook de investeringen in de riolering (in totaal € 33 mln. netto con‐ tant) te activeren ten laste van de 3,0 mln. reservering in de Stadsbegroting 2013 – 2016. Conform de richtlijn waardering en activering van activa van de gemeente wordt voor riolering een afschrijvings‐ termijn gehanteerd van 40 jaar. De riolering wordt daarmee uit de planexploitatie gehaald en tegen kostprijs overgedragen aan de algemene dienst en geactiveerd. Hierdoor resteert een tekort in de grondexploitatie van € 11,7 mln. Dit tekort zal in de nieuwe situatie geheel door de gemeente moeten worden afgedekt met een voorziening van € 11,7mln. ten laste van de ABR. Ontwikkelingsbedrijf
28
Voortgangsrapportage Grote Projecten april 2013
De nadere verantwoording van de activering van de riolering en de gevolgen voor de ABR vindt plaats in de perspectiefnota 2014. Het risicoprofiel van de grondexploitatie bij 80% zekerheid bedraagt € 58 mln (excl. dempingsfactor). Hiervoor zal weerstandsvermogen in de ABR moeten worden opgebouwd (zie hoofdstuk 6).
5.3 GEM WAALFRONT De GEM Waalfront is een commanditaire vennootschap met een beherend vennoot waarin de ge‐ meente samen met Bouwfonds Ontwikkeling BV op gelijkwaardige basis participeert. De GEM Waalf‐ ront heeft tot taak het stadsdeel Waalfront risicodragend te ontwikkelen en te realiseren door middel van verwerving van gronden en panden, bouw‐ en woonrijp maken, het (doen) realiseren van voorzie‐ ningen en de uitgifte van gronden ten behoeve van woningbouw en bijbehorende voorzieningen. In 2012 heeft de GEM Waalfront een gewijzigde, maar nog altijd ambitieuze ontwikkelingsvisie 1.2 op‐ gesteld waarbij invulling is gegeven aan de wijze waarop het bestaande industriegebied wordt ge‐ transformeerd naar een aantrekkelijk stedelijk woonmilieu. Na het vernemen van wensen en beden‐ kingen van de gemeenteraad is op basis hiervan de grondexploitatie per 1 juli 2012 herzien, de grond‐ exploitatie 2012 versie 1.2. De uitgangspunten van de ontwikkelingsvisie 1.2 en de grondexploitatie zijn als volgt: ‐ 2000‐2100 woningen, waarvan 1.440 appartementen en ca. 600 eengezinswoningen. ‐ 35% goedkope woningen, 43% middeldure woningen en 22% dure woningen ‐ Looptijd: 2012‐2027, met een gemiddelde afzet van 150‐175 woningen per jaar ‐ Voor de gehanteerde parameters wordt verwezen naar hoofdstuk 2. De ontwikkeling van het gebied wordt gestart met de realisatie van 540 appartementen aan de Han‐ delskade. Doelstelling is dat in dit voorjaar de gronden door de GEM Waalfront worden verkocht aan de ontwikkelende partijen. De grondexploitatie geeft een tussenstand op hoofdlijnen weer en sluit op een tekort van 11,9 mln. NCW. Voor het gemeentelijk aandeel is een voorziening opgenomen van € 5,3 mln. (0,2 mln. hoger dan conform de risiconota 2012). Het risicoprofiel van de grondexploitatie bedraagt 8,9 mln. voor het gemeentelijk aandeel (excl. dempingsfactor). In februari 2013 is de grondexploitatie 2012 versie 1.2 door de Algemene vergadering van Aandeelhouders vastgesteld. Van belang te vermelden is dat de grondexploitatieherziening per 1 januari 2013 in de eerste helft van 2013 zal worden doorgevoerd en ter besluitvorming aan de AvA zal worden voorgelegd. Wanneer daar substantiële verschillen met de grondexploitatie 2012 versie 1.2 worden gemeld, zal de raad daarover in kennis worden gesteld. Gezien de nog altijd ambitieuze ontwikkelingsvisie 1.2 en de aanhoudend moeilijke marktomstandigheden is het wenselijk om in de Perspectiefnota 2014, vooruitlopend op de herziening, structureel financiële middelen te reserveren om of het weerstandsvermogen versneld te versterken of om een voorziening te kunnen treffen voor mogelijk optredende hogere exploitatiete‐ korten van onder meer de grondexploitatie van GEM Waalfront. Voor de verantwoording en voor de hoogte van de reservering wordt verwezen naar de Perspectiefnota 2014.
5.4 BERGERDEN Deze gemeenschappelijke regeling is een samenwerking tussen de gemeente Nijmegen en de ge‐ meente Lingewaard. Het doel van deze GR is het bevorderen van de economische ontwikkeling en werkgelegenheid in de glastuinbouw en agrobusiness in de regio Nijmegen door het gezamenlijk ont‐ wikkelen en exploiteren van een kwalitatief hoogwaardig glastuinbouwgebied. Het betreft de ontwik‐
Ontwikkelingsbedrijf
29
Voortgangsrapportage Grote Projecten april 2013
keling van het glastuinbouwgebied Bergerden, ten zuiden van Huissen op het grondgebied van de ge‐ meente Lingewaard. De gemeente Nijmegen participeert voor 50% in de GR. Zoals ook in de vorige VGP is aangegeven heeft de financiële en economische crisis ook de glastuin‐ bouw hard geraakt. De verkoop van bouwrijp terrein is geruime tijd nagenoeg stilgevallen. Om de risi‐ co’s van de exploitatie af te dekken is de ombestemming van een deel van het plangebied van glas‐ tuinbouw naar agro business (aan de tuinbouw gelieerde bedrijvigheid) voorzien. De meeropbrengst daarvan voorziet in de afdekking van een deel van het risico. Al bij de opstart van Bergerden, in de bestemmingsplanfase is daar rekening mee gehouden en is door de provincie Gelderland medewerking toegezegd voor deze achtervangconstructie. De vraag naar glastuinbouwgrond zowel als grond voor agrobusiness is echter zodanig achter gebleven dat een herbezinning op de toekomst van het gebied en daarmee van de exploitatie noodzakelijk is. In 2012 is daartoe een marktonderzoek verricht door het Landbouw Economisch Instituut in opdracht van de GR. Het onderzoek is aanleiding geweest voor het organiseren van een workshop voor betrok‐ ken partijen en deskundigen om te bezien welke alternatieven er zijn voor een invulling van het ge‐ bied. Ondermeer de uitkomsten van deze activiteiten zijn input voor het maken van een nieuw busi‐ nessplan dat in de loop van het voorjaar 2013 gereed zal zijn en inzicht zal moeten geven in de toe‐ komststrategie voor dit gebied. De raden van beide deelnemende gemeenten zijn in het voorjaar van 2013 op de hoogte gebracht van de stand van zaken rond de GR Bergerden en de plannen voor de toekomst. Het businessplan met bijbehorende nieuwe grondexploitatie is nog niet bekend en ook niet door het bestuur van de GR vastgesteld. Vooruitlopend op besluitvorming in het bestuur van de GR over het businessplan is de laatste planexploitatie voorlopig geactualiseerd waarbij de looptijd van de exploita‐ tie is verlengd naar van 2018 naar 2023. De renteverliezen tot 2015 zijn daarmee in de exploitatie verwerkt, Tevens zijn de grondprijzen tot 2015 niet geïndexeerd. De planexploitatie komt met deze wijzigingen uit op een financieel negatief eindresultaat van € 5,7 mln, netto contant per 1‐1‐2013.). Hiervan komt de helft voor rekening van de gemeente Nijmegen. De gemeente Nijmegen heeft hier‐ voor een aanvullende voorziening getroffen ten laste van de ABR. Conform de risiconota 2012 is aan Bergerden een hoog risicoprofiel van € 5,0 mln. voor het Nijmeegse aandeel toegekend. Dit blijft on‐ danks de getroffen voorziening gehandhaafd. Tot slot moet worden opgemerkt dat de laatst goedgekeurde jaarrekening over het boekjaar 2010 is. De laatste vastgestelde grondexploitatie is die van 2011. De provincie Gelderland heeft de GR voor 2013 onder preventief toezicht geplaatst.
5.5 BIJSTERHUIZEN Deze gemeenschappelijke regeling is een samenwerking tussen de gemeente Nijmegen en de ge‐ meente Wijchen. Het doel van deze GR is het bevorderen van de economische ontwikkeling en werk‐ gelegenheid in de regio Nijmegen door middel van het gezamenlijk ontwikkelen en exploiteren van een kwalitatief hoogwaardig en uit financieel‐economisch oogpunt aanvaardbaar intergemeentelijk bedrijventerrein op de locatie Bijsterhuizen op het grondgebied van de gemeente Wijchen. De planexploitatie heeft en houdt vooralsnog een positief financieel resultaat. De verkoop van bedrijfsterrein is sterk verminderd. In 2012 is er slechts een 0,2 ha grond verkocht naast de verkoop van grond aan de gemeente Wijchen. De vooruitzichten voor 2013 zijn nog niet erg positief. Er zijn nog wel altijd contacten met potentiele afnemers. Aandachtspunten bij de uitgifte zijn: Naast de percelen die de GR in de verkoop heeft, worden er ook particuliere kavels te koop aangebo‐ den op de locatie Bijsterhuizen. Dit kan de afzetsnelheid nadelig beïnvloeden. Ontwikkelingsbedrijf
30
Voortgangsrapportage Grote Projecten april 2013
Daarnaast is het gebruikelijk dat aan het einde van de looptijd van de ontwikkeling en realisatie van een bedrijventerrein het moeilijker wordt de laatste percelen te verkopen omdat de flexibiliteit, als het gaat om kavelgrootte en ligging, dan nog maar zeer beperkt is. Dit heeft mogelijk tot gevolg dat de looptijd verder naar achteren zal schuiven. De huidige grondexploitatie is door het Algemeen Bestuur medio 2012 vastgesteld en kent een loop‐ tijd tot 2018. De herziening per 1 januari 2013 wordt momenteel voorbereid en medio 2013 aan het AB voorgelegd. Een verlenging van de looptijd betekent dat de winstuitkeringen later in de tijd zullen plaatsvinden waardoor de voeding van de ABR minder snel verloopt dan bij de huidige verwachting.
5.6 OVERIGE VERBONDEN PARTIJEN Wat betreft Brabantse Poort Nijmegen BV, waarin naast de gemeente ook Hendriks Projectontwikke‐ ling, Heijmans Projectontwikkeling en NIBC participeren kan worden gemeld dat alle planonderdelen zijn gerealiseerd. Er resteert op dit moment het afhandelen van een aantal zaken en de verkoop van de laatste onbebouwde kavel aan de Wijchenseweg. Het bestuur van de BV beraadt zich momenteel op een oplossing daarvoor. De opheffing van de BV is voorzien zodra de nog lopende zaken zijn afge‐ handeld en er een oplossing is gevonden voor het resterend onroerend goed, in casu en kavel aan de Wijchenseweg. Aangenomen mag worden dat opheffing kan plaatsvinden in de loop van 2013/2014. Indigo BV is medio 2012 opgericht. De gemeente Nijmegen participeert in Indigo voor 5%. De overige 95% van de aandelen is in bezit van Alliander. Indigo BV heeft tot taak het realiseren en exploiteren van de “aorta”, de hoofdleiding van het warmtenet. Deze leiding zal de ARN verbinden met het Waalfront en de Waalsprong. Momenteel wordt de feitelijke aanleg van de hoofdleiding voorbereid. De planning is erop gericht dat per 1 januari 2015 de hoofdleiding deze werkzaamheden zijn afgerond. De warmtelevering zal plaatsvinden door Nuon Energy aan wie een concessie voor de warmtelevering voor ca. 14.000 woningen is gegund. De financiële risico’s voor de gemeente zijn beperkt tot het gestorte aandelenkapitaal van € 300.000,‐ Om de aanleg mogelijk te maken heeft de gemeente € 3,5 mln. subsidie verstrekt. De provincie Gel‐ derland heeft voorts nog een achterstelde lening verstrekt ter hoogte van € 4 mln. Wat betreft de overige verbonden partijen zijn geen nieuwe ontwikkelingen te melden.
Ontwikkelingsbedrijf
31
Voortgangsrapportage Grote Projecten april 2013
6 Algemene Bedrijfs Reserve ‐ Risicobeleid
Algemene Bedrijfs Reserve en Risicobeleid Grondbeleid
6.1 ALGEMEEN De Algemene Bedrijfsreserve van het Ontwikkelingsbedrijf is een financiële buffer voor het afdekken van de financiële risico's in de planexploitaties. Het betreft risico's waarvoor geen specifieke voorzie‐ ning is getroffen. Te denken valt aan niet ingecalculeerde milieurisico's, het plotseling achterblijven van de vraag op de vastgoedmarkt en het stagneren van de woningmarkt, etc. De voeding van de ABR wordt gevormd door de voordelige resultaten van planexploitaties, opbrengsten uit deelnemingen, bijdragen RSU (bijdrage van particuliere ontwikkelaars ten behoeve van de bovenwijkse infrastruc‐ tuur) en bijdragen uit anterieure overeenkomsten. Grondslagen van resultaatbepaling. Hoe gaan wij daar mee om. Verwachte nadelige financiële resultaten worden door middel van het vormen van een voorziening via de Winst en Verliesrekening, op basis van contante waarde ten laste van de ABR reserve van het Ont‐ wikkelingsbedrijf gebracht. Verwachte positieve resultaten worden genomen bij het afsluiten van de planexploitaties. Tussentijdse winstneming wordt alleen toegepast indien de boekwaarde van het onderhanden werk negatief is (en er dus een bijna zeker voordelig financieel resultaat gaat ontstaan). Deze tussentijds te nemen winst wordt bepaald door de negatieve boekwaarde van het onderhanden werk te verminderen met de contante waarde van de nog te maken kosten in de planexploitatie. Hierbij wordt tevens een risicobe‐ oordeling gemaakt (bepaalt mede of tussentijdse winstneming kan ja of neen). De bedragen van de tussentijds te nemen winst worden op duizendtallen afgerond. Naast de meer algemene risico's bevat elke planexploitatie specifieke risico's. Deze risico's worden zo goed mogelijk bij de vaststelling van een planexploitatie in beeld gebracht en vormen permanent on‐ derwerp van aandacht. Ook bij de voortgangsrapportages wordt aandacht besteed aan mogelijke risi‐ co’s. Het totaal aan risico’s moet worden afgedekt in de ABR.
Ontwikkelingsbedrijf
32
Voortgangsrapportage Grote Projecten april 2013
6.2 HET VERLOOP VAN DE ABR IN 2012 Onderstaand wordt een korte toelichting gegeven op de mutaties van de ABR gedurende 2012. Het verloop van de algemene bedrijfsreserve Saldo per 1 januari 2012 € 20.347.000 Bij: A storting bijdrage bovenwijkse infrastructuur 194.000 B afgesloten planexploitaties 460.800 C aanpassing voorzieningen nav herzieningen 2.016.300 D tussentijdse winstnames 2.082.300 E deelnemingen 79.000 H diversen 7.000.000 I doordecentralisatie onderwijshuisvesting 191.600 J taakstelling inhuur 0 K rente toevoeging risiconota 2011 376.000 Totaal + 12.400.000 Af: C aanpassing voorzieningen nav herzieningen 21.678.500 E deelnemingen 79.200 F kosten bankgarantie GEM Waalsprong 12.900 G inzet ABR 3.425.000 H diversen 5.898.000 J taakstelling inhuur 0 Totaal ‐/‐ 31.093.600 Saldo per 31 december 2012 € 1.653.400 toelichting Volgens bovenstaand overzicht is het niveau van de ABR op 31 december 2012 € 1.7 miljoen. De ver‐ wachting in het VGP van september 2012 was dat dit € 22.9 miljoen zou zijn. De afwijking van € 21.2 wordt veroorzaakt door met name de aanpassing van de voorzieningen n.a.v. de planexploitatieher‐ zieningen. Ad a: storting bijdrage bovenwijkse infrastructuur Bij de ontwikkeling van bouwlocaties in de Gemeente Nijmegen dient volgens de Exploitatieverorde‐ ning 1997 een bijdrage ten behoeve van de bovenwijkse infrastructuur te worden geleverd. Deze bij‐ drage komt conform Raadsbesluit ten gunste van de Algemene Bedrijfsreserve van het Ontwikkelings‐ bedrijf en is in 2010 op nihil uitgekomen. In volgende jaren is hier niet veel meer van te verwachten omdat nieuwe wetgeving in 2008 rond kostenverhaal dit niet langer mogelijk maakt.
Ontwikkelingsbedrijf
33
Voortgangsrapportage Grote Projecten april 2013
Ad b: afgesloten planexploitaties Afgesloten planexploitaties in 2012
bij eindresultaat €
af eindresultaat €
Voormalige ijsbaanlocatie Heijndaal 434.500 Willemskwartier Voorzieningenhart 0 Rijnstraat/Lekstraat 26.300 t o t a a l 460.800 Ad c: aanpassing voorzieningen n.a.v. herzieningen Hoofdstuk 10 bevat per planexploitatie een overzicht van kerninformatie en de ontwikkelingen. Op deze overzichten kunt u eveneens per planexploitatie de financiële resultaatontwikkeling vinden. Voor wat betreft de resultaataanpassingen van planexploitaties met een nadelig resultaat wordt ten laste van de ABR een voorziening getroffen. Onderstaand overzicht geeft de mutaties als gevolg van de plussen en minnen van de voorzieningen op de ABR aan (over het hele jaar 2012). bijgestelde resultaten nav herzieningen Bij af eindresultaat eindresultaat € € Sperwerstraat Kanaalstraat Waterstraat Lindenholt Noord Tollenstraat Prof. Van Weliestraat 4 Plein ‘44 Waalsprong (gemeentelijke deel) Driehuizen Compaq Teersdijk Onderwijshuisvesting GEM Waalsprong GR Bergerden t o t a a l Ad d: tussentijdse winstnames planexploitatie Kamerlingh Onnesstraat Neerbosscheweg Ploegstraat/Goffertweg Hatert Willemskwartier herstructurering t o t a a l
14.200 1.600 32.000
1.968.500
2.016.300
7.100 18.500 266.500 4.600 466.800 40.000 7.048.600 11.700.000 2.126.300 21.678.500
bij eindresultaat € 102.300 205.000 325.000 700.000 750.000 2.082.300
Ad e: deelnemingen De toevoeging betreft het dividend van de Mariënburg BV. De lasten betreffen de rentelasten over het uitstaande kapitaal van deelnemingen. De terug te vragen dividendbelasting volgt in 2013. Ontwikkelingsbedrijf
34
Voortgangsrapportage Grote Projecten april 2013
Ad f: kosten bankgarantie GEM Waalsprong Door de BV Land over de Waal is aan de GEM Waalsprong CV een bankgarantie afgegeven van € 5,17 miljoen. Deze garantie is inmiddels vrijgegeven, er volgen geen kosten meer. Ad g: inzet ABR Bij de perspectiefnota 2009 is besloten om ruim 27 miljoen euro van de ABR in te zetten voor realise‐ ring van een aantal belangrijke projecten in Nijmegen. Denk hierbij aan de Fietstunnel Vrouwe Uda‐ singel, Parkeergarage Keizer Karel aan de Schaeck Mathonsingel, Herontwikkeling Hart van Duken‐ burg, en Sportvoorzieningen Park West. Tevens is in 2009 besloten tot een extra inzet vanuit de ABR voor een extra economische inzet van in totaal € 5 mln.(waarvan € 2.6 mln wordt ingezet), In 2011 is € 1.5 mln. hiervan ingezet. In 2012 is bijgedragen in de projecten Keizer Karelgarage, Park West, Plein ’44, Voorzieningenhart Waterkwartier en Nieuwe Dukenburgseweg als aftrap van het Novio Tech Campus. Met laatstgenoemde bijdrage is genoemde 27 miljoen volledig ingezet.
Ad h: diversen Hieronder vallen onder meer de toevoegingen aan de ABR zoals besloten in de risiconota 2011 en de risiconota 2012 vanuit de planexploitaties Stadsbrug. Het betreft een bijdrage uit de risiconota 2011 van EUR 2 mln. en uit de risiconota 2012 van EUR 5 mln. De onttrekkingen betreffen de bijdragen aan de Sperwerstraat (EUR 300.000) en de Limos, de verkoop van de parkeerplaatsen gaat definitief niet door, de opbrengstverwachting wordt alsnog aan de ABR onttrokken(EUR 300.000). Tevens wordt hier de vorming van de voorziening Waalfront verantwoord uit de risiconota 2012 en de bijstelling cf. Collegebesluit bij de AvA van de GEM Waalfront van 6 fe‐ bruari 2013(EUR 5.298.000). Ad i: doordecentralisatie onderwijshuisvesting Dit betreft de voorfinanciering voor de maatwerk‐oplossingen die tot stand zijn gekomen met de schoolbesturen die met hun normatieve vergoeding geen (financiële) verantwoordelijkheid kunnen nemen voor de onderwijshuisvesting. De voorfinanciering wordt in de periode 2008 tot en met 2019 weer in de ABR teruggebracht, waarmee dit neutraal verloopt. Ad j: taakstelling bezuiniging inhuur In het kader van de bezuinigingen is een taakstelling opgelegd op inhuur ten laste van de planexploita‐ ties. Redenering is dat bij minder inhuur en efficiënter werken de resultaten van de planexploitaties toenemen. De totale inhuurbezuiniging bedraagt voor 2012 € 569.000 en loopt op tot € 948.000. Met maximale inspanning is realisatie van 50% tot en met 2014 mogelijk. Daarna loopt de projectenporte‐ feuille dusdanig terug dat deze structurele bezuiniging steeds lastiger cq. Onmogelijk wordt. Voor 2012 is deze bezuiniging gerealiseerd op de kostenplaatsen en heeft per saldo geen onttrekking aan de ABR plaatsgevonden. Ad k: rentetoevoeging In de risiconota 2011 is besloten om de rente over de uit de risiconota volgende toevoegingen aan de ABR ten gunste te laten komen aan de ABR. Effecten risiconota 9 november 2011 In de risiconota Ontwikkelingsbedrijf 2011 is aangegeven dat het totale effect van de geïnventariseer‐ de maatregelen een positief effect heeft op de ABR van € 9.4 mln. In 2011 is € 3.2 mln. hiervan gerea‐ liseerd. In 2012 is nog eens € 2 mln. gerealiseerd
Ontwikkelingsbedrijf
35
Voortgangsrapportage Grote Projecten april 2013
6.3 RISICOPARAGRAAF VAN HET ONTWIKKELINGSBEDRIJF Gebiedsontwikkeling en het realiseren van vastgoedprojecten met bijbehorende openbare ruimte vergt een goed risicomanagement. Naast het voortdurend monitoren van de risico’s is bijsturing een factor van belang. De balans tussen beide elementen bepaald het risicoprofiel van het Ontwikkelings‐ bedrijf. In 2007 is de nota uitvoering risicobeheer door het college vastgesteld voor het Ontwikkelingsbedrijf. Op basis van een nieuwe methodiek en nieuwe risicoanalyses worden de financiële risico’s per project opnieuw in beeld gebracht. De uitkomsten van deze risicoanalyses zijn, zoals aangekondigd in dit VGP verwerkt. Risiconota Ontwikkelingsbedrijf 2011 (vastgesteld op 9 november 2011 door de Raad) Op basis van het zgn. pessimistisch scenario is op basis van de lopende planexploitaties een nieuw risi‐ coprofiel opgesteld per november 2011. Daarbij is eveneens bepaald hoe hoog de ABR zou moeten zijn tot 2015 en is geprognotiseerd of deze ook toereikend zou zijn tot 2015. Het antwoord hierop was – op basis van de aannames van dat moment‐ positief. Voor meer gedetail‐ leerde informatie en voor de uitgangspunten wordt verwezen naar het raadsbesluit met bijlagen van 9 november 2011. Op basis van deze Voortgangsrapportage –en rekening houdend met de uitgangspunten in de Risico‐ nota 2011‐ is er een nieuwe risicoanalyse gemaakt en wordt het risico voor de portefeuille grondbe‐ leid geraamd op afgerond 28,2 miljoen euro. Risiconota Ontwikkelingsbedrijf 2012 Eind 2012 is een nieuwe risiconota ter vaststelling aangeboden. In deze risiconota 2012 is gewerkt met een aangepast economisch scenario en vastgoedscenario. Tevens is naar aanleiding van deze scenario’s een aangepast risicoprofiel opgesteld. Het totale risicoprofiel komt uit op afgerond 27 miljoen euro. Herziening per 1 januari 2013 Per 1 januari 2013 is de totale projectenportefeuille (incl. GEM Waalsprong) herzien. Het totaal van de gekwantificeerde risico’s (in geld uitgedrukt) van de verschillende projecten opgeteld leidt tot een risi‐ coprofiel van om en nabij de 85 miljoen euro. Maar gezien het feit dat deze risico’s, zowel in tijd maar ook als mogelijkheid zich nimmer gelijktijdig zullen voordoen, is een demping van 10 procent‐ over‐ eenkomstig het bijgestelde uitgangspunt in de risiconota Ontwikkelingsbedrijf 2011 gewenst. Op basis van deze berekening kan het totaal van het risico derhalve worden bepaald op 76,5 miljoen euro.
Ontwikkelingsbedrijf
36
Voortgangsrapportage Grote Projecten april 2013
Belangrijke elementen uit de risicoanalyse worden gevormd door: Omschrijving € x 1 miljoen Waalsprong (gemeentelijk deel) 6.0 GEM Waalsprong 58.0 Koers West (Waalfront)*) 8.9 Overige risico’s 7.1 verbonden partijen (Bergerden)*) 5.0 Risisco’s opgeteld 85.0 Dempingsfactor 10% ca. 8.5 Totaal (afgerond) 76.5 *) risico voor het gemeentelijk aandeel De conclusie kan worden getrokken dat ondanks het treffen van forse, aanvullende voorzieningen ten laste van de ABR voor met name Onderwijshuisvesting, GEM Waalsprong en GEM Waalfront het risi‐ coprofiel van de gehele portefeuille nauwelijks is afgenomen. Dit hangt vooral samen met de risico’s die zich voordoen bij de afzet van bedrijventerreinen, woningbouw en glastuinbouw zoals dat in de planexploitaties is voorzien. De belangrijkste risico’s worden gevormd door de planexploitaties Waalsprong (gemeentelijk deel en GEM ), GEM Waalfront en Bergerden. De risico’s kunnen gedeeltelijk door de gemeente met behulp van beheersmaatregelen worden be‐ perkt. Te denken valt aan: ‐ het faseren van de ontwikkeling van locaties, ‐ aanpassing van de bouwprogramma, ‐ verkleinen van de omvang van planexploitaties (in tijd en ruimte), ‐ uitstel van nog beïnvloedbare investeringen, ‐ grondprijsaanpassingen, ‐ scherp treasurybeleid In de herzieningen van de verschillende planexploitaties zijn dergelijke maatregelen al voor een be‐ langrijk deel doorgevoerd. Zie hiervoor de planexploitaties voor de Waalsprong gemeentelijk deel (niet realiseren deel bedrijventerrein De Grift) en GEM Waalsprong (grondprijsaanpassing, verlengen looptijd en aanpassing woningbouwprogramma). Wel moet worden geconstateerd dat slechts in be‐ perkte mate beheersmaatregelen ten aanzien van de post grondverwerving kunnen worden doorge‐ voerd. Dit hangt samen met het feit dat in de grootste planexploitaties het overgrote deel van de gronden en opstallen reeds is verworven. Tegen de achtergrond van het bovenstaande is het wenselijk dat in de Stadsbegroting structureel aan‐ vullende financiële middelen worden gereserveerd om het weerstandsvermogen versneld te verster‐ ken of om een voorziening te kunnen treffen voor hogere exploitatietekorten dan nu voorzien. Voor de verantwoording en voor de hoogte van de reservering in de Stadsbegroting wordt verwezen naar de Perspectiefnota 2014. Ontwikkelingsbedrijf
37
Voortgangsrapportage Grote Projecten april 2013
Pas in een later stadium kan worden bepaald of deze maatregelen toereikend blijken te zijn. Adequate en systematische monitoring van de risico’s heeft dan ook hoge prioriteit. In de risiconota die in het najaar van 2013 zal worden uitgebracht, zal hieraan aandacht worden besteed. Effect op de ABR Het totaal aan gekwantificeerde risico’s bedraagt, rekening houdend met een demping van 10%, € 76.5 mln. Met een ABR van € 1.7 mln. kunnen deze risico’s uiteraard niet worden opgevangen. Dit betekent dat de ABR als weerstandsvermogen voor de planexploitaties niet meer volstaat. Daar‐ om wordt de ABR als specifiek weerstandsvermogen voor het Ontwikkelingsbedrijf opgeheven en ge‐ integreerd in de Saldireserve. De Saldireserve na besluitvorming bij de stadsrekening 2012 bedraagt 47,4 mln. Ook dat is nog niet toereikend voor de gekwantificeerde risico’s van de planexploitaties en de overige risico’s binnen de gemeentebegroting. Omdat de risico’s zich echter niet allemaal tegelijk zullen voordoen en omdat het risico van de grootste planexploitatie, GEM Waalsprong in de komende e drie jaar beperkt is door de gegarandeerde afzet van 2/3 deel van de geplande afzet van gronden, volstaat een geleidelijke groei van de Saldireserve. Hiervoor wordt verwezen naar de Stadsrekening paragraaf weerstandsvermogen.
6.4 MEERJARENRAMING VAN DE ABR Het jaar 2012 sluit met een ABR van het Ontwikkelingsbedrijf van € 1.7 mln. Het verloop van de ABR als specifiek weerstandsvermogen voor het Ontwikkelingsbedrijf tot met 2016 is opgenomen in het overzicht op pag. 39. De ontwikkelingscijfers van de ABR tot en met 2016 worden in het vervolg opge‐ nomen in de Saldireserve.
Ontwikkelingsbedrijf
38
Voortgangsrapportage Grote Projecten april 2013
Hieronder volgt een schematische vertaling van de ontwikkelingscijfers van de ABR tot en met 2016.
2012
2013
2014
2015
2016
stand ABR begin jaar
20.3
1.7
3.5
4.1
7.9
rente
0.4
0
0
0
0
positieve resultaten planexploitaties
0.5
2.0
0
2.2
0
rsu *)
0.2
0.1
0
0
0
tussentijdse winstname
2.1
0
0
0
0
aanpassing voorzieningen nav her‐ zieningen planexploitaties
‐19.7
0
0
0
0
diversen incl. inzet ABR
‐1.6
0
0
0
0
crisisinzet
‐0.6
0
0
0
0
doordecentr. onderw.huisvest.
0.2
0.2
0.2
0.2
0.2
deelnemingen
0
‐0.1
0.9
1.4
1.9
Taakstelling inhuur
0
‐0.4
‐0.5
0
0
Stand ultimo jaar
1.7
3.5
4.1
7.9
9.9
*) rsu = reserve stadsuitbreiding. Dit verwijst naar de storting bovenwijkse infrastructuur (zie toelich‐ ting verloop ABR, paragraaf 6.2 onder a).
Ontwikkelingsbedrijf
39
Voortgangsrapportage Grote Projecten april 2013
7 Alternatieve scenario’s
Het zwarte en japanse scenario Grondbeleid
7.1 HET ZWARTE SCENARIO EN HET JAPANSE SCENARIO Zwarte scenario In het voorjaar van 2012 heeft het Ontwikkelingsbedrijf op verzoek van de raad een onderzoek uitge‐ voerd naar de uitgangspunten en resultaten van een zwart scenario. Dit scenario ging ervan uit dat drie jaar lang de vastgoed‐ en grondprijzen fors zouden dalen waarna stabilisatie zou optreden. Ook het afzettempo van woningen en commercieel vastgoed zou per saldo 2 jaar vertraging oplopen. Dit zwarte scenario is vervolgens doorgerekend op basis van de planexploitaties van 1 januari 2012. In dit hoofdstuk wordt het scenario nogmaals doorgerekend met de herziene planexploitaties per 1 januari 2013 als uitgangspunt. Dat betekent dat gekozen parameters een jaar worden doorgeschoven. De planexploitaties van de verbonden partijen GEM Waalfront, GR Bergerden en GR Bijsterhuizen worden in het zwarte scenario gewoon meegenomen gelet op de koppeling met de ABR, naar rato van het gemeentelijk aandeel. Er is voor gekozen om de planexploitatie van de GEM Waalsprong echter niet mee te nemen in het zwarte scenario. Dit omdat de planexploitatieherziening voor de GEM Waalsprong al uitgaat van da‐ ling van de grondprijzen voor woningbouw met gemiddeld 10%. Wanneer de grondprijzen hier over‐ heen nog eens met 18,50% zouden dalen, is het effect wel zeer extreem. Ook is de GEM Waalsprong e niet meegenomen omdat 2/3 deel van de geraamde afzet van gronden voor woningen in 2013‐2015 is verzekerd door de gemaakte afspraken in het kader van de ontvlechting. In de onderstaande tabel is een overzicht gegeven van de parameters van het zwarte scenario. Ontwikkeling parameters
2013
2014
2015
2016
2017
Totaal
Waarde vastgoed
-5,00%
-5,00%
-2,50%
0,00%
0,00%
-12,50%
Investeringskosten vastgoed
-5,00%
-3,75%
-1,25%
0,00%
0,00%
-10,00%
Grondopbrengsten
-5,00%
-8,00%
-5,50%
0,00%
0,00%
-18,50%
Grondkosten (exclusief verwervingen)
-2,50%
-1,25%
0,00%
0,00%
0,00%
-3,75%
Afzettempo
2013
2014
2015
2016
2017
Woningen en commercieel vastgoed
50%
50%
50%
75%
75%
totaal 2 jr
Japanse scenario Naast het zwarte scenario wordt het Japanse scenario geïntroduceerd. Dit scenario is niet weten‐ schappelijk onderbouwd, maar beoogt inzicht te verschaffen in de effecten van een structureel aan‐ zienlijk lager afzettempo. De aanname van het Japanse scenario is dat er in de komende decennia geen sprake is van economisch herstel, maar een voortdurende situatie van “nulgroei” of stagnatie. Dit is in Japan het geval sinds 1989, oftewel al ruim 20 jaar. Gebrek aan economische groei vertaald naar de woningmarkt en bedrijventerreinenmarkt impliceert in het Japanse scenario dat de vraag niet echt zal aantrekken tot niveaus van voor de economische cri‐ sis. De afzet van woningbouwkavels en bedrijfspercelen zal zich structureel bewegen rond 60% van de gerealiseerde afzet in het afgelopen decennium. Voor de Nijmeegse situatie betekent dit dat de afzet Ontwikkelingsbedrijf
40
Voortgangsrapportage Grote Projecten april 2013
van bedrijventerreinen in 2013 op nihil wordt verondersteld, in 2014 op 2 hectare en vanaf 2015 en verder op 4 hectare per jaar. Dit is ongeveer 60% van de gemiddeld 7 hectare in de periode 2000‐ 2012. Voor de woningbouw wordt verondersteld dat de totale afzet zich zal bewegen op (a) 500 of (b) 400 woningbouwkavels gemiddeld per jaar. Voor de eerste drie jaar is 400 woningen zeker haalbaar nu e 2/3 deel van de afzet in de GEM Waalsprong is verzekerd. Daarna treedt in het Japanse scenario geen stijging van de afzet op. De verbonden partijen zijn weer naar rato van het gemeentelijk aandeel mee‐ genomen. Het bovenstaande betekent dat vooral de doorlooptijd van de langlopende planexploitaties aanzienlijk e wordt verlengd, tot ver in de jaren ’30 van de 21 eeuw. De overige parameters (rente, kosten‐ en opbrengstenstijging) worden niet aangepast ten opzichte van de uitgangspunten van de herzieningen van de planexploitaties. Voordat de resultaten van beide scenario’s worden behandeld, merken wij op dat er uiteraard arbi‐ traire keuzes aan beide scenario’s, maar vooral het Japanse scenario, ten grondslag liggen. Wij achten het echter zinvol de scenario’s door te rekenen om inzicht te verkrijgen in de gevoeligheid van de Nij‐ meegse projectenportefeuille voor extreme marktontwikkelingen – met de kennis van nu – en de con‐ sequenties daarvan voor het weerstandsvermogen van de gemeente.
7.2 RESULTATEN SCENARIO’S In de onderstaande tabel is voor de grotere planexploitaties separaat het financiële effect ten opzichte van de herziening per 1‐1‐2013 aangegeven als het zwarte scenario, het Japanse 500 scenario of het Japanse 400 scenario werkelijkheid zou worden. In categorie 1 en 2 zijn de overige kleine planexploita‐ ties samengevoegd (woningbouw en overig). Voor de deelnemingen is het financiële effect naar rato van het gemeentelijk aandeel meegenomen. Zwarte scenario Het totale effect op de gehele projectenportefeuille bij het zwarte scenario is dat het saldo in totaal ruim € 57 mln. (NCW) slechter wordt (excl. GEM Waalsprong). In vergelijking met het zwarte scenario uit de analyse van voorjaar 2012 (ca. € 65 mln. verslechtering) is het totale effect minder groot. Dit komt doordat in de verschillende planexploitaties al verschillende maatregelen zijn doorgevoerd. Het bijbehorende risicoprofiel van dit zwarte scenario is dat met 80% zekerheid het resultaat uitkomt binnen de bandbreedte van € 63,3 mln. en € 43,4 mln. verslechtering. Japan 500 scenario Het totale effect van dit scenario, met 500 woningen gemiddeld per jaar, op de gehele projectenporte‐ feuille is dat het resultaat € 64,4 mln. verslechtert (incl. GEM Waalsprong). Het risicoprofiel van dit Japanse scenario is dat met 80% zekerheid het resultaat uitkomt binnen de bandbreedte van € 69,4 mln. en € 60,3 mln. verslechtering. Japan 400 scenario Zoals blijkt uit de onderstaande tabel is het totale effect van dit Japanse scenario met 400 woningen gemiddeld per jaar dat het resultaat ruim € 83,3 mln. verslechtert (incl. GEM Waalsprong). Het risicoprofiel van dit Japanse scenario is dat met 80% zekerheid het resultaat uitkomt binnen de bandbreedte van € 83,3 en € 65,5 mln. verslechtering.
Ontwikkelingsbedrijf
41
Voortgangsrapportage Grote Projecten april 2013
Verschillen bij de resp. scenario's t.o.v. resultaat herzieningen per 1 jan. 2013 Projecten
zwarte scenario
japans scenario ‐ 500 won japans scenario ‐ 400 won.
Hezelpoort parkeergarage
€ 3.098.000‐ € 746.000‐ € 956.000‐
Waalsprong gemeente
€ 21.321.000‐ € 11.059.000‐ € 11.102.000‐
Waalsprong GEM
€ 26.913.000‐ € 37.023.000‐
Spoorzone
€ 680.000‐ € 70.000‐ € 70.000‐
Compaq
€ 1.275.000‐ € 877.000‐ € 877.000‐
Willemskwartier
€ 285.000‐ € 104.000‐ € 104.000‐
Dukenburg herstructurering
€ 770.000‐ € 100.000‐ € 52.000‐
Onderwijshuisvesting Alg
€ 5.317.000‐ € 2.930.000‐ € 4.450.000‐
Waalfront
€ 18.752.000‐ € 15.057.000‐ € 22.122.000‐
Bergerden
€ 3.314.000‐ € 3.767.000‐ € 3.767.000‐
Knoop Winkelsteeg
€ 137.000‐ € 54.000‐ € 54.000‐
Bijsterhuizen
€ 3.199.000‐ € 2.713.000‐ € 2.713.000‐
Categorie 2
€ 646.000
€ ‐
€ ‐
Categorie 1
€ 123.000
€ ‐
€ ‐
Totaal
‐€ 57.379.000
‐€ 64.390.000
‐€ 83.290.000
7.3 CONCLUSIE Wat uit zowel het zwarte als het Japanse scenario blijkt is niet verrassend, namelijk dat de grootste fi‐ nanciële effecten optreden bij de GEM Waalsprong, GEM Waalfront en het gemeentelijk deel van de Waalsprong. Verder is duidelijk dat zowel het zwarte scenario als het Japanse scenario in het geheel niet kunnen worden opgevangen door het weerstandsvermogen van het Ontwikkelingsbedrijf, de ABR. Er zijn slechts in beperkte mate beheersmaatregelen door te voeren wanneer één van de deze scena‐ rio’s zich zal voordoen. Te denken valt aan: Goed treasury beleid (vermindering van rentekosten) Uitstel van nog beïnvloedbare investeringen (verwervingen, bouw‐ en woonrijp maken, plankosten) Beperking van het te realiseren programma in combinatie met beperkt afboeken van gronden. De mogelijke beheersmaatregelen kunnen per planexploitatie uiteraard verschillen.
Ontwikkelingsbedrijf
42
Voortgangsrapportage Grote Projecten april 2013
8 Plankosten
Plankosten Grondbeleid Binnen de planexploitaties wordt rekening gehouden met kosten die moeten worden gemaakt voor de inhoudelijke planvoorbereiding, verwerving, uitgifte, directievoering en toezicht, projectmanagement en dergelijke. Deze plankosten worden gemaakt door het gemeentelijk apparaat en, indien nodig, ex‐ terne inhuur van personeel. In de risiconota 2012 is aandacht besteed aan de bezuinigingstaakstelling op inhuur voor het Ontwik‐ kelingsbedrijf en daarmee samenhangende afdelingen op basis van het besluit van de Raad uit 2010 . De bezuinigingstaakstelling loopt op van € 379.000,‐ in 2011 tot € 948.000,‐ in 2017. Aangegeven is dat het bezuinigingsbedrag uiteindelijk wordt opgehaald bij de ABR, onder de voorwaarde dat bij alle betrokken afdelingen, te weten Stadsontwikkeling, Projectmanagement en Realisatie, Milieu, Stads‐ beheer en het Ontwikkelingsbedrijf het efficiënter werken expliciet zichtbaar wordt gemaakt. Effecien‐ ter werken betekent feitelijk dat het realiseren van een product (bijvoorbeeld een ambitiedocument of een stedenbouwkundig plan) minder uren nodig zijn dan tot op heden het geval is. Een bezuiniging bij rendabele bedrijfsonderdelen is lastig te realiseren. Immers, kosten moeten juist worden gemaakt om de investeringen in de planexploitaties te kunnen terugverdienen. Na afloop van de jaarrekening 2012 wordt deze werkwijze en redenering geëvalueerd. Ter voorbereiding hierop is het van belang aanvullend inzicht te geven in de ontwikkeling van de plan‐ kosten op basis van de herziene planexploitaties. De totale projectenportefeuille van het Ontwikke‐ lingsbedrijf loopt de komende jaren terug, zoals ook in de Risiconota 2012 is aangegeven. Een groot aantal kleinere projecten kan in de komende jaren worden afgerond. Ook enkele grote projecten die nu in uitvoering zijn, zoals de Stadsbrug, infrastructurele werken in de Waalsprong en de Dijkterugleg‐ ging worden in de periode 2014‐2016 afgerond. Dit betekent dat de dekking voor plankosten in de komende jaren aanzienlijk zal afnemen, tenzij er nieuwe grote investeringsprojecten op stapel staan, maar dat lijkt niet het geval. Met andere woorden, er wordt een structurele omzetdaling verwacht. Op basis van de herziene planexploitaties kan een overzicht worden gegeven van de ontwikkeling van de dekking van de plankosten in relatie tot de vaste kosten van de formatie van de betrokken afdelingen en het verwachte verloop van de inhuurkosten. Onderstaand overzicht is exclusief de projectorganisaties GEM Waalsprong en GEM Waalfront. Ook zijn geen nieuwe, nog op te starten planexploitaties opgenomen. Bedragen in € mln Dekking planexploitaties
2013
2014
2015
2016
2017
9,85
8,74
6,7
5,31
3,02
Kosten vaste formatie
9,3
9,3
9,3
9,3
9,3
Kosten externe inhuur
1,97
1,31
1
0,53
0,3
Dekkingstekort
‐1,42
‐1,87
‐3,61
‐4,52
‐6,58
De kosten voor externe inhuur zijn gebaseerd op de inschatting dat in 2013 20% van de gevraagde ca‐ paciteit word ingevuld door externe inhuur. Deze raming loopt in de jaren daarna terug tot 10% van de gevraagde capaciteit. De feitelijke (verwachte) inhuurkosten worden in beeld gebracht. Uit het overzicht blijkt dat in 2013 al sprake is van een dekkingstekort dat fors oploopt in de jaren daarna. Niet alleen de externe inhuur, momenteel vooral aanwezig bij het project Dijkteruglegging, Ontwikkelingsbedrijf
43
Voortgangsrapportage Grote Projecten april 2013
maar vooral ook de vraag naar capaciteit vanuit de vaste formatie loopt sterk terug. Dit financiële risi‐ co is in de risicoanalyses van de planexploitaties en de ABR niet meegenomen. Bovendien is de om‐ vang van de ABR dusdanig geslonken dat dit risico niet meer kan worden afgewenteld op de ABR. Mogelijke maatregelen om het dekkingstekort (deels) op te lossen zijn: ‐ beperking van het noodzakelijke aantal uren per project of product dat wordt geleverd ‐ verlaging van de uurtarieven die door de gemeente worden gehanteerd (m.n. de overheadkosten zijn aanzienlijk). Dit leidt evenwel tot een dekkingsprobleem elders binnen de gemeentelijke be‐ groting. ‐ vervanging van externe inhuur door vaste formatie. Dit is uiteraard niet altijd mogelijk en/of wen‐ selijk. ‐ verkleining van de vaste formatie. Hier zijn uiteraard frictiekosten mee gemoeid. De problematiek van de dekking van de plankosten is vooral complex omdat plankosten juist nodig zijn om inkomsten uit grondverkopen te kunnen genereren en de gemaakte investeringskosten zoveel mogelijk goed te maken. Stopzetten van projecten betekent immers dat de bestaande boekwaarde (grotendeels) moet worden afgeboekt. In het kader van de perspectiefnota 2014 zal aan deze problematiek nader aandacht worden besteed.
Ontwikkelingsbedrijf
44
Voortgangsrapportage Grote Projecten april 2013
9 Besluitvorming
Besluitvorming Grondbeleid
9.1 BESLUITVORMING 1. Vaststelling van deze Voortgangsrapportage Grote Projecten april 2013, inclusief de opgenomen wijzigingen in de planexploitaties en/of toegepaste parameters. Uitzondering hierop zijn de plan‐ exploitaties: Doordecentralisatie Onderwijs en Waalsprong (gemeentelijk deel). 2. Nieuw toegevoegde planexploitaties:
Molenweg 71 (terrein Jacobs)
Prof. van Weliestraat 4, Studentenkerk 3. Afgesloten planexploitaties:
4.
5.
6.
7.
IJsbaanlocatie Prof. Bellefroidstraat
Willemskwartier Voorzieningenhart
Rijnstraat/Lekstraat
Sperwerstraat terrein Hartman
Herstructurering Teersdijk Waalsprong gemeentelijk deel. Gegeven diverse aanpassingen in de planexploitatie (uitgeefbare m2 bedrijventerreinen, financie‐ ring infrastructurele werken) vermindert het negatieve resultaat met € 2 mln. De vrijval van de voorziening wordt ten gunste van de ABR gebracht. De bijgestelde planexploitatie is/wordt sepa‐ raat aan de Raad voorgelegd ter vaststelling. Doordecentralisatie Onderwijs. De planexploitatie Doordecentralisatie ontwikkelt zich negatief door; oplopende verwervingskos‐ ten (woz‐waardering), beperkingen m.b.t. herontwikkelingsmogelijkheden en nieuwe locaties die aan de planexploitatie worden toegevoegd. Voor dit resultaat ad ‐/‐ € 7 mln. wordt de voorzie‐ ning verhoogd t.l.v. de ABR. De bijgestelde planexploitatie is/wordt separaat aan de Raad voorge‐ legd ter vaststelling. GEM Waalsprong Bijstelling van de planexploitatie GEM Waalsprong levert een tekort op van € 11,7 mln. Voor dit tekort wordt ten laste van de ABR een voorziening gevormd. Deze herziening wordt separaat aan de Raad voor wensen en bedenkingen voorgelegd Bergerden Vooruitlopend op besluitvorming in het bestuur van de GR over het businessplan is de laatste planexploitatie voorlopig geactualiseerd(rentekosten, uitgestelde opbrengstenstijging). De plan‐ exploitatie komt met deze wijzigingen uit op een financieel negatief eindresultaat van € 5,7 mln,
Ontwikkelingsbedrijf
45
Voortgangsrapportage Grote Projecten april 2013
netto contant per 1‐1‐2013.). Hiervan komt de helft voor rekening van de gemeente Nijmegen. Voor dit tekort wordt een aanvullende voorziening getroffen ten laste van de ABR ad € 2,1 mln. 8. Algemene Bedrijfsreserve Ontwikkelingsbedrijf Binnen de onderstaande projecten heeft een tussentijdse winst name plaatsgevonden:
Hatert centrale zone
Kamerlingh Onnesstraat
Neerbosscheweg
Ploegstraat/Goffertweg
9. De Algemene BedrijfsReserve voor het Ontwikkelingsbedrijf vast te stellen op € 1,7 mln. per 1 ja‐ nuari 2013. De verwachting is dat deze eind 2016 oploopt naar € 9,9 mln. 10. Het risicoprofiel is opnieuw bepaald voor alle planexploitaties en deelnemingen (incl. GEM WS) en bedraagt, rekening houdend met demping van 10% € 76,5 mln. 11. Gelet op de stand van de ABR en het bepaalde risicoprofiel vast te stellen dat de ABR ontoerei‐ kend is om de risico’s van de planexploitaties op te vangen en de ABR te integreren in de Saldire‐ serve. 12. Opdracht te geven om de consequenties van de teruglopende projectenportefeuille nader in beeld te brengen en bij de Risiconota 2013 concrete maatregelen ter besluitvorming voor te leggen.
13. Zodra herzieningen van deelnemende partijen zijn vastgesteld de consequenties hiervan tussen‐ tijds in beeld te brengen.
Ontwikkelingsbedrijf
46
Voortgangsrapportage Grote Projecten april 2013
10 Overzicht Planexploitaties Overzicht Planexploitaties Grondbeleid
10.1 LEESWIJZER Standaard zijn illustraties toegevoegd bestaande uit een kaartje met ligging en omvang van het plan‐ gebied en een foto van de realiteit buiten of een impressie van het plan zoals het op dat moment in ontwikkeling is. Dat kan zijn een geveltekening, ontwerpschets, perspectief of dergelijke. De basisindeling van informatie is voor alle plannen gelijk. Afhankelijk van de situatie kunnen meer ko‐ lommen zijn ingevuld. Kerninformatie bevat de basissituatie voor het plan. Besluitvorming die ten grondslag ligt aan de plan‐ vorming is hier opgenomen. Soort exploitatie geeft aan of het een actieve gemeentelijke exploitatie betreft of een faciliterende waarbij een exploitatieovereenkomst door het College van Burgemeester en Wethouders is afgesloten met een particuliere ontwikkelaar. Ontwikkelaar, eigendom, procedures en realisatie spreken voor zich zelf. Onder Programma wordt zo nauwkeurig mogelijk bijgehouden de aantallen en hoeveelheden. Ten be‐ hoeve van toekomstig onderhoud zullen ook de getallen voor de openbare ruimte worden ingevoerd. In Ontwikkelingen wordt inhoudelijk ingegaan op de actualiteit van het laatste half jaar vanaf de vorige rapportage. Bij Financiën worden de mutaties van het afgelopen half jaar verwerkt en zichtbaar gemaakt. Hier wordt ook de aangepaste prognose van het eindresultaat van de exploitatie gepresenteerd. Deze mu‐ taties worden ook verwerkt in de resultaatslijstjes in de productgroepen in par.4 en in de ABR in par. 6. Bij risico’s worden, buiten de algemene risico’s die in par 5.3 zijn opgenomen, op projectniveau risico’s benoemd en aangegeven of er voor dit project aparte risicovoorzieningen in de ABR zijn getroffen
10.2 INHOUDSOPGAVE Kaartnr. 2 6 119 103 126 114 29 155 156 112 158 168 157 12 207 166 16 Ontwikkelingsbedrijf
stedelijke ontwikkelingsprojecten Spoorzone Stadspark West Marialaan 2e en 3e fase Prof. Bellefroidstraat (vm. IJsbaanlocatie) Horstacker 1450 (Gezondheidscentrum) woningbouwprojecten Malderburchtstraat Nieuw Malderborgh Prins Hendrikstraat 7 ‐ Jorismavo Tollenstraat 211 Oude Dukenburgseweg 28 Heyendaalseweg klooster Brakkenstein Sperwerstraat, vm. terrein Hartman Kanaalstraat Waterstraat Kamerlingh Onnesstraat 20 Hof van Onnes Neerbosscheweg Huize Rosa Molenweg 71 (terrein Jacobs) Groesbeekseweg / Heijendaalseweg
pag.nr. 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 47
Voortgangsrapportage Grote Projecten april 2013
161 17 31 170 128 44 79 45 76 71 153 164 8 B t/m V 9 163 167 24 53 54 121 116 ‐ ‐ 62,64,65 63,66,97 67 1 81 82 Kaartnr. 77 171 101 150 159 160 203 ‐ 206 151 207
Prof. V. Weliestraat 4 (studentenkerk) Ploegstraat / Goffertweg bedrijvigheidsprojecten Nieuwe Dukenburgseweg‐ Compaq Knoop Winkelsteeg (voorheen Philips) herstructurering Willemskwartier Centrale Zone Hatert Teersdijk herstructurering woonwagenlocatie fase 1 Tollenstraat Dobbelman (herontw. scholenterreinen) Hatert vlek 5 Rijnstraat/Lekstraat Dukenburg Herstructurering Nachtegaalplein eo maatschappelijk vastgoed Willemskwartier ‐ Voorzieningenhart Driehuizen / Kwakkenberg / Heemraadstraat Onderwijshuisvesting Lindenholt Noord Voorzieningenhart Waterkwartier Griftdijk, School, Sporthal en Brandweer Stadscentrum Hessenberg Plein 44 Spoorstraat 4‐6 Van Schaeck Mathonsingel Parkeergarage Hezelpoort Parkeergarage Waalsprong Waalsprong totaal Waalsprong Algemeen Waalsprong bedrijven Landschapszone Groot Infra Dijkteruglegging Ruimte voor de Waal ‐ Nijmegen Koers west Stadsbrug Noord Oost Kanaalhavens planexploitaties in ontwikkeling St. Annastraat / Groenewoudseweg Kaaplandstraat Groenestraat Smit Draad terrein Donjon Maisonnettes Malvert Zwanenveld 4301 ROC locatie Dennenstraat vml. Quickterrein Hoogwaardig Openbaar Vervoer NIjmegen Julianaplein, Opus gebouw De Bastei en brug ‘t Meertje Duurzame warmtevoorziening Microweg, Campusontwikkeling Synthon Skaeve Huse
67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 82 84 85 86 87 88 89 90 91 92 94 95 96 98 99 101 102 pag.nr. 103 104 105 106 107 108 109 110 111 112 113 114 115
Ontwikkelingsbedrijf
48
Voortgangsrapportage Grote Projecten april 2013
10.3 KAART PLANEXPLOITATIES
Ontwikkelingsbedrijf
49
Ontwikkelingsbedrijf Rapportage grote projecten
Stedelijke ontwikkelingsprojecten
G508 Spoorzone / TPG
Kerninformatie Deze planexploitatie bevat de ontwikkeling van de voormalige TPG‐locatie in de Spoorzone.
Programma
Planexploitatie
Omvang: Verwacht resultaat: Start bouw verwachte oplevering
Woningen: parkeren Bedrijvigheid/cultureel openb. ruimte opp. plangebied ontwikkelaar Bij vaststelling 1 juli 2010 21.678.000 0 2010 2013
Ca. 345 studenteneenheden In Keizer Karel garage voor auto’s, fietsen(ca 4.000) op locatie in gebouwde stalling 3500 m2 bvo poppodium 65.000 m2 Intern/extern: H. Berends/Klok Bouw Zublin Vorig VGP Huidig VGP 1 juli 2012 1 januari 2013 24.048.000 24.048.000 0 0 2011 2011 2014 2014
Toelichting verschillen
Het ontwerpproces van het project lijkt complexer en langer te duren dan eerst in geschat. De plankosten zijn hier door toe genomen. Relevante beslispunten t.b.v. het VGP Niet van toepassing Ontwikkelingen laatste half jaar: De gemeente heeft met SSHN en Doornroosje een plan laten ontwikkelen dat in deze planexploitatie is opgenomen. In een later stadium wordt duidelijk hoe de exploitatie van de fietsenstalling wordt opgezet. Dit valt buiten het pogramma grondbeleid en deze planexploitatie. Het bestemmingsplan is onherroepelijk. De subsidies van Prorail, de provincie Gelderland en EFRO zijn inmiddels toegekend. Deze subsidies zijn opgenomen onder de kop overige bijdrage, bij de opbrengsten. De ontwerpwerkzaamheden vergen meer tijd dan eerder gepland. Klok Bouw Zublin realiseert het project. De verwachte oplevering is in 2014. Specifieke projectrisico’s: 1. Realisatie van de bouw vormt een risico (eventueel meerwerk). Door actief risicobeheer wordt dit zoveel mogelijk beheerst. 2. Project met aan opdrachtgeverszijde drie partners. Hierdoor is de organisatie en sturing van het project meer complex en risicovoller. Intensief en anticiperend overleg. 3. De subsidies van Prorail, de provincie Gelderland en EFRO zijn toegekend waarmee een groot risico is beheerst. Een resterend subsidierisico wordt gevormd door de nog te verrichten declaraties en vaststelling van deze subsidies. Er zijn afspraken gemaakt over de wijze van declaren. Een eerste audit heeft plaatsgevonden vanuit subsidiegever zonder bijzonderheden. 4. De planning vormt een risico in relatie met de subsidie periode. 5. Door complexiteit van het project nemen de plankosten toe. Beheersmaatregelen: 4. planning wordt scherp bewaakt door ON en OG. Begin 2013 gaat een audit plaatsvinden van de processen bij OG en ON
50
Ontwikkelingsbedrijf Rapportage grote projecten
Stedelijke Ontwikkelingsprojecten
G504 Stadspark West
Kerninformatie In navolging op de ruimtelijke studie Park West is in 1995 een kernprogramma geformuleerd. Intussen is het deelproject buurtpark Waterkwartier uitgevoerd inclusief de aangrenzende busbaan en het terrein achter het zwembad in Nijmegen West. In 2004 is een vervolg gegeven aan de uitvoering van het Stadspark West. De aandacht en uitvoering richtte zich daarbij op het gebied tussen de Wolfkuilseweg, Schependomlaan, Rivierstraat, Energieweg en Industrieweg. In 2008 is de herstructurering van het sportpark Rivierstraat toegevoegd. (Raadsbesluit d.d. 02‐ 07‐2008). In 2012 zal de herstructurering van het sportpark ten noorden van de Industrieweg (SCH) plaatsvinden (Collegebesluit d.d. 29‐08‐2011). Vastgesteld is een maximale bijdrage vanuit de exploitatie van € 840.000,‐ aan VSA die ook opdrachtgever is.
Woningen: parkeren bedrijvigheid openb. ruimte opp. plangebied 37 ha ontwikkelaar Planexploitatie Bij vaststelling Vorig VGP 2 juli 2008* 1 juli 2012 Omzet: 7.029.000 7.690.000 Verwacht resultaat EW: ‐ 263.000 Start exploitatie: 2005 2005 Einde exploitatie: 2009 2012 *aanvullend besluit herstructurering sportpark Rivierstraat Toelichting verschillen Niet van toepassing Relevante beslispunten t.b.v. het VGP Niet van toepassing Ontwikkelingen laatste half jaar: De kavel aan de Bredestraat staat momenteel nog in de verkoop. De reconstructie van het sportpark ten noorden van de Industrieweg is in uitvoering. De 2e fase zal naar verwachting in 2013 worden gestart en ook in 2013 gereedkomen. Specifieke projectrisico’s: 1. Verkoop pand Bredestraat
Programma
Huidig VGP 1 januari 2013 7.673.000 263.000 2005 2013
51
Ontwikkelingsbedrijf Rapportage grote projecten
Stedelijke ontwikkelingsprojecten
G509 Marialaan 2e en 3e fase
Kerninformatie Herontwikkeling terrein achter de Marialaan en begrensd door de Voorstadslaan, Kievietstraat en Koekoekstraat.
Woningen: parkeren bedrijvigheid openb. ruimte opp. plangebied ontwikkelaar
Planexploitatie
Programma
Omvang: Verwacht resultaat: Start exploitatie Einde exploitatie
Bij vaststelling 31 oktober 2006 1.373.000 0 2006 2010
Ca. 380 woningen waarvan 80 zorgwoningen Grotendeels ondergronds 4.500 m2 Nader te bepalen 23.000 m2 Intern/extern: E.van Petersen/Novio Sector en Structon Bouw en Vastgoed Vorig VGP Huidig VGP 1 juli 2012 1 januari 2013 2.718.000 2.718.000 0 8.000 2006 2006 2013 2013
Toelichting verschillen Niet van toepassing. Relevante beslispunten t.b.v. het VGP Niet van toepassing. Ontwikkelingen laatste half jaar: De plandelen “Paladijn”(122 app. en 1.500M2 comm. ruimte), “Feniks” (103 app. en 3.000M2 comm. ruimte) en “Griffioen” (78 zorgapp en 350 comm. ruimte) zijn in 2012 opgeleverd en in gebruik genomen. De resterende 18 eensgezinswoningen zijn vertraagd in afzet en bouw door de crisis. Vooruitzicht is dat de bouw medio 2013 zal starten. Specifieke projectrisico’s: 1. Vertraging aanleg openbare ruimte Beheersmaatregelen 1. Sturen op communicatie tussen ontwikkelaars en gemeente
52
Ontwikkelingsbedrijf Rapportage grote projecten
Stedelijke ontwikkelingsprojecten
G510 Prof. Bellefroidstraat (vml. IJsbaanlocatie)
Kerninformatie Herontwikkeling van de v.m. IJsbaanlocatie aan de Heyendaalseweg door ROC en SSHN.
Woningen: parkeren
bedrijvigheid openb. ruimte
opp. plangebied ontwikkelaar Bij vaststelling 11 april 2007 5.426.000 278.000 2007 2010
Programma
Planexploitatie
Omvang: Verwacht resultaat: Start exploitatie Einde exploitatie
195 studentenappartementen(100% sociaal 222 pp ondergronds op eigen terrein en 9 pp aan de openbare weg 0 m2 7.500 m2 nieuw in te richten waarvan 90% verhard; kwaliteitesniveau: hoog 15.850 m2 Intern/extern: E. vn Petersen/ROC en SSHN Vorig VGP Huidig VGP 1 juli 2012 1 januari 2013 4.748.000 4.748.000 2.263.000 2.674.000 2007 2007 2012 2012
Toelichting verschillen Dor het afsluiten van de exploitatie zijn stelposten en bestaande reserveringen komen te vervallen waardoor het eindresultaat is verbeterd. Relevante beslispunten t.b.v. het VGP Niet van toepassing. Ontwikkelingen laatste half jaar: Met het aanbrengen van een gidsgeleidsysteem voor visueel gehandicapten is de aanleg van de openbare ruimte inmiddels gereed gekomen en kan de planexploitatie worden afgesloten. De planexploitatie wordt afgesloten. Specifieke projectrisico’s: Niet van toepassing.
53
Ontwikkelingsbedrijf Rapportage grote projecten
Stedelijke Ontwikkelingsprojecten
G511 Horstacker 1450 (Gezondheidscentrum)
Kerninformatie Deze planexploitatie betreft de toekomstige ontwikkelingen van het gezondheidscentrum aan de Horstacker 1450. Tevens worden er appartementen en een supermarkt gerealiseerd. Het huidige buurtcentrum is gesloopt en opgesplitst naar twee nieuwe locaties elders in Lindenholt; het NIM‐pand en het Quick‐gebouw. In deze exploitatie zit ook de verkoop van grond naast het NIM‐pand voor een huisartsenpraktijk. Eerst wordt het Gezondheidscentrum gebouwd. De supermarkt, met de daarbovenliggende appartementen wordt gebouwd als het Gezondheidscentrum gereed is. Het tussenliggende plein wordt daarna vernieuwd. Het betreft een combinatie van een particuliere en gemeentelijke planontwikkeling.
Programma
Woningen:
parkeren bedrijvigheid
openb. ruimte opp. plangebied ontwikkelaar Bij vaststelling 18 juni 2008 2.103.000 0 2008 2011
Planexploitatie
Omzet: Verwacht resultaat: Start exploitatie: Einde exploitatie:
21 goedkope app.en 42 koop/huurapp(33% in sociaal) Op eigen terrein en 245 pp op de openbare weg 200 m2 bvo dienstverlening/1400 m2 supermarkt/ 2250m2 medisch centrum 7500 nieuw in te richten 2500 m2 handhanven 13.000 m2 Intern/extern: M. van Gerwen/Giesbers Arnhem Vorig VGP Huidig VGP 1 juli 2012 1 januari 2013 4.605.000 4.605.000 235.000‐ 235.000‐ 2008 2008 2013 2014
Voor dit project is een bedrag van € 215.424,= als voorziening opgenomen. Dit is de contante waarde van bovengenoemd tekort op einddatum. Toelichting verschillen Niet van toepassing Relevante beslispunten t.b.v. het VGP Niet van toepassing Ontwikkelingen laatste half jaar: Het gezondheidscentrum is op 1 juli 2012 feestelijk geopend. De tweede fase van de bouw (supermarkt en woningen) is gestart. Eind 2013 zullen de supermarkt en de woningen worden opgeleverd en in gebruik genomen worden. De aanleg van de openbare ruimte zal in 2013 worden aanbesteed en na de bouwwerkzaamheden worden uitgevoerd. Specifieke projectrisico’s: 1. planschade Beheersmaatregelen: 1. planschade voor rekening en risico ontwikkelaar (tot een maximum)
54
Ontwikkelingsbedrijf Rapportage grote projecten
Woningbouw
G109 Malderburchtstraat Nieuw Malderborgh
Kerninformatie Ontwikkeling in fasering van Woonpark Malderborgh en daaromheen gelegen gebied.
Programma
Planexploitatie
Omvang: Verwacht resultaat: Start bouw verwachte oplevering
Woningen: parkeren bedrijvigheid openb. ruimte opp. plangebied ontwikkelaar Bij vaststelling 14 maart 2006 1.597.000 601.000 2006 2009
131 wooneenheden Ondergronds op eigen terrein/bezoekers aan overzijde Malderburchtstraat 0 m2 3.400 m2 nieuw in te richten 45.000 m2 Intern/extern: E. van Petersen / BAM Vorig VGP Huidig VGP 1 juli 2012 1 januari 2013 1.760.000 1.760.000 679.000 679.000 2006 2006 2015 2015
Toelichting verschillen Niet van toepassing. Relevante beslispunten t.b.v. het VGP Niet van toepassing. Ontwikkelingen laatste half jaar: De bouw van de lage torens is gestart, deze zullen in 2013 worden opgeleverd. Door de crisis is de de verdere ontwikkeling van het project voorlopig opgeschort. Specifieke projectrisico’s: 1. Looptijd exploitatie door vertraging in de bouw cq verkoop. Beheersmaatregelen 1. Bewaking procedures en overleg met ontwikkelaar.
55
Ontwikkelingsbedrijf Rapportage grote projecten
Woningbouw
G113 Prins Hendrikstraat 7 – Jorismavo
Kerninformatie Schoolgebouw dat niet langer wordt gebruikt voor onderwijs. Gebouw is monument. Pand wordt voor periode van 5 of 10 jaar verhuurd aan culturele instellingen. Uitgangspunt is kostendekkende verhuur.
Programma
Planexploitatie
Omvang: Verwacht resultaat: Start bouw verwachte oplevering
Woningen: parkeren bedrijvigheid openb. ruimte opp. plangebied ontwikkelaar Bij vaststelling 25 oktober 2006 2.905.000 0 2012
2388 m2 Intern/extern: E. van Petersen/nog niet bekend Vorig VGP Huidig VGP 1 juli 2012 1 januari 2013 2.388.000 2.378.000 56.000 56.000 2017 2017 ‐
Toelichting verschillen Niet van toepassing Relevante beslispunten t.b.v. het VGP Niet van toepassing Ontwikkelingen laatste half jaar: Herontwikkeling is voorlopig nog niet aan de orde. Na de eerste periode van 5 jaar is huurovereenkomst met Slak voortgezet voor een periode van steeds 1 jaar, dit i.v.m.het hogere leegstandsrisico bij Slak Specifieke projectrisico’s: 1. Langdurig verhuurd 10 jaar cultureel Beheersmaatregelen: 1. Marktontwikkeling over 10 jaar moeilijk te voorspellen maar bij geringe prijsontwikkeling vrij beperkt.
56
Ontwikkelingsbedrijf Rapportage grote projecten
Woningbouw
G115 Tollenstraat 211
Kerninformatie Het oorspronkelijke plan van 21 appartementen en vervangende nieuwbouw van de sportschool Noviomagum waarvoor een grondovereenkomst was gesloten, wordt herontwikkeld. Het nieuwe plan omvat 52 kleine starters eenheden, waarbij de sportschool verdwijnt.
Woningen: parkeren bedrijvigheid openb. ruimte opp. plangebied ontwikkelaar
Planexploitatie
Programma
Omzet: Verwacht resultaat: Start exploitatie: Einde exploitatie:
Bij vaststelling 10 april 2007 102.000 41.000 2007 2008
52 starterswoningen Op binnenterrein Ca. 1600 m2 Intern/ extern: M. van Gerwen/Huys te Voorn Vastgoed BV Vorig VGP Huidig VGP 1 juli 2012 1 januari 2013 375.000 257.000 32.000 7.000‐ 2007 2007 2013 2013
Voor dit project is een bedrag van € 7.134,= als voorziening opgenomen. Dit is de contante waarde van bovengenoemd tekort op einddatum.
Toelichting verschillen De overeenkomst met Huys te Voorn Vastgoed BV wordt ontbonden. Een klein tekort ontstaat doordat de kosten die gemaakt moeten worden voor ontbinding waarschijnlijk niet verhaald kunnen worden. Relevante beslispunten t.b.v. het VGP Vormen van een voorziening ten laste van de abr ten gevolge van resultaatverslechtering van € 7.134,= Ontwikkelingen laatste half jaar: In de tweede helft van 2012 werd duidelijk dat vanwege een tegenvallende verkoop dit plan niet te realiseren is. De ontwikkelaar heeft daarom besloten de aanvraag voor een omgevingsvergunning en projectafwijkingsbesluit in te trekken. Op basis hiervan wordt de overeenkomst ontbonden. De tot dan toe voor de realisatie van dit plan gemaakte plankosten worden verrekend met de ontwikkelaar. Vanwege ontbinding van de overeenkomst vindt geen grondoverdracht plaats. Dat betekent dat de verwachtte grondopbrengst niet wordt gerealiseerd. De historische kosten die voor het vorige plan gemaakt waren zouden goedgemaakt moeten worden door de grondopbrengsten. Dat gebeurt nu niet. Daar tegenover staat dat aan deze ontwikkeling een subsidie door het rijk was toegekend waarvan was afgesproken dat die voor een deel uitgekeerd zou worden bij grondoverdracht. Dit bedrag blijft nu binnen de exploitatie en vormt de dekking voor de historische kosten. Specifieke projectrisico’s: Ontbinding overeenkomst.
57
Ontwikkelingsbedrijf Rapportage grote projecten
Woningbouw
G117 Oude Dukenburgseweg 28
Kerninformatie Op de locatie aan de Oude Dukenburgseweg is een bouwplan ontwikkeld van in totaal 202 appartementen. Dit terrein wordt binnen het door de raad vastgestelde Masterplan “ Hart voor Dukenburg” gezien als een van de potentiële bouwlocaties. De bouwvergunning en de vrijstelling ex art. 19 lid 2 zijn halverwege 2009 verleend. In december 2010 heeft de rechtbank het beroep tegen de bouwvergunning ongegrond verklaard. De bouwvergunning is daarmee onherroepelijk. De verkoop is gestart in het najaar van 2008 en is door marktomstandigheden stilgelegd. Een deel van het complex wordt door woningcorporatie De Gemeenschap afgenomen.
Woningen Parkeren Bedrijvigheid openb. ruimte opp. plangebied ontwikkelaar
Planexploitatie
Programma
Bij vaststelling 10 juli 2007 572.000 123.000 1‐1‐2007 2011
202 appartementen Parkeren onder bebouwing en op eigen terrein n.v.t. 18.700 m2 Intern/extern: W. Groote/ Vastgoed Ontwikkeling Zuid Nederland Vorig VGP Huidig VGP 1 juli 2012 1 januari 2013 572.000 572.000 123.000 123.000 2012 2013 2013 2013
Omzet: Verwacht resultaat: Start bouw: Einde planexploitatie: Toelichting verschillen Het postieve eindresultaat is gehandhaafd. Relevante beslispunten t.b.v. het VGP Niet van toepassing. Ontwikkelingen laatste half jaar: Met de bouw is door de huidige crisis nog steeds niet gestart. De ontwikkelaar heeft onlangs besloten het voorliggende bouwplan (waarvoor al een bouwvergunning ligt) niet te ontwikkelen. De bouwvergunning is door de ontwikkelaar ingetrokken en een deel van de leges moet binnenkort worden terugbetaald. Er worden nu gesprekken gevoerd om de exploitatieovereenkomst te ontbinden en de openstaande bedragen te verrekenen. Afspraken worden gemaakt over de eventuele bereidheid van partijen om in de toekomst met elkaar in gesprek te gaan over een toekomstige ontwikkeling van dit terrein. Specifieke projectrisico’s: 1. Afrekening met ontwikkelaar (einde samenwerking). Beheersmaatregelen: 1. Goede communicatie/overleg met ontwikkelaar.
58
Ontwikkelingsbedrijf Rapportage grote projecten
Woningbouw
G118 Heyendaalseweg klooster Brakkenstein
Kerninformatie Sloop kerk aan de Heyendaalseweg en nieuwbouw kerk en klooster met een appartementencomplex.
Programma
Planexploitatie
Omvang: Verwacht resultaat: Start bouw verwachte oplevering
Woningen: parkeren bedrijvigheid openb. ruimte opp. plangebied ontwikkelaar Bij vaststelling 1 juli 2008 446.000 ‐ 2009 2011
92 woningen Op eigen terrein 0 m2 0 m2 30.000 m2 Intern/extern: W. Groote / Ballast Nedam Vorig VGP Huidig VGP 1 juli 2012 1 januari 2013 825.000 825.000 ‐ ‐ 2009 2009 2013 2013
Toelichting verschillen Niet van toepassing. Relevante beslispunten t.b.v. het VGP Niet van toepassing. Ontwikkelingen laatste half jaar: In 2013 volgt er meer zekerheid omtrent de realisatie van de overige woongebouwen. Een herontwikkeling is nog steeds niet uitgesloten. Specifieke projectrisico’s: 1. Looptijd exploitatie door vertraging in afzet koopwoningen.
59
Ontwikkelingsbedrijf Rapportage grote projecten
Woningbouw
G120 Sperwerstraat, vm. Terrein Hartman
Kerninformatie Woningbouwontwikkeling op voormalig terrein Hartman.
Programma
Woningen:
parkeren bedrijvigheid openb. ruimte opp. plangebied ontwikkelaar Bij vaststelling 1 september 2009 216.000 ‐ 2009 2010
Planexploitatie
Omvang: Verwacht resultaat: Start bouw verwachte oplevering
313won.(5 grondgebonden, 52 app., 230 stud.won., 26 zorgapp.) Op eigen terrein 0 m2 Nader te bepalen 14.300 m2 Intern/extern: M. van Gerwen / Giesbers Wijchen Vorig VGP Huidig VGP 1 juli 2012 1 januari 2013 259.000 247.000 43.000‐ 29.000‐ 2009 2009 2012 2012
Toelichting verschillen Door het afsluiten van de exploitatie zijn stelposten en bestaande reserveringen komen te vervallen waardoor het negatieve eindresultaat is verbeterd. Relevante beslispunten t.b.v. het VGP Niet van toepassing. Ontwikkelingen laatste half jaar: De planexploitatie is eind 2012 afgesloten. Specifieke projectrisico’s: Niet van toepassing.
60
Ontwikkelingsbedrijf Rapportage grote projecten
Woningbouw
G123 Kanaalstraat Waterstraat
Kerninformatie In het kader van de herstructurering in het Waterkwartier worden in de Kanaalstraat/Waterstraat en Maasstraat/Waalstraat woningen gesloopt en vindt vervangende nieuwbouw plaats. In totaal omvat de nieuwbouw 98 woningen, waarvan 46 in het betaalbare segment. In totaal worden 71 grondgebonden woningen gebouwd en 27 appartementen.
Programma
Planexploitatie
Omzet: Verwacht resultaat: Start exploitatie: Einde exploitatie:
Woningen: parkeren bedrijvigheid openb. ruimte opp. plangebied ontwikkelaar Bij vaststelling 4 juli 2011 241.000 55.000‐ 2011 2014
98 woningen Deels op eigen terrein, deels in de openbare ruimte Intern/ extern: M. van Gerwen/Portaal Vorig VGP Huidig VGP 1 juli 2012 1 januari 2013 241.000 222.000 55.000‐ 55.000‐ 2011 2011 2014 2014
Voor dit project is een bedrag van € 50.249,‐ als voorziening opgenomen. Dit is de contante waarde van bovengenoemd tekort op einddatum. Toelichting verschillen Er kan geen aanspraak worden gemaakt op subsidie bodemsanering. Dit wordt deels tenietgedaan door de afrekening van de overschrijding plankosten met Portaal conform overeenkomst. Relevante beslispunten t.b.v. het VGP Niet van toepassing Ontwikkelingen laatste half jaar: In 2012 is de bouw gestart. De eerste woningen worden in de loop van het eerste halfjaar van 2013 opgeleverd. De te verwachten oplevering van het totale project is in 2014. Specifieke projectrisico’s: 1. Afrekening aanvullende plankosten Beheersmaatregelen:
61
Ontwikkelingsbedrijf Rapportage grote projecten
Woningbouw
G124 Kamerlingh Onnesstraat 20, Onder Onnes
Kerninformatie Ontwikkeling nieuwbouwplan op de voormalige ROC‐locatie aan de Kamerlingh Onnesstraat/Hatertseweg.
Programma
Planexploitatie
Omvang: Verwacht resultaat: Start exploitatie Einde exploitatie
Woningen: parkeren bedrijvigheid openb. ruimte opp. plangebied ontwikkelaar Bij vaststelling 12 september 2011 520.000 ‐ 2011 2014
63 grongebonden woningen en 177 appartementen 132 pp halfverdiept; 213 pp op maaiveld aan de openbare weg 0 m2 11.600 26.500 Intern/extern: M. Verstappen / Standvast Wonen Vorig VGP Huidig VGP 1 juli 2012 1 januari 2013 520.000 520.000 11.000 103.000 2011 2011 2014 2014
Toelichting verschillen Het positieve resultaat is ontstaan door de afname van de plankosten. De grondafname welke middels de exploitatiebijdrage volledig is ontvangen was hierin opgenomen. Relevante beslispunten t.b.v. het VGP Niet van toepassing. Ontwikkelingen laatste half jaar: De bestaande bebouwing is gesloopt en de eerste woningen zijn in aanbouw. Specifieke projectrisico’s: 1. Looptijd exploitatie door vertraging in afzet koopwoningen.
62
Ontwikkelingsbedrijf Rapportage grote projecten
Woningbouw
G125 Neerbossche weg, (Rosa de Lima)
Kerninformatie Woningbouwontwikkeling op het (sport)terrein van het Dominicus College.
Woningen: parkeren
bedrijvigheid openb. ruimte opp. plangebied ontwikkelaar
Planexploitatie
Programma
Omvang: Verwacht resultaat: Start exploitatie Einde exploitatie
Bij vaststelling 14 september 2005 9.152.000 ‐ 2005 2010
85 koop‐/huurwon., 51 koop‐/huurapp., 76 zorgapp. Op het terrein, gedeeltelijk (half)ondergronds en gedeeltelijk op maaiveld 0 m2 56.200 64.000 Intern/extern: E. van Petersen/Klok Druten Ontwikkeling en Standvast Vorig VGP Huidig VGP 1 juli 2012 1 januari 2013 10.392.000 10.392.000 775.000 782.000 2005 2005 2013 2013
Toelichting verschillen Niet van toepassing. Relevante beslispunten t.b.v. het VGP Niet van toepassing. Ontwikkelingen laatste half jaar: De bouw van de laatste 8 woningen is gestart, in de tweede helft van 2013 zal het gehele plan gereed zijn, de openbare ruimte gereedkomen en hierna kan de planexploitatie worden afgesloten. Specifieke projectrisico’s: Niet van toepassing.
63
Ontwikkelingsbedrijf Rapportage grote projecten
Woningbouw
G126 Rosa de Limastraat 97‐152, Huize Rosa
Kerninformatie Ontwikkeling in fasering van Woonpark Malderborgh en daaromheen gelegen gebied.
Woningen: parkeren bedrijvigheid openb. ruimte opp. plangebied ontwikkelaar
Planexploitatie
Programma
Omvang: Verwacht resultaat: Start bouw verwachte oplevering
Bij vaststelling 8 mei 2012 169.000 ‐ 2012 2013
Woonzorgcentrum met 94 verpleeghuiseenheden 58 pp op maaiveld op eigen terrein 0 m2 0 m2 9.000 Intern/extern: E. van Petersen/De Congregatie van de Zusters Dominicanessen en Stichting Standvast Wonen Vorig VGP Huidig VGP 1 juli 2012 1 januari 2013 169.000 169.000 ‐ 20.000 2012 2012 2013 2013
Toelichting verschillen Het positieve resultaat is ontstaan door de afname van de plankosten als gevolg van een meevallende bestemmingsplanprocedure. Relevante beslispunten t.b.v. het VGP Niet van toepassing. Ontwikkelingen laatste half jaar: In de afgelopen periode is het bestemmingsplan vastgesteld en is op 19 november 2012 de bouw van het nieuwe Huize Rosa officieel van start gegaan. Specifieke projectrisico’s: Niet van toepassing.
64
Ontwikkelingsbedrijf Rapportage grote projecten
Woningbouw
G128 Molenweg, terrein Jacobs
Kerninformatie Ontwikkeling voormalig terrein van de firma Jacobs aan de Molenweg 71 door Portaal.
Programma
Planexploitatie
Omvang: Verwacht resultaat: Start exploitatie Einde exploitatie
Woningen: parkeren bedrijvigheid openb. ruimte opp. plangebied ontwikkelaar Bij vaststelling 11 september 2012 384.000 ‐ 2012 2014
87 huurappartementen en 22 zorgappartementen 97 pp ondergronds/overige benodigde pp aan de openbare weg 0 m2 0 m2 7.000 m2 Intern/extern: E. van Petersen / Portaal Vorig VGP Huidig VGP 1 juli 2012 Nvt 384.000 Nvt ‐ Nvt 2012 nvt 2014
Toelichting verschillen Niet van toepassing. Relevante beslispunten t.b.v. het VGP Niet van toepassing. Ontwikkelingen laatste half jaar: Bouwplannen zijn wederom aan de buurt gepresenteerd. De procedure voor het projectafwijkingsbesluit is in procedure gegaan. Specifieke projectrisico’s: 1. Procedure projectafwijkingsbesluit Beheersmaatregelen
65
Ontwikkelingsbedrijf Rapportage grote projecten
Woningbouw
G131 Groesbeekseweg/Heijendaalseweg
Kerninformatie Deze planexploitatie bevat de gemeentelijke plankosten m.b.t. het formuleren van randvoorwaarden waaraan herontwikkeling moet voldoen voor de locatie Groesbeekseweg/Heijendaalseweg. Tevens bevat de planexploitatie de aankoop, tijdelijke verhuur en sloop van de gymzaal en het gebouw van de Archipelstraat 114. Er worden 24 eengezinswoningen en 59 appartementen met ondergronds parkeren gerealiseerd. Het betreft een particulier initiatief waarbij de gemeentelijke kosten middels een exploitatieovereenkomst met de ontwikkelaar worden verrekend.
Programma
Planexploitatie
Omzet: Verwacht resultaat: Start exploitatie: Einde exploitatie:
Woningen: parkeren bedrijvigheid openb. ruimte opp. plangebied ontwikkelaar Bij vaststelling 1 juli 2003 1.684.000 ‐402.000 2003 2006
24 woningen, 59 appartementen 125 pp ondergronds 1,7 ha. Intern/extern: M. van Gerwen/Slokker Vastgoed Vorig VGP Huidig VGP 1 juli 2012 1 januari 2013 2.446.000 2.446.000 277.000 277.000 2009 2009 2014 2014
Toelichting verschillen Niet van toepassing Relevante beslispunten t.b.v. het VGP Niet van toepassing Ontwikkelingen laatste half jaar: Tussen de gerealiseerde bebouwing bevindt zich nog een kavel waar een paar grondgebonden woningen gebouwd kunnen worden. Voorlopig worden die niet gebouwd omdat zich hier tot nu toe geen kopers voor hebben gemeld. Slokker onderzoekt nog steeds de mogelijkheden voor herontwikkeling van de oude meisjesschool, waarbij niet alleen de gevel maar het volledige gebouw gehandhaafd kan blijven. Onduidelijk is wanneer hierover verdere besluitvorming plaatsvindt. Specifieke projectrisico’s: ‐‐‐ Beheersmaatregelen: ‐‐‐
66
Ontwikkelingsbedrijf Rapportage grote projecten
Woningbouw
G132 Prof. Van Weliestraat 4, Studentenkerk
Kerninformatie Ontwikkeling terrein voormalige Studentenkerk en bijbehorende pastorie.
Woningen: parkeren bedrijvigheid openb. ruimte opp. plangebied ontwikkelaar
Planexploitatie
Programma
Omvang: Verwacht resultaat: Start bouw verwachte oplevering
Bij vaststelling 21 augustus 2012 171.000 ‐ 2012 2013
36 huurappartementen 36 pp(19 ondergronds en 17 bovengronds) 0 m2 1.470 m2 7.500 m2 Intern/extern: E. van Petersen/Ouder Burger Gasthuis en Stichting Standvasr Wonen Vorig VGP Huidig VGP 1 juli 2012 1 januari 2013 Nvt 191.000 Nvt 20.000‐ Nvt 2012 Nvt 2014
Voor dit project is een bedrag van € 18.482,= als voorziening opgenomen. Dit is de contante waarde van bovengenoemd tekort op einddatum.
Toelichting verschillen De toename aan plankosten is het gevolg van een tegenvallende bestemmingsplanprocedure waardoor een nadelig resultaat is ontstaan. Relevante beslispunten t.b.v. het VGP Vormen van een voorziening ten laste van de abr ten gevolge van resultaatverslechtering van € 18.482,= Ontwikkelingen laatste half jaar: Na een herstart van de ontwikkeling door Standvast wonen en het OBG in het bestemmingsplan is in procedure gebracht. Het eerste kwartaal 2013 zal de studentenkerk worden gesloopt waarna gestart kan worden met de realisatie van de nieuwe gebouwen. Specifieke projectrisico’s: 1. Vertraging bestemmingsplanwijziging. Beheersmaatregelen 1. Overleg met ontwikkelaar
67
Ontwikkelingsbedrijf Rapportage grote projecten
Woningbouw
G136 Ploegstraat/Goffertweg
Kerninformatie Het gebied op de hoek van de Ploegstraat en Goffertweg is door de aankoop van het schoolgebouw van het ROC vrijgekomen voor herontwikkeling. Op deze locatie worden 38 grondgebonden woningen gebouwd en 114 appartementen. Deze planexploitatie bevat naast de plan‐ en civieltechnische kosten, tevens de kosten voor verwerving van het pand.
Programma
Planexploitatie
Woningen: parkeren bedrijvigheid openb. ruimte opp. plangebied ontwikkelaar Bij vaststelling 5 december 2006 7.550.000 419.000 2006 2010
152 koop/huurwoningen, 114 app. en 38 woningen 150 in kelder, 21 op maaiveld, 60 in openb.ruimte 2 ha. Intern/extern: M. van Gerwen/Kalliste Vorig VGP Huidig VGP 1 juli 2012 1 januari 2013 8.657.000 8.657.000 828.000 853.000 2006 2006 2012 2013
Omzet: Verwacht resultaat: Start exploitatie: Einde exploitatie: Toelichting verschillen Niet van toepassing Relevante beslispunten t.b.v. het VGP Niet van toepassing Ontwikkelingen laatste half jaar: In de tweede helft van 2012 is de openbare ruimte aan de gemeente opgeleverd. Op een eventuele kleine aanpassing in de openbare ruimte bij de appartementen tbv de afvalinzameling na, zijn de werkzaamheden voor deze ontwikkeling afgerond. Specifieke projectrisico’s: Geen
68
Ontwikkelingsbedrijf Rapportage grote projecten
Bedrijvigheidsprojecten
G601 Nw. Dukenburgseweg Compaq
Kerninformatie Door een terugkooprecht is het terrein van Compaq met het gebouwencomplex aan de Nieuwe Dukenburgseweg in bezit gekomen van de gemeente. Het gaat om totaal 10,3 ha. Delen ervan zijn in gebruik bij de Directie Stadsbedrijven (gebouw ca. 4 ha.) en de Brandweer (nieuwbouw 0,42 ha.).
Programma
Planexploitatie
Omvang: Verwacht resultaat: Start bouw verwachte oplevering
Woningen: parkeren Bedrijvigheid/kantoren openb. ruimte opp. plangebied ontwikkelaar Bij vaststelling 1e vgp mei 1999 5.462.000 1.852.000 1998 2000
Geen pp op eigen terrein 55.461 m2 bedrijvigheid/ 38.000 m2 kantoren 102.925 m2 Intern/extern: E. van Petersen/niet van toepassing Vorig VGP Huidig VGP 1 juli 2012 1 januari 2013 18.421.000 18.999.000 ‐198.000 ‐800.000 2009 2009 2015 2017
Voor dit project is een bedrag van € 640.735 als voorziening opgenomen. Dit is de contante waarde van bovengenoemd tekort op einddatum. Toelichting verschillen De verwachting wat betreft ontvangsten verkopen is bijgesteld, twee jaar naar achter, hierdoor ontstaat een negatief resultaat. Relevante beslispunten t.b.v. het VGP Niet van toepassing Ontwikkelingen laatste half jaar: De bouw van het nieuwe Heinz Innovation Centre vordert gestaag, opening is voorzien voor de eerste helft van 2013. Ook de nieuwbouw van het "Domushuis" is bijna gereed, deze ontwikkeling door Standvast wonen en het Leger des Heils gaat 24‐uurszorg bieden aan 24 bewoners die dakloos zijn en te maken hebben (gehad) met verslavings‐ en of psychiatrische problematiek. Specifieke projectrisico’s: 1. Langzamere uitgifte Beheersmaatregelen: 1. Goed in de markt zetten van de locatie
69
Ontwikkelingsbedrijf Rapportage grote projecten
Bedrijvigheidsprojecten
G604 Knoop Winkelsteeg
Kerninformatie Deze planexploitatie betreft de realisatie van de tweede fase van Fifty Two Degrees, het gemeentelijke deel van de Novio Tech Campus (NTC) en de realisatie van NS‐Station Nijmegen‐Goffert.
Woningen: parkeren bedrijvigheid openb. ruimte opp. plangebied ontwikkelaar
Planexploitatie
Programma
Bij vaststelling 18 april 2012 13.973.000 2.000 2012 2018
Omzet: Verwacht resultaat: Start planexploitatie: Einde planexploitatie: Toelichting verschillen Per saldo is het neutrale planresultaat gehandhaafd. Relevante beslispunten t.b.v. het VGP Niet van toepassing. Ontwikkelingen laatste half jaar: Op 2 oktober 2012 heeft de formele aftrap van de Novio Tech Campus plaatsgevonden door het knippen van een gat in het hekwerk van NXP. Medio 2013 zal het Novio Tech Innnovation Centre (gebouw M) worden geopend. Ook in de planvorming voor Station Nijmegen Goffert zijn stappen gezet, zo is het bestemmingsplan vastgesteld en zal op korte termijn de realisatie overeenkomst tussen partijen worden ondertekenend. Specifieke projectrisico’s: 1. Afzetvertraging;. 2. Afzet/uitgifte lager; 3. Contractuele afspraken; 4. Bouwkosten Goffertstation. Beheersmaatregelen: 1. Promotie/aanpassing profiel; 2. Promotie/aanpassing profiel; 3. Goede afstemming partijen; 4. Sturen op ontwerp/aanbestedingsvoordeel.
n.v.t. 820 pp 50.106 m2 44.092 m2 84.000 m2 Intern: E. van Petersen Extern: Fifty Two Degrees CV, NXP Semiconductors, Stadsregio Arnhem‐ Nijmegen, Provincie Gelderland, Kadans Vastgoed, PPM Oost en Oost NV Vorig VGP Huidig VGP 1 juli 2012 1 januari 2013 15.110.000 15.463.000 1.000 1.000 12 2012 2018 2018
70
Ontwikkelingsbedrijf Rapportage grote projecten
Herstructurering
G702 Willemskwartier Herstructurering
Kerninformatie In het kader van het Grotestedenbeleid en ruimtelijke herstructurering zijn afspraken gemaakt voor een grootschalige herstructurering van het Willemskwartier. De raad heeft op 16 december 2003 een besluit genomen om dit gezamenlijk met woningcorporatie Portaal aan te gaan pakken. Concreet gaat het om het slopen van ca. 450 woningen en het opnieuw bouwen van ruim 450 woningen, excl. Smit Trafoterrein, inclusief de herinrichting van de openbare ruimte. Op het voorcalculatorisch tekort van € 5 mln in de planexploitatie (prijspeil 1‐1‐2003) zijn afspraken gemaakt met Portaal om deze gezamenlijk te dragen voor ieder de helft.
Programma
Planexploitatie
Woningen: parkeren bedrijvigheid openb. ruimte opp. plangebied ontwikkelaar Bij vaststelling 4 februari 2004 20.142.000 0 2003 2014
278 grondgeb. en 86 appartementen (koop/huur) Deels ondergronds; deels eigen terrein/openb. weg n.v.t. ca 20.000 m2 nieuw in te richten/30.000 m2 handh. 30ha Intern/Extern: M. van Gerwen/Portaal Vorig VGP Huidig VGP 1 juli 2012 1 januari 2013 16.671.000 16.171.000 3.000 2.000 2003 2003 2014 2014
Omzet: Verwacht resultaat: Start planexploitatie: Einde planexploitatie: Toelichting verschillen Het positieve eindresultaat van het plan is nagenoeg gehandhaafd. Door lager uitgevallen kosten van de openbare ruimte en bodemsanering in de laatste twee planfases valt het voorcalculatorisch plantekort lager uit € 3,6 mln in plaats van € 4,1 mln). Hierdoor kon de bijdrage van gemeente en Portaal aan het plankort worden verlaagd met € 0,5 mln (ieder € 0,25 mln). Relevante beslispunten t.b.v. het VGP Niet van toepassing. Ontwikkelingen laatste half jaar: De nieuwe woningen Oostfase 2 (Bredero‐Noord) zijn opgeleverd en de aanleg van de openbare ruimte is afgerond. Het deelplan wordt in de 1e helft van 2013 met Portaal afgerekend; Door aanbestedingsvoordelen en meegevallen uitvoeringskosten konden de kosten binnen Oosfase 2 en 3+4 worden verlaagd voor een bedrag van per saldo bijna € 0,5 mln; De bouw van de woningen binnen Oostfase 3/4 (Bredero‐Noord) is vertraagd. Wanneer start bouw zal plaatsvinden is nog onzeker en afhankelijk van de heroriëntatie van Portaal op hun portefeuille. Het bestemmingsplan voor deze fase in onherroepelijk. Specifieke projectrisico’s: 1. Vertraging project/ heronriëntatie portefeuille Portaal; 2. Bodemverontreiniging Oostfase; 3. Nadeelcompensatie. Beheersmaatregelen: 1. Afstemming/communicatie met Portaal, aanpassen planning; 2. Nader onderzoek, aanmelding Uitv. progr Stedelijke Vernieuwing.
71
Ontwikkelingsbedrijf Rapportage grote projecten
Herstructurering
G108 Hatert Centrale Zone
Kerninformatie In de centrale zone bij het circusterrein in Hatert zijn plannen om ca. 376 woningen te ontwikkelen. De woningen worden ontwikkeld door de woningbouwcorporaties Portaal en Talis in samenwerking met de gemeente. In de exploitatie zit verder de sloop van 3 gymzalen en de bouw van een sportzaal die door de gemeente is ontwikkeld. In het gearceerde gebied worden 302 van de 376 woningen gerealiseerd binnen de planexploitatie.
Programma
Planexploitatie
Omzet: Verwacht resultaat: Start planexploitatie: Einde planexploitatie:
Woningen Parkeren Bedrijvigheid Openb. ruimte Opp. plangebied Ontwikkelaar Bij vaststelling 15 juli 2005 10.291.075 1.483.000 (voordelig)* 1‐1‐2005 31‐12‐2016
302 woningen 387 pp halfverdiept; 387 pp m.v. op eigen terrein en 175 pp aan openbare weg n.v.t. 150 m2, nieuw in te richten, waarvan 90 % verhard 4,5 ha Intern/extern: W. Groote/ Portaal en Talis Vorig VGP Huidig VGP 1 juli 2012 1 januari 2013 12.002.000 12.051.000 6.423.000 6.526.000 (voordelig)*/** (voordelig)*/**/# 1‐7‐2012 1‐1‐2013 31‐12‐2014 31‐12‐2015
* van dit resultaat is eind 2008 een bedrag van € 3.250.000,‐ als tussentijdse winstneming aan de ABR toegevoegd ** van dit resultaat is eind 2011 een bedrag van € 2.500.000,‐ als tussentijdse winstneming aan de ABR toegevoegd # van dit resultaat is eind 2012 een bedrag van € 700.000,‐ als tussentijdse winstneming aan de ABR toegevoegd
Toelichting verschillen Het voordelige planresultaat is door rente en een gunstiger btw‐afrekening gestegen. Relevante beslispunten t.b.v. het VGP Niet van toepassing. Ontwikkelingen laatste half jaar: Er is nog steeds geen zicht op hervatting van de stilgelegde verkoop van de koopwoningen in Vlek 2. Portaal onderzoekt de mogelijkheden om met een gewijzigd plan de locatie te ontwikkelen. Specifieke projectrisico’s: 1. Hogere aanlegkosten openbare ruimte; 2. Hogere (interne) plankosten door oa vertraging.. Beheersmaatregelen: 1. Heldere afspraken, eventueel aanpassing planexploitatie; 2. O.a. goed opdrachtnemer‐ /opdrachtgeverschap, goede afstemming, strakke control.
72
Ontwikkelingsbedrijf Rapportage grote projecten
Herstructurering G705 Teersdijk, herstructurering woonwagenlocatie fase 1 Kerninformatie Het betreft het brandveiligmaken van het bestaande woonwagencentrum.
Programma
Woningen:
parkeren bedrijvigheid openb. ruimte opp. plangebied ontwikkelaar Bij vaststelling 14 juli 2010 4.194.000 2.000 2010 2011
Planexploitatie
Omvang: Verwacht resultaat: Start bouw verwachte oplevering
20 grondgebonden vrijstaande huurwoningen en 2 woonwagenstandplaatsen Op maaiveld 71.200 m2 Intern/extern: M.Verstappen/Standvast Wonen Vorig VGP Huidig VGP 1 juli 2012 1 januari 2013 4.352.000 4.392.000 307.000‐ 333.000‐ 2011 2011 2012 2012
Toelichting verschillen Extra inzet t.b.v. afronding project en beëindigen rechtszaken. Relevante beslispunten t.b.v. het VGP Niet van toepassing. Ontwikkelingen laatste half jaar: De herstucturering is afgerond, het bestaande woonwagencentrum is brandveilig gemaakt. De laatste verplaatsing heeft plaatsgevonden. De rechtzaken zijn met wederzijdse instemming beeindigd. Specifieke projectrisico’s: Niet van toepassing.
73
Ontwikkelingsbedrijf Rapportage grote projecten
Herstructurering
G706 Tollenstraat + Dobbelmanweg (herontwikk. scholenterreinen)
Kerninformatie De bestaande scholen op deze terreinen zijn verhuisd naar het nieuwe Voorzieningenhart aan de Willemsweg/Thijmstraat in het Willemskwartier. Conform het raadsbesluit uit 2007 worden deze vrijgekomen terreinen herontwikkeld voor woningbouw waarbij het financieel resultaat op zijn minst sluitend moet zijn.
Programma
Planexploitatie
Woningen: parkeren bedrijvigheid openb. ruimte opp. plangebied ontwikkelaar Bij vaststelling 13 juni 2007 2.198.000 0 2007 2012
78 (Tollenstr 30 huurapp; Dobbelmwg 48 koopapp) Tollenstr:eigen terrein; Dobbelm:gebouwde voorz n.v.t. 1,1 ha Intern/extern: M. van Gerwen/o.a. Portaal Vorig VGP Huidig VGP 1 juli 2012 1 januari 2013 2.056.000 1.702.000 0 0 2007 2007 2014 2014
Omzet: Verwacht resultaat: Start planexploitatie: Einde planexploitatie: Toelichting verschillen De planexploitatie kent een neutraal saldo. Relevante beslispunten t.b.v. het VGP Niet van toepassing. Ontwikkelingen laatste half jaar: Het plan was dat de voormalige basisschool aan de Tollenstraat plaats zou maken voor 30 huurappartementen van Portaal. Deze ontwikkeling is ter discussie komen te staan. Definitieve belsuiten over een nieuwe invulling zijn nog niet genomen. Voor de locatie Dobbelmanweg geldt een massastudie voor 48 woningen. Het ziet er naar uit dat het terrein met behoud van gebouwen voor een andere gebruiker voor 2 tot 5 jaar kan worden ingezet (verhuur). Doordat de bijdrage uit dit project aan het voorzieningenhart Willemskwartier is komen te vervallen en door de ontvangen tijdelijke huurinkomsten in 2012, kon de grondopbrengst voor Dobbelmanweg/Tollenstraat worden verlaagd. Dit was gewenst in verband met het ambitieuze woningprogramma en de nog steeds slechte marktomstandigheden. Specifieke projectrisico’s: 1. Lagere grondopbrengsten door programmawijzigingen/afzien bouwplan; 2. Bodemverontreiniging locaties valt tegen. Beheersmaatregelen: 1. Markttoets en goede afstemming met partijen; 2. Nader onderzoek. Planexploitatie bevat een bedrag voor bodemsanering. Aanmelding Uitvoeringsprogr Stedelijke Vernieuwing.
74
Ontwikkelingsbedrijf Rapportage grote projecten
Herstructurering
G709 Hatert vlek 5
Kerninformatie Met Portaal en Talis zijn afspraken gemaakt om in de Centrale Zone Hatert ca 400 woningen te bouwen. Hiervoor is een realisatieovereenkomst gesloten met de gemeente. De ontwikkeling van vlek 5 is voor wat betreft de woningaantallen wel opgenomen in deze realisatieovereenkomst, maar voor de grondexploitatie wordt een aparte verkoopovereenkomst gesloten. Het gebouw “de Keilbout” is gesloopt. Op die plek worden ca. 26 goedkope appartementen gebouwd.
Programma
Planexploitatie
Woningen Parkeren Bedrijvigheid Openb. ruimte Opp. plangebied Ontwikkelaar Bij vaststelling 10 november 2010 459.000 218.000 2010 2013
26 huurappartemneten waarvan 4 focuswoningen op eigen terrein n.v.t. n.v.t. Intern: W. Groote Extern: Portaal Vorig VGP Huidig VGP 1 juli 2012 1 januari 2013 459.000 459.000 187.000* 188.000* 2010 2010 2013 2013
Omzet: Verwacht resultaat: *Start planexploitatie: Einde planexploitatie: * van dit resultaat is eind 2011 € 175.000,‐ als tussentijdse winstneming aan de ABR toegevoegd. Toelichting verschillen Door rente is het positieve resultaat van het plan iets toegenomen. Relevante beslispunten t.b.v. het VGP Niet van toepassing. Ontwikkelingen laatste half jaar: In oktober van 2012 is het hoogste punt bij de bouw van de appartementen bereikt. De appartementen worden in het voorjaar van 2013 opgeleverd. Specifieke projectrisico’s: Geen
Gevelimpressie appartementen Portaal
75
Ontwikkelingsbedrijf Rapportage grote projecten
Herstructurering
G710 Rijnstraat/Lekstraat
Kerninformatie Vervanging ca. 100 sociale huurwoningen in het Waterkwartier voor 61 huur‐ en 31 koopwoningen.
Programma
Planexploitatie
Omvang: Verwacht resultaat: Start exploitatie Einde exploitatie
Woningen: parkeren bedrijvigheid openb. ruimte opp. plangebied ontwikkelaar Bij vaststelling 9 juni 2008 729.000 0 2008 2010
61 huur‐ en 31 koopwoningen Binenn het plangebied op basis van de gemeentelijke parkeernorm 0 m2 Nog nader uit te werken 14.500 m2 Intern/extern: M. van Gerwen/Portaal Vorig VGP Huidig VGP 1 juli 2012 1 januari 2013 732.000 732.000 10.000 26.000 2008 2008 2012 2012
Toelichting verschillen Dor het afsluiten van de exploitatie zijn stelposten en bestaande reserveringen komen te vervallen waardoor het eindresultaat is verbeterd. Relevante beslispunten t.b.v. het VGP Niet van toepassing. Ontwikkelingen laatste half jaar: De openbare ruimte is overgedragen aan de gemeente. Daarmee is deze ontwikkeling afgerond. Specifieke projectrisico’s: Niet van toepassing.
76
Ontwikkelingsbedrijf Rapportage grote projecten
Herstructurering
G711 Dukenburg Herstructurering
Kerninformatie Op 27 mei 2009 heeft de raad de planexploitatie voor de ontwikkeling van 8 gemeentelijke locaties binnen het stadsdeel Dukenburg vastgesteld. Op 1 februari 2012 heeft de raad een aangepaste planexploitatie (tgv van de verslechterde marktomstandigheden) vastgesteld waarin 6 gemeentelijke locaties resteren: Zwanenveld 14e straat (locatie 8), Lankforst 52e straat (locatie 9), Meijhorst 61e straat (locatie 10), Staddijk Noord (locaties 26/27) en de winkelcentra Meijhorst (locatie 1) en Malvert.
Programma
Planexploitatie
Woningen Parkeren Bedrijvigheid openb. ruimte opp. plangebied ontwikkelaar Bij vaststelling 27 mei 2009 28.000.000 0 2009 2014
ca 100 woningen n.v.t. beperkte maatregelen openbare ruimte Intern: M. van Gerwen Vorig VGP Huidig VGP 1 juli 2012 1 januari 2013 9.569.000 9.759.000 0 0 2009 2009 2016 2016
Omzet: Verwacht resultaat: Start planexploitatie: Einde planexploitatie: Toelichting verschillen Per saldo is het neutrale eindresultaat gehandhaafd. Relevante beslispunten t.b.v. het VGP Niet van toepassing. Ontwikkelingen laatste half jaar: De locatie voor het gezondheidscentrum en de locatie van de Horizon maken onderdeel uit van locatie 1. De gemeenteraad heeft vlak voor de zomer het bestemmingsplan voor het gezondheids‐ centrum vastgesteld. De ontwikkelaar kan nu een aanvraag voor een Omgevingsvergunning indienen. Start bouw is gepland in de eerste helft van 2013. Voor herontwikkeling van de locatie van De Horizon voor zorgwoningen is de gemeente in gesprek met Woongenoot. Voor winkelcentrum Meijhorst geldt dat de eigenaren en ondernemers zich aan het bezinnen zijn op mogelijkheden een herontwikkeling van het centrum tot stand te brengen conform het raadsbesluit van begin 2012. De gemeente is daarin faciliterend. Voor locatie 8 (Zwaneveld 14e str) was de gemeente in gesprek met Standvast. In verband met herprioritering zijn de gesprekken met Standvast over deze locatie gestopt. Locatie 9 (Lankforst 52e str) en locatie 10 (Meijhorst 61e str) zijn te koop aangeboden. Overleg over deze locaties met de belangstellende partij is inmiddels gestart. Voor locatie 26/27 wordt conform het raadsvoorstel van begin 2012 gezocht naar een passende bestemming. Specifieke projectrisico’s: Belangrijkste risico’s (max. 5) 1 Tegenvallende of niet doorgaan grondverkopen locaties 8, 9, 10 en 26/27; 2 Niet concrete deel subsidieprognose (€ 250.000,‐).
77
Ontwikkelingsbedrijf Rapportage grote projecten
Herstructurering
G712 Nachtegaalplein e.o.
Kerninformatie Portaal bezit 272 goedkope huurwoningen in de driehoek die begrensd wordt door de Tweede Oude Heselaan, de Koninginnelaan en Nieuwe Nonnendaalseweg. Portaal is voornemens om in drie fasen deze woningen af te breken en hiervoor ca 207 woningen terug te bouwen, 115 in de huur‐ en 92 in de koopcategorie. Vanuit de gemeente is een voorwaarde dat 40% van de terug te bouwen huurwoningen uit betaalbare huurwoningen bestaat. De openbare ruimte is sleets. De gemeente draagt bij door de riolering in het openbaar gebied (waar nodig) vervroegd te vervangen.
Programma
Planexploitatie
Woningen: parkeren bedrijvigheid openb. ruimte opp. plangebied ontwikkelaar Bij vaststelling 13 maart 2012 1.630.000 0 2012 2016
Omzet: Verwacht resultaat: Start planexploitatie: Einde planexploitatie: Toelichting verschillen Het neutrale planresultaat is gehandhaafd. Relevante beslispunten t.b.v. het VGP Niet van toepassing. Ontwikkelingen laatste half jaar: Start bouw van de nieuwe woningen is vertraagd door de langer gebleken verkoopperiode van de koopwoningen. Portaal heeft aangegeven medio 2013 te starten met de bouw van de eerste huurwoningen. Specifieke projectrisico’s: 1. afzetbaarheid koopwoningen waardoor mogelijk verder uitstel in realisatie met risico op minder/geen ISV. Beheersmaatregelen: 1. afstemming met ontwikkelaar en ISV.
207 woningen n.v.t. 59.000 m2 Intern/Extern: E. van Petersen/Portaal Vorig VGP Huidig VGP 1 juli 2012 1 januari 2013 2.402.000 2.402.000 0 0 2012 2012 2016 2016
78
Ontwikkelingsbedrijf Rapportage grote projecten
Maatschappelijk vastgoed
G702 Willemskwartier ‐ Voorzieningenhart
Kerninformatie Het Voorzieningenhart maakt deel uit van de herstructurering Willemskwartier, maar valt niet binnen de daarbij horende planexploitatie. Het Voorzieningenhart, een multifunctioneel gebouw waarin meerdere functies onder één dak worden samengebracht, is opgeleverd in 2011. Portaal blijft middels vestiging van een erfpachtrecht eigenaar van de grond. De opstalexploitatie van het voorzieningenhart is halverwege 2011 door de voormalige Directie DIW overgenomen.
Programma
Planexploitatie
Woningen Parkeren Voorzieningenhart openb. ruimte opp. plangebied ontwikkelaar Bij vaststelling 13 juni 2007 10.255.000 0 (neutraal) 1‐1‐2008 31‐12‐2011
Omzet: Verwacht resultaat: Start planexploitatie: Einde planexploitatie: Toelichting verschillen Het project wordt afgesloten met een neutraal eindresultaat. Relevante beslispunten t.b.v. het VGP Niet van toepassing. Ontwikkelingen laatste half jaar: Alle kosten en opbrengsten zijn gerealiseerd en de planexploitatie wordt afgesloten. Specifieke projectrisico’s: nvt
n.v.t. eigen terrein en gedeelte aan openbare weg 4.937 m2 bvo 0,5 ha Intern: M. van Gerwen Extern: n.v.t. Vorig VGP Huidig VGP 1 juli 2012 1 januari 2013 11.049.000 11.049.000 0 (neutraal) 6.000 (voordelig) 1‐7‐2012 1‐1‐2013 31‐12‐2013 31‐12‐2013
in gebruikname 26 februari 2011
79
Ontwikkelingsbedrijf Rapportage grote projecten
Maatschappelijk Vastgoed
G506 Driehuizen/Kwakkenberg/Heemraadstraat
Kerninformatie Deze planexploitatie bevat een veelheid aan deelprojecten op het gebied van natuur, woningbouw en sport. Bijna alle deelprojecten zijn nu uitgevoerd, met uitzondering van een deelgebied, namelijk het vm. voetbalveld van Orion aan de Kwakkenbergweg. Hier worden op dit moment Zwembad Oost en het Montessori College gerealiseerd.
Woningen: Parkeren Bedrijvigheid/Sport/ Onderwijs
openb. ruimte
opp. plangebied Ontwikkelaar Bij vaststelling 16 maart 2005 18.557.000 114.540 2007 2008
Programma
Planexploitatie
Omvang: Verwacht resultaat: Start bouw verwachte oplevering
8 grondgebonden woningen Op eigen terrein 50.000 m2 totaal, bestaande uit: atletiekbaan, 1à 2 hockeyvelden (NMHC), 3,5 voetbalveld (Orion) en 8 tennisbanen (Quick) en Zwembad Oost/6.800 m2 (8.700 m bvo) 375.000 m2, nieuw in te richten, waarvan 1% verhard; kwaliteitsniveau: midden; groen‐ natuur:436.000 m2 (Camping Kwakkenberg en Driehuizen) 620.000 m2 Intern/extern: M. Verstappen/ Montessori College Vorig VGP Huidig VGP 1 juli 2012 1 januari 2013 17.672.000 17.571.000 ‐2.167.000 ‐2.245.000 2007 2007 2014 2014
Voor dit project is een bedrag van € 2.060.800,‐ als voorziening opgenomen. Dit is de contante waarde van bovengenoemd tekort op einddatum. Toelichting verschillen Nadeliger resultaat door vertraging van het project. Relevante beslispunten t.b.v. het VGP Niet van toepassing
80
Ontwikkelingsbedrijf Rapportage grote projecten
Ontwikkelingen laatste half jaar: De Raad van State heeft het beroep tegen het bestemmingsplan van het Montessori College afgewezen, waardoor het bestemmingsplan onherroepelijk is geworden. In oktober 2012 is de bouw gestart. De planning is begin 2014 klaar te zijn met de eerste fase van de nieuwbouw. De afronding van de tweede fase is gepland voor medio 2015. De bouw van Zwembad Oost aan de Kwakkenbergweg is in volle gang. De opening van het zwembad is gepland in september 2013. Het voorliggende parkeerterrein zal in fases worden opgeleverd, omdat een gedeelte van het terrein tijdelijk gebruikt wordt als bouwterrein t.b.v. de bouw van het Montessori College. Specifieke projectrisico’s: 1. Inrichting Parkeerterrein Zwembad Oost in fases.
81
Ontwikkelingsbedrijf Rapportage grote projecten
Maatschappelijk vastgoed
G760/779 Onderwijshuisvesting
Kerninformatie Deze planexploitatie bevat een 19‐tal deelprojecten verdeeld over het grondgebied van Nijmegen. Het betreft locaties waar nieuwe onderwijshuisvesting wordt gerealiseerd of waar (oude) onderwijshuisvesting wordt opgeheven waarna herontwikkeling kan plaatsvinden. Een en ander conform de afspraken doordecentralisatie onderwijshuisvesting. Woningen: Circa 500 stuks Programma Parkeren: Op maaiveld is maatwerk per locatie Onderwijs: 9.800 m2 Opp. Plangebied: 100.000 m2 Ontwikkelaar: Intern/Extern: M. Verstappen/Diverse schoolbesturen, gemeente en derden Planexploitatie Bij vaststelling Vorig VGP Huidig VGP 24 februari 2010 1 juli 2012 1 januari 2013 Omzet: 35.330.000 39.153.000 52.376.000 Verwacht resultaat: ‐12.000 989.000 9.846.000 Start planexploitatie: 1‐1‐2010 1‐7‐2012 1‐1‐2013 Einde planexploitatie: 31‐12‐2015 31‐12‐2016 31‐12‐2017 Voor dit project is een bedrag van afgerond € 7.882.000,‐ als voorziening opgenomen. Dit is de contante waarde van bovengenoemd tekort per 1‐1‐2013 op einddatum. Deze planexploitatie bevat de volgende deelprojecten: 1. Algemeen 2. Celebesstraat 12: Praktijkschool Johannes (Praktijk Onderwijs) 3. Veldstraat 4: Praktijkschool Zonnegaard (Praktijk Onderwijs) 4. Geldershofstraat 26: Basisschool Geldershof (Geldershof ‐ onderwijs Lent) 5. Heijendaalseweg 235 ‐ Hart van Brakkestein: Basisschool Brakkenstein (St. Sint Josephscholen) 6. Marie Curiestraat 9: De Kleine Wereld (St. Sint Josephscholen) 7. Kopseweg 7: Klokkenberg (Klokkenberg) 8. Zwanenveld 73‐18: Prins Mauritsschool (Conexus) 9. Zwanenveld 25e straat: Prins Mauritsschool (Conexus) 10. Berg en Dalseweg 295: Montessoricollege (Montessoricollege) 11. Vlierestraat3/Elzenstraat 4: Montessoricolleg (Montessoricollege) 12. Hugo de Grootstraat 41: de Buut (Conexus 13. Molukkenstraat 1: de Buut (Conexus) 14. Weezenhof 8102: dependance Prins Clausschool 15. Krekelstraat 8: vm Flexcollege 16. Hatertseweg 400: vm. Flexcollege 17. Heemraadstraat 2: Basisschool Brakkestein 18. Spechtstraat 4: dependance Aquamarijn 19. Streekweg 21: Maaswaal College (Mondial College) Toelichting verschillen De post Verwerving is sterk gestegen door het opnemen van de verwerving van de locaties Heemraadstraat 2, Hatertseweg 400, Spechtstraat 4 en Streekweg 21. Voorts zijn de WOZ‐waarden geactualiseerd per 1‐1‐2013. Met name de beperkte herontwikkelingsmogelijkheden van Streekweg 21 – in combinatie met een hoge WOZ‐
82
Ontwikkelingsbedrijf Rapportage grote projecten
waarde zorgen voor een drastische verslechtering van het planresultaat met bijna € 9 mln. Voor het tekort is de bestaande voorziening verhoogd. Tevens is er reeds ingespeeld op actuele marktontwikkelingen, zoals: ‐ herontwikkeling op basis van (tijdelijk) hergebruik/herbestemming van het bestaand vastgoed ‐ Wijzigen woningbouwprogramma ‐ Verlaging grondprijzen ‐ Afboeken Relevante beslispunten Met een separaat raadsvoorstel, genaamd gewijzigde Planexploitatie Onderwijshuisvesting 2013, zal deze planexploitatie ter besluitvorming worden aangeboden. Ontwikkelingen laatste half jaar: De nieuwbouw van Talita Koemi is in november 2012 gereed gekomen. De nieuwbouw van het Geldershof en de nieuwe Prins Mauritsschool (Zwanenveld 25e straat) is in volle gang. Oplevering van beide scholen is gepland voor medio 2013. De planvorming voor de voormalige schoollocatie van de Prins Mauritsschool (Zwanenveld 73‐18) is in een vergevorderd stadium. Talis wil hier ca. 30 zorgwoningen ontwikkelen. Medio 2013 zal de bestemmingsplanwijziging ter besluitvorming worden aangeboden. Het Flexcollege aan de Hatertseweg 400 is aangekocht door de gemeente in de 2e helft van 2012. Het schoolgebouw wordt voor de middellange termijn verhuurd aan een andere onderwijsinstelling. De herontwikkeling van de locatie is hierdoor later aan de orde. De voorbereidingswerkzaamheden voor het opstellen van een nieuw bestemmingsplan t.b.v. de Klokkenberg zijn gestart. Medio 2013 zal het bestemmingsplan in procedure worden genomen. Specifieke projectrisico’s Belangrijkste risico’s: 1. Afzetbaarheid woningbouw bij herontwikkeling; 2. Bestemmingsplanwijzigingen; 3. Tijdig vrijkomen van locaties; 4. Ontwikkeling WOZ‐waarde vrijkomende schoollocaties. Beheersmaatregelen: 1. Afzet woningbouw temporiseren; 2. Verlaging en wijziging woningbouwprogramma; 3. Prioriteren van locaties. In aanbouw Gelders Hof
In aanbouw Prins Mauritsschool (25e straat)
Talita Koemi (Burgemeester Daleslaan 1)
83
Ontwikkelingsbedrijf Rapportage grote projecten
G750 Lindenholt Noord
Maatschappelijk Vastgoed
Kerninformatie Deze planexploitatie bevat alle kosten voor het realiseren van het plangebied Lindenholt Noord. Het betreft de herstructurering van de voetbalvelden van voetbalvereniging SCE en de realisatie van het Mondial College. Tevens bevat de planexploitatie de realisatie van ca. 18 woningen en een nieuwe verkeersontsluiting.
Woningen: parkeren Maatschapp. doeleinden openb. ruimte opp. plangebied ontwikkelaar
Planexploitatie
Programma
Omzet: Verwacht resultaat: Start exploitatie: Einde exploitatie:
Bij vaststelling 14 oktober 2009 4.139.000 ‐ 2009 2012
18 grondgebonden koopwoningen Op eigen terrein en aan de openbare weg 59.000 m2 39.000 m2 91.000 m2 Intern/extern: W. Groote/Mondial college en externe ontwikkelaar Vorig VGP Huidig VGP 1 juli 2012 1 januari 2013 4.372.000 4.273.000 ‐225.000 ‐225.000 2010 2010 2014 2015
Voor dit project is een bedrag van € 206.984,‐ als voorziening opgenomen. Dit is de contante waarde van bovengenoemd tekort op einddatum. Toelichting verschillen De bijstelling van de opbrengstverwachting wordt gecompenseerd door de ontvangen bijdrage in de kosten aanleg openbare ruimte. Relevante beslispunten t.b.v. het VGP Niet van toepassing Ontwikkelingen laatste half jaar: De afname van de grond door de school heeft inmiddels plaatsgevonden. De Raad van State heeft positief besloten waardoor het bestemmingsplan onherroepellijk is geworden. De verkoop van de woningbouw percelen (A,B en C) is vertraagd. Perceel A zal naar verwachting in 2013 worden verkocht. In 2013 zal een archeologisch proefsleuvenonderzoek plaatsvinden op de percelen A, B en C. Specifieke projectrisico’s: 1. Afzet woningen i.v.m. economische crisis 2. Archeologie Beheersmaatregelen: 1. N.v.t. 2. N.v.t.
84
Ontwikkelingsbedrijf Rapportage grote projecten
Herstructurering
G752 Voorzieningenhart Waterkwartier
Kerninformatie Het gaat hier om de realisatie van het Voorzieningenhart Waterkwartier (wijkcentrum). De locatie ligt tussen de Waterstraat, Niersstraat, Biezenstraat en Biezendwarsstraat. Het is een samenwerking tussen Portaal, Conexus (de Aquamarijn) en de gemeente Nijmegen. De planexploitatie omvat de bouwkosten van het Voorzieningenhart, de 30 appartementen en de kosten van de openbare ruimte. De kosten van appartementen worden doorbelast aan Portaal. De bouwkosten van de school zitten niet in deze planexploitatie. Na realisatie wordt het voorzieningenhart (wijkcentrum) overgedragen aan de afdeling VSA.
Programma
Planexploitatie
Woningen Parkeren Voorzieningenhart openb. ruimte opp. plangebied ontwikkelaar Bij vaststelling 17 november 2010 7.221.000 0 2010 2014
30 appartementen 70 pp mv op eigen terrein en 20 pp openbare weg 1.621 m2 7.900 m2 9.950 m2 Intern/extern: W. Groote/Portaal, Conexus Vorig VGP Huidig VGP 1 juli 2012 1 januari 2013 11.404.000 10.989.000 2.000 0 2010 2010 2016 2016
Omzet: Verwacht resultaat: Start planexploitatie: Einde planexploitatie: Toelichting verschillen De grootste verschillen worden veroorzaakt door een lagere EFRO‐bijdrage en lagere plankosten. Per saldo is het nagenoeg neutrale planresultaat gehandhaafd. Relevante beslispunten t.b.v. het VGP Niet van toepassing. Ontwikkelingen laatste half jaar: ‐ In november 2012 is de definitieve EFRO‐aanvraag ingediend die in december ‘12 is beschikt voor € 2,25 mln; ‐ De EFRO‐aanvraag is lager dan eerder werd aangenomen (€ 2,6 mln). In de uitwerking van de aanvraag bleken diverse kosten onvoldoende subsidiabel. De verlaging van de bijdrage kon worden opgevangen door een verlaging van de plankosten; ‐ Voor de 30 appartementen boven het Voorzieningenhart heeft Portaal de onderhandeling met ZZG beëindigd en is nu op zoek naar een andere geschikte afname‐kandidaat; ‐ De aanbesteding voor de bouw van het wijkcentrum en de 30 appartementen heeft plaatgevonden. In het najaar 2012 is de bouwaannemer geselecteerd; ‐ Het bestemmingsplan is in 2012 definitief geworden en de bestaande gebouwen zijn inmiddels gesloopt en de grond (grotendeel) gesaneerd. Start bouw maart 2013. Oplevering medio 2014. Specifieke projectrisico’s: 1. Risicoverdeling ‘turn key’ appartementen Portaal/aanbesteding bouwaannemer; 2. Bijdrage EFRO; 3. Ondergrond (bodem) locatie en OR. Beheersmaatregelen: 1. Sluiten contract met Portaal; prof. aanpak en communicatie aanbestedingstraj (design & construct); 2. Kosten goed in beeld brengen en houden (subsidialiteit); 3. Nader onderzoek bodemverontreiniging, archeologie, explosieven. Uitwerking OR.
85
Ontwikkelingsbedrijf Rapportage grote projecten
Maatschappelijk vastgoed
G753 Griftdijk, school, sporthal en brandweer
Kerninformatie Deze planexploitatie betreft de financiële verantwoording van de herontwikkeling van de strook grond, gelegen in de driehoek binnen de Graaf Alardsingel, toekomstige Westelijke Parallelroute en Spoordijk. Op dit terrein is de realisatie mogelijk gemaakt van een school voor Voortgezet onderwijs (Citadelcollege), een sporthal en brandweerkazerne. Woningen: n.v.t. Programma parkeren Op maaiveld 86 pp en 20 pp op eigen terrein bedrijvigheid VO‐school Citadel‐college (7224 m2 bvo) Brandweerkazerne (2142 m2 bvo) Sporthal (2553 m2 bvo) openb. ruimte 7.312 m2, inrichtingsniveau: middel verharding 3.900 m2, groen en waterberging 3.410 m2 en 12.290 m2 uitgeefbaar opp. plangebied 19.600 m2 ontwikkelaar Intern/extern: D. Driessen/ Planexploitatie Bij vaststelling Vorig VGP Huidig VGP 23 februari 2011 1 juli 2012 1 januari 2013 Omvang: 3.422.000 3.152.000 Verwacht resultaat: 5.000 10.000 Start planexploitatie 2011 2011 2011 Eind planexploitatie 2012 2013 2013 Toelichting verschillen Niet van toepassing Relevante beslispunten t.b.v. het VGP Niet van toepassing Ontwikkelingen laatste half jaar: tekstOm deze ontwikkeling mogelijk te maken zijn de gronden van de GEM door de gemeente overgenomen. Met de GEM zijn tevens afspraken gemaakt over het budget voor bouwrijpmaken. Vanuit deze planexploitatie is ook het bouw‐ en woonrijpmaken gerealiseerd. Deze werkzaamheden zijn nagenoeg afgerond. Door de veelheid aan projecten op deze locatie constateren we dat niet alles even functioneel is en niet overal op elkaar aansluit. Knelpunten voor auto en fiets worden in beeld gebracht, oplossingsvoorstellen gemaakt om vervolgens het gehele werk in 2013 af te ronden. De tijdelijke ontsluiting van de Brandweer wordt gecombineerd met het zuidelijk deel van de toekomstige parallelweg. Vanuit de planexploitatie Groot Infra wordt hiertoe een bijdrage geleverd tbv verwerving en aanleg. Specifieke projectrisico’s: Project is nagenoeg gereed, alleen de inboetbeplanting en een restbetaling Citadelcollege worden in 2013 afgehandeld.
86
Ontwikkelingsbedrijf Rapportage grote projecten
Stadscentrum
G202 Hessenberg herontwikkeling
Kerninformatie Deze planexploitatie bevat de ontwikkeling van de Hessenberg. Het te realiseren programma bestaat uit 158 appartementen en 19 grondgebonden woningen. Er worden sociale huurwoningen gerealiseerd. Daarnaast wordt gerealiseerd ca. 1000 m2 commerciële ruimte en een parkeerkelder van ca. 224 plaatsen. Ook de herontwikkeling van het Weeshuis en Titus Brandsma Kapel zijn onderdeel van deze exploitatie.
Woningen: parkeren bedrijvigheid openb. ruimte opp. plangebied ontwikkelaar
Planexploitatie
Programma
Omvang: Verwacht resultaat: Start bouw verwachte oplevering
Bij vaststelling 15 december 2004 8.116.000 35.000 2007 2012
180 woningen 224 pp ondergronds op eigen terrein 1000 m2 3100 m2 11.484 m2 Intern/extern: E. van Petersen/ ontw.comb.Hendriks‐Heijmans Vorig VGP Huidig VGP 1 juli 2012 1 januari 2013 10.509.000 10.518.000 1.091.000 1.091.000 2007 2007 2013 2013
Toelichting verschillen n.v.t. Relevante beslispunten t.b.v. het VGP Niet van toepassing Ontwikkelingen laatste half jaar: Restauratie weeshuis is gestart oplevering wordt medio 2013 verwacht. Specifieke projectrisico’s: 1. BTW problematiek Beheersmaatregelen:
87
Ontwikkelingsbedrijf Rapportage grote projecten
Stadscentrum
G204 Plein 44
Kerninformatie Binnenstedelijk project conform de gewonnen prijsvraag “Een plein voor iedereen” (2004) Woningen: 128 appartementen Programma parkeren 418 pp (ondergronds) bedrijvigheid 12.160 m2 bvo winkels, leisure en horeca toegevoegd; 2499 m2 gesloopt. openb. ruimte Inrichtingsniveau: hoog, 3500 m2 groen en 5000 m2 verharding opp. plangebied 2,4 ha ontwikkelaar Intern/extern: E.van Petersen/ING Real Estate Planexploitatie Bij vaststelling Vorig VGP Huidig VGP 22 februari 2006 1 juli 2012 1 januari 2013 Omvang: 5.426.000 6.029.000 6.528.000 Verwacht resultaat: 278.000 ‐158.000 ‐278.000 Start bouw 2007 2009 2005 verwachte oplevering 2010 2013 2013
Voor dit project is een bedrag van € 266.475 als voorziening opgenomen. Dit is de contante waarde van bovengenoemd tekort op einddatum. Toelichting verschillen Verslechtering van het resultaat ontstaat door het niet kunnnen verekenen van gemaakte kosten met de ontwikkelaar en door extra plankosten voor de begeleiding van de uitvoering Relevante beslispunten t.b.v. het VGP . Ontwikkelingen laatste half jaar: Hoogste punt is bereikt. Als er verder geen bijzonderheden zijn vindt november 2013 de opening plaats Specifieke projectrisico’s: 1. Wel of niet kunnen verhalen van de schade van het rioolincident 2. Afzet parkeerplaatsen Beheersmaatregelen: 1. Overleg met verzekeraars voortzetten 2. Actieve verkoopstrategie ontwikkelen medio 2013
88
Ontwikkelingsbedrijf Rapportage grote projecten
Stadscentrum
G205 Spoorstraat 4‐6
Kerninformatie Talis heeft het voormalige Arbeidsbureau aan de Spoorstraat 4‐6 gekocht en gesloopt om daar een nieuwbouwplan (woningen en commerciële functies) te ontwikkelen.
Programma
Planexploitatie
Omvang: Verwacht resultaat: Start bouw verwachte oplevering
Woningen: parkeren Bedrijvigheid/kantoren openb. ruimte opp. plangebied ontwikkelaar Bij vaststelling 23 mei 2006 100.000 0 2008 2010
Ca. 117 koop‐/huurappartementen/hoogbouw Gebouwde voorziening en op maaiveld Ca. 650 m2 bvo maatschappelijke doeleinden/dienstverlening 2.810 m2 Intern/extern: W. Groote/Talis Vorig VGP Huidig VGP 1 juli 2012 1 januari 2013 285.000 285.000 0 0 2012 2013 2013 2014
Toelichting verschillen Niet van toepassing Relevante beslispunten t.b.v. het VGP Niet van toepassing Ontwikkelingen laatste half jaar: Talis heeft de planvorming inmiddels afgerond. Dit is stedenbouwkundig inpasbaar en past binnen de visie voor de Spoorzone. Afstemming over het plan heeft plaatsgevonden met het ruimtelijk kwaliteitsteam voor de Spoorzone. Talis heeft een aanvraag voor een omgevingsvergunning aangevraagd en daarmee een verzoek gedaan voor een projectafwijkingsbesluit. Er wordt met Talis een anterieure overeenkomst gesloten ter dekking van de gemeentelijke kosten. Begin 2013 wordt met de bouw gestart. Specifieke projectrisico’s: 1. Opbrengsten later dan gepland in verband met vertraging Beheersmaatregelen:
89
Ontwikkelingsbedrijf Rapportage grote projecten
Stadscentrum
G207 Van Schaeck Mathonsingel parkeergarage
Kerninformatie Deze planexploitatie bevat de voorbereiding van de realisatie van de nieuwe bezoekersparkeergarage voor het stadscentrum, locatie Van Schaeck Mathonsingel. Het behelst een garage van ca. 650 pp.
Programma
Planexploitatie
Omvang: Verwacht resultaat: Start bouw verwachte oplevering
Woningen: parkeren bedrijvigheid openb. ruimte opp. plangebied ontwikkelaar Bij vaststelling 27 mei 2008 * *
Geen Ca 650 pp ondergronds 1,5 ha 1,5 ha nieuw in te richten, kwaliteitsniveau: hoog Intern/extern: Vorig VGP Huidig VGP 1 juli 2012 1 januari 2013 * * * * 2010 2010 2012 2013
*Deze planexploitatie is conform raadsbesluit d.d. 27 mei 2008, nr 3.4 geheim.
Toelichting verschillen Niet van toepassing Relevante beslispunten t.b.v. het VGP Niet van toepassing Ontwikkelingen laatste half jaar: Vanwege het plantseizoen is in oktober 2012 op maaiveldniveau de Esplanade gecompleteerd met 120 lindes. Het parkeerterrein aan de Nassausingel is vanaf augustus 2012 heringericht tot park, waarbij tevens de beeldengroep de 4 jaargetijden is teruggeplaatst. Tevens zal de ‘frietkiosk’ in een definitieve kwalitatieve huisvesting worden gevestigd.Tevens zijn de kosten van het doortrekken van de Esplanade richting Centraal Station opgenomen in de planexploitatie. Dit heeft geleid tot een nieuw ‘plein’ dat is ingericht als shared space. Specifieke projectrisico’s: * niet openbaar
90
Ontwikkelingsbedrijf Rapportage grote projecten
Stadscentrum
G208 Hezelpoort parkeergarage
Kerninformatie Dit project omvat de realisatie van ca. 100 woningen, ca. 500 parkeerplaatsen, waarvan 150 tbv bezoekers Handelskade en 1200m2 commerciële ruimte.
Programma
Planexploitatie
Omvang: Verwacht resultaat: Start bouw verwachte oplevering
Woningen: parkeren bedrijvigheid openb. ruimte opp. plangebied ontwikkelaar Bij vaststelling 16 december 2009 * *
Ca. 100 woningen Ca 500 pp waarvan 150 bezoekersgarage 1200 m2 commerciële ruimte 1,2 ha Intern/extern: P. Matthieu/nog niet bekend Vorig VGP Huidig VGP 1 juli 2012 1 januari 2013 * * * * 2012 2015
*Deze planexploitatie is conform raadsbesluit d.d. 16 december 2009 nr 223/2009 geheim.
Toelichting verschillen Niet van toepassing Relevante beslispunten t.b.v. het VGP Niet van toepassing Ontwikkelingen laatste half jaar: De inzet is om de aanbesteding van de parkeergarage in de 1e helft van 2013 af te ronden. De start van de bouw kan dan eind 2013 plaatsvinden. Tevens is hier de opgave om grenzend aan de parkeergarage gestapelde woningbouw in de huursector te realiseren. Uitgangspunt is dat het parkeren voor de woningbouw in de belendende parkeergarage kan worden opgevangen. Voor de locatie is een aangepast stedenbouwkundig plan gemaakt met 100 woningen, commerciële ruimte en 500 parkeerplaatsen. De planexploitatie is hierop gebaseerd. In het 1e kwartaal 2013 wordt de aangepaste planexploitatie ter besluitvorming aan de Raad voorgelegd. Specifieke projectrisico’s: 1. Subsidies worden niet gehonoreerd 2. Archeologie 3. Explosieven Beheersmaatregelen: 1. 2.
91
Ontwikkelingsbedrijf Rapportage grote projecten
Waalsprong Waalsprong Totaal Kerninformatie Betreft de getotaliseerde gemeentelijke planexploitatie Waalsprong
Programma
Planexploitatie
Omvang: Verwacht resultaatNCW Verwacht resultaat EW: Start planexploitatie Einde planexploitatie
Woningen: parkeren bedrijvigheid openb. ruimte opp. plangebied ontwikkelaar Bij vaststelling 17 februari 1998 313.518.000 ‐3.902.000 ‐16.291.000 1999 2020
Intern/extern: D. Driessen Vorig VGP 1 juli 2012 404.006.000 ‐5.458.000 ‐10.452.000 1999 2025
Huidig VGP 1 januari 2013 382.883.000 ‐3.622.000 ‐6.621.000 1999 2025
Voor dit project is een voorziening opgenomen van bovengenoemd tekort op einddatum. Toelichting verschillen De totale planexploitatie kent een verbetering van NCW van 1.8 mln euro. Het niet in ontwikkeling brengen van 22 ha bedrijfsterrein veroorzaakt een verlies van 7,0 mln euro. Een uitzetting van de plankosten en verwacht meerwerk van de ontgronder in de Landschapszone levert ca. 0,9 mln euro op, het minder verondiepen van de plassen in de Landschapszone kosten 2,0 mln euro nominaal. Voorts hebben wij in de Waalsprong ambities op het gebied van (ongelijkvloerse) infrastructuur die maximaal 2 mln hoger zijn dan de nu beschikbare budgetten in programma Mobiliteit.Daar staat tegenover een bedrag van 15.6 mln euro aan ivesteringen in Knoop lent en Westelijke Parallelroute die in de gemeentebegroting worden geactiveerd. Relevante beslispunten t.b.v. het VGP Niet van toepassing Ontwikkelingen laatste half jaar: In het najaar 2011 heeft de gemeenteraad ingestemd met het raadsvoorstel Herziening planexploitatie Waalsprong (gemeentelijk deel) september 2011. Op basis van een second opninion op de risicoanalyse van de gemeentelijke planexploitatie zijn risico’s in beeld gebracht. Deze risico’s zijn gewaardeerd op een saldo van ca. € 15 miljoen. Uitgaand van een scenario van gematigde terugval van de markt zijn daarom diverse beheersmaatregelen voorgesteld om het tekort op de planexploitatie niet met € 15 miljoen te laten toenemen. De beheersmaatregelen als voorgesteld zijn nu ook weer verwerkt in deze actualisatie van de planexploitatie Waalsprong. De beheermaatregelen waren: - Aanpassing van de parameters voor rente, kosten en opbrengsten. - Aanpassing van het uitgiftetempo bedrijventerreinen - Aanpassing van het uitgiftetempo woningbouw (landschapszone) - Aanpassing grondprijzen woningbouw - Besparing van 10% op investeringskosten - Optimalisaties grondstromen Landschapszone en externe bijdrage provincie voor Landschapszone.
92
Ontwikkelingsbedrijf Rapportage grote projecten
Met het raadsvoorstel is aangegeven dat het tekort op de planexploitatie Waalsprong is gegroeid van € 4,8 miljoen (VGP maart 2011) naar € 5,1 miljoen (najaar 2011). Door het verkleinen van de uit te geven bedrijfstereinen met 22 ha, met verminderen van het verondiepen van de plassen in de Landschapszone met 800.000 m3 en het bijramen van de tekorten op de fietstunnel Laauwickstraat met 2 mln komt het tekort nu uit op NCW € 17.5 mln. Voor een nadere toelichting en verdieping zie Deelexploitaties Waalsprong. Specifieke projectrisico’s: 1. Afzetbaarheid kavels woningbouw in tempo en opbrengst leidt tot langere looptijden en lagere opbrengsten 2. Minder opbrengst uit zandwinning agv nieuwe eisen provincie mbt stabiliteit oevers 3. Beperkte afzetbaarheid bedrijfsterreinen en locatie GDV/PDV (kleiner areaal) leidt tot lagere opbrengsten 4. Kosten archeologie vallen hoger uit dan geraamd 5. Beperkt aanleveren specie tbv verondiepen plassen leidt tot lagere opbrengsten Beheersmaatregelen: 1. Gefaseerd op de markt brengen van bedrijfsterreinen tot 2025 2. Periodieke evaluatie op bedrijventerreinen in relatie tot ontwikkelingen in Nijmegen en elders. Zodanig programma bijstellen zodat deze weer kansrijk wordt. 3. Vwb woningbouw waar mogelijk en wenselijk prioriteit geven aan gemeentelijke plannen 4. Een goede uitvoeringsorganisatie / contractbeheer voor specifieke Waalsprongprojecten 5. Taakstellen afspraken maken mbt archeologie
93
Ontwikkelingsbedrijf Rapportage grote projecten
Waalsprong G301 Waalsprong Algemeen Kerninformatie Deze exploitatie is een samenvoeging van de deelexploitaties Waalsprong Algemeen (G301) en Bijkomende gronden( G312) en is administratief van aard. De exploitatie bestaat uit de "inkomsten" die een dekking geven voor de voornamelijk infrastructurele investeringen die in de gemeentelijke Waalsprongexploitatie zijn voorzien.
Programma
Planexploitatie
Omvang: Verwacht resultaat NCW Verwacht resultaat EW: Begin exploitatie Einde exploitatie
Woningen: parkeren bedrijvigheid openb. ruimte opp. plangebied ontwikkelaar Bij vaststelling 17 februari 1998 99.030.000 40.469.000 146.679.000 1999 2020
2 bestaande panden n.v.t. Uitgeefbare restpercelen 8.175 m2 en 39.000 m2 onbestemde gronden n.v.t. 450 ha totaal waalspronggebied Intern/extern: D. Driessen Vorig VGP Huidig VGP 1 juli 2012 1 januari 2013 165.062.000 163.519.000 113.732.000 116.584.000 217.790.000 213.128 .000 1999 1999 2025 2025
Toelichting verschillen De post rente en kostenstijgingen zijn minder geworden doordat een lagere gerealiseerde rente in de planexploitatie is ingeboekt dan de gehanteerde rekenrentes deed vermoeden. De post projectsubsidies is. € 100.000,‐ toegenomen door een extra rijksbijdrage voor ruimen explosieven. De post verkopen valt lager uit door een lagere opbrengst van terrein “NMG D nr 123 van Beynum” nabij De Grift. Relevante beslispunten t.b.v. het VGP Niet van toepassing Ontwikkelingen laatste half jaar: De toegekende VINEX I bijdrage is door het KAN betaald. In samenwerking met de afdelingen EZ en Strategische Oriëntatie is extra energie gestoken in de subsidieverwervingstrajecten om de prognoses waar te maken. Inmiddels heeft de provincie conform verwachting 13 miljoen euro aan subsidie toegekend voor verkeersmaatregelen. Dit bedrag is verwerkt in het exploitatiedeel Groot Infra. Het overleg met de Stadsregio over hun bijdragen wordt gecontinueerd. Specifieke projectrisico’s: Zie Waalsprong totaal
94
Ontwikkelingsbedrijf Rapportage grote projecten
Waalsprong
G302 Waalsprong bedrijven
Kerninformatie Het betreft de terreinen voor bedrijvigheidsprojecten De Grift Noord (G305) en Zuid (G322) en Bijzondere Doeleinden Ressen vlek 14 (G302). Ook zijn aan de Grift Zuid toegevoegd de reststrook naast het sportpark die wordt ingezet voor bedrijfsverplaatsingen uit de Waalsprong met een oppervlakte van ca 1 ha en een al positief bestemd bedrijventerrein van 4,5 ha aan de Stationsstraat 25 dat van de GEM is overgenomen. Woningen: N.v.t. Programma parkeren Op eigen terrein bedrijvigheid Uitgeefbaar 55,5 ha als volgt verdeeld; 10,5 ha retail, 0,7 ha kantoren, 5 ha winkels e.d., 36,3 ha bedrijfsterreien en 3 ha windturbines openb. ruimte 27,5 ha., verharding 18,5 ha en groen / water 3 ha. inrichtingsniveau: middel opp. plangebied 77 ha. ontwikkelaar Intern/extern: D. Driessen / MNO Planexploitatie Bij vaststelling Vorig VGP Huidig VGP 17 februari 1998 1 juli 2012 1 januari 2013 Omvang: 85.888.000 129.730.000 101.227.000 Verwacht resultaat NCW 5.282.000 16.158.000 10.598.000 Verwacht resultaat EW: 30.234.000 30.942.000 19.375.000 Begin planexploitatie 1999 1999 1999 Einde planexploitatie 2014 2025 2025
Toelichting verschillen Voor de Grift hebben wij inmiddels een verkleining van het exploitatiegebied met 22 ha verwerkt. Dit komt neer op een negatief resultaat van ca. € 7 mln. Dat is inclusief het verlies op de grondruil met Griftdijk Project BV van 1,6 mln., welke is verantwoord in G 312. Relevante beslispunten t.b.v. het VGP Niet van toepassing Ontwikkelingen laatste half jaar: Gezien de huidige marktontwikkelingen is er aanleiding om de fasering van ontwikkeling en uitgifte voor deze locaties in de Waalsprong aan te passen. De ontwikkeling van de Grift Noord was al naar achteren geschoven in verband met de ontwikkelingen in de bestaande stad (Bijsterhuizen). Het college is overeengekomen om de planontwikkeling van vlek 14 in 2012 op te starten. Eind 2012 is door het laten uitvoeren van een markttoets ook de ontwikkeling van de Grift gestart. Voor beide locaties geldt een gronduitgifte vanaf 2014. Op de locatie De Grift zullen naar verwachting tenminste drie windturbines gerealiseerd worden. De verkoop van percelen is geraamd vanaf 2014 tot en met 2025. Dit is passend op het advies van een extern adviesbureau en geeft een realistischer beeld mbt kansrijke ontwikkelingen. In het voorjaar 2013 worden college en Raad nader geïnformeerd over de stavaza rondom deze bedrijventerreinen. Middels marktvisies en inkoopstrategiën gaan we bepalen wat de beste scenario’s zijn voor genoemde locaties. Daarbij houden we uiteraard rekening met het winkelaanbod in het centrum van Nijmegen en ontwikkelingen in de Waalsprong en Regio. Specifieke projectrisico’s: Zie Waalsprong totaal
95
Ontwikkelingsbedrijf Rapportage grote projecten
Waalsporng
G311 Landschapszone
Kerninformatie De planexploitatie Landschapszone is de samenvoeging van de voormalige exploitaties G303 Archeologische site Lentse plas (vlek 50), G308 Park Waaijenstein (vlek 21) en G311 Ontgronding (vlek 12/30/31).
Programma
Woningen:
parkeren bedrijvigheid
openb. ruimte
opp. plangebied ontwikkelaar Bij vaststelling 17 februari 1998 121.995.000 573.000 8.552.000 1999 2015
Planexploitatie
Omvang: Verwacht resultaat NCW Verwacht resultaat EW: Start planexploitatie Einde planexploitatie
85 appartementen, 80 kavels vrije sector 90 waterwoningen Op eigen terrein 5.000 m2 bijzondere bebouwing, 20.000 m2 leisure, megabioscoop, health center e.d. 5 mln. m3 zand en grind ontgraven, verondiepen plassen 2,3 mln m3 specie 108 ha, verharding 8.000 m2 en groen/water 107,2 ha. Inrichtingsniveau: middel 117 ha Intern/extern: D. Driessen/aannemer MNO Vervat Vorig VGP Huidig VGP 1 juli 2012 1 januari 2013 123.976.000 123.806.000 ‐34.342.000 ‐38.062.000 ‐65.762.000 ‐69.581.000 1999 1999 2025 2025
Voor dit project is een voorziening opgenomen voor bovengenoemd tekort op einddatum.
Toelichting verschillen De post bouw‐en woonrijp maken is met 0,3 miljoen euro toegenomen door de meerwerk kosten van de ontgronder door de veel ernstiger aangetroffen bodemverontreinigen in het gebied dan bij de gunning werd aangenomen. Het risico daarvan ligt nl bij de opdrachtgever in casu de gemeente Nijmegen. Ook de plankosten zijn toegenomen met 0,4 miljoen agv veel raakvlakken met andere projecten, meer onderhandelingen met de ontgronder en het beheersen van niet voorziene risico’s. In de planexploitatie is een verlies van € 2.0 mln verwerkt agv het niet kunnen verwerken van ca. 800.000 m3 grond tbv het verondiepen van de plassen. De post rentekosten is toegenomen door wijzigingen in het kasritme. Relevante beslispunten t.b.v. het VGP Niet van toepassing Ontwikkelingen laatste half jaar: Het voorlopig ontwerp Landschapszone heeft als basis gediend voor het opstellen van het bestemmingsplan voor de gehele Landschapszone. Het bestemmingsplan is in 2009 door de raad vastgesteld. De sanering van de grondwatervervuiling onder de Oosterhoutse plas moet eind 2014 gereed zijn. MNO Vervat is verantwoordelijk voor de realisatie van het plassengebied incl de zandwinning. Op 9 maart 2012 heeft de officiële start plaatsgevonden van het in gebruik nemen van de installaties. MNO maakt gebruikt van de afvoermogelijkheid per schip. Daarvoor is een light‐variant werkhaven gerealiseerd. Deze werkhaven wordt nu afgerond op basis van de beschikking van het ministerie. Meerdere projecten in kader Nijmegen omarmt de Waal kunnen deze voorziening straks gebruiken. Door
96
Ontwikkelingsbedrijf Rapportage grote projecten
materialen aan en af te voeren via het water voorkomen we extra verkeersdrukte in het plangebied van de Waalsprong. Met de Grondbank Midden Gelderland onderzoeken we de mogelijkheden om de plassen van de Landschapszone te verondiepen. In de planexploitatie is rekening gehouden met een opbrengst als gevolg van het gecontroleerd terugbrengen van grond in de drie plassen. Met GMG is de balans opgemaakt en realiseren we ons dat het begroot volume in de beperkte tijd tot 2020 mogelijk niet volledig uit andere projecten beschikbaar komt. Dit is een tegenvaller voor de exploitatie. Nijmegen heeft met DLG een intentieovereenkomst gesloten om de werkhaven in combinatie met het natuurproject Oosterhoutse Waarden te realiseren.Dit project wordt naar alle waarschijnlijkheid in 2013 aanbesteed. Ook de toezegging van de provincie van € 3 mln bijdrage voor de Landschapszone is geeffectueerd. Inmiddels is ook besloten geen bijdrage te leveren vanuit de planexploitatie WS aan de Gemeenschappelijke Regeling Park Lingezegen. De jaarlijkse bijdrage wordt vanaf 2014 betaald vanuit het programma Groen en Water. Specifieke projectrisico’s: Zie Waalsprong totaal
97
Ontwikkelingsbedrijf Rapportage grote projecten
Waalsprong
G309 Groot Infra
Kerninformatie Deze deelplanexploitatie omvat de grote infrastructurele werken in de Waalsprong Woningen: n.v.t. Programma parkeren n.v.t. bedrijvigheid 10.000 m2 bvo hotelvoorziening openb. ruimte Inrichtingsniveau middel 33,2 ha. Verharding en 0,7 ha uitgeefbaar opp. plangebied 33,9 ha ontwikkelaar Intern/extern: D. Driessen/ Planexploitatie Bij vaststelling Vorig VGP Huidig VGP 17 februari 1998 1 juli 2012 1 januari 2013 Omvang: 85.744.000 234.970.000 226.832.000 Verwacht resultaat NCW ‐41.701.000 ‐101.007.000 ‐92.742.000 Verwacht resultaat EW: ‐85.744.000 ‐193.423.000 ‐169.543.000 Start planexploitatie 1999 1999 1999 Einde planexploitatie 2009 2025 2025
Voor dit project is een voorziening opgenomen voor bovengenoemd tekort op einddatum. Toelichting verschillen De post rente en kostenstijgingen is afgenomen doordat een lagere rente aan kosten is berekend dan in de planexploitatie is aangenomen. De post bouw‐en woonrijpmaken is 2.0 mln hoger; 'in de Waalsprong hebben wij ambities op het gebied van (ongelijkvloerse) infrastructuur die maximaal 2 mln hoger zijn dan de nu beschikbare budgetten vanuit programma Mobiliteit”. en een € 260.00,‐ lagere bijdrage aan planexploitatie G753, Griftdijk Vo‐school, sporthal en Brandweerkazerne. Daar staat tegenover een bedrag van 15.6 mln euro aan investeringen in Knoop Lent en WPR, die in de gemeente begroting worden geactiveerd. Ten opzichte van de herziening 1‐7‐2012 geeft deze herziening een positief resultaat van 8.265 miljoen euro NCW. Relevante beslispunten t.b.v. het VGP Niet van toepassing Ontwikkelingen laatste half jaar: In mei 2007 is door de Gemeenteraad een besluit genomen over de verkeerstructuur Waalsprong. Om het besluit te kunnen uitvoeren was subsidie nodig van provincie en regio. De provincie heeft inmiddels besloten 13 miljoen euro aan subsidie toe te kennen aan de deelprojecten Knoop Lent, Westelijke Parallelroute en Prins Mauritssingel. Het overleg met de regio over hun bijdrage aan onderdelen van de hoofdinfrastructuur blijven we voortzetten. In 2011 is een bijdrage van ruim € 6 ton toegezegd voor HOV voorzieningen ter hoogte van Knoop lent. De werkzaamheden voor de verplaatsing van het station en de invulling van het splitsingspunt zijn in 2012 in uitvoering genomen Met de werkzaamheden Knoop Lent realiseren we ook de fietsbrug over de Graaf Alardsingel. In 2012 is het zuidelijk deel van de westelijke parallelroute aanbesteed en met de realisatie gestart. Medio 2013, als ook De Oversteek open gaat, is de hele parallelroute beschikbaar. Eind 2013 zijn de deelprojecten station, Splitsingspunt en Westelijke paralleroute gereed. De GEM realiseert de Graaf Alardsingel. Specifieke projectrisico’s: Zie Waalsprong totaal
98
Ontwikkelingsbedrijf Rapportage grote projecten
Dijkteruglegging
G33x Ruimte voor de Waal ‐ Nijmegen
Kerninformatie Dit project betreft de realisatie van het project Ruimte voor de Waal – Nijmegen. In haar brief van 26 februari 2010 heeft de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu (I&M) de Gemeente Nijmegen gevraagd de realisatie van het project op zich te nemen. Hiervoor is op 1 december 2011 een Realisatieovereenkomst (ROK) ondertekend waarin de afspraken tussen de Staatssecretaris van I&M en de Gemeente Nijmegen zijn vastgelegd. De komende jaren gaat de combinatie i‐Lent, die wordt gevormd door Dura Vermeer Divisie Infra BV en Ploegam BV, aan de slag met het verleggen van de dijk, het graven van een zogenaamde nevengeul in de uiterwaarden, de bouw van drie bruggen een een nieuwe kade. Eind 2015 moeten de werkzaamheden voor de waterveiligheid zijn afgerond; i‐Lent verwacht het hele project uitelijk augustus 2016 gereed te hebben. Woningen: Programma parkeren bedrijvigheid openb. ruimte opp. plangebied 250 ha. ontwikkelaar Intern/extern: Planexploitatie Bij vaststelling Vorig VGP Huidig VGP Omvang: 264.257.387 264.257.387 246.166.720 Verwacht resultaat: nvt nvt Nvt Start bouw 2012 2012 2012 verwachte oplevering 2016 2016 2016
Toelichting verschillen Bijgestelde raming in het kader van het plan van aanpak realisatie. Enkele onderdelen van het project worden door Rijkswaterstaat separaat afgewikkeld. Relevante beslispunten t.b.v. het VGP Niet van toepassing Ontwikkelingen laatste half jaar: Het project is op 13 juli 2012 gegund aan de combinatie i‐Lent. Het project is nu in uitvoering. In het laatste halfjaar is gestart met de voorbereidende werkzaamheden en worden de uitvoeringsvergunningen aangevraagd. Tevens is gestart met de voorbereiding van de tijdelijke verkeersomleiding van de Prins Mauritssingel, om het verkeer tijdens de bouw van de Verlengde Waalbrug te kunnen laten doorstromen. Daarnaast heeft op 27 december 2012 de Raad van State uitspraak gedaan en is het bestemmingsplan onherroepelijk geworden. Mijlpalen Januari 2013 symbolische starthandeling door de minister van Infrastructuur en Milieu. Augustus 2013 opening tijdelijke verkeersomleiding Prins Mauritssingel December 2015 veiligheidsdoelstelling m.b.t. waterstandsdaling gerealiseerd Augustus 2016 project opgeleverd. Specifieke projectrisico’s: 1. De werkzaamheden aan de spoorbrug door Prorail zijn niet
99
Ontwikkelingsbedrijf Rapportage grote projecten
tijdig gereed. 2. Besluitvorming vindt plaats over teveel "schijven". 3. Het bereikbaarheidsplan levert niet het gewenste resultaat op en de mobiliteit rond de stad leidt tot problemen. Beheersmaatregelen: 1. Prorail direct aansturen en escaleren wanneer nodig. 2. Raakvlakken en bijbehorende risico's inzichtelijk maken 3. In het contract met de aannemer is opgenomen dat er zo min mogelijk verstoring van de beschikbare verkeerscapaciteit plaatsvindt. De tijdelijke omleiding is in feite een beheersmaatregel. Continue afstemmen over mobiliteit in Nijmegen Noord met mobiliteitsmanager en nevenprojecten.
100
Ontwikkelingsbedrijf Rapportage grote projecten
Koers West
G801 Stadsbrug
Kerninformatie Deze planexploitatie bevat de kosten van aanleg van de Stadsbrug vanaf Graaf Alardsingel in de Waalsprong alsmede de aanpassing van de aansluitende infrastructuur tot en met het kruispunt Energieweg/Neerbosscheweg. Uitgangspunt is een verbinding geschikt voor 2* 2 rijstroken en wisselstrook en aan één zijde een fietssstrook (voor het brugdeel).
Programma
Planexploitatie
Woningen: parkeren bedrijvigheid openb. ruimte
Nvt Op eigen terrein 5,4 ha bedrijventerrein 30,6 ha, inrichtingsniveau middel. Het merendeel bestaat uit verharding opp. plangebied 36 ha ontwikkelaar Intern/extern: H. Berends Bij vaststelling Vorig VGP Huidig VGP Koers Document 15 oktober 2003 1 juli 2012 1 januari 2013 261.646.000 301.314.000 301.832.000 0 4.000 9.000 2004 2007 2007 2010 2018 2020
Omvang: Verwacht resultaat: Start planexploitatie Einde planexploitatie Toelichting verschillen De verschillen in de post ‘verwervingen en infra’ is het resultaat van de uitname van € 5 mln naar de ABR en het verminderen van de post onvoorzien met € 4,0 mln. DE gemeentelijke bijdragen zijn hoger uitgevallen omdat een aantal onderhoudswerken zijn meegenomen die vanuit een andere pot wordt gefinancierd. Dat zelfde geldt ook voor het vervangen van de stootvoegen bij de Neerbossche brug die vergoed wordt door RWS. De grondverkopen zijn nu lager ingeschat en de looptijd is met 2 jaar verlengd. De verhoging van de renteopbrengsten is een gevolg van een verbeterd kasritme. In het kader van de Risiconota november 2011 is besloten om € 2 mln ten gunste van de ABR te brengen. In de Risiconota november 2012 is besloten € 5 mln ten gunste van de ABR te brengen. Ook is besloten € 1,0 mln voor de “groene route” en € 1,5 mln voor de ontwikkeling rondom het Vasim‐terrein vanuit de planexploitatie te financieren. Hiermee is in de planexploitatie rekening gehouden. Relevante beslispunten t.b.v. het VGP Niet van toepassing Ontwikkelingen laatste half jaar: In december 2005 is het tracé door de Gemeenteraad vastgesteld. De onderhandelingen over verwervingen met de bedrijven die weg moeten ivm de aanleg van de stadsbrug zijn afgerond. Het bestemmingsplan en de omgevingsvergunning zijn onherroepelijk. In april 2013 wordt de brug op zijn plaats gezet en verplaatst vanuit de uiterwaarden naar de pijlers. De oplevering van de brug wordt verwacht in november 2013. In het project wordt bij de inkoop ook het onderhoud van de brug meegenomen. Dekking van deze kosten valt buiten de planexploitatie stadsbrug. Het project is gegund aan de bouwcombinatie BSN bestaand uit BAM/ Max Bögl. De reconstructie van de Energieweg heeft plaatsgevonden en is dus gereed als de Stadsbrug in gebruik is genomen. Een eerste verkoop van gronden in het Mercuriuspark heeft plaats gevonden. Specifieke projectrisico’s: Voor de stadsbrug geldt dat de post onvoorzien in deze exploitatie voldoende groot lijkt om eventuele risico’s op te kunnen vangen.
101
Ontwikkelingsbedrijf Rapportage grote projecten
Koers West
G802 Noord‐oost kanaalhavens
Kerninformatie Deze planexploitatie bevat de kosten van revitalisering van de Noord Oost kanaalhavens, aanpassing damwanden ten behoeve van watergebonden activiteiten, parkmamangement e.d.. Daarbij is rekening gehouden met externe subsidiestromen, zoals EFRO, TIPP‐gelden e.d. Woningen: Nvt Programma parkeren Op eigen terrein bedrijvigheid 1,1 ha openb. ruimte Nvt opp. plangebied 186 ha ontwikkelaar Intern/extern: H. Berends Planexploitatie Bij vaststelling Vorig VGP Huidig VGP 15 oktober 2003 1 juli 2012 1 januari 2013 Omvang: 17.110.000 16.284.000 16.067.000 Verwacht resultaat: 7.000 8.000 Start planexploitatie 2007 2007 2007 Einde planexploitatie 2013 2017 2020
Toelichting verschillen De kostenpost ‘verwervingen en infra’ is verrekend met de post verkopen door de transactie met Waalbron BV. Relevante beslispunten t.b.v. het VGP Niet van toepassing Ontwikkelingen laatste half jaar: De TIPP‐subsidie van de Provincie is financieel afgewikkeld. Van de provincie Gelderland is een aanvullende subsidie verkregen voor het project. Een terrein aan de Ambachtsweg is aangekocht zodat hier infrastructuur en uitgeefbaar bedrijfsterrein gerealiseerd kan worden. Met de betrokken bedrijven vindt overleg plaats. De ontsluitende wegen zijn in 2012 aangelegd. Voor enkele bedrijven aan de Energieweg ontstaat zo tevens de mogelijkheid van een achterontsluiting. Specifieke projectrisico’s: 1. Vertraging in uitgifte bedrijfsterrein Beheersmaatregelen: 1. Uitgifte strategie bepalen
102
Ontwikkelingsbdrijf Rapportage grote projecten
PIO
G001 St. Annastraat/Groenewoudseweg
Kerninformatie Het terrein is in 1995 in eigendom verworven door H.Smit B.V./Natumo B.V. om het te ontwikkelen. De plannen zijn opgenomen in het bestemmingsplan Heijendaal middels art. 11 wijzigingsbevoegdheid. Deze is door de gemeenteraad in december 2007 vastgesteld. Het project omvat het op tekening aangegeven plangebied. In een later stadium komt de locatie Doornroosje nog beschikbaar voor herontwikkeling.
Programma:
woningen: parkeren: bedrijvigheid Openbare ruimte: Opp. plangebied: Ontwikkelaar
142 woningen waarvan 40% goedkoop ca. 345 gebouwd , 31 op maaiveld Bedrijfsruimte/kantoorruimte ca 2700m² Bedrijfsruimte/kantoorruimte ca 2700m², Ca 0.8 ha Intern: W. Groote Extern: H. Smit BV/Natumo BV
Relevante beslispunten tbv het VGP geen Ontwikkelingen laatste half jaar Op dit moment wordt door de ontwikkelaar nagedacht over een invulling van het terrein die past bij de huidige vraag van de markt. Hierover zijn met de ontwikkelaar gesprekken gevoerd. Nieuwe afspraken moeten worden gemaakt. Dit heeft nog niet tot voortgang in de ontwikkeling van deze locatie geleid. Specifieke projectrisico’s: 1. Geen overeenstemming over heroriëntatie van plannen 2. Bezwaren tegen nieuwe bouwplannen vanuit omgeving Beheersmaatregelen: 1. Sturen op nieuwe overeenkomst met ontwikkelaars 2. Zorgvuldige communicatie met omgeving
103
Ontwikkelingsbdrijf Rapportage grote projecten
PIO
G030 Kaaplandstraat
Kerninformatie Hoog Nimwegen bv ontwikkelt een bouwplan van 24 grondgebonden woningen aan de Kaaplandstraat. Programma:
woningen: parkeren: bedrijvigheid Openbare ruimte: Opp. plangebied: Ontwikkelaar
24 woningen in het middeldure segment Op maaiveld conform gemeentelijk norm n.v.t. Nader vast te stellen Ca 5.500m2 Intern: W. Groote Extern: Hoog Nimwegen bv
Relevante beslispunten tbv het VGP
geen Ontwikkelingen laatste half jaar Het bouwplan is opgenomen in het bestemmingsplan Nijmegen west. Februari/maart 2013 wordt dit aangeboden aan de raad. De anterieure overeenkomst is door Hoog Nimwegen bv getekend en door het college bevestigd in januari 2013. Specifieke projectrisico’s: 1. Vertraging vanwege stagnerende woningbouwmarkt 2. Procedures omwonenden in kader van bestemmingsplan Beheersmaatregelen 1. Zorgvuldig planologische procedure volgen
104
Ontwikkelingsbdrijf Rapportage grote projecten
PIO
G033 Groenestraat Smit Draad terrein
Kerninformatie
Plegt Vos heeft het voornemen op de locatie van Smit draad aan de Groenestraat een plan te ontwikkelen voor 1840 m2 BVO commerciële ruimte en (zorg)woningen.De Albert Heijn zal bij realisatie van dit plan verhuizen van de huidige locatie aan de Groenestraat 193 naar nieuwbouw op het Smit Draadterrein. Behalve de Albert Heijn zijn in het plan een dagwinkel en een Gall&gall opgenomen. Speciale aandachtspunten bij uitwerking van de plannen zijn het parkeren, de ontsluiting, verkeersveiligheid voor oa fietsers en groen in de inrichting. woningen: Ca. 36 eenheden beschermd wonen, 50 Programma: zorgwoningen. parkeren: Plan moet voldoen aan de gemeentelijke parkeernorm bedrijvigheid 1840m2 bvo, waarvan ca 1300m2 voor de AH Openbare ruimte: Nader vast te stellen Opp. plangebied: Ca 16.700m2 Ontwikkelaar Intern: M. van Gerwen Extern: Plegt Vos Relevante beslispunten tbv het VGP Geen Ontwikkelingen laatste half jaar Op 12 december 2012 heeft de gemeenteraad de visie voor de Groenestraat vastgesteld. Op basis van dit raadbesluit wordt een bestemmingsplanwijziging voor het voormalig Smit Draadterrein voorbereid. De werkzaamheden hiervoor zijn inmiddels in gang gezet. Het streven is om voor de zomer van 2013 een plan in procedure te brengen. Voorafgaand daaraan wordt een anterieure overeenkomst gesloten. Specifieke projectrisico’s 1 Vertraging vanwege juridische procedures (bezwaren in de RO‐procedure 2 Ontbreken anterieure overeenkomst Beheersmaatregelen 1 Omgeving betrekken bij uitwerken inrichtingsplannen 2 Vaststellen anterieure overeenkomst voor het bestemmingsplan in procedure gaat
105
Ontwikkelingsbdrijf Rapportage grote projecten PIO
G046 Don Jon
Kerninformatie De pio bevat de gemeentelijke plankosten met betrekking tot de herbouw van de Donjon op het Valkhof en de reconstructie van het park. Programma: woningen: n.v.t. parkeren: n.v.t. bedrijvigheid n.v.t. Openbare ruimte: Opp. plangebied: Ontwikkelaar Intern: P. Matthieu Relevante beslispunten tbv het VGP Niet van toepassing Ontwikkelingen laatste half jaar In de afgelopen maanden is hard gewerkt aan het opstellen van een beeldkwaliteitsplan voor Valkhofpark en Donjon. Daarnaast zijn de voorbereidingen gestart met de onderzoeken voor wijziging van het besstemmingsplan en intensief overleg gevoerd met de RCE vanwege de status van het park als beschermd rijksmonument. Met de Stichting Donjon zijn diverse ontwerpateliers gehouden om te komen tot een verantwoord ontwerp van de reuzentoren zelf (overeenkomstig de richtlijnen van het PANSA‐ARCX rapport) als ook het park. Tenslotte is gewerkt aan het opstellen van een ontwikkel‐ en realisatie overeenkomst dat regelt hoe de verantwoordelijkheden en aansprakelijkheid is geregeld tussen gemeente en initiatiefnemers. De Donjon particpeert tevens in het opstellen van een integrale gebiedsvisie voor het Valkhofkwartier onder leiding van de directeur vah het Museum Valhof. Specifieke projectrisico’s: 1. Advisering RCE over park 2. Beeldkwaliteit 3. Bestemmingsplan 4. Exploitatie Donjon Beheersmaatregelen 1. Nauw overleg over randvoorwaarden en ontwerp 2. Intensieve communicatie met Commissie Beeldkwaliteit 3. Zorgvuldige voorbereiding en uitvoering onderzoeken 4. Garanties op huurcontracten
106
Ontwikkelingsbdrijf Rapportage grote projecten pio
G075 Malvert maisonnettes
Kerninformatie
In de wijk Malvert staan 264 maisonnettewoningen (11 complexen) die eigendom zijn van Standvast Wonen. Voor dit gebied is een plan uitgewerkt waarin in het middengedeelte van het gebied 5 maisonnettecomplexen worden gerenoveerd, ten noorde daarvan 24 eenheden voor beschermd wonen worden gebouwd en in het zuidelijk deel de maisonnettes worden vervangen door levensloopbestendige appartementen. In totaal zal het plan in de toekomst ca 190 woningen bevatten. De omliggende openbare ruimte wordt tegelijkertijd aangepakt. Programma:
woningen:
parkeren: bedrijvigheid Openbare ruimte: Opp. plangebied:
Ontwikkelaar
120 ter renoveren maisonnettes, 50 levensloopgeschikte appartementen en 24 eenheden beschermd wonen Op maaiveld Ca. 35000 (incl terrein van de te renoveren woningen) Intern: M. van Gerwen Extern: Standvast
Relevante beslispunten tbv het VGP Geen Ontwikkelingen laatste half jaar Voor dit gebied is een plan ontwikkeld voor de renovatie van vijf maisonnettecomplexen in het middendeel, nieuwe appartementen aan de zuidzijde van het plangebied en 24, eenheden voor beschermd wonen aan de noordzijde van het plangebied. De openbare ruimte wordt in samenhang met het vastgoed van Standvast door de gemeente ontworpen. De commissie Beeldkwaliteit heeft een positief advies gegeven. Ook is het plan aan de omgeving gepresenteerd en er is een groot draagvlak voor gebleken. De verwachting is dat in het voorjaar een grondovereenkomst tussen de gemeente en Portaal gesloten kan worden. De bewoners die terugkeren in de gerenoveerde woningen zijn eind december verhuisd naar een wisselcomplex in het plangebied. De renovatie start in het voorjaar. Voor de nieuwbouw en de zorgwoningen is een bestemmingsplanwijziging nodig. De werkzaamheden hiervoor zijn opgestart. Na renovatie start de nieuwbouw in het noordelijk deel. De nieuwbouw aan de zuidzijde wordt als laatste fase uitgevoerd.
Specifieke projectrisico’s 1 Sluiten overeenkomst 2 Kosten voor de inrichting van de openbare ruimte Beheersmaatregelen 1 Budget voor de openbare ruimte is sturend voor de werkzaamheden
107
Ontwikkelingsbdrijf Rapportage grote projecten
PIO
G076 Zwanenveld 4301 ROC locatie
Kerninformatie De ontwikkelaars MVO Projecten en Slokker Vastgoed hebben gezamenlijk het voormalige terrein van het ROC in Zwanenveld gekocht. Om een geluidwerende wand te creëren worden appartementen bij het spoor ontwikkeld en op de rest van het terrein veel grondgebonden woningen. Programma:
woningen:
parkeren: bedrijvigheid Openbare ruimte: Opp. plangebied: Ontwikkelaar
Ca. 97 appartementen(voor een deel in de zorg) en ca 149 grondgebonden woningen Volgens de gemeentelijke norm n.v.t. Nader te bepalen Ca 36.000m2 Intern: W. Groote Extern: MVO Projecten en Slokker Vastgoed
Relevante beslispunten tbv het VGP Geen Ontwikkelingen laatste half jaar Gesprekken met de ontwikkelaar worden gevoerd om te komen tot een anterieure overeenkomst. Daarna is een bestemmingsplanwijziging nodig. Specifieke projectrisico’s: 1. vertraging vanwege herijking plannen 2. afzet woningen vanwege marktstagnatie 3. geluidsvoorzieningen zijn kostbaar 4. nog geen anterieure overeenkomst gesloten Beheersmaatregelen 1. snelle toets van herijkte plan 2. aansturen op overeenkomst
108
Ontwikkelingsbedrijf Rapportage grote projecten
PIO
G410 Dennenstraat, Sportpark de Dennen
Kerninformatie Herontwikkeling Sportpark de Dennen in een 3 delen: Het realiseren van nieuwbouw voor de Praktijkschool; Het opknappen van Sportpark de Dennen; Het realiseren van Talent Centraal, de toekomstige huisvesting van Stichting Top Judo Nijmegen, Gymnastiek‐ en Turnvereniging De Hazenkamp.
Programma
Sport: onderwijs parkeren openb. ruimte opp. plangebied ontwikkelaar
6.200 m2 bvo Kavel 6.500 m2 (bebouwing 4.500 m2 bvo Op maaiveld 90.600 m2 Intern/extern: W. groote/ Omnivereniging Quick, Praktijkschool, Top Judo Nijmegen en Gymnastiek‐ en Turnvereniging De Hazenkamp
Relevante beslispunten t.b.v. het VGP Niet van toepassing. Ontwikkelingen laatste half jaar: De bestemmingsplanwijziging t.b.v. de Praktijkschool en clubgebouw Quick is meegenomen in de actualisatie van het bestemmingsplan Nijmegen West. Deze zal eind februari/begin maart 2013 ter besluitvorming aan de Raad worden aangeboden. Ten behoeve van het realiseren van Talent Centraal zal seperaat een (postzegel)bestemmingsplan in procedure worden gebracht. Specifieke projectrisico’s: 1. Bestemmingsplanwijziging. 2. Toekenning subsidie provincie 3. Mogelijkheid van staatsteun 4. Bezwaar omwonenden 5. Haalbaarheid exploitatievorm en (beheer)exploitatie Beheersmaatregelen: 1. Vooroverleg met Provincie over subsidie Talent Centraal. 2. Onderzoek naar exploitatievorm en (beheer)exploitatie Talent Centraal 3. Onderbouwing van benodigde investeringskosten 4. Onderzoek naar staatsteun en mogelijke constructies 5. Tijdig (intentie)overeenkomsten sluiten met betrokken partijen 6. Inbouwen van besluitvormingsmomenten, waaronder GO/NO‐GO (voor Raad en College)
Schetsontwerp Talent Centraal Nijmegen
109
Ontwikkelingsbedrijf Rapportage grote projecten
pio
G411 Hoogwaardig Openbaar Vervoer Nijmegen
Kerninformatie Deze planexploitatie in ontwikkeling bevat de plankosten voor de uitvoering van een haalbaarheidstudie voor de realisatie van Hoogwaardig Openbaar Vervoer (HOV) in de modaliteit bus voorbereid op tram op vrijliggende infrastructuur voor het tracé Bemmel – Ovatonde – Knoop Lent – Waalbrug – Traianusplein – Burchtstraat – Plein’44 – Bloemerstraat – Hustinxstraat – Centraal Station – Heyendaal (eventueel uitgebreid tot Kleve/ D).
Programma
Woningen: parkeren bedrijvigheid openb. ruimte
Lengte tracee op Nijmeegs grondgebied bedraagt 14,2 km Intern/extern: P. Matthieu / onbekend
opp. plangebied ontwikkelaar
Relevante beslispunten t.b.v. het VGP Niet van toepassing Ontwikkelingen laatste half jaar: De projectorganisatie HOV Nijmegen heeft gewerkt aan de afronding van de nota Voorkeursbeslissing HOV. In deze nota wordt aan de hand van alle uitgevoerde onderzoeken en de uitgebreide dialoog met de stad een voorstel gedaan over a) keuze voor een voorkeurstracé en b) keuze voor de modaliteit HOV‐bus of tram. De nota voorkeursbeslissing is in maart 2012 voor de inspraak vrijgegeven. In juni 2012 heeft de raad de Voorkeursnota vastgesteld en is het definitieve tracé bepaald. Daarmee is de komst van HOV in de modaliteit bus, voorbereid op een kwaliteitssprong in de toekomst (mogelijk tram) een feit. Aan de hand van een gefaseerde planning is bepaald welke onderdelen van het tracé in welke jaarschijven zullen worden gerealiseerd. In de 2e helft van 2012 zal een planexploitatie aan de raad worden voorgelegd ter besluitvorming en uitvoering van concrete deelprojecten op het tracé. De pio kan hiermee worden afgesloten. Elst Elst IV Bemmel Specifieke projectrisico’s: HOV tracé: ‐‐ V • Gefaseerde Beheersmaatregelen: Ressen uitvoering (I t/m VI) ‐‐ Bus tram VI • Vrijliggende IV (2025) infrastructuur
•
Knoop Lent
Bus voorbereid op tram
III
Beuningen
Elst Tram 2017
Waalbrug
II
Plein’44
Nijm egen CS
I
Tram 2017
Winkelsteeg
Heijendaal
I a
Tram 2 017
Kleef / Weeze
110
Ontwikkelingsbedrijf Rapportage grote projecten
PIO
G422 Julianaplein – Opus Gebouw
Kerninformatie Dit pand is via een openbare inschrijving verkocht aan een ontwikkelaar voor het realiseren van een hotel. hotel 4‐sterren hotel met ca. 110 kamers en horeca op de Programma begane grond opp. plangebied 2.980 m2 ontwikkelaar Intern/extern: E. van Petersen / Combinatie Grena BV en Cordeel Nederland BV Ontwikkelingen laatste half jaar: Het pand is middels openbare inschrijving op de markt aangeboden en gegund aan de combinatie Grena BV en Cordeel Nederland BV. Het bestemmingsplan gaat binnenkort in procedure. De planexploitatie zal in de 1e helft van 2013 ter besluitvorming worden aangeboden. Specifieke projectrisico’s: 1. Vertraging bestemmingsplanwijziging 2. Failissement ontwikkelcombinatie Beheersmaatregelen: 1. Overleg stakeholders 2. Bankgarantie ontwikkelcombinatie
111
Ontwikkelingsbdrijf Rapportage grote projecten
PIO
G423 de Bastei en brug ‘t Meertje
Kerninformatie Deze planexploitatie betreft de realisatie van een nieuwe museale locatie, waarin door meerdere organisaties op het gebied van natuur, milieu en cultuurhistorie, het verhaal wordt verteld van de ontwikkeling van Nijmegen als stad aan de Waal en direct grenzend en verbindingen leggend aan één van mooiste natuurgebieden van Nederland, de Ooijpolder en omgeving. Programma:
woningen: parkeren: bedrijvigheid Openbare ruimte: Opp. plangebied: Ontwikkelaar
n.v.t. n.v.t. n.v.t. Brug Ca 400m2 Intern: P. Matthieu
Relevante beslispunten tbv het VGP Niet van toepassing Ontwikkelingen laatste half jaar Het afgelopen jaar is er verkend en zijn er afspraken gemaakt over het verkrijgen van extra financiële middelen voor de eenmalige investering voor realisatie van de nieuwbouw als ook het optimaliseren van de exploitatiebegroting. In januari 2013 is het project en de planexploitatie bevestigd in het college en in de raad. Specifieke projectrisico’s: 1. Nog te verwerven subsidies 2. Fasering 3. Bouwkosten 4. Verkoopopbrengst Natuurmuseum Beheersmaatregelen 1. Promotie project 2. Strakke planning/afstemming partijen 3. Sturen op ontwerp/aanbestedingsvoordeel
112
Ontwikkelingsbedrijf Rapportage grote projecten
pio
G430 duurzame warmtevoorziening
Kerninformatie De gemeente Nijmegen heeft samen met de provincie Gelderland vanaf 2008 de haalbaarheid van een duurzame collectieve warmtevoorziening voor de nieuwbouwwoningen (ca. 11.000) in Waalsprong en Waalfront onderzocht. Als warmtebron is de ARN in beeld die voldoende (rest)warmte kan leveren voor het aantal nieuwbouw woningen. Definitieve besluitvorming heeft in de raad plaatstgevonden in april 2012. De overige partners, de provincie Gelderland, netwerkbedrijf Alliander, ARN en Nuon hebben in de daaropvolgende maanden ook de besluitvorming doorlopen, waarna in juli 2012 alle noodzakelijke overeenkomsten zijn getekend. Voor de exploitatie van de “aorta” – de verbinding vanaf de ARN tot en met de Waalsprong en het Waalfront – participeert de gemeente in een Infrabedrijf met Alliander. Deze vennootschap heeft ten doel: ‘het realiseren, instandhouden en (doen) exploiteren van een warmteinfrabedrijf, ten behoeve van een duurzame energievoorziening door middel van een warmtenet in de gemeente Nijmegen’. Nuon heeft een warmteleveringsovereenkomst met ARN gesloten en is concessiehouder voor de levering van warmte in de beide gebiedsontwikkelingen. Woningen: Niet van toepassing Programma opp. plangebied ontwikkelaar Intern/extern: P. Matthieu
Relevante beslispunten t.b.v. het VGP Niet van toepassing Ontwikkelingen laatste half jaar: De gemeente realiseert samen met partners een warmtenet in nieuwe stadsdelen zoals de Waalsprong en het Waalfront. Hiervoor heeft de gemeente op 10 juli 2012 een overeenkomst gesloten met Alliander, Nuon, ARN en de provincie. Afvalverbrander ARN wordt de kachel van deze stadsdelen. Bij de verbranding van het afval komt een heleboel warmte vrij die nu voor een groot deel door de schoorsteen naar buiten vliegt of met het koelwater de Waal in stroomt. Die warmte kan ook gebruikt worden om alle woningen in de Waalsprong en elders mee te verwarmen. Dan stoten de aangesloten woningen zo’n 70% minder CO2 uit dan bij gasverwarming. Het is een belangrijke stap in de overgang van fossiele brandstoffen naar duurzame energie. Het warmtenet draagt sterk bij aan de doelstelling van Nijmegen om in 2045 een energieneutrale stad te zijn. In juni 2012 is een Green Deal gesloten met het Rijk. De bijdrage van € 2,5 miljoen van het Rijk voor het warmtenet Nijmegen wordt in 2013 ingezet voor de activiteiten voor Indigo B.V. De gemeente ontvangt de bijdrage van het Rijk als decentralisatie uitkering in haar gemeentefonds. In 2013 worden ontwerp‐ en uitvoeringswerkzaamheden uitgevoerd voor de aanleg van de hoofdtransportleiding van de ARN naar de Waalsprong en het Waalfront. Doel is om per 1 januari 2015 (duurzame) warmte vanuit de ARN te kunnen leveren in de Waalsprong en het Waalfront. Ook zal in 2013 worden ingezet op het verkrijgen van meer aansluitingen op het warmtenet, bijvoorbeeld bij de Spoorzone ontwikkeling, het Radboud en andere grote warmtevragers in de bestaande stad. Meer aansluitingen hebben een positief effect op de businesscase van Indigo B.V. maar vooral ook op het vergroten van het aandeel duurzame energie en op meer CO2‐reductie. Specifieke projectrisico’s: 1. Boring onder Waal 2. Tempo en Woningbouwproductie in de Waalsprong en Waalfront 3. Investeringskosten primaire infrastructuur Beheersmaatregelen: 1. Intentieverklaring met ARN gesloten, verder uitwerken tot overeenkomst 2. Risico bouwtempo is ondervangen met een achtergestelde lening vanuit de provincie 3. Uitwerken van het SO/VO tot een DO
113
Ontwikkelingsbdrijf Rapportage grote projecten
PIO
G432 Microweg, Campusontwikkeling Synthon
Kerninformatie De pio bevat de ontwikkeling van een groene campus op het industrieterrein aan de Microweg. Programma:
woningen: parkeren: bedrijvigheid Openbare ruimte: Opp. plangebied: Ontwikkelaar
n.v.t. n.v.t. n.v.t. Intern: E. van Petersen Extern: Synthon (bedijf werkzaam in de farmaceutische industrie)
Relevante beslispunten tbv het VGP Niet van toepassing Ontwikkelingen laatste half jaar Synthon heeft haar visie gedeeld met de gemeente en de onliggende bedrijven over haar toekomst plannen. Verder is het bestemmingsplan voor de nieuwe ontsluiting vrijgegeven voor inspraak.
Specifieke projectrisico’s: 1. Het niet tekenen van de overeenkomst Beheersmaatregelen 1. Zo snel mogelijk de overeenkomst ter ondertekening aanbieden
114
Ontwikkelingsbedrijf Rapportage grote projecten
PIO
G433 Skaeve Huse
Kerninformatie Haalbaarheidsonderzoek naar het realiseren van 8 Skaeve Huse. Dit zijn woningen voor mensen van wie gebleken is dat ze niet in staat zijn te functioneren in een gewone woonomgeving en waarbij de verwachting is dat zij en hun omgeving er baat bij hebben als zij op een meer afgezonderde locatie wonen. De Skaeve huse, een oorspronkelijk Deense woonvorm, is voor deze doelgroepen een manier om in een prikkelarme omgeving het woongedrag zo veel als mogelijk te normaliseren.
Programma
Woningen parkeren opp. plangebied Ontwikkelaar intern/exten
8 woonunits en 1 begeleidingsunit Op maaiveld 5.000 m2 W. Groote/Woongenoot en Gemeenschap
Relevante beslispunten t.b.v. het VGP N.v.t. Ontwikkelingen laatste half jaar: Er heeft een locatieafweging zorgwoningen (Skaeve Huse) plaatsgevonden. Deze locatieafweging geeft een voorkeur voor de Stadsbroekseweg. Inmiddels zijn de omwonende geïnformeerd over dit voornemen. Besluit over de locatie door het college en de raad volgt in de eerste helft van 2013. Specifieke projectrisico’s: 1. Weerstand vanuit de buurt 2. Bestemmingsplan Beheersmaatregelen: 1. Intensief communicatietraject
115
Gemeente Nijmegen Verslag van bevindingen Controle jaarrekening 2012
Lees meer
Terug Ernst & Young Accountants LLP Meander 861 6825 MH Arnhem Postbus 30116 6803 AC Arnhem Tel.: +31 (0) 88 - 407 1000 Fax: +31 (0) 88 - 407 6005 www.ey.nl
De raad van de gemeente Nijmegen Postbus 9105 6500 HG NIJMEGEN
Arnhem, 12 april 2013
MBOS-96MK6C/JD/WS/mb
Betreft: Nijmegen
verslag van bevindingen jaarrekening 2012 gemeente
Geachte leden van de raad, Naar aanleiding van onze controle van de jaarrekening 2012 van de gemeente Nijmegen hebben wij het genoegen u hierbij de uitkomsten van onze werkzaamheden te presenteren. De onderwerpen die in dit verslag aan de orde komen, hebben onderdeel uitgemaakt van onze overwegingen bij de bepaling van de aard, het tijdstip van uitvoering en de diepgang van de controlemaatregelen die zijn toegepast in het kader van de controle van de jaarrekening 2012 van de gemeente Nijmegen. De in dit verslag van bevindingen opgenomen bevindingen doen geen afbreuk aan ons oordeel omtrent de getrouwheid en rechtmatigheid van de jaarrekening 2012. Daarnaast geven wij, vanuit onze natuurlijke adviesfunctie, een aantal aanbevelingen waarmee wij beogen u als raad te ondersteunen in uw kaderstellende en controlerende taak. Het concept van dit verslag is d.d. 10 april 2013 besproken met de portefeuillehouder financiën en het hoofd financiën. Een afschrift van dit verslag is toegezonden aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen. Wij stellen het op prijs een en ander persoonlijk toe te lichten of eventuele vragen omtrent deze of andere met de controle verband houdende zaken te beantwoorden. Hoogachtend, Ernst & Young Accountants LLP
drs. J.M.A. Drost RA
Ernst & Young Accountants LLP is een limited liability partnership opgericht naar het recht van Engeland en Wales en geregistreerd bij Companies House onder registratienummer OC335594. In relatie tot Ernst & Young Accountants LLP wordt de term partner gebruikt voor een (vertegenwoordiger van een) vennoot van Ernst & Young Accountants LLP. Ernst & Young Accountants LLP is statutair gevestigd te Lambeth Palace Road 1, London SE1 7EU, Verenigd Koninkrijk, heeft haar hoofdvestiging aan Boompjes 258, 3011 XZ Rotterdam, Nederland en is geregistreerd bij de Kamer van Koophandel Rotterdam onder nummer 24432944. Op onze werkzaamheden zijn algemene voorwaarden van toepassing, waarin een beperking van de aansprakelijkheid is opgenomen.
Lees meer
Gemeente Nijmegen Uitkomsten controle en overige informatie 2012 Terug
Inhoudsopgave
Uitkomsten
Resultaat 2012
Bevindingen
Aandachtspunten
Uitvoering
Bijlagen
Inhoudsopgave 1
Wat zijn de uitkomsten van onze controle? Onze verklaring is goedkeurend Welke fouten en onzekerheden resteren nog? Toelichting op fouten en onzekerheden Bestuurlijke aandachtspunten voor 2013
2
Onze analyse van het resultaat 2012 Voordelig/Nadelig resultaat nader geanalyseerd Analyse van de financiële positie Solvabiliteit Paragraaf weerstandsvermogen Schattingsprocessen binnen de jaarrekening
3
Onze bevindingen naar aanleiding van de controle Grondbeleid en grondexploitaties Overige controlebevindingen Onze bevindingen in het kader van rechtmatigheid Bevindingen controle verantwoording in het kader van SiSa
4
Uw specifieke wensen en aandachtspunten Aandachtspunten van de raad
5
Hoe hebben wij de controle uitgevoerd? Wat is de reikwijdte van onze opdracht Onze controleaanpak in het kort De met u afgesproken goedkeurings- en rapporteringstoleranties Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (Wopt) Onze onafhankelijkheid is gewaarborgd Begrotingsbeheer Rechtmatigheid Verplichtingen inzake SiSa information en Single audit (SiSa)
Bijlagen 1 2
SiSa-bijlage Actuele ontwikkelingen
Pagina 3
Lees meer
Gemeente Nijmegen Uitkomsten controle en overige informatie 2012 Terug
Inhoudsopgave
Uitkomsten
Resultaat 2012
Bevindingen
Aandachtspunten
Uitvoering
Bijlagen
1 Wat zijn de uitkomsten van onze controle Onze verklaring is goedkeurend De jaarrekening is getrouw
Wij hebben bij de jaarrekening van de gemeente Nijmegen een goedkeurende controleverklaring afgegeven met betrekking tot de getrouwheid. In de verklaring hebben wij een toelichtende paragraaf opgenomen waarin wordt gewezen op de onzekerheid betreffende de risico’s in de grondexploitatie, zoals adequaat toegelicht in de jaarrekening 2012. Dit betekent dat het jaarverslag en de jaarrekening 2012 zijn ingericht in overeenstemming met het BBV en de in de programmarekening opgenomen balans en toelichting en rekening van baten en lasten een getrouwe weergave zijn van de financiële positie en baten en lasten van de gemeente Nijmegen.
De jaarrekening is rechtmatig
Wij hebben bij de jaarrekening van de gemeente Nijmegen een goedkeurende controleverklaring afgegeven met betrekking tot de rechtmatigheid. Dit betekent dat de baten en lasten en balansmutaties in de jaarrekening 2012 in overeenstemming zijn met de door de raad vastgestelde wet- en regelgeving.
Geen bevindingen ten aanzien van de SiSa-bijlage
Wij hebben de in de SiSa-bijlage van de jaarrekening genoemde specifieke uitkeringen gecontroleerd met inachtneming van de Nota verwachtingen accountantscontrole 2012. Op grond van ons onderzoek hebben wij bij uw specifieke uitkeringen geen fouten en/of onzekerheden geconstateerd die de voor SiSa geldende rapporteringstolerantie overschrijden.
Jaarverslag niet strijdig met de jaarrekening
De jaarrekening en het jaarverslag dienen te worden opgemaakt in overeenstemming met het BBV. Wij hebben vastgesteld dat de jaarrekening 2012 van uw gemeente geen materiële afwijkingen vertoont ten opzichte van de voorschriften van het BBV. Daarnaast is door ons nagegaan of het jaarverslag de minimale wettelijk voorgeschreven informatie bevat en of de inhoud van dit verslag geen tegenstrijdigheden bevat met de door ons gecontroleerde jaarrekening. Wij hebben vastgesteld dat de inhoud van het jaarverslag niet strijdig is met de jaarrekening.
Belangrijke voorwaarde: ongewijzigde vaststelling
Wij zijn er bij ons oordeel van uitgegaan dat de raad de nu overlegde jaarrekening, inclusief de Voortgangsrapportage Grote Projecten april 2013 (VGP) en de geactualiseerde grex GEM Waalsprong, ongewijzigd vaststelt. Indien er nog wijzigingen worden aangebracht in de definitieve vorm van de jaarrekening dienen wij deze te beoordelen alvorens onze controleverklaring hierbij mag worden opgenomen. Daarnaast gaan wij er vanuit dat de raad de voorliggende Voortgangsrapportage Grote Projecten (VGP )2013 vaststelt en akkoord gaat met de stelstelwijziging inzake het activeren van uitgaven riolering binnen de exploitatieopzet van gem Waalsprong ter hoogte van € 33 miljoen. Een en ander wordt nader toegelicht in hoofdstuk 3 van dit rapport.
Pagina 4
Lees meer
Gemeente Nijmegen Uitkomsten controle en overige informatie 2012 Terug
Inhoudsopgave
Uitkomsten
Resultaat 2012
Bevindingen
Aandachtspunten
Uitvoering
Bijlagen
Welke fouten en onzekerheden resteren nog ? Onze rapportering van fouten en onzekerheden
In de onderstaande tabel is een overzicht gegeven van de belangrijkste bevindingen naar aanleiding van de uitgevoerde controles. In de tabel hebben wij alle gedurende onze controle de ongecorrigeerde controleverschillen opgenomen, welke een significante invloed hadden op het beeld van de jaarrekening.
Ongecorrigeerde controleverschillen
Getrouwheid - Geen bevindingen
Rechtmatigheid -Naleving aanbestedingsrichtlijnen -Begrotingsrechtmatigheid (gladheidsbestrijding) Totaal Tolerantie
Fouten
Onzekerheden
€
€
-
Verwijzing
-
176.000 550.000 726.000 8.100.000
24.300.000
Pagina 5
Lees meer
Gemeente Nijmegen Uitkomsten controle en overige informatie 2012 Terug
Inhoudsopgave
Uitkomsten
Resultaat 2012
Bevindingen
Aandachtspunten
Uitvoering
Bijlagen
Toelichting op fouten en onzekerheden
Algemeen
De geconstateerde fouten ad € 726.000 zijn kleiner dan de door u vastgestelde controletolerantie van respectievelijk € 8.100.000. Op basis daarvan kunnen wij bij de jaarrekening 2012 zowel betreffende de getrouwheid als de rechtmatigheid een goedkeurende verklaring verstrekken.
Korte toelichting
Onderstaand vindt u een korte toelichting op fouten en onzekerheden met betrekking tot getrouwheid en rechtmatigheid. Rechtmatigheid Uit de uitgevoerde interne controlewerkzaamheden voor wat betreft de naleving van de (Europese) aanbestedingsrichtlijnen lijkt een totaal aan fouten van € 0,18 miljoen. In het boekjaar 2011 bedroeg het aantal fouten in het kader van (Europese) aanbestedingen nog € 0,2 miljoen. Met de controle op de juiste toepassing van het begrotingscriterium toetsen wij of het budgetrecht van de gemeenteraad is gerespecteerd. Intern is geconstateerd dat er op het programma Openbare ruimte een onrechtmatige lastenoverschrijding heeft plaatsgevonden van € 550.000 (gladheidsbestrijding). De overschrijdingen ten opzichte van de begrote lasten zijn door het College in de paragraaf begrotingsrechtmatigheid toegelicht.
Bestuurlijke aandachtspunten voor 2013 Onze visie op 2013
Onze controle heeft geresulteerd in een goedkeurende controleverklaring met een toelichtende pararaaf bij de jaarrekening 2012. Naast onze certificerende functie hebben wij, vanuit onze natuurlijke adviesfunctie, de gemeente Nijmegen het afgelopen jaar over tal van onderwerpen geadviseerd.
Pagina 6
Lees meer
Gemeente Nijmegen Uitkomsten controle en overige informatie 2012 Terug
Inhoudsopgave
Uitkomsten
Resultaat 2012
Bevindingen
Aandachtspunten
Uitvoering
Bijlagen
Bestuurlijke aandachtspunten voor 2013 Voor het komende jaar vinden wij het, gelet op het voorgaande, belangrijk dat de gemeente Nijmegen prioriteit geeft aan de volgende onderwerpen/bevindingen/adviezen: Grondexploitaties/vastgoedsector: Gemeenten blijven problemen ondervinden van de stagnatie in de vastgoed en woningmarkt. Uw gemeente heeft voor € 352 miljoen aan grondexploitaties op haar balans geactiveerd. Wij hebben tijdens onze controle vastgesteld dat deze waardering juist is. Wij benadrukken echter wel dat gezien de onzekerheden in de markt en de projectspecifieke risico’s het noodzakelijk blijft om de grondexploitaties zeer nauwgezet te blijven volgen. Indien de economie en de grondmarkt zich verder negatief ontwikkelen leidt dit voor grondexploitaties met een negatief verwacht eindresultaat direct tot aanvullende significante verliezen. Voor de gemeente Nijmegen spelen met name voor de projecten GEM Waalsprong, Waalfront en Bergerden dergelijke risico’s. In hoofdstuk 3 gaan wij nader in op uw grondpositie. Verbonden partijen: In de huidige economische omstandigheden verandert het risicoprofiel van deze partijen soms razendsnel, waarbij de impact voor de gemeente navenant kan zijn. De gemeente Nijmegen kent een groot aantal verbonden partijen. De beheersstructuur rondom deze verbonden partijen is binnen de gemeente Nijmegen stevig ingericht. Zo wordt toezicht gehouden op de betreffende verbonden partij en wordt op vaste momenten aan de raad gerapporteerd omtrent de financiële positie en risico’s met betrekking tot de verbonden partijen. In hoofdstuk 4 van deze rapportage gaan wij concreet in op de beheersing van de verbonden partijen, als onderdeel van de speerpunten die u voor de controle over 2012 heeft meegegeven. Automatisering van uw organisatie: Automatisering en ICT zijn tegenwoordig van cruciaal belang voor gemeenten. ICT is al lang geen faciliterend proces meer, maar een primair proces om uw organisatie te voorzien van juiste, tijdige en volledige informatie. Hier hebben zowel de organisatie als de ICT-afdeling een belangrijke rol in die zij zuiver moeten spelen. Verderop in deze rapportage gaan wij nader in op de rol van ICT; onder andere middels ons advies ICT en geautomatiseerde beheersingsmaatregelen en functiescheiding in systemen te betrekken in de aanpak van de interne controle; hierdoor kan de controle nog meer procesgericht en efficiënter ingestoken worden en is minder sprake van controle ‘om het systeem heen’.
Pagina 7
Lees meer
Gemeente Nijmegen Uitkomsten controle en overige informatie 2012 Terug
Inhoudsopgave
Uitkomsten
Resultaat 2012
Bevindingen
Aandachtspunten
Uitvoering
Bijlagen
Bestuurlijke aandachtspunten voor 2013 Nieuwe taken: De komende jaren komen er een groot aantal nieuwe taken op uw gemeente af. Enerzijds moet aan deze taken organisatorisch vorm gegeven worden, anderzijds moet hier een initiële begroting voor worden opgesteld. Iets wat zeker in de eerste jaren haar vorm moet krijgen en waarmee risico’s samenhangen. Wij adviseren u hier in een zo vroeg mogelijk stadium vorm aan te geven. In bijlage 2 van dit verslag gaan wij nader in op de ontwikkelingen ten aanzien van de decentralisaties vanuit het rijk.
Pagina 8
Lees meer
Gemeente Nijmegen Uitkomsten controle en overige informatie 2012 Terug
Inhoudsopgave
Uitkomsten
Resultaat 2012
Bevindingen
Aandachtspunten
Uitvoering
Bijlagen
2 Onze analyse van het resultaat 2012 Nadelig resultaat nader geanalyseerd Het resultaat nader besproken
Het saldo van baten en lasten (na bestemming) over het jaar 2012 bedraagt € 13.474.000 nadelig ten opzichte van een begroot sluitend saldo van € 3.961.000 nadelig. In de toelichting op programma’s worden afwijkingen nader toegelicht.
Totaaloverzicht
Het resultaat over 2012 ten opzichte van de gewijzigde begroting kan als volgt worden weergegeven. Bedragen x € 1.000
Gewijzigde begroting
Rekening 2012
Afwijking
Rekeningresultaat exclusief planexploitaties 2012
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
Totale lasten
- 573.212
-568.463
4.749
Totale baten
559.360
563.388
4.028
9.890
9.890
0
- 3.962
4.815
8.777
- 250.031
- 228.855
21.176
249.502
210.037
- 39.465
529
529
0
0
- 18.289
- 18.289
- 3.962
- 13.474
- 9.512
Per saldo reserve mutaties Resultaat na eerste winstbestemming Rekeningresultaat planexploitaties 2012 Lasten planexploitaties Baten planexploitaties Per saldo reserve mutaties
Rekening resultaat planexploitaties na eerste winstbestemming
Totaal rekening resultaat na eerste winstbestemming nadelig Pagina 9
Lees meer
Gemeente Nijmegen Uitkomsten controle en overige informatie 2012 Terug
Inhoudsopgave
Uitkomsten
Resultaat 2012
Bevindingen
Aandachtspunten
Uitvoering
Bijlagen
Analyse van de financiële positie Eigen vermogen neemt af/toe
Het eigen vermogen, inclusief het resultaat na bestemming, bedraagt per jaareinde 2012 volgens de jaarrekening € 106,6 miljoen en heeft zich vanaf 2010 als volgt ontwikkeld:
Pagina 10
Lees meer
Gemeente Nijmegen Uitkomsten controle en overige informatie 2012 Terug
Inhoudsopgave
Uitkomsten
Resultaat 2012
Bevindingen
Aandachtspunten
Uitvoering
Bijlagen
Van de totale reserves ter hoogte van € 106,6 miljoen is € 41,1 miljoen opgenomen als algemene vrije reserve. Het saldo van deze reserve is ten opzichte van 2011 afgenomen met € 6 miljoen. Per saldo is gedurende 2012 € 10,4 miljoen onttrokken aan de reserves. Deze dotatie (ten gunste van het resultaat) vormt samen met het resultaat voor bestemming (€ 23,8 miljoen) het resultaat na bestemming van € 13,4 miljoen. In 2011 is € 58 mln aan activa met maatschappelijk nut afgeboekt. Deze kosten zijn volledig gedekt door de inzet van de reserve NUON. Dit verklaard de sterke daling van de algemene reserve tussen 2010 en 2011. Solvabiliteit Uw vermogenspositie
De totale vermogenspositie wordt onder andere tot uitdrukking gebracht door middel van het solvabiliteitspercentage. Dit percentage wordt bepaald door het eigen vermogen te delen door het balanstotaal. Het huidige solvabiliteitspercentage voor uw gemeente bedraagt 10,3% (2011: 13,4%).
Vreemd vermogen in 2012
Voor de financiering van de vaste activa zijn langlopende leningen aangetrokken met een boekwaarde per 31 december 2012 van € 660 miljoen. Voor een nadere beschouwing ten aanzien van uw financieringspositie verwijzen wij u naar de paragraaf financiering van de jaarrekening 2012.
Paragraaf weerstandsvermogen De risico’s die uw gemeente loopt
In het jaarverslag is onder andere de paragraaf weerstandsvermogen opgenomen, welke informatie bevat over de weerstandscapaciteit, de risico’s en het beleid dat hieromtrent gedurende 2012 is gevoerd. Ten aanzien van deze paragraaf constateren wij het volgende: De weerstandscapaciteit bestaat uit met name de algemene reserve , welke per 31 december 2012 een bedrag van € 41,1miljoen bedraagt. De weerstandscapaciteit is ten opzichte van 2011 afgenomen met € 6 miljoen. Naast de algemene reserve heeft de gemeente Nijmegen ook specifieke risicobuffers opgebouwd in de vorm van specifieke bestemmingsreserves , bijvoorbeeld in de systematiek van de ‘gesloten circuit’ reserves. Zo kunnen specifieke risico’s vanuit bijvoorbeeld het gebied van openeinde regelingen zoals de WMO ook in eerste instantie binnen de bestemmingsreserve opgevangen worden. Ten aanzien van de inrichting van risicomanagement bij de gemeente Nijmegen verwijzen wij naar hoofdstuk 4; dit naar aanleiding van uw speerpunt ‘Risicomanagement’.
Pagina 11
Lees meer
Gemeente Nijmegen Uitkomsten controle en overige informatie 2012 Terug
Inhoudsopgave
Uitkomsten
Risicoprofiel nauwelijks afgenomen
Resultaat 2012
Bevindingen
Aandachtspunten
Uitvoering
Bijlagen
Binnen de paragraaf weerstandsvermogen worden de totale risico’s die de gemeente loopt gekwantificeerd bepaald op € 21 miljoen met een zekerheid van 95% en de risico’s uit de planexploitaties op € 76,5 miljoen. De belangrijkste risico’s worden gevormd door de planexploitaties Waalsprong (gemeentelijk deel) De GEM Waalsprong, Bergerden en Koers West Waalfront. Geconcludeerd moet worden dat op dit moment de aanwezige reserves niet voldoende zijn om de risico’s op te vangen wanneer deze zich allen gelijktijdig en nu voor zouden doen. Een negatief weerstandsvermogen houdt in dat u niet langer in staat blijkt een tegenvaller zelf op te vangen zonder het voorzieningenniveau te verlagen. Dit betekent dat er geen ongebruikte belastingcapaciteit, geen ruimte op de begroting en geen beschikbare reserves meer zijn. In combinatie met de omvangrijke risico’s (welke overigens zijn gekwantificeerd en opgenomen in het weerstandsvermogen conform de huidige situatie) binnen de lopende grondexploitaties zoals hierboven genoemd worden intern de ontwikkelingen in het weerstandsvermogen nauw gemonitoord. In de perspectiefnota is aangegeven hoe de groei naar het noodzakelijk geachte weerstandsvermogen wordt gerealiseerd.
Pagina 12
Lees meer
Gemeente Nijmegen Uitkomsten controle en overige informatie 2012 Terug
Inhoudsopgave
Uitkomsten
Resultaat 2012
Bevindingen
Aandachtspunten
Uitvoering
Bijlagen
Schattingsprocessen binnen de jaarrekening Wij kunnen instemmen met de schattingen van het college
Het college van burgemeester en wethouders is verantwoordelijk voor het maken van schattingen bij het opmaken van de jaarrekening. Als accountant van de raad beoordelen wij deze door het college gemaakte schattingen. Wij kunnen instemmen met de door het college gemaakte inschattingen en waarderingsgrondslagen. Onderstaand hebben wij een beschouwing ten aanzien van de belangrijkste schattingen opgenomen. Beoordeling 2012
Beoordeling 2011
Waardering grond en gebouwen inclusief afschrijvingen
Voorzichtig
Voorzichtig
Waardering tegen actuele waarde is bij gemeenten niet van toepassing. De gemeente heeft, mede op ons aangeven, ultimo 2012 een adequate inventarisatie van haar activa uitgevoerd en indien noodzakelijk zijn afwaarderingen doorgevoerd.
Waardering van uw deelnemingen en langlopende schulden
Ambitieus
Ambitieus
De gemeente Nijmegen loopt over haar gemeentelijke deelnemingen (Gem Waalsprong, Bergerden) behoorlijke risico’s in ons verslag besteden wij hier nadere aandacht aan.
Waardering van de bouwgrondexploitaties en de niet in exploitatie genomen gronden (NIEGG)
Voorzichtig
Voorzichtig
De crisis in de woning- en vastgoedmarkt blijft aanhouden, inherent hieraan is dat het risicoprofiel van de gemeentelijke grondbedrijven toenemen. Wij constateren de schattingen binnen de grondexploitaties van de gemeente Nijmegen op een prudente wijze tot stand komen en dat daarbij voorzichtige uitgangspunten worden gehanteerd. Dit neemt niet weg dat een aantal exploitaties specifieke risico’s hebben.
Belangrijke schattingen
Toelichting
Pagina 13
Lees meer
Gemeente Nijmegen Uitkomsten controle en overige informatie 2012 Terug
Inhoudsopgave
Uitkomsten
Resultaat 2012
Bevindingen
Aandachtspunten
Uitvoering
Bijlagen
Schattingsprocessen binnen de jaarrekening
Belangrijke schattingen
Beoordeling 2012
Beoordeling 2011
Waardering van de debiteuren
Gemiddeld
Voorzichtig
Wij hebben de waardering van de debiteuren beoordeeld. De gemeente Nijmegen treft adequate voorzieningen voor eventuele oninbaarheid. Er spelen geen specifieke materiële zaken. De voorziening bijstandsdebiteuren wordt verderop in het verslag nader behandeld.
Beoordeling toereikendheid van uw voorzieningen
Gemiddeld
Gemiddeld
Wij hebben de toereikendheid van de voorzieningen beoordeeld. De gemeente Nijmegen treft adequate voorzieningen voor risico’s en verplichtingen die op een betrouwbare wijze zijn in te schatten.
Beoordeling van de risico’s ten aanzien van de niet uit de balans blijkende verplichtingen
Gemiddeld
Gemiddeld
Het grootste gedeelte van de gemeentelijke garanties heeft betrekking op garanties afgegeven ten behoeve van de woningbouwcorporaties. Gezien de toenemende druk vanuit regelgeving staat de financiële positie van woningbouwverenigingen onder druk. De gemeente Nijmegen heeft een nadere analyse gemaakt van de mogelijke risico’s en concludeert dat voor de Nijmeegse situatie deze risico’s beperkt zijn.
Toelichting
Pagina 14
Lees meer
Gemeente Nijmegen Uitkomsten controle en overige informatie 2012 Terug
Inhoudsopgave
Uitkomsten
Resultaat 2012
Bevindingen
Aandachtspunten
Uitvoering
Bijlagen
3 Onze bevindingen naar aanleiding van de controle Grondbeleid en grondexploitaties Opbouw voorraadpositie
In het kader van de controle van de jaarrekening van de gemeente Nijmegen hebben wij de voorraden waaronder opgenomen de grondexploitaties gecontroleerd. De post voorraad van de gemeente Nijmegen zijn als volgt te specificeren. Bedragen x € 1.000
31 december 2012
31 december 2011
x € 1000
x € 1000
332.796
267.074
19.443
18.753
Grond- en hulpstoffen
97
131
Voorraad gereed product
88
88
352.424
286.046
Grondexploitaties Gronden niet in exploitatie
Totaal voorraden
Zoals uit het bovenstaande overzicht blijkt zijn de grondexploitatie nader onder te verdelen naar overige grond- en hulpstoffen, nog niet in exploitatie genomen bouwgronden en het zogenaamde onderhanden werk. Deze onderverdeling is afhankelijk van de formele status van de grondexploitatie: ►Met ingang van het boekjaar 2012 heeft de commissie BBV gesteld dat die gronden waar de raad geen stellig voornemen heeft deze te ontwikkelen geclassificeerd dienen te worden als overige grond en hulpstoffen. Wij hebben vastgesteld dat uw gemeente op een juiste wijze invulling heeft gegeven aan deze wijziging in de regelgeving. ►Er is sprake van onderhanden werk op het moment dat er een vastgesteld exploitatieplan aanwezig is, waarbij de bestemming van de gronden definitief is vastgelegd.
Pagina 15
Lees meer
Gemeente Nijmegen Uitkomsten controle en overige informatie 2012 Terug
Inhoudsopgave
Uitkomsten
Resultaat 2012
Bevindingen
Aandachtspunten
Uitvoering
Bijlagen
Grondbeleid en grondexploitaties Algemene uitgangspunten
De boekwaarde (waardering) van de in exploitatie opgenomen gronden van het Ontwikkelingsbedrijf, opgenomen onder de post voorraden van de balans in de jaarrekening 2012, bestaat uit het volgende saldo: Gerealiseerde kosten Af: Opbrengsten Af: voorziening
totale verwervingskosten, sloopkosten, kosten bouw en woonrijp maken rente en plankosten van alle exploitaties totale verkoop kavels het totaal van nadelig eindresultaten van individuele exploitaties tegen contante waarde
Het verwachte resultaat van de planexploitaties wordt doorgerekend op basis van de parameters zoals door uw Raad goedgekeurd in de risiconota 2012. Voor het bepalen van de benodigde voorziening wordt het op termijn verwachte negatieve eindresultaat in euro’s van individuele grondexploitaties naar de geldswaarde van nu omgerekend (contant gemaakt). In de door uw Raad goedgekeurde kadernota grondbeleid 2009 zijn de beleidsregels met betrekking tot grondexploitaties nader uitgewerkt, inclusief sturing en control. Binnen het ontwikkelingsbedrijf onderscheiden we drie soorten rapportages: 1. De planexploitatie Bij de start van een project legt het college de planexploitatie ter vaststelling voor aan uw Raad. Ingrijpende inhoudelijke of financiële aanpassingen die leiden tot een integrale herziening van planexploitatie moet uw Raad opnieuw vaststellen middels een apart voorstel, de criteria hiervoor zijn afzonderlijk vastgelegd. 2. De voortgangsrapportage grote projecten (VGP) Minder ingrijpende aanpassingen wikkelt het College af en rapporteert hierover in het VGP. Met de vaststelling sanctioneert uw Raad de doorgevoerde mutaties. 3. Stadsbegroting en Stadsrekening Jaarlijks stelt uw raad de Stadsbegroting en Stadsrekening vast.
Pagina 16
Lees meer
Gemeente Nijmegen Uitkomsten controle en overige informatie 2012 Terug
Inhoudsopgave
Uitkomsten
Resultaat 2012
Bevindingen
Aandachtspunten
Uitvoering
Bijlagen
Grondbeleid en grondexploitaties Algemene uitgangspunten
Op 20 juni 2012 heeft uw gemeenteraad bij de behandeling van de perspectiefnota 2013 de motie “Beter sturen door betere informatie” aangenomen. Deze motie leidt tot procesmatige en inhoudelijke aanpassingen van het VGP, waaronder de verschijning van het VGP in januari/februari van elk jaar en de actualisatie van alle grondexploitaties (ook Waalfront). Wij ondersteunen deze verbeteringen ten zeerste. De verantwoordingsfunctie van het College en de controlefunctie van uw Raad kan hierdoor beter (ook in tijd) worden ingevuld. In het verlengde hiervan merken wij op dat binnen het ambtelijk apparaat en management momenteel de onafhankelijke control op de grondexploitatie wordt geëvalueerd en waar nodig aangepast. In dit licht adviseren wij u ook de Algemene Bedrijfsreserve samen te voegen met de saldireserve. Hierdoor kan beter een integrale beoordeling plaatsvinden van de risico’s afgezet tegen de totale reserves en daarmee het inzicht in het weerstandsvermogen.
Pagina 17
Lees meer
Gemeente Nijmegen Uitkomsten controle en overige informatie 2012 Terug
Inhoudsopgave
Uitkomsten
Resultaat 2012
Bevindingen
Aandachtspunten
Uitvoering
Bijlagen
Grondbeleid en grondexploitaties Waardering
Hieronder is een korte (financiële) recapitulatie opgenomen van de grondexploitaties gegeven: Grondexploitaties 2012
Waalsprong
Boekwaarde 31 december 2012 x € 1.000
Voorziening 31 december 2012 x € 1.000
Boekwaarde 31 december 2011x € 1.000
Voorziening 31 december 2011 x € 1.000
79.096
3.648
64.161
5.385
199.368
0
197.225
0
Maatschappelijk vastgoed
17.580
10.151
13.726
3.001
Overige
36.751
1.198
- 8.038
745
332.795
14.997
267.074
9.131
GEM Exploitaties Land over de Waal
Totaal Balanstotaal jaarrekening Grondexploitatie % balanstotaal
1.034.467
977.270
32,1%
27,3%
Voor de samenwerkingsverbanden met grondexploitaties waarin door de gemeente Nijmegen wordt deelgenomen zijn de volgende voorzieningen getroffen: Gem Waalsprong € 11.700.000, GR Bergerden € 2.726.000 en Waalfront € 5.298.000. De voorziening in de jaarrekening 2012 voor grondexploitaties komt daarmee op een totaalniveau van € 34.721.000 .
Pagina 18
Lees meer
Gemeente Nijmegen Uitkomsten controle en overige informatie 2012 Terug
Inhoudsopgave
Uitkomsten
Resultaat 2012
Bevindingen
Aandachtspunten
Uitvoering
Bijlagen
Grondbeleid en grondexploitaties Stelselwijziging waardering
Zoals hiervoor aangegeven is de voorziening grondexploitaties de optelsom van de in de toekomst verwachte verliezen van individuele grondexploitatieprojecten naar de geldswaarde van nu. De Algemene Bedrijfsreserve is ontoereikend om de benodigde voorziening per 31 december 2012 voor de GEM Waalsprong van € 44,7 miljoen op te vangen. In het VGP van april 2013 wordt voorgesteld om de in de grondexploitatie opgenomen uitgaven in rioleringen GEM gedeelte Waalsprong ter hoogte van € 33 miljoen vanaf 2013 te activeren. Hierdoor daalt het verlies van deze exploitatie met 33 miljoen. Conform de richtlijn waardering en activering van activa kunnen deze investeringen in 40 jaar worden afgeschreven. De hoogte van de benodigde voorziening voor de GEM Waalsprong komt daarbij uit op € 11,7 miljoen. Concreet betekent dit dat een groot gedeelte van de kosten wordt geactiveerd en over de komende 40 jaar wordt verdeeld. Deze kosten komen naast de reeds geplande en begrote onderhoudskosten voor rioleringen. Dit betreft een stelselwijziging die uw Raad afzonderlijk moet vaststellen en goedkeuren. Overigens kan deze handelwijze alleen als deze waarderingsgrondslag wordt toegepast voor alle toekomstige nieuw nog vast te stellen grondexploitaties. Eventueel zal ook aanpassing van de gemeentelijke regelgeving moeten plaatsvinden, bijvoorbeeld de 212- verordening. Wij beschouwen de nog aan uw Raad voor te leggen en goed te keuren gewijzigde exploitatieopzet GEM Waalsprong als een nieuw vast te stellen grondexploitatie. De eigendomsverhoudingen van de GEM Waalsprong in 2013 (gemeente 100% aandeelhouder) en de planopzet wijzigen substantieel.
Pagina 19
Lees meer
Gemeente Nijmegen Uitkomsten controle en overige informatie 2012 Terug
Inhoudsopgave
Uitkomsten
Resultaat 2012
Bevindingen
Aandachtspunten
Uitvoering
Bijlagen
Grondbeleid en grondexploitaties Onze controleaanpak
Zoals uit de gegeven cijfers hiervoor blijkt maakt de grondexploitatie vanuit financieel perspectief en risico’s een substantieel onderdeel uit van de jaarrekening 2012. De onderdelen van de grondexploitatie hebben wij als volgt beoordeeld en gecontroleerd: • Gerealiseerde kosten • Beoordelen en toetsen van de interne beheersing inkoopproces en uitvoeren controle en reviewwerkzaamheden • Gerealiseerde opbrengsten • Beoordelen en toetsen van de interne beheersing inkoopproces en uitvoeren controle en reviewwerkzaamheden • Voorzieningen • Beoordelen systematiek en gebruik systemen • Beoordelen top tien grondexploitaties In overleg met het ambtelijk management heeft Ernst & Young Real Estate Advisory Services de plausibiliteit van tien in overleg met het ambtelijk management geselecteerde grondexploitaties beoordeeld (Waalsprong, Waalfront, Onderwijshuisvesting, Stadsbrug, Nachtegaalplein, Dukenburg, Knoop Winkelsteeg, Spoorzone, Hezelpoort parkeergarage en Compaq). Een belangrijk doel was om de plausibiliteit van het verwachte resultaat te beoordelen en daarmee de hoogte van een eventueel benodigde voorziening. De volgende werkzaamheden zijn daarbij verricht: • Beoordeling van opbrengstenaannames en fasering • Looptijd • Uitgiftetempo • Verkoopprijzen • Beoordeling van de binnen de exploitaties algemene economische parameters, te weten: • Indexatie van de kosten • Indexatie van de opbrengsten • Rente
Pagina 20
Lees meer
Gemeente Nijmegen Uitkomsten controle en overige informatie 2012 Terug
Inhoudsopgave
Uitkomsten
Resultaat 2012
Bevindingen
Aandachtspunten
Uitvoering
Bijlagen
Grondbeleid en grondexploitaties Onze controleaanpak
Wij brengen nadrukkelijk bij u onder de aandacht dat wij de grondexploitaties hebben beoordeeld op basis van de huidige bekende situatie en economische ontwikkelingen. De vastgoedmarkt is momenteel een markt met veel onzekerheden. De uitkomsten van onze beoordeling moeten ook in dat licht worden bezien. Naar onze mening zullen minimaal twee maal per jaar de grondexploitaties intern doorgerekend moeten worden op basis van de laatste ontwikkelingen en realisaties. De uitkomsten ervan zullen financieel moeten worden doorvertaald in de verslaggeving richting Raad. Dit geldt ook voor de samenwerkingsverbanden. Vooral het stagneren van gronduitgifte en verkoop van kavels van grondexploitaties met een nu al verwacht negatief eindresultaat (Waalsprong, Waalfront en Bergerden) leidt direct tot grotere en substantiële verliezen en tekorten en daarmee een groter beroep op de algemene reserve. Met de opbouw van een buffer (reservepositie) voor het opvangen van toekomstige tegenvallers moet met dit effect rekening worden gehouden.
Pagina 21
Lees meer
Gemeente Nijmegen Uitkomsten controle en overige informatie 2012 Terug
Inhoudsopgave
Uitkomsten
Resultaat 2012
Bevindingen
Aandachtspunten
Uitvoering
Bijlagen
Grondbeleid en grondexploitaties Uitkomsten van onze werkzaamheden top tien
Algemeen
Uit het beoordelen en toetsen van de interne beheersing inkoop- en verkoopproces en de door ons uitgevoerde controle en reviewwerkzaamheden komen geen bijzonderheden naar voren. De uitkomsten van de beoordeling van de top tien grondexploitaties is een afzonderlijke rapportage aan het ambtelijke management vastgelegd. De uitkomsten daarvan hebben wij hieronder op hoofdlijnen weergeven.
Woningbouw De gebruikte marktrapporten geven een onderbouwing voor de vraag naar aantallen en type woningen, maar zijn wel 2 jaar oud. Er zijn kritische kanttekeningen te maken bij de aantallen en typen als gekeken wordt naar de confrontatie van vraag en aanbod. Zo is bijvoorbeeld voor etage koop sprake van een heel groot verschil tussen uitbreidingsbehoefte (zo’n 750 woningen) en programma (zo’n 4.600 woningen). In laagbouw huur daarentegen is de behoefte (zo’n 2.200 woningen) iets groter dan het programma (zo’n 1.800 woningen). Dit geeft aanleiding om de samenstelling van de woningportefeuille van Nijmegen over de verschillende grexen kritisch te blijven monitoren via het VGP-proces, te starten met de Risiconota 2013 in het najaar 2013. Bedrijventerreinen Het areaal aan ontwikkelplannen voor de geanalyseerde grexen van de gemeente Nijmegen lijkt te passen in de behoefte voor de regio. Daar er alleen inzicht is in de totaalbehoefte voor de regio en de plannen van Nijmegen, is een deelinschatting daardoor moeilijk te maken en zit de onzekerheid vooral in de plannen van de omliggende gemeenten. Het is daardoor niet duidelijk of het totaal van de ontwikkelplannen in de regio matcht met de aangegeven behoefte. Daarnaast lijkt de geraamde behoefte hoog in het licht van de uitgiftecijfers in de afgelopen jaren. Ook hier blijft kritisch monitoren belangrijk. scenario’s In het VGP zijn verschillende scenario’s gepresenteerd te weten een “zwart scenario” en twee “japanse scenario’s” (afzet 500 cq 400 woningen). Naar onze mening toont het zwarte scenario van beide scenario’s de meest logische aanpak voor een negatief toekomstbeeld, daarwe het realistischer achten met tegenvallende parameters én vertraging in afzet te werken (zwarte scenario) dan met enkel vertraging in de afzet (japanse scenario’s). Wij merken daarbij op dat de kostenstijgingen in het zwarte scenario een positiever beeld schetsen dan die zijn gebruikt in de huidige basisberekeningen ten behoeve van de jaarrekening 2012 (van -2% tot 0% in plaats van 2%). Wij adviseren u hier kritisch naar te laten kijken.
Pagina 22
Lees meer
Gemeente Nijmegen Uitkomsten controle en overige informatie 2012 Terug
Inhoudsopgave
Uitkomsten
Resultaat 2012
Bevindingen
Aandachtspunten
Uitvoering
Bijlagen
Grondbeleid en grondexploitaties Uitkomsten van onze werkzaamheden top tien
Plausibiliteit uitgangspunten en gebruikte parameters Indexatie kostenstijging De gehanteerde kostenstijging op de korte termijn (2013) van 1,5 tot 2% is realistisch. De gehanteerde kostenstijging vanaf 2014 (2,0%) is acceptabel maar wel aan de onderkant van de marktrange. Indexatie opbrengstenstijging Op basis van ondermeer de relatief conservatieve grondprijzen is de gehanteerde opbrengstenstijging van 0% tot 1,5% plausibel voor de periode 2012-2016. De gehanteerde opbrengstenstijging in 2017 en verder van 2% is te rechtvaardigen Rente De gehanteerde rekenrente van 4,25% to 4,75% valt binnen de benchmark. De gehanteerde rekenrentes zijn plausibel en in vergelijking met huidige (lagere) rentepercentages op de leningenportefeuille ook een marge biedend tegen risico’s. Uitgiftetempo en programma De vertragende binnenlandse economie zal invloed hebben op de Nederlandse als ook de Nijmeegse markt en daarmee de plancapaciteit en uitgifte van kavels. De door Nijmegen gedane neerwaartse aanpassingen van de plancapaciteit en het uitgiftetempo is plausibel. Het huidige woningbouwprogramma lijkt (nog) niet goed aan te sluiten op de geraamde behoefte, zoals onder het kopje woningbouw aangegeven.
Pagina 23
Lees meer
Gemeente Nijmegen Uitkomsten controle en overige informatie 2012 Terug
Inhoudsopgave
Uitkomsten
Resultaat 2012
Bevindingen
Aandachtspunten
Uitvoering
Bijlagen
Grondbeleid en grondexploitaties
Waalsprong
De gemeente Nijmegen wordt in 2013 volledig eigenaar van de GEM Waalsprong. Dit moet nog worden geformaliseerd. Dit betekent dat de betrokken marktpartijen de aandelen in GEM Waalsprong CV en GEM Waalsprong Beheer BV overdragen aan de gemeente Nijmegen. Op basis van de ontvlechtingafspraken is gewerkt aan een nieuw ontwikkelingsbeeld van de waalsprong en aan de herziening van de grondexploitatie per 1 januari 2013 voor de, inmiddels gemeentelijke GEM Waalsprong. Beide documenten moeten nog separaat aan uw Raad worden voorgelegd. De resultaten zijn al in het VGP van maart 2013 verwerkt. In de grondexploitatie en het ontwikkelingsbeeld zijn de volgende majeure maatregelen doorgevoerd met aanzienlijke financiële consequenties: - Toename van het nog te ontwikkelen woningbouwprogramma (van 7.700 naar ca 9.000). - Het aandeel goedkope koopwoningen en huurwoningen neemt flink toe. - De looptijd van de grondexploitatie wordt verlengd naar 2028. - De grondprijzen worden structureel met 10% verlaagd. Het doorrekenen van bovenstaande maatregelen door de Brink Groep leidt tot een grondexploitatietekort van € 44,7 miljoen (netto contant). Zoals hiervoor al aangegeven is het voorstel uitgaven in rioleringen GEM gedeelte Waalsprong ter hoogte van € 33 miljoen vanaf 2013 te activeren. Het tekort komt daarmee uit op € 11,7 miljoen.
Waalfront
De grondexploitatie van Waalfront is geactualiseerd per 1 juli 2012 op basis van het rekenmodel van Bouwfonds. Deze grondexploitatie is op 6 februari 2013 door de Algemene vergadering van Aandeelhouders vastgesteld. De gemeente Nijmegen en Bouwfonds nemen voor elk 50% deel in de GEM Waalfront. Wij hebben tijdens onze controle aan de ambtelijke organisatie gevraagd een geactualiseerde grondexploitatie op te leveren naar de stand van 1 januari 2013, conform de overige gemeentelijke grondexploitaties. Ons is medegedeeld dat vanaf 2013 de eerst volgende exploitatie berekend zal worden gebaseerd op het gemeentelijk rekenmodel. Hierdoor wordt het voor de gemeente Nijmegen mogelijk zelfstandig berekeningen uit te voeren. De voorbereidingen zijn hiervoor in volle gang. Intern is naar aanleiding hiervan een afzonderlijke notitie gemaakt waarbij onderbouwd en aangegeven wordt dat de grondexploitatie van 1 juli 2012 nog actueel is. Wij merken daarbij op dat in zowel deze notitie als in het VGP wordt gesproken over een ambitieuze ontwikkelingsvisie cq. programma. Het op korte termijn doorgaan van de grondtransactie met betrekking tot de handelskade is van groot belang om de uitkomsten van de grondexploitatie van 1 juli 2012 te realiseren.
Pagina 24
Lees meer
Gemeente Nijmegen Uitkomsten controle en overige informatie 2012 Terug
Inhoudsopgave
Uitkomsten
Resultaat 2012
Bevindingen
Aandachtspunten
Uitvoering
Bijlagen
Grondbeleid en grondexploitaties
Bergerden
Eind jaren negentig is samen met de gemeente Lingewaard begonnen met de ontwikkeling van het glastuinbouwgebied Bergerden. Hiervoor is door beide gemeentes het “Openbaar Lichaam Bergerden” opgericht (gemeenschappelijke regeling). Beide gemeentes nemen voor 50% hierin deel wat betekent dat ook eventuele exploitatiewinsten of verliezen over beide deelnemers gelijkelijk worden verdeeld. Er is tevens een samenwerkingsverband aangegaan met de Stichting Stimulering Tuinbouw Overbetuwe-Liemers (STOL). De jaarrekening 2011 is nog niet definitief vastgesteld door het Algemeen Bestuur. De jaarrekening 2012 was tijdens onze controle nog niet beschikbaar, evenals een geactualiseerde versie van de grondexploitatie. Ten behoeve van het bepalen van een eventuele benodigde voorziening is in overleg met betrokkenen van beide gemeentes besloten zelfstandig een geactualiseerde grondexploitatie 2012 van Bergerden door te rekenen, op basis van de huidige kennis en stand van zaken. De looptijd is hierbij verlengd van einddatum 2018 naar 2023 en de eerste uitgifte pas in 2015. De netto contante waarde volgens deze nieuwe parameters bedraagt € 5,6 miljoen negatief. Hiervoor is in de jaarrekening 2012 door beide deelnemers een voorziening getroffen van € 2,7 miljoen. Circa € 200.000 komt voor rekening van STOL. Deze getallen zijn met de accountant ven het samenwerkingsverband afgestemd. Volledigheidshalve merken wij op dat door het Algemeen Bestuur van het samenwerkingsverband nog een geactualiseerde grondexploitatie moet worden goedgekeurd. in 2012 is besloten een onderzoek te laten uitvoeren naar het toekomst perspectief voor glastuinbouwbedrijven op Bergerden. Uit dat onderzoek is gebleken dat de komende 5 jaren niet of nauwelijks nieuwe vestiging van glastuinbouwbedrijven is te verwachten. Door het Algemeen Bestuur worden momenteel alternatieve mogelijkheden onderzocht in de agrosector. De uitkomsten hiervan zijn nog niet beschikbaar. Jaarlijks zal, zoals hiervoor al aangeven, aan de hand van de meest actuele informatie een berekening moeten worden gemaakt van het exploitatie resultaat en de hoogte van de benodigde voorziening.
Pagina 25
Lees meer
Gemeente Nijmegen Uitkomsten controle en overige informatie 2012 Terug
Inhoudsopgave
Uitkomsten
Resultaat 2012
Bevindingen
Aandachtspunten
Uitvoering
Bijlagen
Grondbeleid en grondexploitaties Recapitulatie risicoprofiel grondexploitaties
Als er nog geen vastgesteld exploitatieplan is, maar de raad heeft wel het stellige voornemen de gronden op afzienbare termijn te ontwikkelen, dan dienen de betreffende gronden te worden gepresenteerd als bouwgronden die nog niet in exploitatie zijn genomen. Hierbij is er dus nog geen zekerheid over de wijze waarop de bouwgrond in eigendom van de gemeente geëxploiteerd gaat worden. Onderstaand vindt u een visuele risicobeoordeling van de belangrijkste grondexploitatieprojecten van de gemeente Nijmegen. Dit betreffen zowel in exploitatie genomen projecten als nog in exploitatie te nemen projecten.
Legenda barometer grondexploitaties •Gevoeligheid: Op basis van fase in project en aanpasbaarheid van het project (donker grijs) of bijna afgerond (licht grijs) •Risico: financieel risicoprofiel
Pagina 26
Lees meer
Gemeente Nijmegen Uitkomsten controle en overige informatie 2012 Terug
Inhoudsopgave
Uitkomsten
Resultaat 2012
Bevindingen
Aandachtspunten
Uitvoering
Bijlagen
Overige controlebevindingen Bijstandsdebiteuren
Het saldo van de vorderingen uit hoofde van de bijstandswet (terugvorderingen) is de afgelopen jaren sterk toegenomen van € 26 miljoen in 2009 naar € 29 miljoen ultimo 2010 en € 31 miljoen eind 2011, tot € 32,5 miljoen ultimo 2012. Het risicoprofiel voor de gemeente Nijmegen neemt toe; circa de helft van de openstaande vorderingen betreft fraudevorderingen. Openstaande vorderingen en in het bijzonder fraudevorderingen resulteren in een relatief hoog oninbaarheidsrisico. Adequate periodieke analyse van het debiteurenbestand is hierbij essentieel, waarbij inzicht in opbouw van het debiteurenbestand (ouderdom, bedrag, soort vordering, leeftijd cliënt, verwachte aflossingscapaciteit, rekening houdend met gemiddelde levensverwachting en het verwachte niet inbare deel van de vordering) noodzakelijk is. Wij merken op dat de gemeente Nijmegen in 2012 druk bezig is geweest met het beoordelen van de mate waarin een dynamischer aanmanings- en incassobeleid mogelijk is. Dit heeft geleid tot een nieuwe systematiek voor het toetsen van het percentage incourantheid. Wij hebben de gehanteerde uitgangspunten en parameters die in de methode gebruikt worden beoordeeld en ingestemd met de huidige systematiek.
Pagina 27
Lees meer
Gemeente Nijmegen Uitkomsten controle en overige informatie 2012 Terug
Inhoudsopgave
Uitkomsten
Resultaat 2012
Bevindingen
Aandachtspunten
Uitvoering
Bijlagen
Overige controlebevindingen Onze bevindingen in het kader van uw interne beheersing
In onze managementletter 2012, uitgebracht aan het college op 21-12-2012, hebben wij onze bevindingen en aanbevelingen van onze tussentijdse controle 2012 opgenomen. In deze managementletter hebben wij aangegeven welke zaken vóór de jaarrekeningcontrole 2012 opgepakt zouden moeten zijn (prioriteit H). Wij hebben geconstateerd dat de voortgang van de aanbevelingen van zowel uw eigen interne controle als de controle door ons als accountant zichtbaar door uw organisatie worden gevolgd. Onderstaand geven wij de huidige stand van zaken nader in detail weer. 1
Controleomgeving: Tijdige uitvoering conform planning en op onderdelen aanvullende werkzaamheden noodzakelijk (aard/diepgang controle/extrapolatie).
Uw organisatie heeft de noodzakelijke interne controles en verantwoording tijdig afgerond. Conform onze afspraken heeft u hiervoor zorg gedragen. Ten aanzien van de interne controle op het proces Aanbestedingen zijn aanvullende werkzaamheden verricht tijdens het jaarrekeningproces.
2
Grondexploitaties: -Actualiseren VGP per 01-01-2013 -inzicht in financiële stand van zaken middels actuele exploitatieopzetten grote projecten (Waalsprong, Waalfront, Bergerden) en verwerken financiële effecten in jaarrekening 2012, waar nodig. Aandacht voor eventuele herziening van projecten en status hieromtrent bij opmaken van de jaarrekening (welk plan dient ter onderbouwing van de jaarrekening?) -Onderbouwing waardering niet in exploitatie genomen gronden. -Uitvoeren (verbijzonderde) interne controle op grondexploitaties (inclusief waarderingaspecten).
In een intensief traject hebben wij samen met uw organisatie de meest risicovolle grondexploitaties doorgelicht. De financiële effecten van deze analyse zijn verwerkt in de Stadsrekening 2012. In aanvulling hierop merken wij op dat de exploitatieopzet Waalfront niet is geactualiseerd naar de stand van 01-01-2013 (beschikbaar: peildatum 1 juli 2012).
Pagina 28
Lees meer
Gemeente Nijmegen Uitkomsten controle en overige informatie 2012 Terug
Inhoudsopgave
Uitkomsten
Resultaat 2012
Bevindingen
Aandachtspunten
Uitvoering
Bijlagen
Overige controlebevindingen Onze bevindingen in het kader van uw interne beheersing
3
Niet uit de balans blijkende verplichtingen en de garantstellingen: Volledig overzicht van niet uit de balans blijkende verplichtingen (zoals inkoopverplichtingen/contracten) en volledig overzicht garantstellingen Nijmegen jegens derden.
Gedurende 2012 is veel energie gestoken in het verder completeren van contractregistratie. Wij hebben het overzicht van niet uit de balans blijkende verplichtingen en volledig overzicht garantstellingen beoordeeld en vastgesteld dat de belangrijkste items zijn opgenomen.
4
Bezuinigingen: Realisatie over 2012 op schema.
Uw gemeente bewaakt de voortgang van haar gestelde bezuinigingen nauwgezet en rapporteert hierover in de tussentijdse verantwoordingen.
5
Waardering leningenportefeuille en risico’s uit hoofde van garantstellingen
Naar aanleiding van een interne analyse van de gebouwen in eigendom, verstrekte geldleningen en rekening-courantkredieten is geconstateerd dat het vooralsnog niet noodzakelijk is om een voorziening te treffen voor mogelijke incourantheid van deze vorderingen.
6
Monitoring en toezicht van belang, die ook concreet plaatsvindt. Ontwikkelingen financiële positie (in relatie tot decentralisatie en Wwnv) SW-bedrijf blijven monitoren en eventuele financiële effecten verwerken in de jaarrekening. Dit geldt tevens voor de partijen waarbij de gemeente alleen een financieel belang heeft (dus geen verbonden partij is) maar waarbij zij wel financiële risico’s loopt, bijvoorbeeld woningcorporaties
Ten aanzien van de beheersing van verbonden partijen heeft uw gemeente een adequaat systeem van monitoring opgezet. In hoofdstuk 4, als onderdeel van de door uw geformuleerde aandachtspunten, gaan wij hier nader op in.
In het kader van de controle van de jaarrekening brengt de accountant ook verslag uit omtrent zijn bevindingen met betrekking tot de continuïteit en betrouwbaarheid van de geautomatiseerde gegevensverwerking. Onze controle was niet primair gericht op het doen van een uitspraak omtrent de continuïteit en betrouwbaarheid van (delen van) de geautomatiseerde gegevensverwerking en wij hebben daartoe ook geen opdracht van het management ontvangen. De jaarrekeningcontrole heeft geen tekortkomingen in de continuïteit en betrouwbaarheid van de geautomatiseerde gegevensverwerking aan het licht gebracht. Pagina 29
Lees meer
Gemeente Nijmegen Uitkomsten controle en overige informatie 2012 Terug
Inhoudsopgave
Uitkomsten
Resultaat 2012
Bevindingen
Aandachtspunten
Uitvoering
Bijlagen
Onze bevindingen in het kader van rechtmatigheid In paragraaf 5.6 hebben wij de gehanteerde kaders voor onze rechtmatigheidscontrole nader toegelicht. Buiten hetgeen reeds eerder is gemeld, hebben wij geen bijzonderheden geconstateerd in het kader van rechtmatigheid. In het vervolg van deze paragraaf geven wij onze bevindingen bij deze onderwerpen. Het rechtmatigheidsbeheer is op orde
Het normenkader wordt gelijktijdig met het vaststellen van de jaarrekening 2012 door uw raad vastgesteld. Het normenkader is intern bij uw gemeente vertaald in interne controleprotocollen, waarna voor de geïdentificeerde risico’s de getroffen beheersingsmaatregelen in kaart zijn gebracht. De werking van deze maatregelen is met voldoende diepgang getoetst. Zoals reeds aangegeven in de managementletter/bestuursrapportage kan de beheersing voor een aantal processen nog in bepaalde mate verbeterd worden. Wij constateren dat de gemeente Nijmegen hiermee aan de slag is en deze verbeteringen veelal de komende jaren wil gaan realiseren. Ondanks deze aanbeveling zijn wij van mening dat de gemeente Nijmegen voor het boekjaar 2012 een deugdelijk rechtmatigheidsonderzoek heeft uitgevoerd.
De begrotingsoverschrijdingen zijn wel/niet goed toegelicht
Met de controle op de juiste toepassing van het begrotingscriterium toetsen wij of het budgetrecht van de gemeenteraad is gerespecteerd. In hoofdstuk 5 van deze rapportage lichten wij de controleaanpak en de verantwoordelijkheden van college, raad en accountant nader toe.
Pagina 30
Lees meer
Gemeente Nijmegen Uitkomsten controle en overige informatie 2012 Terug
Inhoudsopgave
Uitkomsten
Resultaat 2012
Bevindingen
Aandachtspunten
Uitvoering
Bijlagen
Onze bevindingen in het kader van rechtmatigheid
In onderstaande tabel hebben wij per programma een samenvatting gegeven van de overschrijdingen van de lasten op de begroting. (in duizenden euro’s)
Onderdeel programmarekening
Openbare Ruimte
Gewijzigde begroting
Rekening 2012
€
€
in %
47.888
52.459
9,5%
Afwijking
Deze overschrijding ten opzichte van de begrote lasten zijn door het college in de toelichting op de programmarekening toereikend toegelicht. Het college stelt uw gemeenteraad voor genoemde overschrijdingen te autoriseren in het kader van de vaststelling van de jaarrekening 2012. Vooruitlopend hierop zijn wij hiervan reeds uitgegaan bij het vormen van ons oordeel over de (begrotings)rechtmatigheid.
Pagina 31
Lees meer
Gemeente Nijmegen Uitkomsten controle en overige informatie 2012 Terug
Inhoudsopgave
Uitkomsten
Resultaat 2012
Bevindingen
Aandachtspunten
Uitvoering
Bijlagen
Onze bevindingen in het kader van rechtmatigheid Aanbestedingen
In februari 2012 zijn alle contracten binnen Alerta overgezet naar het nieuwe contractenbeheerssysteem in CODA. Binnen CODA kunnen verplichtingen gekoppeld worden aan contractnummers, waarbij tussentijds inzicht verkregen kan worden in contract-, leveranciers- en verplichtingengegevens. Hiermee is een belangrijke stap gemaakt in de richting van een volledige en structurele invulling van contractregistratie en een adequaat contractmanagementsysteem. Ten aanzien van de volledigheid van het contractenregistratie is intern onderzocht welke contracten nog niet zijn opgenomen in CODA. Naar aanleiding van deze analyse is het contractenregister verder aangevuld. We merken op ???????? Vervolgens is het van belang om de volledigheid van het contractenbeheerssysteem structureel te waarborgen. Hierbij dienen keuzes gemaakt te worden ten aanzien de huidige procedures omtrent het aangaan van verplichtingen, verdere uitwerking van de registratie van contracten in CODA en de bewaking van een juiste koppeling tussen contracten en verplichtingen. Uit de uitgevoerde interne controlewerkzaamheden blijkt een totaal aan fouten van € 0,17 miljoen. In het boekjaar 2011 bedroeg het aantal fouten in het kader van (Europese) aanbestedingen nog € 0,2 miljoen. Wij hebben uw college geadviseerd maatregelen te nemen om een volledige registratie binnen het contractenregistratiesysteem CODA te realiseren en te waarborgen. Daarnaast dient invulling te worden gegeven aan het contractmanagement. Tevens hebben wij het college geadviseerd de aandacht rondom een adequate dossiervorming te verscherpen en blijvend alert te zijn op het naleven van de interne afspraken omtrent inkopen en aanbestedingen.
Pagina 32
Lees meer
Gemeente Nijmegen Uitkomsten controle en overige informatie 2012 Terug
Inhoudsopgave
Uitkomsten
Resultaat 2012
Bevindingen
Aandachtspunten
Uitvoering
Bijlagen
Onze bevindingen in het kader van rechtmatigheid
Misbruik en oneigenlijk gebruik
In de externe en interne regelgeving zijn diverse bepalingen opgenomen die erop zijn gericht om misbruik en oneigenlijk gebruik te voorkomen. Uw gemeente heeft de toets op het misbruik en oneigenlijk gebruik neergelegd in interne controleplannen. De uitkomst van deze toets heeft niet geleid tot bevindingen die invloed hebben op de rechtmatigheid van baten en lasten en balansmutaties.
Niet-financiële beheershandelingen vallen buiten de scope van rechtmatigheidscontrole
Handelingen en beslissingen van niet-financiële aard vallen buiten de scope van de rechtmatigheidscontrole door de accountant. De accountant toetst deze handelingen en beslissingen niet inhoudelijk door gegevensgericht onderzoek. Volstaan wordt in dit kader met het beoordelen van het interne systeem van risicoafwegingen. Binnen dit systeem moeten voorwaarden zijn geschapen om risico’s goed te kunnen beoordelen en in de tijd te kunnen volgen. Wij hebben ons een beeld gevormd over de wijze van totstandkoming van de inventarisatie van de risico’s en de getrouwe weergave van de hieruit mogelijk voortvloeiende financiële gevolgen in de paragraaf weerstandsvermogen van het jaarverslag. Daarnaast hebben wij gericht geïnformeerd naar de lopende procedures waarbij de gemeente betrokken is, teneinde indicaties te verkrijgen over de eventuele risico’s op dit vlak. Op grond hiervan beschikken wij niet over aanwijzingen die een nader onderzoek naar de (financiële) gevolgen noodzakelijk maakt.
Pagina 33
Lees meer
Gemeente Nijmegen Uitkomsten controle en overige informatie 2012 Terug
Inhoudsopgave
Uitkomsten
Resultaat 2012
Bevindingen
Aandachtspunten
Uitvoering
Bijlagen
Bevindingen controle verantwoording in het kader van SiSa SiSa
Wij hebben de in de SiSa-bijlage van de jaarrekening genoemde specifieke uitkeringen gecontroleerd met inachtneming van de Nota verwachtingen accountantscontrole 2012. Op grond van ons onderzoek hebben wij bij de navolgende specifieke uitkeringen geen fouten en/of onzekerheden geconstateerd die de voor SiSa geldende rapporteringstolerantie overschrijden. Onze controleaanpak hierbij hebben we in paragraaf 5.8 nader toegelicht. De SiSa-bijlage dient door uw gemeente samen met een aantal andere verplicht voorgeschreven verantwoordingsstukken voor 15 juli a.s. elektronisch bij het CBS te worden aangeleverd. Door middel van een voorgeschreven tabel dienen wij te rapporteren over onze bevindingen ten aanzien van de in de jaarrekening opgenomen SiSa-bijlage. In bijlage 1 bij dit rapport zijn deze bevindingen in de voorgeschreven tabel opgenomen. U kunt deze tabel hanteren ten behoeve van verzending naar het CBS.
Pagina 34
Lees meer
Gemeente Nijmegen Uitkomsten controle en overige informatie 2012 Terug
Inhoudsopgave
Uitkomsten
Resultaat 2012
Bevindingen
Aandachtspunten
Uitvoering
Bijlagen
4 Uw specifieke wensen en aandachtspunten Aandachtspunten van de raad Uw vragen centraal
Wij vinden het van groot belang onze controle af te stemmen op de specifieke situatie van de gemeente Nijmegen en de wensen van onze opdrachtgever. Op die wijze kunnen wij nog gerichter toegevoegde waarde leveren. U heeft ons gevraagd dit jaar specifiek aandacht te besteden aan de volgende onderwerpen: ►Financieringspositie van de gemeente Nijmegen; ►Toezicht op verbonden partijen; ►Risicomanagement.
Financieringspositie van de gemeente Nijmegen
“Waarbij ingegaan wordt op de inrichting van het proces en de interne beheersing ten aanzien van de liquiditeit. Daarbij wordt ook aandacht besteed aan de prognose van kasstromen naar de toekomst (liquiditeitsbegroting), mede in het licht van de aanstaande Wet HOF.” Het college van B&W heeft middels het treasurystatuut mandaat en machtiging verleend tot de uitvoering van het treasurybeleid aan de wethouder met de portefeuille Financiën. De wethouder met de portefeuille Financiën wordt bijgestaan door een treasurycomité, waarmee ten minste 1 maal per kwartaal overleg wordt gevoerd. Vaste leden van het treasurycomité zijn: het hoofd van voormalige afdeling Concern, het hoofd van de afdeling Financiën en de wethouder Financiën. Jaarlijks wordt een liquiditeitsprognose opgesteld, die deel uitmaakt van de paragraaf Financiering in de Stadsbegroting. Per kwartaal wordt de opgestelde liquiditeitsprognose vergeleken met het werkelijke verloop, waarbij opvallende ontwikkelingen in het treasurycomité besproken worden. Geplande kasstromen in grondexploitaties (inclusief ontwikkelingen in de PPS-constructies) zijn wel een onderdeel van de liquiditeitsprognoses in de Stadsbegroting, maar doordat onvoldoende inzicht bestaat in de geplande transacties binnen het ontwikkelbedrijf blijkt het moeilijk deze kasstromen goed in te schatten. Ons is medegedeeld dat dit inzicht inmiddels bestaat.
Pagina 35
Lees meer
Gemeente Nijmegen Uitkomsten controle en overige informatie 2012 Terug
Inhoudsopgave
Uitkomsten
Resultaat 2012
Bevindingen
Aandachtspunten
Uitvoering
Bijlagen
Aandachtspunten van de raad Financieringspositie van de gemeente Nijmegen
Financieringspositie gemeente Nijmegen
900.000.000 800.000.000 700.000.000 600.000.000 500.000.000 400.000.000 300.000.000 200.000.000 100.000.000 0
Bruto schuld Netto schuld
De nettoschuld per inwoner bedraagt gemiddeld gemeten over alle gemeenten in Gelderland € 2.703; voor Nijmegen bedraagt de nettoschuld per inwoner € 4.256 (Arnhem € 4.572). Nijmegen kent een relatief hoge schuldpositie. Het vreemd vermogen ultimo 2011 bedroeg € 845 miljoen, waarvan € 637 miljoen langlopende schulden. Dit wordt mede veroorzaakt door de forse investeringen in grondexploitaties, waaronder exploitaties in publiekprivate ontwikkeling waarvoor door de gemeente Nijmegen financiering aangetrokken is (en doorgeleend aan de GEM). In relatie tot de aanstaande Wet HOF is de schuldpositie een belangrijk aandachtspunt. Wij benadrukken dat het opstellen van strakke (gemeentebrede) investerings- en liquiditeitseprognoses nodig is, waarin ook investeringen in/financiering van de grondexploitaties in PPS-ontwikkeling betrokken moeten worden. In aanvulling hierop is het nodig om de prognoses met scenario's uit te werken (inclusief fasering), om de beperkingen van de Wet Hof zo veel mogelijk te voorkomen.
Pagina 36
Lees meer
Gemeente Nijmegen Uitkomsten controle en overige informatie 2012 Terug
Inhoudsopgave
Uitkomsten
Resultaat 2012
Bevindingen
Aandachtspunten
Uitvoering
Bijlagen
Aandachtspunten van de raad Toezicht op verbonden partijen
“Waarbij ingegaan wordt op de vraag hoe het toezicht is geregeld en is vastgelegd. Daarbij zal nader stilgestaan worden bij aspecten als het proces van monitoring en opvolging, het proces van documentatie van het toezicht en de uniformiteit en kwaliteit van de toezicht processen, mede in het licht van het decentraal beleggen van dergelijke taken.” Gemeente Nijmegen heeft een bestuurlijk en financieel belang in diverse verbonden partijen. Belangrijke verbonden partijen zijn GEM Waalsprong, Waalfront, Bergerden en Breed. De visie en het beleid van de gemeente ten aanzien van de verbonden partijen zijn vastgelegd in de ‘Kadernota Verbonden Partijen gemeente Nijmegen’. In de kadernota is ook het principe vastgelegd van de bestuurlijke en ambtelijke rolverdeling. De ambtelijke rolverdeling is nader uitgewerkt in de AO-beschrijving. In de paragraaf Verbonden partijen van de Stadsbegroting en de Stadsrekening wordt de planning en realisatie van visie en beleid, de sturing en controle en de ontwikkelingen van financieel en bestuurlijk belang van verbonden partijen verantwoord. Hierbij worden eventuele risico’s geëvalueerd en geactualiseerd. Tussentijdse informatievoorziening vindt plaats via voor- en najaarsnota. Het bureau Concernfinanciën houdt een overzicht bij van de bestuurlijke vertegenwoordiging per verbonden partij. Hierbij wordt aangegeven welke ambtenaar in welke rol bij de verbonden partij betrokken is. De beleidsverantwoordelijke draagt zorg voor tijdige toetsing van stukken en opstellen van adviezen/voorstellen (op basis van reguliere verantwoordingsstukken van de betreffende verbonden partij dan wel actuele ontwikkelingen) voor college en raad. Alle adviezen/voorstellen inzake verbonden partijen die naar college en raad gaan, moeten worden voorzien van een medeparaaf van Concernfinanciën. De documentatierichtlijnen zijn nader uitgewerkt in de AO-beschrijving verbonden partijen. Intern is vanuit het rekenkameronderzoek over dossierbeheer geconstateerd dat de betreffende dossiers niet conform de archiefwet zijn ingericht. Dit is een punt van aandacht. Zoals bovenstaand vermeld, is het toezicht en beheersing op verbonden partijen geborgd middels procedures en beleid (AO-beschrijving, kadernota verbonden partijen, etc.). Ten aanzien van de beheersing van verbonden partijen is het tevens van belang: -Na te gaan of het wenselijk is verder inzicht te verkrijgen in c.q. te onderzoeken wat de bestuurlijke sturingsmogelijkheden zijn, zodat eventuele sturingsmogelijkheden ten aanzien van verbonden partijen waar gewenst vergroot zouden kunnen worden (en inzichtelijk is wat de mogelijkheden daartoe zijn). Door inzicht in de mogelijkheden kan bezien worden of een betere benutting van de aandeelhoudersrol (bij BV/NV) of deelnemers/participatierol (GR e.d.) mogelijk c.q. gewenst is. De ingezette lijn ten aanzien van regionale afstemming ingeval van gezamenlijke verbonden partijen door te zetten. Door hieraan gestructureerd (middels afspraken en een verdeling van taken van toezicht/monitoring) invulling te geven, kunnen meerdere gemeenten gebruik maken van de beschikbare informatie en analyses (en eventuele adviezen van de ‘regievoerder’), waardoor een efficiëntere en effectievere invulling aan governance, monitoring en beheersing kan worden gegeven. Hieraan wordt door de gemeente Nijmegen deels al invulling gegeven, bijvoorbeeld in het sociale domein (SW-bedrijf Breed).
Pagina 37
Lees meer
Gemeente Nijmegen Uitkomsten controle en overige informatie 2012 Terug
Inhoudsopgave
Uitkomsten
Resultaat 2012
Bevindingen
Aandachtspunten
Uitvoering
Bijlagen
Aandachtspunten van de raad Risicomanagement
“Waarbij het vooral gaat om het "follow-up" deel van het risicomanagementproces. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om de vraag hoe opvolging aan geconstateerde risico’s plaatsvindt.” Om te voorkomen dat risico’s niet (tijdig) worden gesignaleerd en/of kansen worden gemist, is het van belang dat de organisatie op alle niveaus risicobewust handelt. Risicomanagement (het continu inventariseren, vastleggen en monitoren van risico’s) moet verankerd zijn in de genen van uw organisatie. Een belangrijk onderdeel daarbij is, net als ten aanzien van planexploitaties, het duidelijk weergeven van de welke wijze waarop de risico’s in beeld worden gebracht, op welke wijze er vervolgens wordt gestuurd om het optreden van de risico’s zo veel mogelijk te voorkomen en door middel van welke voorziening het eventueel toch optreden van de risico’s wordt afgedekt. In eerdere rapportages hebben wij aangegeven dat uw gemeente beschikt over een adequaat risicomanagementsysteem, waarbij risico’s gemeentebreed worden geïnventariseerd en worden ingevoerd in het risicomanagement-informatiesysteem (NARIS). Zeker zo belangrijk is (ook in de huidige economische crisis) de uitkomst van het risicomanagement. Is de gemeente Nijmegen in staat om het toenemende risicoprofiel voor de gemeente in het risicobeheer te onderkennen middels kwaliteit en scherpte van de risicoanalyses en maatregelen, zodat gemeentebreed actueel inzicht bestaat in de belangrijkste risico’s (en de ontwikkeling hierin)? En worden de juiste maatregelen genomen (vermijden, verzekeren, enzovoorts)? Binnen uw gemeente worden de geïdentificeerde en gekwantificeerde risico’s nauwgezet gevolgd. Periodiek vindt evaluatie van de risico’s plaats door de betreffende programmateams. De uitkomsten van deze evaluatie vormen een onderdeel van de maandrapportages, begroting en jaarrekening. De financieel adviseurs hebben een signalerende rol voor de actualisatie van de in NARIS opgenomen risico’s op P&C-momenten. Het afgelopen jaar zijn vanuit Control & Audit verbeteringen gerealiseerd in de facilitering van de risicogesprekken en het vergroten van het risicobewustzijn. Bureau Concernfinanciën stelt op basis van de financiële uitkomsten van de actualisatie de paragraaf Weerstandsvermogen op, waarbij de Top-10 risico’s worden opgenomen in de risicoparagraaf. Deze worden (voor)besproken met het college. Wij zijn van mening dat er binnen uw gemeente voldoende aandacht geschonken wordt aan de opvolging van geconstateerde risico’s. Nijmegen onderkent deze risico’s en houdt de voortgang op deze onderwerpen, zowel bestuurlijk als vanuit de organisatie (control), nauwlettend in de gaten. Actuele ontwikkelingen worden gevolgd en waar nodig vindt bijsturing ten aanzien van de mogelijke impact van het risico of aanpassing van de geformuleerde maatregel plaats.
Pagina 38
Lees meer
Gemeente Nijmegen Uitkomsten controle en overige informatie 2012 Terug
Inhoudsopgave
Uitkomsten
Resultaat 2012
Bevindingen
Aandachtspunten
Uitvoering
Bijlagen
5 Hoe hebben wij de controle uitgevoerd? Wat is de reikwijdte van onze opdracht Wat hebben wij gecontroleerd
Conform de aan ons verleende opdracht hebben wij de jaarrekening 2012 van de gemeente Nijmegen gecontroleerd. Deze jaarrekening is onder verantwoordelijkheid van het college van burgemeester en wethouders opgesteld. Het is onze verantwoordelijkheid een oordeel te geven over de jaarrekening, als bedoeld in artikel 213, tweede lid, van de Gemeentewet. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder het Besluit accountantscontrole decentrale overheden (Bado) en het door de raad vastgestelde controleprotocol. Dienovereenkomstig zijn wij verplicht te voldoen aan de voor ons geldende gedragsnormen en zijn wij gehouden onze controle zodanig te plannen en uit te voeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat.
Onze controleaanpak in het kort Onze aanpak, gewoon goed
Onze controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De keuze van de uit te voeren werkzaamheden is afhankelijk van de professionele oordeelsvorming van de accountant, waaronder begrepen zijn beoordeling van de risico’s van afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. In die beoordeling neemt de accountant in aanmerking het voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van zowel de baten en lasten als de activa en passiva, alsmede het voor de naleving van de wet- en regelgeving relevante interne beheersingssysteem, teneinde een verantwoorde keuze te kunnen maken van de controlewerkzaamheden die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn, maar die niet ten doel hebben een oordeel te geven over de effectiviteit van het interne beheersingssysteem van de gemeente. In hoofdstuk 3 hebben we u inzicht gegeven in de significante risico’s, onze controleaanpak en bevindingen ten aanzien van de jaarrekeningcontrole. Tevens omvat een controle onder meer een evaluatie van de aanvaardbaarheid van de toegepaste grondslagen voor financiële verslaggeving, van de redelijkheid van schattingen die het college van burgemeester en wethouders van de gemeente heeft gemaakt en een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.
Pagina 39
Lees meer
Gemeente Nijmegen Uitkomsten controle en overige informatie 2012 Terug
Inhoudsopgave
Uitkomsten
Resultaat 2012
Bevindingen
Aandachtspunten
Uitvoering
Bijlagen
De met u afgesproken goedkeurings- en rapporteringstoleranties De foutenmarge
Op grond van het Bado stelt de raad de goedkeuringstolerantie vast die de accountant bij zijn jaarrekeningcontrole dient te hanteren. Het normenkader en de goedkeurings- en rapporteringstoleranties worden gelijktijdig met de behandeling van de jaarrekening 2012 ter kennisneming gebracht van de gemeenteraad.
Goedkeuringstolerantie
Goedkeurend
Beperking
Oordeelonthouding
Afkeurend
Fouten in de jaarrekening (% lasten)
< 1%
> 1 < 3%
-
> 3%
Onzekerheden in de controle (% lasten)
< 3%
> 3 < 10%
> 10%
-
Op grond van de jaarrekening 2012 bedraagt de goedkeuringstolerantie voor fouten afgerond € 8,1 mln (1%) en voor onzekerheden € 24,3 mln (3%). Als de goedkeuringstolerantie niet wordt overschreden, kan een goedkeurende controleverklaring afgegeven worden. Deze goedkeuringstolerantie is een kwantitatief criterium. De uiteindelijke oordeelsvorming is echter altijd een combinatie van kwalitatieve en kwantitatieve afwegingen. De rapporteringstolerantie, de maatstaf die geldt voor het rapporteren van fouten en onzekerheden, is door de raad bepaald op € 295.000 (zijnde 5% van de goedkeuringstolerantie).
Pagina 40
Lees meer
Gemeente Nijmegen Uitkomsten controle en overige informatie 2012 Terug
Inhoudsopgave
Uitkomsten
Resultaat 2012
Bevindingen
Aandachtspunten
Uitvoering
Bijlagen
Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (Wopt) Op grond van de “Wopt” moeten beloningen, waaronder voorzieningen ten behoeve van toekomstige beloningen, zoals pensioen en ontslaguitkeringen, in de jaarrekening worden vermeld als deze de gemiddelde ministersbeloning (voor 2012 vastgesteld op € 194.000 te boven gaan. Bij onze controle hebben wij vastgesteld dat de Wopt wordt nageleefd door de gemeente Nijmegen. Wij merken overigens op dat de Wopt vanaf 1 januari 2013 vervangen wordt door de Wet Normering Topinkomens.
Onze onafhankelijkheid is gewaarborgd De onafhankelijkheid van de accountant behoort tot het fundament van zijn beroep. De jarenlange discussie over het beroep en het functioneren van de accountant, hebben uiteindelijk geresulteerd in een aanpassing van de accountantswetgeving, welke van toepassing is voor organisaties van openbaar belang (OOB’s) met als doel de onafhankelijkheid van de accountant beter te waarborgen richting het maatschappelijk verkeer. Ondanks het feit dat een gemeente zich volgens de wet niet kwalificeert als een organisatie van openbaar belang vinden wij het als uw accountant belangrijk om eventuele bedreigingen ten aanzien van de onafhankelijkheid te melden. Wij hebben gedurende het jaar geen onafhankelijkheidsissues geconstateerd.
Pagina 41
Lees meer
Gemeente Nijmegen Uitkomsten controle en overige informatie 2012 Terug
Inhoudsopgave
Uitkomsten
Resultaat 2012
Bevindingen
Aandachtspunten
Uitvoering
Bijlagen
Begrotingsbeheer Met de controle op de juiste toepassing van het begrotingscriterium toetsen wij of het budgetrecht van de gemeenteraad is gerespecteerd. Voor een juiste oordeelsvorming is het van belang in hoeverre de begrotingsoverschrijding past binnen het door de gemeenteraad geformuleerde beleid en/of wordt gecompenseerd door hogere opbrengsten. Wij beoordelen bij onze controle de overschrijdingen ten opzichte van de begrote lasten per programma. Dit betreffen enkel de lasten omdat hierop een beoordeling en rapportering van de accountant wordt gevraagd vanuit de Kadernota Rechtmatigheid. Het is de verantwoordelijkheid van het college van burgemeester en wethouders om begrotingsafwijkingen tijdig te signaleren en te rapporteren aan de raad. Het is de verantwoordelijkheid van de raad om hier dan tijdig een besluit over te nemen. Het is de verantwoordelijkheid van de accountant om de begrotingsrechtmatigheid van de lasten en investeringen te toetsen. Dit doen wij onder andere door: ►vast te stellen of begrotingsafwijkingen tijdig zijn gesignaleerd en zijn omgezet in een begrotingswijziging ter autorisatie aan de raad; ►vaststellen of kostenoverschrijdingen leiden tot een onrechtmatigheid, welke meegewogen moet worden in het accountantsoordeel of niet. Kostenoverschrijdingen die passen binnen het bestaande beleid hoeven niet te worden meegewogen in het accountantsoordeel.
Rechtmatigheid Rechtmatigheid
Wij hebben bij de controle over 2012 de rechtmatigheid getoetst conform de bepalingen van het Bado en de controleverordening/het controleprotocol 2012 van de gemeente Nijmegen. Bij onze controle hebben wij aandacht gegeven aan de volgende onderwerpen: ►het rechtmatigheidsbeheer; ►de naleving van het voorwaardencriterium; ►de begrotingsrechtmatigheid; ►het misbruik-en-oneigenlijk-gebruikcriterium; ►de niet-financiële beheershandelingen.
Pagina 42
Lees meer
Gemeente Nijmegen Uitkomsten controle en overige informatie 2012 Terug
Inhoudsopgave
Uitkomsten
Resultaat 2012
Bevindingen
Aandachtspunten
Uitvoering
Bijlagen
Verplichtingen inzake Single information en Single audit (SiSa) SiSa
Uw gemeente is op grond van wettelijk voorschrift verplicht de verantwoordingsinformatie voor de met name benoemde specifieke uitkeringen hieromtrent op te nemen in een bijlage bij de jaarrekening op basis van een door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voorgeschreven model. Bij de controle van deze bijlage betrekken wij de door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties hiervoor gegeven aanwijzingen (Circulaire Single information Single audit 2012, waarin onder andere opgenomen de Nota verwachtingen accountantscontrole 2012). De hierbij geconstateerde fouten en onzekerheden dienen op grond van het Bado in het verslag van bevindingen te worden opgenomen indien de navolgende rapporteringstolerantie per specifieke uitkering wordt overschreden: ►€ 10.000 indien de omvangbasis kleiner dan of gelijk aan € 100.000 is; ►10% indien de omvangbasis groter dan € 100.000 en kleiner dan of gelijk aan € 1.000.000 is; ►€ 100.000 indien de omvangbasis groter dan € 1.000.000 is. In bijlage 1 van dit verslag rapporteren wij hierover.
Pagina 43
Lees meer
Gemeente Nijmegen Uitkomsten controle en overige informatie 2012 Terug
Inhoudsopgave
Uitkomsten
Resultaat 2012
Bevindingen
Aandachtspunten
Uitvoering
Bijlagen
Bijlage 1 - SiSa-bijlage Het is volgens de nota verwachtingen accountantscontrole voorgeschreven dat wij de geconstateerde fouten en onzekerheden per regeling rapporteren door middel van onderstaande verplichte tabel. Deze tabel dient door uw gemeente samen met een aantal andere verplicht voorgeschreven verantwoordingsstukken voor 15 juli aanstaande elektronisch bij het CBS te worden aangeleverd.
Nummer specifieke uitkering conform SiSa-bijlage 2012
Specifieke uitkering
C1
Verzameluitkering BZK
D1
Regionale meld- en coördinatiecentra voortijdig schoolverlaten
D9 E5
Fout of onzekerheid
Financiële omvang in euro’s
Toelichting fout/onzekerheid
0
0
n.v.t.
0
0
n.v.t.
0
0
n.v.t.
0
0
n.v.t.
0
0
n.v.t.
0
0
n.v.t.
0
0
n.v.t.
0
0
n.v.t.
Onderwijsachterstandenbeleid 2011-2014 (OAB) Verzameluitkering I&M
E6
Bodemsanering (excl. Bedrijvenregeling) 2005-2009
E6_2010
Bodemsanering (excl. Bedrijvenregeling) 20052009_Hernieuwde uitvraag 2010
E6B
Bodemsanering (excl. Bedrijvenregeling) 2005-2009 (SiSa tussen medeoverheden)
E7A
Innovatieprogramma Klimaatneutrale Steden (Proefprojecten)
Pagina 44
Lees meer
Gemeente Nijmegen Uitkomsten controle en overige informatie 2012 Terug
Inhoudsopgave
Uitkomsten
Resultaat 2012
Bevindingen
Aandachtspunten
Uitvoering
Bijlagen
Bijlage 1 - SiSa-bijlage Nummer specifieke uitkering conform SiSa-bijlage 2012 E30 G1C_1
G1C_2
Specifieke uitkering
Financiële omvang in euro’s
Toelichting fout/onzekerheid
0
0
n.v.t.
0
0
n.v.t.
0
0
n.v.t.
0
0
n.v.t.
0
0
n.v.t.
0
0
n.v.t.
0
0
n.v.t.
Quick wins binnenhavens Wet sociale werkvoorziening (Wsw) Gemeentedeel 2012 Wet sociale werkvoorziening (Wsw) Totaal 2011 (Gemeenten inclusief deel gemeenschappelijke regelingen)
G2
Gebundelde uitkering op grond van artikel 69 WWB
G3
Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (exclusief levensonderhoud beginnende zelfstandigen)
G5
Wet Participatiebudget (WPB)
G7
Fout of onzekerheid
Verzameluitkering SZW
Pagina 45
Lees meer
Gemeente Nijmegen Uitkomsten controle en overige informatie 2012 Terug
Inhoudsopgave
Uitkomsten
Resultaat 2012
Bevindingen
Aandachtspunten
Uitvoering
Bijlagen
Bijlage 1 - SiSa-bijlage Nummer specifieke uitkering conform SiSa-bijlage 2012
Specifieke uitkering
H1
Ministeriële regeling heroïnebehandeling
H10_2010
Brede doeluitkering Centra voor Jeugd en Gezin (BDU CJG)_Hernieuwde uitvraag 2008 tot en met 2011
Fout of onzekerheid
Financiële omvang in euro’s
Toelichting fout/onzekerheid
0
0
n.v.t.
0
0
n.v.t.
Pagina 46
Lees meer
Gemeente Nijmegen Uitkomsten controle en overige informatie 2012 Terug
Inhoudsopgave
Uitkomsten
Resultaat 2012
Bevindingen
Aandachtspunten
Uitvoering
Bijlagen
Bijlage 2 - Actuele ontwikkelingen Inleiding
In deze paragraaf schetsen wij een aantal actuele ontwikkelingen in uw sector, waarmee wij eveneens invulling willen geven aan onze natuurlijke adviesfunctie. Dit doen wij vanuit onze rol als accountant, waarbij wij tevens ontwikkelingen weergeven zoals die worden gesignaleerd door de diverse specialistengroepen binnen Ernst & Young (Advisory, Tax, IT). Wij hebben in het kader van onze controle deze actuele ontwikkelingen niet specifiek beoordeeld of toegepast voor uw organisatie, maar zijn vanzelfsprekend graag bereid met u van gedachten te wisselen over de mogelijke specifieke risico’s en gevolgen voor uw gemeente.
IT-ontwikkelingen Beveiliging van DigiD vraagt aandacht
Naar aanleiding van beveiligingsincidenten rondom DigiNotar en DigiD is in 2012 het beveiligingsassessment rondom DigiD aangekondigd. Inmiddels is enige tijd verstreken en zijn diverse gemeenten en leveranciers van gemeentelijke websites gestart met het inventariseren van de impact van de norm van Logius. Ernst & Young maakte onderdeel uit van de pilot die door VNG en KING is georganiseerd om de impact van de norm te bepalen en is sindsdien actief betrokken bij diverse gemeenten en gemeentelijke leveranciers. We zien echter dat inspanningen momenteel nog achterblijven wat het risico met zich meebrengt dat gemeenten niet tijdig een assessment hebben laten uitvoeren. Wij adviseren u op korte termijn de IST situatie te bepalen om vast te stellen waar u momenteel staat. Op die manier heeft u nog ruim de tijd eventuele verbeteringen door te voeren, voordat u zich laat toetsen tegen de norm. Ten aanzien van dit finale assessment adviseren wij u op korte termijn afspraken te maken met uw auditor.
Pagina 47
Lees meer
Gemeente Nijmegen Uitkomsten controle en overige informatie 2012 Terug
Inhoudsopgave
Bring your own device
Uitkomsten
Resultaat 2012
Bevindingen
Aandachtspunten
Uitvoering
Bijlagen
Vele gemeenten denken momenteel na over invoering van Bring your own device. Bring your own device is het concept waarbij medewerkers gebruik maken van (computer)apparatuur die niet het eigendom is van de gemeente. Hierbij valt te denken aan de inzet van eigen smartphones of tablets. Indien de gemeente ervoor kiest bijvoorbeeld e-mail en agenda via deze persoonlijke apparatuur te ontsluiten, heeft dit impact op de beveiliging van de ontsloten informatie. Daarnaast spelen fiscale aspecten een rol indien u uw medewerkers een budget geeft voor de aanschaf van de apparatuur. Indien u met de Bring Your Own Device ontwikkeling bezig bent, wisselen wij graag een keer met u van gedachten om te voorkomen dat u onnodig risico loopt.
Fiscaliteiten Loonheffingen
Op het gebied van de loonheffingen zijn er diverse aandachtpunten voor uw gemeente. Allereerst betreft dit de invoering van de werkkostenregeling (WKR), uiterlijk per 1 januari 2014. Daar hoort meteen een aanvullende opmerking bij. Een op dit moment lopende discussie in politiek Den Haag kan er toe leiden dat de overgangsperiode voor invoering van de WKR wordt verlengd met één of twee jaar. Neemt niet weg dat, wanneer de WKR thans nog niet ingevoerd is, het wenselijk is te inventariseren welke gevolgen er zouden kunnen zijn. Afhankelijk van de uitkomst van de inventarisatie kan vanuit beleidsmatig oogpunt een betere beslissing genomen worden over het invoermoment en de mogelijk noodzakelijke aanpassingen in arbeidsvoorwaarden en/of administratie. Indien vervroegd afscheid wordt genomen van een of meerdere werknemers, dan is het wenselijk vóór het maken van afspraken daaromtrent, de gevolgen van de mogelijk van toepassing zijnde strafheffing (52% extra loonheffing) in kaart te brengen. Ook nonactiviteitsregelingen kunnen kwalificeren voor deze strafheffing. Hiermee worden kostbare verrassingen achteraf voorkomen. In de public sector zien we met regelmaat dat besloten wordt personeel af te stoten respectievelijk samen wordt gevoegd met andere partijen. Dan kan een vergelijk met andere arbeidsvoorwaarden wenselijk zijn om te bezien welke financiële consequenties verbonden zijn met een dergelijke operatie. Ook is een dergelijk vergelijk wenselijk om de betreffende werknemers een tenminste gelijkwaardig arbeidsvoorwaardenpakket te kunnen bieden. In voorkomende gevallen zijn wij graag betrokken bij de uitwerking van dergelijke projecten. Vanuit de flexibele arbeidsgedachte wordt met regelmaat personeel ingehuurd. Afhankelijk van de situatie (uitzenden, detacheren en/of ZZP’er) brengt dit eventuele heffingsrisico’s en/of aansprakelijkheidsrisico’s met zich mee. Het is in alle gevallen goed om vooraf de mogelijke heffingsgevolgen in beeld te hebben en maatregelen te treffen om de aansprakelijkheid te beperken/voorkomen. De fiscale aandacht voor (bestel-)auto’s is de afgelopen jaren sterk toegenomen. De bewijslast om heffingsgevolgen van het eventuele privégebruik te voorkomen luistert nauw. Dit impliceert dat bij het gebruik van (bestel-)auto’s het wenselijk is dat er procedures zijn die eventuele heffingsverplichtingen voorkomen. Het kan daarbij overigens ook gaan om auto’s waarvan primair gedacht wordt dat er geen heffingsverplichtingen spelen.
Pagina 48
Lees meer
Gemeente Nijmegen Uitkomsten controle en overige informatie 2012 Terug
Inhoudsopgave
Uitkomsten
Afschaffing Btwcompensatiefonds gaat niet door
Resultaat 2012
Bevindingen
Aandachtspunten
Uitvoering
Bijlagen
Recentelijk heeft het Rijk met de medeoverheden het financieel akkoord gesloten. Onderdeel van het financieel akkoord is dat het Rijk zal afzien van de afschaffing van het BTW-compensatiefonds. Met het handhaven van het BTW-compensatiefonds wordt tegemoetgekomen aan de wens van gemeenten en provincies die grote bezwaren hadden tegen de afschaffing van het Btw-compensatiefonds. Deze bezwaren zijn met name ingegeven doordat de overgang naar een regime zonder compensatie allerlei complicaties met zich brengt. De aangekondigde bezuiniging van jaarlijks € 550 mio die gekoppeld was aan de afschaffing van het BTW-compensatiefonds zal evenwel gewoon doorgang vinden. Daarnaast worden gemeenten en provincies door de introductie van een gemaximeerd bedrag aan te compenseren btw in hun mogelijkheden tot compensatie beperkt. Wanneer het plafond in enig jaar wordt overschreden, vindt er een aanzuivering plaats ten laste van het Gemeente- respectievelijk het Provinciefonds. Wanneer gemeenten en provincies minder compenseren dan het vastgestelde plafond wordt de besparing toegevoegd aan het Gemeente- respectievelijke het Provinciefonds. De verdeling van de korting alsmede de toevoeging aan het Gemeente- dan wel het Provinciefonds vindt plaats overeenkomstig de omvang waarmee de individuele gemeenten en provincies btw hebben gecompenseerd. Door de beperking van de compensatie en de structurele bezuinigingsdoelstellingen die daarnaast gelden, hebben gemeenten en provincies er in de toekomst belang bij om btw-heffing op hun inkopen te verminderen/voorkomen. Wij zien goede mogelijkheden om ter zake van de bepaalde activiteiten de btw-druk voor uw gemeente aanzienlijk te beperken: ►Samenwerkingsverbanden van compensatiegerechtigde lichamen die momenteel btw aan de deelnemende gemeenten berekenen, kunnen door gebruik te maken van een btw-vrijstelling btw-druk op hun diensten beperken. ►Gemeenten kunnen met nauw gelieerde entiteiten (stichtingen of bv’s) onder omstandigheden een fiscale eenheid vormen, zodat wordt voorkomen dat op de prestaties van deze gelieerde entiteit voor de gemeente of provincie btw in rekening wordt gebracht. ►In de sfeer van de samenwerking met projectontwikkelaars en woningcorporaties bij de ontwikkeling van bestemmingsplannen afspraken over het openbaar gebied anders vorm te geven. ►Ten aanzien van de exploitatie van zaal- en vergaderruimten in multifunctionele accommodaties hebben gemeenten op basis van recente jurisprudentie ruimere mogelijkheden om een belaste exploitatie en daarmee aftrek van btw op kosten en investeringen te effectueren.
Pagina 49
Lees meer
Gemeente Nijmegen Uitkomsten controle en overige informatie 2012 Terug
Inhoudsopgave
Uitkomsten
Resultaat 2012
Bevindingen
Aandachtspunten
Uitvoering
Bijlagen
Indien één of meerdere van bovenstaande onderwerpen binnen uw gemeente speelt adviseren wij u de mogelijkheden om de btw-druk te verminderen nader te onderzoeken. Daarnaast verdient het aanbeveling om te inventariseren of de exploitatie van andere onroerende zaken binnen uw gemeente in de btwheffing zijn betrokken, waardoor aftrek van btw wordt gegenereerd. Hierbij kan onder meer worden gedacht aan de verhuur van sportaccommodaties, de belaste exploitatie van monumentale gebouwen en de optie voor een met btw belaste verhuur wanneer de huurder gerechtigd is tot aftrek van btw.
Uitbreiding vennootschapsbelastingplicht overheidsbedrijven
Uw gemeente is niet onderworpen aan de vennootschapsbelasting. In mei 2012 heeft de staatssecretaris van Financiën in zijn ‘Notitie Belastingplicht Overheidsbedrijven’ echter aangekondigd: (i)alle indirecte overheidsbedrijven integraal te willen belasten voor de vennootschapsbelasting; en (ii)overheden te willen verplichten hun concurrerende activiteiten in te brengen in een (belaste) BV of NV. Tevens heeft de staatssecretaris aangekondigd een consultatieronde te zullen houden in het kader van de vormgeving van de regeling. In deze consultatieronden zal met onder meer de overige ministeries, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, het Interprovinciaal Overleg en de Unie van Waterschappen worden overlegd. Deze consultatieronde is in januari 2013 van start is gegaan. Aangenomen wordt dat de beoogde ingangsdatum van de nieuwe regeling 1 januari 2014 is. Voor uw gemeente zou de voorgenomen regeling kunnen betekenen dat zij specifieke activiteiten zou moeten afzonderen in een afzonderlijke (belaste) rechtspersoon.
Pagina 50
Lees meer
Gemeente Nijmegen Uitkomsten controle en overige informatie 2012 Terug
Inhoudsopgave
Uitkomsten
Uitbreiding vennootschapsbelastingplicht overheidsbedrijven
Resultaat 2012
Bevindingen
Aandachtspunten
Uitvoering
Bijlagen
Wij raden u aan om in de komende periode de te verwachten impact van de voorgenomen wijzigingen in beeld te krijgen. Dit stelt u in staat waar mogelijk tijdig op de beoogde wijzigingen te anticiperen ten. Ook adviseren wij u een strategie te bepalen voor de behartiging van uw belangen tijdens de geplande consultatie-ronde van de staatssecretaris. Zo kan het bijvoorbeeld raadzaam blijken de juridische structuur of de wijze van financiering van uw gemeente aan te passen. Ook zal nadrukkelijk aandacht moeten worden geschonken aan de zakelijkheid van opbrengsten- en kostentoerekening tussen de verschillende activiteiten onderling.
Pagina 51
Lees meer
G E M E E N T E
Bestuurskwaliteit Bestuursagenda
Ijmegen Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon 14024 Telefax (024) 323 59 92 E-mall
[email protected]
Aan de gemeenteraad van Nijmegen
Postadres Postbus 9105 6500 HG Nijmegen
Datum
Ons kenmerk
Contactpersoon
25-04-2013
BK20/13.0006547
Karin Homan
OndenA/erp
Datum uw brief
Doorkiesnummer
Burgerjaarverslag 2012
(024)3292383
Geachte leden van de Raad, Hierbij ontvangt u het Burgerjaarverslag 2012. Met het burgerjaarverslag informeert het bestuursorgaan burgemeester de Nijmeegse burgers over de kwaliteit van de gem eente! ijl<e dienstverlening en de processen van burgerparticipatie. Daarnaast bevat het verslag informatie over l^lachten en bezwaren. Het burgerjaarverslag is beknopt opgezet. W e publiceren het burgerjaarverslag op nijmegen.nl en we maken de burgers attent op het verschijnen van het burgerjaarverslag met een bericht op de reguliere gemeentepagina's in de Brug. Aan het verslag op onze site wordt nog een aantal foto's toegevoegd.
Hoogachtend, de Burgemeester van Nijmegen,
drs. H.M.F. Bruls
vww.nijmegen.nl
brief raad.doc
Burgerjaarverslag 2012
1
Voorwoord In het Burgerjaarverslag 2012 laat de gemeente Nijmegen zien wat ze voor u doet op het gebied van dienstverlening en wat we samen met u doen als het gaat om bijvoorbeeld de ontwikkeling en het beheer van uw wijk. Het is voortdurend onze ambitie om de dienstverlening te verbeteren. Want iedereen wil dienstverlening die snel is en op maat. We willen inwoners ook - daar waar mogelijk - betrekken bij de voorbereiding en uitvoering van ons beleid. Actief burgerschap is voor ons een belangrijk onderwerp. Ik ben blij om daar goede voorbeelden van te zien in de stad. Op 21 mei 2012 ben ik aangetreden als burgemeester van Nijmegen. In de maanden daarvoor was Wim Dijkstra burgemeester van Nijmegen. Als u na het lezen van het Burgerjaarverslag vragen of opmerkingen heeft: reacties zijn van harte welkom.
Hubert Bruls Burgemeester van Nijmegen
April 2013
2
Dienstverlening In 2012 hebben we weer hard gewerkt aan de verbetering van onze dienstverlening. Speerpunten daarbij zijn het klantvriendelijk en efficiënt inrichten van de gemeentelijke werkprocessen en het uitbreiden van onze digitale dienstverlening. Ook hebben we vorig jaar een deel van onze standaardbrieven aan burgers herschreven. Dienstverlening en klanttevredenheid Eens in de twee jaren meten we in de Stadswinkel en in Steunpunt Dukenburg de klanttevredenheid. In 2012 is opnieuw onderzoek gedaan en we scoren een ruime 8. Nijmegen deed weer mee aan de landelijke benchmark Publiekszaken. Het TNS Nipo voerde een klanttevredenheidsonderzoek uit in de Stadswinkel. Met dit onderzoek behaalden we een 7,6. Telefonische dienstverlening Het aantal telefoontjes is in 2012 met 12,6% toegenomen ten opzichte van 2011. De toename en fluctuatie van het aantal telefoontjes is een gevolg van incidenten (technische storing, problemen rondom de parkeerautomaten in het begin van het jaar en een verhoogde druk op de afspraken door het vervallen van de kindbijschrijvingen). Hierdoor kwam in het eerste half jaar het beoogde servicelevel (80% van alle externe telefoongesprekken wordt binnen 30 seconden beantwoord) zwaar e
onder druk te staan. In de 2 helft stabiliseerde het aanbod met uitschieters in oktober en november. Over het hele jaar is een servicelevel van 72% behaald bij een aanbod van 255.048 telefoontjes. In de e
2 helft van het jaar werd de norm van 80% beantwoorden binnen 30 seconden gerealiseerd.
In 2012 zijn er twee onderzoeken geweest naar onze telefonische dienstverlening. 1. De landelijke benchmark Publiekszaken voerde een klanttevredenheidsonderzoek uit. We behaalden een 7,2 als klantwaarderingscijfer. 2. Een extern bureau voerde een kwaliteitsmeting uit. Van 200 telefonische contacten met 14024zijn de kwantitatieve en kwalitatieve aspecten geregistreerd. Als uitkomst werd een 8 gescoord. Het percentage tijdig afgehandelde berichten bedraagt over 2012: 79,4%. Fysieke dienstverlening In 2012 zijn 5.000 Nijmegenaren aangeschreven om erop te wijzen dat na 26 juni 2012 de kindbijschrijving in het paspoort verviel. Dit leidde tot een toename van de klanten in de eerste drie kwartalen. De wachttijden in de Stadswinkel en het Steunpunt Stadswinkel namen hierdoor toe. We organiseerden extra avondopenstellingen en we zetten extra mankracht in om al deze aanvragen, naast de reguliere zomerpiek, af te handelen.
3
De norm om 80% van de klanten binnen 15 minuten te helpen is net gehaald. Klanten die op vrije inloop en op afspraak binnenkwamen, wachtten wat langer dan in 2011. De versobering van onze dienstverlening heeft hierbij ook meegespeeld. Vanaf 1 oktober 2012 kan men aan de balie Publieksdienstverlening ook terecht voor Gevonden Voorwerpen. Versobering dienstverlening In 2011 is besloten om, onder druk van de bezuinigingen, de dienstverlening in de Stadswinkel te versoberen. Per 1 januari 2012 is die versobering ingevoerd en sindsdien werkt de Stadswinkel in de middag alleen nog maar op afspraak. Het Steunpunt Stadswinkel is beperkter geopend op de dinsdag en de vrijdag en in de middag alleen op afspraak. In de hal van de Stadswinkel is er één informatiebalie. Voorheen was er één servicebalie op de begane grond en één balie Open Huis op de e
1 etage. De mogelijkheid voor ouders om de geboorte van hun kind aan te geven in het UMC St. Radboud en het CWZ vervalt in 2013. Begrijpelijke brieven aan burgers, bedrijven en organisaties Begin 2012 is het project Algemeen Begrijpelijk Nijmeegs gestart. De gemeente Nijmegen wil namelijk graag helder en in frisse taal communiceren naar burgers, bedrijven en organisaties. De gemeentelijke standaardbrieven stralen dat echter niet altijd uit en ze worden daarom herschreven in begrijpelijke taal. In november 2012 is de speciale leesgroep ABN op Facebook van start gegaan. Via de leesgroep vragen we aan onze burgers om te beoordelen of de herschreven brieven inderdaad begrijpelijk zijn geworden. De reacties van de leesgroep zijn positief, opbouwend en zeer nuttig! Ondanks alle zorg tijdens het herschrijven blijkt dat we onbedoeld soms nog steeds jargon gebruiken. Dat wordt met hulp van onze “Facebookburgers” nu gecorrigeerd. Bel- & herstellijn, en nu ook een ‘app’ Met onze bel- & herstellijn willen we burgers een laagdrempelige mogelijkheid bieden om meldingen over de openbare ruimte in te dienen. In 2012 hebben we 14.000 meldingen ontvangen die we in 80% van de gevallen binnen 5 werkdagen hebben opgelost of teruggemeld. Bij een toename met 2.000 meldingen ten opzichte van 2011 zijn 10% meer meldingen op tijd afgewikkeld. Daarnaast hebben we in 2012 hard gewerkt aan een ‘app’ waarmee burgers bel & herstelmeldingen kunnen doorgeven met hun smartphone. Ze kunnen daar meteen een foto van het probleem bijvoegen en worden op de hoogte gehouden over de voortgang. De ‘app’ is begin 2013 in gebruik genomen. Minder regels, meer gemak! In 2012 zijn we gestart met het project ‘Dienstverlening horeca’. De wens was om de regeldruk bij horecaondernemers te verminderen en de doorlooptijd van de aanvraag horecavergunning te versnellen. We hebben hierbij gebruik gemaakt van werksessies, waarbij de ervaringen van de betrokken ambtenaren, maar ook van de Kamer van Koophandel en de ondernemers zelf, als input hebben gediend voor de verbetering van het vergunningenproces.
4
Het project heeft geresulteerd in een Horeca Actie Team (HAT), bestaande uit ambtenaren van de verschillende afdelingen. Het HAT draagt zorg voor een gezamenlijke intake van de aanvraag. Tevens bezoekt dit team, indien nodig, het horecapand om de aanvrager een advies op maat te kunnen geven. Inmiddels worden de resultaten van de nieuwe aanpak zichtbaar: het vertrouwen van de ondernemers in de gemeente begint te groeien en de aanvragen worden sneller behandeld. Een doorlooptijd van 4 weken is daarbij al haalbaar gebleken. Politieke avond volgen via website De Politieke Avonden (vergadering gemeenteraad) zijn live te volgen via internet. Ruim 7.500 belangstellenden hebben in 2012 een vergadering live gevolgd via www.nijmegen.nl. Daarnaast zijn de uitzendingen nog zo’n 2.600 keer teruggekeken of beluisterd. Nieuws over de gemeenteraad Iedereen kan het laatste nieuws over de gemeenteraad vinden op www.nijmegen.nl/gemeenteraad. In 2012 is de homepage van de website van de gemeenteraad vernieuwd en is de navigatiestructuur aangepast, zodat bezoekers makkelijker hun weg kunnen vinden. Ook is er een digitale nieuwsbrief van de gemeenteraad, die maandelijks wordt verstuurd. Deze nieuwsbrief heeft zo’n 1.000 abonnees. Daarnaast publiceert de raad elke twee weken nieuwsartikelen in de lokale weekkrant De Brug. Sinds het voorjaar van 2011 heeft de raad een eigen twitteraccount: @Raadnijmegen. De griffie beheert dit account, dat inmiddels zo’n 500 volgers heeft. De volgers worden op de hoogte gehouden van de Politieke Avonden en andere activiteiten van de raad. Bureau Sociaal Raadslieden De medewerkers van bureau Sociaal Raadslieden geven dagelijks juridisch advies en informatie aan inwoners van Nijmegen over uiteenlopende onderwerpen. Naast advies en informatie bestaat de dienstverlening uit bemiddeling, schrijven van brieven en bezwaarschriften en (digitaal) invullen van aanvragen en wijzigingen op het gebied van belastingen en toeslagen. In 2012 werden 4.872 adviesgesprekken gevoerd, waarin 9.146 vragen werden behandeld. Van de gesprekken vond 78% op spreekuur plaats en 22% telefonisch. Het aantal vragen per klant is verder toegenomen, en er is vaker samenhang tussen de verschillende vragen die werden gesteld. De meeste vragen werden gesteld over belastingen (24%), gevolgd door uitkeringen (21%) en wonen (21%). Het aantal vragen over huur- en zorgtoeslag, over schulden en beslag op het inkomen blijft de laatste jaren toenemen. De toeslagen zijn voor mensen met een laag inkomen erg belangrijk, ze kunnen daarmee de vaste lasten betalen. Als deze toeslagen wegvallen zijn de gevolgen groot. Vrijwel meteen ontstaan achterstanden, die ook bij later herstel van de toeslagen moeilijk zijn weg te werken. Vaak zijn er in de tussenliggende periode incassokosten bijgekomen, zodat er uiteindelijk toch schulden resteren.
5
In het najaar van 2012 besloot de gemeenteraad dat bureau Sociaal Raadslieden blijft bestaan. Het eerdere voornemen om het hele bureau weg te bezuinigen is losgelaten, omdat duidelijk is dat de Sociaal Raadslieden een belangrijk vangnet zijn voor juridische problematiek. De Sociaal Raadslieden gaan op termijn wel als backoffice fungeren en behandelen dan alleen op verwijzing van het maatschappelijk middenveld complexe juridische problemen. Regionaal Archief Nijmegen In de studiezaal van het Regionaal Archief zijn in 2012 5.650 bezoeken inhoudelijk ondersteund. Er werden ruim 1.000 scholieren en studenten ontvangen. In samenwerking met andere instellingen zijn educatieve programma’s aangeboden aan scholen voor basis- en voortgezet onderwijs. Het Regionaal Archief leverde in 2012 een inhoudelijke bijdrage aan tal van manifestaties, evenementen en tentoonstellingen. Belangrijke manifestaties waren de “24 uur van de Nijmeegse Geschiedenis”, de Open Monumentendag en tentoonstellingen in Museum Het Valkhof en het Huis van de Nijmeegse Geschiedenis. Daarnaast is inhoudelijke medewerking verleend aan ongeveer 60 (populair-)wetenschappelijke publicaties, onder andere publicaties in de Gelderlander, het "Gelderland boek” en “Nijmegen in kleur”. Er werd een bijdrage geleverd aan lokale en nationale TV-programma’s (onder andere "Verborgen Verleden") en actief geparticipeerd in een aantal besturen van lokale historische organen. In 2012 is er veel tijd en energie besteed aan de verdere verbetering van de Digitale Studiezaal, waarbij de klant in één keer kan zoeken naar foto's, films, boeken, krantenartikelen of indexen met gegevens over personen. Het aantal bezoekers van de website van het Regionaal Archief is toegenomen tot 190.000. Omgevingsvergunning De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) voorziet in het afgeven van één vergunning in plaats van verschillende bouw-, milieu-, inrit- of kapvergunningen. Via het digitale landelijke Omgevingsloket kunnen burgers en bedrijven op elk door hen gewenst moment een aanvraag indienen. De gemeente verzorgt de coördinatie tussen de verschillende aanvraagonderdelen en overheden. In 2012 verleende de gemeente 1207 Wabo-beschikkingen. Bij 9 aanvragen hebben we de wettelijke termijn overschreden en zijn de vergunningen van rechtswege verleend.
6
Burgerparticipatie De relatie tussen overheid en bewoners verandert. De overheid doet op meer terreinen een stapje terug en er wordt vaker een beroep op burgers gedaan om zelf initiatief te nemen en medeverantwoordelijkheid te dragen voor de kwaliteit van de leefomgeving. Die grotere zelfredzaamheid is een belangrijk thema in het coalitieakkoord. Participatie in de wijken In de stadsdelen hebben we in het afgelopen jaar sterke staaltjes van bewonerskracht gezien. In Dukenburg formuleren en realiseren bewoners hun toekomstdromen voor hun eigen wijk. Veel van die dromen hebben als rode draad "elkaar ontmoeten en netwerken opbouwen", met speciale aandacht voor jongeren en allochtonen. Gelukkig zien we in de wijken ook initiatieven vanuit deze groepen ontstaan, bijvoorbeeld de initiatiefgroep iftar in het Willemskwartier. Deze initiatiefgroep organiseerde een geslaagde iftar (maaltijd tijdens de ramadan) voor alle bewoners uit de wijk. De betrokkenheid van bewoners bij hun wijk neemt toe. In enkele accommodaties is een begin gemaakt met zelfbeheer door bewoners. ZZP-ers verenigen zich en bewoners nemen steeds meer eigen initiatief in het realiseren van hun dromen en wensen, zoals bij de herinrichting van het Sparterrein en het Teerplein in Oud-West en de moestuin in de Aldenhof. Het project “Lindenholt maakt geschiedenis” zorgde voor een positieve impuls aan het imago van dit stadsdeel. In het centrum namen bewoners uit de werkgroep drugsoverlast het initiatief om te overleggen over het straatdealen in en rond het Kronenburgpark. Na het plaatsen van camera’s is de overlast flink verminderd. In Zuid zijn bewoners actief als gastheer en gastvrouw in het Hart van Hatert. In Grootstal en Hatertse Hei hebben bewoners de handen in elkaar geslagen om buurttuintjes te realiseren. Een interessante ontwikkeling op het terrein van participatie is mijnbuurt.je. Dit online communicatieplatform is gestart in Oost, Lindenholt en Oud-West. Al deze voorbeelden laten zien dat bewoners heel veel zelf kunnen en willen doen. Wijkenkaravaan In de week van 13 tot en met 21 september trok de Wijkenkaravaan door alle stadsdelen van Nijmegen. Doel hiervan was om samen met bewoners, organisaties en ondernemers input te geven aan de stadsvisie Nijmegen naar 2020 en om toekomstagenda’s voor de wijken te maken. Onderwerp van gesprek: de toekomst van de wijken en de stad. Wat zijn de wensen en ideeën voor 2020 en welke bijdrage kunnen mensen daaraan zelf leveren? Op allerlei locaties vonden straatinterviews plaats: bij winkelcentra, scholen, op de markt en andere plekken waar veel mensen samen komen. We spraken met mensen die vaak ondervertegenwoordigd zijn in traditionele wijkoverleggen zoals allochtonen, werkenden, ondernemers, jongeren, ouderen, jonge gezinnen en mindervaliden. We organiseerden bijeenkomsten voor zzp-ers, ontmoetingen in verzorgingshuizen, activiteiten op scholen en in de Moskee. Daarnaast waren er elke avond debatbijeenkomsten rondom thema’s zoals duurzaamheid, groen, ruimtelijke ontwikkelingen, zorg etc.
7
Dit alles heeft geleid tot een top 10 van thema’s vanuit de wijken die variëren van ‘vinden en verbinden’ (netwerken, wijkwebsites), contacten binnen de wijk, tot het vereenvoudigen van regels en het zorgen voor elkaar binnen kleinschalige verbanden. Voorzieningenhart De Biezantijn In het Waterkwartier wordt midden in de wijk, op een complexe binnenstedelijke locatie, een voorzieningenhart gebouwd dat bestaat uit een wijkcentrum met daarbovenop 30 zorgappartementen en daarnaast een brede basisschool. De opening vindt plaats in de zomer van 2014. Het voorzieningenhart wordt nadrukkelijk in samenwerking met de buurtbewoners en de gebruikers gerealiseerd. Zo heeft men meegedaan aan de architectenselectie. Het gebruikersoverleg met daarin o.a. wijkvereniging, school, corporatie, kinderopvang, bibliotheek en gemeente heeft het programma van eisen bepaald. Ook praat men mee over de inrichting van de binnen- en buitenruimte. Gekozen is voor zo veel mogelijk groen in de buitenruimte en voor tastbare herinneringen aan de geschiedenis van het Waterkwartier binnen het gebouw. Voor de begeleiding van de planologische procedure is een klankbordgroep samengesteld. Gedurende diverse fases in het project zijn informatie-avonden gehouden. Deze intensieve participatie heeft ertoe geleid dat de procedure zonder bezwaren is verlopen. Een breed samengestelde programmaraad werkt aan een programma-aanbod dat aansluit op de wensen in de wijk. De naam De Biezantijn is bedacht door een wijkbewoner en gekozen na een stemming binnen de wijk. Social media De gemeente Nijmegen ziet sociale media als één van de kanalen voor communicatie en participatie met haar inwoners. Het gebruik van Facebook en Twitter in Nederland is ook in 2012 sterk gestegen, wat te merken was aan het toenemende aantal fans/followers en de interactie bij de reeds bestaande gemeentelijke accounts, zoals die van de wijken. Het twitteraccount @gem_nijmegen groeide sterk door tot bijna 7000 volgers. Omdat de gemeente met zogenaamde webcare op tweets over de gemeente Nijmegen reageert, is de interactie toegenomen. Het account @naarnijmegen, met specifieke informatie over de bereikbaarheid van Nijmegen, groeide ook gestaag tot 2500 volgers. Automobilisten ontvangen nuttige realtime informatie over de toestand van de wegen, of het nu onverwachte files betreft of gladheidswaarschuwingen.
In 2012 werd de gemeentelijke Facebookpagina gelanceerd. In een jaar tijd zijn er maar liefst duizend mensen ‘fan‘ geworden van Nijmegen, waardoor het meteen één van de grootste gemeentelijke pagina’s van Nederland is geworden. Gemiddeld plaatste de gemeente er één bericht per dag op, vaak met foto, met aandacht voor wat de gemeente doet, maar ook voor wat anderen voor de stad doen. De stijl van de pagina is passend bij die van Facebook: informeel, persoonlijk, met ruimte voor ‘feel-good’ berichten en met levendige interactie met de fans tot gevolg.
8
Een bijzonder onderdeel is de Facebookgroep ABN: Algemeen Begrijpelijk Nijmeegs. Daarin beoordelen en verbeteren inwoners van Nijmegen verschillende brieven die de gemeente aan de inwoners stuurt. Op de in 2012 vernieuwde homepage van www.nijmegen.nl zijn de social media nu duidelijk te vinden onder de kopjes ‘Praat mee’ en ‘Volg ons’, die leiden naar een overzichtspagina met alle social media accounts en internetfora van de gemeente. Die homepage is overigens ook een product van participatie, omdat Nijmegenaren een eigen foto voor die pagina kunnen inzenden via de social media fotosite Flickr. Wekelijks kiest de websiteredactie een mooie foto uit de inzendingen. Wijkaanpakprogramma’s In diverse aandachtsgebieden in de stadsdelen zijn Wijkaanpakprogramma’s (WAP’s) opgesteld. Wijkbewoners en betrokken wijkpartijen zoals woningcorporaties, politie, scholen, zorg- en welzijnsinstellingen en ondernemers zijn als actieve partners belangrijke mede-opstellers van deze WAP’s. Alle actief betrokken partijen brengen hun plannen en wensen samen om ook gezamenlijk verantwoordelijkheid te dragen voor prioritering en uitvoering hiervan. In 2012 zijn WAP’s voor Heseveld, Wolfskuil, Biezen, Zwanenveld, Voorstenkamp, Gildekamp en Meijhorst gerealiseerd. Actief burgerschap en burgerparticipatie in de wijken Bewoners en ondernemers werden in 2012 actief betrokken bij het beheer van de openbare ruimte. De wijkbeheerplannen werden zoals ieder jaar geactualiseerd en inwoners worden op de hoogte gehouden van de voortgang van het afgesproken werk. In het wijkbeheerplan staan de plannen voor het onderhoud en het beheer van de komende jaren. Bewoners en ondernemers kunnen hierbij de aandachtspunten en wensen voor hun wijk meegeven. Om de wijkbeheerplannen up to date te houden zijn in alle wijken weer wijkschouwen georganiseerd. Tijdens zo’n wijkschouw gaan bewoners en ondernemers samen met hun wijkbeheerder door de wijk om de aandachtspunten aan te wijzen. In totaal hebben circa 350 bewoners deelgenomen aan de wijkschouwen en wijkbeheerplanbijeenkomsten. We houden de bewoners op de hoogte van de afgeronde werkzaamheden en de plannen voor het nieuwe jaar door middel van een voortgangsrapportage die begin van het jaar huis-aan-huis wordt verspreid. Arenagesprekken Er waren vorig jaar zes arenagesprekken over de beleving van de openbare ruimte. Aan de hand van foto’s konden de bewoners de openbare ruimte beoordelen op een aantal onderdelen zoals schoon, toegankelijk, veilig en mooi. Met de arenagesprekken krijgen we direct zicht op de beleving van de openbare ruimte door de bewoners die deze openbare ruimte iedere dag gebruiken. De gemeente kiest de rol van toehoorder en komt zo echt in contact met de wensen van de bewoners.
9
Nieuw beleid Voor het beheer van de Openbare Ruimte zien we actief burgerschap als een belangrijke pijler. Daarom is bij het ontwikkelen van het beleidsplan ‘Geef ze de (openbare) ruimte” gebruik gemaakt van een digitaal stadspanel. De inwoners werd in een digitale enquête gevraagd naar de mening en de eigen deelname in het beheer van de openbare ruimte. Inwoners blijken in grote mate bereid om mee te denken over de inrichting en het beheer van de openbare ruimte. Steeds meer is er ook de wens om daadwerkelijk te willen participeren in dit beheer. Ook voor het opstellen van het nieuw afvalbeleid hebben we eerst een digitale meningspeiling gedaan. De meningspeilingen lieten een bijzonder hoge respons zien, wat duidelijk maakt dat deze onderwerpen de burgers aanspreken. De inwoners van Nijmegen scheiden graag en goed hun afval. Daarmee zorgen ze voor duurzaam hergebruik van de grondstoffen uit hun afval. Dit werd dan ook het uitgangspunt voor het nieuwe afvalbeleid. De plannen voor verbetering van de afvalinzameling werden in het onderzoek zonder meer onderschreven. Schone wijken We hebben meegedaan met de landelijke opschoondag. Daarnaast hebben verschillende lokale opschoonacties plaatsgevonden op initiatief van bewoners zelf, van de woningbouwcorporaties en van de gemeente. In het najaar hielpen alle bewoners weer mee met het opruimen van bladafval. Hiervoor werden in de wijken bladkorven geplaatst die wekelijks werden geleegd. En in de winter waren veel bewoners en ondernemers in de weer met de sneeuwschep om hun stoep toegankelijk te maken na sneeuwval. In het nieuwe beleid voor gladheidsbestrijding worden burgers opgeroepen om hun eigen stoep en zo nodig die van hun buren, begaanbaar te houden. De gemeente faciliteert gemeenschappelijk georganiseerde acties om gladheid te bestrijden door zoutkisten te verstrekken. Nijmegen kent een systeem van buurtranger-teams. Een buurtranger-team is een groep mensen die ervoor zorgt dat een buurt schoon blijft. De teams gingen op gezette tijden in de hun toegewezen straat, buurt of wijk aan de slag om het zwerfvuil op te ruimen. Een belangrijk karwei, want zwerfvuil is vaak het begin van een neerwaartse spiraal als het gaat om de leefbaarheid van een gebied. Zwerfvuil opruimen heeft dus een preventieve werking. Participatiekaart Op www.participatiekaart.nl staat een online stadskaart waarop de participatieprojecten zijn te zien waarmee bewoners en ondernemers zich inzetten voor een schone, hele en veilige openbare ruimte. Zo zijn in Nijmegen verschillende natuurspeeltuinen gerealiseerd waarvoor groepen bewoners zelf het reguliere onderhoud en beheer uitvoeren. Het aantal burgerinitiatieven op de kaart is gegroeid tot 93.
10
Collegebezoeken In 2012 bezocht het college vijf wijken en sprak daar met bewoners, ondernemers en beroepskrachten. In Neerbosch-Oost richtte het bezoek zich op onderwerpen die aansluiten bij het kansenboek van de wijk. Dit waren: een laagdrempelig advies/informatiepunt in de wijk (De Opmaat), het verbeteren van de uitstraling van het winkelcentrum en het beter benutten van diverse voorzieningen in de wijk voor ontmoeting.
In het Willemskwartier stond het thema diversiteit en vernieuwing centraal. Het voorzieningenhart ’t Hert staat hier symbool voor. Andere onderwerpen die tijdens de fietstocht aan de orde kwamen, waren: voortgang van de herstructurering en renovatie, gebruik van Cruyff Court en Beetsplein, bewonersactiviteiten, overlast, zelfbeheer en contacten tussen bewoners. De wijk Hatert was het eerste wijkbezoek waaraan burgemeester Bruls mee deed. Vanuit basisschool De Klumpert kreeg het college een rondleiding langs recente fysieke wijkvernieuwing en het nieuwe Mual-park. Maar ook veiligheid en het sociale wijkteam kregen ruimschoots aandacht. Tenslotte werd teruggekeken op de krachtwijkaanpak van de laatste vier jaren en vooruitgekeken naar de toekomst. Op de Hatertse Hei ging het college in gesprek met bewoners en organisaties over verbindingen. Verbindingen tussen de wijkraad, jongeren, culturele en religieuze instellingen. Ook ging het over de pilot rondom zelfbeheer van De Mix. Het college werd rondgeleid door enthousiaste leden van de wijkraad en door een aantal jongeren. Centraal in het wijkbezoek stond het thema ontmoeting en de eigen identiteit van Hatertse Hei.
De laatste wijk die het college in 2012 bezocht, was Malvert. In wijkcentrum De Turf kreeg het college een toelichting op de wijkmonitor, de ontwikkelingen van het maisonettegebied, de gezamenlijke acties van de wijkpartners en is er gediscussieerd over de gewenste koers in Malvert. Het college bezocht ook het winkelcentrum en de Orangerie en ging in gesprek met ondernemers en bewoners. Onderwerpen: vergroten van de aantrekkelijkheid, creatief gebruik van leegstaande winkels en gebruik van voorzieningen door bewoners van de Orangerie.
11
Raadsleden als volksvertegenwoordigers De raad is in 2012 weer twee keer op wijkbezoek geweest: in het voorjaar naar Nijmegen Noord en in het najaar naar stadsdeel Dukenburg. Tijdens deze bezoeken nam de raad een kijkje bij diverse projecten in de wijken en maakten raadsleden kennis met veel betrokken inwoners. Daarnaast maakten raadsleden onder andere een stadstour langs ruimtelijke projecten in het Waalfront.
In het voorjaar van 2012 zijn diverse raadsleden en fractievolgers op ‘stage in de stad’ geweest. Door een dagje mee te draaien op de werkvloer bij een organisatie in de stad, maakten zij kennis met het werk van deze organisaties en hun medewerkers.
Bewoners kwamen ook naar het Stadhuis. Tijdens de Politieke Avond hebben 210 mensen hun mening gegeven over een onderwerp op de agenda. Raadsleden en griffiemedewerkers verzorgen ook regelmatig voorlichting aan scholen. Leerlingen van diverse onderwijsinstellingen (zowel HBO, ROC als voortgezet onderwijs) kregen een presentatie over de raad, een rondleiding door het Stadhuis of debatteerden over zelfgekozen onderwerpen in de raadzaal. Verkiezingen Op 12 september 2012 vond er een extra verkiezing plaats voor de Tweede kamer. Voor deze Kamerverkiezing kwam 75% van de Nijmegenaren naar de stembus. Net als landelijk was dat een kleine daling in vergelijking met de opkomst van 2 jaar geleden (toen 76%). Het opkomstpercentage in Nijmegen is hoger dan in Nederland, waar in totaal 73% van de stemmers naar de stembus toog. Ook bij deze verkiezingen werd met het rode potlood gestemd.
12
Klachten en bezwaren In 2012 behandelde de gemeente 267 klachten. Net als in 2011 gingen de meeste klachten over onzorgvuldige dienstverlening. We slaagden erin om 90% van de klachten binnen de wettelijke termijn af te handelen. Dat is ruimschoots meer dan de doelstelling van minimaal 80%. Minder dan 2% van de klachten werd gegrond verklaard. In 2011 was dat 2,7%. We streven er naar om zoveel mogelijk klachten minnelijk af te handelen. Dat wil zeggen dat de klacht wordt opgelost of afgehandeld zonder dat de burger nog behoefte heeft aan een formele beslissing op zijn klacht. In 2012 is ruim 74% van de klachten op een minnelijke wijze afgehandeld. We handelden verder 1315 bezwaren af (bezwaren belastingen uitgezonderd), waarvan 70% binnen de wettelijke termijn, conform onze doelstelling. Ook de doelstelling van maximaal 18% gegrond verklaarde bezwaren haalden we. Dit percentage bedroeg ruim 16%. In 2011 was dat nog 19%. Ook bij de afhandeling van bezwaren wordt een toenemend accent gelegd op een informele afhandeling. Daarbij staan snel reageren naar de burger en een klantvriendelijke dienstverlening centraal.
13
Ingekomen stuk D12 (PA 15 mei 2013)
Financiën Concern Financiën
Openbare besluitenlijst 18 december 2007 Collegevergadering no 47 Aan de gemeenteraad van Nijmegen Aanwezig: Voorzitter Wethouders Gemeentesecretaris Datum Communicatie
23 april 2013 Verslag
Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon 14024 Telefax (024) 323 59 92 E-mail
[email protected]
Postbus 9105 6500 HG Nijmegen Th. de Graaf P. Depla, H. van Hooft sr., L. Scholten, H. Kunst, P. Lucassen, J. van der Meer P. Eringa Ons kenmerk Contactpersoon A. Kuil FA20/13.0006226 Peggy van Gemert M. Sofovic
Onderwerp
Datum uw brief
Accountantsverklaring bij de stadsrekening 2012
Direct telefoonnummer
0629189392
Geachte leden van de Raad,Aldus vastgesteld in de vergadering van:
Wij stuurden u een voorstel tot vaststelling van de stadsrekening 2012. In dit raadsvoorstel staat dat de accountant een goedkeurende verklaring heeft afgegeven. Om misverstanden te voorkomen nog de volgende aanvullingen.
De voorzitter,
De secretaris,
Rondom de opstelling van de Rekening 2012 is waardering van de grondexploitaties een dominant onderwerp geweest en ook in de gesprekken met de accountant rondom de opstelling van de accountantsverklaring. Er is uitgebreide informatieoverdracht tussen gemeente en accountant geweest over de waardering van onze grondexploitaties en de herijkingstrajecten daarvan die reeds liepen binnen de gemeente Nijmegen. Zoals uw Raad heeft vernomen, heeft de accountant een concept verklaring ter hand gesteld die goedkeurend is. Daar waar wij als college duiden op een goedkeurende verklaring bedoelen we deze conceptverklaring van de accountant. In tegenstelling tot andere jaren is dit een conceptverklaring, die definitief wordt nadat er een aantal aanvullende besluiten worden genomen. Deze besluiten liggen op het terrein van de verantwoordelijkheid van uw raad. Dit geldt voor het vaststellen van de de voortgangsrapportage grote projecten, de geactualiseerde Grondexploitatie Gem Waalsprong en de stelselwijziging inzake het activeren van rioolinvesteringen. Wij hebben als college deze te nemen besluiten ook aan uw raad voorgesteld in het raadsvoorstel. Na een positieve besluitvorming zal sprake zijn van een definitieve goedkeurende verklaring.
www.nijmegen.nl
Brief aan de Raad inzake accountantsverklaring.docx
1
Gemeente Nijmegen Financiën Concern Financiën
Vervolgvel
1
Wij hebben begrepen dat uw raad aanstaande woensdag nader wordt geïnformeerd door de accountant. Indien u vragen heeft dan willen wij die graag met u bespreken. Hoogachtend, college van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester,
De Gemeentesecretaris,
drs. H.M.F. Bruls
drs. B. van der Ploeg
www.nijmegen.nl
Brief aan de Raad inzake accountantsverklaring.docx
Voorstel aan de Raad
Openbare besluitenlijst 18 december 2007
Collegevergadering no raadsvoorstel 47 Datum raadsvergadering / Nummer 15 mei 2013
/ 66/2013
Fatale termijn: besluitvorming vóór:
Aanwezig: Voorzitter Onderwerp Wethouders
Th. de Graaf P. Depla, H. van Hooft sr., L. Scholten, H. Kunst, Planexploitatie Onderwijshuisvesting P. Lucassen, J. van der Meer P. Eringa Gemeentesecretaris Programma / Programmanummer Grondbeleid / 1032 A. Kuil Communicatie M. Sofovic Verslag Portefeuillehouder H. Kunst Voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders d.d.
9 april 2013 Samenvatting
Op 19 december 2007 heeft de gemeente Nijmegen het economisch eigendom van de Aldus vastgesteld in de vergadering van: schoolgebouwen overgedragen aan 13 schoolbesturen van het primair en voortgezet onderwijs. Daarbij zijn afspraken gemaakt dat deze scholen hun vastgoed alleen aan de gemeente mogen verkopen, de gemeente heeft vervolgens de plicht om de gebouwen tegen WOZ-waarde te kopen. Deze zogenaamde doordecentralisatieafspraken stellen schoolbesturen in de gelegenheid de kwaliteit van de schoolgebouwen in een veel hoger tempo te verbeteren dan voorheen. Op 24 februari 2010 is de planexploitatie Onderwijshuisvesting vastgesteld waarin de toen bekende De voorzitter, De zijn secretaris, locaties zijn opgenomen. Inmiddels zijn we een aantal jaren verder en er nieuwe locaties bijgekomen. Tevens hebben de veranderde marktomstandigheden ervoor gezorgd dat de vraag naar woningen duidelijk is gewijzigd. Om goed op deze veranderde marktomstandigheden te kunnen inspelen is er een aantal wijzigingen doorgevoerd. Het uitgangspunt van sloopnieuwbouw is bij een aantal locaties vervangen naar (tijdelijk) voortgezet gebruik. Bovendien is per locatie gekeken naar evt. aanpassing van het woningbouwprogramma, meer toegesneden op specifieke doelgroepen, verlaging van de grondprijzen, afboeken en fasering. De gewijzigde planexploitatie onderwijshuisvesting wordt hierdoor opnieuw ter vaststelling aangeboden. Voorstel om te besluiten
1. De gewijzigde planexploitatie Onderwijshuisvesting (G760-G770) vast te stellen. 2. De bestaande voorziening te verhogen met € 7.048.000 naar € 7.882.000 ten laste van de ABR Ontwikkelingsbedrijf. 3. Bij het niet ontwikkelen van het Maaswaal College aan de Streekweg 21, dit pand over te dragen aan het programma Facilitaire Diensten; product Maatschappelijk Vastgoed.
1
Opgesteld door, telefoonnummer, e-mail
Mieke Verstappen, 9618,
[email protected] Raadsvoorstel PE Onderwijshuisvesting 6.docx
Voorstel aan de Raad
Aan de Raad van de gemeente Nijmegen 1
Inleiding
De doordecentralisatie overeenkomst Ingevolge het raadsbesluit van 19 december 2007 heeft de gemeente Nijmegen het economisch eigendom van de schoolgebouwen overgedragen aan de schoolbesturen van het primair en voortgezet onderwijs. Daarbij is de afspraak gemaakt dat schoolbesturen hun locaties bij (gehele of gedeeltelijke) verkoop allereerst aan de gemeente moeten aanbieden (voorkeursrecht). De gemeente heeft vervolgens een aankoopplicht tegen WOZ-waarde, tenzij partijen hierover anders overeenkomen. Voornoemde maatregelen komen voort uit de doordecentralisatie-overeenkomst tussen de gemeente en 13 schoolbesturen. Het gaat hierbij om 42 basisscholen, 15 scholen in het speciaal onderwijs en 12 scholen in het voortgezet onderwijs. De gemiddelde leeftijd van de gebouwen is daarbij 38 jaar. Schoolbesturen zijn door de doordecentralisatie-afspraken in staat om de kwaliteit van de schoolgebouwen in een hoger tempo te verbeteren dan voorheen. Dit komt omdat de investering en de exploitatie nu in één hand liggen. Financiering nieuwbouw scholen De financiering van nieuwbouw vindt aan de zijde van de schoolbesturen plaats door inzet van de middelen die de gemeente volgens de doordecentralisatie-overeenkomst jaarlijks beschikbaar stelt, aangevuld met de middelen die scholen genereren door hun oude locaties te verkopen en/of middels hypothecaire leningen. Doordat de waarde waarvoor de gemeente de gebouwen aankoopt, de WOZ-waarde, doorgaans hoger ligt dan de boekwaarde ontstaat er bij verkoop een investeringsbudget voor nieuwbouw. Tevens kunnen de schoolbesturen tegen een lagere rente en een gunstigere financieringssystematiek geld lenen. Dynamische planexploitatie en procedure bij nieuwe locaties De planexploitatie Onderwijshuisvesting is een bijzonder dynamische planexploitatie ten opzichte van andere planexploitaties van het Ontwikkelingsbedrijf. - Er kunnen voortdurend locaties worden toegevoegd en afgesloten. De mate waarin dit gebeurt is afhankelijk van de schoolbesturen en de beschikbaarheid van passende locaties. - Het eindsaldo van de planexploitatie kan hierdoor variëren, de insteek daarbij is om te sturen op een financieel neutraal resultaat. - De planexploitatie kent geen harde einddatum. Ook in de toekomst zullen er zich nieuwe initiatieven voor blijven doen, ook hierdoor is het eindsaldo variabel. Afgesproken is dat in het geval er nieuwe locaties worden toegevoegd danwel in het geval de herontwikkeling van een locatie gereed is en/of er zich gewijzigde uitgangspunten voordoen, de gewijzigde planexploitatie opnieuw ter vaststelling aan de Raad wordt aangeboden. Op 24 februari 2010 is de eerste planexploitatie Onderwijshuisvesting vastgesteld. Op 1 februari 2012 is de locatie dependance Prins Clausschool aan de Weezenhof 8102 toegevoegd. Nu volgt een nieuwe aanpassing.
Raadsvoorstel PE Onderwijshuisvesting 6.docx
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
2
Uitgangspunten planexploitatie onderwijshuisvesting d.d. 24 februari 2010 Op 24 februari 2010 is de planexploitatie Onderwijshuisvesting vastgesteld. Deze planexploitatie bevatte een 13-tal projecten, die op dat moment actueel waren, namelijk: Basisscholen: Geldershofstraat 26, Geldershof te Lent Marie Curiestraat 9, de Kleine Wereld Kopseweg 7, de Klokkenberg Zwanenveld 73-18, bestaande locatie Prins Mauritsschool Zwanenveld 25-24, nieuwbouwlocatie Prins Mauritsschool Hugo de Grootstraat 41 en Molukkenstraat 1, de Rode en Blauwe Buut Heyendaalseweg 235, nieuwbouwlocatie basisschool Brakkenstein 1 Weezenhof 8102, dependance Prins Clausschool Vervolgonderwijs: Celebesstraat 12 en Veldstraat 4, Praktijk Onderwijs Berg en Dalseweg 295 en Vlierestraat 3 / Elzenstraat 4, Montessori College Bij de opstelling van deze planexploitatie is een aantal uitgangspunten gehanteerd, te weten: Bij herontwikkeling van vrijkomende schoollocaties ging men uit van sloop gevolgd door nieuwbouw. Bij herontwikkeling naar woningbouw is het principe van 40% goedkoop losgelaten. Dit omdat toen al duidelijk was dat met 40% goedkope woningbouw de WOZ waarde niet gecompenseerd kon worden, omdat hier reeds sprake is van een maatschappelijke – vaak onrendabele investering. Bij herontwikkeling naar woningbouw was het uitgangspunt realisatie in het midden en dure segment. Actuele ontwikkelingen Er zijn op dit moment een drietal ontwikkelingen gaande die het noodzakelijk maken om de planexploitatie onderwijshuisvesting aan te passen. In hoofdlijnen gaat dan om: 1. Een vijftal nieuwe locaties die in beeld zijn 2. De ontwikkelingen op de vastgoed- en woningmarkt 3. De aandachtspunten van de doordecentralisatieovereenkomst Ad 1. Toevoegen van nieuwe locaties. Bij de start van de planexploitatie Onderwijshuisvesting was de bovenstaande lijst van 13 projecten in beeld die op korte termijn zouden worden opgepakt. Inmiddels is er een aantal nieuwe projecten bijgekomen die nu zo concreet zijn dat toevoeging aan de planexploitatie onderwijshuisvesting aan de orde is. Ad 2. De ontwikkelingen op de vastgoed- en woningmarkt De herontwikkeling van vrijkomende schoollocaties, die op basis van het terugkooprecht terugkomen naar de gemeente, verloopt moeizaam als gevolg van ontwikkelingen op de woningmarkt. De vraag is duidelijk veranderd zowel in aard als omvang.
1
Deze locatie is op 1 februari 2012 toegevoegd aan de planexploitatie onderwijshuisvesting.
Raadsvoorstel PE Onderwijshuisvesting 6.docx
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
3
Het gevolg van deze ontwikkelingen is dat het noodzakelijk is om beter op de vraag in te spelen, minder grootschalig, duurzamer, meer toegesneden op specifieke doelgroepen, en flexibeler in tijd. Om deze reden zijn de uitgangspunten van de planexploitatie onderwijshuisvesting opnieuw tegen het licht gehouden en wordt er naast het oorspronkelijke uitgangspunt van sloop en nieuwbouw ook op andere wijze (her)ontwikkeld. Bij een aantal locaties is gekozen voor herontwikkeling op basis van (tijdelijk) hergebruik c.q. herbestemming van het bestaande vastgoed. Bovendien is per locatie gekeken naar evt. aanpassing van het woningbouwprogramma en (verlaging) van de grondprijzen, dit in combinatie met de totale woningbouwprogrammering in Nijmegen en in relatie tot de marktvraag. Ad 3. De aandachtspunten van de doordecentralisatie overeenkomst In de loop der tijd is duidelijk geworden dat er een aantal aandachtspunten zit in de overeenkomst doordecentralisatie. Voor een uitgebreide opsomming van de aandachtspunten DDC-overeenkomst verwijzen we naar de monitor doordecentralisatie Onderwijshuisvesting 2008-2011 van juni 2012. Een deel van deze aandachtspunten zijn ook van invloed op de planexploitatie onderwijshuisvesting. Het gaat in hoofdlijnen op de volgende zaken: Ontwikkeling WOZ-waarden. De gemiddelde WOZ-waarden van scholen zijn de afgelopen jaren meer gestegen dan van andere gebouwen/woningen (De gemiddelde WOZ-waarde stijging 2008-2011: 15,6% t.o.v. CBS-index voor gezinsconsumptie: 2008-2011: 6,5%). Dit komt omdat de WOZ-waarde van scholen sinds vele jaren gebaseerd is op gecorrigeerde vervangingswaarde en niet op marktwaarde (er is geen markt voor scholen). Voor sommige schoolbesturen heeft dit geleid tot een meer dan gemiddelde stijging van de OZB. In het geval van terugkoop wordt de gemeente hierdoor geconfronteerd met hogere verwervingskosten. Door de stagnatie in de woningbouw als gevolg van de marktontwikkelingen kan deze stijging niet worden gecompenseerd met een verhoging van de grondopbrengsten van woningen. Onderhoud van gebouwen. Geconstateerd wordt dat in de DDC-overeenkomst niet is geregeld in welke staat van onderhoud de gebouwen teruggeleverd moeten worden. Het risico bestaat dat schoolbesturen als gevolg van de stapeling van financiële tegenvallers gaan bezuinigen op het onderhoud van hun gebouwen, die zij op korte termijn willen afstoten. Dit risico treedt nu op en is nu bijzonder relevant omdat hergebruik door de ontwikkeling in de vastgoedmarkt nu ook in beeld is. Kosten voor aanpassingen in de openbare ruimte. Hiermee is geen rekening gehouden in de planexploitatie, terwijl dit vaak wel noodzakelijk wordt geacht, bijv. het aanleggen van een zoen- en zoefstrook, parkeerplaatsen in de openbare ruimte, veilige oversteekplaatsen. Bouwbegeleiding. Er is geen rekening gehouden met de inhuur van een gemeentelijke projectleider voor de begeleiding van de bouwaanvraag- en bestemmingsplanprocedure. Plannen zijn vaak zo complex dat dit gewenst is. Indien een juridische basis aanwezig is worden deze kosten in rekening gebracht. Uitgangspunten gewijzigde planexploitatie onderwijshuisvesting 2013 De hierboven geschetste actuele ontwikkelingen zijn als volgt verwerkt in de planexploitatie onderwijshuisvesting 2013.
Raadsvoorstel PE Onderwijshuisvesting 6.docx
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
4
Ad 1. Toevoegen van nieuwe locaties De gewijzigde planexploitatie onderwijshuisvesting 2013 is concreet met de volgende locaties uitgebreid: Basisschool: Heemraadstraat 2, basisschool Brakkenstein 2 Spechtstraat 4, dependance Aquamarijn Vervolgonderwijs: Krekelstraat 8-14; vm. Flexcollege Hatertseweg 400; vm. Flexcollege Streekweg 21, MaasWaal College Ad 2. De ontwikkelingen op de vastgoed- en woningmarkt Het gevolg van de ontwikkelingen op de vastgoed- en woningmarkt is dat het noodzakelijk is om beter op de vraag in te spelen, minder grootschalig, duurzamer, meer toegesneden op specifieke doelgroepen en flexibeler in tijd. Om deze reden zijn de uitgangspunten van de planexploitatie onderwijshuisvesting opnieuw tegen het licht gehouden en wordt er naast het oorspronkelijke uitgangspunt van sloop en nieuwbouw ook op andere wijze (her)ontwikkeld. Bij een aantal locaties is gekozen voor herontwikkeling op basis van (tijdelijk) hergebruik c.q. herbestemming van het bestaande vastgoed. Bovendien is per locatie gekeken naar evt. aanpassing van het woningbouwprogramma en (verlaging) van de grondprijzen, dit in combinatie van de totale woningbouwprogrammering in Nijmegen en in relatie tot de marktvraag. Hieronder volgt een grove opsomming van de genomen maatregelen:
Herontwikkeling op basis van (tijdelijk) hergebruik/herbestemming van het bestaand vastgoed. De Hatertseweg 400 (vm. Flexcollege). Herontwikkeling op korte termijn lag moeilijk in de markt omdat deze locatie tegenover de locatie “Onder Onnes” ligt. Dit plan wordt op dit moment door Standvast Wonen ontwikkeld en bevat ca. 240 woningen, waarvan 60% in de huur. Per 1 januari 2013 is de Hatertseweg 400 voor 5 jaar kostendekkend verhuurd aan een andere onderwijsinstelling, te weten Kristallis. Na deze 5 jaar kan gekeken worden of het pand langer verhuurd gaat worden of dat de gemeente overgaat op herontwikkeling. Celebesstraat 12 (vm. Praktijkschool Joannes). De oorspronkelijke plannen gingen uit van het ombouwen van het bestaande gebouw naar appartementen en het toevoegen van een aantal nieuwbouwwoningen op het schoolplein. Op dit moment vindt er een studie plaats naar het verplaatsen van de basisschool Meander naar de Celebesstraat 12, hierdoor is het toevoegen van extra woningen op het schoolplein niet reëel. De verwachte meeropbrengsten bij herontwikkeling naar woningbouw zijn hierdoor geschrapt. Veldstraat 4 (vm. Praktijkschool Zonnegaard). De oorspronkelijke plannen gingen uit van sloop en nieuwbouw in het hoge koopsegment. Op dit moment vindt er
2
Deze locatie was als alternatieve bouwlocatie voor het bosje van Vroom aangewezen. In november 2011 is besloten deze woningbouwlocatie als alternatief voor het bebouwen van het bosje van Vroom te schrappen en ter zijner tijd aan de planexploitatie onderwijshuisvesting toe te voegen.
Raadsvoorstel PE Onderwijshuisvesting 6.docx
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
5
een studie plaats naar herontwikkeling van het bestaande gebouw naar seniorenappartementen via Collectief Particulier Opdrachtgeverschap. Hierbij is het uitgangspunt verbouw in het middensegment. De grondprijzen zijn hierdoor verlaagd. Vlierestraat 3/Elzenstraat 4 (vm. Montessori College). Het Canisius College wil tijdens de nieuwbouw van haar huisvesting op de huidige locatie voor 2 jaar tijdelijk gebruik maken van dit gebouw. De herontwikkeling van deze locatie wordt dus voor 2 jaar uitgesteld. Uitgangspunt hierbij is dat het Canisius College 2 jaar kostendekkend huurt van de gemeente. Een andere mogelijkheid is dat het gebouw in eerste instantie wordt verworven door het Canisius College en pas hierna door de gemeente. Dit laatste betekent een latere verwerving door de gemeente en geen verhuurrisico’s.
Wijzigen woningbouwprogramma in combinatie met verlaging grondprijzen Zwanenveld 73-18 (bestaande locatie Prins Mauritsschool). Het woningbouwprogramma op deze locatie is omgezet van het midden en dure koopsegment naar zorgwoningen. Een gedeelte van de grondprijsafwaardering is gecompenseerd met extra inzet van ISV 3 middelen. Spechtstraat 4 (dependance Aquamarijn). In plaats van woningbouw is het realiseren van een parkje hier inzet van realisatie. Financiering komt vanuit het programma Groen. Krekelstraat 8-15 (vm. Flexcollege). Uitgangspunt is het realiseren van zorgappartementen in combinatie met middensegment woningen. Berg en Dalseweg 295 (vm. Montessori College). Herontwikkeling van deze locatie had een relatie met de planexploitatie Driehuizen. In de planexploitatie Driehuizen was uitgegaan van het realiseren van 87 woningen op het voormalige Orionveld aan de Kwakkenberg. Inmiddels is besloten om op deze locatie het nieuwe zwembad oost aangevuld met nieuwbouw voor het Montessori College te realiseren. Ter compensatie van het wegvallen van voornoemde opbrengst op de Kwakkenbergweg is een bijdrage van € 6 miljoen overgeheveld van de planexploitatie Onderwijshuisvesting naar de planexploitatie Driehuizen (zie raadsbesluit “planexploitatie onderwijshuisvesting” d.d. 2 februari 2010). Om deze omzetting te financieren was een woningbouwprogramma in het dure koopsegment geprogrammeerd. Het woningbouwprogramma is van het dure segment omgezet naar een combinatie van goedkoop, midden en duur. Hierdoor moet de voorziening met ca. € 1,6 miljoen op Contante Waarde verhoogd worden.
Raadsvoorstel PE Onderwijshuisvesting 6.docx
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
6
Afboeken verwervingsprijs Streekweg 21 (Maaswaal College). Nu duidelijk is dat de bouw van het Mondial College in Lindenholt Noord door gaat 3 is het zeker dat het Maaswaal College aan de Streekweg 21 naar de gemeente komt eind 2014 - begin 2015. Deze locatie is gezien de ligging (aan de rand van Dukenburg) én de huidige marktomstandigheden geen geschikte locatie voor herontwikkeling naar woningbouw op korte termijn. Indien de woningmarkt in de toekomst al aan zou trekken ligt het meer in de verwachting dat de overige locaties in Dukenburg worden ontwikkeld. Dit omdat de ligging van deze locaties beter zijn t.o.v. de locatie van het MaasWaal College aan de Streekweg. Het gaat dan om de locaties “Oude Dukenburgseweg”, “van Schuijlenburgweg vm. HAN-locatie” en “Zwanenveld vm. ROC-locatie”. Hergebruik van het bestaand vastgoed ligt meer voor de hand. Bij het niet ontwikkelen van de locatie van het Maaswaal College is overdracht aan het programma Facilitaire Diensten, product Maatschappelijk Vastgoed vanuit BBV-regels vereist. De commissie BBV heeft in 2012 de Notitie Grondexploitatie (bijgesteld) gepubliceerd. Deze notitie grondexploitatie is een bijgestelde versie van de notitie grondexploitatie van januari 2008. De commissie geeft aan dat de gevolgen van de financieel-economische crisis voor de grondexploitaties en de NIEGG’s (niet in exploitatie genomen gronden) oftewel strategische gronden, reden voor een aangepaste notitie zijn. De belangrijkste aanpassingen voor wat betreft de strategische gronden (NIEGG’s niet in exploitatie genomen gronden) zijn de volgende: 1. Voor het activeren van kosten bij niet in exploitatie genomen gronden (NIEGG) moet een reëel en stellig voornemen bestaan dat deze in de nabije toekomst zal worden bebouwd. Deze verwachting moet zijn gebaseerd op een raadsbesluit, waarin inhoud wordt gegeven aan ambitie en planperiode. 2. Het activeren van vervaardigingskosten op NIEGG is aanvaardbaar, maar dient beperkt te blijven tot het niveau van de huidige marktwaarde van de grond Concreet betekent dit: a. de boekwaarde kan nooit hoger zijn dan de verwachte marktwaarde; b. de ruimte voor activering wordt in eerste instantie bepaald door het verschil tussen de boekwaarde en de marktwaarde in de huidige bestemming; c. bij de bepaling van het verschil tussen boekwaarde en verwachte marktwaarde moet rekening gehouden worden met de overige nog te maken kosten (bijvoorbeeld infrastructurele voorzieningen) in het verdere verloop van het transformatieproces naar de verwachte toekomstige bestemming. Deze bepaling dient jaarlijks gemaakt te worden; d. als de waardering het niveau van de marktwaarde al heeft bereikt en de marktwaarde daalt, dan wordt een verliesvoorziening getroffen c.q. afgewaardeerd;
3
Zie uitspraak van de Raad van State over het bestemmingsplan in december 2012
Raadsvoorstel PE Onderwijshuisvesting 6.docx
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
7
e. als duidelijk wordt dat de door de raad voorgenomen bestemming in het geheel niet of slechts gedeeltelijk zal worden gerealiseerd en daardoor een lagere verwachte marktwaarde ontstaat, dan wordt een verliesvoorziening getroffen c.q. afgewaardeerd. De gemeente is verplicht de Streekweg 21 aan te kopen tegen de dan geldende WOZ-waarde, geraamd op ca. € 7.600.000 inclusief indexatie (de huidige WOZwaarde per 1-1-2012 is ca. € 7,3 miljoen). De WOZ-waarde voor onderwijsinstellingen wordt gebaseerd op een gecorrigeerde vervangingswaarde en betreft dus geen “marktwaarde”. De BBV regels schrijven in dit geval voor dat er afgewaardeerd moet worden de verwachte marktwaarde. De huidige marktwaarde van deze locatie staat gelijk aan de grondwaarde van deze locatie voor maatschappelijke doeleinden (in 2015 ca. € 2.500.000). De herontwikkelingswaarde naar woningbouw ligt hier nog onder. Voorgesteld wordt om daarom een afboeking te doen van ca. € 4.800.000 op Contante Waarde (ofwel € 5.400.000 miljoen in 2015) en hierna het pand over te dragen naar het programma Facilitaire Diensten, product Maatschappelijk Vastgoed voor ca. € 2.500.000. Ad 3. De aandachtspunten van de doordecentralisatie overeenkomst – de ontwikkeling WOZwaarden. De gemiddelde WOZ-waarden van scholen zijn de afgelopen jaren meer gestegen dan van andere gebouwen/woningen (De gemiddelde WOZ-waarde stijging 2008-2011: 15,6% t.o.v. CBS-index voor gezinsconsumptie: 2008-2011: 6,5%). Dit komt omdat de WOZ-waarde van scholen gebaseerd is op gecorrigeerde vervangingswaarde en niet op marktwaarde (er is geen markt voor scholen). Voor sommige schoolbesturen heeft dit geleid tot een meer dan gemiddelde stijging van de OZB. Voor de planexploitatie onderwijshuisvesting betekende dit een verhoging van de verwervingskosten met ca. € 1.500.000, waar geen verhoging van de grondopbrengsten tegenover stonden wegens de huidige marktomstandigheden. Tegenover een hogere verwervingsprijs heeft de gemeente Nijmegen jaarlijks een hogere belastingbijdrage ontvangen voor de sterkere OZB-stijging (de aanslag OZB 2008 bedraagt € 1.300.000 ten opzichte van de aanslag OZB 2011 € 1.540.000 d.w.z. een gemiddelde stijging van 18%). Een grove inschatting geeft aan een gemiddelde stijging van ca. € 80.000 bedraagt per jaar. De meeropbrengsten zijn reeds in de begroting verwerkt bij het product heffingen. Overigens merken wij op dat niet op voorhand is te stellen dat de gemeente Nijmegen hier daadwerkelijk een voordeel heeft gerealiseerd, omdat dit onder meer afhankelijk is van de waardeontwikkeling van alle objecten waarover OZB wordt ontvangen.
Raadsvoorstel PE Onderwijshuisvesting 6.docx
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
8
Samenvattend: De hierboven geschetste actuele ontwikkelingen zijn als volgt verwerkt in de planexploitatie onderwijshuisvesting 2013. Eindwaarde (2017) Contante Waarde Ad 1. Toevoegen nieuwe locaties - Streekweg 21 Ad 2. De ontwikkeling op de vastgoed- en woningmarkt Ad 3. Huidig nadelig saldo planexploitatie – ontwikkeling WOZ-waarden
€ -5.900.000 4 € -2.900.000
€ -4.800.000 € -2.300.000
€ -1.000.000
€
Toekomstig nadelig saldo planexploitatie
€ -9.800.000
€ -7.900.000
-800.000
Hoe nu verder: de evaluatie doordecentralisatie onderwijshuisvesting afspraken. Afgesproken is na 5 jaar de doordecentralisatie-afspraken met de schoolbesturen te evalueren. De evaluatie wordt nu voorbereid en zal medio 2013 starten. Onderwerpen die daarbij aan de orde komen zijn: - Demografische krimp in (delen van) stad en regio - Terugloop ontwikkelingsprojecten als gevolg van de economische recessie, impact op de gemeentelijke planexploitatie onderwijshuisvesting - Bezuinigingen regeerakkoord op onderwijshuisvesting - Afnemende leerlingen deelname vmbo De insteek van de evaluatie is hierdoor vooral vooruitkijken, gezamenlijk het ambitieniveau herdefiniëren en te heronderhandelen over toekomstige scenario’s en financiële uitgangspunten, meer dan uitgebreid terugblikken. Vanuit gemeentelijke optiek lijkt het onvermijdelijk dat de evaluatie hierdoor leidt tot wijzigingen in de doordecentralisatie-afspraken. Dit heeft dan ook direct gevolgen voor de planexploitatie onderwijshuisvesting. Over de uitkomsten van de evaluatie zal uw raad te zijner tijd worden geïnformeerd.
1.1 Wettelijk kader of beleidskader Zie 1.2 1.2 Relatie met programma Programma Onderwijs, product Onderwijshuisvesting De vaststelling van de planexploitatie Onderwijshuisvesting is een uitvloeisel van de doordecentralisatie-overeenkomst tussen schoolbesturen en de gemeente Nijmegen.
4
De eindwaarde in 2015 bedraagt ca. 5.400.000. Het afgewaardeerd getal bij overdragen van dit pand naar Facilitaire Diensten, product Maatschappelijk Vastgoed.
Raadsvoorstel PE Onderwijshuisvesting 6.docx
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
9
Programma Facilitaire Diensten, product Maatschappelijk Vastgoed Bij het niet ontwikkelen van het Maaswaal College aan de Streekweg 21 is overdracht naar het Programma Facilitaire Diensten, product Maatschappelijk Vastgoed vanuit BVV-regels vereist. 2
Doelstelling
Middels vaststelling van de gewijzigde planexploitatie Onderwijshuisvesting wordt inzicht gegeven in de financiële impact van de doordecentralisatie voor het Ontwikkelingsbedrijf. 3
Argumenten
Voor het vaststellen van de planexploitatie Onderwijshuisvesting a) Hiermee wordt uitvoering gegeven aan de afspraken zoals opgenomen in de doordecentralisatie-overeenkomst. b) Hiermee wordt ingespeeld op de actuele marktontwikkelingen voor woningbouw, zoals verduurzaming c.q. hergebruik van bestaande gebouwen, verlaging grondprijzen, wijziging programma en planning. c) Hiermee wordt inzicht gegeven in de woningbouwopgave voor de planexploitatie Onderwijshuisvesting in relatie tot de totale programmering van woningen in relatie tot de marktvraag. 4
Klimaat
Daar waar het mogelijk is om ambities op het gebied van klimaat in de nieuwbouwplannen mee te nemen, zal dit worden gedaan. 5
Risico’s
Voor de vast te stellen planexploitatie Onderwijshuisvesting is een risicoanalyse op basis van de Nota Risicobeheer uitgevoerd (Monte Carlo simulatie). Hieruit volgt dat bij de vaststelling van deze planexploitatie het risicoprofiel van de ABR Ontwikkelingsbedrijf € 0,8 miljoen bedraagt. Het risicoprofiel is met € 0,7 miljoen afgenomen t.o.v. de risiconota 2012. De reden hiervan is dat bij de gewijzigde planexploitatie ingespeeld is op een aantal risico’s. Een aantal risico’s blijven echter nog steeds bestaan. Als belangrijkste risico’s kunnen genoemd worden: - Afzetrisico woningen bij herontwikkeling - Aanbod van een aantal relatief dure schoolgebouwen (vooral VO-scholen) - Extra kosten aanpassingen omgeving - Ontwikkeling WOZ-waarden vrijkomende schoollocaties Het risicoprofiel wordt meegenomen in de halfjaarlijkse Voortgangsrapportage Grote Projecten en in de analyse en opstelling van de ABR Ontwikkelingsbedrijf. Als beheersmaatregel geldt dat het financiële saldo van de planexploitatie en het risicoprofiel halfjaarlijks geëvalueerd wordt. Het (volledig) verhuren van de Streekweg 21 is in deze tijd een moeilijke opgave. Daarmee is het risico dat de exploitatie-inkomsten per jaar niet volledig gehaald kunnen worden reëel. Melding hiervan vindt plaats via de Marap VSA.
Raadsvoorstel PE Onderwijshuisvesting 6.docx
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
10
Dit risicoprofiel houdt geen rekening met locaties die op termijn naar de gemeente komen en die nu nog niet voorzien zijn. Het wijzigen van de doordecentralisatie onderwijshuisvesting afspraken is een beheersmaatregel om dit risico te verminderen. 6
Financiën
Het eindsaldo van de gewijzigde planexploitatie Onderwijshuisvesting is € -9,8 miljoen nadelig. Dit eindsaldo is als volgt opgebouwd. Eindwaarde (2017) Contante Waarde Ad 1. Toevoegen nieuwe locaties - Streekweg 21 Ad 2. De ontwikkeling op de vastgoed- en woningmarkt Ad 3. Huidig nadelig saldo planexploitatie – ontwikkeling WOZ-waarden
€ -5.900.000 5 € -2.900.000
€ -4.800.000 € -2.300.000
€ -1.000.000
€
Toekomstig nadelig saldo planexploitatie
€ -9.800.000
€ -7.900.000
-800.000
Voor deze planexploitatie is een bedrag van afgerond € -7.900.000 als voorziening opgenomen in de ABR van het Ontwikkelingsbedrijf. Dit is de contante waarde van bovengenoemd tekort op einddatum. Dit komt neer op een verhoging van de bestaande voorziening met € 7.100.000 naar € 7.900.000. Dit bedrag is verwerkt in de Voortgangsrapportage Grote Projecten april 2013 dat nu ter vaststelling samen met de stadsrekening 2012 wordt aangeboden. 7
Communicatie
Dit besluit zal worden gepubliceerd op de gemeentelijke website. 8
Uitvoering en evaluatie
De planexploitatie Onderwijshuisvesting wordt uitgevoerd door het Ontwikkelingsbedrijf. Bij de halfjaarlijkse voortgangsrapportage grote projecten (VGP) wordt er gerapporteerd op de voortgang (inhoudelijk en financieel). College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester,
De Gemeentesecretaris,
drs. H.M.F. Bruls
drs. B. van der Ploeg
Bijlage(n):
VGP blad planexploitatie Onderwijshuisvesting
5
De eindwaarde in 2015 bedraagt ca. 5.400.000. Het afgewaardeerd getal bij overdragen van dit pand naar Facilitaire Diensten, product Maatschappelijk Vastgoed.
Raadsvoorstel PE Onderwijshuisvesting 6.docx
Ontwikkelingsbedrijf Rapportage grote projecten
Maatschappelijk vastgoed
G760/779 Onderwijshuisvesting
Kerninformatie Deze planexploitatie bevat een 19‐tal deelprojecten verdeeld over het grondgebied van Nijmegen. Het betreft locaties waar nieuwe onderwijshuisvesting wordt gerealiseerd of waar (oude) onderwijshuisvesting wordt opgeheven waarna herontwikkeling kan plaatsvinden. Een en ander conform de afspraken doordecentralisatie onderwijshuisvesting. Woningen: Circa 500 stuks Programma Parkeren: Op maaiveld is maatwerk per locatie Onderwijs: 9.800 m2 Opp. Plangebied: 100.000 m2 Ontwikkelaar: Intern/Extern: M. Verstappen/Diverse schoolbesturen, gemeente en derden Planexploitatie Bij vaststelling Vorig VGP Huidig VGP 24 februari 2010 1 juli 2012 1 januari 2013 Omzet: 35.330.000 39.153.000 52.376.000 Verwacht resultaat: ‐12.000 989.000 9.846.000 Start planexploitatie: 1‐1‐2010 1‐7‐2012 1‐1‐2013 Einde planexploitatie: 31‐12‐2015 31‐12‐2016 31‐12‐2017 Voor dit project is een bedrag van afgerond € 7.882.000,‐ als voorziening opgenomen. Dit is de contante waarde van bovengenoemd tekort per 1‐1‐2013 op einddatum. Deze planexploitatie bevat de volgende deelprojecten: 1. Algemeen 2. Celebesstraat 12: Praktijkschool Johannes (Praktijk Onderwijs) 3. Veldstraat 4: Praktijkschool Zonnegaard (Praktijk Onderwijs) 4. Geldershofstraat 26: Basisschool Geldershof (Geldershof ‐ onderwijs Lent) 5. Heijendaalseweg 235 ‐ Hart van Brakkestein: Basisschool Brakkenstein (St. Sint Josephscholen) 6. Marie Curiestraat 9: De Kleine Wereld (St. Sint Josephscholen) 7. Kopseweg 7: Klokkenberg (Klokkenberg) 8. Zwanenveld 73‐18: Prins Mauritsschool (Conexus) 9. Zwanenveld 25e straat: Prins Mauritsschool (Conexus) 10. Berg en Dalseweg 295: Montessoricollege (Montessoricollege) 11. Vlierestraat3/Elzenstraat 4: Montessoricolleg (Montessoricollege) 12. Hugo de Grootstraat 41: de Buut (Conexus 13. Molukkenstraat 1: de Buut (Conexus) 14. Weezenhof 8102: dependance Prins Clausschool 15. Krekelstraat 8: vm Flexcollege 16. Hatertseweg 400: vm. Flexcollege 17. Heemraadstraat 2: Basisschool Brakkestein 18. Spechtstraat 4: dependance Aquamarijn 19. Streekweg 21: Maaswaal College (Mondial College) Toelichting verschillen De post Verwerving is sterk gestegen door het opnemen van de verwerving van de locaties Heemraadstraat 2, Hatertseweg 400, Spechtstraat 4 en Streekweg 21. Voorts zijn de WOZ‐waarden geactualiseerd per 1‐1‐2013. Met name de beperkte herontwikkelingsmogelijkheden van Streekweg 21 – in combinatie met een hoge WOZ‐
00
Ontwikkelingsbedrijf Rapportage grote projecten
waarde zorgen voor een drastische verslechtering van het planresultaat met bijna € 9 mln. Voor het tekort is de bestaande voorziening verhoogd. Tevens is er reeds ingespeeld op actuele marktontwikkelingen, zoals: ‐ herontwikkeling op basis van (tijdelijk) hergebruik/herbestemming van het bestaand vastgoed ‐ Wijzigen woningbouwprogramma ‐ Verlaging grondprijzen ‐ Afboeken Relevante beslispunten Zie Raadsvoorstel Ontwikkelingen laatste half jaar: De nieuwbouw van Talita Koemi is in november 2012 gereed gekomen. De nieuwbouw van het Geldershof en de nieuwe Prins Mauritsschool (Zwanenveld 25e straat) is in volle gang. Oplevering van beide scholen zijn gepland voor medio 2013. De planvorming voor de voormalige schoollocatie van de Prins Mauritsschool (Zwanenveld 73‐18) is in een vergevorderd stadium. Talis wil hier ca. 30 zorgwoningen ontwikkelen. Medio 2013 zal de bestemmingsplanwijziging ter besluitvorming worden aangeboden. Het Flexcollege aan de Hatertseweg 400 is aangekocht door de gemeente in de 2e helft van 2012. Het schoolgebouwd wordt voor de middellange termijn verhuurd aan een andere onderwijsinstelling. De herontwikkeling van de locatie is hierdoor later aan de orde. De voorbereidingswerkzaamheden voor het opstellen van een nieuw bestemmingsplan t.b.v. de Klokkenberg zijn gestart. Medio 2013 zal het bestemmingsplan in procedure worden genomen. Specifieke projectrisico’s Belangrijkste risico’s: 1. Afzetbaarheid woningbouw bij herontwikkeling; 2. Bestemmingsplanwijzigingen; 3. Tijdig vrijkomen van locaties; 4. Ontwikkeling WOZ‐waarde vrijkomende schoollocaties. Beheersmaatregelen: 1. Afzet woningbouw temporiseren; 2. Verlaging en wijziging woningbouwprogramma; 3. Prioriteren van locaties. In aanbouw Gelders Hof
In aanbouw Prins Mauritsschool (25e straat)
Talita Koemi (Burgemeester Daleslaan 1)
00