Toelichting over de behandeling van: Raadsvoorstel “Creatief met afval: minder afval meer grondstoffen. Kadernota afvalbeleid 2013-2022” Van:
Het college van B&W van 18 december 2012
Doel:
Behandeladvies geven voor besluitronde
Toelichting:
Voorliggende besluitvorming Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld de kadernota “Creatief met afval: minder afval meer grondstoffen” vast te stellen. Achtergrond De kadernota “Creatief met afval: minder afval meer grondstoffen” geeft de doelstellingen en de koers van het afvalbeleid. Het college wil volstaan met de actualisatie van het huidige beleid. Het college stelt voor om het scheidingspercentage van afval te verhogen en stelt hiervoor een aantal concrete maatregelen voor. In bijlage 1 van het beleidsplan worden deze maatregelen en de planning voor de invoering hiervan weergegeven. Het college wil tevens met pilots onderzoek doen naar de mogelijkheid van “omgekeerd inzamelen”. Dit betekent dat de inspanningen voorheen gericht waren op het inzamelen van restafval. Bij omgekeerd inzamelen wordt de nadruk juist gelegd op de servicegerichte inzameling van herbruikbare grondstoffen uit huishoudelijk afval. Deze vorm van inzamelen is nog niet in een grotere stad ingevoerd en vergt volgens het college enorme investeringen in ondergrondse containers. Het college kan niet inschatten welke risico’s de gemeente loopt wat betreft de huidige resultaten, waardoor hij een pilot voorstelt. Het door het college vastgestelde uitvoeringsprogramma voor 2013 tot en met 2016 moet borgen dat het gemeentelijk beleid ten aanzien van afval de komende jaren op een juiste manier in de dienstverleningsovereenkomst met de Dar wordt opgenomen. Digitale stadspanel Het college heeft onderzocht in hoeverre de uitgangspunten van het nieuwe beleidskader aansluiten bij de opvattingen van burgers over afval en of er draagvlak is voor dit nieuwe kader. Aan het onderzoek hebben 1.700 Nijmegenaren deelgenomen. Het onderzoeksrapport is een onderlegger voor de beleidsnota en het uitvoeringsplan. Het rapport is als bijlage toegevoegd. Themadossiers Indien u nadere informatie over het thema Openbare Ruimte wilt, dan kunt u terecht bij de themadossiers, welke u vindt op de website van de gemeenteraad: http://www2.nijmegen.nl/gemeente/gemeenteraad/raadsinformatie/databank_raadsle den/beleidsdossiers_1/ruimtelijke_ontwikkelingen/openbare_ruimte
Naam steller: E-mail steller: Bijlagen:
V. Meijers 024 – 329 26 22 Tel. steller:
[email protected] 1. Raadsvoorstel “Creatief met afval: minder afval meer grondstoffen” Ter inzage via dropbox, internet, Raadsgriffie en Informatiebalie 1. Kadernota voor afvalbeleid Nijmegen 2013-2022, “Creatief met afval: minder afval meer grondstoffen” 2. Uitvoeringsplan voor afval Nijmegen 2013 – 2016, “Creatief met Afval, minder afval meer grondstoffen” 3. Nijmegenaren over afvalinzameling en afvalscheiding: Digitale meningspeiling 2012”
Voorstel aan de Raad
Openbare besluitenlijst 18 december 2007 Collegevergadering no 47 Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel 30 januari 2013
/ 11/2013
Fatale termijn: besluitvorming vóór:
Aanwezig: N.v.t. Voorzitter Onderwerp Wethouders
Th. de Graaf P. Depla, H. van Hooft sr., L. Scholten, H. Kunst, Creatief met afval: minderP. afval meer grondstoffen. afvalbeleid 2013-2022 Lucassen, J. van derKadernota Meer P. Eringa Gemeentesecretaris Programma / Programmanummer Openbare Ruimte / 1062 A. Kuil Communicatie M. Sofovic Verslag Portefeuillehouder T. Tankir Voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders d.d.
18 december 2012 Samenvatting
In de stadsbegroting is opgenomen om het afvalbeleid te actualiseren. Beleid voor afval is nodig Aldus in de vergadering van: uit te voeren wat om de gemeentelijke taken op hetvastgesteld gebied van huishoudelijk afval optimaal betreft: milieu, service en doelmatigheid. Nijmegen heeft bijzonder goede resultaten op het gebied van afvalscheiding. In de kadernotitie wordt aan de Raad dan ook voorgesteld om door te gaan op de ingeslagen weg van afvalscheiding door inwoners, gedifferentieerde tarieven en de afvalzak. We hebben ook de De voorzitter, Dewillen secretaris, behoefte om nog meer grondstoffen uit ons afval te winnen. Daarom we een aantal praktische maatregelen nemen en nieuwe technieken van afvalinzameling verkennen. Naast dit beleidskader is een uitvoeringsplan opgesteld voor de komende vier jaar waarin deze maatregelen onderbouwd en uitgewerkt worden. Een klantenpanel bij de kadernota ondersteunt het beleid en de voorgestelde maatregelen.
Voorstel om te besluiten
1. De Kadernota “Creatief met afval: minder afval meer grondstoffen” vast te stellen.
1
Opgesteld door, telefoonnummer, e-mail
Vincent Meijers, 2622,
[email protected] Raadsvoorstel.doc
Voorstel aan de Raad
Aan de Raad van de gemeente Nijmegen 1
Inleiding
In de stadsbegroting is opgenomen om het afvalbeleid te actualiseren. Belangrijke thema’s zijn het verder vergroten van het hergebruik van grondstoffen uit afval, het invoeren van verbeteringen in de huidige werkwijze en het verbeteren van de sturing op afvalverwerking. Nijmegen heeft bijzonder goede resultaten op het gebied van het scheiden van afval. In de kadernotitie wordt aan de Raad dan ook voorgesteld om door te gaan op de ingeslagen weg van het scheiden van afval door inwoners, gedifferentieerde tarieven en de afvalzak als inzamelmiddel. We hebben daarnaast ook de behoefte om nog meer grondstoffen uit afval te winnen. We willen dus een aantal praktische maatregelen nemen en nieuwe technieken van afvalinzameling verkennen. Naast dit beleidskader is een uitvoeringsplan opgesteld met de onderbouwing en een uitwerking van de plannen voor de komende 4 jaar. Een klantenpanel ondersteunt de maatregelen in dit uitvoeringsplan. 1.1 Wettelijk kader of beleidskader
Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de inzameling en verwerking van huishoudelijk afval volgens de Wet milieubeheer en het Landelijke Afvalbeheerplan (LAP2). Afspraken over werkwijze en vergoedingen door het bedrijfsleven van verpakkingsafval worden vastgelegd in de Raamovereenkomst Verpakkingen 2013-2022. De gemeente bepaalt het afvalbeleid. De uitvoering is de verantwoordelijkheid van Dar als regionale overheidsgedomineerde N.V. Gemeente Nijmegen sluit ieder jaar met Dar een DVO (Dienstverleningsovereenkomst) met afspraken over alle werkzaamheden heeft met de ARN een overeenkomst voor het aanleveren van afval. Het beleidskader wordt gevormd door het coalitieakkoord 2010-2014, de Stadsbegroting 2013-2016, de duurzaamheidsagenda en het Ambitiedocument ‘Meedoen in Nijmegen’. 1.2 Relatie met programma
Afval en reiniging zijn in Nijmegen onderdeel van het programma Openbare Ruimte. Deze beleidsnota en de uitvoering ervan dragen bij aan de hoofddoelstelling van het programma Openbare Ruimte: een schone, hele en veilige openbare ruimte volgens het met uw Raad afgesproken IBOR-ambitieniveau. 2
Doelstelling
Beleid voor afval is nodig om de taken op het gebied van afvalinzameling en verwerking optimaal uit te voeren wat betreft, milieu, service en doelmatigheid. Omdat de gemeente Nijmegen goede resultaten heeft op dit gebied, gaan we door op de ingeslagen weg van afvalscheiding bij de bron, met diftar (tarief differentiatie voor afvalstromen), verhogen van service op herbruikbare afvalstoffen en betaalde afvalzakken voor restafval. Het actualiseren van ons beleid is gericht op het nog meer scheiden van afval voor hergebruik, meer gemak voor de burger, tegen redelijke kosten. Een hoog ambitie-niveau is mogelijk van 70% afvalscheiding en minder dan 100 kilo restaval per inwoner in 2020.
Raadsvoorstel.doc
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
2
In de kadernota “Creatief met afval” zijn de bestuurlijke keuzes beschreven ten aanzien van de beleidsdoelen en wordt een overzicht gegeven van maatregelen. De gemeente vult hiermee de “wat”-vraag in. Het totale afvalbeleid bestaat uit twee delen: 1. De kadernota, waarin de beleidskeuzes zijn vastgelegd voor een langere termijn van tien jaar, namelijk de periode 2013 tot en met 2022. 2. Het uitvoeringsprogramma beschrijft wat concrete speerpunten en maatregelen zijn om op de korte termijn afvalinzameling te verbeteren. Dit uitvoeringsprogramma heeft betrekking op de komende vier jaar (2013 tot en met 2016) en is door B&W vastgesteld. De kadernota en het uitvoeringsprogramma zijn enerzijds bedoeld als interne beleidsnota en anderzijds als extern programma voor het formuleren van de opdracht aan Dar. De kadernota geeft de doelstellingen en koers van ons afvalbeleid. Het uitvoeringsprogramma moet borgen dat het gemeentelijk beleid t.a.v. afval de komende jaren op een juiste manier in de DVO (Dienstverleningsovereenkomst) met Dar wordt opgenomen. 3
Argumenten
Het tot nu toe uitgevoerde afvalbeleid in Nijmegen scoort goed wat betreft afvalscheiding. Ons streven is het scheidingspercentage van afval in Nijmegen nog verder te verhogen. Ook al weten we niet precies hoe de ontwikkelingen op de wat langere termijn zullen zijn. Wat we wel weten is dat we vanuit een goede uitgangspositie mogen starten. Meer afvalscheiding willen we vooral langs drie richtingen bewerkstelligen: -
meer gemak door meer service te leveren op herbruikbare grondstoffen interventies om de hoeveelheid ingezameld GFT te verhogen, vooral vanuit hoogbouw het verder verbeteren van inzamelmiddelen en werkwijze
Daarnaast is gedragsbeïnvloeding en dus communicatie cruciaal. Om het hoge ambitieniveau waar te maken stellen we een serie concrete maatregelen voor: 1. Verbeteringen in de huidige werkwijze van afval inzameling: in het bijzonder van herbruikbare grondstoffen; bijvoorbeeld de mogelijkheid onderzoeken om blik en sappakken in de Plastic Hero-zak mee te nemen. 2. Meer afvalscheiding door inzetten van andere inzamelmiddelen of te variëren met vergoedingen, zoals een pilot met papiercontainers en een nieuw acceptatiebeleid en tariefstelling op milieustraten met het invoeren van het avalpasje 3. Invoeren van een mini afvalzak naast de bestaande 4. Nieuw beleid voor hoogbouw 5. Beleid gericht op inzamelen via (basis-) scholen, supermarkten en doe-het-zelfwinkels. 6. Communicatieplan ontwikkelen en als vast onderdeel opnemen in DVO 7. Handhavingsprotocollen verbeteren 8. Doelgroepenbeleid gericht op studenten
Raadsvoorstel.doc
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
3
9. Samengaan van afval in de binnenstad onderzoeken (afval van ondernemers en bewoners in de binnenstad in één container) 10. Overige projecten: glascontainers verbeteren 2013 verbetering milieustraten 2012 - 2014 regionaal plan voor textiel 2015 Evaluatie regionalisering Dar per 1-1-2017 Andere projecten o.a. vanuit ARN: biogas uit vergistinginstallatie medio 2013 overige projecten (kunststof sortering) 2014 projecten door/met derden, zoals groene HUB: p.m. 11. Doorgaan met de afvalzak én nieuwe ontwikkelingen onderzoeken 12. Pilots ondergrondse inzameling en tariefpasje op ondergrondse containers 13. Participatie maatschappelijke instellingen en kansarme groepen Is een onderdeel van alle bovenstaande trajecten (o.a. ook social return Dar) 14. Verantwoorde en transparante verwerking en (liefst regionaal) sluiten van grondstoffenkringloop: dit is een aandachtspunt en onderdeel van alle bovenstaande trajecten
Voor de toekomst fantaseren we over een vrijwel afvalloze samenleving met daar waar mogelijk hergebruik en een verregaande reductie van restafval. We kunnen dit bereiken door het inleveren van bruikbare grondstoffen maximaal te vergemakkelijken en het zich ontdoen van restafval nog meer te belemmeren. Door een hogere service op de waardevolle grondstoffen te bieden en zo goed scheidingsgedrag te belonen, en een lagere service op restafval worden inwoners gestimuleerd om hun afval beter te scheiden. Restafval wordt bijzaak. Men spreekt in dit kader ook wel van ‘omgekeerd inzamelen’: De term ‘omgekeerd inzamelen’ geeft aan dat de inspanningen tot voor kort vooral gericht waren op het inzamelen van restafval. Bij omgekeerd inzamelen wordt de nadruk juist gelegd op de servicegerichte inzameling van herbruikbare grondstoffen uit het huishoudelijk afval. Het is echter nu nog te vroeg om dit toekomstperspectief stadsbreed uit te rollen. De werkwijze is nog nooit in een grotere stad ingevoerd, het vraagt om enorme investeringen in ondergrondse containers en we kunnen niet inschatten welke risico’s we lopen wat betreft onze huidige goede resultaten. Het is wel de richting om bijvoorbeeld met pilots te onderzoeken. 4
Klimaat
De insteek van ons afvalbeleid is een hogere mate van afvalscheiding en meer hergebruik. Afvalscheiding en hergebruik zijn onlosmakelijk verbonden met milieuaspecten als vermindering van CO2-uitstoot en het voorkomen van klimaatverandering. Het winnen van grondstoffen uit afval, voorkomt uitputting van natuurlijke bronnen. Dit kost daarbij minder energie dat het winnen van primaire grondstoffen. Alles wat we kunnen recyclen hoeven we niet meer als afval te verbranden. Het voordeel van het omzetten van GFT via vergisting tot biogas is evident, omdat dit het verbranden van fossiele brandstoffen voorkomt. Bijkomend milieuvoordeel van het sluiten van afvalketens binnen de regio is natuurlijk het feit we minder kilometers met ons afval hoeven te rijden.
Raadsvoorstel.doc
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
4
5
Risico’s
Het afvalbeleid kent verschillende risico’s. De baten uit afval zijn afhankelijk van subsidies uit het bedrijfsleven en de Rijksoverheid. Baten zijn ook afhankelijk van de koers op de wereldmarkt (zoals bijvoorbeeld oud papier) Het risico is steeds beter voorspelbaar. Voor de vergoedingen uit afval is het streven om meer langlopende afspraken te maken tussen partijen als bedrijfsleven, Rijksoverheid en VNG. Daarnaast is het niet de verwachting dat prijzen op de wereldmarkt snel heel erg veel lager zullen worden, gezien de dreigende grondstoffenschaarste. Binnen Dar wordt prijsschommelingen jaarlijks opgevangen binnen de methodiek van tariefbepaling. Er zijn grenzen aan het beleid: wanneer de inwoners ‘overvraagd’ worden wat betreft hun inspanningen voor afvalscheiding leidt dit tot bijplaatsingen bij containers en dumpgedrag. Het is om deze reden dat het invoeren van wijzigingen in afvalinzameling weloverwogen en stapsgewijs moet gebeuren. Door omzichtig te werk te gaan en wijzigingen goed te monitoren proberen we de risico’s van zwerfafval te minimaliseren. Regionale samenwerking binnen Dar is wordt na 5 jaar geëvalueerd De regio geeft de schaalgrootte om afvalketens te kunnen sluiten. Regiogemeenten nemen als aandeelhouder deel in Dar. Na vijf jaar kunnen regiogemeenten echter de samenwerking opzeggen. Het is belangrijk deze samenwerking te koesteren. Dit vraagt vooral om een instelling naar Dar als “wat kunnen we samen bereiken” in plaats van “hoe kunnen we jullie afrekenen.” We achten de kans dat de regionale samenwerking binnen Dar mislukt gering. 6
Financiën
Voor de gemeentebegroting blijven de kosten voor afval binnen de grenzen van de DVO. Ook de voorgestelde verbeteringen in de uitvoering worden binnen de DVO opgevangen en blijven dus binnen de budgetten van het programma Openbare Ruimte. We zijn van mening dat de plannen die in dit beleidsplan voorgesteld worden, uitgevoerd kunnen worden binnen de gangbare budgetten. 7
Communicatie
Voor het opstellen van dit beleidskader is intensief overlegd met Dar en met andere adviseurs op het gebied van afval. Hiervoor heeft ook expertmeeting plaatsgevonden met betrokken partijen op afvalgebied in Nijmegen. In het voorjaar van dit jaar hebben we een onderzoek uitgevoerd onder het digitale stadspanel. We wilden graag weten in hoeverre de uitgangspunten van het nieuwe beleidskader aansluiten bij de opvattingen van burgers over afval en of er draagvlak is voor dit nieuwe kader. Aan het onderzoek hebben bijna 1.700 panelleden meegedaan. Dit aantal is ruim voldoende om betrouwbare uitspraken te doen over de groep betrokken Nijmegenaren. Het rapport is dan ook een onderlegger voor de beleidsnota en het uitvoeringsplan. De mening van de stad is meegenomen in de plannen en ondersteunt deze. Het onderzoeksrapport zal onder de panelleden worden verspreid na vaststelling. In het beleid is communicatie over ons afvalbeleid als expliciete maatregel opgenomen. Deel van ons afvalbeleid is een jaarlijks communicatieplan, dat een vast onderdeel wordt van de DVO.
Raadsvoorstel.doc
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
5
8
Uitvoering en evaluatie
Afvalbeleid wordt door Dar uitgevoerd en jaarlijks gevolgd en geëvalueerd in het DVO proces tussen gemeente een Dar. Iedere DVO wordt met een collegebesluit vastgesteld. Het uitvoeringsplan wordt per 2017 geëvalueerd, vernieuwd en vastgesteld in het College. College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester,
De Gemeentesecretaris,
drs. H.M.F. Bruls
drs. B. van der Ploeg
Bijlage(n): Kadernota “Creatief met afval: minder afval meer grondstoffen” Nijmegenaren over afvalinzameling en afvalscheiding: Digitale meningspeiling 2012
Raadsvoorstel.doc
Creatief met afval minder afval meer grondstoffen
KADERNOTA VOOR afvalbeleid Nijmegen 2013 - 2022
Gemeente Nijmegen Stadsbeheer December 2012
Inleiding
1
Inleiding Aanleiding voor het actualiseren van afvalbeleid De wereld van afvalverwerking is sterk in ontwikkeling. De vraag groeit om zo verantwoord mogelijk met ons afval om te gaan. Doordat de wereldbevolking groeit en ook steeds welvarender wordt, ontstaat een sterk stijgende vraag naar grondstoffen. We beseffen steeds beter dat we verantwoord met grondstoffen om moeten gaan, om onze welvaart ook in de toekomst zeker te kunnen stellen. Productketens moeten gesloten worden om ons huidige consumptiepatroon in stand te houden. Juist de afgelopen jaren zijn we daarom ons afval meer dan ooit gaan zien als een waardevolle bron van grondstoffen. Afval verandert langzamerhand van een kostenpost naar een inkomstenbron. Van afvalscheiden vanuit milieuperspectief wordt afvalscheiden steeds meer een noodzaak vanuit economisch perspectief. Het is zaak om tegen zo laag mogelijke kosten afval dat geschikt is voor herbruik te verzamelen en het restafval zo veel mogelijk te beperken. Daarbij speelt ook nog dat de technische ontwikkelingen snel gaan. Door deze ontwikkelingen zijn nu beleidskeuzes en passende maatregelen nodig. Daarom is nu het moment om het afvalbeleid voor de komende periode te actualiseren. Gemeenten die net als Nijmegen hoog scoren met het gescheiden inzamelen van afval, bevorderen effectief het scheidingsgedrag van hun inwoners. In Nijmegen doen we dat enerzijds door te streven naar een hoog service-niveau voor herbruikbaar afval; groen-afval, plastic, oud papier, textiel en glas zamelen we gratis, laagdrempelig en frequent in. We maken het voor de burger zo gemakkelijk mogelijk. Anderzijds wordt onnodig restafval ontmoedigd door de groene afvalzak, waarvoor moet worden betaald. Een bijdrage voor afvalverwerking is op die manier verwerkt in de prijs van elke zak. We gaan uit van het principe; ‘de vervuiler betaalt’. Deze werkwijze is succesvol; Nijmegen heeft bijna het hoogste scheidingspercentage van alle 1 vergelijkbare steden. De in deze beleidsnota voorgestelde maatregelen zijn erop gericht dit goede resultaat nog te verbeteren. Naast dit hoge scheidingspercentage zijn de kosten voor de afvalinzameling en verwerking laag. Voor de inwoners van Nijmegen is afval goedkoop.
Wet- en regelgeving De gemeente heeft de wettelijke taak om zorg te dragen voor de inzameling en verwerking van huishoudelijk afval. Gemeentelijk beleid betreft dus expliciet niet bedrijfsafval. Er worden wettelijke eisen gesteld aan iedere gemeente vanuit de Wet Milieubeheer en Het landelijk Afvalbeheer Plan (LAP2) Deze eisen zijn uitgangspunt voor beleid.
Leeswijzer In deze kadernota richten we ons op de kern van het afvalbeleid voor de langere termijn (10 jaar). In hoofdstuk 2 brengen we de resultaten van ons afvalbeleid tot nu toe in beeld. Hoe goed doen we het en wat zou er beter kunnen? Verder geven we een visie op de toekomst en onze ambities. Hoofdstuk 3 beschrijft de doelen en nadruk van het beleid om deze ambities waar te kunnen maken. Het 4e en laatste hoofdstuk geeft het financiële beeld van afval. De bijlage van deze kadernota bevat een overzicht van de voorgestelde maatregelen op de kortere termijn. Een bijbehorend uitvoeringsplan bevat de verdere bijlagen voor hen die geïnteresseerd zijn in de achtergronden van deze kadernota. Het bevat de gedetailleerde uitwerking en onderbouwing van de maatregelen, een benchmark van Nijmegen ten opzichte van vergelijkbare gemeenten, een samenvatting van het digitale klantenpanel over afval en een overzicht van concrete uitvoeringsvoorstellen per afvalstroom. Daarmee beoogt het uitvoeringsplan daadwerkelijk ook een ‘plan voor de uitvoering’ van afval te zijn. 1
Nijmegen heeft in de Benchmark na Maastricht de hoogste afvalscheiding van vergelijkbare steden. Zie:ook 2.3 en het uitvoeringsplan Hoofdstuk 7
2
Visie en richtingen
2
Visie en richtingen
2.1
Visie Grondstoffen Het streven is om zo veel mogelijk grondstoffen uit afval voor hergebruik terug te winnen. Aan de andere kant willen we zo min mogelijk restafval overhouden dat verbrand moet worden. We wensen een afvalloze samenleving: “Afval bestaat niet” of “een wereld zonder afval”, worden gepropageerd. Ook Nijmegen wenst maximaal de grondstoffen uit afval te behouden. Om afval te reduceren, gaan we uit van de gangbare hiërarchie, die ook wel de ‘ladder van Lansink’ heet:
Afval moet worden voorkomen door minder consumptie of verpakkingen (preventie) Anders willen we proberen producten te hergebruiken (bijvoorbeeld kringloop) Afval willen we in ieder geval recyclen door grondstoffen opnieuw te gebruiken Pas dan gaan we afval verbranden En als het echt niet anders kan, storten we het
De primaire taak van de gemeente behelst huishoudelijk afval. De nadruk ligt op het terugwinnen van grondstoffen om deze maximaal voor productie beschikbaar te krijgen. Bij afval kunnen we ook rekening houden met aanbod en vraag van bedrijven. Een circulaire economie is voor bedrijven interessant vanuit kostenoogpunt en voor iedereen vanuit duurzaamheidsperspectief. Onze gemeente wil naast het doel van maximale scheiding van afval van de inwoners, ook een faciliterende rol spelen naar het bedrijfsleven, zoals op het gebied van de 'biobased economy', waarbij biomassa (hernieuwbare grondstof en CO2 neutraal) uit de hele regio gericht ingezet worden als grondstof en energiebron.
Afval scheiden aan de bron We laten het afval scheiden door de burgers ‘bij de bron’. Dit levert het beste scheidingsresultaat en meeste hergebruik op. ‘Nascheiding’, het scheiden van afval na inzameling in een installatie, blijkt vooralsnog technisch onvolmaakt en duur. Daarbij maakt het burgers ook minder bewust van het nut van afvalpreventie door hen zelf. In Nederland zien we dat systemen die gebruik maken het principe “de vervuiler betaalt” leiden tot meer afvalscheiding en lagere afvalbeheerskosten dan waar dat niet gebeurt. Steeds meer gemeenten gaan dan ook over op een diftarsystematiek. Diftar: differentiatie van tarieven – de inzameling van restafval is duurder voor de burger dan herbruikbare stromen: de prijs van de groene zak, tegenover gratis inzameling van groente-fruit en-tuin-afval (GFT), papier, glas, plastic, etc. Diftar is de basis van de succesvolle afvalscheiding in Nijmegen. In een diftar-systeem wordt voor onbruikbaar restafval een hoger tarief gerekend, dan voor herbruikbare stromen. Het is natuurlijk van belang om het gescheiden inleveren van herbruikbaar afval daarbij zo veel mogelijk te faciliteren. Dat betekent service verhogen op de gewenste stromen en ongewenste stromen ontmoedigen.
Ambitie Nijmegen scoort met 62% afvalscheiding heel goed als grotere stad, ten opzichte van het landelijke gemiddelde van 52%. Het landelijke streven van 65% in 2015 ligt zeker binnen bereik. Met extra maatregelen moet een hoger percentage mogelijk moeten zijn, waardoor nog minder grondstoffen als restafval in de afvalzak belanden, . Nu zeggen percentages niet alles. Ook het absolute gewicht van 125 kilogram restafval per inwoner in Nijmegen, per jaar (2011) is voor een stad laag te noemen. Een succes dat zonder meer voortkomt uit de beperkingen van de afvalzak, die nu eenmaal minder geschikt is voor grof
3
Visie en richtingen
afval en natte fracties. Wij streven ernaar om Nijmegen als eerste stad van Nederland op een niveau van minder dan 100 kilogram restafval per inwoner per jaar te krijgen. Nijmegen scoort goed wat betreft afvalscheiding. We gaan door op de ingeslagen weg met diftar, service op herbruikbare afvalstoffen en betaalde afvalzakken voor restafval. Het actualiseren van ons beleid is gericht op het nog meer scheiden van afval voor hergebruik, meer gemak voor de burger, tegen redelijke kosten. Een hoog ambitie niveau is mogelijk van 70% afvalscheiding en minder dan 100 kilo restaval per inwoner in 2020.
Toekomstbeeld: ‘omgekeerd inzamelen’ Wanneer we fantaseren over een afvalloze samenleving, tekent zich al een toekomstbeeld af: daar waar mogelijk hergebruik en verder een sterke reductie van restafval. We kunnen dit bereiken door het inleveren van bruikbare grondstoffen te vergemakkelijken en het zich ontdoen van restafval meer te belemmeren. Door een hogere service op de waardevolle grondstoffen te bieden en zo goed scheidingsgedrag te belonen, en een lagere service op restafval worden inwoners gestimuleerd om hun afval beter te scheiden. Restafval wordt bijzaak. Men spreekt in dit kader ook wel van ‘omgekeerd inzamelen’: De term ‘omgekeerd inzamelen’ geeft aan dat de inspanningen tot voor kort vooral gericht waren op het inzamelen van restafval. Bij omgekeerd inzamelen wordt de nadruk juist gelegd op de servicegerichte inzameling van herbruikbare grondstoffen uit het huishoudelijk afval. In de toekomst halen we grondstoffen graag, frequent en gratis op aan huis. Voor nutteloos restafval zal men zelf de moeite moeten nemen om naar een containerpark op grotere afstand te gaan, waar men ervoor moet betalen. Experimenten op kleine schaal tonen aan dat dit concept een enorme reductie van het restafval kan betekenen. Het is echter nu nog te vroeg om dit toekomstperspectief stadsbreed uit te rollen. De werkwijze is nog nooit in een grotere stad ingevoerd, het vraagt om enorme investeringen in ondergrondse containers en we weten niet welke risico’s we lopen wat betreft onze huidige goede resultaten. We volgen de ontwikkelingen in andere gemeenten nauwgezet, en zien omgekeerd inzamelen als de richting voor de lange termijn die we graag onderzoeken door bijvoorbeeld pilots en businesscases.
Actualiseren van beleid We blijven ook de komende periode uitgaan van een systeem van afvalscheiding door de burger (bronscheiding) en ook staat het diftar-systeem met de “groene zak” nu niet ter discussie. Deze uitgangspunten zijn immers de basis voor de succesvolle afvalscheiding in Nijmegen en de burgers zijn er tevreden over. Dit blijkt uit het digitale stadpanel, waarmee we de inwoners gevraagd hebben wat zij belangrijk vinden op het gebied van afval. 2 Met een hoog serviceniveau op herbruikbare grondstoffen, zoals het frequent, gratis inzamelen van GFT en de afvalzak voor restafval, is men in Nijmegen de weg naar omgekeerd inzamelen al lang geleden ingeslagen. We volstaan in deze kadernota met een actualisatie van het bestaande beleid om de volgende redenen: 1. Het huidige afvalbeleid van de gemeente Nijmegen is bijzonder succesvol wat betreft milieueffecten, serviceniveau voor de burger en de kosten die we hiervoor maken. 2. Landelijke ontwikkelingen op het gebied van afval zijn geen aanleiding het beleid en de Nijmeegse werkwijze op korte termijn drastisch om te gooien. 3. Natuurlijk willen we met concrete verbeteringen op de huidige uitvoering afvalscheiding verhogen en restafval beperken. Met deze nota stellen we een aantal maatregelen voor om dat te bereiken. 2
De gegevens vanuit het digitale stadspanel zijn gebruikt om de plannen te toetsen en waren richtinggevend voor sommige beleidsideeën. Een samenvatting is te vinden in het uitvoeringsplan Hoofdstuk 6 De totale rapportage wordt in zijn geheel separaat aan de Raad aangeboden.
4
Visie en richtingen
2.2
Beleidsmaatregelen gericht op milieu, service en kosten Binnen afvalbeleid bestaat een onderlinge verwevenheid van milieueffecten, service voor de burger en de kosten voor afvalmanagement. Dit wordt meestal weergegeven in de vorm van de “afvaldriehoek”. De afvaldriehoek geeft ook de mogelijke beleidsrichtingen en actielijnen voor plannen aan:
Adequaat beleid maakt keuzes wat betreft milieu, service en kosten, en komt tot een optimale “mix”. De hoofddoelstelling is een beter milieu door het maximaal afscheiden van grondstoffen. Positieve milieueffecten worden bereikt, wanneer het scheidingsgedrag van de burger wordt verbeterd. Dit kan langs verschillende wegen. Een hoger serviceniveau voor nuttige grondstoffen vergemakkelijkt het scheiden ervan. Het ontmoedigen van restafval doordat het meer inspanning vraagt of meer kost zal ook tot meer afvalscheiding leiden. Maatregelen kosten geld of leveren op. De drie aspecten, milieu, service en kosten, zijn onlosmakelijk verbonden in onderlinge afhankelijkheid. Effectieve afvalscheiding maakt het verwerken van afval ook meer kostendekkend voor de gemeente en haar inwoners. We hoeven dan minder afval te laten verbranden en ontvangen extra revenuen voor herbruikbare grondstoffen. Het streven is dat de totale kosten van afval voor de burger liefst op hetzelfde, of in ieder geval een rechtvaardig, niveau blijven. Meevallers door de logistieke verbeteringen, door hogere opbrengsten van hergebruikstromen of door vermeden verwerkingskosten worden door de inwoners van Nijmegen zelf opgebracht. Wanneer we deze voordelen aanwenden voor serviceverhoging op het gebied van afval, dan belonen we de burgers heel direct voor hun inspanningen. Binnen de afvaldriehoek is het doel de juiste balans te bewerkstelligen tussen: 1. gewenst milieu effect: verbetering van het scheidingsgedrag van burgers 2. service: dat bieden we graag, maar wel gericht op de scheidingsdoelstelling 3. kosten: van afvalinzameling en verwerking zo doelmatig mogelijk inrichten We willen een zo maximaal mogelijk milieu-effect bereiken, met een adequaat serviceniveau en tegen “redelijke” kosten. We willen de burger daarvoor enerzijds verleiden tot het aanleveren van herbruikbaar afval door dit te faciliteren of zelfs te belonen. Anderzijds willen we juist het niet scheiden van recyclebaar afval voorkomen en het aanbieden van onnodig restafval tegenwerken: “pull” en “push”
5
Visie en richtingen
2.3
Afval in Nijmegen in vergelijking met andere gemeenten Uit het landelijke benchmark-onderzoek van afval blijkt hoe goed Nijmegen presteert ten opzichte van vergelijkbare gemeenten. Het effect van het tot op heden gevoerde afvalbeleid is weergegeven in onderstaande figuur. Hierin zijn de resultaten van een aantal vergelijkbare gemeenten op het gebied van milieu (verticale as), kosten (horizontale as) en service (grootte van de bol) tegen elkaar afgezet. Kort gezegd streeft elke gemeente ernaar om met een zo groot mogelijke bol linksboven in het diagram terecht te komen. Ons beleid is dan ook hierop gericht.
Uit de figuur wordt duidelijk, dat Nijmegen: wat betreft afvalscheiding samen met Maastricht de beste milieuscore heeft lager dan gemiddelde afvalbeheerskosten heeft minder scoort op serviceniveau Een uitgebreid afvalprofiel van Nijmegen ten opzichte van de benchmark is opgenomen in de Uitvoeringsnota als Hoofdstuk 7. Dit beeld is richtinggevend voor ons beleid. De vergelijking van Nijmegen met andere gemeenten laat de volgende aandachtspunten per prestatiegebied zien: Milieuprestaties: Zijn goed, maar kunnen vooral wat betreft milieustraten en grof huishoudelijk afval beter. Kosten: De kosten voor inzameling en ook voor verwerking zijn in Nijmegen per huishouden bijzonder laag. Ook de kosten voor de burger zijn in Nijmegen laag. Service: Nijmegen scoort lager dan het gemiddelde: we kunnen de ophaallogistiek voor papier verbeteren, en de dekking van containers voor glas en textiel kan worden verbeterd. Er zijn relatief erg veel mensen aangewezen op onze milieustraat. Ook kunnen we meer inzetten op het voorlichten en motiveren van onze inwoners.
6
Visie en richtingen
2.4
Veel potentieel voor verdere verbetering Ondanks het succes van ons systeem, laat de gemeente Nijmegen nog kansen liggen met betrekking tot afvalscheiding en duurzaamheid. Het kan altijd beter. De jaarlijkse sorteeranalyse van de inhoud van de groene afvalzakken, dus van datgene wat burgers weggooien als restafval, maakt duidelijk dat ons restafval nog altijd zo’n 60% herbruikbare stoffen bevat. Opvallend is daarbij het verschil tussen de zakken van hoogbouw- en laagbouwwoningen. Vooral GFT wordt maar slecht gescheiden in hoogbouw. De zakken uit de laagbouw bevatten nog 27,7% groen afval, die uit de hoogbouw maar liefst 50,5%. Het gaat daarbij in de hoogbouw vrijwel uitsluitend om keukenafval, waarvan de opslag voor bewoners lastig is. De onderstaande cirkeldiagram laat zien dat de helft van het afval uit hoogbouw uit GFT bestaat.
Nijmegen Laagbouw
Nijmegen Hoogbouw
GFT
PAPIER/KARTON LUIERS DRANKENKARTON KUNSTSTOFFEN TOTAAL GLAS (GLASBAK) TEXTIEL METAAL APPARATEN HOUT overig rest
Herbruikbare grondstoffen in het restafval zijn letterlijk van onschatbare waarde. We weten wat de kosten zijn voor het verbranden van restafval en we kunnen inschatten wat de potentiële inkomsten kunnen zijn van de grondstoffen in de restafvalzakken. Uit een simpele berekening blijkt dat we jaarlijks zo voor meer dan anderhalf miljoen euro aan geld gewoon weggooien. Het is natuurlijk een utopie we restafval daadwerkelijk zo goed gaan gescheiden, dat het financieel tot zo’n grote opbrengst leidt. Wel maakt dit inzichtelijk dat het beter scheiden van ons afval tot besparingen leidt, waarmee de investeringen ervoor wellicht gedekt kunnen worden. Het ‘delven’ van grondstoffen uit ons afval is meer dan de moeite waard.
7
Focus en doelen
3
Focus en doelen
3.1
Focus Ons streven is het scheidingspercentage van afval in Nijmegen nog verder te verhogen. Ook al weten we niet precies hoe de ontwikkelingen op de wat langere termijn zijn. Wat we wel weten is dat we vanuit een goede uitgangspositie mogen starten. Het doel is 70% afvalscheiding en minder dan 100 kilo rerstafval per inwoner in 2020. Wat is dan de richting voor de toekomst? In ons land bestaan hierover verschillende opvattingen. De afgelopen jaren was er de controverse tussen bronscheiding en nascheiding. Nascheiding is het na inzameling uitsplitsen van verschillende soorten afval in een technische installatie of fabriek. Dit levert een voordeel op wat betreft het gemak; de burger hoeft geen inspanningen te leveren om het afval zelf te onderscheiden. Onderzoek maakt echter duidelijk dat nascheiding in ieder geval de komende tijd nog technisch onvolmaakt is. Het is daarbij te duur en wij zijn dus terughoudend om het roer nu om te gooien. We gaan daarom voorlopig door op de ingeslagen weg met het optimaliseren van ons systeem van bronscheiding, diftar en afvalzakken. Vanuit de sorteeranalyse van de restafval-zakken weten we dat er nog veel te recyclen stoffen verbrand worden. Het beleid moet leiden tot meer afvalscheiding en dus minder restafval. We zullen ons op de die aspecten focussen waarvan we het meeste effect verwachten.
maximaal effect afvalscheiding 1. Meer gemak: meer scheiding door meer service voor herbruikbare grondstoffen Nijmegen kent een matig serviceniveau. Het is aan de gemotiveerde inzet van de inwoners van Nijmegen en aan de afvalzak te danken dat we zulke mooie resultaten bereiken. Serviceverhoging op met name de herbruikbare afvalstromen met het realiseren van nieuwe en logischer inzamellocaties, zal burgers nog meer motiveren tot afvalscheiding. We gaan inzetten op inzamelen op logische plekken, zoals scholen, instellingen en supermarkten. We willen de service verbeteren op glas, textiel, elektrische apparaten, klein chemisch afval en papier. 2. Het percentage GFT in het restafval vooral van hoogbouw moet omlaag Nu bestaat het restafval in hoogbouw voor meer dan de helft uit GFT (keukenafval). Dit is een probleem waar heel Nederland mee worstelt. De komende jaren willen we dit in Nijmegen fors omlaag brengen. We doen dit o.a. door op een adequate manier opnieuw containers voor GFT (en restafval) bij hoogbouw te realiseren. De komende jaren willen we ‘pilots’ doen bij hoogbouw die tot maatregelen moeten leiden om scheiding van keukenafval in hoogbouw te verbeteren. Elders in Nederland worden bijvoorbeeld experimenten gedaan met het afvoeren en filteren van keukenafval via het riool en vergisting in kleinschalige installaties. We volgen dit soort experimenten met veel interesse. 3. Meer afvalscheiding door het verbeteren van de inzamelmiddelen Terwijl het huidige systeem goede resultaten oplevert, zijn er altijd verbeteringen mogelijk in de logistiek van afvalinzameling.Te denken valt aan het introduceren van ondergrondse afvalcontainers wanneer dit grote voordelen heeft en bijvoorbeeld een aparte minicontainer voor oud papier. Ervaringen van andere gemeenten maken duidelijk welke methodiek in welke situatie beter of minder goed werkt.
maatregelen waarvan we veel verwachten Wat betreft de doelstellingen verwachten we veel resultaat van de volgende maatregelen: o
Op dit moment wordt een project uitgevoerd, waarmee glas- en textielcontainers gelijkmatiger over de stad verdeeld worden. De containers worden geconcentreerd bij de supermarkten. Dat voorkomt overlast in de wijken. Waar mogelijk worden de containers
8
Focus en doelen
ondergronds gebracht. Dat komt ten goede aan de beeldkwaliteit en voorkomt verrommeling. Omdat ondergrondse containers groter zijn, wordt de logistiek efficiënter. o
Bij nieuwbouwcomplexen en waar dit voordelen heeft worden nu al vaak ondergrondse containers geplaatst. Met ons beleid willen we dit beter reguleren, waardoor de voordelen van ondergrondse containers daarbij optimaal benut kunnen worden.
o
Het verbeteren van milieustraten en het invoeren van een afvalpasje. Nijmegen scoort relatief slecht op het scheiden van grof huishoudelijk afval. De voorgenomen uitbreiding en verbetering van de milieustraat moet dit verbeteren. Daarnaast kan met hetzelfde afvalpasje het systeem van ondergrondse containers verbeterd worden. De betaling van het afval kan geregeld worden met het pasje, zodat gebruikers van deze containers niet langer aparte zakken hoeven te kopen.
o
Het invoeren van een kleinere afvalzak naast de grote, als service voor de burger, maar ook als extra diftar impuls. Het inzamelmiddel is een belangrijke factor voor scheiding.
o
De mogelijkheden verkennen om ook blik en sappakken gescheiden en gratis op te halen met de inzameling van de plastic verpakkingen (in de gratis ‘plastic hero’ zakken) Hier wordt op dit moment ook over onderhandeld door de VNG, het Rijk en het verpakkende bedrijfsleven.
gedragsbeïnvloeding Effectief afvalbeleid bij bronscheiding wordt absoluut bepaald door de attitude en het gedrag van de burger zelf. Deze bepaalt immers bij het aanrecht of hij daadwerkelijk zijn afval gaat scheiden of niet. Dit betekent dat we naast het creëren van de voorwaarden om afval te scheiden, we ook extra aandacht gaan besteden aan communicatie en gedragsbeïnvloeding. Om de belevingswereld van de burger beter te doorgronden en nog gerichter en succesvoller te communiceren, willen we een specialist op het gebied van massacommunicatie betrekken bij het ontwikkelen van nieuwe ideeën.
3.2
Doelen als basis voor maatregelen Voor de komende vier jaar stellen we een heel pakket concrete maatregelen voor. Deze maatregelen kunnen gezien worden als de verdere stappen op de hierboven beschreven weg. In de bijlage van deze kadernota staan de maatregelen onder elkaar. In het separate uitvoeringsplan wordt op de achtergronden en de implementatie ervan ingegaan. Hieronder beperken we ons tot de opsomming van de doelen. We stellen ons drie hoofddoelen waarmee we een verbetering van afvalscheiding willen bewerkstelligen. A. We willen een maximaal milieurendement door zo veel mogelijk afval te scheiden dicht bij de bron (vooral een milieudoelstelling) B. Omdat we weten dat het gedrag van burgers cruciaal is zetten we burgers en bedrijven in de hoofdrol (vooral een servicedoelstelling) C. We streven naar maximale doelmatigheid op het gebied van inzameling en verwerking (vooral ook uit kostenoptiek) Vanuit deze doelen formuleren we negen subdoelen. Vooral milieu: A1. Diftar wordt optimaal ingezet als middel voor het terugwinnen van grondstoffen. A2. Een adequate differentiatie naar verschillen tussen woningtypen (laag- en hoogbouw)
9
Focus en doelen
A3. We gebruiken nieuwe inzamellocaties en inzamelmiddelen met potentieel Vooral service: B4. We hebben effectieve communicatie gericht op de gewenste kennis, attitude en gedrag B5. Onze handhaving is ‘ educatief’ en waar nodig streng gericht op het bereiken van maximaal gedragseffect B6. We bereiken specifieke doelgroepen als studenten of binnenstadsgebruikers om deze extra te faciliteren Vooral doelmatigheid: C7. De afvalketens zijn met DAR en ARN maximaal inzichtelijk en regionaal gesloten. Beleidstaken van GR MARN voor afval worden ondergebracht bij DAR. C8. Afvalinzameling en verwerking zijn technisch voorbereid op de te verwachten toekomst C9. Maatschappelijk verantwoord ondernemen krijgt waar mogelijk een plaats, waaronder social return van uit de afvalketen.
10
Financieel
4
Financieel Restafval verwerken en grondstoffen vermarkten Het grootste deel van de kosten voor de inzameling en verwerking van afval worden voor de gemeente Nijmegen gemaakt bij Dar. Met een Dienstverleningsovereenkomst (DVO) geeft de gemeente opdracht aan Dar voor afvalinzameling en verwerking. Voor alle activiteiten van Dar op het gebied van afvalinzameling is in 2013 een bedrag gemoeid van bijna 10 miljoen euro. Ongeveer een derde van dit bedrag bestaat uit kosten en baten uit afvalverwerking. Het is duidelijk dat een substantieel deel van de exploitatie van afval bepaald wordt door de kosten voor het verwerken van restafval en de inkomsten uit het vermarkten van grondstoffen. Minder verwerken en meer vermarkten levert op, hetgeen ook een belangrijk argument is voor optimale afvalscheiding.
Kosten – inkomsten afval Voor de gemeentebegroting blijven de kosten voor afval binnen de grenzen van de DVO. Ook verbeteringen in de uitvoering worden binnen de DVO opgevangen en blijven dus binnen de budgetten van het programma Openbare Ruimte. We zijn van mening dat de plannen die in dit beleidsplan voorgesteld worden, uitgevoerd kunnen worden binnen de gangbare budgetten. Wanneer we de komende jaren de keuze zouden maken voor een totaal andere werkwijze van afval inzamelen zullen de middelen niet toereikend zijn. Bijvoorbeeld het stadsbreed invoeren van omgekeerd inzamelen en ondergrondse containers zou om grote extra investeringen vragen. Voor het effect van een dergelijk plan op de gemeentebegroting en het eventueel doorwerken daarvan in de gemeentelijke heffingen is het dan zaak om dit eerst in een businesscase uit te werken en aan de Gemeenteraad voor te leggen. LASTEN EN BATEN HUISHOUDELIJK AFVAL 2013 ( x € 1.000,-) lasten afval DVO met Dar: Inzamelkosten (rest, GFT, papier, etc). Milieustraten Saldo verwerkingskosten door Dar
baten afval
6.924 1.572 2.704
(kosten verbranden, compost = 3.625) (inkomsten papier, glas, blik, etc. = 921)
Huisvuil in straatreiniging Kwijtschelding Uitvoering gemeente Door te rekenen BTW Correctie kosten afval bedrijven Totaal
Heffingen Afvalstoffenheffing Groene afvalzakken Leges milieustraat Inkomsten glas en kunsstof
2.904 670 550 2.635 -600 17.359
Algemene middelen Correctie afval baten bedrijven Totaal
6.800 2.500 200 600
7.859 -600 17.359
Nijmegen is goedkoop maar niet kostendekkendheid Agentschap.NL deed vorig jaar een onderzoek naar de kosten voor de burger van afval binnen Nederlandse gemeenten in 2011. Voor de inwoners van Nijmegen blijkt afval ‘goedkoop’; zelfs bijna het goedkoopst van Nederland. Gemiddeld betaalde een huishouden in 2011 in Nederland aan afvalstoffenheffing €249,- per jaar; in Nijmegen is dat €79,- Zelfs wanneer daar een tweewekelijkse groene zak voor € 0,93 bijgeteld wordt, blijft de doorbelasting naar de burger in
11
Financieel
Nijmegen laag. De afvalstoffenheffing is dan ook niet kostendekkend, zoals dat in de meeste gemeenten wel het geval is. Dit is het gevolg van eerdere expliciete politieke afspraken om de kosten voor afval deels toe te delen aan de WOZ. De inwoners worden daardoor in grotere mate inkomensafhankelijk aangeslagen voor deze kosten.
KOSTEN AFVAL 2013
DEKKING AFVAL 2013
kosten afval Dar
afvalstoffenheffing groene zak
kwijtschelding
uitvoeringskosten gemeente
leges milieustraat inkomsten glas en kunststof algemene middelen
In het coalitieakkoord heeft dit College het voornemen uitgesproken om de afvalstoffenheffing meer kostendekkend te maken. De kostendekkendheid van afval bedroeg in 2011 slechts 39%. Het is de bedoeling om de kostendekkendheid in 2012 te laten stijgen tot 49% (door de prijsverhoging zak en verdere verlaging van de kosten DVO) en in 2015 door te laten groeien tot 60%. In heel Nederland heeft maar 2% van de gemeenten een kostendekkendheid die lager is dan 90%.
12
Financieel
Risico’s 1. Geldstromen binnen afvalwereld zijn niet stabiel Afval is sterk afhankelijk van subsidies van het bedrijfsleven via de Rijksoverheid: Nederland kent een stelsel waarbij de gemeenten gecompenseerd worden voor de kosten van afvalinzameling uit een fonds dat gevoed wordt door een kleine belasting opgenomen in alle verpakkingen. Op grond van het verpakkingenbesluit wordt een aantal afvalstromen zoals verpakkingenglas en kunststof verpakkingen aan de gemeenten vergoed. Er wordt op dit moment door de VNG, het Rijk en het verpakkende bedrijfsleven onderhandeld over de vergoedingen voor 2013 en de jaren erna. Vergoedingen van de rijksoverheid voor recyclebaar afval kunnen daardoor sterk veranderen. Tot nu toe hadden dit soort overeenkomsten een zeer beperkte looptijd. Het is belangrijk om langdurig gegarandeerde vergoedingen vast te stellen. De vergoeding op plastic verpakkingen is daarbij nu nog kunstmatig hoog, om het gescheiden inzamelen van plastic goed op gang te brengen. Het is de vraag of deze hoge vergoedingen ook in de toekomst zullen worden uitgekeerd. Mogelijk zal het statiegeld op grote frisdrankflessen vervallen en zullen de gemeenten daarmee verantwoordelijk worden voor de inzameling van deze stroom door deze op te nemen in de kunststofinzameling. Naast de huidige stromen worden de gemeenten in de toekomst mogelijk ook verantwoordelijk voor het gescheiden inzamelen van nieuw te benoemen stromen, zoals blikjes, drankenkartons en matrassen. Afval is afhankelijk van een grillige markt. De (grondstof-) markten zijn grillig en onderhevig aan koersen. Het is niet mogelijk om de waardering van grondstoffen uit afval op termijn te voorspellen. Papier bracht de afgelopen jaren veel op, maar de koers is nu weer een stuk lager. Het verwerken van biomassa was relatief duur en wordt nu mogelijk weer veel goedkoper door een Europese subsidie op het biogas dat eruit gewonnen gaat worden. We hebben als gemeente wat betreft afval met reële markten te maken die minder planbaar zijn als dat we begrotingstechnisch zouden wensen. Dit alles maakt de basis van kosten en inkomsten voor afval en grondstoffen in de toekomst onzeker. Dit alles maakt het lastig om afval op langere termijn goed te begroten, terwijl het om aanzienlijke bedragen gaat. Het is belangrijk om ontwikkelingen op het gebied van de vergoedingen van afval goed te volgen in de begrotingscyclus om aanpassingen in subsidies flexibel op te vangen. Daarnaast is het belangrijk om bij veranderingen in afvalmanagement rekening te houden met deze onzekerheden. 2. Grenzen aan beleid door bijplaatsingen en dumpgedrag Er kleven risico’s aan het te zeer verhogen van kosten voor afvalzakken en ondergrondse containers met een tarief voor de burger. Dumpgedrag en bijplaatsingen bij containers zullen er door toenemen. Dit heeft niet alleen een nadelig milieueffect, maar is ook financieel schadelijk. Extra reiniging kost extra inzet en dergelijk illegaal gedrag ondergraaft de inkomsten uit diftar. Het weloverwogen invoeren van wijzigingen in afvalinzameling en het goed monitoren van zwerfafval zijn nodig om deze risico’s te minimaliseren. 3. Regionale samenwerking Regionale samenwerking is cruciaal voor een effectieve afvalketen. De regio geeft een goede schaalgrootte om afvalketens te kunnen sluiten. Regiogemeenten nemen als aandeelhouder deel in Dar, met een eerste contractuele mogelijkheid tot heroverweging over vijf jaar. Wijzigingen in de regionale samenwerking en deelname van regiogemeenten in Dar hebben daarom grote invloed op afvalinzameling en verwerking. Het is belangrijk deze samenwerking de komende jaren goed uit te bouwen, te consolideren en te evalueren.
13
Bijlage 1. Overzicht doelstellingen en maatregelen
Bijlage 1. Overzicht doelstellingen en maatregelen
A. Maximaal afval scheiden bij de bron Hoofddoel van het beleid is maximaal afval scheiden, zo veel mogelijk grondstoffen terugwinnen en restafval sterk reduceren. Wij kiezen voor een systeem van bronscheiding en vragen de inwoners van Nijmegen om het afval te scheiden. We gebruiken Diftar en willen dat principe versterken. Daarbij willen we vooral inzetten op hoogbouw. Een manier om met ons beleid nog meer te scheiden aan de bron is door de bron op te gaan zoeken. Dat doen we door plaatsen waar men normaal vaak komt, zoals scholen, supermarkten en winkels, ook voor afvalinzameling te gaan gebruiken. Dit omdat mensen daar toch al van nature naar toe gaan en dan ook vaak een tas of de auto bij zich hebben.
1e doelstelling : Diftar versterken als de bron van grondstoffen Maatregel 1: Ook binnen het huidige inzamelsysteem zijn verbeteringen mogelijk. Zo kan men denken aan een onderzoek naar het inzamelen van blik of drankenkartons (melk- en sapverpakkingen) bij het plastic in de gratis “plastic Hero zak” voor kunststof verpakkingen. Deze stromen hoeven dan niet langer in de groene zak. Dat is in het voordeel van de burger. Maatregel 2: We blijven onderzoeken of verbeteringen in afvalscheiding mogelijk zijn door andere inzamelmiddelen in te zetten of door te variëren met de verrekening van de kosten van afval. Maatregel 3: Het invoeren van de mini afvalzak (25 liter) – als service, maar ook als extra diftarprikkel. In een kleinere zak zal men minder snel onnodig afval doen. De halve zak kost 2/3 van de prijs van een grote, aangezien deze niet veel goedkoper te produceren is en duurder is om in te zamelen (dubbele handelingen voor zelfde hoeveelheid afval)
2e doelstelling: Differentiëren naar woonsituatie Maatregel 4: We maken in ons inzamelbeleid verschil tussen hoogbouw en laagbouw. Nieuwe grotere hoogbouwcomplexen krijgen de keuze tussen inpandig faciliteren van herbruikbaar afval of een door de gemeente gespecificeerd containerpark opnemen in de bouwkosten. De gemeente neemt daarna het beheer en onderhoud door Dar van de containers voor zijn rekening. Op ondergrondse containers word Diftar toegepast met een afvalpasje.
3e doelstelling: Nieuwe en logische inzamellocaties aanboren Maatregel 5: We gaan gericht inzetten op het inzamelen van specifieke afvalstromen bij scholen, instellingen, supermarkten en doe-het-zelfwinkels. We verhogen zo de service op herbruikbaar afval. Door het delen van de voordelen ‘snijdt het mes van twee kanten’ . Basisscholen willen we inzetten als inzamelpunten voor textiel en kleine elektrische apparaten. Supermarkten kunnen in combinatie met deze twee stromen ook frituurvet in gaan zamelen. Doe-het-zelf-winkels komen in beeld voor klein chemisch afval, zoals verfblikken en dergelijke. We willen de voordelen uit de inzameling met deze nieuwe partners delen.
14
Bijlage 1. Overzicht doelstellingen en maatregelen
B. Belevingswereld van de burger staat centraal Een tweede hoofddoel van ons beleid is dat we er steeds rekening mee houden dat de inwoners zelf de belangrijkste schakel zijn voor afvalscheiding. Daarom gaan we bij maatregelen steeds uit van de belevingswereld van de burgers. We willen krachtig inzetten op communicatie. We willen dat iedereen weet dat de bus op ons eigen GFT rijdt en dat 7 kilo GFT goed is voor één buskilometer. Verder willen we handhaving die effectgericht is op gedragsverandering. Waar nodig maken we specifieke keuzes om in te spelen op bepaalde doelgroepen.
4e doelstelling: Strategisch inzetten op communicatie en voorlichting Maatregel 6: Het inzetten van nieuwe communicatiemethoden en middelen. - Voor het implementeren van de maatregelen wordt in samenwerking van onze afdeling communicatie met de communicatieafdeling van Dar een communicatieplan opgesteld. Dit krijgt het karakter van een actieplan. Dat actieplan laten we jaarlijks terugkomen als onderdeel van de dienstverleningsovereenkomst (DVO) van gemeente en Dar. - De gebruikelijke, jaarlijkse, afvalkalender van Dar gaan we aanvullen met een “app” zodat de informatie over afval specifiek en actueel toegesneden per adres gegeven kan worden. Met de invoering van een perceelsgebonden informatiesysteem gaat Dar met de tijd mee. - Onderzocht wordt of boodschappen meegegeven kunnen worden bij of op de afvalzakken die iedereen koopt. - Om de belevingswereld van de burger beter te doorgronden en zo nog gerichter te communiceren, willen we een specialist op het gebied van massacommunicatie en psychologie of een universiteit betrekken bij het ontwijken van nieuwe ideeën op het gebied van communicatie en gedragsbeïnvloeding.
5e doelstelling: Eerst motiveren … dan pas handhaven Maatregel 7: Handhaving is belangrijk voor succesvol afvalbeleid. De nadruk op de eigen verantwoordelijkheid vraagt om effectieve wegen om burgers expliciet op die eigen verantwoordelijkheid te wijzen, wanneer ze het niet zo nauw nemen met hun afval. Onze handhaving gaat uit van een protocol, waarbij expliciet pas met sancties corrigerend wordt opgetreden nadat ‘afval-overtreders’ met een ‘goed gesprek’ op hun verantwoordelijkheden gewezen zijn. Wanneer dit geen verbetering oplevert en waarschuwingen niets uitrichten wordt uiteindelijk wel gesanctioneerd.
6e doelstelling: Doelgroepen gericht benaderen (studenten en binnenstad) Maatregel 8: Bepaalde doelgroepen vragen een gerichte benadering voor een succesvol afvalbeleid vanwege hun specifieke situatie. Voor studenten die wonen in ‘gangen-complexen’ blijven we in nauw overleg met de SSHN specifiek beleid maken om de kansen op afvalscheiding te verhogen. Voor studenten worden daarvoor soms uitzonderingen op het beleid gemaakt (bijvoorbeeld: gesubsidieerde afvalzakken, bovengrondse afsluitbare papiercontainers, etc.) Maatregel 9: In goed overleg met ondernemers en bewoners van de binnenstad gaan we samen met Dar onderzoeken of gezamenlijke inzameling van bedrijfs- en huishoudelijk afval een optie is. Zo mogelijk zetten we een pilot op om hier ervaring mee op te doen.
15
Bijlage 1. Overzicht doelstellingen en maatregelen
C. Toekomstbestendige keuzes voor Nijmegen We kunnen de toekomst niet voorspellen, maar willen wel gericht op weg gaan. De richting begint zich wel af te tekenen. De keuzes die we maken moeten toekomstige ontwikkelingen, zoals ‘omgekeerd inzamelen’ niet frustreren. Zo hebben we al de keuzes gemaakt om met de regionalisering van Dar ons afval op regioniveau te gaan organiseren. We willen Dar graag positioneren als dé regionale regisseur en adviseur voor de uitvoering van ons gemeentelijk afvalbeleid. We koersen op een hoger milieueffect en meer doelmatigheid. Op tal van plaatsen in Nederland wordt geëxperimenteerd met alternatieve maatregelen om afvalscheiding te optimaliseren. Veel experimenten laten hoopvolle resultaten zien. Met scenario-onderzoek en pilots kunnen we die toekomst onderzoeken. Met maatschappelijk verantwoord ondernemen, kunnen we met ons werk in de afvalsector nieuw werk creëren.
7e doelstelling: Regionale ketens versterken met Dar en de ARN Maatregel 10 : We willen als grootste gemeentelijk opdrachtgever Dar graag positioneren als dé regionale regisseur en adviseur voor de uitvoering van ons afvalbeleid, maar ook om de voordelen van schaalvergroting optimaal te benutten. De taken op het gebied van afvalbeleid van GR MARN verschuiven naar Dar. ARN gaan we nog beter benutten als een belangrijke schakel in deze afvalketen. Daarnaast gaan we in samenwerking met de regio inzetten op projecten die de regionale afvalketen kunnen versterken, zoals dat nu al gebeurt bij GRAN 3 en de Groene Hub 4 .
8e doelstelling: Nijmegen technisch voorbereiden op de toekomst Maatregel 11: We besluiten om in ieder geval nog de komende 5 jaar met afvalzakken door te gaan, om Dar daarmee op verantwoorde wijze te kunnen laten investeren (bijvoorbeeld in meer 2compartimenten voertuigen bij Dar) Hierdoor kunnen we kosten van de DVO met Dar laag houden. We volgen de ontwikkelingen in de afvalwereld. Wanneer daar aanleiding voor is gaan een vergelijkend scenario onderzoek naar andere (diftar-) aanbiedingsvormen uitvoeren, met een doorrekening van alternatieven. Scenario’s die hieruit komen leggen we dan voor aan de Raad voor de keuzes naar de verdere toekomst. Maatregel 12: We doen een pilot ondergrondse inzameling bij een nieuw hoogbouwcomplex of supermarkt. En daar waar nu al gebruik gemaakt wordt van ondergrondse containers (bijvoorbeeld Grootstal) gaan we het afvalpasje als tariefpasje inzetten voor het doorbelasten van diftar. Dit verhoogt de service omdat men niet langer speciale dure zakken hoeft te kopen en verlaagt de kosten omdat nu zeker niet iedereen die zakken gebruikt en aan het afval meebetaalt.
9e doelstelling: Maatschappelijk verantwoord ondernemen Maatregel 13: We streven naar een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid en ‘win-win’ oplossingen, waarbij maatschappelijke organisaties en bedrijven kunnen participeren in ons afvalbeleid. Scholen en maatschappelijke instellingen, kunnen naast supermarkten worden ingezet als schakel bij inzameling. We delen de voordelen van afval met maatschappelijke instellingen; we helpen elkaar zo. Ook stellen we sociale eisen aan het werk in onze afvalbranche, zodat dit werk een rol heeft in het begeleiden van kansarmen naar de arbeidsmarkt.
3
Op 22 maart 2012 tekenden veertien gemeenten de overeenkomst met de Groen Recycling Arnhem Nijmegen (GRAN) in kasteel Wijchen. Per 1 april zamelt één bedrijf al het groenafval van de gezamenlijke gemeenten in en verwerkt dit tot groencompost en biobrandstof. 4
Het begrip ‘hub’ is afgeleid van het transportbegrip ‘hub-and-spoke’ en staat voor verzamelpunt. De Groene Hub gaat over het versnellen van de doorbraak van slim, schoon en duurzaam vervoer in de regio Arnhem Nijmegen. Wat betreft afval is dit project belangrijk wat betreft het winnen van groen gas uit GFT en dit gas gebruiken voor bijvoorbeeld busvervoer of om er vuilniswagens op te laten rijden.
16
Bijlage 1. Overzicht doelstellingen en maatregelen
Maatregel 14: Ook stellen we graag hoge eisen aan de verantwoorde verwerking van ons gescheiden afval. Een zwarte keerzijde van hoge prijzen voor afval, is het risico van export van afvalproblematiek naar ontwikkelingslanden (bijv. textiel, elektrische apparaten en gevaarlijke stoffen). In arme exportlanden wordt afval vaak onder erbarmelijke arbeidsomstandigheden verwerkt of alsnog gestort of verbrand met dramatische milieueffecten ter plaatse. We zijn ons bewust van de zwarte keerzijde van de afvalindustrie en we zijn op ons hoede. We willen daarom de hele afvalketen voor alle afvalstromen inzichtelijk hebben en vragen waarborgen voor de verantwoorde verwerking van afval en het sluiten van van de grondstoffenkringloop.
17
Bijlage 1. Overzicht doelstellingen en maatregelen
Planning maatregelen 1
Verbeteringen in huidige werkwijze van inzameling: in het bijzonder van herbruikbare grondstoffen (onderzoek naar mogelijkheid om sappakken en blikjes mee te nemen in “plastic hero” zak( afhankelijk van landelijk beleid)
2
Meer afvalscheiding door inzetten van andere inzamelmiddelen of variëren met vergoedingen. Onderzoek en pilot voor aparte papier container bij laagbouw. Op basis van resultaten deze breder inzetten. Nieuw acceptatiebeleid milieustraten: afvalpasje en eenvoudige tariefstructuur
m.i.v.1-1-2014
2013 Medio 2013 m.i.v. 2014 1 januari 2013
3
Invoeren mini afvalzak naast de bestaande
4
Nieuw beleid voor hoogbouw.
5
Beleid gericht op (basis-) scholen, supermarkten en doe het zelfwinkels. Te ontwikkelen en te organiseren in de loop van 2013: opnemen in DVO 2014. Mede afhankelijk van regionaal plan textielinzameling en opheffen chemocar.
6
Communicatieplan ontwikkelen en als vast onderdeel opnemen in DVO. Daarbij aandacht voor afvaleducatie op basisscholen. Ontwikkelen in 2013 en opnemen in DVO 2014
m.i.v. 2014
7
Handhavingsprotocollen verbeteren
Vanaf 2013
8
Doelgroepenbeleid: studenten
Vanaf 2013
9
Samengaan van afval in de binnenstad onderzoeken (afval van ondernemers en bewoners in de binnenstad in één container af te voeren door Dar) 2013 onderzoeken en indien mogelijk vanaf 2014 invoeren
2013 - 2014
10
Regionale samenwerking: Overige projecten in aparte planning: glascontainers verbeteren 2013 verbetering milieustraten 2012 - 2014 regionaal textiel plan 2015 Evaluatie regionalisering Dar per 1-1-2017 Andere projecten o.a. vanuit ARN: vergistinginstallatie medio 2013 overige projecten (kunststof sortering) p.m. Projecten door derden, zoals groene HUB: p.m.
2013-2016
11
Doorgaan met de afvalzak én ontwikkelingen onderzoeken
2013-2017
12
Pilot ondergrondse inzameling en tariefpasje op ondergrondse containers: het gebruik van huidige ondergrondse containers laten betalen met afvalpasje, zodat men daarvoor geen groene zakken meer hoeft te kopen.
Tweede helft 2013 - 2014
13
Participatie maatschappelijke instellingen en kansarme groepen Is een onderdeel van alle bovenstaande trajecten (o.a. ook social return Dar)
Vanaf nu
14
Verantwoorde en transparante verwerking en sluiten van grondstoffenkringloop (o.a. aansluiten bij Groene HUB-traject) Is ook aandachtspunt en onderdeel van alle bovenstaande trajecten
Vanaf 2013
Tweede helft 2013 m.i.v. 2014
18
Creatief met Afval minder afval meer grondstoffen UITVOERINGSPLAN VOOR afval Nijmegen 2013 – 2016
Gemeente Nijmegen Stadsbeheer december 2012
Inhoud
1
Inhoud Het doel dat we met het actualiseren van het afvalbeleid willen bereiken, is afvalscheiding nog verder verbeteren. In de kadernota hebben we onze visie en doelstellingen kort beschreven. In deze bijbehorende uitvoeringsplan geven we meer uitgebreid de achtergronden van onze beleidsdoelen en daaruit voortkomende maatregelen. De kadernota geeft daarbij globaal de richting aan voor de langere termijn (10 jaar), en deze uitvoeringsplan is de vingerwijzing voor de concrete acties voor de komende tijd (4 jaar) Daarom worden de doelen hier ook vertaald tot concrete ingrepen in de afvalstromen. Dit uitvoeringsplan laat zich lezen als een bijlagenboek bij de kadernota en kent de volgende onderdelen:
1
Inhoud ........................................................................................................................................ 2
2
Puntsgewijze samenvatting kadernota ...................................................................................... 3
3
Onderbouwing van doelstellingen en maatregelen.................................................................... 4 A. Maximaal afval scheiden bij de bron .................................................................................. 4 B. Belevingswereld van de burger staat centraal ................................................................... 9 C. Toekomstbestendige keuzes voor Nijmegen ................................................................... 12
3.1 3.2 3.3 4
Wet- en regelgeving ................................................................................................................. 16
5
Sorteeranalyse van samenstelling restafval ............................................................................ 17
6
Wat vind Nijmegen zelf? Digitaal stadpanel............................................................................. 18
7
Benchmark: afvalprofiel Nijmegen ........................................................................................... 20
8
Overzicht van verbeterpunten afval Nijmegen ......................................................................... 30
9
Maatregelen per afvalstroom ................................................................................................... 31
9.1 9.2 9.3 9.4 9.5 9.6 9.7 9.8 9.9 9.10 9.11
Restafval ............................................................................................................................... 32 Kunststof verpakkingen (plastic)........................................................................................... 33 Oud Papier............................................................................................................................ 34 Groente-, Fruit en Tuinafval (GFT) ....................................................................................... 35 Verpakkingsglas ................................................................................................................... 36 Textiel ................................................................................................................................... 37 Frituurvet en plantaardige olieën .......................................................................................... 38 Elektrische apparaten ........................................................................................................... 39 Grof huisvuil .......................................................................................................................... 40 Klein Chemisch Afval............................................................................................................ 41 Blik ........................................................................................................................................ 42
2
Puntsgewijze samenvatting kadernota
2
Puntsgewijze samenvatting kadernota
In plaats van afval, gaat het steeds meer om herbruikbare grondstoffen. Afvalscheiding is heel belangrijk. Nijmegen scoort met 62% afvalscheiding en 125 kilo restafval per inwoner, bijzonder goed in vergelijking met andere gemeenten: we hebben naast hoge afvalscheiding, een laag kostenniveau voor afvalbeheer en redelijke service. Kern van dit succes is de toepassing van de diftar-systematiek. Diftar betekent gedifferentieerde tarieven voor verschillende afvalstromen, waarbij men een tarief betaalt voor restafval en herbruikbare grondstoffen gratis zijn. Het gebruik van een afvalzak blijkt als inzamelmiddel de beste resultaten te geven voor afvalscheiding. Ook het feit dat GFT in Nijmegen vaak en gratis opgehaald wordt draagt bij. Vanwege dit succes, willen we ons afval inzamelsysteem niet fundamenteel veranderen: we gaan door op de weg dat de bewoners afval scheiden bij de bron. Wel willen we het nog beter gaan doen: onze ambitie is 70% afvalscheiding en minder dan 100 kilo restafval in 2020. Er blijven namelijk nog veel grondstoffen achter in het restafval (ook nog zo’n 60%) De helft van de afvalzakken uit de hoogbouw bestaat uit keukenafval. Kansen liggen op het gebied van hogere service op herbruikbare afvalstromen. We willen de bewoners meer gemak bieden voor het inleveren van grondstoffen, liefst op logische plekke dicht bij huis. Vooral willen we met nieuwe beleid proberen meer GFT uit hoogbouw in te zamelen. Restafval kunnen we terugdringen door de afvalzakken duurder te maken. Ook het prijsniveau van de groene afvalzak is een beleidsmiddel om ongewenste (herbruikbare) fracties in het restafval terug te dringen. Afval is in Nijmegen relatief goedkoop, en tegenstelling tot de meeste gemeenten, niet kostendekkend. Grote verbeteringen zijn verder nog mogelijk op een aantal concrete terreinen, door bijvoorbeeld het afvalpasje in te voeren en de milieustraten te verbeteren.) Een kleinere afvalzak, naast de grote, zal mensen nog meer motiveren afval te scheiden. We willen graag blik en drankpakken apart en gratis inzamelen. De kadernota zet de maatregelen onder elkaar, die in deze notitie verder toegelicht worden en waarvoor u hierna de onderbouwende gegevens kunt vinden.
3
Onderbouwing van doelstellingen en maatregelen
3
Onderbouwing van doelstellingen en maatregelen Afvalinzameling en -verwerking zijn enorm in beweging. Een aantal landelijke en regionale ontwikkelingen op afvalgebied vragen om het herijken van het Nijmeegs afvalbeleid. Deze ontwikkelingen leiden tot de hoofddoelen van ons beleid: A. We willen een maximaal milieurendement door zo veel mogelijk afval te scheiden dicht bij de bron (vooral een milieudoelstelling) B. Omdat we weten dat het gedrag van burgers cruciaal is zetten we burgers en bedrijven in de hoofdrol (vooral een servicedoelstelling) C. We streven naar maximale doelmatigheid op het gebied van inzameling en verwerking (vooral ook uit kostenoptiek) Vanuit deze hoofddoelen formuleren we negen subdoelen. Vooral milieu: A1. Diftar wordt optimaal ingezet als middel voor het terugwinnen van grondstoffen. A2. Een adequate differentiatie naar verschillen tussen woningtypen (laag- en hoogbouw) A3. We gebruiken nieuwe inzamellocaties en inzamelmiddelen met potentieel Vooral service: B4. We hebben effectieve communicatie gericht op de gewenste kennis, attitude en gedrag B5. Onze handhaving is ‘ educatief’ en waar nodig streng, gericht op het bereiken van maximaal gedragseffect B6. We bereiken specifieke doelgroepen als studenten of binnenstadsgebruikers om deze extra te faciliteren Vooral doelmatigheid: C7. De afvalketens zijn met DAR en ARN maximaal inzichtelijk en regionaal gesloten. Beleidstaken van GR MARN voor afval worden ondergebracht bij DAR. C8. Afvalinzameling en verwerking zijn technisch voorbereid op de te verwachten toekomst C9. Maatschappelijk verantwoord ondernemen krijgt waar mogelijk een plaats, waaronder social return vanuit de afvalketen.
In dit uitvoeringsplan wordt ingegaan op de achtergronden van deze doelen en op de implementatie van maatregelen die we voor het bereiken van deze doelen voorstellen.
3.1
A. Maximaal afval scheiden bij de bron 1e Doelstelling : Diftar versterken als de bron van grondstoffen Diftar: differentiatie van tarieven: de inzameling van restafval is duurder voor de burger dan herbruikbare stromen. In een diftar-systeem wordt voor onbruikbaar restafval een hoger tarief gerekend, dan voor herbruikbare stromen. Voor de groene zak wordt in Nijmegen betaald in tegenstelling tot de gratis inzameling van groente-,fruit- en tuinafval (GFT), papier, plastic, etc.) Diftar is de basis van de succesvolle afvalscheiding. Het is natuurlijk van belang om het gescheiden inleveren van herbruikbaar afval daarbij zo veel mogelijk te faciliteren. Dat betekent service verhogen op de gewenste stromen en ongewenste stromen ontmoedigen.
4
Onderbouwing van doelstellingen en maatregelen
Wat betreft hergebruik en duurzaamheid blijkt het Nijmeegse systeem van afvalinzameling en verwerking goed te scoren. Een belangrijk kenmerk van de Nijmeegse afvalinzameling is de ‘groene zak’ voor restafval. Met deze zak is uitwerking gegeven aan het principe ‘de vervuiler betaalt’. 1 Er wordt in dat kader ook wel gesproken over de “dure” zak. Dat de afvalzak en ons systeem duur is voor de burger, valt objectief overigens erg mee. Sterker nog: in andere gemeenten is de prijs hoger (Maastricht: €1,22 in 2013) en de Nijmeegse afvalbeheerskosten horen zelfs met de kosten van de afvalzak erbij tot de laagste van het land (zie ook: Kadernota hoofdstuk 4) Een ander kenmerk van onze afvalinzameling is het hoge serviceniveau voor de inzameling van herbruikbare stromen, zoals GFT en plastic afval. In Nederland blijken ‘diftar’-gemeenten aanmerkelijk meer afvalscheiding te realiseren dan ‘niet-diftar-gemeenten. Steeds meer gemeenten gaan daarom over tot een vorm van diftar. 2 In den lande zijn er daarbij verschillende vormen van het inzamelen van afval, die elk voordelen en nadelen hebben. Inzamelen met diftar en geprijsde afvalzakken blijkt zeer goed te werken. Hoewel de inzameling met afvalzakken milieutechnisch zonder meer succesvol is, kent deze methode ook nadelen zoals de Arbo-omstandigheden van de beladers van de inzamelvoertuigen. Het is daarom voor de verdere toekomst goed om deze methodiek te blijven vergelijken met andere systemen wat betreft scheiding van afval, service voor de burger en inzamelkosten. Keuzes op het gebied van doorbelasting en voor bepaalde inzamelmiddelen blijken zeer bepalend voor de resultaten op het gebied van afvalscheiding. Voorbeelden daarvoor zijn: o Een container voor restafval presteert op het gebied van afvalscheiding veel slechter dan een afvalzak; men kan er makkelijker grover afval en natte fracties in werpen o Wanneer men een tarief rekent voor GFT, wordt erg relatief weinig GFT opgehaald; zelfs als dit een heel laag tarief is o Gemeenten met een aparte minicontainer voor oud papier halen beduidend meer oud papier op, dan gemeenten die het door de inwoners zelf laten bundelen o Brengvoorzieningen (containers) voor kunststof verpakkingen leveren minder opbrengst dan ophalen aan huis met de zg “plastic hero zakken” De resultaten in andere gemeenten laten steeds duidelijker zien wat ‘best practice’ is. We willen daarom graag nog onderzoeken welke verbeteringen wat betreft inzamelmiddelen mogelijk zijn om ons diftar-systeem te verbeteren. Ook binnen het huidige inzamelsysteem zijn al snel verbeteringen mogelijk. Zo kan men denken aan een het inzamelen van blik of drankenkartons (melk- en sapverpakkingen) bij het plastic in de gratis “plastic Hero zak” voor kunststof verpakkingen. Deze stromen hoeven dan niet langer in de groene zak. Dat is in het voordeel van de burger en dit wordt als wens aangegeven in het digitale stadspanel. Over deze constructie wordt momenteel onderhandeld tussen VNG, producenten en het ministerie. Ons diftar-systeem scoort en moeten we daarom koesteren of zelfs uitbreiden: Doordat de burgers moeten betalen voor de zak (en daarmee voor restafval) is dit een stimulans om afval goed te scheiden. Alle huishoudens moeten daarvoor wel in staat zijn nuttige grondstoffen te scheiden en zich ook laagdrempelig daarvan te kunnen ontdoen. Door service en diftar gedifferentieerd als gerichte instrumenten in te zetten beogen we duurzaamheid te bevorderen door maximaal grondstoffen en energie uit afval te terug te winnen. Deze instrumenten hebben ook invloed op de kosten en de baten uit afval.
1
2
Een ‘dure zak’ – systeem is één van de manieren om het principe ‘de vervuiler betaalt’ vorm te geven. Andere manieren van tariefdifferentiatie (diftar) zijn (1) grootte van het huishouden, waarbij het aantal personen waaruit een huishouden bestaat bepaalt hoe hoog de afvalstoffenheffing is, (2) volume, waarbij het tarief afhangt van het volume van de minicontainer dat iemand gebruikt, (3) volume/frequentie, waarbij ‘volume’ wordt gecombineerd met het aantal keren dat de minicontainer daadwerkelijke aan de straat wordt gezet, (4) gewicht, waarbij het tarief afhangt van het gewicht van het afval dat wordt aangeboden. Ook is er een mengvorm van gewicht en volume/frequentie. Onlangs is in onze regio de gemeente Wijchen overgestapt op een diftar systematiek
5
Onderbouwing van doelstellingen en maatregelen
Maatregelen ter verbetering van diftar: Maatregel 1: Iedereen moet kunnen scheiden. We blijven streven naar het bieden van hoge service op grondstoffen en verleiden daarmee de inwoners om nuttig afval gescheiden aan te leveren. Ook binnen het huidige inzamelsysteem zijn verbeteringen mogelijk. Zo kan men denken aan een onderzoek naar het inzamelen van blik of drankenkartons (melk- en sapverpakkingen) bij het plastic in de gratis “plastic Hero zak” voor kunststof verpakkingen. Deze stromen hoeven dan niet langer in de groene zak. Dat is in het voordeel van de burger. Maatregel 2: We blijven onderzoeken of verbeteringen in afvalscheiding mogelijk zijn door andere inzamelmiddelen in te zetten of door te variëren met de verrekening van de kosten van afval. Maatregel 3:) Het invoeren van de halve zak (25 liter) – als service, maar ook als extra diftarprikkel. In een kleinere zak zal men minder snel onnodig afval doen. De halve zak kost 2/3 van de prijs van een grote, aangezien deze niet veel goedkoper te produceren is en duurder is om in te zamelen (dubbele handelingen voor zelfde hoeveelheid afval)
2e Doelstelling: Diffentiëren naar woonsituatie Het afvalbeleid krijgt een focus op de verschillen in leefsituatie tussen laag- en van hoogbouw. Iedereen moet in de gelegenheid zijn om afval te kunnen scheiden. We proberen dat optimaal te faciliteren. GFT heeft prioriteit. Het is logisch dat afvalscheiding in hoogbouw lastiger is dan in laagbouwwoningen. In hoogbouw is immers vaak minder ruimte voor opslag en deze opslag leidt daar eerder tot overlast. Sorteeranalyses maken duidelijk dat veel meer herbruikbaar afval, vooral GFT, achterblijft in het restafval van hooghouw (zie: Kadernota 2.4 en Uitvoeringsplan bijlage III). De voorwaarde dat elke burger iedere afvalstroom apart moet kunnen aanbieden, vraagt daarom om maatwerk gericht op de woonsituatie. Daarom hebben we specifiek beleid, waarmee verschil gemaakt wordt tussen bewoners van laagbouw en hoogbouw (beter: niet grondgebonden woningen) Het voorgestelde beleid gaat uit van de trend om steeds vaker (ondergrondse) containers voor restafval in te zetten bij nieuwbouwcomplexen. 3 Deze containers hebben dan ook een aantal voordelen op het gebied van logistiek, service en beeldkwaliteit. De inzameling kan op efficiënte wijze georganiseerd worden en burgers kunnen ieder moment van de dag kiezen om het afval wegbrengen. Verder wordt het straatbeeld niet langer ontsiert door zakken. Containers hebben echter ook een aantal nadelen. In een diftar systeem is de verleiding groot om restafval anoniem in een gratis container voor de herbruikbare afvalstromen te werpen. GFTcocons zijn om die reden in het grootste deel van de stad verwijderd, omdat vervuilde GFT alsnog verbrand moest worden. Verder nodigen containers uit tot bijplaatsingen van ander (grof) afval. Zeker als de containers op een meer anonieme opstelplaats staan. Hierdoor wordt het straatbeeld al snel ontsiert door zwerfafval. Tenslotte vragen ondergrondse containers om grote investeringen. Met het nieuwe beleid ondervangen we deze nadelen. We willen daarbij inzetten op altijd afval te kunnen scheiden en maken onderscheid tussen verschillende soorten woningen.
3
Op dit moment staat in bouwvoorschriften al de voorwaarde dat inpandige opslag van afval onderdeel moet uitmaken van nieuwbouw. Hier wordt in de praktijk echter heel vaak ontheffing voor gegeven. Het beleid sluit aan bij de gegroeide praktijk, maar beoogt dit te reguleren.
6
Onderbouwing van doelstellingen en maatregelen
Nieuwe hoogbouw: twee opties voor ondergrondse restafvalcontainers A. Inpandige opslag van grondstoffen Bij de ontwikkeling van een nieuwbouwcomplex wordt afvalscheiding expliciet mogelijk gemaakt door inpandige opslag van herbruikbaar afval met een hoog service niveau: Dar haalt inpandig op en houdt de containers schoon. GFT, oud papier en kunststof kunnen door bewoners op ieder moment ingebracht worden in een centrale opslagruimte. Restafval wordt buiten het complex ingezameld met ondergrondse containers met het afvalpasje, waarbij het diftar tarief op het pasje wordt doorbelast. De gemeente financiert in dat geval ondergrondse containers voor restafval bij het complex of bij de supermarkt in de buurt. Gezien serviceverlening op herbruikbaar afval heeft deze optie de voorkeur. B. Ondergrondse containers mee te nemen in bouwkosten Ondergrondse containers voor restafval worden bij de bouw in een project meegenomen door de projectontwikkelaar. In goed overleg met de gemeente worden 4 de containers op een adequate manier geplaatst . De ontwikkelaar betaalt de plaatsing, waarna de kosten voor beheer, onderhoud en vervanging door de gemeente overgenomen worden. Herbruikbare stromen zoals nu: plastic hero zakken en papier zelf te bundelen aan de straat. Daarnaast een bovengrondse afsluitbare container voor GFT met expliciete medewerking van de bewoners. Ondergrondse containers voor GFT worden niet toegepast, omdat deze altijd tot (stank-)overlast leiden. Voor GFT is dus alleen een bovengrondse container mogelijk, maar deze is dan goed afsluitbaar en alleen toegankelijk voor de bewoners zelf. Voorwaarde is dat minimaal 20% van de bewoners van een complex expliciet wil deelnemen aan deze vorm van GFTinzameling. Bij minder dan 20% of bij onverhoopte vervuiling worden geen containers 5 geplaatst en alsnog city-bins aangeboden aan individuele belangstellenden.
Bestaande hoogbouw, niet grondgebonden woningen: Groene zakken voor restafval, kunststofinzameling en papier zoals nu. GFT: Als eerste voorkeur herinvoering van bovengrondse verzamelcontainers voor GFT, maar nu met sleutel alleen toegankelijk zijn voor gemotiveerde bewoners. Alleen bij minder dan 20% deelnamebereidheid, of wanneer deze containers onverhoopt toch vervuilen, zullen we gemotiveerder bewoners een city-bin aanreiken om GFT te scheiden.
Laagbouw: Handhaven van huidige werkwijze van afval inzamelen, behoudens pilot-projecten met ondergrondse containers.
Maatregel 4: We maken in ons inzamelbeleid verschil tussen hoogbouw en laagbouw. Nieuwe grotere hoogbouwcomplexen krijgen de keuze tussen inpandig faciliteren van herbruikbaar afval of een door de gemeente gespecificeerd containerpark opnemen in de bouwkosten. De gemeente neemt daarna het beheer en onderhoud door Dar van de containers voor zijn rekening. Op ondergrondse containers word Diftar toegepast met een afvalpasje.
4
Bij het adequaat plaatsen van containers: denken we bijvoorbeeld juist aan het in het zicht opstellen in verband met bijplaatsingen, en ook aan juist een grotere loopafstand volgens het principe ‘omgekeerd inzamelen” (zie Kadernota 2.1) 5 Dit beleid sluit aan bij een werkwijze waar Dar mee begonnen is. De animo voor de sleutel van een afsluitbare GFTcontainer is volgens Dar rond 30%. Ondergrondse GFT inzameling is geen succes, omdat er altijd GFT onder in de schacht komt en dit niet schoon te houden is.
7
Onderbouwing van doelstellingen en maatregelen
3e Doelstelling: Nieuwe en logische inzamellocaties aanboren Scholen, supermarkten en verenigingen zijn plekken die door heel veel mensen een of meerdere keren per week bezocht worden. Het afvalbeleid haakt graag aan bij de ons gebruikelijke ‘verkeersstromen’ in het dagelijkse leven. Een manier om met ons beleid nog meer te scheiden bij de bron is door de bron op te zoeken. Dat doen we door plaatsen waar men vaak komt voor afvalinzameling te gaan gebruiken. Voorbeelden van aansluiten bij ‘high traffic’ zijn het (meer) inzetten van instellingen, scholen, supermarkten en doe-het-zelfzaken, omdat mensen daar toch al van nature naar toe gaan en dan ook vaak een tas of de auto bij zich hebben. Basisscholen – het ‘scholenpakket’: Het streven is om de basisscholen te betrekken in het netwerk van inzamelpunten voor textiel en voor kleine huishoudelijke elektr(on)ische apparaten. Scholen ontvangen hiervoor per ingezamelde kilo textiel een vergoeding. Voor apparaten wordt géén vergoeding verstrekt. De samenwerking met scholen heeft als voordelen, dat: - er voor de burgers extra inzamelpunten ontstaan voor textiel; - de betrokkenheid en participatie van bewoners, in dit geval wordt vergroot; - het inkomsten oplevert voor de school - er een educatief element voor de kinderen ontstaat De textielcontainer en ook de minicontainer voor klein WEB zullen verrijdbaar zijn en ook elke dag inpandig of binnen de hekken geplaatst moeten worden. Dit omdat het gebruik van de container(s) anders mogelijk aanleiding geeft tot vervuiling van de openbare ruimte. We zetten in op basisscholen omdat de ouders daar meestal nog met hun kinderen meekomen. De samenwerking met scholen geven ook uitgelezen mogelijkheden voor ‘afval-educatie’. Zo kunnen scholen ons helpen als inzamellocatie, helpen we elkaar op het gebied van educatie en kunnen we scholen ondersteunen in hun afvalproblematiek. Supermarkten – het ‘supermarktpakket’: Supermarkten zijn locaties waar nagenoeg elke burger met regelmaat komt. Een aanzienlijk deel van het huishoudelijke afval komt ook bij supermarkten vandaan zoals het meeste verpakkingsmateriaal. We willen supermarktlocaties daarom een belangrijkere positie laten vervullen in de inzameling van bepaalde huishoudelijke afvalstromen, en dat op een zodanige manier, dat het voordelig is voor zowel consumenten en supermarkten. Analoog aan scholen willen wij supermarkten gaan benaderen om als inzamelpunt te fungeren voor: - textiel, - (frituur)olie en - kleine elektr(on)ische apparaten Supermarkten ontvangen een vergoeding voor elke ingezamelde kilo textiel alsook voor elke kilo frituurolie. Voor kleine apparaten wordt geen vergoeding verleend. Dit “supermarktpakket“ wordt als één compleet pakket aangeboden. Het is geen optie om voor slechts 1 of 2 van deze afvalstromen als inzamelpunt te fungeren. Supermarkten die geen gebruik maken van dit aanbod, zullen ook niet zelfstandig één of meer van deze stromen kunnen inzamelen. De gemeente zal hiervoor als wettelijk verantwoordelijke voor de inzameling van huishoudelijk afval, geen medewerking meer aan verlenen. Door het uitsluitend als combinatiepakket toe te staan, denken we dat het effect het grootst is; de minder aantrekkelijke stromen (kleine elektrische apparaten) liften dan automatisch mee op de lucratieve stromen zoals textiel en frituurvet.
8
Onderbouwing van doelstellingen en maatregelen
Verder is ook hier uitgangspunt dat de inzamelmiddelen voor textiel, (frituur)olie en klein WEB na sluitingstijd inpandig gebracht zullen worden, zodat ze niet onbeheerd in de openbare ruimte blijven staan en dus geen bron van vervuiling kunnen vormen. Detailhandel – het ‘doe-het-zelfpakket’: Het huidige netwerk aan detailhandelwinkels, die klein chemisch afvalstromen (KCA) innemen zal worden uitgebreid. De nadruk ligt daarbij op doe-het-zelfwinkels en verfwinkels, aangezien verf- en latexresten de bulk uitmaken van het aangeboden KCA. Tevens zal frequent aan deze locaties de nodige publicitaire aandacht worden gegeven, zodat ze de nodige bekendheid krijgen bij de burgers als afgiftepunt van KCA. Een recent voorbeeld een dergelijk alternatief inzamelpunt is de inleverbak van WeCycle voor spaarlampen bij alle Kruidvat-vestingen. Met alternatieve inzamelpunten kan de chemocar vervallen. Deze voorziening is relatief duur, slechts beperkt beschikbaar, haalt weinig op en leidt tot rommel op straat. Het positieve milieueffect van de chemocar is dan ook gering.
Maatregel 5: We gaan gericht inzetten op het inzamelen van specifieke afvalstromen bij scholen, instellingen, supermarkten en doe-het-zelfwinkels. We verhogen zo de service op herbruikbaar afval. Door het delen van de voordelen ‘snijdt het mes van twee kanten’ . Basisscholen willen we inzetten als inzamelpunten voor textiel en kleine elektrische apparaten. Supermarkten kunnen in combinatie met deze twee stromen ook frituurvet in gaan zamelen. Doe-het-zelf-winkels komen in beeld voor klein chemisch afval, zoals verfblikken en dergelijke. We willen de voordelen uit de inzameling met deze nieuwe partners delen.
3.2
B. Belevingswereld van de burger staat centraal Voor effectieve afvalscheiding, moet de gemeente eerst de mogelijkheid bieden dat burgers kunnen scheiden, om hen er vervolgens toe te bewegen om dit te willen, waardoor ze uiteindelijk daadwerkelijk ook hun afval gaan scheiden (respectievelijk: faciliteren, kennis, attitude en gedrag). In toenemende mate streeft de gemeente Nijmegen met al haar beleid naar actieve participatie van de burger. De veranderende verhouding tussen de inzet van de overheid en de eigen verantwoordelijkheid van de burger is juist bij afvalbeleid van belang. De burger zelf heeft immers de allerbelangrijkste rol om te komen tot afvalscheiding. Het aansluiten bij de leefwereld van onze inwoners is dan ook de allerbelangrijkste succesfactor. We houden daarom bij ons beleid steeds rekening met het feit dat de inwoners zelf de belangrijkste schakel zijn voor afvalscheiding. De diftar-methodiek betekent dat de vervuiler (meer) betaalt. Aan de andere kant moet de ‘grondstoffenredder’ voor zijn gedrag beloond wordt. Men moet dan wel in staat zijn, zelf door afvalscheiding de eigen kosten effectief te beïnvloeden. We willen als gemeente gewenst scheidingsgedrag faciliteren om dit gedrag te bevorderen. De gemeente kan haar inwoners hierbij helpen door een goed serviceniveau te bieden voor herbruikbare afvalstromen, en door te wijzen op het belang van actieve afvalscheiding. Afvalscheiding begint nu eenmaal bij het simpele besef en de eigen wil om dit ook daadwerkelijk te gaan doen bij het aanrecht. Omdat we ons realiseren dat de beleving van de inwoners zo belangrijk is voor ons beleid, hebben we onze beleidskeuzes ook voorgelegd aan het digitale klantenpanel. Het panel heeft met een uitzonderlijk hoge respons gereageerd en ondersteunt ons beleid. De inwoners van Nijmegen zijn erg gemotiveerd als het om afvalscheiding gaat. We vinden de resultaten van ons klantenonderzoek daarom extra belangrijk voor onze beleidskeuzes. Om die reden hebben we onze beleidskeuzes getoetst aan de resultaten van het klantenonderzoek. De samenvatting van de resultaten is opgenomen in hoofdstuk 6.
9
Onderbouwing van doelstellingen en maatregelen
4e Doelstelling: Strategisch inzetten op communicatie en voorlichting Afvalscheiding begint heel dicht bij de burger. Voor het motiveren van de inwoners van Nijmegen om hun afval beter te scheiden, willen we daarom communicatie beter vormgeven. Het digitale klantenpanel maakt duidelijk dat men van een aantal afvalstromen vaak niet eens weet dat deze gescheiden dienen te worden, zoals bijvoorbeeld van spaarlampen. Het belang van kennis, attitude en gedrag heeft implicaties voor communicatie. Het adequaat en doorlopend informeren van de inwoners van Nijmegen is een absolute voorwaarde om hen te verleiden tot het optimaal scheiden van het afval. We laten ons hierbij graag adviseren door een adviseur op het gebied van massacommunicatie. Naast de reguliere communicatie vanuit de gemeente en Dar vinden we het daarom belangrijk om de burger goed mee te nemen zowel met onze beleidsontwikkeling als bij de uitvoering van de voorstellen en maatregelen. Draagvlak zowel van politiek, als van de burger en aangesloten organisaties, is nodig om beleidsmaatregelen daadwerkelijk om te zetten tot rendement. Hierin hebben zowel de gemeente (beleid) als Dar (uitvoering) een opgave. We kunnen gezamenlijk onze communicatie verbeteren. Voor het implementeren van de maatregelen wordt in samenwerking van onze afdeling communicatie met de communicatieafdeling van Dar een communicatieplan opgesteld. Graag zien we dit communicatieplan jaarlijks terugkomen in de vorm van een actieplan, dat onderdeel is van de dienstverleningsovereenkomst (DVO) van gemeente en Dar. Voor een verbeterde communicatie is nu al een aanzet gegeven door Dar. Door bijvoorbeeld de gebruikelijke, jaarlijkse, afvalkalender van Dar op termijn aan te vullen met een “app” kan de informatie over afval actueel en specifiek per adres gegeven worden. Er zijn ook nog andere en alternatieve communicatiekanalen om burgers beter te bereiken. Onderzocht kan worden of informatie meegegeven kunnen worden bij of op de afvalzakken die iedereen koopt. Het invoeren van nieuwe maatregelen kunnen we meteen als communicatiemoment goed benutten. We kunnen de burger langs al die wegen en op een meer directe wijze aanspreken en motiveren. Maatregel 6: Het inzetten van nieuwe communicatiemethoden en middelen. - Voor het implementeren van de maatregelen wordt in samenwerking van onze afdeling communicatie met de communicatieafdeling van Dar een communicatieplan opgesteld. Dit krijgt het karakter van een actieplan. Dat actieplan laten we jaarlijks terugkomen als onderdeel van de dienstverleningsovereenkomst (DVO) van gemeente en Dar. - De gebruikelijke, jaarlijkse, afvalkalender van Dar gaan we aanvullen met een “app” zodat de informatie over afval specifiek en actueel toegesneden per adres gegeven kan worden. Met de invoering van een perceelsgebonden informatiesysteem gaat Dar met de tijd mee. - Onderzocht wordt of boodschappen meegegeven kunnen worden bij of op de afvalzakken die iedereen koopt. - Om de belevingswereld van de burger beter te doorgronden en zo nog gerichter te communiceren, willen we een specialist op het gebied van massacommunicatie en psychologie of een universiteit betrekken bij het ontwijken van nieuwe ideeën op het gebied van communicatie en gedragsbeïnvloeding.
5e Doelstelling: Eerst motiveren … dan pas handhaven Handhaving is een belangrijk element voor een succesvolle afvalinzameling. Wanneer we als gemeente onze intentie tot optimale afvalinzameling serieus nemen, zullen we burgers die het niet zo nauw nemen aan moeten spreken op hun verantwoordelijkheid bij het foutief aanbieden of dumpen van afval. Een visie op de effectieve handhaving van ons beleid is belangrijk. Omdat we de burger serieus nemen in zijn eigen verantwoordelijkheid, willen we niet inzetten op onmiddellijke strenge
10
Onderbouwing van doelstellingen en maatregelen
handhaving. We willen mensen eerst motiveren zich zelf verantwoordelijk te voelen voor het scheiden en correct aanbieden van zijn of haar afval. Dat doen we om die reden liever niet vanuit een paternalistische politierol. Een louter repressief beleid ligt met onze doelen niet voor de hand. De uitdaging is om mensen eerst op een positieve manier te motiveren om de stap van “kunnen” naar “willen” te maken. We kunnen dit als gemeente niet alleen. We zullen als gemeente wegen moeten zoeken om hierover met de burgers in gesprek te gaan. Daarom blijven we afval als onderwerp bespreken in onze samenwerking met wijkplatforms, woningbeheerders en verenigingen van eigenaren. Er zal altijd een categorie inwoners blijven die blijft proberen “quick en dirty” van het afval af te komen. Dat we dus zullen moeten handhaven en dus sanctioneren staat buiten kijf. De (milieu-) belangen voor de stad zijn serieus genoeg om grenzen te trekken voor diegene die hun eigen verantwoordelijkheid niet aankunnen en er moedwillig ‘een zooitje van maken’.De volgorde is dan wel om eerst in gesprek gaan, dan te waarschuwen en uiteindelijk pas sanctioneren. Maatregel 7: Handhaving is belangrijk voor succesvol afvalbeleid. De nadruk op de eigen verantwoordelijkheid vraagt om effectieve wegen om burgers expliciet op die eigen verantwoordelijkheid te wijzen, wanneer ze het niet zo nauw nemen met hun afval. Onze handhaving gaat uit van een protocol, waarbij expliciet pas met sancties corrigerend wordt opgetreden nadat ‘afval-overtreders’ met een ‘goed gesprek’ op hun verantwoordelijkheden gewezen zijn. Wanneer dit geen verbetering oplevert en waarschuwingen niets uitrichten wordt uiteindelijk wel gesanctioneerd.
6e Doelstelling: Doelgroepen gericht benaderen (studenten en binnenstad) Doelgroepen als studenten of bewoners en ondernemers in de binnenstad vragen door hun specifieke situatie om een speciale benadering als het om afval gaat. Bepaalde doelgroepen vragen in Nijmegen een gerichte benadering voor een succesvol afvalbeleid vanwege hun specifieke situatie. Als doelgroepen identificeren we studenten, bewoners van de binnenstad en (in het verlengde daarvan) binnenstadsondernemers. Studenten in SSHN-complexen met onzelfstandige wooneenheden Voor de SSHN-complexen met onzelfstandige wooneenheden bestaan gezien de specifieke samenlevingsvorm aparte beleidslijnen voor een aantal afvalstromen (Het gaat hier om de zogenaamde ‘gangen’- complexen) Restafval: Als enige uitzonderingssituatie is het toegestaan om restafval bij deze complexen in te zamelen met verzamelcontainers. Deze verzamelcontainers worden zoveel mogelijk afsluitbaar gemaakt, zodat ze alleen toegankelijk zijn voor de studenten van het betreffende studentencomplex. De SSHN heeft deze actie al voortvarend opgepakt toen duidelijk werd dat afval van andere huishoudens daar naar toe gebracht werd. Oud papier en karton: Voor de inzameling van oud papier en karton kan als uitzonderingssituatie gebruik gemaakt worden van bovengrondse (blauwe) verzamelcontainers. Voor de inzameling van de overige huishoudelijke afvalstromen gelden dezelfde beleidsregels als die voor alle andere inwoners van Nijmegen gelden. Ondernemers en bewoners van het stadscentrum In het winkelcentrum van de binnenstad vinden we zeer geconcentreerde bewoning naast een veelvoud van kleinere en grotere ondernemingen. Daarnaast is het stadscentrum slechts beperkt toegankelijk vanwege de stadsafsluiters.
11
Onderbouwing van doelstellingen en maatregelen
Bedrijfsafval is geen gemeentelijke taak, aangezien ondernemers geacht worden zelf een contract af te sluiten met een (commerciële) afvalinzamelaar. Wel vinden zowel gemeente als gebruikers van de binnenstad het belangrijk dat het er schoon is. Het aanbieden van afval aan commerciële verwerkers is lastig te reguleren, omdat men het afhankelijk van het contract dagelijks aan de straat kan plaatsen. Daarom willen we hier als gemeente meer grip op krijgen. We willen in goed overleg met ondernemers beleid ontwikkelen, waarmee het aanbieden van afval beter gereguleerd kan worden. Een mogelijkheid is om het aanbieden van afval door winkeliers te beperken tot voor en na de openingstijden. Met de gedifferentieerde venstertijden voor de stadsafsluiters is hiermee een begin gemaakt en kunnen we dit verder reguleren. Schonere inzamelvoertuigen krijgen ruimere venstertijden om het centrum in te rijden. Bewoners en ondernemers leven intensief samen in het centrum. Daarom gaan we de mogelijkheden onderzoeken om de afvalstromen gezamenlijk in te zamelen. Dar gaat dit regisseren. Het streven is om de commerciële contracten van de binnenstadondernemers door Dar te laten beheren met de huidige commerciële inzamelbedrijven in onderaanneming. Afval is dan de ‘content’ van dezelfde container die door Dar beheert wordt; vergelijkbaar met de kabel of het energienet. In andere steden werkt dit al (Deventer). Wanneer hier een pilot voor ingericht wordt met ondergrondse containers en afvalpasjes, is het wel belangrijk om de verantwoordelijkheden helder te hebben. De gemeente heeft immers in principe geen belangen bij het inzamelen van bedrijfsafval en moet dit probleem niet op de schouder nemen. In principe zou het initiatief bij de ondernemers moeten liggen, maar we kunnen hier als gemeente wel faciliteren.
Maatregel 8: Bepaalde doelgroepen vragen een gerichte benadering voor een succesvol afvalbeleid vanwege hun specifieke situatie. Voor studenten die wonen in ‘gangen-complexen’ blijven we in nauw overleg met de SSHN specifiek beleid maken om de kansen op afvalscheiding te verhogen. Voor studenten worden daarvoor soms uitzonderingen op het beleid gemaakt (bijvoorbeeld: gesubsidieerde afvalzakken, bovengrondse afsluitbare papiercontainers, etc.) . Maatregel 9: In goed overleg met ondernemers en bewoners van de binnenstad gaan we samen met Dar onderzoeken of gezamenlijke inzameling van bedrijfs- en huishoudelijk afval een optie is. Zo mogelijk zetten we een pilot op om hier ervaring mee op te doen.
3.3
C. Toekomstbestendige keuzes voor Nijmegen 7e Doelstelling: Regionale ketens versterken met Dar en de ARN We bieden Dar de kans zich verder te ontwikkelen tot uitvoerder en dé adviseur voor het uitvoerende beleid van onze afvalinzameling en –verwerking. De adviestaken op het gebied van afval zijn van GR MARN verschoven naar Dar. ARN speelt een belangrijke rol om de afvalketen regionaal te sluiten. Het opdrachtgeverschap, de beleidsautonomie en dus de uiteindelijke keuzes voor onze inwoners blijven bij ons als gemeente. Vanaf 2012 zijn zeven regiogemeenten als aandeelhouder toegetreden tot Dar. De regionalisering stelt Dar voor de uitdaging om samen met die regiogemeenten een solide regionale afvalketen op te bouwen. Dar speelt de komende jaren in toenemende mate een grote rol als belangrijkste schakel in die afvalketen. We willen als grootste gemeentelijk opdrachtgever
12
Onderbouwing van doelstellingen en maatregelen
Dar daarom graag positioneren als dé regionale regisseur en adviseur voor de uitvoering van ons gemeentelijk afvalbeleid. De voordelen zijn evident met bijvoorbeeld de schaalvergroting bij het verwerken en vermarkten van afvalstromen. Ook rekenen we op een hoger milieueffect. Omdat Dar een centrale positie gekregen heeft als adviseur op het gebied van afval, zijn adviserende taken en afvalprojecten van GR-MARN naar Dar verschoven. Door deze ontwikkeling en het vormen van een RUD voor andere milieutaken in onze regio, zijn veel taken van de GR-MARN vervallen. GR MARN blijft sterk afgeslankt bestaan om zorg te dragen voor de aandelenportefeuille van de gemeenten in ARN en als schakel om de gemeenten regionaal te verbinden met hun opdrachtgeverrol naar Dar en ARN. De centrale regie op de uitvoering van ons beleidsplan ligt bij Dar. Het beleid moet daarbij over de strikte gemeentegrenzen heen durven kijken. Een voorbeeld van samenwerking is het werken aan een extra milieustraat samen met de gemeente Wijchen. Een ander voorbeeld is het maken van een plan voor het inrichten door Dar van bepaalde afvalstromen op regionaal niveau (zoals bijvoorbeeld textiel). In de toekomst kan Dar zich voor de gemeente Nijmegen ontwikkelen tot een daadkrachtige uitvoeringsorganisatie voor het stadsbrede beheer van de openbare ruimte. De inzet van Dar is keihard nodig voor de uitvoering van dit beleidsplan. Het is aan Dar om de beoogde inzamelstructuren te realiseren en daarvoor de hierboven beschreven samenwerking met partners als scholen, supermarkten en de detailhandel tot stand te brengen. Ook zal Dar ons moeten ondersteunen in ons doelgroepenbeleid. De feitelijke inzameling van de betreffende afvalstromen kan door Dar zelf dan wel door een derde partij onder regie van Dar plaatsvinden. Een en ander in nauw overleg met ons als gemeente. Uitgangspunt is wel dat onderaanneming voor partners en doelgroepen geen verschil mag maken in het service- of vergoedingenniveau van hun medewerking. Samen met Dar en ARN is het streven om product- en afvalketens zo veel mogelijk op regionaal circulair te sluiten. We willen graag de kringloop van afval tot grondstof (en van product tot afval) maximaal inzichtelijk krijgen. Sommige zaken kunnen daarbij een bovenregionale uitstraling krijgen. Hierin pas bijvoorbeeld een marktverkenning door ARN voor een sorteerinstallatie van kunststofverpakkingen, zeker wanneer we blik en drankpakken in de gratis Plastic Herozak toe willen voegen. Uitsluitend onze regio is hiervoor waarschijnlijk te klein. Maatregel 10 : We willen als grootste gemeentelijk opdrachtgever Dar graag positioneren als dé regionale regisseur en adviseur voor de uitvoering van ons gemeentelijk afvalbeleid, maar ook om de voordelen van schaalvergroting optimaal te benutten. De taken op het gebied van afvalbeleid van GR MARN verschuiven naar Dar. ARN gaan we nog beter benutten als een belangrijke schakel in deze afvalketen. Daarnaast gaan we in goede samenwerking met regiogemeenten inzetten op die projecten die de regionale afvalketen kunnen versterken.
8e Doelstelling: Nijmegen technisch voorbereiden op de toekomst We kiezen ervoor om fundamentele, stadsbrede, systeemwijzigingen pas in te voeren, wanneer deze landelijk of door pilots ‘bewezen’ goede resultaten opleveren. We proberen steeds bij voorgestelde verbeteringen te focussen op de verwachte toekomstige technische opties. Het Nijmeegse afvalsysteem moet klaar zijn voor die toekomst, maar voorlopig flexibel genoeg om zich aan te kunnen passen. Op inzamelgebied is een ontwikkeling zichtbaar waarbij de inzameling verdergaand gemechaniseerd wordt. Voorbeelden hiervan zijn inzamelvoertuigen zonder handmatige beladers en grote ondergrondse verzamelcontainers. Beide ontwikkelingen vragen weliswaar forse investeringen, maar leiden ook tot meer efficiëntie en een verlaging van de personele kosten. De ARBO-voordelen voor beladers van afvalvoertuigen zijn evident. Op tal van plaatsen in Nederland wordt geëxperimenteerd met alternatieve maatregelen om afvalscheiding te optimaliseren. Voorbeelden zijn een zeer hoge service op hergebruik, het drastisch verlagen van service op restafval (‘omgekeerd inzamelen’ – zie kadernota 2.1), het
13
Onderbouwing van doelstellingen en maatregelen
combineren van verschillende afvalstromen binnen één inzamelmiddel en het belonen van herbruikbaar afval met een vergoeding. Veel experimenten laten hoopvolle resultaten zien. Al deze ontwikkelingen verkeren echter ook nog in het experimentele stadium en kennen (milieu-) technische, gedragsmatige en financiële nadelen of onzekerheden. De ervaring leert daarbij ook dat de eenmaal ingeslagen wegen in afval-inzamelmethodiek zeer moeilijk weer ‘terug te draaien’ zijn, wanneer de stad er eenmaal aan gewend is. Keuzes op het gebied van afvalinzameling leiden in de regel ook tot hoge investeringen en een bestendige koers is nodig om deze investeringen verantwoord te kunnen doen en terug te verdienen. Een beleidsmatige afweging is dus eerst nodig om de juiste keuzes te maken. 6 In Nijmegen blijven we voorlopig aan de inwoners vragen het afval vooraf gescheiden aan te leveren. We gaan de komende periode ook gewoon door met aanlevering door middel van afvalzakken. Het is daarbij wel belangrijk om bij eventuele meer beperkte systeemwijzigingen, terdege rekening te houden met toekomstverwachtingen. Het is niet de bedoeling dat technische keuzes van nu, de toekomstige ontwikkelingen belemmeren. De toekomst wijst nu vooral op de tendens van ‘omgekeerd inzamelen’ als een filosofie met grote mogelijkheden. Voordat men echter besluit tot grote investeringen hiervoor, kan men de techniek beter eerst uittesten op beperkte schaal om ervaring op te doen en onderbouwde en doorgerekende plannen te maken. Gecontroleerde ‘pilots’ op een beperkte schaal zijn een goed middel om technische verbeteringen eerst uit te proberen en te zien of inwoners erdoor gemotiveerd worden. Dit kan bijvoorbeeld bij één nieuwbouwcomplex en supermarkt of een relatief afgezonderd stadsdeel als Nijmegen Noord. Zo is een wijk als Grootstal al grotendeels voorbereid op ondergronds inzamelen en kan een experiment met omgekeerd inzamelen daar waarschijnlijk tegen geringe kosten uitgevoerd worden. Ook kan men bijvoorbeeld kunststof verpakkingen ondergronds inzamelen met ondergrondse perscontainers bij supermarkten. Het doen van ‘pilot’ heeft daarnaast het psychologische effect dat het mensen mobiliseert en enthousiasmeert. Het is een stimulans om betrokkenheid te genereren en de bewoners te laten participeren. Daarmee creëren we een voorbeeld functie, voor de gedragsveranderingen waar we naar zoeken. Pas na een gedegen onderzoek moet men stadsbrede invoering overwegen van nieuwe methodieken. We hebben de eerste stappen naar de toekomst en een nog beter systeem nu al gezet . Besloten is om alle huishoudens een afvalpasje als toegang voor milieustraten te gaan verstrekken. Dit pasje kan ook prima ingezet worden om diftar verder te ondersteunen. De huidige ondergrondse containers, zijn al voorbereid op het gebruik van het toegangspasje. In de toekomst kunnen we kosten per inworp via het pasje eenvoudig doorbelasten, waardoor ‘containergebruikers’ geen groene zakken meer hoeven te kopen. Ook hier doen we eerst een pilot voordat we ingrijpende voorstellen voor de hele stad zullen doen. Maatregel 11: We besluiten om in ieder geval nog de komende 5 jaar met afvalzakken door te gaan, om Dar daarmee op verantwoorde wijze te kunnen laten investeren (bijvoorbeeld in meer 2compartimenten voertuigen bij Dar) Hierdoor kunnen we kosten van de DVO met Dar laag houden. We volgen de ontwikkelingen in de afvalwereld. Wanneer daar aanleiding voor is gaan een vergelijkend scenario onderzoek naar andere (diftar-) aanbiedingsvormen uitvoeren, met een doorrekening van alternatieven. Scenario’s die hieruit komen leggen we dan voor aan de Raad voor de keuzes naar de verdere toekomst. Maatregel: 12: We doen een pilot ondergrondse inzameling bij een nieuw hoogbouwcomplex of supermarkt. En daar waar nu al gebruik gemaakt wordt van ondergrondse containers (bijvoorbeeld Grootstal) gaan we het afvalpasje als tariefpasje inzetten voor het doorbelasten van diftar. Dit verhoogt de service omdat men niet langer speciale dure zakken hoeft te kopen en verlaagt de kosten omdat nu zeker niet iedereen die zakken gebruikt en aan het afval meebetaalt.
6
Bijvoorbeeld: wanneer we doorgaan met zakken, kan Dar meer tweecompartimenten voertuigen aanschaffen: Voordeel rest / kunststof: in één ronde inzamelen. Als we minicontainers zouden gaan gebruiken geven we juist veel geld uit aan deze containers en bijbehorende voertuigen.
14
Onderbouwing van doelstellingen en maatregelen
9e Doelstelling: Maatschappelijk verantwoord ondernemen Afvalbeleid kan creatief ingezet worden om kansarmen, maatschappelijke en commerciële organisaties te laten participeren. Verder is het doel om uitbuiting en milieuschade elders te voorkomen. Maatschappelijk verantwoord ondernemen krijgt steeds meer aandacht. Het blijft daarbij niet alleen bij het streven om steeds meer inzamelvoertuigen op groen (bio-)gas te laten rijden. Nijmeegse afvalinzameling omvat kringloopwinkels met gesubsidieerde arbeidsplaatsen, die een actieve schakel in de afvalketen vormen. Nieuw beleid streeft dan ook naar het bevorderen van ‘social return’, dus naar arbeidsparticipatie van kansarme groepen. De afvalbranche als ‘bedrijfstak’ biedt hier volop kansen en met Dar is afgesproken dat 5% ‘social return’ een vaste voorwaarde wordt voor de komende DVO’s. Dar heeft dit jaar een werkorganisatie ingericht met als belangrijke doelstelling mensen met afstand tot de arbeidsmarkt naar een regulier baan te begeleiden. We streven naar een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid en ‘win-win’ oplossingen, waarbij maatschappelijke organisaties en bedrijven kunnen participeren in ons afvalbeleid. Scholen en maatschappelijke instellingen, worden naast supermarkten ingezet als schakel bij inzameling. Ze mogen meeprofiteren van de revenuen. Een ander voorbeeld is detailhandel aan te spreken op hun producentenverantwoordelijkheid, om restproducten terug te nemen van hun klanten. Ook stellen we graag hoge eisen aan de verantwoorde verwerking van ons gescheiden afval. Een zwarte keerzijde van hoge prijzen voor afval, is het risico van export van afvalproblematiek naar ontwikkelingslanden (bijv. textiel, elektrische apparaten en gevaarlijke stoffen). In arme exportlanden wordt afval vaak onder erbarmelijke arbeidsomstandigheden verwerkt of alsnog gestort of verbrand met dramatische milieueffecten ter plaatse. De ‘afvalindustrie’ in die landen kan leiden tot vormen van vervuiling en uitbuiting, waar we in Nijmegen niet aan mee wensen te werken. Om deze reden is het belangrijk om van de verschillende afvalstromen de hele keten inzichtelijk te maken. Maatregel 13: We streven naar een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid en ‘win-win’ oplossingen, waarbij maatschappelijke organisaties en bedrijven kunnen participeren in ons afvalbeleid. Scholen en maatschappelijke instellingen, kunnen naast supermarkten worden ingezet als schakel bij inzameling. We delen de voordelen van afval met maatschappelijke instellingen; we helpen elkaar zo. Ook stellen we sociale eisen aan het werk in onze afvalbranche, zodat dit werk een rol heeft in het begeleiden van kansarmen naar de arbeidsmarkt. Maatregel 14: We streven naar een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid en ‘win-win’ oplossingen, waarbij maatschappelijke organisaties en bedrijven kunnen participeren in ons afvalbeleid. Scholen en maatschappelijke instellingen, kunnen naast supermarkten worden ingezet als schakel bij inzameling. We delen de voordelen van afval met maatschappelijke instellingen; we helpen elkaar zo. Ook stellen we sociale eisen aan het werk in onze afvalbranche, zodat dit werk een rol heeft in het begeleiden van kansarmen naar de arbeidsmarkt.
15
Wet- en regelgeving
4
Wet- en regelgeving Wettelijk en gemeentelijke kaders Met de Wet Milieubeheer heeft de gemeente de zorgplicht voor de inzameling en verwerking van huishoudelijk afval. Het LAP-2 (het Landelijk Afvalbeheerplan 2009-2021) heeft deze zorgplicht vertaald naar een taakstellend beleidskader voor de gemeenten. De landelijke doelstelling is om in 2015 minimaal 65% van het huishoudelijk afval voor hergebruik te scheiden. In 2011 was het landelijk gemiddelde 52%. Raamovereenkomst Verpakkingen Recentelijk speelt in de landelijke politiek de discussie over het nieuwe Raamovereenkomst Verpakkingen tussen de rijksoverheid, het verpakkende bedrijfsleven en de gemeenten. Deze overeenkomst regelt de werkwijze en vergoedingen voor het in te zamelen verpakkingsmateriaal. Alle verpakkingen in de supermarkt kennen een kleine opslag, waarmee de inzameling en verwerking van verpakkingsafval vergoed wordt via de landelijke stichting NedVang (“Nederland van afval naar Grondstof”). Dit akkoord is dus een belangrijk gegeven voor de activiteiten van de gemeenten op het gebied van afval. De vergoedingen aan de gemeenten worden er immers mee gefinancierd. Het voorstel is door staatssecretaris Atsma aangeboden, maar nog niet door de VNG geaccordeerd. Onderdeel van het Verpakkingenakkoord is het voornemen om het statiegeld op grote PETflessen af te schaffen. De maatschappelijke en politieke discussie over het akkoord richt zich vooral op deze beoogde vrijheid voor het verpakkend bedrijfsleven om geen statiegeld meer op grote PET-flessen te heffen. De gedachte daarbij is dat gemeenten deze flessen eenvoudig mee kunnen nemen in de gescheiden inzameling van kunststof verpakkingen. Het jammer om deze stroom kunststof niet te behouden. Het statiegeld systeem loopt goed e leidt met bijna 100% recycling tot nieuwe flessen. Het afschaffen van statiegeld heeft naast milieu effecten, ook grote praktische en financiële consequenties voor de gemeenten. De inzameling van kunststof zal er substantieel door uitbreiden en het kan mogelijk ook tot meer zwerfafval leiden. Om deze reden heeft de gemeente Nijmegen met bijna 100 andere gemeenten dan ook geprotesteerd tegen dit akkoord. Voor het verpakkingenakkoord heeft de VNG de afgelopen zomer een adviescommissie om advies gevraagd (Commissie Van der Vlist) Deze commissie kwam tot de conclusie dat statiegeld op petflessen onder voorwaarden afgeschaft kan worden. Er wordt nog onderhandeld over de inzamelvergoedingen aan de gemeenten. Regelgeving op het gebied van afval in Nijmegen Nijmegen kent geen aparte afvalstoffenverordening. Regelgeving op het gebied van afval zijn opgenomen in de APV (hoofdstuk 4). Leges (bijvoorbeeld de prijsstelling voor afval bij de milieustraat) is geregeld in de legsverordening. Verder kennen we in Nijmegen de afvalstoffenheffing (wordt tegelijk met de OZB geheven) en de afvalstoffenheffing op de groene vuilniszak. Afval in het programma Openbare Ruimte Afvalinzameling en stadsreiniging zijn in Nijmegen ondergebracht bij het programma Openbare Ruimte en daarmee vanzelfsprekend onderdeel van breder beleid op het gebied van openbare ruimte. Voor het algemene beleid op het gebied van openbare ruimte geldt tot nu toe het credo “schoon, heel en veilig” Daarom willen we bijvoorbeeld zo min mogelijk lelijke containers die onze openbare ruimte ontsieren. Verder moeten we ons realiseren dat, wanneer het aanbieden van afval onevenredig duur of te lastig wordt voor burgers, we meer ‘illegaal dumpgedrag’ kunnen verwachten. Bij keuzes op het gebied van afvalinzameling moet daarom rekening gehouden worden met het voorkomen van zwerfafval en dumpgedrag, waardoor de kosten voor stadreiniging zullen stijgen. Beleid voor openbare ruimte is kaderstellend voor afvalbeleid: doeltreffend afvalbeleid is een voorwaarde voor een schone openbare ruimte.
16
Sorteeranalyse van samenstelling restafval
5
Sorteeranalyse van samenstelling restafval RESTAFVAL 2012; Laagbouw SAMENSTELLING OP BASIS VAN GEWICHT
Hoogbouw
gewogen gemidd. 60% LB
GFT
27,7%
50,5%
Gft excl. Tuinafval
26,0%
44,0%
Tuinafval PAPIER/KARTON HERBRUIKBAAR
1,7%
6,5%
9,1%
6,3%
8,0%
LUIERS
6,0%
4,5%
5,4%
DRANKENKARTON
4,9%
3,2%
4,3%
14,0%
8,8%
11,9%
Kunstof Nedvang
8,2%
5,2%
7,0%
Kunststof overig
5,8%
3,6%
GLAS (GLASBAK)
5,3%
3,4%
4,5%
TEXTIEL
4,3%
2,4%
3,5%
Textiel excl. Schoeisel
3,2%
1,8%
Schoeisel
1,2%
0,6%
METAAL Metaal verpakking
5,6%
3,8%
4,9%
5,0%
3,3%
4,4%
Metaal niet verpakking
0,6%
0,4%
APPARATEN
0,4%
0,4%
0,4%
HOUT
0,4%
0,2%
0,3%
STEEN/PUIN
1,3%
0,5%
1,0%
0,10%
0,05%
0,1%
ZEEF 0-20 MM
7,9%
6,5%
7,4%
OVERIG REST
13,0%
9,4%
11,6%
100,0%
100,0%
100,00%
KUNSTSTOFFEN TOTAAL
KCA
TOTAAL
Herbruikbaar of beter gescheiden te verzamelen
36,8%
61,6%
17
Wat vind Nijmegen zelf? Digitaal stadpanel.
6
Wat vind Nijmegen zelf? Digitaal stadpanel. Samenvatting klantenpanel De wijze waarop nu in Nijmegen het afval gescheiden wordt ingezameld vindt over het algemeem steun bij het Nijmeegse stadspanel. Tevens is er draagvlak voor plannen om oude elektrische apparaten gratis in te leveren bij winkels die dergelijke apparaten verkopen. Driekwart kiest liever voor de groene zak wanneer dezelfde hoeveelheid afval in een wat duurdere ondergrondse container ingeleverd kan worden. Een meerderheid ondersteunt het idee van een afvalpas voor de Milieustraat. En als het aan het panel ligt, mag er ook een gescheiden inlevermogelijkheid komen voor blik, sap-en zuivelpakken. Dat zijn enkele belangrijke conclusies naar aanleiding van een peiling onder het Nijmeegse stadspanel in 2012 over de gescheiden afvalinzameling. Peiling draagvlak nieuw afvalbeleid Hoewel Nijmegen een van de hoogst scorende gemeenten is op het gebied van hergebruik, blijkt uit sorteeranalyses van de groene zak dat nog ongeveer 60% van de inhoud kan worden hergebruikt. Het gemeentebestuur heeft plannen om de gescheiden inzameling van afval verder te verbeteren. Hiermee draagt de gemeente bij aan energiebesparing en aan klimaat- en duurzaamheidsdoelstellingen. De afdeling Openbare Ruimte, verantwoordelijk voor het afvalbeleid, heeft de afdeling Onderzoek en Statistiek gevraagd een peiling te houden onder Nijmegenaren om te achterhalen hoe zij staan tegenover bepaalde inzamelsystemen. Hiervoor is voorjaar 2012 het Nijmeegse digitale stadspanel bevraagd. Bijna 1.700 panelleden hebben hieraan meegdaan. Inlevergedrag nog niet vlekkeloos Niet alleen uit sorteeranalyses blijkt dat nog veel te halen is uit de gescheiden afvalinzameling. Ook uit de woorden van panelleden zelf komt naar voren dat zij bepaalde producten nog niet op de juiste wijze gescheiden inleveren. Dat geldt bijvoorbeeld voor oude spaarlampen waar kwik in zit. Een kwart van de ondervraagden maakt kenbaar dat zij dit niet op de gewenste manier inlevert. Met name onder jongeren bestaat hiervoor een indicatie. Motief voor gescheiden inlevering hoopvol voor toekomst Ongeveer twee derde van de ondervraagden geeft aan dat besparing op de kosten (van de groene zak) niet uitsluitend een reden is om afval gescheiden in te leveren, maar dat ook milieumotieven hierbij een rol spelen. Dit resultaat is bemoedigend voor plannen waarbij burgers steeds meer wordt gevraagd mee te werken aan de gescheiden afvalinzameling. Behalve draagvlak voor gescheiden inzameling plastic afval, ook voorkeur voor huidige inzamelmethode Een groot deel van het panel (83%) maakt kenbaar het nuttig te vinden om plastic afval gescheiden in te zamelen. Het grote draagvlak is in brede lagen van het panel te zien (zowel bij jongeren als ouderen, in alle stadsdelen, bij alle huishoudenstypen, etc.). Er is ook steun voor de huidige inzamelmethode. Een meerderheid (60%) vindt namelijk de huidige manier van ophalen via een speciale plastic zak beter dan het inzamelen ervan via een ondergrondse container. Vooral in Nijmegen-Noord vindt men meer plekken nodig voor gescheiden inlevering Bijna de helft van de ondervraagden vindt dat er meer plekken in de stad nodig zijn om de diverse soorten afval gescheiden in te leveren. In Nijmegen-Noord (62%) wordt dat wat meer dan gemiddeld (48%) gevonden. In Lindenholt en Oud-West vindt men dit wat minder dan gemiddeld nodig. Lindenholt en Oud-West liggen ook wat dichter bij het centrale depot aan de Kanaalstraat 7 dan de meeste andere stadsdelen.
7
Op dit moment is de route vanuit Noord naar de Milieustraat wat omslachtiger dan vanuit de meeste andere stadsdelen. Met de komst van de Oversteek (de nieuwe stadsbrug) zal de bereikbaarheid van de Milieustraat vanuit Noord wellicht verbeteren.
18
Wat vind Nijmegen zelf? Digitaal stadpanel.
Kleine meerderheid heeft voorkeur voor glasbakken bij supermarkten, behalve bewoners in Centrum Een kleine meerderheid (55%) van het panel geeft te kennen dat zij liever glasbakken bij supermarkten ziet dan in woonbuurten, om herrie en zwerfvuil in woonbuurt te voorkomen. Bewoners in Centrum vinden dit minder dan bewoners uit andere stadsdelen. Driekwart heeft liever dat restafval wordt ingezameld via groene zak dan via ondergrondse container Wanneer panelleden wordt gevraagd of ze het restafval via de groene zak (kosten € 0,71 per zak) willen aanbieden dan wel via een ondergrondse container (wanneer deze bijvoorbeeld € 1,10 zou kosten voor dezelfde hoeveelheid afval), kiest driekwart voor de groene zak. Deze groep is duidelijk groter dan de groep die kiest voor een ondergrondse container (18%). Etagebouwbewoners (25%) spreken wat meer hun voorkeur uit voor het ondergrondse alternatief dan bewoners in laagbouwwoningen (15%). Speciale rolcontainer voor oud papier slaat nog niet erg aan Nijmegenaren staan nog niet echt te trappelen om oud papier in te leveren via een blauwe rolcontainer ter grootte van een gft-container, zoals in enkele andere gemeenten reeds gebeurt. Ongeveer vier op de tien (39%) maken kenbaar hier wel voor te voelen. Bijna de helft (47%) laat weten dat de huidige inlevermogelijkheid (één keer per maand gebundeld of in een doos meegeven aan de oud papierwagen) haar voorkeur heeft boven een rolcontainer. Gratis inleveren van oude elektrische apparaten bij winkels vindt over het algemeen steun Het gratis inleveren van oude elektrische apparaten (bijvoorbeeld koffiezetapparaten, waterkokers, magnetrons, stofzuigers) bij winkels die dergelijke apparaten verkopen vindt over het algemeen ondersteuning bij het panel. Zeker zeven op de tien (72%) zeggen namelijk het prettig te vinden als deze mogelijkheid wordt geboden. Een veel kleinere groep (17%) vindt dit niet nodig en de rest (11%) heeft geen voorkeur. Reacties op mogelijke plaatsing kledingcontainers bij scholen vooral vrij neutraal Op dit moment staan er ongeveer 40 kledingcontainers in de stad voornamelijk bij winkelcentra en andere voorzieningen maar nog niet op terreinen van (basis)scholen. Op de vraag of er containers voor kleding geplaatst moeten worden bij scholen is er een grotere groep (37%) die hierachter staat dan de groep die hier niet achter staat (20%). Maar relatief groot is de groep (43%) die zich ten aanzien hiervan nogal indifferent opstelt (neutraal is of geen mening heeft). Meerderheid staat achter het idee van een afvalpas voor Milieustraat Ongeveer zes op de tien ondervraagden (59%) staan achter het idee van een afvalpas voor de Milieustraat om de kosten voor het gebruik aan niet- Nijmegenaren in rekening te brengen. Deze groep is zeker drie keer zo groot als de groep (19%) die daar geen voorstander van is. Gescheiden inlevermogelijkheid voor blik, sap- en zuivelpakken vaak genoemd bij suggesties Bij de suggesties die panelleden zelf mochten aandragen om de gescheiden inzameling van afval in Nijmegen te verbeteren, worden gescheiden inlevermogelijkheden voor blik, sap- en zuivelpakken vaak genoemd. In samenhang hiermee noemt men ook het plaatsen van meer containers bij supermarkten en in buurten om diverse soorten afval in te leveren. Een niet onbelangrijke rol wordt tenslotte toegekend aan communicatie ter verbetering van de gescheiden inzameling: meer uitleggen wat ermee gedaan wordt en burgers meer wijzen op hun verantwoordelijkheid. Dit is de samenvatting van een uitgebreid rapport dat separaat aan de gemeenteraad aangeboden wordt.
19
Benchmark: afvalprofiel Nijmegen
7
Benchmark: afvalprofiel Nijmegen Nijmegen heeft in 2012 meegedaan aan het benchmark onderzoek van Agentschap.NL. De stad laat zich daarmee vergelijken met andere soortgelijke gemeenten (z.g. ‘stedelijksheidklasse 2’) In het weergegeven afvalprofiel wordt Nijmegen afgezet tegen onderstaande deelnemende gemeenten.
20
Benchmark: afvalprofiel Nijmegen
Fout! Objecten kunnen niet worden gemaakt door veldcodes te bewerken.
21
Benchmark: afvalprofiel Nijmegen
22
Benchmark: afvalprofiel Nijmegen
23
Benchmark: afvalprofiel Nijmegen
24
Benchmark: afvalprofiel Nijmegen
25
Benchmark: afvalprofiel Nijmegen
26
Benchmark: afvalprofiel Nijmegen
27
Benchmark: afvalprofiel Nijmegen
28
Benchmark: afvalprofiel Nijmegen
29
Overzicht van verbeterpunten afval Nijmegen
8
Overzicht van verbeterpunten afval Nijmegen Vanuit de genoemde Doelstellingen worden verbeteringen per afvalstromen benoemd. Onderdeel afvaldriehoek Milieudoelen
Beoordeling / goede resultaten - 62% hergebruik in 2011: een uitstekend resultaat toe te schrijven aan diftarsystematiek - Hergebruik is hoger dan landelijke doelstelling van 60%. Diftar is hier de oorzaak van. Ook andere gemeenten met diftar hebben hoge resultaten.
Serviceniveau
Kosten
-
Goed niveau van service met wekelijkse/2wekelijkse inzameling restafval/kunststof afval.
-
Hoogwaardig serviceniveau milieustraat: 60 uur open per week en nagenoeg alle afvalstromen gratis af te geven.
-
In vergelijking met andere vergelijkbare gemeenten relatief lage inzamel- en verwerkingskosten.
Verbeterpunten / kansen / acties -
Grof afval: meer hergebruik te realiseren van de grove stromen. Nu halen we circa 70%, terwijl landelijke doelstelling 75% is. Dit kan door verbetering milieustraten en kringloop.
-
Oud papier: hoger inzamelresultaat is wenselijk en ook haalbaar. Nu verdwijnt nog ongeveer 2 miljoen kg in het restafval. Pilot Druten is interessant. Inzetten extra container is optie die elders goed werkt.
-
Textiel: Er kan meer hergebruik van het ingezamelde textiel worden gerealiseerd door meer sturing te geven aan de textielstroom en eisen te stellen aan inzamelaars en verwerkers.
-
Restafval: weliswaar hoogfrequente (wekelijkse) inzameling bij hoogbouw maar dit blijft een aanslag doen op (de kwaliteit) van de openbare ruimte. Met een scenario onderzoek gaan we alternatieve inzamel methoden met elkaar vergelijken wat betreft milieueffect, service en kosten.
-
Milieustraten moderniseren en inrichten op hogere scheiding, met behoud van service.
-
GFT-afval: gebruik van citybins in de hoogbouw geeft overlast. Afgesloten bovengrondse containers overwegen, met gecommitteerde deelname..
-
Oud papier: dalend inzamelresultaat. Wellicht te wijten aan te lage frequentie van 1x per maand en het ontbreken van een inzamelmiddel om oud papier thuis op te slaan.
-
Modernisering, ondergronds brengen containerpark (in voorbereiding)
-
Milieustraat: oneigenlijk door derden (nietNijmegenaren en bedrijven) tegengaan. Verbetering van acceptatie- en toelatingsmethodiek middels een pasjessysteem, waardoor kosten Nijmegen worden teruggedrongen (wordt reeds uitgevoerd)
-
Verwerkingskosten: voor onder meer groenafval en oud papier moeten door betere vermarkting betere prijzen realiseerbaar zijn.
-
Restafval: keuze voor een andere inzamelsystematiek voor restafval zal naar verwachting een kostenstijgend effect hebben.
- Verbrandingstarief liggen gemiddeld (ze zijn elders ook lager, dit ondanks de recente verlaging met circa € 30 per ton. -
Afgelopen jaren duidelijke verbeterslagen in efficiënter inzamelen.
30
Maatregelen per afvalstroom
9
Maatregelen per afvalstroom
Op de volgende bladzijde worden per onderscheiden afvalsoort
o Kwantitatieve gegevens over de afgelopen jaren in een tabel weergegeven o De huidige situatie inzameling en verwerking kort geeknschetst o De belangrijkste beleidsideeën voor de betreffende afvalstroom kort samengevat o De aandachtspunten voor communicatie genoemd o
Een conclusie getrokken en advies geformuleerd voor betreffende afvalstroom
31
Maatregelen per afvalstroom
9.1
Restafval 1994 (ton)
2007 (ton)
2008 (ton)
2009 (ton)
2010 (ton)
2011 (ton)
Gewicht zakken Afgekeurd GFT1
25.610 -
20.541 1.981
21.274 993
22.167 542
21.154 231
20.548 47
Totaal Kg restafval/ inw. (perc. van totaal)
25.610 173 (35,1%)
22.522 140 (27,6%)
22.267 140 (27,3%)
22.709 140 (29,3%)
21.385 137 (28,0.%)
20.594 125,4 (27,0%)
125,4 (27,0%)
Totaal h.h. afval
72.859
81.750
81.432
77.611
77.349
76.266
464 (100%)
Restafval
164.265 Kg/inw.
Huidige situatie inzameling en verwerking Vooral afvalzakken aan huis opgehaald: laagbouw 1x per 2 weken en hoogbouw wekelijks Ondergrondse verzamelcontainers met pasjes (Grootstal, Limos, diverse nieuwe hoogbouw) Verbranden bij ARN: nascheiding van as op blik en energiewinning (later warmtenet) Beleidsideeën restafval: de vervuiler betaalt de scheider wordt beloond (diftar) Minimaal komende vijf jaar de afvalzak blijven gebruiken – halve zak introduceren Pilots met ondergrondse containers met tariefpasje richting omgekeerd inzamelen (specifieke wijken en nieuwe hoogbouw) Pilot gecombineerde inzameling binnenstad met ondernemers. Nieuwbouw: bereidheid projectontwikkelaar investeren in ondergronds stimuleren. Eventueel businesscase onderzoek van scenario’s: (prijsverhoging zak – verlaging inzamelfrequentie - ondergrondse containers met tariefpasjes) Samenstelling restafval Nog veel herbruikbaar afval in restafval: Prioriteiten: GFT (37%) Oud papier (8%) Kunststof (7%) Textiel en Blik (elk ca. 4%) Communicatie Blijven uitleggen: de noodzaak van afvalscheiding en principe ‘de vervuiler betaalt’ Conclusie en advies Doorgaan met afvalzak. Daarnaast stimuleren gescheiden inzameling op die stromen waar de grootste klappen mee te maken zijn en pilots richting omgekeerd (ondergronds) inzamelen. Wanneer er meer herbruikbare grondstoffen gescheiden worden, zal de hoeveelheid restafval verder afnemen. Dat is eventueel aanleiding voor een onderzoek naar een andere scenario’s van diftar-systematiek in plaats van de groene vuilniszak. Diftar kan anders ingevuld worden door bijvoorbeeld ondergrondse inzameling van restafval bij hoogbouw en op langere termijn omgekeerd inzamelen voor de hele stad: beperkt aantal brengcontainers op grotere afstand. In de afval-driehoek wordt dan enerzijds meer service geboden door verruimen van tijdstippen van aanbieding, anderzijds wordt restafval ontmoedigd, omdat men er mogelijk verder voor zal moeten lopen. Dit geldt dan voor hoogbouw en wellicht ook voor laagbouw als de keuze op ondergrondse verzamelvoorzieningen ook voor deze groep zou vallen. Een dergelijk systeem vraagt bijzonder hoge investeringen. Gezien dit soort grote belangen is gedegen onderzoek vooraf en heldere besluitvorming hiervoor nodig.
32
Maatregelen per afvalstroom
9.2
Kunststof verpakkingen (plastic) Plastic Verpakkingen
2009
2010
2011
2011
Doel
(75.000 huishoudens)
(ton)
(ton)
(kg/hh/jr)
(kg/hh/jr)
(kg /hh/ jr)*
422 **
1.500 ***
1.802
24,0
20
1.438 3.240
19,2 (44%) 43,2 (100%)
Ingezameld
Schatting nog in het restafval: Totaal plastic verpakkingen
Huidige situatie inzameling en verwerking Huis aan huis inzameling Hoogbouw:1x per week en Laagbouw: 1x per 2 weken Kunststof is voor de inwoners gratis met ‘Plastic Heroes zakken’ Kunststof wordt verwerkt sorteer- en recyclinginstallaties (Duitsland en Rotterdam) Vooralsnog ruime vergoeding NedVang. Nijmegen scheidt relatief en absoluut veel kunststof verpakkingen Nadeel is verwaaien van de zakken: eventueel pilot met haken aan lantarenpalen Beleidsideeën kunststof verpakkingsafval: optimaliseren en uitbreiden Hero zakken methode handhaven: doelstelling verhogen naar 25 kilo per huishouden. Advies aan Dar voor aanschaf meer 2 compartimenten voertuigen In basispakket nieuwe hoogbouw inpandige opslag en eventueel een pilot mogelijkheden ondergrondse brengcontainer vooral bij hoogbouw. Onderzoek naar mogelijkheid van combineren blik en sappakken in gratis zak (dit nascheiden) Businesscase door ARN voor (boven-) regionale kunststof sorteerinstallatie in de regio? Zo nodig maatregelen voor inzameling grote petflessen (wellicht vanaf 2014) Communicatie Praktische tips voor inzameling tegen verwaaien. Beleidsveranderingen, wanneer deze ingevoerd worden Conclusie en advies Nijmegen heeft als een van de laatste gemeenten het inzamelen van plastic verpakkingsmateriaal ingevoerd. Dit lijkt wat betreft uitvoering, acceptatie en opbrengst een succes. Het is goed de Nijmeegse werkwijze met gratis “pastic hero”-zakken te consolideren en mogelijke verbeteringen van het systeem te onderzoeken. Verbeteringen kunnen gezocht worden in de richting van het uitbreiden met het gratis inzamelen van blik en sappakken in dezelfde Plastic-Herozak, de haalbaarheid van een brengcontainer bij de supermarkt en van een regionale sorteerinstallatie voor kunststof verpakkingen. Afhankelijk van landelijk beleid worden gemeenten mogelijk ook verantwoordelijk voor de inzameling van grote PET-flessen. Aandachtspunt: de gemeente krijgt op dit moment hoge vergoedingen van NedVang ter stimulering van het gescheiden inzamelen van kunststof verpakkingen. Het is de vraag of deze vergoedingen zo hoog blijven.
33
Maatregelen per afvalstroom
9.3
Oud Papier Oud papier (164.265 inwoners)
2007 (ton)
2008 (ton)
2009 (ton)
2010 (ton)
2011 (ton)
Huis-aan-huis Milieustraat Containers
9.766 1.223 183
9.519 1.779 266
8.653 1.127 168
8.615 1.096 164
8.690 1.105 165
Totaal
11.172
11.564
9.948
9.875
9.960
61 (82%)
1.644 11.604
10 (14%) 81 (100%)
Schatting nog in het restafval: Totaal oud papier
2011 kg/inw.
Huidige situatie inzameling en verwerking Hele stad: 1x per maand aan huis opgehaald: men moet zelf dozen zoeken of bundelen Stad is ingedeeld in 62 wijken voor papier inzameling In afwijking hierop een uitzondering voor SSHN complexen: bovengrondse containers Papier aanbieden is voor de burger gratis Inzet van verenigingen tegen vergoeding Verwerking: Norske Skog Parenco papierfabriek Renkum Vergoedingen voor oud papier zijn de laatste jaren sterk gestegen, Beleidsideeën kunststof verpakkingsafval: invoeren extra minicontainer Door serviceniveau te verhogen meer papier proberen te scheiden Minicontainer voor papier verder onderzoeken (bijvoorbeeld ervaringen in Dordrecht, gevolgen voor inzet vrijwilligers benoemen, kosten en opbrengsten in beeld brengen) Daar waar mensen ruimte ervoor hebben (laagbouw), deze minicontainer inzetten voor papier Hoogbouw: pilot voor onderzoeken voor inpandige opslag in basis pakket of (ondergrondse) verzamelcontainers en de verhoging van de inzamelfrequentie Communicatie Afwijkende wijkindeling maakt communicatie voor papierinzameling relatief lastig Voordelen benutten voor communicatie op adresniveau (‘app’) Bij invoering extra minicontainer: dit zorgvuldig communiceren en uitrollen Conclusie en advies Er blijft in Nijmegen relatief veel oud papier achter in het restafval (8% van het restafval). Hier is verbetering gewenst: doelstelling bijvoorbeeld 85% van het papier of 75 kg per inwoner moet mogelijk zijn. Aparte minicontainers voor papier bij huis blijken in andere gemeenten een veel hogere opbrengst aan oud papier op te leveren. Hiervan zijn veel voorbeelden. In Druten loopt nu een experiment ‘omgekeerd inzamelen’ met mini-containers voor oud papier in combinatie met textiel en elektrische apparaatjes. Oud papier wordt traditioneel door verenigingen ingezameld. Een wijziging van de inzamelmethodiek heeft hiervoor ook gevolgen. Belangrijk is om na te gaan hoe actief burgerschap hierbij weer een plaats te geven: in een gemeente zijn vrijwilligers getraind in het gebruik van containers. In weer een andere gemeente hebben vrijwilligers andere taken in de openbare ruimte gekregen.
34
Maatregelen per afvalstroom
9.4
Groente-, Fruit en Tuinafval (GFT) GFT (164.265 inwoners)
2007 (ton)
2008 (ton)
2009 (ton)
2010 (ton)
2011 (ton)
kg/inw.
15.385
15.001
14.790
14.612
15.722
96 (84%)
7.562 23.284
46 (32%) 142 (100%)
Schatting nog in het restafval: Totaal GFT:
Huidige situatie inzameling en verwerking Inzameling bij laagbouw 1x per 2 weken met 140 liter container en hoogbouw uitsluitend mogelijk via zg. citybin en deel van de stad nog cocons (bovengrondse minicontainer) Incidenteel ondergrondse container, maar dit is geen succes (stank) Verwerking via de ARN tot op heden composteren bij de VAR en dat wordt medio 2013 vergisten (biogas onttrekken, en vervolgens composteren bij ARN zelf) GFT-afval aanbieden is gratis Gescheiden inzamelen van GFT is (landelijk) groot probleem, vooral bij hoogbouw verhoging gescheiden GFT heeft prioriteit, groot deel komt op dit moment in restafval Beleidsideeën GFT: hoogbouw afsluitbare container met gecommitteerde deelname Citybin heeft veel nadelen: deze wordt erg zwaar voor de burger en voor ARBO van beladers Inpandige opslag van GFT basispakket voor nieuwe hoogbouw (Dar laten ontwikkelen) Hoogbouw: citybin waar mogelijk vervangen door bovengrondse afsluitbare container Deelname (minimaal 25%) wordt afgesproken met bewoners en deelnemers krijgen sleutel Laagbouw: een extra (of grotere) container moet mogelijk zijn Businesscase: uitrekenen kosten wekelijkse inzameling zomermaanden (als service) In verlengde van bladkorven van de herfst, deze ook inzetten voor tuinafval in het voorjaar Communicatie Nieuwe vergistinginstallatie van ARN gebruiken als marketinginstrument voor meer GFT Conclusie en advies Het gescheiden inzamelen van GFT, vooral bij hoogbouw, is een groot probleem overal in Nederland. Er blijkt dat ook in Nijmegen vooral veel GFT in de afvalzak achterblijft. De citybin geeft veel nadelen, vooral omdat deze zo zwaar wordt (de citybin is de grote vierkante emmer nu in gebruik bij hoogbouw). Oplossingen worden gezocht met inpandige opslag met een hoog serviceniveau in nieuwe complexen of in bovengronds afsluitbare containers (men tekent in om “mee te doen”; deze oplossing vraag om een minimaal aantal deelnemers) Oplossingen om keukenafval via een ‘crusher’ in de gootsteen en het riool af te voeren en bij waterzuivering terug te winnen, worden landelijk onderzocht, maar geven zeker geen soelaas op korte termijn.
35
Maatregelen per afvalstroom
9.5
Verpakkingsglas Glas (164.265 inwoners)
2007
2008
2009
2010
2011
(ton)
(ton)
(ton)
(ton)
(ton)
Kg/inw.
4.254
4.671
3.953
3.905
4.122
25
1. Het hoge inzamelresultaat over 2008 is waarschijnlijk te wijten aan een registratiefout in de inzamelgegevens
Huidige situatie inzameling en verwerking Inzameling uitsluitend via brengvoorziening van glascontainers bij supermarkten en in wijken Glas wordt kleurgescheiden ingezameld en verwerkt Vergoeding door NedVang Glas aanbieden is gratis. Beleidsideeën glas: containers vernieuwen en beter over stad verdelen De glascontainers zijn afgeschreven en de verdeling is niet gelijkmatig over de stad De juiste verdeling is in kaart gebracht wat betreft aantal inwoners per glasbak Er loopt een project om alle glascontainers te vervangen en ondergronds te brengen Vooral veel inzamelcapaciteit bij drukbezochte supermarkten en minder in de wijk (overlast) Het project is gefinancierd vanuit eerdere opbrengsten van het recyclen van glas Aandachtspunt: grotere glazen objecten bijgeplaatst bij de containers Communicatie Speciale aandacht aan communicatie bij wijzingen in opstelling spreiding glascontainers Dar heeft alle glasvoertuigen voorzien van opdruk dat glas kleurgescheiden blijft Conclusie en advies Het blijkt dat glascontainers niet evenredig over de stad verdeeld zijn. Glascontainers zijn vaak onder de norm wat betreft het aantal aangesloten inwoners. Daarbij zijn de containers afgeschreven en veroorzaken ze soms overlast in de wijken. Een plan voor verbetering van de spreiding en kwaliteit van deze containers wordt op dit moment ten uitvoer gebracht. De containers worden geconcentreerd bij supermarkten om overlast in de woonwijken te reduceren. Glascontainers worden waar mogelijk ondergronds gebracht voor een kwaliteitsverbetering van de openbare ruimte. Financiering van het project geschiedt met inkomsten vanuit NedVang voor oud verpakkingsglas.
36
Maatregelen per afvalstroom
9.6
Textiel Textiel
2007
2008
2009
2010
2011
164265
(164.265 inwoners)
(ton)
(ton)
(ton)
(ton)
(ton)
kg/inw.
402 150
414 153
385 147
462 149
435 139
70 196
68 197
61 199
32 201
83 203
818
832
792
844
860
Brengen: Containers Dar Containers DMW Ophalen: Leger des Heils STERN Totaal
Schatting nog in het restafval: Totaal textiel:
719 1.563
5,2 (54%) 4,4 (46%) 9,6 (100%)
Huidige situatie inzameling en verwerking Textielinzameling geschiedt door verzamelcontainers van Dar en DMW-Reco en huis-aanhuis minimaal 4x per jaar door Stichting STERN en Reshare-(Leger des heils) Verwerking voor Dar bij Drietex in Cuijk voor de andere inzamelaars onbekend Textiel aanbieden is gratis Beleidsideeën textiel: inzamelpunten dicht bij de burger en gecertificeerd verwerken Inzameling via containers van bijv. DMW-Reco bij winkeliers en scholen * Winkeliers/scholen krijgen vergoeding Huis-aan-huis inzameling staken (gecompenseerd door betere brengmogelijkheden) Textiel op regionale schaal beter laten organiseren door Dar: zicht op verwerkingstraject Verplichting inzichtelijkheid van de keten tot met verwerking (door middel van certificering) Communicatie Speciaal richten op inzameling via scholen (combineren in educatiepakket) Huidige inzamelaars in goed overleg meenemen in wijzigingen (e.v. overgangsregeling) Conclusie en advies Het inzamelen van textiel zou kunnen verbeteren door een hogere service in de vorm meer en betere brenglocaties. Bij voorkeur sluiten deze optimaal aan bij het leefpatroon van de burger. We kunnen denken aan supermarkten, lagere scholen en instellingen, omdat veel mensen daar nu al vaak komen (plaatsen met veel “traffic”) Schooljeugd geeft waarschijnlijk veel kledingaanbod, het dient mogelijk een educatief doel en het genereert welkome inkomsten voor de school. Hier doen we graag verder onderzoek naar. Met betere brengmogelijkheden kan de huis aan huis inzameling gestaakt worden, aangezien dit relatief zeer weinig oplevert. Veel en duidelijke brengpunten leveren voldoende service. Verder kunnen we het aanleveren van textiel bij gecertificeerde sorteerbedrijven verplicht stellen. Dit garandeert hergebruik en sociaal verantwoordelijke verwerking. Textiel biedt mogelijkheden voor samenwerking en schaalgrootte op regionale schaal.
37
Maatregelen per afvalstroom
9.7
Frituurvet en plantaardige olieën Huidige situatie inzameling en verwerking Gemeentelijke inzameling via de milieustraat. Frituurvet kan steeds vaker in supermarkt ingeleverd worden (is levendige handel geworden) Beleidsideeën combi met textiel en elektrische apparaten: alternatieve inzamellocaties Inzameling inrichten via supermarkten naast textiel en elektrische apparaten (supermarktpakket) Pakket kan alleen in combinatie van alle drie de stromen Logistiek wordt ingericht door Dar: supermarkt ontvangt deel van revenuen Gemeentelijke beperkingen commerciële inzameling frituurvet, niet apart toegestaan In toekomst ook zeer interessante stroom voor vergisting (dan mee met GFT) Communicatie Voorlichting is belangrijk: bij nieuw instellen inzamelpunten en in milieueducatie Conclusie en advies Door de waarde die plantaardige olie vertegenwoordigd ontstaat geleidelijk een commercieel circuit bij supermarkten. Als gemeente kunnen we deze stroom gebruiken om inzameling van andere afvalstromen te faciliteren.
38
Maatregelen per afvalstroom
9.8
Elektrische apparaten Huidige situatie inzameling en verwerking Gemeentelijke inzameling via de milieustraat. Inlevermogelijkheid bij de elektronicawinkels is voor veel mensen niet bekend. Gevolg is dat kleine elektrische apparaten vaak in het restafval terecht komen, Landelijks WeCycle actief als verwerker en met projecten en subsidies Verwerking in verdere keten is niet geheel inzichtelijk Beleidsideeën elektrische apparaten: alternatieve inzamellocaties Inzameling inrichten via supermarkten naast textiel en frituurvet (supermarktpakket) Eventueel andere kanalen beter op de kaart zetten (elektronicawinkel, doe-het-zelf zaak) Mogelijk ook via scholen – combinatie met educatie (oude mobieltjes statiegeld?) Communicatie Voorlichting is belangrijk: bij nieuw instellen inzamelpunten en in milieueducatie Conclusie en advies De stroom kleine elektrische apparaten wordt vooralsnog slecht gescheiden. Dat is jammer want oude mobieltjes etc. zijn een extreem waardevolle bron aan het worden. Deze stroom zou gecombineerd kunnen worden met de inzameling afvalstromen als textiel en frituurolie bij bijvoorbeeld supermarkten in het supermarktpakket. De supermarkten worden als tegenprestatie voor hun inspanningen beloond, doordat zij een vergoeding per kilo ontvangen voor textiel en frituurvet. Dit leidt tot een win-win-situatie voor supermarkten, burgers en milieu. Verder kunnen ook doe-het-zelfwinkels hiervoor benaderd worden. De Gamma is hier zelf al mee begonnen. Kruidvat zamelt spaarlampen in naast de batterijenbox.
39
Maatregelen per afvalstroom
9.9
Grof huisvuil Grof huishoudelijk Afval
2007
2008
2009
2010
2011
(164.265 inwoners)
(ton)
(ton)
(ton)
(ton)
(ton)
inwoners kg/inw.
Halen: Kringloop (Het Goed) Herbruikbaar Grof restafval Totaal gehaald
931 542 1.845 3.318
1.155 510 1.906 3.571
1.179 502 1.692 3.373
1.273 614 1.682 3.569
1.161 387 1.509 3.057
7 2,3 9,2 18,6
Milieustraat:* Herbruikbaar Grof restafval Totaal gebracht
16.787 7.227 24.014
15.662 7.327 22.989
14.264 7.284 21.548
15.206 6.669 21.875
13.151 6.967 20.118
80 42,4 122,5
27.332
26.560
24.921
25.444
23.175
141,1
Totaal
Huidige situatie inzameling en verwerking Grof afval wordt gebracht naar de milieustraat of wordt 2 x per jaar gratis aan huis opgehaald Het Goed wordt gefaciliteerd om als kringloopwinkel, eerst bruikbare producten uit te filteren Grof huishoudelijk afval wordt voor verbranding aangeleverd aan ARN. Sinds kort wordt het eerst door via een ander bedrijf ontdaan van herbruikbare grondstoffen Beleidsideeën grof huishoudelijk afval: verbetering milieustraat en afvalpasje Er wordt samen met de gemeente Wijchen gewerkt aan de realisering van een tweede (regionale) milieustraat op bedrijvenpark Bijsterhuizen. Die aan de Kanaalstraat moet worden gerenoveerd. Een afvalpasje wordt ingevoerd om ‘afvaltoerisme’ tegen te gaan. Inwoners van de gemeente Nijmegen krijgen een gratis jaarlijks saldo restafval (250 kg) Het meerdere wordt tegen één tarief per kilo afgerekend Haalbaarheid van een derde regionale milieustraat aan de oostkant wordt onderzocht Communicatie Invoering van het afvalpasje moet goed gecommuniceerd worden Conclusie en advies Grof huishoudelijk afval blijft achter wat betreft de richtlijnen uit het LAP. Acties om dit te verbeteren zijn al opgepakt. Het renoveren en herinrichten van de milieustraat aan de kanaalstraat is hard nodig, aangezien deze door technische ontwikkelingen ingehaald wordt. Daarnaast is er behoefte aan één extra milieustraat binnen de regionale samenwerking van Dar. Verbetering van de inzamel-logistiek lijkt dus mogelijk en de regionalisering van Dar geeft hiervoor heel nieuwe kansen. Verder wordt de toegang tot milieustraten beter gereguleerd door de invoering van een pasjessysteem. Verder is het belangrijk de stroom grof afval te scheiden alvorens het als restafval voor verbranding bij ARN aan te bieden. Zo kunnen bijvoorbeeld metaal, hout en textiel voor recycling gebruikt worden en deze stroom beperkt. Dergelijke nascheiding kan in een technische installatie of biedt kansen voor social return.
40
Maatregelen per afvalstroom
9.10
Klein Chemisch Afval KCA (164.265 inwoners)
2007 (ton)
2008 (ton)
2009 (ton)
2010 (ton)
2011 (ton)
164.265 kg/inw.
238
236
237
217
240
1,46
Huidige situatie inzameling en verwerking Gemeentelijke inzameling via milieustraat en via ‘chemocar’ Chemocar is niet rendabel, en levert erg weinig gescheiden afval op en wordt afgeschaft KCA is bijzonder duur om te verwerken (gaat naar een specialistisch bedrijf) Beleidsideeën elektrische apparaten: alternatieve inzamellocaties Klein chemisch afval bevat hoofdzakelijk verfresten: Doe-het-zelf handel inzetten als extra inzamelpunten. Batterijen gaan nog te vaak in de afvalzak Communicatie Voorlichting is belangrijk om burgers duidelijk te maken dat KCA apart ingeleverd wordt: een belangrijk voorbeeld zijn spaarlampen Conclusie en advies De werkwijze van KCA inzameling met de chemocar is achterhaald. In plaats daarvan wordt een nieuwe inzamel-logistiek opgezet door Dar in samenwerking met doe-het-zelfzaken.
41
Maatregelen per afvalstroom
9.11
Blik BLIK via containers (164.265 inwoners)
2007 (ton) 29
2008 (ton) 37
2009 (ton 36
2010 (ton) 36
2011 (ton) 31
kg/inw. 0,2
Huidige situatie inzameling en verwerking Gemeentelijke inzameling via containers is gestaakt: deze was niet rendabel Blik wordt uit restafval teruggewonnen na verbranding bij ARN (magneten) Gescheiden inzameling van blik (en sappakken) is wens van een aantal inwoners uit burgerpanel Beleidsideeën elektrische apparaten: alternatieve inzamellocaties Onderzoeken of blikjes, samen met sappakken, in Plastic Herozakken mee kunnen (wordt ook landelijk op gestudeerd) Deze stromen moeten dan wel daarna in betreffende stromen gescheiden worden (taak ARN?) Communicatie Voorlichting is belangrijk om burgers duidelijk te maken dat blik wel teruggewonnen wordt Conclusie en advies Blik wordt niet gescheiden ingezameld. In feite hoeft dit ook niet, aangezien het eenvoudig achteraf terug te winnen is uit het as van de afvalverbranding. Een aantal inwoners van Nijmegen geven aan dat zij het graag gescheiden zouden inleveren. Onduidelijk is of veroorzaakt wordt door de onwetendheid over het terugwinnen of dat men vindt dat de blikjes onterecht in de betaalde restafval zak gaat.
42
Nijmegenaren over afvalinzameling en afvalscheiding Digitale meningspeiling 2012
Datum: juni 2012 Colofon Gemeente Nijmegen Afdeling Onderzoek en Statistiek contactpersoon: Henk Moeniralam tel.: (024) 329 98 89 e‐mailadres:
[email protected] Verkrijgbaar Open Huis, Stadswinkel Mariënburg 75 6611 PS Nijmegen tel: (024) 329 24 08 of via www.nijmegen.nl (onderdeel wonen & leven > onderzoek en cijfers)
Inhoudsopgave 1
Inleiding
5
1.1 1.2 1.3 1.4
Achtergrond en doel onderzoek Vraagstelling Opzet Rapportage
5 5 6 6
2
Inlevergedrag afval
9
2.1 2.2
Inleiding Inlevergedrag Inlevergedrag nog niet optimaal
9 9 9
2.3
Motieven gescheiden inlevering 11 Motieven voor gescheiden inlevering niet uitsluitend vanwege besparing op kosten 11 Prijs groene zak voor een deel sturend 12 Vooral in hoogbouw is men bereid wat meer te betalen voor verbetering van inlevercomfort 13
3
Oordeel huidige inleverfaciliteiten
3.1 3.2
Inleiding 15 Oordeel inleverfaciliteiten 15 Nut gescheiden inzameling plastic afval breed gedragen 15 Meerderheid prefereert huidige manier van inzameling plastic afval boven ondergrondse inzameling 16 Bijna de helft van panelleden vindt meer plekken in stad nodig voor gescheiden inlevering 17 Meerderheid vindt glascontainers bij supermarkt beter om zwerfvuil en herrie in woonbuurten te voorkomen 18
4
Wensen ten aanzien van inleverfaciliteiten
21
4.1 4.2
Inleiding Wensen inleverfaciliteiten Groene zak geniet voorkeur boven iets duurdere ondergrondse container voor restafval Rolcontainer voor oud papier geniet nog geen grotere voorkeur boven huidige manier van aanbieden Panelleden positief over het (gratis) inleveren van oude elektrische apparaten bij winkels Relatief veel onverschilligheid om containers voor kleding bij scholen te plaatsen Ongeveer zes op de tien staan achter afvalpas voor de Milieustraat
21 21 21
Suggesties voor verbetering
27
5
15
22 24 25 25
Samenvatting De wijze waarop nu in Nijmegen het afval gescheiden wordt ingezameld vindt over het algemeem steun bij het Nijmeegse stadspanel. Tevens is er draagvlak voor plannen om oude elektrische apparaten gratis in te leveren bij winkels die dergelijke apparaten verkopen. Driekwart kiest liever voor de groene zak wanneer dezelfde hoeveelheid afval in een wat duurdere ondergrondse container ingeleverd kan worden. Een meerderheid ondersteunt het idee van een afvalpas voor de Milieustraat. En als het aan het panel ligt, mag er ook een gescheiden inlevermogelijkheid komen voor blik, sap‐en zuivelpakken. Dat zijn enkele belangrijke conclusies naar aanleiding van een peiling onder het Nijmeegse stadspanel in 2012 over de gescheiden afvalinzameling. Peiling draagvlak nieuw afvalbeleid Hoewel Nijmegen een van de hoogst scorende gemeenten is op het gebied van hergebruik, blijkt uit sorteeranalyses van de groene zak dat nog ongeveer 60% van de inhoud kan worden hergebruikt. Het gemeentebestuur heeft plannen om de gescheiden inzameling van afval verder te verbeteren. Hiermee draagt de gemeente bij aan energiebesparing en aan klimaat‐ en duurzaamheidsdoelstellingen. De afdeling Openbare Ruimte, verantwoordelijk voor het afvalbeleid, heeft de afdeling Onderzoek en Statistiek gevraagd een peiling te houden onder Nijmegenaren om te achterhalen hoe zij staan tegenover bepaalde inzamelsystemen. Hiervoor is voorjaar 2012 het Nijmeegse digitale stadspanel bevraagd. Bijna 1.700 panelleden hebben hieraan meegdaan. Inlevergedrag nog niet vlekkeloos Niet alleen uit sorteeranalyses blijkt dat nog veel te halen is uit de gescheiden afvalinzameling. Ook uit de woorden van panelleden zelf komt naar voren dat zij bepaalde producten nog niet op de juiste wijze gescheiden inleveren. Dat geldt bijvoorbeeld voor oude spaarlampen waar kwik in zit. Een kwart van de ondervraagden maakt kenbaar dat zij dit niet op de gewenste manier inlevert. Met name onder jongeren bestaat hiervoor een indicatie. Motief voor gescheiden inlevering hoopvol voor toekomst Ongeveer twee derde van de ondervraagden geeft aan dat besparing op de kosten (van de groene zak) niet uitsluitend een reden is om afval gescheiden in te leveren, maar dat ook milieumotieven hierbij een rol spelen. Dit resultaat is bemoedigend voor plannen waarbij burgers steeds meer wordt gevraagd mee te werken aan de gescheiden afvalinzameling. Behalve draagvlak voor gescheiden inzameling plastic afval, ook voorkeur voor huidige inzamelmethode Een groot deel van het panel (83%) maakt kenbaar het nuttig te vinden om plastic afval gescheiden in te zamelen. Het grote draagvlak is in brede lagen van het panel te zien (zowel bij jongeren als ouderen, in alle stadsdelen, bij alle huishoudenstypen, etc.). Er is ook steun voor de huidige inzamelmethode. Een meerderheid (60%) vindt namelijk de huidige manier van ophalen via een speciale plastic zak beter dan het inzamelen ervan via een ondergrondse container. Vooral in Nijmegen‐Noord vindt men meer plekken nodig voor gescheiden inlevering Bijna de helft van de ondervraagden vindt dat er meer plekken in de stad nodig zijn om de diverse soorten afval gescheiden in te leveren. In Nijmegen‐Noord (62%) wordt dat wat meer dan gemiddeld (48%) gevonden. In Lindenholt en Oud‐West vindt men dit wat minder dan
gemiddeld nodig. Lindenholt en Oud‐West liggen ook wat dichter bij het centrale depot aan de Kanaalstraat dan de meeste andere stadsdelen. 1 Kleine meerderheid heeft voorkeur voor glasbakken bij supermarkten, behalve bewoners in Centrum Een kleine meerderheid (55%) van het panel geeft te kennen dat zij liever glasbakken bij supermarkten ziet dan in woonbuurten, om herrie en zwerfvuil in woonbuurt te voorkomen. Bewoners in Centrum vinden dit minder dan bewoners uit andere stadsdelen. Driekwart heeft liever dat restafval wordt ingezameld via groene zak dan via ondergrondse container Wanneer panelleden wordt gevraagd of ze het restafval via de groene zak (kosten € 0,71 per zak) willen aanbieden dan wel via een ondergrondse container (wanneer deze bijvoorbeeld € 1,10 zou kosten voor dezelfde hoeveelheid afval), kiest driekwart voor de groene zak. Deze groep is duidelijk groter dan de groep die kiest voor een ondergrondse container (18%). Etagebouwbewoners (25%) spreken wat meer hun voorkeur uit voor het ondergrondse alternatief dan bewoners in laagbouwwoningen (15%). Speciale rolcontainer voor oud papier slaat nog niet erg aan Nijmegenaren staan nog niet echt te trappelen om oud papier in te leveren via een blauwe rolcontainer ter grootte van een gft‐container, zoals in enkele andere gemeenten reeds gebeurt. Ongeveer vier op de tien (39%) maken kenbaar hier wel voor te voelen. Bijna de helft (47%) laat weten dat de huidige inlevermogelijkheid (één keer per maand gebundeld of in een doos meegeven aan de oud papierwagen) haar voorkeur heeft boven een rolcontainer. Gratis inleveren van oude elektrische apparaten bij winkels vindt over het algemeen steun Het gratis inleveren van oude elektrische apparaten (bijvoorbeeld koffiezetapparaten, waterkokers, magnetrons, stofzuigers) bij winkels die dergelijke apparaten verkopen vindt over het algemeen ondersteuning bij het panel. Zeker zeven op de tien (72%) zeggen namelijk het prettig te vinden als deze mogelijkheid wordt geboden. Een veel kleinere groep (17%) vindt dit niet nodig en de rest (11%) heeft geen voorkeur. Reacties op mogelijke plaatsing kledingcontainers bij scholen vooral vrij neutraal Op dit moment staan er ongeveer 40 kledingcontainers in de stad voornamelijk bij winkelcentra en andere voorzieningen maar nog niet op terreinen van (basis)scholen. Op de vraag of er containers voor kleding geplaatst moeten worden bij scholen is er een grotere groep (37%) die hierachter staat dan de groep die hier niet achter staat (20%). Maar relatief groot is de groep (43%) die zich ten aanzien hiervan nogal indifferent opstelt (neutraal is of geen mening heeft).
1
Op dit moment is de route vanuit Noord naar de Milieustraat wat omslachtiger dan vanuit de meeste andere stadsdelen. Met de komst van de Oversteek (de nieuwe stadsbrug) zal de bereikbaarheid van de Milieustraat vanuit Noord wellicht verbeteren.
Meerderheid staat achter het idee van een afvalpas voor Milieustraat Ongeveer zes op de tien ondervraagden (59%) staan achter het idee van een afvalpas voor de Milieustraat om de kosten voor het gebruik aan niet‐ Nijmegenaren in rekening te brengen. Deze groep is zeker drie keer zo groot als de groep (19%) die daar geen voorstander van is. Gescheiden inlevermogelijkheid voor blik, sap‐en zuivelpakken vaak genoemd bij suggesties Bij de suggesties die panelleden zelf mochten aandragen om de gescheiden inzameling van afval in Nijmegen te verbeteren, worden gescheiden inlevermogelijkheden voor blik, sap‐ en zuivelpakken vaak genoemd. In samenhang hiermee noemt men ook het plaatsen van meer containers bij supermarkten en in buurten om diverse soorten afval in te leveren. Een niet onbelangrijke rol wordt tenslotte toegekend aan communicatie ter verbetering van de gescheiden inzameling: meer uitleggen wat ermee gedaan wordt en burgers meer wijzen op hun verantwoordelijkheid.
1
Inleiding
1.1
Achtergrond en doel onderzoek De laatste jaren is er sprake van een sterke herwaardering van afvalstoffen. Deze herwaardering hangt sterk samen met de toenemende schaarste aan grondstoffen, die langzamerhand ontstaat omdat er steeds meer beslag wordt gelegd op de beschikbare grondstoffenvoorraden. Er is een trend om zo veel mogelijk te streven naar hergebruik van afvalstromen. Door uitsparing van nieuwe grondstoffen dragen overheden bij aan duurzaamheid. Daarnaast is hergebruik van afvalstoffen of materialen (bijvoorbeeld plastic) goedkoper en bespaart het energie in vergelijking met productie op basis van nieuwe of primaire grondstoffen. Huishoudens kunnen in Nijmegen het restafval 2 aanbieden in de groene huisvuilzak die momenteel € 0,71 kost. Uit sorteeranalyses van het restafval blijkt dat hierin nog veel herbruikbare stoffen zitten. Volgens schattingen kan nog ongeveer 60% van de inhoud van de groene vuilniszak worden hergebruikt. Diverse afvalstoffen kunnen (gratis) gescheiden worden ingeleverd zoals oud papier, groen afval, plastic afval, textiel en glas. Op dit moment is er in Nijmegen sprake van een hergebruikspercentage van 62%. Daarmee is Nijmegen een van de hoogst scorende gemeenten (in veel vergelijkbare steden zit men tussen 48% en 53%). De afdeling Openbare Ruimte wil bijdragen aan de klimaat‐ en duurzaamheidsdoelstellingen van de gemeente Nijmegen door het hergebruik van afvalstromen onder Nijmegenaren verder te stimuleren. Om hun medewerking hiervoor te krijgen zal onder meer gewerkt moeten worden aan verbetering van het serviceniveau. Hiervoor is het nodig te weten hoe burgers staan tegenover bepaalde inzamelsystemen. De afdeling Openbare Ruimte heeft daarom de afdeling Onderzoek en Statistiek gevraagd een meningspeiling te houden onder Nijmegenaren. Het doel van het onderzoek is dan ook na te gaan of er onder Nijmegenaren draagvlak bestaat voor de invoering van bepaalde inzamelsystemen ter verbetering van het hergebruik van afvalstoffen en materialen, en welke wensen zij hebben ten aanzien van het serviceniveau.
1.2
Vraagstelling Gezien de aandachtspunten in het nieuwe afvalbeleid, staan de volgende vraagstellingen centraal in het onderzoek:
Hoe leveren Nijmegenaren op dit moment afvalproducten in die geschikt zijn voor hergebruik? Hoe waarderen Nijmegenaren de huidige inleverfaciliteiten voor het huishoudelijk afval? Heeft men eventuele wensen met betrekking tot de inleverfaciliteiten?
2
Restafval is het afval dat na scheiding van o.a. gft‐afval, oud papier, plastic afval, glas en textiel over blijft.
Inleiding ‐ 5
1.3
Welke motieven spelen bij hen een rol om het huishoudelijk afval gescheiden in te leveren? Heeft men suggesties voor de verbetering van de gescheiden inlevering van het restafval en zo ja, welke? Zijn ze bereid (meer) te betalen voor het vergemakkelijken van het inleveren van het huishoudelijk afval?
Opzet De gegevens van het onderzoek zijn verzameld via een enquête onder het Nijmeegse digitale stadspanel. Het huidige panel bestaat uit ruim 4.000 betrokken Nijmegenaren, aan wie in een eerdere burgerpeiling is gevraagd of ze deel willen uitmaken van een groep die enkele keren per jaar via internet bevraagd wordt over onderwerpen die belangrijk zijn voor de stad. Aan het panel zijn in dezelfde digitale enquête behalve vragen over de afvalinzameling en afvalscheiding ook vragen over de openbare ruimte gesteld. Dit is gedaan omdat het panel in één keer bevraagd kon worden over twee onderwerpen waar sprake is van nieuw beleid en waarvoor het gemeentebestuur het draagvlak wenst te meten. Het combineren van de vragen was mogelijk omdat de onderwerpen in de beleving van burgers raakvlakken vertonen. De enquête is in de periode maart/april 2012 online gezet. Van de ruim 4.000 panelleden hebben er 1.690 meegedaan (respons 42%). Dit aantal is ruim voldoende om betrouwbare uitspraken te doen over de groep betrokken Nijmegenaren 3 .
1.4
Rapportage
Het rapport bevat, inclusief de inleiding, in totaal vijf hoofdstukken. Hoofdstuk 2 gaat over het feitelijk inlevergedrag van Nijmegenaren van afvalproducten die gescheiden ingeleverd kunnen worden. Bijvoorbeeld: Wat doet men met producten als oude verf, oude kleine elektrische apparaten en oude spaarlampen? In dit hoofdstuk wordt tevens getracht een indicatie te krijgen van de motieven om afval te scheiden. Bijvoorbeeld: Zal men meer letten op scheiding wanneer de prijs van de groene zak omhoog gaat? Scheidt men het afval meer vanwege de kosten of meer vanwege het milieu? Hoofdstuk 3 besteedt aandacht aan het oordeel over de huidige inleverfaciliteiten. Bijvoorbeeld: In hoeverre vindt men de huidige mogelijkheid om plastic afval gescheiden in te leveren nodig in het besef dat er misschien niets mee gebeurt? Vindt men dat er meer plekken in de stad nodig zijn dan alleen het centraal depot (Milieustraat) om het afval in te leveren? In hoofdstuk 4 komen eventuele wensen ten aanzien van de inleverfaciliteiten aan bod. Bijvoorbeeld: Zou men liever een blauwe rolcontainer willen om oud papier in te leveren in plaats van de manier waarop men het nu moet doen (gebundeld aanbieden of in dozen)? Zou In vergelijking met de stad is er binnen de onderzoeksgroep sprake een goede spreiding naar woongebied of wijk. Daarentegen is de groep tussen 35‐55 jaar wat ondervertegenwoordigd en de groep tussen 55‐70 jaar wat oververtegenwoordigd in de onderzoeksgroep in vergelijking met de stad. 3
6 ‐ Inleiding
men het prettig vinden om oude elektrische apparaten gratis in te leveren bij winkels die dergelijke apparaten verkopen? Ook wordt in dit hoofdstuk nagegaan of men het inlevercomfort verbeterd wil hebben door tegen wat hogere kosten te kiezen voor een ondergrondse container in de buurt zodat men het restafval op ieder moment kan weggooien. Hoofdstuk 5 geeft een beeld van de suggesties die de ondervraagden hebben gegeven om de gescheiden inzameling te verbeteren. Bij de resultaten wordt ‐voor zover van belang‐ bezien of er verschillen zijn in gedrag en opvatting naar woongebied, woningtype, leeftijd en eventueel de huishoudenssamenstelling. De samenvatting staat voor in het rapport.
Inleiding ‐ 7
8 ‐ Inleiding
2
Inlevergedrag afval
2.1
Inleiding Verbetering van het hergebruik van afvalstoffen is welhaast ondenkbaar zonder de medewerking van burgers. Zij staan immers aan de bron van de afvalscheiding. De bereidheid het huishoudelijk afval gescheiden te houden en gescheiden in te leveren bij de diverse inzamelpunten is van cruciaal belang voor de verdere afvalcyclus. Burgers zullen eerder hieraan meewerken wanneer het serviceniveau zo comfortabel mogelijk voor hen is ingericht. Of verbetering hiervan nodig is zal mede afhangen van de vraag in hoeverre het inlevergedrag van bepaalde afvalproducten op dit moment al op de gewenste manier plaatsvindt. Bij de inrichting van het serviceniveau is het verder van belang te weten welke motieven (gemak, milieu, geld) bij burgers spelen om te scheiden aan de bron. Wanneer bijvoorbeeld geld belangrijker is dan milieu of gemak zullen oplossingen waarbij zij meer moeten gaan betalen minder kans van slagen hebben. In de enquête is daarom o.a. geïnformeerd hoe de ondervraagden bepaalde afvalproducten inleveren waarvoor gescheiden inzamelmogelijkheden bestaan. Daarnaast is o.a. nagegaan in hoeverre zij het huishoudelijk afval scheiden vanwege besparing op de kosten dan wel vanwege het milieu. Op basis van deze informatie kan worden nagegaan of en zo ja, op welke wijze het serviceniveau eventueel aangepast kan worden om de afvalscheiding te verbeteren.
2.2
Inlevergedrag Inlevergedrag nog niet optimaal Ondanks het hoge scheidingspercentage in Nijmegen in vergelijking met andere steden, kan het scheidingsgedrag nog wel verbeterd worden. Bepaalde producten die milieuschadelijke effecten hebben en gescheiden ingeleverd moeten worden gaan namelijk voor een deel nog in de groene vuilniszak. Bijna een kwart van de panelleden maakt bijvoorbeeld kenbaar dat men spaarlampen, waar kwik in zit, weggooit in de vuilniszak en ongeveer één op de zes laat weten dat men hetzelfde doet met frituurvet dat eveneens gescheiden gehouden en ingeleverd dient te worden. Ook kleine electrische apparaten (mixers, scheerapparaten, haarföhnen, telefoons) en oude medicijnen worden nog niet door iedereen ingeleverd op de gewenste manier. In tabel 2.1 is te zien hoe de ondervraagden omgaan met enkele afvalproducten die gescheiden ingeleverd dienen te worden bij de Milieustraat, de winkelier of de chemocar. Met uitzondering van cosmeticarestanten dienen al deze afvalproducten gescheiden ingeleverd te worden bij de Milieustraat, de winkelier of de chemocar (verfblikken die echt leeg zijn mogen in de vuilniszak).
Inlevergedrag afval ‐ 9
Tabel 2.1 Wijze waarop enkele afvalproducten worden in geleverd (in %)
groene
Milieustraat
winkel
heb ik
anders
vuilniszak
of chemocar
apotheek via wc/riool/
gootsteen
niet
oude verfblikken
6%
80%
1%
‐
‐
11%
2%
oude medicijnen
14%
7%
1%
60%
‐
18%
‐
cosmeticarestanten
56%
12%
‐
‐
‐
31%
1%
kleine elektrische apparaten
11%
76%
5%
‐
‐
4%
4%
frituurvet
17%
24%
5%
‐
2%
46%
5%
oude spaarlampen
24%
51%
8%
‐
‐
11%
6%
Omdat oude spaarlampen relatief nog veel in de groene vuilniszak gaan, is hiervan nagegaan of er bepaalde groepen zijn bij wie dit vooral gebeurt. Het weggooien van oude spaarlampen in de groene vuilniszak blijkt over het algemeen bij verschillende groepen in ongeveer dezelfde mate voor te komen. Dit gedrag verschilt bijvoorbeeld weinig tussen gezinnen en alleenstaanden, tussen personen die een laagbouw‐ of etagewoning hebben of tussen personen uit diverse stadsdelen. Een lichte indicatie bestaat er alleen dat oudere personen iets bewuster met oude spaarlampen omgaan dan jongere personen. Onder personen die 55 jaar of ouder zijn geeft 17% te kennen dat zij oude spaarlampen weggooien in de vuilniszak, terwijl dat onder personen die jonger zijn dan 35 jaar wat meer is, namelijk 28%. Personen die 55 jaar of ouder zijn geven in vergelijking met personen die jonger zijn meer aan dat zij oude spaarlampen inleveren bij de Milieustraat of de chemocar. Fig. 2.1 Inlevergedrag oude spaarlampen in % per leeftijdsgroep
10 ‐ Inlevergedrag afval
2.3
Motieven gescheiden inlevering Motieven voor gescheiden inlevering niet uitsluitend vanwege besparing op kosten Nijmegenaren scheiden hun huishoudelijk afval niet uitsluitend om te besparen op de kosten. Kennelijk spelen ook motieven voor een schoon milieu een rol. Tweederde van de ondervraagden maakt namelijk kenbaar dat afvalscheiding bij hen niet merendeels gebeurt vanwege de kosten dan vanwege het milieu. Bij ongeveer één op de zes (17%) is de besparing op de kosten wel overwegend het motief om het afval te scheiden. Fig. 2.2 Scheidt men afval meer vanwege de kosten dan vanwege milieu? (in %)
Wat dit algemene beeld betreft zijn er weinig verschillen te zien naar leeftijd en woningtype of huishoudenssamenstelling. Ook de meeste stadsdelen verschillen weinig van elkaar ten aanzien hiervan, met uitzondering van Nijmegen‐Midden. In fig. 2.3 is te zien dat vooral in dit stadsdeel en ook wel enigszins in Nijmegen‐Oost kenbaar wordt gemaakt dat men het afval in mindere scheidt vanwege de kosten. Fig. 2.3 % per stadsdeel dat zegt het afval te scheiden, merendeels wel en niet vanwege de kosten
Inlevergedrag afval ‐ 11
Prijs groene zak voor een deel sturend De prijs van de groene vuilniszak is voor een deel sturend op het gedrag om afval gescheiden in te leveren. Ruim een derde (36%) van de ondervraagden maakt kenbaar dat naarmate de prijs van de groene vuilniszak stijgt zij er nog meer op zullen letten om hun afval te scheiden. Bij een wat groter aantal van de ondervraagden (43%) zal dat overigens niet het geval zijn. Fig. 2.4 Als prijs van groene zak stijgt, zal ik nog meer op afvalscheiding letten (in %)
Dit algemene beeld is zowel te zien bij alleenstaanden, tweepersoonshuishoudens als gezinshuishoudens. Ook bij degenen die wonen in etage‐ of laagbouwwoningen komt dit beeld naar voren. Bij de stadsdelen wijkt het N‐Centrum enigszins af van het algemene beeld evenals degenen die 70 jaar of ouder zijn. Bewoners uit N‐Centrum geven wat meer dan gemiddeld te kennen dat een prijsstijging van de groene zak minder invloed heeft op het scheiden van hun afval, terwijl dit bij personen vanaf 70 jaar juist wat meer dan gemiddeld het geval zal zijn. Fig. 2.5 Zal men bij prijsstijging groene zak meer letten op afvalscheiding? (in % per stadsdeel)
12 ‐ Inlevergedrag afval
Fig. 2.6
Zal men bij prijsstijging groene zak meer letten op afvalscheiding? (in % per leeftijdsgroep)
Vooral in hoogbouw is men bereid wat meer te betalen voor verbetering van inlevercomfort Panelleden oordelen verschillend waar het gaat om de vraag of men bereid is wat meer te betalen om het hen makkelijker te maken het afval in te leveren, bijvoorbeeld door de loopafstand voor gescheiden inlevering te verkleinen of een ondergrondse container bij hen in de buurt te plaatsen. Ongeveer een derde is wel bereid meer te betalen als het hen makkelijker wordt gemaakt diverse soorten afval in te leveren. Een wat grotere groep is hiertoe niet bereid. Fig. 2.7 Is men bereid wat meer te betalen om het inlevercomfort te verbeteren? (in %)
Het resultaat in fig. 2.7 is in grote lijnen ook terug te zien bij de verschillende huishoudtypen en leeftijdsgroepen. Panelleden uit Nijmegen‐Centrum en in laagbouwwoningen laten een wat ander beeld zien. De ondervraagden uit Centrum geven wat meer dan gemiddeld te kennen dat zij er iets meer geld voor over hebben om het inlevercomfort te verbeteren. Datzelfde geldt voor bewoners in etagewoningen (in Centrum zijn er relatief veel etagewoningen). 4 4
Bewoners in etagewoningen moeten over het algemeen meer moeite doen om hun afvalzak in te leveren dan bewoners in laagbouwwoningen. Daarbij komt dat bewoners in etagewoningen een volle afvalzak die ze nog niet buiten mogen zetten vaak tijdelijk binnen het etagecomplex (bergruimte, garage) bewaren, hetgeen tot stankoverlast kan leiden. Deze ongenoegens verklaren waarschijnlijk dat zij in sterkere mate dan bewoners in laagbouwwoningen bereid zijn wat meer te betalen voor de verbetering van het inlevercomfort.
Inlevergedrag afval ‐ 13
Van de ondervraagden uit Centrum geeft 48% te kennen dat zij er wel wat meer geld voor over hebben als het hen makkelijker wordt gemaakt om diverse soorten afval in te leveren. Onder etagebewoners is dat 47%, terwijl dit gemiddeld 35% is. Fig. 2.8 Bereid meer te betalen om inlevercomfort te verbeteren? (in % per stadsdeel)
Fig. 2.9
Bereid meer te betalen om inlevercomfort te verbeteren? (in % per woningtype)
14 ‐ Inlevergedrag afval
3
Oordeel huidige inleverfaciliteiten
3.1
Inleiding Medewerking van burgers aan afvalscheiding zal o.a. afhangen van de vraag hoe de huidige inzamelfaciliteiten worden gewaardeerd. Ook is van belang te weten welke faciliteiten eventueel door burgers gewenst worden en of zij voorkeur hebben voor bepaalde inzamelsystemen boven andere. Op basis van deze informatie kan worden nagegaan in hoeverre het huidige serviceniveau voldoet aan de wensen van burgers waardoor dit eventueel aangepast kan worden. Naast het oordeel en de wensen ten aanzien van de inleverfaciliteiten, heeft een deel van de ondervraagden ook suggesties gegeven om de gescheiden afvalinzameling te verbeteren. Ook deze suggesties komen in dit hoofdstuk aan de orde, omdat ze waardevolle informatie kunnen leveren voor eventuele maatregelen om de afvalinzameling te verbeteren.
3.2
Oordeel inleverfaciliteiten Sinds voorjaar 2010 wordt plastic afval in Nijmegen gratis gescheiden ingezameld. Het plastic afval wordt op dezelfde dag als het restafval opgehaald. Over het algemeen worden eerst de afvalzakken met restafval (groene huisvuilzakken) ingezameld en vervolgens de zakken met plastic verpakkingsafval die men gratis bij de meeste supermarkten kan krijgen. Plastic afval dat men in andere zakken aanbiedt, wordt niet meegenomen. Het plastic afval kan ook naar de Milieustraat (het centrale afvaldepot) gebracht worden.
Nut gescheiden inzameling plastic afval breed gedragen Plastic afval wordt na inzameling naar een verwerker gebracht zodat het gerecycled kan worden tot nieuwe plastic producten zoals plastic bekertjes, plastic flesjes, fleecetruien, tennisballen, dashboards en autobumpers. Burgers zullen vermoedelijk eerder meewerken aan de gescheiden inzameling van plastic afval wanneer ze van het nut hiervan overtuigd zijn, d.w.z. weten dat het afval wederom gebruikt wordt om andere producten te maken. Als ze denken dat er weinig of niets mee gebeurt, is de kans dat zij meewerken aan gescheiden inzameling waarschijnlijk kleiner. Bij de ondervraagden is derhalve nagegaan in hoeverre zij gescheiden inlevering van plastic afval zinvol vinden. Uit de uitspraak die hierover is voorgelegd blijkt dat een groot deel van de ondervraagden het nut inziet van gescheiden inzameling van plastic afval.
Oordeel huidige inleverfaciliteiten ‐ 15
Fig. 3.1
% eens of oneens met uitspraak: Gescheiden inlevering van plastic is onnodig omdat er toch weinig mee gebeurt
Het nut om het plastic afval gescheiden in te zamelen wordt door brede lagen van het stadspanel ingezien. Grote verschillen in opvatting hierover tussen de huishoudenstypen, bewoners in laag‐ en etagebouw, de verschillende leeftijdsgroepen en stadsdelen zijn er niet gevonden.
Meerderheid prefereert huidige manier van inzameling plastic afval boven ondergrondse inzameling Een meerderheid van het panel maakt kenbaar dat zij de huidige manier van inzameling van plastic afval beter vindt dan wanneer dit zou gebeuren via ondergrondse containers bij supermarkten. Zes op de tien panelleden geven namelijk aan dat zij het oneens zijn met de uitspraak dat een ondergrondse inzameling van plastic afval bij supermarkten beter zou zijn dan de huidige inzamelmethode. Dat is bijna drie keer zo veel als de groep die het daar wel mee eens is. Fig. 3.2 % eens of oneens met uitspraak: Ondergrondse container voor plastic afval bij de supermarkt is beter dan de manier waarop het ophalen ervan nu gebeurt
Het algemene beeld in fig. 3.2 is bij bijna alle groepen van het panel te zien. Bij etagebewoners ligt dat alleen ietwat anders. Hoewel de helft van deze groep een voorkeur heeft voor de huidige
16 ‐ Oordeel huidige inleverfaciliteiten
manier van ophalen boven ondergrondse inzameling via supermarkten, laat toch zo’n 28% van de etagebewoners hier weten voorkeur te hebben voor de ondergrondse inzameling (fig. 3.3). Fig. 3.3 % per woningtype dat eens of oneens is met uitspraak: Ondergrondse container voor plastic afval bij de supermarkt is beter dan de manier waarop het ophalen ervan nu gebeurt 5
Bijna de helft van panelleden vindt meer plekken in stad nodig voor gescheiden inlevering De Milieustraat aan de Kanaalstraat is het centrale depot in Nijmegen waar diverse soorten afval ingeleverd kunnen worden 6 . Bijna de helft van de ondervraagden (48%) vindt dat er naast de Milieustraat hiervoor meer plekken in de stad mogen zijn. Een wat kleinere groep (38%) is van mening dat extra inleverlocaties niet nodig zijn. Fig. 3.4 % eens of oneens met uitspraak: Meer plekken in de stad voor gescheiden inlevering afval zijn onnodig, omdat er al een centraal depot (Milieustraat) is
In fig. 3.3 zijn degenen die het noch eens / noch oneens zijn met de uitspraak of geen mening hebben samengevoegd tot de categorie neutraal. 6 Voor het eind van 2012 wordt in Bijsterhuizen een tweede Milieustraat ingericht. Ten tijde van de peiling onder het stadspanel was dat nog niet bekend gemaakt. 5
Oordeel huidige inleverfaciliteiten ‐ 17
De mening van personen ouder dan 70 jaar en van die uit Nijmegen‐Noord verschillen enigszins met het algemene beeld in fig. 3.4. Personen van 70 jaar of ouder vinden meer dan jongere personen dat het niet nodig is dat er meer plekken in de stad komen voor gescheiden inlevering. Onder personen van 70 jaar of ouder is 51% die mening toegedaan, terwijl dat onder personen jonger dan 35 jaar 33% is. Anders is dat onder panelleden uit Nijmegen‐Noord. Zij vinden in sterkere mate (62%) dan gemiddeld (48%) dat er meer plekken in de stad nodig zijn voor gescheiden inlevering (fig. 3.5). De route vanuit Nijmegen‐Noord naar de Milieustraat is ook wat omslachtiger dan de route naar de Milieustraat vanuit de meeste andere stadsdelen 7 . Panelleden uit Lindenholt en Oud‐West vinden het daarentegen wat minder nodig dat er meer plekken voor gescheiden inlevering komen (de afstand vanuit deze stadsdelen naar de Milieustraat aan de Kanaalstraat is minder ver dan vanuit veel andere stadsdelen). Fig. 3.5 % per stadsdeel dat het eens of oneens is met uitspraak: Meer plekken in de stad voor gescheiden inlevering afval zijn onnodig, omdat er al een centraal depot (Milieustraat) is
Meerderheid vindt glascontainers bij supermarkt beter om zwerfvuil en herrie in woonbuurten te voorkomen In Nijmegen staan er verspreid in de stad ruim 60 glasbakken. Zij staan over het algemeen in de buurt van winkelcentra of supermarkten. Op enkele plekken in de stad staan er ook glasbakken in woonwijken. Het voordeel hiervan is dat ze dichter staan bij bewoners in de buurt. Maar van de andere kant kunnen glasbakken in woonbuurten herrie en zwerfvuil veroorzaken. Bij panelleden is derhalve geïnformeerd of zij vinden dat glascontainers alleen bij supermarkten moeten worden geplaatst om herrie en zwerfvuil in woonbuurten te voorkomen. Een meerderheid (55%) heeft liever glascontainers alleen bij supermarkten om herrie en zwerfvuil in woonbuurten te voorkomen. Maar ongeveer een kwart is het daar niet mee eens. Een op de vijf is het om het even.
7
Met de komst van de Oversteek (de nieuwe stadsbrug) zal de bereikbaarheid van de Milieustraat vanuit Noord wellicht beter worden in vergelijking met de huidige situatie.
18 ‐ Oordeel huidige inleverfaciliteiten
Fig. 3.6
Glascontainers alleen bij supermarkten plaatsen om herrie en zwerfvuil in woonbuurten te voorkomen? (in %)
Bij verdere analyse van de uitkomsten blijkt dat er drie groepen zijn die (enigszins) afwijken van het algemene beeld van de mening of glascontainers alleen bij supermarkten geplaatst moeten worden om herrie en zwerfvuil in woonbuurten te voorkomen. Panelleden van 70 jaar en ouder of afkomstig uit Lindenholt voelen er wat meer dan gemiddeld voor om glascontainers bij supermarkten te plaatsen. Onder de eerste groep is dat 66% en onder de tweede groep bedraagt dat 67%. Panelleden uit Centrum (31%) zijn daarentegen veel minder dan gemiddeld van mening dat glascontainers alleen bij supermarkten geplaatst moeten worden. In fig. 3.7 is per stadsdeel te zien in hoeverre men vindt dat glascontainers alleen bij supermarkten moeten staan. Fig. 3.7 % per stadsdeel dat vindt dat glascontainers alleen bij supermarkten moeten staan
Oordeel huidige inleverfaciliteiten ‐ 19
20 ‐ Oordeel huidige inleverfaciliteiten
4
Wensen ten aanzien van inleverfaciliteiten
4.1
Inleiding
Het succes van gescheiden inzameling van herbruikbare goederen of stoffen wordt groter naarmate de inleverfacilteiten beter aansluiten bij de wensen van burgers. De gemeente wil het serviceniveau daarom zo veel mogelijk afstemmen op de wensen van Nijmegenaren om optimale medewerking voor de gescheiden inzameling van afval te krijgen. Vaak gaat het bij de wensen van burgers om verbetering van het gemak om het afval in te leveren. Verbetering van het inlevercomfort brengt in veel gevallen echter kosten met zich mee die doorberekend kunnen worden naar burgers. De vraag wordt dan in hoeverre burgers nog verbetering van het inlevercomfort wensen als ze hiervoor meer moeten betalen. Informatie over wensen blijft in ieder geval belangrijk om te weten of aanvullingen of wijzigingen met betrekking tot huidige inleverfaciliteiten eventueel nodig zijn.
4.2
Wensen inleverfaciliteiten
Groene zak geniet voorkeur boven iets duurdere ondergrondse container voor restafval Inzameling van het huishoudelijk restafval gebeurt via de groene huisvuilzak. Begin 2011 is de prijs per zak verhoogt van € 0,50 naar € 0,71. Dit is gedaan om huishoudens te stimuleren meer mee te werken aan afvalscheiding waardoor het hergebruik bevorderd wordt. De groene zak wordt bij laagbouwwoningen om de week opgehaald (de ene week de groene zak, de andere week de groene rolcontainer met gft‐afval). Bij etagewoningen wordt de groene zak elke week opgehaald. Ondergrondse inzameling van restafval kan voordelen hebben voor burgers. Bij een ondergrondse voorziening kunnen ze bijvoorbeeld op elk moment van de dag hun restafval kwijt. Bij warm weer hoeven etagebewoners geen stankoverlast te ervaren, vooral als ze geen buitenruimte hebben. Aan de panelleden is gevraagd of zij eventueel zouden kiezen voor het inleveren van dezelfde hoeveelheid restafval van de groene zak via een ondergrondse container in de buurt wanneer dit bijvoorbeeld €1,10 zou kosten voor dezelfde hoeveelheid afval als in de groene zak. Een groot deel van het panel denkt dan toch aan zijn portemonnee, want driekwart van het panel zegt dan te kiezen voor de goedkopere groene zak.
Wensen ten aanzien van inleverfaciliteiten ‐ 21
Fig. 4.1
Restafval via groene zak (€ 0,71) of via ondergrondse container (€ 1,10)? (in %)
De voorkeur voor de groene zak zoals in figuur 4.1 naar voren komt is bij diverse huishoudenstypen aanwezig, evenals bij diverse leeftijdgroepen. Ook panelleden uit vrijwel alle stadsdelen wijken niet veel af van dit algemene beeld, met uitzondering enigszins van panelleden uit Nijmegen‐Centrum. Hoewel ook een meerderheid (66%) uit dit stadsdeel kiest voor de groene zak, hebben Centrumbewoners iets meer dan gemiddeld een voorkeur voor het ondergrondse alternatief. Onder de ondervraagden uit Centrum kiest 25% hiervoor, tegenover 18% gemiddeld. Hetzelfde geldt ook voor panelleden in etagewoningen. Ook zij spreken iets meer dan gemiddeld hun voorkeur uit voor de ondergrondse container, vooral in vergelijking met panelleden in laagbouwwoningen (zie fig. 4.2). Fig. 4.2 % per woningtype dat voorkeur uitspreekt voor groene zak (€ 0,71) of ondergrondse container (€ 1,10)
Rolcontainer voor oud papier geniet nog geen grotere voorkeur boven huidige manier van aanbieden Oud papier kunnen Nijmegenaren nu gebundeld of in een doos een keer per maand op het trottoir/aan de straat zetten en meegeven aan de oud papierwagen. De veronderstelling is dat een (blauwe) rolcontainer voor huishoudens in laagbouwwoningen wellicht makkelijker is om het oud papier gescheiden te houden en aan te bieden. Men kan via de rolcontainder immers voldoende oud papier aanbieden en hoeft er niet mee te sjouwen. In de enquête is derhalve bij
22 ‐ Wensen ten aanzien van inleverfaciliteiten
panelleden in laagbouwwoningen geïnformeerd of men liever een (blauwe) rolcontainer ter grootte van een groene rolcontainer wenst in plaats van de huidige manier waarop het oud papier wordt aangeboden. Uit de antwoorden valt af te leiden dat de huidige manier van aanbieden (gebundeld of in dozen aan de straatkant zetten) nog niet heeft afgedaan. Een kwart zou weliswaar kiezen voor een (blauwe) rolcontainer, maar een iets grotere groep wil het toch maar liever houden bij het huidige systeem. Wellicht vindt deze groep het toch wat makkelijker of sneller om oud papier gebundeld of in een doos aan de straat te zetten dan met een rolcontainer vanaf bijvoorbeeld de tuin te lopen naar de plek aan straat waar deze moet staan. 8 Fig. 4.3 Liever rolcontainer voor oud papier of liever huidige manier van aanbieden handhaven? (in % laagbouwwoningen)
Oudere panelleden lijken in vergelijking met jongere panelleden er iets minder voor te voelen om de huidige manier van aanbieden van oud papier te verruilen voor de rolcontainer (fig. 4.4). Fig 4.4 Liever rolcontainer voor oud papier of liever huidige manier van aanbieden handhaven? (in % per leeftijdsgroep)
8
De ervaring in andere steden wijst uit dat een rolcontainer tot hogere opbrengsten van oud papier en karton leidt.
Wensen ten aanzien van inleverfaciliteiten ‐ 23
Ook panelleden uit Nijmegen‐Centrum blijken wat minder te voelen voor een rolcontainer dan het gebundeld aanbieden van oud papier zoals nu gebeurt. Bijna acht op de tien ondervraagden uit dit stadsdeel (79%) geven er de voorkeur aan om de huidige manier van aanbieden te handhaven 9 . Panelleden uit Lindenholt laten een geheel ander geluid horen. Dit stadsdeel is het enige waar er een meerderheid (53%) is die te kennen geeft liever een rolcontainer te hebben dan het oud papier gebundeld aan te bieden (fig. 4.5). In figuur 4.5. zijn degenen die geen voorkeur hebben weggelaten. Fig. 4.5 Liever rolcontainer voor oud papier of liever huidige manier van aanbieden handhaven? (in % per stadseel)
Panelleden positief over het (gratis) inleveren van oude elektrische apparaten bij winkels Panelleden zien het gratis inleveren van oude elektrische apparaten (bijvoorbeeld stofzuiger, koffiezetapparaten, waterkoker, magnetron) bij winkels die dergelijke apparaten verkopen wel zitten. Zeker zeven op de tien maken kenbaar dat ze dit prettig zouden vinden. Fig. 4.6 % dat het prettig vindt om oude elektrische apparaten (gratis) in te leveren bij winkels die dergelijke apparaten verkopen
9
Op de vraag of men liever een rolcontainer heeft voor oud papier dan het gebundeld aan te beiden zoals het nu gebeurt hebben niet veel panelleden uit Nijmegen‐Centrum kunnen antwoorden omdat de vraag alleen aan panelleden uit laagbouwwoningen is gesteld (Centrum heeft naar verhouding minder laagbouwwoningen). De uitspraken voor Centrum in dit verband zijn dan ook meer indicatief.
24 ‐ Wensen ten aanzien van inleverfaciliteiten
In vrijwel alle lagen van het panel is te zien dat men het gratis inleveren van oude elekrische apparaten bij winkels die dergelijke apparaten verkopen prettig vindt. Onder twee groepen lijkt men dat iets prettiger te vinden dan bij de meeste andere groepen. Dat is het geval bij personen die 70 jaar of ouder zijn en bij panelleden uit Centrum. Onder personen die 70 jaar of ouder zijn maakt bijvoorbeeld 81% kenbaar het prettig te vinden, terwijl dat gemiddeld 72% is. Ook onder panelleden uit het Centrum vindt men de voorgelegde mogelijkheid iets prettiger (82%) dan bij panelleden uit andere stadsdelen. Waarschijnlijk speelt de relatief grote aanwezigheid in dit stadsdeel van winkels waar elektrische apparaten verkocht worden hierbij een rol.
Relatief veel onverschilligheid om containers voor kleding bij scholen te plaatsen Nijmegenaren kunnen oude kleren, schoenen, lakens, grote lappen stof of gordijnen die zijn afgedankt in een van de bijna 40 kledingcontainers in de stad of op de Milieustraat inleveren. Daarnaast wordt het oud textiel vijf keer per jaar huis‐aan‐huis ingezameld door stichting Stern en Reshare/het Leger des Heils. De kledingcontainers in de stad staan veelal bij winkelcentra of in de buurt van andere voorzieningen. Op schoolterreinen staan er nog geen kledingcontainers. Inzameling van oud textiel zou bijvoorbeeld gestimuleerd kunnen worden door ouders met schoolgaande kinderen te activeren oude kleren aan hun kinderen mee te geven voor een container bij de school waarvan de opbrengst ten goede kan komen aan de school. Aan panelleden is gevraagd wat zij ervan zouden vinden als containers voor oude kleding bij scholen geplaatst worden zodat de opbrengst ten goede komt aan de school. Hierover wordt verschillend gedacht, maar relatief groot is de groep die hierover onverschillig denkt (ruim vier op de tien nemen ten aanzien hiervan een neutrale positie in of hebben geen mening). Fig. 4.7 Moeten er containers voor oude kleding bij scholen worden geplaatst ? (in %)
Grote verschillen tussen groepen in het panelbestand zijn er wat dit algemen beeld betreft niet gevonden. Ook hushoudens met of zonder kinderen wijken niet veel af van hun mening of er containers voor oude kleding bij scholen geplaatst moeten worden.
Ongeveer zes op de tien staan achter afvalpas voor de Milieustraat Het centrale afvaldepot (Milieustraat) is bestemd voor inwoners van Nijmegen. Zij betalen immers o.a. afvalstoffenheffing hiervoor (deze heffing staat gescheiden vermeld op het gemeentelijke aanslagbiljet belastingen). Het komt echter voor dat niet‐Nijmegenaren gebruik
Wensen ten aanzien van inleverfaciliteiten ‐ 25
maken van de Milieustraat 10 . Mede om dit oneigenlijk gebruik te beperken is het idee geopperd voor het invoeren van een afvalpas voor de Milieustraat 11 . Uit de peiling komt naar voren dat ongeveer zes op de tien panelleden voorstander zijn van een afvalpas voor Nijmegenaren om zodoende de kosten voor het gebruik van de Milieustraat aan niet‐Nijmegenaren in rekening te brengen. Dat is zeker drie keer zo groot als de groep die daar geen voorstander van is. Fig. 4.8 Is men voorstander van een afvalpas voor de Milieustraat om zodoende de kosten voor het gebruik aan niet‐Nijmegnaren in rekening te brengen? (in %)
In Nijmegen‐Oost ziet men wat minder in de werking zo’n afvalpas. Vanuit dit stadsdeel (29%) zijn er wat meer panelleden dan gemiddeld (19%) die geen afvalpasje voor Nijmegenaren willen om de kosten van het gebruik aan niet‐Nijmegenaren in rekening te brengen. Maar evenals in alle andere stadsdelen is ook in Nijmegen‐Oost nog steeds een meerderheid (52%) voorstander van het invoeren van een afvalpasje. Naar verhouding veel steun vindt het idee van de afvalpas in Lindenholt. In dit stadsdeel is 69% van de panelleden voorstander van de afvalpas tegenover 59% gemiddeld. Onder oudere personen zijn er ook wat meer voorstanders te vinden van de afvalpas dan onder jongere panelleden. Van personen die 70 jaar of ouder zijn zegt 70% achter het idee te staan van de afvalpas. Onder personen van 35 jaar of jonger is dat minder, namelijk 54%.
Bij de ingang van de Milieustraat wordt gevraagd naar een legitimatiebewijs. Op het rijbewijs of paspoort staat weliswaar de plaats van afgifte, maar personen kunnen intussen binnen de geldigheidsdatum van het document verhuisd zijn naar een andere gemeente buiten Nijmegen. 11 Inmiddels is bekend gemaakt dat er voor het einde van het jaar een afvalpas komt voor Nijmegenaren om gebruik te maken van beide Milieustraten (Kanaalstraat en Bijsterhuizen). Ten tijde van de peiling was dat nog niet bekend. 10
26 ‐ Wensen ten aanzien van inleverfaciliteiten
5
Suggesties voor verbetering
In de enquête is aan de leden van het panel ook gevraagd of ze suggesties hebben om de gescheiden afvalinzameling te verbeteren. Van alle panelleden heeft bijna tweederde (64%) kenbaar gemaakt dat zij geen suggesties heeft. Ruim eenderde (36%) heeft wel suggesties aangedragen. In totaal zijn er 257 suggesties of opmerkingen gemaakt. Hierbij gaat het niet alleen om zaken om de gescheiden afvalinzameling te verbeteren. Soms gaat het bij de opmerkingen ook om klachten die men over het algemeen heeft over de afvalinzameling (bijvoorbeeld ophaalfrequentie oud papier te laag, het wegwaaien van de zakken voor plastic afval), de wijze waarop sommige bewoners met hun afval omgaan (bijvoorbeeld illegale stort) en een mogelijke oplossing die men hiervoor denkt te hebben. Op basis van de opmerkingen is een (inhouds)analyse gemaakt, die geleid heeft tot een indeling in vier thema’s. Zaken die slechts één maal genoemd zijn of weinig met een suggestie te maken hebben gehad, zijn bij de indeling buiten beschouwing gelaten. Bij de suggesties gaat het uiteindelijk om de volgende vier thema’s: 1. 2. 3. 4.
Het benoemen van mogelijkheden om zelf meer restafval te scheiden Verbetering en verruiming van de inleverfaciliteiten De functie van informatie ter verbetering van gescheiden afvalinzameling Werken aan de mentaliteitsverbetering van bewoners
Mogelijkheden om zelf meer restafval te scheiden Bij de suggesties wordt ongeveer 60 keer de mogelijkheid genoemd om zelf meer restafval te scheiden. Het gaat hier om o.a. sap‐ en zuivelpakken, blik, textiel, oud ijzer en metaal. Vooral blik, sap‐ en zuivelpakken worden genoemd omdat deze in de ogen van de ondervraagden het meeste restafval opleveren. Meer inlevermogelijkheden in Nijmegen (bijvoorbeeld meer kleinere Milieustraatjes) om deze afvalproducten in te leveren zal volgens deze groep bijdragen aan verbetering van de gescheiden afvalinzameling. Daarnaast wordt 13 maal de suggestie geuit om huishoudens een kleine verdeelcontainer te geven zodat ze zelf enkele afvalproducten kunnen scheiden, vooral oude batterijen. Verder wordt zes keer gewezen op de mogelijkheid om statiegeld te heffen op blik of op (meer) plastic flessen om meer restafval te scheiden. Verruiming of verbetering inleverfaciliteiten Een andere mogelijkheid die door het panel gezien wordt om de gescheiden afvalinzameling te verbeteren is de verruiming van de inleverfaciliteiten. Meer containers bij supermarkten en in de wijken om diverse soorten afval in te leveren, ook oud papier, wordt circa 27 keer genoemd. De invoering van een grijze container naast de groene container of het plaatsen van grijze kliko’s op verschillende plaatsen in de stad, in plaats van de goene afvalzak, wordt 9 keer als suggestie geopperd (o.a. om zwerfafval te verminderen vanwege de voor sommigen dure groene zak).
Suggesties voor verbetering ‐ 27
De suggestie wordt gedaan om oude kleine elektrische apparaten bij winkels in te kunnen leveren (4 maal) en klein chemisch afval bij bedrijven (2 maal). Ook vindt men dat het makkelijker gemaakt moet worden om schoenen en kleding in te leveren (3 maal). De zakken met plastic afval waaien volgens enkele panelleden weg. Hier moet een opplossing voor gevonden worden (3 keer). Bijvoorbeeld door eerst de plastic zak en daarna de groene zak op te halen. Aanbevolen wordt om de Milieustraat wat langer open te houden (6 keer). Mensen kunnen dan ook na werktijd door de week hun afval gescheiden inleveren. Het plaatsen van meer gft‐containers in de stad of verhoging van de ophaalfrequentie hiervan, zeker in de zomer, wordt 14 keer genoemd als mogelijkheid om in dit geval de gescheiden inlevering van groen afval te verbeteren (het schoonhouden van de gft‐containers kan bovendien volgens sommigen uit deze groep bijdragen tot beter resultaten). Ook verhoging van de ophaalfrequentie van grof vuil wordt enkele keren genoemd als mogelijkheid om de gescheiden inzameling te verbeteren (nu wordt grof vuil op verzoek twee keer per jaar gratis opgehaald op afroep). Informatie gescheiden inzameling Volgens bepaalde panelleden kan goede voorlichting helpen burgers meer en beter mee te laten werken aan de gescheiden inzameling. In het algemeen zou er betere uitleg moeten komen over wat er met de afvalstromen wordt gedaan en wat het oplevert (17 keer). Volgens enkelen uit deze groep kunnen ook bedrijven hierbij betrokken worden. En informatie vanuit de DAR (Dienst Afvalstoffen en Reiniging) kan volgens een paar panelleden verbeterd worden (3 keer). Werken aan mentaliteit bewoners Diverse keren wordt er in de opmerkingen op gewezen dat er nogal wat gedaan kan worden aan de mentaliteitsverbetering van bewoners (16 keer). Bijvoorbeeld wat betreft het illegaal storten van afval op plekken waar dat niet hoort. De burger zou meer aangesproken kunnen worden op zijn verantwoordelijkheid. Af en toe wordt opgemerkt om ook kinderen van gezinshuishoudens hierbij te betrekken. In schema 4.1 zijn tenslotte nog de suggesties die vijf of meer keer zijn genoemd te zien. Ze zijn geordend naar het aantal keren dat ze zijn genoemd.
28 ‐ Suggesties voor verbetering
Schema 4.1
Meest genoemde suggesties ter verbetering gescheiden afvalinzameling (vijf of meer keer genoemd)
Suggestie
Aantal genoemd
Ook gescheiden inlevermogelijkheid bieden voor andere afvalproducten,, zoals blik, sap‐ en zuivelpakken, oud ijzer, metaal en textiel Meer containers bij supermarkten en in wijken om diverse soorten afval in te leveren Beter uitleggen wat met afvalstromen wordt gedaan en wat gescheiden inzameling oplevert Burgers wijzen op verantwoordelijkheid Meer gft‐containers in stad of verhoging ophaalfrequentie Kleine verdeelcontainer voor huishoudens om zelf thuis te scheiden Naast groene container ook grijze container voor restafval Milieustraat langer open houden
keren
60 27 17 16 14 13 9 6
Suggesties voor verbetering ‐ 29
Communicatie en Representatie
PERSBERICHT
Datum
Nummer persbericht
18 december 2012
121218
Nijmegen scoort uitstekend met afvalscheiding Nijmegen scoort met 62% afvalscheiding bijzonder goed ten opzichte van het landelijk gemiddelde van 52% in grotere steden. Nijmegenaren blijken zeer gemotiveerd om glas, papier, plastic, gft en restafval; te scheiden. In de nieuwe kadernota “Creatief met Afval, minder afval meer grondstoffen”, wordt de ambitie uitgesproken om een extra stap te zetten in afvalscheiding. Daarvoor wil het college van burgemeester en wethouders, inwoners en bedrijven nog meer faciliteren met het scheiden van afval. Om een maximaal effect van afvalscheiding te bereiken is vooral ‘meer gemak’ voor de Nijmegenaar belangrijk. In “Creatief met afval” staan maatregelen die ervoor zorgen dat er nog meer grondstoffen van het restafval worden gescheiden. Grondstoffen zoals papier, glas, metaal of plastic leveren geld op. Minder restafval levert een besparing op van kosten voor verbranding en minder restafval in de groene zak is een besparing inwoners. Ons GFT wordt nu al door vergisting omgezet tot biogas. Dit is de brandstof voor stadbussen en vuilniswagens. Naast de kosten, zijn het milieu en het hergebruik van de grondstoffen belangrijke overwegingen voor de keuze van de in te zetten maatregelen. De koers voor afvalscheiding is door het college van burgemeester en wethouders al eerder ingezet. Er wordt voortdurend gestreefd naar een optimale balans voor een beter milieu, meer service en lagere kosten. Voor de komende jaren wordt ingezet op praktische verbetermaatregelen en op het doen van onderzoek naar nieuwe technieken voor afvalinzameling. Het college van burgemeester en wethouders wil het succes van afvalscheiding in de stad graag stimuleren en faciliteren via drie sporen: 1. afval maximaal scheiden bij de bron 2. aansluiten op de belevingswereld van de inwoner en bedrijf 3. maken van toekomstbestendige keuzes met partners Bij het maximaal scheiden aan de bron gaat het voor inwoners en bedrijven met name om gemak en logica. Het invoeren van de miniafvalzak is zo’n maatregel. Met name voor alleenstaanden en inwoners van hoogbouw is deze miniafvalzak een uitkomst. Voor hoogbouw wordt ook gestreefd naar ondergrondse containers die afsluitbaar zijn. Dit is voor de openbare ruimte fraaier en voor inwoners gemakkelijk. Mogelijkheden hiervoor doen zich in eerste instantie voor op
Gemeente Nijmegen Communicatie en Representatie
Vervolgvel
1
nieuwbouwlocaties. Voor het streven om minder restafval over te houden wordt onderzoek gedaan naar het scheiden van sappakken en blik uit het restafval. Ook wordt gekeken of een afzonderlijke minicontainer voor papier bij laagbouw een optie is en worden inzamelpunten voor textiel, elektrische apparaten, frituurvet en chemisch afval gezocht. Het gaat op logische locaties, zoals supermarkten, scholen of doe-het-zelfzaken. De communicatie over het succes en het nut van afvalscheiding wordt nadrukkelijk voortgezet. Zo ook de handhaving op het verkeerd aanbieden van zakken en containers. Daarbij geldt de regel: eerst motiveren tot gewenst gedrag en dan pas handhaven. In de toekomst zal Nijmegen, samen met regionale partners als DAR en ARN verder werken aan duurzame afspraken. Groen gas uit gft als brandstof voor stadsbussen en vuilniswagens is zo’n regionale afspraak, die goed werkt voor het lokale milieu. De komende jaren zal afval met afvalzakken worden ingezameld, maar dan het liefst met nieuwe vuilniswagens die in één keer plastic en restafval kunnen ophalen. Wanneer in de verdere toekomst restafval drastisch afneemt, wordt onderzocht of het restafval alleen nog naar ondergrondse verzamelcontainers gebracht kan worden. Uit de digitale peiling over deze nieuwe maatregelen voor afvalscheiding blijkt dat Nijmegenaren goed te spreken over de maatregelen die worden ingezet om afval nog beter te scheiden.
Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.