Creatief met Afval minder afval meer grondstoffen UITVOERINGSPLAN VOOR afval Nijmegen 2013 – 2016
Gemeente Nijmegen Stadsbeheer december 2012
Inhoud
1
Inhoud Het doel dat we met het actualiseren van het afvalbeleid willen bereiken, is afvalscheiding nog verder verbeteren. In de kadernota hebben we onze visie en doelstellingen kort beschreven. In deze bijbehorende uitvoeringsplan geven we meer uitgebreid de achtergronden van onze beleidsdoelen en daaruit voortkomende maatregelen. De kadernota geeft daarbij globaal de richting aan voor de langere termijn (10 jaar), en deze uitvoeringsplan is de vingerwijzing voor de concrete acties voor de komende tijd (4 jaar) Daarom worden de doelen hier ook vertaald tot concrete ingrepen in de afvalstromen. Dit uitvoeringsplan laat zich lezen als een bijlagenboek bij de kadernota en kent de volgende onderdelen:
1
Inhoud ........................................................................................................................................ 2
2
Puntsgewijze samenvatting kadernota ...................................................................................... 3
3
Onderbouwing van doelstellingen en maatregelen.................................................................... 4
3.1 3.2 3.3
A. Maximaal afval scheiden bij de bron .................................................................................. 4 B. Belevingswereld van de burger staat centraal ................................................................... 9 C. Toekomstbestendige keuzes voor Nijmegen ................................................................... 12
4
Wet- en regelgeving ................................................................................................................. 16
5
Sorteeranalyse van samenstelling restafval ............................................................................ 17
6
Wat vind Nijmegen zelf? Digitaal stadpanel............................................................................. 18
7
Benchmark: afvalprofiel Nijmegen ........................................................................................... 20
8
Overzicht van verbeterpunten afval Nijmegen ......................................................................... 30
9
Maatregelen per afvalstroom ................................................................................................... 31
9.1 9.2 9.3 9.4 9.5 9.6 9.7 9.8 9.9 9.10 9.11
Restafval ............................................................................................................................... 32 Kunststof verpakkingen (plastic)........................................................................................... 33 Oud Papier............................................................................................................................ 34 Groente-, Fruit en Tuinafval (GFT) ....................................................................................... 35 Verpakkingsglas.................................................................................................................... 36 Textiel ................................................................................................................................... 37 Frituurvet en plantaardige olieën .......................................................................................... 38 Elektrische apparaten ........................................................................................................... 39 Grof huisvuil .......................................................................................................................... 40 Klein Chemisch Afval ............................................................................................................ 41 Blik ........................................................................................................................................ 42
2
Puntsgewijze samenvatting kadernota
2
Puntsgewijze samenvatting kadernota • • •
•
• • • • •
• • •
• • • •
In plaats van afval, gaat het steeds meer om herbruikbare grondstoffen. Afvalscheiding is heel belangrijk. Nijmegen scoort met 62% afvalscheiding en 125 kilo restafval per inwoner, bijzonder goed in vergelijking met andere gemeenten: we hebben naast hoge afvalscheiding, een laag kostenniveau voor afvalbeheer en redelijke service. Kern van dit succes is de toepassing van de diftar-systematiek. Diftar betekent gedifferentieerde tarieven voor verschillende afvalstromen, waarbij men een tarief betaalt voor restafval en herbruikbare grondstoffen gratis zijn. Het gebruik van een afvalzak blijkt als inzamelmiddel de beste resultaten te geven voor afvalscheiding. Ook het feit dat GFT in Nijmegen vaak en gratis opgehaald wordt draagt bij. Vanwege dit succes, willen we ons afval inzamelsysteem niet fundamenteel veranderen: we gaan door op de weg dat de bewoners afval scheiden bij de bron. Wel willen we het nog beter gaan doen: onze ambitie is 70% afvalscheiding en minder dan 100 kilo restafval in 2020. Er blijven namelijk nog veel grondstoffen achter in het restafval (ook nog zo’n 60%) De helft van de afvalzakken uit de hoogbouw bestaat uit keukenafval. Kansen liggen op het gebied van hogere service op herbruikbare afvalstromen. We willen de bewoners meer gemak bieden voor het inleveren van grondstoffen, liefst op logische plekke dicht bij huis. Vooral willen we met nieuwe beleid proberen meer GFT uit hoogbouw in te zamelen. Restafval kunnen we terugdringen door de afvalzakken duurder te maken. Ook het prijsniveau van de groene afvalzak is een beleidsmiddel om ongewenste (herbruikbare) fracties in het restafval terug te dringen. Afval is in Nijmegen relatief goedkoop, en tegenstelling tot de meeste gemeenten, niet kostendekkend. Grote verbeteringen zijn verder nog mogelijk op een aantal concrete terreinen, door bijvoorbeeld het afvalpasje in te voeren en de milieustraten te verbeteren.) Een kleinere afvalzak, naast de grote, zal mensen nog meer motiveren afval te scheiden. We willen graag blik en drankpakken apart en gratis inzamelen. De kadernota zet de maatregelen onder elkaar, die in deze notitie verder toegelicht worden en waarvoor u hierna de onderbouwende gegevens kunt vinden.
3
Onderbouwing van doelstellingen en maatregelen
3
Onderbouwing van doelstellingen en maatregelen Afvalinzameling en -verwerking zijn enorm in beweging. Een aantal landelijke en regionale ontwikkelingen op afvalgebied vragen om het herijken van het Nijmeegs afvalbeleid. Deze ontwikkelingen leiden tot de hoofddoelen van ons beleid: A. We willen een maximaal milieurendement door zo veel mogelijk afval te scheiden dicht bij de bron (vooral een milieudoelstelling) B. Omdat we weten dat het gedrag van burgers cruciaal is zetten we burgers en bedrijven in de hoofdrol (vooral een servicedoelstelling) C. We streven naar maximale doelmatigheid op het gebied van inzameling en verwerking (vooral ook uit kostenoptiek) Vanuit deze hoofddoelen formuleren we negen subdoelen. Vooral milieu: A1. Diftar wordt optimaal ingezet als middel voor het terugwinnen van grondstoffen. A2. Een adequate differentiatie naar verschillen tussen woningtypen (laag- en hoogbouw) A3. We gebruiken nieuwe inzamellocaties en inzamelmiddelen met potentieel Vooral service: B4. We hebben effectieve communicatie gericht op de gewenste kennis, attitude en gedrag B5. Onze handhaving is ‘ educatief’ en waar nodig streng, gericht op het bereiken van maximaal gedragseffect B6. We bereiken specifieke doelgroepen als studenten of binnenstadsgebruikers om deze extra te faciliteren Vooral doelmatigheid: C7. De afvalketens zijn met DAR en ARN maximaal inzichtelijk en regionaal gesloten. Beleidstaken van GR MARN voor afval worden ondergebracht bij DAR. C8. Afvalinzameling en verwerking zijn technisch voorbereid op de te verwachten toekomst C9. Maatschappelijk verantwoord ondernemen krijgt waar mogelijk een plaats, waaronder social return vanuit de afvalketen.
In dit uitvoeringsplan wordt ingegaan op de achtergronden van deze doelen en op de implementatie van maatregelen die we voor het bereiken van deze doelen voorstellen.
3.1
A. Maximaal afval scheiden bij de bron 1e Doelstelling : Diftar versterken als de bron van grondstoffen Diftar: differentiatie van tarieven: de inzameling van restafval is duurder voor de burger dan herbruikbare stromen. In een diftar-systeem wordt voor onbruikbaar restafval een hoger tarief gerekend, dan voor herbruikbare stromen. Voor de groene zak wordt in Nijmegen betaald in tegenstelling tot de gratis inzameling van groente-,fruit- en tuinafval (GFT), papier, plastic, etc.) Diftar is de basis van de succesvolle afvalscheiding. Het is natuurlijk van belang om het gescheiden inleveren van herbruikbaar afval daarbij zo veel mogelijk te faciliteren. Dat betekent service verhogen op de gewenste stromen en ongewenste stromen ontmoedigen.
4
Onderbouwing van doelstellingen en maatregelen
Wat betreft hergebruik en duurzaamheid blijkt het Nijmeegse systeem van afvalinzameling en verwerking goed te scoren. Een belangrijk kenmerk van de Nijmeegse afvalinzameling is de ‘groene zak’ voor restafval. Met deze zak is uitwerking gegeven aan het principe ‘de vervuiler 1 betaalt’. Er wordt in dat kader ook wel gesproken over de “dure” zak. Dat de afvalzak en ons systeem duur is voor de burger, valt objectief overigens erg mee. Sterker nog: in andere gemeenten is de prijs hoger (Maastricht: €1,22 in 2013) en de Nijmeegse afvalbeheerskosten horen zelfs met de kosten van de afvalzak erbij tot de laagste van het land (zie ook: Kadernota hoofdstuk 4) Een ander kenmerk van onze afvalinzameling is het hoge serviceniveau voor de inzameling van herbruikbare stromen, zoals GFT en plastic afval. In Nederland blijken ‘diftar’-gemeenten aanmerkelijk meer afvalscheiding te realiseren dan ‘niet-diftar-gemeenten. Steeds meer 2 gemeenten gaan daarom over tot een vorm van diftar. In den lande zijn er daarbij verschillende vormen van het inzamelen van afval, die elk voordelen en nadelen hebben. Inzamelen met diftar en geprijsde afvalzakken blijkt zeer goed te werken. Hoewel de inzameling met afvalzakken milieutechnisch zonder meer succesvol is, kent deze methode ook nadelen zoals de Arbo-omstandigheden van de beladers van de inzamelvoertuigen. Het is daarom voor de verdere toekomst goed om deze methodiek te blijven vergelijken met andere systemen wat betreft scheiding van afval, service voor de burger en inzamelkosten. Keuzes op het gebied van doorbelasting en voor bepaalde inzamelmiddelen blijken zeer bepalend voor de resultaten op het gebied van afvalscheiding. Voorbeelden daarvoor zijn: o Een container voor restafval presteert op het gebied van afvalscheiding veel slechter dan een afvalzak; men kan er makkelijker grover afval en natte fracties in werpen o Wanneer men een tarief rekent voor GFT, wordt erg relatief weinig GFT opgehaald; zelfs als dit een heel laag tarief is o Gemeenten met een aparte minicontainer voor oud papier halen beduidend meer oud papier op, dan gemeenten die het door de inwoners zelf laten bundelen o Brengvoorzieningen (containers) voor kunststof verpakkingen leveren minder opbrengst dan ophalen aan huis met de zg “plastic hero zakken” De resultaten in andere gemeenten laten steeds duidelijker zien wat ‘best practice’ is. We willen daarom graag nog onderzoeken welke verbeteringen wat betreft inzamelmiddelen mogelijk zijn om ons diftar-systeem te verbeteren. Ook binnen het huidige inzamelsysteem zijn al snel verbeteringen mogelijk. Zo kan men denken aan een het inzamelen van blik of drankenkartons (melk- en sapverpakkingen) bij het plastic in de gratis “plastic Hero zak” voor kunststof verpakkingen. Deze stromen hoeven dan niet langer in de groene zak. Dat is in het voordeel van de burger en dit wordt als wens aangegeven in het digitale stadspanel. Over deze constructie wordt momenteel onderhandeld tussen VNG, producenten en het ministerie. Ons diftar-systeem scoort en moeten we daarom koesteren of zelfs uitbreiden: Doordat de burgers moeten betalen voor de zak (en daarmee voor restafval) is dit een stimulans om afval goed te scheiden. Alle huishoudens moeten daarvoor wel in staat zijn nuttige grondstoffen te scheiden en zich ook laagdrempelig daarvan te kunnen ontdoen. Door service en diftar gedifferentieerd als gerichte instrumenten in te zetten beogen we duurzaamheid te bevorderen door maximaal grondstoffen en energie uit afval te terug te winnen. Deze instrumenten hebben ook invloed op de kosten en de baten uit afval.
1
2
Een ‘dure zak’ – systeem is één van de manieren om het principe ‘de vervuiler betaalt’ vorm te geven. Andere manieren van tariefdifferentiatie (diftar) zijn (1) grootte van het huishouden, waarbij het aantal personen waaruit een huishouden bestaat bepaalt hoe hoog de afvalstoffenheffing is, (2) volume, waarbij het tarief afhangt van het volume van de minicontainer dat iemand gebruikt, (3) volume/frequentie, waarbij ‘volume’ wordt gecombineerd met het aantal keren dat de minicontainer daadwerkelijke aan de straat wordt gezet, (4) gewicht, waarbij het tarief afhangt van het gewicht van het afval dat wordt aangeboden. Ook is er een mengvorm van gewicht en volume/frequentie. Onlangs is in onze regio de gemeente Wijchen overgestapt op een diftar systematiek
5
Onderbouwing van doelstellingen en maatregelen
Maatregelen ter verbetering van diftar: Maatregel 1: Iedereen moet kunnen scheiden. We blijven streven naar het bieden van hoge service op grondstoffen en verleiden daarmee de inwoners om nuttig afval gescheiden aan te leveren. Ook binnen het huidige inzamelsysteem zijn verbeteringen mogelijk. Zo kan men denken aan een onderzoek naar het inzamelen van blik of drankenkartons (melk- en sapverpakkingen) bij het plastic in de gratis “plastic Hero zak” voor kunststof verpakkingen. Deze stromen hoeven dan niet langer in de groene zak. Dat is in het voordeel van de burger. Maatregel 2: We blijven onderzoeken of verbeteringen in afvalscheiding mogelijk zijn door andere inzamelmiddelen in te zetten of door te variëren met de verrekening van de kosten van afval. Maatregel 3:) Het invoeren van de halve zak (25 liter) – als service, maar ook als extra diftarprikkel. In een kleinere zak zal men minder snel onnodig afval doen. De halve zak kost 2/3 van de prijs van een grote, aangezien deze niet veel goedkoper te produceren is en duurder is om in te zamelen (dubbele handelingen voor zelfde hoeveelheid afval)
2e Doelstelling: Diffentiëren naar woonsituatie Het afvalbeleid krijgt een focus op de verschillen in leefsituatie tussen laag- en van hoogbouw. Iedereen moet in de gelegenheid zijn om afval te kunnen scheiden. We proberen dat optimaal te faciliteren. GFT heeft prioriteit. Het is logisch dat afvalscheiding in hoogbouw lastiger is dan in laagbouwwoningen. In hoogbouw is immers vaak minder ruimte voor opslag en deze opslag leidt daar eerder tot overlast. Sorteeranalyses maken duidelijk dat veel meer herbruikbaar afval, vooral GFT, achterblijft in het restafval van hooghouw (zie: Kadernota 2.4 en Uitvoeringsplan bijlage III). De voorwaarde dat elke burger iedere afvalstroom apart moet kunnen aanbieden, vraagt daarom om maatwerk gericht op de woonsituatie. Daarom hebben we specifiek beleid, waarmee verschil gemaakt wordt tussen bewoners van laagbouw en hoogbouw (beter: niet grondgebonden woningen) Het voorgestelde beleid gaat uit van de trend om steeds vaker (ondergrondse) containers voor 3 restafval in te zetten bij nieuwbouwcomplexen. Deze containers hebben dan ook een aantal voordelen op het gebied van logistiek, service en beeldkwaliteit. De inzameling kan op efficiënte wijze georganiseerd worden en burgers kunnen ieder moment van de dag kiezen om het afval wegbrengen. Verder wordt het straatbeeld niet langer ontsiert door zakken. Containers hebben echter ook een aantal nadelen. In een diftar systeem is de verleiding groot om restafval anoniem in een gratis container voor de herbruikbare afvalstromen te werpen. GFTcocons zijn om die reden in het grootste deel van de stad verwijderd, omdat vervuilde GFT alsnog verbrand moest worden. Verder nodigen containers uit tot bijplaatsingen van ander (grof) afval. Zeker als de containers op een meer anonieme opstelplaats staan. Hierdoor wordt het straatbeeld al snel ontsiert door zwerfafval. Tenslotte vragen ondergrondse containers om grote investeringen. Met het nieuwe beleid ondervangen we deze nadelen. We willen daarbij inzetten op altijd afval te kunnen scheiden en maken onderscheid tussen verschillende soorten woningen.
3
Op dit moment staat in bouwvoorschriften al de voorwaarde dat inpandige opslag van afval onderdeel moet uitmaken van nieuwbouw. Hier wordt in de praktijk echter heel vaak ontheffing voor gegeven. Het beleid sluit aan bij de gegroeide praktijk, maar beoogt dit te reguleren.
6
Onderbouwing van doelstellingen en maatregelen
•
Nieuwe hoogbouw: twee opties voor ondergrondse restafvalcontainers A. Inpandige opslag van grondstoffen Bij de ontwikkeling van een nieuwbouwcomplex wordt afvalscheiding expliciet mogelijk gemaakt door inpandige opslag van herbruikbaar afval met een hoog service niveau: Dar haalt inpandig op en houdt de containers schoon. GFT, oud papier en kunststof kunnen door bewoners op ieder moment ingebracht worden in een centrale opslagruimte. Restafval wordt buiten het complex ingezameld met ondergrondse containers met het afvalpasje, waarbij het diftar tarief op het pasje wordt doorbelast. De gemeente financiert in dat geval ondergrondse containers voor restafval bij het complex of bij de supermarkt in de buurt. Gezien serviceverlening op herbruikbaar afval heeft deze optie de voorkeur. B. Ondergrondse containers mee te nemen in bouwkosten Ondergrondse containers voor restafval worden bij de bouw in een project meegenomen door de projectontwikkelaar. In goed overleg met de gemeente worden 4 de containers op een adequate manier geplaatst . De ontwikkelaar betaalt de plaatsing, waarna de kosten voor beheer, onderhoud en vervanging door de gemeente overgenomen worden. Herbruikbare stromen zoals nu: plastic hero zakken en papier zelf te bundelen aan de straat. Daarnaast een bovengrondse afsluitbare container voor GFT met expliciete medewerking van de bewoners. Ondergrondse containers voor GFT worden niet toegepast, omdat deze altijd tot (stank-)overlast leiden. Voor GFT is dus alleen een bovengrondse container mogelijk, maar deze is dan goed afsluitbaar en alleen toegankelijk voor de bewoners zelf. Voorwaarde is dat minimaal 20% van de bewoners van een complex expliciet wil deelnemen aan deze vorm van GFTinzameling. Bij minder dan 20% of bij onverhoopte vervuiling worden geen containers 5 geplaatst en alsnog city-bins aangeboden aan individuele belangstellenden.
•
Bestaande hoogbouw, niet grondgebonden woningen: Groene zakken voor restafval, kunststofinzameling en papier zoals nu. GFT: Als eerste voorkeur herinvoering van bovengrondse verzamelcontainers voor GFT, maar nu met sleutel alleen toegankelijk zijn voor gemotiveerde bewoners. Alleen bij minder dan 20% deelnamebereidheid, of wanneer deze containers onverhoopt toch vervuilen, zullen we gemotiveerder bewoners een city-bin aanreiken om GFT te scheiden.
•
Laagbouw: Handhaven van huidige werkwijze van afval inzamelen, behoudens pilot-projecten met ondergrondse containers.
Maatregel 4: We maken in ons inzamelbeleid verschil tussen hoogbouw en laagbouw. Nieuwe grotere hoogbouwcomplexen krijgen de keuze tussen inpandig faciliteren van herbruikbaar afval of een door de gemeente gespecificeerd containerpark opnemen in de bouwkosten. De gemeente neemt daarna het beheer en onderhoud door Dar van de containers voor zijn rekening. Op ondergrondse containers word Diftar toegepast met een afvalpasje.
4
Bij het adequaat plaatsen van containers: denken we bijvoorbeeld juist aan het in het zicht opstellen in verband met bijplaatsingen, en ook aan juist een grotere loopafstand volgens het principe ‘omgekeerd inzamelen” (zie Kadernota 2.1) 5 Dit beleid sluit aan bij een werkwijze waar Dar mee begonnen is. De animo voor de sleutel van een afsluitbare GFTcontainer is volgens Dar rond 30%. Ondergrondse GFT inzameling is geen succes, omdat er altijd GFT onder in de schacht komt en dit niet schoon te houden is.
7
Onderbouwing van doelstellingen en maatregelen
3e Doelstelling: Nieuwe en logische inzamellocaties aanboren Scholen, supermarkten en verenigingen zijn plekken die door heel veel mensen een of meerdere keren per week bezocht worden. Het afvalbeleid haakt graag aan bij de ons gebruikelijke ‘verkeersstromen’ in het dagelijkse leven. Een manier om met ons beleid nog meer te scheiden bij de bron is door de bron op te zoeken. Dat doen we door plaatsen waar men vaak komt voor afvalinzameling te gaan gebruiken. Voorbeelden van aansluiten bij ‘high traffic’ zijn het (meer) inzetten van instellingen, scholen, supermarkten en doe-het-zelfzaken, omdat mensen daar toch al van nature naar toe gaan en dan ook vaak een tas of de auto bij zich hebben. • Basisscholen – het ‘scholenpakket’: Het streven is om de basisscholen te betrekken in het netwerk van inzamelpunten voor textiel en voor kleine huishoudelijke elektr(on)ische apparaten. Scholen ontvangen hiervoor per ingezamelde kilo textiel een vergoeding. Voor apparaten wordt géén vergoeding verstrekt. De samenwerking met scholen heeft als voordelen, dat: - er voor de burgers extra inzamelpunten ontstaan voor textiel; - de betrokkenheid en participatie van bewoners, in dit geval wordt vergroot; - het inkomsten oplevert voor de school - er een educatief element voor de kinderen ontstaat De textielcontainer en ook de minicontainer voor klein WEB zullen verrijdbaar zijn en ook elke dag inpandig of binnen de hekken geplaatst moeten worden. Dit omdat het gebruik van de container(s) anders mogelijk aanleiding geeft tot vervuiling van de openbare ruimte. We zetten in op basisscholen omdat de ouders daar meestal nog met hun kinderen meekomen. De samenwerking met scholen geven ook uitgelezen mogelijkheden voor ‘afval-educatie’. Zo kunnen scholen ons helpen als inzamellocatie, helpen we elkaar op het gebied van educatie en kunnen we scholen ondersteunen in hun afvalproblematiek. • Supermarkten – het ‘supermarktpakket’: Supermarkten zijn locaties waar nagenoeg elke burger met regelmaat komt. Een aanzienlijk deel van het huishoudelijke afval komt ook bij supermarkten vandaan zoals het meeste verpakkingsmateriaal. We willen supermarktlocaties daarom een belangrijkere positie laten vervullen in de inzameling van bepaalde huishoudelijke afvalstromen, en dat op een zodanige manier, dat het voordelig is voor zowel consumenten en supermarkten. Analoog aan scholen willen wij supermarkten gaan benaderen om als inzamelpunt te fungeren voor: - textiel, - (frituur)olie en - kleine elektr(on)ische apparaten Supermarkten ontvangen een vergoeding voor elke ingezamelde kilo textiel alsook voor elke kilo frituurolie. Voor kleine apparaten wordt geen vergoeding verleend. Dit “supermarktpakket“ wordt als één compleet pakket aangeboden. Het is geen optie om voor slechts 1 of 2 van deze afvalstromen als inzamelpunt te fungeren. Supermarkten die geen gebruik maken van dit aanbod, zullen ook niet zelfstandig één of meer van deze stromen kunnen inzamelen. De gemeente zal hiervoor als wettelijk verantwoordelijke voor de inzameling van huishoudelijk afval, geen medewerking meer aan verlenen. Door het uitsluitend als combinatiepakket toe te staan, denken we dat het effect het grootst is; de minder aantrekkelijke stromen (kleine elektrische apparaten) liften dan automatisch mee op de lucratieve stromen zoals textiel en frituurvet.
8
Onderbouwing van doelstellingen en maatregelen
Verder is ook hier uitgangspunt dat de inzamelmiddelen voor textiel, (frituur)olie en klein WEB na sluitingstijd inpandig gebracht zullen worden, zodat ze niet onbeheerd in de openbare ruimte blijven staan en dus geen bron van vervuiling kunnen vormen. • Detailhandel – het ‘doe-het-zelfpakket’: Het huidige netwerk aan detailhandelwinkels, die klein chemisch afvalstromen (KCA) innemen zal worden uitgebreid. De nadruk ligt daarbij op doe-het-zelfwinkels en verfwinkels, aangezien verf- en latexresten de bulk uitmaken van het aangeboden KCA. Tevens zal frequent aan deze locaties de nodige publicitaire aandacht worden gegeven, zodat ze de nodige bekendheid krijgen bij de burgers als afgiftepunt van KCA. Een recent voorbeeld een dergelijk alternatief inzamelpunt is de inleverbak van WeCycle voor spaarlampen bij alle Kruidvat-vestingen. Met alternatieve inzamelpunten kan de chemocar vervallen. Deze voorziening is relatief duur, slechts beperkt beschikbaar, haalt weinig op en leidt tot rommel op straat. Het positieve milieueffect van de chemocar is dan ook gering.
Maatregel 5: We gaan gericht inzetten op het inzamelen van specifieke afvalstromen bij scholen, instellingen, supermarkten en doe-het-zelfwinkels. We verhogen zo de service op herbruikbaar afval. Door het delen van de voordelen ‘snijdt het mes van twee kanten’ . Basisscholen willen we inzetten als inzamelpunten voor textiel en kleine elektrische apparaten. Supermarkten kunnen in combinatie met deze twee stromen ook frituurvet in gaan zamelen. Doe-het-zelf-winkels komen in beeld voor klein chemisch afval, zoals verfblikken en dergelijke. We willen de voordelen uit de inzameling met deze nieuwe partners delen.
3.2
B. Belevingswereld van de burger staat centraal Voor effectieve afvalscheiding, moet de gemeente eerst de mogelijkheid bieden dat burgers kunnen scheiden, om hen er vervolgens toe te bewegen om dit te willen, waardoor ze uiteindelijk daadwerkelijk ook hun afval gaan scheiden (respectievelijk: faciliteren, kennis, attitude en gedrag). In toenemende mate streeft de gemeente Nijmegen met al haar beleid naar actieve participatie van de burger. De veranderende verhouding tussen de inzet van de overheid en de eigen verantwoordelijkheid van de burger is juist bij afvalbeleid van belang. De burger zelf heeft immers de allerbelangrijkste rol om te komen tot afvalscheiding. Het aansluiten bij de leefwereld van onze inwoners is dan ook de allerbelangrijkste succesfactor. We houden daarom bij ons beleid steeds rekening met het feit dat de inwoners zelf de belangrijkste schakel zijn voor afvalscheiding. De diftar-methodiek betekent dat de vervuiler (meer) betaalt. Aan de andere kant moet de ‘grondstoffenredder’ voor zijn gedrag beloond wordt. Men moet dan wel in staat zijn, zelf door afvalscheiding de eigen kosten effectief te beïnvloeden. We willen als gemeente gewenst scheidingsgedrag faciliteren om dit gedrag te bevorderen. De gemeente kan haar inwoners hierbij helpen door een goed serviceniveau te bieden voor herbruikbare afvalstromen, en door te wijzen op het belang van actieve afvalscheiding. Afvalscheiding begint nu eenmaal bij het simpele besef en de eigen wil om dit ook daadwerkelijk te gaan doen bij het aanrecht. Omdat we ons realiseren dat de beleving van de inwoners zo belangrijk is voor ons beleid, hebben we onze beleidskeuzes ook voorgelegd aan het digitale klantenpanel. Het panel heeft met een uitzonderlijk hoge respons gereageerd en ondersteunt ons beleid. De inwoners van Nijmegen zijn erg gemotiveerd als het om afvalscheiding gaat. We vinden de resultaten van ons klantenonderzoek daarom extra belangrijk voor onze beleidskeuzes. Om die reden hebben we onze beleidskeuzes getoetst aan de resultaten van het klantenonderzoek. De samenvatting van de resultaten is opgenomen in hoofdstuk 6.
9
Onderbouwing van doelstellingen en maatregelen
4e Doelstelling: Strategisch inzetten op communicatie en voorlichting Afvalscheiding begint heel dicht bij de burger. Voor het motiveren van de inwoners van Nijmegen om hun afval beter te scheiden, willen we daarom communicatie beter vormgeven. Het digitale klantenpanel maakt duidelijk dat men van een aantal afvalstromen vaak niet eens weet dat deze gescheiden dienen te worden, zoals bijvoorbeeld van spaarlampen. Het belang van kennis, attitude en gedrag heeft implicaties voor communicatie. Het adequaat en doorlopend informeren van de inwoners van Nijmegen is een absolute voorwaarde om hen te verleiden tot het optimaal scheiden van het afval. We laten ons hierbij graag adviseren door een adviseur op het gebied van massacommunicatie. Naast de reguliere communicatie vanuit de gemeente en Dar vinden we het daarom belangrijk om de burger goed mee te nemen zowel met onze beleidsontwikkeling als bij de uitvoering van de voorstellen en maatregelen. Draagvlak zowel van politiek, als van de burger en aangesloten organisaties, is nodig om beleidsmaatregelen daadwerkelijk om te zetten tot rendement. Hierin hebben zowel de gemeente (beleid) als Dar (uitvoering) een opgave. We kunnen gezamenlijk onze communicatie verbeteren. Voor het implementeren van de maatregelen wordt in samenwerking van onze afdeling communicatie met de communicatieafdeling van Dar een communicatieplan opgesteld. Graag zien we dit communicatieplan jaarlijks terugkomen in de vorm van een actieplan, dat onderdeel is van de dienstverleningsovereenkomst (DVO) van gemeente en Dar. Voor een verbeterde communicatie is nu al een aanzet gegeven door Dar. Door bijvoorbeeld de gebruikelijke, jaarlijkse, afvalkalender van Dar op termijn aan te vullen met een “app” kan de informatie over afval actueel en specifiek per adres gegeven worden. Er zijn ook nog andere en alternatieve communicatiekanalen om burgers beter te bereiken. Onderzocht kan worden of informatie meegegeven kunnen worden bij of op de afvalzakken die iedereen koopt. Het invoeren van nieuwe maatregelen kunnen we meteen als communicatiemoment goed benutten. We kunnen de burger langs al die wegen en op een meer directe wijze aanspreken en motiveren. Maatregel 6: Het inzetten van nieuwe communicatiemethoden en middelen. - Voor het implementeren van de maatregelen wordt in samenwerking van onze afdeling communicatie met de communicatieafdeling van Dar een communicatieplan opgesteld. Dit krijgt het karakter van een actieplan. Dat actieplan laten we jaarlijks terugkomen als onderdeel van de dienstverleningsovereenkomst (DVO) van gemeente en Dar. - De gebruikelijke, jaarlijkse, afvalkalender van Dar gaan we aanvullen met een “app” zodat de informatie over afval specifiek en actueel toegesneden per adres gegeven kan worden. Met de invoering van een perceelsgebonden informatiesysteem gaat Dar met de tijd mee. - Onderzocht wordt of boodschappen meegegeven kunnen worden bij of op de afvalzakken die iedereen koopt. - Om de belevingswereld van de burger beter te doorgronden en zo nog gerichter te communiceren, willen we een specialist op het gebied van massacommunicatie en psychologie of een universiteit betrekken bij het ontwijken van nieuwe ideeën op het gebied van communicatie en gedragsbeïnvloeding.
5e Doelstelling: Eerst motiveren … dan pas handhaven Handhaving is een belangrijk element voor een succesvolle afvalinzameling. Wanneer we als gemeente onze intentie tot optimale afvalinzameling serieus nemen, zullen we burgers die het niet zo nauw nemen aan moeten spreken op hun verantwoordelijkheid bij het foutief aanbieden of dumpen van afval. Een visie op de effectieve handhaving van ons beleid is belangrijk. Omdat we de burger serieus nemen in zijn eigen verantwoordelijkheid, willen we niet inzetten op onmiddellijke strenge
10
Onderbouwing van doelstellingen en maatregelen
handhaving. We willen mensen eerst motiveren zich zelf verantwoordelijk te voelen voor het scheiden en correct aanbieden van zijn of haar afval. Dat doen we om die reden liever niet vanuit een paternalistische politierol. Een louter repressief beleid ligt met onze doelen niet voor de hand. De uitdaging is om mensen eerst op een positieve manier te motiveren om de stap van “kunnen” naar “willen” te maken. We kunnen dit als gemeente niet alleen. We zullen als gemeente wegen moeten zoeken om hierover met de burgers in gesprek te gaan. Daarom blijven we afval als onderwerp bespreken in onze samenwerking met wijkplatforms, woningbeheerders en verenigingen van eigenaren. Er zal altijd een categorie inwoners blijven die blijft proberen “quick en dirty” van het afval af te komen. Dat we dus zullen moeten handhaven en dus sanctioneren staat buiten kijf. De (milieu-) belangen voor de stad zijn serieus genoeg om grenzen te trekken voor diegene die hun eigen verantwoordelijkheid niet aankunnen en er moedwillig ‘een zooitje van maken’.De volgorde is dan wel om eerst in gesprek gaan, dan te waarschuwen en uiteindelijk pas sanctioneren. Maatregel 7: Handhaving is belangrijk voor succesvol afvalbeleid. De nadruk op de eigen verantwoordelijkheid vraagt om effectieve wegen om burgers expliciet op die eigen verantwoordelijkheid te wijzen, wanneer ze het niet zo nauw nemen met hun afval. Onze handhaving gaat uit van een protocol, waarbij expliciet pas met sancties corrigerend wordt opgetreden nadat ‘afval-overtreders’ met een ‘goed gesprek’ op hun verantwoordelijkheden gewezen zijn. Wanneer dit geen verbetering oplevert en waarschuwingen niets uitrichten wordt uiteindelijk wel gesanctioneerd.
6e Doelstelling: Doelgroepen gericht benaderen (studenten en binnenstad) Doelgroepen als studenten of bewoners en ondernemers in de binnenstad vragen door hun specifieke situatie om een speciale benadering als het om afval gaat. Bepaalde doelgroepen vragen in Nijmegen een gerichte benadering voor een succesvol afvalbeleid vanwege hun specifieke situatie. Als doelgroepen identificeren we studenten, bewoners van de binnenstad en (in het verlengde daarvan) binnenstadsondernemers. Studenten in SSHN-complexen met onzelfstandige wooneenheden Voor de SSHN-complexen met onzelfstandige wooneenheden bestaan gezien de specifieke samenlevingsvorm aparte beleidslijnen voor een aantal afvalstromen (Het gaat hier om de zogenaamde ‘gangen’- complexen) • Restafval: Als enige uitzonderingssituatie is het toegestaan om restafval bij deze complexen in te zamelen met verzamelcontainers. Deze verzamelcontainers worden zoveel mogelijk afsluitbaar gemaakt, zodat ze alleen toegankelijk zijn voor de studenten van het betreffende studentencomplex. De SSHN heeft deze actie al voortvarend opgepakt toen duidelijk werd dat afval van andere huishoudens daar naar toe gebracht werd. • Oud papier en karton: Voor de inzameling van oud papier en karton kan als uitzonderingssituatie gebruik gemaakt worden van bovengrondse (blauwe) verzamelcontainers. Voor de inzameling van de overige huishoudelijke afvalstromen gelden dezelfde beleidsregels als die voor alle andere inwoners van Nijmegen gelden. Ondernemers en bewoners van het stadscentrum In het winkelcentrum van de binnenstad vinden we zeer geconcentreerde bewoning naast een veelvoud van kleinere en grotere ondernemingen. Daarnaast is het stadscentrum slechts beperkt toegankelijk vanwege de stadsafsluiters.
11
Onderbouwing van doelstellingen en maatregelen
Bedrijfsafval is geen gemeentelijke taak, aangezien ondernemers geacht worden zelf een contract af te sluiten met een (commerciële) afvalinzamelaar. Wel vinden zowel gemeente als gebruikers van de binnenstad het belangrijk dat het er schoon is. Het aanbieden van afval aan commerciële verwerkers is lastig te reguleren, omdat men het afhankelijk van het contract dagelijks aan de straat kan plaatsen. Daarom willen we hier als gemeente meer grip op krijgen. • We willen in goed overleg met ondernemers beleid ontwikkelen, waarmee het aanbieden van afval beter gereguleerd kan worden. Een mogelijkheid is om het aanbieden van afval door winkeliers te beperken tot voor en na de openingstijden. Met de gedifferentieerde venstertijden voor de stadsafsluiters is hiermee een begin gemaakt en kunnen we dit verder reguleren. Schonere inzamelvoertuigen krijgen ruimere venstertijden om het centrum in te rijden. • Bewoners en ondernemers leven intensief samen in het centrum. Daarom gaan we de mogelijkheden onderzoeken om de afvalstromen gezamenlijk in te zamelen. Dar gaat dit regisseren. Het streven is om de commerciële contracten van de binnenstadondernemers door Dar te laten beheren met de huidige commerciële inzamelbedrijven in onderaanneming. Afval is dan de ‘content’ van dezelfde container die door Dar beheert wordt; vergelijkbaar met de kabel of het energienet. In andere steden werkt dit al (Deventer). Wanneer hier een pilot voor ingericht wordt met ondergrondse containers en afvalpasjes, is het wel belangrijk om de verantwoordelijkheden helder te hebben. De gemeente heeft immers in principe geen belangen bij het inzamelen van bedrijfsafval en moet dit probleem niet op de schouder nemen. In principe zou het initiatief bij de ondernemers moeten liggen, maar we kunnen hier als gemeente wel faciliteren.
Maatregel 8: Bepaalde doelgroepen vragen een gerichte benadering voor een succesvol afvalbeleid vanwege hun specifieke situatie. Voor studenten die wonen in ‘gangen-complexen’ blijven we in nauw overleg met de SSHN specifiek beleid maken om de kansen op afvalscheiding te verhogen. Voor studenten worden daarvoor soms uitzonderingen op het beleid gemaakt (bijvoorbeeld: gesubsidieerde afvalzakken, bovengrondse afsluitbare papiercontainers, etc.) . Maatregel 9: In goed overleg met ondernemers en bewoners van de binnenstad gaan we samen met Dar onderzoeken of gezamenlijke inzameling van bedrijfs- en huishoudelijk afval een optie is. Zo mogelijk zetten we een pilot op om hier ervaring mee op te doen.
3.3
C. Toekomstbestendige keuzes voor Nijmegen 7e Doelstelling: Regionale ketens versterken met Dar en de ARN We bieden Dar de kans zich verder te ontwikkelen tot uitvoerder en dé adviseur voor het uitvoerende beleid van onze afvalinzameling en –verwerking. De adviestaken op het gebied van afval zijn van GR MARN verschoven naar Dar. ARN speelt een belangrijke rol om de afvalketen regionaal te sluiten. Het opdrachtgeverschap, de beleidsautonomie en dus de uiteindelijke keuzes voor onze inwoners blijven bij ons als gemeente. Vanaf 2012 zijn zeven regiogemeenten als aandeelhouder toegetreden tot Dar. De regionalisering stelt Dar voor de uitdaging om samen met die regiogemeenten een solide regionale afvalketen op te bouwen. Dar speelt de komende jaren in toenemende mate een grote rol als belangrijkste schakel in die afvalketen. We willen als grootste gemeentelijk opdrachtgever
12
Onderbouwing van doelstellingen en maatregelen
Dar daarom graag positioneren als dé regionale regisseur en adviseur voor de uitvoering van ons gemeentelijk afvalbeleid. De voordelen zijn evident met bijvoorbeeld de schaalvergroting bij het verwerken en vermarkten van afvalstromen. Ook rekenen we op een hoger milieueffect. Omdat Dar een centrale positie gekregen heeft als adviseur op het gebied van afval, zijn adviserende taken en afvalprojecten van GR-MARN naar Dar verschoven. Door deze ontwikkeling en het vormen van een RUD voor andere milieutaken in onze regio, zijn veel taken van de GR-MARN vervallen. GR MARN blijft sterk afgeslankt bestaan om zorg te dragen voor de aandelenportefeuille van de gemeenten in ARN en als schakel om de gemeenten regionaal te verbinden met hun opdrachtgeverrol naar Dar en ARN. De centrale regie op de uitvoering van ons beleidsplan ligt bij Dar. Het beleid moet daarbij over de strikte gemeentegrenzen heen durven kijken. Een voorbeeld van samenwerking is het werken aan een extra milieustraat samen met de gemeente Wijchen. Een ander voorbeeld is het maken van een plan voor het inrichten door Dar van bepaalde afvalstromen op regionaal niveau (zoals bijvoorbeeld textiel). In de toekomst kan Dar zich voor de gemeente Nijmegen ontwikkelen tot een daadkrachtige uitvoeringsorganisatie voor het stadsbrede beheer van de openbare ruimte. De inzet van Dar is keihard nodig voor de uitvoering van dit beleidsplan. Het is aan Dar om de beoogde inzamelstructuren te realiseren en daarvoor de hierboven beschreven samenwerking met partners als scholen, supermarkten en de detailhandel tot stand te brengen. Ook zal Dar ons moeten ondersteunen in ons doelgroepenbeleid. De feitelijke inzameling van de betreffende afvalstromen kan door Dar zelf dan wel door een derde partij onder regie van Dar plaatsvinden. Een en ander in nauw overleg met ons als gemeente. Uitgangspunt is wel dat onderaanneming voor partners en doelgroepen geen verschil mag maken in het service- of vergoedingenniveau van hun medewerking. Samen met Dar en ARN is het streven om product- en afvalketens zo veel mogelijk op regionaal circulair te sluiten. We willen graag de kringloop van afval tot grondstof (en van product tot afval) maximaal inzichtelijk krijgen. Sommige zaken kunnen daarbij een bovenregionale uitstraling krijgen. Hierin pas bijvoorbeeld een marktverkenning door ARN voor een sorteerinstallatie van kunststofverpakkingen, zeker wanneer we blik en drankpakken in de gratis Plastic Herozak toe willen voegen. Uitsluitend onze regio is hiervoor waarschijnlijk te klein. Maatregel 10 : We willen als grootste gemeentelijk opdrachtgever Dar graag positioneren als dé regionale regisseur en adviseur voor de uitvoering van ons gemeentelijk afvalbeleid, maar ook om de voordelen van schaalvergroting optimaal te benutten. De taken op het gebied van afvalbeleid van GR MARN verschuiven naar Dar. ARN gaan we nog beter benutten als een belangrijke schakel in deze afvalketen. Daarnaast gaan we in goede samenwerking met regiogemeenten inzetten op die projecten die de regionale afvalketen kunnen versterken.
8e Doelstelling: Nijmegen technisch voorbereiden op de toekomst We kiezen ervoor om fundamentele, stadsbrede, systeemwijzigingen pas in te voeren, wanneer deze landelijk of door pilots ‘bewezen’ goede resultaten opleveren. We proberen steeds bij voorgestelde verbeteringen te focussen op de verwachte toekomstige technische opties. Het Nijmeegse afvalsysteem moet klaar zijn voor die toekomst, maar voorlopig flexibel genoeg om zich aan te kunnen passen. Op inzamelgebied is een ontwikkeling zichtbaar waarbij de inzameling verdergaand gemechaniseerd wordt. Voorbeelden hiervan zijn inzamelvoertuigen zonder handmatige beladers en grote ondergrondse verzamelcontainers. Beide ontwikkelingen vragen weliswaar forse investeringen, maar leiden ook tot meer efficiëntie en een verlaging van de personele kosten. De ARBO-voordelen voor beladers van afvalvoertuigen zijn evident. Op tal van plaatsen in Nederland wordt geëxperimenteerd met alternatieve maatregelen om afvalscheiding te optimaliseren. Voorbeelden zijn een zeer hoge service op hergebruik, het drastisch verlagen van service op restafval (‘omgekeerd inzamelen’ – zie kadernota 2.1), het
13
Onderbouwing van doelstellingen en maatregelen
combineren van verschillende afvalstromen binnen één inzamelmiddel en het belonen van herbruikbaar afval met een vergoeding. Veel experimenten laten hoopvolle resultaten zien. Al deze ontwikkelingen verkeren echter ook nog in het experimentele stadium en kennen (milieu-) technische, gedragsmatige en financiële nadelen of onzekerheden. De ervaring leert daarbij ook dat de eenmaal ingeslagen wegen in afval-inzamelmethodiek zeer moeilijk weer ‘terug te draaien’ zijn, wanneer de stad er eenmaal aan gewend is. Keuzes op het gebied van afvalinzameling leiden in de regel ook tot hoge investeringen en een bestendige koers is nodig om deze investeringen verantwoord te kunnen doen en terug te verdienen. Een beleidsmatige afweging is 6 dus eerst nodig om de juiste keuzes te maken. In Nijmegen blijven we voorlopig aan de inwoners vragen het afval vooraf gescheiden aan te leveren. We gaan de komende periode ook gewoon door met aanlevering door middel van afvalzakken. Het is daarbij wel belangrijk om bij eventuele meer beperkte systeemwijzigingen, terdege rekening te houden met toekomstverwachtingen. Het is niet de bedoeling dat technische keuzes van nu, de toekomstige ontwikkelingen belemmeren. De toekomst wijst nu vooral op de tendens van ‘omgekeerd inzamelen’ als een filosofie met grote mogelijkheden. Voordat men echter besluit tot grote investeringen hiervoor, kan men de techniek beter eerst uittesten op beperkte schaal om ervaring op te doen en onderbouwde en doorgerekende plannen te maken. Gecontroleerde ‘pilots’ op een beperkte schaal zijn een goed middel om technische verbeteringen eerst uit te proberen en te zien of inwoners erdoor gemotiveerd worden. Dit kan bijvoorbeeld bij één nieuwbouwcomplex en supermarkt of een relatief afgezonderd stadsdeel als Nijmegen Noord. Zo is een wijk als Grootstal al grotendeels voorbereid op ondergronds inzamelen en kan een experiment met omgekeerd inzamelen daar waarschijnlijk tegen geringe kosten uitgevoerd worden. Ook kan men bijvoorbeeld kunststof verpakkingen ondergronds inzamelen met ondergrondse perscontainers bij supermarkten. Het doen van ‘pilot’ heeft daarnaast het psychologische effect dat het mensen mobiliseert en enthousiasmeert. Het is een stimulans om betrokkenheid te genereren en de bewoners te laten participeren. Daarmee creëren we een voorbeeld functie, voor de gedragsveranderingen waar we naar zoeken. Pas na een gedegen onderzoek moet men stadsbrede invoering overwegen van nieuwe methodieken. We hebben de eerste stappen naar de toekomst en een nog beter systeem nu al gezet . Besloten is om alle huishoudens een afvalpasje als toegang voor milieustraten te gaan verstrekken. Dit pasje kan ook prima ingezet worden om diftar verder te ondersteunen. De huidige ondergrondse containers, zijn al voorbereid op het gebruik van het toegangspasje. In de toekomst kunnen we kosten per inworp via het pasje eenvoudig doorbelasten, waardoor ‘containergebruikers’ geen groene zakken meer hoeven te kopen. Ook hier doen we eerst een pilot voordat we ingrijpende voorstellen voor de hele stad zullen doen. Maatregel 11: We besluiten om in ieder geval nog de komende 5 jaar met afvalzakken door te gaan, om Dar daarmee op verantwoorde wijze te kunnen laten investeren (bijvoorbeeld in meer 2compartimenten voertuigen bij Dar) Hierdoor kunnen we kosten van de DVO met Dar laag houden. We volgen de ontwikkelingen in de afvalwereld. Wanneer daar aanleiding voor is gaan een vergelijkend scenario onderzoek naar andere (diftar-) aanbiedingsvormen uitvoeren, met een doorrekening van alternatieven. Scenario’s die hieruit komen leggen we dan voor aan de Raad voor de keuzes naar de verdere toekomst. Maatregel: 12: We doen een pilot ondergrondse inzameling bij een nieuw hoogbouwcomplex of supermarkt. En daar waar nu al gebruik gemaakt wordt van ondergrondse containers (bijvoorbeeld Grootstal) gaan we het afvalpasje als tariefpasje inzetten voor het doorbelasten van diftar. Dit verhoogt de service omdat men niet langer speciale dure zakken hoeft te kopen en verlaagt de kosten omdat nu zeker niet iedereen die zakken gebruikt en aan het afval meebetaalt.
6
Bijvoorbeeld: wanneer we doorgaan met zakken, kan Dar meer tweecompartimenten voertuigen aanschaffen: Voordeel rest / kunststof: in één ronde inzamelen. Als we minicontainers zouden gaan gebruiken geven we juist veel geld uit aan deze containers en bijbehorende voertuigen.
14
Onderbouwing van doelstellingen en maatregelen
9e Doelstelling: Maatschappelijk verantwoord ondernemen Afvalbeleid kan creatief ingezet worden om kansarmen, maatschappelijke en commerciële organisaties te laten participeren. Verder is het doel om uitbuiting en milieuschade elders te voorkomen. Maatschappelijk verantwoord ondernemen krijgt steeds meer aandacht. Het blijft daarbij niet alleen bij het streven om steeds meer inzamelvoertuigen op groen (bio-)gas te laten rijden. Nijmeegse afvalinzameling omvat kringloopwinkels met gesubsidieerde arbeidsplaatsen, die een actieve schakel in de afvalketen vormen. Nieuw beleid streeft dan ook naar het bevorderen van ‘social return’, dus naar arbeidsparticipatie van kansarme groepen. De afvalbranche als ‘bedrijfstak’ biedt hier volop kansen en met Dar is afgesproken dat 5% ‘social return’ een vaste voorwaarde wordt voor de komende DVO’s. Dar heeft dit jaar een werkorganisatie ingericht met als belangrijke doelstelling mensen met afstand tot de arbeidsmarkt naar een regulier baan te begeleiden. We streven naar een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid en ‘win-win’ oplossingen, waarbij maatschappelijke organisaties en bedrijven kunnen participeren in ons afvalbeleid. Scholen en maatschappelijke instellingen, worden naast supermarkten ingezet als schakel bij inzameling. Ze mogen meeprofiteren van de revenuen. Een ander voorbeeld is detailhandel aan te spreken op hun producentenverantwoordelijkheid, om restproducten terug te nemen van hun klanten. Ook stellen we graag hoge eisen aan de verantwoorde verwerking van ons gescheiden afval. Een zwarte keerzijde van hoge prijzen voor afval, is het risico van export van afvalproblematiek naar ontwikkelingslanden (bijv. textiel, elektrische apparaten en gevaarlijke stoffen). In arme exportlanden wordt afval vaak onder erbarmelijke arbeidsomstandigheden verwerkt of alsnog gestort of verbrand met dramatische milieueffecten ter plaatse. De ‘afvalindustrie’ in die landen kan leiden tot vormen van vervuiling en uitbuiting, waar we in Nijmegen niet aan mee wensen te werken. Om deze reden is het belangrijk om van de verschillende afvalstromen de hele keten inzichtelijk te maken. Maatregel 13: We streven naar een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid en ‘win-win’ oplossingen, waarbij maatschappelijke organisaties en bedrijven kunnen participeren in ons afvalbeleid. Scholen en maatschappelijke instellingen, kunnen naast supermarkten worden ingezet als schakel bij inzameling. We delen de voordelen van afval met maatschappelijke instellingen; we helpen elkaar zo. Ook stellen we sociale eisen aan het werk in onze afvalbranche, zodat dit werk een rol heeft in het begeleiden van kansarmen naar de arbeidsmarkt. Maatregel 14: We streven naar een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid en ‘win-win’ oplossingen, waarbij maatschappelijke organisaties en bedrijven kunnen participeren in ons afvalbeleid. Scholen en maatschappelijke instellingen, kunnen naast supermarkten worden ingezet als schakel bij inzameling. We delen de voordelen van afval met maatschappelijke instellingen; we helpen elkaar zo. Ook stellen we sociale eisen aan het werk in onze afvalbranche, zodat dit werk een rol heeft in het begeleiden van kansarmen naar de arbeidsmarkt.
15
Wet- en regelgeving
4
Wet- en regelgeving Wettelijk en gemeentelijke kaders Met de Wet Milieubeheer heeft de gemeente de zorgplicht voor de inzameling en verwerking van huishoudelijk afval. Het LAP-2 (het Landelijk Afvalbeheerplan 2009-2021) heeft deze zorgplicht vertaald naar een taakstellend beleidskader voor de gemeenten. De landelijke doelstelling is om in 2015 minimaal 65% van het huishoudelijk afval voor hergebruik te scheiden. In 2011 was het landelijk gemiddelde 52%. Raamovereenkomst Verpakkingen Recentelijk speelt in de landelijke politiek de discussie over het nieuwe Raamovereenkomst Verpakkingen tussen de rijksoverheid, het verpakkende bedrijfsleven en de gemeenten. Deze overeenkomst regelt de werkwijze en vergoedingen voor het in te zamelen verpakkingsmateriaal. Alle verpakkingen in de supermarkt kennen een kleine opslag, waarmee de inzameling en verwerking van verpakkingsafval vergoed wordt via de landelijke stichting NedVang (“Nederland van afval naar Grondstof”). Dit akkoord is dus een belangrijk gegeven voor de activiteiten van de gemeenten op het gebied van afval. De vergoedingen aan de gemeenten worden er immers mee gefinancierd. Het voorstel is door staatssecretaris Atsma aangeboden, maar nog niet door de VNG geaccordeerd. Onderdeel van het Verpakkingenakkoord is het voornemen om het statiegeld op grote PETflessen af te schaffen. De maatschappelijke en politieke discussie over het akkoord richt zich vooral op deze beoogde vrijheid voor het verpakkend bedrijfsleven om geen statiegeld meer op grote PET-flessen te heffen. De gedachte daarbij is dat gemeenten deze flessen eenvoudig mee kunnen nemen in de gescheiden inzameling van kunststof verpakkingen. Het jammer om deze stroom kunststof niet te behouden. Het statiegeld systeem loopt goed e leidt met bijna 100% recycling tot nieuwe flessen. Het afschaffen van statiegeld heeft naast milieu effecten, ook grote praktische en financiële consequenties voor de gemeenten. De inzameling van kunststof zal er substantieel door uitbreiden en het kan mogelijk ook tot meer zwerfafval leiden. Om deze reden heeft de gemeente Nijmegen met bijna 100 andere gemeenten dan ook geprotesteerd tegen dit akkoord. Voor het verpakkingenakkoord heeft de VNG de afgelopen zomer een adviescommissie om advies gevraagd (Commissie Van der Vlist) Deze commissie kwam tot de conclusie dat statiegeld op petflessen onder voorwaarden afgeschaft kan worden. Er wordt nog onderhandeld over de inzamelvergoedingen aan de gemeenten. Regelgeving op het gebied van afval in Nijmegen Nijmegen kent geen aparte afvalstoffenverordening. Regelgeving op het gebied van afval zijn opgenomen in de APV (hoofdstuk 4). Leges (bijvoorbeeld de prijsstelling voor afval bij de milieustraat) is geregeld in de legsverordening. Verder kennen we in Nijmegen de afvalstoffenheffing (wordt tegelijk met de OZB geheven) en de afvalstoffenheffing op de groene vuilniszak. Afval in het programma Openbare Ruimte Afvalinzameling en stadsreiniging zijn in Nijmegen ondergebracht bij het programma Openbare Ruimte en daarmee vanzelfsprekend onderdeel van breder beleid op het gebied van openbare ruimte. Voor het algemene beleid op het gebied van openbare ruimte geldt tot nu toe het credo “schoon, heel en veilig” Daarom willen we bijvoorbeeld zo min mogelijk lelijke containers die onze openbare ruimte ontsieren. Verder moeten we ons realiseren dat, wanneer het aanbieden van afval onevenredig duur of te lastig wordt voor burgers, we meer ‘illegaal dumpgedrag’ kunnen verwachten. Bij keuzes op het gebied van afvalinzameling moet daarom rekening gehouden worden met het voorkomen van zwerfafval en dumpgedrag, waardoor de kosten voor stadreiniging zullen stijgen. Beleid voor openbare ruimte is kaderstellend voor afvalbeleid: doeltreffend afvalbeleid is een voorwaarde voor een schone openbare ruimte.
16
Sorteeranalyse van samenstelling restafval
5
Sorteeranalyse van samenstelling restafval RESTAFVAL 2012; Laagbouw SAMENSTELLING OP BASIS VAN GEWICHT
Hoogbouw
gewogen gemidd. 60% LB
GFT
27,7%
50,5%
Gft excl. Tuinafval
26,0%
44,0%
Tuinafval PAPIER/KARTON HERBRUIKBAAR
1,7%
6,5%
9,1%
6,3%
8,0%
LUIERS
6,0%
4,5%
5,4%
DRANKENKARTON
4,9%
3,2%
4,3%
14,0%
8,8%
11,9%
Kunstof Nedvang
8,2%
5,2%
7,0%
Kunststof overig
5,8%
3,6%
GLAS (GLASBAK)
5,3%
3,4%
4,5%
TEXTIEL
4,3%
2,4%
3,5%
Textiel excl. Schoeisel
3,2%
1,8%
Schoeisel
1,2%
0,6%
METAAL Metaal verpakking
5,6%
3,8%
4,9%
5,0%
3,3%
4,4%
Metaal niet verpakking
0,6%
0,4%
APPARATEN
0,4%
0,4%
0,4%
HOUT
0,4%
0,2%
0,3%
STEEN/PUIN
1,3%
0,5%
1,0%
0,10%
0,05%
0,1%
ZEEF 0-20 MM
7,9%
6,5%
7,4%
OVERIG REST
13,0%
9,4%
11,6%
100,0%
100,0%
100,00%
KUNSTSTOFFEN TOTAAL
KCA
TOTAAL
Herbruikbaar of beter gescheiden te verzamelen
36,8%
61,6%
17
Wat vind Nijmegen zelf? Digitaal stadpanel.
6
Wat vind Nijmegen zelf? Digitaal stadpanel. Samenvatting klantenpanel De wijze waarop nu in Nijmegen het afval gescheiden wordt ingezameld vindt over het algemeem steun bij het Nijmeegse stadspanel. Tevens is er draagvlak voor plannen om oude elektrische apparaten gratis in te leveren bij winkels die dergelijke apparaten verkopen. Driekwart kiest liever voor de groene zak wanneer dezelfde hoeveelheid afval in een wat duurdere ondergrondse container ingeleverd kan worden. Een meerderheid ondersteunt het idee van een afvalpas voor de Milieustraat. En als het aan het panel ligt, mag er ook een gescheiden inlevermogelijkheid komen voor blik, sap-en zuivelpakken. Dat zijn enkele belangrijke conclusies naar aanleiding van een peiling onder het Nijmeegse stadspanel in 2012 over de gescheiden afvalinzameling. Peiling draagvlak nieuw afvalbeleid Hoewel Nijmegen een van de hoogst scorende gemeenten is op het gebied van hergebruik, blijkt uit sorteeranalyses van de groene zak dat nog ongeveer 60% van de inhoud kan worden hergebruikt. Het gemeentebestuur heeft plannen om de gescheiden inzameling van afval verder te verbeteren. Hiermee draagt de gemeente bij aan energiebesparing en aan klimaat- en duurzaamheidsdoelstellingen. De afdeling Openbare Ruimte, verantwoordelijk voor het afvalbeleid, heeft de afdeling Onderzoek en Statistiek gevraagd een peiling te houden onder Nijmegenaren om te achterhalen hoe zij staan tegenover bepaalde inzamelsystemen. Hiervoor is voorjaar 2012 het Nijmeegse digitale stadspanel bevraagd. Bijna 1.700 panelleden hebben hieraan meegdaan. Inlevergedrag nog niet vlekkeloos Niet alleen uit sorteeranalyses blijkt dat nog veel te halen is uit de gescheiden afvalinzameling. Ook uit de woorden van panelleden zelf komt naar voren dat zij bepaalde producten nog niet op de juiste wijze gescheiden inleveren. Dat geldt bijvoorbeeld voor oude spaarlampen waar kwik in zit. Een kwart van de ondervraagden maakt kenbaar dat zij dit niet op de gewenste manier inlevert. Met name onder jongeren bestaat hiervoor een indicatie. Motief voor gescheiden inlevering hoopvol voor toekomst Ongeveer twee derde van de ondervraagden geeft aan dat besparing op de kosten (van de groene zak) niet uitsluitend een reden is om afval gescheiden in te leveren, maar dat ook milieumotieven hierbij een rol spelen. Dit resultaat is bemoedigend voor plannen waarbij burgers steeds meer wordt gevraagd mee te werken aan de gescheiden afvalinzameling. Behalve draagvlak voor gescheiden inzameling plastic afval, ook voorkeur voor huidige inzamelmethode Een groot deel van het panel (83%) maakt kenbaar het nuttig te vinden om plastic afval gescheiden in te zamelen. Het grote draagvlak is in brede lagen van het panel te zien (zowel bij jongeren als ouderen, in alle stadsdelen, bij alle huishoudenstypen, etc.). Er is ook steun voor de huidige inzamelmethode. Een meerderheid (60%) vindt namelijk de huidige manier van ophalen via een speciale plastic zak beter dan het inzamelen ervan via een ondergrondse container. Vooral in Nijmegen-Noord vindt men meer plekken nodig voor gescheiden inlevering Bijna de helft van de ondervraagden vindt dat er meer plekken in de stad nodig zijn om de diverse soorten afval gescheiden in te leveren. In Nijmegen-Noord (62%) wordt dat wat meer dan gemiddeld (48%) gevonden. In Lindenholt en Oud-West vindt men dit wat minder dan gemiddeld nodig. Lindenholt en Oud-West liggen ook wat dichter bij het centrale depot aan de Kanaalstraat 7 dan de meeste andere stadsdelen.
7
Op dit moment is de route vanuit Noord naar de Milieustraat wat omslachtiger dan vanuit de meeste andere stadsdelen. Met de komst van de Oversteek (de nieuwe stadsbrug) zal de bereikbaarheid van de Milieustraat vanuit Noord wellicht verbeteren.
18
Wat vind Nijmegen zelf? Digitaal stadpanel.
Kleine meerderheid heeft voorkeur voor glasbakken bij supermarkten, behalve bewoners in Centrum Een kleine meerderheid (55%) van het panel geeft te kennen dat zij liever glasbakken bij supermarkten ziet dan in woonbuurten, om herrie en zwerfvuil in woonbuurt te voorkomen. Bewoners in Centrum vinden dit minder dan bewoners uit andere stadsdelen. Driekwart heeft liever dat restafval wordt ingezameld via groene zak dan via ondergrondse container Wanneer panelleden wordt gevraagd of ze het restafval via de groene zak (kosten € 0,71 per zak) willen aanbieden dan wel via een ondergrondse container (wanneer deze bijvoorbeeld € 1,10 zou kosten voor dezelfde hoeveelheid afval), kiest driekwart voor de groene zak. Deze groep is duidelijk groter dan de groep die kiest voor een ondergrondse container (18%). Etagebouwbewoners (25%) spreken wat meer hun voorkeur uit voor het ondergrondse alternatief dan bewoners in laagbouwwoningen (15%). Speciale rolcontainer voor oud papier slaat nog niet erg aan Nijmegenaren staan nog niet echt te trappelen om oud papier in te leveren via een blauwe rolcontainer ter grootte van een gft-container, zoals in enkele andere gemeenten reeds gebeurt. Ongeveer vier op de tien (39%) maken kenbaar hier wel voor te voelen. Bijna de helft (47%) laat weten dat de huidige inlevermogelijkheid (één keer per maand gebundeld of in een doos meegeven aan de oud papierwagen) haar voorkeur heeft boven een rolcontainer. Gratis inleveren van oude elektrische apparaten bij winkels vindt over het algemeen steun Het gratis inleveren van oude elektrische apparaten (bijvoorbeeld koffiezetapparaten, waterkokers, magnetrons, stofzuigers) bij winkels die dergelijke apparaten verkopen vindt over het algemeen ondersteuning bij het panel. Zeker zeven op de tien (72%) zeggen namelijk het prettig te vinden als deze mogelijkheid wordt geboden. Een veel kleinere groep (17%) vindt dit niet nodig en de rest (11%) heeft geen voorkeur. Reacties op mogelijke plaatsing kledingcontainers bij scholen vooral vrij neutraal Op dit moment staan er ongeveer 40 kledingcontainers in de stad voornamelijk bij winkelcentra en andere voorzieningen maar nog niet op terreinen van (basis)scholen. Op de vraag of er containers voor kleding geplaatst moeten worden bij scholen is er een grotere groep (37%) die hierachter staat dan de groep die hier niet achter staat (20%). Maar relatief groot is de groep (43%) die zich ten aanzien hiervan nogal indifferent opstelt (neutraal is of geen mening heeft). Meerderheid staat achter het idee van een afvalpas voor Milieustraat Ongeveer zes op de tien ondervraagden (59%) staan achter het idee van een afvalpas voor de Milieustraat om de kosten voor het gebruik aan niet- Nijmegenaren in rekening te brengen. Deze groep is zeker drie keer zo groot als de groep (19%) die daar geen voorstander van is. Gescheiden inlevermogelijkheid voor blik, sap- en zuivelpakken vaak genoemd bij suggesties Bij de suggesties die panelleden zelf mochten aandragen om de gescheiden inzameling van afval in Nijmegen te verbeteren, worden gescheiden inlevermogelijkheden voor blik, sap- en zuivelpakken vaak genoemd. In samenhang hiermee noemt men ook het plaatsen van meer containers bij supermarkten en in buurten om diverse soorten afval in te leveren. Een niet onbelangrijke rol wordt tenslotte toegekend aan communicatie ter verbetering van de gescheiden inzameling: meer uitleggen wat ermee gedaan wordt en burgers meer wijzen op hun verantwoordelijkheid. Dit is de samenvatting van een uitgebreid rapport dat separaat aan de gemeenteraad aangeboden wordt.
19
Benchmark: afvalprofiel Nijmegen
7
Benchmark: afvalprofiel Nijmegen Nijmegen heeft in 2012 meegedaan aan het benchmark onderzoek van Agentschap.NL. De stad laat zich daarmee vergelijken met andere soortgelijke gemeenten (z.g. ‘stedelijksheidklasse 2’) In het weergegeven afvalprofiel wordt Nijmegen afgezet tegen onderstaande deelnemende gemeenten.
20
Benchmark: afvalprofiel Nijmegen
Fout! Objecten kunnen niet worden gemaakt door veldcodes te bewerken.
21
Benchmark: afvalprofiel Nijmegen
22
Benchmark: afvalprofiel Nijmegen
23
Benchmark: afvalprofiel Nijmegen
24
Benchmark: afvalprofiel Nijmegen
25
Benchmark: afvalprofiel Nijmegen
26
Benchmark: afvalprofiel Nijmegen
27
Benchmark: afvalprofiel Nijmegen
28
Benchmark: afvalprofiel Nijmegen
29
Overzicht van verbeterpunten afval Nijmegen
8
Overzicht van verbeterpunten afval Nijmegen Vanuit de genoemde Doelstellingen worden verbeteringen per afvalstromen benoemd. Onderdeel afvaldriehoek Milieudoelen
Beoordeling / goede resultaten - 62% hergebruik in 2011: een uitstekend resultaat toe te schrijven aan diftarsystematiek - Hergebruik is hoger dan landelijke doelstelling van 60%. Diftar is hier de oorzaak van. Ook andere gemeenten met diftar hebben hoge resultaten.
Serviceniveau
Kosten
-
Goed niveau van service met wekelijkse/2wekelijkse inzameling restafval/kunststof afval.
-
Hoogwaardig serviceniveau milieustraat: 60 uur open per week en nagenoeg alle afvalstromen gratis af te geven.
-
In vergelijking met andere vergelijkbare gemeenten relatief lage inzamel- en verwerkingskosten.
Verbeterpunten / kansen / acties -
Grof afval: meer hergebruik te realiseren van de grove stromen. Nu halen we circa 70%, terwijl landelijke doelstelling 75% is. Dit kan door verbetering milieustraten en kringloop.
-
Oud papier: hoger inzamelresultaat is wenselijk en ook haalbaar. Nu verdwijnt nog ongeveer 2 miljoen kg in het restafval. Pilot Druten is interessant. Inzetten extra container is optie die elders goed werkt.
-
Textiel: Er kan meer hergebruik van het ingezamelde textiel worden gerealiseerd door meer sturing te geven aan de textielstroom en eisen te stellen aan inzamelaars en verwerkers.
-
Restafval: weliswaar hoogfrequente (wekelijkse) inzameling bij hoogbouw maar dit blijft een aanslag doen op (de kwaliteit) van de openbare ruimte. Met een scenario onderzoek gaan we alternatieve inzamel methoden met elkaar vergelijken wat betreft milieueffect, service en kosten.
-
Milieustraten moderniseren en inrichten op hogere scheiding, met behoud van service.
-
GFT-afval: gebruik van citybins in de hoogbouw geeft overlast. Afgesloten bovengrondse containers overwegen, met gecommitteerde deelname..
-
Oud papier: dalend inzamelresultaat. Wellicht te wijten aan te lage frequentie van 1x per maand en het ontbreken van een inzamelmiddel om oud papier thuis op te slaan.
-
Modernisering, ondergronds brengen containerpark (in voorbereiding)
-
Milieustraat: oneigenlijk door derden (nietNijmegenaren en bedrijven) tegengaan. Verbetering van acceptatie- en toelatingsmethodiek middels een pasjessysteem, waardoor kosten Nijmegen worden teruggedrongen (wordt reeds uitgevoerd)
-
Verwerkingskosten: voor onder meer groenafval en oud papier moeten door betere vermarkting betere prijzen realiseerbaar zijn.
-
Restafval: keuze voor een andere inzamelsystematiek voor restafval zal naar verwachting een kostenstijgend effect hebben.
- Verbrandingstarief liggen gemiddeld (ze zijn elders ook lager, dit ondanks de recente verlaging met circa € 30 per ton. -
Afgelopen jaren duidelijke verbeterslagen in efficiënter inzamelen.
30
Maatregelen per afvalstroom
9
Maatregelen per afvalstroom
Op de volgende bladzijde worden per onderscheiden afvalsoort
o Kwantitatieve gegevens over de afgelopen jaren in een tabel weergegeven o De huidige situatie inzameling en verwerking kort geeknschetst o De belangrijkste beleidsideeën voor de betreffende afvalstroom kort samengevat o De aandachtspunten voor communicatie genoemd o
Een conclusie getrokken en advies geformuleerd voor betreffende afvalstroom
31
Maatregelen per afvalstroom
9.1
Restafval 1994 (ton)
2007 (ton)
2008 (ton)
2009 (ton)
2010 (ton)
2011 (ton)
Gewicht zakken 1 Afgekeurd GFT
25.610 -
20.541 1.981
21.274 993
22.167 542
21.154 231
20.548 47
Totaal Kg restafval/ inw. (perc. van totaal)
25.610 173 (35,1%)
22.522 140 (27,6%)
22.267 140 (27,3%)
22.709 140 (29,3%)
21.385 137 (28,0.%)
20.594 125,4 (27,0%)
125,4 (27,0%)
Totaal h.h. afval
72.859
81.750
81.432
77.611
77.349
76.266
464 (100%)
Restafval
164.265 Kg/inw.
Huidige situatie inzameling en verwerking • Vooral afvalzakken aan huis opgehaald: laagbouw 1x per 2 weken en hoogbouw wekelijks • Ondergrondse verzamelcontainers met pasjes (Grootstal, Limos, diverse nieuwe hoogbouw) • Verbranden bij ARN: nascheiding van as op blik en energiewinning (later warmtenet) Beleidsideeën restafval: de vervuiler betaalt de scheider wordt beloond (diftar) • Minimaal komende vijf jaar de afvalzak blijven gebruiken – halve zak introduceren • Pilots met ondergrondse containers met tariefpasje richting omgekeerd inzamelen (specifieke wijken en nieuwe hoogbouw) Pilot gecombineerde inzameling binnenstad met ondernemers. • Nieuwbouw: bereidheid projectontwikkelaar investeren in ondergronds stimuleren. • Eventueel businesscase onderzoek van scenario’s: (prijsverhoging zak – verlaging inzamelfrequentie - ondergrondse containers met tariefpasjes) Samenstelling restafval • Nog veel herbruikbaar afval in restafval: • Prioriteiten: GFT (37%) Oud papier (8%) Kunststof (7%) Textiel en Blik (elk ca. 4%) Communicatie • Blijven uitleggen: de noodzaak van afvalscheiding en principe ‘de vervuiler betaalt’ Conclusie en advies Doorgaan met afvalzak. Daarnaast stimuleren gescheiden inzameling op die stromen waar de grootste klappen mee te maken zijn en pilots richting omgekeerd (ondergronds) inzamelen. Wanneer er meer herbruikbare grondstoffen gescheiden worden, zal de hoeveelheid restafval verder afnemen. Dat is eventueel aanleiding voor een onderzoek naar een andere scenario’s van diftar-systematiek in plaats van de groene vuilniszak. Diftar kan anders ingevuld worden door bijvoorbeeld ondergrondse inzameling van restafval bij hoogbouw en op langere termijn omgekeerd inzamelen voor de hele stad: beperkt aantal brengcontainers op grotere afstand. In de afval-driehoek wordt dan enerzijds meer service geboden door verruimen van tijdstippen van aanbieding, anderzijds wordt restafval ontmoedigd, omdat men er mogelijk verder voor zal moeten lopen. Dit geldt dan voor hoogbouw en wellicht ook voor laagbouw als de keuze op ondergrondse verzamelvoorzieningen ook voor deze groep zou vallen. Een dergelijk systeem vraagt bijzonder hoge investeringen. Gezien dit soort grote belangen is gedegen onderzoek vooraf en heldere besluitvorming hiervoor nodig.
32
Maatregelen per afvalstroom
9.2
Kunststof verpakkingen (plastic) Plastic Verpakkingen
2009
2010
2011
2011
Doel
(75.000 huishoudens)
(ton)
(ton)
(kg/hh/jr)
(kg/hh/jr)
(kg /hh/ jr)*
422 **
1.500 ***
1.802
24,0
20
1.438 3.240
19,2 (44%) 43,2 (100%)
Ingezameld
Schatting nog in het restafval: Totaal plastic verpakkingen
Huidige situatie inzameling en verwerking • Huis aan huis inzameling Hoogbouw:1x per week en Laagbouw: 1x per 2 weken • Kunststof is voor de inwoners gratis met ‘Plastic Heroes zakken’ • Kunststof wordt verwerkt sorteer- en recyclinginstallaties (Duitsland en Rotterdam) Vooralsnog ruime vergoeding NedVang. • Nijmegen scheidt relatief en absoluut veel kunststof verpakkingen • Nadeel is verwaaien van de zakken: eventueel pilot met haken aan lantarenpalen Beleidsideeën kunststof verpakkingsafval: optimaliseren en uitbreiden • Hero zakken methode handhaven: doelstelling verhogen naar 25 kilo per huishouden. • Advies aan Dar voor aanschaf meer 2 compartimenten voertuigen • In basispakket nieuwe hoogbouw inpandige opslag en eventueel een pilot mogelijkheden ondergrondse brengcontainer vooral bij hoogbouw. • Onderzoek naar mogelijkheid van combineren blik en sappakken in gratis zak (dit nascheiden) • Businesscase door ARN voor (boven-) regionale kunststof sorteerinstallatie in de regio? • Zo nodig maatregelen voor inzameling grote petflessen (wellicht vanaf 2014) Communicatie • Praktische tips voor inzameling tegen verwaaien. • Beleidsveranderingen, wanneer deze ingevoerd worden Conclusie en advies Nijmegen heeft als een van de laatste gemeenten het inzamelen van plastic verpakkingsmateriaal ingevoerd. Dit lijkt wat betreft uitvoering, acceptatie en opbrengst een succes. Het is goed de Nijmeegse werkwijze met gratis “pastic hero”-zakken te consolideren en mogelijke verbeteringen van het systeem te onderzoeken. Verbeteringen kunnen gezocht worden in de richting van het uitbreiden met het gratis inzamelen van blik en sappakken in dezelfde Plastic-Herozak, de haalbaarheid van een brengcontainer bij de supermarkt en van een regionale sorteerinstallatie voor kunststof verpakkingen. Afhankelijk van landelijk beleid worden gemeenten mogelijk ook verantwoordelijk voor de inzameling van grote PET-flessen. Aandachtspunt: de gemeente krijgt op dit moment hoge vergoedingen van NedVang ter stimulering van het gescheiden inzamelen van kunststof verpakkingen. Het is de vraag of deze vergoedingen zo hoog blijven.
33
Maatregelen per afvalstroom
9.3
Oud Papier Oud papier (164.265 inwoners)
2007 (ton)
2008 (ton)
2009 (ton)
2010 (ton)
2011 (ton)
Huis-aan-huis Milieustraat Containers
9.766 1.223 183
9.519 1.779 266
8.653 1.127 168
8.615 1.096 164
8.690 1.105 165
Totaal
11.172
11.564
9.948
9.875
9.960
61 (82%)
1.644 11.604
10 (14%) 81 (100%)
Schatting nog in het restafval: Totaal oud papier
2011 kg/inw.
Huidige situatie inzameling en verwerking • Hele stad: 1x per maand aan huis opgehaald: men moet zelf dozen zoeken of bundelen • Stad is ingedeeld in 62 wijken voor papier inzameling • In afwijking hierop een uitzondering voor SSHN complexen: bovengrondse containers • Papier aanbieden is voor de burger gratis • Inzet van verenigingen tegen vergoeding • Verwerking: Norske Skog Parenco papierfabriek Renkum • Vergoedingen voor oud papier zijn de laatste jaren sterk gestegen, Beleidsideeën kunststof verpakkingsafval: invoeren extra minicontainer • Door serviceniveau te verhogen meer papier proberen te scheiden • Minicontainer voor papier verder onderzoeken (bijvoorbeeld ervaringen in Dordrecht, gevolgen voor inzet vrijwilligers benoemen, kosten en opbrengsten in beeld brengen) • Daar waar mensen ruimte ervoor hebben (laagbouw), deze minicontainer inzetten voor papier • Hoogbouw: pilot voor onderzoeken voor inpandige opslag in basis pakket of (ondergrondse) verzamelcontainers en de verhoging van de inzamelfrequentie Communicatie • Afwijkende wijkindeling maakt communicatie voor papierinzameling relatief lastig • Voordelen benutten voor communicatie op adresniveau (‘app’) • Bij invoering extra minicontainer: dit zorgvuldig communiceren en uitrollen Conclusie en advies Er blijft in Nijmegen relatief veel oud papier achter in het restafval (8% van het restafval). Hier is verbetering gewenst: doelstelling bijvoorbeeld 85% van het papier of 75 kg per inwoner moet mogelijk zijn. Aparte minicontainers voor papier bij huis blijken in andere gemeenten een veel hogere opbrengst aan oud papier op te leveren. Hiervan zijn veel voorbeelden. In Druten loopt nu een experiment ‘omgekeerd inzamelen’ met mini-containers voor oud papier in combinatie met textiel en elektrische apparaatjes. Oud papier wordt traditioneel door verenigingen ingezameld. Een wijziging van de inzamelmethodiek heeft hiervoor ook gevolgen. Belangrijk is om na te gaan hoe actief burgerschap hierbij weer een plaats te geven: in een gemeente zijn vrijwilligers getraind in het gebruik van containers. In weer een andere gemeente hebben vrijwilligers andere taken in de openbare ruimte gekregen.
34
Maatregelen per afvalstroom
9.4
Groente-, Fruit en Tuinafval (GFT) GFT (164.265 inwoners)
2007 (ton)
2008 (ton)
2009 (ton)
2010 (ton)
2011 (ton)
kg/inw.
15.385
15.001
14.790
14.612
15.722
96 (84%)
7.562 23.284
46 (32%) 142 (100%)
Schatting nog in het restafval: Totaal GFT:
Huidige situatie inzameling en verwerking • Inzameling bij laagbouw 1x per 2 weken met 140 liter container en hoogbouw uitsluitend mogelijk via zg. citybin en deel van de stad nog cocons (bovengrondse minicontainer) Incidenteel ondergrondse container, maar dit is geen succes (stank) • Verwerking via de ARN tot op heden composteren bij de VAR en dat wordt medio 2013 vergisten (biogas onttrekken, en vervolgens composteren bij ARN zelf) • GFT-afval aanbieden is gratis • Gescheiden inzamelen van GFT is (landelijk) groot probleem, vooral bij hoogbouw • verhoging gescheiden GFT heeft prioriteit, groot deel komt op dit moment in restafval Beleidsideeën GFT: hoogbouw afsluitbare container met gecommitteerde deelname • Citybin heeft veel nadelen: deze wordt erg zwaar voor de burger en voor ARBO van beladers • Inpandige opslag van GFT basispakket voor nieuwe hoogbouw (Dar laten ontwikkelen) • Hoogbouw: citybin waar mogelijk vervangen door bovengrondse afsluitbare container • Deelname (minimaal 25%) wordt afgesproken met bewoners en deelnemers krijgen sleutel • Laagbouw: een extra (of grotere) container moet mogelijk zijn • Businesscase: uitrekenen kosten wekelijkse inzameling zomermaanden (als service) • In verlengde van bladkorven van de herfst, deze ook inzetten voor tuinafval in het voorjaar Communicatie • Nieuwe vergistinginstallatie van ARN gebruiken als marketinginstrument voor meer GFT Conclusie en advies Het gescheiden inzamelen van GFT, vooral bij hoogbouw, is een groot probleem overal in Nederland. Er blijkt dat ook in Nijmegen vooral veel GFT in de afvalzak achterblijft. De citybin geeft veel nadelen, vooral omdat deze zo zwaar wordt (de citybin is de grote vierkante emmer nu in gebruik bij hoogbouw). Oplossingen worden gezocht met inpandige opslag met een hoog serviceniveau in nieuwe complexen of in bovengronds afsluitbare containers (men tekent in om “mee te doen”; deze oplossing vraag om een minimaal aantal deelnemers) Oplossingen om keukenafval via een ‘crusher’ in de gootsteen en het riool af te voeren en bij waterzuivering terug te winnen, worden landelijk onderzocht, maar geven zeker geen soelaas op korte termijn.
35
Maatregelen per afvalstroom
9.5
Verpakkingsglas Glas (164.265 inwoners)
2007
2008
2009
2010
2011
(ton)
(ton)
(ton)
(ton)
(ton)
Kg/inw.
4.254
4.671
3.953
3.905
4.122
25
1. Het hoge inzamelresultaat over 2008 is waarschijnlijk te wijten aan een registratiefout in de inzamelgegevens
Huidige situatie inzameling en verwerking • Inzameling uitsluitend via brengvoorziening van glascontainers bij supermarkten en in wijken • Glas wordt kleurgescheiden ingezameld en verwerkt • Vergoeding door NedVang • Glas aanbieden is gratis. Beleidsideeën glas: containers vernieuwen en beter over stad verdelen • De glascontainers zijn afgeschreven en de verdeling is niet gelijkmatig over de stad • De juiste verdeling is in kaart gebracht wat betreft aantal inwoners per glasbak • Er loopt een project om alle glascontainers te vervangen en ondergronds te brengen • Vooral veel inzamelcapaciteit bij drukbezochte supermarkten en minder in de wijk (overlast) • Het project is gefinancierd vanuit eerdere opbrengsten van het recyclen van glas • Aandachtspunt: grotere glazen objecten bijgeplaatst bij de containers Communicatie • Speciale aandacht aan communicatie bij wijzingen in opstelling spreiding glascontainers • Dar heeft alle glasvoertuigen voorzien van opdruk dat glas kleurgescheiden blijft Conclusie en advies Het blijkt dat glascontainers niet evenredig over de stad verdeeld zijn. Glascontainers zijn vaak onder de norm wat betreft het aantal aangesloten inwoners. Daarbij zijn de containers afgeschreven en veroorzaken ze soms overlast in de wijken. Een plan voor verbetering van de spreiding en kwaliteit van deze containers wordt op dit moment ten uitvoer gebracht. De containers worden geconcentreerd bij supermarkten om overlast in de woonwijken te reduceren. Glascontainers worden waar mogelijk ondergronds gebracht voor een kwaliteitsverbetering van de openbare ruimte. Financiering van het project geschiedt met inkomsten vanuit NedVang voor oud verpakkingsglas.
36
Maatregelen per afvalstroom
9.6
Textiel Textiel
2007
2008
2009
2010
2011
164265
(164.265 inwoners)
(ton)
(ton)
(ton)
(ton)
(ton)
kg/inw.
Brengen: Containers Dar Containers DMW Ophalen: Leger des Heils STERN
402 150
414 153
385 147
462 149
435 139
70 196
68 197
61 199
32 201
83 203
Totaal
818
832
792
844
860
Schatting nog in het restafval: Totaal textiel:
719 1.563
5,2 (54%) 4,4 (46%) 9,6 (100%)
Huidige situatie inzameling en verwerking • Textielinzameling geschiedt door verzamelcontainers van Dar en DMW-Reco en huis-aanhuis minimaal 4x per jaar door Stichting STERN en Reshare-(Leger des heils) • Verwerking voor Dar bij Drietex in Cuijk voor de andere inzamelaars onbekend • Textiel aanbieden is gratis Beleidsideeën textiel: inzamelpunten dicht bij de burger en gecertificeerd verwerken • Inzameling via containers van bijv. DMW-Reco bij winkeliers en scholen * Winkeliers/scholen krijgen vergoeding • Huis-aan-huis inzameling staken (gecompenseerd door betere brengmogelijkheden) • Textiel op regionale schaal beter laten organiseren door Dar: zicht op verwerkingstraject • Verplichting inzichtelijkheid van de keten tot met verwerking (door middel van certificering) Communicatie • Speciaal richten op inzameling via scholen (combineren in educatiepakket) • Huidige inzamelaars in goed overleg meenemen in wijzigingen (e.v. overgangsregeling) Conclusie en advies Het inzamelen van textiel zou kunnen verbeteren door een hogere service in de vorm meer en betere brenglocaties. Bij voorkeur sluiten deze optimaal aan bij het leefpatroon van de burger. We kunnen denken aan supermarkten, lagere scholen en instellingen, omdat veel mensen daar nu al vaak komen (plaatsen met veel “traffic”) Schooljeugd geeft waarschijnlijk veel kledingaanbod, het dient mogelijk een educatief doel en het genereert welkome inkomsten voor de school. Hier doen we graag verder onderzoek naar. Met betere brengmogelijkheden kan de huis aan huis inzameling gestaakt worden, aangezien dit relatief zeer weinig oplevert. Veel en duidelijke brengpunten leveren voldoende service. Verder kunnen we het aanleveren van textiel bij gecertificeerde sorteerbedrijven verplicht stellen. Dit garandeert hergebruik en sociaal verantwoordelijke verwerking. Textiel biedt mogelijkheden voor samenwerking en schaalgrootte op regionale schaal.
37
Maatregelen per afvalstroom
9.7
Frituurvet en plantaardige olieën Huidige situatie inzameling en verwerking • Gemeentelijke inzameling via de milieustraat. • Frituurvet kan steeds vaker in supermarkt ingeleverd worden (is levendige handel geworden) Beleidsideeën combi met textiel en elektrische apparaten: alternatieve inzamellocaties • Inzameling inrichten via supermarkten naast textiel en elektrische apparaten (supermarktpakket) • Pakket kan alleen in combinatie van alle drie de stromen • Logistiek wordt ingericht door Dar: supermarkt ontvangt deel van revenuen • Gemeentelijke beperkingen commerciële inzameling frituurvet, niet apart toegestaan • In toekomst ook zeer interessante stroom voor vergisting (dan mee met GFT) Communicatie • Voorlichting is belangrijk: bij nieuw instellen inzamelpunten en in milieueducatie Conclusie en advies Door de waarde die plantaardige olie vertegenwoordigd ontstaat geleidelijk een commercieel circuit bij supermarkten. Als gemeente kunnen we deze stroom gebruiken om inzameling van andere afvalstromen te faciliteren.
38
Maatregelen per afvalstroom
9.8
Elektrische apparaten Huidige situatie inzameling en verwerking • Gemeentelijke inzameling via de milieustraat. • Inlevermogelijkheid bij de elektronicawinkels is voor veel mensen niet bekend. • Gevolg is dat kleine elektrische apparaten vaak in het restafval terecht komen, • Landelijks WeCycle actief als verwerker en met projecten en subsidies • Verwerking in verdere keten is niet geheel inzichtelijk Beleidsideeën elektrische apparaten: alternatieve inzamellocaties • Inzameling inrichten via supermarkten naast textiel en frituurvet (supermarktpakket) • Eventueel andere kanalen beter op de kaart zetten (elektronicawinkel, doe-het-zelf zaak) • Mogelijk ook via scholen – combinatie met educatie (oude mobieltjes statiegeld?) Communicatie • Voorlichting is belangrijk: bij nieuw instellen inzamelpunten en in milieueducatie Conclusie en advies De stroom kleine elektrische apparaten wordt vooralsnog slecht gescheiden. Dat is jammer want oude mobieltjes etc. zijn een extreem waardevolle bron aan het worden. Deze stroom zou gecombineerd kunnen worden met de inzameling afvalstromen als textiel en frituurolie bij bijvoorbeeld supermarkten in het supermarktpakket. De supermarkten worden als tegenprestatie voor hun inspanningen beloond, doordat zij een vergoeding per kilo ontvangen voor textiel en frituurvet. Dit leidt tot een win-win-situatie voor supermarkten, burgers en milieu. Verder kunnen ook doe-het-zelfwinkels hiervoor benaderd worden. De Gamma is hier zelf al mee begonnen. Kruidvat zamelt spaarlampen in naast de batterijenbox.
39
Maatregelen per afvalstroom
9.9
Grof huisvuil Grof huishoudelijk Afval
2007
2008
2009
2010
2011
(164.265 inwoners)
(ton)
(ton)
(ton)
(ton)
(ton)
inwoners kg/inw.
Halen: • Kringloop (Het Goed) • Herbruikbaar • Grof restafval Totaal gehaald
931 542 1.845 3.318
1.155 510 1.906 3.571
1.179 502 1.692 3.373
1.273 614 1.682 3.569
1.161 387 1.509 3.057
7 2,3 9,2 18,6
Milieustraat: • Herbruikbaar • Grof restafval Totaal gebracht
16.787 7.227 24.014
15.662 7.327 22.989
14.264 7.284 21.548
15.206 6.669 21.875
13.151 6.967 20.118
80 42,4 122,5
Totaal
27.332
26.560
24.921
25.444
23.175
141,1
*
Huidige situatie inzameling en verwerking • Grof afval wordt gebracht naar de milieustraat of wordt 2 x per jaar gratis aan huis opgehaald • Het Goed wordt gefaciliteerd om als kringloopwinkel, eerst bruikbare producten uit te filteren • Grof huishoudelijk afval wordt voor verbranding aangeleverd aan ARN. • Sinds kort wordt het eerst door via een ander bedrijf ontdaan van herbruikbare grondstoffen Beleidsideeën grof huishoudelijk afval: verbetering milieustraat en afvalpasje • Er wordt samen met de gemeente Wijchen gewerkt aan de realisering van een tweede (regionale) milieustraat op bedrijvenpark Bijsterhuizen. Die aan de Kanaalstraat moet worden gerenoveerd. • Een afvalpasje wordt ingevoerd om ‘afvaltoerisme’ tegen te gaan. • Inwoners van de gemeente Nijmegen krijgen een gratis jaarlijks saldo restafval (250 kg) • Het meerdere wordt tegen één tarief per kilo afgerekend • Haalbaarheid van een derde regionale milieustraat aan de oostkant wordt onderzocht Communicatie • Invoering van het afvalpasje moet goed gecommuniceerd worden Conclusie en advies Grof huishoudelijk afval blijft achter wat betreft de richtlijnen uit het LAP. Acties om dit te verbeteren zijn al opgepakt. Het renoveren en herinrichten van de milieustraat aan de kanaalstraat is hard nodig, aangezien deze door technische ontwikkelingen ingehaald wordt. Daarnaast is er behoefte aan één extra milieustraat binnen de regionale samenwerking van Dar. Verbetering van de inzamel-logistiek lijkt dus mogelijk en de regionalisering van Dar geeft hiervoor heel nieuwe kansen. Verder wordt de toegang tot milieustraten beter gereguleerd door de invoering van een pasjessysteem. Verder is het belangrijk de stroom grof afval te scheiden alvorens het als restafval voor verbranding bij ARN aan te bieden. Zo kunnen bijvoorbeeld metaal, hout en textiel voor recycling gebruikt worden en deze stroom beperkt. Dergelijke nascheiding kan in een technische installatie of biedt kansen voor social return.
40
Maatregelen per afvalstroom
9.10
Klein Chemisch Afval KCA (164.265 inwoners)
2007 (ton)
2008 (ton)
2009 (ton)
2010 (ton)
238
236
237
217
2011 (ton) 240
164.265 kg/inw. 1,46
Huidige situatie inzameling en verwerking • Gemeentelijke inzameling via milieustraat en via ‘chemocar’ • Chemocar is niet rendabel, en levert erg weinig gescheiden afval op en wordt afgeschaft • KCA is bijzonder duur om te verwerken (gaat naar een specialistisch bedrijf) Beleidsideeën elektrische apparaten: alternatieve inzamellocaties • Klein chemisch afval bevat hoofdzakelijk verfresten: Doe-het-zelf handel inzetten als extra inzamelpunten. • Batterijen gaan nog te vaak in de afvalzak Communicatie • Voorlichting is belangrijk om burgers duidelijk te maken dat KCA apart ingeleverd wordt: een belangrijk voorbeeld zijn spaarlampen Conclusie en advies De werkwijze van KCA inzameling met de chemocar is achterhaald. In plaats daarvan wordt een nieuwe inzamel-logistiek opgezet door Dar in samenwerking met doe-het-zelfzaken.
41
Maatregelen per afvalstroom
9.11
Blik BLIK via containers (164.265 inwoners)
2007 (ton) 29
2008 (ton) 37
2009 (ton 36
2010 (ton) 36
2011 (ton) 31
kg/inw. 0,2
Huidige situatie inzameling en verwerking • Gemeentelijke inzameling via containers is gestaakt: deze was niet rendabel • Blik wordt uit restafval teruggewonnen na verbranding bij ARN (magneten) • Gescheiden inzameling van blik (en sappakken) is wens van een aantal inwoners uit burgerpanel Beleidsideeën elektrische apparaten: alternatieve inzamellocaties • Onderzoeken of blikjes, samen met sappakken, in Plastic Herozakken mee kunnen (wordt ook landelijk op gestudeerd) • Deze stromen moeten dan wel daarna in betreffende stromen gescheiden worden (taak ARN?) Communicatie • Voorlichting is belangrijk om burgers duidelijk te maken dat blik wel teruggewonnen wordt Conclusie en advies Blik wordt niet gescheiden ingezameld. In feite hoeft dit ook niet, aangezien het eenvoudig achteraf terug te winnen is uit het as van de afvalverbranding. Een aantal inwoners van Nijmegen geven aan dat zij het graag gescheiden zouden inleveren. Onduidelijk is of veroorzaakt wordt door de onwetendheid over het terugwinnen of dat men vindt dat de blikjes onterecht in de betaalde restafval zak gaat.
42