Minder afval, minder CO2, minder kosten Nog maar dertig jaar geleden kostte het storten van een ton ongesorteerd afval hooguit iets meer dan 4 euro. Nu is dat bijna vijftig keer zo veel: 200 euro. Het is dus de moeite waard om afval op te laten halen door een bedrijf dat het afval niet stort, maar er wat van maakt. Facilicom werkt daarom met SITA, de absolute voorloper in afvalpreventie, hergebruik en energieterugwinning. Ook Breijer Bouw en Installatie weet zijn CO2-voetafdruk dankzij SITA behoorlijk te verkleinen. En het levert nog geld op ook.
Nederland vol? Wel met afvalstortplaatsen. Tot zo’n 20 jaar geleden was het storten van afval heel gewoon. Honderden stortplaatsen, het gros al lang gesloten, getuigen nog van dat verleden. ‘Potentiële tijdbommen,’ stelt key accountmanager HenkJan van Doorn van SITA. ‘Want niemand weet wat daar ligt.’ De kentering kwam met het gifschandaal in Lekkerkerk waar in 1979 aan het licht kwam dat een woonwijk was gebouwd op een stortplaats met 1.600 vaten chemisch afval. Andere schandalen volgden in de jaren ’80. ‘De overheid is uiteindelijk beleid gaan maken om het storten van afval te verminderen, afvalproductie terug te dringen en recyclen te bevorderen.’ Dat werd een succes.
‘Twee decennia geleden werd 100 procent gestort. Nu is dat nog maar 1 procent.’
Commercieel interessant Dankzij het strengere Nederlandse beleid werd recycling commercieel interessant. Het was dan ook daarom dat het Amerikaanse BFI begin jaren ’90 zo’n vijftig kleine en middelgrote Nederlandse afvalbedrijven opkocht. ‘Voor kleine bedrijfjes is scheiden van afval niet rendabel. Maar samengevoegd ontstaan er opeens significante afvalstromen en kun je papier, hout, metaal, plastic en puin scheiden of zelfs apart te gaan inzamelen.’ In 2001 werden de Europese activiteiten van BFI overgenomen door GDF Suez en kreeg het Nederlandse bedrijfsonderdeel de naam SITA. Dat bedrijf is in Nederland nu de absolute voorloper in afvalpreventie, hergebruik en energieterugwinning.
Energieterugwinning Aan de Waalhaven in Rotterdam heeft SITA een afvalsorteerinstallatie met een capaciteit van 300.000 ton. Hier wordt onder meer al het plastic dat Nederland verzamelt, gescheiden in vier plasticsoorten. Het vele huisafval dat SITA in gemeenten ophaalt is brandstof voor energieopwekking in twee eigen energiecentrales van het bedrijf. ‘Lange tijd was het onze keuze om niet zelf afval te verbranden, maar we werden te
afhankelijk van de markt. De vele verouderde afvalverbrandingsinstallaties in Nederland halen een zeer laag rendement. In onze nieuwe centrale in Roosendaal is het rendement 34 procent, daarmee komen we dicht in de buurt van primaire brandstoffen: een kolencentrale behaalt bijvoorbeeld een rendement van 41 procent. De centrale gaat op termijn 70.000 huishoudens van energie voorzien.’
Bouw- en sloopafval De bouwen sloopwereld is interessant voor afvalverwerkers. ‘De sector produceert zo’n 23 miljoen ton afval per jaar, dat is ongeveer twee keer zoveel als alle huishoudens samen.’ SITA weet van al het bouwafval dat het bedrijf verwerkt meer dan 75 procent geschikt te maken voor hergebruik. Daarvoor moet het afval wel worden gescheiden. Dat doen de mensen van SITA aan de Waalhaven, maar het is nog beter als dat bij de bron gebeurt. ‘Onze bouwplaatsadviseurs kunnen precies aangeven of het zinvol is om afval te scheiden en voor welke afvalstromen dat dan zinvol is.’ Dat kost wat moeite, maar het levert ook veel op. ‘Een bouwbedrijf verkleint daarmee zijn CO2-voetafdruk aanzienlijk. Bovendien scheelt het 30 tot 40 procent in de kosten voor het verwerken van afval.’
Afval wordt grondstof
Afval heeft steeds vaker waarde. ‘Papier, metaal, plastic, sommige soorten hout: als bedrijven het goed scheiden, levert het geld op. En dit is nog maar het begin. In de toekomst gaat ook ander afval geld opleveren. Zelfs oplosmiddelen en verven, afval waar je vroeger veel geld voor moest betalen om het te neutraliseren of te verbranden, kunnen nu soms weer worden opgewerkt tot een goed product. Zo ontstaat een cyclische economie. Producten worden niet meer afgedankt maar opgewerkt tot nieuwe grondstoffen. En steeds vaker zullen de bedrijven die het afval produceren die nieuwe grondstoffen zelf weer afnemen. Zo worden ze deel van de keten. Dat zal ze ook stimuleren om innovatief om te gaan met hun processen en de materialen die ze gebruiken.’
Sustainability Index Hij noemt het eco-design. En dat gaat nog verder dan cradle to cradle, want bij eco-design wordt gekeken naar de impact die een product heeft gedurende zijn hele life cycle. Het is dit denken dat SITA, of beter: moederbedrijf Suez Environnement, als enige afvalbedrijf ter wereld een plaats heeft opgeleverd in de Dow Jones Sustainability Index. Belangrijk. ‘Het is daarom dat grote bedrijven als Shell, Albert Heijn en Facilicom en in de bouw BAM, Volkers Wessels, Heijmans en Breijer ons als partner kiezen. Maar ook steeds meer MKB-bedrijven weten ons te vinden. Bij tenders wordt duurzaamheid alleen maar belangrijker. Voldoe je niet aan strenge eisen, dan mag je vaak niet eens meer inschrijven. Als aanbestedende partijen zien dat het afval wordt
gedaan door SITA, dan is het goed.’ <