-MAGAZINE Neutraal Syndicaat voor Zelfstandigen
www.nsz.be
Staatssecretaris Tommelein wil eerlijke concurrentie, minder lasten en minder administratie
12 18
Vaak gestelde vragen bij de jaarlijkse belastingaangifte
Wat u moet weten alvorens u vennoot wordt in een VOF?
29 juni 2015 - nr. 13 - Halfmaandelijks - 49e jaargang
inhoudstafel 3
editoriaal
4
Dossier » Staatssecretaris voor Sociale Fraudebestrijding Bart Tommelein wil eerlijke concurrentie, minder lasten en minder administratie
7
NSZ reageert » Gebruik van onrechtmatig bewijs door fiscus totaal niet aanvaardbaar in rechtstaat » Loktieners testen alcoholwetgeving: zijn jongeren en hun ouders dan niet verantwoordelijk? » Eerst grootscheepse sensibilisering nodig alvorens boetes uit te delen voor schending privacy » Optrekken wettelijke pensioenleeftijd tot 67 weinig zinvol
8
Regionaal » Minister Muyters wil meer studenten-ondernemers in Vlaanderen Sectoren » Belg koopt 2,1 miljard euro online in eerste kwartaal 2015
9
Ondernemen » Aantal zelfstandigen nam licht af tijdens eerste kwartaal 2015 Sectoren » Werkgevers én vakbonden bouwsector vragen lastenverlaging van 6 euro per uur Regionaal » Strategie 2025 moet economie Brussels gewest nieuwe dynamiek geven Q&A » Ben ik verplicht om bij het WTCB aan te sluiten? » Hoe wordt de huurprijs geïndexeerd? Fiscaal » Vaak gestelde vragen bij de jaarlijkse belastingaangifte » Vakantie in zicht, tijd om wat documenten weg te gooien? Diensten in het kort » Toch rolrecht bij arbeidsrechtelijke en fiscale geschillen » Ontwerp van programmawet ingediend in de Kamer » Bedrag dienstverplaatsing met eigen wagen
Blijf van de huurinkomsten af!
10
Q&A Moet ik een bestelbon opmaken en aan mijn klanten overhandigen?
11
Q&A Mag ik mijn aansprakelijkheid zomaar beperken of uitsluiten met een exoneratiebeding?
14
15
fiscaal
10
Bijverdienen na pensioen: hou rekening met sociale en fiscale regels
12
15
diensten in het kort Quota dagen gelegenheidswerk opgetrokken
18
Juridisch » Wat u moet weten alvorens u vennoot wordt in een VOF » De vrijheid van meningsuiting heeft ook grenze
20
Bedrijfskalender
colofon Halfmaandelijkse uitgave van het
Bischoffsheimlaan 33 1000 Brussel T. 02/217 29 28 F. 02/217 88 41 E-mail:
[email protected] Internet: www.nsz.be
Redactie: Catherine BOULANGER Ludivine BOUTEFEU Annelies BRIES Tom DELWICHE Isy GOBEL Richard KAWA Christine MATTHEEUWS
Stijn MICHIELSEN Iris NEIJTS Sven NOUTEN Philippe RUELENS Chris VERLEYE Rik VERVECKEN Shannon VIERDEELS
Grafisch ontwerp: FATMAMA bvba | www.fatmama.be Publiciteit: ELMA MULTIMEDIA bvba Steven Hellemans | T. 015/56 99 95
[email protected]
Wij beogen de hoogste graad van betrouwbaarheid in onze redactionele en adviesgevende teksten, waarvoor wij echter niet aansprakelijk kunnen worden gesteld. Neem steeds contact met een notaris, boekhouder, verzekeringsmakelaar, fiscalist,... of met de juridische dienst van het NSZ.
Verantwoordelijke uitgever: Christine Mattheeuws, Bischoffsheimlaan 33, 1000 BRUSSEL
2
de zelfstandige 29 juni 2015
editoriaal door Christine MATTHEEUWS, voorzitter
Als u vandaag een huis of appartement verhuurt als privéwoning moet u geen belastingen betalen op de werkelijke huurinkomsten, maar wel op het kadastraal inkomen(KI). Dat kadastraal inkomen is sinds 1976 onveranderd gebleven, indexaties niet te na gesproken. Sommige experten zeggen dat het KI geen uitstaans meer heeft met de actuele waarde van een woning en dat daarom alle huurinkomsten aan 25 procent moeten worden belast. Ook CD&V overweegt om een belasting op de reële huurinkomsten in te voeren in het kader van de fameuze taxshift. Maar is dat een goed idee? Neen! Want daarmee treft de regering niet de grootverdieners, maar wel de middenklasse. Hoeveel kleine zelfstandigen trachten niet om hun mager pensioentje aan te vullen met huurinkomsten? Moet de regering hen dat nu ook al afpakken? Een pak burgers die afgunst koesteren voor zelfstandigen meent van wel. Maar zij vergeten ondertussen wel dat zelfstandigen dat huis of appartement vaak zelf gekocht hebben met het geld dat ze verdiend hebben door bijzonder hard te werken. Meestal zijn diezelfde burgers trouwens niet jaloers van het harde werk dat zelfstandigen dag na dag realiseren, maar wel van de vruchten ervan. Het feit dat de middenklasse door zo’n maatregel zou getroffen worden, blijkt ook uit een objectieve studie. Bijna twee op
drie eigenaars bezit één huurwoning of -appartement; slechts 6,5 procent heeft vijf of meer woningen. Met die maatregel zal de regering trouwens niet alleen de zelfstandigen en de kmo-zaakvoerders treffen, maar ook de huurders zelf.
der moet ondernemen wanneer de huurder niet betaalt. Het rendement van een huurwoning, dat nu op 2 à 3 procent wordt geraamd, komt in de praktijk dus lager uit. Als daar nog de belasting van de huurinkomsten bijkomt, dan kan de verhuurder zich de vraag stellen of hij er niet
Blijf van de huurinkomsten af ! De voorbije tien jaar zijn er 100.000 huurders bijgekomen. Er dreigde op een bepaald moment zelfs een tekort aan huizen en appartementen. Maar door de lage rente en door de onzekere beurs durfden mensen opnieuw te investeren in vastgoed voor de huurmarkt, gelukkig trouwens. Het zijn de kleinere eigenaars die een huis of appartement willen verhuren als een extra appeltje voor de dorst, die ervoor zorgen dat de huurmarkt gezond blijft. Als CD&V haar wil doordrukt en een belasting op de huurinkomsten voorziet, dan zal dit een lawine veroorzaken van eigenaars die hun tweede eigendom zullen verkopen. Want laat ons niet vergeten dat heel wat verhuurders ook een pak miserie hebben met de verhuur van hun eigendom: de herstellingen en bijbehorende kopzorgen zijn voor hun rekening, om dan nog te zwijgen over de stappen die een verhuur-
beter aan doet om die zuurverdiende centen op een spaarboekje te zetten. En wie is daarvan de dupe? De huurder. Het aanbod zal schaarser worden met hogere huurprijzen tot gevolg. Misschien moeten politici die met dat idee rondlopen soms eens verder denken dan hun neus lang is. Voor de partijen die de zelfstandigen verdedigen, maar ook voor de partijen die opkomen voor de huurders hebben we maar één boodschap: afvoeren dit voorstel! Waarom moet een taxshift sowieso nieuwe of hogere belastingen met zich meebrengen? Wij eisen vooral dat de belastinggraad naar beneden gaat, want wie onderneemt wordt nog steeds veel te zwaar belast. Die eis stond overigens in alle programma’s van de partijen die nu de centrumrechtse regering vormen. Wel, het wordt tijd om die belofte te realiseren!
Laat ook uw mening horen! Mail:
[email protected] 29 juni 2015 de zelfstandige
3
Staatssecretaris voor Sociale Fraudebestrijding Bart Tommelein
wil eerlijke concurrentie, minder lasten en minder administratie door Sven Nouten
“Net een interessante praat- en luistersessie achter de rug bij NSZ, want de beste ideeën kan men op het terrein vinden”, tweette Bart Tommelein (Open VLD), staatssecretaris voor Bestrijding van de sociale fraude , Privacy en Noordzee in de federale regering van premier Charles Michel, enkele minuten nadat hij het NSZ-hoofdkantoor verlaten had na een zeer boeiend, drie uur durend gesprek met een twintigtal ondernemers uit de bouw, de horeca, de vleesverwerkende nijverheid, de transportsector en de handel. Niet toevallig sectoren die midscheeps getroffen worden door oneerlijke concurrentie vanwege buitenlandse firma’s met minder goede bedoelingen.
4
de zelfstandige 29 juni 2015
dossier “Dergelijke vormen van fraude werk je weg door de loonlasten te verlagen, meer flexibiliteit op de arbeidsmarkt te brengen en de admini stratieve poespas tot een minimum te herleiden”, zegt Tommelein. Die remedies klonken de aanwezige ondernemers alvast als muziek in de oren. Het is nu aan de staatssecretaris en zijn federale collega’s om daar een mooie symfonie van te maken. Dat staatssecretaris Tommelein op bezoek kwam bij NSZ was geen toeval. De directe aanleiding daarvoor was zijn pleidooi in de krant De Tijd eind maart voor de invoering van de witte kassa in de handel, de transport en de bouw. Zo stond het zwart op wit, maar blijkbaar had de krant in kwestie, dixit de staatssecretaris, zich wat te veel dichterlijke vrijheid toegeëigend. “Ik had gewoon gezegd dat als bepaalde sectoren vragende partij zijn om in navolging van de horeca met de witte kassa te werken ik daar geen bezwaar tegen had. Ik ontken ook niet dat ik een groot voorstander ben van digitale registratiesystemen, zoals de aanwezigheidsregistratie in de bouw of de taximeters in de taxi’s in Vlaanderen, maar ik wil dat enkel invoeren wanneer de sector daar vragende partij voor is, zoals onlangs nog bij de slachthuizen. Trouwens, in Oostenrijk werkt de handel sinds kort met een witte kassa. Die verplichting kwam er na een significante loonlastenverlaging en een grondige tax shift”, legt de Oostendse liberaal uit. Misverstand of niet, bij NSZ kroop voorzitster Christine Mattheeuws direct in de pen en liet ze het volgende weten aan Tommelein: “het is jammer dat u dit idee niet op voorhand heeft getoetst bij ondernemers, want dan zou u gemerkt hebben dat velen uw uitlatingen beschouwen als de zoveelste aanval, het zoveelste teken van wantrouwen vanwege de
overheid tegenover zelfstandigen en kmo’s. Daarom verzoeken we u om hierover zo snel mogelijk een onderhoud te hebben.” Staatssecretaris van Eerlijke Concurrentie De reactie van de staatssecretaris volgde meteen en was uiterst constructief. Vandaar de gespreksavond die onlangs doorging op het hoofdkantoor van NSZ met ondernemers uit sectoren die bijzonder gevoelig zijn voor sociale fraude of beter, oneerlijke concurrentie. “Ze hadden mij trouwens beter staatssecretaris voor Eerlijke Concurrentie genoemd dan staatssecretaris Bestrijding van de sociale fraude. Want eerlijke concurrentie tussen ondernemin-
te maken met de te hoge loonlasten in ons land. Gevolg daarvan: zwartwerk. Dat wordt nu al te gemakkelijk vereenzelvigd met de zelfstandigen, maar wat met al die werknemers die na hun uren in het zwart bijklussen? Ik zou ze in ieder geval niet te eten willen geven. Fraude heeft daarnaast ook te maken met een totaal gebrek aan flexibiliteit op onze arbeidsmarkt. De 9 tot 5-mentaliteit is in ons land nog steeds heilig. Onbegrijpelijk eigenlijk. Ook bij zelfstandigen bespeur ik die conservatieve houding soms. Het is toch niet serieus dat er in Brussel na 20 uur geen winkel meer open is. Wanneer collega’s uit andere Europese lidstaten hier op bezoek zijn, kunnen ze hun ogen haast niet geloven. Tot
« Staatssecretaris Tommelein is ervan overtuigd dat een grondige aanpak van de loon- en administratieve lasten en het gebrek aan flexibiliteit ervoor zal zorgen dat er veel minder redenen zullen zijn om te frauderen. » gen, daar is het mij om te doen. Ik wil een ‘equal level playing field’ voor iedereen die onderneemt. Dat is er nu niet en dat heeft voor een groot stuk te maken met de Europese context. Het vrij verkeer van personen, goederen en diensten, aangevuld met de detacheringsrichtlijn die bepaalt dat buitenlandse werknemers hun sociale zekerheidsbijdragen in hun land van oorsprong moeten betalen, zorgt voor sociale dumping. Ik ben niet fatalistisch en zeg niet dat ik daar niets tegen kan doen, want dat kan nadrukkelijk wel. We zoeken bondgenoten in de EU die dat probleem ook willen aanpakken en zorgen voor meer en betere controles.” Dat sociale en andere vormen van fraude niet enkel toegewezen kunnen worden aan Europese factoren spreekt voor zich. “Fraude heeft ook
slot is fraude ook het gevolg van de hoeveelheid administratieve lasten in ons land. Handelaars die ik ken, zitten op de duur meer achter hun bureau dan in hun winkel. Dat is toch niet logisch.” Net bezig Staatssecretaris Tommelein is ervan overtuigd dat een grondige aanpak van die drie problemen (loon- en administratieve lasten en gebrek aan flexibiliteit) ervoor zal zorgen dat er veel minder redenen zullen zijn om te frauderen. Die mooie voorzet werd makkelijk binnengekopt door de aanwezige ondernemers. “Wel, doe er dan iets aan met deze centrumrechtse regering.” Volgens Tommelein kunnen zelfstandigen en kmo’s zich geen betere regering toewensen dan de regering van Charles Michel. “Deze regering > 29 juni 2015 de zelfstandige
5
is absoluut pro zelfstandigen, zal de economie doen aantrekken en ook zorgen voor meer jobs in de privésector. Jullie verwachtingen zijn hooggespannen en terecht, maar geef ons nog wat tijd. We zijn eigenlijk nog maar 7 à 8 maanden bezig en iedereen weet dat je je eerst gedurende een aantal maanden moet inwerken. Eigenlijk heeft deze regering nog niet veel nieuwe wetten gestemd buiten de wet die de pensioenleeftijd vanaf 2030 op 67 jaar legt.” Vanuit ondernemerszijde kwam er ook heel wat kritiek op de vaak stugge houding van ambtenaren die de zelfstandigen als een gemakkelijke prooi zien. Ook op dat vlak was er wat ontgoocheling dat de centrumrechtse coalitie van N-VA, CD&V, Open VLD en MR daar nog geen verandering in had gebracht. “Ook dat zal veranderen”, maakt Tommelein zich sterk, “maar we kunnen niet alles in één handomdraai oplossen. Bovendien heeft Open VLD geen absolute meerderheid en moeten we dus rekening houden met onze coalitiepartners. Daarnaast heb je nog het sociaal overleg met de vakbonden en werkgevers.” Die vakbonden zorgden bij de ondernemers voor het nodige tandengeknars. “Vakbondsleiders zeggen de hele tijd dat zij de koopkracht van de mensen willen vrijwaren”, zegt een kmo-bedrijfsleider in wiens onderneming er vakbondsvertegenwoordiging is. “Precies of voor ondernemers de koopkracht niet belangrijk is. Als die daalt, verkoopt mijn onderneming minder 6
de zelfstandige 29 juni 2015
producten. En toch moet je over de index durven te spreken. Waarom kan je die niet verder laten spelen, maar niet voor overheidsuitgaven? Dat zou al een stap in de goede richting zijn.” Ook een doorn in het oog van een aantal ondernemers: de oneerlijke concurrentie vanwege grote bedrijven en multinationals. “Zij gebruiken fiscale spitstechnologie om amper belastingen te moeten betalen, terwijl de kleinere ondernemingen daarvoor het gelag moeten betalen”, klonk het bij een handelaar. “Iedereen is verantwoordelijk voor zichzelf”, reageerde staatssecretaris Tommelein. “Ik ben echt geen voorstander van het onderscheid tussen kleine en grote bedrijven. Neem Marc Coucke. Die is letterlijk van nul begonnen en heeft zich ontwikkeld tot een bedrijf met 2000 à 3000 werknemers in dienst. Hij heeft aan sociale lasten enorm veel afgedragen aan de staat. Moeten we hem nu dan nog eens aanpakken? Kijk, fraude komt overal voor. Het is niet omdat je bedrijf klein is dat je een uitzondering bent. Sorry, maar het discours dat we enkel de groten moeten pakken is te simplistisch en een retoriek die nog enkel gehanteerd wordt door de socialisten en de communisten. Voor mij is het duidelijk: iedereen moet zijn belastingen correct betalen, ook de grote spelers op de markt, maar zonder grote bedrijven valt de economie op haar gat.” Goedkope spaghetti Dat ook de horecasector van zich liet horen, is evident. Alle horecaza-
ken die meer dan 10 procent van hun omzet halen uit het serveren van bereide maaltijden moeten vanaf 1 januari 2016 immers verplicht de witte kassa gebruiken. Ondertussen heeft de ministerraad een voorstel goedgekeurd dat het aantal dagen gelegenheidsarbeid in de horeca optrekt van 100 naar 200 dagen per jaar. Het gaat om één van de compensatiemaatregelen in ruil voor de invoering van de witte kassa in de sector. Naast het optrekken van gelegenheidsarbeid engageerde de regering zich ook al om meer overuren mogelijk te maken en flexijobs in te voeren, maar daar heeft de ministerraad zich nog niet over gebogen. “Die maatregelen komen er ook en wel zo snel mogelijk”, benadrukt Tommelein. “Zijn die maatregelen voldoende om de witte kassa te compenseren? Dat zal de toekomst uitwijzen, maar het zijn er in elk geval al heel veel. Ondertussen word ik gecontacteerd door andere sectoren die mij vragen wanneer zij zulke maatregelen krijgen. Het moet voor de andere sectoren immers ook nog interessant zijn om erin te werken.” Ondertussen werken al zo’n 2500 restaurants met de witte kassa, meldt de staatssecretaris nog. “Het kan dus, maar misschien moet de horeca ook eens naar bepaalde prijzen kijken. Wanneer ik sommige menukaarten zie en vaststel dat er 8,5 euro gevraagd wordt voor een spaghetti of 3 euro voor een Duvel, vraag ik mij af hoe ze dat doen. Zulke lage prijzen vind je niet in het buitenland, hoor.”
NSZ reageert door Sven NOUTEN, communicatieverantwoordelijke
Gebruik van onrechtmatig bewijs door fiscus totaal niet aanvaardbaar in rechtsstaat De fiscus mag voortaan onrechtmatig verkregen bewijs toch gebruiken tegen een belastingplichtige. Dat heeft het Hof van Cassatie beslist. Zo creëert men een fiscale Far West waarbij de rechten van de verdediging worden geschonden en de deur wordt opengezet voor de willekeur van een almachtige fiscus, reageert NSZ. Dit arrest zet de deur open voor willekeur. Welke belastingplichtige zal het nog aandurven om tegen de fiscus in te gaan? Wat mag nog en wat kan de fiscus doen? Onduidelijkheid en dus onzekerheid troef. De ondernemersorganisatie vraagt minister van Financiën Johan Van Overtveldt (N-VA) om zo snel mogelijk het regeerakkoord, waarin vermeld staat dat het belastingstelsel de ondernemingen rechtszekerheid moet bieden en dat de fundamentele rechten van de belastingplichtige moeten gevrijwaard worden, om te zetten in wetgeving.
Eerst grootscheepse sensibilisering nodig alvorens boetes uit te delen voor schending privacy Staatssecretaris voor Privacy Bart Tommelein (Open VLD) legt in het najaar een wetsontwerp voor aan het parlement zodat de Privacycommissie boetes kan uitdelen aan ondernemingen die de privacy schenden. Hij viseert hiermee niet enkel de grote bedrijven, maar ook kmo’s die aan gegevensverwerking doen. Steeds meer bedrijven, ook de allerkleinste, maken immers gebruik van moderne technologieën om hun dienstverlening te optimaliseren. Heel wat bedrijven maken die privacyfouten niet bewust, maar kennen de complexe wetgeving niet. Daarom vraagt NSZ vooraleer er boetes worden uitgedeeld uitgebreide sensibilisering en praktische richtlijnen, gebundeld in een overzichtelijke gids die beschikbaar is voor alle ondernemingen.
Optrekken wettelijke pensioenleeftijd tot 67 weinig zinvol De federale regering zet eerstdaags het licht op groen voor het optrekken van de pensioenleeftijd. In 2025 zal de wettelijke pensioenleeftijd op 66 liggen, in 2030 op 67 jaar. Volgens NSZ is deze maatregel op dit moment onzinnig. We moeten er eerst en vooral alles aan doen om iedereen die werkt tot zijn of haar 65ste aan de slag te houden. Dat is en blijft de essentie. Dat houdt ook in dat de stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag (het voormalige brugpensioen) helemaal worden afgeschaft. Wat baat het immers om de wettelijke pensioenleeftijd op te trekken zolang er weinig tot niets gedaan wordt aan het optrekken van de effectieve pensioenleeftijd?
Loktieners testen alcoholwetgeving: zijn jongeren en hun ouders dan niet verantwoordelijk? Een twintigtal steden en gemeenten gaat mystery visitors inzetten om na te gaan of cafébazen geen alcohol verkopen aan jongeren. Jongeren onder de 16 mogen immers geen alcohol voorgeschoteld krijgen en minachttienjarigen geen sterke drank. Een cafébaas die in de fout gaat en toch een pintje geeft aan een mystery visitor onder de 16 of een shot sterke drank schenkt voor een jongere onder de 18 krijgt een waarschuwingskaart, geen boete. Hoewel er geen boetes worden uitgedeeld, noemt NSZ deze actie onbegrijpelijk en vooral veel te eenzijdig. Zijn niet vooral de jongeren zelf, en in de tweede plaats hun ouders, verantwoordelijk voor de aankoop van alcohol? Het zou veel beter zijn om jongeren via harde sensibilisatiecampagnes te wijzen op de verkoop van alcohol.
29 juni 2015 de zelfstandige
7
regionaal
Minister Muyters wil meer studenten-ondernemers in Vlaanderen Vlaams minister van Werk en Economie Philippe Muyters wil het aantal studenten-ondernemers in Vlaanderen gevoelig optrekken. Hij wil in alle hogescholen en universiteiten een apart lessenpakket bedrijfsbeheer laten ontwikkelen zodat jonge studenten ook zonder bachelordiploma hun eigen onderneming kunnen oprichten. Studenten zouden die opleiding ondernemerschap in één semester kunnen afronden. Vervolgens kunnen ze dan van start als ondernemer. Bedoeling van deze maatregel is om de stap tot het ondernemerschap bij jongeren minder groot te maken. Goed initiatief, maar het is toch jammer dat minister Muyters dat lessenpakket niet sowieso voor elke student verplicht maakt, reageert NSZ. Elke maatregel die jongeren aanzet tot ondernemen is een geslaagde maatregel. De Vlaming
ziet zichzelf immers niet als ondernemer. De angst om te mislukken weerhoudt hem er te vaak van om een bedrijf op te richten, zo gaf de Global Entrepreneurship Monitor, een jaarlijkse studie die peilt naar het ondernemersklimaat, onlangs nog aan. Toch is het jammer dat minister Muyters van de lessen bedrijfsbeheer geen verplichte kost maakt voor iedere student aan de hogeschool of de universiteit. Dat is een gemiste kans, want zo’n verplichte cursus kan ogen doen open gaan en stimulerend werken, ook voor wie in eerste instantie niet aan een carrière als ondernemer dacht. Daarnaast vindt NSZ dat het statuut student-ondernemer, dat nu slechts in een handvol universiteiten en hogescholen wordt toegepast, veralgemeend moet worden. Een wettelijk kader, zoals dat van de topsporters, dringt zich meer dan ooit op. Doorgaans krijgen
student-ondernemers dankzij dat statuut extra flexibiliteit, zoals het missen van verplichte lessen of het verschuiven van examens, advies op maat, business coaching en de nodige faciliteiten (vergaderzalen, bedrijfslokalen, …). Tot slot moet de federale regering Michel de bestaande, sociale belemmeringen wegnemen, zodat studenten alle kansen krijgen om nog tijdens hun studies hun ondernemerschap ten volle te ontplooien. Zo mogen student-ondernemers vandaag de dag slechts 1423,90 euro per jaar verdienen om geen sociale bijdragen te hoeven betalen, terwijl jobstudenten per jaar ruim 6000 euro mogen verdienen zonder sociale zekerheidsbijdragen te moeten betalen. Dat is onlogisch tot en met. Als we de ondernemingsgraad in ons land willen zien toenemen, moeten dergelijke hinderpalen meteen uit de weg geruimd worden.
sectoren
Belg koopt 2,1 miljard euro online in eerste kwartaal 2015 De Belgische consumenten hebben in de eerste drie maanden van 2015 voor 2,1 miljard euro aankopen online gedaan, zo geeft de BeCommerce Market Monitor aan. De online markt is daarmee goed voor 14 procent van alle bestedingen in België in het eerste kwartaal. Volgens BeCommerce is de Belgische e-commerce goed op weg om in 2015 de kaap van de 7 miljard euro te ronden. Het actieve gebruik van internet voor allerlei doeleinden, het groeiende online aanbod en het toegenomen vertrouwen in het winkelen op het internet, resulteren in meer en meer Belgen die het online winkelen willen ontdekken.
8
de zelfstandige 29 juni 2015
sectoren
ondernemen
Aantal zelfstandigen nam licht af tijdens eerste kwartaal 2015 Eind vorig jaar waren er in België 1.015.202 zelfstandigen actief. Aan het eind van het eerste kwartaal zakte dat aantal tot 1.014.700 zelfstandigen, goed voor een lichte daling van 0,1 procent, zo leidt NSZ af uit cijfers van het RSVZ. Ten opzichte van het eerste kwartaal van 2014 (toen er 1.001.644 zelfstandigen geregistreerd waren) neemt hun aantal dan weer wel toe met 1,3 procent. Toch is deze stagnatie tijdens het eerste kwartaal van 2015 voor een stuk verontrustend, te meer omdat het enkel de vrouwelijke zelfstandigen in bijberoep (+0,2 procent) en de actieve zelfstandigen na pensioenleeftijd (+0,5 procent) zijn die ten opzichte van eind 2014 in aantal zijn toegenomen. Zij houden het ondernemerschap recht, want de stijging van het aantal mannelijke hoofdberoepers (+0,03 procent) is te miniem om van een opmerkelijke evolutie te kunnen spreken. Dat het vooral de actieven na pensioenleeftijd zijn die zorgen dat het aantal zelfstandigen desondanks op peil blijft, verwondert niet. Hun aandeel nam toe van 89.075 ondernemers eind 2014 naar 89.556 eind maart 2015. En ook de komende jaren zal het aantal zelfstandigen actief na pensioenleeftijd nog verder groeien. Dat heeft te maken met het feit dat ze sinds begin dit jaar onbeperkt kunnen bijverdienen na de wettelijke pensioenleeftijd of na een carrière van 45 jaar zonder dat er geheel of gedeeltelijk pensioen moet worden ingeleverd.
Werkgevers én vakbonden bouwsector vragen lastenverlaging van 6 euro per uur De werkgevers en vakbonden van de bouwsector vragen een lastenverlaging van 6 euro per uur om de concurrentie te kunnen aangaan met buitenlandse bedrijven. Zo niet dreigen er tegen 2019 nog eens 20.000 banen te verdwijnen in de sector. Sinds 2012 zijn bij de Belgische bouwbedrijven al 17.000 banen verloren gegaan. Dat heeft niet te maken met een dalende activiteit, want vorig jaar werd er nog een groei van 3,2 procent opgetekend, maar wel met het feit dat de Belgische bedrijven niet kunnen concurreren met de buitenlandse.
regionaal
Strategie 2025 moet economie Brussels gewest nieuwe dynamiek geven De Brusselse regering heeft de basistekst voorgesteld van de Strategie 2025 (S2025). Deze bevat 18 grote doelstellingen en bijna 160 beleidswerven op het vlak van tewerkstelling, opleiding, onderwijs, onderzoek en economie in Brussel. De Strategie 2025 voor Brussel berust op een vierledige ambitie. Belangrijk voor ondernemers is dat men de economie van het Brussels gewest wil aanzwengelen en Brussel tegen 2025 te laten uitgroeien tot de Belgische en Europese hoofdstad van ondernemingszin en innovatie. Er staan ook een aantal beleidswerven in de steigers, zoals de goedkeuring van een Small Business Act om een administratie tot stand te brengen die business friendly is, een fiscale hervorming die streeft naar een rechtvaardig fiscaal kader dat gunstig is voor de economische bedrijvigheid of de invoering van een nieuw Gewestelijk Innovatieplan. 29 juni 2015 de zelfstandige
9
bestelbon
Moet ik een bestelbon opmaken en aan mijn klanten overhandigen? Bij het verkopen van goederen of het leveren van diensten kan u in een bestelbon weergeven welke goederen of diensten het voorwerp uitmaken van de overeenkomst. Bent u verplicht om bij iedere verkoop of levering een bestelbon op te maken en deze te overhandigen aan uw klant? In principe bent u daartoe niet verplicht, tenzij u goederen verkoopt of diensten levert aan consumenten én hierbij een voorschot aan de consument vraagt voordat u uw prestaties onder de overeenkomst levert. Deze verplichting is terug te vinden in artikel VI. 88 van het wetboek economisch recht. In uitvoering van dit artikel somt artikel 19 van het koninklijk besluit van 30 juni 1996 de verplichte vermeldingen op die in een bestelbon moeten opgenomen worden, met name: Uw naam of de benaming van uw onderneming, het adres en uw inschrijvingsnummer in het handelsregister; De datum en het volgnummer van de bon; Een beschrijving van het goed of de dienst; De eenheidsprijs, de hoeveelheid en de totale prijs; Het bedrag van het betaalde voorschot en het saldo; De datum of termijn van de levering van het product/het verlenen van de dienst; Handtekening van de verkoper. Naast deze wettelijke verplichting kan het opmaken van een bestelbon een handig bewijsmiddel zijn om de contractuele rechten en plichten uit de overeenkomst op te sommen. We kunnen u alvast aanraden om contractuele verbintenissen steeds schriftelijk vast te leggen en te laten ondertekenen om latere discussies te vermijden. Stijn MICHIELSEN, Master in de Rechten
10
de zelfstandige 29 juni 2015
bouwsector
Is een aansluiting bij het WTCB verplicht? Veel aannemers gaan er van uit dat de aansluiting bij het WTCB (Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf) facultatief is en dat zij zelf kunnen beslissen of zij zich wensen aan te sluiten of niet. Dat is echter niet het geval. Het WTCB heeft als opdracht om wetenschappelijk en technisch onderzoek te doen voor de bouwsector. Daarnaast draagt het WTCB bij tot de innovatie en ontwikkeling in de bouwsector en verleent het technische bijstand aan de leden. Iedere aannemer is verplicht zich aan te sluiten bij het WTCB en om jaarlijks een bijdrage te betalen. De aannemer heeft dan ook niet de keuze om het lidmaatschap aan te gaan of te verlengen. Deze verplichting geldt voor iedere aannemer in de bouw, die onder de categorieën valt die door het WTCB worden opgesomd en waarvoor het WTCB onderzoek doet. Het WTCB schrijft aannemers zelf aan op basis van hun inschrijving in de KBO. Alle nacebel-codes die starten met ‘43’ vallen onder de bevoegdheid van het WTCB (met uitzondering van elektrotechnische werkzaamheden). Het feit of een aannemer al dan niet werkt met personeel heeft geen invloed op de verplichting om aan te sluiten. In ruil voor de aansluiting bij het WTCB kan een aannemer wel gebruik maken van de uitgebreide dienstverlening. Zo kan een aannemer met het WTCB contact opnemen om te weten welke normen voor een bepaalde uitvoering van werken of gebruik van materialen gelden en kan het WTCB de aannemers ook bijstaan in de afhandeling van geschillen.
Iris NEIJTS, Lic. Rechten
Q&A huurindexatie exoneratiebeding
Hoe wordt de huurprijs geïndexeerd? De regels inzake huurindexatie zijn afhankelijk van het huurregime. We onderscheiden het gemene huurrecht, het handelshuurrecht en het woninghuurrecht. Een indexatie kan slechts één keer per jaar doorgevoerd worden, namelijk op de verjaardagsdatum van de inwerkingtreding van het contract. Dat gebeurt in geen van de huurregimes automatisch. De verhuurder moet de aanpassing schriftelijk aan de huurder melden. Bij handelshuur en bij gemene huur kan de indexatie uitsluitend gevraagd worden wanneer men een indexatieclausule in de geschreven overeenkomst heeft opgenomen. Voor beide regimes geldt dat de eigenaar een vergeten indexatie slechts tot 12 maanden terug kan toepassen. Bij woninghuurovereenkomsten kan er een indexatie gevraagd worden, zelfs wanneer er geen geschreven overeenkomst bestaat of de overeenkomst geen indexatieclausule zou bevatten. Het is echter geen verplichting om de indexatie toe te passen: u hoeft die niet door te voeren, ook al staat die vermeld in de overeenkomst. Een uitdrukkelijke uitsluiting van de toepassing van indexatie in de overeenkomst is hier ook mogelijk. In dat geval mag het ook niet worden gevorderd. Is de verhuurder de indexatie uit het oog verloren, dan kan hij slechts met een beperkte terugwerkende kracht van drie maanden de indexatie doorvoeren. De indexatieberekening gebeurt als volgt: basishuurprijs x nieuw indexcijfer basisindexcijfer U dient de basishuurprijs, vastgesteld bij de ondertekening van het contract, in aanmerking te nemen (dus niet de laatst geïndexeerde huurprijs). De basisindex is het indexcijfer van de maand voorafgaand aan de maand van ondertekening van het contract. Het nieuw indexcijfer is dat van de maand voorafgaand aan de maand van aanpassing. De indexcijfers vindt u op: economie.fgov.be/nl/statistieken/cijfers/economie/consumptieprijzen/
Tom DELWICHE, Master in de Rechten
Mag ik mijn aansprakelijkheid zomaar beperken of uitsluiten met een exoneratiebeding? Een exoneratiebeding is een contractueel beding waarbij een partij stipuleert geheel of gedeeltelijk bevrijd te zullen zijn indien zijn contractuele of buitencontractuele aansprakelijkheid in het gedrang komt. Op grond van de beginselen van wilsautonomie en contractsvrijheid is exoneratie of uitsluiting van aansprakelijkheid principieel mogelijk, zowel aangaande de contractuele aansprakelijkheid als de buitencontractuele aansprakelijkheid. De geldigheid van dergelijk beding is wel onderworpen aan een aantal voorwaarden: Het beding dient aanvaard te zijn, wat kennisname of mogelijke kennisname impliceert. U zal op een duidelijk zichtbare plaats kennis moeten geven aan uw klanten dat u zich onttrekt van enige aansprakelijkheid. Het beding mag niet strijdig zijn met bepalingen van dwingend recht of bepalingen die raken aan de openbare orde en de goede zeden. Het beding mag geen uitsluiting van eigen opzet inhouden. Maar sinds het cassatie-arrest van 25 september 1959 zijn exoneratiebedingen voor eigen zware fout toegelaten. Exoneratie voor opzet en zware fout van aangestelden is eveneens toegelaten. Het beding mag de overeenkomst niet uithollen. U moet erover waken dat de tegenpartij hiervan kennis heeft genomen en dat ook vermeldt op het geschrift dat het beding bevat (gelezen en goedgekeurd).
Shannon VIERDEELS, Master in de Rechten
29 juni 2015 de zelfstandige
11
FOCUS
VAAK GESTELDE VRAGEN bij de jaarlijkse belastingaangifte
Wanneer moet uw belastingbrief ingevuld zijn? Papieren aangiftes moeten ten laatste op 30 juni 2015 ingediend zijn. Wie Taxon-web gebruikt, heeft extra tijd tot 15 juli 2015. Wie de aangifte laat invullen door een boekhouder heeft tijd tot 29 oktober 2015.
Moet u een tweede verblijf opnemen in de aangifte? U heeft in 2014 een vakantievilla in Spanje gekocht voor eigen gebruik. Moet u die opnemen in uw belastingaangifte? Als inwoner van België bent u verplicht al uw inkomsten op te nemen in uw belastingaangifte. Ook al hebt u geen huurinkomsten, toch moet u uw buitenlandse woning aangeven. U moet de brutohuurwaarde opnemen. Omdat er geen exacte regels zijn om die te bepalen, wordt vaak 5,3 procent van de verkoopwaarde genomen. Daarvan mag u geen werkelijke kosten aftrekken: de fiscus past automatisch een kostenforfait toe. Wel mag u de betaalde buitenlandse belastingen in mindering brengen. Mocht u de villa wel verhuren, dan moet u de brutohuurinkomsten aangeven. U mag daarvan geen werkelijke kosten aftrekken, wel de buitenlandse belastingen. De brutohuurinkomsten of brutohuurwaarde moet worden opgenomen in VAK III onder de codes 1123/2123 als België geen dubbelbelastingverdrag heeft afgesloten met het land waar de woning ligt en in de codes 1130/2130 als dat er wel is. Met Spanje heeft België een dubbelbelastingbedrag.
12
de zelfstandige 29 juni 2015
Een brief over mijn buitenlandse rekening. Hoezo? De Federale Overheidsdienst Financiën stuurde een tiental dagen geleden een brief aan meer dan 200.000 Belgen met de vraag om hun buitenlandse rekening aan te geven, terwijl verschillende honderden helemaal geen rekening in het buitenland hebben. Die Belgen zouden één van hun vorige aangiftes bijvoorbeeld 'geen' of 'nihil' hebben ingevuld, terwijl ze helemaal niets moesten invullen. Het computersysteem van Financiën heeft dat fout geïnterpreteerd.
Als u zo een brief ten onrechte heeft gekregen, hoeft u niets te doen als u geen buitenlandse rekening had in 2011, 2012 of 2013.
fiscaal door Christine MATTHEEUWS, Lic. Rechten
Wat houdt u netto over van uw huurinkomsten?
Heel wat zelfstandigen investeren in een huis of appartement dat ze dan verhuren als extra appeltje voor de dorst of om later hun mager pensioen aan te vullen. Maar wat houdt u ervan over? Eigenaars van een huis of appartement moeten elk jaar onroerende voorheffing betalen. Maar daarnaast moet u, als u vastgoed verhuurt, dat aangeven in uw belastingaangifte. Alleen privégebruik Is de huurder een natuurlijke persoon en gebruikt hij de woning of het appartement uitsluitend voor privédoeleinden? Dan wordt u belast op het geïndexeerde kadastraal inkomen (ki), verhoogd met 40 procent. De werkelijke huurinkomsten zijn voor uw aangifte niet belangrijk. U vermeldt het niet-geïndexeerde kadastraal inkomen van het pand bij code 1106/2106. Zolang de huurder een natuurlijk persoon is die het pand niet beroepsmatig gebruikt, worden de werkelijke huurinkomsten niet belast, maar alleen een forfait. Professioneel gebruik Als de huurder het pand voor beroepsdoeleinden gebruikt of als een vennootschap het huurt, wordt u belast op de werkelijke huurinkomsten. In uw belastingaangifte moet u behalve het KI ook de brutohuur opnemen. Die brutohuur omvat niet alleen de huurprijs, maar ook de huurvoordelen. Dat zijn bijvoorbeeld onderhouds- en herstellingskosten die normaal ten laste zijn van de eigenaar, maar aan de huurder worden doorgerekend. Toch wordt niet het volledige bedrag aan huurinkomsten belast: de fiscus trekt forfaitair 40 procent kosten (met een maximum van twee derde van het gerevaloriseerde kadastraal inkomen) af.
Het resultaat - de belastbare netto huur - kan nooit lager zijn dan het geïndexeerde kadastraal inkomen + 40 procent. U geeft het niet-geïndexeerde kadastraal inkomen aan bij code 1109/2109 en de brutohuur bij code 1110/2110. En wat met gemengd gebruik? Soms wordt een woning deels privé en deels voor het beroep gebruikt. Denk aan een bediende die een deel van zijn woning als kantoor gebruikt. Als in de geregistreerde huurovereenkomst het gebruik en de prijs werden opgesplitst, mag u diezelfde uitsplitsing gebruiken voor uw belastingen: enerzijds een deel van het kadastraal inkomen voor het privégebruik en anderzijds een deel van het kadastraal inkomen en de ontvangen huur voor het beroepsgebruik. Is er in de huurovereenkomst geen uitsplitsing voorzien, dan moet u uw aangifte invullen alsof de woning volledig professioneel gebruikt wordt.
Gemeubeld Bij een gemeubelde verhuur zijn er twee soorten inkomsten. De verhuur van het pand levert een onroerend inkomen op, dat van de meubels een roerend. Het roerend inkomen wordt afzonderlijk belast tegen een tarief van 25 procent (plus gemeentebelastingen). Welk deel van de huur is een roerend inkomen en welk deel een onroerend? U kunt die uitsplitsing bepalen in de huurovereenkomst. Is er geen verdeling voorzien, dan gaat de fiscus ervan uit dat 40 procent van de huurprijs betrekking heeft op de meubelen. Het deel van de inkomsten dat betrekking heeft op het onroerend inkomen geeft u op dezelfde manier aan zoals bij een niet-gemeubelde huur. Het roerend inkomen geeft u aan via vak VII, bij de code 1156/2156. Van het totale bedrag mag u 50 procent kosten in mindering brengen.
En hoeveel belastingen betaalt u nu? Hoeveel belastingen u betaalt op de inkomsten van uw verhuurd vastgoed zal afhangen van geval tot geval? De inkomsten worden bij uw overige inkomsten geteld en daardoor belast tegen uw hoogste belastingtarief (maximaal 50 procent + gemeentebelastingen).
29 juni 2015 de zelfstandige
13
Vakantie in zicht, tijd om wat documenten weg te gooien? De vakantie is de ideale periode om eens “uw bureau op te kuisen”. Maar wat mag u weggooien en wat niet? Principe U moet voor de fiscus uw ‘boekhoudkundige stukken’ gedurende zeven jaar bijhouden. Vreemd, want de normale controletermijn is toch maar drie jaar, denkt u nu. Juist, maar een controleur kan verder teruggaan dan 2012. Hij heeft immers een bijkomende controletermijn tot zeven jaar in geval van fraude. Dus houdt u best voor alle zekerheid maar alles gedurende zeven jaar bij.
turen, bankuittreksels, kasboek,.... Ook de papieren die u ontvangt van uw boekhouder dient u bij te houden, zoals winst/verliesrekening, afschrijvingstabellen, aangiftes, … Maar ook andere documenten houdt u het best bij. U bent dan wel niet wettelijk verplicht om bestelbons, offertes, en zo meer op te maken, maar als u die opmaakt, dan moet u ze ook bijhouden. Hetzelfde kan gezegd worden over uw contracten, uw professionele agenda, brieven en mails met uw klanten of leveranciers, documenten met betrekking tot het beheer van computersystemen en in feite zelfs uw professionele agenda.
Wat moet u allemaal gedurende zeven jaar bijhouden? Uw boekhouding. Het gaat om alle papieren die u aan uw boekhouder bezorgt, dus aan- en verkoopfac-
Hoe moet u die documenten bewaren? Op papier? U bent niet verplicht om uw bankuittreksels of andere documenten op papier te bewaren. Heeft
u ze digitaal, dan mag u desnoods uw uitgeprinte documenten en uittreksels weggooien. Let er wel voor op dat u kan garanderen dat de digitale bestanden gedurende zeven jaar blijven bestaan. U zal er niet mee weggeraken als u aan de fiscus zegt dat uw computer is gecrasht. Alles van vóór 2008 weggooien? U kan in principe alles van vóór 2008 weggooien, behalve de facturen van investeringen die u in 2008 nog afgeschreven heeft en de (volledige!) boekhouding van een jaar waarin u verlies geleden heeft, als u dat verlies nog in aftrek brengt in een aangifte die nog gecontroleerd kan worden, dus in principe in een aangifte vanaf de jaren 2012 en volgende.
Bijverdienen na pensioen: hou rekening met sociale en fiscale regels Naast uw pensioen verdient u nog wat bij. Maar van de 1240 euro die u verdient moet u misschien 661 euro aan belastingen betalen. Hoe kan u dat vermijden? U moet een onderscheid maken tussen de sociale regels die bepalen hoeveel u mag bijverdienen naast uw pensioen en de fiscale behandeling ervan.
14
de zelfstandige 29 juni 2015
Sociale regels Eerst en vooral moet u nagaan of en hoeveel u mag bijverdienen naast uw pensioen. Deze regels worden bepaald door het socialezekerheidsrecht. Sinds begin 2013 zijn de regels versoepeld en mag u meer bijverdienen, zonder dat u uw recht op uw pensioen verliest. Vanaf uw vijfenzestigste mag u nu onbeperkt bijverdienen, als u op het moment van uw pensionering een loopbaan van 42 jaar heeft gehad.
Fiscale regels Gepensioneerden worden net zoals niet-gepensioneerde zelfstandigen belast op hun beroepsinkomsten die ze bijverdienen. Zij moeten die inkomsten dus aangeven. Anderzijds kan u wel uw beroepskosten aftrekken van het inkomen dat u bijverdient.
diensten in het kort door Philippe RUELENS, Lic. Rechten
Toch rolrecht bij arbeidsrechtelijke en fiscale geschillen Sinds 1 juni 2015 wordt er ook een rolrecht geheven bij geschillen voor de arbeidsgerechten en bij fiscale geschillen, maar dan enkel voor zaken waarbij de waarde van de vordering hoger is dan 250.000 euro. Tot dan waren deze geschillen altijd vrijgesteld van een rolrecht. De wet van 28 april 2015, die de griffierechten heeft hervormd, somt onder meer de rolrechten op voor geschillen die onder de bevoegdheid van de arbeidsgerechten vallen en voor fiscale geschillen. In de wettekst die in het Belgisch Staatsblad van 26 mei 2015 werd gepubliceerd, stond er echter niets over de rolrechten bij het Hof van Cassatie voor voorzieningen tegen beslissingen van arbeidsgerechten of beslissingen in fiscale zaken.
Via een addendum bij de wet van 28 april 2015, dat verscheen in het Belgisch Staatsblad van 11 juni 2015, vult de wetgever de wettekst nu aan met deze rolrechten (aanvulling art. 269(1), W.Reg.):
Gerecht
Hof van Cassatie voor voorzieningen tegen beslissingen van arbeidsgerechten of beslissingen in fiscale zaken
Waarde vordering
Rolrecht per eisende partij
niet hoger dan 250.000 euro
vrijgesteld
van 250.000,01 euro tot 500.000 euro
800 euro
boven 500.000 euro
1.200 euro
Quota dagen gelegenheidswerk opgetrokken De ministerraad heeft op 12 juni 2015 een ontwerp van koninklijk besluit goedgekeurd wat betreft de quota van dagen gelegenheidswerk in hoofde van de werkgever in de horecasector. Worden beschouwd als gelegenheidsarbeiders: de werknemers die door een werkgever in de horecasector of door een uitzendkantoor voor maximaal twee opeenvolgende dagen in het kader van een arbeidsovereenkomst voor beperkte duur of een arbeidsovereenkomst voor duidelijk omschreven werk aangeworven worden. Tijdens deze dagen worden de sociale zekerheidsbijdragen berekend op basis van voordelige forfaits (voor zowel werknemer als werkgever) en voorziet de wetgeving erin dat de sociale rechten van de werknemers behouden blijven. Overeenkomstig het regeerakkoord wordt het quotum voor de werkgever in de horecasector opgetrokken van 100 dagen gelegenheidswerk naar 200 dagen.
29 juni 2015 de zelfstandige
15
Ontwerp van programmawet ingediend in de Kamer Op 1 juni 2015 werd in de Kamer een ontwerp van programmawet ingediend. Het ontwerp bevat een hele reeks sociaalrechtelijke bepalingen. De belangrijkste vindt u hieronder:
Aanwezigheidsregistratie in de vleessector Het ontwerp voorziet, met ingang van 1 juli 2015 of een vroegere bij KB te bepalen datum, in de invoering van een verplicht systeem van aanwezigheidsregistratie voor alle tewerkgestelden in de vleessector. Deze maatregel kadert in de strijd tegen de schijnzelfstandigheid en de tewerkstelling van illegale werknemers in de vleessector.
Artikel 30bis RSZ-wet: ook de opdrachtgever kan subsidiair hoofdelijk aansprakelijk worden gesteld
In de bouwsector bestaat al geruime tijd een inhoudingsverplichting en een daarmee samengaande hoofdelijke aansprakelijkheid voor de sociale en fiscale schulden ten laste van de opdrachtgever of aannemer die een beroep doet op een aannemer of onderaannemer met sociale en/of fiscale schulden. Dat systeem staat, wat de aansprakelijkheid voor de sociale schulden betreft, ingeschreven in artikel 30bis van de RSZ-wet. Het systeem bestaat erin dat een opdrachtgever of een aannemer die, voor werken in onroerende staat, in zee gaat met een aannemer of onderaannemer met sociale of fiscale schulden hoofdelijk aansprakelijk wordt gesteld voor de betaling van die schulden van zijn medecontractant. De aannemer of opdrachtgever kan die hoofdelijke aansprakelijkheid evenwel ontlopen door bij de betaling aan zijn medecontractant van de uitgevoerde opdracht, een deel van de gelden (bij sociale schulden 35 procent, bij fiscale schulden 15 procent) in te houden en door te storten aan de RSZ of aan de fiscus. Indien de 16
de zelfstandige 29 juni 2015
opdrachtgever of aannemer aan die inhoudingsverplichting voldoet, is hij niet langer hoofdelijk aansprakelijk voor de sociale of fiscale schulden van zijn medecontractant. Opdrachtgevers kunnen via een databank van de RSZ en de fiscus nagaan of zij de inhoudingsplicht moeten toepassen bij onderaannemers en medecontractanten. Dit systeem werd door de Programmawet van 29 maart 2012 aangevuld met een mechanisme van subsidiaire of getrapte aansprakelijkheid. Hierdoor kunnen (onder) aannemers die boven een in gebreke blijvende (onder)aannemer zitten in de productieketen hoofdelijk aangesproken worden voor de betaling van de sociale en fiscale schulden die via de hoofdelijke aansprakelijkheid niet of slechts gedeeltelijk werden ingelost. Iedere tussenkomende onderaannemer in de keten kan aangesproken worden. De aansprakelijkheid geldt in de eerste plaats voor de aannemer die de nalatige (onder)aannemer heeft ingeschakeld. Ze wordt in chronologische volgorde ‘getrapt’ toege-
past op de vooraf tussenkomende aannemers, telkens wanneer de gevorderde sommen niet vereffend worden binnen de 30 dagen na de verzending van een aangetekende ingebrekestelling. De RSZ en de fiscus kunnen dus stapsgewijs hoger in de keten sociale bijdragen/fiscale schulden innen als aannemers in gebreke blijven. Het ontwerp van programmawet breidt dit systeem van subsidiaire hoofdelijke aansprakelijkheid nu uit tot de opdrachtgever. Voorts bepaalt het ontwerp dat voortaan niet alleen de aannemer maar ook de opdrachtgever zonder personeel of zonder eigen sociale schulden, die hoofdelijk aansprakelijk wordt gesteld, wordt aangegeven als werkgever met sociale schulden in de door de RSZ opgerichte databank, indien de opdrachtgever de in het kader van de hoofdelijke aansprakelijkheid geëiste bedragen niet vereffent binnen de 30 dagen na de verzending van een aangetekende ingebrekestelling.
door Philippe RUELENS, Lic. Rechten
Administratieve geldboete voor fictieve aansluitingen als zelfstandigen verdubbeld Het ontwerp van programmawet verdubbelt de administratieve geldboete die kan opgelegd worden wanneer een persoon die geen hoofdverblijfplaats in België heeft, zich heeft aangesloten bij een sociale verzekeringsfonds zonder een beroepsactiviteit aan te vatten.
Innovatiepremies De mogelijkheid voor werkgevers om innovatiepremies toe te kennen vrij van RSZ-bijdragen en belastingen, wordt verlengd voor de periode 2015-2016.
Versterking van de werkbonus met ingang van 1 augustus 2015 Het ontwerp van programmawet voorziet in de versterking van de werkbonus met ingang van 1 augustus 2015. De werkbonus is de vermindering van de persoonlijke bijdragen voor de sociale zekerheid ten voordele van de werknemers met lage lonen. Die vermindering heeft tot doel werknemers met een laag loon een hoger nettoloon te garanderen, zonder daarbij het brutoloon te verhogen.
diensten in het kort
Bedrag dienstverplaatsing met eigen wagen Elk jaar op 1 juli vindt de indexatie plaats van het bedrag dat de werkgever als kostenvergoeding kan terugbetalen aan de werknemer die, in opdracht van zijn werkgever, zijn eigen wagen gebruikt voor dienstverplaatsingen. Deze terugbetaling kan overeenstemmen met de werkelijk opgelopen kosten, maar er kan ook geopteerd worden om een forfaitaire kostenvergoeding te betalen. Indien de werkgever kiest voor de betaling van een forfaitaire kostenvergoeding is deze vergoeding vrij van RSZ-bijdragen en bedrijfsvoorheffing indien een bepaalde maximumgrens niet overschreden wordt. Het grensbedrag van de forfaitaire kilometervergoeding bedraagt 0,3412 euro (voorheen 0,3468 euro) per kilometer van 1 juli 2015 tot en met 30 juni 2016. Dat bedrag is onder voorbehoud van publicatie in het Belgisch Staatsblad.
Het bedrag van de vermindering is afhankelijk van de hoogte van het maandloon van de werknemer: hoe hoger het maandloon, hoe kleiner de vermindering. Eens het maandloon hoger is dan een bepaald grensbedrag (= de hoge loongrens) is de vermindering gelijk aan nul. Er wordt gewerkt met loonzones. Naargelang de loonzone waarin de loonmassa van een werknemer zich bevindt, wordt een bepaalde vermindering toegepast. Werknemers met een heel laag loon (= lager dan de lage loongrens) ontvangen het maximale verminderingsbedrag. Het ontwerp verhoogt zowel de zogenaamde hoge loongrens als de lage loongrens. 29 juni 2015 de zelfstandige
17
juridisch door Annelies BRIES, Master in de Rechten
Wat u moet weten alvorens u vennoot FOCUS wordt in een VOF Vaak worden er vennootschappen opgericht uit praktische overwegingen. Doorgaans is één van de overwegingen dat men de persoonlijke aansprakelijkheid van de vennoten wil uitsluiten of beperken. Is er echter niet veel startkapitaal voorhanden, dan wordt er vaak een VOF of een andere vennootschap met onvolkomen rechtspersoonlijkheid opgericht (Comm.V, CVOA). Hier is er immers geen minimumstartkapitaal opgelegd en bovendien is er geen tussenkomst van een notaris nodig.
Bij een VOF bijvoorbeeld zijn de vennoten hoofdelijk en onbeperkt aansprakelijk voor schulden van de VOF, wat betekent dat uw privévermogen kan aangesproken worden om schulden gemaakt in naam van de vennootschap te voldoen.
Wat u echter moet weten, is dat bij het oprichten van een VOF of een andere vennootschap met onvolkomen rechtspersoonlijkheid de persoonlijke aansprakelijkheid van de vennoten niet beperkt wordt, in tegenstelling tot wat het geval is bij het oprichten van een BVBA, een NV en zo meer. De wet schrijft zelfs uitdrukkelijk dat de vennoten van een vennootschap met onvolkomen rechtspersoonlijkheid aansprakelijk zijn voor alle verbintenissen van de vennootschap.
18
de zelfstandige 29 juni 2015
Indien u toetreedt tot een VOF bent u dus aansprakelijk voor de schulden die ontstaan ná uw toetreding als vennoot. Wat minder logisch is, en niet gerealiseerd wordt door iedereen, is dat u eveneens aansprakelijk bent voor de verbintenissen die aangegaan zijn door de vennootschap vóór uw toetreding. De wet maakt immers geen onderscheid tussen het tijdstip waarop de vennootschap de verbintenissen is aangegaan. Dat heeft tot gevolg dat vennoten onder firma hoofdelijk aansprakelijk zijn voor alle verbintenissen van de vennootschap, ook al zijn deze ontstaan vóór het tijdstip van hun toetreding tot de vennootschap. Het Hof van Cassatie
verbrak met haar arrest van 7 november 2013 in die zin een vonnis van de rechter in beroep die het tegendeel had geoordeeld. Wil u tot een VOF toetreden en wil u uw aansprakelijkheid voor verbintenissen, aangegaan vóór u vennoot was, uitsluiten, dan kan de oude vennootschap eerst ontbonden worden en een nieuwe vennootschap opgericht worden. Of er kan een overeenkomst gesloten worden met de bestaande vennoten waarin bepaald wordt dat de toetredende vennoot niet aansprakelijk is voor de oude schulden. Wanneer u dan aangesproken wordt door een schuldeiser heeft u de mogelijkheid om terugbetaling te vorderen van de andere vennoten. In het licht van het voorgaande is het bijgevolg aangewezen om niet over één nacht ijs te gaan wanneer u overweegt om een VOF of een andere vennootschap met onvolkomen rechtspersoonlijkheid op te richten of toe te treden als vennoot tot dergelijke vennootschap.
Rechtzetting: in ons vorig magazine meldden we dat iedere persoon die werken in onroerende staat op een werf uitoefent voor een totaalbedrag van 80.000 euro zich dagelijks elektronisch moest registreren. De grens voor zulke registratie ligt echter op 800.000 euro en dus niet op 80.000 euro. Onze excuses hiervoor!
juridisch door Catherine BOULANGER, Lic. Rechten
De vrijheid van meningsuiting heeft ook grenzen Op een nieuwssite verklaart de woordvoerder van een vennootschap die wordt overgenomen dat de overname van de vennootschap door de onderneming Twistarz heeft plaatsgevonden in een conflictueuze context en dat het hier gaat om een laag-bij-de grondse en degoutante zaak. Twistarz, die van oordeel is dat hij in diskrediet wordt gebracht, spant een rechtszaak aan tegen de overdragende vennootschap om een vergoeding te bekomen voor de morele schade die hij geleden heeft.
IN RECHTE
IN FEITE
Het principe dat iedereen recht heeft op een vrije meningsuiting, zoals vastgelegd in artikel 10 § 1 van de Europese conventie van de rechten van de mens en artikel 19 van de grondwet, kent een aantal uitzonderingen, zoals:
In het voorliggende geval was de verwerende partij (de woordvoerder van de overgenomen vennootschap) van oordeel dat hij gebruik gemaakt heeft van zijn grondwettelijk recht m.b.t. de vrije meningsuiting door deze verklaringen af te leggen aan een journalist. Hij geeft ook aan dat hij dus niet de auteur is van het desbetreffende artikel.
Laster en eerroof (art. 443-444 van het Strafwetboek) dat inhoudt dat iedere persoon die een andere persoon kwaadwillig een bepaald feit ten laste legt dat zijn eer kan krenken of hem aan de openbare verachting kan blootstellen en waarvan het wettelijk bewijs niet wordt geleverd, schuldig is aan laster wanneer de wet het bewijs van het ten laste gelegde feit toelaat en aan eerroof wanneer de wet dat bewijs niet toelaat. Het gaat dus om een openbare handeling (bijv. een artikel gepubliceerd op een blog en dus niet over een brief geschreven in de privésfeer) en een duidelijke intentie om te schaden (dus niet een genuanceerde publicatie van een kwaliteitsvolle enquête). De kwaadwillige ruchtbaarmaking voorzien in artikel 449 van het Strafwetboek: een tenlastelegging doen zonder enige reden van openbaar of van privaat belang en enkel met het oogmerk om te schaden. Belediging: iemand hetzij door daden hetzij door geschriften, prenten of zinnebeelden beledigen. Al deze misdrijven, die op een of andere manier de eer of de goede naam van personen betreffen, worden gestraft met strafrechtelijke boetes en gevangenisstraffen op voorwaarde dat de persoon/onderneming, die het voorwerp van de aanranding uitmaakt, klacht indient tegen de auteur van het laakbare feit en dat een strafonderzoek wordt geopend. Deze inbreuken zullen gekwalificeerd worden als persdelicten wanneer ze schriftelijk werden begaan. Het Hof van Assisen zal dan gevat worden. Gelet op de zwaarte van de procedure is het beter, om een onmiddellijke reactie te bekomen op de schadelijke boodschap (idealiter zelfs de schrapping ervan), terug te grijpen naar buitengerechtelijke maatregelen, zoals een regeling in der minne of te werken met het recht van antwoord dat moet gepubliceerd worden op dezelfde website of in het desbetreffende tijdschrift.
De rechtbank oordeelde dat noch eerroof noch belediging kon weerhouden worden, vermits het desbetreffende artikel de mening weergaf van de verwerende partij die zelf betrokken partij was in het conflict en die ook te kennen gaf dat hij handelde ten voordele van het algemeen belang door dergelijke conflictsituaties openbaar te maken. Tenslotte merkt de rechtbank ook op dat de eisende partij het niet nodig gevonden heeft om zijn standpunt kenbaar te maken via het zelfde tijdschrift en dat terwijl hij nochtans beroep kon doen op zijn recht op antwoord. Dat laatste is niet te verzoenen met de aanklacht m.b.t. een fout begaan door de verwerende partij en het bestaan van een eventuele schade. De veroordeling werd dus als niet gegrond afgewezen. 29 juni 2015 de zelfstandige
19
bedrijfskalender juli Maandelijks I
1 BEGIN SOLDEN Werknemer
Afgifte van C.3.2. formulier op de eerste dag van tijdelijke werkloosheid. Afgifte van formulieren “verklaring van arbeid in deeltijdse arbeidsregeling” (Form. C131B).
5
15
Klant
Uiterste datum van facturatie voor de leveringen van juni 2015.
9 Ontvanger registratie
Voorleggen van betalingsbewijzen van geprotesteerde wissels om bekendmaking in de Tabel der Protesten te voorkomen.
10 Bedrijfsvoorheffing
Opsturen aangifte bedrijfsvoorheffing juni 2015 voor de ondernemingen die in 2014 méér dan 38.060 euro verschuldigd waren. Dienst voorafbetalingen
O.R./C.V.G.
Uiterste datum voor de verplichte maandelijkse vergadering van de ondernemingsraad en het comité veiligheid en gezondheid (alleen voor ondernemingen met respectievelijk méér dan 100 of 50 werknemers).
20
de zelfstandige 29 juni 2015
Boekhouding
Bijwerken van het centraal boek m.b.t. boekhoudkundige verrichtingen van juni 2015. Compensatiekas
Indien er zich tijdens de maand juni 2015 wijzigingen hebben voorgedaan in de toestand van de werknemers, moet de Compensatiekas voor Gezinstoelagen worden verwittigd. AV
NIS
Indienen INTRASTAT aangifte m.b.t. intracommunautair verkeer tijdens de maand juni 2015 (enkel voor btw-belastingplichtigen die voor méér dan 250.000 euro inen/of uitvoeren naar ander EU-lidstaten). BTW
Indienen en betalen maandaangifte btw voor de maand juni 2015. Betaling saldo verschuldigde btw over het tweede kwartaal 2015 voor zij die met kwartaangiften werken. Indienen periodieke btw aangifte m.b.t. de handelingen van het tweede kwartaal 2015. Indienen kwartaalaangifte van de vrijgestelde intracommunautaire leveringen van goederen gedurende het tweede kwartaal 2015. Indienen bijzondere kwartaalaangifte van de intracommunautaire verwervingen gedaan gedurende het tweede kwartaal 2015 door forfaitaire landbouwers, vrijgestelde kleine ondernemingen, niet BTW belastingplichtige rechtspersonen en vrijgestelden Kwartaallisting van de intracommunautaire handelingen gedurende het tweede kwartaal 2015.
25
NIS
20
31
Storting bedrijfsvoorheffing m.b.t. de bezoldigingen van juni 2015 voor ondernemingen die in 2014 méér dan 38.060 euro verschuldigd waren. Aangifte en storting van het saldo van de bedrijfsvoorheffing van het tweede kwartaal 2014 voor de anderen. Storting roerende voorheffing op dividenden en intresten toegekend of betaalbaar gesteld op 30 juni 2015 en verzenden aangifte roerende voorheffing.
TWEEDE VOORAFBETALING voor zij die per kalenderjaar boeken. Indienen van statistische inlichtingen juni 2015 door ondernemingen die op 31 maart 2014 ten minste 20 werknemers tewerkstelden.
Jaarlijks
Belastingontvanger
RSZ
storting aan de RSZ van het derde maandelijks voorschot, gelijk aan 25 % van de bijdragen verschuldigd aan de RSZ voor het overeenstemmende kwartaal van het vorige kalenderjaar (enkel voor de werkgevers die voor een bepaald kwartaal méér dan 4.000 euro sociale zekerheidsbijdragen hebben aangegeven).
Trimestrieel I
Verhuurder
Uiterste datum (op straffe van verval) voor verzending van een verzoekschrift tot hernieuwing van uw handelshuur die aanving op 01.11.2007 en eindigt op 31.10.2016.
Algemene vergadering en goedkeuring van de jaarrekening in de ondernemingen die hun boekjaar afsluiten op 31 januari 2015. NBB
Neerlegging van de jaarrekening voor vennootschappen die hun boekjaar afsluiten op 31 december 2014. Gewestelijke directeur
Uiterste datum van indiening van een bezwaarschrift tegen aanslagen inkomstenbelasting gevestigd tot en met 31 januari 2015. RSZ
Gebeurlijk opmaken van de aangifte aan het Sociaal Fonds en de overeenstemmende bedragen betalen. Verzekering
Aangifte van de bezoldigingen invullen bestemd voor de verzekering arbeidsongevallen. Betrokken werknemers
Ingeval van tijdelijke werkloosheid in de maand juni 2015: C.3.2. formulier opvragen en invullen Ingeval van deeltijdse arbeid in de maand juni 2015: formulieren C131B invullen en overhandigen. RSZ
Opmaken van nominatieve kwartaalstaat voor de RSZ over het tweede kwartaal 2015 alsook het saldo van de bijdragen verschuldigd voor het tweede kwartaal 2015 betalen. EINDE SOLDEN