Toelichting over de behandeling van: Brief van het college van B&W d.d. 26 februari 2013 inzake “Informatieavond GR Bergerden” Van:
Het college van B&W van 26 februari 2013
Doel:
Opinie vormen
Toelichting:
Brief d.d. 26 februari 2013 inzake GR Bergerden Bij brief d.d. 26 februari 2013 heeft het college van B&W aan de gemeenteraad het LEIrapport ‘toekomstperspectief Bergerden voor glastuinbouwbedrijven in de projectlocatie’ toegestuurd. Daarnaast is de gemeenteraad door middel van deze brief uitgenodigd voor een informatiebijeenkomst op 12 maart 2013. De sheets van de tijdens deze bijeenkomst gegeven presentaties zijn als bijlage bij de stukken gevoegd. Reden van agendering in een kamerronde De fracties van D66 en De Nijmeegse Fractie hebben verzocht om deze brief te agenderen en hebben daarbij de volgende motivatie meegegeven; “Wij willen graag met de andere fracties en het college van gedachten wisselen over de inhoud van het LEI-rapport ‘toekomstperspectief Bergerden voor glastuinbouwbedrijven in de projectlocatie’. Specifiek willen wij daarbij graag stil staan bij de uitkomsten van het rapport en de mogelijkheden die er zijn om met de ontwikkeling van dit gebied om te gaan. Bewust willen wij dat doen vóór de door het college toegezegde business case / businessplan beschikbaar is. Op die manier kunnen wij als raad in een vroegtijdige fase richting meegeven aan het college voor een dergelijke business case / businessplan.”
Naam steller: E-mail steller:
E. Top
[email protected]
Bijlagen:
1. Brief van het college van B&W d.d. 26 februari 2013 inzake “Informatieavond GR Bergerden”
Tel. steller:
024 - 329 2950
Ter inzage via dropbox, internet, Raadsgriffie en Informatiebalie 1. Brief d.d. 26 februari 2013 van de GR Bergerden inzake “raadsinformatieavond” 2. LEI-rapport ‘toekomstperspectief Bergerden voor glastuinbouwbedrijven in de projectlocatie’ 3. Sheets presentaties informatiebijeenkomst Bergerden d.d. 12 maart 2013 4. Antwoord van het college van B&W d.d. 29 januari 2013 op de schriftelijke vragen d.d. 19 december 2012 van De Nijmeegse Fractie en D66 inzake “provinciaal toezicht GR Bergerden” 5. Pagina 200 en 201 (betreffende Bergerden) uit de Stadsbegroting 2013-2016 6. Pagina 25 (betreffende Bergerden) uit het VGP d.d. september 2012 7. Pagina 19 (betreffende Bergerden) uit het VGP d.d. maart 2012 8. Schriftelijke vragen d.d. 19 december 2012 van De Nijmeegse Fractie en D66 inzake “provinciaal toezicht GR Bergerden”; 9. Brief van het college van B&W d.d. 18 december 2012 inzake “Financiële situatie GR Bergerden”, inclusief bijbehorende bijlage 10. Besluitenlijst d.d. 9 november 2011, voor zover het betreft de wensen en bedenkingenbrief en het raadsvoorstel “Financiële situatie GR Bergerden” 11. Wensen en bedenkingenbrief van de gemeenteraad d.d. 9 november 2011 12. Raadsvoorstel d.d. 3 oktober 2011 inzake “Financiële situatie GR Bergerden”, inclusief bijbehorende bijlagen 13. Brief van het college van B&W van 3 oktober 2011 inzake “Wensen en bedenkingen jaarstukken, begroting en grondexploitatie GR Bergerden”
Ontwikkelingsbedrijf
Ingekomen stuk D1 (PA 20 maart 2013)
Grondzaken
Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon 14024
Openbare besluitenlijst 18 december 2007 Collegevergadering no 47 Aan de gemeenteraad van Nijmegen Aanwezig: Voorzitter Wethouders Gemeentesecretaris Datum Communicatie
26 februari 2013 Verslag
Telefax
(024) 329 96 10
E-mail gemeente@
nijmegen.nl
Postbus 9105
Th. de Graaf 6500 HG Nijmegen P. Depla, H. van Hooft sr., L. Scholten, H. Kunst, P. Lucassen, J. van der Meer P. Eringa Ons kenmerk Contactpersoon A. Kuil OB20/13.0002865 Erik Top M. Sofovic
Onderwerp
Informatieavond GR Bergerden
Datum uw brief
Doorkiesnummer
(024) 3292950
Geachte leden van de raad,
Aldus vastgesteld vergadering Eind december hebben wij u geïnformeerd over in de de ontstane situatie van: bij de GR Bergerden ten aanzien van het toen aan de orde zijnde preventief toezicht van de provincie op deze gemeenschappelijke regeling. Tevens is bij die gelegenheid aangekondigd dat de raden van Nijmegen en Lingewaard in het voorjaar 2013 door het bestuur van de gemeenschappelijke regeling in een gezamenlijke bijeenkomst zullen worden bijgepraat over de situatie rond Bergerden. voorzitter, De secretaris, Van het bestuur van de GRDe Bergerden is de bijgaande uitnodigingsbrief met bijlagen ontvangen over deze bijeenkomst met het verzoek deze door te geleiden aan uw raad. In overleg met de beide raadsgriffies is de datum voor de bijeenkomst bepaald op 12 maart aanstaande. Als bijlage treft u aan het marktonderzoek dat door het Landbouw Economisch Instituut in opdracht van de GR Bergerden is uitgevoerd. Het rapport vermeldt op het voorblad “vertrouwelijk”. In de laatste bestuursvergadering van de GR Bergerden is echter ingestemd met het opheffen van de vertrouwelijkheid ten behoeve van de geplande raadsbijeenkomst. De conclusies daarvan en de vertaling in acties en consequenties zullen u op de betreffende avond worden meegedeeld. Aanmelding voor deze avond kan via de raadsgriffie plaatsvinden. Met vriendelijke groet, college van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester,
De Gemeentesecretaris,
1
drs. H.M.F. Bruls
drs. B. van der Ploeg
Aantal Bijlagen: -brief DB GR Bergerden, –rapport Toekomstperspectief Bergerden voor glastuinbouwbedrijven in de projectlocatie www.nijmegen.nl
br
ief-raad-Bergerden-raadsbijeenkomst-0913ET02.docx
Toekomstperspectief Bergerden voor glastuinbouwbedrijven in de projectlocatie
M.N.A, Ruijs R. Stokkers G.D, Jukema G.M. Splinter
LEI-nota December 2012 Projectcode 2275000536 LEI Wageningen UR, Den Haag
Het LEI kent de werkvelden: [DEZE WORDEN DOOR BUREAUREDACTEUR INGEVOEGD]
2
Toekomstperspectief Bergerden; Voor glastuinbouwbedrijven in de projectlocatie Ruijs, M.N.A., R. Stokkers, G.D. Jukema, G.M. Splinter. LEI-nota 84 p., fig., tab., bijl.
3
Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van Openbaar Lichaam Bergerden.
© LEI, onderdeel van stichting Dienst Landbouwkundig Onderzoek, 2010 Overname van de inhoud is toegestaan, mits met duidelijke bronvermelding. Het LEI is ISO 9001:2008 gecertificeerd.
4
Inhoud
1
2
3
Woord vooraf
7
Samenvatting
9
Inleiding
11
1.1 Aanleiding en probleemstelling 1.2 Doel 1.3 Leeswijzer
11 12 12
Aanpak
13
2.1 Inleiding 2.2 Databronnen 2.3 Methodiek
13 13 14
Resultaten
15
3.1 3.1.1 3.1.2 3.1.3 3.2 3.2.1 3.2.2 3.2.3 3.2.4 3.2.5 3.2.6 3.2.7 3.2.8 3.2.9 3.2.10 3.2.11 3.2.12
15 15 21 31 33 33 35 37 39 40 41 45 47 47 48 49 50
Ruimtebeslag en aantallen bedrijven Areaal en aantal bedrijven met tuinbouw onder glas Areaal en aantal gespecialiseerde glastuinbouwbedrijven Ondernemer en opvolgingssituatie Toekomstperspectief glastuinbouw Nederland en Bergerden Betekenis van en uitdagingen voor glastuinbouw Nederland algemeen Topsector Tuinbouw en uitgangsmaterialen Kenmerken van Nederlandse glastuinbouw Glastuinbouw in Bergerden Energie Ruimtelijke ordening Economie en werkgelegenheid Lingewaard Bereikbaarheid en infrastructuur Water Herstructurering glastuinbouw Huissen-Angeren Allianties en stimulering Imago
5
3.3 3.3.1 3.3.2 3.3.3 3.3.4 3.4 3.5 4
6
Toekomstscenario’s Extrapolatie van landelijke en regionale ontwikkelingen Inventarisatie ruimtebehoefte op basis van enquête AgriDirect Ruimtebehoefte volgens informatie projectbureau Bergerden Samenvatting drie benaderingswijzen SWOT-analyse toekomstperspectief glastuinbouw Bergerden Perspectief op vestiging van overige agrogerelateerde bedrijven
50 52 54 57 58 59 61
Conclusies en aanbevelingen
64
4.1 4.2
64 78
Conclusies Aanbevelingen
Literatuur en websites
70
Bijlage 1: Definities van veelgebruikte begrippen in de ruimtelijke ordening in de glastuinbouw
72
Bijlage 2: Areaal en aantal bedrijven met tuinbouw onder glas
74
Bijlage 3: Areaal en aantal gespecialiseerde glastuinbouwbedrijven
78
Bijlage 4: Areaal cultuurgrond in gemeente Lingewaard
82
Bijlage 5: Grondprijzen van glastuinbouwkavels in Nederland
83
Bijlage 6: Voorraadgegevens bedrijventerreinen in de regio Arnhem-Nijmegen
85
Woord vooraf In opdracht van het Openbaar Lichaam Bergerden (gemeenten Lingewaard en Nijmegen) is een deskstudie uitgevoerd naar de toekomstperspectieven van glastuinbouw in de glastuinbouwprojectlocatie Bergerden. De studie omvat een inventarisatie van de structuurgegevens en de economische indicatoren toegevoegde waarde en werkgelegenheid van het glastuinbouwcluster als geheel en van haar onderdelen. De studie is uitgevoerd door Rob Stokkers (projectleider), Gerben Jukema, Gerben Splinter en Marc Ruijs (review). Het onderzoek is begeleid door Thijs Zee (projectmanager Glastuinbouwproject Bergerden en gemeente Lingewaard) en Eric Top (gemeente Nijmegen).
Ir. L.C. van Staalduinen Algemeen Directeur LEI
7
8
Samenvatting S.1
Belangrijkste uitkomsten Op een termijn van 5 jaar (tot en met 2016) is een overschot van 95 tot 102 hectare kavels voor glastuinbouw te verwachten op projectlocatie Bergerden in de gemeente Lingewaard. Zie paragraaf 3.3.3. Het areaal tuinbouw onder glas in de gemeente Lingewaard is vanaf 2001 stabiel gebleven, maar in Nederland als totaal licht gedaald. Zie paragraaf 3.1.1. De algehele economische en financiële crisis en de malaise in de glastuinbouw belemmeren veel bedrijven (> 90%) om op korte termijn te investeren in bedrijfsontwikkeling. Zie paragraaf 3.3.2. De investeringsbereidheid van de glastuinbouwbedrijven in de gemeente Bergerden en directe omgeving is door de gebrekkige financiële middelen gering, waardoor het vollopen van projectlocatie Bergerden uit het gebied zelf een zeer moeilijke opgave wordt. Zie paragraaf 3.4. De concurrentie met projectlocaties voor de glastuinbouw in omliggende regio’s om tuinders aan te trekken is groot en het onderscheidend vermogen van projectlocatie Bergerden is gering. Zie paragraaf 3.4.
Tabel S.1
Vraag en aanbod van areaal glastuinbouw in Bergerden en agrogerelateerde bedrijventerreinen in Lingewaard en omgeving in de periode 2012-2016 (in hectare netto oppervlak)
Direct beschikbaar Nog te verwerven Totaal aanbod Verwachte vraag
Bergerden 65 44 109
Lingewaard e.o. 135 140 275
7-14
15-105*)
* Totale vraag naar bedrijventerreinen in de stadsregio Arnhem-Nijmegen.. Bronnen: Projectbureau glastuinbouw Bergerden en IBIS Provincie Gelderland 2011, bewerking LEI
9
S.2
Overige uitkomsten De omzetting van overtollige grond op projectlocatie Bergerden naar bedrijventerrein voor agrogerelateerde èn andere bedrijvigheid biedt weinig perspectief, gezien het verwachte grote overschot aan geschikte, reeds bestaande bedrijventerreinen in Lingewaard en omliggende gemeenten. Zie paragraaf 3.5. Op de bedrijventerreinen Pannenhuis II en Agropark in de gemeente Lingewaard was in 2011 nog 20 hectare direct beschikbaar voor uitgifte. Zie paragraaf 3.5.
S.3
Methode Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van het Openbaar Lichaam Bergerden (gemeenten Lingewaard en Nijmegen). De verkoop van glastuinbouwkavels op projectlocatie Bergerden stagneert de laatste jaren en het bezit van nog onverkochte kavels betekent voor beide gemeenten een financiële last. Zie paragraaf 1.1. De onderzoeksopdracht was: Breng de huidige situatie van de glastuinbouw in Bergerden in beeld in nationaal en internationaal perspectief, alsmede van de gevolgen daarvan voor de uitgifte van de resterende kavels op projectlocatie Bergerden. Indien het perspectief op vestiging van primaire glastuinbouwbedrijven gering zou zijn, ga dan ook de vestigingsperspectieven na voor andere bedrijven binnen het agrocluster op projectlocatie Bergerden. Zie paragraaf 1.2. Voor dit onderzoek zijn diverse rapporten en beleidsdocumenten van het LEI, de Rabobank, Betuwse Bloem, Greenport Holland, gemeente Lingewaard en provincie Gelderland gebruikt over de huidige situatie in de glastuinbouw en de ontwikkelingen naar de toekomst. Bovendien is gebruik gemaakt van structuurgegevens over glastuinbouwbedrijven van het CBS (Landbouwtelling), markinformatie van AgriDirect over investeringsplannen van glastuinbouwbedrijven in Bergerden en daarbuiten, actuele informatie van projectbureau Bergerden over uitgegeven kavels en de belangstelling daarvoor en tenslotte informatie over bedrijventerreinen uit het Integraal Bedrijventerrein Informatie Systeem (IBIS) Gelderland 2011. Zie paragraaf 2.2.
10
1 1.1
Inleiding Aanleiding en probleemstelling Het glastuinbouwproject Bergerden - gelegen in de gemeente Lingewaard - wordt ontwikkeld door de gemeenten Lingewaard en Nijmegen, verenigd in het Openbaar Lichaam Bergerden. Overheid (gemeenten) en bedrijfsleven hebben hiertoe in 1999 een samenwerkingsverband Glastuinbouwproject Bergerden opgericht (www.bergerden.nl). De voorloper van het openbaar lichaam was de STOL (Stimulering Tuinbouw Overbetuwe Liemers), een samenwerkingsverband van tuinders(organisaties), lokale overheden, veiling, banken, et cetera. De gemeenten Lingewaard en Nijmegen hebben gezamenlijk gronden aangekocht ten behoeve van de realisatie van het glastuinbouwproject Bergerden. Door de economische crisis en de ongunstige situatie in de glastuinbouw is de verkoop van kavels de laatste jaren stil komen te liggen. En voor zover een overeenkomst met potentiële kopers was bereikt, zijn recent enkele koopovereenkomsten ontbonden. Het bezit van nog onverkochte glastuinbouwkavels betekent voor beide gemeenten een financiële last. De vraag is welk perspectief de glastuinbouwlocatie Bergerden nu en in de nabije toekomst heeft voor productiebedrijven van binnen en buiten de regio. Zijn de laatste kavels binnen afzienbare tijd uit te geven of is aannemelijk te maken dat dit niet het geval zal zijn. Zo niet, dan is er behoefte aan inzicht in de vestigingsperspectieven voor andere bedrijven binnen het agrocluster. Het LEI is gevraagd op basis van haar ervaringen met soortgelijke studies een deskstudie uit te voeren om de huidige situatie van de glastuinbouw in Bergerden in kaart te brengen en de toekomst van de Nederlandse glastuinbouw in internationaal perspectief te schetsen en in het bijzonder wat dit kan betekenen voor projectlocatie Bergerden. Als het toekomstperspectief voor primaire glastuinbouwbedrijven in Bergerden gering is, wat zijn dan mogelijk alternatieve functies of bedrijfsactiviteiten binnen het agrocluster die de ‘lege’ ruimte in de projectlocatie Bergerden kunnen innemen?
11
1.2
Doel Het doel van de studie is het objectief en onderbouwd in beeld brengen van de huidige situatie van de glastuinbouw in Bergerden en van de toekomst van de Nederlandse glastuinbouw in nationaal en internationaal perspectief en de gevolgen daarvan voor het vollopen van projectlocatie Bergerden. Indien het toekomstperspectief voor primaire glastuinbouwbedrijven gering zou zijn, wordt daarnaast het perspectief op vestiging van andere bedrijvigheid binnen het agrocluster op projectlocatie Bergerden nagegaan De studie beperkt zich in hoofdzaak tot de glastuinbouwprojectlocatie Bergerden binnen de gemeente Lingewaard (Nota Ruimte ‘Ruimte voor ontwikkeling”, 2006) en strekt zich uit vanaf nu tot 2020.
1.3
Leeswijzer In hoofdstuk 2 worden de aanpak van de deskstudie, gebruikte data en informatiebronnen en (geografische) afbakening nader toegelicht. Paragraaf 3.1 geeft een overzicht van de ontwikkelingen van de structuur van de glastuinbouw in Bergerden en daarbuiten. De ontwikkelingen en trends in de Nederlandse glastuinbouw als geheel en die van Bergerden in het bijzonder worden beschreven in paragraaf 3.2. In paragraaf 3.3 wordt een inschatting gemaakt van de toekomstige ruimtebehoefte van glastuinbouwbedrijven op projectlocatie Bergerden en van de mate waarin en snelheid waarmee de projectlocatie Bergerden zou kunnen vollopen. Op basis van de voorgaande paragrafen worden in paragraaf 3.4 de sterk/zwakke punten en kansen/bedreigingen (SWOT) geanalyseerd en vertaald naar de glastuinbouw op projectlocatie Bergerden. In een extra paragraaf 3.5 wordt de toekomstige ruimtevraag naar (agrogerelateerde) bedrijventerreinen in de gemeente Lingewaard en de nabije omgeving onderzocht. Tenslotte worden in hoofdstuk 4 de bevindingen uit de voorgaande hoofdstukken samengevat en vertaald naar conclusies en aanbevelingen over het perspectief van de glastuinbouw en overige agrogerelateerde bedrijvigheid voor de projectlocatie Bergerden. In bijlage 1 zijn definities van enkele veelgebruikte begrippen op het gebied van ruimtelijke ordening in de glastuinbouw opgenomen.
12
2 2.1
Aanpak Inleiding In deze deskstudie wordt gebruik gemaakt van beschikbare openbare informatie over de glastuinbouwsector en -bedrijven in de projectlocatie Bergerden, de gemeente Lingewaard, de regio Arnhem-Nijmegen (KAN-gebied) en overige Nederland. Deze informatie omvat structuurgegevens van de glastuinbouwsector en –bedrijven en informatie over de ontwikkelingen en trends in de glastuinbouw naar de toekomst in nationaal en internationaal perspectief.
2.2
Databronnen De volgende bronnen zijn geraadpleegd om de huidige situatie van de glastuinbouw en de ontwikkelingen naar de toekomst te duiden: CBS, LEI-rapporten (over prestaties en perspectieven) en overige data- en informatiebronnen (Rabo, Betuwse Bloem, Greenport Holland, gemeentelijke beleidsdocumenten, etc.). Voor het inzichtelijk krijgen van de toekomstplannen van ondernemers in Bergerden en daarbuiten (KAN-gebied en overig Nederland) zijn aanvullend data en informatie aangekocht van AgriDirect (specialist in Agrimarketing). Ook is vertrouwelijke informatie ontvangen van projectbureau Bergerden over de actuele situatie in en de belangstelling voor kavels binnen de projectlocatie Bergerden. Deze informatie is anoniem in de resultaten verwerkt. Voor de informatie over bedrijventerreinen in de regio Arnhem-Nijmegen is gebruik gemaakt van het Integraal Bedrijventerrein Informatie Systeem (IBIS) Gelderland 2011 en scenariostudies van het Bureau Economisch Onderzoek van de provincie Gelderland. De structuurgegevens hebben betrekking op het ruimtebeslag en de aantallen bedrijven/ vestigingen in de glastuinbouw . De ontwikkelingen zijn in beeld gebracht voor de periode 2004 tot en met 2010 en indien beschikbaar zijn ook data over 2011 meegenomen. Voorts wordt inzicht gegeven in de opvolgingssituatie van de bedrijven. Op basis van diverse bronnen wordt een schets gegeven van de ontwikkeling van de glastuinbouw naar de toekomst op nationaal niveau en de doorvertaling naar de locatie Bergerden. Deze is vervolgens vertaald in sterke en zwakke punten en kansen en bedreigingen door middel van een SWOT-analyse.
13
De ruimtelijke ontwikkeling van de projectlocatie Bergerden in de komende 5-10 jaar wordt in beeld gebracht. Hierbij worden effecten van ontwikkelingen binnen en buiten de glastuinbouw kwantitatief uitgedrukt in een toekomstige ruimtebehoefte. Mochten glastuinbouwbedrijven in de regio of daarbuiten weinig belangstelling tonen voor vestiging en/of uitbreiding in Bergerden, dan wordt nagegaan of er voor andere bedrijven of functies binnen het agrocluster wel vestigingspotenties liggen. Daarbij wordt ook rekening gehouden met bestaande (agrogerelateerde) bedrijventerreinen in Lingewaard (Agropark en Pannenhuis II) en omliggende gemeenten, waar nog kavels beschikbaar zijn. Deze terreinen concurreren mogelijk om dezelfde bedrijven uit het agrocluster. Op basis daarvan wordt nagegaan of de projectlocatie Bergerden binnen afzienbare tijd (binnen 5 jaar) naar verwachting al dan niet vol zal lopen.
2.3
Methodiek Voor het beantwoorden van de vraag of de projectlocatie Bergerden binnen afzienbare tijd zal vollopen worden verschillende lijnen bewandeld. Eerst worden de ontwikkelingen in de glastuinbouw vanuit het verleden doorgetrokken naar de toekomst (extrapoleren), hoewel duidelijk is dat de huidige en in de nabije toekomst te voorziene omstandigheden sterk afwijken van de periode daarvoor. De voorgaande kwantitatieve ruimtelijke ontwikkeling in Bergerden wordt gecorrigeerd op basis van informatie over de toekomstplannen van de ondernemers in Bergerden en die van de ondernemers in andere glastuinbouwregio’s. Daarbij wordt ook meegenomen dat er vanuit omliggende glastuinbouwregio’s concurrentie is om ondernemers aan te trekken die willen uitbreiden en/of verplaatsen. Deze invloeden worden vertaald naar het effect (positief/ negatief) op de ruimtelijke ontwikkeling zoals hiervoor beschreven. Ten aanzien van de toekomstige ruimtevraag naar (agrogerelateerde) bedrijventerreinen in Lingewaard en omliggende gemeenten wordt de werkelijke realisatie afgezet tegen ontwikkelingsscenario’s voor de periode 2005-2025.
14
3 3.1
Resultaten Ruimtebeslag en aantallen bedrijven
3.1.1 Areaal en aantal bedrijven met tuinbouw onder glas
Areaal tuinbouw onder glas Figuur 3.1
Areaal tuinbouw onder glas (%; 2001=100)
140% 120% 100% 80% 60% 40% 20% 0% 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Lingewaard Rivierengebied
KAN gebied (excl. lingewaard) NL (totaal)
Bron: CBS landbouwtelling, bewerking LEI; Zie bijlage 2 voor areaalontwikkeling in cijfers
Het areaal tuinbouw onder glas in Nederland is de laatste 10 jaar met slechts enkele procenten gedaald (10.249 ha in 2011). In het KAN-gebied is het areaal nagenoeg gehalveerd (51 ha in 2011), met name in gemeente Nijmegen daalde het areaal, terwijl in het Rivierengebied een stijging van ruim 10% heeft plaatsgevonden (402 ha in 2011). In Lingewaard groeide het areaal tussen 2005 en 2007 zeer snel (mede door opstart Bergerden) om vervolgens te dalen en in 2010 te stabiliseren net onder het niveau van 2001 (147 ha in 2011).
15
Figuur 3.2
Areaal snijbloemen onder glas (%; 2001=100)
140% 120% 100% 80% 60% 40% 20% 0% 2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
Lingewaard
KAN gebied (excl. lingewaard)
Rivierengebied
NL (totaal)
2011
Bron: CBS landbouwtelling, bewerking LEI; Zie bijlage 2 voor areaalontwikkeling in cijfers
Landelijk daalde het areaal snijbloemen onder glas met circa 30% tussen 2001 en 2011 (2.598 ha in 2011). In het KAN-gebied en de Lingewaard werd deze trend gevolgd. In 2010 lijkt de daling tot stilstand te zijn gekomen (6 ha respectievelijk 39 ha in 2011). Het areaal snijbloemen onder glas is in het Rivierengebied op peil gebleven in de periode 2001-2011 (262 ha in 2011). Figuur 3.3
Areaal pot- en perkplanten onder glas (%; 2001=100)
250% 200% 150% 100% 50% 0% 2001
16
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
Lingewaard
KAN gebied (excl. lingewaard)
Rivierengebied
NL (totaal)
Bron: CBS landbouwtelling, bewerking LEI; Zie bijlage 2 voor areaalontwikkeling in cijfers
2011
Het areaal pot- en perkplanten onder glas is in Nederland de laatste 10 jaar op peil gebleven (1.792 ha in 2011). In het KAN-gebied is de daling ruim 50% (23 ha in 2011). In het Rivierengebied is het areaal na een verdubbeling in 2009 met zo’n 50% gestegen in 2011 ten opzichte van 2001 (27 ha in 2011). In Lingewaard zijn de veranderingen beperkt gebleven (-13%). In 2011 ligt de trend net iets onder die van het landelijke areaal (40 ha in 2011).
Figuur 3.4
Areaal groente onder glas (%; 2001=100)
200% 150% 100% 50% 0% 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Lingewaard
KAN gebied (excl. lingewaard)
Rivierengebied
NL (totaal)
Bron: CBS landbouwtelling, bewerking LEI; Zie bijlage 2 voor areaalontwikkeling in cijfers.
Het areaal groente onder glas is in Nederland met 17% gestegen in de periode 20012010 (4.989 ha in 2011). In het KAN-gebied is een daling van het areaal opgetreden van 50% (10 ha in 2011). Zowel in het Rivierengebied als in Lingewaard is de groei van het areaal groente onder glas sterker gestegen dan landelijk. Bij Lingewaard is de groei 50% (48 ha in 2011), voor het Rivierengebied rond de 35% (77 ha in 2011).
17
Aantal bedrijven met tuinbouw onder glas Figuur 3.5
Aantal bedrijven tuinbouw onder glas (%; 2001=100)
120% 100% 80% 60% 40% 20% 0% 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Lingewaard
KAN gebied (excl. lingewaard)
Rivierengebied
NL (totaal)
Bron: CBS landbouwtelling, bewerking LEI; Zie bijlage 2 voor de ontwikkeling in cijfers
Het aantal bedrijven met tuinbouw onder glas is landelijk gezien met bijna 50% gedaald (5.462 in 2011). In het KAN-gebied is de daling van het aantal bedrijven met tuinbouw onder glas groter dan landelijk (-57% tot 88 bedrijven in 2011), terwijl die in het Rivierengebied (271 bedrijven in 2011) en Lingewaard (101 bedrijven in 2011) met een daling van rond de 40% iets minder groot is. Figuur 3.6
Aantal bedrijven snijbloemen onder glas (%; 2001=100)
120% 100% 80% 60% 40% 20% 0% 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
18
Lingewaard
KAN gebied (excl. lingewaard)
Rivierengebied
NL (totaal)
Bron: CBS landbouwtelling, bewerking LEI; Zie bijlage 2 voor de ontwikkeling in cijfers
Het aantal bedrijven met snijbloemen onder glas is in bijna elk onderzocht gebied nagenoeg in dezelfde mate gedaald als landelijk (-57%). Landelijk waren er in 2011 1.709 bedrijven met snijbloemen onder glas. Lingewaard zit nagenoeg op de landelijke dalende trendlijn (-55%, 33 bedrijven in 2011). In het KAN-gebied lijkt de trend in 2011 echter te versnellen (-72%, 8 bedrijven in 2011), in het Rivierengebied gaat de ontwikkeling juist wat langzamer (-49%, 122 bedrijven in 2011)
Figuur 3.7
Aantal bedrijven pot/perkplanten onder glas (%; 2001=100)
140% 120% 100% 80% 60% 40% 20% 0% 2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
Lingewaard
KAN gebied (excl. lingewaard)
Rivierengebied
NL (totaal)
2011
Bron: CBS landbouwtelling, bewerking LEI; Zie bijlage 2 voor ontwikkeling in cijfers
Het aantal bedrijven met pot- en perkplanten onder glas is in 10 jaar tijd met 50% afgenomen (1.093 bedrijven in 2011). In het KAN-gebied zijn verhoudingsgewijs meer bedrijven verdwenen (-64%, 37 bedrijven in 2011). Lingewaard volgt de landelijke lijn maar ligt hier wel iets boven (-46%, 33 bedrijven in 2011). In het Rivierengebied verdwenen de minste bedrijven maar dat is nog altijd een daling van 36% ten opzichte van 2001 (32 bedrijven in 2011).
19
Figuur 3.8
Aantal bedrijven groente onder glas (%; 2001=100)
120% 100% 80% 60% 40% 20% 0% 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Lingewaard
KAN gebied (excl. lingewaard)
Rivierengebied
NL (totaal)
Bron: CBS landbouwtelling, bewerking LEI; Zie bijlage 2 voor ontwikkeling in cijfers
20
Bij groente onder glas daalde het aantal bedrijven in Nederland met 47% (1.694 bedrijven in 2011). De daling was in het Rivierengebied even groot als landelijk (67 bedrijven in 2011). Het aantal bedrijven in het KAN-gebied en Lingewaard daalden sneller dan landelijk. Hier nam het aantal bedrijven met respectievelijk 55% en 60% af. In 2011 kende Lingewaard 17 bedrijven met groente onder glas. In het KAN-gebied waren dat er 22.
3.1.2 Areaal en aantal gespecialiseerde glastuinbouwbedrijven Het areaal en aantal bedrijven in deze paragraaf heeft betrekking op gespecialiseerde bedrijven, dat wil zeggen bedrijven die minimaal twee derde van hun omzet behalen in de glastuinbouw successievelijk de betreffende subsector (snijbloemen, pot/perkplanten of glasgroenten).
Areaal ontwikkeling op gespecialiseerde bedrijven Figuur 3.9
Areaal gespecialiseerde glastuinbouwbedrijven (%; 2001=100)
140% 120% 100% 80% 60% 40% 20% 0% 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Lingewaard
KAN gebied (excl. lingewaard)
Rivierengebied
NL (totaal)
Bron: CBS landbouwtelling, bewerking LEI; Zie bijlage 3 voor areaalontwikkeling in cijfers
Het areaal op gespecialiseerde bedrijven in de glastuinbouw nam in Nederland met 4% af in de periode 2001-2011 (8.527 ha in 2011). In het Rivierengebied is het areaal op gespecialiseerde bedrijven toegenomen met 15% (355 ha in 2011). In het KAN-gebied daalde het areaal gespecialiseerde bedrijven met bijna 50% (38 ha in 2011). Tot 2009 was in Lingewaard nog sprake van een groei van het areaal op gespecialiseerde bedrijven. De laatste 2 jaar daalde het areaal en kwam ruim 10% lager uit dan in 2001 (123 ha in 2011).
21
Figuur 3.10
Areaal gespecialiseerde snijbloemenbedrijven (%; 2001=100)
160% 140% 120% 100% 80% 60% 40% 20% 0% 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Lingewaard
KAN gebied (excl. lingewaard)
Rivierengebied
NL (totaal)
Bron: CBS landbouwtelling, bewerking LEI; Zie bijlage 3 voor areaalontwikkeling in cijfers
22
Landelijk daalde het areaal op gespecialiseerde snijbloemenbedrijven met ruim 30% (2.346 ha in 2011). In het Rivierengebied groeide het areaal op snijbloemenbedrijven met 6% ten opzichte van 2001 (258 ha in 2011). In het KAN-gebied was aanvankelijk een sterke groei waarneembaar, maar na 2007 daalde het areaal zeer snel en ligt nu ruim 40% onder het niveau van 2001 (5 ha in 2011). In Lingewaard lag tot aan 2007 op de landelijke lijn. Daarna volgden drie jaren boven de landelijke trend maar in 2010 daalde het areaal op gespecialiseerde snijbloemenbedrijven zeer sterk en kwam in 2011 uit op ruim 40% beneden dat van 2001 (35 ha in 2011).
Figuur 3.11
Areaal gespecialiseerde pot/perkplantenbedrijven (%; 2001=100)
200%
150%
100%
50%
0% 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Lingewaard Rivierengebied
KAN gebied (excl. lingewaard) NL (totaal)
Bron: CBS landbouwtelling, bewerking LEI; Zie bijlage 3 voor areaalontwikkeling in cijfers
Het landelijk areaal op gespecialiseerde pot- en perkplantenbedrijven groeide in 2011 ten opzichte van 2001 met 4% (1.750 ha in 2011). In het KAN-gebied daalde het areaal met 50% terwijl die in het Rivierengebied met dit zelfde percentage toenaam. In het KAN-gebied beslaat het areaal in 2011 ruim 23 ha. Het Rivierengebied kent 26 hectare pot- en perkplanten. Lingewaard volgde lange tijd ongeveer de landelijk trend, maar het areaal daalde er de laatste twee jaar een stuk sneller dan landelijk (-13%; 40 ha in 2011).
23
Figuur 3.12
Areaal gespecialiseerde glasgroentebedrijven (%; 2001=100)
180% 160% 140% 120% 100% 80% 60% 40% 20% 0% 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Lingewaard
KAN gebied (excl. lingewaard)
Rivierengebied
NL (totaal)
Bron: CBS landbouwtelling, bewerking LEI; Zie bijlage 3 voor areaalontwikkeling in cijfers
24
Het areaal op gespecialiseerde glasgroentebedrijven steeg in de onderzochte periode in Nederland met 17% (4.431 ha in 2011). Het KAN-gebied kende een krimp van 40% (9 ha in 2011). De groei van het areaal op gespecialiseerde glasgroentebedrijven was vooral zichtbaar in het Rivierengebied (48%) en in Lingewaard (60%). Het Rivierengebied kende een meer geleidelijk stijgende lijn dan die van Lingewaard (na een aanvankelijke sterke toename tussen 2005 en 2008, twee jaar een daling en in 2011 weer een toename). Het areaal in Lingewaard bedroeg 48 ha in 2011, in het Rivierengebied was dit 71 ha.
Areaal cultuurgrond in Lingewaard Het areaal cultuurgrond omvat alle oppervlakte op het bedrijf, dat in principe in aanmerking komt om te worden beteeld en/of kan worden bebouwd met kassen. In figuur 3.13 is de ontwikkeling van dit areaal weergeven voor de gemeente Lingewaard. Voor de exacte cijfers zie bijlage 4.
Figuur 3.13
Oppervlakte cultuurgrond op gespecialiseerde glastuinbouwbedrijven in Lingewaard
ha 300 250 200 150 100 50 0 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
a)
Vanaf 2007 is areaal cultuurgrond berekend o.b.v. bedrijfsoppervlakte minus oppervlakte overige gronden
Bron: CBS landbouwtelling, bewerking LEI
Het areaal cultuurgrond op gespecialiseerde glastuinbouwbedrijven is in Lingewaard sinds 2001 met ruim 100 ha gedaald tot 172 ha in 2011.
25
Aantal gespecialiseerde bedrijven
Het aantal gespecialiseerde glastuinbouwbedrijven in Nederland nam in de periode 20012011 met circa 50% af (3.544 bedrijven in 2011). Alle gebieden volgden min of meer deze trend (zie figuur 3.14). In het Rivierengebied zijn minder gespecialiseerde bedrijven gestopt (-40% tot 174 bedrijven in 2011). In het KAN-gebied net iets meer (-60% tot 52 bedrijven in 2011). Lingewaard kent dezelfde lijn als die van de landelijke situatie (circa -50% tot 72 bedrijven in 2011).
Figuur 3.14
Aantal gespecialiseerde glastuinbouwbedrijven (%; 2001=100)
120% 100% 80% 60% 40% 20% 0% 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Lingewaard
KAN gebied (excl. lingewaard)
Rivierengebied
NL (totaal)
Bron: CBS landbouwtelling, bewerking LEI; Zie bijlage 3 voor ontwikkeling in cijfers
26
Figuur 3.15
Aantal gespecialiseerde snijbloemenbedrijven (%; 2001=100)
140% 120% 100% 80% 60% 40% 20% 0% 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Lingewaard
KAN gebied (excl. lingewaard)
Rivierengebied
NL (totaal)
Bron: CBS landbouwtelling, bewerking LEI; Zie bijlage 3 voor ontwikkeling in aantallen
Het aantal gespecialiseerde snijbloemenbedrijven is landelijk met 57% afgenomen (1.450 bedrijven in 2011). Na een groei vanaf 2001 van het aantal gespecialiseerde snijbloemenbedrijven in het KAN-gebied is sinds 2007 een sterke daling opgetreden. In 2011 zijn nog 36% van het aantal gespecialiseerde bedrijven uit 2001 (5 in 2011). Lingewaard (-55%) en het Rivierengebied (-45%) volgen de landelijke trend. In 2009 ging de daling in Lingewaard wat sneller dan landelijk. In 2011 zijn er in Lingewaard 27 en in het Rivierengebied 106 gespecialiseerde snijbloemenbedrijven.
27
Figuur 3.16
Aantal gespecialiseerde pot- en perkplantenbedrijven (%; 2001=100)
140% 120% 100% 80% 60% 40% 20% 0% 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Lingewaard
KAN gebied (excl. lingewaard)
Rivierengebied
NL (totaal)
Bron: CBS landbouwtelling, bewerking LEI; Zie bijlage 3 voor ontwikkeling in cijfers
28
Bij pot- en perkplanten daalde het aantal gespecialiseerde bedrijven in Nederland met bijna 45% (889 bedrijven in 2011). In het KAN-gebied daalde het aantal gespecialiseerde pot/perkplanten-bedrijven sterker (-65%; 30 bedrijven in 2011). Het Rivierengebied kende tot aan 2004 een toename, daarna daalde het aantal gespecialiseerde bedrijven net zo hard als landelijk (-40%; 22 bedrijven in 2011). Lingewaard volgt de landelijke lijn (-46%; 30 bedrijven in 2011). In 2009 was er een incidentele stijging van het aantal gespecialiseerde bedrijven
Figuur 3.17
Aantal gespecialiseerde glasgroentebedrijven (%; 2001=100)
120% 100% 80% 60% 40% 20% 0% 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Lingewaard
KAN gebied (excl. lingewaard)
Rivierengebied
NL (totaal)
Bron: CBS landbouwtelling, bewerking LEI; Zie bijlage2X voor ontwikkeling in cijfers
Het aantal gespecialiseerde glasgroentebedrijven daalde in Nederland met bijna 50% tussen 2001 en 2011 (1.205 bedrijven in 2011). In Lingewaard daalde dit aantal sneller, namelijk met 55% (15 bedrijven in 2011). De daling is in zowel het Rivierengebied als het KAN-gebied minder snel gegaan en ligt rond de 30%. In het Rivierengebied zijn in 2011 46 gespecialiseerde glasgroentebedrijvenen in het KAN-gebied betreft dit 17 bedrijven.
Gespecialiseerde glastuinbouwbedrijven en grootteklasse
In figuur 3.18 is duidelijk te zien, dat in de periode 2005-2011 in de gemeente Lingewaard grotere bedrijven zijn gevestigd. Slechts 25% van de bedrijven in 2011 heeft een teeltoppervlak van maximaal een halve hectare. Dat percentage is veel lager dan in het KAN-gebied (excl. Lingewaard) of in het Rivierengebied. Wel is er nog een substantieel aandeel bedrijven met een teeltoppervlak van 0,5 tot 1 hectare. In Lingewaard heeft circa 11% van de bedrijven een teeltoppervlak van 3 ha of meer. Dat percentage was in 2011 hoger dan in het KAN-gebied. In het Rivierengebied en in overig Nederland zijn er in 2011 relatief meer gespecialiseerde glastuinbouwbedrijven dan in Lingewaard. In het KAN-gebied (excl. Lingewaard) zijn relatief het meeste kleine gespecialiseerde 29 glastuinbouwbedrijven (0,5-1 ha) en minder gespecialiseerde bedrijven in de grootteklassen 3-5 ha en > 5 ha.
Figuur 3.18
Verdeling gespecialiseerde glastuinbouwbedrijven naar grootteklasse
100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 2001 2005 2011 2001 2005 2011 2001 2005 2011 2001 2005 2011 LW
LW
LW
0 tot 0,5
KAN KAN KAN 0,5 tot 1
Bron: CBS landbouwtelling, bewerking LEI
30
1 tot 3
RG
RG 3 tot 5
RG
NL
5 of meer
NL
NL
3.1.3 Ondernemer en opvolgingssituatie De leeftijd van de ondernemer en de opvolgingssituatie op het bedrijf geeft een indicatie van de wens of bereidheid om in de toekomst het bedrijf verder te ontwikkelen en daarmee bedrijfscontinuïteit te waarborgen. Naarmate een ondernemer nog relatief jong is (< 55 jaar) of een bedrijfsopvolger in het bedrijf meedraait is de wens of noodzaak aanwezig om het bedrijf uit te breiden, te vernieuwen, te verplaatsen of te intensiveren (diepte-investeringen). De figuren 3.19 en 3.20 laten het volgende beeld zien.
Figuur 3.19
Gemiddelde leeftijd eerste ondernemer
54 53 52 51 50 49 48 47 46 45 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Lingewaard
KAN (excl. Lingewaard)
Rivieren
NL
Bron: CBS landbouwtelling, bewerking LEI
De gemiddelde leeftijd van de eerste ondernemer is in het KAN-gebied het hoogst (bijna 53 jaar in 2011). In Lingewaard is de eerste ondernemer gemiddeld een half jaar ouder dan het landelijk gemiddelde. In Rivierengebied ligt de gemiddelde leeftijd het laagst en is net boven de 50 jaar. De gemiddelde leeftijd van eerste ondernemers neemt in alle gebieden toe.
31
Figuur 3.20
Opvolgings- of continuïteitssituatie in 2004 en in 2008
100% 80% 60% 40% 20% 0% 2004
2008
2004
LW
LW
KAN
rechtspersoon boven 50 en opvolger geen rechtspersoon
2008
2004
2008
KAN
RG
RG
jonger dan 50 geen rechtspersoon boven 50 zonder opvolger geen rechtspersoon
Bron: CBS landbouwtelling, bewerking LEI. In 2012 verschijnen nieuwe cijfers. De ondernemingsvorm van gespecialiseerde glastuinbouwbedrijven wordt onderverdeeld in een rechtspersoon (BV, NV) en in een persoonlijke onderneming (eenmanszaak, maatschap, VOF). Van de rechtspersonen is de leeftijd van de eerste ondernemer of directeur en opvolger niet bekend.
32
Het aandeel rechtspersonen is in 2008 in het Rivierengebied het hoogst (bijna 20%) en in het KAN-gebied (excl. Lingewaard) het laagst (minder dan 10%). In Lingewaard ligt het aandeel rechtspersonen op circa 15%. Eerste ondernemers jonger dan 50 jaar met een persoonlijke onderneming komen het meest voor in het KAN-gebied en Rivierengebied (ruim 40% in 2008). In Lingewaard is dit circa 35%. Het aandeel persoonlijke ondernemingen met de eerste ondernemer ouder dan 50 jaar én met opvolger is het hoogst in het KAN-gebied en Rivierengebied (rond de 10%). In Lingewaard ligt dit op circa 5%. Van de gebieden heeft Lingewaard het hoogste percentage eerste ondernemers die ouder zijn dan 50 jaar en zonder opvolger (ruim 40% in 2008). In het KAN-gebied en Rivierengebied ligt dit rond de 35%. Het aandeel persoonlijke ondernemingen met ondernemers jonger dan 50 jaar en ondernemers ouder dan 50 met bedrijfsopvolger is in het KAN-gebied het hoogst (circa 50%) en het laagst in Lingewaard (circa 45%).
3.2
Toekomstperspectief glastuinbouw Nederland en Bergerden
3.2.1 Betekenis van en uitdagingen voor glastuinbouw Nederland algemeen
De Nederlandse tuinbouw en haar economische betekenis Nederland is mondiaal marktleider op het gebied van de sierteelt onder glas en bloembollen en een belangrijke speler in Europa op het gebied van glasgroenten. Het internationale marktaandeel varieert daarbij van circa 45% voor snijbloemen en potplanten tot circa 85% voor bloembollen. Voor groente en fruit is dit percentage met circa 5% beduidend lager. Toch neemt Nederland met Rotterdam als belangrijke Europese aanvoerhaven voor exotisch fruit een belangrijke internationale positie in. De toenemende internationale oriëntatie van het Nederlandse tuinbouwcluster komt onder andere tot uiting in de stijgende exportwaarde (exclusief re-export) en importwaarde in de loop van de jaren (figuur 3.21 ). Per saldo is de bijdrage aan de Nederlandse handelsbalans positief; deze bedroeg in 2008 circa 6,1 miljard euro.
Figuur 3.21
Export- en importwaarde en saldo handelsbalans glastuinbouw- en opengrondstuinbouwcomplex, 1995-2008
33
De relatieve bijdrage van het Nederlandse tuinbouwcluster aan de nationale handelsbalans is met bijna 7 % substantieel. Het cluster is het qua toegevoegde waarde vergelijkbaar met de mainports Rotterdam en Schiphol (Nijkamp et al., 2010). Het aandeel van de primair sector in het totaal is de afgelopen 10 jaar gedaald, terwijl dat van de toelevering is toegenomen. Binnen de primaire sector is de glastuinbouw met een aandeel van circa 70% in de bruto toegevoegde waarde de belangrijkste sector. Anno 2010 zijn er ruim 4.500 primaire bedrijven in de glastuinbouw (inclusief champignonbedrijven) en ruim 7.400 bedrijven in de opengrondstuinbouw (Berkhout et al., 2011).
Greenports en hun succesfactoren De toegevoegde waarde van de Nederlandse tuinbouwsector is voor een belangrijk deel te danken aan de vijf Nederlandse Greenports: Westland/Oostland, Aalsmeer e.o., Venlo e.o., Bollenstreek en Boskoop. Greenports zijn hierbij gedefinieerd als economische clusters of geografische concentraties van gerelateerde bedrijven en instituten rond bepaalde tuinbouwsectoren. Hiertoe behoren dus primaire producenten, toeleveranciers, handelaren en dienstverleners in kennisontwikkeling, logistiek, financiering en informatietechnologie. Deze vijf kernclusters voor de tuinbouw zijn sterk gelieerd aan drie tuinbouwsectoren, te weten glastuinbouw, bloembollen en boomteelt. Ongeveer tweederde van de toegevoegde waarde in deze drie tuinbouwsectoren wordt binnen de vijf kernclusters gerealiseerd. Bij de niet-primaire schakels in de productieketen is dit percentage zelfs ongeveer 85% (Nijkamp, 2010). Kenmerkend voor een Greenport is, naast het intensieve ruimtegebruik, het concurrentievoordeel dat voortvloeit uit de sterke verwevenheid van de verschillende functies, het hoge serviceniveau, het hoge kennisniveau, innovatief leiderschap en de sociale infrastructuur. Door de van oudsher bestaande formele en informele samenwerkingsverbanden kan kennis op het gebied van teelttechniek, ICT, logistiek en de markt snel worden uitgewisseld. Inmiddels is naast de vijf bestaande Greenports een zesde door de overheid erkende loot aan de boom ontstaan: Agriboard Noord-Holland Noord. Maar ook in andere delen van Nederland zijn rondom tuinbouwconcentraties netwerkorganisaties van overheden, bedrijfsleven en dienstverleners in het leven geroepen, zoals de Betuwse Bloem in de provincie Gelderland. De Betuwse Bloem heeft betrekking op vier tuinbouwsectoren: de glastuinbouw in Rivierenland en Arnhem-Nijmegen, en de fruitteelt, laanbomenteelt en paddenstoelenteelt. De Betuwse Bloem is onderdeel van de Greenport Holland.
34
Internationalisering, marktgericht produceren en verduurzaming Drie thema's zijn van grote invloed op de toekomst: internationalisering, marktgericht produceren en verduurzaming. Het Nederlandse tuinbouwcluster is van oudsher sterk gericht op de Europese markt, de marktgroei zal zich naar verwachting de komende decennia vooral manifesteren in landen buiten Europa. De vraag is dan hoe marktpositie te veroveren in nieuwe afzetlanden buiten Europa; en of het duurzaam is deze nieuwe opkomende markten vanuit Europa te bedienen, nieuwe bewaartechnieken bieden daar steeds meer mogelijkheden voor, of vanuit regionale satellietlocaties voor de productie. De Nederlandse tuinbouw is vooral groot geworden door jarenlang een kostprijsstrategie te volgen. Op termijn is dit niet houdbaar. De voordelen van schaalvergroting zijn niet oneindig en vlakken na een bepaalde omvang af. Ook neemt de internationale concurrentie toe, zowel van nieuwe productielanden als van bestaande die steeds beter in staat zijn de kwaliteit van het Nederlandse product te evenaren. Marktgericht produceren en beter aansluiten bij klantvragen en consumentenwensen moeten in de toekomst centraal staan. Bij verduurzaming is de opgave om duurzaamheid te verzilveren in een markt waar de economische omstandigheden verre van goed zijn en waar de consument dus echt ook aantoonbare meerwaarde wil. Daar ligt de kans: meerwaarde in kwaliteit gecombineerd met meerwaarde in duurzaamheid. Een belangrijke te nemen hobbel bij alle genoemde thema’s is, dat er in de tuinbouwsector niet zonder meer sprake is van een schakel in de keten die de regie op deze punten zou kunnen voeren. Concrete kwetsbaarheden zijn het energieverbruik en de CO2-emissie, gewasbeschermingsmiddelen en emissie naar het oppervlakte- en grondwater, (kwalitatief) voldoende arbeidskrachten, en vestigingsruimte op de juiste locaties. In de periode tot 2025 moeten hier nog grote slagen gemaakt worden. (Berkhout et el., 2011)
3.2.2 Topsector Tuinbouw en uitgangsmaterialen
Visie en ambitie De tuinbouwsector staat voor belangrijke uitdagingen. De internationale concurrentie groeit in bestaande en in nieuwe opkomende productielanden. Zij produceren voor eigen consumptie, maar ook steeds meer voor de export. De opkomst van local for local in belangrijke afzetlanden om ons heen, zoals Duitsland en het Verenigd Koninkrijk, vormt een uitdaging voor de sector. Bovendien manifesteert de internationale consumentenmarktgroei zich vooral buiten Europa. Ook voor andere schakels in de keten, zoals toeleveranciers, groeit de markt buiten Europa sterker. Groeimarkten zijn onder meer de zogenaamde BRIC-landen (Brazilië, Rusland, India en China). De sector staat verder voor de opgave om meer marktgericht en vraaggestuurd te produceren. Bijvoorbeeld door het gedrag van de consument te volgen in plaats van te voorspellen. Dit moet leiden tot een betere vermarkting van producten en de ontwikkeling van nieuwe op de consument gebaseerde ketenverdienmodellen. Tot slot plaatst de huidige Europese schulden- en eurocrisis de sector op korte termijn 35 voor een extra uitdaging. Door afnemend consumentenvertrouwen, bezuinigingen en hervormingen bij overheden komt de marktvraag steeds meer onder druk te staan.
De belangrijkste maatschappelijke taak voor de komende decennia is en blijft het voorzien in de wereldwijde en toenemende vraag naar gezond en veilig voedsel. In 2020 wonen er circa 7,7 miljard mensen op aarde, in 2050 zijn er dat 9 miljard. De sector Tuinbouw en Uitgangsmaterialen staat internationaal synoniem voor kennis en innovatie. Het kennisniveau en de kennisintensiteit van de sector behoren tot de absolute wereldtop. De opgave is om deze koploperspositie vast te houden en zelfs uit te bouwen.
Strategische innovatiethema’s De uitdagingen vragen om een gerichte kennisontwikkeling en om verdere innovaties. In Innovatieprogramma’s wordt ingezet op een uitgebalanceerde mix van fundamenteel, strategisch en toegepast onderzoek. De Topsector Tuinbouw en Uitgansmateriaal heeft in haar uitvoeringsagenda 2012-2016 vier strategische innovatiethema’s benoemd: ‘Meer met minder’, ‘Voedselveiligheid en -zekerheid’, ‘Gezondheid en welbevinden’ en de ‘Samenwerkende waardeketen’ (figuur 3.22).
Figuur 3.22
Strategische innovatiethema’s in de uitvoeringsagenda van de Topsector Tuinbouw en Uitgangsmateriaal 2012-2016
Bron: Topsector Tuinbouw en Uitgangsmateriaal, Uitvoeringsagenda 2012 – 2016 (2011)
36
3.2.3 Kenmerken van Nederlandse glastuinbouw
Areaal en aantal bedrijven Het areaal (glas)tuinbouw in Nederland blijft al jaren stabiel rond de 10.000 ha (figuur 3.23) en zal naar verwachting het komende decennium licht dalen. Wel kunnen zich daarbinnen diverse verschuivingen voordoen tussen teelten. Dit komt vooral door bevolkingsgroei en stijgende inkomens in belangrijke afzetmarkten buiten de EU, en een (her)allocatie van de productie in Nederland en elders onder veranderende concurrentiekrachtverhoudingen. Het aantal bedrijven met glastuinbouw is in dertig jaar tijd ruimschoots gehalveerd, tot minder dan 6.000; in dezelfde periode steeg het areaal glas van minder dan 6.000 tot ruim 10.000 ha. De schaalvergroting in de glastuinbouw heeft vooral na de eeuwwisseling sterk doorgezet. Zo is de afgelopen tien jaar het gemiddelde areaal glas per bedrijf bijna verdubbeld van 1,0 naar 1,8 hectare. Voor de eeuwwisseling vond een verdubbeling plaats in een tijdvak van twintig jaar. De forse schaalvergroting komt vooral op het conto van bedrijven met meer dan 5 ha glas. In 2000 waren er 150 bedrijven (1,5% van alle bedrijven) met een dergelijke omvang, die 10% van het areaal glas exploiteerden. Tien jaar later is dat aantal gestegen tot 450 (8% van het totaal) die goed zijn voor 40% van het totaal glasareaal. (Berkhout en Roza, 2012)
Figuur 3.23
Aantal bedrijven en oppervlakte naar bedrijfsgrootte, 1980-2010
Bron: LEB 2012
37
Vestigingscondities In de afgelopen 12 jaar blijken de zes belangrijkste locatiefactoren voor de glastuinbouw hetzelfde te zijn gebleven, zij het in een iets andere volgorde (Reinders et al., 2005): kavelvorm, grootte beschikbare kavels, gemiddelde hoeveelheid instraling, ontsluiting van het gebied, houding gemeente ten aanzien van de glastuinbouw en aanwezigheid van goed gietwater. De vestigingsfactoren ‘grondprijzen’, ‘invloed van licht op opbrengsten’, ‘transactiekosten’ en ‘luchtverontreiniging’ hebben relatief grote invloed op de aantrekkelijkheid voor vestiging in glastuinbouwlocaties. De beste gebieden voor glastuinbouw zijn Noord-Holland boven het Noordzeekanaal en Zeeland. Midden-Zuid-Holland, West-Brabant en Aalsmeer e.o. zijn eveneens aantrekkelijke gebieden. De oostelijke glastuinbouwlocaties hebben minder globale straling en minder zonneschijnuren per jaar dan westelijke locaties, resulterend in een gemiddeld een lagere productie. Een veronderstelde vroegere productie in Bergerden van vruchtgroenten als paprika met navenant hogere prijzen hangt volgens deskundigen van WUR Glastuinbouw niet zozeer samen met de lichtfactor, als wel met de raskeuze, startdatum van de teelt en andere teeltmaatregelen. Vanouds is bekend dat veilingen in het westen van het land vanwege hun internationale marktgerichtheid betere bloemenprijzen realiseren dan veilingen in het oosten. Dat is onder andere ook de reden waarom een aanzienlijk deel van de productie uit het oosten in het westen geveild wordt. De extra transportkosten komen voor rekening van de tuinders en zijn als zodanig een negatieve vestigingsfactor in dit deel van het land.
38
Planologische zekerheid is voor de continuïteit van glastuinbouwbedrijven van het grootste belang. In de huidige bedrijfsstructuur ligt namelijk ongeveer de helft van het vermogen vast in onroerend goed (grond, bedrijfsgebouwen, glasopstanden) en is de grond voor 90% eigendom van de ondernemer. Het is dus noodzakelijk dat tuinbouwbedrijven lang op dezelfde plek kunnen blijven zitten. Daarmee is de glastuinbouw en haar omgeving zowel uit economische als sociale overwegingen beter af (Alleblas en Mulder, 1997). Er zijn echter ook financieringsconstructies denkbaar, waarbij minder eigen vermogen voor het onroerend goed nodig is, zoals erfpacht en financial lease. Bij erfpacht is de positie van de pachter in economische zin vrijwel gelijk aan die van een eigenaar. Hij mag de grond in erfpacht voorzien van opstallen en het erfpachtrecht (inclusief de opstal) verkopen. De erfpacht wordt vaak verleend voor een bepaalde tijd, bijvoorbeeld 49 of 99. De pachter betaalt hiervoor aan de eigenaar jaarlijks een bedrag ofwel de canon. In de praktijk komt het ook voor, dat de canon in één keer voor de gehele looptijd van de erfpacht wordt afgekocht. Financial lease is een financiering voor zakelijke doeleinden en lijkt veel op een zakelijke lening. De leasemaatschappij wordt echter eigenaar van het betreffende bedrijfsmiddel en de ondernemer kan het tijdens de looptijd van de financiering gebruiken. Het gebruik van het bedrijfsmiddel betekent dat de ondernemer het economisch eigendom heeft en daarmee ook van alle fiscale aftrekposten gebruik kan maken. Na betaling van de laatste termijn wordt de ondernemer eigenaar van het bedrijfsmiddel.
3.2.4 Glastuinbouw in Bergerden Glastuinbouwlocatie Bergerden (tussen Arnhem en Nijmegen) heeft als ambitie een innovatieve locatie voor de glastuinbouw te worden van 320 hectare. Het doel is 215 hectare grond uit te geven aan tuinders. Medio 2009 was 109 hectare grond verkocht, maar sindsdien stokte de verkoop, vooral vanwege de economische recessie. (De Gelderlander, 29 maart 2012).
Relatie met de veiling Ruim 35 jaar werden bloemen en planten geveild in Bemmel. Het bedrijf aldaar groeide uit tot een grote regionale veiling. Waar vroeger in eerste instantie zo'n 80 procent van de koopwaar door kwekers uit de directe regio werd gebracht werd, kwam dat percentage in latere jaren uit de hele wereld. In 2010 kwamen de veilingen uit Bemmel en Vleuten samen op een nieuwe locatie in Ede. Hierdoor namen de transportkosten voor de tuinders uit Bergerden naar de veiling toe. (De Gelderlander, 25 februari 2010) Er bestaat al enkele jaren een samenwerkingsovereenkomst tussen FloraHolland en Plantion. Door deze samenwerkingsovereenkomst hebben de wederzijdse leden bijvoorbeeld toegang tot de klokken van de andere coöperatie, mits zij daarvoor een ontheffing hebben. FloraHolland en Plantion zijn zeer recent tot overeenstemming gekomen dat deze overeenkomst wordt gecontinueerd, waarbij er een aanscherping komt voor de bemiddelingsactiviteiten. Deze aanscherping houdt in, dat geen nieuwe ontheffingen meer worden verleend voor directe transacties met kopers die zowel zijn ingeschreven bij FloraHolland als bij Plantion. Een ontheffing om de transacties met die kopers via Plantion af te rekenen is niet nodig, omdat die kopers ook via FloraHolland bereikbaar zijn. (Hortinews, 27 juni 2012)
Bedrijventerreinen Het concentratiegebied voor de glastuinbouw en de bedrijventerreinen Agropark en Pannenhuis II zijn van regionale betekenis. Agropark is ook nadrukkelijk bedoeld als regionaal agrobussiness terrein. Deze bedrijvigheid en de ontwikkelingen op het gebied van energie en innovatie in deze sector zijn voor de regio een belangrijk speerpunt in de ontwikkeling van werk en economie. De ruimtebehoefte op dit punt neemt niet af en segmentering, het echt reserveren van Agropark voor deze bedrijvigheid, is wél functioneel. Van belang is wel dat binnen de regio het segmenteringsbeleid (het juiste bedrijf op de juiste plek) goed wordt uitgevoerd. Binnen de hele regio dienen bedrijven in deze sector te worden doorverwezen naar het Agropark als ze op zoek zijn naar een goede vestigingsplaats. Het terrein biedt deze mogelijkheid en wordt niet gevuld vanuit de lokale agro-sector. 39 (Ontwerp Structuurvisie Gemeente Lingewaard, 2012-2022)
3.2.5 Energie Warmte, elektriciteit en CO2 zijn van levensbelang voor tuinbouw. Weinig sectoren hebben het beheersen van de energiehuishouding zo goed in de vingers. De glastuinbouwsector streeft samen met de overheid naar kassen die in 2020 klimaatneutraal en rendabel produceren. Voor het bereiken van de doelen werken glastuinbouw (LTO Glaskracht NL & PT) en overheid (EL&I) samen in het programma Kas als Energiebron (KaE). De ambitie is om vanaf 2020 in nieuwe kassen klimaatneutraal en economisch rendabel te telen. De KaE omvat zeven transitiepaden (Jaarplan, 2012): zonne-energie, aardwarmte, biobrandstoffen, teeltstrategieën, licht, duurzame(re) elektriciteit en duurzame(re) CO2. KaE is een showcase voor het topsectorenbeleid Tuinbouw en Uitgangsmaterialen van EL&I. Het gebied Bergerden heeft de reputatie van een succesvolle voorloper op het gebied van duurzaamheid. De collectieve energievoorziening was één van de paradepaardjes. Begin 2008 ging de Energie Combinatie Bergerden (ECB) echter failliet, omdat de kosten van de gezamenlijke energievoorziening uit de hand waren gelopen. De financiële problemen zijn opgelost door overname van de collectieve energievoorziening door op de projectlocatie Bergerden gevestigde tuinders met een eigen coöperatie onder de naam ‘Energie Coöperatie Greenhouse Energy’. Het energiecollectief draait nu weer goed en er wordt elektriciteit geleverd aan 40.000 mensen, bijna de hele gemeente Lingewaard. Men doet hetzelfde als de centrale in Nijmegen, alleen benut Bergerden ook de reststromen warmte en CO2. Voor eventuele nieuwkomers op de projectlocatie Bergerden is de collectieve energievoorziening geen verplichting meer. Er zijn individuele aansluitingen voor gas en elektra beschikbaar en ook is er voldoende netwerkcapaciteit om elektriciteit terug te leveren als dat aan de orde is. Wel is voor nieuwkomers het collectieve gietwatersysteem met open waterberging beschikbaar. Dit systeem heeft zich in de eerste fase reeds bewezen en is uitgebreid voor ten behoeve van nieuwkomers. (Nieuwe Oogst editie Oost, 26 augustus 2008).
Aardwarmte
40
Nog altijd is de aanwending van energie door de tuinbouw een van de centrale thema’s. Veel van de activiteiten van “Greenport” Arnhem-Nijmegen zijn dan ook hierop gericht. Deze activiteiten en initiatieven worden merendeels ontwikkeld door de werkgroep Nieuwe Energie binnen “Greenport” Arnhem-Nijmegen. In het bijzonder wordt aandacht besteed aan de aanwending van aardwarmte als energiebron voor de tuinbouw en haar omgeving. Thans wordt met gemeentelijke en provinciale overheden nauw samengewerkt aan de realisatie van een proefboring naar aardwarmte op Bergerden. (Greenport Arnhem-Nijmegen, Jaarverslag activiteiten 2011) Recent is een vooronderzoek geothermie uitgevoerd voor het glastuinbouwgebied Bergerden. Voor deze geologische evaluatie zijn drie formaties onderzocht. Het blijkt dat op de locatie Bergerden onvoldoende thermisch vermogen beschikbaar is. De provincie en gemeente blijven met de tuinders kijken naar mogelijkheden voor verdere verduurzaming van het energiegebruik in het glastuinbouwgebied. Zo wordt onderzocht of het doortrekken van de warmteleiding van ARN (Afvalverbranding Regio Nijmegen) via de Waalsprong naar Bergerden haalbaar is en wordt een biovergistingsinstallatie gebouwd. (Greenport Betuwse Bloem, 26 maart 2012)
Biomassa Het is niet zo dat aardwarmte andere vormen van energiewinning helemaal kan vervangen. De gasmotoren van de huidige warmte-krachtkoppelingen worden momenteel gestookt op aardgas. In de toekomst wordt dat waarschijnlijk vervangen door warmte van Bio Energie Bergerden (BEB). Op 27 september 2011 is in samenwerking met Wageningen UR en het RCT Rivierenland een bijeenkomst georganiseerd, waarbij de energiewinning uit biomassa het thema vormde. Met het verkrijgen van de SDE-subsidie is de komst van een biomassavergistingsinstallatie een feit. Naar verwachting zal deze installatie in het najaar van 2012 op Bergerden worden gerealiseerd. (De Gelderlander, 13 februari 2012; Greenport Arnhem-Nijmegen, Jaarverslag activiteiten 2011).
Andere toepassingen Naast grootschalige toepassingen zoals aardwarmte verdienen ook kleinschalige oplossingen als zonne-energie en koude en warmteopslag de aandacht. Zonnepanelen kunnen eenvoudig toegepast worden op daken van bedrijfsgebouwen. Koude- en warmteopslag is met name toepasbaar bij teelten met een koudevraag zoals phalaenopsis, freesia en amaryllis. (Energievisie Glastuinbouw Bergerden/Huissen–Angeren, 2010)
3.2.6 Ruimtelijke ordening
Concentreren van de glastuinbouw Het aanwijzen van landbouwconcentratiegebieden door de overheid in de jaren ’90 had twee drijfveren. In de eerste plaats was het nodig om de glastuinbouw en intensieve veehouderij, die qua verschijningsvormen steeds minder in een open en landelijk gebied passen, te concentreren in speciaal daarvoor aangewezen gebieden. Daarnaast konden op die manier ook kansen op het gebied van economie, innovatie en duurzame ontwikkeling beter worden benut. Dat laatste is overigens een blijvende opgave voor het concentratiegebied. Ook na de vestiging van bedrijven in een concentratiegebied kunnen op duurzame ontwikkeling gerichte innovaties tot veranderingen leiden. Een tweede opgave die verband houdt met het concentreren van de glastuinbouw is het verder tegen gaan van verspreid liggend glas. (Ontwerp Structuurvisie Gemeente Lingewaard, 2012-2022)
41
Bergerden Bergerden is door de landelijke overheid aangewezen als één van de tien landelijke locaties in Nederland voor grootschalige glastuinbouwontwikkeling. In 1990 plaatsten de woningbouwplannen op VINEX-locatie de Waalsprong bij Nijmegen de ideeën voor Bergerden in een nieuwe context. Hiervoor moesten namelijk glastuinbouwbedrijven in Lent worden gesaneerd en werd dringend een plek voor hervestiging van veel van deze bedrijven gezocht. Deze urgentie resulteerde in de oprichting van een stuurgroep, die de reeds in het gebied actieve Stichting Stimulering Tuinbouw Overbetuwe-Liemers STOL) op een zijspoor zette. Enkele tuinders uit de regio hadden toen al gronden op de locatie Bergerden aangekocht. De ontwikkeling van de projectlocatie Bergerden kwam in 2000 in een verdere stroomversnelling door middel van het stimuleringsfonds van het toenmalige ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. (Transformation and sustainability in agriculture, 2011)
Grondprijzen van glastuinbouwkavels in Nederland Uit figuur 3.24 (en bijlage 5) blijkt dat de grondprijzen voor glastuinbouwkavels in Gelderland niet de laagste zijn, maar ook niet tot de hoogste in Nederland behoren. Alhoewel de grondprijs bedrijfseconomisch gezien een factor van betekenis is, heeft het vanuit financieringsoogpunt een minder groot belang. Grond wordt meestal met eigen, langlopende middelen gefinancierd en minder met vreemd vermogen. Tot voor kort waren de banken ten aanzien van de hoogte van de grondprijs minder kritisch, omdat daarbij de gedachte overheerste dat grond min of meer haar waarde behoudt. Voor banken is het ondernemingsplan met daaraan gekoppeld een risicoanalyse van grotere betekenis. Figuur 3.24
Grondprijzen glastuinbouwkavels in Nederland (€/m2)
42 * Prijzen van bouwrijpe kavels breder dan 160 meter, zonder collectieve voorzieningen. Bron: LEI
De huidige prijs van glastuinbouwkavels in de projectlocatie Bergerden bedraagt 36 €/m2 en dat is exclusief collectieve nutsvoorzieningen (energie en water). Dat is beduidend hoger dan de gemiddeld 10-13 €/m2 voor bouwrijpe kavels in andere glastuinbouwlocaties in Gelderland (zie bijlage 5). Bij navraag onder projectbureaus van mogelijk alternatieve projectlocaties voor de glastuinbouw in het oosten van Nederland blijken de huidige grondprijzen exclusief nutsvoorzieningen daar als volgt: - Californië/Siberië bij Venlo (info P. Korsten) : 31 €/m2 Bij gebruik maken van collectieve gietwatervoorziening 22 €/m2 voor aankoop extra grond ten behoeve van gietwaterberging. - Bommelerwaard bij Zaltbommel (info T. Biemond) : 20 tot 25 €/m2 Bij de herstructurering in de Bommelerwaard worden kavels van 1-2 ha samengevoegd tot grotere kavels van 6-10 ha. Voormalige bedrijfswoningen mogen worden omgezet naar landelijke of burgerwoningen, waardoor de prijs van de kavel met 5-7 €/m2 kan dalen. Dit is verrekend in de voornoemde grondprijs voor tuinbouwkavels. - Koekoekspolder bij IJsselmuiden (info G. Selman) : 28,50 tot 32 €/m2 - NieuwLand bij Luttelgeest (info L. Neeleman) : >30 €/m2 De werkelijke grondprijs is afhankelijk van deelname aan het collectief energiebedrijf (beheer eigen gasstation. - Rundedal bij Emmen (info J. Deuten, gemeente Emmen) : 30 €/m2 Voor collectieve watervoorziening kan men daar terecht bij het gietwaterbedrijf WDM. Er was een Energiebedrijf Rundedal (EBR), maar dat is wegens faillissement gestopt. Op basis van voorgaande informatie kan worden gesteld, dat de grondprijs van glastuinbouwbouwkavels in de projectlocatie Bergerden 20% hoger ligt dan die van bouwrijpe kavels in de projectlocaties Californië, Koekoekspolder, NieuwLand en Rundedal. De grondprijs vormt in deze dus geen onderscheidend criterium om tuinders naar Bergerden te lokken. Daarentegen zal de verhoudingsgewijs zeer lage grondprijs voor bouwrijpe kavels in de Bommelerwaard wel aantrekkingskracht uitoefenen op tuinders die zich willen hervestigen. Projectlocaties in het westen van Nederland vormen feitelijk geen reëel alternatief voor tuinders uit het glastuinbouwgebied Arnhem-Nijmegen (Reijnders et al., 2005). Ter indicatie zijn hieronder wel enkele actuele grondprijzen vermeld, exclusief aansluitingen op nutsvoorzieningen: - Agriport A7 bij Middenmeer (info J. Kranenburg) : 36 €/m2 - PrimAviera in de Haarlemmermeer (info via T. Zee) : 54 €/m2
43
Gelet op de economische en financiële crisis en de matige rentabiliteit van de glastuinbouw moet de grondprijs of grondwaarde in breder perspectief worden bezien. Het is niet alleen meer van betekenis wat de huidige grondwaarde is, maar ook wat de toekomstwaarde van die grond kan zijn. Grond kan in de toekomst haar waarde of prijs behouden als het ook een andere functie kan krijgen, die bij voorkeur een hogere toegevoegde waarde kan opleveren, zoals voor bedrijventerrein of voor woningbouw. Voor Bergerden is de toekomstwaarde bijvoorbeeld relatief gunstig vergeleken met Agriport A7, maar vergelijkbaar met die voor de Bommelerwaard of de Koekoekspolder. Daar waar de ruimtedruk het grootst is zoals in de Randstad, heeft de grond een hogere toekomstwaarde. Een andere methode om de grondwaarde te bepalen is de zogenaamde residuele grondwaarde. De grondwaarde of prijs wordt als resultante bepaald, nadat van de marktwaarde van het onroerende goed de kosten voor het gebouw en advisering/bouwbegeleiding in mindering zijn gebracht. Ofwel “residuele grondwaarde” = “verkoopprijs” minus “stichtingskosten” (bouw- & advies- en bijkomende kosten). Het LEI past deze residuele-grondwaardemethode jaarlijks toe bij de berekening van de pachtnormen voor bouw- en grasland en tuinbouwgrond. Deze methode is echter niet gebruikelijk voor glastuinbouwkavels. Uit onderzoek van Cotteleer et al. (2008) blijkt, dat grondprijzen van percelen in het landelijk gebied op lokale markten veelal bepaald worden door de marktmacht van de verkoper. Er is namelijk geen sprake van volledige competitie op de lokale grondmarkt. In urbane of stedelijke gebieden worden prijzen van kavels daarentegen vooral gedomineerd door speculaties. Het is voor de prijsvorming dus cruciaal of er sprake is van een platteland grondmarkt of van een urbane grondmarkt. Daar Bergerden is gelegen tussen de steden Arnhem en Nijmegen - met alle positieve en negatieve gevolgen van dien voor glastuinbouwbedrijven -, mag eerder van een urbane dan van een platteland grondmarkt worden gesproken. Dat betekent dus wel dat de grondprijs in Bergerden onder invloed staat van grondspeculanten, hetgeen een prijsopdrijvend effect heeft.
44
3.2.7 Economie en werkgelegenheid Lingewaard
Bruto toegevoegde waarde De bruto toegevoegde waarde is de omzet minus de gemaakte inkoopkosten en is daarmee gelijk aan de economische waarde die is toegevoegd door de inzet van eigen productiemiddelen als arbeid, kennis en kapitaal. De diverse jaargangen van de LEI-publicatie ‘Het Nederlandse Agrocomplex’ (Van Leeuwen, 2009) vormen de referenties voor de cijfers in de tabellen 3.1 en 3.2. De glastuinbouw in de regio Arnhem-Nijmegen vertegenwoordigde in 2008 een toegevoegde waarde van ongeveer 180 miljoen euro. Hiervan wordt een belangrijk deel door de primaire schakel gerealiseerd. Echter, sinds 2008 realiseert de toelevering meer toegevoegde waarde dan de primaire schakel. Tabel 3.1
Indicatieve bruto toegevoegde waarde per schakel van de glastuinbouw in de regio Arnhem-Nijmegen (in miljoen euro) 2005 75 50 Nihil 15 140
Primair Toelevering Verwerking Distributie Totaal
2006 80 55 Nihil 20 155
2007 85 65 5 20 175
2008 65 90 5 20 180
Bron: Economische ontwikkeling en kracht tuinbouwclusters Betuwse Bloem, 2011
Werkgelegenheid De werkgelegenheid in glastuinbouw in de regio Arnhem–Nijmegen ontwikkelde zich in de periode 2005-2008 positief (tabel 3.2). Wel ging deze ontwikkeling minder snel dan in de glastuinbouw in het Rivierengebied en Nederland als geheel. Vooral de groei van de werkgelegenheid in de toelevering springt in het oog. Tabel 3.2
Indicatieve werkgelegenheid per schakel van de glastuinbouw in de regio Arnhem-Nijmegen (in arbeidsjaareenheden)
Primair Toelevering Verwerking Distributie Totaal
2005 980 570 20 330 1.900
2006 950 580 10 330 1.870
2007 1.080 630 20 350 2.080
2008 1.030 730 20 340 2.120
* Een arbeidsjaareenheid (aje) komt overeen met 2.000 gewerkte uren per jaar met een maximum van 1 aje per persoon. Bron: Economische ontwikkeling en kracht tuinbouwclusters Betuwse Bloem, 2011
45
Economische crisis Het glastuinbouwproject Bergerden dreigt uit te lopen op een financieel drama. Voor 2013 houden de deelnemende gemeenten Lingewaard en Nijmegen al rekening met een verlies van bijna 1,4 miljoen euro. Daarvan zal elke gemeente 577.000 euro moeten betalen. De Stichting STOL, gevormd door een aantal aan de tuinbouw gelieerde bedrijven en ondernemers, dragen de resterende 227.000 euro. Deze cijfers zijn gebaseerd op een accountantscontrole van Deloitte. Voor de gemeente Lingewaard vormen ze aanleiding voor een brandbrief aan het algemeen bestuur van het openbaar lichaam Bergerden. Daarin spreekt ze haar bezorgdheid uit over de onzekere marktontwikkelingen in de tuinbouw en de toenemende exploitatierisico's van Bergerden. (De Gelderlander, 29 maart 2012)
Stimulering verplaatsen tuinbouwbedrijven De provincie Gelderland maakte in 2011 bekend, dat het 5,7 miljoen euro beschikbaar stelt om glastuinders te helpen hun bedrijf geheel of gedeeltelijk (percelen) te verplaatsen naar de glastuinbouwgebieden Huissen-Angeren, Bergerden en de Bommelerwaard. Een concentratie van glastuinbouwbedrijven zoals in Bergerden en de Bommelerwaard is goed voor innovatie en duurzaamheid in de sector. Dat stimuleert de lokale en regionale economie. Met name de stimulering van de economie is voor de provincie reden om bij te dragen aan dergelijke bedrijfsverplaatsingen. In de Oost-Betuwe biedt de glastuinbouw werk aan ruim 1.400 werknemers en brengt het 70 miljoen euro in het laatje, aldus de provincie. In de Bommelerwaard is dat 100 miljoen. (De Gelderlander, 5 september 2011). Er zijn inmiddels zes tuinders die hun aanvraag kant en klaar bij de provincie hebben ingediend. Onlangs leek de provincie Gelderland in eerste instantie na 2013 geen budget meer beschikbaar te willen stellen voor de verplaatsingsregeling. Eind juni 2012 is echter bekend geworden, dat “Gelderse glastuinders ook in 2014 en 2015 subsidie kunnen aanvragen voor de verplaatsing van hun bedrijf naar een aangewezen concentratiegebied”. De provincie Gelderland trekt daar jaarlijks € 4 miljoen voor uit. „We bieden telers daarmee continuïteit, zodat zij hun plannen daarop kunnen afstemmen”, aldus CDA-Statenlid Peter van Boheemen.” (De Gelderlander, 28 juni 2012, ‘Gelderland gaat door met verplaatsingsregeling’) Navraag bij de provincie Gelderland (info mw. B. Janssen) leert, dat er momenteel weer concrete belangstelling bestaat voor bedrijfsverplaatsing in het kader van de provinciale subsidieregeling.
46
3.2.8 Bereikbaarheid en infrastructuur
Doortrekken A15 De projectlocatie Bergerden onderscheid zich onder andere door haar uitstekende bereikbaarheid (direct aan de A15 / A325). Met het aanleggen van een nieuw stuk snelweg tussen de A15 bij Bemmel en de A12 bij Zevenaar wordt deze nog verder verbeterd. Minister Schulz van Haegen heeft onlangs bekend gemaakt, dat zij definitief kiest voor het tracé met doortrekking van de A15 met een brug over het Pannerdensch Kanaal en een half verdiepte ligging tussen Duiven en Zevenaar. Hiervoor zullen ook enkele glastuinbouwbedrijven met naar schatting maximaal 10 hectare glas moeten wijken. Het streven is om in 2015 te starten met de aanleg van de nieuwe verbinding en deze zal ongeveer drie jaren in beslag nemen. In het Lente-akkoord is echter ook afgesproken om 400 miljoen weg te halen uit de “asfaltpot”. Dit kan consequenties hebben voor de plannen rond de A15. Op 28 juni 2012 komt de A15 weer aan de orde tijdens het algemeen overleg van de Tweede Kamercommissie met demissionair minister Schultz van Haegen. (persbericht Ministerie van Infrastructuur en Milieu, 16 januari 2012)
Collectievervoer Selman Transporten beschikt in Huissen over voldoende geconditioneerde overslagruimte voor bloemen en planten. Kwekers kunnen daar op werkdagen tussen acht en vijf uur en op zaterdag tussen elf en drie uur hun bloemen en planten afleveren voor collectief vervoer naar de diverse veilingen. Wel brengt dit voor de telers extra kosten met zich mee ten opzichte van de oude situatie met een veiling in Bemmel. (De Gelderlander, 12 november 2009)
3.2.9 Water
Gietwaterbedrijf Niet alleen de energievoorziening wordt op glastuinbouwlocatie Bergerden in eigen hand gehouden, datzelfde geldt ook voor de watervoorziening. Hoewel water een geringe kostenpost is, is het wel zeer bepalend voor het eindproduct. Daarom is destijds besloten tot de oprichting van het Gietwaterbedrijf Bergerden BV. Ongeveer midden in het gebied is een plas van 3,5 hectare groot uitgegraven tot een diepte van vijftien meter. Deze plas wordt gevuld met regenwater dat de tuinders via de daken van de kassen opvangen en lozen. Het watersysteem is gescheiden van het gewone waternet, zodat de tuinders zelf de kwaliteit van het water in de hand kunnen houden. Bovendien vormt de waterplas een aantrekkelijke verrijking van het landschap 47 Overigens geldt er een verbod op de aanleg van waterbassins door individuele tuinders. Op deze wordt de ongewenste onttrekking van grondwater ontmoedigd en ben je af van de opzichtige bassins, die een glastuinder elders meestal op zijn terrein heeft staan. (Netwerk Stadsregio Arnhem Nijmegen)
Waterberging Binnen de woonkernen van de gemeente Lingewaard wordt voor zover bekend geen overlast door water ervaren. Toch is volgens berekeningen op sommige plaatsen te weinig waterberging in verhouding tot hetgeen er is gebouwd. Dit geldt voor de kernen Gendt, Angeren en Doornenburg. Hier ligt voor de gemeente nog een extra opgave bovenop de geplande nieuwe ontwikkelingen. Verder heeft de gemeente naast kwantitatieve ook kwalitatieve wateropgaven op structuurvisieniveau. De gemeente wil zich meer richten op ontwikkeling van robuuste watergangen, natuurvriendelijke oevers en voldoende circulatie ten behoeve van een biologisch gezond watersysteem. Verbetering van verbindingen tussen de watergangen is op een aantal plaatsen nodig om meer doorstroming te genereren en daarmee versnippering van het watersysteem zoveel mogelijk tegen te gaan. (Ontwerp Structuurvisie Gemeente Lingewaard, 2012-2022)
3.2.10 Herstructurering glastuinbouw Huissen-Angeren Uit een studie van Ruijs en van der Knijff (2006) bleek, dat het areaal glastuinbouw in Lingewaard in de periode 2000-2005 slechts weinig is afgenomen. Lingewaard omvat hierbij het herstructureringsgebied Huissen-Angeren en de projectlocatie Bergerden. Daar het areaal glastuinbouw in Bergerden is toegenomen, is het areaal in het herstructureringsgebied (rondom Driegaarden) in die periode dus gedaald. Destijds was vanuit het herstructureringsgebied Huissen-Angeren weinig interesse voor glastuinbouwkavels in Bergerden. In 2009 hebben de provincie Gelderland en gemeente Lingewaard besloten om middelen beschikbaar te stellen voor de herstructurering van het glastuinbouwgebied tussen Huissen en Angeren. Daarmee is voorzien om 25% van het gebied te herstructureren, waarbij de volgende doelstellingen zijn bepaald: de glastuinbouw in het gebied weer duurzame toekomstmogelijkheden te geven (schaalgrootte, bereikbaarheid, energie en water); het gebied voor bewoners leefbaar houden en waar nodig leefbaarder maken; de ruimtelijke kwaliteiten in het gebied versterken in samenhang met haar omgeving. Het totale herstructureringsgebied beslaat 360 ha en is opgedeeld in vier deelgebieden. Elk deelgebied heeft zijn eigen kenmerken en ontwikkelmogelijkheden. Voor de afzonderlijke deelgebieden zijn de volgende ontwikkelrichtingen bepaald: Rietkamp (50 ha): toekomstbestendige glastuinbouw ‘t Zand (93 ha): geleidelijke transformatie naar landelijk wonen en werken Leutensche Leigraaf (178 ha): toekomstbestendige glastuinbouw Dijkzone (41 ha): landschapsversterkend wonen. 48
Op basis van de evaluatie 2011, welke op 15 mei 2012 aan de gemeenteraad van Lingewaard is gepresenteerd, kunnen de volgende conclusies worden getrokken (Spies, 2012): Op basis van de huidige initiatieven kan op termijn 30% van het gebied worden geherstructureerd: o 52 ha wordt toekomstbestendig ingericht voor de glastuinbouw. Dit betreft met name de inpassing en uitbreiding van bestaande tuinders en verbetering van de infrastructuur en het landschap; o 55 ha gericht op landschap, wonen/werken. Maximaal kan er in de extensiveringsgebieden circa 20 ha glas worden gesaneerd; Plannen worden uitgevoerd binnen vastgesteld werkkapitaal; Financieel risico is nihil; Imagoverbetering van het gebied; Betere samenhang met omgeving; Betere verkeersveiligheid en doorstroming/bereikbaarheid. Op basis van de gepresenteerde conclusies van de gemeente Lingewaard mag worden verondersteld, dat er een beperkte ruimtevraag is te verwachten van tuinders in het herstructureringsgebied Huissen-Angeren naar glastuinbouwkavels op de projectlocatie Bergerden. De herstructurering draagt positief bij aan het imago en de uitstraling van het gehele glastuinbouwcluster in de gemeente Lingewaard.
3.2.11 Allianties en stimulering
Glastuinbouwpact De regio Arnhem–Nijmegen moet bouwen aan een duurzame en meer concurrerende tuinbouwcluster. Dat vinden de provincie Gelderland, de gemeenten Lingewaard en Overbetuwe, belangenorganisaties en tuinbouwbedrijven in het ‘Glastuinbouwpact Arnhem–Nijmegen’ (onderdeel van de Betuwse Bloem in Gelderland en onderdeel van Greenport Holland). De initiatiefnemers willen meer tuinders laten verplaatsen naar het tuinbouwgebied Bergerden. Ook willen de partijen de bereikbaarheid van dit tuinbouwgebied vergroten en het nationaal op commercieel gebied op de kaart zetten. (De Boerderij, 21 maart 2011)
Netwerkorganisatie Betuwse Bloem Op 15 november 2011 is het programma ‘Ambitie en organisatie; plan 2012-2015’ (“Na de bloei komen de vruchten”) van ‘Greenport’ Betuwse Bloem verschenen. In dit plan worden de historie, resultaten en vertrekpunten voor de toekomst, het inhoudelijke werkprogramma en de besturing en financiering beschreven. Tegelijkertijd is het werkplan 2012 van het ondernemersinitiatief ‘Greenport’ Betuwse Bloem gepresenteerd. In dit werkplan zijn 49 de volgende thema’s: onderwijs en scholing, kennis en innovatie, duurzaamheid, infra & logistiek, ruimte, leefomgeving, internationalisering en procesmanagement & communicatie. Door middel van projecten wordt uitvoering uitgegeven aan deze thema’s.
Samenwerking Begin 2010 hebben 11 kwekers uit het gebied tussen Arnhem en Nijmegen de handen ineen geslagen en zijn een samenwerking aangegaan onder de naam KANplant. De aangesloten bedrijven willen het gebied tussen Arnhem en Nijmegen duidelijk op de kaart zetten en zijn ervan overtuigd dat ze dat samen met meer kracht kunnen dan ieder afzonderlijk. Van oudsher is het Knooppunt Arnhem-Nijmegen een bloeiend tuinbouwgebied met bedrijven die volop met de markt bezig zijn. In eerste instantie zijn de activiteiten van KANplant gericht op promotie van de aangesloten bedrijven, het verbeteren van het dagtransport en het stimuleren van de verkoop. Wel blijven de bedrijven onder hun eigen identiteit in de markt opereren. (KAS magazine, februari 2010)
3.2.12 Imago Projectorganisatie Bergerden onderzocht de afgelopen jaren hoe zij tuinders voor het glastuinbouwcomplex kon werven, toen de collectieve energievoorziening niet langer dé trekker meer was voor het gebied. Steeds meer tuinders kozen in het verleden voor zelf energie opwekken, omdat zij daar voldoende groot voor waren. Collectieve energie komt echter in de huidige tijd toch weer in beeld, nu de rendementen van de WKK minder zijn dan vijf jaar geleden. Daarnaast is het imago van Bergerden verzwakt door het vertrek van Veiling Oost Nederland (nu Plantion) naar Ede en de verhuizing van Lentse Potgrond naar Cuijk. Bergerden gaat na hoe zij de regio als aantrekkelijk woongebied kan aanprijzen. Verder wordt de niet-verkochte grond gebruikt voor uitbreiding van het aangrenzende industrieterrein Agropark. (De nieuwe krant, 2008)
3.3
Toekomstscenario’s
Huidige situatie projectlocatie Bergerden
50
Het totale plangebied Bergerden omvat 340 ha, waarvan 215 ha (63%) bestaat uit bruto glas. Van deze 215 ha bruto glas kan ongeveer 145 ha (67%) worden ingevuld met glasopstanden. De ontwikkeling van Bergerden startte in 2003 (Ruijs en v.d. Knijff, 2006). Volgens opgave van het projectbureau Bergerden zijn er anno 2012 19 tuinbouwbedrijven gevestigd met 105 ha percelen bruto glas, waarvan 69 ha (66%) is bebouwd met glasopstanden. De overige vier niet-tuinbouwbedrijven hebben samen 5 ha kavels in gebruik. Per saldo is momenteel nog 100 ha aan percelen bruto glas beschikbaar voor uitgifte aan glastuinbouwbedrijven, waarvan 56 ha reeds is aangekocht en 44 ha nog is te verwerven. Een en ander wordt geïllustreerd op een overzichtskaart van het projectbureau, waarop de bestaande bedrijven in een cirkel zijn genummerd en de nog uit te geven kavels lichtgeel zijn gekleurd, waarvan het reeds aangekochte deel zwart is gearceerd (figuur 3.25).
Figuur 3.25
Overzichtskaart projectlocatie glastuinbouw Bergerden d.d. 14 februari 2012.
51 Bron: Projectbureau Bergerden
In de volgende subparagrafen worden drie benaderingswijzen behandeld om de ruimtebehoefte van tuinders voor kavels in projectlocatie Bergerden te bepalen: 1. Extrapolatie van regionale en landelijke trends; 2. Inventarisatie ruimtebehoefte op basis van enquête AgriDirect; 3. Ruimtebehoefte volgens informatie projectbureau Bergerden.
3.3.1 Extrapolatie van landelijke en regionale ontwikkelingen Door gebruik te maken van trendlijnen op basis van historische cijfers wordt in de figuren 3.26 en 3.27 een beeld geschetst van hoe het areaal glastuinbouw in Nederland als geheel en de onderzochte gebieden in Gelderland in het bijzonder zich zou ontwikkelingen, wanneer de omstandigheden of invloeden van buiten de komende jaren niet zouden veranderen. In die situatie laat het areaal tuinbouw onder glas in Nederland de komende vijf jaar een lichte daling zien met circa 450 ha tot iets boven de 10.000 ha (figuur 3.26).
Figuur 3.26
Extrapolatie areaalontwikkeling tuinbouw onder glas in Nederland.
ha 11,000 10,500 10,000 9,500 9,000 8,500 8,000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016
NL
Linear (NL)
Bron: CBS landbouwtelling, bewerking LEI
52
Volgens figuur 3.27 is voor het Rivierengebied een verdere toename van het areaal tuinbouw onder glas te verwachten tot ongeveer 430 ha in 2016. Het areaal in de gemeente Lingewaard (inclusief Bergerden) zou vrijwel stabiel blijven op circa 155 ha. Dit betekent overigens dat bij het vollopen van de projectlocatie Bergerden andere glastuinbouwbedrijven in de gemeente Lingewaard zouden moeten verdwijnen of verplaatsen. Het areaal in het KAN-gebied (exclusief Lingewaard) zou verder blijven afnemen naar ongeveer 30 ha in 2016.
Figuur 3.27
Extrapolatie areaalontwikkeling glastuinbouw glas in Lingewaard, Knooppunt Arnhem-Nijmegen (excl. Lingewaard) en het Rivierengebied
ha 455 430 405 380 355 330 305 280 255 230 205 180 155 130 105 80 55 30 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Lingewaard
KAN
Rivieren
Linear (Lingewaard)
Linear (KAN)
Linear (Rivieren)
Bron: CBS landbouwtelling, bewerking LEI
Voornoemde ontwikkelingen zouden plaatsvinden als de omstandigheden de komende jaren in lijn zouden blijven met die in het verleden. Echter, de omstandigheden zijn de afgelopen jaren wel degelijk veranderd, zoals de huidige economische crisis in de Europese Unie en daar bovenop een financiële crisis in de glastuinbouw zelf met vraaguitval en hevige concurrentie vanuit andere productiegebieden. De daling van het aantal bedrijven en het areaal in de glastuinbouw wordt onder invloed van deze omstandigheden zelfs versneld. De ondernemers staan op een kruispunt van meerdere wegen; wat gaan of moeten zij (gedwongen) doen: doorgaan; beëindigen/verkopen; verplaatsen; uitbreiden; overnemen; samenwerken; fuseren; van bedrijfsfunctie veranderen.
53
3.3.2 Inventarisatie ruimtebehoefte op basis van enquête AgriDirect In de GlastuinbouwScanner 2011, die AgriDirect in de periode september/oktober 2011 heeft uitgevoerd, is glastuinbouwondernemers in diverse regio’s gevraagd naar hun investeringsplannen. De vraag was letterlijk “Heeft u plannen om binnen nu en 2 jaar te investeren in nieuwbouw, renovatie of uitbreiding van uw huidige kas of in overname van een tuin?” Uit tabel 3.3 blijkt dat in alle onderscheiden gebieden 90% of meer van de ondernemers geen investeringsplannen heeft. In de gemeente Lingewaard is van de 82 deelnemende bedrijven in 53 gevallen een antwoord op deze vraag ontvangen en is duidelijk wat hun hoofdteelt en totale areaal is. Eén glasgroentebedrijf gaf aan nieuwbouwplannen te hebben en één potplantenbedrijf uitbreidingsplannen op de huidige tuin. In de regio Arnhem-Nijmegen buiten Lingewaard werden 38 antwoorden van de 63 bedrijven verzameld. In dit gebied denkt één snijbloemenbedrijf aan nieuwbouw (2,6%). In de rest van Nederland is het percentage dat de antwoordcategorie “nieuwbouw” heeft ingevuld iets hoger (3,4%). Ongeveer 2,2% van de bedrijven in overig Nederland heeft plannen voor renovatie, terwijl dit in de regio ArnhemNijmegen en de gemeente Lingewaard nihil is. In totaal heeft 5,7% van de glastuinbouwbedrijven in Lingewaard investeringsplannen voor de komende twee jaar (met antwoord Ja). Voor bedrijven in de regio Arnhem-Nijmegen (excl. Lingewaard) ligt dit percentage met 2,6% beduidend lager en voor bedrijven in overig Nederland met 8,6% beduidend hoger.
Tabel 3.3
Investeringsplannen in glasopstanden voor de komende twee jaar Lingewaard
Arnhem-Nijmegen
Overig Nederland
(excl. Lingewaard) Ja, nieuwbouw Ja, renovatie Ja, uitbreiding huidige tuin Ja, overname van een tuin Nee, geen plannen Weet niet/geen antwoord Totaal
Aantallen
Percentage
Aantallen
Percentage
Aantallen
Percentage
1 0 1 1 48 2 53
1,9% 0,0% 1,9% 1,9% 90,6% 3,8% 100%
1 0 0 0 36 1 38
2,6% 0,0% 0,0% 0,0% 94,7% 2,6% 100%
78 51 29 39 2034 58 2289
3,4% 2,2% 1,3% 1,7% 88,9% 2,5% 100%
Bron: Nederlandse Agrarische Database van AgriDirect, bewerking LEI
54
Daarnaast is deze glastuinbouwondernemers gevraagd naar hun strategische toekomstplannen op langere termijn (tabel 3.4). Volgens interpretatie van het LEI gaat het daarbij om een termijn van 3 tot 5 jaar. In de gemeente Lingewaard werd de antwoordcategorie “doorgaan zoals nu” in 80% van de gevallen aangekruist. Van de ondernemers daar geeft 6,6% aan op termijn te willen gaan uitbreiden of capaciteit bij te kopen. Dit antwoord werd drie maal door glasgroentebedrijven gegeven en twee keer door potplantenbedrijven. In de regio Arnhem-Nijmegen (excl. Lingewaard) lag dit percentage op 10,2% en in overig Nederland op 9,1%. Daarentegen geeft bijna 8% van de ondernemers in Lingewaard aan het bedrijf te willen beeindigen en verkopen of langzaam te willen afbouwen. In de regio Arnhem-Nijmegen (excl. Lingewaard) lag dit percentage op bijna 12% en in overig Nederland op 6,8%.
Tabel 3.4
Toekomstplannen ondernemers in de glastuinbouw Lingewaard
Arnhem-Nijmegen
Overig Nederland
(excl. Lingewaard) Beëindigen en verkopen Zelf beëindigen en door opvolger laten overnemen Uitbreiden en capaciteit bijkopen Verplaatsingsplannen binnen Nederland Verplaatsingsplannen buiten Nederland Doorgaan zoals nu Alleen beëindigen Veranderen van bedrijfstak/activiteit Weet niet-geen antwoord Langzaam afbouwen Weet niet/geen antwoord Totaal
Aantallen
Percentage
Aantallen
Percentage
Aantallen
Percentage
1
1,3%
2
3,4%
85
2,4%
0
0,0%
0
0,0%
24
0,7%
5
6,6%
6
10,2%
324
9,1%
1
1,3%
1
1,7%
23
0,7%
0
0,0%
0
0,0%
2
0,1%
61 0
80,3% 0,0%
40 1
67,8% 1,7%
2770 39
78,0% 1,1%
0
0,0%
0
0,0%
18
0,5%
0 5 3 76
0,0% 6,6% 3,9% 100%
1 5 3 59
1,7% 8,5% 5,1% 100%
17 157 92 3551
0,5% 4,4% 2,6% 100%
Bron: Nederlandse Agrarische Database van AgriDirect, bewerking LEI
De antwoordcategorieën in tabel 3.4 zijn door het LEI ingedeeld naar bedrijven die willen uitbreiden, doorgaan zoals nu of zullen gaan stoppen. Van de afzonderlijke bedrijven zijn de arealen glas bekend, zodat door optelling het totale areaal per antwoordcategorie berekend kan worden. Omdat meerdere antwoordcategorieën mogelijk zijn, is hiervoor een correctie toegepast en zijn de steekproefresultaten gecorrigeerd tot de waarde voor de gehele 55 populatie. Vervolgens zijn drie verschillende scenario’s doorgerekend met de volgende uitgangspunten:
1.
Bedrijven die willen uitbreiden verdubbelen qua areaal. Bedrijven die willen stoppen worden voor 50% van het areaal overgenomen door andere bedrijven. 2. Bedrijven die willen uitbreiden groeien net zo hard als de landelijk groei in de afgelopen 10 jaar, namelijk met een factor 1,8. Bedrijven die willen stoppen worden voor 25% overgenomen door andere bedrijven. 3. Bedrijven die willen uitbreiden groeien minder hard dan voorheen in verband met de huidige economische crisis; een groeifactor van 1,5 is toegepast. Van de bedrijven die willen stoppen wordt de ruimte geheel onttrokken aan glastuinbouwproductie. In alle drie scenario’s blijven bedrijven die willen doorgaan zoals nu hun huidige areaal behouden. Uit de scenarioberekeningen blijkt dat de ruimtebehoefte voor glastuinbouw in Lingewaard in 2016 uitkomt op 168 ha in scenario 1, 160 ha in scenario 2 en 153 ha in scenario 3. Ten opzichte van 2011 zijn dat veranderingen in het areaal glastuinbouw van respectievelijk 21, 13 en 6 ha (zie tabel 3.5). Het overige KAN-gebied (excl. Lingewaard) zal nauwelijks mutaties kennen. In het meest gunstige scenario 1 groeit het areaal de komende vijf jaar nog met 3 ha tot 54 ha, maar in het minst rooskleurige scenario 3 daalt het areaal met 5 ha naar 46 ha. Voor de rest van Nederland vertonen de eerste twee scenario’s een zeer positief beeld. In het meest gunstige geval zou het areaal tuinbouw onder glas uitkomen op 11.410 ha in 2016; een groei van 1.359 ha. Onder iets minder gunstige omstandigheden groeit het areaal glas nog met 924 ha tot 10.975. In scenario 3 daarentegen daalt het areaal van 10.051 ha naar 9.916 ha in 2016. Tabel 3.5
Mutatie in areaal glastuinbouw (ha) tussen 2012 en 2016 afhankelijk van het ontwikkelingsscenario
Lingewaard Overig KAN-gebied Overig Nederland
Scenario 1
Scenario 2
Scenario 3
21 3 1.359
13 1 924
6 -5 -135
Bron: Nederlandse Agrarische Database van AgriDirect, bewerking LEI
56
Gelet op de trends en ontwikkelingen richting 2025 met betrekking tot de (glas)tuinbouw, zoals beschreven in de perspectievenstudie van het LEI (Berkhout, 2011), zal de landelijke ruimtelijke areaalontwikkeling tussen scenario 2 en scenario 3 in liggen. Gezien de scenarioberekeningen voor Lingewaard zal dit voor de projectlocatie Bergerden resulteren in een extra areaalbehoefte van ongeveer 10 ha (het gemiddelde van 13 ha en 6 ha), waarbij wordt verondersteld dat geen uitbreiding zal ontstaan in het herstructureringsgebied HuissenAngeren. Deze areaalbehoefte is niet toereikend om het huidig beschikbare kaveloppervlakte vol te krijgen.
3.3.3 Ruimtebehoefte volgens informatie projectbureau Bergerden In het begin van paragraaf 3.3 is reeds vermeld dat volgens opgave van het projectbureau Bergerden anno 2012 nog 100 ha aan percelen bruto glas beschikbaar is voor uitgifte aan glastuinbouwbedrijven. De bestaande tuinbouwbedrijven hebben 66% van hun kavels bebouwd met glasopstanden. Echter, bedrijven met opengrondteelten zoals Presikhaaf hebben een lage bedekkingsgraad met glas. Indien hiervoor wordt gecorrigeerd door de benutting voor glas uitsluitend te baseren op bedrijven met een ruimtebenutting boven de 65%, dan bedraagt de potentiele benuttingsgraad in Bergen gemiddeld 85% (variërend tussen de 65% en 95%). Met dat percentage zou op de projectlocatie Bergerden dus nog circa 85 ha netto glas (= 100 ha x 85%) beschikbaar zijn. Daarnaast blijkt dat één van de bestaande bedrijven in Bergerden te koop staat met een perceeloppervlakte van 6,2 ha, waarvan ca. 4,5 hectare glasopstand. Bij een benuttingsgraad van 85% zou dit bedrijf in theorie 5,2 hectare glasopstand kunnen bergen. Impliciet wordt door het incalculeren van het in de verkoop staande bedrijf ook rekening gehouden met de autonome ontwikkeling ten aanzien van het failliet gaan van glastuinbouwbedrijven. Vanwege de economische crisis en de matige rentabiliteit ligt het percentage faillissementen in de glastuinbouw de laatste jaren op 7-8%. Doorvertaling naar Bergerden betekent dat 1,25-1,45 failliet bedrijf op een totaal van 18 bedrijven (exclusief Presikhaaf i.v.m. sociale werkvoorziening). Tenslotte bestaat nog de mogelijkheid dat een ander bestaand bedrijf 3/4 van zijn perceeloppervlakte te koop aanbiedt, omdat slechts 2.000 m2 is bebouwd met glas op de in totaal 4 hectare perceel. Dit betekent dat omgerekend circa 2,5 ha kas op dit perceel kan worden gebouwd. Resumerend (zie tabel 3.6), feitelijk is op projectlocatie Bergerden nog bijna 110 ha kavel bruto glas beschikbaar voor uitgifte en verkoop aan glastuinders, waarop ongeveer 93 ha aan glasopstanden zouden kunnen worden gerealiseerd. Tabel 3.6
Beschikbare ruimte voor glastuinbouw op projectlocatie Bergerden begin 2012 Bruto glas
Netto glas
Nog beschikbaar voor uitgifte
100
85,0
wv. reeds aangekocht nog te verwerven
56 44
-------
Bedrijf in verkoop Potentieel oppervlak in verkoop Totaal
6 3 109
5,3 2,5 92,8
Bron: Projectbureau glastuinbouw Bergerden, bewerking LEI
57
Overigens is op bestaande glastuinbouwbedrijven met een benuttingsgraad lager dan 85% ook nog een uitbreiding in glas mogelijk op hun eigen kavels. Deze mogelijke uitbreiding komt overeen met circa 12,5 hectare glas. Dat is in het kader van dit onderzoek echter niet relevant voor de gemeente Nijmegen en Lingewaard, omdat deze kavels al zijn verkocht en voor risico komen van de tuinders.
Belangstelling overige tuinders voor kavels in Bergerden Volgens opgave van het projectbureau Bergerden hebben drie bedrijven belangstelling getoond voor kavels op de projectlocatie: - Tuinder Gendt 3 ha: kans vrij groot (tuinder heeft provinciale verplaatsingssubsidie, is in overleg met bank over financiering en gemeente over woningbouw op huidige locatie, maar is ook op zoek naar bestaande bedrijfslocatie); - Tuinder Doornenburg 4 ha: kans groot (tuinder heeft provinciale verplaatsingssubsidie, er is overleg met een potentiële ontwikkelaar, tuinder is zeer enthousiast over verplaatsing, politieke druk); - Tuinder Gendt 7 ha: kans gering (nog geen verplaatsingssubsidie aangevraagd, wellicht eind dit jaar vervolggesprek). Voor de korte termijn (2 tot 3 jaar) is er dus behoefte aan 7 ha kavels ofwel circa 6 ha netto kasoppervlak. Op de wat langere termijn zou dit mogelijk 14 ha kaveloppervlakte ofwel circa 12 ha kasoppervlak kunnen zijn. Als voornoemde vraag wordt vergeleken met het aanbod, dan is er op korte termijn een overschot aan beschikbare kavels van 102 ha en op de iets langere termijn van 95 ha. Deze cijfers komen overeen met 87 ha glasopstanden op de korte en 81 ha netto glas op de iets langere termijn.
3.3.4 Samenvatting drie benaderingswijzen De extrapolatie van landelijke en regionale trends in areaalontwikkeling en de ruimtebehoefte volgens toekomstplannen van de ondernemers geven een grove indicatie van toekomstige ontwikkelingen in de ruimtebehoefte. Het inzicht in de huidige situatie en de belangstellingregistratie voor kavels op de projectlocatie Bergerden verschaffen meer zekerheid over waar het in de nabije toekomst (binnen vijf jaar) waarschijnlijk naar toe zal gaan. Laatstgenoemde benaderingswijze maakt duidelijk, dat er nog een groot aanbod van kavels is dat op korte termijn zal moeten worden ingevuld om Bergerden geheel vol te laten lopen. In theorie is er nog een potentieel aanbod van 102 ha kavels ofwel 87 ha glas op de korte termijn en van 95 ha kavel ofwel 81 ha glas op de iets langere termijn. Hierbij is al rekening gehouden met de belangstelling voor kavels vanuit de omliggende regio van Bergerden en het weer beschikbaar komen van kavel/-glasoppervlak vanuit bestaande bedrijven. 58
3.4
SWOT-analyse toekomstperspectief glastuinbouw Bergerden De SWOT omvat een overzicht van sterke en zwakke punten van de glastuinbouw op dit moment en de kansen en bedreigingen voor de glastuinbouw voor de projectlocatie Bergerden op de korte en middellange termijn. In tabel 3.7 is de opzet schematisch weergegeven. Tabel 3.7
Opzet SWOT-analyse
Huidige situatie Toekomstige situatie
Sterke punten
Zwakke punten
Kansen
Bedreigingen
Op basis van de informatie en analyse in de voorgaande paragrafen kan het volgende worden vastgesteld:
Sterke punten • • •
Landbouwontwikkelingsgebied glastuinbouw (STIDUG-middelen ontvangen); Mogelijkheden voor individuele en collectieve energie- en watervoorziening; Duurzame initiatieven / imago; Ligging direct aan A15/A325 i.v.m. logistiek proces; Hervestigingslocatie voor relatief kleine en grote bedrijven (0,7-16 ha); Historisch gezien een glastuinbouwregio (pot- en perkplanten).
Zwakke punten • Negatief imago vanwege in het verleden verplichte deelname aan collectieve energievoorziening (inmiddels vrije keuze energieleverancier); • Grondprijs circa 20% hoger dan in de meeste andere projectlocaties voor glastuinbouw in de omliggende regio’s, waardoor de financierbaarheid bij banken een probleem is; • Geen volledig cluster vanwege ontbreken diverse overige ketenpartners, overigens net als bij projectlocaties voor de glastuinbouw in de omliggende regio’s; De investeringsbereidheid van ondernemers in Bergerden en de omliggende regio is onder de huidige omstandigheden niet groot (en iets minder dan in andere regio’s); . • Hogere kosten voor productvervoer van siertelers i.v.m. verplaatsing van bloemenveiling VON in Bemmel naar Ede (Plantion) en afzet naar andere, verder gelegen veilingen; • Relatief mindere klimaatcondities dan in West-Nederland (minder instraling en zonne-uren en grotere verschillen in temperaturen tussen dag/nacht en zomer/winter), waardoor minder gunstige omstandigheden voor gewasgroei en productie; Beperkte belangstelling (getoond) van ondernemers vanuit het herstructureringsgebied Huissen-Angeren; A15 niet verbonden met de A12 en daarmee nog geen directe aansluiting op autosnelweg naar Duitsland. 59
Kansen
Er zijn potentiële gegadigden voor kavels binnen Bergerden met een omvang van 7 ha bruto ofwel 6 ha netto (glas) op de korte termijn (realisatie <2 jaar); Beschikbaarheid van relatief kleine en grote percelen om goed te kunnen inspelen op de wensen en behoeften van de ondernemers gelet op de moeilijke situatie waarin de glastuinbouw verkeert en nog enige tijd zal verkeren; • Bergerden biedt mogelijkheden voor bedrijven die voor individuele energievoorziening kiezen of kiezen voor duurzame collectieve energievoorziening (Energiecoöperatie en bio-vergistingsinstallatie (groen gas)); Verplaatsingsregeling (subsidie) voor tuinders uit verouderde en verspreid liggende gebieden wordt verlengd tot en met 2015 en biedt ondernemers extra financiële armslag om te verplaatsen; Verbinding van de A15 met de A12 bij Zevenaar vanaf 2018 (verwachte start aanleg in 2015), waarvoor ook enkele glastuinbouwbedrijven moeten wijken (max. 10 ha glas); Bergerden is onderdeel van ‘glastuinbouwpact’ Arnhem-Nijmegen, Betuwse Bloem en Greenport Holland en kan daarmee profiteren van allianties en stimuleringsinitiatieven van overheid en bedrijfsleven (Topsector Tuinbouw & Uitgangsmateriaal).
Bedreigingen
60
Financiële situatie van project Bergerden is niet florissant; ‘baksteen’ voor de gemeenten Lingewaard en Nijmegen In theorie groot aanbod van beschikbare ruimte op de korte termijn (112 ha kavels ofwel 95 ha glas) en op de iets langere termijn (105 ha kavel ofwel 89 ha glas), waarvoor nog kopers moeten worden gevonden; Slechte economische situatie van de glastuinbouwsector en de -bedrijven belemmert ondernemers in de mogelijkheden om te investeren (eerst hoofd boven water houden); Overloop van tuinders vanuit herstructureringslocatie Huisen-Angeren naar Bergerden is niet of nauwelijks te verwachten, omdat het herstructureringsproces tot 2011 op een laag pitje stond en doorstart financieel zeer moeilijk is voor de betreffende bedrijven; Er is een overschot aan zoekgebied voor de glastuinbouw in Nederland, waardoor sterke concurrentie tussen glastuinbouwprojectlocaties in de omliggende regio’s om tuinders te werven die willen starten, verplaatsen en/of uitbreiden, zoals Bommelerwaard, Venlo e.o., NieuwLand en Koekoekspolder; Binnen de stadsregio Arnhem-Nijmegen is weinig aandacht voor agrocluster Lingewaard en worden agrogerelateerde bedrijven die op zoek zijn naar een goede vestigingsplaats onvoldoende doorverwezen.
3.5
Perspectief op vestiging van overige agrogerelateerde bedrijven In de voorgaande paragrafen is duidelijk geworden, dat de projectlocatie Bergerden niet binnen een afzienbare termijn van 5 jaar vol zal lopen met glastuinbouwbedrijven. Er is sprake van een overschot aan grond van ruim honderd hectare (95-102 ha) netto perceeloppervlakte. De vraag is nu of er perspectief is op vestiging van andere bedrijven binnen het agrocluster op de beschikbare kavels in projectlocatie Bergerden. Deze vraag kan echter niet los worden gezien van de bestaande en ontwikkeling zijnde bedrijventerreinen Pannenhuis II en Agropark in de gemeente Lingewaard. Het laatstgenoemde bedrijventerrein is uitdrukkelijk ook bedoeld als regionaal vestigingsplaats voor de agrobusiness (zie ook § 3.2.4). In de praktijk is echter wel degelijk sprake van concurrentie van andere bedrijventerreinen in de regio, onder andere van die in de omliggende gemeenten Arnhem, Duiven, Nijmegen, Overbetuwe en Zevenaar. Derhalve worden de vestigingsperspectieven in deze paragraaf in een breder perspectief geplaatst (figuur 3.28) en niet meer uitsluitend beperkt tot agrogerelateerde bedrijvigheid. Figuur 3.28
Overzichtskaart bedrijventerreinen in de stadsregio ArnhemNijmegen per 31 juli 2012 (uitgegeven kavels zijn rood gearceerd)
61 Bron: provincie Gelderland
Huidige voorraad bedrijventerreinen Volgens de IBIS-inventarisatie van bedrijventerrein in Gelderland was op 1 januari 2011 op bedrijventerrein Pannenhuis II nog 9,9 van de 11,1 hectare terstond beschikbaar voor uitgifte en op Agropark nog 10,5 van de 12,5 hectare. In totaal is in de gemeente Lingewaard dus nog ruim 20 hectare beschikbaar en dat tegen een prijs van 110-140 € per m2. Op 15 vergelijkbare bedrijventerreinen in de omliggende gemeenten is in totaal een voorraad van 115 hectare netto perceeloppervlakte terstond beschikbaar tegen een gemiddelde prijs van 140-165 € per m2. Bovendien komt daar de komende jaren nog eens bijna 140 hectare uit te geven percelen bij. In bijlage 6 zijn uitgebreide voorraadgegevens van concurrerende bedrijventerreinen in de stadsregio Arnhem-Nijmegen opgenomen.
Prognose uitbreidingsvraag bedrijventerreinen In 2006 is door het Bureau Economisch Onderzoek van de provincie Gelderland onderzoek gedaan naar de uitbreidingsvraag van bedrijventerreinen in Gelderland (Walsweer, 2006). Drijvende kracht achter deze vraag is de geschatte ontwikkeling van de werkgelegenheid in de afzonderlijke gemeenten binnen die provincie. Daarbij zijn vier scenario’s uitgewerkt op basis van toekomstbeelden van het Centraal Planbureau: In Global Economy (GE) wordt uitgegaan van een terugtredende overheid en meer privatisering. De uitbreiding van de EU verloopt succesvol en er ontstaat één Europese markt. Op mondiale schaal wordt handelsliberalisatie doorgevoerd hetgeen bevorderlijk is voor de economische groei en de werkgelegenheid. In Transatlantic Market (TM) richt de EU zich op de VS waardoor een zekere transAtlantische economische integratie tot stand komt. De economie wordt competitiever en flexibeler en gaat op de Amerikaanse lijken. Ook in dit scenario is de economische groei behoorlijk hoog. In Strong Europe (SE) verloopt de Europese integratie succesvol, zowel politiek als economisch. Het sterke Europa ontwikkelt zich tot één van de supermachten in de wereld. Sociale cohesie en spreiding van welvaart staan hoog in het vaandel. Kenmerkend voor dit scenario is het gematigde ontwikkelingspatroon. De uitkomsten neigen naar het gemiddelde van alle scenario’s. In Regional Communities (RC) zijn de Europese landen niet in staat om de welvaartsstaat te moderniseren en worden de problemen niet opgelost. Bovendien raakt de wereld gefragmenteerd in een aantal handelsblokken. Door dit alles komt de economische groei onder druk te staan. Het gevolg is dat de werkgelegenheid structureel daalt. In figuur 3.29 is de aldus berekende vraag naar uitbreiding van bedrijventerreinen volgens het Bureau Economisch Onderzoek in de periode 2005-2025 afgezet tegen de werkelijke uitgifte van bedrijventerreinen in de periode 2000-2011. 62
Figuur 3.29
Uitbreidingsvraag bedrijventerreinen in COROP-gebied ArnhemNijmegen in de periode 2000-2025
70.0 60.0
netto ha per jaar
50.0 40.0 30.0 20.0 10.0
-20.0
Werkelijke uitgifte
Global Competition (GC)
Strong Europe (SE)
Transatlantic Market (TM)
2025
2024
2023
2022
2021
2020
2019
2018
2017
2016
2015
2014
2013
2012
2011
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
-10.0
2000
0.0
Regional Communities (RC) Bron: provincie Gelderland
Figuur 3.29 laat zien dat de werkelijkheid min of meer verloopt volgens een tussenvorm van de scenario’s “Strong Europe” en “Regional Communities”. Op basis daarvan kan voor de periode 2012-2016 een uitbreidingsvraag worden berekend van 15 tot 60 hectare aan bedrijventerreinen in het COROP-gebied Arnhem-Nijmegen. Bij het gunstiger scenario “Transatlantic Market” zou deze vraag 105 hectare kunnen bedragen. Dat is altijd nog minder dan de eerder berekende, terstond beschikbare voorraad van 115 hectare aan bedrijventerreinen in Lingewaard en omliggende gemeenten in 2011! In de periode na 2016 neemt de jaarlijks uitbreidingsvraag naar verwachting verder af en zal rond 2020 zelfs negatief worden. Kortom: Gezien het verwachte overschot aan bedrijventerreinen in de stadsregio ArnhemNijmegen in de komende jaren, zal de projectlocatie Bergerden bij omzetting naar een bedrijventerrein voor agrogerelateerde èn andere bedrijvigheid hevige concurrentie ondervinden van reeds bestaande bedrijventerreinen in de regio. Een dergelijke omzetting biedt derhalve weinig perspectief, zeker ook gezien de huidige economische crisis en nog beschikbare ruimte op de bedrijventerreinen Pannenhuis II en Agropark in de gemeente 63 Lingewaard.
4 4.1
Conclusies en aanbevelingen Conclusies Op basis van het voorgaande hoofdstuk worden de volgende conclusies getrokken.
Areaal en aantal bedrijven met glastuinbouw 2001-2011 -
-
-
-
-
Het areaal tuinbouw onder glas in Lingewaard is vanaf 2001 stabiel gebleven met een kleine opleving tijdens de opstart van LOG Bergerden (2011: 147 ha); in het KAN-gebied (exclusief Lingewaard) is het areaal gehalveerd. Het areaal snijbloemen en pot/perkplanten onder glas is in Lingewaard met meer dan 30% respectievelijk circa 15% gedaald, terwijl het areaal glasgroenten met 50% is toegenomen. Het aantal glastuinbouwbedrijven neemt af door schaalvergroting en de daling is in alle regio’s en alle subsectoren ongeveer vergelijkbaar. Het areaal gespecialiseerde glastuinbouwbedrijven is in Lingewaard met 20% gedaald ten opzichte van 2001. In het Rivierengebied is daarentegen sprake van een groei. Met name het areaal gespecialiseerde glasgroente nam toe, behalve in het KAN-gebied. Het areaal (bebouwd en/of te bebouwen) cultuurgrond is in Lingewaard met circa 100 ha afgenomen in de periode 2001-2011. De gemiddelde leeftijd van de eerste ondernemer ligt in Lingewaard met een 0,5 jaar iets boven het landelijk gemiddelde. De gemiddelde leeftijd neemt in alle regio’s geleidelijk toe en is het hoogst in het KAN-gebied (bijna 53 jaar). Het aandeel persoonlijke ondernemingen met ondernemers jonger dan 50 jaar of ouder dan 50 jaar met bedrijfsopvolger is het laagst in Lingewaard (ofwel relatief meer rechtspersonen).
Toekomstperspectief glastuinbouw Nederland en Bergerden -
64
Belangrijke thema’s voor de toekomst zijn internationalisering, marktgericht produceren en verduurzaming. Kansen voor de Nederlandse glastuinbouw zijn er, maar moeten wel door het bedrijfsleven worden gegrepen. Verbetering van het organiserend vermogen van het tuinbouwbedrijfsleven met een boegbeeld en spreekbuis naar de overheid is hiervoor een belangrijke voorwaarde. Dit is deels al bereikt door middel van de netwerkorganisatie Greenport Holland bedrijfsleven met L. Hermans als voorzitter.
-
-
-
-
-
-
Glastuinbouw is onderdeel van de Topsector Tuinbouw & Uitgangsmateriaal en biedt via de strategische innovatiethema’s goede mogelijkheden voor stimulering van kennis en innovatieontwikkeling uit bedrijfsleven en overheidsmiddelen. De belangrijkste locatiefactoren zijn kavelvorm, (variatie in) kavelgrootte, instraling, logistieke ontsluiting, affiniteit van gemeente met glastuinbouw en beschikbaarheid van voldoende goed gietwater. De locaties in het westen van Nederland liggen wat dat betreft gunstiger dan overige glastuinbouwlocaties in Nederland Met het vertrek van veiling VON naar Ede (Plantion) is de logistieke ligging voor sierteeltbedrijven in het KAN-gebied enigszins verslechterd. Duurzaam produceren in Bergerden is goed mogelijk voor bedrijven die individueel of collectief in hun energie- of waterbehoefte willen voorzien, zoals aardwarmte, gietwaterplas en een bio-vergistingsinstallatie (in oprichting). De algemene economische en financiële crisis en de malaise in de glastuinbouw belemmeren veel bedrijven om te investeren in bedrijfsontwikkeling (uitbreiding en/of verdieping), voor zover dat überhaupt nog tot de mogelijkheden behoort. De ligging van productiegebieden ten opzichte van agrologistieke knooppunten is van essentieel belang met het oog op een snelle bundeling en levering van producten naar de afzetgebieden. In dat opzicht ligt Bergerden niet geheel optimaal, mede gezien het feit dat een multimodale knooppunt (weg, water en spoor) destijds niet haar beslag heeft gekregen in Valburg. Minimaal 90% van de ondernemers in het KAN-gebied heeft geen investeringsplannen op de korte termijn. Ook wil minimaal 80% van de ondernemers doorgaan op de huidige weg en heeft geen andere plannen voor de toekomst. De bereidheid om te investeren en van koers te veranderen is mede door de financiële situatie van de glastuinbouwbedrijven slechts in beperkte mate aanwezig (< 10%).
Raming ruimtebehoefte glastuinbouw Nederland en Bergerden -
-
Indien de trendmatige areaalontwikkeling van de glastuinbouw in de gemeente Lingewaard (inclusief Bergerden) de komende 5 jaren zou doorzetten, dan blijft het areaal stabiel. Landelijk is een lichte daling te verwachten tot iets boven het niveau van 10.000 hectare. Het KAN-gebied (exclusief Lingewaard) laat een daling zien, terwijl het Rivierengebied juist zou groeien. Gelet op de economische en financiële situatie in Nederland en Europa en de malaise in de glastuinbouwsector zelf, moet bovenstaand beeld in ongunstige zin worden bijgesteld. Ondernemers zijn weinig tot niet investeringsbereid, omdat ze eerst weer vlees op de botten willen hebben. 65
-
Het theoretische overschot van kavels op projectlocatie Bergerden komt uit op 102 ha bruto respectievelijk 87 ha netto. Daarbij is rekening gehouden met de nog uit te geven kavels, het opnieuw in aanbod brengen van kavels (verkoop) en de getoonde belangstelling voor kavels op de korte termijn. Op iets langere termijn is het theoretische overschot 95 ha bruto kavel ofwel 81 ha netto glas.
SWOT-analyse -
-
-
-
Sterke punten: een aangewezen projectlocatie voor de glastuinbouw met aanwezige duurzame energie- en watervoorziening; kavels van verschillende omvang beschikbaar en ligging dichtbij A15/A325 en in een historische glastuinbouwregio. Zwakke punten: relatief hoge grondprijs; geen echt cluster, waarbij agrologistiek knooppunt (veiling) is verplaatst naar Ede; minder gunstige klimaatcondities (licht, temperatuur); weinig tot geringe interesse vanuit nabij gelegen herstructureringsgebied HuissenAngeren en omliggende regio; energiecoöperatie van tuinders is na faillissement weer nieuw leven ingeblazen, maar collectiviteit is verminderd. Kansen: als projectlocatie biedt Bergerden goede mogelijkheden voor stimulering en kennis- en innovatieontwikkeling (Greenport Holland en Topsector T&U). Verplaatsingsregeling voor tuinders (subsidie) is tot en met 2015 verlengd. Vanaf 2018 aansluiting van A15 op A12 en daarmee een snellere afzet naar Duitsland en verder. Bedreigingen: financiële situatie van project Bergerden vormt een ‘baksteen’ voor de gemeenten Lingewaard en Nijmegen; groot aanbod van nog uit te geven en weer in de verkoop geplaatste kavels; overloop van tuinders vanuit nabijgelegen regio’s en overige glastuinbouwlocaties in Nederland is niet in grote getale te verwachten vanwege huidige financiële malaise in de glastuinbouw, bovendien is er een overschot aan zoeklocaties die vaak aan dezelfde tuinders trekken.
Perspectief op vestiging van overige agrogerelateerde bedrijven -
-
66
Bij het aantrekken van bedrijven uit de agrobusiness ondervinden de bedrijventerreinen Pannenhuis II en Agropark in de gemeente Lingewaard concurrentie van bedrijventerreinen in de omliggende gemeenten Arnhem, Duiven, Nijmegen, Overbetuwe en Zevenaar. In de gemeente Lingewaard was in 2011 nog 20 hectare direct beschikbaar voor uitgifte als bedrijventerrein en op vergelijkbare bedrijventerreinen in de omliggende gemeenten 115 hectare; daar komt de komende jaren nog eens 140 hectare aan uit te geven percelen bij.
-
-
De uitbreidingsvraag van bedrijventerreinen in de gehele stadsregio Arnhem-Nijmegen bedraagt in de periode 2012-2016 naar verwachting ongeveer 15 tot 60 hectare, en in een gunstiger scenario 105 hectare; in de periode na 2016 neemt de vraag verder af en wordt rond 2020 zelfs negatief. Omzetting van overtollige grond op projectlocatie Bergerden naar bedrijventerrein voor agrogerelateerde èn andere bedrijvigheid biedt derhalve weinig perspectief.
Slotconclusie De glastuinbouw zit net als vele andere economische sectoren in moeilijk vaarwater. De concurrentie neemt verder toe en zich onderscheiden van de concurrenten is geen sinecure. De kansen zijn er wel, maar die moeten dan wel worden gegrepen. Hoewel projectlocatie Bergerden begon als succesvolle glastuinbouwvestigingslocatie, staat de ontwikkeling nu op een laag pitje. Concurrentie vanuit andere projectlocaties in de omliggende regio’s/provincies maakt het werven van potentiële kopers niet eenvoudig. Daarbij is de investeringsbereidheid in Bergerden, in de herstructureringslocatie Huisen-Angeren en de omliggende regio de komende jaren niet groot, waardoor het vollopen van projectlocatie Bergerden een zeer moeilijke opgave wordt. Bergerden als overloopgebied van krimpende concentratiegebieden in het westen van Nederland (o.a. Westland en Aalsmeer e.o.) is niet reëel, omdat in het westen ook nieuwe projectlocaties worden ontwikkeld en tuinders zich eerder willen vestigen in de nabijheid van hun huidige werk en woonplaats. Kortom: Hoewel er beperkte belangstelling is voor vestiging in projectlocatie Bergerden op de korte termijn (7 ha perceel met realisatie <2 jaar), is er nog een theoretisch overschot van 102 ha aan kavels ofwel 87 ha netto glas. De verwachting is dat dit overschot waarschijnlijk niet binnen 5 jaar zal worden ingevuld door de vestiging van glastuinbouwbedrijven van buiten de gemeente Lingewaard. Omzetting van de overtollige grond naar bedrijventerrein voor agrogerelateerde èn andere bedrijvigheid biedt onder de huidige economische omstandigheden op korte termijn evenmin perspectief.
67
4.2
Aanbevelingen Aan de hand van de conclusies met betrekking tot de SWOT-analyse, de raming ruimtebehoefte glastuinbouw Nederland en Bergerden en de slotconclusie zijn de volgende aanbevelingen geformuleerd.
SWOT-analyse -
Sterke en zwakke punten:
Benut de reeds gevestigde ondernemers om de glastuinbouwlocatie Bergerden vanuit tuindersperspectief te promoten en beter op de kaart te zetten. Blijf realistisch en bagatelliseer de minpunten (zwakke punten) niet. Benadruk de belangrijkste locatiefactoren kavelvorm/grootte, ligging ten opzichte van agrologistieke knooppunten, affiniteit institutionele partijen (gemeente/waterschap/banken) met glastuinbouw en aanwezigheid van voldoende goed gietwater. Belicht de sociaal-culturele context van de regio. Houd rekening met de doelgroep die je wilt bereiken (doelgroep benadering). Ondersteun deze ambassadeurs met communicatiedeskundigen. Duurzaamheid (Planet en People) is voor tuinders geen bedrijfsdoel op zich, maar een middel om op kosten van milieubelastende en/of fossiele grondstoffen te besparen (energie & CO2 , water, gewasbeschermingsmiddelen en afvalstromen). Benadruk de mogelijkheden in Bergerden om de derde P (profit) te realiseren en dit parallel te laten lopen met de andere twee P’s. De klimatologische condities van Bergerden zijn een gegeven, maar toon aan hoe energie-innovatieve ondernemers in Bergerden daarmee omgaan of zijn omgegaan. De energie-producerende kas (Hydro Huisman) is daarvan een goed voorbeeld. Wees helder en transparant en communiceer dat collectieve voorzieningen weliswaar een stukje autonomie bij tuinders ‘weghalen’, maar ook voordelen bieden.
68
-
Kansen en bedreigingen:
Ondersteun en vergroot het organiserend en innoverend vermogen van lokale tuinders om gezamenlijk hun bedrijfsdoelen te realiseren en optimaal gebruik te maken van de stimuleringsinitiatieven en –middelen vanuit de ‘glastuinbouwpacten’. Inventariseer de koppelmogelijkheden van de subsidie uit de verplaatsingsregeling aan andere stimuleringsregelingen en –instrumenten (is stapelen mogelijk of wenselijk) om potentiële kopers te interesseren. Betrek daarin het lopende project ‘Duurzame modernisering teelareaal’ van EL&I en LTO, waarin gezocht wordt naar een instrumentarium om herstructurering in bestaande concentratiegebieden (w.o. Huissen-Angeren) en verplaatsing van bedrijven naar duurzame projectlocaties (w.o. Bergerden) te stimuleren. Kapitaliseer te vermijden (toekomstige) rentekosten van grond in handen van de gemeenten om potentiële kopers daarmee eerder over te halen tot grondverwerving. Biedt financiële constructies als erfpacht en financial lease om de verwerving van grond door belangstellende ondernemers te faciliteren. Benut de gevestigde ondernemers (of een deelsegment) om te participeren in een makelaars- en/of ontwikkelaarsfunctie van de projectlocatie (à la Agriport A7 en de locatie Nieuwland in Flevoland).
Raming ruimtebehoefte Bergerden
Inventariseer of de potentiële uitbreidingsruimte van glastuinbouwbedrijven binnen Bergerden ook daadwerkelijk aanwezig is of dat die ruimte mogelijk een andere (agrarische) bestemming heeft. In hoeverre is hierbij mogelijk sprake van een gedoogsituatie, die onomkeerbaar is. Dit verschaft inzicht in de omvang en mate waarmee de potentiële uitbreidingsruimte op termijn met glasopstanden kan/zal worden ingevuld. Identificeer en kwantificeer de meerwaarde van karakteristieke elementen van de projectlocatie Bergerden voor (doelgroepen van) potentieel geïnteresseerde tuinders t.o.v. andere projectlocaties Inventariseer of de getoonde belangstelling van de drie ondernemers voor grondverwerving in Bergerden ook redelijkerwijs kan of zal effectueren. Tuinders oriënteren zich bij hun grondverwerving op meerdere projectlocaties. Beschouw de glastuinbouwlocatie Bergerden in het bredere perspectief van de ruimtelijke ontwikkeling van de Nederlandse glastuinbouw. Een heroverweging van het ruimtelijk beleid ten aanzien van de glastuinbouw en een prioritering van toekomstige duurzame projectlocaties strekt tot aanbeveling. 69 Ontwikkel een sterk cluster van glastuinbouw èn agrogerelateerde bedrijvigheid. Inventariseer daartoe binnen de stadsregio Arnhem-Nijmegen of agrogerelateerde bedrijven mogelijk belangstelling hebben voor vestiging op bedrijventerrein Agropark en/of projectlocatie Bergerden en lever in voorkomende gevallen in overleg met de provincie maatwerk tegen een concurrerende prijs.
Literatuur en websites Literatuur Agro AdviesBuro, Energievisie Glastuinbouw Bergerden/Huissen–Angeren. Agro AdviesBuro, Naaldwijk, in opdracht van Provincie Gelderland & Gemeente Lingewaard, 2010 Alleblas, J.T.W., en M. Mulder, Kansen voor kassen; naar een economische hoofdstructuur Glastuinbouw. Landbouw-Economisch Instituut, Den Haag, 1997. Berkhout, P., et al., In perspectief; Over de toekomst van de Nederlandse agrosector . Rapport 2011-051, LEI Wageningen UR, Den Haag. 2011. Berkhout, P., en P. Roza (red.), Landbouw-Economisch Bericht 2012. Rapport2012-038, LEI Wageningen UR, Den Haag, 2012. Bont, C. de, et al., Actuele ontwikkelingen van resultaten en inkomens in de tuinbouw 2011. Rapport 2011-063, LEI Wageningen UR, Den Haag, 2011. Cotteleer, G., C. Gardebroek en J. Luijt, ‘Market Power in a GIS-based Hedonic Price Model of Local Farmland Markets.’ In: Land Economics 84 (2008) 4, pp. 573-592. Gemeente Lingewaard, Ontwerp Structuurvisie Gemeente Lingewaard 2012-2022. Greenport Arnhem-Nijmegen, Jaarverslag activiteiten 2011. Jukema, G. en M. Ruijs. Economische ontwikkeling en kracht tuinbouwclusters Betuwse Bloem. LEI-nota 11-006, LEI Wageningen UR, Den Haag, 2011. Nijkamp, P, et al., Vitaal tuinbouwcluster 2040; een toekomststrategie voor Greenport Holland. Rapport Adviesgroep ‘Tuinbouwcluster Greenport.NL’, 2010. Reijnders, C.E., M.N.A. Ruijs en E. Poot, Verkassende Westlanders: motieven en vestigingsfactoren van verplaatsende Westlandse telers. Rapport 7.05.07, LEI Wageningen UR, Den Haag, 2005. 70
Ruijs, M.N.A en A. van der Knijff, Uitbreiding glastuinbouw Bergerden noodzakelijk? Een kwantitatieve en kwalitatieve analyse. Rapport 225, Wetenschapswinkel Wageningen UR, Wageningen, 2006. Spies, E., Evaluatie herstructurering glastuinbouw Huissen-Angeren. Presentatie d.d. 15 mei 2012, gemeente Lingewaard. Walsweer, M., Gelderland in vier bedrijven; vier toekomstscenario’s over de uitbreidingsvraag naar bedrijventerreinen en kantoren. Bureau Economisch Onderzoek, Afdeling Economische Zaken, Provincie Gelderland, 2006.
Websites Betuwse Bloem:
http://www.greenportbetuwsebloem.nl/
CBS Statline:
http://statline.cbs.nl/statweb/
Gemeente Lingewaard:
http://www.lingewaard.nl/
Glastuinbouwproject Bergerden:
www.bergerden.nl
Greenport Arnhem-Nijmegen:
http://www.greenportarnhemnijmegen.nl/
IBIS Provincie Gelderland 2011:
www.gelderland.nl/bedrijventerreinen
LEI Bedrijven-Informatienet:
http://www.lei.wur.nl/NL/statistieken/Binternet/
71
Bijlage 1 Definities van enkele veelgebruikte begrippen op het gebied van ruimtelijke ordening in de glastuinbouw
72
Netto glas
De oppervlakte glas, die in gebruik is als teeltruimte, ketelruimte en dergelijke (ook wel ‘fysiek glas’ genoemd).
Bruto glas
De oppervlakte van de tuinbouwkavels.
Bruto/bruto glas
De oppervlakte van het gehele tuinbouwgebied in zijn omgeving, dus inclusief infrastructuur, landschappelijke inpassing, groenstroken, voorzieningen e.d. (omvang van het plangebied in streekplannen).
Gebundeld glas
Glasopstanden binnen de zogenaamde concentratiegebieden glastuinbouw (Greenports, LOG’s en provinciale projectlocaties glastuinbouw). In de kwantitatieve analyse is daarbij uitgegaan van de begrenzingen, zoals die door de provincies in hun plannen per 1-12005 zijn vastgesteld.
Niet-gebundeld glas
Alle gebieden buiten de hierboven genoemde als zodanig formeel door provincies begrensde gebieden onder ‘gebundeld glas’.
Verspreid glas
Glasopstallen buiten de al dan niet door provincies begrensde bundelingsgebieden.
Greenports
Nederlandse tuinbouwgebieden met daaraan verbonden clusters van primaire tuinbouw, kennisinstellingen, logistieke en dienstverlenende bedrijvigheid met een zeer sterke internationale concurrentiepositie. Voor de glastuinbouw betreft het drie gebieden: Zuid-Hollands glasdistrict (Westland-Oostland), Aalsmeer en omstreken, en Venlo.
LOG’s
De tien daartoe aangewezen Landbouw Ontwikkelingsgebieden voor de Glastuinbouw. Dit zijn momenteel Berlikum, Rundedal, Bergerden, NieuwLand, AgriportA7, PrimAviera, Zuidplaspolder, Terneuzen, Dinteloord en Californië/Siberië.
Provinciale projectlocaties glastuinbouw
Door de provincie aangewezen glastuinbouwlocaties, voor zover ze per 31-12-2004 in (ontwerp-)streekplannen zijn opgenomen, en niet behoren tot de LOG’s.
Gespecialiseerd glas
Glasopstanden op bedrijven waar het merendeel van het ondernemersinkomen wordt gerealiseerd binnen de glastuinbouw. In de systematiek die het CBS daarvoor hanteert zijn dit de glasgroentebedrijven (NEG-type 212) en de glasbloemenbedrijven (NEG-type 222).
Ondersteunend glas
Glasopstanden op bedrijven waar het merendeel van het ondernemersinkomen wordt gerealiseerd buiten de glastuinbouw. Dit zijn de overige bedrijfstypen volgens de CBS-systematiek, waar glasopstanden voorkomen.
Bronnen: - Nota Ruimte ‘Ruimte voor ontwikkeling’, ministerie VROM, 2006. - Ruimtelijk beleid glastuinbouw; Beleidsevaluatie van het ruimtelijk beleid glastuinbouw in de 10 LOG’s. Eindrapport. Henk van Kessel, Frank van Heest, Brendan McCarthy, Els Otterman, NovioConsult Van Spaendonck, Nijmegen, 31 mei 2005.
73
Bijlage 2 Areaal en aantal bedrijven met tuinbouw onder glas Tabel B2.1
Areaal tuinbouw onder glas gemeente Lingewaard 2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
Tuinbouw onder glas
156
154
152
153
149
166
179
166
158
147
147
Snijbloemen
68
68
68
64
58
60
69
57
59
33
39
Pot- en perkplanten
46
49
51
59
55
56
53
48
52
47
40
Glasgroente
32
28
26
23
24
41
45
50
42
40
48
Bron: CBS, bewerking LEI
Tabel B2.2
Areaal tuinbouw onder glas KAN-gebied (exc. Lingewaard) 2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
Tuinbouw onder glas
97
92
89
86
83
76
76
74
64
60
51
Snijbloemen
11
12
11
12
11
11
14
10
8
6
6
Pot- en perkplanten
51
41
45
45
40
37
33
38
34
30
23
Glasgroente
20
19
19
17
17
17
16
16
13
10
10
Bron: CBS, bewerking LEI
Tabel B2.3
Areaal tuinbouw onder glas Rivierengebied 2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
Tuinbouw onder glas
354
363
394
403
410
411
418
392
406
395
402
Snijbloemen
257
267
271
289
289
290
288
260
268
271
262
Pot- en perkplanten
18
19
23
28
27
31
33
33
36
27
27
Glasgroente
57
60
65
63
64
63
68
73
77
74
77
Bron: CBS, bewerking LEI
Tabel B2.4
Areaal tuinbouw onder glas Nederland 2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
Tuinbouw onder glas
10.525
10.539
10.540
10.487
10.540
10.381
10.374
10.166
10.324
10.308
10.249
Snijbloemen
3.816
3.768
3.680
3.575
3.430
3.263
3.181
2.974
2.873
2.598
2.580
Pot- en perkplanten
1.775
1.762
1.820
1.883
1.927
1.875
1.883
1.890
1.938
1.813
1.792
Glasgroente
4.271
4.287
4.320
4.359
4.445
4.548
4.571
4.647
4.826
4.986
4.989
Bron: CBS, bewerking LEI
75
Tabel B2.5
Aantal bedrijven met tuinbouw onder glas Lingewaard 2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
Tuinbouw onder glas
177
172
167
162
148
145
141
125
118
107
101
Snijbloemen
74
74
74
67
60
63
58
51
47
32
33
Pot- en perkplanten
61
59
65
63
59
58
50
43
47
39
33
Glasgroente
42
37
33
29
25
27
28
24
19
17
17
Bron: CBS, bewerking LEI
Tabel B2.6
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
207
201
182
168
162
147
136
126
110
98
88
Snijbloemen
29
32
23
25
21
18
23
18
17
12
8
Pot- en perkplanten
104
95
90
87
77
70
58
63
58
41
37
Glasgroente
49
43
44
39
39
37
30
27
24
22
22
Tuinbouw onder glas
Bron: CBS, bewerking LEI
76
Aantal bedrijven met tuinbouw onder glas KAN-gebied (exc. Lingewaard)
Tabel B2.7
Aantal bedrijven met tuinbouw onder glas Rivierengebied 2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
Tuinbouw onder glas
440
429
425
408
394
383
356
320
306
278
271
Snijbloemen
240
224
222
216
201
196
185
171
158
135
122
Pot- en perkplanten
50
50
58
61
56
58
54
47
43
32
32
Glasgroente
126
122
122
107
106
93
93
78
75
69
67
Bron: CBS, bewerking LEI
Tabel B2.8
Aantal bedrijven met tuinbouw onder glas Nederland 2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
Tuinbouw onder glas
10.335
9.853
9.447
8.981
8.592
8.016
7.396
6.779
6.234
5.782
5.462
Snijbloemen
4.018
3.805
3.697
3.498
3.241
3.023
2.759
2.577
2.271
1.805
1.709
Pot- en perkplanten
2.131
2.000
1.960
1.920
1.842
1.702
1.563
1.473
1.386
1.213
1.093
Glasgroente
3.169
2.996
2.820
2.647
2.542
2.400
2.209
2.020
1.872
1.766
1.694
Bron: CBS, bewerking LEI
77
Bijlage 3 Areaal en aantal gespecialiseerde glastuinbouwbedrijven
Tabel B3.1
Areaal gespecialiseerde glastuinbouwbedrijven naar type Lingewaard 2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
Totaal van de drie typen
140
137
138
142
135
148
161
151
148
115
123
Snijbloemenbedrijven
64
63
64
63
58
55
67
55
56
29
35
Pot- en perkplantenbedrijven
46
48
50
57
54
53
50
47
52
47
40
Glasgroentebedrijven
30
25
24
22
23
40
44
49
41
39
48
Bron: CBS, bewerking LEI
Tabel B3.2
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
Totaal van de drie typen
74
65
67
70
64
58
60
60
53
43
38
Snijbloemenbedrijven
9
10
9
11
11
10
13
9
7
5
5
Pot- en perkplantenbedrijven
49
39
43
44
39
35
33
38
34
29
23
Glasgroentebedrijven
15
16
15
15
14
13
14
13
13
10
9
Bron: CBS, bewerking LEI
78
Areaal gespecialiseerde glastuinbouwbedrijven naar type KAN-gebied (excl. Lingewaard)
Tabel B3.3
Areaal gespecialiseerde glastuinbouwbedrijven naar type Rivieren-gebied 2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
Totaal van de drie typen
309
325
341
365
365
363
368
350
366
360
355
Snijbloemenbedrijven
244
258
263
283
284
282
283
255
263
267
258
Pot- en perkplantenbedrijven
17
17
23
27
24
27
30
28
32
26
26
Glasgroentebedrijven
48
50
55
55
57
55
55
67
71
68
71
Bron: CBS, bewerking LEI
Tabel B3.4
Areaal gespecialiseerde glastuinbouwbedrijven naar type Nederland 2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
Totaal van de drie typen
8.922
8.902
8.869
8.912
8.846
8.735
8.685
8.617
8.682
8.559
8.527
Snijbloemenbedrijven
3.432
3.393
3.317
3.225
3.064
2.927
2.855
2.665
2.553
2.333
2.346
Pot- en perkplantenbedrijven
1.688
1.667
1.741
1.801
1.844
1.796
1.805
1.821
1.865
1.779
1.750
Glasgroentebedrijven
3.802
3.842
3.811
3.886
3.938
4.012
4.025
4.131
4.264
4.447
4.431
Bron: CBS, bewerking LEI
79
Tabel B3.5
Aantal gespecialiseerde glastuinbouwbedrijven naar type Lingewaard 2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
Totaal van de drie typen
149
141
142
138
124
122
114
105
102
81
72
Snijbloemenbedrijven
60
61
62
61
54
53
51
45
41
28
27
Pot- en perkplantenbedrijven
56
54
54
53
48
46
40
38
44
38
30
Glasgroentebedrijven
33
26
26
24
22
23
23
22
17
15
15
Bron: CBS, bewerking LEI
Tabel B3.6
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
Totaal van de drie typen
129
120
119
117
104
92
89
86
78
58
52
Snijbloemenbedrijven
14
15
14
16
15
13
17
13
10
5
5
Pot- en perkplantenbedrijven
89
77
78
74
64
58
50
53
50
35
30
Glasgroentebedrijven
26
28
27
27
25
21
22
20
18
18
17
Bron: CBS, bewerking LEI
80
Aantal gespecialiseerde glastuinbouwbedrijven naar type KAN-gebied (excl. Lingewaard)
Tabel B3.7
Aantal gespecialiseerde glastuinbouwbedrijven naar type Rivierengebied 2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
Totaal van de drie typen
129
120
119
117
104
92
89
86
78
58
52
Snijbloemenbedrijven
14
15
14
16
15
13
17
13
10
5
5
Pot- en perkplantenbedrijven
89
77
78
74
64
58
50
53
50
35
30
Glasgroentebedrijven
26
28
27
27
25
21
22
20
18
18
17
Bron: CBS, bewerking LEI
Tabel B3.8
Aantal gespecialiseerde glastuinbouwbedrijven naar type Nederland 2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
Totaal van de drie typen
7.303
6.992
6.675
6.311
5.638
5.292
4.857
4.522
4.154
3.751
3.544
Snijbloemenbedrijven
3.390
3.270
3.130
2.930
2.430
2.280
2.100
1.920
1.730
1.500
1.450
Pot- en perkplantenbedrijven
1.599
1.513
1.512
1.471
1.405
1.313
1.208
1.184
1.121
994
889
Glasgroentebedrijven
2.314
2.209
2.033
1.910
1.803
1.699
1.549
1.418
1.303
1.257
1.205
Bron: CBS, bewerking LEI
81
Bijlage 4 Areaal cultuurgrond in gemeente Lingewaard
Tabel B4.1 Cultuurgrond
Areaal cultuurgrond Lingewaard 2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007*
2008
2009
2010
2011
280
258
259
251
210
222
220
201
194
178
173
* Cultuurgrond is vanaf 2007 een berekening: bedrijfsoppervlakte - oppervlakte andere gronden Bron: CBS, bewerking LEI
82
Bijlage 5 Grondprijzen van glastuinbouwkavels in Nederland (€/m2) Prijzen voor bouwrijpe kavels, exclusief collectieve voorzieningen.
Aalsmeer Limburg Drenthe Flevoland Friesland Gelderland Groningen Grootslag Made Noord-Brabant Noord-Holland Overijssel Utrecht Wieringermeer Zeeland Zuid-Holland Zuid-Holland Oostland Zuid-Holland Westland Zuid-Hollandse eilanden
2006 22 15 6 6 6 15 6 15 25 17 15 9 15 15 11 25 45 55 35
2007 22 15 6 6 6 15 6 15 25 17 15 9 15 15 11 25 45 55 35
< 60 meter 2008 2009 16 14 10 5 5 4 5 4 5 4 10 5 5 4 5 4 23 16 16 5 5 4 5 4 10 5 5 4 8 4 22 17 42 32 52 38 30 22
2010 12 5 4 4 4 5 4 4 15 5 4 4 5 4 4 14 28 34 18
2011 11 5 4 4 4 5 4 4 10 5 4 4 5 4 4 11 24 30 14
2006 35 16 7 10 6 16 6 20 28 20 16 10 18 18 12 30 60 70 40
2007 35 16 7 10 6 16 6 20 28 20 16 10 18 18 12 30 60 70 40
60 - 120 meter 2008 2009 28 22 14 12 5 4 7 6 5 4 13 8 5 4 17 8 28 23 19 14 12 6 8 5 14 12 15 8 13 10 26 20 58 43 68 53 38 30
2010 19 12 4 5 4 7 4 8 23 13 6 5 10 8 10 16 37 43 25
2011 16 10 4 5 4 7 4 6 20 9 5 5 9 6 8 13 31 38 21
2006 40 20 9 12 7 20 7 23 40 25 18 12 27 24 18 45 75 90 55
2007 40 20 9 12 7 20 7 23 40 25 18 12 27 24 18 45 75 90 55
120 - 160 meter 2008 2009 33 26 30 22 8 5 10 8 6 5 18 12 6 5 20 16 40 32 24 19 16 11 10 6 25 19 22 18 19 16 40 29 73 56 87 64 52 41
83
2010 23 21 4 7 4 11 4 14 28 16 10 5 17 17 16 23 49 57 36
2011 21 18 4 6 4 10 4 12 24 13 8 5 14 14 13 19 43 51 29
2006 45 22 10 12 8 23 8 27 45 30 20 12 30 28 22 50 85 95 65
2007 45 22 10 12 8 23 8 27 45 30 20 12 30 28 22 50 85 95 65
> 160 meter 2008 2009 43 35 33 28 10 6 12 10 8 5 23 15 8 5 26 21 47 37 29 23 20 14 12 7 32 23 30 25 24 21 47 33 85 64 96 74 63 49
2010 33 26 5 9 5 14 5 20 32 22 13 6 20 25 20 27 58 67 43
2011 30 25 5 7 4 13 4 18 28 18 10 6 18 23 15 24 54 63 36
Bijlage 6 Voorraadgegevens bedrijventerreinen in de regio Arnhem-Nijmegen per 1-1-2011 gemeente
plan
type terrein
netto uitgegeven
Arnhem Arnhem Arnhem Duiven Duiven Nijmegen Nijmegen Zevenaar Zevenaar Zevenaar Lingewaard Lingewaard Overbetuwe Overbetuwe Overbetuwe Overbetuwe Overbetuwe
Koningspleij Noord IJsseloord II Westervoortsedijk Graafstaete De Nieuweling Winkelsteeg Bijsterhuizen (incl Wijchen) De Koppeling 7Poort Technopark Mercurion Pannenhuis 2 Agropark 2e fase Poort van Midden-Gelderland Zuid Aamse Poort Aamse Plas fase 1 Merm Park15
Gemengde terreinen Hoogwaardige bedrijvenparken Gemengde terreinen Gemengde terreinen Gemengde terreinen Gemengde terreinen Gemengde terreinen Gemengde terreinen Gemengde terreinen Hoogwaardige bedrijvenparken Gemengde terreinen Agribusinesscomplex Gemengde terreinen Gemengde terreinen Gemengde terreinen Gemengde terreinen Hoogwaardige bedrijvenparken
23.1 33.0 66.4 12.4 4.5 97.5 157.2 5.2 60.5 9.9 11.1 12.5 25.1 3.0 3.0 11.3 85.0
Bron: IBIS-Provincie Gelderland 2011
84
0.0 17.8 58.3 8.3 0.7 91.5 125.5 2.1 5.6 8.7 1.2 2.0 16.2 0.0 0.0 8.6 0.0
terstond niet terstond uitgeefbaar uitgeefbaar 0.0 15.2 4.1 4.1 3.8 6.0 31.7 3.1 34.7 1.2 9.9 10.5 9.0 0.0 0.0 2.7 0.0
23.1 0.0 4.0 0.0 0.0 0.0 0.0 0.0 20.2 0.0 0.0 0.0 0.0 3.0 3.0 0.0 85.0
verkoopprijzen min max ----170 159 129 175 145 120 125 95 108 113 140 ----150 ---
----250 170 129 175 190 130 187 95 141 133 155 ----150 ---
Glastuinbouwgebied Bergerden
Dia 1
Informatiebijeenkomst raadsleden Lent,12 maart 2013 m.m.v. Dagelijks Bestuur & Projectdirectie Projectbureau Bergerden W. Theijse P. Smeets L. Koridon
Programma informatiebijeenkomst • • • • • •
19.00 uur 19.15 uur 19.30 uur 19.45 uur 20.00 uur 20.15 uur
• 21.00 uur
Dia 3
Welkom & promotiefilm Glastuinbouwproject Bergerden, W. Theijse Metropolitane landbouw, P. Smeets Toekomstperspecfief, L. Koridon Pauze Gelegenheid tot vragen stellen terugkoppeling door Bestuur Einde informatiebijeenkomst gelegenheid tot napraten
Glastuinbouwgebied Bergerden • Het ontstaan • De organisatie • Het plan • De cijfers • De huidige situatie
Dia 4
Ontstaan van het glastuinbouwgebied • Waalsprong als regionale opgave is aanleiding (begin jaren negentig) • Vervangende glastuinbouw locatie voor ‘Lents glas’ (Vinex-overeenkomst) • Overleg tussen overheden en tuinbouwbedrijfsleven • Doorpakken op de ontwikkeling in 1997 • oprichten samenwerkingsverband Bergerden • Huissen, Bemmel, STOL én Nijmegen • partijen brengen grond in • inrichten projectorganisatie Dia 5
Projectorganisatie Bergerden Samenwerkingsverband Bergerden
Gem-N OLB
STOL
Gem-L Projectdirectie
B&W
DB
secretaris
secretaris
PB ..
FZ
RB RO
Vanaf 2010 bemenst door Gem-L
Dia 6
Aansturing en verantwoording via OLB (AB-DB-PB)
STOL
Het plan • Stevige ambitie (de drie E’s / duurzaamheid) • Vertaling toekomstgericht plan • Duurzame voorziening voor o.a. energie en water • Innovaties middels hechte samenwerking • Unieke concepten • Erkenning: Stidug-subsidie • Gefaseerde ontwikkeling (en ombestemmingsoptie) Dia 7
026-3260164
Dia 8
Het gebied
De cijfers (1) • Bruto plangebied:
342 ha
• Netto uitgeefbaar:
216 ha
• Uitgeefbaar verworven / onder controle:
172 ha
• Eventueel nog te verwerven (uitgeefbaar)
44 ha
• Totaal uitgegeven
97 ha 83 ha fase 1 & 14 ha fase 2
• Gesloten exploitatieovereenkomsten: • Klaar om uit te geven: Dia 9
19 ha 56 ha
De cijfers (2)
Dia 10
• Gerealiseerd uitgifte tempo • 2003 • 2004 • 2005 • 2006 • 2007 • 2008 • 2009 • 2010 en 2011
17 ha. 37 ha. 29 ha. 0 ha. 6 ha. 4 ha. 4 ha. 0 ha.
• Resultaat grondexploitatie • Boekwaarde
€ 1,4 miljoen negatief € 28 miljoen
De cijfers (3) • Totaal aantal tuindersbedrijven anno 2013: 14 • tuinders aan de rand van Bergerden: 2 • Huidige tuinders op Bergerden: • evenwichtige mix van groenten- en potplantentelers • mix van tuinders uit de regio en buiten de regio • tuinders uit Waalsprong gebied: 5 • nieuwvestiging tuinders dmv verplaatsingsubsidie: 0 • bestaand bedrijf gekocht mbv verplaatsingssubsidie: 3
Dia 11
Huidige situatie (1) Grondverkoop stagneert sinds 2006; oorzaken: • Toestroom regioneel uitgekochte tuinders beperkt • Ongunstige ontwikkeling energieprijzen • Ontwikkelingen achterhalen concept Energie Combinatie Bergerden, leidt mede tot faillissement • Onverwacht concurrentie vanuit Zuid-Holland Vanaf 2008 • start crisis, ook in de glastuinbouw (afzet) • aanscherpen financieringsvoorwaarden door banken • concurrentie van zeer goede 2e hands bedrijven
Dia 12
Huidige situatie (2) Acties voor verbetering verkoop resultaten • Herinrichten projectbureau: medewerker verkoop • Focus op tuinders uit • Het Westen • De eigen regio (verplaatsingsregeling) • Inschakelen ambassadeurs (tuinders) • Diverse verkoop en marketing acties • Beurs • Excursies voor potentiële kopers (+echtgenotes) • Promotiefilm • Inschakelen makelaar
Dia 13
Huidige situatie (3)
Recente ontwikkelingen • Geen goedgekeurde jaarrekening en begroting 2011 en 2012 • Analyse marktsituatie door het LEI • Onderzoek naar ombestemming • Werkatelier over toekomst o.l.v. WUR
Dia 14
Metropolitane landbouw
Peter Smeets Wageningen UR Co-designer agroparken en metropolitan foodclusters
Dia 15
Uitkomsten Werkatelier getoetst in de markt • • • • • • • •
Dia 16
Glastuinbouw Dierhouderij: kippen en varkens Paddestoelen of productie ander voedsel Zuivelfabriek Energie: zon, wind, aardwarmte, restwarmte Uitvaartcentrum/crematorium Tijdelijke bestemmingen Anders …
Reactie (1) • Glastuinbouw heeft last van economisch tij, segmenten doen het redelijk goed • Financiering lastig • Energie last en kans • Investeringsbereidheid bij dierhouderij • Schaalvergroting is de trend, koerswijziging beleid nodig • Energie: zon en aardwarmte geen perspectief • Wind alleen kleinschalig interessant, als extra functie • Biomassa is lastig
Dia 17
Reactie (2) • Restwarmte: aanbieders en bedrijven in gesprek • Weinig tijdelijke functies met opbrengstpotentie voor grex • Zuivelfabrieken incidenteel, forse hindercirkel, vaak heel hoog bedrijfsgebouw • Imago + wat zijn unieke bestaande en nieuwe verkoopargumenten? • Geen zekerheden of absoluutheden in deze markt; wel trends en daarop aanhaken
Dia 18
Pauze en reflectie • 20.00 – 20.15 uur • 20.15 – 21.00 uur • 21.00 uur
Dia 19
Pauze Reflectie Afronding en gelegenheid tot napraten
Perspectief voor agrocluster in Bergerden Peter Smeets 12 maart 2013 Bezoek onze website op www.metropolitanfoodclusters.wur.nl
[email protected]
De wereld verstedelijkt tot 75% (2025) van alle mensen leeft in steden 50 Stichting Onderzoek Wereldvoedselvoorziening van de Vrije Universiteit (2007)
Bevolkingsdichtheid Inw./km2
•
Metropolen zijn de knopen van de 21e eeuwse netwerksamenleving
•
Het onderscheid tussen stad en land en verdwijnt in metropolen
25 50 100 500 2500
•
Verstedelijking leidt tot braindrain in platteland
•
Stedelijke bevolking wil gevarieerd eten met veel eiwit
5000
Growth urban (red) and rural (green) population
Population (bln)
5
9 8 7 6 5 4 3 2 1 1950 Time
1975
2000
2025
Stedelijke mensen hebben meer koopkracht Daardoor verandert het consumptiepatroon
Diet/Functional/ Organic Foods
N. America, Japan, W. Europe, Australia
Convenience Foods
Increasing consumption of processed food.
Increasing consumer discern towards safe, healthy and quality food
Transparency in food chain “from farm gate to food plate”
Eastern Europe
Snacks/Prepared Meals Dairy, Meat, Fish, Fresh Fruit Juices, Beverages
Carbohydrate Staples
India, China, SE Asia Latin America
Africa (SubSahara)
Surviving
Mass Market
Convenience Food Service Snacking
Quality Hygiene
High Technology
Consumenten eisen duurzame ontwikkeling, maar dit betekent overal iets anders
Van ‘licence to produce’ naar ‘licence to deliver’ gebaseerd op criteria duurzame ontwikkeling
Retail dwingt de keten tot kwaliteit
In Noordwest Europa ethische discussies over:
● ● ● ● ●
Dierenwelzijn Locale productie Biologisch GMO Gezinsbedrijven
Specifieke producten
ETHIEK KETEN KWALITEIT
VOEDSEL KWALITEIT
Alle producten VOEDSEL VEILIGHEID VOEDSEL BESCHIKBAARHEID Government, laws, choice of suppliers
Landbouw is veel meer dan voedsel: Van fuel naar food naar fashion naar pharma
Energy and building ● Fuel ● Fibers
Food ● ● ● ●
Fodder Food Crops Vegetables Fruits
Fashion ● Flowers ● Flavours ● Flagrances
Pharmaceuticals ● Functional Foods ● Pharmaceuticals
World spending on luxury goods in 2005: $165 bln
Which is a 100-fold increase between 1977 and 2005
Ons platteland is opgepimpt De OESO hanteert
wereldwijd als definitie voor ruraal: minder dan 150 inwoners per km2 Dan zijn alleen de blauwe gebieden platteland.
LNV hanteert 1000 inwoners per km2
Deltametropool in Noordwest Europa 35 mln inwoners tussen Lille, Amsterdam en Keulen
Hoofdstad van Europa
Metropolitane
Landbouw, de beste landbouw van de wereld.
Metropolitane Landbouw
Is vraaggedreven en komt tegemoet aan uiteenlopende voedselbehoeften, gebaseerd op toenemende koopkracht, waarin kwaliteit steeds belangrijker wordt.
Is een netwerk van industriële agroproducenten en -verwerkers, afvalverwerkers, energieproducenten en watermanagers en maakt optimaal gebruik van de logistieke en kennisstromen in de metropool.
Levert een significante bijdrage aan duurzame ontwikkeling van de metropool.
Agrofood realiseert 29 mld Euro aan toegevoegde waarde toe en omvat 10% van werkgelegenheid
Nederland in de (agro) wereld
Agrofood is 10% van BNP, 10% van werkgelegenheid Wereldwijd misschien wel de beste
● 2e naar exportwaarde – agrarisch (VS1e, Fr3e) ● 1e Groente export ● 5e Fruitexport ● 3e Vlees (VS1e, Brasil2e) ● 1e Sierteelt 7 keer meer dan 2e Colombia ● 4e (20%) binnen EU in Zuivelexport. EU produceert een kwart van de wereldproductie
Nederland loopt wereldwijd ver vooruit op het vlak van arbeid, milieu, dierenwelzijn en beheersing veterinaire risico’s
In de komende jaren is het perspectief voor tuinbouw, eiwit productie en farma wereldwijd enorm. Nederland loopt voorop met hoogwaardige producten, als innovator en met kennis
Het gaat om veel meer dan de primaire productie Daarachter werkt het regionale innovatiecluster Andere klanten
MKB metaalnijverheid Verwerkers, logistiek, handel
Software developers
primaire producenten
Advanced Producer Services Regionale en lokale overheid
Financiële dienstverlening
Andere klanten
Andere klanten
Marketing en communicatie
Andere klanten
MFC Sleutelinnovatie 1: Verbetering resource Use Efficiency Resource use efficiency in agroproductie neemt toe met het niveau van integratie: zowel het aantal factoren onder controle als de mate waarin..
Clustering resulteert in transport reductie Verwerking van rest- en bijproducten reduceert kosten en produceert energie Reductie van emissies Efficient gebruik van water en grondstoffen Verbetering van dierencomfort Verbetering van arbeidsomstandigheden
Voorbeeld verbetering Resource Use Efficiency: productiviteit per m2 en per l. water bij tomaten
MFC sleutel innovatie 2: Agrologistiek
• • •
Verse producten naar verre markten brengen is sleutel technologie in mondiaal netwerk Short sea shipping met reefer containers versterkt rol zeetransport als belangrijke duurzame transport modaliteit. Groei bevolking in Azië en Afrika dwingt tot vergaande mondiale arbeidsdeling
Example of the growing wedge in emerging economies China’s agricultural growth lags behind on economic growth The Growing Wedge (forecast)
Population density
Growth (2005 = 100)
1000
800
Year
600
Economic growth
400 Growth Agicultural Productivity
200
Suitability for agricultural production
0 1
6
11
16
21
26
Year (2005 = 1)
Jump in agricultural productivity is necessary to meet growing demand of middle class. Still there will be growing import of agricultural products
Suitability for agricultural production 0 – 10 10 – 20 20 – 30 Total area suitable for agricultural production: 11%
MFC sleutelinnovatie 3: Verticale integratie in ketens
Retail
Retail
Trade & Logistics
Handel & Logistiek
Processing Slaughtering
Secondaire Verwerking
Concentrates Production
Corn and Soy Production
Raw Materials
Raw
Primare Productie
Materials
Primaire Verwerking
Broilers
Breeding Egg Production Mother Animals Genetics 16 of 20
MFC sleutelinnovatie 4: Horizontale integratie Dairy Chain
Retail
Retail Trade & Logistics Greenhouses
Pork Chain
Secondary Processing Primary Processing Primary Production Raw Materials
Digestation
Secondary Processing Primary Processing
Trade & Logistics
Secondary Processing
Secondary Processing
Primary Processing
Primary Processing
Primary Production
Primary Production
Raw Materials
Raw Materials
Technologies for horizontal integration:
Thermophyllic co-digestation at 55°C, very efficient.
● Processing 120.000 ton
organic waste/yr, producing 4.5 MW power.
● Co-digester is core of
industrial ecology in agropark
Microalgae refineries
● Grown on waste water ● Production of many interesting products
●
Proteins for food/feed
●
Oils for biodiesel
●
Omega 3 fatty acids
Essentie van agroparken
Ruimtelijke clustering van verschillende ketens
Combinatie van agroproductie en verwerking met non-agro functies als energie, water en afval
Schaalvergroting maakt inzet van industriële technologie mogelijk
Toepassing van industriële ecologie: het management van rest- en bijproducten staat centraal.
Reductie van transport
Reductie van veterinaire risico’s
Essentie: clustering schept voorwaarden voor duurzame ontwikkeling van landbouw
Glastuinbouw gaat voor: A7 Agriport (Californië, Siberië, Dinteloord, Agropark Bergerden, Westland, Oostland)
•
•
•
•
Begon als logistieke knoop voor 40.000 ha vollegrondsgroenten. Centre for growing vegetables, agribusiness industry and logistics, 30 minutes from Amsterdam Primary production: – Large scale glasshouses : 1.000 ha – Field crops : 40.000 ha Vegetables industry, logistics and services – Business park: 70 ha To be added – closed fish production and processing – ICT‐server centre 20
Agriport A7 augustus 2008
Kassen met WKK
2013: ICTServer Centre
Opslag en Logistiek
21
Agropark met industrie, primaire productie en water- en afvalmanagement: Biopark Terneuzen CO2
Greenhouses
Power
Proces & wastewater
Heros wastewater cleaning
CO2
BiomassaUnie Proces & wastewater
Nedalco bioethanol
Biomass waste
heat
200 ha
Substrate
Yara fertiliser production
co-digester
Agropark onderdeel van zeehaven
In operation
Focus on duurzame productie van voedsel en bio-energie
Roosendaal Energy Biodiesel
Biopark Terneuzen (juni 2010) 60 ha Glastuinbouw in productie
Biodiesel Fabriek
Co-vergister in aanbouw
Symbiose & Samenwerking
24 12 maart 2013
25 12 maart 2013
Stand van zaken ontwikkeling
Regel 1 ● Niveau 2
Regel 2 ● Niveau 2 ● Niveau 2 ● Niveau 3 ● Niveau 3
Regel 3 Regel 4
Nieuw Gemengd Bedrijf in Grubbenvorst
Industriële ecologie binnen Nieuw Gemengd Bedrijf en met naburige champignon- en tuinbouwproductie import of basic fodder
Import of co-products
feedproduction
Livestock farming urine fraction
livestock
slaughterhouse
animal by-products
solid manure
(co-)fermentation
thicken
meat vegetables
vegetablesgrowing
leaves loss
electricity biogas CO2
digestate
CO2
drying Co-digestion plant
heat
composting
gas-engine heat
compost
nitrogen concentrate for agriculture
fertilizers
electricity
heat
mushroom growing mushrooms
heat
Voorbeeld verticale integratie in Nieuw Gemengd Bedrijf: Geïntegreerde slachtkuiken keten: Retail Processing manure
Short chain
Slaughtering CO2 Broilers
broiler production
Energy Breeding Feed
Integratie reduceert transport and veterinaire risico’s
Egg production Mother animals
Betere vlees kwaliteit door stress reductie
Reductie medicijnen door betere hygiene, luchtkwaliteit en door uitbroeden in de stal
Genetics
Grote schaal maakt inzet milieutechnologie mogelijk: mestverwerking en sterke reductie van geur en ammoniak emissie,
29 of 20
Overview integrated pork production •
85.000 pigs and 5000 sows in 4 fully separated units
•
Slaughterhouse for 200 slaughterings per hour
•
Total area 17 ha
•
Manure processing in co-digester producing biogas and power
2 store stables with greenhouse or algae production on rooftop Visitor centre Sick animal stables Fodder production
•
CO2 and heat used in greenhouse and algae production
Co-digester and Power production
•
Odour, ammonia and fine dust emission strongly reduced
Offices Slaughterhouse
Innovative technologies: Integrated pork chain Retail Processing Slaughtering manure
Short
Pig fattening CO2
chain pork production
Breeding Energy Sow production Feed
Integration reduces transport and veterinary risks
Better meat quality because of stress reduction
Reduction of contamination and prevention of loss of taste
Added value stays within primary production
Large scale and industrial mode of production enables radical environmental technology: ●
Smell reduction
Grandparent animals Genetics
Schema doorkijkje in de varkensstallen. 1. Daglicht toetreding 2. Plantengroei voor aankleding stal en gezonde lucht + zuiveren lucht en CO2 opname 3. Wroetzone op balkon op band met houtsnippers en verwerkte droge mest 4. Warmte wisselaar oogst warmte van varkens en koelt de glasruimte. Hier kan CO2 afgetapt worden voor algenbuizen of baden 5. Algenteelteelt in buizen onder glas op dak, optimaal voor de benutting van het zonlicht en de warmte uit de stal 6. Wroetzone en sociaal contact voorzien van houtsnippers, die via band worden afgevoerd 7. Lange en 8 korte mestband voor opvang faeces en urine scheiding 9. Doorgang voor ontruiming hokken 10. Schuurpaal met houten profielen. 11. Rode zone is voor het mesten en drinken 12. Groene zone is eetgebied. Faeces en urine worden opgevangen onder roosters 13. Gele middengebied is de ligzone voorzien van een zaagselband
14. Urine opvang goot naar centrale buis 15. Loopgebied voor onderhoud en controle 16. Drinkkraan met waterlip
Total investments in the Netherlands (mln €) Building and inventory
56
Land
21
Livestock limitation tax
10
Living animals
10
Co digestor and power production
25
Total investment
123
Integrated design needed of org-soft -hardware: What you can hold
Hardware
What you can organise
Orgware
What you feel & think
Software
Contextual relationships
Implementation & operation
Knowledge management
Infrastructures
Acquisition of entrepreneurs
Team development
Demonstration facilities
Business planning
Management of emotions
Trade facilities
Investments in infrastructure
Communication
Production facilities Processing facilities Industrial Ecology facilities Energy management Landscape and nature Recreation and leisure Routing
Consortium building Stakeholder Marketing network
Quality management (ISO)
External relations
HRM
Development policy
Education/Capacity building
Procedures and protocols
Events
Licences and permits Park /Risk management
Transdisciplinairy co design KENGI- partners and process management Politicians go for power Government Government
Entrepreneurs go for profit Entrepreneurs Entrepreneurs
Transition management facilitates transfers between the currencies and builds trust
Knowledge Knowledge institutions institutions
Knowledge workers go for peer reviewed publications
NGO’s/CSO’s NGO’s
NGO’s go for influence 35
Collegevoorstel
Openbaar
Onderwerp
Vragen raadsfracties De Nijmeegse Fractie en D66 inzake GR Bergerden
Openbare 18 december 2007 Programma / besluitenlijst Programmanummer Grondbeleid / 1032 Collegevergadering no 47
BW-nummer
Portefeuillehouder
H. Kunst
Aanwezig: Samenvatting Directie/afdeling, ambtenaar, telefoonnr. Th. deeind Graaf Voorzitter Naar aanleiding van de brief van december 2012 van ons college OB20, Erik Top, 2950 H. vansituatie Hooft van sr., de L. GR Scholten, H. Kunst, Wethouders aan de raad met betrekkingP.totDepla, de financiële P. Lucassen, J. van op derdeMeer Bergerden meer specifiek het preventief toezicht GR Bergerden Datum ambtelijk voorstel 22 januari 2013 Gemeentesecretaris van Gedeputeerde Staten,P. zijnEringa door de fracties van De Nijmeegse Fractie en D66 vragen gesteld aan ons college aangaande de gang van Registratienummer A. Kuil Communicatie 13.0001117 zaken rond de GR Bergerden. M. Sofovic Verslag
Aldus vastgesteld in de vergadering van:
Ter besluitvorming door het college
Paraaf
De brief aan de fractie van D66 en De Nijmeegse Fractie vast te stellen.
akkoord
Datum
FA20 H. Danner
De voorzitter,
De secretaris, Leidinggevende E.T.W.M. Top, OB20
Programmamanager M. van Lente
Programmadirecteur P. Steijn
Alleen ter besluitvorming door het College Besluit B&W d.d. 29 januari 2013 Conform advies
Aanhouden Anders, nl.
nummer: 3.13
Paraaf
Datum
akkoord
1 Bestuursagenda
Gemeentesecretaris
Portefeuillehouder
Collegevoorstel.docx
Ontwikkelingsbedrijf Grondzaken
Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen
Openbare besluitenlijst 18 december 2007 Collegevergadering no De 47 Nijmeegse Aan de gemeenteraadsfracties Fractie, t.a.v. de heer L. Busschops, en D66, t.a.v. de heer T. van Elferen Stadhuis Nijmegen Aanwezig:
Voorzitter Wethouders Gemeentesecretaris Communicatie 29 januari 2013 Verslag Datum
Telefoon
14024
Telefax
(024) 329 96 10
E-mail
[email protected]
Postbus 9105
6500 HG Nijmegen Th. de Graaf P. Depla, H. van Hooft sr., L. Scholten, H. Kunst, P. Lucassen, J. van der Meer P. Eringa Ons kenmerk Contactpersoon A. Kuil OB20/ 13.0001119 Erik Top M. Sofovic
Onderwerp
Datum uw brief
Doorkiesnummer
Provinciaal toezicht GR Bergerden . Schriftelijk vragen art.39 RvO.
19-12-2012
(024) 3292950
Geachte heer Busschops, geachte heer Van Elferen, Naar aanleiding van uw vragen aanvastgesteld ons college met betrekking tot ondermeer het provinciaal Aldus in de vergadering van: toezicht op de GR Bergerden, kunnen wij u als volgt berichten. Door u zijn de volgende vragen gesteld: A. Wat zijn de redenen dat het College het marktonderzoek voor Bergerden niet aan de gemeenteraad heeft aangeboden conform de toezegging aan de gemeenteraad? De voorzitter, De secretaris, Antwoord: Ons college is het eens met het bestuur van de GR Bergerden, zoals u ook is aangegeven in de brief van 18 december jl., dat het marktonderzoek en de conclusies daarvan in samenhang bezien moeten worden met de overige maartregelen die zijn getroffen danwel worden getroffen teneinde een beeld te verkrijgen van de toekomst voor het gebied Bergerden. Ons college wil uw raad op geen enkele wijze informatie onthouden. Het bestuur van de GR Bergerden heeft om die reden ook aangekondigd om eind februari de raden van Nijmegen en Lingewaard uitgebreid te informeren over de stand van zaken en de plannen die er zijn voor de toekomstige ontwikkeling van het gebied en het daarmee hopelijk op orde krijgen van de financiële situatie van de gemeenschappelijke regeling. B. Wanneer krijgt de gemeenteraad het marktonderzoek aangeboden? En kunt u concreter aangeven wanneer de business case ter bespreking aan de gemeenteraad wordt aangeboden? Antwoord: Zoals hiervoor al aangegeven is er geen bezwaar om de raad het marktonderzoek ter inzage te geven. Wat het bestuur van de GR Bergerden echter raadzaam acht, en waarmee wij als college het eens zijn, is om het marktonderzoek in relatie te bezien met het inmiddels in gang gezette businessplan en dit in samenhang te presenteren aan de raden van Nijmegen en Lingewaard. De planning is om het businessplan gereed te hebben in dit voorjaar. 1
C. Waarom heeft het College de gemeenteraad niet eerder geïnformeerd over de vertraging in het proces en daarmee het (te verwachten) preventief toezicht door de Provincie Gelderland?
www.nijmegen.nl
brief-raadsfracties-Bergerden-0313ET14
Gemeente Nijmegen Ontwikkelingsbedrijf Grondzaken
Vervolgvel
1
Antwoord: In het laatste kwartaal van 2012 is het marktonderzoek voor Bergerden opgeleverd. Gelet op de uitkomsten van het marktonderzoek en de noodzakelijkerwijs te veranderen koers qua ontwikkeling van het gebied, is daarna een traject ingezet om te komen tot een nieuw businessplan voor Bergerden. Op basis van dit nieuwe businessplan worden de jaarrekeningen opgemaakt en een begroting 2013 opgesteld. Gezien voorgaande kon niet tijdig een begroting 2013 opgesteld worden en worden aangeboden aan de provincie. Door de GR Bergerden is verzuimd om een hernieuwd formeel uitstel aan te vragen voor indiening van de jaarrekening en begroting (de indieningtermijn hiervoor verliep op 1 december 2012). De GR Bergerden is hierover in overleg getreden met de provincie. Op grond van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen kon de provincie echter niet anders dan de GR Bergerden onder preventief toezicht stellen. Parallel aan de brief van de provincie heeft de GR Bergerden een voorlopige begroting opgesteld om de rechtmatigheid van de uitgaven te waarborgen. De voorlopige begroting 2013 zal na vaststelling in het Algemeen Bestuur van de GR worden ingediend bij de provincie. D. Welke juridische en financiële effecten en risico’s zijn er als gevolg van deze vertraging in het proces ontstaan? En wat zijn de consequenties van het preventief toezicht voor de kaderstellende en controlerende rol van de gemeenteraad? Antwoord: Ons college voorziet in de vertraging als zodanig geen grote juridische en financiële effecten. Zoals reeds vermeld in de brief van Gedeputeerde Staten van 18 december 2012 is de GR Bergerden voor het jaar 2013 onder preventief toezicht gesteld. Dat betekent dat de begroting voor het jaar 2013 en de daarop betrekking hebbende begrotingswijzigingen de goedkeuring behoeven van Gedeputeerde Staten. Zoals hiervoor al vermeld is het gevolg van het preventief toezicht dat een zeer summiere voorlopige begroting voor 2013 ingediend zal worden bij GS. De aan de hand van het businessplan ondermeer op te stellen begroting zal uw raad op de gebruikelijke wijze worden voorgelegd en zal uw raad in de gelegenheid gesteld worden te reageren. Voor de rol van de gemeenteraad voorzien wij geen mutaties.
Met vriendelijke groet, college van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester,
De Gemeentesecretaris,
drs. H.M.F. Bruls
drs. B. van der Ploeg
www.nijmegen.nl
brief-raadsfracties-Bergerden-0313ET14
mnr.
r ^ . 00
procesverantw.:
D66 mmm
Z(S> 3
0
INQEKOMEN
1 9 DEC. 2012 GE.M£ENTE NIJMEQEN clBss.nr.;
5-/
arfgedaan:
Nijmegen, 19 december 2012
Schrifteiijke vragen art. 39 reglement van orde Betreft; provinciaal toezicht GR Bergerden
Op 18 december heeft de gemeenteraad een brief van uw College ontvangen inzake fmanciele situatie GR Bergerden, Zoals bij u bekend, maakt onze raad zich zorgen over de ontwikkelingvan het plangebied Bergerden en de daarmee samenhangende risico's, Onze raad heeft bij de besprekingen van de stadsbegrotingen 2012 (9 november 2011) en 2013 (14 november 2012) discussie gevoerd over de voortgang, de zorgwekkende financiele positie en de risico's, Portefeuillehouder Kunst heeft tflggezegd om voor het einde van het jaar een marktonderzoek te laten uitvoeren en de raad in kennis te stellen van de uitkomsten. Voor dit moment gaat het ons niet om een inhoudelijke discussie in dit dossier, maar om een helder beeld te krijgen over de afwegingen en de keuzes in het proces, Wij willen door middel van deze schrifteiijke vragen graag e.en antwoord van het College van B&W, 1. Wat zijn de redenen dat het College het marktonderzoek voor Bergerden niet aan de gemeenteraad heeft aangeboden conform de toezegging aan de gemeenteraad? 2. Wanneer krijgt de gemeenteraad het marktonderzoek aangeboden? En kunt u concreter aangeven wanneer de business case ter bespreking aan de gemeenteraad wordt aangeboden? 3. Waarom heeft het College de gemeenteraad niet eerder geinformeerd over de vertraging in het proces en daarmee het (te verwachten) preventief toezicht door de Provincie Gelderland? 4. Welke juridische en fmanciele effecten en risico's zijn er als gevolg van deze vertraging in het proces ontstaan? En wat zijn de consequenties van het preventief toezicht voor de kaderstellende en controlerende rol van gemeenteraad?
Verbonden partijen Naam Programma De gemeentelijke financiële bijdrage (Financiële) risico’s
Milieusamenwerking en Afvalverwerking (MARN) 1022: Klimaat & Energie Aangezien de kosten van de GR MARN worden gedekt uit de verhuur van terreinen aan ARN, zijn er binnen de gemeente geen lasten begroot. De deelnemende gemeenten staan garant voor rente en aflossing van leningen van de GR MARN en voor garanties die de GR MARN heeft gegeven aan ARN BV. Ultimo 2013 betekent dat voor de gemeente Nijmegen een garantstelling van circa €4,6 mln. Vanwege aflossing van leningen door ARN BV zal het risico eind 2015 zijn gereduceerd tot een bedrag van € 2,2 mln. Het risico dat de ARN verplichtingen niet na kan komen, schatten wij laag in. ARN is een indirect verbonden partij. De ARN heeft meerdere aandeelhouders; een van deze aandeelhouders is de MARN. Door de getrapte vertegenwoordiging heeft de gemeente Nijmegen een beperkte invloed op het beleid van ARN BV. Vanuit dat perspectief volgen wij de ontwikkelingen bij de ARN aandachtig. In geval van faillissement van ARN BV loopt de gemeente Nijmegen het risico, dat haar relatieve aandeel (via de MARN) in het aandelenvermogen moet worden afgeschreven. Bovendien is de MARN voor haar exploitatie afhankelijk van de verhuuropbrengsten van de grond aan ARN BV (jaaromzet € 0,7 miljoen). Een faillissement van ARN BV betekent op korte termijn voor de MARN een hogere exploitatielast van € 0,7 miljoen waaraan de gemeente Nijmegen op grond van de gemeenschappelijke regeling ongeveer de helft zal moeten bijdragen. Overigens schatten wij de kans dat de ARN failliet gaat laag in. In 2015 zal een van de afvalaanleverende aandeelhouders van ARN BV stoppen met het aanleveren van afval. Dit heeft er toe geleid dat de overeenkomst tussen ARN BV en REMONDIS is herzien. Een aantal garanties dat door REMONDIS is afgegeven voor de leverantie van te verwerken afval, is aangepast. De mogelijke gevolgen hiervan zijn dermate klein dat deze niet opwegen tegen het voordeel dat Nijmegen heeft door het verlagen van het verwerkingstarief. Het nastreven van een doelmatige en milieuhygiënische verantwoorde verwerking van afvalstoffen en het toezien op de continuïteit in de afvalverwerking. De regionalisering van DAR en de komst van de ORN (Omgevingsdienst Regio Nijmegen = RUD) grijpt in op het takenpakket van de MARN. Daarom willen wij het takenpakket van de MARN samen met de regiopartners anders organiseren. De realisatie hiervan is afhankelijk van de snelheid waarmee keuzes in regionaal verband worden gemaakt. Het op de juiste manier afwikkelen van bestuurlijke, personele, organisatorische, juridische en financiële belangen van MARN vergt tijd en vraagt een gefaseerde opbouw. In 2012 worden verdere stappen gezet in de realisatie van het wamtenet, waarvan ARN BV de leverancier wordt. Toekomstvisie MARN wordt in 2012 opgesteld. Daarna volgt uitwerking in concrete stappen. Hierin zal ook de relatie met ARN B.V. worden betrokken. Het tijdspad was bij het opstellen van de Stadsbegroting nog niet bekend. N.v.t.
Doel 2013 Ontwikkelingen
Agenda
Beslispunten Naam Programma De gemeentelijke financiële bijdrage (Financiële) risico’s
GR Bergerden 1032: Grondbeleid Gemeente levert geen financiële bijdrage aan de GR. De GR is geheel extern gefinancierd (via de Gemeente Lingewaard). In 2011 zijn, ondermeer naar aanleiding van opmerkingen van de accountant, een aantal financiële zaken bijgesteld. Het ging daarbij met name om bijstelling van het uitgiftepatroon en een bijstelling van opbrengststijging. Dit leidde tot een tekort in de grondexploitatie waarvoor bij de deelnemende gemeente voorzieningen zijn getroffen. 200
Verbonden partijen Daarnaast zijn aanvullende maatregelen genomen ter verhoging van het weerstandsvermogen. Nu wordt opnieuw door de accountant kritisch naar de cijfers van de GR gekeken, waardoor de jaarrekening van de GR nog geen goedkeurende accountantsverklaring heeft gekregen. Een aantal aannames wordt als te enthousiast aangemerkt en dient gematigd te worden, aldus de accountant. Alvorens echter dergelijke aannames gestaafd kunnen worden en bijstellingen kunnen worden gedaan, is besloten tot het uitvoeren van een marktonderzoek en zal nadrukkelijk worden nagegaan hoe een aantal potentiële risico’s kunnen worden weggenomen. Naar verwachting derde/vierde kwartaal 2012 zullen uitkomsten bestudeert zijn en kunnen daaraan conclusies worden verbonden. Met de accountant zijn afspraken gemaakt dat deze uitkomsten afgewacht worden alvorens de jaarstukken definitief te maken. In 2011 blijkt de markt zich niet te hebben hersteld en zijn ook de vooruitzichten voor 2012 onzeker. De tuinbouwmarkt in heel Nederland is slecht. Veel inspanning zal nodig zijn om potentiële kopers aan Bergerden te binden. Een marktonderzoek zal moeten aangeven of er toekomst is voor de glastuinbouw danwel of moeten worden omgezien naar alternatieve aanwending van gronden. Actieve acquisitie zal gaan plaatsvinden om gegadigden aan Bergerden te binden. Naast het benaderen van partijen als bijvoorbeeld de Wageningen Universiteit, zullen ook tuinders benaderd worden die zich hebben gemeld voor de Provinciale verplaatsingssubsidieregeling. Op dit moment wordt met een aantal tuinders onderhandeld over verkoop van gronden. Verwacht wordt dat dit in 2012 nog zal leiden tot enige afzet. Het voornoemde marktonderzoek zal moeten aantonen waar de GR zich in de toekomst op zal moeten richten. Marktonderzoek zal moeten aantonen of er toekomst in de tuinbouw en waarop de GR zich in het vervolg zal moeten richten. Acquisitie zal uitgebreid worden en zal naast de gebruikelijke groep potentiële kandidaten ook partijen als bijvoorbeeld de Wageningen Universiteit benaderd gaan worden. Met het oog op acquisitie zal nadat het marktonderzoek er is een plan worden opgesteld in overleg met Oost N.V. en gemeenten Nijmegen en Lingewaard. Het marktonderzoek zal daarnaast mede dienen voor het bepalen van uitgangspunten in de grondexploitatie. nvt
Doel 2013
Ontwikkelingen
Agenda
Beslispunten Naam Programma De gemeentelijke financiële bijdrage
GR Bijsterhuizen 1032: Grondbeleid Gemeente levert geen financiële bijdrage aan de GR. De GR draait een grondexploitatie met een positief financieel resultaat. Winstuitkeringen worden ten gunste van de ABR van het Ontwikkelingsbedrijf gebracht. Gelet op de crisis zijn winstuitkeringen vooralsnog niet aan de orde en afhankelijk gemaakt van financiële ontwikkelingen. Financiële risico’s worden niet voorzien voor de GR Bijsterhuizen. De economische crisis heeft weliswaar ook op dat terrein z’n consequenties, maar dat leidt niet tot problemen. Wat in de praktijk blijkt is dat de prijsstelling binnen de terreinen betere afstemming behoeft. Er is enige verschuiving van vraagprijzen binnen de terreinen toegepast waardoor zicht‐ en niet‐zichtlocaties qua prijs dichter bij elkaar zijn gebracht en meer in overeenstemming met ervaringen op dat gebied. Concreet zullen de prijsverschillen tussen zicht‐ en niet zichtlocaties kleiner geworden. De afgenomen vraag heeft inmiddels geleid tot een verlenging van de grondexploitatie tot en met 2018. Daarmee is een meer realistische spreiding van de uitgifte verkregen. Prijzen en uitgiftetempo zijn beter afgestemd op de huidige situatie in de markt. Dat leidt tot een aangepast schema voor wat betreft winstuitkering (vooralsnog niet meer voorzien) en verlenging van de looptijd van de exploitatie. Tempo en prijszetting voor de komende jaren wordt afgestemd op de actuele marktsituatie en zal tot gevolg hebben dat het winstuitkeringsschema aanpassing krijgt en
(Financiële) risico’s
Doel 2013
Ontwikkelingen
201
Voortgangsrapportage Grote Projecten september 2012
Voor Bijsterhuizen geldt dat de winstafdrachtverwachting voor 2012 en volgende jaren waarschijnlijk niet wordt gehaald als gevolg van de economische malaise. De prognoses voor de financiële afdrach‐ ten richting de ABR zullen naar beneden worden bijgesteld en ook later in tijd worden gezet. Voor Bergerden is in 2011 een zgn. financiële voorziening getroffen ten laste van de ABR. Bergerden blijft een lastige en risicovolle exploitatie gelet op de economische situatie en de beperkte vraag naar deze bedrijfsgronden. In 2012 zal moeten blijken hoe we hier mee verder kunnen danwel dat er extra bijsturingsmaatregelen noodzakelijk worden. Er is opdracht verstrekt om een marktanalyse uit te voe‐ ren aan de Universiteit Wageningen. De uitkomsten hiervan zullen eind 2012 op tafel komen met voorstellen. Juli 2012 is Indigo BV opgericht. Dit is een publiek private samenwerking met Alliander. Binnen deze BV gaat de exploitatie plaatsvinden van de "aorta" ‐ de verbinding vanaf de ARN tot en met de Waal‐ sprong en het Waalfront van het Warmtenet. De concessie voor de warmtelevering aan de betreffen‐ de 14000 woningen is gegund aan Nuon Energy. In fase 2 zal worden onderzocht of vanuit de aorta als hoofdinfrastructuur ook andere delen van de stad Nijmegen aangesloten kunnen worden op het warmtenet. Overzicht deelnemingen:
Gemeenschappelijke regelingen BERGERDEN Deze GR is een samenwerking tussen de gemeente Nijmegen en de gemeente Lingewaard. Het doel van deze GR is het bevorderen van de economische ontwikkeling en werkgelegenheid in de glastuinbouw en agrobusiness in de regio Nijmegen door het gezamenlijk ontwikkelen en exploite‐ ren van een kwalitatief hoogwaardig glastuinbouwgebied. Het betreft de ontwikkeling van het glastuinbouwgebied Bergerden, ten zuiden van Huissen op het grondgebied van Lingewaard. De planexploitatie gaat uit van een financieel negatief eindresultaat, waarvoor een financiële voorziening is getroffen door de deelnemende partijen. Het gaat hier om een bedrag van 600.000 euro voor de gemeente Nijmegen. De financiële en economische crisis heeft de glastuinbouw hard geraakt. De verkoop van bouwrijp terrein is nagenoeg stilgevallen. De prognoses ten aanzien van de verkoopsnelheid van gronden zijn aangepast. De looptijd van de exploitatie is verlengd naar 2018. De risicovoorziening binnen de exploitatie is in de afgelopen jaren aangetast door het faillissement van de ECB, het collectieve energiebedrijf van de tuinders. Een lening van de GR aan de ECB moest al eerder worden afgeschreven. Om de risico’s van de exploitatie af te dekken is de ombestemming van een deel van het plange‐ bied van glastuinbouw naar agro business (aan de tuinbouw gelieerde bedrijvigheid) voorzien. De meeropbrengst daarvan voorziet in de afdekking van het risico. Of dit middel moet worden ingezet kan in een later stadium nog worden bepaald. Wel is de voor‐ bereiding ervan in gang gezet. Al bij de opstart van Bergerden, in de bestemmingsplanfase is daar rekening mee gehouden en is door de provincie Gelderland medewerking toegezegd voor deze achtervangconstructie. De vraag naar glastuinbouwgrond zowel als grond voor agrobusiness is echter zodanig beperkt dat een herbezinning op de toekomst van het gebied en daarmee van de exploitatie noodzakelijk is. De aanzetten daarvoor zijn inmiddels gegeven. De verwachting is dat in de komende maanden voldoende inzicht zal zijn verkregen om een goede beleidsvertaling te kunnen maken. Begin 2013 zal naar verwachting voldoende inzicht verschaft kunnen worden om een goed beeld van de toe‐ komst voor Bergerden te hebben.
Ontwikkelingsbedrijf
25
Voortgangsrapportage Grote Projecten maart 2012
Voor Bergerden is in 2011 een zgn. financiële voorziening getroffen in de ABR. Bergerden blijft een las‐ tige en risicovolle exploitatie gelet op de economische situatie en de beperkte vraag naar deze be‐ drijfsgronden. Op dit moment zijn er wel gesprekken gaande met een grote afnemer. In 2012 zal moe‐ ten blijken hoe we hier mee verder kunnen danwel dat er extra bijsturingsmaatregelen noodzakelijk worden. Een nieuwe deelneming dient zich aan in de vorm van Park Lingezegen. Nadere voorstellen hierover komen langs bij de Raad. Overzicht deelnemingen:
Gemeenschappelijke regelingen BERGERDEN Deze GR is een samenwerking tussen de gemeente Nijmegen en de gemeente Lingewaard. Het doel van deze GR is het bevorderen van de economische ontwikkeling en werkgelegenheid in de glastuinbouw en agrobusiness in de regio Nijmegen door het gezamenlijk ontwikkelen en exploite‐ ren van een kwalitatief hoogwaardig en uit financieel‐economisch oogpunt aanvaardbaar glas‐ tuinbouwgebied. Het betreft de ontwikkeling van het glastuinbouwgebied Bergerden, ten zuiden van Huissen op het grondgebied van Lingewaard. De planexploitatie gaat uit van een financieel negatief eindresultaat, waarvoor een financiële voorziening is getroffen door de deelnemende partijen. Het gaat hier om een bedrag van 600.000 euro voor de gemeente Nijmegen. De financiële en economische crisis heeft de glastuinbouw hard geraakt. De verkoop van bouwrijp terrein is nagenoeg stilgevallen. De prognoses ten aanzien van de verkoopsnelheid van gronden zijn aangepast. De looptijd van de exploitatie is verlengd naar 2018. De risicovoorziening binnen de exploitatie is in de afgelopen jaren aangetast door het faillissement van de ECB, het collectieve energiebedrijf van de tuinders. Een lening van de GR aan de ECB moest al eerder worden afgeschreven. Om de risico’s van de exploitatie af te dekken is de ombestemming van een deel van het plange‐ bied van glastuinbouw naar agro business (aan de tuinbouw gelieerde bedrijvigheid) voorzien. De meeropbrengst daarvan voorziet in de afdekking van het risico. Of dit middel moet worden ingezet kan in een later stadium nog worden bepaald. Wel is de voor‐ bereiding ervan in gang gezet. Al bij de opstart van Bergerden, in de bestemmingsplanfase is daar rekening mee gehouden en is door de provincie Gelderland medewerking toegezegd voor deze achtervangconstructie. BIJSTERHUIZEN Deze GR is een samenwerking tussen de gemeente Nijmegen en de gemeente Wijchen. Het doel van deze GR is het bevorderen van de economische ontwikkeling en werkgelegenheid in de regio Nijmegen door middel van het gezamenlijk ontwikkelen en exploiteren van een kwalitatief hoog‐ waardig en uit financieel‐economisch oogpunt aanvaardbaar intergemeentelijk bedrijventerrein op de locatie Bijsterhuizen. De planexploitatie heeft en houdt een positief financieel resultaat. In 2010 is een winstuitkering ontvangen van ruim EUR 6.4 mln. De verkoop van bedrijfsterrein is aanzienlijk verminderd. De ge‐ prognotiseerde omzet van 6,5 hectare in 2010 is niet gehaald. In 2011 is er slecht een aantal dui‐ zend m2 grond verkocht. De vooruitzichten voor 2012 en 2013 zijn gematigd positief. Er vinden gesprekken plaats met potentiele afnemers maar financiering en economische onzekerheid blijft vooralsnog moeilijk om tot definitieve besluiten te komen.
Ontwikkelingsbedrijf
19
pagina 25 Agendapunt
9c.
Omschrijving voorstel
Financiele situatie GR Bergerden (135/2011) Raadsvoorstel d.d. 3 oktober 2011 1. ten laste van de Algemene Bedrijfs Reserve van het Ontwikkelingsbedrijf een voorziening te vormen van € 600.000,- ter dekking van het tekort, middels het vaststellen van bijgaande begrotingswijziging BW-01132. Raadsbesluit d.d. 9 november 2011 Voor: (31) GroenLinks, PvdA, D66, SP, VSP, Gewoon Nijmegen Tegen: (8) VVD, CDA, Stadspartij Nijmegen NU! Voorstel aanvaard
pagina 26 Agendapunt
9d.
Omschrijving voorstel
Wensen en bedenkingen jaarstukken, begroting en grondexploitatie GR Bergerden Raadsvoorstel d.d. 9 november 2011 In te stemmen met de conceptbrief van de Raad aan het College van B&W. Amendement: 1e indiener
Gemeenteraad: tuin er niet in! L. Busschops (CDA)
De Raad der gemeente Nijmegen bijeen in openbare vergadering op 9 november 2011, Overwegende dat; Het college van B&W bij brief d.d. 3 oktober 2011 de gemeenteraad in de gelegenheid stelt wensen en bedenkingen kenbaar te maken ten aanzien van de jaarstukken, begroting en grondexploitatie GR Bergerden; In het plangebied Bergerden een netto uitgeefbaar terrein beschikbaar is van 226,9 hectare, waarvan in de planperiode 2003-2010 - gekenmerkt door verhoudingsgewijs betere economische omstandigheden - een oppervlak 96 hectare is uitgegeven; Het college per brief van 14 juni 2011 zorgen uitspreekt over de verkopen in relatie tot de geprognosticeerde volumes; Voor de periode 2011-2018 die vooralsnog gekenmerkt wordt door slechtere economische omstandigheden en een onzekere toekomst er nog circa 110 hectare moet worden uitgegeven. In de jaarrekening 2010 een opbrengst is gerealiseerd van € 450.000 en voor 2012 rekening wordt gehouden met een verwacht rendement van € 2.800.000; De accountant eerder bedenkingen heeft uitgesproken over de voorliggende stukken; en Het voorstel een voorziening te vormen van € 600.000 onvoldoende zal blijken.
Besluit: Aan de brief met wensen en bedenkingen inzake "jaarstukken, begroting en grondexploitatie GR Bergerden" de volgende bedenking toe te voegen: De gemeenteraad acht het geprognosticeerde afzettempo zoals opgenomen in de grondexploitatie Bergerden niet realistisch waardoor een groter risico wordt gelopen.
Voor: Tegen:
(17) SP, VVD, CDA, VSP, Gewoon Nijmegen, Stadspartij Nijmegen NU! (22) GroenLinks, PvdA, D66, VVD
Amendement verworpen Raadsbesluit d.d. 9 november 2011 Voor: (31) GroenLinks, PvdA, D66, SP, VSP, Gewoon Nijmegen Tegen: (8) VVD, CDA, Stadspartij Nijmegen NU!
Voorstel aanvaard met inachtneming van de stemverklaring van de fractie van D66
Ontwikkelingsbedrijf
Ingekomen stuk D32 (PA 30 januari 2013)
Grondzaken
Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen
Openbare besluitenlijst 18 december 2007 Collegevergadering no 47 Aan de gemeenteraad van Nijmegen Aanwezig: Voorzitter Wethouders Gemeentesecretaris Datum Communicatie
18 december 2012 Verslag
Telefoon 14024 Telefax
(024) 329 96 10
E-mail gemeente@
nijmegen.nl
Postbus 9105
Th. de Graaf 6500 HG Nijmegen P. Depla, H. van Hooft sr., L. Scholten, H. Kunst, P. Lucassen, J. van der Meer P. Eringa Ons kenmerk Contactpersoon A. Kuil OB20/12.0022773 Erik Top M. Sofovic
Onderwerp
Financiële situatie GR Bergerden
Datum uw brief
Doorkiesnummer
(024) 3292950
Geachte leden van de raad,
Aldus vastgesteld in de In november 2011 hebben wij u ruim geïnformeerd oververgadering de zorgelijkevan: financiële situatie van de GR Bergerden. Tussentijds bent u op de hoogte gehouden middels VGP en risiconota en van de getroffen beheersmaatregelen, zoals het treffen van voorzieningen en risicoreserveringen. Mede op advies van de accountant van de GR Bergerden is uitvoerig marktonderzoek uitgevoerd waaruit is gebleken dat een andere marktbenadering noodzakelijk zal zijn voor de exploitatie van het glastuinbouwgebied. De voorzitter, De secretaris, Inmiddels is gestart met het opstellen van een businessplan gericht op het aanboren van andere marktsegmenten. Het bestuur van de GR Bergerden verwacht in het voorjaar 2013 deze business case te kunnen afronden en een vertaling daarvan te kunnen geven in een nieuwe exploitatieopzet. Eerst dan zullen jaarrekening en begroting vastgesteld en ingediend kunnen worden. Door het ontbreken van een marktperspectief kon er geen reëel uitgiftescenario worden opgenomen in de planexploitatie waardoor er geen goedkeuring op jaarstukken heeft kunnen plaatsvinden. Hierdoor is uiteindelijk de indieningstermijn voor de begroting 2013 overschreden. Deze overschrijding heeft tot gevolg dat de Provincie Gelderland op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen niets anders kan doen dan de GR Bergerden onder preventief toezicht stellen en dat is ook wat op 18 december aanstaande hoogstwaarschijnlijk zal gebeuren. Het dagelijks bestuur van de GR Bergerden zal bij brief Gedeputeerde Staten informeren over de acties die zijn uitgezet, zoals maken businessplan, vaststellen voorlopige begroting 2013 en dergelijke en tevens uitstel aanvragen van de indieningstermijnen van jaarrekening en begroting. Het bestuur van de GR Bergerden heeft het voornemen om de raden van Nijmegen en Lingewaard in de loop van maart/april 2013 te informeren over de ontstane situatie en mee te nemen in voorgestelde oplossingen en scenario’s. Wij zullen u daarover tijdig informeren.
www.nijmegen.nl
Brief aan de raad.docx
1
Gemeente Nijmegen Ontwikkelingsbedrijf Grondzaken
Vervolgvel
1
Het preventief toezicht van de provincie op de GR Bergerden houdt in dat de voorlopige begroting 2013 en ook de daarop betrekking hebbende begrotingswijzigingen de goedkeuring van de provincie behoeven. Wij menen er goed aan te doen u hierover te informeren. Hoogachtend, college van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester,
De Gemeentesecretaris,
drs. H.M.F. Bruls
drs. B. van der Ploeg
www.nijmegen.nl
Brief aan de raad.docx
Bezoekadres Huis der Provincie Markt 11 6811 CG Arnhem
Het algemeen bestuur van Glastuinbouwproject Bergerden Postbus 15 6680 AA BEMMEL
datum
17 december 2012
Postadres Postbus 9090 6800 GX Arnhem
telefoonnummer (026) 359 91 11 telefaxnummer (026) 359 94 80 e-mailadres
[email protected] internetsite www.gelderland.nl
zaaknummer
2012-007204
onderwerp
Informatie over toezichtsvorm 2013
Geachte bestuur, In artikel 3 4 van de Wet gemeenschappelijke regelingen is voor zowel de begroting als voor de jaarrekening een uiterste datum van inzending aan Gedeputeerde Staten o pgenomen, te weten 15 juli 2012. Een gemeenschappelijke regeling die één van deze data overschrijdt kan door ons onder preventief toezicht worden gesteld. De wet beo ogt hiermee vooral te b evorderen dat voor de d eelnemende gemeenten belangrijke informatie voor het opstellen van hun begroting op tijd beschikbaar is. U heeft op 2 2 mei 201 2 uitstel aan gevraagd vo or het indien en van de beg roting 201 3 e n de jaarrekening 2012 (dit ov erigens vo or het derde opeenvolgende jaa r) e n dat is verl eend. Inmiddels is ook de uitsteldatum van 1 decembe r verstreken. Daa rnaast i s in e en ove rleg m et dhr. Zee (secretaris van Glastuinbouwproject Bergerden) gebleken dat op korte termijn nog geen zicht is op een nieuwe begroting voor het jaar 2013. Wij heb ben dan oo k be sloten uw g emeenschappelijke regeling voor 20 13 onde r prev entief toezicht te stellen. Dit betekent onder meer dat de begroting voor het jaar 2013 en ook de daarop betrekking h ebbende beg rotingswijzigingen on ze g oedkeuring behoeven. Het besluit over de goedkeuring van de beg roting 201 3 delen wij u te zijner tijd mee doo r middel van een afzonderlijke brief. Wij verzo eken u o ns m et spo ed te i nformeren over de stappen die u zet om tot een a ctuele financiële planning en verantwoording te komen. Verder will en wij u wij zen dat formeel gezie n de uitvoering wordt bele mmerd als d eze n iet gebaseerd is op een geautoriseerde begroting. Deze brief zal in afschrift worden verstuurd aan de deelnemende gemeenten.
inlichtingen bij
dhr. K. Peeters
e-mailadres
[email protected]
telefoonnummer
(026) 359 98 62
BNG 's-Gravenhage, rekeningnummer 28.50.10.824 Rabobank, rekeningnummer 14.39.37.529 ING, rekeningnummer 869762 btw-nummer NL001825100.B03 IBAN-nummer NL74BNGH0285010824 SWIFT/BIC: BNGHNL2G
Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Gelderland,
Commissaris se van de Koningin
cretaris
Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na dagtekening van dit besluit hiertegen een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift dient te worden gezonden aan Gedeputeerde Staten, secretariaat Commissie van Advies voor Bezwaarschriften en Klachten, Postbus 9090, 6800 GX Arnhem. Op envelop en brief duidelijk "bezwaarschrift" vermelden. Degene die een bezwaarschrift heeft ingediend, kan bij de voorzieningenrechter van de rechtbank Arnhem (Postbus 9030, 6800 EM Arnhem) een verzoek indienen om een voorlopige voorziening te treffen. Voor individuele burgers (niet voor advocaten en ook niet voor gemachtigden namens een bedrijf of een organisatie) bestaat de mogelijkheid dat verzoek digitaal in te dienen. Meer informatie kunt u vinden op www.rechtspraak.nl. Voor het behandelen van een verzoek om een voorlopige voorziening wordt griffierecht geheven. Over de hoogte en de wijze van betaling van het griffierecht kunt u informatie verkrijgen bij de rechtbank Arnhem, telefoonnummer (026) 359 20 00 of op www.rechtspraak.nl. Informatie over de bezwarenprocedure en de mogelijkheid van mediation is te vinden op de website van de provincie Gelderland (www.gelderland.nl/digitaalloket). U kunt die informatie, vervat in de brochure "Niet eens met een besluit van de provincie Gelderland? Bezwaarschrift of mediation", ook opvragen bij het Provincieloket via telefoonnummer (026) 359 99 99.
Kopie aan: Dagelijks bestuur van Glastuinbouwproject Bergerden College van B&W van de gemeente Nijmegen College van B&W van de gemeente Lingewaard
2
G E M E E N T E
Gemeenteraad van Nijmegen Raadsgriffie
• *
Ijmegen Gemeenteraad Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon (024) 329 90 30
Aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen
Telefax E-maii
(024) 323 59 92
[email protected]
Postadres Postbus 9105 6500 HG Nijmegen
Datum
Ons kenmerk
Uw kenmerk
Contactpersoon
9 november 2011
0310/11.0022750
P320/11.0020394
Paul van Minnen
Ondenwerp
Datum uw brief
Doorkiesnummer
Wensen en bedenklngen t.a.v. jaarstukken, begroting en grondexploitatie GR Bergerden
3 oktober 2011
06-50620847
Geacht college, Bij brief van 3 oktober 2011 stelt u de gemeenteraad in de gelegenheid wensen en bedenklngen ter kennis van het college te brengen ten aanzien van de jaarstukken, begroting en grondexploitatie GR Bergerden. De gemeenteraad heeft kennis genomen van uw brief en heeft in zijn vergadering van 9 november 2011 besloten geen wensen en bedenklngen ter kennis te willen brengen van uw college. Wij gaan er van uit u middels deze brief voldoende te hebben geTnformeerd.
Hoogachtend, de Raad der Gemeente Nijmegen,
drs. M.M.V.'Mientjes
www.nljmegen.nl
Voorstel aan de Raad
Klik hier voor de brief aan de raad
Openbare besluitenlijst 18 december 2007 Collegevergadering no 47 Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel
9 november 2011
/ 135/2011
Aanwezig: Fatale termijn: besluitvorming vóór: Th. de Graaf Voorzitter nvt P. Depla, H. van Hooft sr., L. Scholten, H. Kunst, Wethouders Onderwerp P. Lucassen, J. van der Meer Financiële situatie GR Bergerden P. Eringa Gemeentesecretaris Programma / Programmanummer A. Kuil Communicatie Grondbeleid / 1032 M. Sofovic Verslag Portefeuillehouder
H. Kunst
Voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders d.d.
3 oktober 2011 Samenvatting
Aldus deaangekondigd, vergadering van: Zoals vóór het zomerreces al bijvastgesteld brief aan uw in raad informeren wij u bij deze over de financiële situatie van de GR Bergerden, vragen wij uw raad te besluiten tot het vormen van een voorziening binnen de ABR van het Ontwikkelingsbedrijf ter dekking van het tekort op de exploitatie van de GR. Voorstel om te besluiten
De voorzitter,
De secretaris,
1. ten laste van de Algemene Bedrijfs Reserve van het Ontwikkelingsbedrijf een voorziening te vormen van € 600.000,- ter dekking van het tekort, middels het vaststellen van bijgaande begrotingswijziging BW-01132.
1
Opgesteld door, telefoonnummer, e-mail
Erik Top, 2950,
[email protected] raad-voorstel-Bergerden-3911ET02.doc
raad-voorstel-Bergerden-3911ET02.doc
Voorstel aan de Raad
Aan de Raad van de gemeente Nijmegen 1
Inleiding
Sinds 1999 neemt de gemeente Nijmegen deel in de gemeenschappelijke regeling Bergerden. Aanvankelijk samen met de toenmalige gemeenten Bemmel en Huissen, inmiddels, na herindeling, samen met de gemeente Lingewaard. Deelname geschiedt op basis van een 5050 verhouding. De GR Bergerden exploiteert in de gemeente Lingewaard een glastuinbouwgebied met een omvang van 345 ha, waarvan 227 ha uitgeefbaar en waarvan inmiddels 110 ha verkocht. De deelname van Nijmegen aan deze exploitatie is ontstaan vanuit de ontwikkeling van de Waalsprong. In het Waalspronggebied waren bij de start van die ontwikkeling enige tientallen tuinders actief in Lent en Oosterhout. Verondersteld is met deze deelname de tuinders een soepele overgang te bieden naar een in de nabijheid van hun bestaande bedrijven te ontwikkelen vervangend glastuinbouwgebied. Na een voorspoedige start van de betreffende exploitatie en vestiging in het gebied van een aantal tuinders, moet inmiddels geconstateerd worden dat deze exploitatie onder druk komt te staan. De verkopen blijven deels uit, met name als die worden afgezet tegen de volumes die geprognosticeerd zijn in de exploitatieopzet. Van het veronderstelde potentieel aan kopers vanuit de Waalsprong is in de loop der tijd duidelijk geworden dat het merendeel daarvan niet zal investeren in vervangende bedrijven in het Bergerdengebied. Een verplichte koppeling tussen verwerving op schadeloosstellingbasis in het Waalspronggebied en hervestiging in Bergerden is niet aan de orde en verdraagt zich ook niet met de uitgangspunten van het Onteigeningsrecht. Bovendien is het leeuwendeel van de uitgekochte tuinders op gevorderde leeftijd, had in veel gevallen geen bedrijfsopvolging en kweekte op een schaal die zich slecht verhield tot de schaal waarop in Bergerden grond gekocht en geïnvesteerd zou moeten worden. De economische crisis heeft inmiddels ook in de tuinbouw zijn sporen nagelaten en ervoor gezorgd dat ook vanuit dit economische perspectief de vraag achterbleef bij de verwachtingen. In 2010 heeft het bestuur van de GR Bergerden al een besluit genomen om de exploitatie met een aantal jaren te verlengen tot 2018 in de veronderstelling dat herstel van de economische crisis ook het herstel van investeringen in de tuinbouw zou betekenen.
De expl oitatieopzet liet to t dit voorjaa r nog altijd een sluite nde grondexploitatie zie n, erva n uitgaande da t er de komende ja ren voldoe nde h ectaren tuinb ouwgrond verko cht kunne n worden. Rond de zo mer van dit jaa r bleek dat d e accountant bij de toen voorg elegde jaarstukken en begroting zodanig b ezwaren h ad tege n de aa nnames q ua uit giftetempo e n prij sstijgingspercentages dat gee n go edkeurende v erklaring kon wo rden afgegeven. Verge lijking m et de markt in de rest van Nederland m aakte dat de voo rgenomen g rondprijsstijging van 3% p er jaar als niet-marktconform werd aangemerkt. Bijstelling bleek nodig tot 1,5% per jaar. Dit i n
raad-voorstel-Bergerden-3911ET02.doc
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
2
combinatie met een a angepast uitgifte t empo maakt dat de expl oitatie niet lan ger sluitend is en een risicovoorziening getroffen zal moeten worden ter dekking van het tekort. Hoe de markt in de tuinbou w zich zal gaan ontwikkelen is ongewis. Niet alleen i n deze regio, maar landelijk verkeert de tuinbouw in zwaar weer. Uitgifte blijft in alle gebieden momenteel uit of blijft ernstig achter bij eerdere prognoses. Financiering ten behoeve van tuinders is in de gehele sector op dit moment een groot probleem. Banken en andere geldverstrekkers nemen geen enkel risico ten aa nzien van finan cieringsvraagstukken ten b ehoeve van i nvesteringen in de glastuinbouw door ondernemers. Alle zeilen worden bijgezet om het potentieel aan klanten dat be staat actief te bena deren en ook buiten de traditionele markt zal worden g ezocht naar gegadigden. Te denken valt daarbij aan b enadering van ondermeer de Wag eningen Unive rsiteit, waar van uit onde rzoek tuinbouwkassen in gebruik zijn. De p rovincie Gelde rland heeft sub sidiemogelijkheden voo r tui nders die b ereid zij n te verplaatsen van solitaire locaties na ar zo genaamde co ncentratiegebieden, waaronder Bergerden. Ook deg enen die zich voor die sub sidie hebben ge meld of gaan melden, zulle n actief benaderd worden. Overleg met Oost N.V. heeft opgeleverd dat naast acquisitie door Oost tevens onderzocht zal worden wat de mogelijkheden zijn voor bijvoorbeeld garantieverstrekking door PPM Oost ten behoeve van het financierbaar ma ken van voorge nomen investeringen. Op korte termijn zal daartoe een casus worden uitgewerkt voor een potentieel gegadigde voor Bergerden. Al met al zal het aan inzet niet ontbreken, of de markt aantrekt en wanneer is uiteraard zeer moeilijk voorspelbaar. Namens de voorzitter van de Gemeenschappelijke Regeling Bergerden worden de Jaarstukken 2010, de Begroting 2012 en de Grondexploitatie 2011 aan de beide deelnemende gemeenten Lingewaard en Nijmegen aangeboden om haar zienswijze op deze stukken te geven. Op grond van het vigerende Delegatiebesluit met betrekking tot een GR is binnen de Gemeente Nijmegen ons college daartoe bevoegd. Ons college maakt van deze bevoegdheid geen gebruik ingeval een en ander ingrijpende gevolgen kan hebben voor de gemeente. In dat geval wordt de raad vooraf in de gelegenheid gesteld wensen en bedenkingen ter kennis van ons college te brengen. Twee leden van ons college zijn lid van het Algemeen Bestuur van de GR.
1.1 Wettelijk kader of beleidskader
Wet gemeenschappelijke regelingen en programma Grondbeleid. Gebruikelijk besluit ons college over de instemming met jaarstukken en begroting van de GR op grond van het Delegatiebesluit. Dat kan voorzover er geen grote beleidswijzigingen zijn voorgenomen. In mei van dit jaar is dat ook gebeurd, waarbij een voorbehoud gemaakt moest worden voor het verkrijgen van een goedkeurende accountantsverklaring. Nu deze verklaring slechts zal worden afgegeven na aanpassing van de stukken, achten wij het gegeven de financiële situatie opportuun dat uw raad zich hierover uitspreekt middels mogelijke wensen en bedenkingen.
1.2 Relatie met programma
Behandeling vindt plaats binnen het programma Grondbeleid en wordt financieel verantwoord binnen de ABR van het Ontwikkelingsbedrijf.
raad-voorstel-Bergerden-3911ET02.doc
raad-voorstel-Bergerden-3911ET02.doc
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
3
2
3
Doelstelling
Vormen van een risicovoorziening ten laste van de ABR van het Ontwikkelingsbedrijf teneinde het gecalculeerde tekort op te vangen. Argumenten
De Gemeenschappelijke Regeling Bergerden behelst het voor gezamenlijke rekening en risico van de gemeenten Nijmegen en Lingewaard ontwikkelen en realiseren van het glastuinbouwgebied Bergerden met collectieve voorzieningen voor de levering van energie en gietwater voor de tuinders, waarbij deze laatste onderdelen als particulier initiatief worden uitgevoerd. De GR voert daartoe een grondexploitatie uit. Binnen deze exploitatie worden gronden ingekocht, bouw- en bedrijfsrijp gemaakt en verkocht aan glastuinbouwbedrijven. Jaarlijks dient binnen de GR een begroting te worden vastgesteld. Deze is voor 2012 gebaseerd op de door het DB vastgestelde grondexploitatie. Bepalend is de voortgang en de resultaatsverwachtingen zoals deze binnen de grondexploitatie worden vastgelegd en bewaakt. In de projectdirectievergadering voor de GR waarin Nijmegen deelneemt, wordt periodiek hierop gestuurd. Nieuwe Grex Door de geschetste ontwikkelingen is een nieuwe grex noodzakelijk. Daarbij zijn een aantal belangrijke uitgangspunten aangepast ten opzichte van de grex 2010: - de opbrengstenstijging van 3 % is verlaagd naar 1,5 %; de accountant stelde vast dat 1,5% het percentage is dat in de sector glastuinbouw gehanteerd dient te worden - de kostenstijging kon verlaagd worden van 3 % naar 2 % - de rente voor investeringen kon verlaagd worden van 5 % naar 4,25 % - de uitgifteprijs per m2 is gehandhaafd op € 35, 94 omdat dit een concurrerende prijsstelling is ten opzichte van omliggende glastuinbouwgebieden - het verwervingstempo kon niet noemenswaardig worden beïnvloed, mn de grote verwerving van blok VIII is niet gewijzigd, mede in verband met de verwachte uitgifte - het uitgiftetempo is aangepast op basis van nieuwe verwachtingen en is deels wat gelijkmatiger verdeeld over de jaren wat leidt tot gedempter tempo op de kortere termijn Het gevolg van deze aanpassingen is dat de Grex niet langer met een positief resultaat kan sluiten maar een verlies van € 1,4 mln toont. Door het niet langer sluitend zijn van de planexploitatie Bergerden is het vormen van een voorziening onvermijdelijk geworden. Er zijn echter diverse initiatieven gaande om de situatie rond deze tuinbouwlocatie te verbeteren. Of de markt aantrekt danwel de initiatieven slagen en de beoogde uitwerking hebben, zal moeten blijken. Deze situatie heeft eveneens geleid tot een een aanpassing van de risico’s. Voor een uitgebreidere beschrijving zie paragraaf 5. risico’s. Jaarrekening 2010 en Begroting 2012 De jaarrekening 2010 en de begroting 2012 zijn vervolgens aangepast op de genoemde bijstellingen in de grex. De accountant heeft aangegeven dat bij deze aanpassingen een goedkeurende verklaring zal worden afgegeven en van belang is dat ook de gemeente Lingewaard een voorziening heeft opgenomen en het weerstandsvermogen op basis van de nieuwe risico-analyses eveneeens heeft aangepast.
raad-voorstel-Bergerden-3911ET02.doc
raad-voorstel-Bergerden-3911ET02.doc
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
4
Op grond van de geschetste feiten tonen de stukken een correct beeld van de situatie van de GR Bergerden. 4
5
6
7
8
Klimaat
Het huidig voorstel heeft geen klimaatconsequenties. Risico’s
Het onderhavig voorstel beoogt middels het vormen van een voorziening het in de exploitatie ontstane tekort het hoofd te bieden. Risico’s bestaan daarin dat wellicht de huidige aannames in de exploitatie niet gehaald zullen worden en er wellicht opnieuw bijstelling van verwachtingen moet plaatsvinden. Uw raad zal daarover alsdan uiteraard tijdig geïnformeerd worden. Naast deze maatregel is het algemene risicoprofiel van deze deelneming binnen Nijmegen beoordeeld naar Nijmeegse maatstaven. Daarvoor is gebruik gemaakt van de in Nijmegen gebruikelijke NARIS-methodiek, waarin een aantal benoembare risico’s worden ingebracht en van kanspercentages worden voorzien. De benoemde risico’s zijn onder andere vertraging project, indexering uitgifteprijs eerste drie jaren niet mogelijk en de inschatting dat de ombestemming naar Agrobusiness-park niet tot de gewenste resultaten leidt om de ontstane risico’s volledig af te dekken. Uiteindelijk levert dit een totaal risico op van ruim € 2,- miljoen waarvoor weerstandscapaciteit nodig zal zijn. Bij een 50%-aandeel van Nijmegen betekent dat dus een toename in de benodigde weerstandscapaciteit van € 1,- miljoen. In de risiconota 2011 wordt op p. 23 en 24 ingegaan op het nieuwe risicoprofiel van de GR Bergerden en de betekenis daarvan voor de benodigde weerstandsreserve in de ABR. Financiën
Bijstelling van de aannames zoals hiervoor in de inleiding genoemd, heeft geresulteerd in een tekort op contante waarde van ca € 1,4 miljoen ( € 1.381.000,-). Naast de beide deelnemende gemeenten staat de STOL ( Stichting Stimulering Tuinbouw Overbetuwe Liemers) garant voor een bedrag van € 228.000,-. Dat betekent dat de gemeenten Lingewaard en Nijmegen beiden een voorziening dienen te vormen van afgerond € 600.000,- ( € 576.000,-). Communicatie
Na besluitvorming zal het gemeentebestuur van Lingewaard op de hoogte worden gesteld van het standpunt van uw raad. Uitvoering en evaluatie
Uitvoering van uw besluit zal geschieden binnen het Ontwikkelingsbedrijf van de directie Wijk en Stad.
Bijlage(n): Jaarstukken 2010, Begroting 2012, Grondexploitatie 2011, begrotingswijziging BW01132.
raad-voorstel-Bergerden-3911ET02.doc
raad-voorstel-Bergerden-3911ET02.doc
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
5
College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester,
De Gemeentesecretaris,
mr. Th.C. de Graaf
drs. B. van der Ploeg
raad-voorstel-Bergerden-3911ET02.doc
raad-voorstel-Bergerden-3911ET02.doc
Directie Wijk & Stad Ontwikkelingsbedrijf Grondzaken
Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen
Openbare besluitenlijst 18 december 2007 Collegevergadering no 47
Telefoon
(024) (024) 329 91 11
Telefax
(024) 329 96 10
Aanwezig: Voorzitter Wethouders
Postadres
Aan de gemeenteraad van Nijmegen
Gemeentesecretaris Communicatie Datum Verslag 3 oktober 2011 Onderwerp
E-mail gemeente@
nijmegen.nl
Postbus 9105
Th. de Graaf 6500 HG Nijmegen P. Depla, H. van Hooft sr., L. Scholten, H. Kunst, P. Lucassen, J. van der Meer P. Eringa A. Kuil Ons kenmerk Contactpersoon M. Sofovic
Wensen en bedenkingen jaarstukken, begroting en grondexploitatie GR Bergerden
P330/11.0020394
Erik Top
Datum uw brief
Doorkiesnummer
(024) 3292950
Geachte leden van de raad,Aldus vastgesteld in de vergadering van: Ons college is voornemens in te stemmen met de Jaarstukken 2010, Begroting 2012 en Grondexploitatie 2011 van de Gemeenschappelijke Regeling Bergerden. Anders dan voorgaande jaren is de exploitatie niet langer financieel sluitend en is ondermeer het vormen van een risicovoorziening binnen de Algemene Bedrijfs Reserve van het Ontwikkelingsbedrijf noodzakelijk. De voorzitter, De secretaris, Naast deze brief hebben wij uw raad een voorstel gedaan ten aanzien van het vormen van een dergelijke voorziening. Voor een toelichting op de problematiek met betrekking tot de GR Bergerden, verwijzen wij u graag naar het betreffende raadsvoorstel waar ook de stukken zijn bijgevoegd waarover wij u vragen uw oordeel te vormen. Wij verzoeken uw raad ons uiterlijk 15 oktober 2011 mogelijke wensen en bedenkingen kenbaar te maken. Hoogachtend, college van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester,
De Gemeentesecretaris,
mr. Th.C. de Graaf
drs. B. van der Ploeg 1
Aantal Bijlagen:
www.nijmegen.nl
br
ief-raad-Bergerden-3911ET03.doc
Provincie Gelderland
Openbaar
Lichaam
BERGERDEN
Jaarstukken
2010
INHOUDSOPGAVE
Blz.
Inleiding
4
Algemeen
6
JAARVERSLAG
Activiteiten in 2010
10
Paragrafen A. Weerstandsvermogen B. Onderhoud van kapitaalgoederen C. Financiering D. Bedrijfsvoering E. Verbonden partijen F. Grondbeleid G. Rechtmatigheid
12 14 14 15 16 16 16
JAARREKENING
Balans per 31 december 2010 Programmarekening 2010
20 20
Toelichting behorende bij de jaarrekening - de balans - de Programmarekening
22 23 25
Vaststelling jaarrekening 2010
28
Bijlagen I. II. III. IV. V.
Bouwrekening Staat van grondaankopen Staat van grondverkopen Normenkader 2010 Accountantsverklaring
32 33 35 36 37
Inleiding Het Openbaar Lichaam Bergerden valt onder de werking van de artikelen 186 t/m 213 Gemeentewet en dientengevolge ook onder het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (Bbv). Een onderdeel van deze vereisten is de opstelling van een programmabegroting. Verder zijn in het Bbv diverse paragrafen voorgeschreven. Op 8 december 2004 heeft het Algemeen Bestuur de Financiële verordening Bergerden en de Controleverordening Bergerden vastgesteld. Hierin wordt onder andere aangegeven dat bij iedere begroting en jaarstukken een overzicht wordt gegeven van de toedeling van de producten uit de productenraming aan het programma. In deze jaarrekening is rekening gehouden met de nieuwste vereisten van de verslaggevings- en controlevoorschriften.
Algemeen De gemeenschappelijke regeling "Bergerden" werd vastgesteld door de gemeenteraden van Bemmel (besluit d.d. 25 juni 1998), Huissen (besluit d.d. 25 juni 1998) en Nijmegen (besluit d.d. 27 januari 1999). De goedkeuring door Gedeputeerde Staten van Gelderland heeft plaatsgevonden middels besluit d.d. 24 maart 1999. Het rechtspersoonlijk bezittend lichaam "Openbaar Lichaam Bergerden" (OLB) is gevestigd te Bemmel. Medio 2004 is door de onderscheidene bestuursorganen van de gemeenten Nijmegen en Lingewaard een nieuwe gemeenschappelijke regeling vastgesteld. Aanpassing van de regeling was onder meer noodzakelijk vanwege de herindeling in de Over-Betuwe, de daarmee verband houdende wijziging in de risicoverdeling en de invoering van het duale stelsel. Voorts is de regeling aangepast aan de modelbepalingen van de regio Nijmegen en is een bepaling over planschade opgenomen. Na de goedkeuring van 1 maart 2005 door Gedeputeerde Staten is de regeling in werking getreden.
Programma Het samenwerkingverband heeft tot doel het bevorderen van de economische ontwikkeling en de werkgelegenheid in de glastuinbouw en daarmee verband houdende bedrijvigheid door het ontwikkelen en exploiteren van een kwalitatief hoogwaardig, duurzaam en uit financieel-economisch oogpunt aanvaardbaar intergemeentelijk glastuinbouwgebied. Producten Om bovengenoemd programma te verwezenlijken zullen onderstaande producten uitgevoerd dienen te worden: Verwerving Het verwerven van gronden t.b.v. de realisatie van het glastuinbouwgebied. Bouwrijpmaken Het bouwrijpmaken van het gebied en aanleggen van de openbare voorzieningen en de daarmee verband houdende nazorg. Uitgifte Het uitgeven van bouwkavels voor de vestiging van bedrijven. Duurzaamheid Het ontwikkelen van voorzieningen voor energie en gietwater die enerzijds leiden tot een besparing op de belasting van het milieu en anderzijds een besparing op de bedrijfskosten van de tuinder. OLB is niet verantwoordelijk voor de exploitatie van de voorzieningen voor gietwater en energie. De voorzieningen worden geëxploiteerd door de tuinders van Bergerden zelf (middels een coöperatie). OLB draagt echter wel zorg voor het goed functioneren van deze voorzieningen, met het oog op de verkoopbaarheid van de kavels. Voor de ontwikkeling van Bergerden II wordt nieuwe tuinders, wat betreft de eneregievoorziening, de mogelijkheid geboden zich aan te sluiten bij het collectief of een eigen voorziening te treffen.
Jaarverslag
2 0 10
JAARVERSLAG :
In de begroting 2012 zijn ramingen opgenomen gebaseerd op de exploitatieberekening van januari 2010. Activiteiten in 2010 (terugblik)
In 2010 waren de volgende werkzaamheden gepland: 1. afronden civieltechnische werkzaamheden fase 1; 2. realiseren fase 2; 3. grondverkoop; 4. voorbereiden beheerfase / afronden project. Ad 1. In 2010 zijn de asfalteringswerkzaamheden (aanbrengen toplaag) voltooid en is de groenvoorziening aan de tuinbouwstraten aangebracht. Enkele activiteiten zijn gestart in 2010 en hebben een doorloop naar 2011: o.a. groenvoorziening Azalealaan. Ad 2. De resterende delen van het bestek voor fase 2 (blokken VI en X, inclusief Clivia en Lobelia) zijn afgerond. De reconstructie van de Bergerdensestraat is uitgevoerd. Ad 3. Er is actief ingezet op werving van tuinders uit de regio en het “westen”. Voor fase 2 is een aangescherpte verkoopstrategie opgesteld, welke aan het eind van elk kalenderjaar wordt geëvalueerd. Met de gemeente en de provincie is overlegd over de gemeentelijke functieveranderingsregeling en de provinciale verplaatsingssubsidieregeling. Dit heeft geleid tot één grondverkoop (onder voorwaarden). Met aardbeienkwekerij De Beijer uit Doornenburg is een koopovereenkomst gesloten voor een perceel van 4 ha. Ad 4. Begonnen is met inventarisatiewerkzaamheden om te komen tot overdracht van het openbaar gebied aan de gemeente Lingewaard en het Waterschap Rivierenland. De werkzaamheden hebben een doorloop in 2011 en moeten leiden tot overdracht per 1 januari 2012. Voorts is begonnen met voorbereidende werkzaamheden in verband met het opstellen van het verantwoordingsverslag voor de Stidugsubsidie.
Gepland, maar niet uitgevoerd zijn de volgende werkzaamheden / activiteiten: - voorbereiden herziening (actualisatie) bestemmingsplan Bergerden: in overleg met de gemeente zal in 2011 met de voorbereiding worden gestart; - implementeren parkmanagement: geen prioriteit door gebrek aan middelen. Algemeen In 2009 is de reorganisatie van het Projectbureau Bergerden in voorbereiding genomen en per 1 januari 2010 geëffectueerd. Het projectmanagement is overgedragen aan de gemeente Lingewaard, waarbij zonodig externe assistentie wordt ingehuurd. Gebleken is dat, ondanks een goede overdracht, het ontbreken van specifieke kennis en deskundigheid van dit langlopende project, een handicap is bij een optimale doorstart. Dit leidt tot enige (tijdelijke) vertraging bij de uitvoering van werkzaamheden.
Activiteiten in 2011 De aandacht zal uiteraard gericht zijn en blijven op verkoop van tuinbouwkavels. Hiervoor is LTO Vastgoed als makelaar ingeschakeld, met name om tuinders uit het westen van het land te interesseren. Het Projectbureau zal zich met name richten op tuinders uit de regio. Op advies van Communicatiebureau Imagro is ook besloten “Bergerden” als merk te herpositioneren. De kernbelofte (de basis voor de herpositionering) luidt nu:
Bergerden: prima ondernemen, werken én leven ! Dit kan ook direct de pay off van Bergerden zijn. In 2011 worden de werkzaamheden wat betreft bouw- en woonrijpmaken vrijwel geheel afgerond. Dit betekent onder meer het aanbrengen van het resterende deel van de openbare verlichting. Om de grondexploitatie gezond te houden zal de ombestemming van een deel van het plangebied, waarbij de mogelijkheid wordt geboden om agrobusiness-bedrijven te vestigen, in voorbereiding worden genomen. De verantwoording van de door het Ministerie van LNV verleende STIDUG-subsidie zal worden afgerond.
PARAGRAFEN A Weerstandsvermogen Definitie Onder weerstandsvermogen wordt verstaan "het vermogen om niet-structurele risico's op te vangen teneinde de taken te kunnen voortzetten". Weerstandscapaciteit Hiermee worden de middelen bedoeld die kunnen worden aangewend om financiële tegenvallers (risico's) op te vangen. Deze capaciteit is van belang om, ingeval één of meerdere risico's zich voordoen, toch het voorgenomen programma tot uitvoering te brengen. De weerstandscapaciteit kan zowel de exploitatie als het vermogen betreffen. In de exploitatiesfeer kan men denken aan een raming voor onvoorziene uitgaven. In de vermogenssfeer betreft het de (vrij aanwendbare) reserves. Zoals reeds aangegeven in de toelichting op de balansposten is er geen sprake van vorming van reserves. Een eventueel risico dient dus opgevangen te worden middels de exploitatie. Onderstaand wordt een inschatting gegeven van de risico's en de wijze waarop deze kunnen worden opgevangen. Risicobeoordeling Fase 1 van het project Bergerden werd gekenmerkt door een lange voorbereidingstijd, waardoor kosten toenamen terwijl er geen inkomsten werden gegenereerd. Inmiddels is fase 1 met een negatief saldo afgesloten. Fase 2 dient een positief saldo te genereren om uiteindelijk uit te komen op een kostendekkende exploitatie voor Bergerden als geheel. Sinds enkele jaren stagneert de kavelverkoop. Door de slechte economische situatie in de tuinbouwsector wordt er niet of nauwelijks geïnvesteerd in nieuwbouw van glas en glastuinbouwbedrijven. Dit noopt tot bijstelling van het volloopscenario en verlaging van de prijsindexering. Het financiële gevolg is een grondexploitatie met een negatief resultaat van € 1,4 miljoen (Contante Waarde). Bergerden geniet voor de ontwikkeling van fase 2 over een (redelijk) sterke grondpositie. Nadeel hiervan is de hoge rentelast die deze investeringen met zich meebrengen.De STIDUGsubsidie is noodzakelijk geworden om het ambitieuze en innovatieve plan Bergerden als geheel tegen marktconforme uitgifteprijzen te kunnen realiseren. Bovendien is in deze fase de ontwikkeling van de markt cruciaal geworden. Om inzicht in de risico’s te verkrijgen is een risicoinventarisatie uitgevoerd. De risico's voor de ontwikkeling van een plan als Bergerden concentreren zich op de volgende punten: 1. De tuinders zijn niet in staat of bereid (bijvoorbeeld bij tegenvallende economische ontwikkelingen) zich te vestigen in Bergerden; 2. Vertraging project ten opzichte van de prognose in de grex-berekeningen; 3. Het niet verwerven van grond/niet sluiten exploitatieovereenkomsten, waardoor OLB deze niet kan uitgegeven; 4. De toegekende STIDUG-subsidie wordt niet of gedeeltelijk niet uitbetaald; 5. Het niet ontvangen van een bijdrage uit de grondexploitatie van Agropark; 6. De ombestemming van blok V naar bedrijventerrein lukt niet of levert niet het verwachte voordeel op; 7. Initiatiefnemers en ontwikkelaars worden geconfronteerd met oplopende verwervingsprijzen Ad 1. Bergerden wordt vanaf 2007 geconfronteerd met een situatie waarin tuinders niet in staat dan wel bereid zijn investeringen te doen in een nieuw bedrijf op Bergerden. Op de zeer hoge energieprijzen volgde in 2008 de kredietcrisis. Banken zijn niet of nauwelijks bereid nieuwbouwplannen van tuinders te financieren. De verwachting is dat de markt weer zal aantrekken, echter waarschijnlijk pas over enkele jaren. De tuinbouwsector heeft zich in de afgelopen decennia ontwikkeld tot een sterke en innovatieve sector. Tuinders met nieuwbouwplannen zijn ook nog steeds in gesprek met Bergerden over vestiging. De stand van zaken in de gronduitgifte (aug 2011) is als volgt:
• • • • •
Verkocht en reeds ontwikkeld: Verkocht, maar nog niet ontwikkeld: Afrondende fase onderhandelingen: Gemeld met zeer concrete interesse: Gemeld concrete interesse 1e gesprekken: Totaal + concrete interesse
Totaal
106 0 0 0 16
ha ha ha ha ha
122 ha
Wat betreft de verkoopstrategie wordt een tweesporenbeleid gevoerd. Het Projectbureau Bergerden onderhoudt de contacten met de tuinders in de regio en LTO Vastgoed poogt met name tuinders uit het westen voor Bergerden te interesseren. Over acquisitie en steun anderzins is overleg gaande met Oost N.V. In de grondexploitatie is, gezien de economische situatie in de sector, rekening gehouden met een verlenging van de looptijd tot en met 2018 en een bijstelling van het volloopscenario. Ad 2. Gebleken is dat de grondverkoop stagneert door de crisis in de sector. De verwachting is dat over enkele jaren de markt weer aantrekt. Bovendien mag ook worden verwacht dat de provinciale verplaatsingsregeling en de gemeentelijke functieveranderingsregeling bijdragen aan de verplaatsing van glastuinbouwbedrijven naar Bergerden. Het projectbureau ondersteunt tuinders wat betreft de verplaatsings- en functieveranderingsregeling. Ad 3. De exploitatieberekeningen gaan er vanuit dat alle gronden worden verworven. Zoniet dan wordt ten minste een exploitatieovereenkomst met deze grondbezitters gesloten. Het niet verwerven c.q. niet sluiten van een exploitatieovereenkomst vormt een risico voor de exploitatie van Bergerden. De inkomsten door uitgifte van grond of het ontvangen van een exploitatiebijdrage blijven dan immers achterwege. Ad 4. Ten aanzien van de Stidug-regeling het volgende. De subsidie werd in februari 2003 toegekend door het ministerie van LNV. Vanaf het moment van toezegging ontstaan nieuwe risico’s: Bergerden zal moeten uitvoeren wat zij heeft beschreven in de aanvraag, binnen de daarvoor gestelde termijnen. Inmiddels zijn de termijnen waarbinnen het plan moet zijn ontwikkeld verruimd. Met de verlenging dient het project, dat wil zeggen het realiseren van de collectieve voorzieningen, medio 2011 afgerond te zijn. Dit is gelukt. Daarnaast dient Bergerden zich te houden aan de voorwaarden uit de regeling, zoals het openbaar aanbesteden van planonderdelen, zonodig aan de hand van de Europese aanbestedingsregels. Om de risico’s die een eenmaal verkregen subsidie met zich mee brengt te ondervangen, zijn in samenspraak met de gemeente (organisatorische) maatregelen genomen binnen het Projectbureau (administratieve organisatie en bewaking). Onder andere heeft het Projectbureau regelmatig contact met DLG, de uitvoerder van de subsidieregeling. Eind 2011 zal het verantwoordingsverslag bij DLG worden ingediend. De inzet is gericht op toekenning van het volledige subsidiebedrag. Ad 5. De grondexploitatie gaat er van uit dat de kavel die bestemd was voor de Lentse Potgrond, ontwikkeld zal worden als bedrijventerrein met het bijbehorende positieve exploitatiesaldo. Dit is in de gemeenteraadsvergadering van 26 oktober 2006 ook zo vastgesteld. Het is mogelijk dat het de gemeente Lingewaard niet lukt deze kavels succesvol te ontwikkelen, bijvoorbeeld door een tegenvallende markt in de Agrobusiness. OLB zal hierdoor inkomsten mislopen: € 0,9 miljoen.
Ad 6. In het geval de grondexploitatie verliesgevend wordt, zal het OLB de maatregel ‘ombestemming’ inzetten. De transformatie van 6,7 ha tuinbouwgrond naar Agrobusinessgrond levert een dekking op van globaal € 5,3 miljoen. De ombestemming zelf behoeft te zijner tijd de definitieve goedkeuring van de provincie. De provincie heeft schriftelijk wel bevestigd onder voorwaarden mee te werken aan een dergelijke ombestemming. Ad 7. Het is mogelijk dat de verwervingsprijzen voor de grond in Bergerden nog verder stijgen dan waar nu al rekening mee is gehouden. Het merendeel van de grond in Bergerden is echter reeds in het bezit van OLB. Mogelijk dat de laatste percelen als gevolg van vastlopende onderhandelingen middels onteigening verworven zullen moeten worden. Voorts is de vraag of onteigening juridisch gezien kan. Voor de glastuinbouw is er echter nog geen ervaring met onteigening. Weerstandscapaciteit
Bovenstaande risico’s zijn middels een risicoinventarisatie en -analyse gekwantificeerd aan de hand van de kans dat de gebeurtenis zich voordoet en het verwachtte financiële effect. Hierin is het positieve effect van de ombestemming ook meegenomen.
B Onderhoud van kapitaalgoederen Onder kapitaalgoederen worden verstaan: wegen, riolering, kunstwerken, groen en openbare verlichting. Na oplevering door de aannemer treedt de normale onderhoudstermijn in werking. Nadat de eerste fase is afgerond kan overdracht van de openbare voorzieningen aan de gemeente Lingewaard plaatsvinden. Met alle betrokkenen wordt voorts overleg gevoerd over het opzetten van een parkmanagement-organisatie. Deze organisatie kan een deel van het beheer van de openbare ruimte overnemen.
C Financiering De financiering geschiedt middels rekening-courant met de Gemeente Lingewaard. De regels van de Gemeente Lingewaard terzake zijn derhalve van toepassing. In overleg met de provincie valt het OLB in het kader van de Wet Fido onder het regime van de gemeente Lingewaard.
D
Bedrijfsvoering
De bedrijfsvoering heeft als reikwijdte de totale organisatie, zowel ambtelijjk als bestuurlijk en dient ter ondersteuning van het programma. Het welslagen hiervan is in belangrijke mate afhankelijk van de kwaliteit van de bedrijfsvoering. Algemeen Bestuur en Dagelijks Bestuur
In het verslagjaar bestond het Algemeen Bestuur uit de volgende leden: Gemeente Lingewaard: - de heer H.H. de Vries (voorzitter) - de heer F.M. Schut (vice-voorzitter) - de heer J.A.W. Joosten - mevr. M.J.A. van Aalten- Janssen Gemeente Nijmegen: - mevr. J.G. Kunst - de heer J.W.M. van der Meer In 2010 heeft het Algemeen Bestuur een maal vergaderd, namelijk op 9 september. In deze vergadering zijn onder meer de Jaarrekening en Jaarverslag 2009, het Beleidsplan 2011-2014 en de Begroting 2011 besproken en vastgesteld. In het verslagjaar bestond het Dagelijks Bestuur uit de volgende leden: Gemeente Lingewaard: - de heer H.H. de Vries (voorzitter); - de heer F.M. Schut (vice-voorzitter) Gemeente Nijmegen: - mevr. J.G. Kunst Het Dagelijks Bestuur vormt samen met de vertegenwoordigers van de Stichting STOL, de heren F. Hollinger en H. Gertsen, de Projectdirectie Bergerden. De Projectdirectie Bergerden heeft in het verslagjaar vier keer vergaderd. Het Algemeen Bestuur en de Projectdirectie Bergerden worden ambtelijk ondersteund door de heer M.P. Zee, secretaris van de gemeenschappelijke regeling. Personeel De ondersteuning van het bestuur geschiedt door het projectbureau en de ambtenaren van de gemeenten Lingewaard (waaronder de secretaris van het OLB) en Nijmegen. Het projectbureau bestaat uit de projectmanager en de managementassistente. In het beleidsplan is de taakverdeling tussen het projectbureau Bergerden en gemeente Lingewaard vastgelegd. Voor de werkzaamheden gericht op de uitvoering van het programma (verwerving, promotie, bouwrijpmaken, toezicht etc.) wordt gebruik gemaakt van derden. Financiële administratie In de vergadering van het AB van 8 december 2004 zijn de Financiële verordening Bergerden en de Controleverordening Bergerden vastgesteld. Het belang van de verordeningen is gelegen in het feit dat het algemeen bestuur ermee aangeeft binnen welke kaders de financiële functie wordt uitgeoefend en hoe de controle dient plaats te hebben. In de vergadering van het AB van 8 mei 2006 is het Protocol accountantscontrole vastgesteld. Dit protocol geldt voor het jaar 2005 en volgende jaren. Het normenkader maakt onderdeel uit van deze jaarrekening. Fiscaliteiten Inzake de afwikkeling van de gemeenschapsvoorzieningen en de overdracht daarvan aan de Gemeente Lingewaard is een fiscale berekening opgesteld en verzonden aan de Belastingdienst. Er is nog geen reactie van de Belastingdienst ontvangen.
E
Verbonden partijen.
Het OLB heeft geen bestuurlijke of financiële belangen, binnen de strekking van verbonden partijen, in een andere rechtspersoon. De EnergieCombinatie Bergerden (ECB), thans gefailleerd en gesplitst in Greenhouse Energy en Netwerkbedrijf Energy Connection en het GietWaterbedrijf Bergerden (GWB) zijn zelfstandig opererende rechtspersonen en zijn slechts gelieerd aan het grondgebied waarin het OLB opereert.
F Grondbeleid Activiteiten in 2010 De activiteiten in 2010 bestonden met name uit: 1. het verkopen van de percelen van blok I t/m IV en VI; blok VI, wordt door de eigenaar ontwikkeld, maar door het PB verkocht omdat zij meer kennis van de markt heeft. 2. het afronden van het bouw en woonrijp maken van blok I t/m IV, VI en X; 3. het meehelpen verzorgen van de energie-infrastructuur voor fase 2 en meer in het bijzonder een adequate netaansluiting voor de teruglevering van door tuinders opgewekte elektriciteit. De activiteiten 1 en 3 staan direct met elkaar in verband. Samen met Netwerkbedrijf Energy Connection (de opvolger van ECB) en Liander (netwerk beheerder buiten Bergerden) zal OLB zorg dragen voor een technisch goede en financieel aantrekkelijke(-re) mogelijkheid tot aansluiting op het elektriciteitsnet van Nederland. Deze aansluiting is essentieel voor de ontwikkeling van Bergerden. Nieuwe tuinders hebben thans de keuze tussen aansluiten bij het collectief of een eigen voorziening realiseren.
G Rechtmatigheid Met betrekking tot de rechtmatigheid is de Stidug-regeling één van de belangrijkste kaders. In 2006 is specifiek aandacht geschonken aan de naleving van de Stidug-regeling. Een deel van de werkzaamheden waarvoor de Stidug-subsidie is verstrekt is uitgevoerd door ECB en het GWB. Beide rechtspersonen is verzocht om een verantwoording aan te leveren inzake de besteding van de Stidug-subsidie. Deze informatie hebben partijen verstrekt en zijn door de accountant beoordeeld.
Jaarrekening
2 0 10
d.d. 19 september 2011
BALANS PER 31 DECEMBER
ACTIVA
2010 €
2009 €
Vaste activa
PASSIVA
2010 €
2009 €
11.098.982
9.718.280
28.975.295 69.474
26.920.679 279.793
40.143.751
36.918.752
0
0
Werkelijk
Begroot
Werkelijk
2010 €
2010 €
2009 €
9.569
31.000
Voorzieningen
Financiële vaste activa Langlopende leningen
Voorzieningen met een specifieke aanwending 339.519
329.950
Vlottende activa
Vlottende passiva
Voorraden Onderhanden werken
38.394.933 36.087.324
Uitzettingen met een looptijd korter dan 1 jaar Debiteuren
1.409.299
Netto vlottende schulden Rekening courant gem. Lingewaard Overige schulden
501.477
40.143.751 36.918.752
Verstrekte waarborgen en garantstellingen
PROGRAMMAREKENING
LASTEN
2. Rente en afschrijving 2.0 Rente 3. Goederen en diensten 3.3 Duurzame goederen: - Kosten planontwikkeling - Aankopen - Milieu, archeologie en explo. - Bouw-/bedrijfsrijpmaken - Onvoorzien 3.4 Overige goederen en diensten - Beheerskosten gronden - Overige kosten
Werkelijk
Begroot
Werkelijk
2010 €
2010 €
2009 €
924.856
883.000
929.840
237.479 12.113 20.652 1.537.931 0 40.370 0
342.000 480.358 4.598.600 43.927 213.000 8.142 0 1.115.714 581.600 15.000 2.250
BATEN
2. Rente en afschrijving 2.0 Rente 3. Goederen en diensten 3.3 Duurzame goederen: - grondverkopen - overige opbrengsten
4. Vermogensoverdrachten - subsidies / bijdragen
6. Verrekeningen Dotatie in voorziening Afname onderhanden werken
6. Verrekeningen Onttrekking uit voorziening Toename onderhanden werken
1.342.950
4.154.104
7.978.400
1.831.796 5.132
4.950.100 449.600
1.604.328 59.176
0
2.547.700
-
30.834
4. Vermogensoverdrachten - Bijdrage ECB
1.380.702
53.450
2.608.816
2.307.607 4.154.104
891.863 7.978.400
2.608.816
TOELICHTING BEHORENDE BIJ DE JAARREKENING
Algemeen
De verslaglegging is gericht op het karakter van grondexploitatie. Dit houdt onder meer in dat alle opbrengsten en kosten in de Programmarekening worden verantwoord. De vergelijkende cijfers (begroting 2010 en jaarrekening 2009) zijn niet opgenomen in de toelichting op de balans en de programmarekening vanwege het projectmatige karakter van deze gemeenschappelijke regeling. Waarderingsgrondslagen
In de bouwrekening zijn de nog uit te geven bedragen ontleend aan de exploitatieberekening van augustus 2011. Deze berekening is gebaseerd op een eindwaarde (2018). Daarnaast is de contante waarde vermeld (per 1 januari 2011). De bedragen genoemd in de Balans en de Programmarekening zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde (aanschaffings- of vervaardigingskosten).
De begrote bedragen in de Programmarekening zijn ontleend aan de begroting 2010. Calculatieverschillen in de exploitatieberekeningen worden bij de exploitatie-opzet toegelicht. Bij waardering zijn de grondslagen van de Bbv in acht genomen.
BALANS ACTIVA
Vaste activa Langlopende leningen
Specificatie: GietWaterbedrijf Bergerden (GWB)
339.519
Stand 1-1 329.950
Mutatie 9.569
Stand 31-12 339.519 *
* In de vergadering van het Algemeen Bestuur (AB) d.d. 12 mei 2003 is besloten om het GWB een lening te verstrekken € 270.000,- . Aflossing van de lening zou geschieden in vijf jaarlijkse termijnen, voor het eerst op 31 december 2006. Vooralsnog is niet aan de verplichting tot aflossen voldaan, de reeds opgelegde termijnen, incl. rente, van 2006-2008 zijn van de kortlopende uitzettingen teruggeboekt naar de langlopende leningen en de rente is over de totale hoofdsom herberekend. In 2010 is een nieuwe geldleningovereenkomst met GWB gesloten, waarbij voor het eerst ultimo 2013 rente en aflossing zal plaatsvinden.
Vlottende activa
Voorraden Onderhanden werken (boekwaarde gronden)
Het verloop hiervan in het jaar 2010 is als volgt: Voorraad 1 januari 2010 Toe- /afname boekwaarde 2010 Voorraad 31 december 2010
38.394.933
36.087.325 2.307.607 38.394.933
*
* zie toelichting op Programmarekening onder "Verrekeningen" (pagina 25).
Uitzettingen met een looptijd korter dan 1 jaar
Specificatie: Debiteuren 2004 Vorderingen STOL/gem. Nijmegen en Lingewaard Debiteuren 2010
Waarvan voorzieningen getroffen Eindsaldo
1.409.299
Stand 31-12 2.214 1.380.702 26.383 1.409.299 0 1.409.299
PASSIVA Voorzieningen Voorzieningen met een specifieke aanwending
Specificatie: I. Min. LNV; subsidie STIDUG 2. Voorziening gem. Nijmegen/Lingewaard en STOL
11.098.982
Stand 1-1 9.718.280 0
Mutatie 0 1.380.702
Stand 31-12 9.718.280 1.380.702
9.718.280
0
11.098.982
I. Toelichting Ministerie LNV In 2003 en 2004 zijn van het Ministerie LNV (Dienst Landelijk Gebied) voorschotten ontvangen in het kader van de STIDUG-gelden. Aan de betaalbaarstelling door de DLG van de gelden kunnen geen rechten worden ontleend. De uitbetaalde gelden zijn te allen tijde terug te vorderen. Bij de subsidievaststelling wordt na afronding van het project het subsidiebedrag definitief vastgesteld. Op het moment dat een gedeelte van de subsidie definitief is vastgesteld zal dit bedrag ten gunste van de exploitatie worden gebracht. Van het toegekende subsidiebedrag (€ 12.170.000,-) is 80% middels voorschotten uitbetaald.
Vlottende passiva Netto vlottende schulden Rekening courant gemeente Lingewaard
28.975.296
Betreft de schuld in rekening courant met de gemeente Lingewaard per 31 december 2010.
Overige schulden
Specificatie: Diverse bedrijven; diverse facturen
69.474
69.474 69.474
Hierin zit de vordering ad € 21.481,- van de belastingdienst voor omzetbelasting 4e kwartaal 2010
PROGRAMMAREKENING 2010. LASTEN 2. Rente en afschrijving 2.0 Rente
Specificatie: - Gemeente Lingewaard; rente rekening-courant - overige rentelasten
924.856
* 924.856 924.856
* De werkelijk betaalde rente rekening-courant is gebaseerd op een rentepercentage van ca. 3,4%. De voorgecalculeerde rente gaat uit van 6% waardoor op dit onderdeel een voordelig rente-effect zou ontstaan, echter door de stagnerende verkoop is er een rente nadeel ontstaan.
3. Goederen en diensten
3.3 Duurzame goederen Onder deze post worden de werkelijke kosten van planontwikkeling, grondaankopen en bouwrijpmaken verantwoord. Kosten planontwikkeling
237.479
Voor een specificatie van deze kosten wordt verwezen naar de bouwrekening (blz. 31). Kosten grondaankopen Een specificatie van de aangekochte gronden vindt u in de staat Grondaankopen (blz. 32 en 33).
12.113
Milieu, Archeologie & Explosieven
20.652
Voor een specificatie van deze kosten wordt verwezen naar de bouwrekening (blz. 31). Bouw- en bedrijfsrijpmaken
1.537.931
Voor een specificatie van deze kosten wordt verwezen naar de bouwrekening (blz. 31). 3.4 Overige goederen en diensten Beheer gronden / panden Hier worden de kosten verantwoord voortvloeiende uit de grondaankopen, zoals verzekeringen, belastingen en onderhoudskosten kavels en panden. Overige kosten
40.370
0
6. Verrekeningen Dotaties in voorzieningen:
1.380.702
BATEN 2. Rente en afschrijving 2.0 Rente Specificatie: - Belastingdienst; Heffingsrente - rentevergoeding leningen
9.569
9.569 9.569
3. Goederen en diensten 3.3 Duurzame goederen
Onder deze post worden de werkelijke opbrengsten uit grondverkopen verantwoord. Opbrengst grondverkopen
1.831.796
Specificatie: Exploitatiebijdrage Overige grondopbrengsten/bijdragen
451.094 1.380.702 1.831.796
Een specificatie van de verkochte kavels t/m 2010 vindt u in de staat Grondverkopen (blz.34). Overige opbrengsten
Specificatie: Schadeloosstelling e.d. Pacht Bijdr. Watergangen
5.132
1.122 4.010 5.132
4. Vermogensoverdrachten Subsidies / bijdragen derden
0
6. Verrekeningen Onderhanden werken De toename is als volgt gespecificeerd:
2.307.607
Kosten planontwikkeling Kosten grondaankopen Beheer gronden / panden Bouw- en bedrijfsrijpmaken Milieu, Archeologie & Explosieven Rentelasten Overige goederen en diensten Dotaties in voorzieningen
237.479 12.113 40.370 1.537.931 20.652 924.856 0 1.380.702
Opbrengst grondverkopen Subsidies
1.831.796 0
4.154.104
Huur-/pachtopbrengsten Rentebaten Onttrekking uit voorziening Per saldo toename onderhanden werken
5.132 9.569 0 1.846.497 2.307.607
VASTSTELLING JAARREKENING 2010
Vastgesteld door het Algemeen Bestuur in de openbare vergadering van ……...
voorzitter,
secretaris,
BIJLAGEN
I. Bouwrekening 2010 Omschrijving
(1)
verantwoord t/m dienstjaar 2009 (2)
verantwoord in dienstjaar 2010 (3)
verantwoord t/m dienstjaar 2010 (4)
23.500.461 268.771
12.113 40.370
23.512.574 309.141
Verwerving Beheer gronden/panden
0 2.100.000 0 14.118.765 10.011.102 0 73.587.675
4.563.632 132.000 0 0 0 25.001 228.998 100.000 0 0 803.427 0 80.343 0 0 281.800 200.000 388.141 0 140.000 15.000 103.999 200.020 0 0 37.002 0 150.000 0 0 -11.098.982 6.869.894 129.215 3.349.494
Milieu, Archeologie & Explosieven : Sloopkosten Milieukosten Archeologie Explosievenopruiming
71.985 194.063 68.462 2.548.113
Bouw-/bedrijfsrijpmaken: Bouw-/woonrijpmaken Aanleg rotonde Karstraat Onvoorzien
9.047.365 399.109 0
1.537.931
10.585.297 399.109 0
Planontwikkeling : - Procesmanagement - Projectbureau - Adviseur O.G. - Adviseur duurzaamheid - PR en Communicatie - Adviseur ontwerp en realisatie - Overige kosten - Voorbereiding/toezicht gemeenten - Advieskosten MER - Restitutie advieskosten Directie/Toezicht
2.280.078 1.248.502 1.086.974 202.530 246.218 1.303.054 1.384.858 1.054.343 153.935 -174.310 624.753
55.624 25.978 12.362 5.000 16.802 7.964 21.684 48.299
2.335.702 1.274.481 1.099.336 207.530 263.021 1.311.018 1.406.542 1.102.642 153.935 -174.310 668.519
Onvoorzien algemeen EnergieCombinatie Bergerden BTW-voorziening Dotaties voorzieningen Financieringskosten Kostenstijging Totaal kosten
0 2.100.000 0 12.738.063 9.095.814 0 69.443.139
0
Grondverkopen Overige grondopbrengsten/bijdragen STIDUG-bijdrage Subsidie explosieven Bijdragen zonder BTW Inkomstenstijging Totaal opbrengsten
20.253.656 1.061.834 9.718.280 1.666.185 655.860 0 33.355.814
1.836.928
20.704.750 2.442.536 9.718.280 1.666.185 660.992 0 35.192.743
SALDO PER EINDWAARDE
36.087.325
2.307.607
38.394.932
20.652
43.766
1.380.702 915.288 4.144.536 451.094 1.380.702
5.132
71.985 214.715 68.462 2.548.113
Contante waarde per 01-01-2011 fase I Contante waarde per 01-01-2011 fase II Getroffen voorziening: Bijdrage STOL Gemeente Nijmegen Gemeente Lingewaard
nog te op basis van kostprijsbesteden berekening ingecalculeerd (6-4) augustus 2011 mei 2010 (5) (6) (7)
Calculatieverschil (6) - (7) (8)
28.076.206 441.141
28.058.432 481.689
71.985 239.716 297.460 2.648.113
71.985 239.367 297.462 2.648.113
11.388.724 399.109 80.343
11.650.180 399.109 258.235
2.617.502 1.474.481 1.487.477 207.530 403.021 1.326.018 1.510.541 1.302.662 153.935 -174.310 705.521
2.616.878 1.473.502 1.449.973 202.530 406.218 1.323.053 1.464.857 1.243.344 153.935 -174.310 664.755
150.000 2.100.000 0 3.019.783 16.880.996 129.215 76.937.169
890.970 2.100.000 250.000 3.019.783 16.595.786 376.525 78.162.371
34.340.799 526.958 2.453.984 74.999 60.779 2.360.677 39.818.195
55.045.549 2.969.493 12.172.264 1.741.184 721.771 2.360.677 75.010.938
54.536.125 3.553.649 12.172.264 1.759.934 802.013 5.338.386 78.162.371
-36.468.701
-1.926.231
0
17.774 -40.548 0 0 0 349 -2 0 0 0 -261.456 0 -177.892 0 0 624 979 37.504 5.000 -3.197 2.965 45.684 59.318 0 0 40.766 0 -740.970 0 -250.000 0 285.210 -247.310 -1.225.202 0 509.424 -584.156 0 -18.750 -80.242 -2.977.709 -3.151.433 0 -1.926.231
12.579.792 -11.199.090 1.380.702
9.775.788 -9.775.788 0
p.m. p.m. p.m.
226.890 576.906 576.906 1.380.702
Voor een toelichting op de belangrijkste afwijkingen van de calculatie van mei 2010 ten opzichte van de calculatie van augustus 2011 verwijzen wij u naar de grondexploitatieberekening van augustus 2011. De verantwoorde bedragen t/m 2010 zijn naar de inzichten van de meest recente grondexploitatie gepresenteerd. De boekwaarde op 31 december 2010 stemt overeen met de jaarrekening 2010.
II. Staat van grondaankopen t/m 2010
Datum aankoop
Omschrijving
15-09-1999 Knuiman, WH 01-10-1999 Nusselder, H 01-10-1999 Blankert-Nusselder, D 30-11-1999 SNS Bank Nederland BV
Aantal ca
Kadastrale gemeente, sectie, nummer
Elst, B 542 Bemmel, A 251 Bemmel, A 106/107/108 Bemmel, A 252 Bemmel, A 228
2 84 20 ca 6 80 70 ca 3 11 90 ca 3 68 70 ca 4 00 00 ca 20 45 50 ca
Totaal 1999
20-01-2000 Stg.STOL-projekt 10-02-2000 Gendt, WJM van
10-02-2000 Vermeulen, GWG 30-03-2000 Gemeente Bemmel
01-08-2000 01-09-2000 01-09-2000 15-09-2000 21-12-2000 21-12-2000
Berends, EH Bemaco Ontwikkeling BV Welles, KW Arends, EHL Knorth, WF Stinissen
29-12-2000 Willemsen, JA
15-02-2001 15-02-2001 30-03-2001 01-06-2001
27-02-2002 27-02-2002 27-02-2002 30-05-2002 31-10-2002
Gendt, JWE van Gendt, WJM van Opgenoort, fam. Gem.Bemmel
Gem.Bemmel Berg-Bosman, WCJ vd Berg-Bosman, WCJ vd Bosman, THAM Damen, WGM
div.percelen Bml, A 10/29/34/111*/112*/ 113*/114*/135/257/258/259/289 div.percelen Bemmel, A 11 Elst, B 378/542 Bml, B 7/8/9/341/341/342/532/533 Bemmel, A 76/77 Bemmel, A 90/276 Bemmel, A 209 Bemmel, A 249/250 Bemmel, A 189 Bemmel, A 234/236/237 Bemmel, A 136/160 Bemmel, A 48/49/296/297 Bemmel, A 318 Bemmel, A 89/90 Totaal 2000
85 96 50 ca 10 94 10 ca 7 29 72 ca - 36 64 70 ca 4 06 10 ca - 5 42 50 ca 32 10 60 ca 1 92 10 ca 4 64 60 ca 7 60 ca 2 89 00 ca 93 18 ca 4 07 18 ca 2 07 80 ca 6 02 40 ca 1 21 45 ca 4 90 50 ca
Bemmel, A 281 Bemmel, A 289 Bemmel, A 271 Bemmel, A 98/99/103/325/326/1166 Bemmel, A 91 Totaal 2001
1 34 65 ca 30 47 ca 2 29 00 ca 27 42 69 ca 1 07 30 ca
Bemmel, B 454/460 Bemmel, B 454/460 Bemmel, B 357 Bemmel, C 701/702/108/108/876/92 Angeren, C 455/458 Totaal 2002
2 78 57 ca - 2 78 57 ca 2 48 20 ca 8 50 70 ca 1 17 00 ca
1 27 05 63 ca
32 44 11 ca
12 15 90 ca
II. Staat van grondaankopen t/m 2010
Datum aankoop
Omschrijving
21-03-2003 Vermeulen, HGSM 28-04-2003 Tilleman, maatschap 02-09-2003 Steenhof, GBK
15-09-2003 Arends, EHL 04-12-2003 BBL
20-01-2004 Steenhof, J 15-03-2004 Arends, AHE Welles, KW 13-02-2004 Gendt, WJM van 28-10-2004 Bouwfonds
Kadastrale gemeente, sectie, nummer
Aantal ca
Bml, B 7/8/9/341/341/342/532/533 Bml, A 75/242/243/308(ged.) Bml, A 94/166/167 en B 244 Bemmel, A 200/312/314 Bemmel, B 357 E 1950 Bemmel, A 234/236 Bml, A 74/100/191/202/203/275/311/313 Compensatiegronden Totaal 2003
Bemmel F 4188 Heuvelsestraat 31 Verrekening ondermaat Verrekening ondermaat 629 (ged)
- 32 10 60 ca 29 70 66 ca 11 31 10 ca 5 76 50 ca - 2 08 00 ca - 1 82 90 ca 68 12 ca 12 67 80 ca - 24 62 70 ca - 50 02 ca
38 21 ca 1 47 30 ca - 2 03 ca - 6 10 ca 2 11 82 ca 3 89 20 ca
Totaal 2004
14-01-2005 19-01-2005 03-06-2005 03-11-2005
Uijttewaal, CPA Steenhof, J Bruyn, BGJ de Lentjes-Boshoven, LJE
Bemmel, A 239 Verrekening ondermaat Elst, C 28/338 Huissen, G 538/703
1 40 69 ca - 24 40 ca 4 08 00 ca 61 55 ca 5 85 84 ca
Totaal 2005
22-02-2006 Gendt, WJM van 07-08-2006 Neijenhuis, CPM
31-01-2007 Zaat c.s.
14-03-2007 Hullenaar, HAE van 't 27-12-2007 BBL 31-12-2007 Gendt, WJM van
01-10-2008 G.W.G. Vermeulen
Bemmel, A 111/112(ged.)/113/114(ged.) Bemmel, A 221/222 Totaal 2006
Bemmel A 277/278/59/64/65/73/ 109/190/279/92/93 Bemmel, A 242/297/296/347 Huissen, G 1230 (ged) Bemmel, A 92/93/312/314/339 2e termijn aankoop 22-02-2006 Totaal 2007 Cultuurgrond voor aanleg Clivia Totaal 2008
Boekjaar 2009-2010 TOTAAL
6 66 72 ca 3 02 40 ca 9 69 12 ca
15 90 60 ca - 17 29 65 ca 0 ca - 2 73 67 ca 0 ca - 4 12 72 ca 60 27 ca 60 27 ca
Geen mutaties 2 07 52 83 ca
III. Staat van grondverkopen t/m 2010
Passeerdatum
Koper
Aantal ca
Aantal ca per jaar
FASE I 14-07-2003 25-07-2003
Presikhaaf Bedrijven Beijer, HWM
22-01-2004 01-04-2004 01-04-2004 01-04-2004 01-06-2004 15-07-2004 13-10-2004 23-11-2004 21-12-2004 30-12-2004
Waterschap Rivierenland Gellecum, JBW v Roelofs, ERA Firma Vd.Harg-v.Winden Vd.Kleij-Tas C.V. Rikken VOF Schouten/v.Marwijk ECB Gerichhausen-Janssen Kwekerij Stef Huisman B.V.
07-01-2005 29-04-2005 17-05-2005 14-07-2005 14-07-2005 09-08-2005 09-08-2005 02-12-2005 02-12-2005
Valkenburg, AWJ Maters, GJ RJ Derksen Beheer B.V. Wilko Hofstede B.V. Hofstede, WJG JvB vastgoed B.V. Jansen, RAJ Kees Greve B.V. Smitjesland Lent B.V.
13 37 57 ca 3 17 21 ca Totaal 2003
16 54 78 ca
2 40 ca 3 88 92 ca 3 88 92 ca 10 08 16 ca 4 27 32 ca 2 58 27 ca 3 73 06 ca 86 61 ca 4 57 09 ca 2 99 09 ca Totaal 2004
36 89 84 ca
4 78 11 ca 3 95 09 ca 4 09 10 ca 4 84 13 ca 7 85 ca 2 44 35 ca 15 00 ca 5 00 02 ca 4 12 44 ca Totaal 2005
29 46 09 ca
FASE II 07-02-2007
Karma Plants
5 53 90 ca Totaal 2007
5 53 90 ca
17-04-2008 9-5-2008 5-11-2008
Nuon Infra Oost BEB Kavel Tilleman (B 244 - 1) verk. aan Klomp
10 ca 4 00 00 ca 2 00 00 ca
29-12-2009
Totaal 2008 Jabro Beheer BV PJTM Janssen en MEA Janssen-Brockhoff
4 02 87 ca
Boekjaar 2010
Geen mutaties
6 00 10 ca
4 02 87 ca
TOTAAL
98 47 58 ca
Totaaloverzicht per 31 december 2010 Uitgeefbare oppervlakte *
Fase I Fase II
Reeds gepasseerd
(1)
(2)
960.837 1.276.378 2.237.215
829.071 155.687 984.758
86,29% 12,20%
98 47 58 ca
IV. Normenkader 2010 Minimumkader reikwijdte rechtmatigheidscontrole accountant
Specifieke activiteit Algemeen financieel middelenbeheer
Wetgeving extern • Grondwet • Burgerlijk Wetboek • Gemeentewet • Besluit Begroting en Verantwoording • Wet gemeenschappelijke regelingen • Algemene Wet Bestuursrecht • Fiscale wetgeving • Stidug
Treasurybeheer
•
Wet financiering decentrale overheden (FIDO)
Inkopen en contractbeheer
•
EU-aanbestedingsregels
Regelgeving intern • Gemeenschappelijke regeling Bergerden (2003) • Financiele verordening Bergerden • Controleverordening Bergerden
•
Treasurystatuut gemeente Lingewaard (Zie correspondentie Provincie Gelderland d.d. 23 maart 2004.)
V. Accountantsverklaring Deze ruimte is gereserveerd voor de stukken van Deloitte.
Kaart plangebied.
##########
Openbaar
Lichaam
BERGERDEN
Begroting
2012
-1-
INHOUDSOPGAVE
Pag.
Inleiding
2
Algemeen
3
Begroting van baten en lasten
5
Toelichting
6
Paragrafen A. Weerstandsvermogen B. Onderhoud van kapitaalgoederen C. Financiering D. Bedrijfsvoering E. Verbonden partijen F. Grondbeleid
8 10 10 10 11 11
Vaststelling begroting 2012
12
-2-
Inleiding Het Openbaar Lichaam Bergerden valt onder de werking van de artikelen 186 t/m 213 Gemeentewet en onder de werking van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (Bbv). Een onderdeel van deze vereisten is de opstelling van een programmabegroting. Verder zijn in het Bbv diverse paragrafen voorgeschreven. Op 8 december 2004 heeft het Algemeen Bestuur de Financiële verordening Bergerden en de Controle-verordening Bergerden vastgesteld. Hierin wordt onder andere aangegeven dat bij iedere begroting en jaarstukken een overzicht wordt gegeven van de toedeling van de producten uit de productraming aan het programma.
-3-
Algemeen De gemeenschappelijke regeling "Bergerden" werd vastgesteld door de gemeenteraden van Bemmel (besluit d.d. 25 juni 1998), Huissen (besluit d.d. 25 juni 1998) en Nijmegen (besluit d.d. 27 januari 1999). De goedkeuring door Gedeputeerde Staten van Gelderland heeft plaatsgevonden middels besluit d.d. 24 maart 1999. Het rechtspersoonlijk bezittend lichaam "Openbaar Lichaam Bergerden" is gevestigd te Bemmel. Medio 2004 is door de onderscheidene bestuursorganen van de gemeenten Nijmegen en Lingewaard een nieuwe gemeenschappelijke regeling vastgesteld. Aanpassing van de regeling was onder meer noodzakelijk vanwege de herindeling in de Over-Betuwe, de daarmee verband houdende wijziging in de risicoverdeling en de invoering van het duale stelsel. Voorts is de regeling aangepast aan de modelbepalingen van de regio Nijmegen en is een bepaling over planschade opgenomen. Na de goedkeuring van 1 maart 2005 door Gedeputeerde Staten is de regeling is werking getreden.
Programma
Het samenwerkingverband heeft tot doel het bevorderen van de economische ontwikkeling en de werkgelegenheid in de glastuinbouw en daarmee verband houdende bedrijvigheid door het ontwikkelen en exploiteren van een kwalitatief hoogwaardig, duurzaam en uit financieel-economisch oogpunt aanvaardbaar intergemeentelijk glastuinbouwgebied.
Producten Om bovengenoemd programma te verwezenlijken zullen onderstaande producten uitgevoerd dienen te worden: Verwerving Het verwerven van gronden t.b.v. de realisatie van het glastuinbouwgebied. Bouwrijpmaken Het bouwrijpmaken van het gebied en aanleggen van de openbare voorzieningen en de daarmee verband houdende nazorg. Uitgifte Het uitgeven van bouwkavels voor de vestiging van bedrijven. Duurzaamheid Het ontwikkelen van voorzieningen voor energie en gietwater die enerzijds leiden tot een besparing op de belasting van het milieu en anderzijds een besparing op de bedrijfskosten van de tuinder.
OLB is niet verantwoordelijk voor de exploitatie van de voorzieningen voor gietwater en energie. De voorzieningen worden geëxploiteerd door de tuinders van Bergerden zelf (middels een coöperatie) en wat betreft energie ook op individuele basis. OLB draagt echter wel zorg voor het goed functioneren van deze voorzieningen, met het oog op de verkoopbaarheid van de kavels. Voor de ontwikkeling van Bergerden II wordt nieuwe tuinders, wat betreft de eneregievoorziening, de mogelijkheid geboden zich aan te sluiten bij het collectief of een eigen voorziening te treffen.
Prestaties In 2012: - verwerving - uitgifte
0,0 ha. 7,2 ha.
Toelichting op de begrote bedragen De bedragen zijn ontleend aan de exploitatie-opzet van maart 2011. Basis voor deze begroting zijn de in de exploitatie-opzet opgenomen kosten en opbrengsten voor het jaar 2011.
-4-
BEGROTING VAN BATEN EN LASTEN 2012
Omschrijving der lasten
2. Rente en afschrijving Rente
3.4 Beheerskosten gronden Overige goederen en diensten
6. Verrekeningen Dotatie in voorziening Afname onderhanden werken
Begroting 2011
Begroting 2012
924.856
1.199.500
1.156.500
237.479 12.113 20.652 1.537.931 0
169.000 338.400 104.000 212.200 421.600
154.200 135.000 0 0 21.500
40.370 0
0 0
0 0
0 0
3.617.900
3.757.200
2.773.402
6.062.600
5.224.400
Omschrijving der baten
2. Rente en afschrijving Rente
3. Goederen en diensten 3.3 Duurzame goederen: - Grondverkopen - Overige opbrengsten
4. Vermogensoverdrachten Subsidies/overige bijdragen
6. Verrekeningen Onttrekking uit voorziening Toename onderhanden werken
Vastgesteld door het Algemeen Bestuur in de openbare vergadering van
Rekening 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
9.569
0
0
451.094 5.132
2.728.400 880.200
2.749.300 21.100
0
2.454.000
2.454.000
0 2.307.607
0
0
2.773.402
6.062.600
5.224.400
-5-
3. Goederen en diensten 3.3 Duurzame goederen - planontwikkeling - grondaankopen - milieu, archeologie & explosieven - bouw-/bedrijfsrijpmaken - onvoorzien
Rekening 2010
-6-
TOELICHTING BEHORENDE BIJ DE BEGROTING VAN BATEN EN LASTEN 2012
LASTEN
2. Rente en afschrijving Rentelasten 1.156.500 Betreft rente rekening-courant. Ter voorziening in de behoefte aan kasgeld is tussen de gemeente Bemmel en de GR een rekening-courant overeenkomst gesloten. Jaarlijks zal renteverrekening plaatsvinden. In de exploitatieberekening is een rentepercentage van 5,0% gehanteerd.
3. Goederen en diensten 3.3 Duurzame goederen Onder deze post worden de plankosten, grondaankoopkosten en de kosten van het bouwrijpmaken en bedrijfsrijpmaken verantwoord.
Plankosten Specificatie - Fase I - Fase II
154.200
0 154.200 154.200
Grondverwerving & Sanering
135.000
Naar verwachting zullen alle gronden in fase II per 31 december 2015 verworven zijn. Milieu, Archeologie & Explosieven Specificatie - Fase I - Fase II
Bouw-/bedrijfsrijpmaken Specificatie - Fase I - Fase II
Onvoorzien algemeen (incl.kostenstijging) Specificatie - Fase I - Fase II
3.4 Overige goederen en diensten
6. Verrekeningen Zie toelichting op volgende pagina.
0
0 0 0 0
0 0 0 21.500
0 21.500 21.500
-7-
BATEN
2. Rente en afschrijving Rentebaten
0
3. Goederen en diensten
3.3 Duurzame goederen Onder deze post worden de opbrengsten uit grondverkopen en bijdragen verantwoord. Grondverkopen Specificatie - Fase I - Fase II
Overige opbrengsten (incl.opbrengstenstijging) Specificatie - Fase I - Fase II
2.749.300
0 2.749.300 2.749.300 21.100
0 21.100 21.100
4. Vermogenoverdrachten Subsidies/bijdragen derden Specificatie - Fase I - Fase II
2.454.000
0 2.454.000 2.454.000
6. Verrekeningen .
De toename/afname van de onderhanden werken kan als volgt worden gespecificeerd: - Grondverkopen & overige ontvangsten - Rentebaten - Kosten grondaankopen 135.000 - Milieu, Archeologie & Explosieven 0 - Bouw-/bedrijfsrijpmaken 0 - Planontwikkeling 154.200 - Onvoorzien 21.500 - Financieringskosten incl. overige goederen en diensten 1.156.500 Afname onderhanden werken
5.224.400 0
1.467.200 3.757.200
-8-
PARAGRAFEN
A Weerstandsvermogen Definitie Onder weerstandsvermogen wordt verstaan "het vermogen om niet-structurele risico's op te vangen teneinde de taken te kunnen voortzetten".
Weerstandscapaciteit Hiermee worden de middelen bedoeld die kunnen worden aangewend om financiële tegenvallers (risico's) op te vangen. Deze capaciteit is van belang om, ingeval één of meerdere risico's zich voordoen, toch het voorgenomen programma tot uitvoering te brengen. De weerstandscapaciteit kan zowel de exploitatie als het vermogen betreffen. In de exploitatiesfeer kan men denken aan een raming voor onvoorziene uitgaven. In de vermogenssfeer betreft het de (vrij aanwendbare) reserves. Zoals reeds aangegeven in de toelichting op de balansposten is er geen sprake van vorming van reserves. Een eventueel risico dient dus opgevangen te worden middels de exploitatie. Onderstaand wordt een inschatting gegeven van de risico's en de wijze waarop deze kunnen worden opgevangen. Risicobeoordeling Fase 1 van het project Bergerden werd gekenmerkt door een lange voorbereidingstijd, waardoor kosten toenamen terwijl er geen inkomsten werden gegenereerd. Inmiddels is fase 1 met een negatief saldo afgesloten. Fase 2 dient een positief saldo te genereren om uiteindelijk uit te komen op een kostendekkende exploitatie voor Bergerden als geheel.Sinds enkele jaren stagneert de kavelverkoop. Door de slechte economische situatie in de tuinbouwsector wordt er niet of nauwelijks geïnvesteerd in nieuwbouw van glas en glastuinbouwbedrijven. Dit noopt tot bijstelling van het volloopscenario en verlaging van de prijsindexering. Het financiële gevolg is een grondexploitatie met een negatief resultaat van € 1,4 miljoen (Contante Waarde). Bergerden geniet voor de ontwikkeling van fase 2 over een (redelijk) sterke grondpositie. Nadeel hiervan is de hoge rentelast die deze investeringen met zich meebrengen. De STIDUGsubsidie is noodzakelijk geworden om het ambitieuze en innovatieve plan Bergerden tegen marktconforme uitgifteprijzen te kunnen realiseren. Bovendien is in deze fase de ontwikkeling van de markt cruciaal geworden.
Om inzicht in de risico’s te verkrijgen is een risicoinventarisatie uitgevoerd. De risico’s voor de ontwikkeling van een plan als Bergerden concentreren zich op de volgende punten: 1. De tuinders zijn niet in staat of bereid (bijvoorbeeld bij tegenvallende economische ontwikkelingen) zich te vestigen in Bergerden; 2. Vertraging project ten opzichte van de prognose in de grex-berekeningen 3. Het niet verwerven van grond / niet sluiten exploitatieovereenkomsten, waardoor OLB deze niet kan uitgeven; 4. De toegekende STIDUG-subsidie wordt niet of niet geheel uitbetaald; 5. Het niet ontvangen van een bijdrage uit de grondexploitatie van Agrobusinesspark. 6. De ombestemming van blok V naar bedrijventerrein lukt niet of levert niet het verwachte voordeel op; 7. Initiatiefnemers en ontwikkelaars worden geconfronteerd met oplopende verwervingsprijzen.
Ad 1. Bergerden wordt vanaf 2007 geconfronteerd met een situatie waarin tuinders niet in staat dan wel bereid zijn investeringen te doen in een nieuw bedrijf op Bergerden. Op de zeer hoge energieprijzen volgde in 2008 de kredietcrisis. Banken zijn niet of nauwelijks bereid nieuwbouwplannen van tuinders te financieren. De verwachting is dat de markt weer zal aantrekken, echter waarschijnlijk pas over enkele jaren. De tuinbouwsector heeft zich in de afgelopen decennia ontwikkeld tot een sterke en innovatieve sector. Tuinders met nieuwbouwplannen zijn ook nog steeds in gesprek met Bergerden over vestiging.
-9-
De stand van zaken in de gronduitgifte (augustus 2011) is als volgt: Verkocht en reeds ontwikkeld: • 106 Verkocht, maar nog niet ontwikkeld: • 0 Afrondende fase onderhandelingen: • 0 Gemeld met zeer concrete interesse: • 0 Gemeld concrete interesse 1e gesprekken: • 16 Totaal en concrete interesse Totaal 122
ha ha ha ha ha ha
Wat betreft de verkoopstrategie wordt een tweesporenbeleid gevoerd. Het Projectbureau Bergerden onderhoudt de contacten met de tuinders in de regio en LTO Vastgoed poogt met name tuinders uit het westen voor Bergerden te interesseren. Over acquisitie en steun anderszins is overleg gaande met Oost N.V. In de grondexploitatie is, gezien de economische situatie in de sector, rekening gehouden met een verlenging van de looptijd tot en met 2018 en een bijstelling van het volloopscenario.
Ad 2. Gebleken is dat de grondverkoop stagneert door de crisis in de sector. De verwachting is dat over enkele jaren de markt weer aantrekt. Bovendien mag ook worden verwacht dat de provinciale verplaatsingsregeling en de gemeentelijke functieveranderingsregeling bijdragen aan de verplaatsing van glastuinbouwbedrijven naar Bergerden. Het projectbureau ondersteunt tuinders wat betreft de verplaatsings- en functieveranderingsregeling.
Ad 3. De exploitatieberekeningen gaan er vanuit dat alle gronden worden verworven. Zo niet dan wordt tenminste een exploitatieovereenkomst met deze grondbezitters gesloten. Het niet verwerven c.q. niet sluiten van een exploitatieovereenkomst vormt een risico voor de exploitatie van Bergerden. De inkomsten door uitgifte van grond of het ontvangen van een exploitatiebijdrage blijven dan immers achterwege.
Ad 4. Ten aanzien van de Stidug-regeling het volgende. De subsidie werd in februari 2003 toegekend door het ministerie van LNV. Vanaf het moment van toezegging ontstaan nieuwe risico’s: Bergerden zal moeten uitvoeren wat zij heeft beschreven in de aanvraag, binnen de daarvoor gestelde termijnen. Inmiddels zijn de termijnen waarbinnen het plan moet zijn ontwikkeld verruimd. Met de verlenging dient het project, dat wil zeggen het realiseren van de collectieve voorzieningen, medio 2011 afgerond te zijn. Dit is gelukt. Daarnaast dient Bergerden zich te houden aan de voorwaarden uit de regeling, zoals het openbaar aanbesteden van planonderdelen, zonodig aan de hand van de Europese aanbestedingsregels. Om de risico’s die een eenmaal verkregen subsidie met zich mee brengt te ondervangen, zijn in samenspraak met de gemeente (organisatorische) maatregelen genomen binnen het Projectbureau (administratieve organisatie en bewaking). Onder andere heeft het Projectbureau regelmatig contact met DLG, de uitvoerder van de subsidieregeling. Eind 2011 zal het verantwoordingsverslag bij DLG worden ingediend. De inzet is gericht op toekenning van het volledige subsidiebedrag.
Ad 5. De grondexploitatie gaat er van uit dat de kavel die bestemd was voor de Lentse Potgrond, ontwikkeld zal worden als bedrijventerrein met het bijbehorende positieve exploitatiesaldo. Dit is in de gemeenteraadsvergadering van 26 oktober 2006 ook zo vastgesteld. Het is mogelijk dat het de gemeente Lingewaard niet lukt deze kavel succesvol te ontwikkelen, bijvoorbeeld door een tegenvallende markt in de Agrobusiness. OLB zal hierdoor inkomsten mislopen: € 0,9 miljoen.
Ad 6. In het geval de grondexploitatie verliesgevend wordt, zal het OLB de maatregel ‘ombestemming’ inzetten. De transformatie van 6,7 ha tuinbouwgrond naar Agrobusinessgrond levert een dekking op van globaal € 5,3 miljoen. De ombestemming zelf behoeft te zijner tijd de definitieve goedkeuring van de provincie. De provincie heeft schriftelijk wel bevestigd onder voorwaarden mee te werken aan een dergelijke ombestemming. Ad 7. Het is mogelijk dat de verwervingsprijzen voor de grond in Bergerden nog verder stijgen dan waar nu al rekening mee is gehouden. Het merendeel van de grond in Bergerden is echter reeds in het bezit van OLB. Mogelijk dat de laatste percelen als gevolg van vastlopende onderhandelingen middels onteigening verworven zullen moeten worden. Voorts is de vraag of onteigening juridisch gezien kan. Voor de glastuinbouw is er echter nog geen ervaring met onteigening.
- 10 -
Scenario's Van de hiervoor beschreven risico's wordt de combinatie van het optreden van onderstaande gebeurtenissen als worst case-scenario beschouwd. Het niet verwerven van grond / niet sluiten expl.overeenkomsten Vertraging in de uitgifte
€ € €
7,2 miljoen 0,8 miljoen 8,0 miljoen
Fase 1 is nagenoeg afgerond. De kleine restpunten worden meegenomen in fase 2. Fase 1 kan hiermee afgesloten worden. Voor fase 1 is derhalve geen budget onvoorzien meer benodigd In onderstaand overzicht is de totale post onvoorzien voor fase 2 nader uitgesplitst: Fase 2 Verwervingen (4%) Civiele techniek (10%) Algemeen onvoorzien
€ 0,17 miljoen € 0,09 miljoen € 0,14 miljoen
Totaal
€ 0,40 miljoen
Het budget aan ‘Algemeen onvoorzien’ ter dekking van onvoorziene posten en het ‘worst case scenario’ bedraagt 0,14 miljoen. Dit is niet voldoende aangezien het geraamde financiële risico van dit scenario circa € 8,0 miljoen bedraagt.
€
In het geval het scenario optreedt, zal het OLB de maatregel ‘ombestemming’ inzetten. De transformatie van 6,7 ha tuinbouwgrond naar Agrobusinessgrond van blok V levert bij een prijs van € 129,50 en een jaarlijkse indexering van 3% een dekking op van globaal € 8 miljoen. Deze maatregel levert derhalve samen met de post ‘Algemeen onvoorzien’ een dekking op voor het genoemde risico. De ombestemming zelf behoeft te zijner tijd de definitieve goedkeuring van de provincie. De provincie heeft schriftelijk wel bevestigd onder voorwaarden mee te werken aan een dergelijke ombestemming.
B Onderhoud van kapitaalgoederen
Onder kapitaalgoederen worden verstaan: wegen, riolering, kunstwerken, groen en openbare verlichting. Na oplevering door de aannemer treedt de normale onderhoudstermijn in werking. Nadat de eerste fase is afgerond kan overdracht van de openbare voorzieningen aan de gemeente Lingewaard plaatsvinden. Met alle betrokkenen wordt voorts overleg gevoerd over het opzetten van een parkmanagement-organisatie. Deze organisatie kan een deel van het beheer van de openbare ruimte overnemen.
C Financiering De financiering geschiedt middels rekening-courant met de Gemeente Lingewaard. De regels van de Gemeente Lingewaard terzake zijn derhalve van toepassing. In overleg met de provincie valt het OLB in het kader van de Wet Fido onder het regime van de gemeente Lingewaard.
D
Bedrijfsvoering
De bedrijfsvoering heeft als reikwijdte de totale organisatie, zowel ambtelijjk als bestuurlijk en dient ter ondersteuning van het programma. Het welslagen hiervan is in belangrijke mate afhankelijk van de kwaliteit van de bedrijfsvoering. Bestuur Het bestuur van het Openbaar Lichaam Bergerden (hierna: OLB) bestaat uit: - het algemeen bestuur ; - het dagelijks bestuur ; - de voorzitter.
- 11 -
Personeel De ondersteuning van het bestuur geschiedt door het projectbureau en de ambtenaren van de gemeenten Lingewaard (waaronder de secretaris van het OLB) en Nijmegen. In het beleidsplan 2010-2013 is de taakverdeling tussen het projectbureau Bergerden en de gemeente Lingewaard vastgelegd. Voor de werkzaamheden gericht op de uitvoering van het programma (verwerving, promotie, bouwrijpmaken, toezicht etc.) wordt gebruik gemaakt van derden. Financiële administratie In de vergadering van het AB van 8 december 2004 zijn de Financiële verordening Bergerden en de Controleverordening Bergerden vastgesteld. Het belang van de verordeningen is gelegen in het feit dat het algemeen bestuur ermee aangeeft binnen welke kaders de financiële functie wordt uitgeoefend en hoe de controle dient plaats te hebben. In de vergadering van het AB van 8 mei 2006 is het Protocol accountantscontrole vastgesteld. Dit protocol geldt voor het jaar 2005 en volgende jaren. Het normenkader maakt onderdeel uit van deze jaarrekening. Fiscaliteiten Inzake de afwikkeling van de gemeenschapsvoorzieningen en de overdracht daarvan aan de Gemeente Lingewaard is in 2009 een fiscale berekening opgesteld en verzonden aan de belastingdienst. Er is nog geen reactie van de Belastingsdienst ontvangen.
E
Verbonden partijen
Het OLB heeft geen bestuurlijke of financiële belangen, binnen de strekking van verbonden partijen, in een andere rechtspersoon. De EnergieCombinatie Bergerden (ECB), thans gefailleerd en gesplitst in Greenhouse Energy en Netwerkbedrijf Energy Connection en het GietWaterbedrijf Bergerden (GWB) zijn zelfstandig opererende rechtspersonen en zijn slechts gelieerd aan het grondgebied waarin het OLB opereert.
F Grondbeleid De aandacht zal uiteraard gericht zijn en blijven op verkoop van tuinbouwkavels. LTO Vastgoed is als makelaar ingeschakeld om met name tuinders uit het westen van het land te interesseren. Het Projectbureau zal zich met name richten op tuinders uit de regio. In 2010 worden de werkzaamheden wat betreft bouw- en woonrijpmaken afgerond. Om de grondexploitatie gezond te houden zal de ombestemming van een deel van het plangebied, waarbij de mogelijkheid wordt geboden om agrobusiness-bedrijven te vestigen, in voorbereiding worden genomen. De verantwoording van de door het Ministerie van LNV verleende STIDUG-subsidie zal worden afgerond. In 2011 zal de overdracht van het openbaar gebied aan de gemeente Lingewaard en het waterschap Rivierenland (verder) worden voorbereid. Het streven is gericht op een overdracht per 1 januari 2012.
- 12 -
VASTSTELLING BEGROTING 2012 Vastgesteld door het Algemeen Bestuur in de openbare vergadering van
voorzitter,
secretaris,
Grondexploitatie Augustus 2011
Grondexploitatie Glastuinbouwgebied Bergerden Augustus 2011
Grondexploitatie Augustus 2011
Auteurs: Datum:
Projectbureau Bergerden Augustus 2011
Grondexploitatie Glastuinbouwgebied Bergerden Augustus 2011
INHOUDSOPGAVE 1.
Inleiding .......................................................................................................................4
2.
Basis materiaal ............................................................................................................5
2.1
Uitgangspunten .........................................................................................................................................5
2.2
Rekenmodel en parameters......................................................................................................................5
3.
Grondgebruik ..............................................................................................................6
3.1
Analyse gebied..........................................................................................................................................6
3.2
Gronden buiten het gebied (compensatie grond) .....................................................................................6
4.
Investeringen...............................................................................................................7
4.1
Investeringen en verschillenanalyse Fase 1 .............................................................................................7
4.1.1
Samenvatting investeringen...................................................................................................................7
4.1.2
Verschillenanalyse .................................................................................................................................7
Investeringen en verschillenanalyse Fase 2 ......................................................................................................8 4.1.3
Samenvatting investeringen...................................................................................................................8
4.1.4
Verschillenanalyse .................................................................................................................................8
5.
Opbrengsten..............................................................................................................10
5.1
Opbrengsten en verschillenanalyse Fase 1 ............................................................................................10
5.1.1
Samenvatting opbrengsten ..................................................................................................................10
5.1.2
Verschillenanalyse ...............................................................................................................................10
5.2
Opbrengsten en verschillenanalyse Fase 2 ............................................................................................11
5.2.1
Samenvatting opbrengsten ..................................................................................................................11
5.2.2
Verschillenanalyse ...............................................................................................................................11
6.
Risicoanalyse ............................................................................................................12
6.1
Uitgesloten onderdelen ...........................................................................................................................12
6.2
Garanties, verplichtingen en leningen.....................................................................................................12
6.3
Risicobeheer ...........................................................................................................................................12
6.4
Weerstandscapaciteit ..............................................................................................................................14
Bijlagen.............................................................................................................................15
Grondexploitatie Glastuinbouwgebied Bergerden Augustus 2011
1.
Inleiding
In voorliggende rapportage is de grondexploitatie van glastuinbouwlocatie Bergerden geactualiseerd. De vorige grondexploitatie (rapportdatum juli 2010), die uitging van de situatie per 1 januari 2010, heeft hiervoor als uitgangspunt gediend. De huidige grondexploitatie is geactualiseerd naar de situatie per 1 januari 2011, waarbij: •
de boekwaarde is verwerkt tot en met 31 december 2010;
•
de gerealiseerde en nog te realiseren aan- en verkopen zijn geactualiseerd;
•
de civieltechnische investeringen voor fase 2 opnieuw zijn begroot;
•
de uitgiftedata en de looptijd zijn beoordeeld en aangepast rekening houdend met de stagnerende grondverkoop 2007 en de economische recessie in de (glas-)tuinbouw;
•
de grondprijzen zijn beoordeeld en bijgesteld;
•
het rentepercentage is verlaagd van 5,5% naar 4,25%;
•
de prijzen vanaf 2012 worden geïndexeerd met 1,5%;
•
de post algemeen onvoorzien is bepaald op € 150.000.
De post algemeen onvoorzien is gedaald met € 741.000 van € 891.000 (grex juli 2010) naar € 150.000 en de grondexploitatie heeft een saldo (verlies) van € 1.926.200 op eindwaarde (€ 1.380.700 contante waarde). Dit betekent dat de grondexploitatie ten opzichte van de vorige grondexploitatie is gedaald met € 2.667.000. Heel globaal wordt deze daling veroorzaakt door de volgende posten: - Nadeel rente ( lager percentage V, latere ontvangst opbrengsten N) - Bouw- en woonrijpmaken - Lagere kostenstijging - Hogere plankosten - Lagere grondopbrengsten, opbrengstenstijging en overige grondopbrengsten - Diversen
€ 0,29 miljoen N € 0,44 miljoen V € 0,25 miljoen V € 0,19 miljoen N € 3,05 miljoen N € 0,17 miljoen V € 2,67 miljoen N
In de rapportage zijn de verschillen naar aanleiding van de actualisatie voor zowel de investeringen als de opbrengsten ten opzichte van de exploitatie per juli 2010 op hoofdlijnen nader verklaard. De uitgangspunten ten aanzien van het project staan beschreven in het tweede en derde hoofdstuk van deze rapportage. De hoofdstukken 4 en 5 gaan per fase in op de investeringen en opbrengsten. Tot slot is in hoofdstuk 6 de risicoanalyse opgenomen.
4
Grondexploitatie Glastuinbouwgebied Bergerden Augustus 2011
2.
Basis materiaal
2.1
Uitgangspunten
De grondexploitatie per juli 2010 is het vertrekpunt voor onderhavige actualisatie, waarbij de volgende elementen niet in de berekening zijn opgenomen: • •
Aankleding en inrichting waaronder fietspaden en natuurontwikkelingzone (t.l.v. Park Lingezegen); Nutsvoorzieningen voor gas en elektra (met uitzondering van een bijdrage aan de ECB, van € 2,1 miljoen);
De boekwaarde per 1-1-2011 zoals opgenomen in de concept jaarrekening is verwerkt in de grondexploitatieberekening.
2.2
Rekenmodel en parameters
De exploitatieberekening is gemaakt met behulp van een rekenmodel waarin de dynamischeeindwaardeberekening wordt toegepast. Het planresultaat wordt als eindwaarde per 31-12-2018 en als contante waarde per 1-1-2011 gepresenteerd. Het rentepercentage is ten opzichte van de vorige grondexploitatie met 1,25% gedaald. De parameters ten behoeve van de eindwaardeberekening zijn als volgt: • • • • • •
Rentewinst/verlies Inflatiestijging vanaf 2012 Opbrengstenstijging Prijspeildatum Startjaar Eindjaar
: : : : : :
Fase 1 4,25 % 2,0 % nvt 1-1-2011 2003 2011
Fase 2 4,25 % 2,0 % 1,5 % vanaf 2012 1-1-2011 2003 2018
• •
Percentage onvoorzien Civiele Techniek Percentage onvoorzien verwerving
: :
n.v.t. n.v.t.
10,0 % 4,0 %
5
Grondexploitatie Glastuinbouwgebied Bergerden Augustus 2011
3.
Grondgebruik
3.1
Analyse gebied
Het totale plangebied is 345 ha groot. Het grondgebruik in fase 1 en fase 2 is ten opzichte van de vorige grondexploitatie niet gewijzigd. Het ruimtegebruik van de verschillende onderdelen, verdeeld naar fasen, ziet er als volgt uit: Grondgebruik (in ha) Uitgeefbaar oppervlak* Natuur en landschapszone Wegen met bijbehorende voorzieningen Te handhaven gebied Infiltratiebassin Totaal
Fase 1 Fase 2 Totaal Percentage 96,0 130,9 226,9 66 % 13,3 17,0 30,3 9% 16,5 15,7 32,2 9% 1,0 50,7 51,7 15 % 3,7 0 3,7 1% 130,5 214,3 344,8 100%
*) Het totaal uitgeefbaar oppervlak in de exploitatietekening komt op 2 21 27 38 ca. Hierbij dienen de ‘overige oppervlakten’ van fase 1 (rioolgemaal WSRL, ECB en Aaldering, 5 62 98 ca) opgeteld te worden. Totaal 2 26 90 36 ca., conform bovenstaande tabel.
3.2
Gronden buiten het gebied (compensatie grond)
Naast de verwerving van gronden in het plangebied heeft OLB ook grond buiten het plangebied aangekocht. Deze compensatiegrond is onder de verwervingspost fase 2 opgenomen. Het grootste gedeelte van de compensatiegronden is ingezet voor de grondruilingen met onder meer W. van Gendt, H. Vermeulen en BBL. Het nog resterende kleine deel aan ruilgronden wordt naar verwachting weer verkocht tegen minstens hetzelfde bedrag als waarvoor ze zijn aangekocht.
6
Grondexploitatie Glastuinbouwgebied Bergerden Augustus 2011
4.
Investeringen
4.1
Investeringen en verschillenanalyse Fase 1
4.1.1
Samenvatting investeringen
Het investeringenoverzicht van fase 1 ziet er als volgt uit: Investeringen (x 1.000 Euro)
Verwerving Sloopkosten Milieu Archeologie Explosieven Civieltechnische kosten: Uitgevoerd werk Resterend uit te voeren werk Onvoorzien civiele techniek Plankosten ECB BTW voorziening Algemeen onvoorzien Gerealiseerde / geraamde rente Kostenstijging Totaal investeringen fase 1 4.1.2
Aug 2011
13.429 65 113 28 2.030 0 1.463 4.880 0 6.402 1.050 0 0 11.332 0 40.792
Juli 2010
Verschil (+ = toename kosten) 13.429 0 65 0 113 0 28 0 2.030 0 0 0 1.463 0 4.879 1 0 0 6.402 0 1.050 0 250 -250 0 0 12.970 -1.638 4 -4 42.683 -1.891
Verschillenanalyse
Fase 1 is zo goed als afgerond. Daarom is er alleen voor de rente een duidelijk verschil met de grondexploitatie van juli 2010. • BTW voorziening Door een verruiming van de regels met betrekking tot de aftrek van de aan de aanleg van gemeenschapsvoorzieningen toerekenbare voorbelasting heeft de gemeenschappelijke regeling aanspraak op volledige aftrek van voorbelasting. De BTW voorziening kan vrijvallen. • Gerealiseerde en geraamde rente De gerealiseerde rente en de geraamde rente zijn gedaald met € 1.638.000 (V) als gevolg van: - het gemiddelde rentepercentage was in 2009 2,15 % lager dan het rentepercentage in de grondexploitatie (V); - de geraamde opbrengst is in 2010 niet gerealiseerd en de geraamde opbrengst in 2016 is verschoven naar fase 2 (N); - het rentepercentage is verlaagd met 1,25% (V).
7
Grondexploitatie Glastuinbouwgebied Bergerden Augustus 2011
Investeringen en verschillenanalyse Fase 2
4.1.3
Samenvatting investeringen
Het investeringenoverzicht van fase 2 ziet er als volgt uit: Investeringen
(x € 1.000)
Verwerving Sloopkosten Milieu Archeologie Explosieven Uitgevoerd werk Nog uit te voeren / opgedragen werk Onvoorzien civiele techniek Plankosten ECB BTW voorziening Algemeen onvoorzien Dotatie voorzieningen Gerealiseerde / geraamde rente Kostenstijging Totaal investeringen fase 2 4.1.4
Aug 2011
15.088 7 126 270 618 0 5.444 80 4.613 1.050 0 150 3.020 5.549 129 36.144
Juli 2010
Verschil (+ = toename kosten) -23 15.111 7 126 270 618 0 -263 5.707 258 -178 4.423 190 1.050 0 -741 891 3.020 3.625 1.924 -244 373 35.479 665
Verschillenanalyse
• Verwerving De afname van € 23.000 is een gevolg van het dalen van de beheerkosten. Vanaf 2012 is het openbaar gebied overgedragen aan de gemeente Lingewaard en is nog slechts jaarlijks € 10.000 geraamd voor het beheer. • Nog uit te voeren / opgedragen werk Ten opzichte van de vorige grondexploitatie zijn de civieltechnische kosten van fase 2 gedaald met € 263.000. V = voordeel N = nadeel Wegen Hagen Inritten Lichtmasten Waterlopen en kunstwerken Riolering Kabels en leidingen verleggen Restant uitvoering bestek fase 2 Totaal:
Bedragen x 1.000
Verschil: € 128 V € 93 V € 43 V € 25 V € 103 N € 24 N €8V € 93 V € 263 V
8
Grondexploitatie Glastuinbouwgebied Bergerden Augustus 2011
• Onvoorzien civiele techniek Ten behoeve van financiële tegenvallers in de toekomst voor civiele techniek is 10% onvoorzien berekend over de ‘nog uit te voeren civieltechnische werkzaamheden’. Deze post is gedaald met € 1.780.000 doordat een gedeelte is gerealiseerd en de totale raming is gedaald. • Plankosten De post plankosten laat een toename zien van € 190.000. V = voordeel N = nadeel Aan en verkoop kosten Diversen advies (w.o. accountantskosten) Voorbereidingskosten gemeenten Ontwerp en bestek Regiekosten / Directievoering en toezicht Ondersteuning Stidug Overige Totaal:
Bedragen x 1.000
Verschil: € 38 N € 36 N € 60 N € 23 N € 20 N € 10 N € 3N € 190 N
• Algemeen onvoorzien In de vorige exploitatie was € 891.000 gereserveerd als algemeen onvoorzien. Het resultaat van de grondexploitatie was in de voorgaande jaren nul met de post algemeen onvoorzien als sluitpost. Omdat het resultaat nu negatief is, dient er een post algemeen onvoorzien te worden geraamd. Aangezien de meeste civieltechnische werkzaamheden zijn uitgevoerd en er naast de risico’s die uiteengezet worden bij ‘6 Risicoanalyse’ geen grote onvoorziene posten worden verwacht, lijkt € 150.000 voldoende. Een daling van € 741.000. (daarnaast is 4% onvoorzien verwering en 10% onvoorzien civieltechniek geraamd) • Gerealiseerde en geraamde rente De gerealiseerde en de geraamde rente is gestegen met € 1.924.000 (N) door: - het gemiddelde rentepercentage in 2010 was 2,15 % lager dan het rentepercentage in de grondexploitatie (V); - de geraamde opbrengst in 2016 uit fase 1 is verschoven naar fase 2 (V); - het rentepercentage is verlaagd met 0,5% (V); - de meeste grondopbrengsten zijn verschoven naar 2014 e.v. jaren; - de ontvangst van het laatste gedeelte van de Stidug subsidie is verschoven van 2011 naar 2012. • Kostenstijging Dit betreft de inflatiestijging. De kostenstijging daalt jaarlijks doordat de gerealiseerde kosten stijgen, waardoor de nog te maken kosten dalen. Bovendien is het percentage verlaagd van 3% naar 2%.
9
Grondexploitatie Glastuinbouwgebied Bergerden Augustus 2011
5.
Opbrengsten
5.1
Opbrengsten en verschillenanalyse Fase 1
5.1.1
Samenvatting opbrengsten
Alle nog te realiseren grondopbrengsten zijn opgenomen in fase 2. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de opbrengsten voor fase 1 in vergelijking met de vorige grondexploitatie. Opbrengsten
(x € 1.000)
Grondopbrengsten Overige grondopbrengsten Opbrengstenstijging Subsidies en overige bijdragen Totaal opbrengsten fase 1 5.1.2
Aug 2011
15.459 721 0 7.061 23.241
Juli 2010
18.225 891 592 7.145 26.853
Verschil (+ = toename opbrengsten) -2.766 -170 -592 -84 -3.612
Verschillenanalyse
• Grondopbrengsten De daling van de opbrengsten wordt volledig veroorzaakt door het verschuiven van de verkoopopbrengst van het restant van blok 10 en 11 naar fase 2. • Overige grondopbrengsten De bijdrage van de gemeente Lingewaard voor de aanleg van de retentiebekkens in de Groenblauwe zone ten behoeve van de kern Huissen is lager uitgevallen dan geraamd. Er is gebleken dat minder m² retentie benodigd is, dan oorspronkelijk was berekend. • Opbrengstenstijging Dit betreft de geraamde stijging (indexering) van de nog te realiseren grondopbrengsten. Door de verschuiving van de opbrengsten van blok 10 en 11 naar fase 2 verschuift de opbrengstenstijging automatisch mee. • Subsidies en overige bijdragen De geraamde bijdragen van drie x € 42.202 van de provincie, Bemmel en Huissen zijn, in afwachting van de resultaten van nader onderzoek, teruggebracht tot één geraamde bijdrage van € 42.202 van de gemeente Lingewaard.
10
Grondexploitatie Glastuinbouwgebied Bergerden Augustus 2011
5.2
Opbrengsten en verschillenanalyse Fase 2
5.2.1
Samenvatting opbrengsten
De uitgifteprijs voor fase 2 bedraagt € 35,94 per m2, prijspeil 1 januari 2011. De prijs is in 2011 niet geïndexeerd met 3% en bovendien is in verband met de economische ontwikkelingen de prijsindexering ingaande 2012 verlaagd naar 1,5%. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de opbrengsten voor fase 2 in vergelijking met de vorige grondexploitatie. Opbrengsten (x 1.000 Euro)
Grondopbrengsten Overige grondopbrengsten Opbrengstenstijging Subsidies en overige bijdragen Totaal opbrengsten fase 2 5.2.2
Aug 2011
39.586 2.248 2.361 7.574 51.769
Juli 2010
36.310 2.662 4.746 7.589 51.307
Verschil (+ = toename opbrengsten) 3.275 -414 -2.385 -15 461
Verschillenanalyse
• Grondopbrengsten De gronduitgifte in fase 2 geeft een toename te zien van € 3.275.000. De toename is een gevolg van: - het verschuiven van de opbrengst van blok 10/11 ad € 2.766.000 van fase 1 naar fase 2 (V); - de prijsindexering van de exploitatiebijdragen (V); - de prijsverhoging van blok Xa en b door het samenvoegen van dit blok met blok 10/11 tot blok 11 in fase 2 (V). • Overige grondopbrengsten Het nadeel wordt veroorzaakt door de afwaardering van enkele gronden. • Opbrengstenstijging Dit betreft de geraamde stijging vanaf 2012 (indexering 1,5%) van de nog te realiseren grondopbrengsten en de overige grondopbrengsten. Over het jaar is 2011 géén indexering geraamd en de indexering is gedaald van 3% naar 1,5%. • Subsidies en overige opbrengsten De daling van de opbrengsten van totaal € 15.000 wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door de daling van de subsidie voor de explosieven.
11
Grondexploitatie Glastuinbouwgebied Bergerden Augustus 2011
6.Risicoanalyse
6.1
Uitgesloten onderdelen
In de eerste opzet van de grondexploitatieberekening is in nauw overleg met betrokkenen getracht de uitgifteprijs voor de glastuinbouwgrond zo laag mogelijk te houden. Destijds (1997) is besloten een aantal onderdelen van het plan op een andere wijze te financieren: o o o
Verwerving en inrichting van de Groenblauwe zone(natuurontwikkelingzone) langs de Linge; De nutsvoorzieningen voor gas en elektra (bijvoorbeeld door de toekomstig exploitant van de energievoorziening); De recreatieve fietspaden langs de Huissensche Zeeg en de Linge.
Afspraken uit het verleden zijn thans deels geëffectueerd. De inrichting van de landschapszone (inclusief fietspaden) komt ten laste van Park Lingezegen. Nutsvoorzieningen voor gas en elektra zijn in fase 1 gerealiseerd door de ECB. Voor fase 2 zal Liander deze voorzieningen realiseren in overleg met de individuele tuinders en het Projectbureau Bergerden.
6.2
Garanties, verplichtingen en leningen
Het OLB is ten aanzien van de collectieve voorzieningen voor gietwater en energie een aantal verplichtingen aangegaan: o o o
Lening aan GWB voor een bedrag van € 270.000 door GWB in vijf gelijke jaarlijkse termijnen af te lossen, voor het eerst op 31 december 2006. Lening aan ECB voor een bedrag van € 2,6 miljoen door ECB in vijf gelijke jaarlijkse termijnen af te lossen, voor het eerst op 31 december 2006. Lening aan ECB voor een bedrag van € 112.000 met betrekking tot door OLB voorgeschoten advieskosten van ECB.
Gezien het faillissement van de ECB heeft OLB een voorziening op moeten nemen van € 3,02 miljoen. (lening incl. rente) Ten opzichte van de prognose blijven ook bij GWB de inkomsten achter. Dit is met name het gevolg van het vertraagde volloopscenario. Inmiddels is uitstel van de aflossing verleend tot 31 december 2013 en is de rente van de lening verlaagd van 5,5% naar 2,9%.
6.3
Risicobeheer
Fase 1 van het project Bergerden werd gekenmerkt door een lange voorbereidingstijd, waardoor kosten toenamen terwijl er geen inkomsten werden gegenereerd. Inmiddels is fase 1, zoals voorzien, met een negatief saldo afgesloten. Fase 2 dient een positief saldo te genereren dat voldoende is om uiteindelijk uit te komen op een kostendekkende exploitatie voor Bergerden als geheel. Sinds enkele jaren stagneert de kavelverkoop. Door de slechte economische situatie in de tuinbouwsector wordt er niet of nauwelijks geïnvesteerd in nieuwbouw van glas en glastuinbouwbedrijven. Dit noopt tot bijstelling van het volloopscenario en verlaging van de prijsindexering. Het financiële gevolg is een grondexploitatie met een negatief resultaat van € 1,4 miljoen (Contante Waarde). Bergerden beschikt voor de ontwikkeling van fase 2 over een (redelijk) sterke grondpositie. Nadeel hiervan is de hoge rentelast die deze investeringen met zich meebrengen. De Stidug-subsidie is 12
Grondexploitatie Glastuinbouwgebied Bergerden Augustus 2011
noodzakelijk om het ambitieuze en innovatieve plan Bergerden als geheel tegen marktconforme uitgifteprijzen te kunnen realiseren. Bovendien is in deze fase de ontwikkeling van de markt cruciaal geworden. Om inzicht in de risico’s te verkrijgen is een risicoinventarisatie uitgevoerd. De risico’s voor de ontwikkeling van een plan als Bergerden concentreren zich op de volgende punten: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
De tuinders zijn niet in staat of bereid (bijvoorbeeld bij tegenvallende economische ontwikkelingen) zich te vestigen in Bergerden; Vertraging project ten opzichte van de prognose in de grex-berekeningen; Het niet verwerven van grond / niet sluiten exploitatieovereenkomsten, waardoor OLB deze niet kan uitgeven; De toegekende Stidug-subsidie wordt niet of gedeeltelijk niet uitbetaald; Het niet ontvangen van een bijdrage uit de grondexploitatie van Agropark; De ombestemming van blok V naar bedrijventerrein lukt niet of levert niet het verwachte voordeel op; Initiatiefnemers en ontwikkelaars worden geconfronteerd met oplopende verwervingsprijzen.
Ad 1. Bergerden wordt vanaf 2007 geconfronteerd met een situatie waarin tuinders niet in staat dan wel bereid zijn investeringen te doen in een nieuw bedrijf op Bergerden. Op de zeer hoge energieprijzen volgde in 2008 de kredietcrisis. Banken zijn niet of nauwelijks bereid nieuwbouwplannen van tuinders te financieren. De verwachting is dat de markt weer zal aantrekken, echter waarschijnlijk pas over enkele jaren. De tuinbouwsector heeft zich in de afgelopen decennia ontwikkeld tot een sterke en innovatieve sector. Tuinders met nieuwbouwplannen zijn ook nog steeds in gesprek met Bergerden over vestiging. De stand van zaken in de gronduitgifte (aug 2011) is als volgt: • • • • •
Verkocht en reeds ontwikkeld Verkocht, maar nog niet ontwikkeld Afrondende fase onderhandelingen Gemeld met zeer concrete interesse Gemeld concrete interesse 1e gesprekken
Totaal + concrete interesse
106 ha 0 ha 0 ha 0 ha 16 ha 122 ha
Wat betreft de verkoopstrategie wordt een tweesporenbeleid gevoerd. Het Projectbureau Bergerden onderhoudt de contacten met de tuinders in de regio en LTO Vastgoed poogt met name tuinders uit het westen voor Bergerden te interesseren. Over acquisitie en steun anderszins is overleg gaande met Oost N.V. In de grondexploitatie is, gezien de economische situatie in de sector, rekening gehouden met een verlenging van de looptijd tot en met 2018 en een bijstelling van het volloopscenario. Ad 2. Gebleken is dat de grondverkoop stagneert door de crisis in de sector. De verwachting is dat over enkele jaren de markt weer aantrekt. Bovendien mag ook worden verwacht dat de provinciale verplaatsingsregeling en de gemeentelijke functieveranderingsregeling bijdragen aan de verplaatsing van glastuinbouwbedrijven naar Bergerden. Het projectbureau ondersteunt tuinders wat betreft de verplaatsings- en functieveranderingsregeling. Ad. 3 De exploitatieberekeningen gaan er vanuit dat alle gronden worden verworven. Zo niet dan wordt tenminste een exploitatieovereenkomst met deze grondbezitters gesloten. Het niet verwerven c.q. niet sluiten van een exploitatieovereenkomst vormt een risico voor de exploitatie van Bergerden. De inkomsten door uitgifte van grond of het ontvangen van een exploitatiebijdrage blijven dan immers achterwege.
13
Grondexploitatie Glastuinbouwgebied Bergerden Augustus 2011
Ad 4. Ten aanzien van de Stidug-regeling het volgende. De subsidie werd in februari 2003 toegekend door het ministerie van LNV. Vanaf het moment van toezegging ontstaan nieuwe risico’s: Bergerden zal moeten uitvoeren wat zij heeft beschreven in de aanvraag, binnen de daarvoor gestelde termijnen. Inmiddels zijn de termijnen waarbinnen het plan moet zijn ontwikkeld verruimd. Met de verlenging dient het project, dat wil zeggen het realiseren van de collectieve voorzieningen, medio 2011 afgerond te zijn. Dit is gelukt. Daarnaast dient Bergerden zich te houden aan de voorwaarden uit de regeling, zoals het openbaar aanbesteden van planonderdelen, zonodig aan de hand van de Europese aanbestedingsregels. Om de risico’s die een eenmaal verkregen subsidie met zich mee brengt te ondervangen, zijn in samenspraak met de gemeente (organisatorische) maatregelen genomen binnen het Projectbureau (administratieve organisatie en bewaking). Onder andere heeft het Projectbureau regelmatig contact met DLG, de uitvoerder van de subsidieregeling. Eind 2011 zal het verantwoordingsverslag bij DLG worden ingediend. De inzet is gericht op toekenning van het volledige subsidiebedrag. Ad 5. De grondexploitatie gaat er van uit dat de kavel die bestemd was voor de Lentse Potgrond, ontwikkeld zal worden als bedrijventerrein met het bijbehorende positieve exploitatiesaldo. Dit is in de gemeenteraadsvergadering van 26 oktober 2006 ook zo vastgesteld. Het is mogelijk dat het de gemeente Lingewaard niet lukt deze kavel succesvol te ontwikkelen, bijvoorbeeld door een tegenvallende markt in de Agrobusiness. OLB zal hierdoor inkomsten mislopen: ± € 0,9 miljoen. Ad 6. In het geval de grondexploitatie verliesgevend wordt, zal het OLB de maatregel ‘ombestemming’ inzetten. De transformatie van 6,7 ha tuinbouwgrond naar Agrobusinessgrond levert een dekking op van globaal € 5,3 miljoen. De ombestemming zelf behoeft te zijner tijd de definitieve goedkeuring van de provincie. De provincie heeft schriftelijk wel bevestigd onder voorwaarden mee te werken aan een dergelijke ombestemming. Ad 7. Het is mogelijk dat de verwervingsprijzen voor de grond in Bergerden nog verder stijgen dan waar nu al rekening mee is gehouden. Het merendeel van de grond in Bergerden is echter reeds in het bezit van OLB. Mogelijk dat de laatste percelen als gevolg van vastlopende onderhandelingen middels onteigening verworven zullen moeten worden. Voorts is de vraag of onteigening juridisch gezien kan. Voor de glastuinbouw is er echter nog geen ervaring met onteigening.
6.4
Weerstandscapaciteit
Bovenstaande risico’s zijn middels een risicoinventarisatie en -analyse gekwantificeerd aan de hand van de kans dat de gebeurtenis zich voordoet en het verwachtte financiële effect. Hierin is het positieve effect van de ombestemming ook meegenomen. Dit leidt tot een benodigde weerstandscapaciteit van in totaal € 1,9 miljoen (per gemeente 50%).
14
Grondexploitatie Glastuinbouwgebied Bergerden Augustus 2011
Bijlagen 1. Tekening uitgeefbaar oppervlak 2. Grondexploitatie
15
Financiele bijsluiter begrotingswijziging
2011 Baten
2013
2012
Lasten
200
Totaal effect wijziging
Bedragen x € 1.000
: BW-01132 Financiële situatie GR Bergerden
Saldo
200
Baten 0
Lasten
Saldo 0
0
Baten 0
2014
Lasten 0
27-sep-11
Saldo 0
Baten 0
Lasten 0
Saldo 0
0
1032 Grondbeleid 2012
2011 Baten Was
Lasten
Saldo
Baten
2013 Saldo
Lasten
Baten
2014
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Saldo
228.814
233.391
4.577
170.891
173.651
2.760
141.907
144.529
2.622
106.085
108.261
200
200
0
0
0
0
0
0
0
0
0
2.176
Voorstel: Voor.GREX Bergerden 2011
Totaal 1032 Grondbeleid
229.014
233.591
4.577
170.891
173.651
Pagina 1
2.760
141.907
144.529
2.622
106.085
108.261
0 2.176
Directie Wijk & Stad
Ingekomen stuk D2 (PA 2 november 2011)
Ontwikkelingsbedrijf Grondzaken
Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen
Openbare besluitenlijst 18 december 2007 Collegevergadering no 47 Aan de gemeenteraad van Nijmegen Aanwezig: Voorzitter Wethouders Gemeentesecretaris Communicatie Datum 3Verslag oktober 2011
Telefoon
(024) (024) 329 91 11
Telefax
(024) 329 96 10
E-mail
[email protected]
Postadres Postbus 9105
Th. de Graaf 6500 HG Nijmegen P. Depla, H. van Hooft sr., L. Scholten, H. Kunst, P. Lucassen, J. van der Meer P. Eringa A. Kuil Ons kenmerk Contactpersoon M. Sofovic P330/11.0020394 Erik Top
Onderwerp
Datum uw brief
Wensen en bedenkingen jaarstukken, begroting en grondexploitatie GR Bergerden
Doorkiesnummer
(024) 3292950
Geachte leden van de raad,Aldus vastgesteld in de vergadering van: Ons college is voornemens in te stemmen met de Jaarstukken 2010, Begroting 2012 en Grondexploitatie 2011 van de Gemeenschappelijke Regeling Bergerden. Anders dan voorgaande jaren is de exploitatie niet langer financieel sluitend en is ondermeer het vormen van een risicovoorziening binnen de Algemene Bedrijfs Reserve van het Ontwikkelingsbedrijf noodzakelijk. De voorzitter, De secretaris, Naast deze brief hebben wij uw raad een voorstel gedaan ten aanzien van het vormen van een dergelijke voorziening. Voor een toelichting op de problematiek met betrekking tot de GR Bergerden, verwijzen wij u graag naar het betreffende raadsvoorstel waar ook de stukken zijn bijgevoegd waarover wij u vragen uw oordeel te vormen. Wij verzoeken uw raad ons uiterlijk 15 oktober 2011 mogelijke wensen en bedenkingen kenbaar te maken.
Hoogachtend, college van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester,
De Gemeentesecretaris,
mr. Th.C. de Graaf
drs. B. van der Ploeg 1
Aantal Bijlagen:
www.nijmegen.nl
brief-raad-Bergerden-3911ET03.doc