Thoraxcentrum Universitair Medisch Centrum Groningen
Jaarverslag 2011
Juni 2012
Inhoudsopgave 1.
Inleiding
3
2.
Productieaantallen Thoraxcentrum
4
3.
Afdeling Cardiologie 3.1. Patiëntenzorg 3.2. Onderzoek 3.3. Onderwijs en opleiding
5
4.
Afdeling Cardiothoracale chirurgie 4.1. Patiëntenzorg 4.2. Onderzoek 4.3. Onderwijs en opleiding
7
5.
Gemeenschappelijke activiteiten en samenwerkingsverbanden 5.1. Centrum voor congenitale hartafwijkingen 5.2. Transplantatieprogramma 5.2.1. Harttransplantatie 5.2.2. Longtransplantatie 5.2.3. Hart-longtransplantatie 5.3. Transkatheter hartklepinterventies 5.4. Longoncologische chirurgie
9
6.
Personeel
16
7.
Kwaliteit van zorg en patiëntveiligheid 7.1. Veiligheidsmanagement systeem (VMS) 7.2. Decentraal incidenten melden (DIM commissie) 7.3. Overige projecten 7.4. Organisatie
17
8.
Prestatie indicatoren 8.1. Afdeling Cardiothoracale chirurgie 8.2. Afdeling Cardiologie
20
9.
Dissertaties 2011
24
10.
Publicaties 2011
25
2
1.
Inleiding
Het Thoraxcentrum is een samenwerkingsverband van de afdelingen Cardiologie en Cardiothoracale chirurgie en levert een totaalpakket van topreferente en topklinische zorg aan patiënten met cardiovasculaire en pulmonale aandoeningen. Het Thoraxcentrum is voor een groot deel van Noord Nederland het eindpunt van verwijzing op cardiologisch, cardiothoracaal en pulmonaal gebied. Klantgerichtheid, kwaliteit en patiëntveiligheid staan bij het verlenen van de zorg voorop. De positie van het Thoraxcentrum ten opzichte van de andere ziekenhuizen in de regio is gewijzigd doordat in de afgelopen jaren vergunningen zijn toegekend aan ziekenhuizen voor het uitvoeren van ingrepen die tot dan toe aan het UMCG waren voorbehouden. Het Medisch Centrum Leeuwarden voert Openhartoperaties uit, Percutane Coronaire Interventies vinden inmiddels plaats in het Schepersziekenhuis in Emmen en het Martiniziekenhuis implanteert ook ICD’s Dit heeft vooralsnog niet geleid tot productieverlies. Bedrijfsmatig is 2011 dan ook een succesvol jaar geweest. De afspraak rond de financiering van de ICD/CRTD’s leidde tot een productie afspraak van 390 en kwam uiteindelijk uit op 394. Het aantal Openhartoperaties (OHO) is uitgekomen op 1125. Het totaal aantal Percutane Coronaire Interventies (PCI) lijkt te stabiliseren rond de 2000 en het aantal Transcatheter Hart Interventies (THI) in 2011 is uiteindelijk 90 geweest. De marktwerking in de zorg is voor het Thoraxcentrum duidelijk merkbaar. Verwijzers en patiënten verwachten snelle toegang tot de zorg, hoogwaardige kwaliteit en daarnaast hebben zij meer keuzevrijheid. Dat dwingt het Thoraxcentrum om de werkwijze zo aan te passen dat zij deze ontwikkelingen in haar voordeel om kan buigen. Op het gebied van onderzoek heeft het Thoraxcentrum een vooraanstaande positie, zowel nationaal als internationaal. Het kent daarbij een goede traditie met bijbehorende resultaten op het gebied van zowel preklinisch en klinisch onderzoek. Voor de afdeling Cardiologie ligt het zwaartepunt op het gebied van onderzoek op hartfalen en behoud van linkerkamerfunctie, voor de afdeling Cardiothoracale chirurgie ligt het zwaartepunt van onderzoek bij hybride (minimaal invasieve) technieken. Ook in 2011 heeft het vele onderzoek dat binnen het Thoraxcentrum wordt gedaan wederom geleid tot een groot aantal internationale publicaties. In 2011 zijn er belangrijke stappen gezet op verdere verbetering van de kwaliteit van zorg en patiëntveiligheid. SURPASS is in gebruik genomen. De eerste voorbereidingen in het kader van de certificering voor NTA 8009 (patiëntveiligheid) en ISO 9001 (kwaliteit) zijn gestart. Naar aanleiding van de gebleken situatie door een ernstige calamiteit bij de afdeling Perfusie, is in 2011 verder hard gewerkt aan de verbetering van de organisatie. Het inspectiebezoek heeft in oktober plaatsgevonden. Het rapport van dit bezoek van de inspectie verschijnt in de eerste maanden van 2012. Veel energie is gestoken in de voorbereiding van de inspectie en visitatie van het Congenitale Hartchirurgie en het Congenitaal Hartcentrum in februari 2012. Er is een begin gemaakt met de voorbereiding voor de verbouwing van de CCU en daarmee gepaard gaande interne verhuizing van de verpleegafdelingen. De planning is om eind 2012 te starten met de verbouwing. In 2011 zijn concrete afspraken gemaakt over het creëren van een poliklinische faciliteit ten behoeve van de cardiologische patiënt in het Centrum voor Revalidatie te Beatrixoord in 2012. Ook hier zijn de voorbereidingen inmiddels gestart. Het project Klaar voor de Toekomst werpt haar schaduw vooruit. Het Thoraxcentrum bereidt zich hier al enige tijd op voor. De organisatie van de kliniek (minder bedden en verplegend personeel) en van de zorgadministratie (minder vaste dienstverbanden) worden al heringericht vooruitlopend op wat in 2012 en 2013 komen gaat.
3
2.
Productieaantallen Thoraxcentrum
2011 is in bedrijfsmatige zin een succesvol jaar geweest. De productie lag op het niveau van 2010 of daarboven. Budgettaire kaders zijn in dit verband geen geweld aangedaan. Kritische productieplafonds betroffen met name de ICD’s, de OHO’s en de THI’s. De afspraak rond de financiering van de ICD’s leidde tot een productieafspraak van 390 (oorspronkelijk 360). Uiteindelijk zijn er 394 geïmplanteerd. Het aantal OHO’s is uitgekomen op 1.125. In het voorjaar van 2012 zullen voorbereidingen worden getroffen om de planning van de OK te optimaliseren middels een efficiëntere planning en wordt bezien in hoeverre de reductie van de capaciteit in de zomervakantieperiode verminderd kan worden. Het aantal THI’s is uitgekomen op 90. 2011
2010
2009
5.551 4.362 1.189 10.668 34.846 1.921
5.656 4.435 1.221 10.353 32.307 2.253
5.741 4.731 1.010 10.030 31.223 1.881
1.125 587 100 388 50
1.124 554 121 377 72
1.043 553 98 353 39
7 32
6 29
4 33
236
301
333
90 1.411 1.939 365
56 1.464 2.197 241
12 1.464 2.157 175
Electrofysiologie: Conventionele pacemakers Biventriculaire pacemakers zonder ICD functie Biventriculaire pacemakers met ICD functie ICD’s zonder biventriculaire pacemakerfunctie Reveal implantaties
193 14 111 283 14
205 16 109 235 13
226 4 79 277 12
Ablaties
353
249
280
Algemeen: Opnames Thoraxcentrum totaal Opnames Cardiologie Opnames Cardiothoracale chirurgie Nieuwe patiënten Bezoeken polikliniek Opnames CCU
Cardio-thoracale chirurgie: OpenHartOperatie totaal Coronary artery bypass grafting (CABG) Coronary artery bypass grafting (CABG) + klep Klep OK Aortachirurgie Harttransplantaties Longtransplantaties Operaties centrum congenitale hartafwijkingen
Interventiecardiologie: Transcatheter hartklepinterventies (THI) Coronair AngioGram (CAG) Percutane Coronaire Interventie (PCI) Fractional Flow Reserve (FFR) meting
4
3. Afdeling Cardiologie 3.1. Patiëntenzorg Het totaal aantal opnames in 2011 bleef stabiel, maar de totale ligduur nam af. Door een efficiencyslag in de laatste jaren kon in 2011 het aantal kortdurende opnames verder toenemen. Het verder verbeteren van zorgprocessen vraagt evenwel continu aandacht. Van veel verpleegkundige en medische handelingen zijn de afgelopen jaren protocollen opgesteld die voor alle medewerkers digitaal beschikbaar zijn. Ook in 2011 is er opnieuw veel aandacht geweest voor zowel actualisering van bestaande als ook het invoeren van nieuwe protocollen. De protocollenwerkgroep kent vertegenwoordiging uit alle geledingen binnen het Thoraxcentrum. Het aantal nieuwe patiënten op de polikliniek Cardiologie kende in 2011 wederom een lichte groei. Hierbij kon een gemiddelde toegangstijd van 2 tot 3 weken worden gehandhaafd en de capaciteit om op dezelfde dag functie-onderzoek te krijgen werd uitgebreid. Wel is hiermee de huidige polikliniek aan de grenzen van haar capaciteit is gekomen. Dit heeft er toe geleid dat er in 2011 concrete afspraken zijn gemaakt over het creëren van een poliklinische faciliteit in het Centrum voor Revalidatie locatie Beatrixoord in 2012. Het totale aantal PCI’s is in 2011 niet gegroeid ten opzichte van eerdere jaren. De verwachting is dat het aantal PCI’s de komende jaren zal stabiliseren rond de 2000. Het aantal devices in de vorm van ICD en CRT-D kende in 2011 een groei omdat het Martini Ziekenhuis een deel van het jaar niet heeft kunnen implanteren. Inmiddels zijn er afspraken gemaakt tussen de beide ziekenhuizen en is het de bedoeling dat het aantal ICD/CRT-D’s in het UMCG de komende jaren stabiel zal blijven met 360. In 2011 heeft er een inhaalslag plaatsgevonden op het gebied van de ablaties bij patiënten met boezemfibrilleren/flutter om de wachtlijst terug te brengen. Het aantal Transcatheter hartklep interventies (THI’s) is in 2011 gestegen naar 90. Gezien de ontwikkelingen op dit gebied met ook een ouder wordende populatie ligt het in de rede dat dit aantal de komende jaren zal groeien. 3. 2. Onderzoek De afdeling Cardiologie heeft (inter)nationaal een vooraanstaande positie op het gebied van wetenschappelijk onderzoek. Het onderzoek binnen de afdeling Cardiologie is primair gericht op hartfalen en het behoud van de linkerkamerfunctie. Er is een fundamentele onderzoekslijn op het gebied van geaccelereerde veroudering waarbij onderzocht wordt welke rol telomeren (enkelstrengs DNA) spelen bij de hartfunctie en de eventuele rol bij hartfalen. Daarnaast neemt het onderzoek naar de behandeling van ritmestoornissen, in het bijzonder boezemfibrilleren, en de cardiogenetica een belangrijke plaats in. Gezien de kwaliteit van het onderzoek kunnen goede onderzoekers worden aangetrokken of behouden en met diverse afdelingen zoals de Klinische Genetica, Kindercardiologie en Nefrologie is en wordt onderzoek verricht en opgezet. Om het onderzoek verder te professionaliseren en van een kwaliteitsimpuls te voorzien is ook in 2011 geïnvesteerd in de researchorganisatie. Er is ondermeer een onderzoeksdirecteur aangesteld om dit proces verder vorm te geven. Het Thoraxcentrum is voornemens om het pre-klinische onderzoek (Experimentele cardiologie) en het klinisch onderzoek (Cardioresearch) te verbinden in deze organisatie. Een overzicht van de dissertaties en publicaties in 2011 is in de laatste twee hoofdstukken van dit jaarverslag opgenomen.
5
3. 3. Onderwijs & opleiding De afdeling Cardiologie verzorgt als 1 van 14 klinieken in Nederland een volledige opleiding tot cardioloog. In 2010 is de afdeling Cardiologie gevisiteerd voor de opleiding en is voor de termijn van 5 jaar de erkenning voor de opleiding verleend. De opleiding vindt plaats conform het landelijke nieuwe opleidingsplan, is competentiegericht en ingedeeld in stages. Het laatste jaar van de opleiding bestaat uit een verdiepingsjaar in een aandachtsgebied. De toegestane instroom bedroeg in zowel 2010 en 2011 vijf aios. Dit aantal is minimaal nodig voor een goed opleidingsklimaat maar ook voor het verrichten van de klinische taken op de afdeling en daarmee een goede balans tussen opleiding en bedrijfsvoering. De afgelopen jaren, ook in 2011, zijn en worden verpleegkundig specialisten opgeleid. Deze worden binnen de afdeling Cardiologie ingezet op de afdeling Kortdurende Opnames, de afdeling Hartkatheterisatie, de poliklinieken Harttransplantatie, Hartfalen en Post-hartinfarctzorg. Binnen de opleiding Geneeskunde is de afdeling Cardiologie in 2011 blokcoördinator voor blok 3.2 in de Bachelorfase van het curriculum geweest. Een van de cardiologen is daarnaast nauw betrokken bij het onderwijs aan de internationale studenten (IBMG) en was in 2011 tevens voorzitter van de examencommissie Geneeskunde en Tandheelkunde. In de masterfase verzorgt de afdeling Cardiologie iedere 6 weken voor 6 - 8 co-assistenten een stage Cardiologie en kunnen daarenboven 4 - 5 co-assistenten per jaar hun semi-arts stage doen binnen de afdeling.
6
4. Afdeling Cardiothoracale chirurgie 4. 1. Patiëntenzorg Naast de intensieve reguliere patiëntenzorg waaronder de 1.125 uitgevoerde openhartoperaties, is er in 2011 veel geïnvesteerd in de verdere ontwikkeling van extra corporal life support (ECLS) buiten de muren van de operatiekamers. Om zorg te dragen voor voldoende kwaliteit in de zorg voor deze patiëntengroep en daarnaast de groep van perfusionisten te ontlasten is een scholingsprogramma opgezet om ICverpleegkundigen in de zorg rondom ECLS te scholen. De IC-verpleegkundigen voeren deze zorg onder supervisie van de perfusionisten en de intensivist uit. De scholing van de op de Thorax Intensive Care werkzame verpleegkundigen is in 2011 afgerond. Voor de OHO patiënten met een lage euroscore (European System for Cardiac Operative Risk Evaluation) is in 2011 een fast-track project op de Coronary Care Unit (CCU)gestart. Het betreft hier de patiëntengroep die een CABG of een aorta klepvervangende operatie ondergaan. Het hele fast-track traject is protocollair vastgelegd in samenspraak met alle betrokken partijen (chirurgen, anesthesisten, intensive care en cardiologen). Stabiele patiënten gaan na het wakker worden op de intensive care voor 17.00 uur naar de Hartbewaking. Op deze wijze wordt de IC-ligduur beperkt en het reguliere OK-programma staat hierdoor in principe onder minder druk. Na de pilotfase in 2011 wordt het project geëvalueerd en geoptimaliseerd. Het Thoraxcentrum heeft een vergunning verkregen voor het implanteren van de LVAD als ‘bridge to transplant’. In 2011 zijn voorbereidingen hierop ingezet o.a. door het uitvoeren van een prospectieve risicoanalyse. In 2012 zal gestart worden met de daadwerkelijke implantaties van het steunhart. Op het gebied van de longchirurgie, in het bijzonder, oncologische longchirurgie is de afdeling Cardiothoracale chirurgie in nauwe samenwerking met de afdeling Longziekten & Tuberculose inmiddels uitgegroeid tot expertisecentrum. In dit kader is in 2011 gestart met het uitvoeren van VATS lobectomieën, het verwijderen van een longkwab bij longkanker door middel van een kijkoperatie. Voor de patiënt is de ingreep minder ingrijpend en pijnlijk en het herstel na de operatie sneller. Binnen de hartchirurgie hebben de minimaal invasieve technieken hun intrede gedaan. 4. 2.Onderzoek Op het gebied van onderzoek ligt voor de afdeling Cardiothoracale chirurgie het zwaartepunt bij minimaal invasieve technieken, voornamelijk in het gebied van de off-pump bypasschirurgie met arteriële grafts (promotietraject). De afdeling richt zich verder op de behandeling van ritmestoornissen, in het bijzonder boezemfibrilleren (MD PHD traject), op mitralisklep chirurgie (promotietraject), op sympaticotomie voor hyperhydrose en chronic pain syndrome (promotietraject), patiënt-prothesis mismatch bij aortaklepchirurgie (promotietraject) en tot slot orgaan preservatie bij longtransplantatie ‘ex-vivo long perfusie’ (promotietraject) en bij harttransplantatie. Een overzicht van publicaties in 2011 is in de laatste twee hoofdstukken van dit jaarverslag opgenomen.
7
4. 3. Onderwijs & opleiding In het kader van de opleiding is de afdeling in 2011 gevisiteerd. Aan de afdeling is voor de termijn van 5 jaar de erkenning van de opleiding verleend. Voor de in 2011 ingestroomde AIO vindt de opleiding plaats conform het nieuwe landelijke opleidingscurriculum. Binnen de afdeling Cardiothoracale chirurgie worden sinds vele jaren verpleegkundig specialisten ingezet. Voor de functie van verpleegkundig specialist binnen de cardiothoracale chirurgie zijn in 2011 drie studenten in opleiding.
8
5. Gemeenschappelijke activiteiten en samenwerkingsverbanden 5. 1. Centrum voor Congenitale Hartafwijkingen (CCH) Het CCH is een samenwerkingsverband tussen de afdelingen Kindergeneeskunde, Cardiologie, Cardiothoracale chirurgie en Anesthesiologie van het UMCG. Daarnaast bestaat een nauwe samenwerking met geoormerkte specialisten van andere klinische disciplines zoals (kinder)longartsen, radiologen, transplantatieartsen, obstetrici en klinisch genetici. Het CCH is een van de vier centra in Nederland waar de zorg voor patiënten met aangeboren hartafwijkingen gecentraliseerd is. Ook de zorg die nodig is rondom zwangerschap en bevalling bij vrouwen met aangeboren hartafwijkingen wordt geboden door een multidisciplinair team van experts. Het CCH werkt samen in een netwerk met satellietcentra met kinderartsen en cardiologen, getraind in de zorg voor patiënten met aangeboren hartafwijkingen. Het CCH fungeert daarnaast binnen een landelijk netwerk van alle UMC’s als landelijk expertisecentrum voor kinderen met pulmonale hypertensie. Deze landelijke expertisefunctie wordt gecombineerd met een multidisciplinaire werkgroep voor pulmonale hypertensie bij volwassenen. Het UMCG fungeert hierin bovendien als supraregionaal expertisecentrum voor volwassenen met pulmonale hypertensie geassocieerd met aangeboren hartafwijkingen. Alleen in het UMCG worden gecombineerde hartlongtransplantaties en longtransplantaties bij kinderen gedaan, een behandeling die vaak soms nodig is in het eindstadium van chronische pulmonale hypertensie. Sinds 2009 wordt er grensoverschrijdend samengewerkt met het Klinikum Oldenburg. Dit universitaire ziekenhuis biedt kindercardiologische en congenitaal cardiologische zorg, echter zonder congenitale cardiothoracale chirurgie. Patiënten met aangeboren hartafwijkingen uit Duitsland kunnen dankzij dit samenwerkingsverband in het UMCG geopereerd worden. Aangeboren hartafwijkingen leiden tot een vaak levenslange belasting van het hart en/of de longslagaders. Een zwangerschap kan bij patiënten met reeds abnormaal belaste ventrikels of pulmonale hypertensie een risico betekenen voor moeder en kind. Het onderzoeksprogramma van het CCH, ingebed in de School of Medical Sciences, richt zich op pulmonale hypertensie en pulmonale vaatwand remodelering, rechterventrikeladaptatie en —falen en zwangerschap bij vrouwen met een aangeboren hartafwijking.
Aantal poliklinische contacten: Poliklinische contacten congenitale cardiologie voor volwassenen
1800 1600 1400 1200 1000 800 600 400 200
9
20 11
20 08
20 05
20 02
19 99
19 96
19
jaar
93
0
19 90
Aantal poliklinische contacten per jaar
2000
Aantal operatieve ingrepen: aantal operaties $ ( % in hospital mortality)
2011
2010
2009
236 (2,1%) 29 (3,7%)
301 (2,3%) 33 (3,0 %)
333(3%) 54 (11,1%)
67 (3%) 63 (3,2%)
59 (5,0%) 119 (0,8%)
59(1,7%) 130(1,5%)
77 (0%)
90 (2,2%)
98(1%)
8
9
8
aantal per operatiegroep (% in hospital mortality)
2011
2010
2009
tetralogie v Fallot
12 (-)
12 (-)
8(-)
arterial switch (TGA/VSD)
6 (-)
1 (-)
5(40%)
arterial switch (TGA/IVS) totaal cavopulmonale connectie
3 (-)
7 (-)
7(-)
2 (50%)
10 (-)
6(-)
Ross operatie Ross-Konno operatie
-
-
-
-
-
-
Norwood operatie biventriculaire correctie HLHC
-
-
3(33,3%)
-
-
-
48 (-)
69 (-)
43(-)
8
9
8
2 (-)
5 (20%)
2 (50%)
totaal neonaten < 30 dagen zuigelingen 1 maand- 1 jaar kinderen 1-18 jaar volwassenen 18 jaar en ouder neonatale ductussluiting < 2500 gram $
inclusief transplantaties
Aantal operatieve ingrepen per aandoening:
long- en luchtwegoperatie neonatale sluiting open ductus (2500 gram) transplantaties (hart-, hart-long- en longtransplantaties)
10
5. 2 Transplantatieprogramma 5.2.1 Harttransplantatie Binnen het UMCG worden sinds 2007 Harttransplantaties verricht. Na een voorzichtige start is het aantal harttransplantaties toegenomen en is de zorg rondom harttransplantaties integraal onderdeel van zowel de medische als verpleegkundige zorg. Het harttransplantatieprogramma vindt plaats binnen een multidisciplinair samenwerkingsverband met de afdelingen Cardiologie, Cardiothoracale chirurgie, Anesthesiologie en Intensive Care. Het (zorg)proces in de fase voor de harttransplantatie en de fase na de transplantatie wordt verzorgd door de transplantatiecardiologen en de verpleegkundig specialisten. Ook na de transplantatie blijft de patiënt altijd bij hen onder controle. Het aantal patiënten dat gescreend werd voor HTX in 2011 steeg naar 15. Eind 2011 stonden er 7 patiënten actief op de HTX wachtlijst UMCG en 1 op “Niet-Transplantabel”. De gemiddelde wachttijd voor een harttransplantatie is lang en verder toegenomen van 233 dagen in 2009 naar 383 dagen in 2010 naar 479 dagen in 2011. In het UMCG wordt tegen de patiënten gezegd rekening te houden met een wachttijd van tenminste 1½ à 2 jaar (en soms nog langer). Circa 60 patiënten wachten in NL op een donorhart. Het aantal daadwerkelijk in Nederland verrichtte harttransplantaties stabiliseert op 40 à 45 / jaar in 3 centra. Het aantal ons aangeboden donorharten stabiliseert op 30 á 35 per jaar. Gemiddeld voldoet 1 op de 4 aangeboden donorharten aan de gestelde eisen.
Aantal HTX screeningen per jaar 2011
2010
2009
2008
2007
15
11
14
10
3
Op wachtlijst
4
7
10
6
2
“Nog te goed”
4
1
1
3
1
Afgewezen
1
2
3
1
0
Gescreend
Aantal patiënten die een HTX in het UMCG ondergingen 2011
2010
2009
2008
2007
HTX UMCG
7
6
4
1
2
mortaliteit
0
2
0
0
1
2011
2010
2009
2008
2007
0
2
0
0
1
0
stolling en
0
0
septische shock
Aantal patiënten die peri-operatief overleden
oorzaak
bloeding
11
Aantal post-HTX patiënten in nabehandeling in het UMCG en mortaliteit in deze groep 2011
2010
2009
2008
2007
Post-HTX
79
69
64
60
58
mortaliteit
3
2
0
2
0
Oorzaken overlijden van patiënten in nabehandeling post-HTX
toelichting
2011
2010
2009
2008
2007
3
2
0
2
0
- CVA 26 jaar
- Hart- en
- Hart- en
post-HTX
nierfalen 15 jaar
nierfalen 15 jaar
- CVA 20 jaar
post-HTX
post-HTX
post-HTX
- maligniteit 17
- plotse dood 1,5
- maligniteit 14
jaar post-HTX
jaar post-HTX
jaar post-HTX
Left Ventricular Assist Device In 2011 heeft het UMCG een vergunning gekregen voor het implanteren van een Left Ventricular Assist Device (LVAD). Deze behandeloptie zal worden ingezet om de periode tot aan een harttransplantatie te kunnen overleven (bridge to transplant). Pas in 2012 zal daadwerkelijk met het LVAD programma worden gestart nadat alle noodzakelijke voorbereidingen (protocol, scholing, prospectieve risico-analyse) zijn afgerond. Het (zorg)proces rondom de LVAD implantatie wordt begeleid door een breed multidisciplinair team. Het doel is om in het UMCG om te beginnen 4-6 LVADs per jaar te implanteren. 5.2.2 Longtransplantatie 1 De laatste jaren is een stabilisatie in het longtransplantatieprogramma van het UMCG opgetreden. Het aantal longtransplantaties ligt rond de 30 per jaar. In 2011 werden er 32 longtransplantaties in het UMCG uitgevoerd. De verhouding patiënten op de wachtlijst/aantal transplantaties ligt in het UMCG duidelijk gunstiger dan gemiddeld in Nederland.
Aanmeldingen Indicatiediagnose 2011
2010
2009
2008
2007
COPD
39
46
41
42
50
Longfibrose
25
15
20
22
17
8
4
10
12
8
11
8
8
10
10
2
3
3
3
3
14
2
4
5
9
Cystic Fibrosis Pulmonale hypertensie Bronchiëctasieën Overige diagnosen 1
Informatie met toestemming overgenomen uit Jaarverslag 2010, afdeling Longziekten & Tuberculose UMCG.
12
Totaal
99
78
86
94
97
Aantal Longtransplantaties/ patiënten op de wachtlijst UMCG
30/67
29/66
33/72
31/61
32/56
Aantal Longtransplantaties/ patiënten op de wachtlijst elders
38/167
37/132
33/122
27/105
34/95
Het gebruik van longen van non-heart-beating donoren, een initiatief van de afdeling Cardiothoracale chirurgie, is een groot succes geworden. De laatste 6 jaar zijn meer dan 35 transplantaties verricht met longen van deze donoren en inmiddels zijn ook de andere centra overgegaan tot acceptatie van deze donoren. Het succes van het longtransplantatieprogramma leidt tot het transplanteren van steeds ziekere patiënten. Sinds 2001 is het mogelijk om patiënten met een eindstadium longziekte op een “high urgency” positie op de wachtlijst longtransplantatie te plaatsen. Ruim 50% van de transplantaties vindt plaats bij patiënten die op High Urgency staan waarvan een deel al op de IC aan de beademing ligt en in 2011 hadden een aantal patiënten zelfs Extra Corporele Long Support (ECLS). Ook zijn er in de afgelopen jaar enkele hoog risico patiënten overgenomen van de wachtlijst van het transplantatieprogramma van het UMC Utrecht. Het betreft hier patiënten die i.v.m. een eerdere pleurodese daar als ‘te hoog risico’ beschouwd werden en daarom van de wachtlijst verwijderd dreigden te worden.
De overlevingscurves na longtransplantatie in het UMCG laten een uitstekende transplantaatoverleving zien, waarbij de zogenaamde “transplant half-life” die van de hart- en niertransplantatie lijkt te naderen. Er is een verschuiving in de doodsoorzaak na transplantatie. In het begin was het overlijden sterk gerelateerd aan chronische transplantaat disfunctie en de complicaties daarvan. Tegenwoordig treden meer
13
overlijdensgevallen onafhankelijk van deze conditie op maar als gevolg van langdurige blootstelling aan immunosuppressie, hetgeen ook voortkomt uit een betere overleving.
Overlevingscurves na longtransplantatie in de verschillende episodes in het UMCG
5.2.3 Hart-longtransplantatie Hart en longtransplantatie (HLTX) wordt wereldwijd en ook in het UMCG nog maar incidenteel gedaan. In 2011 onderging 1 UMCG wachtlijstpatiënt, na zeer lang wachten, een HLTX in Hannover.
Aantal patiënten die een HLTX ondergingen 2011
2010
2009
2008
2007
HLTX UMCG
0
1
2
1
1
mortaliteit
0
0
1
1
0
1 (succesvol te
0
0
0
0
HLTX buitenland
Hannover)
Aantal post-HLTX patiënten in nabehandeling 2011
2010
9
8
14
5. 3 Transkatheter Hartklep interventies Binnen het UMCG worden sinds 2009 Transkatheter hartklepinterventies (THI) verricht. Het UMCG heeft een vergunning voor het uitvoeren van percutane klepinterventies volgens de kwaliteitseisen vastgelegd in het NVVC consensusdocument 2009. De interventie wordt uitgevoerd binnen een multidisciplinair samenwerkingsverband met de Interventiecardiologie, de Cardiothoracale chirurgie en de Thoraxanesthesie. Van de groep HCverpleegkundigen is een aantal verpleegkundigen aan deze ingreep gecommitteerd. In Europa wordt op dit moment al 20% van alle aortaklepvervangingen percutaan verricht. Deze Transcatheter Aortaklep Implantatie (TAVI) in het UMCG vindt alleen plaats bij patiënten met een ernstige symptomatische aortaklepstenose waarbij een conventionele chirurgische aortaklepvervanging vanwege het zeer hoge operatierisico geen optie is.
Aantal transcatheter hartklepinterventies in het UMCG TAVI
2011
2010
2009
90
56
12
2
0
0
Mitraclip®
In het UMCG wordt de TAVI via twee verschillende routes verricht, transapicaal en transfemoraal. Deze laatste route is een minder invasieve ingreep dan de transapicale ingreep waarbij een anterolaterale minithoracotomie noodzakelijk is. In 2011 zijn er in totaal 90 THI’s verricht. Naast de TAVI is in 2011 gestart met de percutane mitralisklep-behandeling (mitraclip) bij patiënten met een ernstige mitralisklepinsufficiëntie bij wie een conventionele chirurgische mitralisklep-operatie te risicovol is. 5.4 Oncologische longchirurgie Op het gebied van de longchirurgie, in het bijzonder, oncologische longchirurgie is de afdeling Cardiothoracale chirurgie in nauwe samenwerking met de afdeling Longziekten & Tuberculose inmiddels uitgegroeid tot expertisecentrum. In dit kader is in 2011 gestart met het uitvoeren van VATS lobectomieën, het verwijderen van een longkwab bij longkanker door middel van een kijkoperatie. Voor de patiënt is de ingreep minder ingrijpend en pijnlijk en het herstel na de operatie herstel sneller.
Aantal LongOk’s 2011
2010
2009
2008
296
287
307
308
15
6. Personeel Aantal medewerkers De verschillen in aantallen fte’s(december 2010 vs 2011) zitten ten eerste bij klinisch ondersteuning. Op het functielaboratorium zijn leerling echolaboranten ingestroomd. Verder in de afdeling Perfusie versterkt met 2 medewerkers. In instroom van AIO’s leidt tot een toename van het aantal. Er is een voorschot genomen op de reductie van de klinische capaciteit. De vaste formatie is gekrompen ten faveure van tijdelijke BTP inzet.
Bezetting 2011 functiefamilie
dec-11
dec 10
3,7
2,7
24,1
21,9
1,0
1,0
Klinisch (mede) behandelen
10,9
6,0
Klinisch ondersteunend
49,4
45,2
Management
8,0
8,7
Medische Staf
40,1
39,0
Staf, Administr.&Secretariaat
48,3
45,1
Verpleging & Verzorging
169,9
181,0
Wetenschappelijk O&O
10,8
9,7
366,3
360,3
Analytisch personeel Arts-assistenten Facilitair
Totaal Thoraxcentrum
Aantal geregistreerde jaargesprekken Afdeling Thoraxcentrum
Jaargesprekken 2011
Jaargesprekken 2010
Jaargesprekken 2009
Aantal
Aantal
Aantal
%
153
35%
%
203
47%
%
100
23%
Het ziekteverzuim binnen het Thoraxcentrum is constant gebleven (12 maand gemiddelde) op 3,3 % . ZVPincl Totaal ZVPincl ZVPexcl GZVD ZMF
ZVPexcl 4,4 %
GZVD 3,3 %
Ziekteverzuim inclusief Gravida Ziekteverzuim exclusief Gravida Gemiddelde ziekteverzuimduur Ziekmeldingsfrequentie
16
ZMF 12,4
1,62
7. Kwaliteit van zorg en patiëntveiligheid 7. 1. Veiligheidsmanagement systeem (VMS) In 2012 moet in het UMCG het Veiligheidsmanagementsysteem (VMS) gerealiseerd zijn. Onderdeel van het VMS zijn tien thema’s waarop veel winst te behalen valt als het gaat om het terugdringen van de onbedoelde en vermijdbare schade in ziekenhuizen en daarmee het verbeteren van de patiëntveiligheid. In 2011 hebben de afdelingen van het Thoraxcentrum al aandacht geschonken aan deze thema’s. In het bijzonder de thema’s die voor de cardiologische en cardiothoracale patiëntencategorieën van belang zijn, zijn (deels) geïmplementeerd of er is een start gemaakt met de implementatie ervan. Het betreft hier de volgende thema’s: pijn, vitaal bedreigde patiënt, kwetsbare ouderen, high risk medicatie, verwisseling van/ bij patiënt. Op basis van een inventarisatie van de stand van zaken van de thema’s eind 2011 zal in 2012 de verdere implementatie van de tien thema’s, inclusief de borging verder vorm krijgen. Voor het meten van de kwaliteitsindicatoren pijn en ondervoeding zijn er voor het hele UMCG in 2011 ‘meetweken’ ingesteld, waaraan het Thoraxcentrum heeft deelgenomen. De meetactiviteiten en de geregistreerde scores zijn in een UMCG brede database ingevoerd en geanalyseerd. Ziekenhuis breed zijn de checklisten SURPASS geïmplementeerd. Ook het Thoraxcentrum heeft hieraan actief aan deelgenomen en heeft blijvend, op basis van de cijfers over het gebruik van de diverse checklisten, aandacht voor verbeteringen. In 2011 is kwaliteit als aandachtsgebied bij een stafmedewerker belegd. De stafmedewerker is het coördinatiepunt voor de afdelingen van het Thoraxcentrum voor het volgen van het sectorbeleid en het UMCG beleid op het gebied met kwaliteit. Belangrijk hierin is ondermeer de verdere implementatie van de 10 thema’s. 7. 2. Decentraal Incidenten melden (DIM-commissie) Het Thoraxcentrum heeft een DIM-commissie die bestaat uit een tweetal medici, diverse verpleegkundigen, een functielaborant, een perfusionist, twee administratief medewerkers (één polikliniek en één kliniek) en een secretaris. Het voorzitterschap wordt (jaarlijks wisselend) ingevuld door een cardioloog of een cardiothoracaal chirurg. De commissie vergadert in principe tweewekelijks en rapporteert driemaandelijks aan het Dagelijks Bestuur van het Thoraxcentrum en aan de Centrale commissie Incidenten Melden (CIM). Op deze manier is getracht vertegenwoordiging vanuit de gehele kliniek te bewerkstelligen de continuïteit in het afhandelen van meldingen te waarborgen. Vanuit het dagelijks bestuur en binnen de kliniek en polikliniek is groot draagvlak voor de DIM-commissie. Er wordt met regelmaat gemeld (20-45 meldingen per maand in 2011) en de medewerker voelt zich over het algemeen veilig genoeg om (bijna)incidenten te melden. Onduidelijk is wat de meldingsgraad is. Het melden van incidenten heeft in de afgelopen jaren tot een aantal verbeteracties, o.a. op het gebied van de preventie van valincidenten en medicatieveiligheid, geleid. In 2011 werden meerdere incidenten, die te maken hadden met patiëntenverificatie, een van de VMS-thema’s, gemeld. Het verwerken en interpreteren van DIM-meldingen is een continu proces dat stap voor stap meehelpt de zorg te verbeteren en veiliger te maken. De DIM-commissie heeft actieve contacten met verwante DIM-commissies, de CIM en de afdeling Medische Middelen.
17
Totaal en aard meldingen per kwartaal in 2011 Categorie Medicatie (incl bloedproducten) Valincidenten Medische middelen Uitvoering zorg, diagnose en behandeling Coördinatie zorgproces Overige Totaal
1e kwartaal 2011 26
2e kwartaal 2011 42
3e kwartaal 2011 24
4e kwartaal 2011 19
19
17
6
8
4
10
10
11
11
19
10
20
3
11
5
16
9
15
4
9
72
114
59
83
7. 3. Overige projecten
Waarderend auditen Binnen sector A is de pilot waarderend auditen afgerond. Binnen elk cluster is een audit over het onderwerp medicatieproces gehouden. Hiervoor is een aantal medewerkers van sector A getraind als auditor. De afdelingen waar de audits gehouden zijn, hebben de audits als positief en leerzaam ervaren. In het MT volgt de beslissing of het auditen in de toekomst verder wordt gehanteerd, in de sector, als methode om als afdelingen te kunnen leren van “good practices” en van elkaar.
Certificering De komende jaren worden alle afdelingen in het UMCG gecertificeerd. Het Thoraxcentrum is een van de eerste afdelingen waar het traject, onder begeleiding van de kwaliteitsfunctionarissen van de UMCG staf, is gestart. De eerste gesprekken en de eerste inventarisaties zijn gaande. De planning is dat in juni 2012 een eerste steekproef wordt uitgevoerd.
Atriumfibrilleren poli Voor het verbeteren van de zorg aan patiënten met atriumfibrilleren is het opzetten van een digitale atriumfibrilleren poli een belangrijke stap. Samen met zorgbelang, de patiëntenvereniging en Menzis is hiervoor een project gestart in 2011. In 2012 moet deze polikliniek definitief zijn beslag krijgen.
SURPASS De UMCG brede invoer van SURPASS voor het vergroten van de patiëntveiligheid op overdrachtsmomenten is in november 2011 van start gegaan. In december werd bij 85% van de operatiepatiënten van het Thoraxcentrum een SURPASS checklist geopend. Voor de Cardiologie patiënten, die een interventie ondergaan, zijn de lijsten niet goed bruikbaar. Naar oplossingen wordt gezocht.
18
7. 4. Organisatie Met betrekking tot de afdeling Cardiothoracale chirurgie en daaraan gelieerd de afdeling Perfusie is in 2011 een aantal maatregelen genomen, met als doel de kwaliteit van zorg te verbeteren en te borgen. De directe aanleiding hiervoor was gelegen in een ernstige calamiteit bij het gebruik van een Hartlongmachine tijdens een Openhartoperatie. Er is een aantal beoordelende interne en externe audits (ook van de Inspectie voor de Gezondheidszorg) geweest met als doel verbetering van de kwaliteit in de kliniek.
Personeel • •
• •
Cardiothoracaal chirurgen aangewezen met aandachtsgebied kwaliteitsdocumentatie. Samen met de afdelingen Anesthesie en OZO, participatie in een teamontwikkelingsprogramma. Meerdere acties zijn ingezet om kwalitatieve medische bezetting binnen de afdeling te garanderen. (uitbreiding Chirurgisch team, uitbreiding Verpleegkundig specialisten, betere roosterplanning en patiëntenplanning) Protocollenbeheer is neergelegd bij een daarvoor verantwoordelijke functionaris
Perfusie •
• •
De aansturing van de perfusionisten is in 2011 gewijzigd: duaal leiderschap tussen een medisch supervisor en hoofd Perfusie onder de eindverantwoordelijkheid van het afdelingshoofd Cardiothoracale chirurgie. Personele vaardigheden en scholing van de perfusionisten zijn vastgelegd in een portfolio. De protocollen zijn geactualiseerd en onder beheer van een kwaliteitsfunctionaris.
19
8. Prestatie-indicatoren 8.1. Afdeling Cardiothoracale chirurgie
CUSUM curve Een cusum curve komt tot stand door voor elke opeenvolgende patiënt in de tijd het risico te bepalen met behulp van de Euroscore methode en deze risico’s dan op te tellen. Heeft de eerste patiënt van een meet interval (bijvoorbeeld een kalenderjaar) een risico op overlijden van 5% dan wordt op de X-as op positie 1 0,05 geschreven indien de patiënt binnen de mortaliteits definitie (bijvoorbeeld 30 dagen) in leven is gebleven. Als de tweede patiënt een risico heeft van 2,5% dan wordt op positie 2 op de X-as 0,025 opgeteld bij de waarde van positie 1 op de X-as en 0,075 geschreven. Dit getal heeft de eenheid van “gewonnen leven”: immers als alle honderd patiënten met een risico op overlijden van 1% in leven zouden blijven zou één leven gewonnen zijn ten opzichte van de voorspelling, waarbij indien de voorspelde mortaliteit 1% zou zijn er één patiënt van de honderd zou zijn overleden. Omgekeerd wordt indien een patiënt overlijdt binnen de mortaliteits definitie 1-[voorspelde risico] van het voorgaande getal afgetrokken. Dus als de derde patiënt in het voorbeeld een risico op overlijden heeft in de Euroscore van 20% wordt 1-0,2 ofwel 0,8 van het voorgaande getal afgetrokken en wordt dus op positie 3 op de X-as 0,125 geschreven. Ook dit is weer logisch. Als het resultaat strikt overeenkomt met de voorspelling is na 100 operaties met een risico van 1% en 99 patiënten in leven zijn gebleven en één is overleden het resultaat van de curve dat na 100 operaties men weer op de nullijn zit: er zijn geen levens gewonnen ten opzichte van de voorspelling: 99x0,01 bij elkaar opgeteld (=0,99) bij overlijden van een patiënt 1-0,01 = 0,99 daarvan afgetrokken. Eindresultaat 0.
20
Het verloop van de curve zou een inzicht kunnen geven in klustering van mortaliteit. Indien zo’n CUSUM actueel elke dag zou worden bij gehouden zouden eventuele problemen eerder aan het licht kunnen komen. Overigens moet men zich realiseren dat de Euroscore risico’s bepaald zijn aan de hand van een dataset van meer dan 10 jaar geleden en waarin een bepaalde mix van patiënten was opgenomen die anders zou kunnen zijn dan de mix in de huidige tijd. Over het algemeen wordt nu gevonden dat een CUSUM curve die aan het einde van een meet tijdperk op de nullijn zit een aanduiding zou kunnen zijn van onvoldoende kwaliteit. In dat geval is een nadere dieper gaande analyse nodig, waarin bijvoorbeeld foutmarges mee gemeten moeten worden.
Complicaties In 2011 is gestart met een systematische registratie van alle complicaties die in aansluiting op een operatie optraden, nadat een patiënt van de IC was ontslagen. Hiervoor is gebruik gemaakt van de complicatieregistratiemodule in OKPlus. Eerst zijn de specifieke complicaties gedefinieerd en in het systeem opgenomen. Per 1-1-2011 gestart met de registratie. Dagelijks worden tijdens de ochtendoverdracht de opgetreden complicaties van ontslagen patiënten besproken en aan het systeem toegevoegd, als ze niet al toegevoegd waren. In de eerste periode trad nog wat onwennigheid op, waardoor de registratie wellicht niet compleet was. Later is dit verbeterd en in de laatste twee kwartalen lijkt de registratie goed te zijn. Aan incorporatie van de op de IC opgetreden complicaties, nu geregistreerd in de NICE-registratie wordt gewerkt De complicaties zijn ingedeeld in verschillende hoofdstukken: • Cardiale complicaties • Pulmonale complicaties • Gastro-intestinale complicaties • Nefrologische complicaties • Neurologische complicaties • Vasculaire complicaties • Infecties • Re-interventies Indien geen complicatie optrad werd dit als zodanig gescoord. Bij één operatie kunnen meerdere complicaties genoteerd worden. In kwartaal drie en vier van 2011 werden 659 patiënten gescoord in de registratie. Bij 379 patiënten trad geen complicatie op (58%). Bij de overige 280 patiënten werd 471 keer een complicatie genoteerd, dit is 1,7 complicatie per patiënt. Daarbij wordt opgemerkt dat dit ook ‘niet-ernstige’ complicaties omvat zoals bijvoorbeeld boezemfibrilleren, tijdelijke pacing en infecties aan urinewegen. Omdat in 2011 gestart is met de registratie is nu nog geen vergelijk mogelijk. In de toekomst zal het zo wel mogelijk zijn om positieve, dan wel negatieve trends te signaleren. Bovendien is het een ‘eigen systeem’ dat niet congruent is met het voor vanaf 2012 geldende landelijke systeem. Wel is het mogelijk om uit deze registratie gegevens te generen voor de per 1 januari 2012 verplicht gestelde landelijke complicatieregistratie.
21
8.2. Afdeling Cardiologie
Kwaliteitsindicatoren: 1. Sterfte na eerste consult De definitie betreft hier de sterfte in het jaar na het eerste administratieve consult op de polikliniek Cardiologie van alle patiënten van 70 jaar en ouder die electief door de cardioloog gezien zijn op de polikliniek.
Mortaliteit
2011
2010
2009
8,4%
10,6%
10,4%
2. Sterfte na percutane coronaire interventie Mortaliteit tijdens de ziekenhuisopname na een in het UMCG verrichte PCI. Het inclusiecriterium is PCI; exclusiecriterium is een catheterisatie waarbij alleen intra coronaire druken/of flowmetingen worden uitgevoerd zonder interventie.
Mortaliteit tijdens opname
2011
2010
2009
2,6%
2,4 %
geen indicator in 2009
Bovengenoemde mortaliteit is inclusief de mortaliteit van de PCI’s die verricht werden in het kader van het acute myocardinfarct en inclusief de mortaliteit van de PCI’s die verricht werden bij patiënten die in een reanimatiesetting zijn binnengebracht op de Centrale Spoedopvang
3. Ziekenhuissterfte na opname i.v.m. een acuut myocardinfarct (AMI) Ziekenhuissterfte ongeacht de oorzaak bij patiënten die worden opgenomen met een acuut myocardinfarct onderverdeeld naar patiënten jonger dan 65 jaar en patiënten van 65 jaar en ouder. 2011
2010
2009
Ziekenhuissterfte AMI < 65 jaar
3,3% 1,1%*
3,4% 2,4%*
1%
Ziekenhuissterfte AMI ≥ 65 jaar
4,9% 3,4%*
4,5% 2,8%*
4,8%
Opmerking: bij * is de ziekenhuismortaliteit tijdens opname aangegeven exclusief de patiënten die in een reanimatiesetting zijn binnengebracht op de Centrale Spoedopvang.
22
4. Evaluatie na inbrengen pacemakers 2011 193
2010 205
14
16
Biventriculaire pacemakers met ICD functie
111
109
ICD’s zonder biventriculaire pacemakerfunctie
283
235
Totaal
601
565
16
17
Conventionele pacemakers Biventriculaire pacemakers zonder ICD functie
Aantal re-interventies < 90 dagen om een device-, lead-, of procedure gerelateerd probleem op te lossen
23
9. Dissertaties 2011 Ruifrok WPT Erythropoietin in heart failure. Effects beyond erythropoiesis ISBN: 978-90-816328-1-2 ISBN: 978-90-816328-2-9 elektronische versie Promotiedatum: 12 januari 2011 Promotores: Prof.dr. W.H. van Gilst Prof.dr. D.J. van Veldhuisen Copromotor: Dr. R.A. de Boer Vlaar PJJ Strategies to improve myocardial reperfusion after primary PCI. The value of pharmacological interventions and thrombus aspiration ISBN: 978-90-367-4743-1 Promotiedatum: 20 april 2011 Promotor: Prof.dr. F. Zijlstra Copromotor: Dr. B.J.G.L. de Smet Willemsen S Advanced glycation end-products in chronic heart failure ISBN: 978-90-367-4859-9 ISBN: 978-90-367-4858-2 / electronische versie Promotiedatum: 16 mei 2011 Promotores: Prof.dr. A.A. Voors Prof.dr. D.J. van Veldhuisen Smit MD Clinical and therapeutic implications of remodeling in atrial fibrillation ISBN: 978-90-367-4882-7 Promotiedatum: 8 juni 2011 Promotores: Prof.dr. I.C. van Gelder Prof.dr. D.J. van Veldhuisen Copromotor: Dr. A.H. Maass Huzen J Telomere biology in cardiovascular disease ISBN 978-90-367-4987-9 Promotiedatum: 13 juli 2011 Promotores: Prof.dr. W.H. van Gilst Prof.dr. D.J. van Veldhuisen Copromotores: Dr. P. van der Harst Dr. R.A. de Boer Linssen GCM BNP and NT-proBNP in cardiovascular disease ISBN 978-94-6191-084-4 Promotiedatum: 28 november 2011 Promotores: Prof.dr. D.J. van Veldhuisen Prof.dr. J.L. Hillege Prof.dr. A.A. Voors Prof.dr. T. Jaarsma
24
10. Publicaties 2011 Publicaties in internationale tijdschriften Camm AJ, Capucci A, Hohnloser SH, Torp-Pedersen C, Van Gelder IC, Mangal B, Beatch G; AVRO Investigators A randomized active-controlled study comparing the efficacy and safety of vernakalant to amiodarone in recentonset atrial fibrillation.
J Am Coll Cardiol 2011;57:313-21 Pons D, Trompet S, De Craen AJ, Thijssen PE, Quax PH, De Vries MR, Wierda RJ, Van den Elsen P, Monraats PS, Ewing MM, Heijmans BT, Slagboom PE, Zwinderman AH, Doevendans PA, Tio RA, De Winter RJ, De Maat MP, Iakoubova OA, Sattar N, Shepherd J, Westendorp RG, Jukema JW; PROSPER study group; WOSCOPS study group; GENDER study group Genetic variation in PCAF, a key mediator in epigenetics, is associated with reduced vascular morbidity and mortality: evidence for a new concept from three independent prospective studies.
Heart 2011;97:143-50 Willemsen S, Hartog JW, Hummel YM, Van Ruijven MH, Van der Horst IC, Van Veldhuisen DJ, Voors AA Tissue advanced glycation end products are associated with diastolic function and aerobic exercise capacity in diabetic heart failure patients.
Eur J Heart Fail 2011;13:76-82 Willemsen HM, Van den Berg MP A few more pieces in the puzzle of non-compaction cardiomyopathy.
Eur J Heart Fail 2011;13:127-129 De Vetten L, Bergman KA, Elzenga NJ, Van Melle JP, Timmer A, Bartelds B Neonatal myocardial infarction or myocadditis?
Pediatr Cardiol 2011;32:492-7 Zhu H, Wang X, Gutin B, Davisd CL, Keeton D, Thomas J, Stallman-Jorgensen I, Mooken G, Bundy V, Snieder H, Van der Harst P, Dong Y Leukocyte telomere length in healthy Caucasian and African-American adolescents: relationships with race, sex, adiposity, and physicial activity.
J Pediatr 2011;158:215-20 Bouma W, Lexis CP, Willems TP, Suurmeijer AJ, Van der Horst IC, Ebels T, Mariani MA Succesful surgical excision of primary right atrial angiosarcoma.
J Cardiothorac Surg 2011;6:47 Vlaar PJ, De Smet BJ, Van den Heuvel AF, Anthonio RL, Jessurun GA, Tan ES, Hillege HL, Zijlstra F Operator depence of outcome after primary percutaneous coronary intervention.
EuroIntervention 2011;6:760-7 Kirchhof CJ, Crijns HJ, Van Gelder IC Propafenone contraindicated in the elderly?
Heart 2011;97:262, author reply 262 De Boer RA, Lok DJ, Jaarsma T, Van der Meer P, Voors AA, Hillege HL, Van Veldhuisen DJ Predictive value of plasma galectin-3 levels in heart failure with reduced and preserved ejection fraction.
Ann Med 2011;43:60-8 Böger CA, Chen MH, Tin A, …, Van der Harst P, et al CUBN is a gene locus for albuminuria.
J Am Soc Nephrol 2011;22:555-70 Pieper PG, Silversides CK
25
Assessment of severity of pulmonary regurgitation.
Eur J Echocardiogr 2011;12:88; author reply 88-9 Vlaar PJ, Mahmoud KD, Holmes DR Jr, Van Valkenhoef G, Hillege HL, Van der Horst IC, Zijlstra F, De Smet BJ Culprit vessel only versus multivessel and staged percutaneous coronary intervention for multivessel disease in patients presenting with ST-segment elevation myocardial infarction: a pairwise and network meta-analysis
J Am Coll Cardiol 2011;58:692-703 Voors AA, Davison BA, Felker GM, Ponikowski P, Unemori E, Cotter G, Teerlink JR, Greenberg BH, Filippatos G, Teichman SL, Metra M; on behalf of the Pre-RELAX-AHF study group Early drop in systolic blood pressure and worsening renal function in acute heart failure: renal results of Pre-RELAXAHF.
Eur J Heart Fail 2011;13:961-7 Balci A, Drenthen W, Mulder BJ, Roos-Hesselink JW, Voors AA, Vliegen HW, Moons P, Sollie KM, Van Dijk AP, Van Veldhuisen DJ, Pieper PG Pregnancy in women with corrected tetralogy of Fallot: occurrence and predictors of adverse events.
Am Heart J 2011;161:307-13 Balci A, Sollie KM, Mulder BJ, De Laat MW, Roos-Hesselink JW, Van Dijk AP, Wajon EM, Vliegen HW, Drenthen W, Hillege HL, Aarnoudse JG, Van Veldhuisen DJ, Pieper PG Associations between cardiovascular parameters and uteroplacental Doppler (blood) flow patterns during pregnancy in women with congenital heart disease: Rationale and design of the Zwangerschap bij Aangeboren Hartafwijking (ZAHARA) II study.
Am Heart J 2011;161:269-275 Gu YJ, Van Oeveren W, Mungroop HE, Epema AH, Den Hamer IJ, Keizer JJ, Leuvenink RP, Mariani MA, Rakhorst G Clinical effectiveness of centrifugal pump to produce pulsatile flow during cardiopulmonary bypass in patients undergoing cardiac surgery.
Artif Organs 2011;35:E18-26 Zannad F, McMurray JJ, Krum H, Van Veldhuisen DJ, Swedberg K, Shi H, Vincent J, Poccock SJ, Pitt B; EMPHASIS-HF Study Group. Eplerenone in patients with systolic heart failure and mild symptoms.
N Eng J Med 2011;364:11-21 Yin M, Van der Horst IC, Van Melle JP, Qian C, Van Gilst WH, Silljé HH, De Boer RA Metformin improves cardiac function in a nondiabetic rat model of post-MI heart failure.
Am J Physiol Heart Circ Physiol 2011;301:H459-68 Barbareschi G, Sanderman R, Leegte IL, Van Veldhuisen DJ, Jaarsma T Educational level and the quality of life of heart failure patients: a longitudinal study.
J Card Fail 2011;17:47-53 Onuta G, Groenewegen HC, Klatter FA, Walther Boer M, Goris M, Van Goor H, Roks AJ, Rozing J, De Smet BJ, Hillebrands JL Long-term type 1 diabetes enhances in-stent restenosis after aortic stenting in diabetes-prone BB rats.
J Biomed Biotechnol 2011;2011:396734 Scholtens AM, Tio RA, Willemsen A, Dierckx RA, Boersma HH, Zeebregts CJ, Glaudemans AW, Slart RH Myocardial perfusion reserve compared with peripheral perfusion reserve: a [13N] ammonia PET study.
J Nucl Cardiol 2011;18:238-46 Maas AH, Van Veldhuisen DJ Heart rates in cardiac resynchronization: the art of optimal device programming.
Europace 2011;13:157-8
26
Voors AA, Dittrich HC, Massie BM, DeLucca P, Mansoor GA, Metra M, Cotter G, Weatherley BD, Ponikowski P, Teerlink JR, Cleland JG, O’ Connor CM, Givertz MM Effects of the adenosise A1 receptor antagonist rolofylline on renal function in patients with acute heart failure and renal dysfunction: results from PROTECT (Placebo-Controlled Randomized Study of the Selective Adenosine A1 Receptor Antagonist Rolofylline for Patients Hospitalized with Acute Decompensateds Heart Failure and Violume Overload to Assess Treatment Effect on Congestion and Renal Function).
J Am Coll Cardiol 2011;57:1899-907 Huzen J, Peeters W, De Boer RA, Moll FL, Wong LS, Codd V, De Kleijn DP, De Smet BJ, Van Veldhuisen DJ, Samani NJ, Van Gilst WH, Pasterkamp G, Van der Harst P Circulating leukocyte and carotid atherosclerotic plaque telomere length: interrelation, association with plaque characteristics, and restenosis after endarterectomy.
Arterioscler Thromb Vasc Biol 2011;31:1219-25. De Boer RA, van Veldhuisen DJ, Gansevoort RT, Muller Kobold AC, van Gilst WH, Hillege HL, Bakker SJ, van der Harst P The fibrosis marker galectin-3 and outcome in the general population.
J Intern Med 2011;1365-2796 Ambrosio G, Flather MD, Böhm M, Cohen-Solal A, Murrone A, Mascagni F, Spinucci G, Conti MG, Van Veldhuisen DJ, Tavazzi L, Coats AJ ß-blockade with nebivolol for prevention of acute ischaemic events in elderly patients with heart failure.
Heart 2011;97:209-14 Tomaszewski M, Charchar FJ, Nelson CP, Barnes T, Denniff M, Kaiser M, Debiec R, Christofidou P, Rafelt S, Van der Harst P, Wang WY Maric C, Zukowska-Sxczechowska E Pathway analysis shows association between FGFBP1 and hypertension.
J Am Soc Nephrol 2011;22:947-55 Gu YL, Voors AA, Zijlstra F, Hillege HL, Struck J, Masson S, Vago T, Anker SD, Van den Heuvel AF, Van Veldhuisen DJ, De Smet BJ Comparison of the temporal release pattern of copeptin with conventional biomarkers in acute myocardial infarction
Clin Res Cardiol 2011;100:1069-76 Johansson P, Nieuwenhuis M, Lesman-Leegte I, Van Veldhuisen DJ, Jaarsma T Depression and the delay between symptom onset and hospitalization in heart failure patients.
Eur J Heart Fail 2011;13:214-219 Verbeek DE, Van Riezen J, De Boer RA, Van Melle JP, De Jonge P A review on the putative association between beta-blockers and depression.
Heart Fail Clin 2011;7:89-99 Manzano L, Babalis D, Roughton M, Shibata M, Anker SD, Ghio S, Van Veldhuisen DJ, Cohen-Solai A, Coats AJ, Poole-Wilson PP, Flather MD; SENIORS Investigators Predictor of clinical outcome in elderly patients with heart failure.
Eur J Heart Fail 2011;13:528-36 Wong LS, Huzen J, de Boer RA, van Gilst WH, van Veldhuisen DJ, van der Harst P Telomere length of circulating leukocyte subpopulations and buccal cells in patients with ischemic heart failure and their offspring.
PLoS One 2011;6:e23118 Damman K, Voors AA, Navis G, Van Veldhuisen DJ, Hillege HL The cardiorenal syndrome in heart failure.
Prog Cardiovasc Dis 2011;54:144-53
27
Meems LS, Van der Harst P, Van Gilst WH, De Boer RA Vitamin D biology in heart failure: molecular mechanisms and systematic review.
Curr Drug Targets 2011;12:29-41 Fox ER, Young JH, Li Y, …., Van der Harst P, et al Association of genetic variation with systolic and diastolic blood pressure among African Americans: the Candidate Gene Association Resource study.
Hum Mol Genet 2011;20:2273-84 Kerstjens-Frederikse WS, Du Marchie Sarvaas GJ, Ruiter JS, Van Den Akker PC, Temmerman AM, Van Melle JP, Hofstra RM, Berger RM Left ventricular outflow tract obstruction: should cardiac screening be offered to First-degree relatives?
Heart 2011;97:1228-32 De Borst MH, De Boer RA, Stolk RP, Slaets JP, Wolffenbuttel BH, Navis G Vitamin D deficiency: universal risk factor for multifactorial diseases?
Curr Drug Targets 2011;12:97-106 Douglas YL, Jongbloed MRM, DeRuiter MC, Gittenberger-de Groot AC Normal and abnormal development of pulmonary veins: State of the art and correlation with clinical entities.
Int J Cardiol 2011;147:13-24 Zhu H, Belcher M, van der Harst P Healthy aging and disease: role for telomere biology?
Clin Sci (Lond). 2011;120:427-40 Hirsch A, Nijveldt R, Van der Vleuten PA, Tijssen JG, Van der Giessen WJ, Tio RA, Waltenberger J, Ten Berg JM, Doevendans PA, Aengevaren WR, Zwaginga JJ, Biemond BJ, Van Rossum AC, Piek JJ, Zijlstra F; HEBEinv Intracoronary infusion of mononuclear cells from bone marrow or peripheral blood compared with standard therapy in patients after acute myocardial infarction treated by primary percutaneous coronary intervention: results of the randomized controlled HEBE trial.
Eur Heart J 2011;32:1736-47 Verheugt CL, Uiterwaal CS, Van der Velde ET, Meijboom FJ, Pieper PG, Veen G, Stappers JL, Grobbee DE, Mulder BJ Turning 18 with congenital heart disease: prediction of infective endocarditis based on a large population.
Eur Heart J 2011;32:1926-34 Van Gelder IC, Haegeli LM, Brandes A, Heidbuchel H, Aliot E, Kautzner J, Szumowski L, Mont L, Morgan J, Willems S, Themistoclakis S, Gulizia M, Elvan A, Smit MD, Kirchhof P Rationale and current perspective for early rhythm control therapy in atrial fibrillation.
Europace 2011;13:1517-25 Bouma W, Klinkenbegr TJ, Mariani MA Bilateral single-port thoracoscopic sympathectomy with the VasoView® device in the treatment of palmar and axillary hyperhidrosis.
Interact Cardiovasc Thorac Surg 2011;12:106-9 Kirchhof P, Lip GYH, Van Gelder IC, Bax J, Hylek E, Kääb S, Schotten U, Wegscheider K, Boriani G, Ezekowitz M, Diener H, Heidbuchel H, Lane D, Mont L, Willems S, Dorlan P, Vardas P, Breithardt G, Camm AJ Comprehensive risk reduction in patients with atrial fibrillation: Emerging diagnostic and therapeutic options.
Thromb Haemost 2011;106;1012-19 Schuuring MJ, Vis JC, Bouma BJ, Van Dijk AP, Van Melle JP, Pieper PG, Vliegen HW, Sieswerda GT, Mulder BJ Rationale and design of a trial on the role of bosentan in Fontan patients: improvement of exercise capacity?
Contemp Clin Trials 2011;32:586-91
28
Ruifrok WP, Qian C, Silljé HH, Van Goor H, Van Veldhuisen DJ, Van Gilst WH, De Boer RA Heart failure-associated anemia: bone marrow dysfunction and response to erythropoietin.
J Mol Med 2011;89:377-87 Van der Horst IC, Tack CJ Treating diabetes by improving cardiac output.
Eur J Heart Fail 2011;13:133-4 Brouwer CA, Postma A, Vionk JM, Zwart N, Van den Berg MP, Bink-Boelkens MT, Dolsma WV, Smit AJ, De Vries EG, Tissing WJ, Gietema JA Systolic and diastolic dysfunction in long-term adult survivors of childhood cancer.
Eur J Cancer 2011;47:2453-62 Vlaar PJ, De Smet BJ Impact of heart failure on outcome after percutaneous coronary intervention: is it the patient or the intervention?
Eur J Heart Fail 2011;13:364-5 Lexis CP, Van der Horst IC, Rahel BM, Lexis MA, Kampinga MA, Gu YL, De Smet BJ, Zijlstra F Impact of chronic total occlusions on markers of reperfusion, infarct size, and long-term mortality: A substudy from the TAPAS-trial.
Catheter Cardiovasc Interv 2011;77:484-91 Gieger C, Radhakrishnan, Cvejic A, …., van der Harst P, et al High biological connectivity between genetic determinants of platelet biology.
Nature 2011;480:201-8. Ehret GB, Munroe PB, Rice KM, …., van der Harst P, et al Common polymorphisms impacting blood pressure and cardiovascular disease in diverse populations highlight novel biological pathways.
Nature 2011;478:103-9. Schumann G, Coin LJ, Lourdusamy A, …., van der Harst P, et al Genome-wide association and genetic functional studies identify autism susceptibility candidate 2 gene (AUTS2) in the regulation of alcohol consumption.
Proc Natl Acad Sci U S A. 2011;108:7119-24. Liu LC, Voors AA, Van Veldhuisen DJ, Van der Veer E, Belonje AM, Szymanski MK, Silljé HH, Van Gilst WH, Jaarsma T, De Boer RA Vitamin D status and outcomes in heart failure patients.
Eur J Heart Fail 2011;13:619-25 Funck-Brentano C, Van Veldhuisen DL, Van de Ven LL, Follath F, Goulder M, Willenheimer R; on behalf of the CIBISIII investigators Influence of order and type of drug (bisoprolol vs. enalapril) on outcome and adverse events in patients with chronic heart failure: a post hoc analysis of the CIBIS-III trial.
Eur J Heart Fail 2011;13:765-772 De Jong AM, Maass AH, Oberdorf-Maass SU, Van Veldhuisen DJ, Van Gilst WH, Van Gelder IC Mechanisms of atrial structural changes caused by stretch occurring before and during early atrial fibrillation.
Cardiovasc Res 2011;89:754-65 Damman K, Masson S, Hillege HL, Maggioni AP, Voors AA, Opasich C, Van Veldhuisen DJ, Montagna L, Cosmi F, Tognoni G, Tavazzi L, Latini R Clinical outcome of renal tubular damage in chronic heart failure.
Eur Heart J 2011;32:2705-12
29
Van der Zwaag PA, Van Tintelen JP, Gerbens F, Jongbloed JDH, Boven LG, Van der Smagt JJ, Van der Roest WP, Van Langen IM, Bikker H, Hauer RNW, Van den Berg MP, Hofstra RMW, Te Meerman GJ Haplotype sharing test maps genes for familial cardiomyopathies.
Clin Genet 2011;79:459-467 Surakka I, Isaacs A, Karssen LC, …., Van der Harst P, et al A genome-wide screen for interactions reveals a new locus on 4p 15 modifying the effect of waist-to-hip ratio on total cholesterol.
PLoS Genet 2011;7:e1002333 Voors AA, Van der Horst IC Diabetes: a driver for heart failure.
Heart 2011;97:774-80 Van der Meer P, Van Veldhuisen DJ To bind or not to bind: potassium-lowering drugs in heart failure.
Eur Heart J 2011;32:791-2 Van den Heuvel AFM, Alfieri O, Mariani MA MitraClip in end-stage heart failure: a realistic alternative to surgery?
Eur J Heart Fail 2011;13:472-4 Krul SPJ, Van der Smagt JJ, Van den Berg MP, Sollie KM, Pieper PG, Van Spaendonck-Zwarts Y Systermatic review of pregnancy in women with inherited cardiomyopathies.
Eur J Heart Fail 2011;13-584-94 Luijckx GJ, Van den Berg MP Heart failure and the brain, a wake-up call.
Eur J Heart Fail 2011;13:597-8 Christiaans I, Birnie E, Bonsel GJ, Mannens MM, Michels M, Majoor-Krakauer D, Dooijes D, Van Tintelen JP, Van den Berg MP, Volders PG, Arens YH, Van den Wijngaard A, Atsma DE, Helderman-van den Enden AT, Houweling AC, De Boer K, Van der Smagt JJ, Hauer RN, Marcelis CL, Timmermans J, Van Langen IM, Wilde AA Manifest disease, risk factors for sudden cardiac death, and cardiac events in a large nationwide cohort of predictively tested hypertrophic cardiomyopathy mutation carriers: determining the best cardiological screening strategy.
Eur Heart J 2011;32:1161-70 Brouwers FP, Asselbergs FW, Hillege HL, De Boer RA, Gansevoort RT, Van Veldhuisen DJ, Van Gilst WH Long-term effects of fosinopril and pravastatin on cardiovascular events in subjects with microalbuminuria. Ten years of follow-up of Preventation of Renal and Vascular End-stage Disease Intervention Trial (PREVEND IT).
Am Heart J 2011;161:1171-8 Johansson P, Lesman-Leegte I, Svensson E, Voors A, Van Veldhuisen DJ, Jaarsma T Depressive symptoms and inflammation in patients hospitalized for heart failure.
Am Heart J 2011;161:1053-9 Damman K, Ng Kam Chuen MJ, Macfadyen RJ, Lip GY, Gaze D, Collinson PO, Hillege HL, Van Oeveren W, Voors AA, Van Veldhuisen DJ Volume status and diuretic therapy in systolic heart failure and the detection of early abnormalities in renal and tubular function.
J Am Coll Cardiol 2011;57:2233-41 Von Haehling S, Van Veldhuisen DJ, Roughton M, Babalis D, De Boer RA, Coats AJ, Manzano L, Flather M, Anker SD Anaemia among patients with heart failure and preserve dor ereduced ejection fraction: results from the SENIORS study.
Eur J Heart Fail 2011;13:656-63
30
Bogale N, Priori S, Gitt A, Alings M, Linde C, Dickstein K; on behalf of the Scientific Committee, National coordinators, and the investigators The European cardiac resynchronization therapy survey: patient selection and implantation practice vary according to centre volume.
Europace 2011;13:1445-53 Slart RH, Zeebregts CJ, Hillege HL, De Sutter J, Dierckx RA, Van Veldhuisen DJ, Zijlstra F, Tio Ra Myocardial perfusion reserve after a PET-driven revascularization procedure: a strong prognostic factor.
J Nucl Med 2011;52:873-9 Metra M, O’ Connor CM, Davison BA, Cleland JG, Ponikowski P, Teerlink JR, Voors AA, Givertz MM, Mansoor GA, Bloomfield DM, Jia G, Delucca P, Massie B, Dittrich H, Cotter G Early dyspnoea relief in acute heart failure: prevalence, association with mortality, and effect of rolofylline in the PROTECT Study.
Eur Heart J 2011;32:1519-34 Van den Berg MP, Bezzina CR KCND3 mutations in Brugada syndrome: the plot thcikens.
Heart Rhythm 2011;8:1033-5 Zomer AC, Uiterwaal CS, Van der Velde ET, Tijssen JG, Mariman EC, Verheugt CL, Vaartjes I, Pieper PG, Meijboom FJ, Grobbee DE, Mulder BJ Mortality in adult congenital heart disease: are national registries reliable for cause of death?
Int J Cardiol 2011;152:212-7 Mahmoud KD, De Smet BJ, Zijlstra F, Rihal CS, Holmes DR Jr Sudden cardiac death: epidemiology, circadian variation, and triggers.
Curr Probl Cardiol 2011;36:56-80 O’Connor CM, Starling RC, Hernandez AF, Armstrong PW, Dickstein K, Hasselblad V, Heizer GM, Komajda M, Massie BM, McMurray JJ, Nieminen MS, Reist CJ, Rouleau JL, Swedberg K, Adams KF Jr, Anker SD, Atar D, Battler A, Botero R, Bohidar NR, Butler J, Clausell N, Corbalán R, Costanzo MR, Dahlstrom U, Deckelbaum LI, Diaz R, Dunlap ME, Ezekowitz JA, Feldman D, Felker GM, Fonarow GC, Gennevois D, Gottlieb SS, Hill JA, Hollander JE, Howlett JG, Hudson MP, Kocioi RD, Krum H, Laucevicius A, Levery WC, Méndez GF, Metra M, Mittal S, Oh BH, Pereira NL, Ponikowski P, Wilson WH, Tanomsup S, Teerlink JR, Triposkiadis F, Troughton RW, Voors AA, Whellan DJ, Zannad F, Califf RM Effect of nesiritide in patients with acute decompensated heart failure.
N Engl J Med 2011;365:32-43 Hummel YM, Voors AA Grading diastolic left ventricular function.
Eur J Heart Fail 2011;13:698-9 Hartog JW, Willemsen S, Van Veldhuisen DJ, Posma JL, Van Wijk LM, Hummel YM, Hillege HL, Voors AA; for the BENEFICIAL investigators Effects of alagebrium, an advanced glycation endproduct breaker, on exercise tolerance and cardiac function in patients with chronic heart failure.
Eur J Heart Fail 2011;13:899-908 Fokkema ML, Wieringa WG, Van der Horst IC, Boersma E, Zijlstra F, De Smet BJ Quantitative analysis of the impact of total ischemic time on myocardial perfusion and clinical outcome in patients with ST-elevation myocardial infarction.
Am J Cardiol 2011;108:1536-41
31
Ke L, Meijering RA, Hoogstra-Berends F, Mackovicova K, Vos MJ, Van Gelder IC, Henning RH, Kampinga HH, Brundel BJ HSPB1, HSPB6, HSPB7 and HSPB8 protect against RhoA GTPase-induced remodeling in tachypaced atrial myocytes.
PLoS One 2011;6:e20395 Nieuwenhuis MM, Jaarsma T, Van Veldhuisen DJ, Van der Wal MH Factors associated with patient delay in seeking care after worsening symptoms in heart failure patients.
J Card Fail 2011;17:657-63 Maisel AS, Mueller C, Fitzgerald R, Brikhan R, Hiestand BC, Iqbal N, Clopton P, Van Veldhuisen DJ Prognostic utility of plasma neutrophil gelatinase-associated lipocalin in patients with acute heart failure: The NGAL EvaLuation Along with B-type NaTriuretic Peptide in acutely decompensated heart failure (GALLANT) trial.
Eur J Heart Fail 2011;13:846-51 Groenveld HF, Crijns HJGM, Van den Berg MP, Van Sonderen E, Alings M, Tijssen JGP, Hillege HL, Tuininga YS, Van Veldhuisen DJ, Ranchor AV, van Gelder IC, for the RACE II Investigators The effect of rate control on quality of life in patients with permanent atrial fibrillation.
J Am Coll Cardiol 2011;58:1795-803 ACTIVE I Investigators, Yusuf S, Healey JS, Pogue J, Chrolavicius S, Flather M, Hart RG, Hohnloser SH, Joyner CD, Pfeffer MA, Connolly SJ Irbesartan in patients with atrial fibrillation.
N Engl J Med 2011;364:928-38 Meijer A, Conradi HJ, Bos EH, Thombs BD, Van Melle JP, De Jonge P Prognostic association of depression following myocardial infarction with mortality and cardiovascular events: a meta-analysis of 25 years of research.
Gen Hosp Psychiatry 2011;33:203-16 Ahmed S, Van Gelder IC, Wiesfeld AC, Van Veldhuisen DJ, Links TP Determinants and outcome of amiodarone-associated thyroid dysfunction.
Clin Endocrinol (Oxf) 2011;75:388-94 Wolowacz SE, Samuel M, Brennan VK, Jasso-Mosqueda JG, Van Gelder IC The cost of illness of atrial fibrillation: a systematic view of the recent literature.
Europace 2011;13:1375-85 Smit MD, Crijns HJ, Tijssen JG, Hillege HL, Alings M, Tuininga YS, Groenveld HF, Van den Berg MP, Van Veldhuisen DJ, Van Gelder IC; RACE II Investigators Effect of lenient versus strict rate control on cardiac remodeling in patients with atrial fibrillation data of the RACE II (Rate Control Efficacy in permanent atrial fibrillation II) study.
J Am Coll Cardiol 2011;58:942-9 Van Spaendonck-Zwarts KY, Van Hessem L, Jongbloed JDH, De Walle HEK, Capetanaki Y, Van der Kooi AJ, Van Langen IM, Van den Berg MP, Van Tintelen JP Desmin-related myopathy.
Clin Genet 2011;80:354-66 Van Veldhuisen DJ, Swedberg K Treatment of chronic heart failure with aldosterone-blocking agents.
Eur Heart J 2011;13:B43-B45 Chambers JC, Zhang W, Sehmi J, …., Van der Harst P, et al Genome-wide association study identifies loci influencing concentrations of liver enzymes in plasma.
Nat Genet 2011;43:1131-8
32
Damman K, Maass AH, Van der Meer P Heart failure highlights in 2010.
Eur J Heart Fail 2011;13:358-63 Szymanski MK, Damman K, Van Veldhuisen DJ, Van Gilst WH, Hillege JL, De Boer RA Prognostic value of renin and prorenin in heart failure patients with decreased kidney function.
Am Heart J 2011;162:487-93 Lexis CP, Van der Horst IC, Rahe BM, Lexis MA, Kampinga MA, Gu YL, De Smet BJ, Zijlstra F Impact of chronic total occlusions on markers of reperfusion. Infarct size, and long-term mortality: A substudy from the TAPAS-trial
Catheter Cardiovasc Interv 2011;77:484-91 Schoormans D, Sprangers MA, Pieper PG, Van Melle JP, Van Dijk AP, Sieswerda GT, Hulsbergen-Zwarts MS, Plokker TH, Brunninkhuis LG, Vliegen HW, Mulder BJ The perspective of patients with congenital heart disease: does health care meet their needs?
Congenit Heart Dis 2011;6:219-27 Smit MD, Van Gelder IC New treatment options for atrial fibrillation: towards patient tailored therapy.
Heart 2011;97:1796-1802 Lipsic E, Van der Meer P, Van Veldhuisen DJ Erythropoiesis-stimulating agents and heart failure.
Cardiovasc Ther 2011;29:e52-9 Ahmed S, Van Gelder IC, Wiesfeld ACP, Van Veldhuisen DJ, Links TP Determinants and outcome of amiodarone-associated thyroid dysfunction.
Clin Endocrinol 2011;75:388-94 Altena R, Hummel YM, Nuver J, Smit AJ, Lefrandt JD, De Boer RA, Voors AA, Van den Berg MP, De Vries EGE, Boezen HM, Gietema JA Longitudinal changes in cardiac function after cisplatin-based chemotherapy for testicular cancer.
Ann Oncol 2011;22:2286-93 Radonic T, De Witte P, Groenink M, De Bruin-Bon RACM, Timmermans J, Scholte AJH, Van den Berg MP, Baars MJH, Van Tintelen JP, Kempers M, Zwinderman AH, Mulder BJM Critical appraisal of the revised Ghent criteria for diagnosis of Marfan syndrome.
Clin Genet 2011;80:346-53 Van der Linde D, Yap SC, Van Dijk AP, Budts W, Pieper PG, Van der Burgh PH, Mulder BJ, Witsenburg M, Cuypers JA, Lindemans J, Takkenberg JJ, Roos-Hesselink JW Effects of rosuvastatin on progression of stenosis in adult patients with congenital aortic stenosis (PROCAS Trial).
Am J Cardiol 200;108:265-71 Linssen GC, Rienstra M, Jaarsma T, Voors AA, Van Gelder IC, Hillege HL, Van Veldhuisen DJ Clinical and prognostic effects of atrial fibrillation in heart failure patients with reduced and preserved left ventricular ejection fraction.
Eur J Heart Fail 2011;13:1111-20 Trompet S, Pons D, Kanse SM, De Craen AJ, Ikram MA, Verschuren JJ, Zwinderman AH, Doevendans PA, Tio RA, De Winter RJ, Slagboom PE, Westendorp RG, Jukema JW Factor VII activating protease polymorphism (G534E) is associated with incresed risk for stroke and mortality.
Stroke Res Treat 2011;2011:424759
33
Zomer AC, Verheugt CL, Vaartjes I, Uiterwaal CS, Langemeijer MM, Koolbergen DR, Hazekamp MG, Van Melle JP, Konings TC, Bellersen L, Grobbee DE, Mulder BJ Surgery in adults with congenital heart disease.
Circulation 2011;124:2195-201 Hermus L, Schuitemaker JH, Tio RA, Breek JC, Slart RH, De Boef E, Zeebregts CJ Novel serum biomarkers in carotid artery stenosis: useful to identify the vulnerable plaque?
Clin Biochem 2011;44:1292-8 De Witte P, Aalbers JJJ, Radonic T, Timmermans J, Scholte AJ, Zwinderman AH, Mulder BJM, Groenink M, Van den Berg P Intrinsic biventricular dysfunction in Marfan syndrome.
Heart 2011;97:2063-8 Sampietro ML, Trompet S, Verschuren JJ, Talens RP, Deelen J, Heijmans BT, De Winter RJ, Tio RA, Doevendans PA, Ganesh SK, Nabel EG, Westra HJ, Franke L, Van den Akker EB, Westendorp RG, Zwinderman AH, Kastrati A, Koch W, Slagboom PE, De Knijff P, Jukema JW A genome-wide association study indentifies a region at chromosome 12 as a potential susceptibility locus for restenosis after percutaneous coronary intervention.
Hum Mol Genet 2011;20:4748-57 Wieringa WG, Pundziute G, Willems TP, De Smet BJGL Clinical advances in imaging: how useful is computed tomography for guiding and evaluating cardiac interventions,
Interv Cardiol 2011;3:663-78 Masteling MG, Zeebregts CJ, Tio RA, Breek JC, Tietge UJ, De Boer JF, Glaudemans AW, Dierckx RA, Boersma HH, Slart RH High-resolution imaging of human atherosclerotic carotid plaques with micro(18)F-FDG PET scanning exploring plaque vulnerability.
J Nucl Cardiol 2011;1066-75 Mahmoud KD, Vlaar PJ, Van den Heuvel AFM, Hillege HL, Zijlstra F, De Smet BJGL Usefullness of thrombus aspiration for the treatment of coronary stent thrombosis.
Am J Cardiol 2011;108:1721-7 Shah S, Nelson CP, Gaunt TR, …, Van der Harst P, Van Veldhuisen DJ, De Boer RA, …, et al Four genetic loci influenzing electrocardiographic indices of left ventricular hypertrophy.
Circ Cardiovasc Genet 2011;4:626-635 Vis JC, Duffels MG, Mulder P, De Bruin-Bon RH, Bouma BJ, Berger RM, Hoendermis ES, Van Dijk AP, Mulder BJ Prolonged beneficial effect of bosentan treatment and 4-year survival rates in adult patients with pulmonary arterial hypertension associated with congenital heart disease.
Int J Cardiol 2011; Winter MM, Van der Bom, T, De Vries LC, Balducci A, Bouma BJ, Pieper PG, Van Dijk AP, Van der Plas MN, Picchio FM, Mulder BJ Exercise training improves exercise capacity in adult patients with a systemic right ventricle: a randomized clinical trial.
Eur Heart J 2011; Damman K, Voors AA, Navis G, Van Veldhuisen DJ, Hillege HL Current and novel renal biomarkers in heart failure.
Heart Fail Rev 2011 Van Veldhuisen DJ, Anker SD, Ponikowski P, Macdougall IC Anemia and iron deficiency in heart failure: mechanisms and therapeutic approaches.
Nat Rev Cardiol 2011;31:485-93
34
Arrigoni SC, Kuijpers M, Mecozzi G, Mariani MA PulseCath® as a right ventricular assist device.
Interact Cardiovasc Thorac Surg 2011;12:891-4 Constantinides A, Van Pelt LJ, Van Leeuwen JJ, De Vries R, Tio RA, Van der Horst IC, Sluiter WJ, Dullaart RP Carotid intima media thickness is associated with plasma lipoprotein-associated phospholipase A(2) mass in nondiabetic subjects but not in patients with type 2 diabetes.
Eur J Clin Invest 2011:41:820-7 Smit MD, Maass AH, Hillege HL, Wiesfeld AC, Van Veldhuisen DJ, Van Gelder IC Prognostic importance of natriuretic peptides and atrial fibrillation in patients receiving cardiac resynchronization therapy.
Eur J Heart Fail 2011;13:543-50 Hoekstra T, Lesman-Leegte I, Van Veldhuisen DJ, Sanderman R, Jaarsma T Quality of life is impaired similarly in heart failure patients with preserved and reduced ejection fraction.
Eur J Heart Fail 2011;13:1013-8 Van der Meer P, Van Veldhuisen DJ Acute coronary syndromes: The unfulfilled promise of erythropoietin in patients with MI.
Nat Rev Cardiol 2011;8:425-6 Van Gelder IC, Phan HM, Wilkoff BL, Brown ML, Rogers T, Peterson BJ, Birgersdottergreen UM Prognostic significance of atrial arrhythmias in a primary prevention ICD population.
Pacing Clin Electrophysiol 2011;1070-79 De Jonge GJ, Van der Vleuten PA, Overbosch J, Lubbers DD, Jansen-van der Weide MC, Zijlstra F, Van Ooijen PM, Oudkerk M Semi-automatic measurement of left ventricular function on dual source computed tomography using five different software tools in comparison with magnetic resonance imaging.
Eur J Radiol 2011;80:755-66 Schroten NF, Gaillard CA, Van Veldhuisen DJ, Szymanski MK, Hillege HL, De Boer RA New roles for renin and prorenin in heart failure and cardiorenal crosstalk.
Heart Fail Rev 2011; Damman K, Masson S, Hillege HL, Maggioni AP, Voors AA, Opasich C, Van Veldhuisen DJ, Montagna L, Cosmi F, Tognoni G, Tavazzi L, Latini R Clinical outcome of renal tubular damage in chronic heart failure.
Eur Heart J 2011;32:2705-12 Kirchhof P, Lip GYH, Van Gelder IC, Bax J, Hylek E, Kääb S, Schotten U, Wegscheider K, Boriani G, Ezekowitz M, Diener H, Heidbuchel H, Lane D, Mont L, Willems S, Dorian P, Vardas P, Breithardt G, Camm AF Comprehensive risk reduction in patients with atrial fibrillation: emerging diagnostic and therapeutic options. Executive summary of the report for the 3rd AFNET/EHRA consensus conference.
Thromb Haemost 2011;106:1012-19 Endorsed by the European Society of Gynecology (ESG), the Association for European Paediatric Cardiology (AEPC) and the German Society for Gender Medicine (DGesGM); Authors/Task Forice Members, Regitz-Zagrosek V, Blomstrom Lundqvist C, Borghi C, Cifkova R, Ferreira R, Foidart JM, Gibbs JS, Gohlke-Baerwolf C, Gorenek B, Iung B, Kirby M, Maas AH, Morais J, Nihoyannapoulos P, Pieper PG, Presbitero P, Roos-Hesselink JW, Schaufelberger M, Seeland U, Torracca L; ESC Committee for Practice Guidelines (CPG), Bax J, Auricchio A, Baumgartner H, Ceconi C, Dean C, Deaton C, Fagard R, Funck-Brentano C, Hasdai D, Hoes A, Knuuti J, Kohl P, McDonagh T, Moulin C, Poldermans D, popescu BA, Reiner Z, Sechtem U, Sirnes PA,Torbicki A, Vahanian A, Windecker S; Document Reviewers, Baumgartner H, Deaton C, Aguiar C, Al-Attar N, Garcia AA, Antoniou A, Coman I, Elkayam U, GomezSanchez MA, Gotcheva N, Hilfiker-Kleiner D, Kiss RG, Kitsiou A, Konings KT, Lip GY, Manolis A, Mebaaza A, Mintale
35
I, Morice MC, Mulder BJ, Pasquet A, Price S, PRIORI sg, Salvador MJ, Shotan A, Silversides CK, Skouby SO, Stein JI, Tornos P, Vejlstrup N, Walker F, Warnes C ESC Guidelines on the management of cardiovascular diseases during pregnancy: The Task Force on the Management of Cardiovascular Diseases during Pregnancy of the European Society of Cardiology (ESC).
Eur Heart J 2011;32:3147-97 Davison BA, Cotter G, Sun H, Chen L, TeerlinkJR, Metra M, Felker GM, Voors AA, Ponikowski P, Filippatos G, Greenberg B, Techman SL, Unemori E, Koch GG Permutation criteria to evaluate multiple clinical endpoints in a proof-of-concept study: lessons from Pre-RELAXAHF.
Clin Res Cardiol 2011;100:745-53 Klip IT, Voors AA, Anker SD, Hillege HL, Struck J, Squire I, Van Veldhuisen DJ, Dickstein K; OPTIMAAL Investigators Prognostic value of mid-regional pro-adrenomedullin in patients with heart failure aftera n acute myocardial infarction.
Heart 2011;97:892-8 Smid MD, Van Gelder IC New treatment options for atrial fibrillation: towards tailored therapy.
Heart 2011;97:1796-802 Douwes JM, Van Loon RL, Hoendermis ES, Vonk-Noordegraaf A, Roofthooft MT, Talsma MD, Hillege HL, Berger RM Acute pulmonary vasodilator response in paediatrics and adult pulmonary arterial hypertension: occurrence and prognostic value when comparing three response criteria.
Eur Heart J 2011;32:3137-46 Johnson T, Gaunt TR, Newhouse SJ …., Van der Harst P, et al Blood pressure loci identified with a gene-centric array.
Am J Hum Genet 2011;89:688-700 Willemsen S, Hartog JW, Heinen-Fokkema MR, Van Veldhuisen DJ, Voors AA Advanced glycation end-products: a pathophysiological pathway in the cardiorenal syndrome.
Heart Fail Rev 2011; Mariani MA, Arrigoni SC, Grandjean JG.v Endoscopic vein harvesting: just a promised land?
Innovations (Phila). 2011 Jul;6(4):207-8. No abstract available. Stoker T, Klinkenberg TJ, Maass AH, Mariani MA. Video-Assisted Implantation of a Left Ventricular Lead and Intrathoracic Tunneling to a Right-Sided CRT-D Device.
Innovations (Phila). 2011 Sep;6(5):341-3. Arrigoni SC, Halbersma WB, Grandjean JG, Mariani MA. Patients' satisfaction and wound-site complications after radial artery harvesting for coronary artery bypass.
Interact Cardiovasc Thorac Surg. 2012 Mar;14(3):324-6. Epub 2011 Dec 1. Mariani MA, Stoker T, Scholten MF, Addis A, Corradi D, Alfieri O, Benussi S. Concomitant off-pump modified maze and coronary surgery.
Ann Thorac Surg. 2011 Jun;91(6):e96-8. van den Heuvel AF, Alfieri O, Mariani MA. MitraClip in end-stage heart failure: a realistic alternative to surgery?
Eur J Heart Fail. 2011 May;13(5):472-4. No abstract available. Bouma W, Lexis CP, Willems TP, Suurmeijer AJ, van der Horst IC, Ebels T, Mariani MA. Successful surgical excision of primary right atrial angiosarcoma.
J Cardiothorac Surg. 2011 Apr 9;6:47
36
Publicaties in nationale tijdschriften Voors AA, Walma EP, Twickler TB, Rutten FH, Hoes AW Multidisciplinaire richtlijn “Hartfalen 2010”.
Ned Tijdschr Geneeskd 2011;155:A2957 Hemels ME, Hoendermis ES, Van Melle JP, Pieper PG Therapy refractory hypertension in adults: aortic coarction has to be ruled out.
Neth Heart J 2011;19:107-111 Smit MD, Van Gelder IC Risk-benefit ratio assessment for stroke prevention in intermediate risk atrial fibrillation patients: will TEE-bases aspirin treatment fill the gap?
Neth Heart J 2011;19:212-3 Van den Wijngaard A, Volders P, Van Tintelen JP, Jongbloed JD, Van den Berg MP, Lekanne Deprez RH, Mannens MM, Hofmann N, Slegtenhorst M, Dooijes D, Michels M, Arens Y, Jongbloed R, Smeets BJ Recurrent and founder mutations in the Netherlands: cardiac Troponin (TNN134) gene mutations as a cause of severe forms of hypertrophic and restrictive cardiomyopathy.
Neth Heart J 2011;19:344-51 Pieper PG Pre-pregnancy risk assessment and counseling of the cardiac patient.
Neth Heart J 2011;19;477-81 Pieper PG, Hoendermis ES Pregnancy in women with pulmonary hypertension.
Neth Heart J 2011;19:504-8 Hoendermis ES Pulmonary arterial hypertension: an update
Neth Heart J 2011;19:514-22 Deuling JHH, Vermeulen RP, Smit MD, Van der Maaten JMAA, Boersema HM, Van den Heuvel AFM, Van Gelder IC Planning and monitoring of patients for electrical cardioversion fora trial fibrillation.
Neth Heart J 2011;
37
38