Technologiestichting STW
| Utilisatierapport 2003
1992 1997
| Inhoud
| Utilization, -sation [joe:tillazeesjn] (nuttig) gebruik
4
| Innovatie, niet altijd maakbaar
9
| Middelgrote apparatuur op universiteiten
18
| Statistiek
23
| Twee momenten van evaluatie
23
| De methode; hoe ‘meten’ we de utilisatie
23
| Projecten gestart in 1992
26
| Projecten gestart in 1997
27
| 1992
29
| Indeling projecten 1992
30
| Projecten 1992 per instelling
31
| Lijst gebruikers projecten 1992
54
| 1997
57
| Indeling projecten 1997
58
| Projecten 1997 per instelling
59
| Lijst gebruikers projecten 1997
99
| Uitleg BPI-meetmethode
binnenkant achterzijde omslag
4
| Utilization, -sation [joe:tillazeesjn] (nuttig) gebruik drs. F.J.G. van de Linde, directeur Technologiestichting STW
Voor u ligt het Utilisatierapport 2003 van de Technologiestichting STW. Een belangrijk rapport, want utilisatie behoort tot STW’s expliciete doelstellingen. Utilisatie betekent letterlijk ‘het ten nutte maken’ of ‘nuttig gebruik’, maar voor STW is utilisatie: de kans op toepassing van onderzoeksresultaten door gebruikers. STW wil die kans bevorderen. Daarbij hanteren we een ruime opvatting van het woord ‘gebruikers’. Een onderzoeker kan in onze definitie een gebruiker zijn, zolang die niet uit hetzelfde vakgebied komt. Potentiële gebruikers bevinden zich ook in de overheids- en non-profitsector, maar in de praktijk zijn de meeste gebruikers commerciële bedrijven. Dat sluit aan op onze overtuiging dat
Het eerste uitgangspunt, dat je
toegepast, tenminste als de
bedrijven de beste uitgangspositie
expliciet op utilisatie moet sturen,
referenten de juiste informatie krijgen
hebben om onderzoeksresultaten om
weegt vanaf het begin van een project
aangeleverd. De opstellers van de
te zetten in innovatie: economische
zwaar mee. STW is echter een
projectvoorstellen moeten hiervoor
waardecreatie door nieuwe kennis
organisatie in de zogeheten tweede
voldoende aanknopingspunten
te verwerken in nieuwe producten
geldstroom, waar wetenschappelijk
aanreiken, aan de hand van
en diensten.
uitblinken op basis van competitie
richtlijnen. Bovendien zorgt de
een doorslaggevend criterium is.
projectaanvrager ervoor dat poten-
Hoe kun je utilisatie bevorderen?
Het bestuur van STW heeft ervoor
tiële en relevante gebruikers in het
STW hanteert daarvoor vier een-
gekozen om de criteria van weten-
voorstel aan het woord komen.
voudige uitgangspunten. Die zijn
schappelijk excellentie en van
Dat kan variëren van schriftelijke
ten eerste dat je expliciet op utilisatie
utilisatie even zwaar te laten wegen.
adhesiebetuigingen tot, bij grotere
moet sturen; ten tweede dat je de
Dit betekent in de praktijk dat per
projecten, door STW verplicht gestel-
gebruikers vanaf het begin moet
projectvoorstel tenminste vijf
de ‘cash’ of ‘in kind’ bijdragen aan de
betrekken en betrokken moet houden,
referenten gedetailleerde antwoorden
projecten. Daarnaast kent STW een
ten derde dat je de samenwerking
geven op uiteenlopende deelvragen
toetsing van elk voorstel door een
tussen partijen moet faciliteren met
met betrekking tot beide hoofd-
onafhankelijke ad hoc lekenjury.
duidelijke en consistente spelregels
criteria. Referenten blijken heel goed
Elk jurylid geeft voor zowel weten-
en ten vierde dat je maatwerk moet
in staat om een kwalitatieve indruk
schappelijke kwaliteit als utilisatie
leveren, omdat elk project nu eenmaal
te geven van de kans dat onderzoeks-
per projectvoorstel een cijfer. Beide
anders is.
resultaat door gebruikers zal worden
cijfers worden tot een eindcijfer
| utilization, -sation [joe:tillazeesjn] (nuttig) gebruik
gemiddeld, waarna de rangorde wordt
grond waarvan al of niet tot voortzet-
wordt. Leden van de gebruikers-
bepaald. Zo weegt utilisatie even
ting wordt besloten.
commissie hebben daarbij een voorkeurspositie, maar geen exclusieve
zwaar als wetenschappelijke kwaliteit. Het aantal gebruikers in zo’n gebrui-
positie. Ze kunnen tegen redelijke
Het tweede uitgangspunt is dat je
kerscommissie varieert. Gemiddeld
voorwaarden het recht krijgen om
utilisatie het beste bevordert door
zijn het er vijf tot zeven per STW-
de ontwikkelde kennis te exploiteren.
relevante gebruikers in een zo vroeg
project (er lopen honderden projecten
De overeengekomen revenuen
mogelijk stadium te betrekken en
in een jaar), maar er zijn ook projecten
vloeien, na aftrek van de octrooi-
betrokken te houden. Het betrekken
met meer dan tien gebruikers in de
kosten, terug naar de vakgroep en
van gebruikers begint al bij het
gebruikerscommissie en in een klein
de universiteit. De universiteit
bedenken van onderzoeksvoorstellen.
aantal gevallen zijn er slechts één
behoudt uiteraard altijd het recht
STW is daar vrijwel nooit rechtstreeks
of twee gebruikers. Vanzelfsprekend
om de kennis te gebruiken voor
bij betrokken, want STW vindt dat
staan alle grote Nederlandse bedrij-
onderwijs en verder onderzoek.
de onderzoeksideeën vanuit het veld
ven op de actieve gebruikerslijst van
tot ontwikkeling moeten komen.
STW, naast een groot aantal innova-
Maatwerk is het laatste en wellicht
Bottom up dus, en niet top down.
tieve MKB-ers en technostarters.
het belangrijkste uitgangspunt van STW. Nauwe keurslijven en knellende
Maar doordat utilisatie een expliciet criterium is, kunnen projectindieners
Het derde uitgangspunt is dat je
systematiek kunnen immers contra-
niet anders dan vanaf het begin
alleen samen kunt werken op basis
productief uitpakken voor het doel:
op zijn minst de toepassing en de
van duidelijke spelregels, die tijdens
het vergroten van het rendement
gebruiker sterk in gedachten houden.
het spel niet meer worden veranderd.
van wetenschappelijk onderzoek
Gaandeweg de totstandkoming van
Maar niet te veel regels alsjeblieft.
door utilisatie. Het gaat juist om
het voorstel worden de relevante
STW hanteert daarom een beperkte
creativiteit, risico nemen en innovatie.
gebruikers steeds sterker bij de
set van regels voor het samenwerken
Wie nieuwe kennis wil helpen
projectaanvragen betrokken.
met gebruikers. De gebruikers
ontwikkelen moet daarom bereid
committeren zich vanaf het begin aan
zijn tegemoet te komen aan de
Zodra een projectvoorstel is gehono-
die regels. Doel is de effectieve
behoeften van de kennisontwikke-
reerd (STW kent een honorerings-
bescherming en de exploitatie van
laars. STW laat daarom de project-
percentage van veertig procent) en
de kennis die in STW-projecten wordt
aanvragers zelf bepalen wat hun
daadwerkelijk van start gaat, vormen
gegenereerd. STW en de betrokken
behoeften zijn, zowel in de sfeer
de oorspronkelijk beoogde gebruikers
universiteit zijn in eerste instantie
van personeel als materieel,
plus eventueel aanvullende gebrui-
eigenaar van de kennis die in het
investeringen en werkbezoeken.
kers een commissie, die tweemaal
project wordt gegenereerd. Indien
De behoeften worden getoetst
per jaar bijeenkomt en samen met
mogelijk wordt door STW een octrooi
door middel van ‘peer review’, en
STW het onderzoek van dichtbij volgt.
aangevraagd, op naam van STW of
vervolgens worden de onderzoeks-
De gebruikerscommissie doet aan-
op naam van derden, nadat hiertoe
projecten professioneel gemanaged,
bevelingen over de voortgang van het
een overeenkomst is gesloten, maar
waarbij de rechtmatige besteding
onderzoek met het oog op utilisatie,
altijd zodanig dat STW over de kennis
van het budget plaatsvindt op basis
en heeft een belangrijke stem in de
kan onderhandelen. Want het is de
van declaraties. Projecten kunnen
‘mid term review’ na twee jaar, op
bedoeling dat de kennis verhandeld
worden verlengd of uitgebreid, maar
5
6
| Utilization, -sation [joe:tillazeesjn] (nuttig) gebruik
projecten gestart in 1992 tot en met 1997 hebben tot en met 2002 het volgende opgeleverd:
utilisatierapport 2003
ze kunnen ook worden gestopt. Elk van die opties komt in de praktijk voor.
aantal
overeenkomst
octrooi
inkomsten (in M € )
1992
41
22
9
2,07
De vier uitgangspunten waarmee
1993
101
33
23
3,24
STW utilisatie bevordert zijn dus:
1994
89
32
17
2,50
– Expliciet op utilisatie sturen;
1995
87
53
27
3,18
1996
120
53
36
5,0
1997
99
57
23
2,86
figuur 1
aantal gestarte projecten
– Gebruikers zo vroeg mogelijk betrekken en betrokken houden; – Heldere en consistente spelregels; – Maatwerk. Nu is de vraag of dat lukt. Die vraag wordt elk jaar aan de orde gesteld in het utilisatierapport. En die vraag wordt elk jaar positief beantwoord, ook dit jaar, op basis van een analyse van de projecten die zes en elf jaar geleden zijn gestart. Het aantal overeenkomsten dat STW met bedrijven heeft gesloten is toegenomen van iets meer dan 20 op de projecten gestart in 1992 naar ruim 50 op de projecten gestart in 1997 (figuur 1 en 2). Ook in octrooien zien we een stijgende lijn (figuur 3).
figuur 2
aantal overeenkomsten (contracten)
De inkomsten (figuur 4) hebben voor de projecten gestart in 1997 nu al meer opgeleverd dan de projecten gestart in 1992. Dit terwijl de grote stroom inkomsten voor de projecten gestart in 1997 nog op gang moet komen. Deze projecten zijn immers recent beëindigd en bevinden zich veelal nog in een ontwikkelingsfase. Het hoofdstuk ‘Statistiek’ (pag. 23) gaat nader in op het meten van utilisatie. Daarin wordt aangetoond dat 61 procent van de projecten die in 1992
| utilization, -sation [joe:tillazeesjn] (nuttig) gebruik
figuur 3
aantal octrooien
figuur 4
inkomsten
zijn gestart geleid heeft tot een actieve relatie met een of meer gebruikers, 73 procent heeft een concreet product opgeleverd en 46 procent heeft cash of in kind inkomsten opgeleverd, in die zin dat er waardevolle resultaten voor de samenleving zijn gegenereerd, die nu al, of naar verwachting op termijn, inkomsten opleveren (zie figuur 9). Dat zijn goede resultaten. Bij de projecten die in 1997 zijn gestart liggen deze percentages iets lager, conform het beeld dat de utilisatierapporten jaarlijks opleveren. Na vijf tot zes jaar is het immers in veel gevallen nog te vroeg om van uitgekristalliseerde kennisexploitatie te spreken. Een uitzondering daarop vormt de ‘betrokkenheid’, die in dit geval 70 procent bedraagt (zie figuur 10). Een vanzelfsprekend en belangrijk resultaat van STW-onderzoek is de voortbrenging van excellente zie onderzoekers die oog hebben voor utilisatie. In het utilisatierapport 2002 hebben we een onderzoekje gedaan naar de mobiliteit van STW-onderzoekers, en vastgesteld dat zij vaak hun onderzoeksloopbaan voortzetten, zowel bij het bedrijfsleven als bij publiek gefinancierde onderzoeksinstellingen. De bijdrage van deze onderzoekers aan innovatie is zonder twijfel van groot belang. Maar het traject naar de toepassing kan soms een onverwachte wending krijgen. Het komt voor dat hoog-
7
8
| Utilization, -sation [joe:tillazeesjn] (nuttig) gebruik
gespannen verwachtingen niet
Voor u ligt het Utilisatierapport 2003.
uitkomen, vaak door gebeurtenissen
Het rapport geeft transparant inzicht
waarop STW, de onderzoekers en
in de werkzaamheden van STW en de
de gebruikers geen invloed hebben.
mate waarin de doelstelling van
Dit jaar publiceren we in ons utili-
utilisatie is bereikt. Ook laten we niet
satierapport twee beschrijvingen
na enkele kritische kanttekeningen te
(pag. 9 en 13) van zulke succes–
zetten. Ik wens u veel leesplezier!
verhalen, die helaas net geen ‘bestseller’ werden. We leren ervan
Erik J.G. van de Linde,
dat innovatie wel bevorderd kan
directeur Techologiestichting STW
worden, maar niet maakbaar is. Daarom bevordert STW weliswaar de kans op toepassing (utilisatie) en dat lukt ook, maar niet de toepassing zelf. De krachten die daarbij een rol spelen vallen buiten de invloedssfeer van STW. In het volgende hoofdstuk (pag. 16) schenken we aandacht aan de erosie van middelgrote apparatuurinvesteringen van de eerste geldstroom. Dat is een zorgelijk punt, omdat STW als tweede-geldstroomorganisatie moet voortbouwen op de sterkten van de universiteiten, waaronder de infrastructurele apparatuurvoorzieningen. Nemen die sterkten af, dan heeft dat ook zijn gevolgen voor de hefboomwerking van de tweede geldstroom. In toenemende mate worden we geconfronteerd met verzoeken om delen van de infrastructuur te bekostigen die eigenlijk voor rekening van de eerste geldstroom zouden moeten zijn. Over deze ingewikkelde problematiek wil STW de dialoog aangaan met de Colleges van Bestuur van de Universiteiten.
utilisatierapport 2003
9
| Innovatie, niet altijd ‘maakbaar’
Temidden van alle discussies die op
Het eerste interview met ir. Bart
Het verhaal van Rijk Verheul, directeur
dit moment gevoerd worden om de
van Neerbos betreft STW-project
van Mierij Meteo, illustreert dat de
innovatiekracht van Nederland te
EWT.0250, ‘Ontwikkeling van kroon-
‘gap’ tussen de universiteit en het
vergroten is het goed om oog te
wielvertanding, gefabriceerd door
midden- en kleinbedrijf niet altijd een-
houden voor het feit dat innovatie
middel van electrovonkerosie’,
voudig te overbruggen is. Het betreft
niet altijd ‘maakbaar’ is. Ook al is
uitgevoerd aan de Technische
hier STW-project DEL.0724, ‘Integrated
aan alle voorwaarden voldaan, zoals
Universiteit Eindhoven onder leiding
Air-flow Sensor’ uitgevoerd aan de
een briljante vinding, die ook nog
van prof.dr.ir. M.J.W. Schouten.
Technische Universiteit Delft onder
beschermd is, voldoende investerings-
Het project is gestart in 1983.
leiding van prof.dr.ir. J.H. Huijsing,
kapitaal en ervaren managers om de
Er zijn twee octrooien uit voort-
gestart in 1984. Dit project kent een
kar te trekken, dan is daarmee het
gekomen die in eerste instantie
tweetal vervolgprojecten, DEL.1362,
succes nog niet verzekerd. Een scala
op naam van de firma Kuiken NV
‘Smart Sensor Ontwikkeling’ en
aan factoren, waarop zeker door de
zijn gesteld. Deze laatste was
DEL.2239 ‘Sigma Delta modulator’ en
onderzoekers en de subsidieverstrek-
nauw betrokken bij het onderzoek.
DEL.2694 ‘Integrated smart sensor
ker geen enkele invloed kan worden
In 1991 zijn de octrooien door STW,
with hybrid microcontroller’, waarvan
uitgeoefend, blijken hierin een rol
mede namens Kuiken overgedragen
de resultaten mede van belang zijn
te spelen. De hierna volgende
aan Crown Gear BV, waarbij een
voor de technische en commerciële
interviews met twee managers die
royalty-regeling en een vergoeding
mogelijkheden en waarde van de
enthousiast aan de slag zijn gegaan
ineens werd overeengekomen.
Sensor. In 1987 is een octrooiaanvraag
met een veelbelovende vinding uit
Wat er daarna gebeurde verhaalt
ingediend met de titel ‘richtings-
een STW-project geven hiervan een
het interview.
gevoelige stroomsnelheidsmeter’.
illustratie.
Dit octrooi is overgedragen aan Bronkhorst High-Tech BV, waarbij Bronkhorst het exclusieve recht verkreeg met betrekking tot flowmeters in leidingen en STW het recht behield licenties onder het octrooi aan derden te verlenen op de overige markten. Op grond daarvan is in 1996 een licentieovereenkomst met Mierij Meteo gesloten op het gebied van meteorologische toepassingen.
INTERVIEW MET IR. BART R. VAN NEERBOS
‘Ontwikkeling van kroonwielvertanding, gefabriceerd door middel van electovonkerosie’ project EWT.0250
Zwitser op de loop met de kip met de gouden eieren
er op dat we de kip met de gouden eieren in handen hadden. De lange aanlooptijd heeft vooral te maken met
Een briljante, gepatenteerde vinding, een enthousiast
het feit dat een klant een definitieve keuze moet maken.
gezelschap investeerders en een stevig potentieel aan
Kies je voor een overgang op kroonwieloverbrenging, dan
klanten konden niet verhinderen dat Crown Gear BV moest
kun je niet meer terug naar kegelwieloverbrenging, want je
stoppen met de productie van een aandrijfmechaniek op
past het ontwerp van een product er helemaal op aan.
basis van kroonwieloverbrenging met een cilindrisch rond-
Als je dat vooraf weet, hoeft dat geen bezwaar te zijn.”
sel. Ir. Bart R. van Neerbos, directeur van het Loosdrechtse Nestor Management Consultants, maakte de ‘rise and fall’
Op basis van deze eerste stappen schreef Van Neerbos een
van Crown Gear van nabij mee. Hij blikt terug op de vraag
uitvoerig bedrijfsplan, waarin hij een aantal kritische succes-
hoe het toch fout kon gaan.
factoren formuleerde. “De belangrijkste succesfactor was dat we een sterkte moesten bereiken van 80 procent van
“Zo rond 1990 meldde de heer Kuiken zich bij STW met een
die van een kegelwieloverbrenging. Alleen dan zouden we
vinding om met behulp van een kroonwieloverbrenging
kans van slagen hebben in de grote marktgebieden, zoals
aandrijfproblemen in machines op te lossen. Hij had patent
bijvoorbeeld de automotive markt. Daar zouden onze pro-
op de vorm en de techniek en vroeg zich af of er iets mee
ducten zeer geschikt voor zijn. Met minder sterkte zouden
te ondernemen viel. De bedoeling was een overbrenging
we in een aantal andere, veel kleinere, marktgebieden ook
te maken die beter zou zijn dan die van de kegelwielover-
resultaat kunnen boeken, maar in de automotive markt zijn
brenging. Daarmee ben ik aan de slag gegaan. Senter
nu eenmaal grotere productieaantallen te realiseren, waar-
(toen nog STIPT, red.) en STW wilden participeren op
door het bedrijf eerder uit de investeringskosten zou zijn.”
voorwaarde dat mogelijke latere gebruikers, zoals DAF en tandwielfabriek De Schelde, ook zouden deelnemen in een op te richten consortium”, vertelt Van Neerbos, die er
Cylkro Gear
zijn specialisme van heeft gemaakt partijen bij elkaar te brengen die gezamenlijk in een joint venture opereren om
In de ontwikkeling van de kroonwieloverbrenging kwamen
innovatieve producten tot ontwikkeling te brengen.
de tien medewerkers in eerste instantie met behulp van freestechnologie tot een product dat 60 procent van de sterkte van een kegelwieloverbrenging haalde. Dit product
Geschatte omzet van 10 miljoen euro
kreeg de naam Cylkro Gear mee. “Op dat moment, we waren toen al enkele jaren bezig, had ik eigenlijk moeten
“In Crown Gear hebben we de tandwieloverbrenging verder
zeggen: we zetten er nu een streep onder. Laat de partici-
ontwikkeld en vertaald naar de productiefase. Senter was
panten hun verlies nemen en bekijk of er een mogelijkheid
bereid 60 procent van de ontwikkelingskosten voor zijn
is in een andere bedrijfsvorm op kleinere schaal de minder
rekening te nemen tot een maximum van bijna vier miljoen
sterke overbrenging te gaan produceren voor de andere,
euro. DAF en De Schelde stapten in, STW deed mee en ook
kleinere marktgebieden. Dat zou haalbaar zijn geweest
ABN AMRO wilde participeren. Ik heb vervolgens het
als we niet de ontwikkelingskosten uit het verleden als last
bureau KWW uit Rotterdam ingeschakeld om de waarde
met ons mee zouden moeten dragen. De aandeelhouders
van de vinding te kunnen bepalen. De verwachting was dat
wilden het toch proberen en gezamenlijk hebben we beslo-
we in vijf tot zeven jaar zouden kunnen uitgroeien tot een
ten het ontwikkelingsproces door te zetten.
producent met een omzet van 10 miljoen euro. Alles wees
| innovatie, niet altijd ‘maakbaar’
In een vervolg ontwikkelde Crown Gear een verbeterde
maar ga je toch door. Per slot van rekening wil je blijven
versie. Een schuinvertand- in plaats van een rechtvertand
proberen de werkgelegenheid van de werknemers veilig te
kroonwiel bleek met gemak de sterkte van 80 procent van
stellen en houd je geloof in het product zelf.”
een kegelwielverbinding te halen. Een lastige handicap was dat dit kroonwiel nog een verschrikkelijk geluid
Een redder in de nood leek zich aan te dienen in de vorm
voortbracht. Pas na een jaar vonden we een minimale
van een klant van Crown Gear. Het Britse GKN wilde een
onjuistheid in de vertanding waardoor we dit euvel konden
contract aangaan, waarin het bedrijf een investering van
oplossen. Maar na vijf jaar ontwikkelen en op kleine schaal
1,6 miljoen euro zou doen in Crown Gear. Daarmee zou het
produceren waren de investeringen vrij hoog opgelopen en
de eigendomsrechten verwerven en een belangrijk pakket
bleken DAF en De Schelde geen investeringsruimte meer
opdrachten plaatsen. Mede doordat participanten rond die
te hebben. IHC stapte in, evenals het Innofonds Twente.
tijd weinig constructieve bewegingen maakten, mislukte de
ABN AMRO vergrootte zijn aandeel in Crown Gear,
doorstart en mondde de situatie uit in een faillissement.
waardoor het bedrijf verder kon. Dit was des te belangrijker geworden omdat met de nieuwe ontwikkeling de massa-
Tot de stomme verbazing van Van Neerbos verkocht de
markt weer in zicht kwam. De klantenkring groeide ook
curator het patent aan een Twents bedrijf, waarin een
feitelijk en in 1999 en 2000 bereikte Crown Gear een omzet
Zwitserse klant van Crown Gear participant is. De rechter
van tussen een half en één miljoen euro. Dankzij de marge
commissaris keurde de verkoop goed en sindsdien draait
van vijftig procent op het product draaide het bedrijf voor
het bedrijf gewoon door op de vinding. Er zijn ook mede-
het eerst productiekosten dekkend. De aandeelhouders
werkers overgestapt naar dat betreffende bedrijf. “Voor
namen zich voor tot eind 2001 door te gaan met de finan-
de werkgelegenheid is dat dus mooi”, vindt Van Neerbos,
ciering. Daarna moest het break even point bereikt zijn.
“Maar het totaalbeeld klopt niet. Een prachtige technologie komt in het bezit van een Zwitser, terwijl je het totale project graag tot een goed einde had willen brengen voor de
Redder in de nood
Nederlandse industrie. Bij Senter reageerde men anders. Ik voelde me niet prettig bij de ontwikkelingen, maar
“So far so good”, zou je denken. “Het begon ergens op
Senter reageerde met de reactie dat het wel heel vreemd
te lijken”, zegt Van Neerbos. “We hadden het bedrijf
zou zijn als er nooit risicodragend kapitaal verloren zou
inmiddels verplaatst van Rotterdam naar Enschede, waar
gaan. Toch kan je achteraf stellen dat er in ‘managerial’
we een eigen productiehal hadden. De aandeelhouders
opzicht fouten zijn begaan: toen de zwaarste kritische
gaven de voorkeur aan een nieuwe directeur en ik trok mij
succesfactor niet gehaald werd, hadden we er achteraf
terug op de achtergrond als directeur van de holding ter
wel een streep onder moeten zetten. Dan hadden we
begeleiding. De nieuwe directeur was een briljant technicus
verdere ontwikkelingen zonder de oude investeringslast
met wat minder aandacht voor dagelijkse managementis-
kunnen begeleiden. Ten tweede zie je toch dat steeds net
sues. Vervolgens diende de economische crisis zich aan
iets te krappe investeringen worden gedaan. Dan kan je
in de markt voor bewerkingsmachines die voor ons juist
bijvoorbeeld een jaar oponthoud voor het oplossen van
zo belangrijk geworden was. Zestig tot zeventig procent
een irritant geluid eigenlijk net niet goed opvangen. En
van onze omzet kwam uit die markt. Hierdoor haalden
ten derde zie je dat we in de stervensfase niet voldoende
we in 2002 een omzet van slechts 50% van de prognose.
begeleiding hebben kunnen bieden. De verkoop van de
Er werd nog een laatste krediet van 400.000 euro verstrekt.
patentpositie had niet mogen gebeuren.”
Ook op dat moment denk je dat het eigenlijk niet meer kan,
11
12
REACTIE OP INTERVIEW DOOR PROJECTLEIDER PROF.DR.IR. JEU SCHOUTEN:
“Betrek het bedrijfsleven eerder financieel bij onderzoek” project EWT.0250
Het onderzoek naar kroonwielver-
belastbaarheid. Crown Gear richtte
tanding staat prof.dr.ir. Jeu Schouten,
zich sterk op de automotive branche,
verbonden aan de faculteit Werktuig-
waar een zeer hoge belastbaarheid
bouwkunde aan de Technische
is vereist. Als het bedrijf in een ander
Universiteit Eindhoven, nog helder
marktsegment, waar een lagere
voor de geest, ook al werd het twintig
belastbaarheid volstaat, eerst geld
jaar geleden uitgevoerd. “Het aardige
had verdiend om dat te investeren in
van het project was dat we het hele
de verdere optimalisering van de
traject van eerste idee tot en met
belastbaarheid, hadden de kaarten
prototype hebben meegemaakt. We
misschien anders gelegen. Maar
hebben de geometrie beschreven en
nogmaals, achteraf is dat eenvoudig
we hadden de productietechnologie
gezegd.”
voor elkaar”, zegt Schouten. In wetenschappelijk opzicht is het
Promovendi in dienst nemen
project zeer succesvol geweest. Het leverde twee gepromoveerde
In het algemeen ervaart Schouten de
onderzoekers op; Triesenau in de
lange ontwikkeltijd als een probleem
werktuigbouwkunde en Overdijk in
voor de utilisatie van vindingen. Hij
de wiskunde. Met behulp van hetzelf-
vindt echter niet dat universiteiten
de principe heeft de faculteit later
een vinding langer moeten door-
nog meegewerkt aan de kroonwiel-
ontwikkelen voordat het bedrijfsleven
vertanding van de staartrotor aan de
er mee aan de slag gaat. “In dat geval
Europese helikopter NH90 waarvoor
schieten wetenschappers door in hun
DAF Special Products onderdelen
nieuwsgierigheid. Het gaat om het
ontwikkeld.
vinden van een toepassing en dat is aan het bedrijfsleven. De STW doet dit
Terugblikkend op de ervaringen van
goed met de gebruikerscommissies.
Crown Gear zegt hij: “Achteraf is het
Je zou daarbinnen kunnen proberen
te gemakkelijk te zeggen waar het
bedrijven te stimuleren eerder
aan heeft gelegen. Voor ons was het
financieel in een onderzoek in te
project afgelopen toen Crown Gear
stappen. In Duitsland bijvoorbeeld
ermee aan de slag ging. De heer
staan wetenschap en bedrijfsleven
Kuiken had een goede toepassing, de
wat dichter bij elkaar. Bedrijven zijn
heer Van Neerbos pakte het volgens
er sneller geneigd promovendi nog
mij goed aan. Met de kennis achteraf
tijdens het onderzoek in dienst te
zou je kunnen suggereren dat het
nemen. Daarmee kun je de ontwikkel-
misschien verstandig was geweest in
tijd van een product verkorten omdat
eerste instantie minder waarde te
je de kennis direct in huis haalt.”
hechten aan het percentage van de
RIJK VERHEUL, DIRECTEUR VAN MIERIJ METEO
‘Integrated Air-flow Sensor’ project DEL.0724
De lange mars van een meetfanaat
een regeling af voor het gebruikersrecht en legde 350.000 gulden op tafel voor de verdere ontwikkeling van het
Een chipgestuurde windsensor zonder bewegende delen.
apparaat. Zijn motivatie: “Veel meteo apparatuur stamt uit
Sinds het begin van de jaren negentig droomde Rijk Verheul,
de jaren vijftig en is nog mechanisch van aard. Er valt dus
directeur van Mierij Meteo uit De Bilt, van de ontwikkeling
heel veel te vernieuwen op dit gebied. Bovendien ben ik
van deze vinding. Dertien jaar en vele tonnen in euro’s
meet verslaafd.”
verder luidt zijn oordeel: “Er is een te grote afstand tussen de universitaire wereld en het midden- en kleinbedrijf.”
Verheul: “We kwamen drie marktsegmenten overeen, de professionele, de industriële en de consumentenmarkt.
Het systeem van de windsensor zit hem in een chip die de
Per segment spraken we een royalty af in ruil voor het
windrichting- en snelheid meet. De werking is gebaseerd
gebruikersrecht op het patent. Een uitstekend ingenieur
op het principe dat een verwarmd oppervlak afkoelt wan-
ging er binnen Mierij Meteo mee aan de slag. Na bijna vier
neer er lucht overheen stroomt. Hoe harder het waait des
jaar was het geld op, maar het eerste product lag er. Het
te groter is de afkoeling. De ontwikkeling van het huidige
bleek duidelijk meer te vragen dan een behuizing om de
apparaat, dat bij Mierij Meteo een laatste kans krijgt in de
chip plaatsen. We, mijn vrouw en ik, hebben toen voor het
vermarkting, heeft twaalf tot dertien jaar gevergd. Verheul
eerst een aandeelhouder in het bedrijf moeten opnemen
heeft zich tegen zijn eigen enthousiasme in bescherming
om de introductie van de windsensor te kunnen realiseren.”
moeten nemen nadat hij vele tonnen in euro’s heeft geïnvesteerd. Niet alleen in de windsensor, maar ook in andere wetenschappelijk innovatieve projecten kon hij het
Orders over tien jaar
niet laten te investeren. “De techniek is vaak zo prachtig”, zegt hij. “Wetenschappers zeggen dan van hun vinding dat
De eerste poging om de windsensor te introduceren in
zij zo in de markt kan worden gezet. Wij hebben aan den
de professionele meteo markt, liep op een grote teleurstel-
lijve ondervonden dat je op dat moment ongeveer tien
ling uit. De reactie luidde: ‘Interessant, zet de sensor de
procent van het uiteindelijke product in handen hebt.
komende vijf jaar maar naast onze vertrouwde apparatuur.
Aan de overige negentig procent zul je zelf nog heel hard
Blijkt uit de gegevens dat hij beter werkt, dan gaan we
moeten werken.”
plannen indienen om de sensor aan te kunnen schaffen. Verheul: “Het argument was dat je het weer niet kunt overdoen. Om dus zeker te zijn dat onze windsensor richting
Veel meteo apparatuur stamt uit de jaren vijftig
en snelheid beter registreert, moet je gelijktijdig en onder dezelfde weercondities kunnen vergelijken.”
De windsensor is volgens Verheul een mooi voorbeeld van hoe dit in zijn werk gaat. In 1982 verliet Verheul het KNMI
Omdat Verheul niet kon wachten op aanvaarding door die
en startte hij Mierij Meteo, met achttien medewerkers een
professionele meteo markt, besloot hij een alternatief te
middelgroot bedrijf in meteo apparatuur, micro elektronica
maken voor de consumentenmarkt. De markt voor (plezier-)
en installatie en onderhoud. Toen hij in 1990 de windsensor
vaartuigen zou belangstelling hebben voor een kunststof
kreeg aangeboden door prof. Huijsing, had hij in feite niet
editie van de sensor. Tijdens de ontwikkeling bleek de
meer in handen dan een gepatenteerde chip, waarin de
luchtdoorstroming kritisch te zijn en ontstonden er fysische
techniek van het meten van windrichting en -snelheid zat
problemen. Opnieuw grote investeringen. Verder had
verwerkt. Hij werd lid van de gebruikerscommissie, sprak
Verheul problemen met de lijmtechnieken aan de chip en
14
utilisatierapport 2003
| DEL.0724
verhouding tot de kunststof behuizing, maar deze kreeg
beschikking kunnen stellen, maar de wat kleinere bedrijven
hij onder de knie. Hij maakte het product als complete set
kunnen zich zo’n lange aanlooptijd en een forse investe-
inclusief metertjes en won de eerste order van Vetus uit
ring niet permitteren.”
Schiedam, dat 500 setjes bestelde. Vetus wilde de setjes in boten inbouwen. Bij het inbouwen van de eerste ging er
Een ander project waaraan Verheul al lang in een IOP
iets fout en Vetus vroeg om ‘even een nieuwe chip’. Dat
project met de Universiteit Twente samenwerkt, is SIOS.
ging niet omdat elke set alleen als afzonderlijk geheel
Dit is een sensor die op bacteriegrootte kan detecteren of
kon functioneren. Verheul nam de hele bestelling terug
een persoon een ziekte onder de leden heeft. De sensor
en moest opnieuw de studeerkamer in om een oplossing
heeft al menig testfase met glans doorstaan en is
te vinden waarin zelfs een nieuwe miniwindtunnel is
inmiddels gepatenteerd. Van Westreenen: “SIOS is net
ontwikkeld en nieuwe software, de verschillen per set kon
als de MMW een kansrijk project, dat de getalenteerdheid
compenseren. Nu is hij daar in geslaagd en is de MMW
van Rijk nog eens onderstreept. Op het gebied van meet-
(Mierij Meteo Windsensor) klaar voor zijn laatste kans op
technieken is hij briljant. Hij heeft bewezen dat hij het ook
de markt.
kan verkopen. Het enige wat hem dreigde te nekken, is dat hij te veel hooi op zijn vork nam. Als je zes of zeven van dit soort intensieve projecten naast je gewone bedrijfs-
Externe participatiemaatschappij
voering aanhaalt, komt er een moment dat het teveel van het goede is. Behalve de managementondersteuning die
Verheul is echter tot de conclusie gekomen dat hij dit niet
we in Mierij Meteo sinds het begin van dit jaar verlenen,
langer alleen moet willen doen. “Er is zoveel geld in de
hebben we samen ook een andere zakelijke aanpak geko-
ontwikkeling van producten gaan zitten, dat ik vorig jaar
zen. Een project als SIOS wordt nu ondergebracht in een
met mijn vrouw, die ook in het bedrijf zit, heb afgesproken
aparte vennootschap.”
dat we voor de zakelijke en commerciële kant van het bedrijf externe hulp moeten inroepen.” Een externe partici-
Een meer algemene oplossing om midden- en kleinbedrijf
patiemaatschappij heeft de meerderheid van de aandelen
en universiteit meer met elkaar in contact te laten komen,
overgenomen en Bart van Westreenen (voorheen Ahold
ziet Verheul in een Amerikaanse vorm van samenwerking.
en directeur BelCompany) is als managing director aan-
“In de Verenigde Staten zie je regelmatig dat universiteiten
getrokken. Van Westreenen: “Wij geloven net als Rijk in
wetenschappers aan het bedrijfsleven uitlenen. Pas bij
het product, evenals in de projecten die hij in de loop der
succes van een bepaalde ontwikkeling gaat een bedrijf
jaren nog meer heeft aangetrokken. Bovendien heeft
de kosten hiervoor terugbetalen. Dan wordt het ook voor
Mierij Meteo een zeer gezonde basis in de meteo markt.
kleinere bedrijven haalbaar om zich bezig te houden met
We denken de MMW tegen een aantrekkelijker prijs te
grensverleggende wetenschappelijke vindingen.”
kunnen gaan aanbieden door de productie uit te besteden. Daarbij richten wij ons op de plezierbotenmarkt en op de agro markt. Verder hebben we gezamenlijk afgesproken dat we de komende tijd geen nieuwe soortgelijke projecten aangaan. Rijk heeft helemaal gelijk als hij stelt dat het gat tussen de vindingen van een universiteit en de toepassing in het midden- en kleinbedrijf te groot is. Dat is wellicht voor grote concerns weggelegd die ontwikkelgelden ter
15
REACTIE OP INTERVIEW DOOR PROJECTLEIDER PROF.DR.IR. HAN HUIJSING:
“Staatssecretaris Innovatie gewenst” project DEL.0724
Prof.dr.ir. Han Huijsing veert op als
verlaten. “Eerst moet de universiteit
bare scholen de keuze voor techni-
hem de vraag wordt voorgelegd of
een model ontwerpen, vervolgens
sche vakken te stimuleren. Zorg
het gat tussen de wetenschap en het
moet een bedrijf een sensor ontwik-
voor enthousiaste leraren die hun
midden- en kleinbedrijf te groot is
kelen en dan moet deze sensor ook
leerlingen gemakkelijker tot die keuze
voor succesvolle utilisaties. “Ik heb
nog eens rijp gemaakt worden voor
brengen. Heus, een staatssecretaris
mij ruim tien jaar ingezet om te
massaproductie. In het voorbeeld van
Innovatie zou in een handelsland als
helpen dat gat te dichten, maar het is
de windsensor is dat verschrikkelijk
Nederland veel werk te verzetten
er nog steeds en het is nog steeds te
lastig omdat MierijMeteo een zeer
hebben”, aldus Huijsing.
groot”, zegt de hoogleraar aan de
complex apparaat maakt. Om een
Faculteit Informatietechnologie en
goed product te krijgen, moeten
Systemen aan de Technische
het mechanische, thermische en
Universiteit Delft. Hij was destijds
elektrische domein op elkaar aan-
projectleider in het onderzoek naar
sluiten. Het enthousiasme van de
de windsensor die MierijMeteo later
heer Verheul heeft hem ver gebracht,
op de markt bracht.
maar ik kan mij goed voorstellen dat hij op een gegeven moment andere
“Het midden- en kleinbedrijf werkt
partijen erbij moet vragen om de
meestal met een korte termijn-
commercialisering van het product
planning. De ontwikkeling van een
kracht bij te zetten.”
sensor vanaf het idee tot een te verkopen product duurt al gauw vijftien jaar. Het MKB heeft die
Verander de ‘mindset’ omtrent techniek
lange adem doorgaans niet”, zegt Huijsing, die onder auspiciën van
Om Nederland op industrieel gebied
STW voorzitter van het Platform
mee te laten komen, zou een steviger
Sensortechnologie is geweest,
innovatiebeleid op zijn plaats zijn,
The Sense of Contact heeft opgezet
meent Huijsing. “Investerings-
en aan de geboorte heeft gestaan
subsidies voor het MKB zouden een
van het halfjaarlijks verschijnende
stimulans kunnen zijn voor kleinere
Sensor Nieuws.
ondernemers. Het is juist zo jammer dat kleinere bedrijven meer lef
De wetenschapper mag natuurlijk
hebben dan hele grote. Een bedrijf
puur wetenschap bedrijven zonder
als MierijMeteo steekt zijn nek uit.
aan de toepassing te denken. Maar
Verder moeten de activiteiten van
een technische wetenschapper moet
STW op niveau en het werken met
volgens hem dichtbij het gebruik
gebruikerscommissies de weg naar
proberen te staan. Dan nog denkt
het bedrijfsleven effenen. Wil je als
een wetenschapper nog wel eens te
land meespelen, dan zul je ook wat
licht over de ontwikkeltijd van een
moeten doen aan de ‘mindset’
product nadat het de universiteit heeft
omtrent techniek. Begin op de middel-
PROF.DR.IR. A.A.A. MOLENAAR
“Mechanische eigenschappen van funderingsmaterialen en zanden in relatie tot fysische te bepalen materiaalkenmerken” project DCT.4192 (zie pagina 66)
| DCT.4192
17
18
| Middelgrote apparatuur op universiteiten
utilisatierapport 2003
Een duidelijke trend in het kader
worden apparaten voor algemeen
tement toegekend als er matching is
van kostenbeheersing en efficiency-
gebruik bedoeld.
en het apparaat dus door meerdere leerstoelgroepen wordt aangevraagd.
verhoging bij universiteiten is het samenvoegen, privatiseren of afstoten
Om het gevoel wat op de universiteiten
Als geen matching mogelijk is, zijn
van diensten. In het algemeen kan
leeft met betrekking tot ‘not dedicated’
vakgroepen gedwongen om tekorten
worden gesteld dat infrastructurele
apparatuur te illustreren, is een aantal
op de budgetten te dekken met geld
kosten van de vakgroepen meestal
vakgroepbeheerders gevraagd om te
uit de tweede en derde geldstroom.
niet meer centraal worden gefinan-
reageren op enkele vragen omtrent het
Het probleem dat hierbij ontstaat is
cierd, maar door de universiteit wor-
verkrijgen van apparatuur voor alge-
de koppeling van het apparaat aan
den doorberekend aan de betreffende
meen gebruik. Een samenvatting van
een specifiek project; vaak zijn er
vakgroepen. Voor het dekken van de
deze reacties is hieronder beschreven.
tegelijkertijd meerdere projecten van afhankelijk. De tweede geldstroom-
infrastructurele kosten is binnen de
financiers vergoeden in principe geen
instelling geld beschikbaar. Helaas is dit door bezuinigingen op de eerste
Wat zijn de mogelijkheden van een
kosten voor infrastructuur. Sommige
geldstroom meestal niet toereikend.
beheerder om geld vrij te maken voor
derde geldstroom financiers maken er
Het begrip ‘infrastructuur van de
‘not-dedicated’ apparatuur?
geen punt van.
universiteit’ is dus duidelijk aan erosie onderhevig, terwijl het tweede
Je kunt niet om dat deel van het
geldstoom onderzoek daarvan sterk
machinepark heen, ‘not-dedicated’
Wat is de strategie om het bestand van
afhankelijk is. Een robuuste infra-
apparatuur behoort bij een adequate
‘not-dedicated’ apparatuur op peil te
structuur voor wetenschappelijk
infrastructuur voor onderzoekers.
houden?
onderzoek is noodzakelijk voor een
Het verkrijgen van zeer specifieke
goede uitvoering. Daarnaast zal een
projectgekoppelde apparatuur is vaak
Een groot probleem is de snelle
vakgroep met een adequate ‘gezonde’
geen probleem, mits de aanvraag
toename van de kosten als gevolg
infrastructuur beter in staat zijn om
wordt goedgekeurd. Echter het
van de enorm snel voortschrijdende
talentvolle onderzoekers aan te
verkrijgen van ‘not-dedicated’
ontwikkelingen (zie ook figuur 5). Het
trekken en op te leiden.
apparatuur voor routinematig werk
gaat dan om zowel de investering als
zoals ‘state-of-the-art’ instrumenten
de bijbehorende exploitatie.
STW stelt zich ten doel om technisch-
(SEM of patroongeneratie) of
Daarnaast is goed onderhoud een
wetenschappelijk onderzoek en de
‘werkpaarden’ (centrifuge, spectro-
vereiste om de infrastructuur te
toepassing daarvan te bevorderen.
fotometer, gaschromatograaf etc.) is
handhaven. Onderhoud is vaak alleen
Hiervoor is een adequate onderzoeks-
problematisch. Voor sommige ‘state
maar door specialisten uit te voeren,
financiering beschikbaar, die echter
of the art’ instrumenten kan men
wat de kosten opdrijft. Regulier
additioneel is op de bestaande infra-
terecht bij NWO-middelgroot, omdat
onderhoud wordt meestal uit de
structuur. Apparatuur die specifiek
het dan om een uniek instrument
eerste geldstroom betaald. Specifiek
voor een STW-project moet worden
gaat. Apparatuur die niet voor subsi-
onderhoud kan soms uit projecten
gebruikt wordt dus gefinancierd,
die in aanmerking komt, moet uit de
worden betaald, maar soms wordt een
echter ‘not-dedicated’ apparatuur
eerste geldstroom worden betaald.
onderhoudpot opgebouwd uit inkom-
wordt verondersteld aanwezig te
Vaak wordt apparatuur uit de eerste
sten van derden voor het gebruik van
zijn. Met ‘not dedicated’ apparatuur
geldstroom uitsluitend door het depar-
apparatuur. De formele afschrijvings-
| middelgrote apparatuur op universiteiten
figuur 5
Gemiddelde STW-investeringen in apparatuur per project
figuur 6
STW-investeringen in apparatuur naar omvang
figuur 5 Onderzoekers hebben steeds meer behoefte aan apparatuur. Over alle door STW gehonoreerde projecten gezien in de periode 1993-2002 is het gemiddelde investeringsbudget van een project met circa 65 procent gestegen tot 65.000 euro. Dit is een stijging twee maal zo snel als de inflatie in die periode. Een deel van de werkelijke kostenstijging blijft daarbij nog buiten beschouwing omdat STW wel de eigendom van de apparatuur heeft maar niet de onderhouds- en bedrijfskosten draagt. Deze komen voor rekening van de onderzoeksinstelling. figuur 6 Niet alleen is er sprake van kostenstijging, ook is er steeds meer behoefte aan geavanceerde apparatuur. Daardoor stijgt jaarlijks het aantal (gehonoreerde) projecten met een apparatuurbehoefte groter dan 100.000 euro. Voor geavanceerde apparatuur is meer specialistisch, en dus duurder onderhoud nodig (zie tekst). STW wijst investeringsbudgetten toe in het kader van haar normale procedure voor het Open Technologieprogramma.
19
20
| Middelgrote apparatuur op universiteiten
figuur 7
utilisatierapport 2003
STW-investeringen 1993-2003 naar discipline figuur 7 Technische wetenschappers binnen de disciplines natuurkunde, scheikunde en electrotechniek ontvingen in het afgelopen decennium de meeste investeringsmiddelen. In het beschouwde tijdvak nam vooral het aandeel van het technisch scheikundig onderzoek toe, dat voor de civiele techniek en de werktuigbouw nam af. Per onderzoeksproject gezien zijn de fysica en de scheikunde het meest apparatuurintensief. Gemiddeld was, over de hele periode gezien, het apparatuurbudget voor een technisch scheikundig project 79 duizend euro, voor een technisch fysisch project ongeveer 130 duizend euro. figuur 8 De drie technische universiteiten ontvangen gezamenlijk bijna tweederde van
figuur 8
STW-investeringen in apparatuur 1993-2003 per instelling
de STW-middelen voor apparatuur. Deze verdeling is vooral toe te schrijven aan het grotere aantal gehonoreerde projecten voor deze onderzoeksinstellingen (TUD 215; UT 148; TUE 105). Per toegekend investeringskrediet ontlopen de technische grote drie elkaar niet veel (respectievelijk per project circa 87.000, 96.000 en 90.000 euro).
| middelgrote apparatuur op universiteiten
termijn is voor de meeste apparatuur
hetgeen voor veel apparaten ondoen-
5 jaar, voor computerapparatuur is dit
lijk is. Een knelpunt is in sommige
3 jaar. Omdat de financiering van
gevallen, dat de afschrijvingstermijn
standaard ‘not dedicated’ apparatuur
langer is dan de looptijd van het
(de ‘werkpaarden’) problematisch is,
project. Bij de meeste voorzieningen
hebben deze vaak een afschrijvings-
ontstaan dan problemen. Dan ben
termijn tussen 5 en 10 jaar of meer.
je afhankelijk van de eenmalige treffers zoals aanspraak op de ICES-KIS gelden of soortgelijke incidentele
Kan iedereen de apparatuur gebruiken,
investeringsrondes.
dus zijn onderzoekers buiten de vakgroep welkom zonder betaling? Conclusie Er heeft zich een trend ingezet om te betalen voor gebruik van apparatuur.
De in dit hoofdstuk gepresenteerde
Als leerstoelgroep proberen we met
problematiek is complex. STW wil
gesloten beurzen te werken, ergo er
haar onderzoekers enerzijds zoveel
wordt geen fee berekend, tenzij de
mogelijk faciliteren in de uitvoering
andere leerstoelgroep dit wel doet.
van de gehonoreerde onderzoeks-
Uitgangspunt is, dat de overheid
voorstellen, maar anderzijds kan
(STW of NWO) de gehele Nederlandse
niet van STW worden verlangd dat
‘onderzoekcommunity’ al subsidieert.
zij de kosten op zich neemt van rekeningen die door anderen betaald
Wel is ‘facility sharing’ met derden
behoren te worden. Als tweede
soms een mogelijkheid om vast lasten
geldstroom organisatie willen we
te delen en een stukje afschrijving
voortbouwen op de sterkten van
terug te halen. Daarnaast is het
de universiteiten – en van het bedrijfs-
centraliseren van dure ‘state of the art’
leven – en dat is wat anders dan dat
onderzoeksapparatuur voor algemeen
STW mede financieel verantwoorde-
gebruik een optie, maar wel moet je
lijk zou zijn voor de basis daarvan.
uitkijken dat de toegankelijkheid en
Daarom zullen wij de komende tijd
efficiënt werken mogelijk blijven.
een dialoog opstarten, in eerste instantie met voorzitters van Colleges van Bestuur, om uiteindelijk ook hier
Waar gaat het naar toe in de toekomst?
het heldere en consistente beleid te formuleren dat u van STW mag
Een probleem gaan de apparaten vormen die gedeeltelijk op sommige projecten worden afgeschreven. Hiervoor moet worden tijdgeschreven,
verwachten.
21
DR. HENK DE BRUIN
“Het ontwikkelen en testen van een meetsysteem voor het bepalen van gebiedsgemiddelde verdamping en voelbare warmtestroom” project WMO.4133 (zie pagina 93)
23
| Statistiek
TWEE MOMENTEN VAN EVALUATIE;
DE METHODE;
DE PROJECTEN VAN START
HOE ‘METEN’ WE DE UTILISATIE
GEGAAN IN 1992 EN 1997 In het algemeen zit er een grote
In de Interimrapportage (over de
Het zal duidelijk zijn, dat het meten
tijdsspanne tussen de start van een
projecten in 1997) worden dus de
van de mate van gebruik niet een-
project en het moment waarop de
projecten bekeken die zes jaar
voudig is. Zo kan een verbeterde
resultaten daadwerkelijk tot een
geleden van start zijn gegaan en
procesbeschrijving voor een gebruiker
‘bruikbaar’ resultaat leiden. STW is
recent zijn afgesloten. Een typische
financieel zeer aantrekkelijk zijn,
alleen betrokken bij het eerste deel
situatie is dat een gebruiker verder
zonder dat er sprake is van een
van dit lange traject, namelijk bij de
wil gaan met de resultaten van het
concreet product. Anderzijds kan
onderzoeksfase die doorgaans vier
onderzoek. Hij zal dan vaak in aan-
de realisatie van een daadwerkelijk
tot zes jaar beslaat. In deze utilisatie-
sluiting op de onderzoeksfase nog
product (gebaseerd op een werkend
rapportage zien wij, enige tijd na
een ontwikkelingstraject moeten
prototype) worden afgebroken omdat
afloop van het onderzoek, terug op
uitvoeren. Dit kan bestaan uit de
markteconomische aspecten een rol
destijds gestarte STW-projecten.
markt onderzoeken, een productielijn
spelen. Hoe de stand van zaken op dit
Voor deze evaluatie worden twee
opzetten en dergelijke, kortom alles
vlak is bij de verschillende projecten,
momenten gekozen; direct na afloop
wat nodig is om te komen tot een
wordt nagegaan door (telefonische)
van een project, de interimrapportage
commercieel ‘product’.
enquêtering van onderzoekers, projectleiders of gebruikers, die bij
(in dit rapport de projecten die in 1997 van start gingen), en vijf jaar later een
In de Utilisatierapportage (over de
het desbetreffende project waren
eindrapportage, het utilisatierapport
projecten die in 1992 van start gingen)
betrokken. Mocht dit niet mogelijk
(hier de projecten die in 1992 van start
is tien tot elf jaar na de start van
zijn, dan wordt gezocht naar ander
gingen).
universitair onderzoek al een veel
beschikbaar bronnenmateriaal.
beter – alhoewel nog altijd niet volledig – inzicht te verkrijgen in de daadwerkelijke toepassing en commercialisering. In dit rapport worden daarom ook die projecten bekeken die in 1992 van start zijn gegaan en waarover nu een min of meer afgerond oordeel gegeven kan worden met betrekking tot de utilisatie.
24
utilisatierapport 2001 2003
| Statistiek
BETROKKENHEID
PRODUCT
Om een beeld te geven van de resul-
De mate waarin één (of meerdere)
In hoeverre zijn de doelstellingen van
taten van een onderzoeksproject,
gebruikers bij het onderzoek zijn
het onderzoek gehaald, en is er een
heeft STW in de afgelopen jaren een
betrokken:
aanwijsbaar ‘product’:
meetmethode geïntroduceerd, die gebaseerd is op drie – meer of minder
0 : het project is mislukt; omdat de uit-
0 : het project is in het onderzoeks-
onafhankelijke – variabelen om de
komsten irrelevant zijn voor een gebruiker;
stadium mislukt, of het onderzoek is
utilisatie te kunnen kwantificeren,
voortijdig afgesloten;
te weten ‘Betrokkenheid’, ‘Product’
A : er is enige belangstelling van de
en ‘Inkomsten’ (BPI). Elk van deze
gebruikers geweest, door deelname in een
A : Er is geen concreet product. Er is
variabelen is onderverdeeld in een
gebruikerscommissie;
meer onderzoek nodig om een bruikbaar
oplopende vierpuntswaardering
product te verkrijgen. Voorlopige conclu-
(0, A, B, en C). De definities van deze
B : de gebruikers participeren actief.
sies zijn al wel getrokken, maar een en
classificering zijn:
Een eventueel geleverde bijdrage is
ander moet nog worden geverifieerd. We
klein – in de vorm van geld, materialen
zijn nog in de fase van ‘basic technology’.
en dergelijke;
De voornaamste vorm van output is tot
c : op niet mis te verstane wijze participeert de gebruiker in het project. Er is
op dit moment de wetenschappelijke publicatie;
omvangrijke steun gegeven en vaak is
B : een voorlopig model, een principe
er een contract met betrekking tot de
of een conceptmethode is ontwikkeld en
samenwerking gesloten.
bruikbaar. Verificatie en verfijning is nog wel nodig voordat van een eindproduct kan worden gesproken. De gebruiker kan het onderzoeksproduct (nog) niet geheel zelfstandig gebruiken;
C : er ligt een aanwijsbaar product, bijvoorbeeld in de vorm van software, een werkend prototype, een procesomschrijving, een octrooi, kortom een min of meer afgerond concept, waarmee de gebruiker zelfstandig aan de slag kan gaan.
| statistiek
INKOMSTEN
Heeft het onderzoek geleid tot inkom-
Gebruik makend van de hierboven
Achtergrondonderzoek vindt zijn
sten voor STW en/of de onderzoeks-
beschreven classificatie kunnen
plaats in de klasse AAA. Projecten die
groep:
alle projecten in een 4 x 4 x 4 matrix
op bepaalde aspecten mislukten of
0 : omdat het project wetenschappelijk
worden ingedeeld. In het totaal dus
zijn mislukt, krijgen een 0-waardering
64 mogelijkheden. Er ontstaat zo
(bijvoorbeeld klasse 000).
mislukte, of omdat er geen gebruiker
een beter gedifferentieerd beeld van
gevonden kon worden, zijn er geen
de uiteindelijke resultaten die de
inkomsten op dit project geweest en zijn
projecten na vijf respectievelijk tien
die in de toekomst niet te verwachten;
jaar opleveren.
A : er zijn nog geen inkomsten op het
De meest geslaagde projecten vallen
project. Dat wil hier zeggen dat er wel
uiteraard in de categorie CCC. Maar
bijdragen aan het onderzoek kunnen zijn,
een succesvol project met een grote
maar nog geen revenuen uit de exploitatie
betrokkenheid van een gebruiker
van de kennis. Toekomstige baten zijn
in de non-profit sector én met een
echter niet uitgesloten;
concreet en aanwijsbaar product
B : incidenteel is of wordt (een deel van)
(bijvoorbeeld milieu-onderzoek),
de kennis verkocht. De ‘inkomsten’ kunnen
deeld (CCA). Een project dat heeft
hier ook bestaan uit het feit dat het resul-
geresulteerd in een product, maar
taat ‘waardevol’ is voor de samenleving;
geen afnemers vindt komt in een lage
C : er is een beduidende, gestage of
categorie terecht, bijvoorbeeld ACA.
grote stroom inkomsten (geweest), of er
Ook wordt zo duidelijk wat de waarde
is zicht op dat een dergelijke stroom de
is van fundamenteel-strategisch
eerstvolgende vijf jaar wordt gerealiseerd.
onderzoek, (de zogenaamde ‘basic
Bijvoorbeeld als er al principe-afspraken
technology’) voor de gebruikers. Er is
gemaakt zijn.
dan weliswaar geen aanwijsbaar
wordt ook in een hoge klasse inge-
product, maar bedrijven hebben er soms (veel) geld voor over om deze basiskennis te ontwikkelen (klasse CAA) of te kopen (klasse CAC).
inkomsten Hieronder verstaat STW alle gelden en bijdragen in natura die op basis van een STW-project gegenereerd worden gedurende het hele traject, dus zowel van voor het project is gestart als tot na afloop van het project.
25
26
utilisatierapport 2003
| Statistiek
PROJECTEN GESTART IN 1992
1992
figuur 9
betrokkenheid %
utilisatiegroepen product %
inkomsten %
0
0
0
0
A
39
27
54
B
27
36,5
24
C
34
36,5
22
In 1992 gingen 41 projecten van start. In deze projecten werd door STW 15,6 miljoen euro geïnvesteerd. Bij deze projecten werden 22 overeenkomsten met de gebruikers gesloten en 9 octrooien aangevraagd. Aan inkomsten werd een bedrag van 2,07 miljoen euro genoteerd. Figuur 9 geeft de verdeling aan per utilisatiecode. De figuren geven aan hoeveel procent van de projecten een bepaalde score op de drie categorieën heeft gehaald. Figuur 11 (pag. 28) geeft de BPI-code, die de projecten hebben gekregen weer.
| statistiek
PROJECTEN GESTART IN 1997
1997
figuur 10
utilisatiegroepen
betrokkenheid %
product %
inkomsten %
0
0
1
2
A
30
29
67
B
50
39,5
22
C
20
30,5
9
In 1997 gingen 99 projecten van start.
Conclusie
In deze projecten werd door STW voor 41 miljoen euro geïnvesteerd. Bij deze
De figuren 11 en 12 bieden een
projecten werden 57 overeenkomsten
integrale visualisatie van de cijfers
met de gebruikers gesloten en 23
van de figuren 9 en 10. Die geven
octrooien aangevraagd. Aan inkom-
aan dat 61 procent van de
sten werd (tot nu toe) een bedrag van
projecten die in 1992 werden
2,86 miljoen euro genoteerd.
gestart, heeft geleid tot een actieve relatie met een of meer
Figuur 10 geeft de verdeling aan per
gebruikers, 73 procent heeft een
utilisatiecode. De figuren geven aan
concreet product opgeleverd en
hoeveel procent van de projecten een
46 procent heeft cash of in kind
bepaalde score op de drie categorieën
inkomsten opgeleverd, in die zin
heeft gehaald.
dat er waardevolle resultaten voor de samenleving zijn gegenereerd,
Figuur 12 (pag. 28) geeft de BPI-code,
die nu al, of naar verwachting op
die de projecten hebben gekregen
termijn, inkomsten opleveren.
weer. Voor verdere uitleg zie de toe-
Bij de projecten die in 1997 zijn
lichting.
gestart liggen deze percentages iets lager, conform het beeld dat de utilisatierapporten jaarlijks opleveren. Na vijf tot zes jaar is het immers in veel gevallen nog te vroeg om van uitgekristalliseerde kennisexploitatie te spreken. Een uitzondering daarop vormt de ‘betrokkenheid’, die in dit geval 70 procent bedraagt. STW is blij met deze goede resultaten en zal zich blijven inzetten om ook de komende jaren vergelijkbare of wellicht betere resultaten te boeken.
27
28
utilisatierapport 2003
| Statistiek
De verschillende categorieën worden in kleuren weergegeven. Een hoge score op de categorie Inkomsten is te herkennen aan een blauwe kleur. Voor een hoge score op Betrokkenheid is die kleur rood en voor een hoge score op Product is die kleur groen. Omdat de complete codes alle drie de BPI-componenten bevatten, hebben alle bollen mengkleuren. Een project met BPI-code 000 zal een zwarte bol opleveren. Een project met een code CCC zal een witte bol opleveren. Verder geeft de inhoud van de bol weer hoeveel projecten die betreffende code toegekend hebben gekregen. Zo geeft het praktisch donker rode bolletje onderaan (1997) aan dat er één project is met de BPI-code A00. De grote antracietkleurige bol (een niveau hoger en dieper) geeft aan dat er 13 projecten zijn met BPI-code AAA (1991) (‘basic technology’). De witte bol rechts achterin (1992 en 1997) geeft aan dat er 4 projecten zijn met BPI-code CCC.
1992
figuur 11
utilisatie projecten gestart in 1992
1997
figuur 12
utilisatie projecten gestart in 1997
Utilisatierapport 2003
| Projecten
1992
30
utilisatierapport 2003
| Projecten 1992
HIERONDER STAAN DE GEGEVENS DIE U OP DE PROJECTPAGINA’S KUNT TEGENKOMEN
project
toewijzing
gedurende het hele traject, dus
Het projectnummer, de laatste vier
De door STW aan dit project
zowel van voor de start als tot na
cijfers vormen het volgnummer waar-
toegekende subsidie (in k€).
afloop van het project.
op de projecten zijn gesorteerd. contracten en octrooien
doelstelling
BPI
Soort overeenkomst welke met een
Een korte omschrijving van de
(voor uitleg zie binnenkant achterzijde omslag)
gebruiker is afgesloten (optie, licentie,
doelstelling van het onderzoek.
De utilisatiecategorieën waarin het project is ingedeeld.
bijdrage, samenwerking, raamovereenkomst, etc.) en eventuele octrooien/
resultaten
octrooiaanvragen.
Een overzicht van de behaalde resultaten.
titel
De titel van het project.
inkomsten
Op dit project de totaal geregistreerde
gebruikers
projectleider
inkomsten (in k€). Dit zijn alle gelden
Een lijst met de (afgekorte) namen
Naam van de projectleider.
en bijdragen in natura die op basis van
van de gebruikers bij het project.
een STW-project gegenereerd worden,
A_ universiteit van amsterdam
D_ technische universiteit delft
E_ technische universiteit eindhoven
G_ rijksuniversiteit groningen
N_ katholieke universiteit nijmegen
31
31
34
37
41
R_ erasmus universiteit rotterdam
T_ universiteit twente
U_ universiteit utrecht
V_ vrije universiteit amsterdam
43
44
52
53
projecten 1992
| Instelling
A _ universiteit
AGN.2367
CCC
van amsterdam
projectleider
Onderzoek naar het gebruik van kunstmatige huidvervangende materialen
Dr. W. Westerhof
totale toewijzing in k€
424,08
doelstelling In het wondbed van bijvoorbeeld
brandwonden heersen bepaalde fysiologische condities die celdeling en weefselvorming stimuleren. Er ontstaat immers nieuw weefsel, hoewel vaak niet met de gewenste structuur littekenweefsel. Het moet dus mogelijk zijn in het micro-klimaat van het wondbed uit ingezaaide cellen met ondersteuning van een matrix nieuw huidweefsel te groeien. Het doel was dit huidweefsel in het wondbed zelf te genereren met als gevolg dat er minder littekenweefsel zou ontstaan. resultaten na 5 jaar Er is een in vitro-methode
ontwikkeld om matrixmaterialen op hun geschiktheid te testen. Op varkens werd aangetoond dat een bepaalde matrix met ingezaaide cellen tot verbeterde wondgenezing leidt (minder littekenvorming, betere kwaliteit aangegroeide huid). Het onderzoek werd voortgezet in AGN.3737 met onder meer klinisch werk in het Brandwondenziekenhuis te Beverwijk. De resultaten daarvan wijzen in dezelfde richting. Op een verfijning van de matrix is patent aangevraagd. Er is een consortium van 3 bedrijven gevormd om de matrix tot een commercieel product te ontwikkelen. De goede resultaten hebben geleid tot omvangrijke derde geldstroomopdrachten voor de researchgroep. resultaat na 10 jaar Na veel onderhandelen met een
Nederlands, Engels en Duits bedrijf kon niet tot overeenstemming gekomen worden over het ontwikkeltraject. De gegenereerde kennis blijft waardevolle achtergrondinformatie, de ontwikkelde testmethoden staan een snelle evaluatie van het effect van wondbedekkers toe. Het brandwondenziekenhuis in Beverwijk heeft er een zeer productieve relatie met het Duitse bedrijf aan overgehouden. gebruiker(s) TNO-PML, Rijswijk / Brandwonden
Centrum, Beverwijk / LUMC, Leiden / Lamers Medical Products BV, Gendt / AMC, Amsterdam
| Instelling
D _ technische
universiteit delft
31
32
utilisatierapport 2003
DTN.2349
AAA
projectleider
Combustionturbulence interaction in diffusion and/or premixed flames
Prof.dr. K. Hanjalic
totale toewijzing in k€
DWT.2365
AAA
projectleider
P/M aluminium matrix composites for wear resistance applications processing and properties
Prof.ir. A.W.J. de Gee
totale toewijzing in
DTN.2507
CBB
projectleider
Beeldreconstructie uit In Vivo medische NMR signalen
Dr.ir. D. van Ormondt
totale toewijzing in
143,68
k€
doelstelling Onderzoek naar de invloed van
doelstelling Dit project was gericht op het
doelstelling Het onderzoek betreft de verwerking
verbranding op de turbulentie in industriële vlammen, met de nadruk op voorgemengde
optimaliseren van aluminium matrix-composieten voor slijtvastheid bij gebruik onder hoge
van NMR-signalen van levende wezens (medische in vivoNMR. Het doel is verhoging van de
vlammen, zowel met als zonder recirculatiezones.
temperaturen. Doel was daarbij om de proces parameters te relateren aan de uiteindelijk
resolutie en de precisie van grijswaardenbeelden van metabolietenconcentraties.De voorgestelde
resultaat na 5 jaar De resultaten van het project
gewenste eigenschappen van het materiaal.
signaalverwerkingstechnieken berusten op een
zijn een groot aantal metingen onder goed gedefinieerde condities. Deze resultaten staan
resultaat na 5 jaar Er zijn experimenten gedaan met
combinatie van FFT, singuliere waardendecompositie, nietlineaire optimalisatie, en één
611,18
k€
203,03
als benchmark ter beschikking aan modellen-
verschillende samenstellingen en verschillende
of andere vorm van regularisatie. De verwerking
makers die er hun modellen mee kunnen valideren.
soorten toegevoegde deeltjes. Gekeken is naar de initiële eigenschappen van deze materialen
moet uiteindelijk volledig zonder tussenkomst van de gebruiker plaats kunnen vinden.
resultaat na 10 jaar Het onderzoek is voortgezet in
en hun slijtvastheid. De diverse proeven hebben interessante inzichten opgeleverd. Gestreefd
resultaat na 5 jaar De beste uit de groep van 1000
projecten aan de TUD en de UT aan voorge -
werd naar vinden van materialen die geschikt zijn
sampledistributies leveren goede beelden op.
mengde vlammen en vlammen gestabiliseerd door ‘swirl’. De belangstelling binnen de
voor toepassing in motoren. Dit doel is nog niet bereikt maar er is wel een grote stap in de goede
Echter de minimax-distributie is duidelijk beter. Deze conclusie is gebaseerd op resultaten voor
verbrandingsgemeenschap is groot gezien
richting gezet. Het onderzoek wordt voortgezet.
zes ‘real-world’ MRI-beelden van uiteenlopende
jaarlijks georganiseerde internationale workshops. De Delftse groep organiseerde in
resultaat na 10 jaar Terwijl de gerichte toepassing
aard. De verschillen tussen de beste randomdistributies onderling zijn niet gering. Toch
2000 de vijfde ‘International Workshop on Measurement and Computation of Turbulent
van de metaal-matrix-composieten (MMCs) in een verbrandingsmotor nog niet gerealiseerd
hebben deze distributies gemeen dat de bezetting het dichtst is voor de lagere kwaarden
Nonpremixed Flames’ in Delft. Een van de
is, heeft dit onderzoek een nieuwe richting
en dat de gaten niet groter zijn dan drie
doelen van deze Workshops is te komen tot internationaal geaccepteerde benchmark gebruik
gesteld voor voortgezet onderzoek naar MMCs met bolvormige deeltjes die, door verminderde
samplepunten. Een sampledistributie die goed is voor één beeld is gewoonlijk ook goed voor
door een ieder die numerieke codes wil valideren.
brosheid, een grote stap dichter bij de commerciële
andere beelden.
acceptatie gebracht zijn (STW-project DST.4274). resultaat na 10 jaar Een zeer recent in Nottingham
gebruiker(s) KEMA Nederland BV, Arnhem / gebruiker(s) TNO Institute of Industrial Technology,
TNO-TPD TU Delft / NV Nederlandse Gasunie, Groningen / TNO-WT, Delft / TNO-PML, Rijswijk /
Eindhoven / DAF Trucks NV, Eindhoven /
geïmplementeerde sampledistributie met regelmatige gaten bleek duidelijk inferieur aan
Shell Research and Technology Centre, Amsterdam
Thomassen International BV, Rhenen / Stork
minimax-distributie. Deze resultaten zijn getoond
Wärtsilä Diesel BV, Zwolle
op de SMR in Nice. Er was veel belangstelling. De onderzoeker heeft een synthese tot stand gebracht tussen de Cuppen-reconstructiemethode en zijn Baves-reconstructiemethode. Bij lage SNR is de reconstructie van ‘half-scan’beelden beter. Expliciet spiegelen van de data wordt omzeild, geen aansluitprobleem meer. Verdere meettijdverkorting door niet-uniforin saniplen is minstens even goed mogelijk als voorheen. Het inzicht in de Bayes~reconstructie is vergroot. gebruiker(s) Philips Medical Systems Nederland BV,
Best
33
projecten 1992
DTN.2651
CBA
Spinafbeelding, gelokaliseerde spectroscopie en functionele afbeelding
DEL.2694
Sensor calibratie
CCB
DST.2737
CBB
projectleider
Dr. W.M.M.J. Bovee totale toewijzing in 464,97 contracten Raamovereenkomst FOM; Philips Medical Systems Nederland BV inkomsten in k€ 499,16
projectleider
k€
in k€
doelstelling Doel van dit project is methoden te
doelstelling Een geïntegreerde slimme sensor (ISS)
doelstelling Het voorspellen van het fasegedrag van
ontwikkelen voor functionele afbeelding en waarbij snelle MRI, MRS diffusie- en perfusie
is een sensor met een microelectronische schakeling op één chip. Tot nu toe is de
waterige oplossingen van polysacchariden en eiwitten door het bestuderen van de thermo-
technieken gebruikt worden. De ontwikkeling van een drie-dimensionale spectroscopische
rekenkracht van de ISS te klein. Deze is wel voldoende als de sensor geïntegreerd wordt met
dynamische eigenschappen van dergelijke oplossingen. Door polymeer incompatibiliteit kan er
afbeeldingstechniek met optimale ruimtelijke
een microcontroler. Vanwege de huidige vraag
fasescheiding optreden waarbij water-in-water
resolutie in de derde richting bij -een beperkt toelaatbare meettijd per patiënt. Onderzoek naar
vanuit het bedrijfsleven richt men zich eerst op ‘weerstands-brug’ sensoren die toegepast
emulsies gevormd worden. Dit biedt mogelijkheden om nieuwe voedingsmiddelen te ontwikkelen.
de toepasbaarheid van deze methoden met de
zouden kunnen worden in druksensoren en
industrie en medici.
versnellingsopnemers. Door een aantal functies in te combineren zal de gewenste miniaturisering
resultaat na 5 jaar Een nieuw ontmengingsmodel
resultaat na 5 jaar Het project leverde drie
bereikt worden.
oplosmiddelen is ontwikkeld. Dit is in staat zowel energie-gedreven als entropie-gedreven ontmen-
vriendelijke geautomatiseerde programma’s voor
resultaat na 5 jaar Nieuwe calibratiemethoden zijn
ging en restabilisatie te voorspellen. Er zijn vele
a) RF puls ontwerpen; b) verwerking van MRSI data; en c) verwerking van perfusiedata.
ontwikkeld. De toepassing daarvan wordt echter eerst over langere tijd verwacht. Daadwerkelijk
fasediagrammen gemeten. Voor de interpretatie van mengsels met zowel wei als dextraan, is
Prof.dr.ir. J.H. Huijsing 235,32
totale toewijzing
Food applications of aqueous twophase systems of biopolymers
computerapplicaties op. Dit waren gebruikers-
projectleider
Prof.dr.ir. J. de Swaan Arons totale 350,27 contracten Optie Unilever Research; Universiteit Leiden; TU Delft; STW inkomsten in k€ 90,76 toewijzing in k€
voor bolvormige eiwitten, polysacchriden en
implantatie hiervan is kostbaar en risicovol.
gekeken naar het depletiegedrag aan het grens-
achtergrondkennis opgeleverd snelle MRI en MRI
Kandidaten voor toepassing op lange termijn zijn Mierij Meteo, Bronkhorst en Kipp & Zonen en
vlak eiwit/polymeer. Gebleken is dat de wisselwerking (dipool=dipool) tussen ongelijksoortige
sequenties voor perfusiemetingen.
Philips.
moleculen is te karakteriseren. De resultaten die nen als basis voor voorspellingen over effecten
gebruiker(s) Philips Medical Systems Nederland BV,
resultaat na 10 jaar Geen verandering in de situatie.
bij fasescheiding. Het project is bij de RUL voort-
gebruiker(s) Bronkhorst High-Tech BV, Ruurlo /
gezet in het kader van het IOP Ind. Eiwitten. Het onderzoek is aan de TUD voortgezet via ABON.
KNMI, De Bilt / Mierij Meteo BV, De Bilt / Philips
Andere groepen in Nederland (maar ook inter-
Research Laboratories, Eindhoven / TNO Bouw, Delft / Kipp & Zonen BV, Delft / Shell SIOP,
nationaal) hebben zich op de ontmenging van (vergelijkbare) systemen gestort. Unilever schat
Amsterdam / OnStream BV, Eindhoven
overigens dat de werkelijke toepassing voor voeding nog 10-20 jaar op zich zal laten wachten.
resultaat na 10 jaar Het project heeft voornamelijk
Best
resultaat na 10 jaar Binnen Unilever zijn experimenten, gebaseerd op het werk in Leiden, uitgevoerd.
Het ging hierbij over de fasescheiding tussen caseine en verschillende polysacchariden. Het nieuwe dat eruit kwam is dat de morfologie van de fasen afhangt van de relatieve grootte van de ‘polymeren’. Dit was voor synthetische deeltjes reeds gevonden en nu geverifieerd voor biopolymeren. Hiermee is vastgesteld dat het een fysische oorzaak betreft en dat chemische aspecten onbelangrijk zijn. Dit is recentelijk gepubliceerd. Dit inzicht wordt verder onderzocht in directe relatie tot een nieuwe klasse van producten die Unilever ontwikkelt. gebruiker(s) NIZO food research, Ede / TNO Voeding,
Groningen / Unilever Research, Vlaardingen
34
utilisatierapport 2003
DEL.2777
CCB
Capacitieve transducenten
| Instelling
E_
technische universiteit eindhoven
ETN.1695
AAA
Strained layer epitaxy of phosphorus containing III/V semiconductors with metal-organic molecular beams
projectleider
Prof.dr.ir. G.C.M. Meijer totale toewijzing 2 5 6 , 3 8 contracten Licentie Technische Universiteit Delft; STW; Tankdata Systems BV octrooien PCT.NL9400222 Capacitieve positieopnemer (elektronische rotatie-opnemer) inkomsten in k€ 7,36
projectleider
i n k€
1.796,80
doelstelling Capacitieve transducenten zijn
doelstelling Het doel is het ontwikkelen en
zeer geschikt voor precisietoepassingen zoals nauwkeurige hoek-encoders en weeg-
groeien van III/V halfgeleiderstructuren op basis van quantumputten en -doosjes. Door
apparatuur. Deze sensoren zijn ook zeer geschikt als goedkope, robuuste transducenten voor
quantummechanische opsluiting van ladingsdragers in laag-dimensionale structuren en door
detectiedoeleinden, zoals voorwerp- en
roosterspanning te gebruiken, ontstaan
personendetectoren en druk- en volumemeters voor consumentendoeleinden. Dit project
halfgeleidermaterialen met nieuwe fysische eigenschappen. Deze materialen zijn onmisbaar
onderzoekt de evaluatie en implementatie van
voor opto-elektronische componenten en
nieuwe ideeën voor voornoemde sensoren, in samenwerking met de industrie.
optische versterkers voor Telecommunicatie technologie. Toepassing hiervan wordt onder-
resultaat na 5 jaar Een krachtsensor, een vloeistof-
zocht in samenwerking met groepen van Prof.dr. M.K. Smit en Prof. G.D. Khoe binnen
niveaumeter, een personendetector en een
COBRA. KPN, Lucent Technologies, JDS
nieuwe ontwerpmethode voor systeemhardware zijn ontwikkeld en Enraf (Delft) brengt een
Uniphase en ThreeFive Photonics BV hebben interesse.
Prof.dr. J.H. Wolter
totale toewijzing in k€
nieuwe vloeistofniveaumeter (DATA-DIP) op de markt. Een toepassing als personendetector voor de RET te Rotterdam voldoet nog niet.
resultaat na 5 jaar Het onderzoek richtte zich op de
Een octrooi voor een capacitieve positieopnemer is niet doorgezet.
behoeve van de groei van gestrainde InGaAs/InP en InAsP/InP quantumputten alsmede naar de
ontwikkeling van Chemische Bundel Epitaxie ten
incorporatie van dotering. Dit leidde tot de groei resultaat na 10 jaar Enraf heeft de rechten verkocht
aan Van Essen Instruments. Kennis uit het project
van golfgeleiderstructuren voor optische crossconnect chips en voor multi-wavelength lasers, in
is toegepast door Philips Drachten (waterniveau
samenwerking met de groep Opto-Elektronische
in koffiezetapparaten), Bradford Engineering (brandstofniveaudetectie in satellieten), ASML
Devices van Prof Smit. Onderzoek naar selectieve hergroei t.b.v. integratie van optische versterkers
(capacitieve sensoren in wafer steppers) en SKF (hoek-encoders).
en golfgeleiders stond daarbij centraal. Hierbij is een koppelingsverlies van slechts 0.1 dB gerapporteerd over een hergroeide sectie van
gebruiker(s) Philips Electronics Nederland BV,
een golfgeleider.
Drachten / Smartec BV, Breda / Enraf BV, Delft / RET, Rotterdam
resultaat na 10 jaar Momenteel staat het onderzoek
naar InAs/InP quantumdoosjes ten behoeve van optische versterkers en ultrasnelle volledig optische schakelaars centraal. Het is gelukt om quantumdoosjes van hoge kwaliteit en dus met een beperkte optische lijnbreedte te ontwikkelen, die bij kamertemperatuur licht uitstralen in het golflengtegebied rond de 1550 nm. Deze InAs/InP quantumdoosjes bieden uitzicht op een nieuwe generatie opto-elektronische bouwstenen waarbij de eigenschappen van deze quantumdoosjes (kunstmatige atomen) genoemd, volledig worden benut.
35
projecten 1992
ETN.2326
CCC
Structuuronderzoek aan modelkatalysatoren met behulp van lage energie ionenverstrooiing
EST.2372
BAA
Onderlinge beïnvloeding van componenten bij membraanprocessen en het effect hiervan op retentie
ETN.2508
CCC
Betrouwbare bescherming van (micro)elektronica tegen elektromagnetische storingen
(Voortzetting IOP-m project EST.1505) projectleider
Prof.dr. H.H. Brongersma totale toewij2 2 5 , 3 7 contracten B i j d r a g e D S M Research BV inkomsten in k€ 87,13
projectleider
zing in k€
zing in k€
doelstelling Doel is de verbetering van het inzicht,
doelstelling Men onderzoekt de interactie van
doelstelling Bestaande Electromagnetic
op atomaire schaal, in de werking van katalysatoren door bestudering van modelsystemen
componenten bij transportverschijnselen in de grenslaag en gellaag bij membraanprocessen,
Compatibility (EMC)-software behandelt vooral de signaaloverdrachten en houdt nauwelijks
met lage energie ionenverstrooiing (LEIS). Het onderzoek gebeurt in samenhang met
en het effect van deze interactie op de retentie van deze componenten. Doel is het verkrijgen
rekening met stoorkringen zoals bijvoorbeeld de aangesloten kabels en de aardingsstructuren.
bepaling van de katalytische activiteit van
van dusdanige beschrijvingen dat deze inpasbaar
Bij bescherming van elektronica tegen EM-storing
systemen. Onderzocht wordt wat is de structuur van dispersies, wat zijn de adsorptie sites in
zijn in een breed scala van procesmodellen. Ook wordt experimenteel de retentie in ultra-
is een 3D opbouw van de schakeling van essentieel belang. De in dit project ontwikkelde
relatie tot de activiteit? Wat is de werking van
en microfiltratiesystemen aan mengsels met
complementaire EMC-regels zullen in een
promotoren? Tijdens het onderzoek zullen diverse systemen, waaronder Cu/CdO, onder-
moleculen en deeltjes van verschillende grootte onderzocht. Hierbij kijkt men naar de validatie
bestaand EMC-expert systeem worden gekoppeld aan een softwarepakket voor elektronica en
zocht worden.
van de transportvergelijkingen.
printplaat-ontwerp.
resultaat na 5 jaar Met de LEIS-techniek is kwantita-
resultaat na 5 jaar Het onderzoek wees uit dat de
resultaat na 5 jaar De onderzoekers hebben
tieve analyse mogelijk van de oppervlaktesamenstelling van materialen, zoals katalysatoren. Voor
introductie van andere componenten in de filtratie oplossing het scheidingsgedrag kan veranderen
nieuwe EMC-design rules ontwikkeld. Er is een –gepatenteerde– (standaard) methode
diverse bimetallische legeringen, metaaloxiden
in vergelijking met binaire systemen. De inzichten
ontwikkeld voor het meten van de koppeling
en enkele industrieel belangrijke katalysatoren zijn oppervlaktesamenstellingen onderzocht.
verkregen in deze studie kunnen worden gebruikt voor de interpretatie van afwijkend gedrag in
tussen de stroomkringen voor signaal en voor storing, en voor het meten van ‘common mode’
Hierdoor is een belangrijke bijdrage gegeven aan het inzicht in het functioneren van deze kata-
multi-component systemen en als ondersteuning voor de optimalisatie van ultrafiltratie. Het ont-
stromen in afschermstructuren. Ook is een overeenkomst gesloten met een bedrijf dat een
lysatoren alsook aan de verbetering van metho-
wikkelde transportmodel blijkt geldig voor ver-
‘Advisory System’ voor printplaat ontwerpers
den van LEIS-onderzoek aan katalysatoren. Mede dankzij dit project is een ApplicatieLaboratorium
schillende module configuraties. Dit betekent dat wanneer de stofoverdrachtscoëfficiënten in een
op de markt brengt.
(BV CALIPSO) gestart. Calipso is het eerste
laboratoriumopstelling zijn bepaald, opschaling
resultaat na 10 jaar Een groot aantal bedrijven en
centrum waar bedrijven dergelijke gevoelige meetapparatuur kunnen gebruiken.
naar een industriële opstelling snel mogelijk is.
instanties zijn via derde geldstroomprojecten aan oplossingen geholpen voor hun EM-storings
resultaat na 10 jaar De opgedane kennis wordt niet
Prof.dr.ir. P.J.A.M. Kerkhof 98,07 inkomsten in k€ 11,35
totale toewij-
projectleider
Prof.dr.ir. P.C.T. van der Laan totale 443,20 contracten Licentie FOM; STW;TUE;Philips Med.Syst. Ned. BV; Opdracht STW;Berg Electr. BV; TUE; Licentie STW; Berg Electr. BV;TUE;Consultancy STW;Berg Electr. BV;TUE;Letter of intent TUE;STW;INCASES Engineering GmbH octrooien EU.95201825.8 Method and apparatus for measuring a transfer impedance of shielded ... inkomsten in k€ 251,46 toewijzing in k€
resultaat na 10 jaar CALIPSO BV bestaat nog steeds
industrieel benut, omdat voor de industrie de
problemen en daarmee is weer de nodige ervaring opgebouwd op diverse ‘probleem’ gebieden.
en heeft haar werkterrein verbreed tot onder
investering in het kennisniveau (mankracht en
Gesteld kan worden dat deze groep nationaal en
meer polymeren, hechting, kathoden en polymere LED’s. Zie de website www.calipso.nl.
tijd), dat nodig is voor toepassing van deze resultaten, te hoog is. Het werk is aanzet geweest
internationaal aan de top staat.
tot bezinning op multicomponent transport in
gebruiker(s) TNO-TPD TU Delft / Siemens
poreuze systemen. Het bleek dat de theorie van het dusty-gas-model op onvolkomenheden
Nederland NV, Den Haag / Berg Electronics BV, Den Bosch / Philips Research Laboratories,
berust, en er is een nieuwe theorie ontwikkeld, welke ook het transport van gasvormige
Eindhoven / INCASES Engineering GmbH, / KPN Research, Leidschendam
gebruiker(s) Akzo Nobel Chemicals BV, Amsterdam
/ Shell Research and Technology Centre, Amsterdam / DSM Research BV, Geleen
componenten (in bijv. membranen en katalysatoren) kan beschrijven. Met kleinere projecten op post-doc en afstudeerniveau zetten de onderzoekers de experimentele studie voort, hopelijk binnenkort met een promovendus. gebruiker(s) Unilever Research, Vlaardingen / Stork
Friesland BV, / DSM Bakery Ingredients, Delft / Akzo Nobel Central Research BV, Arnhem / Shell Research and Technology Centre, Amsterdam
36
utilisatierapport 2003
ETN.2526 CCC
Een onderzoek naar de optimale gassamenstelling van een inductief gekoppelde lichtbron
ETN.2622
CCA
Zeer snelle spectroscopische infrarood elipsometrie
CBA
Magnetische multilagen als magneto-weerstand sensors
Prof.dr.ir. G.M.W. Kroesen totale toewij288,37 contracten Licentie Technische Universiteit Eindhoven; Aero-Laser; STW; Prodrive BV
Prof.dr.ir. W.J.M. de Jonge totale toewij1 8 5 , 3 0 contracten S a m e n w e r k i n g onderzoek Technische Universiteit Eindhoven; FOM; Philips Research Laboratories; STW inkomsten in k€ 106,65
doelstelling Een inductief gekoppeld plasma (ICP)
doelstelling De ontwikkeling van een spectros-
doelstelling Vergroting van het begrip van
is een hogedruk-plasma dat gemaakt en in stand gehouden wordt tussen de windingen van een
copische infrarood ellipsometer met een afstembare diodelaser die in staat is om elke
fundamenteel fysische en materiaalkundige aspecten van het giant magnetoresistance effect
spoel waarop een wisselspanning staat (1-100 MHz). Experimenten tonen aan dat bij een juiste
30 microsec. een ellipsometrische meting te verrichten. Gebruik van een statisch geheugen
(GMR), dat optreedt in magnetische multilagen. Men wil de meest kansrijke toepassingsgebieden
keuze van schakeltijden en repetitie-frequentie,
maakt het mogelijk om bijvoorbeeld, na het
bepalen en verbeterde structuren daarvoor
een gepulst ICP een schat aan informatie biedt. De verwachting is dat de aldus verkregen
inschakelen van een chemisch actief plasma, de initiële veranderingen te bestuderen in de
ontwikkelen.
inzichten in fundamentele aspecten van het
samenstelling van de reactielaag aan het
resultaat na 5 jaar Het accent in dit project lag op
plasma ook van belang zullen zijn bij andere toepassingen van het ICP en meer algemeen
oppervlak van een vaste stof dat met het plasma in contact staat.
het fysisch begrijpen en interpreteren van de waargenomen verschijnselen. Er zijn concrete
resultaat na 5 jaar Het meetinstrument functioneert
metallische multilaagsystemen ontwikkeld met grote magneto-weerstandseffecten. Er zijn
resultaat na 5 jaar In de loop van het onderzoek
er kunnen metingen mee gedaan worden met
vooruitzichten op toepassing in leeskoppen.
zijn diagnostieken ontwikkeld en gebruikt voor karakterisatie van de ICP. Als resultaat van de
een tijdresolutie van minder dan een milliseconde. Er is een overeenkomst getekend
Het onderzoek maakte als zodanig deel uit van een totaalprogramma van Philips Research
metingen zijn bijvoorbeeld nauwkeurigere
tussen de leverancier van de laser, STW, TUE
gericht op inbouw in dunne film leeskoppen
waarden van een aantal overgangswaarschijnlijkheden van Ar beschikbaar gekomen. Er is
en ProDrive (zou de commercialisatie van het ontwikkelde data-acquisitie-systeem voor zijn
voor magnetische informatieopslag. Men kan daarbij denken aan audio-leeskoppen, maar ook
een numeriek simulatie model opgezet (waarin opgenomen atomaire processen zoals
rekening nemen). Het instrument is door Aerolaser voorgesteld op diverse vakbeurzen,
andere vormen van lineaire recording worden een steeds interessanter gebied om dergelijke
recombinatie, stralings-absorptie c.q. -emissie,
waar interesse bleek te bestaan. De hoge prijs
dunne-film-leeskoppen in toe te passen.
stralingstransport en diffusie etc.). De code (Plasimo) heeft de basis gelegd voor modelleer-
(orde 100 kEuro) van het systeem was wel een drempel, maar geen onoverkomelijke.
resultaat na 10 jaar Het onderzoek is de basis van
projectleider zing in k€
Dr. J.A.M. van der Mullen 216,64 inkomsten in k€ 285,88
totale toewij-
projectleider
ETN.2662
zing in k€
van thermische plasma’s.
projectleider
z i n g i n k€
de wereldwijd sterke positie van Philips Research
werk aan inductieve lampen als de TL, PL, QL, etc. resultaat na 10 jaar Voordat echter de productie
van het totaalsysteem op gang kon komen (enige
in kennis van magnetoweerstandssensoren met gebruik van het GMR effect. Naar verwachting
resultaat na 10 jaar Naast de gesloten ICP
jaren geleden) verdween ProDrive uit beeld. Op dit moment wordt er gezocht naar een nieuwe
zullen de eerste op GMR gebaseerde tape-koppen voor ultrahogedichtheidsrecording binnen
(spectrochemische excitatiebron) is er
commerciële partner voor het data-acquisitie-
enkele jaren op de markt komen. Philips richt zich
geëxperimenteerd met een ‘semi-gesloten’ ICP voor on-line rookgasanalyse (metalen) bij
systeem. Binnen Nederland heeft deze zoektocht vooralsnog geen resultaat opgeleverd. Er wordt
nu op ultragevoelige GMR sensoren voor met name toepassingen in auto's, en heeft als eerste
een Afvalverbrandings installatie. NOVEM en
inmiddels contact gelegd met een aantal
de voor deze toepassing vereiste thermische
AVR-Chemie bekostigden een voorstudie. TUE (Stan Ackermans Instituut & Technologie
buitenlandse bedrijven, waaronder het Duitse Aquiris.
robuustheid weten te realiseren. Overdracht van deze technologie naar productieafdelingen heeft
voor Duurzame Ontwikkeling) financierden extra twee jaar voor onderzoeker.
gebruiker(s) Aero-Laser, Garmisch Partenkirchen /
inmiddels plaatsgevonden. De sensoren zullen bijdragen aan verbeterde veiligheid, verlaagde
Prodrive BV, Eindhoven
emissies en een verminderd brandstofgebruik.
Diverse bedrijven en GTI’s zijn in onderhandeling voor een licentie voor het gebruik daarvan.
gebruiker(s) FOM-Instituut voor Plasmafysica
‘Rijnhuizen’, Nieuwegein / Philips CFT, Eindhoven
gebruiker(s) Philips Research Laboratories,
/ Philips GmbH, Aken / Philips Lighting BV,
Eindhoven
Eindhoven / University of Dortmund, Dortmund / Spectro Analytical Instruments, / Thermo Jarrell Ash Europe, Breda / AVR-Chemie, Rozenburg
37
projecten 1992
ETN.2666
BCC
Statistical thermodynamics of nucleation in real gases
| Instelling
G _ rijks-
GNS.2655
BBA
universiteit groningen
Fundamental and applied aspects of surface engineering by lasers
projectleider
Prof.dr.ir. M.E.H. van Dongen totale toecontracten 207,79 Bijdrage EnergieNed; Bijdrage Stork Product Engineering BV; Bijdrage NV Nederlandse Gasunie inkomsten in k€ 31,76
projectleider
wijzing in k€
wijzing in k€
doelstelling De ontwikkeling van een model dat het
doelstelling Doel van het onderzoek is het
ontstaan van druppels vanuit de oververzadigde homogene dampfase (nucleatie) beschrijft.
verbeteren van de mechanische eigenschappen van het oppervlak van lichtgewicht metalen.
De nucleatiesnelheid wordt in belangrijke mate bepaald door de samenstelling en fysische
Het onderzoek concentreert zich op combinaties van Al/Al2O3 en Al-SiC/Al-TiC. Het project
eigenschappen van de kleinst mogelijke stabiele
bestaat uit twee delen: onderzoek naar de
druppel, het kritische cluster. Het toepassings veld is ‘natuurlijk’ aardgas, dat uit een groot
mogelijkheid om met CW-CO2 en gepulste NdYAG lasers keramische coatings aan te
aantal condenseerbare componenten bestaat.
brengen op commerciële aluminium legeringen
resultaat na 5 jaar Ontdekt is hoe je bepaalde eigen-
en onderzoek naar de structuur van de keramiek/metaal interface.
schappen zodanig moet modelleren (voor een binair of multicomponentmengsel), dat effectief
resultaat na 5 jaar Twee technieken zijn onderzocht
een unair nucleatiemodel ontstaat. Bij aardgas-
het lasersmelten van aluminium koper legeringen
winning worden de zwaardere koolwaterstoffen en waterdamp verwijderd. Dit gebeurt traditioneel
en het laserbekleden van roestvast staal met superlegeringen. Voor de utilisatie is de laatste
met isenthalpe Joule-Thomson koeling. Tien jaar
zeer belangrijk. De superlegering-poederdeeltjes
geleden entameerde SPE de ontwikkeling van een nieuw type condensaatscheider, de Twister,
worden met een laser in een halve millimeter dunne laag aangebracht op een roestvaststalen
gebaseerd op isentrope koeling van een gasdampmengsel dat wordt versneld naar supersone
substraat zonder dat sprake is van vermenging, zodat de gunstige eigenschappen van de
snelheden. Daarbij ontstaan druppels die
superlegering behouden blijven. De slijtweer-
vervolgens worden onderworpen aan een sterke axiale wervel. Deze worden dan naar de wand
stand van de lagen blijkt drie orders van grootte beter dan van roestvast staal. Een bedrijf
geslingerd en afgescheiden.
onderzoekt of met de met de laser beklede
resultaat na 10 jaar De ontwikkeling en
pompassen inzetbaar zijn in het garen-productieproces.
commercialisering van de Twister condensaatscheider werden na enige jaren overgenomen
resultaat na 10 jaar Er zijn geen verdere
door het nieuw opgerichte Twister BV. In het
ontwikkelingen bekend.
kader van de verdere ontwikkeling van de Twister-scheider werd door Twister BV en de
gebruiker(s) TNO-STB, Delft / Sulzer Metco
UT een begin gemaakt met de numerieke model-
Coatings BV, Lomm / TNO Institute of Industrial
lering van de nieuwe condensaatscheider ter optimalisatie van het scheidingsrendement.
Technology, Eindhoven / Philips Electronics Nederland BV, Drachten / Philips Centre for
Daarbij gebruikte men geavanceerde methoden op het gebied van de ‘Computational Fluid
Manufacturing Technology, Eindhoven / Philips Research Laboratories, Eindhoven / Akzo Nobel
Dynamics’ en van fysische modellen voor
Central Research BV, Arnhem / Shell Research
nucleatie en druppelgroei. Deze laatste waren hoofdzakelijk gebaseerd op de resultaten van het
and Technology Centre, Amsterdam
condensatieonderzoek dat aan de TUE werd uitgevoerd met steun van STW/FOM, SPE, Twister BV en Gasunie. gebruiker(s) NV Nederlandse Gasunie, Groningen /
Gastec NV, Apeldoorn / TNO-TPD TU Delft / Shell SIEP BV, Rijswijk
Prof.dr. J.Th.M. De Hosson 216,54
totale toe-
PROF.DR.IR. GERRIT KROESEN:
Supersnel meten in infrarood project ETN.2622
| ETN.2622
Wat gebeurt er nu eigenlijk precies in het proces waarin
werken. Ook in nieuwe onderzoeken en projecten hebben
silicium in aanraking komt met plasma? Voor de half-
we deze samenwerking voortgezet.”
geleiderindustrie een vraag, voor prof.dr.ir. Gerrit Kroesen steeds meer een weet. Grensverleggend
Prof.dr.ir. Gerrit Kroesen is verbonden aan de Faculteit Technische Natuurkunde, Groep Atoom- en Plasmafysica
Het grensverleggende karakter van het onderzoek lag
van de Technische Universiteit Eindhoven. Zijn onder-
vooral in het in infrarood werken en de snelheid van de
zoeksgroep, die hij kon overnemen van zijn voorganger
metingen. In die zin is het onderzoek dan ook zonder
mede dankzij zijn Pionierschap van STW een aantal
meer geslaagd te noemen. Hoofddoel van het onderzoek
jaren geleden, begon in 1992 aan de ontwikkeling van
was te kijken naar wat er gebeurt aan het oppervlak van
een meetinstrument dat in het infrarood snelle metingen
een siliciumplak als deze in contact komt met plasma.
aan het oppervlak zou kunnen uitvoeren. Metingen
“We wilden de wisselwerking begrijpen omdat de proces-
kunnen vrij algemeen aan vlakke oppervlakken worden
sen die hierbij optreden van belang zijn voor het etsproces.
verricht. Daarbij valt te denken aan botweefsel dat
Er waren indicaties uit Amerikaans onderzoek dat mono-
behandeld moet worden en aan siliciumplakken die in
lagen werden geabsorbeerd en gedesorbeerd. Bovendien
de halfgeleiderindustrie worden gebruikt. Dit wilden de
zouden er ook nadat het plasma in contact is geweest
onder-zoekers doen met behulp van ellipsometrie.
met silicium veranderingen blijven optreden. Die indicaties
Dit betekent globaal dat het instrument zou moeten
zijn in ons onderzoek uitgekomen.”
werken op basis van metingen van veranderingen in de polarisatie van het licht. Daarmee zou het instrument
De utilisatie laat echter nog op zich wachten. Kroesen:
een hoge mate van ongevoeligheid voor storingen van
“Bij aanvang hebben we een gebruikerscommissie
buiten af krijgen.
samengesteld waarin behalve de universiteit en STW ook de leverancier van de Aero Laser uit Duitsland en
“We hadden een infrarood diode lasersysteem dat de
data acquisitiebedrijf Pro Drive zitting hadden. Helaas is
lichtbundel opwekte. Daar hebben we een bijzonder
Pro Drive inmiddels afgehaakt en is het zoeken naar een
snelle polarisatiemodu-lator bij gekocht en het instrument
nieuwe kandidaat die het instrument wil gaan verkopen.”
mee gebouwd. Vervolgens zijn we gaan testen. Behalve de optische opstelling hadden we een data acquisitiesysteem nodig om de snelheid van 30.000 meetpunten
Gaan je vingers jeuken?
te kunnen verwerken. Zo’n systeem is op de commerciële markt niet verkrijgbaar. We hebben daarom de samenwer-
De ervaring leert volgens Kroesen dat het zelden voorkomt
king met de Bedrijfsgroep Laboratorium Automatisering
dat een project in vijf jaar kan worden afgerond inclusief
BLN, een onderzoeksafdeling van de TUE, gezocht.
het op de markt brengen van een product. Dit heeft volgens
BLN kan systemen op maat maken die de komende vijf
hem onder meer te maken met korte termijnbeleid van
tot tien jaar niet op de markt te koop zullen zijn. In nauwe
veel bedrijven. “De industrie heeft de afgelopen jaren fors
samenwerking met BLN is een data acquisitiesysteem
bezuinigd op haar eigen research. Zij kijkt nadrukkelijk
ontwikkeld dat de snelheid van de metingen kan ver-
naar wat de universiteiten aan kennis afleveren. De bereid-
werken. Het is een heel sterk aspect van het project
heid om mee te investeren in onderzoeken beperkt zich
gebleken dat we zo geïntegreerd hebben kunnen samen-
veelal tot korte termijnprojecten. Ik heb daar geen moeite
39
40
| ETN.2622
mee, zolang universiteiten er zelf voor waken dat zij niet de klusjesmannen van de industrie worden. Aan twee criteria moet voldaan zijn, wil je in wetenschappelijk onderzoek stappen. Kan je er mensen mee opleiden en gaan je vingers er in wetenschappelijk opzicht van jeuken. In dat opzicht is STW een prachtige tussenvorm voor de financiering van gewaagd onderzoek, die je in het buitenland niet aantreft.”
Van micro- naar nanometers
Vooral de halfgeleiderindustrie heeft belangstelling voor dit soort meetinstrumenten. In de halfgeleiderindustrie streven producenten naar steeds kleinere chips. Was er voorheen sprake van een omvang in micrometers, tegenwoordig willen zij denken in nanometers. Om dit te bereiken is precisie nog belangrijker dan het al is. Kroesen: “Omdat de halfgeleiderindustrie nu niet precies weet wat er gebeurt in het productieproces, moet een operator voor aanvang van de productie bij wijze van spreken ‘aan de knoppen draaien’ om te bekijken of hij het gewenste eindresultaat krijgt. Want hoe dat eindresultaat eruit moet zien, is natuurlijk wel bekend. Maar naarmate de chips kleiner worden, is het des te belangrijker te weten wat er aan het oppervlak verandert door het contact met plasma. De halfgeleiderindustrie kent de uitkomst van het proces wel, maar niet wat er in het proces gebeurt en wat er nog verandert na het contact met plasma. Met het meetinstrument van Kroesen is hierover meer uit te vinden. Hoewel het nu dus zoeken is naar een bedrijf dat het instrument wil vermarkten, blijft hij optimistisch. “Zeker met dit soort lange termijnonderzoek komt het vaak voor dat het bedrijfsleven pas na een aantal jaren toehapt. Maar de extra kennis, die we met dit meetinstrument hebben vergaard, is zo uitgebreid dat het er uiteindelijk vast van zal komen”, aldus Kroesen.
utilisatierapport 2003
41
projecten 1992
| Instelling
N _ katholieke
NGN.2328
ABC
universiteit nijmegen
Onderzoek naar de toepasbaarheid van een magnetron sputterproces voor de vervaardiging van keramische deklagen op implantatiematerialen
NNS.2373
AAA
Diamond growth in an oxy-acetylene flame studied by LIF
Prof.dr. J.A. Jansen totale toewijzing in k€ 605,79 contracten S a m e n w e r k i n g o n d e r z o e k STW; ASTRA Tech AB octrooien The influence of implant surface characteristics on bone response inkomsten in k€ 85,33
projectleider
doelstelling Dit project was onderdeel van het
doelstelling Een relatief snelle manier om op
PIONIER-programma. In dit project wordt onderzocht of het mogelijk is door sputter-coating
kunstmatige manier diamantlaagjes te maken is met behulp van een zuurstof-acetyleenvlam
dikke, sterk hechtende, kristallijne keramische deklagen aan te brengen op metalen medische
(lasvlam). In dit project zal het diamantgroeiproces in deze vlam worden bestudeerd met
implantaten daartoe gebruikt men een magnetron
nieuwe lasertechnieken. Hiermee kan het
sputter apparaat. De toepasbaarheid van de sputtertechniek wordt bepaald door middel van
diamantdepositiemechanisme worden onderzocht zonder het proces te verstoren.
projectleider
in k€
Prof.dr. J.J. ter Meulen 258,14
totale toewijzing
laboratorium experimenten, in vitro celkweeken in vivo proefdierstudies. De resultaten van dit onderzoek kunnen leiden tot optimalisering
resultaat na 5 jaar Het onderzoek heeft geleid tot
van keramische coatings toegepast voor orthope dische en tandheelkundige implantaten.
vlam/verbrandingsonderzoek, te weten LIF (Laser Induced Fluorescence) en CRD Cavity Ring Down)
de verdere ontwikkeling van lasertechnieken voor
spectroscopie. Met deze technieken is dieper resultaat na 5 jaar Met RF-magnetron sputter
techniek kan men bio-actieve calciumfosfaat-
inzicht verkregen in het diamantdepositieproces in een zuurstof-acetyleenvlam. De verkregen
lagen op titanium implantaten aanbrengen.
resultaten kunnen onder andere worden gebruikt
In-vitro experimenten met botcel cultures lieten zien dat gesputterde CaP-coatings botvorming
bij de ontwikkeling van nieuwe CVD-reactoren voor de depositie van diamantlaagjes.
stimuleerde. Dit werd bevestigd in dierexperimenten waar implantaten met een gesputterde
resultaat na 10 jaar Het project heeft de basis
coating in bot werden geplaatst. De conclusie is
gelegd voor vervolgonderzoek op het gebied van
dat door manipuleren van de sputterparameters eigenschappen van de coating kunnen worden
het aanbrengen van diamantcoatings op staal. Tevens zijn de nieuwe lasertechnieken gebruikt
veranderd, en dat de interactie van het bot met
bij een aantal nieuwe projecten die gericht zijn
de coating wordt beïnvloed c.q. verbeterd. De sputtertechniek wordt klinisch geëvalueerd
op de bestudering van het verbrandingsproces in vlammen en in dieselmotoren. Op Europees
met de Zweedse firma ASTRA Tech AB.
niveau is samengewerkt in een Brite-Euram project. Tot practische toepassingen heeft het
resultaat na 10 jaar De samenwerking met Astra
onderzoek nog niet geleid.
Tech is in 2001 beëindigd toen Astra liet weten verder af te zien van de financiering van de
gebruiker(s) Universität Bielefeld / Philips GmbH,
klinische studies. Inmiddels zijn er contacten
Aken / Philips Research Laboratories, Eindhoven
gelegd met een Nederlands bedrijf dat de coating wil gaan toepassen op haar eigen implantaten.
/ Hauzer Techno Coating BV, Venlo / Drukker International BV, Cuijk
De resultaten van het project hebben geleid tot twee nieuwe projecten gesubsidieerd door Senter (IOP-oppervlaktetechnologie) en een samenwerking met de Universiteit van Chengdu (China) gefinancierd door de KNAW. gebruiker(s) Humeca BV, Enschede / NV Bekaert
S.A, Zwevegem / Astra Tech AB, Mölndal
42
utilisatierapport 2003
NGN.2612
AAA
projectleider
Onderzoek naar de invloed van fysischchemische, geometrische en mechanische implantaatparameters op wondgenezingsprocessen
Prof.dr. J.A. Jansen
totale toewijzing in k€
NNS.2628
BCB
projectleider
Commensurate and incommensurate crystal modelling
Prof.dr. T. Janssen
totale toewijzing in k€
NGN.2669
ACC
Ontwikkeling van een percutaan implantaat geschikt voor implantatie in zachte weefsels
projectleider
Prof.dr. J.A. Jansen totale toewijzing in 3 2 0 , 9 1 contracten L i c e n t i e K a t h o l i e k e Universiteit Nijmegen; STW; TeStrake BV; Overdracht Biomaterials Research Group; Katholieke Universiteit Nijmegen; STW; NV Bekaert S.A octrooien P e r c u t a a n i m p l a n t a a t inkomsten in k€ 18,15
389,80
145,81
k€
doelstelling Dit project is onderdeel van het
doelstelling Doel van het project was een prototype
doelstelling Dit project is onderdeel van het
PIONIER-programma. Het doel is om te bepalen of er een relatie bestaat tussen fysisch-
te construeren van software voor kristallografische informatie en berekeningen in normale
PIONIER-programma. Percutane implantaten kunnen blijvend functioneren wanneer zij door
chemische, geometrische en mechanische materiaalparameters van implantaatmaterialen en
en incommensurabele kristallen.
botweefsel gestabiliseerd worden. Er is tot dusverre geen percutaan implantaat ontwikkeld
zacht weefselgedrag. Hiertoe zullen implantaten
resultaat na 5 jaar Een prototype werd in 1996
dat klinisch voldoende functioneert wanneer er
met een verschillende oppervlaktekwaliteit, oppervlaktestructuur en flexibiliteit aangebracht
gedemonstreerd op de Europese kristallografsche conferentie ECM in Lund. Een deel
geen botweefsel is. Derhalve zal een andere methode gezocht moeten worden om zo’n
worden bij proefdieren. Tevens zullen in vitro
van de software heeft enige jaren gedraaid op
implantaat te stabiliseren. Het doel is te voorzien
celkweekexperimenten uitgevoerd worden. De resultaten van het onderzoek zullen moeten
de computers van CAOS-CAMM in Nijmegen, ten behoeve van kristallografen in Nederland.
in een dergelijk niet door botweefsel ondersteund, percutaan implantaat. Hiertoe zal gebruik
leiden tot een optimalisering van de bestaande percutane implantaatsystemen voor wat betreft
De site werd redelijk vaak bezocht via links met de website van de Special Interest Group
gemaakt worden van implantaten die deels zijn vervaardigd van vezelgaas.
de biologische afsluiting in het doorvoer gebied.
Aperiodic Crystals van de International Union for Crystallography. Deze activiteit werd gestopt toen CAOS-CAMM werd opgeheven. Pogingen
resultaat na 5 jaar Langdurig succes van het
resultaat na 5 jaar Aangetoond is dat fysisch-
chemische parameters, zoals bevochtbaarheid
de software, inclusief de modules voor hoger-
en ingroei van het weefsel in het materiaal, dat
van het oppervlak, in-vitro wel invloed hebben op de groeisnelheid van cellen, maar niet op
dimensionale kristallografie, te laten draaien op een speciaal daarvoor ingerichte machine werden
rond de catheter wordt aangebracht. Titanium geeft een stabieler resultaat dan Dacron velour
hun oriëntatie. Dit wordt meer geleid door de ruwheid van het oppervlak, bijvoorbeeld door
gestaakt vanwege gebrek aan menskracht.
(vezelgaas). Er is getracht een industrie te vinden voor het commercialiseringstraject en de
in een oppervlak aangebrachte groeven.
resultaat na 10 jaar Een module die werd ontwikkeld
financiering van de klinische studies nodig voor
De resultaten van in-vivo experimenten waren niet eenduidig genoeg om te concluderen dat
ná afsluiten van het STW-project, maar wel een uitvloeisel daarvan was, berekent tensoreigen-
een registratie. Medio 1995 werd door de KUN (mede namens STW) een overeenkomst met een
oppervlakken met groeven het wondgenezings-
schappen van kristallijne materialen op grond
bedrijf afgesloten. Deze trok zich echter na een
proces versnellen. Verder onderzoek is daarvoor noodzakelijk. Samen met andere PIONIER
van hun symmetrie, en laat berekeningen toe met karakters van voorstellingen van kristallo-
aantal maanden terug. Onderhandelingen met een consortium van bedrijven daarover waren
projecten (NGN.2328 en NGN.2669) werd dit project begeleid door een gezamenlijke
grafische puntgroepen. Deze karakters spelen een rol bij de interpretatie van metingen aan
begin 1998 afgerond.
gebruikerscommissie. De resultaten van dit
vaste stoffen. Deze module wordt momenteel
resultaat na 10 jaar In augustus 1998 kwam de
deel van het programma zijn gepubliceerd en vrij toegankelijk.
op CD-ROM geproduceerd en zal deel uitmaken van Volume D van de International Tables for
overeenkomst tot stand tussen STW/KUN en NV Bekaert S.A. (België). Dit bedrijf heeft samen met
Crystallography, gepubliceerd door de IUCr. Naar
Humeca BV, de firma Bekaert Timeda opgericht
verwachting zal de CD-ROM verschijnen in 2003.
dat het percutaan implantaat op de markt zal brengen. In 2001 zijn de eerste humaan-klinische
gebruiker(s) CAOS/CAMM centrum, Nijmegen / Bruker Nonius BV, Delft / Philips Research
studies van start gegaan.
Laboratories, Eindhoven / RWTH Aken
gebruiker(s) Humeca BV, Enschede / NV Bekaert
resultaat na 10 jaar Met betrekking tot. de utilisatie
zijn er geen nieuwe ontwikkelingen te melden. Op grond van de resultaten is er wel een nieuwe NWO-subsidie verkregen. gebruiker(s) Humeca BV, Enschede / Te Strake BV,
Deurne / NV Bekaert S.A, Zwevegem
implantaat is afhankelijk van een goed contact
S.A, Zwevegem / Te Strake BV, Deurne
43
projecten 1992
| Instelling
R _ erasmus
RGN.2332
BAA
universiteit rotterdam projectleider
419,42
Weefselidentificatie van de hartspier met behulp van spectrale backscatteranalyse
Prof.dr.ir. N. Bom 29,50
totale toewijzing in k€
inkomsten in k€
REC.2371
CCB
Optie-analyse voor de economische evaluatie van (deel)investeringen in flexibele produktie automatisering
projectleider
Prof.dr. P.A. Moerman totale toewijzing 819,76 contracten L i c e n t i e E r a s m u s Universiteit Rotterdam; STW; Philips International BV inkomsten in k€ 122,52 i n k€
doelstelling Het doel van het onderzoek is de
doelstelling Het ontwikkelen van een optie-analyse
evaluatie van methoden om met ultrageluid weefselidentificatie in de hartspier te realiseren.
die de mogelijkheid moet bieden om vroegtijdig de essentiële elementen van technologie, markt
De onderwerpen die bestudeerd zullen worden zijn o.m. het hypertrofisch (verdikt) hartspier-
en financiën te integreren en te waarderen. Optiemanagement stijgt hierdoor uit boven een
weefsel, ‘stunned myocardium’ (hartspierweefsel
statische budgettaire controle. Het ‘tool’ dat
wat wél doorbloed wordt maar geen arbeid verricht), de cyclische variatie van de backscatter
wordt ontwikkeld dient ter ondersteuning van individuele researchers, research management,
en eventueel de afstotingsverschijnselen na een
financieel management en top-management bij
harttransplantatie.
het nemen van beslissingen omtrent researchtrajecten met een grote strategische waarde.
resultaat na 5 jaar Variaties in de backscatter bleken
niet de gewenste informatie te bevatten. De
resultaat na 5 jaar Het is gelukt om een software
backscatter weerspiegelde het verloop van de
‘tool’ te ontwikkelen. Philips bleek bereid de
wanddikte van het kloppende hart. Er konden geen conclusies getrokken worden over de mate
groep onderdak te verschaffen om het ‘tool’ op waarde te kunnen schatten en in te voeren. Dit
van ischemia. Verzwakkking van het signaal
experiment is zo gunstig verlopen dat de groep
bleek onder bepaalde omstandigheden wél iets over de weefselkwaliteit te zeggen. De klinische
ook bij Signaal Apparaten BV te Hengelo is binnengehaald. Binnen Philips is het software
evaluatie werd verricht aan patiënten die harttransplantatie hadden ondergaan. De hoop
tool PAT (Primary business Assessment Tool) ontwikkeld dat inmiddels goed toepasbaar is
was dat deze methode in een vroeg stadium en
gebleken. Er zijn ruim 300 toepassers binnen
op niet invasieve wijze afstotingsverschijnselen opspoort, waardoor het aantal belastende
Philips wereldwijd. Hoogovens werkt ook met deze software. Ook in het buitenland maakt men
biopsies kan verminderden. De afstotings-
dankbaar gebruik van de ontwikkelde software.
verschijnselen traden – helaas voor deze studie – niet op.
Geregistreerde gebruikers vinden we in Australie, Canada, Mexico, Oostenrijk en USA.
resultaat na 10 jaar Het projectresultaat is een
resultaat na 10 jaar In vervolgproject REC.4195 werd
schat aan achtergrondkennis en ideeën om de
het analyse-instrument verder uitgewerkt (leidde
ultrageluidbeeldvorming van het hart te verbeteren. Dat heeft zich inmiddels vertaald in
tot een proefschrift), en gebruikt door Philips, KPN, France Télécom. Tot commercialisatie is het
een aantal gehonoreerde STW, FOM en ICIN
niet gekomen.
projecten. gebruiker(s) TNO-STB, Delft / Corus Staal BV, gebruiker(s) UMC St. Radboud, Nijmegen / UMC,
Utrecht / Toshiba Medical Systems Europe BV,
IJmuiden / ING Bank, Bussum / De Beijer RTB BV, Arnhem / Philips Consumer Electronics,
Zoetermeer / TNO-TPD, Delft / Shell Research
Eindhoven / Groningen Propellor Technology BV,
and Technology Centre, Amsterdam / TNO-TPD TU Delft / Erasmus Medisch Centrum Rotterdam
Groningen / Philips / Philips Corporate Research / Philips Corporate Strategy, Eindhoven / Thales
/ Pie Medical Imaging BV, Maastricht
Nederland BV, Hengelo / Hydro Electric Corporation (Energie), Sidney / Min. van Defensie, Canada / PAMEX, Mexico / Vienna University of Economics, Oostenrijk / Air Liquide, / Consultec Scientific / Corning Chemie / Landmark Consulting, VS / Solvay Pharmaceutical Headquarters, VS / Stern Steward & Co, VS
44
utilisatierapport 2003
| Instelling
T_
universiteit twente
TTN.2186
AAA
projectleider
The construction of miniaturized, integrated and special purpose Raman/fluorescence micro-spectrometer
Dr. P.V. Lambeck
totale toewijzing in k€
TEL.2477
BBA
projectleider
IC-technology, deep ion implantation
Prof.dr. H. Wallinga
totale toewijzing in k€
418,67
401,27
doelstelling Ramanspectroscopie is een krachtige
doelstelling Doel van het project is onderzoek naar
techniek waarmee zeer kleine hoeveelheden materiaal (ongeveer 1 Am3 of < = 1 picogram )
de toepassing van diepe ionen implantatie ten behoeve van het maken van ‘devices’ in een IC
geanalyseerd kunnen worden. Met zichtbaar licht wordt de moleculaire samenstelling van het
proces. In dit project wordt dit toegespitst op de ontwikkeling van een EEPROM geheugen cel, die
monster bepaald. De techniek heeft brede
geoptimaliseerd kan worden voor zowel digitale
toepassingsmogelijkheden en is gebruikersvriendelijk. Men wil de gevoeligheid sterk
als ook analoge toepassingen. Het uiteindelijke doel is om geheugencellen te ontwikkelen die
verhogen en de afmetingen van de apparatuur
meer dan één bit per cel kunnen bevatten.
drastisch verkleinen (tot diskmanformaat), zodat de Ramanspectroscoop tot de standaard-
resultaat na 5 jaar Door op de vlak gegroeide
uitrusting van laboratoria kan gaan behoren.
polysiliciumlagen een oxide te deponeren in plaats van thermisch te groeien, kan verruwing
resultaat na 5 jaar Het onderzoek verliep langs
worden tegengegaan. Een nadeel van
twee sporen: ontwikkeling van de benodigde geïntegreerde optica en het ontwerpen van de
gedeponeerde oxides is dat ze slechtere elektrische eigenschappen hebben dan thermisch
beoogde spectrometer met gebruikmaking van
gegroeide. Daardoor moet je gedeponeerde
de recente diodelasers, ruisarme detector en de geïntegreerde optica. Dit laatste onderdeel
oxides nabehandelen (kan met 02, N2 en N20 behandelingen). Voor de elektrische evaluatie
van het onderzoek werd vrijwel gerealiseerd. De impuls om de fabricage betrouwbaarder te
van de ontwikkelde lagen zijn in eerste instantie simpele capaciteits-structuren gebruikt, welke
laten verlopen, ontbrak evenwel omdat het werk
door middel van QBD (Charge to breakdown
aan het ontwerp stil was komen te liggen. De oorzaak hiervan lag in de personele sfeer.
metingen; de hoeveelheid lading die door een oxide kan worden gestuurd totdat het doorslaat) en I-V metingen zijn gekarakteriseerd.
resultaat na 10 jaar De voormalige onderzoeker en
mede-aanvrager heeft op dit medisch biologische
resultaat na 10 jaar Een combinatie van vlak
terrein (toepassing van Ramanspectroscopie en -microscopie) een researchbedrijf opgericht.
gedeponeerde polysiliciumlagen, gedeponeerde oxides en een geoptimaliseerde nabehandeling in N20 omgeving geeft de beste resultaten, waarbij
gebruiker(s) Bruker Nonius BV, Delft / DILOR S.A.,
Lille / DSM Bakery Ingredients, Delft
typisch gevonden waarden zijn QBD = 25 C/cm2 en lage lekstromen (1 < 10 pA voor V < = 15 V). Om de werking van het ontwikkelde recept op
device niveau te testen zijn volledige EEPROM’s geprocessed, waarin duidelijk is geworden dat het recept leidt tot een vergroting van het aantal programmeer/wis cycli met ongeveer een factor 10 dat een device weerstaat voordat het kapot gaat. Ook de retentie lijkt te voldoen aan industriële eisen. gebruiker(s) Philips Semiconductors, Nijmegen
PROF.DR. TON VAN DER STEEN:
Backscatter-onderzoek heeft kennis over hartspier verrijkt project RGN.2332
Als één groep patiënten bereidwillig is mee te werken
zij altijd mee. Ook als ze weten dat het niet direct in hun
aan onderzoeken naar nieuwe methoden om de conditie
eigen belang is.”
van het hart te verbeteren, dan zijn het wel mensen die met succes een harttransplantatie hebben doorstaan.
Van der Steen heeft van deze instelling van patiënten
“Hun lot is niet te benijden”, zegt prof.dr.ir. Ton van der
dankbaar gebruik gemaakt. “Oorspronkelijk had mijn
Steen, verbonden aan het Thoraxcentrum van de medische
voorganger op dit onderzoek, de in 1993 overleden dr.ir.
faculteit van de Erasmus Universiteit Rotterdam. “Zij
Hans Rijsterborgh, biggenexperimenten opgezet”, vertelt
komen zeker de eerste periode na hun operatie eens in
Van der Steen. “Zodra je echter kans ziet om zonder risico
de twee weken een volle dag naar het ziekenhuis voor
testen op mensen te verrichten, verdient dat natuurlijk
onderzoek naar hun toestand. Als je hen vraagt mee te
de voorkeur omdat je onderzoeksresultaten dan zo dicht
werken aan een nieuw aanvullend onderzoek, werken
mogelijk bij je uiteindelijke toepassing zitten.”
46
utilisatierapport 2003
| RGN.2332
Zo geschiedde dan ook in het STW-onderzoek naar de
onbekende frequentieafhankelijke verzwakking van het
evaluatie van een aantal praktische toepassingen van
ultrageluid tengevolge van de tussengelegen structuren.
weefselindicatie van de hartspier met behulp van ultra-
Dit probleem zou kunnen worden opgelost door het
geluid. Met dit onderzoek wilde Van der Steen een
frequentiespectrum van de backscatter van het aanwezige
methode zien te vinden om in een heel vroeg stadium
bloed in de directe omgeving van de te onderzoeken
afstotingsverschijnselen na een transplantatie te kunnen
hartspier als referentie te gebruiken. Ten tweede kon
ontdekken.
gebruik gemaakt worden van de relatieve verandering gedurende de hartslag.
Afstotingsverschijnselen
Uiteindelijk heeft het onderzoek veel en weinig opgeleverd. De gekozen methode blijkt immers niet de informatie
In het backscatter onderzoek werd een geselecteerd
op te leveren waar de onderzoekers op uit waren. Van der
gebied van de hartspier aangestraald met ultrageluid, in
Steen: “Het was natuurlijk fantastisch geweest als we niet-
het frequentiegebied van 2 tot 5 MHz. Het geretourneerde
invasief hadden kunnen meten hoe de hartspier zich na een
ultrageluid (de backscatter) wordt gedigitaliseerd en
harttransplantatie gedraagt en als we afstotingsverschijn-
opgeslagen. Door middel van analyse van het spectrum
selen hadden kunnen vermijden. Vraag dat maar eens aan
van het backscattersignaal kan inzicht worden verkregen
mensen die nu steeds dergelijke onderzoeken moeten
omtrent de structuur van het spierweefsel. Op deze manier
ondergaan. Necrose in de hartspier op zich is wel te meten
konden veranderingen van het spierweefsel op niet invasie-
maar op grond van het akoestisch onderzoek konden we
ve manier gedetecteerd worden, zo luidde een van de
niet uitsluiten dat er geen afstoting optreedt. Niettemin
veronderstellingen van het onderzoek. De onderwerpen
hebben we onze kennis over de hartspier wel sterk kunnen
die bestudeerd werden, waren onder meer het verdikt
uitbreiden. Daarnaast heeft de signaalanalyse ons geïnspi-
(hypertofisch) hartspierweefsel, stunned myocardium
reerd tot andere cardiovasculaire toepassingen. Zo zijn
(wel doorbloed hartspierweefsel dat geen activiteit
we meer te weten gekomen over de lokale rek in een
vertoont), de cyclische variatie van de backscatter en
element als de vaatwand. Ook hebben we nu beter in beeld
afstotingsverschijnselen na een harttransplantatie. Met
hoe bloedvaten in de hartspier zich tijdens de contractie
behulp van soortgelijke analysemethoden kan additionele
gedragen. Vervolgonderzoeken op dit vlak ontwikkelen
informatie verkregen worden over de doorbloeding van
zich veelbelovend.”
het hartspierweefsel. Door het inbrengen van microbellen in de bloedsomloop zou door middel van de analyse van het backscatterspectrum van deze microbellen in de
Waak voor degelijkheid in onderzoek
hartspier ook de doorbloeding (perfusie) van de hartspier op niet-invasieve manier worden gemeten.
In de relatie met het bedrijfsleven heeft het onderzoek ook positieve neveneffecten gekend. Zo nam Shell zitting in de gebruikerscommissie om meer te leren over de gebruikte
Vervolgonderzoeken
meetmethoden. Deze zouden mogelijk ook geschikt zijn voor een meetmethode van de rigiditeit van oliepijpen.
Een van de problemen van de spectrale analyse van backs-
Voor GC-lid Toshiba was de ondersteuning aan het ter
cattersignalen afkomstig uit weefselstructuren die enkele
beschikking stellen van de signalen uit hun apparatuur een
centimeters diep in het lichaam gelegen zijn, vormde een
interessante exercitie. Op deze manier konden de analyses
| RGN.2332
uitgevoerd worden op signalen die normaliter niet voor
bedrijven met venture kapitaal bijvoorbeeld is dat zij
de gebruiker toegankelijk zijn. Van der Steen over de
doorgaans snel resultaat nodig hebben. Dat is volstrekt
betrokkenheid van de bedrijven: “Prima als bedrijven
begrijpelijk, maar de degelijkheid van onderzoek dient
willen participeren in onderzoek. Het zorgt ervoor dat de
wel bewaakt te worden.” Al met al maakt het omgaan met
toepassingen op zo’n manier uitgewerkt worden dat deze
dit soort conflicten het werk alleen interessanter.
een beduidend hogere kans geven om uiteindelijk in productie genomen te worden. Voor bedrijven geeft dit de mogelijkheid om te participeren in tamelijk risicovol onderzoek, zonder dat zijzelf daar een infrastructuur voor hoeven op te zetten. Directe bedrijfsparticipatie kan ook een conflict van belangen opleveren. Een kenmerk van
47
48
utilisatierapport 2003
TET.2500
BCB
Micro-mechanical Thin Film Devices
TTN.2510
BBA
projectleider
projectleider
zing in k€
zing in k€
Prof.dr. M.C. Elwenspoek totale toewij1.269,42 octrooien PCT.NL95/00221 Werkwijze voor het etsen van Siliciumstructuren
Waveguide lasers in het nabije infrarood
Prof.dr.ir. W.J. Witteman 188,08
totale toewij-
TTN.2511
AAA
projectleider
Coherente Raman spectroscopie van biologische mono lagen
Prof.dr. J. Greve
totale toewijzing in k€
256,67
doelstelling Sacrificial Layer Etching (SLE), ook
doelstelling Waveguide gaslasers zijn efficient,
doelstelling Doel is te komen tot directe
wel surface micromachining genoemd, is een nieuwe in de VS ontwikkelde technologie
compact en stabiel. Typische afmetingen zijn 30 cm lengte en 2x2 mm2 voor het gasontladings-
spectroscopische technieken die gegevens omtrent de moleculaire structuur, dynamica en
waarmee nieuwe typen micromechanische structuren gemaakt kunnen worden. Met deze
kanaal (1 tot 3 micron golflengte). Het onderzoek heeft enerzijds betrekking op het verkrijgen van
interactie van monolagen biologisch materiaal opleveren. Hiertoe zal men optische golfgeleider
structuren kunnen bijvoorbeeld micro-motoren
een homogene ontlading met efficiente energie-
technieken toepassen. De golfgeleiders kunnen
en micro-robots gemaakt worden. Doel van het onderzoek is om deze nieuwe technologie in
overdracht en minimale verliezen in inductors en condensatoren bij frequenties rond 100 MHz en
vervaardigd worden met de nieuwe cleanroom faciliteiten van de UT. De utilisatie zal aansluiten
Europa te introduceren en verder te ontwikkelen.
anderzijds zal veel aandacht worden besteed aan
bij de interesse van de voedingsmiddelen-,
de laserfysica van deze systemen.
farmaceutische- en kunststofindustrieën. De niet-lineaire spectroscopische methoden zijn
positie van de onderzoeksgroep op het gebied van microsysteemtechnologie in Europa
resultaat na 5 jaar Factoren die elektrische verliezen verhogen zijn geïdentificeerd en methoden om
geschikt voor spectroscopie van niet biologische moleculen.
verstevigd en heeft er tevens voor gezorgd dat
deze verliezen te verminderen in kaart gebracht.
men kon doorstoten naar de wereldtop. De SLE technologie is uitgebreid met enkele nieuwe
Als resultaat van de optimalisatieprocedure werd met een vergulde elektrode een vermogen
resultaat na 5 jaar In dit project zijn drie golfgeleider
technieken zoals droog plasma etsen. Het
gehaald van 1,15 W/cm bij een excitatiefrequentie
niek, de gestimuleerde Raman gain-techniek
gebruik van de nieuwe materialen fluorkoolstof en zwart silicium is ook onderzocht. Er is een
van 190 MHz. Op dat moment was dat het hoogst gerapporteerde specifieke uitgangsvermogen van
(WSRG) en de spontane Raman(WRS)-techniek. De ontwikkelde golfgeleiders maken het mogelijk
octrooi aangevraagd maar dat is uiteindelijk niet doorgezet.
een dergelijke laser en dit wordt toegeschreven aan een verhoogde katalytische werking van deze
om Ramanspectra te meten van monolagen; bijvoorbeeld van eiwitten en lipiden en zeer
elektrode bij een verhoogde temperatuur.
dunne (ca. 1 nm) polystyreen-lagen. Hiermee is
systeemtechnologie behoren de onderzoekers
resultaat na 10 jaar Dit project vormt de aanzet voor
een ‘proof of principle’ geleverd. De gebruikers waren hierbij vooral betrokken vanuit hun
tot de wereldtop. De nieuwe etstechniek heeft
de ontwikkeling van de huidige ‘slab’ laser met
technisch-wetenschappelijke interesse. Er zijn
aan de basis gestaan van verschillende spin-off bedrijfjes van MESA+. Het gebruik van fluorkool-
een uitgangsvermogen van 500 W.
enkele metingen verricht aan door de gebruikers ter beschikking gestelde materialen. De
stof in microsystemen neemt nog steeds toe. Hiermee worden onder andere micro-rotoren
gebruiker(s) NCLR BV, Enschede
gebruikerscommissie begeleidde tevens een aanverwant FOM-project.
resultaat na 5 jaar Het project heeft de leidende
resultaat na 10 jaar Op het gebied van micro-
Raman technieken onderzocht. De CARS-tech-
met lage wrijving gemaakt. De zwarte silicium technologie wordt succesvol toegepast door Alcatel, Oxford, Plasmatherm en DSE.
resultaat na 10 jaar Het project heeft niet tot recht-
streekse toepassingen of follow-up geleid. Wel zijn diverse sensorachtige applicaties op deze
gebruiker(s) LioniX BV, Enschede / Delft
Instruments BV, / Océ-Technologies BV, Venlo /
basis gevestigd. Nu integratie met microfluidics, geïntegreerde optica en nieuwe meetmethoden in
Akzo Nobel Central Research BV, Arnhem / Texas Instruments Holland BV, Almelo
het verschiet ligt, wordt de Ramantechniek weer actueel. Er blijft een niche voor deze (fysisch moeilijke) techniek, zoals bijvoorbeeld in de analyse binnen de biologische cel. Navolging van de techniek door derden is onder meer afhankelijk van de beschikbaarheid van cleanroomfaciliteiten. gebruiker(s) Shell Research and Technology Centre,
Amsterdam / DSM Bakery Ingredients, Delft / DSM Research BV, Geleen / Philips Research Laboratories, Eindhoven / FOM, Utrecht / Akzo Nobel NV, Deventer
49
projecten 1992
TTN.2517
ABA
projectleider
Ontwikkeling van oppervlakteplasmonmicroscopie als methode ter karakterisering van biologische oppervlakken
AAB
Thermische wegloopverschijnselen in vloeistof-vloeistof reactoren
TTN.2648
ABC
High-Tc planar devices and physical properties
projectleider
Prof.dr.ir. K.R. Westerterp totale toewij405,75 contracten Verkoop apparatuur DSM Fine Chemicals inkomsten in k€ 25,00
projectleider
zing in k€
k€
doelstelling Doel is de ontwikkeling van een
doelstelling In de chemische industrie worden vele
doelstelling Het fabriceren van planaire hoog
‘oppervlakteplasmonmicroscoop’ (SPM). Deze SPM heeft een verticale resolutie van 1 nm en
reacties ladingsgewijs in BR’s (batch reactors) uitgevoerd. Als de reactie snel verloopt, kan bij
Tc Josephson juncties met a-as georiënteerde sandwich structuren. Deze zullen vergeleken
een laterale resolutie van enige mm en maakt gebruik van de brekingsindex van de te
beperkte warmteafvoer de reactortemperatuur hoog oplopen. Men kan dan de semi-continue
worden met bestaande juncties.
onderzoeken structuren. Meer in het bijzonder
werkwijze in een SBR (semi-BR) kiezen, waarbij
resultaat na 5 jaar De kennis, die in het STW-project
zal bestudeerd worden in hoeverre SPM een nuttige nieuwe techniek is bij het onderzoeken
men de reactiesnelheid laag houdt door de concentratie van één van de reactanten laag te
verworven is, is heel waardevol geweest voor samenwerkingen met industrieën zo als Ericsson,
van biologische oppervlakken. Deze SPM
houden. Het doel van het onderzoek is het
Thales en Alcatel en vele onderzoeksinstellingen
techniek zal naar verwachting toegepast kunnen worden in fundamenteel wetenschappelijk opper-
formuleren van voorwaarden ter voorkoming van thermische wegloopverschijnselen en daarmee
in Europa en de hele wereld. Zonder dit STWproject waren die Europese samenwerkingen
vlakteonderzoek en in meer toegepaste takken.
het voorkomen van ernstige calamiteiten.
moeilijk te realiseren geweest en was ook minder vooruitgang in het maken van complexe Hoog-Tc
resultaat na 5 jaar De doelstellingen zijn deels
resultaat na 5 jaar Het project omvatte een model-
Supergeleiders (HTS) schakelingen geweest.
bereikt. Aangetoond werd dat SPR adsorptie van eiwitten aan een oppervlak kan volgen en meten.
matig en experimenteel deel. Een mathematisch model voor een meervoudig reactiesysteem is
resulaat na 10 jaar 10 Jaar na de start van het
Op basis hiervan is een twee-dimensionaal
ontwikkeld. In het hoge druk laboratorium zijn de
project is de vraag naar planaire juncties nog
multi-channel immunosensor ontwikkeld. Voorts zijn met SPM lipide monolagen gekarakteriseerd.
processen van thermische wegloopverschijnselen bestudeerd met speciaal ontworpen en gebouw-
heel actueel, intussen kunnen elektronische schakelingen gebouwd worden met eigen-
Vorming van domeinen in de monolaag werden zichtbaar gemaakt. Een nieuwe microscopische
de opstellingen voor kinetische en warmtemetingen (calorimeter) in een SBR. In een SBR
schappen, die van halfgeleidende schakelingen niet bereikt kunnen worden. Professor Rogalla
techniek met dezelfde resolutie maar met het
werd de reactie van 2-octanol naar 2-octanon met
heeft intussen twee bedrijven gesticht, TSST
voordeel dat monolagen op een water/lucht oppervlak kunnen worden bestudeerd, was de
salpeterzuur uitgevoerd om de invloed van de verschillende procesparameters te onderzoeken.
in 1999 en TSSE in eind 2002. TSST draait al heel goed en maakt winst met apparatuur voor
oorzaak dat hiermee niet verder is gegaan. De
Het onderzoek verschafte fundamenteel inzicht
het maken van keramische supergeleiders en
SPM-techniek is later gecombineerd met adhesie Atomic Force Microscopy. Deze combinatie heeft
in het betrokken reactieproces, maar leidde vanwege het algemene karakter van de resultaten
HTS-producten. TSSE is nog startend en zal zich met componenten en systemen voor koude
als voordeel dat laagdikte en oppervlak simultaan kunnen worden bestudeerd. Het ontwerp voor een
niet tot een direct aanwijsbare toepassing.
elektronica bezighouden.
prototype is uitgewerkt. Commerciële toepassing
resultaat na 10 jaar Professor Westerterp is per
gebruiker(s) TNO-FEL, Den Haag / Philips GmbH,
van de apparatuur is nog niet gerealiseerd.
01-04-1998 met emeritaat gegaan, daarom zijn geen vervolgprojecten gestart. Het Hogedruk
Hamburg / TNO-TPD TU Eindhoven / ESA/ESTEC, Noordwijk / Philips Medical
resultaat na 10 jaar Een directe toepassing van de
Laboratorium is omgebouwd richting biomassa
Systems Nederland BV, Best
resulaten is niet gerealiseerd. Wel heeft het onderzoek een vervolg gekregen en dat is het
en polymerisatie. (Vervolgproject TPC.6158)
gebruik van SPR-microscopie als multisensor. Dit is internationaal opgepakt, en heeft ook
gebruiker(s) DSM Services, Geleen / DOW Benelux
binnen de UT geleid tot een aantal nieuwe
Deventer / Shell Research and Technology
projecten.
Centre, Amsterdam
269,38
Dr. R.P.H. Kooyman
totale toewijzing in k€
TST.2545
gebruiker(s) Euro-Diagnostica BV, Arnhem / Akzo
Nobel Central Research BV, Arnhem / BioMerieux BV, Boxtel
NV, Terneuzen / Akzo Nobel Chemicals BV,
Dr.ir. G.J. Gerritsma†
totale toewijzing in
171,80
50
utilisatierapport 2003
TTN.2650
BBB
Geïntegreerde planaire hoge Tc DC SQUIDs
projectleider
TWT.2699
AAA
Textuurontwikkeling en anisotroop gedrag van intermetallische verbindingen
TST.2748
ABB
Verlenging van de levensduur van vloeistof-geïmmobiliseerde membranen. Chemische hechting van crown ether carriers aan hydrofobe oligomeren
Dr.ir. J. Flokstra totale toewijzing in k€ 218,51 contracten Raamovereenkomst Universiteit Twente; FOM;Philips GmbH; STW inkomsten in k€ 117,98
projectleider
doelstelling Doel van het project was om hoge Tc dc
doelstelling Onderzoek naar intermetallische
doelstelling Doel is de verlenging van de levens-
SQUIDs te ontwikkelen waarbij een planaire spoel direct op de washer is aangebracht. Deze
verbindingen op basis van nikkeltitaan en kopernikkelaluminium heeft een omvangrijke
duur van vloeistof geïmmobiliseerde membranen (SLM). Selectief transport door SLM’s is te
methode is gebruikelijk bij lage Tc SQUIDs maar de fabricage voor hoge Tc materialen is buiten-
industriële toepassing omdat ze ‘vormgeheugen’ hebben. Dit reversibele effect wordt benut in
beïnvloeden door toepassing van een geschikte carrier. SLM’s hebben een geringe levensduur
gewoon lastig. We zijn er in geslaagd om de
onderdelen van actuatoren, sensoren en in
omdat de componenten kunnen uitspoelen naar
geïntegreerde structuren te maken maar het aantal pogingen om een goed device te maken is
lineaire motoren in de lucht en ruimtevaart en de robotica. De resultaten zullen bijdragen aan een
de waterfase. Om dat te verlengen worden de carriers gekoppeld aan oligomeren met een
te groot (1 op 5). Daarom is ook de ontwikkeling
vergroting van industrieel relevante kennis over
van direct inductief gekoppelde SQUIDs ingezet.
het geheugenmateriaal.
extreem lage oplosbaarheid H 2 O. Immobilisatie
resultaat na 5 jaar Het ontwikkelen van hoge Tc DC
resultaat na 5 jaar De resultaten hebben de kennis
SQUIDs voor biomagnetische metingen en met
vergroot over deformaties en transformaties die
277,23
Dr.ir. J. Beyer 0,45
totale toewijzing in k€
inkomsten in k€
projectleider zing in k€
Prof.dr.ir. D.N. Reinhoudt 70,85
totale toewij-
van deze verbindingen in de poriën van een poreus membraan wordt gerealiseerd door de vorming van polymeer netwerken.
name op het gebied van de foetale magneto-
binnen het geheugenmateriaal optreden en
resultaat na 5 jaar Een verlenging van de levensduur
cardiografie is gelukt en hoge Tc dc SQUIDs zijn in het FHARMON-programma (TTN.4330)
daardoor een gerichter gebruik mogelijk maken. De verkregen inzichten kunnen tevens worden
van de membranen tot circa 3 maanden, met behoud van flux en activiteit, is grotendeels
gebruikt. Vanwege de geringe yield zijn hiervoor
toegepast om de productieprocessen beter te
gehaald. Er zijn carriers verkregen bestaande uit
niet de geintegreerde maar de inductief gekoppelde SQUIDs gebruikt. De ruis was
kunnen afstemmen op de door klanten gewenste eigenschappen van de te produceren materialen.
(kroon ethers) gebonden aan een veel gebruikte membraanvloeistof. Die zijn lipofiel waren
voldoende laag om de pieken in de MCG te meten. In een later stadium richtte de foetale
resultaat na 10 jaar Helaas is de vakgroep materiaal-
maar ook compatibel met de vloeistof in de membraan. Het transport gedrag van de carriers
MCG research zich op de bestudering van details
kunde opgeheven. De opgebouwde apparatuur
is beschreven, en is er een . De SLM’s werden
uit het MCG signaal en daarvoor is de resolutie van hoge Tc SQUIDs niet goed genoeg. In dit
wordt gebruikt in een samenwerkingsverband tussen de vakgroep Technische Mechanica en
onderwerpen aan een duurproef. Na vijf weken blootstelling aan continue langstromend water,
geval neemt men zijn toevlucht tot de lage Tc
Kunststoffen en Philips DAP.
zijn ze nog operationeel, en is de activiteit en
gebruiker(s) AMT NV, Herk-De-Stad / Shell SIOP
flux niet afgenomen. Een concrete toepassing is verwijdering van radioactive isotopen uit
SQUIDs. resultaat na 10 jaar In het vervolgproject (TTN.4330, elders in dit rapport) zijn zogenaamde slot-
BV, Den Haag
afvalstromen van de opwerkingsfabriek in het Franse Caderache. Een EU subsidie van ECU
structuren in de washer aangebracht om de ruis
220.000,- is voor dit onderzoek verkregen.
van de SQUIDs in een magnetisch achtergrondveld te verlagen. Metingen en theoretisch model
resultaat na 10 jaar Nog steeds wordt bij de CEA
kwamen goed overeen. Hierna heeft geen verdere
opwerkingsfabriek in het Franse Cadarache de
SQUID-ontwikkeling in hoge Tc plaatsgevonden.
SLM methode gebruikt voor de scheiding van radioactieve isotopen uit nucleaire afvalstromen.
gebruiker(s) Philips Research Laboratories, Eindhoven / TNO-FEL, Den Haag / Philips GmbH,
In het kader van een EEG project worden onder andere in Twente ontwikkelde ionoforen daar
Hamburg / TNO-TPD TU Eindhoven /
getest. Recent wordt de SLM methode toegepast
ESA/ESTEC, Noordwijk / Dutch Space BV, Leiden
in een STW-gesubsidieerd project voor de selectieve complexering van radiumionen. gebruiker(s) ExxonMobil Chemical Europe Inc.,
Machelen / Shell Research and Technology Centre, Amsterdam / Akzo Nobel Central Research BV, Arnhem / DSM Research BV, Geleen
51
projecten 1992
TST.2751
ABA
De ontwikkeling van nieuwe biodegradeerbare polymeren op basis van polyracemaatvorming in blokcopolyesters
TST.2768
CCA
Zuivering van lucht in een adiabatisch bed katalytische oxidatie-reactor met periodieke omkering van de stromingsrichting
BBA
Mantel-adsorbentia voor gasscheiding met pressure swing adsorption
projectleider
projectleider
zing in k€
265,21
doelstelling Onderzocht is de synthese en
doelstelling Het zuiveren van lucht die is
doelstelling De doelstelling van het onderzoek
karakterisering van nieuwe ‘tailor-made’ biodegradeerbare materialen blends van
verontreinigd met kleine hoeveelheden brandbare stoffen, zoals deze bijvoorbeeld vrijkomt bij
was een nieuw type adsorbens te ontwikkelen door een relatief goedkoop adsorbent (actieve
blockcopolymeren en homopolymeren van poly-L- en poly-D-melkzuur. De nieuwe polymeren
het afzuigen van laboratoria, fabriekshallen en tankenparken. Het verkrijgen van nog
kool) met een grote adsorptie capaciteit te voorzien van een zeer selectieve film. Een
zullen worden verwerkt tot (poreuze) films,
ontbrekende kennis over de omkeerreactor.
dergelijk mantel-adsorbent zou bij toepassing
(holle) vezels en microspheren, en hun degradatie en de interacties met levende cellen
Het ontwikkelen van een eenvoudige snelle methode om de aanslagtemperatuur van de
op gasscheiding in pressure swing adsorptie (PSA) processen voordeliger kunnen zijn dan
(in vitro). Toepassingen zijn afgiftesystemen voor
katalysator te bepalen.
bestaande (dure) koolstof moleculaire zeven.
geneesmiddelen, opvullen van defecten, bloedvatprothesen, kunstmatige dermis, en
projectleider
307,20
Prof.dr. J. Feijen totale toewijzing NL.9402182 Katalysator
in k€
octrooien
Prof.dr.ir. K.R. Westerterp totale toewij324,56 contracten Optie DSM Research BV; STW octrooien NL.1003547 Werkwijze voor het behandelen van een gasmengsel in een omkeerstroomreactor en een omkeerstroomreactor daarvoor. inkomsten in k€ 112,52
TST.2769
Prof.dr.ir. T. Reith
totale toewijzing in k€
resultaat na 5 jaar Er is een drukbestendige omkeer-
resultaat na 5 jaar De selectiviteit van goedkope
een trachea prothese.
reactor gebouwd in een miniplant. De reactor moet adiabatisch werken. Na ingebruikname is
adsorbentia zoals actieve kool, met behoud van hun grote adsorptiecapaciteit, wordt sterk
resultaat na 5 jaar Polymerisaties en de relatie
een groot aantal metingen verricht aan met
verbeterd door coating met een permeabel,
tussen de structuur van lanthanide alkoxides zijn duidelijker geworden. Polyesters en polyrace-
alkanen en olefinen vervuilde lucht. De installatie werkte uitstekend. Een ontwikkeld 1-D-model
selectief membraan. Toepassing op grotere schaal dan die in het laboratorium is nog niet
maten van polymelkzuur kunnen gesynthetiseerd
beschreef alle metingen goed. De doelstelling –
mogelijk omdat het nog niet mogelijk is om
worden. Hiermee worden biodegradeerbare materialen ontwikkeld voor de biomedische/
het ontwikkelen van de omkeerreactormethode voor de zuivering van vervuilde lucht, waarbij
mantel-adsorbentie op grotere schaal te maken en omdat bestaande typen membranen nog een
milieutechnologische sector. Met de resultaten startte in 1999 een nieuw onderzoeksproject bij
zowel de concentraties als de samenstelling van het vuilmengsel sterk varieert – is volledig
te lage permeabiliteit vertonen. De participanten hebben bijgedragen door de levering van
NWO-Chemische Wetenschappen.
bereikt. Een octrooiaanvraag is ingediend, maar
adsorbentia (Cirmac), in de vorm van enkele
resultaat na 10 jaar Het ‘in-situ’ genereren van
naderhand ingetrokken. De modelleringssoftware is op aanvraag beschikbaar.
aanvullende experimenten (Engelhard), en kennis (TNO).
gehinderde calciumkatalysatoren laat polymerisatie in oplossing vanaf gefunctionaliseerde
resultaat na 10 jaar Professor Westerterp is per
resultaat na 10 jaar Er zijn geen nieuwe resultaten.
oppervlakken gecontroleerd verlopen. Temperatuurgevoelige blokcopolymeren zijn
geen vervolgprojecten gestart. Het Hogedruklaboratorium is omgebouwd richting biomassa en
gebruiker(s) TNO-MEP, Apeldoorn / Norit NV,
ontwikkeld als injecteerbare systemen voor
polymerisatie.
Akzo Chemicals BV, Amsterdam / Cirmac BV,
medicijnenafgifte. De polymerisatie van racemisch lactide met de racemische katalysator
gebruiker(s) Shell Research and Technology Centre,
Gouda / Vision Project- en Adviesbureau voor Technologiemanagement, Amersfoort
geeft gelijktijdig de isotactische homopolymeren,
Amsterdam / DSM Research BV, Geleen
calciumalkoxides door alkoholyse van sterisch
poly(L-lactide) en poly(D-lactide), hetgeen leidt tot het vormen van een stereocomplex. gebruiker(s) NV Organon, Oss / Purac Biochem BV,
Gorinchem
01-04-1998 met emeritaat gegaan, daarom zijn Amersfoort / Engelhard De Meern BV, De Meern /
52
utilisatierapport 2003
| Instelling
U _ universiteit
UNS.2428
CCA
Open Tower Telescope
UCH.2761
ABA
utrecht
projectleider zing in k€
Dr.ir. R.H. Hammerschlag totale 1.071,48 inkomsten in k€ 136,14
toewij-
projectleider
De Fast-diffractometer aanpassing van een area-detectiesysteem t.b.v. röntgenkristallografisch onderzoek aan kleine moleculen
Prof.dr. J. Kroon†
totale toewijzing in k€
36,76
doelstelling Een innovatief ontwerp voor een
doelstelling Nagestreefd wordt om de toepas-
relatief goedkope, open constructie van een zonnetelescoop met hoog scheidend vermogen
baarheid van een in bio-macromoleculairekristallografie succesvol gebleken area
op een eveneens open toren. De open constructie laat een vrije luchtstroming toe die zorgt voor
detectiesysteem voor het meten van diffractie intensiteiten (de FAST diffractometer, producent
een homogene temperatuur en daarmee een zo
Delft Instruments) uit te breiden tot het gebied
goed mogelijke beeldkwaliteit.
van ‘small molecules’: moleculen bestaande uit tientallen atomen, maar duidelijk kleiner dan
resultaat na 5 jaar De constructie is voltooid en
eiwitmoleculen.
getest. De vereiste stijfheid kon worden gerealiseerd. In 1997 werd de Dutch Open
resultaat na 5 jaar Het FAST-systeem is geoptima-
Telecope (DOT) bij de sterrenwacht op de Roque de los Muchachos op La Palma officieel geopend
liseerd voor X-ray diffractiemetingen van kristallen van laag-moleculaire verbindingen.
door Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Willem
Nieuwe software verbetert de controle van de
Alexander.
FAST. Het standaard FAST software-pakket ‘MADNES’ is niet zo gebruikersvriendelijk en
resultaat na 10 jaar De in dit project ontwikkelde
er zijn daarom in het project programma’s
revolutionaire zonnetelescoop DOT is sinds de feestelijke opening succesvol gebruikt voor
ontwikkeld voor indexeerproblemen (DirAx), een coherent systeem van batch-files, een
verschillende sterrenkundige onderzoeken, onder andere naar magnetische velden op de zon.
grafisch systeem om de output te visualiseren, en een evaluatiemethode (EVAL-14). Deze
Uitgebreide informatie hierover is te vinden op
methoden zijn ook toepasbaar voor onderzoek
http//www.fys.ruu.nl/~rutten/dot/
van kleine moleculen met een area-detector, bijvoorbeeld een CCD-detector. resultaat na 10 jaar De in dit project geëxploreerde
integratiemethode EVAL14 is in een later STW project (UCH.4431) verder ontwikkeld voor vezelmaterialen. gebruiker(s) Technische Universität München,
Garching / Bruker Nonius BV, Delft
projecten 1992
| Instelling
V_
vrije universiteit amsterdam
VGN.2277
BCC
Mucin-substitutes and additives for the protection of oral surfaces
projectleider
Prof.dr. A. van Nieuw Amerongen 350,39 contracten Licentie S T W ; L o m m e r s e P h a r m a B V ; V U A octrooien PCT.NL9500046 Therapeutische samenstelling voor het vervangen en/of aanvullen van lichaamsvloeistoffen (speekselsubstituut); NL.1008745 Therapeutische werkzame verbinding van gist en/of schimmelinfecties in de mondholte inkomsten in k€ 44,97 totale toewijzing in k€
doelstelling Een speciale groep van glycoproteïnen
(mucinen) in het speeksel beschermt het tandoppervlak tegen inwerking van zuren. Toepassing van mucinen in tandpasta’s of mondspoelmiddelen wordt geremd door beperkte beschikbaarheid van deze proteïnen. Doel is na te gaan of commercieel verkrijgbare polymeren toegepast kunnen worden als substituut voor mucinen, en het synthetiseren van verschillende polyphoshazene-polymeren, om na te gaan of deze mucine-achtige eigenschappen bezitten. resultaat na 5 jaar Na inventarisatie van visco-
elastische eigenschappen van speeksel, maakte men een model van het te construeren substituut. Men vond wateroplosbare polymeren met een vergelijkbaar gedrag als humaan speeksel en hun toepassing als speekselsubstituut is geoctrooieerd. Dit is getest met patiënten met droge mond klachten. Zij prefereerden het substituut boven een al bestaand speekselsubstituut. Omdat de visco-elasticiteit van polyfosfazenen niet beter was dan die van eerder gevonden polymeren, is deze onderzoekslijn gestopt. Gekozen is voor formulering van een nieuw speekselsubstituut met xanthan gom. Dit substituut (Xialine) is april 1998 geïntroduceerd door Lommerse Pharma. resultaat na 10 jaar Het onderzoek is voortgezet in
project VTH.3950. Onderzocht wordt of je polymeren kunt koppelen aan antibacteriële peptiden, die zijn gevonden in project VTH.3302. Xialine is inmiddels in een aantal landen verkrijgbaar. De verkochte aantallen zijn klein. In 2002 is besloten het octrooi niet verder te onderhouden. In een project, gesubsidieerd door de Nierstichting, wordt nagegaan of Xialine de klachten van nierpatiënten die hemodialyse ondergaan (veel last van dorst en droge mond) vermindert, waardoor zij gemakkelijker een vochtbeperkend dieet kunnen houden. gebruiker(s) Pharmachemie BV, Haarlem / Sara Lee
DE Household & Body Care Research, Den Haag / AZ Groningen / Lommerse Pharma BV, Oss
53
54
| Lijst gebruikers bij STW-projecten 1992
utilisatierapport 2003
A AMC (Amsterdam) _ AGN.2367 AMT NV (Herk-De-Stad, België) _ TWT.2699 ATO BV (Wageningen) _ UFA.1928 AVR-Chemie (Rozenburg) _ ETN.2526 AZ Groningen _ VGN.2277 Aero-Laser (Garmisch Partenkirchen, Duitsland) _ ETN.2622 Air Liquide (Verenigde Staten) _ REC.2371 Akzo Chemicals BV (Amsterdam) _ TST.2769 Akzo Nobel Central Research BV (Arnhem) _ EST.2372 _ TET.2500 _ TTN.2517 _ GNS.2655 _ TST.2748 Akzo Nobel Chemicals BV (Deventer) _ ETN.2326 _ TST.2545 Akzo Nobel NV (Deventer) _ TTN.2511 Astra Tech AB (Mölndal, Zweden) _ NGN.2328 B Berg Electronics BV (Den Bosch) _ ETN.2508 BioMerieux BV (Boxtel) _ TTN.2517 Brandwonden Centrum (Beverwijk) _ AGN.2367 Bronkhorst High-Tech BV (Ruurlo) _ DEL.2694 Bruker Nonius BV (Delft) _ TTN.2186 _ NNS.2628 _ UCH.2761 C CAOS/CAMM centrum (Nijmegen) _ NNS.2628 Cirmac BV (Gouda) _ TST.2769 Consultec Scientific (Verenigde Staten) _ REC.2371 Corning Chemie (Verenigde Staten) _ REC.2371 Corus Staal BV (IJmuiden) _ REC.2371 D DAF Trucks NV (Eindhoven) _ DWT.2365 DILOR S.A. (Lille, Frankrijk) _ TTN.2186 DOW Benelux NV (Terneuzen) _ TST.2545 DSM Bakery Ingredients (Delft) _ TTN.2186 _ EST.2372 _ TTN.2511 DSM Research BV (Geleen) _ ETN.2326 _ TTN.2511 _ TST.2748 _ TST.2768 DSM Services (Geleen) _ TST.2545 De Beijer RTB BV (Arnhem) _ REC.2371 Delft Instruments BV (Delft) _ TET.2500 Drukker International BV (Cuijk) _ NNS.2373 Dutch Space BV (Leiden) _ TTN.2650 E ESA/ESTEC (Noordwijk) _ TTN.2648 _ TTN.2650 Eco Chemie BV (Utrecht) _ UFA.1928 Engelhard De Meern BV (De Meern) _ TST.2769 Enraf BV (Delft) _ DEL.2777 Erasmus Medisch Centrum (Rotterdam) _ RGN.2332 Euro-Diagnostica BV (Arnhem) _ TTN.2517 ExxonMobil Chemical Europe Inc. (Machelen, België) _ TST.2748 F FOM (Utrecht) _ TTN.2511 FOM-Instituut voor Plasmafysica ‘Rijnhuizen’ (Nieuwegein) _ ETN.2526 G Gastec NV (Apeldoorn) _ ETN.2666 Groningen Propellor Technology BV (Groningen) _ REC.2371 H Hauzer Techno Coating BV (Venlo) _ NNS.2373 _ DST.2629 Humeca BV (Enschede) _ NGN.2328 _ NGN.2612 _ NGN.2669 Hydro Electric Corporation (Energie) (Sidney, Australië) _ REC.2371 I INCASES Engineering GmbH (Duitsland) _ ETN.2508 ING Bank (Bussum) _ REC.2371 K KEMA Nederland BV (Arnhem) _ DTN.2349 KNMI (De Bilt) _ DEL.2694 Kipp & Zonen BV (Delft) _ DEL.2694 L LUMC (Leiden) _ AGN.2367 Lamers Medical Products BV (Gendt) _ AGN.2367 Landmark Consulting (Verenigde Staten) _ REC.2371 LioniX BV (Enschede) _ TET.2500 Lommerse Pharma BV (Oss) _ VGN.2277
| lijst gebruikers bij STW-projecten 1992
M Mierij Meteo BV (De Bilt) _ DEL.2694 Ministerie van Defensie (Canada) _ REC.2371 N NV Nederlandse Gasunie (Groningen) _ DTN.2349 _ ETN.2666 NCLR BV (Enschede) _ TTN.2510 NIZO food research (Ede) _ DST.2737 NV Bekaert S.A (Zwevegem, België) _ NGN.2328 _ NGN.2612 _ NGN.2669 NV Organon (Oss) _ TST.2751 Norit NV (Amersfoort) _ TST.2769 O Océ-Technologies BV (Venlo) _ TET.2500 OnStream BV (Eindhoven) _ DEL.2694 P PAMEX (Mexico) _ REC.2371 Pharmachemie BV (Haarlem) _ VGN.2277
Philips (Eindhoven) _ REC.2371 Philips CFT
(Eindhoven) _ ETN.2526 Philips Centre for Manufacturing Technology (Eindhoven) _ GNS.2655 Philips Consumer Electronics (Eindhoven) _ REC.2371 Philips Corporate Research (Eindhoven) _ REC.2371 Philips Corporate Strategy (Eiindhoven) _ REC.2371 Philips Electronics Nederland BV (Drachten) _ GNS.2655 _ DEL.2777 Philips GmbH (Hamburg, Duitsland) _ NNS.2373 _ ETN.2526 _ TTN.2648 _ TTN.2650
Philips Lighting BV (Eindhoven) _ ETN.2526 Philips Medical Systems Nederland BV (Best) _
DTN.2507 _ TTN.2648 _ DTN.2651
Philips Research Laboratories (Eindhoven) _ NNS.2373 _ ETN.2508 _ TTN.2511 _ NNS.2628 _
TTN.2650 _ GNS.2655 _ ETN.2662 _ DEL.2694
Philips Semiconductors (Nijmegen) _ TEL.2477 Pie Medical Imaging BV
(Maastricht) _ RGN.2332 Prodrive BV (Eindhoven) _ ETN.2622 Purac Biochem BV (Gorinchem) _ TST.2751 R RET (Rotterdam) _ DEL.2777 RWTH Aken (Duitsland) _ NNS.2628 S Sara Lee DE Household & Body Care Research (Amersfoort) _ VGN.2277 Shell Research and Technology Centre (Amsterdam) _ ETN.2326 _ RGN.2332 _ DTN.2349 _ EST.2372 _ TTN.2511 _ TST.2545 _ GNS.2655 _ TST.2748 _ TST.2768 Shell SIEP BV (Rijswijk) _ ETN.2666 Shell SIOP BV (Den Haag) _ DEL.2694_ TWT.2699 Siemens Nederland NV (Den Haag) _ ETN.2508 Smartec BV (Breda) _ DEL.2777 Solvay Pharmaceutical Headquarters (Verenigde Staten) _ REC.2371 Spectro Analytical Instruments (Duitsland) _ ETN.2526 Stern Steward & Co (Verenigde Staten) _ REC.2371 Stork Friesland BV (Gorredijk) _ EST.2372 Stork Wärtsilä Diesel BV (Zwolle) _ DWT.2365 Sulzer Metco Coatings BV (Lomm) _ GNS.2655 T TNO Bouw (Delft) _ DEL.2694 TNO Institute of Industrial Technology (Eindhoven) _ DWT.2365 _ GNS.2655 TNO Telecom (Leidschendam) _ ETN.2508 TNO Voeding (Groningen) _ UFA.1928 _ DST.2737 TNO-FEL (Den Haag) _ TTN.2648 _ TTN.2650 TNO-MEP (Apeldoorn) _ TST.2769 TNO-PML (Rijswijk) _ DTN.2349 _ AGN.2367
TNO-STB (Delft) _ REC.2371 _ GNS.2655
TNO-TPD (Delft) _ RGN.2332 _ DTN.2349 _ ETN.2508 _ ETN.2666 TNO-TPD TU (Eindhoven) _ TTN.2648 _ TTN.2650 TNO-WT (Delft) _ DTN.2349 Te Strake BV (Deurne) _ NGN.2612 _ NGN.2669 Technische Universität München (Garching, Duitsland) _ UCH.2761 Texas Instruments Holland BV (Almelo) _ TET.2500 Thales Nederland BV (Hengelo) _ REC.2371 Thermo Jarrell Ash Europe (Breda) _ ETN.2526 Thomassen International BV (Rhenen) _ DWT.2365 Toshiba Medical Systems Europe BV (Zoetermeer) _ RGN.2332 U UMC (Utrecht) _ RGN.2332 UMC St. Radboud (Nijmegen) _ RGN.2332 Unilever Research (Vlaardingen) _ EST.2372 _ DST.2737 University of Dortmund (Duitsland) _ ETN.2526 Universität Bielefeld (Duitsland) _ NNS.2373 V Vienna University of Economics (Oostenrijk) _ REC.2371 Vision Project- en Adviesbureau voor Technologiemanagement (Amersfoort) _ TST.2769
55
Utilisatierapport 2003
| Projecten
1997
58
utilisatierapport 2003
| Projecten 1997
HIERONDER STAAN DE GEGEVENS DIE U OP DE PROJECTPAGINA’S KUNT TEGENKOMEN
project
toewijzing
gedurende het hele traject, dus
Het projectnummer, de laatste vier
De door STW aan dit project
zowel van voor de start als tot na
cijfers vormen het volgnummer waar-
toegekende subsidie (in k€).
afloop van het project.
op de projecten zijn gesorteerd. contracten en octrooien
doelstelling
BPI
Soort overeenkomst welke met een
Een korte omschrijving van de
(voor uitleg zie binnenkant achterzijde omslag)
gebruiker is afgesloten (optie, licentie,
doelstelling van het onderzoek.
De utilisatiecategorieën waarin het project is ingedeeld.
bijdrage, samenwerking, raamovereenkomst, etc.) en eventuele octrooien/
resultaten
octrooiaanvragen.
Een overzicht van de behaalde resultaten.
titel
De titel van het project.
inkomsten
Op dit project de totaal geregistreerde
gebruikers
projectleider
inkomsten (in k€). Dit zijn alle gelden
Een lijst met de (afgekorte) namen
Naam van de projectleider.
en bijdragen in natura die op basis van
van de gebruikers bij het project.
een STW-project gegenereerd worden,
A_ universiteit van amsterdam
B_ para universitaire instituten
C_ centrum voor wiskunde en informatica
D_ technische universiteit delft
E_ technische universiteit eindhoven
59
60
G_ rijksuniversiteit groningen
L_ universiteit leiden
76
78
61
N_ katholieke universiteit nijmegen
82
62
R_ erasmus universiteit rotterdam
84
73
T_ universiteit twente
85
U _ universiteit utrecht
V_ vrije universiteit amsterdam
W _ wageningen universiteit
88
91
92
59
projecten 1997
ABI.4165
| Instelling
A _ universiteit
ABA
van amsterdam
projectleider
Biological control of the whitefly Bemisia tabaci with predatory mites
Prof.dr. M.W. Sabelis
totale toewijzing in k€
233,87
doelstelling De tabakswittevlieg (Bemisia tabaci) is een relatief nieuwe plaag
in de kasteelt. Schade ontstaat niet alleen door de aantasting van planten door de vlieg zelf, maar ook door het overdragen van plantpathogene virussen. Omdat chemische gewasbescherming ongewenst is, is er behoefte aan alternatieve bestrijdingsmethoden. Het is de vraag of roofmijten bruikbaar zijn voor biologische bestrijding. Het voordeel van roofmijten is onder meer dat zij kunnen overleven (op pollen als voedselbron) in situaties waar wittevlieg schaars voorkomt. resultaat na 5 jaar Roofmijten zijn bruikbaar voor de bestrijding van kaswittevlieg,
zowel in gematigde als in warmere streken. Enkele geschikte roofmijtsoorten zijn geïdentificeerd. In aanwezigheid van pollen kan de bestrijder ook preventief worden ingezet. In overleg met de gebruikers werd een aantal gekarakteriseerde roofmijtsoorten op kleine schaal getest. Ondanks gunstig perspectief is het echter nog niet tot praktijktoepassing gekomen vanwege het uitblijven van de financiering van grootschaliger kasexperimenten. Dit project werd uitgevoerd en begeleid in samenhang met project WBI.3226. gebruiker(s) Proefstation voor Bloemisterij in Nederland, Aalsmeer / Bunting
Brinkman Bees BV, Tilburg / Koppert BV, Berkel en Rodenrijs
ACH.4217
BBA
Synthetic studies towards hatching agents in search of a new method to control potato cyst nematodes
projectleider P r o f . d r . H . H i e m s t r a totale Bijdrage Avebe b.a. inkomsten in k€ 9,98
toewijzing in k€
449,24
contracten
ABI.4398
BAA
Biological control of arthropod pest of freesia corms
projectleider Prof.dr. M.W. Sabelis totale Bijdrage Koppert BV inkomsten in k€ 2,26
toewijzing in k€
228,09
contracten
doelstelling Het doel van het project is de ontwikkeling van een milieuvriendelijke
doelstelling Bolgewassen zoals hyacint, narcis, gladiool en freesia crops staan
methode om een belangrijk probleem van de aardappelziekte voor aardappel-
in bepaalde kweekfasen bloot aan aantasting door de bollenmijt, thripsen,
telers in het noordoosten van Nederland, en in vele andere landen, op te
wortelluizen en vliegen. In navolging van een eerder, succesvol STW-project
lossen. Een nieuwe methode om het cysteaaltjesprobleem te beheersen is absoluut noodzakelijk, omdat de huidige bestrijdingsmethoden, mede door
gericht op de bestrijding van bollenmijt in tulp en lelie (ABI.2187) wordt in dit project onderzocht of biologische bestrijding met behulp van roofmijten
de verscherpte regelgeving, niet erg effectief meer zijn.
mogelijkheden bieden voor bestrijding van genoemde plagen in de praktijk.
resultaat na 5 jaar Het onderzoek heeft geleid tot de synthese van twee belang-
resultaat na 5 jaar In dit project is samengewerkt met het Laboratorium voor
rijke fragmenten van de natuurstof solano-eclepine A. De ontwikkelde chemie biedt goede mogelijkheden voor succesvolle totaalsynthese. Daarnaast zijn
Bloembollenonderzoek te Lisse. De perspectieven voor biologische bestrijding van bollenmijten, thripsen en vliegenlarven in freesia in de kas zijn goed.
eenvoudige analoga van de natuurstof gemaakt. Een aantal van deze is door
Overtuigend bewijs voor een effect op wortelluis kon niet worden verkregen.
het HLB Research Center getest op wekactiviteit van de eitjes van aardappelcystealen. De resultaten zijn veelbelovend. Twee verbindingen hebben
De gebruiker adviseert telers bij het gebruik van roofmijt voor plaagbestrijding in freesia-kassen (maar niet in opslagruimten). Uitvoering van grootschalige
circa 70% van de wekactiviteit van de natuurlijke wekstof. De testen zijn gefinancierd door Luxan BV. De resultaten worden nog niet door derden
praktijkproeven die de bruikbaarheid van de methode moeten bewijzen zijn echter nog niet uitgevoerd door gebrek aan financiering.
gebruikt. gebruiker(s) Koppert BV, Berkel en Rodenrijs / Praktijkonderzoek Plant en gebruiker(s) NIKO-TNO, Groningen / AVEBE b.a., Foxhol / Hildebrands
Laboratorium voor Bodemziekten BV, Wijster / Luxan BV, Elst / DSM Research BV, Geleen / Stratos BV, Veenwouden
Omgeving, Naaldwijk / PBG, Aalsmeer
60
utilisatierapport 2003
ACH.4438
BAA projectleider
Molecular recognition in dendrimeric catalysts
Prof.dr. P.W.N.M. van Leeuwen
totale toewijzing in k€
584,03
doelstelling Het doel is het gebruik van secundaire interacties in grotere
systemen gebaseerd op dendrimeren. Toepassing van palladium, rhodium en ruthenium als metaalcentra maakt het mogelijk om een groot aantal verschillende reacties te bestuderen. Toepassingen kunnen liggen op het gebied van productie van intermediairen voor de fijnchemie. resultaat na 5 jaar De resultaten van dit project tonen aan dat NCN-pincer
palladium en platina complexen veelzijdige startverbindingen vormen van nieuwe oranometaalverbindingen met toepassingen op het gebied van katalyse, kristal engineering en (macro)moleculaire visualisatie. Deze materialen kunnen zo ontworpen worden dat ze bio- of oplossingscompatible zijn en/of een specifiek aggregatiegedrag vertonen. Niet-covalente opbouw van katalytisch actieve complexen biedt goede mogelijkheden voor de synthese van bimoleculaire en supramoleculaire katalysatoren. Het project heeft nog niet geresulteerd in directe toepassingen bij de industriële partners, voornamelijk doordat de geteste katalytische reacties niet worden toegepast in processen bij de partners. gebruiker(s) DSM Research BV, Geleen / DOW Benelux BV, Terneuzen / Shell
Research and Technology Centre, Amsterdam
| Instelling
B _ para universitaire instituten
BBI.4161
BCA
Transgenic reporter fish as in vivo monitors of hormonal pollutants
projectleider
Dr. P.T. van der Saag totale toewijzing in k€ 232,30 contracten Overdracht STW; Hubrecht Laboratorium; BioDetection Systems BV
doelstelling Vervuiling van onze wateren met chemische stoffen die het
vrouwelijke hormoon oestradiol nabootsen kan leiden tot vervrouwelijking van mannelijke vissen en een verminderde voortplanting. Verdere ophoping van dergelijke hormoonverstorende stoffen in ons milieu moet worden tegengegaan. Doel was om een model te maken om te voorspellen of een stof zich als oestrogeen zal gaan gedragen in een vis. resultaat na 5 jaar In dit nog lopende project is een transgene zebravis ontwikkeld
die reageert op de aanwezigheid van oestrogenen in water. De respons in de vis is makkelijk te meten en blijkt een goede voorspellende waarde te hebben voor het oestrogeen-nabootsende karakter van stoffen. De rechten op de transgene vis zijn overgedragen aan het bedrijf BDS BV Momenteel wordt bekeken hoe deze methode zich verhoudt t.o.v. inmiddels ontwikkelde concurrerende methoden. Tevens wordt onderzocht of de in dit project gekozen unieke aanpak voor andere moeilijk meetbare toxicologische eindpunten toepasbaar is. gebruiker(s) RIKZ, Kamperland / NOTOX, Den Bosch / BioDetection Systems BV,
Amsterdam
61
projecten 1997
Ontwikkeling van een platform voor visualisatie en analyse van 3D-reconstructies uit serie-coupes ten behoeve van morfologisch onderzoek
BBI.4326
ACA projectleider
Dr.ir. F.J. Verbeek
totale toewijzing in k€
283,16
doelstelling Voor een morfologische en functionele analyse van biologische
structuren is het veelal noodzakelijk de derde dimensie te kennen. Uit een reeks van plan parallelle histologische coupes kan met behulp van geschikte software de derde dimensie worden gereconstrueerd. Doel van het project is het ontwikkelen van goede en toegankelijke software voor visualisatie en analyse van 3D reconstructies. resultaat na 5 jaar Er is een gebruikersvriendelijk software-platform ontwikkeld
voor het maken van 3D modellen uit series van microscoopbeelden. Tevens is er een microscoopopstelling gebouwd waarmee bij verschillende resoluties een 3D dataset uit seriecoupes wordt verkregen. Momenteel worden de mogelijkheden onderzocht om op basis van een eventueel octrooi een spin-off bedrijfje op te zetten met behulp van een BioPartner subsidie. gebruiker(s) AMC, Amsterdam / TNO-TPD TU Delft / LUMC, Leiden / Stichting
Academisch Rekencentrum Amsterdam / Iris Vision BV, Etten-Leur/ Leica Microsystems BV, Rijswijk
| Instelling
C _ centrum voor wiskunde en informatica
CWI.4088
CCC
Facial Analysis and Synthesis of Expressions (FASE)
projectleider Drs. P.J.W. ten Hagen Overdracht STW; Epictoid BV
totale toewijzing in k€
685,83
contracten
doelstelling Doel is het onderzoeken van methoden en technieken om gezichts-
uitdrukkingen te kunnen waarnemen, herkennen, reproduceren, en autonoom te genereren als onderdeel van computeranimaties. Er zal een gezichtsanimatie systeem worden ontwikkeld dat gebruik maakt van sturingsinput die verkregen is door ‘computer-vision’ analyse van een acteur/actrice opgenomen door een camera. resultaat na 5 jaar Er is een computermodel ontwikkeld van het menselijk hoofd
gebruikmakend van 3D geometrie en een benaderende representatie van de fysionomie (skelet, spieren, huid). Daarnaast is een fijnmazig animatiesysteem gemaakt dat het gezicht kunstmatig maar op realistische wijze kan bewegen. Het ontwikkelde animatiesysteem met de naam CharToon is ingebracht in een nieuw spin-off bedrijf van het CWI, Epictoid BV, dat tot doel heeft nieuwe animatiesystemen met CharToon als uitgangspunt op de markt te brengen. gebruiker(s) Doven Instituut, St Michielsgestel / TNO Telecom, Leidschendam /
NOB Interactive, Hilversum / General Design, Amsterdam / Philips Research Laboratories, Eindhoven / Philips Multimedia Center / PMC, Sunnyvale / Philips Research, Briarcliff Manor / Humanoid, Vejle
62
utilisatierapport 2003
DTN.3736
| Instelling
D _ technische
Silicon drift sensors
BBA
universiteit delft
projectleider
Prof.dr.ir. C.W.E. van Eijk totale toewijzing in k€ 455,77 contracten Bijdrage Bruker Nonius BV; Bijdrage Philips Analytical BV inkomsten in k€ 77,15
doelstelling Ontwikkeling van Silicon drift-sensoren (SDD) voor de detectie van
laag-energetische Röntgen-straling, geladen deeltjes en licht. Deze sensoren geven zeer nauwkeurige positie-informatie (1D of 2D) uit de tijdspanne die elektronen, vrijgemaakt op de plaats van interactie met de straling, nodig hebben om naar de collector-electrode te driften. De zeer lage capaciteit van de sensor levert een extreem goede signaal/ruis verhouding. Toepassingen zijn bijvoorbeeld röntgendiffractie voor materiaal-analyses, medische diagnostiek en in de hoge-energie fysica. Gebruikers zijn producenten van allerlei apparatuur voor element- en structuur-analyse. resultaat na 5 jaar Het productieproces voor de SDD is geoptimaliseerd en
uitgebreid met een integratiestap voor de versterker. De ruisbronnen zijn gekarakteriseerd. De energieresolutie is echter nog beperkt, hoewel de oorzaken inmiddels zijn geïdentificeerd. Het onderzoek naar verbetering van de resolutie loopt nog, thans in samenwerking met een Fins bedrijf. gebruiker(s) Bruker Nonius BV, Delft
DEL.3780
ABA projectleider
Reliability of micromechanical structures; technology, design and 1st level packaging
Dr.ir. A. Bossche
totale toewijzing in k€
501,57
DEL.3891
BAA projectleider
Identification and Predictive Control of Non-Linear systems in the Process Industry (IPC-NL)
Prof.dr.ir. M.H.G. Verhaegen
totale toewijzing in k€
529,19
doelstelling De afgelopen jaren heeft de ontwikkeling van MEMS (micro -
doelstelling In het project worden methoden ontwikkeld om de procesindustrie in
electromechanical systems) een stormachtig verloop gekend. Over hun
staat te stellen de huidige in gebruik zijnde Model Predictive Controller (MPC)
betrouwbaarheid is echter nog weinig bekend. Dit onderzoek is gericht op:
schema’s uit te breiden voor belangrijke categorieën van niet-lineaire systemen.
1) Het bestuderen van de betrouwbaarheid van druksensoren, versnellingssensoren en resonatoren en 2) Onderzoek naar packaging technieken.
Deze systemen bevatten processen, die zelfs voor een beperkt bereik een niet-lineair gedrag vertonen alsook systemen die door een beter economisch
resultaat na 5 jaar De lange-termijnstabiliteit van resonatoren is bestudeerd.
gebruik niet-lineaire, dynamische transities ondergaan. Voorbeelden zijn hoge zuiverheid distillatiekolommen en bioreactoren.
De resultaten wijzen erop dat depositie van een dunne oxidelaag op de siliciumnitridebalkjes de door oxidatie veroorzaakte verstijving tegengaat. Een sensor is ontwikkeld die kleine stofdeeltjes in lucht kan meten. Verder is
resultaat na 5 jaar Concrete initiatieven werden tijdens het project genomen om de
een nieuwe etsmethode ontwikkeld voor de fabrikage van micromechanische
de genomen initiatieven werd uitgevoerd in samenwerking met Ipcos en betrof
structuren en sensoren. Groot voordeel van deze methode is het gebruik van slechts één etsstap, zonder gebruik te maken van een hoge dotering, externe
de schatting van de economische voordelen, die de ontwikkelde methoden konden hebben voor een hoge zuiverheid distillatiekolom. De onderzoeks-
elektroden en speciale etshouders.
resultaten hebben niet direct tot producten geleid. Echter ze hebben wel een stimulans gevormd om de Nederlandse MPC technologieontwerpers te helpen
gebruiker(s) Xensor Integration BV, Delft / Texas Instruments Holland BV, Almelo
de richting te bepalen waarin productvernieuwingen ontwikkeld zullen worden.
relevantie te demonstreren in een industriële procesindustrie-context. Een van
/ Gefran Sensori, Provaglio / Melexis R&D Center, Tessenderlo gebruiker(s) Esso Nederland BV, Botlek / IPCOS Technology BV, Boxtel /
TNO-TPD TU Delft / Unilever Research, Vlaardingen / Tai-Ji Control, Eindhoven / DSM Services, Geleen
63
projecten 1997
DCT.3923
CAA
A combined experimental/numerical approach to crack propagation in concrete and rock
DCT.3942
BBA
Detectie en karakterisering van defecten in staalconstructies
projectleider
D r . i r . L . J . S l u y s t o t a l e t o e w i j z i n g i n k€ 6 6 3 , 7 9 c o n t r a c t e n Samenwerking onderzoek Technische Universiteit Delft; STW; Shell SIEP BV inkomsten in k€ 54,46
projectleider
doelstelling Experimenteel en numeriek onderzoek naar het breukgedrag van
doelstelling Dit onderzoek is een vervolg op het in eind 1993 afgesloten project
beton en rots om te komen tot betere voorspellingen. Getracht wordt twee
DCT.1750. Uiteindelijk doel is het van enige afstand ultrasoon detecteren,
verschillende modelbenaderingen te combineren. Uiteindelijk doel is een betrouwbare procedure voor het bepalen van de modelparameters. Een
localiseren en karakteriseren van vermoeiingsscheuren in staalconstructies.
praktijkprobleem dat van groot belang is voor de olieindustrie, boorgat-
resultaat na 5 jaar Het onderzoek is beperkt tot staalplaten met een dikte van
stabiliteit, zal worden gebruikt voor validatie.
25 tot 40 mm. Gebaseerd op ray-tracing is een twee-dimensionaal imagingalgoritme ontwikkeld voor lokalisatie en karakterisatie van interne en
resultaat na 5 jaar Het onderzoek is nog gaande. Het experimentele onderzoek
vordert goed. De twee hiervoor aangenomen onderzoekers hebben ieder een
oppervlaktedefecten. Voor de experimentele verificatie is een nieuw scansysteem met bijbehorende software beschikbaar. In samenwerking met
nieuwe proefopstelling ontwikkeld om verschillende aspecten te onderzoeken.
de Bouwdienst RWS is onderzocht of de methode kan worden gebruikt voor
Daarmee zijn interessante resultaten behaald. Voor het numerieke onderzoek kon helaas geen promovendus worden gevonden. Naast de experimenten
metingen aan het brugdek van de Brienenoordbrug. Op dit moment wordt slechts een deel van de defecten in deze complexere omgeving gedetecteerd.
Prof.ir. A.C.W.M. Vrouwenvelder
totale toewijzing in k€
316,86
worden in beperkte mate numerieke simulaties uitgevoerd. gebruiker(s) Bouwdienst Rijkswaterstaat, Zoetermeer / Röntgen Technische gebruiker(s) Intron BV, Culemborg / Adviesbureau ir. J.G. Hageman BV, Rijswijk /
Dienst BV, Rotterdam / Corus Staal BV, IJmuiden / TNO-TPD, Delft / Shell
Bouwdienst Rijkswaterstaat, Utrecht / TNO DIANA BV, Delft / Shell SIEP BV, Rijswijk
Research and Technology Centre, Amsterdam / KEMA Nederland BV, Arnhem
DEL.3943
ACB projectleider
Ontwerp en realisatie van de elektronische systemen en schakelingen voor subminiatuur hoortoestellen met sterk richtingsgevoelige microfoon-arrays
Dr.ir. W.A. Serdijn
totale toewijzing in k€
211,24
inkomsten in k€
9,08
DEL.3945
AAA
High-definition projection display based on micromachined silicon structures
p r o j e c t l e i d e r P r o f . d r . P . J . F r e n c h t o t a l e t o e w i j z i n g i n k€ 3 2 0 , 1 2 NL.1020341 Werkwijze voor het uitvoeren van een etsbewerking
octrooien
doelstelling Het doel van het onderzoek is het ontwikkelen van een ‘hoorbril’ met
doelstelling Een technologie voor lichtmodulatoren wordt ontwikkeld, toepasbaar
behulp van micro-electronica. Deze bril versterkt alleen geluid dat uit de richting
in projectiedisplays, directe lithografie of adaptieve optica. Twee types
komt waarin je kijkt.
modulatoren worden onderzocht op basis van micromachining technieken
resultaat na 5 jaar De resultaten van het onderzoek hebben geleid tot de
membranen van pixels en elastische lagen met daarop een dunne metaallaag. Per pixel zorgt in beide gevallen een elektrisch signaal voor de mechanische
ontwikkeling van een energiezuinige ‘hoor’chip voor de signaalverwerking, zodat een brillenfabrikant de gehoorelektronica makkelijk in het montuur kan
vervorming. Beide zijn inherent eenvoudig, hoog van optische kwaliteit en kunnen hoog optisch vermogen aan.
verwerken zodat een zonnecel kan voorzien in de energievoorziening. De vier microfoontjes in de brillenpoot zetten geluid, dat uit verschillende richtingen komt, om in elektrische signalen. De details van het onderzoek staan vermeld in
resultaat na 5 jaar Er is een technologie ontwikkeld om metaallagen van 100 nm
het proefschrift ‘optimal design of analogue low-power system’ van D. Rocha.
lagen. Deze opzet wordt gebruikt voor lichtmodulatoren, maar kan ook andere
gebruiker(s) AMC, Amsterdam / Duran Audio BV, Zaltbommel / SonionMicrotronic
toepassingen vinden, bijvoorbeeld bij de productie van optische tralies. Verdere uitwerking van de technologie is vereist met betrekking tot bijvoorbeeld
Nederland BV, Amsterdam / Nederlandse Vereniging voor Slechthorenden, Houten / Beltone Netherlands BV, Eindhoven
lange-termijn stabiliteit. Als dit eenmaal goed onder controle is, dan kan in principe deze technologie worden toegepast om op goedkope wijze uitstekende
dikte heel precies aan te brengen op 5 micrometer dunne visco-elastische
modulatoren te fabriceren om daarmee de groeiende projectie-display markt te voorzien. gebruiker(s) Philips Components, Eindhoven / MIVATEC Hard- und Software
GmbH, Schnaich / TNO-TPD, Delft / Philips Research Laboratories, Eindhoven / Delft Electronic Products BV, Roden
64
utilisatierapport 2003
DGD.4006
BBB
Efficient measurement of piping installations by digital photogrammetry
DCT.4010
BCB
Geïntegreerd experimenteel/numeriek onderzoek aan cementgebonden materialen
projectleider
Prof.dr.ir. M.G. Vosselman totale toewijzing in k€ 303,60 contracten Letter of intent STW; Ingenieursbureau Geodelta BV inkomsten in k€ 3,40
projectleider
Prof.dr.ir. J.C. Walraven totale toewijzing Licentie STW; DelftTech BV inkomsten in k€ 138,39
in k€
doelstelling Ontwikkeling van een interactief systeem waarmee een digitaal
doelstelling Theoretisch, experimenteel en numeriek onderzoek aan beton en
3D-model gebouwd kan worden van bestaande pijpleidingsystemen van
gerelateerde materialen in 5 hoofdprojecten, elk uiteenvallend in subprojecten.
industriële installaties op basis van digitale foto’s. Hiermee kan een grote verbetering en tevens een kostenreductie bereikt worden, omdat bestaande
Rode draad is de samenhang tussen microstructuur, microstructurele veranderingen en macroscopisch gedrag, gericht op het optimaliseren van materialen
installaties vaak niet of niet correct beschreven zijn.
voor specifieke toepassingen. Doel is ook samenwerking tussen groepen
2.728,73
contracten
binnen de TUD, TUE en de onderzoekschool BOUW. resultaat na 5 jaar De doelstellingen werden gerealiseerd en de ontwikkelde
software werd toegepast op beelden van het inwendige van een schip, gemaakt door Ingenieursbureau Geodelta. In 1998 werd een contract getekend tussen
resultaat na 5 jaar In dit miniprogramma, dat nog loopt, zijn interessante resultaten
STW en Geodelta. Siemens toonde interesse maar werd door Geodelta
Er is een overeenkomst over commercialisering van software gesloten met
uitgesloten. Geodelta heeft het contract nooit geëfectueerd. Reden was de hoge kosten van het softwareproduct ACIS (13,6 k € ). In 2001 is een door de
DelftTech. Resultaten droegen bij tot de bijstelling van Nederlandse en Europese normen. Een nieuw ontwikkelde betonsoort (zelfverdichtend, hoge
EU gefinancierd project gestart, STAR (www.realviz.com/STAR) waarin voort-
sterkte, vezelversterkt) wordt in een groot tunnelproject in de praktijk getest.
gebouwd wordt op de resultaten van het onderhavige STW-project. In 2003 zal met Siemens verder gesproken worden over de mogelijkheden tot utilisatie.
gebruiker(s) TNO Bouw en DIANA BV, Delft / Intron BV, Culemborg / Akzo Nobel
gebruiker(s) TNO-TPD TU Delft / Ingenieursbureau Geodelta BV, Delft / Stork
Coatings BV, Sassenheim en Groot Ammers/ Centraal Bureau voor Schimmelcultures, Utrecht / Adviesbureau Hageman BV, Rijswijk / Bouwdienst RWS,
Engineers & Contractors BV, Amsterdam
Utrecht / VOBN, Veenendaal / Silidur Benelux NV, Rotterdam / Stork Veco BV,
behaald en is in beperkte mate toegenomen samenwerking tot stand gebracht.
Eerbeek / Sigma Coatings BV, Amsterdam / Roelfstra Consultants BV, Mheer / Shell SIEP BV, Rijswijk / Mebin BV, Amsterdam / ITM CV, Zwijndrecht / KEMA Ned. BV, Arnhem / DSM Resins BV, Zwolle / Spanbeton BV, Koudekerk a/d Rijn
DST.4027
CCA
Geïntegreerd procesmodel voor de P-eliminatie-activiteit in actief slibprocessen onder aerobe en denitrificerende condities
projectleider contracten
Prof.dr.ir. M.C.M. van Loosdrecht totale toewijzing Bijdrage Witteveen & Bos inkomsten in k€ 72,61
in k€
DEL.4038
Hydrogen in the SIMOX oxide
AAA 141,40
projectleider
Prof.dr. A. van Veen
totale toewijzing in k€
216,28
doelstelling Het beheersbaar maken en optimaliseren van de biologische
doelstelling SIMOX (Separation by Implantation of OXygen) is een gelaagd
stikstof- en fosfaatverwijdering in praktijk actiefslibinstallaties. Er wordt een
materiaal dat steeds belangrijker wordt voor de fabricage van elektronische
geïntegreerd dynamisch procesmodel ontwikkeld dat ecologische interacties
devices en circuits. De buitenste laag silicium is geïsoleerd van de wafer door
in slib beschrijft. Om de bruikbaarheid te waarborgen is het noodzakelijk om de modelstructuur te analyseren op parameter gevoeligheid en -identificatie
een geïmplanteerde oxide-laag. Deze laag bevordert echter de opname van waterstof, wat een aantal negatieve effecten op de elektrische eigenschappen
mogelijkheden. Het model wordt gebruikt om strategieën te ontwikkelen om de nutriëntenverwijdering in praktijkzuiveringsinstallaties uit te voeren met
van het materiaal heeft. Waterstof kan atoombindingen in het oxide openbreken en zorgen voor het ontstaan van gefixeerde ladingen in het oxide. Doel van het
minimaal energie en organisch koolstof verbruik. Medefinanciering door de
project was deze effecten te bestuderen en te minimaliseren.
STOWA en Witteveen & Bos. resultaat na 5 jaar De defecten die ontstaan bij waterstofinteractie konden resultaat na 5 jaar Een nieuw integraal model kwam tot stand voor de beschrijving
geïdentificeerd worden en het verloop van defectreacties kon vastgesteld
van biologische nutriënten verwijdering. Op verzoek van Witteveen en Bos en de Dienst Water en Riolering Amsterdam is een modelgebaseerde vergelijking
worden door positronenbundelonderzoek en waterstofgas-desorptie spectrometrie. Tevens werd aangetoond dat de silicium toplaag een barrière
gemaakt tussen het phoredox- en het UCT-proces. Deze evaluatie heeft bijgedragen aan de systeemkeuze voor de nieuwe zuiveringsinstallatie Amsterdam
vormt voor waterstofgas dat onder invloed van defectreacties vrijkomt uit het oxide. Zijwaartse diffusie in het oxide gaat echter snel. De resultaten kunnen
West. Het bleek mogelijk een robuuste regeling te ontwerpen, ongevoelig voor
gebruikt worden voor een betere voorspelling van de waterstofhuishouding
foute calibratie of verloop van de redoxelectrode. Hiermee kon een signifficante reductie in het energieverbruik voor recirculatiepompen worden bewerkstelligd.
en waterstof-siliciumoxide interacties die plaats vinden gedurende de processtappen van IC-fabricage.
gebruiker(s) Witteveen & Bos, Deventer / Zuiveringsschap Hollandse Eilanden, Dordrecht / STOWA, Utrecht / Hoogheemraadschap van Rijnland, Leiden /
gebruiker(s) Teladin Consultancy BV, Gouda / Philips Semiconductors, Nijmegen
Waterschap Groot Salland, Zwolle / Grontmij Advies & Techniek, De Bilt
/ Universiteit Leuven
65
projecten 1997
DCT.4090
CBA
Characterization of the Non-linear Asphaltic Concrete Response (ACRe)
DST.4094
ABA
Toepassing van MAP (Marine Adhesive Proteins) als lijm in de geneeskunde
projectleider
Prof.dr.ir. A.A.A. Molenaar totale toewijzing in k€ 819,46 contracten Optielicentie STW; Technische Universiteit Delft; Shell International Oil Products; Bijdrage Rijkswaterstaat inkomsten in k€ 47,66
Dr. M.C. van der Leeden NL.1000732 Eiwit bevattende fractie
doelstelling Om tot een geïntegreerde ontwerpmethode voor wegverhardingen
doelstelling Onderzoek naar het ontwikkelen van industrieel produceerbare lijm
te komen, wordt gewerkt aan een materiaalmodel dat in principe voor alle
voor medische toepassingen. In de eerste fase wordt de betekenis onderzocht
wegenbouwmaterialen gebruikt kan worden. Uit een uitgebreid testprogramma van vooral uni-axiale trek- en drukproeven aan asfaltbeton moet worden
van de bijzondere peptidenstructuur in de mosseleiwitsubstantie voor adsorptie en adhesie op hydrofiele substraten. De tweede fase betreft het mechanisme
vastgesteld op welke wijze de materiaalparameters bepaald kunnen worden.
van crosslinking waarmee op het geadsorbeerde mosseleiwit een stevige
resultaat na 5 jaar Voor het proevenprogramma is nieuwe apparatuur ontwikkeld.
hechtlaag wordt opgebouwd. In de derde fase zal op basis van deze eerdere inzichten een lijm worden geformuleerd die geschikt is voor klinische testen.
De proefopzet levert diepgaand inzicht in het materiaalgedrag, is echter niet geschikt om in de praktijk snel nieuwe materialen te karakteriseren. Belangrijk
resultaat na 5 jaar De doelen zijn slechts deels bereikt. Het Mefp-1 eiwit is
resultaat: voor dat laatste moeten betere proeven worden ontwikkeld.
bestudeerd als modelsysteem. Daarnaast zijn nog andere mosseleiwitten op
Computermodel CAPA-3D is uitgebreid. Deze kennis zal in bijvoorbeeld een PAO-cursus worden aangeboden. De onderzoekster is deels door RWS-DWW,
hun hechtingseigenschappen of hun betrokkenheid bij de hechting onderzocht. Een lijm voor medische toepassingen is echter (nog) niet gerealiseerd. In een
deels door de TU Delft in dienst genomen en is betrokken bij de formulering
vervolgproject moet duidelijk worden of er een synthetische lijm op basis van
van vervolgonderzoek.
de structuureigenschappen van Mefp1 mogelijk is. Na beëindiging van het onderzoek bleek BasF bereid k€ 60 te investeren in een haalbaarheids-
gebruiker(s) Belgian Road Research Centre (BRRC), Brussel / Rijkswaterstaat,
onderzoek (in eigen beheer) naar een mogelijke synthese van de Mefp-eiwitten. Het testen van die gesynthetiseerde polymeren gebeurt bij de TU Delft. STW
Delft / Shell Global Solutions S.A., Petit-Couronne
projectleider
totale toewijzing in k€
454,45
octrooien
financiert daarvoor nog 15-30 weken een technisch assistent. gebruiker(s) IsoTis NV, Bilthoven / Bioscan BV, Bilthoven / Bioplex Medical BV,
Vaals
DTN.4108
BAA projectleider
Decomposition and combustion of Hydrazinium Nitroformate (HNF) and HNF-based propellants
Prof.dr. D.J.E.M. Roekaerts
totale toewijzing in k€
247,70
DCT.4129
AAA projectleider
Dissipation of surface waves in turbulent counter currents
Prof.dr.ir. J.A. Battjes
totale toewijzing in k€
209,00
doelstelling Onderzoek naar de verbrandingseigenschappen van Hydrazinium
doelstelling Op zee opgewekte windgolven kunnen een gebied binnenlopen van
Nitroformaat (HNF) om meer inzicht te krijgen in de verbranding van puur
in sterkte toenemende tegenstroom, met name in de monding van een rivier.
HNF en HNF-houdende stuwstoffen, in het bijzonder stuwstoffen met het
Daarbij neemt de golfhoogte toe. Het doel was deze verschijnselen te onder-
energetische glycidyl azide polymeer (GAP) als binder, met als doel gebruik als stuwstof in raketten.
zoeken, met name de verhevigde dissipatie van golfenergie die ermee gepaard gaat en die een belangrijke goeddeels onbekende rol speelt in golfdoordringing in estuaria en zeegaten.
resultaat na 5 jaar Het onderzoek heeft de toepassingen dichterbij gebracht,
maar er is nog verder onderzoek nodig. HNF-houdende stuwstoffen de
resultaat na 5 jaar Een goede voorspelling van het bovengenoemde probleem in
huidige stuwstoffen in lanceerders kunnen vervangen, zal eerst een geschikte katalysator gevonden moeten worden die de brandeigenschappen van een
estuaria en in rivieren is voor de berekening van waterkerende constructies van groot belang. Het onderzoek heeft geleid tot nieuwe inzichten die gebruikt
HNF-houdende stuwstof zodanig aanpast, dat een veilige en stabiele
zijn in de modellering van de golfvoortplanting op stroom, en heeft waardevolle
verbranding mogelijk gemaakt wordt. Dit vormt de kern van een nieuw STW-project dat in het voorjaar van 2003 van start is gegaan (ACH.4142).
experimentele gegevens opgeleverd die gebruikt zijn en verder gebruikt kunnen worden in ijking van dergelijke numerieke modellen. De daadwerkelijke
De applicatie van HNF wordt door TNO-PML ook in Europees verband onderzocht in andere onderzoeksprogramma’s in samenwerking met onder
implementatie van de resultaten in operationele modellen valt buiten het bestek van dit project en moet nog plaats vinden.
andere ESA, APP, FiatAvio, Nobel Enterprises en Astrium. gebruiker(s) WL / Delft Hydraulics, Delft / RIKZ, Den Haag / Albatros Flow gebruiker(s) ESA/ESTEC, Noordwijk / Aerospace Propulsion Products BV, Bergen
Op Zoom / TNO-PML, Rijswijk / NIVR, Delft
Research, Vollenhove / Alkyon Hydraulic Consult.& Research BV, Emmeloord / RIZA, Lelystad
66
utilisatierapport 2003
DWT.4130
A00 projectleider
Models for short-range dispersion of air pollution in an urban environment
Prof.dr.ir. F.T.M. Nieuwstadt
totale toewijzing in k€
154,57
DCT.4192
BCB projectleider k€
Mechanische eigenschappen van funderingsmaterialen en zanden in relatie tot fysische te bepalen materiaalkenmerken
Prof.dr.ir. A.A.A. Molenaar
totale toewijzing in k€
456,01
inkomsten in
27,27
doelstelling Luchtverontreiniging is nog steeds een groot probleem, vooral in
doelstelling Door middel van experimenteel en numeriek onderzoek te komen
stedelijke gebieden. Het project heeft tot doel om numerieke modellen te
tot beter begrip van het feitelijke mechanische gedrag van een wegconstructie
ontwikkelen waarmee de verspreiding van vervuiling in stedelijke gebieden kan worden berekend. Hierbij zal gebruik gemaakt worden van Large Eddy
en de erin toegepaste materialen onder realistische belastingen en tot betere modellering van het gedrag van zandbed, steenfundering en straatlaag. Daarbij
Simulaties (LES). De modellen zijn onder andere van belang bij het voorspellen
wordt zowel gekeken naar ongebonden materialen als naar zogenaamde
van maatregelen om luchtverontreiniging tegen te gaan.
hydraulisch menggranulaat.
resultaat na 5 jaar Het was de bedoeling om de resultaten te gebruiken bij het
resultaat na 5 jaar De eisen voor wegfunderingen zijn, zowel in Nederland als
verbeteren van het Nederlands Nationaal Luchtverontreiningsmodel. Dit model
elders, nog in hoge mate empirisch. Nadelen daarvan zijn onder andere dat de
wordt gebruikt door TNO-MEP, KEMA, provincies, gemeenten en bedrijven.
invoering van alternatieve materialen wordt belemmerd en dat de gebruikte
Zover is het echter nooit gekomen, omdat het project wegens ziekte van de onderzoeker niet tot bruikbare resultaten heeft geleid.
materialen niet volledig worden benut (wat de constructie onnodig duur maakt). Uit beter begrip van de materialen kunnen betere richtlijnen worden afgeleid. Resultaten van het onderzoek zijn ingebracht in zowel Nederlandse als
gebruiker(s) RIVM, Bilthoven
Europese commissies die zich richten op vernieuwing van de regelgeving. gebruiker(s) NPC Netherlands Pavement Consultants BV, Utrecht / GeoDelft BV,
Delft / Rijkswaterstaat, Delft / Eerland Recycling Services, Geldermalsen / KOAC-WMD, Apeldoorn / Stichting CROW, Ede
DEL.4203
ABB projectleider
An integrated multiwavelength Terabit receiver
Prof.dr.ir. M.K. Smit
totale toewijzing in k€
668,17
inkomsten in k€
DLR.4329
BBA projectleider
Stabiliteit van dunwandige schaalconstructies
Ir. T.J. van Baten
totale toewijzing in k€
509,15
inkomsten in k€
18,16
317,65
doelstelling Optische, multi-golflengte transmissie is de meestbelovende
doelstelling Dit project richt zich op de ontwikkeling en experimentele verificatie
oplossing voor de toenemende vraag naar meer capaciteit voor telecom-
van voorspellingsmethodieken voor de stabiliteit van dunwandige schaal-
municatie-diensten. Het onderzoek zal een compacte ontvanger module
constructies. Deze worden veel toegepast in de vliegtuigbouw, maar ook bij
moeten opleveren voor 8 golflengte kanalen met een capaciteit van 10 Gbit/sec per kanaal. Ook de haalbaarheid van een 16 kanaals ontvanger met
het (weg/water) transport van vloeistoffen en gassen. Materialen die getest worden zijn staal, aluminium, Vezel Metaal Laminaten (waaronder Glare) en
2 input-polarisaties per kanaal en een bandbreedte van 40 Gbit/sec per kanaal zal worden onderzocht om te komen tot een 1,2 Terabit/sec ontvanger.
composieten.
De 40 Gbit/s GaAs ‘front-ends’ zullen door TNO-FEL worden ontwikkeld.
resultaat na 5 jaar De beoogde testopstelling bleek veel duurder dan oorspronke-
resultaat na 5 jaar Een multi-golflengte ontvanger is gefabriceerd en voorzien van
lijk begroot en is daarom niet gebouwd. Een groot deel van het geplande onderzoek kon daardoor niet worden gerealiseerd. Wel is een analysemethodiek
een package en is getest. Twee prototypes zijn gefabriceerd en beschikbaar
ontwikkeld waarmee de plastische vervorming van Glare panelen kan worden
voor verdere integratie met door TNO-FEL gerealiseerde versterkers. Het ontwerp voor de connectie met de versterkers is gereed. De ontwikkelde
geverifieerd. De bijbehorende metingen zijn nog niet afgerond. Verder is een praktische ontwerpmethode ontwikkeld voor verstijfde panelen. De resultaten
kennis rond polarisatie-omzetters wordt gebruikt in een vervolgproject POLIS (EOE.5465). ThreeFivePhotonics (startup bedrijf) brengt reeds 4-kanaals
van het onderzoek kunnen worden gebruikt bij verdere ontwikkeling en toepassingen van Vezel Metaal Laminaten.
ontvangers met 2,5 en 10 Gbit/s op de markt. De resultaten van het Terabit project en POLIS zijn van groot belang voor hun ontwikkeling van de volgende generatie ontvangers.
gebruiker(s) Rexroth Hydraudyne BV., Boxtel / Corus, IJmuiden / Fokker
Aerostructures BV, Dordrecht / Structural Laminates BV, Delft / Kappa Packaging Development Centre BV, Hoogeveen / NLR Testhouse, Schiphol
gebruiker(s) Ingenieursbureau Coenecoop BV, Waddinxveen / ThreeFive
Photonics BV, Houten / TNO-FEL, Den Haag
Airport
67
projecten 1997
DEL.4348
BBA projectleider
Advanced dry etching for next generation thin film heads for magnetic recording
Dr. E.W.J.M. van der Drift
totale toewijzing in k€
207,21
inkomsten in k€
DEL.4366
BBA projectleider
Geïntegreerde lineaire RF vermogensversterkers
Prof.dr. J.L. Tauritz M.Sc.
totale toewijzing in k€
236,72
45,38
doelstelling Aan magnetische materialen die worden gebruikt voor het opslaan
doelstelling Het 1.9 GHz digitale cellulaire radionetwerk is gebaseerd op de
van digitale informatie worden steeds hogere eisen gesteld. Dit project beoogt
zogenaamde CDMA (Code Division Multiple Access) systeemimplementatie,
een doorbraak te realiseren in de technologie voor miniaturisatie van dunnefilm koppen die worden toegepast in magnetische data-opslagsystemen.
waarin gebruik wordt gemaakt van QPSK (Quadrature Phase Shift Keying) modulatie. In CDMA is signaalontvangst mogelijk met stoorbronnen tot 18 dB
Een nieuwe methode om patronen aan te brengen met behulp van reactieve
groter dan de signalen zelf. Dit heeft een aantal belangrijke consequenties voor
hoge-dichtheidsplasma’s zal worden ontwikkeld.
de RF vermogensversterkers. De versterker moet (semi-)lineair zijn en de dissipatie is een belangrijk aspect. Ook factoren als afmetingen en kosten
resultaat na 5 jaar Een snel anisotroop proces om patronen aan te brengen op
spelen een rol, waardoor het voor de hand ligt naar oplossingen te zoeken in het nieuwe bipolaire Dubbel Poly proces.
magnetische materialen is ontwikkeld. De behaalde etssnelheid van 300 nm/min is van dezelfde orde van grootte als bij nat chemisch etsen. In dit opzicht was het project zeer succesvol. Gedurende het project verminderde echter de interesse van Philips en Onstream om de methode daadwerkelijk
resultaat na 5 jaar Het onderzoek betrof het integrale ontwerpproces voor de
toe te gaan passen. Voor de toekomst worden wel mogelijkheden gezien
effectievere ontwerpstrategie in de trade-off van lineairisatietechnieken voor
voor toepassing bij de ontwikkeling van magnetische RAM geheugens.
het hele gamma van topologieën, bijv. translineaire schakelingen, instelbare load-line-technieken zoals Dohertry-configuratie, enz. De meettechniek is op
gebruiker(s) Philips Research Laboratories, Eindhoven / Alcatel CIT, Annecy /
maat gemaakt voor microgolf-ontwerpers. Gebruik van brede selectie meetinstrumenten bewerkstelligt een integrale extractie van device-eigenschappen
Bionchip BV, Eindhoven / Alcatel Vacuum Technology, Houten
adaptatie, processing en meetsignaalgeneratie. Toepassing zorgt voor een
van halfgeleiders, alsmede groot- en kleinsignaal parameters onder enkel- en multitoon-excitatie. Deze vectorbenadering is superieur ten opzichte van conventionele load-pullmethoden. Het vaststellen van de prestaties van alle configuraties, opgebouwd uit 2, 3, of 4 poortcomponenten, is hiermee mogelijk gemaakt.
DEL.4369
BCA projectleider
Non-destructive sterility and leakage testing of packaged food products by smart impedance measurements
Prof.dr.ir. G.C.M. Meijer
totale toewijzing in k€
385,99
DST.4376
BBA
Removal of NOx, hydrocarbons and soot from the ex-haust gases of high-temperature diesel engines in Total Energy Installations
projectleider
Prof.ir. C.M. van den Bleek totale toewijzing in EU.01203954.1 Li-Mn-perovskiet inkomsten in k€ 77,14
k€
595,49
octrooien
doelstelling Doel van het project was de ontwikkeling van een nieuwe methode,
doelstelling Dieselmotoren met een hoge uitlaatgastemperatuur (600 - 850 °C)
gebaseerd op het meten van impedanties, voor het niet-destructief testen van
zouden heel efficiënt kunnen worden ingezet bij warmte-kracht installaties. De
zowel de steriliteit van verpakt voedsel (bijvoorbeeld UHT melk) als de kwaliteit
emissie van vervuilende stoffen zoals NOx en roet is echter nog een probleem.
van de voedselverpakkingen (lekdichtheid). De methode maakt gebruik van impedantieveranderingen bij het optreden van bacteriologische groei in voedsel.
Dit project heeft tot doel om katalysatoren te ontwikkelen die NOx en roet uit de hoge-temperatuur rookgassen kunnen verwijderen. Het project voorziet tevens in de bouw van een proefinstallatie.
resultaat na 5 jaar Het project heeft twee mogelijke ontwerpen van elektronische
circuits opgeleverd, waarmee de weerstand R en de capaciteit C van voedsel-
resultaat na 5 jaar Bij het project waren twee bedrijven betrokken, dieselmotoren-
container plus inhoud gemeten kan worden in een frequentiegebied tot 10 MHz met een nauwkeurigheid van 0,1%. Microbiologische tests met een aantal
fabrikant Wärtsilä en Inodes, leverancier van onder andere rookgasreinigingsinstallaties. Inodes is begin 2001 failliet gegaan. Hierdoor kon de bouw van de
specifieke micro-organismen (toegevoegd aan melk en vissaus) bij TNO-
proefinstallatie niet meer doorgaan. Gaandeweg het onderzoek verloor ook
Voeding wezen uit dat met de nieuwe impedantiemeettechniek bacteriologische groei in verpakt voedsel kan worden gedetecteerd kort na de incubatietijd.
Wärtsilä haar interesse en met het het sluiten van de productieafdeling in Zwolle verwaterden de contacten helemaal. Onderzoek naar de ontwikkeling
De methode heeft belangstelling vanuit de voedselindustrie ten behoeve van hun kwaliteitscontrole. De ontwikkelde impedantietechniek wordt inmiddels
van de katalysatoren vindt nog plaats, maar het is onduidelijk of Nederlandse bedrijven in de resultaten geïnteresseerd zijn. Vooruitlopend op mogelijke
ook toegepast in een vervolgproject DMR.5294 in samenwerking met de olie-
interesse is octrooi aangevraagd op een nieuw materiaal voor roetfilters.
industrie voor het bepalen van de water/olie ratio in boorputten. gebruiker(s) Wärtsilä Nederland BV, Zwolle gebruiker(s) Enraf BV, Delft / Impress BV, Deventer / Stork Food & Dairy Systems
BV, Amsterdam / Unilever Research, Vlaardingen / Heineken Technical Services BV, Zoeterwoude
WEGENBOUWSPECIALIST PROF.DR.IR. A. MOLENAAR:
“We bedrijven nu eenmaal geen sterrenkunde” project DCT.4192
| DCT.4192
In Andrès Ariël van Niekerk had prof.dr.ir. André Molenaar,
wat wij doen. Daarom hebben we het onderzoek van Van
hoogleraar aan de faculteit Civiele Techniek van de
Niekerk aangepast. Hij heeft vervolgens zeer waardevol
Technische Universiteit Delft, een meer dan vlijtige
werk afgeleverd. Overigens stellen wij aan elk onderzoek
promovendus. Van Niekerk leverde niet alleen een lijvig
de eis dat het een hoofdstuk bevat dat ingaat op de vraag
proefschrift af. Het proefschrift bleek ook zeer bruikbare
wat de maatschappelijke betekenis van een onderzoek is.
inzichten te bevatten voor de Nederlandse wegenbouw.
Per slot van rekening bedrijven we hier geen sterrenkunde.” De werkwijze van de onderzoeksgroep van Molenaar is
Luisteren naar de praktijk is op een Technische Universiteit
voor STW eigenlijk zeer aantrekkelijk. In wezen doet de
zo ongeveer een gebod, zeker bij een faculteit Civiele
vakgroep zijn huiswerk voor het indienen van een voorstel
Techniek. Zo kon het gebeuren dat de onderzoeksopzet
zo goed dat al geanticipeerd is op mogelijke vragen of
van Van Niekerk uit 1997 naar de effecten van de hardheid,
bezwaren van de jury.
de korrelverdeling, de hoekigheid en mate van verdichting op het elastische en blijvende vormveranderingsgedrag
De bulk van het onderzoek van Van Niekerk heeft bestaan
van natuurlijke materialen, zoals graniet, basalt en kalk-
uit triaxiaal onderzoek. Toen de te onderzoeken materialen
steen, werd omgezet in een onderzoek naar de effecten
eenmaal vaststonden, heeft Van Niekerk ook niet kin-
mengsels van gebroken beton en baksteen, zogeheten
derachtig gedaan: hij gebruikte maar liefst veertig ton
menggranulaten. Dit op verzoek van een aantal potentiële
menggranulaten. De triaxiaalproefstukken die hij daarvan
gebruikers die geconsulteerd waren voordat de opzet naar
maakte waren cylinders met een doorsnee van dertig
STW werd verstuurd ter honorering.
centimeter en een lengte van zestig centimeter. Waar het onderzoek op was gericht, is te vergelijken met de vraag hoe je een kerstboom in een bak met zand zet. Vul je de
Anticiperen op jury
bak eerst met zand en ga je dan de kerstboom planten, dan ondervind je wat de effecten van steunbelasting zijn, je
Molenaar: “Uit bouw- en sloopafval wordt jaarlijks drie
krijgt de boom er niet in, het zand is te stijf en ‘te sterk’;
miljoen ton aan menggranulaten geproduceerd. Daarom
als je echter het zand los op de grond zou storten en dan
waren wegenbouwers meer geïnteresseerd in de effecten
de boom erin zou willen zetten dan lukt dat eenvoudig
van verdichting in dit veelgebruikte materiaal. Ook wilden
maar de boom blijft niet staan, het zand heeft in dat geval
zij weten wat de effecten zijn van de toevoeging van
geen stijfheid en geen sterkte. Het gedrag van zand en
gemalen verbrandingsslakken, afkomstig uit huisvuil-
menggranulaten is dus sterk afhankelijk van de mate
verbrandingsinstallaties en Hoogovens. Achteraf gezien
waarin het materiaal zijdelings wordt ‘opgesloten’. Op die
heeft ‘de praktijk’ gelijk. Wegenbouwers en aannemers
simpele manier is voor iedereen voorstelbaar wat je als
zijn dagelijks bezig met het aanleggen van wegen . Dan is
onderzoeker nu eigenlijk wilt weten. Het belang is daarbij
het logisch dat zij belangstelling hebben voor het gedrag
uit te vinden hoe stevig een ondergrond van een weg moet
van het materiaal dat zij daarvoor gebruiken. Dat geldt
zijn om een solide weg te bouwen die een flinke levens-
ook voor het verzoek om het gebruik van verschillende
duur heeft zonder al te hoge onderhoudskosten.
zandsoorten in Nederland in het onderzoek te betrekken. Er is een groot verschil tussen landzand en zeezand en het is voor aannemers in de wegenbouw van belang te weten welk zand zij in welke toepassing of samenstelling het beste kunnen gebruiken. De praktijk moet iets hebben aan
69
70
utilisatierapport 2003
| DCT.4192
Gebruik vaker en langer de wals
en het is zo goed als afgelopen met alle hobbels en kuilen. Helaas laat echter de kwaliteitcontrole op straatsteenver-
De resultaten van het onderzoek geven een aantal belang-
hardingen in gemeenten in het algemeen te wensen over.”
wekkende inzichten voor de wegenbouw. Ten eerste blijkt dat Nederland eigenlijk te gemakkelijk omgaat met de eisen voor verdichting. Als we in Nederland de lagen onder
Computerprogramma
een weg beter zouden verdichten, dan zou een kleinere onderhoudsbehoefte optreden. Ten tweede blijkt dat
Een mogelijkheid toch verbetering te brengen in deze kwa-
het type breker dat je gebruikt voor het verpulveren van
liteit, is een spin off van het onderzoek van Van Niekerk.
het bouw- en sloopafval nauwelijks invloed heeft op de
Het kenniscentrum voor verkeer, vervoer en infrastructuur,
kwaliteit ervan. Over deze vraag worden vele discussies
de stichting CROW uit Ede, heeft de TU Delft een computer-
gevoerd, mede vanwege de hoge kosten van brekers,
programma laten ontwikkelen voor de dimensionering
maar per saldo blijkt de keuze voor een bepaalde breker
van straatsteenverhardingen en de bepaling van de
niet bepalend voor de kwaliteit van het uiteindelijk te
levensduur ervan. Veel van Van Niekerk’s werk is daarin
gebruiken materiaal voor de laag onder een weg. Een
geïmplementeerd. “Het is een verschrikkelijk ingewikkeld
derde conclusie betreft de eisen aan het te gebruiken
programma, maar de gebruiker merkt daar weinig van.
zand. Die lijken op het eerste gezicht wat ‘losjes’
Hij hoeft alleen maar basisgegevens zoals de te gebruiken
geformuleerd. Dat is niet geheel onterecht, want –
materialen, de belasting en de constructie van de weg
hoewel het meer hoekige en minder éénkorrelige landzand
in te voeren en de levensduur van de weg rolt er als
iets beter voldoet – met alle soorten zand is een goede
uitkomst uit”, vertelt Molenaar. In de nabije toekomst
onderlaag te leggen. Ook bij zanden is verdichting het
gaat Molenaar ook in opdracht van CROW werken aan de
sleutelwoord: hoe dichter de pakking, des te sterker is
verdere ontwikkeling van kleinere proefstukken voor het
het geheel. Met andere woorden, ook met zeezand is
triaxiaal onderzoek.
een goed zandbed te leggen, als de aannemer het maar goed verdikt. In dat verband merkt Molenaar op: “In Nederland kunnen
Internationale aandacht
we ons wel druk maken over asfalt als het gaat om de kwaliteit van een weg, maar we realiseren ons te weinig
Internationaal heeft het onderzoek van Van Niekerk ook de aan-
dat zo’n 40% van het verhardingsoppervlak uit elementen-
dacht getrokken. Zo heeft SINTEF, een Noorse variant op TNO,
verhardingen (straatstenen en tegels, red.) bestaat en dat
opdracht gegeven voor een onderzoek naar de verdichtings-
zijn verhardingen waar de straatsteen of de tegel veelal
effecten van in Noorwegen veelgebruikte materialen. Ook
direct op een zandbed wordt gelegd; de kwaliteit van dat
Australië toont belangstelling en wel voor de triaxiaal apparatuur
zandbed is dan van groot belang . Kijken we nu naar de
die de TU Delft tot zijn beschikking heeft voor onderzoek naar
kwaliteit van de bestratingen dan weten we nu dat heel
zandmonsters.
eenvoudig en goedkoop de kwaliteit van de straten en stoepen zou kunnen worden verbeterd. Een beter, dus dichter, zandbed zou volstaan. Om dit te bereiken is het alleen nodig om niet langer met trilplaatjes straten te verdichten. Ga er een aantal keren met een wals overheen
| DCT.4192
71
72
utilisatierapport 2003
DEL.4405
BBA projectleider
Synthesis of electronic circuits, efficiently using the exponential relation of active components
Prof.dr.ir. A.H.M. van Roermund
totale toewijzing in k€
324,67
DST.4434
BBA projectleider
Development of a kinetic model, based on intrinsic kinetic cracking data
Dr.ir. M. Makkee
totale toewijzing in k€
363,44
doelstelling Het ontwerpen van circuits met niet-lineaire blokken met als doel
doelstelling Het doel van het project is het ontwikkelen van een kinetisch model
de verhouding kwaliteit per eenheid van vermogen te verhogen. Met de huidige
voor het kraken van de grondstof binnen het FCC proces als functie van de
circuits, gebaseerd op lineaire principes is de fundamentele limiet vrijwel bereikt. Performance verbeteringen worden verwacht ten aanzien van
katalysatorsamenstelling met behulp van een ‘short contact time riser reactor’ en geavanceerde GCMS technieken. De ‘microriser reactor’ zal worden gebruikt
vermogensverbruik, dynamische bereik en bandbreedte.
om het FCC proces met grondstoffen en modelverbindingen in aanwezigheid
resultaat na 5 jaar Gedurende het project bleek dat er onvoldoende theorie
van katalysatorverbindingen te testen en uitgebreidere gegevens over het kraakproces opleveren.
voorhanden was over het gebruik van niet-lineaire dynamische circuits voor de synthese van circuits. Het project heeft zich derhalve voornamelijk gericht op
resultaat na 5 jaar De eerste 50 milliseconden van olie-katalysator contact
het ontwikkelen en toepassen van circuit theorie voor niet-lineaire dynamische
hebben een grote invloed op de prestaties van het FCC proces. Coke formatie
circuits. Concreet heeft het onderzoek geresulteerd in een theorie waarbij dynamische eigenwaarden worden toegepast in de context van onder andere
vindt alleen plaats in de eerste 50 milliseconde, waardoor de activiteit van de evenwichtskatalysator (E-cat) gereduceerd wordt. Na deze tijd verloopt
oscillatoren, filters en klasse-B versterkers. Vele maar niet alle vragen zijn
de omzetting van de voeding zonder additionele coke formatie. Voor de
opgelost. Plannen voor de toekomst zijn de bestudering van ruis in niet-lineaire circuits, distorsie in lineair bedoelde circuits en synthese van een signaal-
beschrijving van het conversieproces vanaf de injectie is een ‘gelumped’ kinetisch model ontwikkeld, dat karakteristieke omzettingen in de verschillende
processor met niet-lineaire bouwblokken.
tijdsschalen in acht neemt. De injectie heeft een belangrijke invloed op de uiteindelijke productverdeling.
gebruiker(s) AMC, Amsterdam / CATENA Microelectronics BV, Delft / Ericsson
EuroLab Netherlands BV, Emmen / Medtronic Bakken Research Center BV, Maastricht / Philips Research Laboratories, Eindhoven / Vitatron Medical BV,
gebruiker(s) Akzo Nobel Catalysts BV, Amersfoort / Shell SIOP, Amsterdam
Dieren
DWI.4526
AAA projectleider
Accuracy improvement of flow computations
Prof.dr.ir. P. Wesseling
totale toewijzing in k€
50,36
DEL.4540
Fast and reliable capacitive transducers
BBA projectleider
Prof.dr.ir. G.C.M. Meijer totale toewijzing in k€ 398,69 contracten Inkoop Technische Universiteit Delft; STW; Technical University Darvenitza
doelstelling Het project richtte zich op zogenaamde ‘colocated’ schema’s, en
doelstelling Capacitieve sensoren zijn erg geschikt om fysische grootheden mee
was flankerend ten aanzien van enkele grotere projecten in de groep (onder
te meten, bijvoorbeeld positie, snelheid en versnelling van bewegende objecten.
andere DWI.3305), die gericht waren op zogenaamde ‘staggered’ schema’s.
Deze sensoren hebben echter ook een aantal nadelen. Zo zijn ze gevoelig voor
De ‘colocated schema’s worden gebruikt in de gangbare commerciële computer codes.
vervuiling en vocht en is de huidige interface elektronica te langzaam voor snelle regelsystemen. Het doel van dit onderzoek is om capacitieve sensoren op deze punten verder te verbeteren.
resultaat na 5 jaar Het onderzoek heeft geleid tot betere achtergrondkennis
met betrekking tot de ontwikkeling van rekenmethoden voor stromingen in
resultaat na 5 jaar Een goedkope en nauwkeurige interface voor capacitieve
complexe geometriëen. De in dit project verworven inzichten zijn bruikbaar voor het verbeteren van de nauwkeurigheid van deze schema’s bij gebruik van
sensoren is ontwikkeld. Deze interface is uitgebreid getest en blijkt goed te werken. Ook is een contactloze rotatiesensor ontwikkeld en getest. Deze
niet-gladde roosters, zoals die voorkomen in complexe geometrieën.
sensor kan worden toegepast bij systemen met ronddraaiende assen waarbij het meten van de positie belangrijk is. De gevoeligheid voor vervuiling en vocht is veel minder dan bij traditionele sensoren. Enkele bedrijven zijn zeer nauw bij het onderzoek betrokken, maar vooralsnog is de kennis niet toegepast in commerciële producten. Verder onderzoek is hiervoor noodzakelijk. gebruiker(s) Enraf BV, Delft / SMARTEC BV, Breda / Bronkhorst High-Tech BV,
Ruurlo / Mechatronics Competence Centre, Nieuwegein / Océ-Technologies BV, Venlo
73
projecten 1997
ETN.3492
| Instelling
E_
technische universiteit eindhoven
AA0 projectleider
III-V Nitride semiconductors grown by chemical beam epitaxy long wavelength nitrides for optical communications
Prof.dr. J.H. Wolter
totale toewijzing in k€
641,17
doelstelling Chemical Beam Epitaxy (CBE) is technologie voor de groei van
epitaxiale lagen. Groeitemperaturen zijn 100°C lager dan in Molecular Beam Epitaxy (MBE) en de bronmateriaal-consumptie is minder. Doel is een nieuwe onderzoekslijn te starten met het CBE-systeem, namelijk de groei van III-V nitrides. Onderzoek moet structuren opleveren voor emissie van korte golflengtes (de blauwe laser). De hoofddoelstelling is het ‘in de vingers krijgen’ van de CBE techniek. resultaat na 5 jaar Het oorspronkelijk voorstel was gericht op korte golflengte
nitrides. Door ontwikkelingen elders werd het CBE systeem geschikt gemaakt voor de groei van stikstof-houdende materialen. Het project stopte met het voortijdig vertrek van de postdoc. Bij voortzetting zouden de resultaten van belang zijn geweest voor de ontwikkeling van hoog-vermogen telecommunicatie-lasers (JDS/Uniphase) en diodelasers bij hoge temperatuurtoepassingen. gebruiker(s) Lucent Technologies Nederland BV, Hilversum / JDS Uniphase
Netherlands BV, Eindhoven
ETN.3760
CCB
Plasma control of the colour temperature of fluorescent lamps
ETN.3892
CBB
The role of molecules in electrode-less light sources
projectleider Prof.dr.ir. G.M.W. Kroesen totale toewijzing in k€ 320,20 contracten Overdracht Technische Universiteit Eindhoven; STW; Philips Lighting BV octrooien NL.1010101 Werkwijze voor het instellen van het spectrum van het licht van een gasontladingslamp, een gasontladingslamp en een armatuur daarvoor inkomsten in k€ 10,20
projectleider
Dr. J.A.M. van der Mullen totale toewijzing Bijdrage Philips Lighting BV inkomsten in k€ 142,93
in k€
doelstelling Ontwikkeling van een fluorescentielamp die de mogelijkheid biedt de
doelstelling Onderzoek naar de eigenschappen van elektrode-loze plasma’s is
kleurtemperatuur van het licht aan te passen aan de behoefte van het moment.
van belang omdat met deze nieuwe technologie lampen gemaakt kunnen
340,52
contracten
worden die minder energie verbruiken. Over het gedrag van dit soort plasma’s resultaat na 5 jaar Het project is succesvol afgerond. Het bleek inderdaad mogelijk
om de kleurtemperatuur van TL-buizen te variëren door controle van de plasma-
is echter nog weinig bekend. Door experimenten te vergelijken met numerieke berekeningen zal een verbeterd fysisch model ontwikkeld worden.
parameters. Pas nadat overschakeld was naar het depletieprincipe werd een hogere efficientie bereikt. Er is door STW een Nederlands octrooi aangevraagd
resultaat na 5 jaar Er zijn modellen ontwikkeld waarmee het gedrag van
op de vinding. Binnen het prioriteitsjaar is dit octrooi overgedragen aan Philips,
verschillende soorten plasma’s kan worden beschreven. De theoretische
waar dit concept (het depletieprincipe) nog steeds onderwerp van studie is. Er wordt op dit moment binnen Philips bekeken of dit principe ook kan werken
modellen zijn ingebouwd in het numerieke PLASIMO-pakket. Dit pakket is het resultaat van verschillende door STW en de industrie gefinancierde
bij andere types gasontladingslampen.
projecten. Het is inmiddels zodanig geavanceerd dat de onderzoekers een
gebruiker(s) KEMA Nederland BV, Arnhem / Philips Lighting BV, Eindhoven
toonaangevende positie in het plasma-onderzoek verworven hebben. Het PLASIMO-pakket wordt nog niet commercieel gebruikt, maar ontwikkelaars bij Philips Lighting zijn in mogelijke toepassingen geïnteresseerd. gebruiker(s) Philips Lighting BV, Eindhoven / Philips Research Laboratories,
Eindhoven / Philips GmbH, Aken / KEMA Nederland BV, Arnhem / Universiteit Gent
74
utilisatierapport 2003
EWT.3939
ABA projectleider
Stralingswarmte-uitwisseling in hete glassmelten
Dr.ir. C.C.M. Rindt intent STW; TNO-TPD
totale toewijzing in k€
486,89
contracten
Letter of
E I F.3959
BBC projectleider
Formal design of industrial safety-critical systems
Dr. J.J.M. Hooman
totale toewijzing in k€
210,66
doelstelling Het doel van het project was om gereedschappen te ontwikkelen die
doelstelling Om de kwaliteit van complexe softwaresystemen te verbeteren is in
gebruikt kunnen worden voor het efficiënter produceren van glas: vermindering
de academische wereld veel onderzoek gedaan naar het gebruik van formele
van energiegebruik glasproducten en vermindering van materiaalverlies. Om dit doel te bereiken zijn drie deelprojecten opgestart.
methoden terwijl in de industrie vaak een specifieke (software) architectuur wordt gebruikt die toegesneden is op een bepaalde klasse van systemen. Dit project onderzocht hoe deze oplossingen gecombineerd kunnen worden,
resultaat na 5 jaar Spectrale stralingseigenschappen van hete glassmelten werden
gemeten. Resultaten hiervan werden o.a. gebruikt in simulatiemodellen van glas-
uitgaande van een generiek industrieel product, in dit geval Splice van Thales Nederland. Een formele methode is geformuleerd voor het ontwerp van correcte
smelt- en vormgeefprocessen. 1) Men kan ‘glazen’ doormeten. 2) De absorptiecoëfficiënt als functie van golflengte is gemeten. 3) TNO-TPD doet een project
industriële applicaties op basis van de gedistribueerde systeemarchitectuur Splice.
voor NCNG. Er is een stralingsmodel ontwikkeld, gebaseerd op de Ray Trace methode en men keek hoe de complexiteit te verminderen. (Uit)werking van de methode zijn geïllustreerd. 1) Implementatie van het ray tracen in 3 dimensies
resultaat na 5 jaar In nauwe samenwerking met Thales is de betekenis van de
voor meshes uit tetraëders. 2) Een tool om van 2D driehoeks-meshes een 3D
formele semantiek. Hierdoor werd inzicht verkregen in de verschillen met
tetraëdermesh te maken. 3) Voorbeeldimplementatie om 2D problemen op te lossen. 4) Code voor voorbeeld-warmteberekeningen. Ook leverde het een
globale dataspace-architecturen, de onderliggende timing mechanismen, en de voor- en nadelen van deze architectuur. Formele verificatie van Splice is
optische temperatuur-meetmethode zonder glascontact op. Resultaten zijn vergeleken met thermokoppelmetingen. 1) Een code om een temperatuurprofiel
onder meer toegepast op een flight-tracking-en-display systeem. Dit werk heeft geleid tot een aanpassingen van Splice en is van belang voor een recent
te reconstrueren. 2) Een experimentele opstelling om de methode te testen.
opgericht bedrijf waar architectuur vergelijkbaar met Splice ontwikkeld wordt.
gebruiker(s) BSN glass pack, Leerdam / TNO-TPD TU Eindhoven / Philips
gebruiker(s) Ministerie van Defensie, Den Haag / CWI, Amsterdam / Thales
Lighting BV, Eindhoven / Philips Display Components, Eindhoven
Nederland BV, Hengelo (O) / Chess Information Technology BV, Haarlem
EEL.3982
BAA
Verliesarme multilevel converter ten behoeve van MRI-systemen
formele concepten van Splice ondubbelzinnig vastgelegd in de vorm van een
EST.3983
BCA
Nieuwe generatie regelsystemen voor ultra lage emissie bij driewegkatalysatoren
projectleider Prof.dr.ir. A. Vandenput totale toewijzing in k€ 152,30 contracten Bijdrage Philips Medical Systems Nederland BV inkomsten in k€ 13,61
projectleider
doelstelling Magnetic Resonance Imaging (MRI) maakt het mogelijk om op
doelstelling Driewegkatalysatoren reduceren de uitstoot van schadelijke stoffen
niet-invasieve wijze afbeeldingen van organen te verzamelen. In de huidige
door automobielen. Doel van het project is, een optimale besturingsstrategie
MRI-systemen is de schakelfrequentie voor de stroompulsen maximaal 20 kHz.
te bepalen om die uitstoot tijdens korte (stads)ritten nog verder te verminderen,
Voor het opnemen van bewegende beelden zijn snellere schakeltijden gewenst. Het onderzoek is er op gericht de opbouwtijd van de stroompulsen aanzienlijk
alsmede het ontwerpen van een modelgebaseerd regelsysteem voor de realisatie van die strategie. Een besturingssysteem wordt ontworpen dat voor
te verminderen.
conversie momentaan de meest gunstige condities genereert.
resultaat na 5 jaar Het belangrijkste resultaat van het onderzoek is dat met
resultaat na 5 jaar De invloed van water en van de oxidatietoestand van de
een drie-level schakelprincipe, gecombineerd met soft-switching techniek, een verhoging van de werkspanning, de stroombelastbaarheid en de schakel-
katalysator tijdens korte ritten vereist nadere studie. Met een reactormodel is de dynamica van de uitlaatgasreactor bestudeerd. Er is een regelmodel
frequentie mogelijk is. Philips Medical Sytems (PMS) was nauw bij het
gemaakt dat weinig CPU-tijd vereist en daarom geschikt is voor toepassing
onderzoek betrokken, maar de resultaten worden nog niet commercieel toegepast. Wel wordt de gegenereerde kennis gebruikt bij het nemen van
in een real time regelaar. De goede werking hiervan is gedemonstreerd bij TNO door experimenten met een uitlaatgasreactor op een motorproefstand.
beslissingen omdat men bij PMS nu beter in staat is om verschillende opties voor nieuwe technologie met elkaar te vergelijken.
Waarschijnlijk werkt het concept beter bij modernere versies van de katalysatorformulering. Een vervolgproject EST.5774 is bij STW gestart op basis van de
Bijdrage k€ 4,54
Prof.dr.ir. J.C. Schouten totale toewijzing in k€ 452,72 PCT.NL02/00100 Autonoom mobiel voertuig
octrooien
contracten inkomsten in
gevonden informatie. gebruiker(s) Philips Medical Systems Nederland BV, Best gebruiker(s) Shell Research and Technology Centre, Amsterdam / AspenTech
Europe BV, Best / PD & E Automotive BV, Helmond
75
projecten 1997
EWT.4012
BBA
Ontwikkeling en toepassing van nieuwe simulatie- en lasermeettechnieken voor verbrandingsprocessen
ETN.4226
AAA
Matched molecular and continuum dynamics of wetting processes
projectleider
Prof.dr. L.P.H. de Goey totale toewijzing in k€ 544,42 contracten Bijdrage EnergieNed;NV Nederlandse Gasunie inkomsten in k€ 22,70
projectleider
doelstelling Het ontwikkelen van nieuwe adequate reken- en meetmethoden
doelstelling Dit project beoogt het bevochtigingsproces (‘wetting’) in model te
voor verbrandingsprocessen is van groot belang voor het stimuleren van
brengen (via moleculaire dynamica berekeningen) om daarmee gereedschap in
verdere technische ontwikkelingen, zoals de verbranding in huishoudelijke toestellen, industriële procesinstallaties, gasturbines en motoren. Het doel
handen te krijgen om bevochtigingsgedrag te kunnen voorspellen
is om verbrandingsprocessen efficiënter te maken en de hoeveelheid
resultaat na 5 jaar De utilisatiedoelstellingen zijn niet gerealiseerd. Een weten-
geproduceerde schadelijke stoffen te verminderen.
schappelijk model van bevochtiging is daarentegen wel ontwikkeld, maar moet nog experimenteel getoetst worden. Shell heeft zich als gebruiker
resultaat na 5 jaar Het project heeft geleid tot verbeterde en snellere numerieke
teruggetrokken.
Prof.dr. A.K. Chesters
totale toewijzing in k€
220,14
technieken om het verbrandingsproces in vlammen te berekenen. Tevens zijn nieuwe meetmethoden ontwikkeld om verbrandingsmodellen beter te kunnen
gebruiker(s) Unilever Research, Vlaardingen / Akzo Nobel Central Research BV,
toetsen. Voor praktische toepassing door bedrijven is het onderzoek nog te fundamenteel. Wel worden de resultaten door de onderzoekers toegepast in
Arnhem / Philips Research Laboratories, Eindhoven
vervolgprojecten die gericht zijn op het oplossen van praktische problemen. Zo is in 2002 een project gehonoreerd waarin onderzoek gedaan wordt naar de invloed van biogas bijmenging in gasturbines. gebruiker(s) KEMA Power Generation & Sustainables, Arnhem / NV Nederlandse
Gasunie, Groningen / Gastec NV, Apeldoorn / ECN, Petten / Shell Global Solutions International BV, Amsterdam / Philips CFT, Eindhoven
EST.4364
BCB
Low temperature NH3 oxidation processes to N2
EST.4425
BBA
Elektro-optisch schakelbare mengsels van polymeren met vloeibaar kristallijne materialen
projectleider
Prof.dr.ir. J.C. Schouten totale toewijzing in k€ 442,24 contracten Bijdrage Shell Research and Technology Centre inkomsten in k€ 2,27
projectleider
doelstelling Vanuit milieuoogpunt moet je ammonia verwijderen uit lucht en water.
doelstelling Wetenschap. doel: Inzicht krijgen in de door ruthenium-verbindingen
Elektro-katalytische oxidatie van NH3 is een alternatief voor biologische zuive-
gekatalyseerde hydratatie van geconjugeerde diënen tot ketonen. De aard van
ring, waarmee men stankproblemen voorkomt. Eerdere studies toonden aan dat
het katalytische deeltje en het reactiemechanisme wordt bepaald, om hiermee
dit kan met Pt elektroden, maar de prijs van de elektroden staat gebruik in de weg. Katalytische NH3-oxidatie tot N2 bij lage temperatuur (<200 °C) in water
een beter en meer stabieler katalysatorsysteem te ontwerpen. Utiliteitsdoel: verkrijgen van katalysatoren die diënen omzetten in bruikbare oplosmiddelen
of in de gasfase, kan een alternatief zijn. Doel is het bepalen van snelheidbeperkende factoren van de reacties, en van de haalbaarheid van de katalytische
of chemicaliën. Men verwacht dat het onderzoek leidt tot een nieuw milieuvriendelijk industrieel proces dat het goedkope 1,3-butadieen kan omzetten in
oxidatieprocessen.
methylethylketon, dat de chemie op grote schaal gebruikt als oplosmiddel.
resultaat na 5 jaar Fase 1: Men ontwikkelde twee katalysatoren voor ammonia-
resultaat na 5 jaar Door gebruik van additieven voor LC materiaal kreeg men
Prof.dr. P.J. Lemstra
totale toewijzing in k€
253,29
oxidatie bij lage temperatuur; een Cu/NaY én een bi-functionele AgCu/alumina
elektrisch schakelbare materialen. Rheologische en mechanische eigenschap-
katalysator. Shell testte beide en ze bleken voldoende actief en selectief onder industriële omstandigheden. Toch stopte Shell verder onderzoek vanwege de
pen van LC kan men zo modificeren dat men het kan coaten en een aantal daaropvolgende lagen kan aanbrengen. De geïntroduceerde twee-fase materia-
lage zwaveltolerantie en hoge ontwikkelkosten. Fase 2: Men wijzigde doelen en taakstelling i.o.m. de gebruikers. Nu ligt de nadruk op toepassing van reverse
len maakt invoering van continue display productieprocessen toegankelijk. Deze zijn kostenefficiënter dan de huidige batchprocessen en hierdoor kan men ook
flow reactoren voor selectieve ammoniakoxidatie. Dit is ingepast in een project
voorzien in de grote vraag naar beeldschermen. Men werkt aan een prototype,
dat NOVEM financiert. Zo betrekt men ook nieuwe gebruikers bij het onderzoek.
zodat gebruikers mogelijke toepassingen binnen hun bedrijf kunnen nagaan.
gebruiker(s) KEMA Nederland BV, Arnhem / Shell Research and Technology
gebruiker(s) Philips Research Laboratories, Eindhoven / Akzo Nobel Central
Centre, Amsterdam / DSM Research BV, Geleen / Norsk Hydro ASA, Porsgrunn / Norsk Hydro Agri R&D, Oslo
Research BV, Arnhem / Océ-Technologies BV, Venlo / TNO Industrie, Eindhoven / IMAG BV, Wageningen
76
utilisatierapport 2003
Verbetering technologie fijnchemie, specifiek oxidatieprocessen
EST.4461
AAA projectleider
Prof.dr.ir. A.A.H. Drinkenburg
totale toewijzing in k€
33,12
doelstelling Ter voorbereiding van een definitieve opzet van onderzoeksprojecten
ter verbetering van de industriële chemie en technologie van fijnchemische processen zal een onderzoek worden verricht naar oxidatieprocessen. Het project zal worden uitgevoerd middels gesprekken met de participerende industrieën en universiteiten, literatuur- en octrooirecherche, en contacten deskundigen. resultaat na 5 jaar Dit project betrof een studie in het kader van het interdepartementale wetenschapsprogramma Duurzame Technologische ontwikkeling
(DTO). Een aantal oxidatietechnologieën zijn geïnventariseerd en geanalyseerd om inzicht te krijgen in de belangrijkste parameters op het gebied van duurzaamheid en economische waarde. Uit de prioriteitsvolgorde van oxidatietechnologiën die deze analyse heeft opgeleverd, is een keuze gemaakt die heeft geleid tot drie onderzoeksthema’s die in projectvoorstellen richting subsidiegevers (zoals STW) verder zullen worden uitgewerkt. Een platform met daarin vertegenwoordigers van de fijnchemische industrie, zoals AKZO Nobel, DSM, Chemferm, IFF, Solvay, Quest, begeleidt de DTO projecten. De bedrijven in het platform zullen financieel deelnemen in de projecten.
| Instelling
G _ rijksuniversiteit groningen
GCH.3790
BAA
Development of a continuous high intensity photocatalytic reactor for destruction of water pollutants by an advanced oxidation process
projectleider contracten
Prof.dr.ir. A.A.C.M. Beenackers† totale toewijzing in k€ 383,40 Afstandsverklaring Rijksuniversiteit Groningen; STW; Geheim-
houding
doelstelling Heterogene fotokatalyse is een snelgroeiend interessegebied
voor onderzoekers en waterzuiveringsbedrijven. Doel is een technologische oplossing te ontwikkelen voor het ontwerp van een commercieel aantrekkelijke fotokatalytische reactor, gebruikmakend van een nieuwe kunstmatige lichtbron, ontwikkeld door Philips. Deze lampen bieden goede mogelijkheden voor de ontwikkeling van een nieuw reactorconcept voor commerciële toepassingen in verwijdering van kleine organische vervuilingen door fotokatalyse. resultaat na 5 jaar Een aantal reactoren zoals de gepaktbedreactor (PBR)
buisreactor (TR) zijn vergeleken. In de TR en PBR zijn kinetische modellen ontwikkeld die de invloed van de hoeveelheid katalysator, het licht, de (O 2 )
concentraties en de modelcomponent (mierenzuur) op de afbraaksnelheid beschrijven. Hiermee zijn grote schaalreactoren voor de afbraak van mierenzuur en gesimuleerd afvalwater gemodelleerd. Van verschillende reactoren is de optimale configuratie bepaald. De resultaten laten zien dat het mogelijk is om een fotokatalytische reactor te ontwikkelen met een hoge efficiëntie voor continu gebruik. Er zijn geen directe toepassingen voor de gebuikerscommissieleden. Het proces blijkt te duur te zijn voor gewone afvalwaterzuivering. gebruiker(s) TNO-MEP, Apeldoorn / Philips Lighting BV, Roosendaal / TNO-TPD TUE
/ Akzo Nobel Engineering BV, Arnhem / RIZA, Lelystad / KIWA BV, Nieuwegein
77
projecten 1997
GBI.4013
CBB
Penicillin production by Penicillium Chrysogenum role of the microbody membrane in the penicillin biosynthetic pathway
GNS.4132
Thermoluminescence dating with zircons
ACA
projectleider
Prof.dr. M. Veenhuis totale toewijzing in k€ 739,09 contracten Optie STW; DSM Bakery Ingredients octrooien EU.99201630.3 Regualtion organelle homeostasis in a cell factory inkomsten in k€ 81,68
projectleider
doelstelling Bestuderen wat de rol van het microbody membraan is in de
doelstelling In de geologie en de archeologie is het bepalen van de ouderdom
biosynthese van penicilline in de gist P. chrysogenum. Eerdere studies toonden
van monsters van cruciaal belang. Het doel van dit project was om de
aan dat de functie van dit membraan essentieel is, omdat acyltransferase in microbodies gelokaliseerd is. Het ultieme doel van deze en gerelateerde
thermoluminescentie (TL) dateringsmethode geschikt te maken voor het mineraal zirkoon. Door deze nieuwe ‘geologische klok’ zou de TL-methode
studies is om de productie van penicilline te verbeteren door gerichte
aanzienlijk nauwkeuriger kunnen worden en ook toepasbaar zijn op relatief
‘metabolic engineering’ van de biosynthese route. Een van de laatste struikelblokken is het ontbreken van inzicht in de functionele eigenschappen van het
jonge sedimenten en archeologische monsters.
microbody membraan.
resultaat na 5 jaar De belangrijkste problemen met zirkoon TL dateringen zijn
Prof.dr. H.W. den Hartog
totale toewijzing in k€
252,13
opgelost en de eerste succesvolle dateringen zijn uitgevoerd. Er is een resultaat na 5 jaar Het onderzoek is succesvol geweest, er is een protocol
laboratorium opgebouwd waar geheel in het donker de heldere, onbeschadigde,
ontwikkeld voor de isolatie van microbody membranen en de isolatie en karakterisering van de eiwitten aanwezig in dit membraan. Aangetoond kon
voor datering geschikte zirkoonkorrels uit een zandmonster geselecteerd kunnen worden. De nieuwe ‘geologische klok’ werkt voor monsters vanaf
worden dat één van deze eiwitten (Pex11p) een directe rol speelt bij microbody
1 tot 100.000 jaar oud en zal met name zeer nuttig zijn om het zandtransport
proliferatie en dat Pex11p overproductie leidt tot een sterke toename van het aantal microbody’s in de cel. Deze Pex11p gedreven microbody proliferatie
langs de kust en in rivieren in kaart te brengen. Ook forensische toepassingen liggen nu in het verschiet. De zirkoonmethode heeft veel aandacht gekregen
bleek geassocieerd met een verhoogde synthese van penicilline. Het onderliggende mechanisme hoe Pex11p overproductie penicililine synthese
in de binnen- en buitenlandse pers.
stimuleerd is nog onduidelijk en zou onderwerp van een vervolgstudie moeten
gebruiker(s) TNO-NITG, Utrecht / RIKZ, Den Haag / Rijksdienst voor
zijn. Er is door DSM octrooi aangevraagd.
Oudheidkundig Bodemonderzoek, Amersfoort
gebruiker(s) DSM Anti-Infectives, Delft
G FA.4170
ACC
De ontwikkeling van alkalische fosfatasepreparaten voor de behandeling van septische shock na gram-negatieve bacteriële infecties
GBI.4334
CCB
Molecular cloning and characterization of the Tm-2-2 tobamovirus resistance gene from tomato (Lycopersicon esculentum)
projectleider Prof.dr. D.K.F. Meijer totale toewijzing in k€ 411,33 contracten Samenwerking onderzoek en overdracht RUG; STW; PharmAAware IP BV; BiOrion Technologies BV octrooien PCT.NL93/00171 Therapeutisch gebruik van alkalische fosfatase .......; PCT.NL98/00722 The LPS-binding moiety of alkaline phosphtase as a diagnostic tool in patients ... inkomsten in k€ 277,00
projectleider Prof.dr. J. Hille totale toewijzing in k€ 410,66 contracten Optie STW; Vrije Universiteit Amsterdam; Overdracht Rijksuniversiteit Groningen; STW; Syngenta Seeds AG octrooien EU.01108682.4 Gene encoding plant resistance protein to the toma to mosaic tobamovirus (ToMV) inkomsten in k€ 63,07
doelstelling Nieuwe inzichten in het functioneren van het enzym alkalisch fosfatase
doelstelling Tabaksmozaïekvirus (TMV) is zeer infectieus en kan in de kasteelt
(AP) geven uitzicht op de bestrijding van septische shock na infecties met
leiden tot forse schade in de teelt van onder andere siergewassen, tomaat,
gram-negatieve bacteriën. De fysiologische functie van AP was lang onbekend.
paprika en komkommer. De resistentie van tomaat tegen TMV wordt bepaald
Het heeft een pH optimum van 10. Dit optimum is in vitro alleen te bereiken in een sterk alkalisch milieu. Doel van het onderzoek is de ontwikkeling van AP
door enkele dominante genen, die echter maar een beperkte resistentie bieden. Tm-22 echter heeft een breed spectrum activiteit en blijkt tot duurzame
preparaten met een geoptimaliseerde werking na parentale toediening in vivo, en het aantonen van een beschermend effect van AP tegen septische shock.
resistentie te leiden. Doel van het onderzoek is om het Tm-22 resistentiegen te isoleren, sequencen en karakteriseren en aldus handzaam te maken voor resistentieveredeling.
resultaat na 5 jaar De wetenschappelijke doelen zijn gehaald. Voor de start van
het project was een patentaanvraag ingediend waarin de toepassing van AP
resultaat na 5 jaar Dit onderzoek wordt uitgevoerd in nauwe samenwerking met de
als endotoxine detoxificerend middel werd geclaimd. Er is veel aandacht
gebruiker waarmee een onderzoeksovereenkomst is gesloten. Het resistentie-
geweest voor de onderbouwing van deze patentaanvraag. Een tweede patent, gericht op de diagnostische toepassing van AP, is ingediend. De patenten zijn
gen is geïsoleerd en gekarakteriseerd. Enkele veelbelovende tomaatmutanten zijn nu beschikbaar voor verder onderzoek in de komende jaren. Reorganisatie
overgedragen aan PharmAAware BV, dat in 2001 is opgericht voor de verdere ontwikkeling van AP als mogelijke therapie voor sepsis. Het onderzoek wordt
bij Syngenta Seeds heeft echter de intensieve samenwerking tussen onderzoekers en gebruikers doorkruist. Getracht wordt om het aangevraagde patent
voortgezet i.s.m. PharmAAware en UU. PharmAAware is in 2002 gefuseerd met
van Syngenta over te nemen om een andere gegadigde voor deze technologie
AM-Pharma, een bedrijf eveneens voortgekomen uit STW onderzoek.
te vinden.
gebruiker(s) Yamanouchi Europe BV, Leiderdorp / PharmAAware IP BV, Bunnik /
gebruiker(s) Syngenta Seeds AG, Basel
Campina Melkunie/DMV International, Wageningen / Wilex Biotechnology GmbH, München
78
utilisatierapport 2003
LBI.3679
| Instelling
L_
ABA
universiteit leiden
projectleider
Selectie van effectieve antagonisten tegen Pythium aphanidermatum in komkommer op basis van wortelkolonisatie en competitief vermogen
Prof.dr. J.A. van Veen
totale toewijzing in k€
166,60
doelstelling In de komkommerteelt is P. aphanidermatum een belangrijk probleem
dat ernstige schade kan veroorzaken. Het is bovendien moeilijk te bestrijden. Resistente cultivars zijn niet voorhanden, terwijl chemische bestrijding alleen preventief mogelijk is, waardoor het bestrijdingsmiddelenverbruik zeer hoog is. Biologische bestrijding met antagonistische micro-organismen zou een oplossing kunnen bieden. resultaat na 5 jaar Het onderzoek is uitgevoerd in samenwerking met Plant
Research International te Wageningen. Een grote collectie micro-organismen is aangelegd die op relevante eigenschappen is getoetst. Een ziekte-onderdrukkende bacteriestam is gevonden, geïdentificeerd en geanalyseerd. Deze stam zal in de komende periode door PRI in het kader van een door LNV gefinancierd project worden onderzocht op bruikbaarheid. Hiervoor wordt een material transfer agreement worden gesloten. De universiteit zal dit onderzoek niet voortzetten. gebruiker(s) Syngenta Seeds BV, Enkhuizen / Praktijkonderzoek Plant en
Omgeving, Naaldwijk
LGN.3977
CCC
Development and characterisation of improved materials derived from human adenoviruses to be used in gene therapy
projectleider
Prof.dr. D. Valerio totale toewijzing in k€ 553,71 Universiteit Leiden; Crucell NV; STW inkomsten in k€ 95,30
contracten
Optie
LBI.4199
CAA
Simulated migration of European silver eel effects of long term swimming and parasitic infection pressure on energy balance and gonadal development
projectleider ten
Dr. G.E.E.J.M. van den Thillart totale toewijzing in k€ 488,70 contracBijdrage Provimi BV; Optie STW; Royaal Rokerij BV inkomsten in k€ 47,63
doelstelling Bij gentherapie wordt genetische materiaal in de cellen van patiënten
doelstelling Doordat de stand van de paling sterk terugloopt wordt hetvolgende
geïtroduceerd door virale vectoren, zoals adenovirus. Replicatie deficiënte
onderzocht. Kan de Europese schieraal de tocht naar de Sargassozee afleggen?
adenovirus vectoren (recAd) zijn efficiënter dan non-virale afgifte systemen
Wat is de energetische status gedurende en na de gesimuleerde migratie? Kan
maar hebben nadelen 1) het ontstaan van replicatie competente adenovirussen tijdens de recAd productie, 2) de toxiciteit van recAd vectoren, 3) geen goede
de schieraal tot maturatie gebracht worden, door de oceaanreis in zwemtunnels te simuleren en door hormonale stimulering? In welke mate nemen PCB’s in het
productiemethoden. Nieuwe veiliger cellijnen voor de productie van recAds moeten gemaakt worden die minder toxisch zijn en zal er een nieuwe ‘clinical
bloed toe tijdens de migratie als gevolg van vetverbranding? Wat is de invloed van pathogene virussen en de zwemblaasparasiet op het zwemvermogen?
grade' productietechnologie worden ontwikkeld. resultaat na 5 jaar Op het moment van beëindiging waren er geen overdraagbare resultaat na 5 jaar Er is een nieuwe cellijn ontwikkeld en er zijn nieuwe adenovirus
onderzoeksresultaten resultaten, maar is het inzicht in de relatie tussen
vectoren gemaakt, waarvan er een in samenwerking met de Erasmus
fysiologie van de paling (inspanning) en de reproductieve ontwikkeling
Universiteit op bruikbaarheid wordt getoetst. Er wordt onderzocht of de plaats waar het gen terecht komt, meer gericht kan worden. Gediscussieerd is over het
enorm vermeerderd. Er blijft perspectief voor productie van palinglarven in gevangenschap, hetgeen van groot belang is voor de palingkwekerij en voor
gebruik van adenovirusvectoren in gentherapie. Hierdoor is de interesse van de participant in het onderzoek, Crucell (voorheen Introgene), verschoven van gen-
de natuurlijke palingstand. Naast het effect van inspanning is, in samenwerking met meer dan zes andere onderzoeksgroepen in binnen- en buitenland,
therapie naar productie van biotherapeutica en vaccins. De PER.C6 cellijn die in
ook gekeken naar de invloed van toxische stoffen en parasieten op de
de Leidse groep is ontwikkeld, is overgedragen aan Crucell, dat ook aan andere bedrijven een licentie op het gebruik van de cellijn heeft gegeven.
geslachtsontwikkeling. gebruiker(s) Royaal Rokerij BV, Helmond
gebruiker(s) Nederlands Instituut voor Hersenonderzoek, Amsterdam / Crucell
Holland BV, Leiden
79
projecten 1997
LCH.4225
BBA projectleider
Development of ruthenium catalysts for the hydration of conjugated dienes to produce ketones
Dr. E. Bouwman
totale toewijzing in k€
167,02
inkomsten in k€
2,27
LCH.4336
BCB
treptomyces-mutanten voor antibioticumproduktie bij gefragmenteerde groei
projectleider
Dr. B. Kraal totale toewijzing in k€ 147,46 contracten Bijdrage DSM Bakery Ingredients octrooien PCT.NL99/00395 Fragmentation of fungi inkomsten in k€ 13,61
doelstelling Het wetenschappelijk doel van het project is inzicht te verwerven in
doelstelling Het verkrijgen van Streptomyces stammen met een kleiner mycelium
de door rutheniumverbindingen gekatalyseerde hydratatie van geconjugeerde
door middel van genetische modificatie, zodat tijdens groei van de schimmel
diënen tot ketonen (zoals methylethylketone). De utilisatiedoelstelling is het verkrijgen van nieuwe katalysatoren die diënen kunnen omzetten tot bruikbare
een hogere celdichtheid en groter antibioticumproductie kan worden bereikt.
oplosmiddelen of chemicaliën. De verwachting is dat het onderzoek leidt tot
resultaat na 5 jaar Een centrale rol in het fragmentatieproces in S. griseus blijkt
een nieuwe milieuvriendelijk industriële proces dat het goedkope 1,3 butadiëne kan omzetten tot methylethylketone, dat op grote schaal in de chemie gebruikt
te worden gespeeld door het ssgA-eiwit. Er is een duidelijke correlatie gevonden tussen de mate van expressie van het eiwit en het vermogen van de
wordt als oplosmiddel.
Streptomyceet om van nature in vloeibare cultures te sporuleren en gefragmenteerd te groeien. SsgA-overproductie door transformatie van
resultaat na 5 jaar De doelen zijn gedeeltelijk gehaald. Er is meer inzicht verkregen
standaard stammen die van nature geen ssgA-activiteit bezitten, leidde tot een
in de aard en de stabiliteit van het actieve katalysatordeeltje en in mogelijke deactiveringsmechanismen. Er is nog verbetering in opbrengst nodig voor
octrooiaanvraag. In een vervolgonderzoek, met financiële steun van DSM, zullen transformanten vervolgens op hun groeigedrag en specifieke productvorming
een rendabele toepassing. Het proces kan nu nog niet concurreren met de
onder fermentorcondities nader onderzocht worden.
traditionele route om methylethylketon te produceren. Als spin-off werd een ruthenium-gebaseerd katalysatorsysteem gevonden welke bij verdere
gebruiker(s) DSM Bakery Ingredients, Delft
ontwikkeling van groot belang kan zijn voor een schone, atoom-efficiënte route naar epoxyharsen. De epoxy-industrie (Dow en Resolution Performance) heeft belangstelling en steunt een nieuwe CW/STW-aanvraag. gebruiker(s) DSM Research BV, Geleen / Shell Research and Technology Centre,
Amsterdam
LGN.4349
CCC projectleider
Objective and reproducible quantitative assessment of left ventricular function from stress echo-cardiograms
Prof.dr.ir. J.H.C. Reiber
totale toewijzing in k€
345,19
LCH.4427
BAA projectleider
Synthese van een nieuwe generatie platina-cytostatica gebaseerd op een bifunctionele interactie met DNA
Prof.dr. J. Reedijk
totale toewijzing in k€
337,59
doelstelling Cardiologen willen graag het hart van de patiënt bestuderen zonder
doelstelling In dit project wordt onderzoek gedaan naar de bereiding, structuur-
dat het orgaan belast wordt. De UG meting staat niet toe een afbeelding te
bepaling, antitumor-eigenschappen van geheel nieuwe multifunctionele
maken van het hart als de patiënt op de loopband bezig is. Inmiddels zijn de
platinaverbindingen, gebaseerd op inzichten verworven via onze eerdere
middelen dobutamine en dipyridamole geaccepteerd om een toestand van stress in het hart op te wekken. UG beelden kunnen dan inzicht verschaffen
onderzoeksactiviteiten naar de binding van ‘klassieke’ Pt-verbindingen aan DNA en herkenning van DNA door argininegroepen.
in de mate waarin het hart nog goed functioneert. Daartoe dienen contouren rond de linker hartkamer getrokken te worden. Handwerk leidt dan tot veel
resultaat na 5 jaar Er werden vijf relatief potente en twee inactieve complexen
intra- en interindividuele verschillen. Dit project beoogt een geautomatiseerde
gezuiverd en hun cytotoxiciteit werd bepaald. Dit werk laat zien dat de vaste-
procedure, dat wil zeggen softwaremodules, te ontwikkelen.
drager methode robuust is en gebruikt kan worden voor de synthese van een groot aantal complexen. Verder wordt er aangetoond dat de ruwe producten
resultaat na 5 jaar Dit project is een opvolger van LGN.1706. De modules werden
van die reactie op een snelle manier getest kunnen worden op hun anti-
ontwikkeld en op grote schaal nationaal en internationaal getest. De software werd onder contract aan MEDIS overgedragen, alwaar deze verder uit-
kankeractiviteit en daarmee een goede indicatie geven van de activiteit van de gezuiverde verbindingen.
ontwikkeld wordt. Daartoe is een BTS-project gestart, waarin de onderzoekers verder gaan. Er wordt gewerkt aan een nieuwe Echo-applicatie, waarin de
gebruiker(s) AZ VU, Amsterdam / Pharmachemie BV, Haarlem
resultaten van echo-onderzoek ingebracht kunnen worden. gebruiker(s) Antonius Ziekenhuis, Nieuwegein / AZ VU, Amsterdam / Catharina
Ziekenhuis, Eindhoven / Medis Medical Imaging Systems BV, Leiden
DR. GUIDO VAN DEN THILLART:
Red de palingstand project LBI.4199
De palingstand van vandaag is nog maar tien procent van
dertig procent bestaat de paling uit vet. Gaat hij eenmaal
wat ze twintig jaar geleden was. Voor palingkwekerijen
op reis, dan verbruikt hij ongeveer een derde hiervan
dreigt een ramp. Een goede verklaring voor deze dramati-
voor zijn reis. De rest heeft hij nodig voor de sperma- of
sche terugloop was enkele jaren geleden niet te geven.
eiproductie. Tijdens de reis eet hij niet, stopt hij niet, hij
Sinds dr. Guido van den Thillart, verbonden aan het Instituut
zwemt. Met een snelheid van een halve meter per seconde.
voor Biologie in Leiden (IBL) van de Universiteit Leiden,
Hij heeft dus een uiterst efficiënte techniek van zwemmen
in 1997 alen zesduizend kilometer door een zwembuis laat
ontwikkeld.
afleggen, is er hoop op een verklaring. Het staat echter nog niet vast of daarmee ook de palingkwekerij te redden is.
Het STW-onderzoek van Van den Thillart is in 1997 verricht met palingen uit het wild en palingen van kwekerij Royaal
“Alen zijn ware kosmopolieten De Europese paling komt
uit Helmond, die participeerde in het project. De dieren
als larf uit de paaigronden bij de Bermuda eilanden naar
uit het wild bleken zo vaak geïnfecteerd met (vooral zwem-
Europa. Zo’n larf doet daar een jaar over. Na een verblijf
blaas-)parasieten, dat zij in de zwemtunnels de afstand
van acht tot dertig jaar legt hij in een half jaar zesduizend
niet konden afleggen. Onbesmette palingen van de kweke-
kilometer af, terug naar de paaigronden om daar een
rij bleken hiertoe wel in staat. Dit verklaart dus ten dele de
partner te vinden en zich te vermenigvuldigen. Pas bij
terugloop in de palingstand, hoewel nog niet duidelijk is
aankomst op de paaigronden is de paling geslachtsrijp,
waarom de paling zo bevattelijk voor virussen blijkt te zijn.
daarvoor niet”, legt Van den Thillart, al 25 jaar aan de universiteit van Leiden verbonden, uit. “Niemand weet waarom de populatie zo hard terugloopt, maar we vermoeden dat
Voor het eerst larven geproduceerd
de paling heel gemakkelijk parasieten oploopt die hem uitschakelen. Ook weet niemand hoe paling geslachtsrijp
Hoewel Van den Thillart in het STW-onderzoek niet direct
wordt. Bij vertrek is hij het niet, na zesduizend kilometer
de resultaten boekte waarop hij en zijn onderzoeksgroep
onafgebroken zwemmen in de duisternis bij een constante
op hadden gehoopt, leveren de resultaten belangrijke
temperatuur is hij het wel. Dat heeft ons op de gedachte
bouwstenen aan voor het vervolgonderzoek dat met
gebracht dat het te maken moet hebben met de fysieke
subsidie van de Europese Unie is opgezet. De doelen
inspanning van het zwemmen zelf. Die kan de hormonale
die hij zich heeft gesteld, zijn het op natuurlijke wijze tot
huishouding sterk beïnvloeden.” Eerdere pogingen van
rijping brengen van de paling door hem te laten zwemmen.
andere onderzoekers, onder wie het echtpaar Boetius uit
Inmiddels is het met gezonde palingen gelukt larven te
Denemarken, om met hormooninjecties larven te krijgen,
produceren. Dit hoogtepunt bereikte Van den Thillart in
liepen uit op weinig hoopvolle resultaten. Voor zover het
2002. Een tweede doel in het kader van de EU-studie is
langs deze weg al lukt larfjes tot leven te wekken, is de
kunstmatige reproductie met behulp van hormonen. Ook
methode bijzonder kostbaar.
hier zal de selectie op de kwaliteit van de te gebruiken dieren van doorslaggevend belang zijn voor de resultaten.
Dertig procent vet
Beide doelen zijn waarschijnlijk binnen enkele jaren te behalen. Van den Thillart: “Voor de palingkwekerij wordt
De prestatie van een paling is het waard om even bij stil te
het nu echt interessant. Utilisatie komt binnen handbereik
staan. Het dier bouwt een flinke hoeveelheid vet op als
en daarmee kunnen we de palingkwekerij een nieuwe
energievoorraad tijdens zijn verblijf in Europa. Voor ongeveer
impuls geven als onze onderzoeken positief uitpakken.”
| LBI.4199
Nieuw onderzoek in de pijplijn
selachtig hoe palingen die weg afleggen. We weten dat zij zeer diep zwemmen en dus onder hoge druk hun inspanningen leve-
De exacte locatie van de paaigronden waar palingen tot paring
ren, maar het zou natuurlijk zeer interessant zijn een aantal palin-
komen, is nooit helemaal exact berekend. Ruim honderd jaar
gen te kunnen volgen op hun weg. Het is mogelijk een chip in te
geleden lokaliseerde de bioloog Schmidt de paaigronden aan
brengen met een zender. In een eerdere aanvraag voor een
de hand van de afmetingen van de larven die hij op de
STW-project vond de jury de technische onderbouwing van het
Atlantische Oceaan had gevangen. Zo kwam hij uit bij de
plan wat mager, maar we denken daar nu een betere methode
Bermuda eilanden. Dr. Guido van den Thillart zou dat graag wat
voor te hebben ontwikkeld. We zullen daarvoor hoogstwaar-
exacter doen. “Het is al heel bijzonder dat er maar één plek op
schijnlijk nog bij STW aankloppen”, aldus Van den Thillart.
aarde zou zijn waar palingen paren. Ook is het zeer raad-
81
82
utilisatierapport 2003
| Instelling
N _ katholieke
universiteit nijmegen
NNS.3918
BAA projectleider
The application of 2-D laser visualization techniques to compressible flow research
Prof.dr. J.J. ter Meulen
totale toewijzing in k€
498,04
doelstelling Ontwikkeling en toepassing van laser-diagnostische technieken voor
visualisatie van moleculaire dichtheidsverdelingen in compressibele gasstro mingen. Men gebruikt de verstrooiing van gepulst laserlicht aan de aanwezige gasmoleculen i.p.v. aan deeltjes die worden toegevoegd aan de stroming. Voor bepaling van snelheidsverdelingen in een 2D vlak wordt de Dopplerverschuiving gemeten in het verstrooide licht van een smalbandige laser in combinatie met speciale filters. Shell is geïnteresseerd in deze technieken voor verbrandingsonderzoek. NLR ziet mogelijkheden voor aerodynamische studies in windtunnels. resultaat na 5 jaar Men verrichtte Rayleigh- én Raman-metingen aan expanderende
luchtstroming uit een nozzle en aan stromingen rondom een wig in een supersone windtunnel. Rayleigh: met een enkele laserpuls kon 2D dichtheidverdelingen met hoge ruimtelijke resolutie worden gemeten. De methode is gevoelig voor achtergrondstraling i.t.t. Raman. Met Raman kon men de verdeling van stikstof en methaan in een niet-brandend mengsel meten met 10% nauwkeurigheid. Door problemen met de Cesium filters is de Dopplermethode verlaten en een nieuwe methode (APART) ontwikkeld op basis van moleculaire tracking velocimetrie technieken (zie vervolgonderzoek, onder andere in NNS.5663). gebruiker(s) ECN, Petten / NLR, Amsterdam / Shell SIEP BV, Rijswijk / Von
Karman Institute for Fluid Dynamics, Rhode-St.-Genese
NGN.3963
BCC
Systeem voor de meting van zuurstofverzadiging van organen en weefsels (OXYPULS)
NNS.4041
BBB
Smooth, well adhering CVD diamond coatings on steel and non-carbide forming substrates
projectleider
Prof.dr. B. Oeseburg† totale toewijzing in k€ 350,93 contracten Optie Katholieke Universiteit Nijmegen; Drõger Medical Electronics; STW; Overdracht STW inkomsten in k€ 34,03
projectleider
Prof.dr. J.J. ter Meulen totale toewijzing in k€ 673,70 octrooien PCT.NL03/00160 Method of forming a diamond coating on an iron-based substrate and use of such an iron based subs trate for hosting a CVD diamond coating; EU.02077145.7 Method for polishing a polycrystalline diamond sur face (CVD diamond polishing)
doelstelling Een te lage zuurstofspanning in de weefsels is een medische complicatie, omdat tekort aan zuurstof al snel tot onherstelbare schade leidt.
doelstelling Een groot praktisch probleem bij het aanbrengen van diamantlagen
Met de hier beoogde combinatie van instrumenten verenigd in de zogenaamde
diamant. Dit gezien het feit dat vlamdepositie van de diamantlaag plaatsvindt
OXYMON kan de oxygenatie van weefsels bepaald en bewaakt worden. In dit project wordt de software ontwikkeld en getest waarmee de verlangde
bij een temperatuur van 800°C. Delaminatie van de gegroeide coatings is het gevolg. Het onderzoek richt zich vooral op de toepassing van een tussenlaag
parameter (de oxigenatie van arterieel bloed) bepaald kan worden.
die het diamant beter aan het staaloppervlak moet doen hechten.
resultaat na 5 jaar Er zijn al enkele systemen (OXYMONS) gebouwd door de
resultaat na 5 jaar De onderzoekers slaagden erin om diamantlagen van hoge
researchgroep van de KUN, die in twee academische ziekenhuizen succesvol geëvalueerd zijn. Een ander exemplaar speelt een cruciale rol in STW-project
kwaliteit op verschillende soorten staal aan te brengen met verschillende tussenlagen. Het onderzoek resulteerde in twee patentaanvragen. Een aanvraag
op staal is het verschil in thermische uitzettingscoëfficient tussen staal en
TTN.4661. Door een koerswijziging van Dräger is de aanvankelijke belangstel-
betreft een methode om een diamantlaag op staal aan te kunnen brengen. De
ling van dit bedrijf verdampt. Inmiddels hebben de onderzoekers een bedrijfje opgericht na overleg met STW met de bedoeling de productie en verkoop van
andere aanvraag is min of meer bij toeval ontdekt en heeft betrekking op het elektrochemisch polijsten van diamantlagen. Vooral deze laatste vinding is veel-
de OXYMON zelf uit te voeren.
belovend. Het onderzoek is verlengd om beide gepatenteerde vindingen beter te kunnen onderzoeken om op die manier de aanvragen te kunnen versterken.
gebruiker(s) Dräger Medical Electronics, Best / Erasmus Medisch Centrum
Rotterdam / UMC, Utrecht / Physio BV Dräger Company, Best
gebruiker(s) TNO Institute of Industrial Technology, Eindhoven / Bodycote
Coating Centrum BV, Venlo / Vereenigde Octrooibureau, ’s Hertogenbosch / James Walker BV, Oud-Beijerland / Diamond Tools Group BV, Nijmegen / Katholieke Universiteit Leuven / Akzo Nobel Chemicals BV, Arnhem / RTC&P, Culemborg / Netherlands Institute for Metals Research, Delft
83
projecten 1997
NGN.4187
Regenerative bone implants
NNS.4191
CCB
AAA
projectleider
Prof.dr. J.A. Jansen totale ASTRA Tech AB inkomsten in k€ 4,54
toewijzing in k€
732,46
contracten
Bijdrage
projectleider
Ferroelectric films for optical and piezoelectric applications
Prof.dr. P.K. Larsen
totale toewijzing in k€
979,89
doelstelling In het onderzoek wordt een studie verricht naar interactie tussen bot
doelstelling Ferroelektrische films van lood-zirconaat-titanaat hebben grote
en biomaterialen zowel op moleculair als op cellulair niveau om meer inzicht te
potenties voor geïntegreerde toepassingen, gebaseerd op piezo-elektrische
verkrijgen in de bot/biomateriaal respons. Een nieuwe RF-sputtertechniek zal worden gebruikt om dunne CaP-keramische films op titanium en polymere
eigenschappen. Een geschikte techniek voor vervaardiging van de dunne films is MOCVD, ideaal voor industriële opschaling. In Nijmegen worden met MOCVD
substraten aan te brengen. Het uiteindelijke doel van het onderzoek is om
polykristallijne PZT films gedeponeerd op platina gecoate Si-wafers (voor
optimale botimplantaten te maken die ‘tailor-made’ zijn aangepast aan de klinische toepassing.
piezo-elektrische toepassingen) en epitaxiale PZT films op Strontium-Titanaat voor elektro-optische toepassingen. In Twente wordt de vervaardiging van micro-electromechanische en optische componenten uitgevoerd.
resultaat na 5 jaar Dit project is deels de voortzetting van een eerder STW-project
NGN.2328. De daarin ontwikkelde magnetron sputtertechniek voor het
resultaat na 5 jaar De ploykristallijne PZT films laten hoge piezo-elektrische
aanbrengen van de CaP-coatings is door Astra (Zweden) overgenomen. De techniek is door hen ook gepatenteerd. Astra zou in samenwerking met Bekaert
constanten zien, maar de voor toepassingen benodigde filmdiktes van 5 micrometer vallen buiten het bereik van de huidige MOCVD techniek.
(België) implantaten, voorzien van deze coating, produceren. De samenwerking
Voor optische toepassingen van epitaxiale PZT films is aangetoond dat
met Astra Tech is in 2001 beëindigd nadat Astra na een evaluatieperiode liet weten af te zien van de financiering van de klinische studies. Inmiddels zijn er
golfgeleiding mogelijk is en werden twee TE-modes gekoppeld in een 700 mm dikke film. De realisatie van schakelaars werd helaas niet gehaald. Wel heeft
door de onderzoekers de eerste contacten gelegd met een Nederlands bedrijf die de coating wil toepassen op haar eigen implantaten.
het onderzoek nieuwe kennis opgeleverd van de structuur en morfologie van PZT films, hun optische eigenschappen en de eigenschappen van platinaelectrodes voor PZT films.
gebruiker(s)
Biomaterials Research Group, Bilthoven / AMOLF, Amsterdam / UMC, Utrecht
NCH.4213
BBA projectleider
De ontwikkeling van sensoren voor de detectie van neutrale organische moleculen gebaseerd op selectieve complexering met cyclodextrinederivaten
Prof.dr. R.J.M. Nolte
gebruiker(s) Océ-Technologies BV, Venlo / IMEC, Leuven / AIXTRON AG, Aken /
Philips Research Laboratories, Eindhoven
/ ASTRA Tech AB, Mölndal
totale toewijzing in k€
476,28
NGN.4402
AAC
Laser spallatie als techniek om de hechtingskracht van dunne biocoatings te meten
projectleider P r o f . d r . J . A . J a n s e n totale toewijzing Haalbaarheidsstudie STW; ASTRA Tech AB
i n k€
37,16
contracten
doelstelling Het doel van dit project is het ontwerpen van sensoren voor de
doelstelling Onderzocht wordt of je door middel van sputter-coating dikke, sterk
detectie van organische moleculen. Een sensormolecuul in een sensor-device
hechtende, kristallijne keramische deklagen aan kunt brengen op metalen
moet aan een aantal voorwaarden voldoen. In het project wordt aan de ene kant
implantaten. Daartoe gebruikt men een magnetron sputter apparaat. De
gepoogd de cyclodextrines te functionaliseren met fluoroforen om ze geschikt te maken voor fluorescentiedetectie. Aan de andere kant is het doel om de
toepasbaarheid van de sputtertechniek wordt bepaald door laboratoriumexperimenten, in vitro celkweek- en in vivo proefdierstudies. Resultaten van dit
cyclodextrines te immobiliseren op een goudoppervlak.
onderzoek kunnen leiden tot optimalisering van keramische coatings toegepast voor orthopedische en tandheelkundige implantaten.
resultaat na 5 jaar De oorspronkelijke doelstelling om door modificatie van
cyclodextrine-receptoren selectiviteit te bewerkstelligen is gehaald. De gevonden selectiviteit van cyclodextrines voor bepaalde steroïden, is
resultaat na 5 jaar Dit project is een beperkte uitbreiding van project NGN.2328,
interessant maar heeft niet geleid tot utilisatie door de gebruikers. Op
nu meer kennis beschikbaar is over het hechtingsgedrag van Ca-P sputter
het gebied van immobilisatie van cyclodextrines in transductielagen zijn successen geboekt. Op het gebied van selectieve massagevoelige detectie
coatings. Met ASTRA Tech is een overeenkomst afgesloten om deze techniek verder te ontwikkelen. De samenwerking met Astra Tech is in 2001 beëindigd
zijn belangrijke stappen vooruit gedaan, al is de selectiviteit nog niet met cyclodextrines bereikt, maar wel met biotinestreptavidine interactie.
nadat Astra na een evaluatieperiode afzag van de financiering van de klinische studies. Inmiddels zijn door de onderzoekers de eerste contacten gelegd met
waarin de RF-sputtertechniek werd ontwikkeld. Het resultaat hiervan is dat er
een Nederlands bedrijf die de coating wil toepassen op haar eigen implantaten. gebruiker(s) TNO Voeding, Zeist / BioMerieux bv, Boxtel / RIZA, Lelystad gebruiker(s) ASTRA Tech AB, Mölndal
84
utilisatierapport 2003
RGN.3663
| Instelling
R _ erasmus
ACB
universiteit rotterdam
Non invasive measurement of urethral resistance in male patients
projectleider
Dr.ir. R. van Mastrigt totale toewijzing in k€ 197,14 contracten Overdracht STW; PelviTec BV octrooien NL.1011576 Bepaling urethale weerstand Werkwijze en inrichting voor het bepalen van urine blaasdruk bij mannen; NL.1015080 Instrument voor het beoordelen van een urinestroom inkomsten in k€ 0,85 doelstelling In de urologie is bij mannen de meest gestelde diagnose een
obstructie van de urinestroom door een vergrote prostaat. Het bepalen van de mate van obstructie kan nu alleen door een invasieve meting waarbij tegelijkertijd druk en snelheid van de urinestroom worden gemeten. Dit is voor de patiënt zeer belastend. Doel is om een niet-invasieve meetmethode te ontwikkelen. resultaat na 5 jaar Een incontinentiecondoom met een drukmeter en een aantal
slangetjes is ontwikkeld, waarin de patiënt plast. Met doorstroommeting kunnen patiënten met een verhoogde weerstand van de plasbuis, en die met een slecht functionerende blaas worden onderscheiden. De methode is gepatenteerd, maar bij gebrek aan belangstelling vanuit de industrie niet voortgezet. Twee samenwerkingsprojecten zijn gestart (afd. Urologie, Erasmus MC; afd. Huisartsengeneeskunde, Universiteit van Maastricht) en men bereidt een derde en vierde samenwerkingsproject voor (afd. Urologie, Ziekenhuis de Baronie, Breda en afd. Urologie, Elisabeth Ziekenhuis in Tilburg. De onderzoeker ontwierp een apparaat voor thuisgebruik dat door PelviTec en Yamanouchi binnenkort wordt uitgebracht. gebruiker(s) LUMC, Leiden / Leijenburg Ziekenhuis, Den Haag / Laprolan
Medische Producten, Beuningen / Andromeda Medizinische Systeme GmbH, Taufkirchen-Potzham / St. Franciscus Gasthuis, Rotterdam / Erasmus MC, Rotterdam / PelviTec BV, Beuningen
REC.4195
ACB
Option management and analysis of advanced R&D
projectleider Dr. L.J.O. Lint totale toewijzing in k€ 403,76 Philips International BV inkomsten in k€ 3,64
contracten
Licentie STW;
doelstelling Het project is gericht op de ontwikkeling van economische technieken om R&D investeringen te kunnen beoordelen op hun commerciële
haalbaarheid. Het onderzoek bouwt voort op een eerder STW-project (REC.2371) en heeft onder andere tot doel om een software-tool (decision support system) te ontwikkelen dat door bedrijven toegepast kan worden. resultaat na 5 jaar Het project heeft een software-instrument opgeleverd dat het
mogelijk maakt om in een vroegtijdig stadium van R&D en productontwikkeling essentiële marketing, technologische en financiële elementen te integreren. Hierdoor kan de potentiële marktwaarde van een onderzoeks- of ontwikkelingsproject worden vastgesteld en worden vergeleken met andere projecten (portfolio-analyse). Daarnaast wordt voortgekomen kennis gebruikt door bedrijven als Philips, KPN Research en France Télécom R&D. Desalniettemin is het niet gelukt de software te vercommercialiseren. Bij Philips is wel een proef gedaan, maar uiteindelijk heeft men besloten de software niet te gaan gebruiken. gebruiker(s) Philips International BV, Eindhoven / KPMG Consulting, De Meern /
Kempen & Co, Amsterdam / Philips Electronics, Amsterdam
85
projecten 1997
TEL.3750
| Instelling
T_
ABA
universiteit twente
projectleider
Structural fault-model based test generation for mixed-signal integrated circuits
Dr.ir. H.G. Kerkhoff
totale toewijzing in k€
275,40
doelstelling Het ontwikkelen van alternatieve (structurele in plaats van de
gebruikelijke functionele) testmethodes voor chips met zowel digitale als analoge schakelingen, om een redelijke time-to-market bij goede kwaliteit van steeds complexere IC’s mogelijk te maken. resultaat na 5 jaar Om snel procesfouten in (embedded) analoge schakelingen in
complexe chips te kunnen detecteren, is een algoritme ontwikkeld, waarmee automatisch testsignalen te genereren zijn die na productie fouten in een chip kunnen opsporen op basis van de structuur (lay-out) van de schakelingen en fouten in het proces (een zogenaamde fault model based test algortihm). Dit tool wordt vooralsnog uitsluitend binnen de Universiteit Twente gebruikt, onder andere als basis voor een nieuwe STW-aanvraag. gebruiker(s) Maser Engineering BV, Enschede / Philips Semiconductors,
Nijmegen
TEL.3932
Reliability of display devices
TST.3985
BBA projectleider
BBA
27,23
projectleider Prof.dr.ing. M. Wessling totale toewijzing in k€ 549,87 Optie Universiteit Twente; STW; TNO-MEP inkomsten in k€ 13,61
doelstelling Doel van het project was lange en korte termijn betrouwbaarheid van
doelstelling De huidige processen om zuurstofverrijkte lucht of zuiver stikstof te
flat panel displays te onderzoeken en in het bijzonder de gevoeligheid voor
maken zijn duur en hebben een hoog energieverbruik. Een scheidingsproces
accidentele elektrische ontladingen (ESD).
gebaseerd op membranen kent deze problemen niet, maar de huidige mem-
resultaat na 5 jaar Het project heeft een model opgeleverd voor lange termijn
branen zijn niet selectief genoeg. Het doel is een asymmetrische vloeibare membraan te ontwikkelen met een zeer efficiënte zuurstofdrager daarin
stabiliteit van de gebruikte technologie en een testprocedure en mogelijke beschermingsmaatregelen voor/tegen ESD.
opgenomen om zuurstofverrijkte lucht en >99% zuivere stikstof mee te produceren. In dit project moet een membraan met de gewenste specificaties
Prof.dr.ir. A.J. Mouthaan
totale toewijzing in k€
577,15
inkomsten in k€
Development of asymmetric microencapsulated liquid membranes with facilitated transport properties
contracten
worden ontwikkeld die een levensduur van tenminste een jaar heeft. De gebruiker(s) Maser Engineering BV, Enschede / Philips Research Laboratories,
Redhill / Philips LCD Cells and Modules, Heerlen
membraan zal worden gefabriceerd in kleine hoeveelheden en getest in samenwerking met geïnteresseerde industriële gebruikers. resultaat na 5 jaar Met succes is een nieuwe zuurstofdrager gesynthetiseerd.
De drager heeft een grote affiniteit met zuurstof en het gehele systeem is zeer stabiel in water (met cafeïne als base). Verbetering is nog mogelijk als de wateroplosbaarheid van het systeem wordt verbeterd. De zuurstofselectiviteit van de PBM membranen is significant hoger dan van commercieel verkrijgbare producten. De zuurstofdrager is door één van de gebruikers geëvalueerd, maar voldeed toen nog niet aan de eisen van de toepassing die men voor ogen had. gebruiker(s) DSM Research BV, Geleen / KEMA Nederland BV, Arnhem / Parker
Gas Separation BV, Etten-Leur / TNO-MEP, Apeldoorn
86
utilisatierapport 2003
TST.4019
BBA projectleider
ENRIN
Osmotische tensiometer met sterk verbeterd bereik
Prof.dr.ir. R.A. Feddes totale toewijzing in k€ 637,78 contracten STW; NL.1008072 Tensiometer inkomsten in k€ 7,26
octrooien
TEL.4167
BCB projectleider
A triaxial rate gyroscope and accelerometer
Prof.dr.ir. P. Bergveld STW; Xsens inkomsten in k€ 45,38
totale toewijzing in k€
426,30
contracten
Optie
doelstelling De ontwikkeling van een instrument dat de potentiaal van het
doelstelling De triaxiale accelerometer en de traxiale gyroscoop integreren tot
bodemwater kan meten. Het gaat om het bereik van volledige verzadiging tot
een sensorsysteem, dus inclusief electronica en software, waarmee plaats,
het uitdrogingspunt waar plantenwortels niet langer in staat zijn water aan de bodem te onttrekken. Het idee was om een meter te maken die niet met water
snelheid en versnelling in grootte en richting bepaald kunnen worden. Verder zullen toepassingen binnen de automotive industrie en in het medische veld
gevuld is, maar om het water te vervangen door een oplossing met een zeer
geidentificeerd worden en de toepassing samen met de gebruikers worden
lage potentiaal. Voordeel hiervan is om op enig moment nauwkeurig vast te kunnen stellen hoeveel de watergift voor een bepaalde bodem met een bepaald
onderzocht.
gewas zou moeten zijn.
resultaat na 5 jaar Verwacht werd dat de inspanning van STW en de contractpartner
Xsens tot concrete (software) producten zou leiden. Conctrete producten zijn resultaat na 5 jaar Hoewel het project hier bij Twente is ondergebracht, is het
toch nog wat verder weg. De genereerde kennis zal wel door Xsens en de
belangrijkste deel van het werk uitgevoerd op Wageningen Universiteit (prof. Feddes en prof. Klapwijk). Men is er in geslaagd een tensiometer te ontwikkelen
UT gebruikt worden voor verdere ontwikkeling. Xsens zal de automatische offset calibratie van accelerometers en de inclinatieschatting daarmee in
met een bewezen bereik voor het meten van de zuigkracht beneden het
haar ontwikkeling betrekken. Voor de technologie zijn legio toepassingen te
verwelkingspunt van planten. Essentieel daarbij was de ontwikkeling van een speciale keramische neus (UT) en de ontwikkeling van de polymeervulling voor
verzinnen, helaas slechts één met een bulk toepassing medische toepassingen. Veel zal van het ontwikkeltraject bij Xsens afhangen.
de tensiometer. Tegelijkertijd is met medewerking van gebruiker ENRIN alvast gewerkt aan de mogelijkheden voor het op de markt brengen van een low-cost
gebruiker(s) Texas Instruments Holland BV, Almelo / McRoberts BV, Den Haag /
versie van de meter. Een en ander heeft nog niet geleid tot een verkoopbaar
AZ VU, Amsterdam / Roessingh Research and Development, Enschede /
product. Een vervolgproject is aangevraagd en gehonoreerd (WLW.5828).
Bronkhorst High-Tech BV, Ruurlo / Xsens Sports Technologies BV, Enschede / Roessingh Research en Development, Enschede
gebruiker(s) Alterra, Wageningen / ENRIN, Wageningen
TTN.4177
CCC
Development of High Temperature Superconductors and Coils for Electric Power Applications
TTN.4330
FHARMON Fetal heart monitor
CBB
projectleider
Prof.dr.ir. H.H.J. ten Kate totale toewijzing in k€ 705,74 contracten Optielicentie Smit Draad; STW; Optie STW; Smit Transformatoren BV; Licentie STW; Smit Draad octrooien EU.00203389.2 Werkwijze voor het isoleren van een langwerpige geleider bestaande uit een hoge temperatuur supergeleidend in hoofdzaak keramisch materiaal ...... inkomsten in k€ 254,54
projectleider
doelstelling Het project beoogt de bestudering van de eigenschappen van
doelstelling Het doel van dit project was een foetale hartmonitor te ontwikkelen
hoge-temperatuur supergeleiders en het gebruik van deze nieuwe materialen
gebaseerd op supergeleidende magnetometers en geschikt voor klinische
bij elektrische-vermogenstoepassing. Als testsysteem zal een supergeleidende
toepassingen. Daarbij zou gebruik gemaakt worden van hoge-temperatuur
model-transformatorspoel worden gebouwd. Naast metingen zullen ook theoretische modellen worden ontwikkeld om het gedrag van supergeleidende
SQUIDS in een met Stirling koelers gekoelde meetkop.
tapes te kunnen beschrijven.
resultaat na 5 jaar Foetale magnetocardiografie (FMCG) bleek bruikbaar voor de
resultaat na 5 jaar Er is technologie ontwikkeld om supergeleidende tapes te
gen, maar heeft ook nadelen. Doelen: 1) toepassing van gesloten koelsystemen
isoleren. Deze methode is gepatenteerd en er is een licentie verleend aan Smit Draad. De verkoop van de supergeleide tape komt nu langzaam op gang.
voor koeling van supergeleidende sensoren. 2) ontwikkeling van alternatieve ruisonderdrukkingstechnieken om de magnetisch afgeschermde kamer overbo-
Daarnaast heeft het project geleid tot een veel beter begrip van de eigen-
dig te maken. Tijdens het onderzoek stagneerde de wereldwijde ontwikkeling
schappen van hoge-temperatuur supergeleiders. Er is een methode ontwikkeld waarmee de verliezen van tape-supergeleiders in elektrische vermogens-
van de hoge-temperatuur sensoren, zodat de sensoren niet voldoende reproduceerbaar en betrouwbaar gemaakt konden worden. In vervolg op het project
toepassingen verminderd kan worden. Het project is verlengd om een supergeleidende transformator te kunnen bouwen en testen.
wordt lage-temperatuur supergeleidende technologie gemaakt. Deze sensoren zijn wel betrouwbaar en gevoelig gebleken. Hier gebruikt men de resultaten van
Prof.dr. H. Rogalla totale toewijzing in k€ 610,79 contracten Bijdrage Philips Medical Systems Nederland BV inkomsten in k€ 52,24
detectie en classificatie van hartritmestoornissen en aangeboren hartafwijkin-
FHARMON, met name op het vlak van ruisonderdrukking (storingen vanuit de gebruiker(s) Smit Draad, Weurt / Philips Medical Systems Nederland BV, Best /
SMI BV, Enschede / KEMA Nederland BV, Arnhem / ESCETE, Enschede / CERN,
omgeving en ten gevolge van de koeler). Voor vervolgonderzoek zijn bijdragen toegezegd door TMS International, Philips Medical Systems en Thales Cryogenics.
Génève / Smit Transformatoren BV, Nijmegen gebruiker(s) TMS International BV, Enschede / Thales Cryogenics BV, Eindhoven /
Philips Medical Systems Ned. BV, Best / Twente Solid State Technology BV, Hengelo
87
projecten 1997
TTN.4358
CCB
A fully integrated optoelectronic chip probe for direct contact laser doppler blood flowmetry
T I F.4367
BBA
Flexible multiwavelength optical local access network supporting multimedia broadband services
projectleider
Prof.dr. J. Greve totale toewijzing in k€ 378,90 contracten Geheimh o u d i n g U T ; S T W ; M e d t r o n i c B a k k e n R e s e a r c h C e n t e r B V octrooien PCT.NL03/00074 Laser Doppler Perfusion Imaging using a two-dimensional random access high pixel readout rate image sensor
projectleider
doelstelling Het doel was het ontwikkelen van een laser Doppler instrument met
doelstelling Optische netwerken in de telecommunicatie gebruiken zogenaamde
Prof.dr.ir. I.G.M.M. Niemegeer
totale toewijzing in k€
831,54
een zogenaamde geïntegreerde meetkop (de opnemer) die een lichtbron,
golflengtemultiplexing (WDM). Het project richt zich zowel op de device-techno-
lichtdetectoren en elektronica omvat. Het voordeel van deze aanpak ten opzichte van de gebruikelijke meetkop op basis van glasvezel is, dat de
logie, als op het fysieke netwerk en protocollen voor de toekomstige op WDM gebaseerde netwerken met hoge bandbreedte (> 1 Gbit/s). Doel is de realisatie
artefacten die ontstaan door beweging van de meetkop, patiënt of arts worden
van nieuwe devices als golflengte-omzetter en add-drop multiplexer (ADM)
gereduceerd. Een ander voordeel van de nagestreefde integratie van lichtbron, detector en signaalverwerkende elektronica is dat een gecompliceerdere
geoptimaliseerd voor toepassingen in nieuwe optische netwerk-architecturen.
detectorgeometrie mogelijk wordt (beter detectie), terwijl de omvang van de meetkop beperkt blijft.
resultaat na 5 jaar Deel van het werk aan ADM’s is uitgevoerd bij IBM in Zwitser-
land, met gebruikmaking van hun gestandardiseerd productieproces. In Twente werden de golflengte-splitsers als onderdeel van ADM ontworpen, maar een
resultaat na 5 jaar Het project heeft geresulteerd in twee typen meetkoppen, die
verschillen in de mate van complexiteit. Het eerste type is met succes klinisch
volledig ‘Twentse ADM’ op basis van hun SiON-technologie bleek niet haalbaar. De golflengte-convertor werd gerealiseerd i.s.m. JDS/Uniphase én geïntegreerd
getest, de tweede is bedoeld voor medisch onderzoek. Een niet voorzien
met een breed afstembare laser wat een compactere module mogelijk maakt.
resultaat is de ontwikkeling van een laser Doppler imager op basis van een arraydetector, waarop octrooi is aangevraagd. Met dit instrument kan de
Het bedrijf ThreeFivePhotonics toont belangstelling. De mogelijkheden van Medium Access Control (MAC) als protocol werden in simulatiestudies onder-
doorbloeding van een huidoppervlak in een keer, dus snel, bepaald worden. Toepassing bij transplantatie en brandwondengenezing.
zocht. Het onderzoek aan de fysieke laag waarinde ontwikkelde hard- en software is geïntegreerd, is na dit project voortgezet met steun van Algere Systems.
gebruiker(s) Erasmus MC, Rotterdam / AZ Groningen / AMC, Amsterdam /
gebruiker(s) Ingenieursbureau Coenecoop BV, Waddinxveen / Philips Research
Perimed AB, Jarfalla / Medtronic Bakken Research Center BV, Maastricht
Laboratories, Eindhoven / JDS Uniphase Netherlands BV, Eindhoven / IBM Research, Ruschlikon / Twentsche Kabelfabriek BV, Haaksbergen / Lucent Technologies, Huizen / TNO Telecom, Leidschendam
TWI.4412
BBA projectleider
Stochastic network analysis for the design of self optimising cellular mobile communications systems
Dr. R.J. Boucherie
totale toewijzing in k€
527,19
TST.4428
BBA
Integrated design of efficient catalysts for the selective oxidation of alkanes
projectleider
Prof.dr.ir. L. Lefferts totale toewijzing in k€ 4 9 5 , 6 6 contracten Bijdrage DSM Research BV; ABB Lummus Global Inc. inkomsten in k€ 27,24
doelstelling Het frequentiespectrum beschikbaar voor mobiele telefoonnetwerken
doelstelling Het doel van het project is: 1) de ontwikkeling van zeer actieve en
is sterk beperkt. Om de capaciteit van het netwerk te vergroten worden frequen-
selectieve katalysatoren voor de oxidatieve dehydrogenering van lagere alkanen
ties hergebruikt, resulterend in een cellulair netwerk; een cel wordt gekarak-
tot de overeenkomstige olefinen; 2) de aanpassing en evaluatie van een reactor
teriseerd door de beschikbare frequenties. Dit introduceert een belangrijk probleem: nieuwe of bewegende gesprekken kunnen een cel treffen waarvan
met uitstekende warmteoverdracht-karakteristieken.
de capaciteit bezet is, resulterend in blokkering van het gesprek. Stochastische technieken worden ontwikkeld om de interactie tussen mobiliteit van abonnees
resultaat na 5 jaar De katalysatoren ontwikkeld in het project en gebaseerd op
en capaciteit van het netwerk te kunnen modelleren en analyseren.
met commerciële routes voor de productie van olefines, omdat: 1) propyleen
resultaat na 5 jaar Huidige (GSM/GPRS) en toekomstige (UMTS/WLAN)
is het hoofdproduct; 2) lage reactietemperaturen; en 3) warmte wordt intern gegenereerd.
Li/MgO geven een olefine-opbrengst tot 60%. Deze route kan concurreren
netwerken hebben een mix van diensten (spraak, data, video) met verschillende karakteristieken (onder andere capaciteitsvraag, mobiliteit). De wiskundige technieken uit dit project kunnen operators (KPN, Vodafone) helpen bij dimensionering (verdeling capaciteit), en admission control (toelaten gesprekken), waarbij juist de interactie tussen diensten een grote rol speelt. Zo is voor GPRS een model ontwikkeld, waarin lage prioriteit data de restcapaciteit van hoge prioriteit spraak gebruikt, waardoor de capaciteit voor zowel spraak als data wordt vergroot. Het project loopt nog. gebruiker(s) CWI, Amsterdam / KPN Telecom, Den Haag / TNO Telecom,
Leidschendam / Vodafone Group, Maastricht
gebruiker(s) Technische Universität München, Garching / DSM Research BV,
Sittard / ABB Lummus Global BV, Den Haag
88
utilisatierapport 2003
TET.4441
Micromachined sound intensity sensors
CBA projectleider k€
Prof.dr. M.C. Elwenspoek
totale toewijzing in k€
444,92
inkomsten in
90,76
doelstelling De Microflown is een aan de Universiteit Twente ontwikkelde
thermisch akoestische sensor waarmee de deeltjessnelheid in een geluidsveld gemeten kan worden. De werking van de sensor berust op het bepalen van het verschil in warmte afgifte tussen twee zeer dicht bij elkaar liggende siliciumnitride draadjes. Het gebruik als deeltjessnelheidsmeter heeft veel vragen en problemen opgeroepen die in dit project worden bestudeerd. resultaat na 5 jaar Het onderzoek heeft geleid tot een beter begrip van de werking
van de Microflown. Deze nieuwe kennis heeft geresulteerd in ideeën om de akoestische sensor verder te verbeteren. Voor praktische toepassing is het ook erg belangrijk om een goede calibratiemethode te ontwikkelen. Om dit te kunnen realiseren is het project verlengd. De Microflown is commercieel verkrijgbaar en wordt gemaakt door Microflown Technologies. Een belangrijke toepassing van de sensor is het meten van de geluidsintensiteit. gebruiker(s) M + P Raadgevende Ingenieurs BV, ’s Hertogenbosch / Philips CFT,
Eindhoven / Sennheiser Electronic, Wedemark / Microflown Technologies BV, Zevenaar / NMi Van Swinden Laboratorium BV, Delft / C2V BV, Enschede / AcouTronics BV, Oosterhout
| Instelling
U _ universiteit utrecht
UNS.3946
BCA
Fast spectroscopic imaging using pulsed excitation
projectleider Prof.dr. H.C. Gerritsen totale toewijzing in k€ 404,58 contracten Samenwerking onderzoek Universiteit Utrecht; Unilever Research; STW inkomsten in k€ 31,79
doelstelling Doel van het onderzoek is de ontwikkeling en evaluatie van een
ultra-snel microscopisch imaging systeem met fluorescentie levensduren als contrastmethode. Een snelle gepulste laser (TiSapphire) zorgt hier voor de excitatie van de fluorescente moleculen, zoals bijv. gelabelde proteïnen. Een CCD camera (64x64 pixels) neemt de 2-dimensionale fluorescentiepatronen waar. Het project is onderdeel van het Pionier-programma van prof.dr. H. Gerritsen, waar ook UNS.2974 (twee-foton excitatie) en UNS.4538 (cw-laser) toebehoren. resultaat na 5 jaar De ontwikkelde microscoop kan tot circa 88 beelden per
seconde opnemen en is uitermate geschikt gebleken voor het registreren van snelle verschijnselen op cellulair niveau. Er zijn diverse experimenten uitgevoerd aan levende cellen. Hierbij zijn op fluorescentie levensduur gebaseerde Calcium beelden opgenomen. Daarnaast zijn snelle membraanpotentiaal veranderingen afgebeeld. Het onderzoek heeft geleid tot een verdere intensivering van de samenwerking met Nikon Europe BV. gebruiker(s) TNO Voeding, Zeist / Unilever Research, Vlaardingen / Nikon Europe
BV, Badhoevedorp
89
projecten 1997
UCH.4011
AAA projectleider
The influence of polyols on the molecular organisation in starch based products; Applications to food and non-food products
Prof.dr. J.F.G. Vliegenthart
totale toewijzing in k€
191,08
UGN.4024
CCB
Susceptibility-based devices and scan techniques for MR-guided vascular interventions
projectleider
D r . C . J . G . B a k k e r t o t a l e t o e w i j z i n g i n k€ 3 7 9 , 8 2 o c t r o o i e n NL.1005946 Katheter; NL.1005392 Medische inrichting met onder MR- en röntgenbeeldvorming zichtbare markering; NL.1005859 Afgeschermde katheter; NL.1006254 Met MRI-verenigbare geleidingsdraad inkomsten in k€ 70,34
doelstelling Het verwerven van inzicht in de moleculaire processen die een
doelstelling Ontwikkeling van katheters en voerdraden voor MRI geleide endovas-
rol spelen in de veroudering van brood en in de mogelijkheden om deze
culaire interventies en doorlichtingstechnieken en beeldverwerkingsfaciliteiten.
veroudering tegen te gaan. De houdbaarheid van bijvoorbeeld vetarme voedingsmiddelen hangt samen met de herkristallisatie (of retrogradatie) van
Voor de beeldvorming worden de katheters van markers voorzien die het magnetische veld ‘gecontroleerd’ verstoren. De onderzoeksgroep heeft hiermee
zetmeel samen. Ook in non-food toepassingen beïnvloedt de retrogradatie van
veel ervaring opgebouwd en de kennis benut in een extra onderzoek waar
zetmeel de verwerkingsmogelijkheden van het materiaal en de uiteindelijke eigenschappen.
relatie werd gelegd tussen metaaldeeltjes en klepschade. Er werd voor verder onderzoek acht mensjaren toegekend door autoriteiten in de USA.
resultaat na 5 jaar Met nieuwe spectroscopische (NMR- en FT-IR) methodologiën,
resultaat na 5 jaar Realisatie van kunststoffen katheters en voerdraden die veilig
alsook röntgen-diffractie en DSC, zijn diverse zetmeelmodelsystemen
gebruikt kunnen worden in een MRI omgeving, die geen nadelige invloed
onderzocht op zetmeelstructuur en waterbinding. De invloed van suikers (als weekmaker) op het retrogradatieproces blijkt te berusten op de hechting van
hebben op de beeldkwaliteit en die met behulp van paramagnetische markeringen zichtbaar gemaakt kunnen worden onder MR-doorlichting en in
weekmakermoleculen aan zetmeelketens, waardoor deze ketens niet meer aan
MR-angiogrammen. Constructie van prototype voerdraden en katheters door
elkaar kunnen hechten. Het onderzoek is voortgezet in een kort vervolgproject (UCH.4952) waarin ook meer natuurlijke modelsystemen worden onderzocht.
Cordis Europa NV en succesvolle beproeving van deze devices in achtereenvolgens flowfantomen, proefdieren en patiënten met een slecht functionerende
Er is gebruik gemaakt van meetfaciliteiten bij ATO-DLO en Unilever Research. Materialen werden beschikbaar gesteld door TNO-Voeding en AVEBE.
kunstnier. Integratie van verschillende ontwikkelde scantechnieken en beeldverwerkingfaciliteiten in het ‘Interactive and interventional MR package’ dat bij Philips MR scanners geleverd wordt.
gebruiker(s) TNO Voeding, Groningen / Unilever Research, Vlaardingen / ATO BV, gebruiker(s) AMC, Amsterdam / Philips Medical Systems Nederland BV, Best /
Wageningen / AVEBE b.a., Foxhol
St. Elizabeth Ziekenhuis, Tilburg / UMC, Utrecht / Cordis Europa NV, Roden
UGE.4124
AAA projectleider
3-D Migration of seismic data using rapid ray tracing
Dr. K. Roy-Chowdhury
totale toewijzing in k€
141,41
UBI.4385
BBA projectleider
Variation in early growth potential, efficiency of nitrogen acquisition and water use in a genus of wild relatives of wheat
Prof.dr. L.A.C.J. Voesenek
totale toewijzing in k€
722,26
doelstelling Een cruciale stap in het bewerken van seismische data is de
doelstelling Klimaatveranderingen door het broeikaseffect hebben tot gevolg dat
transformatie van de opgevangen ‘echo’s’ naar een zo correct mogelijk
wereldwijd grote delen van het tarwe areaal worden bedreigd door toenemende
gepositioneerd beeld van de reflectoren in de aarde. Dit proces heet ‘migratie’.
droogte. Om de tarweproductie op peil te houden is er behoefte aan rassen die
Doel van het project was om te onderzoeken of de ‘straal verstoringstheorie’ toegepast kan worden op 3D migratie van seismische data voor exploratie en
beter tegen droogte bestand zijn. Het doel is de variatie in groei-eigenschappen binnen de wilde voorouders van broodtarwe te analyseren en geassocieerde
zodoende een meer accurate en snellere methode te ontwikkelen.
moleculaire merkers te vinden.
resultaat na 5 jaar Het onderzoek heeft zich voornamelijk toegespitst op
resultaat na 5 jaar In dit nog lopende project is vastgesteld dat er behoorlijk veel
‘complexe media’ waar de aanwezigheid van meervoudige aankomsten het migratie proces compliceert. Door de stralen te beschrijven in een ruimte
variatie in groei-eigenschappen aanwezig is binnen Aegilops tauschii, één van de wilde voorouders van broodtarwe. Er is een genetische kaart geconstrueerd
van positie en hoeken, in plaats van positie alleen, is het mogelijk gebleken
en er zijn enkele moleculaire merkers gevonden die geassocieerd zijn met
snelle rekenmethodes te ontwikkelen die de efficiëntie van migratie verhogen. Tevens is met behulp van de verstoringstheorie een verbeterde interpolatie
interessante groei-eigenschappen. Met de merkers kunnen deze gunstige eigenschappen later relatief snel gebruikt worden in veredelingsprogramma’s
methode voor looptijdtabellen ontwikkeld, waardoor standaard migratie algoritmen sneller en met minder gebruik van werkgeheugen kunnen opereren.
van tarwe. De genetische info over de wilde voorouder van tarwe wordt nu verder aangevuld met merkers die ook voorkomen in andere gewassen zoals gerst, mais en rijst. De gebruikers leveren een in natura bijdrage in de vorm van
gebruiker(s) Jason Geosystems BV, Rotterdam / Schlumberger Cambridge
kweekproeven.
Research, Cambridge / Shell SIEP BV, Rijswijk gebruiker(s) Cebeco Seeds BV, Lelystad / Zelder BV, Gennep
90
utilisatierapport 2003
UCH.4431
CCB
Development of methods and software for the evaluation of fibre diffraction data from area detection systems
UDG.4462
AAA
Ontwikkeling van een defectief levend virus-vaccin (Uitbreiding UDG.3346)
projectleider
P r o f . d r . J . K r o o n † t o t a l e t o e w i j z i n g i n k€ 3 0 0 , 4 9 c o n t r a c t e n Overdracht STW;Bruker Nonius BV octrooien PCT.NL99/00197 Werkwijze voor het bepalen van celparameters van een kristalstructuur onder toepassing van diffractie (Bepaling kristalstructuur) inkomsten in k€ 13,02
projectleider
doelstelling Ontwikkeling van een meet- en analysestrategie voor X-ray vezel-
doelstelling Het doel van het project was de ontwikkeling van de infectieuze
diffractiedata voor het CCD-systeem. Een software pakket wordt ontwikkeld
cDNA-kloon van equine arteritis virus (EAV) tot een live carrier- en expressie-
dat gebaseerd is op deze procedures. De data-analyse procedures zullen gebaseerd worden op eerdere ontwikkelingen in de groep waarbij reflectie-spot-
vector. Hierbij werden de volgende hoofdonderdelen onderscheiden: optimalisatie van EAV vector technologie; karakterisering van een nieuw arterivirus gen;
contouren gebruikt worden voor intensiteitsbepaling. De procedures worden
knockout-analyse van de structurele eiwitten van EAV. Dit project is een samen-
ontwikkeld aan de hand van grote variatie aan vezelmaterialen, en zullen nauwkeurige intensiteiten opleveren die voor alle experimentele omstandigheden
werking met project UDG.3346 van prof.dr. P.J.M Rottier, Universiteit Utrecht).
gecorrigeerd zijn. Structuurbepaling met deze data in combinatie met modelling technieken dienen om de capaciteiten van de procedures en software te testen.
resultaat na 5 jaar De effectiviteit van het EAV-systeem is door de technische
resultaat na 5 jaar De vooraf gestelde doelen zijn alle gehaald er is een compleet
buiten heeft inmiddels geleid tot een veel betere kennis van de structuur en eiwitsamenstelling van het EAV virusdeeltje. De knockout-analyse heeft onthuld
Prof.dr. W.J.M. Spaan
totale toewijzing in k€
91,78
verbeteringen verhoogd; er is een basis gelegd voor de ontwikkeling van (defectieve) EAV-vectoren. Onderzoek in de context van dit project en daar-
softwarepakket (EVAL) ontwikkeld voor de meting van diffractie-intensiteiten voor éénkristallen, vezels en minder geordende materialen. De software is
dat alle 7 structurele eiwitten nodig zijn voor het maken van infectieuze deel-
geïntegreerd en geschikt gemaakt voor een aantal detectiesystemen. Met behulp van het nieuw ontwikkelde programma zijn structuurbepalingen uitge-
tjes, maar dat met 3 van de 7 eiwitten subvirale deeltjes te produceren zijn die wellicht nadere toepassingsmogelijkheden bieden. Ook zijn cellijnen ontwikkeld
voerd van een groot aantal vezels en minder geordende materialen, die werden geleverd door diverse gebruikers. Verificatie van deze structuurbepalingen
waarmee deze subvirale deeltjes in grote hoeveelheden kunnen worden geproduceerd. Aandachtspunten voor de nabije toekomst zijn de mogelijkheden
verliep succesvol. Uit het project is een octrooi verkocht aan Bruker Nonius.
om de ‘targeting’ van het virusdeeltje te beïnvloeden en het uitbreiden van de mogelijkheden om ‘foreign sequences’ tot expressie te brengen.
gebruiker(s) Bruker Nonius BV, Delft / Unilever Research, Vlaardingen / Akzo
Nobel NV, Arnhem / Universiteit Leuven, Heverlee / DSM Research BV, Geleen
UGN.4496
BBA projectleider
Neural Network Approach to Scale Space Grouping in Image Analysis
Prof.dr.ir. B.M. ter Haar Romeny
totale toewijzing in k€
366,75
doelstelling Onderzoek naar de toepasbaarheid van Bayesiaanse analyse
methodes voor het herkennen van grote structuren in beeldmateriaal en voor de segmentatie van deze beeldstructuren naar objecten uit de fysieke realiteit. resultaat na 5 jaar Er is een methode ontwikkeld voor het groeperen van
lijnsegmenten, gebaseerd op een gemodificeerd spin-glas model. De methode is gebruikt voor het detecteren van locale beeldeigenschappen zoals materiaalovergangen, de bepaling van samenhangende geometrische primitieven en de groepering van deze primitieven op basis van waarschijnlijkheden en modelgegevens van fysieke objecten. De methode is geëvalueerd aan de hand van verscheidene experimenten met bevredigend resultaat. gebruiker(s) TNO-TM, Soesterberg / Laboratoire d’Electronique Philips,
Limeil-Brevannes Cedex
gebruiker(s) Intervet International BV, Boxmeer / ID-Lelystad BV, Lelystad
91
projecten 1997
VBI.3995
| Instelling
V_
De dynamiek van gist glycolyse
BAA
vrije universiteit amsterdam
projectleider
Dr. H.W. van Verseveld totale toewijzing in k€ 274,78 Bijdrage Quest International; Bijdrage DSM Bakery Ingredients k€ 14,29
contracten inkomsten in
doelstelling Door substraattoevoer is de samenstelling van gist niet gelijkmatig.
Dit project wil de invloed op gist van die toevoer meten; wil de invloed bepalen van cel-cel communicatie op de fysiologie en de productiviteit; bepalen of er autonome metabole oscillaties optreden in hoge dichtheid continue cultures; bepalen of er metabole oscillaties geïnduceerd worden door de externe oscillerende condities, en wil de invloed van signalerende concentraties van de communicator acetaldehyde meten op productiviteit, fysiologie en cellulaire oscillaties. resultaat na 5 jaar De uitkomst van het project maakt het waarschijnlijk dat in het
algemeen intracellulair gedrag van gistmetabolisme niet statisch, maar dynamisch is en bepaald wordt door een combinatie van intracellulaire en extracellulaire condities. In een vervolgproject wordt dit verder uitgezocht. Op basis van modelleren is geconcludeerd dat gedurende industriële fermentaties bij lage glucoseconcentraties fluctuaties in extracellulaire substraten de gemiddelde groeiopbrengst en daardoor de effectiviteit van de fermentatie behoorlijk kan beïvloeden. gebruiker(s) DSM Bakery Ingredients, Delft / Heineken Technical Services BV,
Zoeterwoude / Quest International, Bussum / DSM-Gist BV, Delft
VBI.4151
BCA projectleider
Realistic characterizations of the biodegradation of compounds
Prof.dr. S.A.L.M. Kooijman
totale toewijzing in k€
374,28
VGN.4211
BAA
The three-dimensional structure of alfa 1,3-fucosyltransferase a powerful starting point for the rational design of a new generation of anti-inflammatory drugs
p r o j e c t l e i d e r D r . D . H . J o z i a s s e t o t a l e t o e w i j z i n g i n k€ 3 8 4 , 1 4 c o n t r a c t e n Samenwerking onderzoek CW-NWO; Universiteit Utrecht; Vrije Universiteit Amsterdam; STW; NV Organon inkomsten in k€ 40,00
doelstelling De Dynamische Energie Budget theorie zal gebruikt worden voor
doelstelling Doel van het project is de opheldering van de 3D-kristal structuur van
het opstellen van modellen voor de afbraak van chemische stoffen door micro-
het enzym GDP-FucGalβ1,4GlcNAc α3-fucosyltransferase. Deze structuur-
organismen. Naast een theoretisch gedeelte zal een parallel experimenteel
opheldering wordt gecombineerd met een biochemische structuur-functie
gedeelte worden opgezet om de ontwikkelde modellen te testen tegen data uit routinematige bioassays voor afbraak van stoffen en om realistische maten
analyse van de α3-fucosyltransferases. De kennis hierover vormt het startpunt voor een ‘rational design’ van fucosyltransferase remmers, die toe te passen
te vinden voor de afbraaksnelheid.
zijn als een nieuwe generatie ontstekingsremmers.
resultaat na 5 jaar Voor drie afbraakverschijnselen (a. de groei van micro-organis-
resultaat na 5 jaar De doelstellingen zijn ten dele gerealiseerd. Er is nauw
men in vlokken in plaats van in suspensie, b. co-metabolisme en c. adaptatie) zijn modellen gemaakt en zijn softwaremodules geschreven. De modellen zijn
samengewerkt met NV Organon, de enige gebruiker. Het enzym werd op grote schaal geproduceerd en na zuivering uitgebreid biochemisch en biofysisch
succesvol getoetst tegen experimentele data. Enkele bedrijven hebben gratis
gekarakteriseerd. Directe toepassingen van de resultaten van het onderzoek
experimenten en analyses uitgevoerd. Het computerprogramma DEBtox voor het analyseren van toxiciteitsdata zal binnenkort worden uitgebreid met de
zijn er dan ook niet. Alle resultaten zijn inmiddels in de wetenschappelijke literatuur gepubliceerd. Een vervolgonderzoek bleek ook niet opportuun.
DEBdeg module voor de afbraak van stoffen. Het totale programma is voor iedereen vrij downloadbaar vanaf het electronisch DEB laboratorium
gebruiker(s) NV Organon, Oss
www.bio.vu.nl/thb/. gebruiker(s) Royal Haskoning BV, Nijmegen / RIVM, Bilthoven / Proctor &
Gamble, Strombeek-Bever
92
utilisatierapport 2003
WBI.3493
| Instelling
W _ wageningen
ABA
universiteit
projectleider
Verklaring en toetsing van interne kwaliteit van snijbloemen, met name de waterhuishouding na de oogst, als gevolg van cultivaren teeltinvloeden
Dr.ir. U. van Meeteren
totale toewijzing in k€
275,26
doelstelling Het vaasleven van snijbloemen kan sterk verschillen. Zowel
genetische als teeltfactoren zijn van belang. Er is te weinig kennis over de (waterhuishouding)processen die een rol spelen, zodat hierop niet gestuurd kan worden. Doel is een methode te ontwikkelen om het vaasgedrag te voorspellen. Dit op grond van een verklarend kwantitatief model van wateropname en -transport door afgesneden bloemstengels. resultaat na 5 jaar Een theoretisch model is ontwikkeld, gebaseerd op de
principes van de wateropname direct na de oogst. De opbouw van de stengel is van groot belang bij het blokkeren van de wateropname door luchtembolie. Verschillen tussen rassen en tussen teelten van dezelfde soort konden worden aangetoond. De kennis kan gebruikt worden voor de selectie bij veredeling en voor het optimaliseren van teeltomstandigheden. Dit onderzoek heeft ook geleid tot verbetering van meettechnieken (NMR, cryo-SEM). Er is een voorstel gedaan voor aanpassing van de standaardisatie van vaasproeven bij snijbloemen. gebruiker(s) Fides Goldstock Breeding BV, De Lier / Produktschap Tuinbouw,
Zoetermeer / Fa. P. Jansen, Naaldwijk / Vereniging van Bloemenveilingen Nederland, Leiden
WBI.3871
AAA projectleider
Vroegheid in aardappel fysiologische achtergrond en de relatie met vatbaarheid voor Phytophtora infestans
Prof.dr.ir. P.C. Struik
totale toewijzing in k€
384,99
WBI.3909
AAA projectleider
Mapping and molecular characterisation of quantitative trait loci (QTLs) controlling intramuscular fat and fatness in pigs
Prof.dr. M.A.M. Groenen
totale toewijzing in k€
313,98
doelstelling De aardappelziekte richt grote schade aan. De aardappelrassen die
doelstelling Doel van het project is het terugbrengen van het vetgehalte van
resistent zijn, zijn late rassen. Het idee bestaat dat het om een fysiologische
varkens door de genen te zoeken die het vetgehalte controleren. Er is gezocht
en niet om een genetische relatie gaat tussen vroegheid en vatbaarheid.
naar locaties op genen (QTL’s) die gerelateerd zijn aan de kwantitatieve
Vroegheid wordt nader gedefinieerd, de relaties worden onderzocht en er wordt vastgesteld of er een relatie is met vatbaarheid. Ook de genetische
eigenschappen ‘aanzet totaal vet’ en ‘intramusculair vet’. Een genetische kaart voor deze eigenschappen zal worden gemaakt en vergeleken met de
relatie vroegheid-resistentie wordt onderzocht.
betreffende gebieden op bestaande kaarten van de muis en de mens. Hiermee kunnen de huidige genetische kaarten worden verbeterd.
resultaat na 5 jaar Een groot aantal kas- en veldproeven is uitgevoerd. Veroudering
blijkt niet gepaard te gaan met een toename van de vatbaarheid. Wel wordt gesuggereerd dat er een toename is in resistentie bij de bladeren van de
resultaat na 5 jaar Er is een zogenaamde Radiation Hybrid kaart van chromosoom 2
basis naar de top, onafhankelijk van variëteit, plantleeftijd of groeicondities.
eenkomsten gevonden met de humane chromosomen 11 en 19. Deze
De uitkomsten van het genetisch onderzoek zijn nog niet volledig bekend. Uit het project is veel bijzonder kruisingsmateriaal voortgekomen. Dit wordt
vergelijkende kaart is een waardevol hulpmiddel bij het verder in kaart brengen van de kwantitatieve eigenschappen van het varken op chromosoom 2.
in stand gehouden voor verder onderzoek. De achtergrondkennis is vooral belangrijk voor kwekers.
De genetische kaart van het chromosoom werd versterkt door gebruik te maken van een varkens BAC bank en het kloneren en sequensen van de
gemaakt en vergeleken met een zelfde type kaart van de mens. Er werden over-
belangrijkste stukken DNA. De identificatie van de daadwerkelijke genen in gebruiker(s) Plant Research International BV, Wageningen / Kweekbedrijf HZPC,
Metslawier / DLV Adviesgroep NV, Wageningen / Hoofdproductschap
de toekomst zal kunnen leiden tot het ontwikkelen van genetische tests om het genetisch potentieel van dieren in fokprogramma’s te evalueren.
Akkerbouw, Den Haag gebruiker(s) Nutreco, Boxmeer / ID-Lelystad BV, Lelystad / IPG, Institute for Pig
Genetics BV, Beuningen
93
projecten 1997
WBI.4000
BAA
Alkaloiden uit aardappelen als grondstoffen voor de synthese van steroiden
WBI.4100
BBB
Constructie van verbeterde protease deficiente Aspergillus expressie-stammen t.b.v. homologe en heterologe eiwitproduktie
projectleider
Prof.dr. A. de Groot totale toewijzing in k€ 147,76 contracten Bijdrage Akzo Nobel Diosynth BV; Bijdrage Avebe b.a. inkomsten in k€ 29,04
projectleider
Dr. J.A. van den Berg totale toewijzing in k€ 638,92 Bijdrage DSM Bakery Ingredients inkomsten in k€ 21,40
contracten
doelstelling Voor Organon/Diosynth is diosgenine de belangrijkste grondstof voor
doelstelling Voor de industriële productie van homologe en heterologe eiwitten
de productie van steroïdhormonen. De beschikbaarheid van diosgenine is een
wordt vaak gebruik gemaakt van schimmels. In de praktijk gaat aanmaak
punt van zorg en er bestaat een voortdurende behoefte aan een alternatieve grondstof. Deze alternatieve grondstof zou 16-hydroxypregnenolon acetaat
van het (gewenste) eiwitproduct gepaard aan (ongewenste) afbraak. Doel van het project is te onderzoeken welke eiwitafbrekende enzymen (proteasen)
(DPA) kunnen zijn. Doel van het project was om een eenvoudige, industrieel
een rol spelen bij de eiwitproductie, welke precieze functie ze hebben en of
toepasbare omzetting van α-solanidine in DPA te vinden. Het steroid alkaloïd α-solanidine is namelijk in grote hoeveelheden beschikbaar in de zetmeel-
uitschakeling van deze proteasen tot nadelige effecten leidt.
industrie (AVEBE).
resultaat na 5 jaar Een reeks van proteasen is geïdentificeerd en een reeks van
protease-deficiënte stammen is gemaakt, die vervolgens ter evaluatie aan resultaat na 5 jaar Het onderzoek heeft geresulteerd in een synthese-route van
de gebruikers zijn aangeboden. Sommige proteasen blijken overigens goed
α-solanidine naar DPA. Industriële toepassing van deze route is nog niet mogelijk door het gebruik van cyaanbromide en een te groot aantal reactie-
bruikbaar om specifieke productomzettingen efficiënt te verrichten (bijoorbeeld bij fusie-eiwitten), wat nieuwe perspectieven opent voor geavanceerde eiwit-
stappen.
productiemethodes. Bijvoorbeeld voor eiwitten die normaliter moeilijk zijn te produceren.
gebruiker(s) Akzo Nobel Diosynth BV, Oss / AVEBE b.a., Foxhol gebruiker(s) Diosynth BV, Oss / DSM Food Specialties, Delft
WMO.4133
BCC
Het ontwikkelen en testen van een meetsysteem voor het bepalen van gebiedsgemiddelde verdamping en voelbare warmtestroom
WBI.4139
CAB
Decision support systeem (DSS) ten behoeve van de bestrijding van besmettelijke dierziekten bij landbouwhuisdieren
projectleider D r . H . A . R . d e B r u i n totale toewijzing in k€ 3 4 2 , 8 2 contracten Samenwerking onderzoek Wageningen Universiteit; STW; MicroMet Scientific; Licentie Wageningen Universiteit; STW; Kipp & Zonen BV inkomsten in k€ 12,23
projectleider
doelstelling Voor veel praktische problemen is het van belang om te weten
doelstelling In een situatie van uitbraak van besmettelijke dierziekten moeten
hoeveel water er uit een bepaald gebied verdampt (verdamping), alsmede
onder hoge tijdsdruk complexe beslissingen worden genomen op het juiste
hoeveel voelbare warmte door het aardoppervlak aan de atmosfeer wordt
moment en de juiste informatie moet beschikbaar en volledig zijn. Ook moet
afgegeven (voelbare warmtestroom). Een nieuwe methode om deze grootheden te kunnen bepalen is met behulp van een scintillometer. Dit project beoogt het
de samenhang (bestrijdingsmethode, haalbaarheid, economische gevolgen) worden beoordeeld. Doel is om o.b.v. een bestaand model een DSS te maken
verder ontwikkelen en testen van dit apparaat.
waarmee consequenties van beslissingen beter kunnen worden voorzien.
resultaat na 5 jaar Aangetoond is dat een grote openingshoek scintillometer (LAS)
resultaat na 5 jaar Tijdens dit project vond een uitbraak van KVP plaats. Dit leidde
in staat is om fluxen te meten op een schaal van 2 tot 5 kilometer. Deze resultaten kunnen als een doorbraak worden gezien, omdat de huidige
tot intensieve contacten tussen onderzoekers en overheid(-sdiensten) en uiteindelijk tot een gewijzigde doelstelling. Er ontstond minder behoefte aan
meettechnieken alleen informatie per punt geven. Met de nieuwe meetmothode
een allesomvattend overdraagbaar DSS, maar meer aan afzonderlijke modellen
kan bijvoorbeeld het watergebruik van landbouwgewassen over een groot gebied worden bepaald. Aan het bedrijf Kipp & Zonen is een licentie verleend
voor dynamiek van ziekteverspreiding, evaluatie van economische consequenties (bijvoorbeeld de keuze tussen ‘stamping out’ en vaccinatie) en geografie
om de LAS commercieel op de markt te mogen brengen.
en workflow. Er zijn initiatieven ontstaan voor een reguliere overleg- en adviesstructuur (cVEE) waarin overheid, sector en onderzoekswereld deelnemen.
gebruiker(s) Staring Centrum (SC-DLO), Wageningen / Mierij Meteo BV, De Bilt /
In EU-kader zijn adviezen uitgebracht voor verbetering van de KVP-bestrijdings-
Meteo Consult BV, Wageningen / EARS, Delft / International Water Management Institute, Maurik / Kipp & Zonen BV, Delft
wijze.
Dr. M. Nielen
totale toewijzing in k€
595,09
inkomsten in k€
211,35
gebruiker(s) Min. van LNV, Den Haag / LTO Nederland, Den Haag / Produktschap
voor Vee, Vlees en Eieren, Zoetermeer / RVV, Voorburg / Gezondheidsdienst voor Dieren, Deventer / Ministerie van Middenstand en Landbouw, Brussel
DR. HENK DE BRUIN OVER DE SCINTILLOMETER
Van puntmeting naar gebiedsmeting project WMO.4133
| WMO.4133
Een onderzoek dat in vijf jaar wordt opgezet, uitgevoerd
Een scintillometer meet de scintillaties gemiddeld over
en een product oplevert dat wereldwijd wordt verkocht,
een zekere padlengte en geeft dus de gebiedsgemiddelden
mag een excellent voorbeeld heten van een geslaagd STW-
van de voelbare warmtestroom en van de verdamping.
project. De scintillometer is het directe resultaat, maar het
De leerstoelgroep Meteorologie en Luchtkwaliteit van de
onderzoek levert ook nog eens een aantal ‘bonussen’ op.
Wageningen Universiteit heeft in het kader van een STW-project onderzoek gedaan naar de toepasbaarheid
Dr. Henk de Bruin is universitair hoofddocent aan de
van scintillometers in meteorologie, hydrologie en land-
Universiteit van Wageningen, waar hij zich bezighoudt
bouw. Hierbij worden padlengtes gebruikt variërend van
met het bestuderen van de atmosfeer vlakbij de grond.
een tot tien km. De onderzoeksvraag was: kunnen we met
Het gaat dan in dit geval om de uitwisseling van warmte,
een scintillometer gebiedsgemiddelde warmtestroom
waterdamp en CO 2 tussen land en atmosfeer. Denk
meten? En, zo ja, kunnen we daaruit de gebiedsgemiddel-
bijvoorbeeld aan een lange asfaltweg bij warm weer.
de verdamping bepalen. ‘Van een punt- naar een gebieds-
De luchttrillingen worden veroorzaakt door turbulente
meting’ stond dus centraal in het onderzoek. Zoiets
stromingen in de onderste luchtlagen van de atmosfeer.
bestond nog niet.
Boven een warm oppervlak, bijvoorbeeld boven een asfaltweg of boven de woestijn, ziet men de lucht ‘trillen’. Men neemt dan met het oog scintillaties waar. De luchtlaag
Tien kilometer
wordt in dit proces van onderaf verwarmd door opwarming van het aardoppervlak, die op zijn beurt door de zon
De Bruin: “Nadat we het apparaat hadden ontwikkeld,
wordt opgewarmd. De zon levert tevens de energie voor
hebben we uitvoerig getest of het de resultaten van
verdamping van vocht: het verticale transport van warmte
metingen goed middelt. Wanneer je van een puntmeting
en waterdamp in een turbulente stroming vindt plaats door
naar een gebiedsmeting gaat, wil je natuurlijk weten of
middel van uitwisseling van ‘luchtpakketjes’. ‘Warme en
de gemiddelde waarden juist zijn. Daartoe hebben we in
vochtige’ luchtpakketjes stijgen op en ‘koude en droge’
de Flevopolder op een goed verdeeld gebied getest, waar
dalen, waarbij het afhankelijk is van onder meer instraling
onder meer suikerbieten, aardappelen, tarwe en uien
van zon en wind hoe snel dit gebeurt. Uit deze factoren is
werden verbouwd. Samen met een Duitse onderzoeksgroep
een uitwisselingscoëfficiënt te berekenen die aangeeft of
hebben we in een tweede gebied met bos, gras, landbouw-
de turbulente uitwisseling in de lucht hoog of laag is.
grond en meertjes geëxperimenteerd. Het experiment bestond hieruit dat we eerst puntmetingen op verschillende
Tot voor kort konden onderzoekers verdamping weliswaar
homogene deeloppervlakken, bijvoorbeeld bos, in het
direct meten, maar dit kon dan alleen op één punt met
gebied deden en tegelijkertijd metingen met onze scintillo-
dure apparatuur die alleen door specialisten kan worden
meter boven het gehele niet-homogene gebied hebben
gebruikt. Het is juist interessant op grote schaal in kaart
gedaan. Dan zie je bijvoorbeeld in het Duitse gebied
te kunnen brengen wat de gemiddelde verdamping is.
enorme verschillen tussen bos en grasvelden. We vonden
Om dit probleem op te lossen, is aan de Universiteit
zeer hoge waarden van de hoeveelheden warmte die de
Wageningen in een STW-project de scintillometer ontwik-
lucht ingingen voor het bos in vergelijking met het gras.
keld. Dit eenvoudige apparaat, bestaande uit een lampje
Door de verdampingen te schatten en te vergelijken met
en een detector, meet de fluctuatie van het signaal van de
de puntmetingen, hebben we in feite een relatief goedkope
turbulentie en maakt daarmee opschaling van de punt-
verdampingsmeter gecreëerd.”
metingen mogelijk.
95
96
utilisatierapport 2003
| WMO.4133
Een belangrijk voordeel ten opzichte van andere instru-
Boeren kunnen laten berekenen welke gewassen het best
menten voor puntmetingen is dat de scintillometer niet
zullen groeien in een specifiek gebied, omdat ze het water-
op het te meten terrein hoeft te worden geplaatst. Een
verbruik van een plant kunnen vaststellen. In het water-
agrariër heeft daar doorgaans veel hinder van. Het lampje
management kan beter rekening gehouden worden met
en de detector van de scintillometer staan aan beide
waterverbruik als er meer bekend is over de verdamping
randen van het te meten gebied en veroorzaken dus geen
van water in specifieke gebieden. “We hebben eens een
enkele storing.
onderzoek gedaan naar het waterverbruik van olijfbomen op Kreta, omdat de kwekers klaagden over droogte en
“Inmiddels hebben we al scintillometer-metingen over
broeikaseffect waardor het grondwaterpeil zo sterk zou
tien kilometer verricht. Echter, we moeten dit nog nader
zijn gedaald. Dankzij een meting bleken de olijfbomen
onderzoeken. Een tweede ‘bonus’ was dat we een scintillo-
veel meer water te gebruiken dan meer traditionele
meter getest hebben onder extreme omstandigheden,
gewassen, zoals wijngaarden. Als je de oogsten dan ook
namelijk boven een geïrrigeerd terrein omringd door de
nog kunstmatig gaat opvoeren door te gaan beregenen
Sonora woestijn in Noord-West Mexico. De lucht is dan
met grondwater, dan daalt de grondwaterspiegel in hoog
warmer dan het sterk verdampende oppervlak en er is
tempo”, vertelt De Bruin. “Met onze scintillometer was het
overdag een neerwaartse warmtestroom en een zeer hoge
eenvoudig aan te tonen dat het waterverbruik van de
verdamping. De scintillometer bleek het ook daar goed te
bomen veel te hoog was.”
doen. De belangstelling voor de scintillometer groeit snel. Zo gebruikt het Europees Weer Centrum waarnemingen die wij verrichten in Ghana om weerverwachtingmodellen
Verkoop
te testen.” De marketing voor en verkoop van de scintillometer is inmiddels in volle gang. Kipp en Zonen uit Delft, dat Radiogolf-scintillometer
wereldwijd al jaren onder andere solarimeters (zonnestralingsmeters) verkoopt, heeft de verkoop van het
In Flevoland werd tevens de toepasbaarheid van een
nieuwe product op zich genomen. De belangstelling
radiogolf-scintillometer getest. Door toeval konden we
voor de scintillometer blijkt groot.
een prototype (gemaakt in Eindhoven) lenen van een NieuwZeelandse groep. Deze ziet ‘scintillaties’, veroorzaakt
Nu bewezen is dat opschaling van metingen mogelijk
door waterdampfluctuaties. De ‘gewone’ scintillometer
is, ontstaan er nieuwe mogelijkheden waarvoor
ziet voornamelijk temperatuurfluctuaties. Voor het eerst
eveneens STW-aanvragen zijn ingediend. De Bruin vindt
werd een gecombineerd systeem bestaande uit de radio-
het verstandiger niet teveel uit te weiden over het nieuwe
golf en de gewone scintillometer systematisch getest en
voorstel omdat dit ‘under review’ is. In grote lijnen gaat
vergeleken met puntwaarnemingen. De resultaten zijn
het om technische verbeteringen, toepassingen in
zeer bemoedigend, maar meer onderzoek is nodig.
hydrologie, watermanagement en meteorologie en om de combinatie satelliet-scintillometer.
Kennis over hoe de verdamping precies in zijn werk gaat en hoe groot deze in een specifiek gebied is, kan grote
De Bruin hecht als universiteitsman grotere waarde
implicaties hebben. Met een beter begrip van verdamping
aan publicaties en aan het afleveren van promovendi
kan bovendien de weersverwachting worden verbeterd.
dan aan octrooien. “In ons onderzoeksgebied zijn
| WMO.4133
octrooien eigenlijk minder interessant. Het is ten eerste
een systeem opstellen dat verdamping en voelbare warmte
zeer moeilijk aan te tonen dat een vinding uniek is.
kan meten voor een groot gebied.”
Ten tweede is de knowhow achter de relatief eenvoudige apparatuur dermate complex dat een bedrijf dat ermee
Al met al heeft het STW-project dus veel meer opgeleverd
aan de slag gaat, hoe dan ook een voorsprong heeft op
dan oorspronkelijk gehoopt. Op 1 oktober 2003 zal
de concurrentie. En ten derde houdt het aanvragen van
Wouter Meijninger op de wetenschappelijke resultaten
een octrooi de wetenschappelijke ontwikkeling op”. Dat
promoveren. Op de achtergrond was de senior inbreng van
wil uiteraard niet zeggen dat De Bruin principieel tegen
post-doc Arnold Moene onmisbaar en een team van andere
octrooiaanvragen is. De Bruin: “Blijkt dat we in een
promovendi, studenten, technici. Technische vernieuwingen
(mogelijk) vervolgproject technisch iets nieuws vinden,
zijn gerealiseerd, er is grote belangstelling voor wat er nog
dan zal sluit ik dit geenszins uit.”
meer te vinden is in het signaal van de scintillometer, er is het streven het satellietproject operationeel te maken en er zijn toepassingen gevonden in het testen en verbeteren
Satellietbeelden
van weersverwachtingmodellen en voor optimaal watermanagement.
Eén scintillometer geeft een verdampingswaarde over enkele vierkante kilometers. Een nog uitdagender mogelijkheid is de combinatie tussen de scintillometer en satellietbeelden. De satelliet NOAA-AVHR draait in een constante baan ten opzichte van de zon en geeft de oppervlaktetemperatuur op beeldpuntafstanden van één kilometer. Tevens geeft de satelliet de oppervlaktetemperatuur. In samenwerking met onder andere het ITC (in Enschede) en een belangrijk internationaal irrigatie instituut (IWMI in Turkije) is in Turkije daarvoor onderzoek gedaan. De eerste resultaten zullen binnenkort worden gepubliceerd en zien er veelbelovend uit. De Bruin: “Een groep van Alterra (Wageningen) heeft onze scintillometerwaarnemingen die we ook nog in Spanje hebben verricht vergeleken met verdampingsschattingen uit satellietbeelden. Dat werk is dit jaar gepubliceerd. In een opvolgende projectvoorstel hopen we deze aanpak systematisch te testen en te verbeteren.onder andere in nauwe samenwerking met een jong Nederlands bedrijf WaterWatch.” De Bruin: “We willen uiteindelijk een kaart van verdamping kunnen opstellen. Er is veel belangstelling voor en we hebben er inmiddels een tweede voorstel bij STW voor ingediend. Als het onderzoek doorgaat, kunnen we straks
97
98
utilisatierapport 2003
WBI.4153
CCA
Detection and utilization of genes influencing economically important traits in pigs using genetic markers
WBI.4395
BBA
Towards ecologically sound management of Botrytis diseases in flower bulbs
projectleider
Prof.dr.ir. E.W. Brascamp totale toewijzing in k€ 116,00 contracten Optie Wageningen Universiteit; STW; IPG, Institute for Pig Genetics BV; Euribrid BV; Bovar BV; Dalland BV; Fomeva BV octrooien PCT.NL00/00935 New QTL’s on chromosomes X, 2, 6 and 7 pigs (Parental imprinting) inkomsten in k€ 81,68
projectleider
doelstelling Eerder onderzoek van deze groep in samenwerking met Nederlandse
doelstelling Doel van het project is om het intensive gebruik van fungiciden in
fokkerijorganisaties heeft aangetoond dat kenmerken als variatie in rugspek-
de bloembollenteelt te verminderen. Er zullen nieuwe duurzame strategieën
dikte, groei en intramusculair vetgehalte, voor een deel worden gestuurd door individuele genen. Doel was de chromosoomgebieden te vinden die een
ontworpen worden voor de bestrijding van de ziekte Botrytis. De strategieën zullen gebaseerd zijn op de optimale inzet van cultuurmaatregelen en
meetbaar effect hebben op een dergelijk kenmerk en de wijze waarop de
biologische- en chemische bestrijding zodat het aantal bespuitingen om de
overerving plaatsvindt. Resultaten kunnen worden gebruikt in commerciële fokprogramma’s.
schimmel te controleren verlaagd kan worden.
Prof.dr.ir. R. Rabbinge
totale toewijzing in k€
103,31
resultaat na 5 jaar Voor toepassing van ex-ante evaluatie van potentiële resultaat na 5 jaar Er is overtuigend bewijs gevonden voor het bestaan van
verbeteringen in waarschuwingssystemen is een instrument ontwikkeld, de
bepaalde gebieden op chromosomen die van belang zijn voor de overerving van
zogenaamde Scenario-evaluator. De Scenario-evaluator is ook bruikbaar om
de kenmerken van rugspekdikte, intramusculair vet en groei. Er is ook aangetoond dat een deel van deze eigenschappen door inprenting overerft. Alleen de
ander, bijvoorbeeld preventieve, bestrijdingsmethoden voor Botrytis in bloembollen te evalueren. Hiermee kunnen de prestaties van bestrijdingsstrategieën
inbreng van óf vaders óf moeders kant is dan van belang. Dit is niet eerder als
doorgerekend en vergeleken worden.
zodanig gevonden en is dan ook voor het hele veld van de genetica van belang. Er moeten duidelijk nog hindernissen worden genomen; de mogelijkheden voor
gebruiker(s) KAVB, Hillegom / Plant Research International BV, Wageningen /
een commercieel fokprogramma werd bediscussieerd. Door het strategisch gebruik van de gevonden kennis zouden in de toekomst diverse markten (bijv.
Opticrop BV, Vijfhuizen / DACOM PLANT-Service BV, Emmen / DLV, Zwaagdijk / Praktijkonderzoek Plant en Omgeving, Lisse
bacon; parmaham) met dezelfde varkenslijnen kunnen worden bediend. gebruiker(s) Nutreco, Boxmeer / ID-Lelystad BV, Lelystad / IPG, Institute for Pig
Genetics BV, Beuningen
99
| Lijst gebruikers bij STW-projecten 1997
A ABB Lummus Global BV (Den Haag) _ TST.4428 AIXTRON AG (Aken, Duitsland) _ NNS.4191 AMC (Amsterdam) _ DEL.3943 _ UGN.4024 _ BBI.4326 _ TTN.4358 _ DEL.4405 AMOLF (Amsterdam) _ NGN.4187 ASTRA Tech AB (Mölndal, Zweden) _ NGN.4402 ATO BV (Wageningen) _ UCH.4011 AVEBE b.a. (Foxhol) _ WBI.4000 _ UCH.4011 _ ACH.4217 AZ Groningen _ TTN.4358 AZ VU (Amsterdam) _ TEL.4167 _ LGN.4349 _ LCH.4427 AcouTronics BV (Oosterhout) _ TET.4441 Adviesbureau ir. J.G. Hageman BV (Rijswijk) _ DCT.3923 _ DCT.4010 Aerospace Propulsion Products BV (Bergen op Zoom) _ DTN.4108 Akzo Nobel Catalysts BV (Amersfoort) _ DST.4434 Akzo Nobel Central Research BV (Arnhem) _ ETN.4226 _ EST.4425 Akzo Nobel Chemicals BV (Amsterdam) _ NNS.4041 Akzo Nobel Coatings BV (Groot Ammers) _ DCT.4010 Akzo Nobel Diosynth BV (Oss) _ WBI.4000 Akzo Nobel Engineering BV (Arnhem) _ GCH.3790 Akzo Nobel NV (Arnhem) _ UCH.4431 Albatros Flow Research (Markenesse) _ DCT.4129 Alcatel CIT (Annecy, Frankrijk) _ DEL.4348 Alcatel Vacuum Technology (Houten) _ DEL.4348
Alkyon Hydraulic
Consult.& Research BV (Marknesse) _ DCT.4129 Alterra (Wageningen) _ TST.4019 Andromeda Medizinische Systeme GmbH (Taufkirchen-Potzham, Duitsland) _ RGN.3663 Antonius Ziekenhuis (Nieuwegein) _ LGN.4349 AspenTech Europe BV (Best) _ EST.3983 B BSN glass pack (Leerdam) _ EWT.3939 Belgian Road Research Centre (BRRC) (Brussel, België) _ DCT.4090 Beltone Netherlands BV (Eindhoven) _ DEL.3943 BioDetection Systems BV (Amsterdam) _ BBI.4161 BioMerieux BV (Boxtel) _ NCH.4213 Biomaterials Research Group (Bilthoven) _ NGN.4187 Bionchip BV (Eindhoven) _ DEL.4348 Bioplex Medical BV (Vaals) _ DST.4094 Bioscan BV (Bilthoven) _ DST.4094 Bodycote Coating Centrum BV (Venlo) _ NNS.4041 Bouwdienst Rijkswaterstaat (Utrecht) _ DCT.3923 _ DCT.3942 _ DCT.4010 Bronkhorst High-Tech BV (Ruurlo) _ TEL.4167 _ DEL.4540 Bruker Nonius BV (Delft) _ DTN.3736 _ UCH.4431 Bunting Brinkman Bees BV (Tilburg) _ ABI.4165 C C2V BV (Enschede) _ TET.4441 CATENA Microelectronics BV (Delft) _ DEL.4405 CERN (Genévè, Zwitserland) _ TTN.4177 CWI (Amsterdam) _ EIF.3959 _ TWI.4412 Campina Melkunie/DMV International (Wageningen) _ GFA.4170 Catharina Ziekenhuis (Eindhoven) _ LGN.4349 Cebeco Seeds BV (Lelystad) _ UBI.4385 Centraal Bureau voor Schimmelcultures (Utrecht) _ DCT.4010 Chess Information Technology BV (Haarlem) _ EIF.3959 Cordis Europa NV (Roden) _ UGN.4024 Corus (IJmuiden) _ DLR.4329 Corus Staal BV (IJmuiden) _ DCT.3942 Crucell Holland BV (Leiden) _ LGN.3977 D DACOM PLANT-Service BV (Emmen) _ WBI.4395 DLV (Zwaagdijk) _ WBI.4395 DLV Adviesgroep NV (Bennekom) _ WBI.3871 DOW Benelux BV (Terneuzen) _ ACH.4438 DSM Anti-Infectives (Delft) _ GBI.4013 DSM Bakery Ingredients (Delft) _ VBI.3995 _ LCH.4336 DSM Food Specialties (Delft) _ WBI.4100 DSM Research BV (Geleen) _ TST.3985 _ ACH.4217 _ LCH.4225 _ EST.4364 _ TST.4428 _ UCH.4431 _ ACH.4438 DSM Resins BV (Zwolle) _ DCT.4010 DSM Services (Geleen) _ DEL.3891 DSM-Gist BV (Delft) _ VBI.3995 Delft Electronic Products BV (Roden) _ DEL.3945 Diamond Tools Group BV (Nijmegen) _ NNS.4041 Diosynth BV (Oss) _ WBI.4100 Doven Instituut (St Michielsgestel) _ CWI.4088 Dräger Medical Electronics (Best) _ NGN.3963 Duran Audio BV (Zaltbommel) _ DEL.3943 E EARS (Delft) _ WMO.4133 ECN (Petten) _ NNS.3918 _ EWT.4012 ENRIN (Wageningen) _ TST.4019 ESA/ESTEC (Noordwijk) _ DTN.4108 ESCETE (Enschede) _ TTN.4177 ETH Hönggerberg (Zürich, Zwitserland) _ DCT.3923 Eerland Recycling Services (Geldermalsen) _ DCT.4192 Enraf BV (Delft) _ DEL.4369 _ DEL.4540 Erasmus MC (Rotterdam) _ RGN.3663 _ TTN.4358 _ GN.3963 Ericsson EuroLab Netherlands BV (Emmen) _ DEL.4405 Esso Nederland BV (Botlek) _ DEL.3891 F Fa. P. Jansen (Naaldwijk) _ WBI.3493 Fides Goldstock Breeding BV (De Lier) _ WBI.3493 Fokker Aerostructures BV (Dordrecht) _ DLR.4329
100
utilisatierapport 2002
| Lijst gebruikers bij STW-projecten 1997
G Gastec NV (Apeldoorn) _ EWT.4012 Gefran Sensori (Provaglio, Italië) _ DEL.3780 General Design (Amsterdam) _ CWI.4088 GeoDelft (Delft) _ DCT.4192 Gezondheidsdienst voor Dieren (Deventer) _ WBI.4139 Grontmij Advies & Techniek (De Bilt) _ DST.4027 H Heineken Technical Services BV (Zoeterwoude) _ VBI.3995 _ DEL.4369 Hildebrands Laboratorium voor Bodemziekten BV (Wijster) _ ACH.4217 Hoofdproductschap Akkerbouw (Den Haag) _ WBI.3871 Hoogheemraadschap van Rijnland (Leiden) _ DST.4027 Humanoid (Vejle, Denemarken) _ CWI.4088 I IBM Research (Ruschlikon, Zwitserland) _ TIF.4367 ID-Lelystad BV (Lelystad) _ WBI.3909 _ WBI.4153 _ UDG.4462 IMAG BV (Wageningen) _ EST.4425 IMEC (Leuven, België) _ NNS.4191 IPCOS Technology BV (Boxtel) _ DEL.3891 IPG, Institute for Pig Genetics BV (Beuningen) _ WBI.3909 _ WBI.4153
ITM CV (Zwijndrecht) _ DCT.4010 Impress BV (Deventer) _ DEL.4369
Ingenieursbureau Coenecoop BV (Waddinxveen) _ DEL.4203 _ TIF.4367 Ingenieursbureau Geodelta BV (Delft) _ DGD.4006 International Water Management Institute (Maurik) _ WMO.4133 Intervet International BV (Boxmeer) _ UDG.4462 Intron BV (Culemborg) _ DCT.3923 _ DCT.4010 Iris Vision BV (Etten-Leur) _ BBI.4326 IsoTis NV (Bilthoven) _ DST.4094 J JDS Uniphase Netherlands BV (Eindhoven) _ ETN.3492 _ TIF.4367 James Walker BV (Oud Beijerland) _ NNS.4041 Jason Geosystems BV (Rotterdam) _ UGE.4124 K KAVB (Hillegom) _ WBI.4395 KEMA Nederland BV (Arnhem) _ ETN.3760 _ ETN.3892 _ DCT.3942 _ TST.3985 _ DCT.4010 _ TTN.4177 _ EST.4364 KEMA Power Generation & Sustainables (Arnhem) _ EWT.4012 KIWA BV (Nieuwegein) _ GCH.3790 KOAC-WMD (Apeldoorn) _ DCT.4192 KPMG Consulting (De Meern) _ REC.4195 KPN Telecom (Den Haag) _ TWI.4412 Kappa Packaging Development Centre BV (Hoogeveen) _ DLR.4329 Katholieke Universiteit Leuven (België) _ NNS.4041 Kempen & Co (Amsterdam) _ REC.4195 Kipp & Zonen BV (Delft) _ WMO.4133 Koppert BV (Berkel en Rodenrijs) _ ABI.4165 _ ABI.4398 Kweekbedrijf HZPC (Metslawier) _ WBI.3871 L LTO Nederland (Den Haag) _ WBI.4139 LUMC (Leiden) _ RGN.3663 _ BBI.4326 Laboratoire d’Electronique Philips (LimeilBrevannes Cedex, Frankrijk) _ UGN.4496 Laprolan Medische Producten (Beuningen) _ RGN.3663 Leica Microsystems BV (Rijswijk) _ BBI.4326 Leijenburg Ziekenhuis (Den Haag) _ RGN.3663
Lucent Technologies (Huizen) _ TIF.4367 Lucent
Technologies Nederland BV (Hilversum) _ ETN.3492 Luxan BV (Elst) _ ACH.4217 M M + P Raadgevende Ingenieurs BV (’s Hertogenbosch) _ TET.4441 MIVATEC Hard- und Software GmbH (Schnaich, Duitsland) _ DEL.3945 Maser Engineering BV (Enschede) _ TEL.3750 _ TEL.3932
McRoberts BV (Den Haag) _ TEL.4167 Mebin BV
(Amsterdam) _ DCT.4010 Mechatronics Competence Centre (Nieuwegein) _ DEL.4540 Medis Medical Imaging Systems BV (Leiden) _ LGN.4349 Medtronic Bakken Research Center BV (Maastricht) _ TTN.4358 _ DEL.4405 Melexis R&D Center (Tessenderlo, België) _ DEL.3780 Meteo Consult BV (Wageningen) _ WMO.4133 Microflown Technologies BV (Zevenaar) _ TET.4441 Mierij Meteo BV (De Bilt) _ WMO.4133 Ministerie van Defensie (Den Haag) _ EIF.3959 Ministerie van LNV (Den Haag) _ WBI.4139 Ministerie van Middenstand en Landbouw (Brussel, België) _ WBI.4139
| Lijst gebruikers bij STW-projecten 1997
N NV Nederlandse Gasunie (Groningen) _ EWT.4012 NIKO-TNO (Groningen) _ ACH.4217 NIVR (Delft) _ DTN.4108 NLR (Amsterdam) _ NNS.3918 NLR Testhouse (Oude Meer) _ DLR.4329 NMi Van Swinden Laboratorium BV (Delft) _ TET.4441 NOB Interactive (Hilversum) _ CWI.4088 NOTOX (Den Bosch) _ BBI.4161 NPC Netherlands Pavement Consultants BV (Utrecht) _ DCT.4192 NV Organon (Oss) _ VGN.4211 Nederlands Instituut voor Hersenonderzoek (Amsterdam) _ LGN.3977 Nederlandse Vereniging voor Slechthorenden (Houten) _ DEL.3943 Netherlands Institute for Metals Research (Delft) _ NNS.4041 Nikon Europe BV (Badhoevedorp) _ UNS.3946 Norsk Hydro ASA (Porsgrunn, Noorwegen) _ EST.4364 Norsk Hydro Agri R&D (Oslo, Noorwegen) _ EST.4364 Nutreco (Boxmeer) _ WBI.3909 _ WBI.4153 O Océ-Technologies BV (Venlo) _ NNS.4191 _ EST.4425 _ DEL.4540 Opticrop BV (Vijfhuizen) _ WBI.4395 P PBG (Aalsmeer) _ ABI.4398 PD & E Automotive BV (Helmond) _ EST.3983 Parker Gas Separation BV (Etten-Leur) _ TST.3985 PelviTec BV (Beuningen) _ RGN.3663 Perimed AB (Jarfalla, Zweden) _ TTN.4358 PharmAAware IP BV (Bunnik) _ GFA.4170 Pharmachemie BV (Haarlem) _ LCH.4427 Philips CFT (Eindhoven) _ EWT.4012 _ TET.4441 Philips Components (Eindhoven) _ DEL.3945 Philips Display Components (Eindhoven) _ EWT.3939 Philips Electronics (Amsterdam) _ REC.4195 Philips GmbH (Aken, Duitsland) _ ETN.3892 Philips International BV (Eindhoven) _ REC.4195 Philips LCD Cells and Modules (Heerlen) _ TEL.3932 Philips Lighting BV (Eindhoven) _ ETN.3760 _ GCH.3790 _ ETN.3892 _ EWT.3939 Philips Medical Systems Nederland BV (Best) _ EEL.3982 _ UGN.4024 _ TTN.4177 _ TTN.4330 Philips Multimedia Center - PMC (Sunnyvale, Verenigde Staten) _ CWI.4088 Philips Research (Briarcliff Manor, Verenigde Staten) _ CWI.4088 Philips Research Laboratories (Eindhoven) _ ETN.3892 _ TEL.3932 _ DEL.3945 _ CWI.4088 _ NNS.4191 _ ETN.4226 _ DEL.4348 _ TIF.4367 _ DEL.4405 _ EST.4425 Philips Semiconductors (Nijmegen) _ TEL.3750 _ DEL.4038 Physio BV Dräger Company (Best) _ NGN.3963 Plant Research International BV (Wageningen) _ WBI.3871 _ WBI.4395 Praktijkonderzoek Plant en Omgeving (Naaldwijk) _ LBI.3679 _ WBI.4395 _ ABI.4398 Proctor & Gamble (Strombeek-Bever, België) _ VBI.4151 Produktschap Tuinbouw (Zoetermeer) _ WBI.3493 Produktschap voor Vee, Vlees en Eieren (Zoetermeer) _ WBI.4139 Proefstation voor Bloemisterij in Nederland (Aalsmeer) _ ABI.4165 Q Quest International (Bussum) _ VBI.3995 R RIKZ (Kamperland) _ DCT.4129 _ GNS.4132 _ BBI.4161 RIVM (Bilthoven) _ DWT.4130 _ VBI.4151 RIZA (Lelystad) _ GCH.3790 _ DCT.4129 _ NCH.4213 RTC&P (Culemborg) _ NNS.4041 RVV (Voorburg) _ WBI.4139 Rexroth Hydraudyne BV (Boxtel) _ DLR.4329 Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek (Amersfoort) _ GNS.4132 Rijkswaterstaat (Delft) _ DCT.4090 _ DCT.4192 Roelfstra Consultants BV (Mheer) _ DCT.4010 Roessingh Research and Development (Enschede) _ TEL.4167 Royaal Rokerij BV (Helmond) _ LBI.4199 Royal Haskoning BV (Nijmegen) _ VBI.4151 Röntgen Technische Dienst BV (Rotterdam) _ DCT.3942 S SMARTEC BV (Breda) _ DEL.4540 SMI BV (Enschede) _ TTN.4177 STOWA (Utrecht) _ DST.4027 Schlumberger Cambridge Research (Cambridge, Groot Brittannië) _ UGE.4124 Sennheiser Electronic (Wedemark, Duitsland) _ TET.4441 Shell Global Solutions International BV (Amsterdam) _ EWT.4012 Shell Global Solutions S.A. (Petit-Couronne, Frankrijk) _ DCT.4090 Shell Research and Technology Centre (Amsterdam) _ DCT.3942 _ EST.3983 _ LCH.4225 _ EST.4364 _ ACH.4438 Shell SIEP BV (Rijswijk) _ NNS.3918 _ DCT.3923 _ DCT.4010 _ UGE.4124 Shell SIOP (Amsterdam) _ DST.4434 Sigma Coatings BV (Amsterdam) _ DCT.4010 Silidur Benelux NV (Rotterdam) _ DCT.4010 Smit Draad (Nijmegen) _ TTN.4177 Smit Transformatoren BV (Nijmegen) _ TTN.4177 SonionMicrotronic Nederland BV (Amsterdam) _ DEL.3943 Spanbeton BV (Koudekerk a/d Rijn) _ DCT.4010 St. Elizabeth Ziekenhuis (Tilburg) _ UGN.4024 St. Franciscus Gasthuis (Rotterdam) _ RGN.3663 Staring Centrum (SC-DLO) (Wageningen) _ WMO.4133 Stichting Academisch Rekencentrum Amsterdam _ BBI.4326 Stichting CROW (Ede) _ DCT.4192 Stork
101
102
| Lijst gebruikers bij STW-projecten 1997
utilisatierapport 2003
Engineers & Contractors BV (Amsterdam) _ DGD.4006 Stork Food & Dairy Systems BV (Amsterdam) _ DEL.4369 Stork Veco BV (Eerbeek) _ DCT.4010 Stratos BV (Veenwouden) _ ACH.4217 Structural Laminates BV (Delft) _ DLR.4329 Syngenta Seeds AG (Basel, Zwitserland) _ GBI.4334 Syngenta Seeds BV (Enkhuizen) _ LBI.3679 T TMS International BV (Enschede) _ TTN.4330 TNO Bouw (Delft) _ DCT.4010 TNO DIANA BV (Delft) _ DCT.3923 _ DCT.4010 TNO Industrie (Eindhoven) _ EST.4425 TNO Institute of Industrial Technology (Eindhoven) _ NNS.4041 TNO Telecom (Leidschendam) _ CWI.4088 _ TIF.4367 _ TWI.4412 TNO Voeding (Zeist) _ UNS.3946 _ UCH.4011 _ NCH.4213
TNO-FEL (Den Haag) _ DEL.4203
TNO-MEP (Apeldoorn) _ GCH.3790 _ TST.3985 TNO-NITG (Utrecht) _ GNS.4132 TNO-PML (Rijswijk) _ DTN.4108 TNO-TM (Soesterberg) _ UGN.4496 TNO-TPD (Delft) _ DEL.3891 _ DCT.3942 _ DEL.3945 _ DGD.4006 _ BBI.4326 TNO-TPD TU (Eindhoven) _ GCH.3790 _ EWT.3939 Tai-Ji Control (Eindhoven) _ DEL.3891 Technische Universität München (Garching, Duitsland) _ TST.4428 Teladin Consultancy BV (Gouda) _ DEL.4038 Texas Instruments Holland BV (Almelo) _ DEL.3780 _ TEL.4167 Thales Nederland BV (Hengelo) _ EIF.3959 ThreeFive Photonics BV (Houten) _ DEL.4203 Twente Solid State Technology BV (Hengelo) _ TTN.4330 Twentsche Kabelfabriek BV (Haaksbergen) _ TIF.4367 U UMC (Utrecht) _ NGN.3963 _ UGN.4024 _ NGN.4187 Unilever Research (Vlaardingen) _ DEL.3891 _ UNS.3946 _ UCH.4011 _ ETN.4226 _ DEL.4369 _ UCH.4431 Universiteit Gent (België) _ ETN.3892 Universiteit Leuven (Heverlee, België) _ DEL.4038 _ UCH.4431 V VOBN (Veenendaal) _ DCT.4010 Vereenigde Octrooibureau (’s Hertogenbosch) _ NNS.4041 Vereniging van Bloemenveilingen Nederland (Leiden) _ WBI.3493 Vitatron Medical BV (Dieren) _ DEL.4405 Vodafone Group (Maastricht) _ TWI.4412 Von Karman Institute for Fluid Dynamics (Rhode-St.-Genese, België) _ NNS.3918 W WL - Delft Hydraulics (Delft) _ DCT.4129 Waterschap Groot Salland (Zwolle) _ DST.4027 Wilex Biotechnology GmbH (München, Duitsland) _ GFA.4170 Witteveen & Bos (Deventer) _ DST.4027 Wärtsilä Nederland BV (Zwolle) _ DST.4376 X Xensor Integration BV (Delfgauw) _ DEL.3780 Xsens Sports Technologies BV (Enschede) _ TEL.4167 Y Yamanouchi Europe BV (Leiderdorp) _ GFA.4170 Z Zelder BV (Gennep) _ UBI.4385 Zuiveringsschap Hollandse Eilanden (Dordrecht) _ DST.4027
| WMO.4133
103