Technologiestichting STW
| Utilisatierapport 2005
1994 1999
| Inhoud
5
| Voorwoord | Samenvatting cijfers | De Valorisation Grant verkleint de kloof tussen kennis en commercie
6 10
_ interview | IR. WYBREN JOUWSMA, directeur Bronkhorst High Tech
12
_ interview | WIM BENS, directeur van TU/e Innovation Lab
16 23
| Statistiek | Twee momenten van evaluatie
23
| De methode; hoe ‘meten’ we de utilisatie
23
| Projecten gestart in 1994
26
| Projecten gestart in 1999
27 29
| 1994 | Indeling projecten 1994
30
| Projecten 1994 per instelling
31
_ interview | PROF.DR.IR. SYBRAND VAN DER ZWAAG _ DST.2981 en DST.4609 | Lijst gebruikers bij STW-projecten 1994
36 68 75
| 1999 | Indeling projecten 1999
76
| Projecten 1999 per instelling
77
_ interview | PROF.DR.IR. C.W.E. VAN EIJK _ DRI.4627
82
_ interview | PROF.DR. RENÉ VETH, PROF.DR. AREND JAN SCHOUTEN EN MW.DR. JACQUELINE DE GROOT _ NGN.4771 _ interview | DR. JAN VAN KAN _ WBI.4712 | Lijst gebruikers STW-projecten 1999 | Uitleg BPI-meetmethode
96 108 116 24 en binnenkant achterzijde omslag
5
| Utilisatierapport 2005
VOORWOORD
Voor u ligt het utilisatierapport 2005
Interviews
van Technologiestichting STW. Hierin wordt een reguliere rapportage
Een interview met ir. Wybren Jouwsma,
gegeven over de projecten die in
directeur Bronkhorst High Tech en
1994 en 1999 van start zijn gegaan.
met Wim Bens, directeur van TU/e
Bovendien besteden we in dit rapport
Innovation Lab over de STW-
aandacht aan een nieuw instrument:
Valorisation Grant.
de Valorisation Grant; een afgeleide van de SBIR-regeling (Small Business
Andere interviews zijn afgenomen
Innovation Research) zoals die in de
met projectmedewerkers, over hun
VS wordt toegepast.
onderzoek. Deze interviews treft u aan bij de betreffende projecten
STW heeft twee manieren van
gestart in 1994 en 1999 (vanaf pagina
rapporteren. Zij rapporteert jaarlijks
29 en verder).
over haar beleid, activiteiten en gehonoreerde projecten in het
Al met al geeft het rapport inzicht
jaarverslag. In het utilisatierapport
in de werkzaamheden van STW en
legt zij verantwoording af over de
de mate waarin de doelstelling van
bereikte (meetbare) resultaten
utilisatie is bereikt.
van door STW gesteunde projecten.
Wij wensen u veel leesplezier!
Bovendien worden in het utilisatierapport per project aantallen
Anton Franken
octrooien en contracten weergegeven.
directeur
Ook wordt aangeduid hoe sterk de betrokkenheid van het bedrijfsleven is, in hoeverre er een bruikbaar product uit het onderzoek is voortgekomen en hoeveel inkomsten er eventueel zijn.
6
| Utilatierapport 2005
SAMENVATTING CIJFERS
projecten gestart in 1995 tot en met 1999 hebben (5 jaar na de start) tot en met 2004 het volgende opgeleverd: aantal
overeenkomst
octrooi
inkomsten (in M € )
1995
87
53
27
3,18
1996
120
53
36
5
1997
99
57
23
2,86
1998
95
65
32
5,6
1999
94
59
26
4,8
De cijfers geven inzicht in de situatie direct na beëndiging van een project. Het ontwikkelingstraject moet dan vaak nog beginnen. Het is dan ook heel goed denkbaar dat de inkomsten de komende jaren nog fors zullen toenemen (zie tabel pagina 7).
1994 figuur 1
aantal gestarte projecten
Van de projecten die in 1994 zijn gestart, heeft tot nu toe 61,5 procent geleid tot een actieve relatie met een of meer gebruikers (figuur 5 op pagina 26), 76,5 procent heeft een concreet product opgeleverd en 35,5 procent heeft cash of in kind inkomsten opgeleverd. Van de projecten die gestart zijn in 1994 hebben er 22 een vervolgonderzoek gesubsidieerd gekregen.
1999 figuur 2
aantal overeenkomsten
70 Procent van de projecten die in 1999 zijn gestart, heeft tot nu toe geleid tot een actieve relatie met een of meer gebruikers (figuur 6 op pagina 27). 67 Procent heeft een concreet product opgeleverd, en 25,5 procent heeft cash of in kind inkomsten opgeleverd. Voor deze projecten die onlangs beëindigd zijn, is het in veel gevallen nog te vroeg om van uitgekristalliseerde kennisexploitatie te spreken.
| utilatierapport 2005
Een uitzondering daarop vormt de
inkomsten van projecten gestart in 1992 tot en met 1994 hebben (5 en 10 jaar na de start) tot en met 2004 het volgende opgeleverd:
‘betrokkenheid’, die 70 procent
inkomsten na 5 jaar (in M € )
bedraagt. Van de projecten die gestart zijn in 1999 hebben er 17 een vervolgonderzoek gesubsidieerd gekregen
1992
1,8
2,1
1993
3,2
3,2
1994
2,5
4,6
of zijn een vervolg op een eerder gehonoreerd project. De figuren 7 en 8 geven de BPI-code die de projecten uit 1994 en 1999
inkomsten na 10 jaar (in M € )
figuur 3
aantal octrooien
figuur 4
inkomsten
hebben gekregen weer. Een uitleg van deze figuren treft u aan op pagina 28.
7
8
| WBI.4712 zie interview pagina 108 t/m 111
| WB I.4712
9
10
| STW verkleint de kloof tussen kennis en commercie
Een effectievere benutting van
de Nederlandse publieke kennis-
ontwikkeling, of bescherming van
wetenschappelijk onderzoek. Dat
instellingen. Zijn de ervaringen
intellectueel eigendom.
is het doel van de Valorisation Grant
positief, dan is het de bedoeling de
van STW, dat in 2005 zijn tweede jaar-
regeling om te zetten in een defini-
Om in aanmerking te komen, door-
gang beleeft.
tieve regeling. STW stelt 3 procent
loopt een aanvraag twee fases. In
van haar totale onderzoeksbudget
de eerste fase wordt een haalbaar-
In het bijzonder voor het midden-
ter beschikking van de Valorisation
heidsonderzoek gedaan, zowel op
en kleinbedrijf zijn er vaak, vooral
Grant. In 2004 betekende dit een
technologisch als op commercieel
financiële, drempels om nieuwe
bijdrage van 1,3 miljoen euro.
vlak. Voor deze fase wordt een subsidiebedrag van maximaal 25
geavanceerde technologieën te ontwikkelen tot producten. Kleinere
De Valorisation Grant is primair
duizend euro uitgetrokken. Deze
bedrijven hebben er vaak simpelweg
bedoeld voor het starten van een
fase dient in maximaal een half jaar
de financiële adem niet voor om de
commerciële activiteit met bestaande
gereed te zijn.
ontwikkeling van een vinding tot een
kennis en kunde van de publieke
verkoopbaar product te financieren.
kennisinstellingen. In het ‘embryo-
Na de eerste fase vindt er opnieuw
En dat terwijl het leeuwendeel van
nale’ stadium is het voor startende
selectie plaats. Alleen succesvolle
het Nederlandse bedrijfsleven tot het
ondernemers vaak moeilijk om
eerste fase projecten kunnen door-
midden- en kleinbedrijf behoort. Om
financiering te vinden. Externe
gaan naar de tweede fase. De tweede
dat gat tussen vinding en toepassing
financiers zien veelal een te hoog
fase is de valorisatiefase, waarin de
te helpen dichten, is de Valorisation
afbreukrisico als er nog geen sprake
innovatie en de organisatie planmatig
Grant in 2004 in het leven geroepen.
is van een concreet product dat
worden versterkt. Het doel van deze
De beurzen stellen wetenschappers
zijn weg kan vinden in de markt.
fase is het bereiken van het punt
(voor fase-1 en fase-2) in staat net
Huidige onderzoekssubsidies bieden
waarop een externe financier de
die stap van – veelal fundamenteel –
onvoldoende ruimte, waardoor een
verdere commerciële ontwikkeling
onderzoek naar een toepassing voor
‘funding gap’ ontstaat. De Valorisation
voor zijn rekening neemt. In een
een bedrijf te realiseren.
Grant moet helpen die kloof te over-
periode van maximaal twee jaar
bruggen.
kan een ontvanger van de beurs maximaal 200 duizend euro besteden. Uiteraard dienen er wel zekerheden
SBIR-pilot Van kennisidee tot activiteit
te bestaan over het vervolgtraject voordat een beurs van deze omvang
De STW Valorisation Grant is opgezet
wordt verstrekt.
naar voorbeeld van het Amerikaanse
Wie een Valorisation Grant krijgt
Small Business Innovation Research
toegewezen, dient deze te gebruiken
(SBIR) Programma. Het is een onder-
voor het planmatig uitbouwen van
deel van een gezamenlijke SBIR-pilot
een potentieel kennisidee tot een
van NWO, STW en TNO. De pilot heeft
commerciële activiteit. De ontvanger
een looptijd van vier jaar. De deel-
kan de beurs besteden aan uiteen-
In de beoordelingsprocedure spelen
nemende instellingen willen er inzicht
lopende zaken zoals product/
meer facetten een rol. De ingediende
mee krijgen in de doelmatigheid van
marktanalyse, ontwikkeling van
voorstellen worden per ronde in com-
SBIR-achtige programma’s binnen
persoonlijke vaardigheden, prototype
petitie beoordeeld. STW beoordeelt
Strenge criteria
| STW verkleint de kloof tussen kennis en commercie
de ontvankelijkheid van de aanvragen.
Innovation Lab aan de Technische
De aanvragen worden, zowel voor
Universiteit Eindhoven, heeft zijn
de haalbaarheidsfase als voor de
eigen kijk op hoe de Valorisation
valorisatiefase, beoordeeld door een
Grant een plaats krijgt in de financiële
vaste commissie van externe deskun-
puzzel die ondernemende onderzoe-
digen. Dit kunnen ondernemers,
kers moeten leggen om hun plannen
onderzoekers en financiers zijn.
te verwezenlijken.
Zij beoordelen de onderzoeksplannen op de volgende strenge criteria:
Dr. W.H. Segeth en dr.ir. F.T.M. van den Berg zijn bij STW de medewerkers die
– Wetenschappelijk technologische aspecten, zoals mate van vernieuwing, mate van state of the art technologie en mate van expertise bij aanvragers en ondersteunend personeel. – Commercieel potentieel, onder meer af te meten aan toepassingsmogelijkheden, perspectieven, marktanalyse en bedrijfsstrategie. – Projectaanpak, waarin technische en economische aanpak, fasering van de activiteiten en onderbouwing van de begroting. – Motivatie en ondernemersvaardigheden van de aanvragers.
Financiële puzzel De eerste ervaringen met de Valorisation Grant is nog te pril om startende ondernemers aan het woord te laten over de eerste resultaten. Wel is belangwekkend van één van de beoordelaars, ir. W. Jouwsma, directeur van Bronkhorst High Tech BV, te vernemen hoe hij de vele voorstellen heeft beoordeeld. Ook Wim Bens, managing director van het
de Valorisation Grant begeleiden.
11
12
| IR. WYBREN JOUWSMA
| IR. WYBREN JOUWSMA, DIRECTEUR BRONKHORST HIGH TECH:
“Geef kennis door aan het bedrijfsleven”
Om te kunnen beoordelen of voorstellen in aanmerking
Betekenis voor BV Nederland
komen voor toekenning van een Valorisation Grant, heeft
Jouwsma beschouwt het systeem van valorisation grants
STW een beoordelingscommissie bereid gevonden de
als waardevol. “Er is op universiteiten zoveel kennis die in
voorstellen te beoordelen. Een van de commissieleden is
het bedrijfsleven bruikbaar zou zijn als onderzoekers de
ir. Wybren Jouwmsa, directeur van Bronkhorst High Tech uit
gelegenheid zouden krijgen die kennis verder te ontwikke-
Ruurlo en lid van het in 2003 door de regering ingestelde
len. Vaak verkeert de kennis nog in een fase waarin het
Innovatieplatform. Hij vertelt over zijn bevindingen.
begrijpelijk is dat een ‘venture capitalist’ er nog niet in zal investeren. Als onderzoekers de kans krijgen nog één of
“Jammer dat we niet meer grants konden toekennen.
twee jaar aan de universiteit door te gaan en te werken
Van de 82 voorstellen was zeker de helft de moeite waard.
aan een gedegen business plan, ontstaan die kansen wel”,
Uiteindelijk konden we er 21 een kans geven. De keuze
zegt Jouwsma overtuigd. “Overigens betekent het niet dat
was moeilijk, temeer omdat je als commissielid in lang
álle voorstellen goed zijn. Er zitten er ook bij die je moet
niet alle takken van wetenschap thuis bent”, zegt Jouwsma.
ontraden. Ik kijk heel sterk naar de vraag wat een voorstel
“Ik heb zelf nadrukkelijk gekeken naar de mogelijkheden
betekent voor de BV Nederland. Er moeten ook mensen
om een wetenschappelijke vinding tot een commercieel
bij betrokken zijn van wie overduidelijk is dat ze hun
product te brengen. Uit de voorstellen moest die potentie
schouders eronder willen zetten.”
blijken. Bij Bronkhorst hebben we die weg in twintig jaar, ook met vallen en opstaan, afgelegd. Bronkhorst
In dat verband is het Jouwsma opgevallen dat er twee
is gespecialiseerd in ‘mass flow metingen’ en doet dit
typen aanvragers zijn. Er zijn hoogleraren die een onder-
gespecialiseerde werk vooral voor laboratoria. We zijn
nemer een idee aanbieden om er in licentie een product
uitgegroeid tot een stabiele organisatie met ongeveer
van te maken. Zij zijn overduidelijk niet de aangewezen
160 medewerkers.”
personen voor het ondernemerschap, maar kunnen door een licentie wel bij de ontwikkeling betrokken blijven en bovendien financiën genereren voor verder onderzoek.
13
14
| “Geef kennis door aan het bedrijfsleven”
Daarnaast zijn er studenten die duidelijk ondernemer
investeerders zeer kritisch zijn voordat zij over dergelijke
willen worden. Zij leggen dus het accent op toepassing
bedragen besluiten. Zij weten immers ook dat van al die
van de kennis in plaats van fundamentele wetenschap.
initiatieven tien tot twintig procent werkelijk succes boekt.
Die twee groepen moeten elkaar nog beter leren vinden.
Door de weg naar dit soort investeringen te effenen draagt
Laat hoogleraren studenten maar de gelegenheid geven
STW bij aan het dichten van de kloof tussen kennis en
de kennis te gebruiken, koppel er bijvoorbeeld een licentie-
commercie”, aldus Jouwsma.
overeenkomst aan en beide werelden winnen: het bedrijfsleven groeit en de wetenschap ontvangt revenuen van zijn bijdrage.”
Haal kennis van de plank
Het ingezette programma Valorisation Grant van Slagingskans
STW past volgens Jouwsma helemaal in de ambities van het Innovatieplatform. “Geef kennis door aan het bedrijfs-
Om de beoordeling goed te kunnen doen zonder er weken
leven. Daar gaat het allemaal om. Slecht die kenniskloof.
tijd in te hoeven steken, heeft de commissie er bij alle
Haal die kennis van de plank. Wie dat doet, is minder
indieners op aangedrongen de kerngedachte heel kort
relevant dan dat het gebeurt. Daarbij is wel relevant
samen te vatten. Jouwsma: “Als je in een normale beoor-
dat de onderzoekers die nu een grant toegekend hebben
delingscommissie van STW zit, krijg je voorstellen met
gekregen, heel goed gevolgd zullen worden. De beoor-
vele pagina’s tekst. Kost je uren om te begrijpen waar
delingscommissie valt op gegeven moment uiteen en
het over gaat. Voor de beoordeling van de grants kregen
daarna is het natuurlijk wel van belang bij te houden hoe
commissieleden 25 voorstellen ter beoordeling. Dan is het
het de huidige laureaten vergaat.”
redelijk om je een uur te verdiepen in een voorstel, maar veel langer kan nu eenmaal niet als je toch al drukbezet bent. Op basis van deze beknopte voorstellen hebben we een 30-tal onderzoekers uitgenodigd om hun voorstellen nader te komen toelichten. Dat heeft heel goed gewerkt.” Hoezeer Jouwsma het systeem van de Valorisation Grant ook toejuicht, hij waarschuwt voor al te groot optimisme over de slagingskans van de onderzoekers die in deze eerste fase van de Valorisation Grant een kans hebben gekregen. “We hebben het over de eerste fase in het traject naar commercialisering. Hierna volgt nog een ontwikkelfase om de vinding tot een werkelijk product te brengen en een bedrijf in de markt te zetten. Ga er rustig vanuit dat die periode nog drie tot vier jaar vraagt. In die tweede fase heb je nog een budget van ongeveer 200.000 euro nodig. Tegen die tijd is de kennis voldoende uitontwikkeld om instellingen te interesseren om er risicodragend kapitaal in te investeren. Je hebt het dan over bedragen van tussen een en zes miljoen euro. Het is dan ook begrijpelijk dat
15
16 | WIM BENS
17
| WIM BENS, DIRECTEUR VAN TU/E INNOVATION LAB:
“Wij hebben het traject met de technostarters goed georganiseerd”
Als een universiteit maar liefst acht van de 21 voorstellen uit
middelen worden gefinancierd. Doordat wij wel de inte-
de Valorisation Grant van STW in de wacht sleept, moet er
grale kosten in een projectvoorstel meenemen, krijgt de
wel iets goed gaan met het aanvragen ervan. Aan de TU Eind-
universiteit meer lucht. Die rol spelen wij niet alleen in de
hoven geeft het Innovation Lab inhoud aan de ‘ondernemen-
richting van STW, maar ook richting bedrijven, ministeries
de universiteit’. Directeur Wim Bens geeft tekst en uitleg.
en andere mogelijke partners”.
“Eerste vereiste is natuurlijk dat de wetenschappelijke/ inhoudelijke kant van een projectaanvraag klopt. Daar
Communicatie en samenwerking tussen wetenschap en
hoeven we niet aan te twijfelen. Het gaat ons om de
bedrijfsleven
organisatie om de wetenschappers heen. Zien we nu dat kennis van boven naar beneden komt druppelen, wij willen
Voor een betere communicatie en samenwerking tussen
het gaan laten regenen”, zegt Bens. “Met de toekenning
wetenschappers en praktijkmensen werkt Innovation Lab
van de Valorisation Grant zijn we op de goede weg.
langs drie lijnen. Dat doet het overigens in een samen-
Van de in totaal 82 aanvragen, hebben wij er veertien
werkingsverband met de twee andere TU’s, Delft en Twente.
ingediend, waarvan er acht zijn gehonoreerd. Dat is
Vooral in het contact met grote bedrijven trekken de TU’s
mede te danken aan het feit dat wij onze onderzoekers
gezamenlijk op in 3TU. “Bijvoorbeeld Philips of Akzo zal
alle rompslomp uit handen nemen. Zij hoeven zich alleen
het namelijk niet veel uitmaken of bepaald onderzoek in
maar met de inhoud zelf bezig te houden. Ondersteuning
Twente, Delft of Eindhoven wordt uitgevoerd. Zij laten
bij patentaanvragen, bij onderzoeksaanvragen, alsmede
ook onderzoek in het verre oosten verrichten, dus afstand
juridische en administratieve hulp nemen wij voor onze
is geen bezwaar; het enige dat telt is de kwaliteit en toe-
rekening. Een hoogleraar weet vaak niet hoeveel een
gevoegde waarde. Onze account managers onderhouden
promovendus kost. Ja, hij kent het salaris, maar alle
contacten met de grote bedrijven en strategische partners
bijkomende kosten zijn hem niet of nauwelijks bekend,
en kunnen daarmee goed inspelen op de behoefte aan
simpelweg omdat hij ze niet ziet omdat ze uit centrale
specifieke kennis in het bedrijfsleven. Hierdoor ontstaat
18
| “Wij hebben het traject met de technostarters goed georganiseerd”
betere afstemming en vooral een meer strategische
Ferrari’s
samenwerking voor langere termijn.” De derde activiteit binnen het TU/e Innovation Lab vindt plaats onder de noemer Incubator 3+. Dit is de kweekvijver Huisartsfunctie
voor startende bedrijven, die kennis aan de universiteit omzetten in een innovatief product of dienst. Bens: “In
Voor het midden- en kleinbedrijf heeft de TU/e de stichting
het algemeen zijn we uiterst kritisch als iemand een eigen
United Brains in het leven geroepen. Samen met Syntens
(high tech) bedrijf wil starten. Het komt dan ook regelmatig
legt deze stichting actief contact met kleinere innovatieve
voor dat we het van harte afraden en in elk geval geen
bedrijven om onderzoeksbehoeftes te achterhalen. “Vooral
ondersteuning aanbieden. Maar wat ook veel voorkomt,
in het MKB is het onderling begrip tussen ondernemer
is dat we wel iets in een idee zien, maar het veel geschikter
en wetenschapper beperkt”, zegt Bens. “De ondernemer
achten voor een van onze samenwerkingspartners. In
zoekt een oplossing voor een bepaald probleem en klopt
sommige bedrijven, die we wel kansrijk achten, nemen
aan bij een hoogleraar. Die hoort het probleem aan en
we als universiteit via onze holdingmaatschappij een
herinnert zich een proefschrift van een aantal jaren
participatie. Vaak nemen we aandelen in ruil voor het ter
geleden. Dat krijgt de ondernemer mee, begrijpt waar-
beschikking stellen van bijvoorbeeld een laboratorium
schijnlijk het proefschrift niet en komt niet verder. Vaak
of een ruimte voor proefopstellingen of het inbrengen van
heeft hij meer aan een andere instelling en in samen-
een patent of andere vormen van kennis. We spreken met
spraak met Syntens vervullen we dan ook vaak een huis-
de starter/ondernemer af dat we de aandelen pas te gelde
artsfunctie. Als we de vertaling kunnen maken van zijn
hoeven te maken als een starter het zich ook werkelijk
probleem naar een duidelijke wetenschappelijke vraag,
kan veroorloven. Starters hebben dus echt een kans.
dan kunnen ze elkaar wel begrijpen. We werken hierin
Wij zeggen altijd: Tegen de tijd dat je tien Ferrari’s in de
samen met TNO, Fontys en de Regionale Opleidingscentra,
garage hebt staan, willen wij er ook een terug.”
de ROC’s om een zo compleet mogelijk aanbod voor de MKB ondernemers actief te ontsluiten.” Tolk-vertaler
Volgens Bens kun je het onderzoekers niet kwalijk nemen dat zij relatief weinig aandacht hebben voor de vragen
Geld speelt overigens steeds een belangrijke rol in het
uit het bedrijfsleven. “Een hoogleraar wordt tenslotte
verder uitbouwen van het Innovation Lab. “De extra
(terecht) beoordeeld op aantallen studenten, promoties
gelden uit het Paasakkoord en de Valorisation Grant
en publicaties. Daar ligt dus zijn focus, want daar ontvangt
zijn allemaal bestemd voor wetenschappelijk onderzoek.
de faculteit en dus zijn groep financiering voor. Als hij
Overheadkosten, zoals die van het Innovation Lab zelf,
in een jaar wel tien patenten verwerft maar even geen
moeten uit andere bronnen worden gefinancierd. We
promovendi heeft begeleid, dan staat hij er slecht op.
bestaan nu bij de gratie van een aantal subsidies, terwijl
Als we werkelijk willen dat de wetenschap zich interesseert
we eigenlijk onderdeel zouden moeten zijn van de algehele
voor het bedrijfsleven, dan moeten we de prestaties van
kostenstructuur van de universiteit. We vervullen immers
onderzoekers langs meerdere indicatoren gaan afrekenen.
een belangrijke rol, die van tolk-vertaler en account
Dan kan het aantal contacten met ondernemers uit het
manager richting bedrijfsleven. Die boodschap zenden
MKB of het aantal spin offs wat uit zijn onderzoek voort-
we dan ook uit richting ministerie van OCW en EZ. Want
komt ook een indicatie zijn om een onderzoeker positief
wat zien we bijvoorbeeld bij EZ: dat trekt hopelijk een
te waarderen.”
paar miljoen euro uit voor het Holst Centrum om de kennis-
| “Wij hebben het traject met de technostarters goed georganiseerd”
economie te stimuleren. Met alle respect, maar met dat bedrag kun je drie keer kuchen en dan is het op. Het levert geen structurele bijdrage aan een innovatieve en technologisch hoogstaande (kennis-)economie.”
Europese top twintig
Hoewel Bens erg in zijn nopjes is met de successen die het TU/e Innovation Lab boekte bij de Valorisation Grant, benadrukt hij bij herhaling dat de drie TU’s in Nederland het zoveel mogelijk samen moeten doen. “Elk van de drie hoort tot de twintig beste universiteiten van Europa. Door samen te werken zal elk van de universiteiten c.q. de gezamenlijke 3TU’s die toppositie eerder vasthouden dan wanneer ze elk voor zich zouden werken. Je ziet ook duidelijk dat we alledrie zo onze eigen specialismen hebben. In Delft is het contact met het grote bedrijfsleven heel goed georganiseerd, in Enschede komt het MKB gemakkelijk over de vloer bij de wetenschap en wij in Eindhoven hebben het traject met technostarters goed georganiseerd. Van elkaar kunnen we leren over de aanpak”, zegt Bens, “Samen staan we sterk”.
19
20
| NGN.4771 zie interview pagina 96 t/m 99
| NGN.4771
21
22
| DST.2981 en DST.4609 zie interview pagina 36 t/m 38
23
| Statistiek
TWEE MOMENTEN VAN EVALUATIE: DE PROJECTEN VAN START GEGAAN IN 1994 EN 1999
DE METHODE: HOE ‘METEN’ WE DE UTILISATIE
In het algemeen zit er een grote
In de Interimrapportage (over de
Het zal duidelijk zijn, dat het meten
tijdsspanne tussen de start van
projecten in 1999) worden dus de
van de mate van gebruik niet een-
een project en het moment waarop
projecten bekeken die zes jaar
voudig is. Zo kan een verbeterde
de resultaten daadwerkelijk tot een
geleden van start zijn gegaan en
procesbeschrijving voor een gebruiker
‘bruikbaar’ resultaat leiden. STW is
recent zijn afgesloten. Het kan voor-
financieel zeer aantrekkelijk zijn,
alleen betrokken bij het eerste deel
komen dat een gebruiker verder
zonder dat er sprake is van een
van dit lange traject, namelijk bij de
wil gaan met de resultaten van het
concreet product. Anderzijds kan
onderzoeksfase die doorgaans vier
onderzoek. Hij zal dan vaak in aan-
de realisatie van een daadwerkelijk
tot zes jaar beslaat. In deze utilisatie-
sluiting op de onderzoeksfase nog
product (gebaseerd op een werkend
rapportage zien wij, enige tijd na
een ontwikkelingstraject moeten
prototype) worden afgebroken omdat
afloop van het onderzoek, terug op
uitvoeren. Dit kan bestaan uit de
markteconomische aspecten een rol
destijds gestarte STW-projecten.
markt onderzoeken, een productielijn
spelen. Hoe de stand van zaken op dit
Voor deze evaluatie worden twee
opzetten en dergelijke, kortom alles
vlak is bij de verschillende projecten,
momenten gekozen; direct na
wat nodig is om te komen tot een
wordt nagegaan door (telefonische)
afloop van een project, de interim-
commercieel ‘product’.
enquêtering van onderzoekers, projectleiders of gebruikers, die bij
rapportage (in dit rapport de projecten die in 1999 van start
In de Utilisatierapportage (over de
het desbetreffende project waren
gingen), en vijf jaar later een eind-
projecten die in 1994 van start gingen)
betrokken. Mocht dit niet mogelijk
rapportage, het utilisatierapport
is tien tot elf jaar na de start van
zijn, dan wordt gezocht naar ander
(hier de projecten die in 1994 van
universitair onderzoek al een veel
beschikbaar bronnenmateriaal.
start gingen).
beter – alhoewel nog altijd niet volledig – inzicht te verkrijgen in de daadwerkelijke toepassing en commercialisering. In dit rapport worden daarom ook die projecten bekeken die in 1994 van start zijn gegaan en waarover nu een min of meer afgerond oordeel gegeven kan worden met betrekking tot de utilisatie.
24
utilisatierapport 2005 2001
| Statistiek
BETROKKENHEID
PRODUCT
Om een beeld te geven van de resul-
De mate waarin één (of meerdere)
In hoeverre zijn de doelstellingen van
taten van een onderzoeksproject,
gebruikers bij het onderzoek zijn
het onderzoek gehaald, en is er een
heeft STW in de afgelopen jaren een
betrokken:
aanwijsbaar ‘product’:
gebaseerd is op drie – meer of minder
0 : het project is mislukt; omdat de uit-
0 : het project is in het onderzoeks-
onafhankelijke – variabelen om de
komsten irrelevant zijn voor een gebruiker;
stadium mislukt, of het onderzoek is
meetmethode geïntroduceerd, die
utilisatie te kunnen kwantificeren,
voortijdig afgesloten;
te weten ‘Betrokkenheid’, ‘Product’
A : er is enige belangstelling van de
en ‘Inkomsten’ (BPI). Elk van deze
gebruikers geweest, door deelname in een
A : Er is geen concreet product. Er is
variabelen is onderverdeeld in een
gebruikerscommissie;
meer onderzoek nodig om een bruikbaar
oplopende vierpuntswaardering
product te verkrijgen. Voorlopige conclu-
(0, A, B, en C). De definities van deze
B : de gebruikers participeren actief.
classificering zijn:
Een eventueel geleverde bijdrage is
ander moet nog worden geverifieerd. We
klein – in de vorm van geld, materialen
zijn nog in de fase van ‘basic technology’.
en dergelijke;
De voornaamste vorm van output is tot
C : op niet mis te verstane wijze participeert de gebruiker in het project. Er is
sies zijn al wel getrokken, maar een en
op dit moment de wetenschappelijke publicatie;
omvangrijke steun gegeven en vaak is
B : een voorlopig model, een principe
er een contract met betrekking tot de
of een conceptmethode is ontwikkeld en
samenwerking gesloten.
bruikbaar. Verificatie en verfijning is nog wel nodig voordat van een eindproduct kan worden gesproken. De gebruiker kan het onderzoeksproduct (nog) niet geheel zelfstandig gebruiken;
C : er ligt een aanwijsbaar product, bijvoorbeeld in de vorm van software, een werkend prototype, een procesomschrijving, een octrooi, kortom een min of meer afgerond concept, waarmee de gebruiker zelfstandig aan de slag kan gaan.
| statistiek
INKOMSTEN
Heeft het onderzoek geleid tot inkom-
Gebruik makend van de hierboven
Achtergrondonderzoek vindt zijn
sten voor STW en/of de onderzoeks-
beschreven classificatie kunnen
plaats in de klasse AAA. Projecten die
groep:
alle projecten in een 4 x 4 x 4 matrix
op bepaalde aspecten mislukten of
worden ingedeeld. In het totaal dus
zijn mislukt, krijgen een 0-waardering
64 mogelijkheden. Er ontstaat zo
(bijvoorbeeld klasse 000).
0 : omdat het project wetenschappelijk mislukte, of omdat er geen gebruiker
een beter gedifferentieerd beeld van
gevonden kon worden, zijn er geen
de uiteindelijke resultaten die de
inkomsten op dit project geweest en zijn
projecten na vijf respectievelijk tien
die in de toekomst niet te verwachten;
jaar opleveren.
inkomsten Hieronder verstaat STW alle
A : er zijn nog geen inkomsten op het
De meest geslaagde projecten vallen
project. Dat wil hier zeggen dat er wel
uiteraard in de categorie CCC. Maar
bijdragen aan het onderzoek kunnen zijn,
een succesvol project met een grote
maar nog geen revenuen uit de exploitatie
betrokkenheid van een gebruiker
van de kennis. Toekomstige baten zijn
in de non-profit sector én met een
echter niet uitgesloten;
concreet en aanwijsbaar product
B : incidenteel is of wordt (een deel van)
(bijvoorbeeld milieu-onderzoek), wordt ook in een hoge klasse inge-
de kennis verkocht. De ‘inkomsten’ kunnen
deeld (CCA). Een project dat heeft
hier ook bestaan uit het feit dat het resul-
geresulteerd in een product, maar
taat ‘waardevol’ is voor de samenleving;
geen afnemers vindt komt in een lage
C : er is een beduidende, gestage of
categorie terecht, bijvoorbeeld ACA.
grote stroom inkomsten (geweest), of er
Ook wordt zo duidelijk wat de waarde
is zicht op dat een dergelijke stroom de
is van fundamenteel-strategisch
eerstvolgende vijf jaar wordt gerealiseerd.
onderzoek, (de zogenaamde ‘basic
Bijvoorbeeld als er al principe-afspraken
technology’) voor de gebruikers.
gemaakt zijn.
Er is dan weliswaar geen aanwijsbaar product, maar bedrijven hebben er soms (veel) geld voor over om deze basiskennis te ontwikkelen (klasse CAA) of te kopen (klasse CAC).
gelden en bijdragen in natura die op basis van een STW-project gegenereerd worden gedurende het hele traject, dus zowel van voor het project is gestart als tot na afloop van het project.
25
26
utilisatierapport 2005
| Statistiek
PROJECTEN GESTART IN 1994
1994
figuur 5
utilisatiegroepen
betrokkenheid %
product %
0
1
2
A
37,5
21,5
% 5,5 59
B
37,5
31
20,5
C
24
45,5
15
In 1994 gingen 88 projecten van start. In deze projecten werd door STW 33,3 miljoen euro geïnvesteerd. Bij deze projecten werden 33 overeenkomsten met de gebruikers gesloten en 17 octrooien aangevraagd. Aan inkomsten werd een bedrag van 4,6 miljoen euro genoteerd.
Figuur 5 geeft de verdeling aan per utilisatiecode. De figuren geven aan hoeveel procent van de projecten een bepaalde score op de drie categorieën heeft gehaald. Figuur 7 (pagina 28) geeft de BPI-code weer, die de projecten hebben gekregen.
inkomsten
| statistiek
PROJECTEN GESTART IN 1999
1999
figuur 6
utilisatiegroepen
betrokkenheid %
product %
inkomsten %
0
0
3
A
30
30
69
B
49
39,5
19
C
21
27,5
In 1999 gingen 94 projecten van start. In deze projecten werd door STW voor 28 miljoen euro geïnvesteerd. Bij deze projecten werden 63 overeenkomsten met de gebruikers gesloten en 26 octrooien aangevraagd. Aan inkomsten werd (tot nu toe) een bedrag van 4,8 miljoen euro genoteerd. Figuur 6 geeft de verdeling aan per utilisatiecode. De figuren geven aan hoeveel procent van de projecten een bepaalde score op de drie categorieën heeft gehaald. Figuur 8 (pagina 28) geeft de BPI-code, die de projecten hebben gekregen weer. Voor verdere uitleg, zie de toelichting op pagina 24.
5,5
6,5
27
utilisatierapport 20054
| Statistiek
De verschillende categorieën worden in kleuren weergegeven. Een hoge score op de categorie Inkomsten is te herkennen aan een blauwe kleur. Voor een hoge score op Betrokkenheid is die kleur rood en voor een hoge score op Product is die kleur groen. Omdat de complete codes alle drie de BPI-componenten bevatten, hebben alle bollen mengkleuren. Een project met BPI-code 000 zal een zwarte bol opleveren. Een project met een code CCC zal een witte bol opleveren. Verder geeft de inhoud van de bol weer hoeveel projecten die betreffende code toegekend hebben gekregen. Zo geeft het praktisch donkerrode bolletje onderaan aan dat er één project (1994) is en drie projecten (1999) zijn met de BPI-code A00. De grote antracietkleurige bol (een niveau hoger en dieper) geeft aan dat er 13 (1994) en 12 (1999) projecten zijn met BPI-code AAA (‘basic technology’). De witte bol rechts achterin geeft aan dat er 5 (1994) en 4 (1999) projecten zijn met BPI-code CCC.
figuur 7
utilisatie projecten gestart in 1994
product –––>
1994
<– –– in ko m st en
b e t ro
1999
figuur 8
kken
heid
–––>
utilisatie projecten gestart in 1999
product –––>
28
<– –– in ko m st en
kke b e t ro
nheid
–––>
Utilisatierapport 2005
| Projecten
1994
30
utilisatierapport 2005
| Projecten 1994
HIERONDER STAAN DE GEGEVENS DIE U OP DE PROJECTPAGINA’S KUNT TEGENKOMEN
project
toewijzing
van een STW-project gegenereerd
Het projectnummer, de laatste vier
De door STW aan dit project
worden gedurende het hele traject.
cijfers vormen het volgnummer waar-
toegekende subsidie (in k€).
Dus van voor de start tot na afloop van het project.
op de projecten zijn gesorteerd. contracten en octrooien BPI (uitleg zie binnenkant achterzijde omslag)
Soort overeenkomst welke met
doelstelling
De utilisatiecategorieën waarin het
een gebruiker is afgesloten (optie,
Een korte omschrijving van de
project is ingedeeld.
licentie, bijdrage, samenwerking,
doelstelling van het onderzoek.
raamovereenkomst, material transfer titel
agreement (mta), etc.) en eventuele
resultaten
De titel van het project.
octrooien/octrooiaanvragen.
Een overzicht van de behaalde resultaten.
projectleider
inkomsten
Naam van de projectleider.
Op dit project de totaal geregistreerde
gebruikers
inkomsten (in k€). Dit zijn alle gelden
Een lijst met de (afgekorte) namen
en bijdragen in natura die op basis
van de gebruikers bij het project.
L_ universiteit leiden
V_ vrije universiteit amsterdam
62
W_wageningen universiteit
64
A_ universiteit van amsterdam
B_para universit aire instituten
D_ technische universiteit delft
51
31
31
N_ radb oud universiteit nijmegen
52
32
R_ erasmus universiteit rotterdam
54
T_ universiteit twente
55
U_ universiteit utrecht
59
E_ technische universiteit eindhoven
45
G_ rijksuniversiteit groningen
49
projecten 1994
| Instelling
ANS.2869
A _ universiteit
CCB
van amsterdam
Intermetallic compounds, electronic structure and ionicity
projectleider
Prof.dr. F.R. de Boer totale toewijzing in k€ 808,46 contracten Samenwerking onderzoek: FOM; Philips Research; Universiteit van Amsterdam inkomsten in k€ 18,16
doelstelling Het project richt zich op de ontwikkeling van nieuwe materialen die toegepast kunnen worden als permanente magneten en op de ontwikkeling van magnetoweerstands- en ‘exchange biasing’ materialen. resultaat na 5 jaar Het onderzoek aan magnetische
interacties tussen zeldzame-aardmetalen en overgangsmetalen heeft geleid tot een verbeterd proces voor het vervaardigen van permanente magneten door het mengen van twee poeders. Dit is in eerste instantie door Philips verder ontwikkeld. Enige jaren geleden zijn de aktiviteiten van Philips op het gebied van permanente magneten (fabricage en ontwikkeling) verkocht aan een ander bedrijf. Daarmee is binnen Philips R&D naar permanente magneten gestopt. resultaat na 10 jaar Het onderzoek heeft geleid tot meer kennis over het gedrag van magnetische multilagen bij hoge temperaturen. Deze kennis is door Philips ingezet bij de ontwikkeling van sensoren in de automobielindustrie. Deze kennis is getransfereerd naar de Philips productdivisie Semiconductors. Verder wordt de in het kader van dit deel van het project ontwikkelde kennis in Philips Research gebruikt in de ontwikkeling van biosensoren, gebaseerd op detectie van magnetisch gelabelde moleculen met behulp van magnetoweerstandsmaterialen. gebruiker(s) Philips Research, Eindhoven
| Instelling
B _ para
universitaire instituten
31
32
utilisatierapport 2005
B ST.3063
ACB
projectleider k€
De detectie van DNA door middel van Surface Plasmon Resonantie, DNA/RNA probes en potentiaal gestuurde adsorptie
Prof.dr. J. Greve
tot ale toewijzing in
107,58
B B I.3233
AAA
projectleider in k€
Isolatie en moleculaire analyse van resistentiegenen uit Arabidopsis thaliana tegen valse meeldauw (Peronospora parasitica)
Prof.dr. W.J. Stiekema 263,29
totale toewijzing
doelstelling In dit project ging het erom een
doelstelling Het doel van dit project was het
techniek te ontwikkelen die DNA specifiek kan detecteren met behulp van Surface Plasmon Resonantie. SPR is het verschijnsel dat voor het (gepolariseerde) licht de reflectie-eigenschappen van een oppervlak veranderen als er een dunne laag op aangebracht wordt. De techniek diende gebruikersvriendelijk te zijn omdat ze bedoeld was voor routinegebruik. Het doel is een biosensing techniek te ontwikkelen die gebaseerd is op SPR waarmee DNA en andere biomacromoleculen (hormonen, specifieke eiwitten) gedetecteerd kunen worden. Het gaat daarbij ook om het volgen van reactie van deze moleculen (hybridisatie) met moleculen die op het sensingoppervlak gehecht zijn.
isoleren en karakteriseren van een set resistentiegenen van Arabidopsis thaliana tegen pathogenen zoals de oomyceet Peronospora parasitica. Daarvoor is gebruik gemaakt van een En-I transposon tagging techniek die door Plant Research International (PRI; was voorheen CPRO-DLO) is ontwikkeld.
resultaat na 5 jaar De techniek werd verder ontwik-
keld evenals de praktische uitvoering van de SPR apparatuur. Toepassing van deze aan de Universiteit Twente (vakgroep Technische Optica) ontwikkelde apparatuur hangt nauw samen met de in dit onderzoek uitgezochte biochemie aan de detectorlaag. De resulaten waren zo bemoedigend dat een der aanvragers een overeenkomst met UT/STW sloot en het bedrijf Intersens oprichtte, samen met Ecochemie. Na een goede start vielen de resultaten van dit bedrijf tegen, ondermeer door te trage ontwikkeling van nieuwe apparatuur. Het bedrijfje had veel schulden ontwikkeld. resultaat na 10 jaar Intersens Instruments had welliswaar veel schulden, maar werd gered door de Holland Biomatrial Group (HBG). De technologie kon verder worden ontwikkeld in de jaren vanaf eind 1999. HBG richtte een werkmaatschappij op die inmiddels een nieuw instrument heeft ontwikkeld in een Europees project samen met de Biochip Group van de UT: ‘De imaging SPR’. Het werk van potentiaal gestuurde adsorptie vindt verder een weg in de vernieuwingsimpuls aanvraag die in 2001 werd verworven. gebruiker(s) Unilever Research, Vlaardingen / SSDZ, Delft / RIVM, Bilthoven / BioMérieux bv, Boxtel / TNO Kwaliteit van Leven, Zeist
resultaat na 5 jaar Het is niet gelukt het resistentie-
gen RPP7 in handen te krijgen. Een fysische kaart van de RPP regio van het Arabidopsisgenoom is inmiddels wel gemaakt en het verzamelde plantmateriaal geeft duidelijke aanwijzingen voor het bestaan van partiële resistentie tegen Peronospora parasitica. resultaat na 10 jaar Het oorspronkelijke target gen RPP7 is nog steeds niet geïsoleerd, ook niet door andere, buitenlandse onderzoeksgroepen en is dus blijkbaar een erg lastig gen om te identificeren en isoleren. Inmiddels heeft PRI een ander transposon tagging systeem (activation tagging) ingezet en zijn een aantal resistentiegenen geïdentificeerd die bruikbaar kunnen zijn tegen een breed pallet van pathogenen in andere gewassen. Dit betekent dat het STW-project weliswaar zelf niet geleid heeft tot directe utilisatie maar dat de kennis die uit het project is verkregen gebruikt is om betere strategieën te ontwerpen om de oorspronkelijke doelstelling te halen. gebruiker(s) Bejo Zaden BV, Warmenhuizen / Rijk
Zwaan Breeding BV, Fijnaart / Seminis Vegetable Seeds Holland BV, Enkhuizen / Nunhems Netherlands BV, Haelen
| Instelling
D _ technische
universiteit delft
33
projecten 1994
DTN.2527
B CC
projectleider zing in k€
Nieuwe scintillatiekristallen-theorie
Prof.dr.ir. C.W.E. van Eijk 179,50
totale toewij-
doelstelling Doel van het onderzoek was een theoretische onderbouwing te bieden van het onderzoek naar nieuwe materialen voor scintillatoren en opslagfosforen dat verricht is in STW-project DTN.2966. resultaat na 5 jaar In dit project is het aan de RUG
ontwikkelde computerpakket MOLFDIR verder ontwikkeld en efficiënter gemaakt. Daardoor werd het mogelijk berekeningen te doen aan de 4f 5d overgang van Cerium. Dit heeft geleid tot de ontdekking van nieuwe scintillatormaterialen in project DTN.2966 en zijn opvolger DTN.4627 waarin met steun van Crismatec gezocht wordt naar geschikte materialen. Dit heeft geleid tot twee octrooiaanvragen.
DE L.2733
B BA
projectleider k€
486,28
Onderzoek naar real-time radarsignaalbewerking met transputers ten behoeve van geavanceerde FM-CW antibotsingssystemen COLARADO
Prof.dr.ir. L.P. Ligthart inkomsten in k€ 5,45
totale toewijzing in
doelstelling In het COLARADO-project is onderzoek verricht naar multi-statische radar voor automotive toepassingen. Bijvoorbeeld kan deze radar worden toegepast in antibotsingssystemen. Een voordeel van multi-statische radar is het ontbreken van bewegende onderdelen (robuustheid). Ook is een voordeel dat de radar werkt onder zeer slechte weersomstandigheden.
DST.2773
ABA
projectleider zing in k€
Elektrisch onderzoek aan zelfversterkende polymeer mengsels
Prof.dr.ir. J. van Turnhout 265,04
totale toewij-
doelstelling Doel van het onderzoek is om
opheldering te verkrijgen over de relaties tussen verwerking, microstructuur en eigenschappen met een aantal elektrische karakteriseringsmethoden, alsmede over het (elektrisch en visco-elastisch) relaxatie gedrag van zelfversterkende polymeermengsels. resultaat na 5 jaar Het doel is bereikt: er is inzicht
resultaat na 5 jaar Er is een demonstrator
resultaat na 10 jaar Inmiddels is het aantal octrooiaanvragen uitgebreid tot vijf. De inkomsten zijn geregistreerd bij project DTN.4627.
ontwikkeld waarvan de werking is aangetoond in proefnemingen met automated guided vehicles Europe Combined Terminal (ECT) in de Rotterdamse haven. Voor het systeem wordt nu gebruik gemaakt van de 10 GHz band. Voor echte toepassing in de praktijk moet men gebruik maken van de 77 GHz band die hiervoor is aangewezen. De technologie die hiervoor nodig is, is een geheel andere (MMIC). Dit werk wordt voortgezet in een vervolgproject.
gebruiker(s) Philips Consumer Electronics,
resultaten na 10 jaar Experimenten hebben de poten-
Eindhoven / KVI, Groningen / Crismatec, Gieres
tie van het concept aangetoond. In de wereld van antibotsingsonderzoek is veel belangstelling voor dergelijke systemen. Vervolgonderzoek richt zich thans op de ontwikkeling van embedded systemen voor dataprocessing en data-interpretatie. gebruiker(s) Thales Nederland BV, Hengelo / TNO Defensie en Veiligheid, Den Haag / NATO C3 Agency, Den Haag / Europe Combined Terminals BV, Rotterdam / TNO Industrie en Techniek, Eindhoven
verkregen in de microstructuur van de polymeermengsels. Dit inzicht is van praktisch belang omdat de eigenschappen van polymeermengsels sterk afhangen van de microstructuur die tijdens de verwerking wordt opgebouwd. In het project is ook een folie-extrusie spuitkop ontworpen voor het on-line analyseren van de structuur van gesmolten kunststofstromen op microschaal. Bovendien is de bijdrage van de diffusie van ionen in de modellering verdisconteerd, daarmee kunnen we voor het eerst diëlektrisch de grootte van heterogeniteiten bepalen. resultaat na 10 jaar De verworven kennis, met name die in de modellering van het relaxatiegedrag van blends en mengsels is in diverse andere projecten en publicaties gebruikt, zowel bij DSM als in de vakgroep PME. Voor PME was het essentieel bij het promotie-onderzoek van onder meer Van Boxtel (promotie, TU/e),Van Es, De Jong, Klap, Nauta (promotie, UT), Klein van Willigen, en bij het onderzoek van afstudeerders. gebruiker(s) DSM Research BV, Geleen / Shell Global Solutions International BV, Amsterdam / General Electric Plastics Europe BV, Bergen Op Zoom
34
utilisatierapport 2005
DCT.285 4
CB B
projectleider k€
Modellering van driedimensionale golfgedreven stroming
Prof.dr.ir. J.A. Battjes
totale toewijzing in
216,72
CB B
Zandtransport onder invloed van golven en stroming
projectleider
totale toewijzing
DCT.2912
in k€
Prof.ir. K. d’Angremond 215,48
DST.2981
B CB
Bestudering van de kinetiek van nucleatie- en groeiprocessen tijdens diffusionele fasetransformaties in staal m.b.t. neutronendepolarisatie
projectleider
Prof.dr.ir. S. van der Zwaag totale toe264,62 contracten Bijdrage: Corus Staal BV inkomsten in k€ 4,54 wijzing in k€
doelstelling Het onderzoek is gericht op het
doelstelling Het verkrijgen van inzicht in zandtrans-
doelstelling Beter inzicht te verwerven in de aard
numeriek modelleren van 3-dimensionale, golfgedreven stromingen in de kustzone, ter verdere onderbouwing en validatie van bestaande modellen. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de software ontwikkeld bij het Waterloopkundig Lab. en RWS (Dienst Getijdewater). De modelverificatie zal geschieden door simulatie en verdere analyse van enkele gemeten 3D-stromingen.
porten in de kustzone en de daaraan gerelateerde morfologische processen (kusterosie/aanzanding) met behulp van gecombineerd experimenteel en numeriek onderzoek.
en kinetiek van de staal fasetransformatie tijdens het warmwalsen om zo het productieproces beter te kunnen sturen en de eigenschappen van staalband binnen nauwere specificaties te kunnen houden.
resultaat na 5 jaar Het systeem van oppervlakte-
golven in wisselwerking met een turbulente gemiddelde stroom is gemodelleerd, in een computercode geïmplementeerd en succesvol geverifieerd aan een 1D (verticaal) en 2D (in een vlak haaks op stroomrichting) model. Een 3D model is nog niet gerealiseerd maar ligt wel in het verschiet. Het project is in nauwe samenwerking uitgevoerd met WL. WL verwacht hun eigen software te kunnen gaan uitbreiden met de modellen ontwikkeld in dit project. gebruiker(s) WL / Delft Hydraulics, Delft / RIKZ, Den Haag / Albatros Flow Research, Vollenhove
resultaat na 5 jaar Met de Grote Golftunnel van het
WL zijn de bodemgrenslaagverschijnselen op volle schaal (1:1), onder gecontroleerde condities en in het relevante bereik van parameters onderzocht. Hiermee zijn transportmodelconcepten ontwikkeld en geverifieerd, van quasi-stationaire transportformuleringen tot meer geavanceerde niet-stationaire grenslaagmodellen. resultaat na 10 jaar Uit dit onderzoek zijn vervolg-
onderzoeken voortgekomen, waarin gekeken is naar het effect van werkelijke golven i.p.v. een horizontaal oscillerende stroming op het sediment transport in sheet flow condities, het effect van sedimentgradatie en het effect van ribbels. De resultaten zijn onder andere ingebracht in twee internationale projecten. De experimentele gegevens die uit dit project zijn voortgekomen, zijn van grote waarde voor het calibreren en verifiëren van verschillende typen zandtransportmodellen. gebruiker(s) WL - Delft Hydraulics, Delft / RIKZ, Den Haag / ALKYON Hydraulic Consult. & Research BV, Emmeloord / DHV Milieu & Infrastructuur BV, Amersfoort
resultaat na 5 jaar Een sterk verbeterd inzicht in de
balans tussen nucleatie van nieuwe korrels en de voortgezette groei van eerder gevormde kiemen. Daarnaast de eerste kwantitatief nauwkeurige bepaling van de volumetrische kiemdichtheid bij lage afkoelsnelheden in C-Mn staalsoorten. Beide bleken van groot belang voor de staalindustrie. Ze zijn inmiddels geïmplementeerd in de metaalkundige modellen voor de uitlooprollenbaankoeling van warmbandwalserijen van Corus in Nederland en Engeland en worden dagelijks gebruikt. resultaat na 10 jaar Dankzij de verbeterde processturing is het percentage ‘off-spec’ materiaal afgenomen en is de winstgevendheid toegenomen. Daardoor is minder recycling van afgekeurd materiaal nodig: winst voor het milieu. Na publicaties in wetenschappelijke tijdschriften worden de verkregen resultaten ook in Europa en Japan gebruikt. Het onderzoek heeft de basis gelegd voor vervolgonderzoek naar de kinetiek van fasetransformaties in warmgewalst staal (DST.4609 en DMC.6278). Het onderzoeksteam is nog intact en er wordt baanbrekend onderzoek op dit gebied uitgevoerd. Verwacht mag worden dat dit tenminste een vergelijkbare economische impact zal hebben. gebruiker(s) Corus Staal BV, IJmuiden / Hauzer Techno Coating BV, Venlo / Philips Domestic Appliances and Personal Care, Drachten / Ruukki Production, Alblasserdam / Philips Research, Eindhoven
35
projecten 1994
DCT.3052
B CB
Numerieke modellen voor metselwerk en stapelbouw
projectleider
DWI.3060
B CB
Data assimilation in the wave model NEDWAM
Prof.dr.ir. J.G. Rots totale toewijzing in k€ 2 4 8 , 8 5 contracten C o n s u l t a n c y : Te ch n i s ch e Universiteit Delft; University of Minho, Azurem
projectleider
doelstelling Het project is erop gericht te komen tot formulering, implementatie, verificatie en toepassing van numerieke modellen voor traditioneel metselwerk, bestaande uit waalformaat baksteen, kalkzandsteen of betonsteen met gewone mortel, en moderne stapelingen van grote kalkzandsteen- of gasbetonelementen met lijmmortels.
doelstelling De ontwikkeling van een data-assimilatiesysteem voor het model NEDWAM (een numeriek model voor de voorspelling van golven op de Noordzee), waarmee golven aanzienlijk nauwkeuriger kunnen worden voorspeld dan tot nog toe.
zing in k€
Prof.dr.ir. A.W. Heemink 184,57
totale toewij-
resultaat na 5 jaar Het onderzoek heeft geleid tot resultaat na 5 jaar De volgens de principes van
‘computational plasticity’ ontwikkelde microen macromodellen zijn geïmplementeerd in DIANA. In CUR-commissie A33 en in onderzoeksprojecten bij bijvoorbeeld TNO Bouw, TUE en TUD worden de ontwikkelde numerieke modellen gebruikt in toepassingsgericht onderzoek voor de afleiding van praktische rekenregels voor onder andere stabiliteit en scheurcontrole van metselwerkconstructies. resultaat na 10 jaar De uitkomsten zijn de afgelopen twee jaar gebruikt om berekeningen mogelijk te maken in verband met productontwikkeling van de zogenaamde hoge-wandligger in kalkzandsteen. Een dergelijk bouwdeel is van belang voor overspanningen in bepaalde bouwwerken, bijvoorbeeld boven parkeergarages. Als gevolg van dit onderzoek heeft de onderzoeksgroep een aantal contracten gekregen ter waarde van ruim 22,5 duizend euro. De onderzoeker is inmiddels hoogleraar aan de universiteit van Minho, Portugal. gebruiker(s) VNK (Vereniging Nederlands
Kalkzansteen, Huizen / Koninklijk Verbond van Nederlandse, Velp (Gld) / TNO Ruimte en Infrastructuur, Delft
een verbetering van het operationele golvenvoorspelsysteem dat bij het KNMI dagelijks wordt gebruikt. Er is een nieuwe methode ontwikkeld en geïmplementeerd voor data-assimilatie, het gebruik van real-time meetinformatie om de modelresultaten en -voorspellingen voortdurend te kunnen verbeteren. De methode is bij het KNMI getest en naar aanleiding van de afsluitende evaluatie is de oude aanpak in 1999 vervangen door de hier ontwikkelde methode. resultaat na 10 jaar De resultaten van het onderzoek zijn een belangrijke schakel geweest in het stap voor stap verbeteren en perfectioneren van het voorspelsysteem bij het KNMI. Daarnaast zijn in het project ook de eerste toepassingen van een zogenaamd Reduced Rank Square Root filter uitgewerkt, dat tot dan toe alleen voor getijdeberekeningen was gebruikt. Mede door dit onderzoek is de methode nu voor een groot scala van problemen inzetbaar en wordt ook daadwerkelijk gebruikt. gebruiker(s) KNMI, De Bilt / RIKZ, Den Haag / WL - Delft Hydraulics, Delft
DM B.3070
BBB
Acoustic determination of reservoir properties
projectleider
Prof.ir. M. Peeters totale toewijzing in 359,89 contracten Overdracht: Technische Universiteit Delft; Shell Research BV; Samenwerking onderzoek: Technische Universiteit Delft; Western Atlas int., Inc. inkomsten in k€ 17,17 k€
doelstelling Boreholes worden gebruikt om met
akoestische golvens (seismiek) over een afstand van enkele meters (om het boorgat) gegevens te verkrijgen over de porositeit, permeabiliteit en vulling van het gesteente. Deze parameters geven informatie over de aanwezigheid van gas of olie in met name kleinere velden. In dit onderzoek werd de theorie om data te kunnen interpreteren uitgebreid en geverifieerd. resultaat na 5 jaar De theorie (het model) werd uit-
gebreid en met succes geverifieerd. Tevens kon een brug geslagen worden tussen data verkregen in het veld en data uit lab-experimenten. Heel bijzonder is dat in de schokbuis de zogenaamde Stoneley waves zichtbaar gemaakt konden worden. Op eigen kosten financierde de universiteit onderzoek voor de verdere uitbreiding van de theorie. resultaat na 10 jaar De extrapolatie van laboratoriumexperimenten naar de interpretaties van data die in het veld verzameld zijn blijft problematisch. De genoemde uitbreiding van de theorie blijft dus nodig, temeer daar de huidige seismische software pakketten de poreusiteit niet in rekening brengen en uitgaan van te vereenvoudigde modellen. Met financiering van STW en FOM blijft het lab voor geofysica van de TUD werken aan het bepalen van reservoireigenschappen met behulp van akoestische methoden. gebruiker(s) GeoDelft, Delft / TNO-NITG, Utrecht / Schlumberger Anadrill (VS) / Jason Geosystems BV, Rotterdam / Shell SIEP BV, Rijswijk
PROF.DR.IR. SYBRAND VAN DER ZWAAG
Gedrag van kristal in afkoelend staal projecten DST.2981 en DST.4609
| DST.2981 en DST.4609
Hoe gedraagt staal zich in het proces van verhitting,
ontstaat na een temperatuurstop. Ook hier betrof het
vorming en afkoeling. Vanaf 1992 hield prof.dr.ir.
een primeur. Voor gewoon staal is deze vorm van totstand-
Sybrand van der Zwaag zich binnen het laboratorium
koming een goede route. Is echter sterker staal vereist,
voor Materiaalkunde van de TU Delft bezig met fasetrans-
dan is dat te bereiken door sneller af te koelen, zo vond
formaties van staal. Momenteel leidt hij binnen de faculteit
Te Velthuis uit.
Lucht- en Ruimtevaarttechniek de onderzoeksgroep Fundamentals of Advanced Materials van de TU Delft.
Voor de industrie, die met Corus, SKF en Philips in de gebruikerscommissie vertegenwoordigd was, betekent
De kenmerken van staal worden in belangrijke mate
een dergelijke uitkomst opnieuw een enorme verbetering.
bepaald door de microstructuur, de wijze waarop de
Naarmate je de vorming van staal immers beter onder
verschillende kristallen met elkaar verbonden zijn.
controle krijgt, maak je minder fouten, ontstaat er minder
Deze kristallen in het uiteindelijke staal zijn zichtbaar in
afval en heb je in het algemeen het productieproces
een microscoop, maar over hoe die kristallen gevormd
beter onder controle. Te Velthuis ontwikkelde de techniek
werden tijdens het afkoelen vanaf 1000° C, bestond nog
nog wat verder uit, accepteerde een topbaan bij het
veel onduidelijkheid.
Amerikaanse Argonne National Laboratories aan de University of Chicago en gaf het onderzoeksstokje door
In samenwerking met het toenmalige Hoogovens liet
aan Erik Offerman die in 1999 aan het tweede STW-project
promovendus Gerben Kielaart een staalsample afkoelen
begon.
terwijl het met gepolariseerde neutronen doorstraald werd. Op deze manier lukte het Kielaart, en dat was nog niet eerder vertoond, de structuur tijdens de vorming
Bladerdeeg
zichtbaar te maken. Hij kon de korrels zien kiemen en groeien tijdens de afkoeling en bracht dit semi-kwantitatief
Hij wilde de techniek verder verfijnen en toepassen op
in kaart. Voor Hoogovens betekende dit een eye opener
verschillende staalsoorten. Zijn eerste ontdekking was dat
van de eerste orde, want hiervoor was het eigenlijk meer
bij lagere afkoelsnelheden de korrels in de onderzochte
een kwestie van gissen naar wat er nu precies gebeurde
staalsoorten niet homogeen verdeeld in het materiaal
met staal tijdens de fasetransformatie.
ontstonden maar in lagen. Op beelden werd een duidelijke bladerdeegstructuur zichtbaar. Zo’n structuur leidt niet tot de door de industrie gewenste staalkwaliteit. Maar
Doorgezette groei
tijdens het groeiproces kreeg Offerman wel in beeld wat er gebeurde en wat de oorzaak was voor die bladerdeeg-
Het eerste resultaat schreeuwde om een vervolg en dat
structuur, ook wel bandvorming genoemd. Op basis
kreeg het in de vorm van een STW-project in 1994.
daarvan heeft hij een model ontwikkeld dat voorspelt
Promovenda Suzanne te Velthuis ging verder met de resul-
onder welke condities bandvorming optreedt. Dankzij
taten van het eerste onderzoek en bekeek wat er gebeurde
deze vinding is nu ook bekend hoe bandvorming is te
als de temperatuur bewust gevarieerd werd tijdens de
voorkomen. Opnieuw een grote stap vooruit voor de
transformatie. Zou de versnelde transformatiesnelheid
industrie.
bij hogere afkoelsnelheden komen door vorming van nieuwe kiemen of door verdere uitgroei van bestaande kiemen? En zowaar stelde zij vast dat doorgezette groei
37
38
| DST.2981 en DST.4609
Publicatie in Science
Flexibiliteit
Hoewel Offerman met dit resultaat dik tevreden had
Van der Zwaag prijst in dit verband de flexibiliteit van
kunnen zijn, reikte zijn nieuwsgierigheid verder en wilde
STW. “We konden goed uitleggen waarom we met de
hij met behulp van de door de jaren heen vergaarde kennis
röntgen microbundel meer dachten te kunnen bereiken
en ervaring onderzoeken hoe individuele korrels zich in
dan via onderzoek met de grote gepolariseerde neutronen-
het transformatieproces gedroegen. Hoe, wanneer en hoe
bundel, zoals in het STW-voorstel stond. Program manager
snel ontstaat een korrel nu eigenlijk en hoe groot wordt
Marijke de Jong stond daar voor open. Daarnaast heeft
hij? Voor een antwoord op die vragen meldde hij zich
zij een uitstekende rol vervuld in de communicatie tussen
bij het ESRF in Grenoble. Wie gebruik wil maken van de
wetenschappers en industrie. We hadden een zeer actieve
apparatuur van dit wereldvermaarde instituut, moet daar
en geïnteresseerde gebruikerscommissie. Dat is in dit
min of meer voor solliciteren, want een dag metingen
type onderzoek belangrijk. Als je bijvoorbeeld een bepaald
uitvoeren kost ongeveer 10.000 euro. De onderzoeksgroep
soort staal voor het onderzoek nodig hebt, dan is daar
van Van der Zwaag staat er echter goed te boek en werd
niet altijd even gemakkelijk aan te komen. Als een Corus
uitgenodigd mee te doen aan de ontwikkeling van een
of SFK daar dan soepel in voorziet, is dat prettig werken.
nieuwe techniek om individueel korrelgedrag te meten.
Behalve in faciliterende zin dachten de leden ook echt
Offerman nam deel aan experimenten met een driedimen-
mee en deden zij suggesties waarmee we in ons onderzoek
sionale XRD micro beam. De onderzoekers schenen
rekening konden houden. Goed beschouwd was het een
met een röntgenstraal van 40x40 micron (in plaats van
typisch STW-onderzoek: vernieuwend en gedurfd. Aan de
de eerdere neutronenbundel) door een gecontroleerd
ene kant te fundamenteel om het bedrijfsleven voor de
afkoelende staalstrip heen en konden de korrels, die zich
volledige financiering te interesseren en aan de andere
binnen de bundel vormden, waarnemen. Zo konden zij
kant zo toegepast en toepasbaar dat echte betrokkenheid
aan de korrels meten en hun individuele gedrag volgen.
van de industrie makkelijk te krijgen en behouden was”,
Concreet leidde dit tot twee belangrijke conclusies.
aldus Van der Zwaag.
Ten eerste blijkt dat de condities waaronder de kiemen zich vormen, zich bevinden in een temperatuurgebied van 60°C in plaats van de door de industrie verwachte 10°C. Dit heeft grote gevolgen voor de processturing in de staalindustrie. Ten tweede ging de wetenschap tot Offermans onderzoek uit van slechts twee manieren waarop korrels groeien. Offerman kwam tot de conclusie dat er wel vier verschillende manieren zijn. Dit vraagt om verder onderzoek, maar het is al heel bijzonder dat hij twee nieuwe groeivormen aangetoond heeft. Zijn onderzoek is zelfs zo bijzonder dat Science zijn artikel hierover publiceerde. Al met al kan de beslissing om de onderzoeksmethode te wijzigen een zeer vruchtbare worden genoemd.
39
projecten 1994
DTN.3105
B C0
De PSD-camera, systeemintegratie en praktische evaluatie van een snelle contactloze diepteprofielopnemer
DLR.3109
ABA
Digital Electro-Optical Interferometry in Compressible Flow Research
B BA
Ontwikkeling, bouw en evaluatie van een cervix- scanner
projectleider
Dr. P.W. Verbeek totale toewijzing in 308,62 octrooien PCT.N L01/00161 Positiegevoelige detector
projectleider
k€
k€
doelstelling In het kader van een EZ-project is een snelle profielopnemer ontwikkeld. Hiermee is het mogelijk om in real-time 3D dieptebeelden van objecten te maken. Het meetprincipe maakt gebruik van positiegevoelige detectors (PSD's). Het opneemsysteem is geïmplementeerd in een door Dimes vervaardigde PSD-opnemerchip. Doel van het STW-project is de verdere ontwikkeling van de technologie en de integratie van de PSD-chip in een compleet camerasysteem.
doelstelling Doel van het onderzoek is de ontwikkeling van een digitale electro-optische interferometer voor het meten van compressibele stromingen in windtunnels. Het betreft hier zowel metingen aan stationaire 3-dimensionale stromingen gebruikmakend van computertomografie als diagnostiek aan turbulente, niet-stationnaire, 2-dimensionale stromingen met behulp van statistische methoden en correlatie-technieken. Dit type 3D- en 2D-metingen zijn met conventionele holografische interferometers niet mogelijk. De te ontwikkelen interferometers zal vanwege het algemene karakter ook voor problemen buiten het stromingsonderzoek geschikt zijn, zoals kwaliteitsinspectie van optische componenten, in trillingsanalyses, milieuverontreinigingsstudies etc.
doelstelling De bouw van een klinisch handzame
resultaat na 5 jaar Er is een experimentele
gebruiker(s) Erasmus Medisch Centrum Rotterdam, Rotterdam / Pie Medical Equipment BV, Maastricht / Toshiba Medical Systems Europe BV, Zoetermeer / Maria Ziekenhuis, Tilburg / Leids Universitair Medisch Centrum, Leiden / TNO Industrie en Techniek, Delft
resultaat na 5 jaar Het onderzoek heeft een nieuwe
PSD-chip opgeleverd in bipolaire technologie. Bovendien is de mogelijkheid tot realisatie in CMOS onderzocht en door STW gepatenteerd. De ontwikkelde camera functioneert zoals gehoopt. Er is een nieuw bedrijfje opgericht (In3D) dat toepassingen van de PSD-camera naar de markt gaat brengen. resultaat na 10 jaar Start-up In3D heeft meegedaan
aan een EU-project wat tot doel had om een machine te ontwikkelen die onderdelen voor de automobielindustrie op kwaliteit kon controleren. Dit EU-project heeft echter niet geresulteerd in een commercieel apparaat. Ook de in het STWoctrooi beschreven technologie is niet meer toegepast en daarom is in 2002 besloten het octrooi te laten vervallen. In3D bleek uiteindelijk niet in staat om voldoende omzet met haar producten te realiseren. In 2004 is het bedrijfje opgeheven. Voor zover nu bekend wordt de in het STWproject ontwikkelde technologie niet elders toegepast. gebruiker(s) Philips EMT, Eindhoven / KLM, Schiphol Airport/ Amsterdam / Plant Research International, Wageningen / AWETA BV, Nootdorp / Corus Staal BV, IJmuiden / Stork Brabant BV, Boxmeer
Prof.dr.ir. P.G. Bakker
totale toewijzing in
DTN.3113
471,14
real-time Michelson interferometer ontwikkeld voor kwantitatieve metingen aan brekingsindexprofielen met een sample frequentie van 4-25 Hz. Het systeem is thans geschikt voor het meten van processen met een lage tijdresolutie zoals mixen van vloeistoffen, oplossen van suikers in water, warmtetransport en large-scale variaties in compressibele stromingen. Voor processen met hoge tijdresolutie zoals turbulentie en verbrandingsprocessen is het systeem nog niet geschikt. De verwachting is medio 2000 een prototype gereed te hebben die aan mogelijke producenten van de interferometer gedemonstreerd kan worden. NLR, TNO-PML en Organon Teknica zijn als eindgebruiker geïnteresseerd in het toepassen van de interferometer voor diagnostische doeleinden. resultaat na 10 jaar Het onderzoek heeft uiteindelijk wel geleid tot een proefschrift en werkend prototype, maar tot een demonstratie bij gebruikers is het niet meer gekomen. gebruiker(s) BioMérieux bv, Boxtel / TNO Defensie en Veiligheid, Rijswijk / NLR, Emmeloord
projectleider
Prof.dr.ir. A.J. Berkhout totale toewijzing 372,74 octrooien PCT.NL98/00330 Afbeeldsysteem met numerieke residuele foccussering inkomsten in k€ 28,13 in k€
probe waarmee met voldoende nauwkeurigheid de invasiediepte van het cervixcarcinoom bepaald kan worden. Er is een on-line en een off-line toepassing voorzien. resultaat na 5 jaar Er werd een prototype ontwikkeld,
waarvan de klinische evaluatie slechts ten dele kon worden uitgevoerd. Nietemin zijn er bevredigende resultaten. Om de afbeeldingen scherper te maken, werd een geheel nieuwe methode ontwikkeld, waarop octrooi werd verkregen. Deze methode is geschikt voor ultrageluid afbeeldingen van stilstaande voorwerpen. Uiteindelijk werden voor prototype en afbeeldingsmethode geen gebruikers gevonden. resultaat na 10 jaar Geen verdere ontwikkelingen.
40
utilisatierapport 2005
DE L.3125
B BA
projectleider
Reliability research on new types of electronic packaging
Dr.ir. A. Bossche
totale toewijzing in k€
DE L.3152
AAA
projectleider
Modellering RF hoog-vermogen bipolaire transistoren
Prof.dr. J.L. Tauritz M.Sc. 464,79
totale toewij-
DST.3171
B CB
Herlaadbare lithium (‘rocking-chair-type’) vaste-stof-batterijen voor tractiedoeleinden
projectleider
Prof.dr. J. Schoonman totale toewijzing in 251,62 octrooien PCT.NL96/00356 Vervaardiging van lithiumbatterijen met een explosie (werkwijze voor het vervaardigen van een lithium batterij) inkomsten in k€ 22,69
201,00
zing in k€
doelstelling Doel van dit project is nieuwe test
doelstelling Het onderzoek heeft betrekking
doelstelling Doel van het onderzoek is de
schakelingen (sensoren) te ontwikkelen die – geïntegreerd in bestaande chips – in staat zijn uitspraken te doen (metingen) over de toestand en betrouwbaarheid van de behuizing van de chip.
op omhulde discrete silicium bipolaire RF vermogenstransistoren die primair bedoeld zijn voor gebruik in telecommunicatiezenders. Voor het frequentiegebied van 0.9 tot tenminste 3.0 GHz moeten er van de fysica afgeleide modellen ontwikkeld worden met een beschrijvend en voorspellend karakter die een goede weerspiegeling geven van de eigenschappen van de transistors.
vervaardiging in één processtap van een herlaadbare lithium vaste stof batterij, bestaande uit intercalatie-electroden en een keramische electrolytfase, en van een batterijstapeling eveneens in één processtap met behulp van dynamisch (explosief) verdichten. De batterij wordt toegepast voor tractie doeleinden.
resultaat na 5 jaar Van de doelstellingen zijn
een testchip en een geautomatiseerd meetsysteem voor het meten van vocht in plastic IC behuizingen gerealiseerd. Voor het meten van mechanische stress geïntroduceerd door de behuizingen is een test chip ontworpen met in totaal 1024 piezoweerstanden in vier verschillende lagen en 6 verschillende oriëntaties. Een calibratie systeem, bestaande uit een vierpunts buigbrug, een geautomatiseerd meetsysteem en calibratie software voor het berekenen van de piezoweerstandscoefficienten is ook gerealiseerd. resultaat na 10 jaar Een belangrijk onverwacht resultaat is de ontwikkeling en evaluatie van een plastic packaging concept voor sensorchips. Dit is gebeurd in samenwerking met het bedrijf Eurasem B.V. te Nijmegen. Voor dit proces wordt een standaard matrijs aangepast met een stalen nippen die voorzien is van een zachte laag. Tijdens het inspuiten van het plastic drukt de nippel op het actieve gebied van de sensorchip zodat dit vrij blijft. Op deze manier wordt een plastic sensor package behuizing gerealiseerd met een open toegang voor de te menten
omgevingsvariabelen. gebruiker(s) Nedcard BV, Nijmegen / Maser Engineering BV, Enschede / Philips Semiconductors, Nijmegen / Synres-Almoco, Hoek Van Holland / Botterham Engineering & Assemblage, Doetinchem / Nedap NV, Groenlo / Boschman Technology, Duiven / Fico Molding Systems, Herwen / Philips Electronics Nederland BV, Eindhoven / AT&T Hilversum, Hilversum
resultaat na 5 jaar Deelmodellen voor bonddraden,
capaciteiten en omhullingen zijn in de microgolf simulatieomgeving MDS geïmplementeerd. De MEXTRAM-extensie met extern temperatuur knooppunt alsmede het bonddraadmodel zijn ook in ADS geïmplementeerd. Het gebruik van isothermaalmeettechnieken met behulp van gepulste RF en transistor instelcondities is volwassen geworden. resultaat na 10 jaar Het bonddraadmodel is een industriestandaard geworden. Het MEXTRAM model is ook een industriestandaard geworden. Een nieuwe generatie, betaalbaarder meetsysteem is door derden in 2004 geïntroduceerd. Het STW-vervolgproject DEL.4366 is uitgevoerd in samenwerking met Philips. Vervolgens is er met Philips Semiconductors een twee jaar durend samenwerkingsproject getiteld ‘SLIMPAC’ met de Microgolf Techniques Groep van de Universiteit Twente uitgevoerd. Op 1 januari 2004 is SLIMPAC-II van start gegaan met een looptijd van vier jaar. Philips betaalt de kosten van een postdoc en een promovendus.
k€
resultaat na 5 jaar Een eerste prototype van een
batterij is vervaardigd. Voor commerciële productie is explosief verdichten van de batterijen echter een te belemmerende factor. De tractie toepassing is verlaten, vanwege de prestatie van de batterij, en vanwege de interesse van Shell IEP dat meer geïnteresseerd is in hogetemperatuur batterijen voor ‘down-hole’ toepassingen. Vervolgonderzoek is gestart in samenwerking met Shell en Sumitomo. Een parallelonderzoek gefinancierd door CW-STW werd gestart – DST.3785 ‘All-solid-state AA-type rechargeable lithium batteries with swing electrodes and a ceramic electrolyte dispersed in solufill for consumer electronics’. Tevens is er een vervolgproject gehonoreerd – DST.4854 ‘All-Solid-State battery based on a ceramic electrolyte and manufactured by Magnetic Pulse Compaction’. resultaat na 10 jaar De drie bovenvermelde CW-STWprojecten hebben geleid tot nieuwe combinaties van materialen. Hieruit zijn in de vervolgprojecten enkele additionele octrooien voort gevloeid. Het pakket aan oktrooien is door Shell IEP gebruikt voor de verkoop van de kennis en techniek aan ElectroChem, USA.
gebruiker(s)
Hewlett Packard Nederland BV, Amstelveen
gebruiker(s) Shell, Rijswijk / Sumitomo Europe BV,
Rotterdam
41
projecten 1994
DST.3172
A00
projectleider k€
Gebruik van 3-deoxy-D-pentulose als chirale bouwsteen
Prof.dr. R.A. Sheldon
totale toewijzing in
162,21
doelstelling 3-deoxy-D-pentulose (3-DPU) is zeer geschikt om als enantiomeer zuiver uitgangs materiaal te worden gebruikt in de synthese van farmaca, agrochemicaliën en geur- en smaakstoffen. Doel van het project is praktische synthetische toepassingen te ontwikkelen voor 3-deoxy-D-pentulose. resultaat na 5 jaar De doelstellingen van het project
zijn niet verwezenlijkt, en er zijn dus ook geen toepassingen uit het onderzoek voortgekomen. Het onderzoek is daarna gericht op het gebruik van lactulose als reactant voor de enzymatische synthese van alkylglucosiden. Door voortijdig vertrek van de eerste onderzoeker, werd dit onderdeel van het onderzoek voortgezet door de onderzoeker op STW-project DST.3357. resultaat na 10 jaar Geen nieuwe resultaten. gebruiker(s) DSM Food Specialties BV, Delft / Solvay Pharmaceuticals BV, Weesp
DST.3191
ABA
Production of micron-sized droplets
DCT.3196
CCB
Bergingscapaciteit van slib met gashoudende vacuolen
projectleider
Prof. B. Scarlett M.Sc.† totale toewijzing 2 6 5 ,77 o c t r o o i e n P C T. N L 9 6 / 0 0 1 4 1 Detectie en Analyse van deeltjes
projectleider
in k€
wijzing in k€
doelstelling Doel is om met de ‘Taylor cone’ methode microdruppels of -deeltjes van uniforme grootte te produceren, in een stap, tegen zo laag mogelijke kosten. Deze electrospraymethode is in Delft ontwikkeld en zal voor industriële toepassingen geschikt worden gemaakt.
doelstelling Doel is inzicht te krijgen in het
resultaat na 5 jaar De doelstellingen zijn bereikt.
resultaat na 5 jaar Er is een model ontwikkeld en
Er is een model gemaakt van het electrosprayen dat het mogelijk maakt voor alle vloeistoffen van te voren de spraycondities te bepalen. Er is een multiple-nozzle systeem ontworpen en gebouwd, waarmee de opschaling naar industriële toepassingen in het verschiet ligt. In samenwerking met het Proefstation voor de Tuinbouw en het UMC worden praktijktoepassingen onderzocht.
gevalideerd aan de hand van experimenten in een speciaal daarvoor ontworpen proefopstelling en van metingen in bestaande depots. Er is nauw samengewerkt met de universiteit van Oxford. Het project is afgesloten met een symposium dat door een groot aantal potentiële gebruikers werd bezocht.
resultaat na 10 jaar Naar aanleiding van de resultaten zijn verschillende nieuwe projecten opgestart (al 2 promoties met nog 3 andere op komst), die nastreven om toepassingen te vinden voor de methode. Verschillende toepassingen zijn succesvol gebleken onder andere de productie van medicijn deeltjes met uniforme zeer speciale grootte, medicijndeeljtes voor ‘controled release’, micro en nano dispensing technieken en de produktie van zeer goed gedefinieerde nanodeeltjes. Voortvloeiend uit dit project zijn 2 patenten voortgekomen, publicaties, abstracten, hoofdstukken in boeken en verschillende samenwerkingsprojecten met de industrie. Er wordt momenteel van verschillende kanten geprobeerd iets voor de markt te ontwikkelen, gebaseerd op Electro hydroDynamic Atomization (onder andere een vernevelaar voor astma patiënten). gebruiker(s) Genencor International BV, Leiden / La Pichotiere, Noce / Lab. de Physique des Decharges, Gif-Sur-Yvette / Agfa-Gevaert NV, Mortsel / Proefstation voor Bloemisterij en Glasgroente, Naaldwijk
Prof.dr.ir. F.B.J. B arends totale toe3 3 2 , 0 9 contracten D e t a ch e r i n g : University of Oxford inkomsten in k€ 41,74
optreden en het transport van (biologisch) gas in slib, om het mechanische gedrag van gashoudend slib te kunnen beschrijven. Uiteindelijk hoopt men te komen tot richtlijnen voor een efficiënter gebruik van slibdepots.
resultaat na 10 jaar De onderzoekster is sinds het project werkzaam bij Rijkswaterstaat DWW, waar zij als projectleider betrokken is bij verschillende typen onderzoek die verband houden met de opgedane kennis (zeer-slap grondgedrag; tegenwoordig onder andere veendijken). In vervolg op het onderzoek wordt bij het Slufter slibopslagbekken bij voortduring gemeten en geijkt. Overigens schatten de slibdepotbeheerders het gasprobleem momenteel nog als niet urgent in. Als Rijkswaterstaat gaat besluiten om meer slib te bergen in de depots en men komt dan (veel) gas tegen, dan zal volgens RWS het STW-onderzoek zeker een rol gaan spelen. Dit kan nog wel wat jaren gaan duren; op dit moment is er genoeg capaciteit. gebruiker(s) DHV Milieu & Infrastructuur BV, Amersfoort / CUR, Gouda / Fugro Ingenieursbureau BV, Leidschendam / GeoDelft, Delft / Van Oord ACZ, Gorinchem / Rijkswaterstaat, Rotterdam / University of Oxford / Ballast Nedam Milieutechniek, Amstelveen / Gemeentelijk Havenbedrijf Rotterdam / Rijkswaterstaat, Utrecht / RWS, Lelystad / Shell Global Solutions International BV, Amsterdam / Gemeentewerken Rotterdam
42
utilisatierapport 2005
DE L.3216
B CC
projectleider
A smart low-offset spinning-current Hall plate
CCA
Intelligente sensorsystemen voor hoge-temperatuurtoepassingen
DE L.3251
CCB
Ultra low-power electronics
projectleider
Prof.dr.ir. G.C.M. Meijer totale toewijzing 2 4 2 , 1 6 contracten Licentie: Technische U n i v e r s i t e i t D e l f t ; Ko n i n k l i j k e S h e l l ; E x p r o North Sea Limited; Licentie: Expro North Sea Limited; Geheimhouding: Expro North Sea Limited octrooien PCT.NL97/00148 Instrumentatie-versterker (measuring amplifier) inkomsten in k€ 42,74
projectleider
in k€
toewijzing in k€
doelstelling Hall platen zijn magnetische sensoren
doelstelling In het project zullen nauwkeurige
doelstelling Elektronische apparatuur stelt steeds
die erg goedkoop gemaakt kunnen worden in vrijwel ieder standaard IC process. In dit project is het de bedoeling de gevoeligheid met enkele grootteordes te vergroten (van het milli-Tesla bereik naar micro-Tesla).
sensorsystemen worden ontwikkeld die ook bij hoge omgevingstemperaturen tot 200°C betrouwbaar functioneren. Verder zal het stroomverbruik laag moeten zijn. Dit is tevens gunstig vanwege de geringe zelfopwarming. Een dergelijke combinatie van eigenschappen is gewenst in een aantal industriële applicaties in bijvoorbeeld de olie- en gasindustrie, de luchtvaart en de automobielindustrie.
hogere eisen aan het stroomverbruik, dit geldt zeker voor mobiele apparatuur en apparaten op slecht bereikbare plaatsen (bijvoorbeeld pacemakers). Doel van dit onderzoek is om nieuwe ontwerpmethodes te ontwikkelen, die het mogelijk maken om schakelingen te ontwerpen die extreem zuinig met energie omgaan.
zing in k€
Prof.dr.ir. S. Middelhoek 245,66
totale toewij-
DE L.3250
resultaat na 5 jaar De chip is samen met de
versterker gerealiseerd en werd rond maart 2000 getest bij ASML en Fluid Well. Na een eventueel herontwerp zal het Delftse bedrijf Xensor Integration daarna de uiteindelijke productie overnemen. resultaat na 10 jaar Er is een vervolgproject
opgestart gesubsidieerd door SenterNovem en dit project is in het laatste jaar. Er is aanzienlijke wetenschappelijke vooruitgang geboekt. Binnen het bedrijf Xensor Integration BV te Delft moet dit leiden tot een commercieel product. gebruiker(s) Xensor Integration BV, Delft /
SystematIC Design, Delft / KEMA Nederland BV, Arnhem / Nederland Haarlem BV, Haarlem / Philips Research, Eindhoven
resultaat na 5 jaar Het project is uiterst succesvol
geweest. Een betrouwbare druksensor met bijbehorende elektronica is ontwikkeld die kan functioneren in boorputten bij temperaturen oplopend tot 300°C. Hiertoe is een speciale hittebestendige chip ontworpen. Speciale aandacht is besteed aan de verpakking van de chip, deze moest namelijk ook hittebestendig zijn. De keuze is uiteindelijk gevallen op aluminiumoxide. Het Schotse bedrijf Expro heeft besloten de in Delft ontwikkelde druksensor in productie te nemen. De ontwikkelde methodologie van instrumentatiesystemen voor toepassing met sensoren bij temperaturen tot 250 à 300°C is algemeen bruikbaar. Als spin-off van het onderzoek is ook een uiterst stabiele versterker ontwikkeld, waarop inmiddels octrooi is verleend. resultaat na 10 jaar Expro bleek uiteindelijk
onvoldoende mogelijkheden te hebben om de druksensor door te kunnen ontwikkelen tot een commercieel product. De overeenkomst met Expro is door STW beëindigd. Ook het octrooi is stopgezet, omdat er uiteindelijk geen bedrijven waren die interesse hadden in een licentie. De kennis uit het project is wel gebruikt in verschillende vervolgprojecten (DEL.4365 en DEL.2777). gebruiker(s) Koninklijke Shell, Rijswijk / Expro North Sea Limited, Aberdeen
Prof.dr.ir. A.H.M. van Roermund 272,46
totale
resultaat na 5 jaar Het onderzoek heeft geleid
tot nieuwe klassen van elektronische circuits, onder andere de dynamische translineaire. Alhoewel vrij fundamenteel van karakter, heeft dit onderzoek reeds geleid tot een aantal nieuwe STW-projecten, waaronder de hoorbril, waar de technieken verder worden verfijnd en toegepast. resultaat na 10 jaar Rond de hoorbril heeft zich inmiddels een startend bedrijf opgebouwd. De bij dit project betrokken onderzoekers werken mee aan verdere miniaturisering en powerreductie van de electronicatie voor de hoorbril. gebruiker(s) Academisch Medisch Centrum Amsterdam / Ericsson EuroLab Netherlands BV, Emmen / Vitatron Medical BV, Dieren / E.Q.S., Zoetermeer / Philips Semiconductors, Nijmegen / Ericsson EuroLab Netherlands BV, Enschede
43
projecten 1994
DWI.3264
CCB
Modelling, imaging and removal of guided waves
projectleider
DWT.3265
CCC
Control and design of industrial crystallizers UNIAK III
AAA
An avalanche photodiode array
Dr.ir. G.C. Herman totale toewijzing in k€ 193,5 0 contracten S amenwerking onderzoek: Technische Universiteit Delft; Shell S I E P BV inkomsten in k€ 27,23
projectleider
projectleider
in k€
zing in k€
doelstelling Het ontwikkelen van software en het toetsen ervan aan reële datasets om verstorende effecten die afkomstig zijn van de bovenste aardlagen uit seismische signalen te verwijderen. Zo worden structuren in de diepte beter zichtbaar.
doelstelling Eerste doel is verbetering van waarnemings- en sturingssystemen voor industriële kristallisatie: stabilisering en optimalisatie in zowel batch- als continue kristallisatoren. Tweede doel is verbetering van prestaties van kristallisatoren door een betere ontwerpprocedure, gebaseerd op fabrieksspecificaties, empirische kennis en gegeneraliseerde procesmodellen.
doelstelling Avalanche Photo Diodes (APD’s) zijn
resultaat na 5 jaar In het kader van het UNIAK project
resultaat na 5 jaar Geiger mode APD’s zijn zeer
is gewerkt aan de modelvorming, ontwerp en regeling van industriële kristallisatoren. Een van de belangrijkste resultaten van het project is de ontwikkeling van generieke modellen voor industriële koel- en verdampingskristallisatoren, die in staat zijn om veranderingen in operatieschaal en proces condities te voorspellen. Promovendi en afstudeerders werken nu in de industrie.
gevoelig voor defecten in de depletielaag. Voor deze effecten zijn modellen opgesteld. De invloed van het fabricageproces is onderzocht. Uitstekende resultaten zijn behaald met structuren die gebruik maken van polysilicium kathodes. Dit neutraliseert verontreinigingen en een zeer lage donkerstroomactiviteit en napulsgedrag is het resultaat. Het optische-overspraakeffect is gemodelleerd en experimenteel bestudeerd. Om overspraak in de arrays te voorkomen zijn tussen de pixels ‘grachten’ gerealiseerd waarvan de wanden met metaal bedekt zijn. Dit voorkomt dat lokaal gegenereerde fotonen van pixel naar pixel kunnen gaan. De kans dat overspraak optreedt is tot beneden 1 gereduceerd.
resultaat na 5 jaar Er werd een zeer goedwerkende
methode ontwikkeld. Shell betaalde een bescheiden bijdrage. De gebruikerscommissieleden kunnen via STW een gebruikerslicentie krijgen. Er wordt een gezamenlijk project met een Frans onderzoeksinstituut opgezet om de methode geschikt te maken voor omvangrijke datasets. Het onderzoek wordt vervolgd in DTW.4820. resultaat na 10 jaar Seismische methoden worden uitvoerig gebruikt om in de eerste kilometers van het aardoppervlak naar gas en olie te speuren. In de geotechniek ligt het interessegebied oppervlakkiger, namelijk in de eerste 50 meter of zelfs nog ondieper. De meeste energie die in seismisch onderzoek in de aarde gebracht wordt, komt terecht in golven die bij het aardoppervlak lopen. Helaas verstoren deze golven de reflecties uit grotere diepten en men is ze liever kwijt dan rijk. In dit project wordt een betere methode ontwikkeld om de oppervlaktegolven te elimineren. Aan de andere kant zou deze methode juist een goed beeld kunnen geven van wat er zich in de ondiepe lagen bevindt. Zo snijdt het mes aan twee kanten. Een deel van het onderzoek wordt voortgezet in MIT (USA) waar de afbeeldingsmethoden toegepast gaan worden op aardbevingen. De schaal is welliswaar groter, maar omdat de seismische netwerken steeds dichter worden zijn er veel parallellen. De onderzoekers bijven samenwerken met MIT (prof. R. van der Hilst). De praktische component van het succes is dat de in Delft ontwikkelde methode in de olie industrie steeds meer belangstelling krijgt. gebruiker(s) TNO-NITG, Utrecht / Jason
Geosystems BV, Rotterdam / TNO Industrie en Techniek, Delft / Shell SIEP BV, Rijswijk / Schlumberger Cambridge Research, Cambridge
Prof. B. Scarlett M.Sc.† totale toewijzing 1.619,57 contracten Samenwerking onderzoek: E.I. Dupont de Nemours & Company; TUD; Licentie: Dow Benelux BV; TUD; Licentie: TUD; BASF Aktiengesellschaft; Licentie: Purac Biochem BV; TUD; Licentie: Akzo Nobel Central Research BV; TUD Licentie: TUD; Bayer AG; Licentie: DSM Technopartners; TUD inkomsten in k€ 697,56
DET.3294
resultaat na 10 jaar Gebaseerd op deze modellen is tezamen met PSEnterprise Ltd. een commerciële kristallisatie module binnen gPROMS ontwikkeld. Deze zogenaamde Advanced Model Library Solution Crystallisation is momenteel commercieel verkrijgbaar (tegen gereduceerde prijs voor de UNIAK sponsors) en is een tool voor een snelle en efficiënte ontwikkeling van een procesmodel voor de optimalisatie, regeling en het ontwerp van industriële kristallisatoren. De tweede utilisatie is de ontwikkeling van een advanced model predictive control (MPC) toolbox voor industriële kristallisatoren. Hierbij worden op basis van rigoureuze procesmodellen MPC strategieën ontwikkeld, waarbij modelreductie van de niet lineaire procesmodellen een essentiële schakel vormt. Ook hier wordt gewerkt aan een commercieel stuk gereedschap in een door Senter gesubsidieerd project. gebruiker(s) Akzo Nobel Chemicals BV, Amsterdam
/ Akzo Nobel Central Research BV, Arnhem / E.I. Dupont de Nemours & Company, Wilmington / Purac Biochem BV, Gorinchem / Bayer AG, Krefeld / DSM Technopartners, Geleen / DOW, Stade / BASF Aktiengesellschaft, Ludwigshafen
Prof.dr.ir. S. Middelhoek 253,88 inkomsten in k€ 4,54
totale toewij-
lichtgevoelige sensoren. In de Geiger mode wordt de absorptie van een enkel foton gedecteerd middels een lawine van electronen. Het doel van dit onderzoek is de realisatie van APD-arrays in silicium, zodat fotonen plaatsopgelost kunnen worden gedetecteerd. Belangrijk is het voorkomen van overspraak tussen naburige pixels.
Resultaten na 10 jaar: De inzichten worden nog
steeds gebruikt. gebruiker(s) SRON, Utrecht / Philips, Nijmegen /
Philips Research, Eindhoven / Delft Electronic Products BV, Roden
44
utilisatierapport 2005
DLR.3298
BAA
projectleider
The flow over aerodynamic surfaces with a thin layer of liquid
Prof.dr.ir. H.W.M. Hoeijmakers 164,92
DE L.3319
B CA
totale
projectleider
Ontwerp van een transporteerbaar radarsysteem voor atmosfeeronderzoek TARA
Prof.dr.ir. L.P. Ligthart
totale toewijzing in
DWT.3347
B BA
projectleider
Prof.dr.ir. J. de Graauw 195,75 inkomsten in k€ 36,30
totale toewijzing
toewijzing in k€
k€
doelstelling Het gedrag van dunne vloeistoflagen
doelstelling Ontwikkelen en bouwen van een
doelstelling Doel van het project is de ontwikkeling
op een driedimensionaal oppervlak in een sterke (subsone) luchtstroom zal worden onderzocht. De motivatie voor dit onderzoek komt voort uit interesse bij de luchtvaartindustrie in de effecten van zware regenval en de-icing vloeistoffen (om ijs te verwijderen) en anti-icing vloeistoffen (om een oppervlak ijsvrij te houden) op de aerodynamische eigenschappen van een vliegtuig.
transporteerbaar multi-parameter radarsysteem voor onderzoek van de atmosfeer.
van een holle vezel membraanmodule voor de ontwatering van organische oplosmiddelen, geschikt voor elke hoeveelheid, tegen lage investeringskosten, en een verminderd energiegebruik.
resultaat na 5 jaar Het onderzoek heeft geleid tot
veel achtergrondkennis op het gebied van de stroming van gassen over dunne vloeistoflagen. In het bijzonder de stroming van lucht over anti-icing vloeistoffen. Er zijn verschillende rekenmodellen ontwikkeld waarmee de eigenschappen van deze twee-lagensystemen kunnen worden beschreven. resultaat na 10 jaar Er is geen nieuwe informatie
bekend. gebruiker(s) Shell SIEP BV, Rijswijk / NIVR, Delft / Fokker Services BV, Schiphol / KLM Royal Dutch Airlines, Schiphol / Rijksluchtvaartdienst, Hoofddorp / NLR, Amsterdam / KLM Royal Dutch Airlines, Schiphol Airport
924,05
resultaat na 5 jaar Er is een uniek transporteerbaar
radarsysteem (TARA) gerealiseerd. Diepgaande bestudering heeft geleid tot de verdere ontwikkeling van numerieke methoden voor het ontwerpen van antennes. Ook zijn systeemaspecten van het radarconcept bestudeerd. Voor de radar-dataprocessing is een geavanceerde computerarchitectuur ontworpen en gerealiseerd. Metingen aan weer, wolken en turbulenties kunnen worden uitgevoerd. De hele meetfaciliteit is opgebouwd in een 12 meter lange container die op een oplegger is geplaatst. Dit systeem wordt in de komende jaren ingezet in grote campagnes voor atmosferisch onderzoek. Standplaats van het systeem is Cabauw, de grote onderzoeksite van het KNMI waar multidisciplinair, internationaal wordt samengewerkt. resultaten na 10 jaar TARA functioneert thans
als belangrijkste sensor in CESAR (Cabauw Experimental Site for Atmospheric Research). CESAR is gevestigd in Cabauw en is een initiatief van een groot aantal wetenschappelijke instituten en organisaties die werkzaam is op het gebied van klimaat en milieu. gebruiker(s) Thales Nederland BV, Hengelo /
TNO Defensie en Veiligheid, Den Haag / NATO C3 Agency, Den Haag / TNO Industrie en Techniek, Eindhoven
in k€
An integrated distillation-hollow fiber membrane vapour-permeation solvent dehydration process
resultaat na 5 jaar Er is een hybride proces ontwik-
keld waarmee oplosmiddelen ontwaterd kunnen worden. Het is geschikt voor oplosmiddelen die met water een azeotroop vormen. Voor de scheiding van isopropanol-water is de werking van het nieuwe systeem aangetoond. In een EET-project wordt door TNO, Nedalco, Aquilo en Pervatec bekeken of het proces geschikt is voor de productie van zuivere bioethanol. resultaat na 10 jaar Naast het EET-project voor de productie van zuivere biothanol (penvoerder TNO) heeft het onderzoek van Fakhri er ook in geresulteerd dat de TU Delft partner is geworden in een EET-project voor de scheiding van lichte oplosmiddelen middels keramische membranen. (penvoerder ECN). Beide projecten lopen nog. Er zijn nog geen industriële toepssingen van de technologie. De belangrijkste bottleneck hiervoor zijn nog steeds de kosten van de membraanmodules. Polymeer membranen zijn per m 2 betrekkelijk goedkoop maar hebben een te lage flux waardoor enorme oppervlakken nodig zijn. Keramische modules hebben een ruim tien maal hogere flux maar zijn nog te duur. gebruiker(s) TNO-MEP, Apeldoorn / Parker Gas Separation BV, Etten-Leur / Shell Research and Technology Centre, Amsterdam / DSM Research BV, Geleen / Akzo Nobel Chemicals BV, Arnhem
projecten 1994
DST.3357 B BA
Synthese en eigenschappen van alkylfructosiden als nieuwe surfactanten
projectleider zing in k€
Prof.dr.ir. H. van Bekkum 58,85 inkomsten in k€ 13,62
totale toewij-
DST.3425
ACA
Control of chaotic behavior in a gas/solids fluidized bed
projectleider
Prof.ir. C.M. van den Bleek totale toewij150,87 contracten Bijdrage: SETPOINT IPCOS BV inkomsten in k€ 9,08
zing in k€
doelstelling Doel is het onderzoeken van de mogelijkheid om fructose en alkylfructosiden als grondstof te gebruiken voor toepassing als surfactant in wasmiddelen, shampoo’s en dergelijke en als emulgator in cosmetica en voedingsmiddelen. De geoctrooieerde synthese van alkylfructosiden uit fructose zal verder worden verbeterd.
doelstelling Doel is het ontwerpen van strategieën om chaotische processen te controleren in chemische reactoren. Het utilisatiedoel is het toepassen van deze controle strategieën op de onderliggende chaotische structuur van het chemische proces om die te optimaliseren met betrekking tot omzetting, selectiviteit, productkwaliteit, en de bedrijfszekerheid, veiligheid, en levensduur van de installatie.
resultaat na 5 jaar De synthese van alkylfructosiden
resultaat na 5 jaar Dit fundamentele onderzoek
met een zeoliet katalysator is ontwikkeld tot een bruikbare synthetische werkwijze. Hoewel op het wetenschappelijk gebied de projectdoelstellingen zijn verwezenlijkt, heeft dit (nog) niet geleid tot industriële toepassing.
heeft nog niet geleid tot een toepassing in de industrie. Het nieuwe controle model dat is ontwikkeld laat zien dat het gedrag van gefluïdiseerd bed dynamica kan worden beïnvloed. In vervolgonderzoek zullen de controle strategieën verder ontwikkeld worden en getoetst in samenwerking met de bedrijven in de gebruikerscommissie.
resultaat na 10 jaar Nog geen industriële toepassing bekend. Wel wordt regelmatig naar het octrooi en de publicaties verwezen. gebruiker(s) Coöperatie Cosun Unie U.A., Roosendaal / Uniqema, Gouda
resultaat na 10 jaar Als uitvloeisel van dit project is een industrieel toepasbare methode ontwikkeld die vroegtijdig alarm kan geven bij ongewenst hydrodynamisch gedrag in meerfasereactoren, zoals detectie van het begin van agglomeratie in gefluïdiseerde bedden. Vroegtijdige detectie van ongewenst gedrag geeft de mogelijkheid om op tijd het proces bij te sturen en zo productkwaliteit en bedrijfszekerheid te garanderen. In samenwerking met ECN (Petten) is een prototype van de methode succesvol ingezet voor online data-analyse van een industriële wervelbedinstallatie voor de verbranding van biomassa van Essent in Cuijk. Daarnaast heeft de methode zijn waarde bewezen voor het detecteren van instabiliteiten (uitzakken deeltjes) in een slurriefase-polymerisatiereactor van Sabic. TU Delft en IPCOS Technology hebben een overeenkomst gesloten om de methode te implementeren in een robuust en breed inzetbaar software pakket (DyMonT) dat IPCOS in de markt zal zetten. De eerste commerciële versie is inmiddels gereed; toepassing in een gefluïdiseerdbedreactor voor polymeerproductie staat gepland voor medio 2005. gebruiker(s) IPCOS Technology BV, Boxtel / Akzo Nobel NV, Deventer / DSM Research BV, Geleen / SETPOINT IPCOS BV, Best
| Instelling
E_
technische universiteit eindhoven
45
46
utilisatierapport 2005
E E L.2884
ACA
projectleider
MOSFET model for analog circuit design
Oxidische multilagen
CCB
CCC
A high intensity atom source for plasma surface engineering and chemical kinetic studies
projectleider
projectleider in k€
doelstelling Doel van het onderzoek is om betere
doelstelling De ontwikkeling van systemen van
doelstelling Het maken van een bron voor grote
MOSFET modellen te ontwikkelen, die in staat zijn om de verschillende fysische effecten (mobiliteit, ladingseffecten) – in tegenstelling tot de huidige modellen – correct te voorspellen. resultaat na 5 jaar Er is een nieuw MOSFET model
magnetische multilagen gebaseerd op oxiden. Verdere bestudering van de magnetische en transporteigenschappen van deze GMRsystemen (Giant Magnetic Resistance) met het oog op sensortoepassingen en magnetische opslag van gegevens.
ontwikkeld en geïmplementeerd in de Philips Circuit Simulator PSTAR.
resultaat na 5 jaar Studie van groei en magnetisch
hoeveelheden hoogenergetische atomaire radicalen. Via de expansie van een plasmaboog naar minder dan 10 mbar wordt een grote reactieve stroom gegenereerd. De lage druk is geëigend voor oppervlaktebehandeling en volumeomzetting. De bron moet duurzaam en betrouwbaar zijn en zo min mogelijk onderhoud vergen. De nodige energie per atoom moet daarbij zo klein mogelijk zijn.
185,21
resultaat na 10 jaar Het gelijkstroommodel uit het
proefschrift is enigszins aangepast, uitgewerkt en geschikt gemaakt voor implementatie in zogenaamde circuit-simulatoren, die door IC ontwerpers worden gebruikt ter verkenning van het gedrag van hun ontwerp. Ook is een bijpassend ladingsmodel gemaakt om het AC- en dynamisch schakelgedrag te kunnen doorrekenen. De details zijn meerdere keren onderwerp van voordrachten geweest op de toonaangevende conferenties IEDM en ESSDERC. Ook is een aantal publicaties verschenen in (voornamelijk) het tijdschrift Trans. IEEE Electron Devices. Samenvattend kan men stellen dat het promotieonderwerp heeft geleid tot het tot stand komen van een toonaangevend MOSFET circuitsimulatiemodel, dat door de meeste IC ontwerpers wereldwijd als wereldstandaard voor het doorrekenen van geavanceerde ontwerpen wordt erkend. gebruiker(s) Philips Research, Eindhoven
Prof.dr.ir. W.J.M. de Jonge totale toewij445,67 contracten Samenwerking onderzoek: Technische Universiteit Eindhoven; Philips Research inkomsten in k€ 235,97
ETN.3049
zing in k€
Prof.dr. F.M. Klaassen
totale toewijzing in k€
ETN.2986
gedrag van films met Fe 3 O 4 heeft informatie opgeleverd over anisotropie en het bestaan van fase-domeinen. Bij exchange biasing voor oxides zijn belangrijke tijdsafhankelijke effecten aangetoond. Koppeling over isolerende tussenlagen CoO en MgO is vastgesteld en een nieuw type mogelijk toepasbare 90 graden koppeling is gevonden. resultaat na 10 jaar Dit onderzoek heeft belangrijke resultaten opgeleverd over de elementaire eigenschappen van deze nieuwe oxidische materialen: groei, karakterisatie en het magnetische gedrag. Deze zijn relevant voor devices binnen het veld van de spintronics, zoals sensoren en (toekomstige) geheugens. Dit soort systemen wordt door diverse bedrijven ontwikkeld (waaronder Philips). Oxidische, nanometer dikke lagen dienen als barrière of als magnetische elektrodes in juncties. Diverse groepen gebruiken ferrimagnetisch Fe 3 O 4 als half-metallische elektrode in een magnetische tunnel junctie om een oneindig groot magnetoweerstandeffect te verkrijgen middels de verwachte 100pin polarisatie van magnetiet. MgO lagen worden succesvol toegepast als isolerende barrière in een magnetische tunnel junctie, en laten een ongeëvenaarde magnetoweerstand zien van honderden procenten bij kamertemperatuur. gebruiker(s) Philips Research, Eindhoven
Prof.dr.ir. D.C. Schram 329,47 inkomsten in k€ 111,18
totale toewijzing
resultaat na 5 jaar De directe opbrengst van het
project is de deeltjesbron voor atomaire radicalen. Deze wordt ook gebruikt als plasmabron met argon ionen onder meer voor koolstofdepositie. De methodiek was geoctrooieerd en in de jaren na het project zijn licenties uitgegeven voor verschillende toepassingen. Na 5 jaar waren een tiental cascadebogen verkocht. resultaat na 10 jaar Nog steeds wordt de bron direct
gebruikt en verder ontwikkeld in samenwerking met verschillende partners: Wright Patterson Airforce Base; EOARD-USA; TNO-TPD; ROB; General Electric; OTB; Akzo Nobel en FOMRijnhuizen/EURATOM. Resultaten worden nu toegepast in een nieuw groot project van Rijnhuizen Magnum voor een nieuwe installatie voor het testen van materialen onder hoge vermogens voor ITER. Daarnaast is de bron (in gewijzigde vorm) toegepast als vacuüm venster voor elektronenbundels door NBL-Brookhaven. Proefdeposities/ modificaties zijn uitgevoerd door Novellus, DSE, Philips, Armco. gebruiker(s) Shell Solar Energy BV, Helmond / FOM-Instituut voor Plasmafysica ‘Rijnhuizen’, Nieuwegein / Hauzer Techno Coating BV, Venlo / Soltec BV, Oosterhout
47
projecten 1994
EWT.3098
ACA
projectleider k€
Flamelet modellering van een voorgemengde turbulente diffusievlam
Ir. A.P.G.G. Lamers
totale toewijzing in
211,95
doelstelling Doel van het project was het tot stand brengen van een methode waarmee het mogelijk is turbulente, partieel voorgemengde diffusievlammen te berekenen, met name ten aanzien van het ontstaan van verbrandingsproducten als NOx en andere schadelijke stoffen, met gebruik van een bibliotheek van flamelets (1-D laminaire vlammetjes). Ook metingen aan de menging van een luchtjet waren voorzien. resultaat na 5 jaar Een gedeeltelijk voorgemengde
turbulente vlam is een combinatie van drie vlamfronten. Voor de drie vlamdelen wordt de volledige chemie beschreven op basis van een bibliotheek met informatie van flamelets. Ook de lift-off hoogte van de vlam kan berekend worden. Er is gebruik gemaakt van eigen open software. De combinatie van gedeeltelijk voorgemengde turbulente vlam, verschillende vlamfronten en ingebouwde chemie had de belangstelling van de commerciële software leveranciers van FLUENT en CFX en van TNO en Shell Amsterdam. Zij waren echter niet bereid een manjaar te financieren voor het inbouwen van het ontwikkelde model in een van de bestaande CFD pakketten. resultaat na 10 jaar Heden ten dage treft men een beperkt model in de commerciële software aan. gebruiker(s) KEMA Nederland BV, Arnhem /
NV Nederlandse Gasunie, Groningen / Gastec NV, Apeldoorn / Shell Global Solutions International BV, Amsterdam
Construction and performance of realtime transactions
E I F.3129
B BA
projectleider
Prof.dr.dipl.ing. D.K. Hammer 354,84
totale
EST.3149
ABA
projectleider
Regeneratie van procesvloeistoffen
Dr. L.J.J. Janssen
totale toewijzing in k€
toewijzing in k€
168,55
doelstelling Doel van het project was onderzoek naar de bouw en het gedrag van real-time databases. Dit soort databases vinden toepassing op die gebieden waar veel data snel (in real-time) verwerkt moet worden, bijvoorbeeld bij PIN automaten en mobiele communicatie.
doelstelling Doel is de karakterisering en model-
resultaat na 5 jaar Dit project heeft achtergrond-
resultaat na 5 jaar Het doel van het project is bereikt.
kennis opgeleverd. Er zijn methodes ontwikkeld om de prestaties van real-time databases te berekenen en algoritmen die de prestatie garanderen voor verschillende klassen van toepassingen.
Er is een model ontwikkeld dat de werking van de gasdiffusie-elektrode/gepakt bed reactor (GBC) beschrijft. Het model en de reactor zijn experimenteel getoetst. Een economische vergelijking zal echter moeten uitwijzen of de GBC zich kan meten met conventionele elektrochemische reactoren. Dit is onderwerp van verder onderzoek i.s.m. de gebruikers.
resultaat na 10 jaar Resultaten van het project
worden nog steeds verteld op een real-time college van vierde jaars informaticastudenten aan de TU/e. gebruiker(s) TNO Informatie- en Communicatietechnologie, Delft / Ericsson Telecommunicatie BV, Rijen / CERN, Genève / Rabobank Nederland, Utrecht
matige beschrijving van een reactor bestaande uit een gasdiffusie electrode gecombineerd met gepakt bed van elektronen geleidend materiaal. Deze reactor kan gebruikt worden voor de verwijdering van metaalionen uit afvalstromen.
resultaat na 10 jaar Het EU project waarin de zuivering van industriële metaalhoudende vloeistoffen (afkomstig van galvanische baden) onderzocht werd, heeft als resultaat dat de katalysator (Pt) van de waterstofgasdiffusie vergiftigd werd met metalen als tin en chroom. De activiteit van de gasdiffusie electrode was in korte tijd vrijwel volledig verdwenen. Dit betekent dat toepassing van de waterstof gasdiffusie elekrode in de GBC-cel voor zuivering van industriële oplossingen niet zinvol is. gebruiker(s) TNO-MEP, Apeldoorn / Corus Staal BV, IJmuiden / VOM, Bilthoven / Philips Centre for Manufacturing Technology, Eindhoven / Askové Milieutechniek BV, Veghel / Synerchem, / Leto Recycling BV, Almelo / Stork Screens BV, Boxmeer / Berson UV-Techniek, Nuenen / Philips Electronics Nederland BV, Drachten / Akzo Nobel Central Research BV, Arnhem / Eco Purification Systems, Rijswijk / Eldim BV, Lomm
48
utilisatierapport 2005
EWT.3210
CCB
Modelvorming en ontwerpregels voor geluidbewust ontwerpen van MRIsystemen
E E L.3224
B CA
System performance of 1300 nm QWLA’s
B CB
projectleider
Prof.dr.ir. D.H. van Campen totale toewijzing 380,37 contracten Licentie: Technische Universiteit Eindhoven; TNO Industrie en Techniek; Licentie: Technische Universiteit Eindhoven; Philips Centre for Manufacturing Technology; Licentie: Paragon Nummerical Engineering; Licentie: Technische Universiteit Eindhoven; Paragon Nummerical Engineering inkomsten in k€ 22,7
projectleider
229,62
k€
doelstelling Doel is het ontwikkelen van software
doelstelling Doel van het project is een verkenning
doelstelling Het verkrijgen van inzicht in het gedrag
voor het geluidarm ontwerpen van Magnetische Resonantie Imaging (MRI) systemen. De software wordt zodanig operationeel gemaakt, met name voor het gradiëntspoelen-systeem van MRIapparatuur, dat als ontwerpgereedschap inzetbaar is. Verwacht wordt dat de ontwikkelde strategie ook methoden en ervaring oplevert die gebruikt kunnen worden bij het berekenen van de geluidafstraling door andere complexe constructies.
naar de systeemaspecten van 1300 nm lichtversterkers (semiconductor optical amplifiers, kortweg SOA’s) voor gebruik in optische netwerken. Optische transmissie bij 1300 nm is een aantrekkelijk alternatief voor 1550 nm transmissie vanwege de geringe distortie van de 1300 nm lichtpulsen in single-mode glasfibers. Dit maakt zeer hoge transmissiesnelheden mogelijk.
van metselwerk dat op buiging wordt belast, met bijzondere aandacht voor de spouwmuur.
resultaat na 5 jaar Er is een macroscopisch SOA resultaat na 5 jaar De belangrijkste resultaten
bestaan uit twee software pakketten die zijn ontwikkeld en achtergrondkennis die is opgedaan met betrekking tot het genereren van ontwerpregels voor MRI-systemen. Voor het akoestische deel is een programma in C+ontwikkeld, waarin drie nieuwe nauwkeurige en efficiënte rekenmethoden zijn gebundeld. Het programma geeft een enorme rekentijdwinst (factor 20.000) ten opzichte van bestaande commerciële 3D Boundary Elementen Methode (BEM) pakketten. Voor het structurele ontwerp van de MRI-scanner is een pakket in Matlab gerealiseerd en gevalideerd. De software wordt inmiddels toegepast door Philips Medical Systems bij het ontwerp van MRI-scanners en door TNO-TPD om de geluidafstraling van omkastingen te kunnen berekenen. De betrokken onderzoekers hebben een eigen bedrijfje, Paragon, gestart dat de software op de markt brengt. resultaat na 10 jaar: De softwarelicentie met
Paragon is ontbonden, omdat de software die in het STW-project was ontwikkeld uiteindelijk niet commercieel werd verkocht. De achtergrondkennis wordt wel door Paragon gebruikt. gebruiker(s) Philips Centre for Manufacturing Technology, Eindhoven / Philips Medical Systems Nederland BV, Best / TNO Industrie en Techniek, Delft / NV Nederlandse Spoorwegen, Utrecht
model ontwikkeld en getest met transmissie experimenten aan loss SOA’s. Het experiment bij 1300 nm en 10 Gbit/s over 437 km single mode fiber met 10 SOA’s in cascade heeft geruime tijd het afstandsrecord gehad bij die bitrate en golflengte. Voorts is een uniek Wavelength demultiplexer (WDM) experiment uitgevoerd met 4x10 Gbit/s en 3 SOA’s over 80 km. De resultaten van het onderzoek hebben mede aanleiding gegeven tot een totale redesign van de SOA bij Philips Optoelectronics (thans JDS Uniphase), uitmondend in een nieuwe SOA met hoger verzadigingsvermogen en gunstiger versterkingseigenschappen. Deze SOA’s zijn de meest geëigende kandidaat om het gebied van 1200 nm tot 1500 nm te ontsluiten. JDS/Uniphase is in de omstandigheid hierin op wereldschaal een leidende positie te verwerven. resultaten na 10 jaar De ontwikkeling van de QW half-
geleider versterker heeft zich niet doorgezet zoals 5 jaar terug nog werd verwacht. Er is geen gebruik in telecom-systemen meer voorzien. De JDSU afdeling in Eindhoven is inmiddels gesloten. De aandacht heeft zich nu verplaatst naar ontwikkeling van de Quantum Dot versterker die superieur is boven de QW SOA. gebruiker(s) Ingenieursbureau Coenecoop BV,
Waddinxveen / Lucent Technologies Nederland BV, Huizen / TNO Informatie- en Communicatietechnologie, Delft / Philips Research, Eindhoven
projectleider
Krachtswerking in de Nederlandse spouwmuurconstructie
in k€
Prof.ir. G.D. Khoe
totale toewijzing in k€
E BW.3367
Prof.dr.ir. H.S. Rutten
totale toewijzing in
408,02
resultaat na 5 jaar Dit project is uitgevoerd in
nauwe aansluiting bij het werk aan metselwerk in CUR-verband. Experimenteel en numeriek onderzoek heeft inzichten opgeleverd die hebben geleid tot aanpassingen in zowel de Nederlandse als de Europese normen. Hierdoor is de in Nederland gebruikelijke spouwmuurconstructie ook Europees aanvaardbaar geworden. resultaat na 10 jaar Een aantal op het onderzoek gebaseerde zaken dat in CUR-aanbevelingen en CUR-rapporten was gepubliceerd en verspreid, komt nu in normen in de zogenaamde TGB-reeks, NEN 6702, die voldoen aan het Bouwbesluit. gebruiker(s) TNO Ruimte en Infrastructuur, Delft / Adviesbureau ir. J.G. Hageman BV, Rijswijk / ARCADIS Bouw/Infra BV, Den Haag / Gebroeders Bodegraven BV, Nieuwkoop / Research Centrum Kalkzandsteenindustrie, Hilversum / Koninklijk Verbond van Nederlandse Baksteenfabrikanten, Velp (Gld)
49
projecten 1994
| Instelling
G NS.2971
G _ rijks-
B CA
universiteit groningen
Superconducting niobium-nitride tunneljunctions for mixing at terahertz frequencies
projectleider in k€
Prof.dr.ir. T.M. Klapwijk 492,85
totale toewijzing
doelstelling Doel van het onderzoek is de ontwikkeling van supergeleidende niobium-nitride tunneljucties en microgolf circuits voor ruisarme detectie van submillimeter straling (700-1200 GHz) in de radioastronomie.
G B I.2997
AAA
projectleider
Milieuvriendelijke bestrijding van vliegen met behulp van gecombineerde visuele en chemische prikkels
Dr. C.J. den Otter
totale toewijzing in k€
570,69
doelstelling Het onderzoek heeft tot doel inzicht
te verkrijgen in de wijze waarop vliegen visuele en geurprikkels gebruiken om hun voedsel, gastheren, geslachtspartners en ovipositieplaatsen te vinden. Deze kennis moet leiden tot effectieve vangstmethoden.
resultaat na 5 jaar De ontwikkelde devices zijn
gebruikt door SRON voor het Nederlandse deel van de Herschel Space Telescope (een Europees/Amerikaanse Astronomische waarnemingssatelliet) gecoördineerd via ESA (European Space Agency) met de Nederlander prof.dr. M.W.M. de Graauws als onderzoeker. Ook zijn toepassingen gerealiseerd voor de James Clerk Maxwell telescoop (Hawaii). resultaat na 10 jaar Het doel van het project is in technische en wetenschappelijke zin bereikt en er vinden nog steeds vervolgonderzoek en vervolgapplicaties op dit onderwerp plaats. Het project en het vervolgonderzoek hebben de groep in nauwe samenwerking met SRON een wereldwijde koppositie gegeven in het inzicht in en de fabricage van deze devices. De onderzoeksgroep, inmiddels behalve bij SRON, gehuisvest bij het Kavli
Institute of Nanoscience van TUD, heeft een aantal externe opdrachten naar aanleiding van dit werk gedaan. De belangrijkste daarvan zijn detectoren voor de HIFI-satelliet die in 2007 gelanceerd wordt, en voor de te bouwen ALMAtelescoop. De te detecteren straling levert informatie over de chemische samenstelling van de verste uithoeken van het heelal. Tevens is de technologie gebruikt voor atmosferisch onderzoek. gebruiker(s) ESA/ESTEC, Noordwijk
resultaat na 5 jaar Het onderzoek heeft achter-
grondkennis opgeleverd die mogelijk later tot toepassing zal leiden. resultaat na 10 jaar Het onderzoek vond plaats aan de huisvlieg Musca domestica. Zowel bij mannelijke als vrouwelijke vliegen van verschillende leeftijd is nagegaan hoe hun reukcellen reageren op de geuren van een grote varieteit aan stoffen en wat hun gedragsreacties zijn op deze geuren en op verschillende lichtbronnen. Het bleek dat huisvliegen van alle leeftijden en van beide geslachten geuren kunnen waarnemen. In het donker komen de vliegen echter niet op aantrekkelijke geuren af. Meerdere kandidaatlokstoffen zijn geïdentificeerd, maar moeten nog in de praktijk worden getoetst. Een belangrijke vondst was dat de geur van pasgelegde eieren zwangere wijfjes aantrekt en deze aanzet tot afzetten van eieren. Een aanvraag deze stof te identificeren is helaas niet gehonoreerd. UV-licht heeft een grotere aantrekkingskracht op huisvliegen dan blauw, groen of wit licht. UV-licht te samen met een geurbron verlaagt de aantrekkingskracht van de geur voor huisvliegen. Het onderzoek heeft geleid tot 22 publicaties en 3 proefschriften. Momenteel is er een overeenkomst gesloten met de firma Bersco te Sliedrecht voor vervolgonderzoek. gebruiker(s) Denka International BV, Barneveld / Berson Milieutechniek BV, Nuenen / VDP Laboratories / SYNTECH, Hilversum / Philips Lighting BV, Roosendaal
50
utilisatierapport 2005
G FA.3072
AB C
Levercel-specifieke toedieningsvormen voor corticosteroïden en andere antifibrotische farmaca
GG N.3103
B BA
Een werkwijze om bij de mens in vivo hormonen en geneesmiddelen on-line te vervolgen
AAA
projectleider
Prof.dr. D.K.F. Meijer totale toewijzing in 425,06 octrooien PCT.NL98/00579 Peptidecarrier decives for stellate cells and other cell types involved in chronic inflammatory and fibrotic disorders (HSC-dragers)
projectleider
409,35
k€
doelstelling Doel van het project is het ontwikkelen
doelstelling Het doel van dit project is het
doelstelling Doel is de ontwikkeling van nieuwe
van geheel nieuwe en meer effectieve geneesmiddelvormen tegen leverfibrose/cirrose. De rol van de diverse lever celtypen aan mediatoren release en ontstaan van fibrose wordt vastgesteld, en celspecifieke drug-targeting preparaten van corticosteroïden, en collageensyntheseremmers worden gesynthetiseerd en op levercelselectiviteit en anti-fibrotische werkzaamheid getoetst.
ontwerpen, vervaardigen en klinisch testen van een detector systeem voor de continue bepaling (monitoring) van hormonen en geneesmiddelen, die geschikt is voor klinisch gebruik.
amfifiele verbindingen met goede oppervlakteactieve werking op basis van goedkope, hernieuwbare, grondstoffen
resultaat na 5 jaar De doelen van het project zijn
bereikt. Voor elk verschillend celtype in de lever zijn cel-specifieke carriers in vitro getest. Een volledig nieuw type carrier is ontworpen voor hepatische stellaatcellen. De resultaten zijn gepatenteerd. Voor de verdere ontwikkeling van de geneesmiddelen zijn nog verdere studies noodzakelijk. Hiervoor worden nu farmaceutische bedrijven met een lever-fibrose programma benaderd. resultaat na 10 jaar Het vervolgproject (GFA.5460) is nog lopende. AM Pharma heeft haar optie op het cyclopeptide patent in sublicentie verstrekt aan BiOrion, een nieuw bedrijf dat is opgericht door een van de deelnemers in de gebruikerscommissie en de projectleider samen. De overdracht van het patent aan BiOrion is op dit moment onderwerp van bespreking tussen STW, AM Pharma en BiOrion. BiOrion ontving in 2003 een BioPartner subsidie. gebruiker(s) TNO Kwaliteit van Leven, Leiden / Akzo Nobel / Organon NV, Oss / Erasmus Medisch Centrum Rotterdam / Yamanouchi Europe BV, Leiderdorp / Solvay Pharmaceuticals BV, Weesp
projectleider
Synthese en eigenschappen van koolhydraatsurfactants met een gesubsitueerde amide- of aminefunctionaliteit
k€
Prof.dr. J. Korf
totale toewijzing in k€
GCH.3177
Prof.dr. R.M. Kellogg
totale toewijzing in
237,73
resultaat na 5 jaar De wetenschappelijke doelen resultaat na 5 jaar Diverse meetsystemen zijn
ontwikkeld (bijvoorbeeld 24-uurs draagbaar systeem en een intravasculaire katheter). Bij patiënten en dierproeven werden deze systemen getest. Zij blijken werkzaam. Het onderzoek loopt nog. resultaat na 10 jaar Prototype apparatuur en biosensoren zijn ontwikkeld en op bruikbaarheid getest bij humane vrijwilligers en bij proefdieren, zodat met intraveneuze of onderhuidse katheters elke minuut zowel glucose als melkzuur konden worden bepaald. Bij varkens volgden we de vorming van melkzuur van het hart via een intraveneuze katether voor, tijdens en na een (experimenteel veroorzaakte) hartinfarct. Bij vrij rondlopende kippen werd een lichtgewicht 24-uurs verzamelsysteem getest, waarmee met een tijdsresolutie van 5 minuten – achteraf – veranderingen waren vast te stellen. Bij de vrij rondlopende rat werden sensoren toegepast voor hersenonderzoek. Een draagbaar monitor systeem werd gerealiseerd om bij vrijwilligers glucose onderhuids te monitoren. Het project heeft geleid tot 12 internationale wetenschappelijke publicaties, en was de basis voor 2 promoties en voor 2 extramurale gehonoreerde aanvragen. Dankzij dit STW-project konden we optimaal participeren in een door de EU-commissie gefinancierd project, met als belangrijkste doelstelling het ontwikkelen van sensoren voor de intensive care geneeskunde. Vanwege dit STW en genoemd EU-project is hoofdaanvrager sinds 2002 adviseur van een bedrijfje in Noord Duitsland voor het ontwikkelen van een glucosesensor om diabetes te monitoren. gebruiker(s) Cordis Europa NV, Roden / Akzo Nobel Organon Teknika, Boxtel / Martini Ziekenhuis, Groningen / BeOnline BV, Roden / NV Organon, Oss
zijn bereikt: er is expertise opgebouwd op het gebied van de synthese en de karakterisering van amfifiele koolhydraatderivaten. Een industriële toepassing is echter niet verwezenlijkt. resultaat na 10 jaar Door verschillende groepen verspreid over de hele wereld wordt veel onderzoek verricht aan koolhydraatsurfactanten. Structurele veranderingen hebben tot nog actievere stoffen geleid die waarschijnlijk wel toegepast zullen worden. Een directe lijn tot het onderzoek van Pestman is echter niet te herleiden. gebruiker(s) AVEBE b.a., Veendam / Unilever Research, Vlaardingen / TNO Industrie en Techniek, Delft / Cerestar, Vilvoorde
51
projecten 1994
| Instelling
LFA.3092
L_
B CB
universiteit leiden
projectleider
Production of hop bitter acids and related compounds
Prof.dr. R. Verpoorte
totale toewijzing in k€
302,55
doelstelling Het gehalte aan Ó- en ß-bitterzuren zijn bepalend voor de kwaliteit van bier. Doel van het project is om de zuivere verbindingen op kleine schaal te bereiden, ofwel door isolatie uit hopextract, door isolatie uit celcultures van hop, of door enzymatische synthese. resultaat na 5 jaar De doelen zijn bereikt. De
alfa- en beta-bitterzuren kunnen op gramschaal geproduceerd worden. Heineken gebruikt de zuivere bitterzuren als standaard voor de HPLC analyse. De biosyntheseroutes van de bitterzuren is inmiddels ook opgehelderd. Er is de mogelijkheid om door middel van genetische modificatie het gehalte van de bitterzuren in de hop te beïnvloeden resultaat na 10 jaar Het onderzoek naar de bitterzuren, hop en bier is voortgezet. De omzetting van de alfazuren naar iso-alfazuren is geoptimaliseerd. Gebaseerd op de in het STW-project ontwikkelde scheidingssysteem, zijn zuivere alfazuren geproduceerd op gram schaal en omgezet in de corresponderende iso-alfazuren. Dit onderzoek is ten dele door Heineken gefinancierd. Heineken gebruikt de iso-alfazuren, die de groep regelmatig levert, voor smaaktesten. Er is een nieuwe methode ontwikkeld die de cis- en de trans iso-alfazuren op eenvoudige wijze op grote schaal kan scheiden. Daar is een EU-patent voor aangevraagd. Met Heineken wordt onderhandeld over verder samenwerking gebaseerd op dit patent. Verder wordt er onderzoek gedaan naar het metabolic profiling van bier met behulp van NMR. gebruiker(s) TNO Kwaliteit van Leven, Zeist / Agrotechnology & Food Innovations BV, Wageningen / Heineken Nederland BV, Zoeterwoude / Quest International Nederland BV, Bussum
LCH.3187
CAA
Ontwikkeling van dendrimeren voor de opto-electronica
projectleider
Dr. C.A.G.O. Varma totale toewijzing in k€ 835,04 contracten Bijdrage: Universiteit Leiden; Universiteit Utrecht inkomsten in k€ 66,37
doelstelling Dendrimeren zijn organische
oligo- of polymeren, die gevormd worden via een stapsgewijze opbouw in twee of drie dimensies. Doel is het grote omhullende oppervlak van een dendrimeer molecuul met zijn talrijke aanhechtingspunten te gebruiken voor covalente binding van niet-lineaire optische (NLO)-moleculen en voor de ontwikkeling van speciale coatings. resultaat na 5 jaar Het oorspronkelijke doel is
slechts deels bereikt. Er is een nieuwe klasse van homodisperse dendrimeren gesynthetiseerd, waaraan NLO-moleculen zijn gekoppeld. De eigenschappen van eerdere verbindingen bleken niet te voldoen. Philips en Akzo hebben inmiddels hun activiteiten op dit terrein verminderd. Daarom is het onderzoek naar andere potentiële toepassingen uitgebreid, zoals in de katalyse en de levenswetenschappen. Dit is met enig succes gebeurd, gezien de in de publicaties beschreven resultaten. De in het kader van dit project ontwikkelde dendrimeren zijn nuttige multivalente systemen gebleken voor toepassingen in de katalyse, voor directe medicinale toepassingen (brandwonden) en als anti-adhesie systemen bij het mogelijk voorkomen van binding van pathogenen. Als zodanig zouden deze kunnen leiden tot nieuwe antibiotica met wellicht minder resistentie problemen. resultaat na 10 jaar Heroriëntering van het onderzoek en andere activiteiten bij de gebruikers en het verdwijnen van onderzoek bij de Universiteit Leiden heeft geleid tot de exploratie van andere belangrijke toepassingen bij de Universiteit Utrecht waar dendrimeren van grote betekenis kunnen zijn. Het is de verwachting dat deze veelbelovende lijn doorgezet zal worden en dat STW in de nabije toekomst hier een belangrijke rol zal kunnen spelen. gebruiker(s) DSM Research BV, Geleen / Akzo Nobel Central Research BV, Arnhem / Philips Research, Eindhoven
52
utilisatierapport 2005
| Instelling
NG N.2948
N _ radboud
AB B
On-line real-time bewerking van echobeelden
N NS.2979
AAA
universiteit nijmegen projectleider in k€
Prof.dr.ir. J.M. Thijssen 348,66
totale toewijzing
projectleider in k€
Carrier heating effects as a means for ultrahigh speed operation of a GaInAsP/InP distribution feedback laser
Prof.dr. Th.H.M. Rasing 300,07
totale toewijzing
doelstelling Het ontwikkelen van een on-line
doelstelling Doel van het project was na te gaan of de
beeldbewerkingssysteem, dat met gebruikmaking van conventionele echobeeldinformatie het onderscheid tussen gezond en pathologisch orgaanweefsel verbetert.
intrinsiek zeer snelle verhitting en koeling van de ladingsdragers in halfgeleider laserdiodes gebruikt kan worden om deze sneller te moduleren (in de orde van 100 Gbit/s) dan tot nu toe mogelijk is. Met deze zeer snelle modulatie zal de capaciteit in de optische telecommunicatie sterk kunnen toenemen.
resultaat na 5 jaar Het software deel van het
systeem wordt in de eigen kliniek gebruikt, de bedrijven in de gebruikerscommissie wensten geen exclusief gebruik. De software werd op het net publiekelijk toegankelijk gemaakt onder de naam NUAS. De resultaten van dit onderzoek leidden tot verdere financiering door het KWF. resultaat na 10 jaar Het onderzoek naar de toepassing van ultrageluid heeft zich verder doorgezet en is uitgebreid naar de toepassing bij neomaten. Recentelijk heeft STW een nieuw en ambitieus voorstel gehonoreerd (6466: Detection of chronic heart failure in children with congenital heart disease with innovative ultrasound techniques) dat samen met PMS te Best uitgevoerd wordt. gebruiker(s) Leids Universitair Medisch Centrum,
Leiden / Universitair Medisch Centrum Utrecht / Pie Medical Equipment BV, Maastricht / Philips Medical Systems Nederland BV, Best / Universitair Medisch Centrum St. Radboud, Nijmegen / EndoSonics Europe BV, Rijswijk
resultaat na 5 jaar Als modelsysteem werd gekozen
voor AlGaAs optische versterkerstructuur. De dynamica werd bestudeerd met op picosec. schaal tijdopgeloste metingen aan de versterkte gestimuleerde emissie. Het belangrijkste resultaat is dat een zeer snelle modulatie mogelijk is als alleen de thermische verdeling van de ladingsdragers wordt gemoduleerd zonder dat de concentratie van deze ladingsdragers wordt verstoord. In de experimenten konden beide effecten niet worden gescheiden en trad naast een ultra snel inschakeleffect (psec) een tragere uitschakeltijd (nsec) op ten gevolge van de recombinatie op nsec. schaal. resultaat na 10 jaar De resultaten hebben inzicht geleverd in de optredende processen en zijn van nut voor het vervolgproject EEL.3752 waar inderdaad alleen de thermische verdeling van de ladingsdragers gemoduleerd zal worden. Daarnaast is ook een nieuwe methode ontwikkeld om fasemetingen te doen in niet-lineaire optische experimenten met zeer korte (100 fs) pulsen, door middel van een spectroscopische interferentie techniek. Voortbouwend op de ervaringen en expertise in ultrasnelle optica wordt er momenteel met veel succes onderzoek gedaan naar de dynamica van spins/magnetisatie in magnetische en halfgeleider materialen. Dit gebeurt in het kader van onderzoek aan ‘spintronica’, een nieuwe ontwikkeling waarbij wordt gekeken of ook de ‘spin’ (magnetisch moment) van een electron aangewend kan worden voor toepassingen in de electronica. Wetenschappelijk is dit gebied zeer succesvol (reeds 3 publicaties in Nature) en de mogelijkheden voor een nieuw STW-project worden overwogen. gebruiker(s) Lucent Technologies Nederland BV, Hilversum / JDS Uniphase Netherlands BV, Eindhoven
53
projecten 1994
N I F.3059
B CC
The Concurrent Clean System: a programming development system enabling the fast development of highly reliable software
Prof.dr.ir. M.J. Plasmeijer totale toewij501,02 contracten Licentie: Radboud Universiteit Nijmegen
NG N.3140
BAA
Mutation analyses for the diagnosis of human diseases by automated nucleic acid amplification and CE techniques
projectleider
projectleider
zing in k€
k€
doelstelling De ontwikkeling van een compiler voor de functionele programmeertaal ‘Clean’. Met Clean is het mogelijk om betrouwbare programma’s te ontwikkelen in een fractie van de tijd die nodig is met traditionele programmeertalen (C, C++). Clean levert bovendien heldere en compacte code die geschikt is voor hergebruik.
doelstelling Het ontwikkelen van geautomatiseerde en ‘gesloten’ apparatuur voor analyse van DNA-fragmenten. Deze apparatuur zal gebaseerd zijn op capillaire elektroforese en fluorescentie en moet tot zeer gevoelige, hoog efficiënte en vooral besmettingsvrije analyse van DNA en RNA in staat zijn. Een deel van de ontwikkeling van deze apparatuur werd beïnvloed door de opkomst van de NASBA technologie van Organon Teknika.
resultaat na 5 jaar De programmeertaal Clean is uit
het beta-stadium. Het is nu inderdaad mogelijk om in veel kortere tijd programma’s te ontwikkelen. Het door de onderzoekers gestarte bedrijf Hilt BV verzorgt de support en genereert daarmee inkomsten. resultaat na 10 jaar CLEAN is verder doorontwikkeld. Inmiddels is versie 2.1 uitgebracht, waarin onder andere een bewijssysteem (Sparkle), een systeem voor automatische testen (GAST), een systeem voor het automatisch genereren van user interfaces (Graphical Editor Components) en recentelijk een systeem voor het automatisch genereren van dynamische webapplicaties (interactieve-Data) zijn toegevoegd. Het aantal downloads en betaalde licenties is alleen maar toegenomen. De ontwikkelde software is (voor niet commercieel gebruik) kosteloos van het internet te halen (www.cs.ru.nl/~clean/). CLEAN kent op dit moment naast een aantal commerciële licenties meer dan 1000 geregistreerde gebruikers. CLEAN is beschikbaar voor diverse hardware platformen en besturingssystemen (Windows, Macintosh, Sun, Solaris). De ondersteuning van de (commerciële) gebruikers is door de universiteit overgenomen van Hilt. gebruiker(s) Thales Nederland BV, Hengelo (O) /
AIA Software BV, Nijmegen / TNO Industrie en Techniek, Delft / ASCOM Hasler BV, Arnhem / ABN AMRO, Amsterdam
325,67
Dr. E.J.B.M. Mensink inkomsten in k€ 45,38
totale toewijzing in
resultaat na 5 jaar Het doel bleek visionair te
zijn. De ontwikkeling werd opgepakt door Perkin-Elmer en Roche, die de onderzoekgroep inhaalden. De groep en ook de kliniek blijft profiteren omdat zij als zogenaamde beta-testsite uitgekozen werden. Per saldo heeft men nu meer experimentele mogelijkheden dan door directe commercialisering te verwachten was geweest. resultaat na 10 jaar Er zijn geen verdere ontwik-
kelingen. gebruiker(s) SSDZ, Delft / University of Stellenbosch, Matieland / NV Organon, Oss / Nederlands Forensisch Instituut, Rijswijk / Klinisch Chemisch Laboratorium, Leeuwarden / Universitair Medisch Centrum St. Radboud, Nijmegen
NCH.3159
CCC
Analyse van (auto)antigene determinanten met behulp van synthetische peptidenbanken
projectleider
Prof.dr. W.J. van Venrooij totale toewijzing in 578,30 contracten Licentie: Euro-Diagnostica BV; UMC St. Radb; Axis Biochemicals ASA; Axis-Shield Diagnostics Ltd; Geheimh.: Axis-Shield Diagnostics Ltd; Medical & Biological Lab. Ltd; Beheerovereenkomst: ModiQuest BV octrooien PCT.NL97/00624 Peptide afgeleid van een door auto-antilichamen...; PCT.NL02/00815 Werkwijze voor het detecteren van auto-antilichamen... inkomsten in k€ 1.330,92 k€
doelstelling Doel is het in kaart brengen van de
epitopen van reumatoïde artritis antigenen. De epitoop gegevens zullen gebruikt worden voor de ontwikkeling van specifieke, gevoelige en kwantitatieve tests (ELISA’s) voor commercieel gebruik. resultaat na 5 jaar De doelen zijn gehaald. In
november 1999 heeft Euro-Diagnostica een testkit voor reumatoïde artritis op de markt gebracht, (de CCP1 test) waarin de peptiden die de groep heeft ontwikkeld zijn gebruikt. Axis-Shield is een eigen test-kit aan het ontwikkelen die op de Amerikaanse en Japanse markt moet worden verkocht . De CCP1 test is alleen voor wetenschappelijk (klinisch) onderzoek beschikbaar. resultaat na 10 jaar De CCP1 test wordt niet meer gemaakt. Ze is in 2002 vervangen door de veel gevoeligere CCP2 test die gebruik maakt van nieuwe gecitrullineerde peptiden ontwikkeld in STW-project NBC.5077. De CCP2 test wordt nu in vele reumatologische klinieken gebruikt om de ziekte reumatoïde artritis in een vroeg stadium te diagnosticeren. gebruiker(s) Euro-Diagnostica BV, Arnhem / Solvay Pharmaceuticals BV, Weesp / Axis-Shield Diagnostics Ltd, Dundee
54
utilisatierapport 2005
NCH.3166
ACC
Voorspelling van vormen van kristallen met behulp van computerprogramma’s in verband met technische zuiveringsmethodes
Prof.dr. P. Bennema totale toewijzing 286,50 contracten Licentie: Radboud Universiteit Nijmegen; Accelrys Inc. inkomsten in k€ 28,81
N NS.3368
CCA
Laserdiagnostiek van het verbrandingsproces in een dieselmotor
projectleider
projectleider
in k€
in k€
doelstelling De vorm van kristallen speelt een
doelstelling Het doel van dit project is de ontwikke-
belangrijke rol in de chemische industrie. Doel van het onderzoek is de ontwikkeling van een verbeterde methode voor de voorspelling van de morfologie van industrieel belangrijke kristallen, en het gemakkelijk toegankelijk maken van de methode voor de industrie.
ling van laserdiagnostische technieken voor het zichtbaar maken van het verbrandingsproces in een dieselmotor. Hiertoe zal een zes-cilinder truckmotor van DAF optisch toegankelijk worden gemaakt. Zowel NO- als roetvorming zal worden bestudeerd als functie van de verbrandingscondities. Met de verkregen inzichten kunnen in de toekomst wellicht schonere dieselmoteren worden ontwikkeld.
resultaat na 5 jaar De doelen zijn bereikt. Er is
een nieuwe theorie voor de voorspelling van kristalmorfologie ontwikkeld, alsook gebruiksvriendelijke software die als module in het Cerius-2 pakket van de firma MSI is ingebouwd. resultaat na 10 jaar De software module is nog
steeds in gebruik, zowel de commerciële als de academische versie. De firma Accelrys (opvolger van MSI) vervangt geleidelijk het pakket Cerius-2 door het pakket Materials Studio, en ook in dit nieuwe pakket wordt de software module opgenomen die in het STW-project is ontwikkeld. Van Accelrys worden nog steeds inkomsten ontvangen voor het gebruik van de module. Morfologievoorspelling is onverminderd belangrijk voor de chemische industrie, en onder andere in onze groep Vaste Stof Chemie aan de Radboud Universiteit Nijmegen wordt gewerkt aan verder verfijnde methoden die als uitgangspunt de methode van het STW-project hebben. gebruiker(s) Akzo Nobel Central Research BV, Arnhem / Unilever R & D, Vlaardingen / DSM, Geleen
Prof.dr. J.J. ter Meulen totale 1.705,45 inkomsten in k€ 227,94
toewijzing
resultaat na 5 jaar Verschillende laserdiagnostische
technieken zijn ontwikkeld om het verbrandingsproces in een dieselmotor te kunnen bestuderen. Ook is nieuw inzicht verkregen in het gedrag van de brandstofstraal na inspuiting. Dit blijkt af te wijken van de tot nu toe gebruikte modellen. Behalve voor het verkrijgen van meer fundamentele kennis van het verbrandingsproces zijn de ontwikkelde meettechnieken ook inzetbaar om het functioneren van bestaande dieselmotoren te bestuderen. Zo zijn er contacten met het bedrijf E.P. Controls om de werking van een roterend inspuitsysteem te bestuderen. Met de nieuwe lasertechnieken blijkt het ook goed mogelijk om het gedrag van biodiesel of andere alternatieve brandstoffen te onderzoeken. Voor Exxon zijn metingen gedaan aan dieselbrandstoffen van verschillende samenstellingen. resultaat na 10 jaar De in het project ontwikkelde technologie is van groot belang gebleken voor het vervolgproject dat samen met de TU/e wordt uitgevoerd. Doel van project EWE.5125 ‘Modellering van het verbrandingsproces in een directe injectie dieselmotor’ is het ontwikkelen van numerieke modellen waarmee het verbrandingsproces in een dieselmotor in detail kan worden beschreven. Met de ontwikkelde laserdiagnostiek kunnen de verbrandingsmodellen worden geverifieerd. Net als in Nijmegen is in Eindhoven een testfaciliteit met een optisch toegankelijke dieselmotor gebouwd. gebruiker(s) DAF Trucks NV, Eindhoven / Koninklijk Instituut voor de Marine, Den Helder / TNO Industrie en Techniek, Delft / ExxonMobil Nederland, Breda / SenterNovem, Utrecht / PDE Automotive BV, Helmond / E.P. Controls BV, Roden / Wärtsilä Nederland BV, Zwolle
| Instelling
R _ erasmus
universiteit rotterdam
55
projecten 1994
RG N.3322
B CA
projectleider
322,60
Varioplane Phased Array Trans Thoracale Echo-cardiografie (TTE) Probes ten behoeve van 3D-reconstructie van het menselijk hart
Prof.dr.ir. N. Bom 136,13
totale toewijzing in k€
inkomsten in k€
doelstelling De meeste plaatjes die met ultrageluid van het hart gemaakt worden zijn plat. Er is geen goede opnemer waarmee vanaf de buitenkant ruimtelijke plaatjes (3D) van het hart gemaakt of beter gereconstrueerd kunnen worden. In dit onderzoek worden de technologische aspecten van zo’n probe onderzocht en een prototype van de probe gebouwd, alsmede de software om de grote datastroom te hanteren geschreven. resultaat na 5 jaar Er werd een werkend functie-
model gebouwd en getest. Technologisch gezien ligt de probe op de grens van het thans mogelijke. Dat betekent dat de probe nog te duur is en niet optimaal. De mogelijkheden ervan worden wel in brede kring erkend en het model vormt dan ook het startpunt van een EC aanvraag, samen met fabrikanten, met ultrageluid het gedrag van het kloppende hart in 3-D te kunnen volgen. Vingmed blijft haar steungeven met haar System V. Klinische evaluatie wordt voortgezet. resultaat na 10 jaar Het jaar 2000 heeft zich gekenmerkt door de doorbraak van de TE transducer voor pediatrische toepassingen, de miniMulti. De ontwikkeling van de miniMulti was een logisch gevolg op de succesvolle TE transducer voor volwassenen. Thans hebben de grote UG firma’s de Oldelft miniMulti in hun programma. De laatste ontwikkeling de microMulti voor neonatale toepassingen. Deze transducer zal binnenkort in het Erasmus MC klinisch beproefd worden. Onderzocht gaat worden of deze kleine TE transducer ook voor nasale toepassingen gebruikt kan worden onder andere voor ‘stress testing’. Een nieuwe trend in de toepassing van TE transducenten is het gebruik tijdens (hart)operaties. gebruiker(s) Sonotron BV, Zoetermeer / Toshiba Medical Systems Europe BV, Zoetermeer / Leijenburg Ziekenhuis, Den Haag / Erasmus Medisch Centrum Rotterdam / Toshiba Medical Systems Europe BV, Woerden
| Instelling
TTN.2976
T_
B CA
universiteit twente
Smart SQUID sensors based on relaxation oscillation SQUIDs
projectleider
Dr.ir. J. Flokstra totale toewijzing in k€ 494,12 contracten Bijdrage: N Mi Van Swinden Laboratorium BV inkomsten in k€ 27,58
doelstelling Doel van het project is de verdere
ontwikkeling van de SQUID-technologie die het zeer nauwkeurig meten van veel verschillende grootheden mogelijk maakt. resultaat na 5 jaar Er zijn lage-Tc-SQUID’s ontwik-
keld via het relaxatie-oscillatieprincipe. Deze zijn in principe toepasbaar voor metingen in de ruimte (microbolometer, samenwerking met SRON), non-destructief meten (Hoogovens), nauwkeurige afstandsmeting (GRAIL), metingen van hart- en hersenactiviteit, en vele andere. De devices zijn zo ontworpen dat ze gefabriceerd kunnen worden bij de SQUID foundries Van JeSEF (Jena) en HYPRES. resultaat na 10 jaar De eerste toepassing is de SQUID als stroommeter gekoppeld aan een cryogene current comparator voor toepassing in de metrologie zijn ontwikkeld. Dit is in samenwerking met het NMi in Delft uitgevoerd. Een tweede toepassing is de ontwikkeling van de two-stage SQUID als een zeer gevoelig verplaatsingssensor. Binnen STW-project TTN.5879 is een research programma ontwikkeld waarbij met name de zeer kleine trillingsamplitudes van een diepgekoelde bol ten gevolge van de passage van een gravitatiegolf gemeten dienen te worden. Daarnaast is de sensor ook onder andere toepasbaar voor metingen van energie quanta (uitlezing bolometer), niet-destructief materiaal onderzoek en metingen van hart- en hersenactiviteit. De toepassing is de in Leiden ontwikkelende antenna MiniGRAIL. gebruiker(s) SRON, Utrecht / ESA/ESTEC, Noordwijk / NMi Van Swinden Laboratorium BV, Delft / Twente Solid State Technology BV, Hengelo / Hightech Development Leiden / Keithley Instruments Inc., Cleveland / Universidad de Zaragoza (Spanje)
56
utilisatierapport 2005
TWT.3001
B CC
Actieve orthese voor de wervelkolom
projectleider
TE L.3054
AAA
Eye-pressure regulator for filtering implants in the treatment of glaucoma
CCC
De ontwikkeling van CHEMFET-sensoren voor de selectieve detectie van anionen in water
Prof.ir. J.C. Cool totale toewijzing in k€ 445,11 contracten Overdracht: Universiteit Twente; OrthoDynamics octrooien P CT.N L9 8/ 000 6 6 Korset
projectleider
doelstelling Scoliose is een zijdelingse afwijking
doelstelling Glaucoma is een gevolg van
doelstelling Selectieve receptormoleculen
van de wervelkolom. Doel is de ontwikkeling van een actieve orthese ter behandeling van scoliose. Zowel laterale als torsionele afwijkingen worden gecorrigeerd. De orthese wordt flexibel, het corrigeert continu en krijgt een hoog draagcomfort met voldoende bewegingsvrijheid.
onregelmatigheden in de vloeistofdruk in het oog. Er werd een in het oog aan te brengen zeer kleine drukregulator ontworpen, waarmee de oogdruk aangepast zou kunnen worden. De energievoorziening ervan zou draadloos gaan. Het zou een verbetering betekenen van de huidige behandelingswijze
ontwikkelen en integreren in duurzame membraansystemen om zo anionsensoren op basis van ISFETs mogelijk te maken.
k€
Dr. J.G.E. Gardeniers
totale toewijzing in
TST.3065
216,91
resultaat na 5 jaar Het doel van het project is bereikt.
Er is een aantal prototypen vervaardigd van een nieuw korset dat aan het doel beantwoordt. De eerste testresultaten zijn veelbelovend. Lange termijn studies zullen moeten uitwijzen of het een blijvende correctie bewerkstelligt. De orthese is gepatenteerd, en de onderzoeker heeft een eigen bedrijf opgericht. resultaat na 10 jaar De orthese is commercieel verkrijgbaar onder de naam TRIAC II. Het kost de ontwikkelaars veel moeite de othopaeden te overtuigen van de effectiviteit van het concept. Het succes van een behandeling van de scoliotische afwijking met de TRIAC is pas op langere termijn zichtbaar. Dan blijkt een grotere en blijvende correctie te zijn bereikt. De publicatie van een klinische studie uitgevoerd in meerdere centra is in voorbereiding. gebruiker(s) Wilhelmina Ziekenhuis, Assen / Ignatius Ziekenhuis, Breda / Nederlandse Orthopaedische Vereniging, Arnhem / OrthoDynamics, Drachten / BAAT Medical Engineering, Hengelo
resultaat na 5 jaar Het ontwerp werd gerealiseerd,
maar de meest optimale keuze van materialen in de actuator werd niet gevonden. Daardoor kan de druk niet lang genoeg op peil gehouden worden. De belangstelling van medisch technologische bedrijven is verdwenen, er zijn wel spin offs (klepjes,pompen) die een rol kunnen gaan spelen in de opkomende microTAS toepassingen. De electrochemische actuator is ook elders in de wereld onderwerp van studie geworden vanwege de zeer hoge drukken die ermee gehaald kunnen worden. resultaat na 10 jaar Geen verdere ontwikkelingen. gebruiker(s) D.O.R.C. BV, Zuidland / Oogziekenhuis, Rotterdam / Alcon Nederland, Gorinchem / Vitatron Medical BV, Dieren / Academisch Medisch Centrum Amsterdam
projectleider
Prof.dr.ir. D.N. Reinhoudt totale toewij270,93 contracten Overdracht: Priva Holding BV octrooien PCT.NL9900196 Anioncomplexerende verbinding,werkwijze voor de bereiding ervan, een ionselectief membraan alsmede een sensor voorzien van een dergelijke verbinding... inkomsten in k€ 0,51
zing in k€
resultaat na 5 jaar De receptormoleculen werden
gevonden, gerealiseerd en getest, evenals de membraansystemen waarin ze moeten functioneren. Priva Hortification heeft voor haar geautomatiseerde tuinbouwbevloeiingssystemen de rechten van STW en UT (faculteit Chemische Technologie) verkregen. Priva zoekt partners voor toepassingen buiten de tuinbouw. resultaat na 10 jaar Met de promotie van de onder-
zoeker (25 juni 1998) is het onderzoek naar CHEMFET sensoren afgesloten. Dit onderzoek heeft geleid tot diverse octrooien waarvan de rechten werden overgedragen aan Priva BV. Op basis van dit onderzoek zijn door Priva commerciële toepassingen gerealiseerd voor gebruik van CHEMFET sensoren in de tuinbouw. Inmiddels zijn de sensoractiviteiten overgedragen, maar wel deels in Nederlandse handen, waardoor de faciliteiten voor sensorontwikkeling en productie in Nederland behouden gebleven zijn. gebruiker(s) Kiwa NV, Nieuwegein / Rijkswaterstaat, Delft / GeoDelft, Delft / Anasys BV, Albergen / Agrotechnology & Food Innovations BV, Wageningen / Priva Hortimation BV, De Lier / RIZA, Lelystad
57
projecten 1994
TE L.3110
ACA
projectleider
Modelling of Hot-Carrier Effects for Reliability Circuit Simulation
Prof.dr. J.F. Verweij
totale toewijzing in k€
TE L.3117
B CA
projectleider
Chemical Mechanical Polishing for Integrated Circuits and Sensor Actuator Technologies
Prof.dr.ir. P.H. Woerlee 452,47 inkomsten in k€ 105,74
totale toewijzing
TTN.3155
AB C
Onderzoek aan hoogvermogen excimeerlasers t.b.v. industriële ontwikkelingen
projectleider
Prof.dr.ir. W.J. Witteman totale toewij385,51 contracten Licentie: Universiteit Twente; NCLR BV inkomsten in k€ 45,38
144,51
in k€
doelstelling In de steeds kleiner wordende microelektronische schakelingen wordt het gevaar van beschadiging door hete ladingsdragers steeds groter. In dit project zijn modellen ontwikkeld om deze effecten te beschrijven.
doelstelling
doelstelling Het onderzoek is een vervolg op
Chemisch Mechanisch Polijsten (CMP) is een techniek waarmee een waferoppervlak gevlakt kan worden als voorbereiding van de depositie van de volgende laag transistoren, diodes, etc. Doel van het project is de chemie en fysica van het proces te doorgronden en zo de toepassing te optimaliseren. De geoptimaliseerde CMP-technologie zal tevens worden ingezet bij het op elkaar ‘versmelten’ van verschillende CMP-wafers t.b.v. van nieuwe micro-mechanische en optische ‘devices’ voor sensor en telecom toepassingen.
lopend onderzoek aan excimeerlasers met hoge gemiddelde vermogens (kW) en behelst het verbeteren van de optische bundelkwaliteit en het verlengen van de stabiliteitsduur van de gasontlading in gepulseerde hogedruk excimeerlasers. Doel is verhoging van de optische pulsenergie, toename van pulsenergiedichtheid en verlenging van de pulsduur. Bij succesvol verloop zou de bruikbaarheid van excimeerlasers voor industriële toepassingen aanzienlijk kunnen toenemen.
resultaat na 5 jaar De modellen zijn ingebouwd in
de Philips Circuit Simulator PSTAR en geven de ontwerper van micro-elektronische schakelingen de mogelijkheid om het gevaar van circuit beschadigingen te reduceren. resultaat na 10 jaar Het thema ‘circuit simulatie ten behoeve van betrouwbaarheidsvoorspelling’ is actueel gebleven. Het ontwikkelde gereedschap (model voor degradatie) is binnen Philips nog enige tijd gebruikt en er is ook aan gerefereerd. De nieuwe generaties componenten hebben een afwijkend degradatiegedrag zodat het model van destijds niet letterlijk meer toepasbaar is. Het concept van (circuit)betrouwbaarheidssimulatie heeft commerciële producten (in de USA, niet uit dit project voortkomend). gebruiker(s) Imtech NV, Gouda / Philips Research,
Eindhoven
zing in k€
resultaat na 5 jaar De ontwikkelingen aan de XeCl resultaat na 5 jaar Voor IC toepassingen is receptuur
voor W-CMP ontwikkeld voor submicron CMOS. Binnen twee EU-Adequat projecten is hiervoor informatie uitgewisseld met Siemens, Philips en Gresi. Nu de techniek in huis is, kunnen diverse projecten/bedrijven daarvan profiteren. De groep ‘sensor and actuators’ werkt nu aan demonstratoren waarin van fusion bonding gebruik wordt gemaakt (filters, multiplexers, schakelaars, etc.) om bedrijven te verleiden tot het toepassen van deze techniek. In opdracht van een groot Nederlands bedrijf werkt 3T nu aan Si-structuren waarin ook fusion bonding een standaard (dankzij het werk in dit project) processtap is. Ook TMP ziet mogelijke grote opdrachten waarin CMP gebruikt zal worden. resultaat na 10 jaar De wetenschappelijke resultaten zijn inmiddels internationaal wel goed ontvangen, maar hebben nog niet geleid tot industriële toepassing. Er bleven teveel technische obstakels liggen voor een goede beheersing van de processen. gebruiker(s) CSEM, Neuchatel / ASML Netherlands BV, Veldhoven / ThreeFive Photonics BV, Houten / Drukker International BV, Cuijk
excimeerlaser waren al zover gevorderd in eerder onderzoek dat in dit project het optisch gedrag van deze laser kon worden geoptimaliseerd. Het gasontladingonderzoek werd verricht aan de ArF laser en heeft geleid tot beter begrip en nieuwe concepten, waarmee een aanzienlijk langere stabiliteit en laserwerking is verkregen dan tot dusver bekend. In een volgende generatie ArF lasers zal nu ook de pulslengte en -energie verder geoptimaliseerd kunnen worden. Belangrijke samenwerkingspartner is NCLR BV die op basis van de onderzoeksresultaten de excimeerlaser verder zal ontwikkelen tot voor de industrie bruikbare concepten. resultaat na 10 jaar NCLR heeft op basis van de resultaten een unieke 1 kWatt XeCl laser ontwikkeld, de Sirius 1000 laser. De combinatie van grote bundeldiameter, lange pulsduur en hoog vermogen blijkt een ideale combinatie voor hightech toepassingen in de luchtvaartindustrie (inlaatpanelen voor straalmotoren met akoestische demping en verbeterde koeling van turbineonderdelen) en automobielindustrie cylinderwand met hogere slijtvastheid en minder olieverbruik). gebruiker(s) NCLR BV, Enschede / Stork NV, Amsterdam / TNO Industrie en Techniek, Eindhoven
58
utilisatierapport 2005
TST.3169
BAA
projectleider
523,60
Crosslinking, karakterisering en eigenschappen van gevulcaniseerde rubber: ‘Beter vulcaniseren van butadieen-rubbers’
Prof.dr. A. Bantjes 2,27
totale toewijzing in k€
inkomsten in k€
TST.3332
ABA
projectleider zing in k€
Voltammetrische sensorsystemen voor de detectie van ionen en neutrale moleculen op basis van synthetische receptoren in zelf-organiserende monolagen op goud
Prof.dr.ir. D.N. Reinhoudt 240,63
totale toewij-
TWI.3411
B BA
projectleider
Constrained interpolation and approximation using splines in one and two variables
Prof.dr. C.R. Traas
totale toewijzing in k€
147,10
doelstelling Doel is een beter en vollediger
doelstelling Het eerste doel is de modificatie
doelstelling Ontwikkeling van wiskundige
inzicht in de reactiemechanismen die optreden in de vaak op basis van empirie tot stand gekomen rubber-compounds, tijdens de crosslinking met zwavel. Het onderzoek moet leiden tot betere compoundering en vulcanisatierecepten waarbij schoner kan worden gewerkt en waarbij giftige bijproducten worden vermeden of geminimaliseerd.
van (regelmatige) goudoppervlakken door zelf organisatie van metallo-receptoren die elektrochemische detectie van elektro inactieve deeltjes mogelijk maken. De tweede doelstelling is dit sensor principe te demonstreren met verschillende simpele anionen en neutrale moleculen. Utilisatie zal plaats kunnen vinden in de procesindustrie.
methoden voor de CAD-beschrijving van gekromde oppervlakken waaraan extra eisen gesteld worden, als convexiteit, positiviteit, monotoniciteit etc. Toepassing op de vorm van beeldbuizen, scheepsrompen, vliegtuigen en dergelijke. Dit te bereiken door toepassing van spline functies.
resultaat na 5 jaar Het doel is deels bereikt. In
resultaat na 5 jaar Verschillende typen zelforganise-
Leiden is er inzicht verkregen in het verloop van de versnelde vulkanisatie en in de rol van zinkverbindingen in dit proces. Directe toepassingen op korte termijn zijn niet te verwachten. De resultaten zijn gepubliceerd in internationale tijdschriften en het onderzoek zal zo mogelijk worden voortgezet in het kader van het BriteEuram-programma. In Twente is mechanistisch onderzoek gedaan naar de vulcanisatie-chemie van butadieen rubber, zowel aan de rubber zelf als aan model-verbindingen, bij gebruikmaking van een toentertijd nieuw soort vulkanisatiemiddelen: cyclische disulfiden. De industriële toepasbaarheid van deze cyclische disulfiden is beperkt gebleven, aangezien de dynamische eindeigenschappen vereist voor bandentoepassingen van butadieen-rubber na vulkanisatie met deze cyclische disulfiden niet worden gehaald.
rende monolagen (ferroceen, cyclodextrine) zijn ontwikkeld voor de complexering en detectie van gastmoleculen. De complexering is met diverse technieken aangetoond. Het sensor principe is daarmee bewezen. Voor een praktische toepassing is het nog te vroeg is. Meer ontwikkelingswerk is nodig. Vervolgonderzoek bij STW of CW wordt overwogen.
resultaat na 5 jaar Nieuwe wiskundige technieken
resultaat na 10 jaar Het werk aan de monolagen
van cyclodextrines is de basis voor het lopende onderzoek naar nanofabricage op moleculaire printboards. Verder wordt in onze groep gewerkt aan optische sensoren op basis van gemengde monolagen. Het werk heeft zeer veel bijgedragen aan de technologie van monolagen die onder andere geleid heeft tot alternatieve goedkope lithografische methoden. gebruiker(s) Akzo Nobel / Organon NV, Oss /
resultaat na 10 jaar Leiden heeft de afgelopen 5 jaar
enkele malen contact gehad met buitenlandse groepen, en de mogelijkheid van samenwerking verder onderzocht. In geen van de gevallen heeft dit echter een nieuw programma opgeleverd. Het Twentse onderzoek heeft de basis gelegd voor een veelvoud aan verdere model-onderzoeken op het gebied van zwavel en peroxide vulkanisatie van rubbers, op een breder vlak dan butadieenrubber alleen. Ook binnen diverse projecten in DPI-verband worden de techniek van modelvulkanisatie en de uitkomsten van dit project gebruikt. gebruiker(s) DSM Research BV, Geleen / Flexsys BV, Deventer
Akzo Nobel Central Research BV, Arnhem / Philips Research, Eindhoven / Intersens Instruments BV, Amersfoort / Stork Product Engineering, Amsterdam
zijn ontwikkeld waarmee schaduwmaskers van beeldbuizen nauwkeuriger dan nu vervaardigd kunnen worden bij Philips. Op dit moment is de betreffende software nog niet ingebouwd, maar in de toekomst, als de eisen aan de vorm zwaarder worden, verwacht men deze nodig te hebben. De promovendus heeft 9 maanden bij Philips gewerkt. resultaat na 10 jaar Inmiddels maakt Philips platte beeldschermen. Deze zijn helemaal gebaseerd op een nieuw principe; er zijn geen fysieke beperkingen meer aan het scherm, en daarmee is er dus geen interesse meer van Philips in de uitkomsten van het project. gebruiker(s) Delft Spline Systems, Utrecht / FOM, / ORIGIN holding, Eindhoven / Philips Research, Eindhoven / Numeriek Centrum Groningen BV, Groningen / MasterShip, Eindhoven / PDE Automotive BV, Helmond / Fokker Services BV, Schiphol Airport
59
projecten 1994
| Instelling
UG N.2931
U _ universiteit
B BA
utrecht
Ontwikkeling van een nieuw impedantiecatheterisatiesysteem ter bepaling van de samenstelling van atherosclerotische laesies in bloedvaten
projectleider
U NS.2974
B CC
The development of a scanning fluorescence microscope using two-photon excitation in combination with time-gated detection
Prof.dr.ir. M.A. Viergever totale toewij4 07, 4 8 octrooien P CT. E P 9 4 / 0 0 0 1 9 Werkwijze voor het met behulp van een catheter meten van de elektrische impedantie in bloedvaten en catheterisatiesysteem... inkomsten in k€ 11,34
Prof.dr. H.C. Gerritsen totale toewijzing 5 45,42 contracten Licentie: Universiteit Utrecht; Nikon Europe BV inkomsten in k€ 85,88
doelstelling Kennisverwerven over het in electrische zin onderscheidbaar zijn van weefsels, met name die van gezond vaatweefsel en soorten van laesies. Met deze kennis de z.g. tegenstroomcatheter toepassen om vetgehalte in laesisie vast te stellen.
doelstelling De ontwikkeling van een ‘state-of-the-
zing in k€
resultaat na 5 jaar Enkele aspecten van deze
technologie om de aard van laesies (en daar de behandeling op af te stemmen) zijn nieuw gebleken. Evenwel de bedrijven in de gebruikerscommissie zagen niet voldoende markt om de technologie verder te ontwikkelen.
projectleider in k€
art’ scannende fluorescentie microscoop waarbij gebruik gemaakt wordt van 2-foton excitatie en waarin de fluorescentie-emissie tijdspgelost wordt gedetecteerd. Hiermee kunnen objecten en processen in biologische materialen, selectief worden afgebeeld. Omdat het gedecteerde volume zeer klein is (gelijk aan de afmetingen van de gebruikte laserbundel) kan door gebruik te maken van scanning-technieken een 3D-beeld worden opgenomen. Door de combinatie met time-gate technieken is het mogelijk deze beelden in de tijd te volgen. resultaat na 5 jaar De 2-foton techniek werd met
resultaat na 10 jaar Er zijn geen nieuwe ontwikke-
lingen. gebruiker(s) Leids Universitair Medisch Centrum, Leiden / Sentron Europe BV, Roden / Cordis Europa NV, Roden / EndoSonics Europe BV, / Universitair Medisch Centrum Utrecht
succes toegepast op tandplak voor het gelijktijdig meten van de pH en zuurstof. Studies toonden aan dat het transport van moleculen door de huid niet geschiedt in de huidcellen zelf maar door het vet tussen de cellen. Die resultaten worden ondermeer gebruikt in project LGN.3541 waar methoden worden onderzocht voor toediening van geneesmiddelen via diffusie door de huid. Er is een contract met Nikon Europe om de fluorescentie levensduur contrast methode te implementeren op hun confocale microscopen. Ook is er samenwerking met Unilever Research (Port Sunlight) voor onderzoek op het gebied van biofilms met behulp van de 2-foton confocale fluorescentie microscopie. In twee vervolgprojecten UNS.3946 en UNS.4538 worden de mogelijkheden van snelle imaging technieken, met zowel gepulste lasers als met continue lasers in combinatie met de time-gating techniek, onderzocht. resultaat na 10 jaar De samenwerking met Nikon
Europe is gecontinueerd. De ontwikkelde Lifetime Imaging Module (LIMO) is ondertussen een officieel Nikon product en wordt wereldwijd verkocht. Er wordt aan een opvolger van de LIMO gewerkt waar Nikon grote belangstelling voor heeft. Het project is de basis geweest voor een aantal nieuwe projecten (onder andere FOM Physics for medical technology) en publicaties. Het project heeft inmiddels circa 280 kEuro aan inkomsten gegenereerd. gebruiker(s) TNO Kwaliteit van Leven, Zeist / Unilever Research, Vlaardingen / Akzo Nobel Central Research BV, Arnhem
60
utilisatierapport 2005
UCH.3014
AAA
projectleider wijzing in k€
Electrodepositie van metalen ten behoeve van de industriële electroplating en electrowinning
Mw.dr. M. Sluyters-Rehbach 174,65
totale toe-
U B I.3080
AC0
projectleider
De kwaliteit van de temperatuurregulatie in het broednest als resistentiefactor van de honingbij tegen Varroa jacobsoni
Dr. H.H.W. Velthuis
totale toewijzing in k€
Groei en plasticiteit van houtige kamerplanten
U B I.3133
AA0
projectleider
D r. T. L . Po n s 10,66
tot ale toewijzing in k€
inkomsten in k€
166,17
413,82
doelstelling Het doel is het verkrijgen van inzicht
doelstelling Varroa jacobsoni is een parasitaire
doelstelling Het vinden van het juiste evenwicht
in de elektrokristallisatie van metalen om bestaande industriële processen te verbeteren, zoals vertinning, verzinking en verchroming van staal; de winning van metalen als zink, cadmium, en indium. Het mechanisme van deze processen is nog grotendeels onbekend en de in de praktijk toegepaste procédé’s zijn meestal empirisch tot stand gekomen.
mijt die zich voortplant ten koste van het broed van honingbijen. Bij de meeste Nederlandse imkers worden momenteel acariciden toegepast ter bestrijding van deze plaag. Dit onderzoek richt zich op tot resistentiefactoren van de bijen ten opzichte van Varroa , en dient er toe bij te dragen dat de noodzaak van chemische bestrijding wordt weggenomen.
tussen de snelheid van kweken van houtige kamerplanten en voldoende kans op langdurige overleving onder huiskameromstandigheden. Welke kenmerken zijn bepalend? Kan hiervan gebruik worden gemaakt bij de selectie van nieuwe soorten kamerplanten?
resultaat na 5 jaar Het doel is bereikt. Er is een
resultaat na 5 jaar Er werd aangetoond dat a) bij
model ontwikkeld dat het nucleatiemechanisme goed beschrijft. Het project heeft bruikbare achtergrondkennis opgeleverd voor het bedrijfsleven. Het onderzoek is echter nog niet in het stadium dat de resultaten naar directe toepassingen in de praktijk kunnen worden vertaald. Vervolgonderzoek is daarvoor nodig. De groep is echter met het pensioen gaan van beide projectleiders eind 1998 opgeheven.
geringe afwijkingen van een optimale broednest temperatuur een groot reproductief voordeel van de parasiet optreedt. b) dat imkers een belangrijke invloed kunnen uitoefenen om die broednesttemperatuur optimaal te houden. resultaat na 10 jaar De groep is opgeheven. Er zijn
melden. gebruiker(s) Stork Screens BV, Boxmeer / Corus Staal BV, IJmuiden / Shell Research and Technology Centre, Amsterdam / Philips Research, Eindhoven
gespitst op een aantal ficussoorten. Verschillende eigenschappen en (gekoppeld aan kenmerken) zijn onderzocht: invloed van licht; eigenschappen van de bladeren zoals droge stof gehalte, aanpassing van fotosynthesecapaciteit en respiratie; opslag van koolhydraten; verschillen tussen jonge en oude bladeren; stevigheid van de bladeren. Eenduidige relaties tussen eigenschappen en duurzaamheid zijn nog niet gevonden.
verder geen nieuwe gegevens bekend. resultaat na 10 jaar Er zijn geen nieuwe ontwikkegebruiker(s) Stichting Ambrosiushoeve,
resultaat na 10 jaar Er zijn geen ontwikkelingen te
resultaat na 5 jaar Het onderzoek heeft zich toe-
lingen te melden.
Hilvarenbeek gebruiker(s) Productschap Tuinbouw, Zoetermeer / PBG, Aalsmeer / Plant Research International, Wageningen / Rockwool/Grodan BV, Roermond
61
projecten 1994
U FA.3150
CBA
Het weefselspecifiek afleveren van middelen voor het in vivo localiseren of oplossen van fibrine bloedstolsels door ‘getargete’ liposomen
UCH.3181
B BA
Ontwikkeling van selectieve anorganische membranen voor gasscheiding bij verhoogde temperaturen al dan niet in combinatie met katalytische processen
projectleider
Prof.dr. D.J.A. Crommelin totale toewij2 9 2 , 4 5 octrooien E U . 9 5 2 0 1 2 4 9 . 0 Method for entrapping proteins in colloid carriers
projectleider
zing in k€
k€
doelstelling Het eerste doel is om geneesmiddelen die bloedstolsels kunnen oplossen selectief bij de bloedstolsels af te leveren door middel van ‘getargete’ liposomen. Het tweede doel van de getargete liposomen is het nauwkeurig localiseren van de plaats van het bloedstolsel. Daartoe worden, in plaats van het geneesmiddel, diagnostische tracers in de liposomen ingebouwd.
doelstelling Doel is de ontwikkeling van dunne anorganische membranen voor de hoge temperatuurscheiding van gassen in combinatie met katalytische toepassingen. Het project is een voortzetting van UCH.1334. Op vlakke fijnporeuze metalen steundragers wordt het membraan aangebracht. Nodig is het dunner maken van de lagen en de beheersing van het amorfe zeoliet materiaal. Het permeatiegedrag van de membranen wordt verder onderzocht.
Prof.dr.ir. J.W. Geus
totale toewijzing in
741,97
resultaat na 10 jaar Er zijn geen nieuwe ontwikkelingen te melden. gebruiker(s) TNO Kwaliteit van Leven, Leiden
CB B
projectleider zing in k€
Synthese van fructanen met gedefinieerde samenstelling in transgene planten
Prof.dr. J.C.M. Smeekens 450,19 inkomsten in k€ 54,45
totale toewij-
doelstelling Doel is te onderzoeken of landbouw-
gewassen kunnen worden aangezet tot synthese en accumulatie van functionele fructanen. Functionele fructanen zijn fructosepolymeren met een gedefinieerde samenstelling. Met dit onderzoek wordt onder meer een bijdrage geleverd aan het streven naar het inzetten van het landbouwareaal voor niet-voedings toepassingen. resultaat na 5 jaar Het doel is bereikt. Er zijn
resultaat na 5 jaar De doelen zijn niet bereikt, wel
is het concept van tPA-liposomen met als target bloedstolsels verder uitgewerkt en de benodigde technologie geoptimaliseerd. Ofschoon het Europees patent werd toegekend, is het niet gelukt industriële partners te vinden voor de verdere ontwikkeling van een farmaceutisch product.
U B I.3327
resultaat na 5 jaar Een aantal deeldoelstellingen
is gerealiseerd. Er is beter inzicht verkregen in de bereidingsparameters van dit type membraan, er is een model van het permeatie- en scheidingsgedrag, en er is gedemonstreerd dat de membranen een lange levensduur hebben. Er is uitzicht op een verdere ontwikkeling naar een membraanmodule. De opschalingsproblematiek die daarmee samenhangt moet verder worden onderzocht. gebruiker(s) Dow Benelux BV, Terneuzen / ExxonMobil Chemical Europe Inc., Machelen / Shell Research and Technology Centre, Amsterdam / ECN, Petten / Gastec NV, Apeldoorn / DSM Research BV, Geleen / ABB Lummus Global BV, Den Haag
transgene planten gemaakt (tabak, cichorei) die de gewenste diversiteit aan fructaantypen produceren. Suikerbiet is echter het doelgewas omdat hierin commercieel interessante hoeveelheden kunnen worden gesynthetiseerd. De samenwerking met Advanta wordt voortgezet en de samenwerking met de verwerkende industrie (Sensus) wordt geïntensiveerd. resultaat na 10 jaar De transgene suikerbieten zijn inmiddels al weer enige tijd geleden geproduceerd en getest (gepubliceerd in Weyens et al., 2004). Hieruit is gebleken dat de technologie op een uitstekende wijze functioneert. De bieten produceren commercieel interessante hoeveelheden fructaan met een goede samenstelling en zonder dat opbrengstderving is waargenomen. In de beste lijnen wordt meer dan 70% van de aanwezige sucrose omgezet in fructaan en dit is met de bestaande extractietechnologie te verwerken tot een fructaanstroop. De verwachting is dat nog hogere fructaanniveaus verkregen kunnen worden onder veldcondities. Wetenschappelijk en qua applicatie is het project dus een succes. Echter van grote vooruitgang voor commercialisatie is helaas geen sprake geweest. De restrictieve Europese wetgeving op het gebied van genetisch gemodificeerde planten is hier debet aan. Daarnaast heeft ADVANTA, het bedrijf waarmee we jarenlang intensief hebben samengewerkt om de gestelde doelen te bereiken, na een langdurige onzekere periode inmiddels een reorganisatie ondergaan. gebruiker(s) ADVANTA Seeds BV, Rilland / Cosun Food Technology Centre, Roosendaal
62
utilisatierapport 2005
U DG.3346
ABA
Ontwikkeling van een defectief levend virus-vaccin
UCH.3358
AAA
Organometaalcomplexen van molybdeen en wolfraam als monocomponent katalysatoren voor ROM blok co-polymerisatie
projectleider
Prof.dr. P.J.M. Rottier totale toewijzing in 4 4 0 , 0 6 contracten L i c e n t i e : U n i v e r s i t e i t Leiden; CW-NWO; Universiteit Utrecht octrooien PCT.NL96/00244 EAV
projectleider
k€
k€
doelstelling Doel is de ontwikkeling van een
doelstelling Doel is het ontwikkelen van efficiënte
nieuw type levend virale vaccin tegen het paardearteritis virus (EAV). Het infectieuze RNA virus wordt defect gemaakt door deletie van een essentieel gen. Het vaccin zal in pony’s worden getest. Er zal worden bepaald of het bescherming biedt door de dieren in een gecontroleerd experiment aan een challenge te onderwerpen met wild-type virussen.
mono-component organomolybdeen- en organowolfraam-katalysatoren voor de Ring Opening Metathese Polymerisatie (ROMP) van gespannen (cyclo)alkenen, waarvan de kostprijs voldoende laag is om een praktische toepassing mogelijk te maken bij blok-copolymerisatieprocessen.
resultaat na 5 jaar Het doel is niet gerealiseerd.
Wel bereikt zijn subdoelstellingen, die voorwaarde waren voor de ontwikkeling van een ander vaccin. Dit vaccin, een zogenaamd levend markervaccin, werd gerealiseerd en succesvol in paarden getest. Het bleek uitstekend bescherming te bieden tegen een challengeinfectie met het virulente EAV (Journal of Virology, 77, 8470-8480, 2003). Industriële partners voor de verdere commercialisering van dit vaccin zijn nog niet gevonden. Het onderzoek is gehinderd door een patent van een onderzoeksgroep in Leiden. Er is een overeenkomst tussen STW, UU en UL gesloten, waarbij in Leiden aanvullend onderzoek is gestart in het kader van STW-project UDG.4462. resultaat na 10 jaar Het project behaalde niet zijn oorspronkelijke doel, maar vormde wel de basis voor de ontwikkeling van een ander prototype vaccin, dat in teststudies op paarden werkzaam bleek te zijn. Helaas is de markt voor het vaccin beperkt en de kosten voor uitontwikkeling en registratie van het vaccin relatief hoog, waardoor er tot dusverre geen bedrijven zijn gevonden die hierin wilden investeren. gebruiker(s) Intervet International BV, Boxmeer /
Animal Disease Contol, Lelystad
Prof.dr. G. van Koten
totale toewijzing in
205,37
resultaat na 5 jaar De doelstelling is slechts
deels bereikt. De kennis van de coördinatie en organometaalchemie van Molybdeen is weliswaar aanzienlijk verbreed, maar de toepasbaarheid van de verkregen katalysatorcomplexen is echter niet significant verbeterd ten opzichte van de bestaande situatie. Op korte termijn is daarin geen verbetering te verwachten. resultaat na 10 jaar Er zijn geen verdere ontwikkelingen te melden ten opzichte van het resultaat na 5 jaar. gebruiker(s) Shell Global Solutions International BV,
Amsterdam / DSM Research BV, Geleen
| Instelling
V_
vrije universiteit amsterdam
63
projecten 1994
VNS.2983
ACA
projectleider k€
Geïntegreerd meet- en analysesysteem voor corneatopografie
Dr. H.J.W. Spoelder†
totale toewijzing in
187,75
VNS.3000
CCA
projectleider in k€
Laser-enrichment of 196Hg isotopes for enhanced luminosity of fluorescence light sources
Prof.dr. W. Hogervorst 256,65 inkomsten in k€ 136,13
totale toewijzing
VCH.3148
AAA
projectleider in k€
Karakterisering van de histaminerge H3-receptor door het ontwerp, de synthese en het testen van selectieve histamine H3-agonisten en antagonisten
Prof.dr. H. Timmerman 209,63
totale toewijzing
doelstelling Het ontwikkelen van een methode voor het maken van een 3D-reconstructie van het hoornvlies van het menselijk oog, met behulp van een enkele 2D opname. De methode maakt gebruik van kleurpatronen die een absolute positiebepaling mogelijk maken. Deze zal worden toegepast in een corneatopograaf die gebruikt wordt bij metingen voor oog-chirurgische ingrepen, of bij dragers van contactlenzen.
doelstelling In spaarlampen zit kwikgas, dat 20-35 keer meer kwikisotoop 196 bevat dan natuurlijk kwik. Hier wordt eerst fundamentele kennis van kwik (nieuwe exitatieniveau’s) gebruikt om met nieuwe, afstembare lasers het gewenste kwikisotoop met optisch technieken uit natuurlijk kwik af te scheiden. Er wordt een schaalmodel van een industriële installatie uitgeprobeerd met als doel de isolatie van 1 gram kwik-196.
doelstelling Het eerste doel van het onderzoek
resultaat na 5 jaar De methode is gevalideerd
resultaat na 5 jaar Urenco droeg aanzienlijk bij met
resultaat na 5 jaar Het eerste doel: de karakterise-
en is voldoende robuust. Het prototype van corneatopograaf is aanwezig en de software voor de beeldverwerking en 3D-modellering zijn beschikbaar. Alhoewel er dus een goed werkend prototype is, is er nog geen commerciële partner gevonden die het instrument op de markt wil brengen. Miniaturisering van de stimulator is daarvoor noodzakelijk.
vooral apparatuur. Zij verplaatste deze researchpoot geheel naar de VUA. Philips Lighting sloot met STW en Urenco een contract. Er werd octrooi aangevraagd. Minstens zo interessant is de ontwikkeling naar een afstembare vaste stoflaser en de samenwerking met Coherent daarin. Het onderzoek werd voortgezet in een nieuw STW-onderzoek: VNS.3970. Er werd 1 gram kwik 196 geproduceerd, Philips haakte echter af.
ring van de H3-receptor is deels bereikt; het tweede doel, de ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen, is nog ver weg. Er is een model ontwikkeld dat de H3-receptor en de binding van de liganden beschrijft. Nieuwe verbindingen zijn gesynthetiseerd. Uit de eerste testen is gebleken dat dit potente antagonisten zijn. Andere farmacologische eigenschappen van deze liganden worden door Organon onderzocht.
resultaat na 10 jaar Het onderzoek aan laserverrij-
resultaat na 10 jaar Omdat het tijdens het project
kingsmethoden bij de VU wordt met Urenco voortgezet. De aandacht is verlegd naar de verrijking van isotopen voor medisch toepassingen. Onderzoek aan efficiënte scheidingsroutes voor Ytterbium, Palladium, Gadolineum en Calcium wordt verricht. Vervolgens worden dan in een pilot experiment macroscopische hoeveelheden van deze isotopen met goede verrijkingsgraad geproduceerd. Recent werden belangrijke resultaten met Ytterbium geboekt en commerciële productie ervan ligt binnen handbereik. Met de andere isotopen wordt grote vooruitgang geboekt, verrijkingsroutes zijn verkend en geoptimaliseerde lasersystemen worden ontwikkeld. Dit werk wordt ondersteund via SenterNovem.
en daarna niemand lukte om het H3-gen te kloneren, leek het erop dat de industriële interesse in de H3-receptor aan het verdwijnen was. Totdat het gen in een databank werd gevonden. Nu het onderwerp weer actueel is, is de groep een aantrekkelijke partner voor farmaceutische bedrijven. Dankzij de eerder opgebouwde ervaring heeft ze daarbij een voorsprong op andere groepen. Er is een samenwerkingscontract met een industrie. De liganden uit het STW-project worden als research gereedschap ingezet. De AIO op het STW-project is inmiddels in de groep teruggekeerd als UD’er en werkt weer volop aan H3 en H3 antagonisten. Het kwam langzamer dan gehoopt maar uiteindelijk lijken H3-liganden de toepassing te halen.
gebruiker(s) NCLR BV, Enschede / Urenco Nederland BV, Almelo / University of Strathclyde, Glasgow / Philips Lighting BV, Eindhoven
gebruiker(s) Akzo Nobel Nederland BV, Oss / Solvay Pharmaceuticals BV, Weesp / Yamanouchi Europe BV, Leiderdorp
resultaat na 10 jaar In 2002 is een vervolgonderzoek gestart. Het prototype is daarin gebruikt om meerdere afwijkingen aan de cornea vast te stellen in combinatie met een andere techniek: Hartmann shack aberrometry. Gebleken is dat voor niet rotatie-symmetrische oppervlakken dit met het huidige instrument nog niet goed mogelijk is. Er is nieuwe software geschreven voor het in beeld brengen van het oppervlak van de cornea. De bruikbaarheid van de corneatopograaf wordt nog steeds bij de VU getest. Een commerciële toepassing van het instrument is (nog) niet gevonden. gebruiker(s) Erasmus Medisch Centrum Rotterdam / CHeSS Engineering, Haarlem / Medical Workshop BV, De Meern
is de karakterisering van de histaminerge H3-receptor met behulp van computer aided drug design (CADD). Met de resultaten hiervan is het mogelijk nieuwe verbindingen te synthetiseren met een selectieve werking. Deze verbindingen kunnen naast het verhoogde inzicht leiden tot de synthese van potentiële geneesmiddelen, het tweede doel van dit project.
64
utilisatierapport 2005
VB I.3190
ABA
Een nieuwe procedure voor de identificatie en isolatie van plantengenen door de inductie van chromosomale deleties
projectleider
VTH.3302
CCA
Synthesis of histatin-like peptides for the protection against fungal infection
Dr. M.J.J. van Haaren totale toewijzing in 580,82 octrooien NL.1001369 Werkwijze voor het onderdrukken van de expressie van een gen (Gene-silencing)
Prof.dr. A. van Nieuw Amerongen totale 43 0,6 0 contracten Optie: Vrije Universiteit Amsterdam; Micro and Nanotechnology (MNT) Network; Licentie: Vrije Universiteit Amsterdam; AM Pharma BV octrooien NL.1008745 A n t i s ch i m m e l c o n j u g a a t ; P CT. N L 9 9 / 0 0 0 4 5 Antimicrobiële peptiden; NL.1008734 Peptiden e n i m p l a n t a t e n ; P CT.N L 9 9 / 0 073 2 A n t i v i r a l e peptiden inkomsten in k€ 132,38
doelstelling Doel is om, startend vanuit bepaalde
doelstelling Menselijk speeksel bevat histatinen,
posities in het genoom deleties van verschillende groottes te induceren, en zo te komen tot identificatie en isolatie van genen van de tomaat. Met behulp van de deletie mutanten zal gezocht worden naar commercieel interessante mutanten voor de agrarische sector. De geïsoleerde genen zullen vervolgens functioneel gekarakteriseerd worden door her-introductie in de plant.
die een anti-schimmelactiviteit vertonen. Het doel van het project is het synthetiseren van histatine-achtige peptiden en het bestuderen van hun fungicide en bacteriostatische effecten. Het uiteindelijke doel is de toepassing van de histatines in mondspoelmiddelen en pasta’s ter bestrijding van schimmel en bacterie-infecties.
k€
projectleider
toewijzing in k€
resultaat na 5 jaar Het doel is bereikt. De gesyntheresultaat na 5 jaar De doelen zijn deels bereikt:
er is kennis ontwikkeld over de efficiency van gemedieerde recombinaties over grote afstanden in het genoom. Verder is er een (gepatenteerd) mechanisme ontdekt voor ‘gene silencing’ dat gebruikt kan worden voor het inactiveren van plantengenen. Voor deze vinding bestaat vooralsnog geen interesse bij de deelnemende bedrijven. resultaat na 10 jaar De patent aanvrage voor ‘gene silencing’ is helaas niet doorgezet omdat er geen eigenaar gevonden kon worden. De samenwerking met industrie heeft wel tot een aantal proof-of-principle resultaten geleid, maar deze hebben onder invloed van de gmo discussie niet tot een daadwerkelijk product geleid. Wel heeft het project een EU samenwerking gestart waarbij een grote collectie transposon en recombinatie lijnen in tomaat zijn gemaakt, die nu in een database zijn opgeslagen. gebruiker(s) ADVANTA Seeds BV, Rilland / Syngenta Seeds BV, Enkhuizen / Plant Research International, Wageningen / Pathofinder BV, Ede
tiseerde histatine analoga blijken effectiever dan de natuurlijke histatines. Onderzoek naar een farmaceutische toepassing is reeds in gang gezet. Hoewel Unilever het onderzoek heeft mee gefinancierd is de belangstelling afgenomen als gevolg van een veranderende bedrijfsstrategie. Er zijn een aantal patenten uit het project voortgekomen waarvoor nu een farmaceutische industrie concrete belangstelling heeft. Dit bedrijf zal vervolg onderzoek sponsoren. resultaat na 10 jaar Het onderzoek is voortgezet
in STW-project VTH.3950. De patenten zijn overgedragen aan AM Pharma, een nieuwe onderneming die door STEGA (Skeletal Tissue Engineering Group Amsterdam) en het ACTA is opgericht. Dit bedrijf zou de eerste klinische trials met de peptiden uitvoeren. AM Pharma is in 2002 gefuseerd met ParmAAware, een ander uit STW onderzoek voortgekomen bedrijf. Medio 2003 bleek dat de patentbescherming van de peptiden onvoldoende te zijn en is besloten de patenten te laten vallen en het klinisch onderzoek naar de histatine peptides stop te zetten. gebruiker(s) Micro and Nanotechnology (MNT) Network, Liverpool / Unilever Research, Vlaardingen
| Instelling
W _ wageningen universiteit
65
projecten 1994
WB I.2859
AAA
projectleider
Biologische bestrijding van spintmijten in Gerbera: zijn alle cultivars even geschikt?
Prof.dr. M. Dicke
totale toewijzing in k€
WB I.3046
AAA
projectleider
Moleculair-genetische analyse van de fytopathogene schimmel Botrytis cinerea. Perspectieven voor een rationele bestrijdingswijze
Dr.ir. J. Visser
totale toewijzing in k€
474,10
319,12
doelstelling Het onderwerp van deze projectaanvraag is de vergelijking van een aantal Gerbera cultivars met betrekking tot hun resistentie tegen spintmijten enerzijds en de aantrekking van roofmijten anderzijds op basis van plantengeuren en secundaire plantenstoffen. Mochten er belangrijke verschillen zijn in aantrekking van roofmijten tussen cultivars dan is het van groot belang in de toekomst de meest geschikte cultivars te gebruiken binnen een biologisch bestrijdingsprogramma. resultaat na 5 jaar 1) Sterke beharing van Gerbera-
cultivars heeft een nadelig effect op de zoekefficiëntie van roofmijten. Bij toepassing van biologische bestrijding is het beter licht behaarde cultivars te gebruiken. 2) Voor de vergelijking van geurproductie door diverse Gerbera-cultivars kan de procedure sterk vereenvoudigd worden door planten te behandelen met jasmonzuur in plaats van met een spintinfectie. resultaat na 10 jaar Er is een toenemende belangstelling van het veredelingsbedrijfsleven voor insectenresistentie. Dat betekent dat biologische bestrijding en insectenresistentie steeds meer in hetzelfde gewas zullen voorkomen. De resultaten waren hoopgevend, maar veredelaars hadden behoefte aan een snellere selectiemethode dan in de 90-er jaren beschikbaar was. Nieuwe ontwikkelingen in het onderzoek bieden daarvoor uitstekende mogelijkheden. In een vervolgproject (WPB.5479) wordt nu gewerkt aan een modelgewas (komkommer, arabidopsis) om te komen tot moleculaire merkers voor bij een verhoogde aantrekking van roofmijten. Daarin worden genen gecloneerd en functioneel gekarakteriseerd om te komen tot een snelle selectiemethode die in het kiemplantstadium kan worden uitgevoerd. gebruiker(s) Prego Rijsenhout BV, Rijsenhout / Koppert BV, Berkel en Rodenrijs / Terra Nigra BV, De Kwakel
WB I.3047
000
projectleider
De chemische achtergrond van de resistentie in sla tegen bladluizen
Dr. W.F. Tjallingii
totale toewijzing in k€
331,62
doelstelling Het uit te voeren onderzoek omvat een systematische benadering om een aantal relevante vragen te beantwoorden met betrekking tot de pathogeniteit van B. cinerea: De verschillende typen enzymen die B. cinerea produceert die in staat zijn om plantecelwanden (of bestanddelen daarvan) af te breken, en de structuur en expressie van de overeenkomstige genen. Doel is om op termijn een rationele bestrijdingsmethode te ontwikkelen voor Botrytis cinerea.
doelstelling Onderzoek naar de bron van een
resultaat na 5 jaar De genen van een aantal
resultaat na 10 jaar Ondanks de negatieve resultaten van het project, zie ‘resultaat na 5 jaar’, is het NR-gen, dat centraal stond in het betreffende onderzoek, op uitgebreide schaal geïntroduceerd in de zaaigoedmarkt voor sla. Hierover kan informatie verkregen worden bij de brancheorganisatie van veredelingsbedrijven of bij individuele veredelingsbedrijven (Rijk Zwaan, Nuhems Zaden) of bij het genonderzoek bedrijf Keygene, waarin deze bedrijven gezamenlijk participeren.
enzymen zijn gekloneerd, die een rol spelen bij het infectieproces (met name polygalacturonases). Functionele analyse van Botrytis mutanten werd uitgevoerd in een biotoets. Er zijn belangrijke conclusies bereikt wat betreft de expressie van celwand afbrekende enzymen. Het onderzoek wordt voortgezet in een vervolgproject. resultaat na 10 jaar De kennis uit het project wordt momenteel als basiskennis gebruikt in een vervolgproject bij STW: WGC.5034 Cell wall degrading enzymes of Botrytis cinerea: a major target for disease control. In dit project is onder andere nog steeds veel belangstelling van Bayer AG en De Ruiter Seeds. gebruiker(s) De Ruiter Zonen BV, Bergschenhoek / Plant Research International, Wageningen / Bayer AG, Leverkusen
monogeen dominante resistentie in sla tegen bladluis (N. ribisnigri) via stapsgewijze fractionering van floeemsap en een gedragstoets. resultaat na 5 jaar Het project heeft helaas niet
tot identificatie van de chemische achtergrond geleid. Isolatie- en biotoetsmethoden bleken te weinig eenduidig om het gewenste resultaat te behalen.
gebruiker(s) Rijk Zwaan Zaadteelt en Zaadhandel BV, De Lier / Leen de Mos Groentezaden BV, ’s Gravenzande
66
utilisatierapport 2005
WLM.3127
AAA
projectleider
Gechloreerde aromatische metabolieten van schimmels: natuurlijke zwarte lijst stoffen en dioxine-precursors in het milieu.
CAA
Chemische structuur-opheldering van polysacchariden gericht op hun functionele eigenschappen
B BA
Ontwikkeling en toepassing van methoden ter bepaling van de endogene aminozuursecretie in het maagdarmkanaal
projectleider
projectleider wijzing in k€
doelstelling Het doel is het karakteriseren van
doelstelling Doel is een relatie te leggen tussen de
doelstelling Doelstelling is het onderzoeken van
de organochloor verbindingen (onder andere dioxines) die in de natuur voorkomende schimmels produceren. Deze natuurlijke productie wordt vergeleken met die uit industriële bron, zodat de strikte milieu normen geëvalueerd kunnen worden. De kennis over dit schimmelmetabolisme kan worden toegepast in de ontwikkeling van nieuwe technieken t.b.v. van biotechnologische bodemsanering.
fijnstructuur van polysacchariden uit celwanden uit soja en maïs en hun gedrag in (de bereiding en verwerking van) industriële producten. De gebruikelijke analyse methoden zullen naar verwachting ook snel aangepast kunnen worden voor de karakterisering van polysacchariden van granen (tarwe, gerst).
endogene eiwitverliezen in de darm van landbouwhuisdieren om uiteindelijk te komen tot een min of meer standaardmethodiek om het effect van ANF op de vertering te meten. Nauwkeurige bepalingen zijn cruciaal om te beoordelen of een gewas geschikt is als mengvoedergrondstof bestemd voor landbouwhuisdieren.
resultaat na 5 jaar Het doel is deels bereikt. Het
resultaat na 5 jaar Het project heeft door verschil-
onderzoek heeft weliswaar een verbetering opgeleverd van de manier waarop plantaardige koolhydraten kunnen worden gekarakteriseerd, maar een relatie tussen deze structuurelementen en hun effect op de vertering (enzymafbraak) is helaas nog niet gelegd. Het volledig in kaart brengen van de polysacchariden zal in vervolg onderzoek plaatsvinden
lende oorzaken tussentijds een lange periode stilgelegen. Omdat de onderzoeksvraag nog steeds zeer relevant bleek voor het bedrijfsleven is het weer opgestart en pas recentelijk in december 2004 afgerond.
512,47
resultaat na 5 jaar De doelen zijn grotendeels
bereikt. Er is aangetoond dat schimmels in de Nederlandse bossen organochloor verbindingen produceren (3 tot 6 maal de interventiewaarden). Ook tijdens de champignonteelt worden de verbindingen geproduceerd. De gehalten in de ecologische teelt zijn even hoog als in de reguliere teelt. De conclusie is dat de huidige overheidsnormen geen rekening houden met de endogene productie van organochloor verbindingen door schimmels. resultaat na 10 jaar Er zijn geen nieuwe ontwikkelin-
gen te melden. gebruiker(s) TNO Kwaliteit van Leven, Zeist / Ministerie van VROM, Den Haag / DSM Research BV, Geleen / RIVM, Bilthoven / Essent Milieu, Wijster / Bioclear BV, Groningen / Proefstation voor de Champignoncultuur, Horst / Ministerie van LNV, Den Haag / DHV Milieu & Infrastructuur BV, Amersfoort
Prof.dr.ir. A.G.J. Voragen totale toewij825,45 contracten Optie: D S M Food Specialties BV; Productschap Veevoeder inkomsten in k€ 83,93
WB I.3193
zing in k€
Dr. J.A. Field
totale toewijzing in k€
WLM.3156
resultaat na 10 jaar De bevindingen worden, zover bekend, niet toegepast door de industrie. De (soyabonenverwerkende) industrie nog steeds grote belangstelling heeft voor resultaten uit het koolhydratenonderzoek in Wageningen. Kerry Biosciences (voorheen Quest) overweegt momenteel of ze onderzoek willen uitzetten om de enzymatische afbraak van sojameel na fermentatie te verbeteren. Binnen het Carbohydrate Research Centre Wageningen is ook een industrieel platform aanwezig waarin een twaalftal industrieën geïnformeerd worden over voortgang binnen het gebied van Wagenings koolhydraatonderzoek. Een voortvloeisel van het STW-project en het koolhydraatonderzoek is de tweejaarlijkse Summerschool on Glycosciences, waarvan in 2006 de derde editie wordt georganiseerd. gebruiker(s) Productschap Diervoeder, Lelystad / DSM Food Specialties BV, Delft
Prof.dr.ir. M.W.A. Verstegen 502,02
totale toe-
resultaat na 10 jaar Het onderzoek heeft zich toe-
gespitst op endogene eiwitverliezen bij biggen. Uiteindelijk blijkt er geen ‘gouden’ standaardmethodiek te bestaan voor alle situaties. Het onderzoek heeft echter wel tot concrete aanbevelingen voor de praktijk en het bedrijfsleven geleid. Het project is afgerond met een afsluitend symposium met internationale belangstelling. De aanbevelingen worden geïmplementeerd in het meerdaagse International Postgraduate seminar ‘New Developments in Feed Evaluation’ waar gerenommeerde landbouwkundigen uit de gehele wereld bijeenkomen om de stikstofcycli van landbouwhuisdieren te doorgronden. Tevens is het Centraal Veevoederbureau van plan om de aanbevelingen te gebruiken ter verfijning van hun bestaande protocollen. gebruiker(s) Productschap Diervoeder, Lelystad
projecten 1994
WB I.3275
B BA
projectleider zing in k€
Identification and control of activated sludge plant on the basis of respirometry
Prof.dr.ir. G. van Straten 325,64
totale toewij-
doelstelling Doel is komen tot geavanceerde controle strategieën voor processen in afvalwaterzuiveringsinstallaties, zodanig dat de hele procesgang wordt geoptimaliseerd en bij aangepaste eisen in de toekomst makkelijk kan worden gemodificeerd. resultaat na 5 jaar Er is inzicht verkregen in een
economisch optimale zuurstofregelstrategie in een stikstofverwijderende actief-slibinstallatie. De vanuit een theoretisch oogpunt opgezette regelstrategie op basis van Adaptive Receding Horizon Optimal Control, kan onder niet al teveel variërende omstandigheden worden benaderd door een ammonium-relay regelaar, die de ammoniumconcentratie tussen twee grenzen houdt. Resultaten na 10 jaar Het regelprincipe met de
ammonium-relay regelaar bleek soms al in de praktijk te worden toegepast, maar er bestond geen inzicht in de efficiëntie van de toepassing. Deze is met dit onderzoek onderbouwd en het principe bleek uiterst optimaal te zijn. Het regelprincipe wordt nog steeds toegepast voor bepaling van de ammoniumconcentratie. gebruiker(s) Zuiveringschap Rivierenland, Tiel / Waterschap Vallei en Eem, Leusden / Manotherm Services BV, Botlek/rotterdam / Vertis BV, Veendam / Witteveen+Bos, Deventer / Waterschap Veluwe, Apeldoorn
67
68
| Lijst gebruikers bij STW-projecten 1994
A A.D. Faber-Electronica BV (Velp) _ DEL.3216 ABB Lummus Global BV (Den Haag) _ UCH.3181 ABN AMRO (Amsterdam) _ NIF.3059 ADVANTA Seeds BV (Rilland) _ VBI.3190 _ UBI.3327 AIA Software BV (Nijmegen) _ NIF.3059 ALKYON Hydraulic Consult. & Research BV (Emmeloord) _ DCT.2912 AM Pharma BV (Bunnik) _ VTH.3302 ARCADIS Bouw/Infra BV (Den Haag) _ EBW.3367 ASCOM Hasler BV (Arnhem) _ NIF.3059 ASML Netherlands BV (Veldhoven) _ TEL.3117 AT&T Hilversum (Hilversum) _ DEL.3125 AVEBE b.a. (Veendam) _ GCH.3177 AWETA BV (Nootdorp) _ DTN.3105 Academisch Medisch Centrum Amsterdam _ TEL.3054 _ DEL.3251 Accelrys Inc. (Cambridge, Groot Brittannië) _ NCH.3166 Adviesbureau ir. J.G. Hageman BV (Rijswijk) _ EBW.3367 Agfa-Gevaert NV (Mortsel, België) _ DST.3191 Agrotechnology & Food Innovations BV (Wageningen) _ TST.3065 _ LFA.3092 Akzo Nobel - Organon NV (Oss) _ GFA.3072 _ TST.3332 Akzo Nobel Central Research BV (Arnhem) _ UNS.2974 _ EST.3149 _ NCH.3166 _ TST.3169 _ LCH.3187 _ DWT.3265 _ TST.3332 Akzo Nobel Chemicals BV (Arnhem) _ DWT.3265 _ DWT.3347 Akzo Nobel NV (Deventer) _ DWT.3347 _ DST.3425 Akzo Nobel Nederland BV (Oss) _ VCH.3148 Akzo Nobel Organon Teknika (Boxtel) _ GGN.3103 Albatros Flow Research (Markenesse) _ DCT.2854 Alcon Nederland (Gorinchem) _ TEL.3054 Alterra BV (Wageningen) _ WTN.3484 Anasys BV (Albergen) _ TST.3065 Animal Disease Contol (Lelystad) _ UDG.3346 Antec Leyden BV (Zoeterwoude) _ GGN.3103 Askové Milieutechniek BV (Veghel) _ EST.3149 Atlas Wireline Services Milaan Italy (Milaan, Italë) _ DMB.3070 Axis Biochemicals ASA (Oslo, Noorwegen) _ NCH.3159 Axis-Shield Diagnostics Ltd (Dundee, Groot Brittannië) _ NCH.3159 B BASF Aktiengesellschaft (Ludwigshafen, Duitsland) _ DWT.3265 Ballast Nedam Milieutechniek (Amstelveen) _ DCT.3196 Bayer AG (Leverkusen, Duitsland) _ WBI.3046 _ DWT.3265 BeOnline BV (Roden) _ GGN.3103 Bejo Zaden BV (Warmenhuizen) _ BBI.3233 Berson Milieutechniek BV (Nuenen) _ GBI.2997 Berson UV-Techniek (Nuenen) _ EST.3149 BioMérieux bv (Boxtel) _ BST.3063 _ DLR.3109 Bioclear BV (Groningen) _ WLM.3127 Boschman Technology (Duiven) _ DEL.3125 Botterham Engineering & Assemblage (Doetinchem) _ DEL.3125 C CENTRAAL-DLO (Wageningen) _ WBI.3047 CERN (Genève, Zwitserland) _ EIF.3129 CHeSS Engineering (Haarlem) _ VNS.2983 CSEM (Neuchatel, Zwitserland) _ TEL.3117 CUR (Gouda) _ DCT.3196 Cardio Dynamics BV (Leiden) _ UGN.2931 Centraal Bodemkundig Bureau (Breda) _ TST.3065 Cerestar (Vilvoorde, België) _ GCH.3177 Cordis Europa NV (Roden) _ UGN.2931 _ GGN.3103 Corus Research, Development & Technology (IJmuiden) _ UCH.3014 Corus Staal BV (IJmuiden) _ TTN.2976 _ DST.2981 _ UCH.3014 _ DTN.3105 _ EST.3149 Cosun (Breda) _ VBI.3190 Cosun Food Technology Centre (Roosendaal) _ UBI.3327 Coöperatie Cosun Unie U.A. (Roosendaal) _ DST.3357 Crismatec (Gieres, Frankrijk) _ DTN.2527 D D.O.R.C. BV (Zuidland) _ TE L.3054 DAF Trucks NV (Eindhoven) _ N N S.3278 _ N N S.3368 D HV Milieu & Infrastructuur BV (Amersfoort) _ DCT.2912 _ WLM.3127 _ DCT.3196 DOW (Stade, Duitsland) _ DWT.3265 DSM (Geleen) _ NCH.3166 DSM Food Specialties BV (Delft) _ WLM.3156 _ DST.3172 DSM Research BV (Geleen) _ DST.2773 _ EWT.3098 _ WLM.3127 _ TST.3169 _ UCH.3181 _ LCH.3187 _ DWT.3347 _ UCH.3358 _ DST.3425 DSM Technopartners (Urmond) _ DWT.3265 De Ruiter Zonen BV (Bergschenhoek) _ WBI.3046 Delft Electronic Products BV (Roden) _ DET.3294 Delft Spline Systems (Utrecht) _ TWI.3411 Denka International BV (Barneveld) _ GBI.2997 Directie IJsselmeergebied (Lelystad) _ DCT.3196 Dow Benelux BV (Terneuzen) _ UCH.3181 _ DWT.3265 Draka Comteq Fibre Solutions (Eindhoven) _ NNS.2979 Drukker International BV (Cuijk) _ TEL.3117 Dräger Medical Electronics (Best) _ GGN.3103 E E.I. Dupont de Nemours & Company (Wilmington, Verenigde Staten van Amerika) _ DWT.3265 E.P. Controls BV (Roden) _ N N S.3278 _ N N S.33 6 8 E.Q.S. (Zoetermeer) _ D E L.3251 E CN (Petten) _ U C H.3181 E N R I N (Wageningen) _ WTN.3 4 8 4 ER Verkeerssystemen (Zeist) _ NIF.3059 ESA/ESTEC (Noordwijk) _ GNS.2971 _ TTN.2976 Eco Purification Systems (Rijswijk) _ EST.3149 Eldim BV (Lomm) _ EST.3149 EndoSonics Europe BV (Rijswijk) _ UGN.2931 _ NGN.2948 _ DTN.3113 Erasmus Medisch Centrum Rotterdam _ VNS.2983 _ GFA.3072 _ DTN.3113 _ RGN.3322 Ericsson EuroLab Netherlands BV (Emmen) _ DEL.3251 Ericsson Telecommunicatie BV (Rijen) _ EIF.3129 Essent Milieu (Wijster) _ WLM.3127 Euro-Diagnostica BV (Arnhem) _ NCH.3159
| lijst gebruikers bij STW-projecten 1994
Europe Combined Terminals BV (Rotterdam) _ DEL.2733 Expro North Sea Limited (Aberdeen, Schotland) _ DEL.3250 ExxonMobil Chemical Europe Inc. (Machelen, België) _ UCH.3181 ExxonMobil Nederland (Breda) _ NNS.3278 _ NNS.3368 F FE I-E O Eindhoven) _ D ST.29 81 F OM (Utrecht) _ AN S.28 6 9 _ TW I.3 411 F OM-Instituut voor Plasmaf ysica ‘Rijnhuizen’ (Nieuwegein) _ ETN.3049 Faber Electronica BV (Velp) _ DEL.3216 Fico Molding Systems (Herwen) _ DEL.3125 Flexsys BV (Deventer) _ TST.3169 Fokker Services BV (Schiphol Airport) _ DLR.3298 _ TWI.3411 Fugro Ingenieursbureau BV (Leidschendam) _ DCT.3196 G Gastec NV (Apeldoorn) _ EWT.3 0 9 8 _ U C H.3181 Gebroeders B odegraven BV (Nieuwkoop) _ E BW.33 67 Gemeentelijk Havenbedrijf Rotterdam _ DCT.3196 Gemeentewerken Rotterdam _ DCT.3196 Genencor International BV (Leiden) _ DST.3191 General Electric Plastics Europe BV (Bergen Op Zoom) _ DST.2773 GeoDelft (Delft) _ TST.3065 _ DMB.3070 _ DCT.3196 H Hauzer Techno Coating BV (Venlo) _ DST.2981 _ ETN.3049 Hearing Instruments Division (Eindhoven) _ DEL.3251 Heineken Nederland BV (Zoeterwoude) _ LFA.3092 Hewlett Packard Nederland BV (Amstelveen) _ DEL.3152 Hightech Development Leiden _ TTN.2976 I Imtech NV (Gouda) _ TEL.3110 INRIA (Le Chesnay, Frankrijk) _ EIF.3129 IPCOS Technology BV (Boxtel) _ DST.3425 Ignatius Ziekenhuis (Breda) _ TWT.3001 Ingenieursbureau Coenecoop BV (Waddinxveen) _ EEL.3224 Innovation Partners (Leiden) _ TTN.2976 Intersens Instruments BV (Amersfoort) _ TST.3332 Intervet International BV (Boxmeer) _ UDG.3346 J JDS Uniphase Netherlands BV (Eindhoven) _ NNS.2979 _ WBI.3046 Jason Geosystems BV (Rotterdam) _ DMB.3070 _ DWI.3264 K KEMA Nederland BV (Arnhem) _ EWT.3098 _ DEL.3216 KLM (Schiphol Airport, Amsterdam) _ DTN.3105 KLM Royal Dutch Airlines (Schiphol Airport) _ DLR.3298 KNMI (De Bilt) _ DEL.2733 _ DWI.3060 _ DEL.3311 _ DEL.3319 KONI BV (Oud-Beijerland) _ DEL.3216 KVI (Groningen) _ DTN.2527 Keithley Instruments Inc. (Cleveland, Verenigde Staten van Amerika) _ TTN.2976 Kiwa NV (Nieuwegein) _ TST.3065 Klinisch Chemisch Laboratorium (Leeuwarden) _ NGN.3140 Koninklijk Instituut voor de Marine (Den Helder) _ NNS.3278 _ NNS.3368 Koninklijk Verbond van Nederlandse Baksteenfabrikanten (Velp Gld) _ DCT.3052 _ EBW.3367 Koninklijke Shell (Rijswijk) _ DEL.3250 Koppert BV (Berkel en Rodenrijs) _ WBI.2859 L La Pichotiere (Noce, Frankrijk) _ DST.3191 Lab. de Physique des Decharges (Gif-Sur-Yvette, Frankrijk) _ DST.3191 Leen de Mos Groentezaden BV (‘s Gravenzande) _ WB I.3047 Leids Universitair Medisch Centrum _ UG N.2931 _ NG N.2948 _ DTN.3113 Leijenburg Ziekenhuis (Den Haag) _ RGN.3322 Leto Recycling BV (Almelo) _ EST.3149 Lucent Technologies (Huizen) _ EEL.3224 Lucent Technologies Nederland BV (Hilversum) _ NNS.2979 _ EEL.3224 M MBI Beton BV (Veghel) _ DCT.3052 _ EBW.3367 Manotherm Services BV (Botlek/rotterdam) _ WBI.3275 Maria Ziekenhuis (Tilburg) _ DTN.3113 Martini Ziekenhuis (Groningen) _ GGN.3103 Maser Engineering BV (Enschede) _ DEL.3125 MasterShip (Eindhoven) _ TWI.3411 Medical & Biological Laboratories Ltd (Naka-Ku, Nagoya, Japan) _ NCH.3159 Medical Workshop BV (De Meern) _ VNS.2983 Micro and Nanotechnology (MNT) Network (Liverpool, Groot Brittannië) _ VTH.3302 Ministerie van LNV (Den Haag) _ WLM.3127 Ministerie van VROM (Den Haag) _ WLM.3127 _ NNS.3368 ModiQuest BV (Nijmegen) _ NCH.3159
69
70
| Lijst gebruikers bij STW-projecten 1994
utilisatierapport 2005
N NV Nederlandse Gasunie (Groningen) _ EWT.3098 NATO C3 Agency (Den Haag) _ DEL.2733 _ DEL.3311 _ DEL.3319 NCLR BV (Enschede) _ VNS.3000 _ TTN.3155 NIVR (Delft) _ DLR.3298 NLR (Amsterdam) _ DLR.3109 _ DLR.3298 NMi Van Swinden Laboratorium BV (Delft) _ TTN.2976 _ WLM.3127 NV Nederlandse Spoorwegen (Utrecht) _ EWT.3210 NV Organon (Boxtel) _ GGN.3103 _ NGN.3140 Nedap NV (Groenlo) _ DEL.3125 Nedcard BV (Nijmegen) _ DEL.3125 Nederland Haarlem BV (Haarlem) _ DE L.3216 Nederlands Forensisch Instituut (Rijswijk) _ NG N.3140 Nederlands Verpakkingscentrum (Gouda) _ GG N.3103 Nederlandse Orthopaedische Vereniging (Arnhem) _ TWT.3001 Nikon Europe BV (Badhoevedorp) _ UNS.2974 Numeriek Centrum Groningen BV (Groningen) _ TWI.3411 Nunhems Netherlands BV (Haelen) _ BBI.3233 ORIGIN holding (Eindhoven) _ TWI.3411 Oldelft BV (Delft) _ DTN.3113 Oogziekenhuis (Rotterdam) _ TEL.3054 OrthoDynamics (Drachten) _ TWT.3001 P PBG (Aalsmeer) _ U B I.3133 PD E Automotive BV (Helmond) _ N NS.3278 _ N NS.3368 _ TWI.3411 Paragon Nummerical Engineering (Eindhoven) _ EWT.3210 Parker Gas Separation BV (Etten-Leur) _ DWT.3347 Pathofinder BV (Ede) _ VBI.3190 Philips (Nijmegen) _ DET.3294 Philips Centre for Manufacturing Technology (Eindhoven) _ DTN.3105 _ DEL.3125 _ EST.3149 _ TTN.3155 _ EWT.3210 _ DEL.3216 Philips Consumer Electronics (Eindhoven) _ DTN.2527 Philips Domestic Appliances and Personal Care (Drachten) _ DST.2981 Philips EMT (Eindhoven) _ DTN.3105 Philips Eindhoven _ EEL.3224 Philips Electronics Nederland BV (Drachten) _ DEL.3125 _ EST.3149 Philips Lighting BV (Eindhoven) _ GBI.2997 _ VNS.3000 Philips Medical Systems Nederland BV (Best) _ NGN.2948 _ TTN.2976 _ NIF.3059 _ EWT.3210 _ DET.3294 Philips Research (Eindhoven) _ ANS.2869 _ EEL.2884 _ TTN.2976 _ DST.2981 _ ETN.2986 _ UCH.3014 _ TEL.3110 _ LCH.3187 _ DEL.3216 _ EEL.3224 _ DET.3294 _ TST.3332 _ TWI.3411 Philips Semiconductors (Nijmegen) _ DEL.3125 _ DEL.3251 Pie Medical Equipment BV (Maastricht) _ NGN.2948 _ DTN.3113 Plant Research International (Wageningen) _ WBI.3046 _ DTN.3105 _ UBI.3133 _ VBI.3190 Prego Rijsenhout BV (Rijsenhout) _ WBI.2859 Priva Holding BV (De Lier) _ TST.3065 Priva Hortimation BV (De Lier) _ TST.3065 Productschap Diervoeder (Lelystad) _ WLM.315 6 _ WB I.3193 Productschap Granen, Zaden en Peulvruchten (Den Haag) _ WB I.3193 Productschap Tuinbouw (Zoetermeer) _ U B I.3133 Productschap Veevoeder (Den Haag) _ WLM.3156 Proefstation voor Bloemisterij en Glasgroente (Naaldwijk) _ DST.3191 Proefstation voor de Champignoncultuur (Horst) _ WLM.3127 Purac Biochem BV (Gorinchem) _ DWT.3265 Q Quest International Nederland BV (Bussum) _ LFA.3092 R RIKZ (Den Haag) _ DCT.2854 _ DCT.2912 _ DWI.3060 RIVM (Bilthoven) _ BST.3063 _ WLM.3127 RIZA (Lelystad) _ TST.3065 RWS (Lelystad) _ DCT.3196 Rabobank Nederland (Utrecht) _ EIF.3129 Research Centrum Kalkzandsteenindustrie (Hilversum) _ DCT.3052 _ EBW.3367 Rijk Zwaan Breeding BV (Fijnaart) _ BBI.3233 Rijk Zwaan Zaadteelt en Zaadhandel BV (De Lier) _ WB I.3047 Rijks Geologische Dienst Heerlen _ DM B.3070 Rijksluchtvaartdienst (Hoofddorp) _ DLR.3298 Rijkswaterstaat (Rotterdam) _ TST.3065 _ DCT.3196 Rockwool/Grodan BV (Roermond) _ UBI.3133 Ruukki Production (Alblasserdam) _ DST.2981 S SETPOINT IPCOS BV (Best) _ DST.3425 SRON (Utrecht) _ TTN.2976 _ ETN.3049 _ DET.3294 SSDZ (Delft) _ BST.3063 _ NGN.3140 Schlumberger Anadrill (Anadrill, Verenigde Staten van Amerika) _ DMB.3070 Schlumberger Cambridge Research (Cambridge, Groot Brittannië) _ DWI.3264 Seminis Vegetable Seeds (Wageningen) _ B B I.3233 Seminis Vegetable Seeds Holland BV (Enkhuizen) _ BBI.3233 SenterNovem (Utrecht) _ WBI.3275 _ NNS.3278 _ NNS.3368 Sentron Europe BV (Roden) _ UGN.2931 Shell (Rijswijk) _ DST.3171 Shell Global Solutions International BV (Amsterdam) _ DST.2773 _ UNS.2974 _ EWT.3098 _ DLR.3109 _ DCT.3196 _ UCH.3358 Shell Oman (Muscat, Oman) _ DWI.3264 Shell Research BV (Rijswijk) _ DMB.3070 Shell Research and Technology Centre (Amsterdam) _ UNS.2974 _ UCH.3014 _ UCH.3181 _ DWT.3347 Shell SIEP BV (Rijswijk) _ DMB.3070 _ DWI.3264 _ DLR.3298 Shell Solar Energy BV (Helmond) _ ETN.3049 Soltec BV (Oosterhout) _ ETN.3049 Solvay Pharmaceuticals BV (Weesp) _ GFA.3072 _ VCH.3148 _ NCH.3159 _ DST.3172 Sonotron BV (Zoetermeer) _ RGN.3322 Stichting Ambrosiushoeve (Hilvarenbeek) _ U B I.3080 Stork Brabant BV (Boxmeer) _ DTN.3105 Stork NV (Amsterdam) _ TTN.3155 Stork Product Engineering (Amsterdam) _ TST.3332 Stork Screens BV (Boxmeer) _ UCH.3014 _ EST.3149 Stork Wärtsilä Diesel BV (Zwolle) _
| lijst gebruikers bij STW-projecten 1994
NNS.3368 Synerchem (Leidschendam) _ EST.3149 Syngenta Seeds BV (Enkhuizen) _ VBI.3190 Synres-Almoco (Hoek Van Holland) _ DEL.3125 SystematIC Design (Delft) _ DEL.3216 T TNO Defensie en Veiligheid (Den Haag) _ DEL.2733 _ DLR.3109 _ DEL.3319 TNO Industrie en Techniek (Delft) _ DEL.2733 _ TTN.2976 _ NIF.3059 _ DTN.3113 _ TTN.3155 _ GCH.3177 _ EWT.3210 _ DWI.3264 _ NNS.3278 _ DEL.3319 _ NNS.3368 TNO Informatie- en Communicatietechnologie (Delft) _ NNS.2979 _ EIF.3129 _ EEL.3224 TNO Kwaliteit van Leven (Leiden) _ UNS.2974 _ BST.3063 _ GFA.3072 _ LFA.3092 _ WLM.3127 _ UFA.3150 TNO Ruimte en Infrastructuur (Delft) _ DCT.3052 _ EBW.3367 TNO-MEP (Apeldoorn) _ EST.3149 _ DWT.3347 TNO-NITG (Utrecht) _ DMB.3070 _ DWI.3264 Tauw Milieu BV (Deventer) _ TST.3065 Terra Nigra BV (De Kwakel) _ WBI.2859 Thales Nederland BV (Hengelo) _ DEL.2733 _ NIF.3059 _ DEL.3280 _ DEL.3319 ThreeFive Photonics BV (Houten) _ TEL.3117 Tieman BV (Rockanje) _ DEL.3251 Toshiba Medical Systems Europe BV (Zoetermeer) _ DTN.3113 _ RGN.3322 Twente Solid State Technology BV (Hengelo) _ TTN.2976 U Unilever R & D (Vlaardingen) _ NCH.3166 _ ABI.3506 Unilever Research (Vlaardingen) _ UNS.2974 _ BST.3063 _ GCH.3177 _ VTH.3302 Uniqema (Gouda) _ DST.3357 Universidad de Zaragoza (Spanje) _ TTN.2976 Universitair Medisch Centrum St. Radboud (Nijmegen) _ NGN.2948 _ NGN.3140 Universitair Medisch Centrum Utrecht _ UGN.2931 _ NGN.2948 University of Minho, Azurem (Guimaraes, Portugal) _ DCT.3052 University of Oxford (Groot Brittannië) _ DCT.3196 University of Stellenbosch (Matieland, Zuid-Afrika) _ NGN.3140 University of Strathclyde (Glasgow, Groot Brittannië) _ VNS.3000 Urenco Nederland BV (Almelo) _ VNS.3000 V VDP Laboratories / SYNTECH (Hilversum) _ GBI.2997 VNK (Vereniging Nederlands Kalkzansteen Platform (Huizen) _ DCT.3052 VOM (Bilthoven) _ EST.3149 Van Oord ACZ (Gorinchem) _ DCT.3196 Vertis BV (Veendam) _ WBI.3275 Vitatron Medical BV (Dieren) _ TEL.3054 _ DEL.3251 Von Karman Institute for Fluid Dynamics (Rhode-Sint-Genese, België) _ DLR.3298 W WL - Delft Hydraulics (Delft) _ DCT.2854 _ DCT.2912 _ DWI.3060 Waterloopkundig Laboratorium (Emmeloord) _ DWI.3060 Waterschap Vallei en Eem (Leusden) _ WBI.3275 Waterschap Veluwe (Apeldoorn) _ WBI.3275 Western Atlas int., Inc. (Houston, Verenigde Staten van Amerika) _ DMB.3070 Wilhelmina Ziekenhuis (Assen) _ TWT.3001 Witteveen+Bos (Deventer) _ WBI.3275 Wärtsilä Nederland BV (Zwolle) _ NNS.3278 _ NNS.3368 Xensor Integration BV (Delfgauw) _ DEL.3216 Y Yamanouchi Europe BV (Leiderdorp) _ GFA.3072 _ VCH.3148 Z Zuiveringschap Rivierenland (Tiel) _ WBI.3275
71
72
| DRI.4627 zie interview pagina 82 t/m 84
| DR I.4627
73
75
hoofdstuktitel
Utilisatierapport 2005
| Projecten
1999
76
utilisatierapport 2005
| Projecten 1999
HIERONDER STAAN DE GEGEVENS DIE U OP DE PROJECTPAGINA’S KUNT TEGENKOMEN
project
toewijzing
van een STW-project gegenereerd
Het projectnummer, de laatste vier
De door STW aan dit project
worden gedurende het hele traject.
cijfers vormen het volgnummer waar-
toegekende subsidie (in k€).
Dus van voor de start tot na afloop van het project.
op de projecten zijn gesorteerd. contracten en octrooien BPI (uitleg zie binnenkant achterzijde omslag)
Soort overeenkomst welke met
doelstelling
De utilisatiecategorieën waarin het
een gebruiker is afgesloten (optie,
Een korte omschrijving van de
project is ingedeeld.
licentie, bijdrage, samenwerking,
doelstelling van het onderzoek.
raamovereenkomst, material transfer titel
agreement (mta), etc.) en eventuele
resultaten
De titel van het project.
octrooien/octrooiaanvragen.
Een overzicht van de behaalde resultaten.
projectleider
inkomsten
Naam van de projectleider.
Op dit project de totaal geregistreerde
gebruikers
inkomsten (in k€). Dit zijn alle gelden
Een lijst met de (afgekorte) namen
en bijdragen in natura die op basis
van de gebruikers bij het project.
F_ FOM-instituten
U_ universiteit utrecht
104
V_ vrije universiteit amsterdam
106
W_ wageningen universiteit
1 07
A_ universiteit van amsterdam
B_ para universit aire instituten
C_ centrum voor wiskunde en informatic a
D_ technische universiteit delft
E_ technische universiteit eindhoven
87
77
G_ rijksuniversiteit groningen 77
88
L_ universiteit leiden 78
79
85
90
N_ radb oud universiteit nijmegen
93
T_ universiteit twente
94
projecten 1999
| Instelling
AG N.4818
A _ universiteit
BBB
van amsterdam
Optimisation and clinical application of the AMC bioartificial liver (AMC-BAL)
projectleider
Dr. R.A.F.M. Chamuleau totale toewijzing in k€ 715,10 octrooien PCT.NL96/00389 Solid support for use in cell cultivation,especially for the cultivation of liver cells, biological reactor containing said solid ... liver system inkomsten in k€ 22,5
doelstelling Er is dringend behoefte aan een goed werkende kunstlever. In het
AMC is een ontwerp van een kunstlever (bio-artificiële lever, BAL) ontwikkeld; hij is gebaseerd op vitale levercellen gehecht aan dragermateriaal in een huls. De AMC-BAL heeft voordelen: zijn eenvoud, grote capaciteit en intrinsieke zuurstofvoorziening. Doel was de effectiviteit en veiligheid van de AMC-BAL aantonen in het varken met ernstig leverfalen. Een octrooiaanvraag is gedeponeerd. Biotest te Frankfurt heeft concrete belangstelling de AMC-BAL te commercialiseren als een fase-1 studie in de mens succesvol is. resultaat na 5 jaar Een BAL werd ontwikkeld die, gevuld met 10 miljard vers
geïsoleerde varkenslevercellen in staat was bloed te zuiveren. Dit apparaat werd succesvol toegepast in Italië bij 12 patiënten. Onderzocht werd de ontwikkeling van menselijke levercellen die geschikt zijn om de varkenscellen in de BAL te vervangen. Een eerste begin van een humane levercellijn werd verkregen die in de BAL groeide en leverspecifieke functies vertoonde. Bij succes zal Nederland naast de kunstnier ook een werkzame kunstlever hebben voortgebracht. Er zijn twee firma's bij betrokken: Hep-Art en Doorzand. gebruiker(s) Universiteits Ziekenhuis Gasthuisberg, Leuven / Licentec, Bilthoven / Erasmus MC Rotterdam / Leids Universitair Medisch Centrum / Doorzand Airdrive BV, Amsterdam
AFC.5087
BAA projectleider
The Application of Nitrile-Hydrolyzing Enzymes in the Synthesis of Enantiopure Functionalized Nitrogen-Heterocycles
Prof.dr. F.P.J.T. Rutjes
totale toewijzing in k€
446,17
inkomsten in k€
90,76
doelstelling Het doel van dit onderzoek was tweeledig: 1) Biokatalytische
synthese van enantiomeerzuivere uitgangsstoffen via desymmetrisatie van prochirale dicyaniden en/of racemische cyaniden middels het gebruik van nitril-hydrolyserende enzymsystemen; 2) Omzetting van deze uitgangsstoffen in enantiomeerzuivere heterocyclische bouwstenen via N-acyliminiumionchemie en overgangsmetaalkatalyse. resultaat na 5 jaar 1) Inzicht in de ‘scope and limitations’ met betrekking tot
de nitril-hydrolyserende eigenschappen van Rhodococcus erythropolis 11540 NCIMB; 2) Realisatie van methoden voor het efficiënt desymmetriseren van specifieke dinitrillen -Nieuwe methodologie voor het synthetiseren van gesubstitueerde enantiomeerzuivere 4-hydroxypiperidines; 3) Nieuwe methodologie voor het synthetiseren van gesubstitueerde enantiomeerzuivere 3-hydroxypiperidines Deze methoden kunnen mogelijk worden toegepast in de synthese van intermediairen voor het ontwikkelen van medicijnen, maar zijn verder niet beschermd door middel van octrooien. gebruiker(s) DSM Research BV, Geleen / NV Organon, Oss
| Instelling
B _ para universitaire instituten
77
78
utilisatierapport 2005
B DG.4891
B CB projectleider
Epidemiological and ethological study of disturbed locomotion and claw disorders in dairy cattle: impact of floor characteristics on welfare
Prof.dr.ir. J.H.M. Metz
totale toewijzing in k€
| Instelling
C _ centrum voor wiskunde en informatica
214,40
doelstelling Bij verblijf in de stal krijgen melkkoeien klauwafwijkingen en gestoor-
de beweging. Dit tast het welzijn van de dieren aan. Om de verantwoordelijke factoren te vinden, is een epidemiologische en ethologische studie opgezet: 1) in welke mate komen klauwafwijkingen en bewegingsstoornissen voor; 2) in hoeverre wordt dit beïnvloed door het type stalvloer; 3) wat is het effect op het gedrag van koeien als maatstaf voor dierenwelzijn. resultaat na 5 jaar Een belangrijk welzijnsprobleem voor melkvee is in beeld
gebracht. Er is aangetoond dat ook bij subklinische aandoeningen koeien last hebben van pijn en ongemak. Workshops zijn georganiseerd om de kennis uit te dragen. Risicofactoren en oplossingen zijn door de agrarische vakpers uitgebreid bediscussieerd. Bij LTO en NZO hebben klauwaandoeningen en gestoorde beweging prioriteit gekregen. In samenwerking met de Nederlandse Rundveefokkerijorganisatie is een groot onderzoek gestart. Ook stalinrichtingsbedrijven zijn aandacht aan de problemen gaan besteden en zijn al met oplossingen als rubberen matten in stallen gekomen. gebruiker(s) NVBD, Den Haag / Gezondheidsdienst voor Dieren, Deventer /
ID-Lelystad BV, Lelystad / ENCI BV, Den Bosch / Brouwers Stalinrichtingen, Leeuwarden / Agrotechnology & Food Innovations BV, Wageningen / Expertisecentrum LNV, Ede / Westelijke Land- en Tuinbouw Organisatie-WLTO, Haarlem
CWI.4616
BCA projectleider
Multiresolution image analysis and synthesis: from axiomatics to applications
Dr.ir. H.J.A.M. Heijmans totale Licentie: TNO Defensie en Veiligheid; CWI
toewijzing in k€
310,23
contracten
CWI.4883
CB B
Development of a state-of-the-art Navier-Stokes solver for water flows around moving ships
projectleider Prof.dr.ir. B. Koren CWI; MARIN
totale toewijzing in k€
172,70
contracten
Licentie:
doelstelling Het toepassen van wiskundige wavelet- en multiresolutietechnieken
doelstelling Het ontwikkelen van een methode om de omstroming van de romp
op beeldfusie, beeldcodering en beeldcompressie.
van een schip te berekenen bij vaart met constante snelheid in stil water. Hierbij is van belang zowel de golfvorming aan het vrije wateroppervlak, visceuze grenslaag en zog, als de interacties tussen beide te beschouwen. In de tot nu toe gangbare aanpak werden de interacties verwaarloosd. Het onderwerp van het project was de ontwikkeling van een methode om beide fysische aspecten, en hun interacties, mee te nemen binnen een enkele berekening.
resultaat na 5 jaar Er is een toolbox gebouwd, MATIFUS, die de ontwikkelde algoritmen combineert met een toegankelijke en intuïtieve interface. TNO Defensie en Veiligheid, locatie Soesterberg, wil deze toolbox gaan gebruiken bij haar onderzoek naar de mogelijkheden om beelden van verchillende types nachtzicht cameras in een enkel plaatje te combineren. Hierbij ligt de nadruk vooral op het ontwikkelen van beeldrepresentaties (bijvoorbeeld kleurenschemas) die de beelden voor de menselijke waarnemer makkelijker interpreteerbaar maken. gebruiker(s) TNO Defensie en Veiligheid, Soesterberg / CWI, Amsterdam / NLR, Emmeloord / Koninklijk Instituut voor de Marine, Den Helder
resultaat na 5 jaar Er is nauw samengewerkt met MARIN, waar voor verschillende
schepen berekeningen zijn gedaan en zeer goede resultaten zijn verkregen. Bovendien is de vereiste rekentijd een fraktie van wat andere methoden nodig hebben. De ontwikkeling zal door MARIN worden voortgezet en de methode zal daarna in de praktijk worden geintroduceerd. Er is kort geleden meegedaan aan een internationale workshop waar de berekening van het door een schip gegenereerd golfpatroon met Navier-Stokes methoden een prominente plaats innam; de Nederlandse resultaten behoorden tot de beste die daar gepresenteerd werden. Het onderzoek wordt voortgezet in het BSIK-project BRICKS. gebruiker(s) MARIN, Wageningen / Shell Research and Technology Centre, Amsterdam / WL - Delft Hydraulics, Delft
79
projecten 1999
| Instelling
DCT.4520
D _ technische
B BA
universiteit delft
projectleider
Turbulent mixing in shallow water flows
Prof.dr.ir. J.A. Battjes
totale toewijzing in k€
172,45
doelstelling De structuur van grootschalige wervels die in de ondiepe
stromingen van onze rivieren en kustgebieden voorkomen heeft een sterk twee-dimensionaal karakter. Dit beïnvloedt enerzijds de energiehuishouding van deze wervels, anderzijds opent het de weg voor tweedimensionale modellering. De doelstellingen van dit project was, van beide aspecten een beter beeld te krijgen en zo tot een verbeterde (numerieke) modellering van de fenomenen te komen. resultaat na 5 jaar Er is een model ontwikkeld dat de invloed van driedimensionale
effecten op de tweedimensionale structuur correct weergeeft en dat vrij eenvoudig kan worden toegevoegd aan bestaande berekeningsmethoden. Daarnaast heeft het project een aantal praktisch bruikbare analyse-instrumenten opgeleverd in de vorm van eenvoudig oplosbare analytische uitdrukkingen, voor het afschatten van grootte en sterkte van wervelstructuren in menglagen. Voor het voorspellen van dwarstransport en de menging van opgeloste stoffen en sediment in rivieren is dit een relevante stap voorwaarts. Tevens is hierdoor de afvoercapaciteit van samengestelde kanalen nu eenvoudig en betrouwbaar te voorspellen. gebruiker(s) Rijkswaterstaat, Arnhem / WL / Delft Hydraulics, Delft / R I KZ,
Den Haag
DST.4545
CB B
Raney-type katalysatoren met voorspelbare eigenschappen
DST.4609
CB B
Simultane bestudering van nucleatie- en groeiprocessen tijdens fasetransformaties in staal met behulp van neutronendepolarisatie
projectleider
Prof.dr. H.W. Zandbergen totale toewijzing in k€ 835,85 contracten Bijdrage: DSM Research BV; Bijdrage: Engelhard De Meern BV inkomsten in k€ 190,62
projectleider
doelstelling Raney-type katalysatoren worden in de procesindustrie op grote
doelstelling Beter inzicht te verwerven in de aard en kinetiek van de staal
schaal toegepast. De productie van deze metaalkatalysatoren was vooral gebaseerd op trial-and-error; er was nauwelijks fundamenteel onderzoek aan gedaan. Het onderzoek moet de fundamentele kennis genereren waarmee het productieproces gestuurd kan worden op de gewenste eigenschappen.
fasetransformatie om zo het productieproces beter te kunnen sturen en de eigenschappen van staalband binnen nauwere specificaties te kunnen sturen.
resultaat na 5 jaar Het project heeft voor de productie van Raney-type kataly-
satoren relevante informatie opgeleverd over onder andere details van het uitloogproces, milde uitloogcondities, invloed van uitgangs-legeringssamenstelling, ‘gepromoteerde’ Raney-type systemen evenals de bereiding van legeringen door flitsgieten en de aktivering hiervan. Met deze resultaten zijn bepaalde waarnemingen in de katalysatorproductie en bevindingen van de eindgebruikers (beter) verklaarbaar. Deze kennis wordt gebruikt bij de productie, bijvoorbeeld om te komen tot katalysatoren met bepaalde eigenschappen. Ook de ontwikkeling van nieuwe analysetechnieken om een en ander te karakteriseren is van belang. gebruiker(s) Engelhard De Meern BV, De Meern / Max Planck, Stuttgart / DSM Research BV, Geleen
Prof.dr.ir. S. van der Zwaag totale toewijzing in k€ 328,14 contracten Bijdrage: Corus Research, Development & Technology; Ruukki Production; SKF inkomsten in k€ 20,00
resultaat na 5 jaar Dit onderzoek heeft al in 2002 tot een eerste publicatie in
Science geleid en verwacht mag worden dat recente experimenten begin 2005, uitgevoerd in het VENI-project DMC.6278 en ontworpen op basis van de verkregen inzichten tenminste een vergelijkbare aandacht, waardering en economische impact zullen hebben als zijn voorloper DST.2981. De resultaten daarvan zijn geïmplementeerd in de modellen voor de uitlooprollenbaankoeling van warmbandwalserijen van Corus in Nederland en Engeland. Dankzij de verbeterde processturing is het percentage ‘off-spec’ materiaal belangrijk afgenomen en is de winstgevendheid van het totale productieproces toegenomen. gebruiker(s) Ruukki Production, Alblasserdam / SKF, Nieuwegein / PANalytical BV, Almelo / Corus Research, Development & Technology, IJmuiden
80
utilisatierapport 2005
DR I.4627
CCC
New inorganic scintillators and storage phosphors
DST.4658
CCA
Development of pre-oxidation treatment(s) of high temperature metallurgical coatings to improve the oxidation resistance and the adhesion with thermal barrier coatings
projectleider
Prof.dr.ir. C.W.E. van Eijk totale toewijzing in k€ 846,22 contracten Bijdrage en optielicentie: Saint-Gobain; Licentie: TUD; Saint-Gobain; University of Bern; Saint-Gobain; Verdeling inkomsten: University of Bern octrooien PCT.EP01/ 01837 Ceriumhoudend anorganisch scintillatormateriaal; Scintillator crystals...; Cristaux scintillateurs...; EU.290068.8 High light yield... inkomsten in k€ 186,77
projectleider
doelstelling Het project is een voortzetting van DTN.2966 waarin nieuwe
doelstelling De schoepen van gasturbines voor energieopwekking en van
scintillator materialen worden ontwikkeld met snelle responsietijden en hoge lichtopbrengst voor de detectie van Röntgen- en gammastraling en thermische neutronen. Daarnaast worden nieuwe opslag-fosforen ontwikkeld voor plaatsgevoelige detektie van Röntgenstraling en neutronen en voor dosimetrie-doeleinden, in het bijzonder snelle-neutronen dosimetrie.
straalmotoren in vliegtuigen worden beschermd door een coating. Doel was het verbeteren van de hechting van de keramische toplaag door voor het aanbrengen ervan een oxidatie behandeling van de metaallaag uit te voeren.
resultaat na 5 jaar De samenwerking met Saint-Gobain (voorheen Crismatec) is
verder geïntensiveerd. Het onderzoek heeft geleid tot nieuwe veelbelovende scintillatiekristallen die op termijn door Saint Gobain vermarkt kunnen gaan worden. Met extra financiële steun van Saint Gobain kan het project nu tot 2007 worden voortgezet. Het onderzoek naar nieuwe materialen voor de neutronendosimetrie is voortgezet zonder Agfa Gevaert die zich als beoogd gebruiker heeft teruggetrokken. gebruiker(s) Saint-Gobain, Nemours Cedex
DE L.4663
BBB
Advanced re-locatable multi-sensor system for buried landmine detection (phase 1)
Dr.ir. W.G. Sloof totale toewijzing in k€ 590,90 octrooien Development of a combined heat and pre-oxidation treatment to improve the afhesion between thermal barrier coatings and MCrAIX bond coatings inkomsten in k€ 22,69
resultaat na 5 jaar De geoptimaliseerde oxidatiebehandeling leidt tot een
verlenging van de levensduur van het coatingsysteem met een factor 2 à 3. Een patent is aangevraagd waarin de technologische aspecten van dit proces zijn vastgelegd. Het hoge temperatuur coatingsystemen in dit onderzoek is vervaardigd bij Sulzer Metco te Lomm (L). Zowel de metaallaag als de keramische toplaag kan met deze depositietechniek in één productieproces achtereenvolgend aangebracht worden. De ontwikkelde oxidatie behandeling kan eenvoudig geïntegreerd worden in dit bestaande coatingproces. gebruiker(s) KEMA Nederland BV, Arnhem / NLR, Emmeloord / KLM, Schiphol Airport / ECN, Petten / Elbar BV, Lomm
DST.4675
AAA
Het mechanisme van de transkristallijne spanningscorrosie van roestvaste staalsoorten in chloridehoudende milieus
projectleider
Prof.dr.ir. L.P. Ligthart totale toewijzing in k€ 1.358,29 contracten Samenwerking onderzoek: Technische Universiteit Delft; TNO Defensie en Veiligheid inkomsten in k€ 279,53
projectleider
doelstelling Realisatie van een landmijndetectie-systeem gebaseerd op grond-
doelstelling Met behulp van éénkristallen en aan polykristallijne proefstukken van
radar-technologie waarmee in ondiepe ondergrond begraven antipersoneel (AP-)landmijnen opgespoord kunnen worden en geïdentificeerd met een betrouwbaarheid van meer dan 99,6 procent. Er wordt gebruik gemaakt van twee complementaire Ultra-Wide-Band radartechnieken (Stepped Frequency en Impuls radar), ondersteund met geavanceerde signaalbewerking en modellering van de propagatie en verstrooiing van radarsignalen in de bodem. Het project wordt uitgevoerd in nauwe samenwerking met TNO-FEL en met steun van het Ministerie van Defensie in het kader van het Humanitair-Ontmijnprogramma.
roestvaste staalsoorten wordt onderzocht hoe het scheurgroeigedrag tijdens transkristallijne spanningscorrosie voor deze materialen overeenkomt met andere legeringen. Raster EM van het breukvlak worden gecorreleerd met metingen van de scheurgroeisnelheid, met veranderingen in de belasting of de rek. Getracht zal worden zo te komen tot een beter fundamenteel inzicht en tot een betere modellering van het spanningscorrosiemechanisme, waardoor in een corrosief milieu blijkbaar brosse breuk kan optreden in een gewoonlijk taai materiaal.
resultaat na 5 jaar De doelstellingen zijn grotendeels gehaald. Het prototype
detecteerd meer dan 90% van de begraven landmijnen met een drastische verlaging van het aantal false-alarms. De ontwikkelde inversietechniek voor de identificatie van de landmijnen is 100 keer sneller dan de gangbare technieken. Voor een volledig betrouwbaar systeem is een multi-sensor systeem van radar in combinatie met infrarood of optische techniek en metaaldetector wenselijk. De ontwikkeling wordt voortgezet in internationaal samenwerkingsverband. gebruiker(s) TNO Defensie en Veiligheid, Den Haag / TNO Industrie en Techniek, Delft / Fugro Ingenieursbureau BV, Leidschendam / GeoDelft, Delft / T&A SURVEY BV, Amsterdam / Ministerie van Defensie, Den Haag / Thales Nederland BV, Hengelo / TNO-NITG, Utrecht
Prof.dr. J.H.W. de Wit
totale toewijzing in k€
316,91
resultaat na 5 jaar De wetenschappelijke doelen zijn bereikt. Op systematische wijze zijn roestvrij staal soorten met verschillend kristaloriëntatie en stikstofgehalte onderzocht. De verschillen in gevoeligheid voor spanningscorrosie kan teruggevoerd worden op de samenstelling van de legering, dislocatie en deformatiemechanisme. Een verhoging van het stikstofgehalte in termen van scheurinitiatie en -groei. Alle resultaten zijn gepubliceerd in de open literatuur. Directe utilisatie is er niet, er is voornamelijk achtergrondkennis ontwikkeld. De voortgang werd gehinderd door het voortijdig vertrek van de onderzoeker. Er is is nauw samengewerkt met het Siberian Physical and Technical Institute in Tomsk. Zij maakten de éénkristallen voor het project. gebruiker(s) Corus Staal BV, IJmuiden / DSM, Geleen / Akzo Nobel Central Research BV, Arnhem / Shell Global Solutions International BV, Amsterdam
81
projecten 1999
DTN.4753
AA0
Ontwikkeling van epitaxiale alkali-antimonide lagen
projectleider
Dr. A.R.H.F. Ettema totale toewijzing in k€ 460,68 Delft Electronic Products BV inkomsten in k€ 59,00
DST.4823
ABA contracten
Optie:
projectleider
Novel tooling concept and process simulation for bulky powder injection moulded parts
Dr.ir. J. Duszczyk
totale toewijzing in k€
472,29
inkomsten in k€
63,53
doelstelling Doel is ontwikkeling van een nieuwe generatie fotokathoden voor
doelstelling Poederspuitgieten (PIM) is als techniek voor het fabriceren van kleine
toepassing in beeldversterkingsapparatuur op basis van MBE (molecular beam epitaxy). De fotokathode zou daardoor minder strooicentra hebben en daarmee een langere fotoelektron-levensduur. De beoogde quantum-efficiëntie van deze fotokathoden was circa 30de huidige generatie fotokathoden.
en complex gevormde onderdelen een zeer gecompliceerd proces. Doel van het project is het toepassen van numerieke simulaties om een beter begrip te krijgen van de complexe relatie tussen het ontwerpen van een gietmal (plaatsing en dimensie van de in- en uitstroom openingen), spuitgiet parameters (injectiesnelheid, temperatuur van de gietmassa en van de mal), voortschrijden van het smeltfront, ‘shear rate’ verdeling, inhomogeniteit van het temperatuurprofiel, en druk.
resultaat na 5 jaar Gebleken is dat dunne films van alkali-antimoniden een sterke voorkeur hebben voor een hexagonale structuur, die niet bruikbaar is als fotokathode. Bovendien is het materiaal te elastisch om via een substraat een voorkeur op te leggen. Bij hardere materialen zoals GaAs, Si, Ge en oxidische materialen is dit vanwege de hardheid en inelasticiteit geen probleem en worden er met deze materialen talloze MBE experimenten uitgevoerd. Onder zeer ideale omstandigheden is tijdens het project eenmaal een dunne film kubisch K3Sb met een laagdikte van 10 nm epitaxiaal gegroeid op een substraat van Pd(001). gebruiker(s) Delft Electronic Products BV, Roden
resultaat na 5 jaar Het poederspuitgietproces (PIM) is met drie verschillende
computerprogramma’s gesimuleerd. De eigenschappen van 316L-feedstock zijn volledig in kaart gebracht, zoals viscositeit en shear-rate. Aangetoond is dat een volledige 3D simulatie van PIM mogelijk is, waarbij temperatuurverloop en vulling van de matrijs kan worden voorspeld. Deze zijn afhankelijk van injectiesnelheid, plaatsing van de spuitmonden in de gietmal, de temperatuur en eigenschappen van de feedstock, en de temperatuur van de matrijs. Experimentele verificatie liet zien dat het model de werkelijke waarden licht onderschat. Het model is i.s.m. de gebruikers getoetst op een bestaande productiemal. gebruiker(s) ECN, Petten / PIM-Tech BV, Apeldoorn / D. de Kat BV, Velp / Formatec Technical Ceramics BV, Goirle / Corus Staal BV, IJmuiden / ITB Precisietechniek, Boxtel
DCT.4895
BBB projectleider
Large-scale horizontal sediment segregation in estuaries and tidal lagoons
Prof.dr.ir. H.J. de Vriend
totale toewijzing in k€
207,40
DE L.4938
Smart windmeter design
B CA projectleider
Prof.dr.ir. J.H. Huijsing totale toewijzing in k€ 483,97 Licentie: Technische Universiteit Delft; Philips Semiconductors Inc. k€ 20,00
contracten inkomsten in
doelstelling Doel van het onderzoek is het inzicht te vergroten in de mechanismen
doelstelling Binnen een eerder STW-project is een smart windsensor op chip
die optreden bij grootschalige horizontale sedimentsegregratie in estuaria en getijdebekkens. Bij getij en rivierafvoer wordt zand en slib getransporteerd, waarbij de grootte en richting afhangen van korrelgrootte en cohesief gedrag van de sedimentfracties. Hierdoor ontstaat ruimtelijke variatie in de bodemsamenstelling, ook wel segregratie genoemd.
ontwikkeld. Deze sensor werkt goed en wordt toegepast in een commercieel product van Mierij Meteo BV. Nadeel was dat elektronica en sensorfunctie niet waren geïntegreerd. Hieraan werd in dit project gewerkt. De uitdaging was om door integratie van beide delen geen verstoring van de sensorwerking te krijgen door warmteafgifte en beïnvloeding van de elektronica door condities van de buitenlucht. Ook werd onderzocht of het mogelijk is een zelftestfunctie te realiseren en hoe bij afwijkingen kan worden bijgestuurd.
resultaat na 5 jaar Het onderzoek heeft een goed gedocumenteerd zand-slib
model opgeleverd, dat is toegepast op een geïdealiseerd getijdebekken. Met het model is een case-studie verricht naar de morfologische ontwikkeling van het Friesche Zeegat na afsluiting van de Lauwerszee in 1969. Van het model wordt thans gebruik gemaakt in een vervolgstudie naar de eco-morfologie van estuaria en getijdenbekkens (STW-project DCB.6334) dat in 2004 van start is gegaan. gebruiker(s) DHV Milieu & Infrastructuur BV, Amersfoort / RIZA, Dordrecht / WL - Delft Hydraulics, Delft / NIOO-CEMO, Yerseke / ProSes, Bergen op Zoom / TNO-NITG, Utrecht
resultaat na 5 jaar Een nieuwe commerciële sensor is ontwikkeld. Door het gebruik
van geavanceerde processen is veel meer functionaliteit op de chip gebracht. Vooral van belang is dat de nieuwe chip veel makkelijker te kalibreren is. Dat levert grote voordelen op bij de productie van de chip. Kalibreren is binnen een industrieel proces een duur onderdeel. Mierij Meteo BV is ook hier de gebruiker van de nieuwe chip. Een contract over het gebruik van de kennis wordt op dit moment opgesteld. De invloed van waterdruppels is nog te onvoorspelbaar en correcties hiervoor zijn nog niet in de chip geïntegreerd. gebruiker(s) KNMI, De Bilt / Mierij Meteo BV, De Bilt / Xensor Integration BV, Delft
PROF.DR.IR. C.W.E. VAN EIJK
Op zoek naar steeds efficiëntere detectie van straling project DRI.4627
Al ruim vijftien jaar is de onderzoeksgroep van prof.dr.ir.
De materialen waarmee straling kan worden gemeten,
Carel van Eijk op zoek naar materialen en stoffen waarmee
heten scintillatoren. Wat formeler gesteld: het zijn kristal-
zij straling kunnen ontdekken en meten. Onder meer in
len die ioniserende straling omzetten in licht. Scintillatoren
de medische sector, industrie en wetenschap wordt met
zenden dus licht uit onder invloed van straling. Het kan
straling gewerkt. Het onderzoek is dan ook van groot
gaan om röntgenstraling, radioactieve gammastraling of
maatschappelijk belang. Immers, wanneer we weten waar
neutronen. De uitdaging is telkens een materiaal of stof te
straling zich voordoet en wat voor soort straling het is,
vinden die de detectie van straling efficiënter maakt.
kunnen we straling op passende wijze toepassen en ons ertegen beschermen.
| DR I.4627
Energieoplossend vermogen
schappen hoort. “We beoordelen efficiëntie onder andere op responsiesnelheid, hoeveelheid van licht en op het
“In een reeks onderzoeken, waaronder een aantal STW-
energieoplossend vermogen. Bij de responsietijd hebben
projecten, zijn we steeds op zoek geweest naar een
we het inmiddels bijvoorbeeld over 10 nanoseconden.
hogere mate van efficiëntie van scintillatoren”, zegt
Zulke snelle, en tegelijkertijd intense lichtflitsen konden
Van Eijk die al ruim veertig jaar aan de TU Delft
we vroeger niet vinden, maar tegenwoordig wel.”
verbonden is. Hij staat aan het hoofd van de sectie Radiation Detection & Matter, die tot voor kort onder
“Aan de universiteit hebben wij voor onderzoek aan een
het Interfacultair Reactor Instituut ressorteerde en sinds
korreltje van een bepaalde stof genoeg, maar de industrie
1 januari 2005 bij de faculteit Technische Natuurweten-
heeft pas belangstelling als zij grote blokken kan maken.
83
84
utilisatieraport 2005
| DRI.4627
De samenwerking met andere partijen is dan ook nood-
In de serie STW-projecten die onder Van Eijks leiding zijn
zakelijk. Zo levert de universiteit van Bern ons de stukjes
uitgevoerd, is lanthaanchloride, waaraan kleine hoeveel-
kristal voor onderzoek en produceert het Franse bedrijf
heden cerium zijn toegevoegd, naar voren gekomen als
Saint-Gobain Crystals and Detectors in het groot.
materiaal met een zeer goed energieoplossend vermogen.
Gezamenlijk zijn we dermate succesvol dat we inmiddels
In een iets later stadium bleek lanthaanbromide nog betere
zes internationale patenten hebben verworven, mede met
eigenschappen te hebben. Wereldwijd durft Van Eijk
de praktische steun van STW. De uiteindelijke opbrengsten
de stelling aan dat er tot op heden geen scintillator is
hiervan voor Saint-Gobain vloeien gedeeltelijk via STW
gevonden met een betere energieresolutie. Het onderzoek
naar ons terug. Zo hebben we door de jaren heen een inter-
klinkt eenvoudig, maar is uiterst gecompliceerd. Van Eijk:
nationale positie weten op te bouwen die uniek is”, zegt
“Het is fundamenteel onderzoek waarin we de eigenschap-
Van Eijk. “Nu Saint-Gobain tot productie heeft besloten
pen van stoffen bestuderen. Fluoriden, chloriden, bromiden
van enkele scintillatoren, is onze rol wat deze materialen
en jodiden hebben we onderzocht. Punt van belang daarbij
betreft naast verder onderzoek ook nameten of de proto-
is dat het stoffen moeten zijn waaraan je gemakkelijk
typen van de grote detectoren dezelfde resultaten leveren
cerium kunt toevoegen, omdat dit ion efficiënt scintillatie-
als wij in onze onderzoeken aan kleine kristallen hebben
licht kan produceren. Lanthaanverbindingen zijn hiervoor
gevonden. Dat blijkt in grote mate het geval te zijn!”
zeer geschikt.
Dosimetrie
Naar Mercurius
Een ander bedrijf dat lange tijd geïnteresseerd is geweest in de onderzoeken van Van Eijk, die in de onderzoeken
Het onderzoek aan LaCl3(Ce) en LaBr3(Ce) zal over naar schatting twee tot drie jaar vervolmaakt zijn. Van Eijk:
universitair hoofddocent dr.ir. Pieter Dorenbos aan zijn
“Met deze nieuwe materialen worden ook weer nieuwe
zijde vindt, is Afga Gevaert. Het ging Agfa om de mogelijk-
toepassingen van scintillatoren mogelijk. Zo is er in de
heid energie van straling op te slaan in een kristal.
Verenigde Staten belangstelling om radioactief afval te
Als het kristal een paar dagen later wordt verwarmd of er
analyseren en denkt ESTEC aan het gebruik van LaBr3(Ce)
met licht van een bepaalde golflengte op wordt gestraald,
in een missie naar de planeet Mercurius.”
komt de energie alsnog vrij in de vorm van licht van een andere golflengte. De aldus verkregen informatie is te gebruiken voor stralingsdosimetrie. Indien de kristallen tot poeder worden vermalen en dit poeder wordt gemengd met een plastic bindmiddel en vervolgens wordt verwerkt tot een dunne plaat kunnen hiermee röntgenafbeeldingen worden gemaakt. In bijna alle ziekenhuizen wordt op de röntgenafdelingen van deze zogenaamde opslagfosforplaten gebruik gemaakt. Door dit soort moderne ontwikkelingen verdwijnt de klassieke röntgenfotografische plaat langzaamaan uit het ziekenhuis.
85
projecten 1999
Nieuwe Strategie voor Acquisitie/ Reconstructie van Dynamische MRI
DTN.4967
B BA projectleider
Dr.ir. D. van Ormondt
totale toewijzing in k€
179,01
DSF.4996
BAA projectleider
Theoretical and experimental study of the fluid-particles interaction on the turbulence in dispersed fluid-particles flows
Prof.dr.ir. G. Ooms
totale toewijzing in k€
303,15
doelstelling De aanvraag betreft snel MRI-scannen van dynamische processen
doelstelling Turbulente gedispergeerde tweefasen stromingen zijn alom tegen-
in patiënten, zoals hartslag, hersenactiviteit, boluspassage en contractmiddelopname. Doel van het onderzoek is het verhogen van de tijdresolutie.
woordig in zowel industrie als natuur. Wanneer het gedrag van dit type stromingen voorspeld kan worden (door numerieke of theoretische modellen) dan zal dit van belang zijn voor vele vakgebieden. Door een gebrek aan experimentele data kunnen de numerieke en theoretische resultaten echter moeilijk gevalideerd worden. Het belangrijkste doel van dit onderzoek was dan ook het genereren van experimentele data om dit hiaat te vullen.
resultaat na 5 jaar Een verbeterde meetstrategie voor Contrast Enhanced Magnetic
Resonance Angiography (CE-MRA) is ontwikkeld. De methode is in een computerprogramma geïnstalleerd, waarbij men erin is geslaagd de rekensnelheid op het gewenste hoge niveau te brengen. Het onderzoek is in nauwe samenwerking met Philips Medial Systems (PMS) uitgevoerd.
resultaat na 5 jaar Een experimentele opstelling is gebouwd en daarna gebruikt
om met behulp van geavanceerde meettechnieken de invloed van kleine vaste deeltjes op de turbulente stroming van een vloeistof te onderzoeken. Uit de metingen bleek onder meer dat het genereren van turbulentie door het uitzakken van de deeltjes een belangrijke rol in het gedrag van een gedispergeerde tweefasen stroming kan spelen. Een theoretisch model is ontwikkeld om het gedrag van zo’n stroming te beschrijven en te voorspellen. gebruiker(s) WL - Delft Hydraulics, Delft / Shell SIEP BV, Rijswijk / TNO Industrie en Techniek, Delft / DSM Research BV, Geleen / Akzo Nobel Chemicals BV, Arnhem
| Instelling
ETN.3726
E_
ACA
technische universiteit eindhoven
projectleider
Plasma modification of nanostructures on catalytic surfaces
Prof.dr.ir. G.M.W. Kroesen
totale toewijzing in k€
359,29
doelstelling Kijken naar de vorming van stofdeeltjes in een plasma, naar het
neerslaan van die stofdeeltjes op een oppervlak, en naar mogelijkheden om daarmee verbeterde eigenschappen van dat oppervlak te realiseren. resultaat na 5 jaar Er zijn verschillende richtingen geëxploreerd. De meest
veelbelovende daarvan, namelijk het inbouwen van silicium-kristallen in een dunne laag van amorf silicium, is verder uitgewerkt. Daarmee bleek het mogelijk duidelijk betere zonnecellen te maken. Er werd besloten te stoppen met ontwikkeling gericht op katalyse omdat de throughput te gering bleek. Als vervolg op dit onderzoek is een Europees KP5-project uitgevoerd, waarvan prof. Kroesen coördinator was. Hierin deed ook Akzo nobel mee, dat inmiddels de technologie gebruikt voor de productie van zonnecellen op plasticfolie. Deze zijn nu in het stadium van prototyping.
86
utilisatierapport 2005
ETF.4449
B CB projectleider k€
De applicatieverbreding van een modulair plasma-simulatiemodel; Modelberekeningen aan plasma-dynamiek getoetst met TL metingen
Dr. J.J.A.M. van der Mullen
totale toewijzing in k€
193,36
inkomsten in
EST.4601
AAA projectleider
Methode bestudering oppervlaktereactiviteit van katalytisch relevante oxides en sulfides
Prof.dr. J.W. Niemantsverdriet
totale toewijzing in k€
319,52
72,57
doelstelling In dit project zal een numeriek model te ontwikkelen worden waar-
doelstelling Ontwikkeling van methode om katalysatoren op vlakke modeldragers
mee fluorescentielampen gemodelleerd kunnen worden. Dit is een grote groep lampen die familie is van de bekende TL-buis. Het streven daarbij is om het model volledig te baseren op bekende elementaire fysische processen en mechanismen. De TL-buis is een dankbaar object voor modelstudies, omdat bij Philips een schat aan experimentele resultaten en empirische inzichten voorhanden is. Bij de constructie van het TL-model zal gebruik gemaakt worden van het ontwikkelingsplatform PLASIMO.
te kunnen onderzoeken op katalytische gedrag, zodat reactiviteit te koppelen valt aan de optimale karakteriseringsmogelijkheden die deze modelsystemen bieden. Demonstratie van mogelijkheden op sulfides voor ontzwaveling, oxides voor polymerisatiereacties en metalenoppervlakken als generiek model voor katalysatoren. resultaat na 5 jaar a) Methode toegepast op ontzwavelingskatalysatoren (CoMo,
resultaat na 5 jaar Het PLASIMO plasma-simulatieprogramma is uitgebreid met nieuwe fysische modellen waarmee het gedrag van een TL-lamp kan worden beschreven en gemodelleerd. Het numerieke model is dermate gebruikersvriendelijk dat het binnen Philips gebruikt kan worden, maar tot concrete overdracht van de software is het nog niet gekomen. De resultaten hebben wel geleid tot nieuwe derde geldstroom projecten van Philips. Recentelijk is ook een nieuw STW-project gefinancierd dat wordt gesteund door Philips. Het betreft project ETF.6093 ‘Transport phenomena in high-pressure plasmas of complex chemical composition; numerical simulation and experimental validation’.
NiMo, CoW, en NiW), geoptimaliseerd en toegepast op polimerisatiekatalysator. Verder ontwikkeld tot het ontrafelen van de kinetiek van thiopheen ontzwaveling op NiMoS katalysatoren. Polimerisatiewerk is vervolgd in een nieuw STW- én een DPI-project. b) Vibratiespectroscopie op metallische oppervlakken met HREELS ontwikkeld; experimentele resultaten verklaard met computational chemistry. Combinatie van vibratiespectroscopie en computational chemistry (Monte Carlo en DFT) toegepast op adsorbaat-adsorbaat interacties. c) Spectrometer voor fundamenteel onderzoek ingezet bij onderzoek naar katalytische eigenschappen van goudoppervlakken. Diverse spin off activiteiten en samenwerkingen met Indian Institute of Chemical Technology in Hyderabad, Institute of Chemical Engineering Sciences in Singapore en met SASOL (laatste gebruikt methodieken veel).
gebruiker(s) Berson UV-Techniek, Nuenen / Philips Lighting BV, Eindhoven / RWTH Aachen, Aachen
gebruiker(s) KEMA Nederland BV, Arnhem / Shell International Oil Products BV, Amsterdam / DSM Centraal Laboratorium, Geleen
E E L.4643
A00 projectleider
Applications of the context-tree weighting method
Dr.ir. F.M.J. Willems
totale toewijzing in k€
191,25
E BW.4782
BBB projectleider k€
Nauwkeurige en inzichtelijke rekenregels voor de toepassing van platen uit geprofileerde dunne staalplaat
Dr.ir. M.C.M. B akker
totale toewijzing in k€
175,71
inkomsten in
6,00
doelstelling Het bepalen van datastructuren, in het bijzonder Bayesiaanse
doelstelling Platen uit koudgevormde, dunne staalplaten zijn bij uitstek geschikt
netstructuren, door analyse van Minimum Description Lenght (MDL) datacompactie. De uitdaging die men zich gesteld heeft is om concreet het amazon.com probleem (collaborative filtering) op te lossen.
voor duurzaam bouwen. Daar waar deze platen ondersteund worden ontstaan belastingen waaraan een plaat kan bezwijken. De huidige rekenregel die dit bezwijken voorspelt, is zeer onnauwkeurig, waardoor de toepassing van de platen wordt belemmerd. Doel van het project is het ontwikkelen van betere en inzichtelijkere rekenregels.
resultaat na 5 jaar Door ziekte van de promovendus is het project na de eerste gebruikerscommissievergadering stil komen te vallen en vervolgens gestopt. De onderzoeksdoelstellingen zijn niet gehaald. gebruiker(s) Katholieke Universiteit Leuven, Heverlee / Philips Research,
Eindhoven / TNO Informatie- en Communicatietechnologie, Delft / TNO Informatie- en Communicatietechnologie, Groningen
resultaat na 5 jaar Er is inzicht verkregen in het gedrag van geprofileerde platen
bij tussensteunpunten. Mechanische modellen om dit gedrag te beschrijven en eindige-elementenmodellen om dit gedrag te simuleren werden ontwikkeld en getoetst aan goed gedocumenteerde proefresultaten. De onderzoeker is gevraagd voor het Europese onderzoeksprogramma ‘Coldinno’ de ontwikkelde ontwerpmodellen te implementeren in de Eurocode 3, de Europese ontwerpnormen. In de praktijk worden de resultaten gebruikt voor het bestrijden van vormfouten in profielen die worden gerolvormd. Vervolgonderzoek is gehonoreerd als ASPASIA-project. gebruiker(s) TNO Ruimte en Infrastructuur, Delft / Corus Staal BV, IJmuiden / Fabriek van Plaatwerken Van Dam BV, Ridderkerk / Gemeente Haarlem, Haarlem / SAB-Profiel BV, IJsselstein
87
projecten 1999
EST.4863
B BA
H2-selectieve gasscheidingsmembranen vervaardigd met microsysteemtechnologie en toepassing hiervan in de chemische industrie
Spin polarized tunneling for sensor and memory device options
ETF.4899
B BA
projectleider
Prof.dr.ir. J.T.F. Keurentjes totale toewijzing in k€ 737,09 contracten Bijdrage: DSM Research BV Bijdrage: Technische Universiteit Eindhoven; ABB Lummus Global Inc. inkomsten in k€ 74,89
projectleider
doelstelling Het doel was de ontwikkeling van gasscheidingsmembranen geba-
doelstelling Magnetische tunnel juncties zijn nieuwe nanotechnologische materialen
seerd op microsysteemtechnologie. Hiermee kan waterstof selectief worden verwijderd uit een reactiemengsel. Er is experimenteel vastgesteld dat zeer hoge waterstoffluxen en een hoge selectiviteit kunnen worden gehaald.
waarvan de weerstand sterk afhangt van een aangebracht magnetisch veld. Dit biedt uitstekende toepassingsmogelijkheden, bijvoorbeeld in een nieuw type vastestof geheugen, de zogeheten MRAM (magnetic random access memory). Doel is het fabriceren en bestuderen van generieke (gelaagde) tunnelstructuren, met name om het magnetische en elektrische gedrag te optimaliseren en inzicht te krijgen in de onderliggende fysische mechanismen van het spingepolariseerde transport.
resultaat na 5 jaar Membranen zonder beschadigingen zijn gemaakt. Deze kunnen
stabiel worden toegepast tot een procestemperatuur van 600°C. Verder zijn verkennende gasscheidingen uitgevoerd om zuurstof selectief te verwijderen. De ontwikkelde productiemethoden voor de gasscheidingsmembranen zijn interessant voor Aquamarijn en eindgebruikers, voor mogelijke toepassing op grote schaal: ABB Lummus en DSM. Op basis van geschatte productiekosten voor grote schaal applicaties zijn ook ‘multi-wafer modules’ onderzocht. Gekeken is naar minimalisering van de drukval en optimalisatie van de stofoverdracht. Om toepassing in de praktijk (dehydrogeneringsprocessen) te toetsen is gekeken naar de invloed van methaan, koolwaterstoffen, koolmonoxide kooldioxide en water op de membraaneigenschappen. Hier konden geen nadelige effecten worden aangetoond. De veelbelovende resultaten hebben nog niet geleid tot een directe toepassing, echter de route is uitgezet. gebruiker(s) Aquamarijn Microfiltration BV, Zutphen / ABB Lummus Global Inc., Bloomfield / DSM Research BV, Geleen / ABB Lummus Global BV, Den Haag
E E L.4921
Transparante audio-communicatie
BAA projectleider
Dr.ir. P.C.W. Sommen totale toewijzing in k€ 3 9 4,42 contracten Samenwerking onderzoek: Technische Universiteit Eindhoven; Philips Research
doelstelling Doel is een prototype te realiseren van een audiosysteem waarmee
het mogelijk is om gebruikers, die fysiek in verschillende ruimtes zijn, onderling te laten communiceren alsof ze zich in één en dezelfde ruimte bevinden. Voor deze probleemstelling is onderzoek naar nieuwe algoritmes nodig voor het onderdrukken van echo, nagalm, ruis en andere ongewenste signalen die de spraakverstaanbaarheid negatief beïnvloeden. Binnen het STW-project ligt hierbij de nadruk op het onderdrukkken van nagalm. resultaat na 5 jaar Door het wegvallen van de oorspronkelijk aangestelde
promovendus heeft het project een vertraagde herstart gekend. Met financiële steun van Philips en een nieuwe promovendus zal het project nu in 2006 eindigen. Inmiddels is een meerkanaals ontgalmingsalgoritme ontwikkeld, dat onder andere gebruikt kan worden als preprocessor voor een spraakherkenner. Het algoritme is gebaseerd op een statistisch model. Aan verbetering van het model wordt thans nog gewerkt. gebruiker(s) TNO Defensie en Veiligheid, Den Haag / Beltone Netherlands BV,
Eindhoven / NFRA, Dwingeloo / Philips Research, Eindhoven / Prodrive BV, Eindhoven / TalkingHome, Enschede
Prof.dr.ir. W.J.M. de Jonge
totale toewijzing in k€
613,33
resultaat na 5 jaar Er zijn fundamentele fysische inzichten verkregen betreffende
de rol van verschillende (nano)lagen voor de magnetoweerstand in magnetische tunnel juncties. Exemplarisch is het toevoegen van zogeheten ‘dusting’ lagen waarmee aangetoond is dat het grensvlak tussen de magnetische lagen en de isolerende tussenlaag van cruciale betekenis is voor het spingepolariseerde transport. Dit is van groot belang voor het ontwerpen van magnetische tunnel juncties die geschikt zijn voor toepassingen in sensoren of MRAM. Daarnaast is er inleidend onderzoek gedaan naar alternatieve materialen (halfgeleidend, organisch) om te komen tot verbeterde of nieuwe functionaliteit in industriële ‘next-generation’ applicaties. gebruiker(s) MEC, Leuven / Philips Research, Eindhoven / Forschungszentrum Jülich GmbH, Jülich
| Instelling
F_
FOM instituten
88
utilisatierapport 2005
FAM.4888
BAA projectleider
An electron-accelerator-based table-top soft X-ray source
Dr.ir. J. Verhoeven
totale toewijzing in k€
498,75
inkomsten in k€
| Instelling
G _ rijks-
universiteit groningen
45,38
doelstelling Een nieuwe compacte zachte-röntgenbron als alternatief voor een
laser plasma zal worden onderzocht. Op dit moment is een laser plasma de enige stralingsbron voor Extreem UV lithografie bij 13,5 nm en voor röntgen microscopie in het ‘water-window’ bij 2-4,4 nm. De nieuwe compacte bron is gebaseerd op het uitzenden van Cherenkovstraling als een bundel relativistische elektronen door een dun folie wordt gestuurd. Het onderzoek zal zich concentreren op verificatie en optimalisatie van de stralingsopbrengst en de ontwikkeling van verbeterde multilaag reflectie coatings. resultaat na 5 jaar Voor het eerst is aangetoond dat met siliciumfolie en een relativistische elektronenbundel Cherenkovstraling kan worden opgewekt. De stralingsintensiteit blijkt echter niet voldoende voor EUV lithografie toepassingen. De resultaten bieden wel perspectief voor toepassingen bij röntgenmicroscopie en bij röntgenspectroscopie. Deze laatste techniek wordt veel gebruikt om de chemische samenstelling van oppervlakken en dunne lagen te bepalen. Vanuit het buitenland is interesse getoond voor samenwerking met de groep in Eindhoven. gebruiker(s) SRON, Utrecht / PANalytical BV, Almelo / TNO Industrie en Techniek, Delft / Philips Research, Eindhoven
GG N.4680
ABA projectleider
Intravenous biosensor systems for the continuous biochemical monitoring of heart or brain damage
Prof.dr. J. Korf
totale toewijzing in k€
419,26
G B I.4707
B CA
Sexual PCR for in vitro evolution of beta-lactam acylases
projectleider
Prof.dr. W.J. Quax totale toewijzing in k€ 410,19 contracten Optie: DSM NV; RUG octrooien PCT.04/000850 Glutaryl amidases and their uses (Cephalosporine acylase) EU.04076377.3 Cephalosporine acylase II (Glutaryl amidases and their uses) EU.04077894.6 Glutaryl amidases and their uses (Cephalosporine acylase) inkomsten in k€ 6,70
doelstelling Ontwikkelen van sensorsystemen voor monitoren van hersen-
doelstelling Er zijn twee belangrijke groepen antibiotica: penicillines en
en hartschade voor klinische toepassingen. Merkers in bloed kunnen zeer bruikbaar zijn om aard, omvang en beloop van orgaanschade en effectiviteit van therapeutische interventies vast te stellen. Ons bleek, dat de lekkage van herseneiwitten maar niet die van harteiwitten te traag is voor aanvullende diagnostiek.
cefalosporines. Voor het bereiden van antibiotica worden de door specifieke schimmels geproduceerde stoffen omgezet tot antibiotica. Voor penicillines is een efficiënte omzettingswijze met behulp van enzymen bekend. Voor cefalosporines is de omzetting nog zeer bewerkelijk en zou door het vinden van het juiste enzym kunnen worden vergemakkelijkt. In dit project is hier onderzoek naar gedaan.
resultaat na 5 jaar Een ultrafiltratie techniek voor bloed werd ontwikkeld om
zonder bloedverlies continu te kunnen meten (onder meer bij baby’s). Een sensor voor een harteiwit, toepasbaar bij dreigend hartinfarct, werd ontworpen en gemaakt en met succes met een concurrerende sensor vergeleken. Bruikbaar voor hersenschade was onze melkzuursensor. We ontwikkelden glucose en melkzuur sensoren voor celsuspensies en stelden vast dat een zenuwcel 2 miljoen moleculen glucose per minuut verbruikt. Het project heeft 15 publicaties en 2 promoties opgeleverd. Er lopen afspraken voor klinische toepassingen van onze sensorsystemen. gebruiker(s) Medtronic Bakken Research Center BV, Maastricht / Applikon Biotechnology BV, Schiedam / Hycult Biotechnology, Uden / AZ Maastricht
resultaat na 5 jaar Er zijn sterk verbeterde enzymen voor de omzetting van de
door schimmels geproduceerde stoffen tot cefalosporines gevonden. Deze enzymen kunnen worden gebruikt voor een kosteneffectieve, efficiënte en milieuvriendelijke productie van deze antibiotica. Ook het werkingsmechanisme van de enzymen is uitgediept, waardoor het eenvoudiger is de enzymen voor de verschillende cefalosporines nog te verbeteren. Daarnaast is er een nieuwe manier gevonden om gebruik te maken van de zwakke punten van de ziekteverwekkers zelf. Deze kennis kan worden gebruikt om infecties bij mensen met een verzwakt immuunsysteem te bestrijden. Onderhandelingen met gebruikers over de octrooien loopt. gebruiker(s) DSM Anti-Infectives, Delft / DSM Research BV, Geleen / DSM Bakery Ingrediënts BV, Delft
89
projecten 1999
GG N.4757
AAA projectleider
A liposome-based cell-specific in vivo drug and gene delivery system targeted to hepatic endothelial cells
Prof.dr. G.L. Scherphof
totale toewijzing in k€
418,84
G B I.4842
CAA
Ocular and extra-ocular effects of light on the human circadian system: towards treatment and prevention of circadian disorders
projectleider
Dr. D.G.M. Beersma totale toewijzing in k€ 562,30 contracten Optie: Philips Domestic Appliances and Personal Care inkomsten in k€ 45,38
doelstelling De doelstelling van het project was de ontwikkeling van een
doelstelling Is er een verband te leggen tussen de biologische klok (BKL) en
cel-specifiek, op lipiden gebaseerd, in vivo afgiftesysteem voor nucleïnezuren zoals DNA en antisense oligonucleotiden.
winterdepressie? In het leven van dieren speelt de BKL een belangrijke rol. Onderzoeksvragen: 1) Geeft de BKL bij mensen ook de tijd van het jaar aan? Met andere woorden is de BKL ook voor mensen relevant voor hun functioneren? 2) Kun je de BKL verzetten door mensen bloot te stellen aan extra-oculair (op de huid) licht? De opzet van het onderzoek met mensen is dubbelblind.
resultaat na 5 jaar Twee afgifte systemen zijn geproduceerd en in vivo getest
met als target de scavenger receptor op de sinusoïdale leverendotheelcel. De productie van de ‘stabilized antisense lipid particles’ bleek eenvoudiger en beter reproduceerbaar dan die van de ‘coated cationic lipoplexes’. De resultaten wat betreft biologische activiteit (gen suppressie respectievelijk gen expressie) zijn zeer bescheiden. Met de oorspronkelijke target cel, de leverendotheelcel, kon geen positief antisense effect of genexpressie worden vastgesteld. Met een ander celtype werd echter een significant remmend effect gemeten op ICAM-1 expressie. Ook de targeting van een plasmid DNA (luciferase gen) naar de leverparenchymcellen (hepatocyten) was wat afgifte van het gen betreft succesvol. gebruiker(s) Yamanouchi Europe BV, Leiderdorp / ISIS Pharmaceuticals, Carlsbad / OctoPlus BV, Leiden / Academisch Medisch Centrum Amsterdam
GG N.4878
ACC
Ontwikkeling van een draagbare leverperfusiepomp
projectleider
Dr. G. Rakhorst totale toewijzing in k€ 695,44 contracten Bijdrage: SE Carburos Metálicos SA; Letter of intent: Rijksuniversiteit Groningen octrooien PCT.04/000539 Draagbare preservatie-inrichting voor een donororgaan (leverperfusie pomp). inkomsten in k€ 51,39
resultaat na 5 jaar Het onderzoek was ingebed in een breed onderzoek naar
effecten van stoornissen in de BKL. De rol van de BKL bij winterdepressies kon niet worden aangetoond. Extra-oculair licht (beschijnen knieholtes van proefpersonen - huid is daar dun) geeft geen enkel effect. Bij bestraling van de binnenste ooghoeken werd wel een effect gevonden op het melathoninegehalte in het speeksel. Dit was niet het geval bij bestraling van de buitenste ooghoeken. (Melathonine is een lichaamseigen stof die in relatie staat tot vermoeidheid/BKL.) De vraag is of er specifieke lichtreceptoren (golflengte) betrokken zijn. Er zijn indicaties dat blauw licht positieve effecten geeft. Veel basiskennis was van belang voor Philips. gebruiker(s) Philips Lighting BV, Eindhoven / Universitair Medisch Centrum Groningen / Philips DAP, Groningen
GTF.4901
B BA projectleider in k€
A mesoscopic materials approach to adhesion
Prof.dr. J.Th.M. De Hosson
totale toewijzing in k€
1.255,09
inkomsten
90,76
doelstelling Doel van het onderzoek is het ontwikkelen van een draagbaar
doelstelling De studie van dunne beschermende coatings is een belangrijk onder-
hypotherm leverperfusiesysteem waarmee donororganen getransporteerd en gepreserveerd kunnen worden, teneinde de viabiliteit van deze organen te optimaliseren.
zoeksonderwerp in de industrie. Toepassingen van coatings, composieten en multilaagsystemen zijn onder andere te vinden in de lucht- en ruimtevaart-industrie, de verpakkingsindustrie en bij de fabricage van auto’s en elektronica. Ondanks het grote technologische belang is adhesie één van de slechtst begrepen eigenschappen. Doel van dit project is het ontwikkelen van technieken, methoden en modellen voor de bestudering van adhesie van coatings aan een substraat.
resultaat na 5 jaar Het onderzoek heeft geleid tot een functioneel prototype
waarmee varkenslevers 24 uur gepreserveerd kunnen worden en de oprichting van een bedrijf (Organ Assist) aan wie na afloop van het project een BioPartner First Stage Grant is toegekend. Daarnaast is er inzicht verkregen in het effect van pompdruk en pompflow op endotheel en levercellen, de noodzaak van zuurstofvoorziening, chirurgische technieken om ratten en varkenslevers te extirperen en op de machine aan te sluiten, het aansturen van geminiaturiseerde pompsystemen (ratten dual isolated perfused liver systems) en klinisch toepasbare pompsystemen. gebruiker(s) Datascope BV, Hoevelaken / Academisch Medisch Centrum Amsterdam / Universitair Medisch Centrum Groningen / Eurotransplant, Leiden / Medtronic Bakken Research Center BV, Maastricht / MEDOS Medizintechnik AG, Stolberg
resultaat na 5 jaar Het project heeft verschillende technieken opgeleverd
waarmee adhesie en delaminatie kan worden bestudeerd. Zo is een apparaat ontwikkeld voor pull-off tests met metaal-coatings. Hiermee zijn zeer nauwkeurige metingen mogelijk. Voor onderzoek naar de eigenschappen van polymeercoatings is een methode ontwikkeld die gebruik maakt van laser-geïnduceerde delaminatie. Bij het IRI in Delft zijn meettechnieken ontwikkeld die gebruik maken van bestraling met positronen. Hiermee kan het effect van porositeit op adhesie worden bestudeerd. De ontwikkelde technieken zijn nog niet overgenomen door bedrijven. Het onderzoek loopt nog tot augustus 2006. gebruiker(s) TNO Industrie en Techniek, Eindhoven / Philips Research, Eindhoven / Océ-Technologies BV, Venlo / Corus Research, Development & Technology, IJmuiden / SenterNovem, Den Haag
90
utilisatierapport 2005
GCH.4919
CCA
Development of molecular screening methods for obtaining novel industrial biocatalysts
G B C.4983
AAA
Diatom silicon biomineralization as an inspirational source of new approaches to silica production
projectleider
Prof.dr. D.B. Janssen totale toewijzing in k€ 324,27 contracten Bijdrage: Quest International Nederland BV Bijdrage: DSM Research BV octrooien EU.03076828.7 Penicillin acylase inkomsten in k€ 87,36
projectleider
doelstelling Het ontwikkelen van nieuwe biokatalysatoren voor de fijnchemische
doelstelling Diatomeeën zijn micro-algen met een celwand van kiezel. De bouw
industrie met behulp van een innovatieve methode (envorionmental gene libraries).
daarvan vertoont overeenkomsten met kunstmatige silica’s en zeolieten die zijn ontwikkeld voor industriële toepassingen (in bijvoorbeeld chips en waspoeders). Er wordt onderzocht hoe silicavorming in cellen tot stand komt: er zijn tienduizenden soorten diatomeeën, elk met een geheel eigen structuur, terwijl het aantal kunstmatig geproduceerde silica’s zeer beperkt is. Nabootsen van de natuur (‘biomimicking’) is dan ook een erg aantrekkelijke optie; vooral de processen die leiden tot de enorme variatie in poriepatronen zijn doel van dit onderzoek.
resultaat na 5 jaar Het project is slechts deels geslaagd. Er is een geoptimaliseerd protocol opgesteld voor het maken van environmental gene banks. Deze banken zijn gescreend op (penicilline) amidase en glucovanilline glucosidase/ hydrolase activiteit. Een nieuwe amidase activiteit is geïsoleerd en gekarakteriseerd. Deze is in samenwerking met DSM op een groot aantal verbindingen getest en lijkt goed bruikbaar. Een patent met betrekking tot dit enzym is daarom door DSM ingediend. Eind 2004 heeft DSM vanwege commerciële redenen afgezien van een verder vervolg van het patent. De isolatie van glucovanilline hydrolases stuitte op problemen. Het lijkt niet goed mogelijk een verbeterd hydrolase te isoleren door environmental gene libraries te gebruiken. De selectiemethode leverde vaak genen op die groeide op het selectiesubstraat vanwege een andere reden dan een verbeterde hydrolase activiteit. De ontwikkelde gene libraries worden door de onderzoeksgroep en DSM ingezet in het kader van andere projecten in eigen beheer of bijvoorbeeld in het BSIK-programma ‘B-Basic’. gebruiker(s) DSM Anti-Infectives, Delft / DSM Research BV, Geleen / Quest International Nederland BV, Bussum
G PC.5206
B BA
Dutch Resolution: The Family Approach to the Resolution of Racemates
projectleider
P r o f . d r. R . M . Ke l l o g g tot ale toewijzing in k€ 6 1 0 , 6 8 octrooien E U.97203262.7 Process for the separation of a mixture of enantiomers inkomsten in k€ 45,50
doelstelling In 1998 is een nieuwe methode ontdekt om racemische mengsels
van chirale verbindingen te scheiden door de vorming van diastereomere zouten: Dutch Resolution. Bij deze methode wordt in plaats van één chiraal splitsingsmiddel een familie van splitsingsmiddelen toegevoegd. Doel van het project is om de Dutch Resolution methode beter te begrijpen en de toepassingsmogelijkheden te verruimen. resultaat na 5 jaar Het belangrijkste wetenschappelijke resultaat is het inzicht dat het mechanisme achter Dutch Resolution waarschijnlijk niet in de thermodynamica van mengkristallen schuilt, maar juist in de remming van nucleatie en groei van kristallen. Het vinden en gebruiken van dergelijke remmers kan men Dutch Resolution van de tweede generatie noemen. Er zijn diverse families van splitsingsmiddelen gesynthetiseerd en onderzocht met een focus op stoffen die als nucleatie remmer werkzaam zijn. Deze resultaten spelen een grote rol in de toepassingen van de methode door de gebruikers. Van groot belang is ook het feit dat het familieconcept niet goed blijkt te werken voor inclusieverbindingen. Het project heeft de leidende positie van Nederland op het gebied van chirale verbindingen en chirale scheiding verder versterkt. gebruiker(s) DSM Research BV, Geleen / Syncom BV, Groningen
Dr. W.W.C. Gieskes
totale toewijzing in k€
539,20
resultaat na 5 jaar De samenwerking tussen biologen en chemici zorgde voor een
originele benadering van de problematiek. Diatomeestructuren zijn geanalyseerd met nieuwe technieken waarbij gebruik werd gemaakt van de synchrotrons van Daresbury en Grenoble. De interactie van eiwitten en silica op celniveau is gebruikt voor het ontwikkelen van nieuwe structuren die lijken op diatomee-frustules, op basis van eenvoudige polymeren die elk een ander silica-mineralisatiepatroon lieten zien. Er zijn holle bolletjes geproduceerd die van pas kunnen komen in ‘drug delivery’ na vullen met stoffen die langzaam in het lichaam vrij moeten komen. Kennis van enzymen die de herstructurering van silica induceren in cellen kan in principe gebruikt gaan worden voor de ontwikkeling van nano-etsen. gebruiker(s) NIOZ, Den Burg, Texel / Biomade Technology, Groningen
| Instelling
L_
universiteit leiden
91
projecten 1999
LG N.4508
CCC
Landmark detection in cardiovascular images using neural networks
projectleider
Prof.dr.ir. J.H.C. Reiber totale toewijzing in k€ 153,74 Bijdrage: Medis Medical Imaging Systems BV inkomsten in k€ 22,00
contracten
LG N.4654
CBA
The development of skin lipid membrane devices based on synthetic skin lipid mixtures
projectleider
Prof.dr. J.A. B ouwstra totale toewijzing in k€ 333,61 octrooien NL.1027178 Werkwijze voor het vormen van een lipidenmembraan dat gestapelde lipidenlagen omvat, alsmede een drager voorzien van een lipidenmembraan dat ... inkomsten in k€ 125,80
doelstelling Met verscheidene technieken zoals röntgen, UG en MRI kunnen
doelstelling In het bovenste laagje van de huid bevinden zich huidvetten (lipiden)
afbeeldingen van bloedruimten, zoals het linker ventrikel (kamer) van het hart, gemaakt worden. De contourdetectie daarvan, heeft diagnostische waarde. De snelheid en veelheid waarmee deze contouren verkregen en geanalyseerd moeten worden maken automatisering noodzakelijk. Mede met technieken die ontwikkeld zijn in STW-project LGN.2781 kunnen er goede resultaten behaald worden. Maar betere zijn nodig en het gebruik van zogenaamde landmarks, ‘vaste punten’, kan daarbij helpen. In dit project wordt bepaald welke beeldkenmerken gebruikt kunnen worden voor landmarkdetectie. Het eerste resultaat zal een softwarepakket zijn waarmee methodieken om in linkerventrikelangiogrammen contouren te bepalen, verbeterd kan worden.
die zeer belangrijk zijn voor de barrière functie van de huid. De lipiden vervullen deze rol, omdat ze een zeer uitzonderlijke dichte laagjesstructuur vormen. Omdat dierlijke huid in de Europese Unie na 2009 niet meer gebruikt mag worden voor het testen van kosmetische producten is het doel een lipidenmembraan te ontwerpen, dat de barrière functie van de huid nauwkeurig nabootst en dat dient voor transportstudies ter vervanging van dierlijke huid. resultaat na 5 jaar Door een speciale sproeimethode te ontwikkelen om synthetische
Medical Imaging Systems BV, die de module heeft geïntegreerd in een software product voor de kwantitatieve analyse van LV angiogrammen: QLV-CMS. Dit pakket wordt door Medis gedistribueerd. De resultaten van het project worden dus door een commerciële contractpartner geëxploiteerd, en de technologie wordt in de dagelijkse klinische praktijk toegepast.
huidlipiden op een poreus dragermateriaal aan te brengen bleek het mogelijk om de karakteristieke laagjesstructuur in de huid na te bootsen. Ook bleek uit transportstudies dat het lipidenmembraan zeer goed de barrièrefunctie van de huid nabootst. Hiermee zijn alle doelstellingen van het project gehaald. Tevens resulteerde het project in een patentaanvraag. In de toekomst wordt het aantal te testen stoffen voor transportstudies nog verder uitgebreid, om een volledig beeld te creëren voor de toepassing van deze lipidenmembranen. Tevens zullen er methoden ontwikkeld worden, om de membranen op grotere schaal te produceren. Het uiteindelijke doel is de membranen als vervanging voor dierlijke huid op de markt te brengen.
gebruiker(s) Medis Medical Imaging Systems BV, Leiden / Leids Universitair Medisch Centrum, Leiden
gebruiker(s) Erasmus Medisch Centrum Rotterdam / Philips Research, Eindhoven / Cosmoferm BV, Delft / Kinesis Holding BV, Breda
resultaat na 5 jaar De ontwikkelde softwaremodule is overgedragen aan Medis
LG N.4768
AAA projectleider
Parvovirus B19 virus-like particles as a carrier for the induction of T cell responses: application to human papillomavirus vaccine development
Prof.dr. W.J.M. Spaan
totale toewijzing in k€
447,40
LG N.4654
CBA projectleider
The development of skin lipid membrane devices based on synthetic skin lipid mixtures
Dr.ing. G.J.M. Koper
totale toewijzing in k€
649,75
doelstelling Het doel van dit project is na te gaan of een nieuwe generatie van
doelstelling Volledige acceptatie van watergedragen alkyd emulsies wordt
vaccins kan worden ontwikkeld die specifieke CTL responsen tegen weinig immunogene kankercellen induceren. Door chimere B19 virus-like particles (VLP’s) te gebruiken voor de presentatie van poly-epitopen wordt gehoopt dat problemen met HLA restrictie, antigeen specificiteit en in vivo downregulatie van CTL responsen omzeild kunnen worden.
gehinderd door: de te korte verwerkingstijd en achteruitgang in kwaliteit bij lang bewaren. Doel van het project is deze en andere bezwaren te ondervangen. De fysico-chemische eigenschappen van alkyd emulsies (met name de filmvormende eigenschappen) worden onderzocht. resultaat na 5 jaar Drie groepen in Delft, Eindhoven en Leiden namen deel aan
resultaat na 5 jaar Belangrijk inzicht is verkregen voor de in vivo situatie wat
betreft de T cel respons tegen B19 VLP’s en de geïncorporeerde epitopen. De VLP’s blijken efficiënte inducers te zijn voor zowel cytotoxische als T helper responsen tegen een range van epitopen. De VLP-geïnduceerde T cel responsen zijn in staat om gedeeltelijk tumor formatie te voorkomen in een muizenmodel voor ‘cervical’ carcinoma. Verder zijn de resultaten met VLP’s met een T helper epitoop van het hepatitis c virus (HCV) van dien aard positief dat wellicht een VLP vaccin met het HCV T helper epitoop zonder adjuvant gemaakt zou kunnen worden. Er wordt overwogen om samen met een commerciële partner de productie en het verder testen van het vaccin te bewerkstelligen. gebruiker(s) Glaxo Smith Kline, Rixensart / NVI, Bilthoven / Nederlands Vaccin Instituut, Bilthoven
dit eerste explenoratieve onderzoek naar alkyd emulsie verven. In Delft en Leiden was de fase inversie en reologie van alkyd emulsies het onderwerp, terwijl in Eindhoven Leiden het droogproces werd bestudeerd. Er is veel belangstelling uit de (coating) industrie voor het onderzoek, maar de voortgang is niet dusdanig dat nu al een implementatie van de resultaten op korte termijn mogelijk is. Dit was ook niet verwacht. Er is verder onderzoek noodzakelijk waarin de gegevens uit dit project worden gecombineerd in the synthese, formulering en toepassing van watergedragen alkyd emulsie verven. Een aanvraag voor deze tweede fase is thans in behandeling bij CW/STW. Het onderzoek liep parallel aan projecten gefinancierd uit het IOP Coatings. gebruiker(s) DSM Resins BV, Zwolle / DSM Research BV, Geleen / Condea Servo Delden BV, Delden / Sigma Coatings BV, Amsterdam / NeoResins, Waalwijk / Akzo Nobel Coatings BV, Sassenheim
92
utilisatierapport 2005
LB I.4792
AAA projectleider
Phase variation as a tool to control regulation and expression of crop protection traits in fluorescent Pseudomonas bacteria
Prof.dr. E.J.J. Lugtenberg
totale toewijzing in k€
LG N.4890
CBA
Ontwikkeling van een klinisch toepasbaar fotodynamisch therapiesysteem
projectleider
Dr. J.J. Schuitmaker totale toewijzing in k€ 663,37 contracten Optie: Universiteit Leiden; PhotoBioChem NV Geheimhouding: Buchem Holding BV octrooien NL.1025049 Werkwijze voor de bereiding van porfyrinederivaten inkomsten in k€ 157,01
512,60
doelstelling Het achterhalen van het moleculaire mechanisme van fasevariatie in
doelstelling Fotodynamische therapie is een experimentele laser-therapie van
Pseudomonas. Fasevariatie is het verschijnsel dat organismen met een hoge frequentie op DNA-niveau veranderingen ondergaan die resulteren in veranderde productie van bepaalde moleculen. Dit verschijnsel is vooral beschreven voor pathogenen die door fasevariatie van hun celoppervlak kunnen ontsnappen aan de immuunrespons van de gastheer. Ook speelt dit verschijnsel een rol bij Pseudomonas biocontrole-bacteriën.
kanker, huid- en oogziektes. De therapie behelst het intraveneus toedienen van een lichtgevoelige stof, de fotosensibilisator, dat zich specifiek ophoopt in de tumor. Door belichting van de tumor met de juiste golflengte ontstaan fotochemische reacties die de tumor vernietigt. Het doel is een goedkope synthese te vinden voor een nieuwe sensitizer met dezelfde gunstige eigenschappen als het meer gangbare bacteriochlorine (BCA), dat wel effectief is gebleken maar onvoldoende stabiel. BCA wordt door bacteriën aangemaakt en is voor industriële productie niet aantrekkelijk.
resultaat na 5 jaar Fasevariatie komt bij de meerderheid van de onderzochte schimmelgroei-onderdrukkende Pseudomonas bacteriën voor. Fasevariatie reguleert veel van de bij biocontrole betrokken eigenschappen. Tevens beïnvloedt het de kolonisatie van de wortel. Een hoge mutatiefrequentie in de genen gacA en gacS vormt de basis van fasevariatie in Pseudomonas. Fasevariatie speelt niet alleen een rol bij interacties van pathogenen met mens en dier; heeft een bredere ecologische betekenis. Industriële processen zoals productie van vaccins, enzymen en biocontrole-nematoden worden negatief beïnvloed door fasevariatie. Er wordt een programma ontwikkeld om het laatstgenoemde probleem aan te pakken. gebruiker(s) RIVM, Bilthoven / Koppert BV, Berkel en Rodenrijs / Genencor International BV, Leiden / Grodan Rockwool BV, Roermond / Plant Research International, Wageningen / Syngenta Seeds BV, Enkhuizen
LB I.4898
B BA projectleider
Environmentally friendly control of insect pests in asparagus crops in the Netherlands
Prof.dr. J.J.M. van Alphen totale toewijzing in k€ 275,67 Bijdrage: Koppert BV; De Groene Vlieg inkomsten in k€ 9,16
contracten
resultaat na 5 jaar Er zijn twee syntheses ontwikkeld en gepatenteerd voor twee
nieuwe families van sensitizers. Beide sensitizers worden momenteel door PhotoBioChem getest op toxicologische eigenschappen in samenwerking met TNO. Voor toepassingen in de oncologie en voor macula degeneratie zijn experimenten gepland bij internationaal erkende topgroepen op dit gebied in Leeds en Lausanne. Uit het onderzoek is ook een vervolgproject voortgekomen (LKG.6432) waarin een nieuwe therapie wordt ontwikkeld tegen veel voorkomende schimmelinfecties. gebruiker(s) Erasmus Medisch Centrum Rotterdam / Carl Zeiss BV, Sliedrecht / Harimex-Ligos BV, Loenen / PhotoBioChem NV, Leiden / Buchem Holding BV, Lieren
LCH.5220
AAA projectleider
Sugar-derived Fused Oxacycles Novel Combinatorial Scaffolds in Drug Discovery
Prof.dr. J.H. van Boom† Bijdrage: Solvay Pharmaceuticals BV
totale toewijzing in k€ inkomsten in k€
267,73
contracten
18,16
doelstelling De Aspergevlieg en het Aspergehaantje veroorzaken met name
doelstelling Dit project is een van de deelprojecten gefinancierd uit het Simon
in de teelt van groene asperges regelmatig ernstige aantasting van het plantmateriaal. Dit heeft desastreuze gevolgen voor het te oogsten product. Chemische bestrijding van deze insecten is tijdens de oogstperiode niet mogelijk en biologische alternatieven zijn nog niet voorhanden. In dit project zal getracht worden om een systeem van biologische bestrijding van de twee sleutelplagen te ontwikkelen.
Stevin onderzoek van professor Van Boom. Doel van het project was het ontwerp en de synthese van starre heterocyclische verbindingen en de toepassing van die verbindingen als drager van verschillende combinaties van functionele groepen, in de screening van geneesmiddelen met behulp van combinatorieel chemische methoden. resultaat na 5 jaar De wetenschappelijke doelen zijn bereikt. Er zijn vinyl- en
resultaat na 5 jaar Het onderzoek naar de biologische bestrijding van het asperge-
haantje heeft zich toegespitst op de natuurlijke vijand, de parasitaire sluipwesp. Van de aspergevlieg zijn er geen natuurlijke vijanden bekend die de vlieg onder controle kunnen houden. Het onderzoek heeft zich hier vooral gericht op het wegvangen van adulten met behulp van vallen en de mogelijkheden ter afscherming van aspergevelden tegen de vliegen. De behaalde resultaten op beide vlakken stemmen positief maar zijn helaas nog niet voldoende effectief. Er zijn tevens aanbevelingen opgesteld voor de massakweek van sluipwespen. De Wolbachia bacterie is hierbij echter nog wel een probleem. gebruiker(s) De Groene Vlieg, Nieuwe Tonge / Koppert BV, Berkel en Rodenrijs / Productschap Tuinbouw, Zoetermeer / Asparagus BV, Horst / Praktijkonderzoek Plant en Omgeving, Lelystad
ethynylphosphonaten gesynthetiseerd. Daarnaast zijn er dragers op basis van anhydroglucitol gesynthetiseerd en zijn er een aantal scaffolds gemaakt op basis van de zogenaamde Staudiger-Aza-Wittig-Ugi reactie. Al deze verbindingen zijn te functionaliseren en op vaste dragers te zetten zoals harsen. Ze zijn dan verder geschikt voor toepassing in de combinatoriële chemie. Tot gebruik van de verbindingen is het in het project echter niet gekomen. Nadat bleek dat octrooiering niet opportuun is, zijn alle verbindingen en syntheses gepubliceerd. Solvay heeft als gebruiker de verbindingen en de gefunctionaliseerde harsen gekregen. gebruiker(s) Janssen Pharmaceutica, Beerse / Lead Discovery Unit NV Organon, Oss / Solvay Pharmaceuticals BV, Weesp
93
projecten 1999
LCH.5221
AAA projectleider
Design and Synthesis of Heparinand Heparan Sulphate like fragments containing both negatively and positively charged groups
Prof.dr. J.H. van Boom†
totale toewijzing in k€
| Instelling
N _ radboud
universiteit nijmegen
168,04
doelstelling Dit project is een van de deelprojecten gefinancierd uit het Simon
Stevin onderzoek van professor Van Boom. Doel van het project is: 1) Synthese van heparine pentasaccaride-analoga, die naast negatief geladen groepen ook positief geladen aminofunctionaliteiten bevatten. 2) Incorporeren van positief geladen aminogroepen in bibliotheken van verschillende heparan sulfaat-fragmenten. resultaat na 5 jaar Het eerste doel is gehaald. Er zijn in totaal 4 pentasacchariden
gesynthetiseerd die aan het reducerende eind een spacer bevatten met daaraan positief geladen aminofunctionaliteiten. De gesynthetiseerde verbindingen bleken echter niet voldoende biologisch actief. Het tweede doel is niet gehaald. Gaande het onderzoek is gebleken dat de reactiviteit van bouwstenen niet hoog genoeg was om de synthese van een efficiënte vaste drager te ontwikkelen. Er is afgeweken van het oorspronkelijke plan, en er zijn nieuwe syntheseroutes ontwikkeld voor oligosacchariden in het algemeen en heparine-achtige suikers in het bijzonder. Het inbouwen van positief geladen aminofunctionaliteiten is een van de vooruitzichten van de ontwikkelde technieken. De resultaten vormen de basis voor vervolgonderzoek. Hiervoor is een NWO-TOP subsidie toegekend. gebruiker(s) Janssen Pharmaceutica, Beerse / Lead Discovery Unit NV Organon, Oss / Solvay Pharmaceuticals BV, Weesp
NCH.4501
B BA projectleider
Monitoring, Identification and Control of Chemical Systems and Processes using Neural Networks
Prof.dr. L.M.C. Buydens
totale toewijzing in k€
160,00
N B I.4724
B CB projectleider ten
Criteria for the (re-)introduction of plant species in fragmented landscapes
Prof.dr. J.M. van Groenendael totale toewijzing Bijdrage: Expertisecentrum LNV inkomsten in k€ 4,54
in k€
234,13
contrac-
doelstelling Om industriële processen optimaal te laten verlopen is het van
doelstelling Zeldzame planten komen na restauratie van terreinen vaak niet
belang om online de kwaliteit van het proces en van de producten online te kunnen meten. Het onderzoek beoogt om chemometrische methoden voor industriële procescontrole te ontwikkelen en in praktijk uit te testen. Doel van het project is: 1) het mogelijk verbeteren van de aanpak van de ‘multivariatie statistische proces controle’ (MSPC) techniek voor het detecteren van procesafwijkingen en 2) het onderzoeken van de theoretische en praktische mogelijkheden van Support Vector Machines (SVMs) en Least Squares SVMs (LS-SVMs) in de procescheometrie.
vanzelf terug doordat nog bestaande populaties te ver weg groeien en deze vaak genetisch verarmd zijn. Bij uitgestorven of uitstervende populaties planten kan een eenmalige herintroductie van soorten als beheermaatregel worden toegepast. De processen die het succes van herintroductie beïnvloeden moeten dan wel bekend zijn om een zo hoog mogelijke kans van slagen te hebben. Naar deze processen is onderzoek gedaan.
resultaat na 5 jaar Het onderzoek heeft aangetoond dat de traditionele multi-
variatie technieken voor proces-chemometrics verbeterd kunnen worden door gebruik te maken van niet-lineaire mapping and mixture modellering. Ook met LS-SVM kunnen aantoonbare verbeteringen worden bereikt. De resultaten kunnen ook buiten de proces-chemometrics hun toepassing vinden. gebruiker(s) Unilever Research, Vlaardingen / Teijin Twaron BV, Arnhem / Acordis
resultaat na 5 jaar Vanuit het onderzoek is een protocol opgesteld met voorlopige
aanbevelingen voor herintroductie. Hierbij is gewerkt met 3 soorten planten uit de heide-schraalgraslanden met verschillende eigenschappen. Daarna is met 12 soorten een herintroductie-experiment gedaan om het protocol te versterken. De resultaten zijn mede gepresenteerd en bediscussieerd tijdens de workshop “De toekomst van de heidegebieden in Nederland. Beheren of ontwikkelen? Theorie en praktijk”. Uitwisseling van kennis tussen onderzoekers, beheerders en beleidsmedewerkers was het doel. Van de workshop verscheen een speciaal themanummer van het blad “De Levende Natuur”.
Industrial Fibers BV, Arnhem gebruiker(s) Vereniging Natuurmonumenten, ‘s Gravenland / Expertisecentrum LNV, Wageningen / Stichting Het Geldersch Landschap, Arnhem / Grontmij Gelderland, Arnhem
94
utilisatierapport 2005
NG N.4771
B CB
In-vivo tissue engineering van meniscusweefsel
NG N.4822
AAA
Development of microtextured membranes for soft tissue regeneration
projectleider
Prof.dr. R.P.H. Veth totale toewijzing in k€ 622,46 contracten Letter of intent: RUG;UMC St. Radb.; ORTEQ; Geheimhouding: RUG; UMC St. Radb.; Polyganics; Geheimh. en overdracht: RUG; UMC St. Radb.; ORTEQ; octrooien PCT.NL99/00352 Biomedical polyrethane..., PCT.NL04/00128 Method for the preparation... EU.04077114.9 Polyacylurethanes .... inkomsten in k€ 14,02
projectleider
doelstelling Het doel van dit project is het volledig vervangen van een meniscus
doelstelling Doel van het onderzoek is het vaststellen of gebruik van biologisch
door een tijdelijke polymere scaffold welke door natuurlijke in vivo celgroei en proliferatie kan worden omgezet in een nieuwe meniscus met eigenschappen vergelijkbaar met het oorspronkelijke orgaan.
afbreekbare membranen met een microstructuur beladen met TGF-beta, littekenweefsel kan voorkomen na het sluiten van een open gehemelte. Het uiteindelijke doel is de ontwikkeling van een nieuwe techniek voor een verbeterde regeneratie van zacht weefsel.
resultaat na 5 jaar De vorming van een nieuwe meniscus in proefdieren (honden) werd bestudeerd na implantatietijden van 3 maanden, 6 maanden en 2 jaar. Daaruit kon worden geconcludeerd dat na 3 maanden de poreuze polymere scaffolds reeds volledig waren ingegroeid met cellen. Er zijn hierbij geen enkele ontstekingsreacties of afstotingsreacties waargenomen. Na een implantatietijd van 2 jaar werd dit beeld bevestigd en bleef alleen de initiële kraakbeenschade, die niet alleen optreedt bij gebruik van deze scaffolds maar ook bijvoorbeeld bij allografts, als een probleem over. Al deze resultaten hebben geleid tot de start-up ORTEQ in 2003, die tot doel heeft de meniscus prothese op de markt te brengen. Op dit moment wordt de stap naar onderzoek in mensen voorbereid. gebruiker(s) Universitair Medisch Centrum Groningen / Universitair Medisch Centrum St. Radboud, Nijmegen / ORTEQ, Groningen
N B C.5077
CCC projectleider
The search for synthetic peptides containing modified amino acids to improve serological identification of autoimmune diseases
Prof.dr. W.J. van Venrooij Licentie: Axis-Shield Diagnostics Ltd
totale toewijzing in k€ inkomsten in k€
948,20 317,44
Prof.dr. J.A. Jansen totale toewijzing in k€ 427,89 contracten Material transfer agreement: Radboud Universiteit Nijmegen; Greystone Medical
resultaat na 5 jaar Het doel is niet gehaald. Wel kon worden aangetoond dat het
groeihormoon op een polymere drager geladen kan worden en dat het dan nog steeds biologisch actief is. Echter, in verder onderzoek bleek dat de eerdere gunstige bevindingen met microtextuur (met of zonder groeihormoon) in een aantal situaties niet meer aantoonbaar zijn. Het project heeft wel veel achtergrondkennis opgeleverd over wondgenezingsprocessen in zachte weefsels. Als gevolg van deze opgebouwde kennis is er een samenwerking tot stand gekomen met het bedrijf Dermagenics BV (dochter van Greystone Medical Co., Memphis, USA). In samenwerking met dit bedrijf wordt nu de werkzaamheid van gemicrostructureerde implantaten als drug carrier onderzocht. gebruiker(s) Humeca, Enschede / EMCM, Nijmegen / Chienna BV, Bilthoven / Universitair Medisch Centrum Groningen / Purac Biochem BV, Gorinchem / IsoTis NV, Bilthoven
| Instelling
T_ contracten
doelstelling Het project had een tweeledig doel. Ten eerste moest geprobeerd
worden de sensitiviteit van de eerder ontwikkelde CCP1 test te verbeteren door het genereren van peptiden met een grotere sensitiviteit voor reumatoïde artritis (RA) dan het CCP1 peptide. Deze nieuwe peptiden zouden dan verwerkt kunnen worden in een tweede generatie CCP test. Het tweede doel was om een soortgelijke test te ontwikkelen voor multiple sclerose (MS). Dit deel van het onderzoek werd gefinancierd door het Schotse bedrijf Axis-Shield (AS). resultaat na 5 jaar Het eerste doel is volledig bereikt en heeft geleid tot de CCP2 test die nu wereldwijd met groot succes gebruikt wordt. De CCP2 test is 98% specifiek voor reumatoïde artritis, is positief in bijna 80% van de patiënten, kan de ziekte jaren voor de eerste klinische symptomen voorspellen, en heeft ook prognostische waarde omdat ze sterk positief is bij patiënten met erosieve ziekte. Kortom, wanneer de CCP2 test sterk positief is dan heeft men meer dan 95% zekerheid dat de patiënt gaat lijden of lijdt aan erosieve RA, die behandeld moet worden. Het MS gedeelte heeft nog niet tot een goede test geleid. gebruiker(s) Euro-Diagnostica BV, Arnhem / Axis-Shield Diagnostics Ltd, Dundee
universiteit twente
| NGN.4771
95
PROF.DR. RENÉ VETH, PROF.DR. AREND JAN SCHOUTEN EN MW.DR. JACQUELINE DE GROOT
Wetenschappelijk knokken voor een nieuwe knie project NGN.4771
Mensen met een gescheurde meniscus zou je een
Linksom of rechtsom, het zal een keer gaan lukken, ook
groot plezier doen met de ontwikkeling van een methode
al zal het nog even knokken zijn voor een nieuwe knie.
om deze scheuren permanent te dichten. Kunstmateriaal kan daarin een ondersteunende rol spelen. Bij metalen
De meniscus zorgt voor een adequate schokdemping en
implantaten, zoals die voor knieslijtage gebruikt worden
voorziet in stabiliteit van de knie. De meniscus is niet in
(totale kunstknie), is dat nooit permanent omdat deze
staat een scheur te herstellen door de afwezigheid van
los gaan zitten. Over de vraag hoe bij de meniscus die
doorbloeding. Door beschadiging moet de meniscus soms
oplossing voor mensen geschikt gemaakt kan worden,
helemaal verwijderd worden. Dit gaat ten koste van de
zijn de geleerden het eens. Over de laatste stappen
stabiliteit van de knie en de bescherming van het kraak-
richting toepassing op de mens, scheiden hun wegen.
been. Met name het slijten van kraakbeen leidt in de knie
| NGN.4771
tot veel pijn bij patiënten. In het uiterste geval krijgen
als één van de deelnemers in een STW-project in de begin
deze mensen een kunstknie. Dit is niet alleen een kost-
jaren 2000 het onderzoek voortzetten. Andere deelnemers
bare, maar tevens ingrijpende operatie.
uit Nijmegen waren dr. P. Buma en dr. T. van Tienen. Prof.dr. Arend Jan Schouten, hoofd van de onderzoeksgroep Polymeergrensvlakken en Dunne Lagen van de
Kunstmeniscussen
Rijksuniversiteit Groningen, was projectleider van dit onderzoek en werkte hierin samen met Veth. In dit
Per jaar worden in Nederland 17.000 kijkoperaties verricht
onderzoek werd een scheur in de meniscus bij honden
waarbij een gedeelte van de meniscus wordt verwijderd.
gemaakt die overeenkwam met de meest voorkomende
Voor circa 3000 mensen heeft dit tot gevolg dat zij op
scheur in meniscussen bij mensen. Vervolgens werd
termijn een in aanmerking komen voor een knieprothese
een defect gemaakt tot aan de scheur. Hierin werd een
als gevolg van kraakbeenslijtage. Adequate meniscus-
biologisch afbreekbaar poreus sponsje geplaatst dat
vervanging of reconstructie zou het aantal gewricht-
als een klimrek diende voor de cellen en bloedvaten,
vervangingen kunnen verminderen en op de lange duur
waardoor weefsel de kans kreeg te groeien. En dat bleek
zelfs kunnen leiden tot heuse kunstmeniscussen. Die
het te doen.
zouden tot gevolg hebben dat het kraakbeen minder snel slijt.
Een tweede onderdeel van het onderzoek was dat de meniscus bij honden in zijn geheel werd verwijderd uit de
Met die gedachte in het achterhoofd deed prof.dr.
knie en dat een biologisch afbreekbare prothese werd
René Veth twintig jaar geleden onderzoek naar de moge-
geplaatst van hetzelfde materiaal als bij de reconstructie.
lijkheden tissue engineering toe te passen op de meniscus.
Behalve het beoordelen van de operatietechniek is bij
Daarbij werkte hij samen met prof.dr. A.J. Pennings, die
beide experimenten de mate van kraakbeenslijtage van
ook aan de basis heeft gestaan van het onderzoek naar
belang. Lukte het kraakbeen te laten groeien dankzij de
de droom van kwakkelende topsporters, ‘nieuwe’ knieën.
afbreekbare prothese, dan zou dit kunnen betekenen dat
Helemaal in het begin deed Veth alleen proeven met
een complete kunstknie overbodig zou kunnen worden.
konijnen. Konijnen worden vooral in een experimentele fase gebruikt om te beoordelen of een beoogde methode
Het onderzoek boekte uitstekende vorderingen.
kansen heeft. Lukt een bepaalde methode bij een konijn
Het leidde zelfs tot een octrooiaanvraag met betrekking
niet, dan is vrijwel zeker dat deze bij een mens helemaal
tot het gebruikte materiaal, in potentie een nieuwe
niet gaat lukken. Toen eenmaal bleek dat het inbrengen
generatie bio-materiaal. Jacqueline de Groot zag hierin
van een bepaald materiaal (polymeer) bij de scheur in een
zoveel potentie dat zij besloot het octrooi te schrijven
meniscus leidde tot weefselgroei, ging hij over op proeven
en het bedrijf ORTEQ op te richten. Dit bedrijf verkreeg
bij honden.
via STW het patent op de verkregen resultaten, die vooral handelden over de polymeerfamilie die in de onderzoeken is gebruikt. De Groot ziet met haar partner Peter van Wijk
Weefsel gaat groeien
mogelijkheden de kennis aan te wenden om binnen enkele jaren in de mens toe te passen. Zij zijn er zelfs zo sterk
We zitten dan nog in de jaren tachtig. Veth en Pennings
van overtuigd dat zij hun banen opzegden om zich volledig
gingen later in zee met promovendus J. Klompmaker en
te wijden aan de ontwikkeling van ORTEQ.
promovenda Jacqueline de Groot. Laatstgenoemde zou
97
98
utilisatierapport 2005
NGN.4771
Venture capital
Schouten deelt die mening. “Met ORTEQ is afgesproken dat we ons niet met de kernactiviteit van het bedrijf zullen
“Wij zijn ervan overtuigd dat we na een aantal aanvullende
inlaten. Dit in verband met het patent. Maar we willen
tests een pilot op mensen kunnen uitvoeren. Wij zijn er
zeker een nieuw STW-voorstel schrijven om de mogelijk-
vooral op gespitst het materiaal zo te ontwikkelen dat
heden nader te onderzoeken, want we denken net als
de Amerikaanse Food & Drugs Administration en de CE
Jacqueline dat deze oplossingsrichting een grote kans
het voor toepassing op mensen zullen goedkeuren. Dat
van slagen heeft. Overigens hebben we veel geleerd van
betekent vooral dat er geen toxische effecten mogen
dit project. Voor mij persoonlijk was het een instapproject,
optreden bij plaatsing in het menselijk lichaam. Binnen
omdat mijn researchfocus indertijd op een ander gebied
twee jaar denken we zo ver te kunnen zijn. Na enig
lag. Aangezien de opvolger van prof. Pennings niet van
speurwerk hebben we prof. Verdonk uit België enthousiast
plan was dit gebied voort te zetten en het mij een fantas-
kunnen maken voor een pilot in deze vorm. Belangrijker
tisch interessant gebied leek, was dit de start van een
is dat we de Britse Merchant and Investment bank, Oakes,
heel nieuwe onderzoekslijn in mijn groep. In Nijmegen
Lyman & Co. Ltd. bereidt hebben gevonden ORTEQ de
overheerst de gedachte dat we ons meer zouden moeten
kans te geven met de voorbereidingen voor een dergelijke
verdiepen waar de kraakbeenschade vandaan komt,
pilot door te gaan en ORTEQ te assisteren in de verdere
want daar hebben we nog geen antwoord op. De laatste
financiering en ontwikkeling van het bedrijf. Daarmee is
resultaten uit de hondentests zullen we hiertoe nader
een bedrag van vele miljoenen euro’s gemoeid. Wereldwijd
moeten onderzoeken.”
gaat het om meer dan 500.000 knieprotheses per jaar. Als je een materiaal kunt gebruiken waardoor het plaatsen van een echte kunstknie minstens een tiental jaren wordt
Gratis nieuw STW-project?
opgehouden, dan is er dus een enorm potentieel.” De Groot onderkent dat er allerlei wetenschappelijke Schouten en Veth begrijpen het enthousiasme van
vragen blijven liggen in dit onderzoeksveld. “Vanuit
De Groot, maar kiezen in deze fase voor een andere
wetenschappelijk opzicht hebben Veth en Schouten in
benadering. “De tests op honden bieden nog onvoldoende
zekere zin gelijk. In ieder onderzoeksveld zijn er altijd
basis om over te gaan op toepassing bij de mens”, vindt
interessante aspecten te onderzoeken. Voor ORTEQ’s
Veth. “Ik ben zelf inmiddels oncoloog en zal mij niet meer
eerste generaties producten is het materiaal echter
bezighouden met dit onderzoek, maar als ik kijk naar
voldoende doorontwikkeld”. Dit baseeert zij op het feit
de resultaten tot nu, dan zouden we eerst verder moeten
dat de mensen binnen ORTEQ tientallen jaren ervaring
onderzoeken bij dieren voordat we overgaan op de mens.
hebben met het naar de markt brengen van onder andere
Dat heeft met allerlei zaken te maken. Zo hebben wij
orthopedische producten en stent delivery catheters.
de tests moeten doen met beagles, omdat dit ras als
Voor veel van die producten is de toepassing veel kritischer
onderzoeksdier verplicht werd gesteld. Wij wilden ons
en waren de producten veel minder ver doorontwikkeld
onderzoek liever met een groter ras uitvoeren om qua
vergeleken met ORTEQ’s meniscus product. In het traject
belasting en dergelijke dichter bij de mens te kunnen
naar utilisatie denkt De Groot het hare over het investe-
komen. Daarnaast is het slagingspercentage bij de honden
ringsklimaat in Nederland. De Groot: “We hebben veel
naar ons inzicht te laag om al over te gaan op toepassin-
te danken aan STW, maar als je kijkt naar echte investeer-
gen bij de mens.”
ders in gedurfd en innovatief onderzoek, dan is Nederland zeer behoudend. Met de Britse partner hebben we enorm
| NGN.4771
| René Veth
| Jacqueline de Groot
geboft. Ik hoop overigens dat de revenuen uit het patent via STW in de toekomst terugvloeien naar de onderzoeksgroepen die al die jaren hun moeite en energie hebben gestoken in dit onderzoek. Maar als je wetenschappers echt wilt stimuleren om in een onderzoek je nek uit te steken, dan zou je als STW moeten overwegen een directer verband te leggen tussen de verkoop van kennis en de toekenning van vervolgonderzoek. Dan hebben de direct betrokken onderzoeker profijt van hun inspanningen. Een suggestie is om bij verkoop van kennis een nieuw STW-project gratis toe te kennen.”
| Arend Jan Schouten
99
100
utilisatierapport 2005
TTN.4446
B CA
Ontwikkeling van een meerkanaals geintegreerde interferometer immuunsensor
TTN.4467
AAA
Infrared free electron laser by means of a racetrack microtron
projectleider Dr.ir. J.S. Kanger totale toewijzing in k€ 313,57 contracten Overig: Universiteit Twente; LioniX BV; Letter of intent: Universiteit Twente; Paradocs Group BV; Geheimhouding octrooien PCT.05/000088 Optische analyse
projectleider
doelstelling Het ontwikkelen van een sensor gebaseerd op optische methoden
doelstelling Het project is een voortzetting van TTN.1444 dat in 1990 was gestart
voor biomedische/biofysische toepassingen. De nadruk ligt op het ontwerpen van een compacte optische golfgeleidingsstructuur door gebruik te maken van een zogenoemde multimode interferometer component. Daarnaast moet een actuator worden aangebracht voor brekingsindexmodulatie. Als demonstratie zal een specifieke multisensortoepassing worden bestudeerd.
met als doel een zeer krachtige electron vrije laser “afstembaar” te maken over het hele infrarode gebied. Uiteindelijk doel is een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van een vrije electronen laser in het ultraviolet. In het project wordt samengewerkt met NCLR. Voor NCLR was bij start van het project de FEL een techniek die de moeite waard is om de ontwikkeling ervan te stimuleren vanwege de potentiële eigenschappen op het gebied van selectiviteit en rendement.
Dr. J.W.J. Verschuur
totale toewijzing in k€
741,88
inkomsten in k€
288,60
resultaat na 5 jaar Er is een meerkanaals geïntegreerde optische immuunsensor
ontwikkeld met een zeer hoge gevoeligheid. De sensor is gebaseerd op een Young interferometer en heeft een ‘non-labelling’ techniek. Te detecteren moleculen hoeven dus niet fluorescent of radio-gelabeld te worden. De sensor is ontworpen, gefabriceerd en gekarakteriseerd binnen het project en is getest voor eiwitten en virusdeeltjes. Simultaan kunnen verschillende deeltjes in oplossing gedetecteerd worden. Vanuit de gebruikers bestaat er interesse in commercialisering van de sensor. Onderhandelingen hierover lopen op het moment van uitkomen van het rapport. gebruiker(s) ID-Lelystad BV, Lelystad / Mierij Meteo BV, De Bilt / Euro-Diagnostica BV, Arnhem / BioMérieux bv, Boxtel / TNO Defensie en Veiligheid, Den Haag / Paradocs Group BV, Tiel
TE L.4534
CCA projectleider
totale toewijzing in k€
466,25
inkomsten in k€
onderzoek in het kader van het omvangrijke Coördinated Accelerator Research in Europe (CARE) en voor elektronenbundel injectie in plasma kanalen voor zowel versnelling als de generatie van licht. In het Europees onderzoek wordt gewerkt aan de verbetering van foto-injectoren voor de grote internationale versnellers en in oriënterende zin voor injectie in plasma versnellers. De electroneninjectie voor versnelling sluit nauw aan bij een laser wakefield versneller project (FOM) in de groep. De generatie van licht in plasmakanalen met de zogenaamde plasma-undulator moet leiden tot de miniaturisatie van de FEL op cm-schaal, een van de oorspronkelijke doelstellingen van het STW-onderzoek. gebruiker(s) NCLR BV, Enschede / FOM-Instituut voor Plasmafysica ‘Rijnhuizen’, Nieuwegein / IBA, Louvain-La-Neuve
Plasma processing-induced damage of the MOS system
Prof.dr.ir. F.G. Kuper
resultaat na 5 jaar Het project heeft de basis gelegd voor participatie in Europees
74,87
TTF.4554
ACC
Confocale Raman micro-spectroscopie in de elektronenmicroscoop: Ontwikkeling van een nieuwe applicatie voor hoge-resolutie-molecuul- analyse
projectleider
Prof.dr. C.A. van Blitterswijk totale toewijzing in k€ 754,84 contracten Licentie: Biomaterials Research Group; Letter of intent: Universiteit Twente; Universiteit Twente octrooien PCT.NL95/00033 Electron Microscope with Raman Spectroscopy inkomsten in k€ 352,59
doelstelling Bij de productie van geïntegreerde circuits wordt in toenemende
doelstelling Elektronenmicroscopie is een techniek om preparaten bij hoge
mate gebruik gemaakt van plasma’s. In combinatie met de steeds kleiner wordende componenten op de chips leidt dit tot problemen in de betrouwbaarheid van de chips. Dit onderzoek naar de onderliggende processen moet leiden tot remedies, strategieën en ontwerpregels voor betrouwbaarder halfgeleiderproducten.
vergrotingen te bestuderen. Doel van het onderzoek is het inbouwen van een Raman microspectrometer (CRM) in de preparaatkamer van een scanning-EM die tevens over de mogelijkheid van Röntgen micro-analyse (XRMA) beschikt. Op deze manier worden de analysemogelijkheden van de CRM in één instrument gecombineerd met die van XRMA waardoor beide technieken sequentieel en complementair aan elkaar kunnen worden gebruikt. De toepassing van een CRM en XRMA in een environmental scanning elektronenmicroscoop (ESEM) maakt het zelfs mogelijk om in ‘natte’ preparaten dynamische processen bij wisselende dampdruk en bij zeer hoge resolutie te bestuderen en te analyseren.
resultaat na 5 jaar Het project heeft geleid tot een aantal ontwerpregels voor
geïntegreerde schakelingen. Deze worden gebruikt door AMIS (Oudenaarde, België) en Philips Semiconductors (Nijmegen). De promovenda werkt op dit moment als reliability engineer bij Philips in Nijmegen. Haar werk is in een flink aantal publicaties terechtgekomen. In mei 2005 geeft ze een invited talk over haar werk op de ICCIDT (international conference on OC design and technology) hetgeen aangeeft dat haar werk wordt geapprecieerd. gebruiker(s) IMEC, Leuven / Philips Research, Eindhoven / AMIS, Oudenaarde / Philips Semiconductors, Nijmegen
resultaat na 5 jaar De doelen zijn gehaald en er is een eerste prototype gebouwd. Met het instrument is onder meer de extracellulaire matrix (ECM) van rattebeenmergbestudeerd, en de afbraak van PolyActive bolletjes door macrofagen. FEI en IsoTis waren oorspronkelijk voorzien als gebruikers. De belangstelling van FEI verflauwde sterk gedurende het onderzoek. De onderzoeker is daarom met steun van BioPartner zelf een bedrijf begonnen (MicroCandela) om de technologie verder te ontwikkelen en naar de markt te brengen. Met STW is er een overeenkomst waarbij MicroCandela de beschikking krijgt over het patent op de EM/Raman/XRMA combinatie. gebruiker(s) Chienna BV, Bilthoven / FEI/Philips Electron Optics, Eindhoven
101
projecten 1999
TE L.4562
B CA
Magnetic field probe microscope for research, development and production of magnetic recording media and heads
TTN.4662
AAA
Near-infrared and photo-acoustic monitoring and imaging of blood perfusion (II)
projectleider
P r o f . d r. J . C . L o d d e r tot ale toewijzing in k€ 4 9 8 , 9 0 contracten Licentie: SmartTip BV octrooien PCT.NL02/00842 Probe en werkwijze voor de vervaardiging van een dergelijke probe (Magnetic field probe); PCT.NL03/00193 Probe voor magnetische kracht microscopie, voor het vervaardigen van een dergelijke probe inkomsten in k€ 18,71
projectleider
doelstelling Voor het gebied van de magnetische data-opslag technieken ontwikkelen
doelstelling 1) Het ontwikkelen van foto-akoestische sensoren voor het niet-inva-
voor het meten van koppen (zacht magnetische materiaal) en media (hard magnetisch materiaal). Eerste doel was het verbeteren van de resolutie van de Magnetische Kracht Microscoop (MFM) met behulp van een nieuw probe ontwerp. Tweede doel was het verbeteren van het gebruiksgemak door de ontwikkeling van de Magnetoweerstand Microscopie techniek (MRM) en verbeteringen aan de control systemen.
sief afbeelden van bloedvaten in weefsel. 2) Het uitvoeren van in vivo studies voor foto-akoestiek voor medische doeleinden. Het project is met name gericht geweest op het afbeelden van oppervlakkige vaten, binnen de dermatologie (zoals wijnvlekken en hemangiomen) en de oncologie (huidkanker).
Prof.dr. A.G.J.M. van Leeuwen
totale toewijzing in k€
427,17
resultaat na 5 jaar 1) Het project heeft geleid tot een aantal fotoakoestische resultaat na 5 jaar Er zijn speciale hoge resolutie probes voor MFM ontwikkeld. Eén
daarvan, de CantiClever, wordt op de markt gebracht door SmartTip, een voor dit doel opgericht MESA spin-off bedrijf. Er is een resolutie behaald van 20 nm bij kamertemperatuur en normale laboratorium condities. De CantiClever fabricage techniek maakt het eenvoudiger om verschillende soorten sensors te integreren op de probe tip. Deze optie is verder ontwikkeld binnen een EU-project en nu in aanvraag voor een STW-vervolgproject. De eerste stappen op het gebied van MRM zijn gezet met tape leeskoppen waarvan de breedte door FIB is verkleind, en waarmee een microscoop is gebouwd waarmee geschreven bits werden gedetecteerd. De techniek bleek niet de gewenste resolutie te halen, maar de techniek van het verkleinen van de kop breedte is naderhand toegepast in het STW-gefinancieerd onderzoek naar tape recording. gebruiker(s) Surface Imaging Systems, Herzogenrath / RMGInt. BV, Oosterhout / NanoSensors GmbH, Wetzlar-Blankenfeld
TE L.4682
AA0 projectleider
MOUSE: Multi-mode Optical fibre Upgrade of Star-shaped Ethernet
Prof.dr.ir. W.C. van Etten
totale toewijzing in k€
623,16
inkomsten in k€
sensoren. Belangrijkste vooruitgang is geweest, dat metingen kunnen worden uitgevoerd in reflectie, in plaats van transmissie. De onderzoekers zijn erin geslaagd, om met enkele pixels van een 256-pixel sensor een akoestisch signaal te meten. De conclusie is dat een array-sensor voor het fotoakoestisch afbeelden van kleine bloedvaten (tientallen micrometers) haalbaar is, maar technologisch zeer moeilijk. 2) In een dierstudie is aangetoond, dat met fotoakoestiek het ontstaan van bloedvaten rond een onderhuids geïmplanteerde tumor (tumorangiogenese) waargenomen kan worden. Utilisatie: Fotoakoestiek is technologisch nog onvoldoende ontwikkeld voor commercialisatie. Dit project heeft wel uitzicht geboden op een mogelijke toepassing, namelijk tumor-angiogenese. Van de industriële gebruikers is met name Pie Medical geïnteresseerd in verdere samenwerking op dit terrein. gebruiker(s) Philips Research, Eindhoven / Pie Medical Equipment BV, Maastricht
TE L.4756
BAA 6,81
projectleider
Reduction of 1/f Noise in MOSFETs by Switched Bias Techniques
Dr.ir. E.A.M. Klumperink
totale toewijzing in k€
605,91
inkomsten in k€
100,00
doelstelling Ontwerp en realisatie van een optisch transparant Local Area
doelstelling In halfgeleider MOS transistors neemt de zogenaamde 1/f ruis toe
Network voor toepassing in Fiber-to-the-desk. Het geheel moet gebaseerd zijn op het veel gebruikte Fast Ethernet protocol, zodat vanuit de gebruikerskant (meestal een computer-interface) geen verdere aanpassingen nodig zijn. Het ontwerp dient gebaseerd te zijn op goedkope componenten en een efficiënte netwerkarchitectuur, zodat geconcurreerd kan worden met kopernetwerken. Naast het ontwerp dient ook een demonstrator te worden gebouwd van zowel het netwerk als de optische devices (speciale couplers en coarse-WDM-filters) die in het project worden ontwikkeld.
met de almaar afnemende afmetingen. Door het gebruik van oscillators en mixers is dit ook bij hoge frequenties verstorend. De start van dit project was de observatie van abnormale reductie van de 1/f ruis in MOSFETs als ze periodiek geschakeld worden. Het doel was: 1) Het karakteriseren en modelleren van deze 1/f ruis reductie; 2) Het ontwerpen van analoge circuits waarin het effect wordt benut om minder ruis te verkrijgen.
resultaat na 5 jaar Beoogd was een demonstrator te maken van het ontworpen
netwerk. Bij de formele beëindiging van het project was dit doel nog niet helemaal bereikt. Het werk gaat nu in lager tempo door met afstudeerders. Met een van de gebruikers loopt de afspraak om na te gaan of bij bevredigende werking van de demonstrator een wat uitgebreidere veldproef gedaan kan worden. gebruiker(s) Ingenieursbureau Coenecoop BV, Waddinxveen / Aquamarijn Microfiltration BV, Zutphen / Philips Research, Eindhoven / Draka Fibre Technology, Eindhoven / TYCO Electronics, Den Bosch / C2V, Enschede
resultaat na 5 jaar Er zijn nieuwe meettechnieken ontwikkeld voor het karakte-
riseren van ruis in frequentie- en tijddomein. De ruisreductie hangt samen met zogenaamde ‘Random Telegraph Ruis’. Er zijn uitgebreide karakterisaties gedaan van de ruis van MOS transistoren in diverse CMOS processen. Bij alle transistoren is een effect aangetroffen, maar er is grote spreiding tussen processen, maar ook tussen transistoren uit eenzelfde proces. Doordat de ruisreductie matig reproduceerbaar is, is de praktische bruikbaarheid van switched biasing voor 1/f ruis reductie in analoge schakelingen helaas beperkt. De techniek is wel door onderzoekers uit onder meer San Diego en Stanford opgepikt. gebruiker(s) Philips Research, Eindhoven / Bruco BV, Weerslo / National Semiconductor BV, Den Bosch
102
utilisatierapport 2005
TWI.4813
B BA projectleider
Efficient numerical schemes and nonlinear aspects beyond SVEA in optics
Prof.dr.ir. E.W.C. van Groesen
totale toewijzing in k€
TTN.4821
ACB
332,59
projectleider
A dedicated Near-Field Optical Microscope for Molecular Biology
Prof.dr. N.F. van Hulst ThermoMicroscopes
totale toewijzing in k€
712,17
contracten
Optie:
doelstelling De ontwikkeling van algorithmes en software, gebaseerd op een
doelstelling Moderne biologie en biotechnologie opereren volledig op moleculair
variationele formulering van het probleem, voor accurate en efficiënte berekeningen aan lichtpropagatie in geavanceerde structuren, waaronder optisch niet-lineaire materialen en fotonische bandkloof fibers.
niveau. Voor verder begrip is het essentieel het functioneren van deze biomoleculen in beeld te brengen. Dit project beoogt de constructie van een microscoop die in relevante biosystemen, zoals celmembranen en DNA-eiwit complexen, individuele moleculen kan zien, localiseren en volgen. Doel is de integratie van een subgolflengte lichtbron met gevoeligheid voor individuele moleculen tot een nieuwe generatie van ‘nanoscopen’, flexibel inzetbaar in de moleculaire biologie.
resultaat na 5 jaar Een basis is gelegd voor het toepassen van Finite Element Methoden, via een variationele formulering, in de numerieke behandeling van optica problemen. Een veelbelovende holle, geïntegreerd-optische golfgeleider is ontworpen, met aanzienlijk betere eigenschappen dan tot nu toe bekende golfgeleiders van dit type. De kennis zou door zowel C2V BV als Phoenix BV kunnen worden ingezet in hun softwareproducten. Recent is een overeenkomst gesloten met het software bedrijf C2V waarin de property rights worden overgedragen van software ontwikkeld in een EU-project. Dit is mede mogelijk gemaakt door de infrastructuur van projecten als dit STW-project. gebruiker(s) TNO Informatie- en Communicatietechnologie, Delft / Philips Research, Eindhoven / C2V, Enschede / Draka Comteq Fibre Solutions, Eindhoven
resultaat na 5 jaar De beoogde nieuwe nabije-veld scannende optische microscoop
(NSOM) is in twee jaar ontwikkeld. De microscoop combineert gevoeligheid voor individuele moleculen met sub-golflengte resolutie: 80 nm optisch en 1 nm topografisch. Vervolgens is het systeem intensief toegepast voor onderzoek aan celmembranen (i.s.m. groep Figdor in Nijmegen en FOM Fysische Biologie): de organisatie van eiwitten in supramoleculaire complexen en de invloed op de cellulaire functie. Voor het eerst zijn eiwitclusters en nanodomeinen (< 100 nm, zogenaamde ‘rafts’) in beeld gebracht. Essentieel in dit onderzoek is de nanoscopie onder natuurlijke omstandigheden, d.w.z. in vloeistof en bij 37°C. gebruiker(s) Universitair Medisch Centrum St. Radboud, Nijmegen / Leids Universitair Medisch Centrum / Erasmus Medisch Centrum Rotterdam / TM Microscopes, Sunnyvale / Unilever Research, Vlaardingen
TE L.4925
BBB projectleider
Testable Design and Testing of Asynchronous Circuits
D r. i r. H . G . Ke r k h o f f tot ale toewijzing in k€ 474 , 6 8 Samenwerking onderzoek: Philips Electronics Nederland BV
TST.4946
Simon Stevin Onderzoek Nanolithography
ABA contracten
projectleider
Prof.dr.ir. D.N. Reinhoudt
totale toewijzing in k€
579,80
doelstelling De hoge dichtheid van componenten op komende generaties chips
doelstelling Het bottom-up realiseren van structuren op nanometerschaal. Tot op
vragen een ontwerp gericht op zo laag mogelijk verbruik, om problemen met warmte te voorkomen. Voor draagbare toepassingen zijn de eisen nog hoger. Om dit te bereiken zijn asynchrone circuits een aantrekkelijke oplossing. Het is niet voldoende dergelijke circuits te ontwerpen en te produceren, hun functionaliteit moet ook geverifieerd worden. In dit project wordt gekeken hoe dergelijke chips te ontwerpen zodat ze te testen zijn.
heden kunnen deze slechts gecontroleerd gemaakt worden in één dimensie. Het doel is om dit uit te breiden naar alle drie dimensies door gebruik te maken van de zelfassemblerende eigenschappen van individuele moleculen. Dit wordt op drie manieren benaderd: 1) Schrijven, lezen en wissen in zelfgeassembleerde monolagen met speciaal ontworpen AFM tips met een specifieke catalytische functionaliteit; 2) Inbouwen van individuele dentritische moleculen in de monolagen; 3) Het vervaardigen van moleculaire sandwichstructuren (< 5 nm) waarmee chemische informatie in FET structuur kan worden opgeslagen en uitgelezen.
resultaat na 5 jaar De onderzoekers zijn na afloop van het project in dienst getreden van respectievelijk Philips (Eindhoven) bij incubator bedrijf Handshake Solutions, en Philips Semiconductors (Nijmegen). Beiden zijn nog actief in testing. In het eerste geval betreft het een vervolg op het promotieonderzoek, dat daar industrieel gebruikt en verder ontwikkeld wordt. Wetenschappelijk hebben beide hun werk in de meest prestieuze journals (JETTA) en conferenties (ITC) gebracht. gebruiker(s) Chr. Hogeschool Windesheim, Zwolle / Philips Research, Eindhoven /
resultaat na 5 jaar Het Simon Stevin project was de eerste aanzet voor Nano-
lithografie in Nederland. Het project loopt nog 2 jaar door en het werk aan 3Dnano-structuren wordt voortgezet. Het heeft geleid tot een samenwerking met Philips. Daarin werden, met microcontact-printing, structuren op grote oppervlakten gemaakt. Hieruit zijn drie octrooien voortgekomen. Zonder het voorbereidende werk in het kader van dit was deze samenwerking niet tot stand gekomen. In de eerste vijf jaar zijn 11 publicaties verschenen en 1 proefschrift.
Alcatel, Antwerpen gebruiker(s) LPF Flexibele Packaging, Leeuwarden / Sentron Europe BV, Roden / Philips Research, Eindhoven / NV Organon, Oss / ASML Netherlands BV, Veldhoven / LioniX BV, Enschede / ASML Special Applications Division, Veldhoven / SmartTip BV, Enschede
103
projecten 1999
TTF.4976
B BA projectleider
Current Sharing in Superconductors affecting Stability and Field Quality of Superconducting Magnets
Dr.ir. B. ten Haken
totale toewijzing in k€
TTF.4998
B BA projectleider
51,30
Electrodynamics of Aluminium Stabilised Superconductors in Large Superconducting Magnets
Prof.dr.ir. H.H.J. ten Kate
totale toewijzing in k€
51,30
doelstelling In grote supergeleidende magneten kunnen ongewenste
doelstelling Op dit moment wordt de grootste supergeleidende magneet ter
verschijnselen optreden die het magneetveld verstoren. Dit geldt in bijzonder voor de magneten van de in aanbouw zijnde Large Hadron Collider (LHC) van CERN. Om veldfouten te voorkomen is nauwkeurige compensatie van deze ongewenste effecten nodig. Het doel van dit project is het ontwikkelen van methoden waarmee de stroomverdeling in de magneten zodanig kan worden geregeld dat de prestaties van de magneet optimaal blijven. Het betreft een nauwe samenwerking met CERN, dat het grootste deel van de projectkosten betaalt.
wereld gebouwd. Deze zal worden toegepast in de ATLAS detector die een esentieel onderdeel is van de nieuwe Large Hadron Collider welke momenteel bij CERN in aanbouw is. De grootte van de magneet veroorzaakt problemen bij het modelleren van de supergeleiders met betrekking tot thermische en elektromagnetische stabiliteit, normal zone voortplanting en quenching. Doel van dit project is het ontwikkelen van nieuwe numerieke modellen waarmee de genoemde verschijnselen met voldoende nauwkeurigheid kunnen worden berekend. Het onderzoek zal de kennispositie van Nederlandse bedrijven die bij de bouw van versnellermagneten zijn betrokken versterken. De projectkosten worden voor het grootste deel door CERN betaald.
resultaat na 5 jaar Het onderzoek heeft bijgedragen aan een beter begrip van
veldfouten in grote supergeleidende versnellermagneten. De ontwikkelde numerieke modellen blijken betrouwbare hulpmiddelen om het gedrag van het magneetveld in samenhang met de karakteristieke magneetparameters te voorspellen. Hierdoor is het ook mogelijk om compensatie van de ongewenste verschijnselen mogelijk te maken. Het project heeft belangrijke achtergrondkennis voor CERN en bouwers van versnellermagneten opgeleverd. gebruiker(s) Smit Draad, Nijmegen / Philips Medical Systems Nederland BV, Best / SMI BV, Enschede / TNO-OID, Rijswijk / KEMA Nederland BV, Arnhem / ESCETE, Enschede / CERN, Genéve / Smit Transformatoren BV, Nijmegen
TES.4999
B BA projectleider
Verification of Hard and Softly Timed Systems
Prof.dr. H. Brinksma
totale toewijzing in k€
343,56
inkomsten in k€
resultaat na 5 jaar Experimenteel en theoretisch onderzoek heeft geleid tot nieuwe
modellen waarmee het gedrag van grote supergeleidende magneten beter kan worden beschreven. Met deze modellen kunnen deze magneten stabieler worden ontworpen. Kennisoverdracht vond voornamelijk plaats naar CERN, waar de ATLAS detector wordt gebouwd. gebruiker(s) Smit Draad, Nijmegen / Philips Medical Systems Nederland BV, Best / SMI BV, Enschede / TNO-OID, Rijswijk / KEMA Nederland BV, Arnhem / ESCETE, Enschede / CERN, Genéve / Smit Transformatoren BV, Nijmegen
TES.5004
BBB 162,23
projectleider
Chameleon: Reconfigurable computing in hand-held multimedia computers
Dr.ir. G.J.M. Smit
totale toewijzing in k€
509,54
inkomsten in k€
107,00
doelstelling Ontwikkeling en integratie van softwaremethoden en -gereedschap-
doelstelling Het integreren van diverse technologieën in één mobiele alleskunner,
pen voor de verificatie en analyse van real-time embedded systemen met de nadruk op gedistribueerde algoritmen en protocollen voor consumentenelektronica. Het ging niet alleen om zogenaamde ‘harde’ real-time, maar ook om ‘soft’ real-time eisen, die opleggen dat een systeem op tijd moet reageren, maar af en toe ook iets langzamer mag zijn. Concreet: 1) Uitbreiding van bestaande verificatiemethoden voor real-time systemen met features voor stochastische eigenschappen; 2) Ontwikkeling van een verificatiegereedschap voor analyse; 3) Case studies.
bijvoorbeeld telefoon, agenda, geld, sleutels, walkman etc. Dit stelt hoge eisen aan zowel het energieverbruik als de flexibiliteit van dit apparaat. De onderzochte oplossing is een herconfigureerbare chiparchitectuur met een kwaliteitsgedreven operating systeem. Een nieuw aspect in dit concept is dat applicatiespecifiek chipontwerp wordt vervangen door dynamische herprogrammering, waarbij een uiterst efficiënte architectuur gebruikt wordt.
resultaat na 5 jaar 1) Het Universal Plug and Play (UPnP) protocol is geanalyseerd,
wat heeft geleid tot een nieuw protocol dat eenvoudiger en goedkoper te implementeren is en leidt tot een goede belastingverdeling van de knopen, wat niet het geval was voor het originele protocol. De nieuwe variant wordt momenteel gepatenteerd. 2) De analyse tool voor de taal MoDeST, die binnen het HaaST project is ontwikkeld, is afgerond. De tool is inmiddels in diverse case studies ingezet. Toekomstige uitbreidingen van deze tool moeten leiden tot een breed inzetbare tool, die zowel real-time als stochastische eigenschappen aankan. Vervolgprojecten: AiSHA en QUPES (NWO) gebruiker(s) Philips Research, Eindhoven
resultaat na 5 jaar Het Chameleon-project heeft zowel een ontwerp en realisatie
van een kameleonchip genaamd ‘Montium’ opgeleverd als methoden voor dynamische herconfiguratie van chips en zuinige draadloze communicatie. Voorbeeld van het laatste is een elegante methode om de kwaliteit te schatten met de bit error rate. Samen met Atmel uit Duitsland wordt een prototype voor toepassing ontwikkeld met meerdere Montiums. Indien succesvol zal Atmel de resultaten verder gaan implementeren. De kameleonchip heeft aanzienlijke aandacht in de pers gekregen. Vervolgprojecten: Gecko (NWO), AWGN, AAF (Freeband) en 4S (EU). gebruiker(s) Philips Research, Eindhoven / Nedap NV, Groenlo / ASTRON, Dwingeloo / Twente Institute for Wireless and Mobile Communications BV, Enschede / Thales Nederland BV, Hengelo / TNO Defensie en Veiligheid, Den Haag / TNO Informatie- en Communicatietechnologie, Delft / Bruco BV, Weerslo
104
utilisatierapport 2005
TCS.5029
CCB
Ontwerp en realisatie van een low-power grafisch systeem voor klinische toepassingen
| Instelling
U _ universiteit utrecht
projectleider
tot ale toewijzing in k€
octrooien
P r o f . d r. i r. C . H . S l u m p 636,26 NL.1023505 Het afleiden van temporele parameters uit een meerdimensionaal dataveld
doelstelling Doel van het project is het onderzoek naar ontwerp en realisatie
van een paralelle implementatie in hardware en software van het Iso-Surface Rendering algoritme voor het visualiseren van organen in beelden die met met 3D-scanners (MRI, CT, en 3D rotatoe angiografie) zijn gegenereerd. resultaat na 5 jaar Het onderzoek naar het surface rendering algoritme heeft geresulteerd in een implementatie met mogelijkheden voor real-time gebruikersinteractie en uitstekende beeldkwaliteit. Het systeem bezit een diagnostische waarde die nog nog niet eerder kon worden bereikt. Philips Medical Systems is nauw bij dit deel van het het onderzoek betrokken. Daarnaast is het project is erin geslaagd ontwerp en de bouw van een state-of-the-art parallele systeem te realiseren conform de vooraf gestelde specificaties. gebruiker(s) Philips Research, Eindhoven / Eonic BV, Delft / Philips Medical Systems Nederland BV, Best / Medisch Spectrum Twente, Enschede / Thales Nederland BV, Hengelo
UG E.4518
A00 projectleider
In-situ measurement of the shear-velocity in the shallow earth using a portable vibrator
Dr. K. Roy-Chowdhury
totale toewijzing in k€
118,94
UG E.4519
A00 projectleider
Modelling the near-surface using the full-elastic wave field
Dr. K. Roy-Chowdhury
totale toewijzing in k€
194,43
doelstelling Imaging van de ondiepe ondergrond is van steeds groter belang
doelstelling Reflectie seismiek is de meest krachtige methode om ‘in’ de aarde
voor zowel engineering doeleinden (pile driving, tunnelontwerp voor de HSL) als ook voor milieudoeleinden (detectie van verontreinigde grond, determineren van transportroutes van vervuiling). Een kritische parameter in dit proces is de shear modulus. Doel van dit project is het ontwerpen van een draagbaar systeem dat seismische oppervlakte golven gebruikt om de snelheid van shear waves te meten en zodoende de shear modulus van de ondiepe ondergrond te bepalen (bovenste 20 meter).
te kijken en wordt op grote schaal gebruikt voor exploratie en exploitatie van olie- en gasreservoirs. De ongeconsolideerde grondlagen vlakbij het oppervlak zorgen echter voor aanzienlijke ruis op het signaal. Het doel van het project was om een zo goed mogelijk model van de ‘near surface’ op te stellen om zodoende de ‘diepere’ data beter te kunnen processen.
resultaat na 5 jaar Projectleider Snieder is bij aanvang van het project naar
The Colorado School of Mines vertrokken. Na voortijdig vertrek van de onderzoeker op het project heeft STW het project gestopt. gebruiker(s) GeoDelft, Delft / Grontmij Advies & Techniek, Roermond / Fugro Ingenieursbureau BV, Leidschendam
resultaat na 5 jaar Onderzoeker op het project is voortijdig vertrokken. Er is geen
geschikte opvolger gevonden. STW heeft besloten om dit project voortijdig te stoppen. gebruiker(s) Shell SIEP BV, Rijswijk / Jason Geosystems BV, Rotterdam / Nederlandse Aardolie Maatschappij - NAM BV, Assen / TNO-NITG, Utrecht
105
projecten 1999
UCH.4607
ABA projectleider
Rare earth metal hydrides for optical switching applications
Prof.dr. J.J. Kelly
totale toewijzing in k€
395,46
UCH.4752
CAB
Glycosylation patterns on heterologous proteins produced in the mammary gland of transgenic animals
projectleider
Prof.dr. J.P. Kamerling totale toewijzing in k€ 192,6 6 Samenwerking onderzoek: Pharming Group NV; Universiteit Utrecht in k€ 102,29
contracten inkomsten
doelstelling Het doel was om de actieve laag in schakelbare spiegels te
doelstelling Er zijn tal van factoren die de glycosylering bepalen van recombi-
karakteriseren en het schakelmechanisme te onderzoeken. Hiervoor werden (foto)elektrochemische en synchrotron-gebaseerde technieken toegepast. De aandacht ging uit naar de eigenschappen van de metaalhydride systemen die van belang zijn in devices waarbij geschakeld wordt tussen reflecterende en transparante of absorberende toestanden, onder andere de kinetiek van de waterstofreactie, waterstoftransport, schakelsnelheden, structuur- en faseovergangen en chemische stabiliteit.
nante glycoproteïnen die uitgescheiden worden in de melk van transgene dieren. Inzicht hierin is onder meer van belang bij de keuze voor een geschikt gast-organisme, de verklaring van mogelijk andere eigenschappen van recombinante glycoproteïnen en octrooi- en productregistratie.
resultaat na 5 jaar De belangrijkste potentiële gebruiker van de in dit project
opgedane kennis was Philips. In de loop van het project werd duidelijk dat toepassingen op het gebied van schakelbare spiegels voorlopig niet mogelijk zouden zijn vanwege de stabiliteit van de materialen en de schakelsnelheden. Philips Research is niet meer actief op het gebied van schakelbare spiegeldevices. Wel worden deze metaalhydriden onderzocht voor batterijtoepassingen (werk van professor Peter Notten). De resultaten zijn veelbelovend.
resultaat na 5 jaar In dit project is een systematische studie gedaan naar de
effecten van de lactatieperiode, verschillen in de mate van expressie, species verschillen, individuele variatie en pathofysiologie. Er zijn inzichten ontstaan in de samenhang van deze factoren. Door het faillissement van de gebruiker in dit project, Pharming Group NV, hebben de resultaten niet tot toepassing kunnen leiden. gebruiker(s) Pharming Group NV, Leiden
gebruiker(s) TNO-TPD TU Eindhoven / Shell International Oil Products BV, Amsterdam / Philips Research, Eindhoven
U DG.4889
BAA
The natural development and expression of immunity in cattle against gastro-intestinal nematode infection
UCH.4952
BAA
The influence of polyols on the molecular organisation in starch based products. Applications to food and non-food products.
projectleider
Prof.dr. A.W.C.A. Cornelissen totale toewijzing in k€ 923,56 contracOptie: Diagnostics Products Corporation Optie: Universiteit Utrecht; Holland Genetics BV inkomsten in k€ 192,85
projectleider
ten
k€
doelstelling Het bestuderen van de interactie tussen gastheer en de nematode,
doelstelling Het project is gericht op het verkrijgen van inzicht in de moleculaire
zowel vanuit het perspectief van het rund als van de parasiet. De nematoden leven in de dunne darmen van het rund. Bestrijding met antiwormmiddelen (preventief) heeft nadelen dat dieren geen weerstand opbouwen en dat er resistentie bij de nematoden optreedt. Hoe kunnen nu door gebruik te maken van het verdedigingssysteem van het rund de nematoden effectief worden bestreden terwijl er minder anti-wormmiddelen worden gebruikt?
processen die ten grondslag liggen aan verouderingsverschijnselen in op zetmeel gebaseerde systemen. In het bijzonder wordt met fysische technieken de invloed van polyolweekmakers op de moleculaire structuur van zetmeel en van weekmakers zelf onderzocht.
resultaat na 5 jaar Inzicht is verkregen in de immunologische reactie van het
rund als gevolg van een infectie met Cooperia oncophora. Het ontwikkelen van een diagnostische assay op basis van de stoffen die nematoden uitscheiden bleek complexer dan verwacht door de grote genetische diversiteit tussen nematoden. Daarnaast is inzicht verkregen in de fenotypische en genetische reactie binnen de nematodenpopulatie bij verhoogde immuniteit van het rund en in de invloed van de gastheer specifieke genetische achtergrond. In het onderzoek is vooral basiskennis ontwikkeld. gebruiker(s) Diagnostic Products Corporation, Breda / Holland Genetics BV,
Arnhem
Prof.dr. J.F.G. Vliegenthart
totale toewijzing in k€
222,59
inkomsten in
9,08
resultaat na 5 jaar Het onderzoek heeft aangetoond dat een aantal technieken,
die tot dusverre niet in het zetmeelonderzoek werden toegepast, geschikt zijn om inzicht te verkrijgen in de veroudering op moleculair niveau. Dit is in de praktijk belangrijk om parameters te bestuderen die de snelheid van het verouderingsproces beïnvloeden. Ter afsluiting van het project is voor onderzoekers en gebruikers een mini-symposium georganiseerd. gebruiker(s) TNO Kwaliteit van Leven, Groningen / Unilever Research, Vlaardingen / Agrotechnology & Food Innovations BV, Wageningen / AVEBE b.a., Veendam
106
utilisatierapport 2005
| Instelling
VB I.4692
V_
CCB
vrije universiteit amsterdam
Realistic characterizations of the tumor-induction potential of chemicals. Code name: DEBtum
projectleider
Prof.dr. S.A.L.M. Kooijman Bijdrage: DSM inkomsten in k€ 90,76
totale toewijzing in k€
282,61
contracten
doelstelling Het modelleren van het ontstaan en groei van tumoren door bloot-
stelling van proefdieren aan kankerverwekkende stoffen gebaseerd op de Dynamic Energy Budget theorie. Het vinden van de karakteristieken voor het proces van tumorinductie en deze vastleggen in het sofwarepakket DEBtum. Deze kennis kan dan gebruikt worden bij de risicoschatting bij blootstelling aan kankerverwekkende stoffen. resultaat na 5 jaar Het ontwikkelde model legt de invloed van voedselopname en
veroudering vast. Er zijn twee modules: 1) Beschrijving van de energiedynamica van een organisme met kwantitatieve formules voor de eetsnelheid, hoeveelheid vet, verandering in lichaamsgrootte en stofwisselingssnelheid. 2) Beschrijving van de veroudering van een organisme gebaseerd op de theorie dat veroudering ontstaat door oxidatieschade door vrije radicalen. Verband ontstaat doordat de productiesnelheid van vrije radicalen afhangt van de snelheid van stofwisseling. DEBtum is vrij te downloaden en kan door overheden, onderzoeksinstituten, standaardisatieorganisaties en testlaboratoria worden ingezet. gebruiker(s) Ministerie van VROM, Den Haag / Dow Benelux BV, Terneuzen / Ministerie VWS, Den Haag / OpdenKamp Adviesgroep BV, Den Haag / RIVM, Bilthoven / DSM, Heerlen / Consultancy Kinetox, Vleuten
VB I.4840
B CA projectleider
Karakterisering van sturende bodemen vegetatie- procesparameters bij vernatting in duinvalleien
Prof.dr. R. Aerts
totale toewijzing in k€
335,40
VG N.4845
BAA projectleider
Spectrale opscherping en automatische volumeregeling in digitale hoortoestellen
Dr.ir. J.M. Festen
totale toewijzing in k€
187,18
doelstelling De Nederlandse natte duinvalleien zijn van groot belang zowel voor
doelstelling Slechthorenden hebben naast verhoging van de gehoordrempel
de waterwinning als vanuit natuurbeschermingsoogpunt (en zijn ook expliciet opgenomen in de habitatrichtlijn van de Europese Unie). Om de teruggang in deze natuur te keren is herstel door vernatting noodzakelijk. Dit project beoogt knelpunten in kennislacunes over de respons in de causale keten van bodem, via plant naar vegetatie en in de toepassing van die kennis bij natuurherstel door beheerders te verminderen.
veelal te maken met bijkomende, bovendrempelige, gehoorproblemen die het vermogen tot spraakverstaan aantasten, met name in omstandigheden met veel achtergrond rumoer (ruis). Doel is het onderzoeken van de mogelijkheden om met behulp van digitale signaalbewerking de problemen die slechthorenden ondervinden met spraakverstaan in rumoer te verlichten. resultaat na 5 jaar De spraakbewerkingen met toepassing van spectrale
resultaat na 5 jaar Het project heeft criteria opgeleverd om geschikte duinvalleien
voor natuurbeheer te selecteren, heeft het belang van risicospreiding bij beheer onderstreept en heeft aangetoond dat een ruderale fase onvermijdelijk is bij vernatting. Gedurende de vier jaar van het project is er intensief contact geweest met natuurbeheerders van duinen in heel Nederland en is het beleid op basis van deze resultaten aangepast. Daarnaast is er gebruik van gemaakt bij het opstellen van een natuurbeheersinstrument voor alle beheerders van duinen. gebruiker(s) Vereniging Natuurmonumenten, ‘s Gravenland / Kiwa NV, Nieuwegein / RIZA, Lelystad / Waterleidingbedrijf Amsterdam, Vogelenzang / Provincie Noord-Holland, Haarlem / NV PWN Waterleidingbedrijf Noord-Holland, Velserbroek
opscherping geven een kleine, mogelijke, verbetering van spraakverstaan in rumoer. De huidige bewerkingen zijn echter nog niet rijp voor een toepassing in commerciële hoortoestellen. Daartoe zullen de huidige bewerkingen vermoedelijk aangevuld moeten worden met bewerkingen ter bestrijding van de problemen die slechthorenden kunnen ondervinden ten gevolge van een verlies van compressie. De studie heeft zich inmiddels verbreed naar compensatie van andere verstoorde elementen van de signaaloverdracht in de cochlea en wordt nu uitgevoerd als onderdeel van een EU 6e-kader project. gebruiker(s) SonionMicrotronic Nederland BV, Amsterdam / Philips Hearing Instruments, Eindhoven
107
projecten 1999
VAC.5079
B BA
Hyphenation of liquid separation techniques and Raman spectroscopy
| Instelling
W _ wageningen universiteit
projectleider
Prof.dr. C. Gooijer
totale toewijzing in k€
227,56
doelstelling Het probleem dat Raman Spectroscopie een extreem lage gevoelig-
heid heeft oplossen. Drie mogelijkheden worden bestudeerd: 1) ontwerpen en gebruikmaken van een ‘liquid-core waveguide’ detectorcel in LC waardoor de optische weglengte kan toenemen; 2) ontwikkelen van detectie gebaseerd op resonantie RS in het ultraviolet < 260 nm, om voor een aantal vibraties een gevoeligheidsverbetering te realiseren en 3) ontwerpen van een geschikte ‘at-line’ koppeling met Surface-Enhanced (Resonance) RS voor zowel LC als CE, waarbij het chromatogram/electroferogram geïmmobiliseerd wordt op een vaste drager. resultaat na 5 jaar Er is concrete belangstelling voor de ‘liquid-core waveguide’
detectietechniek. Philips Research gebruikt de LCW methode als speciale cel bij de Raman spectrometer/microscoop en zet dit met succes in bij de LC-biomedische instrumentatie. Met het Nederlands Forensisch Instituut is het gebruik van SERRS voor het onderzoek aan documenten onderzocht. Bij General Plastics zijn verkennende experimenten met de LC-LCW combinatie uitgevoerd. Ook voor RRS in het ultraviolet bestaat belangstelling. Inmiddels worden met de UU UV-RRS metingen aan vaste monsters (metaalkatalysatoren) uitgevoerd. De betrokken promovendus heeft zich verbonden aan Organon Oss. gebruiker(s) Philips Research, Eindhoven / NV Organon, Oss / DSM Research BV, Geleen / General Electric Plastics Europe BV, Bergen Op Zoom / Akzo Nobel Central Research BV, Arnhem
WB I.4706
CAA projectleider
Fine mapping and molecular characterisation of quantitative trait loci (QTLs) controlling fatness in chicken
Prof.dr. M.A.M. Groenen totale Licentie: Nutreco; Wageningen Universiteit
toewijzing in k€ inkomsten in k€
380,31 250,00
contracten
WB I.4712
CCC projectleider
New approaches for disease control of Botrytis cinerea
D r. J . A . L . v a n K a n tot ale toewijzing in k€ 6 5 1 , 1 5 O v e r d r a ch t : Wa g e n i n g e n U n i v e r s i t e i t ; D e R u i t e r Z o n e n B V EU.04077931.6 Botrytis resistant plants inkomsten in k€ 145,76
contracten octrooien
doelstelling In pluimvee is algemeen bekend dat overtollig vet een efficiënte
doelstelling De schimmel Botrytis cinerea veroorzaakt grote schade in land- en
voedselopname beperkt, dat het geen commerciële waarde heeft en dat de consument het niet waardeert. De genen verantwoordelijk voor vetophoping bij de kip waren nog steeds niet bekend. Dit onderzoek richtte zich op de identificatie van genen betrokken bij de vetophoping in vleeskuikens met de zogenaamde ‘positionele kandidaat-gen benadering’.
tuinbouw (onder andere tomaat). Algemeen wordt verondersteld dat planten geen resistentie vertonen tegen de schimmel. Doelstelling van het project was om te onderzoeken of in het geslacht Lycopersicon (tomaat en wilde verwanten) genetische bronnen voor (partiële) resistentie tegen Botrytis cinerea aanwezig zijn. Het mechanisme van resistentie en een aantal schimmelgenen dat van belang kan zijn in het infectieproces werden bestudeerd.
resultaat na 5 jaar De genomische gebieden waar de potentiële kandidaat-genen
te vinden zijn – de quantitative trait loci – zijn in kaart gebracht. Van deze QTL-regio’s werden vergelijkbare genetische kaarten geconstrueerd om de feitelijke kandidaat-genen te vinden. Uiteindelijk zou er een verband kunnen worden gelegd tussen het genetische kenmerk en de kandiaat-genen. Binnen de QTL-regio’s zijn 25 potentiële kandidaat-genen geplaatst. Er kon geen oorzakelijk verband worden gelegd, maar de 25 kandiaat-genen zijn zeker interessant voor verder onderzoek. gebruiker(s) Nutreco, Boxmeer / RIKILT, Wageningen / Intervet International BV,
resultaat na 5 jaar Met de ontwikkelde stengeltoets werd aangetoond dat een
aantal Lycopersicon genotypes (partiële) resistentie vertoont tegen Botrytis cinerea. Een vijftal QRLs (quantitative resistance loci) werd geïdentificeerd en in kaart gebracht. Uit onderzoek aan het resistentiemechanisme is gebleken dat fytohormonen wel en pathogenesis-related proteïns niet van belang zijn voor resistentie tegen Botrytis. Onderzoek met Botrytis mutanten met mutaties in verschillende BcAP genen (genfamilie coderend voor aspartyl proteases) heeft aangetoond dat de onderzochte BcAP genen niet betrokken zijn bij de virulentie. Het project heeft geleid tot een octrooiaanvrage.
Boxmeer gebruiker(s) Praktijkonderzoek Plant en Omgeving, Naaldwijk / De Ruiter Seeds CV, Bergschenhoek
DR. JAN VAN KAN
Rem de werking van uitermate agressieve eiwitten project WBI.4712
Aardbeien, bonen, rozen, kiwi, druiven, allemaal zijn
“Iedereen die wel eens een bakje aardbeien te lang heeft
zij vatbaar voor de schimmel Botrytis. Op meer dan 200
laten staan, kent Botrytis. Het is de witgrijze schimmel
plantensoorten kan Botrytis zich nestelen. Dr. Jan van Kan,
die snel groeit als rijpe of dode cellen van een vrucht de
verbonden aan Wageningen Universiteit, vakgroep
schimmel de kans bieden zich in rap tempo te ontwikkelen.
Fytopathologie, buigt zich al jaren over de vraag hoe de
Als Botrytis zich bijvoorbeeld te sterk op druiven ontwik-
infectie verloopt. Als het hem ooit lukt de groei van de
kelt voordat je er wijn van kunt maken, dan kun je er maar
schimmel te vertragen, zou dat de sectoren tuinbouw,
beter meteen azijn van maken. Bij rozen gaat soms twintig
transport en levensmiddelenindustrie miljarden euro’s
procent van de productie niet eens ter veiling. Een deel
schade kunnen schelen.
wordt op het bedrijf al weggegooid en een deel komt niet door de keuring heen”, vertelt Van Kan. “De omvang van de
| WB I.4712
schade is heel moeilijk vast te stellen. Een ruwe schatting
hiervoor is echter dat betrokken bedrijven elkaar de
van de wereldwijde economische schade door Botrytis,
zwarte piet toespelen. “De teler stelt dat hij een goed
door productverlies, kwaliteitsverlies en kosten van
product heeft afgeleverd en beklaagt zich erover dat het
bestrijding ligt tussen tien en honderd miljard euro.”
product te lang onderweg is naar de klant. Bovendien kan hij erop wijzen dat er tijdens het transport vast iets verkeerd is gegaan met de koeling. De transporteur
Schade van teler tot consument
kan op zijn beurt wijzen naar de teler of naar het verpakkingsbedrijf. De winkelier kan ook naar iedereen
Reden temeer om te onderzoeken of er iets tegen Botrytis
behalve zichzelf wijzen. Daardoor voelt geen van de
valt te ondernemen. De moeilijkheid bij fondsenwerving
partijen zich genoodzaakt te investeren in fundamenteel
109
110
utilisatierapport 2005
| WBI.4712
onderzoek. Wel ontwikkelen zij gezamenlijk oplossingen
Van Kan het inzicht in de eiwitten en de genen van de
in de sfeer van verpakkingen en koeling, waardoor de
schimmel verdiepen.
ontwikkeling van Botrytis wel vertraagd wordt. Ook begassing, bespuiten tijdens de teelt en versnelling van
Hij wilde weten hoe de schimmel de dood van een cel
de logistieke keten zijn technische oplossingen die enige
van een gewas veroorzaakt. Dat is namelijk het moment
verbetering bieden. Maar dan nog blijven alle bedrijven
waarop de schimmel zijn kans grijpt. “In tests hebben we
in de keten van teler tot consument schade oplopen”,
twee eiwitten, PG1 en PG2, geïdentificeerd die uitermate
stelt Van Kan.
agressief zijn. Binnen een kwartier zie je overduidelijke schade aan de plant optreden als deze eiwitten de celwanden afbreken. Het is echter nog niet gelukt om
Doortastende schimmel
een methode te ontwikkelen die een afdoende remmende werking heeft op beide schimmeleiwitten. Wel hebben
Bij STW vond Van Kan begin jaren negentig een gewillig
we inmiddels twee patenten over de schimmeleiwitten en
oor voor zijn eerste projectvoorstel om Botrytis beter te
één over resistentieveredeling kunnen filen. Er is dus wel
leren kennen. Inmiddels heeft hij vijf projecten geleid
duidelijk vooruitgang geboekt”, zegt Van Kan.
naar allerlei deelgebieden rond de schimmel en komt hij steeds verder in het begrijpen van de zo doortastende schimmel. “Het uitroeien van de schimmel is niet aan de
Productschap Tuinbouw
orde”, zegt hij. “Botrytis is alom aanwezig in de lucht en de infectie volledig uitschakelen is onbegonnen werk.
De onderzoeken van Van Kan hebben door de jaren
We hebben ons enerzijds afgevraagd welke schimmel-
heen aan belangstelling gewonnen. Dat is onder meer
genen belangrijk zijn voor de infectie en anderzijds
te merken aan de partijen die belangstelling hebben om
welke plantengenen bijdragen aan een al dan niet
zitting te nemen in de gebruikerscommissies van de
succesvolle afweer van de infectie. In de eerste fase
verschillende onderzoeken van zijn onderzoeksgroep.
van de onderzoeken hebben we vooral veel beschrijvend
Het concern Bayer zit al geruime tijd in de commissies,
onderzoek gedaan om in kaart te brengen welke factoren
evenals de DLO- en PPO-instituten en een veredelings-
invloed hebben op de schimmel en de plant. Ook hebben
bedrijf. Sinds kort heeft ook het productschap Tuinbouw
we gekeken naar de genetische stabiliteit van Botrytis.
zich aangesloten. Voor een probleem waarin de partijen
De algemene opvatting was dat de genetische samen-
in de totale keten naar elkaar wijzen wanneer het op
stelling in de schimmel zo snel veranderde dat kansen
verantwoordelijkheid aankomt, is dat niet onbelangrijk.
om de schimmel fundamenteel te begrijpen onbegonnen
Het Productschap heeft immers een algemeen belang
werk zou zijn. Wij hebben ondervonden dat de genetische
van de gehele sector voor ogen.
samenstelling niet zo snel verandert als verondersteld. We proberen kennis te ontwikkelen die bij kan dragen
Van Kan heeft goede hoop dat het uiteindelijk zal
aan vertraging van de groei van de schimmel, omdat
lukken de verwoestende werking van Botrytis tot een
dat voor het probleem een afdoende oplossing is. Stel
acceptabel niveau terug te dringen. Hij schat dat er nog
dat we in staat zijn om de schimmel op aardbeien een
ongeveer tien jaar onderzoek nodig is. Om ook die
aantal dagen tegen te houden, dan kunnen consumenten
periode financieel te overbruggen, is hij dan ook druk
de aardbeien opeten ruimschoots voordat Botrytis zijn
bezig met een niet-wetenschappelijke activiteit, namelijk
vernietigende werk doet.” Om dat te bereiken, moest
het benaderen van bedrijven die belang hebben bij het
| WB I.4712
onderzoek. Van Kan: “Liever ben je natuurlijk bezig met het onderzoek zelf, maar het is niet anders dan dat je ook een verantwoordelijkheid hebt om het financieel mogelijk te maken. Zoals gezegd, is het in het afremmen van Botrytis moeilijk vast te stellen welke partij het voortouw zou moeten nemen. Echter, naarmate een effectieve methode meer in zicht komt, moet het ook lukken bedrijven te interesseren ons in de gelegenheid te stellen die laatste stap te zetten.”
111
112
utilisatierapport 2005
WB I.4721
BAA
Molecular monitoring of microbial diversity in anaerobic wastewater treatment systems
WB I.4730
ACA
‘Defective Interference’ bij de productie van recombinante eiwitten via BACulovirus expressievectoren in insectencellen (DIBAC)
Dr. H. Smidt totale toewijzing in k€ 389,48 contracten Bijdrage: Wageningen Universiteit; Paques BV inkomsten in k€ 9,08
projectleider
doelstelling Afvalwater uit industriële processen wordt vaak met behulp van
doelstelling Bij eiwitproductie via baculovirussen (Bv’s) worden insectencellen
microbiologische leefgemeenschappen gereinigd in Upflow Anaerobic Sludge Bed reactoren. Hoewel vaak toegepast is nauwelijks iets bekend over de samenstelling en het gedrag van de organismen in deze reactoren. Het onderzoek richt zich op vetzuurdegraderende organismen. Men wil komen tot moleculair biologische methoden voor het snel kunnen screenen van het slib uit de reactoren. Met de juiste informatie zou men het proces in de reactor kunnen sturen.
met Bv’s geïnfecteerd. De Bv’s dwingen de cel om grote hoeveelheden nieuwe virusdeeltjes te maken. Dit is een krachtig systeem om specifieke eiwitten te maken. Het wordt onder andere gebruikt voor de bereiding van het varkenspestvaccin. De productie van de eiwitten wordt geremd door defecte virusdeeltjes (DI’s). Deze krijgen bij vermenigvuldiging steeds meer invloed. Dit resulteert in een suboptimale productie. Doel: Het ontstaan van de DI’s en hun invloed op het productieproces bestuderen en komen tot een oplossing voor de instabiliteit van het virus bij productie van eiwitten.
resultaat na 5 jaar Tot een specifieke methode voor screening van slib is het niet gekomen. De microbiële diversiteit in het slib blijkt zeer groot. 80 microorganismen is nog niet gecultiveerd. Er is aangetoond dat het in de toekomst mogelijk is het slib te monitoren door gebruik te maken van microarrays. Onduidelijk is nog of je je daarbij zult moeten richten op een specifieke reactor of op de functionaliteit van (bij elkaar horende) soorten organismen. gebruiker(s) Paques BV, Balk / BIOCLEAR BV, Groningen / Ziniflex Budel BV, Budel / Microscreen BV, Groningen
P r o f . d r. J . M . Vl a k t o t a l e t o e w i j z i n g PCT.NL03/00166 Baculovirus expression system
in k€
projectleider
190,89
octrooien
resultaat na 5 jaar Er is gebleken dat het ontstaan van de DI’s wordt veroorzaakt
door de overactiviteit van een uniek startpunt (non-hr) van virus DNA-replicatie. Eliminatie van dit specifieke startpunt voorkomt het ontstaan van DI’s en maakt het Bv stabieler. Het ontstaan van DI’s is celtype afhankelijk. Bij gebruik van baculovirus bacmids wordt een nieuwe vorm van instabiliteit geïntroduceerd. Deze kan worden voorkomen door een extra startpunt (hr) voor DNA replicatie in het bacteriële deel (bacmid) van de vector te plaatsen. gebruiker(s) DSM Biologics, Groningen / Intervet International BV, Boxmeer / Animal Disease Contol, Lelystad
WLM.4742
ACB projectleider
Translation of consumer sensory preferences into product characteristics
Prof.dr. W.M.F. Jongen
totale toewijzing in k€
66,34
WLM.4743
BAA projectleider
Protein-induced texture formation in novel protein foods
Prof.dr.ir. M.A.J.S. van Boekel
totale toewijzing in k€
108,41
doelstelling Het project is onderdeel van het PROFETAS programma (transitie
doelstelling Het project is onderdeel van het PROFETAS programma (transitie
van dierlijk naar plantaardig eiwit). Het doel was te komen tot een toolbox voor gestructureerde, consumentgedreven productontwikkeling van Novel Protein Food. Hiervoor zijn: 1) De wensen van consumenten geïdentificeerd ten aanzien van de sensorische aspecten van NPFs; 2) Bestaande vleesvervangers beschreven met objectieve sensorische kenmerken; 3) Texturele en smaakeigenschappen van bestaande vleesvervangers bepaald; 4) De voorkeur van consumenten vertaald in producteigenschappen.
van dierlijk naar plantaardig eiwit). De structuur van Novel Protein Food is van essentieel belang voor acceptatie door de consument. Het doel was te onderzoeken of het mogelijk is een NPF een bepaalde structuur te geven door het bestuderen van de mogelijkheden van de structuurvormende eigenschappen van de eiwitten in NPFs. Hiermee draagt men bij aan tools voor de voedingsindustrie voor het ontwikkelen van NPFs met een gewenste structuur. resultaat na 5 jaar Omdat een gewenste structuur voor NPFs nog niet is
resultaat na 5 jaar Met marktonderzoek, enquêtes, het laten eten van maaltijden
en het thuis zelf laten bereiden van maaltijden met bestaande vleesvervangers en met inzet van getrainde panels is de toolbox samengesteld. Van groot belang blijken de geschiktheid om de vleesvervanger toe te kunnen passen in een maaltijd en de sensorische eigenschappen. De resultaten zijn van direct belang voor bedrijven die vleesvervangers op de markt brengen.
vastgesteld is gekozen voor warmte geïnduceerde gelering van erwteneiwit. Een belangrijke reden hiervoor was het feit dat NPFs toch waarschijnlijk verhit zullen worden binnen de fabriek dan wel bij de consument. De resultaten lieten zien dat het geleergedrag van verschillende planteneiwitten zeer verschillend kan zijn, ook al lijkt moleculair de overeenkomst tussen de eiwitten zeer groot.
gebruiker(s) Cebeco Handelsraad, Rotterdam / DSM Food Specialties BV, Delft /
gebruiker(s) Cebeco Handelsraad, Rotterdam / DSM Food Specialties BV, Delft /
Zwanenberg Food Group, Almelo / Quest International Nederland BV, Bussum / Unilever Research, Vlaardingen
Zwanenberg Food Group, Almelo / Quest International Nederland BV, Bussum / Unilever Research, Vlaardingen
113
projecten 1999
WB I.4746
ABA projectleider
Modification of pea protein composition by genetic modification
Prof.dr. R.G.F. Visser
totale toewijzing in k€
WB I.4785
B CA projectleider
38,93
Fingerprinting varieties of barley (Hordeum vulgare L.) to study yield stability
Dr. F.A. van Eeuwijk
totale toewijzing in k€
204,75
inkomsten in k€
1,50
doelstelling Het project is onderdeel van het PROFETAS programma. Het doel is
doelstelling In de veredeling probeert men rassen te ontwikkelen door de
het modificeren van de eiwitten die van belang zijn bij het kunnen verkrijgen van textuur in Novel Protein Foods. Het eiwit van de groene erwt dient als uitgangspunt. Hiervoor wordt: 1) De natuurlijke variatie voor 11S en 7S eiwitten bepaald; 2) Uitgezocht wat een betrouwbaar regeneratie en transformatiesysteem is voor de erwt; 3) Geschikte genconstructen ontworpen; 4) Transgene erwtenlijnen met verschillende eiwitsamenstelling gemaakt.
genetische constitutie van planten te veranderen. Traditioneel selecteerde men daarbij op het fenotype. In toenemende mate selecteert men tegenwoordig op moleculaire merkers, ‘DNA vlaggen’, waarvan eerder aangetoond werd dat ze geassocieerd zijn met specifieke fenotypische kenmerken. In dit project werd geprobeerd moleculaire merkers te identificeren die geassocieerd zijn met de complexe eigenschap ‘aanpassingsvermogen’. Als modelgewas werd gerst gekozen.
resultaat na 5 jaar De natuurlijke variatie in erwteneiwit is groot. Het ontbreken
resultaat na 5 jaar Er is een statistische methodiek ontwikkeld om de eigenschap
van eiwitklassen komt echter niet voor. Er blijkt een grote variatie te zijn in de post-translationele processing. Dit zou van het gedrag van vicilin (textuurvormend eiwit) in hoge mate kunnen beïnvloeden. Tot nu toe is dit aspect door plantenveredelaars niet onderkend. Een verbeterd protocol voor het regenereren en transformeren is ontwikkeld voor de erwt. Ook is aangetoond dat dit protocol toepasbaar is op sojabonen en bonen. Het protocol biedt dus kansen om de transformatie efficiëntie van erwten en bonen te vergroten.
‘aanpassingsvermogen’ te relateren aan merkergenotypen dat relatief eenvoudig kan worden toegepast op soortgelijke datasets in de toekomst. De resultaten en methodieken van het onderzoek zijn gepubliceerd in het blad Genetics en hebben veel positieve aandacht gekregen. Verschillende internationale groepen zijn inmiddels soortgelijk onderzoek gestart. Een collectie van moleculaire merkers voor merkergestuurde selectie op aanpassingsvermogen in gerst is beschikbaar voor de participerende bedrijven. Een kruisingspopulatie die ontwikkeld werd in het STW-project wordt nu gebruikt in een EU-project voor verder onderzoek naar de genetische basis van droogteresistentie in gerst.
gebruiker(s) Cebeco Handelsraad, Rotterdam / DSM Food Specialties BV, Delft / Zwanenberg Food Group, Almelo / Quest International Nederland BV, Bussum / Unilever Research, Vlaardingen
WB I.4797
AAA projectleider
Development of multimode fluorescence correlation microscopy suitable for high throughput screening and applications in plant signal transduction research
Prof.dr. A.J.W.G. Visser
totale toewijzing in k€
657,00
inkomsten in k€
68,07
gebruiker(s) Cebeco Seeds BV, Lelystad / ADVANTA Seeds BV, Rilland / Landbouwbureau Wiersum, Dronten / Semundo BV, Hornhuizen
WB I.4803
Kwaliteitsregulatie bij tomaat
CBA projectleider
Dr.ir. U. van Meeteren
totale toewijzing in k€
584,28
inkomsten in k€
149,76
doelstelling Het onderzoeken van twee verschillende toepassingen van confocale
doelstelling De kwaliteit van tomaten hangt samen met smaak (onder andere
fluorescentie microscopie voor het detecteren van enkelvoudige fluorescente moleculen. Technische toepassing: het ontwerp van een microfluidic systeem voor screening (detectie en sortering) van fluorescente deeltjes. Biologische toepassing: bestuderen van signaal-transductie processen in vivo voor de weerstand in planten tegen ziekteverwekkers (R-gen gemedieerde weerstand).
suiker- en watergehalte) en scheurgevoeligheid. Doel is bepaling van: 1) kritische kwaliteitsaspecten - sensorisch panel/instrumentele meting; 2) kwaliteitsgerelateerde fysiologische en anatomische vruchtkenmerken; 3) kritische processen - verdamping, watertoevoer, celdeling, suikermetabolisme. Uiteindelijk onderzoeken wat de mogelijkheden zijn om deze processen te sturen door teeltomstandigheden en handelingen (mechanistisch kwaliteitsmodel).
resultaat na 5 jaar Er is als demonstratiemodel een microfluidic platform
ontworpen voor het sorteren van kleine deeltjes. Het systeem moet nog worden geoptimaliseerd en opgeschaald voor het kunnen sorteren van grote hoeveelheden deeltjes in een beperkte tijd. Het zichtbaar maken van subcellulaire eiwitten in kleine concentraties in plantencellen wordt bemoeilijkt door de autofluorescentie van chlorofyl. In dit project is de technologische oplossing gevonden om deze eiwitten toch zichtbaar te maken. De basiskennis uit dit project wordt vooral gebruikt in vervolgprojecten.
resultaat na 5 jaar Het uiteindelijke mechanistische model is niet ontwikkeld.
Wel is inzicht verkregen in de volgende aspecten. Smaak kan goed instrumenteel worden gemeten. De ontwikkelde methode wordt toegepast in de praktijk. Scheuren treedt vooral op in trossen met trage vruchtzetting. De turgor in tomatenvruchten is erg laag. Een eenvoudig model voor waterimport in de vrucht is niet toepasbaar. Wat de regulerende factor is, is nog onduidelijk. Het blijkt mogelijk te zijn watertransport in vruchten (gelijktijdig in en uit) aan intacte planten te meten met NMR.
gebruiker(s) Philips Research, Eindhoven / Unilever Research, Vlaardingen /
Carl Zeiss Jena GmbH, Jena
gebruiker(s) Syngenta Seeds BV, Enkhuizen / Rijk Zwaan Zaadteelt en Zaadhandel BV, De Lier / ZON Verkoopdiensten BV, Venlo / Albert Heijn BV, Zaandam / Rockwool/Grodan BV, Roermond / Bakker Centrale Inkoop BV, Barendrecht / De Ruiter Zonen BV, Bergschenhoek
114
utilisatierapport 2005
WB I.4827
B BA projectleider
Antagonistische en synergistische effecten van resistenties in paprika op de verspreiding van tomatenbronsvlekkenvirus en Californische trips
Prof.dr. R.W. Goldbach
totale toewijzing in k€
511,89
WB I.4835
B BA
On the origin of tomato powdery mildew species and the corresponding resistance genes in the genus Lycopersion
projectleider Dr. W.H. Lindhout totale toewijzing in k€ 549,56 contracten Optie: Nickerson-Zwaan; Optie en mta: Nunhems Netherlands; WU; Enza Zaden; Rijk Zwaan Zaadt. en Zaadh.; Syngenta Seeds; De Ruiter Seeds CV; Seminis Vegetable Seeds Holland; Mta: Clause Tezier; Palacky Univ.; Gulf Coast Research and Education Center; Plant Protection Inst. of the Hungarian; Kinki Univ. inkomsten in k€ 54,34
doelstelling In dit project worden de antagonistische en synergetische effecten
doelstelling Het doel is inzicht te geven in de organisatie en werking van verschil-
van resistenties in paprika op de verspreiding van het tomatenbronsvlekkenvirus en het plaaginsect, de Californische trips, onderzocht middels een waardplant-virus-vector systeem. Kennis van de complexe interacties in een dergelijk systeem is van groot belang voor het bepalen van strategieën om resistente gewassen succesvol toe te passen in de tuinbouw.
lende resistentiegenen tegen echte meeldauw (Oidium neolycopersici) in tomaat. Dit is van belang voor veredeling op duurzame resistentie van tomaat tegen deze schimmel, waardoor het gewas beschermd wordt zonder het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen. Hierbij worden genetische lijnen en moleculaire merkers ontwikkeld, die beide toepasbaar zijn voor de veredeling. Ook kunnen resistentiegenen gekloneerd en gepatenteerd worden.
resultaat na 5 jaar Er is gevonden dat resistentie tegen trips de verspreiding
van het tomatenbronsvlekkenvirus kan beperken. Er is nu bewezen dat tripsresistentie en virusresistentie niet haaks op elkaar staan. Dit is belangrijke informatie voor veredelaars en tuinders om een verantwoorde keuze te maken ten aanzien van het resistentiemanagement. Tevens is er een voor bedrijven goed bruikbare testmethode ontwikkeld voor de bepaling van tripsresistentie. Het project zal in juni worden afgesloten met een symposium om zoveel mogelijk gebruikers op de hoogte te stellen van de gevonden resultaten. gebruiker(s) Syngenta Seeds BV, De Lier / Germains Technology Group Nederland, Aalten / De Ruiter Seeds CV, Bergschenhoek / Praktijkonderzoek Plant en Omgeving, Naaldwijk / Rijk Zwaan Zaadteelt en Zaadhandel BV, De Lier / Plant Research International, Wageningen
WB I.4836
B BA
Characterization of disease suppressiveness of compost and improvement of the application of disease suppressive compost in agriculture and horticulture
resultaat na 5 jaar Er zijn 9 resistentiegenen geïdentificeerd, waarvan 5 betrokken
zijn bij overgevoeligheidsresistentie, 3 bij kwantitatieve resistentie en 1 bij recessieve resistentie, die geassocieerd is met de vorming van papillen. Deze genen zijn in kaart gebracht met moleculaire merkers, die ook gebruikt zijn voor het verkrijgen van bijna-isogene lijnen (NILs), die alleen verschillen in de aanwezigheid van een specifiek resistentiegen. Ziektetoetsen op verschillende locaties in de wereld hebben aangetoond welke genen (niet) duurzaam zijn. Deze kennis, merkers en NILs worden in de praktische veredeling gebruikt. gebruiker(s) Rijk Zwaan Zaadteelt en Zaadhandel BV, De Lier / Seminis Vegetable Seeds, Honselersdijk / De Ruiter Seeds CV, Bergschenhoek / Syngenta Seeds BV, Enkhuizen / Enza Zaden, Enkhuizen / Clause Tezier, Valence / Seminis Vegetable Seeds Holland BV, Wageningen / Syngenta Seeds BV, De Lier / Nunhems Netherlands BV, Haelen / Clause Tezier, Beaucouzé
WB I.4843
B BA
Diversity, host affinity, and broad-spectrum activity of antibiotic-producing Pseudomonas spp.
projectleider
Dr.ir. A.J. Termorshuizen totale toewijzing in k€ 604,66 contracten Bijdrage: Compostering Zuidoost-Brabant BV inkomsten in k€ 103,91
projectleider
Dr. J.M. Raaijmakers totale toewijzing in k€ 404,52 contracten Material transfer agreement: Wageningen Universiteit; Scientia Terrae NV
doelstelling De bijdrage van compost van groente-, fruit- en tuinafval (GFT-com-
doelstelling Dit project had tot doel om antagonistische bacteriën te isoleren en te
post) aan bodemkwaliteit is variabel omdat het uitgangsproduct variabel van samenstelling is. Doel was om de ziektewerende werking van GFT-compost te voorspellen, te verklaren en te verbeteren door manipulatie van het composteringsproces.
identificeren die a) compatibel zijn met één of meerdere waardplanten, en b) effectief zijn in de bestrijding van schimmelziekten. Dit om biologische bestrijding van plantenziekten met antagonistische micro-organismen effectiever te maken. resultaat na 5 jaar In dit project is een grote collectie bacteriën geïsoleerd van tarwe,
resultaat na 5 jaar De resultaten geven aan dat; 1) door GFT-compost geïnduceerde
ziektewering een algemeen optredend fenomeen is; 2) respiratie voor een belangrijk deel ziektewering voorspelt zodat deze parameter door de praktijk als indicator kan worden toegepast; 3) toediening van momenteel commercieel beschikbare biologische bestrijders aan jonge compost niet leidt tot kolonisatie en verhoogde ziektewering; 4) een voorbehandeling door middel van natzeven van het GFT resulteert in een compost met lager zoutgehalte en hoger organische-stofgehalte waarmee significant hogere ziekteonderdrukking wordt gerealiseerd. Het onderzoek heeft bijgedragen tot onderbouwing en bewustwording van de bijdrage die compost levert aan de beheersing van bodemgebonden ziekten en leidt zo ook tot vergrote afzet van GFT-compost in de agrarische sector. gebruiker(s) Praktijkonderzoek Plant en Omgeving, Boskoop, Lelystad, Lisse en Naaldwijk / Conviro milieu-produkten BV, Wijster / Orgaworld BV, Uden / Scientia Terrae NV, St. Katelijne-Waver
suikerbiet, lelie en aardappel. Deze bacteriën (Pseudomonas) produceren alle de schimmelremmende stof 2,4-DAPG. Er is een nieuwe moleculaire methode ontwikkeld (phlD-DGGE) waarmee de genetische diversiteit van deze collectie bacteriën in kaart gebracht is. Zeven genotypische groepen zijn nader geïdentificeerd en getoetst op compatibiliteit met de genoemde waardplanten en op effectiviteit van biologische bestrijding. Een aantal is compatibel met meerdere waard- planten terwijl andere compatibel zijn met slechts één of twee waardplanten. Op het gebied van biologische bestrijding van een aantal schimmelziekten van suikerbiet, blijken bepaalde groepen effectiever dan andere. Deze antagonisten worden getest in kas- en kleinschalige veldexperimenten. In samenwerking met bedrijven wordt onderzocht of deze antagonisten een breder scala aan waardplanten kan beschermen tegen plantenziekten. gebruiker(s) Praktijkonderzoek Plant en Omgeving, Lelystad en Lisse / IRS, Bergen Op Zoom / Scientia Terrae NV, St. Katelijne-Waver
projecten 1999
WM K.4963
CBA
Geïntegreerde fysisch-chemische en biologische NO x-verwijdering uit rookgassen
WB C.5084
B BA
Effect van kolloïdale en grensvlakchemische eigenschappen van zwaveldeeltjes op de procesvoering van een biologisch systeem voor verwijdering van H2S uit aardgas
projectleider
Dr.ir. P.N.L. Lens totale toewijzing in k€ 811,38 contracten Optie: Wageningen Universiteit; Rijksuniversiteit Groningen; Technische Universiteit Delft; Biostar Development CV inkomsten in k€ 90,76
projectleider
doelstelling Het BioDeNO proces is een geïntegreerd fysisch-chemisch/biologisch x
doelstelling Om meer inzicht te krijgen in de emissiereductie van waterstofsulfide
proces om NOx te verwijderen uit rookgas. De absorptie van NO in een waterige Fe(II)EDTA2- oplossing wordt gecombineerd met de biologische reductie van het ‘opgeloste’ NO in een bioreactor. Het proces is geoptimaliseerd door RUG, TUD en WU.
(H2S) uit industriële gassen heeft dit onderzoek zich gericht op de biologische ontzwaveling van aardgas. De fysisch-chemische eigenschappen van biologisch gevormde zwaveldeeltjes en het effect hiervan op absorptie van H 2S, schuimvorming in de bioreactor en zwavelafscheiding zijn hiervoor bestudeerd.
resultaat na 5 jaar De kinetiek (snelheid) en selectiviteit van NO en O absorptie 2
in FeII(EDTA) scrubbers is bepaald. De biologische regeneratie van Fe(II)EDTA2gaat in 2 stappen: NO en Fe(III)EDTA- reductie. Er zijn 2 groepen micro-organismen betrokken: NO reduceerders en Fe(II) reduceerders. Fe(II)EDTA2- speelt een rol in BioDeNOx: naast NO adsorbens is het ook een elektrondonor voor NO reductie. De reductie van Fe(III)EDTA- wordt gekatalyseerd door een ‘electron shuttling compound’, waarschijnlijk speelt het zwavel/sulfide koppel hier een rol. De toepasbaarheid van het BioDeNOx proces is op laboratoriumschaal aangetoond. De NO verwijderingefficiëntie van een gasstroom met 1-4% O2 en een NO concentratie van 50-500 ppm bedraagt 80%. Milieutechnologiebedrijf Paques BV en EDTA leverancier Akzo Nobel gebruiken de resultaten. Van een applicatie is geen sprake; hiervoor moeten nog specifieke problemen worden opgelost, zodat de technologie met fysische processen kan concurreren. gebruiker(s) Paques BV, Balk / Danieli Corus Europe, IJmuiden / Akzo Nobel Functional Chemicals BV, Amersfoort
WGC.5107
CBA
Isolation and exploitation of resistance genes in Solanaceous species of which some are targeted against fungal pathogenicity factors
projectleider
Prof.dr.ir. P.J.G.M. de Wit totale toewijzing in k€ 728,60 contracten Bijdrage en licentie: Enza Zaden; Rijk Zwaan Breeding BV; Seminis Vegetable Seeds Holland BV; Syngenta Seeds BV; Cebeco Seeds BV; De Ruiter Zonen BV; Licentie: WU inkomsten in k€ 249,48
doelstelling Natuurlijke resistentiegenen tegen schimmelpathogenen zijn in het ver-
leden met succes toegepast. Echter, deze klassieke resistentiegenen geven slechts bescherming tegen een gering aantal fysio’s van de schimmel en tevens worden dergelijke fysiospecifieke resistentiegenen vaak doorbroken door recombinatie in de pathogene schimmel. Doel was een volledig nieuw concept te ontwikkelen dat de gewassen duurzame, brede resistentie kan geven tegen schimmelpathogenen. resultaat na 5 jaar De schimmel die de bladvlekkenziekte van tomaat veroorzaakte
stond centraal. Alle isolaten van deze schimmel produceren het pathogeniteitseiwit Ecp2. Tomatenplanten die Ecp2 herkennen geven een duurzamere resistentie dan de resistentie die gebaseerd is op herkenning van zogenaamde fysio- specieke elicitoren. Deze werden gebruikt om het bijpassende resistentiegen, Cf-Ecp2, te isoleren. De planten met dit gen worden nu gebruikt door de veredelingsbedrijven van de gebruikerscommissie. Het Cf-Ecp2 gen werd gekarteerd. Er zijn drie kandidaatgenen die voor het gen coderen. Cf-Ecp2 codeert waarschijnlijk voor een extracellulair LRReiwit. De toekomst zal ons leren of Cf-Ecp2 duurzamer is dan de gangbare Cf genen. gebruiker(s) Rijk Zwaan Breeding BV, Fijnaart / Seminis Vegetable Seeds Holland BV, Enkhuizen / Syngenta Seeds BV, Enkhuizen / De Ruiter Zonen BV, Bergschenhoek / Seminis Vegetable Seeds, Honselersdijk / Enza Zaden, Enkhuizen
Prof.dr.ir. G. Lettinga totale toewijzing in k€ 313,92 contracten Bijdrage: Shell Research and Technology Centre; Optie: Wageningen Universiteit; Paques BV inkomsten in k€ 97,00
resultaat na 5 jaar Het onderzoek heeft geleid tot meer inzicht van H2S absorptie
in het Shell-Paques proces voor H2S verwijdering uit aardas. Metingen aan de chemische oxidatiesnelheid van polysulfiden geven aan dat bij hogere pH de lage chemische stabiliteit van het chemische polysulfide oxidatie gevormde zwavel zorgt voor extra thiosulfaatvorming. Om excessieve schuimvorming tegen te gaan dient een ophoping van zwaveldeeltjes aan het gas-vloeistof grensvlak voorkomen te worden. Dit kan onder andere bereikt worden door gebruik te maken van relatief lage zwavelconcentraties en beluchtingssnelheden, alsmede door de afwezigheid van zwaveldeeltjes van ‘gematigde’ hydrofobiciteit. Vervolgonderzoek: STW-project WBC.5939. Ook wordt met de gebruikers bekeken hoe de resultaten in praktijkinstallaties gebruikt kan worden. gebruiker(s) Paques BV, Balk / Shell Research and Technology Centre, Amsterdam
115
116
| Lijst gebruikers bij STW-projecten 1999
A ABB Lummus Global BV (Den Haag) _ EST.4863 ABB Lummus Global Inc. (Bloomfield, Verenigde Staten van Amerika) _ EST.4863 ADVANTA Seeds BV (Rilland) _ WBI.4785 ADVANTA Vanderhave Suger Beat Seed BV (Rilland) _ WBI.4843 AMIS (Oudenaarde, België) _ TEL.4534 ASML Netherlands B.V. (Veldhoven) _ TST.4946 ASML Special Applications Division (Veldhoven) _ TST.4946 ASTRON (Dwingeloo) _ TES.5004 AVEBE b.a. (Foxhol) _ UCH.4952 AZ Maastricht _ GGN.4680 Academisch Medisch Centrum Amsterdam _ GGN.4757 _ GGN.4878 Acordis Industrial Fibers BV (Arnhem) _ NCH.4501 Advanced Research in Chemistry (ARC) BV (Amsterdam) _ LGN.4890 Agere Systems Nederland BV (Nieuwegein) _ TES.5004 Agfa-Gevaert NV (Mortsel, België) _ DRI.4627 Agrotechnology & Food Innovations BV (Wageningen) _ BDG.4891 _ UCH.4952 Akzo Nobel Central Research BV (Arnhem) _ DST.4675 _ VAC.5079 Akzo Nobel Chemicals BV (Arnhem) _ DSF.4996 Akzo Nobel Coatings BV (Sassenheim) _ LCH.4781 Akzo Nobel Functional Chemicals BV (Amersfoort) _ WMK.4963 Akzo-PQ Silica vof (Maastricht) _ GBC.4983 Albert Heijn BV (Zaandam) _ WBI.4803 Alcatel (Antwerpen, België) _ TEL.4925 Animal Disease Contol (Lelystad) _ WBI.4730 Applikon Biotechnology BV (Schiedam) _ GGN.4680 Aquamarijn Microfiltration BV (Zutphen) _ TEL.4682 _ EST.4863 Arcadis (Assen) _ WBI.4836 Asparagus BV (Horst) _ LBI.4898 Axis-Shield Diagnostics Ltd (Dundee, Groot Brittannië) _ NBC.5077 B B IOCLEAR BV (Groningen) _ WB I.4721 Bakker Centrale Inkoop BV (Barendrecht) _ WB I.4803 Beiersdorf AG (Hamburg, Duitsland) _ LGN.4654 Beltone Netherlands BV (Eindhoven) _ EEL.4921 Berson UV-Techniek (Nuenen) _ ETF.4449 BioMérieux bv (Boxtel) _ TTN.4446 Biomade Technology (Groningen) _ GBC.4983 Biomaterials Research Group (Bilthoven) _ TTF.4554 Biostar Development CV (Balk) _ WMK.4963 Boston Clinics Nederland BV (Leiden) _ LGN.4890 Brouwers Stalinrichtingen (Leeuwarden) BDG.4891 Bruco BV (Weerslo) _ TEL.4756 _ TES.5004 Buchem Holding BV (Lieren) _ LGN.4890 C C2V (Enschede) _ TEL.4682 _ TWI.4813 CERN (Geneva, Zwitserland) _ TTF.4976 _ TTF.4998 CWI (Amsterdam) _ CWI.4616 _ CWI.4883 Carl Zeiss BV (Sliedrecht) _ LGN.4890 Carl Zeiss Jena GmbH (Jena, Duitsland) _ WBI.4797 Cebeco Handelsraad (Lelystad) _ WLM.4742 _ WLM.4743 _ WBI.4746 _ WGC.5107 Cebeco Seeds BV (Lelystad) _ WBI.4785 _ WGC.5107 Chienna BV (Bilthoven) _ TTF.4554 _ NGN.4822 Chr. Hogeschool Windesheim (Zwolle) _ TEL.4925 Clause Tezier (Beaucouzé, Frankrijk) _ WBI.4835 Compostering Zuidoost-Brabant BV (Deurne) _ WBI.4836 Condea Servo Delden BV (Delden) _ LCH.4781 Consultancy Kinetox (Vleuten) _ VBI.4692 Conviro milieu-produkten BV (Wijster) _ WBI.4836 Corus Research, Development & Technology (IJmuiden) _ DST.4609 _ GTF.4901 Corus Staal BV (IJmuiden) _ DST.4675 _ EBW.4782 _ DST.4823 Cosmoferm BV (Delft) _ LGN.4654 Crismatec (Nemours, Frankrijk) _ DRI.4627 D D. de Kat BV (Velp) _ DST.4823 DHV Milieu & Infrastructuur BV (Amersfoort) _ DCT.4895 DLV (Lisse) _ WBI.4827 DSM (Heerlen) _ DST.4675 _ VBI.4692 DSM Anti-Infectives (Delft) _ GBI.4707 _ GCH.4919 DSM Bakery Ingredients BV (Delft) _ GBI.4707 DSM Biologics (Groningen) _ WBI.4730 DSM Centraal Laboratorium (Geleen) _ EST.4601 DSM Food Specialties BV (Delft) _ WLM.4742 _ WLM.4743 _ WBI.4746 DSM NV (Geleen) _ GBI.4707 DSM Research BV (Geleen) _ DST.4545 _ GBI.4707 _ LCH.4781 _ EST.4863 _ GCH.4919 _ GBC.4983 _ DSF.4996 _ VAC.5079 _ AFC.5087 _ GPC.5206 DSM Resins BV (Zwolle) _ LCH.4781 Danieli Corus Europe (IJmuiden) _ WMK.4963 Datascope BV (Hoevelaken) _ GGN.4878 De Groene Vlieg (Nieuwe Tonge) _ LBI.4898 De Ruiter Seeds CV (Bergschenhoek) _ WBI.4712 _ WBI.4827 _ WBI.4835 De Ruiter Zonen BV (Bergschenhoek) _ WBI.4712 _ WBI.4803 _ WBI.4835 _ WGC.5107 Delft Electronic Products BV (Roden) _ TTN.4467 _ DTN.4753 Diagnostic Products Corporation (Breda) _ UDG.4889 Diagnostics Products Corporation (Los Angeles, Verenigde Staten van Amerika) _ UDG.4889 Discovery Technologies Ltd. (Allschwill, Zwitserland) _ WB I.4712 Dometic (Hosingen, Luxemburg) _ GG N.4878 Doorzand Airdrive BV (Amsterdam) _ AGN.4818 Dow Benelux BV (Terneuzen) _ VBI.4692 Draka Comteq Fibre Solutions (Eindhoven) _ TWI.4813 Draka Fibre Technology (Eindhoven) _ TEL.4682 E ECN (Petten) _ DST.4658 _ DST.4823 EMCM (Nijmegen) _ NGN.4822 ENCI BV (Den Bosch) _ BDG.4891 ESCETE (Enschede) _ TTF.4976 _ TTF.4998 Elbar BV (Lomm) _ DST.4658 Eldim BV (Lomm) _ DST.4658 Engelhard De Meern BV (De Meern) _ DST.4545 Enza Zaden (Enkhuizen) _ WBI.4835 _ WGC.5107 Eonic BV (Delft) _ TCS.5029 Erasmus Medisch Centrum Rotterdam (Rotterdam) _
| lijst gebruikers bij STW-projecten 1999
LGN.4654 _ AGN.4818 _ TTN.4821 _ LGN.4890 Ericsson EuroLab Netherlands BV (Enschede) _ TEL.4756 _ TES.5004 EuroDiagnostica BV (Arnhem) _ TTN.4446 _ NBC.5077 Eurotransplant (Leiden) _ GGN.4878 Expertisecentrum LNV (Ede) _ NBI.4724 _ BDG.4891 F FEI Company (Eindhoven) _ TTF.4554 FEI/Philips Electron Optics (Eindhoven) _ TTF.4554 FOM-Instituut voor Plasmafysica ‘Rijnhuizen’ (Nieuwegein) _ TTN.4467 Fabriek van Plaatwerken Van Dam BV (Ridderkerk) _ EBW.4782 Formatec Technical Ceramics BV (Goirle) _ DST.4823 Forschungszentrum Jülich GmbH (Jülich, Duitsland) _ ETF.4899 Fugro Ingenieursbureau BV (Leidschendam) _ UGE.4518 _ DEL.4663 G Gemeente Haarlem (Haarlem) _ EBW.4782 Genencor International BV (Leiden) _ LBI.4792 General Electric Plastics Europe BV (Bergen Op Zoom) _ VAC.5079 GeoDelft (Delft) _ UGE.4518 _ DEL.4663 Germains Technology Group - Nederland (Aalten) _ WBI.4827 Gezondheidsdienst voor Dieren (Deventer) _ BDG.4891 Glaxo Smith Kline (Rixensart, België) _ LGN.4768 Greystone Medical (Memphis Tennessee, Verenigde Staten van Amerika) _ NGN.4822 Grodan Rockwool BV (Roermond) _ LBI.4792 Grontmij Advies & Techniek (Houten) _ UGE.4518 _ NBI.4724 Grontmij Gelderland (Arnhem) _ NBI.4724 Gulf Coast Research and Education Center (Bradenton, Verenigde Staten van Amerika) _ WBI.4835 H Harimex-Ligos BV (Loenen (Vel.)) _ LGN.4890 Holland Genetics BV (Arnhem) _ UDG.4889 Humeca (Enschede) _ NGN.4822 Hycail BV. (Noordhorn) _ NGN.4771 Hycult Biotechnology (Uden) _ GGN.4680 I IBA (Louvain-La-Neuve, België) _ TTN.4467 ID-Lelystad BV (Lelystad) _ TTN.4446 _ BDG.4891 IMEC (Leuven, België) _ TEL.4534 _ ETF.4899 IRS (Bergen op Zoom) _ WBI.4843 ISIS Pharmaceuticals (Carlsbad, Verenigde Staten van Amerika) _ GGN.4757 ITB Pr e c i s i e t e ch n i e k ( B ox t e l ) _ D ST. 4 8 2 3
I n g e n i e u r s b u r e a u C o e n e c o o p B V ( Wa d d i n x v e e n ) _ T E L . 4 6 8 2
Inspectie
Gezondheidsbescherming, Waren en Veterinaire Zaken (Den Haag) _ VBI.4692 Intervet International BV (Boxmeer) _ WBI.4706 _ WBI.4730 IsoTis NV (Bilthoven) _ NGN.4822 J JDS Uniphase Netherlands BV (Eindhoven) _ LGN.4890 Janssen Pharmaceutica (Beerse, België) _ LCH.5220 _ LCH.5221 Jason Geosystems BV (Rotterdam) _ UGE.4519 K KEMA Nederland BV (Arnhem) _ EST.4601 _ DST.4658 _ DEL.4663 _ TTF.4976 _ TTF.4998 KLM (Schiphol Airport) _ DST.4658 KNMI (De Bilt) _ DEL.4938 KPN Telecom _ EEL.4643 Katholieke Universiteit Leuven (Heverlee, België) _ EEL.4643 Kinesis Holding BV (Breda) _ LGN.4654 Kinki University (Fukuoka, Japan) _ WBI.4835 Kiwa NV (Nieuwegein) _ VBI.4840 Koninklijk Instituut voor de Marine (Den Helder) _ CWI.4616 Koppert BV (Berkel en Rodenrijs) _ LBI.4792 _ LBI.4898 Kymata (Enschede) _ TEL.4682 L LB O (Lisse) _ WB I.4 83 6 LPF Flexibele Packaging (Leeuwarden) _ TST.4 9 4 6 LTO Nederland (Den Haag) _ B D G.4 8 91 Landbouwbureau Wiersum (Dronten) _ WB I.4785 Lead Discovery Unit NV Organon (Oss) _ LCH.5220 _ LCH.5221 Leids Universitair Medisch Centrum (Leiden) _ LG N.4508 _ AG N.4818 _ TTN.4821 Licentec (Bilthoven) _ AG N.4818 LioniX BV (Enschede) _ TTN.4446 _ TST.4946 M MAR I N (Wageningen) _ CWI.4883 M E DOS Medizintechnik AG (Stolberg, Duitsland) _ GG N.4878 Max Planck (Stuttgart, Duitsland) _ DST.4545 Medis Medical Imaging Systems BV (Leiden) _ LGN.4508 Medisch Spectrum Twente (Enschede) _ TCS.5029 Medtronic Bakken Research Center BV (Maastricht) _ GGN.4680 _ GGN.4878 Megabio Corp. (Burlingame, Verenigde
117
118
| Lijst gebruikers bij STW-projecten 1999
utilisatierapport 2005
Staten van Amerika) _ GGN.4757 Microflown Technologies BV (Zevenaar) _ TST.4946 Microscreen BV (Groningen) _ WBI.4721 Mierij Meteo BV (De Bilt) _ TTN.4446 _ DEL.4938 Ministerie VWS (Den Haag) _ VBI.4692 Ministerie van Defensie (Den Haag) _ DEL.4663 Ministerie van VROM (Den Haag) _ VBI.4692 N NV PWN Waterleidingbedrijf Noord-Holland (Velserbroek) _ VBI.4840 NCLR BV (Enschede) _ TTN.4467 NFRA (Dwingeloo) _ EEL.4921 NIOO-CEMO (Yerseke) _ DCT.4895 NIOZ (Den Burg, Texel) _ GBC.4983 NIZO food research (Ede) _ LGN.4654 NLR (Marknesse) _ CWI.4616 _ DST.4658 NV Organon (Oss) _ TST.4946 _ VAC.5079 _ AFC.5087 NVBD (Den Haag) _ BDG.4891 NVI (Bilthoven) _ LGN.4768 NanoSensors GmbH (Wetzlar-Blankenfeld, Duitsland) _ TEL.4562 National Semiconductor BV (Den Bosch) _ TEL.4756 Nedap NV (Groenlo) _ TES.5004 Nederlands Vaccin Instituut (Bilthoven) _ LGN.4768 Nederlandse Aardolie Maatschappij - NAM BV (Assen) _ UGE.4519 Nederlandse Philips Bedrijven BV (Eindhoven) _ GBI.4842 NeoResins (Waalwijk) _ LCH.4781 Nickerson-Zwaan BV (Warmenhuizen) _ WBI.4835 Nunhems Netherlands BV (Haelen) _ WBI.4827 _ WBI.4835 Nutreco (Boxmeer) _ WBI.4706 O ORTEQ (Groningen) _ NGN.4771 OYO Center of Applied Geo Sciences BV (Nieuwegein) _ UGE.4518 _ DEL.4663 OctoPlus BV (Leiden) _ GGN.4757 Océ-Technologies BV (Venlo) _ GTF.4901 OnStream BV (Eindhoven) _ TEL.4562 _ ETF.4899 OpdenKamp Adviesgroep BV (Den Haag) _ VBI.4692 Optics & Mechanics Group (Eindhoven) _ TTN.4821 Orgaworld BV (Uden) _ WBI.4836 P PANalytical BV (Almelo) _ DST.4609 _ FAM.4888 PIM-Tech BV (Apeldoorn) _ DST.4823 Palacky University (Olomouc-Holice, Tsjechië) _ WBI.4835 Paques BV (Balk) _ WBI.4721 _ WMK.4963 _ WBC.5084 Paradocs Group BV (Tiel) _ TTN.4446 Pharming Group NV (Leiden) _ UCH.4752 Philips DAP (Groningen) _ GBI.4842 Philips Domestic Appliances and Personal Care (Drachten) _ GBI.4842 Philips Electronics Nederland BV (Eindhoven) _ GTF.4901 _ TEL.4925 Philips Enabling Technologies Group (Eindhoven) _ TTN.4467 Philips Hearing Instruments (Eindhoven) _ VGN.4845 Philips Lighting BV (Eindhoven) _ ETF.4449 _ GBI.4842 Philips Medical Systems Nederland BV (Best) _ TTF.4976 _ TTF.4998 _ TCS.5029 Philips Research (Eindhoven) _ TEL.4534 _ UCH.4607 _ EEL.4643 _ LGN.4654 _ TTN.4662 _ TEL.4682 _ TEL.4756 _ WBI.4797 _ TWI.4813 _ FAM.4888 _ ETF.4899 _ GTF.4901 _ EEL.4921 _ TEL.4925 _ TST.4946 _ TES.4999 _ TES.5004 _ TCS.5029 _ VAC.5079 Philips Semiconductors (Nijmegen) _ TEL.4534 _ TEL.4925 _ DEL.4938 Philips Semiconductors Inc. (Sunnyvale, Verenigde Staten van Amerika) _ DEL.4938 PhotoBioChem NV (Leiden) _ LGN.4890 Pie Medical Equipment BV (Maastricht) _ TTN.4662 Plant Protection Institute of the Hungarian (Budapest, Hongarije) _ WB I.4 835 Plant Research International (Wageningen) _ LB I.4792 _ WB I.4 827 Polyganics (Groningen) _ N G N.4771 Praktijkonderzoek Plant en Omgeving (Lelystad) _ WBI.4712 _ WBI.4827 _ WBI.4836 _ WBI.4843 _ LBI.4898 ProSes (Bergen op Zoom)_ DCT.4895 Prodrive BV (Son) _ EEL.4921 Productschap Tuinbouw (Zoetermeer) _ LBI.4898 Provincie Noord-Holland (Haarlem) _ VBI.4840 Purac Biochem BV (Gorinchem) _ NGN.4822 Q Quest International Nederland BV (Bussum) _ WLM.4742 _ WLM.4743 _ WBI.4746 _ GCH.4919 R RIKILT (Wageningen) _ WBI.4706 RIKZ (Den Haag) _ DCT.4520 RIVM (Bilthoven) _ VBI.4692 _ LBI.4792 RIZA (Dordrecht) _ VBI.4840 _ DCT.4895 RMGInt. BV (Oosterhout) _ TEL.4562 RWTH Aachen (Aachen, Duitsland) _ ETF.4449 Rijk Zwaan Breeding BV (Fijnaart) _ WGC.5107 Rijk Zwaan Zaadteelt en Zaadhandel BV (De Lier) _ WBI.4803 _ WBI.4827 _ WBI.4835 Rijkswaterstaat (Arnhem) _ DCT.4520 Rockwool/Grodan BV (Roermond) _ WBI.4803 Ruukki Production (Alblasserdam) _ DST.4609 S SAB-Profiel BV (IJsselstein) _ EBW.4782 SE Carburos Metálicos SA (Madrid, Spanje) _ GGN.4878 SKF (Nieuwegein) _ DST.4609 SMI BV (Enschede) _ TTF.4976 _ TTF.4998 SRON (Utrecht) _ FAM.4888 Saint-Gobain (Nemours Cedex, Frankrijk) _ DRI.4627 Scientia Terrae NV (St. Katelijne-Waver, België) _ WBI.4836 _ WBI.4843 Seminis Vegetable Seeds (Honselersdijk) _ WBI.4835 _ WGC.5107 Seminis Vegetable Seeds Holland BV (Wageningen) _ WBI.4835 _ WGC.5107 Semundo BV (Hornhuizen) _ WBI.4785
| lijst gebruikers bij STW-projecten 1999
SenterNovem (Utrecht) _ GTF.4901 _ WMK.4963 Sentron Europe BV (Roden) _ TST.4946 Shell Global Solutions International BV (Amsterdam) _ DST.4675 Shell International Oil Products BV (Amsterdam) _ EST.4601 _ UCH.4607 Shell Research and Technology Centre (Amsterdam) _ CWI.4883 _ WBC.5084 Shell SIEP BV (Rijswijk) _ UGE.4519 _ DSF.4996 Sigma Coatings BV (Amsterdam) _ LCH.4781 SmartTip BV (Enschede) _ TEL.4562 _ TST.4946 Smit Draad (Nijmegen) _ TTF.4976 _ TTF.4998 Smit Transformatoren BV (Nijmegen) _ TTF.4 976 _ TTF.4 9 9 8 Solvay Pharmaceuticals BV (Weesp) _ LC H.5220 _ LC H.5221 SonionMicrotronic Nederland BV (Amsterdam) _ VGN.4845 Stichting Het Geldersch Landschap (Arnhem) _ NBI.4724 Stork Product Engineering (Amsterdam) _ TST.4946 Sulzer Metco Coatings BV (Lomm) _ DST.4658 _ GTF.4901 Surface Imaging Systems (Herzogenrath, Duitsland) _ TEL.4562 Syncom BV (Groningen) _ GPC.5206 Syngenta Seeds BV (Enkhuizen) _ LBI.4792 _ WBI.4803 _ WBI.4827 _ WBI.4835 _ WGC.5107 T T&A SURVEY BV (Amsterdam) _ DEL.4663 TM Microscopes (Sunnyvale, Verenigde Staten van Amerika) _ TTN.4821 TNO Defensie en Veiligheid (Den Haag) _ TTN.4446 _ CWI.4616 _ DEL.4663 _ EEL.4921 _ TES.5004 TNO Industrie en Techniek (Delft) _ DEL.4663 _ FAM.4888 _ GTF.4901 _ DSF.4996 TNO Informatie- en Communicatietechnologie (Delft) _ EEL.4643 _ TWI.4813 _ TES.5004 TNO Kwaliteit van Leven (Groningen) _ TTN.4446 _ UCH.4952 TNO Ruimte en Infrastructuur (Delft) _ EBW.4782 TNONITG (Utrecht) _ UGE.4519 _ DEL.4663 _ DCT.4895 TNO-OID (Rijswijk) _ TTF.4976 _ TTF.4998 TNO-TPD TU Eindhoven (Eindhoven) _ UCH.4607 TYCO Electronics (Den Bosch) _ TE L.4682 TalkingHome (Enschede) _ E E L.4921 Teijin Twaron BV (Arnhem) _ NCH.4501 Thales Nederland BV (Hengelo) _ TTN.4467 _ CWI.4616 _ DEL.4663 _ TES.5004 _ TCS.5029 ThermoMicroscopes (Sunnyvale, Verenigde Staten van Amerika) _ TTN.4821 Twente Institute for Wireless and Mobile Communications BV (Enschede) _ TES.5004 U Unilever Research (Vlaardingen) _ NCH.4501 _ WLM.4742 _ WLM.4743 _ WBI.4746 _ WBI.4797 _ TTN.4821 _ UCH.4952 Universitair Medisch Centrum Groningen (Groningen) _ NGN.4771 _ NGN.4822 _ GBI.4842 _ GGN.4878 Universitair Medisch Centrum St. Radboud (Nijmegen) _ NGN.4771 _ TTN.4821 Universiteits Ziekenhuis Gasthuisberg (Leuven, België) _ AGN.4818 University of Bern (Bern, Zwitserland) _ DRI.4627 V Vereniging Natuurmonumenten ('s Gravenland) _ NBI.4724 _ VBI.4840 W WL - Delft Hydraulics (Delft) _ DCT.4520 _ CWI.4883 _ DCT.4895 _ DSF.4996 Waterleidingbedrijf Amsterdam (Vogelenzang) _ VBI.4840 Westelijke Land- en Tuinbouw Organisatie-WLTO (Haarlem) _ BDG.4891 X Xensor Integration BV (Delfgauw) _ DEL.4938 Y Yamanouchi Europe BV (Leiderdorp) _ GGN.4757 Z ZON Verkoopdiensten BV (Venlo) _ WBI.4803 Ziniflex Budel BV (Budel-Dorplein) _ WBI.4721 Zwanenberg Food Group (Almelo) _ WLM.4742 _ WLM.4743 _ WBI.4746
119
120
| DST.2981 en DST.4609 zie interview pagina 36 t/m 38