rv 157 Dienst Stedelijke Ontwikkeling nr. 991143 Den Haag, 15 juni 1999 Aan de gemeenteraad
Subsidiëren particuliere woningverbetering in 1999 na het wegvallen van de financiële middelen van het Besluit woninggebonden subsidies (BWS). In door uw raad aangewezen gebieden wordt uitvoering gegeven aan de particuliere woningverbetering (PWV). Voor de jaren 1999 tot en met 2002 zal de verbetering van woningen in particulier bezit in de traditie van de klassieke stadsvernieuwingsaanpak tot een afronding komen. Binnen de PWV wordt onderscheiden de niet-ingrijpende-verbetering volgens de subsidie-achteraf-systematiek ten laste van het stadsvernieuwingsfonds (SV-fonds); de ingrijpende verbetering (alleen voor verhuurde woningen) ten laste van het BWS-budget (f 19.000,00/woning), in PWV -complexen aangevuld uit het SV-fonds tot f 30.000,00. Het rijk heeft besloten tot een versnelde bezuiniging op BWS-middelen. Door het wegvallen van het BWS met ingang van 1 januari 1999 en de invoering van het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV) per 1 januari 2000 is 1999 een overgangsjaar. De wethouder ROSV heeft de staatssecretaris van VROM en de Tweede Kamer er op gewezen dat het wegvallen van het BWS extra druk op de gemeentebegroting legt. Het betreft dan niet alleen financiële middelen voor nieuwbouw op Vinex-locatie Wateringse Veld, maar vooral ook voor sociale nieuwbouw en particuliere woningverbetering in de bestaande stad. Juist die binnen-stedelijke ontwikkelingen zijn essentieel voor het slagen van de herstructureringsoperatie in de Haagse woningvoorraad. Tevens heeft de wethouder de staatssecretaris gemeld dat verdere bezuinigingen op het BWS alleen verantwoord zijn indien extra middelen beschikbaar komen via het ISV. Voor de woningeigenaren die van de PWV gebruik kunnen maken zijn deze recente ontwikkelingen thans nog onvoldoende duidelijk. Zij mogen van hun gemeente een duidelijk beleid verwachten. In 1998 zijn meer subsidie-aanvragen voor ingrijpende voorzieningen ontvangen dan uit het toen beschikbare BWS-budget konden worden toegekend. Een aantal van 683 aanvragen is daarom om budgettaire reden aangehouden. In reeds aangewezen complexen zijn de woningeigenaren door Woningbeheer NV benaderd en geïnformeerd over de BWSsubsidie en zijn er daardoor ook verwachtingen gewekt. Samenvattend zullen op basis van de aangehouden en de nog te verwachten subsidie-aanvragen vanuit lopende complexaanwijzingen in totaal voor 915 woningen moeten worden gesubsidieerd. Op basis van ons voorstel om in 1999 het beleid inzake woningverbetering te continueren heeft uw raad met het Meerjarenprogrammma Wonen 1999-2002 (rv 75/1999), anticiperend op het wegvallen van de BWS-middelen, een voorziening getroffen van f 22,5 miljoen voor het verbeter- en nieuwbouwprogramma 1999. Het programma bestaat uit de onderdelen PWV en nieuwbouw (sociaal en markt). Het bestanddeel PWV ingrijpende voorzieningen bedraagt daarvan f 17,4 miljoen aan weggevallen BWS-inzet. Wij stellen voor dit bedrag beschikbaar te stellen om aan de verplichtingen als gevolg van het programma te voldoen. Op korte termijn, waarschijnlijk kort na het reces, zult u ook nog een voorstel ontvangen over het nieuwbouwprogramma 1999. De veranderingen op BWS-gebied hebben ook juridische gevolgen. Ons college verleende subsidie voor ingrijpende voorzieningen namens het dagelijks bestuur van het Stadsgewest Haaglanden. Nu de BWS-middelen zijn weggevallen en daarvoor middelen uit het stadsvernieuwingsfonds in de plaats komen, is de rol van het Stadsgewest Haaglanden bij het verlenen van deze subsidie komen te vervallen. Wij stellen uw raad daarom voor de Verordening woninggebonden subsidies 1995 te wijzigen door in de verordening op te nemen een nieuw hoofdstuk: "Ingrijpende voorzieningen voor woningen". In dit hoofdstuk is de gelijknamige regeling uit de verordening van het Stadsgewest Haaglanden nagenoeg ongewijzigd overgenomen. De regeling voorziet erin dat ons college de subsidie voor ingrijpende voorzieningen kan verlenen voor de eerder genoemde aanhoudingen en aanvragen die worden ontvangen vanaf 1 januari 1999. raadsvoorstellen 1999
1
Financiën In het Meerjarenprogramma Wonen (MPW99-02) is een voorziening opgenomen van f 22,5 miljoen. De weggevallen BWS-inzet voor ingrijpende voorzieningen f 17,4 miljoen wordt daardoor gedekt. Besluit Gezien het vorenstaande stellen wij u voor, overeenkomstig het eenstemmige advies van de commissie voor Ruimtelijke Ordening, Stadsvernieuwing en Volkshuisvesting, het volgende besluit te nemen: De raad van de gemeente Den Haag, Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders, Gelet op het bepaalde in de artikelen 147 en volgende van de gemeentewet, Besluit: I.
voor het treffen van ingrijpende voorzieningen aan woningen, als genoemd in de Stadsgewestelijke verordening woninggebonden subsidies 1998, ten laste van het MPW99-02 beschikbaar te stellen f 17,4 miljoen (EUR 7.895.775,76);
II.
vast te stellen de volgende verordening: VERORDENING tot wijziging van de Verordening woninggebonden subsidies 1995
Artikel I Artikel 1.5 te wijzigen door toevoeging van lid 10, luidend: voor het treffen van ingrijpende voorzieningen aan woningen. Artikel II Hoofdstuk 3 van de Verordening woninggebonden subsidies 1995 wordt als volgt vastgesteld: HOOFDSTUK 3 Ingrijpende voorzieningen aan woningen. Subsidie-grondslag Artikel 3.1 Burgemeester en wethouders kunnen aan een eigenaar van een particuliere huurwoning 1. subsidie verlenen voor het treffen van ingrijpende voorzieningen aan deze verhuurde woning. 2. In aanvulling op het eerste lid worden woningen van de gemeente of van toegelaten instellingen, die in het kader van de stadsvernieuwing zijn aangekocht, voor de toepassing van dit hoofdstuk beschouwd als particuliere huurwoningen. 3. Het eerste lid is slechts van toepassing, indien geen subsidie kan worden verleend krachtens de Stadsgewestelijke verordening woninggebonden subsidie. Nadere begripsomschrijving Artikel 3.2 Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder: kosten van ingrijpende 1. voorzieningen: 1. de door burgemeester en wethouders vast te stellen noodzakelijke, direct met het treffen van ingrijpende voorzieningen aan een woning samenhangende kosten; 2. indien de aanvraag betrekking heeft op het treffen van ingrijpende voorzieningen aan meer dan één woning wordt het kostenbedrag per woning bepaald door het quotiënt van de geaccepteerde kosten en het aantal woningen na verbetering; 3. bij het vaststellen van deze kosten is artikel 1.1 lid 7. niet van toepassing; particuliere 2. huurwoning: huurwoning, welke niet in eigendom is van de gemeente of een toege2
raadsvoorstellen 1999
3.
het Besluit:
laten instelling; het Besluit woninggebonden subsidies (Stbl. 1994, 744).
Artikel 3.3 Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt mede verstaan onder: onzelfstandige woonruimte. woning: De subsidie Artikel 3.4 De subsidie voor ingrijpende voorzieningen aan woningen bedraagt: voor een woning gelegen in een door burgemeester en wethouders voor de particuliere 1. woningverbetering aangewezen complex f 30.000,00; 2. voor een woning die niet voldoet aan het in het eerste lid gestelde f 19.000,00. Wijze van aanvragen Artikel 3.5 1. Een aanvraag om subsidie als bedoeld in artikel 3.1 gaat vergezeld van: 1. voor zover van toepassing, een afschrift van de akte van splitsing alsmede van een afschrift van het reglement van splitsing; 2. voor zover van toepassing een verklaring van de Vereniging van Eigenaren welke bouwdelen gemeenschappelijk dan wel niet gemeenschappelijk zijn; 3. een verklaring waaruit blijkt dat in voldoende mate overleg over het bouwplan heeft plaatsgevonden met de huurder(s) van de woning(en) waarop het bouwplan betrekking heeft en/of de hen vertegenwoordigende organisaties en deze akkoord is/zijn met het treffen van de voorzieningen. Burgemeester en wethouders wijken af van het vereiste dat alle huurders van de woningen 2. waarop de aanvraag betrekking heeft akkoord zijn met het treffen van de voorzieningen, indien een belangrijke meerderheid van de huurders wel akkoord is met het treffen van de voorzieningen en naar het oordeel van burgemeester en wethouders de belangen van de volkshuisvesting zwaarder wegen dan de belangen van diegenen, die niet akkoord zijn met het treffen van de voorzieningen. Werkingssfeer Artikel 3.6 1. De gemeenteraad bepaalt binnen welke gebieden van de bebouwde kom het bepaalde in artikel 3.1 van toepassing is. 2. Binnen de op grond van het eerste lid aangewezen gebieden wijzen burgemeester en wethouders complexen aan waarop het eerste lid van artikel 3.4 van toepassing is. Voorwaarden voor het verlenen van subsidie Artikel 3.7 In aanvulling op het bepaalde in artikel 2.6 verlenen burgemeester en wethouders slechts subsidie indien: 1. de bouw van de woning(en) is voltooid vóór 1 januari 1946; 2. de kosten van ingrijpende voorzieningen aan de woning, inclusief een eventueel begrote post 'onvoorzien', meer bedragen dan f 50.000,00; 3. naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate overleg over het bouwplan heeft plaatsgevonden met de huurder(s) van de woning(en), waarop het bouwplan betrekking heeft en/of de hen vertegenwoordigende organisaties; 4. voor de woning waaraan de voorzieningen worden getroffen, geen gemeente-raadsbesluit tot onteigening dan wel tot ontbinding van de erfpachtvoorwaarden is genomen; de warmteweerstand van de gevel en het dak na het treffen van de voorzieningen gelijk is of hoger 5. is dan 1,3 m 2 K/W met inbegrip van de afwijkingsmogelijkheden, genoemd in artikel 27, derde lid, van het Besluit; 6. de werkzaamheden worden uitgevoerd door een ondernemer die: 1. in het bezit is van de daarvoor vereiste vergunning(en); raadsvoorstellen 1999
3
2. 3.
4
voldoet aan de Vestigingswet Bedrijven en het Vestigingsbesluit Bedrijven; is ingeschreven bij een Bedrijfsvereniging voor de bouwnijverheid.
raadsvoorstellen 1999
Artikel 3.8 Burgemeester en wethouders verlenen de subsidie onder de voorwaarden dat de eigenaar alsmede diens rechtsopvolger, de woning de eerste tien jaar na het treffen van de voorzieningen ten genoegen van burgemeester en wethouders zal onderhouden. Overgangs- en slotbepalingen Artikel 3.9 Dit hoofdstuk is van toepassing op: 1. aanvragen om subsidie voor ingrijpende voorzieningen aan particuliere huurwoningen en die vóór 1 januari 1999 door de eigenaren zijn ingediend en waarop geen subsidie is verleend krachtens de Stadsgewestelijke verordening woninggebonden subsidies 1998; 2. aanvragen om subsidie voor ingrijpende voorzieningen aan particuliere huurwoningen en die na 1 januari 1999 door de eigenaren zijn of worden ingediend. Artikel 3.10 Burgemeester en wethouders kunnen op subsidie-aanvragen als bedoeld in het eerste lid van artikel 3.9, de subsidie verlenen als genoemd in het tweede lid van artikel 3.4, ook als deze vallen buiten de werkingssfeer als bedoeld in artikel 3.6. III.
te bepalen dat de verordening in werking treedt op de dag na bekendmaking.
Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van ¹) De voorzitter,
De secretaris, Burgemeester en wethouders van Den Haag. De secretaris, J.A.M. Kroese-Duijsters.
De burgemeester, W.J. Deetman.
¹) 17 juni 1999
raadsvoorstellen 1999
5