STAAT VAN DE INSTELLING MBO Sticht. Onderwijsgroep Tilburg ROC Tilburg
Plaats Bestuursnummer BRIN nummer Onderzoeksnummer Datum onderzoek Datum vaststelling
: : : : : :
Tilburg 31087 25LZ 282072 9 - 27 maart 2015 1 juli 2015
Pagina 2 van 51
INHOUDSOPGAVE 1
INLEIDING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
2
CONCLUSIE EN VERVOLGTOEZICHT. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
2.1 2.2 3
Conclusie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Vervolgtoezicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 INSTELLINGSBREDE RESULTATEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
3.1
Oordeel kwaliteitsborging op instellingsniveau . . . . . . . . . . . . . . . . 13
3.2
Financiële continuïteit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
3.3
Risicobepaling. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
4
RESULTATEN PER OPLEIDING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
4.1
ovd07 Onderwijsassistent. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
4.2
Fastservice (1e Medewerker fastservice) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
4.3
Medewerker design (Medewerker styling). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
4.4
Particuliere beveiliging (Beveiliger) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
4.5
Sport en bewegen (Sport- en bewegingsleider). . . . . . . . . . . . . . . . 43
5
BIJLAGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49 Bijlage I Normeringen kwaliteitsgebieden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49 Bijlage II Overzicht bc-id . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51
Pagina 3 van 51
Pagina 4 van 51
1
INLEIDING In dit rapport staan de uitkomsten van het onderzoek naar de Staat van de instelling, dat de Inspectie van het Onderwijs van 9 maart 2015 tot en met 27 maart 2015 heeft uitgevoerd bij ROC Tilburg. De inspectie baseert zich op het Toezichtkader bve 2012 en het Addendum 2015 (zie www.onderwijsinspectie.nl). ROC Tilburg is een roc met ongeveer 10.000 studenten en circa 140 opleidingen. De instelling heeft acht onderwijslocaties. Dit onderzoek heeft betrekking op het middelbaar beroepsonderwijs en vavo, met uitzondering van het onderdeel financiële continuïteit. Dit heeft betrekking op het bestuur Onderwijsgroep Tilburg, waar ROC Tilburg deel van uit maakt. Het onderzoek is gestart met een analyse van informatie over de instelling, zoals het jaarverslag, opbrengstgegevens, uitkomsten tevredenheidsonderzoek en signalen. Aanvullend is bij vijf opleidingen een kwaliteitsonderzoek uitgevoerd (zie tabel hieronder) en is de kwaliteitsborging van de instelling onderzocht. De analyse heeft geleid tot een proportionele uitvoering van het onderzoek. Dit betekent dat het gebied kwaliteitsborging niet is onderzocht maar dat de oordelen en bevindingen uit eerder onderzoek door de inspectie als uitgangspunt zijn genomen en geverifieerd. De verificatie is als volgt vormgegeven. Met enkele functionarissen van het Shared Service Centrum Onderwijs (de ondersteunende dienst van de Onderwijsgroep Tilburg voor kwaliteitsbewaking, projecten en innovatie, ICT-training en informatiemanagement) en directeuren van scholen van ROC Tilburg is de werking van de kwaliteitsborging besproken. Daarnaast is het onderdeel verzuim en voortijdig schoolverlaten niet onderzocht maar zijn de bevindingen van eerder onderzoek vergeleken met het huidige beleid en de praktijk. Op locatie zijn onderwijsactiviteiten geobserveerd, documenten onderzocht en gesprekken gevoerd. Er is onder andere gesproken met studenten, vertegenwoordigers van de studentenraad, docenten, kwaliteitszorgmedewerkers, management en het college van bestuur. Verder zijn er telefonische interviews gehouden bij leerbedrijven. Als onderdeel van het onderzoek is ook een financiële risicoanalyse uitgevoerd. De inspectie heeft daarvoor de jaarstukken 2013 en aanvullend opgevraagde (toekomstgerichte) financiële gegevens geanalyseerd en hierover een gesprek gevoerd met het college van bestuur en de concerncontroller.
Pagina 5 van 51
De kwaliteitsonderzoeken zijn uitgevoerd bij de volgende opleidingen. Gebied Opbrengsten
Gebied Onderwijsproces, Kwaliteitsborging en Wettelijke vereisten
Gebied Examinering en diplomering
Leerweg, niveau, locatie
bc154
25LZ|93500, ovd07 Onderwijsassistent
25LZ|93500, ovd07 Onderwijsassistent
leerweg bol, niveau 4, locatie Prof. Gimbrèrelaan 9, Tilburg
bc062
25LZ|94200, Fastservice (1e Medewerker fastservice)
25LZ|94200, Fastservice (1e Medewerker fastservice)
leerweg bbl, niveau 3, locatie Kasteeldreeef 116, Tilburg
bc116
25LZ|94471, Medewerker design (Medewerker styling)
25LZ|94471, Medewerker design (Medewerker styling)
leerweg bol, niveau 4, locatie Stappegoorweg 183, Tilburg
bc165
25LZ|94850, Particuliere beveiliging (Beveiliger)
25LZ|94850, Particuliere beveiliging (Beveiliger)
leerweg bol, niveau 2, locatie Gershwinstraat 10, Tilburg
bc198
25LZ|95280, Sport en bewegen (Sport- en bewegingsleider)
25LZ|95280, Sport en bewegen (Sport- en bewegingsleider)
leerweg bol, niveau 3, locatie Stappegoorweg 183, Tilburg
In dit rapport starten we met de conclusie van het onderzoek en geven we vervolgens aan of er sprake is van vervolgtoezicht (hoofdstuk 2). Daarna volgen de toelichting op de beoordeling van de kwaliteitsborging op instellingsniveau, de financiële continuïteit en de risicobepaling (hoofdstuk 3). Vervolgens is per onderzochte opleiding het resultaat van het kwaliteitsonderzoek beschreven (hoofdstuk 4). De normering van de eerste vijf kwaliteitsgebieden is als bijlage opgenomen.
Pagina 6 van 51
2
CONCLUSIE EN VERVOLGTOEZICHT In dit hoofdstuk staat de conclusie van het onderzoek naar de Staat van de instelling en beschrijven we het vervolg. Het vervolg is bepaald op basis van het aantal geconstateerde risico’s voor de onderwijskwaliteit (geen, enkele of veel) in combinatie met het niveau van de kwaliteitsborging van de instelling (goed, voldoende, onvoldoende, slecht). De toelichtingen op de risicobepaling en op de beoordeling van de kwaliteitsborging staan in hoofdstuk 3.
2.1
Conclusie Zijn er mogelijke risico's voor de onderwijskwaliteit? We zien enkele risico's. We hebben risico's vastgesteld voor de kwaliteit van de examens en het niveau van de opbrengsten. We hebben geen risico's vastgesteld voor de kwaliteit van het onderwijsproces, de tevredenheid van studenten, medewerkers en werkgevers, de stabiliteit van organisatie en management en de financiële continuïteit. Wat is de stand van de kwaliteitsborging van de instelling? We concluderen dat de kwaliteitsborging op instellingsniveau bij ROC Tilburg voldoende is. We gaan ervan uit dat de instelling voldoende zicht heeft op de onderwijskwaliteit en in staat is om ook in de toekomst de risico's voor de onderwijskwaliteit te voorkomen, dan wel vroegtijdig te signaleren en te verhelpen.
2.2
Vervolgtoezicht Het onderzoek naar de Staat van de instelling geeft aanleiding om vervolgtoezicht en beperkt aanvullend vervolgtoezicht uit te voeren bij ROC Tilburg. Het aantal geconstateerde risico’s in combinatie met het niveau van de kwaliteitsborging leidt tot extra toezichtactiviteiten. Deze zijn beschreven onder het kopje ‘Nader onderzoek’. Vervolgtoezicht naar aanleiding van onderzoek kwaliteitsborging instellingsbreed We voeren geen vervolgtoezicht uit naar de kwaliteitsborging van de instelling, omdat de instelling voldoet aan de wettelijke vereiste (WEB, art. 1.3.6).
Pagina 7 van 51
Vervolgtoezicht financiële continuïteit De financiële risicoanalyse geeft geen aanleiding tot aanpassing van het financiële continuïteitstoezicht. De inspectie kent daarom opnieuw het basisarrangement toe aan de instelling. Dit besluit is gebaseerd op de door de instelling zelf verzamelde en verstrekte informatie en de toelichtingen daarop. De inspectie heeft geen controlewerkzaamheden op de informatie verricht. Ook heeft de inspectie de volledigheid en/of de juistheid van de gegevens in de (financiële) administratie van de instelling niet onderzocht. Het onderzoek is niet te kwalificeren als een accountantsonderzoek. Vervolgtoezicht naar aanleiding van de onderzochte opleidingen Voor het onderzoek naar de Staat van de instelling hebben we vijf opleidingen onderzocht (zie de tabel in 1 Inleiding). We voeren bij twee opleidingen geen vervolgtoezicht uit, omdat we alle kwaliteitsgebieden als voldoende hebben beoordeeld. Bij drie opleidingen voeren we wel vervolgtoezicht uit, omdat we niet alle kwaliteitsgebieden als voldoende hebben beoordeeld. Het vervolgtoezicht richt zich op de geconstateerde tekortkomingen binnen de onvoldoende kwaliteitsgebieden. In onderstaand schema is het vervolgtoezicht te lezen. We voeren dit vervolgtoezicht zo veel mogelijk gelijktijdig uit. Hierbij is de genoemde termijn in de waarschuwingsbrief van de minister leidend. ovd07 Onderwijsassistent, 25LZ|93500 Beoordeling
Toezichtvorm
Kwaliteit onderwijsproces is onvoldoende (zwak onderwijs).
Aangepast toezicht vanwege zwak onderwijs.
•
Vervolgtoezicht
Kwaliteit examinering is onvoldoende.
Aangepast toezicht vanwege onvoldoende examenkwaliteit.
•
•
• •
Na circa een jaar onderzoek naar kwaliteitsverbetering. Bij het onderzoek naar kwaliteitsverbetering wordt ook het kwaliteitsgebied 6 ‘kwaliteit van het leraarschap’ onderzocht. De inspectie meldt het oordeel aan de minister. De instelling ontvangt een waarschuwing. Na de in de waarschuwingsbrief opgenomen termijn volgt een onderzoek naar kwaliteitsverbetering.
Pagina 8 van 51
Kwaliteitsborging is onvoldoende.
Aangepast toezicht vanwege niet-naleving van artikel 1.3.6 van de WEB.
•
Circa een jaar na het definitieve rapport beoordelen wij de kwaliteitsborging opnieuw.
Fastservice (1e Medewerker fastservice, 25LZ|94200 Beoordeling Niet-naleven van weten regelgeving.
Toezichtvorm Aangepast toezicht vanwege niet naleving van artikel 7.2.4a van de wet. De studieduur is niet in overeenstemming met de wetgeving.
Vervolgtoezicht •
Na zes maanden onderzoekt de inspectie het herstel.
Sport en bewegen (Sport- en bewegingsleider), 25LZ|95280 Beoordeling
Toezichtvorm
Kwaliteit examinering is onvoldoende.
Aangepast toezicht vanwege onvoldoende examenkwaliteit.
Vervolgtoezicht • • •
Kwaliteitsborging is onvoldoende.
Aangepast toezicht vanwege niet-naleving van artikel 1.3.6 van de WEB.
•
De inspectie meldt het oordeel aan de minister. De instelling ontvangt een waarschuwing. Na de in de waarschuwingsbrief opgenomen termijn volgt een onderzoek naar kwaliteitsverbetering. Circa een jaar na het definitieve rapport beoordelen wij de kwaliteitsborging opnieuw.
Nader onderzoek Zoals in de eerste alinea van deze paragraaf is aangegeven leidt het aantal geconstateerde risico’s in combinatie met het niveau van de kwaliteitsborging tot extra toezichtactiviteiten. We geven hierna aan welke aanvullende activiteiten door ROC Tilburg uitgevoerd dienen te worden en de inspectie aanvullend zal uitvoeren. Bij de risicobepaling opgenomen in paragraaf 3.3, is geconstateerd dat het risico betreffende de kwaliteit van de examinering gering tot matig is en dat ROC Tilburg reeds heeft besloten om de resultaten van de herinrichting van het examenproces in beeld te brengen in een evaluatie. Daaropvolgend zal ROC Tilburg een externe integrale audit laten uitvoeren. Daarbij willen we aansluiten
Pagina 9 van 51
en de evaluatie en auditrapport na afronding ontvangen. Deze evaluatie en audit laten zien wat de conclusies zijn over de implementatie van het project examinering en wat de kwaliteit van de examininering van elke school is. Gelet op de geringe tot matige risico's in de opbrengsten zijn extra toezichtactiviteiten van toepassing. We willen hierbij aansluiten op de kwaliteitszorgsystematiek van de instelling. De instelling rapporteert over de kwaliteit van het onderwijsproces en de opbrengsten van de opleidingen die vallen onder de clustercodes bc191 Secretariële beroepen en bc156 Operator. Daarbij wordt tevens inzichtelijk gemaakt wat oorzaken van de onvoldoende rendementen zijn. In aansluiting daarop zien wij in deze rapportage ook de voorgestelde verbetermaatregelen en de beoogde effecten ervan. Daarnaast is geconstateerd dat er sprake is van veel risico's voor de opleiding vwo binnen vavo mede omdat ingezette verbetermaatregelen niet hebben geleid tot de gewenste resultaten. Dat is de reden voor het uitvoeren van een onderzoek bij deze opleiding. Naar aanleiding van het onderzoek bij de opleiding 1e medewerker fastservice bij NCVB hebben we geconstateerd dat de opleidingen van NCVB sinds korte tijd de kwaliteitsborgingssystematiek van ROC Tilburg volgen. Daarnaast concluderen we dat de kwaliteit van de opleidingen die worden uitgevoerd door NVCB in hoge mate afhankelijk is van de betrokkenheid van de bedrijven. Beide constateringen zijn reden waarom we aanvullend toezicht nodig achten om de kwaliteit van een andere representatieve opleiding te bepalen. Het onderzoek zal worden uitgevoerd door de inspectie.
Pagina 10 van 51
In schema weergegeven bestaat het nader onderzoek uit: Onderzoek door de instelling Onderwerp van nader onderzoek
Extra activiteit
Examinering
Evaluatie van het project examinering en audit
Vervolg •
•
•
Opleidingen behorende bij Bc191 Secretariële beroepen
Onderzoek naar kwaliteit van kwaliteitsgebied 1 Onderwijsproces en kwaliteitsgebied 3 Opbrengsten
•
•
•
De instelling voert de evaluatie en audit binnen zes maanden na vaststelling van het rapport Staat van de instelling uit en stuurt de rapportages aan de inspectie toe. De inspectie volgt de uitvoering van het onderzoek en bespreekt de resultaten met de instelling. De instelling maakt de resultaten van dit onderzoek via de eigen website openbaar*. De instelling voert het onderzoek binnen zes maanden na vaststelling van het rapport van de Staat van de instelling uit en stuurt de rapportage aan de inspectie toe. De inspectie volgt de uitvoering van het onderzoek en bespreekt de resultaten met de instelling. De instelling maakt de resultaten van dit onderzoek via de eigen website openbaar*.
Pagina 11 van 51
Opleidingen behorende bij Bc156 Operator
Onderzoek naar kwaliteit van kwaliteitsgebied 1 Onderwijsproces en kwaliteitsgebied 3 Opbrengsten
•
•
•
De instelling voert het onderzoek binnen zes maanden na vaststelling van het rapport van de Staat van de instelling uit en stuurt de rapportage aan de inspectie toe. De inspectie volgt de uitvoering van het onderzoek en bespreekt de resultaten met de instelling. De instelling maakt de resultaten van dit onderzoek via de eigen website openbaar*.
* Wij gaan ervan uit dat de instelling de bevindingen en conclusies van het eigen onderzoek openbaar maakt, zoals voorgeschreven in het Toezichtkader bve 2012, paragraaf 3.5, kopje Bekendmaking tekorten.
Onderzoek door de inspectie Onderwerp van nader onderzoek
Extra activiteit
Vervolg
Vavo-opleiding: vwo
Onderzoek naar de kwaliteit op basis van opbrengstgegevens gebaseerd op het waarderingskader voor vavo, zoals gepubliceerd in de beleidsregel nr. H3331515.
•
De inspectie voert het onderzoek binnen zes maanden na vaststelling van het rapport van de Staat van de instelling uit.
NCVB Opleiding (nader te bepalen)
Onderzoek naar kwaliteit van kwaliteitsgebied 1 Onderwijsproces
•
De inspectie voert het onderzoek binnen zes maanden na vaststelling van het rapport van de Staat van de instelling uit.
Pagina 12 van 51
3
INSTELLINGSBREDE RESULTATEN In dit hoofdstuk informeren wij u over de beoordeling van de kwaliteitsborging op instellingsniveau en onderbouwen wij ons oordeel. Daarna lichten we de financiële risicoanalyse en de risicobepaling toe.
3.1
Oordeel kwaliteitsborging op instellingsniveau In onderstaande tabel staat de beoordeling van de kwaliteitsborging. Dit oordeel is gebaseerd op de beoordeling van de onderliggende aspecten. De normering staat in bijlage I. Kwaliteitsgebied 4
Kwaliteitsborging
Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.2
Beoordeling *
4.3
Verbetering en verankering *
4.4
Dialoog en verantwoording
Goed Voldoende Onvoldoende Slecht
• Voldoende Onvoldoende
• • • •
De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied.
Beschouwing De kwaliteitsborging op instellingsniveau bij ROC Tilburg is beoordeeld als voldoende. Aan alle aspecten is voldaan. ROC Tilburg stuurt centraal op onder andere resultaten van opbrengsten, vsv en rechtsgeldigheid van diploma's. Daarnaast is de sturing in handen van de directies van de verschillende scholen. Dit geeft voldoende mogelijkheden aan de scholen om aan te sluiten op de kansen in de betreffende werkvelden en te leren van elkaars goede voorbeelden. Dit wordt ook in positieve zin gestimuleerd. Deze werkwijze verdient een aanvulling waarmee op centraal niveau een integraal zicht op de kwaliteit van de opleidingen ontstaat. Dit kan door bijvoorbeeld de betrouwbaarheid van de beoordeling verder te versterken en/of door de gerealiseerde kwaliteit van de scholen op onderdelen integraal te vergelijken. De sturing beoordelen we als voldoende. Vanuit een analyse van onder andere overheidsbeleid, ontwikkelingen (demografisch, arbeidsmarktgericht) in de regio en een globale beoordeling van de kwaliteit van het onderwijs heeft de instelling een kaderbrief voor 2015 opgesteld met genormeerde resultaten die elke school van ROC Tilburg moet
Pagina 13 van 51
behalen. Daarnaast hebben de directies van alle scholen ruim de gelegenheid om schoolspecifieke doelen en kansen te benoemen en uit te werken. Dit gebeurt doorgaans door de teams te betrekken bij discussies over kansen en wensen. Met deze centrale én schoolspecifieke doelen zorgt de instelling ervoor dat het beleid breed wordt gedragen en er sprake is van samenhang tussen doelen op instellings-, school- en teamniveau. Opleidingen die in de afgelopen jaren op grond van de resultaten als zwak zijn beoordeeld door de betreffende directie, hebben aanvullende voorzieningen gekregen om de betrokken teams in staat te stellen tot kwaliteitsverbetering te komen. Daarbij is scholing steeds een belangrijk middel. In veel gevallen hebben deze voorzieningen tot de gewenste resultaten geleid. De kaders die centraal beschikbaar zijn, bieden voldoende houvast en tegelijkertijd ruimte om het schoolbeleid inhoud en vorm te geven. In de meeste gevallen zijn verantwoordelijkheden duidelijk belegd; bij een enkele school kan dat nog worden gespecificeerd. Een sterk aspect van de sturing is dat deze is geformuleerd in resultaten en processen. Scholen hebben namelijk de instellingsbrede gewenste resultaten aangevuld met doelen die ook op het onderwijsproces zijn gericht. Hierdoor hebben de directies mogelijkheden om tijdig bij te sturen als blijkt dat de processen onvoldoende bijdragen tot het behalen van de gewenste resultaten. De beoordeling beoordelen we voldoende omdat de instelling op hoofdlijnen voldoende zicht heeft op de kwaliteit van de opleidingen. Dit zicht wordt bereikt door resultaten (onder andere opbrengsten, vsv, deugdelijke examinering) te meten. Wel is het zo dat deze metingen voornamelijk gericht zijn op resultaten en in veel mindere mate op processen, waardoor het voor kan komen dat tekortkomingen niet tijdig opgemerkt worden. Bij veel scholen wordt aanvullend de kwaliteit van processen beoordeeld waardoor wel een gedetailleerder zicht op de kwaliteit ontstaat. Omdat de meeste scholen hun beoordeling op zowel resultaat als proces baseren en dit leidt tot een betrouwbaar oordeel, beschouwen we de beoordeling als voldoende. Aandacht dient dus uit te gaan naar die scholen die de kwaliteit van de processen onvoldoende betrouwbaar in beeld brengen. Wij hebben namelijk geconstateerd dat in het eigen totaaloordeel, dat bijna elke school dit jaar voor het eerst heeft opgesteld, niet altijd alle metingen zijn opgenomen. Hierdoor is het eigen oordeel in sommige gevallen geflatteerd. Daarnaast worden in enkele gevallen resultaten als behaald gepresenteerd terwijl er feitelijk alleen sprake is van voltooiing van de verbeteracties en onbekend is of de verbeteracties hebben geleid tot de gewenste resultaten. Ook zien we verbetermogelijkheden in het gebruik van meetresultaten door deze te laten resulteren in een totaalbeeld van alle teams gerelateerd aan
Pagina 14 van 51
een norm. Ter illustratie: directies voeren lesobservaties uit om zicht te krijgen op de kwaliteit van didactisch handelen en leerklimaat. Hiervoor is geen instellingsbrede norm gesteld waardoor de uitkomsten niet tot een overall beeld kunnen leiden. Daarnaast is gebleken dat niet in iedere school lesobservaties worden uitgevoerd terwijl dit wel de afspraak is. Tot voor kort werden algemene audits ingezet om dit integrale beeld op te kunnen stellen. ROC Tilburg is ertoe overgegaan om voortaan vraaggestuurde audits uit te voeren, zodat ze beter passen bij de schoolspecifieke doelen. Een nadeel hiervan is dat deze daardoor divers qua inhoud zijn waardoor minder duidelijk is hoe ze kunnen bijdragen aan een integrale beoordeling van de kwaliteit. De verbetering en verankering beoordelen we eveneens als voldoende, maar de effectiviteit hiervan kan worden versterkt. Scholen zijn in hoge mate verantwoordelijk voor de inrichting en uitvoering van hun eigen verbeterprocessen. Een sterk onderdeel is de mate waarin scholen gevraagd wordt verantwoording af te leggen over de resultaten en het verloop van het verbeterproces. Een vergelijking de uitkomsten van controles waaruit bijvoorbeeld blijkt of processen hieraan voldoende bijdragen ontbreekt hierin. Een dergelijke aanvulling kan aangrijpingspunten bieden om qua beleid of maatregelen bij te sturen. Een voorbeeld: een school kan goede resultaten behalen qua diplomaresultaat en tevredenheid van studenten maar het onderwijsproces kan qua kwaliteit van didactisch handelen of begeleiding van de beroepspraktijkvorming tekortschieten. Deze tekortkomingen uiten zich niet meteen in de hierboven genoemde resultaten en kunnen daardoor dus lang onopgemerkt blijven als aanvullend geen controles in het onderwijsproces uitgevoerd worden. Daarom zien wij een aandachtspunt in het zichtbaar maken van de effecten in het proces. Tot slot is ook de dialoog en verantwoording voldoende. Er is door de gehele organisatie een goed werkende interne dialoog. Zo zijn er intensieve contacten tussen onder andere het college van bestuur, de schooldirecteuren, de studentenraad en het Shared Service Centrum Onderwijs (SSC). Deze leiden tot bevindingen over de onderwijskwaliteit en uitwisseling van suggesties hoe deze naar een hoger plan getild zou kunnen worden. Het management en de docenten hanteren diverse overlegstructuren en zijn in gesprek met studenten en ouders. Deze gesprekken dragen inhoudelijk bij aan (de voorbereiding van) de besluitvorming. De externe dialoog is uitgebreid en divers. Zo bespreekt het college van bestuur de arbeidsmarktrelevantie en wat dit voor de opleidingsportefeuille van ROC Tilburg betekent met het bedrijfsleven en omliggende onderwijsinstellingen.
Pagina 15 van 51
De scholen hebben contacten met verschillende werkvelden en betrekken hun inbreng over beroepsinhoudelijke en onderwijskundige aspecten bij de ontwikkeling van de opleidingen. De waarde van het jaarverslag kan vergroot worden door meer gedetailleerde informatie over de gerealiseerde kwaliteit op te nemen en deze te presenteren aan de hand van vooraf gestelde normen. De wijze waarop de instelling als geheel en de scholen afzonderlijk de kwaliteit in beeld brengt, is namelijk vele malen gedetailleerder dan in het jaarverslag van 2013 is opgenomen. Onderwijstijd ROC Tilburg wijkt niet af van de wettelijke normen voor onderwijstijd. De kwaliteitsborging met betrekking tot onderwijstijd is voldoende. De instelling stuurt voldoende op het naleven van de wettelijke bepalingen over onderwijstijd. Daarmee houdt zij op een effectieve wijze zicht op het naleven van deze wettelijke bepalingen. Elk jaar wordt aan de hand van een steekproef gecontroleerd of voor opleidingen voldoende onderwijstijd is geprogrammeerd. Bij de laatste controle zijn geen afwijkingen geconstateerd. De instelling maakt geen gebruik van de mogelijkheid om af te wijken van de wettelijke urennorm. 3.2
Financiële continuïteit Uit de financiële risicoanalyse blijken geen verhoogde financiële risico’s. Er zijn geen aanwijzingen dat het door de instelling verzorgde onderwijs wegens de financiële continuïteit binnen afzienbare termijn in het geding is. In onderstaande tabel wordt met enkele kengetallen de financiële ontwikkeling van Onderwijsgroep Tilburg in de periode 2011 tot en met 2016 afgezet tegen de signaleringsgrenzen. De inspectie hanteert deze signaleringsgrenzen om mogelijke risico’s voor de financiële continuïteit te detecteren. De kengetallen tot en met 2013 zijn door Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) ontleend aan de door de instellingsaccountant gecontroleerde jaarrekeningen. De kengetallen vanaf 2014 zijn ontleend aan de in de jaarstukken 2013 opgenomen continuïteitsparagraaf. Kengetallen
Realisatie
Begroting
Signalerings grenzen
2011
2012
2013
2014
2015
2016
Solvabiliteit II
0,47
0,55
0,61
0,68
0,72
0,73
Liquiditeit
1,16
1,40
1,56
0,91
0,53
0,59
< 0,50
Rentabiliteit
0,4%
1,7%
4,0%
-2,7%
-1,8%
1,1%
Meerjarig negatief
< 0,30
Pagina 16 van 51
De solvabiliteit II lag de afgelopen jaren ruim boven de signaleringsgrens van 0,30 en de instelling verwacht dat de solvabiliteit II de komende jaren toeneemt. De stijging van de solvabiliteit II wordt veroorzaakt door de afname van het vreemd vermogen. Onderwijsgroep Tilburg investeert in de periode 2015 tot en met 2019 circa 18,6 mln. in huisvesting, ICT en inventaris en financiert dit volledig uit eigen middelen. De liquiditeitspositie van de instelling is de afgelopen jaren sterk toegenomen en neemt de komende periode af als gevolg van de geplande investeringen. De liquiditeit blijft de komende periode boven de signaleringwaarde 0,50 liggen. De rentabiliteit van Onderwijsgroep Tilburg lag de afgelopen 3 jaar ruim boven de signaleringswaarde. De instelling voorziet in 2014 en 2015 een negatief resultaat, waarna men in 2016 weer verwacht positief af te sluiten. Het college van bestuur heeft aan de inspectie medegedeeld dat zij het begrote verlies van -2,7 mln. over 2014 heeft weten om te buigen tot een verlies van circa 1,6 mln., wat €1 mln. positiever is dan begroot. De belangrijkste oorzaak vormt de hogere rijksbijdrage, efficiëntere bedrijfsvoering en kostenbeheersing. Realisatie Gewogen studentenaantallen
Begroting
2011
2012
2013
2014
11.140
11.296
10.770
10.413
2015
2016
10.000
9.600
De in de tabel opgenomen gewogen studentenaantallen vanaf 2014 zijn ontleend aan de in de jaarstukken 2013 opgenomen continuïteitsparagraaf. Bij het mbo is de afname van het studentenaantal bij bol-opleidingen meegevallen. De terugloop van het studentenaantal is het grootst bij de bblopleidingen, vermoedelijk als gevolg van conjuncturele ontwikkeling. Naar verwachting zal de daling van de studentenaantallen de komende jaren voortgezet worden als gevolge van demografische ontwikkelingen in de regio. In de financiële meerjarenbegroting wordt met deze daling rekening gehouden. 3.3
Risicobepaling Het onderzoek heeft geleid tot de volgende risicobepaling. Geen Enkele Veel 0
Mate van risico's
•
Deze risicobepaling is gebaseerd op een risico-inschatting voor de kwaliteit van het onderwijs, de examinering, de opbrengsten, de tevredenheid van studenten,
Pagina 17 van 51
medewerkers en werkgevers, de stabiliteit van organisatie en management en de financiële continuïteit. De risico's zijn ingedeeld in de categorieën geen-gering, gering-matig, matighoog, hoog-zeer hoog. Hierna volgt de toelichting. Kwaliteit onderwijs We schatten het risico voor de kwaliteit van het onderwijs in als geen tot gering. Eerdere onderzoeken bij ROC Tilburg hebben uitgewezen dat de onderwijskwaliteit van de onderzochte opleidingen voldoende is. Ook zijn er recent geen noemenswaardige klachten bij ons binnengekomen die betrekking hebben op de kwaliteit van het onderwijs. De JOB Monitor 2014 laat gemiddeld genomen positieve scores zien voor onder andere de aangeboden lessen, onderwijstijd en voor de begeleiding. De resultaten van dit onderzoek wijzen uit dat het onderwijsproces van de onderzochte opleidingen met één uitzondering van voldoende kwaliteit is. De directie van de school van deze opleiding heeft zelf onlangs ook geconstateerd dat het didactisch handelen van het team van wisselende kwaliteit is. ROC Tilburg heeft de risico's voor de kwaliteit van het didactisch handelen en leertijd in 2014 bij diverse opleidingen onderzocht. Verbeterpunten die daarin aan het licht kwamen, zijn aanleiding geweest voor verbeteracties inclusief scholing voor de betreffende teams. Kwaliteit examinering We schatten het risico voor de kwaliteit van de examinering in als gering tot matig. Onderzoeken bij ROC Tilburg in 2012 hebben uitgewezen dat de examenkwaliteit van twee onderzochte opleidingen onvoldoende was en er sprake was van onvoldoende waarborg voor de examenkwaliteit. Dat is destijds voor de instelling aanleiding geweest om een organisatiebreed en omvangrijk verbeterproces te starten. Dit heeft geleid tot een aangepast handboek en een nieuwe organisatie en inrichting van de examencommissies. Hoewel er geen ernstige klachten binnengekomen zijn bij ons en de JOB Monitor 2014 gemiddeld genomen positieve scores laat zien, wijzen de resultaten van dit onderzoek echter uit dat de examinering bij twee onderzochte opleidingen van onvoldoende kwaliteit is. We kunnen niet uitsluiten dat dit in meer scholen het geval is. Het is positief dat de instelling zelf reeds besloot om de resultaten van de herinrichting van het examenproces in beeld te brengen in een evaluatie. Dit om vast te kunnen stellen of de diploma's in alle gevallen rechtsgeldig zijn en daarmee te bepalen of er nog sprake is van risico's of tekortkomingen. Bovendien wordt nagegaan of de ingezette veranderingen voldoende zijn geïmplementeerd.
Pagina 18 van 51
Opbrengsten Over het geheel genomen schatten wij de risico's voor de opbrengsten in als gering tot matig. Hieronder geven we de opbrengsten in drie thema’s weer, te weten opbrengsten mbo-opleidingen, opbrengsten vavo en voortijdig schoolverlaten. Het diplomaresultaat (over 2012-2013) van de mbo-opleidingen is ten opzichte van het gemiddelde diplomaresultaat van de groep vergelijkbare instellingen (alle roc's) ruim boven het gemiddelde. Nader beschouwd zijn er enkele opleidingsclusters met lage opbrengsten. Voor bijna al die opleidingsclusters zijn analyses gemaakt van de mogelijke oorzaken en zijn inmiddels passende maatregelen getroffen. In twee clusters is dergelijk onderzoek niet uitgevoerd. De opbrengstgegevens van de vavo-opleidingen laten veel risico's zien gemeten over drie jaar (2011/2012/2013). De discrepantie tussen het gemiddelde SE en CE-cijfer is met 0,62 groot en het CE-gemiddelde van de vwo-opleiding is met 5,87 iets onder de norm van 5,9. Er is hier echter wel sprake van een positieve trend in de genoemde drie jaren. Tijdens de Staat van de instelling in 2012 waren er ook veel risico's in de opleiding vwo, reden waarom de instelling toen gevraagd is om een analyse en verbeterplan op te stellen. Dat verbeterplan had met name betrekking op de kwaliteit van de schoolexamens en de rol van de examencommissie. Dit verbeterplan is vervolgens in uitvoering genomen maar heeft nog niet in de volle breedte geleid tot de gewenste resultaten. In de tussentijd heeft de afdeling vavo ook een audit laten uitvoeren naar onder andere de examenkwaliteit en de kwaliteit van het didactisch handelen. Deze audit is uitgevoerd met betrokkenheid van een externe auditor. De resultaten van deze audit zijn voor de afdeling aanleiding geweest om de didactische aanpak van het team te versterken. Hoewel we de kwaliteitsborging als voldoende beoordelen, is er sprake van veel risico's mede omdat ingezette verbetermaatregelen niet hebben geresulteerd in de gewenste resultaten. Grosso modo zien wij in de vsv-cijfers van 2012-2013 eveneens enige risico's. ROC Tilburg wijkt in negatieve zin af ten opzichte van de vsv-norm voor niveau 1 (35,9 procent ten opzichte van de norm 32,5 procent) en niveau 2 (14,1 procent ten opzichte van de norm van 13,5 procent). De trend vertoont echter een dalende lijn en ROC Tilburg heeft diverse maatregelen genomen om het aantal voortijdig schoolverlaters verder terug te dringen. Bij de intake worden meer gegevens verzameld die leiden tot een gerichter plaatsingsadvies
Pagina 19 van 51
en in de Scholen zijn specifieke maatregelen getroffen om het aantal schoolverlaters te verminderen. Onder andere wordt consequent opgetreden tegen verzuim en de begeleiding geïntensiveerd. Tevredenheid studenten/medewerkers/werkgevers We schatten het risico voor de tevredenheid van de studenten, medewerkers en werkgevers in als geen tot gering. Studenten zijn over het algemeen tevreden over de instelling (cijfer 6,3) en de opleiding die ze volgen (cijfer 7,1). Alle items in de JOB Monitor 2014 scoren boven de 3,0 (schaal 1-5). Ook op domeinniveau liggen alle scores boven de 3,0. Het medewerkerstevredenheidsonderzoek toont aan dat 84 procent van de medewerkers tevreden is over het roc. Er zijn geen recente metingen naar de tevredenheid van bedrijven uitgevoerd. Stabiliteit organisatie en management We schatten het risico voor de stabiliteit van de organisatie in als geen tot gering. Er zijn geen signalen of bevindingen die wijzen op discontinuïteit in bestuur en management. ROC Tilburg investeert in resultaatverantwoordelijkheid van de teams en de directies zijn sterk betrokken bij de beleidsvoorbereiding en uitvoering. Financiële continuïteit We zien geen verhoogde risico’s voor de financiële continuïteit. Dit blijkt uit de financiële risicoanalyse die is uitgevoerd en die is toegelicht in paragraaf 3.2. Samenvattend We constateren dat er enkele risico’s zijn voor de onderwijskwaliteit en beoordelen de kwaliteitsborging van de instelling als voldoende. We gaan ervan uit, dat de instelling voldoende zicht heeft op de onderwijskwaliteit en in staat is om ook in de toekomst de risico’s voor de onderwijskwaliteit te voorkomen, dan wel vroegtijdig te signaleren en te verhelpen.
Pagina 20 van 51
4
RESULTATEN PER OPLEIDING In dit hoofdstuk lichten wij per onderzochte opleiding het resultaat van het kwaliteitsonderzoek toe. We geven per gebied aan wat het oordeel is (goed, onvoldoende, voldoende, slecht) en verantwoorden ons over het oordeel.
4.1
ovd07 Onderwijsassistent Het kwaliteitsonderzoek bij ovd07 Onderwijsassistent, 25LZ|93500, niveau 4, bol, locatie Prof. Gimbrèrelaan 9, Tilburg heeft geleid tot de volgende oordelen:
Kwaliteitsgebied 1
Onderwijsproces
2
Examinering en diplomering
3
Opbrengsten
4
Kwaliteitsborging
Kwaliteitsgebied 5
Goed Voldoende Onvoldoende Slecht
• • • • Voldoet Voldoet niet
•
Naleving wettelijke vereisten
Gebied 1: Onderwijsproces
Voldoende Onvoldoende
Programma 1.1
Samenhang
1.2
Maatwerk
• •
Leren in de onderwijsinstelling 1.3
Didactisch handelen*
1.4
Leertijd
1.5
Leeromgeving
• • •
Begeleiding 1.6
Intake & plaatsing
1.7
Studieloopbaanbegeleiding*
1.8
Zorg
• • •
Leren in de beroepspraktijk 1.9
Beroepspraktijkvorming*
Gebied 2: Examinering en diplomering 2.1
Exameninstrumentarium*
2.2
Afname en beoordeling*
2.3
Diplomering*
• Voldoende Onvoldoende
• • •
Pagina 21 van 51
Gebied 3: Opbrengsten 3.1
Rendement
Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.2
Beoordeling *
4.3
Verbetering en verankering *
4.4
Dialoog en verantwoording
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten 5.1
Naleving wettelijke vereisten
Voldoende Onvoldoende
• Voldoende Onvoldoende
• • • • Voldoet Voldoet niet
•
De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied.
Beschouwing Algemeen De School voor Onderwijs en Kinderopvang heeft na een daling van het aantal studenten afscheid moeten nemen van een behoorlijk aantal teamleden. In vervolg hierop zijn twee teams samengevoegd in de verwachting dat de kwalificatiedossiers Pedagogisch werk en Onderwijsassistent op termijn samengevoegd zullen worden. Wij zien de eerste positieve resultaten van deze samenvoeging in de vorm van afstemming over de studiewijzers. Tegelijkertijd stellen wij vast dat in het algemeen onvoldoende wordt samengewerkt en afgestemd. Dit wordt in stand gehouden doordat er geen duidelijke aanspreekcultuur is. Als gevolg hiervan is er verschil in handelen tussen de teamleden. Kenmerkend voor de inrichting van de opleiding is de mate waarin studenten leren schriftelijk te rapporteren. Dit is een goede voorbereiding op het hbo. Deze inrichting kent ook een keerzijde. Wij zien namelijk dat studenten aangemoedigd worden om veel zelf te reflecteren maar hiervan nauwelijks kunnen profiteren omdat er geen systematische feedback vanuit het team plaatsvindt. Onderwijsproces Het onderwijsproces beoordelen we als onvoldoende, omdat niet voldaan is aan de aspecten maatwerk en didactisch handelen. Het didactisch handelen beoordelen we als onvoldoende. Ten eerste is het klassenmanagement onvoldoende. Er is namelijk onvoldoende rust en orde, waardoor studenten de toelichting en instructie van de docenten niet goed kunnen volgen en studenten moeite hebben om zich te concentreren tijdens de les. Zo zijn schoolbrede afspraken over gewenst gedrag niet altijd duidelijk voor studenten en worden ze niet nageleefd door verschillende docenten.
Pagina 22 van 51
Voorbeelden hiervan zijn regels over het gebruik van telefoons of te laat komen. Docenten weten van elkaar dat ze hierin verschillend optreden maar spreken elkaar hierop niet aan. Deze handelswijze leidt ook tot gebrek aan eenduidigheid in didactiek. Ook is voor de studenten vaak niet duidelijk wat het doel is van een les. Ten tweede worden studenten onvoldoende gestimuleerd tot daadwerkelijk leren. De studenten missen feedback op hun leerproces, zowel in de lessen als op het door hen gemaakte werk. Dit vergroot de weerstand tegen de vele verslagen die de studenten moeten maken en zorgt voor minder leereffect dan mogelijk is. Het programma kent voldoende samenhang maar het geboden maatwerk beoordelen we als onvoldoende. In het onderwijsprogramma zijn onvoldoende opties voor maatwerk opgenomen omdat er geen mogelijkheden tot vertragen of versnellen zijn. Een positief punt is dat het programma gedetailleerd uitgewerkt is in studiewijzers die voor studenten online beschikbaar zijn. Daarnaast is het programma sterk gericht op doorstroom naar het hbo. Hiervoor worden een algemeen hbo-doorstroomprogramma en een specifiek paboprogramma aangeboden. Dit past goed bij de kernmerken van de doelgroep omdat in de afgelopen jaren de overgrote meerderheid van de studenten doorstroomde naar het hbo. De leertijd en leeromgeving beoordelen we als voldoende. Het rooster van de opleiding is goed gevuld en de onderwijstijd wordt voldoende benut. Een aandachtspunt is de lesuitval. Die is er de afgelopen tijd veel geweest, waarbij ook een groot deel van de lessen niet vervangen is. Overigens is door de ruime programmering de minimum vereiste onderwijstijd niet in gevaar. De intake en plaatsing, de studieloopbaanbegeleiding en de zorg beoordelen we als voldoende. De intake gebeurt zorgvuldig door middel van een uitgebreid gesprek, eventueel gevolgd door een individueel gesprek bij bijzonderheden. Een enkele student wordt geadviseerd niet te starten met de opleiding, wanneer de kans op diplomering als gering wordt ingeschat. Deze studenten worden verder begeleid in hun keuze. De studieloopbaanbegeleiding (slb) gebruikt de gegevens uit de intake. In de wekelijkse slb-lessen worden de studenten zowel individueel als in de groep begeleid. Slb-docenten hebben afspraken gemaakt over de globale inhoud van de begeleidingsthema’s maar in de individuele gesprekken ervaren studenten verschillen in benaderingswijze, verwachte zelfstandigheid en intensiteit. Dit is een aandachtspunt.
Pagina 23 van 51
De beroepsprakijkvorming (bpv) is voldoende. Positief in de bpv is de zorgvuldige plaatsing van studenten door de opleiding. Studenten en praktijkopleiders worden vooraf ook goed geïnformeerd. Een aandachtspunt is de kwaliteit van de feedback op het leerproces van de studenten. Deze is namelijk sterk afhankelijk van de betreffende praktijkopleider, omdat het team zichzelf hierin geen rol heeft toebedeeld. De bpv-coaches van de opleiding zijn dankzij de begeleidingsgesprekken met studenten hiervan wel op de hoogte maar hebben nog geen vorm gevonden om deze verschillen te verkleinen. Examinering en diplomering De examinering en diplomering beoordelen we als onvoldoende. Aan de aspecten exameninstrumentarium, afname en beoordeling en diplomering is niet voldaan. Het exameninstrumentarium voldoet niet om twee redenen. Ten eerste wordt een niet passende toetsvorm gebruikt waardoor he onvoldoende aansluit bij de aard van de werkprocessen. Er wordt namelijk gedrag van een student beoordeeld op basis van schriftelijk werk. Ten tweede is voor de beoordelaars in de bpv onvoldoende duidelijk hoe zij moeten beoordelen. Een groot gedeelte van de examens wordt afgenomen in de beroepspraktijk. Alle beroepsgerichte examens zijn opgebouwd uit een plan van aanpak, uitvoering, een verslag en een reflectieverslag. Het is vervolgens echter onduidelijk hoe deze vier onderdelen zich tot elkaar verhouden in de eindbeoordeling van de student. De informatie aan de bpv-beoordelaars is onvoldoende duidelijk over hoe zij de student moeten beoordelen op basis van de vier onderdelen. Dit kan mogelijk ook leiden tot verschillen in de beoordeling. Het exameninstrumentarium voor Nederlands sluit aan op de uitstroomeisen en voldoet aan de toetstechnische eisen. De verschillende vaardigheden van Nederlands worden op passende wijze geëxamineerd waarbij een objectieve beoordeling wordt geborgd. De examenprocessen van afname en beoordeling voldoen niet, omdat deze onvoldoende deugdelijk zijn verlopen. Het prcoes van de beoordeling is onvoldoende ingericht en er is onvoldoende zicht op de wijze van beoordelen door de bpv-beoordelaars. Hoe bpv-beoordelaars tot een eindoordeel komen is niet duidelijk, omdat in dossiers het oordeel niet of summier is onderbouwd door de beoordelaars. Bovendien wordt het proces van examinering ook niet nagegaan want de beoordelaars van school bespreken de oordelen niet met de bpv-beoordelaars.
Pagina 24 van 51
De diplomering voldoet niet, omdat deze onvoldoende deugdelijk en geborgd is. De examencommissie heeft geen zicht op de tekortkomingen in het instrumentarium. Ook heeft de examencommissie geen zicht op de afname en beoordeling. De examencommissie is begin dit schooljaar in een nieuwe vorm (decentrale examencommissie) opgestart en daarbij zijn er verschillende goede afspraken gemaakt, maar de resultaten hiervan zijn nu nog niet zichtbaar. Opbrengsten De opbrengsten zijn voldoende, omdat het jaarresultaat (85,1 procent) en het diplomaresultaat (85,2 procent) boven de norm liggen. Voor deze beoordeling, gebaseerd op de BRON-gegevens 2013-2014 zijn de resultaten van bc154, niveau 4 gebruikt. In bijlage II staan de opleidingen die betrokken zijn bij het bepalen van de opbrengsten. Kwaliteitsborging De kwaliteitsborging beoordelen we als onvoldoende, omdat niet voldaan is aan de aspecten beoordeling en verbetering en verankering. De sturing beoordelen we als voldoende. De School voor Onderwijs en Kinderopvang stelt een verbeterplan op, waarin bij verschillende thema’s acties en beoogde resultaten zijn geformuleerd. Dit plan stuurt in de goede richting en de geformuleerde activiteiten matchen bij de beoogde resultaten. De beoordeling is echter onvoldoende omdat een resultaat als behaald wordt afgevinkt wanneer de actie is uitgevoerd. Hiermee is niet vastgesteld of het resultaat ook daadwerkelijk behaald is, met andere woorden de resultaten naar aanleiding van schoolspecifieke doelen worden onvoldoende gemeten. Ook zijn eventuele verschillen tussen de opleidingen van deze school niet goed in kaart gebracht. Hierdoor kan de school zich ook niet goed verantwoorden over de gerealiseerde kwaliteit van de opleidingen. Daarentegen worden de instellingsbrede doelen wel gemeten. De verbetering en verankering beoordelen we als onvoldoende, omdat de verbeteraanpak onvoldoende aansluit op de beoordeling van de kwaliteit van de opleiding. Zo zijn afgelopen jaar door de directie lesbezoeken afgelegd om de kwaliteit van het didactisch handelen van het team in beeld te brengen maar de verschillende resultaten zijn niet geanalyseerd en hebben ook niet geleid tot vervolgacties. De dialoog en verantwoording beoordelen we als voldoende. Er is een voldoende functionerende interne dialoog. Met de studenten onder andere via de studentenraadplegingen, waarin ook zichtbaar teruggekomen wordt op eerder
Pagina 25 van 51
gemaakte afspraken. Ook externe belanghebbenden maken deel uit van een verantwoording over de geleverde kwaliteit, bijvoorbeeld via raadplegingen in het werkveld. Ook worden behaalde resultaten online gepubliceerd. Wettelijke vereisten De opleiding voldoet aan de onderzochte wettelijke eis(en) omdat, voor zover onderzocht, is vastgesteld dat de bepalingen zijn nageleefd. Schoolkosten/wettelijke bijdragen De opleiding voldoet aan de eisen gesteld in artikel 8.1.4 van de WEB. De opleiding maakt een onderscheid tussen verplichte kosten en verrijkingskosten. Op de website geven zij hierbij duidelijk aan dat het bij verrijkingskosten gaat om een vrijwillige bijdrage. In de begeleidende brief bij de factuur aan de ouders staat vermeld dat verrijkingskosten vrijwillig zijn. 4.2
Fastservice (1e Medewerker fastservice) Het kwaliteitsonderzoek bij Fastservice (1e Medewerker fastservice), 25LZ|94200, niveau 3, bbl, locatie Kasteeldreef 116, Tilburg heeft geleid tot de volgende oordelen: Kwaliteitsgebied 1
Onderwijsproces
2
Examinering en diplomering
3
Opbrengsten
4
Kwaliteitsborging
Kwaliteitsgebied 5
Goed Voldoende Onvoldoende Slecht
• • • • Voldoet Voldoet niet
•
Naleving wettelijke vereisten
Gebied 1: Onderwijsproces
Voldoende Onvoldoende
Programma 1.1
Samenhang
1.2
Maatwerk
• •
Leren in de onderwijsinstelling 1.3
Didactisch handelen*
1.4
Leertijd
1.5
Leeromgeving
• • •
Begeleiding 1.6
Intake & plaatsing
1.7
Studieloopbaanbegeleiding*
• •
Pagina 26 van 51
Gebied 1: Onderwijsproces 1.8
Zorg
Voldoende Onvoldoende
•
Leren in de beroepspraktijk 1.9
Beroepspraktijkvorming*
Gebied 2: Examinering en diplomering 2.1
Exameninstrumentarium*
2.2
Afname en beoordeling*
2.3
Diplomering*
Gebied 3: Opbrengsten 3.1
Rendement
Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.2
Beoordeling *
4.3
Verbetering en verankering *
4.4
Dialoog en verantwoording
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten 5.1
• Voldoende Onvoldoende
• • • Voldoende Onvoldoende
• Voldoende Onvoldoende
• • • • Voldoet Voldoet niet
Naleving wettelijke vereisten
•
De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied.
Beschouwing Algemeen Het Nationaal Consortium voor Bedrijfsgroepen (NCVB) is in 1999 opgericht en verzorgt naast projecten ook 39 opleidingen voor het mbo waaronder de opleiding 1e Medewerker fastservice. De opleiding kan via twee routes gevolgd worden. De ene route betreft studenten die al in het bezit zijn van het diploma niveau 2. Voor hen is de opleidingsduur negen maanden. De tweede route is gericht op studenten die voorafgaande aan de opleiding al de nodige praktijkervaring in dit werk hebben opgedaan. Hun opleidingsduur is anderhalf jaar. De opleiding kent een heldere structuur en de gemiddelde groepsgrootte is twaalf studenten. Onderwijsproces Het onderwijsproces beoordelen we als voldoende. Aan alle aspecten is voldaan. Het programma kent voldoende samenhang en maatwerk. Het onderwijsprogramma wordt door NCVB in samenspraak met het bedrijf opgesteld waarbij aan alle vereisten uit het kwalificatiedossier wordt voldaan. Daarnaast bestaat de mogelijkheid het programma verder aan te passen door
Pagina 27 van 51
middel van de zogenaamde menukaart. De studenten ontvangen tijdig het lesprogramma en weten wat er van hen wordt verwacht ten aanzien van het huiswerk en de toetsen. Indien een student door omstandigheden een lesdag niet heeft kunnen bijwonen moet hij op de maandelijks geplande inhaaldag naar school om de lessen in te halen. Er is ook extra ondersteuning mogelijk indien een student studieproblemen heeft op het gebied van talen en rekenen. Teamleden en het bedrijf zien erop toe dat dit ook daadwerkelijk gebeurt. Het didactisch handelen, de leertijd en leeromgeving beoordelen we als voldoende. De docenten zijn bekend met de branche waarvoor zij het onderwijs verzorgen en maken onderling afspraken over het inzetten van verschillende didactische werkvormen. De interactie tussen studenten en docenten is voldoende en studenten krijgen feedback op de leeractiviteiten. Het beperkte aantal studenten in de leergroep draagt voor hen bij aan een prettig leerklimaat. De beschikbare leertijd wordt efficiënt besteed waarbij voldoende aandacht is voor afwisseling van activiteiten. De studenten waarderen de facilitering die zij vanuit het bedrijf ontvangen om de opleiding te kunnen volgen. De intake en plaatsing, de studieloopbaanbegeleiding en de zorg beoordelen we als voldoende. De intake wordt zorgvuldig uitgevoerd en de examencommissie toetst de toelaatbaarheid van elke student. Informatie uit de intake wordt vastgelegd en gebruikt bij de studieloopbaanbegeleiding. Als er aanleiding voor is, wordt extra ondersteuning en begeleiding geboden. De bpv-begeleider, die de intake verzorgt, is ook de begeleider voor het werkvloerleren. De studieloopbaanbegeleiding is opvallend goed omdat de bpv-begeleider en de docent hier in goede afstemming zorg voor dragen. Samen volgen en begeleiden ze namelijk de studenten gedurende de gehele opleiding waarbij de student een persoonlijk ontwikkelplan (POP) en persoonlijk activiteitenplan (PAP) opstelt. De begeleiders bespreken dit met de student en leggen de studievoortgang vast. NCVB kan, indien nodig, extra zorg bieden aan de student. De beroepspraktijkvorming beoordelen we als voldoende. Bedrijven en studenten worden uitgebreid voorgelicht over de beroepspraktijkvorming. De studenten beschikken over opdrachten in het kader van ‘werkvloerleren’. Deze opdrachten zijn gekoppeld aan de behandelde theorie en sluiten voldoende aan op de werkprocessen. Zowel de docenten van de opleiding als de praktijkopleider bewaken de voortgang van de werkvloeropdrachten en beoordelen deze ook. Opvallend positief is de intensieve begeleiding door NCVB. Elke twee maanden bezoekt de bpv-begeleider de student op zijn stageplaats, zo nodig vaker. Het bedrijf is tevreden over de samenwerking met de bpvbegeleider vanuit de opleiding.
Pagina 28 van 51
Examinering en diplomering De examinering en diplomering beoordelen we als voldoende. Aan alle aspecten is voldaan. Het exameninstrumentarium is in orde, omdat het voldoende aansluit op de uitstroomeisen en de toetstechnische eisen. De examens zijn door NCVB ontwikkeld en zijn vorig jaar naar aanleiding van uitkomsten van evaluaties en een interne audit herzien. Het exameninstrumentarium voor Nederlands sluit voldoende aan op de uitstroomeisen en voldoet aan de toetstechnische eisen. De examens lezen en luisteren worden afgenomen via de pilot van de centrale examinering. De examens schrijven, spreken en gesprekken voeren zijn door NCVB zelf ontwikkeld. Het afnemen en beoordelen van de taalvaardigheden gebeurt door deskundige taalspecialisten. De mondelinge examens worden opgenomen op een geluidsdrager waardoor het mogelijk is een check te doen op de gegeven beoordeling. De examenprocessen van afname en beoordeling zijn voldoende deugdelijk verlopen. Een deel van het beroepsgerichte examen wordt in de praktijk afgenomen en beoordeeld door de praktijkopleider en de bpv-begeleider (van school). De praktijkobservatie wordt alleen door de praktijkopleider beoordeeld waarna de bpv-begeleider een STARR gesprek voert met de student. Een aandachtspunt is dat het oordeel over de praktijkobservatie door de praktijkopleider gedetailleerder onderbouwd kan worden zodat het aansluit op alle te observeren punten. De diplomering is voldoende deugdelijk en geborgd. De examencommissie voert uitgebreide controles uit op de inhoudelijke kwaliteit van het exameninstrumentarium, de afname en de vaststelling. Er worden onder andere itemanalyses uitgevoerd (theorie-examens) en uitslaganalyses opgesteld (alle examens). Ook worden de examendossiers op inhoud en volledigheid gecontroleerd. Tevens is de examencommissie aanwezig bij de afname van examens. Door deze activiteiten draagt de examencommissie zorg voor voldoende borging van de examenprocessen. Toch is er een aandachtspunt. De examencommissie verleent namelijk vrijstellingen voor loopbaan & burgerschap indien een student ouder is dan 23 jaar. Er geldt echter een inspanningsverplichting waarbij elke student moet voldoen aan de eisen voor loopbaan & burgerschap zoals vastgelegd in het kwalificatiedossier. Opbrengsten
Pagina 29 van 51
De opbrengsten zijn voldoende, omdat het jaarresultaat (72,8 procent) en het diplomaresultaat (78,7 procent) boven de norm liggen. Voor deze beoordeling, gebaseerd op de BRON-gegevens 2013-2014 zijn de resultaten van bc062, niveau 3 gebruikt. In bijlage II staan de opleidingen die betrokken zijn bij het bepalen van de opbrengsten. Kwaliteitsborging De kwaliteitsborging beoordelen we als voldoende. Aan alle aspecten is voldaan. De sturing beoordelen we als voldoende. De opleiding beschikt over een verbeterplan dat een periode van twee jaar bestrijkt en dat in samenspraak met het team tot stand is gekomen. In het verbeterplan zijn thema’s opgenomen waaraan acties en te behalen resultaten zijn gekoppeld. Daarnaast zijn er ook doelstellingen op teamniveau en teamoverstijgend. Het meer SMART opstellen van dit verbeterplan kan de sturing effectiever maken. Dit is een aandachtspunt. De beoordeling beoordelen wij als voldoende. De afdeling kwaliteitszorg voert op vastgestelde momenten evaluaties uit en analyseert deze. Als er zaken naar voren komen die voor verbetering vatbaar zijn, worden deze meteen omgezet in een actie. Monitoring van acties gebeurt via een digitaal systeem zodat iedereen geïnformeerd is over de actuele stand van zaken. Ook hanteert NCVB een logboek om het aantal en de ernst van fouten/missers in de examinering te monitoren. De werking ervan heeft zich bewezen, dit wordt zichtbaar doordat hiervoor nu nog sporadisch een actie moet worden uitgezet. De voortgang van verschillende ontwikkelingen wordt geagendeerd en besproken met het management, het team en bilateraal met een lid van het college van bestuur. De verbetering en verankering beoordelen we als voldoende. Bij geconstateerde manco’s wordt er adequaat en passend gestuurd om deze op te lossen. Verbeteracties op examineringsgebied worden structureel uitgevoerd en gemonitord door de examencommissie. De kwaliteitsborging is belegd en de medewerkers zijn gericht op kwaliteitsbewust handelen. De dialoog en verantwoording beoordelen we als voldoende. Er is geregeld overleg met begeleiders van de stagebedrijven en er is een adviescommissie die fungeert als sparringpartner voor NCVB. Onderwerpen zoals werkvloerleren, consequenties van veranderingen van wet- en regelgeving en de invulling van de onderwijsuren worden hier besproken. Voor de interne dialoog zijn diverse overleggen en wordt er gebruik gemaakt van een nieuwsbrief. Een aandachtspunt is de informatie aan de studenten over de uitkomsten van
Pagina 30 van 51
evaluaties en enquêtes zoals JOB. Nu wordt deze niet actief onder studenten verspreid. Wettelijke vereisten De opleiding voldoet niet aan de onderzochte wettelijke eisen omdat, is vastgesteld dat de bepaling op het gebied van de opleidingsduur (WEB art. 7.2.4a) niet is nageleefd. Volgens de WEB dient een vakopleiding (niveau 3) een studieduur van tenminste twee volledige studiejaren te omvatten. De opleidingstrajecten die NCVB heeft uitgewerkt zijn respectievelijk negen en vijftien maanden en voldoen daarmee dus niet. Schoolkosten/wettelijke bijdragen De opleiding voldoet aan de eisen gesteld in artikel 8.1.4 van de WEB. De opleiding brengt geen kosten anders dan de wettelijke bijdrage bij studenten in rekening. 4.3
Medewerker design (Medewerker styling) Het kwaliteitsonderzoek bij Medewerker design (Medewerker styling), 25LZ|94471, niveau 4, bol, locatie Stappegoorweg 183, Tilburg heeft geleid tot de volgende oordelen: Kwaliteitsgebied 1
Onderwijsproces
2
Examinering en diplomering
4
Kwaliteitsborging
Kwaliteitsgebied 5
Goed Voldoende Onvoldoende Slecht
• • • Voldoet Voldoet niet
•
Naleving wettelijke vereisten
Gebied 1: Onderwijsproces
Voldoende Onvoldoende
Programma 1.1
Samenhang
1.2
Maatwerk
• •
Leren in de onderwijsinstelling 1.3
Didactisch handelen*
1.4
Leertijd
1.5
Leeromgeving
• • •
Begeleiding 1.6
Intake & plaatsing
•
Pagina 31 van 51
Gebied 1: Onderwijsproces 1.7
Studieloopbaanbegeleiding*
1.8
Zorg
Voldoende Onvoldoende
• •
Leren in de beroepspraktijk 1.9
Beroepspraktijkvorming*
Gebied 2: Examinering en diplomering 2.1
Exameninstrumentarium*
2.2
Afname en beoordeling*
2.3
Diplomering*
Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.2
Beoordeling *
4.3
Verbetering en verankering *
4.4
Dialoog en verantwoording
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten 5.1
Naleving wettelijke vereisten
• Voldoende Onvoldoende
• • • Voldoende Onvoldoende
• • • • Voldoet Voldoet niet
•
De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied.
Beschouwing Algemeen De opleiding heeft een enthousiast, betrokken en communicatievaardig docententeam dat zich nadrukkelijk bewust is van zijn rol in de voorbereiding van de uitvoering van een creatief beroep. Daarbij is het essentieel om pro-actief te handelen en continu open te staan voor vernieuwingen. Deze benadering is zichtbaar in alle aspecten van het onderwijs en de examinering. De studenten zijn heel tevreden over de opleiding. De kracht van het team uit zich met name in de gemeenschappelijke verantwoordelijkheid voor de inhoud en vormgeving van het onderwijs. Daarnaast biedt de positieve relatie met het beroepenveld studenten veel mogelijkheden op stageplaatsen waar zij zich goed kunnen voorbereiden op het beroep. Dit studiejaar vindt examinering van zowel de vier- als driejarige opleiding plaats.
Onderwijsproces Het onderwijsproces beoordelen we als goed. Aan alle aspecten is in ruime mate voldaan.
Pagina 32 van 51
Het programma kent een goede samenhang en biedt voldoende mogelijkheden tot maatwerk. Het programma is solide, evenwichtig en goed afgestemd op het kwalificatiedossier. Het onderwijsprogramma wordt regelmatig, mede door interne en externe invloeden, vernieuwd. Om de kwaliteit te borgen heeft de coördinator onderwijs een belangrijke rol bij de ontwikkeling en de directeur bij de vaststelling van het onderwijsprogramma. Docenten van de opleiding zijn nauw betrokken bij de ontwikkeling van het nieuwe kwalificatiedossier en daardoor goed op de hoogte van vernieuwde eisen. De mogelijkheden voor maatwerk blijken niet alleen uit de ondersteuning bij de taal- en rekenwerkplaats, maar ook uit flexibele programma’s op maat. Versnellen is in bijzondere gevallen mogelijk. In de praktijk blijkt het aanleren van de technieken van het vak veel tijd te kosten en daardoor komt versnellen niet veel voor. Het didactisch handelen, de leertijd en leeromgeving beoordelen we als voldoende. De bezochte lessen hebben een goede opbouw, waarbij de relatie met eerdere lessen voor de studenten voldoende zichtbaar is. Docenten zijn gericht op interactie en geven de studenten zowel feedback op het proces als op de gemaakte producten. De sfeer in de bezochte groepen is positief, waarbij opvalt dat er een sterke taakgerichtheid is. Ook bij het werken aan de examenopdrachten zijn de kaders duidelijk en houden zowel studenten als docenten zich aan de afgesproken regels. Door gezamenlijke lesactiviteiten in dezelfde ruimte ontstaat voor docenten een natuurlijke wijze van feedback geven op elkaars handelen. Docenten en studenten ervaren hiervan de meerwaarde voor de kwaliteit en afstemmming van de lessen. Tijdens de lessen zien wij een effectieve benutting van de leertijd. Het programma is volgens de studenten en docenten goed uit te voeren in de geplande tijd. De intake en plaatsing, de studieloopbaanbegeleiding en de zorg beoordelen we als voldoende. De voorlichting is passend en sluit aan bij de informatie op de website en de intakedag. Er is voldoende ruimte voor vragen en vooral de informatie van andere studenten op de open dag en tijdens de meeloopdag levert een realistisch beeld op. Hierdoor zijn studenten voorafgaand aan de studie goed geïnformeerd over de opleiding. Het arbeidsmarktperspectief en de doorstroommogelijkheden komen bij de intake aan de orde. De verkregen informatie uit de intake vormt voldoende basis voor de begeleiding tijdens de
Pagina 33 van 51
studie. Er is een goede monitoring van de studievoortgang. Individuele gesprekken met de coach vinden regelmatig plaats en daarbij zijn POP en portfolio van de student leidend. In het opleidingstraject worden vooraf de momenten aangegeven waarop de student een bepaald niveau bereikt moet hebben om te kunnen doorstromen naar een volgende fase van de opleiding. Door deze gestructureerde aanpak komen zowel studenten als docenten niet voor onverwachte verrasssingen te staan over de voortgang van de studie. De opleiding hanteert normen voor de overgang naar een volgend leerjaar; een klein aandachtspunt daarbij is dat de overgangsnormen voor onvoldoende, voldoende en goed exacter omschreven kunnen worden. De onderbouwing bij de tussentijdse studiebeoordeling geeft blijk van kennis van de persoonlijke omstandigheden van de student. De onderbouwing is kritisch en realistisch maar vooral stimulerend en opbouwend. De zorg is ingebed in een instellingsbreed systeem, de studenten hebben de beschikking over een zorgkaart waaruit blijkt bij wie ze terecht kunnen als ze problemen hebben. De beroepspraktijkvorming beoordelen we als voldoende en is een sterk punt. Bedrijven zijn positief over de kennis en vaardigheden van de studenten en over de begeleiding vanuit de opleiding. Het actieplan dat de student voorafgaand aan de stage moet maken, is de leidraad om de bpv inhoud en vorm te geven. De school stelt hoge eisen aan het realiteitsgehalte van de sollicitatiebrieven die studenten voorafgaand aan de stage moeten schrijven. Hierdoor wordt de kans op wederzijdse teleurstellingen verkleind en ervaren studenten dat zij als ambassadeurs van de opleiding een belangrijke schakel vormen in het behoud van hoogwaardige stageplaatsen. Deze zelfbewuste en zelfkritische houding is zichtbaar bij de presentatie van ouderejaars studenten. Door de intensieve contacten met de bedrijven is de opleiding in staat nieuwe ontwikkelingen in het beroep snel op te merken en te integreren in het opleidingsprogramma. Door tijdens de lange stage enkele terugkomdagen te organiseren en het regelmatige contact met studenten tijdens de stage is de opleiding voldoende in staat bij te sturen als dat noodzakelijk is. Een aandachtspunt vormt de wijze van contact tijdens de buitenlandstage. Studenten stellen rechtstreeks contact via e-mail of telefoon op prijs en vinden een groepsapp een minder geschikt middel.
Examinering en diplomering De examinering en diplomering beoordelen we als voldoende. Aan alle aspecten is voldaan.
Pagina 34 van 51
Het exameninstrumentarium voldoet aan de toetstechnische eisen en sluit voldoende aan op het opleidingsprogramma en het kwalificatiedossier. Het examen is omvangrijk, maar helder en duidelijk omschreven. Bij de inrichting van het examen maakt de opleiding gebruik van de evaluatie van vorig jaar. Hieruit blijkt dat er bij het team sprake is van kwaliteitsbewustzijn. Er is een duidelijk onderscheid tussen ontwikkelingsgericht beoordelen en de examinering. Nadat de door de student opgestelde examenplanning is goedgekeurd, kan deze starten met het beroepsgerichte examen. Wij zien dat dit een zorgvuldige werkwijze is, waardoor het begin van een lange examenperiode van vijftien weken gemarkeerd wordt. Ook de veranderende rol van docenten, als toezichthouder, is helder en wordt overeenkomstig uitgevoerd. Het examen is gericht op het ontwikkelen van een kledingcollectie waarin alle kerntaken en werkprocessen aan bod komen. Het examen bestaat uit twee onderdelen, waarvan een deel op school en een deel in de praktijk plaatsvindt. Er is tussen beide examenonderdelen een overlap in werkprocessen maar het accent verschilt per examen. Bij het schoolexamen is de student verantwoordelijk voor zowel het proces als de productie van de examencollectie. Het exameninstrumentarium voor Nederlands en Engels sluit voldoende aan op de uitstroomeisen en voldoet aan de toetstechnische eisen. De examenprocessen van afname en beoordeling zijn voldoende deugdelijk verlopen. Er is sprake van een evenwichtige beoordeling door een goede taakverdeling tussen bpv-beoordelaar en examinator én duidelijkheid over de beoordelingscriteria en afnamecondities. Bij de eindpresentatie van het schoolexamen is ook een externe beoordelaar aanwezig. Deze kan zowel afkomstig zijn van een ander roc als uit het bedrijfsleven. Uit de onderzochte dossiers blijkt ook dat de examens voor de generieke vakken op betrouwbare wijze zijn afgenomen. De diplomering is eveneens voldoende deugdelijk en geborgd. Besluitvorming van de diplomering is gebaseerd op een compleet examendossier dat volgens een vaste procedure wordt samengesteld. Daarbij heeft het examenbureau naast een administratieve ook een controlerende taak. De decentrale examencommissie (DEC) controleert of alle procedures rondom de examinering goed verlopen zijn en beoordeelt de kwaliteit van het exameninstrumentarium en de afgelegde examens. De bevindingen hierover zijn ook terug te lezen in het jaarverslag.
Pagina 35 van 51
Opbrengsten Er is geen beoordeling van de opbrengsten mogelijk, omdat het aantal studenten in bc154, niveau 4 in 2013-2014 te klein is om een betrouwbaar oordeel op te baseren. Kwaliteitsborging De kwaliteitsborging beoordelen we als voldoende. Aan alle aspecten is voldaan. Hierna volgt een toelichting per aspect. De sturing beoordelen we als voldoende. Het tweejaarlijkse verbeterplan van het team is gebaseerd op de kaderbrief en eigen teamevaluaties en speerpunten. Deze worden jaarlijks vastgesteld. De doelformulering is voldoende evenals het benoemen van de verschillende actoren. De positionering in tijd kan concreter en met meer tussentijdse meetmomenten, waardoor zaken ook eerder bijgesteld kunnen worden. De opleiding is herkenbaar in de verbeterplannen en de acties worden door het team uitgevoerd. De opleiding wordt uitgevoerd door een klein team waarin permanent sprake is van kennisuitwisseling. De organisatie is overzichtelijk, de directeur deelt systematisch informatie en haalt ook informatie op tijdens formele en informele overleggen. Zowel de directie als het team hebben oog voor continue kwaliteit in het team. Dit uit zich onder andere in het aannemen van nieuwe functionarissen met specifieke kwaliteiten. De beoordeling beoordelen wij als voldoende omdat de voortgang en kwaliteit van de ingezette acties regelmatig nagegaan wordt. Daarnaast vinden er lesbezoeken plaats en professionaliseert het team zich op het gebied van didactisch handelen. Door panelgesprekken van de medewerker kwaliteitszorg met studenten krijgt de school inzage in de mening van studenten over onderwerpen die betrekking hebben op het onderwijs en de leeromgeving. De verbetering en verankering beoordelen we als voldoende. Door de verbeterpunten uit verschillende evaluaties zichtbaar te maken in de jaarsamenvatting ontstaat een duidelijk beeld van noodzakelijke acties. De aanpak van aandachtspunten uit de panelgesprekken leidt tot een positieve waardering van studenten. Het team is actief betrokken bij de verschillende verbeteractiviteiten. De directeur stelt een overzichtelijk en hanteerbaar document op over de stand van zaken, dit vormt een goede basis voor de verantwoordingsgesprekken met het college van bestuur. De verankering is zichtbaar in de verbeterplannen en daarmee voldoende ingebed in de instellingsbrede kwaliteitscyclus.
Pagina 36 van 51
De dialoog en verantwoording beoordelen we als voldoende. De interne dialoog tussen docenten in het team en directeur is zowel informeel als formeel open en transparant. De studenten hebben de gelegenheid hun mening te geven in enquêtes en studentenpanels. Er is vanuit het team intensief contact met het beroepenveld. Docenten hebben zitting in verschillende landelijke overlegorganen en zijn actief betrokken bij nieuwe ontwikkelingen in het beroep. De opleiding beschikt over een breed en gerenommeerd netwerk van binnen- en buitenlandse bedrijven. Daarnaast wordt het bedrijfsleven betrokken bij de beoordeling van de kwaliteit van de opleiding. Het team heeft zicht op de vervolgopleidingen door regelmatige bezoeken aan hbo-instellingen. Wettelijke vereisten De opleiding voldoet aan de onderzochte wettelijke vereisten omdat, voor zover onderzocht, is vastgesteld dat de bepalingen zijn nageleefd. Schoolkosten/wettelijke bijdragen De opleiding voldoet aan de eisen gesteld in artikel 8.1.4 van de WEB. De opleiding maakt een onderscheid tussen verplichte kosten en verrijkingskosten. Op de website geven zij hierbij duidelijk aan dat het bij verrijkingskosten gaat om een vrijwillige bijdrage. In de begeleidende brief bij de factuur aan de ouders staat vermeld dat verrijkingskosten vrijwillig zijn. Verzuim/voortijdig schoolverlaten Wij constateren dat wordt voldaan aan de wettelijk voorgeschreven meldingsplicht, zoals neergelegd in artikel 21a, tweede lid, van de Leerplichtwet 1969. Ook wordt voldaan aan de wettelijk voorgeschreven meldingsplicht, zoals neergelegd in artikel 8.1.8a van de Wet educatie en beroepsonderwijs. De opleiding hanteert de interne procedure. 4.4
Particuliere beveiliging (Beveiliger) Het kwaliteitsonderzoek bij Particuliere beveiliging (Beveiliger), 25LZ|94850, niveau 2, bol, locatie Gershwinstraat 10, Tilburg heeft geleid tot de volgende oordelen: Kwaliteitsgebied 1
Onderwijsproces
2
Examinering en diplomering
3
Opbrengsten
4
Kwaliteitsborging
Goed Voldoende Onvoldoende Slecht
• • • •
Pagina 37 van 51
Kwaliteitsgebied 5
Voldoet Voldoet niet
•
Naleving wettelijke vereisten
Gebied 1: Onderwijsproces
Voldoende Onvoldoende
Programma 1.1
Samenhang
1.2
Maatwerk
• •
Leren in de onderwijsinstelling 1.3
Didactisch handelen*
1.4
Leertijd
1.5
Leeromgeving
• • •
Begeleiding 1.6
Intake & plaatsing
1.7
Studieloopbaanbegeleiding*
1.8
Zorg
• • •
Leren in de beroepspraktijk 1.9
Beroepspraktijkvorming*
Gebied 2: Examinering en diplomering 2.1
Exameninstrumentarium*
2.2
Afname en beoordeling*
2.3
Diplomering*
Gebied 3: Opbrengsten 3.1
Rendement
Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.2
Beoordeling *
4.3
Verbetering en verankering *
4.4
Dialoog en verantwoording
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten 5.1
Naleving wettelijke vereisten
• Voldoende Onvoldoende
• • • Voldoende Onvoldoende
• Voldoende Onvoldoende
• • • • Voldoet Voldoet niet
•
De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied.
Beschouwing Algemeen Het subteam Beveiliger van de School voor Orde en Veiligheid heeft de afgelopen periode onder andere gewerkt aan het aantrekkelijker maken van de
Pagina 38 van 51
opleiding en het versterken van de samenwerking in het team. Dit was nodig omdat het team ontevreden was over de kwaliteit van de opleiding en het bestaan van verschillen in aanpak en uitvoering tussen de teamleden. Het team is erin geslaagd variatie aan te brengen in het programma en staat voor goede zorg voor de studenten; dit is met name zichtbaar in de bpv en de begeleiding. Andere aspecten kunnen nog versterkt worden. Onderwijsproces Het onderwijsproces beoordelen we als voldoende. Aan alle kernaspecten is voldaan, maar verschillende aspecten kennen wel aandachtspunten. De intake en de beroepspraktijkvorming zijn daarentegen sterke aspecten van deze opleiding. Het programma kent voldoende samenhang maar biedt onvoldoende mogelijkheden tot maatwerk. Het programma sluit goed aan op de inhoud van het kwalificatiedossier. Ook zijn we positief over de wijze waarop het team heeft gezorgd voor afwisseling in het programma met onder andere projecten, excursies en examentraining. Er is dit jaar een aanzet gegeven om meer maatwerk te bieden aan de studenten maar deze sluit onvoldoende aan op de behoeften van de studenten. De studentengroep is zeer divers qua vooropleiding en leerstijl en de behoefte aan ondersteuning is dat eveneens. Hieraan komt het team nu slechts ten dele tegemoet. Studenten die moeite hebben met Nederlands en rekenen krijgen een programma op maat. Dit geldt ook voor een aantal studenten dat problemen ondervindt bij het plannen en zelfstandig werken. Dit aanbod staat echter niet open voor elke student die daar behoefte aan heeft. Ook heeft het team nog geen vorm gevonden om tegemoet te komen aan studenten die behoefte hebben aan verdieping, verrijking of versnelling. Daardoor is het onderwijsproces niet voor alle studenten passend ingericht. Het didactisch handelen, de leertijd en leeromgeving beoordelen we als voldoende maar er zijn diverse mogelijkheden voor versterking. Het team is zich ervan bewust dat versterking van de lessen en verbetering van het schoolklimaat middelen zijn om het verzuim en voortijdig schoolverlaten te verminderen en werkt daar ook intensief aan. Niettemin vertoont een onderdeel van het lesaanbod nog weinig uitdaging, namelijk de projecturen. In deze lessen worden studenten geacht zelfstandig te leren. Daarbij wordt de voortgang van de studenten wel gevolgd maar is de ondersteuning en feedback te weinig gericht op het uitdagen van studenten. Studenten zijn daardoor in sommige lessen nauwelijks aan het leren. Het merendeel van de overige lessen leidt wel tot leereffect bij de studenten, reden waarom we didactisch handelen als
Pagina 39 van 51
voldoende beoordelen. Het team werkt aan de verbetering van de didactische en pedagogische aanpak, maar resultaten zijn nog niet in het gehele team zichtbaar. Ook is er sprake van een zekere onbalans in de werkdruk die studenten in het eerste leerjaar ervaren. Naast meer ondersteuning bij het plannen van de projecten, zou de begeleiding van de projecten meer gericht kunnen worden op het tijdig behalen van de tussentijdse doelen. Het team heeft onderling afspraken gemaakt over de handhaving van de schoolregels; wij hebben gezien dat het team hier eenduidig mee omgaat. De wijze waarop het team studenten benadert en aanspreekt verschilt, waardoor studenten zich soms niet prettig voelen. Verder willen we de inrichting van het gebouw niet onvermeld laten: de wijze waarop de kernwaarden van het beroep gevisualiseerd zijn in de inrichting, draagt positief bij aan de sfeer. De intake en plaatsing, de studieloopbaanbegeleiding en de zorg beoordelen we als voldoende. De intake vormt een sterk aspect van de opleiding, omdat zowel het beroepenveld als de trajectbegeleider indien nodig bij de intake zijn betrokken. Daardoor kan de opleiding een goede afweging maken of de opleiding past bij de wensen en de mogelijkheden van de studenten. Met studenten met een zorgbehoefte worden meteen afspraken gemaakt voor extra ondersteuning. Het docententeam ontvangt informatie over de zorg en de effecten ervan en krijgt eveneens aanwijzingen aangereikt hoe ze deze studenten het beste kunnen ondersteunen. Deze werkwijze werpt zijn vruchten af, maar zou mogelijk nog meer effect kunnen sorteren als ook voor andere studenten in kaart gebracht wordt of zij kunnen profiteren van ondersteuning bij het maken van planningen en bij het zelfstandig leren. Veel studenten geven namelijk aan hier moeite mee te hebben, terwijl zij daarin geen ondersteuning aangeboden krijgen. De beroepspraktijkvorming beoordelen we als voldoende en vormt een sterk aspect van de opleiding. Studenten kunnen hun voorkeur aangeven voor een specifieke beveiligingsbranche en/of bedrijf en de opleiding houdt hier rekening mee bij de plaatsing. Daarnaast leidt de begeleiding door school en bedrijf tot een goed beeld van de voortgang in de stage en bespreken de studenten wekelijks hun stage-ervaringen met elkaar. Ook de heldere opdrachten en de tussentijdse beoordelingen dragen positief bij aan de ontwikkeling van competenties en beroepshouding. Examinering en diplomering
Pagina 40 van 51
De examinering en diplomering beoordelen we als voldoende. Aan alle aspecten is voldaan. Het exameninstrumentarium voldoet, omdat het voldoende aansluit op de uitstroomeisen en voldoet aan de toetstechnische eisen. Het beroepsgerichte deel wordt geëxamineerd door de SVPB en is eerder door de inspectie als voldoende beoordeeld. Het exameninstrumentarium voor Nederlands sluit voldoende aan op de uitstroomeisen en voldoet aan de toetstechnische eisen. Het instrumentarium is zelf ontwikkeld en sluit qua inhoud goed aan op de opleiding. Het beoordelingsvoorschrift is helder. De examenprocessen van afname en beoordeling zijn voldoende deugdelijk verlopen. De examens Nederlands worden op betrouwbare wijze afgenomen hetgeen blijkt uit de onderbouwing van de oordelen die in de dossiers zijn opgenomen. Het team ontvangt de resultaten van de beroepsgerichte examens van SVPB. De diplomering is eveneens voldoende deugdelijk en geborgd. Alle examenresultaten worden gecontroleerd op volledigheid alvorens een besluit over diplomering wordt genomen. De examencommissie heeft uitstekend zicht op de kwaliteit van het instrumentarium, de afname, de deskundigheid van de examinatoren en de examendossiers. Dit is onder andere zichtbaar doordat het instrumentarium gecontroleerd is voor vaststelling. Daarnaast zijn resultaten van enquêtes, examenbijwoningen en dossiercontroles geanalyseerd. De decentrale examencommissie (DEC) heeft de risico’s voor de kwaliteit van de examinering van alle opleidingen van de School voor Orde en Veiligheid benoemd. In de opleiding Beveiliger doen zich geen risico’s voor. Opbrengsten De opbrengsten zijn voldoende, omdat het jaarresultaat (76,5 procent) en het diplomaresultaat (86,7 procent) boven de norm liggen. Voor deze beoordeling, gebaseerd op de BRON-gegevens schooljaar 2013-2014 zijn de resultaten van bc165, niveau 2 gebruikt. In bijlage II staan de opleidingen die betrokken zijn bij het bepalen van de opbrengsten. Kwaliteitsborging De kwaliteitsborging beoordelen we als voldoende. Aan alle aspecten is voldaan. De sturing beoordelen we als voldoende. De School voor Orde en Veiligheid heeft een verbeterplan opgesteld op basis van de kaderbrief en op basis van team- en schoolspecifieke doelen. De verschillende thema’s zijn uitgewerkt in concrete acties en het gewenste
Pagina 41 van 51
resultaat is steeds geformuleerd. Het team maakt veelvuldig gebruik van het teamplan dat is afgeleid van het schoolplan door deze thema’s te bespreken en de acties uit te voeren. De beoordeling is voldoende omdat het team en de directie de resultaten jaarlijks in kaart brengen. Daarbij maken het team en de school gebruik van de resultaten die instellingsbreed worden gemeten maar ook van eigen metingen, zoals een beoordeling van het didactisch handelen aan de hand van lesbezoeken door de directie. We tekenen daarbij aan dat de beoogde resultaten zoals vermeld in het team- en schoolplan niet allemaal expliciet gemeten worden. Dat doet zich met name voor bij die resultaten die niet in kaart kunnen worden gebracht met de meetinstrumenten waarover de school beschikt en waarvoor dus een specifieke meting ingezet moet worden. Wanneer dat het geval zou zijn, zouden het team en de school zich specifieker kunnen verantwoorden over de behaalde resultaten. De verbetering en verankering beoordelen we eveneens als voldoende. Enerzijds passen de verbeteracties bij de eerder geconstateerde tekortkomingen en zwakke punten van de opleiding. Anderzijds hanteert de opleiding een uitgebreide vorm van verantwoording afleggen. Zo controleert de directie of de behaalde resultaten ook daadwerkelijk ervaren worden door studenten. Daarnaast brengt de directie de behaalde resultaten samen in een overzicht, waarmee de samenhang tussen de doelen en resultaten wordt verduidelijkt. Dat versterkt de kwaliteitscyclus. De dialoog en verantwoording beoordelen we als voldoende. Er is een voldoende functionerende interne dialoog. Met de studenten gebeurt dat onder andere via de studentenraadplegingen, waarin ook zichtbaar teruggekomen wordt op eerder gemaakte afspraken. Ook externe belanghebbenden leveren inbreng bij een verantwoording over de geleverde kwaliteit, bijvoorbeeld via raadplegingen in het werkveld. Ook worden behaalde resultaten online gepubliceerd. Wettelijke vereisten De opleiding voldoet aan de onderzochte wettelijke eisten omdat, voor zover onderzocht, is vastgesteld dat de bepalingen zijn nageleefd. Schoolkosten/wettelijke bijdragen De opleiding voldoet aan de eisen gesteld in artikel 8.1.4 van de WEB. De opleiding maakt een onderscheid tussen verplichte kosten en verrijkingskosten. Op de website geven zij hierbij duidelijk aan dat het bij
Pagina 42 van 51
verrijkingskosten gaat om een vrijwillige bijdrage. In de begeleidende brief bij de factuur aan de ouders staat vermeld dat verrijkingskosten vrijwillig zijn.
4.5
Sport en bewegen (Sport- en bewegingsleider) Het kwaliteitsonderzoek bij Sport en bewegen (Sport- en bewegingsleider), 25LZ|95280, niveau 3, bol, locatie Stappegoorweg 183, Tilburg heeft geleid tot de volgende oordelen:
Kwaliteitsgebied 1
Onderwijsproces
2
Examinering en diplomering
3
Opbrengsten
4
Kwaliteitsborging
Kwaliteitsgebied 5
Goed Voldoende Onvoldoende Slecht
• • • • Voldoet Voldoet niet
•
Naleving wettelijke vereisten
Gebied 1: Onderwijsproces
Voldoende Onvoldoende
Programma 1.1
Samenhang
1.2
Maatwerk
• •
Leren in de onderwijsinstelling 1.3
Didactisch handelen*
1.4
Leertijd
1.5
Leeromgeving
• • •
Begeleiding 1.6
Intake & plaatsing
1.7
Studieloopbaanbegeleiding*
1.8
Zorg
• • •
Leren in de beroepspraktijk 1.9
Beroepspraktijkvorming*
Gebied 2: Examinering en diplomering 2.1
Exameninstrumentarium*
2.2
Afname en beoordeling*
2.3
Diplomering*
• Voldoende Onvoldoende
• • •
Pagina 43 van 51
Gebied 3: Opbrengsten 3.1
Rendement
Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.2
Beoordeling *
4.3
Verbetering en verankering *
4.4
Dialoog en verantwoording
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten 5.1
Naleving wettelijke vereisten
Voldoende Onvoldoende
• Voldoende Onvoldoende
• • • • Voldoet Voldoet niet
•
De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied.
Beschouwing Algemeen De opleiding Sport- en bewegingsleider wordt aangeboden in verschillende varianten die aansluiten bij de verschillende werkvelden die een behoorlijke kans op werk bieden. Het gevolg voor het team is dat de organisatie van de opleiding complex is. Voor de studenten is het programma helder want de communicatie over het programma verloopt goed. De opleiding maakt gebruik van de sportfaciliteiten van T-kwadraat en heeft hierdoor de beschikking over goed geoutilleerde hallen, velden en ruimten. Sinds kort heeft de School een nieuwe directie, hetgeen geen gevolgen heeft voor de organisatie van de opleiding. Het team van de School voor Sport en Bewegen kent namelijk al lang een stabiele samenstelling en is in staat om in onderling overleg veel zaken zelf te regelen en de taken te verdelen. Er moet echter meer controle plaatsvinden of er uitvoering wordt gegeven aan de afspraken, want nu komt het voor dat zaken blijven liggen of ernstige fouten niet worden opgemerkt. Onderwijsproces Het onderwijsproces beoordelen we als voldoende. Aan alle aspecten is voldaan. Het programma kent voldoende samenhang en biedt voldoende maatwerk. Het eerste jaar is een basisjaar, waarna studenten kiezen voor een van de drie uitstroomrichtingen. Deze sluiten aan op het arbeidsmarktperspectief van de verschillende werkvelden. Het team bouwt twee andere uitstroomrichtingen af, nadat is vastgesteld dat het arbeidsmarktperspectief van die richtingen onvoldoende is. In de verschillende uitstroomrichtingen passen de studenten de breed geformuleerde werkprocessen toe in de beroepscontext van hun keuze. De inrichting van het programma sluit aan op de mogelijkheden in het
Pagina 44 van 51
beroepenveld. Zo zijn bijvoorbeeld de studenten Leisure en outdoor in de wintermaanden voor langere tijd in skigebieden, en wordt er gezorgd dat zij toch voldoende tijd hebben voor de theorievakken op school. Op verschillende momenten in het programma is het mogelijk om door middel van een assessment de overstap te maken naar niveau 4. Daarnaast wordt er maatwerk geleverd voor topsporters en zijn er mogelijkheden voor remediëring en versnelling. Een aandachtspunt is het zittenblijven waarvan de opleiding zelf heeft vastgesteld dat dit onvoldoende positief effect heeft. De opleiding zoekt nu naar een effectievere methode om aan te sluiten bij de leercapaciteiten van de studenten die vertragen. Het didactisch handelen, de leertijd en leeromgeving beoordelen we als voldoende. Er worden lessen van voldoende niveau gegeven in een prettige leeromgeving. Doordat de opleiding gebruik maakt van het gebouw T-kwadraat beschikken de studenten over goede sportvoorzieningen. Het team heeft twee jaar geleden vastgesteld dat het didactisch handelen van het team versterkt moest worden omdat het team onvoldoende gebruik maakte van activerende didactiek. Daarom zijn de docenten hiervoor een scholingstraject gestart, in het kader waarvan zij ook lesbezoeken bij elkaar afleggen en bezocht worden door de trainer van het scholingstraject. We constateren dat dit scholingstraject zijn vruchten heeft afgeworpen, want we hebben lessen bijgewoond met voldoende afwisseling en betrokken studenten. De intake en plaatsing, de studieloopbaanbegeleiding en de zorg beoordelen we als voldoende. De intake en plaatsing verlopen zorgvuldig door middel van intakedagen waar studenten op verschillende fysieke onderdelen worden getest en worden geobserveerd bij een oefening instructie geven. Daarnaast wordt met elke student een gesprek gevoerd gericht op het beroepsbeeld en motivatie van de student. Door deze selectie en via gegevens van de voorgaande school heeft de coach een beeld van de student bij de start van de opleiding. De studenten voelen zich ondersteund door de coaches en zijn in het algemeen tevreden. Met de coach voeren zij ook gesprekken in het kader van loopbaanoriëntatiebegeleiding (LOB), gericht op de keuzes voor een uitstroomrichting en het latere beroep. De beroepspraktijkvorming beoordelen we als voldoende maar de begeleiding vanuit de opleiding wisselt per uitstroomrichting. Positief is dat de opbouw van de bpv parallel loopt aan de verschillende fasen van het programma. Zo kunnen studenten zich in het eerste leerjaar in korte stages oriënteren op de verschillende werkvelden. In de volgende leerjaren is de inhoud van de stage gericht op het gekozen werkveld en de opdrachten sluiten
Pagina 45 van 51
hierop aan. De afspraken over de wijze waarop studenten in de bpv worden begeleid verschillen per uitstroom. Zo is er bij de richting Leisure en outdoor een heel intensief contact tussen school en bedrijven en is ook het programma in samenwerking met het beroepenveld ingericht. Er blijken echter ook verschillen te bestaan tussen de afspraken en de uitvoering. Bij de uitstroom Fitness en gezondheid is de afspraak dat docenten minimaal twee keer per periode een bezoek afleggen. Maar met verschillende bpv-bedrijven binnen de fitnessbranche was op het moment van onderzoek nog geen contact geweest met de opleiding. De studenten zijn in september gestart met hun bpv waardoor er dus zeven maanden geen afstemming is geweest tussen school en bpv-bedrijf over de begeleiding. Ook hebben we gezien dat hierdoor soms sprake is van een veel te late ondertekening van de praktijkovereenkomst. De bpv-coördinator kan hierin een actieve rol spelen door periodiek na te gaan of de bezoeken zijn afgelegd. Examinering en diplomering De examinering en diplomering beoordelen we als onvoldoende, omdat niet voldaan is aan de aspecten afname en beoordeling en diplomering. De examenprocessen van afname en beoordeling voldoen niet, omdat deze onvoldoende deugdelijk zijn verlopen. Examens zijn onjuist becijferd. Voor het examen van kerntaak 3 worden verschillende versies gebruikt. Tussen deze versies verschilt het aantal punten dat kan worden behaald per opdracht. Dit vindt zijn weerslag in verschillende tabellen die worden gebruikt voor de cijferbepaling. In de praktijk blijkt in sommige gevallen een tabel te zijn gebruikt die niet hoort bij dat examen. Uit de examendossiers die wij hebben bekeken, blijkt dat dit verkeerde gebruik bij veel studenten tot een verkeerde cijferbepaling heeft geleid. Een aantal studenten heeft als gevolg hiervan een te laag cijfer gekregen en andere juist een te hoog cijfer. Dit heeft in sommige gevallen ook gevolgen voor het verschil in eindbeoordeling tussen voldoende en goed. De betrouwbaarheid van de beoordeling is hierdoor niet voldoende. De diplomering voldoet niet, omdat deze onvoldoende deugdelijk en niet geborgd is. Er zijn te weinig controleactiviteiten uitgevoerd op basis waarvan de examencommissie de zwakke punten had kunnen signaleren en benoemen. De onjuiste becijfering is door de examencommissie onopgemerkt gebleven. In het afgelopen jaar is alleen door de betrokken coach een controle op het examendossier uitgevoerd. Het examenbureau checkt steekproefsgewijs op volledigheid van de dossiers. De examencommissie neemt de besluiten tot diplomering op basis van verzamellijsten opgesteld door het examenbureau, zij voeren geen controle uit op de dossiers. Deze procedure is onvoldoende sluitend geweest om de geconstateerde fouten te voorkomen. Voor dit schooljaar zijn er
Pagina 46 van 51
plannen om deze procedure te verbeteren in het kader van het instellingsbrede verbetertraject voor examinering. We zien als mogelijke verklaring dat het team te veel en de examencommissie nog te weinig verantwoordelijkheid heeft genomen. De docenten namen en het examen af en controleerden hun eigen werk. De examencommissie vertrouwde te veel op het oordeel van het team. De decentrale examencommissie (DEC) heeft een onafhankelijke rol gekregen, maar die is nog niet zichtbaar in bijvoorbeeld uitvoering van controleactiviteiten zoals het bijwonen van afnames, om daarmee beter zicht te krijgen op het proces. Het exameninstrumentarium voldoet, omdat het aansluit op de uitstroomeisen en voldoet aan de toetstechnische eisen. Het exameninstrumentarium is ingekocht bij Angerenstein en is op een eerder moment beoordeeld en voldoende bevonden. Dit materiaal is ontwikkeld in een samenwerking tussen de verschillende sportopleidingen in Nederland. Het exameninstrumentarium voor Nederlands sluit aan op de uitstroomeisen en voldoet aan de toetstechnische eisen. De verschillende vaardigheden van Nederlands worden op passende wijze geëxamineerd waarbij een objectieve beoordeling wordt geborgd. Opbrengsten De opbrengsten zijn voldoende, omdat het jaarresultaat (71,7 procent) en het diplomaresultaat (70,2 procent) boven de norm liggen. Voor deze beoordeling, gebaseerd op de BRON-gegevens 2013-2014 zijn de resultaten van bc198, niveau 3 gebruikt. In bijlage II staan de opleidingen die betrokken zijn bij het bepalen van de opbrengsten. Kwaliteitsborging De kwaliteitsborging beoordelen we als onvoldoende, omdat niet voldaan is aan het aspect beoordeling. De sturing beoordelen we als voldoende. De school stelt tweejaarlijks een verbeterplan op met daarin vermeld de belangrijkste acties en gewenste resultaten. Dit plan stuurt in de goede richting en de geformuleerde activiteiten matchen bij de beoogde resultaten. Hieronder ligt per kernteam een kernteam activiteitenplan (KAP). De kwaliteit van de KAP’s loopt sterk uiteen, wat gevolgen kan hebben voor de doelgerichtheid waarmee het betreffende kernteam werkt aan de realisatie van de activiteiten. Voor enkele thema’s in het schoolverbeterplan kan het doel ook meetbaarder worden geformuleerd. De beoordeling is onvoldoende. Het is positief dat we in de jaarsamenvatting een weerslag zien van verschillende onderzoeken naar de kwaliteit van het
Pagina 47 van 51
onderwijs. Maar naast deze weerslag zijn er nauwelijks beoordelingen van behaalde resultaten voor de school- en teamspecifieke doelen en ontbreekt het aan een eigen beoordeling van het primaire proces, bijvoorbeeld aan de hand van lesobservaties. Docenten voeren wel lesbezoeken bij elkaar uit in het kader van scholing. In het kader van beoordeling wordt dit alleen gedaan bij nieuwe docenten en bij signalen. Hierdoor wordt de kwaliteit van het team onvoldoende in kaart gebracht. Daarom kan de school zich ook niet goed verantwoorden over de gerealiseerde kwaliteit van de opleidingen. De verbetering en verankering beoordelen we als voldoende omdat de acties die in het verbeterplan zijn opgenomen en nu worden uitgevoerd, aansluiten bij eerder gesignaleerde tekortkomingen. Dit hebben we ook weergegeven in de paragraaf Onderwijsproces. Wel zien we mogelijkheden om de verankering te versterken. Ondanks het feit dat de wisseling van de directie ruim van te voren bekend was, is niet vastgelegd wat de huidige stand van zaken is in de thema’s van het verbeterplan. Mede gezien het feit dat we bij verschillende aspecten hebben gezien dat het team weinig controleert of afspraken zijn nagekomen, is dit een aandachtspunt. De dialoog en verantwoording beoordelen we als voldoende. Er is een voldoende functionerende interne dialoog. Met de studenten gebeurt dit onder andere via de studentenraadplegingen. Ook externe belanghebbenden leveren input voor een verantwoording over de geleverde kwaliteit, bijvoorbeeld via raadplegingen in het werkveld. Ook worden behaalde resultaten online gepubliceerd. Wettelijke vereisten De opleiding voldoet aan de onderzochte wettelijke eisen omdat, voor zover onderzocht, is vastgesteld dat de bepalingen zijn nageleefd. Schoolkosten/wettelijke bijdragen De opleiding voldoet aan de eisten gesteld in artikel 8.1.4 van de WEB. De opleiding maakt een onderscheid tussen verplichte kosten en verrijkingskosten. Op de website geeft zijn hierbij duidelijk aan dat het bij verrijkingskosten gaat om een vrijwillige bijdrage. Ook in de begeleidende brief bij de factuur aan de ouders staat vermeld dat verrijkingskosten vrijwillig zijn.
Pagina 48 van 51
5
BIJLAGEN Bijlage I Normeringen kwaliteitsgebieden De normering per gebied is per januari 2015 aangepast (zie het Toezichtkader mbo 2012, Addendum 2015). De normering heeft betrekking op de toezichtperiode 2015-2016. De normen Op basis van het onderzoek spreekt de inspectie oordelen uit waarvoor zij gebruikmaakt van een normering. Deze bestaat uit twee stappen: 1.
Een normering per aspect: per aspect wordt een beschrijving gegeven. Indicatoren en portretten zijn daarvoor indicerend en richtinggevend. Een normering per kwaliteitsgebied.
2.
Voor de normering van het gebied Onderwijsproces zijn drie kernaspecten benoemd. De kernaspecten zijn: aspect 1.3 Didactisch handelen, aspect 1.7 Studieloopbaanbegeleiding en aspect 1.9 Beroepspraktijkvorming. Normering Onderwijsproces Goed
• • •
Aan acht van de negen aspecten is voldaan. Aan alle kernaspecten is voldaan. De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd.
Voldoende
• • •
Aan zeven van de negen aspecten is voldaan. Aan alle kernaspecten is voldaan. Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen.
Onvoldoende
• •
Aan één of meer kernaspecten is niet voldaan. Aan drie tot acht van de aspecten is niet voldaan.
Slecht
•
Aan geen van de aspecten is voldaan.
Voor de beoordeling van de opbrengsten is gebruikgemaakt van onderstaande norm. Voor een oordeel voldoende moet ten minste aan één van de twee normen zijn voldaan. Normering opbrengsten Niveau
Jaarresultaat (%)
Diplomaresultaat (%)
1
60,7
45,1
2
56,5
45,2
Pagina 49 van 51
3
65,3
67,3
4
64,2
67,3
Bij het gebied Examinering en diplomering zijn alle aspecten als kernaspect benoemd. Normering Examinering en diplomering Goed
• •
Aan alle drie de aspecten is voldaan. De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd.
Voldoende
• •
Aan alle drie de aspecten is voldaan. Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten voldaan, waaronder de essentiële onderdelen.
Onvoldoende
•
Aan één of twee aspecten is niet voldaan.
Slecht
•
Aan geen van de drie aspecten is voldaan.
Voor de normering van het gebied Kwaliteitsborging zijn drie kernaspecten benoemd. De kernaspecten zijn 4.1 Sturing, 4.2 Beoordeling en 4.3 Verbetering en verankering. Normering Kwaliteitsborging Goed
• •
Aan alle aspecten is voldaan. De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd.
Voldoende
• •
Aan alle kernaspecten is voldaan. Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten voldaan, waaronder de essentiële onderdelen.
Onvoldoende
•
Aan twee of drie aspecten is niet voldaan.
Slecht
•
Aan alle vier de aspecten is niet voldaan.
Normering Naleving wettelijke vereisten: de instelling of opleiding voldoet niet aan de wettelijke bepalingen indien de inspectie vaststelt dat één van deze bepalingen niet wordt nageleefd. Bij sommige bepalingen vloeit de norm direct uit de wet voort. Voor enkele bepalingen zijn nadere operationaliseringen opgesteld (bijvoorbeeld onderwijstijd).
Pagina 50 van 51
Bijlage II Overzicht bc-id
In deze bijlage is per onderzochte bc-id aangegeven welke opleidingen betrokken zijn bij het bepalen van de opbrengsten.
Bcid: bc154
Niveau: 4
Crebo:
Opleiding:
93500
Onderwijsassistent
91361
Onderwijsassistent
Bc-id: bc062
Niveau: 3
Crebo:
Opleiding:
94200
Fastservice (1e Medewerker fastservice)
Bc-id: bc116
Niveau: 4
Crebo:
Opleiding:
94471
Medewerker design (Medewerker styling)
Bc-id: bc165
Niveau: 2
Crebo:
Opleiding:
10876
Particuliere beveiliging (Beveiliger)
94850
Particuliere beveiliging (Beveiliger)
Bc-id: bc198
Niveau: 3
Crebo:
Opleiding:
91390
Sport en bewegen (Sport en bewegingsleider)
95280
Sport en bewegen (Sport- en bewegingsleider)
Pagina 51 van 51