Redactie Spoedgevallen Hoofdredacteur
SPOEDGEVALLEN
Door Lauwaert
Eindredactie & Vormgeving
Vlaamse Vereniging van Verpleegkundigen Spoedgevallenzorg vzw.
Johan Beullens
Redactieleden Johan Beullens Marc Van Bouwelen
V.V.V.S. Bestuur
INHOUD
Voorzitter
Redactioneel
67
Familieleden welkom tijdens de reanimatie?
68
Erratum
70
Gelezen
71
Marc Weeghmans
Ondervoorzitter Door Lauwaert
Secretaris Geert Berden
Penningmeester Patrick Dagnelie
Bestuursleden Rita De Cock Marc Van Bouwelen Erik Vanderheyden Gilot Christiaan Dirk Vandenboer Nicole Reynders Johan Beullens Geert Van Iseghem Patrick Dagnelie Peter Van de Voorde Philippe Fortain Dirk Van der Auwera
Secretariaat Geert Berden Wouterveld 51 B-3850 Kozen Tel/Fax : 011/59.70.75 @:
[email protected]
Ledenadministratie Johan Beullens Kleine Nieuwedijk 152 B-2800 Mechelen Fax : 015/55.18.67 @:
[email protected]
Lidmaatschap Student Lid Instelling
: € 16,11 : € 27,27 : € 49,58
Juiste bedrag over te maken op VVVS-rekening: Fortis Bank 001-1165249-64 met vermelding: Naam + Nieuw Lidmaatschap
Het patiënten onderzoek... Stap-per-stap benadering
73
Visienota Medische Veiligheid
76
Aankondiging
82
De Vraagbaak Retro
83
WebSite
85
Gemeld
86
VVBV - Verslag 1ste Symposium
89
Agenda
91
Volgend nummer
92
Spoedgevallen Instructies voor auteurs De redactieraad van Spoedgevallen is continu op zoek naar nieuwe artikels voor publicatie in het Tijdschrift. Zend je manuscript op aan volgend adres: A.Z. V.U.B. - Dienst Spoedgevallen T.a.v. Dhr. Door Lauwaerts Laarbeeklaan 101 B-1090 JETTE
Zorg ervoor dat elke tabel duidelijk geciteerd is in de tekst! Illustraties
Om jouw artikel snel door het publicatieproces te krijgen doe je er goed aan 3 exemplaren van het manuscript op te sturen, samen met de originele afdrukken van illustraties en foto’s, alsook een diskette met het tekstbestand. DISKETTE Ondersteunde formaten datadrager zijn: 1. 3½” IBM-geformateerde diskette 2. ZIP 100 Mb IBM-geformateerd 3. CD-rom Specifieer duidelijk naam en versie van de gebruikte tekstverwerker. De door ons leesbare tekstverwerkersbestanden zijn WORD voor Windows (T.e.m. versie 2000), Word Perfect (T.e.m. versie 5.x) PRESENTATIE VAN MANUSCRIPTEN Taal
: Nederlands
Afdruk
: Eénzijdig, dubbele spatiëring, brede marge van minstens 3 cm rond de tekst.
Titelpagina
: Titel in hoofdletters, daaronder de namen van de auteur(s) in volgorde van belangrijkheid (lower case). Elke auteur wordt vernoemd met: titel - voornaam - initialen - naam functie - werkgever Eventuele vermelding van adressen van de auteurs dient tot een minimum beperkt.
Inhoud
: De auteur is volledig verantwoordelijk voor de inhoud van het ingezonden artikel.
Abstract
: Een abstract van de aangeleverde tekst, maximum 200 woorden, die de hoofdlijnen van het artikel aangeeft dient op een afzonderlijke pagina te worden aangeleverd.
Hoofdingen
: De inhoud van het artikel bepaald de hoofdingen die worden gebruikt. Als het artikel een onderzoek betreft wordt de gebruikelijke layout aangehouden: Introductie Achtergrond / Literatuur Methodes Gegevens / Resultaten Discutie Besluit Andere layouts zijn mogelijk, maar denk eraan dat de gebruikte hoofdingen het lezen en verstaan van een artikel moeten bevorderen.
: Illustraties kunnen ingevoegd worden om de tekst te verduidelijken. Diagrammen worden zwart-wit aangeleverd op wit papier dubbel zo groot dan het normale formaat. Elke gebruikte figuur moet correct gelabeld zijn, waarbij een voldoende groot lettertype gebruikt moet worden, rekening houdend met eventuele verkleining van de figuur. Foto’s kunnen eveneens worden ingevoegd. Bij voorkeur worden deze afzonderlijk aangeleverd (originele afdruk). Onze voorkeur gaat uit naar duidelijke zwartwit foto’s met hoog contrast en afgedrukt op glanzend fotopapier. Nummer elke illustratie, tekening, diagram én/of foto op de keerzijde met vermelding van artikel - auteur naam - adres. Fotomateriaal en andere illustraties worden niet teruggestuurd aan de auteur van het artikel (tenzij anders overeengekomen).
Referenties
: De juistheid van de aangeboden referenties is de verantwoordelijkheid van de auteur(s). In de tekst wordt de naam van de auteur en jaar van publicatie tussen haakjes geplaatst. Als er twee auteurs zijn worden beide namen vernoemd. Indien er meer dan drie auteurs zijn worden de eerste drie vernoemd gevolgd door ‘et al’. Citaties worden steeds gevolgd door de naam van de auteur, datum en pagina van publicatie tussen haakjes. Een lijst van referenties dienen in alfabetische volgorde op een afzonderlijk papier worden afgeleverd met dubbele spatiëring. Elke referentie moet volgende gegevens bevatten: Naam auteur(s) met Voornaam en Initialen Publicatiejaar Volledige titel van het artikel Volledige naam van het tijdschrift Volume nummer Eerste en laatste pagina van het artikel Voorbeeld: Aabakken L(1999) Small-bowel side-effects of nonsteroïdal anti-inflammatory drugs. European Journal of Gastroenterologie and Hepatology. 11-4, 383 - 388 Adhiyaman V. et al (2000) Colonic perforation associated with slow-release diclofenac sodium.. International Journal of Clinical Practice. 54-5, 338 - 339
Gebruik slechts twee type hoofdingen:
CHECKLIST
Hoofding 1: Vet - Hoofdletters
Vooraleer jouw manuscript op te sturen is het best volgende checklist nog eens te overlopen:
Hoofding 2 : Vet - Beginkapitaal - Onderlijnd * Originele tekst + twee copijen + gelabelde diskette, ZIP of CD Tabellen
: Tabellen worden met dubbele spatiëring afgedrukt op een afzonderlijke pagina. Ze worden voorzien van een correcte verwijzing en legende, en zo nodig verduidelijkende voetnoten.
* Figuren, tabellen én/of foto’s van goede kwaliteit, géén fotocopijen * Complete referentielijst (géén ontbrekende details?)
Redactioneel Eindelijk... Hoe lang zijn we er niet op aan het wachten geweest? Het einde van het schooljaar, het einde van een lange werkperiode... Voor een deel onder ons is de bagage al bijna gepakt en is het blij aftellen naar het vakantievertrek, terwijl het voor de anderen nog wat langer zal duren... Of de vakantie op professioneel vlak ons iets zal brengen is voorlopig niet echt duidelijk, na de recente ‘gewestelijke’ verkierzingen hebben er -zoals je ongetwijfeld hebt gezien en gehoord- op politiek vlak grondige verschuivingen plaatsgevonden. Welk resultaat dit zal geven na de gewestelijke regeringsvorming is op dit ogenblik nog koffiedik kijken, maar dat er en en ander zou kunnen veranderen is een feit. Het zou trouwens niet de eerste keer zijn dat er in een vakantieperiode nog snel even iets geregeld zou worden door onze vrienden politiekers, denk maar aan het invoeren van de Beroepstitel en de daaraan verbonden normen... In vele ziekenhuizen zorgde dit voor een mobilisatie van de beschikbare effectieven voor crisisoverleg... De volgende jaren dienden heel wat collega’s terug op de schoolbanken te gaan zitten om de BBT te behalen... Zoals gezegd of er iets zal veranderen en wat er zal veranderen is ons nog niet echt duidelijk, maar we houden het wel de wacht! In elk geval, hoe je de vakantie ook zal doorbrengen, geniet er van en geniet er van met volle teugen. De periode is voor de meeste collega’s (te) kort om weer volledig te kunnen regenereren. Een deugddoende en relaxerende vakantie, geniet er van!!!
Spoedgevallen JG 23 (2004) Nr. 2
67
Familieleden welkom tijdens de reanimatie? Artikel met toerstemming overgenomen uit de Artsenkrant; 1421; pag. 10 - Dinsdag 9 april 2002 Moeten familieleden de kans krijgen om aanwezig te zijn tijdens reanimatieprocedures? Een artikel in The New England Journal of Medicine pleit voor de introductie van programma’s om familieleden tijdens de reanimatie toe te laten... Traditioneel worden familieleden van patiënten geweerd tijdens reanimatieprocedures. Waarom krijgen familieleden niet de kans om er bij te zijn, zelfs als talrijke studies ijveren voor de aanwezigheid van familie? Kunnen artsen zich blijven verbergen achter ongegronde angst? Al is de aanwezigheid van familie niet altijd gewenst of mogelijk, toch wijzen talrijke publicaties op voordelen van hun aanwezigheid. Patiënten die overleven, getuigen dat ze gesteund en aangemoedigd werden door de aanwezigheid van familieleden. Familieleden rapporteren een gunstig effect op het rouwproces als ze aanwezig konden zijn wanneer de patiënt overlijdt tijdens de reanimatie.
Door het oog van de familie In 1982 introduceerde The Foot Hospital in Jackson, Michigan een programma dat sommige familieleden onder begeleiding toelit in de reanimatiezaal. Het programma werd aanvaard door de staf van de spoeddienst en de bevolking. Andere studies tonen aan dat acht familieleden op de tien van patiënten met hartstilstand het op prijs zouden stellen om op zijn minst de kans te kriijgen de reanimatie bij te wonen. In werkelijkheid kreeg slechts 11% de kans. Een onderzoek bij ouders leert dat ze graag bij hun kind blijven tijdens de reanimatie. Meer dan acht ouders op de tien willen aanwezig zijn als het kind sterft. het is belangrijk dat bij plots overlijden van een kind de ouders de kans krijgen om het kind te zien en vast te houden. Het feit dat familieleden afscheid kunnen nemen als de patiënt nog leeft en dat ze kunnen getuigen dat al het mogelijke werd 68
Spoedgevallen JG 23 (2004) Nr. 2
gedaan, heeft een positieve invloed op het rouwproces.
Waarom niet? Artsen en verpleegkundigen zijn de voornaamste hindernissen waarom familieleden niet worden toegelaten tijdens reanimatie. Artsen zijn doorgaans meer gekant tegen hun aanwezigheid dan verpleegkundigen. Ze wijzen op de ernst en de kans op trauma bij familieleden die aanwezig zijn tijdens de procedure. Reanimatie is een dringende procedure en artsen vrezen dat de aanwezigheid van familieleden hun aandacht zal afleiden. Ze stellen dat familieleden kunnen tussenkomen tijdens de procedure en vrezen medicolegale conflicten. Verpleegkundigen wijzen op toenemende stress bij aanwezigheid van derden. Het risico dat familieleden tussenkomen tijdens de reanimatieprocedure bestaat, maar volgens de auteur gebeurt dat enkel in zieknhuizen waar er geen programma’s en richtlijnen bestaan voor het toelaten van familieleden. In The Foot Hospital stelde de Advanced Cardiac Life Support Committee geen verschil vast in de outcome wanneer familieleden al dan niet aanwezig zijn. Neemt stress toe als familieleden toekijken? Volgens de Foot Hospital Study wel: bijna één staflid op drie ondervindt hinder, onder meer door angst om geobserveerd te worden of door bezorgd-
heid over emotioneel gedrag bij familieleden. Anderen merken dan weer op dat de patiënt ‘menselijker’ lijkt in aanwezigheid van familieleden. Weer andere studies spreken de stress toename bij aanwezigheid van familie tegen. Volgens de auteur kun je die stress in evenwicht brengen door te wijzen op de positieve effecten voor patiënt en familie. “De medische staf kan de aanwezigheid van familieleden als positief ervaren als ze zich bewust zijn van de voordelen.” De aanwezigheid van derden tijdens reanimatie neemt vele twijfels weg die kunnen leiden tot een gerechtsprocedure. De familie zal de kwaliteit van de zorg niet in vraag kunnen stelleb wanneer ze aanwezig was. Vele medicolegale geschillen zijn het gevolg van een slechte communicatie en meer openheid zal het wantrouwen verminderen.
Andere gewoonten Hoe je het ook draait of keert, de medische staf is niet happig op derden tijdens reanimatieprocedures, niettegenstaande vele familieleden vinden dat de voordelen opwegen tegen de nadelen. Volgens de auteurs moeten meer ziekenhuizen programma ’s opstellen voor het toelaten van familieleden tijdens de reanimatie. Die programma’s dienen onder meer richtlijnen te omvatten over wie al dan niet kan worden toegelaten, wat die persoon wil zien en wie hem zal begeleiden voor, tijdens en na de reanimatie. Omdat reanimatie meestal onverwacht gebeurt, is het essentieel dat informatie over het programma wijdverpsreid is en dat de zorgverstrekkers nauw betrokken zijn bij het project. The American Heart Association stelt in zijn richtlijnen van 2000 voor cardiopulmonaire reanimatie dat de optie om familieleden toe te laten aanwezig moet zijn: “Ouders of
familieleden vragen zelden om aanwezig te zijn, behalve wanneer je ze aanmoedigt. Zorgverstrekkers moeten familieleden die kans geven.” De kans is groot dat die nieuwe trend zich doorzet. Vroeger werden ook aanstaande vaders geweerd uit de verloskamer, maar niemand die daar nog aan tilt.
GL inkt
• http://www.nvshv.nl/pdf/reanimatie%20in%20aanwezigheid%20van%20familie.pdf • http://www.merkawah.nl/brochure/bde.html • http://www.nvhvv.nl/artikel/artikel10.htm • http://collection.nlc-bnc.ca/100/201/300/cdn_medical_ association/cmaj/vol-158/issue-5/0617.htm • http://www.srlf.org/download/revue-reanimation /ReaUrg9-3-7-Lemaire.pdf • http://www.ena.org/publications/statements/PositionPDF/ FamilyPresence.PDF • http://www.findarticles.com/cf_dls/m0984/6_122/ 96306101/p1/article.jhtml • http://www.findarticles.com/cf_dls/m0FSL/5_73/ 74571589/p1/article.jhtml • http://www.acep.org/1,2082,0.html • http://www.nursingsociety.org/education/case_studies/ cases/SC0004.html • http://www.utoronto.ca/jcb/Research/publications/ tsai_nejm02.pdf Al deze links kunnen aangeklikt worden op de gekende website http://www.vvvs.be ! Kies Surfplank en kijk onder de rubriek ‘Familie bij procedures’
Spoedgevallen JG 23 (2004) Nr. 2
69
ERRATUM Er is blijkbaar één en ander foutgelopen tijdens de voorbereiding van het vorige nummer van Spoedgevallen.
Verder was er ook een probleem met het artikel over Accidentele Hypothermie... JG 23-2 pag 39-40. De behandelingsprotocollen van het UZ Gasthuisberg zijn niet geplaatst geweest, wat niet echt de bedoeling was. Ten einde het artikel te vervolledigen plaatsen we de beide protocollen (pre- en inhospitaalopvang) in dit erratum.
Zo stond er een prachtige typfout in het redactioneel... Het ging daar uiteraard in de vierde alinea over de Medische Beeldvorming en niet over de Medscihe Beeldvorming!
Accidentele hypothermie
Licht: 32-35°C: Excitatie → rillen Matig: 28-32°C: Adynamische fase → rigiditeit Diep: < 28°C: paralytische fase → bewusteloosheid
Prehospitaal Meet T° rectaal
• Kern T° < 32°C
Controle vitale parameters 15 l O2 met zuurstofmasker + reservoir Cardiale monitoring Infuus NaCl 0.9 % of hartmann Natte kledij uit zo nodig Isothermisch deken Glucometer + correctie Z.N. glycemie < 60 mg/dl Æ 10 g glucose IV + glucoseïnfuus • Geen prikkels - voorzichtig manipuleren • Horizontale verplaatsing van slachtoffer
• • • • • •
neen
ja MUG Polsslag aanwezig Ademhaling aanwezig Kijk-luister-voel 30sec
neen Start CPR Geen defib. + medicatie tot MUG
ja Geen CPR
Accidentele hypothermie Inhospitaal
Licht: 32-35°C: Excitatie → rillen Matig: 28-32°C: Adynamische fase → rigiditeit Diep: < 28°C: paralytische fase → bewusteloosheid
Tussen 32°C – 35°C
Meet T° rectaal
Kern T° < 32°C
1.
neen
2.
ja 3.
4.
Geen circulatie
• Start CPR • Verwittig Staflid URG
70
Spoedgevallen JG 23 (2004) Nr. 2
Wel circulatie
Opwarmen: • Bair Hugger • Hot-line Monitoring: • T° • EKG • Diurese • Bloeddruk Labo • Glucometrie • Bloedgaswaarden • Biochemie Supportief: • ETT + KV indien nodig • Rehydratatie
• Opwarmen • Verwittig Staflid URG
Gelezen... J.P.A. Beullens, verpleegkundige Spoed/MUG , A.Z. St. MAARTEN - Mechelen
That Just Broke My Little Heart Thomas B. Garcia, MD, FACEP, & Geoffrey T. Miller, NREMT-P JEMS, May 2004, Vol.29, No. 5, p.36-43 Trauma bij patiënten jonger dan 34 jaar is de meest voorkomende doordsoorzaak, hierbij zijn zo’n 25 % van de overlijdens het gevolg van een geïsoleerd thoracaal trauma... Daarenboven is er bij 50% van de overlijdens ingevolge een trauma sprake van thoracale betrokkenheid. In 15% van de gevallen is er sprake van penetrerende thoracale traumata, maar gezien vele patiënten met dergelijke pathologie vaak niet levend in het hospitaal geraken moet men er rekening mee houden dat de rapportering betreffende dit type patiënten ontoereikend is. Helaas worden vele thoracale traumata bij jongeren gemist doordat er meestal andere, meer in het oog springende letsels aanwezig zijn. Daarom is het van belang de diverse ongevalsmechanismen met thoracale traumata tot gevolg te kunnen her- en erkennen als hulpverlener. In deze case-bespreking overlopen de auteurs de diverse ongevalsmechanismen en de daaruit voorvloeiende letsels. Veel aandacht wordt besteed aan de myocardcontusie en z’n symptomen, in 95% van de gevallen het resultaat van een “Blunt Cardiac Injury”. De auteurs wijzen op de tekortkomingen van de traditionele diagnostische onderzoeken RX, CT en ECHO TX in eerste instantie. Zodra men bij de anamnese tot een verhaal komt van thoracaal trauma gevolgd door eender welke vorm van haemodynamische instabiliteit, ritmestoornissen en/of bewustzijnsverlies, moeten alle alarmbellen beginnen afgaan... Als men bovendien een verhoogde prikkelbaarheid van de hartspier vaststelt op ECG, verhoogde cardiale enzymes ten gevolge van celwandbeschadiging in het bloed ziet (LABO) en eventueel via ECHO een veranderde mobiliteit van de hartwand vaststelt, kan men er van uitgaan dat er sprake is van myocardcontusie. Uit onderzoek is gebleken dat meestal binnen de 24-48 uur na het optreden van de myocardcontusie de haemodynamische complicaties kunnen optreden... Tevens is gebleken dat wanneer het ECG gedurende de eerste 3 uren post-trauma onveranderd blijft en de patiënt haemodynamisch stabiel blijft er weinig kans op verwikkelingen is. Hoe behandelen? Initiëel moet men via adequate vochtbo-
lussen (omwille van de hoge kans op Rechter Ventrikel letsels) aan vochtrestitutie doen, bij voorkeur via twee IV’s met groot lumen, begeleid door monitoring, zuurstoftherapie en eventueel Trendelenburg. Zo nodig dient men over te gaan tot Endo Tracheale Intubatie en doeltreffende kunstmatige beademing. Indien men ondanks de vochtrestitutie een hypotensieve patiënt blijft hebben moet men overgaan op het toedienen van vasopressiva (Dopamine, Norepinephrine), aritmiën worden volgens het gebruikelijke ACLS-protocol benaderd. Het preventief plaatsen van Transcutane Pacing Pads en het ter plaatse houden van de Transcutane Pacingmodule kan kostbare minuten winnen bij plots deterioreren van de patiënt. Bij aankomst in het hospitaal dient meteen een cardiologisch consult te gebeuren, alsmede de nodige medisch-technische onderzoeken. En... indien alles negatief blijkt, kan de patiënt na een observatieperiode weer naar huis.
Telefonische Informatie bij Calamiteiten. C. DAALHOF Incident, 2004, 4, 1 (39) Iedereen heeft al wel eens gehoord van Discipline 5 die bij ons wordt ingezet binnen de rampenhulpverlening. Haar taak bestaat uit het verstrekken van 'Informatie aan de Bevolking', via alle beschikbare kanalen. Het Nederlandse bedrijf Magic Telecom biedt een relatief nieuwe manier aan om groepen van mensen te informeren, namelijk de 'Telefonische Informatie bij Calamiteiten' (TIC). TIC is een vorm van Mass Outbound Calling, een systeem dat automatisch en zeer snel een ingesproken boodschap verspreidt via het telefoonnet. In de praktijk kan een bevoegd ambtenaar bij een incident inbellen naar een centraal oproepnummer dat voor zijn gemeente / provincie / regio werd gereserveerd. Na het invoeren van zijn persoonlijke authorisatiecode kan hij een boodschap van ongeveer een halve minuut inspreken. Deze boodschap wordt dan automatisch doorgestuurd naar de (vooraf gedefinieerde) groep van ontvangers die men kiest: dit kan een beleidsteam zijn, een team van hulpverleners, alle bewoners uit de regio, uit een bepaalde postcode-zone, alle bewoners uit een bepaalde telefoonzone, ... Spoedgevallen JG 23 (2004) Nr. 2
71
Op deze manier kan men aan de bevolking (of een andere doelgroep) een duidelijke, uniforme boodschap geven met instructies over wat te doen en wat niet te doen. Het systeem van Magic Telecom kan op dit moment een boodschap van ongeveer 30 seconden binnen enkele minuten doorsturen naar tienduizenden ontvangers. Hierdoor hoopt men te voorkomen dat de alarmcentrales overbelast worden bij een incident. Ook kan men op deze manier de bevolking sneller bereiken dan met geluidswagens of via de media.
thoraxcompressies worden uitgevoerd.
Niet gewond, toch hulp nodig. D. VAN GAMMEREN Incident, 2004, 4, 1 (38)
Een tweede fase behelst hetzelfde te bevorderen bij de professionele hulpverleners (analyse van interventieverslagen leert dat de thoraxcompressies te lang worden onderbroken voor andere handelingen).
Zoals wij naast het Medisch InterventiePlan (MIP) ook het Psycho-Sociaal InterventiePlan kennen, zo kennen onze Noorderburen naast de Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR) ook de Psycho-Sociale Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (PSHOR).
In een derde fase wil men ervoor zorgen dat er eerst een tijdlang ononderbroken thoraxcompressies worden gegeven bij patiënten die al langer dan 5 minuten in VF zijn.
Deze belangrijke tak in de hulpverlening wordt de laatste jaren steeds beter ingebed in de algemene hulpverlening bij ongevallen en rampen. Het is bij recente incidenten meermaals duidelijk geworden dat er naast de gewonde slachtoffers nog een hele groep andere mensen betrokken zijn bij een (groot) ongeval of ramp (niet-gewonde slachtoffers van het incident, familie van slachtoffers, omwonenden, getuigen van het incident, ...). In Nederland heeft men een convenant afgesloten met de actoren binnen het werkveld van de psychosociale hulpverlening om teams op te richten die in de acute fase van een incident (tot maximaal 1 week na het incident) direct inzetbaar zijn. Na deze fase moet de verdere hulpverlening uiteraard opnieuw ingebed worden binnen de reguliere hulpverlening. De verantwoordelijkheid voor de organisatie van deze teams wordt door de Wet Kwaliteitsbevordering Rampenbestrijding bij de Regionaal Geneeskundig Functionaris gelegd (vergelijkbaar met onze Provinciale Rijksgezondheidsinspecteur) die ook meteen het nodige budget krijgt toegewezen om dit te kunnen uitvoeren.
A new approach for out-of-hospital CPR: a bold step forward. G.A. EWY Resuscitation, 58 (2003), 271-272 De auteur vertrekt vanuit de vaststelling dat de overlevingscijfers na VF buiten het ziekenhuis in Tucson, Arizona in de laatste 16 jaar ongewijzigd bleven, om tot het vermoeden te komen dat er één en ander schort aan de huidige reanimatierichtlijnen (voorgesteld in 1966 en laatst aangepast in 2000). Een aantal dierexperimenele onderzoeken hebben aangetoond dat de overleving na een VF (witnessed, onverwacht, plotse dood) stijgt van 13 à 14% met de huidige richtlijnen naar ongeveer 80% wanneer er 12 minuten ononderbroken 72
Spoedgevallen JG 23 (2004) Nr. 2
Er wordt nu een onderzoek opgestart in Tucson om de validiteit van deze hypothese bij mensen na te gaan: elke verbetering in overleving zal worden aanzien als bewijs dat de vooropgestelde aanpak beter is dan de huidige. Als eerste fase wil men (bij witnessed arrest, plotse dood van niet-respiratoire origine) het toepassen van bystander CPR met ononderbroken thoraxcompressies aanmoedigen.
En de laatste fase bestaat uit de aanbeveling om bij VF slechts één bifasische defibrillatieschok te geven, gevolgd door 200 ononderbroken thoraxcompressies alvorens het hartritme opnieuw te evalueren. Laboratoriumonderzoek laat vermoeden dat dit, bij langdurige (> 5 minuten) hartstilstand, de kans op hervatting van de perfusie en een sinusritme aanzienlijk verhoogt.
Het patiënten onderzoek... Stap-per-stap benadering Origineel artikel :Jeffrey R. Brosius, B.S., NREMTP Vertaling : J.PA. Beullens Na enkele jaren in de dringende medische hulpverlening moet ik tot een ontnuchterende conclusie komen... Paramedisch geschoolde hulpverleners hebben er weinig tot geen verstand van om een diepgaand patiëntenonderzoek te voeren. We kunnen het niet. Punt. We denken dat we het kunnen, maar het is helaas niet zo! De beste Parel van Wijsheid die ik ooit hoorde was : “Het niet volledige, niet herhaalde patiëntenonderzoek zal jou, en jouw patiënt, meer in de problemen brengen dan wat dan ook”. Dit was 10 jaar geleden toen ik het voor het eerst hoorde, en het is nog steeds zo. Een doorgedreven patiënten onderzoek bestaat uit zoveel meer dan een eenvoudige set van vitale parameters en eens snel aftasten van de patiënt. Het onderzoek omvat eveneens het afnemen van een adequate historiek, nauwgezet navragen op medicatiegebruik (inclusief dosis en frequentie) en een lichamelijk onderzoek. Als een prive project heb ik een ‘template’ ontwikkeld als hulp voor het lichamelijk onderzoek. Het is opgevat als een gedachtengang die je zou moeten volgen tijdens het onderzoekn van een patiënt. Het geeft je een richting aan de dingen waaraan je zou moeten denken tijdens de diverse aspecten van het onderzoek. Hopelijk is mijn gedachtengang niet verwarrend voor de lezer. Deze lijst is zeker niet volledig, en er zijn wel andere onderzoeken, componenten die kunnen toegevoegd worden, maar die taak is voor JULLIE. Gebruik deze gids, vul aan naar eigen goeddunken, en je zal zien dat een patiëntenonderzoek je zoveel meer kan leren!
1.SCENE SIZE-UP 1.1. OMGEVING? * Warm? * Koud? * Vuil? * Proper? * Goed geventileerd? * Dieren aanwezig? * Zichtbare wapens? * Lege flessen? - Drank (Bier, wijn, likeur,...) - Andere ... 1.2. ZIET PATIËNT ER ZIEK UIT? * Houding - Staand - Bewegelijk - Foetus-houding - Rugligging
- Gekruiste benen * Duidelijke tekens van NOOD? - Transpiratie +++ - Tachypnoe - Grauwe of gemarmerde huid 3. ALGEMENE AARD VAN ZIEKTE, ONGEVALMECHANISME?
2. BEWUSTZIJNSNIVEAU 2.1. WAPA (AVPU) - GCS Alleen WAPA als eerste indruk, daarna zo snel mogelijk een GCS! 2.2. ANGSTIG? 2.3. GEAGITEERD? * Hypoxie * Hypovolemie * EtOH gebruik/ontwenning * Middelen gebruik/ontwenning * CVA * Metabool probleem * Reactie op / ontwenning van medicatie * Trauma (al dan niet recent) * Psychiatrische aandoening
3. LUCHTWEG 3.1. VRIJ OF GECOMPROMITEERD? * Gedeeltelijk of volledig gecompromiteerd? * Braken? * Bloed? * Tanden (tandprothese)? * Trauma? * Tong : - Angioedeem? - Extra Pyramidaal Syndroom?
4. ADEMHALING 4.1. AANWEZIG OF AFWEZIG * Apnoe * Bemoeilijkt 4.2. ADQUAAT OF INADEQUAAT * Frequentie? * Ritme? * Diepte? Spoedgevallen JG 23 (2004) Nr. 2
73
* Ademhalingsgeluiden? - Luister op minstens 4 plaatsen - Helder? - Wheezing? - Reutels - Rhonchi? - Stridor? - Hoesten / Kuchen? - Niezen? - Andere? * Positie trachea? - Middenlijn? - Mobiel? - Slepend? * Toestand halsvenen (Jugularis ext.)? - Plat? - Gestuwd? 5.3. UNILATERAAL OF BILATERAAL * Gebruik van hulpademhalingsspieren? - Diafragma? - Halsspieren? - Kokhalzen? * Ademarbeid? - Moeizaam of niet? - Dreigend respiratoir falen. * Oxigenatie? - Pulsoxymeter in overeenstemming met radialis pols? - Mentale status? - Hartritme? - Pupillen? (Dilatatie=hypoxemie!!!)
7. NEUROLOGISCH 7.1. NEUROLOGISCH ONDERZOEK * Alert en georiënteerd? 7.2. GLASGOW COMA SCHAAL (GCS) * Minimum = 3 * Maximum = 15 7.3. GELAATSSYMETRIE 7.4. HERSENZENUWEN * Oogbewegingen * Pupil-reflex * Fronsen en optrekken wenkbrouwen * Glimlachen * Tong uitsteken vs. intrekken * Optrekken schouders 7.5. DERMATOMEN 7.6. SPIEREN * Grijpkracht? * Vinger naar duim? * Nystagmus? 7.7. GEHEUGEN * 100-tal na 5 en 10 minuten * Pre- en postfactum geheugen van gebeurtenissen - Wat gebeurde voor het ongeval? - Wat gebeurde na het ongeval?
8. HOONH/K 6. CIRCULATIE 6.1. POLSSLAG * Aanwezig of afwezig? * Aanwezig => adequaat of niet adequaat? - Frequentie? - Regelmatig vs. onregelmatig? - Kwaliteit? - Bilateraal gelijk? - Distaal vs. Centraal? - Huidskleur en temperatuur? - Toestand slijmvliezen? - Bloeddruk > Vergelijk L & R 6.2. Aorta Abdominalis Aneurysma??? 6.3. Cor Pulmonale?” * Vergelijk BD met mentale status - Apicale Puls? > Helder of krakend? > Dof, gedempt? > Derde Harttoon? > Vierde Harttoon?
74
Spoedgevallen JG 23 (2004) Nr. 2
8.1. HOOFD * Normale schedel? * Schedeltrauma? 8.2. OREN * Vochtverlies? * Bloedverlies? * Secreties? 8.3. OGEN * Pupilgrootte? * Pupilreactie? * Gelijkheid pupillen? * Extra-occulaire beweging? -“Volg mijn vinger alleen met jouw ogen...” 8.4. NEUS * Bloedverlies? * Slijmvliezen? - Kleur? * Poliepen? 8.5. HALS / KEEL * Trachea? * Opgezette Vena Jugularis?
* Adenopathie? * Pijn cervicale wervels? * Vervorming ter hoogte van cervicale wervels? * Stijfheid halsregio?
12. EXTREMITEITEN 12.1. Pulsaties? 12.2. Kracht?
9. BORST / THORAX / RUG 9.1. Trauma? * Thoraxbeweging? * Symmetrie? * Crepitaties / Fladderthorax? 9.2. Intercostale spieren gebruikt? 9.3. Rash? Huidletsels? * Haemorhagische petechiën? * Ontvellingen? * Contusies? 9.4. Verzet? 9.5. Auscultatie
12.3. Neurologische functionaliteit? (Dermatomen) 12.4. Reflexen? 12.5. Vervormingen? 12.6. Zwelling? * Haematoom? * Distorsie? * #? 12.7. Capillaire refill? * Normaal? * Vertraagd? * Geen?
9.6. Percussie
12.8. Horlogeglasnagels / Trommelstokvingers? * Chronisch longlijden * Chronische hypoxie
10. ABDOMEN
12.9. Beweeglijkheid?
10.1. Soepel of hard? 10.2. Gevoeligheid? * Welk quadrant? 10.3. Stijfheid / Verzet / Massas / Opgezet? 10.4. Ingewand geluiden? * Aanwezig / Afwezig? 10.5. Locatie pijn / Uitstraling? 10.6. Laatste maaltijd? 10.7. Laatste darmgerommel? 10.8. Laatste plasbeurt? 10.9. Laatste menstruatie cyclus? * Hevig? * Normaal? * Op tijd? 10.10. Vaginaal verlies / Verlies via penis?
Noot van de redactie... Uiteindelijk is dit een opsomming van aandachtspunten die men zich voor de geest moet halen bij de eerste benadering van een patiënt c.q. slachtoffer. Deze lijst is zoals door de auteur gesteld slechts indictatief en kan zeker worden bijgewerkt naar de eigen (locale of persoonlijke) voorkeuren. Het is ook duidelijk dat een heel deel van de aangeduide testen/onderzoeken eigenlijk buiten onze bekwaamheid en beroepsveld vallen, ze blijven echer vermeld om de integri-teit van het originele artikel te bewaren... Alhoewel niet helemaal toepasselijk binnen onze werkwijze kan deze lijst zeker een nuttige richtlijn zijn tijdens de benadering van een slachtoffer...
Origineel artikel: http://www.prehospitalperspective.net/subscribers/may04/ paramedic.htm
11. BEKKEN 11.1. Stabiel? 11.2. Crepitaties? 11.3. Hoekstand? Spoedgevallen JG 23 (2004) Nr. 2
75
Visienota Medische Veiligheid ‘de aanpak van knelpunten rond spoedgevallengerelateerde hulpdiensten in België… ‘ Onder de noemer medische veiligheid willen we verwijzen naar de materie aangaande: • het hulpcentrum 100 • de dringende ziekenwagen-hulpverlening • de niet-dringende ziekenwagenhulpverlening • de acute psychosociale opvang van slachtoffers en omgeving • de preventief medische hulpverlening (vnl. bij risicomanifestaties) • de hulpverlening MUG • de opvang op gespecialiseerde spoedgevallendiensten. In de praktijk stellen we als betrokken actoren (regelmatig) vast dat het voor hulpbehoevenden, om diverse redenen, niet steeds evident blijkt te kunnen beschikken over deze zgn. basis-rechten die voor ieder van ons in onze samenleving rechtmatig evident horen te zijn… . De onderstaande tekst wil in enkele kernpunten argumentatie en advies geven voor overheidsbeleid binnen de sector, vooral vanuit een praktisch inhoudelijke invalshoek. Graag alvast suggestie van de volgende prioriteiten: • spoedgevallenverpleegkundige begeleiding aan boord van dringende ziekenwagens • verpleegkundige basispermanentie spoed • wachtdienst acute psychosociale hulp • spoedgevallenverpleegkundige begeleiding aan boord van dringende ziekenwagens
1. Spoedgevallenverpleegkundige begeleiding aan boord van dringende ziekenwagens Spoedgevallen-verpleegkundige begeleiding aan boord van de ziekenwagen, gelijktijdig verbonden aan de ziekenhuisspoedgevallendiensten, biedt een duidelijke meerwaarde aan de kwaliteit van zorgverlening in de spoedgevallensector. Hierbij dienen staande orders in betere mate uitgewerkt en beschikbaar te zijn. Daarbij is het noodzakelijk de ziekenwagenfunctie 100 bij voorkeur als een ziekenhuis-functie te erkennen en hieraan verbonden zijn. In het verlengde hiervan dient er onderzoek gevoerd naar: 76
Spoedgevallen JG 23 (2004) Nr. 3
1.1 Beschikbaarheid en spreiding van ziekenwagen permanenties in het hulpnet 100. In tegenstelling tot vele buurlanden heeft België geen programmatie of spreidings-plannen voor de ambulances in het (officiële) hulpnet. Dit maakt de beheersbaarheid door het beleid en het beheer van de diensten zelf moeilijk. De huidige politiek van ad-hoc erkenning en spreiding laat ook geen aansluiting toe met andere actoren en sectoren in de niet-politionele veiligheid. 1.2. Vergelijkend onderzoek naar de meerwaarde van medische en andere teams in de prehospitaal dringende hulpverlening : • Medische teams : globaal, grondgebonden eenheden t.o.v. helicopter-inzet. De beschikbaarheid en spreiding dienen voldoende deskundigheid en ervaring van het ingezet personeel te verzekeren. In het bijzonder de MUG-inzet dient hierbij bekeken. • Vergelijking van medische teams qua meerwaarde met : - enerzijds ziekenwagens met verpleegkundige begeleiding, - anderzijds ziekenwagens met ambulancebegeleiders DGH (niet-verpleegkundigen). Verder dient er een eigen en aangepast statuut voor het ziekenwagenpersoneel De hulpverlener-ambulancier vervult een essentiële taak voor de volksgezondheid maar heeft nog steeds geen wettelijk statuut. Zeker voor levensbedreigende tussenkomsten is dit noodzakelijk (bvb. de verworvenheid om te mogen defibrilleren in situaties van hartstilstand. De besprekingen en concrete realisaties dienen behar tigd om een eigen technische lijst van handelingen te voorzien. Hierbij dient er een onderscheid gemaakt in: • de hulpverlener-ambulancier niet verpleegkundige • de ziekenwagen-verpleegkundige (minim. AED + pijnstilling) - met bijzondere beroepstitel spoedgevallen (en intensieve) - met opleiding 100 (zonder beroepstitel)
Er wordt gepleit om dringende ziekenwagenploegen maximaal in uitruk te voorzien van ‘3’ hulpverleners.
2. De basis-permanentie van 2 spoedgevallenverpleegkundigen op de functie gespecialiseerde spoed hoort te allen tijde voorzien Aan de Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen communiceerde Federaal Minister Demotte dat hij de verpleegkundige permanenties wenste te herbekijken. In het verlengde van de gezondheidsdialogen werd het probleem aangehaald dat de basispermanentie op onze diensten (spoed en intensieve) op z’n minst dient verzekerd te blijven.
baar te stellen: Hierrond werden een aantal reflecties en teksten in voorbereidende fase uitgewerkt: A: een programma van voorlichting en informatie van het publiek over het functioneren van het 100-systeem en gerelateerde diensten.
Niettegenstaande communiceerde nadien ook de Vlaamse Minister Volksgezondheid Byttebier dat bij de inspectie-bezoeken de basis-permanenties soepel zal geïntrepreteerd, rekening houdende met de financiering van de diensten. Teneinde ten alle tijde de noodzakelijke zorgkwaliteit te kunnen verzekeren op spoedgevallendiensten 100 is het ‘onaanvaardbaar’ deze permanentie te reduceren (zelfs occasioneel) tot 1 vpk. op de dienst zelf ! Hierdoor dreigt de opvang van ernstige spoedgevallen in het gedrang te komen.
3. Implementeren van de beschikbaarheid en inzet van regionale wachtdiensten dringende sociale hulp In onze maatschappij leven vele sociale en psychische problematieken, waarvoor vele uiteenlopende diensten opvang bieden. Zelfmoordpogingen die bij jongeren tot de voornaamste doodsoorzaken beginnen te behoren, drugverslaving, marginaliteit, vereenzaming, ontreddering na een ongeval of criminaliteit bij zichzelf of naastbestaanden enz. worden opgevangen door vele uiteenlopende diensten… tussen 8 en 17 uur. Daarbuiten ontbreekt een bereikbaar, permanent en performant systeem waarin de bestaande diensten samenwerken om zowel buiten als binnen het ziekenhuis acute opvang te verlenen. Dit voor én buiten en binnen de ziekenhuismuren. Het uitbouwen van een regionale wachtdienst dringende psychosociale hulp, gebaseerd op de deskundigheid van de bestaande diensten, is nodig. Dit hoort tevens te kaderen in een ruimer beleid van sociale opvang en gepaste beddenbeleid. Hiertoe kunnen wellicht best samenwerkings-akkoorden en afspraken gesloten tussen regionaal betrokken acute zorginstellingen (ziekenhuizen, psychiatrie) en OCMW ‘s. Tevens wensen we volgende aanvullende termijn-problematiek (naar onze inschatting niet prioritair maar toch ongetwijfeld te bejegenen op termijn) bespreek-
B: opstellen van een lange termijn beleidsplan voor de dringende medische hulpverlening (met een aanzet van visie voor de komende regeerperioden). C: dringende ziekenwagenhulp 100: • • • •
uitrusting activiteiten-niveau persoonlijke veiligheidsuitrusting opleidings-instituten 100 Vervolg pag. 81 Spoedgevallen JG 23 (2004) Nr. 3
77
Silvert A4 Quadri
Silvert A4 Quadri
Advertentie A4 Zwart/Wit 3M HEALTHCARE
• • • • •
toezicht wettelijke bevoegdheden reserve ziekenwagen-voertuig 100 grootschalige medische (préhospitaal) hulpverlening problematiek gevaren of risico –premies
D: preventief Medische Hulpverlening • • • • • •
financiering samenwerking organisatie opleiding risico-analyse en inzet-bepaling info en melding
E. Niet-dringend ziekenwagenvervoer: • • • • •
beschikbaarheid en spreiding uitrusting financiering opleiding personeel: registratie:
Meer Info? V.V.V.S. vzw. Wouterveld 51 B-3850 Kozen-Nieuwerkerken @:
[email protected] * Marc Weeghmans - voorzitter hoofdvpk. SPGD Imeldaziekenhuis Bonheiden * Door Lauwaert - ondervoorzitter hoofdvpk. SPGD AZ VUB Jette * Geert Berden - secretaris hoofdvpk. SPGD St-Trudo ziekenhuis Sint-Truiden.
A.F.I.U. asbl. Rue au Thier, 1d B-4870 TROOZ @:
[email protected] * * * * *
Didier Stuckens - président Michel Rommes - vice-président Vincent Collet - vice-président Pierre-Alain Michel - secrétaire Xavier Malfroot - secrétaire
F: Witte zone-vorming: G: de Hulpcentra 100: • •
medische en verpleegkundige ondersteuning uitbreiding van het medische dispatch gedeelte
H: Veréénvoudigen en centralisatie van de bevoegdheden Medische veiligheid I: Verdere uitbouw van de functies gespecialiseerde spoedgevallenzorg: • • •
verwijsbeleid huisartsenposten deskundigheid en ervaring MUG
J: kosten-dekkendheid Voorzien van het optimaal functioneren van de wettelijke functie spoedgevallenzorg (ambulancediensten, MUG, ziekenhuisdiensten). K: Medische dringende hulp en MUG-hulp als basisrecht:
Spoedgevallen JG 23 (2004) Nr. 3
81
Aankondiging Op 17 september aanstaande organiseert men in het Militair Ziekenhuis Koniging Astrid (Neder-over-Heembeek) een Wetenschappelijke Studiedag met een zeer gevarieerd programma... Deelnemen kost € 25,- p.p.. (Over te schrijven op 001-4286576-28 met vermelding Studiedag 17 spetember) Meer info?
Orlans Luc Service Intervention - HCB-KA Bruynstraat 1120 Brussel Fax: 02/264.47.11
Programma 07u45 08u30
Inschrijvingen
15u00
Trauma Pijnloos en comfortabel transport Dr. Lacroix C. - CHR Citadelle Luik
10u15
Koffiepauze
10u45
Automatische externe defibrillatie: huidige situatie Dr. Monsieurs K. - UZ Gent
11u30
AIREVAC bij de Belgische strijdkrachten Med. Maj. Demyttenaere B. - 1ste Wing Bevekom
12u1514u15
82
Middagmaal Bezoek stands Medische Firma’s
Spoedgevallen JG 23 (2004) Nr. 3
Decontaminatie op het terrein: Haalbaarheid Pro : Dhr. Elskens P. - BW Zaventem Contra: Dr. MArion E. - HCB-KA - NOH Brussel
Bevrijding en ontzetting Dr. Bronselaers K.- KUL Leuven
09u30
Actualisatie “Rampenplan luchthaven Zaventem” Dhr. Orlans L. - HCB-KA
Voorwoord Dhr. Arnould J.P. - HCB-KA
08u45
14u15
15u45
Nawoord Med. LtKol. Marion E. - HCB-KA - NOH Brussel
16u00
Uitreiking Attesten
De Vraagbaak O R T E R
D.Lauwaert, HVP SPGD AZ VUB R. Beckers, Urgentiearts SPGD AZ VUB
Vragen: Vraag 1:
Op de Spoedgevallendienst wordt bij een patiënt een luxatie van de rechter schouder vastgesteld. Als sedatie bij de reductie wordt Dormicum® gebruikt. Tijdens de manipulatie wordt een tweede dosis Dormicum® I.V. toegediend wegens onvoldoende relaxatie. De reductie van de schouder is gelukt, maar de patiënt blijft somnolent. Haar respiratoir ritme bedraagt 8/min., de zuurstofsaturatie, gemeten met een saturatiemeter, bedraagt 89%. De patiënt antwoordt niet meer op verbale stimuli. Welke van de volgende antidota zal worden voorgeschreven: A. Naloxone (Narcan®) B. Amylnitriet C. Pralidoxime (Contrathion®) D. Flumazenil (Anexate®)
Vraag 2: Tijdens een privéfuif dook een 24-jarige man in dronken toestand in het zwembad. Volgens een getuige kwam de man met het hoofd tegen de bodem van het zwembad terecht. De Patiënt bleef onbeweeglijk op de bodem van het zwembad liggen in ademhalingsstilstand. De bijgeroepen ziekenwagendienst startte de BLS. De bijgeroepen MUG-ploeg plaatste een endotracheale tube en de patiënt werd beademd. Zowel een cervicale als spinale immobilisatie werden uitgevoerd. De vitale parameters van de patiënt bleven stabiel. Het diafragma van de patiënt bleek onbeweeglijk te zijn en vanaf de hals kon hij niets meer bewegen. Op basis van dit preliminair onderzoek, waar situeert U zich het letsel bij deze patiënt? A. C2-C4 B. C5-C6 C. C6-T1 D. T2-T7
symptomen van griep die hij de laatste 8 dagen had vertoond, manifest erger werden. De patiënt had een temperatuur van 40°C, rilde over zijn gehele lichaam en zijn vitale parameters vertoonden orthostatische veranderingen. Op welke diagnose zal het verder onderzoek verricht worden? A. Toxisch shocksyndroom B. Meningitis C. Malaria D. Rabiës
Vraag 4: Een patiënt biedt zich op de Spoedgevallendienst aan bij het onthaal. De reden van consult is haemoptysie, koorts, gewichtsverlies en nachtelijk zweten. Welke maatregelen zal de onthaalverpleegkundige nemen? A. De arts verwittigen. B. Eerst een grondige anamnese afnemen vooraleer het “meest slechtste” scenario op te starten. C. De patiënt onmiddellijk naar de reanimatiezaal brengen want zijn/haar situatie is levensbedreigend. D. Plaats de patiënt in een pneumoisolatiekamer.
Vraag 5: Een patiënt rapporteert thoracale pijn te hebben gedurende 1 uur. Hij blijkt een acuut coronair syndroom-acuut anterior myocardinfarct te hebben. Welke van de volgende bevindingen is niet typisch voor deze aandoening? A. EKG-veranderingen van V1 tot V3. B. Een hartblock. C. Hemodynamische instabiliteit. D. Een verhoogde LDH
Vraag 3: Een handelsreiziger komt na een reis in Afrika terug naar huis. Hij biedt zich aan op de Spoedgevallendienst omdat de Spoedgevallen JG 23 (2004) Nr. 2
83
Antwoorden: Vraag 1: D Flumazenil (Anexate®) is een antidotum van benzodiazepines zoals Midazolam welke een depressie kunnen veroorzaken van de ademhaling. Naloxone (Narcan®) is een antidotumvan opiaten zoals Morfine. Amylnitriet is een cyanideantagonist en Pralidoxime wordt gebruikt als antidotum bij organofosfaatintoxicaties.
Vraag 2: A Een patiënt met een letsel C3-C4 of daarboven zal een respiratoir arrest doen, en quadripleeg. Het diafragma en de nekspieren worden op dit niveau geinnerveerd.
Vraag 3: C De patiënt zijn symptomen zijn typisch voor Malaria: initiëel koorts met zwaktegeveoel, myalgie en hoofdpijn. Deze toestand kan een aantal dagen aanslepen en kan ernstige koortsopstoten veroorzaken met extreem zwaktegevoel. Andere symptomen kunnen zijn: • abdominale last • nausea en braken • diarree • tachycardie • orthostatische duizeligheid • hoest • arthralgie
Vraag 4: D Tuberculoze zal steeds worden vermoed bij patiënten die zich aanbieden met deze symptomen, daarom ook zal de patiënt onmiddellijk in een pneumo-isolatiekamer worden geplaatst. De arts kan verwittigd worden nadat de patiënt is geïnstalleerd. Een grondiger anamnese zal ook pas worden afgenomen nadat de patiënt in de isolatiekamer is geplaatst. Alle nodige beschermingsmaatregelen dienen dan ook door alle personeelsleden, die in aanraking komen met de patiënt, genomen te worden. Er is te weinig informatie voorhanden om te kunnen afleiden dat de toestand van de patiënt onmiddellijk levensbedreigend is.
Vraag 5: D Een patiënt met een acuut myocardinfarct kan alle opgesomde symptomen hebben, maar zal gewoonlijk niet een verhoogd LDH (lactaathydrogenase) hebben in de acute fase van het myocardinfarct. 84
Spoedgevallen JG 23 (2004) Nr. 2
Bij een infarct zijn de cardiale enzymes gestegen maar aan een verschillende snelheid. Het creatinekinase isoënzyme, aanwezig in de myocardcellen (CK-MB), zal het eerste stijgen bij een AMI. LDH wordt in verschillende weefsels gevonden (nier, lon, hart, lever, spieren) en zal bij weefselbeschadiging stijgen na 12 tot 24 uur. Door de verschillende lokalisaties van dit enzyme kan LDH gestegen zijn bij stoornissen die niets te maken hebben met het myocardinfarct (vb. recente spierweefselbeschadiging of longembool).
WebSite Johan P.A. Beullens - VPK A.Z. St. Maarten - campus Mechelen
http://www.hmc.psu.edu/healthinfo Een online vraagbaak van A-Z waar je over allerhande tekens, symptomen, oorzaken, risicofactoren je licht kan opsteken. Verder wordt er advies gegeven over screening en diagnose, verwikkelingen, behandelingen en preventie. De gegeven informatie wordt voortdurend gecontroleerd door de aan het Penn State Hershey Medical Center verbonden medici. Een handige site voor snelle naslag...
http://www.insectstings.co.uk Engelstalige populaire site over insectenbeten en allergische reacties hierop. Ondanks de eerder algemeen aard van de sit, verdient deze zeker een bezoek om je te wapenen met kennis over insectenbeten nu het zomerseizoen aantreedt. Je zal zeker te maken krijgen met een aanzienlijk aantal insectenbeten, al dan niet gepaard gaand met een allergische reactie... Onder de rubriek Links & Download kan je een aantal interessante extraatjes meepikken...
http://www.sarbelgium.be/ Diegenen die binnenkort een welverdiende zomervakantie doorbrengen aan onze Belgische kust, zullen ze waarschijnlijk wel eens zien vliegen... de Reddende Engelen van de 40ste Wing met de Sea King... Liefhebbers van het populaire Windkracht 10 kunnen hier terecht voor meer achtergrondinfo over de historiek van het 40ste Smaldeel, de scrambles, en veel meer... Zeker eens bekijken!
De links zijn aanklikbaar via onze website...
http://www.vvvs.be Spoedgevallen JG 23 (2004) Nr. 2
85
Gemeld Impuls vzw. biedt een oplossing voor omgaan met agressief gedrag... Op 21 april 2004 verscheen in De Morgen een artikel “Spoeddiensten kampen met agressieve patiënten”. Naar aanleiding van dit artikel informeert de firma Impuls de spoedgevallensector over hun activiteiten met betrekking tot de beheersing van het agressieprobleem... Impuls, heeft als gespecialiseerde instelling in het volwassenvormingswerk meer dan 15 jaar expertise in het beheersbaar maken van agressie... Vanuit de visie van geweldloze weerbaarheid ontwikkelde en gebruikt Impuls methodes om de agressie beheersbaar te maken. Zowel op vlak van het beleid, het vormen van verpleegkundigen en medewerkers in het omgaan met agressie. De gespecialiseerde medewerkers Mariet Ghaye en Elke Fierens kunnen een antwoord formuleren op specifieke vragen Wens je meer informatie over de diensten van deze vzw.? Je kan de gespecialiseerde medewerkers kontakteren via:
[email protected] [email protected]
Impuls vzw. Leuvensesteenweg 47 B-3200 Aarschot Tel : 016/56.95.68 Fax: 016/56.15.70 @ :
[email protected] http: www.impulsvorming.be
Maria Middelares Sint-Niklaas neemt een nieuwe interventiewagen in gebruik. Op vrijdag 23 maart laatstleden werd in het Sint-Niklase Maria Middelares ziekenhuis een nieuwe interventiewagen in gebruik genomen. Het betreft een voertuig Volvo XC 70. De nieuwe MUG wordt , in opvolging van het vorige voertuig, ingezet in de driehoek Doel - Puurs - Zelzate, wat garant staat voor een intensieve inzet. In feite wordt de Nederlandse grens gevolg van Zelzate tot Doel. Met de nakende werken aan de Antwerpse Ring komt daar binnenkort ook nog Zwijndrecht bij, gezien de problemen 86
Spoedgevallen JG 22 (2003) Nr. 2
voor de Antwerpse MUG’s om die regio te gaan bedienen. Actueel is er een 14-daagse permanentie van één MUGteam, afwisselend in het A.Z. Middelares en het A.Z. Waasland. Vermits de druk op de MUG-functie alleen maar zal toenemen zou het opportuun zijn om de twee Wase MUG-diensten gezamenlijk te kunnen laten functioneren, in plaats van het huidige systeem. Er zijn inmiddels onderhandelingen aan de gang om zulk een uitbreiding van de reeds bestaande samenwerking tussen de beide MUG-diensten te bekomen
Het nieuwe MUG-voertuig werd omgebouwd en toegerust door het Wase bedrijf Dias en zonen, dat zich specialiseerde in de bouw en ombouw van hulpverleningsvoertuigen. De MUG van het Maria Middelares Ziekenhuis sluit aan bij de steeds langer wordende lijst van VOLVO-gebaseerde MUG-voertuigen in België. Bij de ombouw van de wagen werd ervoor gekozen om 4 zitplaatsen te behouden. Centraal op de achterbank werd voorzien in een administratieve eenheid (documenten, kaartenboeken, en de radiocommunicatiemiddelen). Als lichtbalk werd gekozen voor een Haztec met dubbele blits lichten. Het zoeklicht werd de smalstralende Forc BP 12 V. De wagen is uiteraard ook van een navigatiesysteem voorzien, meer bepaald een Pioneer GPS Pioneer DVD Navigatie systeem AVIC - 8DVD II. Dit systeem geeft via snelle menus een adequate routeplanning,met visuele (kaart met routeuitstippeling en real-time plaatsbepaling) en vocale begeleiding. Deze visuele begeleidingsfunctie heeft zelfs als optie om een 3D-visualisatie van de te volgen weg weer te geven... de zogenaamde Drivers’ View. Een mooie extra aan dit systeem is de stemherkenning, waardoor het mogelijk is vocale commando’s aan het navigatiesysteem te geven. Uiteraard is er een afstandsbediening die voor snelle instelling van een bestemming garant staat. Voor de MUG-dienst van het Maria Middelares ziekenhuis is dit een uitstekend en vooral onmisbaar hulpmiddel gezien de grote interventiesector . In de koffer werd een materiaalschuif voorzien waardoor alle interventiemateriaal vlot bereikbaar is.
Om te wennen aan het nieuwe voertuig en te komen tot optimale road-safety opteerde de ziekenhuisdirectie ervoor alle MUG-verpleegkundigen een dag rijvaardigheidstraining te laten volgen. Hier werd de nadruk gelegd op het leren omgaan met het vermogen van de wagen, de wegligging en vooral de veiligheidsmechanismen zoals ABS, rembekrachtiging, DSTC enz... Enkele praktische links: http://www.volvocars.be http://www.haztec.biz/ http://www.pioneer.nl/files/brochures/02_CE_FULL/02_C E_FULL_1_DU.pdf
TECHNISCHE SPECIFICATIES
gedurende de periode van de werken aan de Antwerpse ring.
Motor
: 2.5 T (2.5 l)
Brandstof
: Benzine
Cylinders/Koppen
: 5 in lijn
Vermogen
: 210 Pk
Draaicirkel
: 11,6 m
Acceleratie (0-100km/u) : 8,6 sec Topsnelheid
: 210 km/u
Gewicht (leeg)
: 2019 kg
Spoedgevallen JG 23 (2004) Nr. 2
87
Het aantal verkeersdoden met de helft reduceren... Bosch tekent het Europees Charter Samen met nog 38 andere bedrijven en verenigingen heeft Bosch op 6 april 2004 in Dublin (Ierland) het Europees Charter voor Verkeersveiligheid ondertekend. Dit charter brengt bedrijven, verenigingen en andere belangengroepen samen die zich tot doel stellen het aantal verkeersdoden in de Europese Unie tegen 2010 terug te brengen van het huidige 40.000 tot 20.000. De Bosch-afdeling ‘Chassis Systems’ heeft zich geëngageerd om het publiek meer informatie te verschaffen over de voordelen van het ‘Electronic Stability Program’ (ESP) en zo z’n verspreiding te promoten. Wetenschappelijke studies hebben aangetoond dat ESP een belangrijke factor is in een verhoogde verkeersveiligheid. De centrale federatie van het Duitse verzekeringswezen GDV beweert dat 60% van alle ongevallen met dodelijke afloop aan het slippen te wijten is. Tegenwoordig is 28% van alle nieuwe auto’s in de Europese Unie uitgerust met het ESP-veiligheidssysteem. Bosch wil dit aandeel tegen 2010 verhogen tot 50%. Om deze doelstelling te bereiken, blijft het bedrijf de ESP-technologie verder ontwikkelen om haar nog interessanter te maken voor de eindgebruiker en de auto-industrie. Zo worden er handige functies als Hill Hold
88
Spoedgevallen JG 23 (2004) Nr. 2
( een extra hulp voor wanneer men de auto op een helling moet starten) ontwikkeld en biedt men de OEM-dealers opleidingscursussen aan om de klanten met beter gefundeerde argumenten te kunnen bedienen. De basisfunctie is sinds het begin van de massaproductie in 1995 niet veranderd: ESP detecteert de geringste slipbeweging van de auto en gaat deze tegen door het toerental te verlagen en ook op ieder wiel afzonderlijk te remmen. In een onderzoek van het jaar 2002 bevestigt Daimler-Chrysler dat de standaardtoepassing van ESP in alle personenwagens van Mercedes hun aandeel in ‘éénwagensongevallen’ in Duitsland met een goede 25% heeft verminderd. ‘Eénwagensongevallen’ zijn ongevallen waarbij de bestuurder de controle over het stuur verliest zonder enige externe invloed. Na het evalueren van zo’n één miljoen ongevallen met gewonden, komt Toyota tot de conclusie dat met ESP als standaarduitrusting men het aantal ernstige ‘éénwagensongevallen’ met de helft zou reduceren. Bron: Belgadirect
Vlaamse Vereniging Brandweer Verpleegkundigen Verslag 1e VVBV-symposium 8 mei 2004 Om onze belofte en eveneens verantwoordelijkheid na te komen werd er zaterdag 8 mei 2004 voor het eerst een mini symposium georganiseerd. Dit ongeveer een jaar na de oprichting van de VVBV. De Vlaamse Vereniging Brandweer Verpleegkundigen is in de eerste plaats opgericht om de brandweerverpleegkundigen in Vlaanderen te groeperen en in tweede instantie ervoor te zorgen dat de verpleegkundige kan rekenen op een degelijke en wetenschappelijk onderbouwde bijscholing op de vakspecifieke aspecten van onze brandweertaak. Tot op heden was dit vaak niet haalbaar en zagen we dat de verpleegkundige aspecten binnen de aangeboden bijscholingen niet of te weinig aan bod kwamen. Toch willen we nog benadrukken dat onze bijscholing eveneens toegankelijk is voor brandweerambulanciers, korpsartsen en urgentie(intensieve)verpleegkundigen. We zijn uiteraard trots op ons eerste minisymposium, wat in onze ogen meteen een schot in de roos was. De locatie van deze bijscholing was het militair hospitaal in Neder-overHeembeek. In de polyvalente zaal hebben we ongeveer 34 geïnteresseerden kunnen samenbrengen om gehoor te geven aan de volgende sprekers: Dokter Herman Van Bogaert, Licentiaat Hyperbare geneeskunde, sportgeneeskunde en arbeidsgeneeskunde binnen de marine van het Belgische leger. Dr. Van Bogaert heeft al vele jaren ervaring met duiken op grote diepte en de gevaren ervan. Wekelijks is hij getuige van de gevolgen van de duiksport en leidt hij experimenten die verband houden met het zogenaamde droogduiken of duiken in de caisson. Aangezien we de specialisatie “duikers” niet meer kunnen wegdenken uit de brandweerwereld hebben we deze specialist uitgenodigd om ons de belangrijkste aspecten van het duiken bij te brengen. Hij kluisterde ons om en bij het uur aan onze stoel. Er werd zowel aandacht besteed aan de fysiologie, de pathologie, de fysica als de hulpverlening. Alles werd op een medische, doch verstaanbare manier overgebracht.
Yves Pauwels, van de firma Medtronic, gaf ons een beeld over het nut van de vroegtijdige defibrillatie door gebruik te maken van AED (Automatische Externe Defibrillatie). Ondertussen zijn de meeste DGH hulpverleners al voldoende in contact geweest met deze materie en zien zij het nut van dit toestel in. Toch is het een actueel onderwerp, dat voor de verpleegkundige binnen een acute hulpdienst geen geheimen mag hebben. Vandaar dat er na de koffiepauze de mogelijkheid tot individuele praktijkoefeningen geboden werd. Voor velen onder ons was dit de perfecte situatie om het toestel te leren gebruiken, samen met collega – verpleegkundigen. Eigen gewoonten en gebruiken werden onderling besproken. Zeer leerrijk.
Sabine Pauwels, van de Surgical company, bracht ons een zeer boeiende voorstelling over het gebruik van het larynxSpoedgevallen JG 23 (2004) Nr. 2
89
masker. Tot enkele jaren geleden vond het larynxmasker zijn toepassing binnen het operatiegebeuren. Tegenwoordig zien we deze “alternatieve” vrije luchtweg meer en meer opduiken in de acute zorg. Als we tijdens de reanimatie kunnen zorgen voor een vrije luchtweg en ervoor kunnen zorgen dat de ingeademde lucht in de longen terecht komt, heeft de patiënt meer levenskansen. Dit larynxmasker kan zeer vlot geplaatst worden door niet-artsen.
Dit item kon eveneens omgezet worden in praktijk tijdens de oefensessie. We stelden vast dat er enorm veel aandacht was voor dit onderwerp. Dit was onze drukst bezochte workshop.
Uit onze nabespreking van het eerste mini-symposium hebben we kunnen concluderen dat het een succes is geweest en dat een (mini)symposium voor herhaling vatbaar is. Wegens de vele positieve commentaren van de aanwezigen hebben we besloten om in de toekomst dit concept van bijscholing ter hand te houden en het aspect praktijk als rode draad doorheen het symposium verder uit te bouwen. We zullen dan ook ons uiterste best doen om dit na te komen. Verder wil ik nog eens benadrukken dat onze vereniging pas opgestart is sinds februari 2003 en dat we op een tijdspanne van om en bij het jaar er in geslaagd zijn 44 leden aan te werven, een website uit te bouwen, een voorbeeld functieprofiel voor de brandweerverpleegkundige op te stellen én een minisymposium te organiseren. We zijn zeker en vast niet bij de pakken blijven zitten en dat zijn we zeker niet van
90
Spoedgevallen JG 23 (2004) Nr. 2
plan! Per provincie zijn er twee referentieverpleegkundigen die jullie kunnen contacteren voor meer informatie, je kan ook een kijkje komen nemen op onze site op: www.vvbv.be . Vercammen Dimi Referentieverpleegkundige VVBV provincie Antwerpen
AGENDA 2004 7 de ERC Congres Resuscitation 8 t.e.m. 11 september 2004 Locatie: Budapest - Hongarije Info: http://congres.erc.edu
Symposium en Vakbeurs Ambulancezorg 2004 04 november tot 06 november 2004 Locatie: Americahal - Apeldoorn Nederland Info:
Stichting Symposium en Vakbeurs Marian Bergman Tel.: 00-31-38 – 422 5772
[email protected] http://www.beroepsverenigingambulancezorg.nl/
Kost:
onbekend
Wetenschappelijke Studiedag Locatie: Militair Ziekenhuis Koningin Astrid Bruynstraat B-1120 Brussel Info:
Militair Ziekenhuis Koningin Astrid Service Intervention Orlans Luc Bruynstraat B-1120 Brussel Fax: 02/264.47.11
Advanced Paediatric Life Support The practical approach Certificaat APLS - Manchester
3rd European Congress on Emergency Medicine Met satelietcongres V.V.V.S. - A.F.I.U. op 11 februari 2005!!! 9 t.e.m. 13 februari 2005 Info:
Zie website VVVS (Agenda)
13 t.e.m. 15 oktober 2004
8ème Congrès Mondial des Infirmiers Anesthésistes
Locatie: A.Z. Middelheim -Antwerpen
10-06-2006 tot 13-06-2006
Info:
Locatie Info
http://www.rescue-belgium.be of http://users.pandora.be/APLS
[email protected]
: Lausanne - Zwitserland : http://www.snia.net/congres/index.html
Opleidingsinstituut Rescue Van Heybeeckstraat 46 B-2170 Antwerpen Tel : 03/644.36.38 Kost:
€ 892
Inschrijving: € 500 te storten op rek. 001-3506840-75 met vermelding APLS04-10 + naam, voor 15 augustus 2004, resterende bedrag (€ 392) voor 01-10-2004 Spoedgevallen JG 23 (2004) Nr. 2
91
Verwacht voor volgende Spoedgevallen ... • ... • Website • De Vraagbaak • Gelezen • Agenda 2004
Oproep... • • • •
Ben je bezig met een scriptie? Heb je laatst een interessant boek of artikel gelezen? Ergens een aankondiging voor een bijscholing, symposium, training tegengekomen? Heb jij een oplossing gevonden voor één van de vele vervelende probleempjes die we gedurende de uitoefening van onze job tegenkomen (electrodes die niet kleven, problemen tijdens het gipsen, enz...)
Het kan de collega’s waarschijnlijk ook wel interesseren! Bezorg ons een de stand van zaken betreffende jouw scriptie, lanceer eventueel jouw vraag of probleem via de website, geef ons de coördinaten door van de nascholing. Je kan dit via de website (klik onderaan gewoon op webmaster, of gooi het op het forum) of gewoon via reguliere post op volgend adres:
Spoedgevallen P/a Kleine Nieuwedijk 152 B-2800 Mechelen
Spoedgevallen JG 23 (2004) Nr. 2