Redactie Spoedgevallen Hoofdredacteur
SPOEDGEVALLEN
Door Lauwaert
Eindredactie & Vormgeving
Vlaamse Vereniging van Verpleegkundigen Spoedgevallenzorg vzw.
Johan Beullens
Redactieleden Johan Beullens Marc Van Bouwelen
V.V.V.S. Bestuur
INHOUD
Voorzitter
Redactioneel
97
Marc Weeghmans
In Memoriam
100
Door Lauwaert
Gemeld
101
Secretaris
Een nieuwe MUG-wagen voor het OLV Middelares
103
Voor u gelezen
106
Functie Spoedgevallen ziekenhuis St-Trudo Sint Truiden naar nieuwbouw…
109
Vliegende “Mug”
111
Symposiumverslag
114
Website
124
De Vraagbaak
125
Agenda 2003
127
Ondervoorzitter
Geert Berden
Penningmeester Patrick Dagnelie
Bestuursleden Rita De Cock Marc Van Bouwelen Erik Vanderheyden Gilot Christiaan Dirk Vandenboer Nicole Reynders Johan Beullens Geert Van Iseghem Patrick Dagnelie Peter Van de Voorde Philippe Fortain Dirk Van der Auwera
Secretariaat Geert Berden Wouterveld 51 B-3850 Kozen Tel/Fax : 011/59.70.75 @:
[email protected]
Ledenadministratie Johan Beullens Kleine Nieuwedijk 152 B-2800 Mechelen Fax : 015/55.18.67 @:
[email protected]
Lidmaatschap Student Lid Instelling
: € 16,11 : € 27,27 : € 49,58
Juiste bedrag over te maken op VVVS-rekening: Fortis Bank 001-1165249-64 met vermelding: Naam + Nieuw Lidmaatschap
Spoedgevallen Instructies voor auteurs De redactieraad van Spoedgevallen is continu op zoek naar nieuwe artikels voor publicatie in het Tijdschrift. Zend je manuscript op aan volgend adres: A.Z. V.U.B. - Dienst Spoedgevallen T.a.v. Dhr. Door Lauwaerts Laarbeeklaan 101 B-1090 JETTE
Zorg ervoor dat elke tabel duidelijk geciteerd is in de tekst! Illustraties
Om jouw artikel snel door het publicatieproces te krijgen doe je er goed aan 3 exemplaren van het manuscript op te sturen, samen met de originele afdrukken van illustraties en foto’s, alsook een diskette met het tekstbestand. DISKETTE Ondersteunde formaten datadrager zijn: 1. 3½” IBM-geformateerde diskette 2. ZIP 100 Mb IBM-geformateerd 3. CD-rom Specifieer duidelijk naam en versie van de gebruikte tekstverwerker. De door ons leesbare tekstverwerkersbestanden zijn WORD voor Windows (T.e.m. versie 2000), Word Perfect (T.e.m. versie 5.x) PRESENTATIE VAN MANUSCRIPTEN Taal
: Nederlands
Afdruk
: Eénzijdig, dubbele spatiëring, brede marge van minstens 3 cm rond de tekst.
Titelpagina
: Titel in hoofdletters, daaronder de namen van de auteur(s) in volgorde van belangrijkheid (lower case). Elke auteur wordt vernoemd met: titel - voornaam - initialen - naam functie - werkgever Eventuele vermelding van adressen van de auteurs dient tot een minimum beperkt.
Inhoud
: De auteur is volledig verantwoordelijk voor de inhoud van het ingezonden artikel.
Abstract
: Een abstract van de aangeleverde tekst, maximum 200 woorden, die de hoofdlijnen van het artikel aangeeft dient op een afzonderlijke pagina te worden aangeleverd.
Hoofdingen
: De inhoud van het artikel bepaald de hoofdingen die worden gebruikt. Als het artikel een onderzoek betreft wordt de gebruikelijke layout aangehouden: Introductie Achtergrond / Literatuur Methodes Gegevens / Resultaten Discutie Besluit Andere layouts zijn mogelijk, maar denk eraan dat de gebruikte hoofdingen het lezen en verstaan van een artikel moeten bevorderen.
: Illustraties kunnen ingevoegd worden om de tekst te verduidelijken. Diagrammen worden zwart-wit aangeleverd op wit papier dubbel zo groot dan het normale formaat. Elke gebruikte figuur moet correct gelabeld zijn, waarbij een voldoende groot lettertype gebruikt moet worden, rekening houdend met eventuele verkleining van de figuur. Foto’s kunnen eveneens worden ingevoegd. Bij voorkeur worden deze afzonderlijk aangeleverd (originele afdruk). Onze voorkeur gaat uit naar duidelijke zwartwit foto’s met hoog contrast en afgedrukt op glanzend fotopapier. Nummer elke illustratie, tekening, diagram én/of foto op de keerzijde met vermelding van artikel - auteur naam - adres. Fotomateriaal en andere illustraties worden niet teruggestuurd aan de auteur van het artikel (tenzij anders overeengekomen).
Referenties
: De juistheid van de aangeboden referenties is de verantwoordelijkheid van de auteur(s). In de tekst wordt de naam van de auteur en jaar van publicatie tussen haakjes geplaatst. Als er twee auteurs zijn worden beide namen vernoemd. Indien er meer dan drie auteurs zijn worden de eerste drie vernoemd gevolgd door ‘et al’. Citaties worden steeds gevolgd door de naam van de auteur, datum en pagina van publicatie tussen haakjes. Een lijst van referenties dienen in alfabetische volgorde op een afzonderlijk papier worden afgeleverd met dubbele spatiëring. Elke referentie moet volgende gegevens bevatten: Naam auteur(s) met Voornaam en Initialen Publicatiejaar Volledige titel van het artikel Volledige naam van het tijdschrift Volume nummer Eerste en laatste pagina van het artikel Voorbeeld: Aabakken L(1999) Small-bowel side-effects of nonsteroïdal anti-inflammatory drugs. European Journal of Gastroenterologie and Hepatology. 11-4, 383 - 388 Adhiyaman V. et al (2000) Colonic perforation associated with slow-release diclofenac sodium.. International Journal of Clinical Practice. 54-5, 338 - 339
Gebruik slechts twee type hoofdingen:
CHECKLIST
Hoofding 1: Vet - Hoofdletters
Vooraleer jouw manuscript op te sturen is het best volgende checklist nog eens te overlopen:
Hoofding 2 : Vet - Beginkapitaal - Onderlijnd * Originele tekst + twee copijen + gelabelde diskette, ZIP of CD Tabellen
: Tabellen worden met dubbele spatiëring afgedrukt op een afzonderlijke pagina. Ze worden voorzien van een correcte verwijzing en legende, en zo nodig verduidelijkende voetnoten.
* Figuren, tabellen én/of foto’s van goede kwaliteit, géén fotocopijen * Complete referentielijst (géén ontbrekende details?)
Redactioneel Het 12de VVVS-symposium is weer achter de rug... Na een jaar intensieve voorbereiding, twee hectische dagen kunnen we met tevredenheid terugblikken en zeggen: “‘t was goed”. Zo’n 450 deelnemers en maar liefst 20 exposanten waren aanwezig te Blankenberge. Niet alleen de inhoud maar ook de omkadering van het Club Floreal was goed... kon dit ook anders? Na een uitstekend middagmaal werden de congresgangers nog op twee lezingen vergast waarna Dirk Denoyelle de aanwezigen samen met “de Drie Wijzen” gedurende de Nationale Test op de rooster legde... Meer hierover in ons symposiumverslag! Helaas is er ook minder nieuws, zoals jullie wellicht al gelezen of gehoord hebben is onlangs de pionier van de CPR, Dr. Peter Safar overleden, het is dan ook niet meer dan passend om hem te herdenken... Verder hebben we in dit nummer over een nieuwe MUG, waar de collega’s van het OLV Middelares te Deurne met enige fierheid de ontwikkeling van hun nieuwe urgentievoertuig voorstellen, wordt de nieuwbouw van de Spoedgevallen te Sint Truiden voorgesteld en gaan we even met een MUG de lucht in... Uiteraard zijn er ook onze vaste waarden: * Agenda * Gemeld * Voor u gelezen * ... én vergeet vooral De Vraagbaak niet!!! Mogen we jullie ook nog uitnodigen op onze vernieuwde website?
Spoedgevallen JG 22 (2003) Nr. 4
99
In M emoriam Prof. Dr. Peter SAFAR Op 3 augustus 2003 overleed dr. P. Safar. Peter Safar, die van Oostenrijk naar de Verenigde Staten migreerde, raakte in de jaren ‘50 als beginnend anesthesist geïnteresseerd in het acuut vrijwaren en herstellen van de vitale functies. Met zijn leermeester prof. Elam (her)ontdekte hij de essentie van de vrije luchtweg door opheffen van de obstructie van de tong. Hij koppelde dit met het onderzoek van Kouwenhoven, Jude en Knickerbocker naar de uitwendige hartmassage tot de CPR die sindsdien de standaard is voor het redden van mensenlevens in acute situaties.
Dr. Safar beet zich vast in de CPR en ontwikkelde de medische follow-up voor gereanimeerde slachtoffers. Hij propageerde en verspreidde de reanimatie ook op didactisch vlak. De “ABCDEF”-benadering van hartstilstand en acuut trauma was één van zijn vindingen, en dertig jaar geleden waren zijn gretig gecopieerde brochures en richtlijnen voor velen de eerste teksten waaruit ze leerden reanimeren. P. Safar bleef in het Pittsburg Resuscitation Research Center alle aspecten van en onderzoek naar CPCR wereldwijd volgen. In 1995 gaf hij in Brussel nog een reeks geanimeerde lezingen, waarin hij o.a. de toekomstige ontwikkelingen in de CPCR besprak. De eerste geavanceerde technieken die hij toen aangaf, zoals de cerebrale hypothermie, beginnen nu in de medische praktijk toepassing te vinden.
Ondanks zijn gedrevenheid, die niet verminderde met zijn leeftijd, was P. Safar geen vakidioot die zich enkel interesseerde in technische hoogstandjes ; hij bleef evenzeer begaan met de mislukte reanimaties en ethische problematiek rond de kritieke zorgen.
Prof. P. Safar ontving vele onderscheidingen en werd genomineerd voor de Nobelprijs, die hij echter niet gekregen heeft. Zijn belang voor de urgentiegeneeskunde en spoedgevallenzorg kan niet worden overschat. Hij overleed op 79-jarige leeftijd en laat een vrouw en twee zonen na.
100
Spoedgevallen JG 22 (2003) Nr. 4
Gemeld Prof. Dr. M. SABBE voorzitter van de Nederlandse Stichting SAVER
kwaliteit van onderwijs en opleiding, de kwaliteit van wetenschappelijk onderzoek en de kwaliteit van klinische zorg.
De afgelopen jaren heeft de technische hulpverlening vaak in de belangstelling gestaan... Hierbij heeft ICET baanbrekend werk geleverd met de SAVER-methode, waarbij het multidisciplinair werken centraal staat.
Verpleegkundigen en vroedvrouwen worden uitgenodigd om op het congres hun kennis, inzichten en enthousiasme te komen delen met vele honderden Vlaamse en Nederlandse collega’s verpleegkundigen en vroedvrouwen.
Ten einde de verdere ontwikkeling van de SAVER-methode en de daarbij horende training verder uit te bouwen en gelijktijdig verder wetenschappelijk onderzoek te kunnen voeren werd de stichting SAVER opgericht. Prof. M. SABBE - Medisch diensthoofd Urgentiegeneeskunde U.Z. Gasthuisberg Leuven werd aangesteld als voorzitter van de Stichting SAVER.
Het programmvan het congres bestaat uit een plenair gedeelte en parallelsessies waarin de onderwerpen worden gepresenteerd. Alléén voor posters geldt dat ook een nog niet gestart project kan worden voorgesteld.
De stichting is vooral in het buitenland actief, met name in landen met een hoog risicoprofiel (meestal ontwikkelingslanden). De kost van de opleidingen wordt gedragen enerzijds door donaties en anderzijds door een eigen opgericht Fonds - de Lifeline Foundation - dat ondermeer werd aangesproken bij de grote aardbeving in India, meer bepaald voor Baroda in de staat Gujarat. Meer info over de Stichting SAVER: SAVER Foundation P.O. BOX 66 Nl-4940 AB RAAMSDONKSVEER Tel Fax @
: +31-162-52.22.00 : +31-162-51.65.60 :
[email protected]
Samen werken aan Topkwaliteit in de Verpleegkunde en Vroedkunde De Universitaire Ziekenhuizen Leuven (UZL) en de Associatie K.U. Leuven (vertegenwoordigd door het Centrum voor Ziekenhuis- en Verplegingswetenschap (CVZ) en de Katholieke Hogeschool Leuven Departement Verpleegkunde en Vroedkunde (KHL)) organiseren samen het Leuvens Verpleegkundig Congres 2004. Het congres staat in teken van Samen werken aan Topkwaliteit in de Ver-pleegkunde en Vroedkunde en wordt gehouden op 24 april 2004 in Leuven. Doelstelling van het congres is het verbeteren van de kwaliteit van de verpleegkunde en dit oop basis van 3 pijlers: de
Meer info? Contacteer Ingrid Keunen Tel : 016/34.49.60 @ :
[email protected]
AED’s zijn veilig voor gebruik bij kinderen van 1 tot 8 jaar stelt de American Heart Association Dallas, 1 Juli – AED’s (Automated External Defibrillator) – kunnen veilig ingezet worden bij kinderen vanaf 1 jaar volgens een wetenschappelijk statement gemaakt door de AHA in Circulation, het tijdschrift van de AHA. Daarin stelt Ricardo Samson, M.D., associate professor of pediatrics, University of Arizona, Tucsville, eerste schrijver van het statement, dat AED tot voor kort als eerstelijns-zorg werden beschouwd voor volwassenen met hartstilstand. Men ging er van uit dat AED’s pas konden ingezet worden bij kinderen vanaf 8 jaar. Bij jongere kinderen werd tot op heden bij een hartstilstand overgegaan tot “manuele defibrillatie”. Bij kinderen met hartstilstand werd tot op heden gewacht met het AED-defibrilleren tot gespecialiseerd medisch personeel het onderliggende ritme kon beoordelen. Bij volwassenen is gebleken dat, hoe sneller geshocked wordt... hoe groter de overlevingskans is! Elke minuut uitstel van defibrillatie daalt de overlevingskans met 7 tot 10%. Als defibrillatie langer dan 12 minuten op zich laat wachten is de kans op overleving bij volwassenen minder dan 5%! Er bestaat géén specifieke informatie, stelt Samson, maar hartstilstand bij kinderen is minder frequent dan bij volwassenen. Hij stelt dat waar nodig AED’s een jong leven kunnen redden. Spoedgevallen JG 22 (2003) Nr. 4
101
Het gebruik van AED’s uitbreiden naar pediatrische patiënten zou het redden van meer kinderlevens met zich mee kunnen brengen. AED’s werden oorspronkelijk ontworpen voor gebruik bij volwassenen, maar blijken ook accuraat in het herkennen van het hartritme van een kind. Sommige AED-producenten bieden inmiddels zelfs pediatrische electrode-pads aan, waarvan de kabels het shock-vermogen reduceren tot een niveau acceptabel voor 1- tot 8-jarigen. Men stelt dat een AED zelfs zonder aangepaste electroden kan ingezet worden bij kinderen van 1 jaar én ouder. De auteurs van het statement zijn onder andere pediatrisch intensivisten, cardiologen en anaesthesisten. Hun review van artikels aangaande AED-gebruik bij kinderen herbevestigd eerdere aanbevelingen: • er bestaat onvoldoende bewijs dat AED’s kunnen gebruikt worden bij kinderen jonger dan 1 jaar. • hulpverleners die alléén zijn voeren eerst gedurende één minuut CPR uit vooraleer een AED in te zetten! (Sommige bewusteloze kinderen kunnen weer bijkomen alleen door beademing als er géén sprake is van een cardiaal probleem...) • defibrillatie is aanbevolen bij een gedocumenteerde Vfib. Er bestaat een weidverspreid misverstand dat kleinere kinderen proportioneel lagere shock dosissen zouden moeten krijgen. Wetenschappelijk onderzoek suggereerd dat kinderen hogere dosissen nodig hebben voor effectieve defibrillatie dan aanvankelijk werd gedacht, stelt Samson. Meer onderzoek is nodig om de aangepaste dosissen te bepalen... Tevens vraagt hij de AED-producenten om hun ritme-detectie software te testen met bestaande ‘bibliotheken’ van opgenomen pediatrische ritmes. Hierdoor kunnen ze de accuraatheid van hun apparatuur testen voor pediatrisch gebruik. Bronnen: http://www.americanheart.org/presenter.jhtml?identifier=3013236 http://www.nytimes.com/2003/07/01/science
102
Spoedgevallen JG 22 (2003) Nr. 4
Een nieuwe MUG-wagen voor het OLV Middelares... Patrick Dagnelie HVPK Spoedgevallen – MUG V.Z.W. MONICA - Campus O.L.V.Middelares – Deurne Eind september werd beslist van de ziekenwagen-klini te ontdubbelen, m.a.w. we mochten gaan uitzien naar een MUG-voertuig. Dit bleek echter veel moeilijker dan het op het eerste zicht leek. Op de automarkt zijn er enorm veel verschillende modellen met evenveel mogelijkheden en prijzen. Volgende punten zijn aan onze uiteindelijke beslissing voorafgegaan: Vergelijking van de voertuigen van de omliggende ziekenhuizen. (Pick-up: Mitsubitshi L200, monovolume wagen: Peugeot 806, break: Volvo V70, lichte bestelwagen: Peugeot Expres.) Bekijken van onze geografische ligging; welk type van wagen hoort op dit terrein? Inventariseren van het gerei dat mee moet kunnen in de auto. Analyse van onze manier van werken. Veiligheidsaspect: testaankoop heeft recentelijk een studie van verschillende automerken kenbaar gemaakt (testaankoop nr. 460 dec. 2002, blz. 34 t.e.m. 37). Budget: Heel het project moest ook passen binnen een bepaald budget.
De laaddrempel is laag om de rugbelasting tijdens in- en uitladen van materiaal te beperken en de koffer is voorzien van extra verlichting o.a. in de achterklep om een betere lichtspreiding te bekomen. De onderverdeling van het medisch compartiment is modulair opgevat en kan bij aankoop van nieuwe apparatuur of toebehoren vlot gewijzigd worden zonder bijkomende kosten.
Na lang denken en twijfelen viel de keuze op een monovolume wagen, nl. Peugeot 807 2.2i 16V met 160 PK. Comfort op zijn Frans, dus van een hoog niveau. En in tegenstelling tot wat de vormen van de wagen misschien doen vermoeden, is ook de wegligging bijzonder efficiënt. Je kan met deze monovolume behoorlijk snel door de bocht scheuren (tijdschrift Autowereld nr. 82). Zowel de prijs, als het veiligheidsaspect scoren goed. De ruime koffer laat toe om duidelijk, overzichtelijk en ergonomisch te werk te gaan. En op het eerste zicht past de wagen op ons aktieterrein, de toekomst zal dit moeten uitwijzen. Een auto was daarmee gekozen, maar en MUG-voertuig hadden we nog lang niet. De monovolume moest nog grondig worden aangepast voor MUG opdrachten. De Firma Poly-Ambu (Deurne) realiseerde het project in een 5-tal maanden (2 maanden wachten op de levering van de wagen). Wat langer dan we verwacht hadden, maar het is dan ook grotendeels maatwerk geworden. Bij het ontwerp werd vooral gestreefd naar een maximale veiligheid voor het eigen personeel en voor de andere weggebruikers. Zo zit het urgentieteam gescheiden van het medisch materiaal. M.a.w. bij een eventuele aanrijding zijn er geen rondvliegende projectielen. De inrichting is niet tot aan het dak gemaakt zodat men steeds vlot achteruit kan kijken voor fietsers of bij achteruitrijden.
De constructie is gemaakt in multiplex die bestand is tegen vochtigheid en is beplakt met volkern, daar waar schappen zijn, zijn deze vervaardigd van aluminium van 4 mm dik om doorbuigen tegen te gaan. Tegelijkertijd werkt dit gewichtbesparend. De grote schuifdeuren blijken een grote troef te zijn. Achter de rechter-zijdeur ligt het trauma-gerief: KED, stiffneck, spalken, helmen met verlichting (Gallet), veiligheidshandschoenen, Saftey-boy, schaar, Maglite, burnshield, headblok, riemen. Achter de linker-zijdeur is aandacht geschonken aan administratie: schrijftafel, bijkomende verlichting, en een opbergruimte voor administratie. Spoedgevallen JG 22 (2003) Nr. 4
103
Dit vooral denkende aan studenten BBT, of nieuwe collega MUG-verpleegkundigen. In het koffergedeelte van de wagen is er een kast voorzien met schuiven: thoraxdrainageset, maag-blaassondage, bevallingsset, extra infusen, … en rampenmateriaal. De interventietassen (2 identieke) zijn van het merk PAX met intubatie en medicatietas van Boscarol, de pediatrische tas is van Boscarol. De monitor is een bifasische Life-Pack 12 met capnograaf en 12 afleidingen ECG, beademingstoestel Oxylog 2000 van Dräger, Boscarol 2012 suction Unit en Alaris spuitpompen.
Het voertuig voldoet uiteraard volledig aan de nieuwe reglementering. Binnen is het voertuig voorzien van moderne communicatie- en navigatiesystemen. Telefonisch contact gebeurt via een GSM (Nokia 7210), de vaste radio is van het merk Kenwood (TK-780), een draagbare radio (Nirros) staat stand-by in een lader. Als navigatiesysteem wordt de VDO dayton MS6100 met afzonderlijk kleurenscherm gebruikt. Voldoende airbags, ABS met elektronische remkrachtverdeling, ESP, REF, spankrachtbegrenzers op de gordels, airco en snelle ruitontdooiing mochten niet ontbreken. Een groot en hoog geel zwavel voertuig (RAL 1016) met fluorescerende striping (K.B. 09/07/98); met op halve hoogte een horizontale rode retro-reflecterende band van 20 cm (rode kleur RAL 3020) met dan de officiële “100” stikker op beide voordeuren en kofferdeur kan niet anders als opvallen in het verkeer. Alle materialen zijn van het merk 3M®.
104
Spoedgevallen JG 22 (2003) Nr. 4
En duidelijke geluids- en lichtinstallatie kunnen daar nog een aardig handje bij helpen. Aan lichten heeft deze wagen geen gebrek. Vooraan het voertuig zijn er 2 alternerende lampen die blauw van kleur zijn en die in de grille geplaast zijn. Boven op het dak zijn wij voorzien van een lichtbalk van Vama/Federal Signal, type Vista met blauwe kappen in American Blue welke iets lichter zijn dan het Belgische blauw, zodat meer lichtopbrengst is gegarandeerd. Aan de achterzijde van het dak is er een verhoogde signalisatiebalk, merk Vision Alert, met oranje lampen met elektronische stuureenheid die verschillende functies zoals links/rechts, rechts/links, buiten/binnen, binnen/buiten enz. toelaat. Zodra de kofferdeur opengetrokken wordt treden 2 kleine hevige blauwe lichtjes in werking. Voor het geluidswerk hebben we gekozen voor een klassieke type Federal, model AS 320, zodat men beschikt over 3 tonaliteiten (hi/lo, wail en yelp). De sirene heeft een vermogen van 100 watt of 114 dB. Doordat de bestuurder hoog zit, heeft hij een beter verkeersoverzicht. En dat een REF-systeem (= een systeem dat de remdruk verdeelt over de 4 wielen in functie van de grip en de belasting van het voertuig) van pas komt bij onguur weer hoeft geen betoog. Maar toch zal defensief en anticiperend rijgedrag van de chauffeur steeds de belangrijkste factor blijven om ongevallen te voorkomen. Dat MUGvoertuigen een verhoogd risico lopen om betrokken te worden in een ongeval hebben we recentelijk nog kunnen mee maken net voor de levering van onze nieuwe wagen. (Verpleegkundige was toch een 10-tal dagen werkonbekwaam.) Vandaar dat we de ziekenhuisdirecties moeten overtuigen van het belang van een rijvaardigheidsopleiding. Maar de kostprijs van dergelijke opleiding loopt al snel op… Voor de meeste chauffeurverpleegkundigen vormt de omvang van de wagen geen probleem. Het feit dat we tijdens de bouw van onze MUG-wagen ons dienden te behelpen met een Mercedes Vito, was hierop wellicht een goede voorbereiding. Wat in de beginperiode een grote aanpassing vraagt is het boogvormige instrumentenbord en de middenconsole. De instrumenten zijn allemaal naar het midden verhuisd. Het is even wennen, al dat spacy.
Spoedgevallen JG 22 (2003) Nr. 4
105
Gelezen... T. Joris, verpleegkundige SPGD, AZ VUB D. Lauwaert, Hoofdvpk SPGD, AZ VUB J.P.A. Beullens, verpleegkundige Spoed/MUG , A.Z. St. MAARTEN - Mechelen
Onderkoeling bij traumapatiënten Lichaamstemperatuur als vitale functie. J. VAN DER DOES, L.J.C. BRANDON BRAVO, J.M. VAN LIESHOUT Ambulance, 2003, 4, 2 (10-13) Onderkoeling is een factor die bij traumapatiënten vaak onvoldoende aandacht krijgt. Binnen de systematiek van de Advanced Trauma Life Support (ATLS) neemt de inschatting en preventie van onderkoeling nochtans een duidelijke en belangrijke plaats in. De auteurs belichten even de fysica achter warmteverlies, de fysiologie van de warmtehuishouding van het menselijk lichaam Onderkoeling (door de auteur gedefinieerd als een lichaamstemperatuur lager dan 34° C) leidt tot een toename van de mortaliteit bij traumapatiënten: de mortaliteit zou bij onderkoeling rond de 50% liggen, terwijl de mortaliteit bij niet-onderkoelde traumapatiënten ongeveer 13% bedraagt. Het fenomeen dat hiervoor verantwoordelijk is, is beter bekend als ‘The bloody vicious cycle’ of ‘The triangle of death’. Onderkoeling leidt tot perifere vasoconstrictie, hetgeen leidt tot hypoperfusie en hypoxie. Dat leidt op zijn beurt tot een anaëroob metabolisme en acidose. Bij onderkoeling treedt er ook een aanzienlijke verlenging van de ‘Activated Partial Thromboplastin Time’ (APTT) op. Deze wordt bij labonderzoek zelfs niet tijdig onderkend, aangezien de labonderzoeken op 37° C worden uitgevoerd. Ook daalt het aantal en de activiteit van de bloedplaatjes bij onderkoeling. Eenmaal we de vijand kennen, komt het erop aan hem efficiënt te bestrijden: we moeten dus weten waar en wanneer hij bij voorkeur toeslaat. Afhankelijk van de geraadpleegde bron blijkt 17 tot 66% van de traumapatiënten al onderkoeld te zijn vooraleer ze het ziekenhuis bereiken. De beknelde patiënt staat er nog slechter voor: hij zal in 98% van de gevallen onderkoeld zijn bij aankomst in het ziekenhuis. Welke wapens hebben we ter beschikking? Eerst en vooral moeten we het verdere warmteverlies voorkomen: minimale ontkleding van de patiënt prehospitaal, afdekken met (isolatie)dekens en hot packs of elektrisch verwarmde dekens, verwijderen van natte kledij, gebruik van verwarmde infusievloeistoffen (37 tot 40° C) (==> infusie van 1 liter infuusvloeistof op 20° C leidt bij een lichaamsgewicht van 70 kg tot een daling van de lichaamstemperatuur van 0,3° C). Verder dient in het ziekenhuis de behandeling van hypothermie voorrang te krijgen op niet-levensredden106
Spoedgevallen JG 22 (2003) Nr. 4
de chirurgie. Onthoud uit dit artikel vooral dat onderkoeling, acidose en stollingsstoornissen (letterlijk) dooddoeners zijn voor de traumapatiënt! De keten van de hulpverlening is maar zo sterk als haar zwakste schakel: dit is a fortiori van toepassing op de behandeling van hypothermie bij traumaslachtoffers.
Nederlandse hulp in het buitenland. M. BAKS Alert, 2002, 9 (17) Onze noorderburen werken aan de oprichting van een eigen Urban Search And Rescue-team (USAR-team) dat bij rampen in binnen- en buitenland inzetbaar moet zijn. Frankrijk, Duitsland, Zwitserland en Zweden beschikken al enige tijd over dergelijke teams: op vraag van de Verenigde Naties besloot Nederland ook een eigen team op te richten. Een USAR-team is een autonoom functionerende eenheid die binnen de zes uur klaar is voor vertrek. Het beschikt over al het nodige personeel en materiaal om te kunnen werken zonder een belasting te vormen voor de lokale autoriteiten: zij staan bijvoorbeeld zelf in voor hun voedselvoorziening en huisvesting. Waarom een dergelijk team oprichten? Een geïntegreerd team dat gespecialiseerd en getraind is in werking onder rampomstandigheden heeft niet af te rekenen met de ‘klassieke’ problemen die steeds weer opduiken bij de samenwerking van verschillende diensten en disciplines onder rampomstandigheden: communicatie, coördinatie, bevoegdheidsconflicten, onvoldoende vertrouwdheid met elkaars kennis en kunde, ... Een goed functionerend team heeft daardoor al een voorsprong op de ‘andere diensten’ bij een daadwerkelijke inzet.
Subarachnoïdale bloeding: kliniek, diagnostiek en complicaties. H. LUSSEVELD Kritiek, 2003, 21, 2 (7-11) De titel laat weinig aan de verbeelding over. De auteur geeft een mooi overzichtelijk beeld van risicofactoren, kliniek, diagnostiek, pathofysiologie en complicaties van deze aandoening die 6 op 100.000 patiënten treft. Zowat de helft van deze patiënten overleeft niet, een vierde houdt er zware restletsels aan over.
Redenen te over dus om bedacht te zijn op deze potentieel levensbedreigende aandoening!
Kristalloïde of colloïdale infusievloeistoffen bij ernstig zieke patiënten. E. DE JONGHE Kritiek, 2002, 20, 6 (11-13) Dat intravasculaire hypovolemie behandeld kan worden door middel van infusievloeistoffen, dat weten we allemaal. Maar wanneer geven we welke infusievloeistof? Colloïdale vloeistoffen versus kristalloïde vloeistoffen: ze hebben elk hun eigenschappen, voor- en nadelen, kostprijs, enz... In dit overzichtelijke artikeltje zet de auteur, een internistintensivist, alles op bevattelijke wijze op een rijtje. Ook komt er een (beperkte) theoretische achtergrond aan te pas die de moeite van het doornemen zeker waard is.
Behandelingsmogelijkheden van een subarachnoïdale bloeding. B. SPEELBERG Kritiek, 2003, 21, 2 (18-21) Deze auteur brengt het logische vervolg op het verhaal van zijn collega enkele bladzijden eerder. De verschillende behandelingsmogelijkheden, de logica die erachter zit, de risico’s: ze worden achtereenvolgens onder de loep genomen. Bijkomende problemen als beademing, pijnbestrijding en elektrolytstoornissen krijgen eveneens de nodige aandacht. Dit is zeker aan te raden lectuur als je even je kennis m.b.t. de behandeling van een SAB wil recapituleren.
Gegevens blackbox als bewijs bij ongevallen. C. DAALHOF Incident, 2003, 3, 1 (16-17) De auteur pleit ervoor om alle prioritaire (hulpverlenings)voertuigen uit te rusten met een ‘blackbox’ die een aantal relevante gegevens registreert om bij ongevallen te helpen de aansprakelijkheid vast te stellen. Zo’n blackbox kan geprogrammeerd worden om een reeks parameters te registreren volgens de wensen van de gebruiker. De meest voorkomende opties zijn de volgende: - datum - begin- en eindtijd van een opdracht (interval van starten tot stilleggen motor) - voertuignummer en kenteken - chauffeursnummer en -naam - gereden kilometers - snelheid - gebruikte hulpmiddelen (zwaailichten, sirene, deur open/ dicht, ...) - toerentaloverschrijding - overmatig snel accelereren - hevig en overmatig remmen (bv.: ongeval of bijna ongeval)
- stilstaan met draaiende motor Een blackbox zou in ieder geval een extra bescherming van de bestuurder van een prioritair voertuig kunnen betekenen wanneer hij met zijn voertuig in een ongeval betrokken was. Al de geregistreerde gegevens kunnen dienen als objectieve gegevens om eventuele beweringen van een/de tegenpartij te weerleggen: zonder deze gegevens wordt het vaak een welles-nietes discussie. Ook voor de betrokken verzekeringsmaatschappijen zal dit het werk gemakkelijker maken.
The effect of hospital occupancy on emergency department length of stay and patient disposition Alan J Foster e.a. Acad Emerg Medic, feb 2003, Vol 10, No 2 “Overcrowding” op de Spoedgevallendienst (SPGD) is een fenomeen dat in de V.S.A. zeer ernstig is. Alhoewel algemeen wordt aangenomen dat het beddentekort in het ziekenhuis een belangrijke oorzaak is van het overgesatureerd zijn van de SPGD, toch is hierover weinig data bekend die dit aantonen. Er werd dus een studie uitgevoerd waarbij getracht werd het effect te beschrijven van de bedbezetting en de bedbeschikbaarheid van het ziekenhuis op de verblijfsduur van patienten op de SPGD die moeten gehospitaliseerd worden. Alle administratieve data van alle patienten, die zich aangeboden hadden op de SPGD tussen april 1993 en juni 1999, werden onderzocht. De dagelijkse bedbezetting van het ziekenhuis was 89,7 %. Dagelijks consulteerden gemiddeld 155 patienten de SPGD; 19 % hiervan werd gehospitaliseerd. De gemiddelde verblijfsduur voor gehospitaliseerde patienten op de SPGD was 5 uur 54 minuten. De dagelijkse verblijfsduur op de SPGD van gehospitaliseerde patienten steeg met 18 minuten wanneer er een absolute stijging was in bedbezetting met 10 %. Wanneer de bedbezetting in het ziekenhuis boven de 90 % steeg, bleek de verblijfsduur op de SPGD eveneens sterk te stijgen.
Practice management guidelines for geriatric trauma: the EAST practice management guidelines work group David G. Jacobs e.a. The Journal of Trauma, volume 54, number 2 In dit artikel wordt een zeer goed overzicht gegeven betreffende geriatrisch trauma. De werkgroep heeft als bedoeling de zorgverlener evidence-based richtlijnen voor te stellen die kunnen gebruikt worden als hulpmiddel bij de de benadering van een geriatrisch trauma.
Serendipitous findings from an Illinois ED nursing educational survey reflect a crisis in emergency nursing Vicky A. Keough e.a. Journal of Emergency Nursing, february 003, 29:1
Spoedgevallen JG 22 (2003) Nr. 4
107
In de VSA werd in de staat Illinois door de afdeling van ENA (Emergency Nursing Association) een enquête uitgevoerd om de nood aan bijscholing te kennen.Een vragenlijst, bestaande uit 31 vragen, werd opgestuurd naar 900 spoedgevallenverpleegkundigen. De vragenlijst handelde over de verschillende facetten van bijscholing binnen de sector. De laatste vraag echter ging over iets anders. Er werd immers gevraagd de 3 belangrijkste uitdagingen binnen de werksfeer voor ieder persoonlijk te formuleren. Uit de verschillende antwoorden op deze vraag bleek dat er heel wat frustraties leefden bij de spoedgevallenverpleegkundigen. De verpleegkundigen formuleerden 7 belangrijke topics die hen zorgen baarden: (1) onvoldoende en onervaren medewerkers, (2) meer verantwoordelijkheden, (3) gebrek aan administratieve ondersteuning, (4) gebrek aan waardering en beloningen om te blijven werken, (5) een lage moraal bij de staff, (6) de moeilijkheid om het evenwicht te vinden tussen familie en werk, (7) de stijging van het geweld op de Spoedgevallendienst. Het is belangrijk dat verpleegkundigen hun verzuchtingen omtrent hun werksfeer kunnen uiten. Het is dan ook belangrijk dat er geluisterd wordt naar hun frustraties. De opzet van de vragenlijst was weliswaar anders, maar toch moet er meer dan gewone aandacht besteed worden aan de antwoorden op de laatst geformuleerde vraag. Misschien moet hier in België eveneens een dergelijke enquête gehouden worden onder de verpleegkundigen. Een initiatief voor de Nationale Raad voor Verpleegkunde?
lyse aanwezig; bij 13 % was de hemolyse zo ernstig dat een nieuw bloedstaal diende te worden afgenomen. Bij de bloedafname via de katheter werd er significant meer hemolyse gevonden dan bij afname via de naald (20 % versus < 1 %). Wanneer een Vacutainer werd gebruikt bij de afname via de perifere katheter, was de hemolyse het grootst
Urgentiegeneeskunde en communicatie J.J. de Lange en J.J.L.M. Bierens (red.) ISBN 90-5383-843-0 Sinds zo’n 10 jaar is in Nederland de urgentiegeneeskunde enorm in de belangstelling gekomen. Hierdoor zijn er ook meerdere cursussen ingericht en diverse handleidingen samengesteld. Met de vijfdelige reeks Urgentiegeneeskunde voegt de VU uitgeverij een interessante cursusreeks toe aan de rij verschenen werken... Deze editie van Urgentiegeneeskunde behandeld alle aspecten van communicatie binnen de Urgentiegeneeskunde. Uiteraard worden er onderwerpen besproken die eerder op de Nederlandse werksituatie zijn toegespitst... wat niet wegneemt dat de basisinformatie bruikbaar blijft voor onze eigen Belgische situatie. Hier en daar moet de terminologie wat vertaald worden naar ons eigen “Vlaamse” vakjargon, maar dit is niet onoverkomelijk. Zo kan je bv. het systeem C2000 min of meer vergelijken met het ASTRID-gebeuren in België.
Evaluation of LUCAS, a new device for auto- Al bij al een interessante reeks die zeker bruikbaar is als matic mechanical compression and active handleiding voor diegenen die recent in de sector van de decompression resuscitation dringende hulpverlening aktief zijn geworden en een handig S. Steen e.a Resuscitation 55 (2002) 285-299
naslagwerk voor diegenen die al wat langer aktief zijn... Meer info?
LUCAS is een nieuw gas-aangedreven CPR-toestel dat automatische thoracale compressies en actieve decompressies uitvoert. Bij een artificieel thoracaal model werden de drukken en de flow gemeten. Het toestel werd ook reeds gebruikt in een experimentele fase bij 20 patienten. In een bepaald ziekenhuis, waar bij een patient met een witnessed asystolie de gewone manuele externe hartmassage faalde, kon met LUCAS na 3 minuten CPR een herstel van de spontane circulatie verkregen worden.
The effect of blood drawing techniques and equipment on the hemolysis of ED laboratory blood samples M.S. Grant e.a. Journal of Emergency Nursing 29:2 April 2002 Er werd een studie uitgevoerd om na te kijken welke factoren een invloed hebben op het voorkomen van hemolyse bij bloedstaalafname op de Spoedgevallendienst. Gedurende 19 dagen werden 454 representatieve bloedstalen verzameld. Bij 69 %werden de stalen afgenomen via de perifere IVkatheter en bij 31 % via een directe punctie met een IV naald. Bij 32 % van de stalen ws er enige vorm van hemo108
Spoedgevallen JG 22 (2003) Nr. 4
VU Uitgeverij De Boelelaan 1105 1081 HV Amsterdam Nederland
Functie Spoedgevallen ziekenhuis St-Trudo Sint Truiden naar nieuwbouw… Geert Berden, HVPK SPGD R.Z. Sint Trudo - Sint Truiden .
Na zowat 10 jaar voorbereidende werken was het dan zo ver, de functie spoedgevallen van het St-Trudo ziekenhuis uit Sint-Truiden kon in april intrek nemen in de nieuwbouw van het ziekenhuis.
3. Vier ruime opnameboxen spoed (iedere opvangruimte en brancard + bed spoed kan centraal gemonitord)
Het St-Trudo ziekenhuis is een landelijk gesitueerd ziekenhuis in de streek van Haspengouw, Zuid-Limburg. De sector bestrijkt tevens een gedeelte van Vlaams-Babant en de provincie Luik. Het ziekenhuis telt 317 acute bedden, op spoed worden jaarlijks zowat 14.500 patn. verwerkt. De nieuwe infrastructuur zal o.m. de opvang op spoed faciliteren door volgende voordelen: 1. Ruime garage, fungerend als garage voor de 1° zieken wagen 100 en de MUG-wagen, daarnaast kunnen er nog 2 ziekenwagens gelijktijdig overdekt aanrijden, op de wand werd een praktische wegenkaart voorzien.
4. Een ruime goed uitgeruste reanimatiezaal (ook voorzien van fluid-warmers, thermisch deken e.a.)
2. Een architectonisch concept dat erg huiselijk is van sfeer en weinig ziekenhuis-specifiek (van links naar rechts: het centrale onthaal, desk spoed en onderaan de desk hospitalisatie-spoed) 5. Erg kindvriendelijke opvangruimte spoed: niet enkel voorzien pediatrische materialensets maar ook video en tv, een onderzoekstafel in de vorm van een vliegtuigje (eletronisch hoog/laag verstelbaar en verrijdbaar)
Spoedgevallen JG 22 (2003) Nr. 4
109
6. Een mobiele intensieve zorgen toren voor de opvang van bijkomende ernstige zorgpatiënten.: deze toren met het voornaamste reanimatiemateriaal (o.m. monito ring, defib, intubatie, beademing, spuitpomp, capnome trie) kan vlot verplaatsbaar bijgeschoven in de opvang ruimte (andere dan IZ opvangruimtes) waar de kritieke patiënt geïnstalleerd werd.
9. Voorziening van een brandwondenbrancard (waarvoor een aansluiting met thermo-regulatie en afloop voorzien in een aantal spoedzalen)
10. 24 u verblijfsruimte intensieve zorgen patn.
7. Fast track: het architectonisch concept spoed werd zo voorzien dat de gipsruimte, hechtingszaal en één van de wachtzalen direct op elkaar aansluiten, in een uitloopzone van de spoed waarbij een groot aanbod van ambulante trauma-patiënten vlot kan afgeleid en opgevangen vanuit deze ruimten.
11. 24 u hospitalisatiekamers
8. Een overzichtelijk dispatchbord (vnl. bijgehouden door de dispatchverpleegkundige., verpleegkundige van per manentie spoed) 12. psychiatrische isolatiecel (bij effectieve isolatie wordt het meubilair uit de kamer gehaald, de ruimte is voor zien van camera-bewaking, specifieke registratie en procedures voor isolatie werd uitgewerkt)
110
Spoedgevallen JG 22 (2003) Nr. 4
13. Tevens werd bij deze gelegenheid het gebruik en de pro tocollering (staande orders) afgerond voor het gebruik van semi-automatische defibrillatoren voor verpleegkundigen op risicodiensten (spoed, cardiologie)
Vliegende “MUG” Patrick Dagnelie hvpk spoedgevallen - MUG Campus O.L.V.Middelares – Deurne
Eind maart kregen de algemene en medische directies van de ziekenhuizen, als medisch en verpleegkundig diensthoofd van de spoedgevallen een uitnodiging voor op donderdag 24 april aanwezig te zijn bij de officiële presentatie met receptie bij Vandeputte Medical in Boechout. Op de luchthaven van Deurne staat een medische helikopter startklaar. Hij wordt in eerste instantie niet gebruikt om naar een ongeval te gaan en mensen naar het ziekenhuis te vliegen. De helikopter zal vooral gebruikt worden voor levensreddende als geplande secundaire transporten van de ene ziekenhuis naar de andere: 7 dagen op 7, voor zover de meteorologische omstandigheden het toelaten en zal vliegen onder de koepel van de vzw Belgian Air Ambulance. Die vzw zorgt voor piloten én voor permanentie van verpleegkundigen met ervaring in spoedgevallen of intensieve diensten. De medische helikopter vliegt wél voor de zogeheten secundaire transporten zoals voor mensen die brandwonden opliepen en de eerste zorgen kregen toegediend in een niet-gespecialiseerd hospitaal. Andere opdrachten zijn mogelijk voor de afdelingen neonatologie, cardiologie, organentransport en zuurstoftherapie. Omdat de helikoter deel uit maakt van een onafhankelijke vzw, kan het afgehuurd worden door alle ziekenhuizen. Er wordt voorlopig nog geen primaire opdrachten uitgevoerd, tenzij op uitdrukkelijke vraag van hulpcentrum 100. Desgevraagd kan het ook meewerken aan het rampenplan. Het betreft een toestel van het type McDonell Douglas MD900. Door zijn medische configuratie (met onder meer een Siemens 300 respirator, Propaq hartmonitor en Zoll defibrillator, Alaris spuitpompen) is het toestel geschikt voor het transport van alle kritiek zieke patiënten (inclusief prematuren). De standaard bemanning bestaat uit een piloot en flight nurse. het medisch team zal voorzien worden door het ziekenhuis zelf en is samengesteld uit ofwel een arts, ofwel een arts en een verpleegkundige.
Bij het oproepen hanteert de vzw een vast werkwijze. Er zijn twee mogelijke scenario’s: ofwel is de patiënt (of een naast familielid) in staat om een formulier (= informed consent) te ondertekenen waarin hij toestemming geeft voor het helikoptertransport en waarbij de urgentiearts tekent voor het urgente karakter van het transport, waarna de facturatie naar de patiënt zal worden toegestuurd. Ofwel is het aanvragende ziekenhuis bereid om zijn akkoord te geven voor het transport evenzeer met ondertekening van de urgentiearts voor wat de hoogdringendheid betreft. Wanneer zij de nodige gegevens ontvangen hebben, kan er onmiddellijk een prijs doorgegeven worden en kan de helikopter binnen de twee minuten opstijgen. Enkele voordelen Helikopter transport is sneller; vermindering van aantal ligdagen, inkorten van de duur van revalidatie Onafhankelijk transportvector die binnen de 2 minuten inzetbaar is. Ontlasting van MUG teams en de 100 diensten voor het uitvoeren van secundaire transporten. Ongevoeligheid voor de files en de verkeersproblematiek waaraan de grondvector onderhevig is. snelle bedekking van heel België voor secundaire, cardio, neonatale en pediatrische transporten. MAAR de kostprijs en de meteorologische omstandigheden… zie ook artikel: Transport van kritieke zieke patiënten dient te gebeuren met een sanitaire helikopter? (tijdschrift VVVS jaargang 21 nr 5 vanaf blz 113) oproepnummers: 03/230 71 78 of
0473/ 92 83 11
contact helishuttle:
[email protected] www.helishuttle.com
[email protected] bibliografie: titel komt uit de regionale krant: de streekkrant van mei 2003 infobrochure van vzw Belgian Air Ambulance
Spoedgevallen JG 22 (2003) Nr. 4
111
Silvert A4 Quadri
Silvert A4 Quadri
Verslag congres VVVS 2003
Floreal Club Blankenbergen
“Het leven zoals het is… op spoedgevallen” Workshops woensdag 15 oktober (volboekt: 150-tal aanwezigen) 1. Praktische opvang van een polytraumapatiënt (Dr. Lieven Vergote – ASZ Aalst) Vertrekkende vanuit een polytrauma casus worden, via voornamelijk interviewgesprek en doceren, de voornaamste aandachtspunten en (nieuwe) trends benadrukt. Accentueren van het probleem veiligheid, heel in het bijzonder hierbij - de (correcte) opstelling hulpvoertuigen … - interventiekleding (herkenbaarheid functies) Communicatie, overleg: hoogste brandweer-officier ter plaatse maar ook (belangrijk) om als medisch betrokken diensten ‘vooraf’ afspraken te maken en te communiceren (familiariseren). Snelle evaluatie, ABC, met benadrukken om het aspect cervical spine te integreren in de ademhalingsweg-zorg (dus eigenlijk (b)AcBC) . Luchtweg (Airway / ademhalingsweg) en ademhaling (Breathing / beademing): - spreker accentueert de noodzaak van ‘(werk)dagelijkse’ ervaring ook bij intuberen (modale Belgische spoed en/of MUG-arts ?) - jaw thrust - halskraag: Stifneck (probleem van vergeten dicht klikken) - nasofaryngeale canule: weinig gebruikt (maat = pink, sluitspeld, portex vb., problemen: * binnen floepen * bloeding * beveiliging onderste luchtwegen * kwetsuren (lubrificeren - orofaryngeale canule: (maatname, techniek, trismus-zekerheid, braakrefelex, kwetsuren, bescherming diepere luchtwegen) - zuurstof: masker met zak 15’ (steeds) (hypoxie vs. hypercapnie) - bevrijding - intuberen vanaf gcs 7 of ter beveiliging van de luchtwegen (praktijk Belgische MUGs… ? ); veneuze toegangsweg (centr. vs. perifeer (voor keur) dikke cath. in elleboogvene, ev. jugularis 114
Spoedgevallen JG 22 (2003) Nr. 4
ext.), rapid sequence induction, verschillende soorten luchtwegbeveiliging, centr. ven. cath. via femoralis ? o.w.v. bereikbaarheid); ETT, LMA, combitube (vooraf materiaal-controle) - larynxmasker: snel en éénvoudig, géén degelijke onderste luchtweg-beveiliging, lekkende cuffs (waardoor geen hoge druk ventilatie mogelijk), niet doorheen aspireren - combitube: ook blind, beschermt tegen aspiratie (!), ook bruikbaar voor hoge inspiratiedrukken, maar 2 maten beschikbaar, single use, hoge kostprijs (200 €), risico bij slokdarm-positionering en risico slokdarm-ruptuur; welk lumen ventileren (na 2 cuffs opgeblazen te hebben), probleem beide lumen in één tak - ET: beste standaard, beste bescherming, hoge inspiratoire drukken, moeilijk door laryngoscopie (directe visualisatie) - bemoeilijkte intubatie bij halskraag (kinstuk-probleem, manuele fixatie tijdens intubatie (niet trekken voor luxatie-probl.), niet nuchter: crash (sellick), sniffing position, tip van de pink-trek in de rechter mondhoek, binnen de 30 sec. intuberen (intubator tijdens zelf inhouden ademen; ausculteren linker en rechter long mid. oksel, maagcontrole / auscultatie (epigastrium) als eerste) - Co2-detectie (zo geen metabolisme, cola gedronken => vals positief); belang oesofageal detector device - Beschrijving Sellick maneuver: verhindert regurgitatie, stoppen bij actief braken (zo niet riskeer je een slokdarm-scheur te veroorzaken), stop op vraag intubator - vooraf siliconiseren mandrain - Rapid sequence induction: ten velde snel onder alg. anesthesie te brengen en te intuberen, vb. etomidaat | succinylcholine, (hypnomidate en myoplegine) (hypnomidate kan trismus induceren) belang van product dat hemodynamisch stabiliseert (geen Diprivan of Fenta bij hypotensie) en snel en kortwerkend (spierverslappend), liever niet direct starten met Pavulon of Esmeron. Geen myo bij brandwondepatiënten., ook iet bij crush-fenomeen, ook liefst niet bij neurotrauma (toch is dit laatste is relatief) - na intubatie definitieve sedatie - herevaluatie (herausculteren, hartritme) - wist je dat een Oxylog 1L/min. verbruikt voor pneumatische aandrijving (+ probleem van pneu matische aandrijving bij een lagere flesdruk…) - probleem (spannings-)pneumothorax: na intubatie, ademgeruis daalt, hypotensie, shif-
ting van de trachea, gestuwdejugulairen, thoraxasymmetrie, diagnostische bevestiging d.m.v. naald (is geen behandeling, is een valse veiligheid) (2° intercostaal midclaviculair (bovenkant rib steken); thx.-drain en heimlich; alternatief van een thx-gat (van een mes) te maken in de thx. (5° intercostaal ruimte mid axillair). Tellen ribben t.h.v. sternum aanvatten, drain van ch 28 – 32,0 afsluiten met Heimlich. Circulatie: - probleem hypovolemie en harttamponade - to fill or not to fill… ? zeker actueel meer en meer controversieel: probleem stolling en dilutie geleidelijk aan meer en meer reservatie hieromtrent (ontegensprekelijk… ?), overmatig vullen is slecht voor polytrauma-patn. reflectie prikken tijdens rijden en t.p. geen tijd verliezen ? Evacuatie naar het ziekenhuis: (welk ziekenhuis => elk ziekenhuis (met gespecialiseerde spoed)… ?) meer info: http://www.trauma.org
Bij vrijstelling aan de lucht versnelt de bloedstelping waarna klontervorming en fibrine netwerk om tot slot littekenvorming tegen te komen. Traumatische wonden: naar etiologie: mechanische wonden, thermisch, elec triciteitswonden, chemische wonden, stralingsletsels zuivere vs. vuile wonden - Zuivere wonden: rechtlijnig, niet gecontamineerd, minder dan 6 uur oud, oorzaak van laagenergetisch trauma. - Vuile wonden: verhakkeld, gecontamineerd, ouder dan 12u, meestal veroorzaakt door hoog energetisch trauma. Wondbehandeling: Kadering niet-levensbedreigende situering, gepaste prioriteiten-stelling. Belang van een goede anamnese: hoe is de wonde ontstaan, graag energie, hoeveel letsels, mogelijke contaminatie, andere aandoeningen, medicatiegebruik (bvb. bloedverdunners). Skelet, algemene principes: 1. Bloedtoevoer controleren (beschadiging bloedvaten, afknellen)
2. Debridement: belang wordt sterk geaccentueerd, betreft 2. Wondzorg op spoedgevallen (Dhr. Meuleneire AZ St. Elisabeth Zottegem en het verwijderen van weefsels, gecontamineerd met vreemde stoffen en bacteriën; verwijderen van gedevitaliseerd weefDhr. Leysen AZ Imelda Bonheiden) sel met infectie-risico
In de spoedgevallenpraktijk (acute wondzorg) nuanceren we toch wel een aantal aanzienlijke verschilpunten in vergelijking met de chronische wondzorg. Het trauma is (veelal) nog maar recent opgetreden, het verloop van heling zal ook meestal onbelast en vlot kunnen gebeuren (week tot 14 dagen). Niettegenstaande is het belangrijk goede wondzorg op te starten teneinde chronische wondvorming te voorkomen. Op spoed is het vooral belangrijk om hemostasis en inflammatie op te vangen.
3. Irrigeren: gaat op spoed te weinig gebeuren… ? Voor verwijderen van contaminanten, bloedklonters, liefst geen manuele scrubbing (geeft lokaal weefseloedeem waarddor verminderde weerstand), grondige reiniging met water en zeep, douchesproeiers (koppen regelmatig vervangen), fysiologische of Ringer 4. Exploratie: Bepalen van gedevitaliseerd weefsel, nagaan of wonde voldoende gereinigd werd, schade van diepere structuren bepalen, klein trauma met zuivere wond => onmiddellijk herstel; groot trauma => later herstellen 5. Ontsmetten: Zeker bij vuile wonde, bij tekenen van infectie, verminderde immunologische toestand, bij straatwonden bij voorkeur zuurstofwater (tetanus), liefst geen combinaties van antiseptica, kies breed spectrum (zo nodig)(eosine => no more indications…, contra-indicatie gezien droog klimaat; enkel nog goed voor bodypainting)
Vasculaire respons op spoed: Het verschijnsel van huidbeschadiging mt bloeding waarop vasoconstrictie zich voordoet (ter bescherming).
6. AB en Tetanus: - AB: bij zware contaminatie en verminderde weerstand, vervangt geen reiniging en debridement - Tetanus: status peilen en ev. booster, globulines 7. Wondsluiting: Spoedgevallen JG 22 (2003) Nr. 4
115
- primair - secundair 8. Verbandkeuze op spoed: - passieve verbanden: absorberend, geïmpregneerde gazen: vetgaas (te bannen enigszins), Adaptic en Atrauman (genieten voorkeur op spoed ?, kunnen 2 tot 3 dagen t.p. blijven), Jaloplast, Isobetadine Tulle, Braunol Tulle, Inadine - actieve verbanden: hydrogels, hydrocolloïd, siliconeverband e.a. - fixatiemateriaal: zwachtels Een interessante (meer dan de moeite waard) aanpak van het probleem van Skin tears (type 1) (protocol wondzorg St-Elisabeth ziekenhuis Zottegem): Het gaat dus over huid’scheuren’. Dit vnl. bij oudere patiënten, verouderde huid. Locatie
: armen en benen
Oorzaak : schuifkracht en frictie. Klassificatie : - type 1 (scheur zonder verdwenen opperhuid meest voorkomend (76%), belang om de flap terug te plaatsen (zo mogelijk), Mepitel 7 dagen (secundaire verband type Melolin, ETE bovenop hetgeen dagelijks vervangen). Resultaat met gewoon vetverband gebruik => sterk problematisch - type 2 (met gedeelte verdwenen huid) - type 3 (volledige huidflap weg) Accent op vochtige wondheling (zonder het kletsnat te maken..). Verder werden een aantal concrete casussen overlopen: schotwonden, schaafwonden, brandwonden, honden- en paarden- beet e.a.. In de rand hierbij een aantal (erg) interessante reflecties: - Hydrocolloïd pasta: 1/3 mag slechts van de wondbodem bedekt - Hydrocolloïd-verband (transparantverband als eindverband of als transparantverband uitvoering, dunne plaat) - Schuimverband, Tielle, Comfeel transparant, Alginaten, poly-acrylaat, Cavilon spray, wondreiniger, Flammigel - Purilon Gel met bedekkend hydrocolloïdverband (tot koffie met melk) - Gebruik van V.A.C.-systeem als high-tec hulpmiddel (vacuüm, negatieve druk applicatie) - Kostenfactor - Voedingstoestand - Probleem wondopvolging (voor spoed beperktheid in feedback nadien, beschikbaarheid verpleegkundig wondzorgspecialist in het ziekenhuis en daarbuiten). Samenvattend kunnen (ook) volgende verbandmaterialen 116
Spoedgevallen JG 22 (2003) Nr. 4
toch wel geadviseerd naar spoed: wondreiniger transparantverbanden niet verklevende compressen hydrocolloïdverbanden hydrogel degelijk vetverband (Mepitel, PvP vetverband)
3. Til- en verplaatsingstechnieken voor urgentieteams (Spoedgevallenteam UZ Gent) Rugklachten komen bij 70 % van de gezondheidswerkers voor ( in verschillende gradaties ) in de loop van hun loopbaan. Dit zal voor de werknemer leiden tot : - verlies van werkdagen - verlies van inkomsten - eventueel ziekenhuisopname enz. Voor de organisatie betekent dit: - financieel verlies - verhoogde werkdruk bij de collega’s Rugklachten ontstaan ook niet enkel op het werk. Ze kunnen ook optreden tijdens thuisactiviteiten, tijdens het uitoefenen van sport, in de vrije tijd, enz. Vandaar dat rughygiëne 24 u op 24 u onder de aandacht moet staan. De wetgeving zegt dat iedere werknemer die manueel lasten hanteert een opleiding zou moeten krijgen inzake rugklachtenpreventie. Dit is uiteraard een zeer rekbaar gegeven. Wanneer men in een instelling een rugklachtenpreventie beleid wil invoeren dan moet er een grondige analyse gebeuren wie welke opleiding moet krijgen, hoeveel tijd men daarin wenst te investeren, hoe de follow-up zal gebeuren, welke hulpmiddelen er moeten aangeschaft worden, welke budgetten daar voor vrijgemaakt worden en dergelijke. Het is al snel duidelijk dat niet elke organisatie daarin wil investeren daar het zeer moeilijk te bewijzen is of rugklachten nu net op het werk ontstaan zijn, dan wel tijdens de “ vrije tijd “. In het UZ Gent is men reeds sinds meer dan 15 jaar bezig met rugklachtenpreventie. Men heeft reeds meer dan 1000 werknemers opgeleid ( basisopleiding van 24u per persoon en jaarlijkse follow-up op de afdeling ). Daarnaast is er een aankoopbeleid rond het aanschaffen van hulpmiddelen, en worden daar de nodige budgetten voor vrijgemaakt. In het UZ Gent worden voornamelijk opleidingen op maat ontwikkeld zoals de opleiding “ Rugklachtenpreventie voor urgentieteams “. Er is zelfs een tweede manutentieteam opgericht die specifieke opleidingen ontwikkeld voor de technische diensten. Het manutentieteam heeft ook een adviserende functie bij de cel “ preventie en bescherming op het werk “ en geeft adviezen rond ergonomie, aankoop en uittesten van hulpmiddelen, inrichten van de werkpost enz.
Het rugklachtenpreventiebeleid op de spoedgevallendienst is ontstaan door het feit dat de urgentieteams met andere problemen en moeilijkheden geconfronteerd worden inzake rugbelasting, dan op een doorsnee hospitalisatie afdeling. Men werkt meer rugbelastend omdat men vaak in ongunstige omstandigheden werkt ( extra muraal ). Daarnaast beschikt men ook niet altijd over de gepaste hupmiddelen. Kortom in de urgente sector zal men meer moeten tillen dan gewoonlijk.
boek intranet waar de technieken uitvoerig werden besproken (zowel tekst als foto’s), en infobrochures voor de ouders konden afgeprint worden i.v.m. voedingsproblemen, wat te doen bij koorts,…
Vandaar dat specifieke technieken ontwikkeld zijn en gebruikt gemaakt wordt van specifieke tilhulpmiddelen. In een korte theoretische uiteenzetting worden een aantal basishoudingen getoond, daarnaast ook de basisprincipes waarop het rugklachtenpreventiebeleid gesteund is. Tenslotte worden ook nog de hulpmiddelen getoond die kunnen gebruikt worden. Een aantal van de technieken worden samen met een aantal hulpmiddelen gedemonstreerd. De deelnemers van de workshop krijgen ook de gelegenheid om zelf onder begeleiding een aantal technieken uit te voeren.
5. Posttraumatische opvang van de hulpverlener (Fons Renders CGG) Het is in dit korte tijdsbestek niet mogelijk om alles te tonen maar enkel de deelnemers bewust te maken dat er wel degelijk technieken bestaan om op een rugvriendelijke manier te werken in de dringende medische hulpverlening.
4.Skill Lab reanimatietechnieken PALS (Spoedgevallenteam AZ VUB Jette) Volgende onderwerpen werden belicht: BLS baby en kind, intra-osseuse naald en informatie voor ouders op intranet. Wat opviel was dat de praktische beheersing van de BLStechnieken regelmatig te wensen over laat. Bij de uiteenzetting over de intra-osseuse naalden was de meest gestelde vraag, of het plaatsen van intra-osseuse naalden door verpleegkundigen mag worden gedaan. Het plaatsen van IO naalden is een medische handeling. Bij het plaatsen van IO moet men zo steriel mogelijk te werk gaan m.a.w.: degelijke ontsmetting met isobetadine-dermicum en gebruik van steriele handschoenen. Zo kan men complicaties (osteomeylitis) reduceren (voorzie beide hulpmiddelen samen in de MUG). Tevens werd er info verstrekt rond (een) intranet procedure-
Bij urgentieverpleegkundigen is er een duidelijke behoefte (na ingrijpende gebeurtenissen) aan degelijk Critical Incident Stress Management (CISM). Ziekenhuizen e.a. diensten hebben de verantwoordelijkheid hierop een adequaat antwoord te bieden. Het hoort hierbij te gaan om een preventieve psychosociale politiek om acute stressreacties bij urgentieverpleegkundigen op te vangen en de kans op latere traumatische stress te verminderen.. Vooral volgende situaties worden als ingrijpend, met een traumatisch potentieel, ervaren: - confrontatie met de dood - incidenten waarbij collegae betrokken zijn - waar kinderen slachtoffer zijn - gerichte agressie. 3 niveau ’s van stressreacties: basisstress, cumulatieve stress en traumatische stress. Methoden die gebruikt worden binnen CISM: - zelfhulp - collea-hulp - team-interventies - ondersteuning door directe leidinggevenden - gespecialiseerde tussenkomst (waaronder defusing, critical incident stress debriefing). Spoedgevallen JG 22 (2003) Nr. 4
117
Symposium Donderdag 16 oktober (450-tal aanwezigen) (moderatoren: Dhr. Bylemans, AZ Middelheim Antwerpen en Mevr. Claesen AZ Virga Jesse Hasselt):
1. Nieuwe trends in de spoedgevallenzorg (Prof. Calle UZ Gent) Rode draad in het verhaal situering rond de toenemende complexiteit in de besluitvorming: - wetenschappelijke gegevens en evidence based geneeskunde - opleidings- en ervaringsniveau hukpverleners - aansprakelijkheidsproblematiek - technische ondersteuning - organisatorische aspecten - wettelijke bepalingen - financiële aspecten - intercollegiale relatie. Hoger beschreven model toegepast op reperfusie-problematiek van ischemisch hartlijden (met st-optrekking) resulteert in o.m. volgende gegevens: - primaire PTCA (betere uitkomst beter dan throm bolyse préhospitaal en deze op spoed) - préhospitaal thrombolyse (1 extra overlever op 62 behandelingen) - primaire PTCA is beter dan trombolyse in ontvangend ZH (direct overbrengen naar cath-lab ZH… ) Praktische problematiek dienaangaande: - 12-afleidings ecg beschikbaar op MUG (50 % heeft dit actueel niet in Vlaanderen; alternatief datatransmissie) - kennis (arts indicaties en contra) - akkoord familie - financiering - voldoende MUG-dekking in regio ? - kwaliteit/capaciteit van dienst voor interventionele cardiologie - attitude van behandelend cardioloog / cardioloog uit eigen ziekenhuis Of doen wij niet wat wetenschappelijk geïndiceerd is… ? Praktisch vb. MUG- interventie (UZ Gent) - werkwijze: klinisch vermoeden diagnose AMI (geen 12 afl. ecg beschikbaar), vroegtijdige alarmering ontvangend ZH, adequate monitoring en supportieve therapie, reperfusiestrategie van ontvangend ZH - motivatie: primaire PTCA in eigen huis als voorkeursbehan deling, relatie met omgeving (patiënt – familie – andere ziekenhuizen) niet belasten, korte transporttijden, capaciteitsproblemen hartbewakings118
Spoedgevallen JG 22 (2003) Nr. 4
diensten, géén préhospitaalthrombolyse om reden van problematische haalbaarheid naar artsen MUG Ideaal scenario op spoed: snelle diagnose en medisch begeleid transfert naar dichtstbijzijnde ZH met interventionele cardiologie… (eventueel achteraf post-interventioneel pat. terug naar verwijzend ZH) Probleem opleidings- en ervaringsniveau van MUG-artsen en permanentieartsen (is een grote variabele, erg heterogene groep). Financiële aspect: elke AMI-pat. verhoogt de omzet (is een te respecteren realiteit), de kostprijs van een MUG-rit is onafhankelijk van de tijdsduur (tijdsbelastend van transfert naar andere ZHn), verhogen kwaliteit impliceert geen hogere inkomsten, moeilijk financieel kader voor interhospitaal-vervoer. In de rand: - problematiek ziekenwagen-beschikbaarheid (als ZH géén ziekenwagen heeft…): voertuigbeschikbaarheid, personeelstaffing - patiëntenrechten - relatie huisartsen, andere ZHn. Besluit: Veel onzekerheden (en graag ook wat meer respect voor ook de artsen)… .
2. Eerste hulpverlening bij verloskundige noodsituaties (Dhr. Peeters praktijklector KHK Lier) Omschrijving van het begrip spoedbevalling: ontsluitingstijd. Situering van een stortgeboorte (die zeer snel gaat, te nuanceren van een spoedbevalling). Uitdieping in de lezing van de normale bevalling. Belang van dit te kaderen in een veelal prettige gebeurtenis en ook oog hebben voor de mannen. 85 % procent van de wereldbevolking bevalt zonder medische hulp. Tekenen die de bevalling aankondigen: - persweeën (onbedwingbaar) - overvloedig tekenen (meer slijmerig bloed) - welven van perineum (boebel zichtbaar…) - ‘pinken’ van de aars (openen en sluiten van deze). Elk van de vier tekenen kan best het besluit induceren om MUG-interventie te verzekeren, rust brengen en t.p. laten bevallen. Belang om een bevalling bij voorkeur of thuis of in het ZH te laten verlopen. Hierbij heeft ziekenwagen en MUG –personeel belangrijke inschattingstaak (die hopelijk goed verloopt). Geruststellend: veelal is een spoedbevalling een goed ver-
lopende bevalling. Installatie van de barende in houding: - bescherming van bed en grond (lakens en plastic zeil) - halfzittend met de benen opgetrokken (kussens achter rug met echtgenote erbij, op de zijkant van het bed, dwars). Wenselijke inhoud partusset: grote compres, navelklemmen (veters als alternatief), (ster). schaar, mondafzuigcathetertje, handdoeken, nierbekken, kom voor (lauw) water, aluminium mater… . Niet vergeten: zuurstof. Infuus ? Mag (maar moet niet ?) Medicatie ? (veelal niet nodig, v. Methergine). De spoedbevalling zelf: Een spoedbevalling niet vergelijken met je eigen (normale) bevalling! - perstechniek: daarbij persweeën laten bedwingen (men mag als spoedbevallende lawaai maken tijdens persen met open glottis) - steunen perineum, vertragen van de bevalling (zachtjes met doekje tegen houden, zonder terug te duwen) - “niet”: * voelen in vagina als onervaren hulpverlener * inknippen * aan hoofdje draaien - navelklemmen en knippen. - placenta mag blijven zitten tot na transfert naar materniteit - kijk naar het geboorte-uur. ’t zag er tijdens het referaat uit alsof er niks aan was… ‘
3. De pediatrische urgentie (Dhr. Van De Heyning AZ St. Vincentius A’pen) De gestructureerde aanpak van een pediatrische urgenties ! Slechte resultaten van pediatrische reanimatie t.g.v. zware belasting in fase voor stilstand => enorm belang van vroegtijdige anticipatie in behandeling. Primaire benadering: 1. Bewustzijnsgraad bepaling: aanspreken, prikkelen 2. Airway: - baby: neutrale houding - kind: sniffing positie (iets naar achter) - aandacht cervical spine (jaw thrust, géén hyperextensie) - vingerveeg is gevaarlijk bij kinderen (bvb. spasmen) - bij aspiratie: mogelijkheid pediatrische yankauer - mayo ter discussie (globaal) maar toch nuttig bij kleine kinderen gezien proproties van de tong
(maten 00 – 0 – 1 – 2 – 3 etc.) => nuttig bij kinderen - advanced airway support: * gebruik kapje * probleem intubatie bij kinderen (onder 8 jaar zogenaamde ongecuffte tubes) * maat: - (leeftijd delen door 4) + 4 - pink-truk - laryngoscoop: voorkeur arts, recht blad (?) - belang controle tube - alternatief larynxmaskers - zuurstof voor en na intubatie - 14 G cath. als hulpmiddel nood tracheo 3. Beademing ? Controle ademhaling gedurende max. 10 seconden. Evalueer AH: - arbeid - effectiviteit - effecten (uitputting als preterminaal teken en ballon voorzien… ) Pediatrische aanpassing monitoring, saturatie. Ballon-beademing: de neonatale ballon wordt verlaten in de nieuwe richtlijnen !(om reden van te beperkt tidal volume in vgl. met minimale insufflatie-tijd 4. Circulatie: Hartritme, Capillary Refill (5 sec. duwen, in 2 sec. Reperfusie), BD, temp.. Intra-osseuse toegang (ook bij ouder dan 6 jaar) in reanimaties Defib. 2 – 2 – 4 (per kg. lich. gew.) Medicatie 5. Disability: Wapa als snel medium, nadien ter verfijning GCS. Houding van het kind (decerebratie ?), pupillen, AHpatroon.
4. Boel op spoed (Dhr. Van De Gught en Dhr. Van der Auwera AZ VUB Jette) Een toenemend probleem op spoed ? Beleid, structuur, protocol: Worden hieromtrent meer en meer belangrijker ter implementatie => werk maken van een agressiebeleid: - willen: probleembevestiging - weten: registreren en situeren - wegen: protocol en meldpunt - werken: attitude - waken. Belang van de instellingscultuur hiervoor: loyaal (men moet ‘mogen’ hulp vragen), duidelijk (procedure beschikbaarheid en ruimte voor overleg), invloed (inspraak en professionalisering), veiligheid (in toenemende aandacht). Belang van een beknopt, gemakkelijk en hanteerbaar protocol met bijhorende training (en poster), referentiepersonen / Spoedgevallen JG 22 (2003) Nr. 4
119
cel voor follow up. Soorten agressie: telefonisch, schriftelijk, verbaal, fysisch. Afspraken rond klachten-behandeling, schadeclaiming, politionele ondersteuning, afronding, opvang van slachtoffers en omgeving én daders. Classificatie van agressie voorvallen: licht, zwaar, extreem (probleem vertrouwen en gewenning). ‘Inpraten’, als belangrijke eerste stap: Voordien belangrijk om inzicht te hebben in het agressieverloop: 1. opstart-fase 2. escalatie fase 3. agressie, incident : bio-hazard… belang (eigen) veiligheid, weglopen mag in deze fase… 4. cooling down (gevaar voor heropleving) 5. terugslag fase (bij zowel hulpverlener als slachtoffer).
* collaps * dyspnoe * thoraxpijn * ritmestoornissen - Valpartijen en gevolgen * snijwonden * commoties * heupletsels - Acute Infecties * urinair * pneumonie * intra-abdominaal * problematiek (des/re)hydratatie - Acute Verwardheid en Agitatie - Abdominale pijn en functionele Spijsverteringsstoornissen Concrete aanpak op spoed:
Oorzakelijke vormen van geweld: 1. psychopathologisch (vaak te beantwoorden met medica tie en fixatie) 2. instrumenteel (chantage om vlotter geholpen te worden; hierbij de veroorzaker confronteren met nultollerantie) 3. frustratie (frequentst, de-escaleren), ongewenste intimiteiten (confronteren nultolerantie). Actieplan: Controle van eigen angst en woede (voldoende kordaat) => inschatten situatie => keuze strategie. (link ombudsfunctie en vertrouwenspersoon)
5. Benadering van de geriatrische patiënt Dr. Van Slembroeck St. Elisabeth Zottegem) Ook met de geriatrische patn. worden we in toenemende mate geconfronteerd op spoedgevallen. 15% van de spoedpatn. zijn ouder dan 75 jaar, hiervan wordt ¾ gehospitaliseerd (hieronder weinig nutteloze aanmeldingen). Wat is ? (geen strikte leeftijds-categorisering) - verminderde homeostase - multipele / chronische pathologie - bedreigde vitaliteit - risico ’s van polypharmacie - gewijzigde presentatie en verloop - somato-psychosociale verwevenheid. Het geriatrisch model: - het ‘verzorgingsmodel’ vs. de ‘medische verbe tenheid’ (aandacht voor kwaliteit van leven) - tussenliggende optie is de beste! - stellingname gebeurt vaak op spoed… belang van gepaste aandacht op spoed (oud maar niet out op spoed) Vaak voorkomende geriatrische pathologie: - Cardiorespiratoire urgenties * stilstand 120
Spoedgevallen JG 22 (2003) Nr. 4
Onderscheid verzwakte patiënt vs. niet-verzwakte patiënt, vermogen tot herstel, algemene toestand en voorgeschiedenis ? ‘Globaal levensproject’: Elke patiënt beantwoordende aan de geriatrische criteria dient in overleg met betrokkenen (pat. en/of directe omgeving en huisarts), waaruit gegevens naar: - (vooraf) overwegen en beslissen rond reanimatievragen, verblijf op iz, beleid naar dringende heelkunde, afspraken naar hospitalisatie. Dit sowieso binnen de 24u na aanmelding op spoed, opname in ZH (vervolgverhaal ook naar DNR/NTR beleid en duidelijkheid hieromtrent, classificatie van deze). - Criteria: * mening patiënt en familie * co-morbiditeit * levenskwaliteit * belang van noodzaak van therapie * literatuurgegevens. Verpleegkundige aandachtspunten: - Een oudere paiënt is niet steeds geriatrisch en omgekeerd, gebrek aan ‘ernstige’ symptomen is geen synoniem met niet ziek zijn - Correct handelen - Alarmsymptomen (vb. sufheid) - Evenredig recht van behandeling, informatie (ook op spoed !). Belang van het ook structureel implementeren van een geriatrisch beleid op spoed.
6. Palliatieve zorgen op spoedgevallen? (Dr. Mullie AZ St. Jan Brugge) (in memoriam Peter Safar als grondlegger van reanimatiekennis) Premature dood en overlijden, confrontatie hiermee – met deze aanslagen op het leven, op onze diensten spoedgevallenzorg. Onze reanimatiezorg zou daarbij een aaneenslui-
tend zorg (over de diensten spoed, prehospitaal, ok, iz e.a. heen) moeten zijn, meer als nu het geval is. Belang hierbij van degelijke klinische gerandomiseerde studies. Wat belangrijk is ? Is wat het verschil maakt... Van waaruit de combinatie / overgang van acute zorg spoed en palliatieve ? Oog hebben voor de essentie van palliatieve zorg. Bij sterven gaat er veel meer gebeuren dan datgene wat je objectief gaat waarnemen. Rouwen is (hoort te zijn) niet vergeten wat gestorven is. Van daaruit de vraag naar respect van aandacht voor de voor wat we al te vaak beschouwen als een ‘mislukte’ reanimatie. Dan pas begint vaak een heel ander facet van zorg: zorg voor het stervensproces en het bieden van comfort, rust. Laat familieleden toe aanwezig te zijn en te blijven bij stervenden en overledenen, ook op spoed. Palliatieve patiënten op spoed, te onderscheiden: - enkel na opname wordt indicatie palliatieve zorg bekend - voor opname palliatief gekende behandeling In Vlaanderen zijn 15 regionale netwerken als basisstructuur voor palliatieve zorgen met daaraan verbonden een heel zorgkluster verbonden. Zinvolheid om dit eens verder te verkennen, ook in samenspraak met het palliatief team en de palliatieve verpleegkundige van het eigen ziekenhuis. 2% van de spoedgevallenbezoekers betreft palliatieve zorgen…
7. Mishandeling (H)Erkennen (Dr. Bronselaer UZ Leuven) Forensische geneeskunde op spoedgevallen… . Definities vormen van fysieke agressie: ‘het opzettelijk gebruik van fysieke macht of kracht gericht tegen persoon dat (kan) resulteren in lichamelijke schade’ Maar ook de klap, het duwen, opzettelijk toebrengen van een lichamelijk letsel, toedienen van toxische stoffen, het onthouden van voedsel en verzorging, … Strafrechterlijk is het belangrijk rekenschap te geven van het opzet om te verwonden en de integriteit. Verduidelijking van de verzwarende omstandigheden: voorbedachtheid, ongeschiktheid (duur en inhoud van deze), dood, eventuele huwelijkskarakter (partnergeweld). Seksueel geweld: situering van de begrippen aanranding en verkrachting (en de ntuurlijkheid van de daad). Enkele literatuurcijfers en cijfers UZ Leuven: 1/5 Europese vrouwen beleefden dit (90% van deze in eigen (direct) relationeel verband). Ook mannen zijn slachtoffer (cijfers spreken van ongeveer 70%). Meerderheid van spoedgevallenpublicaties hieromtrent gaan over partnergeweld, vervolgens scoort kindergeweld
het hoogst. 0,88 % (cijfers 2003) van de spoedgevallenpatn. binnen het UZ GHB Leuven melden zich met het probleem van agressie (in 2000 was dit nog 0,24 %). Belang van melding, registratie, sensibilisatie, hoogdrempeligheid van het probleem. Beschikbaarheid van agressie-sets op spoedgevallen ? Probleem van permanentie (belangrijk), ook (of vooral ?) in de stille uren. Zorgprotocol: Dit dient uitgewerkt: in teamverband, niet enkel de zorgverleners van en op spoed, maar ook artsen van diverse disciplines, sociale dienst, ondersteunende diensten, veiligheidsdienst, extramurale diensten, gerechtelijke diensten en forensische diensten. Hierbij is het detecteren van het belang via aspecten als triage, tijdens onderzoek, installatie en aanbrengen onderzoekskledij en eerste zorgen erg belangrijk. Als verpleegkundige dient men hiervan bewust en signalerend te zijn, het protocol terzake op te starten. Aandacht dient ook voorzien voor de nazorg (dit is geen werk van spoed alleen). Artsen kunnen niet gelijktijdig optreden als zorgverlener en expert. Heb aandacht voor de klachtpresentatie (triagecriteria, bevragen en screeningstool), secundaire bevraging tijdens eerste verzorging door ook de verpleegkundigen op spoed. Heb hierbij aandacht voor het verzamelen van sporen en attesteren, hierbij is het patn.-dossier erg belangrijk. Dossierrapportage: beschrijven van wonde op objectieve criteria (wondranden, grootte, diepte). Afleveren van ‘correcte’ standaardrapporten voor politionele diensten, communicatie-afspraken (in overleg met de pat.) naar de huisartsen (door de artsen spoed). Caveats (valkuilen): dossierrapportering, attestering, communicatie, beroepsgeheim, uitzondering van de situaties van mishandelingen bij minderjarigen, patiëntenrechten. Conclusie: heb oog voor het teamwork (over de disciplines en ziekenhuisgrenzen heen), zorg voor een specifiek protocol en een éénvormig dossier (en attest).
8. De besmette patiënt (Mevr. Degrieck AZ St. Jan Genk) Is voor spoedgevallenverpleegkundigen vaak een weinig vertrouwd probleem… , schept vaak hilariteit op spoed. De basisbeginselen op een rijtje: Besmette patiënt ? Draagt een smetstof (draagt een ziekte) over, besmetting betreft de ‘overdracht’ (vs. begrip kolonisatie en infectie). Elementen in de besmettingscyclus: kiemen (aantal, virulentie, groeisnelheid, weerstandsvermogen), besmettingsbron (personeel, patiënt, gebruiksvoorwerpen), overdrachtsweg (via lucht, rechtstreeks of onrechtstreeks), ingangspoorten (beperken, gereserveerdheid) en gastheren (algeSpoedgevallen JG 22 (2003) Nr. 4
121
mene weerstand). Voorkomen is de belangrijkste en eerste doelstelling, maar de praktijk… . Handhygiëne en vermijden van dracht van juwelen dienen absoluut gerespecteerd, waar nodig dracht van handschoenen (steriel vs. niet steriel), wassen en ontsmetten van handen (ongeacht dracht van handschoenen) en handcrèmes gebruiken. Handen wassen is een kunst… , adequate toepassing kan en blijft in vraag gesteld (men scoort geen 50% performantie).
- belangrijkste infectie-preventie-maatregel op spoed: handhygiëne… - geriatrische oppuntstelling en inhoud MMSE - optimale temp. voor hersenprotectie bij cpcr: 33° (voor getuigde stilstanden met eerst V. Fib.)
Andere hulpmiddelen: masker, bril, schort, afvalbeheer. Prikaccidenten: niet meer herkappen, procedures. Schurft, Luizen: een gevaar bij gewoon verzorgingscontact Vlooien: hinderlijk vooral bij beten.
De Nationale test… (3 wijzen van dienst: (van links naar rechts) Dhr. Van Bouwelen, Dhr. Baert AZ St. Jan Brugge en Prof. Sabbe UZ Leuven, special act en mode- Prijs beste artikel tijdschrift spoedgevallen: rator: Dirk Denoyelle)
Via vraaggesprek wordt het publiek gepeild naar zijn vakinhoudelijke kennis: - Triage Manchester Scale: toenemend gebruik op spoedgevallendiensten - onderscheid in de geriatrie tussen zwakke en niet-zwakke patiënten - nevenwerking Lidocaïne - medicatieverstrekking bij supraventriculaire tachycardie (ALS): adenosine - houding bij agressie op spoed (zonder juist antwoord, wel met Epsi advies) - parameter-betrouwbaarheid (probleem van anemie en saturatiemeting) - defibrillatie bij kinderen (kind van 5jaar): 36j - gcs meting (na videofragment vertoning) - omgaan met bezwarend patiënten-materiaal (drugs) op spoed: meegeven in anonimiteit aan politionele diensten - abdominale vocht tracering, welke toont de kleinste hoeveelheid: ct-scan scoort hier beter dan echo (meest slechte antwoord: peritoneale lavage) 122
Spoedgevallen JG 22 (2003) Nr. 4
Ging voor de voorbije 2 jaar naar Johan Beullens voor het artikel ‘Tuberculose’. Werden verder genomineerd: - EN 1789 (Geert Berden) - Vraagbaak (Door Lauwaert en Rudi Beckers) - Transport kritieke patiënten per helicopter (Eric Vanderheyden). Meer info en/of interesse syllabus ? http://www.vvvs.be of
[email protected]
Reclame 3M A4 ZW-W
WebSite Johan P.A. Beullens - VPK A.Z. St. Maarten - campus Mechelen
http://www.spoedgevallen.tk Een knappe website door een collega spoedgevallenverpleegkundige... Info over allerlei spoedgerelateerde onderwerpen zowel voor insiders als leken. Frequente updates zorgen voor een blijvend veranderende site die blijft trekken! Aan het gastenboek te oordelen wordt de site gefrequenteerd door surfers van diverse nationaliteiten. De hoofdmoot van bezoekers komt raar genoeg niet uit eigen land maar van bij de Noorderburen...
http://www.jr2.ox.ac.uk/bandolier/ Evidence Based Nursing is een nieuwe trend aan het worden... Op deze site kan je alles lezen over deze hype en de ontwikkelingen op dit vlak. Je kan allerlei informatie opzoeken in de Knowledge Base, je kan online verpleegkundige tijdschriften raadplegen, enz... Verder worden er de “Extra Essays” aangeboden in PDFformaat. Zo kan je alles nalezen over bv. prikongevallen, acute pijn, cannabis bij MS, en meer.
http://allnurses.com Nog maar eens een portaalsite voor alle verpleegkundigen, zeer breed en dus goed als bron voor achtergrondinfo over diverse verpleegkundige onderwerpen. Het forum maakt het leggen van interessante internationale contacten iets makkelijker. Gauw eens een verpleegkundig probleem de wereld ingooien is hier geen probleem. Internationaal antwoord gegarandeerd!!!
De links zijn aanklikbaar via onze website...
http://www.vvvs.be 124
Spoedgevallen JG 22 (2003) Nr. 4
De Vraagbaak D.Lauwaert, HVP SPGD AZ VUB R. Beckers, Urgentiearts SPGD AZ VUB
Vragen : Vraag 1: Een 50-jarige man, een gekende alcoholieker, wordt op de SPGD binnengebracht met een acute ethyleen-glycolintoxicatie. Er wordt een IV-perfusie gestart met 10 % ethanol in Glucose 5 % in H²O. Welke 2 bloedwaarden zullen nauw moeten gemonitord worden tijdens de ethanolperfusie? A: Kalium en Natrium B: Ethanol en Kalium C: Glucose en Natrium D: Ethanol en Glucose
Vraag 2: Een patient komt naar de SPGD met een onduidelijke spraak, een prikkelende mond, diarree en kortademigheid. Na bijkomend onderzoek wordt de diagnose gesteld van een neurotoxische intoxicatie met schaal- en schelpdieren. De primaire interventie bij deze patient zal zijn: A: de toediening van actieve houtskool B: de toediening van IV-vocht C: voorzien in een respiratoire ondersteuning D: de verwittiging van de dienst “veiligheid van de voedselketen”
Vraag 3: Ter hoogte van de onthaalbalie op de SPGD is een patient heen en weer aan het lopen terwijl hij luid aan het roepen en het vloeken is. Hij balt zijn vuisten, loopt knarsetandend rond, zijn neusvleugels wapperen en hij hyperventileert. Welke tactische houding zal aangenomen worden bij de verzorging van deze patient: A: bepaal de grenzen B: zorg ervoor dat er een manier is om te ontsnappen C: behoud een afstand van 2 à 3 meter tussen u en de patient D: verhef uw stem wanneer de patient roept zodat hij op u is gefixeerd
Vraag 4: Welk type van hepatitis wordt verspreid via de feco-orale route? A: A B: B C: C D: D
Vraag 5: Welk EKG-ritme staat hieronder afgebeeld?
Spoedgevallen JG 22 (2003) Nr. 4
125
Antwoorden:
Vraag 5:
Vraag 1: D
Een ventriculaire bigeminie bij een patiënt met een acuut onderwandinfarct.
De ethanolspiegel moet hoog genoeg zijn (~ 100 mg/dl) om effectief te zijn en de verdere vorming van toxische metabolieten te stoppen. Ethanol kan een hypoglycemie veroorzaken, waardoor dus tevens de glucosespiegel nauwlettend moet gevolgd worden.
Vraag 2: C Alhoewel al de genoemde interventies noodzakelijk zijn, is het toch belangrijk om steeds eerst de primaire parameters na te kijken en de levensbedreigende toestanden te herkennen en te behandelen. Deze patient kan respiratoir gecompromitteerd zijn aangezien haar klachtenpatroon en de diagnose van een schaal- en schelpdierenintoxicatie. Algen veroorzaken een contaminatie bij schaal- en schelpdieren waardoor een sterk zenuwtoxine geproduceerd wordt. Eenmaal opgegeten kunnen deze toxines een respiratoire paralyse veroorzaken. Actieve houtskool kan toegediend worden na initiële stabilisatie, wanneer de schaal- en schelpdieren pas 1 uur voor opname op de SPGD werden gegeten. Deze behandeling kan de contaminanten verwijderen uit het maag-darmkanaal. Na respiratoire stabilisatie wordt IVvocht toegediend. De dienst Volksgezondheid en het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen (FAVV) zal verwittigd worden nadat de patient is gestabiliseerd zodat eventuele andere slachtoffers van de voedselintoxicatie kunnen opgespoord en behandeld worden.
Vraag 3: B De gedragingen van deze patiënt kunnen leiden tot agressie ten opzichte van zijn omgeving en dus zeker van de zorgverleners op de SPGD. Het is belangrijk om uzelf te beschermen door er voor te zorgen dat er een ontsnappingsroute beschikbaar is (zorg ervoor dat de patient zich niet bevindt tussen u en de deur). Sta ook nooit met je rug naar dergelijke patient gedraaid. Het bepalen ven de grenzen en het behouden van een zekere afstand zijn hulpmiddelen om de aandacht af te leiden eens je veiligheid is verzekerd. Je moet communiceren op een normale wijze en stil zijn wanneer de patient aan het roepen is. Ga zeker niet in discussie met de patient of wordt weerstandig of confronterend omdat deze houdingen de agressie bij de patient kunnen doen escaleren.
Vraag 4: A Hepatitis A wordt verspreid via de feco-orale route. Dit geeft een ernstig risico op infectie bij personen in instellingen zoals ziekenhuizen en gevangenissen. Het is eveneens een belangrijk risico voor reizigers in streken met slechte sanitaire voorzieningen. Alle andere vormen van hepatitis worden verspreid via bloed en lichaamsvochten.
126
Spoedgevallen JG 22 (2003) Nr. 4
AGENDA 2003 Abdominaal. Zo Speciaal!
V.O.V. Bijscholingsvoormiddag "Brandwonden"
14 november 2003
29 november 2003 - 9u30 tot 12u30
Locatie : ICC Gent Info : http://www.vvizv.be 9de Urgentiesymposium
Locatie : UZA Info : 03/663.70.51
[email protected] 03/880.95.40
[email protected] (OK AZ H. Famillie Reet)
ACZA-Campus Stuivenberg Dienst Spoedgevallen & MUG
Cardiologie en Cardiochirurgie
21ste Jaarcongres V.V.I.Z.V.
22 november 2003 Locatie : ACZA - Campus Stuivenberg Auditorium F. SANO Lange Beeldekensstraat 267 B-2060 ANTWERPEN Info : 03/217.75.07
Eerste Nederlands Symposium over Evidence Based Reanimatie 22 november 2003 Locatie : De Reehorst Ede Nederland Info
: 00-31-30/2474450
35th International Trade Fair with Congress World Forum for Medicine
MEDICA 2003
9 december 2003 Locatie : U.Z. Gasthuisberg Auditorium GA2 - Onderwijs & Navorsing Herestraat 49 B-3000 LEUVEN Info : Herman Verbruggen VPK Manager Kritische Zorgen 016/34.39.60 @ :
[email protected] Kost : € 14,00 per sessie...
Europese beurs van de ambulancier en de DGH 13 & 14 maart 2004 Locatie : Foire Internationale de Liège 4, Avenue Maurice Denis B-4000 Liège Info : Tel : 04/227.19.34 @ :
[email protected] http://www.emercare.com
19 t.e.m.22 november 2003 Locatie : Düsseldorf Trade Fair Centre Meseplatz 40474 Düsseldorf Duitsland Ingangen Noord, Zuid en Oost Hallen 1 t.e.m. 17 Info : http://www.medica.de http://www.messe-duesseldorf.de
Spoedgevallen JG 22 (2003) Nr. 4
127
Verwacht voor volgende Spoedgevallen ... ž Negeren of informeren? Over het recht op informatie over medisch-technische onderzoeken...
ž De meerwaarde van Standing Orders bij de opvang van polytrauma’s ž VVBV ž De Vraagbaak ž Gelezen ž Website ž Agenda ž ...
Oproep... Voor de cover van Spoedgevallen JG 23 zijn we alweer op zoek naar een bijzonder foto. Heb jij ergens een markante foto met betrekking tot Spoedgevallen in jouw bezit dan zouden we graag hiervan een afdruk* (foto-kwaliteit, géén fotocopij of geprinte afdruk) opgestuurd krijgen. Voor de artistieke leden kan dit aanzet zijn om “de foto” op de gevoelige plaat vast te leggen! In elk geval zal het de meest voor zich sprekende foto zijn die de komend jaargang op de cover zal te zien zijn... En wie weet, misschien hangt er wel iets aan vast?!! Foto’s kunnen ingestuurd worden op het gekende adres: Spoedgevallen P/a Kleine Nieuwedijk 152 B-2800 Mechelen * De foto’s blijven in bezit van de redactie, tenzij anders afgesproken 128
Spoedgevallen JG 22 (2003) Nr. 4