Redactie ‘Spoedgevallen’ Hoofdredactie Door Lauwaert
SPOEDGEVALLEN Vlaamse Vereniging van Verpleegkundigen Spoedgevallenzorg vzw.
Redactieleden Johan Beullens Marc Van Bouwelen Eindredactie en Vormgeving Johan Beullens
Bestuursleden V.V.V.S. Voorzitter Marc Weeghmans Ondervoorzitter Door Lauwaert Secretaris Geert Berden Penningmeester Patrick Dagnelie Bestuursleden Rita De Cock Marc Van Bouwelen Erik Vanderheyden Willem Teerlinck Dirk Vandenboer Nicole Reynders Johan Beullens Geert Van Iseghem Patrick Dagnelie Peter Van de Voorde
INHOUD Redactioneel
77
Fotovoorstelling bestuurstleden V.V.V.S. vzw.
78
Wat leeft er in de Wetstraat???
80
ICET-cursus “Instuctie en Scenariobouw”
84
Ademhalingsmaskers...
86
Voor u gelezen
89
De Vraagbaak
93
Antwoord Kruiswoorden
94
Website
95
Agenda 2002
97
Secretariaat Geert Berden Wouterveld 51 B-3850 Kozen Tel/Fax: 011/59.70.75 e-mail:
[email protected]
Ledenadministratie Johan Beullens Kleine Nieuwedijkstraat 152 B-2800 MECHELEN Fax: 015/55.18.67 e-mail:
[email protected]
Lidmaatschap Student : 16,11 • Lid : 27,27 • Instelling: 49,58 •
Over te maken op VVVS-rekening Fortis Bank 001-1165249-64 Vermeld Naam + Lidmaatschap
Spoedgevallen 2002,JG 21, Nr. 4
75
Spoedgevallen IInstructies voor auteurs IInstructies voor auteurs Illustraties : Illustraties kunnen ingevoegd worden om de tekst te
De redactieraad van Spoedgevallen is continu op zoek naar nieuwe artikels voor publicatie in het tijdschrift. Zend je manuscript op aan volgend adres: A.Z. V.U.B. - Dienst Spoedgevallen T.a.v. Dhr. Door Lauwaert Laarbeeklaan 101 B-1090 Jette Om jouw artikel snel door het publicatieproces te krijgen doe je er goed aan 3 exemplaren van het manuscript op te sturen, samen met de origenele afdrukken van illustraties en foto’s, alsook een diskette met het tekstbestand.
verduidelijken. Diagrammen worden zwart-wit aangeleverd op wit papier dubbel zo groot dan het normale format. Elke gebruikte figuur moet correct gelabeld zijn, waar bij een voldoende groot lettertype gebruikt moet worden, rekening houdend met evntuele verkleining van de figuur. Foto’s kunnen eveneens worden ingevoegd. Bij voor keur worden deze afzonderlijk aangeleverd (originele afdruk). Onze voorkeur gaat uit naar duidelijke zwartwit foto’s met hoog contrast en afgedrukt op glanzend fotopapier.
DISKETTE Ondersteunde formaten datadrager zijn: 1. 31/2”” IBM-geformateerde diskette. 2. ZIP 100 Mb IBM-geformateerd 3. CD-rom Specifier duidelijk naam en versie van de gebruikte tekstverwerker. De door ons leesbare tekstwerwerkerbestanden zijn WORD voor Windows (T.e.m. Versie 2000), Word Perfect (T.e.m. Versie 5.x) PRESENTATIE VAN MANUSCRIPTEN Taal
: Nederlands
Afdruk
: Eénzijdig, dubbele spatiëring, brede marge van min stens 3 cm rondom de tekst.
Titelpagina
Nummer elke illustratie, tekening, diagram en/of foto op de keerzijde met vermelding van artikel auteurnaam - adres. Fotomateriaal en andere illustraties worden niet teruggestuurd aan de auteur van het artikel ( tenzij anders overeengekomen). Referenties
-
: Titel in hoofdletters, daaronder de namen van de auteur(s) in volgorde van belangrijkheid(lower case) Elke auteur wordt vernoemd met: titel -voornaam - initialen - naam functie - werkgever Eventuele vermelding van adressen van de auteurs dient tot een minimum beperkt.
Inhoud
: De auteur is volledig verantwoordelijk voor de inhoud van het ingezonden artikel.
Abstract
: Een abstract van de aangeleverde tekst, maximum 200 woorden, die de hooflijnen van het artikel aangeeft dient op een afzonderlijke pagina te worden aan geleverd.
Hoofdingen
: De inhoud van het artikel bepaald de hoofdingen die worden gebruikt. Als het artikel een onderzoek betreft wordt de gebruikelijke layout aangehouden: Introductie Achtergrond / Literatuur Methodes Gegevens / Resultaten Discutie Besluit Andere layouts zijn mogelijk, maar denk eraan dat de gebruikte hoofdingen het lezen en verstaan van een artkel moeten bevorderen.
: De juistheid van de aangeboden refenrenties is de verantwoordelijkheid van de auteur(s). In de tekst wordt de naam van de auteur en jaar van publicatie tussen haakjes geplaatst. Als er twee auteurs zijn worden beide namen vernoemd. Indien er meer dan drie auteurs zijn worden de eerste drie vernoemd gevolgd door ‘et al’. Citaties worden steeds gevolgd door de naam van de auteur, datum en pagina van publicatie tussen haakjes. Een lijst van alle referenties dienen in alfabetisch volgorde op een afzonderlijke papier worden aangeleverd met dubbele spatiëring . Elke referentie moet volgende gegevens bevatten: Naam auteur(s) met Voornaam en Initialen Publicatiejaar Volledige titel van het artikel Volledige naam van het tijdschrift Volume nummer Eerste en laatste pagina van het artikel Voorbeeld: Aabakken L (1999) Small-bowel side-effects of nonsteroidal anti-inflammatory drugs. European Journal of Gastroentrologie and Hepatology. 11- 4,383-388 Adhiyaman V. et al (2000) Colonic perforation associated with slow-release diclofenac sodium. International Journal of Clinical Practice. 54-5, 338-339
Gebruik slechts twee type hoofdingen: Hoofding 1: Vet - Hoofdletters Hoofding 2: Vet - Beginkapitaal - Onderlijnd Tabellen
:Tabellen worden met dubbele spatiëring afgedrukt op een afzonderlijke pagina.. Ze worden voorzien van een correcte verwijzing en legende, en zo nodig verduide lijkende voetnoten. Zorg ervoor dat elke tabel duidelijk geciteerd is in de tekst!
76
CHECKLIST Vooraleer jouw manuscript op te sturen is het best volgende checklist nog eens te overlopen: * Originele tekst + twee copijen + gelabelde diskette, ZIP of CD * Figuren, tabellen en/of foto’s van goede kwaliteit, géén fotocopijen * Complete referentielijst (ontbrekende details?)
Spoedgevallen 2002,JG 21, Nr. 4
Redactioneel Beste leden, Terwijl we een heerlijke nazomer beleven kunnen de meesten onder ons slechts terugblikken op wat een fantastische vakantie had horen te worden. Velen werden zwaar teleurgesteld in hun verwachtingen en kregen een natte, stormachtige vakantie opgesolferd. Gelukkig zijn de meesten onder ons er zonder kleerscheuren vanf gekomen, en zijn de batterijen hoe dan ook weer een beetje heropgeladen. Vorige maand hebben we in de media als beroepsgroep blijkbaar behoorlijk in de kijker gestaan, krantenkoppen als: Twee extra MUG-diensten (GVA 05-09-02) Volksgezondheid evalueert regeling MUG -teams (GVA 05-09-02) MUG-hervorming gaat levens kosten (Het Nieuwsblad 05-09-02) zorgden ervoor dat, na het overlijden van een patiënt door het “extreemlang” uitblijven van medische hulp heel de structuur van de MUG-verdeling grondig werd herbekeken. Ondanks eerdere verklaringen over gebrek aan middelen werden toch extra MUG’s toegekend. Inmiddels werden de voorlopige MUG-erkenningen uitgereikt en is het in alle instellingen alle hens aan dek om klaar te zijn voor de aangekondigde controles door Volksgezondheid en co. Een andere opmerkelijke krantenkop: Meer eerstejaarsstudenten (De Standaard 07-09-02) In dit artikel stelt men dat steeds meer kinesitherapeuten zich zouden omscholen tot verpleegkundigen?! Duidelijk is wel dat ondanks de “matige” toename er nog steeds een schrijnend tekoprt is aan nieuwe krachten om de dagelijks vallende gaten in onze gelederen te vullen... Verder besteden de media nog aandacht aan een Minister van Volksgezondheid die, beschermd door een wit plastiek schortje, in een rusthuis verdersjokt achter een etenskar en gedwee enkele bejaarden voedt... Tot slot, na 21 jaar V.V.V.S. vzw., vonden we het als bestuur belangrijk om onszelf eens voor te stellen... daarom plaatsten we een foto-voorstelling op de volgende twee pagina’s. Veel plezier met nummer 4 van Jaargang 21!
De Redactie
Spoedgevallen 2002,JG 21, Nr. 4
77
Fotovoorstelling Bestuursleden V.V.V.S. vzw. Marc WEEGMANS
Door LAUWAERT
Voorzitter
Ondervoorzitter Hoofdredactie
HoofdVpk. Spoed Imelda Ziekenhuis Bonheiden
HoofdVpk. Spoed A.Z. V.U.B. Jette
Geert BERDEN
Patrick DAGNELIE
Secretaris
Penningmeester
HoofdVpk. Spoed R.Z. St. Trudo St. Truiden
HoofdVpk. Spoed A.Z. Monica Campus M. Middelares
Rita DE COCK
Marc VAN BOUWELEN Redactielid
Vpk. Diensthoofd Kritische Zorgen Imelda Ziekenhuis Bonheiden
Erik VANDERHEYDEN
Vpk. Docent Antwerpen
Willem TEERLINCK
Directeur Nursing Europa Ziekenhuizen Brussel
78
Spoedgevallen 2002,JG 21, Nr. 4
Dirk VANDENBOER
Nicole REYNDERS Adj. HoofdVPK Spoed
Vpk. Brandweer Zaventem
U.Z. Gasthuisberg Leuven
Geert VAN ISEGHEM
Johan P.A. BEULLENS Ledenadministratie Redactielid
HoofdVpk. Spoed St. Elisabeth Zottegem
Vpk Spoed/MUG A.Z. St. Maarten Campus Mechelen
Dirk VAN DER AUWERA
Peter VAN DE VOORDE
Vpk. Diensthoofd Kritische Zorgen
Vpk. Spoed/MUG SAZ Tielt
A.Z. St. Vincentius Antwerpen
Vpk. Brandweer Maldegem
Philippe FORTAIN
HoofdVpk. Spoed UZ Gent
Spoedgevallen 2002,JG 21, Nr. 4
79
Wat leeft er in de Wetstraat??? 1. 15 JULI 2002. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 houdende vaststelling van de normen waaraan een functie « mobiele urgentiegroep » (MUG) moet voldoen om te worden erkend ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, inzonderheid op artikel 68, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 april 1997 en op artikel 69, gewijzigd bij de wetten van 21 december 1994 en 14 januari 2002; Gelet op het koninklijk besluit van 10 april 1995 waarbij sommige bepalingen van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, toepasselijk worden verklaard op de functie « mobiele urgentiegroep », gewijzigd bij het koninklijk besluit van 15 juli 2002; Gelet op het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 houdende vaststelling van de normen waaraan een functie « mobiele urgentiegroep » (MUG) moet voldoen om te worden erkend, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 28 april 1999 en 9 februari 2001; Gelet op het advies van de Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen, uitgebracht op 6 juni 2002; Gelet op het verzoek tot spoedbehandeling, gemotiveerd door het feit dat de huidige regeling inzake programmatie en erkenningsnormen voor de functie « mobiele urgentiegroep » en de fusie van de ziekenhuizen, in uitvoering van de wet op ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, enerzijds, en de reglementering inzake de uitvoering van de wet van 8 juli 1964 op de dringende geneeskundige hulpverlening, anderzijds, niet de mogelijkheid biedt tot het garanderen van een voldoende aantal en een adequate spreiding van de mobiele urgentiegroepen over het territorium van het gehele Rijk; dat een recente statistische studie heeft uitgewezen overeenkomstig welke criteria de mobiele urgentiegroepen, in uitvoering van beide voornoemde wetten, zouden moeten worden toegewezen; dat dienvolgens, en gelet op de zware gevolgen die een onvoldoende aantal en gebrekkige spreiding van de mobiele urgentiegroepen kan hebben, bij absolute hoogdringendheid de voornoemde reglementeringen moeten worden aangepast; dat de Ministerraad op 7 juni 2002 het ontwerp van koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere regelen inzake het maximumaantal en tot vaststelling van de programmatiecriteria die van
80
toepassing zijn op de functie « mobiele urgentiegroep », heeft goedgekeurd; dat dit ontwerp bij toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, voor advies is overgemaakt; dat de nieuwe programmatiecriteria echter niet zullen kunnen worden toegepast zonder een aanpassing van de andere elementen van voornoemde reglementering; dat derhalve de aanpassing van onder meer het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 houdende vaststelling van de normen waaraan een functie « mobiele urgentiegroep » (MUG) moet voldoen om te worden erkend, bij absolute hoogdringendheid geboden is; Gelet op het advies van de Raad van State nr. 33.710/3, gegeven op 26 juni 2002, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State; Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid en van Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Artikel 1. In artikel 2 van het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 houdende vaststelling van de normen waaraan een functie « mobiele urgentiegroep » (MUG) moet voldoen om te worden erkend, worden de volgende wijzigingen aangebracht 1° Het eerste lid wordt vervangen door de volgende bepaling : « Om te worden erkend en erkend te blijven, moet de MUG-functie tegelijkertijd zijn opgenomen in de werking van de dringende geneeskundige hulpverlening en moet deze voldoen aan de erkenningsnormen van dit besluit. » 2° Het tweede lid wordt vervangen door de volgende bepaling : « Een MUG-functie kan slechts worden erkend indien zij wordt uitgebaat door een ziekenhuis of een associatie die op dezelfde vestigingsplaats een erkende functie « gespecialiseerde spoedgevallenzorg uitbaat die is opgenomen in de werking van de dringende geneeskundige hulpverlenging. » Art. 2. In artikel 3, § 2, 1°, van hetzelfde besluit, worden de woorden « maximum 5 km » vervangen door de woorden « maximum 8 km ». Art. 3. Onze Minister van Volksgezondheid en Onze Minister van Sociale Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit Gegeven te Brussel, 15 juli 2002 ALBERT Van Koningswege De Minister van Volksgezondheid, Mevr. M. AELVOET
Spoedgevallen 2002,JG 21, Nr. 4
De Minister van Sociale Zaken, F. VANDENBROUCKE
2. 15 JULI 2002. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 31 mei 1989 houdende nadere omschrijving van de fusie van ziekenhuizen en de bijzondere normen waaraan deze moeten voldoen ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, inzonderheid op artikel 69, gewijzigd bij de wet van 30 december 1988 en 14 januari 2002; Gelet op het koninklijk besluit van 31 mei 1989 houdende nadere omschrijving van de fusie van ziekenhuizen en van de bijzondere normen waaraan deze moeten voldoen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 12 oktober 1993, 23 december 1993, 6 mei 1997, 23 juni 1998, 23 december 1998 en 7 november 2000; Gelet op het advies van de Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen, gegeven op 6 juni 2002; Gelet op het verzoek tot spoedbehandeling, gemotiveerd door het feit dat de huidige regeling inzake programmatie en erkenningsnormen voor de functie « mobiele urgentiegroep » en de fusie van de ziekenhuizen, in uitvoering van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, enerzijds, en de reglementering inzake de uitvoering van de wet van 8 juli 1964 op de dringende geneeskundige hulpverlening anderzijds, niet de mogelijkheid biedt tot het garanderen van een voldoende aantal en een adequate spreiding van de mobiele urgentiegroepen over het territorium van het gehele Rijk; dat een recente statistische studie heeft uitgewezen overeenkomstig welke criteria de mobiele urgentiegroepen, in uitvoering van beide voornoemde wetten, zouden moeten worden toegewezen; dat dienvolgens, en gelet op de zware gevolgen die een onvoldoende aantal en gebrekkige spreiding van de mobiele urgentiegroepen kan hebben, bij absolute hoogdringendheid de voornoemde reglementeringen moeten worden aangepast; dat de Ministerraad op 7 juni 2002 het ontwerp van koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere regelen inzake het maximumaantal en tot vaststelling van de programmatiecriteria die van toepassing zijn op de functie « mobiele urgentiegroep », heeft goedgekeurd; dat dit ontwerp bij toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, voor advies is overgemaakt; dat de nieuwe programmatiecriteria echter niet zullen kunnen worden toegepast zonder een aanpassing van de andere elementen van voornoemde reglementering; dat derhalve de aanpassing van onder meer het koninklijk besluit van 31 mei 1989 houdende nadere omschrijving van de fusie van ziekenhuizen en de bijzondere normen waaraan deze moeten voldoen, bij absolute hoogdringendheid geboden is; Gelet op het advies van de Raad van State nr. 33.712/3, gegeven op 26 juni 2002, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad
Spoedgevallen 2002,JG 21, Nr. 4
van State; Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid en van Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Artikel 1. In het koninklijk besluit van 31 mei 1989 houdende nadere omschrijving van de fusie van ziekenhuizen en van de bijzondere normen waaraan deze moeten voldoen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 12 oktober 1993, 23 december 1993, 6 mei 1997, 23 juni 1998, 23 december 1998 en 7 november 2000, wordt een artikel 3bis ingevoegd, luidend als volgt : « Art. 3bis . Mogen, in afwijking van artikel 3, 6°, tweede lid, wel over meer dan één vestigingsplaats worden uitgebaat : 1° de functie « gespecialiseerde spoedgevallenzorg, voor zover dit voor gevolgd heeft dat op elke bedoelde vestigingsplaats een functie « mobiele urgentiegroep » wordt erkend, programmatorisch in rekening gebracht en opgenomen in de dringende geneeskundige hulpverlening; 2° de functie « mobiele urgentiegroep », voor zover deze functie op iedere vestigingsplaats afzonderlijk wordt erkend en programmatorisch in rekening gebracht. De uitzonderingen bedoeld in 1° en 2°, gelden slechts in het geval op de bijkomende vestigingsplaats of vestigingsplaatsen, de functie « mobiele urgentiegroep », door het ziekenhuis wordt uitgebaat en gelden derhalve niet indien de functie « mobiele urgentiegroep » op deze vestigingsplaats of vestigingsplaatsen door een associatie van ziekenhuizen wordt uitgebaat. » Art. 2. Onze Minister van Volksgezondheid en Onze Minister van Sociale Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit. Gegeven te Brussel, 15 juli 2002. ALBERT Van Koningswege De Minister van Volksgezondheid, Mevr. M. AELVOET De Minister van Sociale Zaken, F. VANDENBROUCKE
3. 18 JULI 2002. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 2 april 1965 houdende vaststelling van de modaliteiten tot inrichting van de dringende geneeskundige hulpverlening en houdende aanwijzing van de gemeenten als centra voor het eenvormig oproepstelsel ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 8 juli 1964 op de dringende geneeskundige hulpverlening, inzonderheid op artikel 1,
81
derde lid, vervangen bij de wet van 22 februari 1998; Gelet op het koninklijk besluit van 2 april 1965 houdende vaststelling van de modaliteiten tot inrichting van de dringende geneeskundige hulpverlening en houdende aanwijzing van de gemeenten als centra voor het eenvormig oproepstelsel, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 7 maart 2002; Gelet op het verzoek tot spoedbehandeling, gemotiveerd door het feit dat de huidige regeling inzake programmatie en erkenningsnormen voor de functie « mobiele urgentiegroep » en de fusie van de ziekenhuizen, in uitvoering van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, enerzijds, en de reglementering inzake de uitvoering van de wet van 8 juli 1964 op de dringende geneeskundige hulpverlening, anderzijds, niet de mogelijkheid biedt tot het garanderen van een voldoende aantal en een adequate spreiding van de mobiele urgentiegroepen over het territorium van het gehele Rijk; dat een recente statistische studie heeft uitgewezen overeenkomstig welke criteria de mobiele urgentiegroepen, in uitvoering van beide voornoemde wetten, zouden moeten worden toegewezen; dat dienvolgens, en gelet op de zware gevolgen die een onvoldoende aantal en gebrekkige spreiding van de mobiele urgentiegroepen kan hebben, bij absolute hoogdringendheid de voornoemde reglementeringen moeten worden aangepast; dat de Ministerraad op 7 juni 2002 het ontwerp van koninklijk besluit tot vaststelling van de maatregelen inzake het maximumaantal en tot vaststelling van de programmatiecriteria die van toepassing zijn op de functie « mobiele urgentiegroep », heeft goedgekeurd; dat dit ontwerp bij toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, voor advies is overgemaakt; dat de nieuwe programmatiecriteria echter niet zullen kunnen worden toegepast zonder een aanpassing van de andere elementen van voornoemde reglementering; dat derhalve de aanpassing van onder meer het koninklijk besluit van 2 april 1965 houdende vaststelling van de modaliteiten tot inrichting van de dringende geneeskundige hulpverlening en houdende aanwijzing van de gemeenten als centra voor het eenvormig oproepstelsel, bij absolute hoogdringendheid geboden is; Gelet op het advies van de Raad van State nr. 33.706/3, gegeven op 26 juni 2002, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State; Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid en Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Artikel 1. In artikel 6bis van het koninklijk besluit van 2 april 1965, houdende vaststelling van de modaliteiten tot inrichting van de dringende geneeskundige hulpverlening en houdende aanwijzing van de gemeenten als centra voor het eenvormig oproepstelsel, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 23 oktober 2001, worden de volgende wijzigingen aangebracht
82
1° § 1, wordt vervangen door de volgende bepaling : « Art. 6bis, § 1. De Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft, neemt de functies « mobiele urgentiegroep » op in de werking van de dringende geneeskundige hulpverlening voorzover deze voldoen aan de volgende voorwaarden : 1° Tegelijkertijd worden de bedoelde functies erkend door de bevoegde overheid, bij toepassing van het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 houdende vaststelling van de normen waaraan een functie « mobiele urgentiegroep MUG moeten voldoen om te worden erkend; 2° De doelstellingen van de wet van 8 juli 1964 en diens uitvoeringsbesluiten, zoals inzonderheid het waarborgen van een onmiddellijke verzorging aan het slachtoffer of de zieken, het bestrijken door de interventiezones van het volledige gebied van het Rijk dienen te worden nageleefd; 3° Onverminderd de programmatiecriteria die van toepassing zijn op de functie « mobiele urgentiegroep », dient een optimale spreiding te worden gegarandeerd opdat een zo groot mogelijk gedeelte van de bevolking via de weg en aan de maximum toegelaten snelheid kan worden bereikt binnen een tijdsspanne van 10 minuten en, subsidiair, een zo klein mogelijk gedeelte van de bevolking op dezelfde wijze niet kan worden bereikt binnen een tijdsspanne van meer dan 15 minuten. Bij de opname in de dringende geneeskundige hulpverlening, bepaalt de Minister de vertrekplaats en de interventiezone van bedoelde mobiele urgentiegroep. » 2° In § 2, wordt het eerste lid opgeheven. 3° § 3, wordt vervangen door de volgende bepaling : « § 3. De in § 1 bedoelde opnames in de werking van de dringende geneeskundige hulpverlening worden door de Minister ingetrokken wanneer : 1° de bedoelde mobiele urgentiegroep de voorwaarden bedoeld in § 1, eerste lid, of de protocols zoals bedoeld in dit besluit, miskent; 2° de mobiele urgentiegroep de erkenningsnormen voor de functie « mobiele urgentiegroep » MUG miskent. ». Art. 2. In artikel 6ter van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 8 juli 1999, worden de woorden « in het ambtsgebied van de Commissie » geschrapt. Art. 3. In artikel 6quater van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 8 juli 1999, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In § 1 worden de woorden « vastgesteld in het akkoord bedoeld in artikel 4, eerste lid, 5°, van voornoemd koninklijk besluit van 10 augustus 1998 of in de beslissing van de Minister bedoeld in artikel 6bis , § 4, derde lid » vervangen door de woorden « vastgesteld door de Minister bij toepassing van artikel 6bis »; 2° In § 2 worden de woorden « In de gevallen bedoeld in artikel 6bis, § 3 », vervangen door de woorden « Telkens een wijziging plaatsvindt inzake erkenning of opname in de werking van de dringende geneeskundige hulpverlening van spoedgevallendiensten of mobiele
Spoedgevallen 2002,JG 21, Nr. 4
urgentiegroepen. » Art. 4. Onze Minister van Volksgezondheid en Onze Minister van Binnenlandse Zaken zijn, ieder wat hen betreft, belast met de uitvoering van dit besluit. Gegeven te Brussel, 18 juli 2002. ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, Mevr. M. AELVOET De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE
4. 18 JULI 2002. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 2 april 1965 houdende vaststelling van de modaliteiten tot inrichting van de dringende geneeskundige hulpverlening en houdende aanwijzing van de gemeenten als centra voor het eenvormig oproepstelsel ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 8 juli 1964 op de dringende geneeskundige hulpverlening, inzonderheid op artikel 1, derde lid, vervangen bij de wet van 22 februari 1998; Gelet op het koninklijk besluit van 2 april 1965 houdende vaststelling van de modaliteiten tot inrichting van de dringende geneeskundige hulpverlening en houdende aanwijzing van de gemeenten als centra voor het eenvormig oproepstelsel, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 7 maart 2002; Gelet op het verzoek tot spoedbehandeling, gemotiveerd door het feit dat de huidige regeling inzake programmatie en erkenningsnormen voor de functie « mobiele urgentiegroep » en de fusie van de ziekenhuizen, in uitvoering van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, enerzijds, en de reglementering inzake de uitvoering van de wet van 8 juli 1964 op de dringende geneeskundige hulpverlening, anderzijds, niet de mogelijkheid biedt tot het garanderen van een voldoende aantal en een adequate spreiding van de mobiele urgentiegroepen over het territorium van het gehele Rijk; dat een recente statistische studie heeft uitgewezen overeenkomstig welke criteria de mobiele urgentiegroepen, in uitvoering van beide voornoemde wetten, zouden moeten worden toegewezen; dat dienvolgens, en gelet op de zware gevolgen die een onvoldoende aantal en gebrekkige spreiding van de mobiele urgentiegroepen kan hebben, bij absolute hoogdringendheid de voornoemde reglementeringen moeten worden aangepast; dat de Ministerraad op 7 juni 2002 het ontwerp van koninklijk besluit tot vaststelling van de maatregelen inzake het maximumaantal en tot vaststelling van de programmatiecriteria die van
Spoedgevallen 2002,JG 21, Nr. 4
toepassing zijn op de functie « mobiele urgentiegroep », heeft goedgekeurd; dat dit ontwerp bij toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, voor advies is overgemaakt; dat de nieuwe programmatiecriteria echter niet zullen kunnen worden toegepast zonder een aanpassing van de andere elementen van voornoemde reglementering; dat derhalve de aanpassing van onder meer het koninklijk besluit van 2 april 1965 houdende vaststelling van de modaliteiten tot inrichting van de dringende geneeskundige hulpverlening en houdende aanwijzing van de gemeenten als centra voor het eenvormig oproepstelsel, bij absolute hoogdringendheid geboden is; Gelet op het advies van de Raad van State nr. 33.706/3, gegeven op 26 juni 2002, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State; Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid en Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Artikel 1. In artikel 6bis van het koninklijk besluit van 2 april 1965, houdende vaststelling van de modaliteiten tot inrichting van de dringende geneeskundige hulpverlening en houdende aanwijzing van de gemeenten als centra voor het eenvormig oproepstelsel, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 23 oktober 2001, worden de volgende wijzigingen aangebracht 1° § 1, wordt vervangen door de volgende bepaling : « Art. 6bis, § 1. De Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft, neemt de functies « mobiele urgentiegroep » op in de werking van de dringende geneeskundige hulpverlening voorzover deze voldoen aan de volgende voorwaarden : 1° Tegelijkertijd worden de bedoelde functies erkend door de bevoegde overheid, bij toepassing van het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 houdende vaststelling van de normen waaraan een functie « mobiele urgentiegroep MUG moeten voldoen om te worden erkend; 2° De doelstellingen van de wet van 8 juli 1964 en diens uitvoeringsbesluiten, zoals inzonderheid het waarborgen van een onmiddellijke verzorging aan het slachtoffer of de zieken, het bestrijken door de interventiezones van het volledige gebied van het Rijk dienen te worden nageleefd; 3° Onverminderd de programmatiecriteria die van toepassing zijn op de functie « mobiele urgentiegroep », dient een optimale spreiding te worden gegarandeerd opdat een zo groot mogelijk gedeelte van de bevolking via de weg en aan de maximum toegelaten snelheid kan worden bereikt binnen een tijdsspanne van 10 minuten en, subsidiair, een zo klein mogelijk gedeelte van de bevolking op dezelfde wijze niet kan worden bereikt binnen een tijdsspanne van meer dan 15 minuten. Bij de opname in de dringende geneeskundige hulpverlening, bepaalt de Minister de vertrekplaats en de interventiezone van bedoelde mobiele urgentiegroep. »
83
2° In § 2, wordt het eerste lid opgeheven. 3° § 3, wordt vervangen door de volgende bepaling : « § 3. De in § 1 bedoelde opnames in de werking van de dringende geneeskundige hulpverlening worden door de Minister ingetrokken wanneer 1° de bedoelde mobiele urgentiegroep de voorwaarden bedoeld in § 1, eerste lid, of de protocols zoals bedoeld in dit besluit, miskent; 2° de mobiele urgentiegroep de erkenningsnormen voor de functie « mobiele urgentiegroep MUG miskent. ». Art. 2. In artikel 6ter van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 8 juli 1999, worden de woorden « in het ambtsgebied van de Commissie » geschrapt Art. 3. In artikel 6quater van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 8 juli 1999, worden de volgende wijzigingen aangebracht 1° In § 1 worden de woorden « vastgesteld in het akkoord bedoeld in artikel 4, eerste lid, 5°, van voornoemd koninklijk besluit van 10 augustus 1998 of in de
beslissing van de Minister bedoeld in artikel 6bis , § 4, derde lid » vervangen door de woorden « vastgesteld door de Minister bij toepassing van artikel 6bis »; 2° In § 2 worden de woorden « In de gevallen bedoeld in artikel 6bis, § 3 », vervangen door de woorden « Telkens een wijziging plaatsvindt inzake erkenning of opname in de werking van de dringende geneeskundige hulpverlening van spoedgevallendiensten of mobiele urgentiegroepen. » Art. 4. Onze Minister van Volksgezondheid en Onze Minister van Binnenlandse Zaken zijn, ieder wat hen betreft, belast met de uitvoering van dit besluit. Gegeven te Brussel, 18 juli 2002. ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, Mevr. M. AELVOET De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE
ICET- cursus Instructie en Scenariobouw. Van de Voorde Peter verpleegkundige MUG-dienst 100 SAZ Tielt / Brandweer Maldegem Op 30 en 31 mei l.l. organiseerde ICET (International Centre for Emergency Techniques) de cursus Instructie en Scenariobouw te Tilburg, NL, dit op het Veiligheidsoefenterrein (VOC) vlak naast de gemeentelijke brandweerkazerne. De cursus, die twee dagen omvat was voor mij een afsluiter van een aantal eerder gevolgde cursussen, namelijk : -
-
introductie SAVER medische hulpverlening bij ongevallen met ernstig letsel en/of beknelling interdisciplinaire hulpverlening zware hulpverlening
Het doel van de cursus is deelnemers uit brandweerdiensten en medische diensten te bekwamen in het verzorgen van praktische instructie tijdens realistische praktijkscenario’s. De deelnemers dienen actief mee te werken tijdens en aan oefeningen waar teamwork op de voorgrond staat!
84
De opleiding begint met een theoretisch gedeelte met volgende items: - doelstellingen formuleren en de beginsituatie analyseren - relevante didactische werkvormen - dynamisch technisch en medisch ensceneren - instructie van de scenariobouwer - veiligheid en valkuilen tijdens de praktische scenario’s - instructie van trauma simulanten - kritisch en opbouwend evalueren - praktijkscenario laten ontwikkelen door de deelnemers - geïntegreerd complex slotscenario Het is de bedoeling dat de deelnemer aan het einde van de opleiding : -
-
een lesprogramma voor praktische instructie kan opstellen op basis van vatgestelde doelstellingen relevante didactische begrippen kent en kan toepassen
Spoedgevallen 2002,JG 21, Nr. 4
-
-
de belangrijkste aspecten voor het opbouwen van een realistisch ongevalscenario kent e kan toepassen met behulp van een scenariokaart een scenario kan ontwikkelen met behulp van een scenariokaart een scenario (laten) bouwen simulanten op een effectieve en veilige manier kan inzetten
Het maximum aantal deelnemers is 16, wij werden dan ook per twee ingedeeld om zelf een scenario uit te werken. In totaal waren er 8 praktische oefeningen uitgewerkt door de deelnemers, de personen die het scenario hadden uitgewerkt observeerden tijdens de oefening om nadien een evaluatie te leiden met het team, de simulanten en de ICET-instructeur.
De scenariokaart Het gebruik van de scenariokaart laat toe een praktijkoefening volledig uit te schrijven en kan nadien gebruikt worden door de scenariobouwer (weet wat de instructeur wenst van voertuigen, opstelling, ongevalmechanisme, …) en door de diverse teams, tevens is de kaart een handig middel om na de oefening de inzet te evalueren. Volgende items staan vermeld op de scenariokaart : -
De tweede dag werd in de namiddag afgesloten met een groot en complex slotscenario dat werd opgebouwd door de twee ICET-instructeurs zelf.
beschrijving situatie vaardigheidsdoelstellingen specifieke doelstellingen afbeelding oefening wijze vervaardiging en preparatie opdracht brandweerteam mogelijke dynamiek opdracht medisch team bijzonderheden
Slotoefening / scenario
Verkeersongeval met één vrachtwagen en drie personenwagens op een autosnelweg. De vrachtwagen was geladen met enkele vaten met als inhoud een ongevaarlijk product, enkele vaten lekten waardoor het product op één van de personenwagens droop. De bestuurder kon ongedeerd zijn cabine verlaten! De eerste personenwagen ingereden op de vrachtwagen = “underrun”, bestuurder gekneld en zwaar gewond, geen medepassagiers. De tweede personenwagen zat klem tussen de bestuurderszijde van de vrachtwagen en een vangrail van de autosnelweg, bestuurster zwaar gekneld en zwaar gekwetst. De derde personenwagen ingereden op de tweede personenwagen, doch géén gekwetsten, de bestuurster kon haar voertuig op eigen kracht verlaten.
Uit de beschrijving van deze oefening kan men reeds afleiden dat het zoals eerder aangegeven het inderdaad om een “complex” ongeval ging die de inzet van twee technische en medische teams noodzakelijk maakte en dat het voor de beide “bevelvoerders” het niet evident was zomaar aan de interventie te beginnen, overleg stond hier centraal, evenals de communicatie gedurende de volledige interventie ! Voor de kandidaat-instructeurs was het “de” interventie om de alle eerder geziene aspecten van de cursus in de praktijk om te zetten!
Spoedgevallen 2002,JG 21, Nr. 4
De instructeur kan zijn accenten leggen per oefening zodat de uitvoerders een specifiek onderdeel van een inzet kunnen inoefenen, vb. een scenario waarbij enkel een zijwaartse dakomslag mogelijk is of een scenario waar men van een gecontroleerde bevrijding dient over te gaan naar een noodbevrijding. Tot slot … De cursus was zéér boeiend, intensief, leerrijk en interessant, het is een ideale voorbereiding om zelf aan scenariobouw te gaan doen. Er worden vele aspecten belicht die anders over het hoofd worden gezien. De voorwaarde die men stelt, namelijk minimum de cursus interdisciplinaire hulpverlening gevolgd hebben, lijkt mij inderdaad een goede optie aangezien men de SAVER-methode perfect dient te kennen, men goed en vlot moet kunnen samenwerken met andere hulpdiensten alvorens zelf als instructeur op te treden. De opgedane kennis en (vroegere) ervaring komt vooral tot uiting bij de slotoefening die dan ook bepalend is voor het behalen van de badge “ICET-instructeur”! Als enige Belg tussen een groep Noorderburen met overwegend een bevelvoerende functie in hun korps was het in ieder geval heerlijk vertoeven, bleek nogmaals hoe professioneel men de hulpverlening en opleiding aanpakt in Nederland. Het was een fantastische, leuke maar tevens ook zware tweedaagse die door alle cursisten tot een goed einde werd gebracht, het leverde in ieder geval 16 nieuwbakken ICET-instructeurs op!
85
Ademhalingsmaskers... Welk masker moet ik dragen bij risico op tuberculosebesmetting? Ben ik zeker dat ik een correct ademhalingsmasker draag? Wat is het verschil tussen een chirurgisch masker en een ademhalingsmasker? Dirk ERALY - 3M Healthcare
Het zijn regelmatig terugkomende vragen bij medisch en paramedisch personeel in ziekenhuizen en terecht, want het gaat hier over onze gezondheid en deze van de patiënt of zijn bezoekers. In dit artikel hoop ik u een degelijk antwoord te kunnen geven. Aanleiding van dit schrijven is het artikel van Johan Beullens spoed/MUG A.Z.St.Maarten –campus Mechelen “Tuberculose…een bedwongen gewaande ziekte in opmars.” in het tijdschrift “Spoedgevallen” van januari/februari 2002. Ik beschouw dit schrijven als een aanvulling hierop, welk nuttig kan zijn bij de preventie van TBC en andere luchtoverdraagbare infectieziekten.
Er bestaat een uitgebreide regelgeving m.b.t. ademhalingsmaskers. En terecht, want er bestaan in tegenstelling tot industriële aërosols en chemische substanties, geen waarden (Treshold Limit Values) waaronder men veilig blootgesteld kan worden, met andere woorden, er bestaat geen kleinste infectiedosis. Eén bacil kan voldoende zijn om besmetting te veroorzaken. In België is de verhoging van de incidentie te wijten aan de asielzoekers in de grote steden (1998: 1203; 1999: 1270; 2000:1313). Er is geen reden tot paniek, maar wereldwijd is TBC volgens de WGO een belangrijk probleem (3,5 miljoen doden per jaar is méér dan malaria, cholera en aids tezamen). Elk masker dat dient om de drager te beschermen valt onder de Europese Norm 149 uit de persoonlijke beschermingsmiddelenrichtlijn 86/686 en moet voldoen aan een aantal criteria. (“Als maskers de bedoeling hebben de drager te beschermen tegen bacteriële of virale infecties, dan vallen de maskers onder categorie III “) Ademhalingsmaskers vallen onder categorie III. Dit betekent dat een op de markt gebracht masker een certificaat nodig heeft. Dit moet op elk beschermingsmasker vermeld worden. Een fabrikant krijgt pas het erkenningslabel (certificaat) voor een bepaald type van masker als het door een onafhankelijk keuringsorganisme is getest op basis van die criteria. Het masker wordt ofwel afgekeurd of goedgekeurd en in één van de 3 beschermingscategorieën ingedeeld. : - FFP1 (Filtering Face Piece) : is het laagste prestatieniveau om van een beschermingsmasker te kunnen spreken en heeft een efficiëntie van minimum 78 %
86
- FFP2 : is de minimum categorie die door de VRGT(Vlaamse Vereniging voor Respiratoire Gezondheidszorg en Tuberculosebestrijding) en Fares (Franstalige vereniging) wordt aanbevolen voor risico TBC en heeft een efficiëntie van 92 % - FFP3 : deze klasse biedt de hoogste bescherming met een minimale efficiëntie van 98 % en wordt bvb.door alle Scandinavische landen verplicht te dragen bij TBC. De bedoeling van het opstellen van deze Europese Richtlijn was tweevoudig :
-
- Het de gebruiker /aankoper gemakkelijk maken te kiezen op basis van een prestatienorm die voor alle fabrikanten dezelfde is en dus maskers vergelijkbaar maakt. Zekerheid bieden aan de gebruiker op vlak van effectiviteit van een masker, want fabrikanten hanteren door gebrek aan een universeel erkende test, verschillende testmethoden (door bvb.geen rekening te houden met de inwaartse lekwaarde langs het aangezicht, de tijd en druk waarin de testlucht door het medium gejaagd wordt, de partikelgrootte, vloeibare of vaste partikels, aard van de testpartikels…... al deze elementen hebben een grote invloed op het filtratiepercentage)
De zekerheid wordt nu geboden en is verifieerbaar. Op een ademhalingsmasker en de verpakking moeten de volgende codes terug te vinden zijn: 1. CE-logo en erkenningnummer van het keuringsorganisme: 4 cijfers bv 3M maakt gebruik van het
Spoedgevallen 2002,JG 21, Nr. 4
Britse Normeringsinstituut; code CE 0086.Dit nummer bewijst dat het controlerend orgaan bij de Europese Commissie erkend is als homologatie-orgaan. 2. EN 149.2001 : er is een aanpassing van de norm geweest in oktober 2001; alle maskers moeten voldoen aan de filterprestatievereisten voor zowel vaste als vloeibare stoffen. 3. FFP1, 2 of 3. Wanneer u enkel een CE –label vindt op uw masker, dan is dit GEEN beschermingsmasker, maar waarschijnlijk een chirurgisch masker. Dit type filtert slechts in één richting, want het dient om de patiënt postoperatieve infecties te besparen door het opvangen van de pathogene micro-organismen in de uitgeademde lucht van de chirurg of verplegende. Dit masker valt NIET onder de persoonlijke beschermingsmiddelen, maar onder de Richtlijnen van de Medische hulpmiddelen categorie 1., d.w.z. de fabrikant verklaart zelf dat het beantwoordt aan deze richtlijn (en niet 89/686) en de opgegeven prestaties zijn niet vergelijkbaar met deze van andere fabrikanten en zeker niet met de EN 149.
Wat zegt de Belgische wetgever? Er bestaat een KB van 31.12.1992 betreffende persoonlijke beschermingsmiddelen. Dit KB bepaalt dat : - deze makers moeten voorzien zijn van de CE-markering - dat de fabrikant moet beschikken over een verklaring van overeenstemming en een verklaring van type onderzoek(art 4.3) - dat de fabrikant moet beschikken over een technische documentatie(art 5) - dat er een duidelijke en begrijpelijke gebruiksaanwijzing moet zijn (talen!) waarin onder andere de naam en het adres van de fabrikant, de referenties van de AANGEMELDE INSTANTIE die opgetreden heeft in de ontwerpfase en de BESCHERMINGSKLASSE vermeld staan. De totale efficiëntie van een ademhalingsmasker hangt natuurlijk niet alleen af van de testresultaten in het labo. Welke factoren hebben bij het juiste gebruik van een masker ook een belangrijke invloed ? 1.Filterefficiëntie van het filtermateriaal: hoe dikker de polypropyleenvezels hoe meer partikels gefilterd worden, maar ook hoe meer kracht het in- en uitademen vereist. Bij 3M heeft men dit opgevangen door gebruik te maken van een elektrostatische coating over de vezels (Electret TM) waardoor de dikte van de vezels beperkt kan blijven. ( = beter ademcomfort.)
Spoedgevallen 2002,JG 21, Nr. 4
2. Aansluiting aan het gezicht. Het mond- en neus gedeelte moet uitstekend aanpasbaar zijn aan elk in dividu. Maar, een baard vermindert drastisch de efficiëntie van elk masker. Deze 2 factoren zitten in de EN149. 3. De vormgeving moet bij langdurige draagtijden of bij meermaals op- en afzetten intact blijven en dus zijn efficiëntie kunnen behouden. Elastieken i.p.v. bindlinten en vormgeving maken een masker herbruikbaar binnen de 24u, door dezelfde gebruiker. Uit studies is gebleken dat het design heel belangrijk is voor het willen dragen van een masker en, dus ook voor de efficiëntie van de ter beschikking gestelde preventiemiddelen. Een beschermingsmasker is goed als men het wil op zetten. 4. Een ventiel (dient om gemakkelijk te kunnen uitademen) kan aanleiding geven tot lekkage. Een masker met ventiel is aan te bevelen bij langdu rige draagtijden (> 30 min). 5. Warmte- en vochtopstapeling onder het masker : bepaalt het draagcomfort. 6. Het correct opzetten (ook uitleggen aan de patiënt!). 7. Hoeveelheid in de vezels gecapteerde partikels : als een masker verzadigd is zal de ademweerstand toenemen. Een ademhalingsmasker kan normaal in een ziekenhuis 8u gedragen worden. 8. Biocompatibiliteit (een masker dat irriteert of allergie veroorzaakt wordt niet opgezet). Het ter beschikking stellen van de juiste werkmiddelen is een verantwoordelijkheid van de werkgever of zijn aangestelde en de arbeidsgeneesheren hebben hier een belangrijke adviserende rol. Maar in de keuze van de materialen zijn er ook raakvlakken met ziekenhuishygiëne, het economaat, directie verpleging, apotheek, specialisten. Het probleem is het goed inschatten van het risico en een aanvaardbaar veilig compromis te vinden. Welke zijn de mogelijke risicoplaatsen in een ziekenhuis of waar kan een beschermingsmasker overwogen worden in bepaalde situaties? (Niet alleen tegen TBC,ook andere aërogene gevaren kunnen zich voordoen in onze gezondheidssector : diptherie, waterpokken, mazelen, polio, sommige virussen HCV, HBV, HIV, papillomavirus,legionella ). Spoedgevallen (vooral beducht zijn voor multiresistente besmette personen), Infectieziekten, Longziekten, Orthopedische chirurgie (boren, zagen, frezen), Laserchirurgie, NKO-chirurgie en orthodontie, Elektrocoagulatie, Bronchoscopie en longfunctietesten, Apo-
87
theek (chemobereidingen: FFP3!), Medische beeldvorming, Centrale sterilisatiediensten. Indien u interesse heeft voor de volledige presentatie (1u) of u heeft specifieke vragen rond deze materie, neem gerust contact met ons op.
- het beschermen van de patiënt tegen ziekenhuisinfecties - het beschermen van de gezondheidswerkers tegen gevaarlijke componenten waaraan zij tijdens de uitoefening van hun beroep worden blootgesteld. Dirk Eraly, 3M Healthcare GSM 0475/42.42.72
[email protected]
3M ontwikkelt in de Gezondheidszorg producten die een bijdrage leveren om infecties te vermijden. De ontwikkelde bij- en nascholingsprogramma’s en producten moeten een bijdrage leveren aan :
EN149 Klasse
Bestelnummer
Met/zonder Ventiel
FFP1
1861
zonder
78
22
FFP2 FFP2
1862 1872V
zonder met
92 92
8 8
FFP3 FFP3
1863 1873V
zonder met
98 98
2 2
Literatuurlijst. 1.
ARAB Bescherming van de ademhaling. Uitreksel uit het algemeen reglement voor arbeidsbescherming 2. Baggish M. The effects of laser smoke on lungs of rats Am Journ. of Obstetrics and Gynecology, vol. 156 mei 1987. 3. Chen S.K.,Vesley D, Brosseau L.M., Vincent J.H. Evaluation of single-use masks and respirators for protection of health care workers against mycobacteriol aerosols AJIC 1994 4. Gardner J.M. Papillomavirus in the vapor of carbon dioxide laser Journ. of the Amer. Med. Assoc. vol 259,1988. 5. “Guidelines for prevention of transmission of Human Immunodeficiency virus and Hepatitis B virus to healthcare and public safety workers” U.S.department of Health and Human Services, Public Health Service Centers for Disease Control, febr. 1989 DHHS(NIOSH). 6. Kellerman S.E., Tokars J.I., Jarvis W.R. The cost of healthcare worker respiratory protection and fit-testing programs Infect Contr. and Hosp Epidem. Sept. 1998. 7. King Cecil A. RN,CNOR, Surgical masks AORN Journal aug 1995 8. Licoppe C, Coppens B 3M maskers 2001 9. McLure H.A., Talboys A., Yentis S.M., Azadian B.S. Surgical face masks and downward dispersal of bacteria Anaestesia 1998,53. 10. Nezhat C. Smoke from laser surgery: is there a
88
Minimale % Filterefficiëntie
Maximale % Penetratie
health hazard? Lasers in surgery and medicine. Vol. 7 1987. 11. Petersen N. An assessment of the airborne route in hepatitis B transmission .Ann NY Acad. Sci. 1980 12. Pyeatt Patricia L .RN,BSB, CNOR. Surgical masks AORN Journal jan. 1997. 13. Rivera P, Louther J, Mohr J., Campbell A, Dehovitz J, Sepkowitz K. Does a cheaper mask save money? The cost of implementing a respiratory personal protective equipment program. Infect Contr. and Hosp. Epidem.jan. 1997. 14. Rodenstock Linda MD,MPH Respitatory protective divices. Implications for Tuberculosis protection. Infection control and Hospital Epidemiology sept. 1995 15. Romney M.G. Surgical face masks in the operating theatre: re-examining the evidence Journal of Hosp Infect 47, 2001 16. Van Isterdael I. Conformiteit van ademhalings maskers. Ministerie van Economische zaken. Bestuur Kwaliteit en veiligheid. Dienst Veiligheid van producten. 17. Wanlin M. Dossier Tuberculose Fares. 18. Weber A.,Willeke, K,Marchioni R, Myojo T, McKay R, Donnelly J, Liebhaber F,Aerosol penetration and leakage characteristics of masks used in the health care industry.Amer.Journ of Infect Control. 19. www.egadvies.nl/ce/scope/MedHulpEN.htm 20. www.vrgt.be
Spoedgevallen 2002,JG 21, Nr. 4
Voor u gelezen... J.P.A. Beullens - VPK Spoed A.Z. St. Maarten - Campus Mechelen
Het Verpleegkundig Wetenschappelijk Onderzoek Praktisch bekeken Wetenschappelijk onderzoek voor en door verpleegkundigen is weinig gebruikelijk in onze samenleving. In dit boek trachten de auteurs ons de basisinzichten, nodig voor wetenschappelijk onderzoek, te verduidelijken. Zo worden op bevattelijke wijze het onderzoeksprocxes, formulering van onderzoeksprobleem, literatuurstudie, gegevensverzameling zowel als -verwerking en uiteindelijk de rapportering besproken. Onlosmakkelijk verbonden aan wetenschappelijk onderzoek is de statistiek. Voor velen onder ons onkend domein. Nogthans van cruciaal belang bij de interpretatie van onderzoeksresultaten die in een wetenschappelijk artikel worden gepresenteerd! Na dit boek zou je in staat moeten zijn om op kritische wijze een wetenschappelijk artikel te lezen, analyseren en er de voor jouw werksituatie significante gegevens te weerhouden en zo mogelijk te implementeren. Voor diegenen die er zin in hebben gekregen... ook het schrijven van een research verslag én publiceren van onderzoeksresultaten wordt uitvoerig besproken.
Kluwer Editoraal ©1998 ISBN 90 67165107 Kostprijs : • 31,23
Verpleegkunde & Vroedkunde Zakboekje 2002 Heb je vragen over een arbeidscontract, weddeschaal, ontslagregeling enz. dan kan je in dit zakboekje waarschijnlijk wel een antwoord vinden. Het zakboekje is onderverdeeld in enerzijds een praktijkgedeelte en anderzijds een datagedeelte. Het praktijkgedeelte op zich dekt de onderwerpen opleiding, verpleegkundige werkomgeving, individuele loopbaan, aansprakelijkheid en verzekering alsook een hoofdstuk specifieke aandachtspunten voor vroedvrouwen. Het datagedeelte is eerder bedoeld als naslag. In elk geval een nuttig instrument! Kluwer Editoraal © 2001 ISBN 90 5583 768 7 Kostprijs : • 49,26
Spoedgevallen 2002,JG 21, Nr. 4
89
Under the Influence Michael Guttenberg, DO, EMT-P & lenn Asaeda, MD JEMS August 2002, Vol. 27, No. 8, p. 50 - 59
“Bewusteloze persoon aangetroffen op openbare weg ter hoogte van...” In veel gevallen kan een plaatsomschrijving in combinatie met tijdstip voor vele spoedgevallen- én of MUG-verpleegkundigen een idee geven over zowel de aard van het probleem als de identiteit van het slachtoffer. Wat niet wegneemt dat men zich met bekwame spoed naar de plaats van onheil rept, om uiteindelijk toch te moeten vaststellen dat men weeral eens gelijk had. En daar wringt juist het schoentje... in 9 op de 10 gevallen zal alchol inderdaad de enige oorzaak van de symptomen zijn, maar in dat éne andere geval is er een onderliggende oorzaak!
Uit onderzoek blijkt dat, mits het gebruik van een goed onderbouwd immobilisatieprotocol, bij 93 tot 99,6 % van de slachtoffers de aanwezigheid van wervelletsels goerd kan worden ingeschat. Tevens blijkt dat het routinematig totaal immobiliseren een enorme impact heeft op enerzijds financiëel vlak en anderzijds op het (overmatig) verbruik van materialen en tijd zowel in de pré-hospitaal als in de hospitaal zorg. Uit het onderzoek komt ook naar voor dat vele patiënten onterecht langer verblijven in het ziekenhuis en dat ze vaak nodeloos dure en tijdrovende onderzoeken (RX CT -NMR) moeten ondergaan. Zeer de moeite waard om eens goed te lezen, en wie weet zelfs in team te bespreken. Waardevol artikel dat tot navolging strekt!
Doordat men veelvuldig voor dezelfde persoon wordt opgeroepen bestaat de kans dat men de patiënt minder doeltreffend gaat benaderen, er vanuit gaand dat de persoon toch weer dronken is. Stelregel is dat men steeds een volledig onderzoek moet doen om onderliggende problematiek uit te sluiten! Bedenk hierbij dat bv. CVA of hypoglycaemie gelijke symptomen als die van dronkenschap kunnen vertonen. Let op! Trauma en alcohol zijn een gevaarlijke combinatie: 1. alcoholintoxicatie verhoogt de kans op geplande en niet-geplande letsels, zoals: - brandwonden - snijwonden - verkeersongevallen - verdrinkingen - geweldpleging (thuis, aanrandingen, ...) 2. alcoholintoxicatie vertraagt reflexen en coördinatie en bovenop dit alles vaak een slechte haemodynamische respons op kwetsuren.. 3. alcoholintoxicatie geeft een verhoogd risico op aspiratiepneumonie Zo zie je maar dat “’t is zatte Jef weer” een gevaarlijke uitspraak is en dat het evengoed een gevaarlijk uitgangspunt is! Een artikel dat tot nadenken stemt!
Selective Spinal Immobilization Darren Braude, MD, EMT-P & Angela Jaramillo, BS, EMT-P
Is het echt een noodzaak om elk slachtoffer van een val of ongeval volledig te immobiliseren? Dit is de vraag die men zich actueel begint te stellen in de USA.
90
Spoedgevallen 2002,JG 21, Nr. 4
Volgende afspraak van de VVVS-leden : van 9 tot 11 oktober 2002
Vakevent en vormingsprogramma voor ziekenhuizen en gezondheidszorg dit jaar in de kijker : spoedgevallen – O.K. – intensieve zorgen en hun interactie
30.000 m2 vakbeurs 85 seminaries, 110 sprekers
Seminaries, georganiseerd door h WOENSDAG 9 OKTOBER 2002 v Veiligheid pré-hospitaal : meer dan goed uit je do door Johan Beullens, Verpleegkundige spoed/MUG Campus Mechelen (10.15 u) v Heb je geluk bij een ongeluk ? Fouten en vergiss spoedgevallenzorg door Marc Weeghmans, Hoofdverpleegkundige spo Imeldaziekenhuis Bonheiden (14.15 u)
8.000 verwachte bezoekers
VRIJDAG 11 OKTOBER 2002 v Gebruik van de CPAP in de pré-hospitaal genees door Dirk Vandenboer, ambulanceverpleegkundige Zaventem (13.00 u) v Shot around the clock : update van schot- en ste door Marc Van Bouwelen, gegr.verpleegkundige spo
vormingsattesten ter plaatse
Reserveer uw plaats via www.health-ca
Raadpleeg het volledige seminarieprogramma op www.health-care.be
Spoedgevallen 2002,JG 21, Nr. 4
91
92
Spoedgevallen 2002,JG 21, Nr. 4
De Vraagbaak D. Lauwaert, Hvpk SPGD, AZ VUB Dr. R. Beckers, Urgentie-arts SPGD, AZ VUB
VRAGEN 1. Bij een 5!-jarige man wordt onstabiele angor als diagnose gesteld. Als therapie wordt tirofiban HCL (Aggrastat) samen met heparine en aspirine voorgeschreven. De SPGD-verpleegkundige weet dat deze medicatie (tirofiban) gegeven wordt om: A. De ventriculaire functie te verbeteren en de hartdecompensatie te verminderen B. Snel een atriale fibrillatie te converteren C. Te voorkomen dat er zich acute cardiale ischemische complicaties voordoen D. Ter behandeling van refractaire ventriculaire fibrillatie
2. Wat is de primaire indicatie voor dopamine? A. Hypotensie B. Hypovolemische shock C. Pulmonale congestie D. Hypertensie
3.
4. Medicinale houtskool wordt niet toegediend wanneer de patient welk van de volgende producten heeft ingenomen? A. Tricyclische antidepressiva B. Anticholinergica C. Lithium D. Cocaine
5. Een 25-jarige man wordt door zijn vriend binnengebracht op de Spoedgevallendienst. Ter hoogte van de onthaalbalie heeft de patiënt moeite om te blijven rechtstaan, antwoordt traag op de gestelde vragen en heeft braakneigingen. De vriend van de patiënt zegt dat hij hem een uur geleden nog heeft gesproken aan de telefoon en dat hij heel normaal leek. Na 30 minuten heeft de patiënt hem opnieuw opgebeld en zei dat hij zich plots zeer ziek voelde en naar het ziekenhuis moest gaan. Bij nader onderzoek vindt je dat de patiënt hoofdpijn en nekpijn heeft, een hartritme van 60/minuut en een bloeddruk van 138/90 mm Hg heeft. Op basis van deze bevindingen denkt de verpleegkundige aan: A. Voedselvergiftiging B. Meningitis C. Een subarachnoidale bloeding D. Migraine
Dit EKG wijst op: A. Een normaal EKG met electroden V1 en V3 verwisseld van plaats. B. Een inferior myocardinfarct met rechter bundeltakblok. C. Een atriaal pacemaker-ritme
Spoedgevallen 2002,JG 21, Nr. 4
93
Antwoorden: 1. C Tirofiban HCL is geïndiceerd voor de behandeling van onstabiele angor en een non-Q-wave infarct. Dit product inhibeert de plaatjesaggregatie door de binding te verhinderen van fibrinogeen en de von Willebrand-factor. Deze medicatie vermindert het voorkomen van ischemische periodes waardoor het risico vermindert op refractaire ischemie, een nieuw acuut myocardinfarct en zelfs cardiale stilstand.
2. A Dopamine wordt gebruikt ter behandeling van een hemodynamische significante hypotensie, met een systolische druk minder dan 90 mm Hg zonder tekens van hypovolemie. De oorzaak van een hypovolemie moet gecorrigeerd worden vooraleer vasoactieve medicatie toe te dienen. Dopamine zorgt bij een lage dosis voor een betere perfusie van de vitale organen maar kan bij een hogere dosis de drukken in de arteria pulmonalis verhogen wat kan leiden tot een ernstige vorm van pulmonaire belasting
3. A 4. C Medicinale houtskool is niet effectief bij een lithiumingestie. Het kan wel gebruikt worden bij tricyclische antidepressiva, anticholinergica en cocaine
5. C Deze patiënt heeft tekens van een acute subarachnoidale bloeding. Het plotse optreden van ernstige hoofdpijn en meningeale tekens bij een persoon die daarvoor volledig gezond was suggereren een intracraniele bloeding. Bloed in de subarachnoidale ruimte reageert als een chemische irritans en produceert meningeale tekens. Alhoewel er bij meningitis eveneens meningeale tekens voorkomen, suggereert het plotse optreden van de symptomen, waaronder een gedaald bewustzijn en braakneigingen, een intracraniele bloeding. Patiënten met een voedselintoxicatie zullen wel braken, maar niet een gedaald bewustzijn hebben en geen meningeale tekenen vertonen. Patiënten met migrainehoofdpijn kunnen braakneigingen hebben en fotofobie vertonen, maar hebben geen meningeale tekens.
Antwoord Kruiswoorden JG 21 - nummer 3
94
Spoedgevallen 2002,JG 21, Nr. 4
WebSite J.P.A. Beullens, VPK Spoed A.Z. St. Maarten - Campus Mechelen
http://www.atls.nl Informatieve website met betrekking tot het cursus-aanbod ATLS (Advanced Trauma Life Support) in Nederland. Met mogelijkheid tot online inschrijven op de cursus. Tevens een, zij het eerder beperkt, een link-site. Het merendeel van de klikbare knoppen is echter voorbehouden voor leden van de vereniging én/of de vereniging-eigen instructeurs...
http://www.azvu.nl/hems/index.html Basic informatieve website opgezet door het Academisch Ziekenhuis VU over hun MMT per helicopter. In de voortselling wordt het verzorgingsconvenant verduidelijkt, wordt de inzetregio én de missie van de traumahelicopter besproken. Verder worden de inzetcriteria uit de doeken gedaan en kan men statistische data met betrekking tot de inzet bestuderen. Tevens kan men de electronische nieuwsbrieven met betrekking tot de helicopterhulpverlening in de regio NoordWest Nederland (pdf-formaat) online raadplegen.
http://www.merginet.com/ Nog een Amerikaanse portaalsite die zich voorstelt als de “Worldwide Website of Emergency Responders”. Vooral de rubriek Newsroom met Merginet.News is de moeite om op te volgen. Verder zijn er nog de downloadsecties die onderverdeeld zijn onder zowel de rubriek vorming als management. Het commerciële karakter van de site wordt onderstreept door de rubriek Shopping, waar je online spullen kan aanschaffen van boeken tot medische toebehotren via de site van Moore Medical Inc.
Spoedgevallen 2002,JG 21, Nr. 4
95
h t t p : / / w w w. i n t e r n e t s . c o m / m e d n e t s / index.html Op zoek naar recente of minder recente literatuur? Nog altijd op zoek naar een goede medisch-gerelateerde zoekmotor? Het zou wel eens kunnen dat je bij MedNets aan het juiste adres bent... na enig experimenteren met de instellingen en de gelinkte databases verscheen er op de meeste vragen toch een goed bruikbaar aanbod aan tektsten... Bovenop kan je nog patiënteninformatie opzoeken.
http://www.emedicine.com/ Nog maar een Amerikaanse portaalsite die een toegang tot de medische literatuur weet te forceren... Hierbij zijn zowel abstracts als full-artikelen on-line te consulteren. Op de site tref je verder diverse rekentools aan, verwijzingen naar “Hot-items”, artikel van de dag, ... en veel meer. De gebruikelijke ‘Sweep-stakes’ (Enkel voor USresidents) ontbreken uiteraard niet.
Laatst nog een goede website bezocht? Een online tijdschrift gevonden dat de moeite waard is of misschien zelfs een presentatie of online tutorial ? Wens je deze informatie te delen met collega’s hulpverleners? Stuur dan even een mailtje met de betreffende site of de URL en eventueel een korte bespreking of appreciatie naar volgend adres:
[email protected] Je kan natuurlijk ook gewoon een briefje sturen aan: VVVS - Website P/a Kleine Nieuwedijk 152 B-2800 MECHELEN
96
Spoedgevallen 2002,JG 21, Nr. 4
Agenda 2002 Eerste hulp bij spoedeisende veranderingen Vrijdag 18 oktober 2002 Info
:NVSHV @ :
[email protected] http://www.nvshv.orgg/index.html
31st Annual Topics In Emergency Medecine Maandag 21 oktober 2002 to vrijdag 25 oktober 2002
4ème Congrès International « Le management de la santé publique en cas de catastrophe ou d’accident majeur » Donderdag 24 oktober 2002 Vrijdag 25 oktober 2002 Locatie :Lausanne (Suisse) Centre Hospitalier Universitaire Vaudois (CHUV). Thema’s:Terrorisme, vorming, veiligheid ent transport Info
Locatie : Radisson Miyako Hotel San Francisco, California (USA)
6de Symposium Medisch Rampenmanagement Zaterdag 26 oktober 2002 Locatie : Congrescentrum Floreal Club Koning Albertlaan 59 B-8370 Blankenberge Info
Kost
: Rode Kruis- Vlaanderen Provinciale Zetel West-Vlaanderen Dirk Martensstraat 11 B-8200 St.-Andries-Brugge Tel: 054/45.90.00 Fax: 054/31.09.59 @:
[email protected] http://users.begacom.net/rodedkruis-WV : All-in 90,00 • Inschrijven door storting op rekening: PCR 000-0095943-10 met vermelding “SMR 2002” + naam
Spoedgevallen 2002,JG 21, Nr. 4
: Secrétariat du Congrès Mme Brigitte Kalbermatten CHUV CH 1011 LAUSANNE Tél. : +41 21 314 38 74 Fax : +41 21 314 55 90 E-mail :
[email protected] Site : www.congress2002.ch
Reanimatierichtlijnen ERC 2000 Woensdag 27 november 2002 (19 - 22u) Locatie : A.Z. VUB Auditorium KIEKENS Laarbeeklaan 101 B-1090 Jette Info
: Door Lauwaert Spoedgevallendienst A.Z. VUB Tel.: 02/477 51 41 @ :
[email protected]
Kost
: leden V.V.V.S. vzw. niet-leden
• 5,• 15,-
97
98
Spoedgevallen 2002,JG 21, Nr. 4