Scriptie BSc Economie en Bedrijfskunde Hoe kan de Key BOG panden verhuren aan ondernemers die bijdragen aan vitale leefbare wijken, waarbij de corporatie zijn maatschappelijke rol verantwoord inzet (kosten baten) en de financiële en imagorisico’s professioneel worden gemanaged?
Deelonderzoek: Welke factoren bepalen de levensvatbaarheid van kleine zelfstandige ondernemers in de Spaarndammerstraat? Ruben Holthuizen 5744644
Supervisor: Drs. T. Gruijters 22 augustus 2011
Inhoudsopgave 1. Inleiding 1.1 Aanleiding tot het onderzoek 1.2 Korte introductie over de Key 1.3 Doel van het onderzoek 1.4 Introductie Spaarndammerbuurt 1.5 Verantwoording keuze voor de Spaarndammerbuurt 1.6 Opbouw scriptie 1.7 Verwachtingen 2. Onderzoeksmethode 3. Literatuurstudie 3.1 Inleiding 3.2 Levensvatbaarheid 3.3 Het ondernemingsplan 3.4 Persoonlijke kenmerken 3.5 Samenvatting 4. Resultaten 4.1 Inleiding 4.2 Factoren die uit het empirisch onderzoek naar voren komen en de levensvatbaarheid van een onderneming bepalen 4.2.1 Motivatie voor het beginnen van een kleine zelfstandige onderneming 4.2.2 Marktonderzoek 4.2.3 Leeftijd / opleiding 4.2.4 Werkervaring / sectorervaring 4.2.5 Promotie / Marketing 4.2.6 Verkoop via andere kanalen 4.2.7 Human traffic / Bereikbaarheid 4.2.8 Besteedbaar inkomen 4.2.9 Concurrentie 4.2.10 De toekomst 4.3 Analyse ondernemingsplan 4.4 Conclusie 5. Discussie 6. Referenties 7. Bijlage 1: Interviewopzet 8. Bijlage 2: Uitgewerkte interviews
Abstract Deze scriptie levert een bijdrage aan een instrument voor het selecteren van ondernemers met een kleine levensvatbare onderneming. Er worden factoren beschreven die de levensvatbaarheid van kleine zelfstandige ondernemers bepalen. Deze factoren zijn onder te verdelen in interne en externe factoren. Interne factoren – motivatie, marktonderzoek, leeftijd / opleiding, sectorervaring, marketing - hebben enkel en alleen betrekking op de ondernemer en zelfstandige onderneming. De externe factoren - human traffic / bereikbaarheid, besteedbaar inkomen en concurrentie - zijn de factoren die betrekking hebben op de straat als geheel of de buurt.
1. Inleiding
1.1 Aanleiding tot het onderzoek Woonstichting De Key heeft de Academie van de Stad gevraagd een project te ontwikkelen omtrent de ondersteuning van ondernemers. Dit project wordt uitgevoerd door drie Bedrijfskunde studenten van de UvA, waaronder door mij, in het kader van een bachelorscriptie.
1.2 Korte introductie over de Key De Key is een Amsterdamse woonstichting met haar kernbezit in Amsterdam, Diemen en Zandvoort. De corporatie bezit ruim 34.000 verhuureenheden en heeft daarnaast nog ruim 3800 eenheden in beheer. In Amsterdam heeft De Key een marktaandeel van 13% binnen de sociale huursector. Het verhuren, onderhouden, renoveren en ontwikkelen van huur- en koopwoningen zijn de belangrijkste taken. De Key verhuurt Bedrijf Onroerend Goed (BOG) in opdrachtnemerschap naar de regio, vanuit de veronderstelling dat BOG bijdraagt aan vitale leefbare wijken. Op dit moment heeft De Key ongeveer 1200 bedrijfsruimtes in bezit in Amsterdam. Het aanbod bestaat uit winkels, kantoren, bedrijven, ateliers, cafés en restaurants en opslagplaatsen. Het BOG is ondersteunend aan de woonfunctie en heeft tot doel de leefbaarheid in de buurt te verhogen. 1.3 Doel van het onderzoek Veel (startende) ondernemers hebben ondersteuning nodig in de vorm van subsidies (vanuit de stad) en een maatschappelijke huurprijs. De Key is bereid hieraan in de vorm van een
groeimodel bij te dragen, echter wel met uitzicht op uiteindelijk levensvatbaarheid onder normale condities. De Key heeft echter nog weinig inzicht in dit vraagstuk en roept daarvoor, door middel van het project, de hulp in van studenten. De woonstichting heeft met betrekking tot het onderzoek een overkoepelend doel, en heeft het als volgt in een hoofdvraag weten te formuleren: Hoe kan de Key BOG panden verhuren aan ondernemers die bijdragen aan vitale leefbare wijken, waarbij de corporatie zijn maatschappelijke rol verantwoord inzet (kosten baten) en de financiële en imagorisico’s professioneel worden gemanaged? Aan de studenten wordt de vrijheid gegeven een eigen onderzoeksvraag op te stellen, met als voorwaarde dat het een bijdrage levert aan het beantwoorden van het vraagstuk van de corporatie.
Dit deelonderzoek richt zich op de levensvatbaarheid van kleine zelfstandige ondernemingen in een vooraf door de woonstichting bepaalde buurt in Amsterdam. Hiervoor is gekozen omdat het voor de woonstichting van groot belang is dat zich in de BOG panden levensvatbare ondernemers vestigen, zodat de continuïteit binnen de winkelstraat gewaarborgd blijft. Er is nog geen instrument aanwezig voor het selecteren van levensvatbare kleine zelfstandige ondernemers. In deze scriptie hoop ik daar een bijdrage aan te kunnen leveren. In Amsterdam blijkt dat 78% van de startende ondernemers in 2008 nog bestaat in 2010 (http://www.os.amsterdam.nl/tabel/8737/). Ik wil gaan kijken naar factoren die de levensvatbaarheid van een onderneming bepalen. Welke bedrijven zijn levensvatbaar en welke niet? Waarom zijn deze bedrijven levensvatbaar en welke factoren bepalen de levensvatbaarheid van een onderneming? De centrale onderzoeksvraag die ik hierbij heb opgesteld luidt als volgt: Welke factoren bepalen de levensvatbaarheid van een kleine zelfstandige onderneming? Na het vaststellen van de centrale onderzoeksvraag is de volgende stap om een buurt te bepalen waar het empirisch gedeelte van het onderzoek uitgevoerd kan worden. De keuze is uiteindelijk op de Spaarndammerbuurt gevallen. Dus de volledige centrale onderzoeksvraag luidt: Welke factoren bepalen de levensvatbaarheid van een kleine zelfstandige onderneming in de Spaarndammerbuurt?
1.4 Introductie Spaarndammerbuurt De Spaarndammerbuurt is een buurt in stadsdeel West in Amsterdam en er wonen ruim 8000 mensen. Hiervan is 52% van autochtone herkomst, 34% van niet-westerse afkomst en 14 %
van westerse afkomst. Deze verhouding is vergelijkbaar met het gemiddelde in West. Wat opvalt is dat de groep autochtonen en mensen van westerse afkomst in de afgelopen tien jaar is toegenomen en de niet-westerse groep inwoners is afgenomen. Een verklaring hiervoor is dat er veel verbeterd en veranderd is in de afgelopen decennia. De buurt is drastisch opgeknapt en wordt nu over het algemeen als veilig en rustig omschreven. Het overgrote deel van de woningen in de Spaarndammerbuurt zijn sociale huurwoningen, zo’n 75%, en hoofdzakelijk in bezit van Woonstichting de Key. Wat verder opvalt is dat het gemiddeld besteedbaar
huishoudinkomen
iets
lager
ligt
dan
gemiddeld
in
West.
In
de
Spaarndammerbuurt ligt dit op €23.200 per jaar, en West op €26.100 per jaar (2007). Bijna een kwart van de huishoudens moet rondkomen van een minimuminkomen. Ook het besteedbaar inkomen groeit gestaag. Doordat de Key ongeveer 1250 van de 5000 woningen heeft opgeknapt, en woningen heeft samengevoegd is er een nieuwe groep tweeverdieners komen wonen. Dit heeft een positief effect op het besteedbaar inkomen. De buurt ligt vrij afgelegen en is slechts via drie toegangswegen bereikbaar. Het is een buurt waar maar weinig toeristen en dagjesmensen komen, dus de winkels zijn er voornamelijk voor de lokale inwoners van de Spaarndammerbuurt, het Houthavencomplex waar
nu
nog
studentenwoningen
gevestigd
zijn,
en
de
Zeeheldenbuurt.
De
Spaarndammerstraat is de winkelstraat van de buurt voor dagelijkse boodschappen, en heeft de laatste jaren een flinke opknapbeurt gekregen, waardoor er een prettige winkelstraat is ontstaan. De leegstand in de winkelstraat is nu ook minimaal. Er zijn ook enige knelpunten die de winkeliers tegenkomen. Het eenrichtingsverkeer onder het spoor door wordt als knelpunt gezien en de buurt is eigenlijk net te klein voor een winkelstraat. Voor de ondernemers is het wachten op de woningen in de Houthaven. De Houthaven is een project in Amsterdam dat in fases wordt ontwikkeld. Het plan is om 2250 woningen in de Houthaven te bouwen. Dit zal de Spaarndammerstraat een enorme boost geven, en een stuk aantrekkelijker maken voor kleine zelfstandige ondernemers.
1.5 Verantwoording keuze voor de Spaarndammerbuurt De vooraf te bepalen buurt is de Spaarndammerbuurt geworden. Deze buurt is om een aantal redenen uiterst geschikt voor het onderzoek. De belangrijkste rede is dat het grootste deel van het Bedrijfs Onroerend Goed in bezit is van de Key. Verder is de winkelstraat, door zijn relatief afgelegen ligging, voornamelijk gericht op de behoefte van de lokale inwoners. Ook zijn de winkels qua omvang hoofdzakelijk geschikt voor kleine zelfstandig ondernemers. Het zijn veelal kleinere winkels die onaantrekkelijk zijn voor grotere retail bedrijven. De
Spaarndammerstraat heeft enorm veel potentie omdat het project van de Houthavens definitief groen licht heeft gekregen en er daardoor in de toekomst een enorme afzetmarkt bij komt voor de zelfstandige ondernemers. In de Houthavens komt geen winkelvoorziening, de verwachting van het stadsdeel en de Woonstichting is dat deze mensen
naar de
Spaarndammerstraat zullen komen voor hun primaire winkelbehoefte.
1.6 Opbouw scriptie Mijn centrale onderzoeksvraag tracht ik te beantwoorden door middel van een literatuurstudie en een empirisch onderzoek. In de literatuurstudie zullen verschillende factoren genoemd worden die de levensvatbaarheid van een onderneming bepalen. Vervolgens zal er in het empirisch onderzoek gekeken worden welke factoren er op de Spaarndammerbuurt van toepassing zijn. Allereerst worden er in een korte literatuurstudie naar factoren gezocht die de levensvatbaarheid van kleine zelfstandige ondernemers bepalen. Vervolgens wordt er in de onderzoeksmethode beschreven met welke specifieke methode het best de onderzoeksvraag beantwoordt kan worden. Het empirisch onderzoek zal bestaan uit kwalitatief onderzoek. Het onderzoek zal bestaan uit het afnemen van semigestructureerde interviews bij kleine zelfstandige ondernemers. Daarna worden de interviews uitgebreid geanalyseerd, en tot slot wordt er in de discussie de resultaten tegen het licht gehouden.
1.7 Verwachtingen Mijn verwachting is dat een ondernemingsplan een belangrijke factor is die de levensvatbaarheid van kleine zelfstandige ondernemingen bepaald, in positieve of in negatieve zin. Dit blijkt na een korte zoektocht op internet. Verder is de verwachting dat werkervaring en opleidingsniveau factoren zullen zijn die mede de levensvatbaarheid van kleine zelfstandige ondernemingen zullen bepalen. Een ondernemingsplan, ook wel businessplan genoemd, is een plan voor het starten van een nieuwe of het overnemen van een bestaande onderneming. Ook voor gevestigde ondernemers is het steeds gebruikelijker om een ondernemingsplan te maken en bij te houden. Een dergelijk plan vergroot de levensvatbaarheid van een onderneming. Het is bijvoorbeeld vereist bij een kredietaanvraag bij een bank of een uitkeringaanvraag op grond van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz.). Een goed ondernemingsplan vergroot ook het vertrouwen van andere partijen, zoals leveranciers of verzekeraars.
Bron: Wikipedia
2. Onderzoeksmethode
In deze scriptie wil ik gaan onderzoeken welke factoren de levensvatbaarheid van een onderneming in de Spaarndammerstraat bepalen. De onderzoeksfunctie zal voor het grootste deel beschrijvend zijn maar ook voor een klein deel verklarend. De methode die toegepast zal worden is die van een case study. Robson (2002) definieert een case study als ‘een strategie voor het doen van onderzoek. Het bevat een empirisch onderzoek van een bepaald verschijnsel binnen zijn real life context, en gebruikt meerdere bronnen van bewijs’. De onderzoeksvraag wordt beantwoord door middel van een literatuuronderzoek en een empirisch onderzoek. Het doel van het literatuuronderzoek is om verscheidene factoren te vinden die mede de levensvatbaarheid van een onderneming kunnen bepalen. Vervolgens wordt er een empirisch onderzoek verricht om te kijken welke factoren er bij ondernemingen in de Spaarndammerbuurt van toepassing zijn. Een empirisch onderzoek is vrijwel noodzakelijk voor een praktijk gedreven onderzoek. Het onderzoek zal een kwalitatieve onderzoeksmethode omvatten. Het gaat er om hoe de ondernemers hun ervaringen interpreteren, hoe zij hun wereld construeren, en welke betekenis ze toeschrijven aan hun ervaringen (Meriam, 2009). Het onderzoek zal zowel retrospectief als prospectief zijn. Er wordt met de ondernemers teruggeblikt naar het verleden, maar de toekomst wordt ook besproken. Het verschil tussen het empirisch veld en het theoretisch veld zal zijn dat het theoretische veld vooral ondersteunend is en dat dankzij het empirische onderzoek de centrale onderzoeksvraag beantwoord zou moeten kunnen worden. Het analyseniveau zal niet alleen bedrijfsgericht zijn, maar ook wijkgericht. Er wordt empirisch onderzoek verricht naar een specifieke groep in een specifiek gebied, namelijk kleine zelfstandige ondernemers in de Spaarndammerbuurt. Het interview met de ondernemer zal over het bedrijf gaan, maar ook over kenmerken van de buurt die de levensvatbaarheid van een onderneming kunnen beïnvloeden. De onderzoeksmethode zal uit een cross-sectionele studie bestaan. Een cross-sectionele studie is een studie van een speciaal fenomeen op een bepaald tijdstip (Saunders et al. 2007). Uit het literatuuronderzoek komt naar voren dat een goed ondernemingsplan een belangrijke factor is die
de
levensvatbaarheid van kleine zelfstandige
ondernemingen
verklaard.
Het
oorspronkelijke plan was dan ook te beginnen met het analyseren van ondernemersplannen voor het afnemen van de interviews. Het was oorspronkelijk de bedoeling om ongeveer
vijftien ondernemingsplannen te analyseren en zeven interviews af te nemen en te verwerken. Vijftien ondernemingsplannen leek me het maximale aantal, omdat deze specifiek van kleine zelfstandige ondernemingen in de Spaarndammerbuurt moeten zijn en aangeleverd moeten worden door de Key. De Key bezit ongeveer 50 % van het BOG in de Spaarndammerstraat, dat zijn ongeveer dertig winkelpanden. Niet elke ondernemer heeft een ondernemingsplan geschreven dus vijftien ondernemingsplannen lijkt een mooi streefgetal. Zeven interviews lijkt op het oog weinig, maar het is een realistische benadering van het aantal interviews dat in de tijdspanne kan worden afgenomen en verwerkt. Omdat deze interviews vooral als aanvulling op de ondernemingsplannen dienen, is mijn verwachting dat het niet noodzakelijk is elke ondernemer te interviewen. Met ongeveer de helft van de ondernemers waar de ondernemingsplannen van geanalyseerd zijn, wordt een interview afgenomen. De bedrijven waar de interviews worden afgenomen zijn kleine zelfstandige ondernemingen in de Spaarndammerbuurt.
In verband met problemen met het verkrijgen van de ondernemingsplannen is mijn strategie gewijzigd. Het blijkt ontzettend lastig te zijn om ondernemingsplannen boven tafel te krijgen. Hierdoor ontstaan er enige twijfels over het belang van deze plannen. Vanwege de beperkte tijd heb ik besloten om na de literatuurstudie een interview op te stellen. In het interview zullen de factoren die uit het literatuuronderzoek naar voren komen uitgebreid aan bod komen. Verder zullen er een breed spectrum aan vragen op de ondernemer afgevuurd worden. Het interview is een semigestructureerd interview, dus er is vrijheid om van de vragen af te wijken en naar eigen invloed een eigen wending aan het gesprek te geven. Er is gekozen voor een semigestructureerd interview omdat mijn verwachting is dat er factoren zullen zijn die niet in het literatuurverslag te vinden zijn, maar wel uiterst relevant zijn. Hiervoor is een semi-gestructureerd interview uiterst geschikt. Het empirisch onderzoek zal behalve een controle ook een aanvulling zijn op het literatuuronderzoek. Het interview zal gaan over de ontstaansgeschiedenis van de onderneming, de opstartfase, over marketing en promotie, het klantenbestand, mogelijkheden en onmogelijkheden van de buurt enzovoorts.
In overleg hebben Tim Kromwijk en ik besloten om samen een interview op te stellen. Tim onderzoekt hoe ondernemers in de Spaarndammerstraat bij kunnen dragen aan de leefbaarheid in de buurt. Er zijn verschillende redenen waarom we voor deze opzet gekozen hebben. De belangrijkste rede is dat het blijkt dat ondernemers weinig tijd hebben en moeilijk bereikbaar zijn. Door het kiezen voor deze opzet hoeven de ondernemers maar een keer een half uur vrij
maken voor een interview. Het tweede voordeel is dat er een bepaalde overlap zit in de vragen die we hebben opgesteld. Het laatste voordeel is dat mijn collega en ik de ondernemers kunnen onderverdelen en zo uiteindelijk gezamenlijk meer interviews kunnen houden dus meer data hebben die we kunnen analyseren. Er is voor gekozen om de interviews onder te verdelen omdat we de afspraken wilden plannen op een voor de ondernemer zo gunstig mogelijk tijdstip. Omdat we beide redelijk ver van de Spaarndammerstraat wonen, en niet elke dag in de Spaarndammerstraat aanwezig konden zijn hebben we daarvoor gekozen. De interviewopzet is te vinden in de bijlage van deze scriptie. Het analyseren van de interviews zal geschieden op thema niveau. Bij thematische analyse worden interviewfragmenten aan een thema toegewezen. De thema’s worden inductief gevormd. Van de Key hadden we een lijst gekregen met zes zelfstandige ondernemingen in de Spaarndammerstraat die zeer geschikt waren voor het afnemen van interviews. Dat waren: de bakker, de slager, een kledingreparatiewinkel, een fietsenwinkel, een zoutwinkel en een pizzaschool. Van deze lijst bleek de pizzaschool niet meer te bestaan of nog niet in het pand te zijn ingetrokken, maar de andere vijf ondernemers waren allemaal bereid mee te werken. Daarnaast
hebben
we
nog
aan
verschillende
zelfstandige
ondernemers
in
de
Spaarndammerstraat gevraagd of ze bereid zouden zijn voor het geven van een interview. De volgende ondernemers waren hiertoe bereid: De eigenaresse van een bloemenwinkel, de eigenaar van een take away, de eigenaresse van een taarten en chocolade atelier, een Marokkaanse bakker en de eigenaresse cadeauwinkel. De eigenaresse van een drogisterij en een Turkse slager waren niet bereid voor het geven van een interview. Al met al een brede selectie van ondernemers. We hebben ervoor gekozen om ondernemers te interviewen die een onderneming leiden met een winkelfunctie. Dit is bewust gedaan omdat kleine zelfstandige ondernemingen al een relatief breed begrip is, en niet nog een onderscheid tussen horeca en winkels wilden maken. De lengte van de interviews varieerde van 20 tot 35 minuten afhankelijk van hoe het gesprek verliep en vooral hoe spraakzaam de ondernemer was. De verwachting was dat de interviews ongeveer een half uur zouden duren. Het lijkt aan de korte kant maar het is voldoende om alle vragen te kunnen stellen die wij noodzakelijk achten. Als afsluiter wordt er een interview afgenomen met de winkelstraatmanager. Dit interview zal ongeveer 40 minuten duren, en zal vooral gaan over de visie van de winkelstraatmanager op de Spaarndammerstraat, en de verwachting voor de toekomst.
Uiteindelijk heb ik één ondernemersplan in bezit gekregen. Het is van een ondernemer die vanaf 1 februari 2011 een pand in de Spaarndammerstraat van de Key huurt. Deze ondernemer heeft een contract van vijf jaar getekend met een eenzijdige optie op nog vijf jaar. Deze ondernemer heeft zijn werkzaamheden echter tijdelijk (?) moeten onderbreken. Na de analyse van de interviews zal het ondernemingsplan van deze ondernemer kort geanalyseerd worden zonder dat daarbij zijn privacy geschonden wordt.
3. Literatuurstudie 3.1 Inleiding Het doel van deze literatuurstudie is om verscheidene factoren te vinden die de levensvatbaarheid van een onderneming bepalen. In het artikel van Teoh (2007) wordt er gekeken of ondernemerschap het juiste pad is voor een gegeven individu. Traditioneel wordt er begonnen met het ontwikkelen van een business plan dat zich focust op marketing, financiële en juridische aspecten, terwijl het business idee heroverwogen wordt en de kwalificaties en skills beoordeeld worden die nodig zijn voor de nieuwe onderneming. Ongeveer 50 % van de faillissementen van zelfstandige ondernemingen is te wijten aan te weinig verkopen en te hevige competitie. Het identificeren en begrijpen van markt behoeftes en karakteristieken zijn erg belangrijk, als ook het matchen van deze behoeftes en karakteristieken aan het business idee of mogelijkheid. Wat verder ook opvallend is, is dat meer dan 60% van de faillissementen te verklaren is als gevolg van gebrek aan business of management ervaring, vaardigheden en bekwaamheid (Reynolds, 2000). Allereerst wordt er een definitie gegeven van levensvatbaarheid, vervolgens wordt er gekeken naar het ondernemingsplan en tot slot de persoonlijke kenmerken van een succesvolle kleine zelfstandige ondernemer.
Welke factoren bepalen de levensvatbaarheid van een kleine zelfstandige onderneming? 3.2 Levensvatbaarheid Met de levensvatbaarheid van een bedrijf wordt bedoeld dat de inkomsten uit het bedrijf in de nabije toekomst naar verwachting voldoende is om aan alle zakelijke en privé verplichtingen te voldoen. Daarvoor is het belangrijk om te weten hoe een ondernemer een bedrijf opstart. Hormozi (2004) stelt dat wanneer iemand overweegt een onderneming te starten, de ondernemer zowel zijn persoonlijke doelen als de slagingskansen van het bedrijf op de markt in acht moet nemen. Om de levensvatbaarheid van een startende onderneming te bepalen is het noodzakelijk om onderzoek te verrichten op het gebied van vraag naar producten en potentiële marktomvang. Als dat perspectief in overeenstemming is met de economische levensvatbaarheid kunnen de eerste stappen worden genomen om de business te openen. Deze stappen omvatten het schrijven van een ondernemingsplan, het voldoen aan wettelijke eisen en het selecteren van een vestigingsplaats.
3.3 Het ondernemingsplan In een ondernemingsplan maakt een ondernemer zijn idee concreet. Door het opstellen van een ondernemingsplan kan men beoordelen of de plannen haalbaar zijn. Ook is het noodzakelijk voor het aanvragen van een lening bij een bank. Indien het Bedrijfs Onroerend Goed wordt gehuurd van een woonstichting, kan de woonstichting een ondernemingsplan vragen aan de ondernemer en beoordelen of de onderneming al dan niet geschikt.
Het ondernemingsplan bestaat uit de volgende onderdelen:
Persoonlijke gegevens
In dit onderdeel staat alles over de persoon (of personen) die de onderneming gaat leiden. Dus over opleiding, ervaring, inkomenssituatie etc. Maar ook over de motivatie om ondernemer te worden en een opsomming van de sterke en zwakke punten.
Omschrijving van het plan
Een korte beschrijving van het product of de dienst die u gaat verkopen. Dus het soort bedrijf dat de zelfstandige ondernemer wil starten, hoe de ondernemer de bedrijfsvoering ziet en wat de ondernemer daarvoor geregeld heeft.
Marketing aanpak
In het marketingplan komen traditioneel de 4 P's voor: product, prijs, promotie en plaats (en eventueel de 5e P van personeel). Maar ook een beschrijving van de doelgroepen, de markt (wie zijn de concurrenten, waar liggen kansen?) en andere belangrijke strategische zaken. In een SWOT-analyse (strenght, weakness, oppotunities, threats) zet de ondernemer zijn sterke en zwakke kanten en de kansen en bedreigingen voor de onderneming op een rij. De marketingaanpak voor een onderneming kan per branche verschillen. De Kamer van Koophandel heeft aparte modellen voor industrie en ambacht, groothandel, detailhandel, horeca en dienstverlening.
Financieel plan
Het financiële plan bestaat uit de volgende modellen:
Investeringen en financiering; welke investeringen moet de ondernemer bij de start van het bedrijf in het eerste jaar maken en hoe denkt de ondernemer deze te financieren.
Exploitatie en aflossingscapaciteit: hoe denkt de ondernemer in de toekomst aan de financiële verplichtingen te kunnen voldoen.
Specificatie privé: de ondernemer dient inzicht te geven in de hoogte van de totale privé-uitgaven. Deze moeten lager zijn dan de verwachte nettowinst.
Liquiditeitsprognose: de liquiditeitsprognose vermeldt alle in- en uitgaande geldstromen.
3.4 Persoonlijke kenmerken Volgens Teoh (2007) is het identificeren van de benodigde kwalificaties, vaardigheden en interesses noodzakelijk omdat een ondernemer zijn hele onderneming moet kunnen overzien. De ondernemer heeft basis vaardigheden nodig in gebieden als marketing en sales, financieel management, administratie, human resources en general management. Naast deze kwalificaties en vaardigheden spelen motieven en waardes van het individu een belangrijke rol in de beslissing of de ondernemers carrière het juiste pad is. De nieuwe eigenaar moet zijn drive voor het runnen van een business begrijpen en herkennen hoe het runnen van een onderneming zijn persoonlijke en werk waardes voor de komende 3 tot 5 jaar kan beïnvloeden. Bates (1990) concludeert in zijn onderzoek naar de levensvatbaarheid van kleine bedrijven dat de opleiding van de eigenaar en de input van financieel kapitaal de levensvatbaarheid consistent verklaren. Cardia (2007) concludeert in haar studie dat uit recente studies blijkt dat het effect van het opleidingsniveau van de ondernemer op diens succes groot is. Gemeten in termen van inkomens, blijkt dat het effect van opleiding op prestaties groter is voor ondernemers dan voor werknemers. Ondernemers met een hogere opleiding kunnen gemakkelijker aan startkapitaal komen wat weer leidt tot betere ondernemingsresultaten. Opleiding heeft dus naast een direct effect op prestaties van de ondernemer ook een indirect effect: een hogere opleiding geeft een hogere kans op een optimaal startkapitaal (vanwege het signaal dat opleiding geeft aan kapitaalverstrekkers) hetgeen weer tot meer ondernemerssucces leidt (Cardia, 2007). Schutjes & Wever (1999) hebben een onderzoek gedaan naar determinanten van succes van Nederlandse startende ondernemingen
vanuit
een
longitudinaal
perspectief.
Er
zijn
drie
belangrijke
aanknopingspunten uit het onderzoek naar voor gekomen voor beleidsmaatregelen, gericht op nieuwe ondernemers, om succesvoller te worden. Het eerste punt is het belang van werkervaring. Voor de jonge, onervaren, potentiële starter wordt geadviseerd ergens werk
ervaring op te doen, en daarna de stap te nemen om een eigen bedrijf op te zetten. Daarnaast het belang van een business partner. Vooral jonge, onervaren potentiële ondernemers worden geadviseerd om te kijken naar een business partner. Het is niet makkelijk omdat een goede relatie gebaseerd op vertrouwen essentieel is voor een betrouwbare en vruchtbare samenwerking. De overheid kan voor faciliteiten zorgen om een mentor te vinden, bij voorkeur een ervaren ondernemer die de nieuwe ondernemer actief begeleid, en ook helpt met het oplossen van problemen in het eerste jaar. Tot slot is er het belang van een grondige voorbereiding. De resultaten in het onderzoek laten zien dat goed voorbereide ondernemers vaker groei realiseren. Ook hier kan de overheid voor faciliteiten zorgen voor ondernemers om het niveau van voorbereiding te verhogen. Bruins et al (2002) hebben een onderzoek gedaan naar startende ondernemers in Vlaanderen. In het onderzoek worden ondernemers in termen van succesvol beschouwd als zij de eerste drie moeilijke levensjaren overleefd hebben. Wat maakt een ondernemer nu precies succesvol? De auteurs halen vijf determinerende factoren aan. In de eerste plaats schrijven de ondernemers hun succes toe aan een aantal persoonlijkheidstrekken en vaardigheden. In de tweede plaats blijkt volgens de ondernemers
sectorervaring noodzakelijk te zijn om te
kunnen overleven. Ten derde verwijzen zij naar factoren die samenhangen met de wijze waarop men activiteiten ontplooit en meer bepaald naar hun klantgerichtheid, goede ligging en concurrentiële prijszetting. Ten vierde houdt succes verband met het menselijk kapitaal dat in de onderneming aanwezig is. Tot slot wordt ook de markt waarop men actief is of de productkeuze als determinerend beschouwd voor succes.
3.5 Samenvatting De volgende factoren verklaren mede de levensvatbaarheid van een kleine zelfstandige onderneming.
Het schrijven van een goed ondernemingsplan. Daarin staat onder andere persoonlijke gegevens, omschrijving van het plan, marketing aanpak en een financieel plan.
De genoten opleiding en de basisvaardigheden van een ondernemer. De ondernemer heeft basisvaardigheden nodig in gebieden als marketing en sales, financieel management, administratie, human resources en general management
Een grondige voorbereiding. Goed voorbereide ondernemers realiseren vaker groei.
Het belang van werk- en sectorervaring is groot.
De markt- en productkeuze worden als determinerend beschouwd voor succes.
4. Resultaten
4.1 Inleiding Er is gekozen voor het interviewen van een zo breed mogelijk scala aan ondernemers. De ondernemingen hebben gemeen dat het ondernemingen zijn met een winkelfunctie. Zo zaten er tussen de geïnterviewden zowel allochtone als autochtone ondernemers. Ondernemers met een universitaire opleiding en een ondernemer die alleen de lagere school heeft afgemaakt. Ondernemers die een eigen concept hebben bedacht en ondernemers die een concept en winkel overnamen. Wat opvalt aan de ondernemers die we geïnterviewd is dat 6 van de 10 ondernemers er korter dan 3 jaar zitten. Er zijn verschillende factoren, die uit de interviews naar voren komen, en de levensvatbaarheid van kleine zelfstandige ondernemingen beïnvloeden. Van de tien ondernemers die we geïnterviewd hebben huren vijf ondernemers het pand van de Key, drie ondernemers van een particulier, één ondernemer heeft het pand in eigen bezit en één ondernemer huurt het pand anti kraak. 4.2 Factoren die uit het empirisch onderzoek naar voren komen en de levensvatbaarheid van een onderneming bepalen
4.2.1 Motivatie voor het beginnen van een kleine zelfstandige onderneming Het is interessant om te zien hoe ondernemers op het idee kwamen om in de Spaarndammerstraat een kleine zelfstandige onderneming te beginnen. Deze motivatie kan ook van belang zijn voor de levensvatbaarheid van een kleine zelfstandige onderneming. Daarom geef ik een samenvatting van de tien verhalen van de kleine zelfstandige ondernemers: De slager: De vader van deze ondernemer beoefende hetzelfde vak en leverde producten aan de onderneming die hiervoor in de Spaarndammerstraat gevestigd was. De toenmalige ondernemer wilde ermee stoppen en de ondernemer besloot om de zaak over te nemen. Het moge duidelijk zijn dat de factor van een vader die eenzelfde succesvolle onderneming en dus knowhow heeft een positieve invloed heeft op de levensvatbaarheid van de ondernemer. De eigenaresse van de kadowinkel heeft 15 jaar als reisleider gewerkt toen ze besloot om weer in Nederland, om precies te zijn in de Spaarndammerbuurt, te gaan wonen. Omdat ze in die jaren een mooi beeld had gevormd wat mensen mooi vonden, ze er een goede prijs voor
kon bedingen en het huis een museum was geworden met alle gekochte spullen, vond deze ondernemer het een mooi moment om een winkel te beginnen. Na een studie van twee jaar waarin ze leerde een ondernemingsplan te schrijven, en kreeg ze workshops boekhouden, management, marketing en sales management. Hierna was ze er helemaal klaar voor om haar eigen onderneming te beginnen. De eigenaresse van een taarten atelier is gevraagd door de huurbaas om in zijn pand taarten te verkopen, totdat het pand verhuurt / verkocht wordt. Deze uit de hand gelopen hobby, de ondernemer bakte eerst vanuit huis taarten maar is langzamerhand uit haar jasje gegroeid, heeft nu geresulteerd in een mooi (tijdelijk) winkelpand. Deze ambitieuze ondernemer is van origine een kunstenares, en ze hoop dat het pand op korte termijn ook als kunstatelier kan dienen. De warme bakker is een ondernemer in hart en nieren. Hij heeft al vele ondernemingen gehad en denkt alleen in kansen en mogelijkheden. Na uitgebreid marktonderzoek is hij uiteindelijk in de Spaarndammerstraat terecht gekomen om een nieuw concept uit te proberen en als het aanslaat wil hij deze formule zo snel mogelijk verspreiden. De eigenaar van een take away is zijn onderneming met een medevennoot begonnen achter in een restaurant, en heeft zo een klantenkring opgebouwd. Deze ondernemer was al langer op zoek naar een geschikte locatie om zijn onderneming verder uit te bouwen. Uiteindelijk is zijn keuze op de Spaarndammerstraat gevallen, omdat hij daar woonde en het op het oog een goede plek leek om zijn producten te verkopen. De eigenaar van de kledingreparatiewinkel komt uit de buurt, had vroeger een onderneming in het land van herkomst, en toen zag de ondernemer de mogelijkheid om in Nederland een eigen onderneming te beginnen. De eigenaar van de fietsenwinkel had eerst een container unit in de Houthavens en kon vanaf daar zijn business bedrijven. Nadat de vorige ondernemer besloot om te stoppen zag deze ondernemer zijn kans schoon. Hij besloot de inventaris over te nemen en het pand te huren. De eigenaar van de zoutwinkel begon met zijn spullen verkopen vanaf Ebay, daarna is de ondernemer overgegaan op een webwinkel. Toen besloot de ondernemer op de markt te gaan staan met zijn producten, en heeft zo geld gespaard voor luxe, goedwerkende website. Nadat het huis te klein werd voor opslag heeft de ondernemer besloten om zich te vestigen in een winkelpand in de Spaarndammerstraat, met als belangrijkste rede dat de ondernemer op loopafstand van het pand woont. De Marokkaanse bakker werkte eerst in loondienst in de huidige onderneming. Na een paar maanden deed de mogelijkheid zich voor om met een collega de zaak over te nemen.
De eigenaresse van een bloemenwinkel heeft de winkel een jaar geleden overgenomen. Deze ondernemer wilde iets voor haar zelf beginnen, zag een advertentie in de krant staan, en was al redelijk snel verkocht. Deze onderneming zal het in een volksbuurt altijd goed doen, dacht de ondernemer…
4.2.2 Marktonderzoek -
Drie van de tien ondernemers hebben uitgebreid marktonderzoek verricht voordat ze zich in de Spaarndammerstraat vestigden.
-
Eén ondernemer besloot zonder ook maar iets aan marktonderzoek te doen een onderneming in de Spaarndammerstraat over te nemen.
Uit het literatuuronderzoek kwam het al naar voren maar ook uit verschillende interviews blijkt dat het verrichten van marktonderzoek een zeer belangrijke factor is die de levensvatbaarheid van een kleine zelfstandige onderneming bepaald. Zo heeft de warme bakker zeer uitgebreid marktonderzoek verricht voordat hij besloot zich in de Spaarndammerstraat te vestigen. Deze ondernemer is twee maanden lang op de fiets door Amsterdam getrokken op zoek naar de ideale vestigingsplaats voor zijn onderneming. Ook heeft deze ondernemer veel marktgegevens verzameld. Hij wist dat hij zich in een echte volkswijk wilde vestigen. Uiteindelijk is de keuze om verschillende redenen op de Spaarndammerstraat gevallen. De bakker wilde zich vestigen in een wijk in opkomst. Verder was er in deze straat was geen warme bakker meer aanwezig. Daarnaast wilde de bakker zich naast een keurslager vestigen en was het pand naast de keurslager beschikbaar. Nog een ondernemer die het verrichten van marktonderzoek essentieel vond was de eigenaresse van de kadowinkel. Eerst had deze ondernemer een ander pand op het oog in de Spaarndammerbuurt. Het pand was royaal en had zes grote ramen die als etalage gebruikt konden worden. Op het eerste oog een perfect pand voor een kadowinkel, maar na uitgebreid marktonderzoek bleek dat de straat te rustig was en te afgelegen lag om een levensvatbare onderneming te beginnen. Uiteindelijk heeft de eigenaresse er voor gekozen om zich toch, en niet zonder succes, in een kleinere winkel met maar twee etalageramen in de Spaarndammerstraat te vestigen. De slager heeft twee weken lang in de slagerij meegelopen om te bepalen of hij de slagerij over wilde nemen Een ‘meeloopstage’ is de ideale manier om te kijken of de onderneming bevalt, en net zo belangrijk of de buurt bevalt. Na twee weken heeft de
ondernemer besloten de onderneming over te nemen, en heeft er nooit een moment spijt van gehad. Een ondernemer die geen marktonderzoek heeft verricht en niet helemaal tevreden met haar onderneming en de buurt is, is de eigenaresse van de bloemenwinkel. Ze had het idee om een bloemenwinkel in een echte volkswijk te beginnen, met de gedachte dat een bloemenwinkel het altijd wel goed doet in een volkswijk. Uiteindelijk is ze via een advertentie in de krant op de winkel in de Spaarndammerstraat uitgekomen, en heeft ook maar zonder een ondernemingsplan te maken besloten zich te vestigen in de Spaarndammerstraat. Na verloop van tijd kwam de ondernemer er achter dat een groot deel van het winkelend publiek in de Spaarndammerstraat allochtoon is, een groep die eigenlijk geen bloemen koopt, en een groot deel uitkeringsgerechtigd, een groep mensen die als de uitkering net gestort is nog wel een bloemetje kunnen kopen, maar al vrij snel geen geld meer hebben, en dan niet meer in de winkel terugziet. Concluderend kan gesteld worden dat het verrichten van marktonderzoek voordat de ondernemer besluit zich te vestigen zeer belangrijk is. Ondernemers moeten onderzoeken of de locatie geschikt is, het pand geschikt is, en of er genoeg vraag is naar de producten.
4.2.3 Leeftijd / opleiding -
De jongste geïnterviewde zelfstandige ondernemer is 27 jaar oud, de oudste ondernemer is 54 jaar oud. De ondernemers hebben een gemiddelde leeftijd van 45,7 jaar.
-
Twee ondernemers hebben twee universitaire studies afgerond. Eén ondernemer heeft landschapsarchitectuur gestudeerd in Polen. Eén ondernemer heeft een HBO studie Small Business afgerond. Een ondernemer heeft in Duitsland wat opleidingen gedaan. Eén ondernemer heeft een opleiding tot kleermaker voltooid. Twee ondernemers hebben een lagere beroepsopleiding en twee ondernemers hebben helemaal geen voltooide opleiding.
Uit het literatuurverslag blijkt dat een goede opleiding en basisvaardigheden in gebieden als marketing en sales, financieel management, administratie, human resources en general management een pre zijn. Wat opvalt is dat maar drie van de tien ondernemers aan deze eisen voldoen. De best opgeleide ondernemers zijn dan ook niet voor niets de beste ondernemers die geïnterviewd zijn. De eigenaresse van de kadowinkel heeft twee universitaire studies, culturele antropologie en Arabisch, afgerond. Ze besefte dat ze nog bepaalde vaardigheden
miste en besloot een twee jarige studie te doen bij Stichting Eigen Werk. Hierbij leerde ze hoe ze een goed ondernemingsplan moest schrijven en kreeg workshops in boekhouden, management, marketing en sales management. Het moge duidelijk zijn dat dit de kansen om te slagen als zelfstandig ondernemer aanzienlijk verbeterd, dat heeft ze ook zelf zo ervaren. De slager heeft een HBO small business afgerond, en dat heeft de basis gelegd voor een succesvolle ondernemerscarrière. Deze onderneming is qua omzet en personeel, twaalf man personeel in dienst, veruit de grootste zelfstandige onderneming uit de groep geïnterviewden. De derde hoogopgeleide ondernemer, de warme bakker, heeft economie en culturele antropologie gestudeerd en is een ervaren ondernemer. Dit is duidelijk terug te zien in hoe deze ondernemer zijn onderneming leidt. Deze ondernemers hebben een duidelijke visie en weten precies wat ze willen. Deze ondernemers kijken verder dan hun eigen winkel en proberen de ideale voorwaarden te creëren om het optimale resultaat uit de winkel te halen. Voor de bakker en de slager houdt dat omzetgroei en expansie in. Voor de eigenaresse van de kadowinkel houdt het in dat ze gelukkig is als de klanten tevreden zijn, de Afrikaanse kleinschalige ondernemers een goede prijs voor hun producten hebben ontvangen, de ondernemer projecten kan ondersteunen in Afrika, milieuvriendelijke producten kan aanbieden enzovoorts. Haar doel is dus absoluut niet om rijk te worden. De vier ondernemers met een lagere beroepsleiding of geen afgemaakte opleiding kijken hoofdzakelijk naar hun eigen onderneming. Twee ondernemers zijn redelijk succesvol. De omzet groeit en de onderneming wordt goed geleid. Het samenwerken met andere ondernemers in de straat is echter minimaal en ze zijn niet bezig met het creëren van betere randvoorwaarden voor hun onderneming. Van de twee andere ondernemers heb ik het idee dat ze maar wat aanmodderen. Ze missen bepaalde vaardigheden om van hun onderneming een succes te maken. Het gaat niet goed met de onderneming en ze hebben geen idee wat ze moeten veranderen om van hun onderneming een succes te maken. Concluderend kan gesteld worden dat hogeropgeleide ondernemers met een opleiding richting ondernemerschap een duidelijk voordeel hebben ten opzichte van ondernemers met een lagere opleiding. Toch is het ook voor lageropgeleide ondernemers goed mogelijk om een succesvolle onderneming te leiden. Dit gaat meestal in kleinere stapjes.
4.2.4 Werkervaring / sectorervaring -
Acht ondernemers hadden in bepaalde mate sectorervaring voordat ze zich in de Spaarndammerstraat vestigde en één ondernemer had al een uitgebreid netwerk gelegd voordat ze haar onderneming opende.
-
Vijf ondernemers hadden elders een zelfstandige onderneming in de huidige sector en zijn om uiteenlopende redenen uiteindelijk in de Spaarndammerstraat beland (zie 4.2.1). Twee ondernemers werkte al in de huidige sector totdat de mogelijkheid zich voor deed om de winkel plus inventaris in de Spaarndammerstraat over te nemen. Eén ondernemer werkte in de onderneming, en kon al vrij snel de zaak overnemen.
Wat opvalt is dat acht van de tien ondernemers al sectorervaring hadden voor ze zich in de Spaarndammerstraat vestigden, maar de mate van sectorervaring varieerde wel. Zo had de eigenaar van de fietsenwinkel in de Houthavens zijn onderneming. De eigenaar van de zoutwinkel stond op de markt. De eigenaar van de take away begon achter in een restaurant met het opzetten van zijn eigen bedrijf. De warme bakker had al een franchise in iets vergelijkbaars opgezet en verkocht, en de eigenaar van de kledingreparatiewinkel had al een soortgelijk bedrijf in het land van herkomst. De eigenaar van de slagerij had ervaring op gedaan in de slagerij van zijn vader. De eigenaresse van de kadowinkel had al een uitgebreid netwerk in de Afrikaanse landen waar ze haar spullen vandaan haalt opgebouwd, en kon voor gunstige prijzen producten inkopen. Er waren ook ondernemers met minder sectorervaring. Zo kwam de Marokkaanse bakker bij toeval in een bakkerij terecht en nam hij na enkele maanden al de zaak over. De eigenaresse van de taarten atelier verkocht vanuit huis haar taarten. Ze had dus enigszins sectorervaring, maar nog geen enkele ervaring met het leiden van een winkel. Alleen de eigenaresse van de bloemenwinkel had totaal geen sectorervaring en ervaring met ondernemen. Wat al in het literatuurstudie naar voren kwam blijkt ook in de praktijk. Het hebben van sectorervaring is een zeer belangrijke factor die de levensvatbaarheid van een levensvatbare onderneming bepaalt. Alle zeven ondernemers met sectorervaring hebben een levensvatbare onderneming. De drie ondernemers zonder of met minder sectorervaring hebben op dit moment geen levensvatbare onderneming.
4.2.5 Promotie / Marketing -
Twee ondernemers doen mee met de acties van de franchise en brengen samen maandelijks een flyer uit. Bij de andere ondernemers is de marketing nihil.
Wat erg opvallend is in de Spaarndammerstraat is dat er maar heel weinig ondernemers iets aan marketing doen en hun winkel promoten. De slager doet mee met acties van de Keurslager en de bakker draait mee in een compleet marketingverhaal van de franchise. Daarnaast brengen de bakker en slagen samen één keer in de maand een flyer uit. Dit straalt twee dingen uit: de samenwerking met de medeondernemers in de straat, het versterken van de straat en tegelijkertijd maakt het de actie wat goedkoper. Het is uiteindelijk de bedoeling dat meerdere ondernemers mee doen aan deze flyer. De kledingreparatiewinkel geeft af en toe korting als mensen met bepaalde kleding komen. Als mensen meerdere broeken willen laten maken, dan maakt de ondernemer er een gratis. Ook verspreidt deze ondernemer één keer in de vijf maanden reclamefolders via de post. De marketing van de take away is minimaal. Er wordt af en toe geflyerd en deze ondernemer heeft een keer via Groupon reclame gemaakt. Via Groupon heeft de onderneming 50% korting aangeboden, en daarmee bijna 300 maaltijden verkocht. 50% van de omzet ging dan nog naar Groupon dus verdienen doe je er niet aan, maar het leidde wel tot meer naamsbekendheid. De ondernemers zelf doen veel te weinig aan marketing en promotie, maar zouden het stadsdeel en de Woonstichting er op een manier voor kunnen zorgen dat er meer mensen naar de Spaarndammerstraat komen? Het zou een goed idee kunnen zijn om de ondernemers een eerste zetje in de rug te geven. Er zou een keer een workshop marketing georganiseerd kunnen worden. Ook zou er bijvoorbeeld elke maand ‘een ondernemer van de maand’ gekozen kunnen worden. Deze ondernemer krijgt dan bijvoorbeeld een paginagrote advertentie in de plaatselijke krant.
4.2.6 Verkoop via andere kanalen -
Zeven ondernemers hebben een up to date website, twee daarvan hebben een uitgebreide webshop.
Het verzorgingsgebied is voor sommige ondernemers te klein om uitsluitend producten aan consumenten uit de Spaarndammerbuurt te verkopen. Zo verkoopt de takeaway ongeveer 90
% van de producten die ze maken aan restaurants en maar 10 % aan consumenten. De slager heeft een broodjesservice voor bedrijven. Deze service is inmiddels zo gegroeid dat het twee chauffeurs in dienst heeft voor de bezorging.
De zoutwinkel trekt door het unieke concept
klanten uit heel Nederland, maar verkoop via internet blijft zijn belangrijkste inkomstenbron. Hij heeft dan ook flink geïnvesteerd in zijn webshop. De fietsenwinkel heeft naast een grote opgeknapte fysieke winkel ook een goed onderhouden website en een webshop. Deze webshop zorgt ervoor dat het verzorgingsgebied van de fietsenwinkel niet alleen de regio is maar heel Amsterdam. Veel ondernemingen hebben een mooie website, maar er is geen overkoepelende website van de Spaarndammerstraat als geheel. Nergens is te vinden wat voor leuke winkels er allemaal in de Spaarndammerstraat zijn. Een goed voorbeeld is de website www.stadshartamstelveen.nl. Een prima middel ter promotie van de winkels.
4.2.7 Human traffic / Bereikbaarheid -
De ondernemers zouden graag meer human traffic in de straat willen zien.
-
De bereikbaarheid van de straat is nog niet optimaal.
-
Er is grote verdeeldheid over of de straat autoluw moet worden. Voor twee ondernemers is het de doodsteek, twee andere ondernemers juichen het toe.
Voor een winkelstraat geldt: Hoe meer human traffic, hoe beter. Dit is een van de punten waar duidelijk veel potentie inzit. De Spaarndammerstraat is redelijk lastig bereikbaar. Het eenrichtingsverkeer onder het spoor door wordt door de winkeliers als knelpunt ervaren. Mensen moeten om rijden en dan moeten ze een klein stukje langs de Spoordijk om de Spaarndammerstraat in te komen. Maar veel mensen weten dat niet. Aan de doorstroom zal iets gedaan moeten worden, de ondernemers zien het liefst dat de oude situatie met tweerichtingsverkeer weer terugkomt. Verder wordt er geklaagd over de slechte parkeerpalen met een draaiknop, waar je je kenteken moet inzetten. Hier staan mensen tot wel een half uur mee te priegelen. Deze problematiek speelt in heel Amsterdam, en op korte termijn zullen er andere parkeerpalen komen. Een ander kritiekpunt waar alle ondernemers over klagen is dat de auto’s veel te hard rijden. Officieel is het een 30 km zone, maar veel automobilisten rijden veel te hard. Er zijn plannen om de straat autoluw te maken. Hierover zijn de ondernemers enorm verdeeld. Voor twee ondernemers zou het de doodsteek betekenen, deze ondernemers zien het
absoluut niet zitten. De slager bijvoorbeeld heeft in verschillende dorpen gezien dat als er een autovrije zone komt de bakker, slager en groenteboer uit het centrum verdwijnen. Andere ondernemers juichen het toe. Zo denkt de eigenaresse van de kadowinkel dat de Spaarndammerstraat veel leuker gaat worden als het een voetgangersgebied wordt. Dan worden alle leegstaande pandjes ook gevuld met leuke winkeltjes en dan wordt het een hele leuke winkelstraat, vergelijkbaar met de Haarlemmerstraat of de Rozengracht. Ook de ondernemer van de take away juicht een autoluwe zone toe. Hij heeft voorbeelden van andere straten gezien waar het ook prima is en heeft zelf weinig klanten die met de auto komen.
4.2.8 Besteedbaar inkomen -
In de Spaarndammerbuurt ligt het gemiddeld besteedbaar huishoudinkomen op €23.200 per jaar, dit is 3000 euro lager dan het gemiddelde in AmsterdamWest.
Wat opvalt is dat veel ondernemers ontevreden zijn over het besteedbaar inkomen van de mensen in de Spaarndammerbuurt. In de Spaarndammerbuurt wonen veel mensen die leven van een uitkering, ongeveer een kwart van de bewoners moeten van een minimuminkomen leven. Als de uitkeringen net uitgekeerd zijn merken ondernemers dat ze het drukker hebben, maar als het geld op is, en dat is vrij snel, zien ze de mensen een paar weken niet. Doordat de Key in de Spaarndammerbuurt ongeveer 1250 van de 5000 woningen heeft opgeknapt, en woningen heeft samengevoegd is er een nieuwe groep tweeverdieners komen wonen. Dit heeft een positief effect op het besteedbaar inkomen. Deze groep inwoners zijn mede door hun drukke bestaan hoofdzakelijk op zaterdag in de Spaarndammerstraat te vinden. De verwachting is dat het gemiddeld besteedbaar huishoudinkomen alleen maar verder gaat stijgen in de Spaarndammerbuurt. Dit schept nieuwe kansen voor ondernemers die zich op een andere doelgroep zouden kunnen focussen. Een mooi voorbeeld hiervan is de slagerij. Voordat de slager in het pand introk was het een goedkope kiloslagerij. De slager had echter de ambitie om kwalitatief betere producten te verkopen. Het assortiment is mede door de toenemende vraag naar luxeproducten stukje bij beetje veranderd. Het is een continu proces dat zich aanpast aan de wensen van de klant. Door de nieuwe groep tweeverdieners neemt de vraag naar extra kwaliteit toe, en daar wordt het assortiment ook op aangepast.
4.2.9 Concurrentie -
In de Spaarndammerstraat is er niet veel concurrentie onderling, maar heeft voornamelijk betrekking op de straat als geheel ten opzichte van andere winkelstraten.
In de Spaarndammerstraat is er niet veel concurrentie onderling. Er is bijvoorbeeld maar één warme bakker, één keurslagerij, één cadeauwinkel enzovoorts. De concurrentie heeft voornamelijk betrekking op de straat als geheel ten opzichte van andere winkelstraten, en dan de Haarlemmerdijk in het bijzonder. Uit meerdere interviews kwam naar voren dat de Spaarndammerstraat qua winkels nog niet divers genoeg is om bijvoorbeeld te kunnen concurreren met de Haarlemmerdijk. De Spaarndammerstraat heeft de afgelopen jaren wel een inhaalslag gemaakt. De straat is helemaal opgeknapt, vanwege de Europese subsidie is de kwaliteit ook zeer hoog. Alle grote gevelreclames zijn verwijderd en de winkelpanden opgeknapt. De leegstand van winkelpanden is ook enorm teruggedrongen van tien lege panden naar twee. Er missen volgens de ondernemers echter ook nog wel wat winkels. Qua kleine zelfstandige ondernemingen zijn een viswinkel, slijterij, opticien en delicatessenwinkel zijn meer dan gewenst. Het gemis aan een viswinkel wordt nu opgevangen door een viskraam die een keer per week in de Spaarndammerstraat staat. Ook zijn er ondernemers die voor een BCC, Hema, Kruitvat, C&A en Wibra pleiten. Om te kunnen concurreren moet er zoals de warme bakker het goed verwoordde: ‘Kijken wat er interessant is aan de Spaarndammerstraat om de ‘convenience goods’ te halen. Leuker dat je naar de Haarlemmerdijk gaat. Dan moet je een paar voordelen hebben ten opzichte van de Haarlemmerdijk.’ Een van de voordelen zou kunnen zijn dat het in de Spaarndammerstraat veel makkelijker en goedkoper is om te parkeren. De Spaarndammerstraat is zoals de winkelstraatmanager het mooi verwoordde een boodschappenstraat. Veruit de meeste mensen komen naar de Spaarndammerstraat voor de dagelijkse boodschappen, niet om te winkelen. Het is een gemis dat er in de Spaarndammerstraat geen goedkope supermarkt zoals Aldi te vinden is. Er is veel vraag naar bij de bewoners van de Spaarndammerbuurt en het voordeel is dat het ook mensen buiten de buurt trekt. Maar op dit moment zit er een supermarkt zonder duidelijke functie die een contract met een looptijd van 30 jaar heeft getekend. Voorlopig komt die goedkopere supermarkt er dus niet. In het midden van de winkelstraat, op de plek waar vroeger de Albert Heijn zat, bevindt
zich
een
enorm
gezondheidscentrum.
De
verwachting
was
dat
dit
gezondheidscentrum dagelijks vele bezoekers zal trekken, wat een gunstig effect zal hebben op in ieder geval het zuidelijk gedeelte van de winkelstraat. Dit is echter niet het geval gebleken. Het gezondheidscentrum breekt de winkelstraat op in twee delen, en heeft geen enkele toegevoegde waarde.
4.2.10 De toekomst -
Alle ondernemers zien de toekomst van hun onderneming rooskleurig in.
-
Twee ondernemers hebben plannen voor een tweede onderneming in een andere buurt.
Alle ondernemers zijn positief over de toekomst van de onderneming in de Spaarndammerstraat. Stuk voor stuk zien ze enorm veel potentie in de Houthavens en de potentiele nieuwe klanten die erbij zouden kunnen komen. Tot die tijd is het voor een paar ondernemers wel echt overleven. Alle ondernemers verwachten heel veel van de Houthavens. Of dit realistisch is moet nog blijken aangezien de ondernemers de nieuwe groep tweeverdieners nog niet veel in hun winkel terugzien. Eén ondernemer overweegt een vertrek naar een andere buurt indien de winkelomzet niet beter wordt. Twee ondernemers hebben plannen voor een tweede winkel in een andere buurt.
4.3 Analyse ondernemingsplan Tot slot wordt het verkregen businessplan geanalyseerd. Het is vanwege privacy redenen niet mogelijk om het bedrijf en de persoon bij echte naam te noemen. De onderneming zal ‘Onderneming X’ genoemd worden, en de eigenaar ‘meneer de Vries*’. Meneer de Vries zocht een locatie voor zijn winkel waar veel mensen rond moeten komen van een niet al te hoog inkomen, en het oog is uiteindelijk op een pand in de Spaarndammerbuurt gevallen.
Aan de hand van verschillende factoren wordt er bekeken of meneer de Vries potentie heeft om een levensvatbare onderneming op te bouwen.
Motivatie voor het beginnen van een kleine zelfstandige onderneming Meneer zegt in de inleiding met een stichting in onderhandeling te zijn over het opzetten van een samenwerkingsverband voor het geven van cursussen. Bij motivatie zegt hij echter dat hij de kennis die hij bij de stichting heeft opgedaan in de praktijk wil brengen. Verder heeft hij als motivatie dat hij houdt van zijn vrijheid, geen 9 tot 5 mentaliteit heeft en graag financieel onafhankelijk wil zijn.
Marktonderzoek Meneer de Vries heeft geen gelijke onderneming in de buurt kunnen ontdekken, en ook na navraag bij buurtbewoners werd er gezegd dat een dergelijke winkel niet voorkomt in de buurt en daar zeker behoefte aan is.
Leeftijd / Opleiding Deze ondernemer is 49 jaar en heeft alleen een lbo diploma. Meneer de Vries geeft zelf aan niet financieel onderlegd te zijn en de boekhouding wil uitbesteden. Wel beschikt deze ondernemer over leidinggevende kwaliteiten en managementkwaliteiten.
Werkervaring / sectorervaring: Meneer de Vries heeft van 1981 tot 1990 als barman, en later als bedrijfsleider in een bar gewerkt. Daarna is hij tot 2009 naar het buitenland vertrokken en heeft naar eigen zeggen diverse functies in verschillende horecagelegenheden gehad, en later eigen bedrijven opgezet in horeca en telemarketing.
*Naam is gefingeerd
Daar is deze persoon erg onduidelijk over, en het is onbekend in welk land hij zich bevond. Wat hij vanaf 2009 in Nederland heeft gedaan is ook onbekend. Het curriculum vitae is onvolledig en niet na te trekken.
Promotie / marketing: Deze zelfstandige onderneming is een multifunctionele winkel met meerdere producten en diensten. Voor promotie is het plan om folders te verspreiden, en ook wordt er gedacht over een adverteren in de spits, als het budget het toelaat.
Verkoop via andere kanalen Het zal ook via de website mogelijk zijn om producten te kopen.
Conclusie over deze ondernemer Het idee wat deze ondernemer heeft is goed. Hij heeft een idee voor een winkel welke nog niet aanwezig is in de buurt, en waar zeker vraag naar zou kunnen zijn. Of deze ondernemer de juiste persoon is om deze onderneming te leiden betwijfel ik ten zeerste. Ik denk dat deze ondernemer bepaalde vaardigheden mist om van deze onderneming een succes te maken. Zijn onvolledige curriculum vitae spreekt ook niet in zijn voordeel. Waarom is deze persoon zo vaag over zijn werkzaamheden in het buitenland? Het ondernemingsplan barst verder van de spellings- en grammaticafouten. Zijn motivatie had hij beter moeten verwoorden. Redenen als een 9 tot 5 mentaliteit hebben en financieel onafhankelijk willen zijn horen daar niet bij. Het marktonderzoek is ook summier, en de rede voor het willen adverteren in de Spits is mij onduidelijk. Een kijkje bij de winkel en een blik op de website zegt eigenlijk genoeg. De winkel is dicht en bij het openen van de website komt er een banner tevoorschijn met de tekst: ‘Bedankt voor uw vertrouwen. Helaas moeten wij onze werkzaamheden tijdelijk onderbreken, maar… Bedrijf X komt terug’. Verder staat er een aanbieding op de homepage van de website die geldig is tot en met 30 juni 2010.
4.4
Conclusie
Van de tien geïnterviewde zelfstandige ondernemers zijn zeven ondernemingen zeker levensvatbaar te noemen. Bij drie ondernemingen zijn er grote twijfels, maar zelf hebben de ondernemers vertrouwen in de toekomst. De bloemenwinkel, Marokkaanse bakker en taarten atelier hebben het zwaar. De eigenaresse heeft de bloemenwinkel ruim een jaar geleden overgenomen en deze winkel loopt een stuk minder dan verwacht. De Marokkaanse bakker zit er nu zeven jaar en heeft last van een dalende omzet. De taarten atelier zit er pas een paar maanden en op anti-kraak basis, er hoeft maar heel weinig huur betaald te worden. Tot het moment van het interview was er niks gedaan om de winkel onder de aandacht te krijgen en was de weekomzet bedroevend laag en absoluut niet levensvatbaar. Wat hebben deze ondernemers gemeen? Twee ondernemers zijn laaggeschoold, en de andere ondernemer heeft wel een universitaire opleiding gedaan, maar in een compleet ander vakgebied. Verder is dit voor de ondernemers de eerste onderneming die ze bezitten, en hebben weinig of geen sectorervaring. Een mooi voorbeeld is de Marokkaanse bakker. Hij was eerst schoonmaker, kwam per toeval in de bakkerij terecht en heeft het een paar maanden later overgenomen. Voor de bloemist geldt ook een gebrek aan sectorervaring. Ze zat in het bank- en verzekeringswezen, zag een advertentie in de krant staan, en zonder marktonderzoek te verrichten of een ondernemingsplan te schrijven, besloot ze de zaak over te nemen. De eigenaresse van de taarten atelier bakte vanuit huis taarten, en werd gevraagd om in een leegstand winkelpand van een vriend, op basis van een antikraak contract, een taarten atelier te beginnen. Wat deze ondernemers gemeen hebben is dat ze geen idee hebben wat ondernemen precies inhoudt. Dit komt door een gebrek aan scholing en door een gebrek aan sectorervaring.
Tot slot het beantwoorden van de hoofdvraag: Welke factoren bepalen de levensvatbaarheid van een kleine zelfstandige onderneming in de Spaarndammerbuurt? Na een literatuuronderzoek en een empirisch onderzoek ben ik tot de conclusie gekomen dat zowel interne factoren als externe factoren een rol spelen. Interne factoren hebben enkel en alleen betrekking op de ondernemer en zelfstandige onderneming. De externe factoren zijn de factoren die betrekking hebben op de straat als geheel of de buurt. Uit het onderzoek blijkt dat opleiding en sectorervaring belangrijke factoren zijn die de levensvatbaarheid verklaren. Het is belangrijk dat de ondernemer vaardigheden heeft in gebieden als marketing en sales, financieel management, administratie en general
management. Het is een groot pluspunt als de ondernemer al sectorervaring heeft, of al zijn eigen onderneming heeft. Zo zijn er meerdere ondernemers die al op een andere locatie actief waren en via internet producten verkochten. Het al hebben van een vaste klantenkring maakt de opstartfase een stuk makkelijker.
De externe factoren die in deze scriptie genoemd zijn, zijn: human traffic / bereikbaarheid, besteedbaar inkomen en concurrentie. Uit het empirisch onderzoek komt naar voren dat de straat nog niet optimaal te bereiken is, en dat de human traffic ook voor verbetering vatbaar is. Ondernemers pleiten voor tweerichtingsverkeer. Dat zou de bereikbaarheid ten goede komen, en uiteindelijk ook een positief effect hebben op de human traffic. Hoe kan ervoor gezorgd worden dat er meer mensen naar de Spaarndammerstraat komen? Het stadsdeel heeft zich de afgelopen vijf jaar enorm ingespannen om de Spaarndammerstraat op te knappen. Dat is prima gelukt en het heeft de Spaarndammerstraat een boost gegeven. Het aantal leegstaande winkelpanden is teruggedrongen van acht naar twee. .
5.
Discussie
Van de tien geïnterviewde ondernemers huren er vijf het winkelpand van de Key. Deze vijf ondernemers hebben allemaal een ondernemingsplan geschreven en hebben een levensvatbare onderneming. Betekent dit dat de Key een goede hand heeft in het selecteren van geschikte levensvatbare ondernemers? Het antwoord hierop is geen volmondig ja. Van de Woonstichting kregen we een lijst met ondernemers die volgens de Key om uiteenlopende redenen geschikt zou zijn voor een interview. Het waren vijf ondernemers met een uitstekend ondernemersprofiel. Zo had de warme bakker al meerdere succesvolle ondernemingen, de fietsenwinkel zat eerst in de Houthavens en had al een klantenkring, de eigenaar van de zoutwinkel genereerde al veel inkomsten uit zijn webshop, de eigenaar van de kledingreperatiewinkel bezat al een grote onderneming in het land van herkomst, en de Key besloot pas later het pand van de slager te kopen. Het risico was in deze gevallen heel laag voor de woonstichting. Het blijkt dat veel ondernemers de waarde van een ondernemersplan onderschatten. De meeste geïnterviewde ondernemers hechten er weinig waarde aan en komen met opmerkingen als ‘het was al een fietsenwinkel voordat ik hier kwam’. Het idee achter het ondernemersplan is dat ondernemers hun ideeën concreet maken, marktonderzoek gaan doen, een marketingplan gaan schrijven, en een financieel plan gaan schrijven. Dit kan ondernemers enorm helpen met de opstart van het bedrijf en later ook als controle dienen. Het is ontzettend belangrijk dat de ondernemer uitgebreid marktonderzoek doet voordat hij besluit zich in het winkelpand te vestigen. Waarom is de ondernemer van het plan afgeweken, en was het een goede keuze? Het is dan ook belangrijk dat de Woonstichting deze ondernemingsplannen goed archiveert, en indien noodzakelijk na een paar maanden of na een jaar nog een keer doorneemt met de ondernemer. Uit de analyse van het ondernemingsplan blijkt dat de Key ook op papier minder bekwame ondernemers een kans gunt. Deze ondernemer heeft op het oog een prima idee, maar is op papier niet de ideale ondernemer. Het blijft opmerkelijk als er over de laatste twintig jaar niet te traceren is waar en wat deze ondernemer precies heeft gedaan. Hij zegt meerdere eigen bedrijven in het buitenland gehad te hebben, maar gaat er inhoudelijk niet op in. Ook zijn motivatie voor het beginnen van een onderneming, marktonderzoek en opleiding schieten tekort. Wanneer moet de Key een ondernemer het voordeel van de twijfel gunnen en wanneer niet? Hier ligt een nadrukkelijke aanbeveling voor vervolgonderzoek. In deze scriptie zijn factoren beschreven die de levensvatbaarheid van een kleine zelfstandige
onderneming bepalen. Voor een verhuurder van BOG kan het uiterst nuttig zijn om een tool te hebben die helpt met beoordelen of een onderneming levensvatbaar en ‘geschikt’ is. Het is een gegeven dat ondernemers niet in de rij staan om in de Spaarndammerstraat een kleine zelfstandige onderneming te beginnen. Maar het is ook waarneembaar dat de Spaarndammerstraat de afgelopen jaren een aantrekkelijkere winkelstraat is geworden voor ondernemers. De straat heeft daarnaast nog veel potentie en er wordt veel waarde gehecht aan het Project in de Houthavens, waardoor het verzorgingsgebied groter wordt.
Het heeft er echter schijn van dat het project in de Houthavens als zoethoudertje wordt gebruikt om de kleine zelfstandige ondernemers tevreden te stellen. Er worden binnen nu en tien jaar ongeveer 2000 woningen gebouwd in de Houthavens. Er wordt verondersteld, omdat er geen winkels in de Houthavens komen, dat de mensen voor hun winkelbehoefte naar de Spaarndammerstraat zullen gaan. Het stadsdeel heeft al een evenement georganiseerd waarin ze de Spaarndammerstraat als rode loper naar de Houthavens toe presenteerden. Meerdere ondernemers spreken van overleven totdat de Houthavens er zijn. Dan verwachten ze een omzetstijging, en dat zorgt ervoor dat ze de toekomst allemaal rooskleurig inzien. Maar is het wel realistisch om te veronderstellen dat deze mensen naar de Spaarndammerbuurt komen voor hun boodschappen? In de Spaarndammerbuurt is er in de afgelopen jaren een nieuwe groep bewoners gekomen: de tweeverdieners die zich in de mooie gerenoveerde appartementen vestigden. Deze groep is volgens de ondernemers echter weinig bij de kleine zelfstandige ondernemingen te vinden. Redenen hiervoor zijn dat deze groep tweeverdieners veel aan het werk zijn en weinig vrije tijd hebben, maar ook dat ze (nog) weinig binding met de buurt hebben. Ook hier een interessant onderwerp voor vervolgonderzoek. Is deze groep bewoners geneigd inkopen te doen bij kleine zelfstandige ondernemers in hun eigen buurt, en hoe zit dat met de nieuwe bewoners die zich in de toekomst in de Houthavens gaan vestigen?
Het doel van het onderzoek was om door middel van een literatuurstudie en een empirische studie factoren te vinden die de levensvatbaarheid van kleine zelfstandige ondernemers. Doelstelling was om een bijdrage te leveren aan een instrument voor het selecteren van kleine levensvatbare ondernemers. Ik ben redelijk tevreden over het eindresultaat en denk dat deze doelstelling gedeeltelijk gehaald is. Er is een bijdrage geleverd in de zin van dat de factoren genoemd en gescheiden zijn in interne en externe factoren. Voor het selectieproces is
vervolgonderzoek nodig. Aan welke selectiecriteria moet de ondernemer precies voldoen? Daar is in deze scriptie nog niet diep genoeg op ingegaan. Een duidelijke tekortkomingen aan het onderzoek is dat er te weinig ondernemers geïnterviewd zijn. Ook zouden de interviews beter gestructureerd moeten zijn. Ik mis de ervaring en bepaalde interviewtechnieken voor het verkrijgen van alle benodigde antwoorden. Het is erg jammer dat ik maar de beschikking heb gekregen over maar een ondernemingsplan. Ondernemers zouden geselecteerd moeten worden voordat ze zich vestigen, dus dan speelt het ondernemingsplan een zeer belangrijke rol. Voor vervolgonderzoek zou de invloed op van ondernemingsplannen op de levensvatbaarheid van kleine zelfstandige ondernemingen onderzocht kunnen worden.
6.
Bibliografie
Referenties: Bates, T. (1990). Entrepreneur Human Capital Inputs and Small Business Longevity. The review of economics and statistics. 72, 551-559.
Blom, I. (2010). Wijkeconomie en leefbaarheid in stedenwijk. Masterthesis. 1-102 Bruins, (2008). Sociaal Ondernemerschap. 5-25 Brummelkamp G. (2011). Startende ondernemers, ontwikkelingen, betekenis, beleid Buyens, D., Crijns, H. & Guiot D. (2002), Startende ondernemers in Vlaanderen: een verkennend onderzoek, VIONA-rapport. Cardia, F., Praag, van, M. (2007). Onderwijs en ondernemerschap in Nederland. Entrepreneurship update, 4, 1-18. Gartner, W.B. (1988). Who’s an entrepreneur? Is the wrong question. American Journal of small businesses, 42, 48-67. Gilbert, B. A., McDougall, P. P., & Audretsch, D. B. (2006). New Venture Growth A Review and Extension. Journal of Management , 32 (6), 926-950. ‘t Hart, H. van Dijk, J. de Goede, M. Jansen, W. Teunissen, J. (1996) Onderzoeksmethoden Hormozi, A. (2004). Becoming an Entrepreneur: How to Start a Small Business? International Journal of Management, 21 (3), 278-285. Lee, C., Lee, K., & Pennings, J. M. (2001). Internal Capabilities, External Networks and Performance: A Study on Technology-Based Ventures. Strategic Management Journal , 22 (6/7), 615-640. Merriam, S.B. Qualitative Research. A guide to design and implementation. (2009) Morris, M., Schindehutte, M., Allen, J. (2003). The entrepreneur’s business model: toward a unified perspective. Journal of business research, 58, 726-735. Peña, I. (2002). Intellectual capital and business start-up success. Journal of Intellectual Capital , 3 (2), 180-198.
Robson, C. (2002) Real world research, Oxford, Blackwell Schumpeter, J. (1934). Theory of economic development. Cambridge, MA: Harvard University Press. Shane, S., & Venkataraman, S. (2000). The Promise of Entrepreneurship as a Field of Research. Academy of Management Review , 25 (1), 217-226. http://www.ing.nl/zakelijk/starters/starter‐van‐de‐maand/restaurant‐oak/
(http://www.os.amsterdam.nl/tabel/8737/
Bijlage 1: Interview structuur
Beste ondernemer, Bedankt voor uw medewerking aan het interview. Het interview zal bijdragen aan een onderzoek naar de leefbaarheid in de Spaarndammerbuurt. Dit onderzoek wordt gedaan door studenten van de Universiteit van Amsterdam. Het onderzoek gebeurt in opdracht van woningstichting de Key. Ik ben één van de studenten die meewerkt aan het onderzoek en gebruik dit onderzoek voor mijn bachelorscriptie. Het interview duurt maximaal 30 minuten. De interviews worden vertrouwelijk gebruikt en u kunt anoniem blijven. Wij vragen u om open en eerlijk te zijn tijdens het interview. De interviews worden opgenomen zodat ze op een later tijdstip geanalyseerd kunnen worden. Hier wordt er gekeken op welke manieren ondernemers bij kunnen dragen aan leefbaarheid en wordt er gekeken naar de levensvatbaarheid van kleine zelfstandige ondernemingen in de Spaarndammerbuurt. Mocht u geïnteresseerd zijn dan kunt u de scriptie inzien of ontvangen.
Ik zal beginnen met wat persoonlijke vragen: Wat is uw leeftijd? Welke opleidingen heeft u gevolgd? Waar heeft u hiervoor gewerkt? Wat is het type onderneming? Eenmanszak, VOF, BV
Kunt u wat vertellen over de geschiedenis van uw onderneming? Hoe is de opstartfase gegaan? Liep u tegen problemen op? Hoe heeft u deze opgelost?Alleen of met behulp van anderen? Hoelang zit uw onderneming al in deze buurt? Heeft u deze zelf opgezet? Hoe bent u aan het pand gekomen? Had u een ondernemingsplan? Hoe ging het contact met de
Key? Hoe was het pand toen u het kreeg? Bent u er vaak geweest voordat u het kocht? Heeft u er wat aan veranderd? Waarom heeft u ervoor gekozen om u onderneming hier te vestigen?Hoe kende u de buurt?Wat verwachte u van de buurt? Hoe gingen de eerst maanden? Hoe was de omzet? En heeft u veel aan marketing gedaan? Op wat voor manier? Heeft u eerdere ondernemingen gehad? Heeft u deze zelf opgezet? Waar waren deze ondernemingen gevestigd? Hoe is het daarmee afgelopen?
Kunt u wat vertellen over de huidige situatie van uw onderneming? Hoe functioneert uw onderneming in de wijk? Functioneert uw onderneming naar behoren of heeft u problemen? Is er de laatste tijd veel verandert met uw onderneming? Welke verandering hebben er plaatsgevonden? Waarom vonden deze veranderingen plaats? Bent u er tevreden over? Functioneert uw onderneming volgens uw oorspronkelijk idee? Bent u op veel punten afgeweken van het businessplan? Wat zijn de zwakke/sterkte punten van uw onderneming? Heeft u veel concurrentie? Hoe gaat het financieel met uw onderneming? Bent u tevreden met uw onderneming? Komen uw klanten vooral uit de buurt? Doet u veel aan marketing? Zo ja wat? Heeft u vooral vaste klanten of zijn de klanten erg wisselend? Wat denkt u dat de reden hiervan is? Hoe vaak per week/maand komen klanten gemiddeld terug? En waarom denkt u? Hoe is het contact met andere ondernemers in de buurt? Zo ja, op wat voor manier? Werkt u samen met andere ondernemingen in de buurt? Zo ja, op wat voor manier? Heeft u personeel? Hoeveel personeel heeft u?komt dit personeel uit de buurt? Let u hierop wanneer u mensen aanneemt? Bent u tevreden over het personeel? Hoe komt u hieraan?
Heeft u weleens klachten van buurtbewoners gehad over u onderneming?Wat waren deze klachten? Heeft u hier iets aan gedaan? Spreekt u veel mensen uit de buurt? Is er in/bij uw onderneming veel contact tussen bewoners? Is er veel contact tussen bewoners? Wanneer vind dit plaats? Draagt uw onderneming bij aan het verbeteren van de wijk? Op wat voor manier gebeurd dit? Bent u hiervoor benaderd of komt dit vanuit de onderneming zelf? Loopt uw onderneming tegen bepaalde problemen aan? Heeft u al geprobeerd om deze problemen op te lossen? Waar ligt dit aan?
Kunt u wat vertellen over uw persoonlijke relatie met de buurt? En uw mening over de buurt? Bent u in de buurt geboren? Woont u in de buurt? En hoelang woont u al in de buurt? Bent u bekend in de buurt? Bent u naast uw werk vaak in de buurt te vinden? Wat is uw beeld van de buurt? En waarom vindt u dat? Is er in de buurt veel verandert de laatste jaren? Op wat voor gebied vonden deze veranderingen plaats? Is het veiliger/schoner/drukker op straat? Zijn er meer problemen in de buurt? Hoe vind u de leefbaarheid van de buurt op het moment? Voelt u zich veilig in de buurt? Waarom? Zijn er winkels/bedrijven/ondernemingen die hier invloed op hebben? Is er bijvoorbeeld overlast van bepaalde ondernemingen? Zet u zich persoonlijk in om bij te dragen aan de leefbaarheid in de wijk? Bent u hiervoor weleens benaderd? Wat heeft u toen gedaan?
De ondernemer Hoeveel uur werkt u per week? Vind u dat u uw onderneming goed leidt?
Bent u gelukkig met uw zelfstandige onderneming? Hoe ziet u uw toekomst als zelfstandig ondernemer? - Wat zijn uw ambities? De toekomst Hoe ziet u uw toekomst als zelfstandig ondernemer? Wat zijn uw ambities? Hoe ziet u de toekomst van de Spaarndammerstraat? Ziet u voor uw zelf een rol?
Bijlage 2: De uitgeschreven interviews
Deze zijn vertrouwelijk en alleen in te zien met toestemming van de auteur.
Bijlage 3: Advies aan de Key
Project Bedrijf Onroerend Goed
Henriette Mansell Ruben Holthuizen Tim Kromwijk 1. Inleiding 1.1. Aanleiding tot onderzoek Woonstichting De Key heeft de Academie van de Stad benaderd om een project met studenten te ontwikkelen omtrent de ondersteuning van ondernemers en de leefbaarheid van wijken. De Academie van de Stad heeft dit plan voorgelegd aan de Universiteit van Amsterdam. Op basis hiervan schrijven drie studenten van de UVA hun bachelorscriptie in de vorm van een deelonderzoek.
1.2. Probleemdefinitie De vragen waar De Key nu tegen aanloopt met betrekking tot de invulling van hun BOG panden zijn: wanneer zouden we een onderneming moeten ondersteunen, wat zijn de kenmerken van goede ondernemers, wat kan een ondernemer doen voor de leefbaarheid van een wijk en hoe kunnen we de maatschappelijke huur het beste afbouwen? De hoofdvraag die De Key beantwoord wil zien is: ‘Hoe kan de Key BOG panden verhuren aan ondernemers die bijdragen aan vitale leefbare wijken, waarbij de corporatie zijn maatschappelijke rol verantwoord inzet (kosten/baten) en de financiële en
imagorisico's professioneel worden gemanaged’. Dit onderzoek zal gedaan worden in opdracht van woonstichting De Key en in samenwerking met De Academie van de Stad. Deze praktijkgerichte studie wordt gedaan aan de hand van een literatuurstudie en een veldstudie.
1.3. De deelonderzoeken Aangezien de hoofdvraag van het onderzoek van woonstichting De Key te groot is om in één keer te beantwoorden, is het onderzoek in meerdere deelonderzoeken verdeeld. De drie deelonderzoeken zullen zich richten op de bijdrage van ondernemers aan de leefbaarheid gezien vanuit zowel bewoners als ondernemers perspectief en op de levensvatbaarheid van kleine zelfstandige ondernemers. Deze drie deelonderzoeken hebben de volgende hoofdvragen:
‘Wat is de gewenste bijdrage van kleine, zelfstandige ondernemingen aan de leefbaarheid van een wijk vanuit bewonersperspectief gezien?’
Wat voor ondernemingen zijn er het meest geschikt om bij te dragen aan de verschillende aspecten van leefbaarheid in de Spaarndammerbuurt?
Welke factoren bepalen de levensvatbaarheid van een kleine zelfstandige onderneming in de Spaarndammerbuurt?
Met deze drie deelonderzoeken is het mogelijk de volgende vraag te beantwoorden: Hoe kan de Key BOG panden verhuren aan geschikte ondernemers die bijdragen aan de leefbaarheid in de Spaarndammerbuurt? Het beantwoorden van deze vraag draagt bij aan het onderzoek van woonstichting De Key. Bijgevoegd zitten de drie afzonderlijke deelrapporten. Ter afsluiting volgt er een gezamenlijk advies voor woonstichting De Key.
1.4. De doelstelling De doelstelling van het onderzoek was in eerste instantie om een instrument op te stellen om De Key te helpen bij het selecteren van ondernemers die naast het opzetten van een levensvatbare onderneming, ook op andere manieren bijdragen aan de leefbaarheid van een wijk. Naarmate het onderzoek vorderde bleek deze doelstelling echter niet haalbaar. Vanwege de grote omvang van het instrument was het niet mogelijk om dit binnen de beschikbare tijd te realiseren. Vandaar dat de doelstelling van het onderzoek enigszins is bijgesteld. De nieuwe doelstelling is om doormiddel van
semigestructureerde interviews informatie te verzamelen als basis voor een instrument waarop geschikte ondernemers geselecteerd kunnen worden.
1.5. De onderzoeksmethode Het onderzoek is uitgevoerd door drie studenten. Elke student heeft een uitgebreide literatuurstudie gedaan ter voorbereiding van het empirisch onderzoek. In het empirisch onderzoek zijn er semigestructureerde interviews afgenomen bij ondernemers, bewoners en met de winkelstraatmanager. De analyse van de data heeft uitgebreide beschrijvingen opgeleverd. Hierbij is ook gezocht naar verklaringen van de gevonden relaties. Elk deelonderzoek heeft zijn eigen resultaten en discussie. Wat uiteindelijk geresulteerd heeft in een gezamenlijk advies rapport voor woonstichting De Key.
2. De resultaten Een belangrijk resultaat van het onderzoek is dat naast het opstellen van een instrument voor het selecteren van nieuwe ondernemers, ook gekeken moet worden naar de levensvatbaarheid van de huidige ondernemers en de bijdrage die zij leveren aan de leefbaarheid in de Spaarndammerbuurt. Daarom zal het resultaat verdeeld zijn in twee delen. Het eerste deel zal gaan over het selecteren van nieuwe ondernemers voor het BOG. En het tweede deel zal gaan over de omgang met de huidige ondernemers.
2.1. Het selecteren van nieuwe ondernemers 2.1.1. Voorzieningen In de Spaarndammerbuurt is er behoefte aan een aantal specifieke winkels. Deze winkels moeten zorgen voor een volledig aanbod van alle voorzieningen. Ondernemingen zorgen voor een goed aanbod van voorzieningen in een wijk. Dit heeft een positief effect heeft op de woonkwaliteit en dus op de leefbaarheid van een wijk. Het zijn vooral specialistische winkels die een toegevoegde waarde kunnen hebben voor de buurt. Veel genoemde specialistische winkels die ontbreken zijn een kaaswinkel, een viswinkel, een slijterij, een schoenmaker en een opticien. Bepaalde winkels waar klanten regelmatig een bezoek aan brengen kunnen een belangrijke functie hebben als voorziening. Het ontbreken van een viswinkel, een slijterij of een kaaswinkel waar bewoners regelmatig een bezoek aan brengen is daarom een groot gemis. Daarnaast is er vanuit de bewoners grote behoefte aan winkels die kwaliteit leveren. Wanneer een kleine, zelfstandige onderneming goede kwaliteit levert, nemen mensen de moeite om daar hun boodschappen te doen, in plaats van in de supermarkt bijvoorbeeld. 2.1.2. Trekpleister voor de buurt Er zijn op het moment een aantal ondernemingen in de Spaarndammerbuurt die echt een trekpleister zijn voor de buurt. Deze ondernemingen trekken klanten vanuit heel Amsterdam, en soms zelfs verder weg, naar de Spaarndammerbuurt. Dit komt de buurt ten goede omdat er een zeer
grote behoefte is aan een toestroom van klanten. Het zijn vooral de zeer specialistische winkels zoals een fietsenwinkel, een zoutwinkel en een cadeauwinkel die een bereik hebben dat verder gaat dan de buurt.
2.1.3. Levensvatbare ondernemers Het is voor de woonstichting van groot belang is dat zich in de BOG panden levensvatbare ondernemers vestigen, zodat de continuïteit gewaarborgd blijft. Het verloop onder ondernemers was de afgelopen jaren groot, dat moet worden teruggedrongen. Er zijn zowel interne factoren als externe factoren die een rol spelen in de levensvatbaarheid van kleine zelfstandige ondernemers. Interne factoren hebben enkel en alleen betrekking op de ondernemer en zelfstandige onderneming. De externe factoren zijn de factoren die betrekking hebben op de winkelstraat als geheel of de buurt. Uit het onderzoek blijkt dat opleiding en sectorervaring belangrijke interne factoren zijn die de levensvatbaarheid verklaren. Het is belangrijk dat de ondernemer vaardigheden heeft in gebieden als marketing en sales, financieel management, administratie, human resources en general management. Het is verder uiterst belangrijk dat een ondernemer een marktonderzoek verricht voordat hij zich definitief vestigt. Het belang van een ondernemersplan wordt door veel ondernemers onderschat. Het idee achter het ondernemersplan is dat ondernemers hun ideeen concreet maken, marktonderzoek doen, een marketingplan en een financieel plan schrijven. Dit kan ondernemers enorm helpen met de opstart van het bedrijf en later ook als controle dienen. De externe factoren bestaan uit human traffic, bereikbaarheid, besteedbaar inkomen en concurrentie. Hoe meer human traffic er is in de Spaarndammerstraat, hoe beter. Ondernemers pleiten verder voor tweerichtingsverkeer. Zij zien het huidige eenrichtingsverkeer als een belemmering. Wat opvalt is dat veel ondernemers ontevreden zijn over het besteedbaar inkomen van de mensen in de Spaarndammerbuurt. In de Spaarndammerbuurt wonen veel mensen die leven van een uitkering. In de afgelopen vijf jaar is er echter een nieuwe groep inwoners gekomen, die in de gerenoveerde koopwoningen zijn gaan wonen. Deze groep mensen is amper in de Spaarndammerstraat te vinden. In de Spaarndammerstraat is er niet veel concurrentie onderling. De concurrentie heeft voornamelijk betrekking op de straat als geheel ten opzichte van andere winkelstraten. Op dit moment is de Spaarndammerstraat nog niet volledig genoeg en kiest een groep bewoners om elders hun boodschappen te doen.
2.1.4. Geschikte ondernemers Als een ondernemer gehecht is aan zijn wijk, draagt hij meer bij aan de leefbaarheid in de wijk. Dit heeft vooral effect op het sociale aspect van leefbaarheid. Wanneer een ondernemer uit de buurt komt of in de buurt geboren is, heeft hij vaak een grote binding met de buurt. Hierdoor ontstaat er snel contact met bewoners en ook met andere ondernemers. Daarnaast leveren ondernemers die gehecht zijn aan de wijk waarin zij werken vaak een grote persoonlijke bijdrage aan de leefbaarheid in de buurt. Ondernemers kunnen meer bijdragen aan het sociale aspect van leefbaarheid wanneer zij sociaal sterk ontwikkeld zijn.
2.2. De omgang met de huidige ondernemers 2.2.1. Ondernemersvereniging De onderlinge communicatie tussen de ondernemers is in de Spaarndammerbuurt nog zeer beperkt. Toch geven veel ondernemers aan, open te staan voor meer samenwerking en meer overleg met andere ondernemers. Er is nu wel contact tussen verschillende ondernemers, maar dit is vaak informeel en niet erg intensief. Ondernemers die samenwerken komen al helemaal weinig voor. En als het voorkomt, is het op zeer kleine schaal met enkel een paar ondernemers. De ondernemingsvereniging die de communicatie en het samenwerken tussen de ondernemers moet stimuleren functioneert ook niet naar behoren. Hierover wordt vaak gezegd dat de bijeenkomsten niet effectief zijn. Er wordt veel gepraat maar uiteindelijk levert de vergadering weinig op. Veel ondernemers vinden dit jammer aangezien ze aangeven dat een goede communicatie en een goede samenwerking zeer belangrijk is voor het goed functioneren van de ondernemingen in de buurt. Meerdere ondernemers geven aan mee te willen werken en mee te willen denken in de ondernemersvereniging. Er zijn ook meerdere ondernemers die aangeven open te staan voor medewerking aan bijvoorbeeld een ondernemersvereniging wanneer ze hiervoor benaderd worden, maar die zelf niet het initiatief zouden nemen. Het is daarom van belang dat dit wordt gestimuleerd vanuit bijvoorbeeld het stadsdeel. De winkelstraatmanager geeft aan dat er weinig animo is om mee te werken aan de ondernemersvereniging. Uit de interviews blijkt er echter toch genoeg draagvlak te zijn om een actieve ondernemersvereniging op te zetten. Het zou daarom zonde zijn om deze mogelijkheid niet te benutten.
2.2.2. Marketing
De aanwezigheid van voorzieningen wordt als belangrijk gevonden. Je hebt echter niet zo veel aan de aanwezigheid van voorzieningen, als de voorzieningen niet zichtbaar zijn. Ondernemers klagen over het aantal klanten, maar als buurtbewoners niet weten van het bestaan is dat vrij zorgelijk. De Spaarndammerbakker zit er bijvoorbeeld al jaren, maar bewoners geven aan dat ze blij zijn dat er eindelijk weer een nieuwe bakker zit. Uit de interviews met de ondernemers blijkt dat er in de Spaarndammerstraat maar heel weinig ondernemers zijn die iets aan marketing doen en hun winkel promoten. De slager doet mee met acties van de Keurslager en de bakker draait mee in een compleet marketingverhaal van de franchise. Daarnaast brengen de bakker en slagen samen één keer in de maand een flyer uit. Dit straalt twee dingen uit: de samenwerking met de medeondernemers in de straat, het versterken van de straat en tegelijkertijd maakt het de actie wat goedkoper. Het is uiteindelijk de bedoeling dat meerdere ondernemers mee doen aan deze flyer. De Key of de winkelstraatmanager zou dit kunnen stimuleren. Er is echter geen medewerking van elke ondernemer te verwachten. De eigenaresse van de kadowinkel doet bewust niet aan marketing daar is ze niet commercieel genoeg voor. De winkel loopt goed genoeg en ze heeft helemaal geen behoefte aan extra reclame maken. De mond‐tot‐ mond reclame werkt uitstekend. De eigenaar van de zoutwinkel doet helemaal niets aan promotie. Hij staat door zijn unieke concept elke maand wel in een krant of magazine dus dat levert al genoeg reclame op. 2.2.3. De uitstraling van de buurt verbeteren Het plaatsen van bijvoorbeeld bloempotten of een bankje voor de deur draagt bij aan een levendig en fris straatbeeld. Initiatieven om bijvoorbeeld gezamenlijk bloempotten te kopen en voor de deur te zetten kunnen dit wel stimuleren. Redelijk wat ondernemers zeggen hier voor open te staan, maar dan moet het wel collectief gebeuren. Het effect is minimaal wanneer een ondernemer zijn winkel aan de buitenkant leuk aankleed terwijl de winkel er naast er vervallen uitziet. Buurtbewoners geven aan het te waarderen als de straat er verzorgt uit ziet. Ze vertellen dat met name de nieuwere winkels er beter onderhouden uitzien en de straat aantrekkelijker maken. Deze winkeltjes hebben zowel van binnen als buiten hun pand opgeknapt. Dit zijn echter slechts een paar winkels. Wanneer ondernemers inzien dat onderhoud een belangrijke factor is van leefbaarheid en ze de handen ineenslaan om hun panden op te knappen, kan de Spaarndammerstraat als geheel aantrekkelijker worden gevonden.
3.
Het advies
De Spaarndammerbuurt wordt steeds aantrekkelijker voor zelfstandige ondernemers. De afgelopen vijf jaar is de buurt enorm opgeknapt en raakt het in trek bij tweeverdieners. Het gemiddeld besteedbaar inkomen per huishouden gaat omhoog. Ook begint men nu met de ontwikkeling van de Houthavens waardoor er op termijn 2200 woningen bij komen. De Spaarndammerstraat is de aangewezen winkelstraat voor de winkelbehoeftes van de nieuwe bewoners, maar de vraag is of dit ook daadwerkelijk gaat gebeuren. Op dit moment is het aanbod van winkels in de Spaarndammerstraat nog zo beperkt dat zelfs een deel van de bewoners uit de buurt ergens anders gaat winkelen. Daarom is het van belang dat de juiste ondernemers en ondernemingen geselecteerd worden voor de panden die nu en in de nabije toekomst leeg komen te staan. Hierbij is het belangrijk om goed te kijken naar de onderwerpen die besproken zijn in de resultaten. Daarnaast is het van belang dat de goede ondernemers gesteund worden, en de minder succesvolle ondernemers gestimuleerd worden om hun prestaties te verbeteren. Hierbij is een belangrijk rol weggelegd voor de Ondernemersvereniging en de winkelstraatmanager. De ondernemersvereniging staat op dit moment op een laag pitje. Dit is het juiste moment om deze vereniging weer nieuw leven in te blazen. Er worden nu concrete plannen gemaakt om de straat te herstructureren, wat bepalend kan zijn voor de toekomst. De slager en de bakker zouden de sleutelfiguren moeten worden in de Ondernemersvereniging. Deze personen hebben een goede visie, en hebben het beste voor met de buurt. Zij willen de ideale randvoorwaarden creëren waardoor zowel de bewoners als de ondernemers er profijt van kunnen hebben. Sommige ondernemers hebben geen besef wat ondernemen inhoudt en dienen bijgeschoold te worden. De ondernemers zeggen zeker 60 uur per week te werken, maar het rendement ligt bij sommige ondernemers erg laag. Door bijscholing zouden ze veel efficiënter kunnen werken. De Spaarndammerstraat heeft wel potentie maar wordt nog niet benut. De straat staat nu op een belangrijke splitsing. Of het blijft altijd een beperkte boodschappenstraat die het nu is, of het wordt een levendige winkelstraat, met een compleet aanbod met de juiste ondernemingen en ondernemers. Om van de Spaarndammerstraat een levendige winkelstraat te maken, vergt dit zowel inzet van De Key, de winkelstraatmanager en de ondernemers. Samen moeten ze een visie opstellen waarin duidelijk wordt welke richting ze in willen slaan met de Spaarndammerstraat.