SCHOOLPLAN 2015-2019 Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
Pagina 1
Inhoudsopgave Voorwoord Hoofdstuk 1
Hoofdstuk 2
Hoofdstuk 3
Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5
Hoofdstuk 6
Hoofdstuk 7
Hoofdstuk 8
Pag. 3
Schoolbeschrijving 1.1 Gegevens van de stichting 1.2 Gegevens over het personeel 1.3 Gegevens over de leerlingen 1.4 Beschrijving wijk en populatie Missie, visie en doelen van de school 2.1 Inleiding 2.2 Hoe staan we er momenteel voor 2.3 Wat vinden inspectie, ouders en teamleden 2.4 Door wie laten wij ons inspireren 2.5 De kaderstellende instanties 2.6 Missie en visie Kwaliteitszorg 3.1 Kwaliteitszorg binnen SPO Utrecht 3.2 De rol van de directeur bij kwaliteitszorg 3.3 De rol van het bestuur bij kwaliteitszorg 3.4 Kwaliteitszorg op onze school Het onderwijs 4.1 Onderwijsinhoud Zorg voor alle kinderen en passend onderwijs 5.1 Samenwerken aan passend onderwijs binnen het bestuur 5.2 Leerlingenzorg op de basisschool 5.3 Basisondersteuning bij ons op school ‘een sterke basis’ 5.4 Aanpak als een kind meer dan een basisondersteuning nodig heeft 5.5 Toelating leerlingen met specifieke onderwijsbehoefte 5.6 Leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte ‘steun waar nodig’ 5.7 Speciaal (basis-) onderwijs ‘speciaal als het moet’ De schoolorganisatie 6.1 De Stichting Openbaar Primair Onderwijs Utrecht 6.2 De schoolorganisatie Personeelsbeleid 7.1 Inleiding 7.2 Het personeelsbeleid van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs 7.3 Personeelsbeleid op onze school Beleidsvoornemens 8.1 Aanpak en werkwijze 8.2 Meerjarenplanning Bijlage 1: De 20 principes van Jenaplan Bijlage 2: WPO artikel 8 Bijlage 3: WPO artikel 9 Bijlage 4: Kerndoelen Primair Onderwijs Bijlage 5: Standaard voor de basisondersteuning Bijlage 6: Afspraken en regels
Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
5 5 6 8 9 10 12 18 22 24 29 29 30 30 32 37 38 40 45 46 46 47 48 49 54 54 55 58 58 63 64 65 66 70 84
Pagina 2
Voorwoord Voor u ligt het schoolplan 2015-2019 van de Jenaplanschool Wittevrouwen te Utrecht. Het bijzondere van dit schoolplan is het feit dat het een weerslag is van een aantal jaren intensief werken aan de inhoud en organisatie van onze school. Er is heel veel tijd en energie gestoken in de zorg voor alle kinderen (mede in het kader van passend onderwijs), er is hard gewerkt aan verbeteringen op inhoudelijk vlak (met name het leesonderwijs in groep 3 en 4 en de wereldoriëntatie in groep 5 t/m 8), er is veel tijd gestoken in de communicatie tussen school en ouders (o.a. vernieuwde website, een digitaal interactie communicatiesysteem, een digitaal rapport), beide gebouwen zijn in de laatste vier jaar zeer grondig gerenoveerd en de financiële organisatie is dankzij de hulp van deskundige ouders geprofessionaliseerd. Directie en team zijn trots op deze school, er staat nu een, in vele opzichten, stabiele en aantrekkelijke school. Dit blijkt wel uit de lange wachtlijsten die wij noodgedwongen moeten hanteren. Het is nu zaak om op deze weg door te gaan. “Stilstand is achteruitgang” en “regeren is vooruitzien” zijn twee clichés die hun waarde niet verloren hebben. De snelle ontwikkelingen en veranderingen in de maatschappij (zowel demografisch, technisch als sociaaleconomisch) dwingen het onderwijs om vooruit te kijken en tijdig in te spelen op datgene wat kinderen nodig hebben om zich goed te kunnen ontwikkelen. Niet alles is te voorzien, maar een open en alerte houding is het minste dat van scholen verwacht mag en moet worden. In dit schoolplan geven wij aan vanuit welke visie wij willen werken en wie onze inspiratiebronnen hierbij zijn. Wij staan als school niet alleen: we zijn onderdeel van een groot bestuur (de SPO) en in het koersplan heeft de SPO kaders omschreven die voor alle openbare scholen in Utrecht van toepassing zijn. Uiteraard hebben wij ook met de voorschriften van de inspectie te maken. Belangrijkste is echter de visieontwikkeling die de school de laatste jaren heeft doorgemaakt, waarbij we steeds dichter bij de essentie komen: ieder kind is verschillend, leert verschillend, heeft zijn eigen tempo en eigen leerbehoeften en specifieke talenten. De grote uitdaging voor ons als school is het realiseren van een veilige leer- en ontwikkelomgeving waarin we ieder kind zo veel mogelijk op maat kunnen bedienen en begeleiden. Dit impliceert dat wij het rigide opbrengstgericht werken (zoals dat de laatste jaren door de overheid werd gehanteerd) afwijzen, omdat het haaks staat op onze kindvisie. Wij erkennen volmondig dat ieder kind uniek en verschillend is en derhalve ook zo benaderd dient te worden. Aan de andere kant willen we ook een school zijn waar kinderen leren om samen te leven. Naast bovengenoemde ambities hebben wij nog vele andere ontwikkelpunten en initiatieven die in dit schoolplan beschreven staan. Stilstand is op deze school, met deze ouders en kinderen, met dit team, met deze directie en in deze wereld ondenkbaar. Wij blijven in beweging en ontwikkeling en het schoolplan zal de komende jaren ongetwijfeld nog diverse malen worden bijgesteld. Dat moet ook: het is een dynamisch plan.
Jaap Nelissen en Marjolein Titshof, directeuren
Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
Pagina 3
Doelen en functie Ons schoolplan beschrijft, binnen de kaders van het koersplan van de SPO Utrecht, in de eerste plaats onze kwaliteit: onze missie, onze visie en de daaraan gekoppelde doelen. Wij spreken in dit geval van ambities (fase ‘to plan’). Op basis van de huidige situatie hebben we diverse instrumenten ingezet om grip te krijgen op onze sterke en zwakke punten en daarmee op onze verbeterdoelen (fase ‘to check’) voor de komende vier jaar. Het schoolplan functioneert daardoor als een verantwoordingsdocument (wat beloven we?) naar de overheid, het bevoegd gezag en de ouders en als een planningsdocument (wat willen we wanneer verbeteren?) voor de planperiode 2015-2019. Op basis van ons vierjarige Plan van Aanpak willen we jaarlijks een uitgewerkt jaarplan opstellen. In een jaarverslag zullen we steeds terugblikken of de gestelde verbeterdoelen gerealiseerd zijn. Op deze wijze geven we vorm aan een cyclus van plannen, uitvoeren en evalueren. Procedures Het schoolplan is opgesteld door het managementteam van de school en ter goedkeuring voorgelegd aan de medezeggenschapsraad (MR). De teamleden hebben meegedacht over de missie en visie(s) van de school en een bijdrage geleverd bij de nulmeting (via Quickscan en vragenlijsten). Het team heeft ook nadrukkelijk keuzes gemaakt in de prioritering van onze ambities. Ook de ouders zijn betrokken bij het tot stand komen van ons schoolplan. De resultaten van de tevredenheidsenquête 2014 zijn verwerkt in onze ambities. Verder hebben ouders input kunnen geven tijdens de jaarlijkse plenaire ouderavond. De medezeggenschapsraad heeft een SWOT-analyse gemaakt van de school met daarbij de nodige aanbevelingen. Dit alles heeft geleid tot dit schoolplan met deze beleidskeuzes. De komende vier jaar zullen we planmatig hoofdstukken van ons schoolplan met elkaar bespreken. Daarnaast zullen we aan het einde van ieder schooljaar het jaarplan voor het komend jaar samen vaststellen. Ieder jaar kijken we met het team ook terug: hebben we onze verbeterdoelen in voldoende mate gerealiseerd? Tenslotte dragen we zorg voor een cyclische evaluatie van de beleidsterreinen, zoals beschreven in dit schoolplan. De MR zal hier nadrukkelijk bij betrokken worden. Met behulp van de jaarlijkse Quickscan stellen we vast wat er (niet) goed gaat en bepalen we onze verbeterdoelen, in relatie tot ons schoolplan en de voorgenomen verbeterpunten (zie hoofdstuk Beleidsvoornemens 2015-2019).
Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
Pagina 4
1. Schoolbeschrijving 1.1
Gegevens van de stichting
Naam stichting: College van Bestuur: Adres + nr.: Postcode + plaats: Telefoonnummer: E-mail adres: Website adres:
SPO Utrecht Mw. T. Meijer / Dhr. E. van Dorp Kaaphoorndreef 36 3563 AT Utrecht 030-2652640
[email protected] www.spoutrecht.nl
Gegevens van de school Naam school: Directie: Adres + nr.:
E-mail adres directie: Website adres:
1.2
Jenaplanschool Wittevrouwen Mw. M. Titshof /Dhr. J. Nelissen Oude Kerkstraat 2a, 3572 TJ Utrecht (tel. 030-2715526) Poortstraat 73, 3572 HD Utrecht (tel. 030-2724469)
[email protected] /
[email protected] www.jenaplanwittevrouwen.nl
Gegevens over het personeel
De directie van de school bestaat uit twee directeuren die samen de school aansturen, elk met hun eigen portefeuille. De directie vormt samen met vier collega’s, die de taak bouwcoördinator op zich hebben genomen (van resp. de kleuterbouw, onderbouw, middenbouw en bovenbouw) het managementteam (MT) van de school. Het team bestaat uit 51 mensen in vaste dienst, 1 leerkracht op freelance basis en 1 vrijwilligster.
5 voltijd groepsleerkrachten 36 deeltijd groepsleerkrachten 2 directeuren 1 vakleerkracht bewegingsonderwijs 1 vakleerkracht beeldende vorming 2 intern begeleiders 1 administratief medewerker 2 conciërges 1 facilitair medewerker 1 docent Spaans (vrijwilligster) 1 docent Engels (op projectbasis ingehuurd)
Van de 53 medewerkers zijn er 44 vrouw en 9 man. De leeftijdsopbouw wordt gegeven in onderstaand schema (stand van zaken per 1-9-2015). (MT = managementteam, OP = onderwijzend personeel en OOP = onderwijs ondersteunend personeel)
Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
Pagina 5
Per 1-9-2015
MT
Ouder dan 60 jaar
OP
OOP
1
2
Tussen 50 en 60 jaar
2
10
1
Tussen 40 en 50 jaar
1
14
1
Tussen 30 en 40 jaar
3
16
Tussen 20 en 30 jaar
2
Jonger dan 20 jaar Totaal
6
43
4
Onze school heeft een gemiddelde leeftijd van 39,5 jaar. Dit betekent dat de school een ervaren team heeft met een grote groep tussen de 30 en de 50 jaar en weinig jonge leerkrachten (tussen de 20 en 30 jaar). Opvallend is verder dat het OOP gemiddeld een hoge leeftijd heeft (twee mensen boven de 60 en één boven de 50) en dat er sprake is van een laag percentage mannen in het team (16,9 %).
1.3
Gegevens over de leerlingen
Onze school wordt bij het schrijven van dit plan bezocht door 620 leerlingen. Wij hebben geen leerlingen met een wegingsfactor. De school mag zich verheugen in nog steeds groeiende belangstelling en werkt noodgedwongen met lange wachtlijsten. De kinderen groeien over het algemeen op in een stabiele, rustige en rijke (zowel materieel als immaterieel) omgeving. Kinderen hebben weinig tot geen achterstand als ze de school binnenkomen. Hun taalontwikkeling is veelal bovengemiddeld. De kinderen van onze school hebben, naast school, vele andere bezigheden middels sportclubs, muzieklessen en andere culturele activiteiten. De algemene ontwikkeling van de kinderen is gemiddeld hoog. De kinderen beschikken bijna allemaal over een ruim arsenaal aan sociale vaardigheden hetgeen een positief effect heeft op het pedagogisch klimaat in de school. Pedagogisch gezien zijn veel kinderen gewend aan frequent overleg met hun ouders. Daardoor zijn ze over het algemeen tamelijk mondig en niet gewend aan autoritaire gezagsrelaties. Kinderen willen graag het hoe en waarom van beslissingen weten. Dit vraagt om een specifieke pedagogische inzet van de leerkrachten. De laatste jaren zien wij ook een toename van kinderen met een specifieke zorgvraag. Het gaat hier om een relatief breed scala aan ontwikkelingsproblemen: ADHD, autisme, ADD, dyslexie en visuele en auditieve stoornissen. Met de verdere ontwikkeling van passend onderwijs zal dit naar verwachting alleen nog maar toenemen.
Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
Pagina 6
Ook hebben wij als school met relatief veel hoogbegaafde kinderen te maken. Dit vereist een speciaal onderwijsaanbod.
Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
Pagina 7
1.4
Beschrijving wijk en populatie: verleden en heden
Welke ontwikkeling heeft de wijk doorgemaakt ? De Jenaplanschool Wittevrouwen staat in de wijk Wittevrouwen in Utrecht-Oost. Wittevrouwen is van oorsprong een arbeiderswijk, hetgeen nog steeds goed te zien is aan het type huizen en de infrastructuur (kleine huizen, smalle straten, weinig groen). De wijk is wat betreft populatie echter sterk veranderd. In een periode van ca. 30 jaar zijn de autochtone Utrechtse bewoners voor het grootste deel vertrokken en wordt de wijk nu voornamelijk bewoond door relatief jonge gezinnen met een hoog opleidingsniveau. De sterk gestegen huizenprijzen zorgen ook voor een bepaalde bevolkingscategorie. De wijk telt nauwelijks tot geen allochtone bewoners. Daar waar aanvankelijk startende jonge gezinnen na enkele jaren verhuisden naar grotere huizen (in andere wijken of in omliggende gemeenten), zie je de laatste tien jaar een ontwikkeling dat veel mensen hun huizen (laten) verbouwen en langer in de wijk blijven wonen. Met het huidige aantrekken van de huizenmarkt ontstaat er weer enige mobiliteit in de wijk. Welke ontwikkeling heeft de school doorgemaakt ? Vijftig jaar geleden telde de wijk drie scholen voor lager onderwijs. De huidige Jenaplanschool heette in die tijd de Dominee van de Hoeveschool en behoorde tot de meest orthodoxe scholen van Utrecht. Met de verandering van de wijkpopulatie werden er ook andere eisen gesteld aan het onderwijs. De toenmalige school anticipeerde aanvankelijk niet op deze veranderingen, hetgeen leidde tot een aanzienlijke terugloop van het leerlingenaantal. Pas toen er een nieuwe directeur werd aangetrokken die als opdracht “het redden van de school” meekreeg, ging het roer totaal om en werd er, ondanks aanvankelijke weerstand binnen het toenmalige schoolteam, gekozen voor het invoeren van het Jenaplanconcept. De aantrekkingskracht van de school werd hiermee enorm vergroot. Met de invoering van de basisschool werden de lagere school en de kleuterschool De Reiger samengevoegd tot één school voor kinderen van groep 1 t/m 8. De school kreeg in 1985 nieuwbouw en bij de oplevering hiervan bleek spoedig dat het nieuwe gebouw te klein was. Een verbouwing in 1988 volgde, maar ook deze uitbreiding bleek onvoldoende. Doordat de twee andere scholen (in de Bouwstraat en in de Poortstraat) werden opgeheven, werd de druk op de Jenaplanschool steeds groter. Besloten werd om lokalen in het gebouw aan de Poortstraat te gaan gebruiken. De afgelopen jaren heeft de voortdurende groei van de school er toe geleid dat de volle capaciteit van het gebouw aan de Poortstraat ingezet moest worden. Er is nu sprake van twee wat betreft grootte volwaardige locaties met een permanent karakter. Het gebouw aan de Poortstraat is in 2010 volledig gerenoveerd en voldoet aan de moderne huisvestingsnormen. De zogenaamde “zwarte scholenproblematiek” (die leidt tot het ontstaan van grote “witte” scholen in Utrecht-Oost en het centrum), de toenemende belangstelling voor vernieuwingsonderwijs en de wet van de economische schaarste zorgen ervoor dat de vraag naar onderwijsplaatsen momenteel veel groter is dan onze capaciteit. Wij werken, noodgedwongen, met wachtlijsten (vooral voor nieuwe kleuters maar ook voor sommige hogere groepen) waarbij er dus sprake is van een ongewenste situatie namelijk dat het openbaar onderwijs kinderen moet weigeren. Dit heeft uiteindelijk geleid tot het besluit om de locatie Oude Kerkstraat nogmaals uit te breiden met 2 lokalen (dit is in 2013 gerealiseerd). De school telde op 1 maart 2015 620 leerlingen en zal uiteindelijk doorgroeien naar ruim 650 leerlingen, verdeeld over twee gebouwen. Ieder gebouw zal 12 groepen huisvesten. Nog steeds zijn er echter lange wachtlijsten voor zowel kinderen van binnen als buiten de wijk.
Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
Pagina 8
Wat zijn de kenmerken van de huidige ouderpopulatie ? In de wijk Wittevrouwen/Zeeheldenbuurt wonen momenteel vooral hoogopgeleide tweeverdieners van autochtone afkomst. Ouders zijn kritisch, mondig en betrokken. Opvallend veel ouders zijn werkzaam als zzp’er met als voordeel dat zij veelal hun eigen tijd kunnen indelen. Dit gegeven werkt in positieve zin door in de mate van ouderparticipatie. Ouders hebben doorgaans hoge verwachtingen van hun kinderen. Dit legt de lat voor zowel kinderen als school hoog. Dit gegeven vraagt veel van de inzet van onze zorg en de handelingsbekwaamheid van onze leerkrachten. De ouders van onze doelgroep zijn over het algemeen goed op de hoogte van wat ontwikkelingsproblemen aan aanpak vragen en daardoor liggen er soms hoge verwachtingen ten aanzien van de specifieke hulp die een kind nodig heeft. Mede dankzij de bezuinigingen maar ook door de toegenomen vraag levert dit soms spanningen op tussen de vragen van ouders en de mogelijkheden en vooral beperkingen van de school. Dankzij betrokkenheid van de ouders heeft de school een goed functionerende MR en ouderraad (OR). Ook is het meestal geen probleem om voldoende ouderhulp te krijgen bij speciale activiteiten (kampen, feesten, musicals, leeshulp etc.).
2. Missie, visie en doelen van de school 2.1
Inleiding
Een goede school kenmerkt zich o.a. door het hebben en in de praktijk brengen van een duidelijke, eigentijdse en onderscheidende visie. Terwijl de maatschappij in vele opzichten en met toenemende snelheid verandert, lijkt het vaak alsof het onderwijs daar achteraan hobbelt. Hoewel steeds meer deskundige mensen aantonen dat het onderwijs in de traditionele zin van het woord (dus instituten waar kennis wordt overgedragen en waar kinderen worden klaargestoomd voor het straks draaiende houden van de economie) zijn langste tijd echt heeft gehad, blijft de overheid maar roepen om meetbare resultaten, hetgeen vertaald wordt in het zogenaamde opbrengstgericht denken, waarbij landelijke standaardtoetsen worden gebruikt. Als stok achter de deur schermt de overheid met mondiale ranking (zoals PISA) waarop het Nederlandse onderwijs zijn hoge klasseringen lijkt te verliezen. Als Jenaplanschool (en lid van de NJPV, de Nederlandse Jenaplanvereniging) proberen wij al vele jaren tegen deze stroom in te zwemmen. Al jarenlang voert de Jenaplanvereniging (maar er zijn er uiteraard meer zoals de Freinetscholen, de Montessorischolen en ook nieuwere initiatieven zoals O4NT) de discussie over de kernvraag: “Wat dienen kinderen te leren aan kennis, vaardigheden en attitudes om over ca. 15 tot 20 jaar volwaardig, kritisch en met voldoende bagage, een waardevolle en zinvolle bijdrage te kunnen leveren aan een nu nog relatief onbekende toekomstige wereld?” De overheid (zowel de politiek als de inspectie) en veel schoolbesturen hebben zich, zeker de laatste decennia, vooral gericht op de opbrengst van het onderwijs. Met behulp van meetinstrumenten (zoals die van cito) meende men de kwaliteit van een school in kaart te kunnen brengen. In plaats van het belangrijke meetbaar te maken werd het meetbare belangrijk gemaakt. Het curriculum werd hierdoor steeds meer vernauwd en puur cognitief gericht. De discussie over waar goed onderwijs aan moet voldoen (dus over de inhoud) werd niet of nauwelijks gevoerd. Inmiddels is er sprake van een kentering. Zonder de pretentie te hebben dat wij de wijsheid in pacht hebben, willen we een school zijn die nadenkt over het doel en dus de inhoud van het onderwijs. In dit schoolplan willen we onze visie (die uiteraard mede beïnvloed wordt door inspirerende visionaire deskundigen maar ook door
Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
Pagina 9
instituten zoals de NJPV en ons eigen bestuur en niet in het laatst door de maatschappelijke ontwikkelingen) beschrijven en bovenal aangeven hoe wij onze visie (en onze doelstellingen) willen realiseren in de komende vier jaar. Dit hoofdstuk bestaat uit drie delen: a.
b. c.
Hoe staan we er op dit moment voor? Vanuit welke visie hebben we gewerkt? Wat zijn belangrijke ontwikkelingen geweest en hoe kijken inspectie, ouders, teamleden en kinderen tegen onze school aan? Wat zien zij als sterke en ontwikkelpunten van de school? Door wie laten wij ons, kijkend naar de toekomst, inspireren en met welke instanties moeten wij qua visie rekening houden? Uitgaande van a en b: wat gaan wij de komende vier jaar doen? Wat zijn onze missie, onze visie, onze doelstellingen, onze ambities, onze plannen en hoe gaan we die in de praktijk brengen?
2.2
Hoe staan we er momenteel voor
2.2.1
Schets van de actuele stand van zaken (zelfanalyse)
Als we de afgelopen vier jaar beknopt moeten schetsen, komen we tot deze typering: we hebben wat betreft inhoud en organisatie hard gewerkt aan onze school opdat wij vorm en inhoud kunnen geven aan de wijze waarop wij de Jenaplanvisie willen neerzetten. Dit uit zich in de volgende ontwikkelingen. Onderwijsaanbod
Er is, mede dankzij de kunst en cultuureducatie, meer aandacht voor creatieve vorming van kinderen (zowel actief als passief). De basisactiviteit vieringen heeft nu wat betreft inhoud en vormgeving/organisatie een waardevolle plaats binnen ons onderwijs. De wereldoriëntatie, waarbij sprake is van projectmatig werken met een geïntegreerd vakaanbod, is nu, conform de Jenaplanvisie, meer het hart van ons onderwijs geworden via onze methode Alles-in-1 (groep 5 t/m 8) en de projecten in groep 3 en 4. Sport en beweging (vallend onder basisactiviteit spel) krijgen groeiende aandacht (vakleerkracht voor alle groepen 5 t/m 8, groot aanbod aan sportieve activiteiten etc.). Voor rekenen en lezen hebben we uitstekende, eigentijdse methodes aangeschaft en geïntegreerd. Aan de Engelse taal wordt nu, behalve dat het op speelse wijze aan de orde komt vanaf groep 5 in de wereldoriëntatiethema’s, door een vakleerkracht wekelijks gewerkt met groep 7 en 8, zodat onze kinderen met voldoende beheersing van de Engelse taal naar het voortgezet onderwijs kunnen overstappen. Er is een groeiende aandacht, maar ook ontwikkelbehoefte als het gaat om specifieke kennis en vaardigheden betreffende het onderwijs aan het jonge kind (ofwel de waarden van het kleuteronderwijs).
Zorg en begeleiding
De organisatie en de kwaliteit van onze zorg is significant verbeterd. Beide locaties hebben een eigen intern begeleider en één van onze directeuren heeft zorg nadrukkelijk in haar portefeuille. Er zijn goede werk- en communicatievormen ontwikkeld en de mate van
Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
Pagina 10
tevredenheid bij zowel leerkrachten als ouders is aantoonbaar toegenomen. Intern is er, mede dankzij scholing, veel kennis over diverse gebieden en ook het gedragsgebied krijgt nu specifieke aandacht. We werken cyclisch met groepsplannen, groepsbesprekingen en de principes van het handelingsgericht werken. Interne expertise wordt gedeeld en er is een digitale orthotheek. De school werkt samen met het onderwijskundig en orthopedagogisch bureau Zien in de klas (één dag per week is er een orthopedagoog op school aanwezig). De zorg voor de meer- en hoogbegaafde kinderen heeft een goede start gemaakt. Voor kinderen uit groep 5 t/m 8 is er nu een aanbod van Spaanse les, plannex en de plusklas. Ook is er een specialist in opleiding die zich nu vooral richt op de plusklas. Bijna alle protocollen zijn op orde. Er is een digitale map “passend onderwijs” voor het team waarin alle belangrijke documenten vindbaar zijn. Het komende jaar zal het hoogbegaafdenbeleid voor groep 1 t/m 8 en het dyscalculieprotocol ontwikkeld worden.
Ouderbetrokkenheid
De ouderbetrokkenheid en mate van participatie zijn hoog. We hebben actieve oudergeledingen (MR, OR, Stichting Vrienden van de Jenaplanschool) die een positieve en constructieve invloed hebben op de schoolontwikkeling. Ook kost het weinig tot geen moeite om ouders te vinden voor diverse begeleidingsactiviteiten. De school probeert zo laagdrempelig mogelijk te zijn en staat open voor initiatieven en constructieve feedback vanuit de ouders.
Communicatie
Er is veel geïnvesteerd in het realiseren van moderne, transparante, tijdige en zo volledig mogelijke communicatie zowel intern als extern. Dit heeft geleid tot het invoeren van het interactieve, digitale communicatie en informatiesysteem tussen school en ouders (Plan-itall), tot het tweewekelijks uitgeven van een digitale Nieuwsbrief, tot het opnieuw ontwikkelen van onze website, tot het ontwikkelen van een nieuw digitaal rapport en tot interne digitale administratie- en registratiesystemen (Parnassys, digitale mappen met belangrijke documenten etc.) .
Huisvesting en ICT-faciliteiten
In de afgelopen vier jaar zijn beide gebouwen totaal vernieuwd hetgeen heeft geleid tot twee prachtige, goed geoutilleerde en moderne onderwijspanden We hebben een digitale infrastructuur waarbij er sprake is van een structurele inzet van draadloze laptops, een pilot met iPads, digiborden of touchscreens voor alle groepen en waarbij alle leerkrachten een eigen computer in de groep hebben.
Personeel
We hebben een stabiel en evenwichtig samengesteld team met weinig verloop. Het ziekteverzuim is laag (gemiddeld onder de 5 %) en het team is tevreden over sfeer en arbeidsomstandigheden. Er wordt veel ruimte geboden aan ambities van mensen (scholing, functies etc.). We werken met een gesprekkencyclus van functionerings-, beoordelings-, voortgangs- en POP-gesprekken.
Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
Pagina 11
Financiën
Ondanks de bezuinigingen en ondanks de relatief lage bekostiging (kinderen zonder wegingsfactor, twee volwaardige scholen met 1 brinnummer, geen extra subsidies, geen impulsgelden etc.) is de school er in geslaagd om, mede dankzij de hulp van deskundige ouders via de Stichting Vrienden van de Jenaplanschool, grip te krijgen op haar financiën. Dankzij de vrijwillige bijdrage van ouders zijn we in staat om onze ambities, met name op ICT-gebied, te realiseren.
2.3
Wat vinden inspectie, ouders en teamleden van onze school
2.3.1
Wat vindt de inspectie van de school ?
Eens per vier jaar bezoekt de inspectie onze school en aan de hand van een aantal indicatoren wordt onze school beoordeeld. Het oordeel van de inspectie is van belang, omdat wanneer de beoordeling meerdere jaren negatief zou zijn, dit consequenties heeft voor de financiering en uiteindelijk voor het bestaansrecht van de school. Het laatste bezoek van de inspectie was in mei 2012. In oktober 2014 hebben we als school vrijwillig meegedaan aan een pilot aangaande het nieuw te ontwikkelen toezichtskader. Beide bezoeken hebben geleid tot een beoordeling waarbij opgemerkt dient te worden dat de in 2012 geconstateerde ontwikkelpunten in grote mate waren opgepakt en verbeterd. Aangezien het een pilot was, is er geen schriftelijke verslaglegging gedaan van het bezoek in 2014. Samengevat kunnen we de volgende zaken melden: Onderdeel 2012 Opbrengsten Oordeel: goed (ligt boven de bovengrens die de inspectie hanteert) Leerstofaanbod Voldoet voor alle groepen Schoolklimaat Leraren en leerlingen gaan respectvol met elkaar om. Er moet wel een uitbreiding van het veiligheidsbeleid komen (ter voorkomen en afhandeling incidenten) Didactiek en Instructies zijn adequaat. afstemming Er is een taakgerichte werksfeer. Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen is voldoende en ook de afstemming van de lessen is in orde. Analyse van methodegebonden toetsen kan verbeterd worden Kwaliteitszorg Inzicht in leerlingpopulatie en evalueren van resultaten op schoolniveau zijn in orde. Verantwoording aan belanghebbenden is voldoende. De school moet de structurele cyclische en systematische werkwijze om de diverse gebieden te evalueren verbeteren. Dit geldt ook voor de borging van de kwaliteit. De visie t.a.v. burgerschap moet duidelijk uitgewerkt worden Leerlingen zorg Analyses voor kinderen die specifieke zorg nodig hebben, waren onvoldoende zichtbaar. Planmatige uitvoering was onvoldoende. Evaluatie van opbrengsten/effect van zorg was onvoldoende Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
2014 Goed Goed Goed
De school werkt aan het verbeteren van het instructiesysteem* Is verbeterd als het gaat om het cyclisch evalueren (PDCA) maar verdient nog wel aandacht Is op alle punten sterk verbeterd
Pagina 12
*
Zoals op vele Jenaplanscholen zijn er vaak inhoudelijke discussie over de wijze waarop instructies georganiseerd worden. Er zijn vele varianten mogelijk en gangbaar. Op onze school is er nog geen sprake van één duidelijke lijn. Het verschilt per locatie en per bouw. Het MT wil nog werken naar meer eenvormigheid. De volgende criteria zijn hierbij van toepassing. 1. De kwaliteit van de instructies (leiden ze tot meer inzicht en begrip bij kinderen?) 2. Sluiten ze aan bij de verschillende leerbehoeften van kinderen? 3. Hebben leerkrachten voldoende grip en zicht op de ontwikkeling van de kinderen van hun eigen groep? 4. Zijn ze organisatorisch uitvoerbaar voor de school en voor de leerkrachten? 5. Beredeneerde afwijkingen moeten mogelijk blijven (op inhoudelijke basis). Voor het komende schooljaar zullen we de eerste maanden gaan werken met meer gelijkvormigheid waarbij de onderbouw een iets andere lijn volgt dan midden- en bovenbouw.
2.3.2
Wat vinden ouders van onze school?
Aangezien wij als school nadrukkelijk kiezen voor een nauwe samenwerking met ouders dienen wij uiteraard ook de mening van de ouders te peilen en daar waar mogelijk om te zetten in beleidsverbetering of vernieuwing. Hiertoe nemen wij iedere vier jaar een oudertevredenheidsenquête af. In deze paragraaf geven wij een overzicht van de scores van deze enquête op hoofdonderdelen. * De items konden gescoord worden van 1 tot 4 punten (4 is het meest positief)
ONDERDEEL
GEMIDDELDE SCORES
ONDERWIJS EN LEREN -leerstof en toetsen -begeleiding -leer en hulpmiddelen -ICT -zorg -pedagogisch klimaat (sfeer) -pedagogisch klimaat (sociale omgang) -pedagogisch klimaat (veiligheid) -handelingsgericht werken
3,3* 3,4 3,4 3,6 3,0 3,1 3,6 3,6 3,1 3,2
CULTUUR -interactie leerkracht-ouder -interactie leerkracht-kind
3,6 3,6 3,7
MANAGEMENT
3,7
BEDRIJFSVOERING -huisvesting -procedures
3,5 3,5 3,5
Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
Pagina 13
-informatievoorziening -overlegstructuur -ouderbetrokkenheid
3,5 3,6 3,5
TEVREDENHEID OVER KEUZE VOOR DEZE SCHOOL EN VERWACHTINGEN
3,7
RAPPORTCIJFER VAN DE OUDERS VOOR DE SCHOOL (1 TOT 10)
7,8
Tijdens de laatste plenaire ouderavond hebben wij ouders gevraagd aan te geven wat ze de sterke kanten van de school vinden en een prioritering aan te brengen in de mogelijke ontwikkelpunten voor de komende vier jaar. Dit heeft geleid tot de volgende lijst. A.
De sterke punten van de school (de top 8) 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
B.
Pedagogische klimaat De ouderbetrokkenheid De interactie tussen ouders en team De directie De huisvesting Leer en hulpmiddelen Communicatie en informatie Een stabiel team Wat zou de prioritering moeten zijn in de komende vier jaar van de te ontwikkelen zaken (de top 8)
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 2.3.3
Engels vanaf groep 1 Muziekonderwijs Verdere digitalisering/inzet ICT Ontwikkelen techniek onderwijs Verdere professionalisering leerkrachten bij het omgaan met leerproblemen bij kinderen Ontwikkeling werkvormen (zelfstandige en coöperatieve werkvormen) Kunst en cultuuronderwijs Verdere ontwikkeling visie op kleuteronderwijs Wat vinden leerkrachten van onze school?
Ook het team heeft een tevredenheidsenquête ingevuld. Hierbij het overzicht van deze resultaten. * De items konden gescoord worden van 1 tot 4 punten (4 is het meest positief) GEMIDDELDE SCORES ONDERDEEL Schoolklimaat Onderwijsleerproces Informatie/communicatie Werkklimaat Leerstof Werkvormen Leer- en hulpmiddelen Toetsen en toetsresultaten ICT Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
3,5* 3,5 3,6 3,6 3,8 3,7 3,7 3,6 3,5 Pagina 14
Zorg Pedagogisch klimaat: sfeer Pedagogisch klimaat: sociale omgang Pedagogisch klimaat: veiligheid Handelingsgericht werken Interactie tussen collega’s Interactie met ouders Interactie met kinderen Directie Huisvesting Informatievoorziening Procedures Overlegstructuur Arbeidsomstandigheden: taken Arbeidsomstandigheden: arbobeleid Ontwikkelingsmogelijkheden Werkklimaat
3,5 3,8 3,6 3,4 3,7 3,8 3,9 3,9 3,7 3,6 3,8 3,7 3,6 3,7 3,6 3,6 3,7
Algemeen rapportcijfer (van 1 tot 10)
8,3
Naast deze enquête hebben we binnen het team nog een tweetal onderdelen uitgevoerd om een goed beeld te krijgen van hoe het team tegen de school aankijkt. Allereerst hebben we een zelfevaluatie gedaan waarbij het team zich kon uitspreken over een groot aantal zaken aangaande de school. Bij deze werkvorm is gewerkt in kleine, heterogeen samengestelde groepen (dus alle bouwen gemixt). Hierdoor ontstonden er discussies, hetgeen de beeldvorming alleen maar bevordert omdat de input van meerdere kanten kwam. De zelfevaluatie besloeg 9 hoofdgroepen waarbij per hoofdgroep vele items aan de orde kwamen. Wij beperken ons tot de hoofdgroepen. Zelfevaluatie (gedaan tijdens teamtweedaagse in april 2015) 1 Opbrengsten 2 (ruim) voldoende - 3,36 2
Leerstofaanbod
(ruim) voldoende - 3,15
3
Gebruik leertijd
(ruim) voldoende - 3,00
4
Schoolklimaat
(ruim) voldoende - 3,38
5
Didactisch handelen
goed / uitstekend - 3,60
6
Handelingsgericht werken
(ruim) voldoende - 3,18
7/8 Zorg en begeleiding
(ruim) voldoende - 3,40
9
(ruim) voldoende - 3,19
Kwaliteitszorg
Sterke en ontwikkelpunten van de school Het MT heeft een lijst opgesteld van sterke punten van de school (zaken die we dus moeten behouden en/of verder uitbouwen) en ontwikkelpunten (zaken die moeten worden aangepakt). Het team heeft deze lijsten beoordeeld op herkenbaarheid. Dit wordt weergegeven in het onderstaande overzicht. Wanneer en hoe wij gaan werken aan de verbeter- en ontwikkelpunten vindt u terug in hoofdstuk 8.
Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
Pagina 15
STERKTE-ZWAKTE ANALYSE JENAPLANSCHOOL WITTEVROUWEN 2015 ANALYSE VAN MT BEOORDEELD DOOR TEAM
(40 teamleden) herken ik
STERKE PUNTEN Stabiel team met een goede leeftijdsmix Stabiele en ervaren directie Een hoge mate van tevredenheid bij het team Een hoge mate van welbevinden bij kinderen Twee moderne, aantrekkelijke gebouwen Voldoende financiële middelen/materialen Lange wachtlijsten/een goede naam Een goed/veilig pedagogisch klimaat Een prettig werkklimaat Een positief kritische ouderpopulatie Moderne en efficiënte vormen van communicatie Een hoge mate van tevredenheid bij ouders Een goede beoordeling door de inspectie Grote mate van ouderbetrokkenheid/participatie Een rijk arsenaal aan bindende waardevolle tradities, evenementen en vieringen De zorg staat nu goed op de kaart Een laag ziekteverzuim Moderne, bij onze visie passende, methodes De school scoort qua opbrengsten/toetsscores goed Onze school is een moderne school die nieuwe ontwikkelingen volgt Een redelijk professionele cultuur Een breed curriculum met een herkenbare profilering op sport en kunstgebied Een functionele en constructieve MR / OR Een realistische doch visierijke vertaling van het jenaplanconcept Tevredenheid bij oud-leerlingen Een goede ICT infrastructuur Een redelijk tot goede overblijf Goede aansluiting op VO
Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
40 40 40 40 40 40 40 39 39 39 39 38 38 38 38 37 37 36 36 35 33 33 30 30 30 28 27 25
herken ik niet
% % 100 0 0 100 0 0 100 0 100 0 100 0 100 0 100 0 97,5 1 2,5 97,5 1 2,5 97,5 0 97,5 0 95 0 95 0 95 1 2,5 95 0 92,5 1 2,5 92,5 0 90 2 5 90 2 5 87,5 2 5 82,5 6 15 82,5 5 12,5 75 0 75 6 15 75 0 70 7 17,5 67,5 12 30 62,5 2 5
weet ik niet
1 1 2 2 1 2 2 3 2 2 3 1 2 10 4 10 5 1 13
% 0 0 0 0 0 0 0 0 0 2,5 2,5 5 5 2,5 5 5 7,5 5 5 7,5 2,5 5 25 10 25 12,5 2,5 32,5
Pagina 16
TE ONTWIKKELEN/VERBETEREN PUNTEN Benutting van elkaars kwaliteiten (teamteaching) Kennis van leerlijnen Adaptief/gepersonaliseerd onderwijs Muziekonderwijs Visie op digitalisering/ict Eigenaarschap/betrokkenheid van kinderen bij eigen leerproces Intervisie binnen het team (maatjesleren/leerteams etc.) Techniekonderwijs Hoogbegaafdenbeleid voor de hele school Kennis en handelingsbekwaamheid zorgkinderen Vertaling 21e centuryskills naar de praktijk Toename zij-instromers met hun eigen problematiek Grootte van de groepen Status/positie onderwijs aan het jonge kind Professionele houding/professionele cultuur Aansluiting kleuter-onderbouw Kennis/doorleefdheid Jenaplanconcept Brede talentontwikkeling Visie op onderwijs in andere talen (engels) Professionele afspraken over communicatie met ouders Voldoende didaktische know how/vaardigheid bij iedereen
2.3.4
34 33 32 32 32 32 32 31 31 30 29 29 28 27 27 26 26 26 25 22 21
herken ik
herken ik niet
weet ik niet
%
%
%
85 6 15 82,5 4 10 80 5 12,5 80 5 12,5 80 4 10 80 6 15 80 6 15 77,5 5 12,5 77,5 3 7,5 75 7 17,5 72,5 6 15 72,5 3 7,5 70 7 17,5 67,5 0 67,5 11 27,5 65 4 10 65 9 22,5 65 9 22,5 62,5 7 17,5 55 14 35 52,5 13 32,5
3 3 3 4 2 2 4 6 3 5 8 5 13 2 10 5 5 8 4 6
0 7,5 7,5 7,5 10 5 5 10 15 7,5 12,5 20 12,5 32,5 5 25 12,5 12,5 20 10 15
Conclusies vanuit inspectie, ouders en teamleden
Er is een sprake van een grote mate van tevredenheid binnen alle drie de geledingen. Er zijn vele overeenkomsten tussen met name de bevindingen van ouders en van teamleden. Dit stemt uiteraard tot tevredenheid. We doen dus veel zaken goed en dat wordt zowel door “de klant” als door het personeel herkend. Wat zijn nu de meest opvallende positieve zaken: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
Het pedagogisch klimaat /de sfeer De interactie tussen ouders en teamleden De collegialiteit binnen de school De leer- en hulpmiddelen De huisvesting De directie De communicatie en informatievoorziening De ouderbetrokkenheid De leerstof Een stabiel team
Onze verbeter-/ontwikkelpunten zijn de volgende: 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17.
Kennis van leerlijnen Kwaliteitszorg (verdere ontwikkeling evaluatie en borging volgens de PDCA-cyclus) ICT (hoe gaan we om met de digitale mogelijkheden) Hoogbegaafdenbeleid (niet alleen de plusklas maar beleid voor de hele school) Kennis en handelingsbekwaamheid gedragsproblematiek en begeleiding zorgleerlingen Visie op kleuteronderwijs Verder ontwikkelen van werkvormen voor zelfstandig en coöperatief werken
Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
Pagina 17
18. 19. 20. 21. 22.
2.4
Muziek en techniekonderwijs Nog meer eenheid in handelen van leerkrachten Nog bewuster werken vanuit missie en visie Hoe vertalen we de 21st century skills in ons dagelijkse onderwijs Verder professionalisering van het team (scholing, intervisie etc.)
Door wie laten wij ons inspireren ?
Het ontwikkelen van een onderwijsvisie is een proces waarbij voortschrijdend inzicht, nieuwe inzichten, praktijkervaring, idealisme en discussie belangrijke instrumenten zijn. Onze school is daar relatief autonoom in, maar het zou niet getuigen van realiteitszin als we onze ogen en oren niet openstellen voor positieve invloeden van buitenaf. Wij zijn uiteraard een Jenaplanschool maar juist het Jenaplanconcept is wars van dogma’s. Het is een interpreteerbaar streefmodel waarbij het motto “vorm volgt functie” van toepassing is. Een goede onderwijsvisie richt zich niet op uitsluitend één richting maar is vaak een mix van diverse invloeden. Daarnaast hebben wij te maken met de kaders die ons bestuur (en feitelijk ook de overheid) aangeeft en waar wij ons aan dienen te conformeren. Wij werken tenslotte met overheidsgeld en hebben een maatschappelijke verantwoordelijkheid en moeten ons ook kunnen verantwoorden. 2.4.1 2.4.2
Onze inspiratiebronnen zijn: Gert Biesta Ken Robinson Luc Stevens Het Jenaplanconcept (nieuwste handboek: Jenaplan, waar je leert samenleven) NISB (het Nederlands Instituut voor Sport en Beweging) De maatschappij Kaderstellende instanties zijn: De overheid (middels de kerndoelen en de referentiekaders) Het bestuur (de SPO Utrecht middels het koersplan 2014-2018)
Ten behoeve van de leesbaarheid van dit schoolplan is het niet zinvol om alle bovenstaande bronnen uitgebreid te omschrijven, in de bijlagen zullen we hier documenten over bijvoegen. Wij beperken ons tot de elementen die wij vertaald hebben in onze visie en die vervolgens in onze school terug te vinden zijn. Hierbij dient gezegd te worden dat er veel overlappingen zitten tussen deze bronnen. We starten met een samenvatting van de belangrijkste elementen van iedere bron. Gert Biesta
Een vooraanstaand Nederlandse onderwijspedagoog die in Schotland, Engeland en Nederland actief is en veel publiceert over onderwijs
Onderwijs kent drie domeinen: kwalificatie (leren van basisvaardigheden en kennis), socialisatie (voorbereiden op een leven als lid van een gemeenschap en kennismaken met tradities en praktijken) en subjectivering (het ontwikkelen/vormen tot onvervangbaar individu). Deze drie domeinen dienen qua aandacht en aanbod in balans te zijn. Er is een groot verschil tussen leren (dat kan je met de moderne technieken tegenwoordig overal, daar heb je geen school voor nodig) en onderwijzen (een interactief proces waarbij er sprake is van een dialoog tussen kind en onderwijzer). Het gaat er niet om dat kinderen leren maar dat ze iets leren, dat ze met een bepaald oogmerk leren Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
Pagina 18
(een waardevol doel) en dat ze dat van iemand leren (in relatie tot en in dialoog met een onderwijzer). Ken Robinson Een Britse auteur, adviseur en spreker op het gebied van (kunst) onderwijs De stelling van Ken Robinson is: ‘Education kills creativity’. Creativiteit omschrijft hij als het hebben van originele ideeën die waarde hebben. Voor originaliteit en creativiteit is het durven maken van fouten een vereiste. Koester de gave van de menselijke verbeeldingskracht, schat de vermogens van onze kinderen op hun waarde. Het opbrengstgericht onderwijs werkt puur convergent (er is maar één antwoord mogelijk) en vernietigt daarmee het vermogen om divergent (out of the box) te denken. Onderwijs zonder creativiteit produceert gedresseerde apen die kunstjes hebben geleerd. Creativiteit heeft een positieve invloed op de kwaliteit van het leren, kinderen zijn meer gemotiveerd, hun leren krijgt meer diepgang en kwaliteit en de prestaties gaan vooruit. Wanneer beheerst iemand een taal? Niet alleen als hij de regels en de grammatica goed kent maar pas als hij of zij de taal creatief (het vermogen om je op verschillende manieren uit te drukken) kan gebruiken. Ditzelfde geldt voor bijvoorbeeld rekenen. Het plezier zit niet in het antwoord maar in de weg erheen, het zoeken naar oplossingen en het stellen van de juiste vragen. Luc Stevens
Hoogleraar en orthopedagoog uit Utrecht
‘Eerst het kind, dan de leerling’ is een lijfspreuk van NIVOZ-directeur Luc Stevens (1941). Centraal in zijn filosofie staan de onvervreemdbare rechten van het kind. Kom je hieraan tegemoet, dan komen veel resultaten die je van hen verwacht als leerling vanzelf. De zorg voor je kinderen is veelomvattend en niet vrijblijvend, wil je tot werkelijke ontplooiing van je leerlingen komen: een docent heeft liefde voor het kind en toewijding aan zijn of haar vak nodig. Daaronder ligt het besef dat het product van onderwijs schuilt in het proces – de groei en talentontwikkeling van de leerling – en niet in een prestatiegerichte competitie tussen leerlingen en scholen. Stevens is intensief betrokken geweest bij voorbereiding en vormgeving van overheidsbeleid ten dienste van kinderen met leer- en gedragsproblemen. Daarnaast publiceerde hij nationaal en internationaal over de kwaliteit van leraar-leerlinginteractie en adaptief onderwijs. In dit verband is hij een veelgevraagd spreker en veel van zijn bevindingen zijn inmiddels geïntegreerd in bestaand onderzoek. Hij introduceerde en benadrukte het belang van de basisbehoeften die voorwaardelijk zijn om te komen tot leren:
relatie competentie autonomie
Het Jenaplanconcept Het oorspronkelijke gedachtengoed van Peter Petersen is in de loop der jaren diverse malen aangepast aan de hedendaagse tijd. De kern van het onderwijs is samengevat in de 20 basisprincipes (die uitspraken doen over de mens, over de samenleving en vervolgens over de consequenties voor het onderwijs). Deze basisprincipes vindt u in bijlage 1. Daarnaast zijn er twaalf kernkwaliteiten ontwikkeld die gebaseerd zijn op de volgende relaties.
Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
Pagina 19
relatie van het kind met zichzelf relatie van het kind met de ander en het andere relatie van het kind met de wereld.
De zes kwaliteitskenmerken van een goede Jenaplanschool zijn: NISB
een Jenaplanschool is ervaringsgericht een Jenaplanschool is ontwikkelingsgericht een Jenaplanschool is coöperatief een Jenaplanschool is wereldoriënterend een Jenaplanschool is kritisch een Jenaplanschool is zinzoekend (Nederlands Instituut voor Sport en Beweging)
Waarom is het belangrijk dat de school aandacht besteedt aan sport en bewegen? De volgende opsomming is niet uitputtend, maar geeft de grote lijnen duidelijk weer.
Sport en bewegen is leuk en geeft een goed gevoel. Kinderen en jongeren die sporten en bewegen voelen zich gezonder, fitter, sterker en leren spelenderwijs tal van vaardigheden. Sport en bewegen verlaagt het risico op het ontstaan van ziekten zoals diabetes, overgewicht en depressie. Kinderen die op jonge leeftijd voldoende sporten en bewegen, zijn ook op latere leeftijd vaker actief. Het is dan ook van groot belang dat in het primair onderwijs door middel van een goed sport- en beweegaanbod de basis wordt gelegd voor een actieve leefstijl. In het voortgezet onderwijs kennen leerlingen vaak minder prioriteit toe aan sport en bewegen door studiedruk en bijbaantjes. Een gevarieerd sport- en beweegaanbod op en rondom school stimuleert leerlingen toch in beweging te komen. Goed bewegingsonderwijs is belangrijk voor de algemene en motorische ontwikkeling van jonge kinderen. En ook bij jongeren heeft lichaamsbeweging een positieve invloed op de fysieke ontwikkeling. Bewegen draagt ook bij aan de sociaal emotionele ontwikkeling. Bijvoorbeeld op het gebied van zelfontplooiing: kinderen ontwikkelen zelfvertrouwen, doen vaker aan zelfreflectie, leren samenwerken en om te gaan met winst en verlies. Het stimuleren van sport en bewegen kan leiden tot een beter schoolklimaat, minder schooluitval onder leerlingen en betere leer- en werkprestaties.
De maatschappij De maatschappij is natuurlijk niet een zeer duidelijke groep of instantie. De maatschappij bestaat uit vele verschillende deelnemers, instanties, belanghebbenden, deskundigen etc. . Goed onderwijs heeft een grote impact op de maatschappij. Alle kinderen gaan naar school en alle kinderen dienen een startkwalificatie te behalen waarmee ze in de beroepswereld verder kunnen. Vele sectoren zijn afhankelijk van de kwaliteit van de opleidingen en dus van het onderwijs. Ieder heeft echter zo zijn eigen belangen en vanuit die belangen trachten velen invloed te hebben op inhoud en organisatie van het onderwijs. Bedrijven die vanuit economische belangen opereren, zullen andere verwachtingen hebben dan bijvoorbeeld culturele instanties. Onderwijsfilosofen zullen anders aankijken tegen onderwijs dan politici etc. .
Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
Pagina 20
Het is zaak om als school vanuit een heldere visie te opereren en je niet te laten verleiden tot allerlei trends en verwachtingen die van buitenaf komen. Dit wil zeker niet zeggen dat de school blind moet zijn voor de maatschappelijke veranderingen maar dat er zeer beredeneerd om gegaan moet worden met aanpassingen. Kinderen, ouders en leerkrachten hebben er geen belang bij om jaarlijks geconfronteerd te worden met nieuwe ontwikkelingen en activiteiten die vervolgens het jaar daarna al niet meer spelen. Het gaat om het herkennen van de grote lijnen en de te verwachten duurzame trends en daar je koers op te bepalen. Als school her- en erkennen wij de noodzaak om, onder invloed van de grote veranderingen die op diverse gebieden plaatsvinden, ons onderwijs kritisch te bekijken op inhoud en organisatie. Wij willen onze kinderen voorbereiden op een leven als volwaardig lid van de toekomstige samenleving (zie missie). De volgende mondiale trends zijn zichtbaar:
economische machtsverschuivingen (van west naar oost), dit vraagt om creatief ondernemerschap veranderingen in de arbeidsmarkt (flexibilisering, meer en meer zzp’ers, korte werkverbanden etc.) verregaande automatisering (veel banen verdwijnen en er zal niet voor iedereen betaald werk zijn) de bevolking vergrijst, dit vraagt om meer zorg de digitale mogelijkheden ontwikkelen zich razend snel en maken maatwerk en adaptief onderwijs steeds meer mogelijk we hebben toegang tot alle kennis die je maar wil, belang van de kenniseconomie werk en privéleven lopen meer en meer door elkaar heen toename van de pluriformiteit van de samenleving, druk op traditionele democratische waarden uitputting fossiele brandstoffen (mogelijk energieprobleem) grote ecologische problemen (vervuiling, smelten van het poolijs, tekort aan drinkwater etc.)
Om je in de toekomst (over 10 tot 20 jaar) staande te kunnen houden in de snel veranderende samenleving en op een verantwoorde wijze een zinvolle bijdrage te kunnen leveren en oplossingen voor problemen te zoeken, worden er andere eisen aan jonge mensen gesteld dan vroeger. Dit heeft invloed op het onderwijs. Er worden nu andere vaardigheden en attitudes verlangd. Men noemt deze de 21st century skills.
Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
Pagina 21
Het gaat om de volgende zaken:
21st century skills Samenwerken Sociale en culturele vaardigheden Communiceren Kritisch denken Creativiteit ICT-geletterdheid Probleemoplossend vermogen Een aantal van deze vaardigheden (met name samenwerken, sociale en culturele vaardigheden, communiceren en creativiteit) zitten al structureel verweven in ons Jenaplanonderwijs. De andere vaardigheden moeten ook een expliciete plaats krijgen in ons aanbod. In dit schoolplan geven wij aan hoe we één en ander willen realiseren.
2.5
De kaderstellende instanties
De overheid De overheid hanteert de Wet Primair Onderwijs (WPO) met daarin de kerndoelen en de referentiekaders voor rekenen en taal. Het bestuur: de Stichting Primair Onderwijs Utrecht (SPO Utrecht) De missie van SPO Utrecht is simpel, maar verre van eenvoudig: goed onderwijs bieden voor alle leerlingen die kiezen voor een SPO-school. Om dit te realiseren binnen een grote onderwijsorganisatie met 35 scholen, 10.000 kinderen en circa 1000 medewerkers kiest SPO Utrecht bewust voor maatwerk waar mogelijk op schoolniveau en voor een centrale aansturing waar nodig. Bevoegdheden en verantwoordelijkheden zijn bewust laag in de organisatie gelegd. Professionaliteit
Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
Pagina 22
van personeel en onderwijskundig leiderschap van directeuren zijn belangrijke pijlers om de missie te realiseren. SPO Utrecht gaat er van uit dat scholen belangrijke samenwerkingspartners zijn die een flink aandeel leveren in de ontwikkeling van kinderen. Ouders zijn natuurlijk de eerste en meest nabije partners, die verantwoordelijk zijn voor de opvoeding en ontwikkeling van hun kind. Scholen werken ook samen met andere maatschappelijke instellingen om talenten van kinderen optimaal te ontwikkelen. Zij doen dat door een goed onderwijsaanbod te bieden en een resultaatgerichte samenwerking met partners aan te gaan. A. 1. 2.
3.
4. 5.
B. 1. 2.
3.
4.
5.
6.
De SPO-school biedt een goede structuur De school heeft een duidelijke visie en kaders opgesteld voor de uitwerking van het onderwijsconcept. In het meerjarenbeleidsplan (schoolplan) staat duidelijk hoe de visie wordt vertaald in de praktijk en hoe de school zich komende jaren wil ontwikkelen. Schoolontwikkeling is een cyclisch proces. De inrichting van de schoolomgeving, het schoolgebouw en de groepering van leerlingen vindt zodanig plaats dat er een stimulerende leeromgeving en een passend en uitdagend leeraanbod geboden wordt. Kinderen weten wat er van hen verwacht wordt en hebben een eigen verantwoordelijkheid in hun leerproces. De school heeft een organisatie die is afgestemd op de wijze waarop het onderwijs vormgegeven wordt. Een goed pedagogisch klimaat Uitgangspunt van het pedagogisch klimaat is dat ieder mens een natuurlijke behoefte heeft aan relatie, autonomie en competentie om zich te ontwikkelen. De school draagt bij aan een humane samenleving. Behalve aan kennisoverdracht besteedt de school aandacht aan normen en waarden en sociale vaardigheden. Sfeer en werkklimaat op school en de wijze waarop personeelsleden, ouders en leerlingen met elkaar omgaan vloeien voort uit de uitgangspunten van de Vreedzame School: personeel, kinderen en ouders zijn samen verantwoordelijk voor een goed werkklimaat en een goede samenwerking in school; kinderen hebben verantwoordelijkheden in de klas en de school; kinderen hebben een stem en worden serieus genomen; personeel, kinderen en ouders stellen hoge eisen aan positief sociaal gedrag en lossen conflicten constructief op. De school is een lerende organisatie. Personeel en ouders werken samen, ieder met een eigen verantwoordelijkheid, aan de ontwikkeling en opvoeding van de kinderen. Personeel zorgt er voor dat zij zich blijft ontwikkelen in het vak en dat zij kennis en vaardigheden up to date houdt. Personeel heeft hoge verwachtingen van de mogelijkheden van de kinderen en laat dat aan kinderen merken. Kinderen voelen zich gewaardeerd en uitgedaagd, leren zich te bezinnen op de eigen prestatie en ervaren dat zij van hun fouten mogen leren. De school is een gemeenschap. Er is sprake van open communicatie tussen personeel, ouders en leerlingen. Er zijn duidelijke afspraken over de samenwerking en omgang met elkaar, die betrokkenen naleven en waar ze elkaar op aanspreken. De school werkt actief aan een prettige en veilige omgeving van de school en aan een zinvolle samenwerking met de wijk.
Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
Pagina 23
C. 1.
Goed onderwijs De school biedt kinderen structuur en ruimte om in voor hen betekenisvolle situaties te leren. Het onderwijsproces zet kinderen aan tot activiteit waarbij creativiteit, expressiviteit, zelfstandigheid en zelfwerkzaamheid bevorderd worden. De school doet een beroep op verschillende leerstijlen en bevordert de ontwikkeling van 21e eeuwse vaardigheden. De school betrekt de omgeving bij het leerproces en brengt kinderen passief en actief in aanraking met cultureel erfgoed, kunst, cultuur en sport. De ontwikkeling van ieder kind komt tot uiting in een dossier, dat de ontwikkeling van het kind in beeld brengt. Indien de ontwikkeling van leerlingen niet volgens verwachting verloopt, worden passende maatregelen genomen.
2.
3. 4.
D. 1.
Opvoeden tot burger in de Nederlandse samenleving De openbare school werkt vanuit de normen en waarden die in de democratische Nederlandse samenleving centraal staan. Kinderen worden voorbereid op hun rol als zelfstandig en actief burger in een democratische samenleving. De school staat open voor alle kinderen van alle gezindten. Kinderen worden op school geconfronteerd met de mening van andersdenkenden en leren daar respectvol mee omgaan. De school gaat uit van erkenning van die verschillen. Kinderen werken actief samen met anderen, ongeacht culturele of levensbeschouwelijke verschillen.
2.
2.6
Missie en visie
2.6.1
De missie van de jenaplanschool Wittevrouwen luidt als volgt:
De Jenaplanschool Wittevrouwen is een pedagogisch gerichte leergemeenschap die uitgaat van het creatief en innovatief vermogen van het kind. Met zo veel mogelijk ruimte voor verschil, leren kinderen en leerkrachten van en met elkaar. Wij werken hierbij nauw samen met ouders. Wij bieden een rijke leeromgeving opdat het kind, vanuit welbevinden en betrokkenheid, zijn/haar mogelijkheden, kennis en ervaring uitbreidt en al doende de wereld verkent en leert kennen. 2.6.2
De visie
De visie van de school is zoals hiervoor staat beschreven geïnspireerd en beïnvloed door een aantal bronnen en instanties. Deze zijn verwerkt in onze schoolvisie waarbij we eerst een aantal kernuitspraken doen. De school wil zich als volgt onderscheiden:
Een goed pedagogisch klimaat waarin het welbevinden van alle geledingen centraal staat en waarin de dialoog vanuit de relatie de basis is. De belangrijkste kritische succesfactoren van een school zijn de leerkrachten. Hun persoonlijkheid, professionaliteit, deskundigheid en passie/inzet zijn bepalend voor het succes van de school. De rol van de leerkrachten zal zich meer en meer ontwikkelen tot coaching, begeleiding, advisering etc. . Nauwe samenwerking tussen school en ouders, hoge mate van ouderbetrokkenheid. Een zo breed mogelijk curriculum waarin een balans is tussen het leren van vaardigheden/overdragen van kennis enerzijds en de aandacht voor het socialiseren en het kunnen uitgroeien en ontwikkelen tot een eigen onvervangbare persoonlijkheid anderzijds. Expliciete aandacht en ruimte voor kunst, cultuur en creativiteitsontwikkeling (zowel kunstzinnig als out of the box kunnen denken) en sport en beweging . Betekenisvol leren waarbij er zo veel mogelijk samenhang (vakintegratie) is tussen de diverse vakgebieden en waarbij daar waar mogelijk levensecht onderwijs wordt geboden.
Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
Pagina 24
Inpassing/integratie van de 21st century skills (zitten veelal verweven in ons Jenaplanonderwijs). Erkenning van verschillen tussen kinderen in ontwikkelingssnelheid, in leerstijl, in talent, in tempo en dus zo min mogelijk uniforme toetsen maar oriëntatie op adaptieve zinvolle toetsen die ondersteunend zijn in de begeleiding van het kind en het kind niet afrekenen aan de hand van rigide normen. Dit vereist een passend volgsysteem waarin de ontwikkeling van kinderen goed gedocumenteerd wordt. Aandacht voor democratisch burgerschap, voor ecologische problemen en voor het stimuleren van het empatisch vermogen zodat kinderen zich kunnen ontwikkelen tot zorgzame, verdraagzame en bewust levende burgers. De school heeft een duidelijke organisatiestructuur (zowel intern als extern) waarin alle geledingen de weg weten en waarin iedereen weet waar hij/zij aan toe is. De huidige en toekomstige digitale ontwikkelingen bieden een schat aan didactische en praktische mogelijkheden. ICT geeft leerkrachten de ruimte om veel meer individuele aandacht te geven omdat veel administratief en organisatorisch werk wordt overgenomen door digitale hulpmiddelen. Hierdoor wordt adaptief onderwijs steeds meer mogelijk. De school omarmt deze ontwikkelingen waarbij het nadrukkelijk een (belangrijk) hulpmiddel blijft en waarbij er sprake is van terughoudendheid ten aanzien van de inzet bij de jongste kinderen (kleuters). De school wil op een realistische wijze omgaan met het Jenaplanconcept, de missie en de visie. Vorm volgt functie en het Jenaplanconcept is een interpreteerbaar streefmodel.
2.6.3
Hoe herken ik de visie-uitspraken in de school in de praktijk ?
A.
Pedagogisch klimaat We werken in heterogeen samengestelde stamgroepen. Er is sprake van een informele, zo gelijkwaardig mogelijke omgang met elkaar waarbij de deuren open staan. Het welbevinden van een kind of van een groep is de basis voor het werk. Indien hier verstoringen in optreden zal een leerkracht zijn aandacht en energie primair daar op richten via bijvoorbeeld pedagogische interventies (kringgesprekken, individuele gesprekken, het analyseren van de groepsdynamiek, gesprek met ouders). Op allerlei manieren (vieringen, kringgesprekken, het mentorschap tussen oudere en jongere kinderen, stimulerende algemene activiteiten, spel, een veilige school, tijdige interventies door leerkrachten, een nauwe samenwerking met ouders etc.) stimuleren wij het pedagogisch klimaat op positieve wijze. Met behulp van afstemmingsgesprekken worden kinderen nadrukkelijk betrokken bij hun eigen leerbehoeften, mogelijkheden en beperkingen. Kinderen vanaf groep 5 zijn ook van harte welkom bij de verslaggesprekken. Er zijn vele mogelijkheden om elkaar te ontmoeten (ouders, leerkrachten, kinderen). We werken niet met strakke regels maar met logische afspraken. Indien een kind zich niet aan de afspraken houdt, wordt hij/zij ter verantwoording geroepen en dit kan leiden tot een maatregel die altijd gericht is op verbetering. Vanaf heel jong leren wij kinderen om hun eigen grenzen aan te geven in plaats van direct de leerkracht in te schakelen (bijvoorbeeld tijdens samenwerken of spel waarbij een kind zich niet prettig gedraagt). Samenwerken (coöperatieve werkvormen) komt veelvuldig voor in de dagelijkse praktijk.
Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
Pagina 25
B. C.
D.
Leerkrachten zijn de kritische succesfactoren De school geeft leerkrachten veel vertrouwen en verantwoordelijkheid. Daar waar nodig worden leerkrachten ondersteund door deskundigen van de zorg (de IB-ers of door de orthopedagoog van Zien in de klas), door de opleider in school, door de bouwcoördinator of de directie en door het ondersteunend personeel. Leerkrachten kunnen zich primair richten op het onderwijskundig proces. Leerkrachten die scholingswensen hebben worden zo veel mogelijk gefaciliteerd. Niet ervaring maar deskundigheid (via o.a. scholing) geeft de doorslag. De directie wil teamleden met een bepaald specialisme nadrukkelijk betrekken bij scholingsmomenten voor de rest van het team. Met behulp van een goede bouworganisatie met een gefaciliteerde bouwcoördinator worden de leerkrachten ondersteund (zowel praktisch als inhoudelijk). We investeren nadrukkelijk in momenten van teambuilding en goede arbeidsomstandigheden (goede gebouwen, moderne materialen, secundaire voorwaarden). Wat betreft voorzieningen en materialen proberen wij de wensen (binnen het redelijke) van leerkrachten te honoreren. Via een professionele gesprekkencyclus volgen wij de ontwikkelingen van leerkrachten, houden wij functioneringsgesprekken en geven wij beoordelingen. Onze opleider in school werkt aan het ontwikkelen van intervisiegroepen. Nauwe samenwerking tussen ouders en school Er zijn vele ontmoetings- en overlegmomenten tussen ouders en school (inloop en kringmomenten, koffieochtenden, afstemmingsgesprekken, verslaggesprekken, stamgroepouderavond, plenaire ouderavond, advies en zorggesprekken etc.). Iedere stamgroep heeft een of meerdere contactouders die zorgen voor bepaalde activiteiten in de stamgroep. De school heeft een betrokken en actieve MR en OR. De school werkt met de Stichting Vrienden van de Jenaplanschool die bestuurd wordt door ouders. Deze stichting int en beheert de ouderbijdragen. De school investeert ook nadrukkelijk in informele ontmoetingsmomenten (ouderdansfeest, pleinfeest, kerstborrel, borrel na de plenaire ouderavond etc.). Dit doen wij in nauwe samenwerking met de OR. Er zijn vele mogelijkheden voor ouderparticipatie (leesouders, luizenouders, kampouders, musicalouders , schoolreisouders, sportdagouders etc.). De input van ouders (via de tevredenheidsenquête en via de plenaire ouderavond) wordt nadrukkelijk betrokken bij de beleidsontwikkeling. Breed curriculum: Kunst en cultuur, creativiteit en sport Naast de cognitieve vakken is er veel aandacht voor sport, kunstzinnige vorming, socialiserende activiteiten, tradities en feesten). Hiertoe werkt het Jenaplanonderwijs naast werk met de basisactiviteiten spel, viering en gesprek. In de toekomst zal hier techniekonderwijs aan worden toegevoegd. Beeldende vorming wordt voor een deel verzorgd door een vakdocent waarbij alle kinderen van groep 3 t/m 8 ook van haar les krijgen. Drama staat vast op het rooster van iedere groep. Het muziekonderwijs is een duidelijk ontwikkelpunt. Dit is nu te afhankelijk van de expertise van de leerkracht. Wel werken we al enige jaren met een kinderband. We organiseren jaarlijkse een groot kunstproject met de hele school samen met een instelling voor kunsteducatie.
Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
Pagina 26
E.
F.
G.
H.
Werk van kinderen wordt altijd tentoongesteld (kinderen mogen er trots op zijn en er gaat een stimulerende werking van uit). We bezoeken kunstzinnige voorstellingen (toneel, muziek). Weekopeningen (om de week is een groep aan de beurt), weeksluitingen, toneel (kersttoneel en eindtoneel) worden groots aangepakt. De musical van groep 8 is een intensief project waarbij kinderen, ouders en leerkrachten samenwerken om in een theater (bijvoorbeeld de Stadsschouwburg of Rasa) een geweldige voorstelling neer te zetten. Ten behoeve van de sport hebben we een vakdocent voor vier dagen. Alle groepen 3 t/m 8 hebben twee keer per week gymles, doorgaans van de vakdocent. We doen mee aan bijna alle sporttoernooien voor scholen die de stad kent. We organiseren zelf onze eigen toernooien (voetbal en hockey) en sportevenementen (sportdagen). Tijdens de overblijf bieden we dansworkshops en sportclinics. Betekenisvol onderwijs (in samenhang) Wij werken in de kleuterbouw met vaste thema’s (via Kleuterplein) en thema’s die vanuit de belevingswereld van de kinderen komen. In groep 3 en 4 wordt gewerkt met een thematische aanpak van bepaalde wereldoriëntatieonderdelen en vanaf groep 5 werken we met thematische projecten waarin sprake is van vakintegratie (Alles-in-1). Regelmatig worden deze projecten gepresenteerd aan de rest van de school. Daar waar mogelijk gaan de kinderen op excursie om zo veel mogelijk levensecht onderwijs te krijgen. 21st century skills Wij erkennen het belang van deze skills. Wij constateren ook dat deze skills al voor een groot deel geïntegreerd zijn in ons curriculum. Sociaal-culturele vaardigheden, creativiteit en samenwerken zitten nauw verweven in ons onderwijs en komen in de basisactiviteiten spel, viering, werk en gesprek regelmatig aan de orde. Hetzelfde geldt voor communiceren en kritisch denken. Ook dit wordt in diverse werkvormen van onze kinderen wordt gevraagd. Wat betref ICT en probleemoplossend vermogen moeten en willen we de komende vier jaar grote ontwikkeling gaan invoeren. Wij zien ICT als een zeer bruikbaar hulpmiddel waarmee adaptief en verpersoonlijkt onderwijs mogelijk wordt. Dit hulpmiddel geeft ruimte aan de leerkrachten om veel meer individuele aandacht aan kinderen te geven hetgeen ruimte biedt voor de dialoog (kinderen uitdagen om bepaalde problemen op te lossen). Erkenning van verschillen Wij hebben de citotoetsen voor rekenen en taal voor kleuters afgeschaft. Wij zijn kritisch als het gaat om de toetsen voor de andere groepen en zijn nadrukkelijk op zoek naar betere manieren om kinderen te volgen. Wij werken met heterogene groepen (twee leerjaren in een stamgroep) om juist optimaal met verschillen te leren omgaan en om kinderen van een bepaalde leeftijd niet te stigmatiseren (dit is dus geen organisatorische noodzaak maar komt voort uit pedagogische keuzes). Wij werken aan een klimaat waarin ieder kind er mag zijn. De ervaring leert ons dat kinderen die anders zijn (uiterlijk, cognitieve ontwikkeling, gedrag etc.) zich op onze school prettig voelen en zichzelf durven te zijn. De “grote thema’s” voor de toekomst (democratisch burgerschap, duurzaamheid, zorg) Met het toenemen van de pluriformiteit van de samenleving is het leven en werken vanuit democratische principes niet meer vanzelfsprekend omdat er vele “nieuwe” Nederlanders
Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
Pagina 27
I.
zijn afkomstig uit landen met andere politieke en sociale systemen. Dit vraagt dus meer en meer om expliciete aandacht voor democratisch burgerschap. Onze school werkt met een gekozen kinderparlement. Het gaat niet (alleen) om nieuwe Nederlanders, de politiek bevindt zich überhaupt in een transitiefase. De verzorgingsstaat is op zijn retour, er ontstaat een participatieve samenleving en dat eist veel van burgers. Kinderen kunnen daar waarschijnlijk niet snel genoeg mee opgroeien. Onze kinderen krijgen van huis uit veel input als het gaat om democratisch burgerschap maar dat ontslaat ons niet van deze taak. Ook in de kringen wordt hier aandacht aan geschonken. Twee grote thema’s (probleem van nu en zeker van de toekomst) zijn de ecologie (het opraken van de fossiele brandstoffen, het duurzaam omgaan met de aarde, het waterprobleem, de opwarming van de aarde) en de toenemende behoefte aan zorg voor mensen die dat niet meer kunnen (vergrijzing). Dit vraagt om een bewuste opvoeding van de jeugd zodat zij later verantwoord, zorgzaam en empathisch kunnen handelen. In de wereldoriëntatiethema’s, maar ook in de kringgesprekken dient hier meer aandacht voor te komen. Digitalisering Komend jaar is er een werkgroep (bestaande uit leerkrachten en ouders) die zich gaat buigen over de verdere mogelijkheden van digitalisering. Beide netwerken moeten binnen nu en twee jaar vervangen worden. Op dit moment houden we een pilot met het inzetten van iPads in twee groepen ten behoeve van het rekenonderwijs. De resultaten hiervan zullen worden geanalyseerd en krijgen een vervolg. Daar waar zinvol en verantwoord willen wij ICT-toepassingen doorvoeren om daarmee het onderwijs adaptiever en persoonlijker te maken. Hierbij wordt de leerkracht ondersteund in organisatie en correctie zodat hij/zij zijn aandacht kan richten op de inhoud van de leerstof en de begeleiding van de kinderen. De school zal meegaan in de ontwikkelingen ten aanzien van het toegankelijker maken van informatie voor ouders (ouderportaal, digitale portfolio’s etc.). De communicatie, registratie en administratie zullen volgens de meest moderne inzichten verlopen. Leerboeken zullen meer en meer verdwijnen en plaats maken voor webbased aanbod waarbij kinderen flexibel (zowel op school als thuis) kunnen inloggen en werken.
Bijlage 2 WPO artikel 8
Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
Pagina 28
3. Kwaliteitszorg 3.1
Kwaliteitszorg binnen SPO Utrecht
SPO Utrecht heeft de afgelopen jaren, in samenwerking met directeuren en gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) gewerkt aan een structurele aanpak van kwaliteitsbeleid, waarbij de kwaliteitscyclus (doelen stellen, planning, uitvoeren, evaluatie, borgen) de rode draad is en schoolontwikkeling centraal staat. Als uitgangspunt is een praktische uitwerking van het INK-model gekozen (Instituut voor Nederlandse Kwaliteit). Het model doet recht aan de opvatting dat de kwaliteitszorg in het onderwijs zich op meer aspecten richt dan de eindresultaten van de leerlingen die de school verlaten sec. De belangrijkste indicatoren zijn:
de samenstelling leerlingenpopulatie het beleidsvoerend vermogen de visie op ontwikkeling en onderwijs het pedagogisch klimaat het onderwijsleerproces het leerstofaanbod leerlingenzorg en begeleiding tussen- en eindresultaten de schoolloopbaan van leerlingen het vervolg van de schoolloopbaan in het voortgezet onderwijs
Bij het bewaken van de kwaliteit maken scholen gebruik van o.a. het cito-leerlingvolgsysteem en het leerlingenadministratiesysteem Parnassys. Daarnaast zijn specifieke instrumenten op maat gemaakt voor SPO Utrecht: webbased zelfevaluatielijsten voor personeel, intern begeleiders en directeuren en waarderingslijsten voor leerlingen, ouders en personeel. Ter ondersteuning van directeuren is een SPO-kwaliteitshandboek gemaakt. Daarin wordt ook aandacht besteed aan het vraagstuk hoe je conclusies op basis van verzamelde gegevens verbindt aan het voortschrijdend proces van schoolontwikkeling. Opbrengstgericht en handelingsgericht werken, dragen bij aan een planmatige aanpak van het onderwijs binnen SPO Utrecht.
3.2
De rol van de directeur bij kwaliteitszorg op de school
De directeur is binnen SPO Utrecht integraal verantwoordelijk voor de school. In de SPO-standaard Onderwijskundig Leiderschap is aangegeven welke activiteiten het bestuur van SPO-directeuren verwacht om sturing te geven aan schoolontwikkeling en kwaliteitszorg. Binnen kaders heeft de directeur de vrijheid om keuzes te maken met betrekking tot beleid en middelen om goed onderwijs te realiseren. Het kwaliteitszorginstrument helpt om de goede keuzes te maken. Het bereiken van goede resultaten van kinderen is de belangrijkste opdracht van elke SPO-school. Het bestuur verwacht dat een directeur daarop stuurt en dat hij/zij dat niet alleen op basis van kennis en gevoel doet, maar systematisch toetst of dat ook bereikt wordt. Het schoolteam is nauw betrokken bij kwaliteitszorg: het realiseren van doelen, het verzamelen van data en het meedenken bij interpretatie en analyse, alsmede bij de aanpak en uitvoering van schoolontwikkeling. Hoewel kwaliteitszorg een zaak is van het hele team, is de directeur hierbij de eerst verantwoordelijke en de aanstuurder. Binnen de klas is de leerkracht primair verantwoordelijk voor goed onderwijs.
Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
Pagina 29
3.3
De rol van het bestuur bij kwaliteitszorg
3.3.1
Activiteiten bestuur in het kader van kwaliteitszorg
Eén keer in de vier jaar maakt het bestuur een koersplan, waarin de speerpunten en doelen op bestuurs- en schoolniveau staan voor de komende periode. Het koersplan wordt een jaar voor de nieuwe schoolplanperiode gemaakt, zodat de doelen in het schoolplan geconcretiseerd kunnen worden. Het bestuur is eindverantwoordelijk met betrekking tot de kwaliteit van het onderwijs en ondersteunt scholen waar nodig bij het behalen van goede resultaten. Daartoe worden de volgende activiteiten verricht. Het bestuur vraagt van scholen om te werken met een kwaliteitscyclus. Bestuur en scholen maken in dat kader jaarlijks een concreet jaarplan. Directeuren leggen aan de hand van ijkpunten verantwoording af voor de aanpak en resultaten van de school. De ijkpunten vloeien voort uit de visie van SPO Utrecht en zijn na advisering door de directeuren vastgesteld. In de periode 2013-2016 vindt de invoering van het werken met ijkpunten plaats. Jaarlijks brengt het bestuur een schoolbezoek van een dagdeel aan elke school. Naast gesprekken met directeur, specialisten, leerlingen en (soms) ouders worden klassenbezoeken afgelegd. Doel van het bezoek is om een goed beeld van de school(ontwikkeling) te krijgen. Het bestuur heeft een ondersteuningsteam van stafmedewerkers, dat scholen adviseert ten aanzien van kwaliteitszorg en schoolontwikkeling. Het ondersteuningsteam helpt desgevraagd bij het analyseren van problematiek en het bepalen van een adequate aanpak en eventueel het kiezen van externe begeleiding. Directeuren kunnen op deze wijze tijdig met deskundige hulp aan de slag gaan als zij zien dat hun school niet optimaal functioneert en zij niet precies weten waar dat aan ligt. Het bestuur heeft op deze wijze ook tijdig inzicht in de situatie en de aanpak op de school. Het bestuur volgt de ontwikkeling van de scholen ook met behulp van een kwaliteitskaart waarop aan de hand van een aantal indicatoren wordt bekeken hoe de school er voor staat. Periodiek bespreken staf en bestuur de scholen aan de hand van deze kaart. Als het bestuur zich zorgen maakt om een school en de directeur niet zelf met een hulpvraag komt, kan het bestuur ook het ondersteuningsteam inschakelen nadat zij dit met de directeur besproken heeft. Het gaat dan om signalen als: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
3.4
De resultaten van leerlingen (tussenresultaten, cito-eindresultaten) meer dan één jaar niet op niveau zijn; Als het werkgerelateerd ziekteverzuim en/of het personeelsverloop op een school stijgt; Als de school plannen, zakelijke gegevens en/of leerlinggegevens niet tijdig aanlevert; Als de school langere tijd aan schoolverbetering basisvaardigheden werkt zonder aantoonbare resultaten; Als er sprake is van onvoldoende inhoudelijke kwaliteit; Als er conflicten met ouders (MR) en/of team zijn; Als het leerlingenaantal terugloopt zonder dat daar een demografische aanleiding voor is.
Kwaliteitszorg op onze school
Op schoolniveau is het schoolplan het beleidsstuk waarin de koers en beleidsvoornemens voor de volgende vier jaar beschreven staan. Het schoolplan vertaalt zich in vier jaarplannen. Per jaarplan wordt beschreven welke beleidsvoornemens er dat schooljaar centraal staan, welke (SMART geformuleerde) doelen gesteld wordt en wie er bij betrokken zijn. Indien mogelijk en noodzakelijk Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
Pagina 30
wordt een financiële onderbouwing gegeven. Het jaarplan wordt aan de MR voorgelegd voor advies en wordt aan het einde van het schooljaar geëvalueerd. Ook deze evaluatie wordt voorgelegd aan de MR. Vanuit het jaarplan wordt een jaarplanning gemaakt voor de vergaderingen van het managementteam. In deze tijdsplanning zijn zowel te plannen onderwerpen als evaluatieve momenten opgenomen. De directie bewaakt deze planning. Tevens wordt er een plan geschreven voor de scholingsmomenten met het team in dat schooljaar en wordt er gewerkt met een jaarplan voor het zorgteam. Daarmee wordt geborgd dat beleidsvoornemens haalbaar worden weggezet in een schooljaar. Tussentijds en aan het einde van het schooljaar wordt de jaarplanning geëvalueerd door het managementteam. Voor het nieuwe schooljaar kunnen dan doelen worden bijgesteld. Voor team en ouders werken wij met een jaarplanning (kalender) met daarin alle activiteiten die binnen de school plaatsvinden. In de teamversie is daarin tevens de hele cyclus van handelingsgericht werken en toetsing opgenomen. Instrumenten kwaliteitszorg Gesprekkencyclus Wij werken binnen onze school op teamniveau met een vierjarige cyclus van gesprekken. Deze cyclus kent functioneringsgesprekken, een zelfevaluatie, een POP-gesprek en een beoordeling. Zie ook 7.3 begeleiden en beoordelen. De gesprekken worden gevoerd door de directie, de bouwcoördinatoren en de schoolopleider. In deze gesprekkencyclus zijn ook klassenbezoeken opgenomen. Iedere werknemer heeft dus jaarlijks een gesprek. Voor de directeuren wordt deze cyclus op bestuursniveau gehanteerd. Bij de cyclus van directeuren en intern begeleiders hoort een 360-graden-feedback, die eens in de vier jaar wordt uitgezet. Naast de officiële gesprekkencyclus hebben wij op teamniveau een begin gemaakt met intervisie en collegiale consultatie. Het verder uitwerken hiervan, van leren van elkaar en werken met leerteams, is voor ons in de komende vier jaar een beleidsvoornemen. Zie verder in hoofdstuk 8. Toetsing De school kent een kalender voor de niet-methode-gebonden toetsen (in ons geval nog cito) die ieder jaar worden afgenomen. Deze kalender wordt vastgesteld op directeurenniveau, met instemming van de GMR. Deze kalender volgen wij en twee keer per jaar (na de cito M ronde en de cito E ronde) wordt een trendanalyse gemaakt van de opbrengsten door de intern begeleiders. Deze wordt besproken in het managementteam. De analyses die daar gemaakt worden, worden meegenomen naar de bouwen en vertalen zich in het aanbod aan de kinderen. In het zorgteam wordt meerdere malen per jaar een analyse gemaakt op groepsniveau. Deze wordt besproken met de leerkracht. Tevredenheidsenquête Eens in de twee jaar wordt de tevredenheidsenquête afgenomen onder team, ouders en kinderen. De resultaten hiervan worden zorgvuldig bekeken om de balans op te maken. Zijn wij op de goede weg? Zijn aanpassingen noodzakelijk? Ook de positieve waardering die ermee wordt gegeven nemen wij ter harte. Waar onderscheiden we ons, waar is er sprake van hoge waardering en moeten we dus ambitieus blijven in onze kracht. Digitale map Wij werken op onze school met een digitale map met daarin alle relevante documenten die wij in de school hanteren. Deze map is onderverdeeld in subthema’s. Alle relevante informatie is hierin direct te vinden voor leerkrachten, aangezien de map op het netwerk staat. Formulieren, documenten, presentaties van nascholingen etc. worden hierin opgeslagen. Deze map wordt beheerd door de Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
Pagina 31
directeur zorg en de intern begeleiders. Zij zorgen dat deze map steeds de laatste update kent van de gebruikte documenten in de school. Nu nog heet de map ‘Passend Onderwijs’. Volgend jaar gaan we deze naam vervangen voor ‘Kwaliteitszorg’. Aangezien de map inmiddels in de volle breedte van onze organisatie informatie bevat.
4. Het onderwijs In de Wet op het Primair Onderwijs is in artikel 9 (zie bijlage 3) vastgelegd dat het onderwijs een brede ontwikkeling van kinderen beoogt. Op de Jenaplanschool Wittevrouwen werken wij nadrukkelijk met een breed aanbod. In dit hoofdstuk kunt u lezen hoe we ons aanbod op cognitief, sociaal-emotioneel, creatief en motorisch gebied vormgeven. Ons Jenaplanonderwijs kenmerkt zich door het feit dat het vooral een pedagogisch concept is. Betrokkenheid, eigenaarschap, welbevinden en verbondenheid zijn voorwaarden om te komen tot optimaal leren. Het kind dat zich veilig en erkend voelt in zijn of haar mogelijkheden ontwikkelt zich vanuit zijn eigen talenten en ambities. Deze kunnen per kind verschillen en zijn uitgangspunt voor de ontwikkeling van het kind. Het optimale uit ieder kind halen, vanuit het brede aanbod, is ons hoogste doel. In dit hoofdstuk komen de belangrijkste keuzen op onderwijskundig terrein aan bod. Voor elk vak- en vormingsgebied wordt beschreven welke methodes en welk aanvullend aanbod en materiaal wordt gebruikt. We beschrijven hoe we daarmee voldoen aan de kerndoelen. Daarnaast beschrijven we in dit hoofdstuk welk aanbod we naast de (verplichte) kerndoelen nog meer bieden binnen de school en hoe we daarmee werken aan de 21st century skills (zie ook hoofdstuk 2). Het werken aan talentontwikkeling en het bieden van aanbod op alle ontwikkelingsgebieden van het kind is vanzelfsprekend bij Jenaplanonderwijs. Wij werken als Jenaplanschool met vier basisactiviteiten: Gesprek Spel Werk Viering
(communicatie) (sportiviteit en creativiteit) (kennis en vaardigheden) (kunstzinnige ontwikkeling en presentatievermogen)
Bij het beschrijven van alle vak- en vormingsgebieden is al het aanbod opgenomen dat wij als school, naast de kerndoelen, bieden als het gaat om brede talentontwikkeling vanuit deze vier basisactiviteiten. In onze schoolgids op www.jenaplanwittevrouwen.nl vindt u een uitgebreide beschrijving van de vier basisactiviteiten.
4.1 Onderwijsinhoud Iedere basisschool werkt met de kerndoelen primair onderwijs als minimaal uitgangspunt. Hieronder geven wij een beschrijving hoe wij voldoen aan deze kerndoelen. De kerndoelen primair onderwijs zijn als bijlage 4 opgenomen. Behalve de methodes die wij beschrijven, geven we ook per vakgebied aan welk breder aanbod we hierop bieden. NEDERLANDSE TAAL In alle groepen wordt de kring als werkvorm gehanteerd. Deze werkvorm biedt veel mogelijkheden om te oefenen in diverse vormen van gesproken taal: kort en bondig vertellen over een ervaring, luistervaardigheden, je mening leren formuleren en verdedigen, woordenschat vergroten,
Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
Pagina 32
presentatietechnieken, leren vragen stellen etc. . Naarmate de kinderen ouder worden, worden er ook meer complexe opdrachten gegeven zoals debatteren, je mening verdedigen en leren bijstellen (nieuwskring, filosofiekring, stellingenkring etc.). Alle soorten kringen die we in de verschillende bouwen gebruiken, zijn beschreven in onze schoolgids die te vinden is op onze website www.jenaplanwittevrouwen.nl. Taalonderwijs in de kleuterbouw Op de Jenaplanschool Wittevrouwen werken we in de kleuterbouw met leerlijnen voor Nederlandse taal. Binnen de thema’s worden deze leerlijnen ingepland door middel van de aangeboden activiteiten. Voor de activiteiten gebruiken we de methode Kleuterplein als bron. Uit deze methode worden per jaar een aantal gemeenschappelijke thema’s gekozen die in alle groepen van de kleuterbouw terug komen. Daarnaast vinden we het erg belangrijk om de beginnende geletterdheid stevig te stimuleren. Daarvoor vullen we ons aanbod aan met activiteiten in de lees- en schijfhoek en gebruiken we de map Fonemisch bewustzijn. In het gehele aanbod van de kleuterbouw wordt gewerkt met ontwikkelingsmateriaal. Taalonderwijs in groep 3 t/m 8 In groep 3 wordt gewerkt met de methode Veilig Leren Lezen (de nieuwste KIM versie), in groep 4 met Taal op Maat en in de groepen 5 t/m 8 met Alles-in-1 en Alles Apart. De methode Alles-in-1 vindt u vaker terug in ons schoolplan aangezien het een geïntegreerde methode betreft voor alle vakken, met uitzondering van rekenen, technisch lezen, schrijven en bewegingsonderwijs. Een uitgebreide beschrijving van deze methode (inclusief de thema’s die behandeld worden) vindt u in onze schoolgids op de website. Technisch lezen start in de groepen 3 en wordt vervolgd in alle andere groepen (dus tot en met groep 8). Er wordt 3 tot 5 keer (verschillend per bouw) instructie gegeven aan alle groepen waarna differentiatie plaatsvindt op 3 niveaus. Wij gebruiken verschillende methodes en werkvormen om het technisch lezen te ontwikkelen en te onderhouden bij kinderen. Daarbij gebruiken we o.a. de methode Estafette en met name in de bovenbouw de leescarrousel. In beide werkvormen maken de kinderen kennis met verschillende soorten teksten en verbeteren en onderhouden daarmee hun leesniveau. Voor spelling wordt in groep 4 de methode Spelling op maat gebruikt. Iedere week krijgen alle groepen 4 twee keer instructie, er wordt dagelijks gewerkt aan spelling en een blok wordt wekelijks afgesloten met een dictee. Voor groep 5 t/m 8 gebruiken wij de methode Alles-in-1 (thematisch aanbod) en Alles Apart (cursorisch aanbod van vooral spelling, begrijpend lezen en grammatica). Deze wisselen elkaar af, vijf weken Alles-in-1, drie weken Alles Apart. Taalbeschouwing is tevens geïntegreerd in onze wereldoriëntatie methode Alles-in-1. Nieuwe (moeilijke) woorden en andere taalonderdelen worden dus binnen het thema dat aan de orde is, behandeld. Begrijpend lezen wordt ook aangeboden middels de methode Alles-in-1. Dit onderdeel is hierdoor zeer betekenisvol. Aanvullend wordt begrijpend lezen ook via de methode Nieuwsbegrip aangeboden, vanwege de grote relatie met de actualiteit. Incidenteel wordt ook Nieuwsbegrip XL ingezet. ENGELS In de groepen 5 t/m 8 is Engels geïntegreerd in de methode Alles-in-1. Hierbij wordt vooral gewerkt aan de woordenschat van de kinderen. Er ligt dus altijd een expliciete relatie tussen het thema waar de kinderen aan werken en het kennismaken met de Engelse taal. Omdat wij merken dat aanbod in de Engelse taal van groot belang is voor de start van de kinderen in het voortgezet onderwijs wordt tevens een aparte les Engels aan de bovenbouwkinderen aangeboden. Deze les wordt gegeven door een docente Engels van de middelbare school. We gebruiken daarbij de methode Stepping up. In de Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
Pagina 33
komende vier jaar willen wij ons richten op het geven van Engels vanaf groep 1. U vindt dit beleidsvoornemen terug in hoofdstuk 8. SPAANS Voor onze plusleerlingen taal hebben wij de mogelijkheid om zich te verdiepen in de Spaanse taal. Deze lessen worden gegeven door een native speaker. Kinderen vanaf groep 6 die zeer sterk zijn in taal kunnen deze lessen volgen. De lessen worden gegeven middels de methode Juan y Rosa. In principe houden de kinderen Spaanse les tot en met groep 8. PLUSKLAS Wij werken binnen onze school met een plusklas voor kinderen die meer- of hoogbegaafd zijn. In deze lessen wordt een aanbod gegeven dat kinderen extra uitdaagt, waar de kinderen leren leren en waar vaardigheden als doorzetten, vragen stellen en afmaken aan bod komen. Deze plusklas is vanaf groep 5 tot en met groep 8. Er is een protocol binnen de school waarin beschreven staat welke kinderen de plusklas kunnen volgen. Voor deze plusklas hebben wij een leerkracht met specialisme, zij werkt 1 dag per week met de plusgroepen. REKENEN Rekenonderwijs in de kleuterbouw Binnen de thema’s en kringen in de kleuterbouw worden de leerlijnen voor rekenen ingepland d.m.v. de aangeboden activiteiten. Voor de activiteiten gebruiken we o.a. de methode Rekenrijk en de methode Kleuterplein als bronnenmateriaal. De beginnende gecijferdheid heeft daarmee een vaste plek binnen de kleuterbouw. Rekenonderwijs in de groepen 3 t/m 8 In groep 3 t/m 8 werken we met de nieuwst versie van de methode Rekenrijk. Alle groepen rekenen dagelijks. Wij werken met groepsdoorbroken instructiegroepen zodat kinderen op maat instructie krijgen. Kinderen krijgen regulier aanbod of verdiepend aanbod en in een enkel geval kan een kind versnellen. De instructiegroepen worden per bouw in verschillende vormen samengesteld. Bij ons rekenonderwijs wordt er per instructiegroep op 3 niveaus gedifferentieerd (aanpak 1 t/m 3) en wordt er gewerkt met het activerende directe instructiemodel. Dit model kent een vaste opbouw van hoe de instructie gegeven wordt. Per bouw is er een ‘rekenkrat’ met daarin extra aanvullende en ondersteunende materialen die we gebruiken in de groepen en aanschouwelijk materiaal voor in de instructies. De kleuterbouw werkt met specifiek ontwikkelingsmateriaal voor het rekenonderwijs. ORIËNTATIE OP JEZELF EN DE WERELD (WERELDORIËNTATIE) Wereldoriëntatie in de kleuterbouw In de kleuterbouw wordt gewerkt met de methode Kleuterplein. Deze methode biedt een aantal thema’s aan die in projectvorm worden aangeboden. Daarnaast is er veel ruimte voor inbreng van de kinderen en van de leerkrachten. De kleuterbouw werkt ook met andere thema’s die vanuit de belevingswereld van de kinderen gekozen worden door de groep. Voorbeeldthema’s zijn: de dokter, de boerderij en de ruimte. Gastlessen van ouders met verstand van het thema worden in alle groepen gestimuleerd en als zeer leerzaam ervaren door kinderen en leerkrachten.
Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
Pagina 34
Wereldoriëntatie in de onderbouw (groep 3 en 4) In de onderbouw komen jaarlijks een aantal vaste thema’s aan de orde waarin alle wereldoriëntatiegebieden zijn geïntegreerd. Deze projecten zijn door de leerkrachten ontwikkeld en worden jaarlijks aangevuld en indien nodig aangepast. Ook hier is veel inbreng van de kinderen mogelijk en gewenst. Minimaal eenmaal per jaar wordt een project gedaan vanuit ‘verhalend ontwerpen’. Dit is een werkvorm waarbij de kinderen zelf het verhaal gaan vormen en daarbij bedenken wat ze moeten leren om het verhaal een vervolg te geven. Wereldoriëntatie in de middenbouw en bovenbouw (groep 5 t/m 8) De middenbouw en bovenbouw werken met de wereldoriënterende methode Alles-in-1. Dit is een methode waarin alle vakgebieden behalve rekenen, technisch lezen, bewegingsonderwijs en schrijven zijn geïntegreerd. Deze methode omvat 20 projecten die allen op 6 niveaus zijn uitgewerkt zodat ieder project in ieder leerjaar aan de orde zou kunnen komen. Wij hebben een splitsing gemaakt tussen 10 projecten die in de middenbouw (groep 5 en 6) en 10 projecten die in de bovenbouw (groep 7 en 8) aan de orde komen. Ieder jaar worden er dus 5 projecten gedaan en ieder project duurt 5 weken. Tijdens een projectweek zijn de kinderen ongeveer 12 uur bezig met het project. Daarnaast lopen de reken-, spelling- en leesinstructiegroepen gewoon door en hetzelfde geldt voor bewegingsonderwijs, kringen en vieringen. In de weken dat er geen projecten worden gedaan (dit zijn 5 periodes van 3 weken), lopen ook alle instructiegroepen door evenals bewegingsonderwijs, kringen en vieringen. Tijdens deze periode werken wij aan een cursorisch aanbod van spelling, begrijpend lezen en grammatica met de methode Alles Apart. Burgerschapsvorming De kinderen opleiden tot verantwoordelijk en actief burgerschap is mede een taak voor de school. Burgerschapsvorming brengt de basiskennis, vaardigheden en houding bij die nodig zijn om een actieve rol te kunnen spelen in de eigen leefomgeving en in de samenleving. Wij werken in onze school met een gekozen kinderparlement. De groepen 5 t/m 8 maken o.a. kennis met de waarde(n) van een democratie, stemrecht, verkiezingen en politieke besluitvorming. Daarnaast vormen de kinderen die daartoe interesse hebben een partij en dragen hun ideeën uit. Tenslotte wordt het kinderparlement gekozen en heeft zitting voor twee jaar. Het kinderparlement draagt ideeën aan ter verbetering van de school, kiest jaarlijks het goede doel voor de sponsorloop en heeft een budget tot haar beschikking om daarmee een verbetering te realiseren. Daarnaast wordt in kringen ook veel aandacht besteed aan het verkennen van de eigen ideeën en die van anderen: voor welke (levensbeschouwelijke) waarden sta ik en hoe maak ik die waar? Daarnaast worden in iedere groep afspraken gemaakt over hoe we zorgvuldig omgaan met elkaar, zorgdragen voor onze omgeving, inspraak kunnen hebben enzovoort. Vaak worden deze afspraken zichtbaar in de groep gehangen. KUNSTZINNIGE ORIËNTATIE Schoolproject Het kunstzinnig onderwijs staat bij onze school hoog in het vaandel. Wij zien de kunstzinnige vorming van kinderen als een belangrijk onderdeel in de totale ontwikkeling naar volwassenheid. Met de hele school doen wij ieder jaar een gezamenlijk project. Dit heeft altijd een kunstzinnig thema. We werken daarin samen met een culturele partner die het aanbod samen met ons vormgeeft in de weken van het project. Tijdens dit project werken we met de hele school toe naar een presentatie waarin de kinderen hun verworven kennis en creativiteit laten zien aan elkaar en aan de ouders.
Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
Pagina 35
Beeldende vorming Beeldende vorming vormt een dusdanig belangrijk onderdeel binnen onze school dat daar een vakleerkracht voor aangetrokken is. Zij is in staat om de kinderen creatief, maar ook technisch naar een hoger niveau te brengen. Zij verzorgt lessen aan alle groepen 3 t/m 8. Wij hebben hiervoor ook een speciaal lokaal (‘het talentenlokaal’) waar de lessen beeldende vorming worden gegeven. Het werk van de kinderen wordt altijd tentoongesteld op beide locaties. Alles in 1 In de projecten van de methode Alles-in-1 zitten alle kunstzinnige vakken geïntegreerd. Hierdoor is er sprake van grote mate van samenhang. Alle kunstzinnige vakken komen via de projecten structureel aan de orde (muziek, beeldende vorming, drama en dans). Vieringen Verder vormen vieringen een belangrijke pijler van ons Jenaplanconcept. Iedere groep heeft eenmaal per jaar een weekopening in de theaterzaal van de Poortstraat. De weekopening wordt verzorgd door een stamgroep waarbij vele kunstzinnige vormen gebruikt worden (zang, dans, toneel, beeldende vorming, presentatietechniek etc.). Ook de weeksluitingen bieden een mooi podium voor individuele kinderen of groepjes kinderen om hun talenten te etaleren. De weeksluiting bestaat uit korte presentaties aan elkaar om te laten zien wat er in de groepen gedaan is in de afgelopen periode. Speciale vieringen Onze school heeft in de loop der jaren een behoorlijke reputatie opgebouwd als het gaat om de speciale vieringen en activiteiten. Hieronder vallen de volgende zaken.
Alle overgangen van de kinderen naar een volgende bouw kennen bij ons een traditie (het zogenaamde uitglijden, doorsluizen en opklimmen). Rond deze traditie wordt een eindfeest georganiseerd waar toneel of spel onderdeel van uit maakt. De eindmusical van groep 8 (met sinds enige jaren een uitvoering, dankzij sponsorende ouders, in de Stadsschouwburg of Rasa). Er wordt door kinderen, ouders en teamleden veel tijd en energie gestoken in het maken van een hoogstaande productie. Tijdens het open podium van het pleinfeest in juni worden door kinderen voorbereide acts uitgevoerd. Sinds enige jaren hebben wij een kinderband die ieder jaar een aantal optredens verzorgt. Deze kinderband wordt geleid door ouders en een teamlid. De band treedt o.a. op tijdens het open podium. Ieder jaar wordt er in de week voor de kerstvakantie een kersttoneelstuk opgevoerd door kinderen en leerkrachten.
BEWEGING Bewegingsonderwijs in de kleuterbouw In de kleuterbouw wordt veel tijd besteed aan de motorische ontwikkeling, zowel de fijne als de grove motoriek. De kleuterbouw heeft dagelijks de mogelijkheid tot beweeglessen in het speellokaal, met daarin specifieke kleutermaterialen (als duikelrek, kast, kippenladder) en klein materiaal (pittenzakken, hoepels, ballen). Daarnaast is er dagelijks geleid en vrij spel op het plein. Daarbij kunnen de kinderen ook kiezen voor materialen als karren. In de kleuterbouw wordt tevens aandacht geschonken aan dans en spel. Voor de inhoud van de lessen wordt gebruik gemaakt van Bewegingsonderwijs in het speellokaal van Van Gelder en Stroes.
Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
Pagina 36
Bewegingsonderwijs in groep 3 t/m 8 De onderbouw, middenbouw en bovenbouw werken met een vakleerkracht lichamelijke opvoeding die het grootste deel van de gymlessen verzorgt voor de groepen 3 t/m 8. De kinderen hebben twee keer in de week gym. Ieder jaar screent de vakleerkracht alle kinderen op hun lichamelijke ontwikkeling en geeft, indien nodig, een vrijblijvend advies aan de ouders. Daarnaast is er de mogelijkheid om kinderen motorische remedial teaching te bieden. Dit zijn extra beweeglessen van de vakleerkracht die bijvoorbeeld gericht zijn op balanceren. De reguliere lessen van de vakleerkracht kennen een opbouw door het jaar heen en laten alle verschillende motorische vaardigheden aan bod komen. Incidenteel gymmen wij ook buiten op het veld. De vakleerkracht maakt gebruik van de methode van Van Gelder en Stroes. Jaarlijks organiseren wij een sportdag met vooral atletiekonderdelen. Daarnaast doen wij mee aan bijna alle sporttoernooien of -activiteiten voor scholen (voetbal, korfbal, volleybal, hockey, hardlopen) die georganiseerd worden in de stad. Wij willen ons als school nadrukkelijk profileren als sportieve school. Ons streven is daarbij steeds om een zo breed mogelijk aanbod te creëren voor de kinderen. Schrijfonderwijs Voor het ontwikkelen van een goed en eigen handschrift maken wij gebruik van de methode Pennenstreken. Daarnaast zijn er afspraken binnen de school omtrent het gebruik van potloden (driekantig in kleuter- en onderbouw in verband met het aanleren van een juiste pengreep), pennen, schrijfhouding en ondersteunend materiaal. In de kleuterbouw wordt gewerkt met de methode Schrijfdans. De beleidsvoornemens die wij als school hebben voor de komende vier jaren zijn: - Educatie aan het jonge kind verbeteren - Een leerlijn Engels ontwikkelen voor groep 1 t/m 8 - Beleid maken en implementeren van kunst- en cultuureducatie - Beleid maken en implementeren van techniekonderwijs - Muziekonderwijs verder vormgeven - Een doorgaande leerlijn zelfstandig en zelfverantwoordelijk leren opzetten en implementeren U vindt deze beleidsvoornemens terug in hoofdstuk 8.
5. Zorg voor alle kinderen en passend onderwijs In dit hoofdstuk beschrijven wij hoe we vormgeven aan de zorg voor alle kinderen. Wij gebruiken nadrukkelijk de term ‘zorg voor alle kinderen’ om aan te geven dat het volgen, begeleiden en stimuleren van alle kinderen ons uitgangspunt is. Daarnaast besteden wij specifieke aandacht aan de kinderen die iets extra’s nodig hebben. Wij beschrijven in dit hoofdstuk hoe wij de zorg (de term in het onderwijs voor het volgen, begeleiden en ondersteunen van de kinderen) wat betreft structuur en inhoud vorm hebben gegeven. De afgelopen twee jaar hebben wij hard gewerkt om de zorg voor alle kinderen goed op orde te krijgen. Na ons inspectiebezoek van 2012 was dit ook een opdracht aan ons als school. We hebben een digitale map gemaakt voor alle teamleden (met daarin o.a. alle relevante documenten en protocollen), hebben ons geschoold op handelingsgericht werken en daarnaast is de cyclus van het volgen van de kinderen en het overleggen met de ouders verstevigd en sterk verbeterd. In 2014 kwam de inspectie opnieuw en beoordeelde de zorg nu als goed georganiseerd. Sinds augustus 2014 is passend onderwijs een gegeven binnen onze school. Dit betekent concreet dat wij handelingsgericht werken, onze basisondersteuning volledig op orde hebben, weten waarin Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
Pagina 37
we ons als school onderscheiden voor kinderen met specifieke onderwijsbehoeften en werken met arrangementen voor kinderen die extra begeleiding en materiaal nodig hebben.
5.1
Samenwerken aan passend onderwijs binnen het bestuur en op stedelijk niveau
In het kader van de invoering van passend onderwijs werkte SPO Utrecht de afgelopen jaren nauw samen met andere schoolbesturen, welzijnsinstellingen, de gemeente Utrecht en Jeugdzorg aan een sluitende aanpak voor speciale ondersteuning. De basisscholen van de SPO Utrecht werken vanaf 1 augustus 2014 samen met alle andere Utrechtse basisscholen in het nieuwe Samenwerkingsverband Utrecht Primair Onderwijs (brinnummer 26-01). In het eerste Ondersteuningsplan (februari 2014) is de koers voor het Utrechtse ondersteuningsbeleid vastgelegd. Hierin staan onder meer de inzet van zorgmiddelen en de organisatie van de speciale ondersteuning voor leerlingen beschreven. Dit hoofdstuk omschrijft de basisondersteuning op de Utrechtse scholen en geeft een samenvatting van het specifieke schoolondersteuningsprofiel van onze school.
5.2
Leerlingenzorg op de basisschool
5.2.1
Algemeen
In het SWV Utrecht PO is afgesproken dat alle Utrechtse basisscholen de ondersteuning aan kinderen leveren, zoals omschreven in de Standaard voor de Basisondersteuning (zie bijlage 5). De scholen ontvangen ook middelen van het samenwerkingsverband om dit te realiseren. In deze paragraaf omschrijven wij hoe wij als school de basisondersteuning vormgeven. Een goed pedagogischdidactisch klimaat, een goed onderwijsaanbod en handelingsgericht werken vormen de pijlers van een goede ondersteuning van kinderen. Het bieden van onderwijs en ondersteuning aan kinderen baseren wij op de 7 uitgangspunten van handelingsgericht werken (HGW): 1. We denken, kijken, praten en handelen in termen van onderwijsbehoeften; 2. We gaan uit van een voortdurende samenwerking tussen leerkracht, kind, ouders en (externe) begeleiders; 3. We richten ons op het benutten van kansen en positieve factoren en het zoeken naar mogelijkheden; 4. We werken vanuit een kader dat gebaseerd is op het systeemdenken: het één heeft invloed op het ander; 5. We werken handelingsgericht: gericht op het geven van haalbare en bruikbare adviezen; 6. We werken systematisch en transparant; 7. De leerkracht van het kind staat centraal en is de sleutelfiguur ten aanzien van het kind en de ouders. In de standaard voor de basisondersteuning is daarnaast middels 7 referenties het stedelijke streefniveau afgesproken: 1. De school voert een helder beleid op het terrein van leerling-ondersteuning dat gebaseerd is op de zeven uitgangspunten van afstemming en de cyclus van handelingsgericht werken; 2. De school heeft in haar schoolondersteuningsprofiel (5.2.2.6) vastgesteld hoe zij tegemoet komt aan kinderen met specifieke onderwijsbehoeften.; 3. De school heeft een effectieve interne ondersteuningsstructuur; 4. De school heeft een goed pedagogisch klimaat en is fysiek en sociaal gezien veilig; 5. De school hanteert effectieve (ortho-)pedagogische en (ortho-)didactische methoden en aanpakken. Het team werkt gericht aan haar handelingsbekwaamheid en competentie;
Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
Pagina 38
6. 7.
De school heeft een ondersteuningsteam en werkt effectief samen met ketenpartners en het speciaal (basis)onderwijs; De school zet in op een goede samenwerking met ouders conform de visie afstemming en handelingsgericht werken.
De leerkracht is als professional de eerst verantwoordelijke voor goed onderwijs en een goede leerlingbegeleiding, gebaseerd op de onderwijsbehoeften van de kinderen. Op basis van het ontwikkelingsniveau van de kinderen en de leerlijnen voor de verschillende vakken en vakgebieden houden leerkrachten bij het geven van instructie en opdrachten tot verwerking rekening met niveauverschillen tussen leerlingen volgens het activerende directe instructie model. De klassenorganisatie draagt bij aan het bieden van mogelijkheden tot differentiatie. De intern begeleider vervult binnen de school een coördinerende en begeleidende rol op het gebied van de leerlingenzorg. Hiertoe ondersteunt deze de leerkrachten door het systematisch bespreken van de groepsoverzichten en indien nodig een individuele leerlingbespreking aan de hand van een hulpvraag van de leerkracht. Daarnaast ondersteunt de intern begeleider naast leerkrachten ook ouders, indien het traject voor een kind intensiever wordt (niveau 3 in de zorgroute). De zorgroute (van reguliere (niveau 1) tot intensieve (niveau 5) zorg voor een individueel kind) kunt u vinden op onze website. De verschillende zorgniveaus worden hier beschreven. Vanuit de visie op handelingsgericht werken gaan we uit van een goede en structurele samenwerking tussen leerkracht, kind, ouders en (externe) begeleiders om de gezamenlijk gestelde duidelijke doelen op het niveau van het kind te bereiken. Door het systeemdenken gaan we er vanuit dat het één van invloed is op het ander. Daarom worden de ouders en de leerlingen zelf betrokken in het benoemen van de doelen en de onderwijsbehoeften; wat heeft dit kind, met deze ouders, in deze klas met deze leerkracht nodig om de doelen te bereiken? In het schema hieronder ziet u de cyclus van handelingsgericht werken. Hier wordt duidelijk dat HGW een cyclisch karakter heeft en dat onze school op een systematische manier omgaat met verschillen tussen kinderen. Leerkrachten werken aan de hand van de cyclus en volgen de volgende stappen: Waarnemen:
Relevante kindgegevens worden verzameld in een groepsoverzicht. Kinderen met specifieke onderwijsbehoeften worden gesignaleerd. Stimulerende en belemmerende factoren voor het kind worden benoemd.
Begrijpen:
Van alle kinderen worden algemene onderwijsbehoeften benoemd. Van een aantal kinderen wordt de specifieke onderwijsbehoeften benoemd en zo nodig nader onderzocht.
Plannen:
Opstellen van het groepsplan: clusteren van kinderen die met en van elkaar leren.
Realiseren:
Uitvoeren van het groepsplan.
Evalueren:
Afnemen van toetsen en evalueren of gestelde doelen behaald zijn.
Hierna wordt de cyclus opnieuw doorlopen. Bij de overgang naar een volgende groep vindt er een overdracht plaats aan de hand van het groepsoverzicht en maakt de nieuwe leerkracht een nieuw groepsplan afgestemd op de onderwijsbehoeften van de kinderen en aangepast aan de nieuwe (tussen)doelen die hij met hen wil bereiken.
Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
Pagina 39
Wanneer de begeleiding op school niet toereikend is, wordt in overleg met de ouders andere expertise ingeschakeld. In dat geval kan er een beroep worden gedaan op het samenwerkingsverband (SWV Utrecht PO). Centraal staat de vraag wat het beste antwoord is op de ondersteuningsbehoefte van het kind. Dat kan zijn het bieden van extra hulp, of het ondersteunen van de groepsleerkracht bij het realiseren van een goede onderwijsleersituatie.
5.3
Basisondersteuning bij ons op school (‘sterke basis’)
Uitgangspunt van ons onderwijs is het Jenaplanconcept, met nadruk een pedagogisch concept. Een goed en veilig pedagogisch klimaat, met daarbinnen de kernwoorden welbevinden, betrokkenheid, verbondenheid en eigenaarschap, is voorwaarde om te komen tot optimaal leren. Het Jenaplanonderwijs hanteert basisprincipes, deze heeft u al kunnen lezen in hoofdstuk 2. Naast een sterk pedagogisch klimaat hebben wij in de school een zorgstructuur om de kinderen zo optimaal mogelijk te kunnen begeleiden. 5.3.1
Zorgteam
Binnen onze organisatie werken wij met een zorgteam. Dit team bestaat uit twee intern begeleiders, de ‘leerkracht specifieke onderwijsbehoeften’ en de directeur met zorg in haar portefeuille. Om de week wordt het zorgteam een dag uitgebreid met de orthopedagoge van Zien in de klas. Op onderwerp wordt het zorgteam verrijkt met specialisten van binnen de school (gedragsspecialist, meer- en hoogbegaafde specialist, taalspecialist) of met externe specialisten. Binnen dit
Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
Pagina 40
multidisciplinaire team worden signalen en ontwikkelingen ten aanzien van de zorg op onze school besproken, wordt de zorg voor alle kinderen geborgd en worden er (beleids)lijnen voorbereid, die vervolgens besproken worden in het managementteam. Het zorgteam draagt zorg voor alle kinderen. Regelmatig vinden er gesprekken plaats tussen leerkracht en intern begeleider. De intern begeleider volgt en monitort de resultaten en ontwikkeling van groepen en individuele kinderen. De intern begeleider komt voor ouders in beeld als het traject voor een individueel kind intensiever wordt. Beide locaties hebben een eigen intern begeleider. Vanuit het zorgteam wordt er ook, in overleg met de leerkrachten, gekeken waar verbeterpunten liggen voor goed onderwijs en hoe we die verbeterpunten kunnen realiseren. Het handelingsgericht werken is hierbij uitgangspunt. In het zorgteam wordt ook de koppeling gemaakt tussen zorg, inhoud en beleid: indien blijkt dat er sprake zou zijn van structurele uitval op een bepaald leergebied moet dit zijn consequenties hebben voor de inhoud en het aanbod (bijstelling, aanpassing). Tevens wordt er, in samenspraak met het team, gekeken welke scholingsbehoeften er zijn voor dat schooljaar. Deze zijn gerelateerd aan de basisondersteuning. Onze basisondersteuning is vastgelegd in een digitale map waar alle relevante protocollen, planningen, formulieren e.d. rondom de zorg voor alle kinderen is samengebracht. Deze map staat op het netwerk van de school, wordt actueel gehouden en is voor de leerkracht altijd direct in te zien. In overleg met de MR hebben we de voor ouders meest relevante protocollen ook op onze website van school staan www.jenaplanwittevrouwen.nl. 5.3.2
Handelingsgericht werken, het cyclisch volgen van alle kinderen
Wij werken met de cyclus van handelingsgericht werken. Door het schooljaar heen is er een cyclus van werken volgens plannen en overleg hierover van de leerkracht met kinderen, ouders, intern begeleider en collega’s. Alle kinderen in de school worden op deze manier gevolgd en begeleid, niet alleen kinderen met een specifieke onderwijsbehoeften. Handelingsgericht werken biedt zorg voor alle kinderen. De volgende onderdelen horen binnen een schooljaar tot deze cyclus. Groepsplannen Wij werken met groepsplannen vanaf groep 2. In het groepsplan staat (per vak) beschreven wat de doelen zijn voor het komende half jaar en hoe die doelen bereikt gaan worden. Wij werken nu met groepsplannen voor lezen en rekenen. In 2015-2016 komt daar spelling bij. De kinderen staan in het groepsplan ingedeeld in een aanpak. De aanpak 1 kinderen hebben een intensieve begeleiding nodig van de leerkracht, de aanpak 2 kinderen vormen de basisgroep en de aanpak 3 kinderen is de groep die leerkrachtonafhankelijk (korte instructie) kan werken. Per vak kan het kind dus in een andere aanpak zitten. Na een half jaar worden de groepsplannen geëvalueerd en besproken met de intern begeleider. Tussentijds kunnen kinderen, mits beredeneerd, natuurlijk in een andere aanpak geplaatst worden. Tevens is in het groepsplan zichtbaar welke aandacht er is voor kinderen die een individuele aanpak nodig hebben en krijgen. Groepsoverzicht De leerkracht actualiseert ieder half jaar het groepsoverzicht. Van alle kinderen staat daarin beschreven wat de actuele resultaten zijn, wat belemmerende en stimulerende factoren zijn voor het kind (wat heeft dit kind nodig om goed te komen tot leren) en in welke aanpak het kind zit binnen de verschillende vakgebieden. Het groepsoverzicht geeft een totaalbeeld van de groep en van individuele kinderen. Het groepsoverzicht vormt de basis voor de groepsbespreking (twee maal per jaar) met de intern begeleider en voor de overdracht naar de nieuwe leerkracht van het kind.
Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
Pagina 41
Groepsbespreking Tweemaal per jaar heeft de intern begeleider een groepsbespreking met alle groepen. De groepsbespreking van november gaat vooral over de groepsdynamiek en het bespreken van individuele kinderen. We maken daarbij incidenteel gebruik van de module Zien in Parnassys. Deze module gaat over het sociaal-emotioneel volgen van de leerlingen. Bij de kleuterbouw worden de observaties vanuit het volgsysteem KIJK! meegenomen in beide groepsbesprekingen. In de groepsbespreking van maart worden bovenstaande groepsplannen en het groepsoverzicht besproken. De groep wordt dus gevolgd op zowel cognitief als sociaal-emotioneel gebied. Bij de kleuters worden bij de tweede groepsbespreking ook de twijfelkinderen naar groep 3 besproken. In januari en juni (cito M en cito E ronde in combinatie met verslagen) is er gelegenheid om individuele kindbesprekingen in te plannen tussen leerkracht en intern begeleider. Dit kan op beider initiatief plaatsvinden. Alle gegevens van de kinderen vanaf groep 1 t/m groep 8 worden geregistreerd in Parnassys (een digitaal registratie en administratiesysteem). Ook alle bijzonderheden van kinderen en alle oudergesprekken worden in dit systeem vastgelegd. 5.3.3
Gesprekscyclus met ouders
Bij de cyclus van handelingsgericht werken hoort een gesprekscyclus met ouders. Afstemmingsgesprekken In september vinden de afstemmingsgesprekken plaats. In deze gesprekken tussen ouders, de leerkracht en het kind wordt besproken wat er voor het kind van belang is om zich zo optimaal mogelijk te ontwikkelen: wat heeft het kind voor specifieke begeleidingsbehoeften, waar liggen talenten en interesses van het kind etc. . De ouders vullen voor dit gesprek een formulier in met vragen over hun kind. Ouders van kinderen uit de groepen 3, 5 en 7 worden uitgenodigd voor een afstemmingsgesprek. Deze kinderen gaan namelijk over naar de volgende bouw, de andere kinderen (groep 4 en 6) blijven bij de leerkracht die ze al hadden. In het afstemmingsgesprek komt aan de orde: hoe het kind de overstap naar de onder-, midden- of bovenbouw heeft gemaakt; hoe het kind zich voelt in de groep, wat zijn specifieke interesses en/of talenten; of er opvallende zaken zijn met betrekking tot de cognitieve ontwikkeling van het kind. Signaleringsverslag In oktober volgt een signaleringsverslag. Dit is een beknopt schriftelijk verslag waarin de leerkracht aangeeft hoe de eerste indrukken rondom het kind zijn. Zowel cognitief als qua werkhouding. Over dit verslag vinden gesprekken plaats met de ouders van groep 4 en 6 en met de overige groepen alleen indien nodig, aangezien de afstemmingsgesprekken in september al gevoerd zijn. Hebben ouders toch vragen kunnen zij altijd vragen om een incidenteel gesprek (zie hieronder). Incidentele gesprekken Ouders en leerkrachten kunnen vragen om een tussentijds gesprek als zij dat nodig vinden. Zo'n gesprek wordt dan gepland na schooltijd. Bij sommige kinderen wordt een aparte afspraak gemaakt, bijvoorbeeld dat om de zes weken contact tussen school en ouders plaatsvindt om het kind nauwkeurig te blijven volgen.
Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
Pagina 42
Voortgangsgesprekken in de kleuterbouw Na ongeveer drie maanden is er een gesprek naar aanleiding van de eerste observaties van de leerkracht. Vervolgens wordt het kind opgenomen in het cyclisch volgen middels het leerlingvolgsysteem KIJK! Bij KIJK! observeren en registreren de leerkrachten de individuele ontwikkeling per ontwikkelgebied voor alle kinderen. De KIJK! gesprekken vinden plaats in november en april/mei. In januari nemen wij het leesprotocol af bij de kinderen van groep 2. Dit protocol toetst de leesvoorwaarden voor groep 3. Indien noodzakelijk volgt hierna een gesprek met ouders. Daarnaast nemen wij de citotoets beginnende geletterdheid af. Verslaggesprekken in de onder-, midden- en bovenbouw Twee keer per jaar krijgen de kinderen een verslag. Beide verslagen geven een overzicht van de ontwikkeling van het kind. Naast een overzicht van de sociaal-emotionele ontwikkeling (plek in de groep, vriendjes en vriendinnetjes, gedrag in de groep, relatie met de leerkracht) wordt informatie gegeven over de werkhouding en leerresultaten. Bij beide verslagen wordt aan alle ouders de mogelijkheid geboden een gesprek te voeren over hun kind. Vanaf groep 5 mogen de kinderen bij dit gesprek aanwezig zijn. Huisbezoek In de kleuterbouw gaan wij bij ieder kind eenmaal op huisbezoek. Het huisbezoek heeft als doel om kinderen beter te leren kennen in hun eigen omgeving. Dit gebeurt uitsluitend als de ouders ermee instemmen. 5.3.4
Protocollen
Horend bij de basisondersteuning hebben wij op school de volgende protocollen, deze zijn vindbaar op de site van onze school (www.jenaplanwittevrouwen.nl) of ter inzage bij de leerkracht.
protocol medisch handelen lees- en dyslexieprotocol protocol doubleren en verlengen pestprotocol protocol kindermishandeling protocol ontwikkelingsperspectief
In 2015-2016 komt daarbij:
protocol hoog- en meerbegaafden dyscalculieprotocol
Deze protocollen bevatten een beschrijving van de te nemen stappen, interventies door de leerkracht, gebruik van extra materialen en ondersteuning voor kinderen met een specifieke leerstoornis of begeleidingsvraag. Door gebruik te maken van deze protocollen en door scholing van het team kunnen wij kinderen met leerstoornissen (bijvoorbeeld dyslexie) goed begeleiden. Naast de protocollen hebben wij ook ondersteunende materialen en in sommige gevallen specifieke ruimtes voor kinderen met specifieke onderwijsbehoeften. Behalve een aanbod aan kinderen die extra begeleiding nodig hebben om aan de basis te kunnen voldoen, hebben wij ook een aanbod voor kinderen die extra uitdaging nodig hebben. Wij werken met een plusklas voor meer- en hoogbegaafde kinderen waarin een specifiek aanbod (met de nadruk op leren leren) wordt geboden en waarin de kinderen bevraagd worden op een hoger niveau. Voor de taalsterke kinderen bieden wij Spaans als taal aan. Deze lessen worden gegeven door een native speaker. Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
Pagina 43
Tevens zijn er kinderen die specifieke gedragsbegeleiding nodig hebben. Als team hebben wij ons geschoold in omgaan met moeilijk verstaanbaar gedrag. Juist gezien ons sterke pedagogische klimaat (veiligheid en plezier voor alle kinderen) vinden wij het van belang dat we ons kundig maken in kinderen die op het gebied van gedragsstoornissen extra begeleiding nodig hebben; dit vraagt kennis en handelingsvaardigheid van de leerkracht. In het kader hiervan hebben wij als school ook een digitale orthotheek en actuele boeken die kennis, antwoorden en suggesties bieden voor de verschillende gedragsstoornissen en begeleiding van gedrag. 5.3.5
Specialisten
Binnen onze school hebben wij een aantal specialisten. Dit zijn leerkrachten die zich middels opleiding en nascholing specifiek geschoold hebben op een terrein. Zo hebben wij o.a. een gedragsspecialist, een meer- en hoogbegaafde specialist en een taalspecialist. Zij zetten hun kennis in op het verbreden van de kennis van het team, op het maken van beleid en soms op het onderwijs aan de kinderen (plusklas van de meer- en hoogbegaafde specialist). Naast specialisten hebben wij diverse leerkrachten die cursussen en/of opleidingen volgen. Op studiedagen delen zij hun kennis met het team. Deze brede expertise wordt nadrukkelijk gebruikt om als school een breed palet aan begeleiding en kennis te kunnen bieden. 5.3.6
Schoolondersteuningsprofiel
Specifieke profilering Als school hebben wij omschreven waar we ons in onderscheiden (het schoolondersteuningsprofiel), naast de reguliere basisondersteuning. Onderscheidend zijn wij als school in:
een sterk pedagogisch klimaat, omgaan met verschillen het Jenaplanconcept thematisch onderwijs (geïntegreerd en betekenisvol aanbod van de zaakvakken) dyslexie hoog- en meerbegaafden (we werken met een specifiek aanbod voor deze kinderen) brede talentontwikkeling bij kinderen (sport, kunst en cultuur) (zie ook in hoofdstuk 4)
Ketenpartners Onze belangrijkste ketenpartner is het bureau Zien in de klas. Van dit bureau is een orthopedagoge vast verbonden aan onze school. Zij ondersteunt en begeleidt ons zorgteam en ouders en helpt beleid vorm te geven in de school. Tevens doet zij onderzoeken bij kinderen. Zij is een vaste partner bij ons zorgteam. Daarnaast bieden wij dyslexiebehandeling door Zien in de klas voor kinderen die een dyslexieverklaring krijgen van dit bureau. Per jaar kunnen wij een beperkt aantal onderzoeken laten verrichten door Zien in de klas. De beoordeling of deze onderzoeken kunnen plaatsvinden, wordt gedaan door de intern begeleiders. De andere ketenpartners waarmee wij incidenteel (vaak gericht op een individueel kind) samenwerken zijn o.a. Auris (auditieve ontwikkeling), Bartiméus (visuele ontwikkeling) en het UMC. Daarnaast werken we zoals eerder al beschreven bij onze hulpvragen samen met het Samenwerkingsverband Utrecht (www.swvutrechtpo.nl). Bij vragen over opvoed- en gezinsproblematiek werken wij samen met het Buurtteam Noordoost Utrecht. Zij ondersteunen ouders en gezinnen met een hulpvraag. De intern begeleider kan ouders informeren over deze begeleiding.
Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
Pagina 44
5.4
Aanpak als een kind meer dan basisondersteuning nodig heeft
De leerkracht volgt de kinderen in hun ontwikkeling en resultaten. Als blijkt dat deze ontwikkeling stagneert of resultaten achterblijven, zal de leerkracht overleg hebben met ouders en later met de intern begeleider. Er worden plannen gemaakt (zie hieronder), interventies en hulp worden geboden aan het kind. Mocht er daarna toch sprake zijn van een grotere zorgvraag zal de leerkracht, in samenwerking met de ouders en de intern begeleider, bekijken of onderzoek noodzakelijk is en of er eventueel externe hulp moet worden gezocht. Hier kan ook de orthopedagoge van Zien in de klas bij betrokken worden (altijd op aanvraag van de intern begeleider). Bij kinderen en ouders die intensieve begeleiding nodig hebben, blijft de orthopedagoge, als specialist, betrokken bij het proces. Wij hebben deze route beschreven in het document ‘Zorgroute’. Deze zit in de map ‘Passend Onderwijs’ op ons netwerk en is te vinden op onze website. Indien het kind intensievere specifieke onderwijsbehoeften heeft, kan gekozen worden voor een individueel handelingsplan of een ontwikkelingsperspectief. Individueel handelingsplan Handelingsplannen worden door de leerkracht gemaakt als een kind ernstig achterloopt. Bij kinderen waarvoor een specifieke ondersteuning nodig is, moet systematisch worden gewerkt aan die aspecten van de ontwikkeling die achter blijven. Individuele handelingsplannen worden vooral gemaakt op gedrag of als een kind ernstige leerstoornissen heeft en een geheel individueel traject loopt. Kinderen die meer dan aanpak 1 nodig hebben bij een vakgebied worden individueel beschreven binnen het groepsplan. Ontwikkelingsperspectief (zie ook 5.5.2.) Het kiezen voor een ontwikkelingsperspectief betekent dat een kind op eigen gestelde doelen de basisschool gaat verlaten: het kind zal het eindniveau van groep 8 (op deelgebieden) niet bereiken. De keuze voor het opstellen van een ontwikkelingsperspectief is niet zomaar gemaakt. Het is een zorgvuldige afweging voordat de overstap wordt gemaakt naar een eigen leerlijn. Kinderen met specifieke onderwijsbehoeften zijn er bij gebaat om zo lang mogelijk bij het onderwijsprogramma van de groep gehouden te worden. Ze zullen met het aangeboden basisprogramma, wellicht ondersteund met geïntensiveerde oefening en instructie (convergente differentiatie), de meeste vooruitgang boeken. Mocht dat niet het gewenste resultaat opleveren, hanteren wij de volgende uitgangspunten om te komen tot een ontwikkelingsperspectief. De intern begeleider heeft de regie bij het opstellen van het OPP.
Een ontwikkelingsperspectief wordt niet eerder opgesteld dan eind groep 5 of begin groep 6 als is vastgesteld dat het kind de einddoelen (op een bepaald vakgebied) van groep 8 niet zal halen. In een heel uitzonderlijk geval kan eventueel al eerder worden gekozen voor een ontwikkelingsperspectief. Wanneer vóór groep 6 duidelijk is dat aansluiten niet lukt, kan eerder een OPP worden opgesteld (bijvoorbeeld voor een kind met lage cognitieve mogelijkheden waarbij besloten is het kind op de basisschool te blijven begeleiden). Hierbij hanteren wij het uitgangspunt dat een psychologisch onderzoek en externe expertise een onderdeel dient te zijn van de besluitvormingsprocedure. Voor kinderen met een indicatie (arrangement) dient altijd een OPP te worden opgesteld. Ouders zijn partners en worden in het proces meegenomen.
Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
Pagina 45
5.5
Toelating leerlingen met specifieke onderwijsbehoefte
5.5.1
Toelating kinderen met een basisondersteuningsbehoefte
De reguliere toelatingsprocedure is te vinden op de website van onze school. 5.5.2
Toelating kinderen met een specifieke onderwijsbehoefte die de basisondersteuning overstijgt
De Utrechtse schoolbesturen dragen gezamenlijk zorgplicht voor alle Utrechtse leerlingen. Zij achten het hun gezamenlijke verantwoordelijkheid om voor elk Utrechts kind een passend onderwijsaanbod te bieden. Dat kan op de school van aanmelding zijn, of op een andere school c.q. voorziening binnen het SWV. Wanneer een kind wordt aangemeld waarbij het vermoeden bestaat, of duidelijk is dat de extra ondersteuning de basisondersteuning overstijgt, dan benoemt de school dit bij de aanmelding. De school meldt ouders dat zij een onderzoek doen om na te gaan of de school de meest geschikte plek is voor dit kind. Vervolgens maakt de school een afweging of de school met haar onderwijs(ondersteunings-)aanbod kan voldoen aan de onderwijsbehoefte van het kind en wat hiervoor eventueel extra nodig is. Over dat laatste vindt overleg met het SWV Utrecht PO plaats. De school probeert zo goed mogelijk te bepalen of er sprake is van een match tussen de onderwijsbehoefte van het kind en de mogelijkheden van de school op de volgende gebieden.
(ortho-)pedagogisch handelen (ortho-)didactisch handelen gevolgen voor het sociaal klimaat en de groep medeleerlingen benodigde kennis- en vaardigheden van de leerkrachten te bieden organisatie in de school en in de klas mogelijkheden van gebouw en benodigde materialen verwachting van de ontwikkeling van het kind en het eindniveau dat bereikt kan worden een omschrijving van de extra expertise c.q. extra ondersteuning die nodig is om goed aan te sluiten bij de onderwijsbehoefte van het kind.
Wanneer de school van mening is dat zij niet kan voldoen aan de onderwijsbehoefte van de aangemelde kinderen, dan deelt zij dit gemotiveerd schriftelijk mee aan de ouders en geeft zij hierbij aan dat zij binnen het eigen bestuur c.q. binnen het SWV een passende school zal zoeken. Wanneer de school van mening is dat het kind plaatsbaar is met extra ondersteuning vanuit het SWV, dan informeert zij de ouders hier schriftelijk over en worden gezamenlijke stappen richting SWV gezet.
5.6
Leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte (‘steun waar nodig’)
5.6.1
Advies & Ondersteuning en arrangementen vanuit het SWV
Als bij aanmelding, of in een later stadium blijkt dat een kind extra ondersteuning nodig heeft, kan de school een beroep doen op het samenwerkingsverband middels het inschakelen van ‘Advies & Ondersteuning’ of het aanvragen van een arrangement. Om de aanwezige kennis en expertise van de SWV, Weer Samen naar School (WSNS) en de Regionale Expertise Centra (REC’s) te behouden en te bundelen heeft het SWV besloten een groot deel van deze expertise te bundelen in het Team Passend Onderwijs (TPO). De advisering en ondersteuning (A&O) van het TPO ondersteunt kinderen, scholen en leerkrachten. Zij doen dat bijvoorbeeld door deel te nemen aan overleggen, advies te geven gericht op het kind, de leerkracht en de intern Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
Pagina 46
begeleider en door het bieden van ondersteuning. Het gaat hierbij om advisering en ondersteuning binnen verschillende expertisevelden met in eerste instantie als doel een arrangementaanvraag te voorkomen. Als blijkt dat de aangeboden advisering en ondersteuning onvoldoende is gebleken, kan vanuit A&O worden doorgeschakeld naar ondersteuning in de arrangeerroute. In het ondersteuningsplan van het SWV Utrecht PO staat de precieze route naar extra ondersteuning beschreven. 5.6.2
Leerlingen met een ontwikkelingsperspectief
Voor kinderen die naar verwachting niet het eindniveau basisschool zullen behalen, wordt gewerkt met een eigen leerlijn die is vastgelegd in een ontwikkelingsperspectief. Het SWV Utrecht PO maakt hierbij gebruik van het groeidocument. Het gaat hierbij om kinderen die maximaal het eindniveau van groep 7 halen, kinderen waarbij het de verwachting is dat deze op termijn naar het leerwegondersteunend onderwijs (LWOO), het voortgezet speciaal onderwijs (VSO) dan wel het praktijkonderwijs gaan. Om te komen tot een realistisch en onderbouwd ontwikkelingsperspectief, vindt vooraf overleg plaats met een externe deskundige, dat wil zeggen een medewerker van het SWV Utrecht PO en/of een orthopedagoog of psycholoog. Door middel van het ontwikkelingsperspectief wordt het verwachte eindniveau bij het verlaten van het basisonderwijs bepaald en wordt het leerstofaanbod voor deze kinderen uitgewerkt aan de hand van tussendoelen. Gedurende de schoolcarrière worden de vorderingen gevolgd aan de hand van deze tussendoelen en vinden minimaal twee tussentijdse evaluaties per jaar plaats. Voor kinderen die aan het begin van groep 8 korter dan 5 jaar in Nederland zijn en de Nederlandse taal niet goed beheersen en voor kinderen die na de basisschool waarschijnlijk naar het (voortgezet) speciaal onderwijs of naar het praktijkonderwijs gaan, geldt dat zij niet deel hoeven te nemen aan de eindtoets. Deelname mag wel, maar als de school besluit de gegevens van deze kinderen niet mee te nemen in de gemiddelde opbrengsten moet de school dit verantwoorden aan de inspectie. Kinderen die waarschijnlijk naar het leerwegondersteunend onderwijs doorstromen, doen dus in principe wel mee aan de eindtoets.
5.7
Speciaal (basis-)onderwijs (‘speciaal als het moet’)
Wanneer de basisschool niet (meer) aan de onderwijsbehoeften van een kind kan voldoen, kan het voorkomen dat plaatsing op een school voor speciaal (basis)onderwijs beter recht doet aan deze onderwijsbehoefte. De school voert hierover overleg met de ouders en vraagt bij overeenstemming een toelaatbaarheidsverklaring speciaal onderwijs (TLV) aan bij de commissie toelaatbaarheidsverklaringen van het SWV Utrecht PO. In geval van plaatsing in het speciaal (basis)onderwijs zijn er twee mogelijkheden: 1.
Speciaal basisonderwijs Kinderen met een algehele ontwikkelingsachterstand (minimaal IQ 55), kinderen met sociaalemotionele problematiek waardoor een ernstige onderwijsachterstand is ontstaan of kinderen met een disharmonisch ontwikkelingsprofiel komen in aanmerking voor een arrangement vanuit het samenwerkingsverband SWV Utrecht PO. In het ondersteuningsplan van het SWV PO Utrecht zijn de procedure en de criteria opgenomen.
2.
Speciaal onderwijs Wanneer er sprake is van een leerling met een lichamelijke of verstandelijke handicap, of
Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
Pagina 47
leerlingen met psychiatrische problemen of ernstige gedragsproblemen, kan een leerling in aanmerking komen voor een ondersteuningsarrangement vanuit het speciaal onderwijs binnen het samenwerkingsverband. School en ouders doen samen een aanvraag voor plaatsing in het speciaal onderwijs (SO) bij het SWV Utrecht PO. In het ondersteuningsplan van het SWV Utrecht PO zijn de procedure en de criteria opgenomen. Daarnaast zijn er nog specifieke mogelijkheden voor kinderen die onder cluster 1 en cluster 2 vallen. De wijzigingen omtrent Passend Onderwijs zijn voor deze clusters anders: zij gaan over op een landelijke systematiek. Leerlingen cluster 1 Binnen cluster 1 geldt het streven dat zoveel mogelijk kinderen met een visuele beperking op reguliere scholen onderwijs volgen. Om dat te realiseren wordt door een cluster 1 organisatie aan reguliere scholen onderwijsondersteuning op maat gegeven: ambulante onderwijskundige begeleiding, advies, coaching, instructie, collegiale consultatie en cursussen. Daarnaast worden er nieuwe eigentijdse vormen van onderwijstoepassing geïntroduceerd (bijvoorbeeld het combineren van regulier en speciaal onderwijs). Ouders en scholen die een vermoeden hebben dat hun kind een visuele beperking heeft kunnen hun kind aanmelden bij Bartiméus of Visio. Op grond van de resultaten van onderzoek beoordeelt een Commissie van Onderzoek of het kind, op basis van landelijke toelatingscriteria, recht heeft op ambulante onderwijskundige begeleiding of op onderwijs van een onderwijsinstelling voor kinderen met een visuele beperking. Leerlingen cluster 2 Onderwijs en Ambulante Begeleiding voor kinderen in cluster 2 wordt binnen het SWV Utrecht PO verzorgd door een tweetal instellingen: Auris en Kentalis. Onderling hebben zij het werkgebied in Utrecht verdeeld. Na de herinrichting onderscheidt cluster 2 verschillende vormen van onderwijs en ondersteuning aan auditief en/of communicatief beperkte kinderen. Deze vormen zijn onderverdeeld in drie hoofdvormen: intensief, medium en licht. Het onderwijsarrangement wordt gekoppeld aan kwaliteitsindicatoren die door cluster 2 zijn geformuleerd, geborgd en gemonitord op landelijk niveau. Vanuit het SWV Utrecht PO worden centrale afspraken gemaakt over de ondersteuningsmogelijkheden vanuit deze clusters. De beleidsvoornemens op het gebied van de zorg voor dit schoolplan zijn: - Verder verstevigen van de kennis van gedrags-, en leerstoornissen. - Toetsingsbeleid voor groep 3 t/m 8 herzien en verstevigen van trendanalyses in de kleuterbouw - Nieuwe inzichten bij en kennis van leerlijnen actueel houden. U vindt deze beleidsvoornemens terug in hoofdstuk 8.
6. De schoolorganisatie 6.1.
De Stichting Openbaar Primair Onderwijs Utrecht
De stichting De Stichting Openbaar Primair Onderwijs Utrecht (SPO Utrecht) is een openbaar schoolbestuur, dat verantwoording aflegt aan de gemeente Utrecht. Het College van Bestuur bestaat uit 2 leden. Een Raad van Toezicht houdt namens de gemeente Utrecht toezicht op de stichting en het bestuur. Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
Pagina 48
Directeuren De directeur van de school is verantwoordelijk voor goed onderwijs en de integrale aansturing van de school. In het managementstatuut zijn de taken en bevoegdheden van bestuur en directeuren vastgelegd. Binnen de school worden taken en bevoegdheden verdeeld op basis van deskundigheid, affiniteit en ontwikkelingsmogelijkheden van personeel. De gekozen schoolorganisatie past bij de wijze waarop de school de onderwijsdoelen wil bereiken. Verantwoordelijkheid, inspiratie, zorg en respect zijn sleutelwoorden binnen de stichting, niet alleen in de klas, maar ook binnen de organisatie als geheel. De stichting biedt, onder meer in de vorm van begeleide netwerken, intervisiebijeenkomsten, workshops en GMR-netwerkbijeenkomsten, gelegenheid om ook buiten de school in gesprek te zijn met collega’s die voor dezelfde opgave staan. Van alle medewerkers wordt deskundigheid, een professionele betrokkenheid, het vermogen om open te staan voor veranderingen en in te kunnen spelen op een veranderende omgeving en last but not least, een gezond gevoel voor wat haalbaar is, gevraagd.
6.2.
De schoolorganisatie
A.
Personeelsformatie, taken, functies, inzet personeel Onderstaand treft u de organogram aan van onze school en van het bestuur waar onze school onder valt. De school kent de volgende functies: 2 directeuren (met elk een eigen portefeuille) 4 bouwcoördinatoren (ieder bouw heeft zijn eigen coördinator) 2 intern begeleiders (iedere locatie heeft zijn eigen IB-er) 1 leerkracht voor de zorgarrangementen (dit zijn er soms meer) 41 groepsleerkrachten (bijna iedereen werkt in een duobaan) 2 vakleerkrachten (beeldende vorming en bewegingsonderwijs) 2 conciërges (op iedere locatie) 1 administratieve kracht 1 facilitair beheerder (voor onderhoud, beheer, ICT, logistiek etc.) De totale personeelsformatie bestaat 31,23 fte’s. De procentuele inzet van formatie per geleding is als volgt. Directie Facilitering bouwcoördinatoren Zorg (IB en arrangementen) Groepsleerkrachten Vakleerkrachten Onderwijs ondersteunend personeel
B.
5,4 % 2,9 % 4,8 % 73,6 % 3,8 % 9,4 %
Overlegstructuur Gezien de omvang van onze school hebben wij gekozen voor een efficiënte overleg- en besluitvormingsstructuur. Deze is als volgt opgebouwd. 1.
De bouwen vergaderen onder leiding van de bouwcoördinator om de week. In deze bijeenkomsten vinden de volgende zaken plaats. Bouwgerelateerde inhoudelijke zaken
Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
Pagina 49
Bouwgerelateerde organisatorische zaken Terugkoppeling aan en door het MT 2.
Het zorgteam overlegt maandelijks. Hierbij zijn de IB-ers, de directeur met zorg in haar portefeuille en incidenteel de leerkracht arrangementen en de extern medewerker van Zien in de klas aanwezig.
3.
Het managementteam overlegt om de week. Hierbij zijn beide directeuren, de vier bouwcoördinatoren en incidenteel de IB-ers of de opleidingsleerkracht aanwezig. Het managementteam start het schooljaar met een tweedaagse bijeenkomst ter voorbereiding op het nieuwe schooljaar.
4.
Het locatieoverleg vindt drie maal per jaar plaats. De locaties overleggen apart over locatiespecifieke zaken.
5.
Directieoverleg vindt bijna dagelijks plaats. Dit zijn geen officieel geplande vergaderingen maar korte overlegmomenten.
6.
Werkgroep/commissievergaderingen vinden een aantal keren per jaar plaats (afhankelijk van het thema). Hier worden zaken voorbereid en/of ontwikkeld (bijvoorbeeld organisatie van feesten, nieuwe onderdelen van ons curriculum, speciale activiteiten etc.).
Naast bovenstaande overlegmomenten kennen we als school nog drie soorten teambijeenkomsten waarbij de inhoudelijke kant van onze school aan de orde komt:
Avondvergaderingen (vier per jaar) waarbij één of meerdere thema’s aan de orde komen. De avondvergaderingen zijn verplicht voor alle teamleden. De teamtweedaagse (op een externe locatie en inclusief overnachting) die volledig gewijd is aan onderwijsinhoudelijke thema’s. Deze tweedaagse is verplicht voor alle teamleden. Studiedagen op school (twee per jaar) waarvan de eerste vooral inhoudelijk is en laatste voor een groot deel in teken staat van de voorbereiding op het nieuwe schooljaar (jaarplanning, taakbeleid, groepsindeling, overdracht etc.). De studiedagen zijn verplicht voor alle teamleden.
Besluitvorming vindt voor een groot deel plaats in het MT-overleg en bij voorkeur op basis van consensus. Via de bouwcoördinatoren heeft het team inspraak. Er zijn ook beslissingen die door het voltallige team genomen moeten worden. C.
Schoolregels en afspraken Jenaplanschool Wittevrouwen kent een pedagogisch klimaat waarin wij liever praten over afspraken dan over regels. Afspraken zijn tot stand gekomen vanuit overleg met alle betrokkenen en passen bij de sfeer en het karakter van de school. Als grote school met twee locaties, ruim 50 personeelsleden, meer dan 600 kinderen en meer dan 700 ouders is het van belang om duidelijkheid te hebben over een aantal basale afspraken over de gang van zaken binnen school. In bijlage 6 vindt u alle afspraken en omgangsvormen die wij hebben vastgesteld in de school.
Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
Pagina 50
D.
Communicatie en overleg met ouders Zoals ook duidelijk in onze missie en visie staat verwoord, hechten wij grote waarde aan een goede samenwerking met ouders. Ouders delegeren een deel van hun opvoedingstaak aan school dus dit vereist een constructieve en positieve samenwerking. Voorwaardelijk hiervoor is het hebben van volledige, tijdige en transparante communicatie en goede overlegmomenten. De Jenaplanschool Wittevrouwen hanteert hiertoe een groot aantal instrumenten. Op onze website en in onze informatiebrochure staan al deze instrumenten beschreven. Wij beperken ons tot het noemen van deze zaken:
E.
Een up-to-date website (www.jenaplanwittevrouwen.nl) Een tweewekelijks verschijnende nieuwsbrief De schoolplanner (een interactief digitaal communicatiemedium) Diverse brochures (Hoe en Wat, Het ABC), via de site te downloaden Inloop- en kringmomenten voor de ouders van kleuters Koffieochtenden voor de ouders van groep 3 t/m 8 Twee stamgroepavonden per jaar Een plenaire ouderavond Een signaleringsverslag in het najaar Twee keer per jaar een verslag van het kind Afstemmingsgesprekken met groep 3, 5 en 7 Een uitgebreide VO-procedure voor groep 8 Incidentele afspraken met leerkrachten en/of intern begeleiders Een functionele en constructieve MR die ca. 8 x per jaar vergadert Een ondernemende OR die 7 x per jaar vergadert De Stichting Vrienden van de Jenaplanschool die de school adviseert en ondersteunt in haar financiële beleid (deze stichting int en beheert de ouderbijdrage) Vele mogelijkheden voor ouderparticipatie
Urenplanning / Jaarplanning / Groepsroosters De school voldoet aan de wettelijke norm als het gaat om de urenplanning. Voor onze school gelden de volgende zaken:
Wij werken met een dagrooster waarbij er sprake is van een middagpauze. In deze pauze bieden wij de mogelijkheid tot overblijven. Woensdagmiddag is een vrije middag De kleuters (groep 1 en 2) hebben om de week een vrije vrijdag Groep 3 en 4 hebben om de week een vrije vrijdagmiddag en hebben totaal 7 x een vrije vrijdag. Wij voldoen aan de wettelijke eis dat er in maximaal zeven weken (afgezien van officiële vrije dagen) een vierdaagse werkweek is voor de groepen 3 t/m 8. Een volledige schoolweek bedraagt 25,75 uur.
De urentabel is als volgt: Verplicht minimum
Verplichte uren
Aantal uren van de school
Groep 1 en 2
880
900
901,5
Groep 3 en 4
880
930
947
Groep 5 t/m 8
940
980
989,5
Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
Pagina 51
De jaaractiviteiten staan vermeld in onze jaarplanning en deze is voor alle ouders beschikbaar via de digitale schoolplanner. Dit is een dynamisch document dus eventuele wijzigingen worden direct doorgevoerd zodat ouders een geen verouderde kalender hebben. De groepsroosters hangen in alle groepen en zijn zichtbaar voor ouders en kinderen.
Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
Pagina 52
F. Organogram STICHTING PRIMAIR ONDERWIJS (alle openbare basisscholen en scholen voor speciaal onderwijs)
Administratiekantoor
College van bestuur
OR
GMR
DOPO (directeuren overleg primair onderwijs)
Stafmedewerkers
MR
OR
.
Raad van toezicht
Directie Jenaplanschool Wittevrouwen
Onderwijs Ondersteunend Personeel
Managementteam (bouwcoördinatoren en directie)
Stichting Vrienden van de Jenaplanschool
Zorg Team
Alle leerkrachten van de Jenaplanschool Wittevrouwen
Kleuterbouw
Onderbouw
Middenbouw
Bovenbouw
OUDERS EN KINDEREN Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
Pagina 53
7. Personeelsbeleid 7.1
Inleiding
In dit hoofdstuk beschrijven wij op welke wijze ons personeelsbeleid bijdraagt aan het realiseren van de doelstellingen van de stichting en onze school. Het personeelsbeleid van de stichting is vastgelegd in het Integraal Personeelsbeleidsplan (IPB).
7.2
Het personeelsbeleid van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs
Integraal Personeelsbeleidsplan (IPB) In het integraal personeelsbeleidsplan zijn de uitgangspunten van het personeelsbeleid, het bovenschoolse personeelsbeleid en de beleidskaders voor het schoolbeleid opgenomen. De stichting gaat uit van de visie dat een professioneel werkklimaat de basis is voor goed onderwijs. Met professionaliteit wordt een goed samenspel bedoeld van betrokkenheid en vakbekwaamheid van medewerkers. Wie met plezier werkt, verantwoordelijkheid draagt, uitdaging heeft, zich gewaardeerd voelt en professionele feedback krijgt, is beter in staat om goed onderwijs te bieden. Daarom is een goed werkklimaat niet alleen voor het welzijn van personeel maar ook voor de kwaliteit van het onderwijs van groot belang. Het personeelsbeleid is er op gericht om de voorwaarden te scheppen voor een goed werkklimaat. Werken bij de stichting betekent ook zelf een bijdrage leveren aan het werkklimaat: dat bepaal je immers met zijn allen. In dit plan wordt dan ook uitgegaan van een actieve en constructieve bijdrage van zowel management als personeel bij de vormgeving van het werkklimaat. De eindverantwoordelijkheid ligt bij het management. Het personeelsbeleid van de stichting is geformuleerd rond de volgende kernthema’s:
De organisatie: functies, taken en verantwoordelijkheden Opleiden Werving en selectie Begeleiden en beoordelen Deskundigheidsbevordering en ontwikkeling Mobiliteit Arbeidsomstandigheden en personeelszorg Leeftijdsbewust personeelsbeleid Formatiebeleid Secundaire arbeidsvoorwaarden Medezeggenschap Werkgelegenheidsbeleid
Voor zover er sprake is van een nadere uitwerking van het IPB op schoolniveau wordt dat in 7.3 omschreven. Met ingang van het schooljaar 2015-2016 werken wij met een nieuwe CAO waarin de SPO Utrecht gekozen heeft voor het overlegmodel. In het taakbeleid van iedere werknemer op onze school zijn de CAO afspraken opgenomen. Wij hebben met alle leerkrachten en andere werknemers een individueel CAO gesprek gevoerd waarin de inzet van de uren zijn vastgesteld. Daarin zijn de uren voor duurzame inzetbaarheid en professionalisering ook opgenomen.
Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
Pagina 54
7.3 Personeelsbeleid op onze school Opleiden Onze school heeft een schoolopleider die speciale ambulante uren heeft voor begeleiding, coaching en scholing van leerkrachten. Haar taken zijn o.a. het vaststellen en volgen van het stagebeleid dat wij voeren, het houden van POP-gesprekken met leerkrachten, het begeleiden op schoolniveau van nieuwe leerkrachten en individuele coaching bij een hulp- of leervraag. Het beleid op team- en individuele scholing wordt voor de komende vier jaar een speerpunt binnen deze functie. Het werken met leerteams zou daarin een belangrijke werkvorm kunnen gaan worden. U vindt dit terug in onze beleidsvoornemens in hoofdstuk 8. Wij hebben binnen onze school vaste afspraken over het plaatsen van stagiaires. Wij hechten waarde aan het goed opleiden van nieuwe collega’s en we bieden plaats aan stagiaires van de PABO en van de academische lerarenopleiding. We werken daarbij samen met verschillende type studenten: reguliere PABO studenten, LIO studenten en ALPO studenten. Iedere leerkracht heeft een stagiaire in de groep, met uitzondering van nieuwe leerkrachten of als een leerkracht van bouw wisselt. Meer hierover kunt u lezen in ons beleidsstuk over stage. Werving en selectie Wij zijn actief in het werven van personeel. Zo trachten wij als school om te werken met vaste invallers die kunnen vervangen bij ziekte of afwezigheid. Vaste invallers kennen de school en de werkwijze, voelen zich verbonden aan de school en kennen de kinderen. Daarnaast stellen wij ons open voor belangstellenden van buiten om onze school te bezoeken. Jaarlijks organiseert SPO Utrecht een “kijk eens bij een ander” week. Leerkrachten van andere scholen die mobiliteit zouden willen, geven daarbij scholen aan die ze zouden willen bezoeken. Wij zijn altijd bereid om deze collega’s te ontvangen. Daarnaast doet onze school mee aan het jaarlijkse Open Huis van de SPO in het voorjaar. Daar presenteren de scholen van de SPO zich en maken hun vacatures kenbaar. Het Open Huis is zowel voor SPO-medewerkers als voor belangstellenden van buiten de stichting te bezoeken. Het Open Huis vindt alleen plaats als de SPO daadwerkelijk actief moet werven voor de vacatures die gaan ontstaan. Bij het werven van nieuwe collega’s voor onze eigen school houden wij, naast geschiktheid, ook rekening met de brede teamsamenstelling (mannen/vrouwen, leerstijlen, dynamieken, samenstelling van de bouw etc.). Begeleiden en beoordelen Naast het begeleiden van leerkrachten op de werkvloer door schoolopleider, bouwcoördinator, duoleerkracht en intern begeleider werken wij met een vierjarige gesprekkencyclus. Deze is als volgt opgebouwd. Jaar 1: POP-gesprek met schoolopleider Jaar 2: Functioneringsgesprek met zelfevaluatie met beide directieleden Jaar 3: Voortgangsgesprek met bouwcoördinator Jaar 4: Beoordeling door beide directieleden Het team is binnen deze cyclus verdeeld in vier groepen. Incidentele (begeleidings)gesprekken behoren voor leerkrachten altijd tot de mogelijkheid. Klassenbezoeken door bouwcoördinator en de directeuren horen bij de gesprekscyclus. Deskundigheidsbevordering en ontwikkeling Teamscholing wordt gerelateerd aan schoolontwikkeling. Onderwerpen van de afgelopen periode waren onder meer handelingsgericht werken, het activerende directe instructiemodel, gedrag en Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
Pagina 55
gedragsstoornissen bij kinderen, het verbeteren van spellingonderwijs en kunst- en cultuuronderwijs. Daarnaast wordt er door de individuele teamleden gebruik gemaakt van de lerarenbeurs. Binnen de studiedagen en de functioneringsgesprekken formuleren teamleden hun persoonlijke ontwikkelingspunten. Wij stimuleren bij het team opleiding en scholing. Deze opleidingen en scholingen leiden tot expertise en specialisten. Bij een specialisme (met de benodigde opleiding) kan een LB functie horen. Zo hebben wij binnen het team specialisten op het gebied van taal, meer- en hoogbegaafdheid, gedrag en kunst- en cultuureducatie. De specialisten delen hun kennis met de rest van het team, waarmee de expertise en kennis van de gehele organisatie wordt vergroot. In de komende vier jaar willen wij de LB functies verder uitbreiden met onder meer een rekenspecialist. Mobiliteit Elk jaar wordt gekeken naar de indeling van de groepen en de bijbehorende formatie. Daarin mogen teamleden aangeven naar welke groep hun voorkeur uitgaat. Afhankelijk van de organisatie worden deze voorkeuren al dan niet ingewilligd. Mobiliteit wordt gestimuleerd. Om interne mobiliteit te stimuleren organiseren we tweejaarlijks een uitwisseldag voor leerkrachten. Leerkrachten kunnen er die dag voor kiezen om een andere groep te draaien, ze wisselen met collega’s van groep om het werken in een andere bouw of groep te ervaren. Daarmee beogen we dat teamleden binnen de organisatie breed blijven denken en bouwwisselingen overwegen. Arbeidsomstandigheden en personeelszorg Er is sprake van een open sfeer op de Jenaplanschool Wittevrouwen. Door de gesprekscyclus van functioneringsgesprekken, werkgesprekken, vergadercyclus en tijd voor elkaar heerst er een professioneel werkklimaat. Hier hechten we veel waarde aan als school. Wij werken aan de vele elementen van de professionele cultuur waarbij we ons vooral hebben gericht op het elkaar aanspreken, op de erkende ongelijkheid en op de kwaliteit en doelmatigheid van vergaderingen. Het stimuleren en honoreren van scholings- en ontwikkelwensen hoort ook bij goed personeelsbeleid. Heel bewust hanteren wij een aantal instrumenten in het kader van de personeelszorg die, naar wij hopen, een stimulerend en bindend effect hebben:
een jaarlijkse tweedaagse teamscholing (extern met overnachting) een jaarlijkse teamdag (gericht op sfeer en teambuilding) een jaarlijks kerstdiner voor teamleden een jaarlijkse afsluiting van het schooljaar met een BBQ regelmatige teamborrels op de vrijdagmiddag sporttoernooien met ook andere scholen op studiedagen biedt de school een verzorgde lunch aan het beschikbaar stellen van parkeerkaarten gratis koffie en thee
Wij hebben op onze school een laag ziekteverzuimpercentage, gemiddeld 3,7%. Ziekte en uitval willen wij voorkomen door het voeren van goed personeelsbeleid en de juiste persoonlijke aandacht voor werknemers. In geval van ziekte of langdurige uitval voeren wij een zorgzaam beleid inzake de Wet Verbetering Poortwachter. Dit betekent dat wij actief zijn in het contact onderhouden met de afwezige leerkracht, zorgvuldig omgaan met re-integratietrajecten en een nauw contact onderhouden met onze arbodienst. Leeftijdsbewust personeelsbeleid In het taakbeleid wordt rekening gehouden met de verschillen die er zijn tussen startende leerkrachten en ervaren leerkrachten. Ook met senioren wordt rekening gehouden. Het percentage voor- en nawerk bij het voorbereiden van de klassentaken wordt aangepast aan de leeftijd of aan de Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
Pagina 56
status van de leerkracht . Dat heeft dan ook zijn doorwerking naar het toebedelen van overige taken. Tevens nemen wij bij functioneringsgesprekken mee welke taak passend is voor senioren op onze school (groepstaken en niet-groepsgebonden taken). Formatiebeleid Het proces van formeren start met de inventarisatie van datgene wat de school nodig heeft, in relatie met de voornemens in het schoolplan en de concrete uitwerking daarvan in het jaarplan. Teamleden kunnen, zoals genoemd, hun voorkeur aangeven voor de bouw of locatie waar ze willen werken. Voor het tot stand brengen van het formatieplan worden met individuele leerkrachten gesprekken gevoerd aan de hand van hun wensen. Besproken wordt of deze al dan niet gehonoreerd kunnen worden en welke mogelijkheden er zijn. Het formatieplan wordt voorgelegd aan de MR ter instemming. Secundaire arbeidsvoorwaarden Op stichtingsniveau wordt er gewerkt aan het creëren van secundaire arbeidsvoorwaarden. Dit middels afspraken rondom bedrijfsfitness, fietsplan en kerstattentie. Streven is dat er tweejaarlijks een personeelsfeest georganiseerd wordt voor de personeelsleden van de stichting en is er veel aandacht vanuit de stichting voor nieuwe personeelsleden. Op schoolniveau hebben we jaarlijks ons teamuitje (teambuilding) en wordt de dagelijkse koffie en thee verzorgd door de school. Ook het gebruik kunnen maken van de parkeerkaarten behoort tot de secundaire arbeidsvoorwaarden. Met kerst besteden wij ruime aandacht aan een sfeervolle avond met het team middels catering en een creatief aanbod in de kerstattentie. Medezeggenschap Binnen de diverse overlegmomenten (werkgroepen en vergaderingen) op school is er gelegenheid om inspraak te hebben op vormgeven van beleid. Binnen de MR worden allerlei onderwerpen behandeld (o.a. personeels-, onderwijs- en zorgbeleid). De teamgeleding en de oudergeleding in de MR hebben instemmings- of adviesrecht. Tijdens de teamvergaderingen kunnen de MR-leden feedback vragen aan het team om zo tot advies of instemming te komen. Communicatie tussen de MR en directie vindt op diverse manieren plaats. Aan iedere vergadering gaat een overleg vooraf tussen de voorzitter van de MR, de secretaris en de directie. Via de mail en via incidentele gesprekken vindt er ook regelmatig informatieuitwisseling en overleg plaats. Tijdens de tweede helft van iedere MR vergadering zijn de directieleden aanwezig om informatie te verschaffen aan de MR. De school vindt het belangrijk om de MR mee te nemen in de beleidskeuzes van de school en spant zich in om de MR goed geïnformeerd te houden. De MR neemt ook deel (middels een vertegenwoordiger) aan de GMR. Werkgelegenheidsbeleid SPO Utrecht werkt sinds 2002 met werkgelegenheidsbeleid. De beleidsvoornemens die wij als school hebben voor de komende vier jaren zijn: - Alle personeelsdossiers zijn gedigitaliseerd. Vanaf 2015-2016 wordt vervolgens gewerkt met bekwaamheidsdossiers. Iedere leerkracht verantwoordt zijn eigen professionalisering in zijn eigen dossier. Dit behelst het onderdeel van de gesprekkencyclus en de persoonlijke of teamprofessionalisering. - Het scholingsbeleid wordt beschreven, financieel onderbouwd en geborgd door de directie.
Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
Pagina 57
8. Beleidsvoornemens 8.1
Aanpak en werkwijze
Onze school werkt planmatig aan de ontwikkeling van het onderwijs. Dat is een cyclisch proces: we stellen doelen, werken aan verbetering, gaan na of verbeteringen ook leiden tot meer resultaat, borgen zaken die goed lopen en stellen nieuwe doelen. In dit hoofdstuk zijn de ontwikkelpunten voor de komende vier jaar, die in de vorige hoofdstukken benoemd zijn, op hoofdlijnen weergegeven in een meerjarenplanning. Deze meerjarenplanning is de leidraad voor de ontwikkeling van de school in de komende vier jaar. Op basis daarvan maken we jaarlijks, na evaluatie van het vorige plan, een concreet jaarplan, waarin doelen, aanpak, concrete activiteiten, betrokkenen en tijdpad vermeld staan.
8.2
Meerjarenplanning
In het schema dat is opgenomen aan het einde van dit hoofdstuk is de meerjarenplanning van onze school voor 2015-2019 zichtbaar. In dit overzicht zijn de beleidsvoornemens uit de voorgaande hoofdstukken en de genoemde te ontwikkelen punten uit hoofdstuk 2 terug te vinden, uitgezet in de komende vier schooljaren.
8.3
Jaarplan
Jaarlijks maken wij een jaarplan, gebaseerd op de meerjarenplanning in het schoolplan. Het jaarplan geeft ons de gelegenheid concrete activiteiten te benoemen die dat jaar plaatsvinden, eerdere activiteiten te evalueren en te borgen alsmede de meerjarenplanning desgewenst bij te stellen. Bovendien kan de inzet van personeel en financiën voor dit specifieke schooljaar afgestemd worden op deze activiteiten, zodat een integrale aansturing plaatsvindt. In het jaarplan komen de volgende zaken naar voren. 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Welke doelen worden bereikt Welke activiteiten worden uitgevoerd Het tijdpad waarbinnen de activiteiten plaatsvinden Wie zijn betrokken en wie is verantwoordelijk voor het proces Wanneer moet het doel bereikt zijn Hoe en wanneer worden de activiteiten geëvalueerd
Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
Pagina 58
Onderwijs beleid
Schoolopleider
Wie 2015-2016
Zorgteam en bouwen
Lerende organisatie worden, leren van en met elkaar. Professionalisering borgen binnen de school. Kennis en vaardigheden op de werkvloer verhogen Dyscalculiebeleid vaststellen. Kennis en vaardigheden van het team op het gebied van rekenproblemen verhogen. Goed aanbod borgen aan rekenzwakke kinderen Hoogbegaafdenbeleid vaststellen. Kennis en vaardigheden van het team op het gebied van hoog- en meerbegaafde kinderen verhogen. Aanbod verstevigen en borgen vanaf groep 1 Educatie jonge kind verstevigen. Kennis over en aanbod aan het jonge kind borgen. Kennis van specifieke ontwikkeling en aanbod verbeteren
Werkgroep
Doelstelling
Kwaliteits beleid
Werkgroep
Thema
2016-2017
Beleid maken Leerteams op leren van en implementeren met elkaar op teamniveau
Protocol dyscalculie vaststellen en implementeren in de bouwen
2017-2018
2018-2019
Werken met leerteams en collegiale consultaties
Evaluatie lerende organisatie
Scholing team op dyscalculie. Rekenspecialist in LB
Beleid maken Aanbod Aanbod op meer-en implementeren evalueren en hoogbegaafden bijstellen Aanbod groep 1 t/m 8 beschrijven. Plusklas evalueren
Post HBO opleiding ‘educatie aan jonge kind’ wordt gevolgd door groot deel van het KBteam
Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
Kennis verspreiden in het team. Aanbod jonge kind verstevigen in de groepen
Aanbod borgen
Aanbod borgen Aanbod evalueren
Pagina 59
Doelstelling
2015-2016
2016-2017
2017-2018
2018-2019
Onderwijs beleid
Leerlijn Engels ontwikkelen. Aanbod vanaf groep 1 realiseren
Groep 5 t/m 8 verder implementeren (les externe)
Werkgroep start met opzetten leerlijn Engels voor groep 1 t/m 8 Beleid wordt geïmplementeerd. Schoolproject wordt vormgegeven. Wellicht specialist aanstellen
Scholing team
Aanbod implementeren Wellicht specialist aanstellen
Cultuureducatie in curriculum. Schoolproject wordt vormgegeven
Schoolproject wordt vormgegeven
Met werkgroep en ouders beleid en leerlijnen ontwikkelen
Implementatie in MB en BB. Evaluatie en bijstelling
Implementatie in OB. Evaluatie en bijstelling. Wellicht specialist aanstellen
Werkgroep
Werkgroep maakt beleid en verantwoordt de subsidie-inzet. Schoolproject wordt vormgegeven
Werkgroep
Korte pilots draaien (evt. met externe expertise)
Werkgroep
Kunst- en cultuureducatie borgen. Kwalitatief hoogstaand aanbod borgen op het gebied van kunst en cultuur. In vorm van kennis over en eigen vaardigheden van de kinderen Leerlijn techniekonderwijs ontwikkelen. Nascholing op kennis en vaardigheden van het team verhogen. Doorgaande leerlijn ontwikkelen met goed techniekonderwijs vanaf groep 1 Leerlijn muziekonderwijs ontwikkelen. Goed aanbod ontwikkelen vanaf groep 1 op muzikaal gebied in de breedste zin.
Werkgroep
Thema
Met werkgroep Implementatie en ouders van leerlijnen beleid en in hele school leerlijnen ontwikkelen met als doel muziek (liedrepertoire, instrumentengebruik, beleving) vaste plek te geven binnen curriculum
Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
Aanbod borgen Evaluatie en Wellicht bijstelling specialist aanstellen
Pagina 60
Doelstelling
2015-2016
2016-2017
2017-2018
2018-2019
Onderwijs beleid
ICT/gepersonaliseerd onderwijs ontwikkelen. Inzet ICT ter ondersteuning en vanuit visie
Ontwikkelen van visie op het gebruik van ICT. Keuzes maken door werkgroep t.a.v. de hardware. Evt. pilots met tablets in bepaalde groepen Werkgroep start met vormgeven doorgaande lijn op zelfstandig werken en zelfverantwoordelijk werken
Vernieuwing netwerk PS passend bij visie
Vernieuwing netwerk OKS passend bij visie
Evaluatie en bijstelling
Aanbod teambreed bespreken en op bouwniveau verstevigen
Evaluatie zelfstandig en zelfverantwoordelijk leren
Onderzoek naar toetsingsmogelijkheden in samenwerking met de SPO. Keuze maken op eindtoets basisonderwijs. Trendanalyse uitbreiden met KIJK!
Nieuwe toetskalender. Nieuwe eindtoets. Twee maal per jaar een complete trendanalyse
Twee maal per jaar een complete trendanalyse
Werkgroep
Thema
Toetsing moderniseren en Trendanalyses uitbreiden. Komen tot keuzes qua toetsing voor het optimaal en kwalitatief goed volgen van kinderen. Twee keer per jaar een complete trendanalyse Kennis van leerlijnen actualiseren. Team heeft de kennis en is op de hoogte van actuele ontwikkelingen. Kennis vergroten van leer- en gedragsstoornissen. Aanbod blijven bieden aan team op kennis en interventies op gedrag
Scholing team op leerlijnen (nieuwe ontwikkelingen en inzichten)
Zorgteam
Zorgbeleid
Zorgteam en Myrke
Werkgroep
Leerlijn zelfstandig werken en zelfverantwoordelijk leren ontwikkelen. Doorgaande lijn vanaf groep 1 in aanleren van zelfstandig en zelfverantwoordelijk leren
Pilot onderwijscafés op onderwerp zorgkinderen. Evaluatie onderwijscafés
Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
Twee maal per jaar een complete trendanalyse
Scholing team op leerlijnen (nieuwe ontwikkelingen en inzichten)
Afhankelijk van evaluatie onderwijscafés continueren
Pagina 61
Doelstelling
2015-2016
2016-2017
Personeels beleid
Scholingsbeleid ontwikkelen en vastleggen
Beleid maken op scholing. Zowel teamscholing als individuele scholing. Financiële onderbouwing maken. Alle teamleden hebben een persoonlijk digitaal dossier. Zij vullen dit jaarlijks aan met o.a. gesprekkencyclus en professionalisering
Scholingsbeleid toepassen
MT
Thema
Marjolein
Werken met bekwaamheidsdossiers. Iedere werknemer heeft eigenaarschap over en voelt zich verantwoordelijk voor eigen dossier en professionalisering
Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
Alle teamleden hebben een persoonlijk digitaal dossier. Zij vullen dit jaarlijks aan met o.a. gesprekkencyclus en professionalise ring
2017-2018
2018-2019
Alle teamleden hebben een persoonlijk digitaal dossier. Zij vullen dit jaarlijks aan met o.a. gesprekkencyclus en professionalisering
Alle teamleden hebben een persoonlijk digitaal dossier. Zij vullen dit jaarlijks aan met o.a. gesprekkencyclus en professionalisering
Pagina 62
Bijlage 1: De 20 basisprincipes van Jenaplan 1. 2.
3.
4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13.
14. 15. 16. 17.
18. 19. 20.
Elk mens is uniek; zo is er maar één. Daarom heeft ieder kind en elke volwassene een onvervangbare waarde. Elk mens heeft het recht een eigen identiteit te ontwikkelen. Deze wordt zoveel mogelijk gekenmerkt door: zelfstandigheid, kritisch bewustzijn, creativiteit en gerichtheid op sociale rechtvaardigheid. Daarbij mogen ras, nationaliteit, geslacht, seksuele gerichtheid, sociaal milieu religie, levensbeschouwing of handicap geen verschil uitmaken. Elk mens heeft voor het ontwikkelen van een eigen identiteit persoonlijke relaties nodig: met andere mensen; met de zintuiglijke waarneembare werkelijkheid van natuur en cultuur; met de niet zintuiglijk waarneembare werkelijkheid. Elk mens wordt steeds als totale persoon erkend en waar mogelijk ook zo benaderd en aangesproken. Elk mens wordt als een cultuurdrager en - vernieuwer erkend en waar mogelijk ook zo benaderd en aangesproken. Mensen moeten werken aan een samenleving die ieders unieke en onvervangbare waarde respecteert. Mensen moeten werken aan een samenleving die ruimte en stimulansen biedt voor ieders identiteitsontwikkeling. Mensen moeten werken aan een samenleving waarin rechtvaardig, vreedzaam en constructief met verschillen en veranderingen wordt omgegaan. Mensen moeten werken aan een samenleving die respectvol en zorgvuldig aarde en wereldruimte beheert. Mensen moeten werken aan een samenleving die de natuurlijke en culturele hulpbronnen in verantwoordelijkheid voor toekomstige generaties gebruikt. De school is een relatief autonome coöperatieve organisatie van betrokkenen. Ze wordt door de maatschappij beïnvloed en heeft er zelf ook invloed op. In de school hebben de volwassenen de taak de voorgaande uitspraken over mens en samenleving tot (ped)agogisch uitgangspunt voor hun handelen te maken. In de school wordt de leerstof zowel ontleend aan de leef- en belevingswereld van de kinderen als aan de cultuurgoederen die in de maatschappij als belangrijke middelen worden beschouwd voor de hier geschetste ontwikkeling van persoon en samenleving. In de school wordt het onderwijs uitgevoerd in pedagogische situaties en met pedagogische middelen. In de school wordt het onderwijs vorm gegeven door een ritmische afwisseling van de basisactiviteiten gesprek, spel, werk en viering. In de school vindt overwegend heterogene groepering van kinderen plaats, naar leeftijd en ontwikkelingsniveau, om het leren van en zorgen voor elkaar te stimuleren. In de school worden zelfstandig spelen en leren afgewisseld en aangevuld door gestuurd en begeleid leren. Dit laatste is expliciet gericht op niveauverhoging. In dit alles speelt het initiatief van de kinderen een belangrijke rol. In de school neemt wereldoriëntatie een centrale plaats in met als basis ervaren, ontdekken en onderzoeken. In de school vinden gedrags- en prestatiebeoordeling van een kind zoveel mogelijk plaats vanuit de eigen ontwikkelingsgeschiedenis van dat kind en in samenspraak met hem. In de school worden verandering en verbeteringen gezien als een nooit eindigend proces. Dit proces wordt gestuurd door een consequente wisselwerking tussen doen en denken.
Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
Pagina 63
Bijlage 2: WPO artikel 8 Ter info: Artikel 8 WPO Uitgangspunten en doelstellingen onderwijs 1
2.
3.
4. 5.
6.
7.
8.
Het onderwijs wordt zodanig ingericht dat de leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doorlopen. Het wordt afgestemd op de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen. Het onderwijs richt zich in elk geval op de emotionele en de verstandelijke ontwikkeling, en op het ontwikkelen van creativiteit, op het verwerven van noodzakelijke kennis en van sociale, culturele en lichamelijke vaardigheden. Het onderwijs: a. gaat er mede van uit dat leerlingen opgroeien in een pluriforme samenleving; b. is mede gericht op het bevorderen van actief burgerschap en sociale integratie, en c. is er mede op gericht dat leerlingen kennis hebben van en kennismaken met verschillende achtergronden en culturen van leeftijdgenoten. Ten aanzien van leerlingen die extra zorg behoeven, is het onderwijs gericht op individuele begeleiding die is afgestemd op de behoeften van de leerling. Het onderwijs aan een speciale school voor basisonderwijs is tevens erop gericht leerlingen waar mogelijk tot het volgen van onderwijs in basisscholen of scholen voor voortgezet onderwijs te brengen. Het onderwijs wordt zodanig ingericht dat: a. De leerlingen in beginsel een tijdvak van 8 aaneensluitende schooljaren de school kunnen doorlopen. b. De leerlingen in 8 schooljaren tenminste 7520 uren onderwijs ontvangen, met dien verstande dat de leerlingen in de eerste vier schooljaren tenminste 3520 uren onderwijs en in de laatste vier schooljaren tenminste 3760 uren onderwijs ontvangen, en aan de leerlingen in de laatste 6 schooljaren ten hoogste 7 weken van het schooljaar 4 dagen per week onderwijs wordt gegeven, die evenwichtig zijn verdeeld over het schooljaar, bij een schoolweek van in beginsel niet minder dan 5 dagen onderwijs en c. De onderwijsactiviteiten evenwichtig over de dag worden verdeeld. Het onderwijs wordt zodanig ingericht dat leerlingen die in verband met ziekte thuis verblijven dan wel zijn opgenomen in een ziekenhuis, op adequate wijze voldoende onderwijs kunnen genieten. Het onderwijs wordt zodanig ingericht dat daarbij op structurele en herkenbare wijze aandacht wordt besteed aan het bestrijden van achterstanden in het bijzonder in de beheersing van de Nederlandse taal.
Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
Pagina 64
Bijlage 3 WPO artikel 9 Artikel 9 WPO Inhoud onderwijs 1.
2.
3. 4. 5.
6.
7. 8.
9.
Het onderwijs omvat, waar mogelijk in samenhang: a. Zintuiglijke en lichamelijke oefening b. Nederlandse taal c. Rekenen en wiskunde d. Engelse taal e. Enkele kennisgebieden f. Expressieactiviteiten g. Bevordering van sociale redzaamheid, waaronder gedrag in het verkeer h. Bevordering van gezond gedrag Bij de kennisgebieden wordt in elk geval aandacht besteed aan: a. Aardrijkskunde b. Geschiedenis c. De natuur, waaronder biologie d. Maatschappelijke verhoudingen, waaronder staatsinrichting e. Geestelijke stromingen Het onderwijs kan naast de onderwijsactiviteiten, genoemd in het eerste en tweede lid, tevens de Duitse taal of de Franse taal omvatten. Niet van toepassing (Friese taal) Ten aanzien van de onderwijsactiviteiten, genoemd in het eerste, tweede en vierde lid, worden bij algemene maatregel van bestuur kerndoelen vastgesteld. De AMvB bedoeld in de vorige volzin, wordt aan de beide Kamers der Staten-Generaal overgelegd. De maatregel treedt niet in werking dan nadat 4 weken na de overlegging zijn verstreken en gedurende die termijn niet door of namens een van beide Kamers de wens wordt te kennen gegeven dat het in die maatregel geregelde onderwerp bij de wet wordt geregeld. Alsdan wordt een daartoe strekkend wetsvoorstel zo spoedig mogelijk ingediend. Voor de school geldt de eis dat zij tenminste de kerndoelen bij haar onderwijsactiviteiten als aan het eind van het basisonderwijs te bereiken doelstellingen hanteert. Kerndoelen geven een beschrijving van kwaliteiten van leerlingen op het gebied van kennis, inzicht en vaardigheden. Indien de eerste volzin niet kan worden toegepast voor een leerling voor wie een leerlinggebonden budget beschikbaar is dan wel voor een visueel gehandicapte leerlingen, wordt in het handelingsplan, bedoeld in artikel 40a, aangegeven wat daarvan de reden is en welke vervangende onderwijsdoelen worden gehanteerd. Niet van toepassing (bijzonder onderwijs) Het onderwijs wordt gegeven in het Nederlands. Voor de opvang in en de aansluiting bij het Nederlandse onderwijs van leerlingen met een niet-Nederlandse culturele achtergrond kan de taal van het land van oorsprong mede als voertaal bij het onderwijs worden gebruikt, overeenkomstig een door het bevoegd gezag vastgestelde gedragscode. Onze minister kan in bijzondere gevallen op verzoek van het bevoegd gezag toestaan dat wordt afgeweken van de voorschriften in het eerste en tweede lid. De toestemming wordt verleend voor een bepaald tijdvak; zij kan voorwaarden bevatten.
Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
Pagina 65
Bijlage 4: Kerndoelen Primair Onderwijs 4.1.
Nederlandse taal
Mondeling taalonderwijs 1 De leerlingen leren informatie te verwerven uit gesproken taal. Ze leren tevens die informatie, mondeling of schriftelijk, gestructureerd weer te geven. 2 De leerlingen leren zich naar vorm en inhoud uit te drukken bij het geven en vragen van informatie, het uitbrengen van verslag, het geven van uitleg, het instrueren en bij het discussiëren. 3 De leerlingen leren informatie te beoordelen in discussies en in een gesprek dat informatief of opiniërend van karakter is en leren met argumenten te reageren. Schriftelijk taalonderwijs 4 De leerlingen leren informatie te achterhalen in informatieve en instructieve teksten, waaronder schema's, tabellen en digitale bronnen. 5 De leerlingen leren naar inhoud en vorm teksten te schrijven met verschillende functies, zoals: informeren, instrueren, overtuigen of plezier verschaffen. 6 De leerlingen leren informatie en meningen te ordenen bij het lezen van school- en studieteksten en andere instructieve teksten, bij systematisch geordende bronnen, waaronder digitale. 7 De leerlingen leren informatie en meningen te vergelijken en te beoordelen in verschillende teksten. 8 De leerlingen leren informatie en meningen te ordenen bij het schrijven van een brief, een verslag, een formulier of een werkstuk. Zij besteden daarbij aandacht aan zinsbouw, correcte spelling, een leesbaar handschrift, bladspiegel, eventueel beeldende elementen en kleur. 9 De leerlingen krijgen plezier in het lezen en schrijven van voor hen bestemde verhalen, gedichten en informatieve teksten. Taalbeschouwing, waaronder strategieën 10 De leerlingen leren bij de doelen onder 'mondeling taalonderwijs' en 'schriftelijk taalonderwijs' strategieën te herkennen, te verwoorden, te gebruiken en te beoordelen. 11 De leerlingen leren een aantal taalkundige principes en regels. Zij kunnen in een zin het onderwerp, het werkwoordelijk gezegde en delen van dat gezegde onderscheiden. De leerlingen kennen regels voor het spellen van werkwoorden; regels voor het spellen van andere woorden dan werkwoorden; regels voor het gebruik van leestekens. 12 De leerlingen verwerven een adequate woordenschat en strategieën voor het begrijpen van voor hen onbekende woorden. Onder 'woordenschat' vallen ook begrippen die het leerlingen mogelijk maken over taal te denken en te spreken. Referentiekader Taal Leerlingen dienen aan het einde van de basisschool te voldoen aan niveau 1F van het Referentiekader Taal. 1S is het streefniveau voor leerlingen die de Nederlandse taal goed beheersen.
Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
Pagina 66
4.2.
Engelse taal
13
De leerlingen leren informatie te verwerven uit eenvoudige gesproken en geschreven Engelse teksten. De leerlingen leren in het Engels informatie te vragen of geven over eenvoudige onderwerpen en zij ontwikkelen een attitude waarbij ze zich durven uit te drukken in die taal. De leerlingen leren de schrijfwijze van enkele eenvoudige woorden over alledaagse onderwerpen. De leerlingen leren om woordbetekenissen en schrijfwijzen van Engelse woorden op te zoeken met behulp van het woordenboek.
14
15 16 4.3.
Rekenen en wiskunde
Wiskundig inzicht en handelen 17 De leerlingen leren wiskundetaal gebruiken. 18 De leerlingen leren praktische en formele reken-wiskundige problemen op te lossen en redeneringen helder weer te geven. 19 De leerlingen leren aanpakken bij het oplossen van reken-wiskundeproblemen te onderbouwen en leren oplossingen te beoordelen. Getallen en bewerkingen 20 De leerlingen leren structuur en samenhang van aantallen, gehele getallen, kommagetallen, breuken, procenten en verhoudingen op hoofdlijnen te doorzien en er in praktische situaties mee te rekenen. 21 De leerlingen leren de basisbewerkingen met gehele getallen in elk geval tot 100 snel uit het hoofd uitvoeren, waarbij optellen en aftrekken tot 20 en de tafels van buiten gekend zijn. 22 De leerlingen leren schattend tellen en rekenen. 23 De leerlingen leren handig optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. 24 De leerlingen leren schriftelijk optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen volgens meer of minder verkorte standaardprocedures. 25 De leerlingen leren de rekenmachine met inzicht te gebruiken. Meten en meetkunde 26 De leerlingen leren eenvoudige meetkundige problemen op te lossen. 27 De leerlingen leren meten en leren te rekenen met eenheden en maten, zoals bij tijd, geld, lengte, omtrek, oppervlakte, inhoud, gewicht, snelheid en temperatuur. Referentiekader rekenen: Leerlingen dienen aan het einde van de basisschool te voldoen aan niveau 1F van het Referentiekader Rekenen. 1S is het streefniveau voor leerlingen die goed zijn in rekenen. 4.4.
Oriëntatie op jezelf en de wereld
Mens en samenleving 28 De leerlingen leren zorg te dragen voor de lichamelijke en psychische gezondheid van henzelf en anderen. 29 De leerlingen leren zich redzaam te gedragen in sociaal opzicht, als verkeersdeelnemer en als consument. 30 De leerlingen leren hoofdzaken van de Nederlandse en Europese staatsinrichting en hun rol Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
Pagina 67
31 32
33
34
als burger. De leerlingen leren zich te gedragen vanuit respect voor algemeen aanvaarde waarden en normen. De leerlingen leren hoofdzaken over geestelijke stromingen die in de Nederlandse multiculturele samenleving een belangrijke rol spelen, en ze leren respectvol om te gaan met seksualiteit en met diversiteit binnen de samenleving, waaronder seksuele diversiteit. De leerlingen leren hoofdzaken over geestelijke stromingen die in de Nederlandse multiculturele samenleving een belangrijke rol spelen, en ze leren respectvol om te gaan met verschillen in opvattingen van mensen. De leerlingen leren met zorg om te gaan met het milieu.
Natuur en techniek 35 De leerlingen leren in de eigen omgeving veel voorkomende planten en dieren onderscheiden en benoemen en leren hoe ze functioneren in hun leefomgeving. 36 De leerlingen leren over de bouw van planten, dieren en mensen en over de vorm en functie van hun onderdelen. 37 De leerlingen leren onderzoek doen aan materialen en natuurkundige verschijnselen, zoals licht, geluid, elektriciteit, kracht, magnetisme en temperatuur. 38 De leerlingen leren hoe je weer en klimaat kunt beschrijven met behulp van temperatuur, neerslag en wind. 39 De leerlingen leren bij producten uit hun eigen omgeving relaties te leggen tussen de werking, de vorm en het materiaalgebruik. 40 De leerlingen leren oplossingen voor technische problemen te ontwerpen, deze uit te voeren en te evalueren. 41 De leerlingen leren dat de positie van de aarde ten opzichte van de zon leidt tot natuurverschijnselen, zoals seizoenen en dag-/nachtritme. Ruimte 42 De leerlingen leren de ruimtelijke inrichting van de eigen omgeving te vergelijken met die in omgevingen elders, in binnen- en buitenland, vanuit de perspectieven landschap, wonen, werken, bestuur, verkeer, recreatie, welvaart, cultuur en levensbeschouwing. In ieder geval wordt daarbij aandacht besteed aan twee lidstaten van de Europese Unie en twee landen die in 2004 lid worden/ werden, de Verenigde Staten en een land in Azië, Afrika en ZuidAmerika. 43 Kinderen leren over de maatregelen die in Nederland genomen worden/ werden om bewoning van door water bedreigde gebieden mogelijk te maken. 44 De leerlingen leren over de mondiale ruimtelijke spreiding van bevolkingsconcentraties en godsdiensten, van klimaten, energiebronnen en van natuurlandschappen zoals vulkanen, woestijnen, tropische regenwouden, hooggebergten en rivieren. 45 De leerlingen leren omgaan met kaart en atlas, beheersen de basistopografie van Nederland, Europa en de rest van de wereld en ontwikkelen een eigentijds geografisch wereldbeeld. Tijd 46 47
48
De leerlingen leren gebruik te maken van eenvoudige historische bronnen, zoals aanwezig in ons cultureel erfgoed, en ze leren aanduidingen van tijd en tijdsindeling te hanteren. De leerlingen leren over kenmerkende aspecten van de volgende tijdvakken: jagers en boeren; Grieken en Romeinen; monniken en ridders; steden en staten; ontdekkers en hervormers; regenten en vorsten; pruiken en revoluties; burgers en stoommachines; wereldoorlogen en Holocaust; televisie en computer. De leerlingen leren over de belangrijke historische personen en gebeurtenissen uit de
Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
Pagina 68
Nederlandse geschiedenis wereldgeschiedenis
en
kunnen
die
voorbeeldmatig
verbinden
met
de
4.5.
Kunstzinnige oriëntatie
49
De leerlingen leren beelden, taal, muziek, spel en beweging te gebruiken om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om er mee te communiceren. De leerlingen leren op eigen werk en dat van anderen te reflecteren. De leerlingen verwerven enige kennis over en krijgen waardering voor aspecten van cultureel erfgoed.
50 51 4.6.
Beweging
52
De leerlingen leren op een verantwoorde manier deelnemen aan de omringende bewegingscultuur en leren de hoofdbeginselen van de belangrijkste bewegings- en spelvormen ervaren en uitvoeren. De leerlingen leren samen met anderen op een respectvolle manier aan bewegingsactiviteiten deelnemen, afspraken maken over het reguleren daarvan, de eigen bewegingsmogelijkheden inschatten en daarmee bij activiteiten rekening houden.
53
Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
Pagina 69
Bijlage 5: De basisondersteuning
Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
Pagina 70
Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
Pagina 71
Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
Pagina 72
Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
Pagina 73
Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
Pagina 74
Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
Pagina 75
Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
Pagina 76
Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
Pagina 77
Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
Pagina 78
Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
Pagina 79
Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
Pagina 80
Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
Pagina 81
Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
Pagina 82
Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
Pagina 83
Bijlage 6: Afspraken en regels Afspraken en regels op onze school In dit document staat een groot aantal afspraken zoals wij die graag willen hanteren. Wij hopen dat deze bijdragen aan een transparante organisatie waarin de afspraken voor alle betrokkenen bekend en helder zijn. Onze intentie is uiteraard ook dat de afspraken passen bij de missie en visie van de school. RUBRIEK 1
INRICHTING EN GEBRUIK LOKALEN/GEMEENSCHAPPELIJKE RUIMTES
Wij werken bewust met, wat betreft leeftijd, gemengde groepen. De kinderen zitten dan ook in gemengde tafelgroepen (zowel wat betreft leeftijd als jongen/meisje). De lokalen zijn aantrekkelijk, overzichtelijk en ordelijk ingericht In iedere klas staan planten, het houden van dieren in de klas is niet toegestaan (o.a. vanwege allergieën) Belangrijke roosters (lesrooster, klassendiensten, kringen etc.) hangen zichtbaar in de klas. Vanaf de middenbouw hebben kinderen volgens een rooster klassendienst (vanuit het idee dat kinderen mede verantwoordelijk zijn voor hun omgeving). Kinderen kunnen (na toestemming en in overleg met de leerkracht) ook in ruimtes buiten het groepslokaal werken (op de leerpleinen, op de vides, op de gang etc.). Indien mogelijk zijn er, buiten de lokalen, ook vaste “hoeken” ingericht voor bijzondere activiteiten (bouwhoek, letterhoek, leeshoek etc.). In de school is bekend welke toiletgroepen door welke kinderen gebruikt worden en welke afspraken hier voor gelden. Rondom bepaalde feesten (o.a. Sinterklaas en kerst) wordt de school in passende stijl versierd. Zowel kinderen als teamleden zijn verantwoordelijk voor het ordelijk houden van de schoolruimtes.
RUBRIEK 2
ALGEMENE AFSPRAKEN OVER DAGELIJKSE GANG VAN ZAKEN EN OMGANGSVORMEN
AFSPRAKEN OVER TIJDEN
Alle groepsleerkrachten zijn uiterlijk om 8.20 uur in de klas. Kinderen en ouders mogen vanaf 8.20 uur de school binnen gaan, tot die tijd wachten ze buiten. Na de middagpauze mogen de kinderen die niet overblijven vanaf 12.50 naar school, vóór die tijd is het niet toegestaan om op het plein of in de school te komen omdat het anders voor de overblijfkrachten onoverzichtelijk wordt. Ouders mogen ’s ochtends met hun kind mee tot in de klas, leerkrachten kunnen voor korte mededelingen of vragen aangesproken worden. Voor inhoudelijke zaken is ’s ochtends geen ruimte/tijd, hiervoor is het handig om even een afspraak te maken. ’s Middags zijn er afspraken over het ophalen van kleuters en onderbouwkinderen (op het plein). Voor midden- en bovenbouwkinderen gelden deze afspraken niet. Ook ’s middags zijn leerkrachten beschikbaar voor korte vragen of mededelingen. De lessen beginnen om 8.30 uur. Wij willen ouders met klem vragen om er op toe te zien dat hun kind(eren) op tijd op school zijn. Het is voor zowel het kind zelf als voor de groep storend
Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
Pagina 84
als het kind regelmatig te laat komt. Indien er sprake is van een kringgesprek wacht het kind dat te laat is op de gang tot de kring is afgelopen en gaat dan pas naar binnen. Indien een kind ziek is verwachten wij van de ouders dat dit ’s ochtends voor 8.45 uur wordt gemeld bij de conciërges van de school. Indien een kind niet op school verschijnt en er ook geen telefonische melding is gemaakt, zal de school in de loop van de ochtend naar huis bellen om te informeren naar de reden van de afwezigheid. Indien een kind niet op school is en er geen afmelding is en er ook geen contact mogelijk is zal dit gemeld worden bij de afdeling leerplicht van de gemeente Utrecht. Ouders kunnen verlofdagen (volgens de wettelijke bepalingen) schriftelijk aanvragen (formulieren via de site of bij de conciërges verkrijgbaar).
AFSPRAKEN OVER OMGANGSVORMEN
In de school mogen de kinderen de leerkrachten bij hun voornaam noemen en dus tutoyeren. Dit is overigens geen verplichting, er zijn kinderen die liever juffrouw of meester zeggen. Ouders en leerkrachten tutoyeren elkaar. Wij willen als school nadrukkelijk werken aan een open en laagdrempelig contact met ouders, dus wij staan, indien gewenst of nodig, altijd open voor gesprekken (waarbij we iedereen vragen om zich altijd eerst te richten tot het eerst betrokken personeelslid). Wij werken nadrukkelijk aan een pedagogisch klimaat waarin kinderen zich veilig voelen en waar er niet gepest wordt. Indien dit toch het geval is hanteren wij de afspraken zoals die in het pestprotocol zijn opgenomen (zie website). Wij verzoeken ouders om signalen zo spoedig mogelijk door te geven (niet alles is op school zichtbaar bijv. in gevallen van digitaal pesten). Wij zijn ons als volwassenen bewust van de voorbeeldfunctie die wij naar kinderen hebben (zowel van leerkrachten als ouders) en houden daar in woord en daad rekening mee. Het dragen van petjes of andere hoofddeksels of hoofddoeken is toegestaan mits het gelaat en de ogen goed zichtbaar zijn. Het dragen van capuchons binnen de school is verboden.
AFSPRAKEN OVER COMMUNICATIE
Wij willen de mail uitsluitend gebruiken voor het doen van korte en “zakelijke” mededelingen of vragen. De mail leent zich niet voor inhoudelijke uitwisselingen en discussies. Hiervoor kunnen er altijd gesprekken worden gepland. Ook ontstaan er soms verwachtingen dat er direct op mails gereageerd wordt. Niet iedereen checkt zijn mail meerdere keren per dag. Er is dus sprake van een voor ieder redelijke reactietijd (max. 2 schooldagen) De meeste organisatorische communicatie gaat via Schoolplanner, we werken zo min mogelijk met losse brieven of antwoordstroken. We verwachten dan ook dat iedereen staat aangemeld voor Schoolplanner en dat iedereen dit medium gebruikt. Iedere twee weken verschijnt er een Nieuwsbrief. Deze wordt verspreid via de Schoolplanner. Leerkrachten gaan terughoudend en discreet om met het gebruik van social media in relatie tot ouders. Er is geen social media-verkeer tussen leerkrachten en kinderen. Het is toegestaan dat kinderen een mobiele telefoon bij zich hebben mits deze tijdens de lesuren uit staat. Indien een kind tijdens de les toch gebruik maakt van de mobiele telefoon (sms e.d.) wordt de telefoon in beslag genomen en kan aan het eind van de schooldag worden teruggevraagd.
AFSPRAKEN OVER INZET LEERKRACHTEN EN BIJ ZIEKTE
Het is toegestaan dat duoleerkrachten in incidentele gevallen en met een specifieke reden dagen met elkaar ruilen waardoor ze bijvoorbeeld een week vrij kunnen zijn.
Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
Pagina 85
Afgezien van calamiteiten (bij ziekte e.d.) en instructiemomenten staan er nooit meer dan twee verschillende leerkrachten in een week voor een groep. Bij ziekte van een leerkracht probeert de school altijd een invaller/ster in te zetten. Lukt dit niet dan wordt de groep verdeeld (altijd maar voor één dag, duurt de ziekte langer dan wordt er een andere groep verdeeld). Afgezien van calamiteiten zullen wij groepen nooit naar huis sturen, wel kunnen ouders van kleuters gevraagd worden of het mogelijk is dat ze hun kind een dagje thuis kunnen houden. Dit gebeurt altijd in overleg. De school conformeert zich aan de algemene gedragscodes zoals die door ons bestuur zijn vastgesteld en gelden voor alle openbare scholen in Utrecht.
AFSPRAKEN OVER DIVERSE ZAKEN
Wij verzoeken kinderen die vlak bij de school wonen zo veel mogelijk lopend naar school te komen (dit in verband met de beperkte ruimte op de schoolpleinen om fietsen te stallen). Op de locatie Poortstraat worden fietsen buiten het schoolplein geplaatst (rondom de school en zo veel mogelijk in de rekken). Vanaf een kwartier voor schooltijd, tijdens schooltijd, tot een kwartier na schooltijd is het verboden om te fietsen op het schoolplein. Indien u met een hond uw kind(eren) naar school brengt verzoeken wij de hond aangelijnd te houden en niet vast te binden in een drukke doorgangsroute. Ouders die hun kind naar school brengen plaatsen hun eigen fiets niet in de rekken. Jassen en (gym)tassen worden aan de kapstok, behorende bij de klas, gehangen. Iedere ouder is verantwoordelijk voor het luizenvrij zijn en houden van zijn/haar kind. Op school wordt er door vrijwillige ouders regelmatig gecontroleerd op luizen en krijgt u als ouder een briefje mee indien er luizen of neten worden gevonden. U dient hierop actie te ondernemen. Iedere groep (vanaf groep 3) heeft twee keer in de week gymnastiek. Kinderen gebruiken hiervoor gymkleding. Het al dan niet dragen van gymschoenen heeft voor- en nadelen: Vanuit anatomisch oogpunt is het goed dat kinderen zo veel mogelijk op blote voeten gymmen, het risico is de besmettingskans op voetschimmels en/of voetwratten en de kans op blessures als een ander kind met schoenen op een blote voet landt. Daarom heeft een kind altijd gymschoenen bij zich (liefst goedkoop met zo plat mogelijke zolen) zodat de vakleerkracht per les kan bekijken of gymschoenen gewenst zijn. Door douchen en vooral door goed af te drogen krijgen schimmels en wratten weinig kans. Vanaf groep 5 douchen de kinderen verplicht na de gymles. Als school propageren wij gezonde voeding dus vragen wij ouders daar rekening mee te houden (dus zo min mogelijk suikerhoudende of calorierijke traktaties bij verjaardagen, geen suiker en/of koolzuurhoudende drankjes). Kinderen mogen geen snoep mee naar school nemen (voor bijvoorbeeld in de pauze of overblijf). Tijdens schooltijd vallen de kinderen onder de verantwoordelijkheid van school. Bij buitenschoolse activiteiten tijdens schooltijd is dit ook het geval. Tijdens activiteiten buiten schooltijd (zoals schoolvoetbal) is de school niet verantwoordelijk en heeft slechts een coördinerende rol. Kinderen mogen tijdens schooltijd (en ook tijdens de overblijfperiode) het schoolterrein niet verlaten (dus ook niet “even” naar de bakker). Roken is in school en op het schoolplein gedurende de schooltijden verboden.
Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
Pagina 86
RUBRIEK 3
Basisprincipe is dat wij zo veel mogelijk uit willen gaan van intrinsieke motivatie. Straf en beloning zijn per definitie extrinsiek. Belonen kan op vele manieren bijvoorbeeld door het geven van complimenten, door het doen van extra leuke activiteit etc. . Wij gaan gepast om met het belonen via stickers of stempels (dit moet voor ieder kind haalbaar zijn) Wat betreft straf hanteren wij het principe dat er in principe altijd een relatie moet zijn tussen de overtreding en de straf. Voorbeeld: een kind maakt iets kapot of bekladt iets, dan moet hij/zij dit in orde maken. Wij proberen zo veel mogelijk een kind tot eigen inzicht te laten komen (dus bijv. het laten verklaren waarom een kind iets doet en wat de effecten daarvan kunnen zijn, dit kan ook via een schriftelijke opdracht gebeuren). In zeer incidentele gevallen kan het voorkomen dat een kind toch het beste gecorrigeerd kan worden middels “ouderwets” strafwerk, als alle andere maatregelen niets opleveren. Er zal dan ook contact tussen leerkracht en ouders zijn. Straffen als het maken van extra reken- of taalwerk is op onze school niet toegestaan. Wij zien rekenen en taal niet als strafmiddelen, je geeft ook geen extra gymles als straf. Het laten nablijven van kinderen doen wij alleen in overleg met ouders. Het na laten blijven van een hele groep doen we in principe niet. Een ouder heeft vaak het meeste last van een nablijvend kind (ouder moet dan ook wachten). In overleg kan besloten worden om een kind nog werk af te laten maken als het overdag niets of te weinig gedaan heeft (het werk kan ook mee naar huis). Er wordt wel altijd met het kind gesproken of er een reden voor is. Het buiten de groep plaatsen (dus naar de gang sturen) van een kind wordt alleen gebruikt indien een kind herhaaldelijk storend is voor de hele groep en/of de leerkracht. Dit mag nooit lang duren en de leerkracht zal daarna ook altijd even in gesprek gaan met een kind. In extreme gevallen (fysiek of verbaal geweld) kan een kind worden geschorst. Dit gaat uiteraard altijd in overleg met ouders.
RUBRIEK 4
OMGAAN MET STRAF EN BELONING
OMGAAN MET CORRECTIE VAN WERK EN HUISWERK
In principe kijkt de leerkracht het werk van de kinderen met grote regelmaat na en geeft indien nodig feedback, hetzij via een opmerking in het schrift, hetzij mondeling. In de onderbouw vindt dit soms al direct na het inleveren van het werk plaats omdat kinderen het meest gebaat zijn bij directe terugkoppeling. In de hogere groepen kijken kinderen bepaalde onderdelen zelf na. De leerkracht controleert dit (scannend). Het kan soms voorkomen dat een leerkracht qua tijd niet in staat is om een dag het werk na te kijken (‘s middags vergadering, ’s avonds schoolactiviteiten etc.). Toetsen worden altijd door de leerkracht nagekeken (dus nooit door de kinderen zelf). Onze school geeft in principe geen huiswerk. Wel kan het zijn dat het goed is voor de ontwikkeling van kinderen om bepaalde zaken thuis te doen (oefenen van dictees, topografie, het maken van een werkstuk, het voorbereiden van een kring of een spreekbeurt). Dit is uiteraard toegestaan en, indien nodig, is er overleg tussen school en ouders. De school geeft dus geen huiswerk ter voorbereiding op de middelbare school.
SLOTWOORD Een opsomming als deze is nooit helemaal compleet of alles dekkend. Er kunnen zich altijd situaties of problemen voordoen die wij niet voorzien hebben. Het is ook nadrukkelijk niet de bedoeling om uitputtend te zijn. Verder kan een opsomming als deze ook tot irritatie leiden (te veel regelzucht). Toch is het goed om over veel voorkomende zaken als school algemeen geldende afspraken te Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
Pagina 87
maken zodat een kind en een ouder weten waar hij/zij aan toe zijn en dat dit niet per leerkracht verschillend is. Bovenal gaan wij uit van gezond verstand. Alle afspraken zijn in onze ogen logisch, redelijk en zo min mogelijk knellend.
Jenaplanschool Wittevrouwen Schoolplan 2015-2019
Pagina 88