SCHOOLPLAN 2007-2011
VOORWOORD Dit is het derde schoolplan van Gereformeerde Basisschool Benjamin. Het beschrijft de beleidsterreinen van het onderwijs en geeft aan hoe het beleid ter verbetering van de kwaliteit van ons onderwijs en de borging daarvan verder wordt ontwikkeld. De directie
2
INHOUDSOPGAVE Voorwoord Inhoudsopgave Inleiding Uitgangspunten Onze school Visie op onderwijs Onderwijskundig beleid Het Integraal Personeelsbeleid Het financieel beleid Beleidsvoornemens ter verbetering van de kwaliteit van het onderwijs Operationeel jaarplan
3
pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag.
2 3 4 5 6 7 8 19 21 22 25
INLEIDING Het doel en de functie van dit schoolplan zijn: Ons schoolplan beschrijft in de eerste plaats de kwaliteit van ons onderwijs en de manier waarop wij die willen verbeteren. Op basis van zelfevaluatie en bevindingen van de inspectie van onderwijs (PKO in 2007) willen we grip krijgen op onze zwakke punten door onze verbeterdoelen voor de komende vier jaar op te stellen. Het schoolplan functioneert daardoor als een verantwoordingsdocument naar de overheid, het bevoegd gezag en de ouders, en als planningsdocument voor de planperiode 2007 – 2011. Op basis van ons vierjarig Plan van Aanpak ( zie hoofdstuk 7) willen we jaarlijks een uitgewerkt jaarplan opstellen. In een jaarverslag zullen we steeds terugblikken of de gestelde verbeterdoelen bereikt zijn. Op deze wijze geven we vorm aan een cyclus van plannen, uitvoeren,verbeteren en evalueren. Procedure van opstellen en vaststellen. Dit schoolplan is tot stand gekomen in samenspraak met de medezeggenschapsraad (MR) en het bestuur. Door de directieleden zijn conceptteksten opgesteld, die in de teamvergaderingen zijn besproken. Wanneer dit nodig was zijn teksten aangepast. Hierna is de definitieve versie voorgelegd aan de MR ter beoordeling en instemming. De uiteindelijke tekst is vastgesteld door het bestuur. Onze school stelt een schoolplan op voor een periode van vier jaar. Wij doen dat op basis van het programma “WMK-PO”. De uitkomst van deze schooldiagnose en de analyse daarvan worden gebruikt voor het formuleren van beleidsvoornemens en om prioriteiten te stellen. Voor directie en schoolteam geeft het schoolplan richting aan de activiteiten. Het schoolplan maakt het mogelijk om concreet te evalueren. Elke wijziging wordt in een jaarverslag opgenomen. Evaluatie van het plan. Evaluatie zal jaarlijks geschieden en bevindingen of veranderingen zullen beschreven worden in het jaarverslag en/ of in het operationeel jaarplan.
4
UITGANGSPUNTEN Naar aanleiding van het schoolplan 2003-2007 is het instrument WMK-PO gebruikt. Een groot deel van de door de inspectie van onderwijs gehanteerde domeinen is in kaart gebracht. De termijn om in 4 jaar alle domeinen in kaart te brengen bleek niet haalbaar. Bovendien zijn de opgestelde verbeterplannen niet planmatig uitgevoerd en onvoldoende gerealiseerd. Wij constateren te weinig ontwikkeling en willen samen, team, directie en bestuur, de uitvoering van het kwaliteitsbeleid een positieve impuls geven. Het schoolplan 2007-2011 kent derhalve de volgende uitgangspunten: Opstellen van kwaliteitskaarten en verbeterplannen n.a.v. nog niet in kaart gebrachte domeinen.
-
Opstellen van een planning ter uitvoering van verbeterplannen, opgesteld n.a.v. Zelfevaluatie d.m.v. WMK-PO. Bevindingen, vermeld in het verslag van het PKO door de inspectie in het voorjaar van 2007. Team-afspraken in het jaarlijkse verslag van de Intern Begeleiders. Opstellen van operationele jaarplannen in samenhang met het schoolplan 2007-2011. Opstellen van scholingsbeleid van teamleden in samenhang met de uitvoering van verbeterplannen. Continuering van de reeds opgestelde cyclus van plannen ter borging of verbetering van de kwaliteit van overige beleidsterreinen. Vergroten en concretiseren van de rol van de directie op het gebied van controleren, corrigeren en stimuleren van de kwaliteitsverbetering.
Deze uitgangspunten vormen de basis voor het opstellen van dit schoolplan. Zij dienen de kwaliteit van ons onderwijs te verbeteren en de gerealiseerde verbeteringen te borgen. In dit schoolplan staat eveneens op welke manier wij de kwaliteitsverbetering structureel willen evalueren.
5
ONZE SCHOOL De school. De Gereformeerde Basisschool Benjamin is een school voor Gereformeerd basisonderwijs. Het onderwijs, de opvoeding en de vorming op school zijn in overeenstemming met de Gereformeerde leer. De bijbel en de 3 formulieren van eenheid vormen de grondslag van onze school. In de Schoolgids staat een uitgebreide beschrijving hiervan. De school is toegankelijk voor leerlingen, waarvan de ouders deze grondslag onderschrijven of respecteren. De populatie. Veruit het grootste gedeelte van de leerlingen heeft het leerlinggewicht 0,00. De achtergrond van de ouders is zeer divers. Wat de ouderpopulatie bindt is het feit dat ongeveer 85 % van de ouders de school kiest vanwege de identiteit. Een tweede reden voor de keuze van onze school is de kleinschaligheid. Ouders van leerlingen, die instemmen met de grondslag, kunnen lid worden van de Vereniging tot Stichting en Instandhouding van scholen met de Bijbel op Gereformeerde Grondslag te Treebeek en omstreken. Niet elke ouder is lid van de vereniging. Alle ouders kunnen participeren binnen de ouderraad en de oudergeleding van de medezeggenschapsraad. Bevoegd gezag Het bestuur van de Vereniging tot Stichting en Instandhouding van scholen met de Bijbel op Gereformeerde Grondslag te Treebeek en omstreken is het bevoegd gezag van de school. Beïnvloedende factoren Het aanbod van de scholen in Brunssum, Heerlen en Hoensbroek is groot. Hoewel het aantal leerlingen de laatste jaren toeneemt, is het leerlingenaantal van de school vrij laag. Momenteel, september 2007, is dat 133, terwijl de opheffingsnorm in Brunssum 169 is. Prognoses zijn moeilijk te maken, omdat deze gebaseerd zijn op ontwikkelingen binnen de wijk Treebeek, terwijl het grootste deel van de leerlingen afkomstig is uit een veel groter gebied. Op grond van de toegekende eigen identiteit wordt jaarlijks ontheffing verleend, zodat de bekostiging van de school doorgaat, ondanks het feit dat het aantal leerlingen van de school onder de opheffingsnorm ligt. In het verleden zijn mogelijkheden tot fusie onderzocht, maar onmogelijk gebleken. Het nadrukkelijk profileren van het onderwijs op gereformeerde grondslag is van grote invloed op het beleid. Een geschikte fusiepartner bleek daardoor onvindbaar. Het beleid van het bestuur is derhalve geheel gericht op het blijven voortbestaan als zgn. éénpitter ( 1 school met 1 schoolbestuur). Het gebied waarin de leerlingen van de school wonen is erg groot. De leerlingen zijn afkomstig uit het gehele oostelijke gedeelte van Zuid-Limburg. De school functioneert dan ook als streekschool en is nauwelijks wijkgericht. Toch wordt in de nabijheid van de school zoveel mogelijk bekendheid aan het bestaan van de school gegeven. Het feit dat het bevoegd gezag van de school bestaat uit het bestuur van een schoolvereniging met één school, maakt de invloed van de leden groot en de afstand tussen bestuur en directie klein.
6
VISIE OP ONDERWIJS De basis van ons onderwijs op school ligt in de bijbel, Gods woord, van waaruit wij handelen en waarover wij vertellen. Wij erkennen dat ieder mens, dus ook ieder kind uniek geschapen is. We zijn niet gelijk, maar wel gelijkwaardig. Gelijkwaardigheid tussen mensen is een belangrijk uitgangspunt. Onze kinderen leren respect te hebben voor hun naaste. Onze kinderen leren een goede relatie te hebben met God. We zijn alert op discriminatie en pesten en werken vooral aan het voorkomen ervan. Onze school streeft naar een optimaal pedagogisch klimaat, waarin onze identiteit praktisch zichtbaar wordt. Bepalend hierbij is de wijze waarop de kinderen onderling met elkaar omgaan en de wijze waarop de leerkrachten de kinderen benaderen. We willen als schoolteam een voor de kinderen veilige, beschermende en prettige leef- en werkgemeenschap creëren, waarin de kinderen een positief zelfbeeld ontwikkelen en zich vrij voelen om zich te uiten. Dit zijn de voorwaarden om te komen tot verdere ontwikkeling, sociaal, emotioneel en cognitief. We hebben aandacht voor ieder kind. In ons onderwijs wordt naar vermogen bijgedragen aan de optimale ontwikkeling van de gaven en talenten van de leerlingen en wordt hen de nodige kennis, inzicht en vaardigheden bijgebracht. We zoeken naar individuele ontwikkelingsmogelijkheden, zodat voorkomen wordt dat het kind vastloopt in het onderwijsleerproces. De leerkrachten zullen er gedurende de hele basisschoolperiode in alle ontwikkelingsgebieden alert op zijn de doorgaande lijn te bewaken. Wij zijn een lerende organisatie. Dat wil zeggen dat wij open staan voor vernieuwende ontwikkelingen binnen het onderwijs, die aansluiten op onze visie op onderwijs. Om te komen tot realisatie van deze punten zal de school goed georganiseerd moeten zijn op relationeel, financieel en materieel gebied.
7
ONDERWIJSKUNDIG BELEID Om gestalte te geven aan onze visie op onderwijs willen wij de volgende doelen bereiken: Algemene doelen Wij onderschrijven de onderwijskundige doelen en uitgangspunten, zoals die in artikel 8 van de Wet Primair Onderwijs zijn omschreven. Wij willen graag dat de kinderen leren respect te hebben voor hun naaste en de schepping van God Wij willen graag dat de kinderen opgroeien tot volwassenen die zelfstandig hun weg in de maatschappij kunnen vinden. Wij willen graag dat de kinderen met beide benen stevig en bewust van hun relatie met onze Schepper in de maatschappij staan. Wij willen de kinderen voldoende toerusten om een passende vervolgopleiding te vinden. Onderwijskundige doelen Ons onderwijskundig beleid kent de volgende doelen. Bij de vermelding van deze onderwijskundige doelen is gebruik gemaakt van de in het kwaliteitszorgsysteem Werken Met Kwaliteitskaarten in het Primair Onderwijs beschreven domeinen. Identiteit/ pedagogisch klimaat
Domein 1 algemene uitgangspunten: onderwerp 1: levensbeschouwelijke identiteit 1. De leerlingen leren God kennen en lief hebben en leren te leven, zoals Jezus ons dat geleerd heeft. Zij leren elkaar lief te hebben als zichzelf. 2. De leerlingen hebben respect voor de schepping. 3. De leerlingen hebben kennis van de bijbel. 4. De leerlingen horen dagelijks verhalen uit de Bijbel en leren psalmen en gezangen. Domein 3: onderwijs en leren. Onderwerp 3: pedagogisch klimaat. Domein 3: onderwijs en leren. Onderwerp 4: didactisch handelen en onderwerp 5: schoolklimaat Domein 1: algemene uitgangspunten. Onderwerp 2 De twaalf noties: punt 3: de multiculturele samenleving en punt 12: het zich thuis voelen van de leerling. 5 De leerkrachten en de leerlingen accepteren elkaar zoals ze zijn. Ongeacht hun individuele verschillen. Domein 3: onderwerp 3: pedagogisch klimaat Domein 3: onderwerp 5: schoolklimaat Domein 1: algemene uitgangspunten Onderwerp 2: De twaalf noties: punt 9: afstemming op verschillen tussen leerlingen en punt 12: het zich thuis voelen van de leerling. 6. Leerlingen worden aangesproken op hun gedrag niet op hun persoon. Domein 3: onderwerp 3: pedagogisch klimaat en onderwerp 5: schoolklimaat Domein 1: algemene uitgangspunten Onderwerp 2: De twaalf noties: punt 6: de actieve rol van de leerling. 7. De leerlingen hebben belangstelling voor elkaar en voor de leerkracht en luisteren actief.
8
Domein 3: onderwerp 3: pedagogisch klimaat en onderwerp 5: schoolklimaat Domein 1: algemene uitgangspunten Onderwerp 2: De twaalf noties: punt 6: de actieve rol van de leerling. 8. De leerkracht luistert actief en belangstellend naar de leerlingen. Domein 3: onderwerp 3: pedagogisch klimaat en onderwerp 5: schoolklimaat Domein 1: algemene uitgangspunten Onderwerp 2: De twaalf noties: punt 6: de actieve rol van de leerling. 9. De leerlingen leren sociale vaardigheden en tonen respect voor elkaar, hun eigendommen en omgeving. Domein 3: onderwerp 3: pedagogisch klimaat en onderwerp 5: schoolklimaat 10. De leerkracht is consequent. Domein 3: onderwerp 3: pedagogisch klimaat en onderwerp 5: schoolklimaat 11. De leerkracht zorgt voor rust, regelmaat, biedt structuur en bewaakt gestelde grenzen van goed gedrag, zoals in de schoolregels beschreven staat. Domein 3: onderwerp 3: pedagogisch klimaat en onderwerp 5: schoolklimaat Domein 1: algemene uitgangspunten Onderwerp 2: De twaalf noties: punt 7: ondersteuning en uitdaging. 12. De leerkracht gebruikt zijn gezag om positieve resultaten te behalen en is er alert op om gekregen gezag niet te misbruiken. Domein 3: onderwerp 3: pedagogisch klimaat en onderwerp 5: schoolklimaat Domein 1: algemene uitgangspunten Onderwerp 2: De twaalf noties: punt 6: de actieve rol van de leerling en punt 8: de zelfstandige leerhouding. 13. Wij houden ons aan gemaakte afspraken t.a.v. gedrag en houding. De grenzen van goed gedrag worden duidelijk aangegeven en waar nodig worden leerlingen gecorrigeerd. Domein 3: onderwerp 3: pedagogisch klimaat en onderwerp 5: schoolklimaat Domein 1: algemene uitgangspunten Onderwerp 2: De twaalf noties: punt 6: de actieve rol van de leerling en punt 8: de zelfstandige leerhouding. 14. De leerkrachten bevorderen een zelfstandige leerhouding van de leerlingen. Zorg Domein 2: Zorg voor kwaliteit: onderwerp 1: kwaliteitszorg Domein 3: Onderwijs en leren: onderwerp 1: leerstofaanbod en onderwerp 2: leertijd en onderwerp 3: pedagogisch klimaat en onderwerp 4: didactisch handelen en onderwerp 5: schoolklimaat en onderwerp 6: zorg en begeleiding en onderwerp 7: leraar. Domein 4: Opbrengsten 1. Ieder kind ontwikkelt zich naar zijn eigen individuele mogelijkheden Domein 3: onderwijs en leren: onderwerp 4: didactisch handelen en onderwerp 7: leraar. 2. Elke leerkracht hanteert het model van directe instructie. Domein 1: onderwerp 2: de twaalf noties: punt 8: de zelfstandige leerhouding. Domein 3: onderwijs en leren: onderwerp 4: didactisch handelen en onderwerp 7: leraar. 3. Elke leerkracht hanteert het systeem van grote-kleine groep.
9
Domein 1: onderwerp 2: de twaalf noties: punt 8: de zelfstandige leerhouding. Domein 2: onderwerp1: kwaliteitszorg. Domein 3: onderwijs en leren: onderwerp 4: didactisch handelen en onderwerp 6: zorg en begeleiden en onderwerp 7: leraar 4. Elke leerkracht biedt zorg op maat. Domein 2: onderwerp1: kwaliteitszorg en onderwerp 2: toetsinstrumenten. Domein 3: onderwijs en leren: onderwerp 4: didactisch handelen en onderwerp 7: leraar 5. Elke leerkracht maakt handelingsplannen en voert die uit in de eigen groep. Domein 3: onderwijs en leren: onderwerp 2: leertijd. 6. Elke leerkracht organiseert voldoende leertijd voor de leerlingen. Domein 1: onderwerp 2: de twaalf noties: punt 6: de actieve rol van de leerling en punt 7: ondersteuning en uitdaging en punt 8: de zelfstandige leerhouding en punt 10: eigentijds onderwijs. Domein 3: onderwijs en leren: onderwerp 1: leerstofaanbod en onderwerp 7: de leraar. 7. Elke leerkracht optimaliseert het gebruik van de computer. Domein 2: onderwerp 1: kwaliteitszorg Domein 3: onderwijs en leren: onderwerp 6: zorg en begeleiding en onderwerp 7: de leraar. 8. Elke leerkracht verbetert het gebruikt van het logboek. Domein 3: onderwijs en leren: onderwerp 4: didactisch handelen en onderwerp 6: zorg en begeleiden en onderwerp 7: leraar 9. Elke leerkracht kan verschillende leerstrategieën aanbieden. Domein 2: onderwerp 1: kwaliteitszorg en onderwerp 2: toetsinstrumenten. 10. De school hanteert een systeem om de leerlingen niet alleen cognitief maar ook sociaalemotioneel te volgen. Domein 2: onderwerp 1: kwaliteitszorg en onderwerp 2: toetsinstrumenten. 11. De kwaliteit van de zorg wordt bewaakt, geëvalueerd en geborgd. Domein 2: onderwerp 1: kwaliteitszorg en onderwerp 2: toetsinstrumenten. Domein 3: Onderwijs en leren: onderwerp 1: leerstofaanbod en onderwerp 2: leertijd en onderwerp 3: pedagogisch klimaat en onderwerp 4: didactisch handelen en onderwerp 5: schoolklimaat en onderwerp 6: zorg en begeleiding en onderwerp 7: leraar. Domein 4: Opbrengsten. 12. De kwaliteit van het onderwijs wordt bewaakt, geëvalueerd en geborgd. Lerende organisatie Domein 3: onderwerp 7: de leraar. Domein 5: Beleid en organisatie: onderwerp 1: professionaliseren en onderwerp 8: IPB. 1.Ons doel is een lerende organisatie te zijn.
10
Domein 1: onderwerp 2: de twaalf noties: punt 2: de brede ontwikkeling. Domein 3: onderwijs en leren: onderwerp 5: het schoolklimaat en onderwerp 7: de leraar Domein 5: Beleid en organisatie: onderwerp 1: professionaliseren 2. Leerlingen leren niet alleen van leerkrachten; leerlingen leren van elkaar; leerkrachten leren van leerlingen; leerkrachten leren van elkaar. Domein 3: onderwijs en leren: onderwerp 5: het schoolklimaat en onderwerp 7: de leraar Domein 5: Beleid en organisatie: onderwerp 1: professionaliseren 3. De leerkrachten zetten zich in voor de eigen ontwikkeling, zodat ook de schoolorganisatie zich voortdurend ontwikkelt. Domein 3: onderwijs en leren: onderwerp 5: het schoolklimaat en onderwerp 7: de leraar Domein 5: Beleid en organisatie: onderwerp 1: professionaliseren en onderwerp 2: interne communicatie en onderwerp 8: IPB. .4.Voor elke leerkracht wordt jaarlijks een POP opgesteld. Domein 3: onderwijs en leren: onderwerp 5: het schoolklimaat en onderwerp 7: de leraar Domein 5: Beleid en organisatie: onderwerp 1: professionaliseren en onderwerp 2: interne communicatie en onderwerp 8: IPB. 5. Functioneringsgesprekken worden uitgebreid em bekwaamheidsdossier wordt ontwikkeld.. Domein 3: onderwijs en leren: onderwerp 5: het schoolklimaat en onderwerp 7: de leraar Domein 5: Beleid en organisatie: onderwerp 1: professionaliseren en onderwerp 2: interne communicatie en onderwerp 8: IPB. 6. Collegiale consultatie wordt verder geïmplementeerd en gestructureerd. Domein 3: onderwijs en leren: onderwerp 5: het schoolklimaat en onderwerp 7: de leraar Domein 5: Beleid en organisatie: onderwerp 1: professionaliseren en onderwerp 2: interne communicatie en onderwerp 8: IPB. 7. Intervisie wordt toegepast. Leren Het leren moet altijd plaatsvinden binnen een zinvolle context. De nadruk moet niet alleen liggen op de cognitieve ontwikkeling, ook de creatieve en sociaal-emotionele ontwikkeling vinden wij belangrijk. Lesgeven (pedagogisch-didactisch handelen) Het lesgeven is de kern van ons werk. We onderscheiden pedagogisch en didactisch handelen, hoewel beide facetten van ons werk feitelijk onscheidbaar zijn. Van belang daarbij is: oog hebben voor het individu, een open houding, wederzijds respect en een goede relatie waarin het kind zich gekend weet. Belangrijke pedagogische noties zijn: zelfstandigheid, eigen verantwoordelijkheid, kritische zin, reflecterend vermogen en samenwerking. Gelet op de didactiek vinden we de volgende zaken van groot belang: • interactief lesgeven en daarbij de leerlingen betrekken bij het onderwijs. • zoveel mogelijk onderwijs op maat geven: differentiëren. • gevarieerde werkvormen hanteren om de leerlingen gemotiveerd te houden. • een kwaliteitsvolle instructie verzorgen met daarna verlengde instructie voor leerlingen die dat nodig hebben. • kinderen zelfstandig (samen) laten werken.
11
Adaptief onderwijs Binnen ons onderwijs vinden wij de woorden relatie, autonomie en competentie erg belangrijk. We geven dat op de volgende manier vorm: • Wij hanteren het leerstofjaarklassensysteem. • We streven ernaar om met zo klein mogelijke groepen te werken • We bieden alle leerlingen - enkele uitzonderingen daargelaten – basisstof aan en daarbij indien nodig herhalings- en verrijkingsstof. Zorg en begeleiding We streven ernaar, dat iedere leerling zich ononderbroken kan ontwikkelen en ontplooien. Omdat we te maken hebben met verschillen moet het onderwijsleerproces zo ingericht worden dat dit ook mogelijk is. In de eerste plaats moeten de leerkrachten daarom de leerlingen goed kennen (wat is hun niveau?). Daarna moeten de leerlingen goed gevolgd worden: hoe verloopt het ontwikkelingsproces? Daar waar nodig volgt zorg en begeleiding. Deze zorg kan gericht zijn op leerlingen die wat minder kunnen, maar ook op leerlingen die wat meer kunnen. De centrale figuur bij zorg en begeleiding is de leerkracht. De interne begeleiders hebben een coördinerende taak. De school besteedt veel aandacht aan de leerlingenzorg. Om goed zicht te krijgen op zorgleerlingen gebruikt de school methodegebonden toetsen, toetsen uit het Citoleerlingvolgsysteem en LICOR- observatielijsten. De zorg richt zich op het verbeteren van de leer- en sociale prestaties. Voor kinderen met een D- of E-score wordt een handelingsplan gemaakt, in nauwe samenspraak met de intern begeleiders. De kinderen met een handelingsplan worden door de eigen leerkracht begeleid, hetgeen gerealiseerd kan worden doordat er met kleine groepen gewerkt wordt. Een aantal kinderen stijgt qua intelligentie boven de middenmoot uit. De kans bestaat dat deze leerlingen gaan onderpresteren omdat het werk te makkelijk is. De leerlingen die een diagnose hoogbegaafdheid hebben en de kinderen die meestal een A scoren op de Cito-toetsen komen in aanmerking voor een verrijkingsprogramma. Icidenteel werken deze kinderen al met een verrijkingsprogramma. Beleid is nog in ontwikkeling Uitgangspunten bij onze zorg en begeleiding: 1. De leerkrachten kennen de leerlingen. 2. De leerkrachten signaleren vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig hebben. 3. Ouders worden betrokken bij de (extra) zorg voor hun kind. 4. Externe partners worden –indien noodzakelijk- betrokken bij de zorg voor leerlingen. 5. De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen. 6. Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens, bepaalt de school de aard en de zorg voor de zorgleerlingen. 7. De school voert de zorg planmatig uit. 8. De school gaat de effecten van de zorg na. 9. De interne begeleiders coördineren de zorg en begeleiding. De leraar Om kwalitatief goed onderwijs te geven, worden heel wat vaardigheden van een leerkracht gevraagd. Leraren moeten leerlingen ondersteuning bieden in het leren, hun ontwikkeling van zelfstandigheid en het nemen van eigen verantwoordelijkheid. Daarbij wordt de onderwijstijd zo optimaal mogelijk benut. De leraar stemt zijn didactisch handelen af op de behoeften en mogelijkheden van de leerlingen. Een ononderbroken leerlijn voor ieder kind dient te worden nagestreefd.
12
De schoolontwikkeling vereist ook een ontwikkeling van de leraar, hetgeen gestalte krijgt in het nascholingsbeleid. De leraar dient ook niet-lesgebonden taken conform het taakbeleid van de school uit te voeren (zie hoofdstuk personeelsbeleid). Doelen m.b.t. de leraar: • • • • • • • • • • • • • • • • •
De leraar zorgt voor een goede sfeer binnen de groep, waarbij respect voor elkaar en elkaars eigendommen het uitgangspunt is. De leraar geeft binnen zijn groep instructie op verschillende niveaus. De leraar volgt ieder kind in zijn leerontwikkeling en stemt zijn onderwijsaanbod hierop af. De leraar bevordert zelfvertrouwen, zelfstandigheid, eigen verantwoordelijkheid en samenwerking. De leraar stimuleert en activeert de leerlingen. De leraar zorgt voor een functionele en uitdagende leeromgeving. De leraar werkt planmatig. De leraar handelt overeenkomstig de missie en visie van de school. De leraar draagt bij aan de ontwikkeling van de school. De leraar kan en wil met anderen samenwerken. De leraar wil zijn/haar werk met anderen bespreken. De leraar stelt zich collegiaal op. De leraar voert genomen besluiten loyaal uit. De leraar werkt aan zijn professionele ontwikkeling De leraar staat open voor coaching en collegiale consultatie. De leraar is aanspreekbaar op resultaten en het nakomen van afspraken. De leraar draagt bij aan het uitvoeren van niet-lesgebonden taken.
Leiderschap Onze school wordt geleid door een managementteam, dat bestaat uit de directeur en de adjunct-directeur. Kernwoorden bij het leiding geven zijn: organiseren, faciliteren, ontwikkelen, controleren en stimuleren. Het is van belang om ernaar te streven dat alles op rolletjes loopt, dat de leerkrachten voldoende tijd en middelen hebben om hun werk goed te doen en dat de medewerkers zichzelf verbeteren. De 2 Intern Begeleiders bereiden het beleid voor op het gebied van zorg en begeleiding van leerlingen en coördineren en controleren de uitvoering ervan. Het door managementteam en/ of IB-team voorbereid beleid wordt voorgelegd aan het team. Binnen de teamvergadering wordt dan vervolgens meegedacht en meegepraat over het beleid van de school. Hierna neemt het MR besluiten, meestal op basis van overeenstemming. Pedagogisch Klimaat Onze leraren zijn van cruciaal belang. Zij hebben een vormende, opvoedende taak. Wij vinden het belangrijk dat leerlingen goed met zichzelf en met anderen (dichtbij en ver weg) kunnen omgaan. Leraren creëren daartoe een veilig en gestructureerd klimaat waarin kinderen zich gewaardeerd en gerespecteerd voelen. Wij hechten veel waarde aan een positieve en motiverende leraar, een begeleider die ervoor zorgt dat de leerlingen het werk zelfstandig of samen met anderen kunnen doen.
13
Doelen m.b.t. het realiseren van een goed pedagogisch klimaat: 1. De leerkrachten zorgen voor een ordelijke klas. 2. De leerkrachten zorgen voor een functionele en uitdagende leeromgeving. 3. De leerkrachten gaan positief en belangstellend met de leerlingen om. 4. De leerkrachten zorgen voor interactie met en tussen de leerlingen. 5. De leerkrachten bieden de leerlingen structuur. 6. De leerkrachten zorgen voor veiligheid. 7. De leerkrachten hanteren de afgesproken regels en afspraken. 8. De leerkrachten laten de leerlingen zelfstandig (samen) werken. Didactisch handelen Over het didactisch handelen van de leraren zijn de volgende afspraken gemaakt: 1. De lessen worden gegeven op basis van de principes van directe instructie 2. In elke groep is een instructietafel aanwezig. 3. Er zijn tekens afgesproken, die zelfstandig werken, samen werken en met de gehele groep werken aangeven. 4. De leerlingen werken volgens een vastgestelde tijd zelfstandig aan hun opdrachten. Er is een progressieve lijn in de opbouw van de tijdsduur. 5. Iedere groep heeft de beschikking over leerstof voor kinderen die klaar zijn met hun opdracht Onderwijskundig concept We hebben de volgende principes vastgesteld: Ten aanzien van ons onderwijs zoeken we naar een goede balans tussen de aandacht voor de cognitieve ontwikkeling, de creatieve ontwikkeling en de sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen. Van belang zijn de volgende aspecten: • motiveren voor de leertaak: daar waar relevant aansluiten bij de leef- en belevingswereld van de leerlingen. • zorgen voor afwisselende werkvormen. • begeleiding van de zelfstandigheid en de motivatie: zelf kiezen, zelf sturen gekoppeld aan taakbewustheid (kinderen laten werken naar vermogen). • een plezierig pedagogisch klimaat waarin kernwoorden als veiligheid, regels, acceptatie, respect, samenwerken en betrokkenheid van belang zijn. We streven ernaar om het onderwijs zo effectief mogelijk te laten verlopen. Kernpunten zijn daarbij: • De leertijd wordt zo effectief mogelijk besteed. • Het leren van de leerlingen staat centraal. • Leerlingen die dat nodig hebben krijgen extra aandacht. • Leerkrachten zorgen voor een ordelijk en gestructureerd klimaat dat geschikt is voor leren en onderwijzen. • De vooruitgang van de leerlingen wordt systematisch geëvalueerd. • Het belang van de (bege)leidende en sturende rol van de leerkracht wordt onderkend. Leerstofaanbod Op onze school gebruiken we eigentijdse methodes die voldoen aan de kerndoelen. De methodes worden bij de hoofdvakken integraal gebruikt door de leerkrachten. Voor de toetsing van de leerstof maken we gebruik van methode-onafhankelijke en methodegebonden toetsen. 14
Ten aanzien van het leerstofaanbod hebben we de volgende afspraken opgesteld: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
De methodes voldoen aan de kerndoelen van het basisonderwijs. Er worden methodegebonden toetsen gebruikt. Het leerstofaanbod vertoont een doorgaande lijn. Het leerstofaanbod komt tegemoet aan relevante verschillen. Het leerstofaanbod voorziet in de ondersteuning van de sociaal-emotionele ontwikkeling. De school besteedt, uitgaande van onze christelijke identiteit, aandacht aan actief burgerschap. 7. Het leerstofaanbod voorziet in het gebruik leren maken van ICT. 8. Het leerstofaanbod voorziet in aandacht voor intercultureel onderwijs. 9. Het leerstofaanbod bereidt leerlingen voor op het vervolgonderwijs. Het leerstofaanbod op onze school wordt op de volgende manier geordend.
Vakgebied Arbeid met ontwikkelingsmateriaal Nederlandse taal
Schrijven Lezen
Rekenen / Wiskunde
Godsdienstonderwijs
Engelse Taal
Methode Schatkist Taal Veilig Leren Lezen – nieuwe versie Veilig in Stapjes Taal Actief Woordbouw – nieuwe versie Stenvert – taal / spelling Spelling in de Lift Spellingskaarten Taal Actief – oude versie Taalprogramma’s computer Schrijftaal Schrijfdans Veilig Leren Lezen – nieuwe versie Veilig in Stapjes Lezen in tweetallen Ondersteboven van lezen Lees je Wijzer Leesboeken begrijpend lezen Leesprogramma’s op de computer Schatkist Rekenen Pluspunt Remelka Stenvert – rekenen Rekenprogramma’s op de computer Rekenspellen Hoofdrekenboeken bovenbouw Startpunt Levend Water (gr. 6, 7 en 8) Diverse kinderbijbels Liederenbundels Let’s do it
15
Geschiedenis
Aardrijkskunde
Natuuronderwijs / Bevordering van gezond gedrag Sociaal-emotionele ontwikkeling / Sociale redzaamheid
Verkeer
Beeldende Vorming
Muzikale Vorming Dramatische Vorming
Bewegingsonderwijs
Idee Groei Geschiedenis in de kijker Bij de Tijd Idee Groei Hier en Daar Idee Groei Leefwereld Kleuters en omgaan met elkaar Kinderen en omgaan met conflicten Kinderen en omgaan met waarden en normen Kinderen en omgaan met ingrijpende situaties Straatwerk Op Voeten en Fietsen Jeugd Verkeerskrant Handvaardig Tekenvaardig Praxis Muziek in de basisschool Taal Actief Doen alsof De basisschool is één groot drama Basislessen bewegingsonderwijs deel 1 en 2
Overzicht vervanging methodes t/m 2017 2007/2008
aardrijkskunde / extra speel- en leermaterialen groep 1 / godsdienstmethode / lezen
2008/2009
aanvankelijk lezen
2009/2010
rekenen
2010/2011
speel- en leermaterialen groepen 1 en 2
2011/2013
taal, spelling en lezen al dan niet in een geïntegreerde methode
2013/2014
natuuronderwijs
2014/2015
geschiedenis
2015/2016
lezen / orthotheek
2016 /2017
speel- en leermaterialen
lezen
groepen 1 en 2
16
In de Schoolgids staat een meer uitgebreide beschrijving van de verschillende vakgebieden (zie schoolgids). De methodes voldoen allen aan de kerndoelen. In de handleidingen van deze methodes staan deze kerndoelen beschreven. Toetsinstrumenten Om de voortgang te toetsen gebruiken we de volgende toetsinstrumenten: methodegebonden toetsen toetsen van het CITO leerlingvolgsysteem observatielijsten LICOR Sociaal-emotionele ontwikkeling Een sfeer waarbinnen leerlingen en leerkrachten zich prettig voelen vinden wij belangrijk. Dit willen wij ondermeer proberen te bereiken door met elkaar regels en afspraken te maken. Respectvolle zorg voor elkaar en voor de omgeving zien wij als een belangrijke opdracht voor de kinderen en de leerkrachten. Dit doen we op de volgende manier: 1. Wij hanteren een leerlingvolgsysteem sociaal-emotionele ontwikkeling (LICOR) 2. Wij hanteren schoolregels en klassenregels m.b.t. het omgaan met elkaar in de klas en op het plein. 3. Wij gebruiken de methode Omgaan met sociale talenten in de groepen 1 t/m 8 4. Het schoolbestuur beschikt over een vertrouwenspersoon. ( Zie klachtenregeling) Leertijd Op onze school willen we de leertijd effectief besteden, omdat we beseffen dat leertijd een belangrijke factor is voor het leren van onze leerlingen. We proberen daarom verlies van leertijd te voorkomen. Ook willen we ze voldoende leertijd geven om zich het leerstofaanbod eigen te maken. In principe trachten we zo alle leerlingen in acht jaar de einddoelen basisonderwijs te laten halen. Dit doen we op basis van de volgende afspraken: 1. Leerkrachten bereiden zich schriftelijk voor middels weekplanningen in hun klassenmap. 2. Leerkrachten zorgen voor een effectief klassenmanagement. 3. Op schoolniveau wordt er voldoende onderwijstijd gepland. 4. Leerkrachten hanteren heldere roosters. 5. Leerkrachten variëren de hoeveelheid leertijd afhankelijk van de onderwijsbehoefte. ICT Het gebruik van ICT vormt een wezenlijk onderdeel van ons onderwijsaanbod. We vinden het belangrijk dat de leerlingen leren omgaan met de moderne informatie-communicatie technologie. Het gebruik van de computer wordt als volgt vormgegeven: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
In alle groepen wordt gebruik gemaakt van de computer voor didactische doeleinden. In elk leslokaal staan enkele computers. In de groepen 5 t/m 8 wordt gebruik gemaakt van de methode Basisbits. De leerkrachten maken in toenemende mate gebruik van de computer. (e-mail, internet) De school beschikt over technisch en inhoudelijk goede (werkende) hard- en software. Een van de leerkrachten is aangesteld als ICT-coördinator.
17
Opbrengsten Ons onderwijs is geen vrijblijvende aangelegenheid. We streven zo hoog mogelijke opbrengsten na. We vinden het van belang dat de leerlingen presteren naar hun mogelijkheden en dat ze opbrengsten realiseren die leiden tot passend (en succesvol) vervolgonderwijs. Wij stellen onszelf daartoe de volgende doelen: 1. De leerlingen realiseren aan het eind van de basisschool de verwachte opbrengsten op grond van hun ontwikkelingsverloop. 2. De leerlingen realiseren tussentijds de verwachte opbrengsten op grond van hun ontwikkelingsverloop. 3. De sociale vaardigheden van de leerlingen liggen op het niveau dat verwacht mag worden op grond van hun ontwikkelingsverloop. 4. Leerlingen ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden. 5. De meeste leerlingen doorlopen de basisschool in acht jaar. 6. De leerlingen krijgen de juiste adviezen voor het vervolgonderwijs. De scores van alle leerlingen van onze school aan het eind van schooljaar 2006-2007 worden weergegeven in het volgende overzicht. De niveau-aanduidingen A, B, C, D, E betekenen: A: B: C D E
Hoog niveau Ruim voldoende niveau Voldoende niveau Onvoldoende niveau Zeer onvoldoende niveau
vormingsgebied rekenen lezen (begrijpend) lezen ( technisch) spelling
A 25% 23% 29% 26%
B 27% 23% 23% 18%
C 23% 20% 21% 31%
D 19% 19% 14% 18%
18
E 4% 8% 12% 6%
Voldoende 77% 73% 74% 76%
- Onvoldoende 23% 27% 26% 24%
INTEGRAAL PERSONEELSBELEID Doelen: • Het creëren van goede arbeidsvoorwaarden. • Het bevorderen van een goede werksfeer en een goed werkklimaat, waarin het personeel tot z’n recht komt, zich geaccepteerd en veilig voelt en waar samenwerking bevorderd wordt; • Het komen tot verbetering en optimalisering van de kwaliteit van de arbeid; • Het realiseren van een effectieve inzet van mensen ten behoeve van de doelstelling van de school: het verzorgen van goed onderwijs, waarbij voor alle (verschillende) kinderen een leeromgeving wordt gecreëerd, waarin zij het beste uit zichzelf naar boven halen. Formatiebeleid Op onze school zijn afspraken gemaakt over de inzet van personeel. Het uitgangspunt daarvoor is het leerlingenaantal en het aantal groepen dat op basis daarvan kan worden gevormd. Door zoveel mogelijk formatie te besteden aan het werken met de groepen, worden kleine groepen gevormd, waarbinnen passend onderwijs te realiseren is. Met passend onderwijs bedoelen we onderwijs dat uitgaat van verschillen tussen kinderen en hoe je daar in je denken en in je handelen mee omgaat. Onderwijs gericht op elke leerling ook al wijkt het niveau af. Er is formatieruimte voor directietaken ( in totaal 5 dagdelen) en interne begeleiding (1 dagdeel per week). Taakverdeling en taakbelasting Voor het onderwijzend personeel zijn afspraken gemaakt over de verdeling van de taken binnen de school. De kerntaak van leerkrachten is de lessentaak binnen de groep. Door middel van een vastgestelde lijst ter berekening van de normjaartaak wordt vastgesteld hoeveel uren elk personeelslid aan deze taken werkt. Voor de overige schooltaken is een lijst opgesteld. Deze taken worden ieder jaar tussen de leerkrachten verdeeld. Beginnende leerkrachten krijgen gedurende de eerste twee jaren minder “overige schooltaken” opgedragen, waardoor zij meer tijd hebben om zich het vak van leraar eigen te maken. Gesprekscyclus De directeur houdt minimaal 1 maal per schooljaar een functioneringsgesprek met elk personeelslid. Dit gesprek vindt plaats naar aanleiding van een leidraad. Vaste onderdelen daarbij zijn het functioneren, wensen en klachten en het persoonlijk ontwikkelingsplan van het personeelslid. De directeur houdt 1 maal per 2 schooljaren een beoordelingsgesprek met elk personeelslid. Op basis van een beoordelingsformulier worden de competenties van het personeelslid beoordeeld en wordt een conclusie geformuleerd. Nascholing Elk schooljaar wordt een nascholingsplan opgesteld. Na overleg tussen onderwijsteam en directie worden de nascholingsplannen en de daarbij behorende budgetten opgesteld. Taakverdeling bestuur en directie Er is een directiestatuut waarin de verantwoordelijkheid van het bestuur (bovenschools management) en schooldirecteuren met betrekking tot de verschillende beleidsaspecten is geregeld.
19
Arbeidsomstandigheden Het schoolbestuur van de Gereformeerde Basisschool Benjamin heeft een arbocommissie aangesteld, bestaande uit een vertegenwoordiger van het bestuur, het onderwijsteam en de MR. Deze commissie draagt zorg voor het opstellen en actueel houden van de risicoinventarisatie (RIE) en de uitvoering van het plan van aanpak arbozorg. Het ziekteverzuimbeleid is opgenomen in het ziekteverzuimbeleidsplan. Strategisch personeelsbeleid voor de komende vier jaar Binnen het onderwijs streven we naar optimale prestaties voor de leerlingen. Omdat kinderen verschillend zijn vraagt dat om onderwijs op maat, waarbij zelfstandig leren wordt gestimuleerd, binnen een krachtige, uitdagende en betekenisvolle leeromgeving. Voor de komende jaren zal het personeelsbeleid er op gericht zijn om dat doel te realiseren. Onze school wil een lerende organisatie zijn waarin mensen zich actief bewegen en gericht zijn op het opdoen van nieuwe kennis en ervaring, in staat om kritisch te reflecteren op het eigen handelen. Op grond van het bovenstaande zijn de volgende beleidsvoornemens geformuleerd: • Investeren in scholing; • Door middel van collegiale consultatie, intervisie en teamleren bevorderen dat er actieve kennis- en ervaringsuitwisseling plaatsvindt; • Meer aandacht voor coaching en begeleiding, mede vanuit een oogpunt van leeftijdbewust personeelsbeleid. Het integraal personeelsbeleid wordt vormgegeven door middel van de uitvoering van personeelsplannen. Deze zijn opgenomen in de beleidsvoornemens ter verbetering van de kwaliteit van het onderwijs.
20
FINANCIEEL BELEID Om in het kader van de lumpsum-financiering verantwoord financieel beleid te voeren, heeft het schoolbestuur een financiële commissie aangesteld, die belast is met het opstellen, uitvoeren en evalueren van het financiële beleid van de Gereformeerde Basisschool Benjamin. De commissie bestaat uit vertegenwoordigers van het bestuur, de directie en een financieel expert. De financiële commissie werkt nauw samen met het administratiekantoor SROL. Zoals eerder omschreven heeft de school een missie, een visie en algemene doelstellingen waarvan de beoogde uitvoering nader wordt vastgelegd in financieel beleid. Daarnaast heeft de school te maken met een aantal veranderingen die kunnen leiden tot risico’s. Veranderingen kunnen echter zowel positief als negatief zijn en zijn soms wel, soms deels en soms niet beïnvloedbaar. Binnen de vaststelling van het beleid moeten deze risico’s worden meegenomen teneinde verantwoorde keuzes te kunnen maken. In het kader van risicobeheersing moeten deze omgevingsvariabelen allereerst geïnventariseerd worden om er vervolgens de aard, inhoud en omvang van te bepalen. Het bepalen van aard, inhoud en omvang vindt plaats middels een analyse. De risico’s alsmede het vastgestelde beleid worden opgenomen in meerjarenplannen waarna er controle dient plaats te vinden op het resultaat van de uitvoering van de plannen en de mate waarin de risico’s zich hebben voorgedaan. Evaluatie en bijsturing van beleid of de uitvoering daarvan kan plaatsvinden nadat regelmatige en periodieke controle op de realisatie van de plannen heeft plaatsgevonden. In het kader van planning en controle moet het wel vooraf duidelijk zijn wie bevoegd zijn tot het maken van bindende afspraken en hoe processen verlopen. Op de resultaten van de uitvoering van het beleid dienen de verantwoordelijken aangesproken te kunnen worden, zowel positief als kritisch. In de eerste plaats moet de directie verantwoording afleggen aan het bestuur. Het bestuur is eindverantwoordelijk en moet maatschappelijke verantwoording afleggen aan alle betrokken partijen. Dit betreffen met name het Ministerie van OC&W en ouders van leerlingen. Het afleggen van bestuurlijke verantwoordelijkheid vindt plaats via het jaarverslag waarvan het bestuursverslag een onderdeel uitmaakt. Het meten van de financiële resultaten geschiedt door middel van gedefinieerde kengetallen, waarvan de uitkomsten worden vergeleken met vooraf gedefinieerde normen. Deze evaluatie vindt periodiek plaats en kan aanleiding geven tot bijsturing van het financiële beleid. Zie financieel beleidsplan
21
BELEIDSVOORNEMENS TER VERBETERING VAN DE KWALITEIT VAN HET ONDERWIJS Net als in 2004 geeft het PKO door de inspecteur van onderwijs richting aan het beleid ter verbetering van de zorg voor de kwaliteit van ons onderwijs. Daarnaast willen wij verder werken met het instrument voor zelfevaluatie WMK-PO. De eerste cyclus is niet binnen de geplande eerste termijn van 4 jaren gerealiseerd. Gepland worden derhalve de afronding van de eerste cyclus en de (gedeeltelijke)invulling van de tweede cyclus. Ook de verbeterdoelen naar aanleiding van het reeds gerealiseerde deel van WMK- PO, het jaarverslag 2006-2007 van de directie en het zorgplan van het Intern Begeleidingsteam maken deel uit van het schoolplan 2007-2011. De beleidsvoornemens zijn opgesteld aan de hand van 3 overzichten. Deze overzichten geven aan op welke beleidsterreinen de school verbeterplannen wil uitvoeren, met welke plannen de school de reeds bestaande plannen wil borgen en op welke manier de kwaliteitszorg wordt geëvalueerd. De eerste tabel vermeldt de beschrijving en de planning van verbeteractiviteiten. De tweede tabel is gericht op de borging van reeds geïmplementeerde activiteiten. De derde tabel maakt zichtbaar op welke wijze wij planmatig willen evalueren. Wij willen de volgende plannen uitvoeren om de kwaliteit van onderwijs te verbeteren Verbeterplannen 20072008200920102008 2009 2010 2011 Invoeren operationeel jaarplan Invoeren Schatkist Rekenen en Taal Verdere ontwikkeling aanbod Techniek Inrichting lokalen Herziening hanteren schoolregels Beleid samenwerkend leren Optimaliseren passend onderwijs Opstellen / uitvoeren beleid meerbegaafden Afstemming leertijd op onderwijsbehoefte van de leerlingen Opstellen beleid / scholing boeiend onderwijs Opstellen/uitvoeren cultuureducatieplan Uitvoeren teamleren dyslexie Opstellen regeling begeleiding nieuwe leerkrachten Opstellen seniorenbeleid Opstellen beloningsbeleid Opstellen document informatieverschaffing Opstellen beleid deeltijd- en voltijdbanen Opstellen managementstatuut Opstellen regeling functioneringsgesprekken Ontwikkelen bekwaamheidsdossier / beroepsprofiel leraar Opstellen incidentenregistratie Ontwikkelen procedure voor omgaan met kinderen met opvallend gedrag
22
Opstellen communicatieplan Borgen van plannen die reeds geïmplementeerd zijn. Borging geïmplementeerde plannen 20072008 Vaststellen schoolplan Zelfstandig werken Directe instructie / voorinstructie / samenvatting Ontwikkelen doorlopende lijn beeldende vorming Uitvoeren cultuureducatieplan Vaststellen procedure LGF-leerlingen ICT-plan Zorgplan Intern Begeleiders Regeling functioneringsgesprekken Regeling beoordelingsgesprekken Formatiebeleid Taakbeleid Klachtenregeling Arbobeleidsplan Arbojaarplan RI&E Nascholingsplan Procedure werving & selectie Opstellen afvloeiingslijst Regeling collegiale consultatie en intervisie Ziekteverzuimbeleidsplan Lijst ongevallenregistratie Lijst incidentenregistratie (gemeentelijk) Huisvestingsbeleid
23
20082009
20092010
20102011
Evalueren van de uitvoering van plannen Naar aanleiding van het PKO in 2007 willen wij de kwaliteit van de evaluatie van de opbrengsten van ons onderwijs verbeteren, evenals de activiteiten van de directie die op de verbetering en de borging ervan gericht zijn. Verder willen wij de eerste cyclus van WMK-PO uitvoeren en daarna overgaan tot het uitvoeren van de tweede cyclus. De volgorde van te evalueren onderwerpen in de tweede cyclus zal later door directie en team worden bepaald. Plannen voor (zelf) evaluatie van ons 2007200820092010onderwijs 2008 2009 2010 2011 Uitvoeren tevredenheidsonderzoek Evaluatie van de realisatie van gemaakte plannen met behulp van een kijkwijzer door de directie. Jaarlijkse evaluatie aan de hand van door CITOtoetsen gemeten opbrengsten en daarvan opgestelde trendanalyses WMK-PO (1e ronde) kwaliteitskaart toetsinstrumenten/opbrengsten WMK-PO (1e cyclus) kwaliteitskaart Pedagogisch klimaat WMK-PO (1e cyclus) kwaliteitskaart Schoolklimaat WMK-PO (1e cyclus) kwaliteitskaart Leertijd WMK-PO (1e cyclus) kwaliteitskaart Interne communicatie WMK-PO (1e cyclus) kwaliteitskaart Contacten met ouders WMK-PO (1e cyclus) kwaliteitskaart Professionalisering WMK-PO (1e cyclus) kwaliteitskaart Schoolleiding WMK-PO 2e cyclus met uitvoering scan
24
OPERATIONEEL JAARPLAN 2007-2008 Per schooljaar wordt een planning gemaakt voor de uitvoering van de verbeterplannen van het schoolplan 2007-2011. De te bereiken doelen worden per schooljaar beschreven in een operationeel jaarplan en worden toegevoegd aan de jaarkalender die het onderwijsteam en de directie al hanteren. In dit schoolplan vermelden wij de doelen van het operationeel schoolplan 2007-2008. Aan het eind van elk schooljaar zal na evaluatie een operationeel jaarplan voor het daarop volgende schooljaar worden opgesteld.
De doelen van het operationeel jaarplan 2007-2008 willen wij als volgt formuleren: Eind schooljaar 2007-2008 zijn de volgende doelen bereikt: De invulling en controle van de kwaliteitsverbetering is uitgevoerd . Schatkist rekenen en taal zijn geïmplementeerd. Techniekonderwijs wordt structureel en planmatig gegeven in elke groep. Er is een duidelijke visie ontwikkeld op de afstemming van leertijd op onderwijsbehoefte van de leerling. Er is een cultuureducatieplan ontwikkeld en de planning ervan voor het schooljaar 2007-2008 is uitgevoerd. Het managementstatuut is opgesteld. In het kader van de WET BIO zijn de kwaliteiten van de leerkrachten in kaart gebracht Er is een herziene regeling functioneringsgesprekken opgesteld en de functioneringsgesprekken zijn conform deze regeling zijn uitgevoerd. Er is ontwikkeling van het bekwaamheidsdossier gerealiseerd. De schoolregels en afspraken die betrekking hebben op het gedrag van leerlingen op school worden herzien en weloverwogen toegepast. De directieleden hebben de uitvoering van verbeterplannen aan de hand van de kijkwijzer op basis van de bekwaamheidseisen in WET-BIO gecontroleerd en geëvalueerd. Er is een tevredenheidsonderzoek onder ouders en leerlingen uitgevoerd. Er is een incidentenlijst opgesteld. De geplande activiteiten ter borging van de kwaliteit van het onderwijs zijn uitgevoerd. De eerste cyclus van WMK-PO is uitgevoerd en er is een begin gemaakt met de tweede cyclus.
Voor de planning van de activiteiten verwijzen wij naar de jaarkalender van directie en team.
25