Schoolplan 2011-2015
Basisschool ‘De Vendelier’ Schutsboom 67 5706 KH Helmond 0492-520434
Stepekolk –Oost 53 5706 LA Helmond 0492-432326
www.devendelier.nl
[email protected]
INHOUDSOPGAVE Blz. HOOFDSTUK 1: 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
De schoolgegevens Bronnen Procedure wijzigingen Formulier instemming met schoolplan (MR) Formulier vaststelling schoolplan (bevoegd gezag)
HOOFDSTUK 2: 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6
2.7
2.8
2.9
DE SCHOOLGEGEVENS 5 6 6 7 8
SCHOOLBESCHRIJVING
De geschiedenis van de school Korte beschrijving van de wijk en haar bevolking WSNS en De Vendelier Waar willen we als school voor staan? De Vendelier, een katholieke school De ouders 2.6.1 Ouders / verzorgers 2.6.2 Contacten met ouders 2.6.3 Medezeggenschapsraad 2.6.4 GMR 2.6.5 Ouderbijdrage De leerlingen 2.7.1 Aanmelden en inschrijven 2.7.2 Peuterspeelzaal en kinderdagopvang 2.7.3 Binnen de basisschool 2.7.4 Naar het vervolgonderwijs 2.7.5 Naar het speciaal (basis)onderwijs 2.7.6 Afmelding Wettelijke regelingen 2.8.1 Schoolverzuim 2.8.2 Verlof 2.8.3 Procedure ontzegging toegang/verwijdering leerling Overige zaken 2.9.1 Verplichte onderwijstijd 2.9.2 Schooltijden 2.9.3 Inloop 2.9.4 Buitenschoolse opvang 2.9.5 Leerlingadministratie
9 9 9 10 10 10 11 11 12 13 13 14 14 14 14 15 15 15 16 16 16 16 17 17 17 17 17 17
2 Basisschool De Vendelier – Schoolplan 2011-2015
HOOFDSTUK 3:
HET SCHOOLCONCEPT
3.1 Visie op het onderwijs 3.2 Schoolniveau 3.2.1 Doelen van de organisatie 3.2.2 Beleidsvoering 3.2.3 Coördinatie 3.2.4 Beheer 3.2.5 Personeelsbeleid 3.2.6 Veranderingsaanpak 3.2.7 Communicatie en informatie 3.2.8 Teamfunctioneren 3.2.9 Leiderschapsstijl 3.2.10 Evaluatie 3.2.11 Leerlingadministratie 3.2.12 Schoolreglement 3.3 Klassenniveau 3.3.1 Doelen 3.3.2 Leerinhouden en werkvormen 3.3.3 Opvoedings- en onderwijsstijl 3.3.4 Groeperingsvormen en groepsgrootte 3.3.5 Middelen 3.3.6 Evaluatie intern en extern 3.3.7 School en wijk HOOFDSTUK 4:
HET ONDERWIJSKUNDIG BELEID
4.1 Inleiding 4.2 Inhouden van leer- en vormingsgebieden 4.2.1 Leergebied overstijgend 4.2.2 Taalonderwijs 4.2.3 Rekenen en wiskunde 4.2.4 Oriëntatie op mens en wereld 4.2.5 Kunstzinnige oriëntatie 4.2.6 Lichamelijke oefening 4.2.7 Levensbeschouwelijk onderwijs 4.2.8 Verrijkingsmaterialen 4.2.9 Afsluiting HOOFDSTUK 5.
18 20 20 20 21 21 21 22 22 23 23 23 24 24 24 24 25 25 26 26 27 28
29 30 30 31 32 32 32 33 33 34 34
ZORG VOOR DE LEERLING
5.1 Zorg op maat, inleiding 5.2 Het zorgplan 5.2.1 Zorg op maat 5.2.2 Onderdelen cyclus leerlingenzorg 5.2.3 Leerlingendossier 5.2.4 Toetsenoverzicht 5.3 Aannamebeleid in het kader van het zorgbeleid 5.3.1 Integratie van leerlingen met een handicap 5.3.2 Beleidsuitgangspunten
35 35 36 41 42 42 43 43 43 3
Basisschool De Vendelier – Schoolplan 2011-2015
5.3.3 Toelatingsprocedure 5.4 Besliscriteria voor 3 jaar kleuteren of doubleren in groep 5 t/m 8 11 5.5 Dyslexie en leesproblemen 5.5.1 Inleiding 5.5.2 Wat is dyslexie 5.5.3 Signaleren van dyslexie 5.5.4 Diagnostiek/onderzoek 5.6 Meer- en hoogbegaafdheid 5.6.1 Inleiding 5.6.2 Leerlijn voor meerbegaafde leerlingen 5.6.3 Leerlijn voor hoger begaafde leerlingen 5.6.4 Hoe omgaan met onderpresteerders 5.6.5 Hoe omgaan met kleuters met een ontwikkelingsvoorsprong 5.6.6 Een ASS (disharmonisch) en meerbegaafdheid 5.7 Borging HOOFDSTUK 6.
KWALITEITSZORG
6.1 Inleiding 6.2 Uitgangssituatie 6.2.1 Leerling populatie 6.2.2 De omgeving 6.2.3 De huisvesting 6.2.4 De interne situatie 6.3 Doelen stellen 6.4 Een systematische aanpak van de kwaliteitszorg 6.4.1 Gegevens verzamelen 6.4.2 Ordening van de gegevens 6.4.3 Meerjarenplanning 6.4.4 Verbetering van het onderwijs 6.5 Verantwoording afleggen HOOFDSTUK 7.
43 44 46 46 46 46 47 47 47 49 48 50 51 52 52
53 53 54 54 54 54 54 55 55 56 56 57 62
HET PERSONEELSBELEID
7.1 Inleiding 7.2 I.P.B.-beleidsplan op De Vendelier
64 65
BIJLAGEN
67
4 Basisschool De Vendelier – Schoolplan 2011-2015
1. De schoolgegevens
1.1 De schoolgegevens
Stichting QLIQ primair onderwijs
Onze school valt onder het bevoegd gezag van de stichting Qliq. In totaliteit vallen er 15 scholen onder dit bestuur
’t Baken Den Bongerd Dierdonk BBS Helmond-Noord Jorisschool Kindcentrum Montessori Mariaschool De Vlier
St. Odulfus De Troubadour St. Trudo De Vendelier BBS De Vuurvogel De Zevensprong • De Korenaar
Het secretariaat van het schoolbestuur is gevestigd op het bestuurskantoor. Het adres is: St. Trudostraat 2a 5608 GL Helmond tel. 0492-477960 e-mail:
[email protected]
Het schooladres:
Locatie Schutsboom Schutsboom 67 5706 KH Helmond tel. 0492 – 520434 internet: e-mail:
De directie
Locatie Stepekolk Stepekolk Oost 53 5706 LA Helmond TEL. 0492 - 432326
www.devendelier.nl
[email protected]
Directeur:
Boudewijn Sterk
Adjunct-directeuren:
Huub Swinkels Yvonne van Heugten
5 Basisschool De Vendelier – Schoolplan 2011-2015
1.2
Bronnen
Voor de beschrijving van dit schoolplan is gebruik gemaakt van Het oude schoolplan Leerlingtevredenheidsonderzoek Personeelstevredenheidsonderzoek Oudertevredenheidsonderzoek Inspectierapport 2010 Bestaande beleidsstukken Eigen waarneming
1.3
Procedure wijzigingen
De eindverantwoordelijkheid voor het schoolplan ligt bij de directeur. Bij het schrijven en wijzigen en/of uitbreiden van dit schoolplan ligt daar ook de coördinatie. Het schrijven, wijzigen en/of uitbreiden kan door de directeur zelf, door andere leden van het team of werkgroepen geschieden. Dit gebeurt dan in onderling overleg en/of in de vorm van opdrachten. Schoolplanwijzigingen worden in eerste instantie vastgesteld door de directie, daarna besproken in het team, voorgelegd aan de MR en ter vaststelling aangeboden aan het bevoegd gezag. Wijzigingen worden door de directeur verzonden aan de inspectie, met opgave van wijzigingen en eventueel te vervangen hoofdstukken c.q. pagina’s.
6 Basisschool De Vendelier – Schoolplan 2011-2015
1.4
Formulier “instemming met schoolplan”
School :
K.B.S. De Vendelier
Adres:
Schutsboom 67
Postcode/plaats:
5706 KH Helmond
VERKLARING Hierbij verklaart de medezeggenschapsraad van bovengenoemde school in te stemmen met het van 2011 tot 2015 geldende schoolplan van deze school.
Namens de MR.
________________________ plaats ________________________ datum ________________________ handtekening ________________________ naam ________________________ functie
7 Basisschool De Vendelier – Schoolplan 2011-2015
1.5
Formulier “vaststelling schoolplan”
School :
K.B.S. De Vendelier
Adres:
Schutsboom 67
Postcode/plaats:
5706 KH Helmond
VERKLARING Hierbij stelt de stichting Qliq Primair als bevoegd gezag van bovengenoemde school het van 2011 tot 2015 geldende schoolplan van deze school vast.
Namens Qliq Primair
________________________ plaats ________________________ datum ________________________ handtekening ________________________ naam ________________________ functie
8 Basisschool De Vendelier – Schoolplan 2011-2015
2. De schoolbeschrijving
2.1.
De geschiedenis van de school
Het gebied waar het gebouw staat, De Schutsboom, was tot 1998 de thuishaven van Schutterij Sint Anthonius abt uit Mierlo-Hout. Het lag dus voor de hand een naam te zoeken die niet alleen bij het onderwijs aansloot, maar ook bij de historische benamingen van het gebied. Een schutterij werkt met vastgelegde structuren en hun optreden getuigt altijd van respect voor de ander in de groep. De vendelier loopt fier voorop met zijn vaandel als een wegwijzer omhoog; een uitnodiging aan iedereen de schutterij te volgen. Het vendelzwaaien leer je door veel te oefenen. Je hebt er doorzettingsvermogen voor nodig. Wij willen de kinderen een weg wijzen in hun ontwikkeling door in de omgang respectvol met elkaar om te gaan; door veiligheid en structuur te bieden. Ook op school is gelegenheid om te oefenen als er moeilijkheden zijn en we geven het niet gauw op. Stichting Qliq Primair opende in augustus 2000 de Katholieke basisschool De Vendelier in Brandevoort, de nieuwste wijk van Helmond, gelegen tussen Mierlo-Hout en het Eindhovens kanaal. De buurtschap Schutsboom grenst aan de bebouwing van Mierlo-Hout en aan de Veste. Ter afsluiting van een feestelijke week opende de wethouder van onderwijs, dhr. Bethlehem op 17 november 2000 de school officieel. In het gebouw zijn dan tevens O.B.S. Brandevoort en K.D.V. Helmond. (tijdelijk) gehuisvest. In 2002 verhuist O.B.S. Brandevoort. Ook K.D.V. Helmond krijgt in 2003 een eigen locatie. Vanaf januari 2004 is het hoofdgebouw volledig bezet. Vanaf 2007 heeft de school een dislocatie op Stepekolk – Oost 53. Op beide locaties zijn de groepen 1 t/m 8 vertegenwoordigd.
2.2
Korte beschrijving van de wijk en haar bevolking
De wijk Brandevoort (Vinex-locatie) is nog steeds in ontwikkeling. Het deelplan Schutsboom is gerealiseerd. Door de recente economische crisis is er sprake van een vertraging waardoor de wijk als geheel nog niet is voltooid. Het deelgebied Schutsboom is volgebouwd. Ook De Veste, het centrum van de wijk, is voltooid. Hier staat de openbare basisschool. De derde basisschool, een Montessori kindcentrum is twee jaar geleden geopend en ligt op afstand ten zuid-westen van onze school. Er is nog één basisschool gepland in de wijk. Of en wanneer deze haar deuren opent is afhankelijk van het tempo waarin de wijk als geheel kan worden afgebouwd. Er zijn in Brandevoort vooral koopwoningen gebouwd. Slechts 13%, verspreid over de wijk, bestaat uit huurwoningen in de hogere klassen. De ene helft van de bewoners komt uit Helmond en de andere helft komt vooral vanuit de regio Eindhoven. Er wonen weinig allochtone gezinnen. De meeste ouders hebben een middelbare of hogere schoolopleiding. Onze school kent dus geen leerlingen met leerlinggewicht.
9 Basisschool De Vendelier – Schoolplan 2011-2015
2.3
WSNS en De Vendelier
Onze school participeert in het Samenwerkingsverband Helmond-Mierlo en conformeert zich als zodanig binnen haar activiteiten aan het zorgplan van deze regio.
2.4
Waar willen we als school voor staan?
De Vendelier wil een school zijn waar kinderen, leerkrachten en ouders graag naar toe gaan en met plezier werken. Wij willen een bijdrage leveren aan de totale ontwikkeling van het kind . Daarom vindt u op De Vendelier: Een open en prettig leef-en werkklimaat Een warme pedagogische omgeving Een open cultuur naar elkaar, leerlingen en ouders Aandacht voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen Een uitgebreid leerlingvolgsysteem Een brede zorgstructuur Accent op zelfstandigheid en verantwoordelijkheid Duidelijke regels en afspraken Samenwerkende leerlingen, leerkrachten en ouders Ontwikkelingsgericht werken B.S. De Vendelier, waar respect, veiligheid en structuur vanzelfsprekend zijn.
2.5
De Vendelier, een katholieke school
De christelijke levensvisie is de basis van waaruit wij het onderwijs, het werken met en voor de kinderen gestalte geven. Wij willen de kinderen vertrouwd maken met de christelijke levensbeschouwing en het daaraan gekoppelde gedrag. We maken gebruik van bronnenboeken die onderwerpen aanreiken uit de dagelijkse realiteit en van hieruit een relatie leggen met Bijbelse verhalen. De morgen begint op De Vendelier met een naar de leeftijd aangepaste opening. Met Kerstmis en Pasen zijn er vieringen. De kinderen van groep 4 kunnen deelnemen aan de Eerste Communie en de kinderen uit groep 8 aan het H. Vormsel. De voorbereiding hiervoor gebeurt onder verantwoordelijkheid van de parochie St. Lucia. De Vendelier verleent hand- en spandiensten. Alle leerlingen op onze school, van welke nationaliteit of geloof dan ook, nemen deel aan de dagopening, de catecheselessen en de vieringen.
2.6
De ouders
In de schoolstructuur is de inbreng van ouders van belang. Ouders denken mee over het beleid in de M.R. en in de O.R. Ook in het onderwijs spelen ze een belangrijke rol. De landelijke trend dat beide ouders fulltime of parttime werken is ook op onze school merkbaar.
10 Basisschool De Vendelier – Schoolplan 2011-2015
2.6.1
Ouders/verzorgers
Ouders zijn onmisbaar voor onze school. De betrokkenheid van ouders is groot. Deelname aan allerlei activiteiten is soms minder omdat veel ouders (vaak parttime) werken. Ouderparticipatie proberen we op verschillende manieren te bereiken: Klassenouders Elke groep heeft 2 ouders die hand- en spandiensten verrichten voor de groep. Ouderraad Hierin zitten ouders (12) die samen met de leerkrachten schoolactiviteiten organiseren zoals schoolreis, carnavalsfeest, eindejaarsfeest etc. Medezeggenschapsraad Hierin zitten ouders (5) die samen met de leerkrachten de school adviseren en instemmen rondom beleidszaken. Naaiwerkgroep Een aantal ouders die verkleedkleren maakt voor de onderbouwgroepen. De avondwandelvierdaagse wordt door een vaste groep ouders georganiseerd. Onderwijsondersteunende ouders Ouders ondersteunen de leerkracht bij het lezen, bij creatieve activiteiten e.d. Overblijfouders Verkeerscommissie Deze commissie tracht d.m.v. allerlei activiteiten de veiligheid rondom de school te bevorderen. 2.6.2 Contacten met ouders Contacten tussen ouders en school over het individuele kind kunnen zowel schriftelijk als mondeling zijn. Rapportage en oudergesprekken Een schooljaar heeft ongeveer 40 schoolweken, welke opgedeeld worden in 4 perioden van ongeveer 10 weken. Na elke periode van ongeveer 10 weken is er contact met de ouders over het functioneren en de vorderingen van hun kind. 1. Na ongeveer 10 schoolweken worden alle ouders uitgenodigd voor een 10-minutengesprek over het functioneren van het kind gebaseerd op de zgn. Pravoo-gedragslijst en over de eerste vorderingen van het kind in de nieuwe groep. 2. Na ongeveer 20 schoolweken krijgen alle kinderen hun eerste verslag mee naar huis. Daarin wordt verslag gedaan van de vorderingen op de diverse vak-en vormingsgebieden en zijn ook elementen uit de Pravoo-gedragslijst opgenomen. Verder zijn eveneens de resultaten van de CITOtoetsronde van Midden schooljaar in het verslag opgenomen. Aan dit verslag gekoppeld zijn er spreekuuravonden, voor ouders die nadere verduidelijking betreffende het verslag wensen. Het is ook mogelijk dat de leerkracht zelf ouders uitnodigt. 3. Na ongeveer 30 schoolweken worden wederom alle ouders uitgenodigd voor een 10minutengesprek over het functioneren en de vorderingen van het kind. 4. Na ongeveer 40 schoolweken krijgen alle kinderen hun tweede verslag mee naar huis. Daarin wordt verslag gedaan van vorderingen op de diverse vak-en vormingsgebieden en zijn ook elementen uit de Pravoo-gedragslijst opgenomen. Verder zijn eveneens de resultaten van de CITOtoetsronde van Einde schooljaar in het verslag opgenomen. Aan dit verslag gekoppeld zijn er ook weer spreekuuravonden, voor ouders die nadere verduidelijking betreffende het verslag wensen. Het is ook mogelijk dat de leerkracht zelf ouders uitnodigt. 11 Basisschool De Vendelier – Schoolplan 2011-2015
Ouders van leerlingen die nieuw op onze school komen hebben naast deze cyclus een kennismakingsgesprek na 6 schoolweken. Voor groep 7 en groep 8 zijn er bepaalde contactmomenten die afwijken van de hierboven geschetste cyclus. In groep 1-2 zijn alle verslagen mondeling.
Groep 7 In groep 7 is er een ruil tussen de 10-minutengesprekken en de spreekuuravonden van resp. schoolweek 30 en 40: de spreekuuravonden (waar ouders een gesprek aanvragen als zij dat wenselijk/zinvol vinden, de leerkracht kan ook zelf ouders uitnodigen) worden gehouden rond de 30e schoolweek, terwijl de 10-minutengesprekken (waar alle ouders voor uitgenodigd worden) plaats vinden rond de 40e schoolweek. Dit is gedaan omdat rond dat tijdstip de uitslag van de CITO- entreetoets bekend zijn en het zinvol is om die met alle individuele ouders te bespreken.
Groep 8 In groep 8 worden de ouders in de 12e school week uitgenodigd voor het voorlopig adviesgesprek. In dit gesprek worden ook de bevindingen vanuit de Pravoo-gedragslijst besproken met ouders. In de 3e week van januari volgt dan het definitief adviesgesprek waarin het Onderwijskundig Rapport wordt besproken met ouders en waarin het uiteindelijke advies wordt besproken. De kinderen in groep 8 krijgen gelijktijdig met de kinderen van 3 t/m 7 hun eerste verslag mee (rond de 20e schoolweek) maar hier zijn geen spreekuuravonden aan gekoppeld. In de laatste school week krijgen de kinderen van groep 8 hun laatste verslag mee.
Groep 1-2 De globale indeling in 4 keer ongeveer 10 schoolweken wordt ook hier gehanteerd. Net als bij de overige groepen zijn er voor de kleuters ook 2 keer per jaar 10-minutengesprekken gepland voor alle ouders (rond de 10e en 30e schoolweek). Ouders ontvangen daarvoor een uitnodiging. Tussentijds zijn er 2 spreekuuravonden (rond de 20e en 40e schoolweek) waarbij ouders zelf kunnen aangeven behoefte te hebben aan een gesprek. Het is ook mogelijk dat de leerkracht zelf ouders uitnodigt. De vorderingen van de kinderen worden bijgehouden in het OVM (=Onderwijs Volg Model), een onderwijsvolgsysteem van D. Memelink. Tijdens de 10-minutengesprekken zal dit met U besproken worden, evenals de toets resultaten naar aanleiding van afgenomen CITOtoetsen gedurende de kleuterperiode. Er gaat geen schriftelijke rapportage mee naar huis. Ouders van leerlingen die nieuw op onze school komen hebben naast deze cyclus een kennismakingsgesprek na 6 schoolweken.
Informatieavond Aan het begin een schooljaar worden de ouders uitgenodigd in de groep van hun kind(eren) De leerkrachten vertellen dan hoe een dag in de betreffende groep verloopt. Daarnaast is er gelegenheid materialen en methoden te bekijken. Voor de groepen 1-2 is deze avond op het einde van het schooljaar. Dan kunnen de ouders kennismaken met de leerkracht en elkaar. Ouderavonden Voor de ouders van alle groepen worden er informatieavonden gehouden, per groep of voor de hele school. Thema wordt via ’t Vaandel bekend gemaakt. Voor de ouders van de leerlingen uit groep 8 wordt er een informatieavond gehouden over het voorgezet onderwijs. Nieuwsbrief 12
Basisschool De Vendelier – Schoolplan 2011-2015
Aan het begin van het schooljaar krijgen alle ouders een kalender waarop alle informatie te vinden is die voor de loop van het schooljaar belangrijk zijn. Wekelijks geven we “ ‘t Vaandel" uit. Hierin leest u waar we op school mee bezig zijn, waarmee en wanneer er hulp nodig is, waar de kinderen naar toe gaan enz. Voorlichting: Informatie over de school voor toekomstige ouders vindt 1x per 2 maanden plaats, tenzij dit bv. bij verhuizing van elders te lang zou duren. Voorlichting over de leerlingenzorg op school wordt gegeven bij het aanmeldingsgesprek. Problemen De contacten tussen leerkrachten en ouders van kinderen met leer-, ontwikkelings- en/of gedragsproblemen zijn altijd op afspraak en i.s.m. de interne begeleider/zorg coördinator.
2.6.3 De Medezeggenschapsraad Onze school heeft, zoals de Wet Medezeggenschap Onderwijs dat voorschrijft een medezeggenschapsraad. Er dienen 10 vertegenwoordigers zitting in te hebben, nl. 5 leden vanuit het onderwijzend personeel en 5 leden vanuit de ouders. Deze worden op democratische wijze gekozen. Bevoegdheden: - Gevraagd en ongevraagd te spreken, voorstellen te doen of adviezen te geven over alle zaken die de school en de kinderen aangaan. - Het bestuur van Stichting Qliq Primair advies of instemming geven over voorgenomen besluiten. Visie en doelstelling In de M.R. hebben zowel leerkrachten als ouders medezeggenschap in het beleid, dat gevoerd wordt door het bestuur en de directie van de school. Voorts moet de M.R. binnen alle redelijkheid streven naar openheid en onderling overleg. Ook de M.R. streeft het gemeenschappelijk doel na, namelijk zo gunstig mogelijke voorwaarden scheppen om de leerling optimaal te kunnen begeleiden. 2.6.4 De Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad Om het overleg tussen het schoolbestuur en de 15 onder het bestuur ressorterende scholen te vereenvoudigen is er een Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) opgericht. De GMR bestaat uit 10 leden, ouders en personeel. Elk GMR lid heeft zijn eigen specialiteit. De volgende portefeuilles worden onderscheiden: Onderwijs, Zorg en Kwaliteit, bestaat uit 2 personeelsleden en 1 ouder Personeel, bestaat uit 2 personeelsleden en 1 ouder Financiën, facilitaire Zaken, bestaat uit 2 ouders Communicatie, bestaat uit 1 personeelslid en 1 ouder De leden van de GMR worden gekozen door de MR-en van de betrokken scholen. De taken en bevoegdheden van de GMR zijn in een apart reglement vastgelegd
13 Basisschool De Vendelier – Schoolplan 2011-2015
2.6.5 Ouderbijdrage Als het kind definitief is ingeschreven vragen we ouders deel te nemen aan de vrijwillige ouderbijdrage om kosten te dekken die niet door het rijk vergoed worden. (Introductieactiviteiten, Sinterklaas, schoolproject etc.) Ouders ondertekenen hiervoor een overeenkomst. Als de ouders niet mee willen doen mag de school het kind van de extra activiteiten uitsluiten en een vervangende activiteit regelen. Wij proberen dit in gesprek met ouders te voorkomen. De schoolgeldbijdrage (inclusief schoolreisje) bedraagt €40,- per kind per jaar. Vanaf januari vragen we de helft en vanaf 1 april een kwart van deze bijdrage.
2.7 Leerlingen Onze leerlingen komen uit de wijde omgeving van Helmond en gedeeltelijk van elders uit het land. De leerlingen komen met heel verschillende achtergronden binnen en wij proberen met elke groep een “Vendeliergevoel” te creëren. Om ons onderwijsaanbod zorgvuldig af te stemmen op de onderwijsbehoefte van onze leerlingen starten we in het schooljaar 2011-2012 met het inventariseren van leerlingkenmerken (zie actieplan). 2.7.1 Aanmelden en inschrijven Ouders kunnen zich aanmelden voor een informatie-ochtend die zes keer per jaar wordt gehouden Tijdens deze ochtend worden vragen beantwoord en een rondleiding door de school gegeven. In overleg kan deze informatie op een ander tijdstip plaatsvinden. Aanmelden kan vanaf elke leeftijd het hele schooljaar door zodat de school tijdig de uitbreiding van lokaliteit en formatie in beeld heeft en hiernaar kan handelen. In de praktijk ervaart de school problemen rondom de aanmelding en plaatsing van kinderen. Het aannamebeleid zoals dit in het vorige schoolplan is beschreven, voldoet niet meer aan de huidige ontwikkelingen (bezuinigingen in onderwijsland en aannamebeleid voor beide locaties. In het schooljaar 2011-2012 wordt, in samenspraak met team, MR en bestuur nieuw beleid ontwikkeld. 2.7.2 Peuterspeelzaal en kinderdagopvang Bijna alle kinderen bezoeken of de peuterspeelzaal of de kinderdagopvang in onze wijk of elders. Bij de kinderdagopvang, voorschoolse opvang alsook peuterspeelzaalopvang, is sprake van een professionele organisatie. Hier wordt een eigen peutervolgsysteem gehanteerd. Via het inschrijvingsformulier vragen wij ouders toestemming dit te mogen inzien. We maken hier alleen daadwerkelijk gebruik van als vanuit de gegevens van de ouders dit noodzakelijk wordt geacht of op verzoek van de ouders zelf. In het actieplan wordt voor het schooljaar 2011-2012 aangegeven dat een werkgroep zich bezig gaat houden met het aanpassen van de intakegegevens en het realiseren van een goede overdracht. 2.7.3 Binnen de basisschool Bij de start van de schoolloopbaan komen de kinderen in groep 1-2. De kinderen die in de loop van het jaar instromen komen in deze groepen. Indien nodig start er halverwege het schooljaar een instroomgroep. Deze kinderen stromen het schooljaar erna in de reguliere 1-2 groepen. De rest van de school bestaat in principe uit homogene jaarklassen. Indien het leerlingenaantal heel ongelukkig uitkomt, kan er een combinatiegroep geformeerd moeten worden. Aan het eind van de kleuterperiode worden de kinderen opnieuw verdeeld over de groepen 3 om evenwichtige groepen te maken. Hiermee wordt momenteel geëxperimenteerd en zal komende jaren een definitieve procedure moeten worden vastgesteld. (nieuw aannamebeleid bv. postcode) Kleuters die tussen 1 oktober en 31 december zes jaar worden kunnen op grond van bereikte 14 Basisschool De Vendelier – Schoolplan 2011-2015
resultaten na overleg tussen leerkracht, intern begeleider en ouders in groep 3 instromen. Soms is er kleuterverlenging nodig. Door differentiatie en werken op niveau (eigen leerlijnen v.a. groep 5) gaan de kinderen in principe elk jaar door naar de volgende jaargroep. Wanneer de bereikte resultaten dermate zijn dat dit niet verantwoord is, zal een kind moeten doubleren. Het besluit hiertoe wordt door de school genomen (na uitvoerig overleg tussen leerkracht, intern begeleider en ouders) en is bindend. 2.7.4 Naar het vervolgonderwijs Wij willen ons tijdig richten op een goede aansluiting op het vervolgonderwijs. De kinderen van groep 7 doen de CITO-entreetoets. Hiermee willen we naast de andere toetsen wat extra objectieve gegevens verzamelen. In dit stadium kunnen we bekijken of kinderen in aanmerking komen voor een vervolgopleiding voor moeilijk lerende kinderen. (LWOO). Voor deze leerlingen starten we een aangepast traject. Voor de bepaling welk voortgezet onderwijs voor het kind het meest geschikt is, wordt het schooladvies opgesteld. Dit schooladvies is in eerste instantie opgebouwd uit de gegevens van het leerling-dossier. Leerlingen met een LWOO-indicatie maken geen cito-eindtoets. Voor hen geldt een ander traject dat ( zo mogelijk) al in groep 7 start. Het dossier wordt ondermeer opgebouwd door onze SchoolKeuzeTraject-formulieren (SKT), waarin de leerkrachten van de groepen 6 ,7 en 8 hun adviezen onderbouwen. De uitslag van de Cito-eindtoets moet in onze visie bevestigen wat voor school, ouders en leerling al duidelijk is vanuit de gegevens van het leerling-dossier. Ouders en kinderen krijgen alle gelegenheid tot een goede keuze van vervolgonderwijs te komen. De behaalde resultaten m.b.t. de uitstroom van kinderen staan vermeld op de kalender. 2.7.5 Naar het speciaal (basis) onderwijs Soms komt het voor dat leerlingen op onze school niet geholpen kunnen worden en verwezen moeten worden naar een school voor speciaal basisonderwijs of een school voor speciaal onderwijs. De procedure hiervoor is beschreven in hoofdstuk 5. 2.7.6 Afmelding Als kinderen onze school verlaten, bijvoorbeeld i.v.m. een verhuizing, verwachten wij dat zij tijdig afgemeld worden. De school maakt een “onderwijskundig rapport” voor de nieuwe school. Ouders ontvangen hiervan een kopie.
15 Basisschool De Vendelier – Schoolplan 2011-2015
2.8 Wettelijke regelingen 2.8.1 Schoolverzuim. De leerkracht houdt elke dag bij welke leerlingen niet aanwezig zijn. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in: 1. leerlingen die verlof hebben gekregen vanwege bijzondere omstandigheden. 2. leerlingen die ziek zijn gemeld. 3. leerlingen die afwezig zijn en waarvan geen melding is binnengekomen. Alle meldingen van afwezigheid worden genoteerd in Dotcom (schooladministratieprogramma), zodat elke leerkracht kan vaststellen of er sprake is van melding bij afwezigheid. Bij geen melding wordt contact opgenomen met de ouders. Ongeoorloofd schoolverzuim wordt door de leerkracht gemeld bij de directeur. De directeur is verplicht de leerplicht ambtenaar mededeling te doen van vermoedelijk ongeoorloofd schoolverzuim. 2.8.2 Verlof. Het is voor leerplichtige kinderen (vanaf 5 jaar) niet toegestaan buiten de vastgestelde schoolvakanties/vrije dagen zonder toestemming afwezig te zijn. Alleen wanneer er sprake is van “gewichtige omstandigheden” kan eventueel extra verlof worden verleend. Onder “gewichtige omstandigheden” wordt o.a. verstaan: jubilea in het gezin. overlijden/begrafenis van naaste familieleden. huwelijk van een familielid. calamiteiten Wanneer men voor extra verlof in aanmerking wil komen, dient men zich te wenden tot de directeur van de school. De directeur bepaalt na het aanhoren en het inzien van eventuele bewijsstukken of hij wel of niet overgaat tot het verlenen van verlof. Het verlenen van wel of geen verlof wordt schriftelijk medegedeeld. Verlof in verband met vakantie dient schriftelijk aangevraagd te worden met opgaaf van reden. Dit geldt alleen indien het beroep van de ouders het niet toelaat gedurende de zomervakantie op vakantie te gaan. Gewichtige omstandigheden: meer dan tien schooldagen per schooljaar. Een verzoek om extra verlof in geval van gewichtige omstandigheden meer dan tien schooldagen per schooljaar dient minimaal zes weken van tevoren via de directeur aan de leerplichtambtenaar van de woongemeente te worden voorgelegd. 2.8.3 Procedure, schorsing en verwijdering van een leerling. Schorsing is aan de orde wanneer de directie van de school onmiddellijk moet optreden en er tijd nodig is voor het zoeken naar een oplossing. - De directie kan een leerling voor een beperkte tijd, maximaal 3 dagen de toegang ontzeggen. - De directie deelt het besluit tot het ontzeggen van toegang schriftelijk aan de ouders mee. Verwijdering van een leerling is een ordemaatregel die de directie soms en slechts in het uiterste geval en dan nog uiterst zorgvuldig moet nemen. Er moet sprake zijn van ernstig wangedrag van een 16 Basisschool De Vendelier – Schoolplan 2011-2015
leerling dan wel van ouders en een onherstelbaar verstoorde relatie tussen leerling dan wel ouders en school. Wanneer de directie de beslissing tot verwijdering van een leerling heeft genomen, moet vervolgens een wettelijk vastgelegde procedure worden gevolgd. De directie overlegt in een dergelijke situatie altijd met het schoolbestuur. In de artikelen 40 en 63 van de Wet op het Primair Onderwijs wordt alles voor toelating en verwijdering geregeld. Het beleidsstuk “procedure ontzegging toegang en verwijdering” van Qliq Primair ligt op school ter inzage.
2.9 Overige zaken 2.9.1
Verplichte onderwijstijd
Een lesdag mag ten hoogste 5.5 uur duren. In de onderbouw moeten wij verplicht 880 uur les per jaar geven, in 4 jaar 3520 uur. Voor de bovenbouwgroepen zijn 1000 uur les per jaar verplicht. 2.9.2 Schooltijden De school werkt volgens een continue rooster met de volgende schooltijden: Aanvang: 08.30 uur Eindtijd: 14.30 uur De kinderen eten in de groep en hebben daarna buiten pauze. Door het grote aantal groepen wordt er in verschillende subgroepen op verschillende tijden én op de diverse speelplaatsen gepauzeerd. Op woensdag is de eindtijd voor alle groepen om 12.30 uur en op vrijdagmiddag zijn de groepen 1 tot en met 4 vrij vanaf 12.00 uur. 2.9.3
Inloop
Om 8.20 uur gaan de schooldeuren open en kunnen de kinderen naar hun klas. Ouders mogen hun kinderen naar binnen brengen zolang dat echt nodig is of als ze de leerkracht iets willen vragen. Deze tijd is bedoeld voor leerkracht en kinderen, niet voor oudergesprekken. Even voor 8.30 uur gaat de bel voor de ouders zodat we stipt met de activiteiten kunnen beginnen. 2.9.4 Buitenschoolse opvang De school stelt ouders in de gelegenheid om de kinderen ook na schooltijd op te vangen. De organisatie en uitvoering is in handen van Spring Kinderopvang. 2.9.5 De Leerlingadministratie Voor de algemene leerlingenadministratie maken we gebruik van DOTCOMSCHOOL. Daarnaast is er voor elke leerling een dossier, waarin relevante gegevens worden bewaard.
17 Basisschool De Vendelier – Schoolplan 2011-2015
3. Het schoolconcept
3.1. Visie op onderwijs ALGEMEEN Wij vinden, dat we onze kinderen zo moeten onderwijzen/begeleiden, dat ze nu en straks zelfstandig, verantwoordelijk, creatief en kritisch kunnen leven in onze dynamische maatschappij. Wij vinden het belangrijk dat kinderen zich emotioneel vrij voelen, voldoende zelfvertrouwen hebben en nieuwsgierig zijn. Dit zijn basisvoorwaarden om tot leren te komen. Wij vinden, dat kinderen hun eigen mogelijkheden mogen ontplooien. Wij vinden het belangrijk dat kinderen open staan voor de ander en vertrouwen hebben in hun eigen kunnen. Wij vinden, dat kinderen zich een houding moeten eigen maken, zodat ze effectief leren, samenwerken en samenleven. Wij vinden, dat kinderen respect moeten kunnen opbrengen voor waarden en normen van anderen. Wij vinden, dat we in ons onderwijs variatie in leersituaties moeten aanbrengen, omdat we ons ervan bewust zijn, dat kinderen niet op een uniforme manier leven, leren en ontwikkelen. Wij vinden dat leerlingen zich ontwikkelen d.m.v. diverse leerstrategieën, zoals interactieve instructievormen met hardop denken, herhalen, reflectie, zelfoplossend vermogen e.d. De christelijke waarden en normen (respect, solidariteit en hoop) vormen de leidraad voor onze kijk op het leven van mensen in de maatschappij. Vanuit dit mensbeeld geven wij onderwijs. Bij elk kind wordt geprobeerd ‘er uit te halen wat erin zit’, zonder dwingend voor te schrijven wat eruit moet komen. Er wordt echter wel leiding en begeleiding gegeven door de leerkracht; dit op een positieve wijze. Visie: de principes van het concept ontwikkelingsgericht werken zijn inspirerend voor het geven van onderwijs en kijken naar kinderen op De Vendelier voor leerkrachten. Basis voor de uitwerking van deze visie vormen: de vier ‘B’s’ die in het concept basisontwikkeling centraal staan de met het team/bouwen doorlopen ontwikkeling en daarbij vastgelegde of gevolgde afspraken en werkwijzen. Betrokkenheid Betrokkenheid van kinderen bij wat ze doen, is een belangrijke voorwaarde om tot ontwikkeling te komen. Betrokkenheid is een uitgangspunt. Hoe groter de betekenis van een activiteit voor een kind, hoe groter diens betrokkenheid erbij zal zijn en hoe groter de intrinsieke motivatie om aan de activiteit deel te nemen. Natuurlijk lukt het ons niet altijd om elk kind op deze wijze de in onze samenleving nodige kennis te laten opdoen. Sommige zaken moeten ook gewoon geleerd worden. Maar ook dan proberen wij de kinderen duidelijk te maken wat de bedoeling- en soms het gemak van die kennis is. Datgene wat we aanbieden dient dus betekenisvol te zijn. Kinderen zijn altijd in beweging en nieuwsgierig naar de omringende wereld. Ze willen alles uitproberen, onderzoeken en ervaren. Van deze eigenschappen maken wij in de onderwijspraktijk gebruik. Door te zorgen voor 18 Basisschool De Vendelier – Schoolplan 2011-2015
een rijke leeromgeving, met activiteiten die bij de mogelijkheden van het kind liggen en met de inhouden die aansluiten bij de dagelijkse werkelijkheid van het kind, willen wij de betrokkenheid van het kind vergroten. Betrokkenheid vergroten gaat verder dan betekenisvol lesgeven en boeiend vertellen. Betrokkenheid vergroot je ook door het aandeel van het kind binnen de leeractiviteit groter te maken. Participeren in een leeractiviteit die samen met jou en met andere kinderen ondernomen wordt heeft veel kans van slagen. Samen leren is vaak veel leuker dan in je eentje. Van elkaar kun je ook leren. Onderwerp en het thema zijn dan van belang. Onderwerpen die uit de belevings- en ervaringswereld van kinderen komen, scoren hoog. De leerkracht heeft de intentie om leerlingen te prikkelen met nieuwe onderwerpen en thema’s om zo hun blikveld te verruimen. Actief bezig zijn is vaak een voorwaarde voor betrokkenheid. Valt er wat te doen, te ontdekken, te experimenteren, of mag het kind alleen maar toekijken? Verantwoordelijkheid in het leerproces geeft meer betrokkenheid. Kinderen zelf laten verwoorden wat ze willen, wat ze te weten willen komen, wat ze moeilijk vinden maar wel willen kunnen, genereert betrokkenheid bv. samen klassenregels maken. Betekenis Bepaalde activiteiten kunnen voor kinderen zó belangrijk zijn, dat ze er betekenis aan ontlenen. Hoe realistischer de activiteiten de wereld van volwassenen benaderen hoe meer betrokken kinderen zijn en betekenisvoller het voor kinderen wordt. Alles wat betekenis heeft voor kinderen vertegenwoordigt een bepaalde gevoelswaarde, die leerkrachten proberen het onderwijs rijker en beter te maken en te zorgen voor een goed leerproces. Onderwijs waarin kinderen veel inbreng hebben, noemen we betekenisvol onderwijs. Dit betekent voor ons als leerkracht, dat we eigen ideeën ook achterhouden, kinderen eerst kans geven initiatieven te ontplooien (daarbij blijft afstemming belangrijk); problemen niet altijd zelf oplossen, maar de kinderen aan het denken zetten; elk nieuw onderwerp voorzien van interessante impressies, waarbij ook de fantasie geprikkeld wordt; eigen kennis van kinderen eruit zien te halen. Bedoelingen Vanuit het concept ontwikkelingsgericht werken worden brede bedoelingen altijd gekoppeld aan specifieke doelstellingen (kerndoelen) in betekenisvolle activiteiten. Brede bedoelingen, zoals samen spelen en werken, communiceren, initiatieven nemen en plannen maken worden gekoppeld aan kennis en vaardigheden. (woordenschat, schrijven) Bemiddelende rol van de leerkracht De bemiddelende rol van de leerkracht is er altijd op gericht om kinderen bij sociaal culturele activiteiten te betrekken als schrijven en lezen, rekenen. De noodzakelijke activiteiten als lezen en rekenen worden aantrekkelijker, functioneler en zinvoller, wanneer ze de realistische wereld van de volwassene benaderen en daarmee functioneler en zinvoller. De leerkracht, als meer wetende partner, begeleidt de kinderen in hun ontwikkelingsproces en kiest afhankelijk van de situatie en het kind een stimulerende, coachende of sturende rol. Het is onze taak om handvatten, stappenplannen, middelen en ideeën aan te reiken.
De leerkracht neemt deel aan activiteiten en probeert de kinderen uit te dagen, zodat zij nieuwsgierig worden en willen leren. De leerkracht sluit aan in de zone van naaste ontwikkeling van het kind. De leerkracht differentieert in aanbod en aanpak 19
Basisschool De Vendelier – Schoolplan 2011-2015
De leerkracht is product- en procesgericht. De leerkracht moet een goede pedagogische relatie hebben met de kinderen. De leerkracht heeft een goed inzicht in de leer- en ontwikkelingslijnen van kinderen.
Bovenstaande beschreven visie is in het schooljaar 2010-2011 vastgesteld. In het actieplan 20112012 is als activiteit een verdere en concretere uitwerking van deze visie op onderwijs opgenomen.
3.2 SCHOOLNIVEAU 3.2.1 Doelen van de schoolorganisatie
Het belangrijkste doel is een zodanige organisatie van de school dat de onderwijs- en opvoedingsdoelen zoals die onder 3.3 (klassenniveau) worden beschreven gerealiseerd kunnen worden. Uitgangspunt daarbij is de levensbeschouwelijke identiteit zoals die in “visie op onderwijs” is omschreven. De organisatie wil zich ontwikkelen tot een lerende organisatie, d.w.z. de organisatie is erop gericht om het vermogen te vergroten voortdurend nieuwe kennis, expertise en vaardigheden te ontwikkelen om te kunnen inspelen op veranderende omstandigheden. Het bouwmateriaal is het team dat wordt gevormd door de mensen en de kwaliteiten (competenties) die zij met zich meebrengen. De directie (adjunct-directeur en directeur) geeft leiding aan de lerende organisatie. Ieder door vanuit zijn eigen persoonlijkheid te ondersteunen en te inspireren om te leren, waarbij steeds teruggekeken wordt hoe en wat we geleerd hebben. (reflecteren) 3.2.2 Beleidsvoering
Formeel is het bevoegd gezag eindverantwoordelijk, maar onderwijskundige zaken zijn gedelegeerd naar directie en team. Beleidsvoorbereiding vindt plaats door degenen die deskundig zijn op het terrein van de beleidsinhoud die ontwikkeld moet worden. (directie, interne begeleiders, zorg coördinator, I.C.T..-coördinator) Na overleg in het team stelt de directie het beleid vast. Het personeelsbeleid ligt in hoofdlijnen bij het bestuur (personeelszaken), maar wordt uitgevoerd door de directie, die daarover verantwoording aflegt. Het financieel beleid is een gedelegeerde verantwoordelijkheid van de directeur. Hierover legt hij verantwoording af aan het bestuur. De uitvoering is opgedragen aan DYADE. Beleidsvaststelling gebeurt door het bevoegd gezag via vaststelling van het schoolplan, het zorgplan, het schoolformatieplan, het ARBO-beleidsplan en andere beheersplannen. Beleidsbewaking en evaluatie zijn de verantwoordelijkheid van de directie. De interne begeleiders zijn verantwoordelijk voor uitvoering van de leerlingenzorg. De I.C.T.-coördinator is samen met zorgcoördinator verantwoordelijk voor de uitvoering van het ICT-plan.
20 Basisschool De Vendelier – Schoolplan 2011-2015
3.2.3 Coördinatie De coördinatie is zowel persoons-, taak- en gemeenschapsgericht. De algehele coördinatie van de school berust bij de directeur. Hij/zij heeft de eindverantwoordelijkheid voor alle zaken, ook die gedelegeerd zijn. Bij zijn/haar afwezigheid neemt de adjunct-directeur deze taak over. Wekelijks is er MT-overleg (directeur en adjunct-directeuren); wekelijks is er zorgoverleg tussen de adjunct-directeur/zorg coördinator met de interne begeleiders en regelmatig met de I.C.T.coördinator. Onderwijskundige coördinatie ligt bij directie. Leerlingenzorg is in handen van de interne begeleiders o.l.v. zorg coördinator . (Groeps- en leerlingenbespreking, begeleiding in leerlingvolgsystemen, toetsroosters, bewaking handelingsplannen etc.) Coördinatie van W.S.N.S. ligt in handen van de adjunct-directeur/zorg coördinator. 3.2.4 Beheer
Het bestuur heeft de verantwoordelijkheid voor het onderhoud van het gebouw. Hiervoor is door DYADE een meerjaren onderhoudsplan opgesteld. Het dagelijks onderhoud wordt uitgevoerd door de conciërge onder verantwoordelijkheid van de directeur. Voor het onderhoud van de technische installaties zijn op bestuursniveau contracten afgesloten. Het meubilair is de verantwoordelijkheid van de directeur. Hij heeft de contacten met de leverancier. De leerkrachten zijn zelf verantwoordelijk voor de methodes en leermiddelen. Het verbruiksmateriaal in het magazijn wordt gezamenlijk beheerd. De administratief Medewerkster doet de bestellingen onder verantwoordelijkheid van de directeur.
3.2.5 Personeelsbeleid Uitgangspunt is “de lerende organisatie”. De ontwikkeling van persoonlijk meesterschap, (her)kennen van mentale modellen, het ontwikkelen van een gemeenschappelijke visie, teamleren en het systeemdenken zijn de ingrediënten voor goed personeelsbeleid. Functieverdeling Op onze school bestaan de volgende functiegroepen: - Directie: directeur en adjunct directeur/zorg coördinator - Leraar: groepsleraar en leraren met specifieke functies. (Coördinator en intern begeleider) - Onderwijsondersteunend personeel (OOP): conciërge en administratief medewerker. Taakverdeling Uitgangspunt is de normjaartaak van 1659 uur met een maximum van 930 lesgebonden uren. Parttimers naar rato. De concrete werkuren zijn van 8.00 tot 16.30 uur, op woensdag tot 14.30 uur. De lesgebonden uren liggen vast, de algemene taken worden geïnventariseerd en naar voorkeur van de betrokkenen verdeeld. Voor de evenredige verdeling van de taken is een helder taakbeleid uitgewerkt (zie bijlage)
21 Basisschool De Vendelier – Schoolplan 2011-2015
Professionalisering In een lerende basisschool is bewust leren (methodisch leren) van essentieel belang voor de ontwikkeling van de leerkrachten en de school. Er wordt gebruik gemaakt van collegiale consultaties, video-interactie-begeleiding en coachen om van elkaar te leren of als begeleiding van nieuwe leerkrachten. De directie maakt gebruik van klassenbezoeken en begeleidingsgesprekken. De schoolontwikkeling vraagt begeleiding voor alle teamleden door externe deskundigen. 3.2.6 Veranderingsaanpak Het verhelderen van de visie was noodzakelijk om de inhoudelijke en organisatorische ontwikkeling van de school duidelijker en planmatiger te kunnen aanpakken. Om de huidige kwaliteit van ons onderwijs te bewaken en verder te ontwikkelen wordt er een goed functionerend systeem van kwaliteitszorg opgezet. Daar zijn de uitgewerkte jaar/actieplannen en jaarverslagen onderdeel van. 3.2.7 Communicatie en informatie Communicatie Op onze school wordt enkele keren per jaar met alle teamleden vergaderd. Dit zijn bijeenkomsten waarop vooral beleidsmatige zaken aan de orde komen. Gezien het groot aantal deelnemers worden deze bijeenkomsten georganiseerd in een studie-achtige setting. Er zijn ongeveer 15 bouwvergaderingen (groepen 1 t/m 4; groepen 5 t/m 8) waarin beleidsmatige, onderwijsinhoudelijke en organisatorische zaken besproken worden o.l.v. de adjunct-directeur. Ook vinden dan leerling besprekingen plaats o.l.v. de intern begeleider. Voor bovengenoemde vergaderingen wordt een agenda opgesteld en notulen opgemaakt. De notulen worden per mail naar alle teamleden gestuurd. Paralleloverleg over organisatorische zaken worden door de leerkrachten zelf geregeld evenals de diverse werkgroepen. Alle van belang zijnde activiteiten, mededelingen of vragen staan op het bord in de personeelskamer en worden op het computernetwerk op elke werkplek aangeleverd. Informatie De directie is verantwoordelijk voor de inkomende post en de verdeling ervan. Daarnaast verschijnt er wekelijks een memo met belangrijke mededelingen. Mondelinge informatie wordt aan de direct betrokkenen doorgegeven, op het mededelingenbord gezet, middels een briefje in het postvakje of per e-mail. Er is een activiteitenklapper waarin draaiboeken te vinden zijn van georganiseerde activiteiten. De directie is verantwoordelijk voor informatie die naar buiten gaat. De informatie naar ouders gaat zoveel mogelijk gebundeld via ’t Vaandel, schoolgids en/of activiteitenkalender. 22 Basisschool De Vendelier – Schoolplan 2011-2015
3.2.8 Teamfunctioneren Ons team is herkenbaar aan: - Een gedeelde visie, die in dit schoolplan beschreven wordt. Deze zal steeds onderhouden worden. - Functionele afhankelijkheid. Leren van elkaar, heldere taakomschrijvingen en flexibiliteit zijn herkenbaar binnen het team. In het leren van elkaar zijn nog werkvormen als klassenconsultatie en intervisie te ontwikkelen. - Een open communicatie, waarmee we bedoelen echt luisteren, vertrouwen hebben in elkaar en met humor de wereld bekijken. We kunnen nog meer doen aan feedback geven en complimenten maken. - Uitmuntendheid en dynamiek in de vorm van enthousiasme uitstralen, gedrevenheid en blijven ontwikkelen zijn kenmerkend voor ons team. - De procesbewaking is goed opgestart, maar kan beter gestructureerd worden als we kijken naar zelfverantwoordelijkheid, klassenbezoeken door directie, intern begeleider en/of coördinatoren, naar evaluaties van gesprekken en activiteiten. Om bovenstaand mogelijk te maken investeren we in de informele sfeer: - Samen de dag beginnen en afsluiten in de personeelskamer; - Samen lunchen; - Attentie bij de start van het schooljaar; - Een kaart bij benoeming aan onze school; - Bloemetje, bezoek en/of kaartje bij ziekte; - Aandacht voor persoonlijke (blijde of verdrietige) gebeurtenissen; - Teamdag onder schooltijd; - Teamavond met partner; - Aandacht voor verjaardagen (cadeautje en zingen); - Regelmatig samen uit gaan eten bij de start van een vakantie; - Borrelen op vrijdag. 3.2.9 Leiderschapsstijl Een lerende school heeft een collegiaal team met een directie die vanuit hun persoon leiding geven. Daarbij spelen persoonlijke visie en inspiratie, je eigen kwaliteiten en emoties een belangrijke rol. Deze aspecten bepalen hoe je situationeel leiderschap waarmaakt: opstelling en gedrag van de directieleden wordt aangepast aan de bekwaamheid en de motivatie van de teamleden. De schoolleiding kiest dan voor instrueren, coachen, steunen of delegeren. Dit verschil in benadering (“erkende ongelijkheid) is wezenlijk en zal ook steeds duidelijk bespreekbaar zijn in het team. De schoolleider streeft naar leerkrachten die zelf hun leer- en ontwikkelingsproces sturen. Daarvoor zal de schoolleider zowel taakgericht als persoonsgericht bezig zijn. 3.2.10 Evaluatie Directie en team evalueren jaarlijks het functioneren van de schoolorganisatie. Vanuit deze gegevens worden de nieuwe plannen opgezet. Met de M.R. worden de evaluaties jaarlijks besproken en hun eventuele rol in het proces als evaluatie meegenomen. Ook de nieuwe plannen worden nader toegelicht. De komende jaren zal een planmatige opzet van de kwaliteitscyclus gemaakt worden waarin evaluatie een vaste plek krijgt. 23 Basisschool De Vendelier – Schoolplan 2011-2015
3.2.11 Leerlingadministratie Vanaf 2006 maakt de school gebruik van een geautomatiseerd administratiesysteem: DOTCOM.SCHOOL. Hierin worden alle registratiesystemen (leerlingenadministratie; leerlingvolgsystemen; verslagen; handelingsplannen; leerling dossiers etc.) digitaal opgeslagen. Alle leerkrachten hebben voldoende scholing gevolgd om alle functies van deze administratie te gebruiken. 3.2.12 Schoolreglement -
-
-
De regelingen voor verlof en vakantie zijn conform rechtspositie en schooloverstijgende afspraken. Directie en team stellen in overleg globale regels voor leerlinggedrag op dat in elke groep de basis vormt voor verfijndere afspraken. Elke leerkracht is verantwoordelijk voor de controle op de regels. Iedere leerkracht is verantwoordelijk voor zijn eigen werkruimte(s) Elke leerkracht stelt vanuit de gezamenlijke visie een rooster van activiteiten op. Dit rooster wordt voorgelegd aan de directie. De directie maakt (in overleg met de coördinatoren, interne begeleiders en schoolondersteuners een jaarplanning voor vergaderingen, leerling besprekingen, professionaliseringsbijeenkomsten en algemene activiteiten. Hierbij wordt rekening gehouden met piekbelasting in bepaalde periodes. De directie ziet erop toe dat eenieder zijn verantwoordelijkheid neemt.
3.3 KLASSENNIVEAU 3.3.1 Onze doelen Pedagogische doelen zijn beschreven onder 3.1 visie op onderwijs en opvoeding. Voor de onderwijsdoelen zijn de kerndoelen richtinggevend en omvatten, naast vakoverstijgende doelen (computervaardigheden) de volgende vakgebieden: Functieontwikkeling Taalonderwijs (lezen, schrijven, taal en Engels) Rekenen/wiskunde Kennisgebieden (aardrijkskunde, geschiedenis, natuuronderwijs, techniek en milieu) Bevordering gezond gedrag en sociale redzaamheid. (o.a. verkeer) Expressie (handvaardigheid, tekenen, dans en muziek) Bewegingsonderwijs (gym en vrij spel.) Levensbeschouwelijk onderwijs. (o.a. catechese) Specifieke aandacht is er voor de opbrengsten van het primaire proces. De onderwijsinspectie hanteert hierbij vier indicatoren: De resultaten liggen minimaal op het niveau dat mag worden verwacht. Het gaat hierbij om de resultaten van de kinderen tijdens hun schoolloopbaan (leerlingvolgsysteem met methodegebonden en methode-onafhankelijke toetsen) en om de resultaten op het einde van hun schoolloopbaan. (Cito-eindtoets)
24 Basisschool De Vendelier – Schoolplan 2011-2015
De leerlingen beheersen aan het einde van de schoolloopbaan vaardigheden op een niveau dat mag worden verwacht. Het gaat hierbij om leer- en studievaardigheden, sociale vaardigheden, informatievaardigheden en zelfstandigheid en redzaamheid. Leerlingen ontwikkelen zich naar verwachting. Het gaat hierbij om het percentage leerlingen dat zonder zittenblijven de school doorloopt, het percentage leerlingen met een versnelde loopbaan en het percentage leerlingen dat vroegtijdig de school verlaat. Leerlingen vervolgen met succes hun schoolloopbaan. Past de uitstroom van de leerlingen naar vervolgscholen bij wat verwacht mag worden?
3.3.2 Leerinhouden en werkvormen Voor onze school zijn de principes van het concept ontwikkelingsgericht werken inspirerend voor het geven van onderwijs en kijken naar kinderen op De Vendelier. Voor de sociaal-emotionele ontwikkeling gebruiken we Leefstijl. In de kleutergroepen maken we gebruik van de leerlijnen van het ontwikkelingsvolgmodel van Memelink. Dit betekent dat er een rijk aanbod van activiteiten en gevarieerde materialen binnen de vastgestelde thema’s aanwezig moet zijn. Middels een inventarislijst wordt er voor gezorgd dat voor alle ontwikkelingsgebieden voldoende materialen zijn. De keuze van de thema’s wordt bepaald door leerkrachten en kinderen samen. In de toekomst zal er een vanuit de leerlijnen verantwoord aanbod van thema’s en activiteiten worden aangeschaft. In het kader van de zelfstandigheidontwikkeling wordt in de kleutergroepen met een plan- en takenbord gewerkt. Vanaf groep 3 werken we met methodes voor de basisvaardigheden (lezen, rekenen, taal, schrijven en spelling) en gebruiken we de methode voor wereldoriëntatie als leidraad voor het werken. Het leren lezen start klassikaal. Differentiatie volgt na een aantal weken, waarna het eigen leertempo wordt gevolgd. Zodra de kinderen vertrouwd zijn met het werken in de groep wordt de dagtaak ingevoerd, zodat differentiatie en zorg ruim aan bod kunnen komen. Deze dagtaak komt in groep 4 terug. In de groepen 3 en 4 volgen we de leerlijnen zoals de methodes die aangeven. Ook hier worden lees en schrijfactiviteiten uitgebouwd tot betekenisvolle activiteiten. Vanaf groep 5 worden de basisvaardigheden in een weektaak aangeboden, zodat ook hier ruimte is voor instructie aan kleine groepen, verlengde instructie na klassikaal aangeboden stof en differentiatie voor leerlingen die daar behoefte aan hebben. Wereldoriëntatie wordt aangeboden volgens de principes van ontwikkelingsgericht onderwijs. De in de methode aangegeven doelen worden daarbij wel gevolgd. Leerkrachten en leerlingen maken hierbij gebruik van bronnenboeken (diverse methoden). In alle groepen wordt gebruik gemaakt van dagritmekaarten. 3.3.3 Opvoedings- en onderwijsstijl -
-
De leerkracht bepaalt aard en tijdstip van de activiteiten. Elke morgen wordt formeel geopend met een lied, gedicht, verhaal, gebed of gesprekje. Ook worden de dagritmekaarten op of aan het bord gehangen en besproken. De regels worden zoveel mogelijk in samenspraak tussen leerkracht en leerlingen opgesteld vanuit de schoolafspraken. De leerkracht leidt, begeleidt, stimuleert op afstand en werkt of speelt mee al naar gelang de geslotenheid of openheid van de onderwijssituatie. 25
Basisschool De Vendelier – Schoolplan 2011-2015
-
-
-
-
Leiding vindt plaats tijdens de introductie van thematisch werken, in de instructiegroepen, kringgesprekken en evaluaties. Begeleiden betekent meedenken met wat kinderen doen en denken en dat laten expliciteren, alternatieven aanbieden of corrigeren. De leerkracht helpt de kinderen te reflecteren op hun doen en laten. Daarnaast biedt hij ondersteuning om de kinderen gemotiveerd te houden en moedigt zelfsturing aan. (ontwikkelingsgericht werken) De instructie is zorgvuldig gepland, interactief, helder en opbouwend van materieel, via perceptie naar verbaal en mentaal niveau en op het juiste tempo. De leerkracht gebruikt diverse informerende vormen. De leerkracht begeleidt een leerling vanuit diens specifieke ontwikkelingskenmerken en leerstijl: behoefte aan structuur; sterke voorkeuren (auditief of visueel ingesteld) leren door doen en maken of leren door bedenken en afleiden. De leerkracht stuurt en stimuleert de sociale en emotionele vorming van leerlingen door afspraken, bespreken van processen, bespreken van waarden en normen en het oefenen van sociale vaardigheden. De leerkracht schept een motiverende, taakgerichte sfeer in geleide en begeleide situaties. Leertijd wordt zo effectief mogelijk benut. De leerkracht creëert samen met de leerlingen een veilige, prettige stimulerende speel- en werksfeer en voor rust en stilte waar dat functioneel is. De leerkracht heeft hoge verwachtingen van kinderen en stimuleert de leerlingen zijn/haar mogelijkheden optimaal te gebruiken.
3.3.4 Groeperingsvormen en groepsgrootte De kleutergroepen zijn heterogeen van samenstelling omdat kleuters spelenderwijs veel van elkaar leren. Bij een sterke toename van het aantal instromers lopende het schooljaar, kiezen we soms voor het formeren van een instroomgroep. Dit om de groepssfeer van de bestaande groep niet onnodig te verstoren en de ontwikkelingsverschillen tussen kinderen onderling niet onnodig te vergroten. Over de omvang van de groep kunnen we nu niet helder zijn. Dit vormt een onderdeel van het nieuwe aannamebeleid wat we in dit schooljaar 2011-2012 zullen ontwikkelen. Bij de overgang naar groep 3 vormen we de zogenaamde jaargroepen. Soms zal vanwege het aantal een combinatiegroep voorkomen. Zo’n groep proberen we zo klein mogelijk te houden. De school is verdeeld in onder- en bovenbouw: - De onderbouw bestaat uit de groepen 1-2 en 3-4 In de vergadercultuur is deze groep gesplitst in 1-2 en 3-4 vanwege het aantal. - De bovenbouw omvat de groepen 5, 6, 7 en 8. 3.3.5 Middelen Aard De middelen zijn gestructureerd en doelgericht bij het aanleren van specifieke vaardigheden. Ze zijn gevarieerd aanwezig voor elk van de aan te leren basisvaardigheden: in spelvorm en voor uiteenlopende zintuiglijke functies. (zien, horen, voelen, maken). De meeste middelen zijn zo gekozen dat ze door alle leerlingen te gebruiken zijn. Daarnaast zijn er middelen voor speciale groepen leerlingen: meer- en hoogbegaafden of kinderen met leer- en/of gedragsproblemen. (orthotheek) De inrichting van het schoolgebouw en de lokalen is functioneel, uitnodigend en sfeervol. Hiervoor zijn de leerkrachten zelf verantwoordelijk. Alle leerkrachten hebben een computerwerkplek in het eigen lokaal. Bij de kleuters wordt deze ook door de leerlingen gebruikt. Alle groepen beschikken over computers in de klas of kort in de buurt van de lokalen. Op beide locaties is een laptopkar met meerdere laptops. 26 Basisschool De Vendelier – Schoolplan 2011-2015
We beschikken over educatieve programma’s voor leerlingen: trainingsprogramma’s voor de basisvaardigheden en interactieve programma’s voor wereldoriëntatie. Daarnaast leren de kinderen werken met een tekstverwerker en een tekenprogramma en het gebruiken van internet. De leerkrachten beschikken over het tekstverwerkingsprogramma Word, het rekenprogramma Excel en Power Point. De kleuterleerkrachten en de interne begeleider onderbouw werken met het OVMweb. Daarnaast kunnen ze alle leerlingengegevens verwerken in het programma DOTCOM.SCHOOL. Administratie, directie en I.B.-ers hebben een eigen werkplek op hun kantoor. Gebruik De leerlingen gebruiken de middelen individueel of in groepen, samengesteld naar vorderingen, interesse of specifieke problematiek en binnen of buiten klassenverband. Alle leerlingen werken op hun plaats of in “hoeken” tijdens de instructie. Tijdens andere activiteiten kunnen ook andere plaatsen functioneel zijn. (gang, aula, speelzaal e.d.) Het materiaal en de middelen worden bij instructie gebruikt volgens aanwijzingen van de leerkracht, bij eigen keuze ook op initiatief van de leerlingen. De kinderen leren vanaf het begin de middelen en materialen zelf te halen, zorgvuldig te gebruiken en weer op te bergen. Computers worden gebruikt volgens regels en afspraken op klas- en schoolniveau. Schoolterrein en omgeving worden mede voor het onderwijs gebruikt. 3.3.6 Evaluatie intern en extern Intern In de onderbouw beoordeelt de leerkracht (door observaties) de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen, hun manier van werken (zelfstandigheid, concentratie e.d.), de taal-denkontwikkeling enz. met behulp van het ontwikkelingsvolgmodel van Memelink. Vanaf groep 3 beoordeelt de leerkracht (door observaties) de sociaal-emotionele ontwikkeling, de manier van werken e.d. aan de hand van de PRAVOO-gedragslijst. Elementen hieruit worden in het verslag weergegeven. Basisvaardigheden worden geoefend en beoordeeld m.b.v. methodegebonden toetsen, waarbij getracht wordt te achterhalen waar het kind belemmeringen ondervindt of verkeerde strategieën volgt. Voor ordenen, taal voor kleuters, lezen, spellen en rekenen wordt periodiek de Cito-toets gemaakt. De leerlingen van groep 7 nemen deel aan de CITO-entreetoets en in groep 8 aan de CITO-eindtoets. In de onderbouw gebruikt de leerkracht een logboek, waarin (vanuit jaar- en weekplanning) de dagelijkse activiteiten worden vermeld met een verwijzing naar de doelstellingen uit het ontwikkelingsvolgmodel en evaluatiegegevens worden genoteerd. Vanaf groep 3 gebruikt de leerkracht het logboek voor jaar-, week- en dagplanning. Daarnaast de resultaten van methodegebonden toetsen op daarvoor afgesproken formulieren. (eenduidigheid) Extern Ouders kunnen dagelijks spontaan of op afspraak na schooltijd met leerkrachten praten. Daarnaast zijn een aantal formele momenten op schoolniveau vastgelegd, welke beschreven zijn onder punt 2.6.2. (pagina 11). De inspectie voor het basisonderwijs zal periodiek de school op een aantal onderdelen bekijken en bespreken.
27 Basisschool De Vendelier – Schoolplan 2011-2015
3.3.7 School en wijk De school is een ontmoetingsplek voor jong en oud in de nieuwe wijk. Er zijn contacten met de wijkraad, de Brandevoorter Courant, de peuterspeelzaal Ot en Sien, de dagopvang Dik Trom en de buitenschoolse opvang, de parochie, de politie enz. Daarnaast vinden we het belangrijk dat kinderen verder leren kijken dan hun nabije leefomgeving. Daarom zijn er ook contacten met de bibliotheek, het kunstencentrum, de muziekschool, bureau Halt enz. Medewerking aan bepaalde acties (bijv. Kinderpostzegels) krijgen ook een plaats in het schoolgebeuren.
28 Basisschool De Vendelier – Schoolplan 2011-2015
4. Het onderwijskundig beleid
4.1 Inleiding De school heeft die methoden in gebruik die voldoen aan de herziene kerndoelen 1998 en aansluiten bij de visie en de ontwikkeling van de school. De methoden zijn eigentijds en het leerstofaanbod komt overeen met hedendaagse vakinhoudelijke en vakdidactische opvattingen. De volgende leer- en vormingsgebieden worden beschreven:
Leergebied overstijgend - sociaal-emotionele ontwikkeling: werkhouding - zelfbeeld -sociaal gedrag - zelfstandigheidontwikkeling - gebruik van uiteenlopende leersstrategieën - informatie- en communicatietechnologie
Rekenen en wiskunde
-
Oriëntatie op mens en wereld Aardrijkskunde Geschiedenis Natuuronderwijs Samenleving Techniek Milieu Gezond en redzaam gedrag
-
Kunstzinnige oriëntatie Tekenen en handvaardigheid Muziek en dans Spel en bevordering taalgebruik Drama
-
Lichamelijke opvoeding Gymnastiek
Taalonderwijs Nederlandse taal Schrijven Lezen Engelse taal
Levensbeschouwelijk onderwijs /Catechese
29 Basisschool De Vendelier – Schoolplan 2011-2015
4.2 De inhouden van de leer- en vormingsgebieden Voor wat betreft de leer- en vormingsgebieden beschrijven we hier de doelen die we hanteren en de methodes die we hierbij hanteren. De onderwijsinhoudelijke beleidsvoornemens beschrijven we elders in dit schoolplan. Daar waar nodig wordt verwezen naar op school aanwezige geschriften. 4.2.1
Leergebiedoverstijgend
Sociaal-emotionele ontwikkeling: werkhouding – zelfbeeld – sociaal gedrag -
(Kern)doelen sociaal-emotionele ontwikkeling Zie map “herziene kerndoelen 1998”.
-
Methoden / aanbod Leefstijl en Taakspel
Zelfstandigheidontwikkeling -
(Kern)doelen zelfstandigheidontwikkeling Zie map “herziene kerndoelen 1998”. Zie ontwikkelingsvolgmodel van Memelink
-
Methoden / aanbod Zie bijlage 1: Zelfstandig werken op De Vendelier
Gebruik van uiteenlopende leerstrategieën. -
(Kern)doelen leerstrategieën Zie map “herziene kerndoelen 1998”.
-
Methoden / aanbod Schatkist met de muis Diverse computerprogramma’s m.b.t. ordenen, rekenen, taal, lezen en wereldoriëntatie. Methode Taal in beeld Methode Spelling in beeld Methode De Leeslijn/leesweg Methode Pluspunt Methode De Grote Reis
Informatie- en communicatietechnologie -
(Kern) doelen ICT Zie map “herziene kerndoelen 1998” Zie bijlage ICT-beleidsplan De Vendelier
-
Methoden / aanbod Zie ICT-beleidsplan De Vendelier
30 Basisschool De Vendelier – Schoolplan 2011-2015
4.2.2
Taalonderwijs
Nederlandse taal -
(Kern)doelen taalonderwijs Zie map “Herziene kerndoelen 1998” Zie map ontwikkelingsvolgmodel Memelink.
-
Methoden / aanbod Materialen taalontwikkeling bij kleuters. (zie inventarislijst) Prenten- en leesboeken Taal in Beeld Spelling in Beeld Materialen zelfstandig werken (zie inventarislijst) Programma’s schooltelevisie Computerprogramma’s (zie beleidsplan ICT)
Schrijven -
(Kern)doelen schrijven Zie map “Herziene kerndoelen 1998” Zie methode Schrijfactief Zie methode Schrijfdans
-
Methoden / aanbod Zie methode Schrijfdans Zie methode Schrijfactief
Lezen -
(Kern)doelen lezen Zie map “Herziene kerndoelen 1998”
-
Methoden / aanbod Ontwikkelingsmaterialen “ontluikende geletterdheid” (zie inventaris) De Leeslijn / De Leesweg Bibliotheekboeken Computerprogramma’s (zie beleidsplan ICT) Programma’s schooltelevisie
Engelse taal -
(Kern)doelen Engelse taal Zie map “Herziene kerndoelen 1998”
-
Methoden / aanbod Methode Hello World
31 Basisschool De Vendelier – Schoolplan 2011-2015
4.2.3 Rekenen en wiskunde -
(Kern)doelen rekenen en wiskunde Zie map “Herziene kerndoelen 1998” Zie methode Pluspunt Zie ontwikkelingsvolgmodel Memelink
-
Methoden / aanbod Ontwikkelingsmaterialen ontluikende gecijferdheid (zie inventaris) Methode Pluspunt Materialen voor zelfstandig werken Computerprogramma’s (zie beleidsplan ICT) Programma’s schooltelevisie
4.2.4 Oriëntatie op mens en wereld Wereldoriëntatie De onderdelen aardrijkskunde, geschiedenis, natuuronderwijs, samenleving, techniek, milieu en gezond en redzaam gedrag worden zoveel mogelijk in samenhang aangeboden. Enerzijds leent de methode zich ertoe, anderzijds zoeken we naar mogelijkheden vanuit de principes van ontwikkelingsgericht werken. -
-
(Kern)doelen Zie map “herziene kerndoelen 1998”. Methoden / aanbod Ontwikkelingsmaterialen kleuters (zie inventaris) De Grote Reis Bronnenboeken van diverse methoden in de groepen 5 t/m 8 zoals: Natuniek, In Vogelvlucht, De Blauwe Planeet, Wijzer door de Wereld, De Trek en Wijzer door de Tijd. Schooltelevisie: Koekeloere Huisje, boompje, beestje Nieuws uit de natuur Schoolweekjournaal e.a. Televisieprogramma’s: Klokhuis Jeugdjournaal Speciale gelegenheden zoals prinsjesdag, calamiteiten in de wereld. Verkeerskranten gr. 5 t/m 8 Technieklessen behorend bij de Techniektorens Informatiepakketten Computerprogramma’s (zie ICT beleidsplan)
4.2.5 Kunstzinnige oriëntatie Tekenen en handvaardigheid -
(Kern)doelen Zie map “herziene kerndoelen 1998”. 32
Basisschool De Vendelier – Schoolplan 2011-2015
Methoden / aanbod Methode Moet je doen.
-
Muziek en dans -
(Kern)doelen Zie map “Herziene kerndoelen 1998”
-
Methoden ./ aanbod Methode Moet je doen
Spel en bevordering taalgebruik -
(Kern)doelen Zie map “Herziene kerndoelen 1998”
-
Methoden / aanbod Methode Moet je doen Methode Taal in Beeld
Drama -
(Kern)doelen Zie map “Herziene kerndoelen 1998”
-
Methoden / aanbod Methode Moet je doen
4.2.6
Lichamelijke opvoeding
Gymnastiek -
(Kern)doelen Zie map “Herziene kerndoelen 1998”
-
Methoden / aanbod Methode Basislessen bewegingsonderwijs. Methode Bewegingsonderwijs in het Speellokaal
4.2.7 Levensbeschouwelijk onderwijs -
(Kern)doelen Zie map “Herziene kerndoelen 1998” Zie handleidingen catecheseprojecten
-
Methoden / aanbod Projecten van TREFWOORD / losse projecten met Pasen en Kerstmis
33 Basisschool De Vendelier – Schoolplan 2011-2015
4.2.8. Verrijkingsmaterialen In het kader van leerlingenzorg is er een aanbod voor meer- en hoogbegaafde kinderen. Slimme taal Villa Alfabet Compacten en verrijken van de rekenwiskundemethode CD-rom SLO Cryptologisch Logische breinbrekers Abonnement Vooruit Plustaken voor taal/lezen en rekenen/vreemde talen Kien (rekenen/wiskunde) Deze kinderen maken deels de basisstof (compacten) , om zodoende tijd te hebben om te werken aan bovengenoemde programma’s. 4.2.9 Afsluiting De leerstof wordt aangeboden tot en met het niveau van groep 8. Dit geldt voor alle leerlingen, tenzij een specifiek handelingsplan van een kind dat anders vermeldt, zoals bijvoorbeeld het volgen van een persoonlijk ontwikkelingsperspectief. De school biedt een ononderbroken lijn aan in het leerstofaanbod. Dit gebeurt vooral door afstemming van de manier van lesgeven. De school stelt als doel het leerstofaanbod aan te passen aan de behoeften van de leerlingen. De methoden bieden naast basismateriaal ook verbredings- en verdiepingsmateriaal voor de leerlingen. Er is een specifiek aanbod voor leerlingen met problemen of meer- en hoogbegaafdheid.
34 Basisschool De Vendelier – Schoolplan 2011-2015
5. Zorg voor de leerling
5.1 Zorg op maat, inleiding Zorg op maat is de rode draad binnen de schoolontwikkeling. We willen met ons onderwijs zoveel mogelijk aansluiten bij de vermogens en leerbehoeften van het individuele kind. Uitgangspunt is dat leraren het onderwijs afstemmen op de ontwikkelingsaspecten van kinderen. Centraal daarin staat het vakmanschap van de leraren zoals dat beschreven staat in 3.1 en 3.3.3. Kort samengevat betekent het dat leraren: Bevorderen dat leerlingen zich veilig en aanvaard voelen. Het zelfvertrouwen van leerlingen versterken. Bevorderen bij leerlingen de zelfstandigheid en het nemen van verantwoordelijkheid. De leerlingen in contact brengen met onderwijsinhouden die stimuleren tot actief en betrokken leren. Streven naar een actieve deelname aan het onderwijsleerproces d.m.v. gevarieerde didactische werkvormen. Bevorderen dat kinderen alleen als met anderen zelfstandig werken en spelen. Nadenken over het omgaan met verschillen in relatie tot onze onderwijsvisie. In de afgelopen jaren is een basis gelegd in de vorm van een samenhangend systeem van leerlingenzorg, het coördineren van zorg en interne begeleiding. Een ondersteunende factor hierbij is het samenwerkingsverband WSNS, dat elk jaar een zorgplan opstelt waarop De Vendelier anticipeert. De interne begeleiders en de zorg coördinator volgen de bijeenkomsten waar overleg, afstemming, uitwisseling en evaluatie plaatsvindt. We maken gebruik van de diensten van het zorgloket, de Permanente Commissie Leerlingenzorg, de Commissie van Indicatiestelling en ambulante begeleiders van REC-scholen. De coördinatie van de totale leerlingenzorg is in handen van de zorg coördinator en drie interne begeleiders: één voor de groepen 1 t/m 3 en één voor de groepen 4 en 5 en één voor de groepen 6 t/m 8.
5.2 Het zorgplan We hanteren vijf niveaus van zorg voor een systematische opvang van leerlingen met problemen: Niveau 1: De algemene zorg Niveau 2: De extra zorg Niveau 3: Speciale zorg na een intern onderzoek Niveau 4: Speciale zorg met behulp van externen Niveau 5: Verwijzing speciaal basisonderwijs Op basis van de uitslagen van de LOVS, in combinatie met de observatie- en beoordelingsgegevens die de leerkracht ter beschikking staan, wordt bepaald of een leerling een aandachtsleerling of een zorgleerling is. 35 Basisschool De Vendelier – Schoolplan 2011-2015
Aandachtsleerlingen Scoren bij de Cito LOVS toetsen een lage C Scoren bij de methodegebonden toetsen matig tot net voldoende Voldoen net aan de gestelde ILO-normering Matige zorg op een aantal van de volgende aspecten: zelfstandigheid, betrokkenheid, werkhouding, taakaanpak, concentratie, tempo, welbevinden, gedrag, blijkend uit scores op de lijsten van Memelink en PRAVOO. Krijgen binnen de groep extra aandacht of worden extra in de gaten gehouden Zorgleerlingen
Scoren bij de LOVS toetsen een D of een E Scoren bij de methodegebonden toetsen onvoldoende tot matig Voldoen niet aan de gestelde ILO-normering Reële zorg op de volgende aspecten: zelfstandigheid, betrokkenheid, werkhouding, taakaanpak, concentratie, tempo, welbevinden, gedrag. Blijkend uit de prestaties in de groep en de scores op de lijsten van Memelink en PRAVOO. Kinderen met een diagnose op cognitief-didactisch of sociaal-emotioneel gebied en/of ernstige gedragsproblemen Hebben een handelingsplan en krijgen binnen de groep (of mogelijk buiten de groep) extra begeleiding Ouders zijn op de hoogte van de zorg van de school.
5.2.1 Zorg op maat Niveau 1 De algemene zorg Activiteiten: Hulpverlening binnen de groep gebeurt door aanpassing van de interactie, instructie en klassenmanagement. Er wordt vooral preventief gewerkt. Op De Vendelier is gekozen voor homogene groepen met nadruk op ontwikkelingsgericht werken en ontdekkend leren als uitgangspunt. De groepen 1-2 zijn bewust wel heterogeen samengesteld. Er wordt gewerkt met instructietafels, groepsoverzichten en groepsplannen, zodat zorg op maat geboden kan worden en de kinderen werken met weektaken. De leerkracht gebruikt verschillen tussen kinderen om hun kwaliteiten te stimuleren. De groepsleerkracht biedt aangepaste hulp zoveel mogelijk tijdens het zelfstandig werken binnen de groep. Het kind blijft na extra aandacht in niveau 1 of gaat naar niveau 2. De leerkracht verzamelt gegevens van alle leerlingen d.m.v. observaties, methodegebonden toetsen en de CITO-LOVS-toetsen. Deze toetsmomenten zijn vastgelegd in de methodes en op de toetskalender. Vervolgens signaleert hij of er aandachts- en zorgleerlingen zijn. Signalering vindt plaats op de volgende manier: - Intakeprocedure voor nieuwe leerlingen: Ouders maken afspraken met de directie. Bij de aannameprocedure wordt de ernst van mogelijke problemen ingeschat, de mate van de benodigde zorg en de mogelijkheden van de school om deze zorg te bieden. - Intakeprocedure tussentijdse instroom: Alvorens een kind wordt toegelaten dient eerst het onderwijskundig rapport van de vorige school aanwezig te zijn op de Vendelier. - Toetsen afnemen Cito –LOVS (zie toetskalender): Kleuters: Rekenen voor kleuters, Taal voor Kleuters 36 Basisschool De Vendelier – Schoolplan 2011-2015
-
Gr 1-4: 4 Meetmomenten protocol leesproblemen en dyslexie Gr 3-8: Rekenen, Spelling, ILO + lezen Gr 4-8: Begrijpend lezen + lezen Het afnemen en verwerken van de methodegebonden toetsen: rekenen, taal, spelling, (begrijpend)lezen, zaakvakken. Observaties sociaal-emotionele ontwikkeling en werkgedrag: LVS Memelink en PRAVOO (zie toetskalender). Observatielijsten Memelink gr 1/2 invullen en interpreteren voor de gebieden taal en motoriek. Cito-entreetoets in groep 7 Groep 8 cito eindtoets
De leerkracht analyseert de toetsen van alle kinderen met een D of E score en indien wenselijk van kinderen met een lage C. Hierbij moet duidelijk worden waar het probleem zit. Ter verduidelijking kan ook gebruik gemaakt worden van aanvullende diagnostische toetsen; het werk van het kind tot dan toe; materiaal behorend bij de methode. Hieruit kan naar voren komen dat het kind een aandachtsleerling of een zorgleerling is. Een aandachtsleerling krijgt extra aandacht in de groep, d.m.v. extra instructiemomenten, aangepast materiaal of uitbreiding van de effectieve leertijd. De diagnose n.a.v. de analyse van de toetsen wordt besproken tijdens de groepsbespreking. Indien er sprake is van een zorgleerling dan wordt naar niveau 2 overgestapt. Er wordt voor deze leerling, samen met de andere zorgleerlingen, een groepsplan opgesteld en een evaluatiemoment afgesproken. Binnen het zorgoverleg op school vindt twee keer per jaar voor het uitreiken van de verslagen een groepsbespreking plaats. De groepsgegevens worden door de groepsleerkracht digitaal aangeleverd. De interne begeleider bekijkt voor de bespreking de gegevens en maakt bij de voorbereiding gebruik van de cito-overzichten en de PRAVOO/PGK-lijsten. De besprekingen worden geleid door de interne begeleider. Structureel wordt een teambespreking georganiseerd waarbij de groepsstaten besproken worden als kwaliteitsmeter van het onderwijs en om na te gaan welke leerlingen extra zorg nodig hebben. Tevens wordt een analyse gemaakt van de toetsopbrengsten.
Dossiervorming: Gegevens CITO LOVS gaan in het computerprogramma. Toetsgegevens van de methode en observaties komen in de groepsmap/DOT.COM/S-schijf. Als een aandachtsleerling een zorgleerling wordt kan hij in de leerlingbespreking en in het zorgteam worden ingebracht na overleg met de interne begeleider. Oudercontact: In niveau 1 is de leerkracht verantwoordelijk en het aanspreekpunt naar de ouders. Contact vindt plaats op informele basis en structureel 2 maal per jaar n.a.v. de verslagen. Van de contacten wordt kort melding gemaakt op het leerlingjournaal. Consultatie: Leerkracht - Leerkracht. Rol Interne Begeleider: Actie op afroep van de leerkracht. Toetsrooster LOVS maken. Groepsbesprekingen plannen Toetsen van de resultaten van de groepsoverzichten en groepsplannen. Zorgmap doornemen en groepsstaten uitdraaien voor de groepsbespreking. 37 Basisschool De Vendelier – Schoolplan 2011-2015
Leerlingbesprekingen plannen, voorbereiden en leiden. Registreren zorgleerlingen in samenwerking met de leerkracht.
Leerlingen overhevelen naar niveau 2 vindt plaats n.a.v. toetsuitslag (D of E) /observatie /overleg/ leessignaleringen/ leerlingbespreking. Niveau 2 De extra zorg Activiteiten: De groepsleerkracht kan de interne begeleider voor kleinere problemen tussentijds consulteren. Voor uitgebreidere consultatie maken we een afspraak. Het gaat dan vooral om acties en/of handelingsplannen die door de leerkracht zijn opgezet en waarmee men niet voldoende vooruit kan of die tot onvoldoende vooruitgang leiden. De leerkracht neemt zelf het initiatief om kinderen aan te melden bij de interne begeleider voor inbreng in een leerlingbespreking. Bij een groter probleem wordt na overleg met de interne begeleider door de groepsleerkracht een aanpassing gemaakt in het groepsplan en eventueel extra individuele hulp ingepland en in de klas uitgevoerd. Het kan hierbij gaan om hulp voor een individuele leerling of voor een klein groepje. Indien mogelijk wordt er voor lezen hulp buiten de groep georganiseerd in groep 3 en 4. De aanpassingen worden na +/- 8 weken geëvalueerd door de groepsleerkracht en de ouders. De interne begeleider wordt op de hoogte gesteld en vervolgens wordt besproken of het kind terug kan naar niveau 1, blijft in niveau 2, of doorgaat naar niveau 3. Zolang een kind een zorgleerling is, loopt de zorg groepsoverstijgend door. De leerkracht is verantwoordelijk voor de overdracht naar de volgende leerkracht. Dossiervorming: Het lopende handelingsplan staat op de S-schijf. Een afgesloten individueel handelingsplan komt met de conclusie in het leerling-dossier Een verslag van het oudergesprek met specifieke afspraken en handtekening van ouders komt in het leerling-dossier, overige aantekeningen worden op het leerlingjournaal gemaakt. Oudercontact: In niveau 2 is de leerkracht verantwoordelijk en het aanspreekpunt naar de ouders. Indien gewenst kan de interne begeleider ter ondersteuning aanwezig zijn. Dit gebeurt op aanvraag van de leerkracht. De leerkracht informeert de ouders middels een over het handelingsplan. Consultatie: Leerkracht – Leerkracht. Leerkracht – Ouder. Leerkracht - Interne Begeleider. Rol Interne Begeleider: Begeleiden op afroep: ter ondersteuning bij het maken van het groepsplan of individueel handelingsplan of afnemen toets. Bewaking van en feedback geven op de voortgang. Evalueren van lopende processen. Leerlingen overhevelen naar niveau 3 vindt plaats n.a.v. het overleg met interne begeleider op basis van evaluatie over de resultaten van het handelingsplan. 38 Basisschool De Vendelier – Schoolplan 2011-2015
Niveau 3: Speciale zorg na een intern onderzoek Activiteiten: De leerkracht en/of de interne begeleider informeren de ouders over een intern afgenomen diagnostisch onderzoek. De interne begeleider kan problemen en vragen voorleggen tijdens vaste consultatiemomenten met de externe leerlingbegeleider of kan de keuze maken de leerling in te brengen in het zorgteamoverleg. Daarna volgt een aanpassing in het groepsplan of wordt er een individueel handelingsplan gemaakt. (2 per jaar met bijstellingen) Voor de evaluatie wordt een afspraak gemaakt tussen ouders, leerkracht en interne begeleider. Dossiervorming: De gegevens van het diagnostisch onderzoek komen in het leerling-dossier. Het lopende groeps of individueel staat op de S-schijf. Een afgesloten handelingsplan komt met de conclusie in het leerling-dossier Een verslag van het oudergesprek met specifieke afspraken en handtekening van de ouders, komt in het leerling-dossier. Overige aantekeningen worden in het digitale leerlingjournaal gemaakt. Oudercontact: Leerkracht en/of ib-er informeert de ouders. Afspraken worden vastgelegd in het digitale leerlingjournaal en specifieke afspraken op het formulier verslag oudergesprek. Consultatie: Leerkracht – Interne Begeleider Leerkracht en/of interne begeleider - Ouders Interne Begeleider/leerkracht – CLB Interne Begeleider -Interne Begeleider en zorg coördinator Zorgteam Rol Interne Begeleider: Diagnostisch onderzoek afnemen, resultaten verwerken. Dossieranalyse en gesprek met de leerkracht. Ondersteuning van de leerkracht bij het maken van eengroepsoverzicht, groepsplan en individueel handelingsplan. Consultatie en coaching van de leerkracht. Voortgang bewaken. Evaluatie.
Leerlingen overhevelen naar niveau 4 wanneer eerder geboden hulp niet tot het gewenste resultaat heeft geleid. Hulp van externen wordt ingeroepen (CLB, Zorgteam etc.)
39 Basisschool De Vendelier – Schoolplan 2011-2015
Niveau 4 Speciale zorg met behulp van externen Activiteiten: Er kan besloten worden tot een diagnostisch onderzoek door een externe instantie. De ouders geven hiervoor schriftelijk toestemming. Voorafgaand aan het onderzoek is er altijd contact met de ouders waarbij zij hun visie op de problemen kunnen geven en vragen kunnen stellen. Het onderzoek wordt besproken met school en ouders. Vervolgmogelijkheden zijn dan terug naar niveau 3 met een uitgebreid handelingsplan, aanvragen van externe begeleiding (SMW/AB/LGF/PGB), tijdelijke begeleiding vanuit het zorgteam of aanmelden bij de PCL voor een plaatsing in het speciaal basisonderwijs. Dossiervorming: De gegevens van het diagnostisch onderzoek komen in het leerling-dossier. Het lopende groepsplan of individueel handelingsplan staat op de S-Schijf. Een afgesloten groepsplan of individueel handelingsplan komt met de conclusie in het leerlingdossier Een verslag van het oudergesprek met specifieke afspraken en handtekening van de ouders komt in het leerling-dossier, overige aantekeningen worden in het digitale leerlingjournaal gemaakt. Oudercontact: In niveau 4 is de interne begeleider samen met de groepsleerkracht verantwoordelijk en het aanspreekpunt voor de ouders. Ouders geven schriftelijk toestemming voor onderzoek en hulp of nemen contact op met andere externe instanties. Het onderzoeksbureau heeft contact met de ouders om informatie te verwerven t.b.v. het onderzoek Bij het adviesgesprek zijn zowel school, ouders als onderzoeker aanwezig. De vervolggesprekken met de ouders worden door de interne begeleider en de leerkracht samen gevoerd. Indien nodig kan een externe begeleider hier opnieuw bij uitgenodigd worden. Consultatie: Onderzoeker/leerkracht/Interne Begeleider over resultaten onderzoek en plan van aanpak. Onderzoeker - verdere externe instanties. Leerkracht/Interne begeleider – Ouders – Externe instanties PCL - Leerkracht/Interne Begeleider. IB-CLB met onderzoeker Rol Interne Begeleider: Na overleg met de leerkracht bepaalt de interne begeleider of een extern diagnostisch onderzoek wenselijk is. De interne begeleider neemt bijvoorbeeld contact op met de leerlingbegeleider van de externe dienst of geeft ouders het advies om bij een andere externe instantie het proces op te starten. Coaching leerkracht bij uitvoering van het handelingsplan. Evaluatie leerkracht/Onderzoeker/Interne Begeleider. Proces aansturen en volgen.
Leerlingen overhevelen naar niveau 5 vindt plaats in overleg met de zorg coördinator, Interne Begeleider, leerkracht, ouders en Onderzoeker/PCL/CVI 40 Basisschool De Vendelier – Schoolplan 2011-2015
Niveau 5: Overplaatsing naar een andere vorm van onderwijs/LGF/eigen leerlijn. Activiteiten: In overleg met de leerkracht, de interne begeleider, de zorg coördinator, de ouders en indien gewenst de externe leerlingbegeleider wordt nagegaan wat de beste vervolgstap is voor de betreffende leerling: plaatsing in het speciaal basisonderwijs, een REC-cluster, een andere basisschool, een eigen leerlijn of begeleiding vanuit een LGF. Indien voor speciaal basisonderwijs gekozen wordt, vult de school een onderwijskundig rapport in voor de PCL. De PCL zorgt voor een toelaatbaarheidsverklaring voor het speciaal basisonderwijs. Het kind kan in principe bij de eerst volgende instroomdatum geplaatst worden. Ouders krijgen van het PCL schriftelijk bericht over de plaatsing. De ouders nemen zelf contact op met de betreffende school. Als ouders geen plaatsing in het sbo wensen, bepaalt de Vendelier het vervolgtraject t.a.v. de verdere opvang van het kind binnen de school. De afspraken worden in een ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) en gespreksverslag vastgelegd en door school en ouders ondertekend. Indien voor een vorm van speciaal onderwijs gekozen wordt, doorlopen school en ouders de procedure omtrent aanmelding bij de CVI. Mogelijkheden zijn dat een plaatsing binnen een RECclusterschool (instroomdatum vaak afhankelijk van wachtlijsten) of ambulante begeleiding vanuit het REC-cluster. Ouders kunnen een rugzak LGF aanvragen en hiermee begeleiding financieren voor hun kind. De school wil samenwerken en open communiceren met de betrokken (ambulant) begeleiders. Op deze manier kan ieders deskundigheid benut worden om het kind te begeleiden. Indien een kind op de Vendelier blijft, ook ter overbrugging van de wachttijd voor een plaatsing, gaat het kind terug naar zorgniveau 4. Dossiervorming: De interne begeleider geeft het dossier door aan de ontvangende school. Gespreksverslag en OPP worden in het dossier opgenomen. Oudercontact: De interne begeleider is het aanspreekpunt voor de ouders en leerkracht. Consultatie: Leerkracht - Interne Begeleider. Rol Interne Begeleider: Begeleiding ouders of leerkracht indien nodig. Procedures in gang zetten en bijsturen waar nodig. 5.2.2 Onderdelen cyclus leerlingenzorg. De cyclus leerlingenzorg ziet er als volgt uit: Toetsafname CITO-LOVS, PRAVOO/PGK, Memelink Groepsbespreking Groepsoverzicht Groesplan of individueel handelingsplan Leerlingbespreking/ bespreking zorgteam Consultatie IB-Externe leerlingbegeleiding Evaluatie 41 Basisschool De Vendelier – Schoolplan 2011-2015
Consultatie tussen interne begeleider en bureau voor leerlingzorg In overleg tussen de interne begeleider en de groepsleerkracht wordt bekeken of een leerling in aanmerking komt voor consultatie met een externe leerlingbegeleiding. Bij de IB-consultatie zijn aanwezig: een externe leerlingbegeleidingsdienst, de IB-er en indien nodig de leerkracht. De interne begeleiders mailen vooraf ter voorbereiding hun vragen naar de schoolbegeleider. Na een probleemverkenning, aan de hand van de gegevens van de school, wordt bekeken hoe de leerling of de leerkracht het best geholpen kan worden. De ib-er communiceert met de leerkracht over de besproken aanpak en de leerkracht maakt hierbij aanpassingen in het groepsplan of individueel handelingsplan c.q. OPP. Dit plan wordt in de klas uitgevoerd en de interne begeleider heeft hierbij een begeleidende rol. Door middel van IB-consultatie kan men ook tot de conclusie komen dat extra onderzoek noodzakelijk is. De ouders worden voorafgaand aan de IB-consultatie geïnformeerd door de leerkracht. 5.2.3 Leerlingendossiers Van alle leerlingen 1 t/m 8 wordt een leerlingendossier bijgehouden en bewaard in afgesloten dossierkasten. Steeds vaker worden het digitale dossiers. De intern begeleiders zijn verantwoordelijk voor het beheer van de leerlingdossiers. Het dossier bevat de volgende gegevens: Geel: Reguliere leerling Stamkaart: algemene gegevens, intakegegevens, onderwijskundig rapport vorige school Kopie rapportverslag Groen: Zorgdossier Externe toets- en onderzoeksgegevens Rood: Gegevens uit de leerlingenbespreking, Verslagen van ondertekende oudergesprekken Oranje map: handelingsplannen, ondertekende toestemmingsformulieren ouders en digitale dossiervorming en overige zaken. 5.2.4
Toetsenoverzicht
Elk jaar wordt er een toetskalender gemaakt waarin de onderstaande toetsen terug te vinden zijn. Groep 1/2 Algemeen: LOVS toets : Rekenen voor kleuters LOVS toets: Taal voor kleuters Observatielijst Memelink Groep 3-8: Lezen: LOVS toets: DMT Leestempo en leestechniek Diagnostiek van het technisch lezen en aanvankelijk spellen Toetsen meetmomenten protocol leesproblemen en dyslexie
42 Basisschool De Vendelier – Schoolplan 2011-2015
Begrijpend lezen: LOVS toets: Begrijpend lezen (groep 4 t/m 8) Rekenen: LOVS toets: Rekenen en wiskunde groep 3 t/m 8 Spelling LOVS toets: Schaalvorderingen in spellingvaardigheid 1,2 en 3 Sociaal-emotioneel: PRAVOO-gedragskaart voor de groepen 3 t/m 8 LOVS Memelink voor de groepen 1-2
5.3 Aannamebeleid in het kader van het zorgbeleid 5.3.1 De integratie van leerlingen met een handicap in onze basisschool Het team van De Vendelier staat positief ten opzichte van het opnemen van een leerling met een handicap, waarbij zorgvuldigheid van handelen en zorg voor alle leerlingen voorop staat en haar zorgbreedte niet wordt overschreden. Bij aanmelding van zo’n leerling zal altijd een speciale procedure worden gevolgd. Er zal zorgvuldig worden afgewogen of het kind voldoende kansen heeft om zich optimaal te ontwikkelen op onze school en of de Vendelier het aankan de begeleiding te verzorgen. Voor iedere nieuwe aanmelding zal een nieuwe afweging worden gemaakt. 5.3.2 Beleidsuitgangspunten:
Onze school is in principe bereid leerlingen met een handicap aan te nemen, als de school en de ouders het eens kunnen worden over de condities en aan de toelatingscriteria is voldaan. Hiervoor is een checklist en/of inventarisatieformulier aanwezig bij de interne begeleiders. De leerkrachten zetten zich extra in om hun werkwijze aan te passen aan het feit dat zij een leerling met een handicap in de groep hebben. Zij zijn dan bovendien bereid deel te nemen aan regelmatig overleg over de hun toevertrouwde leerling(en) met een handicap, zich te laten begeleiden door een REC-medewerker. De school kan maar een beperkt aantal leerlingen met een handicap opnemen.
5.3.3. Toelatingsprocedure op onze school Aanmelding: Er vindt een kennismakingsgesprek plaats met de zorgcoordinator en/of de interne begeleider waarbij het probleem en de mogelijkheden worden verkend. (Zij maken gebruik van de checklist zorgleerlingen niveau 4/5). Ook vragen wij schriftelijke toestemming van de ouders om informatie bij derden op te vragen (via inschrijfformulier).School geeft toelichting t.a.v. visie en toelatingsprocedure.
De interne begeleider verzamelt informatie over de aangemelde leerling bij bijvoorbeeld de huidige school, (middels het onderwijskundig rapport) de CvI (melding van indicatiestelling en indicatienummer lln.) MKD, voorschoolse opvang, REC etc. 43
Basisschool De Vendelier – Schoolplan 2011-2015
De betreffende inventarisatie van de hulpvragen van het kind wordt afgezet tegen de visie van de school en de mogelijkheden om een aangepast onderwijsaanbod te realiseren. Hierbij wordt tevens rekening gehouden met de ondersteuningsmogelijkheden (zowel materieel als immaterieel).
Nadat de directie en intern begeleider zich hebben verdiept in de problematiek van de aangemelde leerling en de ingewonnen informatie, vullen zij het inventarisatieformulier in. Daarnaast kan de mogelijkheid zich voordoen om een observatie voor te stellen. Zijn de directie en de intern begeleider het eens over het feit, dat de school de aangemelde leerling zou moeten kunnen opvangen, draagt de directie er zorg voor dat de aanmelding met teamleden die het betreft, wordt besproken.
Conform de regelgeving ontvangen de ouders binnen 6 weken na aanmelding een beslissing over de vraag of het kind toelaatbaar is op onze school.
Er volgt een tweede gesprek met de ouders waarbij het besluit van de school wordt besproken.
Aan de ouders zal een duidelijke schriftelijke motivatie worden overlegd (zie standaard brief) Bij twijfel kan een tijdelijke plaatsing overwogen worden en wordt dit schriftelijk vastgelegd.
Als het kind wordt aangenomen wordt het tevens aangemeld voor ambulante begeleiding vanuit het REC en zal er een zorgovereenkomst en een handelingsplan worden opgesteld. Tevens vraagt de school op bekende wijze de extra middelen aan bij het DUO.
Nadat de ouders, de REC-vertegenwoordiger en de school hun handtekening onder het begeleidingsplan geplaatst hebben, wordt het kind definitief tot onze school toegelaten. Er is daarmee overeenstemming bereikt met de ouders.
Ieder kwartaal wordt het proces met alle betrokkenen geëvalueerd. Daarbij wordt gekeken of nog voldaan kan worden aan de hulpvraag van het kind. Verder wordt bekeken of de mogelijkheden van de school, groep, leerkrachten nog aansluiten bij de ontwikkeling van het kind. Indien dit niet het geval is zal de directie/intern begeleider de procedure SO/SBO opstarten of treed de procedure verwijdering van een leerling in.
N.B. Bij terugplaatsing van een leerling van een speciale school wordt dezelfde procedure gevolgd.
5.4 Besliscriteria voor 3 jaar kleuteren of doubleren in groep 3 t/m 8: Op basis van de 5 zorgniveaus signaleert de leerkracht een probleem. Het kind wordt ingebracht in de leerlingbespreking en/of doorgesproken met de intern begeleider. Vervolgens wordt er bij het vermoeden van de noodzaak tot doubleren 2 tot 3 maanden structureel aan de problemen gewerkt, op basis van een groepsplan of individueel handelingsplan dat in overleg met de interne begeleider wordt opgezet, tussentijds wordt bijgesteld en geëvalueerd. Ook de ouders worden actief in de besprekingen en in het plan van aanpak betrokken. Doel van de doublure is het kind te laten aansluiten bij het gemiddelde niveau van de groep. Er dienen meerdere problemen op zowel didactisch als sociaal-emotioneel gebied te spelen.
44 Basisschool De Vendelier – Schoolplan 2011-2015
Er moet een duidelijke meerwaarde voor de doublure zijn: zowel op didactisch als op sociaalemotioneel gebied. Wanneer een leerling doubleert, moet bij de groepsleerkracht en de interne begeleider de overtuiging bestaan, dat een doublure de enige mogelijkheid is om een leerachterstand op te lossen. Het doubleren mag niet leiden tot een ondoelmatige herhaling van de leerstof. Het doubleren moet geen negatieve invloed uitoefenen op de totale persoonlijkheidsontwikkeling van de leerling. Van belang zijn niet alleen de leerresultaten en vaardigheden van de leerling, maar ook zijn functioneren binnen het leerproces. Vanaf groep 6 wordt er in principe niet meer gedoubleerd. In uitzonderingssituaties is dit wel mogelijk. Het kind kan vanaf groep 6 meerdere aparte leerlijnen volgen. In principe wordt vanaf groep 6 ook niet meer naar speciaal onderwijs verwezen. Een eventuele beslissing tot doubleren wordt altijd in overleg tussen leerkracht en interne begeleider genomen. Daarna wordt met de ouders overlegd. Uiterlijk in mei volgt het eindgesprek. Dit gesprek wordt altijd gehouden met de ouders, de groepsleerkracht en de intern begeleider. De school neemt in dit gesprek een duidelijk standpunt in. Indien ouders het niet eens zijn met een doublure wordt in vervolggesprekken geprobeerd tot overeenstemming te komen, maar de beslissing die de school hierin neemt is bindend. Traject: Groep 2: Gebieden voor screening: Leesvoorwaarden Rekenvoorwaarden Schoolrijpheid Weerbaarheid Leerkrachtafhankelijkheid Groep 3 Doubleren in groep 3 wordt overwogen als er onvoldoende vorderingen zijn met het technisch lezen (gebaseerd op het dyslexiebeleid dat op WSNS-niveau is vastgesteld) en er ook op andere gebieden (rekenen, sociaal-emotionele ontwikkeling) problemen zijn. Groep 4 Eigen leerlijn op 1 gebied is mogelijk (zorgniveau 3): lezen/spellen of rekenen. Dit wordt vastgelegd in een OPP. Bij problemen op meerdere gebieden komt het kind in zorgniveau 4. Hierna gaat het kind door naar zorgniveau 5 of terug naar zorgniveau 3. Meerdere eigen leerlijnen doet een groot beroep op de zelfstandigheid en werkhouding van het kind en het kan tot een uitzonderingspositie leiden. Voor deze kinderen is het speciaal basisonderwijs wellicht een beter alternatief. Groep 5 In principe de laatste mogelijkheid tot een verwijzing naar het speciaal basisonderwijs. Groep 6-8 Eigen leerlijnen op meerdere gebieden, vastgelegd in een OPP. Goede administratie en overleg nodig met betrekking tot LWOO/PrO-leerlingen Voor LWOO/PrO-leerlingen behoort een eigen leerlijn met mogelijk een doublure in de bovenbouw en een vervroegde instroom in het Voortgezet Onderwijs tot de mogelijkheden. Indien een kind in groep 1/2 een doublure heeft gehad, telt dit niet mee in de didactische leeftijd. Een vervroegde instroom is dan incidenteel mogelijk, maar de achterstanden zijn dan relatief kleiner 45 Basisschool De Vendelier – Schoolplan 2011-2015
(dl ongeveer 44 maanden). Een leerling uit groep 7 kan daardoor nog niet voor PrO of LWOO in aanmerking komen, terwijl dat een jaar later wel zo zou zijn. Hier dient rekening mee gehouden te worden bij het maken van een keuze. Bij een vervroegde instroom moeten sterke argumenten worden aangevoerd om te kunnen aantonen dat deze optie beter is dan een regulier jaar groep 8 op de basisschool.
5.5 Dyslexie en leesproblemen 5.5.1 Inleiding Onze school heeft de overtuiging dat leren lezen een van de belangrijkste pijlers is voor schoolsucces. Wij vinden het van wezenlijk belang dat extra faciliteiten geboden worden aan kinderen die dreigen achter te raken op het gebied van de geletterdheid. We willen preventief werken en leggen het accent op signaleren en remediëren in de groepen 1, 2, 3 en 4. Omdat onze school het van groot belang vindt dat voor iedereen duidelijk is hoe dyslectische leerlingen begeleid worden, hebben wij met ons team een dyslexiebeleid vastgesteld. daarvan de 5.5.2 Wat is dyslexie? De adviescommissie van de Gezondheidsraad en de Stichting Dyslexie definiëren dyslexie als volgt: Dyslexie is een stoornis die gekenmerkt wordt door een hardnekkig probleem met het aanleren en het accuraat en / of vlot toepassen van het lezen en / of spellen op woordniveau. Dyslexie uit zich bij elk individu anders, maar in het algemeen gesproken geldt het volgende:
Er zijn automatiseringsproblemen bij het (leren) lezen en/of spellen
Deze problemen zijn hardnekkig en resistent tegen behandeling
De problemen zijn niet te herleiden tot andere problemen of stoornissen
Dyslexie is meestal erfelijk bepaald: bij dyslectische leerlingen wordt vaak dyslexie in de familie aangetroffen
5.5.3 Signaleren van dyslexie Algemeen Op onze school gaan we uit van de professionaliteit van de leerkracht. Hij / zij gaat dagelijks met de leerlingen om, ziet hoe ze werken en leren, weet hoe hun vooruitgang is en hoe ze zich emotioneel ontwikkelen. Daarnaast is er het CITO- leerlingvolgsysteem, dat een objectieve maat is voor de vorderingen die een leerling maakt. We hebben de Protocollen Leesproblemen en Dyslexie op onze school geïmplementeerd en volgen de daar aangegeven stappen bij het signaleren, diagnosticeren en behandelen van leesproblemen en dyslexie. De gegevens die wij gebruiken bij de signalering van mogelijke dyslexie:
De informatie van de ouders bij aanmelding op school.
Observaties in de klas met betrekking tot werkhouding, leerbaarheid, onthouden, automatiseren, interesse in activiteiten die met taal, geletterdheid en lezen te maken hebben
Analyse van werk en taaluitingen 46
Basisschool De Vendelier – Schoolplan 2011-2015
Analyse van observatielijsten, signaleringslijsten, methodegebonden toetsen.
Analyse van toetsen uit het leerlingvolgsysteem
In de praktijk
Zodra een leerkracht iets opvallends signaleert met betrekking tot het gedrag of de resultaten van een leerling, gaat hij gedurende een periode van enkele weken gericht observeren.
Als er duidelijk sprake lijkt te zijn van signalen van dyslexie, gaat de leerkracht de leerling extra begeleiden. Er is dan sprake van hulp op zorgniveau 1 en 2. De groepsleerkrachten zijn in staat om deze hulp zelfstandig op te zetten en uit te voeren. Eventueel wordt een collega geconsulteerd. De ouders worden op de hoogte gebracht van de extra begeleiding.
Als na een periode van ongeveer zes weken blijkt dat de problemen niet verholpen zijn, wordt de leerling besproken met de IB. De IB -er kan verschillende zaken doen: - Voeren van een anamnese - gesprek met de ouders - Observatie in de klas - (Individueel) lees – en / of spellingsonderzoek en / of analyse van deze gegevens
5.5.4 Diagnostiek / Onderzoek Na intern onderzoek kunnen wij een (ernstig) vermoeden van dyslexie uitspreken. Een school kan zelf geen dyslexieverklaring afgeven, dit is voorbehouden aan geregistreerde GZpsychologen met dyslexie-expertise.
5.6 Meer- en hoogbegaafdheid 5.6.1 Inleiding De onderstaande aanpak is erop gericht om structureel met meerbegaafde leerlingen op school om te gaan. In uitzonderingssituaties zal er sprake zijn van echte hoogbegaafdheid en zijn meer individuele programma’s noodzakelijk om de leerling te begeleiden. Voorwaarden: De ouders zijn steeds een belangrijke partner om helder te krijgen wat de kwaliteiten en problemen van hun kind zijn en welke aanpak hier het beste bij kan aansluiten. Zeker ook omdat leerlingen op de Vendelier in alle leerjaren instromen. Ouders kennen hun kind erg goed en vaak laten meer- of hoogbegaafde kinderen thuis ander gedrag en andere vaardigheden zien dan op school. Vaak zullen ouders hun zorgen en vragen direct aan het begin al aangeven hetzij mondeling of via het inschrijfformulier. N.a.v. het inschrijfformulier kan de intern begeleider dieper ingaan op de ontwikkelingsvoorsprong van het kind en de eventuele verwachtingen van de ouders. Samen wordt bekeken of deze verwachtingen reëel zijn. Met behulp van de onderstaande aanpak kan vanuit de school op een herkenbare manier gereageerd worden op die vragen. Door steeds af te blijven stemmen met de ouders en hun mening te betrekken in de aanpak van hun kind, zal de zorg zo optimaal mogelijk kunnen verlopen. De begaafde leerling past soms een (bewuste) specifieke leerstrategie toe. De leerling bekijkt vervolgens of de opdracht aantrekkelijk genoeg is. Indien dit niet het geval is kan het ertoe leiden dat deze leerling steeds dezelfde leerstrategie toepast. De leerling hoeft zich niet echt in te spannen en leert geen studievaardigheden toe te passen. Zodra de leerling met een echt uitdagend probleem geconfronteerd wordt, lukt het niet om dit op te lossen. Expliciet aanleren van nieuwe leerstrategieën blijft voor de begaafde leerlingen steeds belangrijk! Door de 47 Basisschool De Vendelier – Schoolplan 2011-2015
basisleerstof compact aan te bieden krijgt de leerling alle leerstrategieën aangeboden en kan hij daarna vooruit met zijn eigen werk op niveau. Bij ander of extra werk moet van te voren aan een aantal zaken voldaan worden: - Werk afbakenen: wanneer, wat, hoe? Doorloop de werkstappen. - Vooraf heldere eisen stellen - Werk beoordelen aan de hand van de gestelde eisen (aandacht voor eindresultaat én het proces/de gebruikte strategieën) - Bijhouden van de vorderingen van apart werk/andere vakgebieden op een inlegvel in het verslag.
5.6.2 Leerlijn voor meerbegaafde leerlingen Deze leerlijn is gericht op meerbegaafde leerlingen; vaak zal deze leerlijn in de bovenbouw overeenkomen met het hoogste instructieniveau binnen de groep. Onderstaand wordt aangegeven hoe het werken met deze leerlingen georganiseerd kan worden en welke aandachtspunten hierbij van belang zijn. Uitgangspunt is: andere instructie en extra uitdagend werk op de weektaak. (procedures interne leerlingenzorg en communicatie met ouders volgens zorgniveau 3). Definitie meerbegaafde leerling: Leerlingen die naast de reguliere basisstof behoefte hebben aan extra verrijkingsstof, zodat voldoende wordt aangesloten bij hun behoefte aan uitdaging en variatie en bij hun meer dan gemiddelde interesse en capaciteiten. Deze leerlingen hebben goede kwaliteiten op 1 of meer gebieden. Hoe herken je een meerbegaafde leerling:
Meerbegaafde leerlingen hebben op één of meerdere leergebieden goede Citoscores (A-niveau). Observaties van de leerkracht wijzen op grote zelfstandigheid, betrokkenheid en taakaanpak en het stellen van slimme vragen.
Tijdens een gesprek met de interne begeleider wordt in kaart gebracht welke leerlingen a.d.h.v. Citoscores en/of observaties in aanmerking komen voor de eerste leerlijn. Begeleiding: De extra begeleiding van meerbegaafde leerlingen gebeurt in principe binnen de groep. De leerkracht kan een plan opzetten voor de eerste leerlijn. Indien nodig kan hij hierbij de hulp van de interne begeleider inroepen, zodat er op schoolniveau een herkenbare aanpak ontstaat. Vaak zal deze aanpak passen binnen de instructiegroep van het hoogste niveau. Uitgangspunt: De meerbegaafde leerlingen krijgen in principe geen versnelling in de leerstof. Dat wil zeggen dat de leerkrachten geen leerstof uit hogere leerjaren aanbieden aan deze leerlingen. (N.B. In uitzonderlijke situaties kan na intern onderzoek en overleg besloten worden dat versnelling naar een hogere groep een passende mogelijkheid is. Het kind dient dan op meerdere leergebieden en op sociaal-emotioneel gebied ongeveer een jaar voorsprong te hebben en moet binnen 2 tot 4 maanden bij de leerstof van de betreffende groep kunnen aansluiten; er wordt dan een meer specifiek programma samengesteld op basis van de stappen zoals verwoord in de leerlijn voor hogerbegaafden) Materialen, tips voor organisatie en aanpak staan in de bijlage.
48 Basisschool De Vendelier – Schoolplan 2011-2015
5.6.3. Leerlijn voor hogerbegaafde leerlingen Wanneer de leerlijn voor meerbegaafden te weinig uitdaging biedt, wordt er overgestapt naar de leerlijn voor hogerbegaafden. Dit gebeurt na overleg met en diagnostiek door de intern begeleider en/of extern onderzoeksbureau. (procedures interne leerlingenzorg en communicatie met ouders volgens zorgniveau 4). Ook is er de mogelijkheid om deel te nemen aan speciale trajecten zoals Hilevel op WSNS niveau. Definitie hoogbegaafde leerling: Hoogbegaafde leerlingen zijn die leerlingen die naast de verrijking bij de basisstof volgens de leerlijn voor meerbegaafden behoefte hebben aan extra verrijking of versnelling. Een hoogbegaafde leerling heeft hoge intellectuele capaciteiten in combinatie met een grote creativiteit, een groot doorzettingsvermogen en een grote exploratiedrang. Dit blijkt in de klas vaak uit: Grote verbale vaardigheden Sterk analytisch vermogen Vindingrijkheid bij het zoeken naar oplossingen Goed geheugen Hoog leertempo Grote algemene ontwikkeling Sterk rechtvaardigheidsgevoel Mogelijke signalen van onvoldoende effect van de leerlijn voor meerbegaafden: De leerlijn voor meerbegaafden biedt onvoldoende uitdaging. De leerkracht merkt uit observaties dat het huidige aanbod onvoldoende is. De leerling of de ouders geven signalen af dat het huidige aanbod onvoldoende is. Sociaal-emotioneel welbevinden neemt af. Onderpresteren. Diagnostiek Wanneer heeft diagnosticeren een meerwaarde?
Zeer waarschijnlijk niet hoogbegaafd, maar wel sprake van problemen. Zeer waarschijnlijk wel hoogbegaafd en sprake van problemen. Onvoldoende of tegenstrijdige gegevens omtrent hoogbegaafdheid.
Toelichting: Er zijn 4 typen hoogbegaafde leerlingen: Type 1: Harmonisch begaafde leerling: Geen problemen en geen directe indicatie voor nader onderzoek. Type 2: De hoogbegaafde leerling met werkhoudingproblemen: bij deze leerlingen neemt de motivatie af, ontstaan leerproblemen en ontstaat een inactieve houding. Dit is de onderpresteerder. Type 3: De hoogbegaafde leerling met grote sociaal-emotionele problemen: deze leerlingen laten vaak impulsieve en stereotype reacties zien, zijn niet goed in staat hun eigen gedrag te beoordelen en kunnen zich niet goed inleven in anderen en in zichzelf. Type 4: De hoogbegaafde leerling met een specifiek leerprobleem of met een dyssynchroniteit in ontwikkelingen: de motoriek blijft achter bij de intellectuele ontwikkeling of de taalontwikkeling blijft achter bij het redenerend denken of er is een NT2 probleem of de sociale en/of emotionele ontwikkeling blijven achter bij de intellectuele ontwikkeling. In het geval van specifieke leerstoornissen kan er bijvoorbeeld sprake zijn van dyslexie. 49 Basisschool De Vendelier – Schoolplan 2011-2015
Als er gesignaleerd wordt dat een leerling mogelijk hoogbegaafd is, wordt dit gemeld bij de interne begeleiders. Zij kunnen nader diagnostisch onderzoek doen. Dit onderzoek kan bestaan uit: Observaties in de klas Invullen SI-BEL door leerkracht Didactisch onderzoek (doortoetsen, niveaubepaling) Sociaal-emotionele ontwikkeling: gesprekje met de leerling aan de hand van vragenlijst ‘Wie ben ik’ uit het Handboek Hoogbegaafdheid (module 2 p.27-31, bijlage 1). Op basis van deze gegevens wordt een extern onderzoeksbureau voor leerlingenzorg geconsulteerd. Samen besluiten zij of er voldoende duidelijkheid is verkregen om een handelingsplan te maken of dat nader psychodiagnostisch onderzoek noodzakelijk is (intelligentie, motorische ontwikkeling, concentratie, persoonlijkheidsfactoren, sociaal- emotionele ontwikkeling). Begeleiding De verantwoordelijkheid van de begeleiding ligt primair bij de leerkracht. De leerkracht en de intern begeleider zetten naar aanleiding van de onderzoeksresultaten een individueel handelingsplan op. Versnellen: Bij deze leerlingen kan na zorgvuldige afweging gekozen worden voor een versnelling, waarbij een groep wordt overgeslagen. Meest gunstig is om dit in de beginjaren van het basisonderwijs te doen. De leerling heeft dan nog voldoende tijd zich aan te passen aan de nieuwe groep en is vaak al veel verder dan de elementaire vaardigheden op het terrein van lezen en rekenen, waardoor uitgebreide aandacht hiervoor in groep 3 niet noodzakelijk is. Gunstige manieren van versnellen: De oudste kleuter gaat direct naar groep 4 De oudste kleuter gaat tussentijds (na herfst/kerst) naar groep 3 De jongste kleuter slaat groep 2 over en gaat een jaar eerder naar groep 3 5.6.4 Hoe omgaan met onderpresteerders? Ten gevolge van het ontbreken van uitdaging nemen de motivatie, het probleemoplossend vermogen en de concentratie af. Dit kan leiden tot onderpresteren onder het eigen niveau of zelfs onder het groepsniveau. Vijf stappen om vast te stellen of er sprake is van onderpresteren: 1. Discrepantie tussen ‘slimme vragen’ en veel minder goed gemaakt schoolwerk. 2. Veel achtergrondkennis laten zien, maar niet in een toets voor begrijpend lezen. 3. Veel energie in de vrije tijd, weinig voor schoolprojecten. 4. Open en eerlijk gesprek met de leerling zelf over diens sterke en zwakke kanten. 5. Bij andere volwassenen die het kind al langer kennen, nagaan of er 2 jaar of langer een terugval in presteren is waar te nemen. Samengevat: Negatieve kenmerken van een onderpresteerder: Slechte toetsresultaten, ontevreden, nieuwe activiteiten vermijden, negatieve zelfwaardering, onrealistische doelen, snel afgeleid, onverschillig ten opzichte van school, weinig vriendjes. Positieve kenmerken van een onderpresteerder: Bij interesse is grote feitenkennis, begrip, goed geheugen, levendige verbeelding en onderzoeksdrang zichtbaar. Werken bijvoorbeeld thuis aan schoolprojecten en houden niet van ‘drill and practice’, presteren mondeling veel beter dan schriftelijk. 50 Basisschool De Vendelier – Schoolplan 2011-2015
5.6.5 Hoe omgaan met kleuters met een ontwikkelingsvoorsprong? Bij kleuters wordt nog niet van hoogbegaafdheid gesproken, omdat de ontwikkeling van de kleuter nog sterk omgevingsgebonden is en niet lineair verloopt. We spreken daarom van kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong. Signalering: Ontwikkelingsanamnese afnemen door intern begeleider bij een intakegesprek n.a.v. het inschrijfformulier of op initiatief van ouders en/of leerkracht(en). Observaties bij eerste binnenkomst op school: deze kinderen kunnen zich gaan aanpassen aan de groep, waardoor hun capaciteiten niet meer zo opvallen en ze onderpresteerders kunnen worden. De observaties van de startweken op school zijn dus erg belangrijk. In kaart brengen van verschillen/discrepanties tussen het kind en de groep In de kleuterperiode kunnen daarnaast CITO-toetsen worden afgenomen om het niveau van het kind vast te stellen. Kenmerken uit de anamnese van de baby en peutertijd die kunnen duiden op begaafdheid: Vroeg oogcontact en glimlachen Beweeglijk, veel energie, minder behoefte aan slaap Actief, doet veel en met grote inzet (doelgericht bezig zijn!) Het kind betrekt de ouders in de activiteiten en doet zo een groot beroep op hen Grote aandacht, behoefte aan kennis: willen veel weten, eigen initiatief, passen direct goed toe. Kan lang en intensief met een zelfopgelegde taak bezig zijn Jong bezig met letters/symbolen Snelle taalontwikkeling: grote woordenschat, intensief taalgebruik Streven naar perfectie: stug blijven proberen tot iets lukt of pas uitvoeren als de vaardigheid helemaal beheerst wordt. Zelfstandig: willen al op jonge leeftijd nadrukkelijk dingen zelf doen. Denken over levensbeschouwelijke vragen: de zin van het leven, de dood. Groot invoelend vermogen en in staat te generaliseren Vanaf groep 1 wordt vooral gelet op aanwijzingen voor hoge intellectuele capaciteiten, creativiteit, taakgerichtheid en volharding. Daarnaast kan een sterk rechtvaardigheidsgevoel een aanwijzing zijn. Werkwijze: Goed bespreken met de ouders welk gedrag het kind laat zien en na de eerste maand de observaties van de leerkracht ernaast leggen. Als het ontwikkelingsaanbod niet voldoende op het kind wordt afgestemd bestaat het risico dat het kind achteruit gaat in zijn ontwikkeling of relatief stil blijft staan. Bijvoorbeeld: afname van nieuwsgierigheid en interesses, minder goede werkhouding en motivatie, veel aanpassen aan de regels,huilen/boos/conflicten, onzekerheid, geen bijzondere inspanningen meer laten zien. Vaak uiten deze kinderen dit vooral thuis, in de vertrouwde omgeving. Na de eerste schoolmaand direct de beginkenmerken van het kind inschatten. Vervolgens direct bij deze beginkenmerken aansluiten: ontwikkelingsgericht/ ervaringsgericht onderwijs biedt hiervoor alle ruimte. Het kind went het beste aan de schoolsituatie als het er mag zijn met zijn kwaliteiten en vaardigheden en de ruimte krijgt deze te benutten in activiteiten. Belangrijk is tweemaandelijks de ontwikkeling in kaart te blijven brengen en de leeromgeving op de interesses van het kind te blijven afstemmen. Er moet een rijk aanbod zijn waaraan het kind relatief zelfstandig kan werken. Dit wordt opgenomen in het groepsplan. Wel moet de leerkracht uitdagende taken aanbieden, omdat deze kinderen vaak aanvoelen dat ze een buitenbeentje kunnen worden als ze zich te veel onderscheiden van anderen. 51 Basisschool De Vendelier – Schoolplan 2011-2015
Ze zullen daarom niet altijd eigen initiatief tonen! Evalueer en registreer het resultaat van het werk. Dit zal de motivatie vergroten. Mogelijkheden voor de aanpak en het aanbod van activiteiten worden beschreven in de bijlage. 5.6.6 Een ASS en (dysharmonisch) meerbegaafd Aandachtspunten voor kinderen met een ASS Kinderen met een ASS kunnen overschat worden op cognitief vlak, vaak vanwege hun wijze taalgebruik. Het is daarom erg belangrijk om vast te stellen in hoeverre er daadwerkelijk sprake is van meer- of hoogbegaafdheid. De volgende aandachtspunten zijn van belang bij het omgaan met kinderen met een ASS. Dit zijn de voorwaarden voor deze kinderen om tot leren en werken te komen. Dit is een mogelijke manier van omgaan met deze leerlingen, waarbij opgemerkt moet worden dat een handelingsplan gekoppeld aan een rugzak voorrang heeft. Als hieraan voldaan is kan volgens de stappen uit de leerlijnen nagegaan worden op welke gebieden de leerling bijzondere kwaliteiten heeft. Een specifiek aanbod kan dan voor deze kinderen geformuleerd worden. In algemene zin is eenduidig taalgebruik, zonder dubbelzinnigheden van groot belang. Voor de organisatie van de werkomgeving en de taakaanpak verwijzen we naar de bijlage.
5.7 Borging De beschreven zorg moet in de dagelijkse praktijk verankerd worden en blijven en waar nodig de komende jaren bijgesteld worden. Daarvoor gebruiken we een aantal instrumenten: Wekelijks overleg directie met de intern begeleiders. Tweemaal per jaar evaluatie met de schoolbegeleider en de IB-ers. Jaarlijkse evaluatie in de bouwvergaderingen. Terugkoppeling gevolgde procedures naar leerkrachten. De toetskalender Bespreking toetsgegevens met de leerkrachten. Consultatiegesprekken. Controle dossiers door intern begeleiders Verantwoording dagelijkse praktijk in logboeken tijdens klassenbezoeken directie. Handelingsplannen, onderwijskundige rapporten e.d. altijd onder verantwoording van de intern begeleiders. In dit schoolplan zijn verschillende bijlagen opgenomen. Voor wat betreft de protocollen verwijzen we naar de website.
52 Basisschool De Vendelier – Schoolplan 2011-2015
6. Kwaliteitszorg
6.1 Inleiding Onze school bepaalt, bewaakt en bevordert de kwaliteit van het onderwijs. In dit hoofdstuk geven we aan op welke manier de kwaliteitszorg wordt vormgegeven. Kwaliteitsbeleid is te herleiden tot de volgende vragen: 1. 2. 3. 4. 5.
Doen we de goede dingen? Doen we de goede dingen ook goed? Hoe weten we dat? Vinden anderen dat ook? Wat doen we met die wetenschap?
Kortom: kwaliteitszorg betekent dat scholen de “goede dingen nog beter proberen te doen”. Adequate instrumenten en een heldere plannings- en beleidscyclus zijn hiervoor onontbeerlijk. Systematisch werken aan de kwaliteit van de school is noodzakelijk. Dat betekent: het juiste beleid formuleren, de juiste handelingen verrichten en op de goede manier evalueren of bereikt is wat de school wil bereiken. Dat is kwaliteitszorg: het geheel van samenhangend beleid, concrete doelstellingen en goed management om de benodigde acties en controles uit te voeren waarmee de school de gewenste kwaliteit systematisch levert en waarmee de school die kwaliteit ook continu kan verbeteren. De kwaliteitszorg op onze school zal moeten voldoen aan de eisen die de onderwijsinspectie stelt: De school heeft inzicht in de eigen uitgangssituatie. De school heeft haar doelen geformuleerd. De school evalueert systematisch de kwaliteit van haar opbrengsten en van het onderwijs en leren. De school werkt gericht aan verbetering van de kwaliteit van haar onderwijs. De school legt verantwoording af aan belanghebbenden over de gerealiseerde onderwijskwaliteit. De zorg voor kwaliteit is systematisch. Het schoolplan voldoet aan de wettelijke voorschriften. De schoolgids voldoet aan de wettelijke voorschriften.
6.2 De uitgangssituatie Een goed inzicht in de uitgangssituatie van de school stelt ons in staat realistische en relevante doelen te stellen: doelen die haalbaar zijn en die voor leerlingen en ouders van belang zijn.
53 Basisschool De Vendelier – Schoolplan 2011-2015
6.2.1
De leerlingpopulatie
De kenmerken van de leerlingpopulatie zijn de laatste jaren veranderd. Er zijn steeds meer kinderen die op het gebied van sociaal-emotionele ontwikkeling extra zorg vragen. Deze wijziging heeft er toe geleid dat er een beleid “grenzen aan zorg” is opgesteld (zie hoofstuk 5.3). Daarnaast is er een aanbod voor sociaal-emotionele ontwikkeling ingevoerd door de aanschaf van de methode Leefstijl. De helft van de leerlingen zit in de onderbouw van de school. Het aanbod in de onderbouw zal de komende jaren stabiliseren. 6.2.2
De omgeving
De invloed van wet- en regelgeving zijn nog steeds erg groot. Mede door aangekondigde bezuinigingen van de landelijke en lokale overheid, zullen mogelijkheden, waar we nu vertrouwd mee zijn, komen te vervallen. De ouders verwachten veel van ons als het gaat om “onderwijs op maat”. Zie verder hoofdstuk 2.6. Een aantal onderwijsontwikkelingen raken ook onze school. De ontwikkelingen m.b.t. Passend Onderwijs zullen de komende jaren een grote rol gaan spelen. 6.2.3
De huisvesting
Het gebouw heeft kleine lokalen en weinig bijruimtes, waardoor het onderwijsconcept wel eens onder druk komt te staan. De omvang van de school brengt met zich mee dat er vele groepen in een dependance zijn ondergebracht. De gebruiksmogelijkheden zijn daar beperkt. In schooljaar 2011-2012 wordt een start gemaakt met verbouwingen op de locatie Schutsboom. De aanpassingen aan dit gebouw zal de komende jaren duidelijk worden. 6.2.4
De interne situatie
Om de kwaliteit van de school te kennen, moeten we over allerlei gegevens beschikken. Deze gegevens verkrijgen we door gebruik te maken van diverse instrumenten zoals beschreven in hoofdstuk 5.4 . Daarnaast zijn er nog allerlei andere informatiebronnen waarmee we een beeld van onszelf kunnen vormen. Voorbeelden hiervan zijn: gesprekken met leerkrachten, klassenbezoeken, schooltoezicht door de inspectie, contacten met voortgezet onderwijs en speciaal onderwijs en tevredenheidsonderzoeken die we periodiek afnemen onder ouders, leerlingen en personeel.
6.3
Doelen stellen
De Vendelier is onderdeel van de stichting Qliq Primair en volgt de uitgangspunten zoals die op bestuursniveau zijn vastgesteld. De schoolspecifieke doelen zijn terug te vinden in de hoofdstukken 3, 4 en 5 van dit schoolplan. Met de uitkomsten van de interne analyse is het straks mogelijk na te gaan welke doelen niet of onvoldoende beschreven zijn. Specifieke aandacht is er voor de opbrengsten van het primaire proces. De onderwijsinspectie hanteert hierbij vier indicatoren: 54 Basisschool De Vendelier – Schoolplan 2011-2015
De resultaten liggen minimaal op het niveau dat mag worden verwacht. Het gaat hierbij om de resultaten van de kinderen tijdens hun schoolloopbaan (leerlingvolgsysteem met methodegebonden en methode-onafhankelijke toetsen) en om de resultaten op het einde van hun schoolloopbaan. (Cito-eindtoets) De leerlingen beheersen aan het einde van de schoolloopbaan vaardigheden op een niveau dat mag worden verwacht. Het gaat hierbij om leer- en studievaardigheden, sociale vaardigheden, informatievaardigheden en zelfstandigheid en redzaamheid. Leerlingen ontwikkelen zich naar verwachting. Het gaat hierbij om het percentage leerlingen dat zonder zittenblijven de school doorloopt, het percentage leerlingen met een versnelde loopbaan en het percentage leerlingen dat vroegtijdig de school verlaat. Leerlingen vervolgen met succes hun schoolloopbaan. Past de uitstroom van de leerlingen naar vervolgscholen bij wat verwacht mag worden?
6.4
Een systematische aanpak van de kwaliteitszorg
De systematische aanpak van de kwaliteitszorg heeft te maken met de manier waarop de kwaliteit wordt geëvalueerd en de manier waarop we met die evaluatie aan het werk gaan. 6.4.1
Gegevens verzamelen
Op allerlei terreinen kunnen we instrumenten gebruiken om gegevens te verzamelen. Een aantal instrumenten worden reeds gebruikt, anderen worden in de komende jaren voor het eerst ingezet. Instrumenten om gegevens over leerlingen te verzamelen - Ontwikkelingsvolgmodel van Memelink: geeft op basis van observaties informatie over de ontwikkeling van de kleuter. - PRAVOO-gedragskaart: geeft op basis van observatie informatie over de sociaalemotionele ontwikkeling van kinderen in de groepen 3 t/m 8. - CITO-leerlingvolgsysteem: geeft op basis van methodeonafhankelijke toetsen informatie over de vorderingen van leerlingen. - CITO-entreetoets: geeft op basis van methodeonafhankelijke toetsen informatie over het te verwachten eindniveau van leerlingen. - CITO-eindtoets: geeft op basis van methodeonafhankelijke toetsen informatie over het eindniveau van de leerlingen. - Methodegebonden toetsen: methodes hebben eigen toetsen die informatie geven over de vorderingen van leerlingen. - Evaluatiegesprekken met leerkrachten: de groepsresultaten van CITO worden met de leerkrachten geëvalueerd.
Tevredenheidspeilingen (elke vier jaar) - Ouder- en leerlingenenquête - Personeelsenquête
Instrumenten voor het verzamelen van informatie over het team - Gesprekken met leerkrachten. Leidinggevenden voeren in de gesprekscyclus doelstellingengesprekken en functionerings- en beoordelingsgesprekken met medewerkers. Deze cyclus beslaat 2 jaar. Doel hiervan is het vergroten van de kwaliteit van onderwijs en het welbevinden van de medewerkers. - Klassenbezoeken op basis van nieuw ontwikkelde kijkwijzers. Coaches kunnen een groep bezoeken in het kader van een POP. 55
Basisschool De Vendelier – Schoolplan 2011-2015
Overige instrumenten - Schooltoezicht onderwijsinspectie. Regelmatig bezoekt de inspecteur onze school. Hiervan wordt een rapport opgemaakt dat informatie geeft over de kwaliteit van ons onderwijs. - Resultaten voortgezet onderwijs. Het voortgezet onderwijs houdt ons op de hoogte van de vorderingen van oud-leerlingen.
6.4.2
Ordening van de gegevens
Om te beoordelen of we met deze instrumenten voldoende informatie verzamelen, maken wij gebruik van het ordeningskader van het INK-managementmodel. Hieronder staan de aandachtsvelden uit dat model met daarachter de door ons gebruikte instrumenten die er informatie over geven:
6.4.3
X
X
X
X
X
X
X
X X
X
X
X
X
X
X
X
X X X
Inspectie
Klassenbezoeken
Gesprekscyclus X X X X
X X X X X X
X
RIE-Arbo
X X X X X X X X X
V.O.
X
Kwaliteitskaarten
Personeelsenquête
Leerlingenquête
Ouderenquête
Methodegebonden toetsen ttoetsentoetsen Evaluatiegesprekken
X
CITO-eindtoets
X
CITO-LOVS CITO-LOVS CITO-entree
PGK
Visie en beleidsvorming Personeel Leiderschap en management Cultuur en klimaat Middelen en voorzieningen Management van processen Waardering door klanten Waardering door medewerkers Waardering door de maatschappij Eindresultaat
Instrumenten
ontwikkelingsvolgmodel
Aandachtsveld
X
X
X X X
Meerjarenplanning
Het meten van gegevens is is echter nog geen kwaliteitszorg. We moeten de gegevens analyseren en interpreteren, verbeteringen plannen en realiseren en na verloop van tijd opnieuw meten. De kwaliteitszorg wordt zo een cyclisch proces, waarbij we gebruik maken van de cirkel van Deming (plan-do-check-act) De instrumenten vormen het beginpunt van de cirkel. Op basis van de gegevens die ze opleveren wordt een plan gemaakt voor de komende periode, wordt het plan uitgevoerd, wordt een evaluatie gehouden en zo nodig nieuwe afspraken gemaakt. Na het doorlopen van de cirkel zorgen we dat bereikte verbeteringen geborgd worden. De instrumenten om informatie te verzamelen, worden cyclisch ingezet volgens het actieplan wat jaarlijks wordt beschreven. 56 Basisschool De Vendelier – Schoolplan 2011-2015
6.4.4
Verbetering van het onderwijs.
Een systeem van kwaliteitszorg moet leiden tot de gewenste kwaliteitsverbetering van het onderwijs. In de voorgaande hoofdstukken is een analyse gemaakt van De Vendelier en aangegeven waar verbeteringen noodzakelijk zijn. In het volgend schema een overzicht van de verbeteractiviteiten voor de komende vier jaar.
57 Basisschool De Vendelier – Schoolplan 2011-2015
Veranderingsonderwerpen op hoofdlijnen 2011-2015 Informatie en communicatie Onderwerp Stappen Informatie over speciale 1. Met de start van het schooljaar wordt, zorg voor leerlingen aansluitend op de vaste informatieavond, een thematische informatiesessie verzorgd over de wijze waarop de school vorm en inhoud geeft aan de zorg voor leerlingen met leer en/of gedragsproblemen. 2. Bij gesprekken met ouders van zorgleerlingen vraagt de leerkracht om feedback op het handelen. 3. Bij de informatieverstrekking wordt specifiek aandacht besteed aan de taken en verantwoordelijkheden van de interne begeleider. Communicatie met 4. Leerkrachten praten met regelmaat leerlingen met de kinderen over vormen van samenwerkend leren. 5. Leerkrachten evalueren aan het einde van de werkweek de “kwaliteit” van het onderwijs in die week met de leerlingen. Interessante suggesties die wat meer variatie brengen in de didactiek en de te hanteren werkvormen worden overgenomen. 6. Leerkrachten evalueren aan het einde van de werkweek de groepssfeer. Suggesties van leerlingen en leerkracht ter verbetering worden genoteerd als aandachtspunt voor de komende week. Periodieke informatie 7. Het informatiebulletin wordt qua naar ouders en van nieuws ingericht met vast ouders. terugkerende rubrieken. 8. Er wordt nagedacht over de gewenste frequentie van uitgifte van het nieuwsbulletin. 9. De inhoud is sterk gericht op uitleg van waarom je dingen doet zoals je ze doet. 10. Leden van de MR en OR dragen zélf zorg voor hun informatie. 11. Periodiek zal de school naar behoefte voor bepaalde onderwerpen een kort opinie onderzoek organiseren. Hieraan voorafgaand wordt informatie verstrekt over het waarom van dit opinie onderzoek. 12. Afname tevredenheidsonderzoek onder de ouders.
11-12 X
12-13
13-14
14-15
X X
X X
X
X X X X X
X 58
Basisschool De Vendelier – Schoolplan 2011-2015
Informatie en communicatie over de ontwikkeling van kinderen.
13. De school onderzoekt op welke wijze ouders het beste geïnformeerd kunnen worden over de ontwikkeling van hun kind.
Speciale zorg voor leerlingen Onderwerp Stappen Duiden van 14. De leerkracht stelt periodiek een zorgleerlingen binnen de overzicht samen van de leerlingen, niveaus van het waarbij de leerlingen worden continuüm van zorg ingedeeld conform de niveaus van zorg zoals deze in het continuüm zijn gedefinieerd. 15. De leerkracht informeert de ouders over het niveau waarin hun kind zich bevindt. 16. De leerkracht ontwikkelt zich verder in het aanbieden van zorgarrangementen ten behoeve van de niveaus 2 en 3. 17.Aanscherping van het beleidsdocument “Continuüm van zorg”. Werken met een 18. Verdere doorgroei met het werken ontwikkelingsperspectief met kinderen op basis van een en subdoelen ontwikkelingsperspectief. 19. Vastleggen van procedures voor het werken met een ontwikkelingsperspectief in een beleidsdocument. Passend onderwijs 20. Onderwijskundig beleidsdocument beschrijven m.b.t. het onderwijs aan hoogbegaafden. 21. Onderwijs aan meer begaafden. 22. Verdere invoering van het werken met groepsplannen.
Didactische vaardigheden en hanteren van werkvormen Onderwerp Stappen Ontwikkeling 23. Afstemming van leertijd op de leraarschap behoefte van de leerlingen 24. Aandacht voor het individueel gesprek met de leerling gericht op bijvoorbeeld de motivatie, persoonlijke leerstijl of persoonlijk welbevinden. 25. Invoering van digiborden in de groepen 1-2 en aanbrengen van didactische ICT vaardigheden voor het werken met deze borden. 26. Vormen van instructie 27. De leerkracht kan verklaren waardoor leer en/of gedragsproblemen ontstaan bij een leerling. 28. De leerkracht maakt keuzes voor een
X
11-12 X
12-13
13-14
14-15
X X X
X X
X X X
11-12 X
12-13
13-14
14-15
X
X
X X X 59
Basisschool De Vendelier – Schoolplan 2011-2015
optimale benutting van de effectieve leertijd.
Beleidsontwikkeling Onderwerp Ontwikkeling en vaststelling van onderdelen van schoolbeleid
Stappen 29. De pijlers die binnen de onderwijsvisie zijn vastgelegd in schooljaar 2010-2012 worden verder uitgewerkt en geconcretiseerd naar gewenste vorm en inhoud van onderwijs 30. De nadere concretiseringen van de visie worden uitgewerkt in kijkwijzers waarmee gericht geobserveerd kan worden in de klassenpraktijk. 31. De resultaten van de klassenobservaties met betrekking tot visiegericht onderwijs worden besproken in de functionerings en beoordelingsgesprekken. 32. Op welke wijze wordt de kwaliteit van het onderwijsleerproces systematisch geëvalueerd? 33. Hoe verloopt de procedure van onderzoek voor eventuele plaatsing in het SBO? 34. Hoe verloopt de procedure tot plaatsing in het SBO? 35. Hoe ziet het tijdpad eruit met betrekking tot de besluitvorming van de PCL? 36.Onderzoek naar wat geschikte data zijn voor analyse van de leerling en ouder populatie op basis waarvan je gerichte keuzes maakt voor wat betreft onderwijsaanbod, onderwijsconcept, werkvormen e.d.. 37.Inventariseren van geschikte data voor analyse, transformeren naar heldere overzichten en analyseren van gegevens. 38.Afweging of aanbod en onderwijsconcept passen bij leerling populatie. 39. Wat zijn de effecten van ons onderwijsaanbod in burgerschap en sociale integratie? 40. Publicatie van onderwijsvisie in brochures voor ouders en op website.
11-12 X
12-13
13-14
14-15
X
X
X X X X X
X
X X . X
60 Basisschool De Vendelier – Schoolplan 2011-2015
Onderwijsaanbod Onderwerp Sociaal-emotionele ontwikkeling
Katholieke identiteit
Invoering nieuwe leermethoden c.q. vakgebieden
Toepassen van trendanalyses voor verkrijgen van inzicht in opbrengsten op klas en schoolniveau.
Personeel Onderwerp Ontwikkeling professionele organisatie.
Stappen 41.In de groepen 5 t/m 8 wordt een pestscan afgenomen. 42. Onderzoek naar de meerwaarde van de leerlijn voor sociaal emotionele ontwikkeling voor het aanbod van de school op dit gebied en het volgen van leerlingen, inclusief doelgericht handelen op basis van waargenomen behoefte. Het hanteren van het referentieniveau als leidraad. 43. Verdere invoering en uitbreiding van de methode Taakspel. 44. Invoering van wenselijke verbeteringen op gebied van sociaal emotionele ontwikkeling. 45. Intern onderzoek naar de individuele opvattingen binnen het team over hoe vorm en inhoud gegeven moet worden aan de katholieke identiteit van de school. 46. Invulling geven aan de katholieke identiteit, conform de aanbevelingen van het onderzoek. 47. Keuze en invoering van nieuwe methode voor begrijpend lezen Én aanvankelijk lezen (groep 3) 48. Keuze en invoering methode rekenen. 49. Techniek als vak en ontwikkelingsgebied 50. Toepassen van referentieniveau en schoolstandaard per vakgebied. 51. Toepassen van streefniveaus per jaar per vakgebied. 52. Indeling van leerlijnen met subdoelen afgeleid van streefniveau. 53. Uitvoeren van arrangementen op basis van Cito vaardigheidsscores. 54. Analysegegevens van Cito scores op klas en schoolniveau per vakgebied en afzetten tegen voorafgaande leerjaren zodat zicht ontstaat op verbetering c.q. afname van kwaliteit.
Stappen 55. Ontwikkeling van professionele samenwerking: a. Aanbrengen van structuur b. Aanbrengen van cultuur 56. Verlaging van de werkdrukbeleving.
11-12 X
12-13
13-14
14-15
X
X X
X
X X X X X X X X X
11-12 X
12-13
13-14
14-15
X
61 Basisschool De Vendelier – Schoolplan 2011-2015
Coachen van leerkrachten en doelgerichte inzet van de interne begeleiders
Huisvesting Onderwerp Verbouwing locatie Schutsboom en aanpassing BHV
ICT Onderwerp Investeringen in ICT
57. Opleiding van interne begeleiders. 58. Verbreding en verdieping van de taakinvulling van de interne begeleiders in de onderwijspraktijk door coachen on the job.(door directie) 59. Realiseren van de wens dat deskundigheid van de interne begeleiding gecontinueerd kan worden. 60. Verbreding en verdieping van de taakinvulling van het leraarschap door coachen on the job. (door l-b’ers samen kennis delen)
X X
Stappen 61. Beschrijving van een verbouwingsplan. 62. Ontruimingsoefening 63. Aanpassing vluchtroutes 64. Aanpassing veiligheidsplan
11-12 X X
Stappen 65. Aanschaf mobiele notebooks 66. Aanvulling educatieve software.
11-12 X X
11-12 X
Aansluiting voorschoolse ontwikkeling Onderwerp Stappen Warme overdracht van 67. In overleg met voorschoolse opvang belanghebbende instanties inventariseren welke informatie tussen informatiepunten van belang zijn bij de voorschoolse instanties afweging tot toelating tot de basisschool. en basisschool. 68. Aanpassing van de intakegegevens en realiseren van overdracht van belanghebbende informatie.
6.5
X
X
12-13
13-14
14-15
12-13
13-14
14-15
12-13
13-14
14-15
X X
X
Verantwoording afleggen
De Vendelier legt verantwoording af over de kwaliteit van het onderwijs aan de inspectie en aan haar omgeving (collega-scholen, leerlingen, ouders en personeel). Dit is weliswaar verplicht, maar we doen dit ook om de omgeving te laten zien welke ontwikkelingen op de school gaande zijn en om de betrokkenheid te vergroten. We doen dit op verschillende manieren.
Dit schoolplan is een beleidsdocument waarin het proces van kwaliteitsverbetering wordt beschreven. Daarmee willen we een helder beeld geven van ons kwaliteitsbeleid naar de inspectie, het bestuur, het team, de medezeggenschapsraad en de ouderraad.
62 Basisschool De Vendelier – Schoolplan 2011-2015
De SMART-plannen worden elk jaar geëvalueerd en bijgesteld. Deze evaluatie / bijstellingen worden jaarlijks ter informatie doorgestuurd naar de medezeggenschapsraad, het bestuur, de bovenschools manager en de inspectie.
In de schoolkalender (onderdeel van de schoolgids) worden elk jaar de prioriteiten uit het schoolplan voor het komend schooljaar opgenomen. Hierdoor zijn de ouders op de hoogte van de ontwikkelingen op school. Aan het einde van het schooljaar maken we een evaluatieverslag dat gepubliceerd wordt in de nieuwsbrief.
Om de vier jaar wordt een ouder- en leerlingentevredenheidsonderzoek gehouden. De onderzoeken bevatten een standaard deel, maar worden daarnaast aangepast aan de beleidsprioriteiten van de school.
Ouders en leerlingen informeren we via een brief op onze website over de uitslag, de conclusies die eruit getrokken zijn en de acties die de school gaat ondernemen.
Vanzelfsprekend stellen wij al onze gegevens ter beschikking aan de inspectie, zodat ook de inspectie kan volgen wat we doen aan kwaliteitszorg en welke vooruitgang we boeken.
63 Basisschool De Vendelier – Schoolplan 2011-2015
7. Het personeelsbeleid 7.1. Inleiding In het kader van professionalisering van het onderwijspersoneel is Qliq Primair bezig met het vormgeven aan het Integraal Personeels Beleid (IPB). De definitie van IPB: Integraal personeelsbeleid betekent het regelmatig en systematisch afstemmen van de inzet, kennis en bekwaamheden van de medewerkers op de inhoudelijke en organisatorische doelen van de school. Deze afstemming is ingebed in de strategische positie en gerelateerd aan de onderwijscontext van de school. Hierbij wordt professioneel gebruikgemaakt van een samenhangend geheel van instrumenten en middelen die gericht zijn op de ontwikkeling van individuele medewerkers. Binnen IPB wordt “integraal”op drie manieren geïnterpreteerd; het betekent: Voldoende afstemming tussen de doelen van de school en de ontwikkeling van het individuele personeelslid. (verticale afstemming) Personeelsmanagementinstrumenten die gericht zijn op personeelsbeheer en –zorg, de ontwikkeling van medewerkers, ondersteunen dan wel versterken elkaar op logische wijze. (horizontale afstemming) Verschillende betrokkenen: bestuur, schoolmanagement en medewerkers leveren ieder vanuit hun eigen verantwoordelijkheid en met voldoende vaardigheden een bijdrage aan het realiseren van het personeelsbeleid. Schematisch kunnen we het IPB als volgt weergeven:
64 Basisschool De Vendelier - Schoolplan 2011-2015
7.2 IPB-beleidsplan op De Vendelier Missie, visie, strategische en organisatorische doelen staan beschreven in voorgaande hoofdstukken van dit schoolplan. Aan de hand van het schema in 7.1 beschrijft dit hoofdstuk de realisatie en planning van het IPBbeleidsplan op De Vendelier. 1. Personeelsbeheer en personeelszorg P & O ondersteuning Deze wordt bovenschools uitgevoerd door een staffunctionaris P & O. De ondersteuning vindt plaats zowel bij de beleidsvoorbereidende als bij beleidsuitvoerende taken. (o.a. advisering en bewaking). Ondersteuning wordt verleend bij de formatie- en personeelsplanning. CAO- en overheidsregeling en worden correct toegepast. Waar nodig wordt advies ingewonnen bij de staffunctionaris P & O of bij het onderwijsbureau DYADE. Arbo- en verzuimbeleid Dit wordt vanuit het bovenschools management geïnitieerd. De Vendelier houdt een ziekte- en verzuimregistratie bij voor ARBO-dienst en DYADE. Personeelsadministratie De personeelsadministratie is ondergebracht bij DYADE. Daarnaast is er op school voor elk personeelslid een schriftelijk dossier aanwezig. Personeelsgegevens zijn verder ingevoerd op de computer onder DOTCOMSCHOOL. 2. Organisatiebeleid Organisatiebeleid heeft betrekking op de structuur en de inrichting van de schoolorganisatie en de verdeling van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden nadat de strategische keuzes op onderwijsinhoudelijk terrein zijn gemaakt. De volgende beleidsstukken zijn van toepassing: Bestuursformatieplan en schoolformatieplan Taakbeleid en taakverdeling Mobiliteitsbeleid Het organisatiebeleid staat in directe relatie met de ontwikkeling van individuele medewerkers. Daarnaast heeft het ook te maken met sfeer, klimaat en cultuur op school: Bij sfeer en klimaat staat de persoonlijke ontmoeting centraal zoals beschreven in hoofdstuk 3.2.8 teamfunctioneren. Bij de cultuur staat de professionele ontmoeting centraal. In onderstaande tabel beschrijven we kenmerken van de professionele cultuur die we in schooljaar 2011-2012 willen realiseren. Professionele cultuur Ambtelijk- politieke cultuur Draagvlak creëren bij 80% van terzake Consensus bereiken bij allen deskundigen Werken met beslissers Werken met besluitvormingsprocedures Actielijsten Notulen Elkaar aanspreken op gedrag Wandelgangenpraat Reageren op wat iemand doet Reageren op wat iemand is. Voor jezelf praten Namens anderen praten Veldspeler Toeschouwer Leren van fouten door reflectie Op zoek gaan naar de schuldige(n) Professionele hiërarchie Positionele hiërarchie 65 Basisschool De Vendelier - Schoolplan 2011-2015
Binnen- en buitencirkel Ervoor gaan Gericht op ontwikkeling Niet alles hoeven te weten Risico nemen Ervan uitgaan dat de leiding ook goed werk wil leveren Pluriformiteit in vergaderingen Resultaatgericht Creëren Beslissen op grond van ervaringen Werkstructuur Transparantie Leiding ontwikkelt respect bij anderen Denken in oplossingen Veranderingsprocessen: Starten met ontwerp
Algemene docentenvergadering Erop terugkomen Gericht op bewaking en controle Zich snel gepasseerd voelen Zich indekken Argwaan t.o.v. de leiding als natuurlijke vijand Uniformiteit in veranderingen Inspanningsgericht Proberen Beslissen op grond van overtuigingen Overlegstructuur Camouflage Leiding ontwikkelt sympathie bij anderen Denken in problemen Veranderingsprocessen: Starten met document
3. Personeelsinstrumenten Op bestuursniveau zijn een aantal instrumenten ontwikkeld : Werving- en selectie. Binnen het functiehuis van Qliq Primair worden zijn functiebeschrijvingen voor de normfuncties vastgesteld. Gesprekscyclus waarbinnen functionerings- en beoordelingsgesprekken zijn geregeld. Deze cyclus is ingevoerd. (zie hoofdstuk 6). Hieraan worden de Persoonlijke Ontwikkelingsplannen gekoppeld. De arbeidsvoorwaarden worden uitgevoerd volgens de geldende CAO. Zo is recent de beloning op lb schaal voor leraren ingevoerd waarmee ook voor wat betreft de beloning gedifferentieerd kan worden. Gebruik internet en GSM Arbobeleid / BHV Ziekteverzuimbeleid Klachtenregeling Op schoolniveau zijn van belang: Taakbeleid Arbo-beleid / BHV
66 Basisschool De Vendelier - Schoolplan 2011-2015
Bijlagen hoofdstuk 5 Bijlage 1
Checklist zorgleerlingen niveau 4/5
(Lijst zou bij kennismaking als leidraad kunnen dienen) Naam:……………………………………………………………………………………… Datum:……………………………
Karakterbeschrijving van het kind. Sterke/zwakke punten Specifieke behoeftes van het kind. (omschrijving van het probleem) Voorgeschiedenis van het kind. Verwachtingen ouders: - van uw kind > met welk resultaat/vorderingen bent u tevreden - didactisch, pedagogisch, sociaal/emotioneel - van de school, de leerkracht, de medeleerlingen - voorziene kansen/knelpunten Inzet ouders tijdens schooluren: - excursies - ondersteuning aan- uitkleden, verschonen etc. - anders:……………………………………………………………………. Voorlichting klasgenoten, andere ouders en/of betrokkenen Hebben ouders een PGB en in hoeverre zou dit in de schoolsituatie kunnen worden ingezet. Is er sprake van andere hulpverlening/aanpassingen in de thuissituatie. Kan indien gewenst hier contact mee worden opgenomen? Participeert het kind in clubs/vereniging/bso?
67 Basisschool De Vendelier - Schoolplan 2011-2015
Bijlage 2:
Zorgniveau formulier
Zorgpercentage per groep (niveau 2 of hoger) Dit formulier wordt ingevuld door de leerkrachten van de groepen die in aanmerking komen voor plaatsing van de aangemelde zorgleerling niveau 4/5 Deze formulieren worden door directie/ib meegenomen in het inventarisatieformulier.
Zorgniveau formulier: Groep: Naam:
1
Percentage:
2
3
4
5
%
68 Basisschool De Vendelier - Schoolplan 2011-2015
Bijlage 3:
Inventarisatieformulier zorgleerling niveau 4/5
Dit formulier wordt ingevuld door directie/ib op basis van de ingevulde checklist zorgleerlingen 4/5 en de zorgpercentageformulieren van de betreffende groepen (zie bijlage 2). Nadat alles is beschreven worden in de laatste kolom de kansen en bedreigingen aangegeven met +/1. 2. 3. 4.
Aandachtspunten m.a.w.: wat vraagt dit kind Mogelijkheden van de school; percentage zorg in de groep Onmogelijkheden van de school Wat kan extern worden gehaald? Mogelijke oplossingen Pedagogisch 1. 2. 3. 4. Didactisch 1. 2. 3. 4. Kennis/vaardigheden van de leerkracht 1. 2. 3. 4. Organisatie voor school en klas (percentagetabel als uitgangspunt) 1. 2. 3. 4. Gebouwelijke en materiële voorzieningen 1. 2. 3.
4.
69 Basisschool De Vendelier - Schoolplan 2011-2015
Ouders/verzorgers 1. 2. 3. 4.
Zorgpercentage per groep niv. 2 of hoger (zie zorgniveau-formulier) Gr.3a Gr.3b Gr.3c
Conclusie/advies De school kan de zorg bieden: De school is niet in staat de zorg te bieden:
ja/nee ja/nee
Advies:……………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………….……………………….
70 Basisschool De Vendelier - Schoolplan 2011-2015
BIJLAGE 4
Leerlijn voor meerbegaafde kinderen
Materialen: Het verrijkingsmateriaal bestaat in eerste instantie uit de verrijking die aangeboden wordt in de methode. Daarnaast wordt er per vakgebied afgesproken welke extra verrijking er wordt gebruikt. De Vendelier heeft de volgende materialen: Slimme taal (SLO) compleet pakket Villa Alfabet (begrijpen lezen) compleet Compacten en verrijken van de rekenwiskundemethode Cd-rom SLO Cryptologisch Logische breinbrekers Abonnement Vooruit Plustaken voor taal/lezen en rekenen Organisatie: De leerlingen doen mee met de instructie waar nodig en kunnen eerder aan het werk als ze al snappen wat ze moeten doen. Ze beginnen met gecompacte basisstof, waarbij kort maar expliciet aandacht wordt besteed aan het aanleren van diverse leerstrategieën. Naast deze basisstof wordt verrijkingsmateriaal aangeboden, dat zo dicht mogelijk ligt bij het leergebied waar ook de andere leerlingen op dat moment mee bezig zijn. Het verrijkingsmateriaal bestaat in eerste instantie uit de verrijking die aangeboden wordt in de methode, daarnaast wordt er per vakgebied extra verrijking gebruikt volgens afspraak. De leerkracht bepaalt aan welke extra leerstof de leerlingen werken. Er worden duidelijke afspraken gemaakt met de leerlingen over hoe en wanneer er aan de extra leerstof gewerkt gaat worden. De structuur die hierdoor ontstaat, zorgt meestal voor meer overzicht bij de leerkracht en het verhoogt de motivatie bij de leerling. Om vrijblijvendheid te voorkomen en ervoor te zorgen dat de leerlingen structureel extra uitgedaagd worden, is het belangrijk om met een weektaak te werken. Alle leerlingen uit de eerste leerlijn werken met dezelfde weektaak en een werkmap. Het aanbod kan dus groepsoverstijgend, samen met andere leerkrachten, worden afgesproken. Op deze manier kan je elkaar werk uit handen nemen, overleggen en is het mogelijk de meerbegaafde leerlingen uit bijvoorbeeld alle groepen 5 samen instructie te geven volgens onderstaande procedure. De leerkracht legt in het begin van de week uit wat de leerlingen moeten doen (met het schema van de weektaak erbij) en geeft eventueel waar nodig instructie over de extra leerstof. De extra leerstof bevindt zich in de werkmap. De leerlingen werken hier zelfstandig aan tijdens de reguliere verwerkingstijd per leergebied en tijdens het zelfstandig werken. Ze kunnen zelf de leerstof nakijken. De volgende week geeft de leerkracht een korte beoordeling en legt hij weer uit wat de leerlingen die week kunnen doen. Dit zorgt ervoor dat er maar één moment per week nodig is (bijvoorbeeld tijdens het zelfstandig werken), waarop de leerkracht aan deze leerlingen uitlegt wat ze moeten doen. Door de aangeboden weektaak te kopiëren en te bewaren in de zorgmap kan structureel bijgehouden worden welke leerstof is aangeboden. Op deze manier behoudt de leerkracht het overzicht, kan hij de vorderingen van de leerlingen bijhouden en wordt tevens een dossier voor verrijking aangelegd, waar ook andere leerkrachten gebruik van kunnen maken.
71 Basisschool De Vendelier - Schoolplan 2011-2015
Voorbeeld weektaak.
Week
Tijd
Rekenen
Taal
Maandag Dinsdag
45 minuten 60 minuten
Woensdag Donderdag
45 minuten 60 minuten
Vrijdag
60 minuten
Pluspunt basisstof Pluspunt verrijkingsstof oef. 1 Pluspunt basisstof Pluspunt verrijkingsstof oef. 6 Aanvullend materiaal
Taalwerkboek Plustaak taal Blz. 16 Taalwerkboek Plustaak taal Blz. 17 Taalwerkboek
Om de sociaal-emotionele ontwikkeling te stimuleren is het goed om tegemoet te komen aan de behoefte van meerbegaafde leerlingen om met ontwikkelingsgelijken te communiceren en samen te werken. De Vendelier kan keuzes maken en bepalen welke vormen aansluiten bij de school en ook praktisch haalbaar zijn. Er kan gedacht worden aan: Samenwerking tussen meerbegaafde leerlingen binnen de groep Werken volgens de projectmatige aanpak Meedoen met activiteiten in hogere groepen (m.u.v. didactische activiteiten) Groepsdoorbrekende activiteiten binnen dezelfde bouw Bouwoverstijgende activiteiten Schooloverstijgende activiteiten
72 Basisschool De Vendelier - Schoolplan 2011-2015
Bijlage 5
Hoe omgaan met onderpresteerders
Aanpak: Start vanuit de interesse van het kind! (Handboek Hoogbegaafdheid module 2 p. 26, bijlage 2). Leg verbanden met activiteiten die deze kinderen buiten school doen en laat hen zo ervaren dat het schoolwerk zinvol is. Zoek samen een activiteit of verantwoordelijke taak voor het kind waarnaar het kan uitkijken zodat het weer met plezier naar school kan komen. Leer het kind zijn eigen doelen te stellen en ondersteun bij het nastreven van deze doelen. Deze kinderen hebben vaak meer behoefte aan feedback en waardering. Daarom staat de afstemming tussen leerkracht, leerling en taak centraal. Er moet aandacht besteed worden aan de taakbeleving, een inschatting gemaakt worden van de benodigde tijdsinvestering, aan de gehanteerde leerstrategie en aan de evaluatie van de taakuitvoering. Kijk vooral naar het proces en de beleving ervan en minder naar het resultaat. Geef ruimte voor zelfwerkzaamheid, zelfstandig werken. Leer hen om te gaan met faalervaringen en laat zien dat je van fouten kunt leren. Toon begrip, maar ben ook kritisch. Confronteer de leerlingen met teleurstellingen en eisen waaraan voldaan moet worden. Stimuleer hen hun mening te verduidelijken en voor gevoelens uit te komen Ga inhoudelijk in op het werk en het proces, praat er samen over door. Goed afstemmen met ouders is belangrijk, zodat de verwachtingen helder zijn en met elkaar overeen kunnen komen. Let op met klassikaal belonen: door de hoge prestaties kan de leerling zich ongemakkelijk of zelfs angstig gaan voelen. Ze willen soms niet opvallen ten opzichte van klasgenoten. Tenslotte: structureel verrijkingsprogramma uitgaand van compacten en verrijken. Herhaling is uit den boze; dit versterkt het probleem!
73 Basisschool De Vendelier - Schoolplan 2011-2015
Bijlage 6
Kleuters met een ontwikkelingsvoorsprong
Mogelijkheden voor de aanpak: Samenwerken met enkele andere kinderen op een hoger niveau. Onderwerpen: taal en rekenen en daarnaast zelf gekozen thema’s. Vorm: eigen onderzoeksprojecten samen met andere kinderen en met ondersteuning van ouders. Bijvoorbeeld: Schrijfactiviteiten: bij motorische problemen werken met stempelen/computer/letterdoos. Tweedimensionele knip en plakwerkjes, mozaïekkaarten maken en bundelen in een map zodat het werk een functie krijgt voor andere kinderen. Collages maken over zelfgekozen onderwerpen Alfabet kleien Ontwikkelingsmaterialen die appel doen op logisch denken: moeilijke puzzels, eigen lotto laten maken, extra opdrachten bij de gewone materialen Bij constructiematerialen een bouwtekening laten maken van het werk, werk van een ander kind nabouwen, een spiegel achter het werk leggen en vanaf het spiegelbeeld nabouwen. Of een stadsplattegrond maken en nabouwen. In de kring een woordvel laten maken bij het thema van het gesprek Werken met een kleine denkkring, waarin dieper op bepaalde onderwerpen wordt ingegaan Origami en voorbeelden maken/uittekenen voor andere kinderen Kralenplank: reeksen/afbeelding laten leggen en hier een voorbeeldkaart bij laten tekenen. Zelf een project/boek uitwerken; plastificeren en in de boekenhoek zetten. Samen met het kind een hoek inrichten; bijvoorbeeld een ontdekhoek met wisselende thema’s.
74 Basisschool De Vendelier - Schoolplan 2011-2015
Bijlage 7 Een ASS en (dysharmonisch) meerbegaafd Organisatie werkomgeving: Prikkelarm werkhoekje Vaste plaats aan de instructietafel Werk ordenen in een bakjessysteem: van boven naar beneden afwerken; boek, schrift, benodigdheden legt de leerkracht erin voordat de dag begint. Daarnaast 1 bakje voor het werk dat klaar is en een mandje met werkmaterialen zoals pen/potlood/lijm enz. Bij veranderingen in het dagritme het kind erbij betrekken. Laten zien hoe het normaal gaat en dan laten zien (picto) wat er voor in de plaats komt. Taakaanpak: Vooraf doel en inhoud les expliciet verhelderen aan dit kind. Instructies visueel ondersteunen met picto’s/materialen Na algemene uitleg de opdracht individueel laten herhalen door het kind en tussentijdse vragen laten opschrijven Niet te grote hoeveelheden tegelijk en de taken samen in haalbare stappen verdelen. Afbakenen in tijd en hoeveelheid. Tussentijds evalueren met het kind of het lukt. Op tijd klaar? Belonen met een vooraf afgesproken beloning. Omgaan met vragen: Werken met een rood/groene kaart als er wel/geen vragen gesteld mogen worden Gebaar afspreken zodat t kind weet wanneer het aan de beurt is Vraag laten opschrijven door het kind Visualiseren: 4 blokjes, 1 inleveren is 1 vraag stellen
75 Basisschool De Vendelier - Schoolplan 2011-2015
Bijlagen hoofdstuk 7
Organisatiebeleid
Taakbeleid
Inleiding. Taakbeleid is erop gericht het werk op schoolniveau evenwichtig, efficiënt en effectief over de dag, de week en het jaar te spreiden. Taakbelasting is een belangrijk onderwerp in het onderwijs. Een structureel en controleerbaar taakbeleid kan zorgen voor: • een betere afstemming van taken tussen personeelsleden onderling, • een betere aansluiting bij de ambities van de personeelsleden en tegelijkertijd beantwoorden aan de behoeften die de schoolorganisatie stelt. De winst moet zijn dat iedereen bij een gelijke aanstelling belast wordt met een zelfde taakomvang en dat inzichtelijk wordt gemaakt waar overbelasting dreigt te ontstaan. Zo’n beleid kan een bijdrage leveren aan het voorkomen van een te hoge werkdruk en het risico van burn-out. Gezien het belang van dit aspect van personeelsbeleid zal duidelijk zijn dat het ontwikkelen van een adequaat taakbeleid een zorgvuldig traject vraagt. In deze notitie wordt een aantal te hanteren begrippen toegelicht, een aantal beleidsuitgangspunten geformuleerd en wordt een evenwichtig taakbeleid in grote lijnen uitgezet. Wat verstaan we onder taakbeleid? Om inzicht te krijgen in onze opvattingen over taakbeleid zullen wij eerst omschrijven wat wij met taakbeleid willen bereiken, om op basis daarvan taakbeleid verder in te vullen. Taakbeleid op onze school moet leiden tot een gezonde, professionele werksituatie voor alle betrokken personeelsleden. Uitgangspunt Het taakbeleid van de school vormt de basis van het denken over de werktijd in de scholen. Een goed taakbeleid zorgt voor rust (je weet waar je aan toe bent), evenwichtige verdeling naar werktijdfactor en geeft de grenzen aan van wat een leerkracht aankan. Soms kan het voorkomen dat het totale takenpakket te omvangrijk blijkt te zijn. Dan zal de school in overleg met het team prioriteiten moeten stellen. Een goed taakbeleid is dus niet ter controle of iedereen z’n werk wel doet en alle beschikbare minuten efficiënt invult. Daar is de leerkracht zelf verantwoordelijk voor en dit komt ter sprake binnen de gesprekscyclus. Hoeveel tijd nodig is om een taak uit te voeren is voor iedereen verschillend. De gebruikte tijden zijn inschattingen vanuit eerdere ervaringen. Voor de ene zal het teveel zijn, voor de ander te weinig. Uitgangspunt Het taakbeleid van onze school is gebaseerd op het algemene taakbeleid zoals dit op bestuursniveau is vastgesteld in mei 2008. Het taakbeleid vormt de basis van het denken over de werktijd in de scholen. Een goed taakbeleid zorgt voor rust (je weet waar je aan toe bent), evenwichtige verdeling naar werktijdfactor en geeft de grenzen aan van wat een leerkracht aankan. Soms kan het 76 Basisschool De Vendelier - Schoolplan 2011-2015
voorkomen dat het totale takenpakket te omvangrijk blijkt te zijn. Dan zal de school in overleg met het team prioriteiten moeten stellen. Een goed taakbeleid is dus niet ter controle of iedereen z’n werk wel doet en alle beschikbare minuten efficiënt invult. Daar is de leerkracht zelf verantwoordelijk voor en komt jaarlijks ter sprake bij functioneringsgesprekken. Hoeveel tijd nodig is om een taak uit te voeren is voor iedereen verschillend. De gebruikte tijden zijn inschattingen vanuit eerdere ervaringen. Voor de ene zal het teveel zijn, voor de ander te weinig. De samenstellende onderdelen van het taakbeleid Om dit taakbeleid uit te voeren zijn een aantal afspraken gemaakt over de inhoud van de belangrijkste samenstellende onderdelen van het beleid, te weten begripsomschrijvingen binnen taakbeleid, zodat we allen over dezelfde begrippen spreken; de normjaartaak, de opvattingen over de basis van werken in de school; de onderscheiden facetten van taakbeleid; een omschrijving van de voorkomende taken en functies in de school; overzicht van de kaders zoals deze door Qliq zijn vastgesteld. 1.
Begripsomschrijvingen in relatie tot taakbeleid Om eenduidigheid na te streven volgt hier de omschrijving van een aantal veel voorkomende termen. Normjaartaak
Met ingang van 1 augustus 1998 de taakomvang van een personeelslid, werkzaam bij het primair onderwijs, met een fulltime aanstelling. De omvang is 1659 uur per jaar, uitgedrukt in werktijdfactor 1.
Jaartaak
Omvang van de werktaak van het individuele personeelslid op jaarbasis, gerelateerd aan de werktijdfactor, dus voor deeltijders naar evenredigheid.
Lesgebonden taken
“Mijn klas” Contacturen met groepen of met individuele leerlingen. De omvang is in verhouding met behulp van de werktijdfactor gerelateerd aan de maximale inzetbaarheid voor lestaken (930 uur per jaar), behorend bij de normjaartaak. Dus ook hier voor deeltijders naar evenredigheid.
Niet lesgebonden uren
“Voor mijn klas” Taken die in het verlengde liggen van de lestaak.
Deskundigheidsbevordering
10% van de individuele jaartaak. Binnen de ruimte die de normjaartaak biedt, rust op de leerkracht de verantwoordelijkheid om in redelijke mate te zorgen voor het bijhouden en verhogen van zijn/haar eigen deskundigheid. In relatie met het scholingsplan wordt 50 % van deze taakcategorie ingevuld met scholing, studiedagen, maar ook met studiebijeenkomsten en bijvoorbeeld teamuitjes.
77 Basisschool De Vendelier - Schoolplan 2011-2015
2.
Schooltaken (vrije ruimte)
“Voor mijn school” Taken die geen directe relatie hebben met de lestaken.
Bovenschoolse taken
“Voor mijn bestuur” Projectgroepen die door de algemeen directeur worden samengesteld.
Takenpakket
Het geheel aan taken dat toebedeeld is aan elk individueel personeelslid.
Werktijd
De tijd waarbinnen de werkzaamheden worden verricht overeenkomstig de planning op het jaarrooster en in omvang overeenkomstig de jaartaak van het individuele personeelslid. Het jaarrooster is opgenomen in de schoolgids van de school.
Reguliere werkdagen
De dagen waarop een personeelslid is ingeroosterd overeenkomstig de planning op het jaarrooster.
De normjaartaak (NJT) Per 1 augustus 1998 geldt op hoofdlijnen het volgende systeem: De NJT (=normjaartaak) voor voltijders is 1659 uur (= werktijdfactor 1). Voltijders hebben maximaal recht op 131 uur compensatie (voorheen ADV). Deeltijd wordt berekend op basis van een bepaald percentage van de normjaartaak. De jaartaak van een leerkracht wordt uitsluitend gerelateerd aan de NJT. Opmerking: de aanstelling uitgedrukt in uren per week bestaat formeel niet meer. Zowel de werktijd als het salaris worden via de werktijdfactor vastgesteld. De maximale lestaak bij een jaartaak van 1659 uur is 930 uur. Meer gewerkte uren (boven de 1659/930 uur) zijn op te nemen als compensatieverlof. Deeltijders en voltijders hebben naar verhouding dezelfde lestaakomvang. Voor de berekening van de werktijdfactor wordt de lestakentijd bepaald door de uren van lestaken van de bovenbouw. In de onderbouwgroepen krijgen de leerlingen per jaar in ieder geval minder dan 1010 uur les. Dat betekent dat leerkrachten in de onderbouw hun maximale inzetbaarheid voor lestaken niet geheel kunnen invullen in hun groep. Voor deze uren zijn zij inzetbaar voor school- of lestaken. Middagpauze voor de leerkracht van een half uur telt niet mee voor de lestaak van de leraar. Per jaar wordt het aantal werkweken bepaald aan de hand van het aantal werkweken van een bovenbouwgroep, rekening houdend met het vakantierooster: als voorbeeld 1010 (lesuur/jaar): 26 (lesuur/week) = 38,8 weken. Of als voorbeeld 1001 (lesuur/jaar) : 26 (lesuur/week) = 38,5 weken. 10% van de jaartaak is bestemd voor deskundigheidsbevordering. Bij een fulltimer dus 10 % van 1659 uur= 166 uur Het personeelslid vult (uitgezonderd de deskundigheidsbevordering op schoolniveau) zelf zijn/haar uren deskundigheidsbevordering in en legt tijdens de periodiek gevoerde functioneringsgesprekken verantwoording af over de besteding van de uren deskundigheidsbevordering. Denk hierbij bijvoorbeeld aan: Het inlezen van vakliteratuur, het bijwonen van cursussen, themabijeenkomsten etc.
78 Basisschool De Vendelier - Schoolplan 2011-2015
3.
Onderdelen van taakbeleid Taakbeleid kan beschouwd worden als het beleid dat gericht is op het realiseren van afstemming tussen het werk dat gedaan moet worden op school, de kwaliteiten en de beschikbare tijd van de onderwijsgevenden. De afstemming vindt dan plaats langs de volgende lijnen (dit is tevens het invoeringsschema): Het technische aspect: Taakinventarisatie: het inventariseren en systematisch verwerken van de taken die voortvloeien uit de visie van de school; Taakomvang: het afstemmen van het totale takenpakket van de school, het formatiebudget (aantal NJT) en het personeel (competenties) op elkaar; Taakomschrijving: het formuleren van taken in SMART-termen, gekoppeld aan een genormeerde tijdbelasting van de taak; Taakdifferentiatie: het samenstellen van zo samenhangend mogelijke takenpakketten en het omschrijven van gewenste competenties voor het uitvoeren van betreffende takenpakketten. Het mensgerichte aspect: Taaktoedeling: een evenwichtige verdeling van het takenpakket van de school over de functies en de overige personeelsleden van de school, waarbij rekening gehouden wordt met de aanwezige (of te ontwikkelen) competenties, belangstelling en aspiraties van de onderwijsgevenden; Taakbelastbaarheid: dit is een subjectief begrip en verschilt van persoon tot persoon. Dit onderdeel heeft nadrukkelijke relaties met het welbevinden van de onderwijsgevende. Het is dus de zorg voor elk personeelslid, werkend vanuit en op basis van de individuele belastbaarheid; Taakuitvoering: dit is gericht op de verbetering van de taakuitvoering en tevens op de vermindering van de ervaren werklast. De werkgever kan hier maatregelen treffen die gericht zijn op de verbetering van de uitvoering door verdergaande professionalisering en coachen.
4.
Over taak- en functie differentiatie in de ontwikkelende school Taak- en functiedifferentiatie blijft een groot probleem voor de scholen. Een school is een organisatie waarin relatief weinig mogelijkheden geboden worden tot werkelijke functiedifferentiatie, terwijl toch verschillende schooltaken het karakter van een aparte functie hebben. Het feitelijke verschil tussen taken en functies in de school is gelegen in de rechtspositionele grondslag van de functies en zolang de school, resp. het bevoegd gezag geen wettelijke mogelijkheden heeft om deze ontwikkeling te bevorderen, blijft het werk wel degelijk bestaan, maar de (rechtspositionele) erkenning van dat werk niet. In de praktijk kan dit leiden tot een taakverzwaring voor onderwijsgevenden, zonder dat hier feitelijk iets tegenover staat. Er zal een systeem moeten worden ontwikkeld waarbinnen verdeling van competenties evenredig en effectief binnen de school én over de scholen kan plaatsvinden. Dit kan geplaatst worden in het kader van personele mobiliteit gekoppeld aan professionele ontwikkeling van leerkrachten en scholen. De primaire taak van de onderwijsgevende blijft echter het lesgeven. Het is dan ook niet meer dan billijk dat dit door iedereen in evenredigheid geschiedt. De ontwikkelende school vraagt 79
Basisschool De Vendelier - Schoolplan 2011-2015
echter om het aanpakken van een veelheid van onderscheiden taken die de ontwikkeling met zich meebrengt. Functieontwikkeling en taakdifferentiatie zijn op grond van de gegevens uit de functioneringsgesprekken een middel om het beroep van leraar interessant, boeiend en draaglijk te maken/houden. 5.
Kaders waarbinnen het Taakbeleid is uitgewerkt Het bestuur heeft in overleg met haar schoolleiders het speelveld (de kaders) vastgesteld voor de verdere ontwikkeling van het Taakbeleid binnen de verantwoordelijkheid van de totale stichting. Dit speelveld geeft dus de kaders aan waarbinnen scholen hun specifieke taakbeleid verder zullen vormgeven. Op basisschool De Vendelier is dit als volgt vormgegeven. Taakverdeling: De taakverdeling is berekend op de lestaak van de bovenbouw (als meest omvangrijke aantal uren), dus voor het verschil hiertussen kunnen onderwijsgevenden uit de onderbouw – in overleg en gebaseerd op hun competentie – voor een bepaald aantal uren school- alsook lesgevende taken uitvoeren. Taaktoebedeling: Getracht wordt bij jonge onderwijsgevenden meer nadruk te leggen op hun specifieke situatie met betrekking tot de taaktoedeling. Bij de totale taaktoedeling wordt er naar gestreefd om het takenpakket zo samenhangend mogelijk te maken, zowel naar tijd als naar inhoud. Zo opgestelde takenpakketten krijgen ook een zelfsturend karakter. Dat wil zeggen dat de taakuitvoerder(s) binnen een tevoren gegeven raamwerk zo zelfstandig mogelijk kunnen opereren, liefst ook (in de toekomst) financieel. Dit schept aan de andere kant voor de taakuitvoerders wel een vergrote verantwoordelijkheid. Professionalisering/deskundigheidsbevordering: Deskundigheidsbevordering kent twee aspecten, te weten de ontwikkeling van het individuele “persoonlijk meesterschap” en deskundigheidsbevordering in het kader van de schoolontwikkeling. Tussen deze beide bestaat een bepaalde verhouding, d.w.z. 50 % persoons- en 50% schoolgebonden. Onder professionalisering/ deskundigheidsbevordering op schoolniveau vallen: a. Qliq- en teamdag b. Studiedagen alsook studiebijeenkomsten c. Voorbereiden van studiedagen alsook van studiebijeenkomsten d. BHV scholing / nascholing De andere 50 % wordt door de werknemer zelf ingevuld. Op basis hiervan wordt voor de individuele onderwijsgevende een taakstellende deskundigheidsbevordering opgesteld die onderdeel is van het functioneringsgesprek. Vanwege deeltijders en leerkrachten met BAPO wordt er gezocht naar een evenredige verdeling van dagen over de week. Bijvoorbeeld niet altijd een studiedag op vrijdag of op woensdag. Deze dagen vallen dus onder uren deskundigheidsbevordering/ scholing.
Niet lesgebonden uren Deze uren worden verdeeld in: A: Lesvoorbereiding, vergaderen en nakijkwerk = 40 % van de lesgebonden taken (372 uur) Voor o.a. lesvoorbereiding, leermiddelen verzamelen/maken, verwerken van toetsen, uitwerken Handelingsplannen, overleg met leerlingen/ouders, op orde houden lokaal enz. B: Speciale schoolavonden of -dagen: (10 uur) 80 Basisschool De Vendelier - Schoolplan 2011-2015
Er zijn bepaalde ouderavonden of dagen die niet vallen onder de zogenaamde “niet lesgebonden taken”. Het gaat hier om avonden of dagen die niet rechtsreeks te maken hebben met contacturen met groepen of individuele leerlingen. Voor deze avonden en dagen ontvangt ieder teamlid een compensatie in uren. Het gaat hierbij om bijvoorbeeld de afscheidsavond voor groep 8 of andere festiviteiten. Het lijkt redelijk om deze tezamen te stellen op een totaal van 10 uur. C: uren voor toezicht op plein D: Algemene schooltaken (resterende uren) Te verdelen in: - Taken in werkgroepen en commissies (klas-, bouw- of schoolgebonden): o Klasgebonden - voorbereiding musical / afscheid groep 8 10 uur - Communievoorbereiding en –viering 10 uur - Vormsel 3 uur - Slaapfeest gr. 6 10 uur - Trektocht gr. 7 20 uur - Schoolkamp gr. 8 30 uur o
Bouw- en schoolgebonden - coördinator Kinderboekenweek - coördinator carnavalsoptocht - Werkgroep Sinterklaas - Werkgroep Kerstviering- feest - Werkgroep Carnaval (o.b. en b.b.) - Werkgroep Schoolproject - Werkgroep Paasviering- feest - Werkgroep Schoolreis - Werkgroep Eindejaarsfeest - Werkgroep Eindejaarsfeest ouders - Werkgroep Teamfeest met partners - Werkgroep Teamuitstapje - Werkgroep Techniek - Werkgroep Verkeer - Coördinator Kunstencentrum - Coördinator Naaigroep - Coördinator Wandel 4daagse - BHV werkgroep - werkgroep hoogbegaafdheid - werkgroep ICT - werkgroep leefstijl - werkgroep overleg SPRING - werkgroep nieuwe methoden - werkgroep jubileum (indien nodig) - werkgroep versiering gebouw - M.R.-lid - GMR-lid
10 uur 10 uur 15 uur 25 uur 15 uur 20 uur 10 uur 15 uur 15 uur 10 uur 15 uur 15 uur 25 uur 10 uur 10 uur 10 uur 10 uur 10 uur 15 uur 15 uur 10 uur 20 uur 15 uur (per werkgroep) 20 uur 10 uur 60 uur 40 uur (volgens CAO)
Aanwezigheidsregeling: ’s Morgens vanaf 08.00 uur. Er is dan mogelijkheid voor overleg en/of mogelijk in de toekomst een korte briefing. ’s Middags minstens tot 16.30 uur. Op woensdag tot 14.30 uur. Behalve als er bouwvergaderingen zijn. Die duren dan tot 14.45 uur cq 16.45 uur.
81 Basisschool De Vendelier - Schoolplan 2011-2015
Verwachtingen ten aanzien van vervangers van zieke leerkrachten of andere personeelsleden Bij kortstondige vervanging in elk geval nakijkwerk. Flexibiliteit lijkt logisch. Bij langdurige vervanging ( langer dan 3 weken ) neemt de vervanger in principe alle taken over. Dit ligt natuurlijk wel aan de soort taak en zal dus per geval bekeken worden. Verwachtingen ten aanzien van Parttimers en groepsondersteuners: In overleg met de klassenverantwoordelijke wordt bepaald wat de taak is ten aanzien van het schrijven van rapporten. Er wordt in overleg en samen bepaald bij welke oudergesprekken aanwezigheid gewenst is. Voor wat betreft het overleg binnen (delen van) het team. Hieronder vallen paralleloverleg, bouwvergaderingen, bouwdoorbrekende vergaderingen, teamoverleg en de voorbereiding ervan. Voor wat betreft de aanwezigheid bij de geplande teamvergaderingen is voor parttimers het volgende schema opgesteld: WTF van 0,0000 0,2000 0,3000 0,4000 0,5000 0,6000 0,7000 0,8000 0,9000
WTF tot en met 0,2000 0,3000 0,4000 0,5000 0,6000 0,7000 0,8000 0,9000 1,0000
Vergaderingen per jaar 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
Verzwarende omstandigheden Het is moeilijk objectieve criteria te formuleren voor verzwarende factoren als groepsgrootte en groepszwaarte. Voor een deel hebben we zelf al grenzen aangegeven m.b.t. de groepsgrootte (kleuters max. 27; overige groepen max. 30.) en het aantal zorgkinderen/rugzakjes in een groep. Toch kan het voorkomen dat er door omstandigheden over deze grenzen heen wordt gegaan. Alleen de directie kan na overleg besluiten een groepsleerkracht enige verlichting te geven. Stagiaires Er worden jaarlijks 10 stagiaires aangenomen. Deze stagiaires komen van De Kempel of het ROC. Alle leerkrachten krijgen gedurende 1 periode een stagiaire toegewezen. Geen stagiaires krijgen in principe: - Startende leerkrachten (2 jaar) - Nieuwe, maar ervaren leerkrachten (1 jaar) - Leerkrachten die starten in een andere jaargroep (1 jaar) - Vervangers De directie kan (indien nodig) na overleg met betrokken leerkracht(en) beslissen tot andere uitzonderingen. Verantwoording Voor de berekening van de WTF en de daaruit voortvloeiende taakuren wordt een standaard berekeningsmodel gebruikt. Voor het verantwoorden van de taken op klas- bouw- en schoolniveau wordt ook een standaardformulier gehanteerd. Jaarlijks worden beide formulieren ingevuld, besproken en na het functioneringsgesprek door directie en leerkracht ondertekend
82 Basisschool De Vendelier - Schoolplan 2011-2015
Voorbeeld berekening Leerkracht werkt ma, di en wo en heeft een werktijdfactor van 0,6000 Normjaartaak berekening 0,6000 x 1659 uur = 995,5 uur Dit betekent 0,6000 x 930 uur= 0,6000 x 166 uur= 0,6000 x 372 uur= nakijkwerk etc etc. Resteert = schooltaken
558 uur aan lesgebonden taken 99,6 uur deskundigheidsbevordering 50 % individueel = 50 uur 50 % schoolniveau= 50 uur 223 uur aan niet lesgebonden taken als lesvoorbereidingen, 10 uur voor speciale avonden 105 uur aan niet lesgebonden taken als algemene Totaal 995,5 uur
Op basis van de werkelijk gemaakte lesuren voor kinderen wordt het compensatieverlof berekend. D.w.z. dat het gemiddeld aantal weken wordt berekend (minus vakantie- en studiedagen) Bijvoorbeeld 1001 uur : 26 = 38,5 weken Het getal 26 is het aantal lesuren dat lesgegeven wordt per week, ma, di, do, vr 5,5 en wo 4 uur De hierboven genoemde leerkracht werkt ma di wo = 5,5 + 5,5 + 4 = 15 uur x 38,5 weken= 577,5 uur. De leerkracht zou 558 uur mogen werken (zie boven) en heeft dus 19,5 compensatie. De leerkracht is op studiedagen (al dan niet op woensdag) aanwezig. Zie berekening hieronder. Voor wat betreft het overleg binnen (delen van) het team. Hieronder vallen paralleloverleg, bouwvergaderingen, bouwdoorbrekende vergaderingen, teamoverleg en de voorbereiding ervan. Voor wat betreft de aanwezigheid bij de geplande teamvergaderingen is voor deze parttimer het volgende deel uit het schema van belang 0,5000
0,6999
70% aanwezigheid
Voor wat betreft de studiedagen. 50 % schoolniveau= 50 uur. Kwestie van studiedagen tellen en uren x 11/2 vermenigvuldigen. Dus bijvoorbeeld woensdag 6 uur (lesgebonden 4 x 11/2= 6), andere dag (lesgebonden 5,5 x 11/2 = 8,25 uur) Samen 14,25 uur, nog 35,75 uur in te vullen Een leerkracht die bijvoorbeeld op ma di vr in de onderbouw werkt maakt 5,5 + 5,5 + 3,5 = 14,5 uur x 38,5 weken = 558,25 uur Met dezelfde werktijdfactor van 0,6000 heeft deze leerkracht dus geen recht op compensatieverlof. Deze leerkracht is op studiedagen (al dan niet op woensdag) aanwezig. Zie berekening hieronder Voor wat betreft het overleg binnen (delen van) het team. Hieronder vallen paralleloverleg, bouwvergaderingen, bouwdoorbrekende vergaderingen, teamoverleg en de voorbereiding ervan. Voor wat betreft de aanwezigheid bij de geplande teamvergaderingen is voor deze parttimer het volgende deel uit het schema van belang.
83 Basisschool De Vendelier - Schoolplan 2011-2015
0,5000
0,6999
70% aanwezigheid
Voor wat betreft de studiedagen. 50 % schoolniveau= 50 uur. Kwestie van studiedagen tellen en uren x 11/2 vermenigvuldigen. Dus bijvoorbeeld woensdag 6 uur (lesgebonden 4 x 11/2= 6), andere dag (lesgebonden 5,5 x 11/2 = 8,25 uur) Samen 14,25 uur, nog 35,75 uur in te vullen
84 Basisschool De Vendelier - Schoolplan 2011-2015