Schoolplan Van Oldenbarneveltschool 2011-2015
SCHOOLPLAN VAN OLDENBARNEVELTSCHOOL 2011-2015 Brincode: 08 CL Jagthuisstraat 14 3022 PR Rotterdam Tel. 010-2447125 Fax. 010-2447126 E-mail:
[email protected] Website : www.oldenbarneveltschool.nl
Pagina 1 van 71
Schoolplan Van Oldenbarneveltschool 2011-2015
Hoofdstuk 0. INLEIDING ................................................................................................................................... 3 01. De totstandkoming van het schoolplan ..................................................................................................... 3 02. Evaluatie .................................................................................................................................................... 3 03. Bronnen ..................................................................................................................................................... 3 Hoofdstuk 1: ONZE SCHOOL ........................................................................................................................... 4 1.1 Huidige situatie ......................................................................................................................................... 4 1.2 Leerling- en ouderpopulatie ...................................................................................................................... 5 1.3 Het gebouw ............................................................................................................................................... 5 Hoofdstuk 2: DE OPDRACHT VAN ONZE SCHOOL ..................................................................................... 6 2.1 Waar we voor staan. De missie van de school .......................................................................................... 6 2.2 Wat er op ons af komt. De externe ontwikkelingen .................................................................................. 7 2.3 Wat wij kunnen. De interne sterkte/zwakte analyse ............................................................................... 11 2.4 Wat we willen, Onze visie....................................................................................................................... 12 Pedagogisch klimaat ...................................................................................................................................... 12 2.5 Onze beleidsvoornemens 2011-2015 ...................................................................................................... 15 Hoofdstuk 3: DE ONDERWIJSKUNDIGE VORMGEVING VAN ONZE SCHOOL ................................... 23 3.1 De onderwijskundige doelen ................................................................................................................... 23 3.2 Huidige situatie ....................................................................................................................................... 23 3.3 De ordening van de inhoud van het onderwijs ........................................................................................ 24 3.4 De kerndoelen basisonderwijs 2006 ........................................................................................................ 24 3.5 Nederlands ............................................................................................................................................... 25 3.6 Engelse taal ............................................................................................................................................. 29 3.7 Rekenen en wiskunde ............................................................................................................................. 30 3.8 Oriëntatie op jezelf en de wereld............................................................................................................. 31 3.9 Kunstzinnige oriëntatie ........................................................................................................................... 40 3.10 Bewegingsonderwijs ............................................................................................................................. 44 3.11 De vak/vormingsgebieden en de computer ........................................................................................... 47 3.12 De leerlingenzorg .................................................................................................................................. 47 Hoofdstuk 4: DE INZET EN ONTWIKKELING VAN ONS PERSONEEL .................................................. 48 4.1 Doelen van het personeelsbeleid ............................................................................................................. 48 4.2 Verantwoording ....................................................................................................................................... 48 4.3 Kenmerken personeel .............................................................................................................................. 49 4.4 Organisatie en middelen van het personeelsbeleid ................................................................................. 55 4.5 Evaluatie .................................................................................................................................................. 55 Hoofdstuk 5: OVERIGE BELEIDSTERREINEN ............................................................................................ 56 5.1 Algemeen strategisch beleid .................................................................................................................... 56 5.2 Financieel beleid ..................................................................................................................................... 57 5.3 Materieel beleid ....................................................................................................................................... 58 5.4 Relationeel beleid .................................................................................................................................... 58 Hoofdstuk 6: KWALITEITSZORG .................................................................................................................. 59 6.1 Inleiding .................................................................................................................................................. 59 6.2 De doelen van onze kwaliteitszorg .......................................................................................................... 59 6.3 De inrichting van onze kwaliteitszorg ..................................................................................................... 60
Pagina 2 van 71
Schoolplan Van Oldenbarneveltschool 2011-2015
Hoofdstuk 0. INLEIDING 01. De totstandkoming van het schoolplan Het team, het bestuur en de medezeggenschapsraad van de Van Oldenbarneveltschool hebben in nauw onderling overleg het schoolplan 2011-2015 tot stand gebracht. Het plan heeft een looptijd van 4 jaar, maar allen zien in dat dit een dynamisch document is, hetgeen betekent dat onderdelen jaarlijks worden geëvalueerd en waar nodig aangepast. Jaarlijks worden de beleidsvoornemens van het afgelopen en het komende schooljaar geagendeerd en besproken in team-, bestuurs- en medezeggenschapsraadvergadering. Wij zien het plan als een planningsdocument voor de ontwikkeling van De Van Oldenbarneveltschool die de gelijkgerichtheid van alle geledingen in de school aanscherpt. Verder wordt het beleid dat wij voeren door het schoolplan geëxpliciteerd. De dagelijkse gang van zaken wordt meer gebaseerd op bewuste keuzes en minder op toevalligheden of gewoontes. Bovendien liggen de gemaakte afspraken voor iedereen duidelijk vast. In ons schoolplan wordt van het onderwijskundig beleid, personeelsbeleid, algemeen strategisch beleid, financieel beleid, materieel beleid, relationeel beleid en het beleid ten aanzien van de kwaliteitszorg een samenhangend geheel gemaakt. Het plan wordt, naast de schoolgids en de afsprakenmap, gebruikt als verantwoording aan het team, de ouders, bestuur, medezeggenschapsraad en de inspectie. Om het plan leesbaar en overzichtelijk te houden wordt op veel punten verwezen naar de volledige documenten en/of de afsprakenmap. Deze zijn op school voor geïnteresseerden beschikbaar. De ontwikkeling van dit schoolplan is door alle geledingen van de school gevolgd. Het bestuur heeft, na instemming van de medezeggenschapsraad, dit plan goedgekeurd voor de periode 2011-2015.
02. Evaluatie Jaarlijks worden onderdelen uit dit plan geëvalueerd en, waar nodig geacht, aangepast. Deze evaluatie vindt plaats binnen het team en tijdens bestuurs- en medezeggenschapsraadvergaderingen. In het jaarverslag wordt van deze evaluaties verslag gedaan.
03. Bronnen Bij het maken van dit schoolplan zijn de volgende bronnen gebruikt: Eduforce, handreiking schoolplan 2011-2015.
Pagina 3 van 71
Schoolplan Van Oldenbarneveltschool 2011-2015
Hoofdstuk 1: ONZE SCHOOL 1.1 Huidige situatie De Van Oldenbarneveltschool (VOS) is een basisschool voor neutraal bijzonder onderwijs. Het bestuur wordt gevormd door de Vereniging Van Oldenbarneveltschool. De school opende haar poorten in 1923 en is nog steeds gevestigd in hetzelfde gebouw aan de Jagthuisstraat 14 in Rotterdam. Toen in 1985 de Wet op de Basisschool van kracht werd, trok kleuterschool "De Paddestoel" in bij de VOS De school is gelegen in Het Nieuwe Westen, dat deel uitmaakt van de Deelgemeente Delfshaven. Er staan in het Nieuwe Westen 6 basisscholen van diverse denominaties, te weten PC, RK, Islamitisch en Openbaar. De Van Oldenbarneveltschool geeft actief vorm aan de wezenskenmerken die in de onderwijswetgeving vastliggen. Die kenmerken zijn: • Open toegankelijkheid: de school is voor alle groepen toegankelijk, ongeacht hun godsdienst of levensbeschouwing; • Actieve pluriformiteit: de school geeft in het onderwijs aandacht aan alle levensbeschouwelijke en maatschappelijke waarden in de Nederlandse samenleving, waarbij recht gedaan wordt aan de verscheidenheid van die waarden; • Non-discriminatie: de school eerbiedigt ieders godsdienst of levensbeschouwing, wat ook betekent dat het personeel, zonder op dit punt onderscheid te maken, benoembaar is. Het team van de VOS bestaat uit 22 leerkrachten. In totaal werken er 28 personeelsleden. De VOS heeft de beschikking over een vakleerkracht gymnastiek, muziek, dans, ICT, en handvaardigheid, een klassenassistente in de onderbouw, een administratief medewerkster en twee conciërges. De personeelssamenstelling en de namen van directie, groeps- en vakleerkrachten, leden van medezeggenschapsraad en bestuur zijn te vinden in het adressenboekje van de school, dat ieder schooljaar verschijnt.
Pagina 4 van 71
Schoolplan Van Oldenbarneveltschool 2011-2015
1.2 Leerling- en ouderpopulatie De Van Oldenbarneveltschool wordt bezocht door zo'n 250 leerlingen. Het aantal leerlingen per oktober 2010 bedraagt 247 leerlingen. Deze zijn verdeeld over 9 groepen, te weten drie gecombineerde onderbouwgroepen en vanaf groep 3 steeds één enkele groep. De leerlingpopulatie bestaat voor een groot deel uit 0.0 leerlingen (93%). Ca. 7 % is gewogen leerling. De populatie is geen afspiegeling van de samenstelling van de bevolking van de wijk; een fors deel van het leerlingenaantal komt uit verder gelegen wijken en komt op de fiets naar school of wordt met de auto gebracht. Tóch is de VOS geen "witte school". Een niet gering gedeelte van het leerlingenaantal heeft een niet-Nederlandse culturele achtergrond, waarbij leerlingen van Surinaamse en Turkse afkomst de grootste groep vormen. Hoe wij omgaan met culturele verschillen staat omschreven in hoofdstuk 3.a.5. Het opleidingsniveau van de ouders die hun kinderen op onze school hebben, is bovengemiddeld. De landelijke trend dat beide ouders geheel dan wel gedeeltelijk aan het arbeidsproces deelnemen, is op onze school ook merkbaar.
1.3 Het gebouw De school beschikt over 13 leslokalen, een gemeenschapsruimte en een eigen, inpandig gymnastieklokaal met kleedruimtes. Het gebouw verkeert in goede staat. Jaarlijks vindt er preventief en, waar nodig, groot onderhoud plaats. Dit onderhoud wordt betaald uit subsidies, uit de lopende exploitatie of uit de voorziening groot onderhoud. De directie bepaalt in overleg met het bestuur en medezeggenschapsraad het bouwkundig (meerjaren)beleid. Desgewenst wordt advies ingewonnen bij een bouwkundige. In het schooljaar 2010-2011 vond de laatste verbouwing plaats waarbij de hal ruimer is geworden. Tevens zijn er warmte win-installaties geplaatst om de CO2 in de klassen te reduceren en de warmte te reguleren. Het Vossenhol is het hart van de school. Projecten, toneelstukken, naschoolse activiteiten, schoolbieb, Plusklas en vele andere leeractiviteiten kunnen goed plaatsvinden in het Vossenhol. De school richt zich op het veranderen van het Vossenhol zodat deze grote ruimte “multifunctioneel” ingezet kan worden. Een laatste pilot is het plaatsen van zonnecollectoren op het dak, om “groene stroom” op te wekken. Zo draagt de VOS een steentje bij aan het milieu en gaan de energienota’s iets omlaag.
Pagina 5 van 71
Schoolplan Van Oldenbarneveltschool 2011-2015
Hoofdstuk 2: DE OPDRACHT VAN ONZE SCHOOL 2.1 Waar we voor staan. De missie van de school De Van Oldenbarneveltschool is een school die de kinderen structuur biedt binnen een leerstofjaarklassensysteem, waarbij wij ernaar streven dat de ontwikkeling van alle kinderen tot zijn recht komt. Dit betekent dat wij: • ruime aandacht besteden aan de verstandelijke ontwikkeling, waarbij verschillen tussen de kinderen geaccepteerd worden en uitgangspunt zijn voor ons handelen; • ruime aandacht besteden aan de individuele, creatieve, culturele, fysieke en sociaalemotionele ontwikkeling; • een rustige, veilige omgeving voor de kinderen als een voorwaarde zien om optimaal te presteren, zodat ze uiteindelijk naar de voor hen geschikt(st)e vorm van voortgezet onderwijs doorstromen. a. De verstandelijke ontwikkeling en het verwerven van kennis De school tracht vaardigheden als kritisch vermogen, zelfredzaamheid en solidariteit te stimuleren. Kennis is deels resultaat van eigen ervaringen, deels overgedragen. De school begeleidt de leerprocessen van de kinderen en geeft er vorm aan. In de huidige maatschappij veroudert kennis snel. Dit betekent voor de school dat zij voor de basisleerstof moet uitgaan van de school van nu, mogelijk zelfs die van morgen. De kennis van de leerlingen moet functioneren in de samenleving van morgen. b. Sociaal-emotionele ontwikkeling. Onder sociaal-emotionele ontwikkeling wordt verstaan dat de kinderen leren omgaan met elkaar en de anderen. Aspecten van sociaal-emotionele ontwikkeling: a. het samenwerken, het samen spelen, het samen kunnen delen, hulpvaardig zijn b. respect hebben voor elkaars mening en inbreng c. elkaar de ruimte geven om zelfontdekkend bezig te zijn d. het kunnen oplossen van conflictsituaties e. het kunnen inleven in gevoelssituaties f. anderen accepteren en respecteren in hun anders zijn g. een gevoel van saamhorigheid. c. Creatieve ontwikkeling Creativiteit is niet alleen aangeboren, het kan ook ontwikkeld en aangeleerd worden. Het ontwikkelen van de creativiteit omvat, in ieder geval, alle vak/vormingsgebieden. Aspecten verbonden met de ontwikkeling van de creativiteit zijn onder meer het ontwikkelen Pagina 6 van 71
Schoolplan Van Oldenbarneveltschool 2011-2015 van de creativiteit in ruimere zin: a. zelfontdekkend bezig zijn b. komen met eigen oplossingen c. verschillende oplossingen vinden voor één probleem d. experimenteren e. het toepassen van kennis en vaardigheden in uiteenlopende situaties f. het ontwikkelen van creativiteit in de zin van de expressievakken. d. Culturele ontwikkeling Onder culturele vaardigheden wordt verstaan: luisteren, spreken, schrijven, rekenen, gezond gedrag en sociale redzaamheid. Daarnaast vinden wij het van belang dat leerlingen: a. zich oriënteren op de maatschappij b. leren omgaan met anderen (respect kunnen opbrengen voor andermans ideeën, meningen, overtuigingen, levenswijzen, culturen). e. Fysieke ontwikkeling Het verwerven van lichamelijke vaardigheden is behalve doel op zich ook van belang voor de verstandelijke en sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen. De missie van de VOS luidt: Eigentijds, goed gefaciliteerd, gedegen onderwijs in een veilige, sfeervolle omgeving.
2.2 Wat er op ons af komt. De externe ontwikkelingen Externe analyse Buiten de school vinden er ontwikkelingen plaats die wij waarnemen en waarop wij geen of nauwelijks invloed hebben. Een aantal van deze ontwikkelingen is wél van belang voor De Van Oldenbarneveltschool in de komende jaren. Wij volgen de ontwikkelingen op drie niveaus ( landelijk, stedelijk en lokaal) op de voet en zullen waar nodig adequaat reageren en handelen. We zien op onze school de ontwikkelingen niet alleen als bedreigingen, maar ook als kansen om het onderwijs en de organisatie op onze school te verbeteren. a. Landelijk 1. De terugtredende overheid, meer autonomie voor de school op tal van terreinen (onderwijskundig, facilitair, bouwkundig, personeel); 2. Eigen verantwoordelijkheid van de school op het gebied van de financiën en personeel (lumpsum); 3. Wet op Onderwijs Toezicht; steeds wisselende eisen overheid t.a.v. kwaliteitszorg; 5. De invoering van dagarrangementen (opvang leerlingen van 7.00 uur tot 19.00 uur); 6. Aanscherping van de wet leerlinggebonden financiering (“het rugzakje”), Invoering passend onderwijs (Zorgplicht voor scholen). Pagina 7 van 71
Schoolplan Van Oldenbarneveltschool 2011-2015 7. Afschaffing gesubsidieerde overheidsbanen.
Pagina 8 van 71
Schoolplan Van Oldenbarneveltschool 2011-2015 Toelichting Het bestuur heeft de afgelopen jaren te maken gekregen met autonomievergroting. Daarnaast worden de eisen die de overheid stelt aan de scholen en besturen anders, vaak hoger. De vereniging is altijd een éénpitter geweest en is gewend om op financieel en personeel gebied zelfstandig te opereren. Het bestuur van de VOS bestaat uit vrijwilligers. De autonomievergroting en de invoering van de lumpsumfinanciering kunnen een gevaar betekenen omdat de complexiteit van de regelgeving groot is, de financiële risico's voor een klein bestuur groot zijn en de professionaliteit en continuïteit van de bestuursleden niet gewaarborgd is. Om die reden heeft het bestuur de directie een groter aantal ambulante uren gegeven om een aantal gedelegeerde bestuurstaken uit te voeren en is een aantal administratieve en bouwtechnische zaken (deels) uitbesteed. Er wordt op bestuurs- en directieniveau regelmatig bovenschools overleg gevoerd. De hogere eisen die de overheid stelt, leggen meer druk op de school maar geven ook weer een impuls om te blijven werken aan het verbeteren van de kwaliteit van ons onderwijs. De nieuwe regels voor het toezichtkader scheppen verder veel duidelijkheid. Het toezicht zal voornamelijk dáár plaatsvinden waar dat nodig wordt geacht. De Van Oldenbarneveltschool heeft veel aanmeldingen van nieuwe leerlingen. Veel scholen beginnen met een peuterspeelzaal of een voorschool of zijn daar al mee begonnen. De VOS heeft initiatieven ontwikkeld om een VSO te starten. Er zijn in de omgeving veel mogelijkheden voor BSO. De wet leerlinggebonden financiering biedt gehandicapte leerlingen de mogelijkheid om met ambulante zorg het reguliere basisonderwijs te bezoeken. De Van Oldenbarneveltschool wil ook gehandicapte leerlingen een plaats op de school geven, mits dit fysiek, pedagogisch en didactisch mogelijk is. Beleid op dit gebied is ontwikkeld (zie plan: Leerlinggebonden financiering). Er zijn plannen om de Zorgplicht in te voeren, wat erop neerkomt dat scholen de plicht hebben om kinderen met een “handicap” op school te plaatsen. Deze plicht zou kunnen bewerkstelligen dat het leerling-volume in het speciaal onderwijs verminderd wordt of zelfs dat het speciaal onderwijs ophoudt te bestaan. Beleidsconclusies: • Onderzoek naar verdergaande samenwerking met andere (algemeen bijzondere) scholen/besturen; • Oriëntatie op de mogelijkheid van starten van of participeren in een vorm van VSO en BSO; • Verder ontwikkelen van een systematiek van kwaliteitszorg/beleid uitgaande van het W.O.T. • Mogelijkheden nagaan van inzet van onderwijs ondersteunend personeel; • Proactief werken n.a.v. de komende Zorgplicht voor scholen.
b. Stedelijk 1. Decentralisatie huisvesting; 2. Verschraling lokaal onderwijsbeleid (ROB); 3. Samenwerking in Fokor, RABS; 4. Dreigend leerkrachtentekort in m.n. de grote steden; Pagina 9 van 71
Schoolplan Van Oldenbarneveltschool 2011-2015 5. Bezuinigingen op stedelijk gebied; 6. jaarlijkse aanvraag leertijduitbreiding (JOS). Toelichting Het bestuur heeft onvoldoende expertise in huis om de huisvesting zelfstandig te kunnen regelen. Er is een bouwkundige in de arm genomen die de vereniging adviseert op dit gebied. Het bestuur ontvangt een bedrag voor onderhoud dat wordt bekostigd door de gemeente Rotterdam (JOS).Ieder jaar dient er voor 1 oktober een verantwoording afgelegd te worden aan de Gemeente van de uitgevoerde onderhoudsplannen. Het lokaal onderwijsbeleid van de gemeente Rotterdam geeft ons middels ROB steeds minder financiële mogelijkheden om achterstanden bij leerlingen aan te pakken. Slechts het SMW wordt nog bekostigd vanuit dit fonds. Om de complexiteit van de onderwijsregelgeving het hoofd te bieden, heeft de vereniging een vertegenwoordiger in het Rotterdams scholenoverleg (FOKOR), de RABS en de VBS. In Rotterdam is de tendens om te bezuinigen op onderwijssubsidies. Dit heeft de school getroffen bij achterstandssubsidies (destijds GOA) en de schoolbegeleiding. Het is voor onze school mogelijk om een aanvraag te doen voor leertijduitbreiding (VDA). Jaarlijks zal een aanvraag gedaan worden bij de gemeente Rotterdam (JOS) Aan het eind van het kalenderjaar zal de school een financiële en onderwijsinhoudelijke verantwoording moeten afleggen. De School maakt sinds 2008-2009 gebruik van deze subsidie. Beleidsconclusies: • Aanvragen en verantwoording huisvesting uitbesteden om optimaal gebruik te maken van de gemeentelijke subsidieregelingen; • Plannen ROB maken en tijdig insturen; • Voorzieningen voor leerkrachten optimaal houden om uitstroom zo veel mogelijk te voorkomen. Nieuwe leerkrachten goed begeleiden; • Binnen FOKOR onze zorg blijven uiten over verslechtering van stedelijke voorzieningen; • Jaarlijks de aanvraag leertijduitbreiding indienen en verantwoorden. c. Omgeving 1. Veranderende populatie; 2. Het schoolplein is geen eigendom, de relatie met de speeltuin is kwetsbaar; 3. Mogelijkheden om meer instanties te betrekken bij de school.
Pagina 10 van 71
Schoolplan Van Oldenbarneveltschool 2011-2015 Toelichting De school wil de populatie die ze nu heeft, graag behouden. Dit wil ze bereiken door de kwaliteit van het gegeven onderwijs te handhaven. Het plein biedt veel mogelijkheden. De relatie met de speeltuin is goed. De afschaffing van de ID-banen kan weerslag hebben op het onderhoud van en het toezicht op de speeltuin. Zowel de speeltuinvereniging als de school varen er wel bij als de samenwerking goed blijft. Er is regelmatig contact tussen de directeur van de VOS en het bestuur en de medewerkers van de speeltuinvereniging. De school heeft de gelegenheid om samen te werken met buurtinstanties en –voorzieningen en maakt daar gebruik van. De directeur vertegenwoordigt de basisscholen van Delfshaven binnen het wijkoverleg. De school biedt de leerlingen in het kader van de Brede School vele activiteiten aan (zie schoolgids). Wij vinden het van belang om de kinderen ná schooltijd sportieve, creatieve en cognitieve activiteiten aan te bieden (zie ook onze missie). Beleidsconclusies: • P.R van de school optimaliseren. Tijd en aandacht inruimen voor belangstellende nieuwe ouders; • Contacten met speeltuin optimaal houden; • Contacten onderhouden met instanties die met de school te maken hebben.
2.3 Wat wij kunnen. De interne sterkte/zwakte analyse In januari 2007 namen de teamleden deel aan het kwaliteitsonderzoek PO. Uit de analyse kwamen de nodige verbeterpunten. Deze verbeterpunten zijn binnen het team, bestuur en medezeggenschapsraad besproken en daaropvolgend verwerkt in de beleidsvoornemens voor de jaren 2007-2011. Tijdens schooljaar 2011-2012 vindt de tweede sterkte- zwakteanalyse plaats. De verbeterpunten worden niet meer in het schoolplan verwerkt, maar in de jaarplannen. De analyse wordt besproken binnen team, bestuur en mr.
Pagina 11 van 71
Schoolplan Van Oldenbarneveltschool 2011-2015
2.4 Wat we willen, Onze visie De VOS wil zijn leerlingen binnen een kindvriendelijke, uitdagende en gestructureerde leeromgeving stimuleren zich optimaal en met plezier op cognitief, fysiek en sociaalemotioneel gebied te ontplooien, zodat ze kunnen opgroeien tot geïnteresseerde, zelfstandig en kritisch denkende personen. Pedagogisch klimaat Op de VOS streven wij naar een veilig en prettig klimaat voor allen, waarbij de kinderen met plezier naar school gaan en zich thuis voelen, zowel in het gebouw, het klaslokaal als op het schoolplein. Om dit te bereiken is een heldere structuur noodzakelijk. Er zijn voor alle betrokkenen regels en allen houden zich daar aan. De algemene normen en waarden worden nageleefd; daarnaast heerst een gevoel van vrijheid en is er een open sfeer waar positieve kritiek mogelijk is. Leerlingen, leerkrachten en ouders behandelen elkaar met respect. Er is begrip voor ieder persoon, ook als die “anders” is. Er is een duidelijke, gemeenschappelijke aanpak van kinderen met gedragsproblemen. Er is veel aandacht voor positieve respons. Jaarlijks bevragen wij de ouders en de leerlingen systematisch over hun veiligheidsbeleving in een ouder-/ leerlingenenquête. Incidenten worden vastgelegd en besproken. Er is een kinderraad en er wordt een traject voor leerlingbemiddeling opgestart. Resultaten Als voorbereiding voor het voortgezet onderwijs komen alle kerndoelen aan de orde, maar het presteren mag niet ten koste gaan van het welbevinden van de leerling. Een optimaal resultaat wordt behaald door een adequaat aanbod van actuele leer- en hulpmiddelen. De materialen zijn recent, effectief en netjes onderhouden. ICT ondersteunt het leerproces. Resultaten van leerlingen, groepen en de school worden nauwgezet bijgehouden met een leerlingvolgsysteem. Daarnaast wordt een observatiesysteem gehanteerd. Er is een adequate leerlingenzorg, omschreven in het schoolzorgplan. Het leerstofjaarklassensysteem (met ruimschoots aandacht voor differentiatie) heeft een positieve invloed op het gemiddelde resultaat van de groep. Het lesaanbod is voornamelijk leerstofgericht, maar indien mogelijk of noodzakelijk ook ontwikkelingsgericht. Didactiek Leerkrachten geven uitdagende lessen met veel didactische variatie, waardoor leerlingen gemotiveerd en uitgedaagd worden om te presteren. De lesstof is actueel. Er is aandacht voor verschillen tussen leerlingen; er vindt een gedifferentieerde instructie en verwerking plaats in niveau en tempo voor drie subgroepen. Er zijn wekelijks periodes van zelfstandig werken. Binnen deze periodes wordt er door de leerkrachten gewerkt met zorgleerlingen. Er is frequent overleg over de gehanteerde aanpak binnen bouwvergaderingen. Voor uitvallende kinderen is er een goede zorgstructuur die omschreven staat in het zorgplan. Instructie vindt plaats door gebruik van het directe instructiemodel. Organisatie Pagina 12 van 71
Schoolplan Van Oldenbarneveltschool 2011-2015 Om optimaal te kunnen presteren is voor alle betrokkenen duidelijk wat er van hen op organisatorisch, onderwijskundig en huishoudelijk gebied verwacht wordt. Alle afspraken zijn beschreven in de afsprakenmap en deze is in het bezit van de teamleden. De afspraken zijn bekend bij betrokkenen. Om als team optimaal werk te leveren, communiceren de teamleden met elkaar op een positieve, constructieve manier. De directie informeert de teamleden tijdig over schoolontwikkelingen. Overleg vindt zowel in bouwvergaderingen plaats als plenair. Personele inzet Er is formatieruimte gecreëerd voor co-teachers en specialisatie, waardoor de groepen betrekkelijk groot zijn. De teamleden zijn zich bewust van een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Er zijn op de VOS vakleerkrachten lichamelijke oefening, handvaardigheid, muziek, dans, Engels en ICT. Vanaf groep 3 werken co-teachers één of meerdere dagdelen in de groep; in de onderbouw is een klassenassistente werkzaam. Er is een onderbouwcoördinator, een intern begeleider en een remedial teacher. Personeelsbeleid Iedere leerkracht werkt aan zijn eigen ontwikkeling binnen de ontwikkeling van de school als geheel. Er is een integraal personeelsbeleid. Er is met ieder teamlid een vierjarige gesprekkencyclus. De competenties van de leerkrachten zijn in relatie met de Wet BIO en de schoolvisie opgesteld. Iedere leerkracht heeft een eigen persoonlijk ontwikkelingsplan, waarin een ook plaats ingeruimd is voor nascholing. Iedere leerkracht doet aan collegiale consultatie. De leerkrachten beschikken over een bekwaamheidsdossier en zij zijn verantwoordelijk voor de inhoud ervan. Het gebouw en de omgeving Het gebouw verkeert in goede staat. Reparaties, onderhoud en aanpassingen worden door de overheid of uit de ouderbijdrage gefinancierd. Er worden hoge eisen aan het gebouw gesteld om een prettig leerklimaat te scheppen. De directe omgeving van de school, waaronder de speeltuin, ziet er netjes onderhouden uit. Ouderparticipatie Ouders en team hebben een gemeenschappelijk doel: de optimale ontwikkeling van de kinderen door middel van goed onderwijs. Hierbij kunnen de betrokkenen niet zonder elkaar. Ouders worden op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen van het kind en de school door leerkracht(en) en directie. Schoolontwikkeling wordt door middel van het VOS-Nieuws met de ouders gecommuniceerd. De ouders participeren in het bestuur, de medezeggenschapsraad, activiteitencommissie en klassenouders. Er wordt een beroep gedaan op ouderhulp bij evenementen, uitstapjes, etc. Er is veel ruimte voor gesprek en overleg. Kwaliteitszorg De VOS werkt permanent en systematisch aan kwaliteitsverbetering, borgt behaalde resultaten en blijft zich ontwikkelen op alle gebieden. Jaarlijks zijn er enquêtes voor groepen Pagina 13 van 71
Schoolplan Van Oldenbarneveltschool 2011-2015 ouders en kinderen. Minimaal één keer in de vier jaar vindt een sterkte-zwakte analyse plaats.
Pagina 14 van 71
Schoolplan Van Oldenbarneveltschool 2011-2015
2.5 Onze beleidsvoornemens 2011-2015 Schematisch overzicht van onze beleidsvoornemens 2011-2015 Grijs= nieuw/implementeren Onderwerp 2011-2012 2012-2013 2013-2014 1. Onderhoud min. Onderhoud min. 2 Onderhoud collegiale 2 keer per jaar keer per jaar min. 2 keer per consultatie consultatie consultatie jaar consultatie 2.gedifferentieerde Onderhoud Onderhoud Onderhoud instructie rekenen Taal/spelling 3. Onderzoek in- Implementeren Evalueren en sociaal emotionele voering onderzoeksinbijstellen ontwikkeling meetinstrument strument 4. Formeren ICT Implementeren ICT Evalueren/ ICT beleidsplan beleidgroep. beleidplan bijstellen ICT Onderzoeken beleidsplan beleidsdoelen 5. Vaststellen Evalueren/ Evalueren/ vervanging methode bijstellen bijstellen methodes (meerjaren) vervangingsplan 6. Invoering Implementeren Evalueren team Website nieuwe website. team pagina pagina Onderzoek team Invoeren pagina leerling pagina 7. Start Borgen hgw Borgen 2e Handelingsgericht handelings rekenen vakgebied werken gericht werken Invoeren hgw 2e Invoeren hgw rekenen vakgebied 3e vakgebied 8. Presenteren, Presenteren, Presenteren/ Doorgaande informeren informeren team. informeren leerlijnen team. Vaste Vaste overdracht team. Vaste overdracht overdracht 9. Starten Plusklas Evalueren/ Evalueren/ Plusklas Bijstellen bijstellen programma 10. Borgen/ evalueren/bijstellen borgen Verbetertraject implementeren van de afspraken verbetertraject rekenen deelgebieden en het rekenen verbetertraject verbetertraject 11. Samenstellen/ uitvoeren uitvoeren Nascholingsplan uitvoeren nascholingsplan nascholingsplan nascholingsplan 2011-2015 Pagina 15 van 71
2014-2015 Onderhoud min. 2 keer per jaar consultatie onderhoud Evalueren bijstellen
en
Borgen ICT beleidsplan Evalueren/ bijstellen Borgen team pagina Evalueren leerling pagina Borgen handelingsgericht werken. Evalueren doorgaande leerlijnen Borgen Plusklas onderhouden verbetertraject rekenen Evalueren nascholingsplan en opstellen plan 2015-2019
Schoolplan Van Oldenbarneveltschool 2011-2015 12. begeleiden ll- Samenstellen Plan maken Plan uitvoeren en met commissie. gedragsproblemen Onderzoeken Onderwerp 1:
Evalueren/ bijstellen plan
Collegiale consultatie
Beleidsvoornemen: Structurele consultatie naar minimaal twee keer per jaar. Doelstelling: Activiteiten:
Fasering: Betrokkenen: Middelen:
Evaluatie:
Inzicht krijgen in eigen werkwijze en in die van de collega’s t.a.v. methodiek, leerstof , leerlingen en de doorgaande lijn daarin. Het subdoel is “leren van elkaar”. Planning vooraf maken en afspraken maken m.b.t. de consultatie; Methodiek en procedure afspreken; Les(sen) bijwonen in de groep van een collega; Verslaggeving op daartoe bestemde formulieren; Onderlinge nabespreking. Schooljaar 2011-2015 minimaal 2 x per jaar. Alle groepsleerkrachten, co-teachers en vakleerkrachten. Formulier verslaglegging; Tijd. De consultatie vindt plaats tijdens uren vakonderwijs, uren naar keuze wanneer dit mogelijk is en bij de onderbouwleerkrachten tijdens het buitenspelen van de groepen ½. In de maand januari en juni van ieder schooljaar. Onderwerp 2:
Gedifferentieerde instructie
Beleidsvoornemen: Leerkrachten bieden instructie op drie niveaus. Vakgebieden: rekenen taal spelling en technisch lezen. Leerkrachten geven les volgens het directe instructie model. Doelstelling: Maximaal rendement uit de tijd halen die aan instructie besteed wordt. Actueel houden van het instructiemodel op diverse vakgebieden. Activiteiten: De leerkrachten geven standaard les volgens het directe instructiemodel. De directie consulteert 1 keer per schooljaar de leerkrachten op dit onderdeel. Fasering: 2011-2012 aandachtspunt gedifferentieerde instructie tijdens rekenen. 2012-2013 aandachtspunt gedifferentieerde instructie tijdens taal. 2013-2014 aandachtspunt gedifferentieerde instructie tijdens spelling. 2014-2015 aandachtspunt gedifferentieerde instructie tijdens (technisch) lezen. Betrokkenen: Leerkrachten, co-teachters en IB/directie Middelen: Geld en tijd (begeleiding, consultaties) Evaluatie: Minimaal drie keer per jaar tijdens bouwvergaderingen bespreekbaar maken van het aandachtspunt. Nabespreking van klassenconsultaties aan de hand van observaties Pagina 16 van 71
Schoolplan Van Oldenbarneveltschool 2011-2015 gericht op de directe instructie van rekenen, taal, spelling en technisch lezen.
Onderwerp 3:
Sociaal emotionele ontwikkeling
Beleidsvoornemen: 1:De leerkracht schenkt structureel aandacht aan de sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen met de methode “Kinderen en hun sociale talenten” 2:School doet onderzoek naar de het meetinstrument SCOLL. Indien nodig wordt dit vervangen in schooljaar 2011-2012. Doelstelling: Leerkrachten begeleiden de kinderen adequaat in hun sociaalemotionele ontwikkeling en houden de sociale vaardigheden structureel en doelmatig bij. De leerlingen: - gaan goed om met zichzelf en de ander, - herkennen eigen gevoelens en die van de ander, - zitten goed in hun vel, - werken in een rustige, veilige omgeving. Activiteiten: 1:Bespreken visie en doorgaande lijn soc. emotionele ontwikkeling Toepassen methode in de groepen en borgen van de methode Gedrag toetsen en resultaten bespreken tijdens groepsbesprekingen 2:Commissie vormen in 2011-2012 om SCOLL te onderzoeken en indien nodig te vervangen. Fasering: uitvoeren (nieuwe) methode 2011-2012 Onderzoek SCOLL of een nieuw instrument in 2011-2012 2011-2012 invoering nieuw instrument of onderhouden/uitvoeren SCOLL. Betrokkenen: groepsleerkrachten, vakleerkrachten, co-teachters, OOP, commissie SOVA/gedrag, Intern Begeleider. Middelen: Methode: Kinderen en hun sociale talenten, (nieuw) meetinstrument. Evaluatie: Meerdere malen per jaar tijdens bouw- en teamvergaderingen Onderwerp 4:
ICT beleidsplan
Beleidsvoornemen: Er wordt een ICT beleidsgroep geformeerd die de ICT beleidsdoelen uitzet voor de komende 4 jaar. Het technisch beheer wordt uitbesteed en onderwijsinhoudelijke doelstellingen geïmplementeerd in de groepen. Er wordt hierbij uitgegaan van 100% doelen. Pagina 17 van 71
Doelstelling:
Activiteiten: Fasering:
Betrokkenen: Middelen: Evaluatie:
Schoolplan Van Oldenbarneveltschool 2011-2015 De communicatie m.b.t. ICT wordt verbeterd. Kortere lijnen, adequater hulp. 1 ICT werkgroep, 1 ICT coördinator en 1 beheerder. De doelen worden door de werkgroep op macro- meso en microniveau uitgestippeld. Uiteindelijk zal ieder teamlid op een professionele manier met behulp van ICT les geven en alle leerlingen structureel en planmatig werken met programma’s met de computers. formatie ICT beleidsgroep met minimaal 3 teamleden. Het team indien nodig bijscholen. Inzetten technisch ICT beheerder. 2011-2012 Formatie ICT beleidsgroep en beleid uitzetten. Inzet technisch beheer per direct. Duidelijkheid verkrijgen welke lessen m.b.v. ICT worden gegeven. 2012-2013 implementeren ICT beleidsplan 2013-2014 evalueren/bijstellen ICT beleidsplan 2014-2015 borgen ICT beleidsplan Leerkrachten, ICT beleidsgroep, Technisch beheer investering technisch beheer. Samenstellen werkgroep, aanschaf harden software. Minimaal drie keer per jaar tijdens bouwvergaderingen. Jaarevaluatie tijdens het eind van het schooljaar. Onderwerp 5:
vervanging methodes
Beleidsvoornemen: Zorgvuldig vervangen van methodes op de VOS. De directie maakt een methode vervangingsplan voor de komende 4 jaar en bepaalt met het team het invoeringstraject. Doelstelling: Iedere invoering heeft tijd nodig. Het voorkomen dat er teveel in een jaar verandert of ingevoerd wordt, samen met het behoud van kwaliteit van het onderwijs, staat centraal. Activiteiten: maken methode vervangingsplan voor minimaal 4 jaar Communicatie team, bestuur en mr. Fasering: 2011-2012 vaststellen methode vervangingsplan 2012-2013 evalueren/bijstellen 2013-2014 evalueren/bijstellen 2014-2015 evalueren/bijstellen methode verv. Plan 2015-2019 Betrokkenen: Directie, leerkrachten, bestuur, MR. Middelen: Aantal planningsbijeenkomsten. Evaluatie: Begin- en eind van het schooljaar. Onderwerp 6:
Website
Beleidsvoornemen: De website van de VOS staat online, past bij de visie/missie van de school. Doelstelling: De nieuwe website voorziet alle ouders en gasten van de laatste informatie en alle verplichte plannen en de schoolgids. De website is dus actueel en wordt een belangrijk medium voor team, leerlingen en Pagina 18 van 71
Activiteiten:
Fasering:
Betrokkenen: Middelen: Evaluatie:
Schoolplan Van Oldenbarneveltschool 2011-2015 ouders. Ontwerpen en online zetten nieuwe website Plannen maken voor een gebruiksvriendelijke website Website uitbreiden met gebruiksgedeelten om informatie uit te wisselen met betrokkenen. (digitale schoolkrant, klassennieuws, online leerprogramma’s etc.) 2011-2012 online nieuwe website. Onderzoek mogelijkheden teamgebruik. 2012-2013 uitbreiden website met leerkrachtgedeelte 2013-2014 uitbreiden website met ouder/leerling gedeelte 2014-2015 borgen en up to date houden van de site Directie, ICT, ICT coördinator, team Aantal planningsbijeenkomsten. Begin- en eind van het schooljaar.
Onderwerp 7:
Handelingsgericht werken
Beleidsvoornemen: Werken met groepsplannen en handelingsgericht werken voor alle groepen onder begeleiding van “onderwijspraktijk Harry Janssens”. Doelstelling: Meer zicht krijgen op de hulpvragen van alle leerlingen. De leerkracht brengt structureel en doelgericht gedrag en cognitie in beeld en handelt volgens een groepsplan tijdens de vaklessen. Activiteiten: Studiedag handelingsgericht werken o.l.v. H.J. Invoering traject werken met groepsplannen. (studiedag(en), uitproberen, evalueren, bijstellen en vervolgens weer nascholing en vervolg cyclus) Fasering: 2011-2012 twee studiedagen staan in het teken van dit onderwerp. De start wordt gemaakt met een deelgebied van de lessen bijvoorbeeld rekenen/taal en gedrag. 2012-2013 borgen 1e deelgebied, invoeren 2e deelgebied 2013-2014 borgen 1e en 2e deelgebied, invoeren 3e deelgebied. 2014-2015 borgen handelingsgericht werken op de VOS Betrokkenen: Leerkrachten, co-teachers, IB en RT. (tevens zijn er een aantal leerkrachten in opleiding voor gedragsspecialist) Middelen: inzet deskundige (orthopedagoog) Evaluatie: Tijdens studiedagen en teamvergaderingen Onderwerp 8: Doorgaande leerlijnen VOS Beleidsvoornemen: Inzichtelijk krijgen welke leerstof aansluit op het vorige- en volgend leerjaar. (doorgaande leerlijn) Team kent alle invoeringen en is op de Pagina 19 van 71
Doelstelling: Activiteiten: Fasering:
Betrokkenen: Middelen: Evaluatie:
Schoolplan Van Oldenbarneveltschool 2011-2015 hoogte wat Optimaliseren doorgaande leerlijn van de school bij het hele team. Verder professionaliseren van het team. Leerkrachten, co-teachers en onderwijs ondersteunend personeel verdiepen zich in de leerstof en (nieuwe) methodes van de school. 2011-2012 presentaties van de bouwen aan elkaar m.b.t. de leerstof tijdens (bouw)vergaderingen. Bijvoorbeeld de invoering Estafette en met sprongen vooruit. Vaste overdracht aan het eind van het schooljaar. 2012-2013 presenteren/informeren team. Vaste overdracht. 2013-2014 presenteren/informeren team. Vaste overdracht. 2014-2015 evalueren doorgaande leerlijn. Leerkrachten, co-teachers en OOP. vergadertijd. Tijdens bouw- en teamvergaderingen en jaarafsluiting/evaluatie.
Onderwerp 9:
Plusklas
Beleidsvoornemen: Vanaf schooljaar 2011-2012 werkt de VOS met twee plusklassen. De Plusklas is voor de leerlingen die extra verrijking nodig hebben. De meer- of hoogbegaafde leerlingen werken groepsdoorbroken en onder begeleiding van een geschoolde (groeps)leerkracht op hun niveau. Doelstelling: Passend onderwijs voor de meer- en hoogbegaafde leerlingen van de school. Activiteiten: Aanstellen Plusklasleerkracht voor schooljaar 2010-2011. Gedegen voorbereiden 2 plusklasgroepen voor schooljaar 2011-2012 en invoeren school(zorg)beleid voor de leerlingen vanaf groep 1/2. Fasering: 2011-2012 starten Plusklas en invoeren nieuwe werkwijze. Beleidsplan uitwerken. Aanschaffen Plusklasmaterialen. 2012-2013 evalueren/bijstellen programma en verder uitwerken Plusklas. Samenwerking met groepsleerkrachten vergroten. 2013-2014 evalueren/verfijnen Plusklas. 2014-2015 borgen Plusklas Betrokkenen: Plusklasleerkracht, Plusklascommissie, groepsleerkrachten en de IB’er. Middelen: materialen voor de Plusklas. Evaluatie: Tijdens commissieoverleg en teamvergaderingen. Pagina 20 van 71
Schoolplan Van Oldenbarneveltschool 2011-2015 Onderwerp 10:
verbetertraject rekenen
Beleidsvoornemen: Het automatiseren blijkt van belang voor het vervolg in het rekenonderwijs. Alle groepen hebben de invoering van dit rekenonderwijs gehad. Er is nog geen sprake van borging zodat dit onderdeel in het schoolplan staat vermeld. Betrekken van de OB op het rekengebied door de invoering van “Met sprongen vooruit” en zorgen van een doorgaande leerlijn. Doelstelling: Verbeteren rekenniveau van alle leerlingen. Met name op het gebied van getalbegrip en automatiseren Activiteiten: begeleiding van de rekenspecialist i.s.m. team en directie. Uitvoeren van analyses en implementeren/borgen methodiek automatiseren. Borgen rekenafspraken n.a.v. de rekenpilot. Invoeren “Met sprongen vooruit” groepen 1/2. Fasering: 2011-2012 Borgen/ implementeren deelgebieden verbetertraject 2012-2013 evalueren/bijstellen van de afspraken en het verbetertraject. 2013-2014 borgen verbetertraject rekenen. 2014-2015 onderhouden verbetertraject rekenen. Betrokkenen: Leerkrachten, co-teachters, rekenspecialist (Lisette), directie/IB. Middelen: coördinatietijd, tijd tijdens vergaderingen en ICT middelen. Evaluatie: Tijdens bouw- en teamvergaderingen. Onderwerp 11:
Nascholingsplan
Beleidsvoornemen: Samenstellen van het nascholingsplan 2011-2015 Doelstelling: Zorg dragen voor geschoold, betrokken en professioneel personeel. Het betreft een jaarlijkse cycli. Activiteiten: opstellen van een nascholingsplan voor het hele team (teamscholing) en afzonderlijke teamleden. Plannen en overleggen met directie, team, bestuur en MR. Nascholingsplan na instemming uitvoeren. Fasering: 2011-2012 Samenstellen/uitvoeren nascholingsplan 2011-2015 2012-2013 uitvoeren nascholingsplan 2013-2014 uitvoeren nascholingsplan 2014-2015 evalueren en opstellen nieuw nascholingsplan Betrokkenen: teamleden, directie, bestuur en MR Middelen: Evaluatie: Tijdens studiedagen en teamvergaderingen Onderwerp 12:
begeleiden leerlingen met gedragsproblemen
Beleidsvoornemen: Een aantal teamleden hebben zich geschoold (of scholen zich) als gedragsspecialist. Deze groep wil zich bezighouden met de begeleiding van gedragsproblemen van onze leerlingen. Dit onderwerp zal de komende 4 jaar vorm krijgen door de commissie. Pagina 21 van 71
Doelstelling: Activiteiten: Fasering:
Betrokkenen: Middelen: Evaluatie:
Schoolplan Van Oldenbarneveltschool 2011-2015 Verbeteren van de begeleiding van leerlingen met een gedragsprobleem. Versterken van het schoolzorgplan. Professionaliseren van het team op het gebied van gedrag. Vormen van een commissie. Onderzoeken wat de behoefte is m.b.t. gedragsleerlingen. Team informeren. 2011-2012 Samenstellen commissie en plannen bijeenkomsten. Onderzoeken 2012-2013 Onderzoek uitwerken. Plan maken 2013-2014 Plan uitvoeren 2014-2015 evalueren/bijstellen Directie/IB, leerkrachtspecialisten gedrag, Aantal planningsbijeenkomsten. Begin- en eind van het schooljaar.
Pagina 22 van 71
Schoolplan Van Oldenbarneveltschool 2011-2015
Hoofdstuk 3: DE ONDERWIJSKUNDIGE VORMGEVING VAN ONZE SCHOOL 3.1 De onderwijskundige doelen De onderwijskundige doelen zijn in de eerste plaats de doelstellingen zoals die in de artikel 8 van de Wet op het Primair Onderwijs zijn omschreven: 1. Het onderwijs wordt zodanig ingericht dat de leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doorlopen. Het wordt afgestemd op de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen. 2. Het onderwijs richt zich in elk geval op de emotionele en de verstandelijke ontwikkeling, en op het ontwikkelen van de creativiteit, op het verwerven van de noodzakelijke kennis en van sociale, culturele en lichamelijke vaardigheden. 3. Het onderwijs gaat er mede van uit, dat de leerlingen opgroeien in een multiculturele samenleving. 4. Ten aanzien van leerlingen die extra zorg behoeven, is het onderwijs gericht op individuele begeleiding die is afgestemd op de behoefte van de leerling en de mogelijkheden van de school. 5. De school voorziet in een voortgangsregistratie omtrent de ontwikkeling van leerlingen die extra zorg behoeven. Ons basisonderwijs, bestemd voor kinderen vanaf vier jaar, richt zich op: -de emotionele ontwikkeling; -de verstandelijke ontwikkeling; -het ontwikkelen van de creativiteit; -het verwerven van de noodzakelijke kennis; -het verwerven van sociale vaardigheden; -het verwerven van culturele vaardigheden; -het verwerven van lichamelijke vaardigheden. Onze interpretatie van de wettelijke doelstelling is ook beschreven in: 2.1 Waar we voor staan. De missie van de school; 2.4 Onze visie. Wat we willen. De gewenste kwaliteit; en 2.5 Onze beleidsvoornemens 2011-2015.
3.2 Huidige situatie In de afsprakenmap, de schoolgids en het adressenboekje is het volgende omschreven: -de schoolorganisatie; -de didactische, onderwijskundige en huishoudelijke afspraken; -de groepsindeling en de groepsgrootte; -de (extra) activiteiten voor de leerlingen; -de voorzieningen in het schoolgebouw. Pagina 23 van 71
Schoolplan Van Oldenbarneveltschool 2011-2015
3.3 De ordening van de inhoud van het onderwijs In artikel 9 van de Wet op het Primair Onderwijs is globaal aangegeven wat het onderwijs- waar mogelijk in samenhang- moet omvatten. Wij hebben deze inhoud geordend en afgesproken wat er in iedere jaargroep behandeld moet worden. ( zie ook "Afsprakenmap"). Dit heeft de volgende ordening/afbakening opgeleverd. ------------------AANTAL KWARTIEREN PER WEEK----------------------Groep Groep 3 Groep 4 Groep 5 Groep 6 Groep7 1/2 Nederlands 24 47 47 42 38 38 Engels 3 4 4 4 4 4 Rekenen/wiskunde 13 22 22 22 22 23 Oriëntatie op jezelf 12 13 13 17 20 20 en de wereld Kunstzinnige 21 10 10 10 11 11 oriëntatie Bewegingsonderwijs 32 9 9 10 10 9 Pauze 5 5 5 5 5 5 Totaal 110 110 110 110 110 110 Vak
Middagpauze
12
12
12
12
12
3.4 De kerndoelen basisonderwijs 2006 De kerndoelen basisonderwijs 2006 zijn ook de doelen van onze school. De doelen komen terug bij de vakgebieden, vanaf hoofdstuk 3.5.
Pagina 24 van 71
12
Groep 8 38 4 23 20 11 9 5 110 12
Schoolplan Van Oldenbarneveltschool 2011-2015
3.5 Nederlands Kerndoelen Nederlands Mondeling onderwijs 1. De leerlingen leren informatie te verwerven uit gesproken taal. Ze leren tevens die informatie, mondeling of schriftelijk, gestructureerd weer te geven. 2. De leerlingen leren zich naar vorm en inhoud uit te drukken bij het geven en vragen van informatie, het uitbrengen van verslag, het geven van uitleg, het instrueren en bij het discussiëren. 3. De leerlingen leren informatie te beoordelen in discussies en in een gesprek dat informatief of opiniërend van karakter is en leren met argumenten te reageren Kerndoelen Nederlands Schriftelijk onderwijs 4. De leerlingen leren informatie te achterhalen in informatieve en instructieve teksten, waaronder schema’s, tabellen en digitale bronnen. 5. De leerlingen leren naar inhoud en vorm teksten te schrijven met verschillende functies, zoals: informeren, instrueren, overtuigen of plezier verschaffen. 6. De leerlingen leren informatie en meningen te ordenen bij het lezen van school- en studieteksten en andere instructieve teksten, en bij systematisch geordende bronnen, waaronder digitale bronnen. 7. De leerlingen leren informatie en meningen te vergelijken en te beoordelen in verschillende teksten. 8. De leerlingen leren informatie en meningen te ordenen bij het schrijven van een brief, een verslag, een formulier of een werkstuk. Zij besteden daarbij aandacht aan zinsbouw, correcte spelling, een leesbaar handschrift, bladspiegel, eventueel beeldende elementen en kleur. 9. De leerlingen krijgen plezier in het lezen en schrijven van voor hen bestemde verhalen, gedichten en informatieve teksten. Kerndoelen Nederlands Taalbeschouwing waaronder strategieën 10. De leerlingen leren bij de doelen onder “mondeling taalonderwijs” en “schriftelijk taalonderwijs”strategieën te herkennen, te verwoorden, te gebruiken en te beoordelen. 11. De leerlingen leren een aantal taalkundige principes en regels. Zij kunnen in een zin het onderwerp, het werkwoordelijke gezegde en delen van dat gezegde onderscheiden. De leerlingen kennen : - regels voor het spellen van werkwoorden; - regels voor het spellen van andere woorden dan werkwoorden; - regels voor het gebruik van leestekens. 12. De leerlingen verwerven een adequate woordenschat en strategieën voor het begrijpen van voor hen onbekende woorden. Onder “woordenschat” vallen ook begrippen die het leerlingen mogelijk maken over taal te denken en te spreken.
Pagina 25 van 71
Schoolplan Van Oldenbarneveltschool 2011-2015
Pagina 26 van 71
Schoolplan Van Oldenbarneveltschool 2011-2015 De Nederlandse taal a. Lezen Gebruikt onderwijsleerpakket In groep 1-2 gebruiken we beide versies van Schatkist, Zwijsen, Tilburg, Schatgravertjes, Zwijsen, Tilburg, Leeshoek, uitgeverij Dijkstra, Zeist en diverse ontwikkelingsmaterialen om de belangstelling voor de geschreven taal bij kinderen op te wekken en hun vaardigheden te ontwikkelen. Ook maken we veelvuldig gebruik van (prenten)boeken en de computer. Voorlezen neemt een belangrijke plaats in. In groep 3 gebruiken we Veilig leren lezen (vernieuwde versie), Zwijsen, Tilburg. Daarnaast gebruiken we vanaf groep 3 diverse leesboeken van verschillende uitgeverijen voor de bedoelde leeftijdsgroepen, dan wel op het leesniveau van de betreffende leerling(en). Voor snelle lezers zijn er speciale leesseries, waarbij het leesniveau hoog is, maar waarbij het belevingsniveau bij de leeftijd van de leerling zit. In groep 4 wordt met het voortgezet technisch lezen gewerkt met Estafette , Zwijsen, Tilburg. Van groep 4 tot en met 8 wordt voor begrijpend lezen gebruikt: Goed gelezen, Malmberg, ’s Hertogenbosch (versie 2006). Leerstofkeuze, omvang en ordening In groep 1-2 richten we ons in het bijzonder op de ontwikkeling van de voor "geletterdheid" belangrijke kennis en vaardigheden, zoals: - ervaring met boeken opdoen (platen kijken, voorlezen, zelfstandig lezen); - weten wat het doel is van het gebruik van geschreven taal; - het kunnen hanteren van begrippen. Realisering van een en ander geschiedt met behulp van een veelheid aan materialen. Daarnaast werken we met prentenboeken en doen we oefeningen met kinderen om hun taalgevoel te stimuleren, zoals rijmen, het omgaan met versjes en het dramatiseren. Ook is er een lees-schrijfhoek in de groepen aanwezig waar kinderen op verschillende niveaus met de ontwikkeling van hun "geletterdheid" bezig kunnen zijn. De gevarieerde en uitnodigende inrichting en de aansluiting bij thema's motiveert ook de kinderen die van huis uit minder belangstelling voor boeken hebben meegekregen om in deze hoek te gaan werken. Vanaf groep 3 volgen we de genoemde onderwijsleerpakketten. Daarnaast maken we gebruik van per leerjaar vastgestelde boekjes die tot en met groep 5 op AVI-niveaus zijn ingedeeld. Tijdens de Kinderboekenweek wordt veel extra aandacht besteed aan het lezen. Differentiatie: Zie afsprakenmap b. Taal Gebruikt onderwijsleerpakket In de groepen 1 en 2 wordt gebruik gemaakt van de themaboeken Projecten voor kleuters, Heemskerk, Taalactiveringsprogramma voor kleuters, Malmberg, Den Bosch, Schatkist, Zwijsen, Tilburg en Instap, Zwijsen, Tilburg. Er is veel ontwikkelingsmateriaal dat is gericht op taalontwikkeling. Groep 4 t/m 8 gebruikt de methode Taal actief, van uitgever Malmberg, ’s Pagina 27 van 71
Schoolplan Van Oldenbarneveltschool 2011-2015 Hertogenbosch (2006). Leerstofkeuze, omvang en ordening In de groepen 1 en 2 staan spreken en luisteren centraal. Zo is er in groep 1/2 een luisterhoek. Daarnaast besteden we aandacht aan kennis over taal en ontwikkeling van leesbegrip. Aan de hand van de hierboven genoemde methodes werken we met thema's. Ook bij de projecten die we in de leerjaren 1 en 2 doen is de taalontwikkeling een belangrijk onderdeel. Vanaf groep 3 is de leerstofopbouw conform de opbouw van de gebruikte methode. Didactische werkvormen In de groepen 1 en 2 creëren we veel situaties, waarin de taalontwikkeling centraal staat. Bij de inrichting van het lokaal zorgen we voor een gevarieerde en rijke leeromgeving. De thema's en projecten die centraal staan, zijn zowel in de planning van activiteiten als in de inrichting van bijvoorbeeld hoeken en thematafels terug te vinden. Vanaf groep 3 gebeurt dit eveneens, maar in een beperkte mate, omdat dan het gebruik van de methode een grotere plaats inneemt. Differentiatie: Zie afsprakenmap c. Schrijven Gebruikt onderwijsleerpakket De kleutergroepen werken met de methode Schrijfdans, uitgegeven in eigen beheer, Steenwijk. De groepen 3 t/m 8 werken met de methode Schrijven in de Basisschool (vernieuwde versie 3), Jacob Dijkstra, Groningen. In groep 3 schrijven de kinderen aanvankelijk met potlood, vanaf december wordt een vulpen gebruikt. Leerstofkeuze, omvang en ordening In de groepen 1 en 2 ligt het accent op de ontwikkeling van de grove en fijne motoriek. In het begin van groep 3 oefenen de leerlingen aanvankelijk met schrijfpatronen. Vlak voor de kerstvakantie worden de letters ingeoefend. Daarna wordt het schrijven uitgebreid met woorden en tenslotte zinnen. We gebruiken de methode volgens de indeling zoals aangegeven in de handleidingen. Differentiatie De methode "Schrijven in de basisschool kent een linkshandige versie. Deze wordt gebruikt. Voor kinderen die moeite hebben met een goede penhouding zijn driehoekige potloden ("write start") en hulpmiddelen als "driehoekjes" en "bolletjes" om de pengreep te ondersteunen aanwezig. Leerlingen met schrijfproblemen schrijven met de Stabilo-pen. Ook kan gebruik gemaakt worden van extra oefenstof die te vinden is in de orthotheek. Een klein aantal leerlingen waarbij het schrijven een groot probleem oplevert, mogen met blokletters (vanuit de methode) schrijven.
Pagina 28 van 71
Schoolplan Van Oldenbarneveltschool 2011-2015
3.6 Engelse taal Kerndoelen Engels 13. De leerlingen leren informatie te verwerven uit eenvoudige gesproken en geschreven Engelse teksten. 14. De leerlingen leren in het Engels informatie te vragen of geven over eenvoudige onderwerpen en zij ontwikkelen een attitude waarbij ze zich durven uit te drukken in die taal. 15. De leerlingen leren de schrijfwijze van enkele eenvoudige woorden over alledaagse onderwerpen. 16. De leerlingen leren om woordbetekenissen en schrijfwijzen van Engelse woorden op te zoeken met behulp van het woordenboek. Gebruikt onderwijsleerpakket We gebruiken de methode Cookie and Frends en de nieuwe methode Happy House, Happy Street, Happy Earth in de groepen 3 t/m 8 en we maken deel uit van het Anglia-project in de groepen 5, 6, 7, 8. Leerstofkeuze, omvang en ordening Er wordt gewerkt volgens de methodes. Zowel aan mondelinge taalvaardigheid (spreken, luisteren), leesvaardigheid als schriftelijke taalvaardigheid wordt aandacht besteed. Differentiatie: Volgens de methodes en volgens extra materialen van de vakleerkracht Engels.
Pagina 29 van 71
Schoolplan Van Oldenbarneveltschool 2011-2015
3.7 Rekenen en wiskunde Kerndoelen Reken/Wiskunde Wiskundig inzicht en handelen 23. De leerlingen leren wiskundetaal gebruiken. 24. De leerlingen leren praktische en formele rekenwiskundige problemen op te lossen en redeneringen helder weer te geven. 25. De leerlingen leren aanpakken bij het oplossen van reken- wiskundeproblemen te onderbouwen en leren oplossingen te beoordelen. 26. De leerlingen leren structuur en samenhang van aantallen, gehele getallen, kommagetallen, breuken, procenten en verhoudingen op hoofdlijnen te doorzien en er in praktische situaties mee te rekenen. 27. De leerlingen leren de basisbewerkingen met gehele getallen in elk geval tot 100 snel uit het hoofd uitvoeren, waarbij optellen en aftrekken tot 20 en de tafels van buiten gekend zijn. 28. De leerlingen leren schattend tellen en rekenen. 29. De leerlingen leren handig optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. 30. De leerlingen leren schriftelijk optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen volgens meer of minder verkorte standaardprocedures. 31. De leerlingen leren de rekenmachine met inzicht te gebruiken. Kerndoelen Rekenen/Wiskunde Meten en meetkunde 32. De leerlingen leren eenvoudige meetkundige problemen op te lossen. 33. De leerlingen leren meten en leren te rekenen met eenheden en maten, zoals bij tijd, geld, lengte, omtrek, oppervlakte, inhoud, gewicht, snelheid en temperatuur. Gebruikt onderwijsleerpakket In groep 1-2 ligt het accent op het werken met ontwikkelingsmaterialen. Het werken met de in iedere kleutergroep aanwezige rekenmaterialen daagt de kinderen uit om met "problemen" aan de slag te gaan. We gebruiken bronnenboeken en het ideeënboek van De wereld in getallen (oude en nieuwe versie), Malmberg, Den Bosch en Schatkist, Zwijsen, Tilburg. De lessen uit de Wereld in getallen zijn ook bedoeld om de kinderen te doen wennen aan de manier van werken vanaf groep 3. Naast deze methode starten de groepen 1/2 schooljaar 2011-2012 met de nieuwe methode Met Sprongen Vooruit voor het automatiseren. In groep 3 tot en met 8 werken we met verder met De wereld in getallen (Euroversie). Leerstofkeuze, omvang en ordening In groep 1-2 wordt gewerkt aan ruimtelijke ordening en ruimtelijke relaties, taal-rekenbegrippen, meetactiviteiten, oriëntatie in de tijd en ontwikkeling van getalbegrip. Uit het ideeën- en bronnenboek Van Wereld in Getallen (nieuwe versie) worden lessen geselecteerd. Vanaf groep 3 wordt De wereld in getallen systematisch gevolgd. Didactische werkvormen In groep 1-2 creëren we situaties waarin kinderen met diverse reken- en wiskundeaspecten in Pagina 30 van 71
Schoolplan Van Oldenbarneveltschool 2011-2015 aanraking komen. We proberen kinderen een rijke leeromgeving te bieden. In de groepen is een winkeltje ingericht, is er een bouwhoek, een zand/watertafel en een kast met rekenmaterialen waar de kinderen een keuze uit mogen maken. Een grote hoeveelheid (ontwikkelings-) materialen en werkbladen zijn daarin het gehele jaar aanwezig. Andere materialen wisselen met de thema's die in de groep aan de orde komen. De hoeken bieden kinderen mogelijkheden ervaring op te doen met bijvoorbeeld meten, wegen en geld. Differentiatie: Zie afsprakenmap
3.8 Oriëntatie op jezelf en de wereld. a. Kerndoelen oriëntatie op jezelf en de wereld: Mens en samenleving 34. De leerlingen leren zorg te dragen voor de lichamelijke en psychische gezondheid van henzelf en anderen. 35 De leerlingen leren zich redzaam te gedragen in sociaal opzicht, als verkeersdeelnemer en als consument. 36. De leerlingen leren hoofdzaken van de Nederlandse en Europese staatsinrichting en de rol van de burger. 37. De leerlingen leren zich te gedragen vanuit respect voor algemeen aanvaarde waarden en normen. 38. De leerlingen leren hoofdzaken over geestelijke stromingen die in de Nederlandse multiculturele samenleving een belangrijke rol spelen, en ze leren respectvol om te gaan met verschillen in opvattingen van mensen. 39. De leerlingen leren met zorg om te gaan met het milieu. a. 1 Sociale redzaamheid en veiligheid Gebruikt onderwijsleerpakket Alle groepen werken met de methode Kinderen en hun sociale talenten, Kwintessens (Hilversum). Ter ondersteuning van de leraren staan in de personeelsbibliotheek diverse naslagwerken en bronnenboeken. Leer- en ontwikkelingsdoelen We streven er naar dat kinderen na acht jaar basisonderwijs zich de volgende houdingsdoelen hebben verworven: - leren zorg te dragen voor de lichamelijke en psychische gezondheid van henzelf en anderen; - leren zich redzaam te gedragen in sociaal opzicht, als verkeersdeelnemer en als consument; - hun mening durven geven en openstaan voor meningen van anderen; - contacten kunnen leggen en handhaven; - kunnen functioneren in een groep; - hulp kunnen vragen en kunnen bieden; - kunnen omgaan met eigen gevoelens en rekening kunnen houden met gevoelens van anderen; - verantwoordelijkheid kunnen dragen voor eigen en andermans spullen; Pagina 31 van 71
Schoolplan Van Oldenbarneveltschool 2011-2015 - kunnen omgaan met regels; - kritisch om kunnen gaan met invloeden van "buiten". - zelfstandig kunnen werken aan opgedragen of zelf gekozen taken; Leerstofkeuze, omvang en ordening In de groepen 1 en 2 liggen accenten op zelfstandigheidbevordering en zelfredzaamheid, aan- en uitkleden, strikken en knopen, naar de wc gaan en het zonder hulp van de leraar kunnen uitvoeren van taken. In alle groepen wordt met de methode “Kinderen en hun sociale talenten gewerkt. Er is een digitaal leerlingvolgsysteem (SCOL) dat in alle groepen wordt gebruikt. De lijsten van SCOL worden jaarlijks na zes weken ingevuld én in januari. Voorts wordt jaarlijks een enquête afgenomen voor de ouders van de leerlingen van groep 4 en 8 én de leerlingen van groep 8. Sociale veiligheid is een belangrijk onderdeel in deze enquêtes. Didactische werkvormen In de groepen 1 en 2 creëren we bewust situaties, waarin kinderen houdingen ontwikkelen en oefenen. We gebruiken: kringgesprek, spelles, de werkles, dramatische vorming. In de hogere groepen integreren we de bevordering van de sociale redzaamheid in het totaal van het onderwijs door: - voordrachtsvorm, waaronder de instructie en de vertelling; - gespreksvormen, waaronder het kringgesprek, de spreekbeurt, het klassengesprek; - spelvormen, waaronder de dramatische vorming; - zelfstandig werken. Wij werken volgens de regels die ons opgelegd zijn vanuit de Arbodienst. Een aantal leerkrachten heeft jaarlijks nascholing op het gebied van EHBO of BHV. Wij werken met een incidentenprotocol. Ernstige zaken die de veiligheid of het welbevinden van betrokkenen op onze school in gevaar brengen, worden genoteerd en, waar nodig, actie op ondernomen. a.2 Verkeer Gebruikt onderwijsleerpakket Voor ons verkeersonderwijs gebruiken we Stoepie (groep 1 t/m 4) en Claxon (groep 5 t/m 8), Bekadidact en voor de leerlingen van groep 8 Proefexamens en Verkeersexamens, 3Vo. Leerstofkeuze, omvang en ordening We volgen de methode zo goed mogelijk. Het werken buiten op de speelplaats en op straat kan wel eens bemoeilijkt worden door het weer of door verkeersdrukte. Rapportage naar en betrokkenheid van ouders We informeren de ouders in het rapport over de wijze waarop hun kind het verkeersonderwijs volgt. Verkeersonderwijs heeft hulp van de ouders nodig, wanneer het tenminste meer wil zijn dan alleen maar kennis. Daarom wijzen we de ouders elk jaar aan het begin van het schooljaar Pagina 32 van 71
Schoolplan Van Oldenbarneveltschool 2011-2015 tijdens de klassikale informatieavonden op hun verantwoordelijkheid voor de begeleiding van hun kind in het verkeer. Ook wordt in het VOS-Nieuws met regelmaat gewezen op verkeersveiligheid, zoals parkeergedrag, gebruik van fietsstoeltjes, gebruik van autogordels, e.d. De leerlingen van groep 8 nemen jaarlijks deel aan het landelijke verkeersexamen.
a.3 Staatsinrichting en burgerschap Ordening inhouden actief burgerschap en sociale integratie Wil een leerling een voor de pluriforme democratische samenleving een gewenste rol vervullen, dan dient deze leerling te beschikken over kennis en inzicht, uiteenlopende vaardigheden en de bereidheid om bepaald gedrag te vertonen. Leerlingen van onze school ontwikkelen dit gedrag gedurende zijn leven, waarbij ons onderwijs, met ouders en de omgeving de basis legt. Actief burgerschap en sociale integratie delen wij in drie domeinen, te weten: • Democratie • Participatie • Identiteit. Bij de genoemde leerinhouden (weten, kunnen en willen) en ervaringen (binnen- en buitenschools) worden thema’s genoemd die in de genoemde groepen worden behandeld. De thema’s uit de lagere groepen komen in de regel terug in de hogere groepen; er zit een zekere opbouw in. Sommige inhouden herhalen zich in de diverse domeinen. De inhoud van staatsinrichting en burgerschap is opgenomen in het document “burgerschap”. Gebruikt onderwijsleerpakket We maken geen gebruik van een specifiek onderwijsleerpakket. Ter ondersteuning van de leraren staan in het documentatiecentrum diverse naslagwerken en bronnenboeken. We beschikken over videobanden. Bij een geschikt aanbod gebruiken we de schooltelevisie en maken we gebruik van het Internet. Groep 7 kijkt naar het weekjournaal. Leer- en ontwikkelingsdoelen We willen bereiken dat kinderen na acht jaar basisonderwijs: - kennis en inzicht hebben in relaties tussen individuen, in groepen en tussen groepen die van belang zijn in ons staatsbestel; - sociale vaardigheden ontwikkeld hebben, waaronder het voeren van een gesprek of discussie,het leren ontdekken vanuit welk belang iemand zijn of haar standpunt verdedigt; Leerstofkeuze, omvang en ordening Dit vakgebied vermelden we niet apart op het activiteitenplan. De leerstof bieden we aan bij andere vakgebieden. In alle groepen komen de maatschappelijke verhoudingen op niet geplande momenten aan de orde naar aanleiding van vragen van kinderen en van de actualiteit. Pagina 33 van 71
Schoolplan Van Oldenbarneveltschool 2011-2015 Didactische werkvormen De meest gebruikte didactische werkvormen zijn: - opdrachtvormen, waaronder het maken van een werkstuk, het houden van een spreekbeurt; - voordrachtsvormen, waaronder het aanbieden en lezen van boeken, ook prentenboeken, de vertelling, de instructie; - gespreksvormen, waaronder het kringgesprek; - zelfstandig werken, onder andere in het documentatiecentrum. Differentiatie We houden rekening met verschillen tussen kinderen qua belangstelling en vaardigheidsniveau. Dit komt tot uitdrukking in de inbreng van kinderen bij gesprekken in de groep en bij het maken van werkstukken. a.4 Normen en waarden Gebruikt onderwijsleerpakket Wij gebruiken geen specifiek onderwijsleerpakket. Ter ondersteuning van de leraren staan er in het documentatiecentrum diverse naslagwerken en bronnenboeken. Bij een geschikt aanbod gebruiken we de schooltelevisie en het Internet. Leer- en ontwikkelingsdoelen Na acht jaar basisonderwijs willen we bereikt hebben dat kinderen zich hebben eigengemaakt hoe zich te gedragen vanuit respect voor algemeen aanvaarde waarden en normen (zie ook 8 a-3, Burgerschap en sociale integratie) Leerstofkeuze, omvang en ordening Dit vakgebied wordt niet vermeld op het activiteitenplan, maar komt ook bij andere vakgebieden aan de orde. In alle groepen komen de normen en waarden op niet geplande momenten aan bod naar aanleiding van vragen van kinderen, voorvallen in en buiten de school en de actualiteit. In groep 3 tot en met 8 zal een en ander ingebed zitten in het vakgebied taal, burgerschap en de sociale redzaamheid en de kennisgebieden. Kernthema's zijn: - wat kan ik voor de ander betekenen? - wat mag ik van de ander verwachten? a.5 Geestelijke stromingen Onze school telt zo'n 20 nationaliteiten. Wij streven ernaar, dat onze leerlingen kunnen omgaan met en voorbereid zijn op samenwerking met allochtone en autochtone collega's, bazen en ondergeschikten. Het onderwerp "intercultureel samenleven" komt meermalen aan de orde tijdens lessen, maaltijden, vieringen e.d. Leerlingen van onze school voelen zich niet in de eerste plaats Surinamer, Nederlander, Turk of Marokkaan, maar leerling van de Van Oldenbarneveltschool. Culturele verschillen vormen op onze school niet echt een item; er doen zich zelden spanningen voor op dit gebied. Rond 30 % van ons leerlingenaantal heeft een niet-Nederlandse culturele Pagina 34 van 71
Schoolplan Van Oldenbarneveltschool 2011-2015 achtergrond. Onze ouders spreken over het algemeen Nederlands; de ouderavonden worden goed bezocht; brieven worden gelezen. Het merendeel van onze ouders van niet-Nederlandse culturele achtergrond is ingeburgerd in de Nederlandse samenleving. Er is op onze school geen sprake van een "witte vlucht". We hebben wel te maken met ontwijkgedrag van ouders, die door onze school te kiezen de volledig "zwarte scholen" omzeilen. Op onze school hebben wij geen problemen met onderlinge discriminatie. Er zijn wél eens problemen met -allochtone- kinderen uit de wijk. Door onze leerlingen wordt over deze kinderen wel eens ongenuanceerd gesproken. Dit wordt door onze leerkrachten niet geaccepteerd. Met name op taalgebied signaleren we bij een aantal kinderen met niet-Nederlandse culturele achtergrond taalproblemen (woordenschat, luisteren). Die leerlingen krijgen op dit gebied extra hulp. Veel allochtone ouders stellen structuur, regels en autoriteit van de leerkracht op prijs. Wij voldoen aan dit verwachtingspatroon. Op het gebied van ouderparticipatie wordt getracht om ouders met een niet-Nederlandse culturele achtergrond in het bestuur of de medezeggenschapsraad zitting te doen nemen. Dit lukt slechts mondjesmaat. Gebruikt onderwijsleerpakket Wij gebruiken geen specifiek onderwijsleerpakket. Ter ondersteuning van de leraren staan er in het documentatiecentrum diverse naslagwerken en bronnenboeken. Bij een geschikt aanbod gebruiken we de schooltelevisie en het Internet. Leer- en ontwikkelingsdoelen Na acht jaar basisonderwijs willen we bereikt hebben dat kinderen kennis hebben gemaakt met culturele verschillen tussen mensen en daarvoor begrip op kunnen brengen. Specifiek bedoelen we dat kinderen op hun niveau iets weten over: christendom, islam, hindoeïsme, boeddhisme, jodendom, communisme en humanisme. Leerstofkeuze, omvang en ordening Dit vakgebied wordt vermeld op het activiteitenplan, maar komt ook bij andere vakgebieden aan de orde. In alle groepen komen de geestelijke stromingen op niet geplande momenten aan bod naar aanleiding van vragen van kinderen en de actualiteit. In groep 3 tot en met 8 zal een en ander ingebed zitten in het vakgebied taal en de kennisgebieden. Kernthema's zijn: - ik en de ander, onder andere buitenlanders, migranten, vluchtelingen; - mensen verschillen, onder andere kleedgewoonten, eetgewoonten, verschillen in taal; - er is altijd wat te vieren, feesten; - wat zullen ze wel denken. In groep 7 en 8 schenken we bij de kennisgebieden uitdrukkelijk aandacht aan de eerder genoemde zeven stromingen, waarbij we ingaan op: ontstaan, belangrijke personen en geschriften, verbreiding, feesten en gedenkdagen. Didactische werkvormen De meest gebruikte didactische werkvormen zijn: - opdrachtvormen, waaronder het maken van een werkstuk, het houden van een spreekbeurt; - voordrachtsvormen, waaronder het aanbieden en lezen van boeken, bijvoorbeeld prentenboeken, de vertelling, de instructie; Pagina 35 van 71
Schoolplan Van Oldenbarneveltschool 2011-2015 - gespreksvormen, waaronder het kringgesprek; - zelfstandig werken, de zelfwerkzaamheid van kinderen waarbij het documentatiecentrum kan worden gebruikt. Differentiatie We houden rekening met verschillen tussen kinderen qua belangstelling en vaardigheidsniveau. Dit komt tot uitdrukking bij gesprekken in de groep en bij het maken van werkstukken. a.6 Omgaan met het milieu Gebruikt onderwijsleerpakket De groepen 1 en 2 gebruiken het Vier Seizoenenboek", Jacob Dijkstra, Groningen. Verder wordt gebruik gemaakt van bronnenboeken en materialen uit het documentatiecentrum Voor groep 3 tot en met 8 gebruiken we de methode In vogelvlucht, Zwijsen, Tilburg. Deze methode maakt deel uit van het onderwijsleerpakket: "Het ei van Columbus". In deze methodes komt omgang met het milieu regelmatig ter sprake. Leerstofkeuze, omvang en ordening Wij volgen het basismodel van de methode. Tevens maken de kinderen gebruik van het documentatiecentrum. Didactische werkvormen Groep 6 en begin van groep 7 maken gebruik van de schooltuinen. Daarom is er voor groep 6 en 7 een afwijkend programma voor "In vogelvlucht". Op de donderdag vóór de herfstvakantie is er voor de groepen 3 en 4 een herfstwandeling in het Kralingse Bos. De kleuters hebben hun “Kabouterpad”. Differentiatie: Schooltelevisieprogramma's Zie afsprakenmap b. Kerndoelen oriëntatie op jezelf en de wereld: Natuur en techniek 40. De leerlingen leren in de eigen omgeving veel voorkomende planten en dieren onderscheiden en benoemen en leren hoe ze functioneren in hun leefomgeving. 41. De leerlingen leren over de bouw van planten, dieren en mensen en over de vorm en functie van hun onderdelen. 42. De leerlingen leren onderzoek doen aan materialen en natuurkundige verschijnselen, zoals licht, geluid, elektriciteit, kracht, magnetisme en temperatuur. 43. De leerlingen leren hoe je weer en klimaat kunt beschrijven met behulp van temperatuur, neerslag en wind. 44. De leerlingen leren bij producten hun eigen omgeving relaties te leggen tussen de werking, de vorm en het materiaalgebruik. 45. De leerlingen leren oplossingen voor technische problemen te ontwerpen, deze uit te voeren en te evalueren. Pagina 36 van 71
Schoolplan Van Oldenbarneveltschool 2011-2015 46. De leerlingen leren dat de positie van de aarde ten opzichte van de zon, seizoenen en dag en nacht veroorzaakt.
Pagina 37 van 71
Schoolplan Van Oldenbarneveltschool 2011-2015 b.1 Natuur en techniek Gebruikt onderwijsleerpakket De groepen 1 en 2 gebruiken het Vier Seizoenenboek", Jacob Dijkstra, Groningen. Verder wordt gebruik gemaakt van bronnenboeken en materialen uit het documentatiecentrum Voor groep 3 tot en met 8 gebruiken we de methode In vogelvlucht, Zwijsen, Tilburg. Deze methode maakt deel uit van het onderwijsleerpakket: "Het ei van Columbus". Leerstofkeuze, omvang en ordening: Wij volgen het basismodel van de methode. Daarnaast maken de kinderen gebruik van het documentatiecentrum. Leerlingen van de groepen 7 en 8 doen mee met het programma van “LEGO mindstorms”. Wij beschikken over een drietal techniekkasten (“De techniektorens”) welke techniekmaterialen bevatten die voor de leerkrachten bruikbaar zijn tijdens de technieklessen en materialen om aan LEGO mindstorms mee te kunnen doen.. Didactische werkvormen: Groep 6 en begin van groep 7 maken gebruik van de schooltuinen. Daarom is er voor groep 6 en 7 een afwijkend programma voor "In vogelvlucht". Er vinden excursies plaats naar Diergaarde Blijdorp en de kinderboerderij "De Bokkesprong" en er wordt gebruik gemaakt van leskisten. Op de donderdag vóór de herfstvakantie is er voor de groepen 1 t/m 4 een herfstwandeling in het Kralingse Bos. Differentiatie: Schooltelevisieprogramma's Zie afsprakenmap Techniek Er is een techniekcoördinator die de school vertegenwoordigt. Materialen die hierbij gebruikt worden zijn: De Techniektorens, bovengenoemde methodes, ICT-toepassingen en het materiaal van LEGO Mindstorms (groep 7 en 8). De leerlingen hebben één keer in de week een les uit de lesmethode van Natuur en techniek, drie keer in de maand een les ICT en daarnaast nog één keer in de maand een les techniek met behulp van de Techniektorens. Leerlingen van de groepen zeven en acht doen jaarlijks mee aan de wedstrijd van LEGO Mindstorms. Zij oefenen in de maanden augustus tot en met december om goed beslagen ten ijs te komen. Met name bij de onderdelen Techniektorens en LEGO Mindstorms werken de leerlingen onderzoekend, ontdekkend, ontwerpend en ervaringsgericht. Er is een opbouw in de groepen van vrije exploratie en spontane herkenning (m.n. onderbouw) naar het werken met concrete materialen (m.n. in de middenbouw) tot onderzoek en reflectie (m.n. in de bovenbouw). De leerlingen bezoeken, indien het aanbod er is, musea of andere bijeenkomsten waarbij techniek een centrale rol speelt. Met name bij LEGO Mindstorms wordt hulp ingeroepen van ouders. c. Kerndoelen oriëntatie op jezelf en de wereld: Ruimte 47. De leerlingen leren de ruimtelijke inrichting van de eigen omgeving te vergelijken met die in omgevingen elders, in binnen- en buitenland, vanuit de perspectieven Pagina 38 van 71
Schoolplan Van Oldenbarneveltschool 2011-2015 landschap, wonen, werken, bestuur, verkeer, recreatie, welvaart, cultuur en levensbeschouwing. In ieder geval wordt daarbij aandacht besteed aan twee lidstaten van de Europese Unie en twee landen die in 2004 lid werden, de Verenigde Staten en een land in Azië, Afrika en Zuid-Amerika. 48. Kinderen leren over de maatregelen die in Nederland genomen worden/werden om bewoning van door water bedreigde gebieden mogelijk te maken. 49. De leerlingen leren over de mondiale ruimtelijke spreiding van bevolkingsconcentraties en godsdiensten, van klimaten, energiebronnen en van natuurlandschappen zoals vulkanen, woestijnen, tropische regenwouden, hooggebergten en rivieren. 50. De leerlingen leren omgaan met kaart en atlas, beheersen de basistopografie van Nederland, Europa en de rest van de wereld en ontwikkelen een eigentijds geografisch wereldbeeld. Samenhang Het onderwijs in de “Oriëntatie op jezelf en de wereld” bieden we in de groepen 1 en 2 zo veel mogelijk in samenhang aan. Voor de overige groepen geldt dat we per kennisgebied aangeven of we het betreffende vakgebied apart dan wel in samenhang met andere kennisgebieden op het activiteitenplan vermelden. Eens in de twee jaar organiseren we een groepsoverstijgend project. In deze projecten werken we thematisch. Ook zoeken we naar mogelijkheden voor zinvolle samenwerkingsverbanden tussen kinderen van verschillende leerjaren. Wanneer we in groepen werken, zullen deze naar leeftijd heterogeen zijn samengesteld. Hoogstens zijn de groepen homogeen qua belangstelling van de kinderen. Inhoudelijk ligt het accent op het terrein van de kennisgebieden, maar niet uitsluitend. Ook in het werken met het documentatiecentrum wordt verband gelegd tussen de kennisgebieden. Hierbij kunnen de kinderen informatie verzamelen ten behoeve van een werkstuk, spreekbeurt of een project. c.1 Ruimte (aardrijkskunde) Gebruikt onderwijsleerpakket De groepen 1 t/m 4 gebruiken geen specifieke methode. Wel wordt gebruik gemaakt van bronnenboeken en materialen uit het documentatiecentrum Voor groep 5 tot en met 8 gebruiken we de methode Land in Zicht, Zwijsen, Tilburg Deze methode maakt deel uit van het onderwijsleerpakket: "Het ei van Columbus". Leerstofkeuze, omvang en ordening Ter ondersteuning van de leraren zijn er in het documentatiecentrum videobanden, Internet, kaarten, kopieermappen en bronnenboeken. Didactische werkvormen In groep 5 tot en met 8 gebruiken we het documentatiecentrum om kinderen zelfstandig of in groepjes verschillende onderwerpen uit te laten werken. Differentiatie: Zie afsprakenmap Pagina 39 van 71
Schoolplan Van Oldenbarneveltschool 2011-2015 d. Kerndoelen oriëntatie op jezelf en de wereld: Tijd 51. De leerlingen leren gebruik te maken van eenvoudige historische bronnen en ze leren aanduidingen van tijd en tijdsindeling te hanteren. 52. De leerlingen leren over kenmerkende aspecten van de volgende tijdvakken: jagers en boeren; Grieken en Romeinen; monniken en ridders; steden en staten; ontdekkers en hervormers; regenten en vorsten; pruiken en revoluties; burgers en stoommachines; wereldoorlogen en holocaust; televisie en computer. 53. De leerlingen leren over de belangrijke historische personen en gebeurtenissen uit de Nederlandse geschiedenis en kunnen die voorbeeldmatig verbinden met de wereldgeschiedenis.
d.1 Tijd (geschiedenis) Gebruikt onderwijsleerpakket De groepen 1 en 2 gebruiken geen specifieke methode. Wel wordt gebruik gemaakt van bronnenboeken en materialen uit het documentatiecentrum Voor groep 3 tot en met 8 volgen we de methode Een zee van tijd, Zwijsen, Tilburg. Deze methode maakt deel uit van het onderwijsleerpakket: "Het ei van Columbus". Leerstofkeuze, omvang en ordening We volgen het basismodel van de methode. Naast de methode gebruiken we bronnenboeken, historische kaarten, kopieermappen, Internet, videobanden en bezoeken we musea. Didactische werkvormen In het documentatiecentrum kunnen de kinderen zelfstandig aan de slag. Differentiatie: Zie afsprakenmap
3.9 Kunstzinnige oriëntatie Kerndoelen Kunstzinnige oriëntatie 54. De leerlingen leren beelden, taal, muziek, spel en beweging te gebruiken, om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om er mee te communiceren. 55. De leerlingen leren op eigen werk en dat van anderen te reflecteren. 56. De leerlingen verwerven enige kennis over en krijgen waardering voor aspecten van cultureel erfgoed. Bij alles wat we aanbieden, proberen we de opdrachten zó te maken dat de kinderen zelf naar Pagina 40 van 71
Schoolplan Van Oldenbarneveltschool 2011-2015 oplossingen gaan zoeken. We stimuleren de interesse en vergroten de ervaringswereld. Nogmaals, het proces dat het kind doormaakt is belangrijker dan het resultaat. Door deze aanpak vormen wij creatieve mensen. Mensen met een brede en ruime handelingsbekwaamheid, die in staat zijn zelf iets te scheppen. Kunstbeschouwing Kinderen weten dat kunstenaars in verschillende perioden en in verschillende culturen anders omgaan met het uitbeelden en vorm geven van kunst. Wij vinden het belangrijk dat kinderen kennis maken met en hun mening geven over een product van een kunstenaar. Op een goede manier een mening geven kan alleen als je rekening houdt met de bedoeling van de maker. Ook de factoren die een rol hebben gespeeld bij het maken ervan zijn van belang. Kunstbeschouwing kan kinderen zodoende helpen bij de manier waarop ze hun creativiteit vorm geven. Bij de kunstzinnige vorming onderscheiden wij vier deelgebieden: 1. tekenen, handvaardigheid, textiele werkvormen tehatex (beeldende vorming); 2. dramatische en dansante vorming; 3. muzikale vorming; 4. bevordering creatief taalgebruik. Opmerkingen voor alle facetten van de kunstzinnige vorming Methodiek en organisatie Iedere leraar die in zijn groep een aspect van de kunstzinnige vorming invult, draagt zorg voor een verantwoord plan. De groepsleerkracht geeft in principe zijn lessen zelf, m.u.v. de lessen handvaardigheid en de textiele werkvormen. De vakleerkracht handvaardigheid ziet er op toe dat er voldoende materiaal in voorraad is. Ook het gebruik van het magazijn houdt zij bij. Een leerkracht coördineert het museumbezoek, de bezoeken aan de schouwburg en de keuzevakken. Verdeling van de tijd Wekelijks besteden kinderen drie tot vier uur aan de kunstzinnige vorming. In het activiteitenplan geven we jaarlijks in tijd de verdeling over de deelgebieden per leerjaar aan. a. Tekenen, handvaardigheid (beeldende vorming) Gebruikt onderwijsleerpakket We gebruiken Moet je doen, Handvaardigheid en Moet je doen, Tekenen, Meulenhoff Educatief. Voorts zijn er diverse bronnenboeken en -mappen aanwezig. Leerstofkeuze, omvang en ordening Bij alle technieken leren de kinderen: - beeldende producten naar aard te typeren; - een eenvoudige werktekening of patroon te volgen; - een werkplan maken voor hun eigen werkstuk. Pagina 41 van 71
Schoolplan Van Oldenbarneveltschool 2011-2015 Wat betreft de ordening van de leerstof volgen we het jaarrooster uit de methode. In elke les komen één of meer beeldende begrippen aan de orde, die gekozen zijn uit het onderwijsleerpakket en uit een beeldend begrippenkader dat de hele school behandelt. Voorbeelden: - de ruimte: standpunt, overlapping, voor- en achtergrond; - lijn: vloeiende lijnen, dag en nacht; - licht-donker: schaduw, dag en nacht; - vorm: geometrische vorm, overlapping. De lessen textiele werkvormen en handvaardigheid worden in de groepen 3 t/m 8 gegeven door een vakleerkracht.
b. Dramatische en dansante vorming Gebruikt onderwijsleerpakket: Moet je doen, dans en drama, Meulenhoff Educatief Leer- en ontwikkelingsdoelen Kinderen maken kennis met de mogelijkheden van de "taal van hun lichaam". Ze ervaren dat ze hun lichaam kunnen gebruiken voor expressie en communicatie. Maar ook dat ze de bewegingsmogelijkheden van het lichaam bewust kunnen omzetten in dans. En dat ze de betekenis van dans kunnen uitwerken, herkennen, interpreteren en waarderen. Naast lezen en praten laten dans en drama zien dat je iets anders kunt belichten. Het kan op die manier vooraf gaan aan een gesprek of als "illustratie" dienen bij woord en geschrift. Leerstofkeuze, omvang en ordening We werken aan de volgende vaardigheden: - bij dans gebruik te maken van de elementen tijd, ruimte en kracht; - dansbewegingen uit te voeren op basis van springen, balanceren, draaien, wenden, rollen,opheffen en vallen; - we zetten daarbij vanuit de verbeelding gevoelens, ervaringen, ideeën, situaties en gebeurtenissen om in dans of toneelspel; we leren de kinderen dat de dansbetekenis en beleving in de verschillende culturen afwijkt; bij toneelspel leggen we ook relaties naar de dagelijkse werkelijkheid; We werken aan: - het uitvoeren van bestaande dansen (onder andere volksdansen en dansen uit andere culturen); - het ontwerpen van eenvoudige dansen; - het herkennen en gebruiken van muziek bij dans. c. Muzikale vorming Gebruikt onderwijsleerpakket Pagina 42 van 71
Schoolplan Van Oldenbarneveltschool 2011-2015 We gebruiken de methode Moet je doen, Muziek, Meulenhoff Educatief. Naast de methode raadplegen we de volgende bronnen: - Praxisreeks; - liedbundels; - muziekinstrumenten; - geluidsapparatuur met "software"; - bronnenboeken. - c.d.'s, cassettebandjes e.d. De muzieklessen worden verzorgd door een vakleerkracht.
Pagina 43 van 71
Schoolplan Van Oldenbarneveltschool 2011-2015 d. Bevordering creatief taalgebruik We maken hierbij gebruik van de taalmethode. Leer- en ontwikkelingsdoelen De aandacht voor creatief taalgebruik draagt bij aan de literaire vorming van de kinderen. Creatief taalgebruik brengt kinderen in aanraking met de mogelijkheden die de taal biedt om je te uiten. Dit kan door verhalen en gedichten schrijven, door voorlezen en declameren. Verder hoort schrijven voor toneel of poppenkast bij creatief taalgebruik. Behalve schrijven kunnen kinderen ook spelen; er is dan een duidelijke relatie met dramatische vorming. Het spreekt voor zich dat bestaand materiaal van schrijvers en dichters een uitgangspunt kan vormen voor kinderen om zelf aan de slag te gaan. Behalve het genieten en leren waarderen van dit materiaal kan het uitdagen om op je eigen manier uiting te geven aan waar je mee bezig bent.
3.10 Bewegingsonderwijs Kerndoelen Bewegingsonderwijs 57. De leerlingen leren op een verantwoorde manier deelnemen aan de omringende bewegingscultuur en leren de hoofdbeginselen van de belangrijkste bewegings- en spelvormen ervaren en uitvoeren. 58. De leerlingen leren samen met anderen op een respectvolle manier aan bewegingsactiviteiten deelnemen, afspraken maken over het reguleren daarvan, de eigen bewegingsmogelijkheden inschatten en daarmee bij activiteiten rekening houden. Gebruikt onderwijsleerpakket Als bronnenboeken gebruiken wij voor bewegingsonderwijs: Basislessen bewegingsonderwijs, deel 1 en 2., Acco, Amersfoort/Leuven. Dit materiaal is ook voor de jongste kinderen goed bruikbaar. Beter bewegen met kleuters, HB uitgevers, Baarn De lichamelijke opvoeding-basisonderwijs, Dijkstra. Leerplan Intensief Bewegingsonderwijs, L. van Rooij, Wim Brok. Voor zintuiglijke oefening: Projecten voor kleuters, uitgegeven door de werkgroep "Heemskerk". Speelkriebels voor kleuters, Florquin-Bertrands, Acco, Leuven. Bij alle onderwijsactiviteiten spelen de zintuigen een grote rol. De zintuiglijke oefeningen zijn gericht op het waarnemen: visueel, auditief, voelen of tasten, ruiken en proeven. Ze komen in alle groepen aan de orde en vormen geen apart leer- en vormingsgebied, behalve bij de kleuters. Binnen spel- en bewegingsonderwijs gaat het vooral om de juiste samenhang, het goede evenwicht tussen de zien, horen en voelen. Pagina 44 van 71
Schoolplan Van Oldenbarneveltschool 2011-2015
Groep 1/2 We oefenen enerzijds de zintuigen tijdens het spel- en bewegingsonderwijs, anderzijds wordt de grove motoriek geoefend, waarbij het kind: - de oog-hand en oog-voetcoördinatie oefent; - de mogelijkheden van het eigen lichaam verkent; - de delen van het lichaam verkent en leert benoemen; - de ruimte om zich heen verkent; - lichaamshoudingen en -bewegingen leert onderscheiden en benoemen; - enig tijdsbesef aanleert; - leert om te gaan met spel, spelregels en sportief gedrag. Het geleide spel, de gymnastiek of ritmische lessen vinden plaats binnen de groep. Elk kind voert de opdracht uit op zijn eigen niveau. Groep 3 tot en met 8 Vanaf groep 3 bouwen we voort op wat de kleuters hebben geleerd. Het oefenen van de zintuigen is geen aparte activiteit. Didactische werkvormen We gebruiken de werkvormen zoals aangegeven in de bronnenboeken. Per les hanteren we de volgende opbouw: deel een : warming up , alle kinderen warmen zich tegelijk op; deel twee: de kinderen leren, oefenen of verbeteren bewegingen en/of vaardigheden; deel drie: de kinderen leven zich uit in bewegingen, zoals tik- en balspelen. Regelmatig oefenen we in groepjes. Eén groep krijgt hulp bij moeilijke of nieuwe oefenstof. De andere groepjes oefenen zelfstandig een onderdeel. Na tien minuten wordt er gewisseld, zodat de kinderen langs alle oefenplaatsen komen. Alle groepen krijgen twee keer per week gericht bewegingsonderwijs. Daarnaast zijn wij een Lekker Fit school, waarbij de aandacht gevestigd wordt op een derde gymles en het Lekker Fit protocol. Dit houdt in dat leerlingen en ouders bewust worden gemaakt met betrekking tot gezond bewegen en gezonde voeding. Het derde gymmoment wordt verzorgd door een vakleerkracht S&R, gedeeltelijk bekostigd vanuit de Gemeente Rotterdam. De vakleerkracht lichamelijke oefening geeft bij geschikt weer ook buiten les. De vakleerkracht geeft twee keer in de week groep 5 en 6 les. De groepen 3, 4, 7 en 8 krijgen drie keer per week les. De vakleerkracht ziet toe op de inrichting van de gymzaal. Zij adviseert of leidt bij activiteiten en evenementen op het gebied van lichamelijke oefening. De leerlingen van groep 5 en 6 hebben één keer in de week zwemles in Zwembad Oostervant. De school beschikt over een eigen gymnastiekzaal en is gelegen naast een speeltuin waar de kinderen volop de gelegenheid krijgen om te bewegen. De school beschikt daarnaast voor de Pagina 45 van 71
Schoolplan Van Oldenbarneveltschool 2011-2015 onderbouwleerlingen over buitenspelmateriaal.
Pagina 46 van 71
Schoolplan Van Oldenbarneveltschool 2011-2015
3.11 De vak/vormingsgebieden en de computer Alle leerkrachten geven les met behulp van een digibord. Het digibord projecteert alle vaklessen en kan gebruikt worden voor lesaanvullingen, projecten, presentaties etc. Er is afgesproken welk computerprogramma in welke groep aan de orde komen. De computer wordt door alle leerlingen van groep 1 t/m 8 gebruikt voor: • het (extra) oefenen van leerstof; • de zorgverbreding; • gebruik van e-mail en Internet; • andere computervaardigheden (o.a. werken met Word en tekstverwerken, Power point en het verbeteren van een presentatie of spreekbeurt) Voor iedere groep zijn minimaal twee computers beschikbaar. Vanaf groep 3 werken de leerlingen één maal per week een uur in het ICT lokaal in groepsverband aan de computer. De computers staan in een netwerk. Het netwerk wordt beheerd door een extern beheerder zodat de ICT coördinator zich meer op onderwijskundig gebied ondersteuning kan bieden.. De afspraken over het omgaan met de computer staan omschreven in de afsprakenmap. Er is een internetprotocol. Vanaf schooljaar 2011-2012 worden de ICT lessen anders vormgegeven. Van technisch ICT les naar onderwijsinhoudelijk ICT onderwijs van groep 1 t/m 8. Dit maakt dat het ICT beter aansluit bij ons onderwijs. De ICT leerkracht participeert in de ICT beleidsgroep.
3.12 De leerlingenzorg Onder zorgverbreding verstaan wij de uitbreiding en versterking van maatregelen en activiteiten, vooral op school- en groepsniveau, ten behoeve van een optimale zorg voor leerlingen, in het bijzonder voor hen die specifieke pedagogische/didactische behoeften tonen, opdat zij in een zekere hoeveelheid tijd door de school te bepalen doelen en tussendoelen bereiken. Dit betreft dus ook meer dan gemiddeld begaafde leerlingen. Onze leerlingenzorg staat omschreven in - het schoolzorgplan 2011-2012; - het zorgplan van ons samenwerkingsverband; - de afsprakenmap, met daarin de taakomschrijvingen van teamleden met speciale taken op het gebied van de zorgverbreding; - het document Leerlinggebonden financiering (“het rugzakje”)
Pagina 47 van 71
Schoolplan Van Oldenbarneveltschool 2011-2015
Hoofdstuk 4: DE INZET EN ONTWIKKELING VAN ONS PERSONEEL 4.1 Doelen van het personeelsbeleid 1. Het creëren van goede arbeidsvoorwaarden en een duidelijke rechtspositionele basis die zekerheid en perspectief bieden. 2. Het bevorderen van een goede werksfeer en een goed werkklimaat waarin het personeel tot zijn recht komt, zich gerespecteerd voelt en waar samenwerking bevorderd wordt. 3. Komen tot verbetering en optimalisering van de kwaliteit van onze school. 4. Het realiseren van een effectieve inzet van teamleden en het laten ontplooien van de talenten van de individuele teamleden ten behoeve van de doelstelling van de school.
4.2 Verantwoording Door de CAO Primair Onderwijs heeft het voeren van een samenhangend personeelsbeleid, neergelegd in een personeelsbeleidsplan, een verplichtend karakter. Daarnaast heeft met name de toenemende decentralisatie mede tot gevolg, dat de eigen verantwoordelijkheid voor de maatregelen ten aanzien van het personeel steeds verder toeneemt. De aspecten kwaliteitsontwikkeling van organisatie én individu, de werkgelegenheid en het voorkómen van langdurig ziekteverzuim, al of niet uitlopend op een afkeuring wegens arbeidsongeschiktheid, spelen hierin een grote rol. Dit betekent, dat het bevoegd gezag een aantal samenhangende maatregelen moet nemen en instrumenten moet ontwikkelen en hanteren die erop gericht zijn het personeel dusdanig te begeleiden en te ontwikkelen in hun loopbaan dat zij tot tevredenheid van zichzelf en de organisatie blijven functioneren gedurende hun arbeidzame jaren, een integraal personeelsbeleid. De vereniging heeft een beleidsvormend bestuur. Hoofdtaak van het bestuur is het bezig zijn met het voorbereiden en nemen van beleidsbeslissingen. Het beleid wordt gemaakt op hoofdlijnen. Het bestuur delegeert en mandateert de meeste operationele zaken aan de directie. Het integraal personeelsbeleid dient de onderwijskundige ontwikkeling op onze school te ondersteunen en iedere werknemer kansen te geven tot ontplooiing. Het integraal personeelsbeleid wordt vastgelegd na overleg met de m.r. Voor wat betreft de samenhang met overige beleidsterreinen zijn voor het personeelsbeleid de identiteit van de school en het arbobeleid van belang. Een aantal elementen staat bij het personeelsbeleid centraal: - zorg voor elkaar; - erkenning van elkaars kwaliteiten en zwakheden (erkende ongelijkheid); - verantwoordelijkheid kunnen en willen dragen en daarop aanspreekbaar zijn; - niet veroordelen, maar de ander ontwikkelen. Deze opsomming heeft alles te maken met de grondhouding waarmee men de ander tegemoet treedt. Zij dient echter ook als vertrekpunt bij het nemen van acties in het kader van personeelsbeleid. Pagina 48 van 71
Schoolplan Van Oldenbarneveltschool 2011-2015
4.3 Kenmerken personeel Onze school kenmerkt zich door een qua leeftijd niet optimaal evenwichtig opgebouwd team. De leeftijdsopbouw per 01-08-2011 ziet er als volgt uit: Aantal Man Vrouw >56 11 2 9 52-55 2 2 46-51 3 3 40-45 2 1 1 30-39 6 2 4 <30 2 2 Totaal 26 5 De gemiddelde leeftijd is 42,84
21
In het kader van personeelsbeleid is het van belang, dat: - de leerkrachten dusdanig begeleid, belast en uitgedaagd worden, dat zij plezier en uitdaging in het werk vinden en behouden; - de jongeren gebruik kunnen maken van de ervaring van de ouderen ( bijv. door coaching van nieuwe leerkrachten, en collegiale consultatie); - er gestreefd wordt naar een evenwicht in het personeelsbestand; - er een duidelijk integraal personeelbeleid, waarin duidelijk is wat de teamleden kunnen verwachten van de organisatie en wat de organisatie verwacht van de teamleden. Het personeelsbeleid valt uiteen in: 1. Inleiding 2. Sociale afspraken 3. Begeleiding 4. Rechtspositioneel beleid 5. Functies en taken 6. Selectie personeel 7. Bestuursaanstelling 8. Functioneren en beoordelen 9. Personeelsformatiebeleid 10. Medezeggenschap
Pagina 49 van 71
Schoolplan Van Oldenbarneveltschool 2011-2015
Inhoud personeelsbeleidsplan
Onderdelen (documenten) personeelsbeleidsplan
opmerkingen
is klaar
is vastgesteld
1. Inleiding
Schoolplan 4-1 t/m 4-3
2. Sociale afspraken
Hoe gaan we met elkaar om?
2.1 Gedragscode
Afsprakenmap
X
2.2 Informatieverschaffing
Afsprakenmap
X
2.3 Arbo/BHV
CAO-PO
- Risico-inventarisatie en –evaluatie.
CIO
- Plan van aanpak t.a.v. voorkomen en beperken van ziekteverzuim. voorkomen en beperken arbeidsrisico's ten gevolge van agressie en geweld op school; contract BGZ; enz.
X
2.4 Roken op school
Afsprakenmap
X
2.5 Doelgroepen
Map personeelsbeleid
X
2.6 Seksuele intimidatie
Map personeelsbeleid
X
Bestuurlijk jaarverslag
X
2.8 Anti-discriminatiecode
Afsprakenmap, schoolgids
X
2.9 Besluitvorming
Afsprakenmap
X
2.10 Lief en leed
Map bestuur
X
2.7 Sociaal jaarverslag
CAO-PO
Pagina 50 van 71
wordt in de periode 2011-2015 gemaakt
Schoolplan Van Oldenbarneveltschool 2011-2015
Onderdelen (documenten) personeelsbeleidsplan
wettelijke basis
3. Begeleiding 3.1 Nieuwe personeelsleden
opmerkingen
is klaar
is vastgesteld
Hoe vindt begeleiding en leiding plaats? Welke perspectieven worden geboden? CAO-PO C8
-Regeling ten behoeve van de introductie en begeleiding van beginnende werknemers.
X
- Leerarbeidsovereenkomst en leerwerkplan onderwerpen onderwijsassistent in opleiding. - Overeenkomst voor ‘doorstromer’ 3.2 Klassenconsultatie
Afsprakenmap
X
3.3 Mobiliteitsbevordering
Afsprakenmap
X
- Meerjarenbeleid met betrekking tot professionele ontwikkeling van de werknemers.
X
3.4 Scholing
CAO-PO C11 en C12 C13 **
- Regeling met betrekking tot scholing van het personeel. - Persoonlijk ontwikkelingsplan.
3.5 Loopbaanbegeleiding
Map personeelsbeleid
X
3.6 Conflictpreventie
Map personeelsbeleid
X
3.7 Ziekteverzuim
Afsprakenmap
X
3.8 Exit-interview
Map personeelsbeleid
X
4. Rechtspositioneel beleid
Aanvullingen op het RPBO, eigen beleid van het bestuur. N.B. Rechtspositiebesluit RPBO WPO/WEC met ingang van 1 augustus 2006 geïntegreerd in CAOPO.
4.1 Compensatieverlof
CAO
Afsprakenmap Pagina 51 van 71
X
wordt in de periode 2011-2015 gemaakt
Schoolplan Van Oldenbarneveltschool 2011-2015 G1 t/m G25 ** 4.2 Verlenen van buitengewoon verlof
Volgens CAO
X
4.3 Promotiecriteria
Volgens CAO
X
Onderdelen (documenten) personeelsbeleidsplan
wettelijke basis opmerkingen
4.4 Toelagen en gratificaties
CAO-PO
is klaar
is vastgesteld
Volgens CAO
X
C15 ** 4.5 Dienstreizen
**
Volgens CAO
X
4.6 Seniorenbeleid
**
Map personeelsbeleid
X
4.7 Werkreglement
CAO-PO
Regeling arbeids- en rusttijden. Afsprakenmap
X
4.8 Uitwerking arbeidsvoorwaarden
RPBO
Afsprakenmap
X
4.9 DGO/GO
RPBO
Volgens RPBO
X
CAO-PO bijlage 1 WPO art. 37 en 38
Pagina 52 van 71
wordt in de periode 2011-2015 gemaakt
Schoolplan Van Oldenbarneveltschool 2011-2015 5. Functies en taken
Functies en taken in de school. Wat wordt er van het personeel verwacht, hoe zijn de taken verdeeld?
5.1 Beroepsprofiel leerkracht
Competentiebeleid
X
5.2 Fasen leraarschap
5.3 Functiedifferentiatie
X
CAO-PO C2
5.4 Taakomvang
CAO-PO
- Procedure functiewaardering - Functieboek en functiebouwwerk
X
Taakbeleid. Normjaartaak.
X
C6 5.5 Taaktoedeling
**
Afsprakenmap/taakbeleid
X
5.6 Taakbelasting
**
Taakbeleid/normjaartaak
X
5.7 Directiestatuut
WPO art. 31
Map personeelsbeleid
X
Afsprakenmap
X
5.8 Onderwijsondersteunend personeel
Pagina 53 van 71
Schoolplan Van Oldenbarneveltschool 2011-2015 Onderdelen (documenten) personeelsbeleidsplan
wettelijke basis
opmerkingen
is klaar
is vastgesteld
6. Selectie personeel 6.1 Sollicitatiecode
CAO-PO
Map personeelsbeleid
X
WPO art. 53 Akte van benoeming. (OO) en art. 59 (Bijz.O)Zie ook WPO art. 32 en Bijlage III en IV van CAOPO
X
6.3 Deeltijdbanen
Map personeelsbeleid
X
6.4 Onderwijsondersteunend personeel
Akte van benoeming/Afsprakenmap
X
Map personeelsbeleid
X
X
D1 t/m D5
-Regeling werkgelegenheidsbeleid behouden en uitbreiden werkgelegenheid).
**
- Regeling ontslagbeleid.
C7 en bijlage V 6.2 Benoemingsprocedures
6.5 Evenredige vertegenwoordiging van vrouwen in de schoolleiding
WPO art. 30
7. Bestuursaanstelling 7.1 Afvloeiingsregeling
CAO-PO
7.2 Afvloeiingsvolgorde
Map personeelsbeleid
X
-Regeling functioneringsgesprekken.
X
8. Functioneren en beoordelen 8.1 Functioneringsgesprekken
CAO-PO C1
8.2 Beoordelingsgesprekken
CAO-PO
- Regeling personeelsbeoordeling.
C14
Pagina 54 van 71
wordt in de periode 2011-2015 gemaakt
Schoolplan Van Oldenbarneveltschool 2011-2015
Onderdelen (documenten) personeelsbeleidsplan
wettelijke basis
opmerkingen
is klaar
is vastgesteld
wordt in de periode 2011-2015 gemaakt
9. Personeelsformatiebeleid 9.1 Strategisch personeelsplan
9.2 Meerjarenformatiebeleid
CAO-PO
Map formatie
X
Map formatie
X
B1 9.3 Jaarlijks formatieplan
CAO-PO
Map formatie
X
9.4 Bestuursformatieplan
Zie 9.2
X
9.5 Financiële budgetten
Map financiën
X
X
B1 Zie ook B2
10. Medezeggenschap 10.1 Medezeggenschapsraad
WMS
Medezeggenschapsreglement.
10.2 Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad
WMO
Gemeenschappelijk medezeggenschapsreglement.
art. 28
n.v.t. (éénpitter)
4.4 Organisatie en middelen van het personeelsbeleid De directie is verantwoordelijk voor de uitvoering van het vastgestelde beleid. Het bestuur en de medezeggenschapsraad bewaken de uitvoering van het personeelsbeleid. Om het beleid gestalte te geven neemt de vereniging maximaal 2 FTE voor eigen rekening. Inzet en besteding wordt jaarlijks verantwoord in het formatieplan.
4.5 Evaluatie Jaarlijks worden de ondernomen activiteiten ten aanzien van personeelsbeleid geëvalueerd. De gegevens dienen als uitgangspunt voor het nieuwe (meerjaren)formatieplan en/of bijstelling van het personeelsbeleid. Pagina 55 van 71
Schoolplan Van Oldenbarneveltschool 2011-2015
Hoofdstuk 5: OVERIGE BELEIDSTERREINEN 5.1 Algemeen strategisch beleid Het beleid van De Van Oldenbarneveltschool is erop gericht om de komende jaren als zelfstandige basisschool te blijven functioneren en het leerlingenaantal te stabiliseren. De scholen in de onmiddellijke omgeving zien we niet als grote concurrenten. Wél hebben enkele scholen in Rotterdam-West, Centrum en Overschie óók een grote aantrekkingskracht op ons "segment", met name de andere algemeen bijzondere basisscholen. Er bestaat met zowel de scholen in de onmiddellijke omgeving als met de a.b. scholen goed contact. Het contact met de scholen uit de onmiddellijke omgeving vindt formeel 4 tot 6 keer plaats in het "wijkoverleg". De directeur bezoekt deze bijeenkomsten. Het doel is het uitwisselen van informatie met buurtscholen en het oplossen van eventuele knelpunten. Daarnaast is er contact met de a.b. scholen. Dit contact is zowel formeel als informeel, op directie- en, incidenteel, op bestuursniveau. Het bestuur beraadt zich over eventuele versteviging van de band ofwel samenwerking met andere besturen. ( zie verder Strategisch bestuursbeleidsplan Van Oldenbarneveltschool) De prognoses voor onze school zijn volgens de gemeente Rotterdam gunstig. Wij hebben contact met peuterspeelzalen die ouders wijzen op het bestaan van onze school. Het beleid van de school is erop gericht om de kwaliteitskenmerken, zoals verwoord in onze visie, te versterken en hierop verdere profilering te realiseren.
Pagina 56 van 71
Schoolplan Van Oldenbarneveltschool 2011-2015
5.2 Financieel beleid Ten aanzien van sponsoring voert de school het door het Ministerie van OC&W gepropageerde beleid. De gedragsregels van het Ministerie worden in acht genomen en er is bij eventuele sponsoring vooraf instemmingbevoegdheid van de oudergeleding van de medezeggenschapsraad. Elke mogelijkheid tot een sponsorovereenkomst wordt apart aan de mr. voorgelegd. Ook teamleden worden op de hoogte gehouden van mogelijke sponsoring. Als ouders het niet eens zijn over sponsoring kunnen zij daarover een klacht indienen bij de klachtencommissie van onze school. Op dit moment ontvangt de Van Oldenbarneveltschool overigens geen gelden uit sponsoring. De Van Oldenbarneveltschool kent een vrijwillige ouderbijdrage. Deze bijdrage bedraagt gemiddeld per jaar € 350. De besteding van deze gelden en de overige regels zijn vastgelegd in het "Reglement ouderbijdrage" ( zie bijlage ouderbijdrage). De vereniging is niet afhankelijk van deze bijdrage, maar kan door deze vrijwillige bijdrage tal van faciliteiten bieden ( zie ook schoolgids). De school ontvangt jaarlijks de Rijksbijdrage OCW (Lumpsum) De baten bestaan uit de rijksbijdrage personeel, materiele instandhouding, P&A, impulsgebieden, en rugzakgelden en/of subsidie vanuit WSNS. Naast de rijksbijdrage ontvangt het bestuur Gemeentelijke bijdragen “leertijdverlenging” (voorheen het Verlengde Dag arrangement) De Subsidie is afhankelijk van de financiële en inhoudelijke aanvraag per schooljaar. Het bestuur van onze school heeft t.a.v. de materiële instandhouding het volgende beleid: - Voor de leerling-afhankelijke programma's van eisen heeft de directeur voor wat betreft de middelen een eigen budget. Dit budget wordt jaarlijks geëvalueerd en zonodig aangepast. - De gelden van de overige programma's van eisen worden beheerd door het bestuur. Voor gebouwafhankelijke zaken is de directeur gemandateerd voor uitgaven tot ca. € 2500,- De vereniging geeft meer gelden uit dan de Lumpsum beschikbaar stelt. Deze kosten worden betaald uit de ouderbijdrage (zie reglement). Ieder jaar legt het bestuur verantwoording af over het gevoerde financiële beleid bij de Algemene Ledenvergadering (zie bestuurs-jaarverslag). Naast de Lumpsumbekostiging, Subsidies en de ouderbijdrage ontvangt de vereniging middelen voor vervanging (Vervangingsfonds) , schoolbegeleiding, zorgverbreding, achterstandsbestrijding (GOA), Arbo, overschrijdingsgelden, ID en WIW banen etc. Deze inkomsten worden voor de daarvoor bedoelde bestemmingen aangewend. De besteding van het schoolbudget wordt jaarlijks in de bestuursvergadering besproken en aan de m.r. voorgelegd ter instemming of advisering. Voor de tekorten ( zie o.a. formatieplan) wordt de ouderbijdrage gedeeltelijk aangewend. De middelen worden effectief en efficiënt gebruikt. De VOS streeft ernaar het bestaande zorgvuldige financiële beheer te continueren.
Pagina 57 van 71
Schoolplan Van Oldenbarneveltschool 2011-2015
5.3 Materieel beleid Het beleid van de Van Oldenbarneveltschool is gericht op het voeren van een doelmatig beheer van gebouwen en inventaris. Het beheer van ons schoolgebouw valt sinds de decentralisatie gebouwen in 1997 voor een groot gedeelte onder de verantwoordelijkheid van het bestuur. Grofweg gezegd valt het onderhoud van zaken aan de binnenkant van het gebouw onder de verantwoordelijkheid van het bestuur en van zaken aan de buitenkant onder de gemeente (OBR), met uitzondering van het buitenschilderwerk. Het bestuur heeft het materieel beleid gedelegeerd aan de directeur. Kleine reparaties en aanpassingen aan het gebouw worden via hem, zonder overleg met het bestuur, afgehandeld. Grote reparaties en aanpassingen worden in samenspraak met het bestuur geregeld. Er is een meerjarenplanning (MOP 2010-2025) voor het onderhoud van het gebouw. Voor bouwkundige zaken die te specialistisch zijn voor directeur of bestuur wordt een vaste bouwkundig adviseur ingehuurd. Veel bestedingen voor de inventaris worden door de directeur uit zijn eigen budget bekostigd. Zowel voor het beheer van de inventaris als voor het gebouw wordt een beroep gedaan op de ouderbijdrage (zie reglement). Er is een taxatierapport (zie rapport Troostwijk taxaties).
5.4 Relationeel beleid Onze school functioneert niet op een eiland. Contacten met onder andere ouders, andere scholen uit het primair onderwijs, scholings- en begeleidngsinstellingen, WSNS en de jeugdhulpverlening (CJG) zijn noodzakelijk om onderwijs van een kwalitatief hoog niveau te verzorgen. De externe contacten worden verder in onze schoolgids uitvoerig toegelicht. Het beleid van de Van Oldenbarneveltschool is erop gericht om in de toekomst: - het contact met peuterspeelzalen te intensiveren; - mogelijk het contact en de samenwerking met a.b. scholen te intensiveren; - de bestaande contacten minimaal te handhaven.
Pagina 58 van 71
Schoolplan Van Oldenbarneveltschool 2011-2015
Hoofdstuk 6: KWALITEITSZORG 6.1 Inleiding De Commissie voor de Evaluatie van het Basisonderwijs meent dat goed onderwijs bepaald wordt door: - een maatschappelijk relevant leer- en vormingsaanbod dat aangepast is aan de eisen die daaraan thans gesteld moeten worden, dat vervat is in onderwijskundig verantwoord onderwijsleermateriaal en waarvoor voldoende tijd om te leren wordt geboden. - hoge opbrengsten die op een efficiënte wijze zijn verkregen; - gunstige omstandigheden op het gebied van instructie, schoolorganisatie en pedagogisch klimaat; - gunstige omstandigheden op het gebied van onderwijswetgeving, onderwijsbeleid en financiële middelen, materiële voorzieningen, alsmede lerarenpopulatie Op de Van Oldenbarneveltschool wordt - iets (wat) - met een bepaald doel ( waarom) - met bepaalde materialen (waarmee) - op een bepaalde manier ( hoe) - door bepaalde mensen ( wie) - op een bepaalde tijd gedaan ( wanneer) Alles afzonderlijk én de school als geheel heeft een bepaalde kwaliteit. Als je samen ten aanzien van alles wat er gebeurt, afspreekt en vastlegt waarom, waarmee, hoe, door wie en wanneer het gebeurt, kun je aan de hand van deze afspraken zicht krijgen op de kwaliteit, en een uitspraak doen óver de kwaliteit en de kwaliteit behouden dan wel verbeteren. Hieraan ontleent de afsprakenmap zijn bestaansrecht.
6.2 De doelen van onze kwaliteitszorg 1. Zicht krijgen en houden op de kwaliteit van alles wat er gebeurt, waarmee en hoe. 2. Goede kwaliteit behouden door voortdurende evaluatie en borging. 3. Kwaliteit die niet goed genoeg is te verbeteren.
Pagina 59 van 71
Schoolplan Van Oldenbarneveltschool 2011-2015
6.3 De inrichting van onze kwaliteitszorg In onze afsprakenmap staan alle aspecten omschreven waarover afspraken zijn gemaakt. Ieder schooljaar worden in teamvergaderingen de afspraken nagelopen en waar nodig bijgesteld. Ieder teamlid is in het bezit van de afsprakenmap en weet dat hij geacht wordt de inhoud te kennen en na te leven. De cyclus van Kolb is bij de ontwikkeling van de kwaliteit van ons onderwijs van groot belang. Dit houdt het volgende in: 1. Bezinnen ( analyseren, constateren, interpreteren) 2. Denken ( welke kant willen we op en welke consequenties heeft dat?) 3. Beslissen ( welke doelen?) 4. Doen ( hoe doen we het ?, vaststellen, uitvoeren) Hierna volgt evaluatie en borging en kan de cyclus desgewenst weer gestart worden. 6.3.A Het schoolplan Iedere vier jaar wordt een nieuw schoolplan vastgesteld. In teamvergaderingen komen aspecten van het schoolplan regelmatig aan de orde. Waar dat wenselijk wordt geacht, wordt de inhoud aangepast. Eén keer per vier jaar wordt het integrale schoolplan besproken in het team. Het bestuur stelt, na instemming van de medezeggenschapsraad, het plan vast. 6.3 B Gebouw en terrein Over de inrichting en gebruik van het terrein zijn afspraken gemaakt. Deze staan vermeld in de afsprakenmap. 6.3 C De leerlingen De toelating en verwijdering van leerlingen staan omschreven in de bestuursafsprakenmap. Alle andere zaken over leerlingen als verzuim, overblijven, schoolregels, uitschrijven e.d. staan omschreven in de afsprakenmap. 6.3 D De schooltijden, jaarplanning e.d. De schooltijden staan vermeld in de schoolgids. De vakanties worden met het team besproken alvorens door bestuur te worden vastgesteld, na advies te hebben ingewonnen bij de m.r. De jaarlijkse evenementen staan omschreven in draaiboeken en worden in de daaropvolgende teamvergadering geëvalueerd. Iedere leerkracht maakt voor het nieuwe schooljaar een jaarplanning. Deze is tevens in het bezit van de directeur en is onderdeel van de afsprakenmap. 6.3 E De uitgangspunten en algemene doelstellingen De visie, de missie en de consequenties daarvan worden minimaal eenmaal in de vier jaar besproken in de teamvergadering ten dienste van het nieuwe schoolplan. Pagina 60 van 71
Schoolplan Van Oldenbarneveltschool 2011-2015 6.3 F Het schoolconcept Zaken als schoolklimaat, onderwijsinhoud, groeperingvormen, e.d. komen minimaal eenmaal in de vier jaar aan de orde als het nieuwe schoolplan aan de orde komt. 6.3 G De vak- en vormingsgebieden/activiteiten Ieder jaar wordt in de teamvergadering over deze aspecten gesproken als de afsprakenmap wordt besproken. Daarnaast komen sommige aspecten vaker aan de orde, bijv. bij een recente aanschaf van een methode of bij de bestudering van een nieuw aan te schaffen methode. 6.3 H De zorg voor de leerling Ieder jaar komt meerdere malen dit onderwerp in de teamvergadering aan de orde. De i.b.-er , de r.t.-er en de onderbouwcoördinator hebben daarnaast eenmaal per maand formeel contact met de directeur. Leerlingenbesprekingen vinden, met name in de onderbouw, regelmatig ( min. zes keer per jaar), plaats. Het leerlingvolgsysteem, de consequenties van toetsen wat betreft diagnostiek komt minimaal eenmaal per jaar in de teamvergadering aan de orde. Ieder jaar ontvangen de groepsleerkrachten de toetskalender, waarin staat aangegeven welke toetsen op welk tijdstip moeten worden afgenomen. De contacten met WSNS worden in de teamvergadering minimaal eenmaal per jaar aan de orde. ( zie schoolzorgplan). 6.3 I De inzet en ontwikkeling van het personeel In hoofdstuk vier wordt ingegaan op dit aspect. Minstens eenmaal per vier jaar komen deze aspecten aan de orde. Het formatieplan, de financiële budgetten en het taakbeleid worden ieder jaar vastgesteld. 6.3 J Overige beleidsterreinen De aspecten, zoals genoemd in hoofdstuk vijf komen minstens eenmaal per vier jaar aan de orde. 6.3 K Zorg voor kwaliteit Ieder jaar verzorgt de directeur een kwaliteitsoverzicht ten behoeve van het team, het bestuur en de medezeggenschapsraad in het onderwijskundig jaarverslag, hetwelk opgenomen is in het bestuurlijk jaarverslag. In dat stuk somt hij alle aspecten op die naar zijn mening een positief effect hebben gehad op de kwaliteit van de Van Oldenbarneveltschool. Daarnaast achten wij de mening van de "gebruikers " van groot belang. De schoolgids zien wij niet alleen als informatiebron voor nieuwe ouders, maar ook als middel om ouders te laten zien hoe wij trachten de kwaliteit van ons onderwijs te borgen en te verbeteren. In het jaarverslag wordt ook een deel gewijd in evaluatieve zin aan de kwaliteitsborging en kwaliteitsverbetering op onze school. Hieronder volgen de indicatoren voor de kwaliteitszorg en de 11 kwaliteitsaspecten die de onderwijsinspectie gebruikt en wat de indicatoren van de scholen vragen. De VOS voldoet aan deze indicatoren.(Bron: Toezichtkader Primair Onderwijs (PO) 2005, uitgebreide versie).
Pagina 61 van 71
Schoolplan Van Oldenbarneveltschool 2011-2015 Kwaliteitszorg De school bepaalt, bewaakt en verbetert systematisch de kwaliteit van het onderwijs Indicatoren
Wat de indicatoren van de school vragen
1. De school heeft inzicht in de verschillen in onderwijsbehoeften van de leerlingen.
- kennis van de kenmerken van de schoolbevolking - de onderwijsbehoeften van de doelgroep kennen - inrichten onderwijs mede op basis van deze onderwijsbehoeften
2. De school evalueert jaarlijks systematisch de resultaten van de leerlingen.
- jaarlijks landelijk genormeerde toetsen voor tussentijdse resultaten voor Nederlandse taal en rekenen/wiskunde - landelijk genormeerde eindtoets of leerlingvolgsysteem voor groep 8 wat betreft Nederlandse taal en rekenen/wiskunde - uitslagen van deze toetsen vergelijken met vergelijkbare scholen en eigen doelstellingen, daaruit consequenties voor de schoolontwikkeling trekken en eventueel verbeterplan maken
3. De school evalueert regelmatig het leren en onderwijzen.
- afspraken (met doelen) wat betreft leren en onderwijzen - deze afspraken (met ouders/verzorgers en leerlingen) evalueren - conclusies trekken uit evaluatie
4. De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten.
- aan verbeteringen werken met meetbare doelen en een plan van aanpak/stappenplan (wie doet wanneer, wat en hoe het geborgd wordt) - werken aan verbeteringen evalueren - rapporteren over plan van aanpak en evaluatie
5. De school borgt de kwaliteit van het leren en onderwijzen.
- een systeem van kwaliteitszorg: schriftelijke afspraken over allerlei aspecten, toezicht houden op de naleving ervan en afspraken systematisch evalueren (o.a. uitkomst toezicht bespreken) met betrokkenen
6. De school rapporteert inzichtelijk over de gerealiseerde kwaliteit van onderwijs en leren.
- ouders/verzorgers en andere belanghebbenden (jaarlijks) schriftelijk informeren over de kwaliteit van het onderwijs en het resultaat van verbeteractiviteiten
7. De school waarborgt de sociale veiligheid voor leerlingen en personeel.
- op de hoogte zijn van de actuele situatie (beleving door leerlingen en personeel en voorkomende incidenten) - veiligheidsbeleid (gedragsregels handhaven, preventie, leerstofaanbod, samenwerking met relevante ketenpartners, optreden na incidenten en begeleiding slachtoffers) - leerlingenraad bespreekt veiligheid - jaarlijkse leerlingen- en ouderenquête met daarin Pagina 62 van 71
Schoolplan Van Oldenbarneveltschool 2011-2015 o.a. vragen over veiligheid + evaluatie hiervan. - idem 2-jaarlijks tevredenheidonderzoek lkn. - registratie, evaluatie en bijstelling beleid bij incidenten Leerstofaanbod Kwaliteitsaspect 1 De inspectie beoordeelt of het leerstofaanbod van de school toereikend is, zodat leerlingen zich optimaal kunnen ontwikkelen en voorbereiden op het vervolgonderwijs Indicatoren 1. De aangeboden leerstof voor Nederlandse taal en rekenen/wiskunde voldoen aan de wettelijke eisen
Wat de indicatoren van de school vragen - het aanbod voldoet aan de kerndoelen - het aanbod wordt aangeboden. Dit blijkt uit groepsmappen, toetsresultaten, e.d.
2. Minimaal 90% van de leerlingen - het totale aanbod (t/m niveau groep 8) wordt aan krijgt ook daadwerkelijk alle alle leerlingen aangeboden, met uitzondering van leerstof aangeboden die gepland is de LWOO-leerlingen en de leerlingen voor het tot en met het niveau van leerjaar 8 praktijkonderwijs 3. De leerstof van de verschillende leerjaren sluit goed op elkaar aan.
- een doorgaande lijn, dat wil zeggen beredeneerd aanbod voor 1 en 2 aanbod groep 3 sluit aan op dit beredeneerd aanbod methoden en aanbod beschreven in leerlijnen en tussendoelen voor groep 3 t/m 8
4. De leerstof voor Nederlandse taal - methoden met herhalings- en verrijkingsstof en rekenen/wiskunde is afgestemd - additionele (teacher free) materialen voor zowel op de specifieke onderwijsbehoefte zwakkere als meer begaafde kinderen van de leerlingen. 5. De leerlingen met een - aanbod gericht op vergroten woordenschat en/of taalachterstand krijgen leerstof NT2-aanbod voor deze leerlingen Nederlands aangeboden die past bij - aandacht voor taalontwikkeling binnen andere hun specifieke onderwijsbehoeften vakken 6. De school heeft een leerstofaanbod gericht op burgerschap en sociale integratie.
- aanbod wat dit betreft - het resultaat van dit aanbod bepalen
Pagina 63 van 71
Schoolplan Van Oldenbarneveltschool 2011-2015 Onderwijstijd
Kwaliteitsaspect 2
De inspectie beoordeelt of de school de leerlingen voldoende tijd biedt om de leerstof te verwerken Indicatoren
Wat de indicatoren van de school vragen
7. De leraren maken efficiënt gebruik - schoolregels op dit gebied handhaven van de geplande onderwijstijd. - evenwichtige verdeling van onderwijstijd over de activiteiten/vakvormingsgebieden (gepland én in de praktijk) - effectief klassenmanagement (leerlingen horen doel activiteit, vlotte organisatie, weinig tijd voor ordeverstoringen, leerlingen hoeven niet lang te wachten op instructie en (vervolg)opdrachten) 8. De school stemt de hoeveelheid tijd voor leren en onderwijzen bij Nederlandse taal en rekenen/wiskunde af op de onderwijsbehoefte van de leerlingen.
- op basis van de toetsresultaten voor individuele kinderen en groepjes leerlingen meer of minder tijd inplannen voor deze vakken (differentiatie in onderwijstijd) - huiswerk en verlengde schooldag
Pagina 64 van 71
Schoolplan Van Oldenbarneveltschool 2011-2015 Sfeer in de klas
Kwaliteitsaspect 3
Leraren zorgen ervoor dat leerlingen zich ondersteund voelen in de klas Indicatoren
Wat de indicatoren van de school vragen
9. De leerkrachten zorgen ervoor dat de leerlingen op een respectvolle manier met elkaar omgaan.
- er voor zorgen dat - leerlingen elkaar accepteren zoals ze zijn - leerlingen met elkaar omgaan volgens algemeen aanvaarde normen - uitlachen, intimideren of discrimineren niet getolereerd wordt - stimuleren/begeleiden van: - samenwerken, - naar elkaar luisteren, - zorg hebben voor elkaar, - solidariteit tonen, - aandacht voor belangrijke gebeurtenissen in elkaars leven, - zelf oplossen ruzies en misverstanden - optreden bij - pestgedrag - verbaal en non-verbaal geweld - leerkrachten - zorgen voor ontspannen sfeer - stimuleren zelfvertrouwen - tonen in gedrag en taalgebruik respect voor leerlingen
Pagina 65 van 71
Schoolplan Van Oldenbarneveltschool 2011-2015 Kwaliteit van lesgeven
Kwaliteitsaspect 4
De manier van lesgeven bevordert het leren van de leerlingen Indicatoren
Wat de indicatoren van de school vragen
10. De leerkrachten zorgen voor een sfeer waarin door leerlingen goed gewerkt kan worden.
-
11. De leerkrachten leggen duidelijk uit.
- doelmatige en beknopte uitleg terugblik op eerdere lessen leerstof in betekenisvolle context plaatsen voorkennis actualiseren stap voor stap voldoende herhaling samenvatten vragen stellen
goede structuur in onderwijsactiviteiten ordelijk verloop van het onderwijsleerproces doelmatig klassenmanagement leerlingen duidelijk maken welke leerhouding verwacht wordt
12. De leerkrachten geven expliciet - interactief oplossingsstrategieën en manieren van onderwijs in strategieën voor leren aanpak en denken. aan de orde stellen structureren vergelijken - het toepassen van oplossingsstrategieën in andere situaties bevorderen - controleactiviteiten door leerlingen stimuleren - zorgen voor interactieve instructie en werkvormen - denkstrategieën aanleren
Pagina 66 van 71
Schoolplan Van Oldenbarneveltschool 2011-2015 Afstemming op onderwijsbehoeften
Kwaliteitsaspect 5
Het onderwijs is afgestemd op het niveau van de leerlingen Indicatoren
Wat de indicatoren van de school vragen
13. Leerkrachten volgen de vorderingen van hun leerlingen systematisch.
- regelmatig bepalen en op groepsniveau registreren van de vorderingen en ontwikkelingen (ook sociaal-emotioneel) van de leerlingen van groep 1 t/m 8 met observaties en methodegebonden en methodeonafhankelijke toetsen
14. De leerkrachten houden bij de uitleg en opdrachten rekening met de verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.
- tempo en inhoudelijke differentiatie bij instructie én verwerking
Actieve rol van leerlingen
Kwaliteitsaspect 6
Leerlingen worden actief betrokken bij het onderwijs. Indicatoren
Wat de indicatoren van de school vragen
15. De leerlingen zijn actief betrokken - de leerlingen actief richten op leren, d.w.z. bij onderwijsactiviteiten bevorderen van actief luisteren opletten interesse concentratie taakgericht werken 16. De leerlingen hebben verantwoordelijkheid voor de organisatie van hun eigen leerproces.
- successievelijk aandacht voor ontwikkeling van zelfstandig werken zelfstandig leren eigen verantwoordelijkheid voor leerlingen én de opbouw daarvan
Pagina 67 van 71
Sfeer op school
Schoolplan Van Oldenbarneveltschool 2011-2015 Kwaliteitsaspect 7
De sfeer op school is veilig en ondersteunend, en de leerlingen, het personeel en de ouders/verzorgers zijn bij de school betrokken. Indicatoren
Wat de indicatoren van de school vragen
17. De ouders/verzorgers tonen zich betrokken bij de school door de activiteiten die de school daartoe onderneemt.
- beleid ten aanzien van informatievoorziening ouders (schoolgids, nieuwsbrieven, ouderavonden) ouderparticipatie bij activiteiten
18. De leerlingen en het personeel voelen zich aantoonbaar veilig op school.
- zie indicator 9 van 'Kwaliteitszorg'
Begeleiding
Kwaliteitsaspect 8
Indicatoren
Wat de indicatoren van de school vragen
19. De school gebruikt een samen- werken met gestructureerde observaties, methodehangend systeem van instrumenten gebonden en landelijk genormeerde methodeen procedures voor het volgen van onafhankelijke toetsen voor in ieder geval de prestaties en de ontwikkeling Nederlandse taal en rekenen/wiskunde voor groep van de leerlingen (normindicator). 1 t/m 8 (bij taalachterstand óók een woordenschattoets, zie indicator 5) - afspraken over het gebruik van de toetsen en het interpreteren van de gegevens
Pagina 68 van 71
Schoolplan Van Oldenbarneveltschool 2011-2015 Zorg
Kwaliteitsaspect 9
De school zorgt ervoor dat leerlingen met een leer- of ontwikkelingsachterstand passende zorg krijgen. Indicatoren
Wat de indicatoren van de school vragen
20. Op basis van een analyse van de - gegevens (LVS) minimaal twee keer per jaar verzamelde gegevens bepaalt de analyseren én de analyses bespreken school de aard van de zorg voor de Als er sprake is van een leerachterstand van een zorgleerlingen. half jaar of meer is een leerling een zorgleerling - n.a.v. analyse onderbouwde handelingsplanning (ortho-)pedagogisch, didactisch, therapeutisch opstellen die gericht zijn op het wegnemen van belemmeringen en/of het op gang brengen van een passend leer- en ontwikkelingsproces met meetbare doelen 21. De school voert de zorg planmatig uit
- de betrokkenen voeren de afspraken van de handelingsplanning uit - de uitvoering van de handelingsplanning blijkt uit de lessen en het leerlingdossier
22. De school gaat de effecten van de zorg na.
- leerlingbespreking met nagaan of doelen gerealiseerd zijn en/of het hulptraject adequaat was kiezen van vervolgtraject nagaan of evaluatie consequenties heeft voor eindperspectief van de leerling, zoals dat door ouders/verzorgers, leerling en school wordt gezien
Pagina 69 van 71
Schoolplan Van Oldenbarneveltschool 2011-2015 Resultaat van leerlingen
Kwaliteitsaspect 10
De resultaten en vaardigheden van leerlingen aan het eind van de schoolperiode liggen op het niveau dat mag worden verwacht. Indicatoren
Wat de indicatoren van de school vragen
23. De resultaten van de leerlingen aan - uitslagen van genormeerde, het eind van de schoolperiode methodeonafhankelijke toetsen die aan het eind liggen op het verwachte niveau van de schoolperiode zijn afgenomen (normindicator). 24. De sociale vaardigheden van de - bij voorkeur uitslag van genormeerde toets voor leerlingen liggen op het verwachte sociaal-emotionele ontwikkeling (SCOL) niveau.
Pagina 70 van 71
Schoolplan Van Oldenbarneveltschool 2011-2015 Ontwikkelen van leerlingen
Kwaliteitsaspect 11
Leerlingen ontwikkelen zich tijdens de schoolperiode naar verwachting. Indicatoren 25. De resultaten van de leerlingen voor de Nederlandse taal en voor rekenen/ wiskunde tijdens de schoolperiode liggen op het verwachte niveau
Wat de indicatoren van de school vragen - uitslagen van genormeerde, methodeonafhankelijke toetsten
26. Leerlingen met specifieke - voorzieningen voor passend onderwijs aan onderwijsbehoeften (S(B)O- en leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften, dat rugzakleerlingen) ontwikkelen zich wil zeggen: naar hun mogelijkheden.. handelingsplan met van toepassing zijnde ontwikkelingsperspectief voor rugzakleerlingen gedocumenteerde handelingsplanning met van toepassing zijnde ontwikkelingsperspectief voor SBO-leerlingen opbrengsten die passen bij de mogelijkheden van leerlingen die - beredeneerd – niet deelnemen aan een eindtoets voor het basisonderwijs 27. Leerlingen doorlopen in beginsel de school binnen 8 jaar.
-
Beleid voor doublure (schoolzorgplan) beleid voor de overgang van 1 naar 2 beleid voor de overgang van 2 naar 3 beleid voor doorstroming vanuit 8
Rotterdam, oktober 2011
Pagina 71 van 71