SCHOOLPLAN 2011-2015 VAN DE KENNEDYSCHOOL TE FIJNAART
Schoolplan Kennedyschool 2011-2015
1
Schoolplan Kennedyschool 2011-2015
2
Indeling Schoolplan 2011-2015 Inleiding 1. Uitgangspunten van het bestuur 1.1. De missie 1.2. De visie 1.3. Strategische keuzes 2. De opdracht van onze school 2.1. Inleiding 2.2. Onze missie 2.3. Onze visie 2.4. Interne en externe analyse 2.5. Strategische keuzes en missie en visie 2.6. Consequenties voor de meerjarenplanning 3. Onderwijskundige vormgeving 3.1. Inleiding 3.2. Wettelijke opdracht van het onderwijs 3.2.1. Ononderbroken ontwikkeling 3.2.2. Brede ontwikkeling 3.2.3. Multiculturele samenleving 3.3. Kerndoelen 3.4. Kinderen die extra zorg behoeven 3.5. Leerling-gebonden financiering 3.6. Onderwijs aan langdurig zieke kinderen 3.7. Consequenties voor de meerjarenplanning 4. Personeelsbeleid 4.1. Inleiding 4.2. Personeelsbeleid in samenhang met onderwijskundig beleid 4.3. Consequenties voor de meerjarenplanning 5. Kwaliteitszorg 5.1. Inleiding 5.2. Voorwaarden voor onze kwaliteitszorg 5.3. De inrichting van onze kwaliteitszorg 5.4. Consequenties voor de meerjarenplanning 6. Meerjarenplanning 6.1. Inleiding 6.2. Veranderingsonderwerpen en resultaten 6.3. Overzicht veranderingsgebieden in de schoolplanperiode 2007 – 2011 6.4. Sponsoring
Schoolplan Kennedyschool 2011-2015
3
Inleiding Doel schoolplan Dit schoolplan is het beleidsdocument, waarin we aangeven welke keuzen we voor de schoolplanperiode 2011-2015 op deze school hebben gemaakt. Het is opgesteld binnen de kaders van het strategisch beleidsplan van ons bestuur. Dit beleid is kort samengevat in hoofdstuk 1. Op basis daarvan zijn de specifieke doelen voor onze school bepaald, rekening houdend met de huidige stand van zaken van het onderwijs en de omgevingsfactoren, die van invloed zijn op het functioneren van de school. Het schoolplan geeft aan bestuur, team en ouders duidelijkheid over wat we willen bereiken met het onderwijs op deze school en hoe we dat in de praktijk vorm zullen geven. Samenhang in het schoolplan Dit plan bestaat uit verschillende onderdelen. Het spreekt voor zich dat die een grote mate van samenhang vertonen. Op basis van het strategisch beleid van het bestuur formuleren wij in hoofdstuk 2 de missie en visie van de onze school. Om samenhang te waarborgen en ons niet te verliezen in details hebben we daaruit voortvloeiend een beperkt aantal strategische keuzes gemaakt. In hoofdstuk 3, onderwijskundige vormgeving wordt een beschrijving gegeven van het huidige onderwijs op school. Daarbij is nagegaan of we voldoen aan de wettelijke eisen. Ook is nagegaan op welke punten het huidige onderwijs op school wel of niet overeenkomt met onze visie op onderwijs. De verbeteringen zijn opgenomen in de meerjarenplanning (hoofdstuk 6) Het personeelsbeleid op onze school heeft direct verband met het onderwijskundig beleid. In het integraal personeelsbeleidsplan wordt dit beleid uitvoerig beschreven. In dit verband geven we in hoofdstuk 4 aan welke personele consequenties verbonden zijn aan de plannen voor de periode 2011-2015. Ontwikkelen en bewaken van de in dit plan beschreven kwaliteit van het onderwijs is een belangrijke opdracht van de school. In het betreffende hoofdstuk 5 beschrijven we een cyclische werkwijze om dit te realiseren. Alle geplande veranderingen worden kort samengevat in hoofdstuk 6: de meerjarenplanning. Deze meerjarenplanning en de ontwikkelingen in de loop van de tijd, zijn richtinggevend voor gedetailleerde actieplannen, die jaarlijks opgesteld worden. Uitvoering vindt plaats nadat het bestuur het plan geaccordeerd heeft. Totstandkoming Het schoolteam heeft onder leiding van de directie gewerkt aan de totstandkoming van het schoolplan. Op basis van de beschrijvingen in het voorgaande schoolplan en informatie over nieuwe en/of op handen zijnde ontwikkelingen heeft het schoolteam tijdens team- en studiebijeenkomsten de missie en de visie van de school vastgesteld. Op dat moment zijn ook nadrukkelijk de afspraken van stichting De Waarden meegnomen om hun scholen te ontwikkelen naar Brede Zorgscholen. Daarmee is de richting aangegeven waarin de school zich zou moeten ontwikkelen.
Daarnaast zijn gegevens verzameld, die duidelijk maakten welke positie de school aan het eind van de vorige schoolplanperiode innam op de verschillende beleidsterreinen. Daarbij is gebruik gemaakt van de volgende gegevens: Schoolplan Kennedyschool 2011-2015
4
-
Inspectierapporten d.d. 20 mei 2011. Tevredenheidmetingen van ouders, leerlingen en medewerkers februari 2011 . De jaarlijkse evaluaties van de actieplannen. De opbrengsten en evaluaties van de vijf werkgroepen (klassenmanagement, zelfstandig werken, samenwerkend leren, rekenen en technisch lezen) Overzichten van de leerresultaten op basis van methodeonafhankelijke toetsen Schoolspecifieke kwaliteitskaarten. Verslagen van teamvergaderingen en scholingsbijeenkomsten rond schoolontwikkeling.
De analyse van deze gegevens, afgezet tegen de geformuleerde missie en visie heeft geresulteerd in een aantal strategische keuzes, die naar het oordeel van het team noodzakelijk zijn om de beoogde doelen te bereiken. Het schoolteam stelt zich onder leiding van de directie verantwoordelijk voor de uitvoering van dit schoolplan in de komende vier jaar. Het bevoegd gezag stelt zich door middel van de akkoordverklaring verantwoordelijk voor het ondersteunen en bewaken van hetgeen in het schoolplan is beschreven. Het bevoegd gezag stelt zich garant voor het gericht inzetten van middelen voor het ondersteunen van dit schoolplan. De directie stelt het schoolbestuur jaarlijks op de hoogte van de bereikte doelen door middel van een jaarverslag. Samenhang met andere documenten De schoolgidsen in de periode 2011-2015 worden samengesteld op basis van de inhouden van het schoolplan. In dit schoolplan verwijzen we naar de volgende documenten, die aanwezig zijn op onze school: - Het strategisch beleidsplan 2009-2014 van stichting De Waarden. - Integraal personeelsbeleidsplan Stichting De Waarden. - Schoolgids - Zorgplan Weer Samen Naar School - Excellentieprogramma stichting De Waarden.
Schoolplan Kennedyschool 2011-2015
5
Vaststelling Het schoolplan is vastgesteld in de vergadering van het schoolteam d.d. 22 september 2011
Dhr. B.L.M. van Gils ……………………… directeur.
De MR heeft instemming verleend met het schoolplan d.d. 27 september 2011
……………………… voorzitter van de MR.
Het schoolplan is vastgesteld door het bestuur van de school d.d. ……………
……………………… voorzitter van het bestuur van Stichting de Waarden.
Schoolplan Kennedyschool 2011-2015
6
1. Uitgangspunten van het bestuur 1.1. Inleiding Ter voorbereiding op de schoolplanperiode 2011-2015 heeft het bestuur volgens een vooraf vastgesteld traject de strategische keuzes op bestuursniveau bepaald voor de komende schoolplanperiode. Deze keuzes zijn kader stellend voor de op te stellen schoolplannen van de afzonderlijke scholen. Tevens bieden ze voldoende ruimte om als school eigen specifieke invullingen te geven, afgestemd op bijzondere omstandigheden of op vormgeving van een specifiek concept. Alvorens het strategisch beleid definitief vast te stellen, is hierover uitvoerig overlegd met het directieberaad en de de werkgroepen. De GMR heeft instemming verleend aan dit strategisch beleidsplan voor de periode 2011-2015. De essenties van het geformuleerde beleid zijn vastgelegd in het Strategische Beleidsplan 2011-2015 van Stichting De Waarden. 1.2. De missie van Stichting De Waarden De missie van Stichting De Waarden vormt de basis voor de activiteiten van De Waarden. Een missie is niet tijdsgebonden. De missie van De Waarden is als volgt geformuleerd: Stichting De Waarden wil een vernieuwende en ontwikkelende organisatie zijn die vanuit de christelijke grondslag aan kinderen en personeelsleden een veilige en inspirerende werk- en leeromgeving biedt. De missie van onze organisatie is verwoord in ons mission statement: De Waarden: Kracht in onderwijs De Stichting dient te excelleren in ‘zorgzaamheid’ en dat dienen we bovenschools, maar ook op schoolniveau telkens en overal weer terug te zien. Daarbij is het begrip ‘rentmeesterschap’ de centrale waarde. Ouders dragen hun kinderen aan onze zorg over. Als goed rentmeester dienen wij voor deze kinderen te zorgen. De ouders geven ons daartoe de bevoegdheid en zij dragen daarmee een groot deel van hun pedagogische taak aan ons over. Maar rentmeesterschap gaat nog verder. Het betekent naast verantwoordelijkheid nemen voor degene die aan onze zorg zijn toevertrouwd ook verantwoording afleggen. Daarbij handelen we vanuit onze christelijke traditie. Verantwoordelijkheid leggen wij af naar binnen (C.v.B naar R.v.T, C.v.B naar directeuren en scholen, directeuren naar hun docenten, ouders en leerlingen) en naar buiten (naar de maatschappelijke omgeving, subsidiegevers enz)
1.3. De visie van Stichting De Waarden De visie van Stichting De Waarden omvat een duidelijke ambitie. Het geeft aan wat we willen bereiken, wat ons als Stichting succesvol maakt en welke kritische succesfactoren daarbij van belang zijn. In onze visie willen wij een Stichting zijn die veelzijdig onderwijs biedt, waarin de mogelijkheden van een ieder zo volledig mogelijk ontplooid worden. Kinderen hebben recht op kwalitatief hoogstaand en toekomstgericht onderwijs. Goed opgeleide en gemotiveerde personeelsleden zetten zich in voor een optimale ontwikkeling van iedere leerling, die in een prettige, veilige en uitdagende leeromgeving plaatsvindt. Vanuit de gedachte dat ieder mens uniek is, richten we ons onderwijs zo in dat er voor iedereen ruimte geboden wordt om zich optimaal te kunnen ontwikkelen binnen de mogelijkheden van het onderwijs op onze scholen, waarbij we nader willen verkennen wat we in de toekomst kunnen realiseren. Stichting De Waarden en haar scholen staan midden in de samenleving en hebben een duidelijke verbondenheid met de omgeving, allereerst met de direct betrokkenen zoals de ouders, maar ook met andere onderwijsinstellingen en overheden. Onze Stichting en onze scholen werken samen waar dit voordelen biedt en staan open voor toekomstige ontwikkelingen.
1.3.1 De visie op onderwijs. Schoolplan Kennedyschool 2011-2015
7
Centraal in deze periode staat “Passend onderwijs” en de ontwikkeling richting de brede zorgschool zoals dat in het document “profiel brede zorgschool” is omschreven. Deze omschrijving is als bijlage aan het strategisch beleidsplan toegevoegd. Spil in de realisatie van de “brede zorgschool” is de leerkracht. De professionele leerkracht moet zicht hebben op verschillen tussen de kinderen en inzicht hebben in hun mogelijkheden. Hij is in staat het aanbod af te stemmen op deze mogelijkheden om zo de kinderen optimaal voor te bereiden op de maatschappij. Het onderwijsbeleid binnen onze stichting zal er dan ook op gericht zijn om die voorwaarden te scheppen waardoor de leerkracht zich optimaal kan en mag ontwikkelen. Het accent zal de komende schoolplanperiode dan vooral liggen op de kwaliteitsaspecten 5 en 6 uit het toezichtskader 2009 van de inspectie en op de SBL competenties 3 (vakinhoudelijk en didactisch) en 7 (reflectie en ontwikkeling). 1.3.2 De visie op kwaliteitsbeleid. Ook de visie op kwaliteitsbeleid is verwoord in het strategisch beleidsplan 2011-2015. De kern van onze kwaliteitszorg is professionaliteit. Het kwaliteitssysteem dat we gebruiken richt zich op de speerpunten van onze stichting, geeft richting aan onze lerende organisatie en voldoet aan de eisen die de overheid daaraan stelt. 1.4 Strategische keuzes. Analyses leverden een overzicht op van de sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen van de hele organisatie. Er zijn analyses gemaakt n.a.v. de evaluatie van het voorgaande strategisch plan, door de scholen verstrekte gegevens, tevredenheids-enquêtes en inspectierapporten Deze gegevens werden gebruikt bij het bepalen van de strategische keuzes. Criteria bij de keuzes zijn de doelen, die het bestuur in de komende beleidsperiode wil realiseren. Hierna volgt een opsomming van deze strategische keuzes met per keuze een toelichting. 1.4.1. De brede zorgschool. Om de brede zorgschool te verwezenlijken zijn in de komende schoolplan periode belangrijk: - het werken volgens de uitgangspunten van het Handelingsgericht werken, waarbij HGPD en het werken met groepsplannen speerpunten zijn. - het opbrengstgericht leren werken, waarbij data analyse een steeds belangrijker rol moeten gaan spelen. - het “op maat maken” van ons onderwijs voor leerlingen die ver boven of ver beneden het gemiddelde presteren. Hierbij gaat het om de verdere ontwikkeling van beleid t.a.v. hoog/meerbegaafdheid en het werken met ontwikkelingsperspectieven voor leerlingen met speciale onderwijsbehoeften. 1.4.2 Kwaliteitszorg. Om onze kwaliteitszorg stap voor stap te focussen op de speerpunten van Stichting De Waarden is de komende schoolplanperiode nodig dat: “integraal” het gekozen instrument voor kwaliteitszorg goed geïmplementeerd wordt. het gekozen systeem voor collegiale visitatie verder wordt ontwikkeld ouder-, leerling- en personeelsenquêtes een standaardonderdeel van het systeem van kwaliteitszorg worden ons systeem van kwaliteitszorg zo transparant mogelijk en proces gericht is, waarbij gewerkt wordt volgens de PDCA- cyclus van Deming. 1.4.3: Personeelsleden Personeelsleden van Stichting De Waarden ontwikkelen zich tot “professionals” die vorm geven aan de “brede zorgschool”. Dit willen we bereiken door: • De competenties van de personeelsleden goed in beeld brengen. • Het opstellen van een schoolprofiel, waarin scholen aangeven welke competenties gewenst zijn. • De gesprekscyclus als sturingsinstrument voor de verdere loopplanontwikkeling te gebruiken. • Het inrichten van bekwaamheidsdossiers binnen het kwaliteitssysteem Integraal. • Goed en actief beleid ten aanzien werving en selectie en nascholing. • Een actief mobiliteitsbeleid gebaseerd op de juiste man/vrouw op de juiste plaats. • Voldoen aan de doelen van de functie-mix.
1.4.4. Profilering van de christelijke identiteit. Schoolplan Kennedyschool 2011-2015
8
De stichting wil uitgaan van christelijke waarden. De woordontlening van ‘ward ‘; behoeder, beschermer, is van toepassing op het werk. Het begrip ‘rentmeesterschap‘ geeft aan om welke belangrijke waarden van de christelijke traditie het gaat; wederzijds vertrouwen, verantwoording dragen en afleggen. De scholen horen een ‘leer – en leefgemeenschap te zijn en te worden en zo een bijdrage te leveren aan de humanisering van de wereld. Voor het onderwijswerk betekent dat verantwoording afleggen in pedagogische omgang met de kinderen, zorg – en onderwijsaanbod, organisatie en beleid, collegiale omgang, professionele ontwikkeling. Elke school heeft een eigen traditie en ontwikkeling. De eigenheid van elke school wordt door de bestuurlijke kaders ( i.c. fusiedocumentatie ) voor identiteitsontwikkeling ondersteund waarmee tevens de gezamenlijkheid van alle scholen wordt nagestreefd. De eigen accenten – PC, RK en interconfessioneel – betreffen godsdienstonderwijs, vieringen, het goede doen, sociaal-emotionele ontwikkeling en de relatie met geloofsgemeenschap. Elke school verheldert de eigen identiteit en neemt er verantwoordelijkheid voor. Hierbij denkt het bestuur onder meer aan godsdienstonderwijs, vieringen, pedagogische omgang, contact met geloofsgemeenschappen. 1.4.5. De brede school De samenhang en afstemming tussen BSO, TSO, VVE en CJG. Er wordt samengewerkt met peuterspeelzalen en kinderopvang, zodat er een doorgaande lijn van 0 tot 13 jaar ontstaat. 1.4.6. ICT als integraal onderdeel van het onderwijs. De scholen werken hun ICT-beleid uit binnen de kaders van het ICT-beleidsplan 2011-2014 van Stichting De Waarden. Het doel hierbij is om het leerrendement van leerlingen te verhogen door een beredeneerde en adequate inzet van ICT in het onderwijsleerproces.
Schoolplan Kennedyschool 2011-2015
9
2. De opdracht van onze school 2.1. Inleiding Dit hoofdstuk is dragend voor ons werk in de komende schoolplanperiode. We verantwoorden hier vanuit welke opvattingen het onderwijs verzorgd wordt. Deze opvattingen zijn gebaseerd op de persoonlijke visies van de leerkrachten verbonden aan de school en conclusies, die als schoolteam getrokken zijn uit de verzamelde gegevens, de informatie over nieuwe en te verwachten ontwikkelingen. Dit alles binnen de kaders van het door het bestuur vastgesteld strategisch beleid (zie hoofdstuk 1). Daarnaast is een interne analyse uitgevoerd met betrekking tot het onderwijs op onze school. Dat heeft geresulteerd in een aantal sterke en zwakke kanten van onze organisatie en kansen en bedreigingen in de nabije toekomst. Dit overzicht is gebruikt om de best mogelijke strategische keuzes te maken voor de toekomst. 2.2. Onze missie Onze stichting hanteert als motto: Kracht in onderwijs! Dit motto sluit mooi aan bij het motto van onze school, namelijk: Kanjers in ijzersterk onderwijs. Samen met de stichting willen een vernieuwende en ontwikkelende organisatie zijn die vanuit de christelijke grondslag aan kinderen en personeelsleden een veilige en inspirerende werk- en leeromgeving biedt. Daarbij: worden de mogelijkheden van eenieder zo volledig mogelijk ontplooid, wordt de zelfverantwoordelijkheid van de leerlingen en personeelsleden voor hun eigen ontwikkeling bevorderd, wordt de eigenheid van eenieder gerespecteerd, wordt uitgegaan van de vanzelfsprekendheid van de motivatie en inzet m.b.t. persoonlijke ontplooiing en professionele ontwikkeling, spelen de leerkrachten binnen de scholen een cruciale rol. Vanuit de gedachte dat ieder mens uniek is, richten we ons onderwijs zo in dat er voor iedereen ruimte geboden wordt om zich optimaal te kunnen ontwikkelen binnen de mogelijkheden van het onderwijs op onze scholen, waarbij we nader willen verkennen welke mogelijkheden we in de toekomst kunnen realiseren. Als beeld gebruiken we hiervoor het ijzermolecuul; IJzersterk onderwijs, een goede en logische samenhang van zaken, verbinding tussen mensen, klein maar de basis voor grotere zaken, stevig en stabiel, aandacht voor het fijne en transparant door eenvoud. 2.3. Onze visie In onze visie geven we aan hoe we ons onderwijs willen vormgeven. De beschreven uitgangspunten beschouwen we als kwaliteitscriteria waaraan we ons onderwijs in de komende periode willen toetsen. Deze missie is gebaseerd op 3 pijlers; welbevinden, basisvaardigheden en talenten. De Kennedyschool is een katholieke school, waarbij wij op basis van wederzijds respect openstaan voor kinderen en ouders met een andere culturele of religieuze achtergrond, zonder onze katholieke identiteit te verliezen.
Wij vinden het belangrijk dat de leerlingen goed geoefend worden in lezen, schrijven, rekenen en taal. Beheersing van de basisvaardigheden is voor ons een hoofddoel. We gebruiken methodes die zo gekozen zijn Schoolplan Kennedyschool 2011-2015
10
dat er grondig en systematisch mee gewerkt kan worden. De methodes kennen een stapsgewijze opbouw met tussentoetsen en differentiatie in basisstof, herhalings- en verrijkingsstof. In de onderbouw wordt naast de methodes voor basisvaardigheden ook gewerkt rond thema’s. Deze thema’s zijn vaak vakoverstijgend. Voor de vakken aardrijkskunde, geschiedenis, biologie/natuurkunde en verkeer gebruiken we aparte methodes. Rond de verschillende methodes beschikken de leerkrachten over diverse materialen die gebruikt kunnen worden voor remediëring, verdieping of verbreding. Ook wordt de werkvorm zelfstandig werken regelmatig gehanteerd met als doel de leerlingen steeds zelfstandiger te laten worden. Bovendien kan de leerkracht op de momenten dat leerlingen zelfstandig aan het werken zijn extra aandacht geven aan leerlingen die dat nodig hebben. De leerkrachten gebruiken in hun groepen een registratiesysteem om de vorderingen van de leerlingen bij te houden. Hierdoor worden leerproblemen snel opgespoord en kan er aan gewerkt worden. De zorg voor onze leerlingen vinden wij erg belangrijk, zowel leerlingen die moeite hebben met de stof, als leerlingen die juist wat meer aankunnen verdienen onze extra aandacht. Naast de methode- en groepsgebondenregistratie gebruiken we in alle groepen toetsen uit het Citoleerlingvolgsysteem. We erkennen en accepteren dat er verschillen zijn tussen leerlingen. Dit zijn vaak verschillen in tempo, capaciteiten, interesse, leeftijd en motivatie. We proberen binnen ons klassikale onderwijs op de volgende wijze tegemoet te komen aan deze verschillen: • Het geven van aangepaste instructie volgens het ADI-model. • Het aanbieden van alternatieve leerstrategieën. Niet elk kind hoeft alles op dezelfde wijze op te lossen. • Het aanpassen van de leerstof aan het niveau van het kind. Niet alle kinderen hoeven alles af te hebben en kinderen die wat meer kunnen bieden we meer uitdagende stof aan. Compacten en versnellen wordt zowel voor de leerlingen die wat meer aan kunnen gebruikt als ook voor de leerlingen die moeite hebben met de stof. Ook de sociale processen op school vinden we belangrijk. Daarom wordt individueel werken afgewisseld met samenwerken en spelen. We gaan er van uit dat realistisch en themagericht onderwijs de kinderen voldoende motiveert. De leerkracht is de baas in de groep, hij zorgt voor regelmaat, rust en maakt op zijn tijd een grapje. Belonen is belangrijker dan straffen. We hebben regels afgesproken die gelden zowel binnen de groep, als buiten de groep voor de hele school. Mocht het een keer misgaan dan spreken we de leerlingen daar op aan en maken we afspraken over een ander gedrag, soms met de ouders daarbij. 2.4. Interne en externe analyse. De interne analyse heeft het volgende beeld opgeleverd: Sterk Zwak Onderwijs en leren: leer- en hulpmiddelen Onderwijs en leren: ICT Pedagogisch klimaat: sfeer Onderwijs en leren: zorg Pedagogisch klimaat: veiligheid Onderwijs en leren: didactisch handelen Cultuur: interactie leerkracht - ouder Onderwijs en leren: opbrengsten Cultuur: interactie leerkracht - leerling Pedagogisch klimaat: Sociale omgang Management: directie Bedrijfsvoering: huisvesting Bedrijfsvoering: procedures Bedrijfsvoering: informatievoorziening Organisatie: overlegstructuur Schoolkeuze: verwachtingen (zie ook bijlage 1)
De externe analyse heeft het volgende beeld opgeleverd: Kans Methodes up-to-date Bezuinigingen Schoolplan Kennedyschool 2011-2015
Bedreiging
11
Betrokken ouders, leerlingen en leerkrachten Actief overleg tussen samenwerkingsverbanden Actieve samenwerking met andere scholen
Tijdsdruk i.c.m. verplichte ontwikkelingen
Door deze gegevens met elkaar te combineren en af te zetten tegen wat we op onze school willen realiseren, zijn uit een veelheid van mogelijkheden de volgende strategische keuzes gemaakt voor de komende jaren.
Schoolplan Kennedyschool 2011-2015
12
Hierna volgt een opsomming daarvan met per keuze de aandachtpunten voor deze schoolplanperiode.. 1. Ontwikkeling naar de Brede Zorgschool, waarbij we aansluiten bij de onderwijsbehoefte van onze leerlingen. Aandachtspunten: Leerstofaanbod. Wij vinden goed onderwijs in de basisvaardigheden rekenen, taal en lezen belangrijk. Wij willen alle leerlingen een goede basis meegeven. Dit leidt tot de volgende ontwikkelpunten: Doorgaande leerlijnen voor rekenen, taal en lezen zijn helder en bekend bij alle leerkrachten. Het onderwijs in de basisvaardigheden is afgestemd op het niveau van de leerling. (versnellen – compacten – individuele leerlijn – verrijken - vaststellen van het onderwijsperspectief van de leerling). Didactisch handelen. De leerkrachten stemmen hun instructie af op de verschillen in de ontwikkeling tussen de leerlingen. Er wordt gebruik gemaakt van het activerende directe instructiemodel. (Instructie op 3 niveaus.) Het onderwijs binnen de groep wordt door de leerkracht zo ingericht dat het tegemoet komt aan de verschillen die er zijn tussen leerlingen. De leerkracht is in staat om op een adequate wijze om te gaan met de verschillen tussen de kinderen. De leerkracht zorgt voor een werkomgeving waarbij hij de leerlingen actief betrekt bij de onderwijsactiviteiten. De doorgaande lijn zelfstandig werken is zichtbaar in de school. In alle groepen wordt er gewerkt met een planbord zelfstandig werken. ICT maakt onderdeel uit van de dagelijkse onderwijspraktijk ter ondersteuning van ons onderwijs. Pedagogisch handelen. Werken aan het welbevinden van de leerlingen vinden we erg belangrijk. De Kanjertraining maakt in alle groepen onderdeel uit van het lesprogramma. Er zijn duidelijke regels en procedures voor algemeen gedrag die op de hele school gelden. De leerkrachten gebruiken de gegevens van het leerlingvolgsysteem voor sociaal-emotionele ontwikkeling om leerlingen te begeleiden. De leerkracht kan verschillende samenwerkingsvormen hanteren in verschillende lesmomenten en onderwijsleersituaties. De leerkracht leert kinderen sociale vaardigheden aan die goed samenwerken mogelijk maken. In alle groepen is er een visuele dagplanning zichtbaar. Op school heerst een sfeer van onderling respect en vertrouwen. In het leerlingjournaal noteren we die zaken die belangrijk zijn voor de ontwikkeling van de leerling. Leerlingenzorg en begeleiding. Invoeren 1-zorg route: HGPD en werken met groepsplannen. Werken met schoolspecifiek zorgplan (onderling samenwerken en toetsing) Project hoogbegaafdheid. Checklist onderkennende dyslexieverklaring Edux (CODE) Positie en rol van de SBO: Het SBO voert de volgende taken uit: Expertise centrum (Preventieve) ambulante begeleiding (met name gericht op begeleiding van de leerkracht) Sparringpartner LEA – afstemming voorschoolse en PO/VO aansluiting. Werken met DLE. Opbrengst gericht werken. Meer halen uit de toetsen van ons leerlingvolgsysteem om het onderwijs te verbeteren (Gebruik maken van de trendanalyse en de dwarsdoorsnede). Voor rekenen, taal en lezen de minimale doelen formuleren. Gegevens uit de ouder-, leerling- en personeelsenquête gebruiken om het onderwijs te verbeteren. Gegevens uit interne-audit/visitatie (uitgevoerd door een collega directeur) worden gebruikt om ons onderwijs te verbeteren. 2. Ontwikkeling naar een professionele onderwijsorganisatie, waarbinnen leerkrachten zich als professional kunnen profileren en waar gebruik wordt gemaakt van de kwaliteiten van de leerkrachten. Schoolplan Kennedyschool 2011-2015
13
Aandachtspunten: De schoolleider ontpopt zich als onderwijskundig leider. Hij is verantwoordelijk voor het leerproces van de leerlingen en de leerkrachten. Hij wordt hierbij ondersteunt door het managementteam. Competentiemanagement (IPB) op school is ingevoerd. Hierbij worden schoolontwikkeling, kwaliteitszorg en personele ontwikkeling geïntegreerd. Gesprekscyclus is ingevoerd (voortgangs-, functionerings- en beoordelingsgesprekken) Er wordt gewerkt met persoonlijke ontwikkelplannen, die in het teken staan van de schoolontwikkeling. Er wordt gebruikgemaakt van een 360-graden feedback instrument. Voor alle leerkrachten is er een digitaal personeelsdossier. Het personeelsdossier bevat het bekwaamheidsdossier van elk personeelslid. Er is een goed nascholingsbeleid. De nascholing richt zich zowel op teamscholing als op individuele scholing. Er wordt gebruik gemaakt van de kwaliteiten en specialisaties van leerkrachten. Intervisie (maatjeswerk) is een gewoon goed binnen onze organisatie. Leren van elkaar (ook van collega’s van andere scholen) hoort hier zeker bij. 3.
Externe partijen (ouders, BSO, KDV, Peuterspeelzaal, VO, Julianaschool) betrekken bij de onderwijskundige ontwikkeling van de school. Aandachtspunten: Schoolontwikkeling is een vast agendapunt op de vergaderingen van de medezeggenschapsraad. Ouders worden via informatiebulletin op de hoogte gebracht van de onderwijskundige ontwikkelingen. Tijdens ouderinformatieavonden maken ouders kennis met de ontwikkelingen op school. Er worden aparte ouderavonden belegd rond een bepaald thema, b.v. rekenen, kanjertraining. Leerkrachten onderbouw overleggen met leidsters KDV en peuterspeelzaal. Overleg met de Julianaschool om tot een “betere” samenwerking te komen. 2.5. Strategische keuzes en missie en visie Missie en visie bouwen op veel punten voort op ontwikkelingen in het verleden. In de school is dan ook al veel van wat we belangrijk vinden in ons onderwijs terug te vinden. Dit blijkt uit het volgende overzicht: Onderdelen van de visie, die gerealiseerd zijn: Uitbouwen HGPD-gedachte Groepsplannen Ontwikkelperspectief Knoppencursus Parnassys Overzichten lezen en gebruiken binnen Parnassys Toetskalender actualiseren Instructiebehoefte leerlingen
Eerste opstap is gemaakt, krijgt een vervolg Eerste opstap is gemaakt, krijgt een vervolg Eerste opstap is gemaakt, krijgt een vervolg Afgewerkt, herhaling blijft noodzakelijk Eerste opstap is gemaakt, krijgt een vervolg Afgewerkt ADI is ingevoerd, onderwijsbehoefte wordt vervolgd Invoeren sociaal-emotionele ontwikkelingsmethode Voorbereiding door specialist is in gang gezet, “Zien” implementatie volgt Invoeren protocol Excellentieprogramma Basisstappen zijn gezet, verdere implementatie en borging volgen nog Dyslexieprotocol invoeren Werkgroep heeft voorbereidende fase bijna afgerond, wordt volgend jaar geïmplementeerd Invoeren groepsdoorbrekend rekenen Is ingevoerd, verdere ontwikkeling blijft doorgaan Integraal personeelsbeleid opzetten Plan is opgezet en in gang gezet, jaarlijks terugkomende cyclus Verbetering Kwaliteitszorg “Oude” systeem blijvend hanteren, eerste opzet naar nieuwe audit is geslaagd. Blijvend jaarlijks terugkomend traject Borging Kanjertraining Wordt jaarlijks blijvend onderhouden In onderstaand overzicht geven we aan hoe we op dit moment de stand van zaken ten aanzien van de hoofdpunten van de missie en visie inschatten die nog niet gerealiseerd zijn en hoe die zich verhouden tot de strategische keuzes. Schoolplan Kennedyschool 2011-2015
14
Aspecten van de missie/visie 1.Katholieke school 2.Basisvaardigheden 3.Opbrengsten en tussendoelen
4.Zelfstandig werken 5.Registratiesysteem
6.Excellentieprogramma/ onderwijsbehoefte
7.HGW/zorgsysteem
8.Sociaal-emotionele ontwikkeling
9.Dyslexieprotocol invoeren 10.Invoeren groepsdoorbrekend rekenen
Vragen met betrekking tot strategische keuzes Wat doen we daaraan, hoe is dat in een doorgaande lijn opgebouwd, wat is hierin ons beleid? Welke methodes hebben we, hoe up-to-date zijn deze, wanneer dienen welke methodes vervangen te worden, welke eisen stellen we daaraan? Naar welke opbrengsten werken we toe, op welke gebieden, wat als we die niet halen, hoe worden ze in kaart gebracht, hoe worden ze geëvalueerd, welke tussendoelen beogen we, hoe realiseren we dat, hoe is de overdracht daarbij? Hoe werkt het systeem, hoe begeleiden we kinderen tot zelfstandige burgers in de maatschappij? Wat wordt van iedere leerkracht verwacht te kunnen en hoe, hoe ga je om met dat systeem als signaleringssysteem, wat gebeurt er daarna, wat leggen we waar, wanneer en door wie vast? Het is tevens een voortborduren op de “knoppencursus Parnassys” van vorig jaar, net zoals het onderdeel “Overzichten lezen en gebruiken binnen Parnassys” Hoe screenen we meerbegaafden, wat bieden we ze structureel aan, hoe richten we een plusklas in, in welk format brengen we de onderwijsbehoefte in kaart, hoe gaan we daar mee om, hoe richten we ons onderwijs in dat kinderen ook daadwerkelijk profijt hebben van het bekendzijn van die onderwijsbehoefte, hoe kunnen we de stap maken naar groepsplannen en wat is daarvan de meerwaarde? Vervolg van vorig jaar “Ontwikkelperspectief”, “Instructiebehoefte leerlingen” en “Invoeren protocol Excellentieprogramma”. Hoe zetten we ons huidig denken en handelen (vaak curatief) om in denken en handelen vanuit de HGW-methode, hoe betrekken we daar ouders bij, hoe verzorgen we de registratie eromheen, hoe borgen we dit geheel? Vervolg van vorig jaar “uitbouwen HGPD-gedacht” en “Groepsplannen”. Hoe borgen we onze planmatige aanpak binnen ons leerstofjaarklassensysteem, hoe houden we er een doorgaande lijn op na, hoe brengen we de ontwikkeling van kinderen in kaart en hoe sturen we op hun ontwikkeling, hoe worden ouders erbij betrokken, wat is haalbaar? Dit is de implementatie van het vorig jaar in gang gezette onderdeel “Invoeren sociaal-emotionele ontwikkelingsmethode “Zien”. Het dyslexieprotocol wordt in voorbereidende fase afgewerkt en daarna geïmplementeerd in alle groepen. Met het aanschaffen van een nieuwe rekenmethode, het in gang zetten van het gebruik van de onderwijsbehoeften ontstaat de discussie of groepsdoorbrekend rekenen in deze vorm nog wenselijk dan wel noodzakelijk is.
Andere onderwerpen, die niet voortkomen uit de visie, maar die we wel willen opnemen in onze meerjarenplanning: 11. Kwaliteitsbewustzijn
De school voldoet in zeer hoge mate aan de doelen die de inspectie stelt aan modern onderwijs.
2.6. Consequenties voor de meerjarenplanning Zie hiervoor bijlage 2 en 3 (strategisch beleidsplan)
Schoolplan Kennedyschool 2011-2015
15
3. Onderwijskundige vormgeving 3.1. Inleiding In dit hoofdstuk wordt aangegeven hoe het onderwijs op de school vormgegeven wordt. In de beschrijving van dit hoofdstuk wordt duidelijk gemaakt, hoe invulling gegeven wordt aan de wettelijke opdracht van het onderwijs rekening houdend met de missie van de school en hetgeen in de komende schoolplanperiode gerealiseerd wordt gezien de visie. Beide zijn beschreven in het vorige hoofdstuk. 3.2. Wettelijke opdracht van het onderwijs In de wet op het primair onderwijs staat in een aantal artikelen beschreven aan welke eisen het onderwijs moet voldoen. In de hierna volgende paragrafen wordt aangegeven op welke wijze wij invulling geven aan deze wettelijke eisen. 3.2.1. Ononderbroken ontwikkeling Artikel 8 lid 1 van de WPO geeft aan: Het onderwijs wordt zodanig ingericht, dat de leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doorlopen. Het wordt afgestemd op de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen. Op onze school geven we hieraan als volgt vorm: We zijn een school met een leerstofjaarklassensysteem. Hierbinnen streven we ernaar zoveel mogelijk aan te sluiten bij de ontwikkelingsfase waarin het kind zich bevindt. Bij onze methodekeuzes kijken we gericht naar hoe het aanbod zich opbouwt door de jaren heen. Binnen de werkwijzen die we hanteren zorgen we voor een doorgaande lijn. Binnen het reguliere aanbod wordt steeds gekeken welke leerlingen verbreding, verdieping of vermindering nodig is. Of waarbij een andere aanpak gerealiseerd dient te worden. Om de onderwijsbehoeftes goed in kaart te brengen gebruiken we diverse toets- en observatie-instrumenten. In de groepen 1-2 vormen regelmatige observaties de basis voor het volgen van de ontwikkeling van de kinderen. Rekening houdend met de ontwikkeling van het kind worden activiteiten aangeboden die aansluiten bij de belangstelling en die het kind verder helpen bij de individuele ontwikkeling. We bieden zowel individuele als groepsactiviteiten aan. We gebruiken de CITO toetsen “Rekenen voor kleuters” en “Taal voor kleuters” als meetinstrument. We gebruiken de ontwikkelingsgegevens samen met de toetsgegevens om te bekijken wanneer een kind toe is aan groep 3 en verantwoord kan doorstromen. In de groepen 3 t/m 8 leiden regelmatige observaties tot inzicht in de sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind. Daarnaast maken we, indien gewenst een sociogram. CITO toetsen worden structureel volgens een toetskalender in alle groepen afgenomen voor de ontwikkelingsgebieden technisch en begrijpend lezen, spelling, woordenschat en rekenen/wiskunde. Daarnaast nemen we de methodegebonden toetsen af. Naar aanleiding van de toetsresultaten wordt in overleg met de intern begeleider nader bekeken of er extra zorg geboden moet worden. Dit gebeurt volgens de richtlijnen van HGPD. We gebruiken de ontwikkelingsgegevens samen met de toetsgegevens om te bekijken of een kind voldoende bagage heeft om door te stromen naar een volgende groep. Kinderen komen in aanmerking voor leerstofverlenging wanneer er sprake is van een algehele ontwikkelingsachterstand en er (nog) geen sprake is van en specifieke leerstoornis. Kinderen die leerstofverlenging krijgen worden uitgedaagd naar hun mogelijkheden, de specifieke begeleiding staat omschreven in een handelingsplan. Kinderen kunnen versnellen wanneer er sprake is van een algehele ontwikkelingsvoorsprong. Er zijn afspraken hoe we omgaan met signalering van meerbegaafdheid en de mogelijkheden tot afstemming van ons onderwijs daarin. Kinderen met een specifieke leerstoornis kunnen doorstromen naar de volgende groep, mits er mogelijkheden liggen om tegemoet te komen aan de behoefte van dat kind. Wij ontwikkelen ons als brede zorgschool Schoolplan Kennedyschool 2011-2015
16
in deze schoolplanperiode en zullen steeds beter tegemoet komen aan die specifieke behoeften. Voor kinderen met een ontwikkelingsachterstand van één jaar of meer wordt een ontwikkelingsperspectief opgesteld. Wel zijn we nog volop in ontwikkeling hoe we dat het beste kunnen verantwoorden. Het welbevinden van het kind zal altijd leidend zijn voor de te maken keuzes. Om zoveel mogelijk aan te sluiten bij de ontwikkeling van het kind en een ononderbroken ontwikkeling te realiseren werken we in alle klassen op een doorgaande manier met zelfstandig werken. 3.2.2. Brede ontwikkeling Artikel 8 lid 2 WPO geeft aan: Het onderwijs richt zich in elk geval op de emotionele en de verstandelijke ontwikkeling, en op het ontwikkelen van creativiteit, op het verwerven van noodzakelijke kennis en van sociale, culturele en lichamelijke vaardigheden (brede ontwikkeling). Dit geven wij op de volgende wijze vorm: Op school vinden wij het erg belangrijk dat kinderen zich prettig en veilig voelen. We besteden daarom veel aandacht aan het vormen en stimuleren van de sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen. Dit vloeit voort uit onze visie en past bij het opgroeien tot actieve burgers. We maken hiervoor onder andere gebruik van Trefwoord en het actief inzetten van Kanjertraining. In het kader van cultuureducatie verzorgt muziekschool Amadeus voor groep 5 het project ‘Muziek met een staartje’ bij ons op school, waarbij de leerlingen kennismaken met een gevarieerd aanbod van muziekinstrumenten, door middel van het leren van liedjes en het volgen van lessen van gastdocenten. Er wordt ingegaan op het instrument, waaraan diverse activiteiten gekoppeld worden. De vakdocent vertelt iets over de geschiedenis, het ontstaan van het instrument en demonstreert hoe het instrument werkt. Wij vinden het belangrijk dat alle kinderen m.b.t. cultuureducatie met alle disciplines in aanraking komen, zodat ze weten uit wat voor verschillende vormen cultuur bestaat. Dat doen we door naar voorstellingen, tentoonstellingen en kunstproducten die worden georganiseerd voor samenwerkende scholen en vaak plaatsvinden op scholen, in theaters en musea toe gaan. Alle programmaonderdelen worden ingebed in een educatieve omgeving, wat concreet betekent dat het contact met het kunstproduct vergezeld gaat van een voorbereiding en/of verwerking in de klas. Hierbij worden verschillende werkvormen gehanteerd: d.m.v. lessen uit lerarenhandleidingen, kunstenaars in de klas, projecten, nieuwe media, etc. Kleuters hebben veel bewegingsbehoefte en het bieden van ruimte voor de motorische ontwikkeling staat dan ook dagelijks op het programma in groep 1/2. Zowel ’s morgens als ’s middags spelen de kinderen buiten of in de speelzaal. In de speelzaal worden activiteiten aangeboden met klein materiaal of klauter- en duikelmateriaal. Er worden daarnaast spellessen gegeven of activiteiten aangeboden waarbij dans, muziek en/of drama centraal staan. Vanaf groep 3 wordt er naast het dagelijkse buiten spelen tweemaal per week bewegingsonderwijs gegeven in de grote gymzaal. Tijdens de lessen bewegingsonderwijs wordt aandacht besteed aan vaardigheden op verschillende toestellen, maar ook wordt er aan sport en spel gedaan. Verschillende lokale verenigingen laten onze leerlingen kennismaken met hun sport door het organiseren van lessen onder schooltijd. We nemen als school jaarlijks deel aan diverse schoolsporttoernooien. Eens per jaar organiseren wij een sportdag waaraan alle kinderen deelnemen. Beweging en plezier in beweging staat daarin centraal. Het verkeersonderwijs neemt op onze school een belangrijke plaats in. Naast de wekelijkse verkeerslessen in alle groepen wordt structureel aandacht besteed aan praktische zaken zoals: veiligheid in de auto, fietscircuits op het schoolplein en oversteekles. Daarnaast doen eens in de twee jaar alle kinderen van groep 7 en 8 mee aan landelijk verkeersexamen. 3.2.3. Multiculturele samenleving Artikel 8 lid 3 WPO geeft aan: Het onderwijs: a. gaat er mede van uit dat leerlingen opgroeien in een pluriforme samenleving, b. is mede gericht op het bevorderen van actief burgerschap en sociale integratie, en c. is er mede op gericht dat leerlingen kennis hebben van en kennismaken met verschillende achtergronden en culturen van leeftijdgenoten. Schoolplan Kennedyschool 2011-2015
17
Het onderwijs wordt zodanig ingericht dat daarbij op structurele en herkenbare wijze aandacht wordt besteed aan het bestrijden van achterstanden in het bijzonder in de beheersing van de Nederlandse taal. Daar zorgen we op onze school op de volgende manier voor: Actief burgerschap wordt omschreven als de bereidheid en het vermogen deel uit te maken van een gemeenschap en daar een actieve bijdrage aan te leveren. Om zo’n burger te kunnen worden zijn er een aantal vaardigheden die je moet leren beheersen. Centraal staan vier sociale taken die onze leerlingen als burger moeten kunnen vervullen bij het verlaten van de school: 1. Democratisch handelen: kunnen overleggen, je een mening kunnen vormen en samen tot een besluit kunnen komen. Hieraan werken we met name door het inzetten van coöperatief leren. 2. Maatschappelijk verantwoord handelen: verantwoordelijkheid nemen voor je eigen gedrag, ten behoeve van de gemeenschap. We spreken elkaar aan op ons gedrag. We zijn op vele momenten bezig de leerlingen zich bewust te laten worden van de wereld om hen heen. Ze leren, op hun eigen niveau, de samenhang zien tussen het eigen gedrag en de invloed die dat gedrag heeft op de wereld. Dit geldt voor sociaal gedrag, maar ook bijvoorbeeld voor consumptiegedrag. We gebruiken hier de volgende middelen voor: • De methoden van de zaakvakken (zie H. 2.3) • Trefwoord • Kanjertraining • School TV • Diverse uitgaven van SchoolTV en SamSam • Diverse voorlichtingen en projecten rond maatschappelijke thema’s, zoals: gehandicapten, milieu, vuurwerk, verslaving etc. door de school heen. • Deelname aan schoolsportevenementen • Bezoek aan exposities 3. Omgaan met conflicten: Via Trefwoord zijn we vrijwel dagelijks bezig met het bespreken en verwerken van waarden. Daarnaast besteden we aandacht aan het omgaan met elkaar en hebben we een pestprotocol. 4. Omgaan met verschillen: ‘Om kunnen gaan met diversiteit, weten en accepteren dat iedereen anders is. Je mag zijn wie je bent, met je eigen-aardigheden’ zijn onze uitgangspunten in het omgaan met de kinderen. We helpen de leerlingen om ook op die manier met elkaar om te gaan. Elkaars sterke en minder sterke punten kennen en gebruik maken van elkaars talent. Mogen werken op eigen niveau, binnen vastgestelde kaders. Accepteren dat er verschil in werkniveau, in snelheid en in hoeveelheid werk is. Via Trefwoord, Kanjertraining, SamSam, School TV en de zaakvakken maken leerlingen kennis met het leven in andere landen, maar ook met verschillende culturen binnen Nederland. Ook besteden we in de klas aandacht aan verschillen tussen thuissituaties en religieuze achtergrond van leerlingen. Daarnaast weten de kinderen op basaal niveau hoe onze democratie is ingericht en waarom. Dit leren we ze m.b.v. de geschiedenismethode en SchoolTV-weekjournaal en de gesprekken die daarop volgen. Ook proberen we de kinderen waar mogelijk inspraak te geven bij de gang van zaken in de groep. De regels (gedragsregels) worden dan ook jaarlijks met de kinderen samen opgesteld per groep, naast de bestaande, vastgelegde schoolregels. 3.3. Kerndoelen Artikel 9 lid 5 WPO geeft aan: Ten aanzien van de onderwijsactiviteiten, genoemd in het eerste tot en met vierde lid, worden bij algemene maatregel van bestuur kerndoelen vastgesteld. En in artikel 9 lid 6: Voor de school geldt de eis dat zij tenminste de kerndoelen bij haar onderwijsactiviteiten als aan het eind van het basisonderwijs te bereiken doelstellingen hanteert. Hierna volgt een beschrijving van de leerstofgebieden waarvoor kerndoelen geformuleerd zijn en hoe deze op onze school aan de orde komen. Schoolplan Kennedyschool 2011-2015
18
Wij werken met lesmethoden voor de verschillende vakken. Daarnaast maken we aanvullend gebruik van eigen/ander materiaal. Al onze methoden zijn kerndoeldekkend en bieden leerstof, oefenstof en verwerkingsmateriaal op verschillende niveaus.
Schoolplan Kennedyschool 2011-2015
19
Nederlandse taal: Hieronder wordt begrepen: Mondeling taalonderwijs Schriftelijk taalonderwijs Taalbeschouwing waaronder strategieën Mondeling taalonderwijs Hiervoor gebruiken wij de volgende materialen: Voor alle aspecten van het taalonderwijs gebruiken wij hoofdzakelijk de volgende materialen: Groep 4 t/m 8: De methode Taal Verhaal, inclusief de leergang spelling Groep 3: Veilig leren lezen (nieuwe versie) Groep 1-2: o.a. Schatkist De werkwijzen die wij hiervoor hanteren, zijn: Groep 3 t/m 8: conform de methoden Groep 1-2: Schatkist thema’s conform de methode met eigen aanvullingen, eigen thema’s a.d.h.v. het ontwerpschema voor ontwikkelingsgericht onderwijs. Naast de methoden houden de kinderen meerdere malen boekbesprekingen en spreekbeurten om te leren spreken voor een groep. In de komende schoolplanperiode willen wij de volgende veranderingen realiseren: - Doorgaande lijn boekbesprekingen en spreekbeurten, en de beoordeling daarvan, schriftelijk vaststellen. Schriftelijk taalonderwijs Hiervoor gebruiken wij de volgende materialen: Groep 4 t/m 8: De methode Taal Verhaal, inclusief de leergang spelling Groep 3: Veilig leren lezen (nieuwe versie) Groep 1-2: o.a. Schatkist De werkwijzen die wij hiervoor hanteren, zijn: conform de methoden. Daarnaast maken de kinderen gedurende hun schooltijd meerdere malen een werkstuk. In de komende schoolplanperiode willen wij de volgende veranderingen realiseren: - Doorgaande lijn werkstukken, en beoordelingen daarvan, schriftelijk vaststellen. Taalbeschouwing waaronder strategieën Hiervoor gebruiken wij de volgende materialen: Groep 4 t/ 8: De methode Taal Verhaal, inclusief de leergang spelling Groep 3: Veilig leren lezen Groep 1-2: Schatkist thema’s conform de methode met eigen aanvullingen, eigen thema’s a.d.h.v. het ontwerpschema voor ontwikkelingsgericht onderwijs. Binnen elk thema worden activiteiten gedaan met letters en lezen. Naast de methoden besteden we in de groepen 7 en 8 extra aandacht aan zinsontleding. De werkwijzen die wij hiervoor hanteren, zijn: conform de methoden. In de komende schoolplanperiode willen wij de volgende veranderingen realiseren: In de komende schoolplanperiode willen wij geen veranderingen realiseren. Aan het leergebied Nederlandse taal wordt op onze school de volgende tijd besteed: Groep 1 280 min Groep 3 330 min Groep 5 375 min Groep 7 375 min Groep 2 340 min Groep 4 330 min Groep 6 375 min Groep 8 375 min Over de hele periode gerekend is dat 24% van de totale onderwijstijd.
Schoolplan Kennedyschool 2011-2015
20
Technisch lezen Hiervoor gebruiken wij de volgende materialen: Groep 4 t/m 8: Estafette (nieuwe versie) Groep 3: Veilig leren lezen (nieuwe versie) Groep 1-2: actief bezig met ontluikende geletterdheid in combinatie met Schatkist. De werkwijzen die wij hiervoor hanteren zijn: Groep 3 t/m 8: conform de methoden Groep 1-2: Schatkist thema’s conform de methode met eigen aanvullingen, eigen thema’s a.d.h.v. het ontwerpschema voor ontwikkelingsgericht onderwijs. Binnen elk thema worden activiteiten gedaan met letters en lezen. In de komende schoolplanperiode willen wij de volgende veranderingen realiseren: In de komende schoolplanperiode willen wij de nieuwe Estafette verder invoeren in groep 6 en vervolgens ook in 7 en 8. Begrijpend en studerend lezen Hiervoor gebruiken wij de volgende materialen: Gr 4 t/m 8: De methode Tussen de regels in combinatie met Nieuwsbegrip De werkwijzen die wij hiervoor hanteren zijn: conform de methoden In de komende schoolplanperiode willen wij de volgende veranderingen realiseren: In de komende schoolplan periode willen wij gaan kijken hoe wij Nieuwsbegrip willen gaan gebruiken, als vaste methode of eventueel naast de methode. Aan het leergebied lezen wordt op onze school de volgende tijd besteed: Groep 1 Groep 3 150 min Groep 5 210 min Groep 7 Groep 2 Groep 4 210 min Groep 6 210 min Groep 8 Over de hele periode gerekend is dat 9% van de totale onderwijstijd.
Schoolplan Kennedyschool 2011-2015
150 min 150 min
21
Schrijven Hiervoor gebruiken wij de volgende materialen: De methode Pennenstreken. De werkwijzen die wij hiervoor hanteren zijn: Conform de methode In de komende schoolplanperiode willen wij de volgende veranderingen realiseren: Komende schoolplanperiode willen wij geen veranderingen realiseren. Aan het leergebied schrijven wordt op onze school de volgende tijd besteed: Groep 1 30 min Groep 3 120 min Groep 5 45 min Groep 7 Groep 2 30 min Groep 4 60 min Groep 6 45 min Groep 8 Over de hele periode gerekend is dat 4 % van de totale onderwijstijd.
45 min 45 min
Engelse taal: Hiervoor gebruiken wij de volgende materialen: Gr 7 en Gr 8: Methode Hello World De werkwijzen die wij hiervoor hanteren, zijn: Conform de methode. In de komende schoolplanperiode willen wij de volgende veranderingen realiseren: Komende schoolplanperiode willen wij geen veranderingen realiseren. Aan het leergebied Engelse taal wordt op onze school de volgende tijd besteed: Groep 1 Groep 3 Groep 5 Groep 7 Groep 2 Groep 4 Groep 6 Groep 8 Over de hele periode gerekend is dat 1 % van de totale onderwijstijd.
Schoolplan Kennedyschool 2011-2015
60 min 60 min
22
Rekenen/wiskunde Hieronder wordt begrepen: Wiskundig inzicht en handelen Getallen en bewerkingen Meten en meetkunde Wiskundig inzicht en handelen Hiervoor gebruiken wij de volgende materialen: Groep 3 t/m 8: Pluspunt, aanvullende computerprogramma’s van Ambrasoft Groep 1-2: Schatkist, eigen (ontwikkelings-)materiaal, diverse computerprogramma’s Op het moment dat leerlingen moeite hebben met bepaalde onderdelen wordt er gebruik gemaakt van Maatwerk rekenen. We gebruiken de routeboekjes van Maatwerk voor leerlingen met een eigen leerlijn. De werkwijzen die wij hiervoor hanteren, zijn: conform de methode In de komende schoolplanperiode willen wij de volgende veranderingen realiseren: - Nieuwe methode voor de hele school m.i.v. 2011-2012 (nieuwe pluspunt) - Implementatietraject m.i.v 2011-2012 (nieuwe pluspunt) - Afspraken rond gebruik en beoordeling vastleggen. Getallen en bewerkingen Hiervoor gebruiken wij de volgende materialen: Groep 3 t/m 8: Pluspunt, aanvullende computerprogramma’s van Ambrasoft Groep 1-2: Schatkist, eigen (ontwikkelings-)materiaal en diverse computerprogramma’s Op het moment dat leerlingen moeite hebben met bepaalde onderdelen wordt er gebruik gemaakt van Maatwerk rekenen. We gebruiken de routeboekjes van Maatwerk voor leerlingen met een eigen leerlijn. De werkwijzen die wij hiervoor hanteren, zijn: conform methode In de komende schoolplanperiode willen wij de volgende veranderingen realiseren: - Nieuwe methode voor de hele school m.i.v. 2011-2012 (nieuwe pluspunt) - Implementatietraject m.i.v 2011-2012 (nieuwe pluspunt) - Afspraken rond gebruik en beoordeling vastleggen Meten en meetkunde Hiervoor gebruiken wij de volgende materialen: Groep 3 t/m 8: Pluspunt, aanvullende computerprogramma’s van Ambrasoft Groep 1-2: Schatkist, eigen (ontwikkelings-)materiaal en diverse computerprogramma’s Op het moment dat leerlingen moeite hebben met bepaalde onderdelen wordt er gebruik gemaakt van Maatwerk rekenen. We gebruiken de routeboekjes van Maatwerk voor leerlingen met een eigen leerlijn. De werkwijzen die wij hiervoor hanteren, zijn: Conform methode In de komende schoolplanperiode willen wij de volgende veranderingen realiseren: - Nieuwe methode voor de hele school m.i.v. 2011-2012 (nieuwe pluspunt) - Implementatietraject m.i.v 2011-2012 (nieuwe pluspunt) - Afspraken rond gebruik en beoordeling vastleggen Aan het leergebied rekenen/wiskunde wordt op onze school de volgende tijd besteed: Groep 1 200 min Groep 3 300 min Groep 5 300 min Groep 7 300 min Groep 2 260 min Groep 4 300 min Groep 6 300 min Groep 8 300 min Over de hele periode gerekend is dat 19% van de totale onderwijstijd.
Schoolplan Kennedyschool 2011-2015
23
Oriëntatie op jezelf en de wereld Hieronder wordt begrepen: Mens en samenleving Natuur en techniek Ruimte Tijd Mens en samenleving Hiervoor gebruiken wij de volgende materialen: Groep 1 t/m 8: Trefwoord, Kanjer Groep 5 t/m 8: Een wereld van verschil (aardrijkskunde) en Bij de tijd (geschiedenis) Groep 3-4: Eigen invulling m.b.v. thema’s m.b.t. aardrijkskunde en geschiedenis Groep 1-2: Schatkist en eigen thema’s Alle groepen kijken naar SchoolTV programma’s gerelateerd aan oriëntatie op jezelf en de wereld De werkwijzen die wij hiervoor hanteren, zijn: conform methoden In de komende schoolplanperiode willen wij de volgende veranderingen realiseren: In de komende schoolplanperiode willen we ons blijven bijscholen in de Kanjermethode d.m.v. herhaling-/verdiepingscursussen. Natuur en techniek Hiervoor gebruiken wij de volgende materialen: Groep 3-4: de methode Leefwereld en Huisje, boompje beestje Groep 5 t/m 8: de methode Natuniek Groep 1-2: Schatkist (a.d.h.v. de seizoenen), eigen thema’s De werkwijzen die wij hiervoor hanteren, zijn: conform de methode In de komende schoolplanperiode willen wij de volgende veranderingen realiseren: In de komende schoolplanperiode willen wij geen veranderingen realiseren Tijd Hiervoor gebruiken wij de volgende materialen: Groep 5 t/m 8: Bij de tijd De werkwijzen die wij hiervoor hanteren, zijn: Conform methode In de komende schoolplanperiode willen wij de volgende veranderingen realiseren: In de komende schoolplanperiode willen wij geen veranderingen realiseren Ruimte Hiervoor gebruiken wij de volgende materialen: Groep 1-2: School op Seef Groep 3 t/m 8: de methode Klaar over verkeer Groep 5 t/m 8: Een wereld van verschil voor aardrijkskunde De werkwijzen die wij hiervoor hanteren, zijn: conform methode. Groep 7 legt jaarlijks het theoretisch verkeersexamen af, om het jaar leggen groep 7 en 8 het praktisch verkeersexamen af. In de komende schoolplanperiode willen wij de volgende veranderingen realiseren: In de komende schoolplanperiode willen wij geen veranderingen realiseren Aan het leergebied oriëntatie op jezelf en de wereld wordt op onze school de volgende tijd besteed: Groep 1 170 min Groep 3 240 min Groep 5 330 min Groep 7 330 min Groep 2 185 min Groep 4 240 min Groep 6 330 min Groep 8 330 min Over de hele periode gerekend is dat 18% van de totale onderwijstijd. Schoolplan Kennedyschool 2011-2015
24
Kunstzinnige oriëntatie Hiervoor gebruiken wij de volgende materialen: Muziek met een staartje in groep 5, Museumschatjes voor groep 5 t/m8, Moet je doen tekenen en handvaardigheid. De werkwijzen die wij hiervoor hanteren, zijn: Conform de methodes In de komende schoolplanperiode willen wij de volgende veranderingen realiseren: In de komende periode willen wij geen veranderingen realiseren. Aan het leergebied kunstzinnige oriëntatie wordt op onze school de volgende tijd besteed: Groep 1 90 min Groep 3 90 min Groep 5 90 min Groep 7 90 min Groep 2 90 min Groep 4 90 min Groep 6 90 min Groep 8 90 min Over de hele periode gerekend is dat 6% van de totale onderwijstijd.
Bewegingsonderwijs Hiervoor gebruiken wij de volgende materialen: Groep 1-2: de methode ‘Bewegen in het speellokaal’, groot buitenspelmateriaal als fietsen, steppen, planken etc. Groep 3-8: de methode ‘Bewegen samen regelen’ De werkwijzen die wij hiervoor hanteren, zijn: Conform methode In de komende schoolplanperiode willen wij de volgende veranderingen realiseren: In de komende periode willen we geen veranderingen realiseren. Aan het leergebied bewegingsonderwijs wordt op onze school de volgende tijd besteed: Groep 1 445 min Groep 3 195 min Groep 5 195 min Groep 7 195 min Groep 2 520 min Groep 4 195 min Groep 6 195 min Groep 8 195 min Over de hele periode gerekend is dat 18% van de totale onderwijstijd.
In de bijlage “bijlage 4 – urenverantwoording en methodenoverzicht” is af te lezen hoe wij onze uren verdelen over de vakgebieden gedurende 8 leerjaren. Tevens is daarin opgenomen welke methodes wanneer vervangen dienen te worden.
Schoolplan Kennedyschool 2011-2015
25
3.4. Kinderen die extra zorg behoeven Artikel 8 lid 4 WPO geeft aan: Ten aanzien van leerlingen die extra zorg behoeven, is het onderwijs gericht op individuele begeleiding die is afgestemd op de behoeften van de leerling. In lid 6 staat: De scholen voorzien in een voortgangsregistratie omtrent de ontwikkeling van leerlingen die extra zorg behoeven. Er is wetgeving in de maak in het kader van Passend Onderwijs. Op dit moment is dit traject nog niet afgerond. Het is zeker dat dit in de komende schoolplanperiode gevolgen zal hebben voor de wijze waarop de zorgstructuur op onze school zal gaan functioneren. Het vaststellen van een zorgprofiel zal welhaast zeker een van de opdrachten zijn. Vooralsnog geven we hierna beknopt weer op welke wijze de structuur op onze school functioneert: Onze school maakt deel uit van het SamenWerkingsVerband Moerdijk. Dit SWV bestaat uit 19 scholen voor Basisonderwijs en 1 school voor SpeciaalBasisOnderwijs. Door dit SWV is een overkoepelend Zorgplan opgesteld (vernieuwde versie mei ‘11). Hierin staan de visie, het beleid en de zorgstructuur van het SWV beschreven. Tevens zijn hierin de gegevens terug te vinden over verwijzingstrajecten, verwijzingspercentages en beleidsdoelen voor de toekomst. Op basis van dit Zorgplan ontwikkelt elke school het eigen Zorgplan, waarbij ze de afspraken afstemt op de schoolspecifieke behoeften afhankelijk van visie, leerlingenpopulatie enzovoorts. Op het gebied van de leerlingenzorg vinden wij het belangrijk om systematisch de ontwikkelingen van de kinderen te volgen op zowel cognitief als op sociaal-emotioneel gebied. Wij hanteren diverse procedures en protocollen zoals beschreven in het schoolspecifieke Zorgplan. Het tijdig signaleren van hulpvragen van onze leerlingen en het zorgvuldig gezamenlijk onderzoeken van mogelijkheden krijgt vorm door het inzetten van HGW/HGPD. Handelings Gericht Werken (HGW)/ Handelings Gerichte Proces Diagnostiek (HGPD) HGW/HGPD is een manier van denken en handelen waarbij de leerkracht, intern begeleider, ouders (kind en externen) samen de probleemsituatie rond een leerling in kaart brengen en waarbij het handelen van de leerkracht wordt betrokken. Hierbij wordt er vanuit gegaan dat zowel de leerling als ook de leerkracht over ontwikkelingskracht beschikken. Samen wordt gezocht naar kansen en mogelijkheden binnen het kind zelf en binnen de omgeving. Zo kunnen zorgen worden omgezet in pedagogisch optimisme. Er wordt dus niet meer alleen gekeken naar de kindkenmerken en de verklaring van het probleem. Doel is het samen ontdekken van de onderwijsbehoefte(s) van de leerling (Wat heeft dit kind nodig?). Het handelen van de leerkracht staat hierbij centraal (Wat kan ik bieden?). Zo ontstaan allerlei ideeën over mogelijkheden en kansen om de ontwikkeling van het kind een positieve wending te geven. De leerkracht krijgt handelingsgerichte adviezen hoe hij het beste kan omgaan met dit kind met speciale behoeften. Op basis hiervan wordt een plan gemaakt voor de praktische aanpak binnen de groep. Het geeft de leerkracht een heel actieve en reflecterende rol en daagt uit om met leerlingen in gesprek te gaan. Leerkracht en leerling worden zo samen eigenaar van het probleem èn van de oplossing en kunnen op korte termijn aan de slag. Dit stimuleert de leerling vervolgens om bewuster met hun eigen leerproces bezig te zijn en ook zelfstandig stappen te zetten. Ouders en kind worden nadrukkelijk betrokken bij dit cyclische leerproces. Regelmatig gaan betrokkenen met elkaar in gesprek, evalueren het gemaakte plan en stellen dit eventueel bij, totdat de situatie is ontstaan waarin de onderwijsdoelen voor de leerling optimaal kunnen worden gerealiseerd. Op het moment dat dit niet meer binnen de eigen groep (de huidige school) kan, dan wordt met elkaar gekeken waar de leerling beter onderwijs kan volgen en wordt de volgende stap in de Zorgroute gezet. HGW/HGPD is voor ons zichtbaar in de: • Dagelijkse communicatie met onze leerlingen (bv uitnodigen aan instructietafel, bekijken van mogelijkheden in Coöperatief Leren) • De handelingsplannen (bv overleg met ouders en kind over mogelijkheden voorgestelde aanpak) • De zorgbesprekingen (bv overleg met Intern Begeleider over mogelijkheden en aanpassen aanpak) • De consultaties met de orthopedagoog van Edux (bv het inplannen van een observatie door orthopedagoog/IB waarna in gesprek de mogelijkheden verkend worden met het invullen van HGPDformulier als hulpmiddel)
Schoolplan Kennedyschool 2011-2015
26
Voor ondersteuning van handelingsgericht werken op schoolniveau geldt: • De school beschikt over een samenhangend leerlingvolgsysteem • Er is een doorgaande leer- en ontwikkelingslijn waarmee leraren hun onderwijs plannen en evalueren. • Er is sprake van transparante onderwijszorg waarin afspraken over procedures en frequenties systematisch zijn vastgelegd. • Er is ruime aandacht voor doorlopende professionalisering en uitbreiding van competenties als team en als individu. • Er is voldoende aandacht voor kwaliteitszorg door de schoolleider waarbij behaalde resultaten en opbrengsten systematisch worden geanalyseerd en het beleid hierop afstemt. Handelingsgericht werken in de groep houdt in het kort het volgende in: • Systematisch en actueel de vorderingen van de leerlingen volgen • Signaleren welke leerlingen extra aandacht nodig hebben • Onderwijsbehoeftes van de leerling benoemen • Het onderwijs afstemmen op verschillen in onderwijsbehoeftes tussen leerlingen • Doelgericht het groepsplan of handelingsplan opstellen, uitvoeren en evalueren (PDCA en SMART) • Systematisch voeren van groepsbesprekingen (Zorgbesprekingen) • Leerlingbesprekingen (in Consultaties en Zorgteam) • Gedurende dit proces terugkoppeling en overleg met ouders (en kind) Beoogde effecten zijn: • De kansen van het kind staan centraal. De leerling leert steeds beter met zijn uitdagingen om te gaan waardoor relatie, competentie en autonomie gestalte kunnen krijgen • De leraar voelt zich steeds competenter omdat hij oplossingen vindt voor specifieke hulpvragen van zijn leerlingen en dit in zijn dagelijkse onderwijspraktijk leert toepassen • Het schoolteam groeit als “lerende organisatie” waarbij meer en meer van elkaars expertise gebruik gemaakt wordt. Hiernaast verleg je de focus in het onderwijsaanbod van “zelf werken” naar “(samen) zelfverantwoordelijk leren”. • Het schoolteam ontwikkelt een visie op het “omgaan met verschillen”. Daardoor krijgt het Handelingsgerichte denken en werken ook een preventieve werking. • Hiermee sluiten we aan bij de ontwikkelingen op het gebied van de één-Zorgroute en het bieden van Passend Onderwijs in onze Brede Zorgschool In het schoolzorgplan, dat jaarlijks ge-update wordt, wordt specifiek verder beschreven hoe de zorg gestalte krijgt op de Kennedy. 3.5. Leerlinggebonden financiering Op basis van de nieuwe wettelijke regeling leerlinggebonden financiering kunnen leerlingen met een handicap in het basisonderwijs geplaatst worden. In deze paragraaf geven we aan welk beleid we op school ontwikkeld hebben met betrekking tot integratie van leerlingen met een handicap. Na intensieve discussies, hebben wij ons aannamebeleid beter verwoord en vastgelegd. Ouders vinden het minder erg als hun kind wordt afgewezen als ze maar goede argumenten krijgen. En als de school duidelijk kan maken waarom de school niet de beste plaats is of de “beste uit meerdere mindere keuzes” zullen ouders makkelijker een afwijzing accepteren op deze gronden. Mits de belangen van hun kind voorop staan. Daarnaast hebben we geleerd dat door intensieve verdieping in de materie en het probleem het uitgangspunt al veel helderder wordt. Daardoor begint de begeleiding al direct op een veel hoger niveau. Het is dan ook een “schoolbrede zorg”. Ook is duidelijk dat verantwoording naar ouders en externen altijd op papier moet zijn vastgelegd. Documentatie is een must. Maar door het vele papierwerk moet die documentatie wel kort, helder en overzichtelijk zijn. Anders is er geen beginnen aan. Een aantal zaken dus waarmee wij heel helder stellen wat er komt kijken bij aanname van een rugzakleerling. Aanname gebeurt op grond van eenvoudige criteria; Vooraf moet een uitgebreid verdiepingsgesprek hebben plaatsgevonden met de ouders, specialisten, IB, leerkrachten en directie. Dit om een verantwoorde keuze te kunnen maken of dit kind wel geholpen kan worden op onze school. En of het kind geen bedreiging vormt voor de reeds aanwezige kinderen op school. De uiteindelijke beslissing ligt bij de directie.
De wet Leerling Gebonden Financiering (LGF) geeft ouders van gehandicapte leerlingen een reële keuzemogelijkheid tussen aanmelding van hun kind voor het reguliere basis- of voortgezet onderwijs of (voortgezet) Schoolplan Kennedyschool 2011-2015
27
speciaal onderwijs. Kinderen die volgens de Commissie van Indicatiestelling (CvI) voldoen aan de LGFindicatiecriteria kunnen aangemeld worden bij een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs of met leerlinggebonden financiering (het z.g. rugzakje) naar het reguliere onderwijs. De keuzevrijheid van de ouders is geen absolute. Er is geen sprake van recht op toelating tot de reguliere school. De keuzevrijheid van ouders kan worden beperkt door de aard en zwaarte van de handicap in combinatie met de feitelijke (on)mogelijkheden van de reguliere school om gehandicapte leerlingen op te nemen. Plaatsing in de reguliere basisschool: Ten gevolge van de wet LGF kan de reguliere school geconfronteerd worden met de aanmelding van leerlingen met een zeer gevarieerde problematiek. Het kan betreffen: Cluster 1 kinderen met een visuele handicap. Cluster 2 kinderen met een auditieve en/of communicatieve handicap. Cluster 3 kinderen met een geestelijke en/of lichamelijke handicap. Cluster 4 kinderen met ernstige gedragsproblemen dan wel kinderpsychiatrische problemen. Gezien de diversiteit en de mogelijke zwaarte van de problematiek is het vrijwel onmogelijk op voorhand criteria te bepalen op grond waarvan plaatsing mogelijk is. Daarom zal elke aanmelding op zichzelf moeten worden bekeken, waarbij de volgende procedure zal worden gehanteerd: - Aanmelding door de ouders. - Informatie verzamelen. - Informatie bestuderen. - Analyse van de problematiek van de aangemelde leerling. - Analyse van de mogelijkheden van de school. - Nagaan welke ondersteuning mogelijk is. - Overweging en besluitvorming. - Mededeling aan de ouders: positief: dan opstellen handelingsplan; negatief: dan verantwoording aan de ouders. Verantwoordelijkheid: Een aanname legt een grote verantwoordelijkheid bij de basisschool. Ouders hebben verwachtingen. Die moeten worden waargemaakt. Bovendien zou het zo moeten zijn dat de gehandicapte leerling minstens even goed gedijt op de basisschool als op een school voor speciaal onderwijs. 3.6. Onderwijs aan langdurig zieke kinderen Artikel 9a WPO gaat over: Ondersteuning bij het onderwijs aan zieke leerlingen. 1. Bij het geven van onderwijs aan een leerling die is opgenomen in een ziekenhuis of die in verband met ziekte thuis verblijft, kan het bevoegd gezag van een school worden ondersteund. 2. De ondersteuning bedoeld in het eerste lid, wordt verzorgd door: a. een educatieve voorziening (……) bij een academisch ziekenhuis of b. een schoolbegeleidingsdienst als bedoeld in artikel 179, indien de leerling is opgenomen in een ziekenhuis niet zijnde een academisch ziekenhuis dan wel indien de leerling in verband met ziekte thuis verblijft. Sinds 1 augustus 1999 zijn basisscholen zelf verantwoordelijk voor het onderwijs aan langdurig zieke kinderen. Een uitzondering hierop zijn kinderen die in een academisch ziekenhuis worden behandeld. Het gaat om kinderen die gedurende langere tijd in een ziekenhuis zijn opgenomen of langdurig ziek thuis zijn. Voor kortdurende ziekmeldingen kunnen de bestaande schoolafspraken worden gehandhaafd. Het is van groot belang, dat de school tijdens het ziek zijn contacten organiseert met het zieke kind. Het is natuurlijk belangrijk ervoor te zorgen dat het leerproces zo goed mogelijk doorloopt. Nog belangrijker is het gevoel van het zieke kind ‘erbij te blijven horen’. Dat kan op allerlei manieren plaatsvinden. Het zieke kind kan worden bezocht door de groepslera(a)r(en) en medeleerlingen en/of op bepaalde tijden volgens afspraak de school bezoeken. Als dit om medische redenen niet mogelijk is, kan er gebruik gemaakt worden van bijvoorbeeld. video-opnamen in de klas en/of thuis, telefonisch contact met klasgenootjes en eventueel contact met behulp van e-mail en webcam. Het spreekt vanzelf, dat brieven, kaartjes en tekeningen een belangrijke rol spelen in het onderhouden van het contact tussen school en het zieke kind. Per situatie wordt bekeken wat de mogelijkheden zijn. Veel hangt af van de medische behandeling en de draagkracht van kind, ouders en school.
Schoolplan Kennedyschool 2011-2015
28
De school kan deze activiteiten natuurlijk alleen in goed overleg met de ouders van het zieke kind uitvoeren. We realiseren ons, dat de ouders van een langdurig ziek kind een moeilijke periode doormaken en dat er op verschillende gebieden veel van hen wordt gevraagd. Volgens de wet: ondersteuning aan zieke leerlingen, kan de school een beroep doen op de schoolbegeleidingsdienst. In onze regio is dat Edux te Breda. Medewerkers van Edux kunnen scholen helpen bij het zo goed mogelijk begeleiden van het onderwijsproces tijdens de periode van ziekte. De procedure, die wij binnen onze school volgen om in zo’n geval beslissingen te kunnen nemen is als volgt: 1. Als duidelijk is, dat een leerling van onze school langer dan 2 weken in een ziekenhuis wordt opgenomen of ziek thuis is, neemt de groepsleerkracht en/of de intern begeleider van de school contact op met de ouders om de situatie door te spreken. 2. De groepsleerkracht(en) en de intern begeleider nemen in overleg met de directie en de ouders van het zieke kind het besluit wel of geen externe hulp van de schoolbegeleidingsdienst in te schakelen. 3. De school ontwikkelt in overleg met de ouders een planmatige aanpak (wel of niet met externe begeleiding). 4. De school blijft verantwoordelijk voor de te ontwikkelen en uit te voeren aanpak. Tijdens het uitvoeren van de aanpak vindt regelmatig overleg met de ouders plaats. 3.7. Consequenties voor de meerjarenplanning De druk op scholen inzake het te voeren aanname- en doorverwijzingsbeleid staat a.g.v. de bezuinigingen flink onder druk. Aan de ene kant heb je te maken met een steeds betere zorg, specifiek gericht op de onderwijsbehoeften van kinderen. Aan de andere kant heb je te maken met grootscheepse bezuinigingen waardoor begeleiding, coaching en kennistoename van leerkrachten danig onder druk komen te staan. Middels de meerjarenplanning toegevoegd aan dit schoolplan is duidelijk welke doelen onze school nastreeft en welke consequenties die hebben. De tijd zal leren of dit haalbare doelen blijken te zijn. Jaarlijks zullen de doelen geëvalueerd worden en indien noodzakelijk aangepast.
Schoolplan Kennedyschool 2011-2015
29
4. Personeelsbeleid 4.1. Inleiding De zorg voor personeel is cruciaal voor de kwaliteit van het onderwijs. Op bovenschools niveau is het personeelsbeleid beschreven in het integraal personeelsbeleidsplan. Daarin is ook opgenomen op welke manier we de wettelijke eis vormgeven met betrekking tot evenredige vertegenwoordiging van vrouwen in leidinggevende taken. Marzano c.s. geven aan, dat de factor ‘collegialiteit en professionaliteit’ dragend is voor schoolontwikkeling. Op onze school streven we collegialiteit na, die zich uit in gedrag zoals door Fullan en Hargreaves omschreven: o Oprechte interacties, die beroepsmatig van aard zijn Het openlijk met elkaar delen van successen, mislukkingen en fouten Het tonen van respect voor elkaar Het constructief analyseren en bekritiseren van praktijken en procedures. ‘Levenslang leren’ geldt zeker voor de beroepsgroep van leraren. De ontwikkelingen en mogelijkheden volgen elkaar wat dat betreft in snel tempo op. Het is dus erg belangrijk de juiste keuzes te maken. Uitgangspunt bij die keuzes is het gezamenlijk vastgestelde beleid, zoals verwoord in dit schoolplan. Kenmerkend voor de wijze waarop professionalisering vormgegeven zal worden, is dat gebruik gemaakt wordt van ‘leren van en met elkaar’ rechtstreeks gekoppeld aan de dagelijkse praktijk. Dit kan invulling krijgen binnen het team, maar zeker ook in samenwerking met collega’s van andere scholen. 4.2. Personeelsbeleid in samenhang met onderwijskundig beleid In deze paragraaf noemen we de belangrijkste aandachtspunten van personeelsbeleid voor de komende vier jaar. Deze beleidsonderdelen hangen nauw samen met de voornemens op onderwijskundig gebied. In relatie met het onderwijskundig beleid zijn op het gebied van personeelsbeleid de volgende beleidsvoornemens van belang: A. De kaders Het personeel dient behalve over didactische kwaliteiten ook over pedagogische kwaliteiten te beschikken. Naast het omgaan met leerproblemen dienen de docenten ook de vaardigheden te bezitten om leerlingen met sociaal-emotionele problemen te begeleiden. Een continue individuele ontwikkeling is een belangrijk uitgangspunt van de organisatie. Scholing en verdere professionalisering zijn een belangrijk onderdeel binnen de jaartaak. Daarbij wordt samen met de directeur gekeken naar de koppeling met de schoolontwikkeling en de ontwikkelingen op stichtingsniveau. Bij Stichting De Waarden zijn documenten op het gebied van personeelsbeleid aanwezig. Deze vormen de basis voor het integraal personeelsbeleid. Veel aandacht wordt besteed aan de specifieke rol van de directeur. De directeur is het ankerpunt van de organisatie. Hij/zij is degene die sturing geeft aan het kwaliteitsproces op de school. Daartoe zal hij zich meer als onderwijskundig leider moeten profileren dan nu vaak het geval is.
B. Welke concrete doelen stellen we ons? Stichting De Waarden heeft een systeem ontwikkeld aan de hand waarvan de competenties en kwaliteiten van de individuele personeelsleden in beeld gebracht worden. Elke school beschikt over een helder beschreven schoolprofiel en heeft op basis daarvan de competenties geformuleerd die hierbij relevant en vereist zijn. De kwaliteit van de medewerkers wordt optimaal ingezet. Op alle scholen is de gewenste kwaliteit beschikbaar. Het is voor personeelsleden een aanvaardbare zaak dat zij ook op andere De Waarden-scholen ingezet kunnen worden. Iedere school heeft de personeelsdossiers op orde en beschikt over een bekwaamheidsdossier van alle medewerkers.
De stichting beschikt over een geactualiseerd ARBO-beleidsplan met daarin opgenomen de streefcijfers ten aanzien van ziekte en verzuim van medewerkers en een beschrijving van het preventieve beleid daarin. Schoolplan Kennedyschool 2011-2015
30
De rol en de positie van de directeur worden meer toegespitst op het onderwijskundig leiderschap. Aan het einde van de planperiode van dit strategisch beleidsplan beschikt de stichting De Waarden over een goed doordacht personeelsbeleidsplan, waarin alle componenten van een integraal personeelsplan zijn opgenomen. C. Wat doen we om die doelen te bereiken? a. Vaststellen, inventariseren en versterken van de competenties. Het in beeld brengen van de competenties van de personeelsleden gebeurt door de directeuren. Daarbij zal gebruik gemaakt worden van reeds ontwikkelde instrumenten, waarbij ook zichtbaar gemaakt kan worden over welke specifieke competenties de leerkrachten op een bepaalde school dienen te beschikken. Directeuren gebruiken de gesprekscyclus als sturingsinstrument voor de verdere loopbaanontwikkeling van hun medewerkers. Persoonlijke ontwikkelingsplannen en bekwaamheidsdossiers zijn instrumenten die hiervoor ingezet worden. Het College van Bestuur bevraagt de directeuren over de voortgang van deze ontwikkelingen en de uitvoering ervan. Voortgaande schoolontwikkeling en het verwerven van vernieuwende didactische concepten vraagt om deskundig personeel. De directeuren zullen de deskundigheidsbevordering van hun team en van individuele teamleden plaatsen in het perspectief van de doelen van de schoolontwikkeling. De persoonlijke ontwikkelingsplannen laten zien dat die relatie gelegd is. Ook voor de directeuren zelf zal een ontwikkelings- en scholingsplan opgezet worden. Eveneens worden er bekwaamheidsdossiers voor de directeuren ontwikkeld. Het CvB geeft daar vorm aan en de directeuren zelf zijn verantwoordelijk voor het actueel houden ervan. In een apart management-development-traject wordt aandacht besteed aan de rol van het directeur binnen De Waarden en de werving, selectie en scholing van directeuren. Dit binnen de kaders van een te ontwikkelen visie op het schoolmanagement, zoals De Waarden die ziet. b. Schoolprofiel Wil er een goede aansluiting zijn tussen de competenties van de individuele medewerkers en de gewenste competenties van elke school, dan dient de school te beschikken over een duidelijk schoolprofiel. c. Mobiliteit De Waarden wil sturend en actief werken aan een goede match van vraag en aanbod van personeel, zowel intern als extern. Mobiliteit (vrijwillig of verplicht) kan daarbij een instrument zijn om te rouleren op basis van kwaliteit van personeel: de juiste man/vrouw op de juiste plaats. Dat geldt niet alleen voor directeuren, maar ook voor andere personeelsleden. Voor de schoolontwikkeling is de kwaliteit van het personeel een belangrijke voorwaarde tot succes. Met de samenstelling van het personeel dient dan ook met zorg omgegaan te worden. Mobiliteit van het personeel bevordert de kwaliteit van het onderwijs en de professionele ontwikkeling van de medewerker krijgt hierdoor een extra impuls. Het schoolprofiel en de individuele competenties van de medewerker zijn hierbij het leidende principe. d. Functiemix. De Waarden wil voldoen aan de doelen van de functiemix, namelijk: • Het bieden van een carrièreperspectief in het leraarsberoep. • Het verbeteren van de arbeidsmarkt positie van het basis- en speciaal- basisonderwijs. • Het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs door het formuleren van zwaardere functie-eisen aan leraren LB en LC. In 2014 stellen we ons als doel voor het BAO 40% LB-functies en 2% LC-functies binnen onze organisatie te hebben. En voor het SBO 14% LC-functies. De Waarden kent een helder en transparant beleid op het gebied van werving en selectie, mobiliteit, werkgelegenheidsbeleid i.p.v. ontslagbeleid. Alle functies binnen de organisatie zijn duidelijk omschrijven in het functiehandboek van stichting De Waarden. 4.3. Consequenties voor de meerjarenplanning - Afgestemd nascholingsplan op schoolniveau - LB functies in beeld en jaarlijks onderzoek naar mogelijke benoemingen op schoolniveau - Verdere uitwerking gesprekkencyclus
Schoolplan Kennedyschool 2011-2015
31
5. Kwaliteitszorg 5.1. Inleiding Binnen de scholen van Stichting De Waarden is kwaliteitszorg de basis van waaruit we het onderwijs op onze school vormgeven. In ons strategisch beleidsplan hebben we de kaders van de kwaliteitszorg beschreven. In dit hoofdstuk beschrijven we op welke wijze wij onze kwaliteit bewaken, borgen en verbeteren. Eerst geven we aan welke aspecten deel uitmaken van onze zorg voor kwaliteit. Vervolgens wordt uiteengezet op welke wijze we ervoor zorgen dat al deze aspecten in onderlinge samenhang een compleet en evenwichtig kwaliteitssysteem vormen. 5.2. Voorwaarden van onze kwaliteitszorg Onze kwaliteitszorg baseren we dus op het INK-model. In dit model (aangepast voor het onderwijs), is een onderverdeling gemaakt in organisatie (leiding, personeelsbeleid, doelen en strategie, middelen en processen) en resultaten (waardering personeel, ouders/leerlingen, personeel en leeropbrengsten). Door systematisch na te gaan of de gewenste effecten en resultaten gehaald worden, wordt het mogelijk het beleid waar nodig bij te sturen. In die zin maken we gebruik gemaakt van de plan-do-check-act cyclus. In het INK-model kort weergegeven door leren en verbeteren. Die cyclus hanteren we ook op school- en groepsniveau om processen te verbeteren.
Hieronder het INK-model in schemavorm, zoals we dat hanteren binnen Stichting De Waarden.
Personeelsbeleid Leiderschap
Doelen en strategie
Waardering personeel Management van processen
Waardering ouders/leerl.
Inzet middelen
Leeropbrengsten
Waardering omgeving
Organisatie
Resultaten Leren en verbeteren
De directeur is verantwoordelijk voor de uitvoering van het hierna beschreven kwaliteitszorgsysteem. De werkzaamheden zijn onder andere: • het systematisch doorlopen van de kwaliteitscyclus bij de activiteiten m.b.t kwaliteitszorg • het vastleggen van taken en het bewaken van de samenhang; • het vastleggen en bewaken van teamafspraken; • het creëren van draagvlak. • het bevorderen van professionele kennis en vaardigheden bij de leraren • het organiseren van een op kwaliteitsverbetering gerichte samenwerking (w.o. het systematisch geven van feedback). • Het implementeren en werken met het kwaliteitssysteem Integraal KMS Voor de leerkrachten geldt, dat zij betrokken zijn op en zich medeverantwoordelijk weten voor de kwaliteit van het onderwijs op de school als geheel. Dit vanuit de opvatting, dat ontwikkelend onderwijs slechts mogelijk is, als er sprake is van een professionele cultuur. Schoolplan Kennedyschool 2011-2015
32
Kenmerkend daarvoor zijn: ontwikkelend vakmanschap; betrokkenheid; verantwoordelijkheid, niet alleen voor de eigen taak, maar voor het onderwijs op de school als totaliteit; bereidheid tot reflecteren op eigen handelen. Onze school maakt zijn maatschappelijke taak waar door goede contacten te onderhouden met voor ons onderwijs relevante collega scholen, instanties, verenigingen en overige organisaties. Over de activiteiten, die we in dit kader doen en de effecten, die dat ons inziens oplevert leggen we verantwoording af naar de betreffende instanties en ons bestuur en de ouders. Het voorgaande schetst het kader en de sfeer van waaruit wij kwaliteitszorg vorm geven.
5.3. De inrichting van onze kwaliteitszorg Bij de inrichting van onze kwaliteitszorg is het schoolplan het richtinggevend document bij de kwaliteitsverbetering. Daarnaast gebruiken we het jaarlijks op te stellen actieplan (jaarplan) om vinger aan de pols te houden en het schoolontwikkelingsplan bij te stellen. Beide documenten hangen nauw met elkaar samen en zijn een belangrijk hulpmiddel bij het systematisch doorlopen van onze kwaliteitscyclus. De bovenschoolse werkgroep Onderwijs & Kwaliteit heeft een taak in de beleidsvoorbereiding, uitwerking en coördinatie van de kwaliteitszorg op bovenschools niveau. In de komende schoolplanperiode gaan we gebruik maken van het Integrale Kwaliteits Management Systeem, wat werkt binnen ParnasSys. In dit kwaliteitssysteem komen de volgende vragen aan de orde: • A. Doen wij de (goede) dingen goed? • B. Wat vinden anderen hiervan? • C. Levert dit de gewenste opbrengsten op? A. Doen wij de goede dingen goed? Door middel van een basisvragenlijst krijgt de school snel antwoord op de vraag of de school op basisniveau de goede dingen goed doet op het gebied van kwaliteitsdomeinen als bijvoorbeeld: - kwaliteitszorg - zorg en begeleiding - leerstofaanbod - onderwijstijd - didactisch handelen - schoolklimaat - communicatie De vragen sluiten nauw aan bij de eisen die de inspectie aan scholen stelt ten aanzien van deze domeinen. Het invullen gebeurt door personeelsleden. Omdat de vragenlijst zich richt op de essenties is de invullast zeer beperkt. Het goed doen van de goede dingen reikt verder dan deze basiskwaliteit. De ambitie van de scholen gaat verder dan het behalen van een voldoende van de inspectie. Met het oog op het inrichten van een systeem van zelfevaluatie is het zaak dat de scholen die schooleigen kwaliteit helder definiëren en vertalen naar kwaliteitsindicatoren. Een school kan naast de basisvragenlijst een schoolspecifieke vragenlijst inrichten. De resultaten hiervan worden ook zichtbaar in de cockpit. Daardoor kan de school haar schooleigen kwaliteit eveneens systematisch evalueren. Integraal ondersteunt scholen in het proces van “begrijpen” door signaaluitspraken te genereren. Een signaaluitspraak raakt altijd een strategisch doel. De signalen hebben zowel betrekking op harde data (de opbrengsten) als ook op de procesdata. B. Wat vinden anderen hiervan? Het inrichten van een goed systeem van zelfevaluatie vraagt ook dat je als school systematisch nagaat welk beeld “anderen” van je school hebben. Vanuit Integraal kan de school ouders, leerlingen, personeel en auditoren gericht en systematisch bevragen. Deze vragen hebben steeds betrekking op de genoemde kwaliteitsdomeinen. Dit maakt goede vergelijking mogelijk tussen het beeld van de school zelf en het beeld van “anderen”. Bij de collegiale visitatie willen we hier gebruik van maken.
C. Levert dat de gewenste resultaten op? Dit onderdeel op de cockpit geeft op heldere, compacte wijze aan wat de “opbrengsten” (per leerjaar) zijn op het gebied van: 1. zorgeffectiviteit 2. sociale competenties Schoolplan Kennedyschool 2011-2015
33
3. tussentijdse opbrengsten 4. eindopbrengsten 5. doorstroming 6. resultaten VO Waar dit van toepassing is, krijgt de school inzicht in hoe de opbrengsten zich verhouden tot zowel de inspectienormen als de eigen prestatie indicatoren. Het invoeren van eigen prestatie-indicatoren is belangrijk als middel om scholen te ondersteunen in het realiseren van een goed systeem van zelfevaluatie. Met het instrument wordt ook de schoolontwikkeling in beeld gebracht. De gekozen strategische doelen worden als “speerpunten” getoond met de onderliggende doelen die Integraal bevat. Bij elk doel staat aangegeven: de score – het onderwerp – het domein (of de domeinen). Daarmee heeft de school de kwaliteit gedefinieerd waar ze in de komende jaren aan wil werken. Tussentijdse checks. Tevens geeft de school aan op welk moment in het schooljaar zij deze doelen in de vorm van een vragenlijst uit wil zetten bij welke teamleden om de voortgang te evalueren. Schoolplancyclus Voor het samenstellen van het schoolplan hanteren wij de volgende werkwijze: We starten ruim tevoren met een nauwgezette bepaling van hoe de stand van zaken met betrekking tot alle beleidsaspecten van de school is. Een aantal onderdelen die bij deze zogenaamde positionering gebruikt worden, zijn onderdeel van een kortere cyclus, dan de schoolplancyclus, die 4 jaar beslaat. Waar dat het geval is geven we dat aan. Voor de positionering gebruiken we de volgende middelen, werkwijzen: 1. Analyse van de leerlingenpopulatie Ieder jaar stellen we vast welke leerlingen bij ons op school speciale onderwijsbehoeften hebben. Het gaat daarbij om: • Aantal leerlingen met extra gewicht • Aantal leerlingen met meer dan een half jaar achterstand op het gebied van taal en rekenen • Aantal leerlingen met het Nederlands als tweede taal • Aantal leerlingen met een beschikking voor een vorm van speciaal onderwijs • Relevante leerling-prestaties gemeten in methodeonafhankelijke toetsen en beschreven in de inspectierapporten van de afgelopen periode De intern begeleider maakt dit overzicht in april, zodat het kan worden meegenomen in de jaarlijkse evaluatie van het beleidsplan. De rapportage gebeurt aan het team en wordt gebruikt bij: evaluatie en opstellen van het jaarlijkse actieplan (jaarplan) en bijstelling schoolontwikkelingsplan. 2. Overzicht van de positie in de wijk of regio De directeur maakt een overzicht van de positie van de school in onze wijk. Daarin komen de volgende aspecten aan de orde: • overheidsbeleid en samenwerkingsverband (eens per twee jaar) • tevredenheid en verwachtingen van ouders (elke twee jaar wordt bij alle ouders de tevredenheid bepaald met behulp van het instrument Integraal-KMS) • Kwalitatieve en kwantitatieve ontwikkeling van de leerlingenpopulatie ook in relatie met de ontwikkeling op de collega-scholen (eens per 4 jaar) • een SWOT-analyse (eens per vier jaar, naar aanleiding van de tevredenheidsmetingen) • Zicht op contacten met instellingen, verenigingen, collega scholen. We gaan na wat deze contacten voor effecten hebben binnen de school en hoe de betreffende instellingen de contacten waarderen. Op basis daarvan bepalen we op welke wijze het contact voortgezet wordt. De rapportage gebeurt aan: Bevoegd gezag, medezeggenschapsraad, team en betrokken instanties en is te gebruiken bij: evaluatie, opstellen en bijstellen van het schoolontwikkelingsplan en het jaarlijkse actieplan.
3. Het bepalen van de doelen van de school Eens in de vier jaar stelt het team, op initiatief van de directeur, doelen voor het onderwijs vast (op basis van de analyse van de uitgangspositie). Deze doelen worden vastgelegd in de missie en visie. Bij de beschrijving komen de volgende onderdelen aan de orde: • te bereiken doelen op het gebied van onderwijs en leren. Schoolplan Kennedyschool 2011-2015
34
•
de te bereiken leeropbrengsten. Deze streefdoelen worden ieder jaar vastgesteld (tussen- en eindresultaten, rekening houdend met onze populatie). • te bereiken doelen op gebied van school specifieke aspecten. Het gaat hier om doelen waarmee we ons willen profileren. De rapportage gebeurt aan het bevoegd gezag en de medezeggenschapsraad en is te gebruiken bij de jaarlijkse analyse van de huidige situatie (wat is er van de doelen al gerealiseerd en wat moet nog worden nagestreefd). Het bevoegd gezag stelt de doelen vast. 4. Analyse van de huidige situatie aan de hand van de doelstellingen Eens per 4 jaar gaat de directeur na in hoeverre de schooldoelstellingen zijn gerealiseerd. Daarbij worden de volgende instrumenten ingezet: Voor doelen op het gebied van onderwijs en leren en school specifieke aspecten: De in te zetten instrumenten zijn afhankelijk van de gekozen doelen. Het kan gaan om: Klassenbezoeken Functionerings- en beoordelingsgesprekken Interviews/vragenlijsten met ouders Interviews/vragenlijsten met kinderen Interviews/vragenlijsten met leraren Het kwaliteisinstrument Integraal KMS Voor doelen op het gebied van te bereiken leerresultaten Parnassys en Integraal KMS De directeur neemt het initiatief voor de uitvoering van de analyse. Daartoe wordt jaarlijks, in overleg met het team, een plan van aanpak gemaakt. De rapportage gebeurt aan het bevoegd gezag, de medezeggenschapsraad en het team en is te gebruiken bij het actieplan en de bijstelling van het meerjarenplan 5. Evaluatie schoolplan In het vierde uitvoeringsjaar wordt de balans opgemaakt van de resultaten van de afgelopen schoolplanperiode. Naast de eigen gegevens uit de kwaliteitsrapportages en jaarevaluaties wordt ook gebruik gemaakt van de gegevens van de inspectierapporten om inhoudelijk vast te stellen waar de school zich ten aanzien van onderwijskundige ontwikkeling op dit moment bevindt. Alle gegevens uit deze en hiervoor genoemde acties worden door de directeur geanalyseerd op sterke en zwakke punten (SWOT-analyse).Deze wordt gepresenteerd op een studiedag voor het team, waarbij ook informatie verstrekt wordt over relevante ontwikkelingen van dat moment en in de nabije toekomst. Op basis van deze informatie en met gebruik maken van de inzichten en ideeën van de leerkrachten worden missie en visie van de school waar nodig geactualiseerd en bijgesteld en worden strategische doelen geformuleerd voor de nieuwe schoolplanperiode binnen de kaders die zijn vastgesteld in het bovenschoolse strategisch beleid. Deze visie en de daarop gebaseerde strategische doelen vormen de basis voor de verdere invulling van het schoolplan. Gezien de formele status van dit document wordt dit vastgesteld door MR en bestuur van de school. Ouders worden middels de schoolgids op de hoogte gesteld van de hoofdlijnen van beleid, zoals dat vastgesteld is in het schoolplan. Jaarplancyclus Systematische evaluatie van beoogde beleidsresultaten en de kwaliteit van onderwijs en leren De directeur stelt jaarlijks een evaluatieplan op (als onderdeel van het actieplan of jaarplan) voor evaluatie van de beleidsdoelen. Evaluatie van de leerresultaten zijn een vast onderdeel van dit plan. De evaluatie van de beleidsresultaten die m.b.v. het jaarlijkse actieplan worden nagestreefd gebeurt aan de hand van de volgende instrumenten (afhankelijk van de aard van het na te streven resultaat): Klassenbezoeken om na te gaan in hoeverre beleidsvoornemens en schooldoelstellingen worden gerealiseerd. Daarnaast vinden klassenbezoeken plaats in het kader van het geven van feedback op het onderwijsgedrag.
Functionerings- en beoordelingsgesprekken waarin ook is de leeropbrengsten van de betreffende groep aan de orde komen. Interviews/vragenlijsten met ouders, leerlingen en leden van het bevoegd gezag. Evaluaties (bijvoorbeeld d.m.v. korte vragenlijstjes) van oudercontacten en ouderavonden. ParnasSys en het instrument Integraal KMS
Schoolplan Kennedyschool 2011-2015
35
De rapportage gebeurt aan het bevoegd gezag, medezeggenschapsraad en team en is te gebruiken bij het opstellen van het actieplan (jaarplan) en bijstellen en/of opstellen schoolontwikkelingsplan tijdens een jaarlijkse studiedag waarin de voortgang van het vierjarig beleidsplan wordt geëvalueerd. Doel van deze dag is verder conclusies trekken uit de resultaten van het evaluatieplan en op basis hiervan een jaarlijkse acties vaststellen (met per actie beoogde resultaten) t.b.v. de voortgang van het vierjarig beleidsplan. het jaarlijks opstellen van een scholingsbeleid. Het scholingsbeleid sluit aan op de schoolontwikkeling zoals die is omschreven in het schoolontwikkelingsplan. Daarnaast blijft er in het scholingsbudget ruimte voor persoonlijke ontwikkeling van leraren op basis van de afspraken in de persoonlijke ontwikkelingsplannen (POP’s). Opstellen actieplan (jaarplan) Voor het samenstellen van het jaarplan hanteren wij de volgende werkwijze. Enige tijd voor het verstrijken van het schooljaar is er een teambijeenkomst waarop Het lopende jaarplan geëvalueerd wordt (zie hierna evaluatie van veranderingen) De trends van de leerprestaties wordt geëvalueerd (zie hierna evaluatie van leerprestaties) In de loop van het schooljaar verzamelde gegevens (zie bijsturen) worden geëvalueerd Veranderingen gebaseerd op de evaluaties en het meerjarenplan vastgesteld worden Op basis van deze bespreking wordt een voorstel voor het nieuwe jaarplan opgesteld. Zie format hierboven. Hierna wordt de datumplanning van de school gemaakt. Daarvan afgeleid nemen de leerkrachten die acties, waar ze bij betrokken zijn, in hun planning op. Evaluatie van de veranderingen 1. Halfjaar evaluatie. Halverwege het schooljaar maakt de directeur een samenvatting van de stand van zaken van de veranderingen. Indien gewenst wordt daarover overleg met de verantwoordelijke leerkracht voor de uitvoering gevoerd. Conclusies worden getrokken en een voorstel voor een te nemen besluit wordt gedaan. In een teamvergadering wordt de halfjaarlijkse evaluatie uitgevoerd. Deze bestaat uit het bespreken van de conclusies van de directeur en vaststellen van de (eventueel gewijzigde) besluiten. Als de besluiten gevolgen hebben voor de planning van de rest van het schooljaar worden deze uitgevoerd. 2. Eindejaar evaluatie. Voor de zomervakantie maakt de directeur een kwaliteitsrapportage van de veranderingen. Indien gewenst wordt daarover overleg met de betrokken leerkracht voor de uitvoering gevoerd. Conclusies worden getrokken en een voorstel voor een te nemen besluit wordt gedaan. Voor de zomervakantie vindt tevens de eindejaar evaluatie plaats. De kwaliteitsrapportage wordt gerapporteerd aan het bevoegd gezag en medezeggenschapsraad. Evaluatie van de leerresultaten. De school hanteert streefdoelen op opbrengsten, die op grond van de samenstelling van de schoolbevolking verwacht mogen worden. In de komende schoolplanperiode leggen we deze streefdoelen vast. Daarbij baseren wij ons niet alleen op de scores van één schooljaar, maar maken we gebruik van ParnasSys waarin we gemiddelde scores van groepen berekenen over de afgelopen 4 jaar. Daarbij worden uitschieters in de score naar boven en naar beneden afgezwakt en ontstaat er een reëel beeld van de gemiddelde prestaties van de leerlingen op onze school. De procedure hiervoor is als volgt: Van de toetsen, die op school gebruikt worden en die geschikt zijn om gemiddelde prestaties van de jaargroepen te berekenen, wordt voor het begin van het schooljaar een toetskalender gemaakt. Cito-toetsen vallen binnen de toetskalender van Cito. Daarin staat aangegeven: Op welk moment de toetsen afgenomen moeten worden; Wanneer de gegevens beschikbaar moeten zijn voor digitale verwerking; Wanneer de gegevens digitaal verwerkt zijn. Wanneer de gegevens besproken worden.
De agenda wordt gemaakt door de IB-er. Tijdens elke voortgangsbespreking wordt, naast de besluitvorming over individuele kinderen, kort stil gestaan bij de gemiddelde prestaties van de groepen. Wijken deze bijzonder af van hetgeen gemiddeld verwacht mag worden, worden deze resultaten besproken. Conclusies en besluiten worden vastgelegd en waar van toepassing uitgevoerd. Regelmatig worden de trendscores berekend van de op school gebruikte toetsen. Daarbij gaat het om de trendscores van de mediotoetsen van het Cito-lvs en de trendscores van de eindtoets, en de entreetoetsen. IB-er en directeur trekken gezamenlijk conclusies uit de trendscores. Daarbij houden zij rekening met de Schoolplan Kennedyschool 2011-2015
36
prestaties in relatie tot de geformuleerde doelen. Eventueel worden voorstellen gedaan op grond van de gerealiseerde scores. Aan het eind van elk schooljaar worden de trendscores en de daaraan verbonden conclusies besproken in de teamvergadering. Voor de hand liggend is deze bespreking onderdeel te laten zijn van de eindejaar evaluatie. Bijsturen Bij het onderdeel schoolplancyclus gaven we aan met welke gegevens we de beginsituatie bepalen alvorens we tot het samenstellen van een nieuw schoolplan overgaan. Om goed vinger aan de pols te houden vinden wij het noodzakelijk, dat een aantal van deze gegevens meerdere keren gedurende de schoolplancyclus worden verzameld. Dit geeft de mogelijkheid te reageren op veranderende omstandigheden binnen of buiten de school. Kwaliteitshandboek Bovenschools wordt er een format ontwikkeld voor een kwaliteitshandboek. Dat wordt geïmplementeerd in alle scholen. In het kwaliteitshandboek komt een beschrijving van onze werkwijze in de vorm van besluiten en procedures. Het instrument Integraal KMS wordt in dit handboek verwerkt. Het kwaliteitshandboek bevat ook een vierjaarlijkse planning, die aangeeft wanneer de besluiten en procedures worden geëvalueerd. Per besluit/procedure is aangegeven op welke wijze deze wordt geëvalueerd Daarnaast evalueren we minstens 2 x per jaar onze leeropbrengsten met het team. De rapportage gebeurt aan het team en het bevoegd gezag. Borgen van resultaten Hiertoe gebruiken wij het kwaliteitshandboek, waarin zowel de bovenschoolse als schoolspecifieke afspraken en procedures in ondergebracht worden. In het kwaliteitshandboek is een schema opgenomen waarin vastgelegd is op welke momenten onderdelen van het kwaliteitshandboek geëvalueerd zullen worden. Dit om vinger aan de pols te houden of procedures en afspraken nog werken. In dit kader zijn functionerings- en beoordelingsgesprekken middelen om vast te stellen of afspraken en procedures voor de betreffende medewerker helder zijn en/of deze nog steeds functioneren. 5.4. Consequenties voor de meerjarenplanning 2011-2012
aug t/m dec 2011: pilot scholen vullen de cockpit van I-KMS jan t/m juli 2012: pilotscholen vullen de schoolontwikkeling van I-KMS, de volgscholen vullen de cockpit van I-KMS pilot De Schittering tevredenheidsonderzoek voor leerlingen BB, personeel en ouders
2012-2013
aug t/m dec 2012: pilotscholen vullen onderdeel persoonlijke ontwikkeling in van I-KMS de volgscholen vullen de schoolontwikkeling in van I-KMS jan-t/m juli 2013: invoering halfjaarlijkse evaluatie tevredenheidsonderzoeken voor leerlingen BB, personeel en ouders. volgscholen vullen onderdeel persoonlijke ontwikkeling in van I-KMS I-KMS is door alle scholen ingevuld en wordt op alle onderdelen gebruikt. Het jaarplan en meerjarenplan is uitgewerkt in integraal. Januari 2015: tevredenheidsonderzoeken voor leerlingen BB, personeel en ouders.
2013-2014 2014-2015
6. Meerjarenplanning 6.1. Inleiding In dit hoofdstuk starten we met een overzicht van de veranderingsonderwerpen in de komende schoolplanperiode. Daarbij wordt zo concreet mogelijk aangegeven welke resultaten we ten aanzien van deze onderwerpen in de komende vier jaar nastreven. Waar dat relevant is, zullen we een inschatting maken van de Schoolplan Kennedyschool 2011-2015
37
materiële kosten en indien van toepassing personele kosten, die een bepaalde verandering met zich mee zullen brengen. Vervolgens geven we in een globale planning aan wanneer deze onderwerpen aan de orde zullen komen. Op basis van dit meerjarenplan wordt jaarlijks een gedetailleerd actieplan opgesteld. Bij de opstelling van zo’n actieplan zal rekening gehouden worden met de resultaten van het voorgaande schooljaar.
6.2. Veranderingsonderwerpen en resultaten Voor dit onderdeel wordt verwezen naar de bijlage “strategisch beleidsplan 2010-2015 6.3. Overzicht veranderingsgebieden in de schoolplanperiode 2011-2015 Voor dit overzicht wordt verwezen naar de bijlage “schematische planning meerjarenoverzicht 2010-2015. 6.4. Sponsoring Alle scholen zijn verplicht om in hun schoolplan aan te geven welk beleid ze voeren met betrekking tot sponsoring. Onze school onderschrijft dit convenant. Het convenant is te vinden via: http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/convenanten/2009/02/24/convenant-scholenvoor-primair-en-voortgezet-onderwijs-en-sponsoring.html De drie belangrijkste uitgangspunten van het convenant zijn: Sponsoring moet verenigbaar zijn met de pedagogische en onderwijskundige doelstellingen van de school. Er mag geen schade worden berokkend aan de geestelijke en/of lichamelijke gesteldheid van leerlingen. Sponsoring moet in overeenstemming zijn met de goede smaak en fatsoen. Sponsoring mag niet de objectiviteit, de geloofwaardigheid, de betrouwbaarheid en de onafhankelijkheid van het onderwijs en de daarbij betrokkenen in gevaar brengen. Sponsoring mag niet de onderwijsinhoud en/of de continuïteit van het onderwijs beïnvloeden, dan wel in strijd zijn met het onderwijsaanbod en de kwalitatieve eisen die de school aan het onderwijs stelt. Het primair onderwijsproces mag niet afhankelijk zijn van sponsormiddelen. De GMR heeft instemmingsrecht op beslissingen van het bevoegd gezag over sponsoring. Tevens -
zijn de volgende principes van kracht: Nieuwe sponsorcontracten moeten zich richten op een gezonde levensstijl van leerlingen. Bedrijven mogen alleen met scholen samenwerken vanuit een maatschappelijke betrokkenheid. De samenwerking tussen scholen en bedrijven mag geen nadelige invloed hebben op de geestelijke en lichamelijke ontwikkeling van leerlingen. De kernactiviteiten van de school mogen niet afhankelijk worden van sponsoring.
Het bestuur van Stichting de Waarden geeft in beleidsdocument sponsoring aan wat de visie is ten aanzien van sponsoring op haar scholen. In zijn algemeenheid geldt: Daar waar sponsoring gewenst is kan dit onder voorwaarden worden toegestaan. In genoemd beleidsdocument worden ondermeer de verantwoordelijkheden zoals vermeld in de Wet op het Primair Onderwijs en de Wet Medezeggenschap Onderwijs aangegeven. Verder worden de rechten en plichten per doelgroep (ouders/verzorgers, personeel, bevoegd gezag en bedrijven/sponsors) aangegeven. Tot slot worden er gedragsregels en overwegingen gegeven waaraan de sponsoring moet voldoen om het onderwijs op de scholen niet nadelig te beïnvloeden.
Schoolplan Kennedyschool 2011-2015
38
Schoolplan Kennedyschool 2011-2015
39
Schoolplan Kennedyschool 2011-2015
40