SCHOOLPLAN 2011-2015 VAN: IBS “DE KLAVERHOEK” TE MOERDIJK
1
Indeling Schoolplan 2011-2015 Indeling Schoolplan 2011-2015 Inleiding 1. Uitgangspunten van het bestuur 1.1. Inleiding 1.2. De missie van Stichting De Waarden 1.3. De visie van Stichting De Waarden 1.3.1.: De visie op onderwijs 1.3.2.: De visie op kwaliteitsbeleid 1.4. Strategische keuzes 1.4.1.:De brede zorgschool 1.4.2.:Kwaliteitszorg 1.4.3.:Personeelsleden van Stichting De Waarden ontwikkelen zich tot “ professionals” die vorm geven aan de “brede zorgschool”. 1.4.4.:Profilering van de christelijke identiteit 1.4.5.:De brede school 1.4.6.:ICT als integraal onderdeel van het onderwijs 2. De opdracht van onze school 2.1. Inleiding 2.2. Onze missie 2.3. Onze visie 2.4. Interne en externe analyse 2.5. Strategische keuzes en missie en visie 2.6. Consequenties voor de meerjarenplanning 3. Onderwijskundige vormgeving 3.1. Inleiding 3.2. Wettelijke opdracht van het onderwijs 3.2.1. Ononderbroken ontwikkeling 3.2.2. Brede ontwikkeling 3.2.3. Multiculturele samenleving 3.3. Kerndoelen 3.4. Kinderen die extra zorg behoeven 3.5. Leerling-gebonden financiering 3.6. Onderwijs aan langdurig zieke kinderen 3.7. Consequenties voor de meerjarenplanning 4. Personeelsbeleid 4.1. Inleiding 4.2. Personeelsbeleid 4.2.A.:De Kaders 4.2.B.:Welke concrete doelen stellen we ons? 4.2.C.:Wat doen we om die doelen te bereiken? 4.3. Consequenties voor de meerjarenplanning 5. Kwaliteitszorg 5.1. Inleiding 5.2. Voorwaarden voor onze kwaliteitszorg 5.3. De inrichting van onze kwaliteitszorg
2
5.4. Consequenties voor de meerjarenplanning 5.5. MR-Kwaliteitsgroep ibs “de Klaverhoek “ 6. Meerjarenplanning 6.1. Inleiding 6.2. Veranderingsonderwerpen en resultaten 6.3. Overzicht veranderingsgebieden in de schoolplanperiode 2011– 2015 6.4. Sponsoring
3
Inleiding Doel schoolplan Dit schoolplan is het beleidsdocument, waarin we aangeven welke keuzen we voor de schoolplanperiode 2011-2015 op deze school hebben gemaakt. Het is opgesteld binnen de kaders van het strategisch beleidsplan van ons bestuur. Dit beleid is kort samengevat in hoofdstuk 1. Op basis daarvan zijn de specifieke doelen voor onze school bepaald, rekening houdend met de huidige stand van zaken van het onderwijs en de omgevingsfactoren, die van invloed zijn op het functioneren van de school. Het schoolplan geeft aan bestuur, team en ouders duidelijkheid over wat we willen bereiken met het onderwijs op deze school en hoe we dat in de praktijk vorm zullen geven. Samenhang in het schoolplan Dit plan bestaat uit verschillende onderdelen. Het spreekt voor zich dat die een grote mate van samenhang vertonen. Op basis van het strategisch beleid van het bestuur formuleren wij in hoofdstuk 2 de missie en visie van de onze school. Om samenhang te waarborgen en ons niet te verliezen in details hebben we daaruit voortvloeiend een beperkt aantal strategische keuzes gemaakt. Onze onderwijskundige vormgeving is beschreven in hoofdstuk 3 van het kwaliteitshandboek. Ter voorbereiding op dit schoolplan hebben we dit onderdeel geëvalueerd om vast te stellen welke veranderingen we in dit kader in de komende schoolplanperiode in willen voeren. Een beknopte samenvatting van deze evaluatie vindt u in hoofdstuk 3 van dit schoolplan met daarin de voorgenomen veranderingen in de komende jaren. Deze zijn tevens opgenomen in de meerjarenplanning in hoofdstuk 6. Het personeelsbeleid op onze school heeft direct verband met het onderwijskundig beleid. In het integraal personeelsbeleidsplan wordt dit beleid uitvoerig beschreven. In dit verband geven we in hoofdstuk 4 aan welke personele consequenties verbonden zijn aan de plannen voor de periode 2011-2015. Ontwikkelen en bewaken van de in dit plan beschreven kwaliteit van het onderwijs is een belangrijke opdracht van de school. In het betreffende hoofdstuk 5 beschrijven we een cyclische werkwijze om dit te realiseren. Alle geplande veranderingen worden kort samengevat in hoofdstuk 6: de meerjarenplanning. Deze meerjarenplanning en de ontwikkelingen in de loop van de tijd, zijn richtinggevend voor gedetailleerde actieplannen, die jaarlijks opgesteld worden. Uitvoering vindt plaats nadat het bestuur het plan geaccordeerd heeft. Totstandkoming Het schoolteam heeft onder leiding van de directie gewerkt aan de totstandkoming van het schoolplan. Op basis van de beschrijvingen in het voorgaande schoolplan en informatie over nieuwe en/of op handen zijnde ontwikkelingen heeft het schoolteam tijdens een teambijeenkomst de missie en de visie van de school vastgesteld. Op dat moment zijn ook nadrukkelijk de eigen wensen van de personeelsleden aan bod geweest. Daarmee is door het team de richting aangegeven waarin de school zich zou moeten ontwikkelen.
4
Daarnaast zijn gegevens verzameld, die duidelijk maakten welke positie de school aan het eind van de vorige schoolplanperiode innam op de verschillende beleidsterreinen. Daarbij is gebruik gemaakt van de volgende gegevens: - De evaluatie van het schoolplan van de school, dat is opgesteld in 2007 - Jaarlijkse evaluatie Inspectie 2007,2008,2009,2010,2011 - Tevredenheidmetingen van ouders, leerlingen en medewerkers 2011 - De jaarlijkse evaluaties van de schoolontwikkelingsplannen 2008-2009-2010 - Omgevingsanalyse, die aangeeft hoe de school gewaardeerd wordt in de wijk en de samenwerking met de daar aanwezige instanties en instellingen - de audits en verbetervoorstellen van het kwaliteitssysteem van Stichting “De Waarden “ - De analyses van de opbrengsten 2008 -2009-2010 - De analyses van uitslagen Eindtoets Cito van 2008-2009-2010-2011 - De analyses van de uitslagen van de Cito-entreetoets van 2008-2009-2010-2011 De (SWOT)analyse van deze gegevens, afgezet tegen de geformuleerde missie en visie heeft geresulteerd in een aantal strategische keuzes, die naar het oordeel van het team noodzakelijk zijn om de beoogde doelen te bereiken. Het schoolteam stelt zich onder leiding van de directie verantwoordelijk voor de uitvoering van dit schoolplan in de komende vier jaar. Het bevoegd gezag stelt zich door middel van de akkoordverklaring verantwoordelijk voor het ondersteunen en bewaken van hetgeen in het schoolplan is beschreven. Het bevoegd gezag stelt zich garant voor het gericht inzetten van middelen voor het ondersteunen van dit schoolplan. De directie stelt het schoolbestuur (half)jaarlijks op de hoogte van de bereikte doelen door middel van een managementrapportage. Samenhang met andere documenten De schoolgidsen in de periode 2011-2015 worden samengesteld op basis van de inhouden van het schoolplan. In dit schoolplan verwijzen we naar de volgende documenten, die aanwezig zijn op onze school: - Kwaliteitshandboek Stichting “De Waarden “ m.b.t. -personeel beleid -financieel en materieel beleid -onderwijskundige ontwikkelingen -algemeen strategisch beleid -relationeel beleid -beleid t.a.v. kwaliteitszorg - strategisch beleidsplan stichting “De Waarden” 2011-2015 - kwaliteitshandboek ibs “ de Klaverhoek “ - schoolontwikkelingsplannen ibs “ de Klaverhoek “ - strategisch beleidsplan 2009 – 2014 ibs “ de Klaverhoek “ - schoolgids ibs “ de Klaverhoek ” - personeelsgids ibs “ de Klaverhoek “ - zorgplan Samenwerkingsverband Moerdijk - zorgplan ibs “ de Klaverhoek “ - zorghandboek ibs “ de Klaverhoek”
5
Vaststelling Het schoolplan is vastgesteld in de vergadering van het schoolteam d.d.
……………………… directeur
De MR heeft instemming verleend met het schoolplan d.d. ……………………
……………………… voorzitter van de MR.
Het schoolplan is vastgesteld door het bestuur van de school d.d.
……………………… voorzitter van het bestuur van de …………
6
1. Uitgangspunten van het bestuur 1.1. Inleiding Ter voorbereiding op de schoolplanperiode 2011-2015 heeft het bestuur volgens een vooraf vastgesteld traject de strategische keuzes op bestuursniveau bepaald voor de komende schoolplanperiode. Deze keuzes zijn kader stellend voor de op te stellen schoolplannen van de afzonderlijke scholen. Tevens bieden ze voldoende ruimte om als school eigen specifieke invullingen te geven, afgestemd op bijzondere omstandigheden of op vormgeving van een specifiek concept. Alvorens het strategisch beleid definitief vast te stellen, is hierover uitvoerig overlegd met het directieberaad en de de werkgroepen. De GMR heeft instemming verleend aan dit strategisch beleidsplan voor de periode 2011-2015. De essenties van het geformuleerde beleid zijn vastgelegd in het Strategische Beleidsplan 2011-2015 van Stichting De Waarden.
1.2. De missie van Stichting De Waarden De missie van Stichting De Waarden vormt de basis voor de activiteiten van De Waarden. Een missie is niet tijdsgebonden. De missie van De Waarden is als volgt geformuleerd: Stichting De Waarden wil een vernieuwende en ontwikkelende organisatie zijn die vanuit de christelijke grondslag aan kinderen en personeelsleden een veilige en inspirerende werk- en leeromgeving biedt. De missie van onze organisatie is verwoord in ons mission statement: De Waarden: Kracht in onderwijs De Stichting dient te excelleren in ‘zorgzaamheid’ en dat dienen we bovenschools, maar ook op schoolniveau telkens en overal weer terug te zien. Daarbij is het begrip ‘rentmeesterschap’ de centrale waarde. Ouders dragen hun kinderen aan onze zorg over. Als goed rentmeester dienen wij voor deze kinderen te zorgen. De ouders geven ons daartoe de bevoegdheid en zij dragen daarmee een groot deel van hun pedagogische taak aan ons over. Maar rentmeesterschap gaat nog verder. Het betekent naast verantwoordelijkheid nemen voor degene die aan onze zorg zijn toevertrouwd ook verantwoording afleggen. Daarbij handelen we vanuit onze christelijke traditie. Verantwoordelijkheid leggen wij af naar binnen (C.v.B naar R.v.T, C.v.B naar directeuren en scholen, directeuren naar hun docenten, ouders en leerlingen) en naar buiten (naar de maatschappelijke omgeving, subsidiegevers enz)
1.3. De visie van Stichting De Waarden De visie van Stichting De Waarden omvat een duidelijke ambitie. Het geeft aan wat we willen bereiken, wat ons als Stichting succesvol maakt en welke kritische succesfactoren daarbij van belang zijn. In onze visie willen wij een Stichting zijn die veelzijdig onderwijs biedt, waarin de mogelijkheden van een ieder zo volledig mogelijk ontplooid worden. Kinderen hebben recht op kwalitatief hoogstaand en toekomstgericht onderwijs. Goed opge-
7
leide en gemotiveerde personeelsleden zetten zich in voor een optimale ontwikkeling van iedere leerling, die in een prettige, veilige en uitdagende leeromgeving plaatsvindt. Vanuit de gedachte dat ieder mens uniek is, richten we ons onderwijs zo in dat er voor iedereen ruimte geboden wordt om zich optimaal te kunnen ontwikkelen binnen de mogelijkheden van het onderwijs op onze scholen, waarbij we nader willen verkennen wat we in de toekomst kunnen realiseren. Stichting De Waarden en haar scholen staan midden in de samenleving en hebben een duidelijke verbondenheid met de omgeving, allereerst met de direct betrokkenen zoals de ouders, maar ook met andere onderwijsinstellingen en overheden. Onze Stichting en onze scholen werken samen waar dit voordelen biedt en staan open voor toekomstige ontwikkelingen. 1.3.1 De visie op onderwijs. Centraal in deze periode staat “Passend onderwijs” en de ontwikkeling richting de brede zorgschool zoals dat in het document “profiel brede zorgschool” is omschreven. Deze omschrijving is als bijlage aan het strategisch beleidsplan toegevoegd. Spil in de realisatie van de “brede zorgschool” is de leerkracht. De professionele leerkracht moet zicht hebben op verschillen tussen de kinderen en inzicht hebben in hun mogelijkheden. Hij is in staat het aanbod af te stemmen op deze mogelijkheden om zo de kinderen optimaal voor te bereiden op de maatschappij. Het onderwijsbeleid binnen onze stichting zal er dan ook op gericht zijn om die voorwaarden te scheppen waardoor de leerkracht zich optimaal kan en mag ontwikkelen. Het accent zal de komende schoolplanperiode dan vooral liggen op de kwaliteitsaspecten 5 en 6 uit het toezichtskader 2009 van de inspectie en op de SBL competenties 3 (vakinhoudelijk en didactisch) en 7 (reflectie en ontwikkeling). 1.3.2 De visie op kwaliteitsbeleid. Ook de visie op kwaliteitsbeleid is verwoord in het strategisch beleidsplan 2011-2015. De kern van onze kwaliteitszorg is professionaliteit. Het kwaliteitssysteem dat we gebruiken richt zich op de speerpunten van onze stichting, geeft richting aan onze lerende organisatie en voldoet aan de eisen die de overheid daaraan stelt.
1.4 Strategische keuzes. Analyses leverden een overzicht op van de sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen van de hele organisatie. Er zijn analyses gemaakt n.a.v. de evaluatie van het voorgaande strategisch plan, door de scholen verstrekte gegevens, tevredenheids-enquêtes en inspectierapporten Deze gegevens werden gebruikt bij het bepalen van de strategische keuzes. Criteria bij de keuzes zijn de doelen, die het bestuur in de komende beleidsperiode wil realiseren. Hierna volgt een opsomming van deze strategische keuzes met per keuze een toelichting. 1.4.1. De brede zorgschool. Om de brede zorgschool te verwezenlijken zijn in de komende schoolplan periode belangrijk: - het werken volgens de uitgangspunten van het Handelingsgericht werken, waarbij HGPD en het werken met groepsplannen speerpunten zijn.
8
- het opbrengstgericht leren werken, waarbij data analyse een steeds belangrijker rol moeten gaan spelen. - het “op maat maken” van ons onderwijs voor leerlingen die ver boven of ver beneden het gemiddelde presteren. Hierbij gaat het om de verdere ontwikkeling van beleid t.a.v. hoog/meerbegaafdheid en het werken met ontwikkelingsperspectieven voor leerlingen met speciale onderwijsbehoeften. 1.4.2 Kwaliteitszorg. Om onze kwaliteitszorg stap voor stap te focussen op de speerpunten van Stichting De Waarden is de komende schoolplanperiode nodig dat: - “integraal” het gekozen instrument voor kwaliteitszorg goed geïmplementeerd wordt. - het gekozen systeem voor collegiale visitatie verder wordt ontwikkeld - ouder-, leerling- en personeelsenquêtes een standaardonderdeel van het systeem van kwaliteitszorg worden - ons systeem van kwaliteitszorg zo transparant mogelijk en proces gericht is, waarbij gewerkt wordt volgens de PDCA- cyclus van Deming. 1.4.3: Personeelsleden van Stichting De Waarden ontwikkelen zich tot “professionals” die vorm geven aan de “brede zorgschool”. Dit willen we bereiken door: De competenties van de personeelsleden goed in beeld brengen. Het opstellen van een schoolprofiel, waarin scholen aangeven welke competenties gewenst zijn. De gesprekscyclus als sturingsinstrument voor de verdere loopplanontwikkeling te gebruiken. Het inrichten van bekwaamheidsdossiers binnen het kwaliteitssysteem Integraal. Goed en actief beleid ten aanzien werving en selectie en nascholing. Een actief mobiliteitsbeleid gebaseerd op de juiste man/vrouw op de juiste plaats. Voldoen aan de doelen van de functie-mix. 1.4.4. Profilering van de christelijke identiteit. De stichting wil uitgaan van christelijke waarden. De woordontlening van ‘ward ‘; behoeder, beschermer, is van toepassing op het werk. Het begrip ‘rentmeesterschap‘ geeft aan om welke belangrijke waarden van de christelijke traditie het gaat; wederzijds vertrouwen, verantwoording dragen en afleggen. De scholen horen een ‘leer – en leefgemeenschap te zijn en te worden en zo een bijdrage te leveren aan de humanisering van de wereld. Voor het onderwijswerk betekent dat verantwoording afleggen in pedagogische omgang met de kinderen, zorg – en onderwijsaanbod, organisatie en beleid, collegiale omgang, professionele ontwikkeling. Elke school heeft een eigen traditie en ontwikkeling. De eigenheid van elke school wordt door de bestuurlijke kaders ( i.c. fusiedocumentatie ) voor identiteitsontwikkeling ondersteund waarmee tevens de gezamenlijkheid van alle scholen wordt nagestreefd. De eigen accenten – PC, RK en interconfessioneel – betreffen godsdienstonderwijs, vieringen, het goede doen, sociaal-emotionele ontwikkeling en de relatie met geloofsgemeenschap. Elke school verheldert de eigen identiteit en neemt er verantwoordelijkheid voor. 9
Hierbij denkt het bestuur onder meer aan godsdienstonderwijs, vieringen, pedagogische omgang, contact met geloofsgemeenschappen.
1.4.5. De brede school De samenhang en afstemming tussen BSO, TSO, VVE en CJG. Er wordt samengewerkt met peuterspeelzalen en kinderopvang, zodat er een doorgaande lijn van 0 tot 13 jaar ontstaat.
1.4.6. ICT als integraal onderdeel van het onderwijs. De scholen werken hun ICT-beleid uit binnen de kaders van het ICT-beleidsplan 20112014 van Stichting De Waarden. Het doel hierbij is om het leerrendement van leerlingen te verhogen door een beredeneerde en adequate inzet van ICT in het onderwijsleerproces.
10
2. De opdracht van onze school 2.1. Inleiding Dit hoofdstuk is dragend voor ons werk in de komende schoolplanperiode. We verantwoorden hier vanuit welke opvattingen het onderwijs verzorgd wordt. Deze opvattingen zijn gebaseerd op de persoonlijke visies van de leerkrachten verbonden aan de school en conclusies, die als schoolteam getrokken zijn uit de verzamelde gegevens, de informatie over nieuwe en te verwachten ontwikkelingen. Dit alles binnen de kaders van het door het bestuur vastgesteld strategisch beleid (zie hoofdstuk 1). Daarnaast is een interne en externe analyse uitgevoerd met betrekking tot het onderwijs op onze school. Dat heeft geresulteerd in een aantal sterke en zwakke kanten van onze organisatie en kansen en bedreigingen in de nabije toekomst. Dit overzicht is gebruikt om de best mogelijke strategische keuzes te maken voor de toekomst. 2.2. Missie ibs “de Klaverhoek “ We moeten de leerlingen onderwijzen in een vertrouwde en veilige omgeving, waarin de kinderen zich zelfstandig, weerbaar en zelfredzaam kunnen ontwikkelen. Binnen deze omgeving wordt er gestructureerde aandacht gegeven aan de sociale vaardigheden van de leerlingen. Zij moeten respect voor waarden en normen van anderen kunnen opbrengen. 2.3. Onze visie In onze visie geven we aan hoe we ons onderwijs willen vormgeven. De beschreven uitgangspunten beschouwen we als kwaliteitscriteria waaraan we ons onderwijs in de komende periode willen toetsen. Het onderwijs op ibs “de Klaverhoek” wordt georganiseerd rond het principe van zelfstandig leren. Deze opzet van het onderwijs bevordert: een betere ontwikkeling van de mogelijkheden van de leerlingen. de leerlingen krijgen een grotere verantwoordelijkheid voor hun eigen leerproces. de motivatie van de leerlingen. het belang van zelfstandig werken en coöperatief leren in het leerproces. het sociale gedrag tussen de leerlingen . Deze opzet van het onderwijs heeft gevolgen m.b.t.: personele inzet lesrooster instructiemomenten en –onderwerpen pedagogische – en didactische kwaliteiten van leerkrachten ( instructeurbegeleider-coach) lokaliteiten Goed en efficiënt gebruik van het leerlingvolgsysteem Efficiënt klassenmanagement Goed functionerende zorg in de groep Zelfstandig werken door de gehele school
11
De belangrijkste doelstelling van het onderwijs op ibs “de Klaverhoek“ is het creëren van een leeromgeving, waarin kinderen zich optimaal kunnen ontplooien op sociaal, emotioneel, creatief en intellectueel gebied. Het ontwikkelingsniveau van de leerlingen leggen we vast in de onderwijsbehoeften van. De onderwijsbehoeften worden vertaald in leerdoelen voor elke leerling en voor elke groep. De individuele leerdoelen vormen de leidraad van het onderwijs. Zij bepalen het ontwikkelingspad van de leerlingen. Het groepsplan zorgt voor een goede structurering van het groepsmanagement. Iedere leerling moet zich kunnen ontwikkelen in eigen tempo, naar aanleg en aard. Het team doet alles wat in hun vermogen ligt om het kind te begeleiden, zodat het zelfstandig, sociaal, creatief, verantwoordelijk en kritisch kan leven in een dynamische maatschappij. Leerkrachten worden begeleider van het ontwikkelingsproces van de leerlingen. Zij moeten de klas zodanig “managen “, dat leerlingen zich optimaal kunnen ontwikkelen. De leeromgeving moet uitdagend zijn. De school moet bruisen van activiteiten. De leerlingen moeten werken en leren, maar ook zich kunnen uiten, ontspannen en genieten. Voor de verdere uitwerking van het onderwijsprincipe wordt er verwezen naar “Strategisch beleidsplan 2009-2014 ”, dat op school aanwezig is. Visie op maatschappelijke positionering Wij vinden het belangrijk dat onze leerlingen betrokken burgers worden met een positieve mentaliteit en die een grote mate van zelfstandigheid bezitten. Binnen deze maatschappij moeten onze leerlingen zich prettig voelen. Onder burgerschapsvorming verstaan we de voorbereiding van onze leerlingen op het deelnemen aan een pluriforme samenleving. We vinden dat het bij burgerschapsvorming vooral moet gaan om: zelfstandigheid, respect voor de ander en accepteren van verschillen, sociale omgangsvormen en vaardigheden, samenwerken, zorg dragen voor de leefomgeving, kennis en begrip hebben van onze maatschappij en van andere landen, culturen en godsdiensten. We kaderen het begrip burgerschapsvorming in drie thema’s: Democratie. We zien de school als oefenplaats voor omgaan met elkaar binnen de schoolgemeenschap. Binnen de school leren de leerlingen omgaan met de spelregels binnen de school en omgaan met conflicten. We betrekken de leerlingen bij de gebeurtenissen om hen heen en stimuleren hen hierin een actieve rol te nemen. Participatie. De school is een veilige omgeving waarin de leerlingen leren samen te leven en telkens opnieuw mogen beginnen. Op onze scholen wordt daartoe een methode sociaal emotionele ontwikkeling gebruikt. De leerlingen leren zich in een ander te verplaatsen en worden betrokken bij het opstellen en handhaven van afspraken in de klas. Tevens
12
worden leerlingen gestimuleerd in het deelnemen aan de samenleving door activiteiten te ontplooien waarin leerlingen iets voor anderen kunnen betekenen. a. Identiteit: Het fundament van ons onderwijs is de katholieke, protestants-christelijke en confessioneel christelijke identiteit van onze scholen. Daarbij is het begrip ‘rentmeesterschap’ de centrale waarde. Er wordt binnen onze stichting ook grote waarde toegekend aan de eerbiediging van ieders godsdienst of levensbeschouwing. We streven naar een volledige ontplooiing van de persoonlijkheid van leerlingen. Binnen onze scholen wordt vanuit deze identiteit aandacht besteed aan begrip en respect voor elkaar, goede omgangsvormen, vieringen en reflectie.. 2.4. Interne en externe analyse. De volgende stap in de procedure is het analyseren van de sterktes en zwaktes van ibs “de Klaverhoek “(interne analyse): Sterktes ibs “de Klaverhoek “
Zwaktes ibs “de Klaverhoek “
S1: Pedagogisch klimaat: -acceptatie -met plezier naar school
Z1: Kennis en vaardigheden: -kerndoelen onbekend -klassenmanagement niet op één lijn -resultaten
S2:Identiteit / levensbeschouwing: -samenwerking met de Kerk -vieringen -waarden / normen -Trefwoord
Z2: Zelfstandigheid: -geen ( doorgaande ) lijn
S3:Waardering door de leerlingen: -positieve reacties -met plezier naar school -enthousiast over wat er gedaan is
Z3:Waardering ouders: -profileren school -maatschappij komt de school binnen -multiculturele samenleving
S4:Personeel: -klimaat / sfeer -betrokken -collegialiteit -samenwerken -team-verantwoordelijkheid -klein team: korte lijnen/sneller overleg
Z4: materieel beleid: -schoonmaak te weinig -begroting- middelen
S5: Schoolgrootte: -we kennen alle leerlingen bij naam
Z5: personeel: -nieuwe competenties nodig -competentie –ontwikkeling -werkdruk / taakbelasting
13
S6: Management en organisatie: -verantwoordelijkheden bij team teamleden -leerkrachten met verantwoordelijkheden
Z6: kwaliteitszorg: -concreet zichtbaar bij leerkrachten in de groep -onderzoekende houding van leerkrachten nog onvoldoende aanwezig
Z7: Schoolgrootte: -gering aantal collega’s -teruglopend aantal leerlingen Ditzelfde proces hebben we doorlopen om te kijken naar de kansen en bedreigingen ( externe analyse) De uitkomsten van deze analyse zie je hieronder. Kansen K1: Sociaal-economische achtergrond: -leerlingen met specifieke achtergrond bieden mogelijkheden om op in te spelen. -achtergrond ouders K2: Ouders: -rekening houden met verwachtingen van ouders in relatie tot de “ rek “ van de school. K3: Inspectie: -gratis analyse K4: Passend Onderwijs: -brede zorgschool K5: Instanties: -grotere samenwerking /brede school -buurtnetwerk biedt voordelen K6: Bedrijven –verenigingen: -gebruiken voor lessen-excursies -kinderen moeten er iets aan hebben K7: Maatschappelijke ontwikkelingen: -individualisering K8: Arbeidsmarkt: -gebruik maken van gastlessen -bekendheid met andere beroepen -medebepaling leerstofaanbod (bv techniek)
Bedreigingen B1: Demografie: -terugloop aantal leerlingen
B2: Gemeente: -Bezuinigingen ( gelden leerlingenzorg)
B3: Overheid: -bezuinigingen
-deconfessionalisering B4: Arbeidsmarkt: -tekort aan mannelijke leerkrachten
K9: technische en onderwijskundige ontwikkelingen: -ICT Door deze gegevens met elkaar te combineren en af te zetten tegen wat we op onze school willen realiseren, zijn uit een veelheid van mogelijkheden de volgende strategische keuzes gemaakt voor de komende jaren.
14
2.5. Strategische keuzes en missie en visie Missie en visie bouwen op veel punten voort op ontwikkelingen in het verleden. In de school is dan ook al veel van wat we belangrijk vinden in ons onderwijs terug te vinden. Dit blijkt uit het volgende overzicht: Strategisch beleidsplan ibs “ de Klaverhoek “ schooljaar 2011-2012 Planningsfase: 01: Voorbereidingen onderwijskundige ontwikkelingen: Begrijpend Lezen Structureel leerstofaanbod groep 1-2 Didactiek Rekenen / keuze methode Excellentieprogramma Engels door de gehele basisschool Cultuureducatie Burgerschapsvorming /multiculturele samenleving Schoolspecifiek ICT-beleidsplan 02: Voorbereidingen ontwikkeling naar brede zorgschool: Samenstellen schoolprofiel (ontwikkelingen samenwerkingsverband) Samenstellen nieuw taalbeleidsplan 2012-2014 03: Voorbereidingen voor nieuw kwaliteitssysteem: Volledig invullen kwaliteitssysteem als pilotschool Vastleggen kwaliteitshandboek Uitvoeringsfase: 01: Ontwikkelingen naar een preventief pedagogisch- en zorgklimaat: Zorgsysteem / zorghandboek Groepsoverzichten / groepsplannen Implementatie handelingsgerichte procesdiagnostiek Individuele leerdoelen / plaatsing op doorlopende leerlijnen 02: competentie-ontwikkeling teamleden: Instructie- en differentiatievaardigheden Analyseren- diagnosticeren Stellen van de juiste leerdoelen Vaststellen onderwijsbehoeften van leerlingen Vaststellen competentieprofiel leerkrachten ibs “ de Klaverhoek “ Vaststellen rolprofielen teamleden schooljaar 2011-2012 Meervoudige intelligentie onderdeel onderwijsstructuur Kwaliteitscyclus( plan-do-check-act) onderdeel in school- en groepsstructuur 03: Onderwijskundige ontwikkelingen: Meervoudige intelligentie structureel in onderwijsstructuur ibs “ de Klaverhoek “ : be-
15
leidsdocument Opbrengstgericht werken structureel in onderwijsstructuur ibs “ de Klaverhoek “ :beleidsdocument Implementatie methode “ Topondernemers “ in onderwijsstructuur ibs “ de Klaverhoek “ :beleidsdocument Implementatie:schrijven; beleidsdocument Implementatie Gymmethode: beleidsdocument Evaluatie: 01: Opbrengsten: Vaststellen streefdoelen (midden- eind schooljaar) Methode-gebonden toetsen Methode-onafhankelijke toetsen ( midden- eind schooljaar) Actieplannen n.a.v. evaluatie opbrengsten 02: Onderwijskundige ontwikkelingen: Vaststellen tussen- en einddoelen Actieplannen n.a.v. evaluatie onderwijskundige ontwikkelingen Evaluatie met onderwijsadviseurs 03: Onderwijskundig beleid Evaluatie Spelling Evaluatie coachen van leerlingen Evaluatie zelfstandig werken Evaluatie pedagogisch beleid: “ Onze leerlingen staan als een huis “ 04: Competentie-ontwikkeling team: Persoonlijk ontwikkelingsplan Rolprofiel Gesprekkencyclus /groepsbezoeken opbrengsten Borging: 01: Opbrengsten: actieplannen in schoolontwikkelingsplan schooljaar 2012-2013 02: Onderwijskundige ontwikkelingen: actieplannen in schoolontwikkelingsplan schooljaar 2012-2013 03: Vaststellen onderwijskundig beleid: Spelling Coachen van leerlingen Zelfstandig werken Pedagogisch beleid: “ Onze leerlingen staan als een huis “
16
04: Competentie-ontwikkeling team: Samenstellen nieuw persoonlijk ontwikkelingsplan schooljaar 2012-2013 Samenstellen nieuw rolprofiel schooljaar 2012-2013
Verdere uitwerking te vinden in schoolontwikkelingsplan schooljaar 2011-2012 Strategisch beleidsplan ibs “ de Klaverhoek “ schooljaar 2012-2013 Planningsfase: 01: Voorbereidingen onderwijskundige ontwikkelingen: Aanvankelijk en Voortgezet Technisch lezen Engels door de gehele basisschool Techniek 02: Voorbereidingen ontwikkelingen naar brede zorgschool: Samenstellen ontwikkelingsprofiel specialismen teamleden in kader schoolprofiel 03: Voorbereidingen nieuw kwaliteitssysteem: Samenstelling jaarplannen
Uitvoeringsfase: 01: Ontwikkelingen naar een preventief pedagogisch- en zorgklimaat: Implementatie handelingsgerichte procesdiagnostiek Individuele leerdoelen / plaatsing op doorlopende leerlijnen Inzicht in leerlijnen rekenen-taal-spelling-lezen in groep 02: Competentie-ontwikkeling teamleden: Vaststellen rolprofiel schooljaar 2012-2013 Instructie- en differentiatievaardigheden Analyseren- diagnosticeren Stellen van de juiste leerdoelen Vaststellen onderwijsbehoeften van leerlingen Kwaliteitscyclus( plan-do-check-act) onderdeel in school- en groepsstructuur Vaststellen specialismen in kader schoolprofiel 03: Onderwijskundige ontwikkelingen: Implementatie Begrijpend Lezen: beleidsdocument Implementatie structureel leerstofaanbod in groep 1-2:beleidsdocument Implementatie Rekenen: nieuwe methode: beleidsdocument Implementatie: cultuurbeleidsplan 2012-2015:beleidsdocument Implementatie excellentieprogramma: beleidsdocument Implementatie burgerschapsvorming: beleidsdocument Implementatie schoolspecifiek ICT-beleidsplan
17
Evaluatie: 01: Opbrengsten: Vaststellen streefdoelen (midden- eind schooljaar) Methode-gebonden toetsen Methode-onafhankelijke toetsen ( midden- eind schooljaar) Actieplannen n.a.v. evaluatie opbrengsten 02: Onderwijskundige ontwikkelingen: Vaststellen tussen- en einddoelen Actieplannen n.a.v. evaluatie onderwijskundige ontwikkelingen Evaluatie met onderwijsadviseurs 03: Evaluatie onderwijskundig beleid: Evaluatie zorgsysteem / zorghandboek Evaluatie Meervoudige intelligentie in onderwijsstructuur ibs “de Klaverhoek” Evaluatie Topondernemers Evaluatie Opbrengstgericht werken in onderwijsstructuur ibs “ de Klaverhoek” Beleidsdocument Identiteit Gymmethode Schrijven 04: Competentie-ontwikkeling team: Persoonlijk ontwikkelingsplan Rolprofiel Gesprekkencyclus /groepsbezoeken Opbrengsten competentieprofiel teamleden ibs “ de Klaverhoek “ Borging: 01: Opbrengsten: actieplannen in schoolontwikkelingsplan schooljaar 2013-2014 02: Onderwijskundige ontwikkelingen: actieplannen in schoolontwikkelingsplan schooljaar 2013-2014 03: Vaststellen onderwijskundig beleid: zorgsysteem / zorghandboek Meervoudige intelligentie in onderwijsstructuur ibs “de Klaverhoek” Topondernemers Opbrengstgericht werken in onderwijsstructuur ibs “ de Klaverhoek” Beleidsdocument Identiteit
18
04: Competentie-ontwikkeling team: Samenstellen nieuw persoonlijk ontwikkelingsplan schooljaar 2013-2014 Samenstellen nieuw rolprofiel schooljaar 2013-2014 competentieprofiel teamleden ibs “ de Klaverhoek “ Verdere uitwerking te vinden in schoolontwikkelingsplan schooljaar 2012-2013 Strategisch beleidsplan ibs “ de Klaverhoek “ schooljaar 2013-2014 Planningsfase: 01: Voorbereidingen onderwijskundige ontwikkelingen: structuur” “ verantwoordelijkheid voor eigen ontwikkelingsproces “ didactiek Taal/ keuze methode coöperatief leren structuur portfolio elektronische leeromgeving 02: voorbereidingen ontwikkelingen naar brede zorgschool: educatief partnership Uitvoeringsfase: 01: Ontwikkelingen naar een preventief pedagogisch- en zorgklimaat: Implementatie handelingsgerichte procesdiagnostiek Individuele leerdoelen / plaatsing op doorlopende leerlijnen Inzicht in leerlijnen rekenen-taal-spelling-lezen in voorafgaande/ volgende groepen 02: Competentie-ontwikkeling teamleden: Vaststellen rolprofiel schooljaar 2013-2014 Instructie- en differentiatievaardigheden Analyseren- diagnosticeren Stellen van de juiste leerdoelen Vaststellen onderwijsbehoeften van leerlingen Kwaliteitscyclus( plan-do-check-act) onderdeel in school- en groepsstructuur Ontwikkelen specialismen in kader schoolprofiel 03: Onderwijskundige ontwikkelingen: Implementatie Aanvankelijk en Voortgezet Technisch lezen: beleidsdocument Implementatie Engels door de gehele basisschool: beleidsdocument Implementatie Techniek: beleidsdocument Evaluatie: 01: Opbrengsten: Vaststellen streefdoelen (midden- eind schooljaar) Methode-gebonden toetsen Methode-onafhankelijke toetsen ( midden- eind schooljaar) Actieplannen n.a.v. evaluatie opbrengsten
19
02: Onderwijskundige ontwikkelingen: Vaststellen tussen- en einddoelen Actieplannen n.a.v. evaluatie onderwijskundige ontwikkelingen Evaluatie met onderwijsadviseurs
03: Evaluatie onderwijskundig beleid: Evaluatie Begrijpend Lezen Evaluatie Rekenen Evaluatie Gefundeerd leerstofaanbod groep 1-2 Cultuurbeleidsplan 2012-2015 Excellentieprogramma: Burgerschapsvorming Schoolspecifiek ICT-beleidsplan 04: Competentie-ontwikkeling team: Persoonlijk ontwikkelingsplan Rolprofiel Gesprekkencyclus /groepsbezoeken Opbrengsten
Borging: 01: Opbrengsten: actieplannen in schoolontwikkelingsplan schooljaar 2014-2015 02: Onderwijskundige ontwikkelingen: actieplannen in schoolontwikkelingsplan schooljaar 2014-2015 03: Vaststellen onderwijskundig beleid: Begrijpend Lezen Rekenen Gefundeerd leerstofaanbod groep 1-2 Cultuurbeleidsplan Excellentieprogramma: Burgerschapsvorming Schoolspecifiek ICT-beleidsplan 04: Competentie-ontwikkeling team: Samenstellen nieuw persoonlijk ontwikkelingsplan schooljaar 2014-2015 Samenstellen nieuw rolprofiel schooljaar 2014-2015 Verdere uitwerking te vinden in schoolontwikkelingsplan schooljaar 2013-2014 Strategisch beleidsplan ibs “ de Klaverhoek “ schooljaar 2014-2015 Planningsfase:
20
01: Voorbereidingen kwaliteitssysteem: Samenstellen nieuw schoolplan 2015-2019
Uitvoeringsfase: 01: Onderwijskundige ontwikkelingen: structuur” “ verantwoordelijkheid voor eigen ontwikkelingsproces “:beleidsdocument Taal: beleidsdocument coöperatief leren: beleidsdocument structuur portfolio: beleidsdocument elektronische leeromgeving 02: ontwikkelingen naar brede zorgschool: educatief partnership
Geen verdere ontwikkelingen in verband de evaluatie en samenstelling van het samenstellen nieuw schoolplan 2015-2019
Evaluatie: 01: Opbrengsten: Vaststellen streefdoelen (midden- eind schooljaar) Methode-gebonden toetsen Methode-onafhankelijke toetsen ( midden- eind schooljaar) Actieplannen n.a.v. evaluatie opbrengsten 02: Onderwijskundige ontwikkelingen: Vaststellen tussen- en einddoelen Actieplannen n.a.v. evaluatie onderwijskundige ontwikkelingen Evaluatie met onderwijsadviseurs 03: Onderwijskundige ontwikkelingen: Schoolplan 2011-2015 Schoolontwikkelingsplan 2011-2015 Aanvankelijk en Voortgezet Technisch lezen Engels door de gehele basisschool Techniek Zorgsysteem / zorghandboek 04: Competentie-ontwikkeling team: Persoonlijk ontwikkelingsplan Rolprofiel Gesprekkencyclus /groepsbezoeken Opbrengsten 21
Borging: 01: Opbrengsten: actieplannen in schoolontwikkelingsplan schooljaar 2015-2016 02: Onderwijskundige ontwikkelingen: actieplannen in schoolontwikkelingsplan schooljaar 2015-2016 samenstelling schoolpan 2015-2019 03: Vaststellen onderwijskundig beleid: Aanvankelijk en Voortgezet Technisch lezen Engels door de gehele basisschool Techniek Zorgsysteem / zorghandboek 04: Competentie-ontwikkeling team: Samenstellen nieuw persoonlijk ontwikkelingsplan schooljaar 2015-2016 Samenstellen nieuw rolprofiel schooljaar 2015-2016
Verdere uitwerking te vinden in schoolontwikkelingsplan schooljaar 2014-2015
2.6 CONSEQUENTIES VOOR DE MEERJARENPLANNING: Onderwerp Onderwijskundig: Begrijpend Lezen Didactiek Rekenen / nieuwe methode Gefundeerd leerstofaanbod groep 1-2 Excellentieprogramma Engels in de basisschool Cultuureducatie Burgerschapsvorming Meervoudige Intelligentie:structuur in onderwijs ibs “ de Klaverhoek “ Opbrengstgericht werken: structuur in onderwijs ibs “ de Klaverhoek “ Topondernemers:structuur in onderwijs ibs “ de Klaverhoek” Coachen van leerlingen Structuur Spelling Zelfstandig werken Pedagogisch beleid Aanvankelijk en Voortgezet Technisch lezen Techniek Inzicht in leerlijnen groep Taalbeleidsplan
Planning
Uitvoering
Evaluatie
Borging
2011-2012 2011-2012 2011-2012 2011-2012 2011-2013 2011-2012 2011-2012
2012-2013 2012-2013 2012-2013 2012-2013 2013-2014 2012-2013 2012-2013 2011-2012
2013-2014 2013-2014 2013-2014 2013-2014 2014-2015 2013-2014 2013-2014 2012-2013
2013-2014 2013-2014 2013-2014 2013-2014 2014-2015 2013-2014 2013-2014 2012-2013
2011-2012
2012-2013
2012-2013
2011-2012
2012-2013
2013-2014
2013-2014 2013-2014 2012-2013 2012-2014
2011-2012 2011-2012 2011-2012 2011-2012 2014-2015 2014-2015 2014-2015 2013-2014
2011-2012 2011-2012 2011-2012 2011-2012 2014-2015 2014-2015 2014-2015 2013-2014
2012-2013 2012-2013 2012-2013 2011-2012
22
Didactiek Taal / nieuwe methode Portfolio Coöperatief leren Identiteit Verantwoordelijkheid voor eigen leerproces
2013-2014 2013-2014 2013-2014
2014-2015 2014-2015 2014-2015
2013-2014
Zorg: Groepsoverzichten / groepsplannen:structuur in onderwijs ibs “ de Klaverhoek” HGPD Zorgsysteem Brede zorgschool Ontwikkeling schoolprofiel
2011-2012
Kwaliteitszorg Integraal Kwaliteits Managementsysteem Kwaliteitshandboek ibs “ de Klaverhoek”
2014-2015
2015-2016 2015-2016 2015-2016 2012-2013 2015-2016
2015-2016 2015-2016 2015-2016 2012-2013 2015-2016
2011-2012
2012-2013
2012-2013
2011-2012
2012-2013 2012-2013
2012-2013 2012-2013
2012-2013
2013-2014
2013-2014
2011-2014
2013-2014 2011-2012 2014-2015
2013-2014 2011-2012 2014-2015
Ouders Educatief partnership
2013-2014
2014-2015
2015-2016
2015-2016
ICT Schoolspecifiek ict-beleidsplan Elektronische leeromgeving
2011-2012 2013-2014
2012-2013 2014-2015
2013-2014 2015-2016
2013-2014 2015-2016
2011-2013 2011-2013 2011-2013 2011-2013 2011-2012
2013-2014 2013-2014 2013-2014 2013-2014 2012-2013
2013-2014 2013-2014 2013-2014 2013-2014 2-12-2013
Competentie-ontwikkeling team Instructie-differentiatie Analyseren-diagnosticeren Vaststellen onderwijsbehoeften Stellen leerdoelen Kwaliteitscyclus in groep / school
23
3. Onderwijskundige vormgeving 3.1. Inleiding In dit hoofdstuk wordt aangegeven hoe het onderwijs op de school vormgegeven wordt. In de beschrijving van dit hoofdstuk wordt duidelijk gemaakt, hoe invulling gegeven wordt aan de wettelijke opdracht van het onderwijs rekening houdend met de missie van de school en hetgeen in de komende schoolplanperiode gerealiseerd wordt gezien de visie. Beide zijn beschreven in het vorige hoofdstuk. 3.2. Wettelijke opdracht van het onderwijs In de wet op het primair onderwijs staat in een aantal artikelen beschreven aan welke eisen het onderwijs moet voldoen. In de hierna volgende paragrafen wordt aangegeven op welke wijze wij invulling geven aan deze wettelijke eisen. 3.2.1. Ononderbroken ontwikkeling Artikel 8 lid 1 van de WPO geeft aan: Het onderwijs wordt zodanig ingericht, dat de leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doorlopen. Het wordt afgestemd op de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen. Op onze school geven we hieraan als volgt vorm: Het ontwikkelingsniveau van de leerlingen leggen we vast in de individuele leerdoelen voor elke leerling. Het vaststellen van deze leerdoelen gebeurt in samenspraak met de ouders. De individuele leerdoelen vormen de leidraad van het onderwijs. Zij bepalen het ontwikkelingspad van de leerlingen. Deze individuele doelen worden vastgelegd voor de volgende onderdelen: Groep 1-2: Sociaal-emotionele ontwikkeling Motorische ontwikkeling Spelontwikkeling Taakgerichtheid Zintuiglijke waarneming Taalontwikkeling Ontwikkeling geletterdheid Ontwikkeling gecijferdheid Groep 3-8:
Rekenen Spelling Technisch Lezen Begrijpend Lezen Taal
Deze individuele doelen worden zo vroeg mogelijk in de schoolloopbaan vastgesteld. Zij zijn bepalend voor het ontwikkelingspad van de leerlingen. Deze individuele doelen worden elk jaar vastgesteld in overleg met de betreffende groepsleerkrachten en IB.
24
Afhankelijk van de individuele doelen worden de individuele leerlijnen, handelingsplannen en groepsplannen samengesteld. De ononderbroken ontwikkelingslijn wordt ook gewaarborgd door de keuze en het gebruik van doorlopende methodes: -Schatkist Taal -Veilig Leren Lezen -Taalleesland -De Wereld in Getallen -Topondernemers -Afgesproken ( verkeer) -Moet je doen ( creatieve vakken) -Basislessen Bewegingsonderwijs
groep 1-2 groep 3 groep 4 t/m 8 groep 1 t/m 8 groep 3 t/m 8 groep 1 t/m 8 groep 1 t/m 8 groep 1 t/m 8
De ononderbroken ontwikkelingslijn is het grondprincipe, waarmee wij de missie en de visie gestalte willen geven. Door het vaststellen van individuele doelen en het realiseren van een organisatievorm, waarbinnen leerlingen op eigen niveau en tempo hun ontwikkelingsdoelen kunnen bereiken, bewerkstelligen we een ononderbroken ontwikkelingslijn 3.2.2. Brede ontwikkeling Artikel 8 lid 2 WPO geeft aan: Het onderwijs richt zich in elk geval op de emotionele en de verstandelijke ontwikkeling, en op het ontwikkelen van creativiteit, op het verwerven van noodzakelijke kennis en van sociale, culturele en lichamelijke vaardigheden (brede ontwikkeling). Dit geven wij op de volgende wijze vorm: Een Gezonde School profileert zich op gezondheid, welzijn en veiligheid. Bevordering van “welbevinden” en preventie van risicogedrag leveren een belangrijke bijdrage aan het primaire proces en succesvol leren. Een Gezonde School heeft de aandacht voor zorg, gezondheid, veiligheid, sport, bewegen en culturele vorming planmatig verankerd in haar beleidsplan en heeft dat vertaald naar structurele en samenhangende activiteiten. Werken aan gezond gedrag is meer dan het aanbieden van een lessenreeks. In een Gezonde School is de (individuele) leerlingenzorg goed verankerd en verknoopt met stelselmatige collectieve activiteiten die voorvloeien uit de behoefte van leerlingen en van de school zelf. Dit geven wij op de volgende wijze vorm: -De sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerlingen heeft gestalte gekregen in enkele belangrijke onderdelen: Het sociaal-emotioneel beleid ( document aanwezig op school ) Het Resillience-model ( onderdeel pedagogisch klimaat, document aanwezig op school ) De Kanjertraining: -alle leerkrachten zijn gelicenseerd om de training te geven -de training is een structureel onderdeel organisatie -document is op school aanwezig Kijk-registratie groep 1-2 Kijk! Op sociale competentie groep 3-8
25
Aanwezigheid vertrouwenspersoon Structureel voeren van coachingsgesprekken met leerlingen De school heeft een cultuurcoördinator, die bezig is aan het cultuurbeleidsplan. In het lesrooster zijn de onderdelen gym, drama, muziek, tekenen en handvaardigheid structureel opgenomen. Deze onderdelen worden methodisch gegeven. De school heeft het Brabants Verkeersveiligheidslabel. 3.2.3. Multiculturele samenleving Artikel 8 lid 3 WPO geeft aan: Het onderwijs: a. gaat er mede van uit dat leerlingen opgroeien in een pluriforme samenleving, b. is mede gericht op het bevorderen van actief burgerschap en sociale integratie, en c. is er mede op gericht dat leerlingen kennis hebben van en kennismaken met verschillende achtergronden en culturen van leeftijdgenoten. Het onderwijs wordt zodanig ingericht dat daarbij op structurele en herkenbare wijze aandacht wordt besteed aan het bestrijden van achterstanden in het bijzonder in de beheersing van de Nederlandse taal.
Burgerschapskunde Stichting De Waarden Visie Wij vinden het belangrijk dat onze leerlingen betrokken burgers worden met een positieve mentaliteit en die een grote mate van zelfstandigheid bezitten. Binnen deze maatschappij moeten onze leerlingen zich prettig voelen. Onder burgerschapsvorming verstaan we de voorbereiding van onze leerlingen op het deelnemen aan een pluriforme samenleving. We vinden dat het bij burgerschapsvorming vooral moet gaan om: zelfstandigheid, respect voor de ander en accepteren van verschillen, sociale omgangsvormen en vaardigheden, samenwerken, zorg dragen voor de leefomgeving, kennis en begrip hebben van onze maatschappij en van andere landen, culturen en godsdiensten. We kaderen het begrip burgerschapsvorming in drie thema’s: b. Democratie. We zien de school als oefenplaats voor omgaan met elkaar binnen de schoolgemeenschap. Binnen de school leren de leerlingen omgaan met de spelregels binnen de school en omgaan met conflicten. We betrekken de leerlingen bij de gebeurtenissen om hen heen en stimuleren hen hierin een actieve rol te nemen. c. Participatie. De school is een veilige omgeving waarin de leerlingen leren samen te leven en telkens opnieuw mogen beginnen. Op onze scholen wordt daartoe een methode sociaal emotionele ontwikkeling gebruikt. De leerlingen leren zich in een ander te verplaatsen en worden betrokken bij het opstellen en handhaven van afspraken in de klas. Tevens worden leerlingen gestimuleerd in het deelnemen aan de samenleving door activiteiten te ontplooien waarin leerlingen iets voor anderen kunnen betekenen. c.Identiteit: Het fundament van ons onderwijs is de katholieke, protestants-christelijke en confessioneel christelijke identiteit van onze scholen. Daarbij is het begrip ‘rentmeesterschap’ de centrale waarde. Er wordt binnen onze stichting ook grote waarde toegekend aan de eerbiediging van ieders godsdienst of levensbeschouwing. We streven naar een volledige ontplooiing van de persoonlijkheid van leerlingen. Binnen onze scholen 26
wordt vanuit deze identiteit aandacht besteed aan begrip en respect voor elkaar, goede omgangsvormen, vieringen en reflectie.. Doelen Met burgerschapsvorming op onze school willen we het volgende bereiken: Democratie a. Kennis en inzicht: We willen bereiken dat leerlingen kennis hebben van democratische principes en de basiswaarden van de democratische rechtsstaat. De leerlingen weten hoe een democratie werkt, wat grondrechten en plichten zijn, en hoe besluitvorming plaatsvindt. Ook leren we leerlingen te debatteren en hun mening te verwoorden b. Houding: We willen bereiken dat leerlingen een respectvolle houding ontwikkelen ten opzichte van mensen die andere opvattingen hebben, zich richten op de dialoog en discriminatie afwijzen. Ook streven we naar een oplossingsgerichte houding bij conflicten en naar een kritische houding ten opzichte van verkregen of aangereikte informatie. c. Vaardigheden: We streven ernaar dat leerlingen gepaste omgangsvormen opdoen en laten zien. We willen dat de leerlingen denken vanuit persoonlijke en algemene belangen en daarbij hun eigen mening durven geven, maar ook opvattingen van anderen kunnen accepteren. Dit alles mag plaatsvinden in een respectvolle discussie. We willen dat ze kritisch omgaan met bronnen en feiten en meningen van elkaar kunnen onderscheiden. Participatie a. Kennis en inzicht: We willen dat de leerlingen weten op welke manieren zij zich nuttig kunnen maken voor de maatschappij en hoe de maatschappij er in andere landen uitziet. Het is belangrijk voor onze leerlingen om te weten hoe een goede samenwerking eruit ziet, welke vaardigheden zij zelf moeten ontwikkelen en dat er verschillende vormen van participatie zijn. b. Houding: Wij streven ernaar dat onze leerlingen respectvol omgaan met anderen, waardering hebben voor anderen en relaties aangaan op basis van gelijkwaarheid. We willen dat onze leerlingen zich verantwoordelijk voelen voor de wereld om zich heen en daar zorg voor willen dragen. c. Vaardigheden: Onze leerlingen kunnen samenwerken, initiatief nemen, meedenken over regels en wetten en ze kunnen een bijdrage leveren aan algemene belangen binnen en buiten school. Identiteit a. Kennis en inzicht: We willen dat onze leerlingen kennis hebben van verschillende geloofs- en cultuuruitingen en culturele achtergronden. Ook vinden we het belangrijk dat ze uitingen van discriminatie kunnen herkennen.
27
b. Houding: We streven ernaar dat leerlingen geen onderscheid maken tussen mensen op basis van zaken als culturele achtergronden en geloof; discriminatie wordt afgewezen. De leerlingen zijn geïnteresseerd in anderen en staan open voor discussie. c. Vaardigheden: De leerlingen kunnen onderscheid maken tussen goed en slecht en hebben een basis voor hun handelen. Ze kunnen rekening houden met wensen en gevoelens van anderen en kunnen goed communiceren over verschillen en overeenkomsten. Ook weet de leerling wie hij is en waar zijn sterke kanten en mogelijkheden liggen. Burgerschap: Hoe vinden we dit terug op onze school? Om deze wetgeving ten uitvoer te brengen heeft ibs “de Klaverhoek “ een visie opgesteld. Om deze visie tot uitdrukking te brengen hebben we ons de volgende vragen gesteld: “Wat is Burgerschap eigenlijk?” Dit wordt weleens omschreven als: ”De bereidheid en het vermogen deel uit te maken van de gemeenschap en daar een actieve bijdrage aan te leveren”. “Hoe gaan we in onze school om met diversiteit?” “Hebben de leerlingen in onze school zeggenschap en verantwoordelijkheid? Of zijn we terughoudend op dit punt?” “Hoe maakt onze school deel uit van haar schoolomgeving en hoe activeren we leerlingen om daaraan hun bijdrage te leveren?” Als wij de kinderen werkelijk iets mee willen geven op het gebied van actief en democratisch burgerschap, dan zal de school zelf eerst een democratische gemeenschap moeten zijn: een school waarin een vanzelfsprekend gezag is, maar een gezag dat wel samen gaat met een grote eigen verantwoordelijkheid van leerlingen met een (democratisch) modelgedrag van leraren met veel uitleg en met leerlingen die een stem hebben. Het zal dus niet alleen gaan om een serie lessen over democratie en burgerschap maar veel meer om de manier waarop de school functioneert als een democratische gemeenschap, waarin de kinderen op een vanzelfsprekende manier democratie ervaren en oefenen. Dit is niet alleen een voorbereiding op deelname aan de democratiesche samenleving, de school profiteert er ook van: het genereert actieve en betrokken leerlingen, met verantwoordelijkheids gevoel ten opzichte van de schoolgemeenschap. Ook een schoolgemeenschap is gekenmerkt door de manier waarop de leerlingen met elkaar omgaan met al hun verschillen. Het is de taak van de school om kennis, maar ook vooral om vaardigheden, om een houding, een wil om op een democratische manier met elkaar om te gaan, aan te leren.
28
Deze visie geeft als resultaat de hieronder vermelde kerndoelen: Kerndoelen Burgerschap: De leerlingen leren zorg te dragen voor de lichamelijke en psychische gezondheid van henzelf en anderen. De leerlingen leren zich redzaam te gedragen in sociaal opzicht, als verkeersdeelnemer en als consument. De leerlingen leren hoofdzaken van de Nederlandse en Europese staatsinrichting en de rol van de burger. Leerlingen leren zich te gedragen vanuit respect voor algemeen aanvaarde waarden en normen. De leerlingen leren hoofdzaken over geestelijke stromingen die in de Nederlandse multiculturele samenleving een belangrijke rol spelen en ze leren respect op te brengen voor verschillen in opvattingen. De leerlingen leren met zorg omgaan met het milieu. De leerlingen leren gebruik maken van eenvoudige historische bronnen zoals aanwezig in ons cultureel erfgoed De leerlingen leren over de belangrijke historische personen en gebeurtenissen uit de Nederlandse geschiedenis en kunnen die voorbeeldmatig verbinden met de wereldgeschiedenis. De leerling leert over zorg en leert zorgen voor zichzelf, anderen en zijn omgeving, en hoe hij de veiligheid van zichzelf en anderen in verschillende leefsituaties (wonen, leren, werken, uitgaan, verkeer) positief kan beïnvloeden. Verschijnselen, daarover een beargumenteerd standpunt in te nemen en te verdedigen en daarbij respectvol met kritiek om te gaan. De leerling leert betekenisvolle vragen te stellen over maatschappelijke kwesties. De leerling leert een eigentijds beeld van de eigen omgeving, Nederland, Europa en de wereld te gebruiken om verschijnselen en ontwikkelingen in hun omgeving te plaatsen. De leerling leert een eenvoudig onderzoek uit te voeren naar een actueel maatschappelijk verschijnsel. De leerling leert historische bronnen te gebruiken en hij leert daarbij de eigen cultuurhistorische omgeving te betrekken. De leerling leert over overeenkomsten, verschillen en veranderingen in cultuur en levensbeschouwing in Nederland, leert eigen en andermans leefwijze daarmee in verband te brengen en leert de betekenis voor de samenleving te zien vanuit respect voor elkaars opvattingen en leefwijzen. De leerling leert op hoofdlijnen hoe het Nederlandse politiek bestel als democratie functioneert en leert zien hoe mensen op verschillende manieren bij politieke processen betrokken kunnen zijn. De leerling leert de betekenis van Europese samenwerking en de Europese Unie te begrijpen voor zichzelf, Nederland en de wereld. De leerling leert actuele spanningen en conflicten in de wereld te plaatsen tegen hun achtergrond en leert daarbij de onderlinge afhankelijkheid in de wereld, het belang van mensenrechten en de betekenis van internationale samenwerking te zien. Om bovenstaande doelen te realiseren zullen we eerst moeten bepalen wat we bedoelen als we praten over het opvoeden van kinderen tot democratische burgers. 29
Wat verstaan we hieronder, welke vaardigheden, attitudes horen daarbij? Het gaat hierbij niet alleen over het naleven van wetten of het gaan stemmen als er verkiezingen zijn. Het gaat vooral over hoe men met elkaar omgaat. Houden we rekening met elkaar in plaats van alleen met onszelf? Hoe zorgen we voor een goed overwicht tussen individuele vrijheid enerzijds en sociale betrokkenheid anderzijds. Hoe gaan we om met een verschil van mening? Hoe komen we tot een gezamenlijk besluit? Hoe lossen we conflicten op? Voelen we ons verantwoordelijk voor de gemeenschap (ook op school)? In hoeverre zijn we bereid om ons in te leven in de cultuur (gedrag) van anderen? Burgerschapsvorming is niet bedoeld om “brave Hendriken” voort te brengen maar om leerlingen de kennis, houding en vaardigheden te laten verwerven die nodig zijn om goed te kunnen functioneren in onze democratische samenleving. “Goed functioneren” betekent dat de leerlingen een bijdrage leveren aan de gemeenschap, je mede verantwoordelijk voelen. Open staan voor verschillen, bereid zijn om democratisch gedrag te vertonen, een mening kunnen vormen en kritisch te kunnen omgaan met informatie. Deze burgerschapsvorming vindt plaats op 3 niveaus: 1. Op het niveau van de relaties tussen leerlingen onderling en tussen leerlingen en het onderwijsteam. 2. Op het niveau van zinvol meedoen (in de praktijk) 3. Op het niveau van kennisoverdracht. Het ontwikkelen van Burgerschap heeft als doel: Het overdragen van waarden (gericht op gehoorzaamheid, discipline en integriteit.) Het ontwikkelen van kritische meningsvorming en discussie. Het ontwikkelen van sociale betrokkenheid. Concreet moeten we als school ons toeleggen op 4 basisvaardigheden: 1. 2. 3. 4.
Overleg, mening- en besluitvorming Omgaan met conflicten Verantwoordelijkheid voor de gemeenschap Omgaan met verschillen
Verantwoording van bovengenoemde visie, hoe geeft de school hier concreet invulling aan: De school zal moeten dienen als “oefenplaats” Om bovenstaande 4 vaardigheden te ontwikkelingen bij de leerlingen, zal het onderwijs op ibs “ de Klaverhoek “ in al zijn aspecten, rekening moeten houden met het verwachtingspatroon dat we van elkaar hebben en indien nodig deze vaardigheden verder ontwikkelen.
30
Om meer duidelijkheid te bieden zijn bovenstaande 4 basisonderdelen geconcretiseerd:
We verwachten en indien nodig stimuleren en ontwikkelen wij in ons onderwijs het: Ad1: - hebben van een eigen mening - durven verwoorden van je eigen mening - argumenten aandraagt waarom je iets vindt - kunnen luisteren naar andere argumenten - samen kunnen nemen van een goed besluit - rekening houden met andersdenkenden (de minderheid) Ad2: - kunnen oplossen van conflicten zonder geweld en dat je dit ook graag wilt - kunnen voorkomen dat het conflict bij anderen gewelddadig opgelost wordt - helpen oplossen van conflicten - willen verplaatsen in het standpunt van een ander - willen bereiken van een win-win-oplossing. Ad3: - verantwoordelijk voelen voor elkaar - verantwoordelijk voelen voor de klas - verantwoordelijk voelen voor de school - verantwoordelijk voelen voor de buurt - meedenken en meepraten - naar voren brengen van goede ideeën voor ons allemaal - behulpzaam zijn Ad4: - inleven in een ander, inleven in de cultuur van een ander in zijn of haar opvattingen. - respect voor andere godsdiensten en of levensopvattingen - aan kunnen passen aan andere gewoontes of regels - geen vooroordelen hebben over anderen - tolerant zijn Daar zorgen we op onze school op de volgende manier voor: Onze school kent een multiculturele samenleving. Dit onderwerp krijgt wel aandacht tijdens de lessen van Topondernemers, Kanjertraining, Trefwoord Op school werken wij aan de vorming van leerlingen tot betrokken burgers. Wij doen dit door aandacht te besteden aan de volgende onderdelen: Sociale gedragscodes leren door op een respectvolle manier samen te leven in school. - Hiervoor gebruiken we o.a. de pleinregels, schoolregels, en klassenregels . Leren om mee te doen in de school: mee te praten en mee te beslissen. - Klassenregels worden in overleg met de kinderen opgesteld. - De school is een gemeenschap op zichzelf waarin mensen het samenleven oefenen. De school moet een plek zijn waar leerlingen leren omgaan met de diversiteit en de ingewikkelde verhoudingen in de samenleving en met de noodzaak tot overleg. In onze school is al veel aandacht voor de omgang met elkaar. Het creëren van een veilige sfeer staat op onze school hoog op de agenda. Een veilig schoolklimaat be31
-
-
-
-
-
-
vordert openheid en respect in de school en is daarmee een belangrijke voorwaarde voor burgerschapsvorming. Aandacht voor gezamenlijke beleving in de school stimuleert betrokkenheid. Aandacht voor verschillen tussen leerlingen, geeft hen het gevoel dat ze kunnen zijn wie ze zijn en dat ze ertoe doen. Accepteren de leerlingen en leerkrachten dat iedereen anders is? Ook kunnen er veel vooroordelen leven op school, Heeft men voldoende begrip voor elkaars culturele opvattingen en gebruiken? Op school mogen islamitsche leerlingen het suikerfeest vieren en daarover vertellen. Diversiteit komt ook tot uiting in de samenstelling van het team van leerkrachten. Leerlingen leren in hun relatie met de leerkrachten al omgaan met diversiteit. Voor een goede omgang met elkaar zijn schoolregels nodig. Het moet voor iedereen helder zijn wat de regels inhouden en hoe ermee omgegaan wordt als die regels overtreden worden. Indien deze regels overtreden worden staat er een sactie tegenover. De leerlingen weten dit. Kennis opdoen van de principes van onze democratie en daar meningen over vormen. In de leerstof van groep 8 wordt aandacht besteed aan staatsinrichting Een eigen levensovertuiging leren vormen om vanuit een eigen identiteit te kunnen deelnemen aan de samenleving. De individuele ontwikkeling van de leerling staat centraal, de kinderen worden voorbereid om de overgang naar het VO zo soepel mogelijk te maken. Dit houdt in dat de kinderen elkaar in hun waarde laten. Door aandacht voor gebed, het vertellen van verhalen, christelijke liederen en vieringen, krijgen de leerlingen de tradities van het christelijk geloof mee. De leerkrachten handelen vanuit een christelijke levenshouding, aan bepaalde waarden en normen wordt belang gehecht, zoals eerbied, verwachting, betrokkenheid en verantwoordelijkheid. Kennis verwerven van en ontmoetingen met stromingen en mensen met andere overtuigingen. Er wordt aandacht besteed aan wereldgodsdiensten. In de reguliere lessen maar ook in de groepen waar ll. zitten die van thuis uit een ander geloof hebben. Bewustzijn ontwikkelen van de eigen sociale omgeving en daar zorg voor ontwikkelen. Als er problemen voorkomen in de sociale omgeving, dan wordt daar veel aandacht aan besteed; problemen oplossen, ruzies bijleggen e.d. De leerkracht speelt daarin een centrale rol. Ongewenst gedrag: De ll. wordt altijd aangesproken op zijn gedrag en zo nodig in de klas besproken. Ook als er ongewenst gedrag is van leerlingen buiten de school, zal dit in de klas besproken worden. Monitoren sociaal emotioneel gedrag van de ll. via het computerprogramma Kijk! Op sociale competentie(vragenlijsten in te vullen door de leerkrachten leerlingen) kunnen de leerkrachten afwijkend soc. emotioneel gedrag op sporen. Afwijkende scores worden op spreekavonden met de ouders besproken. Ook hoe het probleem aangepakt wordt. Lichamelijke gezondheid. Ook dit is een aspect waar aandacht aan besteed wordt. Gedacht moet worden aan de biologielessen zoals: verzorgen gebit, gezond voedsel, beweging e.d.
32
Tijdens hun hele schoolperiode krijgen de ll. lessen over verkeersveiligheid. Op school is een verkeerscommissie opgericht waar ouders en personeel zitting in hebben. Zij organiseren verschillende verkeersprojecten. In de bovenbouw krijgen de ll. opdracht om werkstukken te maken over een ander land. Via de informaticalessen wordt hen geleerd om aan de benodigde informatie te komen. Het eindproduct wordt als spreekbeurt behandeld voor de hele groep. Er wordt ruimte gevonden in ons lesrooster indien er speciale aandacht gegeven moet worden aan een plotselinge gebeurtenis. Dit kan een gebeurtenis buiten de school zijn (ongeluk o.i.d.), maar ook binnen de school (overlijden o.i.d.) De school zorgt voor betrokkenheid naar de samenleving. Dit gebeurt o.a. door het organiseren van kerk-school diensten, aanmelden voor sportevenementen, dodenherdenking, theatervoorstelling i.s.m. andere basisscholen. Bij het opnieuw vaststellen van een schoolplan zullen bovenstaande onderdelen geevalueerd worden en waar nodig aangepast.
33
3.3. Kerndoelen Artikel 9 lid 5 WPO geeft aan: Ten aanzien van de onderwijsactiviteiten, genoemd in het eerste tot en met vierde lid, worden bij algemene maatregel van bestuur kerndoelen vastgesteld. En in artikel 9 lid 6: Voor de school geldt de eis dat zij tenminste de kerndoelen bij haar onderwijsactiviteiten als aan het eind van het basisonderwijs te bereiken doelstellingen hanteert. Hierna volgt een beschrijving van de leerstofgebieden waarvoor kerndoelen geformuleerd zijn en hoe deze op onze school aan de orde komen.
Nederlandse taal: Hieronder wordt begrepen: Mondeling taalonderwijs Schriftelijk taalonderwijs Taalbeschouwing waaronder strategieën Mondeling taalonderwijs Hiervoor gebruiken wij de volgende materialen: Methodisch materiaal: groep 1-2 : Schatkist groep 3 : Veilig Leren Lezen groep 4 -8: Taalleesland Aanvullende materialen: -voorleesboeken -Kidsweek /Nieuwsbegrip -Trefwoord De werkwijzen, die wij hiervoor hanteren zijn: -groep 1-2: volgens de lessuggesties -groep 3 : volgens methode -groep 4-8: volgens methode In de komende schoolplanperiode willen wij de volgende veranderingen realiseren: -implementeren gestructureerd leerstofaanbod Gecijferdheid en |Geletterdheid aan de hand nieuwe criteria Inspectie -implementatie structuur en leerstofaanbod Aanvankelijk en Voortgezet Technisch lezen -Organisatie van het taalonderwijs volgens de onderwijskundige visie van ibs “de Klaverhoek “: optimale ontplooiing van de mogelijkheden van individuele leerlingen m.b.v groepsoverzichten en –plannen. Uitgangspunt is de onderwijsbehoeften van de leerlingen
34
Schriftelijk taalonderwijs Hiervoor gebruiken wij de volgende materialen: Methodisch materiaal: groep 1-2 :Schatkist groep 3 :Veilig Leren Lezen groep 4-8 :Taalleesland Aanvullend methodisch materiaal: Taaltoppers Plustaak Taal en Lezen Nieuwsbegrip Woordspoor Kies maar Blokboek Taal + Taal extra Ajodidact: -Woordenschat -Zinsontleding en woordbenoeming -Redekundig en taalkundig ontleden -werkwoordspelling -Oefenen met taal Piccolo Remediërend materiaal: Spelling in de Lift Plus Werkwoordspelling in de Lift Plus De Zuidvallei Computerprogramma’s: Schatkist met de muis Veilig Leren lezen Leestrainer In vogelvlucht Schrijfkriebels Spellingwerk Woorden Totaal Woordenblad De werkwijzen, die wij hiervoor hanteren zijn: -groep 1-2 :volgens de lessuggesties -groep 3 :volgens methode -groep 4-8 :volgens methode
35
In de komende schoolplanperiode willen wij de volgende veranderingen realiseren: -didactiek -structuur -organisatie Begrijpend Lezen -Organisatie van het taalonderwijs volgens de onderwijskundige visie van ibs “de Klaverhoek “: optimale ontplooiing van de mogelijkheden van individuele leerlingen m.b.v groepsoverzichten en –plannen. Uitgangspunt is de onderwijsbehoeften van de leerlingen -implementeren gestructureerd leerstofaanbod Gecijferdheid en |Geletterdheid aan de hand nieuwe criteria Inspectie
Taalbeschouwing waaronder strategieën Hiervoor gebruiken wij de volgende materialen: Methodisch materiaal: groep 1-2 :Schatkist groep 3 :Veilig Leren Lezen groep 4-8 :Taalleesland Aanvullend methodisch materiaal: Taaltoppers Plustaak Taal en Lezen Ajodidact:-Woordenschat -Zinsontleding en woordbenoeming Remediërend materiaal: Spelling in de Lift Plus Werkwoordspelling in de Lift Plus De Zuidvallei Computerprogramma’s: Schatkist met de muis Veilig Leren lezen Spellingwerk Woorden Totaal Woordenblad De werkwijzen, die wij hiervoor hanteren zijn: -groep 1-2 :volgens de lessuggesties -groep 3 :volgens methode -groep 4-8 :volgens methode In de komende schoolplanperiode willen wij de volgende veranderingen realiseren: - Organisatie van het taalonderwijs volgens de onderwijskundige visie van ibs “de Klaverhoek “: optimale ontplooiing van de mogelijkheden van individuele leerlingen m.b.v groepsoverzichten en –plannen. Uitgangspunt is de onderwijsbehoeften van de leerlingen 36
Aan het leergebied Nederlandse taal wordt op onze school de volgende tijd besteed: Groep 1 4.30 Groep 3 11.00 Groep 5 7.30 Groep 7 6.45 Groep 2 4.30 Groep 4 7.30 Groep 6 7.30 Groep 8 6.45 Over de hele periode gerekend is dat …27.% van de totale onderwijstijd. Te realiseren veranderingen: -zie strategisch beleidsplan 2011-2015: -zie schoolplan 2.5:strategische keuzes
document is op school aanwezig
Engelse taal Hiervoor gebruiken wij de volgende materialen: Methodisch materiaal: -groepen 7-8: methode “Hello world: the Quest “ / The Castle De werkwijzen, die wij hiervoor hanteren zijn: -groep 7-8: volgens de methode In de komende schoolplanperiode willen wij de volgende veranderingen realiseren: -structuur –implementeren Engels door de gehele basisschool
Aan het leergebied Engelse taal wordt op onze school de volgende tijd besteed: Groep 1 Groep 3 Groep 5 Groep 7 1.00 uur Groep 2 Groep 4 Groep 6 Groep 8 1.00 uur Over de hele periode gerekend is dat …0,5.% van de totale onderwijstijd.
37
Rekenen/wiskunde Hieronder wordt begrepen: Wiskundig inzicht en handelen Getallen en bewerkingen Meten en meetkunde Wiskundig inzicht en handelen Hiervoor gebruiken wij de volgende materialen: Methodisch materiaal: Schatkist Rekenen, groep 1-2 Kijk en Doe groep 1-2 De Wereld in getallen, groep 3 -8 Aanvullende methodische materialen: Plustaak Rekenen Wisschriften Rekentoppers Ajodidact-materiaal:-hoofdrekenen -cijferen -redactie -Meten -Tafels Remediërend materiaal: Maatwerk Computerprogramma’s: Hoofdwerk De Wereld in getallen Maatwerk Tafel Totaal Rekenpakket De werkwijzen, die wij hiervoor hanteren zijn: -groep 1-2:-overeenkomstig de lessuggesties -groep 3-8:-overeenkomstig de methode -werken op individueel niveau / individuele leerlingen /individuele doelen In de komende schoolplanperiode willen wij de volgende veranderingen realiseren: -implementatie nieuwe rekendidactiek / rekenmethode
38
Getallen en bewerkingen Hiervoor gebruiken wij de volgende materialen: Methodisch materiaal: Schatkist Rekenen, groep 1-2 De Wereld in getallen, groep 3 -8 Aanvullende methodische materialen: Plustaak Rekenen Wisschriften Rekentoppers Ajodidact-materiaal:-hoofdrekenen -cijferen -redactie Remediërend materiaal: Maatwerk Computerprogramma’s: Hoofdwerk De Wereld in getallen Maatwerk Tafel Totaal Rekenpakket
De werkwijzen, die wij hiervoor hanteren zijn: groep 1-2:-overeenkomstig de lessuggesties -groep 3-8:-overeenkomstig de methode -werken op individueel niveau / individuele leerlingen /individuele doelen In de komende schoolplanperiode willen wij de volgende veranderingen realiseren; -implementatie nieuwe rekendidactiek / rekenmethode
39
Meten en meetkunde Hiervoor gebruiken wij de volgende materialen: Methodisch materiaal: Schatkist Rekenen, groep 1-2 De Wereld in getallen, groep 3 -8 Aanvullende methodische materialen: Plustaak Rekenen Wisschriften Rekentoppers Ajodidact-materiaal:-hoofdrekenen -cijferen -redactie -meten Remediërend materiaal: Maatwerk Computerprogramma’s: Hoofdwerk De Wereld in getallen Maatwerk Tafel Totaal Rekenpakket De werkwijzen, die wij hiervoor hanteren zijn: -groep 1-2:-overeenkomstig de lessuggesties -groep 3-8:-overeenkomstig de methode -werken op individueel niveau / individuele leerlingen /individuele doelen In de komende schoolplanperiode willen wij de volgende veranderingen realiseren: -implementatie nieuwe rekendidactiek / rekenmethode
Aan het leergebied rekenen/wiskunde wordt op onze school de volgende tijd besteed: Groep 1 1.45 Groep 3 5.00 Groep 5 5.00 Groep 7 5.00 Groep 2 1.45 Groep 4 5.00 Groep 6 5.00 Groep 8 5.00 Over de hele periode gerekend is dat 16.% van de totale onderwijstijd.
40
Oriëntatie op jezelf en de wereld Hieronder wordt begrepen: Mens en samenleving Natuur en techniek Ruimte Tijd Mens en samenleving
Hiervoor gebruiken wij de volgende materialen: Methodisch materiaal: Kanjertraining Sociogram Kijk! Op Sociale competentie Trefwoord Coaching van leerlingen Aanvullende materialen: tv-lessen Computerprogramma’s: Kijk! Op sociale competentie Sociogram De werkwijzen, die wij hiervoor hanteren zijn: -volgens de lessuggesties van het betreffende materiaal In de komende schoolplanperiode willen wij de volgende veranderingen realiseren: -zie strategisch beleidsplan 2011-2015 -realiseren organisatievorm gekoppeld aan individuele niveau en interesses -realiseren preventief pedagogisch klimaat -realiseren van pedagogisch veilig klimaat -burgerschapstraining -ontwikkeling en implementatie beleid “Zelfstandigheid “
41
Natuur en techniek Hiervoor gebruiken wij de volgende materialen: Methodisch materiaal: Methode Topondernemers computeronderwijs:-Basisbits -Werken met Word -Werken met Excel -Werken met PowerPoint -Werken met Internet -Werkstukken en Internet Aanvullende materialen: tv-lessen dvd’s omgevingsgerichte activiteiten De werkwijzen, die wij hiervoor hanteren zijn: -volgens de lessuggesties van het betreffende materiaal -initiatieven leerkrachten In de komende schoolplanperiode willen wij de volgende veranderingen realiseren: -zie strategisch beleidsplan 2011-2015 -realiseren organisatievorm gekoppeld aan individuele niveau en interesses -schoolspecifiek ict-plan -elektronische leeromgeving 2014-2015 -techniek:onderdeel onderwijsstructuur ibs “ de Klaverhoek: 2013-2014
Tijd Hiervoor gebruiken wij de volgende materialen: Methodisch materiaal: methode “Topondernemers” Aanvullende materialen: tv-lessen dvd’s omgevingsgerichte activiteiten De werkwijzen, die wij hiervoor hanteren zijn: -volgens de lessuggesties van het betreffende materiaal -initiatieven leerkrachten
42
In de komende schoolplanperiode willen wij de volgende veranderingen realiseren: -zie strategisch beleidsplan 2011-2015 -realiseren organisatievorm gekoppeld aan individuele niveau en interesses Ruimte Hiervoor gebruiken wij de volgende materialen: Methodisch materiaal: methode “Topondernemers” computerprogramma “Afgesproken “ (verkeer ) Aanvullende materialen: tv-lessen dvd’s omgevingsgerichte activiteiten activiteiten gericht op BVL De werkwijzen, die wij hiervoor hanteren zijn: -volgens de lessuggesties van het betreffende materiaal -activiteiten gericht op BVL -initiatieven leerkrachten In de komende schoolplanperiode willen wij de volgende veranderingen realiseren: -zie strategisch beleidsplan 2011-2015 -realiseren organisatievorm gekoppeld aan individuele niveau en interesses
Aan het leergebied oriëntatie op jezelf en de wereld wordt op onze school de volgende tijd besteed: Groep 1 3.00 Groep 3 3.45 Groep 5 5.00 Groep 7 5.15 Groep 2 3.00 Groep 4 3.45 Groep 6 5.30 Groep 8 5.15 Over de hele periode gerekend is dat 16 % van de totale onderwijstijd.
43
Kunstzinnige oriëntatie
Hiervoor gebruiken wij de volgende materialen: Methodisch materiaal: methode “Moet je doen”, muziek methode “Moet je doen”, handvaardigheid methode “Moet je doen”, drama methode “Moet je doen”, tekenen Aanvullende materialen: -muzisch aanbod “Sint-Frans” -initiatieven leerkrachten De werkwijzen, die wij hiervoor hanteren zijn: -volgens de aangeboden lessuggesties -elke schooljaar: een Cultuurproject In de komende schoolplanperiode willen wij de volgende veranderingen realiseren: -Cultuurbeleidsplan 2012-2014
Aan het leergebied kunstzinnige oriëntatie wordt op onze school de volgende tijd besteed: Groep 1 0.30 Groep 3 1.15 Groep 5 2.00 Groep 7 1.15 Groep 2 0.30 Groep 4 2.00 Groep 6 1.15 Groep 8 1.15 Over de hele periode gerekend is dat 5.% van de totale onderwijstijd.
44
Bewegingsonderwijs Hiervoor gebruiken wij de volgende materialen: Methodisch materiaal: methode “Beter Bewegen met kleuters “, groep 1-2 methode “Basislessen Bewegingsonderwijs”, groep 3-8 De werkwijzen, die wij hiervoor hanteren zijn: -lesopzet zoals voorgesteld door methode In de komende schoolplanperiode willen wij de volgende veranderingen realiseren: -Er zijn geen veranderingen gepland in de komende schoolplanperiode
Aan het leergebied bewegingsonderwijs wordt op onze school de volgende tijd besteed: Groep 1 5.00 Groep 3 1.30 Groep 5 1.30 Groep 7 1.30 Groep 2 5.00 Groep 4 1.30 Groep 6 1.30 Groep 8 1.30 Over de hele periode gerekend is dat 10 % van de totale onderwijstijd.
45
3.4. Kinderen die extra zorg behoeven Artikel 8 lid 4 WPO geeft aan: Ten aanzien van leerlingen die extra zorg behoeven, is het onderwijs gericht op individuele begeleiding die is afgestemd op de behoeften van de leerling. In lid 6 staat: De scholen voorzien in een voortgangsregistratie omtrent de ontwikkeling van leerlingen die extra zorg behoeven. Er is wetgeving in de maak in het kader van Passend Onderwijs. Op dit moment is dit traject nog niet afgerond. Het is zeker dat dit in de komende schoolplanperiode gevolgen zal hebben voor de wijze waarop de zorgstructuur op onze school zal gaan functioneren. Het vaststellen van een zorgprofiel zal welhaast zeker een van de opdrachten zijn. Vooralsnog geven we hierna beknopt weer op welke wijze de structuur op onze school functioneert: Voor een verdere invulling van de zorgstructuur verwijzen we naar het document dat aanwezig is op school: -“Handboek Zorg ibs de Klaverhoek “ -protocol “Ontwikkelingsperspectief voor leerlingen met specifieke onderwijs- behoeften
De structuur van de zorg niveaus in de leerlingenzorg Algemeen
Wat is een Een leerling die op welk gebied dan ook extra zorg nodig heeft. zorgleerling? Dit is afhankelijk van hun onderwijsbehoefte. Deze zorg loopt over van zeer algemene naar een meer specifieke zorg.
46
1
op groepsniveau
De aandacht voor alle leerlingen De taak van de leerkrachten is: . te zorgen voor kwalitatief goed onderwijs . zijn eigen deskundigheid te bevorderen . het creëren van een positieve werksfeer . optimaal gebruik te maken van de methodes en materialen . om rekening houden met de verschillen tussen de leerlingen . om te weten wat de onderwijsbehoeften van zijn leerlingen zijn . om te beogen dat zijn aanpak preventief is. . een consequente pedagogische-didactische aanpak te hebben. Toetsen af te nemen Het observeren van de leerlingen, om te signaleren van zorgpunten, analyseren, diagnosticeren, aanpassen van het onderwijsprogramma. schrijven en evalueren van zorg documenten, schrijven van een individuele leerlijn of OPP, bieden van specifieke begeleiding beschreven in een groepsoverzicht/groepsplan/ onderwijsperspectief (OPP) evalueren en bijstellen, contact opnemen met de IB bij vragen of voor advies, rugzakleerling: contact met de ambulante begeleiding is een verantwoordelijkheid voor IB en directie. De leerlingvolgsystemen: onderhoud van het LVS, invoeren van nieuwe informatie, gebruik van het systeem bij de leerlingbespreking administratie (toets)gegevens de bij het LVS gebruikte formats.
47
Toetsen
Primaire, methodegebonden toetsen De leerkracht neemt op de volgende vakgebieden toetsen af: Rekenen: Taal: Spelling: Lezen: Wereldoriëntatie: Expressie vakken: Levensbeschouwing
Secundaire toetsen (niet methode gebonden) toetsen groep 1/2 toetsen lezen en het dyslexie -protocol toetsen taal en spelling toetsen rekenen toetsing Sociaal emotionele ontwikkeling toetsing groep 8 Kijklijsten sociaal/emotionele ontwikkeling 2
op groepsniveau
Wanneer de algemene zorg in de groep niet het gewenste resultaat heeft. Taak leerkracht: . meer gerichte leer- en instructietijd . extra, korte, specifieke individuele of groepsbegeleiding . aangepaste groepsbegeleiding . extra pedagogische maatregelen . inbrengen/bespreken met de IB . overleg met ouders
taak intern begeleider(IB):
3
Op schoolniveau
voeren consultatieve besprekingen met de leerkracht, professionaliseren, ondersteunen, doorspreken van een probleem, eventueel inbrengen in het zorgteam, nagaan of de juiste procedures zijn gevolgd.
Wanneer de extra zorg in de groep niet het gewenste effect heeft. Taak leerkracht: meer gerichte leer- en instructietijd
48
. extra, korte, specifieke individuele of groepsbegeleiding . aangepaste groepsbegeleiding . extra pedagogische maatregelen . inbrengen/bespreken met de IB . zo nodig (in overleg met IB) een OPP opstellen . overleg met ouders . gebruik extra hulpmiddelen taak intern begeleider(IB): voeren consultatieve besprekingen met de leerkracht, professionaliseren, ondersteunen, doorspreken van een probleem, eventueel inbrengen in het zorgteam, nagaan of de juiste procedures zijn gevolgd. . helpen bij het invullen van de formulieren
4
externe deskundigen
Wanneer extra zorg op binnen de school niet het gewenste effect heeft, wordt extern hulp gezocht. Taak van de leerkracht: . aanmelden en bespreken met de IB . invullen van de formulieren . participeren in overleg zoals bv het zorgteam(ZT) Taak van de IB:
voeren consultatieve besprekingen met de leerkracht, ondersteunen in de diverse overleggen de leerling inbrengen de besluiten die daar genomen worden doorgeven met de leerkracht
Het ZT van de school is samengesteld uit in- en extern deskundigen, nl.: schoolpsycholoog (Edux), collegiale consultant van Het Palet, Klundert, IB De taak van het zorgteam is om advies te geven over zorg en schoolontwikkeling.
49
Een leerling wordt bij het zorgteam aangemeld door de leerkracht.
5
overdracht naar een andere school
zorgteam buurtnetwerk, schoolmaatschappelijk Werk schoolarts logopedist PCL Preventieve ambulante hulp (PAB)
verhuizing: dossieroverdracht door IB en leerkracht, naar speciaal onderwijs: dossieroverdracht door IB.
50
De procedure van de zorg en een schema. Leerkracht(lk)
Intern begeleider (IB)
signalering door leerkracht leerkracht verzamelt informatie omtrent het probleem (groepsoverzicht)
Formulier Groepsoverzicht groepsplannen
lk. stelt plan op (groepsplan)
evaluatie geeft aan dat plan geen succes heeft
lk. neemt contact op met IB (leerling bespreking)
overleg verheldering hulpvraag
IB/lk bespreken nieuw plan
evaluatie geeft aan dat plan geen succes heeft
nader onderzoek IB en/of overleg zorgteam,IH en/of CC
zorgteam
IB stelt OPP op. Overleg lk en zorgteam
evaluatie geeft aan de hp geen succes heeft
eerste bespreking in zorgteam
noodzaak tot inzetten van extra hulp
bijgestellen OPP
tweede bespreking zorgteam
evt. advies verwijzing naar SBO
51
Stappenplan samenstellen Ontwikkelingsperspectief voor leerlingen met speciale onderwijsbehoeften Stap 1
Activiteit Signaleren van de behoefte voor het opstellen van een ontwikkelingsperspectief
2
2a
Formuleer een ambitieus, uitdagend en realistisch doel. Formuleer een doel dat je met deze leerling op onze school wil behalen. Houd rekening met school – en kindkenmerken Schoolkenmerken
2b
Kindkenmerken:
3
Opstellen ontwikkelingsperspectief
Toelichting Criteria die hierbij gelden: 1. Kind zit in de zorg;zorg heeft weinig effect 2. je hebt het idee dat het kind niet uit de zorg komt 3. vermoeden lager dan VMBO uitstroomniveau 4. idee dat er meer in zit dan eruit komt 5. eindniveau groep 7 zal niet behaald worden ( criterium inspectie) 6. leerling met LGF of SBO beschikking Leg vast op basis van welke gegevens, oordelen en aannames je tot deze formulering komt
Inventariseer belemmerende en compenserende factoren m.b.t. de volgende kenmerken: -didactisch proces -niveau van de school -groeperingsvormen -personele faciliteiten:zorg en ondersteuningsmogelijkheden -organisatorische aspecten en schoolbeleid -schoolklimaat -beschikbare middelen Houd rekening met: -leerpotentie (IQ) -leerresultaten op verschillende gebieden -sociaal-emotionele ontwikkeling -gezinsaspecten -onderwijsleersituatie -beschermende factoren -belemmerende factoren en stoornissen die van invloed zijn op de leerprestaties Formuleer beginniveau ( let erop dat formuleringen vergelijkbaar zijn)
52
Als compensatiemiddelen ingezet gaan worden, bepaald beginniveau dan ook met hulpmiddelen Geef einddoel aan en op welke manier dat einddoel behaald zal gaan worden. Het einddoel is bij voorkeur gebaseerd op het vermoedelijke uitstroomniveau VO, maar kan ook gebaseerd zijn op een verwacht leerrendement, een didactisch perspectief en / of een pedagogisch perspectief. Neem een onderzoek af indien nodig. Bepaal aan de hand van HGPD de onderwijsbehoeften van betreffende leerling. Verbind beginniveau en einddoel: ontwikkelingslijn Vraag andere scholen wat hun perspectief zou zijn met betreffende leerling Deel tussenliggende periodes is ( minimaal 2 per schooljaar) Formuleer doelen op lange, middellange en korte termijn Stel handelingsplan op, waarbij het doel is om minimaal de ontwikkelingslijn te volgen. Kennis van leerlijnen is belangrijk Evalueer elk blok Indien doel niet is behaald, dan inhaalslag plannen om weer aan te sluiten bij ontwikkelingslijn. Eventueel bijstellen van ontwikkelingsperspectief, enkel als -nieuwe gegevens beschikbaar komen voor het bepalen van het ontwikkelingsperspectief -er situaties die optreden buiten de invloedsfeer van school en een negatief effect hebben op het behalen van het perspectief Het einddoel van het ontwikkelingsperspectief wordt verdeeld over het aantal schooljaren.
4
Bepaal de tussendoelen
5
De leerkracht stelt een handelingsplan op voor het gehele schooljaar, waarin te behalen doelen worden aangegeven in relatie tot het ontwikkelingsperspectief. Indien leerkracht denkt het perEr wordt gezocht naar middelen om spectief niet te kunnen behalen volgt het doel te realiseren. Indien het doel een gesprek met de intern begeleiook met inzet van extra middelen niet
6
53
der.
7
8
Leerkracht rapporteert na iedere periode over de voortgang in het behalen van de doelen. Indien de leerkracht van mening is dat de doelen niet behaald kunnen worden, wordt een gesprek met de IB aangevraagd De leerkracht rapporteert aan het eind van het schooljaar over de behaalde resultaten
9
De IB analyseert jaarlijks de dossiers van de schoolverlaters
10
Betrokkenen bij het samenstellen van een ontwikkelingsperspectief
voldoende gerealiseerd kan worden, kunnen doelen naar een volgend schooljaar doorgeschoven worden, ervan uitgaande dat er een inhaalslag gemaakt kan worden. Slechts in laatste instantie kan besloten worden het perspectief bij te stellen.
-Heb ik de gestelde doelen gerealiseerd? -Heb ik de afgesproken interventies uitgevoerd? -Welke consequenties trek ik hieruit? -Welke leerpunten haal ik hieruit voor mezelf ? -Welke aanwijzingen geef ik mee voor de leerkracht van de volgende groep? Deze rapportage heeft betrekking op zowel de individuele leerling als de totale groep -Zijn de ontwikkelingsperspectieven gehaald? ( 80 % realisatie) -Wat leren we voor het formuleren van ontwikkelingsperspectieven voor nieuwe leerlingen? -Wat leren we hieruit m.b.t. de mogelijkheden van het onderwijs? Leerling-leerkracht-IB –ouders- Edux onderwijsadvies
3.5. Leerlinggebonden financiering Op basis van de nieuwe wettelijke regeling leerlinggebonden financiering kunnen leerlingen met een handicap in het basisonderwijs geplaatst worden. In deze paragraaf geven we aan welk beleid we op school ontwikkeld hebben met betrekking tot integratie van leerlingen met een handicap. De wet Leerling Gebonden Financiering (LGF) geeft ouders van gehandicapte leerlingen een reële keuzemogelijkheid tussen aanmelding van hun kind voor het reguliere basis- of voortgezet onderwijs of (voortgezet) speciaal onderwijs. Kinderen die volgens de Commissie van Indicatiestelling (CvI) voldoen aan de LGFindicatiecriteria kunnen aangemeld worden bij een school voor (voortgezet) speciaal on-
54
derwijs of met leerlinggebonden financiering (het z.g. rugzakje) naar het reguliere onderwijs. De keuzevrijheid van de ouders is geen absolute. Er is geen sprake van recht op toelating tot de reguliere school. De keuzevrijheid van ouders kan worden beperkt door de aard en zwaarte van de handicap in combinatie met de feitelijke (on)mogelijkheden van de reguliere school om gehandicapte leerlingen op te nemen. Plaatsing in de reguliere basisschool: Ten gevolge van de wet LGF kan de reguliere school geconfronteerd worden met de aanmelding van leerlingen met een zeer gevarieerde problematiek. Het kan betreffen: Cluster 1: kinderen met een visuele handicap. Cluster 2: kinderen met een auditieve en/of communicatieve handicap. Cluster 3: kinderen met een geestelijke en/of lichamelijke handicap. Cluster 4: kinderen met ernstige gedragsproblemen dan wel kinderpsychiatrische problemen. Gezien de diversiteit en de mogelijke zwaarte van de problematiek is het op dit moment niet mogelijk op voorhand criteria te bepalen op grond waarvan plaatsing mogelijk is. Bovendien hebben vele reguliere basisscholen geen enkele ervaring met onderwijs aan gehandicapte leerlingen. We zullen ons dan ook terughoudend opstellen als verzoeken tot aanmelding ons bereiken. Elke aanmelding zal op zichzelf moeten worden bekeken, waarbij de volgende procedure zal worden gehanteerd. Daarbij worden de volgende fasen doorlopen: Aanmelding door de ouders. Informatie verzamelen. Informatie bestuderen. Analyse van de problematiek van de aangemelde leerling. Analyse van de mogelijkheden van de school. Nagaan welke ondersteuning mogelijk is. Overweging en besluitvorming. Mededeling aan de ouders: – positief: dan opstellen handelingsplan.
55
3.6. Onderwijs aan langdurig zieke kinderen Artikel 9a WPO gaat over: Ondersteuning bij het onderwijs aan zieke leerlingen. 1. Bij het geven van onderwijs aan een leerling die is opgenomen in een ziekenhuis of die in verband met ziekte thuis verblijft, kan het bevoegd gezag van een school worden ondersteund. 2. De ondersteuning bedoeld in het eerste lid, wordt verzorgd door: a. een educatieve voorziening (……) bij een academisch ziekenhuis of b. een schoolbegeleidingsdienst als bedoeld in artikel 179, indien de leerling is opgenomen in een ziekenhuis niet zijnde een academisch ziekenhuis dan wel indien de leerling in verband met ziekte thuis verblijft. Sinds 1 augustus 1999 zijn basisscholen zelf verantwoordelijk voor het onderwijs aan langdurig zieke kinderen. Een uitzondering hierop zijn kinderen die in een academisch ziekenhuis worden behandeld. Het gaat om kinderen die gedurende langere tijd in een ziekenhuis zijn opgenomen of langdurig ziek thuis zijn. Voor kortdurende ziekmeldingen kunnen de bestaande schoolafspraken worden gehandhaafd. Het is van groot belang, dat de school tijdens het ziek zijn contacten organiseert met het zieke kind. Het is natuurlijk belangrijk ervoor te zorgen dat het leerproces zo goed mogelijk doorloopt. Nog belangrijker is het gevoel van het zieke kind ‘erbij te blijven horen’. Dat kan op allerlei manieren plaatsvinden. Het zieke kind kan worden bezocht door de groepslera(a)r(en) en medeleerlingen en/of op bepaalde tijden volgens afspraak de school bezoeken. Als dit om medische redenen niet mogelijk is, kan er gebruik gemaakt worden van bijvoorbeeld. video-opnamen in de klas en/of thuis, telefonisch contact met klasgenootjes en eventueel contact met behulp van e-mail en webcam. Het spreekt vanzelf, dat brieven, kaartjes en tekeningen een belangrijke rol spelen in het onderhouden van het contact tussen school en het zieke kind. Per situatie wordt bekeken wat de mogelijkheden zijn. Veel hangt af van de medische behandeling en de draagkracht van kind, ouders en school. De school kan deze activiteiten natuurlijk alleen in goed overleg met de ouders van het zieke kind uitvoeren. We realiseren ons, dat de ouders van een langdurig ziek kind een moeilijke periode doormaken en dat er op verschillende gebieden veel van hen wordt gevraagd. Volgens de wet: ondersteuning aan zieke leerlingen, kan de school een beroep doen op de onderwijsbegeleidingsdienst. Medewerkers van onderwijsbegeleidingsdienstkunnen scholen helpen bij het zo goed mogelijk begeleiden van het onderwijsproces tijdens de periode van ziekte. De procedure, die wij binnen onze school volgen om in zo’n geval beslissingen te kunnen nemen is als volgt: 1. Als duidelijk is, dat een leerling van onze school langer dan 2 weken in een ziekenhuis wordt opgenomen of ziek thuis is, neemt de groepsleerkracht en/of de intern begeleider van de school contact op met de ouders om de situatie door te spreken. 2. De groepsleerkracht(en) en de intern begeleider nemen in overleg met de directie en de ouders van het zieke kind het besluit wel of geen externe hulp van de schoolbegeleidingsdienst in te schakelen. 3. De school ontwikkelt in overleg met de ouders een planmatige aanpak (wel of niet met externe begeleiding). 4. De school blijft verantwoordelijk voor de te ontwikkelen en uit te voeren aanpak. Tijdens het uitvoeren van de aanpak vindt regelmatig overleg met de ouders plaats.
56
3.7. Consequenties voor de meerjarenplanning Onderwerp
Planning
Uitvoering
Evaluatie
Borging
Taal Structuur en strategie Begrijpend Lezen Didactiek Taal Methodekeuze Taal Aanvankelijk technisch lezen Voortgezet technisch lezen
2011-2012 2012-2013 2012-2013 2012-2013 2012-2013
2012-2013 2013-2014 2013-2014 2013-2014 2013-2014
2013-2014 2014-2015 2014-2015 2014-2015 2014-2015
2013-2014 2014-2015 2014-2015 2014-2015 2014-2015
Rekenen Didactiek Rekenen Methodekeuze Rekenen
2011-2012 2011-2012
2012-2013 2012-2013
2013-2014 2013-2014
2013-2014 2013-2014
Engels Didactiek Engels Engels door de gehele basisschool Methode Engels
2011-2013 2011-2013 2011-2013
2013-2014 2013-2014 2013-2014
2014-2015 2014-2015 2014-2015
2014-2015 2014-2015 2014-2015
Schrijven: methode
2011-2012
2012-2013
2012-2013
Bewegingsonderwijs: Methode
2011-2012
2012-2013
2012-2013
2012-2013
2013-2014
2014-2015
2014-2015
2011-2012 2012-2014
2012-2013 2014-2015
2013-2014 2015-2016
2013-2014 2015-2016
Techniek Techniek in de onderwijsstructuur ibs “ de Klaverhoek “ ICT Schoolspecifiek ict-beleidsplan Elektronische leeromgeving
57
Personeelsbeleid 4.1 Inleiding. De zorg voor personeel is cruciaal in de ontwikkeling naar de “brede zorgschool”. Op bovenschools niveau wordt dit vorm gegeven in het integraal personeelsbeleid (IPB). IPB is een zaak van het College van bestuur, het management van de school en het personeel. Ieder hebben zij hierin hun eigen verantwoordelijkheid en werken we systematisch aan verbetering van de prestatie van de hele organisatie. Het moet er toe leiden dat medewerkers blijvend zorg en aandacht besteden aan hun professionele ontwikkeling, zodat zij een wezenlijke bijdrage kunnen leveren aan het realiseren van de doelen van de school. Individuele doelen dienen afgestemd te worden op de doelen van de school. Met goed personeelsbeleid willen we een goede en verantwoordelijke werkgever zijn. Een werkgever die weet de medewerkers te boeien en te binden. Die oog heeft voor hun motieven, belangen en ambities. Op hun beurt dragen personeelsleden bij aan het realiseren van de doelen die de school zich stelt. Daarmee leveren ze een bijdrage aan de kwaliteit van het onderwijs.
4.2 Personeelsbeleid A. De kaders Het personeel dient behalve over didactische kwaliteiten ook over pedagogische kwaliteiten te beschikken. Naast het omgaan met leerproblemen dienen de docenten ook de vaardigheden te bezitten om leerlingen met sociaal-emotionele problemen te begeleiden. Een continue individuele ontwikkeling is een belangrijk uitgangspunt van de organisatie. o Scholing en verdere professionalisering zijn een belangrijk onderdeel binnen de jaartaak. Daarbij wordt samen met de directeur gekeken naar de koppeling met de schoolontwikkeling en de ontwikkelingen op stichtingsniveau. Bij Stichting De Waarden zijn documenten op het gebied van personeelsbeleid aanwezig. Deze vormen de basis voor het integraal personeelsbeleid. Veel aandacht wordt besteed aan de specifieke rol van de directeur. De directeur is het ankerpunt van de organisatie. Hij/zij is degene die sturing geeft aan het kwaliteitsproces op de school. Daartoe zal hij zich meer als onderwijskundig leider moeten profileren dan nu vaak het geval is.
B. Welke concrete doelen stellen we ons? Stichting De Waarden heeft een systeem ontwikkeld aan de hand waarvan de competenties en kwaliteiten van de individuele personeelsleden in beeld gebracht worden. Elke school beschikt over een helder beschreven schoolprofiel en heeft op basis daarvan de competenties geformuleerd die hierbij relevant en vereist zijn. De kwaliteit van de medewerkers wordt optimaal ingezet. Op alle scholen is de gewenste kwaliteit beschikbaar, of via scholing wordt daarnaar gestreefd.
58
Het is voor personeelsleden een aanvaardbare zaak dat zij ook op andere scholen van de stichting ingezet kunnen worden. Iedere school heeft de personeelsdossiers op orde en beschikt over een bekwaamheidsdossier van alle medewerkers. De stichting beschikt over een geactualiseerd ARBO-beleidsplan met daarin opgenomen de streefcijfers ten aanzien van ziekte en verzuim van medewerkers en een beschrijving van het preventieve beleid daarin. De rol en de positie van de directeur worden meer toegespitst op het onderwijskundig leiderschap. Aan het einde van de planperiode van dit strategisch beleidsplan beschikt stichting De Waarden over een goed doordacht personeelsbeleidsplan, waarin alle componenten van een integraal personeelsplan zijn opgenomen. C. Wat doen we om die doelen te bereiken? a. Vaststellen, inventariseren en versterken van de competenties. Het in beeld brengen van de competenties van de personeelsleden gebeurt door de directeuren. Daarbij zal gebruik gemaakt worden van reeds ontwikkelde instrumenten, waarbij ook zichtbaar gemaakt kan worden over welke specifieke competenties de leerkrachten op een bepaalde school dienen te beschikken. Directeuren gebruiken de gesprekscyclus als sturingsinstrument voor de verdere loopbaanontwikkeling van hun medewerkers. Persoonlijke ontwikkelingsplannen en bekwaamheidsdossiers zijn instrumenten die hiervoor ingezet worden. Het College van Bestuur bevraagt de directeuren over de voortgang van deze ontwikkelingen en de uitvoering ervan. Voortgaande schoolontwikkeling en het verwerven van vernieuwende didactische concepten vragen om deskundig personeel. De directeuren zullen de deskundigheidsbevordering van hun team en van individuele teamleden plaatsen in het perspectief van de doelen van de schoolontwikkeling. De persoonlijke ontwikkelingsplannen laten zien dat die relatie gelegd is. Ook voor de directeuren zelf zal een ontwikkelings- en scholingsplan opgezet worden. Eveneens worden er bekwaamheidsdossiers voor de directeuren ontwikkeld. Het CvB geeft daar vorm aan en de directeuren zelf zijn verantwoordelijk voor het actueel houden ervan. In een apart management-development-traject wordt aandacht besteed aan de rol van het directeur binnen De Waarden en de werving, selectie en scholing van directeuren. Dit binnen de kaders van een te ontwikkelen visie op het schoolmanagement, zoals De Waarden die ziet. b. Schoolprofiel Wil er een goede aansluiting zijn tussen de competenties van de individuele medewerkers en de gewenste competenties van elke school, dan dient de school te beschikken over een duidelijk schoolprofiel. c. Mobiliteit De Waarden wil sturend en actief werken aan een goede match van vraag en aanbod van personeel, zowel intern als extern. Mobiliteit (vrijwillig of verplicht) kan daarbij een instrument zijn om te rouleren op basis van kwaliteit van personeel: de juiste man/vrouw op de juiste plaats. Dat geldt niet alleen voor directeuren, maar ook voor andere personeelsleden. Voor de schoolontwikkeling is de kwaliteit van het personeel een belangrijke voorwaarde tot succes. Met de samenstelling van het personeel dient dan ook met zorg omgegaan te worden. Mobiliteit van het personeel bevordert de kwaliteit van het onderwijs en de professionele ontwikkeling van de medewerker krijgt hierdoor een extra impuls. Het
59
schoolprofiel en de individuele competenties van de medewerker zijn hierbij het leidende principe. d. Functiemix. De Waarden wil voldoen aan de doelen van de functiemix, namelijk: Het bieden van een carrièreperspectief in het leraarsberoep. Het verbeteren van de arbeidsmarkt positie van het basis- en speciaal- basisonderwijs. Het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs door het formuleren van zwaardere functie-eisen aan leraren LB en LC. In 2014 stellen we ons als doel voor het BAO 40% LB-functies en 2% LC-functies binnen onze organisatie te hebben. En voor het SBO 14% LC-functies. De Waarden kent een helder en transparant beleid op het gebied van werving en selectie, mobiliteit, werkgelegenheidsbeleid i.p.v. ontslagbeleid. Alle functies binnen de organisatie zijn duidelijk omschrijven in het functiehandboek van stichting De Waarden.
4.3 Consequenties voor de meerjarenplanning 2011-2012 2012-2013 2013-2014 2014-2015
Jaar 2 van de gesprekkencyclus Jaar 1 van de gesprekkencyclus Jaar 2 van de gesprekkencyclus Jaar 1 van de gesprekkencyclus Functiemix volledig ingevoerd
60
5. Kwaliteitszorg 5.1. Inleiding Binnen de scholen van Stichting De Waarden is kwaliteitszorg de basis van waaruit we het onderwijs op onze school vormgeven. In ons strategisch beleidsplan hebben we de kaders van de kwaliteitszorg beschreven. In dit hoofdstuk beschrijven we op welke wijze wij onze kwaliteit bewaken, borgen en verbeteren. Eerst geven we aan welke aspecten deel uitmaken van onze zorg voor kwaliteit. Vervolgens wordt uiteengezet op welke wijze we ervoor zorgen dat al deze aspecten in onderlinge samenhang een compleet en evenwichtig kwaliteitssysteem vormen. 5.2. Voorwaarden van onze kwaliteitszorg Onze kwaliteitszorg baseren we dus op het INK-model. In dit model (aangepast voor het onderwijs), is een onderverdeling gemaakt in organisatie (leiding, personeelsbeleid, doelen en strategie, middelen en processen) en resultaten (waardering personeel, ouders/leerlingen, personeel en leeropbrengsten). Door systematisch na te gaan of de gewenste effecten en resultaten gehaald worden, wordt het mogelijk het beleid waar nodig bij te sturen. In die zin maken we gebruik gemaakt van de plan-do-check-act cyclus. In het INK-model kort weergegeven door leren en verbeteren. Die cyclus hanteren we ook op school- en groepsniveau om processen te verbeteren.
Hieronder het INK-model in schemavorm, zoals we dat hanteren binnen Stichting De Waarden.
Personeelsbeleid Doelen en strategie Inzet middelen
Leiderschap
Organisatie
Management van processen
Waardering personeel Waardering ouders/leerl. Waardering omgeving
Leeropbrengsten
Resultaten
61
Leren en verbeteren De directeur is verantwoordelijk voor de uitvoering van het hierna beschreven kwaliteitszorgsysteem. De werkzaamheden zijn onder andere: het systematisch doorlopen van de kwaliteitscyclus bij de activiteiten m.b.t kwaliteitszorg het vastleggen van taken en het bewaken van de samenhang; het vastleggen en bewaken van teamafspraken; het creëren van draagvlak. het bevorderen van professionele kennis en vaardigheden bij de leraren het organiseren van een op kwaliteitsverbetering gerichte samenwerking (w.o. het systematisch geven van feedback). Het implementeren en werken met het kwaliteitssysteem Integraal KMS Voor de leerkrachten geldt, dat zij betrokken zijn op en zich medeverantwoordelijk weten voor de kwaliteit van het onderwijs op de school als geheel. Dit vanuit de opvatting, dat ontwikkelend onderwijs slechts mogelijk is, als er sprake is van een professionele cultuur. Kenmerkend daarvoor zijn: ontwikkelend vakmanschap; betrokkenheid; verantwoordelijkheid, niet alleen voor de eigen taak, maar voor het onderwijs op de school als totaliteit; bereidheid tot reflecteren op eigen handelen. Onze school maakt zijn maatschappelijke taak waar door goede contacten te onderhouden met voor ons onderwijs relevante collega scholen, instanties, verenigingen en overige organisaties. Over de activiteiten, die we in dit kader doen en de effecten, die dat ons inziens oplevert leggen we verantwoording af naar de betreffende instanties en ons bestuur en de ouders. Het voorgaande schetst het kader en de sfeer van waaruit wij kwaliteitszorg vorm geven.
5.3. De inrichting van onze kwaliteitszorg Bij de inrichting van onze kwaliteitszorg is het schoolplan het richtinggevend document bij de kwaliteitsverbetering. Daarnaast gebruiken we het jaarlijks op te stellen actieplan (jaarplan) om vinger aan de pols te houden en het schoolontwikkelingsplan bij te stellen. Beide documenten hangen nauw met elkaar samen en zijn een belangrijk hulpmiddel bij het systematisch doorlopen van onze kwaliteitscyclus. De bovenschoolse werkgroep Onderwijs & Kwaliteit heeft een taak in de beleidsvoorbereiding, uitwerking en coördinatie van de kwaliteitszorg op bovenschools niveau. In de komende schoolplanperiode gaan we gebruik maken van het Integrale Kwaliteits Management Systeem, wat werkt binnen ParnasSys. In dit kwaliteitssysteem komen de volgende vragen aan de orde: • A. Doen wij de (goede) dingen goed? • B. Wat vinden anderen hiervan? • C. Levert dit de gewenste opbrengsten op? A. Doen wij de goede dingen goed? Door middel van een basisvragenlijst krijgt de school snel antwoord op de vraag of de school op basisniveau de goede dingen goed doet op het gebied van kwaliteitsdomeinen als bijvoorbeeld: - kwaliteitszorg - zorg en begeleiding 62
- leerstofaanbod - onderwijstijd - didactisch handelen - schoolklimaat - communicatie De vragen sluiten nauw aan bij de eisen die de inspectie aan scholen stelt ten aanzien van deze domeinen. Het invullen gebeurt door personeelsleden. Omdat de vragenlijst zich richt op de essenties is de invullast zeer beperkt. Het goed doen van de goede dingen reikt verder dan deze basiskwaliteit. De ambitie van de scholen gaat verder dan het behalen van een voldoende van de inspectie. Met het oog op het inrichten van een systeem van zelfevaluatie is het zaak dat de scholen die schooleigen kwaliteit helder definiëren en vertalen naar kwaliteitsindicatoren. Een school kan naast de basisvragenlijst een schoolspecifieke vragenlijst inrichten. De resultaten hiervan worden ook zichtbaar in de cockpit. Daardoor kan de school haar schooleigen kwaliteit eveneens systematisch evalueren. Integraal ondersteunt scholen in het proces van “begrijpen” door signaaluitspraken te genereren. Een signaaluitspraak raakt altijd een strategisch doel. De signalen hebben zowel betrekking op harde data (de opbrengsten) als ook op de procesdata. B. Wat vinden anderen hiervan? Het inrichten van een goed systeem van zelfevaluatie vraagt ook dat je als school systematisch nagaat welk beeld “anderen” van je school hebben. Vanuit Integraal kan de school ouders, leerlingen, personeel en auditoren gericht en systematisch bevragen. Deze vragen hebben steeds betrekking op de genoemde kwaliteitsdomeinen. Dit maakt goede vergelijking mogelijk tussen het beeld van de school zelf en het beeld van “anderen”. Bij de collegiale visitatie willen we hier gebruik van maken. C. Levert dat de gewenste resultaten op? Dit onderdeel op de cockpit geeft op heldere, compacte wijze aan wat de “opbrengsten” (per leerjaar) zijn op het gebied van: 1. zorgeffectiviteit 2. sociale competenties 3. tussentijdse opbrengsten 4. eindopbrengsten 5. doorstroming 6. resultaten VO Waar dit van toepassing is, krijgt de school inzicht in hoe de opbrengsten zich verhouden tot zowel de inspectienormen als de eigen prestatie indicatoren. Het invoeren van eigen prestatie-indicatoren is belangrijk als middel om scholen te ondersteunen in het realiseren van een goed systeem van zelfevaluatie. Met het instrument wordt ook de schoolontwikkeling in beeld gebracht. De gekozen strategische doelen worden als “speerpunten” getoond met de onderliggende doelen die Integraal bevat. Bij elk doel staat aangegeven: de score – het onderwerp – het domein (of de domeinen). Daarmee heeft de school de kwaliteit gedefinieerd waar ze in de komende jaren aan wil werken.
Tussentijdse checks.
63
Tevens geeft de school aan op welk moment in het schooljaar zij deze doelen in de vorm van een vragenlijst uit wil zetten bij welke teamleden om de voortgang te evalueren. Schoolplancyclus Voor het samenstellen van het schoolplan hanteren wij de volgende werkwijze: We starten ruim tevoren met een nauwgezette bepaling van hoe de stand van zaken met betrekking tot alle beleidsaspecten van de school is. Een aantal onderdelen die bij deze zogenaamde positionering gebruikt worden, zijn onderdeel van een kortere cyclus, dan de schoolplancyclus, die 4 jaar beslaat. Waar dat het geval is geven we dat aan. Voor de positionering gebruiken we de volgende middelen, werkwijzen: 1. Analyse van de leerlingenpopulatie Ieder jaar stellen we vast welke leerlingen bij ons op school speciale onderwijsbehoeften hebben. Het gaat daarbij om: Aantal leerlingen met extra gewicht Aantal leerlingen met meer dan een half jaar achterstand op het gebied van taal en rekenen Aantal leerlingen met het Nederlands als tweede taal Aantal leerlingen met een beschikking voor een vorm van speciaal onderwijs Relevante leerling-prestaties gemeten in methodeonafhankelijke toetsen en bescrheven in de inspectierapporten van de afgelopen periode De intern begeleider maakt dit overzicht in april, zodat het kan worden meegenomen in de jaarlijkse evaluatie van het beleidsplan. De rapportage gebeurt aan het team en wordt gebruikt bij: evaluatie en opstellen van het jaarlijkse actieplan (jaarplan) en bijstelling schoolontwikkelingsplan. 2. Overzicht van de positie in de wijk of regio De directeur maakt een overzicht van de positie van de school in onze wijk. Daarin komen de volgende aspecten aan de orde: overheidsbeleid en samenwerkingsverband (eens per twee jaar) tevredenheid en verwachtingen van ouders (elke twee jaar wordt bij alle ouders de tevredenheid bepaald met behulp van het instrument Integraal-KMS) Kwalitatieve en kwantitatieve ontwikkeling van de leerlingenpopulatie ook in relatie met de ontwikkeling op de collega-scholen (eens per 4 jaar) een SWOT-analyse (eens per vier jaar, naar aanleiding van de tevredenheidsmetingen) Zicht op contacten met instellingen, verenigingen, collega scholen. We gaan na wat deze contacten voor effecten hebben binnen de school en hoe de betreffende instellingen de contacten waarderen. Op basis daarvan bepalen we op welke wijze het contact voortgezet wordt. De rapportage gebeurt aan: Bevoegd gezag, medezeggenschapsraad, team en betrokken instanties en is te gebruiken bij: evaluatie, opstellen en bijstellen van het schoolontwikkelingsplan en het jaarlijkse actieplan.
3. Het bepalen van de doelen van de school Eens in de vier jaar stelt het team, op initiatief van de directeur, doelen voor het onderwijs vast (op basis van de analyse van de uitgangspositie). Deze doelen worden vastgelegd in de missie en visie. Bij de beschrijving komen de volgende onderdelen aan de orde: te bereiken doelen op het gebied van onderwijs en leren.
64
de te bereiken leeropbrengsten. Deze streefdoelen worden ieder jaar vastgesteld (tussen- en eindresultaten, rekening houdend met onze populatie). te bereiken doelen op gebied van school specifieke aspecten. Het gaat hier om doelen waarmee we ons willen profileren. De rapportage gebeurt aan het bevoegd gezag en de medezeggenschapsraad en is te gebruiken bij de jaarlijkse analyse van de huidige situatie (wat is er van de doelen al gerealiseerd en wat moet nog worden nagestreefd). Het bevoegd gezag stelt de doelen vast. 4. Analyse van de huidige situatie aan de hand van de doelstellingen Eens per 4 jaar gaat de directeur na in hoeverre de schooldoelstellingen zijn gerealiseerd. Daarbij worden de volgende instrumenten ingezet: Voor doelen op het gebied van onderwijs en leren en school specifieke aspecten: o De in te zetten instrumenten zijn afhankelijk van de gekozen doelen. Het kan gaan om: Klassenbezoeken Functionerings- en beoordelingsgesprekken Interviews/vragenlijsten met ouders Interviews/vragenlijsten met kinderen Interviews/vragenlijsten met leraren Het kwaliteisinstrument Integraal KMS o Voor doelen op het gebied van te bereiken leerresultaten Parnassys en Integraal KMS De directeur neemt het initiatief voor de uitvoering van de analyse. Daartoe wordt jaarlijks, in overleg met het team, een plan van aanpak gemaakt. De rapportage gebeurt aan het bevoegd gezag, de medezeggenschapsraad en het team en is te gebruiken bij het actieplan en de bijstelling van het meerjarenplan 5. Evaluatie schoolplan In het vierde uitvoeringsjaar wordt de balans opgemaakt van de resultaten van de afgelopen schoolplanperiode. Naast de eigen gegevens uit de kwaliteitsrapportages en jaarevaluaties wordt ook gebruik gemaakt van de gegevens van de inspectierapporten om inhoudelijk vast te stellen waar de school zich ten aanzien van onderwijskundige ontwikkeling op dit moment bevindt. Alle gegevens uit deze en hiervoor genoemde acties worden door de directeur geanalyseerd op sterke en zwakke punten (SWOT-analyse).Deze wordt gepresenteerd op een studiedag voor het team, waarbij ook informatie verstrekt wordt over relevante ontwikkelingen van dat moment en in de nabije toekomst. Op basis van deze informatie en met gebruik maken van de inzichten en ideeën van de leerkrachten worden missie en visie van de school waar nodig geactualiseerd en bijgesteld en worden strategische doelen geformuleerd voor de nieuwe schoolplanperiode binnen de kaders die zijn vastgesteld in het bovenschoolse strategisch beleid. Deze visie en de daarop gebaseerde strategische doelen vormen de basis voor de verdere invulling van het schoolplan. Gezien de formele status van dit document wordt dit vastgesteld door MR en bestuur van de school. Ouders worden middels de schoolgids op de hoogte gesteld van de hoofdlijnen van beleid, zoals dat vastgesteld is in het schoolplan.
65
Jaarplancyclus Systematische evaluatie van beoogde beleidsresultaten en de kwaliteit van onderwijs en leren De directeur stelt jaarlijks een evaluatieplan op (als onderdeel van het actieplan of jaarplan) voor evaluatie van de beleidsdoelen. Evaluatie van de leerresultaten zijn een vast onderdeel van dit plan. De evaluatie van de beleidsresultaten die m.b.v. het jaarlijkse actieplan worden nagestreefd gebeurt aan de hand van de volgende instrumenten (afhankelijk van de aard van het na te streven resultaat): Klassenbezoeken om na te gaan in hoeverre beleidsvoornemens en schooldoelstellingen worden gerealiseerd. Daarnaast vinden klassenbezoeken plaats in het kader van het geven van feedback op het onderwijsgedrag. Functionerings- en beoordelingsgesprekken waarin ook is de leeropbrengsten van de betreffende groep aan de orde komen. Interviews/vragenlijsten met ouders, leerlingen en leden van het bevoegd gezag. Evaluaties (bijvoorbeeld d.m.v. korte vragenlijstjes) van oudercontacten en ouderavonden. ParnasSys en het instrument Integraal KMS De rapportage gebeurt aan het bevoegd gezag, medezeggenschapsraad en team en is te gebruiken bij het opstellen van het actieplan (jaarplan) en bijstellen en/of opstellen schoolontwikkelingsplan tijdens een jaarlijkse studiedag waarin de voortgang van het vierjarig beleidsplan wordt geëvalueerd. Doel van deze dag is verder conclusies trekken uit de resultaten van het evaluatieplan en op basis hiervan een jaarlijkse acties vaststellen (met per actie beoogde resultaten) t.b.v. de voortgang van het vierjarig beleidsplan. het jaarlijks opstellen van een scholingsbeleid. Het scholingsbeleid sluit aan op de schoolontwikkeling zoals die is omschreven in het schoolontwikkelingsplan. Daarnaast blijft er in het scholingsbudget ruimte voor persoonlijke ontwikkeling van leraren op basis van de afspraken in de persoonlijke ontwikkelingsplannen (POP’s). Opstellen actieplan (jaarplan) Voor het samenstellen van het jaarplan hanteren wij de volgende werkwijze. Enige tijd voor het verstrijken van het schooljaar is er een teambijeenkomst waarop Het lopende jaarplan geëvalueerd wordt (zie hierna evaluatie van veranderingen) De trends van de leerprestaties wordt geëvalueerd (zie hierna evaluatie van leerprestaties) In de loop van het schooljaar verzamelde gegevens (zie bijsturen) worden geëvalueerd Veranderingen gebaseerd op de evaluaties en het meerjarenplan vastgesteld worden Op basis van deze bespreking wordt een voorstel voor het nieuwe jaarplan opgesteld. Zie format hierboven. Hierna wordt de datumplanning van de school gemaakt. Daarvan afgeleid nemen de leerkrachten die acties, waar ze bij betrokken zijn, in hun planning op. Evaluatie van de veranderingen 1. Halfjaar evaluatie.
66
Halverwege het schooljaar maakt de directeur een samenvatting van de stand van zaken van de veranderingen. Indien gewenst wordt daarover overleg met de verantwoordelijke leerkracht voor de uitvoering gevoerd. Conclusies worden getrokken en een voorstel voor een te nemen besluit wordt gedaan. In een teamvergadering wordt de halfjaarlijkse evaluatie uitgevoerd. Deze bestaat uit het bespreken van de conclusies van de directeur en vaststellen van de (eventueel gewijzigde) besluiten. Als de besluiten gevolgen hebben voor de planning van de rest van het schooljaar worden deze uitgevoerd. 2. Eindejaar evaluatie. Voor de zomervakantie maakt de directeur een kwaliteitsrapportage van de veranderingen. Indien gewenst wordt daarover overleg met de betrokken leerkracht voor de uitvoering gevoerd. Conclusies worden getrokken en een voorstel voor een te nemen besluit wordt gedaan. Voor de zomervakantie vindt tevens de eindejaar evaluatie plaats. De kwaliteitsrapportage wordt gerapporteerd aan het bevoegd gezag en medezeggenschapsraad. Evaluatie van de leerresultaten. De school hanteert streefdoelen op opbrengsten, die op grond van de samenstelling van de schoolbevolking verwacht mogen worden. In de komende schoolplanperiode leggen we deze streefdoelen vast. Daarbij baseren wij ons niet alleen op de scores van één schooljaar, maar maken we gebruik van ParnasSys waarin we gemiddelde scores van groepen berekenen over de afgelopen 4 jaar. Daarbij worden uitschieters in de score naar boven en naar beneden afgezwakt en ontstaat er een reëel beeld van de gemiddelde prestaties van de leerlingen op onze school. De procedure hiervoor is als volgt: Van de toetsen, die op school gebruikt worden en die geschikt zijn om gemiddelde prestaties van de jaargroepen te berekenen, wordt voor het begin van het schooljaar een toetskalender gemaakt. Cito-toetsen vallen binnen de toetskalender van Cito. Daarin staat aangegeven: Op welk moment de toetsen afgenomen moeten worden; Wanneer de gegevens beschikbaar moeten zijn voor digitale verwerking; Wanneer de gegevens digitaal verwerkt zijn. Wanneer de gegevens besproken worden. De agenda wordt gemaakt door de IB-er. Tijdens elke voortgangsbespreking wordt, naast de besluitvorming over individuele kinderen, kort stil gestaan bij de gemiddelde prestaties van de groepen. Wijken deze bijzonder af van hetgeen gemiddeld verwacht mag worden, worden deze resultaten besproken. Conclusies en besluiten worden vastgelegd en waar van toepassing uitgevoerd. Regelmatig worden de trendscores berekend van de op school gebruikte toetsen. Daarbij gaat het om de trendscores van de mediotoetsen van het Cito-lvs en de trendscores van de eindtoets, en de entreetoetsen. IB-er en directeur trekken gezamenlijk conclusies uit de trendscores. Daarbij houden zij rekening met de prestaties in relatie tot de geformuleerde doelen. Eventueel worden voorstellen gedaan op grond van de gerealiseerde scores. Aan het eind van elk schooljaar worden de trendscores en de daaraan verbonden conclusies besproken in de teamvergadering. Voor de hand liggend is deze bespreking onderdeel te laten zijn van de eindejaar evaluatie. Bijsturen Bij het onderdeel schoolplancyclus gaven we aan met welke gegevens we de beginsituatie bepalen alvorens we tot het samenstellen van een nieuw schoolplan overgaan. Om goed vinger aan de pols te houden vinden wij het noodzakelijk, dat een aantal van deze gegevens
67
meerdere keren gedurende de schoolplancyclus worden verzameld. Dit geeft de mogelijkheid te reageren op veranderende omstandigheden binnen of buiten de school. Kwaliteitshandboek Bovenschools wordt er een format ontwikkeld voor een kwaliteitshandboek. Dat wordt geïmplementeerd in alle scholen. In het kwaliteitshandboek komt een beschrijving van onze werkwijze in de vorm van besluiten en procedures. Het instrument Integraal KMS wordt in dit handboek verwerkt. Het kwaliteitshandboek bevat ook een vierjaarlijkse planning, die aangeeft wanneer de besluiten en procedures worden geëvalueerd. Per besluit/procedure is aangegeven op welke wijze deze wordt geëvalueerd Daarnaast evalueren we minstens 2 x per jaar onze leeropbrengsten met het team. De rapportage gebeurt aan het team en het bevoegd gezag. Borgen van resultaten Hiertoe gebruiken wij het kwaliteitshandboek, waarin zowel de bovenschoolse als schoolspecifieke afspraken en procedures in ondergebracht worden. In het kwaliteitshandboek is een schema opgenomen waarin vastgelegd is op welke momenten onderdelen van het kwaliteitshandboek geëvalueerd zullen worden. Dit om vinger aan de pols te houden of procedures en afspraken nog werken. In dit kader zijn functionerings- en beoordelingsgesprekken middelen om vast te stellen of afspraken en procedures voor de betreffende medewerker helder zijn en/of deze nog steeds functioneren. 5.4. Consequenties voor de meerjarenplanning 2011-2012
aug t/m dec 2011: - pilot scholen vullen de cockpit van I-KMS jan t/m juli 2012: - pilotscholen vullen de schoolontwikkeling van I-KMS, - de volgscholen vullen de cockpit van I-KMS - pilot De Schittering tevredenheidsonderzoek voor leerlingen BB, personeel en ouders
2012-2013
aug t/m dec 2012: - pilotscholen vullen onderdeel persoonlijke ontwikkeling in van I-KMS - de volgscholen vullen de schoolontwikkeling in van IKMS jan-t/m juli 2013: - invoering halfjaarlijkse evaluatie - tevredenheidsonderzoeken voor leerlingen BB, personeel en ouders. - volgscholen vullen onderdeel persoonlijke ontwikkeling in van I-KMS I-KMS is door alle scholen ingevuld en wordt op alle onderdelen gebruikt. Het jaarplan en meerjarenplan is uitgewerkt in integraal. Januari 2015: - tevredenheidsonderzoeken voor leerlingen BB, personeel en ouders.
2013-2014
2014-2015
68
5.5. MR-KWALITEITSGROEP IBS ‘DE KLAVERHOEK “: Een belangrijk orgaan m.b.t. de kwaliteitszorg op ibs “de Klaverhoek “ is de MRkwaliteitsgroep. In dit overlegorgaan hebben ouders en teamleden zitting. De doelstellingen van deze kwaliteitsgroep zijn: educatief partnership advies m.b.t. schoolontwikkeling in brede zin beleidsvoorbereidende ontwikkelingen monitoren en controleren kwaliteit van de school monitoren van de schoolontwikkeling De verdere inhoud van de MR-Kwaliteitsgroep wordt nader uitgewerkt in het gelijknamige document ( aanwezig op school)
6. Meerjarenplanning 6.1. Inleiding In dit hoofdstuk starten we met een overzicht van de veranderingsonderwerpen in de komende schoolplanperiode. Daarbij wordt zo concreet mogelijk aangegeven welke resultaten we ten aanzien van deze onderwerpen in de komende vier jaar nastreven. Waar dat relevant is, zullen we een inschatting maken van de materiële kosten en indien van toepassing personele kosten, die een bepaalde verandering met zich mee zullen brengen. Vervolgens geven we in een globale planning aan wanneer deze onderwerpen aan de orde zullen komen. Op basis van dit meerjarenplan wordt jaarlijks een gedetailleerd actieplan opgesteld. Bij de opstelling van zo’n actieplan zal rekening gehouden worden met de resultaten van het voorgaande schooljaar. 6.2. Veranderingsonderwerpen en resultaten Veranderingsonderwerp 1: De leerlingen krijgen een onderwijsaanbod waarbij de onderwijsbehoeften een leidend principe zijn
Beoogde resultaten: Doelstellingen: -In 2015 krijgen de leerlingen van ibs “ de Klaverhoek “ een onderwijsaanbod, waarbij de onderwijsbehoeften van de leerlingen een leidend principe is. -In 2015 is het principe van “ opbrengstgericht werken “ een vaste structuur in het onderwijs van ibs “ de Klaverhoek “ -In 2015 worden de leerlingen van ibs “ de Klaverhoek “ begeleid volgens de principes van HGPD. 69
-In 2015 behoort de opbrengsten van ibs “ de Klaverhoek “ tot de hoogste categorie, volgens de inspectienormen -In 2015 hebben de leerkrachten de vaardigheden om bovengenoemde doelstellingen te kunnen realiseren.
Evaluatie: De evaluatie vindt plaats in 2015. Mogelijkheden tot evaluatie: -groepsbezoeken -opbrengsten
Evaluatiepunten: -Kunnen we terugzien dat het onderwijsaanbod bepaald wordt door de onderwijsbehoeften? -Zijn de opbrengsten in de hoogste categorie volgens de inspectienormen?
Veranderingsonderwerp 2: Meervoudige intelligentie Beoogde resultaten: -In 2015 is meervoudige intelligentie een vaste structuur in het onderwijs van ibs “ de Klaverhoek “ -In 2015 wordt in 80 % van alle lessen uitgangspunten van meervoudige intelligentie gebruikt. -In 2015 is bij het bepalen van de onderwijsbehoeften van de leerlingen meervoudige intelligentie een vast onderdeel. -In 2015 hebben alle leerkrachten de vaardigheden om bovengenoemde doelstellingen te kunnen realiseren
Evaluatie: De evaluatie vindt plaats in 2015 Mogelijkheden tot evaluatie: -groepsbezoeken -groepsoverzichten / groepsplannen -jaar-en weekplanningen Evaluatiepunten: -Zijn de leerkrachten in staat om met behulp van meervoudige intelligentie de onderwijs-
70
behoeften van de leerlingen inhoud te geven? -In hoeverre is meervoudige intelligentie een leidend principe in de onderwijsstructuur van ibs “ de Klaverhoek “ ?
Veranderingsonderwerp 3: Brede zorgschool Beoogde resultaten: -In 2015 is ibs “ de Klaverhoek “ een brede zorgschool. -In 2015 is het verwijzingspercentage van ibs “ de Klaverhoek “ teruggebracht. -In 2015 hebben de leerkrachten van ibs “ de Klaverhoek “ de vaardigheden en competenties om een brede zorgschool te realiseren. -In 2015 is het systeem van leerlingenzorg effectief om een brede zorgschool te realiseren. -In 2015 is het schoolprofiel van ibs “ de Klaverhoek “ volledig geëffectueerd.
Evaluatie: -In 2015 vindt de evaluatie plaats -Mogelijke evaluatiepunten: -Is het verwijzingspercentage teruggebracht? -Maken alle leerlingen een voldoende /goede ontwikkeling door? -Kan de school het noodzakelijke onderwijsaanbod geven?
Veranderingsonderwerp 4: Kwaliteitssysteem Beoogde resultaten: -In 2014 is het kwaliteitssysteem volledig ingevuld en operationeel.
71
-In 2015 is de kwaliteitscyclus zowel op groeps- als op schoolniveau een vaste structuur in het onderwijs op ibs “ de Klaverhoek “ .
Evaluatie: -de evaluatie vindt plaats in 2015 Mogelijkheden voor de evaluatie: -Evaluatiedocumenten van de opbrengsten -evaluatie – en borgingsdocumenten van de schoolontwikkelingsplannen Mogelijke evaluatiepunten: -Werkt het kwaliteitssysteem afdoende om invloed te hebben op de onderwijsontwikkeling?
6.3. Overzicht veranderingsgebieden in de schoolplanperiode 2011-2015 Zie hfst 2.6 / 3.7 Op grond van het voorgaande zullen jaarlijks gedetailleerde actieplannen opgesteld worden, waarin opgenomen zijn: - Doelen en tussendoelen - Acties om deze doelen te realiseren - Verantwoordelijke persoon binnen de school voor de uitvoering - Welke externe ondersteuning gewenst is - In welke periode van het schooljaar de acties uitgevoerd worden - Welke financiële middelen door de school ingezet moeten worden om de verandering uit te voeren. 6.4. Sponsoring Alle scholen zijn verplicht om in hun schoolplan aan te geven welk beleid ze voeren met betrekking tot sponsoring. Onze school onderschrijft dit convenant. Het convenant is te vinden via: http://www.rijksoverheid.nl/documenten-enpublicaties/convenanten/2009/02/24/convenant-scholen-voor-primair-en-voortgezetonderwijs-en-sponsoring.html
SPONSORINGBELEID (definitieve versie 2010.03.01) Inleiding Scholen krijgen in toenemende mate te maken met de mogelijkheden van sponsoring. Middels sponsoring kunnen extra inkomsten worden gegenereerd, om nieuwe dan wel extra activiteiten plaats te kunnen laten vinden. Volop kansen dus, maar de keerzijde hiervan is dat aan sponsoring bepaalde risico’s kunnen zijn verbonden.
72
In dit kader is het van belang om de visie omtrent sponsoring, en daaruit voortvloeiend de spelregels ten aanzien van de inzet van sponsoring binnen (de scholen van) Stichting De Waarden te formuleren. Definitie De term sponsoring wordt als volgt gedefinieerd1: “geldelijke en/of materiële bijdragen, niet gebaseerd op onderwijswetgeving, niet zijnde ouderbijdragen, niet zijnde subsidies van charitatieve instellingen of de overheid, indien het bevoegd gezag daarbij, al dan niet uit eigen beweging, in welke vorm dan ook verplichtingen op zich neemt waarmee de leerlingen in schoolverband (bijvoorbeeld binnen de schooltijden, het overblijven daaronder begrepen of naschoolse activiteiten die onder de verantwoordelijkheid van de school worden georganiseerd) worden geconfronteerd.” De verplichtingen behelzen een tegenprestatie. Wanneer geen sprake is van een tegenprestatie is geen sprake van sponsoring, maar van een donatie.
Kader Het sponsoringbeleid van Stichting De Waarden is gebaseerd op de uitgangspunten en gedragsregels zoals deze zijn opgenomen in het Convenant “Scholen voor primair en voortgezet onderwijs en sponsoring”, en uiteraard op de relevante wettelijke bepalingen. Convenant “Scholen voor primair en voortgezet onderwijs en sponsoring” Om te bevorderen dat alle bij de school betrokkenen op een zorgvuldige manier met sponsoring omgaan, hebben het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, onderwijsorganisaties en andere belangenorganisaties reeds in februari 1997 een convenant hieromtrent afgesloten. Dit convenant liep af (na eenmaal te zijn verlengd voor een periode van 5 jaar) in februari 2007. Partijen achtten het wenselijk om het convenant in hoofdlijnen voort te zetten, doch op een aantal punten nader te herzien. Deze herziening heeft geresulteerd in een nieuw convenant, hetgeen in februari 2009 is geformaliseerd.2 De doelstellingen van het convenant zijn: Het voorzien in regels en afspraken om te waarborgen dat er geen vormen van sponsoring ontstaan die een negatief effect hebben op de ontwikkeling van leerlingen; Sponsoring van scholen door bedrijven wiens maatschappelijke verantwoordelijkheid voorop staat; Bevoegde gezagsorganen van scholen gaan op een zorgvuldige en voor alle betrokkenen transparante wijze om met sponsoring.
1
Definitie zoals opgenomen in het Convenant “Scholen voor primair en voortgezet onderwijs en sponsoring”, gedateerd 19 februari 2009 2 De volledige tekst van het Convenant “Scholen voor primair onderwijs en sponsoring” is terug te vinden op www.minocw.nl, onderwerpen, sponsoring primair en voortgezet onderwijs. Daarnaast is door de gezamenlijke convenantpartners een brochure uitgebracht over het voornoemde convenant, en toegestuurd aan alle scholen.
73
Wettelijk kader Ten aanzien van het onderwerp van sponsoring zijn de volgende wettelijke bepalingen van kracht: Op grond van artikel 12 WPO3 dient de school in het schoolplan het beleid op te nemen ten aanzien van de aanvaarding van sponsoring; Op grond van artikel 10 WMS4 heeft de medezeggenschapsraad een instemmingsbevoegdheid met betrekking tot het vaststellen of wijzigen van het schoolplan; Op grond van artikel 13 WPO dient de school ouders, verzorgers en leerlingen in de schoolgids te informeren over de wijze waarop de school omgaat met bijdragen die door middel van sponsoring zijn verkregen. De oudergeleding van de medezeggenschapsraad heeft een instemmingsbevoegdheid waar het gaat om het vaststellen of wijzigen van de schoolgids; Op grond van artikel 11 WMS heeft de gehele medezeggenschapsraad een adviesbevoegdheid over een voorgenomen besluit van de schooldirectie over het aangaan, verbreken of belangrijk wijzigen van een duurzame samenwerking met een sponsor. Deze samenwerking wordt overeengekomen via een sponsorovereenkomst wanneer het belang van de sponsoring meer dan € 500 bedraagt (voor een voorbeeld hiervan zie bijlage 1); Op grond van artikel 10 WMS heeft de gehele medezeggenschapsraad een instemmingsbevoegdheid over de aanvaarding van materiële bijdragen of geldelijke middelen wanneer het bevoegd gezag verplichtingen op zich neemt waarmee de leerlingen binnen de schooltijden / het onderwijs en tijdens de activiteiten die worden georganiseerd onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag, alsmede tijdens het overblijven, zullen worden geconfronteerd5; Op basis van de WPO is het bevoegd gezag verplicht een klachtenregeling te treffen, waarin voorzien wordt in een klachtencommissie en waarin zowel de wijze waarop een klacht ingediend kan worden als de procedure waarmee de klacht behandeld wordt zijn vastgelegd; Volgens de Regeling jaarverslaggeving onderwijs moeten scholen zich verantwoorden over alle baten. Dit betekent dat het bevoegd gezag in de jaarrekening ook informatie dient te verstrekken over de omvang van de financiële middelen die door sponsoring en donaties zijn verkregen. Reikwijdte De school is te allen tijde verantwoordelijk voor hetgeen binnen het verband van de schoolorganisatie plaatsvindt. Dat is ook het geval indien een los van de school staande vereniging of stichting van ouders voor de school een sponsor weet te vinden en daartoe een sponsorovereenkomst aangaat die met zich mee brengt dat de sponsor een tegenprestatie vraagt waarmee leerlingen of hun ouders/verzorgers binnen het verband van de schoolorganisatie worden geconfronteerd. Ook op een dergelijke situatie is het sponsoringbeleid van Stichting De Waarden van toepassing.
3
Wet op het primair onderwijs Wet Medezeggenschap op Scholen 5 In de praktijk betekent dit dat een voorgenomen besluit aangaande het aangaan van een sponsorovereenkomst eerst ter advies moet worden voorgelegd aan de MR, uit hoofde van art. 11 WMS. Bij het daadwerkelijk afsluiten van de sponsorovereenkomst dient instemming te worden verleend door de MR op grond van art. 10 WMS. 4
74
Uitgangspunten van beleid Ten aanzien van sponsoring gelden de volgende uitgangspunten (ook wel te noemen gedragsregels): Sponsoring mag de onderwijsinhoud niet beïnvloeden; De continuïteit van het onderwijs mag niet in gevaar komen doordat op enig moment sponsormiddelen wegvallen: het uitvoeren van de aan de school wettelijk opgedragen kernactiviteiten mag niet afhankelijk worden van sponsormiddelen; In lesmaterialen mag geen reclame voorkomen, ook niet impliciet. De objectiviteit en betrouwbaarheid van het onderwijs mag niet in het geding zijn; Sponsoring moet een gezonde levensstijl mogelijk, gemakkelijk en aantrekkelijk maken; De samenwerking mag de ontwikkeling van kinderen niet schaden; Sponsoring mag niet misleidend zijn en mag niet appelleren aan gevoelens van angst of bijgelovigheid van leerlingen; Bij de sponsoring van (computer-)apparatuur mag het niet zo zijn dat een aanvullende afname (van bijvoorbeeld software) van de sponsor verplicht is, dan wel dat het afnemen van producten of diensten van een ander bedrijf dan de sponsor wordt verboden. Procedure
Het algemeen sponsorbeleid, zijnde het kader waarbinnen het bevoegd gezag of de schoolleiding kan handelen bij het aangaan van sponsorovereenkomsten, wordt vastgesteld door het bevoegd gezag. Het algemeen sponsorbeleid wordt vastgelegd in het schoolplan; De school neemt (ook conform de bepalingen uit de WPO) informatie over het sponsorbeleid op in de schoolgids, waarbij wordt beschreven welke normen de school hanteert bij het eventueel aangaan van sponsorovereenkomsten; De school maakt, binnen het kader zoals hierboven geschetst, een eigen afweging over de maatschappelijke betrokkenheid van de sponsor, het sponsorbedrag en de verlangde tegenprestatie; Een sponsorovereenkomst wordt voorgelegd aan de gehele medezeggenschapsraad, die daarbij adviesbevoegdheid heeft; De samenwerking met een sponsor wordt vastgelegd in een sponsorovereenkomst; De school moet zich verantwoorden voor alle middelen die door sponsoring respectievelijk donaties verkregen zijn: inkomsten en uitgaven door en voor sponsoring dan wel donaties moeten afzonderlijk in de financiële administratie worden opgenomen.
Deze procedure is in bijlage 1 weergegeven in de vorm van een stroomschema.
75
Bijlage 1
Stroomschema procedure sponsoring Aanvaarding bijdrage Aanvaarding bijdrage
Nee Nee
Ja Tegenprestatie? Ja Tegenprestatie? Voorstel Nee Sponsorbeleid in beleid Voorstel naar Nee schoolplan? Sponsorbeleid in MR beleid naar schoolplan? MR Ja Ja Instemming? Instemming?
Nee Nee
Ja Ja
Donatie Donatie
Voorstel Nee Sponsorbeleid in publicatie Voorstel naar Nee schoolgids? Sponsorbeleid in oudergel. publicatie naarMR schoolgids? oudergel. MR Ja Ja Nee Instemming? Nee Instemming? Ja Ja Nee Inhoud conform Nee Inhoud beleid? conform beleid? Ja Ja Sponsorovereenkomst Sponsorovereenkomst
Afwijzen sponsoring Afwijzen sponsoring Ja
Verantwoording in financiële adm. Verantwoording in financiële adm.
Positief Nee advies/instemming Positief Nee MR? advies/instemming MR? Ja Ja
Ja Aanpassing? Aanpassing?
Nee Nee
76