Schoolplan 2011-2015
SCHOOLPLAN 2011-2015 VAN: ODBS EUROPA TE ENSCHEDE
1
Schoolplan 2011-2015
Inhoud Schoolplan 2011-2015 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6
Inleiding
03
Doelen en functie van ons plan Procedure voor het opstellen en vaststellen van ons plan Verwijzingen Bronnen Status van ons plan Evaluatie van ons plan
03 03 03 03 04 04
2
Onze school
05
2.1 2.2 2.3
Huidige situatie Leerling- en ouderpopulatie Overige omstandigheden die onze beleidskeuzen beïnvloeden
05 06 06
3
De opdracht van onze school
07
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
Waar we voor staan Wat er op ons afkomt. De externe ontwikkelingen Wat wij kunnen: de interne sterkte/zwakteanalyse Wat wij willen: de gewenste kwaliteit Beleidsvoornemens/plannen
07 08 09 09 10
4
De onderwijskundige vormgeving van onze school
11
4.1 4.2 4.3 4.4
De onderwijskundige doelen Kerndoelen en methoden per vak De vak-/vormingsgebieden en de computer Onze zorg voor de leerlingen
11 11 12 14
5
De inzet en ontwikkeling van ons personeel
16
5.1 5.2 5.3
Doelen van het personeelsbeleid Huidige situatie Beleidsvoornemens/plannen
16 16 16
6
Overige beleidsterreinen
17
6.1 6.2 6.3 6.4
Ons algemeen strategisch beleid Ons financieel beleid Ons huisvestings- en materieel beleid Ons relationeel beleid
17 17 19 21
7
Onze zorg voor kwaliteit
24
7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 8
Inleiding De doelen van onze kwaliteitszorg De inrichting van onze kwaliteitszorg Aspecten van onze kwaliteitszorg Beleidsvoornemens/plannen Onze beleidsvoornemens/plannen, totaaloverzicht en planning
24 24 26 27 28 31
2
Schoolplan 2011-2015
1
Inleiding
1.1
Doelen en functie van ons plan
De doelen van dit schoolplan zijn: • als school vaststellen wat voor de periode van augustus 2011 t/m juli 2015 voor onze school het onderwijskundig beleid, personeelsbeleid, financieel en materieel beleid, relationeel beleid en het beleid ten aanzien van de kwaliteitszorg is en van deze beleidsterreinen een samenhangend geheel maken; • dit beleid zo vast te stellen dat het gebruikt kan worden voor planmatige schoolontwikkeling met formulering van eigen beleidsvoornemens; • voldoen aan de wettelijke verplichting te beschikken over een schoolplan; • het plan te baseren op een gemeenschappelijke visie vanuit een gedragen schoolconcept. Dit schoolplan zal fungeren als: • uitgangspunt voor de onderwijskundige beleidsplanning per schooljaar; • verantwoordingsdocument in de richting van de landelijke overheid; • basis voor ontwikkeling van onze school.
1.2
Procedure voor het opstellen en vaststellen van ons plan
Dit schoolplan is opgesteld door de directie van de school in samenspraak met teamleden en de oudergeleding van de medezeggenschapsraad. Hun inbreng was vooral van belang bij de beschrijving van onze school, de onderwijskundige vormgeving van onze school en bij het formuleren van onze beleidsvoornemens. Voor de beschrijving van de inzet en ontwikkeling van het personeelbeleid, het financieel/materieel beleid en het beleid ten aanzien van de kwaliteitszorg kan veelal verwezen worden naar het bestuursbeleid m.b.t. deze zaken. Op deze terreinen worden zoveel mogelijk schoolspecifieke aanvullingen vermeld voor zover relevant.
1.3
Verwijzingen
In dit schoolplan wordt verwezen naar: • het rekenverbeterplan (SPOE website: www.spoe.nl) • het leesverbeterplan (SPOE website: www.spoe.nl) • het Daltonbeleidsplan (is als bijlage toegevoegd) • het ICT schoolbeleidsplan en het jaarplan (is als bijlage toegevoegd) • het ondewijszorgprofiel (is als bijlage toegevoegd) • de schoolgids (website odbs Europa: www.odbseuropa.nl) • lijst met afkortingen (is als bijlage toegevoegd)
1.4
Bronnen • •
Schoolplan odbs Eurpa 2007-2011 Handreiking voor het maken van het schoolplan 2011-2015 (Eduforce)
3
Schoolplan 2011-2015 1.5
Status van ons plan
Dit schoolplan is vastgesteld door het bestuur. De medezeggenschapsraad heeft er instemming aan verleend (zie bijlagen).
1.6
Evaluatie van ons plan
Bij het evalueren van de jaarplanning zullen telkens de beschreven doelen uit het betreffende jaar indien nodig bijgesteld worden met instemming van de medezeggenschapsraad. Evaluatiegegevens zullen als bijlagen bij de betreffende hoofdstukken worden genoteerd en verwerkt worden in de jaarplanning van het betreffende jaar.
4
Schoolplan 2011-2015
2
Onze school
2.1
Huidige situatie
De school In 1994 kwam nieuwbouw tot stand aan de Belgiëlaan, het gebouw waar momenteel openbare Dalton basisschool (odbs) Europa is gehuisvest. De school heeft 11 lokalen waarvan één lokaal permanent in gebruik is door de peuterspeelzaal Nina ( Alifa) en één lokaal wordt gebruikt door de schakelklas (gemeente Enschede). De school maakt deel uit van de Stichting Consent, het bestuur van de scholen voor openbaar basisonderwijs in Enschede. In het najaar van 2006 heeft de school, na het bezoek van de Dalton visitatiecommissie, het Daltonpredikaat verkregen. In het najaar van 2011 krijgt de school opnieuw bezoek van de Dalton visitatiecommissie voor de verlenging van het Daltonpredikaat met 5 jaar. De leerlingen De inschatting is dat de meeste ouders voor onze school kiezen vanwege de afstand van thuis naar school. De leerlingen komen grotendeels uit ons eigen voedingsgebied: West-Boswinkel, OostBoswinkel, Ruwenbos, Eikendaal en Kotman. De meeste leerlingen komen uit de wijken Oost-Boswinkel en West-Boswinkel. Een aantal ouders kiest bewust voor openbaar onderwijs, omdat deze ouders vinden dat kinderen moeten leren omgaan met kinderen met verschillende culturele achtergronden, nationaliteiten en geloofsovertuigingen. Hun kind zal hier naar hun mening voordeel uit halen, omdat de Nederlandse samenleving waarin hun kinderen opgroeien ook een multiculturele is. Ook kiezen ouders voor odbs Europa, omdat zij het Daltononderwijs een verrijking voor hun kinderen vinden. Momenteel heeft onze school zo’n 160 leerlingen verdeeld over 9 groepen. De personele bezetting Op 1 oktober 2011 telt de school 21 personeelsleden. De samenstelling is als volgt: 1 directeur (onderwijskundig leider) 1 adjunct directeur 1 intern begeleider (onderwijskundig begeleider) 12 groepsleerkrachten 1 ict-er 1 vakdocent gym 1 onderwijsassistent 1 conciërge 2 administratieve krachten Er werken 8 fulltimers en 13 parttimers.
5
Schoolplan 2011-2015
2.2
Leerling- en ouderpopulatie
Ongeveer 90 % van de leerlingen van onze school heeft de Nederlandse nationaliteit. Het percentage leerlingen met ouders en/of grootouders dat niet in Nederland geboren is, is veel hoger. Vroeger ging het bijna alleen om Turkse en Marokkaanse mensen. Nu hebben we ook veel leerlingen uit andere landen zoals Iran, Irak, Somalië en Afghanistan. De ouders van de leerlingen van de school hebben meestal een opleiding op het niveau van lager beroepsonderwijs gevolgd. Op basis van het opleidingsniveau van ouders krijgt de school financiële middelen om onderwijsachterstanden weg te werken. Dit is de zogenaamde “gewichtenregeling”. Veel van de leerlingen die bij ons op school komen hebben op de peuterspeelzaal al extra taalondersteuning gehad. Dit is de zogenaamde voor- en vroegschoolse educatie (VVE). Hiervoor volgt de peuterspeelzaal de methode “Piramide” die ook in de groepen 1 en 2 gebruikt wordt. Momenteel hebben wij de volgende percentages leerling gewichten: gewicht geen 0.3 1,2 aantal 63 19 89 percentage 37% 11% 52%
2.3
Overige omstandigheden die onze beleidskeuzen beïnvloeden.
Kenmerkend voor de huidige situatie is dat wij nog steeds te maken hebben met de toekomstige herstructurering van de wijk Oost-Boswinkel. Vanaf 2014 verandert deze wijk door de sloop van een groot aantal woningen. Een belangrijk deel van de leerlingen komt uit deze wijk. Wat hiervan de consequenties zijn voor de school is nog niet bekend. Wel wordt in deze van de school een proactief beleid verwacht. Ondanks de aankomende veranderingen, met een hoogst waarschijnlijke tijdelijke terugloop van het leerlingenaantal, zien wij de toekomst toch vol vertrouwen tegemoet. De laatste jaren zit de school, qua leerlingenaantal, in een stijgende lijn: op 1 oktober 2008 2009 2010 2011 aantal 144 146 156 165 leerlingen marktaandeel 6,9% 7,0% 7,7% volgt De school ligt in een aandachtswijk. Dat vraagt van de school een actieve o.a. rol in de wijk. De betrokkenheid van de school bij de wijk vertaalt zich in het bezoeken van de wijkraadvergaderingen van Oost- en West-Boswinkel, goede contacten met de wijkagent en het stadsdeelmanagement , participatie in afstemmingsoverleg Krajicek Plaza en Brede School West en samenwerking met de overige buurtorganisaties zoals de speeltuin Boswinkel.
6
Schoolplan 2011-2015
3
De opdracht van onze school
3.1
Waar we voor staan
De visie en missie van onze school: Dalton onderwijs wil leerlingen een leeromgeving aanbieden die als doel heeft dat leerlingen zelf initiatief kunnen nemen voor hun algehele ontwikkeling. Vanuit de drie Dalton principes: vrijheid / verantwoordelijkheid, zelfstandigheid en samenwerking bieden wij een onderwijsaanbod waarin leerlingen zich kunnen ontwikkelen tot zelfstandige, sociale mensen, die vol zelfvertrouwen de wereld tegemoet treden. Ons team kenmerkt zich door een grote pedagogische en sociale betrokkenheid. De zorg voor leerlingen en hun ontwikkeling vinden wij zeer belangrijk. Wij gaan uit van de mogelijkheden van de leerling (onderwijs op maat). De school handelt vanuit kernwaarden waarmee zij het onderwijs in zijn totaliteit vorm geeft. Die kernwaarden gaan over levenbeschouwelijke, pedagogische, didactische, organisatorische en maatschappelijke kenmerken. De waarden die wij belangrijk vinden: Levensbeschouwing Odbs Europa is een openbare school. De school geeft actief vorm aan de belangrijkste kenmerken, die in de onderwijswetgeving vastliggen. Die kenmerken zijn: • open toegankelijkheid: de school is voor alle kinderen toegankelijk, ongeacht hun godsdienst of levensbeschouwing; •
•
actieve pluriformiteit: de school geeft in het onderwijs aandacht aan alle levensbeschouwelijke en maatschappelijke waarden in de Nederlandse samenleving, waarbij recht gedaan wordt aan de verscheidenheid van die waarden; non-discriminatie: de school respecteert ieders godsdienst of levensbeschouwing, wat ook betekent dat het personeel zonder op dit punt onderscheid te maken benoembaar is en voorstander is van openbaar onderwijs.
Pedagogische kenmerken De school: • biedt een veilige en warme omgeving waar leerlingen met plezier naar toegaan; • heeft de opdracht leerlingen uit te rusten met een basisbagage die ze nodig hebben om in de toekomst te functioneren als jongeren en volwassenen; • • • • •
bevordert het samenwerkend leren (helpen en geholpen worden); leert de leerlingen zelf oplossingen te vinden; brengt de leerlingen een grote mate van zelfstandigheid bij; leert de leerlingen verantwoordelijk te zijn voor hun leren en handelen; leert de leerlingen respect te hebben voor anderen en de omgeving.
Didactische kenmerken De school: • houdt rekening met verschillen tussen leerlingen, ouders en personeel; 7
Schoolplan 2011-2015 • • •
werkt samen met de ouders aan optimale ontplooiing van de leerlingen; streeft ernaar om de leerlingen het maximum haalbare resultaat te laten behalen; wil goed en modern onderwijs voor de leerlingen.
Organisatorische kenmerken De school: • streeft ernaar om in samenwerking met de andere scholen in de regio (DON) het Daltonbeleid op een hoger plan tillen (zie Dalton beleidsplan 2011-2015); • is een open organisatie waar we van en met elkaar leren; • werkt samen met de verschillende organisaties in de wijk (met name binnen de Brede School West). Maatschappelijk • Burgerschap en sociale integratie: De school is bij uitstek een plek waar elke leerling kennis maakt met de verschillende achtergronden en culturen van leeftijdgenoten. Maatschappelijke ontwikkelingen als individualisering en een multiculturele samenleving eisen dat scholen actief burgerschap en sociale integratie bevorderen. Actief burgerschap is het
•
3.2
kunnen en willen deelnemen aan de samenleving. Burgerschap gaat over diversiteit, acceptatie en tolerantie. Het vraagt ook reflectie op het eigen handelen, een respectvolle houding en bijdragen aan de zorg voor je omgeving. Voor ons betekent actief burgerschap: het zelfstandig verantwoordelijkheid nemen door leerlingen voor gemeenschapsbelangen binnen en/of buiten school. In ons onderwijs gebaseerd op de uitgangspunten van Dalton, zelfstandigheid, verantwoordelijkheid en samenwerking, komen de verschillende aspecten van actief burgerschap consequent aan bod. Wij vinden het belangrijk dat de leerling opgroeit tot een zelfstandige burger, die zich kan aanpassen aan zijn omgeving. In onze samenleving is behoefte aan meer solidariteit, goede manieren, sociale controle, verantwoordelijk optreden. Wij leren leerlingen, hoe zij zich behoren te gedragen binnen en buiten school. Iedereen is aanspreekbaar op zijn gedrag. Ook leren wij de leerlingen hoe ze een probleem kunnen oplossen of liever voorkomen; De school wil waar mogelijk dienstverlenend zijn voor ouders en de wijk; bijvoorbeeld door ruimte beschikbaar te stellen onder/buiten schooltijd.
Wat er op ons afkomt. De externe ontwikkelingen.
Met het team is gesproken over toekomstige ontwikkelingen voor onze school en wij denken dat onze school de komende jaren met de volgende ontwikkelingen te maken gaat krijgen: 1. Toenemende aandacht voor leerresultaten in het onderwijs (opbrengstgericht werken, verder ontwikkelen van groepsplannen, ontwikkelingsperspectief invoeren vanaf groep 6, ontwikkelen beleid hoogbegaafdheid); 2. Ontwikkelingen vanuit de overheid (onderwijszorgprofiel, passend onderwijs); 3. Ontwikkelingen in het kader van WSNS (gevolgen beleid overheid);
8
Schoolplan 2011-2015 4. Invoering referentieniveaus taal en rekenen; 5. Herstructurering wijk Oost-Boswinkel in 2014; 6. OTV beleid; 7. VVE ontwikkelingen (Pilot taalverbeterzaal bij peuterspeelzaal Nina en Nijntje); 8. Ontwikkelingen t.a.v. voor- en naschoolse opvang (kindcentra); 9. Dalton certificatie; 10. Opleiden in de School (aankomende accreditatie 2012).
3.3
Wat wij kunnen: de interne sterkte/zwakteanalyse
Met de KMPO is onderzocht hoe door alle geledingen over de school wordt gedacht. Vragenlijsten zijn ingevuld door ouders, leerlingen en personeelsleden van school. De belangrijkste sterke punten uit de enquêtes zijn: • Kwalitatief goed onderwijs en einddoelen zijn duidelijk • Goed adaptief onderwijs vanuit de drie Daltonprincipes; • Kleine groepen in de onderbouw; • Tevredenheid over het leerlingvolgsysteem; • Goed pedagogisch klimaat (sfeer, omgang en veiligheid); • Interactie leerkracht-ouder en leerkracht-leerling is goed; • Opgeruimd en goed onderhouden schoolgebouw en schoolplein. Verbeterpunten die uit de ouderenquête blijken: • Ouderbetrokkenheid vergroten; • PR communicatie gericht op eigen ouders; • Parkeren rondom de school. Verbeterpunten die uit de leerling enquête • Onderwijsaanbod over verschillende levensovertuigingen en culturen van andere landen uitbreiden / schoolbreed vorm geven; • Onderwijsaanbod over het milieu en politiek uitbreiden / schoolbreed vorm geven; • Hoe om te gaan met complimenten geven aan elkaar (leerkrachten en leerlingen); • “Omgang met elkaar” met regelmaat bespreken in de groepen (afspraken nakomen, je veilig voelen, respectvol zijn, belangstelling voor elkaar, etc); • Uitbreiden / vervangen van verschillende computers in de groepen en de hal.
3.4
Wat wij willen: de gewenste kwaliteit •
• • •
De school is een Dalton school. Het onderwijs kenmerkt zich door een grote mate van adaptief onderwijs met veel aandacht voor zelfstandig werken, verantwoordelijkheid en samenwerking: de belangrijkste kenmerken van Dalton. Wij houden het Dalton gehalte op niveau door structureel deze peilers kritisch onder de loep te houden en waar mogelijk op een hoger plan te tillen (bijstellen en borgen); Adaptief onderwijs is ook nodig om een goede zorgverbreding te realiseren; hiervoor is goed en effectief klassenmanagement nodig (bijstellen en borgen); Structureel opbrengsten analyseren, bijstellen en borgen (minimaal 2x per jaar); Opbrengsten verhogen en resultaten verbeteren; “de lat hoog leggen”;
9
Schoolplan 2011-2015 •
•
3.5
De school is een lerende organisatie waarin we met en van elkaar leren. Klassenconsultatie hoort hierbij en vindt met regelmaat plaats door IB-er, directie en coördinatoren (borgen). Het is wenselijk om klassenconsultatie te organiseren bij teamleden onderling met name bij onderwijsvernieuwingen (implementeren); De school heeft ook een pedagogische taak. Dat houdt in dat wij voldoende aandacht besteden aan de sociaal-emotionele ontwikkeling (bijstellen en borgen).
Beleidsvoornemens / plannen
De afgelopen jaren heeft odbs Europa ingezet op opbrengstgericht werken door in samenwerking met het steunpunt Weer Samen Naar School (WSNS), deel te nemen aan het leesverbeterplan en rekenverbeterplan (zie verwijzingen: H1.3). Ook zijn er verschillende initiatieven genomen om het onderwijs op onze school een kwalitatieve impuls te geven en zo de opbrengsten te verhogen zoals: • Aanschaf leesmethode Estafette; • Aanschaf nieuwe aardrijkskunde methode Meander; • Aanschaf nieuwe verkeersmethode Wegwijs; • Woordenschatonderwijs intensiveren door de inzet van de methode ‘Met woorden in de weer”; • Opzetten eigen leerlijnen voor rekenen; • Samenstellen van eigen cijfertoetsen basale rekenvaardigheden; • Inzetten van onderwijstijdverlenging (OTV) groep 7 en 8 voor rekenen; • Scholing nieuwe collega’s Daltonvisie d.m.v. cursus; • Scholing d.m.v. bijeenkomsten lees- en rekenverbeterplannen WSNS; • Bevoegdheid voor het geven van bewegingsonderwijs door nieuwe collega’s; • Invoeren van datamuur en groepsplannen voor alle basisvakken. Beleidsvoornemens aankomende jaren: 1. Verlenging Daltonlicentie najaar 2011; 2. Rekenopbrengsten verhogen; Rekenverbeterplan (WSNS); 3. Leesopbrengsten verhogen; Leesverbeterplan (WSNS); 4. Beleid (hoog)begaafdheid ontwikkelen; 5. Nieuw meetinstrument sociaal-emotionele ontwikkeling invoeren; 6. Schoolveiligheidsplan ontwikkelen; 7. Beleidsplan cultuur ontwikkelen; 8. Digitaliseren van leerling-dossiers in Dotcomschool; 9. Leerkrachtcompetenties verhogen; 10. Accreditatie in 2012 voor Opleiden in de School; 11. Onderzoek naar mogelijkheid om te starten met een kindcentrum bij de school; 12. CBOO certificaat behalen in 2012; 13. PR + communicatie en ouderparticipatie verder ontwikkelen; 14. Beleid actief burgerschap, geloof, politiek en milieu ontwikkelen; 15. Plannen uit onderwijszorgprofiel ontwikkelen.
10
Schoolplan 2011-2015
4
De onderwijskundige vormgeving van onze school
4.1
De onderwijskundige doelen
Onze onderwijskundige doelen zijn in de eerste plaats de doelstellingen zoals die in artikel 8 van de Wet op het Primair Onderwijs zijn omschreven: Artikel 8 luidt: 1. Het onderwijs wordt zodanig ingericht dat de leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doorlopen. Het wordt afgestemd op de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen; 2. Het onderwijs richt zich in elk geval op de emotionele en de verstandelijke ontwikkeling, en op het ontwikkelen van de creativiteit, op het verwerven van de noodzakelijke kennis en van sociale, culturele en lichamelijke vaardigheden; 3. Het onderwijs gaat er mede van uit dat de leerlingen opgroeien in een multiculturele samenleving; 4. Ten aanzien van de leerlingen die extra zorg behoeven, is het onderwijs gericht op individuele begeleiding die is afgestemd op de behoefte van de leerling. Realisering van deze doelen gaat het beste in een omgeving waar de leerlingen zich thuis voelen. We zetten ons dan ook in om het klassen- en schoolklimaat zo goed en veilig mogelijk te krijgen en te houden. Daarnaast gebruiken we methoden en aanvullende materialen om het leerproces te waarborgen. De onderwijsleerpakketten die we gebruiken voldoen grotendeels aan de wettelijke plicht van de kerndoelen en daar waar nog onvolkomenheden zitten, wordt gewerkt met aanvullend materiaal of wordt gezocht naar een vervangende methode. In de volgende kaders wordt per vak- en vormingsgebied aangegeven welke methoden en aanvullende materialen in gebruik zijn en of ze beantwoorden aan de kerndoelen (voor zover bekend). Tenslotte wordt aangegeven, of het betreffende gebied verandering/verbetering behoeft en als zodanig moet worden meegenomen in de beleidsvoornemens.
4.2
Kerndoelen en methoden per vak
Groep
Methoden / Materialen
Rekenen en wiskunde: 1-2 Piramide, Schatkist 3-8
Alles Telt
Nederlandse taal: 1-2 Piramide, Schatkist 3
Veilig Leren Lezen
Beantwoordt de methode aan de kerndoelen?
Beleidsvoornemens en Plannen
ja ja
Oriënteren nieuwe methode
ja ja
11
Schoolplan 2011-2015 4-8
Taaljournaal, Estafette, Nieuwsbegrip Engelse taal: 7-8 Hello World
ja
ja
Aardrijkskunde: 1-4 X 5-8
Meander
ja
Geschiedenis: 1-4 X 5-8
Bij de tijd
ja
Oriënteren nieuwe methode
Oriënteren nieuwe methode
Biologie : 1-2 X 3-8
Natuurlijk
ja
Verkeer: 1-2
Wegwijs
ja
3-8
Wegwijs
ja
Sociale redzaamheid: 1-8 Leefstijl aangevuld met lessen Kom op voor jezelf Muziek: 1-8 Moet je doen
ja
Oriënteren nieuwe methode
Tekenen 1-8
Moet je doen
ja
Oriënteren nieuwe methode
Handvaardigheid: 1-8 Moet je doen
ja
Oriënteren nieuwe methode
Drama: 1-8
Moet je doen
ja
Oriënteren nieuwe methode
Dans: 1-8
Moet je doen
ja
Oriënteren nieuwe methode
Bewegingsonderwijs: 1-8 Vakwerkplan Bewegingsonderwijs Enschede
4.3
ja
De vak-/vormingsgebieden en de computer
Voor het computeronderwijs wordt momenteel gewerkt op basis van het “ICT Bestuursbeleidsplan 2008-2012” Het beleidsplan beoogt de kaders weer te geven van de voorgestelde scholenontwikkeling voor wat betreft ICT, voor de periode van september 2008 tot juli 2012. 12
Schoolplan 2011-2015
Noodzakelijkheid beleidsplan. De omslag die de nieuwe ICT ontwikkelingen voor scholen en besturen met zich mee brengt is zo complex dat een ad hoc benadering absoluut onverstandig is. Een planmatige aanpak opgesteld in overleg met bestuur, directies, ICT-ers, IB-ers en teams, biedt de meeste garantie voor succes. Het beleidsplan fungeert als planningsdocument. Volgens de cyclus van PDCA: “Plan”(plannen), “Do”(uitvoeren), “Check” (evalueren) en “Act” (bijstellen en verbeteren), Versterking van samenwerking tussen de scholen en het planmatig werken aan ICT zullen veel aandacht krijgen. Per school wordt het bestuursbeleidsplan ICT verder uitgewerkt in een eigen ICT plan van aanpak als integraal onderdeel van het schoolplan. Het ICT plan van aanpak bevat een beschrijving van de visie, de beginsituatie, een meerjaren plan van aanpak, een plan van aanpak voor het schooljaar waarin het zich bevindt en een meerjareninvesteringsplan. Het bestuursbeleidsplan ICT dient als kapstok voor iedere afzonderlijke school en moet duidelijkheid bieden. Visie en missie Consent. Uit het strategisch beleidsplan 2007-2012: Visie Consent. Bij alles wat beweegt in ons onderwijs hebben wij het perspectief van het zich ontwikkelende kind voor ogen. Onze onderwijsorganisatie dient om elk kind uitstekend, plezierig en veilig onderwijs te geven. Missie Consent. Het aanbieden van openbaar basis- en (voortgezet) speciaal onderwijs van hoge kwaliteit, dat in voldoende mate beschikbaar is voor de gemeenschap in de gemeente Enschede. Doelen ICT onderwijs. Uit het strategisch beleidsplan 2007-2012: Het verbeteren van het ICT onderwijs: We willen binnen het waarderingskader van de inspectie een maximale score van 4 halen en tenminste op alle scholen een 3 scoren. Door in samenwerking met het Basis Op Kop (BOK) bestuur het ICT onderwijs tweejaarlijks stedelijk te monitoren en op basis daarvan verbeterplannen op schoolniveau op te stellen en uit te voeren zullen we het niveau van ICT op iedere school nauwkeurig kunnen volgen en zo nodig bijsturen. Het jaarlijks totaal beschikbare ICT budget van Consent (na aftrek van afschrijvingslasten en elektriciteitskosten € 385.000 ,-) is hier in principe voor beschikbaar. Wat telt is de kwaliteitsscore voor ICT. Indien deze met minder middelen gehaald wordt door de school, dan ontstaat er vrije bestedingsruimte voor de school van dit budget. De school zelf beheert met deze restrictie het ICT budget. Het waarderingskader. Met dit kader kunnen inspectie en scholen zelf beoordelen in welke mate ICT in het onderwijs aan de school bijdraagt aan de kwaliteit van het onderwijsaanbod, aan de vormgeving van de lessen, aan het actief leren van leerlingen en aan een goed functionerende leerlingenbegeleiding. Op iedere school wordt gekeken of de doelen van het ICT-gebruik goed worden geborgd (kwaliteitszorg) en of de benodigde infrastructuur op orde is. Het ontwikkelen van dit kader geeft ook aan dat de inspectie ICT als een belangrijk hulpmiddel ziet om het onderwijs in al zijn facetten te verbeteren. Voor ICT schoolbeleidsplan en jaarplan odbs Europa (zie bijlage).
13
Schoolplan 2011-2015
4.4
De zorg voor de leerlingen
De leerlingen ontwikkelen zich op verschillende manieren. De resultaten die ze behalen kunnen daarom divers zijn. Wij gaan uit van die verschillen en passen de instructie daarop aan. Er worden hoge doelen gesteld (opbrengstgericht werken) en de groep wordt zoveel mogelijk bij elkaar gehouden (convergente differentiatie). Waar nodig heeft een leerling verlengde instructie of extra leertijd. Er wordt gekeken wat een leerling nodig en wat vraagt dit van de leerkracht (handelingsgericht werken). De groepsleerkracht houdt door middel van observaties, werkbegeleiding, nakijken van schriftelijk werk en toetsen de ontwikkelingen en vorderingen van de leerlingen bij. Via landelijke toetsen (Cito) en methodegebonden toetsen controleren we of de vorderingen voldoende zijn. Wanneer dit niet het geval is, geeft een leerkracht extra instructie aan leerlingen die moeite hebben met de leerstof. Ook bieden ze uitdaging aan kinderen die meer aan kunnen door het aanbieden van verrijkingsstof. Dit gebeurt zowel binnen als buiten de groep en wordt vastgelegd in een groepsplan. Behalve de leerstofvorderingen, wordt ook de sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerlingen gevolgd. We proberen er bijvoorbeeld achter te komen of een kind goed contact heeft met zijn/haar klasgenoten. De volgende Cito toetsen worden momenteel afgenomen: • Taal voor kleuters • Rekenen voor kleuters • Rekenen en wiskunde • Begrijpend lezen • Spelling • Woordenschat • Avi • DMT • Cito eindtoets groep 8 De resultaten van de toetsen komen in het leerlingvolgsysteem te staan en kunnen ouders terugvinden achterin het rapport. Twee keer per schooljaar (januari en juni) worden deze toetsen afgenomen. Na de afname van de Cito toetsen stellen de groepsleerkrachten een groepsplan op . Hier komen alle leerlingen in te staan. Voor D en E leerlingen wordt de instructie en/of de leertijd geïntensiveerd. Voor A/B kinderen wordt voor extra uitdaging gezorgd. Tussentijds (na 6-8 weken) wordt gekeken of de extra ondersteuning effect heeft op de resultaten. De onderwijskundig begeleider kan de leerkrachten helpen bij het opstellen van de groepsplannen. Na de Cito afname vindt er tevens een groepsbespreking plaats. De groepsleerkracht en onderwijskundig begeleider bespreken samen de groep. Er wordt gekeken hoe de groep ervoor staat en er worden leerlingen individueel besproken. (groepsniveau en kindniveau). Op schoolniveau worden de resultaten van de verschillende groepen ook besproken. Aan het einde van het schooljaar vindt er een mondelinge en schriftelijk overdracht plaats met de nieuwe leerkracht. Intern begeleider/onderwijskundig begeleider De intern/onderwijskundig begeleider is er om de groepsleerkracht te ondersteunen. De intern/onderwijskundig begeleider is de persoon die uw kind op de achtergrond volgt gedurende zijn/haar gehele schoolloopbaan op de basisschool. Daarnaast houdt de intern/onderwijskundig begeleider zich bezig met het (mede) ontwikkelen en vernieuwen van onderwijskundig beleid en het coachen van leerkrachten.
14
Schoolplan 2011-2015 Contacten onderhouden met externe deskundigen zoals bijvoorbeeld het schoolgericht maatschappelijk werk, de GGD en de logopediste behoort ook tot het takenpakket. Daarnaast is er structureel overleg met het samenwerkingsverband SPOE over leerlingenzorg en kwaliteit van ons onderwijs. (zie hoofdstuk 7: onze zorg voor kwaliteit). De grenzen van de zorg binnen de school worden middels een onderwijszorgprofiel in kaart gebracht. Hierin geeft de school aan wat de mogelijkheden en onmogelijkheden (handelingsverlegenheid) zijn. Naast de genoemde mogelijkheden en onmogelijkheden, aangegeven in het onderwijszorgprofiel, geeft de school hieronder een aantal aanvullingen die mede bepalend zijn voor het al dan niet toelaten van leerlingen op onze school: • Leerlingen met een IQ onder de 70; • Bestaande zorg binnen de groepen. Het onderwijszorgprofiel (zie bijlage).
15
Schoolplan 2011-2015
5
De inzet en ontwikkeling van ons personeel
5.1
Doelen van ons personeelsbeleid
Personeel vormt één van de belangrijkste instrumenten om beleidsdoelstellingen te verwezenlijken. Binnen onze organisatie willen wij dan ook zodanige randvoorwaarden creëren dat de werknemers in staat worden gesteld de geformuleerde beleidsdoelen te realiseren. Deze randvoorwaarden en de visie van de Stichting Consent op personeel en organisatie zijn vastgelegd in ondermeer het Strategisch Beleidsplan en het Integraal Personeelsbeleidsplan. Op die wijze wordt de komende jaren ingezet op een verdere kwaliteitsverbetering onder het personeel.
5.2
Huidige situatie
De afgelopen jaren is een groot aantal (personele) beleidsinstrumenten ontwikkeld. Deze beleidsinstrumenten zijn opgenomen in het routeboek van de Stichting Consent. Met de vaststelling van het Integraal Personeelsbeleidsplan zijn daar recentelijk nieuwe onderdelen aan toegevoegd zoals: de regeling scholingsbeleid; de regeling deeltijdbeleid, en; de regeling werkgelegenheidsbeleid. Daarnaast wordt een hoge prioriteit toegekend aan de deskundigheidsbevordering van het personeel. Naast de scholingstrajecten die veelal vanuit een schoolorganisatie worden aangeboden wordt door de Stichting Consent ook veel aandacht geschonken aan de opleiding van schoolleiders en intern begeleiders. Bovendien is er bovenschools een budget beschikbaar gesteld voor de leergang bewegingsonderwijs waardoor meer personeelsleden een bevoegdheid verkrijgen voor het verzorgen van de lessen in het vak bewegingsonderwijs aan alle groepen in het basisonderwijs.
5.3
Beleidsvoornemens/plannen
De komende jaren wordt aandacht besteed aan een verdere implementatie van het Integraal Personeelsbeleid in al zijn facetten. Met het oog op de toenemende vergrijzing van het personeelsbestand en de te verwachten omvang van het natuurlijk verloop is het, anticiperend op deze ontwikkeling, van groot belang tijdig te investeren in nieuwe werknemers. Bovenschools zijn inmiddels middelen opgenomen voor de inrichting van een talentenpool. Met een doorstroom van de talentenpool naar reguliere functies wordt ook op de langere termijn een concrete invulling gegeven aan het kwaliteitsbeleid.
16
Schoolplan 2011-2015
6
Overige beleidsterreinen
6.1
Ons algemeen strategisch beleid
In le id in g In het Strategisch Beleidsplan 2007 – 2012 ‘Goed onderwijs is onze kracht’ hanteren we de volgende missie: Het aanbieden van openbaar basis- en (voortgezet) speciaal onderwijs van hoge kwaliteit, dat in voldoende mate beschikbaar is voor de gemeenschap in de gemeente Enschede. Op basis van dit Strategisch Beleidsplan 2007 – 2012 komen we tot een vertaling van de gewenste toekomst voor Consent naar een aanpak hiervoor. In de hier voorliggende Meerjarenaanpak 2007 – 2012 geven we in een meerjarenplanning aan welke doelen we in deze periode willen bereiken, wat de producten hiervan zijn, in welk jaar deze gerealiseerd zullen zijn en tegen welke kosten. Niet alle wensen zullen gerealiseerd kunnen worden. Beleid maken is immers kiezen. In deze aanpak worden de speerpunten van ons beleid benoemd. Dat houdt in dat op de genoemde activiteiten de nadruk van het bovenschools beleid zal worden gelegd en (extra) middelen zullen worden ingezet. Dat neemt niet weg dat de hierna niet expliciet genoemde activiteiten geen aandacht zullen krijgen. Zo zal in de diverse schoolplannen en bij de besteding van reguliere middelen het Strategisch Beleidsplan 2007-2012 herkenbaar zijn, zoals bijvoorbeeld de veelzijdigheid van ons onderwijsaanbod. Kwaliteitsbeleid is het omvattende speerpunt voor de komende 5 jaar. Voor verdere informatie zie: strategisch beleidsplan Consent 2007-2012.
6.2
Ons financieel beleid
Sinds 2006 kent het primair onderwijs lumpsumfinanciering. Dit betekent aan de ene kant beleidsmatige vrijheid ten aanzien van de besteding van de middelen, maar dit brengt anderzijds ook financiële risico’s en verplichtingen met zich mee. De lumpsumfinanciering is gebaseerd op de leerlingaantallen van het voorgaande schooljaar (t-1). De formatie wordt binnen Stichting Consent verdeeld op basis van de leerlingaantallen van het betreffende schooljaar (t). Bij een stijging van het leerlingaantal betekent dit een (bovenschoolse) voorfinanciering voor Stichting Consent. Het beleid van het bestuur kan alleen worden uitgevoerd als er op korte en lange termijn een gezonde financiële basis aanwezig is. Ondanks structureel lagere inkomsten vanaf 2011, is daarvan op dit moment sprake. Zie hiervoor de ‘(meerjaren)begroting 2011’, waarin tevens de speerpunten van beleid zijn verwoord. Als input voor de begroting van Consent, wordt er jaarlijks een schoolbegroting door de schooldirecteur opgesteld. De schooldirecteur krijgt hiertoe een indicatie-begroting toegestuurd vanuit het bestuursbureau. De schoolbegroting moet uiterlijk (eind) oktober door de MR worden voorzien van een advies. De schooldirecteur dient de begroting vervolgens in bij het College van Bestuur (CvB).
17
Schoolplan 2011-2015 De begroting van Consent wordt in de december - vergadering van de GMR van een advies voorzien. Na goedkeuring door de Raad van Toezicht kan vervolgens vanuit het CvB terugkoppeling plaatsvinden naar de schooldirecteuren inzake de schoolbegrotingen. Voor een voorbeeld schoolbegroting en een toelichting hierop wordt verwezen naar de ‘Leeswijzer behorende bij de voorbeeldbegroting voor de school’. Vergoedingen Het overgrote deel van de inkomsten bestaat uit de vergoedingen (lumpsum) voor: - personeel; - materieel; en - personeel & arbeidsmarktbeleid (P&A). De vergoeding die de school ontvangt voor personeel wordt per schooljaar bepaald op basis van het leerlingaantal van het betreffende schooljaar (t). De vergoeding die de school ontvangt voor materieel wordt per kalenderjaar bepaald op basis van het leerlingaantal op 1 oktober van het voorgaande jaar (t-1). De vergoeding die de school ontvangt voor P&A is gebaseerd op een percentage (2011: 30%, 2012: 15%) van de rijksvergoeding P&A. Van het vervangingsfonds ontvangt de school een vergoeding voor de kosten van vervanging van personeel. De administratieve verwerking van bovenstaande vindt plaats op het bestuursbureau. Overige inkomsten De overige vergoedingen zijn deels afhankelijk van de leerling-populatie en verschillen hierdoor per school. Hierbij kan gedacht worden aan: - subsidie voor rugzakleerlingen; - subsidie in verband met impulsgelden; - subsidie voor versterking cultuureducatie; - bestemmingsbox taal en rekenen; en - lerarenbeurs voor scholing en zij-instromers. Daarnaast ontvangen scholen een ouderbijdrage, bijvoorbeeld ter vergoeding van overblijfkosten. In het geval dat er op een locatie sprake is van medegebruik, vindt een doorberekening van exploitatiekosten plaats. Voor scholen welke een structurele groei van het leerlingenaantal niet langer kunnen opvangen met de toegekende formatie dan wel geconfronteerd worden met (andere) klemmende situaties op het gebied van de formatie die zonder ingrijpen zouden leiden tot ernstige gevolgen voor de onderwijskwaliteit, is een bovenschoolse budget voor flankerend beleid aanwezig. Voor de beleidslijnen hieromtrent wordt verwezen naar het document ‘Beleidslijnen flankerend beleid’. De administratieve verwerking van bovenstaande vindt plaats op het bestuursbureau. Besteding De budgethouder (i.c. de schooldirecteur) is gemandateerd om binnen het aan hem/haar beschikbaar gestelde budget verplichtingen aan te gaan. Indien de verplichting hoger is dan EUR 25.000 (excl. BTW) geldt dat het College van Bestuur de uitgaande opdracht tekent. Inkoopfacturen worden door de budgethouder getekend voor akkoord, waarna de facturen door het bestuursbureau geregistreerd en betaalbaar gesteld worden.
18
Schoolplan 2011-2015 Beheer De schooldirecteur is er verantwoordelijk voor dat de bestedingen binnen de beschikbaar gestelde budgetten blijven. Maandelijks worden hiertoe via intranet budgetoverzichten door het bestuursbureau beschikbaar gesteld aan de scholen. Voor een voorbeeld van en een toelichting op de budgetoverzichten zie de ‘Handleiding inzake budgetoverzichten’. Per kwartaal vindt monitoring op de budgetten plaats vanuit het bestuursbureau. Daar waar nodig vindt een gesprek met de schooldirecteur plaats en worden acties genomen dan wel worden prognoses bijgesteld. Reservering Scholen hebben reserves. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen verplichte reserves (weerstandsvermogen) en reserves boven de norm (van het verplichte weerstandsvermogen). Schooldirecteuren kunnen bestedingsplannen indienen voor hun reserve boven norm (surplus). Deze bestedingsplannen dienen door de MR goedgekeurd te worden. Bestedingen op basis van de reserve boven norm kunnen enkel plaatsvinden op basis van een door het College van Bestuur goedgekeurd bestedingsplan. Bovenschools vindt monitoring plaats van de uitputting van de reserve boven norm. Reserveringen voor groot onderhoud vinden plaats op bovenschools niveau. Verantwoording (wie, wat (jaarverslag), wanneer) Stichting Consent stelt jaarlijks jaarstukken op, waarin het financieel beleid en financiële positie van heel Consent tot uiting komt. Per kwartaal wordt door het bestuursbureau een integrale managementrapportage opgesteld, waarin elementen terugkomen met betrekking tot financiën, leerlingaantallen, personeel en onderwijskwaliteit. Scholen die hierbij op onderdelen afwijken van de norm, dienen hierover verantwoording af te leggen richting het College van Bestuur. Daarnaast vindt verantwoording over het beleid van de school plaats tijdens de jaarlijkse schoolbezoeken met het College van Bestuur.
6.3
Ons huisvestings- en materieel beleid
Huisvesting in het onderwijs is een beleidsterrein waarbij besturen in belangrijke mate afhankelijk zijn van het gemeentelijk beleid. In dat kader is in Enschede de “Beleidsnotitie onderwijshuisvesting” uitgangspunt. Uit dit beleidsdocument citeren wij onderstaande passage: Onderwijshuisvestingsbeleid; beleidsuitgangspunten en concrete projecten Vanwege de voortdurende ontwikkelingen in leerlingenstromen en wijzigingen in het landelijke en (mede daardoor) lokale onderwijsbeleid is onderwijshuisvesting een dynamisch beleidsterrein. Wijzigingen in onderwijsbeleid (bijvoorbeeld passend onderwijs) en leerlingenstromen leiden tot veranderende ruimtebehoeften, zowel kwantitatief als kwalitatief. Het is tevens een complex beleidsterrein omdat de verantwoordelijkheid voor het primaire onderwijsproces bij de schoolbesturen ligt en niet bij de gemeenten. Keuzes om het onderwijsconcept te wijzigen, samenwerking met andere maatschappelijke partners aan te gaan, het opheffen van locaties en/of centreren van leerlingengroepen zijn des schoolbestuur, terwijl de ruimtelijke 19
Schoolplan 2011-2015 consequenties wat betreft de onderwijshuisvesting bij de gemeente liggen. Deze dynamiek en complexiteit vraagt een goede en constructieve interactie tussen de Gemeente Enschede en de schoolbesturen ter voorkoming dat het huisvestingsbeleid van de gemeente slecht volgend is en zich moet aanpassen aan voortdurende wijzigingen. De praktijk van de afgelopen jaren heeft echter laten zien dat er sprake is van een goede interactie en afstemming van het onderwijskundige beleid van de schoolbesturen en het huisvestingsbeleid van de Gemeente Enschede. De noodzaak van deze afstemming zal de komende jaren alleen maar toenemen. De daling van het leerlingenaantal betekent dat de bestaande capaciteit effectief en efficiënt moet worden ingezet en dat kapitaalvernietiging wordt voorkomen door verder gaande niet noodzakelijke uitbreiding van de capaciteit. In deze paragraaf wordt nader ingegaan op hoe in de gesignaleerde context het huisvestingsbeleid de komende jaren ingevuld zou moeten worden en welke concrete projecten nog gerealiseerd moeten worden. Consent heeft in haar strategisch beleidsplan een huisvestingsbeleid vastgesteld dat ondersteunend is aan haar missie. De kwantitatieve component van die missie heeft betrekking op de beschikbaarheid van voldoende locaties, en vraagt om een beleidsvisie ten aanzien van onderwijshuisvesting. Huisvesting is, vanuit het belang van de organisatie, gebruikersgericht en hanteert om die reden het uitgangpunt dat: “het vastgoed van de organisatie de ondernemingsdoelstellingen maximaal dient te ondersteunen”. Strategisch huisvestingsbeleid is afgeleid van de missie van Consent en wordt vertaald in de volgende algemene huisvestingsdoelen. • •
Huisvesting dient kwalitatief goed te zijn. Huisvesting dient in een financieel solide setting gemanaged en beheerd te wor den. Huisvesting draagt bij aan een sterke positie van het openbaar basisonderwijs.
•
Gezien de structurele daling van het aantal leerlingen, de leegstand en de te hoge exploitatielasten die daaruit volgen, dient er specifieke aandacht te zijn voor de spreiding van de onderwijsgebouwen in de wijk en in de stad. Hiertoe is een specifiek “spreidingsbeleid”ontwikkeld door Consent: Spreidingsbeleid Huisvesting “Van goed naar beter”. Het openbaar primaire onderwijs heeft te maken met de dynamiek van verschillende omgevingen en deelmarkten. Sommige scholen groeien en andere scholen hebben een afnemend of stabiel aantal leerlingen. In het ene geval loopt bijvoorbeeld het aantal kinderen in de wijk terug en in het andere geval heeft een school een grote aantrekkingskracht vanwege een bepaald concept dat gevoerd wordt. Om die reden is een combinatie van strategieën noodzakelijk om adequaat in te kunnen spelen op de specifieke lokale situaties. a. b. c.
Terugtrekking waar het structureel minder gaat. Stabilisatie in stabiele omgeving. Groei waar marktpotentieel.
Op basis van eerdergenoemde notitie “Van Goed naar Beter” zijn alle basisscholen die onder Consent vallen in kaart gebracht en gescreend. Hiervoor verwijzen we naar “Screening gebouwen 2010”. Deze screening wordt periodiek aangepast aan de actualiteit en vormt in hoge mate de basis voor investeringsplannen m.b.t. huisvesting. Overigens zal de bestaande screenings - systematiek gedurende deze planperiode aangepast en verder verfijnd worden.
20
Schoolplan 2011-2015 6.4
Ons relationeel beleid 1. Processen: communicatie 1. Externe communicatie
De externe communicatie van Consent met de omgeving is van groot belang. Het gaat hier om: Verantwoording afleggen Steeds meer actoren rondom de school Nieuwe ontwikkelingen zoals de BSO Meer bevoegdheden voor de medezeggenschapsraad Mondige ouders Kwaliteit van het onderwijs De rol van de onderwijsinspectie En natuurlijk het leerlingaantal. Dit leerlingaantal is voor de financiering van ons onderwijs en daarmee voor de continuïteit van levensbelang. Na 10 jaar structurele daling constateren we op 1 oktober 2007 voor het eerst een stabilisering en zelfs een voorzichtige groei van het leerlingaantal. Een heuglijk feit! Communicatie met de omgeving en vooral met onze huidige en potentiële klanten (de ouders en kinderen) is de brandstof van de groei van onze organisatie. We zullen ons intensief moeten richten op onze doelgroepen, op het bevragen van hun wensen, hun (on)tevredenheid met ons onderwijs en bovenal de dialoog met hen aan moeten gaan over het gewenste onderwijs voor de kinderen. Dit vereist een marketingstrategie op Consentniveau die onze scholen ondersteunt in hun specifieke marketing – en communicatiebeleid. Voor de inzet van deze strategische marketing met als doel de groei van onze organisatie te bevorderen willen we jaarlijks € 100.000,- investeren. 2. Interne communicatie Bij communicatie gaat het erom contact te maken en te houden met de ander. Communicatie is van groot belang. De interne communicatie binnen Consent is gericht op het zo optimaal mogelijk laten verlopen van het besluitvormingsproces. Daar is een groot aantal interne actoren bij betrokken. In dit stuk richten wij ons op de bovenschoolse context binnen Consent. De actoren zijn: Gemeenteraad Raad van Toezicht Directeur/Bestuurder Staf en servicebureau Schooldirecteuren Het onderwijs en ondersteunend personeel GMR WSNS coördinator Coördinator versterking openbaar onderwijs Met deze actoren hebben wij in 2005 een beleidsontwikkelingtraject afgesproken, dat zich kenmerkt door een grote betrokkenheid van alle deelnemers.
De huidige overlegstructuur, waarin de mogelijke inbreng van de schoolteams, de schooldirecteuren en de staf samen met de directeur/bestuurder is geregeld scoort hoog op het ‘betrokkenheidniveau’. In verband met de effectiviteit is er een logische opvolging van de vergaderingen van de netwerken, de beleidscommissies en de informatiemiddag voor directeuren.
21
Schoolplan 2011-2015 Dit betekent dat deze vergaderingen centraal gepland worden. Deze netwerken zijn als volgt samengesteld: Oost Wooldrik Esmarke Park Stokhorst Lipper Glanerbrug Noord Glanerbrug Zuid Willem Wilmink La Res Roombeek Imenhof De Linde
Zuid Helmerhoek Bijvank Het Lang Averbeke Stroink Vastert Wielerbaan Broekheurne Molenbeek Saller Tender
Centrum Prinseschool Zeggelt Bothoven Stadsveld Lonneker Europa Twekkelerveld Palet Dr. M.L. Kingschool Spinaker Kompas
Dit leidt tot het volgende organigram beleidsontwikkeling binnen Consent.
22
Schoolplan 2011-2015
Organigram beleidsontwikkeling Consent september 2007
Gemeenteraad
Controller
GMR
Directeur/ Bestuurder
Raad van Toezicht
Staf
Adviesraad
6.5
7
Beleidsvoornemens/plannen Cie Personeel en Financien
Cie Onderwijs en Organisatie
Cie Huisvesting
Netwerk Oost
Netwerk Centrum
Netwerk Zuid
Schoolteams en medezeggenschapsraden
Onze zorg voor kwaliteit
23
Schoolplan 2011-2015
7
Onze zorg voor kwaliteit
7.1
Inleiding
Opbrengstgericht en handelingsgericht werken. Het samenwerkingsverband WSNS 0804, Steunpunt Onderwijszorg Enschede is in het schooljaar 2006-2007 gestart met het leesverbeterplan. De wetenschappelijke opzet van dit plan stond onder verantwoordelijkheid van dr. Kees Vernooy, Bij de uitvoering en de implementatie van het leesverbeterplan waren CPS, Steunpunt Onderwijszorg en Expertis betrokken. Het Leesverbeterplan Enschede werd mogelijk gemaakt door projectbureau Kwaliteit.
7.2
De doelen van onze kwaliteitszorg
Het Leesverbeterplan heeft als basis het verhogen van de kwaliteit van het onderwijs. Dit is de basis gebleven, in de loop van de uitvoering van het plan heeft verdieping plaatsgevonden.
Opbrengstgericht werken‐ handelingsgericht werken ‐passend onderwijs. Laag 1: algemeen. (85%)
Laag 2: specifiek (10%)
laag 3:Passend (5%)
Opbrengstgericht werken (OGW) Onder opbrengstgericht werken verstaan we: Het systematisch en doelgericht werken aan het maximaliseren van prestaties. • •
HOGE DOELEN HOGE VERWACHTINGEN
24
Schoolplan 2011-2015 Handelingsgericht werken (HGW) Onder handelingsgericht werken verstaan we: HGW beoogt de kwaliteit van het onderwijs en de begeleiding te verbeteren. De leerkrachtcompetenties staan centraal. • ONDERWIJSBEHOEFTEN -kwaliteit en effectiviteit van de instructie -leertijd • ONDERSTEUNING- EN BEGELEIDINGSBEHOEFTEN -werkhoudingsaspecten -gedragsaspecten. In het volgende schema wordt aangegeven, dat opbrengstgericht en handelingsgericht werken op elke niveau van toepassing is:
opbrengstgericht handelingsgericht Laag 1: Algemeen: basiszorg
Doelen Leesverbeterplan Doelen Rekenverbeterplan streefkwaliteit
•Kwaliteit instructie •leertijd •klassenmanagement •Pedagogisch klimaat ‐Relatie leerkracht‐leerling ‐Pedagogische stijl
Laag 2: Specifiek: breedtezorg
Ontwikkelingsperspectief Leerrendementsverwachting Uitstroombestemming
•Specifieke onderwijs behoeften ‐aanpassingen in het HOE ‐veranderingen in het WAT (onderwijsaanbod) •Specifieke pedagogische behoeften ‐Interactiewijzer ‐Oplossingsgericht werken ‐Kid‐skills •Stimulerende en belemmerende factoren
Laag 3: Passend : dieptezorg
Ontwikkelingsperspectief Leerrendement Uitstroomprofiel
Streefkwaliteit Fundamentele kwaliteit
Onderwijszorg‐arrangement Specifieke pedagogische en didactische behoeften Passend‐Onderwijs‐groep Speciaal (basis) onderwijs.
Opbrengstgericht werken (OGW)en handelingsgericht werken (HGW) krijgen in elke laag een andere invulling. Laag 1: de basiszorg. Het betreft de algemene aanpak, zoals regels en routines, afspraken over klassenmanagement, het zelfstandig werken, het toepassen van het Directe Instructie Model, etc. OGW zijn de algemene doelen. Voor D en E leerlingen wordt de instructie geïntensiveerd. Voor A en A+ leerlingen wordt gezocht naar compacten, verrijken of versnellen. Als een leerling herhaald en aantoonbaar onvoldoende profiteert van het excellente onderwijsaanbod (basiszorg), dan is dit een leerling met specifieke onderwijsbehoeften.
25
Schoolplan 2011-2015 Laag 2, de breedtezorg, leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften, zoomt in op kansen en belemmeringen (stimulerend en belemmerend) op basis van handelingsgerichtproces-onderzoek. Dit resulteert in een eigen leerweg, het opstellen en het uitvoeren van ontwikkelingsperspectief (I-HOP). Het inzetten van zorgmiddelen / deskundigheid / ondersteuning vanuit passend onderwijs. Laag 3: de dieptezorg. Voor leerlingen, waar zeer specifieke deskundigheid vereist is. Deze dieptezorg is zo specialistisch, dat verwijzing noodzakelijk is. Onderwijszorgarrangement. Ook hier het opstellen en het uitvoeren van ontwikkelingsperspectief OGW en HGW
DATAMUUR – ROUTE ‐ ENSCHEDE 1 ALGEMEEN Reguliere aanbod. Alle leerlingen
2. SPECIFIEK LEERLINGEN MET SPECIFIEKE ONDERWIJS BEHOEFTEN.
3.
Passend onderwijs
7.3
DATAMUUR
LEERKRACHTCOMPETENTIES
Groepsplan gebaseerd op INSTRUCTIEBEHOEFTEN: AB onafhankelijk C gevoelig DE afhankelijk CONVERGENTE DIFFERENTIATIE Intensivering groepsplan voor D en E leerlingen.
Doelen en leerstof centraal
Opbrengstgericht: •hoge doelen •Hoge verwachtingen
Handelingsgericht • Kwaliteit en effectiviteit instructie • Tijd • Werkhoudingsaspecten • Gedragsaspecten.
‐Handelingsgerichte – proces‐ diagnostiek ‐Ontwikkelingsperspectief leerrendementsverwachting uitstroombestemming ‐Individueel Handelingsplan gebaseerd op ontwikkelingsperspectief
‐Wat kan een leerling wel? ‐Wat heeft een leerling nodig? ‐Wat betekent dit voor de leerling? ‐Wat betekent dit voor de leerkracht?
Onderwijszorg‐ arrangement.
Breedtezorg (importeren van hulp) Dieptezorg (verwijzen)
Specifieke onderwijs‐, ondersteunings‐ en/ of begeleidingsbehoeften
De inrichting van onze kwaliteitszorg
Bij Consent is op structurele wijze de kwaliteitszorg bovenschools georganiseerd. Er is een kwaliteitsgroep bestaande uit een bestuurder, de twee directeuren van de SBO scholen, de coördinator van het Steunpunt WSNS en een medewerker vanuit het stafbureau. Deze “kwaliteitsgroep” heeft tot doel: versterken van opbrengstgericht en handelingsgericht werken door systematisch en doelgericht te werken aan het maximaliseren van de prestaties. Ze gaat uit van de directeur als onderwijskundig leider en leerkrachtcompetenties, en hanteert datafeedback en een periodieke kwaliteitsrapportage als uitgangspunten. De kwaliteitszorg vindt plaats in halfjaarlijkse cycli. Na elke toetsperiode (M E – toetsen) leveren de scholen alle data aan.
26
Schoolplan 2011-2015 De kwaliteitsgroep analyseert alle data waarna op centrale bijeenkomsten van het Steunpunt Onderwijszorg – feedback en feedforward wordt gegeven. Vervolgens worden de data door de directeuren op netwerkniveau besproken waarbij de netwerken functioneren als “leergemeenschap”. Daarna worden de data m.b.t. eerdergenoemde “Datamuur” op schoolniveau in de teams besproken en leiden ze waar nodig tot verbeterplannen. Op basis van de data-analyse door de kwaliteitsgroep kan gevraagd of ongevraagd ondersteuning aan scholen worden aangeboden. Hiervoor zijn beide directeuren van de SBO scholen en de coördinator van het Steunpunt beschikbaar. Indien resultaten daartoe aanleiding geven kan ook overgegaan worden tot het direct aanspreken van de schooldirectie door de bestuurder. In alle gevallen waarbij ondersteuning noodzakelijk wordt geacht, zal een verbeterplan worden opgesteld.
7.4
Aspecten van onze kwaliteitszorg
Om de kwaliteit van ons onderwijs te kunnen bewaken maken we gebruik van de volgende middelen en procedures: • •
• •
•
• • • • •
•
• • •
De afname van methodegebonden toetsen. De systematische afname van methode onafhankelijke toetsen (Cito toetsen), vastgelegd in een toetskalender . De resultaten worden geregistreerd in het leerlingvolgsysteem van Cito (LOVS). Het maken van trendanalyses naar aanleiding van de toetsresultaten. Toetsresultaten worden geëvalueerd op schoolniveau (basisteam), groepsniveau(basisteam en groepsbesprekingen) en leiden tot de totstandkoming van het groepsplan of een plan voor een individuele leerling. Vier keer per schooljaar komt het breedteteam bij elkaar om individuele leerlingen met specifieke onderwijs- en/of zorgbehoeften te bespreken. Het zorgteamoverleg is aan het breedteteam gekoppeld. Bij het breedteteam zijn aanwezig de orthopedagoog van het Steunpunt onderwijszorg en de collegiaal consulent van het Steunpunt onderwijszorg. Bij het zorgteam zijn tevens aanwezig de schoolverpleegkundige van de GGD en de schoolgericht maatschappelijk werkster van het SMD. Stelselmatig volgen van de sociaal emotionele ontwikkeling van kinderen. De Scol en sometics/socitijgers worden gebruikt als onderzoeksinstrumenten. Het geven van lessen uit de les methode voor sociaal emotionele ontwikkeling “Leefstijl” en het project “Kom op voor jezelf”. De kwaliteitskaart van Consent wordt één keer per schooljaar ingevuld en is de basis voor het jaarlijkse managementgesprek. Het twee keer per jaar aanleveren van toetsresultaten aan het samenwerkingsverband. Een duidelijke taakstelling van de onderwijskundig begeleider en een intern zorgplan waarin de schriftelijke afspraken over de zorg voor de leerling zijn vastgelegd en de rol van de ouders daarbij (zie schoolgids). Een helder administratiesysteem in de groepen. In elke groep is een logboek aanwezig met de jaarplanning en de weekplanning. Tevens kun je hier terug vinden wanneer er aan de groepsplannen (D en E lln.) is gewerkt. In de registratiemap zitten de resultaten van de methodegebonden toetsen, de resultaten van de methodeonafhankelijke toetsen (Cito) en de groepsplannen (of digitaal). Vanuit het IPB is er een cyclus van klassenbezoeken, functioneringsgesprekken en beoordelingsgesprekken. Een heldere en voor een ieder inzichtelijke overlegstructuur. Het vastleggen van afspraken, deadlines en besluiten tijdens team- of kringvergaderingen. 27
Schoolplan 2011-2015 •
7.5
Het gebruik van KMPO voor zowel teamleden, ouders als leerlingen in de groepen 6,7 en 8.
Beleidsvoornemens/plannen
passend onderwijs. Onderwijszorgarrangementen. Schoolbesturen krijgen in kader van passend onderwijs een zorgplicht. Dit verplicht schoolbesturen om te zorgen voor passend onderwijs voor alle leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte die op de school worden aangemeld of al staan ingeschreven. Onderwijs en ondersteuning moeten passend zijn, en dus aansluiten op de ontwikkeling van het kind, de mogelijkheden van het personeel en de wensen van de ouders. Als passend onderwijs niet geboden kan worden op de school waar de leerling is aangemeld of staat ingeschreven, dan moet binnen het samenwerkingsverband worden gezocht naar een plek waar dat wel kan. Dit kan ook een school voor speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs zijn. De zorgprofielen van de scholen, speciale bovenschoolse voorzieningen (zoals speciale klassen) en de afspraken met het speciaal onderwijs moeten samen zorgen voor een dekkend aanbod van onderwijszorg. De samenwerkingsverbanden WSNS gaan uit van de wet. Er komt een nieuw samenwerkingsverband passend onderwijs. Dit samenwerkingsverband valt samen met een postcode gebied. De besturen blijven binnen dit samenwerkingsverband autonoom, w.b. de inhoudelijke ontwikkelingen. Binnen het samenwerkingsverband wordt een kamer Enschede ingericht. Het bestuur blijft verantwoordelijk voor 5 punten: 1. zorgplicht komt te liggen bij de besturen m.i.v. 01-08-2012. Opdracht om voor alle scholen behorend bij een bestuur het onderwijszorgprofiel vast te stellen: de basiszorg, de breedtezorg en de dieptezorg. 2. besturen van het samenwerkingsverband moeten zorgen voor een dekkend onderwijscontinuüm. Dat betekent dat bij witte vlekken afspraken gemaakt moeten worden voor bao-bao, bao-sbao en bao-so 3. afspraken met externe partners, zoals jeugdzorg en gemeente 4. toekennen van zorgmiddelen op basis van handelingsgerichte diagnostiek 5. betrokkenheid van ouders. “Passend Onderwijs, Samenwerken aan Kwaliteit”. Het bestuur heeft een notitie “Passend onderwijs, samenwerken aan kwaliteit” opgesteld voor het passend onderwijs binnen het samenwerkingsverband. Het bestuur heeft geconstateerd, dat de inhoud van de uitvoering sterk is veranderd, maar dat de structuren hetzelfde zijn gebleven. Het bestuur geeft de volgende aanbevelingen: versterken van het primaire proces leerkracht-leerling-ouders. versterken van het handelingsgericht werken door de leerkracht loslaten van het deficit-denken toepassen van de ervaringen vanuit het experiment passend onderwijs SBO. structuur volgt nu ook de inhoud. het landt in de klas en op het bureau van het kind. Hierbij rekening houden met de volgende punten: korte en heldere lijnen
28
Schoolplan 2011-2015
verminderen van de bureaucratie niet alleen D en E leerlingen, maar ook begaafde leerlingen aangeven dat het accent ligt in het primaire proces, de basisdriehoek geen hulpklassen of auti-klassen onderscheid passend onderwijs op basisonderwijs en passend onderwijs op speciaal basisonderwijs. duidelijk maken dat deze opzet geen remedial-teaching oude stijl is. koppeling naar de resultaten van Kind op de Gang. Teamgerichte aanpak Relatie met speciaal onderwijs Inzet van de kwaliteitsgroep
SWV PO diepte-team
SO
Breedte-team Steunpunt onderwijszorg
basis team
orthopedagoog en leerkracht passend onderwijs onderwijskundig leider Onderwijsexpert Onderwijsadviseur Collegiaal-consulent
Speciaal basisonderwijs
ZAT
10%
Onderwijsexpert Collegiaal-consulent
Leerkrachtleerlingouders
5%
Zorgteam
Leerlingen met specifieke onderwijs en/ of ondersteuningsbehoeften
Primaire proces opbrengstgericht en handelingsgericht werken
basiszorg
breedtezorg
dieptezorg
Voor de verdere uitwerking verwijzen we naar het Zorgplan WSNS Kinderen die extra zorg behoeven Artikel 8 lid 4 WPO geeft het volgende aan ten aanzien van leerlingen die extra zorg behoeven, Het onderwijs is gericht op individuele begeleiding die is afgestemd op de behoeften van de leerling. In lid 6 staat: De scholen voorzien in een voortgangsregistratie omtrent de ontwikkeling van leerlingen die extra zorg behoeven. Wetgeving passend onderwijs Er is wetgeving in de maak in het kader van Passend Onderwijs. Op dit moment is dit traject nog niet afgerond. Het is zeker dat dit in de komende schoolplanperiode gevolgen zal
29
Schoolplan 2011-2015 hebben voor de wijze waarop de zorgstructuur op onze school zal gaan functioneren. Het vaststellen van een zorgprofiel zal welhaast zeker een van de opdrachten zijn.
Visie bestuur Samen met de partners binnen het samenwerkingsverband WSNS 0804 verbreden wij onze zorg t.b.v.leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte. Daarbij staat centraal: het opbrengstgericht en handelingsgericht werken het passend onderwijs Uitgangspunt wordt de vraag van de ouders en leerlingen. De ouders melden hun kind aan bij de school van hun voorkeur. Deze school heeft vervolgens de plicht een passend aanbod voor de leerling aan te bieden. Als dit op de betreffende school niet mogelijk is, moet de school een passend aanbod doen op een andere school, waar het kind ook kan worden geplaatst. Ouders hoeven niet langer te ‘shoppen’ langs scholen om hun kind geplaatst te krijgen. Ook hoeven leerlingen voortaan nog maar één indicatietraject te doorlopen. Er komt dus één verwijzing (indicatiestelling) in plaats van de huidige drie (‘wsns’, ‘rugzakje’ en ‘leerwegondersteunend onderwijs’). Er komen regionale steunpunten waar ouders terecht kunnen voor advies over schoolkeuze, indicatiestelling en de beoordeling van het aanbod van de school. Deze onderwijszorgarrangementen moeten ook passen bij de mogelijkheden en bij het niveau van het onderwijszorgprofiel (basiszorg en breedtezorg) van een basisschool en speciale basisschool. Bij de vaststelling van leerlingen met specifieke onderwijs en/of ondersteuningsbehoeften wordt op basis van handelingsgerichte proces diagnostiek gekeken naar het specifieke onderwijszorg arrangement voor deze leerling. De school hanteert bij het vaststellen en het uitvoeren van onderwijszorg-arrangementen , die worden vastgelegd in de nieuwe wet- en regelgeving Passend Onderwijs. Bij de uitvoering van de beleidsvoornemens met betrekking op lezen en rekenen regisseert het “Steunpunt Onderwijszorg”. Voor al onze scholen geldt een uniforme normering en een uniform schema m.b.t. de afname van toetsen, neergelegd in het document “Toetsen en toetskalender lezen en rekenen 201X-201X”. Hetzelfde steunpunt stelt jaarlijks een rooster op om te waarborgen dat alle participanten binnen de onderwijszorg elkaars werkzaamheden op elkaar af stemmen. Het gaat hierbij om: het bestuur van het samenwerkingsverband, de stuurgroep WSNS, de resonansgroep WSNS, ZAT, PCL en DOTSBO. In het document “Rooster 201X-201X Bijeenkomsten, studiedagen, stuurgroep WSNS, Resonansgroep WSNS, Zat, PCL en DOTSBO” wordt hiervan jaarlijks een overzicht gemaakt. Tevens worden jaarlijks (na)scholingsactiviteiten opgezet die erop zijn gericht de kwaliteit van alle betrokkenen te verhogen teneinde de gestelde doelen te bereiken. De scholingsactiviteiten richten zich op: directeuren, interne begeleiders, taalcoördinatoren, groepsleerkrachten, rekencoördinatoren. Het overzicht is opgenomen in het document “Overzicht Nascholingsactiviteiten 201X201X ”
30
Schoolplan 2011-2015
8 Onze beleidsvoornemens/plannen, totaaloverzicht en planning Totaaloverzicht 2011-2015 Beleidspunten 1. Plannen om de onderwijsinhoudelijke kwaliteit te verbeteren Doornemen van schoolvisie en vertalen in een aantal missie statements Uitbreiding coöperatieve werkvormen Uitbreiding keuzewerkmateriaal en inrichten keuzekast Meer differentiatie in de taak Daltonvisie verder uitwerken naar met name de inrichting van de gezamenlijke ruimte (kleine units voor zelfstandig werken en samenwerken) Actualiseren Daltonbeleidsplan Ontwikkelen cultuurbeleidsplan Ontwikkelen schoolveiligheidsplan Intensivering woordenschatonderwijs “Met woorden in de weer” Invoeren referentieniveaus voor rekenen en taal Afronden van opzetten eigen leerlijnen rekenen Oriëntatie en aanschaf nieuwe methode voor: rekenen 3 t/m 8 Continueren van het OTV beleid Aanschaf materialen voor verrijking / compacten rekenen in en buiten de groep Invoeren DHH Scholing team gebruik DHH Inzet DHH in de groepen (bb-mb-ob) Oriëntatie en aanschaf materialen voor verrijking / compacten taal en zaakvakken in en buiten de groep Oriënteren en aanschaf SCOL en sometics / socitijgers Invoeren van groepsplan voor sociaal-emotionele ontwikkeling Uitbreiding structurele activiteiten in jaarplanning t.a.v. actief burgerschap, geloof, politiek en milieu Overleg intensiveren met psz t.a.v. VVE. Afspraken bijstellen en borgen Implementeren schatkist groep 1 en 2 en integreren met Piramide Oriëntatie en aanschaf nieuwe methode voor: geschiedenis 5 t/m 8 Oriëntatie en aanschaf nieuwe methode voor: biologie 5 t/m 8 Oriëntatie en aanschaf nieuwe methode voor: muziek – tekenen – handvaardigheid – drama - dans
Schooljaar Schooljaar Schooljaar Schooljaar 2011-2012 2012-2013 2013-2014 2014-2015
X X X X X
X X X X
X X
X
X X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X X
X
X
X
X
X
X
X
X X X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
31
Schoolplan 2011-2015 Oriëntatie en aanschaf programma’s voor ondersteuning van leerlingen met dyslexie
X
X
2011-2012 Beleidspunten 2. Versterken van de inzet en ontwikkeling van het personeel X Persoonlijk Ontwikkelingsplan (POP) X Doelstellingsgesprekken X Taakbeleid / normjaartaak X Functioneringsgesprekken Beoordelingsgesprekken X Functiedifferentiatie (functiemix) X Scholing personeel Daltonopleiding X Scholing rekencoördinator X Scholing Daltoncoördinator Scholing personeel Opleiden in de School (mentor) X Scholing personeel bevoegdheid bewegingsonderwijs
2012-2013
2011-2012 Beleidspunten 3. Financieel beleid X Bijstellen investeringplan betreffende surplus gelden X Financiële ruimte creëren voor personeel voor de aankomende herstructurering van Oost-Boswinkel
2012-2013
2011-2012
2012-2013
X
X
Beleidspunten 4. Materieel beleid Inrichten hal en personeelsruimte
X X X
X X X X
X X X
X X
X
X X
X X
2011-2012 Beleidspunten 5. Communicatie X Vervolg ambassadeurstraject: ouderparticipatie binnen de school verhogen Beleidsplan communicatie met ouders uitwerken X Weekbrief voor ouders uitbreiden met informatie van leerlingen X Advertentie in de wijkkrant plaatsen (jaarabonnement)
2012-2013
2011-2012
2012-2013
Beleidspunten 6. Beleid m.b.t. Kwaliteitsontwikkeling Zelfevaluatie KMPO team en KMPO ouders KMPO leerlingen groep 6 t/m 8 Kwaliteitskaarten Consent Digitalisering van datamuur en groepsplannen / verslagen / oudergesprekken in onderwijsadministratiesysteem (Dotcomschool) Scholing vergaderstructuur (sociocratisch) + invoeren in de verschillende vergaderkringen
2013-2014 2014-2015
X
X
2013-2014 2014-2015 X
2013-2014 2014-2015
2013-2014 2014-2015
X X X
X
X
X X
2013-2014 2014-2015 X X
X X
X X X
X X
X
X
X
X X
X
32
Schoolplan 2011-2015 Actualiseren intern zorgplan
X
2011-2012 Beleidspunten 7. Overig beleid X Om een totaal aanbod voor opvang te kunnen bieden volgt onderzoek naar mogelijkheid om te starten met een kindcentrum bij de school X Om de instroom naar het basisonderwijs te verbreden volgt onderzoek naar mogelijkheid om te starten met een extra psz groep binnen de bestaande psz (Nina en Nijntje) X Om tegemoet te komen aan de vraag van ouders voor een passend arrangement qua opvang volgt onderzoek behoefte aanpassing andere schooltijden wijkbreed (BSW) X Uitbreiding van actief burgerschap door implementeren van meer structurele activiteiten in jaarplanning. X Implementeren van de onderdelen geloof, politiek en milieu in het leerstofaanbod binnen de zaakvakken X Om bij leerlingen een achterstand in motorische ontwikkeling in te laten halen, volgt onderzoek naar mogelijkheid om MRT voor groep 1 t/m 3 binnen school te krijgen
X 2012-2013
2013-2014 2014-2015
X
X
X
X
X
X
X X
33
Schoolplan 2011-2015
FORMULIER "Instemming met schoolplan" School:
odbs Europa
Adres:
Belgiëlaan 75
Postcode/plaats:
7543 ZJ Enschede
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
VERKLARING Hierbij verklaart de medezeggenschapsraad van bovengenoemde school in te stemmen met het van augustus 2011 tot augustus 2015 geldende schoolplan van deze school.
Namens de MR, Enschede
plaats
________________________ datum ________________________ handtekening ________________________ naam Voorzitter MR
functie
34
Schoolplan 2011-2015
FORMULIER "Vaststelling van schoolplan"
School:
odbs Europa
Adres:
Belgiëlaan 75
Postcode/plaats:
7543 ZJ Enschede
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------VERKLARING
Het bevoegd gezag van bovengenoemde school heeft het van augustus 2011 tot augustus 2015 geldende schoolplan van deze school vastgesteld.
Namens het bevoegd gezag, Enschede
plaats
________________________
datum
________________________
handtekening
________________________
naam
________________________
functie
35