___________________________________________________________________________
SCHOOLPLAN 2015-2019
SBO DE SPINAKER ENSCHEDE
SBO DE SPINAKER POOLMANSWEG 245 7545 LR ENSCHEDE TEL. 053-4318848
[email protected] WWW.SBO-SPINAKER.NL
1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6
Inleiding Doelen en functie van het schoolplan Procedure voor het opstellen en vaststellen van het schoolplan Verwijzingen Bronnen Status van ons plan Evaluatie van ons plan
4 4 5 5 5 5 5
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7
Onze school Historische schets Organisatiestructuur van de SBO scholen Samenwerkingsverband 2302 Leerling - populatie Personeel Contacten met ouders De medezeggenschapsraad (MR)
7 7 7 7 8 9 9 9
3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
De opdracht van onze school Waar we voor staan Wat er op ons afkomt: de externe ontwikkelingen Wat wij kunnen: de interne sterkte/zwakteanalyse Wat wij willen: de gewenste kwaliteit Beleidsvoornemens/plannen
4 4.1 4.1.1
De onderwijskundige vormgeving van onze school De onderwijskundige doelen De sociaal emotionele ontwikkeling en het verwerven van sociale, culturele en creatieve vaardigheden 4.1.2 De verstandelijke ontwikkeling 4.1.3 Het verwerven van noodzakelijke kennis 4.1.4 Het verwerven van lichamelijke vaardigheden 4.1.5 Actief burgerschap en sociale integratie 4.2 Huidige situatie 4.2.1 Onze school 4.2.2 Overgang naar het V.O. 4.3 Ordening van de inhoud van ons onderwijs 4.4 De vak- / vormingsgebieden en het computeronderwijs 4.4.1 Werken met ontwikkelingsmateriaal 4.4.2 Rekenen/wiskunde 4.4.3 Nederlandse taal 4.4.4 Technisch schrijven 4.4.5 Engels 4.5 Kennisgebieden 4.6 Expressievakken 4.7 Bewegingsonderwijs 4.8 Sociaal emotionele ontwikkeling en levensbeschouwelijk onderwijs 4.9 Actief burgerschap en sociale integratie 4.10 Het computeronderwijs 4.11 Onze ondersteuning voor de leerlingen 4.11.1 De onderwijskundige begeleiding Schoolplan SBO de Spinaker 2015-2019
11 11 14 14 15 16 17 17 18 18 19 20 21 22 22 22 23 25 25 25 26 32 33 34 36 37 38 40 42 42 42 2
4.11.2 4.11.3 4.11.4 4.11.5
Overlegstructuur leerlingenondersteuning Het leerlingvolgsysteem De interne procedure voor omgaan met opvallende kinderen Samenwerking met het samenwerkingsverband
43 47 48 48
5 5.1 5.2 5.3
De inzet en ontwikkeling van ons personeel Doelen van ons personeelsbeleid Huidige situatie Beleidsvoornemens/plannen
50 50 50 50
6 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5
Overige beleidsterreinen Algemeen strategisch beleid Stichting Consent Ons financieel beleid Ons huisvestings- en materieel beleid Ons relationeel beleid Beleidsvoornemens/plannen
51 51 52 54 57 59
7 7.1 7.2 7.3 7.4 7.4.1 7.4.2 7.5
Onze zorg voor kwaliteit Inleiding De doelen van onze kwaliteitszorg Leerwinst en toegevoegde waarde De inrichting van onze kwaliteitszorg Aspecten van onze kwaliteitszorg Procedure voor kwaliteitszorg Beleidsvoornemens kwaliteitszorg
60 60 60 63 64 65 66 67
8
Onze beleidsvoornemens/plannen, totaaloverzicht en planning
70
Formulier ‘instemming met schoolplan’ Formulier ‘vaststellen van het schoolplan’
Schoolplan SBO de Spinaker 2015-2019
3
1 Inleiding
De Wet op het Primair Onderwijs [WPO] voorziet in een herziening/bijstelling van het schoolplan van een (speciale) basisschool in een periode van 4 jaar. Wij presenteren hierbij het specifieke schoolplan, dat geldt voor de periode 2015 - 2019. De samenleving verandert. Het onderwijs verandert mee. Dat geldt zeker ook voor SBO de Spinaker, in nauwe samenwerking met SBO de Tender. Scholen worden alsmaar meer complexe organisaties. Misschien is dynamisch wel het meest kenmerkende van de huidige en de komende samenleving. Er is sprake van voortdurende en snelle verandering. Als er al iets met zekerheid over de toekomst gezegd kan worden, dan is het wellicht dat die toekomst onzeker is in de betekenis van dynamisch, veranderlijk en individueel gericht. Scholen komen steeds meer in een krachtenveld terecht dat we kunnen typeren met woorden als: [relatieve] autonomie, vernieuwing en verantwoording. Dat betekent een niet-aflatend proces van reflectie, bezinning en evaluatie:
Doen we de goede dingen? Doen we de [goede] dingen goed? Houden we de zaag scherp?
Dit schoolplan wil hierin een wezenlijke bijdrage leveren. Moge dit schoolplan als voortdurende toetssteen duidelijkheid bieden aan iedereen! Een houvast op onze weg naar voortdurende kwaliteitsverbetering. Uitgangspunten De uitgangspunten bij de totstandkoming en implementatie van dit plan zijn: 1. Het plan moet door alle personeelsleden gedragen worden. 2. Het plan moet leesbaar zijn. 3. Er wordt jaarlijks geëvalueerd of de gestelde doelen in relatie tot de jaarplanning zijn gehaald. De afspraken in dit document zijn leidend en ondersteunend aan alle activiteiten van SBO de Spinaker. 1.1 Doelen en functie van het schoolplan In dit schoolplan ontvouwt het team van SBO de Spinaker haar plan omtrent de beoogde schoolontwikkeling voor de periode 2015 – 2019. Ofwel: Waar staan we als school in 2015, wat voor school willen we zijn in 2019 en hoe proberen we dat te bereiken. Het plan is een kwaliteitsdocument, waarin het beleid van de school wordt geformuleerd en vastgesteld. Daarnaast is het plan ook een planningsdocument voor beoogde kwaliteitsverbetering. De grote lijnen worden uitgezet over een periode van 4 jaar. Het schoolplan is daarmee richtinggevend voor de ontwikkeling van de school. Het document eindigt aldus met een planning van de beleidsvoornemens voor de periode tot 2019. Door dit alles te beschrijven in een plan willen we onze ouders duidelijkheid bieden. Tegelijk leggen wij wettelijke verantwoording af aan het bevoegd gezag, “Stichting Consent”, de overheid en onze medezeggenschapsraad. Daarnaast heeft dit schoolplan voor ons als team ook de functie van motor. De motor die ons onderwijs bij de tijd houdt. Een kloppend hart, altijd in beweging. Omdat de maatschappij in hoog tempo verandert, moet immers ook ons onderwijs voortdurend in beweging blijven. Het schoolplan vormt de “aanjager” van onze kwaliteit. Het scherpt onze visie en prikkelt de deskundigheid van onze leerSchoolplan SBO de Spinaker 2015-2019
4
krachten. Vergroting van de professionaliteit van onze leerkrachten komt immers direct ten goede aan de leerresultaten van onze kinderen. Zo is ons schoolplan een groeimodel naar resultaat. Het wordt voortdurend bijgesteld in een cyclisch proces van telkens 4 jaar. Zo krijgt ons schoolplan het dynamische en levendige karakter. Het plan moet onze gelijkgerichtheid versterken. Het moet een stimulans vormen om ons “meesterschap” kracht en diepgang te geven. Voor de periode 2015 – 2019 wordt het beleid vastgesteld met betrekking tot de volgende onderwerpen: onderwijskundig beleid, overige beleidsterreinen (personeelsbeleid, algemeen strategisch beleid, financieel beleid, huisvestings- en materieel beleid, relationeel beleid, beleidsvoornemens/plannen), beleid met betrekking tot borging, bewaking en verbetering van de kwaliteit van het onderwijs (kwaliteitszorg). De dialoog over de kwaliteit van ons onderwijs en over het onderwijsbeleid van onze school is in de afgelopen jaren reeds gevoerd. Met teamleden, directie en het College van Bestuur van de school. In het schoolplan is de uitkomst van die dialoog opgenomen. Binnen de teams is er draagvlak voor de inhoud van het schoolplan. Dit schoolplan is niet los te zien van het Strategisch Beleidsplan van de Stichting Consent. 1.2 Procedure voor het opstellen en vaststellen van het schoolplan Omdat de dialoog over het onderwijsbeleid en de kwaliteit van het onderwijs reeds gevoerd is, worden de inhoud en de opzet van het schoolplan voorbereid vanuit het managementteam. Als de hoofdlijnen van het schoolplan helder zijn, wordt de inhoud van het schoolplan in het team besproken. Tijdens die besprekingen zal gekeken worden of de ambities van de school realistisch zijn. Of piketpalen eventueel verplaatst moeten of kunnen worden. Dit om zoveel mogelijk draagvlak te creëren, maar ook om de koers voor de komende vier jaar in gezamenlijkheid duidelijk neer te zetten. Hierbij gaat de school er van uit dat een ieder consent verleent aan het plan. De medezeggenschapsraad is op de hoogte van de totstandkoming van dit plan en zowel personeelsdeel als ouderdeel hebben hun instemming verleend. 1.3 Verwijzingen Er zijn verwijzingen opgenomen om te voorkomen dat het schoolplan een uitgebreid boekwerk wordt. De kern van het schoolplan moet de beoogde schoolontwikkeling zijn. 1.4 Bronnen De gebruikte bronnen zijn het Schoolplan van SBO Tender en Spinaker 2011-2015, de Handreiking Schoolplan 2011-2015 van Eduforce, informatiemap schoolleider, documenten aangeleverd door het bestuur Consent. 1.5 Status van ons plan Zie 1.3 Achter in dit Schoolplan zijn het Formulier Instemming voor en het Formulier Vaststelling door de MR en het bevoegd gezag getekend. 1.6 Evaluatie van ons plan
Schoolplan SBO de Spinaker 2015-2019
5
Jaarlijks wordt de ontwikkeling van de school geëvalueerd en zo nodig bijgesteld. Dit gebeurt middels de jaarlijkse kwaliteitsrapportage en het opstellen van verbeterplannen. Bij het maken van het Schoolplan 2019-2023 zal dit Schoolplan geëvalueerd worden.
Schoolplan SBO de Spinaker 2015-2019
6
2 Onze school
2.1 Historische schets Als antwoord op het WSNS-beleid hebben de scholen voor speciaal basisonderwijs zich verenigd in een samenwerking tot Openbare scholen voor Speciaal Basis Onderwijs (OSBO). In de jaren ’90 besluiten de Ark, de Tender en de Werkhaven onderwijsinhoudelijk en organisatorisch op elkaar af te stemmen. Gezamenlijk komen de scholen tot een aanbod van speciaal basisonderwijsen expertise dat tegemoet komt aan de vraag van de basisscholen van het samenwerkingsverband WSNS. In 1998 stelt de gemeente Enschede de samenwerking officieel vast als OSBO. Het OSBO wordt aangestuurd door één managementteam dat een ontwikkelingsproces naar ‘één organisatorische eenheid met drie brinnummers’ uitwerkt. In augustus 2002 draagt het bestuur van de Vereniging Christelijk Onderwijs, na een tweejarige projectperiode ‘integratie speciaal basisonderwijs’, de Princenhof bestuurlijk over aan het openbaar onderwijs. Met ingang van dezelfde datum vindt fusie plaats tussen deze school en de Tender. In augustus 2006 fuseren de Ark en de Werkhaven. Ze gaan verder onder de naam “de Spinaker”. Vanaf deze datum werkt het SBO nog met twee scholen: SBO de Tender en SBO de Spinaker. Beide SBO scholen maken deel uit van de Stichting Consent. Consent beheert alle openbare basisscholen in de gemeente Enschede, Oldenzaal, Losser en Dinkelland. Dit zijn 33 veelkleurige scholen voor (speciaal) basisonderwijs. 2.2 Organisatiestructuur van de SBO scholen Beide SBO scholen hebben een onderwijskundig schoolleider die integraal verantwoordelijk is voor de eigen school. Het beleid berust op vier pijlers: onderwijsbeleid, personeelsbeleid, huisvestingsbeleid en financieel beleid. De onderwijskundig schoolleider is verantwoordelijk voor: de strategische beleidsvorming, de voorbereiding, het bepalen, coördineren en evalueren van het te voeren beleid en het bewaken van identiteit, de vertaling en implementatie van het te realiseren bestuursbeleid naar de scholen, het afsluiten van de managementcontracten met College van Bestuur van Consent, de ontwikkeling en bewaking van de kwaliteit van de school, het ontwikkelen en bewaken van de identiteit en de specifieke pedagogische, didactische en onderwijskundige kwaliteit, de dagelijkse leiding op zijn / haar school op het gebied van organisatie, personeel, huisvesting en financiën; dit in overeenstemming met het beleid van de bovenschoolse organisatie. 2.3 Samenwerkingsverband 2302 Vanaf augustus 2012 is gestart met Passend Onderwijs en zijn nieuwe samenwerkingsverbanden opgericht. De SBO scholen vallen onder samenwerkingsverband 2302. Deze nieuwe samenwerkingsverbanden hebben de volgende 7 wettelijke taken: afstemmen met gemeenten en andere partners, zorgplicht invullen, onderwijsondersteuningsprofiel vaststellen, dekkend continuüm regelen, zorgtoewijzing organiseren, financieringsmodel kiezen, Schoolplan SBO de Spinaker 2015-2019
7
zorgplan op- en vaststellen.
Het meerjarenbeleidsplan van het samenwerkingsverband 2302 vermeldt over de scholen van het SBO, dat deze ‘onderdeel uit maken van het totaal van alle onderwijsvoorzieningen binnen het verband’. Deze formulering getuigt van de visie dat het speciaal basisonderwijswijs nog steeds een onmisbare schakel vormt in de onderwijsvoorziening van het samenwerkingsverband. Als onderwijsvoorziening worden het SBO drie functies toegekend: een onderwijsfunctie Dit omvat het verzorgen van een (ortho)pedagogisch en (ortho)didactisch onderwijsaanbod. een expertisefunctie Dit omvat het doen van onderzoek en ontwikkeling om de eigen expertise te behouden en te verbeteren. De ontwikkelde expertise staat ten dienste van het basisonderwijs. een diagnostische functie Bijdrage leveren in de handelingsgerichte diagnostiek door langdurige observatie en door het in kaart brengen van de specifieke ondersteunings- en instructiebehoefte van kinderen met leer- en (psycho-) sociaal emotionele problemen. 2.4 Leerling - populatie Op SBO de Spinaker zitten leerlingen uit Enschede, Glanerbrug, Losser, Overdinkel, Usselo en Boekelo. Ze komen grotendeels van de Openbare en de Christelijke scholen uit deelregio Enschede. Het percentage cumi leerlingen is laag. Op SBO de Spinaker en SBO de Tender wordt passend onderwijs gegeven aan leerlingen in de basisschoolleeftijd met een complexe ondersteuningsbehoefte. SBO de Tender geeft passend onderwijs aan die leerlingen bij wie het onderwijsleerproces over de gehele linie langzamer verloopt. SBO de Spinaker richt zich meer op leerlingen met een gemiddelde intelligentie, maar die veelal vastlopen in hun onderwijsleerproces. Naast deze specifieke leerproblematiek hebben de leerlingen van beide scholen gemeen dat zij dreigen vast te lopen in hun persoonlijkheids- en / of sociaal-emotionele ontwikkeling. Beide SBO scholen hebben een maatwerk arrangement op samenwerkingsverbandniveau. Dit is voor leerlingen waarover binnen het samenwerkingsverband nog geen duidelijkheid is waar het meest passend onderwijs kan worden gegeven en voor leerlingen die in een crisis situatie verkeren. Het maatwerk arrangement wordt verzorgd door een orthopedagoog en door een extra leerkracht passend onderwijs. Zij ondersteunen de groepsleerkracht in de vorm van co-teaching binnen de groep en zij werken individueel met deze leerling. Er is intensief contact met de ouders en met de school van herkomst. Het aantal leerlingen binnen beide SBO scholen daalt. Het aantal leerlingen op SBO de Spinaker is gedaald van 133 op 1 oktober 2013 naar 126 op 1 oktober 2014. De verwachting van het aantal leerlingen op 1 oktober 2015 is 108. Op 1 augustus 2015 start SBO de Spinaker met 9 groepen en kent een instroom van leerlingen gedurende het hele schooljaar. Beide SBO scholen werken daarom nauw samen en bereiden zich voor op een eventuele samenvoeging in de toekomst.
Schoolplan SBO de Spinaker 2015-2019
8
2.5 Personeel De verdeling tussen onderwijzend en niet onderwijzend personeel en vrouwen en mannen 01-08-2015 Totaal aantal personeelsleden 24 personen Onderwijzend personeel (leerkrachten) 16 personen (67%) Onderwijsondersteunend personeel 8 personen (33%) Aantal vrouwen 20 vrouwen (83%) Aantal mannen 4 mannen (17%) Leeftijdsopbouw team 01-08-2015 25 - 35 jaar 35 - 45 jaar 45 - 55 jaar 55 - 65 jaar
5 personen 9 personen 6 personen 4 personen
(21%) (37%) (25%) (17%)
Naast de vaste teamleden zijn veel stagiaires aanwezig vanuit o.a. de PABO, SPW niveau 3 en 4, Calo, ROC Sport en Bewegen. 2.6 Contacten met ouders Op SBO de Spinaker vinden we het belangrijk dat we naast elkaar, schouder aan schouder, ieder vanuit zijn eigen rol, werken aan de ontwikkeling van het kind. Ouders en school zijn partners waarbij de leerkracht de onderwijsprofessional is en de ouder de ervaringsdeskundige. Een goede samenwerking, verstandhouding en communicatie zijn hierbij essentieel. Het schooljaar 2015-2016 wordt gestart met de scholing GLANS. Het doel is om 100% ouderbetrokkenheid te verwezenlijken in 3 jaar tijd. Op de volgende manier is de informatievoorziening naar ouders geregeld: schoolgids, website, kalender, wekelijkse nieuwsbrief, informatieavond, rapportavonden, vanaf groep 5 groeigesprekken met ouder, kind en leerkracht, huisbezoek, onderwijsinhoudelijke ouderavond, kijkmiddagen, ouderdenktank. 2.7 De medezeggenschapsraad (MR) De leden van de MR zijn betrokken bij zaken op beleidsmatig terrein. De MR van onze school bestaat momenteel uit zes personen: drie ouders en drie teamleden. Leden van de MR worden gekozen voor een periode van drie jaar; hierna zijn ze weer herkiesbaar voor een nieuwe termijn. De leden van de MR vergaderen regelmatig. De directeur wordt uitgenodigd voor advies, informatieverstrekking en toelichting op beleid en besluiten. De MR heeft een aantal bevoegdheden: adviesbevoegdheid, instemmingsbevoegdheid, Schoolplan SBO de Spinaker 2015-2019
9
initiatief, een afvaardiging van de MR woont de vergaderingen van de GMR bij.
Schoolplan SBO de Spinaker 2015-2019
10
3 De opdracht van onze school
3.1 Waar we voor staan De visie van SBO de Spinaker is dat we leerlingen een unieke kans willen geven, zich te ontwikkelen conform hun mogelijkheden, rekening houdend met iedereen in een positieve sfeer en vanuit de kernwaarden veiligheid, respect en verantwoordelijkheid. Deze passen goed bij de visie en missie en kernwaarden van Consent, ons bestuur. “Consent wil nu en in de toekomst onderwijs bieden dat het verschil maakt. Onze missie is om kinderen een stevige basis te bieden om de onzekere toekomst te lijf te kunnen. Cognitieve vaardigheden zijn daarvoor niet meer voldoende. Waar het vooral om gaat is: leren leren, leren communiceren en leren je eigen geluk te organiseren. De merkbelofte van Consent luidt: “Geef ons je talent, je krijgt er een toekomst voor terug”. Vanuit deze missie heeft Consent vier kernwaarden geïdentificeerd die leidend zijn voor de ontwikkelingen. Deze kernwaarden zijn excellent, aantrekkelijk, betekenisvol en verbindend. Deze kernwaarden vormen de basis van de strategische visie van Consent. Voor meer informatie verwijzen we naar het “Strategisch Perspectief Consent 2022". De missie van SBO de Spinaker is om de basisbehoeften: competentie (ik kan wat), relatie (ik hoor erbij), autonomie (ik ben iemand). van alle leerlingen te ontwikkelen, door tegemoet te komen aan de instructie en ondersteuningsbehoefte van de leerlingen. Dit doen we door een zinvolle en betekenisvolle leeromgeving te creëren en hoge verwachtingen te hebben. Dit doen we door met passie, geduld en begrip excellent onderwijs te geven. Het leidende motto van de school is: ‘Leren is niet moeilijk als je het maar begrijpt’. Uit het boek: ”Wat werkt op school” Auteur: Robert J. Marzano: Veel leerlingen ervaren belemmeringen in het leer- en ontwikkelingsproces als gevolg van problemen in hun sociaal-emotionele ontwikkeling of verstoren als gevolg van hun gedrags- en belevingsproblemen het onderwijsleerproces in de groep. De school moet gerichte aandacht schenken aan de sociaal- emotionele ontwikkeling: het percentage kinderen dat chronisch gedrags- en belevingsproblemen ervaart is aanzienlijk. Deze kinderen lopen een verhoogde kans op voortijdig schoolverlaten, delinquent en psychopathologisch (teruggetrokken) gedrag. sociaal- emotionele problemen verstoren het werkklimaat in de groep aanzienlijk. Ook als kinderen sociaal- emotionele problemen van buiten de school meebrengen, bijvoorbeeld van huis, kan men er, in het belang van het onderwijsleerproces, niet omheen om er op school aandacht aan te besteden. We spreken van klassenmanagement. Voor de leerkracht geldt dat hij gebruik maakt van manieren om het leergedrag van zijn leerlingen positief te beïnvloeden. De groep en de school bieden dan een uitstekende en unieke omgeving om gedrags- en belevingsproblemen van kinderen aan te pakken en een positieve wending te geven aan hun sociaalemotionele ontwikkeling. Schoolplan SBO de Spinaker 2015-2019
11
Daarnaast is het belangrijk om ouders en de evt. gemeenschap te betrekken bij belangrijke beslissingen en de dagelijkse gang van zaken op de school. De kern van de begeleiding ligt op vier terreinen: 1. Routines en regels Materiaal uitdelen Hoe hard je mag praten Hoe je vragen aan de leraar kunt stellen 2. Omgaan met ongewenst gedrag Het reageren en het voorkomen waarbij positief reageren op gewenst gedrag een belangrijke rol speelt 3. De relatie leerling-leraar De basis van groepsmanagement Grote mate van duidelijk leiding geven in combinatie met samenwerking tussen leerling en leerkracht, voor structuur en ruimte in het leren 4. De mentale instelling van de leraar Bewust zijn wat er in de groep gebeurt De leerkracht voelt zich zo goed als nooit aangesproken Het realiseren van het bovenstaande veilige en sfeervolle leerklimaat hebben we samengevat in 12 essenties die voor ons van groot belang zijn. 1. Eruit halen wat erin zit Het onderwijs is er primair op gericht dat zowel leerlingen als docenten het beste in zichzelf naar boven halen. De norm is dat je alleen onvoldoende kunt scoren ten opzichte van je eigen potentieel. De school daagt de leerling uit al zijn talenten, mogelijkheden en interesses te ontplooien.
Zonder nieuwsgierigheid leer je niets. Leerlingen stimuleren zelf tot oplossingen te komen.
2. Nooit meer vervelen Wie intrinsiek gemotiveerd is, verveelt zich nooit. Daarvoor is het nodig dat leerlingen en docenten hun eigen tijdsindeling kunnen maken.
Het is niet leuk als je een antwoord telkens meteen weet. Soms praat de leraar maar door terwijl ik het al lang snap.
3. Je hersens leren gebruiken Op school leren leerlingen zelf nadenken en vragen stellen. Leren denken en leren leren zijn de basis voor een mentale gezondheid.
Denken is leuk. Leren begint met vragen, niet met antwoorden.
4. Minder is meer "Minder is meer" als uitgangspunt bij de ontwikkeling van de leerling wil zeggen dat diepgang de voorkeur verdient boven "het afwerken van de stof".
Verder ingaan op een interessant thema. Snappen is iets anders dan in je kop stampen. Schoolplan SBO de Spinaker 2015-2019
12
5. Leren betekenisvol maken Leerlingen ontwikkelen competenties die betekenisvol zijn. Leren is daarmee ook levensecht en contextgericht.
Waar ik voor leef wil ik voor leren. Iets wat je aanspreekt is makkelijk te leren.
6. Zonder relatie geen prestatie De school is gericht op het bieden van een veilige en vertrouwde leeromgeving. Een kleine groepsgrootte en individuele aandacht voor elke leerling bevorderen goede leerresultaten.
Voor een leuke leraar doe je meer je best. Een leraar kan je pas helpen als hij weet wie je bent.
7. De leerling leert Leerlingen hebben een actieve rol in hun eigen leerproces. De docent is coach en zet leerlingen aan tot het leren denken. De leerling is bepalend in wat hij/zij nodig heeft van de docent bij zijn/haar leerproces. Schoolleiding en leerkrachten zijn in de eerste plaats generalist en pas in de tweede plaats specialist in een bepaald vakgebied.
Ik weet ook wat goed voor me is. Je moet het zelf doen, de leerkracht helpt alleen als het nodig is.
8. Elke leerling leert anders De doelen van de school gelden voor alle leerlingen. Leerlingen verschillen onderling, daarom is de leerpraktijk maatwerk, aangepast aan de vragen en mogelijkheden van de leerling. De leerlingen werken en leren vanuit de 8 intelligenties van Howard Gardner.
Leren doe je alleen, samen, en op een manier die je het beste past, vanuit je talent. Individuele leerroutes en groepswerk.
9. Laten zien wat je geleerd hebt Een leerling verdient een diploma wanneer hij/zij een succesvolle eindpresentatie van het geleerde kan laten zien. In deze demonstratie laten de leerlingen zien wat hij/zij zich heeft eigen gemaakt.
Ik bepaal zelf wanneer ik klaar ben om een demonstratie te geven. Aan elkaar laten zien wat je kunt.
10. Voor de goede orde De school staat voor kwaliteit en een goede omgang. Zij straalt expliciet en zelfbewust waarden en hoge verwachtingen, vertrouwen en respect uit (rust, regelmaat, rechtvaardigheid en redelijkheid). Transparantie is daarbij belangrijk. Deze waarden worden expliciet overgebracht naar de leerlingen en de leerkrachten. Ouders worden actief betrokken in de schoolgemeenschap.
Leerlingen leren elkaar te respecteren. Iedereen heeft gelijk op zijn manier.
11. De school is van iedereen De school is een gemeenschap waar iedereen zich verantwoordelijk voor voelt en waarbinnen een ieder verschillende rollen en verantwoordelijkheden heeft. Beslissingen die de leerlingen aangaan, worden nooit zonder overleg met hen genomen. De leerlingenraad speelt hierin een belangrijke rol. Schoolplan SBO de Spinaker 2015-2019
13
Dit is ook mijn school. Als je de school zelf mee mag maken, voel je je ook verantwoordelijk.
12. Overal kun je leren Leren begint en eindigt niet bij de deur van je klaslokaal. Leren doe je vooral van elkaar, in en buiten de context van school.
Leren doe je van een ander. Leren kun je ook buiten de school, bv. museumbezoek, boswandeling, kijken in een fabriek, etc.
3.2 Wat er op ons afkomt: de externe ontwikkelingen De maatschappij en daarmee ook het onderwijs blijft zich ontwikkelen. SBO de Spinaker krijgt de komende jaren te maken met meerdere externe ontwikkelingen. Passend Onderwijs: De rol van het SBO binnen het samenwerkingsverband zal verschuiven. De onderwijsfunctie zal kleiner worden en de expertise en diagnosticerende functie zal groter worden. Verdichting problematiek van leerlingen die in het SBO geplaatst worden: De leerlingen die in de toekomst in het SBO geplaatst zullen worden vragen om nog meer specifieke kennis en professionaliteit van de leerkrachten. Nauwere samenwerking met het SO: De leerlingenstroom naar het SBO en SO zal meer in elkaar schuiven. De scholen moeten elkaar beter leren kennen en meer expertise delen. Krimp leerlingen in het SBO: Door de krimp van het aantal leerlingen in het SBO zullen we moeten onderzoeken of twee SBO scholen nog reëel zijn of dat we toe moeten groeien naar één SBO. Transitie jeugdzorg: De gemeente Enschede voert actief beleid rondom de transitie jeugdzorg. Het SBO moet goed op de hoogte blijven van het beleid om de juiste wegen te kennen en te bewandelen voor leerlingen en ouders. Mediawijsheid: De digitale wereld biedt vele kansen. Deze kansen moeten optimaal benut worden. Daarnaast zitten er gevaren aan deze digitale ontwikkeling en moeten we leerlingen leren om te gaan met de social media. 3.3 Wat wij kunnen: de interne sterkte/zwakteanalyse De interne sterkte/zwakte van de scholen wordt gemeten middels: inspectiebezoek stelselonderzoek 2013 en kort onderzoek 2015, school- en groepsanalyses uit het LVS (trend en diepteanalyses), databijeenkomsten op schoolniveau en samenwerkingsverband niveau, Scan Omgaan met Verschillen van School aan zet (februari 2013), KMPO: de kwaliteitsmeter voor primair onderwijs, managementcontract en kwaliteitskaart op bestuursniveau, Schoolplan SBO de Spinaker 2015-2019
14
meerjarenbegroting 2016-2020.
Sterkte Opbrengsten passend bij leerpotentieel Opbrengstgericht en handelingsgericht werken Leerkrachten geven gevarieerde en effectieve instructies Functioneel en Constructivistisch leren Positief leerklimaat Sterke leerlingenzorg: inhoud en structuur Ervaringen extra arrangementen Positieve communicatie met ouders en externen Positief ingesteld professioneel team Veranderingsprocessen altijd middels PDSA cyclus Leerlingenraad
Zwakte Onvoorspelbare instroom Feedback van collega’s Het vaststellen van passende vaardigheidsgroei Toenemende bureaucratie Omgaan met social media
3.4 Wat wij willen: de gewenste kwaliteit De keuzes waar het SBO voor staat. Het SBO zal naar de toekomst toe op Passend Onderwijs moeten anticiperen. Dat betekent dat: het SBO zich zal moeten blijven richten op het Passend Onderwijs geven aan de leerlingen die op het SBO zitten, het SBO de expertise functie naar de scholen binnen de deelregio verder zal moeten uitbouwen. Wat heeft dit voor consequenties voor onze beleidsvoornemens voor de korte en lange termijn? Voor de korte termijn betekent dit dat de beide SBO scholen het accent leggen op de borging van de verworvenheden van de afgelopen jaren. Leerlingen moeten zich ontwikkelen conform hun ontwikkelingsperspectief, middels handelingsgericht en oplossingsgericht werken. Centraal staat hierbij: het resultaatgericht werken: Basisvaardigheden. ( zinvol leren), het thematisch leren/constructivistisch leren. ( betekenisvol leren), de sociaal emotionele ontwikkeling/SWPBS. Voor de lange termijn zullen de beide SBO scholen zich nog meer moeten richten op het inrichten van inclusiever onderwijs. Accenten die hier een grote rol zullen gaan spelen zijn: het vergroten van de ouderbetrokkenheid, nauwere contacten met jeugdzorg en Speciaal onderwijs, verbreden van de toelating, digitale wereld / social media. Dat betekent dat de beide SBO scholen naast ontwikkeldocumenten, ook borgingsdocumenten hanteren waarin beschreven staat hoe Passend Onderwijs verder kan worden vorm gegeven.
Schoolplan SBO de Spinaker 2015-2019
15
3.5 Beleidsvoornemens/plannen Alle beleidsvoornemens zijn opgenomen in het overzicht in hoofdstuk 8. Schooljaar 2015-2016 wordt opnieuw een tevredenheidsonderzoek afgenomen. Actiepunten die hieruit voortvloeien worden alsnog opgenomen in de beleidsplanning.
Schoolplan SBO de Spinaker 2015-2019
16
4 De onderwijskundige vormgeving van onze school
4.1 De onderwijskundige doelen De onderwijskundige doelen zijn onder te verdelen in doelen voor de verschillende vak/vormingsgebieden en algemene doelen. De doelen voor de vak/vormingsgebieden zijn terug te vinden in het verbeterplan. Hier staat per vak uitgewerkt welke doelen we voor welk vak willen bereiken. Deze doelen voldoen altijd aan de kerndoelen en referentieniveaus van taal en rekenen. De algemene doelen en uitgangspunten zijn gebaseerd op de doelstellingen uit de WPO (Wet op het Primair Onderwijs). Deze zijn: 1. Het onderwijs wordt zodanig ingericht dat de leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doorlopen. Het wordt afgestemd op de voortgang in de ontwikkeling van de leerling. 2. Het onderwijs richt zich in elk geval op de emotionele en de verstandelijke ontwikkeling, en op het ontwikkelen van de creativiteit, op het verwerven van de noodzakelijke kennis en van sociale, culturele en lichamelijke vaardigheden. 3. Het onderwijs - gaat er mede van uit dat de leerlingen opgroeien in een pluriforme samenleving, - is mede gericht op het bevorderen van actief burgerschap en sociale integratie, en - is er mede op gericht dat leerlingen kennis hebben van en kennis maken met verschillende achtergronden en culturen van leeftijdsgenoten. 4. Ten aanzien van leerlingen die extra ondersteuning behoeven, is het onderwijs gericht op individuele begeleiding die is afgestemd op de behoeften van de leerling. Zo nodig treedt het bevoegd gezag daarbij in overleg met: - een stichting als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de jeugdzorg, - een instantie die jeugdgezondheidszorg uitvoert als bedoeld in artikel 5 van de Wet publieke gezondheid, - een instantie die maatschappelijke ondersteuning biedt als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g. 2, van de Wet maatschappelijke ondersteuning, - een zorgaanbieder als bedoeld in artikel 1, eerst lid, onder j, van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten of - een zorgaanbieder die geneeskundige geestelijke gezondheidszorg levert welke behoort tot de prestaties omschreven bij of krachtens de Zorgverzekeringswet. 5. Het bevoegd gezag stelt tenminste eenmaal in de 4 jaar een schoolondersteuningsprofiel vast. 6. De scholen gebruiken een leerling- en onderwijsvolgsysteem waaruit de vorderingen in de kennis en vaardigheden blijken op het niveau van de leerling, de groep en de school. Het leerling- en onderwijsvolgsysteem bevat toetsen die kennis en vaardigheden van de leerlingen meten op de terreinen, genoemd in het tweede lid. 7. De toetsen, bedoeld in het zesde lid, voldoen aan het kwaliteitsoordeel van een door onze minister aangewezen onafhankelijke commissie betreffende inhoudelijke validiteit, betrouwbaarheid en deugdelijke normering. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen voorschriften omtrent het leerling- en onderwijsvolgsysteem en de daaraan verbonden toetsen worden vastgesteld. 8. De scholen voorzien in een voortgangsregistratie omtrent de ontwikkeling van leerlingen die extra ondersteuning behoeven, en omtrent leerlingen die onderwijs volgen als bedoeld in artikel 165. 9. Het onderwijs wordt zodanig ingericht dat: - de leerlingen in beginsel binnen een tijdvak van 8 aaneensluitende schooljaren de school
Schoolplan SBO de Spinaker 2015-2019
17
kunnen doorlopen, - de leerlingen in 8 schooljaren ten minste 7520 uren onderwijs ontvangen, met dien verstande dat de leerlingen in de eerste 4 schooljaren ten minsten 3520 uren onderwijs en in de laatste 4 schooljaren ten minste 3760 uren onderwijs ontvangen, en aan de leerlingen in de laatste 6 schooljaren ten hoogste 7 weken* van het schooljaar 4 dagen per week onderwijs wordt gegeven, die evenwichtig zijn verdeeld over het schooljaar, bij een schoolweek van in beginsel niet minder dan 5 dagen onderwijs, en - de onderwijsactiviteiten evenwichtig over de dag worden verdeeld, tenzij afwijking van deze verdeling van belang is in verband met activiteiten in het kader van het voorkomen en bestrijden van onderwijsachterstanden. 10. Het onderwijs wordt zodanig ingericht dat leerlingen die in verband met ziekte thuis verblijven, dan wel zijn opgenomen in een ziekenhuis, op adequate wijze voldoende onderwijs kunnen genieten. 11. Het onderwijs wordt zodanig ingericht dat daarbij op structurele en herkenbare wijze aandacht wordt besteed aan het bestrijden van achterstanden in het bijzonder in de beheersing van de Nederlandse taal, waarin ook door middel van vroegschoolse educatie kan worden voorzien. SBO de Spinaker is een openbare school. Op basis van artikel 46 gelden dan de volgende algemene uitgangspunten en doelen: 1. Het openbaar onderwijs draagt bij aan de ontwikkeling van de leerlingen met aandacht voor de godsdienstige, levensbeschouwelijke en maatschappelijke waarden, zoals die leven in de Nederlandse samenleving en met onderkenning van de betekenis van de verscheidenheid van die waarden. 2. Openbare scholen zijn toegankelijk voor alle kinderen zonder onderscheid van godsdienst of levensbeschouwing. 3. Openbaar onderwijs wordt gegeven met eerbiediging van ieders godsdienst of levensbeschouwing. Het basisonderwijs, bestemd voor kinderen vanaf vier jaar, is dus verplicht zich te richten op: de emotionele ontwikkeling, de verstandelijke ontwikkeling, het ontwikkelen van de creativiteit, het verwerven van noodzakelijke kennis, het verwerven van sociale vaardigheden, het verwerven van culturele vaardigheden, het verwerven van lichamelijke vaardigheden. 4.1.1 De sociaal emotionele ontwikkeling en het verwerven van sociale, culturele en creatieve vaardigheden De school draagt zorg voor een haalbaar en gedegen programma dat bijdraagt tot een gewenst sociaal emotionele ontwikkeling van leerlingen. In hoofdstuk 3.1 is dit uitvoerig beschreven. 4.1.2 De verstandelijke ontwikkeling De school draagt zorg voor een haalbaar en gedegen programma waarin de school garandeert dat bepaalde onderwerpen onderwezen zullen worden, ongeacht welke leerkracht welk vak geeft aan welke groep. Bovendien is het lesplan uitvoerbaar in die zin dat de leerkrachten voldoende lestijd tot hun beschikking krijgen om de lesinhoud op een adequate manier te onderwijzen. Schoolplan SBO de Spinaker 2015-2019
18
Daarnaast zorgt de school voor een uitgebreid programma voor professionele ontwikkeling dat de leerkrachten aanmoedigt om met adequate steun van collega’s binnen hun groep nieuwe onderwijsstrategieën uit te proberen. (aldus Marzano) 1.
De leerkracht heeft in de speciale school heldere opvattingen over hoe leren verloopt en beschikt over een uitgebreid repertoire aan strategieën en technieken. De leerkracht zorgt dat alle kerndoelen aan de orde komen en dat er rekening wordt gehouden met het ontwikkelingsperspectief van elke leerling. De leerkracht kan moeiteloos bepalen welke strategieën het best gebruikt kunnen worden in combinatie met bepaalde leerlingen of bepaalde lesonderwerpen. De leerkracht kan op basis van observatie en evaluatie het lesprogramma herontwerpen als er een noodzaak is tot aanpassing van de lesinhoud of het tempo aan het werkelijke niveau van de leerling De leerkracht beschikt over de motivatie om de leerlingen die vaardigheden en kennis bij te brengen waarvan wij uit ervaring weten dat ze onmisbaar zijn om goed te kunnen deelnemen aan de samenleving. De leerkracht heeft hoge verwachtingen en beschikt over het vertrouwen in leerlingen dat ze deskundig zijn en in staat hun eigen leren mede te regisseren.
2. 3.
4.
5.
Vanuit deze accenten krijgen de leerlingen een unieke kans zich te ontwikkelen met de hun beschikbare eigen mogelijkheden, rekening houdend met de andere leerlingen in een sfeervol en veilig leerklimaat. 4.1.3 Het verwerven van noodzakelijke kennis Binnen het dagelijks programma van de school wordt een tweedeling gehanteerd: 1. Functioneel leren waarbinnen kinderen vaardigheden getraind worden. 2. Constructivistisch leren waarbinnen de getrainde vaardigheden toegepast kunnen worden binnen de kennisgebieden. In schema: Functioneel leren: trainingsprogramma Trainen van (voorbereidend) Nederlandse Taal (woordenschat), (technisch en begrijpend) Lezen en Rekenen.
Constructivistisch leren: toepassingsprogramma Toepassen van woordenschat, Nederlandse Taal, (technisch en begrijpend) Lezen en rekenen in een zinvolle en betekenisvolle context. Deze leeromgeving moet zo worden ingericht dat er uitdaging is voor ieder kind. Om ieder kind zijn/haar talenten te kunnen laten benutten wordt de theorie rond meervoudige intelligentie als kapstok gebruikt.
Schoolplan SBO de Spinaker 2015-2019
19
Wereldoriëntatie in een leerrijke omgeving (Themaleren)
Het zinvol leren vindt met name plaats in het ochtenddeel waar leerlingen in een gestructureerde leerstofplanning instructie krijgen voor de vakken Nederlandse Taal (Mondelinge taal, technisch lezen, begrijpend lezen, spelling, schrijven) en Rekenen. Hierbij wordt gezocht naar de juiste handelingsgerichte aanpak voor een leerling waarbij we werken aan opbrengstgericht werken: hoge doelen en hoge verwachtingen. Het ontwikkelingsperspectief van een leerling is hierbij de leidraad: onderwijs- en instructiebehoefte. Op de middag maken we deze vakken betekenisvol in de kennisgebieden en bij expressieactiviteiten door themaleren. Het functioneel leren en de bijpassende didactiek is de bron voor de leerinhoud van het Themaleren. Op deze manier wordt er een brug geslagen van functioneel leren naar constructivistisch leren. 4.1.4 Het verwerven van lichamelijke vaardigheden Binnen de gemeente Enschede werken alle scholen met een vakwerkplan bewegingsonderwijs Enschede. Het vakconcept is: “Bekwaam maken voor een verantwoorde deelname aan bewegingsactiviteiten en breed introduceren in de bewegingscultuur”. Ook onze school schaart zich achter de uitgangspunten en doelstellingen van dit vakwerkplan. De doelstellingen zijn: De gehele ontwikkeling van het kind Bewegen is van essentieel belang voor de ontwikkeling, vooral voor jonge kinderen. Veel en veelzijdig bewegen levert een bijdrage aan de motorische en sociale ontwikkeling. Bewegen is een basiscompetentie die in onze bewegingsarmoedige samenleving steeds meer onder druk komt te staan. Zowel de motorische als de sociale ontwikkeling komt, mede daardoor, steeds moeizamer tot stand. Een programma met een breed en veelzijdig bewegingsrepertoire dat door de school wordt aangeboden is een belangrijke voorwaarde om de kinderen een goede startpositie te geven in hun verdere ontwikkeling en om een actieve leefstijl te bevorderen. De school is bij uitstek de instantie waar deze ontwikkelingen gestimuleerd kunnen worden. Je bereikt immers alle kinderen en je kunt ze gedurende de gehele schoolloopbaan in hun bewegingsontwikkeling volgen. Het onderwijs in bewegen vindt er op een systematische wijze plaats, planmatig en aangepast aan individuele behoeften en mogelijkheden van het kind. Bovendien biedt de school het geschikte pedagogische klimaat en biedt ze ruimte voor exploratief leren (eigen inbreng). Een verantwoorde deelname aan de bewegingscultuur (nu en in de toekomst) Sport en bewegen levert een belangrijke bijdrage aan de volksgezondheid, het draagt bij aan de preventie van tal van ziekten. Sport en bewegen kan worden gezien als een maatschappelijk bindmiddel. Het bevordert de sociale integratie en het sociale evenwicht. Voor de kinderen in de basisschool leeftijd vormen sport en andere bewegingsactiviteiten vooral een vitale en fascinerende wijze van omgaan met anderen en met de eigen lichamelijkheid (identiteitsvorming). Kinderen bewegen veel en graag. Deze positieve bewegingsattitude is kenmerkend Schoolplan SBO de Spinaker 2015-2019
20
voor de basisschoolleeftijd. Onderwijs in bewegen moet leiden tot het behouden en uitbouwen van deze positieve bewegingsattitude. De bewegingscultuur bestaat niet alleen uit de georganiseerde en ongeorganiseerde sport, maar ook uit de speelcultuur van het kind. Vanuit het Bewegingsonderwijs moet er dan ook een link gelegd worden naar de sportverenigingen, de andere bewegingsaanbieders en de bewegingsomgeving van de school. Om deze visie te realiseren moet in de bewegingslessen aan de volgende voorwaarden worden voldaan: meervoudige bewegingsbekwaamheid: motorische, sociaal-emotionele en cognitieve vaardigheden (kennis over bewegen en bewegingssituaties), plezier in bewegen met als gevolg een blijvende deelname voor later (succeservaring), het scheppen van een veilig leerklimaat tijdens de lessen in zowel fysiek opzicht, sociaal-emotioneel opzicht als in pedagogisch opzicht (fair play en respect), differentiatie waarbij de leerlingen zoveel mogelijk op hun eigen niveau kunnen werken (zelfvertrouwen, zelfontplooiing, zelfcompetentie), leerlingen veelzijdig en intensief laten bewegen waarbij we een relatie leggen naar de fysieke gezondheid van het kind (overgewicht), leren samen bewegen (zelfregulering, omgang met winst en verlies en conflicthantering), de leerlingen ruimte geven om zelfontdekkend en zelfexplorerend te bewegen. De bovenstaande visie vormt de basis van het Bewegingsonderwijs binnen de Gemeente Enschede. 4.1.5 Actief burgerschap en sociale integratie Uiteindelijk ervaren wij dat de sociale emotionele ontwikkeling de basis is voor actief burgerschap en sociale integratie. Hoe geven wij daar als school nu vorm aan? Wat doen wij aan burgerschap en sociale integratie en wat willen wij nog verbeteren? Sociale competenties en burgerschap Het is niet vanzelfsprekend dat kinderen hun sociale vaardigheden van thuis meekrijgen. De opvoedende taak van de school, in samenwerking met de ouders, wordt steeds belangrijker. Als kinderen leren op een goede manier met zichzelf en elkaar om te gaan, komt dat de sfeer en het pedagogische klimaat ten goede. Dat is weer van invloed op de motivatie van kinderen, het plezier waarmee ze naar school gaan en daarmee ook op hun leerprestaties. Sociaal en moreel competent gedrag draagt bij tot de ontwikkeling van kinderen tot actief participerende burgers van de toekomst. Welke pedagogische doelen heeft de school voor ogen bij burgerschap? Wij vinden het belangrijk dat het kind opgroeit tot een zelfstandige ‘aangepaste’ burger, die zich kan aanpassen in zijn omgeving. Maar ook in staat is samen te werken en coöperatief te zijn. In onze samenleving is behoefte aan meer medemenselijke solidariteit, goede manieren, sociale controle, verantwoordelijk optreden. Wij leren kinderen, hoe zij zich moeten en kunnen gedragen binnen en buiten school. Iedereen is aanspreekbaar op zijn of haar gedrag. Ook leren wij de leerlingen hoe ze een probleem kunnen oplossen of liever voorkomen. Voor welk domein van burgerschap kiest de school?
Schoolplan SBO de Spinaker 2015-2019
21
Wij kiezen voor sociaal-cultureel, je thuis voelen, relaties en netwerken opbouwen, je verbonden voelen, je veilig voelen en vooral het leren van waarden en normen. Welk organisatiemodel kiest de school? Dit komt het beste tot zijn recht in een adaptieve omgeving, dat de school biedt. Wij zijn gericht op de leerling, welke ervaringen brengt de leerling mee, welke competenties zijn goed ontwikkeld en aan welke gaan wij verder werken? Welke talenten heeft de leerling om uiteindelijk voor zichzelf in te zetten en waar ook anderen hun voordeel mee kunnen doen. Wij stellen ons daarbij de vraag, welke taken passen daarbij en hoe kan de leerkracht daarbij begeleiden? Wij kiezen voor een integrale aanpak, die past binnen alle leerdoelen van de school. Wat willen wij de leerlingen leren? Dat de leerling de kernwaarden van SBO de Spinaker kent en uitdraagt: verantwoordelijkheid, respect en veiligheid. Zo gedragen wij ons, we houden rekening met elkaar, we zijn rustig, we zijn zuinig op alle spullen. Dat de leerling leert respectvol om te gaan met leerlingen uit andere culturen en met andere levensovertuigingen. Dat de leerling leert in te zien welke normen en waarden geaccepteerd zijn en leert daar naar te handelen. Dat de leerling leert met zorg om te gaan met natuur, milieu en eigen gezondheid. Dat de leerling leert om verantwoorde keuzes te maken. 4.2 Huidige situatie 4.2.1 Onze school De Spinaker is één van de twee openbare speciale basisscholen in Enschede. De school is gehuisvest aan de Poolmansweg 245. Het gebouw is in september 2006 door de Spinaker in gebruik genomen, nadat het geheel aangepast is aan de eisen van ons huidige SBO en de huidige tijd. We beschikken op de Spinaker over een handvaardigheidlokaal, een praktische keuken, een mooie centrale hal, een personeelsruimte, meerdere nevenruimten / werkplekken en 10 prachtige klaslokalen. Het leerlingenaantal is de afgelopen jaren, op 1 oktober, gedaald van 132 naar 127. Het schooljaar 2015-2016 is de school gestart met 108 leerlingen. Deze leerlingen worden opgevangen in 9 groepen. Daarnaast is er extra formatie i.h.k.v. een schoolarrangement Passend Onderwijs. In principe staat de groepsindeling vast, maar door die nieuwe instroom kan het betekenen dat we de groepen eventueel moeten herschikken. 4.2.2 Overgang naar het V.O. In het ontwikkelingsperspectief van de leerlingen is aangegeven wat de verwachte uitstroom is van een leerling. Twee keer per jaar wordt het ontwikkelingsperspectief met deze verwachte uitstroom geëvalueerd en worden er beredeneerde keuzen gemaakt. Voor de uiteindelijke verwijzing naar het V.O. worden de volgende instrumenten gebruikt om te bepalen welke vorm van V.O. het beste aansluit bij de leerling: CITO LVS, NIO, Scol, de AVL en de SVL.
Schoolplan SBO de Spinaker 2015-2019
22
Met de orthopedagogen en de zorgcoördinatoren van de ontvangende scholen worden alle leerlingen besproken en wordt een advies geformuleerd. Dit advies wordt met alle ouders besproken, waarna de leerling aangemeld kan worden bij de desbetreffende school. De uitstroomgegevens worden elk jaar opgenomen in de schoolgids. 4.3 Ordening van de inhoud van ons onderwijs Aantal klokuren per week
Groep 3+4
Groep 4* vanaf jan
Groep 5
Groep 6
Groep 7
Groep 8
1.40 uur 2x 50 min. 20 min 2.00 uur
1.40 uur (2x 50 min) 20 min 2.00 uur
1.40 uur (2x 50 min) 20 min 2.00 uur
1.40 uur (2x 50 min) 20 min 2.00 uur
1.40 uur (2x 50 min) 20 min 2.00 uur
1.40 uur (2x 50 min) 20 min 2.00 uur
Technisch lezen VLL/Estafette/Vloeiend Lezen Stillezen
9.00 uur
3.20 uur 5x 40 min 1.15 uur 5x 15 min
2.40 uur 4x 40 min 1.15 uur 5x 15 min
2.00 uur 3x 40 min 1.15 uur 5x 15 min
1.00 uur 2x 30 min 1.15 uur 5x 15 min
1.00 uur 2x 30 min 1.15 uur 5x 15 min
Voorlezen **
0.40 uur 4x 10 min Geintergr. in VLL 10.55 uur
0.40 uur 4x 10 min 0.30 uur
0.40 uur 4x 10 min 0.45 uur
5.45 uur
5.20 uur
0.40 uur 4x 10 min 1.20 uur 2x 40 min 5.15 uur
0.40 uur 4x 10 min 1.20 uur 2x 40 min 4.15 uur
0.40 uur 4x 10 min 1.20 uur 2x 40 min 4.15 uur
Geintergr. in VLL Geintergr. in VLL -
1.20 uur 4x 20 min 3.40 uur 4x 40 min 1x 1 uur 5.00 uur
1.20 uur 4x 20 min 3.40 uur 4x 40 min 1x 1 uur 5.00 uur
1.20 uur 4x 20 min 3.40 uur 4x 40 min 1x 1 uur 5.00 uur
1.20 uur 4x 20 min 3.40 uur 4x 40 min 1x 1 uur 5.00 uur
1.20 uur 4x 20 min 3.40 uur 4x 40 min 1x 1 uur 5.00 uur
5.00 uur 5x 1 uur 5.00 uur
5.00 uur 5x 1 uur 5.00 uur
5.00 uur 5x 1 uur 5.00 uur
5.00 uur 5x 1 uur 5.00 uur
5.00 uur 5x 1 uur 5.00 uur
5.00 uur 5x 1 uur 5.00 uur
-
-
-
-
0.40 uur
0.40 uur
Geintergr. in VLL
0.40 uur 2x 20 min
0.40 uur 2x 20 min
0.20 uur 1x 20 min
0.20 uur 1x 20 min
0.20 uur 1x 20 min
0.20 min
0.20 min
(groepen 1 en 2: zie schoolplan SBO de Tender)
Bewegingsonderwijs gym beweegwijs Totaal (bewegingsonderwijs)
Lezen
Begrijpend lezen Totaal (lezen)
1.15 uur 5x 15 min
Taal/spelling Spelling (methodisch) Taal (methodisch)
Totaal (taal/spelling)
Rekenen Rekenen (methodisch) Totaal
Engels Engels
Methodisch schrijven Pennenstreken gr 3-4 Schrijven in de basisschool 5-8
-
0.40 min
0.40 min
1.40 uur 5x 20 min 2.00 uur
-
0.30 min
0.30 min
0.30 min
0.30 min
0.30 min
0.45 uur
0.45 uur
0.45 uur
0.45 uur
0.45 uur
Type cursus Totaal
Computervaardigheden Computerles (basisbits 3.0)
PBS/Sociale emotionele ontwikkeling SEO (methodisch)
0.30 uur
Schoolplan SBO de Spinaker 2015-2019
23
Spelbegeleiding / begeleid spelen Emotiebord Totaal
0.30 uur 0.10 uur 1.10 uur
0.15 uur 1.00 uur
0.15 uur 1.00 uur
0.15 uur 1.00 uur
0.15 uur 1.00 uur
0.15 uur 1.00 uur
4.35 uur
3.45 uur
2.50 uur
4.15 uur
4.55 uur
4.55 uur
Kleine pauze
1.15 uur (5x 15 min)
1.15 uur (5 x 15 min)
1.15 uur (5 x 15 min)
1.15 uur (5 x 15 min)
1.15 uur (5 x 15 min)
1.15 uur (5 x 15 min)
Totaal aantal uren
24.55 uur
24.55 uur
24.55 uur
24.55 uur
24.55 uur
24.55 uur
Kennisgebieden en expressie activiteiten Project en expressie activiteiten incl. woordenschatontwikkeling
Pauze
*
Na kern 12 VLL wordt het programma van groep 4 aangepast, VTL “Estafette” en Taal actief. (Start groep 4 in januari met boekje 4a)
Schoolplan SBO de Spinaker 2015-2019
24
4.4 De vak- / vormingsgebieden en het computeronderwijs 4.4.1 Werken met ontwikkelingsmateriaal De gezamenlijke kleutergroep van beide SBO scholen, De Tender en de Spinaker, is gehuisvest in het gebouw van de Tender. Dit onderdeel is opgenomen in het schoolplan van SBO de Tender. 4.4.2 Rekenen/wiskunde Vooraf: Het hele team heeft van schooljaar 2009 – 2012 meegedraaid met het “Rekenverbeterplan Enschede”. Elk jaar wordt 2x per jaar n.a.v. de datafeedback een kwaliteitsverbeterplan voor alle vakgebieden, zo ook voor rekenen en wiskunde, gemaakt. Hier wordt planmatig mee gewerkt. Doelen van de school Het onderwijs in rekenen/wiskunde is er o.a. op gericht dat de leerlingen: verbanden kunnen leggen tussen het onderwijs in rekenen/wiskunde en hun dagelijkse leefwereld. De leerlingen leren basisvaardigheden, eenvoudige wiskunde taal begrijpen en toepassen in praktische situaties. Daarnaast leren ze reflecteren op hun eigen wiskundige activiteiten en resultaten daarvan op juistheid controleren. Ze kunnen eenvoudige verbanden, regels, patronen en structuren doorzien en ze toepassen. Ook kunnen ze onderzoek - en redeneerstrategieën in eigen woorden beschrijven en gebruiken. Op het gebied van rekenen willen wij de resultaten verbeteren en werken we volgens het groepsplan met gebruik van het IGDI-model. De volgende streefdoelen streven wij na: dyscalculie <3%. Het streven is dat 85% van de leerlingen het niveau haalt, passend bij het ontwikkelingsperspectief. Methoden/materialen Wereld in Getallen, nieuwe versie, met bijbehorende software (groep 3 t/m 8), computerprogramma’s: Ambrasoft, aanvullende materialen: materialen voor zelfstandig werken: o.a. pico-picolo, varia, oefenboekjes voor tafelsommen “eenmaal andermaal”, dagritme kaarten, “Slagwerk rekenen”, “Stenvert blocs” en daarnaast het bijwerkschrift en plusboek van de methode. Daarnaast zetten we voor de kinderen die echt uitvallen vanaf groep 7 eventueel ook Maatwerk rekenen in. velerlei extra materialen behorend bij de methode zoals: spiegeltjes – fiches – klokken – rekenrekken e.d., educatief spelmateriaal t.b.v. rekenen, toetsen: CITO rekenen en wiskunde (M3 t/m M8), hulpboeken CITO rekenen wordt ingezet bij diagnostische rekengesprekken (dit wordt afgenomen door de onderwijskundig begeleiders). Computerprogramma: leerkrachtassistent Wereld in getallen, software bij de methode Wereld in getallen, - rekensoftware van Ambrasoft, - tafelprogramma’s, Schoolplan SBO de Spinaker 2015-2019
25
-
klokkijk programma’s, rekenweb.
Relatie met de kerndoelen De methode streeft de kerndoelen 23 t/m 33 na. Uitvoering in de praktijk Sinds schooljaar 2014-2015 wordt gewerkt met de nieuwe methode Wereld in Getallen. De rekentijd is in alle groepen 1 uur per dag. In alle groepen wordt de les gestart met automatiseren / memoriseringsoefeningen. Er wordt lesgegevens volgens het IGDI-model. Leerlingen in de groepen 3, 4 en 5 krijgen rekenonderwijs op drie niveaus in de stamgroep. Vanaf groep 6 rekenen leerlingen op hun eigen leerlijn, rekening houdend met het ontwikkelingsperspectief en de verwachte uitstroom. Beleidsvoornemens/plannen Vaststellen van de geplande vaardigheidsgroei bij het leerpotentieel. Zie verder de beleidsvoornemens en plannen 2015 - 2019 in hoofdstuk 8. 4.4.3 Nederlandse taal Vooraf: Het hele team heeft van schooljaar 2006-2010 meegedraaid met het “Leesverbeterplan Enschede”. Elk jaar wordt 2x per jaar n.a.v. de datafeedback een kwaliteitsverbeterplan voor alle vakgebieden gemaakt, dus ook voor de onderdelen van de Nederlandse taal. Hier wordt planmatig mee gewerkt. De volgende Nederlandse taaldomeinen worden beschreven: Taal verkennen (voorheen taalbeschouwing) Spreken en luisteren Woordenschat Schrijven Spelling Technisch lezen Begrijpend lezen en informatieverwerving Leesbeleving (incl. stillezen, voorlezen, leesbevordering) Taalvaardigheden Doelen van de school Het taalbeleid is erop gericht dat de leerlingen: vaardigheden ontwikkelen waarmee ze taal doelmatig gebruiken in situaties die zich in het dagelijks leven voordoen kennis en inzicht verwerven omtrent betekenis, gebruik en vorm van taal plezier hebben en houden in het gebruiken en verkennen van taal Methoden/materialen Veilig leren lezen (groep 3 en 4) met bijbehorende software, sinds schooljaar 2015-2016 is gestart met de nieuwe methode Taal actief (groep 4 t/m 8) met bijbehorende leerkrachtassistent en software, software: Ambrasoft,
Schoolplan SBO de Spinaker 2015-2019
26
aanvullende materialen: materialen voor zelfstandig werken: o.a. pico-picolo, varia, educatief spelmateriaal t.b.v. taalonderwijs.
Relatie met de kerndoelen De methoden streven de kerndoelen Nederlands (kerndoelen 1 -12) na. Uitvoering in de praktijk Alle groepen werken vanuit een groepsplan waarbij het IGDI-model als organisatiemodel dient. De taallessen uit de taalmethode (VLL en Taal actief) worden in de stamgroepen gegeven. De taalles wordt 5 keer in de week gegeven. De eerste les duurt een uur, de overige vier lessen duren 40 minuten. Veilig leren lezen wordt 9 uur per week gegeven, hierin zitten taal en spelling verweven. Beleidsvoornemens/plannen De beleidsvoornemens zijn opgenomen in het beleidsplan, hoofdstuk 8. Spreken en Luisteren Doelen van de school Het taalbeleid is erop gericht dat de leerlingen: vaardigheden ontwikkelen waarmee ze taal doelmatig gebruiken in situaties die zich in het dagelijks leven voordoen, kennis en inzicht verwerven omtrent betekenis, gebruik en vorm van taal, kunnen luisteren naar eenvoudige teksten over alledaagse, concrete onderwerpen of over onderwerpen die aansluiten bij de leefwereld van de leerling, in eenvoudige bewoordingen een beschrijving kunnen geven, informatie kunnen geven, verslag kunnen uitbrengen, uitleg en instructie kunnen geven in alledaagse situaties in en buiten school. Methoden/materialen Veilig leren lezen (groep 3 en 4) en bijbehorende software, Taal Actief (groep 4 t/m 8) en bijbehorende software, Estafette en bijbehorende software, computerprogramma’s: o o.a. Ambrasoft, Van Dale woordenboek, aanvullende materialen: materialen voor zelfstandig werken: o.a. pico-picolo, varia, o map fonemisch bewustzijn, voorlezen uit kinderboeken, de Themamuur bij het themaleren. Relatie met de kerndoelen De methoden streven de kerndoelen Nederlands (kerndoelen 1 -12) na en m.n. de kerndoelen 1, 2 , 3, 10 en 12. Uitvoering in de praktijk Door de hele school wordt gewerkt aan de mondelinge taalontwikkeling en de woordenschatontwikkeling. In de groepen 3 en de start van groep 4 worden de woorden en de thema’s uit Veilig leren lezen als uitgangspunt genomen. In de groepen 4 t/m 8 worden de lessen van “Taal actief” als uitgangspunt genomen.
Schoolplan SBO de Spinaker 2015-2019
27
De woordenschat wordt in alle groepen aangeleerd middels de woordwebben / woordmuur zoals die in de taalmethode worden aangeboden. Daarnaast wordt ook via het themaleren aandacht besteed aan het uitbreiden van de woordenschat. Leerlingen met een zeer zwakke mondelinge taal en/of een zeer geringe woordenschat krijgen extra ondersteuning van een logopediste. Beleidsvoornemens/plannen Vervolg invoering themamuur De verdere beleidsvoornemens zijn opgenomen in het beleidsplan, hoofdstuk 8. Spelling Doelen van de school De leerlingen kunnen de veranderlijke woorden (luisterwoorden, luisterwoorden met bijzondere klankgroep, weetwoorden, regelwoorden) en de onveranderlijke woorden (werkwoordsvorming), rekening houdend met hun ontwikkelingsperspectief en hun spellingsmogelijkheden, goed schrijven en hebben een attitude ontwikkeld om hun spelling- en interpunctiefouten te onderkennen en te corrigeren. Methoden/materialen Veilig leren lezen (groep 3 en 4) met bijbehorende software, Taal actief spelling (groep 4 t/m 8) met bijbehorende software, Kwec methodiek, computerprogramma’s: Ambrasoft, Bloon, WRTS, aanvullende materialen: materialen voor zelfstandig werken: o.a. pico-picolo, varia, map fonemisch bewustzijn, educatief spelmateriaal t.b.v. taalonderwijs, toetsen: CITO spelling (M3 t/m M8). Relatie met de kerndoelen De methoden streven de kerndoelen Nederlands (kerndoelen 1 -12) na, en m.n. kerndoel 11. Uitvoering in de praktijk Leerlingen in de groepen 3, 4 en 5 krijgen spellingonderwijs op drie niveaus in de stamgroep. Vanaf groep 6 spellen leerlingen op hun eigen leerlijn, rekening houdend met het ontwikkelingsperspectief en de verwachte uitstroom. De les spelling wordt 4 x in de week gegeven en duurt 20 minuten. Buiten de spellinglessen wordt gewerkt aan de transfer van het hanteren van de regels bij andere vakgebieden. In groep 3 is het spellingsaanbod geïntegreerd in Veilig leren lezen. Veilig leren lezen wordt 9 uur per week gegeven, hierin zitten taal en spelling verweven. In de groepen 4 t/m 8 wordt gewerkt uit de methode Taal actief. Alle groepen werken middels een groepsplan waarbij het IGDI-model als organisatiemodel dient. Binnen de methode is tijd voor taakwerk ingeruimd waarin leerlingen extra kunnen oefenen met de stof. Hierbij wordt aandacht besteed aan: extra spellinginstructie, extra oefentijd, herhalingsen verrijkingsstof. In de groepen 4 t/m 6 wordt de Kwec methodiek gebruikt. Bij deze methodiek maken de leerlingen de spellingsregels inzichtelijk door het gebruik van gekleurde blokjes. Deze methodiek ligt als het ware over de spellingmethode van Taal Actief heen. Leerlingen met een zeer zwakke spellingontwikkeling krijgen extra ondersteuning van de logopediste/ dyslexiespecialist
Schoolplan SBO de Spinaker 2015-2019
28
Beleidsvoornemens/plannen Opzetten leerlijn spelling passend bij het ontwikkelingsperspectief. De verdere beleidsvoornemens zijn opgenomen in het beleidsplan, hoofdstuk 8. Schrijven Doelen van de school Leerlingen kunnen korte, eenvoudige teksten schrijven over alledaagse onderwerpen of over onderwerpen uit de leefwereld. Methoden/materialen Veilig leren lezen (groep 3 en 4), Taal Actief (groep 4 t/m 8). Relatie met de kerndoelen De methoden streven de kerndoelen Nederlands (kerndoelen 1 -12) na en m.n. de kerndoelen 5 en 8. Uitvoering in de praktijk De taallessen uit de taalmethode (VLL en Taal Actief) worden in de stamgroepen gegeven. Een transfer van het stellen wordt gemaakt richting het themaleren. Beleidsvoornemens/plannen Het werken aan de transfer van de stelstrategieën naar andere vakgebieden zoals het themaleren. De verdere beleidsvoornemens zijn opgenomen in het beleidsplan, hoofdstuk 8. Taalverkennen Doelen van de school De leerlingen hebben inzicht in eigen en andermans taalgebruikstrategieën, zodat ze leren deze steeds bewuster en doelgerichter in te zetten. Het gaat hierbij niet alleen over taal als taalsysteem maar ook reflectie op het taalgebruik. Methoden/materialen Veilig leren lezen (groep 3 en 4), Estafette (groep 4 t/m 8), Taal Actief (groep 4 t/m 8), computerprogramma’s: o.a. Ambrasoft, Software behorende bij VLL, aanvullende materialen: materialen voor zelfstandig werken: o.a. pico-picolo, varia, educatief spelmateriaal t.b.v. taalonderwijs, woordenboeken. Relatie met de kerndoelen De methoden streven de kerndoelen Nederlands (kerndoelen 1 -12) na en m.n. de kerndoelen 10, 11 en 12 krijgen hier de aandacht. Uitvoering in de praktijk De lessen worden volgens de handleiding, behorende bij de methoden, in de stamgroepen gegeven.
Schoolplan SBO de Spinaker 2015-2019
29
Beleidsvoornemens/plannen De beleidsvoornemens rondom taal, waarin taalverkennen is geïntegreerd, zijn opgenomen in hoofdstuk 8. Technisch lezen Doelen van de school Aan het eind van groep 8 hebben 95% van de leerlingen het niveau van functionele geletterdheid (AVI-Plus) bereikt. Methoden/materialen Aanvankelijk lezen Veilig leren lezen (groep 3 en 4), Computerprogramma’s: o.a. Leerkrachtassistent VLL, Software behorende bij VLL, Flits. Voortgezet technisch lezen Estafette (groep 4 t/m 8), Computerprogramma’s: o.a. Leerkrachtassistent Estafette, Toetsen: CITO AVI en DMT (M3 t/m M8), Aanvullende materialen: map fonemisch bewustzijn, computerprogramma’s: o.a. Ambrasoft, Flits, boeken uit school-, klassen- en/of openbare bibliotheek, abonnementen op diverse tijdschriften. Relatie met de kerndoelen De methoden streven de kerndoelen Nederlands (kerndoelen 1 -12) na en m.n. de kerndoelen 4, 6 en 8. Uitvoering in de praktijk In de groepen 3 en 4 wordt dagelijks met de methode “Veilig leren lezen” gewerkt. Deze methode wordt tot en met kern 12 aangeboden waarbij er gestreefd wordt dat de kernen 1 t/m 9 in groep 3 behandeld worden en de kernen 10 t/m 12 in groep 4. Als de leerlingen “Veilig leren lezen” doorlopen hebben, krijgen ze vervolgens instructie voor voortgezet technisch lezen middels de methode “Estafette”. Veilig leren lezen kent een differentiatiemodel en gaat uit van de ster/maan/zon-aanpak. De methode Estafette wordt aangeboden in groep 4 (start na de herfstvakantie) t/m groep 8. Twee tot vier keer per week staat VTL ingeroosterd. Estafette kent eveneens een differentiatie in aanpak; risicolezers, methodevolgers en snelle lezers. Er zijn materialen voor risicolezers, methodevolgers en snelle lezers: de onderwijsbehoefte bepaalt het aanbod. Leerlingen met een zeer zwakke leesontwikkeling krijgen extra ondersteuning van de logopediste/ dyslexiespecialist. Estafette laat kinderen werken met fictieve en non-fictieve teksten. De leesboeken bevatten de verhalen, de omnibussen bevatten teksten die kinderen in het dagelijks leven kunnen tegenkomen (informatieve teksten/recepten/e-mails/gedichten). Alle groepen werken middels een groepsplan waarbij het IGDI-model als organisatiemodel dient. Risicolezers krijgen naast Estafette een uur extra leesbegeleiding per week, o.a. middels de RALFImethodiek.
Schoolplan SBO de Spinaker 2015-2019
30
Beleidsvoornemens/plannen - Vervolg opzetten leerlijn dyslexie/ zwakke lezers met ondersteuning van WSNS - Aanschaf materialen dyslexie - Vervolg met Sprint+ inzet leesprotocol Hanneke Tielemans - Vervolg nieuwe AVI en DMT-toetsen - Update groepsplannen en individuele handelingsplannen De verdere beleidsvoornemens zijn opgenomen in het beleidsplan, hoofdstuk 8. Begrijpend lezen en informatieverwerving Doelen van de school Aan het eind van groep 8 hebben 85% van de leerlingen het niveau gehaald, passend bij hun ontwikkelingsperspectief. Het doel is om leerlingen te motiveren voor begrijpend lezen. Hiermee willen we bereiken dat ze kennis krijgen van de wereld. Hiervoor leren ze leesstrategieën en woordenschatstrategieën te hanteren die ze als transfer kunnen gebruiken bij andere vakgebieden. Methoden/materialen Veilig leren lezen, Nieuwsbegrip en Nieuwsbegrip XL, hulpboeken begrijpend lezen (CITO), informatieve boeken, toetsen: CITO Begrijpend lezen (M3 t/m M8), computerprogramma’s: o.a. Leerkrachtassistent VLL, Edurom begrijpend lezen, internetsites. Relatie met de kerndoelen De methoden streven de kerndoelen Nederlands (kerndoelen 1 -12) na en m.n. de kerndoelen 4, 6, 7, 8, 10 en 12. Uitvoering in de praktijk De groepen 3 en 4 (tot de herfstvakantie) werken met “Veilig leren lezen”. Het begrijpend lezen zit verweven in deze methode. De groepen 4 (na de herfstvakantie) t/m groep 8 werken met Nieuwsbegrip en leren hier de begrijpend lees- en woordenschatstrategieën aan. Met Nieuwsbegrip XL wordt de stap gezet om de strategieën toe te passen in allerlei soorten teksten. Het modellen staat hierbij voorop. Daarnaast wordt gewerkt aan de transfer naar andere vakgebieden, m.n. het themaleren. Alle groepen werken middels een groepsplan waarbij het IGDI-model als organisatiemodel dient. Beleidsvoornemens/plannen De verdere beleidsvoornemens zijn opgenomen in het beleidsplan, hoofdstuk 8. Leesbeleving (incl. stillezen, voorlezen, leesbevordering) Doelen van de school De leerlingen hebben plezier in het lezen en schrijven van voor hen bestemde verhalen, gedichten en informatieve teksten. Methoden/materialen Veilig leren lezen (groep 3 en 4),
Schoolplan SBO de Spinaker 2015-2019
31
Estafette (groep 4 t/m 8), inzet computer/ digitale schoolbord, boeken uit school- , klassen- en/of openbare bibliotheek, abonnementen op diverse tijdschriften.
Relatie met de kerndoelen De methoden streven de kerndoelen Nederlands (kerndoelen 1 -12) na en m.n. kerndoel 9. Uitvoering in de praktijk In de leesmethoden wordt aandacht besteed aan leesbeleving. Daarnaast is er in elke klas een klassenbibliotheek waarin uitnodigende boeken staan. De klassenbibliotheek omvat een gevarieerd aanbod aan leesmaterialen (leesboeken, prentenboeken, strips, natuurboeken, tijdschriften, luisterboeken etc.) Naast de boeken in de klassen is er een schoolbibliotheek. Leerlingen uit de bovenbouw lenen boeken van de centrale bibliotheek. Alle leerlingen starten de dag met stillezen. Risico-lezers hebben op maandag stillezen. Elk jaar wordt op schoolniveau aandacht besteed aan de Kinderboekenweek. Ook doet de hele school mee aan het project “de Rode draad” van de bibliotheek, waarbij leesbeleving en leesbevordering het doel zijn. Beleidsvoornemens/plannen - Twee keer per jaar afname enquête Leesbeleving - Deelname aan project Rode draad De verdere beleidsvoornemens zijn opgenomen in het beleidsplan, hoofdstuk 8. 4.4.4 Technisch schrijven Doelen van de school De leerlingen kunnen functioneel schrijven bij alle vakgebieden. De leerlingen hebben voldoende motorische vaardigheden om een eigen, leesbaar handschrift te ontwikkelen. Aandacht voor creatief schrijven vanaf groep 7. Methoden/materialen Pennenstreken voor de groepen 3 en 4, gekoppeld aan Veilig leren lezen. Schrijven in de basisschool voor de groepen 5 t/m 8. De leerlingen schrijven met potlood in groep 3 en 4. Vanaf groep 5 krijgen de leerlingen eenmalig een pen van school (keuze a.d.h.v. de motorische vaardigheden van de leerling met variatie in dikte van de schrijfpunt). Voor leerlingen met een erg zwakke pengreep zijn er stabilo - pennen. Relatie met de kerndoelen Kerndoel 8: “de leerlingen besteden aandacht aan een leesbaar handschrift.” Uitvoering in de praktijk In de groepen 3 t/m 5 2x 20 minuten per week, in groep 6 2x 20 minuten waarvan 1 x ticken en typen, in groep 7/8 1x 20 minuten In groep 7 en 8 wordt de nadruk gelegd op het creatief leren schrijven en het ontwikkelen van een leesbaar eigen handschrift. Beleidsvoornemens/plannen
Schoolplan SBO de Spinaker 2015-2019
32
Uitbouwen en implementatie / afstemming van de samenwerking met kinderfysiotherapie gymnastiek / motorisch remedial teaching. Eigen handschriftontwikkeling stimuleren in de groepen 7 en 8. Aandacht voor creatief schrijven. De transfer maken van het functioneel schrijven naar de andere vakken. 4.4.5 Engels Doelen van de school Het ontwikkelen van de vaardigheid om het Engels op een eenvoudig niveau te gebruiken. Tegenwoordig komen kinderen talloze malen per dag met Engels in aanraking m.n. via reclame, televisie en computer. Daardoor kunnen ze niet alleen het Engels beter verstaan, maar er is ook al enige basiskennis. Voorkennis is dan ook een belangrijk uitgangspunt. Het besef hebben dat de Engelse taal ook in onze samenleving een rol speelt als communicatiemiddel. Methoden/materialen Op de Spinaker maken we gebruik van Groove.me. De methode heeft een vaste herkenbare structuur. In de lessen wordt op overzichtelijke wijze aandacht besteed aan luisteren, spreken, lezen en schrijven. Opbouw van de methode: de digibordapplicatie fungeert als leidraad, de werkbladen: hierin staan alleen opdrachten waarbij de kinderen iets moeten schrijven, aankruisen, tekenen of kleuren, website, leerlingensoftware. Relatie met de kerndoelen 13 De leerlingen leren informatie te verwerven uit eenvoudige gesproken en geschreven Engelse teksten. 14 De leerlingen leren in het Engels informatie te vragen of geven over eenvoudige onderwerpen en zij ontwikkelen een attitude waarbij ze zich durven uit te drukken in die taal. 15 De leerlingen leren de schrijfwijze van enkele eenvoudige woorden over alledaagse onderwerpen. 16 De leerlingen leren om woordbetekenissen en schrijfwijzen van Engelse woorden op te zoeken. Groove me komt tegemoet aan deze kerndoelen. Groove me gaat uit van Engels als internationale taal. Waar ter wereld je ook komt. Engels is de taal die de mensen bindt. Groove me biedt aandacht aan wereldburgerschap. Uitvoering in de praktijk 1 uur Engels per week in de groepen 7 en 8, niveau 3A Strategieën Actief en interactief leren, met name op het gebied van spreekvaardigheid, draagt bij aan een grotere zelfstandigheid van kinderen. Als kinderen een opdracht in kleinere groepjes zelfstandig kunnen uitvoeren, verhoogt dat de motivatie en verlaagt dat de angstdrempel. Toets
Schoolplan SBO de Spinaker 2015-2019
33
groep 7 leert alleen woorden, groep 8 leert woorden, zinnen en grammatica. De toets wordt beoordeeld als onvoldoende, voldoende en goed. 4.5 Kennisgebieden Doelen van de school Alle te behalen (minimum)doelen zijn opgenomen in de “gouden map”. Deze beleidsmap kent de volgende documenten: de WerkWijzer met alle schoolafspraken, de ThemaWijzer met een opsomming van de thema’s en de jaarplanning, de VragenWijzer met alle minimumdoelen per thema en leerjaar. Door een lichtblauwe arcering van sommige vragen is aangetoond welke canononderdelen wij aanbieden, de VoorafWijzer met de op de school te hanteren blanco registratieformulieren, de CheckWijzer die laat zien in welke thema’s de kerndoelen door de loop van de jaren een plaats krijgen, de KwaliteitsWijzer die ervoor moet zorgen dat wij als school de kwaliteit van ons thematisch werken blijven controleren en verbeteren. Met deze werkwijze bereiken we onderstaande doelen:
Keuzevrijheid stimuleert en motiveert, er ontstaat een grotere betrokkenheid en motivatie bij kind en leerkracht. Dit wordt nog versterkt door de grote diversiteit aan werkvormen en het kunnen kiezen voor de eigen intelligenties. Door het duidelijk stellen van doelen en het begeleiden hierop ontstaat een grote taakgerichtheid. Er is veel extra oefening van taal, rekenen, begrijpend lezen en woordenschat. De kennis die kinderen opdoen in de lessen binnen deze vakken kunnen worden toegepast binnen thematisch werken. Er is een doorgaande lijn door de school. Kinderen plaatsen de leerstof in een rijke context, ze krijgen de tijd om zich echt te verdiepen, op een manier die bij hen past. Dit leidt tot een hoger leerrendement en meer kennis, met name op lange termijn. Vaardigheden die zowel bij leerkracht als kind worden ontwikkeld: o samenwerken o opzoek- en onderzoeksvaardigheden o taak- en doelgericht werken o resultaatgericht zijn o zelfreflectie: Wat kan ik goed? Wat moet ik nog leren? o zelfrespect: Iedereen heeft kwaliteiten o waarderen van andermans talenten; van een ander kun je wat leren o ICT-vaardigheden o presentatievaardigheden o denk- en leerstrategieën Aan leerkrachtvaardigheden worden daarnaast ontwikkeld: o het adaptief op individueel- en groepsniveau kunnen toepassen van de juiste rol in de goede situatie; sturen, begeleiden, coachen en loslaten o het ontwerpen van een uitdagende leeromgeving o doel- en opbrengstgericht werken Het schoolbudget wordt beter en bewuster ingezet. Leerkrachten hebben tijd om kinderen individueel te begeleiden.
Schoolplan SBO de Spinaker 2015-2019
34
Niet de methode is leidend, maar het kind. De leeromgeving past zich bij hem of haar aan. Ieder kind kan zich competent voelen omdat zij gebruik maken van talenten/kwaliteiten/ intelligenties en leerpunten. Ieder kind haalt de minimum-einddoelen W.O. Er ontstaat rust en tijd in het rooster door vakgebieden te integreren tot een logischer geheel. Door de thematisering krijgen we de gelegenheid en de tijd om kinderen zich echt te laten verdiepen in het onderwerp. Dit zorgt er weer voor dat ieder kind zich optimaal kan ontplooien en verschillen goed opgevangen kunnen worden. Door het zelf vaststellen van de doelen kunnen we aansluiten bij de specifieke behoefte van het kind op onze school.
Methoden/materialen Geschiedenis is anders. Aardrijkskunde is anders. Methoden: exemplaren van aardrijkskunde, geschiedenis, verkeer, biologie, tekenen, muziek en handvaardigheid. Techniektorens. Veel aanschouwelijk materiaal: kaarten, skeletten, ontdekdozen, etc. Relatie met de kerndoelen In het themaleren hebben de volgende kerndoelen een plek gekregen: 35 t/m 56. In de check-wijzer is te vinden welke kerndoelen bij welke thema’s aan de orde komen. Uitvoering in de praktijk In onze school worden diverse vak- en vormingsgebieden thematisch vorm gegeven en aangeboden. Binnen de thema’s wordt gebruik gemaakt van de theorie van hoogleraar Howard Gardner rond meervoudige intelligentie. In ieder thema worden leerkrachtgebonden lessen gegeven en krijgen kinderen tevens de gelegenheid om in keuzelessen het onderwerp verder te verdiepen aansluitend bij hun eigen sterke intelligenties. In de groepen 3 en 4 wordt het volledige leerstofaanbod in een thema verwerkt. In de groepen 5 t/m 8 betreft het de vakgebieden: geschiedenis, aardrijkskunde, natuur, techniek, beeldende vorming (tekenen, handvaardigheid), cultureel erfgoed, actief burgerschap, verkeer. VierKeerWijzer® is de naam van de structuur die door alle groepen heen binnen het thematisch werken terug te vinden is. Een deel van de Wijzers binnen het model zijn onder andere terug te vinden in de gouden map, deze Wijzers zorgen voor borging en verantwoording. Binnen ieder thema wordt in iedere groep met vier stappen gewerkt. Hierop worden de kinderen en de leerkrachten getraind en begeleid. De vier stappen zijn: De V van Vragen:
Schoolplan SBO de Spinaker 2015-2019
35
Ieder thema start in iedere groep met het aangeven van de te behalen minimumdoelen: De Vragen die alle kinderen moeten kunnen beantwoorden. De I van Ik: Kinderen worden uitgedaagd eigen vragen te stellen, tevens wordt middels een woordweb of een mindmap voorkennis geactiveerd. De E van Experimenteren: Kinderen mogen kiezen uit activiteiten of binnen een leeromgeving die zo rijk mogelijk is ingericht. Zowel de activiteiten als de leeromgeving is vorm gegeven vanuit de acht intelligenties. De R van Resultaat en Reflectie: Na drie weken wordt van ieder kind verwacht dat de doelen gehaald zijn. Op diverse manieren wordt met het kind gereflecteerd op de themaperiode en zijn/haar werk daarbinnen. Beleidsvoornemens/plannen De thema’s die horen bij Veilig leren lezen en Taal op maat in de groepen 3 en 4 moeten in deze periode afgerond worden. Dit geldt ook voor de thema’s geschiedenis, aardrijkskunde, natuur in de groepen 5, 6, 7 en 8. Hierin geïntegreerd zitten de vakgebieden techniek, beeldende vorming (tekenen, handvaardigheid), cultureel erfgoed, actief burgerschap en verkeer. Het gebruik van de computer en de digitale wereld speelt hierbinnen een cruciale rol. We worden hierbij ondersteund door de Meervoudige intelligentie nascholer Marco Bastmeijer van VierKeerWijzer. Zie verder bij de beleidsvoornemens in hoofdstuk 8. 4.6 Expressievakken Doelen van de school De leerlingen leren beelden, taal, muziek, spel en beweging te gebruiken, om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om er mee te communiceren. Ze leren op eigen werk en dat van anderen te reflecteren en de leerlingen verwerven enige kennis over en krijgen waardering voor aspecten van cultureel erfgoed. Methoden/materialen Handvaardigheid moet je doen. Muziek moet je doen. Tekenen moet je doen. Verschillende liedboeken, muziekinstrumenten. Musicals. Kunstmenu verzorgd door het Cultureel centrum Concordia. Diversie gereedschappen en machines in het handvaardigheidlokaal. Relatie met de kerndoelen Hiermee voldoen we aan de kerndoelen domein 54, 55 en 56. Uitvoering in de praktijk De expressievakken zijn deels geïntegreerd in het themaleren en deels worden er gerichte muziek, handvaardigheid, teken en dans/drama lessen gegeven. Schoolplan SBO de Spinaker 2015-2019
36
Voor de beeldende vorming is een volledig ingericht handvaardigheidlokaal beschikbaar. Daarnaast maken alle groepen gebruik van het culturele aanbod van het kunstmenu van het cultureel centrum “Concordia”. Resultaten zijn deels terug te vinden in het portfolio. Beleidsvoornemens/plannen Alle groepen mogen elk jaar een keuze maken uit het kunstmenu van “Concordia”. Tijdens het themaleren wordt met nadruk gebruik gemaakt van de intelligenties die gerelateerd zijn aan de expressievakken (muziekkaart, doekaart, kijkkaart, etc.). De expressievakken zitten dan verweven in het werken met de meervoudige intelligenties. In alle groepen wordt expliciet nog één keer per week een handvaardigheidles gegeven, waarbij gewerkt wordt aan de kerndoelen. De groepen 8 sluiten hun schoolloopbaan af met een musical die uitgevoerd wordt voor alle leerlingen en de familie en kennissen van de schoolverlaters. 4.7 Bewegingsonderwijs Doelen van de school In 2010 is het vakwerkplan van het bewegingsonderwijs in Enschede voor primair onderwijs en speciaal onderwijs gepresenteerd. Op alle basisscholen in de gemeente Enschede wordt met dit vakwerkplan gewerkt. Het vakwerkplan is gemaakt, zodat er 1 les bewegingsonderwijs gegeven wordt door de groepsleerkracht en 1 les bewegingsonderwijs door de vakleerkracht bewegingsonderwijs. Op de Spinaker worden alle lessen bewegingsonderwijs gegeven door een vakleerkracht. Met het schrijven van een nieuw Vakwerkplan: willen we voldoen aan de wettelijke kerndoelen voor het Bewegingsonderwijs, streven we naar een actuele en eenduidige werkwijze voor het vak, streven we naar bewegingsonderwijs door vak- en groepsleerkrachten, kunnen we een longitudinale lijn (doorgaande lijn) in het Bewegingsonderwijs voor de leerlingen van groep 1 t/m 8 bewerkstelligen, bij ons groep 3 t/m 8, ondersteunen we de groepsleerkrachten vakinhoudelijk en didactisch, o.a. door middel van voorbeeldlessen, kiezen we voor het Leerlingvolgsysteem Enschede, waarbij we niet alleen de motorische ontwikkeling op school volgen (kwalitatieve beweegnorm), maar ook de tijd die buiten school aan bewegen wordt besteed (kwantitatieve beweegnorm), zijn we in staat een goede verantwoording af te leggen richting de onderwijsinspectie, willen we de zorgverbreding eenduidig vormgeven (verwijzingen naar motorische remedial teaching, kinderfysiotherapie), sluiten we aan bij de gemeentelijke sporttoernooien, schoolvaardigheidproeven en andere sportstimuleringsprojecten. Daarnaast wordt in schooljaar 2015-2016 gestart met het 4-jarig traject BeweegWijs. Het doel is om leerlingen bewuster te leren spelen op het plein. Hierbij worden we ondersteund door Ron te Broeke van BeweegWijs. Methoden/materialen Het vakwerkplan bewegingsonderwijs Enschede wordt gebruikt voor de lessen die worden gegeven op school. Dit vakwerkplan is geschreven vanuit het bewegingsdocument. Relatie met de kerndoelen
Schoolplan SBO de Spinaker 2015-2019
37
De kerndoelen zijn verwerkt in het vakwerkplan. Deze zijn te vinden op http://www.kvlo.nl/sf.mcgi?175 Uitvoering in de praktijk Op SBO de Spinaker worden alle lessen gegeven door de vakleerkracht bewegingsonderwijs. Dit houdt in dat de leerlingen 2x 45 minuten bewegingsonderwijs in de week hebben. De leerlingen van groep 6 krijgen een half jaar 1x per week zwemonderwijs. We proberen altijd tijd vrij te maken in het rooster om m.r.t. te geven op school. M.r.t. is voor de kinderen die extra zorg nodig hebben m.b.t. de motoriek. De vakleerkracht bewegingsonderwijs screent ook kinderen tijdens de lessen bewegingsonderwijs die eventueel worden verwezen naar de kinderfysiotherapie. Dit doet hij samen met de groepsleerkracht en onderwijskundig begeleider. Beleidsvoornemens/plannen De beleidsvoornemens zijn opgenomen in het beleidsplan, hoofdstuk 8. 4.8 Sociaal emotionele ontwikkeling en levensbeschouwelijk onderwijs Doelen van de school De leerlingen moeten zich zo veel mogelijk ontwikkelen tot een sociaal vaardige, betrokken en zelfstandige volwassene die respectvol omgaat met de medemens, ongeacht hun ras of geloof. Sociaal-emotioneel leren kent vijf competenties 1. Besef hebben van jezelf (ik) 2. Zelfmanagement (ik) 3. Besef hebben van de ander (jij) 4. Relaties kunnen hanteren (jij) 5. Keuzes kunnen maken (wij) De leerlijnen van het CED omtrent gedrag sluiten aan bij het onderwijs dat we op de Spinaker bieden: 1. Leerlijnen Jezelf presenteren Een keuze maken Opkomen voor jezelf De leerlingen leren met gevoel voor zelfvertrouwen en zelfwaardering omgaan met de eigen mogelijkheden en grenzen en leren uiting geven aan eigen wensen, gevoelens en opvattingen. 2. Sociaal gedrag Ervaringen delen Aardig doen Omgaan met ruzie De leerlingen leren naar algemeen geaccepteerde normen en waarden omgaan met anderen en leren samenwerken aan een gezamenlijke taak of gezamenlijk spel en leren omgaan met conflictsituaties. In het onderwijs op de Spinaker wordt door het geven van adaptief onderwijs, projectonderwijs bovenstaande competenties bij leerlingen gestimuleerd. Daarbij rekening houdend met de verschillende ontwikkelingsfasen en de persoonlijkheidskenmerken van de leerlingen. Verder wordt het belang van sociale vaardigheden duidelijk gemaakt aan de leerlingen door middel van: PBS gedragslessen, lessen uit de methode “Kinderen en hun sociale talenten”,
Schoolplan SBO de Spinaker 2015-2019
38
groepsvormingslessen.
PBS Er wordt gewerkt met PBS, een schoolbrede, preventieve aanpak van gedrag, gericht op alle leerlingen. Gericht op het aanleren en bekrachtigen van positief gedrag met als doel: Een veilige omgeving scheppen die: leerling- en leraar vriendelijk is, bevordert dat leerlingen zich sociaal gedragen en zo goed mogelijk presteren. De kern van de SWPBS aanpak De volgende zes elementen vormen samen het hart van de SWPBS-aanpak: 1. SWPBS staat voor een schoolbrede aanpak. 2. Preventie staat centraal. 3. SWPBS-scholen maken hun gedragsverwachtingen concreet, leren het gewenste gedrag aan en bekrachtigen dit gedrag systematisch. 4. De SWPBS stuurt aan op data over het gedrag van de leerlingen. 5. Er is sprake van partnerschap met ouders en ketenpartners. 6. PBS wordt gewaarborgd met een kwaliteitssysteem. Methoden/materialen PBS gedrag lessen: ruimte, klas “Kinderen en hun sociale talenten” Emotiebord (methode PAD ) Complimentenlijst (uit het programma PAD) Povomap Methode: Heb ’t Lef (i.h.k.v. het levensbeschouwelijk onderwijs) Een doos vol gevoelens Een huis van gevoelens Energizers Prentenboeken serie: “Kijk en beleef” en andere Verschillende CD’s o.a. kindertelefoon / Beertje Anders Materialen rondom relaties en seksualiteit Programma “Lekker in je vel” seksuele voorlichting groep 8 Pestprogramma / protocol en materialen rondom dit onderwerp Pestpreventie SWPBS Stop-loop-praat Materialen over het onderwerp rouwverwerking. Toetsen: Structureel: Scol (2x per jaar) Scol leerlingen Socitijger (2x per jaar) AVL en SVL (schoolverlaters) Leerlingen enquête: o.a.: vanuit de Kwaliteits Meter Primair Onderwijs (1x per 2 jaar) Incidenteel: BOTS Diverse signaleringslijsten (PDD-NOS, ADHD etc.) CBCL, TRF
Schoolplan SBO de Spinaker 2015-2019
39
Persoonlijkheidsonderzoek (CBSK, FRT, SAS-K, MPV-J, sociale angstschaal etc.) Relatie met de kerndoelen De kerndoelen 34 t/m 39 hebben hierin een plek gekregen. Uitvoering in de praktijk Op de Spinaker is een jaarplanning waarin alle gedragslessen op basis van respect, verantwoordelijkheid en veiligheid geschreven zijn. Deze lessen hebben betrekking op alle ruimtes in de school en in de klas en worden systematisch aangeboden. Twee keer in het jaar (najaar en voorjaar) wordt de scol (sociale competentielijst) ingevuld door leerkrachten en leerlingen vanaf groep 6. Aan de hand van deze uitslagen worden de lessen uit de methode “Kinderen en hun sociale talenten“ gegeven. Verder wordt er rekening gehouden met het sociometrisch onderzoek (socitijger), welke gelijk met scol wordt afgenomen. In de planning staat verder:
groepsvormingslessen, pestpreventie, levensbeschouwelijk onderwijs, seksualiteit en relaties.
Iedere leerkracht heeft de planning in de map “SEL op de Spinaker”. In deze map bevindt zich ook ander materiaal waaronder de gedraglessen. De vertaalslag naar de praktijk vindt plaats gedurende de hele dag. Op school is één collega i.h.k.v. de functiemix benoemd tot de coördinator voor de zorg rondom de planmatige uitvoering van de sociale emotionele ontwikkeling. Beleidsvoornemens/plannen De beleidsvoornemens zijn opgenomen in het beleidsplan, hoofdstuk 8. 4.9 Actief burgerschap en sociale integratie Sport en bewegen Het is juist in deze leeftijdsfase belangrijk dat de leerling leert zijn of haar zelfvertrouwen te hervinden in de eigen bewegingsmogelijkheden. Ook wordt de leerling zich bewuster van de mogelijkheden en onmogelijkheden van zichzelf en van de ander. Het is van belang dat de leerling de kans krijgt om de eigen mogelijkheden te verkennen. Het omgaan met verschillen zoals belangstelling, begaafdheid en tempo spelen voortdurend een rol en vragen om uitdagende en aansprekende bewegingssituaties. Binnen ‘Sport en bewegen’ wordt veelvuldig een beroep gedaan op allerlei vaardigheden. Er zijn tal van situaties, waarbij leerlingen elkaar helpen, rollen en taken verdelen, letten op veiligheid, respect en zorg hebben voor elkaar, waarin ze samenwerken en samen spelen en waarin ze met elkaar regels afspreken. Het zijn allemaal taken die samen bewegen mogelijk maken, ook als de onderlinge verschillen groot zijn. Leerlingen leren op deze manier taken te verrichten, zodat ze de verantwoordelijkheid voor hun eigen bewegen kunnen dragen. Daarnaast proberen we met een groot sport- en bewegingsaanbod de leerlingen binnen de sportvereniging te krijgen. Voor SBO leerlingen ligt dat niet meteen voor de hand. Veel leerlingen krij-
Schoolplan SBO de Spinaker 2015-2019
40
gen niet meteen die aansluiting bij een vereniging. Sport beoefenen helpt om keuzes te maken en kan een opstap zijn naar een sportvereniging. Activiteiten die hier bijhoren: de inzet van extra aantrekkelijke sportactiviteiten zoals bv. streetdance en schaatsen. De sportkalender voor sporttoernooien met aandacht voor voetbal, basketbal en zwemmen, de eigen jaarlijkse SBO sportdag. Kunst en cultuur Leerlingen verwerven zich in een aan de leerlingenpopulatie aangepaste leeromgeving inzicht in de rol en de betekenis van tekeningen, schilderijen, beelden, architectuur, film, foto’s, dans, mode, toneel en muziek in hun persoonlijk leven, in dat van anderen en in de functie ervan in de maatschappij. Onderdeel van deze oriëntatie is dat leerlingen ook oog leren krijgen voor de culturele diversiteit in de samenleving. Leerlingen maken zich vaardigheden eigen om fantasieën, gevoelens, ideeën, meningen, situaties en gebeurtenissen zicht- en/of hoorbaar te maken in zelfgemaakte en ook voor anderen zichtbare beelden, in dans, in dramatisch spel of in muziek. Activiteiten die hier bijhoren: tussenschoolse en naschoolse activiteiten gericht op kunst en cultuur, aandacht in school voor feesten, optredens, presentaties en andere uitvoeringen, excursies, bezoek aan muziekcentrum, musea e.d. Oriëntatie op mens en wereld Vanaf de jongste groep komt de leerling al in aanraking met taal, binnen en buiten de school. Kinderen leren d.m.v. de lessen die op school worden gegeven. Brede beheersing van de taal maakt het leerlingen mogelijk om intensief deel te nemen aan de verschillende aspecten van het maatschappelijke leven, nu en in de toekomst. • Oriëntatie op mens en wereld: hieronder vallen de vakken aardrijkskunde en geschiedenis, natuuronderwijs, maar ook techniek, gezond en zelfredzaam gedrag, samenleving en milieu. Ook de persoonlijke betrokkenheid van leerlingen bij de ontwikkelingen in de wereld is van belang. Zij zijn immers de jeugdige burgers van nu, van wie wij in de toekomst zullen vragen standpunten in te nemen en beslissingen te nemen over zaken van persoonlijk en algemeen belang. Het gaat daarom niet alleen om het begrijpen van verschijnselen in de actuele maatschappelijke werkelijkheid (het kennisperspectief: Hoe zit het?), maar ook om het leren waarderen of beoordelen daarvan (het ethisch perspectief: Wat vind ik ervan?). Het ideaal is dat leerlingen op informatie gebaseerde en beargumenteerde beslissingen leren. Activiteiten die hier bijhoren zijn o.a.: kijken en bespreken van het weekjournaal / jeugdjournaal, lessen nieuwsbegrip, themaleren, lessen Sociaal emotionele ontwikkeling. Veiligheidsplan Wij kiezen voor een veilige school; waar kinderen, ouders en leerkrachten zich veilig voelen in school en omgeving en met plezier naar school gaan. Ons doel is dat er een samenwerking ontstaat tussen ouder, kind en school. Er is een veiligheidsplan waarin het preventieve, curatieve en repressieve beleid inhoudelijk staat beschreven. Ook zijn hier het pestprotocol en het veilig internet protocol opgenomen. Op de school hebben we twee vertrouwenspersonen, drie bedrijfshulpverleners en twee intermediairs agressie en geweld. In 2011-2012 zijn we gestart met een leerlingenraad. In de schoolgids staat de verwijzing naar de klachtenregeling.
Schoolplan SBO de Spinaker 2015-2019
41
4.10
Het computeronderwijs
Voor het inrichten van het computeronderwijs laten we ons voor een deel leiden door het Strategisch Perspectief van Consent én het ICT bestuursbeleidsplan 2015-2022. Het ontwerp van het nieuwe ICT plan bevindt zich in de eindfase. In het stuk hieronder maken we gebruik van de conceptversie van dit plan. Visie en missie Consent. Wij willen nu en in de toekomst onderwijs bieden dat het verschil maakt. Onze missie is om kinderen een stevige basis te bieden om de onzekere toekomst te lijf te kunnen. Cognitieve vaardigheden zijn daarvoor niet meer voldoende. Waar het vooral om gaat is: leren leren, leren communiceren en leren je eigen geluk te organiseren. Onze ‘merkbelofte’ luidt: ’Geef ons je talent, je krijgt er een toekomst voor terug’. Tegelijkertijd onderschrijft Consent de stelling:
“Onze kinderen leven in een compleet nieuwe wereld, waarin iedereen met elkaar verbonden is. Dit heeft enorme gevolgen, ook voor ons onderwijs. Er zit nog steeds een grote kloof tussen wat wij onze kinderen leren en wat ze in de toekomst nodig hebben.” (Marc Prensky) Op de Spinaker willen we hier aan tegemoet komen door uit onze leerlingen te halen wat er in zit. We willen ze voorbereiden op een toekomst waarvan we niet weten hoe die er uit ziet. Dit houdt voor ons in dat ICT faciliterend moet zijn om het onderwijs leuker, beter en aantrekkelijker te maken. Maar ook dat we aandacht moeten besteden aan de 21th Century Skills waarbinnen m.n. de ontwikkeling van ICT geletterdheid specifieke aandacht behoeft. Beleidsvoornemens Spinaker: We willen als school voorloper zijn of tenminste een ‘early adapter’. Zonder overigens blind te varen op hypes. We zijn voorzichtig aan het voorsorteren op het werken in ‘de Cloud’, door invoering van webbased programma’s als Office 365, QLiCT Online, BasisPoort (WIG, Taal actief), Dotcomschool, Prowise, Script en Groove Me. Er is verantwoorde ruimte voor het ontdekken van de zin, inpasbaarheid en noodzaak van integratie van Social Media en programmeren binnen het dagelijkse onderwijs. Verder richten we ons onderwijs steeds meer in voor gepersonaliseerd leren met adaptieve software op verschillende devices op flexibele werkplekken. Door inzet van laptops, iPads en mogelijk ook ChromeBooks. Om mee te kunnen komen in deze ontwikkeling zullen we ons als team blijven professionaliseren en planmatig te werk gaan. De plannen voor onze school m.b.t. het ICT beleid zijn terug te vinden in de beleidsvoornemens ICT. 4.11 Onze ondersteuning voor de leerlingen 4.11.1 De Onderwijskundige begeleiding Binnen het samenwerkingsverband wordt veel geïnvesteerd in de kwaliteit van de Onderwijskundige begeleiders. Eén van de onderwijskundige begeleiders van de Spinaker is tevens Collegiaal Consulent. De nieuwste ontwikkelingen worden door haar gevolgd en zij staat flexibel in haar werk door de gecombineerde baan met een reële kijk naar het basisonderwijs en naar het speciaal basisonderwijs toe. Bij het systeem van onderwijskundige begeleiding ligt het accent op samenwerking tussen de verschillende geledingen binnen de school.
Schoolplan SBO de Spinaker 2015-2019
42
Hierbij staat de onderwijsvisie (het schoolconcept) centraal en richt de onderwijsverbetering zich zowel op de leerlingen, de leerkracht als de schoolorganisatie. Bij het vormgeven hiervan wordt sterk de behoefte aan collegiale samenwerking gevoeld. De school functioneert hierbij op het niveau van afstemming; Voortdurende afstemming op de onderwijsbehoeften en mogelijkheden van de leerlingen door de groepsleerkracht zelf. De nadruk ligt op preventie. De onderwijskundige begeleider heeft hierbij een coachende taak; leerkrachtgericht begeleiden. De onderwijskundige begeleider maakt onderwijskundige analyses op school- en groepsniveau. Hij/ zij begeleidt de collegae bij het implementeren van onderwijskundige ontwikkelingen in de groep. De onderwijskundige begeleider speelt een belangrijke rol in de onderwijskundige ontwikkelingen binnen de school. Hij/zij heeft hiermee een specifieke positie binnen het management van de school. De directeur initieert de onderwijsverbeteringen / ontwikkelingen, werkt vanuit een duidelijke visie, vertaalt deze visie naar activiteiten op groeps- en schoolniveau, neemt besluiten met het oog op de belangen van leerlingen, heeft hoge verwachtingen ten aanzien van leerkrachten en leerlingen, faciliteert en stelt zich naar buiten toe actief op met het oog op het verkrijgen / organiseren van nascholing en ondersteuning. 4.11.2 Overlegstructuur leerlingondersteuning In het SBO doen zich grote verschillen voor tussen leerlingen. Binnen de groepen is dat goed te merken. De leraar richt zijn onderwijs zo in dat hij tegemoet kan komen aan deze verschillen. Vanuit de gegevens over de leerlingen creëert de leraar een planmatig onderwijsaanbod, waarin zowel de verschillen tussen de leerlingen als het samenleven en leren in een groep tot hun recht komen. Het uitgangspunt is de ondersteuningsbehoefte van de leerling. Hierbij wordt uitgegaan van het ontwikkelingsperspectief: het huidige didactische niveau van de leerling, de intelligentie, het leerrendement, de pedagogische aspecten en de referentieniveaus. Het motto “eruit halen wat erin zit” staat hoog in het vaandel. De leerlingen worden zoveel mogelijk geclusterd in een groepsgewijze aanpak: het groepsplan. Binnen een groepsplan worden verschillende aanpakken gehanteerd, volgens het IGDI model. Groepsplannen zijn zowel pedagogisch als didactisch van aard. Er wordt dus onderwijs gepland op de verschillende vak- en vormingsgebieden. Voor (groepen) leerlingen worden haalbare doelen gesteld en naar verwachting succesvolle leerroutes uitgestippeld. Laat een leerling onvoldoende zien wat hij/zij zou moeten kunnen halen, dan wordt er gewerkt met een individueel handelingsplan. Dit kan zowel op didactisch en/of sociaal emotioneel niveau. Binnen het SBO is het totale werkproces te vatten in het cyclisch model Plan-do-study-act. Er is een onderverdeling gemaakt tussen de basis ondersteuning, breedte ondersteuning en diepte ondersteuning.
Schoolplan SBO de Spinaker 2015-2019
43
1. De Basis ondersteuning Het Basis Team Deelnemers De directeur als voorzitter van het Basis Team, de onderwijskundig begeleiders en de onderwijsadviseur. Inhoud In het Basis Team gaat het om het primaire proces in de groep en in school. Het opbrengstgericht en handelingsgericht werken staat centraal: alle opbrengsten worden geanalyseerd en zijn een opmaat voor verbeterplannen op school- en groepsniveau. De bevindingen van het Basis Team worden vervolgens in een teamvergadering besproken met de leerkrachten, de datamuur bespreking. De analyses vanuit de teamvergadering worden meegenomen in de verbeterplannen. Het Basis Team kan leerlingen inbrengen in het Breedte Team. Vanuit deze bespreking kunnen acties voortkomen, zoals extra klassenconsultaties (naast de reguliere klassenconsultaties), observaties, nader didactisch onderzoek, psychologisch onderzoek, SVIB trajecten etc. Naast deze bespreking in het Basis Team vinden er meer besprekingen plaats die vallen onder de Basis ondersteuning. Frequentie 4 keer per jaar. De leerlingbespreking (volgen en eventueel bijstellen van OPP) Deelnemers De onderwijskundig begeleiders en de groepsleerkracht. Inhoud Het bespreken en analyseren van vorderingen van de leerlingen op het gebied van de didactische ontwikkeling en de sociaal-emotionele ontwikkeling. Deze bespreking vindt plaats met leerkracht en de onderwijskundig begeleider. Alle leerlingen worden door de groepsleerkracht ingebracht. N.a.v. alle toets resultaten en het OPP bekijken zij samen of het leerrendement overeenkomt met het vastgestelde ontwikkelingsperspectief van de leerling m.b.t. de vorderingen op het gebied van de instrumentele vaardigheden. Vanuit deze bespreking kunnen acties voortkomen, zoals klassenconsultaties, observaties, nader didactisch onderzoek, SVIB trajecten etc. Vanuit de leerlingbespreking kan een leerling worden doorverwezen naar het Breedte Team. In deze bespreking wordt bovendien gekeken naar de sociaal emotionele ontwikkeling. Frequentie 2 keer per jaar en één keer overdracht. De groepsbesprekingen Deelnemers Onderwijskundig begeleiders en groepsleerkracht. Inhoud De groep wordt door de groepsleerkracht ingebracht. De leerkracht heeft de groep in kaart gebracht met een schoolbreed format. Er wordt besproken hoe de leerkracht het onderwijs binnen zijn groep vormgeeft op didactisch en pedagogisch gebied. Daarnaast worden de groepsresultaten geanalyseerd en omgezet in acties voor zowel de leerkracht als de leerlingen. Naar aanleiding van deze besprekingen worden onder verantwoordelijkheid van de onderwijskundig begeleider handelingsplannen gemaakt voor de instrumentele vaardigheden en de sociaal emotionele ontwikkeling. Waar nodig worden, naast de geplande klassenconsultaties nog extra klassenconsultaties gepland. Frequentie 3 keer waarvan de eerste een specifieke bespreking over de sociaal emotionele ontwikkeling. Schoolplan SBO de Spinaker 2015-2019
44
De pre-adviesbesprekingen Deelnemers De groepsleerkracht, orthopedagoog, onderwijskundig begeleiders en de orthopedagogen/zorg coördinatoren van het VO. De directeur is de voorzitter. Inhoud De adviezen van de school worden vooraf besproken met het voortgezet onderwijs, de ontvangende scholen. Frequentie 1x in februari. De adviesbesprekingen Deelnemers De groepsleerkracht en de ouders. Afhankelijk van het gesprek kan de onderwijskundig begeleiders of de directeur bij het gesprek aanwezig zijn. De directeur is eindverantwoordelijk en is altijd op de hoogte van het opgestelde advies. Inhoud Er wordt een advies opgesteld dat met de ouders wordt besproken. Voor de schoolverlaters van groep 8 geldt dat het onderwijskundig rapport met de ouders besproken wordt. De groepsleerkracht brengt namens de school het opgestelde advies uit. Frequentie In de periode februari (schoolverlaters) of indien nodig op het voorkomende moment. (in het geval van plaatsing andere school) Werkoverleg directeur en onderwijskundig begeleiders Deelnemers De onderwijskundig begeleiders en de directeur. Inhoud Hierin wordt door de onderwijskundig begeleiders verslag gedaan van het Breedte Team overleg. Verder worden er lopende zaken rondom ondersteuning besproken en worden beleidsmatige trajecten gevolgd en geëvalueerd. Er wordt gewerkt met een agenda. De punten worden door alle aanwezigen aangeleverd. Er vindt verslaglegging plaats. Vorm Sociocratisch vergaderen. Frequentie 1x per 2 weken. De Teamvergadering (TV) Deelnemers Alle teamleden die op de dag van vergadering aanwezig zijn. Teamleden die parttime werken kunnen aansluiten. Inhoud Elke teamvergadering staat een bepaald thema centraal op het gebied van de instrumentele vaardigheden, logopedie, gymnastiek, sociaal emotioneel etc. Ook specifieke punten als IPB beleid, verzuimbeleid, etc. Deels wordt de punten aan het begin van het schooljaar al ingepland. Twee keer per jaar vindt er een datamuur bespreking plaats tijdens de teamvergadering of een studiedag. Hierbij worden de resultaten van de leerlingen op groeps- en schoolniveau bekeken, geanalyseerd om te ontdekken wat de succesfactoren zijn en te komen tot ontwikkelpunten (kwaliteitsverbeterplan). Vorm Sociocratisch vergaderen. Frequentie Schoolplan SBO de Spinaker 2015-2019
45
1 keer in de twee weken. Er vindt verslaglegging plaats d.m.v. notulen en een afsprakenlijst. De TV vindt wisselend plaats op dinsdag en donderdag. De bouwvergadering Deelnemers De teamleden van de bouw aangevuld met de ambulante mensen, die op de dag van vergaderen aanwezig zijn, en indien nodig de onderwijskundig begeleiders. Inhoud De bespreking bestaat uit twee delen. Het eerste deel is een huishoudelijk deel de bouw betreffend. Het tweede deel heeft als inhoud de onderwijskundige ontwikkelingen. Deels worden de punten aan het begin van het schooljaar al gepland i.h.k.v. borging. In de bouw wordt de uitvoering besproken van het beleid dat in het Breed Bouw Overleg is vastgesteld. Het tweede deel van de bouwvergadering kan ook van praktische aard zijn in de vorm van een werkmiddag. Er vindt verslaglegging plaats in de vorm van notulen van o.a. voorgenomen besluiten. Vorm Sociocratisch vergaderen. De bouwcoördinator is de voorzitter en het notuleren wordt steeds gerouleerd. Frequentie 1 keer per 2 weken. Het Breed Bouw Overleg Deelnemers De Bouwcoördinatoren, de onderwijskundig begeleiders onder voorzitterschap van de directeur. Inhoud Aan het begin van het schooljaar worden de planning voor het hele jaar gemaakt. Alle vakgebieden worden, i.h.k.v. de borging, ingepland. In deze bespreking wordt ook de voortgang van de onderwijsontwikkelingen geëvalueerd en worden de knelpunten besproken. Hier wordt een groot deel van het beleid gemaakt. Vorm Sociocratisch vergaderen. Frequentie 6 keer per jaar. Er vindt verslaglegging plaats. 2. De Breedte ondersteuning Het breedte team Deelnemers De onderwijskundig begeleiders, de orthopedagoog, de leerkracht passend onderwijs (bij de POG leerlingen), de schoolmaatschappelijk werker en de groepsleerkracht (indien mogelijk). Eén van de onderwijskundigbegeleiders is voorzitter. De directeur is alleen op aanvraag aanwezig. Inhoud In het Breedte Team worden leerlingen besproken die vanuit het Basis Team worden ingebracht en waarvoor ouders toestemming hebben gegeven. Het zijn leerlingen met een specifieke onderwijs en/of ondersteuningsbehoefte. Van de leerlingen die ingebracht worden is altijd een bouwsteen ingevuld door de leerkracht met een ondersteuningsvraag. Vanuit deze bespreking kunnen acties voortkomen zoals: observaties, nader didactisch onderzoek, psychologisch onderzoek, SVIB trajecten etc. Deze acties worden altijd met ouders besproken. Het Breedte Team kan leerlingen aanmelden voor het Diepte Team. Frequentie: Schoolplan SBO de Spinaker 2015-2019
46
6 keer per jaar. Het ondersteuningsteam Deelnemers De onderwijskundig begeleiders, de orthopedagoog, de schoolmaatschappelijk werkers en de schoolverpleegkundige. De directeur is eindverantwoordelijk en is altijd op de hoogte van genomen besluiten en acties. Inhoud Indien nodig wordt het BT een ondersteuningsteam. Het doel is tot een meer sluitend jeugdbeleid te komen door aanvullende psychosociale dienstverlening. Frequentie: 4 keer per jaar. De bespreking duurt anderhalf uur. 3. De Diepte ondersteuning Het Diepte Team Deelnemers SPOE, schoolarts, maatschappelijk werk, orthopedagoog van het SO, leerkracht passend onderwijs (bij POG leerlingen). Inhoud In het Diepte Team worden leerlingen besproken die vanuit het Breedte Team worden ingebracht en waarvoor ouders toestemming hebben gegeven. Het zijn leerlingen waar ernstige handelingsverlegenheid een rol speelt. Specifieke leerling kenmerken spelen veelal een belangrijke rol. Leerlingen die in het Diepte Team worden besproken zullen in veel gevallen naar het SO verwezen worden of mogelijk als passend onderwijs leerling onderwijs volgen op het SBO. De directeur is eindverantwoordelijk en wordt op de hoogte gehouden van genomen besluiten en acties. In dit traject spelen ouders een prominente rol. Frequentie: op aanvraag. 4.11.3 Het leerlingvolgsysteem Alle leerlingen tot juli 2015 zijn ingevoerd in DOTCOM. Vanaf schooljaar 2015-2016 wordt de overstap gemaakt naar PlanB2 en Script. Binnen dit systeem komt alle informatie rondom een leerling bij elkaar. Hierin worden alle verslagen, observaties, gesprekken, logboeken, huisbezoeken, overleggen met externen, etc. ingevoerd door het personeelslid dat de informatie heeft. Daarnaast hanteert de school het CITO leerlingvolgsysteem waarmee het mogelijk is: De vorderingen van individuele leerlingen te volgen. De vorderingen van een stam- / niveaugroep te volgen. De vorderingen van leerlingen op schoolniveau volgen. Deze gegevens worden weer ingelezen in het programma PlanB2 / Script. Binnen DOTCOM is gewerkt met de module OPP en hebben we van alle leerlingen het ontwikkelingsperspectief vastgesteld. Dit wordt vanaf augustus 2015 ingevoerd in PlanB2 / script. Het leerlingvolgsysteem dient als onderwijskundig instrument en bepaalt het dagelijks handelen binnen de school. Daarnaast volgen we alle leerlingen op sociaal emotioneel gebied met de Scol, sociale competentie, observatielijst. Schoolplan SBO de Spinaker 2015-2019
47
4.11.4 De interne procedure voor omgaan met opvallende leerlingen Stap 1: Leerkracht bespreekt met ouders en collega-leerkrachten de zorg rondom een leerling. De leerkracht vult bouwsteen 1 in. Hier geldt de basisondersteuning. Eén of meerdere individuele handelingsplannen behoren tot de mogelijkheden. Stap 2: Zorgen rondom de leerling blijven. De leerkracht bespreekt de leerling met de Onderwijskundig Begeleider en vult bouwsteen 2 in. Samen worden individuele handelingsplannen opgesteld en uitgevoerd en geëvalueerd. Ouders worden hierbij betrokken. Stap 3: Zorgen rondom de leerling blijven. De ouders wordt om toestemming gevraag de leerling te bespreken in het Breedte Team. Leerkracht vult een aanvraagformulier voor het Breedte Team in waarin een duidelijke vraagstelling staat geformuleerd. De leerling wordt binnen het Breedte Team besproken door de leerkracht met Onderwijskundig Begeleider/ orthopedagoog. In overleg met ouders, leerkracht, Onderwijskundig Begeleider/ orthopedagoog, directeur wordt, na handelingsgerichte diagnostiek besproken welke vervolgacties genomen moeten worden: nader onderzoek intelligentie, observatie, nader onderzoek persoonlijkheid, overleg met maatschappelijk werk en/of schoolverpleegkundige of schoolarts, inschakelen leerplicht, inschakelen bestuur. Het plan wordt geëvalueerd met leerkracht, Onderwijskundig Begeleider/ orthopedagoog en ouders. Stap 4: Zorgen rondom de leerling blijven. De ouders wordt om toestemming gevraagd de leerling te bespreken in het Diepte Team. Dit zijn de orthopedagogen en de coördinator van het Steunpunt Onderwijs Enschede (SPOE), op maat aangevuld met schoolarts, schoolmaatschappelijk werker, orthopedagoog en directie SO. Ouders kunnen voor overleg uitgenodigd worden als ervaringsdeskundige. Het Diepte Team brengt na informatie en onderzoek een advies uit. Het advies wordt door de directeur met de ouders besproken. Schorsing en verwijdering Vertoont een leerling gedrag waarbij de veiligheid van de leerling zelf, de medeleerlingen en/of de leerkracht in het geding komen, dan kan in het uiterste geval overgegaan worden tot schorsing en eventueel verwijdering. Hiervoor wordt het protocol van het bestuur Consent gehanteerd. 4.11.5 Samenwerking met het samenwerkingsverband Het SBO is nauw betrokken bij het samenwerkingsverband. Meerdere onderwijskundige begeleiders zijn ook werkzaam bij het samenwerkingsverband als collegiaal consulent en/of als PBS coach.
Schoolplan SBO de Spinaker 2015-2019
48
De directeur is deels werkzaam bij het samenwerkingsverband en deels bij het bestuur als collegiaal directeur in de kwaliteitsgroep. Een aantal medewerkers van het SBO deelt de expertise met de basisscholen: dyslexie protocol opzetten op de basisschool, ondersteuning van leerlingen met extra arrangementen en hun leerkrachten in het basisonderwijs. Het uitdragen van de expertise van het SBO naar het BaO is de komende jaren een speerpunt. Het SBO maakt ook veelvuldig gebruik van de expertise van het samenwerkingsverband: opzetten van een dyslexielijn, orthopedagoog voor de passend onderwijsgroep, opstarten van de OPP’s. Daarnaast participeert het SBO in de onderwijskundige ontwikkelingen die door het samenwerkingsverband worden opgestart zoals het leesverbeterplan, rekenverbeterplan, werken met hoogbegaafdheidsprofielen, PBS, co-teaching. De opbrengsten van het SBO worden besproken in de databijeenkomsten op school. Daarnaast worden de opbrengsten gedeeld en besproken met alle scholen van Consent en VCO. Dit wordt georganiseerd door het samenwerkingsverband. Hieruit volgen acties die opgenomen worden in het kwaliteitsverbeterplan.
Schoolplan SBO de Spinaker 2015-2019
49
5 De inzet en ontwikkeling van ons personeel
5.1 Doelen van ons personeelsbeleid Personeel vormt één van de belangrijkste instrumenten om beleidsdoelstellingen te verwezenlijken. Binnen onze organisatie willen wij dan ook zodanige randvoorwaarden creëren dat de werknemers in staat worden gesteld de geformuleerde beleidsdoelen te realiseren. Deze randvoorwaarden en de visie van de Stichting Consent op personeel en organisatie zijn vastgelegd in onder meer het Strategisch Perspectief 2012-2022 en het Integraal Personeelsbeleidsplan. Op die wijze wordt de komende jaren ingezet op een verdere kwaliteitsverbetering onder het personeel. 5.2 Huidige situatie De afgelopen jaren is een groot aantal (personele) beleidsinstrumenten ontwikkeld. De beleidsdocumenten staan op de Consent site te weten www.consent-enschede.nl. Naast de wijzigingen en aanpassingen in de arbeidsvoorwaarden onder meer als gevolg van de invoering van een nieuwe Collectieve Arbeidsovereenkomst voor het primair onderwijs is de afgelopen periode ook een hoge prioriteit toegekend aan de professionalisering van het personeel. Met de inrichting van een eigen opleidingscentrum onder de werknaam Academie VCO/Consent is aan dit onderdeel, naast de reeds bestaande mogelijkheden, concreet invulling gegeven. Op SBO de Spinaker zijn alle leerkrachten, naast het PA/PABO diploma, ook in het bezit van de SBO post-HBO opleiding of de Master SEN / MLI. Daarnaast beschikken alle leerkrachten over de bevoegdheid om de lessen in het vak bewegingsonderwijs te geven. Schoolbreed heeft het hele team geparticipeerd in de nascholing rondom het leesverbeterplan en het rekenverbeterplan. I.h.k.v. het rekenverbeterplan hebben twee onderwijskundig begeleiders de opleiding tot rekencoördinator gevolgd. Teambreed hebben we het nascholingsaanbod van Marco Bastmeijer gevolgd en bij de start van schooljaar 2015-2016 is de school gecertificeerd VierKeerWijzer i.h.k.v. themaleren. Ook heeft het hele team 3 jaar het project PBS gevolgd. Eén van de leerkrachten is i.h.k.v. de functiemix, de coördinator van het themaleren. In het kader van de functiemix draagt ook één leerkracht extra zorg voor het beleid rondom de sociaal emotionele ontwikkeling. Zij heeft hiervoor meerdere opleidingen gevolgd. De onderwijskundig begeleiders hebben alle drie de IB-opleiding afgerond. De ICT coördinator volgt cursussen op maat. Het nascholingsbeleid is opgenomen in het IPB beleid van school. We zijn aan het onderzoeken welke teambrede nascholing, vanuit het samenwerkingsverband, we gaan volgen rondom “gedrag”. In schooljaar 2015-2016 is gestart met het 3-jarig traject ‘BeweegWijs’. 5.3 Beleidsvoornemens/plannen De komende jaren wordt aandacht besteed aan een verdere implementatie van het Integraal Personeelsbeleid in al zijn facetten. Met het oog op de toenemende vergrijzing van het personeelsbestand en de te verwachten omvang van het natuurlijk verloop is het, anticiperend op deze ontwikkeling, van groot belang tijdig te investeren in nieuwe werknemers. Met de inrichting van onder meer een talentenpool wordt een concrete invulling gegeven aan het kwaliteitsbeleid.
Schoolplan SBO de Spinaker 2015-2019
50
6 Overige beleidsterreinen
6.1 Algemeen strategisch beleid Stichting Consent Inleiding In het Strategisch perspectief 2022 ‘Onze blik op de toekomst’, staat het strategisch beleid en onze ambitie weergegeven voor alle scholen van Consent voor de periode van 2015 tot 2022. Hiervoor hanteren we de volgende missie: Consent wil nu en in de toekomst onderwijs bieden dat het verschil maakt. Het is onze missie om kinderen een stevige (excellente) basis te bieden, om de toekomst te lijf te kunnen. We willen kinderen ‘Leren leren’, ‘Leren communiceren’ en ‘Leren hun eigen geluk te organiseren’. Onze merkbelofte luidt; ‘geef ons je talent, je krijgt er een toekomst voor terug’. Vanuit deze missie zijn vier kernwaarden geïdentificeerd die leidend zijn voor onze ontwikkeling. Die delen we en dat bindt ons. Deze kernwaarden zijn; excellent, aantrekkelijk, verbindend en betekenisvol. Op basis van dit Strategisch Perspectief 2022 komen we tot een vertaling van de gewenste toekomst voor Consent naar een aanpak hiervoor in een vijftal thema’s:
school voor de toekomst, sturen op geluk, ouderbetrokkenheid, ambassadeurschap / aantrekkelijke werkgever, Academie VCO Consent.
De deelname aan initiatieven die voortkomen uit het Strategisch Perspectief 2022 staat open voor alle scholen. In een meerjarenplanning, ’Operationeel Beleidsplan 2015-2019’, staat weergegeven welke doelen we in deze periode willen bereiken, wat de producten hiervan zijn, in welk jaar deze gerealiseerd zullen zijn en tegen welke kosten. Het operationeel beleidsplan is opgenomen in de meerjarenbegroting 2015-2019. Hieronder staan de speerpunten uit het operationeel beleidsplan:
School voor de toekomst: invulling geven aan het begrip “21e-eeuwse vaardigheden”, Academie VCO Consent als platform voor kennisverwerving en kennisdeling: ontwikkeling van programma’s gericht op professionalisering en uitwisseling van expertise, Groeiperspectief: alle scholen werken met een meetinstrument gericht op het in kaart brengen en analyseren van de leerwinst / groei in relatie tot het leerpotentieel van elke leerling, Sturen op geluk: ontwikkeling van lesprogramma’s. Bijvoorbeeld middels het Positief Educatie Programma van prof. Bohlmeijer of middels Schoolwide Positive Behavior Support (SWPBS), Ouderbetrokkenheid: het voeren van driehoekgesprekken met leerkracht, ouder en leerling vanaf groep 6, gericht op de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling van het kind, Ontwikkelen van een maatwerkprogramma gericht op het vergroten van ouderbetrokkkenheid, Uitwisseling van leerkrachten en schooldirecteuren met als doel inspiratie en kennisdeling, Ambassadeurschap: ontwikkelen van een Consent-brede leerlingenraad en goede voorbeelden van ambassadeurschap intern en extern onder de aandacht brengen,
Schoolplan SBO de Spinaker 2015-2019
51
Aantrekkelijke werkgever: focus op brede inzetbaarheid in combinatie met talentmanagement.
Niet alle wensen zullen gerealiseerd kunnen worden. Beleid maken is immers kiezen. In deze aanpak worden de speerpunten van ons beleid benoemd. Dat houdt in dat op de genoemde activiteiten de nadruk van het bovenschools beleid zal worden gelegd en (extra) middelen zullen worden ingezet. Dat neemt niet weg dat de hierna niet expliciet genoemde activiteiten geen aandacht zullen krijgen. Zo zal in de diverse schoolplannen en bij de besteding van reguliere middelen het Strategisch Perspectief 2022 herkenbaar zijn, zoals bijvoorbeeld de veelzijdigheid van ons onderwijsaanbod. 6.2 Ons financieel beleid Sinds 2006 kent het primair onderwijs lumpsumfinanciering. Dit betekent aan de ene kant beleidsmatige vrijheid ten aanzien van de besteding van de middelen, maar dit brengt anderzijds ook financiële risico’s en verplichtingen met zich mee. De lumpsumfinanciering is gebaseerd op de leerlingaantallen van het voorgaande schooljaar (t-1). De formatie wordt binnen Stichting Consent verdeeld op basis van de leerlingaantallen van het betreffende schooljaar (t). Bij een stijging van het leerlingaantal betekent dit een (bovenschoolse) voorfinanciering voor Stichting Consent. Het beleid van het bestuur kan alleen worden uitgevoerd als er op korte en lange termijn een gezonde financiële basis aanwezig is. Tot op heden is daar binnen de Stichting Consent sprake van. Bovendien zijn er geen redenen om aan te nemen dat dit op termijn gaat veranderen. Als input voor de meerjaren begroting van Consent wordt er door de schooldirecteuren jaarlijks een meerjaren begroting plus meerjaren investeringsplan door de schooldirecteur opgesteld. De schooldirecteur krijgt hiertoe een indicatie-begroting toegestuurd vanuit het bestuursbureau. De meerjaren schoolbegroting en het meerjaren investeringsplan moeten in beginsel uiterlijk voor de zomervakantie door de MR worden voorzien van een advies. De schooldirecteur dient de meerjaren begroting vervolgens in bij het College van Bestuur (CvB). Het CvB stelt vervolgens de begroting voor het komende kalenderjaar vast. Daarbij wordt het voorbehoud gemaakt dat de begroting van Consent wordt goedgekeurd door de Raad van Toezicht. In de december vergadering van de GMR wordt de begroting van Consent van een advies voorzien. Tevens wordt in de maand december de begroting goedgekeurd door de Raad van Toezicht. Voor een voorbeeld schoolbegroting en een toelichting hierop wordt verwezen naar de ‘Leeswijzer behorende bij de voorbeeldbegroting voor de school’. Vergoedingen Het overgrote deel van de inkomsten bestaat uit de vergoedingen (lumpsum) voor: Personeel, materieel, personeel & arbeidsmarktbeleid (P&A). De formatie die de school ontvangt voor personeel wordt per schooljaar bepaald op basis van het leerlingaantal van het betreffende schooljaar (t). De vergoeding die de school ontvangt voor materieel wordt per kalenderjaar bepaald op basis van het leerlingaantal op 1 oktober van het voor-
Schoolplan SBO de Spinaker 2015-2019
52
gaande jaar (t-1). De vergoeding die de school ontvangt voor P&A is gebaseerd op een percentage van de rijksvergoeding P&A. Dit percentage bedraagt al een aantal jaren 15%. Van het vervangingsfonds ontvangt de school een vergoeding voor de kosten van vervanging van personeel. De administratieve verwerking van bovenstaande vindt plaats op het bestuursbureau. Overige inkomsten De overige vergoedingen zijn deels afhankelijk van de leerling-populatie en verschillen hierdoor per school. Hierbij kan gedacht worden aan: impulsgelden, loonkostensubsidie (voor administratief personeel), prestatiebox, lerarenbeurs. Daarnaast ontvangen scholen een ouderbijdrage, bijvoorbeeld ter vergoeding van overblijfkosten. In het geval dat er op een locatie sprake is van medegebruik, vindt een doorberekening van exploitatiekosten plaats. Bij scholen welke een structurele groei van het leerlingenaantal niet langer kunnen opvangen met de toegekende formatie dan wel geconfronteerd worden met (andere) klemmende situaties op het gebied van de formatie die zonder ingrijpen zouden leiden tot ernstige gevolgen voor de onderwijskwaliteit, wordt maatwerk geleverd. Daarnaast is voor scholen, die in de loop van een schooljaar sterk stijgen, een bovenschools budget voor flankerend beleid aanwezig. De administratieve verwerking van bovenstaande vindt plaats op het bestuursbureau. Besteding De budgethouder (i.c. de schooldirecteur) is gemandateerd om binnen het aan hem/haar beschikbaar gestelde budget verplichtingen aan te gaan. Indien de verplichting hoger is dan € 25.000 (excl. BTW) geldt dat het College van Bestuur de uitgaande opdracht tekent. Inkoopfacturen worden door de budgethouder getekend voor akkoord, waarna de facturen door het bestuursbureau geregistreerd en betaalbaar gesteld worden. Beheer De schooldirecteur is er verantwoordelijk voor dat de bestedingen binnen de beschikbaar gestelde budgetten blijven. Via Afas kunnen schooldirecteuren op elk gewenst moment hun budgetten bekijken en desgewenst wijzigingen in de prognoses aan het bestuursbureau doorgeven. Per kwartaal vindt bovendien monitoring op de budgetten plaats vanuit het bestuursbureau. Daar waar nodig vindt een gesprek met de schooldirecteur plaats en worden acties genomen (bijv. bijstellen prognoses). Reservering Per 1 januari 2014 zijn alle reserves naar bovenschools overgeheveld. Met scholen, die op 31 december 2013 beschikten over een reserve boven norm zijn afspraken gemaakt over de besteding van die reserve. Reserveringen voor groot onderhoud vinden plaats op bovenschools niveau.
Schoolplan SBO de Spinaker 2015-2019
53
Verantwoording (wie, wat (jaarverslag), wanneer) Stichting Consent stelt jaarlijks jaarstukken op, waarin het financieel beleid en financiële positie van heel Consent tot uiting komt. Per kwartaal wordt door het bestuursbureau een integrale managementrapportage opgesteld, waarin elementen terugkomen met betrekking tot financiën, leerlingaantallen, personeel en onderwijskwaliteit. Scholen die hierbij op onderdelen afwijken van de norm, dienen hierover verantwoording af te leggen richting het College van Bestuur. Daarnaast vindt verantwoording over het beleid van de school plaats tijdens de jaarlijkse schoolbezoeken met het College van Bestuur. 6.3 Ons huisvestings- en materieel beleid Eind 2011 heeft Consent een hernieuwde visie op strategische huisvesting ontwikkeld. Deze visie is vormgegeven en beschreven door M3V Huisvestingsadviseurs en in april 2012 gepresenteerd. In de rapportage is naast de strategische richtlijn ook aandacht voor de operationalisatie van de visie. Met behulp van een meetinstrument is het mogelijk om gebouwen op school- en wijkniveau te beoordelen en zo toekomstperspectief te bepalen. Dit toekomstperspectief vormt de basis voor het tactische en operationele huisvestingsbeleid van Consent in de periode 2015-2024, vast te leggen in een integraal huisvestingsplan. Daarin wordt dus niet het ‘advies voor morgen’ beschreven, maar voor overmorgen. De redenen voor het ontwikkelen van een nieuwe strategische huisvestingsvisie: Een verwachte structurele daling van het aantal leerlingen. In 2009 is het beleid van de gemeente Enschede gewijzigd. De gemeente zal geen schoolgebouwen meer uitbreiden zolang er bij andere scholen binnen een straal van 2 km nog leegstand is. Op gemeentelijk niveau werken de drie grote schoolbesturen aan de totstandkoming van Integrale Kindcentra (IKC’s) voor 0 t/m 13-jarigen. Het huisvestingsbeleid van Consent moet hierop worden afgestemd. Volgens de meerjaren onderhoudsplannen (MJOP’s) ligt het bedrag dat jaarlijks nodig is om alle schoolgebouwen op een voldoende niveau te kunnen onderhouden, rond de € 1 miljoen. Dit bedrag ligt niet in lijn met de lumpsum-vergoeding die er tegenover staat. Vanaf 1 januari 2015 zal de verantwoordelijkheid voor het buitenonderhoud worden overgedragen aan de schoolbesturen. De (financiële) risico’s voor het totale onderhoud komen hiermee bij het schoolbestuur te liggen. Het zoveel mogelijk voorkomen van adhoc-beslissingen op huisvestingsgebied. Het bestuur van Consent vraagt zich af of het huisvestingsbeleid wel op de juiste wijze binnen de organisatie geborgd is en op welke wijze het huisvestingsbeleid zowel strategisch als operationeel moet worden vormgegeven. Consent wenst grip te krijgen op haar gebouwenportefeuille in relatie tot MJOP’s, exploitatielasten en de jaarbegroting.
Schoolplan SBO de Spinaker 2015-2019
54
Onderhouden, investeren of verlaten
Actualisatie gebouwenportefeuille
Toekomstperspectief bepalen Resultaten op school- en wijkniveau
Huisvestingsdoelen
Peilstok ABC-kwalificatie
Indicatoren en wegingsfactoren
Huisvesting als strategisch bedrijfsmiddel Onderzocht is of de huidige gebouwen voldoen aan de onderwijskundige en bestuurlijke ambities voor de toekomst. Op termijn zal blijken of Consent het huidige aantal uitvoeringslocaties kan blijven exploiteren. De lumpsum-vergoeding moet aansluiten bij de middelen die nodig zijn om de gebouwen in goede staat te houden. Er dienen prioriteiten te worden gesteld. De huisvestingsstrategie moet het onderwijskundig beleid van Consent maximaal ondersteunen. Het strategisch perspectief (Consent 2022) is leidend. Huisvesting kan worden gezien als strategisch bedrijfsmiddel dat wordt ingezet om de organisatiedoelen te bereiken. Doelstellingen op het grensgebied van huisvesting en onderwijs: Consentscholen zijn in voldoende mate beschikbaar, er is een breed aanbod van scholen en onderwijsconcepten in een geografisch dekkend gebied. De Consentschool is een sterk merk in de wijk. De Consentschool is een basisvoorziening met een doorgaande leerlijn voor 0 t/m 13 jarigen. De huisvesting zo veel mogelijk laten aansluiten op het ondersteuningsprofiel van de school. Het schoolgebouw geeft invulling aan de missie en kernwaarden en biedt een leeromgeving met een gevarieerd aanbod aan leer- en werkplekken voor leerlingen en personeel. Het gebouw is een inspirerende werkomgeving voor personeel. Gebouwen passen functioneel bij het (toekomstige) onderwijsprofiel/concept van de school. Het schoolgebouw is aantrekkelijk en nodigt uit er bij te (willen) horen. Doelstellingen op het grensgebied van huisvesting en financiën: De Consentschool is financieel gezond. Er is sprake van een goede financiële basis.
Schoolplan SBO de Spinaker 2015-2019
55
De Consentschool is in staat om op basis van de normvergoeding een financieel verantwoord beleid te voeren. Consent heeft zeggenschap over haar gebouwen. Consent is bouwheer (in geval van projecten) en eigenaar of heeft dit contractueel goed geregeld. Inkomsten en uitgaven m.b.t. de exploitatie van het gebouw (gebouwgebonden voorzieningen, services en faciliteiten) zijn met elkaar in evenwicht. De Consentschool is passend gehuisvest. Dit betekent dat de beschikbare capaciteit past bij de ruimtebehoefte van de school (voorkomen leegstand). De gebouwen zijn van hoge kwaliteit. Dit betekent dat de bouwtechnische en bouwfysische staat goed is en de schoolgebouwen functioneel passen bij toekomstig onderwijs.
Bovengenoemde doelstellingen zijn essentieel in de ontwerpfase richting de Consentschool van 2024. Met andere woorden: deze doelstellingen dragen bij aan de visie op de ideale toekomstige Consentschool. Kennis van de toekomst is noodzakelijk om te kunnen sturen op uitgaven en investeringen op korte dan wel lange termijn. Een helder beeld van de Consentschool in 2024 maakt het bijvoorbeeld mogelijk om de juiste prioritering in het jaarlijkse onderhoudswerkplan te maken. De middelen van Consent zijn beperkt en moeten daarom toekomstgericht worden ingezet. Om de huidige scholen op doelstellingen te kunnen toetsen, is een meetinstrument toegepast. Met behulp van dit instrument (de zogenoemde meetlat) worden de belangrijkste doelstellingen geoperationaliseerd. Actuele school- en gebouwgegevens worden omgeslagen naar meetbare getallen en kwalificaties. Nadat de meetlatgegevens zijn onderworpen aan indicatoren volgt als resultante een ABC kwalificatie. De score groen geeft aan dat een school voldoet aan de huisvestingsdoelstellingen. Een school valt daarmee in klasse A, wat wil zeggen dat het gebouw goede toekomstperspectieven heeft. De score oranje is klasse B, wat impliceert dat het gebouw voldoende perspectieven heeft maar dat er in de komende jaren investeringen gedaan moeten worden. Klasse C kent de score ‘rood’. In deze klasse voldoen scholen niet aan de gestelde huisvestingseisen en kan worden overwogen om een gebouw af te stoten. Aan de hand van de kernwaarden van Consent zal zowel op school- als wijkniveau worden bepaald of locaties in aanmerking komen voor handhaving, onderhouden of afstoting. De uitkomst bepaalt vervolgens het onderhoudsniveau dat zal worden nagestreefd.
vandaag
morgen
toekomst Vraagstelling stap 1
Vandaag Niet kijken naar wat morgen nodig is…
Hoe ziet de Consentschool van 2024 er uit? Aan welke minimale eisen moet een Consentschool voldoen? Actie stap 2 Toepassen meetlat Investeren of onderhouden Verlaten tenzij de kernwaarden handhaving rechtvaardigen
Schoolplan SBO de Spinaker 2015-2019
56
6.4 Ons relationeel beleid Betrokken partijen Bij het onderwijs zijn zowel de kinderen, de ouders/ verzorgers, het team van de school, de directie, het bevoegd gezag als de (g)MR betrokken. Daarnaast zijn er in relatie tot Consent en de scholen een aantal andere partijen betrokken zoals de Gemeenteraad, de Raad van Toezicht, het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs en IKC’s (voor- en naschoolse opvang). Interne communicatie Bij communicatie gaat het erom contact te maken en te houden met de ander. Communicatie is van groot belang. De interne communicatie binnen Consent is gericht op het zo optimaal mogelijk laten verlopen van het besluitvormingsproces. Daar is een groot aantal interne actoren bij betrokken. In dit stuk richten wij ons op de bovenschoolse context binnen Consent. De actoren zijn: Raad van Toezicht, College van Bestuur, stafbureau, schooldirecteuren, het onderwijs en ondersteunend personeel, GMR. Er zijn diverse advies-, informatie- en overlegorganen binnen Consent: Netwerken Alle scholen van Consent zijn verdeeld over een drietal Netwerken. Deze komen zes of zeven keer per jaar bijeen om kennis uit te wisselen, beleidsvoornemens van het CvB te bespreken en elkaar collegiaal te ondersteunen. Nieuw is het netwerk School voor de Toekomst, waarbij scholen die affiniteit hebben met dit thema, bijeen komen in een apart netwerk. Adviesgroep Besluitvorming (AGB) Focusgroep Binnen de thema’s van het Strategisch Perspectief zijn kartrekkers per thema. In de focusgroep hebben de kartrekkers zitting, samen met het CvB. Kwaliteitsgroep Denktank Financiën & Personeel Wordt betrokken bij de totstandkoming van voorgenomen besluiten, door o.a. zitting te nemen in werkgroepen omtrent bepaalde thema’s. Informatiemiddag Directeuren Bijeenkomst waarin directeuren worden geïnformeerd over lopende (beleids)zaken en vorderingen van het strategisch perspectief. Consent ontleent haar naam aan een wijze van besluitvorming: het consentbeginsel. Dit is een basisprincipe binnen de sociocratie dat inhoudt dat een besluit is genomen wanneer geen van de aanwezigen beargumenteerd en overwegend bezwaar heeft tegen het nemen van het besluit. Het verschil met consensus zit in de zin dat degene ‘consent geeft’ niet ‘voor’ het voorstel hoeft te zijn, alleen maar ‘niet tegen’. De Consent-brede besluitvormingsroute start met een voorgenomen besluit vanuit het College van Bestuur. Dit voorgenomen besluit wordt voorgelegd aan de Adviesgroep Besluitvorming (AGB). In de AGB zitten per Netwerk twee directeuren. Als het voorgenomen besluit voldoende duidelijk is volgens de AGB ter voorlegging aan de netwerken, dan geven zij daar voor consent. De Netwerken bespreken het besluit en verlenen al dan niet consent, waarna het besluit terug gaat
Schoolplan SBO de Spinaker 2015-2019
57
naar de AGB. Die bepalen of ze consent geven om het besluit door te sturen naar de GMR. Indien noodzakelijk, kan het zijn dat er nog goedkeuring nodig is van de Raad van Toezicht. Indien het gehele besluitvormingstraject is doorlopen wordt een voorgenomen besluit omgezet in een definitief besluit. Of een besluit het gehele traject doorloopt is afhankelijk van de instemmings,- dan wel adviesbevoegdheid van de GMR.
College van Bestuur
Voorgenomen besluit
AGB
Netwerken
AGB
GMR
College van Bestuur
Definitief besluit
RvT
Naast communicatie omtrent besluitvorming, is communicatie in het kader van het Strategisch perspectief van belang. De Consent Redactie brengt iedere zes weken de Diplomatenpost uit; een digitale nieuwsbrief waarin interessante zaken in het kader van ons strategisch perspectief worden besproken. Daarnaast wordt twee keer per jaar een Consent Magazine uitgebracht. Deze staan in het teken van bijvoorbeeld de Onderwijsdag en de Winterconferentie. Externe communicatie De externe communicatie van Consent met de omgeving is van groot belang. Een aantal voorbeelden van externe communicatie: afleggen van verantwoording in bijvoorbeeld een jaarverslag, nieuwe ontwikkelingen zoals herschikking huisvesting waarvoor veel aandacht is in de media, mondige ouders waarmee zorgvuldig gecommuniceerd dient te worden, leerlingenaantallen waarover we graag communiceren, communicatie met de omgeving en vooral met onze huidige en potentiële klanten (kinderen en ouders) is de brandstof van de groei van onze organisatie. We zullen ons intensief moeten richten op de doelgroep, op het bevragen van hun wensen, hun (on)tevredenheid met ons onderwijs en bovenal de dialoog met hen moeten aangaan over het gewenste onderwijs voor de kinderen. Vanuit Consent worden scholen ondersteunt in hun marke-
Schoolplan SBO de Spinaker 2015-2019
58
ting en communicatieactiviteiten. Externe expertise wordt aangetrokken indien de situatie daar om vraagt. Consent heeft door middel van het aanpassen van het logo een eigen uitingsvorm weten te ontwikkelen. Het veelkleurige logo past bij onze kernwaarden. We zijn bezig om die huisstijl verder te ontwikkelen door uitingsvormen vanuit Consent en haar scholen zoveel mogelijk te uniformeren. Er wordt gewerkt aan beleid in verband met de huisstijl en gebruik van standaard formats. 6.5 Beleidsvoornemens/plannen Binnen de beleidsterreinen financiën en huisvesting is de daling van het leerlingenaantal een aandachtspunt. We zullen hier tijdig op moeten anticiperen.
Schoolplan SBO de Spinaker 2015-2019
59
7 Onze zorg voor kwaliteit
7.1 Inleiding Vanaf het schooljaar 2006-2007 is er, georganiseerd vanuit het SPOE, door de Consent-scholen hard gewerkt aan het verhogen van de resultaten van het onderwijs. De PDSA-cyclus van het opbrengstgericht werken is geïmplementeerd en lees- en rekenverbeterplannen zijn uitgevoerd met wetenschappelijke ondersteuning door dr. Kees Vernooy. De verbeterplannen hebben geleid tot een enorme verbetering van de onderwijsresultaten, vaak tot boven de landelijke gemiddeldes ondanks het vrij grote aantal leerlingen met een laag leerpotentieel in onze scholen. De afgelopen periode hebben we vastgesteld dat de stijgende lijn in onderwijsresultaten afgevlakt is en dat er soms zelfs sprake is van een daling. Dit baart ons zorgen. Het lijkt of we te maken hebben met de uit internationaal onderzoek bekende ‘innovatiedip’. We hebben daarom ons kwaliteitsbeleid aan een herijking onderworpen en starten in het schooljaar 2015-2016 met een nieuwe aanpak (zie paragraaf 7.5). We blijven met deze nieuwe aanpak opbrengst-, oplossings- en handelingsgericht werken maar gaan vooral uit van het realiseren van vaardigheidsgroei bij leerlingen op basis van individueel leerpotentieel. We richten ons op geplande vaardigheidsgroei (GVG) en ambitievaardigheidsgroei (AVG). Vooral bij AVG leggen we de lat voor de leerling hoger dan vanuit het leerpotentieel verwacht mag worden, waarmee we de toegevoegde waarde van de school willen aantonen. Leerresultaten worden twee keer per jaar, in relatie tot de geplande vaardigheidsgroei, als een film in beeld gebracht. Deze werkwijze heeft de naam ‘Script’ gekregen en wordt op alle scholen toegepast. Met deze werkwijze wordt verantwoording afgelegd aan ouders en leerlingen en aan de onderwijsinspectie. Zie ook de beschrijving bij onderdeel 7.3 ‘Leerwinst en toegevoegde waarde’. Onze kwaliteit meten we niet alleen via de bereikte onderwijsresultaten, maar ook aan de hand van tweejaarlijks tevredenheidsonderzoek onder personeel en ouders. De voorgaande jaren hebben we daarvoor gebruik van het instrument KMPO, maar we ervaren dit instrument inmiddels als gedateerd. Er zijn een aantal alternatieven voorhanden. Onze scholen kunnen een eigen keuze maken, maar de meeste scholen hebben een voorkeur voor het gebruik van instrumenten uit Vensters PO. 7.2 De doelen van onze kwaliteitszorg Onze kwaliteitszorg is erop gericht om het maximale uit de mogelijkheden van iedere leerling te halen. We kijken daarvoor via de werkwijze van Script naar de individuele leerling, maar analyseren onderwijsresultaten ook op groeps-, school- en bestuursniveau. De pijlers worden zoals gezegd gevormd door het opbrengst-, oplossingsgericht en handelingsgericht werken. Opbrengstgericht werken zien we als een cyclisch proces zoals uitgedrukt in de PDSA-cyclus: Plan, Do, Study, Act. Deze cyclus wordt op alle niveaus toegepast (leerling, groep, school, bestuur). Er worden daarbij hoge, maar realistische doelen gesteld en naar leerlingen toe worden hoge verwachtingen geuit. Behalve opbrengstgericht met de PDSA-cyclus wordt er ook oplossingsgericht gewerkt. We verstaan hieronder dat interventies gericht zijn op de oplossing van een probleem en dat niet het zoeken naar een oorzaak van leer- of gedragsproblemen voorop staat, maar we geven er de voorkeur aan om te zoeken naar wat werkt. We hanteren vier basisregels:
Schoolplan SBO de Spinaker 2015-2019
60
1. Als iets (nog) goed (genoeg) werkt, herstel het dan niet. 2. Als iets goed (genoeg) werkt, doe er gewoon mee verder en/of doe er méér van. 3. Als iets niet (langer) (goed genoeg) werkt, stop er dan mee, leer ervan en doe iets anders. 4. Als iets goed (genoeg) werkt, leer het van iemand anders en/of bied het een ander aan. Oplossingsgericht werken impliceert dat kindkenmerken en labels minder belangrijk zijn. Tenslotte werken we handelingsgericht. Daaronder verstaan we dat onderwijsbehoeften en leerkrachtcompetenties centraal staan. Het is een systematische manier van werken, waarbij het aanbod afgestemd is op de onderwijsbehoeften en de basisbehoeften van de leerlingen. Aan de hand van de kindkenmerken wordt gekeken welke onderwijsbehoeften het betreffende kind heeft. Het onderwijs wordt daarop aangepast. We hanteren zeven principes: 1. Onderwijsbehoeften uit te drukken in instructiebehoeften, leertijd en uitdaging staan centraal. 2. Zorgen voor goede afstemming en wisselwerking tussen het kind en zijn omgeving: de groep, de leerkracht, de school en de ouders. 3. De leerkracht doet ertoe. Hij stemt af op de verschillen tussen de leerlingen en maakt het onderwijs passend. 4. Positieve aspecten zijn van groot belang. Dit gaat niet alleen om de positieve aspecten van het kind, maar ook van de leerkracht, de groep, de school en de ouders. 5. Er is sprake van een constructieve samenwerking tussen school en ouders. De verantwoordelijkheid voor initiatief ligt bij de school. 6. Doelgericht werken. De teamleden formuleren doelen met betrekking tot leren, werkhouding en sociaal emotioneel functioneren. Het gaat hierbij zowel om korte als lange termijndoelen. De doelen worden SMART geformuleerd. 7. De werkwijze van school is systematisch en transparant. Er zijn duidelijke afspraken over wie wat doet en wanneer. Kwaliteitszorg in onze scholen is nauw verbonden met passend onderwijs. Bij de ondersteuning die aan leerlingen geboden wordt maken we onderscheid tussen drie niveaus of lagen: de laag van de basisondersteuning, de laag van de extra ondersteuning en de laag van de diepteondersteuning.
Schoolplan SBO de Spinaker 2015-2019
61
Opbrengstgericht werken, oplossingsgericht- en handelingsgericht werken krijgen in elke laag een andere invulling. Laag 1: de basisondersteuning. Het betreft de algemene aanpak, zoals regels en routines, afspraken over klassenmanagement, het zelfstandig werken, het toepassen van het Directe Instructie Model, etc. Voor leerlingen op de vaardigheidsniveaus IV en V wordt de instructie geïntensiveerd. Voor leerlingen op het vaardigheidsniveau I wordt gezocht naar compacten, verrijken of versnellen. Als een leerling herhaald en aantoonbaar onvoldoende profiteert van het onderwijsaanbod dan is dit een leerling met specifieke onderwijsbehoeften. Laag 2: de extra ondersteuning. Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften, zoomt in op kansen en belemmeringen (stimulerend en belemmerend) op basis van handelingsgerichtprocesonderzoek. Dit resulteert zo nodig in een eigen leerweg en het opstellen en het uitvoeren van ontwikkelingsperspectief. Vanuit de middelen voor passend onderwijs wordt hierbij ondersteuning geboden, o.a. door de inzet van collegiaal consulenten, de orthopedagoog en de coach passend onderwijs. Laag 3: de diepteondersteuning. Voor leerlingen met complexe onderwijsbehoeften die zeer specifieke ondersteuning nodig hebben. Deze diepteondersteuning kan zo specialistisch zijn, dat een arrangement in een speciale voorziening nodig is. In verband met de doelstellingen voor passend onderwijs, maar ook met het oog op burgerschapsdoelstellingen voor alle leerlingen, streven we het vergroten van het percentage
Schoolplan SBO de Spinaker 2015-2019
62
leerlingen dat binnen een basisaanbod passend onderwijs krijgt en het verkleinen van het aantal leerlingen dat diepteondersteuning nodig heeft na. Dit betekent vooral dat de activiteiten van de kwaliteitsgroep gericht zijn op het vergroten van de competenties van leerkrachten om leerlingen binnen het basisaanbod passend onderwijs te bieden. Dit wordt ondersteund door professionaliseringsprogramma’s vanuit de VCO Consent Academie. 7.3 Leerwinst en toegevoegde waarde Bij de beoordeling van basisscholen door de onderwijsinspectie spelen zoals gezegd de “eindopbrengsten” een grote rol. Als belangrijkste criterium wordt hiervoor de score op de Cito-eindtoets gebruikt. De Cito-indeling is overgegaan van een ABCDE- naar een I-V indeling. De I-V indeling bestaat uit 5 gelijke groepen van 20%. De indeling in vaardigheidsniveau I-V geeft aan wat de positie van een leerling is ten opzichte van zijn groepsgenoten. Het werken met een vaardigheidsniveau zoals de Cito doet, geeft niet aan wat de groei van een leerling is. De groei van een leerling wordt bepaald met de vaardigheidsscore. De schaal voor de vaardigheidsscore is voor elke toets anders. Aangezien het bij de Cito gaat om een statisch gegeven, een momentopname, is Consent van mening dat dit meetinstrument te weinig recht doet aan het meten van de inspanning die een school verricht om het maximale uit kinderen te halen. Ook doet de Cito-eindtoets te weinig recht aan onze leerlingen. Zo komen de talenten van onze leerlingen op het gebied van bijvoorbeeld sport of muziek en creatieve talenten niet tot uiting en geeft het niet weer in welke mate een leerling beschikt over 21ste eeuwse vaardigheden, waaronder voldoende communicatieve en sociale vaardigheden. Vaardigheden die voor hun toekomst erg belangrijk zijn. De resultaten van de Cito-eindtoets zeggen dus wel iets, maar zeker niet alles. Onderwijsrendement is volgens Consent breder dan de kwantitatieve output op basis van scores en Cito-toetsen. Onderwijsrendement is maatschappelijk rendement. Uitsluitend kijken naar output is daarvoor niet toereikend. Om het onderwijsrendement te bepalen zijn niet alleen inspectieeisen bepalend, maar ook de behoeften van de arbeidsmarkt, het vervolgonderwijs en, op de eerste plaats, de leerling zelf. Hiervoor is het nodig dat het onderwijs haar blik richt voorbij de eigen muren. Hoe doen onze leerlingen het nadat ze de school hebben verlaten? Gedijen ze – met de bagage die zij hebben meekregen – ook goed in het vervolgonderwijs en op de arbeidsmarkt? Niet alleen de output telt, juist ook ‘outcome’. Consent is in 2013 gestart met het werken volgens een groeiperspectief voor iedere leerling. Uitgaand van het leerpotentieel, zoals gemeten met de ‘Niet Schoolse Cognitieve Capaciteiten Test’ (NSCCT, in 2015 COTAN goedgekeurd), bespreken we de groei van leerlingen en het perspectief binnen de driehoek leerling – ouder – leerkracht. Consent maakt gebruik van de vaardigheidsscores van de halfjaarlijkse CITO-toetsen. De reden hiervoor is, dat met behulp van de vaardigheidsscores de groei van een leerling in relatie tot het leerpotentieel in kaart gebracht kan worden. De vaardigheidsniveaus zijn hiervoor niet bruikbaar, omdat deze de relatieve positie aangeven van een leerling binnen de groep. Het werken met vaardigheidsscores sluit geheel aan bij onze opvattingen over het volgen en plannen van onderwijsopbrengsten en met de lijn die de inspectie volgt. Door de vaardigheidsgroei te koppelen aan het leerpotentieel kunnen we niet alleen vaststellen wat de leerwinst is, maar ook een indruk krijgen van de toegevoegde waarde van de school. Is de leerwinst groter dan er op basis van het leerpotentieel verwacht mag worden, dan is er sprake van een toegevoegde waarde.
Schoolplan SBO de Spinaker 2015-2019
63
Het vaststellen van een vaardigheidsscore noemt Consent de “foto”; de leerwinst en de toegevoegde waarde noemt Consent de “film”. Het werken met de foto en de film vindt plaats vanaf het schooljaar 2013-2014, in eerste instantie in de groepen 6 t/m 8. Met het leerpotentieel kunnen we vaststellen of een leerling op, boven of onder zijn mogelijkheden presteert. Vanaf schooljaar 2016-2017 willen we de koppeling tussen leerpotentieel en vaardigheidsscores uitbreiden naar de groepen 4 en 5. Op basis van het leerpotentieel doen we een voorspelling over de vaardigheidsgroei. Deze voorspelling noemen we ‘geplande vaardigheidsgroei’. Om te voorkomen dat het doel onvoldoende uitdagend is formuleren we ook een ‘ambitie vaardigheidsgroei’. Wanneer we de resultaten van leerlingen op groeps-, school- of bestuursniveau analyseren kijken we naar het percentage leerlingen dat op of boven de geplande vaardigheidsgroei uitkomt. Voor 2022 hebben we als doel gesteld dat al onze scholen minimaal 85% van de leerlingen op of boven de geplande vaardigheidsgroei scoort. Met het leerpotentieel krijgen we inzicht in het verhaal achter het plaatje en kunnen we uitspraken doen over de toegevoegde waarde van de school. Daarna is er nog een belangrijke stap: analyse van de scores voor vaardigheidsgroei (Study in de PDSA-cyclus). We willen geen directe conclusies uit de cijfers trekken, maar zijn op zoek naar het verhaal achter het plaatje. We gaan samen na welke aannemelijke redenen er zijn voor achterblijvende resultaten. Dat zegt ons namelijk iets over de interventies in de verbeterplannen. Deze regel geldt op alle niveaus: leerling, groep, school en bestuur. Analyse van de resultaten moet op groepsniveau leiden tot een dynamisch groepsplan dat verbonden is met de eerder getoonde piramide. We maken gebruik van de software van Plan B2. Deze software wordt met een toevoeging op maat gemaakt voor Consent en VCO. De scores van de CITO-toetsen en de NSCCT kunnen met een druk op de knop ingevoerd worden en het programma zorgt voor een koppeling tussen het bijbehorend leerpotentieel en de vaardigheidsscores. Als leerlingen in het groene deel van de piramide zitten volstaat de basisaanpak. In het gele en rode deel zijn aanvullende interventies nodig. Het streven is om het percentage leerlingen in de groene zone zo groot mogelijk te maken. Er zijn echter ook altijd leerlingen in de gele en rode zone. Met behulp van Plan B2 wordt voor hen een dynamisch groepsplan opgesteld. De toevoeging aan Plan B2 is in de loop van 2015 gereed en dan kan de groei en het groeiperspectief gevisualiseerd worden ten behoeve van de driehoeksgesprekken met leerlingen en ouders. 7.4 De inrichting van onze kwaliteitszorg Bij Consent is op structurele wijze de kwaliteitszorg bovenschools georganiseerd. Er is een kwaliteitsgroep bestaande uit de leden van het College van Bestuur, de twee directeuren van de SBO scholen, de coördinator van het SPOE en een medewerker vanuit het stafbureau. Deze “kwaliteitsgroep” heeft tot doel: versterken van opbrengst- oplossings- en handelingsgericht werken door systematisch en doelgericht te werken aan het maximaliseren van de prestaties. Ze gaat uit van de directeur als onderwijskundig leider en leerkrachtcompetenties, en hanteert data feedback, feed forward en een periodieke kwaliteitsrapportage als uitgangspunten. De kwaliteitszorg vindt plaats in halfjaarlijkse cycli. Na elke toetsperiode (M- & E-toetsen) leveren de scholen alle data volgens de SCRIPT-werkwijze aan. De kwaliteitsgroep analyseert de data en de vaardigheidsgroei waarna op centrale bijeenkomsten van het SPOE feedback en feed forward wordt gegeven. Vervolgens worden de data door de directeuren op netwerkniveau besproken waarbij de netwerken functioneren als een professionele leergemeenschap. Schoolplan SBO de Spinaker 2015-2019
64
Ook worden de data (datamuur) op schoolniveau in de teams besproken en worden er indien nodig verbeterplannen opgesteld. Op basis van de data-analyse door de kwaliteitsgroep kan gevraagd of ongevraagd ondersteuning aan scholen worden aangeboden. Hiervoor zijn leden van de kwaliteitsgroep beschikbaar. Indien resultaten daartoe aanleiding geven kan ook overgegaan worden tot het direct aanspreken van de schooldirectie door de bestuurder. In alle gevallen waarbij ondersteuning noodzakelijk wordt geacht, zal een verbeterplan worden opgesteld. 7.4.1 Aspecten van onze kwaliteitszorg Zijn er schriftelijk vastgestelde afspraken over gemaakt? Aspecten
ja
nee
Zo ja, waar worden de afspraken bewaard?
n.v.t plaats
Hoe vaak worden de afspraken besproken?
Met wie worden de afspraken besproken?
ke- 1 x 1 x ren p. jr. p. 2 p. jr. jr. x
kinderen
Visie, missie, doelen SWOT analyse
x
Schoolplan
x
Schoolregels
x
Klassenregels
x
Schooltijden, vrije dagen etc. Data feedback
x
Schoolplan MJB* Schoolgids PBS map Klassenmap PBS map Schoolgids
Leerling resultaten Verbeterplannen taal-lezenrekenen Kwaliteitskaart
x
SEO en veiligheid Ondersteuningsstructuur
x x
Schoolgids Schoolplan
x
Ziekteverzuim en IPB en taakbeleid Jaarverslag
x
IPB/verzuim/ta akbeleid map directeur Map directeur
x
x
x
x
1x p. 4jr.
ou- tea ders m
MR
x
x
x
x x (1x)
x 40
x
x
40
x
x
x
bev. gezag
x
x
x
x
x (1x)
X
x
x
x
Planb2/script** LVS CITO Map IB Schoolgids Schoolplan Kwaliteitverbeterplan
3
Kwaliteitsgroep Consent en Glanerbrug N PBS map
2
x
x
x
3
x
x
x
x (1x) x
x
x
x
x
x
x
3
x x
Schoolplan SBO de Spinaker 2015-2019
x
x
x 65
*MJB: meerjarenbegroting **Deze gegevens werden digitaal verwerkt in DOTCOM. In schooljaar 2015-2016 is gestart met het digitale LVS PlanB2/script. 7.4.2 Procedure voor kwaliteitszorg
Alle aspecten.
Er zijn schriftelijk vastgelegde afspraken en meestal activiteiten die daaruit voortvloeien.
Er zijn nog geen schriftelijk vastgelegde afspraken.
De afspraken worden gemaakt en schriftelijk vastgelegd. N.B. Er kunnen activiteiten uit voortvloeien. De activiteiten en het bespreken van de afspraken worden ingepland.
De afspraken worden besproken. Zijn het goede afspraken? Leiden ze tot voldoende kwaliteit? De afspraken leiden tot voldoende/goede kwaliteit.
De afspraken leiden tot onvoldoende kwaliteit.
We blijven ons aan deze (nieuwe) afspraken houden en het bespreken ervan wordt weer ingepland. (kwaliteit behouden)
Er wordt in kaart gebracht waarom de afspraken tot onvoldoende kwaliteit leiden. Hebben de oorzaken iets met de afspraken te maken?
N.B. Als door onvoorziene omstandigheden of bepaalde signalen afspraken eerder dan
Nee
Ja
Oorzaken zo nodig zo goed mogelijk aanpakken en nagaan of de
Afspraken aanpassen en het bespreken ervan weer inplan-
Schoolplan SBO de Spinaker 2015-2019
66
gepland besproken moeten worden, wordt de planning aangepast.
afspraken over een ander aspect aangepast moeten worden.
nen.
7.5 Beleidsvoornemens kwaliteitszorg Nadat er bij de Consent-scholen vanaf 2007 sprake is geweest van een enorme verbetering van de onderwijsresultaten voor lezen, spellen en rekenen is er in de recente periode sprake van een stabilisatie en soms zelfs teruggang. Dat en het onverwachte inspectieoordeel ‘zwak’ voor een van onze scholen vatten we op als een alarmbel. In het schooljaar 2014-2015 hebben we met een brede groep onze cyclus voor kwaliteitszorg aan een herijking onderworpen. Vanaf 2015-2016 willen we starten met een nieuwe aanpak, die aansluit bij de in 7.3 beschreven werkwijze met SCRIPT. Ook het opbrengst-, oplossings- en handelingsgericht werken en de PDSA-cyclus blijven gehandhaafd. Ook voor Consent zijn dit belangrijke vragen. We willen echter meer bieden dan basiskwaliteit. In ons strategisch perspectief 2022 hebben we geformuleerd dat we kinderen een stevige basis willen bieden en dat we hen willen leren leren, leren communiceren en leren hun eigen geluk te organiseren (zie hoofdstuk 6 over het strategisch beleid). We betrekken het strategisch perspectief in de beoordeling van de kwaliteit van de scholen. Vanaf het schooljaar 2015-2016 maken we de volgende aanpassingen in ons kwaliteitsbeleid: Iedere school stelt jaarlijks een reflectie-, borgings- en ontwikkeldocument op. Voor dit document wordt een format ontwikkeld. In het reflectiedeel worden diverse gegevens verzameld die ontleend zijn aan de planning- en controlcyclus.
Schoolplan SBO de Spinaker 2015-2019
67
Het reflectie-, ontwikkel- en borgingsdocument is input voor de jaarlijkse managementgesprekken van de directeur en intern begeleider met het College van Bestuur. De onderwerpen van het managementgesprek komen voor het grootste deel overeen met de planning- en controlcyclus. Daarnaast komen de doelen en programma’s van het strategisch perspectief aan de orde. In het nieuwe document worden de verbeterplannen opgenomen. De voortgang van deze plannen wordt jaarlijks geëvalueerd in het volgende reflectie-, borgings- en ontwikkeldocument. Jaarlijks vindt een schoolbezoek plaats door de beide leden van het College van Bestuur. De agenda voor dit schoolbezoek wordt opgesteld door de school. De focus ligt op de doelen van het strategisch perspectief. Het managementgesprek en het schoolbezoek zijn tevens verbonden met de (HRM) IPB gesprekkencyclus voor directeuren. Dit betekent dat er jaarlijks na het schoolbezoek afwisselend een functionerings- of beoordelingsgesprek gevoerd wordt. We starten in het schooljaar 2015-2016 met vierjaarlijkse interne audits voor onze scholen. De auditcommissie bestaat uit leden van het CvB, de kwaliteitsmedewerker en enkele directeuren en/of intern begeleiders vanuit het netwerk van de betreffende school. Er wordt gebruik gemaakt van een zogenaamde waarderende wijze van auditen. Een interne audit moet een positieve ervaring voor de school zijn. Het doel is om vooral te leren van momenten waarop de school ‘op haar best was’: de geslaagde momenten waarop het gewenste resultaat bereikt is en de kracht van de organisatie naar boven is gekomen. Er is ook oog voor problemen, alleen worden deze waarderend onderzocht. Medewerkers worden in een waarderende audit gestimuleerd om mee te denken over het gewenste resultaat en niet (alleen) het uitrafelen van een probleem. Daarmee wordt draagvlak gecreëerd voor verandering en komen de veranderingen in dialoog met medewerkers tot stand. Centraal staat niet het opzoeken van fouten, maar het vinden van de kracht van de school waarmee mogelijke verbeterpunten kunnen worden aangepakt en de school zich verder ontwikkelt.
Onze vernieuwde aanpak sluit aan bij het concept-toezichtkader dat in 2015 door de onderwijsinspectie beproefd wordt. Kenmerken van het vernieuwde toezichtkader zijn: Uitgaan van basiskwaliteit, gemiddelde kwaliteit en goede kwaliteit. Er is meer aandacht voor verschillen en differentiatie daarbij. De inspectie richt zich vooral op leerwinst. Van monoloog naar dialoog. De inspectie gaat niet alleen uit van haar eigen foto, maar van de eigen foto en de foto die door de school zelf is gemaakt. Men gaat in gesprek over de verschillen tussen die twee. Er komt ruimte om vanuit de vereisten voor basiskwaliteit te kijken naar specifieke profielen en ambities van de scholen. De hoofdvragen die de inspectie stelt zijn: Leren kinderen maximaal? Geven leraren goed les? Is het klimaat voor leerlingen, veilig, stimulerend en ambitieus? Bewaakt de directie de kwaliteit van de school? We willen de inspectiebezoeken en interne audits vervlechten. Er ontstaat zo een vierjaarlijkse cyclus voor kwaliteitszorg. Schematisch ziet dit er als volgt uit: 2015-2016 Reflectie-, ontwikkelen borgingsdocument Managementgesprek
2016-2017 Reflectie-, ontwikkelen borgingsdocument Interne audit
2017-2018 Reflectie-, ontwikkelen borgingsdocument Schoolbezoek
Schoolplan SBO de Spinaker 2015-2019
2018-2019 Reflectie-, ontwikkelen borgingsdocument Inspectiebezoek
68
Schoolbezoek Per school wordt bekeken waar in de cyclus gestart wordt. Dit is afhankelijk van het laatste inspectiebezoek.
Schoolplan SBO de Spinaker 2015-2019
69
8 Onze beleidsvoornemens/plannen, totaaloverzicht en planning
(o= oriëntering, i= invoering, e= evaluatie, b= borging, x= uitgevoerd) 20152016 1. Onderwijskundig beleid 1. De rol van het SBO binnen PaO: opstellen, uitvoe- ieb ren, evalueren en borgen ondersteuningsprofiel 2. De school biedt maatwerk voor zowel meer- als eb minderbegaafde kinderen, rekening houdend met talenten en meervoudige intelligenties 3. Contacten en overleg SO i-e 4. Werken aan veilig en positief schoolklimaat PBS: eb borging 5. Leerlingen leren wijs te bewegen: BeWeegwijs ie 6. Leerlingen volgen middels een film: Script oie 7. Nieuwe rekenmethode eb 8. Nieuwe taalmethode ie 2. Personeelsbeleid 1 Voortzetting 2-jaarlijkse cyclus IPB 2 Invoering nieuwe CAO: basismodel-overlegmodel 3 Professionalisering: teamniveau, individueel niveau 4 Informeren over verzuimbeleid 3. Beleid t.a.v. ouders 1. Ouderdenktank 2. GLANS-techniek: scholing en invoering 4. Marketingbeleid 1. De school organiseert een traject voor oriëntatie op andere schooltijden met een eventueel invoeringstraject. 2. Tevredenheidsonderzoek voor ouders, personeel en leerlingen (PO vensters) 5. Communicatiebeleid 1. Groeigesprekken 2. Ontwikkelen nieuw portfolio 6. Kwaliteitszorg 1 Data feedback en feedforward: PDSA-cyclus 2 Borgingsdocumenten 3 Professionele Leergemeenschap 7. Financieel beleid
20162017
20172018
20182019
eb
eb
eb
eb
eb
eb
i-e b
bx b
bx b
ie ieb eb eb
ie ieb x eb
ieb ieb x x
b e eb
b eb eb
b x eb
b x eb
b
b
b
b
eb i
b ie
b ie
x eb
o
?
?
?
oie
x
oie
x
ieb oie
eb eb
eb x
eb x
eb eb ie
B Eb eb
x b eb
x b b
Schoolplan SBO de Spinaker 2015-2019
70
Schoolplan SBO de Spinaker 2015-2019
71