provinsje fryslân provincie frys1n
b
rJ)
postbus 20120 8900 hm leeuwarden tweebalcsmarkt 52 telefoon: (058) 292 59 25 telefax: (058) 292 51 25
www.fryslan.nl
[email protected] www.rwitter.com/provfryslan
Provinciale Staten van Fryslân
•
rj
Leeuwarden, 12 april 2016 Verzonden,
1
APR 2016
Ons kenmerk 01299569 Afdeling : Programma Wurkje foar Fryslân Behandeld door : Tineke Hoekstra, (058)2928964 of
[email protected] Uw kenmerk Bijlage(n) rapport Talint foar Fryslan 1 tussenrapport Talint foar Fryslân II -
-
Onderwerp
: Eindrapportage Talint foar Fryslân 1 en tussenrapportage Talint foar Fryslân II
Geachte statenleden, In deze brief informeren wij u over de eindrapportage van Talint foar Fryslân 1 en de tussenrapportage van Talint foar Fryslân II. Inleiding Het werkervaringsproject Talint foar Fryslan 1 is één van de projecten binnen het programma Wurkje foar Fryslân. PS heeft uitvoering gegeven tot dit project (bij amendement bij Kaderno ta 2014 dd. 3juli 2013). Talint foar Fryslân 1 is tot stand gebracht met het doel een positieve impuls te geven aan de werkgelegenheid voor pas afgestudeerden. In deze jonge talenten is geïnvesteerd door een jaar werkervaring te financieren door middel van een loonkostensub sidieregeling bij een passend Fries bedrijf, gemeente, of instelling. De regeling heeft een vervolg gekregen met Talint foar Fryslân II. Deze regeling loopt op het moment nog. Talint foar Fryslân 1 is door de provincie geëvalueerd. De doelstelling van de effectmeting was om te achterhalen of de beoogde werkervaringsplekken gerealiseerd zijn en of deze succesvol afgerond zijn. Voor het behalen van de doelstelling zijn drie metingen uitgevoerd: een tussenmeting (4 maanden na de start), een eindmeting (12 maanden na de start) en een derde meting (16 maanden na de start). Bij de eerste en tweede meting zijn zowel de werkgevers als de trai nees via enquêtes bevraagd. Bij de derde meting zijn alleen de trainees via enquêtes be vraagd. Naast de enquêtes zijn na de eerste meting nog een aantal interviews afgenomen en is er na de derde meting nog onderzoek via Linkedln gedaan.
-
1/5
-
Ons kenmerk.
01299569
provinsje fryslân provincie fryslân
b
De resultaten van de evaluaties zijn als input gebruikt voor: 1 Eventuele tijdige bijsturing 2. De meting van de effectiviteit van de jobcoach 3. Een overzicht van de verbeterpunten en: 4. Het bereiken van de doelstellingen De laatste enquete is door 62 trainees ingevuld. De onderzoekers hebben via Linkedin voor een aantal trainees weten te achterhalen of zij in september/oktober 2015 een baan hadden. Van 105 trainees is daardoor bekend of zij in die periode een baan hadden of niet. Resulta ten op vragen als: ‘Hoe schatte je je kansen in voor, tijdens en na het traineeship’, zijn echter gebaseerd op de enquete die door 62 trainees zijn ingevuld. Rapportage Talint foar Fryslân 1 Uit het rapport blijkt onder meer het volgende: • •
Van de 142 trainees die het traineeship hebben voltooid, had 62% een baan in sep tember/oktober 2015, 12% had geen baan en van 26% is het onbekend of zij een baan hebben. Nagenoeg alle trainees hebben nieuwe vaardigheden aangeleerd en een aanzienlijk deel van de trainees geeft aan nu te denken meer kansen op de arbeidsmarkt te hebben, dit is weergegeven in de volgende figuur: Hoe schatte je je kansen in voor, tijdens en na het traineeship? •Kansenvoor(n=92)
Goed
• Kansen tijdens (n=92)
Voldoende Onvoldoende
• Kansen vlak na (n=46)
Slecht
• Kansen drie tot zes na (n=62) 0%
•
•
•
20%
40%
60%
80%
De trainees zijn overwegend positief over de begeleiding van de werkgever en tevre den over de werkplek. Dat blijkt uit het hoge cijfer (een 7,8 en 7,6 gemiddeld) dat de werkgever krijgt en uit de tevredenheid over het aantal taken en de aandacht op de werkplek. Over de begeleiding door USG Restart zijn de reacties wisselend. De meeste trai nees hadden op het moment van de eerste meting nog geen contact met USG ge had. Uit de interviews bleek dat de trainees dat wel verwacht hadden en dat ze dit jammer vonden. Dit kon echter wel verklaard worden doordat deze periode in zomer vakantie viel, daardoor was het lastig om kennismakingsgesprekken in te plannen. De trainees zien wel het nut van een ‘derde partij’. Uit de tweede meting komt een wisselend beeld over de jobcoach en USG Restart. De tevredenheid over de aanvraagprocedure van de regeling en de omgang met subsidie aanvragen is bovengemiddeld, maar liefst 90% van de werkgevers geeft hierop een ‘voldoende’ of een ‘goed’. De interviews bevestigen dit beeld.
2 /5
Ons kenmerk:
01299569
provinsje frys1n provincie fryslân •
•
De werkgever is over het algemeen vol lof over de regeling. Ze geven aan dat de re geling het voordeel biedt van een ‘proeftijd’ voor een jaar. Door deze proeftijd kunnen ze een onervaren persoon aannemen en opleiden binnen het eigen bedrijf zonder dat daarvoor meteen declarabele uren hoeven te worden geschreven. Een doel uit het Statenvoorstel is dat er 100 uur opleiding wordt verzorgd door de werkgevers. Aan de trainees is gevraagd of dit is gehaald. 87% geeft aan ongeveer 100 uur of veel meer dan 100 uur opleiding van de werkgever te hebben gehad.
Naast het bovenstaande komen uit de evaluaties ook een aantal aanbevelingen. Na ont vangst van de resultaten van de eerdere metingen is al ingespeeld op de aanbevelingen en zijn deze bij Talint foar Fryslân II in praktijk gebracht. Dit gaat om onder andere: • het organiseren van een Meet & Greet om de werkgevers te faciliteren bij de werving van een trainee; • een versnelling van de reactietermijn na de aanvraag; • een verlenging van de termijn waarbinnen een werkgever een trainee in dienst moest nemen; • het verbeteren van de communicatie rondom de regeling. Tussenrapportage Talint foar Fryslân II De trainees van Talint foar Fryslân II zijn uiterlijk in mei 2015 in dienst gegaan. Een groot verschil tussen Talint foar Fryslân 1 en II dat bij de tweede regeling een ‘50% subsidie’ is ver leend: de werkgevers moesten deze subsidie aanvullen tot in ieder geval het minimumloon. Bij Talint foar Fryslân II waren 100 subsidies beschikbaar bij Friese werkgevers. Al op de dag van openstelling is het subsidieplafond ruimschoots bereikt. Via een notariële loting is be paald welke aanvragers een verlening hebben ontvangen. De werkgevers zijn er niet allen in geslaagd om voor de uiterste datum een geschikte trainee in dienst te nemen. Daardoor zijn er van de 100 subsidieverleningen, maar 77 traineeships ingevuld. Dit betekent dat er 23 subsidieverleningen niet zijn gebruikt. Bij Talint foar Fryslân 1 was het percentage ongebruik te subsidieverleningen veel lager. Een reden hiervoor kan zijn dat de subsidie bij Talint foar Fryslân 1 een 100% subsidie was, de werkgever had dus nauwelijkskosten aan het in dienst nemen van een trainee. Wellicht dat de eisen die daardoor aan de trainee gesteld werden ook iets lager werden bijgesteld als er zich geen geschikte kandidaten aanmelden. De betreffende werkgevers dienden schriftelijk door te geven dat zij er niet in geslaagd wa ren tijdig een trainee in dienst te nemen. Niet alle werkgevers hebben dit gedaan. Zij ontvin gen een rappelbrief. Indien hier niet op werd gereageerd binnen de gestelde termijn werd de subsidie ambtshalve ingetrokken. Voor alle werkgevers die niet tijdig een trainee hebben gevonden die aan de voorwaarden van de regeling voldeed, geldt dat de subsidie is inge trokken. De subsidie was bij voorschot al betaald aan de werkgever, gelijktijdig met het ver leningsbesluit. Bij het intrekkingsbesluit was een nota toegevoegd die gebruikt kon worden om de betaling terug te storten. Eén werkgever is in bezwaar gegaan tegen de intrekking. De bezwaarprocedure loopt nog. De begroting van Talintfoar Fryslân II was gebaseerd op 100 subsidieverleningen. Nu deze niet allen zijn gebruikt betekent dit dat een deel van de betalingen terug zal worden gestort. Dit zal worden meegenomen met de eerste bestuursrapportage van Wurkje foar Fryslân.
3/5
-
Ons kenmerk:
01299569
•
provinsje fryslân provincie fryslân In augustus 2015 heeft de eerste evaluatie plaatsgevonden via enquêtes bij de werkgevers en de werknemers. Deze enquêtes zijn (helaas) pas in februari 2016 definitief uitgewerkt tot een tussenrapportage. De projectgroep was wel op de hoogte van de voortgang van de traineeships doordat USG regelmatig overleg voert met de projectleider over de stand van za ken en de projectleider op de hoogte houdt van afwijkende ontwikkelingen. De enquete is door 35 trainees en door 43 werkgevers ingevuld.
1 tE
•I
De voorlopige resultaten van de tussenevaluatie laten de volgende conclusies zien: Trainees • We zien dat circa 75% van de trainees zijn kans om werk te vinden zowel v66r het traineeship als nu tijdens het traineeship beoordeelt als voldoende tot goed. Binnen deze groep zien we wel een verschuiving; waar de trainees vô6r het traineeship va ker aangaven hun kansen als ‘voldoende’ te zien waar deze nu vaker als ‘goed’ wor den ervaren. De trainee beoordeelt zijn kans op werk nu dus vaker als ‘goed’ in plaats van ‘voldoende’. De overige 25% beoordeelt zijn kans om werk te vinden als onvoldoende tot slecht. Binnen deze groep zien we dat de trainees v66r hun traineeship vaker aangaven hun kansen als ‘onvoldoende’ te zien waar deze nu vaker als ‘slecht’ worden ervaren. De trainee beoordeelt zijn kans nu dus vaker als ‘slecht’. De verklaring hierin zou kunnen liggen in slechter ervaringen met het traineeship of dat de trainee er nu achter komt dat er meer van hem gevraagd wordt dan hij kan waarmaken. • De trainees zijn voor de overgrote meerderheid tevreden over hun traineeship, zij vinden het zinvol, doen nieuwe vaardigheden op en de traineeplek past goed tot vol doende binnen het opleidingsniveau. Jobcoach/USG-restart • USG-restart is opnieuw laat in het traject betrokken bij de trainees. De redenen waar om de trainees dit zo ervaren zijn niet volledig aan USG-restart te wijten. Er moet re kening gehouden worden met het feit dat veel werkgevers waren waarbij de trainee al enige tijd in dienst was, voordat de werkgever dit aan de projectgroep en dus aan USG restart doorgaf. Daarnaast viel deze periode wederom aan het begin van de zomervakantie. Aangezien de eerste afspraak een kennismakingsgesprek is met de trainee en de werkgever was het lastig om een geschikt moment in te plannen. • De ervaringen van werkgevers en de trainees met de jobcoaches zijn wisselend. Werkgevers • De werkgevers zijn voor het overgrote deel tevreden over de trainees. • De meeste trainees vormen een meerwaarde binnen het bedrijf volgens de werkge vers. De resultaten zijn besproken met USG Restart, waar nodig worden aanpassingen gedaan. Daarnaast waren de meest opvallende resultaten (zoals een aantal trainees die ontvreden waren over hun werkgever) bij de projectgroep bekend. De projectgroep heeft hierop pas sende maatregelen genomen.
Ons kenmerk:
01299569
•
provinsj e fryslân provincie fryslân
b
De traineeships van Talint foar Fryslân II zijn in mei 2016 afgerond. In september zal de laat ste enquête worden gehouden onder deze trainees, aan de hand daarvan kan worden be oordeeld in hoeverre deze jongeren dankzij Talint foar Fryslân II steviger op de arbeidsmarkt staan. De eindrapportage hierover kan in november 2016 worden verwacht. U zult hierover worden geïnformeerd. Voor meer informatie over Talint foar Fryslân 1 en II contact worden opgenomen met Tineke Hoekstra (t. hoekstra@fryslan .fr118964). Gede Staten van Fryslân,
A.
-5/5
Ons kenmerk:
01299569
1 • CI))
provinsje fryslân provincie fryslân b Informatievoorziening Cluster beleidsonderzoek
Rapportage Effectmeting project Talint foar Fryslân
Opdrachtgever: Tineke Hoekstra (projectleider Talint foar Fryslân) Auteurs: Gerda ldsinga, Esther Westmaas en Meinte Engelmoer e, 1
2een
e 3
meting november2015
Rapportage
—
Effectmeting project Talint foar Fryslân tranche 1 -
11-2015
inhoudsopgave Leeswijzer
.3
SAMENVATTING
.4
HOOFDSTUK 1 INLEIDING 1.1 Achtergrond. 1.1.1 Aanleiding 1.2 Doelstelling 1.3 Methodiek 1.4 Rapportage 1.5 Verantwoording HOOFDSTUK
2
6 6 6 6 7 8 8
RESULTATEN
9 9
METINGEN
2.1 Enquêtes trainees 2.1.1 De eerste meting 2.1.2 De tweede metina 2.1.3 De derde metina 2.2 Enquêtes werkgevers 2.2.1 De eerste meting 2.2.2 De tweede metina 2.3 Interviews 2.4 Exit-enquête
9
12 17 19 19
21 23 26
HOOFDSTUK 3 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN 3.1 Conclusies 3.2 Aanbevelingen voor tweede/derde tranche
27 27 28
BIJLAGEN
30
Bijlage
1.
Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage
2. 3. 4. 5.
Bijlage
6.
Bronvermelding
Enquêtes trainees cle, en 3 meting) cle Enquêtes werkgevers en 2 meting) Vragenlijst interviews trainees Vragenlijst interviews werkgevers e
Statenvoorstel
PvdA
Pagina 2 van 45
30 31 38 42 43 44
Rapportage
—
Effectmeting project Talint foar Fryslân tranche 1 -
11-2015
Leeswijze r Dit document bestaat uit drie delen. In het eerste hoofdstuk worden de achtergrond, de doelstelling, de methoden en rapportage beschreven. Hoofdstuk 2 bestaat uit de resultaten van de effectmeting. Binnen het project zijn drie metingen in de tijd gedaan. De resultaten van deze metingen zijn opgenomen in dit document. Op deze wijze bouwt hoofdstuk 2 zich gaandeweg het project steeds verder op en ontstaat een totaaloverzicht. Het derde hoofdstuk bestaat uit de conclusies en aanbevelingen. Om de leesbaarheid van het rapport te vergroten wordt telkens gesproken over ‘bedrijven’. Hier kan echter ook organisaties gelezen worden. Daarnaast is ervoor gekozen om telkens “hij” te gebruiken in de tekst. Waar ‘hij’ staat kan uiteraard ook ‘zij’ gelezen worden.
Pagina 3 van 45
Rapportage
—
Effectmeting project Talint foar Fryslân tranche 1 -
11-2015
Samenvatting Deze rapportage bevat de effectmeting van het project Talint foar Fryslân (eerste tranche). In het oorspronkelijke Statenvoorstel is vastgelegd dat de provincie voor de evaluatie van Talint foar Fryslân’ zorg draagt. De doelstelling van de effectmeting was om te achterhalen of de beoogde werkervaringsplekken gerealiseerd zijn en of deze succesvol afgerond zijn. Met de resultaten van het onderzoek moest het project tijdig kunnen worden bijgestuurd, deels gecontroleerd worden of de jobcoach zijn/haar rol goed vervult, een overzicht worden gemaakt van verbeterpunten en het effect worden gemonitord. De resultaten van het onderzoek kunnen als input worden gebruikt voor: 1. Eventuele tijdige bijstu ring 2. De meting van de effectiviteit van de jobcoach 3. Een overzicht van de verbeterpunten en: 4. Het bereiken van de doelstellingen Voor het behalen van de doelstelling zijn drie metingen uitgevoerd: een tussenmeting (4 maanden na de start), een eindmeting (12 maanden na de start) en een derde meting (16 maanden na de start). Bij de eerste en tweede meting zijn zowel de werkgevers als de trainees via enquêtes bevraagd. Bij de derde meting zijn alleen de trainees via enquêtes bevraagd. Naast de enquêtes zijn na de eerste meting nog een aantal interviews afgenomen en is er na de derde meting nog onderzoek via Linkedln gedaan. Zijn de beoogde werkervaringsplekken gerealiseerd? Van de beoogde 178 traineeplekken zijn 160 gerealiseerd. Zijn de gerealiseerde werkervaringsplekken succesvol afgerond? Van de 160 traineeplekken hebben 142 de werkervaringsplek afgerond en van 88 is bekend dat zij succesvol een baan gevonden. Wel betreft het vrijwel altijd flexibele contracten of payroll constructies. Dit traineetraject kostte€ 3.944.480,13. Detrainees schatten hun kansen op de arbeidsmarkt na afloop van het traject hoger in dan bij de start. Moest of kon het project tijdig worden bijgestuurd? De eerste meting is gerapporteerd aan de opdrachtgever, waarmee bij Talint 2 verbeteringen zijn doorgevoerd. Er is een Meet&Greet georganiseerd waar werkgevers potentiele trainees konden ontmoeten. De communicatie richting werkgevers is verbeterd. Hierbij valt te denken aan: een ontvangstbevestiging sturen, planningen duidelijk communiceren, subsidieverleningen/weigeringen tegelijkertijd versturen, meer ondersteuning bieden bij de werving van trainees. Ook is de termijn waarin de werkgever een trainee kon werven verlengd van 12 naar 15 weken. Verder is de reactie op de aanvraag versneld en heeft een communicatiemedewerker meegedacht bij het opstellen van de regeling. Kon deels gecontroleerd worden of de jobcoach zij nlhaar rol goed vervulde? De trainees waren gemiddeld erg tevreden ten aanzien van de begeleiding van werkgeverszijde. Over de begeleiding van de jobcoaches is de tevredenheid wisselend. Is een overzicht gemaakt van de verbeterpunten? Ja, een overzicht van de verbeterpunten is opgenomen in het verslag. Zie ook de aanbevelingen hier onder. Deze verbeterpunten hebben betrekking op de communicatie, een evaluatiemoment invoegen, betalingen beter regelen. Kon het effect worden gemonitord? Uit de resultaten is gebleken dat met deze aanpak het verloop van het project goed kan worden gemonitord. Een dergelijke aanpak is voor herhaling vatbaar bij andere projecten. Het is echter moeilijk te bepalen hoeveel van de 88 trainees een al dan niet tijdelijke werkplek zou hebben gevonden zonder deze subsidieregeling. Daarmee is het complex na te gaan wat de totale effectiviteit van de regeling is geweest.
Pagina 4 van 45
Rapportage
—
Effectmeting project Talint foar Fryslân -tranche 1
11-2015
Aanbevelingen vanuit het veld. De volgende aanbevelingen werden onder meer genoemd tijdens enquêtes en de interviews: • • • • • • • • •
Ook mogelijkheid geven voor trainees met (lagere) rnbo niveaus, met name in de bouw. Het aanleveren van de documenten verspreiden over een week en daarna loten. Van tevoren bekend maken hoeveel plekken er voor MBO/HBO en WO zijn. Een Meet&Greet is een goed idee maar maak dan van tevoren wel bekend welke bedrijven er komen en voor welke functies zij trainees zoeken. Ervoor zorgen dat er voldoende kanalen worden ingezet waardoor MBO’ers de vacatures kunnen vinden (bv. via scholen). Zorg voor meer gelijkheid in de aangeboden opleiding aan de trainees of maak in ieder geval een bewuste afweging over door de werkgever het in te leveren opleidingsplan. Zorg ervoor dat de begeleidingspartij (USG) al vanaf begin af aan betrokken is bij de trainee (kennismakingsgesprek binnen eerste twee maanden). Zorg ervoor dat de trainees iets hebben aan de geboden intervisie door de begeleidingspartij. Een (bescheiden) financiële bijdrage vragen van onderneming zorgt voor meer corn mitment.
Pagina 5 van 45
Hoofdstuk 1
Inleiding
Dit hoofdstuk geeft meer informatie over de achtergrond en de opzet van de effectmeting.
1.1 Achtergrond Effectmeting Talint foar Fryslân’ maakt onderdeel uit van het project Talint foar Fryslân . Dit project is 1 geïnitieerd door de Statenfractie van de PvdA. Op 3juli 2013 hebben de Staten tot uitvoering van het project besloten. Binnen het project zijn, voor de duur van 1 jaar, in totaal 160 trainees bij 125 werkgevers in dienst getreden. Door middel van een subsidieregeling wilde de provincie Fryslân pas afgestudeerde MBO’ers (niveau 3 & 4), HBO’ers en WO’ers, voor één jaar werkervaringsplaatsen aanbieden bij bedrijven en organisaties in Fryslân (profit en non-profit). De provincie bekostigde de volledige loonkosten, op basis van 32 uur tegen minimaal het minimumloon. De werkgever moest op zijn beurt de trainee minimaal 100 uur opleiding aanbieden op zijn kosten. Hiermee wilde de provincie jongeren, die moeilijk een baan kunnen vinden, helpen door ze steviger in de arbeidsmarkt te zetten en hun kansen op werk vergroten. Extra begeleiding tijdens het traineeship (gericht op de arbeidsmarkt) is verzorgd door USG Restart (Noord). Het doel van deze begeleiding was om de trainee te helpen bij de toekomstige werkinvulling en de trainee daarmee steviger in de arbeidsmarkt te plaatsen. De begeleiding van USG Restart bestond o.a. uit: coaching, (groeps)intervisie, arbeidsbemiddeling. Daarnaast bood USG Restart de trainees toegang tot een online vacaturebank en een e-Iearningplatform.
1.1.1 Aanleiding In het Statenvoorstel (d.d. 03-07-2013) wordt de provincie aangewezen om zorg te dragen voor de evaluatie van de traineeships. De kosten voor deze evaluatie zijn doorberekend in de begrote proceskosten (€250.000). Zie bijlage 3 voor het Statenvoorstel . De projectleider van het project Talint 2 foar Fryslân heeft de afdeling Informatievoorziening gevraagd uitvoering te geven aan deze evaluatie.
1.2 Doelstelling (uit: Onderzoeksopzet
—
effectmeting Talint foar F,yslân, maart 2014)
De doelstelling van de effectmeting is om te achterhalen of de beoogde werkervaringsplekken zijn gerealiseerd en of deze succesvol worden afgerond. Onder • • •
succesvol wordt verstaan: De trainee maakt het jaar vol. De trainee volgt 100 uren opleiding passend bij de hoogst genoten opleiding. De werkervaring, (vakinhoudelijke) kennis en vaardigheden van de trainee dragen positief bij aan verdere stappen in de loopbaan.
Extra:
•
De trainee kan in dienst blijven bij het bedrijf.
•
De trainee vindt binnen het halfjaar na het traineeship een baan . 3
Of:
De effectmeting wordt gedaan door het uitvoeren van drie metingen. Na elke meting ontvangt de opdrachtgever een rapportage. De eindrapportage is eind november2015 gereed.
1
Talint foar Fryslân maakt deel uit van het programma Wurkje foar Fryslân (€300 miljoen). Eén van de doelen van Wurkje foar Fryslân is om 1600 tijdelijke arbeidsplaatsen in Fryslân te creëren tot en met 2016. In dat kader is in 2013 het project Talint foar Fryslân (€5 miljoen) opgezet. 2 Er is in de uitvoering enigszins afgeweken van het Statenvoorstel. zo is er voor gekozen om de twee tranches te laten vervallen en één subsidieregeling te maken. Daarnaast zijn er minder trainees gestart dan werd beoogd. De laatste meting vindt tot maximaal 6 maanden na het traineeship plaats, om deze reden is ervoor gekozen de indicator ‘de trainee vindt binnen het halfjaar na het traineeship een baan’ aan te houden. Desondanks is het project éék succesvol als de trainee ten gevolge van dit project een jaar (of langer) na de tijd een baan vindt. Wij kunnen dit echter niet meer meten simpelweg omdat de trainee dan bij ons uit beeld is.
Rapportage
Aan de • • • •
—
Effectmeting project Talint foar Fryslân
-
tranche 1
11-2015
hand van de resultaten kan: er tijdens het project worden bijgestuurd, deels gecontroleerd worden of de jobcoach van USG Restart zijn/haar rol goed vervult, een overzicht van verbeterpunten worden gemaakt die gebruikt kan worden voor een eventueel volgend (soortgelijk) project, het effect van de regeling worden gemeten.
Kaders: —
—
Uit de effectmeting komen bevindingen en aanbevelingen voort. Het uitvoeren van deze verbeteracties valt buiten de scope van dit project. De zorg voor organisatorische borging van de resultaten van de effectmeting (bv. de rapportage aan GS) is de verantwoordelijkheid van de opdrachtgever.
1.3 Methodiek Binnen dit project zijn drie metingen uitgevoerd: 4 maanden na de start van het traineeship een eerste meting, 12 maanden na de start een tweede meting en 16 maanden na de start een derde meting. De eerste meting bestaat uit een combinatie van enquêtes (hele populatie) en interviews (o.b.v. een steekproef) en is gericht op zowel de trainee als de werkgever. De tweede meting bestaat uit enquêtes (hele populatie) onder de trainees en werkgevers. De derde meting bestaat uit enquêtes (hele populatie) onder enkel de trainees. Naast de metingen was het de bedoeling ook een exit enquête’ uit te zetten onder de trainees die voortijdig stoppen. Middels deze enquête zou de reden van stoppen achterhaald worden. Deze reden was echter bekend bij de opdrachtgever waardoor de enquête niet nodig bleek. De enquêtes zijn gebruikt als hoofdmethode’. De interviews vormden hier een verdieping op doordat de knelpunten die uit de enquêtes naar voren kwamen in de interviews verder onderzocht konden worden.
Overzichtstabel
Doelgroep Trainees
Methode Enquête
Interviews
Meting(en) Meting 1 Augustus 2014
Meting 2 Juni 2015
Ca. 4 maanden na start
Ca. 12 maanden na start
Onderzoekspopulatie
September 2014
Meting 3 Augustus 2015
N=160, bij laatste meting 142
Ca. 15 maanden na start Ca. 8 interviews
Ca 5 maanden na start Werkgevers
Enquête
Augustus 2014
Juni 2015 Ca. 12 maanden na start
Interviews
Ca 4 maanden na start September 2014 Ca. 5 maanden na start
Pagina 7 van 45
N=125
Ca. 8 interviews
Rapportage
—
Effectmeting project Talint foar Fryslân tranche 1 -
11-2015
1.4 Rapportage De enquêtes en interviews zijn niet anoniem aangeleverd maar wel anoniem verwerkt. Dit houdt in dat de onderzoekers van de afdeling Informatievoorziening de gegevens niet anoniem binnenkrijgen. Ze zorgen er echter voor dat de gegevens veralgemeniseerd worden zodat ze niet zijn te herleiden tot een individu. De gegevens worden pas daarna aangeboden aan de opdrachtgever. Na elk van de drie metingen zijn de resultaten via de rapportage in deel 2 van dit document teruggekoppeld aan de opdrachtgever. Dit moest de opdrachtgever in staat stellen om tijdig bij te sturen. Na de drie metingen is een totaaloverzicht ontstaan op basis waarvan, in het laatste deel van dit document, conclusies en aanbevelingen gedaan zijn.
1.5 Verantwoording Voor de effectmeting is gebruik gemaakt van de gegevensregistratie van de deelnemers aan de subsidieregeling (trainees en werkgevers). Voor de effectmeting is gebruik gemaakt van meerdere 4 Door methoden. Doordat de methoden met elkaar zijn gecombineerd is sprake van triangulatie. triangulatie neemt de kwaliteit van het onderzoek toe. 5 Knelpunten die uit de enquêtes naar voren kwamen zijn verder onderzocht in de interviews, hierdoor vormden de interviews een verdieping op de enquêtes. Doordat het aantal trainees en werkgevers relatief klein is, is bij de enquêtes een hoge respons nodig om de gegevens representatief te laten zijn. Helaas is dit niet bij elke enquête gelukt. Het betrouwbaarheidsniveau is voor de resultaten van de enquêtes tussen de 60 en 90%. Ze moeten gelezen worden als indicatief. Het percentage van 60% zat in de tweede meting . Het 6 betrouwbaarheidsniveau is het percentage zekerheid waarmee wordt aangegeven dat de gepresenteerde gegevens juist zijn. Bij de derde enquête voor trainees is daarom ook nog via Linkedin gekeken of de trainees een baan hadden.
Het gebruik van meerdere gegevensbronnen. (Harinck, 2006) Harinck, 2006, blz. 77/78 6 De mailadressen van de trainees zijn via USG Restart geleverd aan de opdrachtgever en daarna doorgegeven aan de onderzoekers. Dit waren deels privémailadressen en deels mailadressen van de trainee op de werkplek. In december 2014 hebben de onderzoekers de laatste groep aangeschreven met het verzoek om privémailadressen in verband met de tweede en derde meting. Een aantal heeft hierop gereageerd, maar een aantal niet. Daarvan hadden de onderzoekers tijdens de tweede meting alleen het werkmailadres, waar de trainee niet altijd meer werkte. Voor de derde meting heeft de opdrachtgever nog een aantal extra privémailadressen achterhaald via USG Restart. Pagina 8 van 45
Rapportage
—
Effectmeting project Talint foar Fryslân tranche 1
11-2015
-
Hoofdstuk 2 Resultaten metingen In dit hoofdstuk worden de resultaten (en toelichting) uit de eerste en tweede meting weergegeven. De vragenlijsten van zowel de enquêtes als van de interviews zijn te vinden in de bijlagen.
2.1 Enquêtes trainees Hierna volgende de uitkomsten van de eerste en tweede meting afgenomen bij de trainees. 2.1.1 De eerste meting De eerste meting was in augustus 2014, op dat moment waren de trainees 2 tot 5 maanden gestart met het traineeship. Er zijn in totaal 160 trainees gestart met het traineeship, van hen zijn er tot het moment van de enquête 3 afgehaakt. Van de overige 157 trainees waren 142 e-mailadressen bekend. De enquête is half augustus 2014 aan die adressen verstuurd. Van die adressen hebben in 135 trainees de enquête ook daadwerkelijk ontvangen. Er zijn dus 14 ‘missing’. De enquête is door 92 van de 135 trainees ingevuld wat neerkomt op een responspercentage van 68% en een 7 van 90%. betrouwbaarheidsniveau Geslacht & opleiding Van de trainees 8 is 56,5% man (dat zijn 52 trainees) en 43,5% vrouw (dat zijn 40 trainees). Het grootste deel van de trainees heeft als hoogst afgeronde opleiding MBO (53,3%) gevolgd door HBO (35,9%) en WO (10,9%). Leeftijd De meeste trainees zijn tussen de 22 en de 27 jaar oud (73.8%). De gemiddelde leeftijd is 24,5 jaar. De oudste respondent is 41 jaar oud, de jongste 19 jaar. In de leeftijdscategorie van 21-25 zitten in verhouding meer MBO’ers dan HBO’ers (66% MBO, 28% HBO). In de leeftijdscategorie 26-30 zitten in verhouding juist meer HBO’ers dan MBO’ers in zitten (12% MBO en 60% HBO). In de categorie 26-30 zitten in verhouding meer WO s284) dan in de categorie 21-25(5,3%).
r
Leeftijd
Leeftijd en opleidingsniveau Wo (n10) •<20 .21-25
Hbo (n=33)
.26-30 .31> 0
20 •<20
Figuur 1. Verdeling naar leeftijd, n=92.
.21-25
60
40 .26-30
.31>
Figuur 2. Opleidingsniveau afgezet naar leeftijd, n92.
Reistijd
De gemiddelde reistijd van de trainee van huis naar de werkplek is 27,7 minuten. De meeste trainees reizen tussen de 0-15 minuten om van hun huis naar hun werkplek te komen. Drie trainees reizen 75 minuten of meer om op hun werkplek te komen. Uit deze resultaten blijkt dat de meeste trainees relatief dichtbij hun werkplek wonen. In de meeste gevallen is dit in de provincie Fryslân. Vindplaats vacature Op de vraag waar de trainee de vacature gevonden hebben, antwoorden 55 trainees ‘anders, nl. Tien van hen geven aan dat zij rechtstreeks benadert zijn door het bedrijf of de Organisatie (bijvoorbeeld omdat ze oud-stagiair zijn). Nog eens tien trainees geven aan dat ze op de vacature werden gewezen door familie, vrienden, kennissen, of docenten. ‘Facebook’ en ‘de krant’ worden het minst vaak als vindplaats aangeduid.
Het betrouwbaarheidsniveau is het percentage zekerheid waarmee wordt aangegeven dat de gepresenteerde gegevens juist zijn. Waar gesproken wordt over ‘trainees’ worden de trainees bedoeld die de enquête ingevuld hebben.
Pagina 9 van 45
Rapportage
—
Effectmeting project Talint foar Fryslân tranche 1
11-2015
-
Waar heb je de vacature gevonden? Anders ni Site van het bedrijf werkeninfriesland.nI Advertentie in de krant Facebook 0%
10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80%
Figuur 3. Vindplaats vacature, er waren meerdere antwoorden mogelijk, n=92.
Begeleiding door de werkgever
De begeleiding door de werkgever bestaat het vaakst uit opleiding/training of hulp bij het realiseren van taken. Van de trainees zegt 89% het aantal begeleidingsuren door de werkgever voldoende te vinden. Tien trainees (11%) vinden dat zij te weinig begeleidingsuren krijgen. Er is aan de trainees gevraagd om de begeleiding door de werkgever uit te drukken in een cijfer. Gemiddeld scoort de begeleiding een 7.9. Twaalf van de trainees geven de begeleiding een 10. In de toelichting op dit rapportcijfer geven de trainees aan dat ze vooral de vrijheid bij het uitvoeren van taken prettig vinden. Ze kunnen zelfstandig werken en wanneer nodig om begeleiding vragen. Vier trainees beoordelen de begeleiding met een onvoldoende (lager dan een 6). In de toelichting wordt aanggevendatdetrainee het aantal begeleidingsuren te laag vindt. Hoe zou je de begeleiding van je werkgever willen beoordelen uitgedrukt in een rapportcijfer? 45% 40% 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% 1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Figuur 4. Begeleiding door werkgever uitgedrukt in een rapportcijfer, n92.
Begeleiding door de jobcoach
Een groot deel van de trainees geeft aan op het moment van de enquête geen of weinig begeleiding te hebben gehad door de jobcoach (USG Restart). Degene die wel begeleiding hebben gehad gegeven gemiddeld een 6,6.
Pagina 10 van 45
Rapportage
—
Effectmeting project Talint foar Fryslân
-
tranche 1
11-2015
Hoe zou je de begeleiding van de jobcoach willen beoordelen uitgedrukt in een rapportcijfer? 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0%
Jbii (t,
(5
t’,
)
ro
‘\
)
Figuur 5. Begeleiding doorjobcoach uitgedrukt in een rappon’cijfer, n=92
In de toelichting wordt door sommigen aangegeven dat er nog maar één gesprek is geweest en dat zij hierdoor moeilijk een oordeel kunnen geven. Voor degenen die wel een oordeel hebben, zijn de ervaringen over de gesprekken wisselend. Een aantal vindt dat de jobcoach duidelijk uitlegt, anderen vinden dat het hebben van een jobcoach weinig toegevoegde waarde heeft. Ervaring werk
Nagenoeg alle trainees geven aan dat hun werk goed (62%) of voldoende (35%) aansluit bij hun opleidingsniveau. Van de drie trainees die aangeven dat hun werk slecht aansluit geven allen aan dat het werk wel aansluit op hun opleidingsniveau maar niet goed op hun vooropleiding. Op de vraag hoe de trainee de hoeveelheid taken ervaart wordt overwegend positief geantwoord, 76% geeft aan de hoeveelheid taken voldoende te vinden, 16% vindt de hoeveelheid taken wisselend. Zeven trainees (8%) geven aan de taken teveel of juist te weinig te vinden. Hoe ervaar je de hoeveelheid taken?
• Teveel • Voldoende •Te weinig •Wisselend
Figuur 6. Eivaring hoeveelheid taken, n92.
Van de trainees geeft 83% aan dat ze hun werk ervaren als heel zinvol’, 17% geeft aan het ‘een beetje zinvol’ te vinden. Geen enkele trainee geeft aan het werk ‘niet zinvol’ te vinden. In de toelichting die de trainees konden geven op deze vraag blijkt dat de trainees voelen dat ze een aanvulling zijn voor het bedrijf bijvoorbeeld omdat ze werk oppakken wat anders blijft liggen of omdat ze een functie vervullen die nog niet bestond binnen het bedrijf. Daarnaast geven een aantal trainees aan dat ze het werk zinvol vinden omdat ze zich hierdoor verder kunnen ontwikkelen, omdat ze werkervaring opdoen en/of omdat dit een goede aanvulling is op hun CV. Pagina 11 van 45
Rapportage
—
Effectmeting project Talint foar Fryslân
-
tranche 1
11-20 15
Van de trainees die invulden dat ze het werk als ‘een beetje zinvol’ ervaren geeft aan aantal aan dat ze het werk nog niet als heel zinvol ervaren omdat ze weinig taken hebben of omdat ze (nog) niet doen wat ze zouden willen of wat bij hun vooropleiding past. Ontwikkeling kennis en vaardigheden Van de trainees geeft 93% aan dat er op de werkvloer genoeg aandacht is voor hun ontwikkeling. Meer dan de helft van de trainees (63%) geeft aan geen nieuwe contacten te hebben opgedaan met andere mogelijke werkgevers. Van de trainees die aangeven wel nieuwe contacten te hebben opgedaan met mogelijke nieuwe werkgevers (37%) geeft het merendeel (82%) aan een redelijke kans te zien via deze contacten een nieuwe baan te vinden. Van de trainees geeft 78% aan nieuwe vaardigheden te hebben geleerd. De nieuwe vaardigheden hebben het vaakst te maken met het leren omgaan met software. Andere vaardigheden die genoemd worden zijn; projectmanagement vaardigheden, vaardigheden omtrent het versturen van mail(ings) en vaardigheden t.b.v. de eigen ontwikkeling (bv. communicatievaardigheden). Hoe schatte je je kansen in voor het traineeship? Hoe schat je je kansen nu in? Goed Voldoende Onvoldoende Slecht 0
1
20 40 Kansen voor IKansen nu
60
Tot slot is gevraagd hoe de trainee zijn of haar kansen op de arbeidsmarkt inschat. Daarbij is een vergelijking gemaakt tussen de kansen die de trainee dacht te hebben vôôr het traineeship en de kansen die de trainee nu denkt te hebben (met de ervaring van deze traineeship). Uit de grafiek hiernaast blijkt dat de kansen door de trainees tijdens het traineeship hoger geschat werden dan v5ôr het traineeship.
Figuur 7. Kansen op de arbeidsmarkt voor en tijdens het trainooship, n=92.
2.1.2 De tweede meting e De 2 meting was in juni 2015, op dat moment hadden alle trainees hun traineeship afgerond. Van de 137 verstuurde enquêtes zijn 130 aangekomen. Van die 130 zijn er 87 geopend en uiteindelijk 46 ingevuld. Dat komt neer op een responspercentage van: 35% (van ontvangen). De lage respons is mogelijk te verklaren doordat we, ondanks verzoeken naar het werkmailadres, niet alle privé mailadressen hebben kunnen achterhalen. Daardoor waren we genoodzaakt de enquête deels aan werkmailadressen te sturen. Mogelijk zijn die enquêtes niet aangekomen bij de trainee omdat deze al uit dienst was. Door de lage respons is de enquête onvoldoende representatief. De resultaten van deze meting kunnen hierdoor niet vertaald worden naar alle trainees en moeten worden gezien als indicatief. Sector Aanvullend op de gevraagde achtergrondkenmerken uit de eerste meting hebben we bij de tweede meting ook gevraagd in welke sector het bedrijf waar de trainee het traineeship volgde valt. De meeste trainees (61%) geeft aan dat het bedrijf waar ze het traineeship volgden in de profit sector valt. Van hen geeft 35% aan dat het bedrijf in de non-profit sector valt, 2% van de trainees weet niet in welke sector het bedrijf valt waar ze hun traineeship volgden.
Activiteiten vôor traineeship Pagina 12 van 45
Rapportage
—
Effectmeting project Talint foar Fryslân
-
tranche 1
11-2015
Op de vraag welke omschrijving het beste past bij de activiteit die de trainee voor het traineeship had geven 13 trainees aan werkeloos thuis te hebben gezeten (28,3%). Nog eens 13 trainees geven aan wel werk te hebben gehad maar in een andere sector dan waar ze voor zijn opgeleid (28,3%). Negen trainees geven aan werk te hebben gehad onder hun opleidingsniveau (19,6%). Het minst vaak wordt vrijwilligerswerk in een andere sector als de opleiding als omschrijving van de activiteit voor het traineeship aangeduid (4.3%). Bij ‘anders’ worden de volgende antwoorden gegeven: een reis en een werkervaringsstage.
Werkloos thuis Ik had werk in een andere sector dan mijn opleiding Ik had werk onder mijn opleidingsniveau. Ik had werk in een sector passend bij mijn opleiding Pas afgestudeerd, daarna aansluitend direct dit. Vrijwilligerswerk in een sector passend bij mijn opleiding Ik had werk op mijn opleidingsniveau. Anders, nI Vrijwilligerswerk in een andere sector dan mijn opleiding 0%
5%
10%
15%
20%
25%
30%
Figuur 8. Activiteiten vc5ôr traineeship, er waren meerdere antwoorden mogelijk n=46.
Begeleiding In de tweede meting is opnieuw gevraagd naar de ervaringen van de trainees met de begeleiding door de werkgever. Van de trainees geven 22 aan de afgesproken 100 uren aan begeleiding ongeveer te hebben gehad (48%). Achttien van hen geven aan zelfs veel meer dan 100 uren te hebben gehad (39%). Vier trainees geven aan minder dan 100 uren aan opleiding te hebben gehad (9%), 2 trainees geven aan hier geen zicht op te hebben (4%). Er is aan de trainees ook weer gevraagd om de begeleiding door de werkgever uit te drukken in een cijfer. In deze tweede meting scoort de begeleiding gemiddeld een 7.6. Dat is ten opzichte van de eerste meting 0.2 punt lager. Eén trainee geeft aan geen begeleiding te wensen. In de toelichting werd door de meeste trainees aangegeven dat zij goede begeleiding hadden gehad en dat zij met vragen bij de begeleider terecht konden. Een trainee gaf aan dat zij in het begin de begeleiding slecht vond, maar dat dit later beter ging vanwege een wisseling van begeleider. Een andere trainee gaf aan dat zij erg weinig begeleiding had gehad.
Vergelijking gegeven cijfer voor begeleiding door de werkgever le en 2e meting
:: :: 1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Pagina 13 van 45
Rapportage
—
Effectmeting project Talint foar Fryslân tranche 1
11-2015
-
Figuur 9. Vergelijking gegeven cijfer voor begeleiding door de werkgever uitgedrukt in een rapportcijfer, (1° meting: n= 92; 2° meting: n=45 ) 9
Met de werkgevers is afgesproken dat zij zelf 100 uur aan opleiding verzorgen. Aan de (ex-)trainees is gevraagd of dit is gehaald. 87% geeft aan ongeveer 100 uur of veel meer dan 100 uur opleiding van de werkgever te hebben gehad. 4 trainees (9%) geven aan veel minder training te hebben gehad en 2 trainees wisten dit niet. Een groot deel van de trainees gaf aan op het moment van de eerste meting nog geen of weinig begeleiding te hebben gehad door de jobcoach (USG Restart). Op het moment van de tweede meting is er wel sprake geweest van begeleiding. Van de trainees zegt 59% het aantal begeleidingsuren door de jobcoach voldoende te vinden. 14 trainees (30%) vinden dat zij te weinig begeleidingsuren hebben gehad. De trainees hebben intervisie van USG Restart gehad. Er is gevraagd of de trainees hier wat aan hebben gehad. 11 trainees (24%) geven aan hier niets aan te hebben gehad, 21 trainees (46%) antwoorden dat zij er een beetje aan hadden en 7 hebben er wel wat aan gehad. De overige 7 hebben geen intervisie gehad. USG Restart heeft online hulpmiddelen bij het solliciteren. Gevraagd is of de trainees deze gebruikt hebben. Eén trainee gaf aan dit gedaan te hebben. 20 hebben dit niet gedaan en de overige 25 kenden de online hulpmiddelen niet. Er is aan de trainees gevraagd om de begeleiding door de jobcoach uit te drukken in een cijfer. Gemiddeld scoort de begeleiding een 6.3. Dit is 0.3 punt lager dan het gemiddelde uit de eerste meting. Uit de toelichting blijkt opnieuw dat de ervaringen wisselend zijn. Een deel van de trainees geeft aan dat zij de begeleiding goed vond, een ander deel geeft aan weinig begeleiding te hebben gehad terwijl zij dit wel wenste. Een enkeling geeft aan geen begeleiding te hebben gewenst.
40%
Hoe zou je de begeleiding van de jobcoach willen beoordelen uitgedrukt in een rapportcijfer?
35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0%
1iii 7
?
9
‘
6’
6’
?
6’
.1e meting •2e meting
9
Figuur 10. Cijfer voor begeleiding jobcoach (1° meting n=92, 2° meting n=46)
Ervaring traineeship Er is in de tweede meting gevraagd of de trainees het traineeship zinvol vonden. 85% geeft aan het traineeship (heel) zinvol te hebben gevonden. In de eerste en tweede meting is gevraagd hoe de hoeveelheid taken werd ervaren.
Bij 2° meting is n lager omdat één trainee aangaf dat er geen begeleiding van de werkgever was gewenst. Pagina 14 van 45
Rapportage
—
Effectmeting project Talint foar Fryslân
-
tranche 1
11-2015
Hoe heb je de hoeveelheid taken ervaren? 90% 80% 70% 60% .1e meting
50%
.2e meting
40% 30% 20% 10% 0%
—r
Teveel
Voldoende
Te weinig
Wisselend
Figuur 11. Eivaring hoeveelheid taken (le meting n=92, 2e meting n—46)
Pagina 15 van 45
Rapportage
—
Effectmeting project Talint foar Fryslân tranche 1
11-20 15
-
In de tweede meting is opnieuw gevraagd naar de inschatting van de kansen op de arbeidsmarkt. Hoe schatte je je kansen op arbeidsmarkt voor, tijdens en na het traineeship? Goed
Voldoende
• Kansen voor (n=92) ‘Kansen tijdens (n=92)
Onvoldoende
• Kansen na (n=46)
Slecht 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
Figuur 12. Inschatting kansen op arbeidsmarkt
Vervolg op traineeship e Bij de onderzoekers leeft het idee dat de 2 enquête met name is ingevuld door de trainees met een baan na het traineeship. Dit blijkt later in dit document als de werkgevers wordt gevraagd naar of de traineej) nu een baan hebben. Met dit gegeven in het achterhoofd, de volgende figuren: Wat voor soort dienstverband heb je? een flexibel contract (jaar of aantal maanden) vast contract via uitzendbureau detacheringlpayroll een flexibel contract (meer dan een jaar) 0%
20%
40%
60%
80%
Figuur 13. Dienstverband ex-trainees (n=37)
MBO HBO WO
15 15 7
Tabel 1. Baan versus opleidingsniveau volgens 2e meting trainees
Aan degenen die geen baan hebben, is gevraagd of zij door het traineeship contact met andere mogelijke werkgevers gekregen. Vijf trainees gaven aan dat dit het geval was. Zij achten de kans om via deze contacten aan een baan te komen echter redelijk tot klein.
Pagina 16 van 45
Rapportage
—.
Als laatste
Effectmeting project Talint foar Fryslân tranche 1
11-20 15
-
gevraagd of de trainees het traineeship zouden aanbevelen bij anderen.
Zou je het traineeship ook aan anderen aanbevelen? • Ja
•Ja, maar niet bij deze werkgever • Nee
Figuur 14. Aanbevelen traineeship
2.1.3 De derde meting In september 2015 is de derde meting bij de trainees geweest. De belangrijkste vraag was hier: heb je een baan?’. Via de enquête hebben 62 trainees dit ingevuld. De onderzoekers hebben via Linkedln nog voor 43 trainees achterhaald of zij een baan hebben. Bij 8 van deze 43 is enige onzekerheid, omdat ze een baan hebben maar bij dezelfde werkgever. Het kan dus ook zijn dat de Linkedin pagina niet is bijgewerkt. Totaal is er dus voor 105 van de 142 trainees, die het traineeship hebben afgemaakt, bekend of ze een baan hebben. Van de 142 trainees die het traineeship hebben voltooid, had 62% een baan in september/oktober 201510, 12% had geen baan en van 26% is het onbekend of zij een baan hebben. In hadden 88 ex-trainees een baan. De verdeling over de opleidingen was als volgt: MBO 43 HBO 35 WO 10 Tabel 2. Opleiding en baan
Van 17 ex-trainees is bekend dat ze geen baan hebben. Bij de overige 37 is het onbekend. Bij de trainees die de enquête hebben ingevuld, weten we ook welk contract ze hadden. Wat voor soort dienstverband heb je?
Bij ‘anders’ stond een trainee contract. Deze persoon heeft een traineeship bij een ander bedrijf.
Een flexibel contract Uaar of aantal maanden) Vast contract Detachering/payroll Een flexibel contract (meer dan een jaar) Via uitzendbureau Anders, nI.
1 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
Figuur 15. Soort dienstverband
10
De enquête is gehouden in september en Linkedln is bekeken in oktober. Pagina 17 van 45
70%
Rapportage
—
Effectmeting project Talint foar Fryslân tranche 1
11-20 15
-
In de enquête is ook gevraagd hoe de train ees de kansen op de arbeidsmarkt nu inschatte. Zoals in de figuur is te zien schatten de trainees hun kansen op de arbeidsmarkt nu beter in dan voordat zij het traject begonnen.
Hoe schatte je je kansen in voor, tijdens en na het traineeship?
Goed •Kansen voor (n92) Voldoende •Kansen tijdens (n92) •Kansen vlak na (n=46) Onvoldoende • Kansen drie tot zes maanden na (n62)
Het percentage voldoende en goed wordt meer naarmate de tijd vordert.
Slecht
0%
20%
40%
60%
80%
Figuur 16. Kansen voor, tijdens en na traineeship
Mijn huidige baan is... Passend bij mijn opleidingsrichting Passend bij mijn opleidingsniveau Passend bij mijn wensen (nog) niet wat ik wil Anders, ni 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
De trainees die de enquête invulden, beantwoordden ook deze vraag. Zoals te zien is voor twee derde van de trainee de huidige baan passend bij opleidingsrichting, -niveau en de wensen. Bij ‘anders’ stond totaal andere richting.
Figuur 17. Huidige baan
In de toelichting bij bovenstaande vraag werden de volgende zaken vaker benoemd: dit wil ik doen, ik ben tevreden met wat ik doe. Sommige zijn (nog) niet tevreden omdat ze graag hogerop willen of de voorkeur hebben voor een andere sector. Verder werden nog enkele belangrijke opmerkingen genoteerd: (1) uitdaging is nodig voor motivatie, (2) mooie mogelijkheid tot ontwikkeling, (3) nu vakinhoudelijk sterker, (4) door dit project een carrière switch en (5) het nieuwe netwerk leidde tot een baan.
Pagina 18 van 45
Rapportage
—
Effectmeting project Talint foar Fryslân
-
tranche 1
11-20 15
2.2 Enquêtes werkgevers Er zijn in totaal 126 werkgevers die één of meerdere trainees in dienst hebben via de subsidieregeling.
2.2.1 De eerste meting In augustus 2014 is ook de eerste meting van de werkgevers geweest, Van de 126 verstuurde enquêtes zijn er 120 daadwerkelijk ontvangen, er zijn dus 6 ‘missing’. De enquête is door 77 van de 126 werkgevers voltooid wat neerkomt op een responspercentage van 61%. Deze 77 werkgevers hebben samen 103 trainees in dienst. Sector & opleidingsniveau In de subsidieaanvragen is een onderscheid gemaakt tussen bedrijven in de profit en in de non-profit sector. In totaal valt ca. 75% van de bedrijven in de profit sector en ca. 25% in de non-profit sector. Van de 77 bedrijven die deze enquête invulden vallen 54 (70%) in de profit sector en 23 (30%) in de non-profit sector. Onderstaande grafiek geeft de verhouding tussen opleidingsniveau van de trainee en profit/non-profit sector weer. De verhouding is ongeveer 70% (profit) tot 30% non-profit. Sector & opleidingsniveau 100% 90% 80% 70% L 60% E , 0 Sf —
-
40% 30% 20% 100/ D0,
•WO •HBO
r
•MBO
LJ_ Profit
Non-profit
Figuur 18. Verdeling van opleiding over profit en non profit sectoren (n=103)
Aanvraagprocedure Van de werkgevers beoordeelde 94% de subsidieregeling en de manier waarop omgegaan wordt met ‘voldoende’ of ‘goed’. Uitgesplitst naar sectoren blijken bedrijven in de non profit sector iets tevredener dan bedrijven in de profit sector (respectievelijk 100% voldoende tot goed sector tegen 91%). In de toelichting op de vragen wordt vooral aangegeven, dat de werkgever kansen ziet voor zowel de werkgever als de trainee. De werkgever kan in economisch mindere tijden toch een talentvolle jonge trainee aannemen en de trainee kan ervaring op doen. Ook wordt bijvoorbeeld aangegeven, dat hiermee de “bram capacity” behouden benut en vastgehouden kan worden voor Fryslân. Over de procedure rondom de regeling wordt in de toelichting enerzijds door tien werkgevers aangegeven, dat (1) hier accuraat mee omgegaan wordt en (2) de provincie snel reageert op vragen van de werkgever. Anderzijds geven zeven werkgevers aan te twijfelen over de ‘eerlijkheid’ van de procedure. Vooral over de manier waarop naar de aanvragen gekeken wordt en de volgorde van binnenkomst zijn vragen. Navraag bij de opdrachtgever leerde dat de volgende procedure is gevolgd: werkgevers toonden veel belangstelling voor de subsidieregeling, want op de dag van de openstelling zijn meer dan 150 aanvragen in ontvangst genomen. Per dag van indiening werd per categorie (MBO, HBO of WO) bekeken of het plafond was bereikt. In geval van overvraag heeft er (per categorie) loting plaatsgevonden tussen de volledige aanvragen die op die dag zijn binnengekomen. Deze systematiek was bij een aantal werkgevers niet duidelijk.
Pagina 19 van 45
Rapportage
—
Effectmeting project Talint foar Fryslân tranche 1
11-2015
-
Functioneren van de trainee(s) 11 Nagenoeg iedere werkgever geeft aan dat de trainee goed of voldoende gemotiveerd is. Door de werkgevers wordt aangegeven, dat 76% van de trainees volgens hen een meerwaarde vormen voor het bedrijf. Over 21% van de trainees wordt aangegeven, dat zij ‘een beetje’ meerwaarde hebben. In de toelichting worden grofweg drie aspecten genoemd die zorgen voor meerwaarde van de trainee; (1) de trainee pakt taken op die anders blijven liggen, (2) de trainee heeft vaardigheden die een aanvulling vormen, (3) de trainee heeft een frisse blik. Over de trainees waarvan de werkgever heeft aangegeven, dat zij ‘een beetje’ of ‘geen’ meerwaarde hebben wordt door veertien werkgevers in de toelichting gesteld dat zij nog in ontwikkeling zijn en dat de werkgever op dit moment (nog) geen meerwaarde ziet. De werkgevers geven over 40% van de trainees aan dat zij potentieel hebben om een vervolgcontract te krijgen op het traineeship. Het gaat dan om in totaal 41 trainees’ . Over de helft van de trainees 2 wordt aangegeven dat zij ‘misschien’ potentieel hebben. Over 10% van de trainees geeft de werkgever aan dat zij geen potentieel hebben om een baan te krijgen binnen het bedrijf; bijvoorbeeld omdat er geen vacatures zijn of omdat de trainee niet bevalt. Een deel van de werkgevers geeft in de toelichting aan dat het nog te vroeg is om goed te kunnen oordelen over het potentieel van de trainee. Het opleidingsniveau van de trainee blijkt geen invloed te hebben op het potentieel om een baan te krijgen de verdeling 40% wel 50% misschien en 10% niet is gelijk Potentieel naar opleidingsniveau MBO
HBO WO Totaal 0%
20%
40%
60%
80%
100%
•Ja Misschien •Nee
Figuur 19. Potentieel afgezet tegen opleidingsniveau. Ingevuld door 77 werkgevers voor 103 trainees
De werkgevers die meerdere trainees in dienst hebben, hebben de vragen over het functioneren van de trainee voor elke trainee afzonderlijk ingevuld. Daarmee zijn deze vragen 103 keer ingevuld (voor 103 trainees door 77
werkgevers). 12 Het gaat om het ‘potentieel’ van de trainee. Het betekent dus niet dat 40% een baan aangeboden krijgt; dat is ook afhankelijk van externe factoren zoals de arbeidsmarkt.
Pagina 20 van 45
Rapportage
—
Effectmeting project Talint foar Fryslân -tranche 1
11-2015
Introductie netwerk De werkgevers geven over 65% van de trainees aan dat zij de trainee in hun netwerk hebben of willen introduceren. In onderstaande grafiek is te zien welke activiteiten de werkgever zou willen ondernemen.
Welke activiteiten zou u dan willen ondernemen? Aanbevelen bij uw netwerk
1
Opstellen van een getuigschrift
1
Meenemen naar een netwerkborrel Anders nI; 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
Figuur 20. Activiteiten.lngeJki door 77 werkgevers voor 89 trainees, er waren meerdere antwoorden mogelijk.
Begeleiding door de jobcoach Het merendeel van de werkgevers geeft aan op het moment van de enquête geen of weinig contact te hebben gehad met USG Restart. Om deze reden zijn de gestelde vragen niet representatief en zijn ze buiten beschouwing gelaten. 2.2.2 De tweede meting Van de 122 mails die zijn aangekomen bij de werkgevers, zijn 63 enquêtes ingevuld. Dit geeft een betrouwbaarheid van 74%. De 63 werkgevers hadden 83 trainees in dienst. Subsidieregeling In deze enquête is gevraagd wat de werkgevers vonden van het initiatief om een subsidieregeling te openen. 67% vond het een goed initiatief, 29% vond het goed, maar zag verbeterpunten en de overige 4% had het anders gedaan of vond het geen goed initiatief. De verbeterpunten die werden aangedragen waren: • duidelijker zijn bij toewijzing plekken; • betalingen beter regelen; • betere/meer proactieve communicatie vanuit de provincie (bijv. een uitgebreidere FAQ op de site), door één werkgever werd gemeld dat de communicatie wel verbeterd is in de tweede tranche; • op de site meer vanuit de ondernemer denken; • een (bescheiden) financiële bijdrage vragen van onderneming zorgt voor meer commitment; • de trainee moet meer verantwoordelijkheid krijgen, hij is belanghebbende voor een baan; • in fases gaan werken, nu zoekt elk bedrijf in zelfde periode; • ook mogelijkheid geven voor trainees met (lagere) mbo niveaus, met name in de bouw; • na een halfjaar een evaluatiemoment inpassen, zodat wanneer trainee niet bevalt of trainee weg is vanwege andere baan een tweede trainee een kans krijgt; • het aanleveren van de documenten verspreiden over een week en daarna loten. Ook aan de werkgevers is gevraagd of men de regeling zou aanbevelen aan andere bedrijven. 92% zegt dit te zullen doen. Eén werkgever (2%) zegt dit niet te doen en 4 werkgevers weten het niet. De laatsten geven de volgende toelichtingen om de regeling niet aan te bevelen dan wel het niet te weten: • de regeling heeft dusdanig veel papierwerk dat flexibele invulling niet mogelijk is; • de toegevoegde waarde van het begeleidingsbureau wordt niet gezien, dit bureau kost veel geld; • het moet passen binnen je Organisatie; • de regeling maakt het makkelijker onervaren mensen in dienst te nemen, in dit bedrijf heeft men meer behoefte aan ervaring. Degenen die de regeling zouden aanbevelen geven de volgende toelichting: • leerproces voor zowel werkgever als trainee; • goede mogelijkheid om talenten te testen’; Pagina 21 van 45
Rapportage
—
Effectmeting project Talint foar Fryslân
-
tranche 1
11-2015
• win-win situatie voor werkgever én trainee; • mooi initiatief om jong afgestudeerden een kans te geven. • financieel een goede regeling. Diverse toelichtingen worden vaker gegeven.
Functioneren van de trainees Er is gevraagd naar de motivatie van de trainee en de meerwaarde die de trainee had voor het bedrijf. 95% van de bedrijven gaf aan dat de trainee voldoende tot goed gemotiveerd was. 70% van de trainees had meerwaarde voor de bedrijven en 20 % had een beetje meerwaarde. De toelichtingen die hier werden gegeven, liepen uiteen van een frisse blik’ tot ‘paste niet echte binnen bedrijf’. Ook wordt aangegeven dat trainees moesten groeien in het team, of in de functie. Vervolgens is gevraagd of de trainee nog in dienst was en indien dit niet het geval was wat hiervan de reden was.
Is de trainee op dit moment nog werkzaam binnen uw bedrijf? •Ja
Naast een andere baan gaf een kwart van de werkgevers aan geen middelen te hebben gehad om de trainee in dienst te houden.
•Andere baan gevonden • Niet werkzaam bij traineebedrijf/geen andere baan (bekend bij werkgever) Figuur2l. Heeft de trainee nu een baan?
Degenen die (nog) in dienst zijn bij de traineewerkgever hebben de volgende dienstverbanden:
Wat voor soort dienstverband heeft de ex-trainee? een flexibel contract (jaar of aantal maanden) detachering/payroll via uitzendbureau een flexibel contract (meer dan een jaar) vast contract anders, fl1. 0%
20%
40%
Figuur 22. Dienstverband ex-trainee
Pagina 22 van 45
60%
80%
Rapportage
—
Effectmeting project Talint foar Fryslân
-
tranche 1
11-2015
USG Restart Er is gevraagd aan de werkgevers een rapportcijfer te geven voor de begeleiding door de jobcoach.
Hoe zou u de begeleiding van de jobcoach van trainee willen beoordelen uitgedrukt in een rapportcijfer? 40% 35% 30% 25% 20%
Gemiddeld geven de werkgevers een 6,9 voor de begeleiding door de jobcoach.
15% 10% 5% 0% rL..
b 1
0 Ç
t.
..\
c
O
o
,/
0e’ e
‘
Figuur 23. Begeleiding jobcoach oordeel werkgever (n=83)
Hoe ervaart u het contact met USG Restart? 30% 25%
Als laatste is gevraagd hoe de werkgever zelf het contact met USG Restart ervoer.
20% 15% 10% 5% 0% 9,.
c
G,
ro
1 c
\
f 5
,çø
g:’
‘
QÇ’
Gemiddeld is dit een 6,4. Uit de toelichting bleek dat de rol van USG Restart niet altijd duidelijk was en dat bedrijven zich regelmatig stoorden aan de late (na 3 maanden) inzet van dit bureau.
Figuur 24. Contact USG Restart beoordeeld door werkgever (n=63)
2.3 Interviews Na de eerste meting zijn interviews afgenomen. Alle interviews zijn afgenomen tussen 1 en 10 oktober 2014. In totaal zijn er 12 interviews afgenomen (6 met trainees en 6 met werkgevers). Het gaat om 12 verschillende bedrijven m.a.w. er zijn geen interviews afgenomen met zowel de trainee als de werkgever van 1 bedrijf. Alle resultaten zijn ondergebracht in drie rubrieken; ‘aanvraagprocedure & werving’, ‘opleiding & begeleiding’ en ‘doelbereik’. Per rubriek zijn de belangrijkste conclusies weergegeven. Daarnaast zijn er nog eens zes andere werkgevers gebeld, deze telefonische interviews waren vooral gericht op (de communicatie over) de regeling en de werving van de trainee. De resultaten hiervan zijn toegevoegd aan de resultaten van rubriek ‘aanvraagprocedure en werving’. Achter elke alinea staat aangegeven aan hoeveel personen de vraag gesteld is, en daarmee hoe groot de steekproef is (n=
Pagina 23 van 45
Rapportage
—
Effectmeting project Talint foar Fryslân tranche 1 -
11-2015
Aanvraagprocedure en werving 13 Van de 12 gevraagde werkgevers zijn er negen die op de hoogte van de regeling zijn gebracht via een fondsenwerver. De overige werkgevers geven het vaakst aan dat ze via hun netwerk, familie, vrienden of kennissen op de hoogte zijn van de regeling. Een aantal geeft aan het uit de krant te hebben en één werkgever heeft het op GPTV gezien. Er wordt door twee werkgevers aangegeven, dat de provincie meer bekendheid aan de regeling kan geven door te communiceren via de gemeente, zij hebben meer contact met de ondernemers en zitten dichter op de burgers (n12).
De 9 werkgevers die het aanvraagformulier zelf ingevuld hebben geven allen aan dat dit relatief gemakkelijk was. Er waren twee vragen die voor onduidelijkheid zorgden; die over de deminimus verklaring en die over staatsteun (n=12). Alle werkgevers geven aan dat de communicatie met de provincie goed was. Vooral de snelheid waarmee op vragen werd gereageerd werd geprezen. Ook de communicatie over de termijnen waarin formulieren moesten worden aangeleverd (bv. contract, leerovereenkomst etc.) werd goed gevonden. Vier werkgevers geven wel aan dat ze gemerkt hebben dat ook de provincie ‘zoekende’ was. Van de zes gevraagde werkgevers zijn er twee ingeschreven op de nieuwsbrief. De overige vier geven allen aan niet van het bestaan van de nieuwsbrief af te weten (n=6). In de interviews komt een aantal keren de verdeling over de opleidingsniveaus (MBO/HBO en WO) naar voren. Werkgevers geven aan dat ze het prettig hadden gevonden dat van te voren bekend was geweest hoeveel plekken er op de niveaus beschikbaar waren. Nu waren de HBO en WO plekken heel snel vol, dat vonden de werkgevers teleurstellend voor hunzelf maar ook voor de HBO/WO ers (n=6). Uit de interviews blijkt dat het vinden van een trainee op een MBO-functie lastig is terwijl voor de HBOfuncties juist veel kandidaten waren. Bijna alle werkgevers geven ook aan dat ze de werving en selectietijd kort vonden. Eén werkgever geeft aan twee subsidies toegekend te hebben gekregen maar door tijdgebrek maar 1 ingevuld te hebben. Uit de interviews blijkt ook dat er in een aantal gevallen maar één kandidaat was voor de functie (n=6). De vacatures zijn door de werkgevers op verschillende kanalen uitgezet, onder andere via; de krant, uitzendbureaus, scholen, de eigen website en social media (twitter en Facebook). Drie werkgevers geven aan de vacature niet te hebben uitgezet omdat zij al iemand in gedachten hadden of omdat de huidige stagiair in aanmerking kwam. De site werkeninfriesland.nl is niet door alle werkgevers gebruikt om de vacature uit te zetten (n=12). Het blijkt dat de geïnterviewde trainees de vacature vooral gevonden hebben op internet (Monsterboard.nl, website van het bedrijf, Facebook). Maar 1 van de geïnterviewde trainees geeft aan de vacature op werkeninfriesland.nl gevonden te hebben (n=6). Aan zowel de trainees als de werkgevers is gevraagd hoe de provincie de vacaturematching zou kunnen verbeteren. Het vaakst wordt geantwoord dat de provincie de (MBO) scholen zou kunnen benaderen over de regeling (door zowel werkgevers als trainees). Daarnaast wordt aangegeven dat de website werkeninfriesland.nl niet de meest voor de hand liggende site is om op te zoeken. Het beeld bestaat dat het op deze site voornamelijk gaat om (semi)overheidsfuncties dus niet zozeer om functies in de profit sector. Wel wordt het belang van internet en social media als vindplaats van vacatures benadrukt (n=12). Er is ook gevraagd of de provincie een Meet&Greet zou moeten organiseren om de werving te faciliteren. Nagenoeg alle geïnterviewden staan hiervoor open. Wel wordt aangegeven dat dan van te voren bekend moet zijn welke werkgevers er zijn en voor welke functies zij trainees zoeken (n=12). Begeleiding & opleiding Op de meeste traineeplekken is de begeleiding door de werkgever informeel. De opleiding die de werkgever aanbiedt blijkt erg te verschillen. Op sommige traineeplekken zijn uitgebreide opleidingsplannen opgesteld, op andere traineeplekken bestaat die opleiding uit ‘coaching on the job’ 13
Over de aanvraagprocedure zijn in zowel de interviews als de telefonische evaluaties vragen gesteld.
Pagina 24 van 45
Rapportage
—
Effectmeting project Talintfoar Fryslân tranche 1 -
11-2015
en ad hoc een keer een cursus. Zowel de werkgevers als de trainees geven aan dat hun opleidingsniveau goed aansluit bij de werkzaamheden (n=12). Tien van de twaalf geïnterviewden geven aan dat de begeleiding door USG Restart pas laat op gang gekomen is, in de meeste gevallen ca. 4 maanden na de start van het traineeship. Alle werkgevers geven aan dat ze op dit moment vraagtekens hebben bij de toegevoegde waarde van de begeleiding door USG Restart. Van de werkgevers geeft een aantal aan dat de begeleiding pas toegevoegde waarde zou hebben bij intensivering ervan. Een aantal andere werkgevers geeft aan helemaal geen toegevoegde waarde te zien, wat hun betreft zou het ook zonder begeleiding kunnen. Twee werkgevers geven ook aan dat ze de communicatie vanuit USG niet voldoende vinden, ze weten niet goed wat ze van deze partij mogen verwachten. Wel wordt vier keer aangegeven dat de werkgever het belangrijk vind dat er een partij is waar de trainee op kan terugvallen, als het niet mogelijk is om op de werkplek op iemand terug te vallen; een onafhankelijk persoon (n=12). Alle trainees geven aan een kennismakingsgesprek te hebben gehad met USG Restart, van hen hebben twee ook een intervisiebijeenkomst meegemaakt. Een aantal andere trainees is wel uitgenodigd voor intervisie maar niet gegaan. Reden om niet te gaan; de afspraak werd te laat aangekondigd en was daardoor moeilijk in reguliere werkzaamheden te plannen. Een aantal van de trainees geven ook aan niet duidelijk voor ogen te hebben wat intervisie precies inhoudt. Geen van de geïnterviewde trainees kent het internetportal mijnrestart.nl. Alle trainees hebben ook de loopbaanscan ingevuld, over het algemeen zijn ze daar tevreden over het geeft een goed beeld en bevestigd vaak wat ze al dachten. Vijf trainees denken wel gebruik te gaan maken van de e-learning mogelijkheid die USG aanbiedt in de laatste 3 maanden. Concrete tips over solliciteren, vaardigheidstrainingen en netwerkmogelijkheden zouden de site nuttig maken. Tips over of voorbeelden van Cv’s of sollicitatiebrieven worden minder nuttig gevonden (omdat de trainee dat al kan of omdat dit wel op internet te vinden is) (n=6). Vijf trainees geven aan wel toegevoegde waarde te zien in begeleiding door een externe partij (zoals USG). Twee van hen geven aan dat ze het vooral belangrijk vinden dat ze dan terug kunnen vallen op een onafhankelijke coach. De trainees geven aan dat de aangeboden producten van USG hen zouden kunnen helpen. Eén van hen geeft aan geen toegevoegde waarde te zien omdat hij op dit moment nergens tegenaan loopt. Vier van de trainees geven echter aan dat ze het contact met USG op dit moment niet intensief genoeg vinden. Ze geven aan het gevoel te hebben dat USG teveel trainees per begeleider moet begeleiden en daardoor laat is met ken nismakingsgesprekken en dat de frequentie van contact daardoor lager wordt (n=6). Doelbereik Het doel van de regeling is om jongeren een betere aansluiting te geven op de arbeidsmarkt, ze staan dan steviger in de arbeidsmarkt en kunnen sneller instromen in een nieuwe baan. Op de vraag of deze regeling bijdraagt aan het behalen van die doelstelling antwoorden alle geïnterviewden bevestigend. De werkgevers geven o.a. aan dat ze het door de regeling aandurven om iemand met minder ervaring aan te nemen. De trainees hebben een soort ‘gratis’ proeftijd van een jaar, dat maakt het laagdrempeliger om een jonger onervaren persoon aan te nemen en in huis onder werktijd op te leiden. Dat vergroot de aansluiting op de arbeidsmarkt. De trainees geven aan dat ze door de werkervaring en opleiding steviger op de arbeidsmarkt komen te staan; een beter CV en meer contacten. Op zes (van de twaalf) traineeplekken heeft de trainee perspectief op een vervolg (vaste dienst of verlenging van het contract). Op vier plekken is geen perspectief en op twee plekken hangt het perspectief af van financiële middelen (n=12). Tot slot is in het verlengde hiervan ook aan de trainee gevraagd of zij nu beter weten waar ze in het vervolg op moeten solliciteren. Vier van hen geven aan dat ze dat nu inderdaad beter weten omdat ze nu weten wat ze leuk vinden. Het matchingsformulier van USG Restart wordt genoemd als een goed hulpmiddel daarbij (n=6).
Pagina 25 van 45
Rapportage
—
Effectmeting project Talint foar Fryslân
-
tranche 1
11-2015
24 Exit-enquête De exit-enquêtes zijn niet gehouden, omdat de reden van tussentijds vertrek bekend is bij de opdrachtgever. Redenen die worden aangegeven zijn: • Ontslag op verzoek trainee (2x) • Andere (betere) baan (2x) • Gaat stage lopen voor studie (ook met wederzijds goedvinden opgezegd boterde niet heel goed) • Krijgt vast contract • Gaat weer studeren en voor zichzelf beginnen • Trainee niet betrouwbaar • Geen onderling vertrouwen • Contact werkgever-werknemer liep niet • Kon niet voldoen aan gestelde eisen
Pagina 26 van 45
Rapportage
—
Effectmeting project Talint foar FrysIn tranche 1 -
11-2015
Hoofdstuk 3 Conclusies en aanbevelingen Dit hoofdstuk bevat de conclusies en aanbevelingen die gedaan zijn op basis van het totaaloverzicht van de effectmeting.
3.1 Conclusies Over het geheel gezien komen er geen opvallende onverwachte of ongewenste resultaten naar voren uit de meting. Uit de enquête komt naar voren dat de meeste bedrijven, die subsidie ontvangen via de regeling, in de profit sector opereren (75% tegen 25% in de non-profit sector). De meeste bedrijven hebben één trainee in dienst. Van de trainees is net iets meer dan de helft man. Er zijn meer trainees in dienst met een MBO-opleiding dan met een HBO of WO opleiding. De trainees zijn, met een gemiddelde leeftijd van 24,5 jaar, vrij jong. De meeste trainees zijn woonachtig in Friesland en reizen 1 tot 15 minuten naar hun werkplek. De werkgever is over het geheel genomen zeer tevreden over het functioneren van de trainee. Zo beoordelen ze o.a. de motivatie van de trainee en de meerwaarde die de trainee heeft voor het bedrijf hoog. Aanvraagprocedure en werving De tevredenheid over de regeling en de omgang met subsidie aanvragen is bovengemiddeld, maar liefst 90% van de werkgevers geeft hierop een ‘voldoende’ of een ‘goed’. De interviews bevestigen dit beeld. Er wordt aangegeven dat het aanvraagformulier relatief eenvoudig in te vullen is en dat er door de provincie snel en accuraat gereageerd wordt op vragen tijdens de procedure. Van de nieuwsbrief lijkt weinig gebruik gemaakt te worden. De werving van de trainees gebeurd via verschillende kanalen. De trainees zelf lijken vooral te zoeken via het internet. De website werkeninfriesland.nl wordt voor de werving niet het meest geschikt gevonden, het beeld leeft dat daar alleen vacatures opstaan voor functies bij (semi)overheden. Vooral het werven van trainees met een MBO-opleiding blijkt lastig. De vacaturematching zou verbeterd kunnen worden door inzet van (MBO) scholen (oud-leerlingen). Ook een Meet&Greet is een goed idee, mits van te voren bekend is welke werkgevers welke vacatures hebben. Begeleiding en opleiding De trainee is overwegend positief over de begeleiding van de werkgever en tevreden over de werkplek. Dat blijkt uit het hoge cijfer (een 7,8 en 7,6 gemiddeld) dat de werkgever krijgt en uit de tevredenheid over het aantal taken en de aandacht op de werkplek. De trainee is minder positief over de begeleiding door USG Restart. De meeste trainees hebben op het moment van de eerste meting nog geen contact met USG gehad. Uit de interviews blijkt dat de trainees dat wel verwacht hadden en dat ze dit jammer vinden. De trainees zien wel het nut van een ‘derde partij’. Uit de tweede meting komt een wisselend beeld over de jobcoach en USG Restart. De hulpmiddelen dit zij ter beschikking stellen worden niet gebruikt of zijn niet voldoende bekend bij de trainees. Doelbereik Op de vraag of de trainee nu steviger in de arbeidsmarkt staat kan geen eenduidig antwoord worden gegeven. In ieder geval blijkt dat maar liefst 40% van de werkgevers ziet dat de trainee potentieel heeft om een baan binnen het bedrijf te krijgen. Nagenoeg alle trainees hebben nieuwe vaardigheden aangeleerd en een aanzienlijk deel van de trainees geeft aan nu te denken meer kansen op de arbeidsmarkt te hebben. Ze danken deze verhoogde kans dit aan een betere CV, meer ervaring en meer contacten. Daarentegen ‘scoort’ het leggen van contacten met nieuwe potentiele werkgevers relatief laag, 63% van de trainees geeft aan geen nieuwe contacten te hebben gekregen. De werkgever is over het algemeen vol lof over de regeling. Ze geven aan dat de regeling het voordeel biedt van een ‘proeftijd’ voor een jaar. Door deze proeftijd kunnen ze een onervaren persoon aannemen en opleiden binnen het eigen bedrijf zonder dat daarvoor meteen declarabele uren hoeven te worden geschreven. Wat ook uit de enquêtes blijkt, is dat de trainees de kansen op de arbeidsmarkt bij de laatste meting hoger inschatte dan voor het traineeship en bij eerdere metingen. Een doel uit het Statenvoorstel is dat er 100 uur opleiding wordt verzorgd door de werkgevers is. Aan de (ex-)trainees is gevraagd of dit is gehaald. 87% geeft aan ongeveer 100 uur of veel meer dan 100 uur opleiding van de werkgever te hebben gehad.
Pagina 27 van 45
Rapportage
—
Effectmeting project Talint foar Fryslân
-
tranche 1
11-2015
Van de 178 bedoelde traineeplekken zijn 18 om diverse redenen nooit ingevuld. Een reden kan zijn dat geen trainee beschikbaar was. 18 trainees zijn voortijdig gestopt met het traineeship. De redenen worden genoemd in paragraaf 2.4. 142 trainees hebben het jaar volgemaakt. In september 2015 is de derde meting bij de trainees geweest. De belangrijkste vraag was hier: heb je een baan?’. Via de enquête hebben 62 trainees dit ingevuld. De onderzoekers hebben via Linkedln nog voor 43 trainees achterhaald of zij een baan hebben. Bij 8 van deze 43 is enige onzekerheid, omdat ze een baan hebben maar bij dezelfde werkgever. Het kan dus ook zijn dat de Linkedln pagina niet is bijgewerkt. Totaal is er dus voor 105 van de 142 trainees, die het traineeship hebben afgemaakt, bekend of ze een baan hebben. In september/oktober 14 hadden 88 ex-trainees een baan. Van de 142 trainees die het traineeship hebben voltooid, had 62% een baan ten tijde van de derde meting, 12% had geen baan en van 26% is het onbekend of zij een baan hebben. De verdelin over de opleidingen was als volgt: MBO 43 HBO 35 WO 10
32 Aanbevelingen voor tweedelderde tranche Aanvraagprocedure & werving • In fases gaan werken, nu zoekt elk bedrijf in zelfde periode. • Ook mogelijkheid geven voor trainees met (lagere) MBO niveaus, met name in de bouw. • Na een halfjaar een evaluatiemoment inpassen, zodat wanneer trainee niet bevalt of trainee weg is vanwege andere baan een tweede trainee een kans kan krijgen; • Het aanleveren van de documenten verspreiden over een week en daarna loten. • Uitleg geven bij de begrippen ‘staatsteun’ en deminimus’ op het aanvraagformulier. • Van tevoren bekend maken hoeveel plekken er voor MBO/HBO en WO zijn. • Een Meet&Greet is een goed idee maar maak dan van tevoren wel bekend welke bedrijven er komen en voor welke functies zij trainees zoeken. • Ervoor zorgen dat er voldoende kanalen worden ingezet waardoor MBO’ers de vacatures kunnen vinden (bv. via scholen). • Kijk naar mogelijkheden omtrent werving via scholen en gemeenten. Begeleiding en opleiding • Zorg voor meer gelijkheid in de aangeboden opleiding aan de trainees of maak in ieder geval een bewuste afweging over door de werkgever het in te leveren opleidingsplan. • Zorg ervoor dat de begeleidingspartij (USG) al vanaf begin af aan betrokken is bij de trainee (kennismakingsgesprek binnen eerste twee maanden). • Zorg ervoor dat de begeleidingspartij duidelijk is in de communicatie en de verwachtingen. • Zorg ervoor dat de begeleidingspartij goed communiceert over de (online) hulpmiddelen die de trainees ter beschikking staan. • Zorg ervoor dat de trainees iets hebben aan de geboden intervisie door de begeleid ingspartij. Site • Betere/meer proactieve communicatie vanuit de provincie (bijv. een uitgebreidere FAQ op de site). • Op de site meer vanuit de ondernemer denken. Extra • Organiseer de start dag en afsluitende dag niet op een vrijdag. Zorg voor concrete activiteiten. Maak waar mogelijk onderscheidt tussen trainees die al weten wat ze willen/ die een baan hebben gevonden en trainees die dat nog niet weten of hebben. Behoud kennismaking met USG en het maken van een professionele foto voor de CV. • Een (bescheiden) financiële bijdrage vragen van onderneming zorgt voor meer commitment.
14
De enquête is gehouden in september en Linkedln is bekeken in oktober. Pagina 28 van 45
Rapportage
—
Effectmeting project Talint foar Fryslân
-
tranche 1
11-2015
Een aantal van bovenstaande aanbevelingen zijn meegenomen in de tweede tranche van Talint foar Fryslân.
Pagina 29 van 45
BIJLAGEN Bijlage 1. Bronvermelding Documenten provincie Fryslân —
—
—
Onderzoeksopzet ‘Effectmeting project Talintfoar Fryslân’, maart 2014 Plan van aanpak Talint Foar Fryslân, september 2013 Statenvoorstel PvdA, 03-07-201 3.
Andere documenten —
Harinck F 2006 (gewijzigde druk 2010), Basisprincipes Praktijkonderzoek
Rapportage
—
Effectmeting project Talirit foar Fryslân tranche 1 -
11-2015
Bijlage 2. Enquêtes trainees (1e, 2 en 3 meting) l meting Deze vragenlijst bestaat uit 4 rubrieken: Rubriek 1: Achtergrondinformatie Rubriek 2: Begeleiding: werkgever en jobcoach Rubriek 3: Ervaring werkplek Rubriek 4: Ontwikkeling van kennis en vaardigheden Rubriek 1: Achtergrondinformatie
1. Wat is je geslacht? o Man o Vrouw 2. Wat is je leeftijd? 3. Wat is je hoogst afgeronde opleiding? o MBO o HBO o WO 4. Hoe lang is de reistijd van je woonplaats naar je werk? (geef aan in minuten) 5. Via welk medium heb je de vacature gevonden? (meerdere antwoorden mogelijk) o Werkeninfriesland.nl o Advertentie in de krant o Facebook o Site van het bedrijf o Anders nI; Rubriek 2 Begeleiding werkgever en jobcoach 6. Waar bestaat de begeleiding van de werkgever uit? (er zijn meerdere antwoorden mogelijk) o Opleiding/training o Hulp bij het realiseren van taken o Coaching Anders nI; o 7. Hoe zou je de begeleiding van je werkgever willen beoordelen uitgedrukt in een rapportcijfer? Invulveld Een 1 geeft aan dat je de begeleiding helemaal niet goed vindt, een 10 geeft aan dat je de begeleiding juist heel goed vindt.
7a. Kan je je antwoord toelichten? Invulveld Nee, dat kan ik niet o 8. Wat vind je van het gemiddeld aantal begeleidingsuren door je werkgever? o Te veel o Voldoende o Te weinig 9. Waar bestaat de begeleiding van de jobcoach uit? (er zijn meerdere antwoorden mogelijk) o Het ontwikkelen van vaardigheden die ik nodig heb voor mijn werk o Hulp bij loopbaanontwikkeling o Anders nI; 10. Wat vind je van de begeleiding van je jobcoach? Geef met een cijfer van 1 tot 10 aan wat je van de begeleiding van jejobcoach vindt. Een 1 geeft aan dat je de begeleiding helemaal niet goed vindt, een 10 geeft aan dat je de begeleiding juist heel goed vindt. 1 Oa. Kan je je antwoord toelichten?
Pagina 31 van 45
Rapportage
—
Effectmeting project Talint foar Fryslân tranche 1 -
11-2015
Invulveld 11. Wat vind je van het gemiddeld aantal begeleidingsuren door de jobcoach? o Te veel Voldoende o Te weinig o 12. Wat vind je van de ondersteuning van de jobcoach bij het realiseren van je leerdoelen, zoals je die hebt opgesteld in je Persoonlijk Ontwikkel Plan (POP) Goed Voldoende Onvoldoende Slecht 13. Heb je iets aan de aangeboden intervisie door de jobcoach? (van USG Restart) Ja o Een beetje o Nee o o o o o
Rubriek 3 Ervaring werkplek
14. Hoe past deze werkplek bij je vooropleiding/niveau? o Goed o Voldoende o Onvoldoende o Slecht 14a. Je hebt gezegd dat de werkplek slecht of onvoldoende aansluit bij je opleidingsniveau. Kan je hieronder uitleggen waarom? In vulveld 15. Hoe ervaar je je werk? o Heel zinvol Een beetje zinvol o Niet zinvol o 1 5a. Kan je hieronder invullen waarom? In vulveld Nee, dat kan niet o 16. Hoe ervaar je de hoeveelheid taken? o Teveel Voldoende o o Teweinig Wisselend o Rubriek 4 Ontwikkeling kennis en vaardigheden
17. De aandacht van collega’s voor mijn persoonlijke ontwikkeling op de werkplek is: Goed o Voldoende o Onvoldoende o Slecht o 18. Heb je door je werk contact met andere mogelijke werkgevers gekregen? o Ja Nee o 19. Hoe schat je je kansen in om een baan te krijgen via deze contacten? Groot o Redelijk o Klein o 20. Heb je nieuwe vaardigheden aangeleerd? o Ja o Nee 20a. Welke vaardigheden heb je aangeleerd? Invulveld 21. Hoe schatte je je kansen op de arbeidsmarkt in voordat je dit traineeship kreeg? Goed o Pagina 32 van 45
Rapportage
—
Effectmeting project Talint foar Fryslân -tranche 1
11-2015
Voldoende Onvoldoende Slecht 22. Hoe schat je je kansen op de arbeidsmarkt nu in? o Goed Voldoende o o Onvoldoende o Slecht o o o
2 metrng Welkom bij deze enquête! Je krijgt vragen in vier categorieën: Categorie 1: Achtergrondinformatie Omdat deze en de vorige enquête anoniem zijn, zijn er een aantal vragen die je wellicht al eerder ingevuld hebt. We vragen je vriendelijk deze vragen nogmaals in te vullen. Categorie 2: Begeleiding werkgever en jobcoach Categorie 3: Ervaring traineeship Categorie 4: Vervolg op traineeship Categorie 1: Achtergrondinformatie
1. Wat is je geslacht? o Man Vrouw o 2. Wat is je hoogst afgeronde opleiding? Middelbaar onderwijs: mbo o Hoger beroepsonderwijs: hbo o Wetenschappelijk onderwijs: wo o 3. Valt het bedrijf of de Organisatie waar je je traineeship deed in de profit of in de non-profit sector? Profit o o Non-profit o Weet ik niet 4. Welke omschrijving past het beste bij de activiteit die je voor je traineeship had? (meerkeuze) o Pas afgestudeerd, daarna aansluitend direct dit traineeship. o Ik had werk in een sector passend bij mijn opleiding o Ik had werk in een andere sector dan mijn opleiding Vrijwilligerswerk in een sector passend bij mijn opleiding o Vrijwilligerswerk in een andere sector dan mijn opleiding o o Ik had werk onder mijn opleidingsniveau. o Ik had werk op mijn opleidingsniveau. o Werkloos thuis o Anders, ni Categorie 2. Begeleiding werkgever en jobcoach
5a Hoe zou je de begeleiding van je werkgever willen beoordelen uitgedrukt in een rapportcijfer? ol o2 o3 o4 05
o6 o7 o8 o9
o 0 0
10 Geen begeleiding gehad Geen begeleiding gewenst
Pagina 33 van 45
Rapportage—Effectmeting projectTalintfoarFryslân -tranche 1
11-2015
Een 1 geeft aan dat je de begeleiding helemaal niet goed vindt, een 10 geeft aan dat je de begeleiding juist heel goed vindt. 5b Kan je je antwoord toelichten? Invulveld 6. Heb je de 100 uren aan opleiding, zoals afgesproken in het opleidingsplan, ook daadwerkelijk gehaald? o Ja, ik heb veel meer dan 100 opleidingsuren gehad. o Ja, ik heb ongeveer 100 uren gehad. o Nee, ik heb veel minder dan 100 opleidingsuren gehad o Heb ik geen zicht op 7a Hoe zou je de begeleiding van de jobcoach willen beoordelen uitgedrukt in een rapportcijfer? ol o2 o3 o4 05
o6 07
o8 o9
10 Geen begeleiding gehad 0 Geen begeleiding gewenst Geef met een cijfer van 1 tot 10 aan wat je van de begeleiding van je jobcoach vindt. Een 1 geeft aan dat je de begeleiding helemaal niet goed vindt, een 10 geeft aan dat je de begeleiding juist heel goed vindt. 7b Kan je je antwoord toelichten? invulveld 0 0
8. Wat vond je van het gemiddeld aantal begeleidingsuren door de jobcoach? Teveel 0 Voldoende 0 0 Teweinig 0 Geen begeleiding gehad 0 Geen begeleiding gewenst 9a Waar bestond de begeleiding van de jobcoach/USG Restart uit? (er zijn meerdere antwoorden mogelijk) o Persoonlijke coaching o Intervisiebijeenkomsten o Training netwerk & solliciteren (aan de slag) o Online tool ‘mijn Restart’ o Geen begeleiding gehad o Geen begeleiding gewenst o Anders, nI 9b Kan je je antwoord toelichten? Invulveld 1 Oa Heb je iets gehad aan de aangeboden intervisie door USG Restart? 0 Ja Een beetje 0 Nee 0 Geen intervisie gehad 0 1 Ob Kan je je antwoord toelichten? lnvulveld 11. Heb je gebruik gemaakt van de, door USG Restart aangeboden, online hulpmiddelen om te soli icite ren? Ja 0 Nee 0 Ik ken de online hulpmiddelen niet 0 12. Je hebt aangegeven geen gebruik te maken van de online hulpmiddelen. Pagina 34 van 45
Rapportage
—
Effectmeting project Talint foar FrysIn tranche 1 -
11-2015
Kan je vertellen waarom niet? Invulveld 13a In welke mate hielpen de online hulpmiddelen je bij het solliciteren? o Goed o Voldoende Onvoldoende o o Slecht o Ik ben niet aan het solliciteren. 13b Kan je je antwoord toelichten? 1 nvulveld Categorie 3: Ervaring traineeship
14a Hoe heb je je traineeship ervaren? o Heel zinvol o Zinvol Een beetje zinvol o o Niet zinvol 14b Kan je je antwoord toelichten? Invulveld 15. Hoe heb je de hoeveelheid taken ervaren? o Teveel Voldoende o o Te weinig o Wisselend 16. Hoe heb je je taken ervaren? o Uitdagend genoeg o Eentonig o Wisselend Categorie 4: Vervolg op traineeship
17a Hoe schat je je kansen op de arbeidsmarkt nu, na het volgen van het traineeship, in? o Goed Voldoende o o Onvoldoende o Slecht 17b Kan je je antwoord toelichten? Invulveld 18. Heb je nu een baan? Ja, bij de werkgever van mijn traineeship o o Ja, bij een andere werkgever o Nee, ik heb geen baan. 19. Wat voor soort dienstverband heb je? o via uitzendbureau o vast contract o een flexibel contract (jaar of aantal maanden) o een flexibel contract (meer dan een jaar) o detachering o Anders nI. 20a Mijn huidige baan is (vul aan; er zijn meerdere antwoorden mogelijk) o passend bij mijn opleidingsrichting o passend bij mijn opleidingsniveau o passend bij mijn wensen o (nog) niet wat ik wil o anders nI. 20b Kan je je antwoord toelichten? Invulveld ...
Pagina 35 van 45
Rapportage
—
Effectmeting project Talint foar Fryslân tranche 1 -
11-2015
21. Wat is de reden dat je uit dienst bent bij de werkgever van je traineeship? (meerdere antwoorden mogelijk) Ik heb een andere baan gevonden De werkgever van mijn traineeship had geen middelen om mij aan te nemen Ik beviel niet volgens de werkgever Ik heb zelf gekozen om te stoppen. Mijn werkgever heeft geen reden gegeven Anders, ni 22. Heb je door je traineeship contact met andere mogelijke werkgevers gekregen? o Ja o Nee 23. Hoe schat je je kansen in om een baan te krijgen via deze contacten? o Groot o Redelijk o Klein 24a Zou je het traineeship ook aan anderen aanbevelen? (denk aan: familie, vrienden, kennissen) Ja o o Ja, maar niet bij deze werkgever Nee o 24b Kun je toelichten waarom? Invulveld
3 meting Deze vragenlijst bestaat uit 2 categorieën: Categorie 1: Achtergrondinformatie Categorie 2: Vervolg op traineeship Categorie 1. Achtergrondinformatie
Omdat deze en de vorige enquête anoniem zijn, zijn er een aantal vragen die je wellicht al eerder ingevuld hebt we vragen je vriendelijk dit nogmaals aan te geven. 1. Wat is je geslacht? o Man o Vrouw 2. Wat is je hoogst afgeronde opleiding? o Middelbaar beroepsonderwijs; MBO Hoger beroepsonderwijs; HBO o Wetenschappelijk onderwijs; WO. o 3. Viel het bedrijf of de organisatie waar je je traineeship deed in de profit of in de non-profit sector? Profit o Non-profit o Weet ik niet o Categorie 2. Vervolg op traineeship 4a Hoe schat je je kansen op de arbeidsmarkt, nu drie maanden tot een halfjaar na het volgen van het traineeship, in? o Goed Voldoende o Onvoldoende o Slecht o 4b Kan je je antwoord toelichten? 1 nvulveld
5.Heb je nu een baan? o Ja, bij de werkgever van mijn traineeship Ja, bij een andere werkgever o Nee, ik heb geen baan o
Pagina 36 van 45
Rapportage
—
Effectmeting project Talint foar Fryslân
-
tranche 1
11-2015
Indien ja; 6a Wat voor soort dienstverband heb je? Via uitzendbureau o Vast contract o Een flexibel contract (jaar of aantal maanden) o Een flexibel contract (meer dan een jaar) o Detachering/payroll o Anders nI: o 6b Mijn huidige baan is... (vul aan; er zijn meerdere antwoorden mogelijk) ci Passend bij mijn opleidingsrichting ci Passend bij mijn opleidingsniveau ci Passend bij mijn wensen ci (nog) niet wat ik wil ci Andersnl; 6c Kan je je antwoord toelichten? Invulveld Indien nee, ik heb geen baan bij 5 7. Heb je door je traineeship contact gekregen met andere mogelijke werkgevers? o Ja o Nee
Pagina 37 van 45
Rapportage
—
Effectmeting project Talint foar Fryslân tranche 1 -
11-2015
Bijlage 3. Enquêtes werkgevers (j en 2 meting) le meting Deze vragenlijst bestaat uit 4 rubrieken: Rubriek 1: Algemene informatie Rubriek 2: Vragen met betrekking tot de subsidieregeling Rubriek 3: Het functioneren van de trainee(s) Rubriek 4: De eigen begeleiding aan de trainee(s) Rubriek 5: Begeleiding door de jobcoach Rubriek 1: Algemene informatie 1. Wat is de naam van uw bedrijf of organisatie? 2. Gaat het om een bedrijf in de profit of in de non-profit sector? Profit o Non-profit o 3. Hoeveel trainees heeft u via de regeling in dienst? Rubriek 2: Tevredenheid over de subsidieregeling 4a. Wat vindt u van de subsidieregeling? Goed o Voldoende o Matig o Slecht o 4b. Kunt u hieronder invullen waarom? Invulveld 5a. Wat vindt u van de manier waarop is omgegaan met uw subsidieaanvraag? o Goed Voldoende o o Onvoldoende o Slecht 5b. Kunt u aangeven waarom? Rubriek 3: Het functioneren van de trainee(s) 6. U krijgt nu een aantal vragen over de trainees die u in dienst heeft. U heeft aangegeven meerdere trainees in dienst te hebben. Kunt u hieronder de volgorde aangeven voor welke trainee u de vragenlijst invult? Trainee 1: Trainee 2: Trainee 3: Trainee 4: Trainee 5: Per trainee: 7. Wat is de hoogst afgeronde opleiding van de trainee? Middelbaar beroepsonderwijs; mbo o Hoger beroepsonderwijs; hbo o Wetenschappelijk onderwijs; wo o 8. Hoe gemotiveerd is de train ee? o Goed Voldoende o o Onvoldoende o Slecht 9a. Heeft de trainee meerwaarde voor het bedrijf? Ja o Een beetje o Nee o 9b. Geef hieronder uw toelichting In vulveld lOa. Heeft deze trainee potentieel om een baan te krijgen binnen uw bedrijf? (deze vraag wordt anoniem verwerkt) Ja o Pagina 38 van 45
Rapportage
—
Effectmeting project Talint foar Fryslân
-
tranche 1
11-2015
o
Misschien Nee 1 Ob. Geef hieronder uw toelichting Invulveld o
Rubriek 4: De eigen begeleiding aan de train ee(s) 11. Zou u de trainee in uw netwerk willen introduceren? o Ja o Nee 12. Welke activiteiten zou u dan willen ondernemen? (meerdere antwoorden mogelijk) Aanbevelen bij uw netwerk o o Opstellen van een getuigschrift Meenemen naar een netwerkborrel o Anders nI; o Rubriek 5: Begeleiding door de jobcoach 1 3a Hoe ervaart u het contact met USG Restart? Geef met een cijfer van 1 tot 10 aan hoe u het contact met USG Restart ervaart. Een 1 geeft aan dat u het contact helemaal niet goed vind, een 10 geeft aan dat u het contact juist heel goed vindt. 13b. Kunt u hieronder invullen waarom? In vulveld 14a Hoe ervaart u de rol van dejobcoach? Geef met een cijfer van 1 tot 10 aan hoe u de rol van de jobcoach ervaart. Een 1 geeft aan dat u de rol helemaal niet goed vind, een 10 geeft aan dat u de rol juist heel goed vindt. 14b. Kunt u hieronder invullen waarom? 2 meting Welkom bij deze enquête U krijgt vragen in 4 categorieën: Categorie 1: Algemene informatie Categorie 2: Regeling Categorie 3: Het functioneren van de trainee(s) Categorie 4: Begeleiding door USG Restart Indien u meerdere trainees heeft gehad, wordt categorie 3 herhaald. Categorie 1: Algemene informatie 1. Wat is de naam van uw bedrijf of organisatie? 2. Gaat het om een bedrijf of organisatie in de profit of de non-profit sector? Profit sector o Non-profit sector o Categorie 2: Regeling 3a Wat vindt u, terugkijkend, van het initiatief van de provincie om deze regeling te openen? o Goed o Goed, maar er zijn verbeterpunten o Ik had het anders gedaan o Ik vind het geen goed initiatief 3b Geef hieronder uw toelichting (indien u verbeterpunten heeft kunt u die ook hier aangeven) Invulveld 4a. Zou u het gebruik van de regeling aanbevelen aan andere werkgevers? o Ja Pagina 39 van 45
Rapportage
o o
—
Effectmeting project Talint foar Fryslân tranche 1 -
11-2015
Nee Weetik niet
4b Kunt u dit toelichten? Invulveld 5. Hoeveel trainees had u via de regeling Talint foar Fryslân 1 in dienst? ol o2 o3 o4 o5
Categorie 3: Het functioneren van de trainee(s) U krijgt nu een aantal vragen over de trainees die u in dienst heeft gehad. 6. Kunt u hieronder de naam/namen en de volgorde aangeven voor welke trainee u de vragenlijst invult? Trainee 1: Trainee 2: Trainee 3: Trainee 4: Trainee 5: Per trainee: 7. Wat is de hoogst afgeronde opleiding van trainee? Middelbaar onderwijs: mbo 0 Hoger beroepsonderwijs: hbo 0 Wetenschappelijk onderwijs: wo 0 8. Hoe gemotiveerd was de trainee? Goed 0 Voldoende 0 Onvoldoende 0 0 Slecht 9a Had de trainee meerwaarde voor uw bedrijf? 0 Ja 0 Een beetje 0 Nee 9b Geef hieronder uw toelichting lnvulveld 10. Is de trainee op dit moment nog werkzaam binnen uw bedrijf? Ja 0 Nee 0 11. Wat voor soort dienstverband heeft de trainee? 0 via uitzendbureau 0 vast contract 0 een flexibel contract (jaar of aantal maanden) 0 een flexibel contract (meer dan een jaar) detachering 0 Anders, nI. 0 12. Wat is de reden dat de trainee uit dienst is? (er zijn meerdere antwoorden mogelijk) o De trainee heeft een andere baan gevonden o We hadden geen middelen om de trainee aan te nemen o De trainee beviel niet o De trainee heeft er zelf voor gekozen om te stoppen Anders, nI o 13a Hoe zou u de begeleiding van de jobcoach van trainee willen beoordelen uitgedrukt in een rapportcijfer? ol o2
Pagina 40 van 45
Rapportage
—
Effectmeting project Talint foar Fryslân tranche 1 -
11-2015
3 o 04
o5 o6 07
o8 o9
10 Geen begeleiding gehad 0 Geen begeleiding gewenst 0 Geen zicht op Een 1 geeft aan dat u de begeleiding helemaal niet goed vindt, een 10 geeft aan dat u de begeleiding juist heel goed vindt. 13b Kunt u uw antwoord toelichten? Invulveld 0 0
Categorie 4: Begeleiding door USG Restart 14a Hoe ervaart u het contact met USG Restart? ol 2 o 3 o 4 o 5 o 6 o 7 o o8 o9
10 Geen begeleiding gehad Geen begeleiding gewenst 0 Geen zicht op 0 Geef met een cijfer van 1 tot 10 aan hoe u het contact met USG Restart ervaart. Een 1 geeft aan dat u het contact helemaal niet goed vind, een 10 geeft aan dat u het contact juist heel goed vindt. 14b Kunt u hieronder invullen waarom? Invulveld 0 0
Pagina 41 van 45
Rapportage
—
Effectmeting project Talint foar Fryslân -tranche 1
11-2015
Bijlage 4. Vragenlijst interviews trainees Rubriek: Algemeen/werving 1. Wanneer ben je hier gestart? 2. Hoe heb je dit traineeship gevonden? 3. Hoe zou de provincie de vacaturematching kunnen verbeteren? a. De provincie denkt erover om de vacaturematching te ondersteunen met een Meet&Greet tussen werkgevers en trainees, wat vind je van dat idee? 4. Waarom heb je gekozen voor dit traineeship/ of dit bedrijf? 5. Wat is je functie/wat zijn je taken? 6. Wat verwachtte je van de traineeship toen je eraan begon? Rubriek: Begeleiding & Opleiding 7. Sluit de opdracht die je hier moet doen goed aan bij je vooropleiding en bij je opleidingsniveau, waarom wel/niet? 8. Waar bestaat je opleiding binnen het traineeship uit? 9. Wat vind je van de begeleiding door je werkgever? a. Hebben jullie een vast overlegmoment? 10. Heb je al contact gehad met USG Restart (jobcoach) 11. Hoe is dat contact? Heeft het toegevoegde waarde voor je? a. Hoe vond je de loopbaanscan? Heb je er wat aan? 12. Ken je het internetportal mijnrestart.nl? 13. Ben je al bij intervisie geweest? a. Denk je dat je daar wat aan hebt? De laatste 3 maanden krijg je een volledig ingericht e-learningplatform waarin je alle aangereikte techniek kan oefenen met audio/video instructies, huiswerkopdrachten uitvoert en feedback daarop krijgt van de coach. 14. Ga je hier gebruik van maken denk je? 15. Wat zo u het nuttig maken voor je? Rubriek: Doelbereik 16. Wat ga je na dit traineeship doen? 17. Weet je door het traineeship beter waar je op kunt/moet solliciteren? 18. In hoeverre denk je dat dit traineeship bijdraagt aan betere kansen voor jou op de arbeidsmarkt? Waarom? Extra vragen 19. Ben je aanwezig geweest bij de startbijeenkomst georganiseerd door de provincie, wat vond je daarvan? 20. We denken erover om ook een afsluitende dag te organiseren. Zou je komen? Wat zou deze dag nuttig maken voor jou? a. Heel concreet, welke dag en tijdstip is handig? 21. Zijn er nog zaken die niet aan de orde zijn geweest maar die wel belangrijk zijn?
Pagina 42 van 45
Rapportage
—
Effectmeting project Talint foar Fryslân tranche 1 -
11-2015
Bijlage 5. Vragenlijst interviews werkgevers Rubriek: Aanvraagprocedure en werving 1. Wanneer is de trainee of zijn de trainees bij u gestart? 2. Hoe weet u dat de regeling er is? 3. Wat vond u van de manier waarop u subsidie aan moest vragen? a. Waar liep u tegenaan? b. Hoe was het contact met de Provincie in de aanvraagproced ure? 4. Was het gemakkelijk om zelf een trainee te werven voor het traineeship? a. Hoe heeft u uw trainee gevonden? b. Hoe heeft u de vacature uitgezet? c. Wat vond u van de periode waarin u iemand moest vinden? 5. Ontvangt u de nieuwsbrief?(inschrijven kan via www.frvslan.nh/talint) Rubriek: Begeleiding & Opleiding 6. Welke taken voert de trainee uit? a. Passen de taken bij zijn opleidingsniveau? 7. Wat voor opleiding biedt u de trainee? 8. Hoe is de begeleiding georganiseerd? 9. Hoe is het contact met USG Restart? a. Voegt de begeleiding van USG Restart iets toe? b. USG Restart levert maatwerk, dat betekent ook dat de trainees zelf contact moeten opnemen met USG als ze meer begeleiding willen etc. Wat vindt u hiervan? Rubriek: Doelbereik 10. Is de leeftijd van de trainee een pré voor u of niet? (M.a.w. zou een oudere persoon, laten we zeggen een 40+ er hetzelfde effect hebben denkt u, waarom wel/niet?) 11. Wat vindt u van het initiatief van de provincie om deze regeling te openen? a. Heeft u verbeteringen voor een volgende regeling? 12. Denkt u dat deze regeling bijdraagt aan het doel van de traineeships? Helpt het jongeren daadwerkelijk om sterker in de arbeidsmarkt te staan?
Pagina 43 van 45
Rapportage
—
Effectmeting project Talint foar Fryslân
-
tranche 1
11-2015
Bijlage 6. Statenvoorstel PvdA Korte beschrijving: Traineeships voor jonge mensen die recentelijk afgestudeerd zijn aan het MBO, HBO of WO en die moeite hebben om een baan te vinden omdat er relevante werkervaring wordt gevraagd en deze ontbreekt. Kenmerkend voor deze crisis is dat jonge geschoolde mensen, die in de toekomst van groot economisch belang zijn voor onze regio, moeilijk werk kunnen vinden. Door in deze jonge talenten te investeren zullen we als regio in de toekomst profiteren. De provincie financiert een jaar werkervaring bij passende profit en non-profit organisaties zodat de trainees na een jaar steviger in de arbeidsmarkt terecht komen en ze beduidend meer kansen hebben en houden. De Traineeships bestaan uit 4 dagen per week, waarin wordt gewerkt en geleerd. De trainee ontvangt een opleiding (intern of extern) aangeboden door de Organisatie van tenminste 100 uren op jaarbasis. De trainee wordt gefinancierd door de provincie Fryslân, met inachtneming van wet- en regelgeving. Het traineeship vindt doorlopend plaats zodat er vraag gestuurd kan worden gewerkt. Wat levert dit ons op? 180 arbeidsjaren voor ons jonge Friese talent, onze economische motor van de toekomst; Friese organisaties kunnen wel wat hulp en inzet gebruiken in deze moeilijke tijd. Wij schenken onze Friese bedrijven, instellingen en organisaties een jaar lang een nieuwjong talent! Criteria kandidaten: • <3 jaar geleden een diploma behaald op MBO, HBO of WO niveau; Criteria overheidsorganisaties, instellingen en bedrijfsleven: • Gevestigd in Fryslân; • levert een beschrijving van de traineeplaats inclusief werkzaamheden, aan te bieden • opleiding(en), leerdoelen, gevraagde vaardigheden en competenties; • verantwoordelijk voor selectie en begeleiding trainees; • een traineeplaats heeft geen verdringing reguliere arbeidsplaatsen tot gevolg. Uitvoering: Twee tranches. 1. Quick win: ca. 50 traineeplaatsen bij Friese gemeenten, waterschap en non-profit instellingen (waarbij geen sprake mag zijn van economische activiteiten), nog te starten in 2013. Rol provincie tranche 1: • Werven en toetsen van werkgevers aan gestelde criteria; • toetsing trainees aan gestelde criteria; • vacaturestelling en publiciteit. 2. Traineeplaatsen bij het Friese bedrijfsleven. Omwille van de juridische zorgvuldigheid (o.a. staatssteun) behoeft plaatsing bij Friese bedrijven een andere aanpak en een ander tijdspad. De provincie stelt een toegankelijke regeling op voor het Friese bedrijfsleven voor ca. 150 trainees. Het bedrijfsleven is hierbij zelf verantwoordelijk voor werving, selectie en begeleiding van de trainees. Rol provincie tranche 2: • Opstellen toegankelijke regeling binnen wet- en regelgeving; • toetsen werkgevers en traineeplaats aan gestelde criteria; • toetsing trainees aan gestelde criteria. • 5 extra traineeships binnen de eigen organisatie aan te bieden over een periode van drie jaar. Algemeen geldend: • Alhoewel dit project zo min mogelijk bemoeienis vanuit het ambtelijk apparaat behoeft, is het wenselijk om een provinciaal coördinatiepunt in te richten. Hiervoor stellen wij €250.000,beschikbaar, mcl. € 100.000 voor PR en communicatie. Het coördinatiepunt is verantwoordelijk voor o.a. het werven van werkgevers die belang hebben bij een trainee.
Pagina 44 van 45
Rapportage
• •
—
Effectmeting project Talint foar Fryslân
-
tranche 1
11-2015
Bij plaatsingen waarbij zich ernstige problemen voordoen, kan de trainee beroep doen op begeleiding van het coördinatiepunt. Eventueel wordt de plaatsing/subsidie beëindigd. De provincie draagt zorg voor evaluatie van de traineeships.
Financieel overzicht: De beschikbare € 5.000.000,- zal in de nadere uitwerking in het juiste bestedingsritme worden gezet. MBO startsalaris bij 32 uur: HBO startsalaris bij 32 uur: WO startsalaris: bij 32 uur:
€1 31 4,* (bij 36 uur €1480,-) €1500,- (bij 36 uur€ 1690,-) € 1600,- (bij 36 uur€ 1800,-)
Per jaar betekent dit: 100 banen mbo = 60 banen hbo = 20 banen wo =
€ 1314,-x 133%**x 14 (maanden> = €2.446.668,€ 1500,-x 133% x 14 (maanden) =€ 1.675.800,€ 1600,- x 133% x 14 (maanden) = € 595.840,-
Totale kosten voor 180 banen: €4.718.308,**Minimumloon per 1juli 2013 ****H uidige factor, loonkosten kan halfjaarlijks worden aangepast bij wettelijke premiewijzigingen Proceskosten intern: €250.000,-, mci. € 100.000 voor PA en communicatie marketing & pr kosten.
Pagina 45 van 45
provinsje fryslân provincie fryslan b 1 nformatievoorzien ing Cluster beleidsonderzoek
Tussenrapport Effect meting project Talint foar Fryslân II
Opdrachtgever: Tineke Hoekstra (projectleider Talint foar Fryslân) Auteurs: EstherWestmaas, Gerda Idsinga le, meting februari 2016
Inhoud Leeswijzer
2
HOOFDSTUK 1 INLEIDING 1.1 Achtergrond 1.2 Doelstelling 1.3 Methodiek 1.4 Rapportage 1.5
3 3 3 4 4 5
Verantwoording
HOOFDSTUK 2 RESULTATEN METINGEN 2.1
Enquêtes
6 6 6
trainees
2.1.1 De eerste meting 2.2
Enquête
10 10
werkgevers
2.2.1 De eerste meting
HOOFDSTUK 3 (VOORLOPIGE) CONCLUSIES_____________________________________ 13 BIJLAGEN 14 Enquête trainees 14 Enquête werkgevers____________________________________________________________ 18
Leeswijzer Dit document bestaat uit drie delen. In het eerste deel worden de achtergrond, de doelstelling, de me thoden en de rapportage beschreven. Het tweede deel bestaat uit de resultaten van de effectmeting. Binnen het project worden drie metingen gedaan. De resultaten van elk van die metingen worden steeds opgenomen in dit document, op die manier bouwt deel 2 zich gaandeweg het project steeds verder op en ontstaat er een totaaloverzicht. Het derde deel bestaat uit de (voorlopige) conclusies. Om de leesbaarheid van het rapport te vergroten wordt telkens gesproken over ‘bedrijven’. Hier kan echter ook organisaties gelezen worden. Daarnaast is ervoor gekozen om telkens “hij” te gebruiken in de tekst. Waar ‘hij’ staat kan uiteraard ook ‘zij’ gelezen worden.
2
Hoofdstuk 1 Inleiding Dit hoofdstuk geeft meer informatie over de achtergrond en de opzet van de effectmeting.
1.1 Achtergrond ‘Effectmeting Talint foar Fryslân’ maakt onderdeel uit van het project Talint foar Fryslân . Dit project is 1 geïnitieerd door de Statenfractie van de PvdA. Op 3juli 2013 hebben de Staten tot uitvoering van het project Talint foar Fryslân besloten. Provinciale Staten hebben op 25 juni 2014 een motie aangeno men waarin een onderzoek werd verlangd naar de mogelijke uitvoering van een tweede ronde van Talint foar Fryslân (Talint foar Fryslân II). Op basis van dit onderzoek is op 22 oktober 2014 door Provinciale Staten een voorstel aangenomen om het project Talint foar Fryslân een vervolg te geven in de vorm van Talint foar Fryslân II; De Uitvoeringsregeling is op 10november2014 in werking getreden. Binnen Talint foar Fryslân II zijn in totaal 100 subsidiebeschikkingen verstuurd aan de aanvragers. Uiteindelijk zijn er, voor de duur van 1 jaar, in totaal 77 trainees bij 62 werkgevers in dienst getreden. Voor de overige 26 plaatsen waarvoor een beschikking is verstuurd is helaas geen geschikte kandi daat gevonden. Doormiddel van een subsidieregeling wil de provincie Fryslân pas afgestudeerde MBO’ers (niveau 3 & 4), HBO’ers en WO’ers voor één jaar werkervaringsplaatsen aanbieden bij be drijven in Fryslân (profit en non-profit). De provincie bekostigd ongeveer 50% van de loonkosten, op basis van 32 uur tegen het minimumloon en de werkgever de overige 50%. Waarbij de werkgever wordt aangemoedigd om meer te betalen, omdat de trainees anders wellicht al tijdens het traineeship op zoek gaan naar een andere baan. De werkgever moet op zijn beurt de trainee minimaal 100 uur opleiding aanbieden op zijn kosten. Hiermee wilde de provincie jongeren, die moeilijk een baan kunnen vinden, helpen door ze steviger in de arbeidsmarkt te zetten en hun kansen op werk vergroten. Extra begeleiding tijdens het traineeship (gericht op de arbeidsmarkt) is verzorgd door USG Restart (Noord). Het doel van deze begeleiding is om de trainee te helpen bij de toekomstige werkinvulling en de trainee daarmee steviger in de arbeidsmarkt te plaatsen. De begeleiding van USG Restart bestaat o.a. uit; coaching, mogelijkheid tot (groeps)intervisie, arbeidsbemiddeling. Daarnaast biedt USG Restart de trainees toegang tot een online vacaturebank en een e-learningplatform.
1.1.1 Aanleiding In het Statenvoorstel voor Talint foar Fryslân 1 (d.d. 03-07-2013) wordt de provincie aangewezen als de organisatie die zorgdraagt voor de evaluatie van de traineeships; “De provincie draagt zorg voor evaluatie van de traineeships”. Dit is doorgezet bij Talint foar Fryslân II. De kosten voor deze evaluatie zijn doorberekend in de begrote proceskosten (€250.000). De projectleider van het project Talint foar Fryslân II heeft de afdeling Informatievoorziening gevraagd uitvoering te geven aan deze evaluatie.
1.2 Doelstelling De doelstelling van de effectmeting is om te achterhalen of de beoogde werkervaringsplekken zijn effectmeting Talint foar F,ys
gerealiseerd en of deze succesvol worden afgerond. (uit: Onderzoeksopzet lân, maart 2014)
Onder • • •
—
succesvol wordt verstaan: De trainee maakt het jaar vol. De trainee volgt 100 uren opleiding passend bij de hoogst genoten opleiding. De werkervaring, (vakinhoudelijke) kennis en vaardigheden van de trainee dragen positief bij aan verdere stappen in de loopbaan.
Extra:
•
De trainee kan in dienst blijven bij het bedrijf;
•
De trainee vindt binnen het halfjaar na het traineeship een baan . 2
Of:
1
Talint foar Fryslân maakt deel uit van het programma Wurkje foar Fryslân (€300 miljoen). Eén van de doelen van Wurkje foar Fryslân is om 1600 tijdelijke arbeidsplaatsen in Fryslân te creëren tot en met 2016. In dat kader is in 2013 het project Talint foar Fryslân (€5 miljoen) opgezet. 2 De laatste meting vindt tot maximaal 6 maanden na het traineeship plaats, om deze reden is ervoor gekozen de indicator ‘de trainee vindt binnen het halfjaar na het traineeship een baan’ aan te houden. Desondanks is het project k succesvol als de
3
De effectmeting wordt gedaan door het uitvoeren van drie metingen. Na elke meting meldt de onder zoeker opvallende zaken aan de opdrachtgever. De eindrapportage is eind november 2016 gereed. Aan de • • • •
hand van de resultaten kan: Er tijdens het project worden bijgestuurd. Deels gecontroleerd worden of de jobcoach van USG Restart zijn rol goed vervuld. Een overzicht van verbeterpunten worden gemaakt die gebruikt kan worden voor een eventu eel volgend (soortgelijk) project. Het effect van de regeling worden gemeten.
Kaders: —
—
Uit de effectmeting komen bevindingen en aanbevelingen voort. Het uitvoeren van deze ver beteracties valt buiten de scope van dit project. De zorg voor organisatorische borging van de resultaten van de effectmeting (bv. de rappor tage aan GS) is de verantwoordelijkheid van de opdrachtgever.
1.3 Methodiek Binnen dit project worden drie metingen uitgevoerd: 4 maanden na de start van het traineeship een eerste meting, 12 maanden na de start een tweede meting en 16 maanden na de start een derde me ting. De eerste en tweede meting bestaat uit enquêtes (hele populatie) onder de trainees en werkge vers. Bij de evaluatie van TFF1 zijn ook interviews uitgevoerd na de eerste meting. De interviews in de effectmeting van de eerste tranche waren gericht op verbeteringen voor de tweede tranche. Daarvan is nu geen sprake en daarmee vervalt het nut en de noodzaak voor het doen van interviews. De derde meting bestaat uit enquêtes onder enkel alle trainees.
Overzichtstabel
Doelgroep
Trainees
Werkgevers
Methode
Enquête
Enquête
Meting(en)
Onderzoekspopulatie
Meting 1
Meting 2
Meting 3
Augustus 2015
April 2016
Augustus 2016
Ca. 4 maanden na start
Ca. 12 maanden na start
Ca. 15 maanden na start
Augustus 2015
April 2016
Ca 4 maanden na start
Ca. 12 maanden na start
N=77
N62
1.4 Rapportage De informatie uit de enquêtes is niet anoniem aangeleverd maar wel anoniem verwerkt. Dit houdt in dat de onderzoekers van de afdeling Informatievoorziening de gegevens niet anoniem binnenkrijgen. Ze zorgen er echter voor dat de gegevens veralgemeniseerd worden zodat ze niet zijn te herleiden tot een individu. Deze tussenrapportage bevat alleen gegevens van de eerste meting.
trainee ten gevolge van dit project een jaar (of langer) na de tijd een baan vindt. Wij kunnen dit echter niet meer meten simpel weg omdat de trainee dan bij ons uit beeld is.
4
1.5 Verantwoording Voor de effectmeting is gebruik gemaakt van de gegevensregistratie van de deelnemers aan de sub sidieregeling (trainees en werkgevers). Doordat het aantal trainees en werkgevers relatief klein is, is bij de enquêtes een hoge respons nodig om de gegevens representatief te laten zijn. Helaas is dit bij de eerste meting niet gelukt. Het betrouwbaarheidsniveau is voor de resultaten van de enquêtes zijn voor trainees en werkgevers respectievelijk 61 en 75%. Ze moeten gelezen worden als indicatief. Het betrouwbaarheidsniveau is het percentage zekerheid waarmee wordt aangegeven dat de gepresen teerde gegevens juist zijn.
5
Hoofdstuk 2 Resultaten metingen In dit hoofdstuk worden de resultaten (en toelichting) uit de eerste meting weergegeven. De vragenhijs ten van de enquêtes zijn te vinden in de bijlagen.
2.1 Enquêtes trainees Hierna volgende de uitkomsten van de eerste meting afgenomen bij de trainees. 2.1.1 De eerste meting De eerste meting was in augustus 2015, op dat moment waren de trainees 2 tot 5 maanden gestart
met het traineeship. Er zijn in totaal 77 trainees gestart met het traineeship. Van de 77 trainees waren 64 e-mailadressen bekend. De enquête is half augustus 2015 aan die adressen verstuurd. De enquê te is door 35 van de 64 trainees ingevuld wat neerkomt op een responspercentage van 55% en een betrouwbaarheidsniveau van 61%.
Achtergrond trainees Van de trainees 3 is 57% man (dat zijn 20 trainees) en 43% vrouw (dat zijn 15 trainees). Er zijn even veel trainees met een HBO als WO opleiding, beide 37%. De overige 26% heeft een MBO opleiding. De trainees zijn tussen de 20 en de 32 jaar oud. De gemiddelde leeftijd is 25,4 jaar. De verdeling naar
leeftijd en qplekiing is als vcgt
Leeftijd en opleidingsniveau WO
HBO
MBO 0
5 aantal trainees .<20 .21-25 .26-30
15
10 •31>
Figuur 1. Leeftijd en opleiding
Er is gevraagd waar de trainees de vacature voor het traineeship hebben gevonden. De meeste trai nees vulden anders’ in.
Hoe heb je de vacature gevonden? Anders, ni. Via moetsje en groetsje Werkeninfriesland.nl Via school/stage Site van het bedrijf
— — — 1 — —
1
Facebook Advertentie in de krant
In de toelichting werden de volgende mogelijkheden genoemd: • Diverse vacaturesites: indeed, nationale vacaturebank • Uitzendbureau • Open sollicitatie • Linkedln • Werkcoach gemeente • Oude werkgever/benaderd door
1 0% 10% 20% 30% 40% 50%
Figuur 2. Vindplaats vacature
Waar gesproken wordt over trainees’ worden de trainees bedoeld die de enquête ingevuld hebben.
6
Op de vraag welke omschrijving het beste paste bij de activiteit die de trainee voor het traineeship had werd het vaakst “ik had werk onder mijn opleidingsniveau” geantwoord. Welke omschrijving past het beste bij de activiteit die je voor je traineeship had? ——————
Ik had werk onder mijn opleidingsniveau. Ik had werk in een sector passend bij mijn opleiding Ik had werk in een andere sector dan mijn opleiding Pas afgestudeerd, daarna aansluitend direct dit traineeship.
Onder ‘anders’ werd ingevuld: • Wereldreis • Gestopt met HBO •
ZZP-er
———— ——
Werkloos thuis Ik had werk op mijn opleidingsniveau. Anders, nI 0%
5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40%
Figuur 3. Activiteit voor traineeship
Begeleiding door werkgever en jobcoach
De begeleiding door de werkgever bestaat het vaakst uit hulp bij het realiseren van taken, daarna volgen opleiding/training en persoonlijke ontwikkeling. In de categorie ‘anders’ wordt 7 keer aangege ven dat er geen of nauwelijks begeleiding is. Van de trainees zegt 77% het aantal begeleidingsuren door de werkgever voldoende te vinden. Acht trainees (23%) vinden dat zij te weinig begeleidingsuren krijgen. Er is aan de trainees gevraagd om de begeleiding door de werkgever uit te drukken in een cijfei Gemiddeld scoort de begeleiding een 6,8. Hoe zou je de begeleiding van je werkgever willen beoordelen uitgedrukt in een rapportcijfer? 45% 40% 35%
30% 25% 20%
15% 10% 5% 0% 45678 1 2
Figuur 4. Begeleiding werkgever
De onvoldoendes lijken van één werkgever te komen. Bij de positieve cijfers wordt onder meer aan 4 gegeven dat een vast aanspreekpunt prettig is, begeleiding door werkgever en collega’s (erg) goed wordt gevonden en dat er altijd vragen kunnen worden gesteld. De ontevredenheid over deze werkgever is bekend bij de opdrachtgever. De opdrachtgever heeft naar aanleiding van deze signalen passende maatregelen genomen richting werkgever. De trainees zijn ten tijde van het opstellen van deze rapportage (bijna) allemaal uit dienst. Ze werden hierbij bege leid door USG Restart en de opdrachtgever. 7
De begeleidingsuren door de werkgever wordt door 77% van de trainees als voldoende beoordeeld en door 8 trainees (23%) als te weinig. Over de jobcoach wordt aangegeven dat hij helpt bij loonbaanontwikkeling (51%), het ontwikkelen vaardigheden (29%) en het reflecteren op traineeship. Drie trainees geven aan assistentie te wil len/hebben bij het opzeggen van het traineeship. De beg&eiding van de jobcoach wordt met gemiddeld een 6.6 beoordeeld. Hoe zou je de begeleiding van de jobcoach willen beoordelen uitgedrukt in een rapporicijfer? 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0%
ïD
o
\
b
,
‘0
‘s_
,.
,00
00
€.
Figuur 5. Begeleiding jobcoach cijfer Het merendeel van de trainees geeft aan dat zij nog maar één gesprek gehad hebben. De meeste trainees geven aan de begeleidingsuren voldoende te vinden. Twee geven aan dat ze de begeleiding te weinig vinden. Twintig trainees (58%) geven aan de ondersteuning van de jobcoach bij het realiseren van hun leerdoelen goed of voldoende te vinden. Elf trainees (31%) geven aan nog geen ondersteuning te hebben gehad. USG-restart biedt de trainees op vrijwillige basis ook intervisie aan. Van de trainees geven vijftien trainees aan gebruik te hebben gemaakt van de aangeboden intervisie, vier van hen geven aan er tot nu toe echt iets aan te hebben. Elf trainees geven aan er tot nu toe een beetje of niets aan gehad te hebben. Uit de toelichting komt naar voren dat het merendeel van de trainees in dit vroege stadium nog weinig contact heeft gehad. Van de trainees die al wel contact hebben gehad met de jobcoach zijn de erva ringen wisselend. Een aantal vindt dat er voldoende begeleiding is van de werkgever of directe colle ga’s de jobcoach is hierdoor voor hen overbodig’. Een ander deel vindt de hulp van de jobcoach van onvoldoende kwaliteit. Tot slot is een deel van de trainees positief; zij geven aan dat de jobcoach scherpe vragen stelt en dat het fijn is een onafhankelijk persoon te spreken. Ervaring werkplek Er zijn 22 trainees (63%) die aangeven dat het werk goed past bij hun vooropleiding en niveau. Van de trainees vindt 23% dat het werk voldoende bij hun vooropleiding en niveau past. Vijf trainees vin den dat het werk onvoldoende tot slecht bij hun vooropleiding en niveau past. De 3 die aangeven dat het werk slecht past geven als toelichting dat zij worden ingezet voor andere werkzaamheden, van een lager niveau, dan waarvoor zij zijn aangenomen. Van de trainees vinden 21 hun werk heel zinvol, 10 een beetje zinvol en 4 vinden het werk helemaal niet zinvol. Degenen die het heel zinvol vinden geven als toelichting: • Ik kan veel voor de organisatie betekenen; • Ik krijg veel verantwoordelijkheid en word hierin goed begeleid; • Ik ben hier goed op mijn plek; • Ik word actief betrokken bij het werk; • Ik kan mij ontwikkelen De trainees die aangeven het werk “een beetje zinvol’ te vinden geeft een deel aan dat zij nog zoe kende zijn naar de precieze taakinvulling van hun traineeship of dat zij te weinig uitdaging in het werk 8
hebben. Van de trainees die aangeven het werk niet zinvol’ te vinden, geeft een aantal in de toelich ting aan dat ze niet de juiste werkzaamheden doen. Negen trainees (26%) vinden dat zij te weinig taken hebben, 20 (57%) vinden dat zij voldoende taken hebben. Eén trainee (3%) geeft aan te veel taken te hebben en voor de overige vijf (14%) is het wisse lend. Ontwikkelen kennis en vaardigheden Van de trainees geven 34 (97%) aan dat de aandacht van collega’s voor hun persoonlijke ontwikkeling op de werkplek voldoende tot goed is. Eén trainee vindt dit slecht. Er is gevraagd of de trainees via hun werk contact hebben gekregen met mogelijke andere werkge vers. Veertien (40%) geven aan dat dit het geval is. Van deze 14 schatten 9 de kans om via deze con tacten een baan te krijgen in als redelijk. Vijf als slecht. De overgrote meerderheid (83%) van de trainees geeft aan dat zij nieuwe vaardigheden hebben aan geleerd. Nieuwe vaardigheden die de trainees zich eigen gemaakt hebben, hebben het vaakst te ma ken met de persoonlijke ontwikkeling van de trainee. Het gaat dan om vaardigheden als; assertiviteit, zelfstandig werken, plannen, presentatievaardigheden, communicatievaardigheden etc. Daarnaast wordt ook het omgaan met, voor de trainee, nieuwe software relatief vaak genoemd (denk aan om gang met Autocad, ArcMap, Google Analytics, lndesign etc.). Tot slot worden een aantal vakspecifieke praktische vaardigheden genoemd. In deze categorie vallen bijvoorbeeld; het doen van procesbere keningen, het opdoen van materiaalkennis, bestekken schrijven, inladen van een vrachtauto. Hoe schatte je je kansen in voor het traineeship? Hoe schat je je kansen nu in?
Goed
Voldoende
Onvoldoende
Slecht 0%
5%
10%
15%
•Kansen voor
20%
25%
30%
35%
40%
45%
•Kansen nu
Figuur 6. Kansen voor het traineeship en kansen nu
Tot slot is gevraagd hoe de trainee zijn kansen op de arbeidsmarkt inschat. Daarbij is een vergelijking gemaakt tussen de kansen die de trainee dacht te hebben v5ôr het traineeship en de kansen die de trainee nu denkt te hebben (met de ervaring van deze traineeship). Uit de grafiek hiernaast blijkt dat de kansen door de meerderheid van de trainees tijdens het traineeship beter ingeschat werd dan vô6r het traineeship. Een enkeling schat de kansen nu lager in. Moetsje en Groetsje Zes trainees zijn bij het banenevenement Moetsje en Groetsje geweest. Twee hebben één werkgever gesproken en de andere vier 2 tot 5 werkgevers. Vier trainees geven aan dat zij de werkgever waar zij nu werken hebben ontmoet bij Moetsje en Groetsje.
9
22 Enquête werkgevers Er zijn in totaal 62 werkgevers die één of meerdere trainees in dienst hebben via de subsidieregeling. 221 De eerste meting In augustus 2015 is ook de eerste meting onder de werkgevers gedaan. De enquête is door 43 van de 62 werkgevers voltooid wat neerkomt op een responspercentage van 69% en een betrouwbaarheidsniveau van 75%. Deze 43 werkgevers hebben samen 52 trainees in dienst. Van de respondenten vallen 36 binnen de profit-, en 7 binnen de non-profit sector.
Subsidieregeling en contact provincie Wat vindt u van de subsidieregeling?
De subsidieregeling wordt door de overgrote meerderheid van de werkgevers 5 als goed beoordeeld. Uit de toelichting blijkt dat de werkgevers de regeling duidelijk vinden en een goede manier om een starter een kans te geven. Het wordt gezien als een win-win situa tie en als mogelijkheid om onervaren mensen een kans te geven. Dat de subsidie vooruit wordt betaald, wordt erg gewaardeerd. Degene die ‘matig’ antwoordde gaf aan dat de begeleiding van USG onder de maat was.
100% 80% 60% 40% 20% 0%
-----------
Goed
Voldoende
Matig
Slecht
Figuur 7. Subsidieregeling De manier waarop is omgegaan met de subsidieaanvraag wordt door 63% als goed beoordeeld, 35% vond dit voldoende en 2 werkgevers vonden dit onvoldoende. Het proces van aanvraag werd door een aantal werkgevers als lang ervaren en na de toekenning had 6 Andere werkgevers vond de periode van besluitvorming men kort de tijd om een kandidaat te zoeken. weer kort. Een werkgever geeft bijvoorbeeld aan dat het vooral lang duurt voordat ze uitslag krijgen en dat de tijd om te zoeken naar een geschikte kandidaat relatief kort is, daarin wordt niet altijd evenveel rekening gehouden met opzegtermijnen en de dagelijkse praktijk van het ondernemen. De procedure was voor vrijwel iedereen duidelijk. De ene werkgever gaf aan dat hij het veel papier werk vonc een anderejut weig.
Hoe ervaart u het contact met de provincie?
Het contact met de provincie wordt door een aantal als duidelijk ervaren. Anderen vinden het traag. Eén werk gever gaf aan dat hij vond dat er veel wisselingen in mensen zijn. Sommigen geven aan dat er weinig contact is omdat alles goed loopt. Enkele werkgevers vinden het contact persoonlijk en prettig, een andere werkgever geeft aan dat ‘ondernemers inzicht’ ontbreekt.
60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Figuur 8. Contact met provincie
Wanneer over ‘werkgevers’ wordt gesproken, worden de respondenten van de enquête bedoeld. De termijn tussen het ontvangen van het verleningsbesluit en het in dienst nemen van een trainee was 15 weken. Bij de eerste tranche (Talintfoar Fryslân 1) was deze periode 13 weken. Uit de evalua tie van de eerste tranche bleek dat veel werkgevers 13 weken te kort vonden, om deze reden is deze periode verlengd naar 15 weken. 6
10
Moetsje en Groetsje Vijftien werkgevers waren aanwezig bij Moetsje en Groetsje. Acht hebben één deelnemer gesproken, vier 2 tot 5 deelnemers en drie 5 tot 10 deelnemers. Zeven werkgevers geven aan dat Moetsje en Groetsje meerwaarde had, voor vijf had het een beetje meerwaarde en voor drie geen. Degenen voor wie het geen meerwaarde had, gaven aan dat er geen kandidaten waren met het pas sende niveau .Eén werkgever bekeek bij dit evenement of de potentiële trainees een commerciële inslag hebben. Over de opzet wordt wisselend gedacht. De één vond dit goed en ongedwongen, de ander had het graag anders gezien (geen hoekje per niveau, meer mixen). USG restart Hoe ervaart u het contact met USGrestart? —
40%
-
———
35% 30
—
.
/O ——
25% 20%
——
—
—-
15% 10/o -—
1
2
3
4
5
6
7
Ten tijde van het onderzoek hebben 33 werkgevers contact gehad met USG restart. Zij geven dit contact gemiddeld een 6,8. De ervaringen zijn wisselend. De ene werkgever vindt USG restart geen meerwaarde hebben, een andere vindt dit wel. Een aantal werkgevers geven aan dat zij het contact (vrij) laat in het proces vonden. Drie werkgevers melden dat USG restart het traineeship ‘te lief’ uitlegt en dat er gespeeld mag worden volgens USG; de werkgevers vinden dat er ge werkt moet worden”.
8
Figuur 9. Contact USG-restart De trainees Met 15 MBO-ers, 20 HBO-ers en 17 WO-ers zijn de trainees qua opleidingsniveau mooi verdeeld. Van de trainees wordt 96% goed tot voldoende gemotiveerd bevonden. Van één trainee is de motivatie onvoldoende en van één slecht. Van 83% van de trainees geeft de werkgever aan dat zij een meerwaarde hebben voor het bedrijf. Over 13% wordt aangegeven dat zij beetje meerwaarde hebben en over 4% dat zij geen meerwaarde hebben. Uit de toelichting op de vraag over de meerwaarde van de trainee antwoordt het merendeel van de werkgevers dat de trainee taken oppakt die anders blijven liggen en/of dat de trainee vernieuwingen doorvoert. Een ander deel geeft aan dat de trainee zich goed inzet voor het bedrijf en daardoor een meerwaarde vormt. Over een aantal van deze trainees wordt aangegeven dat ze nog wel lerende zijn. Tot slot wordt over een klein deel aangegeven dat zij geen meerwaarde vormen omdat hun inzet niet voldoende is of omdat hun opleidingsniveau niet goed aansluit bij de uit te voeren werkzaamheden. De vraag ‘Heeft de trainee potentieel om een baan te krijgen binnen uw bedrijf?’ werd voor 34 (65%) trainees met ‘ja’ beantwoord. Voor 16 (31%) gaf de werkgever aan dat zij misschien potentie hebben om een baan te krijgen. Twee trainees hebben geen potentie voor een baan binnen het bedrijf van het traineeship. De werkgevers die ‘misschien’ antwoorden geven meestal als toelichting dat het te vroeg is om dit te bepalen. Enkele werkgevers geven aan dat een vast contract voor de trainee (bijna) zeker is. Een aantal anderen geeft aan dat dit afhankelijk is van factoren buiten de trainee; bijvoorbeeld of er op dat moment vacatures openstaan.
11
Hoe ervaart u de rol van de jobcoach die de trainee begeleidt? 40% 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% 1•
)
‘_o
.\
q
Figuur 10. begeleiding USG beoordeeld door werkgever
Over de rol van de jobcoach zijn de ervaring zeer wisselend, zoals blijkt uit bovenstaande figuur. Het gemiddelde is een 6,4. Bij 18 trainees was de jobcoach nog niet geweest ten tijde van deze me ti ng. Uit de toelichtingen komt eveneens een wisselend beeld naar voren. Dertien werkgevers geven aan geen oordeel te kunnen geven omdat zij de jobcoach nog niet of nog te weinig hebben gezien. Negen werkgevers geven aan dat ze tevreden zijn over de begeleiding die de jobcoach aan de trainee geeft. Tot slot geven tien werkgevers aan dat zij de begeleiding van de jobcoach geen meerwaarde vinden hebben. Een aantal van hen geeft hierbij nadrukkelijk aan dat zij vinden dat de begeleiding in de ver keerde richting’ is. De jobcoach zou de trainee te klein’ houden en hem geen zelfvertrouwen geven door te zeggen dat ze maar’ een trainee zijn en dat ze niet alles hoeven te kunnen. De werkgevers geven over 46 trainees (88%) aan dat zij hen wel in hun netwerk willen introduceren. Bij de overige zes is dit niet het geval.
12
Hoofdstuk 3 (Voorlopige) conclusies Wat als eerste opvalt is dat een kwart van de bedrijven geen (geschikte) trainee heeft kunnen vinden in deze tranche. Andere voorlopige conclusies zijn: Trainees • We zien dat circa 75% van de trainees zijn kans om werk te vinden zowel vô6r het traineeship als nu tijdens het traineeship beoordeeld als voldoende tot goed. Binnen deze groep zien we wel een verschuiving; waar de trainees vô6r het traineeship vaker aangaven hun kansen als ‘voldoende’ te zien waar deze nu vaker als ‘goed’ worden ervaren. De trainee beoordeeld zijn kans op werk nu dus vaker als ‘goed’ in plaats van ‘voldoende’. De overige 25% beoordeeld zijn kans om werk te vinden als onvoldoende tot slecht. Binnen deze groep zien we dat de trainees v66r hun trai neeship vaker aangaven hun kansen als ‘onvoldoende’ te zien waar deze nu vaker als ‘slecht’ worden ervaren. De trainee beoordeeld zijn kans nu dus vaker als ‘slecht’. De verklaring hierin zou kunnen liggen in slechter ervaringen met het traineeship of dat de trainee er nu achter komt dat er meer van hem gevraagd wordt dan hij kan waarmaken. • De trainees zijn voor de overgrote meerderheid tevreden over hun traineeship, zij vinden het zin vol, doen nieuwe vaardigheden op en de traineeplek past goed tot voldoende binnen het oplei dingsniveau. Jobcoach/USG-restart • USG-restart is opnieuw laat in het traject betrokken. • De ervaringen van werkgevers en de trainees met de jobcoaches zijn wisselend. Werkgevers • De werkgevers zijn voor het overgrote deel tevreden over de trainees. • De meeste trainees vormen een meerwaarde binnen het bedrijf volgens de werkgevers.
13
Bijlage n Enquête trainees Eerste meting Welkom bij deze enquête Deze vragenlijst bestaat uit 5 categorieën: Categorie Categorie Categorie Categorie Categorie
1: 2: 3: 4: 5:
Achtergrondinformatie Begeleiding werkgever en jobcoach Ervaring werkplek Ontwikkeling kennis en vaardigheden Moetsje en Groetsje
Categorie 1: Achtergrondinformatie 1 .Wat is je geslacht? Man Vrouw 2. Wat is je leeftijd? 3. Wat is je hoogst afgeronde opleiding? Middelbaar onderwijs: mbo Hoger beroepsonderwijs: hbo Wetenschappelijk onderwijs: wo 4. Hoe heb je de vacature gevonden? (meerdere antwoorden mogelijk) Via moetsje en groetsje Werken infriesland. nI Advertentie in de krant Facebook Site van het bedrijf Via school/stage Anders, nI. 5. Welke omschrijving past het beste bij de activiteit die je voor je traineeship had? (meerkeuze) Pas afgestudeerd, daarna aansluitend direct dit traineeship. Ik had werk in een sector passend bij mijn opleiding Ik had werk in een andere sector dan mijn opleiding Vrijwilligerswerk in een sector passend bij mijn opleiding Vrijwilligerswerk in een andere sector dan mijn opleiding Ik had werk onder mijn opleidingsniveau. Ik had werk op mijn opleidingsniveau. Werkloos thuis Anders, nI Categorie 2: Begeleiding werkgever en jobcoach 6. Waar bestaat de begeleiding van de werkgever uit? (er zijn meerdere antwoorden mogelijk) Het geven van opleiding/training 14
Hulp bij het uitvoeren van mijn werkzaamheden Begeleiding bij mijn persoonlijke ontwikkeling Anders, nl. 7a. Hoe zou je de begeleiding van je werkgever willen beoordelen uitgedrukt in een rapportcijfer? 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Geen begeleiding gehad Geen begeleiding gewenst
-
Een 1 geeft aan dat je de begeleiding helemaal niet goed vindt, een 10 geeft aan dat je de begeleiding juist heel goed vindt. 7b. Kan je je antwoord toelichten? Je kunt nog 500 karakters gebruiken Nee, dat kan ik niet 8. Wat vind je van het gemiddeld aantal begeleidingsuren door je werkgever? Te veel Voldoende Te weinig 9. Waar bestaat de begeleiding van de jobcoach uit? (er zijn meerdere antwoorden mogelijk) Het ontwikkelen van vaardigheden die ik nodig heb voor mijn werk Hulp bij mijn loopbaanontwikkeling Anders, nI. lOa. Hoe zou je de begeleiding van de jobcoach willen beoordelen uitgedrukt in een rapportcijfer? 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Geen begeleiding gehad Geen begeleiding gewenst
-
Geef met een cijfer van 1 tot 10 aan wat je van de begeleiding van je jobcoach vindt. Een 1 geeft aan dat je de begeleiding helemaal niet goed vindt, een 10 geeft aan dat je de begeleiding juist heel goed vindt. 1 Ob. Kan je je antwoord toelichten? Je kunt nog 500 karakters gebruiken Nee, dat kan ik niet 11. Wat vind je van het gemiddeld aantal begeleid ingsuren door de jobcoach? Te veel Voldoende Te weinig 12. Wat vind je van de ondersteuning van de jobcoach bij het realiseren van je leerdoelen, zoals je die hebt opgesteld in je Persoonlijk OntwikkelPlan (POP) Goed Voldoende Onvoldoende Slecht Ik heb nog geen ondersteuning gehad
15
13a. Heb je iets aan de aangeboden intervisie door de jobcoach? (van USG restart) Ja Een beetje Nee Ik heb (nog) geen intervisie gehad 1 3b. Kun je hieronder invullen waarom? Je kunt nog 500 karakters gebruiken Nee, dat kan ik niet Categorie 3: Ervaring werkplek 14a. Hoe past deze werkplek bij je vooropleiding/niveau? Goed Voldoende Onvoldoende Slecht 14b. Je hebt gezegd dat de werkplek slecht of onvoldoende aansluit bij je opleidingsniveau. Kan je hieronder uitleggen waarom? Je kunt nog 500 karakters gebruiken Nee, dat kan ik niet 1 5a. Hoe ervaar je je werk? Heel zinvol Een beetje zinvol Niet zinvol 1 5b. Kan je je antwoord toelichten? Je kunt nog 500 karakters gebruiken Nee, dat kan ik niet 16. Hoe ervaar je de hoeveelheid taken? Teveel Voldoende Te weinig Wisselend Categorie 4: Ontwikkeling kennis en vaardigheden 17. De aandacht van collega’s voor mijn persoonlijke ontwikkeling op de werkplek is: Goed Voldoende Onvoldoende Slecht 18. Heb je door je werk contact met andere mogelijke werkgevers gekregen? Ja Nee
16
19. Hoe schat je je kansen in om een baan te krijgen via deze contacten? Groot Redelijk Klein 20a. Heb je nieuwe vaardigheden aangeleerd? Ja Nee 20b. Welke vaardigheden heb je aangeleerd? 21. Hoe schatte je je kansen op de arbeidsmarkt in voordat je dit traineeship kreeg? Goed Voldoende Onvoldoende Slecht 22. Hoe schat je je kansen op de arbeidsmarkt nu in? Goed Voldoende Onvoldoende Slecht Categorie 5: Moetsje en Groetsje 23. Ben je aanwezig geweest bij Moetsje en Groetsje? Ja Nee 24. Hoeveel werkgevers heb je hier gesproken? 1 2-5 5-10 10 of meer 25. Heb je de werkgever bij wie je nu werkt ontmoet bij Moetsje en Groetsje? Ja Nee Weet ik niet meer
17
Enquête werkgevers Welkom bij deze enquête U krijgt vragen in 5 categorieën: Categorie 1: Algemene informatie Categorie 2: Subsidie regeling Categorie 3: Moetsje en Groetsje Categorie 4: USG-restart Categorie 5: Het functioneren van de trainee(s)
Categorie 1: Algemene informatie 1 .Wat is de naam van uw bedrijf of organisatie? 2.Gaat het om een bedrijf of Organisatie in de profit of de non-profit sector? Profit sector Non-profit sector 3.Hoeveel trainees heeft u via de regeling in dienst? 1 2 3
Categorie 2: Subsidieregeling 4aWat vindt u van de subsidieregeling? Goed Voldoende Matig Slecht 4a.Kunt u hieronder invullen waarom? U kunt nog 500 karakters gebruiken Geen opmerkingen 5.Wat vindt u van de manier waarop is omgegaan met uw subsidieaanvraag? Goed Voldoende Onvoldoende Slecht 6a.Hoe ervaart u het contact met de provincie? 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Geef met een cijfer van 1 tot 10 aan hoe u het contact met de provincie ervaart. Een 1 geeft aan dat u de rol helemaal niet goed vind, een 10 geeft aan dat u de rol juist heel goed vindt. -
6b.Kunt u hieronder invullen waarom? U kunt hier ook verbeterpunten aangeven. 18
U kunt nog 500 karakters gebruiken Geen opmerkingen Categorie 3: Moetsje en Groetsje 7.Bent u aanwezig geweest bij het banenevent Moetsje en Groetsje? Ja Nee 8.Hoeveel deelnemers heeft u hier gesproken? 2-5 5-10 10 of meer 9a.Had dit event voor u meerwaarde? Ja Een beetje Nee 9b.Kunt u aangeven waarom? U kunt nog 500 karakters gebruiken Geen opmerkingen Categorie 4: USG Restart 10.Heeft u al contact gehad met USG-restart? (bijvoorbeeld een kennismakingsgesprek) Ja Nee lla.Hoe ervaart u het contact met USG-restart? 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Geef met een cijfer van 1 tot 10 aan hoe u het contact met USG restart ervaart. Een 1 geeft aan dat u het contact helemaal niet goed vind, een 10 geeft aan dat u het contact juist heel goed vindt. llb.Kuntu hieronder invullen waarom? U kunt nog 500 karakters gebruiken Geen opmerkingen
19
Categorie 5: Het functioneren van de trainee(s) U krijgt nu een aantal vragen over de trainees die u in dienst heeft gehad. 12.Kunt u hieronder de naam/namen en de volgorde aangeven voor welke trainee u de vragenlijst invult? Trainee 1 (naam invullen) Trainee 2 (naam invullen) Trainee 3 (naam invullen) 13.Wat is de hoogst afgeronde opleiding van de trainee? Middelbaar onderwijs: mbo Hoger beroepsonderwijs: hbo Wetenschappelijk onderwijs: wo 14.Hoe gemotiveerd is de trainee? Goed Voldoende Onvoldoende Slecht 15a.Heeft de trainee meerwaarde voor uw bedrijf? Ja Een beetje Nee 1 5b.Geef hieronder uw toelichting U kunt nog 500 karakters gebruiken Geen opmerkingen 16a.Heeft de trainee potentieel om een baan te krijgen binnen uw bedrijf? Ja Misschien Nee 16b.Geef hieronder uw toelichting U kunt nog 500 karakters gebruiken Geen opmerkingen 17.Zou u de trainee in uw netwerk willen introduceren? Ja Nee 18a.Hoe ervaart u de rol van dejobcoach die trainee 1 begeleidt? 1 2 3 20
4 5 6 7 8 9 10 Er is geen rol geweest Geef met een cijfer van 1 tot 10 aan hoe u de rol van de jobcoach ervaart. Een 1 geeft aan dat u de rol helemaal niet goed vind, een 10 geeft aan dat u de rol juist heel goed vindt. 18b.Kunt u hieronder invullen waarom? U kunt nog 500 karakters gebruiken Geen opmerkingen Bedankt voor het invullen van deze vragenlijst
21