Resultaten Kennisconferentie “Duurzame Ontwikkeling van de Ondergrond” 20 januari 2011, Van der Valk, Assen Op donderdag 20 januari 2011 vond de kennisconferentie “Duurzame Ontwikkeling van de Ondergrond” plaats, een initiatief van de Provincie Drenthe, SKB, TNO en Deltares. Ongeveer 60 vertegenwoordigers vanuit de provincies, het Rijk en de kennisinstellingen hebben aan de kennisconferentie deelgenomen. In de conferentie werd de nadruk gelegd op de intermediaire rol van provincies bij het vormgeven van de ruimtelijke ordening van de (diepe) ondergrond. Discussies gingen over de vraag voor welke keuzes provincies staan? Over welke kennis zij beschikken om deze keuzes te kunnen maken en - misschien wel belangrijker - van welke lopende initiatieven en programma’s provincies gebruik kunnen maken voor ontbrekende kennis? Ook werd aandacht besteed op welke wijze provincies in dit proces ondersteund kunnen worden door collega-overheden, kennisinstellingen, adviseurs etc. Plenaire opening en presentaties Dagvoorzitter Henk van Zoelen (Bodem+) leidde de deelnemers door de verschillende programmaonderdelen. Tanja Klip, bestuurder van de provincie Drenthe en gastvrouw voor de kennisconferentie, verzorgde de openingsspeech voor de conferentie. Zij was trots dat de kennisconferentie plaatsvond in Drenthe en dat Drenthe ook een van de organisatoren was. In haar speech noemde ze dat de druk op de ondergrond hoog is. En dat het daarom van belang is dat we de ondergrond, net als onze bovengrondse leefomgeving, zorgvuldig inrichten. Alle provincies hebben inmiddels een bodemvisie gemaakt. Drenthe heeft die bodemvisie nog verder uitgewerkt naar een 3D structuurvisie. Deze ‘Structuurvisie Ondergrond Drenthe’ is eind 2010 officieel vastgesteld door Provinciale Staten. De structuurvisie is een instrument om mee te praten en sturen als het om het gebruik van diepe ondergrond gaat. Klip benadrukt verder dat we slagvaardiger en beter gecoördineerd aan de gang moeten met de ordening van de ondergrond, omdat er zoveel verschillende initiatieven naast elkaar bestaan. Het Bodemconvenant en het Initiatief Bewust Bodemgebruik – Klip is één van de bodemambassadeurs waarmee dit initiatief werkt - zijn daar voorbeelden van. Belangrijke besprekingspunten voor de kennisconferentie waren wat haar betreft: o De rol van de overheden: het rijk kan gaan over het nationaal/economisch belang, maar de provincie zou iets moeten kunnen zeggen over het milieu en de omgevingsaspecten. o Handen en voeten geven aan de rol van de overheden. o De juiste kennis boven tafel brengen. o Eenheid en afstemming in lopende initiatieven voor gebruik en beleid voor de diepe ondergrond. Klip benadrukte dat praten geen doel op zich mag zijn en illustreerde dit met een citaat van Louis Couperus: "Conversatie-aandrang is een menselijke zwakheid; het bewegen der kaken en het voortbrengen van min of meer beduidenishebbende woorden, zinnen en peroraties is een fysieke behoefte zo goed als eten en slapen." Debbie Wimmers (provincie Drenthe) liet zien hoe de provincie Drenthe in de praktijk werkt aan haar beleid voor de (diepe) ondergrond. Haar verhaal ging in op het proces waarmee de Structuurvisie Ondergrond van de provincie Drenthe tot stand is gekomen. Om deze structuurvisie te maken is veel interne en externe kennis aangetrokken. Een planMER was de basis voor de huidige visie. Daarin is voornamelijk gekeken naar mogelijke effecten van het gebruik van de diepe ondergrond op de omgeving. Tijdens het proces van planMER tot de uiteindelijke structuurvisie is veel gesproken met partijen als staatsbosbeheer, diverse gemeenten, het zoutkoepeloverleg, etc. Voor de keuzes die Drenthe in haar structuurvisie heeft gemaakt waren steeds drie aspecten van belang: mogelijkheid, wenselijkheid en nut en noodzaak van het gebruik van de diepe ondergrond. Dit kan per provincie natuurlijk anders zijn. Hoofdpunten uit de kennisconferentie ‘Duurzame Ontwikkeling Ondergrond’ voor provincies d.d. 20 januari 2011 te Assen
-1–
Bij de afwegingen die Drenthe heeft gemaakt, zijn niet alleen provinciale belangen meegenomen, maar is ook gekeken naar de belangen van andere stakeholders zoals het Rijk. Dat maakt de afweging ook ingewikkeld en niet zomaar vertaalbaar voor andere situaties. Debbie Wimmers sluit af met de waarschuwing dat de duurzaamheidsaspecten bij gebruik van de ondergrond ook steeds meegenomen moeten worden als onderdeel van de afweging. Parallelle sessies In totaal werden zes parallelsessies aangeboden. De resultaten van sessies worden hieronder kort weergegeven. De presentaties zijn te vinden op de website van het Expertisenetwerk Bodem en Ondergrond. Sessie 1. Afstemming in de ondergrond Door: Linda Maring (Deltares) + Arjan van Harten (provincie Drenthe) In deze sessie kwam de vraag aan bod waarom en wanneer het belangrijk is om activiteiten in de ondiepe ondergrond en de diepe ondergrond op elkaar af te stemmen. Er werden voorbeelden gegeven van diverse afwegingskaders, kaarten en informatie en er werd dieper ingegaan op hoe de provincie Drenthe in de praktijk deze afwegingen heeft gemaakt. Uit de discussie kwamen de volgende acties: Wie Actie Provincie Iedere provincie moet zelf haar eigen afwegingsproces doorlopen. Rijk De structuurvisie diepe ondergrond, van het Rijk kan daarbij ondersteunen/kaders bieden Diverse platforms, Uitwisselen ervaringen en voorbeelden mbt afwegen ondergrond provincies, gemeenten, SKB, Voorbeelden: deze kennisconferentie, de workshop over het skb expertisenetwerk, project afwegingskaders voor de ondergrond (Zeeland, Overijssel, projecten van het Rotterdam, eind januari), De carrousel bodem en RO, concrete uitvoeringsprogramma afspraak: Noord-Brabant belt Drenthe om ervaringen rond de van het convenant,… structuurvisie uit te wisselen. Kennisinstellingen (in Basiskennis aanleveren over potenties van de ondergrond opdracht van Resultaten zo communiceren dat andere beleidsvelden er wat aan provincies) hebben (koppelen aan maatschappelijke opgaven) Kennisagenda Blijf uw vragen toevoegen aan de kennisagenda voor de ondergrond convenant (Rijk, provincie, waterschappen, gemeente) Sessie 2. Wet- en Regelgeving voor de diepe ondergrond. Door: Pieter Jongerius (ministerie EL&I) + Tanno Verburg (ministerie van I&M) Deze sessie ging in op het ontstaan van wet- en regelgeving voor de diepe ondergrond, de structuurvisie voor de diepe ondergrond en de nieuwste (beleids)ontwikkelingen en wensen voor de toekomst. Aan de hand van de volgende stellingen vond een discussie plaats: 1. Eens met maken van rijksstructuurvisie voor de diepe ondergrond? 2. Eens met de voorgestelde samenwerkingsconstructie ? 3. Discussie over bevoegdheden aan de achterkant voeren in plaats van aan de voorkant? Dwz: eerst kijken of we er samen uitkomen. Hoofdpunten uit de discussie:
Hoofdpunten uit de kennisconferentie ‘Duurzame Ontwikkeling Ondergrond’ voor provincies d.d. 20 januari 2011 te Assen
-2–
o
Men was het eens met de stelling 1, mits samenwerking tussen Rijk en provincies plaatsvindt.
o
Provincies moeten kunnen meepraten over de afstemming tussen boven- en ondergrond (RO en bovengrondse afstemming) Van belang is dat de uiteindelijke Rijksstructuurvisie voor de Ondergrond ook een wettelijke verankering krijgt in de Mijnbouwwet. De ministeries EL&I en I&M gaan dit samen uitzoeken en op elkaar laten aansluiten. Beschikbare kennis en ervaringen, bijvoorbeeld van Drenthe en de Structuurvisie voor de Ondergrond, moeten breder beschikbaar en beter ontsloten worden. Hierin ligt o.a. een rol voor het expertisenetwerk Bodem en Ondergrond.
o
o
Sessie 3. Het expertisenetwerk bodem en ondergrond. Door: Frank Agterberg (SKB) en Barthold Schroot (TNO) Na de aankondiging van het expertisenetwerk tijdens het symposium Bodembreed is het nu zaak om het expertisenetwerk verder vorm te geven. In deze interactieve werksessie is gesproken over de rol die het expertisenetwerk zou kunnen hebben voor provincies, alsmede over de bijdrage die provincies zelf kunnen leveren aan het netwerk. De volgende feiten, behoeften en acties werden opgeschreven: Feit Behoefte Actie Data + Kennis
Vraag
e
* meer duidelijkheid over welke kennis waar beschikbaar is; * beschikbaar stellen van aanwezige kennis;
Portal 2 lijns
* betekenis geven aan beschikbare kennis: interpretatie is vak apart.
Ambulante experts
* Iedereen zou basiskennis moeten hebben ter ondersteuning (provinciale) taak.
Basiscursus geologie
Sessie 4. Geothermie: onze nieuwe bron van energie. Door: Leslie Kramers (TNO) en Roelof Migchelsen (provincie Overijssel) In deze sessie ging het over het ‘wat, hoe en waarom’ van geothermie. Het instrument ThermoGIS werd geïllustreerd. De provincie Overijssel lichtte vervolgens toe hoe partijen in de Koekkoekspolder omgaan met het geologisch risico en bijbehorende (financiële) risico’s. Hoofdpunten uit de discussie: Wie Wat Provincie (ism andere * Stimuleren en faciliteren toepassing geothermie (tuinders). investeerders) * Bijvoorbeeld aanvragen vergunningen. ? * Duidelijk maken risico’s. * Wie neemt ze op zich?
Provincies: wensen aanleveren aan TNO Provincies / geothermieprojecten
* Duidelijk maken dat de bron economische waarde heeft voor investeerders. * ThermoGIS? Wat verwachten de provincies ervan? * Financiën erin? * Gebruiken als aanjager projecten? * Uitwisselen voorbeelden
Hoofdpunten uit de kennisconferentie ‘Duurzame Ontwikkeling Ondergrond’ voor provincies d.d. 20 januari 2011 te Assen
-3–
Sessie 5. Governance van de diepe ondergrond. Door: Hanneke Puts (TNO) + Frency Huisman (UP bodemconvenant). Deze sessie ging in op de dilemma’s die provincies tegenkomen bij het plannen en maken van keuzes met/voor de diepe ondergrond. Enerzijds kwamen een aantal onderzoeksresultaten van het project ‘Diep en Duurzaam’ aan bod en werden de activiteiten binnen het UP bodemconvenant toegelicht. Anderzijds ging het over ervaringen uit de praktijk van provincies. Uit deze sessie komen drie hoofdlijnen: 1. Koppeling tussen regionale ruimtelijke afwegingen en de Mijnbouwwet is essentieel. Dit kan door het koppelen van provinciale structuurvisies en de Rijksstructuurvisie. Het is onwenselijk om 12 verschillende ‘ladders van Drenthe’ te ontwikkelen; liever 1 ladder die Rijk samen met provincies opstelt. De Rijksstructuurvisie biedt hiertoe kansen, mits: a. Er samenwerking tussen Rijk en provincies plaatsvindt; b. Wettelijke verankering Structuurvisie in de Mijnbouwwet. Actie gevraagd van: Rijk (I&M en EL&I), provincies (IPO) en het UP Bodemconvenant. 2. Provincies bereid discussie over bevoegdheden te voeren nadat via samenwerking gezocht is naar invulling en afwegingen Rijksstructuurvisie voor de Ondergrond. Opzetten samenwerking tussen Rijk en provincies is voor deelnemers belangrijker dan discussie over bevoegdheden. 3. Transparantie communicatie over afwegingen m.b.t. ondergrond richting de samenleving. Dit is de verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag bij de keuzes voor de (ondergrondse) inrichting. Sessie 6. Ondergrond in beeld Door: Serge van Gessel (TNO Utrecht) + Enno Bregman (provincie Drenthe). Deze sessie ging over de eerste resultaten van onderzoek naar de samenstelling en het gedrag van de diepe ondergrond. Dit onderzoek moet leiden tot bouwstenen voor het maken van verstandige keuzes, bijvoorbeeld door de karakteristieken van de diepe ondergrond te vergelijken met de specifieke eisen die verschillende gebruiksfuncties aan de diepe ondergrond stellen. Hoe willen provincies gebruik maken van deze informatie? Uit de sessie komen de volgende behoeften: 1. Omgaan met onzekerheden: Hoe ga je om met ontbrekende gegevens en verschillen in gegevensdichtheid? 2. Welk detailniveau van kennis en informatie is gewenst? Gewenst detailniveau is per vraag verschillend. Van globaal specifiek Van visie project 3. Behoefte in inzicht in synergie tussen toepassingen 4. Uniformiteit o Gegevens o Interpretatie o Gebruik (tools) Feitelijk gaat het hier om het streven naar uniformiteit op verschillende schaalnivo's. Dat zal dus op landelijk schaal iets anders zijn dan op provinciale schaal. Uniformiteit kan bereikt worden door gerichte vertaalslagen van detailkennis zoveel mogelijk te doen in de vorm van op toepassing gerichte kaartbeelden. De benaderingswijze die hierbij hoort is dus:
Hoofdpunten uit de kennisconferentie ‘Duurzame Ontwikkeling Ondergrond’ voor provincies d.d. 20 januari 2011 te Assen
-4–
zorgdragen voor landsdekkend beeld (wegnemen witte vlekken); en toepassingsgerichte gegeneraliseerde kaarten maken (inclusief aanduiding betrouwbaarheid). Terugkoppeling en paneldiscussie De conferentie werd afgesloten met een plenaire slotdiscussie waarin concrete afspraken werden gemaakt over betere afstemming van de diverse gebruiksmogelijkheden van de (diepe) ondergrond alsmede over het verbinden van de al lopende initiatieven en programma’s rondom dit thema. De deelnemers van deze slotdiscussie waren: Frank Agterberg (SKB), Pieter Jongerius (ministerie ELI), Gerd de Kruif (UP Bodemconvenant), Jaap Breunese (TNO) en Marten van der Gaag (IPO). In de paneldiscussie worden de volgende CONCEPT-afspraken gemaakt: o Het IPO wil zich inzetten voor het delen van leerervaringen tussen provincies. o Het IPO en het UP (project Ondergrond) denken in het project ‘slim financieren duurzame energie’ gezamenlijk mee over de (financiële) risicovraag m.b.t. gebruik diepe ondergrond en (nieuwe) financiële instrumenten. IPO is bereid om deze actie te trekken. o De ministeries van EL&I en I&M betrekken de provincies bij de totstandkoming van de structuurvisie voor de diepe ondergrond vanuit het 9nog vorm te geven) samenwerkingsmodel. Over het samenwerkingmodel zal een gesprek plaatsvinden met gedeputeerde Tanja Klip als vertegenwoordiger van IPO voor de Ondergrond. Zij zullen daarbij ook de relatie tussen de Mijnbouwwet en de structuurvisie onderzoeken en nagaan hoe wettelijke koppeling te maken is. o Ministerie EL&I wil gesprek organiseren met betrokken private partijen over de vertrouwelijkheid van informatie over de ondergrond. Vraag van provincies is of er niet meer informatie over de diepe ondergrond beschikbaar kan worden gesteld? o TNO gaat ism de provincies nadenken over de manier waarop diepe ondergrondkennis het best kan worden aangeboden aan provincies t.b.v. het opstellen van structuurvisies voor de ondergrond. o TNO en SKB gaan een basiscursus geologie (op maat) faciliteren voor provinciemedewerkers en bestuurders om ze te ondersteunen in hun taak. o Het expertisenetwerk Bodem en Ondergrond gaat informatie over de ondergrond beschikbaar stellen via de website (ook de resultaten van de kennisconferentie). http://www.expertisenetwerkbodemenondergrond.nl/ o Het netwerk van SKB is inzetbaar om kansen met de diepe ondergrond te vertalen naar concrete praktijk- of experimenteerprojecten met marktpartijen. (zie www.skbodem.nl) De komende tijd worden deze conceptafspraken nader uitgewerkt en aan concrete personen / trekkers worden gekoppeld. De initiatiefnemers zullen u op de hoogte houden over de voortgang van de acties. Medio 2011 zal een artikel verschijnen waarin de acties en hoe zij zijn opgepakt worden behandeld. Henk van Zoelen sluit af met een toepasselijk gedichtje van Toon Hermans: “Als” Als zich heel diep in ons Iets omkeert op een dag Wanneer de mensheid ziet Wat zij nooit eerder zag Als afgunst en geweld Verand’ren in iets schoons Dan is vanaf diezelfde dag Geluk iets heel gewoons!
Hoofdpunten uit de kennisconferentie ‘Duurzame Ontwikkeling Ondergrond’ voor provincies d.d. 20 januari 2011 te Assen
-5–