Monitor van de Duurzame Ontwikkeling Driemaandelijks │nr. nr. 5│ 5 Lente 2008
Agenda 21: een uitdaging voor de gemeente Duurzame verwezenlijkingen van een projectoproep De energie energie--efficiëntie van gebouwen
BLZ 2
MO NI T O R V A N D E D U U R ZA ME O NT WI K K E LI NG
N° 2 0 0 8 / 0 5
INHOUD
•
Duurzame ontwikkeling in de praktijk: resultaten en lessen uit een projectoproep Duurzame werkverplaatsingen en car car--sharing in Anderlecht Watermaal Watermaal--Bosvoorde: aanleg van een groendak Lokale Agenda 21: een uitdaging voor de toekomst van de gemeente Agenda Iris 21: de laureaten De tewerkstellingscoöperatieve: ondernemende loontrekkenden voor duurzamere economie? Energie Energie--efficiëntie van gebouwen
03 05 08 13 16 17 20
Dit tijdschrift is het resultaat van samenwerking tussen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de vzw Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (VSGB). Het kan gedownload worden op www.vsgb.be Nr. 2008/05 — lente 2008 Redactie: Michel de Wasseige, Olivier Evrard, Alain Gosset, Philippe Mertens, Anne-Françoise Nicolay, Marie-Hélène Steurs, Benjamin Tillière Lay-out: Philippe Mertens Vertaling: Liesbeth Vankelecom — Revisie: Philippe Delvaux Coördinatie: Philippe Mertens — Verantwoordelijke uitgever: Marc Thoulen Adres: Aarlenstraat 53/4 — 1040 Brussel
BLZ 3
MO NI T O R V A N D E D U U R ZA ME O NT WI K K E LI NG
N° 2 0 0 8 / 0 5
Duurzame ontwikkeling in de praktijk: resultaten en lessen uit een projectoproep
In 2005 konden de gemeenten een regionale subsidie krijgen voor projecten rond 3 thema’s: duurzame aankopen, ecologisch bouwen en schone voertuigen. Negen dossiers werden ingediend in Anderlecht, Brussel, SintJans-Molenbeek, Schaarbeek en Watermaal-Bosvoorde, voor een totaalbudget van nagenoeg 400.000 euro. Balans van de projectoproep en lessen die eruit getrokken kunnen worden.
BLZ 4
B
ijna drie jaar na de aanvang van de gewestelijke oproep tot indiening van projecten voor duurzame ontwikkeling door de gemeenten hebben de verantwoordelijken van de geselecteerde projecten op 25 februari jl. tijdens een workshop van de Vereniging de geboekte vooruitgang voorgesteld. Het was een gelegenheid om een balans op te maken en lessen te trekken uit de acties die de lokale besturen op het getouw gezet hebben.
MO NI T O R V A N D E D U U R ZA ME O NT WI K K E LI NG
Tijdens deze samenkomst werden de spots gericht op enkele goede ervaringen, maar ook op de knelpunten en problemen waarmee men geconfronteerd werd in de verschillende projecten.
Balans Eerst gaven zes voortrekkers van projecten een korte schets van hun resultaten. Globaal genomen zijn de resultaten bevredigend. Deze projectoproep bleek niet alleen een goede gelegenheid
N° 2 0 0 8 / 0 5
om het gevoerde beleid zichtbaar te maken, maar bood ook de mogelijkheid om de transversaliteit binnen de besturen uit te bouwen. Twee gemeenten, Anderlecht en WatermaalBosvoorde, doen één van hun projecten uit de doeken van blz. 5 tot 12.
Werk in subgroepen
Anderlecht: duurzame werkverplaatsingen. Contact:
[email protected]
Vervolgens hebben we in groepjes gewerkt om ervaringen en tips uit te wisselen. Basis van deze oefening was de vraag: « Hoe kunnen we het welslagen van onze projecten bewerkstelligen? »
Schaarbeek: schone voertuigen en opleiding voor het personeel. Contact:
[email protected]
De deelnemers waren verdeeld in 3 thema-groepen:
De 9 projecten die in 2005 geselecteerd werden Schone voertuigen
Duurzame aankopen
• Angst voor verandering
Sint-Jans-Molenbeek: label eco-dynamische onderneming voor het gemeentehuis. Contact:
[email protected]
• De baby’s van het
Stad Brussel: sensibilisering en vorming van ambtenaren. Contact:
[email protected] Watermaal-Bosvoorde: aanwerving van een informaticus (zie Monitor DO nr. 2). Contact:
[email protected]
project • Als we van meet af aan
konden herbeginnen Ieder kon aan elke subgroep meewerken.
Meer info
Eco-bouw Anderlecht: plaatsing van een regenwatertank in de dienst Vervoer en Netheid (zie Monitor DO nr. 2 en cover nr. 5). Contact:
[email protected] Brussel: bouw van een didactisch paviljoen in de kinderboerderij Ferme du Parc Maximilien. Contact:
[email protected] Watermaal-Bosvoorde: aanleg van een groendak en sensibilisering/informatie van de inwoners en installatie van een systeem voor de opvang van regenwater. Contact:
[email protected]
Alle presentaties die er gegeven werden en de verslagen van de 3 subgroepen zijn beschikbaar op onze website wwww.vsgb.be
Philippe Mertens
N° 2 0 0 8 / 0 5
MO NI T O R V A N D E D U U R ZA ME O NT WI K K E LI NG
BLZ 5
Duurzame verplaatsingen voor het werk en car car--sharing in Anderlecht
D
e gemeente Anderlecht heeft initiatieven genomen met het oog op milieuvriendelijkere werkverplaatsingen en tracht het netwerk van carsharing op haar grondgebied uit te breiden. Er werden verschillende acties op touw gezet rond milieuvriendelijke werkverplaatsingen, met de steun van Leefmilieu-
Brussel, dat in 2005 in het kader van « Agenda 21 »een projectoproep deed rond het thema schone voertuigen. In dat kader werden de werkverplaatsingen vanuit verschillende invalshoeken aangepakt: • vervanging van afgeschreven
voertuigen door schone voertuigen;
• terbeschikkingstelling
van tickets voor het openbaar vervoer voor het gemeentepersoneel; • een abonnement voor het gemeentebestuur op het systeem voor carsharing Cambio. Deze acties werden gecoördineerd door de cel Duurzame Ontwikkeling en uitgevoerd in samenwerking met de cel
BLZ 6
MO NI T O R V A N D E D U U R ZA ME O NT WI K K E LI NG
Mobiliteit en de dienst Vervoer en Openbare Netheid.
voertuigen voor technische diensten.
Deze initiatieven met betrekking tot de werkverplaatsingen sluiten aan bij de aankoop van 60 dienstfietsen (waaronder 7 elektrische) waarover het gemeentepersoneel reeds 6 jaar beschikt.
Jump-kaarten
Zij dragen ook bij tot de uitvoering of de aanvulling van het bedrijfsvervoerplan van de gemeente Anderlecht. Bovendien stimuleert dit project rond de werkverplaatsingen van het personeel de uitbouw van de carsharing op het gemeentelijk grondgebied.
Het doel is het gebruik van het openbaar vervoer aan te moedigen telkens als dat mogelijk is, door kaarten van 1 rit of 10 ritten ter beschikking te stellen, zonder tijdrovende procedures. De kaarten worden door de Mobiliteitscel geleverd, in ruil voor een formulier dat door het diensthoofd ondertekend is. De gebruikte kaarten worden per interne post teruggestuurd om
De Jump-kaarten hebben zeer veel succes en komen duidelijk tegemoet aan een behoefte van het administratief personeel.
Car-sharing in het gemeentebestuur Het abonnement van het gemeentebestuur op de carsharing tracht te beantwoorden aan de behoeften van bepaalde diensten zonder het totaal aantal gemeentevoertuigen te moeten verhogen. Om de carsharing te kunnen gebruiken moest er eerst een Cambiohalte zijn in de nabijheid van de lokalen van de gemeentediensten.
Hybride en LPGvoertuigen 14 voertuigen van het gemeentelijk wagenpark die aan vervanging toe waren, werden vervangen door een hybride voertuig en 13 voertuigen die rijden op LPG. Een sticker op de deuren toont de slogan van het initiatief “Anderlecht proper, wagen proper”. Deze voertuigen zijn zeer bevredigend. Het hybride voertuig wordt ondermeer ingezet voor de verplaatsingen van het College van Burgemeester en Schepenen. Kiezen voor LPG stelt geen probleem voor klassieke voertuigen, maar moet beoordeeld worden in functie van het vermogen dat men wenst bij de aankoop van
N° 2 0 0 8 / 0 5
een controle op het gebruik te kunnen uitoefenen. De eerste kaarten werden begin 2007 voorgesteld. Over een periode van 8 maanden werden er met de Jump-kaarten zowat 1.200 reizen afgelegd. Als we rekenen dat een reis gemiddeld 4,5 km ver is, kunnen we stellen dat de Jump-kaarten maandelijks zowat 670 km met de wagen uitsparen.
De opening van nieuwe stations beantwoordde ook aan de vraag van verschillende buurtbewoners. Terwijl er reeds plannen waren voor de inrichting van enkele nieuwe stations ten westen van Brussel, heeft het initiatief van de gemeente bijgedragen tot de vestiging van haltes op het Anderlechtse grondgebied. Er werd een overeenkomst afgesloten tussen de gemeente Anderlecht, het Brussels Gewest en Cambio voor de inrichting van twee stations voor carsharing. Het eerste station werd in maart 2007 geopend en is ge-
BLZ 7
MO NI T O R V A N D E D U U R ZA ME O NT WI K K E LI NG
legen op het Raadsplein, tegenover het gemeentehuis en vlakbij het Zuidstation. Het tweede station werd in gebruik genomen in januari 2008 en is gevestigd naast het Erasmushuis, vlakbij metro Sint-Guido - in het centrum van de gemeente, waar ook diensten van het gemeentebestuur gevestigd zijn (bibliotheek, gezondheidscentrum, wijkkantoor van de bevolkingsdienst, …). Zodra het station “Raad” klaar was, heeft de gemeente een Cambio-abonnement genomen. Het gemeentepersoneel en de schepenen die de voertuigen wensen te gebruiken voor werkverplaatsingen, sluiten een contract af met de gemeente: zij staan ingeschreven als bestuurders die de Cambiovoertuigen op rekening van de gemeente mogen gebruiken. Deze bestuurders moeten vooraf een infosessie volgen bij Cambio om de gebruiksregels goed te kennen: • Hoe kan men reserveren? • Hoe moet men de wagen openen? • Hoe moet men het einde van de reservatie aanduiden? • Etc. Er werd een infosessie georganiseerd in het gemeentehuis voor de ingebruikname van het systeem en de opening van het tweede station.
Het abonnement werd voor het eerst gebruikt in mei 2007. Zeer snel is gebleken dat interne communicatie essentieel is. Anderzijds moet het personeel gerustgesteld worden dat de verplaatsingen met een Cambio-voertuig op dezelfde manier gedekt zijn door de werkgever als trajecten die met een dienstvoertuig afgelegd worden. Bovendien kan het nuttig zijn interne gebruiksregels vast te leggen die aansluiten bij de regels van Cambio, om kosten wegens nalatigheid van de gebruikers te voorkomen (reservatie vergeten, barrière niet omhoog of wagen niet terug op het afgesproken tijdstip: deze foutjes leiden tot Cambioboetes). Momenteel zijn er 25 leden van het gemeentebestuur en schepenen als bestuurder ingeschreven.
Nieuwe stations voor de inwoners Dit laatste punt is niet onbelangrijk: de Cambio-stations worden ook door de omwonenden gebruikt. Het gemeentelijk parkeerreglement moedigt carsharing overigens aan door Cambio-voertuigen gratis te laten parkeren langs de weg.
N° 2 0 0 8 / 0 5
Het gebruikspercentage per dag van de voertuigen aan station “Raad” bedroeg 36 % voor de eerste tien maanden. De rentabiliteitsdrempel (30 % dagelijks gebruik) werd dus snel bereikt. Door het succes van station “Raad” plant Cambio een uitbreiding van het aantal voertuigen in de bestaande stations en de opening van bijkomende stations, met name aan Bizet en Scheut, in 2009 en 2010.
Contact Car-sharing, Jump-kaarten en dienstfietsen: Mobiliteitscel Alain Gosset tel. 02 558 09 78 Algemeen beheer van het project gesubsidieerd door Leefmilieu-Brussel BIM: Cel Duurzame Ontwikkeling Marie-Hélène Steurs tel. 02 800 07 48
Alain Gosset Marie-Hélène Steurs
N° 2 0 0 8 / 0 5
MO NI T O R V A N D E D U U R ZA ME O NT WI K K E LI NG
BLZ 8
Watermaal-Bosvoorde legt een groendak aan
In 2005 heeft de gemeente WatermaalBosvoorde een groendak aangelegd, dankzij gewestelijke toelagen, op een bijgebouw van het Hooghuis. Zo verwezenlijkt de gemeente doelstellingen van duurzame ontwikkeling.
BLZ 9
MO NI T O R V A N D E D U U R ZA ME O NT WI K K E LI NG
A
ls inleiding kunnen we twee vragen stellen:
« Hoe kunnen we het concept duurzame ontwikkeling op lokaal niveau ten uitvoer leggen? » « Hoe kunnen we duurzame doelstellingen bereiken met een groendak? »
Het project in het kort Welke doelstellingen dienden beoogd te worden?
en de ondernemer die de werken uitvoerde. Er moest doeltreffend gecommuniceerd worden tussen de betrokken partijen om rekening te houden met alle vereisten op het vlak van: •
stedenbouw (vergunningen, naleving van de voorschriften, …)
•
techniek (stabiliteitsstudie, afwatering, …)
•
milieu (ecologische voordelen van het dak, geografische ligging van het dak).
•
de uitvoering in eigenlijke zin (werken);
•
communicatie met de omwonenden: sensibilisering en informatie over de mogelijkheden om een groendak aan te leggen;
In dat opzicht moest er ook een middenweg gevonden worden tussen allerlei verplichtingen, wat verschillende uitdagingen inhield voor iedere dienst.
de voordelen schetsen: milieuvoordeel, financiële besparingen, ... Het project wil een voorbeeld stellen.
Zo werden alle verplichtingen in aanmerking genomen en toegepast, zodat er een echt “transversaal” project verkregen werd.
•
De concretisering van het project Tijdens de werken kwam er een echte transversaliteit tot stand tussen de betrokken diensten: •
stedenbouw
•
openbare werken
•
leefmilieu
•
informatica (voor de communicatie via internet)
Groen groen grasje De eerste fase bestond in het zoeken naar een geschikte plaats voor de aanleg van het groendak, rekening houdend met het feit dat het als voorbeeld zou dienen en dus zichtbaar diende te zijn voor het publiek. De plaats van het groendak is dus niet toevallig gekozen.
N° 2 0 0 8 / 0 5
Het ligt immers ter hoogte van de dienst stedenbouwleefmilieu, op de eerste verdieping van het Hooghuis, en het is zichtbaar vanaf het loket van die dienst. Deze plaats werd gekozen zodat iedere betrokken partij (architect, aanvrager van stedenbouwkundige vergunning, inwoners van de gemeente) het dak zou kunnen zien en nuttige technische informatie zou kunnen krijgen. De eerste rem ten opzichte van de gekozen plek is de lokale context. Het dak bevindt zich immers in een vrij groene omgeving (veel hoge bomen en struiken in de buurt). Al die bomen produceren heel wat organisch materiaal in de herfst (vallende bladeren), wat de lokale biotoop van het dak niet bevordert. Ook hier moest er samen gewerkt worden met de groendienst, omdat de tuinmannen regelmatig de dode bladeren van het dak moeten ruimen. Het eerste doel van groendaken is dichtbewoonde stadswijken groener te maken. In de huidige context was daar niet speciaal behoefte aan. De plaats werd dus vooral gekozen voor haar interessante ligging en demonstratieve waarde voor het publiek.
N° 2 0 0 8 / 0 5
MO NI T O R V A N D E D U U R ZA ME O NT WI K K E LI NG
BLZ 10
chure samengesteld met de nodige toelichting voor alle architecten (zowat 800) die reeds een aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning ingediend hadden in Watermaal-Bosvoorde, en anderzijds voor alle inwoners van de gemeente (10.330 brievenbussen).
Communicatie en transversaliteit Er ging ook aandacht naar de problematiek van de systemen voor noodevacuatie. In dit geval diende de goedkeuring verkregen te worden van de IDPB (interne dienst preventie en bescherming op het werk), zodat de toegangen niet verhinderd zouden worden. Het kan simpel lijken, maar als er werken aan de gang zijn, vergt dat veel communicatie tussen de diensten. Deze verplichte samenwerking mag het project niet afremmen, maar moet een oefenschool vormen voor toekomstige projecten waarbij een goede verstandhouding en goede communicatie noodzakelijk zijn om de zaken te doen vooruitgaan.
Er werden ook informatieborden geplaatst op het Feest van het Leefmilieu 2007. Op de website van de gemeente werd ook informatie geplaatst, waaronder een filmpje waarin de bezoeker op een ludieke manier kan kennismaken met de voordelen van een groendak in de stad.
Besluit Om te antwoorden op de twee vragen die als inleiding gesteld werden: dit project illustreert wat duurzame ontwikkeling in een gemeente kan inhouden. Het verzoent verschillende doelstellingen: economisch (duurzaam dak, betere isolatie) •
Het goede voorbeeld De tweede fase van het project bestond in het benadrukken van de de-
monstratieve dimensie voor de inwoners van de gemeente. Daarom werd er een bro-
•
milieu (vasthouden van regenwater in de stad, verbetering van de biodi-
BLZ 11
MO NI T O R V A N D E D U U R ZA ME O NT WI K K E LI NG
N° 2 0 0 8 / 0 5
Contact Info: Geïnteresseerden zijn van harte welkom om het groendak te bekijken. Zij kunnen contact opnemen met de dienst Leefmilieu (tel. 02 674 74 35,
[email protected]): zij kunnen u allerhande informatie geven over de installatie en de gewestelijke premies terzake.
www.watermaal-bosvoorde.be
versiteit in de stad, groene gordel) •
sociaal (sensibilisering voor ecologisch bouwen, advies voor de verwezenlijking van dit soort projecten)
Voor het gemeentebestuur was het een goede gelegenheid om de samenwerking te versterken (transversaliteit) tussen diensten die normaal gezien niet veel samenwerken. Op middellange en lange termijn waren er dus positieve resultaten. Deze verwezenlijking op het vlak van duurzame ontwikkeling op lokaal vlak moedigt het gemeentebestuur (en het personeel!) duidelijk aan om nog andere duurzame en transversale projecten op het getouw te zetten.
Benjamin Tillière
N° 2 0 0 8 / 0 5
MO NI T O R V A N D E D U U R ZA ME O NT WI K K E LI NG
BLZ 12
Lokale Agenda 21: een uitdaging voor de toekomst
« Jong of minder jong, man of vrouw, groot of klein, rood, groen, oranje of blauw, begaan met sociale zaken, veiligheid, leefmilieu, inspraak, goed bestuur of vrijheid … iedereen heeft zijn plaatsje in het bouwen aan onze toekomst. » Met deze woorden nodigde de gemeente Jette haar inwoners uit om aan de hand van een rollenspel waaraan iedereen mocht deelnemen, nader kennis te maken met de Lokale Agenda 21. Verslag van deze « ludieke » avond.
BLZ 13
MO NI T O R V A N D E D U U R ZA ME O NT WI K K E LI NG
O
p 13 maart vond op initiatief van de schepen voor duurzame ontwikkeling en in samenwerking met het platform « Ca passe par ma commune » een ongewone interactieve avondactiviteit plaats. Iedereen kon deelnemen aan een rollenspel waarvoor geen specifieke voorkennis vereist was, men moest alleen zin hebben om actief mee te werken. Het was een origineel initiatief, dat gebaseerd was op een rollenspel (Het spel van de zeven stammen)1 dat de Stichting van de Toekomstige Generaties gebruikt als inleiding op de vormingen duurzame ontwikkeling. De Stichting en de Vereniging hebben het spel aangepast aan de context van de administratie in het kader van de begeleiding van de projectoproep Agenda Iris 21. Oorspronkelijk was het spel
bestemd voor ambtenaren die projecten uitwerken voor Agenda 21, maar hier was het spel aangepast voor de Jetse Jan met de pet. Wij schetsten hier het spelverloop en de soms hilarische situaties. We voegen ook enkele reacties toe en commentaren van het « Elkaar echt publiek. ontmoeten, dat is al een stap in de goede richting ».
N° 2 0 0 8 / 0 5
zonder meer ». Alles veilig : « Veiligheid, een goed gevoel ». Ieder sociaal : « Iedereen gelijk ». Overal shop : « Allemaal shops, overal shop on the top ». Ieder doet mee : « Eén voor allen, allen voor participatie ».
Speel met ons het spel van de 6 stammen!
Ieder mijn vriend : « We kunnen luisteren naar elkaar, elkaar begrijpen, overeenkomen, zonder conflict ».
Tijdens het spel kregen de deelnemers 4 opdrachten.
Opdracht 2: Op het grondgebied van de stam staat er een groot fabriek dat definitief zal sluiten. Dan rijst uiteraard de vraag hoe de plaats tot een nieuwe wijk
Opdracht 1: Maak een slogan voor uw stam. Alles groen: « Groen overal,
Het spel van de 6 stammen De deelnemers worden willekeurig verdeeld in 6 stammen. De context wordt geschetst: we bevinden ons op een groot eiland dat nagenoeg onbekend is en volledig afgesneden is van de "beschaafde" wereld: Mono Maniak Island. De bevolking is verdeeld in 6 stammen. Het kenmerk van iedere stam is dat ze een "monomaniakale" manier van denken ontwikkeld hebben: ALLES GROEN denken uitsluitend aan de natuur. ALLES VEILIG denken alleen aan de veiligheid van de mensen. IEDER SOCIAAL denken uitsluitend aan de sociale rechtvaardigheid binnen de stam. OVERAL SHOP denken alleen aan de ontwikkeling van de handel. IEDER DOET MEE streven naar een maximale deelname van alle bewoners. IEDER MIJN VRIEND zijn enkel bezig met het vermijden van conflicten. De Raad der Wijzen van iedere stam waakt erover dat iedere burger, ieder idee, iedere verwezenlijking, iedere evaluatie strookt met het officiële "monomaniakale" van de stam. De stammen wantrouwen elkaar en hebben slechts zeer uitzonderlijk contact met elkaar. De Raad der Wijzen gaat in alle vertrouwen een reeks taken toevertrouwen aan de stammen. Zij moeten daarop ingaan in navolging van hun monomaniakaal denken.
1
Info over het rollenspel: Sandrino Holvoet - Stichting voor de Toekomstige Generaties -
[email protected]
N° 2 0 0 8 / 0 5
omgedoopt kan worden. Iedere raad vraagt zijn groep deskundigen te omschrijven hoe die nieuwe buurt eruit zou moeten zien. De volgende vragen worden gesteld: 1. Hoe gaat u bepalen hoe de nieuwe wijk er moet uitzien? « Men moet erop toezien dat projecten niet uitgehold worden door compromissen te sluiten. De projecten moeten coherent blijven. » 2. Hoe gaat u de beslissingen bekendmaken? 3. Beschrijf de ideale nieuwe wijk. Opdracht 3: De raad stelt een vraag aan de deskundigen: Hoe zal u weten of u goed bezig bent? Toen de antwoorden op de vragen van opdracht 2 en 3 samengebracht werden, bleken er echte pareltjes tussen te zitten. De monomanie werd blijkbaar zo goed voor ogen gehou« Om aan de toekomst van de gemeente te kunnen bouwen, moeten we een globale visie hebben op de ontwikkeling, rekening houden met alle aspecten ».
MO NI T O R V A N D E D U U R ZA ME O NT WI K K E LI NG
huis van tewerkstelling en vorming, huiswerkschool, jeugdhuis, cultuurcentrum, buurthuis, kinderdagverblijf en gezelschap voor zieken, huis voor senioren, gratis sportinfrastructuur, gratis rusthuis, euthanasiecentrum. Goed bezig? Het project heeft oog voor de verwachtingen van de burgers. Er wordt in de eerste plaats gestreefd naar het welzijn van iedereen. Alles groen Zij hebben een referendum gedaan over het soort natuurreservaat dat ingericht moet worden. De mening van de mensen werd gevraagd over de biomarkt, de veiling. De democratische keuze ging naar de creatie van een natuurreservaat gebaseerd op het principe van de spontane groei zonder menselijke tussenkomst. Het ecosysteem wordt dus volledig bewaard en vliegtuigen mogen er niet over vliegen, verlichting is verboden op minder dan 100 meter van de grens van het reservaat, loslopende honden en spelletjes zijn ook verboden. Verlichting gebeurt met glimwormen. Alle inwoners moeten zich te voet, per fiets of te paard verplaatsen.
BLZ 14
elementen te weigeren. Er werd een handvest opgesteld voor de kandidaat-inwoners van de nieuwe wijk. Er werd een hoge muur opgetrokken rond de wijk, met observatieposten. Er zijn slechts twee openingen in de muur (ingang en uitgang), die uitgerust zijn met een systeem dat het oog scant. Er zijn ook ontsmettingssystemen voorzien. Bezoekers moeten een volledig dossier voorleggen en worden in quaran- « Hoe kunnen we mensen aantaine geplaatst in zetten om mee te doen? » een daartoe voorziene zone. Alle verplaatsingen gebeuren te voet. Het leger doet permanente bewaking en videocamera’s en luidsprekers maken het mogelijk om direct op te treden bij gevaar. Goed bezig? Er is een voortest gepland met drie families. Overal shop De raad der wijzen raadpleegt de bevolking niet: de beslissing ligt in de handen van de investeerders, die een hypermarkt gaan bouwen, die 7/24 open is, met cafés, restaurants, fitness en bioscoop. Enkele woningen voor mensen met veel geld en ook een handelsschool. Het enige communicatiemiddel is reclame.
den, dat we soms karikaturale toestanden zagen.
Goed bezig? Aan de hand van allerlei metingen wordt de positieve evolutie van het ecosysteem nagegaan.
Goed bezig? Alle infrastructuren passen in het commercieel project.
Ieder sociaal Deze wijk wil haar inwoners degelijke sociale woningen aanbieden die toegankelijk zijn voor personen met beperkte mobiliteit, infrastructuren voor het welzijn van de inwoners: gratis medische huizen,
Alles veilig Om ieder gevaar voor de bevolking te kunnen weren, hebben zij de deskundigen verschillende analyses gevraagd. Ze hebben de kandidaat-bewoners ook streng geselecteerd om storende
Ieder doet mee Zij verspreiden veel informatie, aan de hand van allerlei media en in alle talen van de stamleden: folders, e-mails, affiches, boodschappers die van deur tot deur gaan, TV en informatievergaderingen.
N° 2 0 0 8 / 0 5
Zij richten een participatiehuis op en stellen een begeleidingsteam samen om de inwoners te helpen bij de indiening van een project. Alle projecten worden voorgesteld op een algemene vergadering, die de top 5 van de projecten zal opstellen. De raad der wijzen stelt een lijst op met de 5 sterke en de 5 zwakke punten van de 5 geselecteerde projecten. Het is onmogelijk het project reeds te beschrijven, want de keuze wordt door de bevolking gemaakt . Goed bezig? Een raming van het aantal deelnemers of via enquête. Het zal altijd goed zijn, aangezien het gaat om het project van de inwoners. Ieder mijn vriend Zij willen objectieve informatie verspreiden en gaan iedere groep afzonderlijk raadplegen om de prioriteiten te bepalen. Maar ze hebben geen gemeen-
MO NI T O R V A N D E D U U R ZA ME O NT WI K K E LI NG
schappelijke lijn gevonden! Er zijn dus 3 verschillende denkpistes: 1. Herbestemming van de ruimte in verschillende afzonderlijke autonome zones (natuur, sociaal, handel, veiligheid, participatie). 2. Monofunctionele inrichting om conflicten te voorkomen. 3. Bevordering van sociale economie, solidair wonen, ruimtes waar geluisterd wordt, groene en ontspanningsruimtes, … « We moeten leren luisteren naar mensen die een andere mening hebben. »
Goed bezig? Er kan een evaluatie gedaan worden op basis van een enquête en een evaluatierooster.
BLZ 15
Monomanie troef! De deelnemers lieten zich snel gaan tot in het absurde toe, eensgezind gaven ze zich over aan de monomaniakale waanzin. De laatste opdracht had tot doel hen te doen inzien dat men ook rekening moet houden met de anderen.
Maar jullie zijn gek! Opdracht 4 : De raad stelt een vraag aan de deskundigen: hoe gaat u weten dat we ons compleet vergist hebben (dat we gek zijn ...)? « Pas op met monomaniaken. Veel mensen kunnen niet overweg met diversiteit. » Philippe Mertens Anne-Françoise Nicolay
BLZ 16
MO NI T O R V A N D E D U U R ZA ME O NT WI K K E LI NG
N° 2 0 0 8 / 0 5
Agenda Iris 21 : de laureaten
O
p 27 februari vond in aanwezigheid van minister van Leefmilieu Evelyne Huytebroeck de officiële proclamatie plaats van de resultaten van de oproep. De 8 gemeenten en 2 OCMW's waren er uitgenodigd om de engagementen van Aalborg te ondertekenen.
De 14 geselecteerde projecten zijn: Voor de realisatie van een Agenda 21 (categorie 1) Etterbeek, Evere, Vorst, Jette, OCMW van Sint-Jans-Molenbeek, Sint-Gillis, Schaarbeek, Ukkel, Watermaal-Bosvoorde Voor de realisatie van een welbepaald duurzaam project (categorie 2) • • • • •
Etterbeek "Aanleg van gezamenlijke boomgaarden en groententuintjes langs een spoorweg" OCMW Molenbeek "Consumenten-workshop" OCMW Sint-Gillis "De consumentenschool" Schaarbeek "Fietsgarages" Watermaal-Bosvoorde "Diagnose van de energieprestatie van gebouwen door thermografie en sensibilisering voor energiebesparing via een participatieve website"
BLZ 17
MO NI T O R V A N D E D U U R ZA ME O NT WI K K E LI NG
N° 2 0 0 8 / 0 5
Tewerkstellingscoöperatieve: zeer ondernemende loontrekkenden voor een duurzamere economie? De tewerkstellingscoöperatieve organiseert het werk op een bijzonder innoverende manier. Het is origineel op twee vlakken: enerzijds biedt het een tussenweg tussen zelfstandig en loontrekkend zijn, en anderzijds brengt het verschillende activiteiten samen in één structuur die in gezamenlijk overleg beheerd wordt. In Brussel zijn er verschillende projecten met “gespecialiseerd” coöperatieven in wording, in het bijzonder eentje met de beroepen rond duurzame ontwikkeling. Schets van dit nieuwe verschijnsel aan de hand van DiES, een vzw en coöperatieve met sociaal doel.
D
e ondernemingsgeest wordt in België onvoldoende aangemoedigd, zo blijkt.
Onze westerse economieën, die te weinig aan duurzame ontwikkeling doen, zijn echter op zoek naar innoverende activiteiten die gedragen worden door een nieuw soort ondernemers die meer voeling hebben met nieuwe behoeften: energie, milieu, welzijn, sociale contac-
ten, nieuwe solidariteit. Anderzijds kruisen we steeds meer gedreven ondernemers die zich benauwd voelen in een omgeving van loontrekkenden, waar zij ruimte voor flexibiliteit, autonomie en innovatie missen. Waarom zetten dan zo weinig “potentiële” ondernemers effectief de stap? Het is een feit: velen onder
ons zijn - om heel wat goede redenen - bang van het statuut van zelfstandig ondernemer. Uiteraard hebben velen ideeën om de zaken te verbeteren en zij streven naar autonomie in hun werk, de uitwerking van een persoonlijk project of de verwezenlijking van een droom. Zijn eigen onderneming tot stand brengen klinkt echter nog vaak als “een grote sprong” (in het
N° 2 0 0 8 / 0 5
duister?), een “risico” (onberekend?) waarvoor zowel een zekere knowhow nodig is als een degelijke voorbereiding. De tewerkstellingscoöperatieve is een instrument dat een nieuw antwoord biedt voor hen die ondernemer willen worden maar toch loontrekkende willen blijven van hun eigen activiteit. Zij bouwen er hun project volledig autonoom uit en doen het beheer van de coöperatieve samen. Er wordt een managerstructuur tot stand gebracht, die de belangen behartigt van alle vennoten die, aangezien ze verschillende activiteiten hebben, geen collectieve controle kunnen uitoefenen. Deze structuur behartigt voor hen ook de sociale wetgeving en de boekhouding, waardoor zij zich uitsluitend op hun professionele activiteit kunnen toeleggen. Kortom: de coöperatie combineert de voordelen van het statuut van zelfstandige en dat van loontrekkende.
MO NI T O R V A N D E D U U R ZA ME O NT WI K K E LI NG
De eerste twee criteria zijn noodzakelijk in de mate dat de ondernemers van de coöperatieve direct operationeel moeten zijn. Vanaf hun instap in de coöperatieve moeten zij hun eigen loon kunnen waarborgen en de daaraan verboden kosten. Hun werkuren en het overeenkomstige loon worden overigens bepaald en herzien, in gezamenlijk overleg, in functie van hun bestellingen en de evolutie van hun activiteit binnen de structuur. Bovendien stappen de ondernemers in een collectieve structuur; door het welslagen van hun eigen activiteit zijn ze medeverantwoordelijk voor het welslagen van de activiteit van iedereen. Dat is de essentie van de coöperatieve: het collectief beheer van autonome activiteiten. De doelgroep van de tewerkstellingscoöperatieve ligt logischerwijs in het verlengde van wat voorafgaat en bestaat uit: •
Wat zijn de basisvoorwaarden om in een coöperatieve te stappen? De ondernemers die tot de coöperatieve wensen toe te treden, moeten beantwoorden aan verscheidene criteria: •
Ze zijn professionals en autonoom in hun activiteit.
•
De leefbaarheid van hun project is bewezen.
•
Zij hechten belang aan de collectieve dimensie van solidariteit.
•
nieuwe ondernemers komende uit activiteitencooperatieven (structuren voor opvang en omkadering van nieuwe ondernemers die een nieuwe activiteit willen testen) en die de ontwikkeling van hun onderneming willen volgen in een kader dat aansluit bij wat ze in de testfase gekend hebben; ondernemers, deskundigen, die hun project willen tot stand brengen en ontwikkelen in een coöperatief kader van solidariteit, binnen een structuur die tegelijk autonomie en ondersteuning biedt;
BLZ 18
maar ook: • mensen in outplacement,
ontslagen veertigers die door de weinige aantrekkelijke werkaanbiedingen in het “klassieke” werkcircuit beslissen hun eigen activiteit op te starten, maar daarbij geen zin hebben om hun loopbaan als zelfstandige voort te zetten.
Voor welke activiteiten? Ideaal zouden er geen beperkingen mogen zijn wat de activiteiten betreft die de ondernemers mogen opzetten: de variatie binnen eenzelfde coöperatieve verhoogt immers de rijkdom van de uitwisselingen. Om te vermijden dat de risico’s die de ene ondernemer neemt, op iedereen zouden afstralen, passen bepaalde beroepen die een sterkere dekking qua verzekering of belangrijke waarborgen vergen, niet in een tewerkstellingscoöperatieve: het zijn voornamelijk beroepen uit de bouw, de horeca en bepaalde beroepen uit de handel.
Hoe werkt het? Na een proefperiode van 6 maanden wordt de ondernemer vennoot en coöperator binnen de coöperatieve. Hij ondertekent dan een contract voor onbepaalde duur van “thuiswerkende loontrekkende”. Zijn werkuren (minimum 1/3) en zijn loon worden in gezamenlijk overleg bepaald, in functie van de omzet. De middelen die voortvloeien uit de activiteit van de onder-
N° 2 0 0 8 / 0 5
nemer worden besteed aan: • de loonkosten: loon, voor-
heffing, ... • de terugbetaling van de
kosten die gedaan werden voor de professionele activiteit: materiaal, vervoerskosten, communicatie, beheer; • de samenstelling van een
bedrijfskapitaal en een persoonlijk sociaal fonds, alsook een collectief solidariteitsfonds; • het saldo maakt het voor-
werp uit van een aanpassing of een loonpremie.
Iedere werknemer is dus verantwoordelijk voor de ontwikkeling van zijn activiteiten. Hij beslist over zijn praktijk, zijn tarieven en zijn werkuren en hij draagt de gevolgen ervan op de variatie in zijn inkomen. Hij wordt echter niet aan zijn lot overgelaten en kan altijd rekenen op analyses, steun en advies. Zeer vaak kan de ondernemerloontrekkende aanspraak maken op een PFI (Plan Formation Insertion) gedurende de eerste maanden van zijn activiteit.
MO NI T O R V A N D E D U U R ZA ME O NT WI K K E LI NG
Duurzame vooruitzichten Na een testfase van 18 maanden in de vorm van testproject heeft de eerste tewerkstellingscoöperatieve ISIS-DiES haar activiteiten aangevat in januari 2007. Ze bestaat uit een tiental ondernemers, wier activiteiten voornamelijk rond consultancy en vorming draaien. Maar er zijn nog andere projecten van “gespecialiseerde“ coöperatieven in de maak, met name rond beroepen met betrekking tot duurzame ontwikkeling. Het idee is in een specifieke tewerkstellingscoöperatieve een diversiteit aan ondernemers te onder te brengen die activiteiten hebben die betrekking hebben op de verschillende aspecten van duurzame ontwikkeling.
BLZ 19
de complementariteit van hun competentie. Het concept van de tewerkstellingscoöperatieve rond duurzame ontwikkeling boeit het Brussels Gewest (BOBIESbeurzen), dat ISIS-DiES steunt bij de eerste stapjes van een dergelijk project in Brussel. Niet uit het oog verliezen dus…
Michel de Wasseige
Een formule die bij voorbeeld milieu-adviseurs kan aantrekken. Voordeel voor de “duurzame” ondernemers die op die manier samenwerken: ze werken volledig autonoom, vermijden isolement en versterken hun mogelijkheden om te beantwoorden aan steeds complexere vragen op het vlak van de duurzame ontwikkeling. Zij kunnen immers op elkaar rekenen voor de uitwisselingen van ervaringen en om samenwerking tot stand te brengen op basis van
DiES, een vzw en een coöperatieve DiES biedt diensten en advies inzake sociale economie en streeft naar een rechtvaardigere samenleving, die de economie duurzaam ten dienste stelt van de mens. Contact en bijkomende info: Michel de Wasseige, coördinator ISIS-DiES,
[email protected], www.dies.be
N° 2 0 0 8 / 0 5
MO NI T O R V A N D E D U U R ZA ME O NT WI K K E LI NG
BLZ 20
Energieprestatie van gebouwen: binnenkort van belang voor stedenbouw stedenbouw-kundige vergunningen
Vanaf juli 2008 moeten nieuwe en sommige gerenoveerde gebouwen beantwoorden aan nieuwe energieprestatiecriteria. In 2009 zal er een certificatiesysteem uitgewerkt worden voor te koop of te huur aangeboden gebouwen.
BLZ 21
MO NI T O R V A N D E D U U R ZA ME O NT WI K K E LI NG
Niet alleen Kyoto Onlangs heeft ons Gewest de Europese richtlijn betreffende de energieprestatie van gebouwen omgezet. 1 Die richtlijn is zeer belangrijk voor de nakoming van de verbintenissen in het kader van het Kyoto-protocol om de CO2uitstoot te verminderen.2 Gebouwen in de residentiële en tertiaire sector vertegenwoordigen immers meer dan 40 % van het finale energieverbruik in de Europese Unie. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bedraagt deze verhouding meer dan 70 % wegens het stedelijke karakter van ons stadsgewest. Diezelfde sectoren zijn alleen al verantwoordelijk voor ongeveer 67 % van de directe CO2uitstoot, waarvan 40 % voor huisvesting. Aangezien de gebouwen onvoldoende geïsoleerd zijn3, wordt dit momenteel gecompenseerd met een hoger verbruik van fossiele brandstoffen voor de verwarming van deze gebouwen.
1
De inwerkingtreding van de EPB-ordonnantie zou eveneens moeten bijdragen tot de verbetering van de luchtkwaliteit. Dat is zeker niet te onderschatten aangezien ons gewest één van de meest vervuilde geografische gebieden op het Europese continent is op het gebied van stikstofoxide en koolstofdioxide (CO2).4 De strijd tegen de klimaatverandering impliceert eveneens een daling van de energiefactuur in antwoord op de structurele stijging van de energieprijs. De ontwikkeling van de opkomende economieën gaat immers gepaard met een wereldwijde stijging van de energievraag terwijl de uitputting van niet-hernieuwbare energiebronnen op termijn het aanbod dreigt te doen inkrimpen. Ten slotte hebben de nieuwe normen eveneens als doel het comfort van de gebouwen te verbeteren door de verluchtingskwaliteit en dus de luchtkwaliteit van deze gebouwen te verbeteren. De verbetering van de energieprestatie en het rationeel energiegebruik zijn nu uitdrukkelijk opgenomen in de doelstellingen van het Brussels Wetboek van de Ruimtelijke Ordening (artikel 2 van het BWRO)
N° 2 0 0 8 / 0 5
en van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen (artikel 2 van de OMV).
De aangekondigde verdwijning van titel V Zodra de nieuwe gewestelijke stedenbouwkundige verordening (GSV) aangenomen was, werd aangekondigd dat de nieuwe ordonnantie Titel V van de GSV betreffende de thermische isolatie van gebouwen ophief. Titel V was vrij beknopt en beperkte zich tot de bepaling van een globale isolatieindex op basis van de isolatie van de muren van het gebouw.
Nieuwe eisen De nieuwe EPB-normen, ook wel de “EPB-eisen” genoemd, zullen heel wat dwingender zijn. Zonder in details te treden met betrekking tot de technische voorschriften, bepaalt
De uiterste omzettingsdatum was 4 januari 2006.
België heeft zich ertoe verbonden om zijn CO2-uitstoot met 7,5 % te verminderen in vergelijking met het referentiejaar 1990. Door een vermindering van 50 % van de directe CO2-uitstoot voor de verwarming van gebouwen zou de CO2-uitstoot van het hele Brussels Hoofdstedelijk Gewest met 35 % kunnen worden verminderd in vergelijking met 1990. 2
Volgens het onderzoek van EURIMA in “L’isolation n’est pas performante en Belgique”, persconferentie van Evelyne Uyttebroeck over de ordonnantie betreffende de energieprestatie van gebouwen, 2 maart 2007. 3
4
“Les concentrations de CO2 vues par le satellite européen Envisat”, Le Soir, 19 maart 2008, p. 21.
MO NI T O R V A N D E D U U R ZA ME O NT WI K K E LI NG
BLZ 22
het besluit van de Regering tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestatie en het binnenklimaat, op basis van de aard van de werkzaamheden en de bestemming van het gebouw: •
•
•
een E-peil voor de maximale energieprestatie: het gaat hierbij om een globale index van primair verbruik; een index voor de maximale oververhitting (I overh): dit is de grens waarboven de oververhitting een temperatuur van meer dan 26°C meebrengt gedurende ongeveer 10 % van de tijd; een peil voor de globale warmte-isolatie (K-peil), voor de waarden van minimale warmteweerstand (Rmin-waarde) en voor de maximale warmtedoorgangscoëfficiënt (Umaxwaarde).
Het besluit legt eveneens nieuwe voorschriften vast met betrekking tot: •
de ventilatie van de gebouwen;
•
de vermogensregeling van de branders en de isolering van de leidingen en toebehoren;
•
de regeling van de omgevingstemperatuur door de indeling van het hydraulische en luchtbehandelingsnetwerk;
•
de periodieke warmteregeling;
•
de plaatsing van tellers om de verbruikte energie en de geproduceerde nuttige energie te meten.
Vergunningsaanvragen De ordonnantie neemt de EPBprocedure op in de huidige procedures voor de aanvraag om stedenbouwkundige en milieuattesten en –vergunningen. Bij aanvragen om stedenbouwkundige en milieuvergunningen moet voortaan een EPBvoorstel gevoegd worden. Het EPB-voorstel geeft een overzicht van de maatregelen die gepland zijn om te beantwoorden aan de EPB-eisen. In geval van stedenbouwkundige vergunningen controleert de bevoegde overheid de overeenstemming van het EPB-voorstel met de energie-eisen met betrekking tot de fysieke aspecten van het gebouw. De eigenlijke controle van de naleving van de energie-eisen wordt uitgevoerd door het BIM na afloop van de werkzaamheden. De nieuwe procedure is van toepassing voor vergunningsaanvragen die ingediend zijn na de inwerkingtreding van de EPBordonnantie. De te volgen procedure hangt af van de aard van de werkzaamheden. - Nieuwe gebouwen en zware renovaties Voor nieuwe gebouwen van meer dan 1.000 m² en zware renovaties van meer dan 5.000 m² bevat het EPB-voorstel een technische, milieu- en economische haalbaarheidsstudie. Wanneer de aanvraag onderworpen wordt aan een milieu-
N° 2 0 0 8 / 0 5
effectbeoordeling, maakt de haalbaarheids-studie integraal deel uit van het effectenrapport of van de nota ter voorbereiding van de effectenstudie. De bouwheer maakt een EPBkennisgeving van het begin van de werkzaamheden over aan het BIM. De aangever duidt vóór de uitvoering van de werkzaamheden een EPB-adviseur aan. Dit kan zijn architect of een erkend EPB-adviseur zijn. Gedurende de volledige duur van de werkzaamheden controleert de adviseur de overeenstemming van de energieprestatie met het vereiste niveau. De EPB-adviseur stelt een technisch EPB-dossier op vóór het begin van de werkzaamheden. Het dossier bevat de beschrijving van de technische kenmerken en van de uitvoering van de werkzaamheden betreffende de EPB-eisen. Dit dossier wordt ter beschikking gehouden van de vergunningverlenende overheid en van het BIM. Na afloop van de werkzaamheden stelt de EPB-adviseur een EPB-aangifte op. Dat document beschrijft de maatregelen die genomen zijn met het oog op de naleving van de EPB-eisen, en gaat aan de hand van een berekening na of er aan deze eisen voldaan is. Voor een nieuw gebouw stelt het BIM op basis van de EPBaangifte een EPB-certificaat op. Aan de hand van dit certificaat wordt er gecontroleerd of het gebouw voldoet aan de EPB-eisen.
N° 2 0 0 8 / 0 5
- Eenvoudige renovaties Eenvoudige renovaties (bv. wijzigingen van bestemming) verlopen voor het EPBvoorstel en de EPB-aangifte volgens een vereenvoudigde procedure.
Certificatie van bestaande gebouwen In alle openbare gebouwen met een totale oppervlakte van meer dan 1.000 m² moet er een energieprestatiecertificaat uitgehangen worden. De Regering stelt de lijst op met de betrokken overheden. Op termijn moet er een energieprestatiecertificaat opgesteld worden vóór elke vastgoedtransactie: verhuur, verkoop, vastgoedleasing, … Het certificaat wordt opgesteld door een “EPBcertificateur” en is tien jaar geldig. Er is daaromtrent een besluit aangekondigd voor 2009.
Controle van de technische installaties De installatie en de vervanging van systemen voor de productie van warmte en koude moeten eveneens voldoen aan de EPB-eisen. De Regering bepaalt bij besluit de aard en de frequentie van de controle en van de onderhoudsbeurten van de verwarmings- en klimatisatieinstallaties.
MO NI T O R V A N D E D U U R ZA ME O NT WI K K E LI NG
Deze verplichting vloeit eveneens voort uit de Europese richtlijn.
De sancties De EPB-ordonnantie voorziet in twee soorten sancties: •
Enerzijds legt het BIM in geval van niet-naleving van de EPB-eisen administratieve boetes op.
•
Anderzijds kunnen strafrechtelijke sancties worden uitgesproken voor bepaalde overtredingen, zoals het niet indienen van een EPB-aangifte, het niet aanduiden van een EPBadviseur, het niet uitvoeren van alle taken door de EPBadviseur, het weigeren om de technische installaties te laten controleren, …
Wettelijke basis Richtlijn 2002/91/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2002 betreffende de energieprestatie van gebouwen (EPB), PB, 4 januari 2003, nr. L 01, p. 65 e.v. Ordonnantie van 7 juni 2007 houdende de energieprestatie en het binnenklimaat van gebouwen (EPB), B.S., 11 juli 2007, p. 37.880 e.v. Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 december 2007 tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestatie en het binnenklimaat van gebouwen (EPB), B.S., 5 februari 2008, p. 6.084 e.v. Dit besluit treedt in werking op 2 juli 2008.
BLZ 23
De regels met betrekking tot de opsporing, de vaststelling, de vervolging en de bestraffing van deze overtredingen zijn vastgelegd in de ordonnantie van 25 maart 1999 betreffende de milieumisdrijven.
Een volledige beschrijving van de nieuwe reglementering vindt u op de website van het BIM – Leefmilieu Brussel: www.ibgebim.be
28 maart 2008 Olivier Evrard, Adviseur VSGB
BLZ 24
MO NI T O R V A N D E D U U R ZA ME O NT WI K K E LI NG
N° 2 0 0 8 / 0 5
Elektronisch … dus ook ecologisch ! Ons engagement voor duurzame ontwikkeling indachtig maar ook om papierverspilling tegen te gaan, wensen wij de Monitor van de Duurzame Ontwikkeling prioritair per e-mail onder onze lezers te verspreiden. Neem een abonnement! Hebt u de Monitor van de Duurzame Ontwikkeling niet persoonlijk ontvangen? Wenst u de volgende nummers te ontvangen? Geen probleem! Neem een abonnement via de website van de Vereniging. U kan het formulier invullen op www.vsgb.be > Publicaties > Monitor van de Duurzame Ontwikkeling. Download via onze website! U kan de Monitor van de Duurzame Ontwikkeling tevens gratis downloaden op www.vsgb.be > Publicaties > Monitor van de Duurzame Ontwikkeling. Geen e-mailadres? U hebt geen rechtstreekse toegang tot internet en wil de Monitor van de Duurzame Ontwikkeling toch ontvangen? Bel ons en we zullen samen een oplossing zoeken. Contact: Forum voor Duurzame Ontwikkeling Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (VSGB) Aarlenstraat 53 bus 4 - 1040 Brussel Tel: 02 238 51 62 - Fax: 02 280 60 90 - E-mail:
[email protected]
Printemps 2008
De laureaten (waaronder de VSGB) van het label Ecodynamische Onderneming