SKB-Duurzame Ontwikkeling Ondergrond Showcase Amersfoort
Water, bodem en groen vormen de groene alliantie. De gemeente Amersfoort borgt de alliantie in drie etalagegebieden én in haar structuurvisie, het waterschap Vallei en Veluwe borgt de alliantie in haar lange termijn visie.
Who’s afraid of blue, brown and green !!.?
Tender december 2011 – maart 2012 Kenmerk: Waterschap Vallei en Veluwe 13 maart 2012 Kenmerk: RJ0909_C_12_505574
Inhoudsopgave 1! Bestuurlijke samenvatting .................................................................................................... 4! 2! Baten, maatschappelijke opgave en perspectief ................................................................... 5! 2.1.! Etalage Kop van Isselt .................................................................................................. 5! 2.3.! Etalage Vathorst West/Noord ....................................................................................... 6! 2.4.! Etalage Structuurvisie Amersfoort, pilot gebiedsvisie Vallei en Veluwe .................... 8! 3! Vernieuwing ......................................................................................................................... 9! 3.1.! State of the art............................................................................................................... 9! 3.2.! Organisaties ................................................................................................................ 10! 3.3.! Methodische doorbraken m.b.t. bodem in RO processen........................................... 11! 3.4.! Doorbraak: businesscase van de natuurlijke alliantie................................................. 11! 3.5.! Vernieuwing beta en gamma vlak .............................................................................. 16! 4! Showcasehouder(s) en overige betrokkenen ...................................................................... 17! 4.1.! Betrokken partijen ...................................................................................................... 17! 4.2.! Wie ontbreken er? ...................................................................................................... 19! 4.3.! Showcasehouder en penvoerder ................................................................................. 19! 5! Relatie tussen SKB en showcase ........................................................................................ 20! 6! Kennisvragen en etalages (deelprojecten) .......................................................................... 21! 6.1.! Etalage 1: natuurlijke alliantie in de structuurvisie van Amersfoort .......................... 21! 6.2.! Etalage 2: Showcasegebied Hogekwartier ................................................................. 22! 6.3.! Etalage 3: Showcasegebied Kop van Isselt ................................................................ 24! 6.4.! Etalage 4: Showcasegebied Vathorst West en Noord ................................................ 26! 6.5.! Etalage 5: Methoden natuurlijke alliantie .................................................................. 27! 6.6.! Etalage 6: Format businesscase .................................................................................. 32! 7! Kennisoverdracht en verankering ....................................................................................... 35! 7.1.! Kennis- en competentie Lab Amersfoort – Vallei en Veluwe ................................... 35! 7.2.! Doelgroepen ............................................................................................................... 36! 7.3.! Werkzaamheden ......................................................................................................... 36! 8! Planning en organisatie ...................................................................................................... 37! 8.1.! Organisatie.................................................................................................................. 37! 8.2.! Planning ...................................................................................................................... 38! 8.3.! Werkzaamheden organisatie....................................................................................... 38! 9! Kosten & financiering ........................................................................................................ 39 "0! Bijlagen .............................................................................................................................. 40!
2
De natuurlijke alliantie als basis voor samenwerking tussen gemeente Amersfoort en Waterschap Vallei en Veluwe is getest in de workshop van 14 februari 2012
3
1 Bestuurlijke samenvatting Urgentie en commitment De gemeente Amersfoort en het Waterschap Vallei en Veluwe zijn doordrongen van het belang van de ondergrond als drager van álle ruimtelijke ontwikkelingen, en ook als bron van energie, materialen, voedsel en leven. In de ruimtelijke planvorming wordt dit belang niet altijd voldoende (h)erkend, waardoor onnodige kosten en risico’s ontstaan en kansen worden gemist. Het gevoel van urgentie wordt in Amersfoort en het waterschap aan den lijve ondervonden. Het bodemmanifest geeft hieraan een beleidsmatige dimensie. Deze showcase zet fors in op het verminderen van de kerndilemma’s: onbekendheid, het accentueren van de eigenheid, en het benutten van de ontwikkelingsgerichte mogelijkheden van de ondergrond. Hierdoor wordt een kader gemaakt voor herijking van kosten en baten én voor de gewenste/ noodzakelijke eigendomsverhoudingen. Drie gebieden met ‘opschaalbare’ voorbeeldwaarde De showcase focust zich op twee complexe, stedelijke herstructureringen in Amersfoort met vele actoren: een bedrijfsterrein (Kop van Isselt) en een woonwijk (Hogeweg). Als derde gebied is een nieuwe wijk nieuwe wijk gekozen: Vathost west/noord. Ervaringen met de drie cases worden geborgd in de gemeentelijke structuurvisie en de gebiedsvisie van het waterschap. Bodem in een natuurlijke alliantie met water en groen Integratie in de RO is lastig door de veelheid en onderlinge onvergelijkbaarheid van aspecten. Bodem zoekt versterking bij haar natuurlijke partners water en groen: • Ze worden geïntegreerd in één ruimtelijke pijler, de natuurlijke alliantie. Daarna pas vindt confrontatie met andere belangen plaats. Hiermee wordt een stevig fundament voor de RO planvorming aangereikt (en niet 3 losse facetten). • Lokale ontwikkelingen moeten geborgd zijn in integrerend beleid, daarom wordt in de case een voorzet gedaan voor de natuurlijke alliantie in de structuurvisie van Amersfoort én in de gebiedsvisie van Vallei en Veluwe. • Een methodisch kader is noodzakelijk, om goed duidelijk te kunnen maken op welke plek in een planproces bodem een rol speelt, en op welke wijze dat kan gebeuren. We vullen het hiaat ‘bodem’ in twee nieuwe succesvolle hulpmiddelen van I&M: het processchema uit de klimaatwijzer én de gidsmodellen water. • Deze ontwikkelingen kunnen alleen succesvol worden doorlopen als overheden, marktpartijen en bewoners goed samenwerken en in hun gebieden investeren. We willen een format ontwikkelen voor een businesscase, die een weg baant voor samenwerking op basis van een gevisualiseerd inzicht en eerlijke verdeling van (korte termijn) kosten en (lange termijn) baten m.i.v. waar die neerslaan. We zetten daarmee in op een RO-taal, waarin de doelen van bodem (en haar partners) verankerd zijn. Dat kan mogelijk leiden tot verminderd begrip vanuit de bodemsector zelf. Zo denken we dat de subtitel (Who’s afraid of !.) de nieuwsgierigheid in de RO sector zal opwekken. Maar wordt dit wel herkend binnen de bodemwereld? Uitdragen De resultaten van de showcase worden breed uitgedragen, o.a. naar waterschappen (deels via actieprogramma water en ruimte, deels naar ‘losse’ waterschappen), hogere overheden (ministerie I&M, provincie Gelderland), gemeenten (o.a. gemeenten Vallei & Veluwe, Nijmegen, Amsterdam, Rotterdam) én in onderwijs WO en HBO (o.a. WUR, TU Twente en Erasmus, Van Hall Larenstein, KOBO (Saxion, HvU en HvR).
4
2 Baten, maatschappelijke opgave en perspectief !"#"$ %&'(')*$+,-$.'/$011*(&$ Huidige situatie De Kop van Isselt is gelegen in het oostelijke deel van bedrijventerrein Isselt, van de Brabantsestraat tot aan de Industrieweg. Het gebied ligt op de overgang van stadscentrum naar bedrijventerrein, langs de rivier de Eem. Er gaat een transformatie plaatsvinden van bedrijventerrein naar wonen en werken aan de Eem. Belangrijk item is de aansluiting op het stadscentrum. zie: http://www.amersfoort.nl/smartsite.shtml?id=228364 Knelpunten en maatschappelijke opgave De knelpunten zijn karakteristiek voor dit soort gebieden: uitplaatsing bestaande bedrijven, milieuproblematiek (bedrijven in de omgeving), bodemverontreiniging, grondwaterverontreiniging in relatie tot het oppervlaktewater en dat alles i.r.t. de financiële, economische en vastgoedcrisis. Doelen en oplossen kerndilemma’s Oplossingen voor dilemma’s ontwikkelen, met name: • Maatschappelijke baten (zowel verdienen als besparing): denk aan vermindering ziektekosten door groen, minder kosten bodemsanering, gebiedsmogelijkheden vergroten, meer ruimte voor groen, blauw, duurzame energievoorziening; • Betere afweging voor een ontwikkelingsgerichte benutting van de ondergrond; • Eigendomsverhoudingen in boven en ondergrond; • Gefragmenteerde verdeling van baten en lasten beter in beeld brengen; • Tijdshorizon: geen snelle ontwikkeling, stapsgewijs. Partijen Gemeente Amersfoort, woningbouwcorporatie, burgers, bedrijven, belangengroeperingen !
! ! ! ! Kop van Isselt krijgt aandacht in de stad
5
!"!"$ %&'(')*$2,)*34'5&6*5$ Huidige situatie Aanleg nieuwe stadsentree, sloop bebouwing, bouw 800 woningen (door woningcorporatie de Alliantie) en appartementen, aanleg zwembadcomplex met sportfunctie, aansluiting aan groengebied (voormalig waterwingebied), aansluiting op waterstructuur (grenzend aan Valleikanaal). Kansen voor de ondergrondse opslag van energie, wko, relatie met buitengebied voor duurzame energie, slimme netwerken, benutten kansen voor groen en blauw. Zie: http://www.amersfoortvernieuwt.nl/data/wijken/hogekwartier. Knelpunten en maatschappelijke opgave Afweging voor een ontwikkelingsgerichte benutting van de ondergrond. Gefragmenteerde verdeling van baten en lasten. Doelen en oplossen kerndilemma’s • Hoe blauwe, groene en bodem diensten optimaal inzetten in proces, welke functiecombinaties zijn mogelijk? • Bijdragen aan baten en, welke partijen, al betrokken? • Betere afweging voor een ontwikkelingsgerichte benutting van de ondergrond. • Eigendomsverhoudingen in boven en ondergrond. • Gefragmenteerde verdeling van baten en lasten beter in beeld. • Ontwikkelingsproces en participatietraject mede bepalend voor keuzes. Partijen Gemeente Amersfoort, Woningbouwcorporatie de Alliantie, bewoners, bedrijven, belangengroeperingen
!"7"$ %&'(')*$8'&9,51&$:*1&;<,,5=$ Huidige situatie Vathorst west/ noord is de laatste uitbreiding van de ontwikkelingsopgave van Amersfoort. Centraal staat de overgang van stad naar het gebied van het Nationale Landschap van de Arkemheen. Knelpunten en maatschappelijke opgave Extra knelpunt is de nabijheid van een bestaande stortplaats, overgang van stad naar Nationaal landschap Arkemheen. Doelen en oplossen kerndilemma’s • Betere afweging voor een ontwikkelingsgerichte benutting van de ondergrond, welke functiecombinaties zijn mogelijk? • Eigendomsverhoudingen in boven en ondergrond. • Gefragmenteerde verdeling van baten en lasten beter in beeld. • Ontwikkelingsproces en participatietraject mede bepalend voor keuzes • Tijdshorizon; vertraging door crisis, tijdelijk gebruik van de ruimte • Aanleg nieuwe woonwijk, transformatie landelijk gebied naar stedelijk, relatie met Nationaal Landschap, aansluiting stedelijk gebied, nabijgelegen stortplaats (Smink). Kansen voor groen/blauw, ondergrondse opslag van energie, wko, geothermie, relatie met buitengebied voor duurzame energie, slimme netwerken, benutten kansen voor groen en blauw. Partijen Gemeente Amersfoort, bewoners, bedrijven, belangengroeperingen, ontwikkelaars
6
$ $ $ $ $ $ $ $ $ Tijdens workshop van 14 februari 2012 is natuurlijke alliantie uitgeprobeerd op 3 schaalniveaus: regio Gelderse Vallei, stad Amersfoort én kop van Isselt
7
!">"$ %&'(')*$?&5@A&@@5.616*$BC*51D,,5&E$-6(,&$)*F6*=1.616*$8'((*6$*/$8*(@4*$ Huidige situatie Amersfoort is bezig met haar structuurvisie. Het planproces is complex, denk aan afstemmen van doelen, thema’s, schaalniveaus, politieke wensen, betrokkenheid organisaties, exploitatievormen etc.. De gemeente Amersfoort wil een omslag realiseren van toelatings- en ontwikkelingsplanologie naar uitnodigingsplanologie en dus grotere betrokkenheid van partijen. De waterschappen Vallei & Eem en Veluwe zijn aan het fuseren. Ze gaan een gemeenschappelijke gebiedsvisie opstellen, die leidraad gaat vormen voor haar eigen gebiedstaken en voor de relatie met de provincies en gemeenten. Het waterschap ziet Amersfoort als een voorloper, die het pad gaat banen voor andere gemeenten. Knelpunten en maatschappelijke opgave De gemeente richt zich vooral op Amersfoort zelf, en betrekt de regio vanuit infrastructuur en voorzieningen. Dit leidt tot een oriëntatie op de Randstad en een toenemende aandacht voor Barneveld. Bodem en water worden benaderd vanuit het regionale watersysteem, dat de Gelderse Vallei als basis heeft. De stad is daarbinnen een belangrijke schakel. Bodem heeft binnen gemeente en waterschap (RO gestuurde, cq. watergedreven organisaties) nu geen hoge prioriteit. Doel en oplossen kerndilemma’s Bodem is voor beide organisaties belangrijk, via de showcase wordt dit expliciet gemaakt door vanuit kansen te kijken en vanuit de kracht van partijen en gebieden en vervolgens uit te dragen: • Samenwerking met partijen die plannen, ontwikkelen, beheren, wonen, werken en verblijven in het gebied: betrekken van bodem stimuleert om over de (gemeente)grenzen te kijken en versterkt daardoor ook het waterbelang. • Voor beide organisaties is het van belang de relatie met de verschillende planprocessen te leggen uitgesplitst naar de verschillende rollen als beheerder, ruimtelijke planvormer en vergunningverlener. • Verzilveren maatschappelijke baten: bodem levert tevens perspectief op voor economisch gewin en verminderen kwetsbaarheid, o.a. op energiegebied, dat kan niet zonder water. Bodem en water belangrijke pijlers voor duurzame stedenbouw, die mede uitgaat van lokale en regionale waarden. • De gemeente heeft een aanzet gemaakt voor een ruimtelijk droombeeld, dat in de structuurvisie zal worden opgenomen. Dit droombeeld kan vanuit bodem, water en groen fors versterkt worden, waardoor tevens betere invulling kan worden gegeven aan de beoogde ‘uitnodigingsplanologie’. • In deze showcase kan de nieuwe alliantie op minstens drie schaalniveaus worden uitgeprobeerd en getest: Veluwe/ Gelderse Vallei, stad Amersfoort, concrete ontwikkel- en herstructureringslocaties in Amersfoort (locaties Kop van Isselt, Hogeweg en Vathorst west). Dit wordt concreet uitgewerkt in businesscases. Zo wordt de trits van concept naar concreet helder gemaakt, zowel in concrete projecten als op methodisch/ beleidsgebied. Partijen De processen van structuurvisie en gebiedsvisie zijn breed opgezet met talrijke maatschappelijke partijen. Voor info over de structuurvisie van Amersfoort verwijzen we naar een uitleg van wethouder Barendregt op een youtube filmpje: http://www.youtube.com/watch?v=9Es7QuqlgBw Zie ook prezie presentatie projectleider structuurvisie
8
3 Vernieuwing 7"#"$ ?&'&*$,D$&9*$'5&$$ Sectorale insteek Sectoren als water, groen/natuur en de bodem proberen vanuit hun eigen sector een plek binnen de ruimtelijke ordening te krijgen met kennisprogramma’s, nieuw beleid en instrumenten. Door al die programma’s is er veel technische kennis aanwezig in Nederland, toch dringt die kennis maar moeizaam door in de gewone planningspraktijken van gemeenten en waterschappen. Daarbij nemen de steden en de waterschappen zelf een steeds prominentere positie, zoeken elkaar nationaal en internationaal op. Maar binnen die netwerken ontbreekt nog de kennis om tot betere werkwijzen en oplossingen te komen. Binnen de bodem- en waterwereld worden diverse sectoren onderscheiden. De waterschappen als regionale kwantiteits- en kwaliteitsbeheerders, de gemeenten als beheerder van de rioleringen, de provincies als grondwaterbeheerders, het Rijk voor de hoofdinfrastructuur, de rijkswateren en de kust. Tussen deze sectoren wordt steeds intensiever samengewerkt. Maar daarmee is de relatie met de ruimtelijke ordening nog niet gelegd laat staan met de bodem en ondergrond. Niemand bestrijdt de noodzaak van een goede koppeling tussen water en ruimte en de bodem en ondergrond. Maar in de dagelijkse praktijk is het op enkele uitzonderingen na geen gebruik. Voor de fasen verkenning en visievorming kan worden geconcludeerd: • Invloed van het waterschap op functietoekenning is nog (zeer) gering. De Evaluatie Watertoets (2011) concludeert dat water bijna nooit een doorslaggevende rol heeft bij locatiekeuzen voor gebruiksfuncties wanneer waterbelangen strijdig zijn met andere belangen. Bij grote gebiedsontwikkelingsprocessen en bij provinciale structuurvisies neemt de waterbeheerder in het algemeen echter wel als serieuze gesprekpartner deel aan de planprocessen. • Zonder bestendige relatie met gemeenten en provincie geen invloed op ruimtelijke beslissingen in de fasen van verkenning en visievorming. • Weten wat je als organisatie wilt op de korte en lange termijn is voorwaarde voor succes. De Evaluatie Watertoets (2011) beaamt dit en concludeert: “een omvattende visie, op basis waarvan keuzes over de inbreng van de waterbeheerder in gebiedsontwikkelingsprocessen kunnen worden gemaakt, is bij veel waterbeheerders maar in beperkte mate aanwezig”. Integratie vereist De integratie van die kennis is dus een omissie in de RO praktijk van Nederland. Om efficiënt en liefst pro-actief in te kunnen spelen op de ontwikkelingen is een aantal uitgangspunten van belang, zoals; • Een lange termijn visie als uitgangspunt voor het korte termijn handelen. • Lokaal, regionaal en bovenregionaal beleid met elkaar consistent ontwikkelen, waardoor optimale oplossingen voor complexe vraagstukken (zoals klimaat adaptatie en duurzaamheid) mogelijk worden. • De hele levenscyclus in beschouwing nemen bij afwegingen en keuzen en het omdraaien van de keten van uit het gebruik, beheer en onderhoud denken. • Creëren van aanpassingsvermogen en flexibiliteit van de nieuwe stedelijke omgeving; • Participatie van burgers en marktpartijen. • Duurzaamheid en beperken van de ecologische voetafdruk staan centraal. • Bodem en ondergrond en water als sturende elementen in de inrichting van de Nederlandse delta en als een van de belangrijkste dragers van stedelijke functies. • Systeemsnelheden op elkaar aanpassen.
9
•
Nieuwe rol van de overheid naast kaderstelling een overheid die faciliteert in nieuwe (economische) ontwikkelingen; een overheid die prioriteit en richting geeft een ondernemende overheid.
De waterschappen, de Unie van Waterschappen, gezamenlijk hebben daartoe een actieprogramma opgestart in samenwerking met het ministerie van IenM en ondersteund door het Nirov en Curnet (zie ook http://www.waterenruimte.nl).
7"!"$ G5)'/61'&6*1$ Waterschap Vallei en Veluwe Het waterschap staat voor een functionele taak en heeft als doelorganisatie veel kennis te bieden die voor het realiseren van integrale gebiedsontwikkelingen en ruimtelijke kwaliteit moet worden ingezet. Het waterschap is zich bewust dat die taak alleen vanuit een brede aanpak kan worden uitgevoerd. Er is nog koudwatervrees, onvoldoende deskundigheid over ruimtelijke processen, een te starre op waterschapsnormen gerichte houding en intern wordt er niet altijd voldoende ruimte geboden om nieuwe allianties aan te gaan. Het Waterschap Vallei en Veluwe heeft de handschoen van het actieprogramma opgepakt. Naast deelname aan afzonderlijke activiteiten van het actieprogramma is gestart met het ontwikkelen van een Lange Termijn Visie Water, Ruimte en Klimaat 2015-2050. Vanuit die visie, te ontwikkelen samen met partners uit het beheersgebied, werkt het waterschap er naar toe eerder in het planproces betrokken te worden zodat een verschuiving van machtsdenken naar invloedsdenken kan ontstaan. Enkele dilemma’s daarbij zijn; • Eerst zelf huis op orde dan naar buiten versus open proces met partners; • Eigen watervisie versus gebiedsvisie met partners; • Onderhandelen versus samenwerken; • Eigen proces eerst versus inspelen op kansen; • Eén projectleider gedurende het hele traject vs per fase een ‘specialist. • Inbreng kennis op het juiste schaal en detailniveau; • Ruimte creëren voor ontwikkeling i.p.v. ruimte claimen. Gemeente Amersfoort Amersfoort: stad met een hart; profileert zich onder meer onder het motto “Samen duurzaam: samenwerken aan een duurzame, groene en schone stad”. Als middelgrote gemeente zonder groot deskundig ambtenaren (ingenieursbureau) apparaat zoals de grote gemeenten kennen, wordt op een pragmatische wijze invulling gegeven aan deze ambitie. Er wordt gewerkt op regiebasis: een klein, compact ambtenarenapparaat. Grotere ontwikkelingen worden uitgevoerd op basis van PPS constructies. Stad heeft een taak als groeistad: verwachte groei van 145.000 naar 160.000.
10
CURNET Curnet als Nederlands publiek-private netwerkorganisatie richt zich samen met kennisvragers en -aanbieders op het tot stand brengen van praktisch toepasbare kennis voor het oplossen van urgente maatschappelijke en sectorale vraagstukken op het gebied van de bouw en de ruimtelijke inrichting. Curnet biedt een platform waar: 1. Overheden, bedrijven, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties bijeen worden gebracht rond maatschappelijke en sectorale vraagstukken; 2. Kennisvragers en –aanbieders een ontmoetingsplaats vinden voor het samen ontwikkelen en delen van innovatieve en precompetitieve kennis en kunde; 3. Op vraaggestuurde wijze kennisbehoeften worden gesignaleerd, vertaald in onderzoek, onderzoek wordt georganiseerd en resultaten worden geautoriseerd en tot toepassing gebracht. Als professionele kennisondernemer organiseert Curnet vernieuwing; op neutrale en transparante wijze, en zonder winstoogmerk. Vanuit die neutrale onafhankelijke rol kan een goed overzicht over de beschikbare kennis en innovaties op de gebieden van gebiedsontwikkeling, groen, water, bodem, ondergrondsbouwen, geotechniek bijeen worden gebracht. Ook voert men het Actieprogramma Water en Ruimte uit. Dit actieprogramma organiseert naast bijeenkomsten gericht op het uitwisselen van kennis en ervaringen en cursussen ook diverse ontwikkeltrajecten met betrekking tot governance vraagstukken onder het motto het huis van het waterschap op orde: intern gesmeerd extern geolied en met betrekking tot de rol van het waterschap bij (gemeentelijke) structuurvisies. Bij de meeste activiteiten tot nu toe speelde de bodem en ondergrond nog geen rol van betekenis. Alterrra Het kennisinstituut Alterra, onderdeel van Wageningen UR (University & Research centre), is een van de belangrijkste partners binnen het klimaatonderzoek. Alterra levert expertise op het gebied van de groene ruimte en het duurzaam maatschappelijk gebruik ervan. Vele onderzoekers richten zich op vraagstukken met betrekking tot de groene leefomgeving, verdeeld over 5 centra: bodem, ecosystemen, geo-informatie, landschap en water & klimaat. Het onderzoek is zowel toegepast als strategisch en wordt gebruikt voor het beleid, beheer en ontwerp van de groene ruimte. Niet alleen met behulp van literatuur, maar ook in het veld doet Alterra op verschillende schaalniveaus vernieuwend onderzoek met betrekking tot complexe vraagstukken in de groene ruimte. In binnen- en buitenland werkt Alterra samen met partners zodat kennis van verschillende onderzoeksinstellingen bij elkaar komt. Door middel van interdisciplinair en interactief onderzoek wordt inzicht verkregen in de complexiteit van dergelijke situaties. GrondRR GrondRR is een bureau voor landschapsarchitectuur. Het bureau heeft een sterk methodische inslag, vooral op het domein van water en RO. GrondRR is opdrachtnemer van I&M bij de ontwikkeling van de gidsmodellen, en heeft een raamcontract bij het waterschap Vallei en Veluwe om water op een goede manier in structuurvisies van gemeenten te krijgen. Zie ook: http://www.GrondRR.nl
7"7"$ H*&9,=61A9*$=,,5F5'3*/$C"F"&"$F,=*C$6/$IG$-5,A*11*/$ A Gemeentelijke structuurvisies De gemeentelijke structuurvisie is een belangrijke planvorm om bodem met haar natuurlijke partners te borgen in het gemeentelijke RO beleid. De effectiviteit van een geïntegreerde bodem, water en groenalliantie in de structuurvisie kan een stuk groter zijn dan sectorale bodem-, waterof groenparagrafen. In onze visie kan dat alleen goed gebeuren als de alliantie zijn rol speelt in verschillende fasen van de visievorming. Centraal staan daarin gezamenlijke ontwerp charettes, leerateliers e.d.. Als kapstok hanteren we een uitwerking van het RO processchema uit de klimaatwijzer van het ministerie van I&M.
11
B Bodem in natuurlijke alliantie Bodem heeft twee natuurlijke partners: water en groen. Bodem gaat met deze partners een ruimtelijke en natuurlijke alliantie aan bij de start van een RO planproces, waardoor het niet drie losse facetten zijn, maar één sturende pijler. De alliantie verenigt de feitelijke en technische doelen vanuit water, groen en bodem. Dit in tegenstelling tot veel gemaakte groenblauwe visies, waarin bodem ontbreekt en water vooral als decoratie wordt gezien. De natuurlijke alliantie vraagt dus om ruimtelijke integratie, en niet om afstemming van facetten (eerste nu gangbare perspectief), waarin vooral functies worden geborgd en onderlinge hinder wordt verminderd. Die ruimtelijke integratie is het tweede perspectief, een randvoorwaarde en eis voor succes. Als derde perspectief wordt de ruimtelijke pijler zo gedimensioneerd en vormgegeven, dat hij is voorbereid op de klimaatveranderingen. Dus dat betekent onder andere extra opvang van regenwater, mogelijk ook ondergronds, water bewaren voor droge perioden, tegengaan hittestress. Daarom wordt aansluiting gezocht bij de doorontwikkeling van de klimaateffectatlas van WUR/ Alterra. In het vierde perspectief wordt een link gelegd met andere ‘stromen’, zoals energie, afval en voedsel. Dit perspectief richt zich op verduurzaming en C2C principes. Hierin wordt o.a. de mogelijkheden voor bodemenergie, energie uit water, stadslandbouw en hergebruik afval aan de natuurlijke alliantie toegevoegd. De inhoud van de perspectieven is helemaal niet nieuw, de indeling blijkt een goede manier om de verschillende invalshoeken te plaatsen en om hun een samenhangend handelingsperspectief te geven evenals de veelheid combinaties die er mogelijk zijn. We zien via dit vierde perspectief goede kansen voor aansluiting bij drie van de topsectoren van onze economie: agrofood, energie en water.
12
C Hulpmiddel: Gidsmodellen De gidsmodellen van het ministerie van I&M DPN&H zijn ruimtelijke schema’s, waarin de mogelijkheden van bodem, water en groen als ruimtelijke drager van een gebied zijn gevisualiseerd. Deze gidsmodellen zijn opgesteld per landschapstype. Ze zijn nu vooral opgesteld vanuit waterdoelen, bodem en groen behoeven forse aanvulling. De verbeterde gidsmodellen gaan een doorbraak bewerkstelligen in het structureel en consistent meenemen van bodem (als onderdeel van de natuurlijke alliantie) in de RO vakwereld. In de workshops georganiseerd om de gidsmodellen uit te testen en ter introductie in de verschillende landschapstypen blijkt het een goed instrument om de verschillenden werelden en sectoren met elkaar in gesprek te brengen zowel op het niveau van structuurvisies als de concrete uitwerking op de locaties.
13
$ $
14
7">"$ J,,5F5''3K$F@16/*11A'1*$.'/$=*$/'&@@5(6L3*$'((6'/&6*$ In het algemeen: investeerders in de ondergrond werken onvoldoende samen en werkzaamheden in de ondergrond zijn slecht verbonden met de bovengrond. Investeringskosten worden pas terugverdiend in de exploitatiefase of komen te gunste van andere partijen dan de investeerder. Dit nodigt niet uit tot extra investeringen. Een scheve verdeling van baten en lasten over actoren worden (veelal) niet meegenomen in een methodieken als MKBA, voor beleidsbeslissingen is dit echter wel een invloedrijke factor. Tevens is er sprake van spanning tussen het MKBA-uitgangspunt van rationeel welvaartsoptimaal handelen aan de ene kant, en het complexe samenspel van economische, bestuurlijke en politieke belangen in de werkelijkheid aan de andere kant. De aannames m.b.t. de verwachte baten van betere afstemming en ruimtelijke kwaliteit redeneren vanuit het ‘oude’ economische systeem van groei en waarde (euro’s) vermeerdering. Terwijl baten ook kunnen liggen in sociale cohesie, corporatieve buurtondernemingen etc. De kerndilemma’s (blz. 8) gaan er al op in: geld en eigendom spelen een belemmerende rol bij de doorwerking van bodem in de RO. Dit wordt bij de gemeente Amersfoort sterk gevoeld, het is een kernthema is in de strategische discussies over de structuurvisie van Amersfoort. De indeling in perspectieven geeft een herkenbaar en logisch handvat voor een businesscase. • Perspectief 1 is de gangbare praktijk van afstemmen en uitvoeren door beperkt aantal (overheids) organisaties, dit kost veel geld. • Perspectief 2 levert een besparing op in aanleg en beheer, door de integrale aanpak. Ook neemt de waarde van de bebouwde omgeving toe door een hogere ruimtelijke kwaliteit. • Perspectief 3 levert een omgeving op met nog meer kwaliteit. Bovendien vindt er een reductie plaats van risico’s, doordat de omgeving daar op is voorbereid. • Binnen perspectief 4 wordt geld verdient door o.a. energiewinning, regionale voedselproductie en maatschappelijke benutte afvalstromen maar ook bespaard op zorg en sociale voorzieningen. Vernieuwing: format businesscase, helder inzicht van kosten en baten in de tijd en bij wie die neerslaan, afhankelijkheid van keuze perspectief, methodische relatie met RO planprocessen, zodat wederzijdse invloed businesscase en RO proces vergemakkelijkt wordt.
$ $ $ $ $
15
7"M"$ 8*5/6*@46/)$F*&'$*/$)'CC'$.('3$ Naast de eerder genoemde meer methodische doorbraken heeft de praktijk van de verschillende innovatieprogramma’s geleerd dat samenwerking tussen disciplines, sectoren, afdelingen en organisaties en de daarvoor benodigde organisatie en competenties van groot belang zijn voor de daadwerkelijke doorwerking. Het programma “Leren van duurzame ontwikkeling” leert dat inde praktijk inzet van sociale instrumenten naast financiële, juridische en technische leidt tot hogere kwaliteit, meer draagvlak en legitimiteit en hogere effectiviteit. De mate waarin beheerders (waterschap of gemeente) effectief zijn bij het inbrengen van de water en bodem belangen lopen sterk uiteen. Verbindingen leggen en samenwerken om steun of middelen van anderen te verwerven levert dikwijls complexiteit en ‘gedoe’ op. Namens de organisatie is het vaak een ‘vooruitgeschoven post’ of ‘grenswerker’ die het waterschap vertegenwoordigt in een complex interactieproces met andere partijen. Daarnaast heeft hij of zij te maken met de ‘achterban’. In dat proces worden plannen en besluiten voorbereid en afwegingen gemaakt. Dit proces kost – zeker bij complexe gebiedsontwikkelingen – vaak jaren en heeft te maken met veel en onvoorziene dynamiek. Als deze grenswerker moeite heeft om zijn eigen achterban mee te krijgen, of als hij deze achterban verwaarloost, kan er van alles gebeuren wat afbreuk doet aan de positie van water- en bodemgerelateerde belangen in ruimtelijke planprocessen. Om extern effectief te kunnen opereren in planprocessen moet het interne huis van de eigen organisatie goed gesmeerd zijn. Het gaat daarbij om de kunst van het afwegen, afstemmen en schakelen: • •
•
afwegen in welke mate aan welk planproces met welke stijl wordt deelgenomen, op basis van de vraag wat er voor het waterschap te winnen of te verliezen is; afstemmen van de inbreng in het planproces en het bewaken van de consistentie en coherentie ervan, alsmede de monitoring van de voortgang en de feedback naar de organisatie; schakelen tussen niveaus zodat inhoudelijke inbreng en bestuurlijke inbreng gecombineerd leiden tot effectieve inbreng van water- en bodembelangen in het planproces door ambtelijke en bestuurlijke grenswerkers en hun interne achterbannen.
Binnen de showcase wordt expliciet aan deze aspecten gewerkt in combinatie met het door het actieprogramma Water en Ruimte en het Water Governance Centre te starten traject met inbreng vanuit de Erasmus Universiteit Rotterdam en Universiteit Twente op dit onderwerp. Behalve de interne organisatie komt expliciet aan de orde op welke wijze de gevormde alliantie kan doorwerken naar provinciale structuurvisie van Gelderland en Utrecht. In het kader van de LT Visie Vallei en Veluwe wordt de ontwikkelde kennis en methodieken ingebracht bij de andere gemeenten. Door participatie van projectleiders van programma’s als DPN&H en Actieprogramma water en Ruimte en de Unie van Waterschappen vinden de leerervaringen doorwerking in deze programma’s en beleidsontwikkeling.
16
4 Showcasehouder(s) en overige betrokkenen >"#"$ N*&5,33*/$-'5&6L*/$ Primair (nu actief betrokken) • Waterschap Vallei en Veluwe, Martin van Meurs o Initiatiefnemer showcase en trekker van de LT Visie Vallei en Veluwe o Ambitie: vroegtijdige betrokkenheid van het waterschap bij externe planprocessen voor waarborgen taak i.h.k.v. van water, ruimte en klimaat • Gemeente Amersfoort, Paul Camps gesprekken met diverse andere gemeenten lopen. o Mede initiatiefnemer showcase en trekker van structuurvisie en de drie etalages o Ambitie: meerwaarde van de bodem en ondergrond in de ruimtelijke planprocessen zichtbaar maken • CURNET: Actieprogramma Water en Ruimte o Vormgeven van het kennisproductieve proces en omgeving en facilitator van het netwerk o Ambitie: Doorwerking van nieuwe tools, instrumenten en concepten m.b.t. Duurzame Gebiedsontwikkeling • GrondRR landschaparchitect bnt o Ontwikkelaar i.o.v IenM van de Gidsmodellen o Ambitie: doorbraak naar de natuurlijke alliantie groen bodem en water, bouwsteen voor een betere en eerlijke ruimtelijke ordening Secundair (hebben interesse getoond en worden na gunning betrokken m.b.t. inhoud, proces en financiering) • WUR/ Alterra Hasse Goossen o Rol van bodem in klimaatonderzoek versterken daarmee de relatie met andere onderoeksinstellingen versterken en toepassen in de Lange Termijn Visie Vallei en Veluwe • Ministerie van I&M DPNH Jan Elsinga o De showcase SKB-Duurzame ontwikkeling ondergrond Amersfoort kan voor het Deltaprogramma Nieuwbouw en Herstructurering (DPNH) een interessante case worden. DPNH heeft ondermeer als doel dat steden klimaatbestendig worden als onderdeel van de versterking van de kwaliteit van de leefomgeving. DPNH wil daarbij de relatie tussen bodem, groen en water versterken en dit gestalte geven door dit gezamenlijk met de betrokken partijen in de praktijk in te vullen en goede voorbeelden te ontwikkelen, bij voorkeur door middel van de aanpak ontwerpend onderzoek. Deze invulling in de praktijk kan ook helpen de ontwikkelde hulpmiddelen, zoals gidsmodellen water en klimaatwijzer, te verbeteren door de (duurzame) bodemcomponent er sterker in uit te werken en te integreren. • Regio FoodValley o Wil voedsel op de kaart zetten en constateren dat de bodem te weinig aandacht krijgt. Trend intensivering en regionale duurzame producten daarvoor is een duurzame bodemkwaliteit van belang. • Natuurmonumenten Willem Hellevoort o Natuurmonumenten is geïnteresseerd of de ontwikkelde methoden ook bruikbaar zijn voor Natuurmonumenten en de inbedding van de belangen van natuur in de lange termijn visie van het waterschap Vallei en Veluwe. • Deltares o Doorwerking van ontwikkelde tools en instrumenten • Unie van Waterschappen, Reinier Romijn o Op zoek naar methoden voor het verbinden van de bodem- met de waterwereld en (nieuwe) rol van het waterschap
17
•
•
•
WGC (Water Governance Centre), Corne Nijburg o Versterken van de rol van water governance bij watervraagstukken o.a. water en ruimtelijke ordening. Bodem+ (AgentschapNL) Gemma Eijsden o Het in contact brengen van partijen waarbij matschappelijke opgaven, identiteit (kwaliteit en belangen) van het gebied en concrete business cases voor duurzame exploitatie en beheer centraal staan en kennisontwikkeling zoals functiecombinatie, ecosysteemdiensten, uitnodigingsplanologie en leertrajecten via experimenten. Van Hall Larenstein, Peter Groenhuizen! o Wil een betere betrokkenheid van het onderwijs bij de praktijk voor de opleiding van studenten.!
Discussie tijdens de workshop van 14 februari 2012 door o.a. Caroline Drupsteen (structuurvisie Amersfoort), Paul Camps (projectleider bodem Amersfoort), Martin van Meurs (beoogde showcasehouder van Waterschap Vallei en Veluwe) en Charles Rijsbosch (o.a. promotor stadslandbouw, Amersfoort).
18
>"!"$ :6*$,/&F5*3*/$*5O$$ In overleg met SKB, waterschap en gemeente wordt na eventuele gunning een selectie gemaakt van aan te sluiten partijen op gebied van: • Marktpartijen en betrokken organisaties, particulieren in de gebieden zelf; • Vertegenwoordigende organisaties van marktpartijen, zoals KvK; • Specialistische kennis op gebied van bodem en financiering.
>"7"$ ?9,4A'1*9,@=*5$*/$-*/.,*5=*5$$ Showcase houder • Martin van Meurs, teamleider Water en Ruimte afdeling Waterschap Vallei en Veluwe i.o. Verantwoordelijk voor methodische en praktische inbedding van water in structuurvisies gemeenten. Namens Dijkgraaf mw. J.M.P. Moons zie http://www.wve.nl/bestuur_en/bestuur/dagelijks_bestuur • Tweede houder is Nelly Swijnenburg van de gemeente Amersfoort. Zij is de gemeentelijke programmamanager van het programma “Samen Duurzaam”, zij wordt bijgestaan door de projectleider bodem Paul Camps. Namens de wethouder: S.W. van ’t Erve (Wethouder Milieu) en/of P. van den Berg (Wethouder Ruimtelijke ontwikkeling) zie www.amersfoort.nl/smartsite.shtml?id=150811 ! Penvoerder • Geert-Jan Verkade van Curnet, programmamanager water en ruimte voor de Unie van Waterschappen.
19
5 Relatie tussen SKB en showcase Het zijn van een showcase en de extra financiële impuls is van grote waarde voor de verschillende etalages en de te ontwikkelen visie maar ook (indirect) voor de betrokken programma’s en netwerkorganisaties. Status en kennis SKB dwingt kwaliteit en resultaat af: het zijn van een showcase schept de verplichting om hoogwaardige resultaten te boeken. Door de financiële bijdrage maar ook doordat een showcase houder wordt benoemd in de eigen organisatie, waaraan verantwoording moet worden afgelegd. Binnen SKB en haar netwerk is de laatste jaren zeer veel (gespecialiseerde) kennis en kunde ontwikkeld en het zijn van een showcase maakt dat deze kennis en kunde voor de etalages direct toegankelijk wordt. Samenwerking Een SKB traject showcase is een stimulans dat samenwerking tussen gemeente en waterschap verder wordt vormgegeven. Dit niet alleen met betrekking tot de relatie water en de ruimtelijke ordening, maar ook expliciet met betrekking tot de bodem en ondergrond. Dit over de bestaande grenzen heen (waterschap denk mee over invulling op concrete locaties en gemeente denkt mee op regionaal niveau). Samenwerking intern tussen afdelingen en sectoren wordt impliciet afgedwongen. Inbreng van netwerk SKB en CURNET brengt met zich mee dat toegang tot kennis, ervaring en praktijken uit de (deel)netwerken toegankelijk worden. Ook programma’s als Water en Ruimte, Klimaat, DPNH, Gebiedsontwikkeling (NLBW, Adaptable Cities) en Bodem komen in de showcase bij elkaar wat nu bij het uitwerken van het voorstel al vruchten afwerpt. Dus versnelling, afdwingen kwaliteit en meer integrale aanpak: binnen diverse programma’s nu nog (bijna) geen aandacht voor de Bodem en ondergrond. Methodische vernieuwing Nieuwe tools en concepten krijgen de kans zich te bewijzen cq in de praktijk te worden getoetst, geëvalueerd c.q. doorontwikkeld. Door integrale aanpak showcase niet alleen op het gebied van de bodem en ondergrond maar ook met betrekking tot governance, klimaat en bouw. Kwaliteitsimpuls structuurvisie en gebiedsvisie waterschap Binnen de trajecten van gemeentelijke Structuurvisie, Lange Termijn Visie Waterschap en de drie etalages krijgt de bodem en ondergrond nu expliciet de aandacht die verwacht mag worden. GEEN SKB tender? • Bodem sectoraal niet volwaardig in drie ontwikkelgebieden van Amersfoort. • Bodem sectoraal in de structuurvisie van Amersfoort (als ‘bodemparagraaf’) en gebiedsvisie waterschap. • Bodem niet volwaardig in combinatie met water in de provinciale structuurvisie. • Bodem hiaat in methoden gidsmodellen blijft bestaan. • Kansen voor samenwerking met allerlei deelprogramma’s worden gemist, daarmee wordt de basiswaarde van bodem voor die deelprogramma’s. • Doorwerking naar onderwijs minder integraal en interessant.
20
6 Kennisvragen en etalages (deelprojecten) P"#"$ %&'(')*$#K$/'&@@5(6L3*$'((6'/&6*$6/$=*$1&5@A&@@5.616*$.'/$BC*51D,,5&$ Beschrijving Amersfoort is bezig met haar structuurvisie. Het planproces is complex, denk aan afstemmen van doelen, thema’s, schaalniveaus, politieke wensen, betrokkenheid organisaties, exploitatievormen etc.. De gemeente Amersfoort wil een omslag realiseren van toelatings- en ontwikkelingsplanologie naar uitnodigingsplanologie. Deze is afgedwongen door de financiële situatie, maar speelt ook in op maatschappelijke ontwikkelingen.
Uitgangspunt: koersdocument
Kennisvragen Kansen bodem met water en groen • De gemeente heeft een aanzet gemaakt voor een ruimtelijk droombeeld, dat in de structuurvisie zal worden opgenomen. Hoe kan het droombeeld vanuit bodem, water en groen versterkt worden? • Hoe kan dit bijdragen aan de beoogde ‘uitnodigingsplanologie’? • Op welke wijze kan het bodemperspectief gebruikt worden om over de (gemeente)grenzen te kijken? • Hoe kan een consistente doorvertaling plaatsvinden van de natuurlijke alliantie in de structuurvisie naar concrete ontwikkelgebieden in de stad? • Hoe kan een consistente doorvertaling plaatsvinden van de natuurlijke alliantie in de structuurvisie naar de gebiedsvisie van het waterschap? Klimaat • Op welke wijze kan bodem bijdragen aan meer veerkracht m.b.t. klimaatveranderingen? Baten • Hoe kan de bodem perspectief opleveren voor economisch gewin en verminderen kwetsbaarheid, oa op energiegebied?
21
• •
Kunnen er slimme netwerken, worden aangelegd, kan het platteland worden betrokken bij de energievoorziening van de stad? Hoe kan bodem perspectief opleveren voor duurzame stedenbouw, die mede uitgaat van lokale en regionale waarden?
Organisatie • Leidt de natuurlijke alliantie tot andere vormen van samenwerking in de gemeente en met externe partijen? • Leidt de natuurlijke alliantie tot andere vormen van samenwerking in het waterschap en met externe partijen? • Hoe promotie naar Platform Water Vallei en Eem (bestuurlijk en ambtelijk)? Financiering • Zie businesscase Welke basiskennis is er al? Sectorale kennis is ruim voorhanden, echter niet altijd bekend en toegankelijk bij de betrokkenen. Visie op aanpak en werkzaamheden De ontwikkelgebieden in de stad zijn de echte showcases van deze tender. Maar vanuit bodem (en vanuit de relatie met water en groen) moet de planvorming voor de deellocaties gebaseerd zijn op visievorming op stadsniveau. Daarom wordt eerst gewerkt aan de inbedding van de natuurlijke alliantie in de structuurvisie. Te doen: 1. Inhaalslag m.b.t. lopend proces ten aanzien van inhoud en actoren; 2. Aanvullende analyses (actieve ontwikkelsessie met betrokkenen) op stadniveau, voor bodem, water, groen en ruimtelijke kwaliteit (tijdlagen); 3. Identificatie 4 perspectieven op stadsniveau; 4. Identificatie van gevolgen voor 3 showgebieden; 5. Gevolgen en kansen voor andere bouwstenen (o.a. bebouwing en verkeer); 6. Gevolgen en kansen voor gebiedsvisie waterschap; 7. Rapportage. Resultaat Voorstel voor bouwsteen natuurlijke alliantie in de structuurvisie van Amersfoort. Betreft rapportage van ca 20 A4 met analyses, visies en programmatische doorwerking. Daarin ca 10 afbeeldingen.
P"!"$ %&'(')*$!K$?9,4A'1*)*F6*=$2,)*34'5&6*5$$ Beschrijving Het Hogekwartier ondergaat de komende jaren een complete verandering. Er komt een nieuwe buurt met 800 nieuwe woningen, een zwembad en sportvoorzieningen en er wordt een verbinding gemaakt tussen de wijken Liendert en Schuilenburg door middel van de nieuwe buurtas. Het project sluit aan op de groene structuur van het (voormalige) waterwingebied en de blauwe structuur van het Valleikanaal. Het Hogekwartier is onderdeel van Amersfoort Vernieuwt, een gezamenlijk initiatief van de gemeente Amersfoort en de woningbouwcorporaties de Alliantie en Portaal. De ontwikkeling en realisatie van het Hogekwartier is onderdeel van een proces, dat al geruime tijd loopt. Bij de ontwikkeling van de plannen zijn de burgers en belangengroepen nadrukkelijk betrokken in een participatieproces. Voor het Hogekwartier is een stedenbouwkundig plan gemaakt. Ongeveer 140 bewoners en belangstellenden hebben hun wensen en ideeën ingebracht. Dit is gedaan in workshops,
22
interviews en door middel van sessies met onder andere jongeren. Hierdoor is intensief met allerlei mensen gesproken over bijvoorbeeld de openbare ruimte en specifieke woonwensen. Dit leverde bruikbare input op voor het plan. Een belangrijk deel van de ideeën is ook opgenomen in het beeldkwaliteitsplan en het stedenbouwkundig plan. Voorafgaand aan deze plannen zijn haalbaarheidstudies en onderzoeken uitgevoerd. Zie ook: http://www.hogekwartier.nl/home/stadsentree
Website Hogekwartier
Kennisvragen Kansen bodem met water en groen • Hoe kan een consistente doorvertaling plaatsvinden van de natuurlijke alliantie vanuit de structuurvisie naar Hogekwartier? • Welke kansen en beperkingen gelden er specifiek voor dit gebied? Klimaat • Rond de Hogeweg ligt een gebied waar de verhoging van de gemiddeld hoogste grondwaterstanden het grootst is als gevolg van klimaatverandering. Tegelijk geldt, net als voor de hele stad, dat er in droge zomers vaker te lage grondwaterstanden zullen optreden voor de begroeiing. Dat laatste bevordert het optreden van urban heat islands, doordat er minder verdamping optreedt. Wat zijn de precieze gevolgen voor Hogekwartier? • Het Hogekwartier ligt in verbinding met de groene structuur van het voormalige waterwingebied en de blauwe structuur van het Valleikanaal (onderdeel EHS). Kan dat gegeven gebruikt worden om water langer vast te houden en zo het winterse overschot en het tekort in de zomer te mitigeren? (mogelijk ook doordat de structuur voor meer verdamping en dus verkoeling in de zomer zorgt.) Baten • Hoe kan de waarde van een gecombineerde samenwerking van groene, blauwe en bodem diensten binnen het project zo optimaal mogelijk worden ingezet. • Kan de warmte uit een thermische bron voor verwarming van het zwembad worden gebruikt? Dit mogelijk in combinatie met warmtewinning uit afvalwater met aanvullende aanvoer van biobrandstof uit de omgeving van de stad voor de bedrijfszekerheid. Financiering
23
•
Zie businesscase
Organisatie • Leidt de natuurlijke alliantie tot andere vormen van samenwerking in het gebied en met de gemeente en waterschap? • Zijn er nu andere partners nodig? • en met externe partijen? Welke basiskennis is er al? Sectorale kennis is ruim voorhanden. Visie op aanpak en werkzaamheden De ontwikkelgebieden in de stad zijn de echte showcases van deze tender. We gaan ontdekken welke meerwaarde de natuurlijke alliantie gaat hebben voor deze herstructurering. De visievorming wordt opgezet vanuit de richtlijnen in de structuurvisie. Te doen: 1. Inhaalslag m.b.t. lopend proces ten aanzien van inhoud en actoren; 2. Aanscherping analyses op stadniveau ( bodem, water, groen en ruimtelijke kwaliteit) naar Hogekwartier; 3. Ontwerpend onderzoek naar natuurlijke alliantie voor Hogekwartier; 4. Gevolgen en kansen voor andere bouwstenen (o.a. bebouwing en verkeer); 5. Gevolgen en kansen voor waterschap; 6. Rapportage. Resultaat Voorstel voor bouwsteen natuurlijke alliantie in ontwikkelingsplan Hogekwartier. Betreft rapportage van ca 10 A4 met analyses, visies en programmatische doorwerking. Daarin ca 5 afbeeldingen.
P"7"$ %&'(')*$7K$?9,4A'1*)*F6*=$+,-$.'/$011*(&$$ ! Beschrijving De Kop van Isselt is gelegen in het oostelijke deel van bedrijventerrein Isselt, van de Brabantsestraat tot aan de Industrieweg. Het gebied ligt op de overgang van stadscentrum naar bedrijventerrein, langs de rivier de Eem. De Kop van Isselt is een bijzonder gebied. Niet alleen heeft het een rijke historie, het is ook strategisch gelegen. Er zijn veel kansen om het gebied te ontwikkelen tot een aantrekkelijk woon, werk- en recreatiegebied, maar de transformatie van het gebied zal niet van de ene op de andere dag plaats kunnen vinden. Het college heeft een verkenning laten maken van de toekomstige ontwikkeling van het gebied. Uit de verkenningen blijkt dat er goede kansen zijn om op de Kop van Isselt woningen te bouwen die worden gecombineerd met andere functies. Een mix van wonen, werken en voorzieningen in een stedelijke opzet is haalbaar. In de ontwikkeling van het gebied vormt de ROVA een belangrijke schakel, omdat op het ROVA terrein woningen gebouwd kunnen worden op een mooie plek aan de Eem. De bouw van woningen op deze plek draagt bij aan de ambitie van het college om meer woningen binnenstedelijk te bouwen. ! Bewoners, bedrijven en andere belanghebbenden worden betrokken bij de verdere uitwerking van de plannen. Voor Warner Jenkinson, het fabriekscomplex waar nu onder meer verschillende kunstateliers in gevestigd zijn, is relevant dat het pand cultuurhistorische waarde heeft. Daarom is behoud van het een gedeelte van het complex gewenst. Met Siesta (stichting industrieel erfgoed stad Amersfoort) en een deel van de gebruikers zijn hierover al gesprekken gevoerd. De ontwikkeling van de locatie Smeeing is nog niet mogelijk door milieubeperkingen op het gebied
24
van geluid en externe veiligheid. Er wordt nu gewerkt aan oplossingen om ook deze locatie te ontwikkelen. Kennisvragen Kansen bodem met water en groen • Hoe kan een consistente doorvertaling plaatsvinden van de natuurlijke alliantie vanuit de structuurvisie naar Hogekwartier? • Welke kansen en beperkingen gelden er specifiek voor dit gebied? Klimaat • Wat is de invloed van hogere waterstanden van de Eem op dit gebied? • Wat zijn de gevolgen van toename van kwel op dit gebied? Baten • Hoe kan de waarde van een gecombineerde samenwerking van groene, blauwe en bodem diensten binnen het project zo optimaal mogelijk worden ingezet. • Aanpak bodemverontreiniging vanuit een vorm van gebiedsgericht grondwaterbeheer. Financiering • Financiering korte en lange termijn (omgaan met korte termijn kosten en lange termijn baten) 5 % besparing door betere samenwerking, 30 tot 50 % besparing op meerkosten voor nieuwe kunstwerken. • Zie verder: businesscase Organisatie • Leidt de natuurlijke alliantie tot andere vormen van samenwerking in het gebied en met de gemeente en waterschap? • Zijn er nu andere partners nodig? • en met externe partijen? Welke basiskennis is er al? Vanuit de natuurlijke bodemopbouw is er al informatie beschikbaar over de optimale gebruiksmogelijkheden van het gebied. De delen met een meer venige bodem zijn het meest geschikt voor water en groen, terwijl zandige bodems beter geschikt zijn voor gebouwen. Daartussen kan een hoogwaterbescherming stedenbouwkundig worden ingepast of er kan voor gekozen worden om het water juist toe te laten en de kering buiten het gebied te leggen. De inrichting binnen het gebied wordt dan zodanig dat water welkom is en zelfs meerwaarde geeft door vergroting van de dynamiek. Zie ook: http://www.amersfoort.nl/smartsite.shtml?id=228364 Ook overige sectorale kennis is ruim voorhanden.
Afbeelding uit verkenning ontwikkelingsvisie Kop van Isselt (2009)
25
Visie op aanpak en werkzaamheden De ontwikkelgebieden in de stad zijn de echte showcases van deze tender. We gaan ontdekken welke meerwaarde de natuurlijke alliantie gaat hebben voor deze herstructurering. De visievorming wordt opgezet vanuit de richtlijnen in de structuurvisie. Te doen: 1. Inhaalslag m.b.t. lopend proces ten aanzien van inhoud en actoren; 2. Aanscherping analyses op stadniveau ( bodem, water, groen en ruimtelijke kwaliteit) naar kop van Isselt; 3. Ontwerpend onderzoek naar natuurlijke alliantie voor Kop van Isselt; 4. Gevolgen en kansen voor andere bouwstenen (o.a. bebouwing en verkeer); 5. Gevolgen en kansen voor waterschap; 6. Rapportage. Resultaat Voorstel voor bouwsteen natuurlijke alliantie in ontwikkelingsplan Kop van Isselt. Betreft rapportage van ca 10 A4 met analyses, visies en programmatische doorwerking. Daarin ca 5 afbeeldingen.
P">"$ %&'(')*$>K$?9,4A'1*)*F6*=$8'&9,51&$:*1&$*/$<,,5=! Beschrijving De gemeente Amersfoort wil van de laatste grote nieuwbouwlocatie Vathorst West en het groene uitloopgebied Vathorst Noord iets bijzonders maken. Voor het maken van een visie voor Vathorst West (185 ha) en Noord (150 ha) heeft de gemeenteraad een aantal ruimtelijke en financiële kaders meegegeven. In Vathorst West komen woningen. Onderbouwing hiervoor is de toekomstige woningbehoefte van de stad én de opdracht van de provincie Utrecht om mede in de woningbehoefte van de provincie te voorzien. Vanuit deze woningbouwbehoefte ligt er een opdracht voor Amersfoort om 3000 woningen te bouwen. Daarnaast is er vanuit de Amersfoortse Woonvisie de opdracht dat er invulling wordt gegeven aan zowel collectief als particulier opdrachtgeverschap, gevarieerde woonmilieus en duurzaamheid. Vathorst Noord (boven rivier de Laak) blijft vooral een groen gebied. Vanuit de polder gezien kan dit gebied dienen als buffer tussen Vathorst en het vogelgebied Arkemheen. Zie ook: http://www.amersfoort.nl/smartsite.shtml?id=202426 Kennisvragen Kansen bodem met water en groen • Kansen energievoorziening m.b.t. KWO en geothermie locatie en omgeving (locatie als energieleverancier) • Relatie bodem, groen en water, relatie met nationaal landschap Klimaat • Bijdrage mogelijk aan verhogen biodiversiteit? • Bijdrage mogelijk aan stadslandbouw? Baten • Hoe kan de waarde van een gecombineerde samenwerking van groene, blauwe en bodem diensten binnen het project zo optimaal mogelijk worden ingezet. Financiering • Financiering korte en lange termijn (omgaan met korte termijn kosten en lange termijn baten) • De financiële opgave is dat de ontwikkeling van Vathorst West en Noord 20 miljoen opbrengt om de afkoop van de baggerproblematiek goed te maken. • Zie verder businesscase Organisatie
26
• •
Leidt de natuurlijke alliantie tot andere vormen van samenwerking in het gebied en met de gemeente en waterschap? Zijn er nu andere partners nodig?
Welke basiskennis is er al? Sectorale kennis is ruim voorhanden. Visie op aanpak en werkzaamheden De ontwikkelgebieden in de stad zijn de echte showcases van deze tender. We gaan ontdekken welke meerwaarde de natuurlijke alliantie gaat hebben voor deze herstructurering. De visievorming wordt opgezet vanuit de richtlijnen in de structuurvisie. Te doen: 1. Inhaalslag m.b.t. lopend proces ten aanzien van inhoud en actoren; 2. Aanscherping analyses op stadniveau ( bodem, water, groen en ruimtelijke kwaliteit) naar Vathorst West en Vathorst Noord; 3. Ontwerpend onderzoek naar natuurlijke alliantie voor Vathorst West en Vathorst Noord; 4. Gevolgen en kansen voor andere bouwstenen (o.a. bebouwing en verkeer); 5. Gevolgen en kansen voor waterschap; 6. Rapportage. Resultaat Voorstel voor bouwsteen natuurlijke alliantie in ontwikkelingsplan Vathorst West en Vathorst Noord. Dit betreft een rapportage van ca 10 A4 met analyses, visies en programmatische doorwerking. Daarin ca 5 afbeeldingen.
P"M"$ %&'(')*$MK$H*&9,=*/$/'&@@5(6L3*$'((6'/&6*$ Beschrijving Deze showcase beoogt methodische doorbraken om bodem als onderdeel van de natuurlijke alliantie goed in RO processen te verankeren. Deze borging kent 4 onderdelen: • Natuurlijke alliantie • Perspectieven • Gidsmodellen • Methode structuurvisie Kennisvragen en resultaat • Wat is een goede manier om RO processen in te delen, vanuit integraal bodemperspectief? En in samenhang daarmee: hoe kan bodem in klimaatprojecten worden versterkt? • Gestructureerde inventarisatie van bodemfuncties en hun ruimtelijke kansen/ belemmeringen, vanuit tijdsperspectief gebruik maken van SKB onderzoek TNO (Ontwerpen met de ondergrond) • Integratiekansen van bodem met water en groen, verbeelding daarvan in light gidsmodellen (voor workshops) en doorwerking van integratiekansen in expertmodellen (voor reguliere planprocessen). Hierbij tevens integratie van stromenbenadering Tjallingi (m.b.t. energie, afval, voedsel en verkeer). • Op welke wijze kan het worden vormgegeven en gepresenteerd dat de verschillende sectoren/beroepsgroepen het kunnen ‘lezen’ en gaan toepassen/laten inspireren? • Wat zijn daarvoor de belangrijkste RO planvormen? In welke planvormen kan borging het beste gebeuren, en op welke wijze? • Wat zijn eisen m.b.t. deskundigheden en samenwerkingsvormen? Visie op aanpak Onderdeel 1: Natuurlijke alliantie Bodem heeft twee natuurlijke partners: water en groen. Bodem gaat met deze partners een ruimtelijke en natuurlijke alliantie aan bij de start van een RO planproces, waardoor het niet
27
drie losse facetten zijn, maar één sturende pijler. De alliantie verenigt de feitelijke en technische doelen vanuit water, groen en bodem. Dit in tegenstelling tot veel gemaakte groenblauwe visies, waarin bodem ontbreekt en water vooral als decoratie wordt gezien.
Bodem is zowel basis(dragende functie) als medesturend fenomeen in ruimtelijke processen.
Aanzet indeling functies en doelen ondergrond vanuit historische context
Onderdeel 2: Perspectieven De natuurlijke alliantie vraagt dus om ruimtelijke integratie, en niet om afstemming van facetten (eerste nu gangbare perspectief), waarin vooral functies worden geborgd en onderlinge hinder wordt verminderd. Die ruimtelijke integratie is het tweede perspectief, een randvoorwaarde en eis voor succes. Als derde perspectief wordt de ruimtelijke pijler zo gedimensioneerd en vormgegeven, dat hij is voorbereid op de klimaatveranderingen. Dus dat betekent onder andere extra opvang van regenwater, mogelijk ook ondergronds, water bewaren voor droge perioden, tegengaan hittestress. Daarom wordt aansluiting gezocht bij de doorontwikkeling van de klimaateffectatlas van WUR/ Alterra. In het vierde perspectief wordt een link gelegd met andere ‘stromen’, zoals energie, afval en voedsel. Dit perspectief richt zich op verduurzaming en C2C principes. Hierin wordt o.a. de mogelijkheden voor bodemenergie, energie uit water, stadslandbouw en hergebruik afval aan de natuurlijke alliantie toegevoegd. De inhoud van de perspectieven is helemaal niet nieuw, de indeling blijkt een goede manier om de verschillende invalshoeken te plaatsen en om hun een samenhangend handelingsperspectief te geven. We zien via dit vierde perspectief goede kansen voor aansluiting bij drie van de topsectoren van onze economie: agrofood, energie en water.
28
Onderdeel 3: Gidsmodellen De gidsmodellen van het ministerie van I&M zijn ruimtelijke schema’s, waarin de mogelijkheden van bodem, water en groen als ruimtelijke drager van een gebied zijn gevisualiseerd. Deze gidsmodellen zijn opgesteld per landschapstype. Ze zijn nu vooral opgesteld vanuit waterdoelen, bodem en groen behoeven forse aanvulling. De verbeterde gidsmodellen gaan een doorbraak bewerkstelligen in het structureel en consistent meenemen van bodem (als onderdeel van de natuurlijke alliantie) in de RO vakwereld. De gidsmodellen van I&M worden momenteel getest in een serie workshops, verspreid over Nederland. Hierbij worden ze getoetste en verbeterd door regionale en lokale deskundigen. Dit youtube fimpje geeft een impressie: http://www.youtube.com/watch?v=kCOibJiD4Yw
29
Een voorbeeld van een gidsmodel: de basis van de bodem met een overlay van groene en blauwe structuurdragers. De dragers borgen de doelen van groen en water, bodem wordt gemist.
Onderdeel 4: gemeentelijke structuurvisies De gemeentelijke structuurvisie is een belangrijke planvorm om bodem met haar natuurlijke partners te borgen in het gemeentelijke RO beleid. De effectiviteit van een geïntegreerde bodem, water en groenalliantie in de structuurvisie kan een stuk groter zijn dan sectorale bodem-, waterof groenparagrafen.
30
In onze visie kan dat alleen goed gebeuren als de alliantie zijn rol speelt in verschillende fasen van de visievorming. Als kapstok hanteren we een uitwerking van het RO processchema uit de klimaatwijzer van I&M.
In het schema is onderscheid gemaakt tussen visievorming en inrichtingstrajecten. De grijze delen zijn de belangrijkste planfasen: urgentie, verkenning, planstudie en gebruik. In RO processen worden vaak alle gegevens van een planfase naar de volgende fase doorgesluisd. De effectiviteit wordt verbeterd als die gegevens worden samengevat en verbeeld, op een manier die in de vervolgfase gebruikelijk is. De ‘bruggen’ convergeren die kennis op een inspirerende manier.
De genoemde innovatieonderdelen passen in dit denkschema. De uitwerking lagenbenadering (1 en 2) helpt in de verkenningsfase bij het bepalen van ambities en het inventariseren en analyseren van de juiste aspecten. De methode van de gidsmodellen (3) is een van die bruggen: de ‘rode’ brug van verkenning naar planstudie.
Dit schema gaan we hanteren bij het borgen van de natuurlijke alliantie in de structuurvisie van Amersfoort. We gaan onderzoeken op welke wijze de alliantie een rol kan spelen in de ‘grijze’ planfasen én in de gekleurde bruggen. Ook gaan we onderzoeken op welke wijze de relatie met de inrichtingsfase in de structuurvisie kan worden geborgd. Te doen: Onderdeel 1: natuurlijke alliantie • IJking van belangrijkste bodemdoelen, conform de succesvolle (historisch) ingedeelde waterdoelen. • Identificatie en beschrijving van relaties met water- en groendoelen. • Ordening en doorwerking van bodemkennis voor alle drie de perspectieven • Tevens heldere visualisatie op de ‘RO manier’, zodat de kennis in die wereld herkend wordt (en dan ook gewaardeerd, dat weten we zeker). Onderdeel 2: perspectieven • Aanscherpen van indeling en doelen perspectieven • Doorwerken rol van bodem per perspectief • Doorwerken rol van bodem in relatie tot water en groen Onderdeel 3: gidsmodellen • Aspect bodem in succesvolle methodiek integreren
31
• •
Kansen en beperkingen van relatie bodem met water en groen helder krijgen Tevens de verbeterde gidsmodellen in deze website opnemen
Onderdeel 4: gemeentelijk structuurvisie • Afstemmen van planmethodiek met gemeente • Afstemmen met I&M • Natuurlijke alliantie in de structuurvisie van Amersfoort • Opschaalbaarheid via generieke rapportage, • Ervaringen verwoorden in artikel, brede verspreiding, oa naar gemeenten die nu al interesse hebben getoond (Apeldoorn, Nijmegen, Giessenlanden, Heerlen). Resultaten We stellen voor om de resultaten van alle 4 de onderdelen te combineren. Op dit moment is er een testrapport van de I&M gidsmodellen aanwezig. Dit is te vinden op www.gidsmodellen.nl. We gaan het testrapport uitbreiden met de resultaten van deze methodische vernieuwing, en gebruiken daarbij zoveel mogelijk materiaal van de showcases zelf. Het wordt dus een verbetering van een bestaand boekwerk van ca 60 pagina’s, met veel afbeeldingen en inspiratiefoto’s. Dit komt dan tevens tegemoet aan wensen vanuit de regionaal gehouden testworkshops van I&M: • Meer methodische onderbouwing; • Relatie van gidsmodellen met bodem en groen duidelijk maken. De resultaten worden verder opgenomen in diverse websites (o.a. actieprogramma www.waterenruimte.nl en www.gidsmodellen.nl)
P"P"$ %&'(')*$PK$Q,5C'&$F@16/*11A'1*$ Beschrijving Geld en eigendom spelen een belemmerende rol bij de doorwerking van bodem in de RO. Binnen de verschillende overheden wordt gezocht naar nieuwe ander vormen van organisatie om een reële verdeling van kosten en baten te organiseren. Door te kijken naar de hele levenscyclus van projecten komt ook het beheer en onderhoud in beeld en komen relaties met de sociale en economische sector in beeld. Ter illustratie: Onderhoud van de openbare ruimte, wegen, groen, watergangen, inspecties van grondwater en rioleringen etc. Het uitvoerende werk is laaggeschoold werk. Met het perspectief van een gemeente ligt hier een enorme uitdaging. Met de wet naar vermogen (1-1-2013) zullen laaggeschoolden mensen aan de slag moeten. Het rijk zal gaan korten op de bijdragen aan gemeenten en de gemeente draagt het risico voor het tekort in deze openeinde regeling. Het gaat daarbij om veel geld. Voor gemeenten zal het daarom interessant kunnen zijn om mensen aan het werk te krijgen op beheer en onderhoudsklussen (om uitkeringen te voorkomen), dan om een klein rendement te halen op ‘technische’ projecten. Klimaatverandering en nieuwe taken zorgen voor meerkosten voor de gemeenten en het waterschap. Het Platform Water Vallei en Eem verwacht minder meerkosten te kunnen behalen door de samenwerking, variërend van 4,8 mln op 14 mln voor riolering tot 3.3 mln op 6.3 mln voor afvalwaterzuivering. Daarbij komt dan de besparing van 5% op totale (administratieve) lasten door betere samenwerking. In deze showcase zouden hiervan een paar onderdelen uit de waterketen benadering kunnen worden gerealiseerd. Kennisvragen • Afstemming van gebiedsvisie en structuurvisie; • Verdeelsleutel kosten; • Verdeelsleutel baten; • Verduurzaming riolering; • Verduurzaming afvalwaterzuivering?
32
Welke basiskennis is er al? In de ontwikkeling van de format worden een aantal recent ontwikkelde methoden gebruikt en geïntegreerd.
Voorbeeld kosten/ baten analyse
Visie op aanpak en werkzaamheden In de format businesscase wordt dit uitgewerkt en geconcretiseerd. Daarbij wordt gekeken naar de actoren, om te verhinderen dat de ene partij de kosten maakt en de andere partij de baten krijgt. Dit heeft veel belangstelling van de gemeente, omdat men de ‘uitnodigingsplanologie’ een leidende strategie wil laten zijn bij de uitvoering van de visie. De indeling in perspectieven geeft hiervoor een herkenbaar en logisch handvat: • Perspectief 1 is de gangbare praktijk van afstemmen en uitvoeren door beperkt aantal (overheids) organisaties, dit kost veel geld • Perspectief 2 levert een besparing op in aanleg en beheer, door de integrale aanpak. Ook neemt de waarde van de bebouwde omgeving toe door een hogere ruimtelijke kwaliteit; • Perspectief 3 levert een omgeving op met nog meer kwaliteit. Bovendien vindt er een reductie plaats van risico’s, doordat de omgeving daar op is voorbereid. Binnen perspectief 4 wordt geld verdient door o.a. energiewinning, regionale voedselproductie en maatschappelijke benutte afvalstromen.
Te doen: • Literatuuronderzoek en praktijkscan van oplossingsrichtingen in beeld bij andere gemeenten en waterschappen; • Helder inzicht van kosten en baten in de tijd en plaats waar ze neer komen en de eventuele mis match; • Afhankelijkheid van keuze perspectief, verhelderen; • Methodische relatie verhelderen met RO planprocessen met wederzijdse invloed businesscase en RO proces vergemakkelijkt wordt; • Concrete format maken; • uitproberen voor de drie voorbeeldgebieden;
33
• • •
resultaten toetsen in deskundigen groep; Visualisaties met schema’s, deels ook geschikt maken voor websites; Rapportage.
Resultaat Rapportage met de format businesscase, uitgewerkt voor de drie voorbeeldgebieden,. Tevens evaluatie m.b.t. methodiek en relevantie m.b.t. gebiedskenmerken. Het rapport krijgt een omvang van ca 12 A4, daarnaast bijlagen met doorrekeningen van de deelgebieden. Via de rapportage wordt opschaalbaarheid gestimuleerd.
34
7 Kennisoverdracht en verankering R"#"$ +*//61S$*/$A,C-*&*/&6*$T'F$BC*51D,,5&$U$8'((*6$*/$8*(@4*$ Het lab Amersfoort wordt een praktijkgericht kennisnetwerk van professionals dat ervaringen onderling uit wisselt en ondersteuning biedt bij het versneld ontwikkelen van de noodzakelijke innovaties. Het lab gaat knelpunten opsporen en agenderen. Het lab werkt hands-on: de resultaten komen in de eerste plaats ten goede aan de cases zelf en de betrokken partijen. Kennisdeling en overdacht traject In de laboratoriumbijeenkomsten wordt praktische kennis verzameld en voor de case toegankelijk gemaakt. De informatie wordt ter beschikking gestel aan het netwerk. A Richting Amersfoort: Het project moet aansluiten/onderdeel zijn van het Amersfoortse programma Duurzame ontwikkeling en de uitvoeringsprogramma’s van water, bodem en groen/ecologie. Naast een inventarisatie van bestaande initiatieven worden in het programma de ambities verwoord en voorzien van een aanpak om deze te realiseren. Zie ook: http://www.amersfoort.nl/smartsite.shtml?id=229387 B Richting Waterschap Vallei en Veluwe: Het project maakt onderdeel uit van het traject Lange termijn visie Water, Ruimte en klimaat WVV 2015-2050. Naast inzichten in meerwarden van samenwerking, methoden om een goede inbedding in structuurvisies en omgevingsplannen/RO te bewerkstelligen. C Verbreding kennis: Gedacht wordt aan een showcase website al of niet gecombineerd met websites van SKB, Actieprogramma Water en Ruimte, Gidsmodellen, Adaptable Cities. Door de betrokkenen wordt meegewerkt aan door SKB te organiseren bijeenkomsten en laboratoria. Voor specifieke thema’s en onderwerpen worden in samenwerking met de betrokken netwerkorganisaties bijeenkomsten georganiseerd of bijdrage geleverd aan. Hierbij valt te denken aan: • Governance bijeenkomst WGC ism Unie van waterschappen; • Gidsmodellen eindbijeenkomst DPN&H; • Diverse regiobijeenkomsten, leergemeenschappen Water en ruimte. Met Bodem+, Unie van Waterschappen en het Actieprogramma water en Ruimte staat begin april een bespreking gepland over samenwerking met betrekking tot de doorwerking van de kennis en kunde in combinatie met het DPN&H. In overleg met SKB kan worden gedacht aan inbreng van ervaringen in diverse netwerken van Nirov/Nicis, Stadswerk, Leven de Stad CROW en uiteraard die van SKBodem en Bodem+. Onderwijs De integrale benadering van de bodem en ondergrond vraagt om breed opgeleide deskundigen die echter óók beschikken over vakspecifieke kennis over bodem en de ondergrond. Terecht bestaat in de bij de bodem betrokken werkvelden de verwachting dat de nieuwe toetreders en met name afgestudeerden van het HBO onderwijs, kennis dragen van de nieuwe leerstukken en liefst nog dat ze zelf betrokken zijn geweest bij de innovaties in lopende programma’s. Hieraan wil de showcase actief meewerken. Hierbij wordt gedacht nats het beschikbaar stellen van de ontwikkelde kennis aan het bieden van stage en afstudeeronderwerpen. Met de hogescholen betrokken bij het initiatief van het ENBO (SKB) Saxion en de Hogescholen van Utrecht en Rotterdam en Van Hall – Larensteijn zal na honorering van het voorstel contact worden opgenomen om invulling te geven aan dit onderdeel.
35
In bijvoorbeeld de case Isselt is het afgelopen jaar de hogeschool van Amsterdam al eerder betrokken middels een onderzoek naar “Waardestromen” en de Hogeschool Van Hall – Larenstein met een studie naar de mogelijkheden voor Groene bedrijventerreinen.
R"!"$ J,*()5,*-*/$ • • • • • • • •
Alle grote en middelgrote gemeenten Alle provincies Alle waterschappen Beleid I&M Water Governance Centre Unie van Waterschappen Stowa Nirov
R"7"$ :*53V''C9*=*/$$ Het lab gaat een kennings- en competentieprogramma uitvoeren: • Oriëntatie- kennismakingsfase (cases, visie gemeente en waterschap) • Startup-sessie • Zeven tot negen ateliersessies (themagerichte) • Afsluitende sessie met o.a. de bestuurlijke verantwoordelijken Voor Amersfoort wordt specifiek aandacht besteed aan: • ‘Eigen huis op orde’: met daarin maatregelen om bijvoorbeeld de gemeentelijke bedrijfsvoering verder te verduurzamen via inkoop en exploitatie en het stimuleren van thuisen flexwerken. • ‘Stad aan de slag’: gericht op de verduurzaming van het bedrijfsleven en de arbeidsmarkt (zoals maatschappelijk verantwoord ondernemen en onderwijsprogramma’s die uitgaan van duurzaamheid), de inrichting van onze leefomgeving (herontwikkelen, bouwen en inrichten openbare ruimte) en een CO2 neutrale stad (energiebesparing en duurzame energieopwekking). Algemene verdiepingen: • Governance waterschap Water en Ruimte met de Bodem (open voor andere (show(cases)) • Gidsmodellen (met ervaringsdeskundigen uit diverse proeftuinen DPNH) • Kosten en baten in beeld • Ruimtelijke ordeningen van de ondergrond (bestemmingsplan)
36
#
8 Planning en organisatie W"#"$ G5)'/61'&6*$ De organisatie van deze showcase wordt opgezet conform dit organogram. • • • • •
Showcasehouders: de projectleiders van waterschap en gemeente, resp. Martin van Meurs en Nelly Swijnenburg Penvoerder, aanspreekpunt voor SKB: Geert-Jan Verkade van Curnet Projectleiders van showcases, medewerkers van gemeente en waterschap Projectleiding Amersfoort lab, aanspreekpunt voor SKB lab: landschapsarchitect Vincent Grond van GrondRR Na eventuele gunning wordt in overleg met SKB besloten welke partijen uit de ‘vijver van actoren’ worden uitgenodigd om aan de showcase bij te dragen. We willen alleen ‘de top’, ongeacht de werkplek. Daarom willen we ook expert ambtenaren benaderen van o.a. Amsterdam, Nijmegen en provincie Gelderland.
!
37
W"!"$ X('//6/)$ Hierbij een aanzet voor de planning. Na gunning wordt de planning samen met SKB aangescherpt. De beoogde einddatum van 1 juni 2014 wordt in ieder geval gehaald.
$ W"7"$ :*53V''C9*=*/$,5)'/61'&6*$ Showcasehouders • Overleggen elke 2-3 weken • Informeren bestuurders en SKB • Verder op ad hoc basis Penvoerder: • Secretaris showcasehouders • Ondersteunt projectleiders showgebieden • Ondersteunt projectleider Amersfoort LAB • Alle overige administratie, verslaglegging • Spin in het web: initiatieven, netwerken Projectleider Amersfoort lab • Maakt projectplan innovatie • Ontwikkelt verder natuurlijke alliantie en gidsmodellen • Coördineert innovatie businesscase • Stuurt externe innovatoren aan • Heeft extra overleg met andere programma’s, zoals klimaat voor Ruimte, I&M,
38
9 Kosten & financiering Aan de hand van de beschreven werkzaamheden per deelproject/etalage om de bodem een volwaardige plaats in de verschillende processen en projecten te geven is een gedetailleerde begroting gemaakt. Tevens is een eerste bepaling gemaakt van de bestedingen verkenningen, studies etc. die de showaceshouders in de showcase periode zullen gaan uitvoeren. Delen van de hier opgenomen budgetten zijn in 2011 al opgedragen of zijn vastgelegd. Na gunning van de show case zal hier in samenwerking met SKB uitwerking aan worden gegeven. Voor het lab is in ieder deelproject afzonderlijk tijd begroot naast een aantal dagen bij de organisatie. Tabel 1: Kosten en bestedingen Showcase / deelproject / Lab
Verwachte totale Kosten !!!!€
Besteding showcasehouder(s)
Verwachte besteding consortiumleden deelprojecten
Deelproject 1
198.600
170.000
15.000
Deelproject 2
77.600
60.000
Deelproject 3
87.600
70.000
Deelproject 4
77.600
60.000
Deelproject 5
75.300
50.000
Deelproject 6
72.000
Organisatie/en org lab
19.800
Publiciteit en KO
49.222
Totaal
657.722
Gevraagde bijdrage SKB
Showcase
50.000
25.000 460.000
80.000
117.722
39
10 Bijlagen !"#$%'(#)*+,-%)(*+.'(/)## Curriculum Vitae mr. Martin (C.M.) van Meurs, 18 november 1973. Waterschap Vallei & Veluwe, Steenbokstraat 10, 7324 AX Apeldoorn
[email protected] , 06-5233 1772 Profiel Ik ben een ervaren adviseur en projectmanager die sterk is in het houden van overzicht en snel de essentie weet te vinden in complexe materie. Sterke punten zijn mijn geduld, optimisme en reflectief vermogen en de rust die me dit geeft om ook taaie dossiers weer in beweging te krijgen. Ik ben een idealist, maar wel een praktische, innovatie en ontwikkeling bereik je in mijn ogen niet door erover te praten, maar door het te doen. Huidige functie Waterschap Vallei & Veluwe Str. Beleidsadviseur/Coördinator Water & Ruimte. ! Dagelijkse coördinatie Team Water & Ruimte (13 pers.) ! Projectleiding Lange termijn visie, water, ruimte en klimaat 2015-2050. ! Coördinatie realisatie waterparagraaf structuurvisie prv. Gelderland door Gelderse waterschappen. ! Coördinatie geslaagde inbreng Utrechtse waterschappen in structuurvisie prv. Utrecht o.m. ter behoud robuust en duurzaam bodem- en watersysteem. ! Coördinatie en verzorging van inbreng waterschap in diverse structuurvisies/integrale gebiedsplannen, waar mogelijk in alliantie met aspecten als bodem en groen. ! Lid mastercircle (in/externe kopgroep) Deltaprogramma Nieuwbouw & Herstructurering. ! Accountmanagement Rijkswaterstaat. ! Bestuurlijke voorbereiding provinciale raad voor de leefomgeving. 2006-2010 zelfstandig adviseur, vervulde opdrachten Projectorganisatie Ruimte voor de Rivier april 2008- december 2010 Begeleiding en advisering initiatief, definitie en ontwerpfase MER, Project close-down en tussentijdse evaluaties van Gebiedsontwikkeling- en hoogwaterbeschermingsproject VeessenWapenveld. Zie ook: www.ruimtevoorderivier.nl/Veessen-Wapenveld. Coaching projectleider, advisering omgevingsmanagement. Provincie Gelderland maart 2007- 2010 diverse opdrachten Advisering diverse projecten en programma’s , o.a.; - Saneringsprogramma Drinkwaterwingebieden, incl. afstemming taken tussen NUON, waterschap, gemeenten en provincie. - Structuurvisie Reconstructie Glastuinbouwconcentratiegebieden. - Project Organisatie en Leiderschap. - HRM Agenda: Project Strategische Werving en Selectie. Advisering en begeleiding integratie afdelingen Juridische Zaken en Inkoop, opzet afdelingsplan en afbakening werkzaamheden tussen staf en lijn. Begeleiding planvorming, proces- en organisatieopzet en implementatie integrale werkwijze “Gelders maatwerk voor bedrijven en omgeving” en opzetten monitoringssysteem incl. indicatoren. Stroomlijning VV-,HH- en inspraakproces voor Wm, Wvo en Wbb c.a.. Begeleiding planvorming, proces- en organisatieopzet IDAB 2 project: digitalisatie vergunde milieubelasting Gelderland incl. monitoringssysteem en tussentijdse evaluatie.
40
Provincie Overijssel mei 2008- sept 2008 Professionalisatie project-, proces-, en omgevingsmanagement afdeling Water en Wegen en begeleiding management op goed opdrachtgeverschap. Begeleiding planstudie inpassing maatregelen verbetering doorstroming N340. Parkstad Limburg april 2010-mei 2010 Advisering en ontwikkeling strategie omgevingsmanagement. Gemeente Barendrecht maart 2010- juni 2010 Begeleiding vertaling collegeakkoord naar uitvoeringsprogramma. Coaching projectleider op persoonlijke effectiviteit. Alterra nov 2007- juni 2008 Begeleiding planvorming, proces- en organisatieopzet, tussentijdse evaluatie programma landelijke gebiedsontwikkeling EUruralis 3.0. en coaching projectleider. Gemeente Delfzijl jan 2008- mei 2008 Begeleiding procesmanagement en ontwikkeling Structuurvisie Delfzijl 2015. Advisering en begeleiding professionalisering project- en omgevingsmanagement. Hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard okt 2007- feb 2008 Begeleiding en advisering planvorming complexe renovaties infrastructuur HHSK. Professionalisatietraject project- en omgevingsmanagement , coaching projectleiding. Gemeente Uden december 2006- april 2007 Begeleiding planvorming, proces- en organisatieopzet verbetering planstudieprocessen. Advisering en begeleiding implementatieteam “Professionalisering projectmanagement”. Arbeidsverleden in dienstverband 2003-2007 Juridisch beleidsmedewerker RO gemeente Veghel Voornaamste werkzaamheden: - Project(bege)leiding bestemmingsplanprocedures, incl. grondverwerving o.a.: o Reconstructie sociale woningbouw (150 woningen en bedrijven) o Ontsluiting bedrijventerrein incl. nieuwe aansluiting op N279 en tovergroen. o Diverse uitlegplannen voor woningbouw en bedrijventerreinen o Diverse inbreidingen voor woningbouw, detailhandel andere bedrijvigheid. o Planvorming herstructurering bedrijventerreinen. - Procesvertegenwoordiging gemeenteraad en college van B&W - Vz. hoorcommissie bestemmingsplannen gemeenteraad Veghel. - Introductietraining raadsleden. - Implementatie kernwaarden integraal werken en omgevingsbewustzijn. 2001-2003 Projectleider Rijkswaterstaat, Oost-Nederland Voornaamste werkzaamheden: - Aansturing nautische alternatievenstudies en MER’s hoogwaterbescherming. - Bijdragen aan voorbereiding Startnotitie PKB “Ruimte voor de Rivier”. - Ontwikkelen afdelingsplan op basis van het model Instituut Nederlandse Kwaliteit. - Bijdragen aan ontwikkeling SNIP-systematiek en project-volgsysteem. 2000-2001 Juridisch beleidsmedewerker Rijkswaterstaat, Oost-Nederland Voornaamste werkzaamheden: - Juridische advisering RO, waterstaats- en omgevingsrecht infrastructuurprojecten.
41
-
Procesvertegenwoordiging minister van Verkeer en Waterstaat. Implementatie beleidslijn “Ruimte voor de Rivier” i.s.m. Inspectie VROM. Inhoudelijke advisering totstandkoming Waterwet
Opleiding 1994-1999 Universiteit Nijmegen, Nederlands recht, afstudeerrichting; bestuursrecht, omgevingsrecht en recht van de ruimtelijke ordening. Doctoraalscriptie: Accountability and International Organisations, Oversight functions in the UN reviewed. 1997 -1998 University of Essex, Europees recht en Internationaal publiekrecht.
42
Curriculum vitae Ir. G.J.(Geert-Jan) Verkade, 9 mei 1959.
Huidige werkkring CURNET Hoogwaardig Ruimtegebruik Telefoon: 0182 – 540696/06-52106226
Postbus 420 2800 AK Gouda E-mail
[email protected]
Opleiding Landbouw Universiteit Wageningen 1987; Doctoraal Landbouw wetenschappen met specialisatie land en waterbeheer en natuurbehoud en -beheer. Geert-Jan Verkade is programmamanager bij CURNET Hoogwaardig Ruimtegebruik. Sinds zijn afstuderen aan de (toenmalige) Landbouwuniversiteit Wageningen heeft hij zich beziggehouden met: - de vertaling van beleid en wetenschap naar de uitvoeringspraktijk op gebieden van integraal waterbeheer, duurzaam bouwen en ruimtelijke ordening(gebiedsontwikkeling) en - de inrichting van de omgeving waarin dergelijke innovaties tot stand kunnen komen. Voorheen deed hij dat onder meer bij Stichting Habiforum, Stichting CUR, Nationaal Dubo Centrum en Rijkswaterstaat. “Vernieuwingen dienen door te dringen tot de dagelijkse praktijk, zelfs in die praktijk ontwikkeld te worden. Ontwikkelde kennis moet er toe doen.” Loopbaan 2009 –heden: Programma manager CURNET Hoogwaardig Ruimtegebruik. Deze groep richt zich op de kennis- en praktijkontwikkeling en organiseert fysieke ontmoetingen gericht op de doorontwikkeling van het nieuwe vakmanschap van gebiedsontwikkeling. Actieprogramma Water en Ruimte, Netwerk Adaptabel Cities, Doorwerking naar HBO-onderwijs 2000 – 2010: Programma-/bureau manager Habiforum, Het praktijkprogramma richtte zich op vernieuwing van de manier waarop we de ruimte gebruiken. Verantwoordelijk voor de interne en administratieve organisatie van het bureau van Habiforum. Inhoudelijk trekker van thema’s als overgang stad en land, bedrijfsterreinen en woonwerkcombinaties, onderwijs, coaching en inrichting community of practice. 1987 – 2000: Project coördinator Stichting CUR. CUR richt zich op ontwikkeling, vergaring en overdracht van kennis en ervaring op het brede gebied van de civiele techniek. De projecten op het gebied van de grond-, weg- en waterbouwsector: duurzaam bouwen, integraal waterbeheer, waterbouwkunde en hergebruik van bouwmaterialen. 1987 – 1992: Rijkswaterstaat Dienst Weg- en Waterbouwkunde. Projectleider Natuurvriendelijke oevers en tevens secretaris/rapporteur van CUR-onderzoekscommissie "Handboek Natuurvriendelijke oevers". Enkele publicaties, artikelen - Groen werk beter: Kansen voor bedrijventerreinen en natuur. SDU 2010. - Ruimte in ontwikkeling. Eindrapportage Habiforum. Habiforum, 2009. - Bovenstad: Het ontdekken van de gelaagde stad. SDU, 2008. - Werken aan gebiedsontwikkeling vraagt om nieuwe vaardigheden, G.J. Verkade. In Over(al)tijd: de achtergronden. Stedebouw en veranderende tijdsbestedingspatronen. L. Tummers (red) TU-Delft 2007. - In de smederij van kennis. Achtergronden en ontwikkelingen van de Communities of Practice In De functiescheiding voorbij. Habiforum, SDU 2007.
43
- WoonWerk; Wegen naar functiemenging in de stad. Habiforum, SDU 2007. - Voorbij het onderhandelen: in de smederij van kennis Communities of Practice in de praktijk van de ruimtelijke ordening, A. B. van Luin en G.J. Verkade, HRD Thema Communities of Practice: een innovatief perspectief op kennisnetwerken. Nr. 4 Kluwer, 2003 - De stad: onmisbaar voor ontwikkeling van het buitengebied, M. Brinkhuizen, G.J. Verkade. Nova Terra, nr 3, 2003. - Handboek Natuurvriendelijke oevers, CUR 1999/2000. - Leidraad duurzaam ontwerpen, CUR 1999. - Duurzaam bouwen in de grond-, weg- en waterbouw: een ideeëngids, VNG 1998.
44