SKB-Duurzame Ontwikkeling Ondergrond Showcase Amersfoort
Water, bodem en groen vormen de groene alliantie. De gemeente Amersfoort borgt de alliantie in drie etalagegebieden én in haar structuurvisie, het waterschap Vallei en Veluwe borgt de alliantie in haar lange termijn visie.
Who’s afraid of blue, brown and green …….?
Tender december 2011 – maart 2012 Kenmerk: Waterschap Vallei en Veluwe 13 maart 2012 Kenmerk: RJ0909_C_12_505574
Bestuurlijke samenvatting Urgentie en commitment De gemeente Amersfoort en het Waterschap Vallei en Veluwe zijn doordrongen van het belang van de ondergrond als drager van álle ruimtelijke ontwikkelingen, en ook als bron van energie, materialen, voedsel en leven. In de ruimtelijke planvorming wordt dit belang niet altijd voldoende (h)erkend, waardoor onnodige kosten en risico’s ontstaan en kansen worden gemist. Het gevoel van urgentie wordt in Amersfoort en het waterschap aan den lijve ondervonden. Het bodemmanifest geeft hieraan een beleidsmatige dimensie. Deze showcase zet fors in op het verminderen van de kerndilemma’s: onbekendheid, het accentueren van de eigenheid, en het benutten van de ontwikkelingsgerichte mogelijkheden van de ondergrond. Hierdoor wordt een kader gemaakt voor herijking van kosten en baten én voor de gewenste/ noodzakelijke eigendomsverhoudingen. Drie gebieden met ‘opschaalbare’ voorbeeldwaarde De showcase focust zich op twee complexe, stedelijke herstructureringen in Amersfoort met vele actoren: een bedrijfsterrein (Kop van Isselt) en een woonwijk (Hogeweg). Als derde gebied is een nieuwe wijk nieuwe wijk gekozen: Vathost west/noord. Ervaringen met de drie cases worden geborgd in de gemeentelijke structuurvisie en de gebiedsvisie van het waterschap. Bodem in een natuurlijke alliantie met water en groen Integratie in de RO is lastig door de veelheid en onderlinge onvergelijkbaarheid van aspecten. Bodem zoekt versterking bij haar natuurlijke partners water en groen: • Ze worden geïntegreerd in één ruimtelijke pijler, de natuurlijke alliantie. Daarna pas vindt confrontatie met andere belangen plaats. Hiermee wordt een stevig fundament voor de RO planvorming aangereikt (en niet 3 losse facetten). • Lokale ontwikkelingen moeten geborgd zijn in integrerend beleid, daarom wordt in de case een voorzet gedaan voor de natuurlijke alliantie in de structuurvisie van Amersfoort én in de gebiedsvisie van Vallei en Veluwe. • Een methodisch kader is noodzakelijk, om goed duidelijk te kunnen maken op welke plek in een planproces bodem een rol speelt, en op welke wijze dat kan gebeuren. We vullen het hiaat ‘bodem’ in twee nieuwe succesvolle hulpmiddelen van I&M: het processchema uit de klimaatwijzer én de gidsmodellen water. • Deze ontwikkelingen kunnen alleen succesvol worden doorlopen als overheden, marktpartijen en bewoners goed samenwerken en in hun gebieden investeren. We willen een format ontwikkelen voor een businesscase, die een weg baant voor samenwerking op basis van een gevisualiseerd inzicht en eerlijke verdeling van (korte termijn) kosten en (lange termijn) baten m.i.v. waar die neerslaan. We zetten daarmee in op een RO-taal, waarin de doelen van bodem (en haar partners) verankerd zijn. Dat kan mogelijk leiden tot verminderd begrip vanuit de bodemsector zelf. Zo denken we dat de subtitel (Who’s afraid of ….) de nieuwsgierigheid in de RO sector zal opwekken. Maar wordt dit wel herkend binnen de bodemwereld? Uitdragen De resultaten van de showcase worden breed uitgedragen, o.a. naar waterschappen (deels via actieprogramma water en ruimte, deels naar ‘losse’ waterschappen), hogere overheden (ministerie I&M, provincie Gelderland), gemeenten (o.a. gemeenten Vallei & Veluwe, Nijmegen, Amsterdam, Rotterdam) én in onderwijs WO en HBO (o.a. WUR, TU Twente en Erasmus, Van Hall Larenstein, KOBO (Saxion, HvU en HvR).
2
Methodische doorbraken m.b.t. bodem in RO processen A Gemeentelijke structuurvisies De gemeentelijke structuurvisie is een belangrijke planvorm om bodem met haar natuurlijke partners te borgen in het gemeentelijke RO beleid. De effectiviteit van een geïntegreerde bodem, water en groenalliantie in de structuurvisie kan een stuk groter zijn dan sectorale bodem-, waterof groenparagrafen. In onze visie kan dat alleen goed gebeuren als de alliantie zijn rol speelt in verschillende fasen van de visievorming. Centraal staan daarin gezamenlijke ontwerp charettes, leerateliers e.d.. Als kapstok hanteren we een uitwerking van het RO processchema uit de klimaatwijzer van het ministerie van I&M.
B Bodem in natuurlijke alliantie Bodem heeft twee natuurlijke partners: water en groen. Bodem gaat met deze partners een ruimtelijke en natuurlijke alliantie aan bij de start van een RO planproces, waardoor het niet drie losse facetten zijn, maar één sturende pijler. De alliantie verenigt de feitelijke en technische doelen vanuit water, groen en bodem. Dit in tegenstelling tot veel gemaakte groenblauwe visies, waarin bodem ontbreekt en water vooral als decoratie wordt gezien. De natuurlijke alliantie vraagt dus om ruimtelijke integratie, en niet om afstemming van facetten (eerste nu gangbare perspectief), waarin vooral functies worden geborgd en onderlinge hinder wordt verminderd. Die ruimtelijke integratie is het tweede perspectief, een randvoorwaarde en eis voor succes. Als derde perspectief wordt de ruimtelijke pijler zo gedimensioneerd en vormgegeven, dat hij is voorbereid op de klimaatveranderingen. Dus dat betekent onder andere extra opvang van regenwater, mogelijk ook ondergronds, water bewaren voor droge perioden, tegengaan hittestress. Daarom wordt aansluiting gezocht bij de doorontwikkeling van de klimaateffectatlas van WUR/ Alterra.
3
In het vierde perspectief wordt een link gelegd met andere ‘stromen’, zoals energie, afval en voedsel. Dit perspectief richt zich op verduurzaming en C2C principes. Hierin wordt o.a. de mogelijkheden voor bodemenergie, energie uit water, stadslandbouw en hergebruik afval aan de natuurlijke alliantie toegevoegd. De inhoud van de perspectieven is helemaal niet nieuw, de indeling blijkt een goede manier om de verschillende invalshoeken te plaatsen en om hun een samenhangend handelingsperspectief te geven evenals de veelheid combinaties die er mogelijk zijn. We zien via dit vierde perspectief goede kansen voor aansluiting bij drie van de topsectoren van onze economie: agrofood, energie en water.
C Hulpmiddel: Gidsmodellen De gidsmodellen van het ministerie van I&M DPN&H zijn ruimtelijke schema’s, waarin de mogelijkheden van bodem, water en groen als ruimtelijke drager van een gebied zijn gevisualiseerd. Deze gidsmodellen zijn opgesteld per landschapstype. Ze zijn nu vooral opgesteld vanuit waterdoelen, bodem en groen behoeven forse aanvulling. De verbeterde gidsmodellen gaan een doorbraak bewerkstelligen in het structureel en consistent meenemen van bodem (als onderdeel van de natuurlijke alliantie) in de RO vakwereld. In de workshops georganiseerd om de gidsmodellen uit te testen en ter introductie in de verschillende landschapstypen blijkt het een goed instrument om de verschillenden werelden en sectoren met elkaar in gesprek te brengen zowel op het niveau van structuurvisies als de concrete uitwerking op de locaties.
4
5