Interventie
ReSet
Samenvatting Doel ReSet- is erop gericht ouders in risicogezinnen in staat te stellen de opvoeding van hun kind(eren) weer zelfstandig ter hand te nemen. Om dat te bereiken bevordert Reset vaardigheden van ouders op het gebied van opvoeding, huishouding, financiën, administratie en het ontwikkelen en onderhouden van een sociaal netwerk. Uiteindelijk doel van ReSet is het voorkomen dat zwaardere - geïndiceerde - jeugdzorg nodig is. Doelgroep De doelgroep van ReSet bestaat uit allochtone en autochtone ouders van risicogezinnen met kinderen in de leeftijd van 0 tot 19 jaar. In deze gezinnen is (nog) geen sprake van ernstige opgroei- of opvoedproblematiek. Aanpak ReSet biedt intensieve laagdrempelige en praktische thuisbegeleiding ReSet helpt ouders bij het structureren van het dagelijks leven en bevordert de zelfredzaamheid van ouders in hun opvoedingstaak. Afhankelijk van de behoefte van het gezin en in overleg met de ouder(s) wordt het aantal begeleidingsuren per week, het aantal bezoeken per week en de duur van de bezoeken vastgesteld, met een maximum van 85 uur. De toegekende begeleidingsuren dienen binnen 12 maanden gebruikt te wor-den. ReSet is opgebouwd uit 5 modulen: 1: Opvoedingsondersteuning, 2: Communicatie verbeteren, 3: Ondersteuning bij de organisatie van het huishouden, 4: Ondersteuning bij het op orde brengen van de financiën en administratie en 5: Begeleiden bij het opbouwen en versterken van een sociaal netwerk. Op basis van de hulpvraag van en in overleg met het gezin, bepaalt de thuisbegeleider welke modulen worden ingezet. Hulpvraag en doelstelling worden vastgelegd in het begeleidingsplan. In het begeleidingsplan beschrijft de thuisbegeleider ook de werkwijze van de begeleiding. Materiaal ReSet is beschreven in een handleiding. Onderzoek effectiviteit Eind 2008 is een evaluatieonderzoek gedaan naar de resultaten van ReSet. De tevredenheid onder gezinnen die ReSet-begeleiding hebben ontvangen is groot. Met name zijn gezinnen zeer tevreden over de opvoedingsondersteuning die zij ontvingen van de thuisbegeleider. De gezinnen geven aan dat zij zich begrepen voelden door de thuisbegeleider en benoemen de deskundigheid van de thuisbegeleiders met betrekking tot zowel adviezen als praktische begeleiding. De gezinnen zijn tevreden over de bejegening door de thuisbegeleider en over de veranderingen die teweeg zijn gebracht Ontwikkeld door JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding Postbus 540 Gedownload op dinsdag 3 juni 2014 14:39:51 van www.nji.nl (Nederlands Jeugdinstituut)
Page 1 / 16
2800 AM Gouda Geeske Hoogenboezem en Rineke Oomen Telefoon: 0182 547 888 E-mail:
[email protected] Website: www.jso.nl Contactpersoon: Geeske Hoogenboezem Email:
[email protected] Erkenning Erkend door Deelcommissie jeugdzorg en psychosociale/pedagogische preventie d.d 09-09-2011 Oordeel: Goed onderbouwd De referentie naar dit document is: Geeske Hoogeboezem (November 2010). Databank effectieve jeugdinterventies: beschrijving 'ReSet'.Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut. Gedownload van www.nji.nl/jeugdinterventies 1. Toelichting naam van de interventie De naam ReSet heeft de betekenis van 'her-start'. Deze naam is gekozen omdat ReSet ouders een kans geeft een nieuwe start te maken in hun opvoedingstaak. ReSet is een naam die perspectief in zich draagt, zich richt op de toekomst en op mogelijkheden en kansen binnen de gezinnen. 2. Risico en/of probleem waar de interventie zich op richt ReSet richt zich op risicogezinnen waarin een combinatie van problemen leidt tot opgroei- en/of opvoedingsspanning of beginnende opvoedingscrisis (Kousemaker e.a., 1985). In deze gezinnen zijn ouders tijdelijk niet in staat om zelfstandig vorm te geven aan de opvoeding van hun kinderen. Oorzaken zijn bijvoorbeeld een ontspoord huishouden, problemen van financiële aard, werkloosheid, verslaving, vermeende psychische of psychiatrische problemen, alleenstaand of heel jong ouderschap of een combinatie van deze risicofactoren. Vaak is er sprake van een beperkt of ontbrekend sociaal netwerk, zodat de ouder(s) er alleen voor staan. De combinatie van en veelheid aan problemen zorgt ervoor dat kinderen niet de juiste aandacht krijgen die zij nodig hebben om evenwichtig op te groeien. De risicofactoren die aan de orde zijn in risicogezinnen kunnen allerlei ernstige problemen veroorzaken. Hermanns (2007) toont aan dat er een lineair verband is tussen aan de ene kant het aantal risicofactoren dat in de opvoedingssituatie van kinderen wordt aangetroffen en aan de andere kant de kans op een problematische ontwikkelingsuitkomst. Risicocumulatie verhoogt de kans op latere problemen als onvoldoende intelligentieontwikkeling, psychische en gedragsproblemen, kindermishandeling en delinquentie, aanzienlijk. De gevolgen zijn ernstig voor de betrokken kinderen, jongeren, ouders en de samenleving als geheel. Vroegsignalering, preventie en snelle hulp zijn van groot belang (Commissie Zorg om jeugd, 2009). Landelijke gegevens over het aantal risicogezinnen in Nederland ontbreken. Bovendien worden in de schaarse bronnen risico- en multiprobleemgezinnen vaak in een adem genoemd. Wel zijn lokale gegevens bekend van de regio Amsterdam en Rotterdam (van Burik & van Vianen, 2006; GGD Rotterdam-Rijnmond, 2009). Uit onderzoek in de regio Amsterdam blijkt dat ongeveer 3 procent van de gezinnen met minstens één kind in de leeftijd van 0 tot 4 jaar een multiprobleemgezin is. De onderzoekers denken dat het aantal feitelijk hoger ligt. Registratiecijfers van Jeugdzorginstellingen en Bureaus Jeugdzorg (MO groep, 2010) geven eveneens zicht op de omvang van de doelgroep van ReSet. Ongeveer 2% van het totaal aantal jeugdigen tot 18 jaar in Nederland maakt gebruik van geïndiceerde jeugdzorg: ruim 75.000 jeugdigen per jaar. Deze cijfers kunnen een voorzichtige indicatie geven van het totaal aantal risico- en multiprobleemgezinnen in Nederland. In Nederland zijn ongeveer 2,5 miljoen huishoudens met kinderen (bron: Statline). Als indicatie voor het landelijk aantal multiprobleemgezinnen kan het Amsterdamse percentage aangehouden worden (3%). Dat betekent dat in Nederland op jaarbasis ongeveer 75.000 risicogezinnen met minstens een kind verwacht kunnen worden (vergelijk Zeijl, Crone, Wiefferink e.a., 2005; Struijs & Doorten, 2008). In aanmerking genomen dat eenvijfde van de 2,5 miljoen huishoudens met kinderen (ongeveer 500.000)
Gedownload op dinsdag 3 juni 2014 14:39:51 van www.nji.nl (Nederlands Jeugdinstituut)
Page 2 / 16
eenoudergezinnen zijn, kan de schatting voorzichtig genoemd worden. Immers, eenoudergezinnen hebben meer kans om zich tot risico- of multiprobleemgezinnen te ontwikkelen (zie bv Steketee & Vandenbrouke, 2010). 3. Doel van de interventie ReSet biedt intensieve laagdrempelige praktische thuisbegeleiding aan risicogezinnen met kinderen. ReSetbegeleiding is erop gericht ouders in staat te stellen de opvoeding van hun kind(eren) weer zelfstandig ter hand te nemen. De begeleiding is daartoe gericht op het structureren van het dagelijks leven en bevordert zo de zelfredzaamheid van de ouder(s) in hun opvoedingstaak. ReSet voorkomt zo dat gezinnen een beroep moeten doen op jeugdzorg en/of andere vormen van geïndiceerde zorg. De methodiek is opgebouwd uit modules. Op basis van de begeleidingsvraag van een gezin, worden een of meerdere modules toegepast. Niet alle onderstaande doelen zijn voor alle gezinnen van toepassing. Indien in een gezin gewerkt wordt aan doelen op het gebied van praktisch en financieel gezinsmanagement en/of doelen gericht op het versterken van het sociaal netwerk, staan zij in dienst van de opvoedingsdoelen. Doordat huishouden, administratie en sociaal netwerk op orde zijn en blijven, worden ouders in staat gesteld om aan hun opvoedingsdoelen te werken. 1. Opvoedingsdoelen l
Opvoeders hebben (nieuwe) opvoedingsvaardigheden en opvoedingsstrategieën geleerd en passen deze
l
toe. Ouders kunnen onder meer grenzen stellen, omgaan met lastig gedrag of een beperking, emotionele ontwikkeling bevorderen en achterstand in ontwikkeling helpen oplossen. Opvoeders zijn geïnformeerd over de (normale) ontwikkeling van kinderen en de rol van opvoeding hierbij.
l
l l
l
Opvoeders zijn in staat een veilige en ontwikkelingsstimulerende leefomgeving en structuur te creëren, afgestemd op de behoefte van alle kinderen in het gezin. Het zelfvertrouwen van opvoeders in hun rol als opvoeder is toegenomen. Opvoeders zijn in staat al dan niet ondersteund door instanties of andere derden, zelf de verzorging en opvoeding van de kinderen voort te zetten (uithuisplaatsing is niet nodig). De communicatievaardigheden van de gezinsleden zijn versterkt en worden toegepast.
2. Doelen op het gebied van praktisch en financieel gezinsmanagement
l
Gezin beschikt over praktische vaardigheden waardoor het in staat is om zelfstandig een huishouden te voeren, of daar hulp bij te organiseren. Gezin heeft inzicht in omstandigheden die de regie over het huishouden kunnen verstoren en speelt hier
l
adequaat op in. Opvoeders weten wat een goede persoonlijke verzorging is en kennen het belang ervan.
l
l
l l l
Opvoeders verzorgen zichzelf en kind(eren) en realiseren daarbij een veilige en voldoende hygiënische leefomgeving. Gezin heeft overzicht van financiën en administratie. Gezin heeft inzicht in inkomsten en uitgaven en in eventuele schulden. Gezin heeft zich praktische vaardigheden eigen gemaakt om de financiën/administratie op orde te brengen en op orde te houden, waaronder begroten en budgetteren, en komt uit met het inkomen.
3. Doelen gericht op het versterken van het sociaal netwerk l l
l
Gezin kan terugvallen op een ondersteunend netwerk. Gezin heeft zo nodig sociale vaardigheden aangeleerd waardoor het in staat is contacten te leggen en te onderhouden. Gezin is in staat hulp te vragen in eigen kring of daarbuiten.
4. Doelgroep van de interventie Voor wie is de interventie bedoeld De doelgroep van ReSet bestaat uit allochtone en autochtone risicogezinnen met kinderen in de leeftijd van 0 tot 19 jaar. Risicogezinnen zijn gezinnen waarin problemen bestaan met het gezinsmanagement, sprake is van meer-voudige problemen en een zwakke regie daarover (NJi, 2010; Baartman & Dijkstra, 1987). De opvoeder
Gedownload op dinsdag 3 juni 2014 14:39:51 van www.nji.nl (Nederlands Jeugdinstituut)
Page 3 / 16
(s) in het gezin ervaren problemen op diverse levensgebieden, die negatieve invloed hebben op de opvoeding van hun kind(eren). ReSet richt zich primair op de opvoeder(s) in het gezin. Naast opvoedproblemen zijn er in het gezin problemen op het gebied van het huis-houden, financieel gezinsmanagement en/of het sociaal netwerk. Indicatie- en contra-indicatiecriteria De indicatiecriteria van ReSet zijn bewust ruim omschreven. De kracht van ReSet is dat het aanbod laagdrempelig, preventief en zeer snel na aanvraag inzetbaar moet zijn. Bij deze werkwijze past geen uitgebreide en tijdrovende indicatieprocedure. Voor ReSet gelden vier formele indicatiecriteria.
l
Het betreft gezinnen met (een) thuiswonend kind(eren) in de leeftijd van 0 tot 19 jaar. In de gezinnen is sprake van opvoedingspanning of beginnende opvoedingscrisis in combinatie met ten
l
minste één risicofactor (zie lijst hieronder). Er is een aanmelder. Gezinnen kunnen niet zichzelf aanmelden voor ReSet. De aanmelder blijft gedurende
l
het begeleidingsproces betrokken en staat garant voor de continuïteit van zorg voor het gezin. Het gezin is leerbaar en motiveerbaar. Bij aanvang van de begeleiding is het niet noodzakelijk dat ouders gemotiveerd zijn voor de begeleiding, ze moeten echter wel motiveerbaar zijn.
l
Om een ReSet-aanvraag te kunnen honoreren, moet er sprake zijn van opvoedingspanning of beginnende opvoedingscrisis in combinatie met ten minste een risicofactor uit onderstaande lijst (gebaseerd op Aalbersvan Leeuwen ea 2002): 1 gedragsproblemen van het kind (veelal niet gediagnosticeerd) 2 problemen op school of werk 3 4 5 6 7
werkloosheid
8 9 1 1 1 1
vermoeden van psychische / psychiatrische problemen bij ouder(s) en/of kind(eren) verslaving vermoeden van verstandelijke beperkingen bij ouder(s) en/of kind(eren) huiselijk geweld tienermoederschap
1 1 1 1
financiële problemen gebrek aan regie over en structuur binnen het huishouden echtscheiding / relatieproblemen huisvesting
negatieve beïnvloeding door woonomgeving historie van ouders in (jeugd-) hulpverlening sociaal isolement rouwverwerking nieuw samengesteld gezin
Uitgangspunt van ReSet is dat alle genoemde risicofactoren het gezinssysteem bedreigen. De aanwezigheid en niet de aard of de ernst van deze risicofactoren wordt geregistreerd. Aard en ernst van de risicofactoren worden tijdens het begeleidingsproces vastgesteld. Een contra-indicatie geldt voor gezinnen waarin sprake is van (dreigende) ernstige opgroei- of opvoedproblematiek al dan niet samenhangend met psychiatrische of LVG-problematiek. Dat is het terrein van de geïndiceerde jeugdzorg, de GGZ en/of MEE. De grens tussen gezinnen die wel en gezinnen die niet meer in aanmerking komen voor ReSet hangt samen met de ernst en de chroniciteit van de problemen van kind(eren) en gezin en de mate waarin deze problemen acuut zijn. ReSet is geen crisisinterventie. Als er bij aanmelding sprake is van ernstige acute problematiek (al dan niet met een psychiatrische oorzaak en al dan niet gepaard gaande met dreigende uithuisplaatsing van de kinderen), is ReSet niet de aangewezen interventie. In dergelijke gevallen zorgt ReSet dat andere instanties de zorg voor het gezin overnemen (GGZ, AMK, BJZ etc.). Als bij aanmelding duidelijk is dat het gezin kampt met chronische psychiatrische of verslavingsproblemen of gediagnosticeerde verstandelijke beperkingen, is ReSet evenmin geschikt. In deze gevallen begeleidt ReSet het gezin naar instellingen die geïndiceerde zorg Gedownload op dinsdag 3 juni 2014 14:39:51 van www.nji.nl (Nederlands Jeugdinstituut)
Page 4 / 16
leveren (GGZ, Jeugd en Opvoedhulp, gehandicaptenzorg, etc.) In veel gevallen zijn ernst en chroniciteit van problemen en de mate waarin problemen acuut zijn bij aanmelding van het gezin (nog) niet bekend. Dit geldt eens te meer omdat de gezinnen die het betreft veelal zorgmijdend gedrag vertonen en niet of onvoldoende bekend zijn bij zorgverleners. Er zijn geen indicaties afgegeven, noch zijn diagnoses gesteld. De ervaring leert dat thuisbegeleiders binnen 16 tot 20 uur kunnen bepalen of ReSet een geschikte interventie is in het betreffende gezin. Als een thuisbegeleider op basis van bovenstaand schema vaststelt dat ReSet onvoldoende tegemoetkomt aan de vragen en problemen in het gezin, zorgt zij voor doorverwijzing en doorgeleiding naar interventies die beter aansluiten bij de behoeften van het gezin. ReSet kan ook AWBZ-aanvragen bij het CIZ verzorgen en als overbruggingshulp dienen in geval van wachtlijsten of langdurige indicatietrajecten. Toepassing bij migranten ReSet is geschikt voor de begeleiding van zowel autochtone als allochtone gezinnen. In de begeleiding van allochtone gezinnen worden de BOSPAD-methode en het TOPOI-model toegepast. Beide werkwijzen bieden thuisbegeleiders aanknopingspunten om culturele en communicatieverschillen te onderkennen en te komen tot doelen en aanpak van de begeleiding die past bij het gezin. Indien noodzakelijk wordt er met een tolk gewerkt. 5. Aanpak Opzet van de interventie ReSet is een laagdrempelige, tijdelijke (maximaal 85 uur), intensieve en veranderingsgerichte vorm van thuisbegeleiding voor risicogezinnen met kinderen. Het gezin wordt in de eigen woning begeleid. ReSet wordt flexibel ingezet: er is geen vaststaand aantal uren begeleiding per week. Afhankelijk van de behoefte van het gezin en in overleg tussen de ouder(s) en de thuisbegeleider wordt het aantal begeleidingsuren per week, het aantal bezoeken per week en de duur van de bezoeken vastgesteld. Fasering ReSet wordt door thuisbegeleiders planmatig uitgevoerd in 5 fasen: 1 Aanmelding en toewijzing 2 Opstarten van de begeleiding 3 Probleeminventarisatie 4 Het begeleidingsproces 5 Afronding van de begeleiding Een ReSet-traject start met de aanvraag van een aanmelder. Gezinnen worden meestal aangemeld door eerstelijnsvoorzieningen. De aanmelder vult een aanmeldingsformulier is. Binnen 24 uur wordt de aanvraag in behandeling genomen. Er wordt getoetst op de aanwezigheid van risicofactoren. Als de aanvraag gehonoreerd wordt, start de begeleiding aan huis binnen twee weken. In de tweede fase wordt de begeleiding opgestart. De thuisbegeleider en de aanmelder brengen samen een kennismakingsbezoek aan het gezin. Tijdens het eerste gesprek wordt de hulpvraag van het gezin besproken. Besproken wordt wat ReSet kan betekenen voor de hulpvraag van het gezin. Er worden concrete afspraken gemaakt over hoe vaak de thuisbegeleider het gezin zal bezoeken, hoe lang de begeleiding duurt en wanneer het volgende bezoek plaats zal vinden. Als het nodig en mogelijk is, wordt al tijdens het eerste bezoek een concrete activiteit met het gezin opgepakt. In de derde fase inventariseert en analyseert de thuisbegeleider de problemen in het gezin. Dit gebeurt 'werkendeweg': terwijl de thuisbegeleider samen met de gezinsleden werkt aan concrete doelen, worden problemen gesignaleerd en besproken. De thuisbegeleider gebruikt observatielijsten met zowel kindgerichte, oudergerichte als omgevingsgerichte aandachtspunten (Van der Plank, van Amelsfoort & Hornman, 1996; Kort, ten Thije & Dral, 2010). Essentieel is dat de thuisbegeleider in deze fase een vertrouwensband met het gezin opbouwt. De thuisbegeleider en het gezin spreken doelen, subdoelen en taken af, prioriteren en verdelen taken. Resultaat van deze fase is een uitgewerkt begeleidingsplan. De vierde fase behelst het begeleidingsproces. Tijdens deze fase werken de thuisbegeleider en het gezin Gedownload op dinsdag 3 juni 2014 14:39:51 van www.nji.nl (Nederlands Jeugdinstituut)
Page 5 / 16
samen aan de afgesproken taken en (sub)doelen. De thuisbegeleider stemt voortdurend af met het gezin of de begeleiding nog voldoet aan de verwachtingen. De thuisbegeleider maakt gebruik van methoden die ontwikkeld zijn voor de thuisbegeleiding gecombineerd met opvoedingsondersteuningsinterventies. Er worden tussenevaluaties gehouden. Uitkomsten van de tussenevaluatie kunnen onder andere zijn het vieren van successen, bijstellen van doelen en taken, verwijzing naar ander begeleiding- of hulpaanbod, opstarten indicatieprocedure (CIZ of Jeugdzorg) en stopzetten van de begeleiding. De vijfde fase betreft afronding van de begeleiding. De frequentie van de begeleidingsbezoeken wordt afgebouwd. Er wordt een eindevaluatie uitgevoerd in de vorm van een gesprek waarbij gezinsleden, de thuisbegeleider en de aanmelder aanwezig zijn. Aan de hand van het begeleidingsplan stellen de aanwezigen vast of de doelen van het gezin bereikt zijn en of er nog verdere ondersteuning of hulp nodig is. De aanvrager van ReSet blijft na afronding van de thuisbegeleiding betrokken bij het gezin en voert een aantal maanden na afronding van ReSet een nagesprek om de resultaten op de middellange termijn te evalueren en om vast te stellen of vervolgbegeleiding of hulpverlening noodzakelijk is. Inhoud van de interventie ReSet is opgebouwd uit modulen. In augustus 2009 hebben ActiZ en Movisie de publicatie "Transparant aanbod thuisbegeleiding; Modulen als bouwstenen voor de hulpverlening" (Scholte & Poll, 2009) uitgebracht. Deze modulen omvatten de aanbodomschrijving van de thuisbegeleiding. ReSet is een specifieke vorm van thuisbegeleiding. Binnen ReSet wordt een selectie van de werkwijzen van de thuisbegeleiding toegepast. Deze modulen zijn aangepast zodat ze aansluiten op de manier waarop thuisbegeleiders in de praktijk ReSet uitvoeren. Aan de modulen zijn hulpmiddelen gekoppeld. Op basis van de hulpvraag van en in overleg met het gezin, bepaalt de thuisbegeleider welke modulen zij inzet. Hulpvraag, doelstelling en werkwijze(n) worden vastgelegd in het begeleidingsplan. Hier volgt een beknopte beschrijving van de modulen en een samenvatting van de ingezette hulpmiddelen. Module 1: Opvoedingsondersteuning In module 1 brengt de thuisbegeleider samen met de opvoeders de opvoedingssituatie en de ervaren problemen in kaart. De thuisbegeleider participeert in de dagelijkse bezigheden, observeert en bespreekt de interactie tussen gezinsleden. Door voorbeeldgedrag van de thuisbegeleider, concrete begeleiding en feedback op hun handelen, krijgen opvoeders handeling- en communicatiealternatieven aangedragen en kan het opvoedingsklimaat verbeteren. Aan de hand van diverse hulpmiddelen (beloningslijsten, werkbladen en protocollen) laat de thuisbegeleider duidelijk zien welk opvoedingsgedrag om welke redenen werkt. De nadruk ligt op het stimuleren van positief gedrag en adequaat omgaan met negatief gedrag. Voorbeeld: Een gescheiden vader heeft problemen met de opvoeding van zijn drie kinderen (5, 7 en 8 jaar). Op school en in de buurt worden de kinderen als onhandelbaar ervaren. De thuisbegeleider bespreekt de omgang van vader met de kinderen. De thuisbegeleider doet de vader voor hoe hij grenzen kan stellen. Zij leert vader de kinderen te prijzen en te belonen als zij iets goed doen. Ze leert de vader de kinderen te betrekken bij het huishouden door ze geschikte taken te geven. Als kinderen hun taken goed uitvoeren, krijgen ze een compliment. De thuisbegeleider vervult een voorbeeldrol als een kind op een vervelende manier aandacht vraagt. Module 2: Communicatie verbeteren In module 2 leert de thuisbegeleider de gezinsleden de basisvaardigheden van goede communicatie aan. De thuisbegeleider participeert in de dagelijkse bezigheden, observeert en bespreekt de communicatie en interactie tussen gezinsleden aan de hand van het basiscommunicatieschema van Dekker en Biemans (1994). De thuisbegeleider draagt communicatie-alternatieven aan. In deze module wordt gebruik gemaakt van Video Home Training (VHT) en het oefenen van sociale vaardigheden en communicatie. Bij VHT wordt vooral aandacht besteed aan vragen als: volgen de ouders de initiatieven van het kind, reageren zij op deze initiatieven op een manier die voor het kind zichtbaar is, benoemen zij wat er gebeurt op instemmende toon en geven zij leiding aan de communicatie? Door middel van het maken van opnamen en het nabespreken hiervan wordt inzichtelijk gemaakt wat goed gaat in de gezinscommunicatie en waar verbetering mogelijk is. Het oefenen van communicatieve vaardigheden vindt terloops ('werkendeweg') plaats. Er kan geoefend worden in luisteren naar een ander, belangstelling hebben voor een ander, overleggen, onderhandelen, ik-
Gedownload op dinsdag 3 juni 2014 14:39:51 van www.nji.nl (Nederlands Jeugdinstituut)
Page 6 / 16
boodschappen geven, uiten van en reageren op kwaadheid, uiten van plezier, uiten van en reageren op waardering en genegenheid, opkomen voor je mening en wensen en voornemens verwoorden. Voorbeeld: De familie Vogel is een gezin dat bestaat uit vader, moeder en drie kinderen van 5, 4 en 2 jaar. Het oudste kind heeft de diagnose PDD-NOS. De ouders hebben problemen met het organiseren van het gezinssysteem doordat het oudste kind voortdurend aandacht vraagt. Met behulp van VHT wordt geanalyseerd hoe de ouders het beste kunnen omgaan met het oudste kind en de manier waarop hij aandacht vraagt. Vervolgens kijkt de thuisbegeleider samen met de ouders hoe zij hun aandacht kunnen verdelen tussen het oudste en de andere kinderen, duidelijke regels kunnen invoeren, het huishouden kunnen bolwerken en tijd voor zichzelf kunnen vrijmaken. Module 3: Ondersteuning bij de organisatie van het huishouden Samen met het gezin wordt planmatig en gefaseerd gewerkt aan het organiseren en uitvoeren van huishoudelijke taken. De thuisbegeleider leert het gezin vaardigheden door voorbeeldgedrag en samen doen. Daarbij geeft zij uitleg op het niveau van het gezin, en motiveert en stimuleert zij het gezin om taken zelf op te pakken. Hulpmiddelen hierbij zijn bijvoorbeeld structuurlijsten en beloningssystemen. De thuisbegeleider maakt het huishouden overzichtelijk door taken te benoemen, te structureren, in kleine subtaken op te delen, taakverdeling tussen gezinsleden voor te stellen en dit alles in een dag- en weekplanning te plaatsen. Gezinnen leren zo de uit te voeren taken beter overzien en ervaren dat ze zelf in staat zijn het huishouden de baas te worden en te blijven. Module 4: Ondersteuning bij het op orde brengen van de financiën en administratie Samen met het gezin werkt de thuisbegeleider planmatig en gefaseerd aan het op orde brengen van de financiën en/of administratie. De thuisbegeleider geeft uitleg op het niveau van gezin, ondersteunt zo nodig bij het regelen van randvoorwaarden (map, tabbladen etc.) en motiveert het gezin. De thuisbegeleider maakt gebruik van verschillende hulpmiddelen, zoals: het Euro stappenplan en werkwijze budgetteren. Voorbeeld: In een gezin met twee kinderen (2 en 4) is veel spanning door groeiende schulden. Door de groeiende schulden ontstaan conflicten tussen de ouders en krijgen de kinderen onvoldoende positieve aandacht. Voordat opvoedingsondersteuning aangeboden wordt, brengt ReSet orde in de administratie. Inkomsten en uitgaven worden in beeld gebracht. Beoordeeld wordt of verwijzing naar schuldhulpverlening en hulp van de voedselbank nodig zijn. De ouders leren hoe zij formulieren moeten invullen en waar zij hulp hierbij kunnen vragen. Ouders gaan een kasboek bijhouden. Doordat zij inzicht krijgen in inkomsten en uitgaven kunnen zij gericht hun uitgavenpatroon bij stellen. De thuisbegeleider leert ouders dat leuke dingen doen met de kinderen ook op een goedkope manier kan. Module 5: Begeleiden bij het opbouwen en versterken van een sociaal netwerk. Samen met het gezin brengt de thuisbegeleider het huidige netwerk in kaart. Vervolgens wordt stapsgewijs onderzocht welke wensen het gezin heeft om het netwerk uit te breiden en welke mogelijkheden er zijn. De thuisbegeleider activeert en motiveert het gezin daarna om actie te ondernemen, en ondersteunt het gezin bij het aangaan van contacten. De thuisbegeleider maakt gebruik van onder meer de volgende hulpmiddelen: sociale netwerkanalyse, sociale kaart en verbetering van sociale vaardigheden. ReSet leert gezinsleden vaardigheden om contact te leggen en vrienden te maken, op te komen voor eigen belangen op een geaccepteerde manier, oog hebben voor wederzijdse uitwisseling en ondersteuning, het leren stellen van de juiste vraag op het juiste moment en de vaardigheden genoemd bij module 2. Het oefenen van sociale vaardigheden vindt terloops ('werkendeweg') plaats. Voorbeeld: In een gezin met vier kinderen is de vader gedetineerd en vertoont moeder afwijkend sociaal gedrag. Zij schreeuwt vaak naar haar kinderen als zij buiten zijn. Er doen allerlei verhalen de ronde over dit gezin. De kinderen worden niet geaccepteerd in de buurt. De thuisbegeleider investeert allereerst in het opbouwen van een vertrouwensband met de moeder. Moeder blijkt zich onzeker zeer te voelen, maar durft geen hulp te vragen. De thuisbegeleider brengt samen met de moeder in kaart welke personen zij vertrouwt en welke mensen al eens hulp hebben aangeboden. De thuisbegeleider leert de moeder dat het heel gewoon is om hulp van anderen te vragen en te accepteren. Moeder stelt zich anders op in haar sociale contacten, krijgt en accepteert hulp en steun, voelt zich minder over belast en kan zich daardoor beter positief verhouden tot haar kinderen.
Gedownload op dinsdag 3 juni 2014 14:39:51 van www.nji.nl (Nederlands Jeugdinstituut)
Page 7 / 16
6. Materialen en links Hoogenboezem, G. en R. Oomen (2010). ReSet. Handleiding thuisbegeleiding risicogezinnen zonder indicatie. Gouda: JSO. Hoogenboezem, G. en R. Oomen (2010). ReSet. Methodiekbeschrijving thuisbegeleiding risicogezinnen zonder indicatie. Kort, H., I. ten Thije en M. Dral (2009). Thuisbegeleiding in de praktijk. Basismethodiek en benaderingswijze. Utrecht: Vilans. Scholte, M. en A. Poll (2009). Transparant aanbod thuisbegeleiding. Modulen als bouwsteden voor de hulpverlening. Utrecht: Actiz/MOVISIE. 7. Verantwoording van de doelen, de doelgroep en de aanpak 1. Probleemanalyse Risicofactoren die aan de orde zijn bij risicogezinnen kunnen allerlei ernstige problemen veroorzaken. Hermanns (2007) stelt dat risicofactoren bij het kind, bij de ouders, in de buurt, maar ook in de bredere maatschappelijke context te vinden zijn. Er is een lineair verband tussen aan de ene kant het aantal risicofactoren dat in de opvoedingssituatie van kinderen wordt aangetroffen en aan de andere kant de kans dat een problematische ontwikkelingsuitkomst optreedt. ReSet richt zich op de volgende categorieën risicofactoren die aan de orde kunnen zijn bij risicogezinnen met opvoedingsproblemen: 1 Problemen van de ouders (echtscheiding, relatieproblemen, psychische/psychiatrische problemen, verslaving, verstandelijke beperkingen, huiselijk geweld, tienermoederschap, geschiedenis in de (jeugd) hulpverlening, rouwverwerking, nieuw samengesteld gezin); 2 Problemen van de kinderen (gedragsproblemen, psychische/psychiatrische problemen, verstandelijke beperkingen, kindermishandeling, rouwverwerking); 3 Sociale problemen (werkloosheid, problemen op school/werk, financiële problemen, huisvesting, woonomgeving, sociaal isolement). In de literatuur is weinig bekend over hoe deze factoren precies het ontstaan en voortbestaan van de problemen binnen risicogezinnen beïnvloeden. Verbanden zijn nauwelijks onderzocht, mede vanwege de grote diversiteit aan problemen in de gezinnen (Steketee e.a., 2010). De laatste decennia is er toenemende mate aandacht voor de interactie binnen het gezin. Vooral de kwaliteit van de relatie tussen de ouders en kinderen, de algemene sfeer in huis en de mate van onderlinge betrokkenheid zijn hierin belangrijke factoren (zie ook Berger, ten Berge & Geurts, 2004). ReSet sluit aan bij deze inzichten. ReSet brengt bovengenoemde risicofactoren in kaart, neemt waar mogelijk risicofactoren weg, buigt risicofactoren om naar beschermende factoren, bereidt ouders indien nodig voor op vervolghulpverlening en verwijst door. ReSet reikt de ouders inzichten en vaardigheden aan waarmee zij, gegeven de omstandigheden in hun gezin en gegeven de mogelijkheden en beperkingen van de verschillende gezinsleden, de opvoeding van hun kind(eren) weer zelfstandig (of zo zelfstandig mogelijk) ter hand kunnen nemen. ReSet zoekt aansluiting bij die factoren en omstandigheden waarvan in onderzoek is komen vast te staan dat ze in belangrijke mate bijdragen aan een goed functionerende opvoeding (zie Hermanns 2007). ReSet richt zich met name op het bevorderen van beschermende factoren bij ouders en de opvoedingscontext. 2. Beïnvloedbare factoren Genoemde risicofactoren bedreigen het gezinssysteem. ReSet is er niet op gericht al deze risicofactoren op te lossen. Bijvoorbeeld werkloosheid, verstandelijke beperkingen, verslaving of een historie van opvoeders in de (jeugd-) hulpverlening zijn risicofactoren die ReSet niet kan beïnvloeden. ReSet richt zich op het wegnemen van basale beïnvloedbare risicofactoren: het gaat dan met name om ongunstige communicatiepatronen en gebrek aan structuur. ReSet stimuleert beschermende factoren, waaronder een goede relatie tussen de opvoeders in het gezin en tussen de opvoeders en de kinderen, rust, regelmaat en een sociaal netwerk waarop opvoeders terug kunnen vallen bij vragen en problemen. ReSet reikt inzichten en vaardigheden aan
Gedownload op dinsdag 3 juni 2014 14:39:51 van www.nji.nl (Nederlands Jeugdinstituut)
Page 8 / 16
waarmee ouders, gegeven de omstandigheden in hun gezin en gegeven de mogelijkheden en beperkingen van de verschillende gezinsleden, de opvoeding van hun kind(eren) weer zelfstandig ter hand kunnen nemen. Empowerment van ouders is hierbij een belangrijk uitgangspunt. Een voorbeeld kan de werkwijze van ReSet verhelderen. Opvoeders binnen risicogezinnen ervaren hun leven veelal als onoverzichtelijk. Er is veel stress in deze gezinnen (Steketee e.a., 2010). Problemen rondom werkloosheid en armoede worden vaak als redenen genoemd voor (te) hoog oplopende stress binnen het gezin (Steketee & Goderie, 2003). Het gaat om een combinatie van sociale en economische problemen die elkaar beïnvloeden. Er zijn bijvoorbeeld problemen op het gebied van inkomen, werk, huisvesting en sociale contacten. Enerzijds zijn er veel problemen van praktische aard, zoals het omgaan met geld en het runnen van een huishouding. Anderzijds is men soms onmachtig om hulp hierbij te accepteren, onder meer omdat dit een gevoel van falen accentueert (Bakker, 1999; Rispens, Goudena & Groenendaal, 1994; Kreuger, 2007). ReSet kan het achterliggende probleem, werkloosheid en armoede, niet oplossen. Wat ReSet wel doet is ouders leren structuur aan te brengen in het huishouden en de opvoeding van hun kinderen. ReSet leert ouders budgetteren en brengt rust door het helpen organiseren van de administratie. ReSet stimuleert ouders tot het opbouwen van een sociaal netwerk en contacten in de buurt. ReSet geeft ouders inzicht in communicatieprocessen en leert hen op een positieve manier met hun kinderen en met elkaar te communiceren. Op deze manier compenseert ReSet de negatieve invloed van werkloosheid en armoede door versterking van een aantal vaardigheden (structuur bieden, regelmaat, sociaal netwerk, steun omgeving, onderlinge steun partners, binding met de buurt). De aanpak van Reset wordt ondersteund door de systeemtheorie, de leertheorie en de empowermentbenadering. De systeemtheorie (Van den Boom, 1999; Hermanns 2004; Meij & Boendermaler, 2008) benadrukt dat het niet alleen belangrijk is om te kijken naar gedrag van gezinsleden, maar vooral ook naar de achterliggende oorzaken van dit gedrag, de processen in het gezin en de posities die de gezinsleden ten opzichte van elkaar innemen. De sociale leertheorie (Bandura, 1986) staat centraal in het methodisch handelen van de thuisbegeleider. De thuisbegeleider is een heel concreet model voor het gezin. Zij versterkt middels haar optreden gewenst gedrag van zowel ouders als kinderen. Eveneens laat zij zien hoe ongewenst gedrag afgeremd kan worden. Aan de leertheorie worden interventies ontleend als feedback geven op gewenst en ongewenst gedrag, belonen, straffen, negeren en instructies geven. Ouders leren zo dat er een relatie bestaat tussen de manier waarop zij zich gedragen ten opzichte van elkaar en hun kinderen en de gevolgen van dit gedrag. Dit inzicht motiveert hen tot gedragsverandering. Empowerment tenslotte (Rappaport & Seidman,, 2000; de Vries, Kuhlman & Dijkstra,1988) staat voor het proces dat het probleemoplossend vermogen van ouders vergroot en hen helpt eigen passende oplossingen te vinden waardoor ouders zelf actie kunnen ondernemen om hun persoonlijke en gezinssituatie te verbeteren.De systeemtheorie, de sociale leertheorie en empowermentprincipes vullen elkaar aan. ReSet gebruikt de systeemtheorie om problemen die in het gezin zijn ontstaan te verklaren en oplossingsrichtingen te identificeren. De sociale leertheorie biedt vervolgens aanknopingspunten om de oplossingsrichtingen concreet uit te werken in praktische interventies. De empowermentbenadering onderbouwt hoe de principes van de systeemtheorie en de leertheorie in de praktijk werkzaam kunnen worden gemaakt en leiden tot duurzame verandering in risicogezinnen. 3. Verbinding probleemanalyse, doel, doelgroep en aanpak In risicogezinnen is een (soms groot) aantal risicofactoren aanwezig. Deze risicofactoren kunnen de opvoedvaardigheden van ouders negatief beïnvloeden. ReSet lost waar mogelijk problemen op en/of versterkt beschermende factoren. Risicogezinnen hebben problemen op meerdere terreinen, variërend van praktische problemen met huishoud- en financieel management, opvoedproblemen tot problemen die te maken hebben met de sociale omgeving van het gezin. Om deze veelheid aan probleemgebieden binnen één interventie aan te kunnen pakken, richt ReSet zich zowel op opvoedingsondersteuning, gezinsmanagement als het sociaal netwerk. Aan de hand van een toeleidingsinstrument wordt vastgesteld wanneer gezinnen in aanmerking komen voor interventie op genoemde risicogebieden. ReSet werkt aan opvoedingsdoelen door samen met ouders en bij hen thuis op een praktische manier met hun vragen aan de slag te gaan. De thuisbegeleider participeert in de dagelijkse bezigheden en is middels haar eigen gedrag een voorbeeld voor de ouders. De thuisbegeleider analyseert de communicatie, het gedrag en Gedownload op dinsdag 3 juni 2014 14:39:51 van www.nji.nl (Nederlands Jeugdinstituut)
Page 9 / 16
de problemen binnen het gezinssysteem en de individuele gezinsleden, bespreekt haar bevindingen met de ouders en biedt handelings- en communicatiealternatieven aan. De thuisbegeleider richt zich vooral op: l
l l
Het beïnvloeden en bijsturen van het gedrag van kinderen en de ouder(s) bewust te maken van de eigen mogelijkheden om dit te doen; Basisvaardigheden hanteren en aanreiken aan het gezin om gedrag effectief te beïnvloeden; Het creëren van een zodanige sfeer dat ouder(s) meer positieve aandacht geven aan kinderen en doeltreffender reageren op ongewenst gedrag.
ReSet werkt aan doelen op het gebied van gezinsmanagement door het gezin te ondersteunen bij het zelfstandig organiseren en uitvoeren van huishoudelijke, financiële en administratieve taken. Concrete hulpvragen van risicogezinnen liggen veelal op dit gebied. Door deze hulpvraag te honoreren, creëert de thuisbegeleider een vertrouwensrelatie met het gezin. Dit is een noodzakelijke basis om vervolgens opvoedingsondersteuning te kunnen bieden en te werken aan het sociaal netwerk. De thuisbegeleider leert het gezin vaardigheden door voorbeeldgedrag en samen doen. Zij geeft uitleg op het niveau van het gezin en motiveert en stimuleert gezinsleden om huishoudelijke en financieel-administratieve taken zelf op te pakken. In overleg leert zij het gezin inzicht te krijgen in de taken die uitgevoerd moeten worden, uitvoering van de taken te plannen en taken te verdelen. Zij maakt gebruik van visuele hulpmiddelen die het overzicht bij het gezin vergroten. ReSet ondersteunt gezinnen bij het opbouwen en versterken van een sociaal netwerk door op basis van de wensen en de mogelijkheden van het gezin, gezinsleden te stimuleren en te ondersteunen bij het aangaan van contacten. Een voorbeeld kan het voorwaardenscheppende karakter van ondersteuning bij gezinsmanagement verhelderen. ReSet werd aangevraagd om een gescheiden moeder te ondersteunen bij de opvoeding. De moeder nam in eerste instantie een afwerende houding aan. De thuisbegeleider hield aan en bleef de moeder praktische ondersteuning aanbieden. Door gezamenlijk praktische activiteiten uit te voeren (opruimen, kinderen van school halen), won de thuisbegeleider langzaam het vertrouwen. Na verloop van tijd kon de moeder vertellen dat zij in haar huwelijk ernstig mishandeld was. Moeder gaf aan om deze reden buitenstaanders op afstand te houden. De thuisbegeleider kon vervolgens samen met de moeder gaan werken aan een andere opstelling in contacten, waardoor zij wel ondersteuning bij de opvoeding van haar kinderen kon accepteren. Door in te zetten op opvoedingsondersteuning, gezinsmanagement en het sociale netwerk, werkt de thuisbegeleider aan de risicofactoren die te maken hebben met problemen van de ouders, problemen van het kind en sociale problemen. ReSet laat ouders ervaren wat ze zelf kunnen en stuurt waar nodig bij. ReSet stimuleert ouders zo om zelf verantwoording te nemen voor de opvoeding van hun kinderen. ReSet gaat daarbij uit van een outreachende, respectvolle, praktische en empowerende benadering die van belang is in het werken met risicogezinnen (Hermanns, 2002; van der Steege, 2008; Tabibian, 2006; Jagt 2004; Snijders, 2006). Deze vier elementen worden hieronder toegelicht. l
Outreachend werken betekent dat de thuisbegeleider naar het gezin toe gaat, zich actief opstelt bij het onderhouden van contact met het gezin, en flexibel kan omgaan met de tijdstippen waarop er contact is
l
met het gezin. Respectvol betekent dat de thuisbegeleider de ouders serieus neemt. De thuisbegeleider oordeelt niet en legt haar eigen normen en waarden niet op. De thuisbegeleider besteedt niet alleen aandacht aan de problemen binnen het gezin, maar ook vooral aan wat er wel goed gaat (zie ook Bartels, Schuursma &
l
Slot, 2001; Bol, 2002). De omgang met het gezin dient eveneens praktisch van aard te zijn. Ouders binnen risicogezinnen voelen zich meer geholpen met iemand die niet alleen met hen praat, maar hen ook helpt met het regelen van praktische zaken en dit langzaamaan aan hen overdraagt. Te zien dat de hulp praktisch effect heeft, draagt er in belangrijke mate aan bij dat de vertrouwensrelatie met de thuisbegeleider kan groeien (zie ook
l
Bartels e.a., 2001; Bol, 2002). Empowerment houdt in dat de thuisbegeleider de ouders als gelijkwaardig ziet en aansluit bij de krachten in het gezin en deze activeert. De vragen van de ouders staan centraal. Ouders en thuisbegeleider werken samen in het vinden van oplossingen die werken voor dat gezin. Het uitgangspunt daarbij is dat alle ouders
Gedownload op dinsdag 3 juni 2014 14:39:51 van www.nji.nl (Nederlands Jeugdinstituut)
Page 10 / 16
het beste willen voor hun kind, maar dat sommige ouders meer hulp nodig hebben om de opvoedingsvaardigheden te ontwikkelen die ze nodig hebben. Empowerment betekent ook dat de thuisbegeleider uitgaat van wat gezinsleden al wel kunnen en wat goed gaat, en zorgt dat dit stap voor stap wordt versterkt en uitgebreid. Ouders ervaren dat zij hun problemen zelf kunnen oplossen en/of dat zij nieuwe vaardigheden kunnen leren om hun problemen (nog beter) aan te kunnen pakken. Door het sociale netwerk van het gezin te activeren en op die manier ondersteuning om hen heen te 'regelen' kunnen de gezinsleden zelf weer greep op hun leven krijgen (Kalsbeek, 2008a,b).Deze algemene elementen waarvan uit onderzoek is gebleken dat ze van belang zijn in het werken met risicogezinnen, worden hieronder voor ReSet uitgewerkt in specifiek werkzame factoren. 4. Werkzame factoren ReSet kent specifieke werkzame elementen en algemeen werkzame factoren. Beide groepen werkzame factoren worden hier besproken. Algemeen werkzame factoren (zie van Yperen, van der Steege, Addink & Boendermaker, 2003): l
ReSet sluit aan bij de motivatie van ouders;
l
ReSet staat voor een goede relatie tussen gezinsleden en thuisbegeleider;
l
ReSet is een goed gestructureerde interventie: er is sprake van een duidelijke doelstelling, planning en fasering;
l
De aanpak van ReSet sluit aan op de problemen zoals gezinnen die ervaren en hun hulpvraag; ReSet wordt uitgevoerd door gediplomeerde thuisbegeleiders;
l
Thuisbegeleiders worden ondersteund in hun werk (intervisie, supervisie en werkbegeleiding) en
l
ontvangen deskundigheidsbevordering. Specifiek werkzame factoren: l
De sociale leertheorie is een belangrijke pijler van de ReSet-methodiek. Uitgangspunt van de sociale leertheorie is dat mensen gedrag aan- en af- kunnen leren. Uit onderzoek blijkt dat voor de preventie van psychosociale problemen van kinderen interventies die zich baseren op een gedragsmatige aanpak de beste resultaten opleveren. ReSet combineert interventies gericht op ouders, met kindgerichte activiteiten, zoals sociale vaardigheidsoefeningen, structuur- en beloningsplannen. Aangetoond is dat een dergelijke gecombineerde aanpak het effect van interventies vergroot (Moran ea, 2004).
l
ReSet maakt gebruik van diverse leerstijlen en methoden (Moran ea, 2004). ReSet richt zich niet alleen op probleembeleving of bewustzijn en begrip van het probleemgedrag van kinderen, maar zet juist ook in op het versterken van concrete vaardigheden door voorbeeldgedrag en concrete oefeningen en werkvormen.
l
ReSet richt zich op het gezin. Interactie binnen het gezin staat sterk in de belangstelling. De kwaliteit van de relatie tussen ouders en kinderen, de algemene sfeer in huis en de mate van onderlinge betrokkenheid zijn belangrijke factoren die een risico kunnen vormen of een beschermende werking kunnen hebben (Berger, ten Berge & Geurts, 2004). ReSet sluit aan bij deze inzichten en zet in op verbetering van de communicatie tussen ouders onderling en ouders en kinderen. De systeemtheorie ondersteunt interventie in het gezin als systeem waarbinnen oorzaken voor bepaald gedrag gezocht en bestreden kunnen worden.
l
Conform de sociale leertheorie, vormt de thuisbegeleider een concreet model voor het gezin (zie Bandura, 1986). De thuisbegeleider versterkt middels haar optreden gewenst gedrag van zowel ouders als kinderen. Eveneens laat zij zien hoe ongewenst gedrag afgeremd kan worden. De thuisbegeleider legt uit waarom kinderen bepaald gedrag vertonen (en zoekt hierbij verbinding met de uitgangspunten van de systeemtheorie) en leert ouders hoe zij in de omgang met hun kinderen gewenst gedrag kunnen stimuleren.
l
Geïnspireerd op de systeemtheorie zoekt ReSet aansluiting bij die factoren en omstandigheden waarvan in onderzoek is komen vast te staan dat ze in belangrijke mate bijdragen aan een goed functionerende opvoeding (zie Hermanns, 2007). Deze beschermende factoren zijn kenmerken, omstandigheden of gebeurtenissen die op één of andere manier bescherming bieden tegen negatieve invloeden.
Beschermende factoren kunnen kenmerken van kinderen, ouders of de opvoedingscontext zijn. ReSet richt zich op het wegnemen van basale beïnvloedbare risicofactoren: het gaat dan voornamelijk om ongunstige communicatiepatronen en gebrek aan structuur. ReSet stimuleert beschermende factoren en reikt inzichten en Gedownload op dinsdag 3 juni 2014 14:39:51 van www.nji.nl (Nederlands Jeugdinstituut)
Page 11 / 16
vaardigheden aan. Daarmee kunnen ouders, gegeven de omstandigheden in hun gezin en gegeven de mogelijkheden en beperkingen van de verschillende gezinsleden, de opvoeding van hun kind(eren) weer zelfstandig ter hand nemen. l
Ouders binnen risicogezinnen ervaren hun leven veelal als onoverzichtelijk. Er is veel stress in deze gezinnen (Steketee e.a. 2010). Problemen rondom werkloosheid en armoede worden vaak als redenen genoemd voor (te) hoog oplopende stress binnen het gezin (Steketee & Goderie, 2003). ReSet kan het achterliggende probleem, werkloosheid en armoede, niet oplossen. Wat ReSet wel doet is ouders leren structuur aan te brengen in het huishouden en de opvoeding van hun kinderen. ReSet leert ouders budgetteren en brengt rust door het helpen organiseren van de administratie. ReSet stimuleert ouders tot het opbouwen van een sociaal netwerk en van contacten in de buurt. ReSet geeft ouders inzicht in communicatieprocessen en leert hen op een positieve manier met hun kinderen en met elkaar te communiceren. Op deze manier buigt ReSet de risicofactoren werkloosheid en armoede om in een aantal beschermende factoren (structuur bieden, regelmaat, sociaal netwerk, steun omgeving, onderlinge steun partners, binding met de buurt).
l
l
ReSet gaat uit van een outreachende, respectvolle, praktische en empowerende benadering die van belang is in het werken met risicogezinnen (Hermanns, 2002; Van der Steege, 2008). ReSet sluit aan bij de principes van empowerment (Rappaport & Seidman, 2000) om ouders weer in hun eigen kracht te brengen. Empowerment staat voor het proces dat het probleemoplossend vermogen van ouders vergroot en hen helpt eigen passende oplossingen te vinden waardoor ouders zelf actie kunnen ondernemen om hun persoonlijke en gezinssituatie te verbeteren. Empowerment is een kernbegrip in het leerproces van ouders dat leidt tot positieve effecten. ReSet laat ouders ervaren dat zij zelf invloed hebben op hun situatie. Niet de tekortkomingen en belemmeringen van het gezinssysteem staan voorop, maar de
l
capaciteiten en mogelijkheden binnen het gezin vormen het aangrijpingspunt voor de begeleiding. Een juiste bejegening van ouders, en dan met name ouders in risicogezinnen, is cruciaal (Van Yperen, 2003). De communicatie vanuit ReSet is oprecht vanuit wederzijds respect en is open en informeel. De thuisbegeleider geeft niet zelf de antwoorden op de problemen, maar door de op empowermentprincipes geïnspireerde interactiestijl tussen ouders en de thuisbegeleider ontwikkelen ouders eigen inzichten en vaardigheden om zelfstandig problemen te kunnen oplossen.
8. Samenvatting van de onderbouwing Risicogezinnen hebben te maken met meerdere risicofactoren die kunnen leiden tot ernstige problemen bij kinderen, jongeren, ouders en de samenleving als geheel. ReSet richt zich op het versterken van opvoedingsvaardigheden, het verbeteren van praktische en financieel gezinsmanagement en het versterken van het sociale netwerk met als doel ouders in staat te stellen de opvoeding van hun kind(eren) weer zelfstandig ter hand te nemen. ReSet is een preventieve interventie en is gebaseerd op de systeem- en leertheorie en de empowermentbenadering. 9. Randvoorwaarden voor uitvoering en kwaliteitsbewaking Eisen ten aanzien van opleiding ReSet wordt uitgevoerd door gediplomeerde thuisbegeleiders met een afgeronde opleiding in de verzorging op minimaal niveau 3 met een aanvullende opleiding van een jaar tot Thuisbegeleider. De aanvullende opleiding wordt verzorgd door ROC's. In 2009 heeft JSO expertisecentrum voor Jeugd Samenleving en Opvoeding in samenwerking met uitvoerende thuiszorgorganisaties de ReSet-methodiek beschreven. in de overdracht van de werkwijze aan nieuwe uitvoerders wordt de methodiekbeschrijving toegepast. Met ingang van 2011 is JSO licentiehouder van de methodiek. JSO organiseert nascholing, treedt op als helpdesk en zorgt voor doorontwikkeling van de interventie. Protocol / handleiding Voor de overdracht van ReSet is in 2010 de methodiekbeschrijving ReSet verschenen (Hoogenboezem & Oomen, 2010a). Deze methodiekbeschrijving is inmiddels geactualiseerd tot een handleiding voor thuisbegeleiding van risicogezinnen zonder indicatie (Hoogenboezem & Oomen, 2010b).
Gedownload op dinsdag 3 juni 2014 14:39:51 van www.nji.nl (Nederlands Jeugdinstituut)
Page 12 / 16
Vanaf 2011 wordt het eigenaarschap van ReSet belegd bij JSO. JSO ontwikkelt een implementatie- en kwaliteitsstructuur en voert dit uit. Organisaties die vanaf dan beginnen met het uitvoeren van ReSet, krijgen begeleiding bij het implementatietraject, uitvoerende medewerkers worden geschoold, nascholing wordt ontwikkeld en JSO draagt zorg voor het doorontwikkelen van de methodiek. Eisen ten aanzien van kwaliteitsbewaking ReSet maakt gebruik maken van de kwaliteitsinfrastructuur rond de werksoort thuisbegeleiding (Kragting & Booijink, 2010). Deze infrastructuur omvat:
l
passende opleidingsstructuur; regelmatige bijscholing;
l
aandacht voor goed rapporteren, pedagogisch inzicht, systeemgericht werken, kennis van de sociale kaart
l
en balans vinden tussen werk en privé vanuit de uitvoerende instellingen. intervisie, supervisie, peercoaching en werkbegeleiding.
l
In de ReSet-handleiding zijn uniforme formulieren opgenomen voor het opstellen en registreren van ReSetaanvragen, -begeleidingsplannen, -tussenevaluaties en -eindevaluaties. Met ingang van 2011 is JSO is verantwoordelijk voor de kwaliteitsbewaking rond ReSet. Kosten Een ReSet-traject bestaat in principe uit 80 uur begeleiding door een MBO- of HBO-opgeleide en in de methodiek getrainde professional. De uurprijs bedraagt € 55,- tot € 75,- (prijspeil 2010). Deze uurprijs komt tot stand op basis van: de uitvoering van de ReSet begeleiding (MBO plus of HBO), contacten met verwijzers, relatiebeheer, management, werkbegeleiding, reiskosten en deskundigheidsbevordering. ReSet wordt gefinancierd uit gemeentelijke WMO-gelden. Momenteel worden passende prijzen berekend voor het verkrijgen van een licentie voor organisaties (begeleiding implementatietraject en training beoogde uitvoerders) en deelname aan het kwaliteitssysteem. 10. Onderzoek naar de uitvoering van de interventies In het kader van de methodiekbeschrijving is in 2009 een overzicht gemaakt van de resultaten van ReSet in Zuid Holland in de pilotperiode 2006 - 2009. Eind 2008 heeft Hogeschool Rotterdam een klanttevredenheidsonderzoek gedaan in het werkgebied van Vierstroom en Rivas (Kragting, 2009). Er zijn telefonische interviews uitgevoerd aan de hand van een voorgestructureerde vragenlijst. Het onderzoek kende een respons van 54% (N=117 gezinnen). Mogelijke verklaringen voor non-respons zijn: contactgegevens klopten niet; taalbarrière tussen allochtone gezinnen en autochtone studenten; ReSet was nog niet afgerond; gedwongen hulpverlening. Van de ondervraagde gezinnen is 87% tevreden tot zeer tevreden over ReSet in het algemeen. De gezinnen geven aan zich begrepen te voelen, zij hebben vertrouwen ervaren, vonden een luisterend oor en benoemen de deskundigheid van de thuisbegeleiders met betrekking tot zowel de adviezen die zij kregen als de praktische ondersteuning. De gezinnen zijn tevreden over de bejegening door de thuisbegeleider en over de veranderingen die ReSet in de gezinnen teweeg heeft gebracht. Van de gezinnen geeft 95% aan dat zij tevreden tot zeer tevreden zijn over de opvoedingsondersteuning die zij via ReSet ontvingen. Naast het verkrijgen van informatie, tips en adviezen geven de gezinnen aan erg veel baat te hebben gehad bij het samen doen en het voordoen van omgangsvormen met kinderen door de thuisbegeleider. Het tevredenheidsonderzoek van Stromen Opmaat Groep onder 36 gezinnen laat het volgende beeld zien. Van de gezinnen vindt 90% de adviezen en ondersteuning door de thuisbegeleider (grotendeels) aansluiten bij de gezinsproblematiek. Er is voldoende gelegenheid om vragen te stellen aan de thuisbegeleider volgens 90% van de gezinnen. Van de gezinnen geeft 76% aan dat ReSet er voor gezorgd heeft dat de problemen verminderd zijn. Van dit onderzoek zijn alleen percentages bekend. Er is geen informatie over het type onderzoek, de periode die het onderzoek behelst, het doel en de methode. 11. Nederlandse effectstudies Gedownload op dinsdag 3 juni 2014 14:39:51 van www.nji.nl (Nederlands Jeugdinstituut)
Page 13 / 16
Studies naar de effectiviteit van de interventie in Nederland Er is geen Nederlands onderzoek naar de effectiviteit van de interventie. 12. Buitenlandse effectstudies Er zijn geen studies die de effectiviteit van buitenlandse versies van de interventie aantonen. 13. Uitvoering van de interventies ReSet is ontwikkeld in Zuid Holland. In Zuid Holland wordt ReSet uitgevoerd door alle grote thuiszorgorganisaties met een afdeling thuisbegeleiding. Ook een welzijnsorganisatie voert ReSet uit. Sinds de publicatie van de methodiekbeschrijving is er landelijke belangstelling voor ReSet. In Drenthe is al een grote thuiszorgaanbieder gestart met de implementatie van ReSet. In het kader van het kwaliteitstraject, wordt in 2011 gestart met een landelijke informatiecampagne over ReSet en zal implementatiebegeleiding en training van beoogde ReSet aanbieders landelijk aangeboden worden. Binnen de uitvoerende thuiszorgorganisaties zijn in de praktijk nieuwe vari-anten van ReSet ontwikkeld. Voorbeelden zijn ReSet PLUS en ReSet Nazorg. ReSet PLUS behelst verbinding van gezinscoaching met het ReSet basismodel. ReSet NAZORG wordt ingezet als nazorg van behandeltrajecten bij gezinnen die geïndiceerde jeugdzorg hebben ontvangen. Een ReSet PLUS-traject bestaande uit 70 uur heeft een kostprijs van € 4500,- (prijspeil 2010). Over de kostprijs van ReSet NAZORG zijn geen gegevens bekend. 14. Overeenkomsten met andere interventies ReSet kent overeenkomsten met de reguliere AWBZ-gefinancierde thuisbegeleiding en met opvoedingsondersteuningsinterventies die in de gezinssituatie uitgevoerd worden. Thuisbegeleiding ReSet werkt vanuit de basismethodiek en benaderingswijze zoals die beschreven is voor de thuisbegeleiding. Thuisbegeleiding is echter geen interventie, maar een werksoort. Opvoedingsondersteuning in het gezin Er zijn meerdere interventies gericht op opvoedingsondersteuning, zowel geïndiceerd als preventief, die binnen het gezin worden uitgevoerd. Voorbeelden van geïndiceerde Jeugdzorg interventies waarmee ReSet overeenkomsten kent zijn: Intensieve Orthopedagogische Gezinsbehandeling (IOG), Praktisch Pedagogische Gezinsbehandeling (PPG), Families First, Gezin Centraal, Directieve Thuisbehandeling en Jeugdhulp Thuis. Deze interventies zijn evenals ReSet mede gebaseerd op de systeemtheorie en de leertheorie. Zodoende delen deze interventies een bepaalde aanpak en pedagogische uitgangspunten met ReSet. Er zijn echter een aantal belangrijke verschillen. Een belangrijk verschil is dat genoemde interventies behoren tot de geïndiceerde hulpverlening: aan uitvoering van deze interventies gaat een indicatieprocedure vooraf. ReSet is een preventieve interventie en kan veelal binnen een week na aanvraag ingezet worden. De snelheid waarmee ReSet beschikbaar is, vormt een belangrijk verschil. Ten tweede combineert ReSet opvoedingsondersteuning met uitvoerende ondersteuning op het gebied van praktisch gezinsmanagement. Genoemde geïndiceerde interventies richten zich niet of nauwelijks op ondersteuning op het gebied van de organisatie van het huishouden en het op orde brengen van de financiën en administratie. Interventies die zich wel deels richten op deze onderwerpen (Families First en Gezin Centraal) beperken zich, in tegenstelling tot ReSet, voornamelijk tot het informeren van ouders of het inschakelen van derden. Ook verschilt de doelgroep en de doelstelling van genoemde interventies met de aanpak van ReSet. ReSet is een preventieve interventie en wil ouders in staat stellen de opvoeding van hun kinderen zelfstandig ter hand te nemen en te houden. ReSet voorkomt zo dat gezinnen een beroep moeten doen op geïndiceerde jeugdzorg. In de uitvoering zijn nog vele verschillen aan te wijzen. Bovenstaande opsomming maakt echter duidelijk dat ReSet in doelgroep, doelstelling en aanpak fundamentele verschillen kent met geïndiceerde interventies. Er zijn ook belangrijke verschillen tussen het algemeen maatschappelijk werk (AMW) en ReSet. AMW is een eerstelijnsvoorziening waar mensen terecht kunnen voor hulp en begeleiding bij psychosociale problemen en vragen op terreinen als (echt)scheiding, eenzaamheid, huiselijk geweld, rouwverwerking, problemen op het werk, financiële problemen, problemen met instanties en relatieproblemen (Thesaurus Zorg en Welzijn). Gedownload op dinsdag 3 juni 2014 14:39:51 van www.nji.nl (Nederlands Jeugdinstituut)
Page 14 / 16
Algemeen maatschappelijk werkers die licht pedagogische hulp bieden richten zich deels op vergelijkbare doelen als ReSet. De vorm waarin de begeleiding vanuit het AMW wordt aangeboden, verschilt echter fundamenteel van ReSet-begeleiding. Waar ReSet praktisch aan de slag gaat met het gezin in hun eigen huis, biedt het AMW gemiddeld 5 tot 8 gesprekken in (twee)wekelijkse bijeenkomsten, doorgaans op kantoor. Het AMW voert slechts gesprekken met cliënten. ReSet pakt concrete hulpvragen op verschillende terreinen (opvoeding, communicatie, huishouden, administratie en financiën en sociaal netwerk) aan, voert samen met de gezinsleden veranderingen door, vormt een concreet rolmodel en zorgt voor verankering van oplossingsrichtingen in de praktijk. 15. Lijst met aangehaalde literatuur Aalbers-van Leeuwen, M., Hees, L van & Hermanns J. (2002). Risico- en protectieve factoren in moderne gezinnen: reden tot optimisme of reden tot pessimisme? Pedagogiek 22 (1) 41-54. Baartman, H. & Dijkstra, J.S. (1987). Multi-problem gezinnen II: de opvoedingsproblematiek. Tijdschrift voor Orthopedagogiek, 26, 1, p. 2-20. Bakker, K. (1999). Kwetsbaar en competent. Sociale participatie van kwetsbare jeugd. Theorie, beleid en praktijk. Utrecht: NIZW. Bandura, A. (1986). Social foundations of thought and action: a social cognitive theory. Englewood Cliffs, New Jersey: Prentice-Hall. Bartels, A.J., Schuursma, S. & Slot, N.W. (2001). Interventies. In: Loeber, R., Slot. N.W. & Sergeant, J.A. (red.). Ernstige en gewelddadige jeugddelinquentie. Omvang, oorzaken en interventies. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum, p. 291-318. Berger, M., Berge, I. ten & Geurts, E. (2004). Samenhangende hulp: inter-venties voor mishandelde kinderen en hun ouders. Utrecht: NIZW. Blokland, G. (2010). Over opvoeden gesproken. Methodiekboek pedagogisch adviseren. Amsterdam: Uitgeverij SWP. Bol, M.W. (2002). Jeugdcriminaliteit over de grens; een literatuurstudie naar ontwikkeling, wetgeving, beleid, effectieve preventie en aanpak ten aanzien van jeugdcriminaliteit in en buiten Nederland. On-derzoeksnotities 2002/4. Den Haag: WODC. Boom, D. van den (1999). Ouders op de voorgrond. Utrecht: Sardes. Burik, A.E. van & Vianen, R.T. van (2006). Multiprobleemgezinnen in de Agglomeratie Amsterdam: een onderzoek naar de omvang en samenstelling van multiprobleemgezinnen en de hulpverlening van de geïndiceerde jeugdzorg aan deze gezinnen. Woerden: Adviesbureau Van Montfoort. Dekker, T. & Biemans, H.M.B. (1994). Video-hometraining in gezinnen. Houten / Zaventhem: Bohn Stafleu / Van Loghum. Commissie Zorg om jeugd (2009). Van Klein naar Groot. Den Haag: Vereniging van Nederlandse Gemeenten. GGD Rotterdam-Rijnmond (2009). Jeugdmonitor Rotterdam: rapportage gemeente Rotterdam 2008. Rotterdam: GGD Rotterdam-Rijnmond. Hermanns, J. (2002). Wat werkt in de gezinsvoogdij? Justitiële verkennin-gen, 28 (9), 50-61. Hermanns, J. (2004). Van behandelplan naar opvoedingsarrangement. In: G.M. van der Aalsvoort (red.). Eén kind, één plan; Naar een betere afstemming van jeugdzorg en onderwijs voor jonge risicokinderen. Leuven: Acco. Hermanns, J. (2007). Opvoeden en opgroeien: een visie achter het beleid. In P. v. Lieshout, M. v. d. Meij & J. d. Pree (Eds.), Bouwstenen voor betrokken jeugdbeleid (pp. 51-86). Amsterdam: Wetenschappelijke Raad voor het Jeugdbeleid/Amsterdam University Press. Hoogenboezem, G. & Oomen, R. (2010a). ReSet. Methodiekbeschrijving thuisbegeleiding risicogezinnen zonder indicatie. Gouda: JSO. Hoogenboezem, G., & Oomen, R. (2010b). ReSet. Handleiding thuisbegeleiding risico- en multiprobleemgezinnen zonder indicatie. Gouda:JSO. Jagt, G. (red.) (2004). Het werk van gespecialiseerd verzorgenden. Methodiek en gedrag. Utrecht: Carta. Kalsbeek, A. (2008a). Oorzaken van het ontstaan van multiprobleemgezinnen. Utrecht: NJi. Kalsbeek, A. (2008b). Wat werkt bij multiprobleemgezinnen? Utrecht: NJi. KBA (2010). Behoefte aan medewerkers thuisbegeleiding. Nijmegen: Kenniscentrum Beroepsonderwijs Arbeidsmarkt. Kousemaker, N. & Timmers-Huigens, D. (1985), 'Pedagogische hulpverlening in de eerste lijn'. Tijdschrift voor
Gedownload op dinsdag 3 juni 2014 14:39:51 van www.nji.nl (Nederlands Jeugdinstituut)
Page 15 / 16
Orthopedagogiek, XXIV, p. 549 -565. Kort, H. Thije, I. ten & Dral, M. (2010). Gespecialiseerde verzorging in de praktijk. Basismethodiek en benaderingswijze. Utrecht: Vilans. Kreuger, F. (2007). Factoren die ten grondslag liggen aan het ontstaan van risicojeugd. CEPHIR: Klein maar fijn. Rotterdam: GGD Rotterdam. Kragting, G. (2009). Eindverslag project ReSet. Gouda: Vierstroom. Kragting, G. & Booijink, M. (2010). Methodebeschrijving Thuisbegeleiding. Databank Effectieve Interventies in de Sociale Sector. Utrecht: Movisie. Meij, H. & Boendermaker, L. (2008). Oorzaken en achtergronden van een problematische ontwikkeling. Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut. MOgroep Jeugdzorg (2010). Brancherapportage Jeugdzorg 2009. Utrecht: MOgroep. Moran, P., Ghate, D., van der Merwe, A. (2004). What Works in Parenting Support? A review of the international Evidence. Chesire, Runcorn: Policy Research Bureau, department for Education and Skills: Queen's Printer and Controller. Plank, T. van der, Amelsvoort, F. van & Hornman M. (red.) (1996). Horen, zien en dan? Signaleren: iets doen met wat je opvalt. Utrecht: NIZW. Rappaport, J. & Seidman, E. (2000). Handbook of community psychology. New York: Kluwer Academic / Plenum Publishers. Rispens, J., Goudena, P.P. & Groenendaal (1994). Preventie van psychosociale problemen bij kinderen en jeugdigen. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum. Scholte, M. & Poll, A. (2009). Transparant aanbod thuisbegeleiding. Modulen als bouwstenen voor de hulpverlening. Utrecht: Actiz/Movisie. Snijders, J. (2006). Ouders en hun behoeften aan opvoedingsondersteuning. Factsheet. Utrecht: NIZW. Steege, M. van der (2008). Multiprobleemgezinnen. In: Handboek kind en adolescent. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum. Steketee, M. & Goderie, M. (2007). Hulp aan multiprobleem-gezinnen in relatie tot privacybescherming en bemoeizorg. In: Handboek privacy in de gezondheidszorg. Lelystad: Koninklijke Vermande p. 1-14. Steketee, M. & Vandenbroucke, M. (2010). Typologie voor een strategische aanpak van multiprobleemgezinnen in Rotterdam. Een studie in het kader van Klein maar Fijn - CEPHIR. Utrecht: VerweyJonker Instituut. Struijs, A.J. & Doorten, I. (2008). Dilemma's op de drempel. Signaleren en ingrijpen van professionals in opvoedingssituaties. Den Haag: Centrum voor ethiek en gezondheid. Tabibian, N. (2006). Effectiviteit van interventies voor multiprobleemgezinnen. Utrecht: Verwey-Jonker Instituut. Yperen, T. van (2003). Resultaten in de jeugdzorg: begrippen, maatstaven en methoden. Utrecht: NIZW. Yperen, T. van, Steege, M. van der, Addink, A. & Boendermaker, L. (2010). Algemeen en specifiek werkzame factoren in de jeugdzorg. Stand van de discussie. Utrecht: NJi.Zeijl, E., Crone, M., Wiefferink, K., Keuzenkamp, S. & Reijneveld, M. (2005). Kinderen in Nederland. Den Haag / Leiden: SCP / TNO.
Gedownload op dinsdag 3 juni 2014 14:39:51 van www.nji.nl (Nederlands Jeugdinstituut)
Page 16 / 16