Programmabegroting 2015
Inhoudsopgave programmabegroting 2015 – 2018 Blz.
Hoofdstuk 1: Programmaplan Aanbiedingsbrief 1. Algemene beschouwingen 2. Financiële beschouwingen
4 6
Programma’s 1. Bestuur en burger 2. Openbare orde en veiligheid 3. Openbare ruimte, vervoer en infrastructuur 4. Lokale economie 5. Werk en inkomen 6. Jeugd 7. Wmo 8. Samenlevingszaken 9. Milieu 10. Wonen
10 17 21 28 32 37 43 48 54 57
Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien
61
Hoofdstuk 2: Paragrafen 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Lokale heffingen Weerstandsvermogen en risicobeheersing Onderhoud kapitaalgoederen Financiering Bedrijfsvoering Verbonden partijen Grondbeleid Transities sociaal domein Planning
66 71 78 86 91 102 122 125 129
Hoofdstuk 3: Financiële begroting 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11.
Overzicht van baten en lasten per programma Overzicht van incidentele baten en lasten Overzicht nieuw beleid 2015 – 2018 (incl. nadere toelichting) Overzicht vervangingsinvesteringen Berekening Emu-saldo Financiële analyse Balans begroting 2015 Algemene toelichting op de balans Personele kosten voormalig personeel / bestuur Toelichting programmawijziging 2014 > 2015 Verklaring gebruikte afkortingen
Programmabegroting 2015
2
133 135 139 155 156 157 160 161 162 163 167
Hoofdstuk 1: Programmaplan
Programmabegroting 2015
3
Algemene beschouwingen De gemeenteraadsverkiezingen van 2014 zorgden voor een nieuwe raad en een nieuw college. In haar akkoord 2014 - 2018 “Buren een krachtige plattelandsgemeente” geeft de nieuwe coalitie haar ambities voor de komende jaren weer. Deze ambities hebben in deze begroting een plaats gekregen. In het apart toegestuurde “relatietabel coalitieakkoord–programmabegroting” treft u ze aan. De algemene beschouwingen geven een compact overzicht van de belangrijke ontwikkelingen en opdrachten voor de gemeente Buren in 2015. Het gaat hier vooral om meer beleidsinhoudelijke onderdelen die in 2015 nadrukkelijk de aandacht vragen van raad, college en organisatie. Een sluitende begroting Met het vaststellen van de Kadernota 2015 ligt er een te realiseren taakstelling om tot een sluitende meerjarenbegroting te komen. Als zoekgebieden voor de te realiseren taakstelling stelde u vast: taakstelling verbonden partijen vanaf 2016; vermindering niet-wettelijke taken; taakstelling eigen organisatie; taakstelling bestaande budgetten; verhogen van inkomsten. De uitwerking van de zoekgebieden geven we de projectnaam: Begroting op Peil 2018. Samenwerking Buren, Neder-Betuwe en West Maas en Waal (BNW gemeenten) Bij het opstellen van deze algemene beschouwingen (september 2014) is er nog geen duidelijkheid over de ontwikkeling van de BNW-samenwerking in 2015. De besluitvorming eind 2014 over de businesscase BNW-samenwerking is immers bepalend voor samenwerken op bedrijfsvoeringstaken. Het wel/niet samenwerken maakt een wezenlijk verschil in de ontwikkeling van bijvoorbeeld de organisatie, de personele omvang en ontwikkeling van werkprocessen in 2015 en daarna. Daarbij is het ook mogelijk dat we alleen kiezen voor samenwerking op onderdelen. Door deze onduidelijkheid is het niet mogelijk op enig scenario te anticiperen als het gaat om concrete stappen in 2015. We informeren u na de besluitvorming over de businesscase over de verdere ontwikkeling. Organisatieontwikkeling De Burense organisatie is volop in ontwikkeling. Zo brachten we de buitendienst bij de AVRI onder, de Brandweer ging per 1 januari 2013 over naar de Veiligheidsregio en per 1 april 2013 ging de ODR van start. Buren bracht alle taken op het vlak van vergunningverlening, toezicht en handhaving Milieu en Bouw, evenals de budgetten en medewerkers van de betreffende afdeling bij de ODR onder. Door deze ontwikkelingen was het nodig de achterblijvende organisatie opnieuw (efficiënt / effectief) in te richten. De raad heeft daartoe op 23 oktober 2012 de organisatievisie vastgesteld en een meerjaren krediet beschikbaar gesteld. Per jaar legt het college een uitvoeringsvoorstel aan de raad ter vaststelling voor met een voorstel jaarkrediet. Het programma van maatregelen liep in 2014 vertraging op als gevolg van acties van de vakbonden in het kader van stagnerende cao onderhandelingen. Inmiddels zijn de voorbereidingen voor een sociaal statuut/sociaal plan weer opgestart. Zodra het sociaal statuut/plan is vastgesteld, neemt het college een organisatiebesluit, waarin we de samenvoeging formaliseren van de afdelingen Ruimtelijke Ontwikkeling en Ruimtelijk Beheer tot afdeling Ruimte en van Facilitaire zaken & Bedrijfsadministratie en Advies & Ondersteuning tot de afdeling Bedrijfsvoering. In 2015 vertalen we de resultaten van de klantgroep onderzoeken naar verbetermaatregelen. Met als doel per klantgroep de tevredenheid te behouden dan wel naar een hoger niveau te brengen. In 2015 leggen we aan de raad een voorstel voor om de ambitie voor het uitbouwen van onze e-dienstverlening te bepalen. Dit als basis voor het verbeteren en digitaliseren van werkprocessen.
Programmabegroting 2015
4
Onderwijs Per 1 januari 2015 gaat de verantwoordelijkheid voor het buiten onderhoud van de scholen over naar de schoolbesturen. Die ontvangen daarvoor rechtstreeks de budgetten van het rijk. Het rijk vermindert anderzijds de algemene uitkering aan de gemeente. Met een algemene korting op de uitkering voor onderwijshuisvesting heeft dat netto een fors negatief effect voor de gemeentelijke begroting. Het aantal leerlingen op de scholen in onze gemeente nam de laatste jaren af. Deze ontwikkeling zet de komende jaren door. Daardoor hebben nu al sommige schoolgebouwen overcapaciteit. En zal nog gaan toenemen. We gaan met de schoolbesturen en uw raad in overleg over de aanpak van deze problematiek. En die kunnen we niet los zien van de (over-)capaciteit van andere voorzieningen in de kernen. Transities Sociaal Domein Op 1 januari 2015 is het zover. Dan zijn we als gemeente verantwoordelijk voor de nieuwe Wmo, de jeugdzorg en de Participatiewet. Nieuwe en complexe taken waarbij van ons wordt verwacht dat we met minder middelen een beter resultaat neerzetten. We moeten zowel bezuinigen als goede dienstverlening bieden aan inwoners die zorg en ondersteuning nodig hebben. Een belangrijk deel van de nieuwe taken is op (boven) regionaal niveau voorbereid en wordt vanaf 2015 ook op dat niveau uitgevoerd. De afzonderlijke gemeenten in Rivierenland zijn te klein om bijvoorbeeld zelfstandig specialistische vormen van zorg in te kopen. Ook inhoudelijke vragen over hoe we de taken het beste kunnen uitvoeren, zijn in regioverband uitgewerkt en vervolgens ter besluitvorming voorgelegd aan de lokale gemeenteraden. De toegang tot de zorg wordt lokaal ingevuld. In Buren gaan twee zogenaamde gebiedsteams werken. Zij richten zich op versterking van de zelfredzaamheid en van de lokale sociale netwerken. Waar inwoners echt hulp nodig hebben, zorgt het gebiedsteam voor adequate dienstverlening. Waar sprake is van complexe problematiek, heeft het gebiedsteam de regie over op elkaar afgestemde hulpverlening. Bij het opstellen van deze begroting zijn veel aspecten van de lokale invoering van de transities nog in ontwikkeling. Het nieuwe beleidsplan Wmo en jeugd wordt bijvoorbeeld pas najaar 2014 besproken in de raad. Deze tekst in de begroting is daarom heel beknopt. De voorbereidingstijd voor de nieuwe taken was erg kort, voor alle gemeenten in Nederland. We hebben er vertrouwen in dat in Rivierenland en Buren alle hoofdzaken geregeld zijn op 1 januari 2015. En we realiseren ons dat we veel vragen op uitvoeringsniveau vanaf 1 januari al werkend moeten beantwoord. Uitvoeringsorganisatie Werk en inkomen De Participatiewet is de opvolger van de Wet werk en bijstand. De wet richt zich op werkzoekenden die langdurig werkloos zijn en/of een arbeidsbeperking hebben. Gemeenten in Rivierenland zijn van plan om voor de uitvoering hiervan een nieuwe Gemeenschappelijke Regeling op te richten; de Werkzaak. Buren staat kritisch tegenover dit initiatief. We verwachten dat het meer geld kost en minder kwaliteit biedt. Besluitvorming hierover is gepland voor najaar 2014 en bij het opstellen van deze begroting dus nog niet bekend. Wat betreft Lander is het voorstel wel mee over te gaan. Samen naar een mooie plek om te wonen en te werken Want alleen kom je er snel, maar samen kom je verder! Zo luidt de titel van het nieuwe Programma voor de Leefomgeving. Dit programma is de doorontwikkeling van het u bekende milieujaarprogramma. Dit programma gaat uit van de kracht van de ambities, creativiteit en ondernemerszin van onze inwoners en ondernemers. Alsook van een waardevolle samenwerking met de gemeente. Een gemeente die zich opstelt als een goede buur en die ondersteuning biedt. Het programma nieuwe stijl is een voorbeeld van het bundelen van krachten, het creatief in elkaar laten vervloeien van thema's (en bijbehorende budgetten) en het stimuleren van inwonersparticipatie. Het is gericht op het creëren en vervolgens benutten van kansen. Een pleidooi om de ambities, creativiteit en de ondernemingszin van onze bevolking beter te benutten. Zonder daarbij bestaand beleid uit het oog te verliezen. Het programma voor de leefomgeving presenteert juist een aanpak waarmee beleid met een open blik vertaald wordt in een fijne leef- en werkomgeving.
Programmabegroting 2015
5
Financiële beschouwingen Resultaat
In de raadsvergadering van 8 juli 2014 behandelde u de Kadernota 2015. Naast o.a. de programma’s, paragrafen en uitgangspunten gaven we een eerste beeld van de verwachte begrotingsuitkomsten voor 2015 t/m 2018. U stelde de Kadernota 2015 vast met de volgende (financiële) aanpassingen: geen nieuw beleid. Het wettelijk, noodzakelijk en wenselijk nieuw beleid betrekken we bij de begrotingsbehandeling. Al het nieuw beleid dus ook € 100.000,- voor onderwerpen uit het coalitie / college programma 2014-2018 verwerkten we niet in de meerjarenbegroting 2015. prestatie inzake ontwikkelingsachterstanden wijzigden we in: we voeren de regie op passend onderwijs voor alle kinderen. (Wet passend onderwijs) Bij het opstellen van de Kadernota 2015 verwerkten we een aantal ontwikkelingen nog niet. We hielden nog geen rekening met: uitkomst salaris- en prijsontwikkelingen; definitieve cijfers budgetonderbouwingen beheerproducten; bijstelling beheerplannen als gevolg van areaaluitbreidingen; definitieve cijfers kapitaallasten; definitieve cijfers reserves & voorzieningen. In de nu voorliggende meerjarenbegroting verwerkten we bovenstaande ontwikkelingen. Taakstelling Kadernota 2015: Project Begroting op Peil 2018 (BOP 2018) Met de vaststelling van de kadernota 2015 ligt er een te realiseren taakstelling om tot een sluitende meerjarenbegroting te komen. Als zoekgebieden voor de te realiseren taakstelling stelde u vast: taakstelling verbonden partijen vanaf 2016; verminderen niet-wettelijke taken; taakstelling eigen organisatie; taakstelling bestaande budgetten; verhogen van inkomsten. In de kadernota 2015 sprake we met u de volgende oplopende taakstelling af: 2015: € 175.000, 2016: € 250.000, 2017: € 400.000, 2018: € 500.000,De uitwerking van de zoekgebieden geven we de projectnaam: Begroting op peil 2018. Voor de uitwerking van dit project verwijzen we naar het aparte raadsvoorstel BOP 2018 dat u ook in de raadsvergadering van november behandeld.
Programmabegroting 2015
6
In de onderstaande tabel geven we de actuele financiële positie 2015 – 2018 weer. Voor een gedetailleerde analyse van de mutaties en autonome ontwikkelingen verwijzen we naar hoofdstuk 3.6.
Bedragen x € 1.000, (+ = overschot / - = tekort) Omschrijving 2015 2016 2017 2018 Financiële stand Kadernota 2015 + 31 + 50 + 48 + 10 (inclusief dekkingsvoorstellen en nieuw beleid) Amendementen schrappen nieuw beleid: coalitie/college programma 2014 + 100 + 100 + 100 + 100 + 55 + 55 + 56 + 36 schrappen nieuw beleid: wettelijk verplicht + 14 + 14 + 14 + 62 schrappen nieuw beleid: noodzakelijk Financiële stand Kadernota 2015 + 229 + 220 + 217 + 179 (inclusief amendementen) - 110 - 249 - 147 - 161 Mutaties en ontwikkelingen na Kadernota 2015 Financiële positie meerjarenbegroting 2015 – 2018 + 119 - 29 + 70 + 18 (inclusief mutaties en ontwikkelingen na Kadernota 2015) Latere ontwikkelingen: - 160 - 160 - 160 tweede bestuursrapportage 2014 - 160 + 82 + 197 - 29 - 51 uitkomst septembercirculaire 2014 Financiële positie meerjarenbegroting 2015 – 2018 - 92 - 218 -8 + 55 (inclusief ontwikkeling 2e burap 2014 en septembercirculaire) Aanvullingen op de financiële positie: nieuw beleid: coalitie/college programma 2014 PM PM PM PM - 55 - 55 - 56 - 36 nieuw beleid: wettelijk verplicht - 14 - 14 - 14 - 62 nieuw beleid: noodzakelijk Financiële positie meerjarenbegroting 2015 – 2018 - 190 - 288 - 77 - 14 (inclusief wettelijk en noodzakelijk nieuw beleid) We moeten wel het project BOP 2018 realiseren om te komen tot bovenstaande financiële positie. De taakstelling komt daarmee totaal uit op: Omschrijving 2015 2016 2017 2018 Taakstelling BOP 2018 - 175 - 250 - 400 - 500 Financiële positie meerjarenbegroting 2015 – 2018 - 190 - 288 - 77 - 14 Te realiseren taakstelling - 365 - 538 - 477 - 514 Voorgestelde bezuinigingen: + 635 + 756 + 756 - Totaal aan taakstellingen uit het project BOP 2018 + 217 - 100 - 200 0 - Correctie onttrekking egalisatie accres algemene uitkering + 200 Totaal nieuw + 52 + 97 + 179 + 42 Wanneer we de taakstellingen uit het project BOP concreet invullen en de onttrekking uit de reserve Egalisatie accres algemene uitkering aanpassen is er voor het begrotingsjaar 2015 en de jaren 20162018 sprake van een meerjarig sluitende begroting. Indien de ombuigingen voor een betreffend jaar niet realiseerbaar zijn dan leggen we u aanvullende maatregelen (uit bijvoorbeeld de longlist BoP) voor. Bij de kadernota stelde u een onttrekking vast uit de reserve Egalisatie accres algemene uitkering. Bij de begroting stellen we een gewijzigde onttrekking vast a.g.v. nieuwe ontwikkelingen zoals de septembercirculaire en de tweede burap 2014. Onttrekking cf Correctie kadernota 2015 onttrekking Extra onttrekking in het jaar 2015 * 300.000 + 200.000 Onttrekking in het jaar 2016 100.000 0 Onttrekking in het jaar 2017 100.000 - 100.000 Onttrekking in het jaar 2018 300.000 - 200.000 Restant reserve per 31/12/2018 0 - 100.000 * u besloot eerder tot een onttrekking van € 224.000,- in 2015.
Programmabegroting 2015
7
Onttrekking cf begroting 2015 500.000 100.000 0 100.000 100.000
Post onvoorzien In de begroting 2015 en de jaren 2016 t/m 2018 ramen we jaarlijks een post onvoorzien van € 50.000,-. De post onvoorzien ramen we in programma Dekking en onvoorzien. Indien nodig stellen we u via een apart raadsvoorstel of via de bestuursrapportage voor een beroep te doen op deze post. Bedrag aan inflatie ten gunste van de exploitatie in plaats van de algemene reserve Bij de kadernota nam u het besluit om de algemene reserve niet mee te laten groeien met de inflatie. Het bedrag dat we toe zouden voegen aan de algemene reserve zetten we in als dekkingsmiddel. Voor de komende vier jaar gaat het om de volgende bedragen: 2015: € 137.500, 2016: € 129.250, 2017: € 127.750, 2018: € 127.500,We bepalen deze bedragen door 1,25% (prijsindex meicirculaire 2014) te berekenen over de stand van de reserves per 1 januari van het desbetreffende jaar (conform uitgangspunten verordening 212). Weerstandsvermogen (geblokkeerde gedeelte algemene reserve) De risico's voor 2015 zijn groter. Met name door de grondexploitaties, verbonden partijen, open einde regelingen en de decentralisatie van rijkstaken naar gemeenten. Het risicoprofiel 2015 komt uit op € 8.470.000,-. Dit betekent echter dat vrijwel de gehele algemene reserve is geblokkeerd voor het opvangen van de risico's die we als gemeente lopen. De bodem van onze algemene vrije reserve komt daarmee in zicht. Om welke bedragen gaat het? Vrije algemene reserve Geblokkeerde algemene reserve Totaal
Stand reserve primitief € 5.138 € 5.849 € 10.987
bedragen x 1.000,Stand reserve na besluitvorming € 2.517 € 8.470 € 10.987
Wat stellen we dit voor? Het weerstandsvermogen is momenteel € 5.848,948-. We stellen voor om het benodigde bedrag te verhogen met een bedrag van € 2.621.052 naar een risicoprofiel van € 8.470.000,-. Dit is op basis van de risicoanalyse voldoende om de bestaande risico’s af te dekken. Voor meer informatie verwijzen we naar de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing.
Losse punten: - In de meerjarenbegroting 2015 - 2018 zijn de prijs- en loonindexeringen verwerkt. Zo is voor de loonindex gerekend met 2%. Voor prijsindexering rekenen we met 1,25%. - Per programma ziet u tabellen en grafieken met budgetten. We kiezen er voor om deze tabellen en grafieken te presenteren met als uitgangspunt de nieuwe programmastructuur van het begrotingsjaar 2015. De jaren 2013 en 2014 zetten we om in deze nieuwe indeling. Doordat we hiervoor kiezen, geven we een zo optimaal mogelijk beeld van de meerjarige budgetten. Tot slot Ten opzichte van de begroting 2014 kent deze begroting een reeks verbeteringen / aanpassingen. Zo is er een aantal nieuwe vereisten die het Besluit Begroten en Verantwoorden ons stelt. Het gaat om: - Programma Samenlevingszaken, geen onderscheid meer tussen openbaar en bijzonder onderwijs; - Programma's sociaal domein, diverse nieuwe functienummers; - Diverse naamswijzigingen bestaande functies: participatie budget wordt re-integratie- en participatievoorzieningen Participatiewet; werkgelegenheid wordt sociale werkvoorziening; gemeentelijk minimabeleid wordt gemeentelijk armoede- en schuldenbeleid; oudheidkunde / musea wordt musea; handel en ambacht wordt handel, ambacht en industrie. Voor een was / wordt lijst over de nieuwe programmaindeling verwijzen we naar hoofdstuk 3.10. Per programma verwijzen we naar beleidsdocumenten. Via de link in iedere programmakop komt u bij deze documenten op de site terecht. Niet alle beleidsdocumenten vindt u hier terug. In verband met de transities bieden we u sommige beleidsdocumenten pas in het najaar aan.
Programmabegroting 2015
8
Programma's
Programmabegroting 2015
9
Programma Bestuur en burger De visie van het programma
Een gemeentelijke organisatie, die dienstverlenend en vraaggericht is. Die de klant centraal stelt en er voor de burger is. De organisatie werkt interactief samen met de burgers en maatschappelijke organisaties.
Hoofddoelstelling Hoofddoelstelling
Doelstelling Wat willen we bereiken?
Prestaties Wat gaan we daarvoor doen?
1) De burgers hebben het vertrouwen dat het bestuur beleid ontwikkelt, besluiten neemt en diensten verleent die in het belang zijn van de lokale gemeenschap.
Het college informeert de raad zodanig dat het raadswerk optimaal kan worden uitgevoerd. De informatie moet beknopt en op maat zijn. Met deze informatie wordt de raad in staat gesteld om inhoud te geven aan zijn rol. College en raad maken duidelijke afspraken over de wijze waarop het college de informatie verstrekt (planning en control). Door efficiënter te vergaderen heeft de raad meer tijd om de rol van volks - vertegenwoordigende op te pakken.
De gemeenteraad vertegenwoordigt de bevolking. De raad stelt de beleidskaders vast en controleert het college, c.q. het gevoerde beleid. De gemeente Buren wil zich kenmerken door een professioneel en daadkrachtig bestuur. Met een goede wisselwerking tussen de burgers en bestuur. Ook streeft zij verdere verbetering van de dienstverlening na.
Programmabegroting 2015
2) In de gemeentelijke dienstverlening realiseren we de kortste weg naar een adequaat antwoord. De gemeente blijft het aanspreekpunt in de communicatie.
10
We realiseren voor alle vragen van burgers en bedrijven een goed toegankelijk loket; Onze dienstverlening is begrijpelijk, vriendelijk en snel; We hanteren en realiseren servicenormen voor balie en telefonie; We verlenen meer diensten digitaal; We toetsen het niveau van de dienstverlening periodiek met klanttevredenheidsonderzoeken; De raad krijgt in het 1ste kwartaal 2015 een verkennende notitie voorgelegd over verdere ontwikkeling van dienstverlening. Daarin o.a. aandacht voor een centraal meldpunt, zaakvolgsysteem e.d.
Hoofddoelstelling (vervolg) Hoofddoelstelling
Doelstelling Wat willen we bereiken?
Prestaties Wat gaan we daarvoor doen? We ontwikkelen de gemeente Buren verder naar een regiegemeente in 2015; De gemeente Buren blijft een zelfstandige gemeente met een ambtelijke organisatie die als regisseur klein en krachtig is; We werken concreet aan de ontwikkeling van de vaardigheden voor een regiegemeente (sturen op resultaat en contractmanagement); We ontwikkelen visie/uitgangspunten voor de toepassing van mediation; We werken eind 2015 in een papierarme organisatie; Het huidige gemeentehuis blijft gemeentekantoor en voor de overtollige m2 streven we naar nieuwe bestemmingen in 2015.
3) Uitvoering collegeprogramma 2014 / 2018.
De gemeente Buren wil zich kenmerken door een professioneel en daadkrachtig bestuur. Met een goede wisselwerking tussen de burgers en bestuur. Ook streeft zij verdere verbetering van de dienstverlening na.
Eind 2014 ronden we het project Begroting op Peil 2018 af. Vanaf 2015 pakken we de taakstellingen uit dit project op en voeren we deze uit. Als gevolg van de besluiten is de Meerjarenbegroting 2015/2018 sluitend en is de financiële positie van de gemeente Buren goed.
4) Houdbare financiële positie is conform de richtlijnen van de provincie Besluit Begroting en Verantwoording (BBV), Informatie voor Derden (IV3) e.d.
De inkomsten / uitgaven van programma Bestuur en burger Wat kost programma Bestuur en burger? (€ x 1.000,-) Coördinerend portefeuillehouder
J.A. de Boer MSc
Lasten
Werkelijk Begroot Begroot Begroot Begroot Begroot 2013 2014 2016 2017 2018 2015 4.772 4.712 5.281 5.184 4.712 4.925
Baten Saldo programma
Programmabegroting 2015
-567
-561
-541
-548
-548
-548
4.714
4.623
4.384
4.224
4.164
4.164
11
De incidentele baten en lasten van programma Bestuur en burger Wat zijn de incidentele baten en lasten van programma Bestuur en burger? (€ x 1.000,-) Begroot 2015
Verkiezingen Saldo lasten programma Saldo baten programma
Begroot 2016
Begroot 2017
Structureel
Incidenteel 56
Structureel
Incidenteel 28
4.869
56
4.744
28
-541
0
-548
0
Structureel
Begroot 2018
Incidenteel 28
Structureel
Incidenteel 28
4.684
28
4.684
28
-548
0
-548
0
Begroot 2016
Begroot 2017
De reserves van programma Bestuur en burger Wat zijn de reserves van programma Bestuur en burger? (€ x 1.000,-) Stand reserves per 01/01
Geen reserves voor dit programma
Werkelijk 2013
Begroot 2014
Begroot 2015
Saldo programma Bestuur en burger (x € 1.000,-)
Programmabegroting 2015
12
Begroot 2018
Ter informatie: de kern beheerproducten van programma Bestuur en burger Raad Doel Wat willen we bereiken?
1. De raad is tevreden over de ambtelijke ondersteuning. 2. De raad is tevreden over de voorbereiding van de besluitvorming.
Prestaties Wat gaan we daarvoor doen?
Planning & indicatoren
1.1 Adequate ondersteuning van de gemeenteraad. Hierbij ligt de nadruk op het duaal handelen van de raad. 1.2 Doelgerichte planning en control (begroting en rekening, planning en uitvoering).
1.1 en 1.2 Afstemming in de Kwaliteitscommissie (min. 4 maal per jaar) en afstemming in het fractievoorzittersoverleg (beleidsagenda raad en jaarplan griffie).
1.3 Accountant en Rekenkamercommissie in staat stellen het adviseurschap aan de raad op adequate wijze in te vullen.
1.3.1 De accountant adviseert de raad actief over de grote risico's in de jaarrekening.
1.4 Voortzetting inzet middelen (digitaal, social media).
1.3.2 onderzoeken en/of brieven Rekenkamercommissie. 1.4 Zie jaarverslag griffie. 2. Continue evaluatie voorbereiding besluitvorming in fractievoorzittersoverleg en agendacommissie.
College en de burgemeester Doel Wat willen we b ik ?
1. Het college neemt goede besluiten en bereidt de besluitvorming van de raad voor. 2. De raad heeft alle informatie die nodig is om zijn werk te doen. 3. Het college voert raadsbesluiten uit.
Prestaties Wat gaan we daarvoor doen?
1.1 De ambtelijke organisatie adviseert en ondersteunt het college in het nemen van goede besluiten. 1.2. Politiek invoelvermogen verder ontwikkelen. 2.1. Het college ziet erop toe dat de raad tijdig en adequaat wordt geïnformeerd. 3.1 Uitvoeringshandelingen doen.
Planning & indicatoren
1.1 Wekelijkse BenWvergaderingen o.b.v. bestuurlijke planning. 1.2. Als speerpunt opnemen in juridisch vakberaad. 2.1 Adequate raadsinformatie via raadsvoorstellen, RI-brieven, Raadsjournaal, flitsberichten, persberichten, besluitenlijsten, vragen beantwoorden. 3.1 Verantwoording via de jaarrekening.
Programmabegroting 2015
13
Voorlichting en communicatie Doel Wat willen we bereiken?
1. De organisatie past burgerparticipatie goed toe. 2. 70% van de burgers vindt dat ze goed geïnformeerd zijn over beleid van de gemeente. 3. De gemeente Buren krijgt een beter imago in de ogen van haar burgers.
Prestaties Wat gaan we daarvoor doen?
Planning & indicatoren
1.1 Wij maken jaarlijks een bestuursevaluatie en formuleren verbeterpunten. Het college beslist hierover en de raad wordt geïnformeerd.
1.1 Het verwerken van de verbeterpunten uit de evaluatie. Waaronder het beter in kaart brengen van kosten en opbrengsten van burgerparticipatie.
2.1 Het signaleren van ontwikkelingen in de informatievoorziening. 3.1 Het imago van de gemeente Buren verbeteren door er voor te zorgen dat de lokale media tevreden zijn over de informatievoorziening vanuit de gemeente.
2.1 Het herhalen van het onderzoek uit 2012. 3.1 Dit via 35 persgesprekken per jaar, 35 persberichten, 150 persvragen.
Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens Doel Wat willen we b ik ? 1. Een moderne basisregistratie, waarmee persoonsgegevens snel, effectief en efficiënt ter beschikking kunnen worden gesteld. 2. Voorkomen van fouten in correspondentie met onze inwoners.
3. Correcte uitvoering van naturalisaties.
Programmabegroting 2015
Prestaties Wat gaan we daarvoor doen?
Planning & indicatoren
1.1 We voldoen aan de wettelijke normen voor inhoudelijke kwaliteit van de persoonsgegevens, privacybescherming en procesmatig werken.
1.1 Permanent proces. Periodiek interne kwaliteitsaudits
2.1 We zorgen voor organisatiebreed verplicht gebruik van de persoonsgegevens uit de BRP bij de uitvoering van diverse publiekrechtelijke taken.
2.1 In 2015 de zelfevaluatie/ kwaliteitsaudit BRP met goed gevolg doorlopen.
2.2 Eenmalige verstrekking, meervoudig gebruik van persoonsgegevens. 3.1 We brengen advies uit aan het Ministerie van Justitie, binnen de wettelijke termijn.
14
3.1 Jaarlijks brengen we 15 adviezen uit.
Ter informatie: beheerproducten programma Bestuur en burger Beheerproducten: meerjarig budget (€ x 1.000,-) Beheerproducten (portefeuillehouder)
Werkelijk 2013
Begroot 2014
Begroot 2015
Begroot 2016
Begroot 2017
Begroot 2018
Raad (J.A. de Boer)
1.518
1.499
1.491
1.439
1.444
1.446
College en de burgemeester (J.A. de Boer)
1.243
1.300
1.132
1.118
1.119
1.126
Commissie bezwaarschriften (J.A. de Boer)
106
114
117
112
112
112
Directie (J.A. de Boer)
554
500
345
342
246
246
88
141
151
144
144
140
150
98
212
205
205
205
65
44
40
39
39
39
Voorlichting en communicatie (J.A. de Boer) Bestuurssecretariaat (J.A. de Boer) Representatie (J.A. de Boer) Burgerlijke stand (J.A. de Boer) Gem. basisadm. persoonsgegevens (J.A. de Boer)
77
73
76
74
74
74
480
324
359
351
352
350
Documenten burgerzaken (J.A. de Boer)
-9
-15
5
1
2
1
Verkiezingen (J.A. de Boer)
10
122
97
42
69
69
Webbeheer (J.A. de Boer)
147
108
108
106
106
105
Archiefbewaarplaatsen (J.A. de Boer)
285
315
252
251
251
251
4.714
4.623
4.384
4.224
4.164
4.164
Saldo programma Bestuur en burger
Programmabegroting 2015
15
Ter informatie: bestaande beleidskaders
2002: Verordening op de ambtelijke bijstand en de fractieondersteuning 2003: Klachtenregeling gemeente Buren 2003: Verordening 213 (Accountant) 2004: Handvest Informatieplicht 2006: Nota raadscommunicatie Buren 2006: Verordening externe klachtbehandeling (ombudscommissie) 2008: Verordening commissie bezwaarschriften 2009: Burgerparticipatie 2009: Verordening financiële bijdrage fractieondersteuning 2011: Inspraak- en participatieverordening 2011: Rekenkamercommissie (wijziging verordening en benoeming voorzitter) 2011: Verordening op het onderzoeksrecht van de Raad 2012: Organisatieontwikkeling 2012: Toekomst lokaal bestuur en samenwerking 2012: Vergaderstructuur 2013: Verordening Basisregistratie Personen (BRP) 2014: Gedragscode politieke ambtsdragers 2014: Reglement van orde gemeenteraad Buren 2014: Verordening op de voorbesprekingen/Informatie bijeenkomsten
Programmabegroting 2015
16
Programma Openbare orde en veiligheid De visie van het programma
De veiligheid in de gemeente Buren zoveel mogelijk bevorderen en het handhaven van de openbare orde. Burgers voelen zich het best thuis in een omgeving die veiligheid biedt en hen ook het gevoel van veiligheid geeft.
Hoofddoelstelling Hoofddoelstelling
Doelstelling Wat willen we bereiken?
Prestaties Wat gaan we daarvoor doen?
1) Voorkomen van inbreuken op (openbare) orde, leefbaarheid en veiligheid.
In samenwerking met partners en inwoners zorgen we voor een veilige leefomgeving in de gemeente Buren.
2) Verbeteren van de sociale veiligheid en leefbaarheid door het oppakken van speerpunten uit de kadernota veiligheid.
Programmabegroting 2015
17
Gebruik maken van de kracht van de burger, versterken positie signaleringsgroepen en ondersteunen van andere initiatieven; Waar mogelijk ondersteunen bij de toepassing van (pre)mediation tussen burgers; Preventie activiteiten o.a. op het gebied van woninginbraken. In 2015 hebben we de grootste integrale veiligheidsrisico’s in beeld; We stellen een nieuwe Kadernota 2015 - 2018 voor Buren op waarin de speerpunten en doelstelling van het veiligheidsbeleid zijn opgenomen. Daarbij betrekken we de gemeenteraad (informatieavonden, partijen uitnodigen zoals politie en brandweer. De regie blijft bij de gemeente liggen; Deze speerpunten en doelstellingen werken we jaarlijks uit in een uitvoeringsplan; Het uitvoeringsplan Buren wordt jaarlijks door het college geëvalueerd en de raad wordt in december daarover geïnformeerd; Omdat veiligheid grensoverschrijdend is, maken we samen met de gemeenten uit ons basisteam De Waarden (9 gemeenten Rivierenland) een regionale Kadernota en jaarlijks een uitvoeringsplan.
Hoofddoelstelling (vervolg) Hoofddoelstelling
In samenwerking met partners en inwoners zorgen we voor een veilige leefomgeving in de gemeente Buren.
Doelstelling Wat willen we bereiken?
Prestaties Wat gaan we daarvoor doen?
3) Voldoen aan de norm van de Wet veiligheidsregio’s.
Regionale crisisteams zijn per 1-12015 volledig operationeel en dragen bij aan de kwaliteit van de hulpverlening en het veiligheidsgevoel van de inwoners; In 2015 worden door de regio een tweetal oefeningen gehouden en zorgen wij voor bijscholing rampenbestrijding.
De inkomsten / uitgaven van programma Openbare orde en veiligheid Wat kost programma Openbare orde en veiligheid? (€ x 1.000,-) Coördinerend portefeuillehouder
J.A. de Boer MSc
Lasten
Werkelijk Begroot Begroot Begroot Begroot Begroot 2013 2014 2016 2017 2018 2015 2.070 2.038 2.015 2.039 2.038 2.044
Baten Saldo programma
-107
-134
-30
-30
-30
-30
1.963
1.881
2.014
2.008
2.009
2.008
De incidentele baten en lasten van programma Openbare orde en veiligheid Wat zijn de incidentele baten en lasten van programma Openbare orde en veiligheid? (€ x 1.000,-) Begroot 2015
Begroot 2016
Begroot 2017
Structureel
Incidenteel
Structureel
Incidenteel
Saldo lasten programma
2.044
0
2.038
0
Saldo baten programma
-30
0
-30
0
Programmabegroting 2015
18
Structureel
Begroot 2018
Incidenteel
Structureel
Incidenteel
2.039
0
2.038
0
-30
0
-30
0
De reserves van programma Openbare orde en veiligheid Wat zijn de reserves van programma Openbare orde en veiligheid? (€ x 1.000,-) Stand reserves per 01/01 Werkelijk Begroot Begroot Begroot Begroot Begroot 2013 2014 2016 2017 2018 2015 Brandweerkazerne Beusichem * 217 211 204 198 191 184 * Betreft een reserve om kapitaallasten te dekken. De omvang van de reserve is voldoende om alle toekomstige kapitaallasten te dekken.
Saldo programma Openbare orde en veiligheid (x € 1.000,-)
Ter informatie: de kern beheerproducten van programma Openbare orde en veiligheid Crisisbeheersing Doel Wat willen we bereiken?
Prestaties Wat gaan we daarvoor doen?
Planning & indicatoren
1. Voldoen aan wettelijke verplichting.
2.1 Opleiden en trainen functionarissen stafsectie Bevolkingszorg.
2.1 Regionaal opleidingsprogramma 2015 uitvoeren
2. Een kwalitatief hoogwaardige crisisorganisatie.
2.2 Opleiden en trainen functionarissen gemeentelijke teams.
2.2 Samen met VRGZ lokale opleidingen / trainingen verzorgen.
3. Medewerkers die voldoen aan de regionale kwaliteitseisen.
Programmabegroting 2015
3.1 Uitvoering geven aan regionale beleidsplannen en het regionale Jaarplan Opleiden, Trainen en Oefenen van de VRGZ 2015.
19
3.1 Regionaal inkopen en aanbieden van noodzakelijke opleidingen en trainingen.
Openbare orde en veiligheid Doel Wat willen we bereiken?
1. Een veilige leef- en woonomgeving. Terugdringen criminaliteit en overlast.
Prestaties Wat gaan we daarvoor doen?
Planning & indicatoren
1.1 Een veiligheidsanalyse uitvoeren, resultaten spiegelen aan stakeholders en daaruit prioriteiten en doelstellingen vaststellen in een nieuwe Kadernota.
1.1 In de Kadernota Veiligheid 2015 - 2018 staan de belangrijkste veiligheidsthema's (speerpunten) met daarbij doelstellingen.
1.2 De speerpunten jaarlijks uitwerken in een Jaarplan, waarin per speerpunt aangegeven wordt welke maatregelen en acties ondernomen worden om de criminaliteit en overlast terug te dringen. Het Jaarplan tijdig evalueren en daar waar nodig bij te sturen / nieuwe acties en maatregelen opnemen.
1.2 In het Jaarplan 2015 worden de acties en maatregelen per speerpunt weergegeven.
Ter informatie: beheerproducten programma Openbare orde en veiligheid Beheerproducten: meerjarig budget (€ x 1.000,-) Beheerproducten (portefeuillehouder)
Werkelijk 2013
Crisisbeheersing (J.A. de Boer) Uitvoering APV & bijzondere wetten (J.A. de Boer)
Begroot 2014
Begroot 2015
Begroot 2016
Begroot 2017
Begroot 2018
103
67
67
60
60
60
28
78
59
55
55
55
1.781
1.701
1.830
1.838
1.838
1.837
Evenementen (J.A. de Boer)
28
12
39
37
37
37
Dierenbescherming (S. van Alfen)
22
23
19
19
19
19
1.963
1.881
2.014
2.008
2.009
2.008
Openbare orde en veiligheid (J.A. de Boer)
Saldo programma Openbare orde en veiligheid
Ter informatie: bestaande beleidskaders
2011: Kadernota Veiligheid 2011-2014 2012: Algemene plaatselijke verordening 2014: Uitvoeringsplan Veiligheid 2014
Programmabegroting 2015
20
Programma Openbare ruimte, vervoer en infrastructuur De visie van het programma
De kwaliteit van de openbare ruimte draagt in belangrijke mate bij aan de leefbaarheid, de aantrekkelijkheid en de veiligheid van onze gemeente. Voor zowel de eigen bewoners, als bezoekers. We werken van buiten naar binnen, samen met bewoners en anderen aan een leefbare, bruikbare, functionele, aantrekkelijke en veilige gemeente.
Hoofddoelstelling Hoofddoelstelling
We willen een actueel en samenhangend beleid en beheer van de openbare ruimte. Waar we planmatig aan werken, samen met de inwoners.
Doelstelling Wat willen we bereiken?
Prestaties Wat gaan we daarvoor doen?
1) Optimaal beheer openbare ruimte
Werkzaamheden in de openbare ruimte worden uitgevoerd conform het opgestelde beeldkwaliteitsplan.
2) Samenhang in kwaliteit van inrichting, beleid, beheer en materiaalgebruik.
3) Van Buiten naar Binnen: burgergericht
Programmabegroting 2015
21
Op basis van het integrale beleidsplan openbare ruimte 2014 werken we in 2015 aan een integrale aanpak voor inrichting en beheer van de Openbare Ruimte in Buren. In 2015 maken we beheer en uitvoeringsplannen op basis van de integrale visie en het integrale beleidsplan.
We betrekken de inwoners nadrukkelijk bij het proces van planvorming tot uitvoering. We leggen gemaakte keuzes helder uit. We vragen inwoners om hun mening en spelen in op signalen uit de samenleving. We werken met servicenormen en kwaliteitsniveaus; Meldingen zien we als verbeteringssignaal voor de dienstverlening en producten. In 2015 geven we het meldpunt openbare ruimte meer bekendheid.
De inkomsten / uitgaven van programma Openb. ruimte, vervoer & infrastructuur Wat kost programma Openb. ruimte, vervoer & infrastructuur? (€ x 1.000,-) Coördinerend portefeuillehouder
S. van Alfen
Lasten
Werkelijk Begroot Begroot Begroot Begroot Begroot 2013 2014 2016 2017 2018 2015 10.191 10.833 10.250 10.108 10.099 10.275
Baten Saldo programma
-3.850
-3.511
-3.390
-3.382
-3.385
-3.357
6.341
7.322
6.885
6.868
6.723
6.741
De incidentele baten en lasten van programma Openb. ruimte, vervoer & infrastructuur Wat zijn de incidentele baten en lasten van programma Openb. ruimte, vervoer & infra? (€ x 1.000,-) Begroot 2015
Beheer oppervlakte water Baggeren Landschapsontwikkeling Saldo lasten programma Beheer oppervlakte water Saldo baten programma
Begroot 2016
Begroot 2017
Structureel
Incidenteel 5 220 110
Structureel
Incidenteel 78 -
9.940
335
10.172
78
Structureel
10.020
-8 -3.390
0
-3.374
-8
-3.375
Begroot 2018
Incidenteel 88 -
Structureel
Incidenteel 110 -
88
9.989
110
-10 -10
-3.357
0
De reserves van programma Openb. ruimte, vervoer & infrastructuur Wat zijn de reserves van programma Openb. ruimte, vervoer & infrastructuur? (€ x 1.000,-) Stand reserves per 01/01 Werkelijk 2013 3.233 357
Begroot 2014 3.432 445
Begroot 2015 2.869 441
Begroot 2016 2.729 438
Begroot 2017 2.711 515
Begroot 2018 2.856 539
Gemeentelijk rioleringsplan Omgevingsgerichte uitgaven & bovenplantse verevening Beheer oppervlaktewater 380 323 291 221 143 295 Heractivering riolering * 2.132 1.864 1.427 1.284 1.160 1.617 * Betreft een reserve om kapitaallasten te dekken. De omvang van de reserve is voldoende om alle toekomstige kapitaallasten te dekken.
Programmabegroting 2015
22
Saldo programma Openb. ruimte, vervoer & infrastructuur (x € 1.000,-) 7.322 6.341
Ter informatie: kern beheerproducten van programma Openb. ruimte, vervoer & infra Onderhoud infrastructuur Doel Wat willen we bereiken?
Prestaties Wat gaan we daarvoor doen?
1. Wegen: Het in standhouden van de gemeentelijke wegen, conform het vastgestelde onderhoudsniveau RB (heel en veilig).
1.1 In 2015 voldoet 80% van de wegen aan het vastgestelde onderhoudsniveau Rb (heel en veilig): - aanbrengen 25000 m2 asfalt deklagen; - aanbrengen van 80.000 m2 conserveringslagen; - herstraten van 10000 m2 verhardingen; - uitvullen van 30 km bermen; - roven van bermen, 800m3 .
2. Civiele kunstwerken: Het in standhouden van de gemeentelijke kunstwerken, conform het vastgestelde onderhoudsniveau "functioneel".
Programmabegroting 2015
Planning & indicatoren 1.1 Het aanbieden van een geactualiseerd financieel beheerplan wegen voor de periode 2015 -2045. 1.2 Het inspecteren van het areaal. 1.3 Jaarlijkse prioritering van de onderhoudsmaatregelen. 1.4 Het geven van een opdracht voor de voorbereiding, uitvoering en toezicht op de onderhoudswerkzaamheden.
2.1 In 2015 voldoet 90% van onze civiele kunstwerken aan het vastgestelde kwaliteitsniveau "functioneel": - repareren van 35stuks duikers; - schilderen 5 stuks brug leuningen; - reinigen van 20 stuks duikers; - 450 ml oeverbeschoeiingen.
23
2.1 Het aanbieden van een geactualiseerd financieel beheerplan kunstwerken voor de periode 2015 -2025. 2.2 Vijf jaarlijkse inspectie van de gemeentelijke kunstwerken. 2.3 Jaarlijkse prioritering van de onderhoudsmaatregelen. 2.4 Opdracht geven voor de voorbereiding, uitvoering & toezicht op onderhoudswerkzaamheden.
Openbare ruimten Doel Wat willen we bereiken?
1. Groen: Het in standhouden van het openbaar groen op het vastgestelde onderhoudsniveau.
2. Bomen: Het duurzaam onderhouden van de bomen. Beperken risico’s en aansprakelijkheid stellingen.
Prestaties Wat gaan we daarvoor doen?
Planning & indicatoren
1.1 We voldoen 100% aan kwaliteitsniveau: Centrumgebied niveau A (netjes) Woonwijken niveau B (basis) Industrieterreinen en buitengebied niveau C (sober).
1.1 In 2015 wordt de hele gemeente onderhouden op het afgesproken inhoudsniveau.
2.1 Het uitvoeren van 7000 tot 8000 boomveiligheid controles volgens de wettelijke bepalingen.
2.2 Het uitvoeren van regulier en noodzakelijk onderhoud op circa 3000 bomen (snoeien, kappen en vervangen). 3. Hondenbeleidsplan Beperken van de overlast.
Programmabegroting 2015
Aansturen contract uitgevoerd door de AVRI Vergroten van de doelmatigheid door Integraal werken (IBOR) verder uit te werken. 2.1 Het monitoren van de jaarlijkse inspectie en het onderhoud door de AVRI van de risicovolle bomen. Maar ook van de inspectie van de overige bomen die de AVRI eenmaal per drie jaar doet. van de overige bomen. 2.2 Aansturen van de uitvoeringen op contractbasis door de AVRI.
3.1 Evaluatie hondenbeleid
3.1 In 2015 evalueren we hondenbeleid in relatie met honden belasting.
3.2 Communiceren naar burgers via internet, folders en kranten.
3.2 Uitvoeren onderzoek inzet subsidiemogelijkheden terugdringen overlast hondenpoep.
3.3 Faciliteren door opruimmiddelen beschikbaar te stellen.
3.2 Aansturen van de uitvoeringen op contractbasis door de AVRI.
24
Verkeer en vervoer Doel Wat willen we bereiken?
1. Vervoer: Op de behoefte van de bewoners toegesneden openbaar vervoer bevorderen en handhaven. 2. Weg meubilair: Het weg meubilair is heel, schoon en netjes, maar is best wat op aan te merken. 3. Verkeer: Het terugdringen van het aantal verkeersslachtoffers en het leefbaar en bereikbaar houden van de gemeente. Uitvoering geven aan het uitvoeringsprogramma 2012-2015. Uitvoering geven aan het Plan van aanpak veilig fietsen.
Prestaties Wat gaan we daarvoor doen?
Planning & indicatoren
1.1 In stand houden van de dienstlijnen van het openbaar vervoer en/of alternatieven aanbieden (basismobiliteit).
1.1 In regionaal verband 4x overleg met Provincie in 2015.
2.1 Het straatmeubilair voldoet in 2014 voor 100 % aan het vastgestelde beeldkwaliteitsniveau.
2.1 Regulier onderhouden van o.a. 175 banken en picknicktafels,110 bushaltes, 205 afvalbakken, 4.700 afzetpalen & 2.700 verkeersborden o.b.v. beeldbestek.
3.1 In 2020 maximaal 1 dode & 14 ziekenhuisgewonden per jaar.
3.1 Aandeel fietsongevallen reduceren en verkeersveiliger inrichten.
3.2 Verkeersvoorlichting en educatie op alle 16 basisscholen, peuterspeelzalen en voor- en naschoolse opvang.
3.2 Een keer per jaar wordt het verkeersexamen afgenomen.
3.4 Doelmatiger werken IBOR
3.3 Overleggen met aanwonenden, organiseren inloopavond, begeleiden subsidieproject, adviseren verkeersmaatregelen.
3.5 Binnen dijkverzwaringstraject 60 km inrichting verbeteren en bermverharding aanbrengen (circa 10 km).
3.4 Bij het maken van de bestekken zoeken we aansluiting met andere beheerplannen.
3.6 A15 veiliger maken en laten verbreden.
3.5 Overleggen met Waterschap en aannemer.
3.3 Verwijderen/aanpassen fietspaaltjes en overtollig straatmeubilair.
3.6 In regionaal verband afspraken maken, lobbyen & beleid ondersteunen voor plannen verbreding A15.
Programmabegroting 2015
25
Riolering Doel Wat willen we b ik ? 1. Stedelijk afvalwater: Gezonde leefomgeving.
2. Hemelwater: Het voorkomen van wateroverlast in de openbare ruimte.
3. Grondwater: Structurele overlast van de grondwaterstand voorkomen.
Prestaties Wat gaan we daarvoor doen?
Planning & indicatoren
1.1 Het beheren van minizuiveringen op locatie.
1.1 20 inspecties en 60 onderhoudsbeurten per jaar.
1.2 Inzamelen en transporteren van afvalwater via het rioolstelsel.
1.2 Gemalen: 100 inspecties en 300 onderhoudsbeurten per jaar Stelsel: volgens inspectieprogramma (gemiddeld 10 km inspectie per jaar).
2.1 Metingen verrichten in het rioolstelsel.
2.1 120 locaties per jaar.
2.2 Uitvoeren van modelberekeningen.
2.2 2 Kernen per jaar.
2.3 Bepalen van de maatregelen.
2.3 2 Kernen per jaar.
2.4 Uitvoeren maatregelen.
2.4 Verwerken in de jaarlijkse financiële actualisatie GRP.
3.1 Registratie meldingen overlast.
3.1 5 keer per jaar.
Ter informatie: beheerproducten programma Openb. ruimte, vervoer & infrastructuur Beheerproducten: meerjarig budget (€ x 1.000,-) Beheerproducten (portefeuillehouder) Onderhoud infrastructuur (S. van Alfen)
Werkelijk 2013 3.242
Begroot 2015
Begroot 2014 3.528
Begroot 2016
3.658
Begroot 2017
4.027
Begroot 2018
4.035
4.039
Nutsvoorzieningen (S. van Alfen)
549
589
506
506
506
506
Openbare ruimten (S. van Alfen)
1.531
1.573
1.655
1.654
1.654
1.653
Verkeer en vervoer (S. van Alfen)
588
359
350
350
350
349
Gemeenteveer (S. van Alfen)
-44
-44
-44
-44
-44
-44
-180
379
140
18
-144
-175
0
0
0
0
0
0
149
199
157
165
165
180
3
0
0
0
0
0
365
295
237
82
90
122
4
0
0
0
0
0
134
444
225
111
111
110
6.341
7.322
6.885
6.868
6.723
6.741
Riolering (S. van Alfen) Begraafplaatsen (H.N. de Ronde) Onderhoud monumenten (H.N. de Ronde) Omgevingsgerichte uitgaven (S. van Alfen) Beheer oppervlaktewater (S. van Alfen) Project herijking buitendienst (S. van Alfen) Landschapsontwikkeling (S. van Alfen)
Saldo programma Openb. ruimte, vervoer en infrastructuur
Programmabegroting 2015
26
Ter informatie: bestaande beleidskaders
1998: Regionaal Verkeer- en Vervoerplan 2000: Uitwerkingsplan Duurzaam Veilig 2004: Nota Mobiliteit 2004: Nota Ruimte 2004: Provinciaal Verkeer- en Vervoerplan 2005 en 2012: Gemeentelijk Verkeer en Vervoerplan 2008: Beleidsplan begraafplaatsen 2009: Beleidsplan GRP 2009: Waterplan 2010: Beheerplan civiele kunstwerken 2010: Beheerplan groen 2010: Hondenbeleid 2011: Beheerplan wegen 2011: Financiële actualisatie gemeentelijke rioleringsplan 2011: Regionaal Verkeersveiligheidsplan 2012: Landschapsontwikkelingsplan 2013: Beheerplan onderhoud gebouwen 2013: Beleidsplan openbare verlichting 2014: Beheerplan baggeren 2014: Integrale visie openbare ruimte
Programmabegroting 2015
27
Programma Lokale economie De visie van het programma
We versterken de lokale economie en werkgelegenheid in de gemeente Buren, o.a. door de verkoop van bedrijfskavels op Doejenburg II. In een veranderende maatschappij liggen nieuwe kansen. De sector recreatie en toerisme (vrijetijdseconomie) is een belangrijke economische drager. Toename van het aantal (dag-)toeristen en bestedingen in de gemeente is daarbij van belang. In de agrarische sector stimuleren we de verbredingsmogelijkheden als kamperen bij de boer, B&B. Het behoud van de fruitsector vinden we belangrijk en waar mogelijk ondersteunen we die.
Hoofddoelstelling Hoofddoelstelling
Doelstelling Wat willen we bereiken?
Prestaties Wat gaan we daarvoor doen?
1) Versterking van het dagtoerisme in de Stad Buren.
In 2015 geven we verder uitvoering aan de Koepelvisie Buren aan de hand van het Uitvoeringsplan.
2) Versterking van de economische en recreatieve kracht van de gemeente Buren door verbinding te zoeken met recreatie, cultuur en natuur.
We werken in regioverband de 'Kansenkaart recreatie en toerisme' en de 'Toeristisch Recreatieve Visie Regio Rivierenland 2012-2015' uit. We faciliteren de aanleg van glasvezel in de gemeente Buren We faciliteren de ontwikkeling van breedband door de Regio Rivierenland. Een op te richten ondernemersplatform in Buren is een reguliere gesprekspartner van de gemeente en fungeert als ontmoetingsplek.
Ontwikkeling van de lokale economie en werkgelegenheid in de gemeente Buren.
3) Nieuwe bedrijven vestigen zich in de gemeente.
Programmabegroting 2015
28
We realiseren tot 31 december 2020 18 ha. bruto/13 ha. netto bedrijven- terrein in Maurik (Doejenburg II). We promoten de uitgifte van het bedrijventerrein Doejenburg II in Maurik. We zetten dat in 2015 door op basis van het “Verkoopplan bedrijventerrein Doejenburg”. We stellen de uitgifteprijzen van gronden vast. Daarbij kunnen strategische overwegingen een rol spelen. We ontwikkelen een plan voor de ontwikkeling van een winkelconcentratie in Lienden.
De inkomsten / uitgaven van programma Lokale economie Wat kost programma Lokale economie? (€ x 1.000,-) Coördinerend portefeuillehouder
H.N. de Ronde
Lasten
Werkelijk Begroot Begroot Begroot Begroot Begroot 2013 2014 2016 2017 2018 2015 787 683 571 570 572 563
Baten
-296
-61
-176
-176
-176
-176
491
622
387
395
396
394
Saldo programma
De incidentele baten en lasten van programma Lokale economie Wat zijn de incidentele baten en lasten van programma Lokale economie? (€ x 1.000,-) Begroot 2015
Begroot 2016
Begroot 2017
Structureel
Incidenteel
Structureel
Incidenteel
Saldo lasten programma
563
0
571
0
Saldo baten programma
-176
0
-176
0
Structureel
Begroot 2018
Incidenteel
Structureel
Incidenteel
572
0
570
0
-176
0
-176
0
Begroot 2016
Begroot 2017
De reserves van programma Lokale economie Wat zijn de reserves van programma Lokale economie? (€ x 1.000,-) Stand reserves per 01/01
Geen reserves voor dit programma
Werkelijk 2013
Begroot 2014
Begroot 2015
Saldo programma Lokale economie (x € 1.000,-)
Programmabegroting 2015
29
Begroot 2018
Ter informatie: de kern beheerproducten van programma Lokale economie Grondzaken Doel Wat willen we bereiken?
1. Het minimaal kostenneutraal juridisch en administratief beheer van gemeentelijke eigendommen.
Prestaties Wat gaan we daarvoor doen? 1.1 Een beheersbaar eigendommenbeheer.
Planning & indicatoren 1.1 Met betrekking tot bekende eigendommen overeenkomsten opstellen, actualiseren en beheren; op basis van ervaringsgegevens sluiten we 20 nieuwe overeenkomsten per jaar; 2x per jaar de administratieve afhandeling (400 contracten). 1.2 Eind 2015 actualiseren grondprijzenbrief. 1.3 Overeenkomsten opstellen voor restgroen stroken in de kern van Maurik, Beusichem, Zoelmond & Ravenswaaij conform plan van aanpak restgroen; o.b.v. ervaringsgegevens 15 per jr. 1.4. Niet strategisch eigendom stoten we af of we maken ontwikkelingen mogelijk. Daarbij maken we een uitzondering voor de monumentale gebouwen zoals het poortgebouw, het Heerenlogement en het Oranjemuseum. Ook dragen we de brandweerkazernes over.
Initiatieven economische ontwikkeling Doel Wat willen we bereiken?
1. Het beoogde effect is economische groei. Daarmee realiseren en vergroten van de werkgelegenheid binnen de gemeente.
Programmabegroting 2015
Prestaties Wat gaan we daarvoor doen?
Planning & indicatoren
1.1 Actieve rol van de gemeente door in te spelen op de ontwikkelingen van (agrarische) bedrijven.
1.1 Weten wat er in de markt speelt door contacten met de ondernemers en daarop inspelen.
1.2 Ontwikkelen van minimaal 2 ha op het bedrijventerrein Doejenburg II. 1.3 Het door ontwikkelen van het Regionaal Ontwikkelbedrijf (ROB). Verdeling van uit te geven bedrijventerrein in de regio en verder ontwikkelen van de Logistieke Hotspot Rivierenland (LHR).
30
1.2. Promotie en bekendheid geven aan de voorraad bedrijventerrein. 1.3 Deelname in de projecten.
Ter informatie: beheerproducten programma Lokale economie Beheerproducten: meerjarig budget (€ x 1.000,-) Beheerproducten (portefeuillehouder)
Werkelijk 2013
Begroot 2014
Begroot 2015
Begroot 2016
Begroot 2017
Begroot 2018
Grondzaken (H.N. de Ronde)
142
287
128
133
134
Initiatieven economische ontwikkeling (S. van Alfen)
175
216
134
135
135
135
Recreatie en toerisme (S. van Alfen)
174
119
125
126
126
126
Saldo programma Lokale economie
491
622
387
395
396
394
Ter informatie: bestaande beleidskaders
133
2009: Economisch Programmerings- en Ontwikkelingsdocument 2009: Sociaal Economische Visie Rivierenland 2009 -2020 2009: Structuurvisie Buren > economische paragraaf 2012: Kansenkaart recreatieve en toeristische ontwikkelingsmogelijkheden 2012: Structuurvisie Lingemeren 2012: Toeristisch recreatieve visie Regio Rivierenland 2012-2015, versterken en uitbouwen 2013: Koepelvisie Buren 2014: Afsprakenkader uitgifte bedrijfsterreinen 2014: Ontwikkeling Logistieke Hotspot Rivierenland
Programmabegroting 2015
31
Programma Werk en inkomen De visie van het programma
We bevorderen de economische zelfstandigheid van inwoners. Dit draagt bij aan de persoonlijke ontwikkeling en is van belang voor deelname aan de samenleving.
Hoofddoelstelling Hoofddoelstelling
Doelstelling Wat willen we bereiken?
Prestaties Wat gaan we daarvoor doen? We begeleiden inwoners naar werk en maatschappelijke participatie; We bieden inkomensondersteuning en / of bedrijfskapitaal aan starters en zelfstandigen; We adviseren en ondersteunen werkgevers t.b.v. behoud en versterking van werkgelegenheid We stimuleren werkgevers om mensen met een beperking in dienst te nemen NB: We verwachten in 2015 een verdere groei van het aantal cliënten.
1) Zoveel mogelijk inwoners zijn economisch zelfstandig / onafhankelijk.
We willen dat centraal staat bij de burger: de eigen verantwoordelijkheid; de regie over het eigen leven; de zelfredzaamheid.
2) Voor inwoners die (tijdelijk) niet in hun bestaan kunnen voorzien, is er een sociaal vangnet
We zorgen voor een rechtmatige en doelmatige uitvoering van de verschillende wetten inkomensvoorziening ( IOAW, IOAZ en BBZ en de nieuwe Participatiewet). NB: We verwachten in 2015 een verdere groei van het aantal cliënten.
3) Inwoners met een laag inkomen komen niet in financiële problemen.
4) Inwoners met problematische schulden worden zo snel mogelijk geholpen.
Programmabegroting 2015
32
We geven goede voorlichting over het minimabeleid; We zorgen voor een rechtmatige en doelmatige uitvoering van het minimabeleid (Bijzondere bijstand, Langdurigheidstoeslag, Subjectsubsidie, Wet Kinderopvang, Regeling Chronisch Zieken en Gehandicapten). We voeren de Wet schuldhulpverlening uit in overeenstemming met het gemeentelijke WMO beleid We geven informatie en advies; We bemiddelen bij schuldenregeling; We treffen betalingsregeling(en); We bieden inkomensbeheer; We begeleiden inwoners op weg naar een zelfstandig en verantwoord financieel beheer.
De inkomsten / uitgaven van programma Werk en inkomen Wat kost programma Werk en inkomen? (€ x 1.000,-) Coördinerend portefeuillehouder
S.T. Klein - de Jong
Lasten
Werkelijk Begroot Begroot Begroot Begroot Begroot 2013 2014 2016 2017 2018 2015 6.920 7.122 6.466 6.210 6.084 6.958
Baten Saldo programma
-5.504
-5.539
-2.661
-2.327
-2.216
-2.216
1.416
1.583
4.297
4.139
3.994
3.868
De incidentele baten en lasten van programma Werk en inkomen Wat zijn de incidentele baten en lasten van programma Werk en inkomen? (€ x 1.000,-) Begroot 2015
Begroot 2016
Begroot 2017
Structureel
Incidenteel
Structureel
Incidenteel
Saldo lasten programma
6.958
0
6.466
0
Saldo baten programma
-2.661
0
-2.327
0
Structureel
Begroot 2018
Incidenteel
Structureel
Incidenteel
6.210
0
6.084
0
-2.216
0
-2.216
0
De reserves van programma Werk en inkomen Wat zijn de reserves van programma Werk en inkomen? (€ x 1.000,-) Stand reserves per 01/01
Geen reserves voor dit programma
Werkelijk 2013
Begroot 2014
Begroot 2015
Begroot 2016
Saldo programma Werk en inkomen (x € 1.000,-)
Programmabegroting 2015
33
Begroot 2017
Begroot 2018
Ter informatie: de kern beheerproducten van programma Werk en inkomen Bijstandsbesluit zelfstandigen Doel Wat willen we b ik ? 1. We helpen inwoners om hun bedrijf voort te zetten als ze in financiële problemen zijn gekomen. We doen dit met een lening of uitkering als een commerciële bank niet helpt.
Prestaties Wat gaan we daarvoor doen?
Planning & indicatoren
1.1 Permanente activiteit, afhankelijk van de vraag. 1.1 Een rechtmatige en doelmatige uitvoering van het besluit bijstandsverlening zelfstandigen.
Aanvragen: - Bedrijfskrediet: ca. 12 - Levensonderhoud: ca. 6 Debiteuren: - Uitstaande leningen: ca. 30 (Raming 2015 op basis van ervaringscijfers 2013 en eerdere jaren.)
2. We bieden werkloze inwoners de mogelijkheid om hun eigen bedrijf te starten zodat ze zelf in hun levensonderhoud kunnen voorzien. Minimabeleid Doel Wat willen we bereiken?
Prestaties Wat gaan we daarvoor doen?
Planning & indicatoren
1.1 Permanente activiteit, afhankelijk van de vraag. 1. We willen voorkomen dat inwoners met een laag inkomen in financiële problemen komen.
Programmabegroting 2015
1.1 Een rechtmatige en doelmatige uitvoering van de Participatiewet en het gemeentelijke minimabeleid.
(Raming 2015 op basis van ervaringscijfers 2013 en eerdere jaren.) Aanvragen: - Bijzondere bijstand: 180 - Langdurigheidstoeslag: 45 - Maatsch. participatie: 45 - Chronisch zieken etc.: 50 - Subjectsubsidie: 150
34
Activering en re-integratie Doel Wat willen we b ik ?
Prestaties Wat gaan we daarvoor doen? 1.1 Een juiste invulling van het gemeentelijk besluit educatiebedragen (artikel 2.3.3. WEB).
1. Alle inwoners doen mee in de samenleving. Ze hebben werk en / of een zinvolle tijdsbesteding.
1.2 Een rechtmatige en doelmatige uitvoering van de Wet werk en bijstand en soortgelijke regelingen. 1.3 Het geven van informatie, begeleiding en een inburgeringsvoorziening aan iedere (nieuwe) inburgeringsplichtige.
Planning & indicatoren
1.1 Permanente activiteit, afhankelijk van de vraag en beschikbare middelen. (Raming 2015 op basis van ervaringscijfers 2013 en eerdere jaren.) Trajecten: - WIW betrekking: 3 - Gesubsidieerd werk: 3 - ID dienstbetrekking: 1 - Werkervaringsplaats: 20 - Stage: 5 - Directe bemiddeling: 60 - Beroepsopleiding: 5 - Inburgering: 12 - Psych. hulpverlening: 5 - Onderzoek arbeid: 20 - Vrijwilligerswerk: 20
Inkomensvoorziening Doel Wat willen we bereiken?
1. Er is een sociaal vangnet voor inwoners die (tijdelijk) zelf onvoldoende inkomen hebben. 2. Inwoners zijn zo snel mogelijk (weer) economisch zelfstandig. De uitkeringsduur is zo kort mogelijk. 3. De dienstverlening is correct en gaat uit van de eigen verantwoordelijkheid van de cliënt.
Programmabegroting 2015
Prestaties Wat gaan we daarvoor doen?
Planning & indicatoren
1.1 Een rechtmatige en doelmatige uitvoering van: de Participatiewet (stelselherziening WWB, nieuwe doelgroep voormalig Wajong en WSW); de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW); de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk gewezen zelfstandigen (IOAZ);
1.1 Permanente activiteit afhankelijk van de vraag.
2.1 We geven verder vorm aan de afspraken met de 'Werkzaak Rivierenland' (nu bekend als de RIW) over beschut werk en plaatsing van beperkt arbeidsgeschikten met loonkostensubsidie die onder de Participatiewet vallen.
35
(Raming 2015 op basis van ervaringscijfers 2013 en eerdere jaren.) Af te handelen aanvragen: - Participatiewet: 220 - IOAW: 8 - IOAZ: 4 Toe te kennen aanvragen: - Participatiewet: 145 - IOAW: 8 - IOAZ: 4 Lopende uitkeringen: - Participatiewet: 220 - IOAW: 20 - IOAZ: 12 Te beëindigen uitkeringen: - Participatiewet: 75 - IOAW: 2 - IOAZ: 2 Gerealiseerde plaatsingen beschut werk: 3 2.1 Planning hangt af van precieze invulling Participatiewet en kaders die u eind 2014 stelt.
Ter informatie: beheerproducten programma Werk en inkomen Beheerproducten: meerjarig budget (€ x 1.000,-) Beheerproducten (portefeuillehouder)
Werkelijk 2013
Begroot 2015
Begroot 2014
Begroot 2016
Begroot 2017
Begroot 2018
Inkomensvoorzieningen (S.T. Klein - de Jong)
907
863
785
821
840
841
Activering en re-integratie (S.T. Klein - de Jong)
275
331
604
588
584
583
-124
58
53
51
51
51
266
250
256
250
248
248
85
72
70
64
63
63
7
9
2.529
2.365
2.207
2.083
1.416
1.583
4.297
4.139
3.994
3.868
Bijstandsverl. zelfstandigen (S.T. Klein - de Jong) Minimabeleid (S.T. Klein - de Jong) Schuldhulpverlening (S.T. Klein - de Jong) Sociale werkvoorziening (S.T. Klein - de Jong)
Saldo programma Werk en inkomen
Ter informatie: bestaande beleidskaders
2004: Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers 2007: Verordening Wet inburgering 2012: Beleidsplan Schuldhulpverlening 2012-2016 2012: Beleidsregels Schuldhulpverlening 2014: Besluit nadere regels bijzondere bijstand gemeente Buren (najaar 2014) 2014: Verordening Afstemming Werk en Inkomen gemeente Buren (najaar 2014) 2014: Verordening Cliëntenparticipatie Werk en Inkomen gemeente Buren (najaar 2014) 2014: Verordening Handhaving Werk en Inkomen gemeente Buren (najaar 2014) 2014: Verordening Langdurigheidstoeslag Werk & Inkomen gemeente Buren (najaar 2014) 2014: Verordening Re-integratie Werk & Inkomen gemeente Buren (najaar 2014) 2014: Verordening Subjectsubsidie / Participatie gemeente Buren (najaar 2014) 2014: Verordening verrekening boete bij herhaald misbruik Werk en Inkomen gemeente Buren (najaar 2014)
Programmabegroting 2015
36
Programma Jeugd De visie van het programma
Ieder mens heeft invloed op zijn leven. Soms is die invloed kleiner geworden, waardoor iemand minder goed in staat is om zijn eigen problemen op te lossen. Hulpverlening richt zich er dan ook op om eigen kracht van de cliënt zo groot mogelijk te maken. Hoe groot onze eigen kracht ook is, een mens kan niet altijd alles alleen. Daarom helpen inwoners elkaar, omdat nu eens de een, dan weer de ander hulp kan gebruiken. Hulpverlening richt zich dan ook altijd op het sociale netwerk van de cliënt; We houden problemen zo klein mogelijk. Hulp moet je dichtbij organiseren, door vertrouwde gezichten. Omdat hulp iets is van mens tot mens, waarbij vertrouwen en je gehoord en begrepen voelen de basis is. Die basis moet goed zijn, wil de hulpverlening kans van slagen hebben. Daarmee voorkomen we dat problemen zo uit de hand lopen dat specialistische zorg nodig is. We werken niet langs elkaar heen. We kijken met een brede blik naar wat er nu écht nodig is, en pakken de oorzaken aan. Mensen staan in contact met hun directe omgeving. Hulpverlening is in staat om op dit informele veld aan te sluiten. Hulpverlening krijgt de ruimte om te doen wat nodig is. Het gaat ons er niet om wat iemands probleem is, maar meer wat iemand nodig heeft om weer mee te kunnen doen aan de samenleving. Daarbij kijken we eerst naar collectieve oplossingen. Als dat geen oplossing biedt, dan levert de gemeente maatwerk. Cliënten krijgen invloed op welke hulpverlening of welke hulpverlener ze krijgen. Ook bij het bepalen of de hulpverlening het gewenste resultaat heeft is het oordeel van de cliënt het uitgangspunt. Er zijn situaties mogelijk waarbij de veiligheid van het kind in het geding is. EIk kind in een gevaarlijke situatie halen we daar meteen uit. Maar we proberen hoe dan ook zo snel mogelijk om de gevaarlijke situatie te herstellen en terug te brengen naar een veilige situatie. Een kind is als het even kan bij de eigen ouders.
Hoofddoelstelling Hoofddoelstelling
Kinderen kunnen zich goed ontwikkelen in een veilige omgeving.
Doelstelling Wat willen we bereiken?
Prestaties Wat gaan we daarvoor doen?
1) Focus op eigen kracht: Ouders staan sterk in hun rol als opvoeder. Ze zijn goed geïnformeerd en in staat om het effect van eigen handelen te zien. Ze weten waar nodig ondersteuning te vinden en delen positieve ouderervaringen.
We zorgen ervoor dat ouders weten dat ze er niet alleen voor staan. Ouders en scholen ontwikkelen zich als partners in de ontwikkeling van het kind.
Bij de jeugdgezondheidszorg is er aandacht voor de ontwikkeling van de ouder in de rol van coach. Ouders delen ervaringen in de opvoeding bij groepsconsulten.
De gemeente gaat met maatschappelijke partners (onderwijs, verenigingen etc.) in gesprek over hoe we voor een gunstig klimaat kunnen zorgen voor het opgroeien van kinderen.
De omgeving staat positief ten opzichte van het kind en de opvoedtaak van ouders.
Programmabegroting 2015
37
Hoofddoelstelling (vervolg) Hoofddoelstelling
Kinderen kunnen zich goed ontwikkelen in een veilige omgeving.
Programmabegroting 2015
Doelstelling Wat willen we bereiken?
Prestaties Wat gaan we daarvoor doen?
2) Zorg is zo licht mogelijk en zo dichtbij als mogelijk. Gebiedsteams signaleren problemen tijdig en lossen zoveel mogelijk zelf op. Er is minder specialistische hulp nodig.
We ontwikkelen een samenhangende structuur. De Jeugdgezondheidszorg werkt samen met gebiedsteams. De jeugdgezondheidszorg heeft een brugfunctie tussen gebiedsteam en scholen/kinderdagverblijven en is als algemene voorziening in staat om lichte problemen zelf op te lossen.
3) Efficiënt organiseren: We doen geen dingen dubbel. We creëren een overzichtelijke structuur. Bij samenwerking kijken we niet wie ergens in eerste instantie voor verantwoordelijk is, maar wat het kind op dit moment nodig heeft, en wie hiervoor kan zorgen.
4) Normaliseren en ontzorgen: We formuleren geen problemen, kijken wat er nodig is om kinderen en/of gezinnen beter te laten functioneren. We erkennen dat er verschillen zijn tussen kinderen en dat ieder geval weer anders is.
5) De burger heeft altijd invloed en een eigen verantwoordelijkheid: Inwoners ervaren dat ze altijd een bepaalde mate van invloed hebben. Ondersteuning is er altijd op gericht om de invloed van het kind en/of het gezin op het eigen leven te vergroten. Daarbij hoort dat degene met de hulpvraag zelf aangeeft wat nodig is. De cliëntervaring is een belangrijke indicator om te bepalen of de geboden ondersteuning voldoende is geweest.
We werken met gezinsplannen/ zorgplannen. Deze plannen worden met het gezin gemaakt. Daarin staat beschreven wie welke inspanning gaat leveren en wanneer het gezin tevreden is over het bereikte resultaat. Daarmee krijgt het gezin zo snel mogelijk zo veel mogelijk de regie over de eigen situatie in handen. Het gezin is probleemeigenaar, de hulpverlener is begeleider/coach.
38
We beperken het aantal verschillende overleggen en geven de professional de ruimte en het vertrouwen om zelfstandig te doen wat nodig is. - We verbeteren de samenwerking tussen huisartsen, gemeente, scholen en hulpverleners door de onderlinge persoonlijke contacten in het netwerk te stimuleren. We kijken naar wat de behoefte van het gezin is. We zorgen dat er voldoende en passende algemene en collectieve voorzieningen beschikbaar zijn. - We werken aan een goede relatie tussen hulpverleners, scholen en ouders, juist ook in die situaties waarin er geen noemenswaardige problemen zijn. Zo zorgen we ervoor dat partijen elkaar beter weten te vinden als er iets aan de hand is.
De inkomsten / uitgaven van programma Jeugd Wat kost programma Jeugd? (€ x 1.000,-) Coördinerend portefeuillehouder
S.T. Klein – de Jong
Lasten
Werkelijk Begroot Begroot Begroot Begroot Begroot 2013 2014 2016 2017 2018 2015 1.104 1.185 5.664 5.443 5.461 5.622 -30
-23
-118
-118
-118
-118
1.074
1.162
5.504
5.546
5.325
5.343
Baten Saldo programma
De incidentele baten en lasten van programma Jeugd Wat zijn de incidentele baten en lasten van programma Jeugd? (€ x 1.000,-) Begroot 2015
Begroot 2016
Begroot 2017
Structureel
Incidenteel
Structureel
Incidenteel
Saldo lasten programma
5.622
0
5.664
0
Saldo baten programma
-118
0
-118
0
Structureel
Begroot 2018
Incidenteel
Structureel
Incidenteel
5.443
0
5.461
0
-118
0
-118
0
De reserves van programma Jeugd Wat zijn de reserves van programma Jeugd? (€ x 1.000,-) Stand reserves per 01/01
Geen reserves voor dit programma
Werkelijk 2013
Begroot 2014
Begroot 2015
Saldo programma Jeugd (x € 1.000,-)
Programmabegroting 2015
39
Begroot 2016
Begroot 2017
Begroot 2018
Ter informatie: de kern beheerproducten van programma Jeugd Bescherming en veiligheid jeugd Doel Wat willen we bereiken?
Prestaties Wat gaan we daarvoor doen?
Planning & indicatoren
1. Jeugd krijgt de mogelijkheid om veilig op te groeien;
1.1 We maken afspraken voor het inrichten van een AMHK op bovenregionaal niveau (op de schaal van de veiligheidsregio);
1.1.1 Vanaf 1 januari 2015 is er een AMHK actief; 1.1.2 De GGD voert het AMHK uit volgens de voorschriften van de Jeugdwet;
2 Jeugd die misstappen beging kan weer een positieve bijdrage aan de samenleving leveren. De volgende producten vallen hier onder dit beheerproduct: -AM(H)K -Jeugdbescherming -Jeugdreclassering -Drang -Spoed eisende zorg
1.2 We maken (boven)regionale afspraken over het uitvoeren van de jeugdbescherming; 1.3 De gemeente laat de jeugdbescherming uitvoeren door een gecertificeerde instelling; 1.4 We maken (boven)regionale afspraken over de beschikbaarheid van spoedeisende zorg die voldoet aan de eisen van de Jeugdwet; 1.5 Als de situatie daar om vraagt is er een plek beschikbaar waar een kind of jongere terecht kan; 2.1 De gemeente laat de jeugdreclassering uitvoeren door een gecertificeerde instelling; 2.2 De gemeente helpt jeugd die uitstroomt uit de jeugdreclassering om een plek te vinden in de samenleving; 3 We zorgen voor financiering van alle hierboven genoemde producten.
1.2.1 Er worden in het najaar van 2014 afspraken op uitvoeringsniveau met onder meer de rechterlijke macht en de kinder- bescherming gemaakt; 1.2.2 Er is een SAVE-team actief in onze gemeente, dat op kan treden in situaties waarbij drang en dwang nodig is. 1.3.1 De jeugdbescherming is per 1-1-2015 georganiseerd. 1.3.2 De organisaties die de jeugdbescherming uitvoeren zijn gecertificeerd. 1.4 en 1.5 De 24/7 spoedeisende zorg is georganiseerd per 1-1-2015 2.1 Jeugdreclassering is per 1-10-2015 georganiseerd 2.2 Jeugdreclassering moet altijd beschikbaar zijn; 2.3 De organisatie die de jeugdreclassering uitvoert is gecertificeerd; 2.4 We helpen in 2015 met het project “nazorg na jeugdzorg” twee jongeren weer op weg in de samenleving; 3 De gemeente maakt nog afspraken over de kosten van de hierboven genoemde producten.
Programmabegroting 2015
40
Individuele voorziening immaterieel Doel Wat willen we bereiken?
Prestaties Wat gaan we daarvoor doen?
Planning & indicatoren
1.1 Problemen rond Jeugd & opvoeding lossen we op.
1.1 We zorgen voor een gebiedsteam dat weet wat het te doen staat bij jeugd- en opvoedproblemen;
1.1.1 Het gebiedsteam is actief vanaf 1 november 2014;
1.2 Waar problemen niet op te lossen zijn, zorgen we ervoor dat iedereen naar vermogen mee kan doen aan de samenleving Onder dit beheerproduct vallen de volgende producten: -Individuele begeleiding Zorg in Natura (ZiN) - Kortdurend verblijf ZiN - Dagbesteding ZiN - Vervoer ZiN - Behandeling ZiN - Intramurale zorg (L)VG ZiN - Jeugd en Opvoedhulp ZiN - Jeugd GGZ ZiN - JeugdzorgPlus ZiN - Landelijk transitiearrangement Jeugd - Innovatiebudget - PGB Jeugdwet - Ouderbijdrage individuele voorziening (ZiN en PGB)
1.2.1 Het gebiedsteam zorgt voor 10% minder instroom in geïndiceerde jeugdzorg;
1/2 We zorgen ervoor dat er voldoende specialistische hulp beschikbaar is. 1.3 We garanderen aanbieders een minimum prijs; 2. Waar mogelijk zetten we PGB in als financieringsvorm; 3. We gebruiken een deel van het budget om te innoveren.
1.2 en 1.3 Over het budget en het volume voor de instelling onderhandelt de gemeente nog. 2. Vanaf 1-1-2015 is het mogelijk om PGB in te zetten voor de individuele voorzieningen immaterieel. 3. De gemeente maakt in het najaar van 2014 afspraken over de inzet van het innovatiebudget.
Ter informatie: beheerproducten programma Jeugd Beheerproducten: meerjarig budget (€ x 1.000,-) Beheerproducten (portefeuillehouder)
Werkelijk 2013
Begroot 2015
Begroot 2014
Begroot 2016
Begroot 2017
Begroot 2018
990
1.078
0
0
0
0
Algemene voorzieningen Jeugd (S.T. Klein)
0
0
1.201
1.243
1.023
1.041
Individuele voorziening immaterieel (S.T. Klein)
0
0
2.923
2.923
2.923
2.923
Bescherming en veiligheid jeugd (S.T. Klein)
0
0
580
580
580
580
84
84
86
86
86
86
Algemene kosten jeugd (S.T. Klein - de Jong)
0
0
31
31
31
31
PGB jeugd (S.T. Klein - de Jong)
0
0
683
683
683
683
1.074
1.162
5.504
5.546
5.325
5.343
Jeugdzorg (S.T. Klein - de Jong)
Leerplicht (S.T. Klein - de Jong)
Saldo programma Jeugd
Programmabegroting 2015
41
Ter informatie: bestaande beleidskaders
2011: Afbouw middelen schoolbegeleiding 2012: Regiocontract 2012-2015 2013: CJG contactpunten 2013: Nota jeugdbeleid : Een nieuwe blik op jeugd 2013: Transitie Jeugdzorg; Groeinota Jeugd 2013: Visie sociaal domein: Samenredzame Samenleving 2013: Contourennota Sociaal Domein: hoofdlijnen voor drie decentralisaties Sociaal Domein 2014: Nota sturing en bekostiging transities Jeugd en AWBZ/Wmo 2014: Nota inrichting en toegang jeugdzorg en maatschappelijke ondersteuning 2014: Beleidsplan Wmo en Jeugdzorg 2014 Verordening Jeugdzorg 2014 Verordening Maatschappelijke ondersteuning
Programmabegroting 2015
42
Programma Wmo De visie van het programma
Ieder mens heeft invloed op zijn leven. Soms is die invloed kleiner geworden, waardoor iemand minder goed in staat is om zijn eigen problemen op te lossen. Hulpverlening richt zich er dan ook op om eigen kracht van de cliënt zo groot mogelijk te maken. Hoe groot onze eigen kracht ook is, een mens kan niet altijd alles alleen. Daarom helpen inwoners elkaar, omdat nu eens de een, dan weer de ander hulp kan gebruiken. Hulpverlening richt zich dan ook altijd op het sociale netwerk van de cliënt; We houden problemen zo klein mogelijk. Hulp moet je dichtbij organiseren, door vertrouwde gezichten. Omdat hulp iets is van mens tot mens, waarbij vertrouwen en je gehoord en begrepen voelen de basis is. Die basis moet goed zijn, wil de hulpverlening kans van slagen hebben. Daarmee voorkomen we dat problemen zo uit de hand lopen dat specialistische zorg nodig is. We werken niet langs elkaar heen. We kijken met een brede blik naar wat er nu écht nodig is, en pakken de oorzaken aan. Mensen staan in contact met hun directe omgeving. Hulpverlening is in staat om op dit informele veld aan te sluiten. Hulpverlening krijgt de ruimte om te doen wat nodig is. Het gaat ons er niet om wat iemands probleem is, maar meer wat iemand nodig heeft om weer mee te kunnen doen aan de samenleving. Daarbij kijken we eerst naar collectieve oplossingen. Als dat geen oplossing biedt, dan levert de gemeente maatwerk. Cliënten krijgen invloed op welke hulpverlening of welke hulpverlener ze krijgen. Ook bij het bepalen of de hulpverlening het gewenste resultaat heeft, is het oordeel van de cliënt het uitgangspunt.
Hoofddoelstelling Hoofddoelstelling
Doelstelling Wat willen we bereiken?
Prestaties Wat gaan we daarvoor doen? We realiseren vrij toegankelijke laagdrempelige voorzieningen (“algemene voorzieningen”) die bijdragen aan zelfredzaamheid.
We versterken de participatie, zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid van inwoners voor hun individuele en gezamenlijke welzijn door het organiseren van passende ondersteuning.
Inwoners beschikken over een voldoende sterk netwerk van betekenisvolle sociale contacten. Zij kunnen daar veelal met succes een beroep op doen voor informele steun. Ze weten waar ze hulp kunnen inroepen. Waar nodig krijgen ze professionele ondersteuning in de vorm van materiele voorzieningen en/of begeleiding.
We bieden voorzieningen op maat voor burgers die het met behulp van hun sociale netwerk onvoldoende redden. We bieden cliëntondersteuning: informatie en advies, uitgebreide vraagverheldering en kortdurende ondersteuning bij keuzes en problemen op diverse levensterreinen. We proberen het beroep op dure specialistische zorg zo klein mogelijk te houden. We stellen kwaliteitseisen aan zorgaanbieders. Onder aansturing van de gemeente functioneren er twee gebiedsteams. Burgers kunnen (ook) hier terecht met hun ondersteuningsvragen. De gebiedsteams zorgen voor een samenhangende aanpak van de problemen en voor goede voorlichting aan inwoners. We stimuleren deelname van vrijwilligers aan zorg- en welzijnsactiviteiten. We zorgen voor waardering en ondersteuning van mantelzorgers & vrijwilligers.
Programmabegroting 2015
43
De inkomsten / uitgaven van programma WMO Wat kost programma WMO? (€ x 1.000,-) Coördinerend portefeuillehouder
S.T. Klein – de Jong
Lasten
Werkelijk Begroot Begroot Begroot Begroot Begroot 2013 2014 2016 2017 2018 2015 4.276 6.482 6.475 6.472 3.668 6.515
Baten Saldo programma
-413
-405
-447
-447
-447
-447
3.255
3.871
6.068
6.035
6.028
6.025
De incidentele baten en lasten van programma Wmo Wat zijn de incidentele baten en lasten van programma Wmo? (€ x 1.000,-) Begroot 2015
Openbare gezondheidszorg Saldo lasten programma Saldo baten programma
Structureel
Begroot 2016
Incidenteel
Begroot 2017
Structureel
Incidenteel
Structureel
Begroot 2018
Incidenteel
Structureel
Incidenteel
26 6.489
26
6.482
0
6.475
0
6.472
0
-447
0
-447
0
-447
0
-447
0
De reserves van programma Wmo Wat zijn de reserves van programma Wmo? (€ x 1.000,-) Stand reserves per 01/01
Geen reserves voor dit programma
Werkelijk 2013
Begroot 2014
Begroot 2015
Saldo programma WMO (x € 1.000,-)
Programmabegroting 2015
44
Begroot 2016
Begroot 2017
Begroot 2018
Ter informatie: de kern beheerproducten van programma Wmo Algemene voorzieningen Wmo Doel Wat willen we bereiken?
Prestaties Wat gaan we daarvoor doen?
Planning & indicatoren
Versterking 0de en 1e lijns ondersteuning en zorg en terugdringen van inzet duurdere maatwerkvoorzieningen en gespecialiseerde zorg.
1.1 Risico's en aansprakelijkheden van vrijwilligers beperken.
1.1 Collectieve WA en Ongevallen verzekering afsluiten.
1.2 Waardering van gemeente tot uitdrukking brengen.
1.2 Vrijwilligersprijzen en publiciteit regelen.
Uitgelicht:
1.3 Knelpunten informele hulp en mantelzorg in beeld houden
1.3 Overleg met mantelzorg en vrijwilligers
1.4 Prestatieafspraken met Welzijn Buren t.b.v. service & ondersteuning aan vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties.
1.4 Aantal cursussen, trainingen, begeleidingstrajecten bemiddelingen & ondersteuningstrajecten.
1. Mantelzorg- en vrijwilligersondersteuning is ingezet. Maatschappelijke inzet van inwoners tbv maatschappelijke ondersteuning is vergroot. Overbelasting van vrijwilligers en mantelzorgers is teruggedrongen
-----------------------------Ook in dit beheerproduct: 2. Welzijnswerk. 2014: BP 0614 3. Algemeen maatschappelijk werk. 2014: BP 0613 4. Collectief vervoer 2014: geen afz. BP 5. Inloop GGZ Nieuw in 2015
1.5 Prestatieafspraken met Welzijn Buren inzake ondersteuning mantelzorgers (8 functies). 1.6 Experiment met mantelzorgondersteuning in eigen beheer op dorpsniveau. 1.7 Werkgevers stimuleren tot mantelzorg vriendelijk personeelsbeleid, door deelname aan project Regiocontract, onderdeel Zelfredzaam. 1.8 Sociale dorpsnetwerken zijn opgebouwd om sociaal klimaat in kernen te versterken
Programmabegroting 2015
45
1.5.Beoordeling en bijsturing afspraken met Welzijn Buren 4x per jaar. Bereik (aantal klanten en partners) & diepte (soorten diensten) zijn vergroot. 1.6 Beoordeling resultaten pilot Kerk-Avezaath (aantal vrijwilligers, rol van bewonersvereniging en bijdrage STMR). 1.7 Aantal deelnemende werkgevers en verbetering in personeelsbeleid 1.8 Aantal deelnemers en aantal initiatieven in kernen
Maatwerkvoorzieningen materieel Doel Wat willen we bereiken?
Inwoners met beperkingen kunnen zo lang mogelijk zelfstandig functioneren en deelnemen aan maatschappelijk en sociaal verkeer.
Prestaties Wat gaan we daarvoor doen?
Planning & indicatoren
1.1 Permanente activiteit afhankelijk van de vraag. (Raming 2015 op basis van ervaringscijfers 2013 en eerdere jaren.) 1.1 Een rechtmatige en doelmatige uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015.
Aantal huishoudens met nieuwe toekenning van een voorziening: - Wonen: 50 - Vervoer (individueel): 20 - Rolstoel: 55 - Parkeerkaart: 50 Aantal huishoudens met lopende voorziening: - Wonen: 200 - Vervoer (individueel): 85 - Rolstoel: 125 - Parkeerkaart: 300
.
Ter informatie: beheerproducten programma WMO Beheerproducten: meerjarig budget (€ x 1.000,-) Beheerproducten (portefeuillehouder)
Werkelijk 2013
Begroot 2015
Begroot 2014
Begroot 2016
Begroot 2017
Begroot 2018
Jeugdzaken (S.van Alfen)
207
273
0
0
0
Algemeen maatschappelijk werk (S.T. Klein)
127
125
0
0
0
0
Welzijnswerk (S.T. Klein - de Jong)
180
253
0
0
0
0
2.608
3.081
0
0
0
0
133
139
542
544
545
544
0
0
844
826
822
821
Voorz. maatschappelijke ondersteuning (S.T. Klein) Algemene voorzieningen WMO (S.T. Klein) Maatwerkvoorzieningen materieel (S.T. Klein)
0
Maatwerkvoorzieningen immaterieel (S.T. Klein)
0
0
2.534
2.516
2.513
2.512
Sociaal gebiedsteam WMO en jeugd (S.T. Klein)
0
0
1.147
1.147
1.147
1.147 184
Doorontwikk. transformatie WMO/ jeugd (S.T. Klein)
0
0
184
184
184
Algemene kosten WMO (S.T. Klein - de Jong)
0
0
64
64
64
64
PGB WMO (S.T. Klein - de Jong)
0
0
754
754
754
754
3.255
3.871
6.068
6.035
6.028
6.025
Saldo programma WMO
Programmabegroting 2015
46
Ter informatie: bestaande beleidskaders
2012: Regiocontract 2012-2015 2013: Beleidsnotitie WMO-loketfunctie: van smal naar breed, van balie naar netwerk 2013: Visie sociaal domein: Samenredzame Samenleving 2013: Contourennota Sociaal Domein: hoofdlijnen voor drie decentralisaties Sociaal Domein 2014: Nota sturing en bekostiging transities Jeugd en AWBZ/Wmo 2014: Nota inrichting en toegang jeugdzorg en maatschappelijke ondersteuning 2014: Beleidsplan Wmo en Jeugdzorg (najaar 2014) Jeugd 2014 Verordening Jeugdzorg 2014 Verordening Maatschappelijke ondersteuning
Programmabegroting 2015
47
Programma Samenlevingszaken De visie van het programma
Inwoners zijn de belangrijkste dragers van maatschappelijke activiteiten. Inhoud en fysieke infrastructuur van sociaal-culturele activiteiten zijn afhankelijk van actieve en georganiseerde inwoners in verenigingen en dorpsorganisaties. We werken aanvullend en dragen bij aan de randvoorwaarden. Inwoners zijn primair zelf verantwoordelijk voor hun ontplooiing, integratie & maatschappelijke deelname. Wij ondersteunen. Onderwijs is belangrijk voor de algemene en sociale ontwikkeling en de kwalificatie voor de arbeidsmarkt. Een goede samenwerking tussen onderwijs & instellingen draagt bij aan doorgaande ontwikkelingslijn & voorkomt uitval. NB: Het programma omvat die onderdelen van lokaal sociaal beleid, die niet of slechts op onderdelen verbonden zijn met de programma’s Wmo, Jeugdzorg en Werk & Inkomen.
Hoofddoelstelling Hoofddoelstelling
Inwoners hebben voldoende mogelijkheden voor ontplooiing en participatie en dragen bij aan de leefbaarheid.
Doelstelling Wat willen we bereiken?
Prestaties Wat gaan we daarvoor doen?
1) Leefbare kernen met inwoners die zich daarvoor inzetten
We stimuleren dorpsorganisaties, leefbaarheidsprojecten, signaleringsgroepen, buurtbemiddeling. We zorgen hierbij voor samenhang in de gemeentelijke aanpak. We stimuleren en versterken vrijwilligers(organisaties). We onderzoeken of jongeren een klankbordgroep willen oprichten. Met burgers en bestuurders ontwikkelen we plannen voor (multi)functioneel gebruik van dorpshuizen, scholen en sportaccommodaties.
2) Volwassenen en kinderen zijn zich bewust van een gezonde leefstijl en keuzes die daaraan bijdragen.
3) Kinderen en ouders zijn in staat zelf problemen op te lossen.
4) We dragen bij aan een ononderbroken leer- en ontwikkelingslijn.
Programmabegroting 2015
48
We organiseren weerbaarheidstrainingen in het basisonderwijs. We stimuleren kinderen en volwassenen om te sporten. We werken samen met sportverenigingen in een nieuw platform om actieve sport te stimuleren. We geven voorlichting aan ouderen en ondersteunen preventie. We stimuleren dorpsnetwerken, oudernetwerken, groepsconsulten door CJG. We geven opdracht aan welzijnsorganisaties om preventieve activiteiten te organiseren. We werken met de scholen samen aan mogelijkheden om passend onderwijs dichtbij huis te realiseren. We werken met de scholen samen aan mogelijkheden om passend onderwijs dichtbij huis te realiseren.
De inkomsten / uitgaven van programma Samenlevingszaken Wat kost programma Samenlevingszaken? (€ x 1.000,-) Coördinerend portefeuillehouder
S.T. Klein - de Jong
Lasten
Werkelijk Begroot Begroot Begroot Begroot Begroot 2013 2014 2016 2017 2018 2015 4.661 4.226 3.608 3.447 3.539 3.835
Baten Saldo programma
-197
-226
-217
-200
-200
-201
4.464
4.000
3.618
3.408
3.339
3.246
De incidentele baten en lasten van programma Samenlevingszaken Wat zijn de incidentele baten en lasten van programma Samenlevingszaken? (€ x 1.000,-) Begroot 2015
Bibliotheekwerk Saldo lasten programma Saldo baten programma
Begroot 2016
Begroot 2017
Structureel
Incidenteel 141
Structureel
Incidenteel
3.694
141
3.608
0
-200
-17
-200
0
Structureel
Begroot 2018
Incidenteel
Structureel
Incidenteel
3.539
0
3.447
0
-200
0
-201
0
Begroot 2016 0 301 263
Begroot 2017 0 301 174
De reserves van programma Samenlevingszaken Wat zijn de reserves van programma Samenlevingszaken? (€ x 1.000,-) Stand reserves per 01/01 Werkelijk 2013 172 0 554
Begroot 2014 56 544 452
Begroot 2015 1 386 356
Begroot 2018 0 301 90
Afbouw subsidieverplichtingen Maatschappelijke investeringen Afbouw verplichtingen sport & dorpshuizen * Nieuwbouw school Maurik-Oost ^ 94 74 59 47 40 38 Kapitaallasten IHP 2007 - 2016 ° 457 531 460 394 356 318 * Betreft een reserve om kapitaallasten te dekken. De omvang van de reserve is voldoende om alle toekomstige kapitaallasten te dekken. ^ Betreft een reserve om kapitaallasten te dekken. De omvang van de reserve dekt gedeeltelijk de toekomstige kapitaallasten. Het tekort dekken we via ander inkomsten in de meerjarenbegroting. ° Betreft een reserve om kapitaallasten te dekken. De omvang van de reserve dekt t/m 2024 de toekomstige kapitaallasten. Via het raadsvoorstel Onderhoud schoolgebouwen dit najaar stellen we aanvullende dekking voor.
Programmabegroting 2015
49
Saldo programma Samenlevingszaken (x € 1.000,-)
Ter informatie: de kern beheerproducten van programma Samenlevingszaken Huisvesting scholen Doel Wat willen we bereiken?
1. Voldoende en goede schoolgebouwen beschikbaar voor het primair onderwijs binnen de gemeente. 2. Realisatie renovatie PWA-school Beusichem.
Prestaties Wat gaan we daarvoor doen?
1.1. Met schoolbesturen vaststellen in hoeverre de schoolgebouwen adequaat zijn.
2.1 Uitvoeren van de (ver)nieuwbouw van de school in Beusichem.
Planning & indicatoren
1.1. Voldoende ruimte voor het aantal leerlingen dat de scholen bezoekt op grond van het aantal leerlingen op de teldatum 1 oktober. 2.1 Oplevering gerenoveerde school Beusichem in zomer 2015.
Huisvesting gymzalen Doel Wat willen we bereiken?
1. Voldoende gym- en sportmogelijkheden.
Prestaties Wat gaan we daarvoor doen?
Planning & indicatoren
1.1 Onderhouden van de huidige gymlokalen.
1.1 Jaarlijkse onderhoudsinspecties.
1.2. Realisatie van nieuwe gymzaal in Maurik.
1.2. Nieuwe gymzaal in Maurik is in 2015 in gebruik.
1.3 Onderhoudsplan gymlokalen (onderdeel van onderhoudsplan gebouwen) actualiseren.
Programmabegroting 2015
50
1.3. Onderhoudsplan in actueel.
Onderwijsachterstandenbeleid Doel Wat willen we bereiken?
Prestaties Wat gaan we daarvoor doen?
Planning & indicatoren
1. Kinderen volgen geschikt onderwijs.
1.1 We organiseren en financieren leerlingenvervoer als geschikt onderwijs niet op korte afstand beschikbaar is.
1.1 Alle leerplichtige kinderen van de gemeente Buren (ongeveer 4.400) volgen onderwijs.
2.1 We zien in regioverband toe op de naleving van de leerplicht.
2.1. Alle verzuimmeldingen zijn opgepakt door bureau leerplicht (schatting: 300).
2. Kinderen maken gebruik van hun leerrecht en behalen een optimale kwalificatie. 3. Kinderen beginnen zo veel mogelijk zonder taalachterstand aan het basisonderwijs.
3.1. We laten een gecertificeerd (taal-)programma uitvoeren bij kinderdagverblijven en peuterspeelzalen.
2.2 Alle zorgmeldingen (risico op verzuim) zijn opgepakt door bureau leerplicht (schatting: 80).
3.2. We meten het niveau van instroom in het basisonderwijs (met de entreetoets), na afronding van het programma.
3.1 Alle geïndiceerde peuters volgen het programma (schatting 27 indicaties per jaar).
3.3. Ouders van peuters met een indicatie voor taalontwikkelingsachterstand, krijgen een financiële bijdrage van de gemeente.
3.2 De peuters die het programma volgen, bereiken (gemiddeld) een hogere score op de entreetoets.
Prestaties Wat gaan we daarvoor doen?
Planning & indicatoren
1.1 In samenwerking met het onderwijs zetten we een leesmediacoach actief in op basisscholen.
1.1 Op tenminste 15 (van de 16) basisscholen is een leesmediacoach actief voor tenminste 2,5 uur per week.
1.2 We zorgen voor een aantrekkelijke collectie boeken voor kinderen van 4-12 jaar op basisscholen.
1.2 Op 15 basisscholen is een actuele collectie van tenminste 2 boeken per kind.
2.1 We monitoren de pilot servicepunt lezen in Lienden.
2.1 In Lienden functioneert een servicepunt lezen.
Leesstimulering Doel Wat willen we bereiken?
1. De jeugd leest. 2. Ouderen die minder mobiel zijn, lezen.
2.2 We stimuleren inwoners om deel te nemen aan een werkgroep in Lienden die leuke activiteiten ontwikkelt om jeugd aan het lezen te krijgen. 2.3 Een bezorgservice voor boeken functioneert in onze gemeente.
Programmabegroting 2015
51
2.2 De werkgroep organiseert ten minste vier activiteiten en bereikt daarmee in totaal 200 kinderen. 2.3 Tenminste 3 keer per week worden boeken bezorgd bij mensen thuis.
Openbare gezondheidszorg Doel Wat willen we bereiken?
Prestaties Wat gaan we daarvoor doen?
Planning & indicatoren
1. Gezonde inwoners.
1.1 Zorgen dat de gemeenschappelijke regeling GGD voor preventieve (en curatieve) gezondheidszorg volgens de wet wordt uitgevoerd.
1.1 In vier jaar tijd onderzoekt de GGD alle leeftijdscohorten in de gemeente. Zo kunnen we elke vier jaar bepalen of de gezondheidstoestand van de inwoners verbetert. Aan de hand hiervan bepalen we waar actie nodig is.
1. 2 Afspraken maken met uitvoerders om regionale gezondheidsprojecten te realiseren.
1.2 In 2015: - werken 7 basisscholen met het programma B-fit, dat kinderen een gezonde leefstijl aanleert. - Geven vier basisscholen Weerbaarheidstrainingen aan de kinderen van groep 7 en 8. - Doen tien scholen mee aan het project schooljudo. - Krijgen ouderen met een verhoogd risico een cursus valpreventie aangeboden. Hierdoor bereiken we jaarlijks 40 ouderen. - Zijn er 5 beweeggroepen voor ouderen actief.
1.3 In 2014 bereiden we een project voor om de doelgroep mensen met een uitkering, actief te laten werken aan hun gezondheid. Het is de bedoeling dat het project in 2015 loopt.
1.3 Mensen met een uitkering gaan actief bewegen. Daardoor neemt zowel hun gezondheid als hun participatie aan de samenleving toe.
Ter informatie: beheerproducten programma Samenlevingszaken Beheerproducten: meerjarig budget (€ x 1.000,-) Beheerproducten (portefeuillehouder) Huisvesting scholen (H.N. de Ronde) Huisvesting gymzalen (H.N. de Ronde)
Werkelijk 2013
Begroot 2014
Begroot 2015
Begroot 2016
Begroot 2017
Begroot 2018
1.583
1.202
998
967
936
920
341
443
449
439
431
417
52
78
93
92
92
92
Leerlingenvervoer & bewegingsonderwijs (Klein)
804
741
747
746
721
721
Leesstimulering (S.T. Klein - de Jong)
Onderwijsachterstandenbeleid (S.T. Klein-de Jong)
232
333
269
145
145
145
Sport (S. van Alfen)
80
177
114
112
112
111
Cultuur (S. van Alfen)
54
68
51
50
50
50
Maatschappelijke accommodaties (I.J. Lautenbach)
528
234
180
172
167
107
Speelvoorzieningen (S. van Alfen)
166
78
44
44
44
43
Nieuwkomers (S.T. Klein - de Jong)
17
30
30
30
29
29
Kinderopvang/buitenschoolse opvang (S.T. Klein)
41
43
38
38
38
38
Openbare gezondheidszorg (S.T. Klein - de Jong)
460
403
404
378
378
378
Leefbaarheid en burgerparticipatie (S. van Alfen)
106
169
200
197
197
196
4.464
4.000
3.618
3.408
3.339
3.246
Saldo programma Samenlevingszaken
Programmabegroting 2015
52
Ter informatie: bestaande beleidskaders
2005: Verordening Wet kinderopvang 2007: Verordening Wet inburgering 2008: Subsidieverordening monumenten 2011: Afbouw middelen schoolbegeleiding 2011: Beleidsnotitie subsidie- en ondersteuningsbeleid 2011: Besluit maatschappelijke ondersteuning 2013: Subsidieverordening Maatschappelijke Ontwikkeling Buren 2012: Beleidskader Speelruimte 2012: Regionaal gezondheidsbeleid met lokale paragraaf 2012: Nota cultuur en sport 2012: Regiocontract 2012-2015 2012: Startnotitie onderwijs 2012: Uitvoeringsparagraaf gezondheidsnota 2013: Nota jeugdbeleid : Een nieuwe blik op jeugd 2013: Visie sociaal domein: Samenredzame Samenleving
Programmabegroting 2015
53
Programma Milieu De visie van het programma
We zorgen er voor dat de leefomgeving duurzaam beheerd en ontwikkeld wordt. We bevorderen duurzaam bouwen en het gebruik van duurzame energiebronnen en we behouden of herstellen natuurlijke elementen in het landschap. We willen de burgers hierbij betrekken via bewustwording en participatie. We leggen daarbij nadrukkelijk een koppeling tussen milieu, recreatie en cultuur. Daarnaast beschermen we onze inwoners tegen onaanvaardbare risico’s die de gezondheid en de veiligheid kunnen aantasten. Daarvoor stellen we regels vast, die we vervolgens zorgvuldig handhaven.
Hoofddoelstelling Hoofddoelstelling
We ontwikkelen de leefomgeving met oog voor milieu en duurzaamheid.
Programmabegroting 2015
Doelstelling Wat willen we bereiken?
Prestaties Wat gaan we daarvoor doen?
1) De beleving van de landschappelijke waarden van het gemeentelijk grondgebied versterken.
In 2015 gaan we verder met de uitwerking van de particuliere initiatieven die gebruik willen maken van de mogelijkheden in het Landschapsontwikkelingsplan (LOP).
2) Werken aan een duurzame werk- en leefomgeving.
We leggen onze doelstellingen voor 2015 vast in het Programma voor de leefomgeving. Bij alle ruimtelijke plannen onderzoeken we of we milieu- en duurzaamheid aspecten kunnen integreren.
3) Naleving van de wettelijke milieukaders.
Adequate regulering van bedrijven. Beperking van hinder en veiligheidsrisico's. Het actualiseren van vergunningen > 10 jaar. Een en ander volgens het werkprogramma ODR-Buren 2014/2015.
54
De inkomsten / uitgaven van programma Milieu Wat kost programma Milieu? (€ x 1.000,-) Coördinerend portefeuillehouder
S. van Alfen
Lasten
Werkelijk Begroot Begroot Begroot Begroot Begroot 2013 2014 2016 2017 2018 2015 2.257 2.257 2.256 1.939 2.461 2.256
Baten Saldo programma
-2.079
-2.475
-2.383
-2.383
-2.383
-2.383
-140
-14
-127
-126
-126
-127
De incidentele baten en lasten van programma Milieu Wat zijn de incidentele baten en lasten van programma Milieu? (€ x 1.000,-) Begroot 2015
Begroot 2016
Begroot 2017
Structureel
Incidenteel
Structureel
Incidenteel
Saldo lasten programma
2.256
0
2.257
0
Saldo baten programma
-2.383
0
-2.383
0
Structureel
Begroot 2018
Incidenteel
Structureel
Incidenteel
2.257
0
2.256
0
-2.383
0
-2.383
0
De reserves van programma Milieu Wat zijn de reserves van programma Milieu? (€ x 1.000,-) Stand reserves per 01/01
Geen reserves voor dit programma
Werkelijk 2013
Begroot 2014
Begroot 2015
Saldo programma Milieu (x € 1.000,-)
Programmabegroting 2015
55
Begroo t 2016
Begroot 2017
Begroot 2018
Ter informatie: de kern beheerproducten van programma Milieu Milieu Doel Wat willen we bereiken?
1. Niet wettelijke taken conform het Programma van de leefomgeving. 2. Het creëren, behouden en versterken van het karakteristieke Betuwse rivierenlandschap met haar eveneens karakteristieke landschapselementen.
Prestaties Wat gaan we daarvoor doen?
Planning & indicatoren
1.1 Actualiseren en coördineren van de taken zoals opgenomen in het Programma van de leefomgeving.
1.1 Verantwoording milieujaarprogramma 2014 per juni 2015.
2.1 Uitvoeren van de maatregelen die in het LandschapOntwikkelingsPlan zijn opgenomen.
2.1 Aantal uitgevoerde maatregelen in 2015. 2.2 Afronden planologische procedure voor 1 zoekzone landschappelijke versterking in 2015.
Ter informatie: beheerproducten programma Milieu Beheerproducten: meerjarig budget (€ x 1.000,-)
Beheerproducten (portefeuillehouder) Werkelijk 2013
Begroot 2014
Milieu (S. van Alfen) Afvalverwijdering- & verwerking (S. van Alfen)
92 -232
231 -245
Saldo programma Milieu
-140
-14
Ter informatie: bestaande beleidskader
2012: Wgr OmgevingsDienst Rivierenland 2013: Dienstverleningsovereenkomst ODR 2014: Milieujaarprogramma 2014: Werkprogramma ODR-Buren 2014-2015
Programmabegroting 2015
56
Begroot 2015
Begroot 2016
Begroot 2017
Begroot 2018
118 -245
119 -245
119 -245
118 -245
-127
-126
-126
-127
Programma Wonen De visie van het programma
We willen dat de inwoners van de gemeente Buren prettig kunnen wonen in de gemeente Buren. Het gaat daarbij om een goede woon- en leefomgeving. We zetten daarbij ons wettelijk kader zo efficiënt mogelijk en klantgericht in.
Hoofddoelstelling Hoofddoelstelling We zorgen er voor dat inwoners prettig kunnen wonen in de gemeente Buren We werken met een actueel en afgestemd beleidskader. Daarnaast professionaliseren we de dienstverlening en vergunningverlening. Dat doen we door deze zo efficiënt mogelijk in te richten
Programmabegroting 2015
Doelstelling Wat willen we bereiken?
Prestaties Wat gaan we daarvoor doen?
1) We spelen in op de vraag naar woningen en woonklimaat in de gemeente Buren.
Het woningbouwprogramma evalueren we ook in 2015. We stemmen zo het woningbouwprogramma af op de ontwikkelingen in de markt.
2) We bieden inwoners een klantvriendelijke methode om nieuwe initiatieven te realiseren.
We maken ook in 2015 een veegplan voor het buitengebied en voor de kommen. Hierin bundelen we verschillende initiatieven. We zorgen er daarbij voor dat we blijven werken met flexibele bestemmingsplannen.
57
De inkomsten / uitgaven van programma Wonen Wat kost programma Wonen? (€ x 1.000,-) Coördinerend portefeuillehouder
H.N. de Ronde
Lasten
Werkelijk Begroot Begroot Begroot Begroot Begroot 2013 2014 2016 2017 2018 2015 11.095 8.028 6.902 6.954 5.985 7.421
Baten Saldo programma
-6.842
-5.391
-4.685
-4.079
-4.168
-3.182
4.253
2.637
2.736
2.823
2.786
2.803
De incidentele baten en lasten van programma Wonen Wat zijn de incidentele baten en lasten van programma Wonen? (€ x 1.000,-) Begroot 2015
Begroot 2016
Begroot 2017
Structureel
Incidenteel
Structureel
Incidenteel
Saldo lasten programma
7.421
0
6.902
0
Saldo baten programma
-4.685
0
-4.079
0
Structureel
Begroot 2018
Incidenteel
Structureel
Incidenteel
6.954
0
5.985
0
-4.168
0
-3.182
0
De reserves van programma Wonen Wat zijn de reserves van programma Wonen? (€ x 1.000,-) Stand reserves per 01/01 Werkelijk Begroot Begroot Begroot Begroot Begroot 2013 2014 2016 2017 2018 2015 Bouwleges 316 158 60 Huisvesting politieke ambtsdragers* 335 319 310 302 327 * Betreft een reserve om kapitaallasten te dekken. De omvang van de reserve is voldoende om alle toekomstige kapitaallasten te dekken.
Saldo programma Wonen (x € 1.000,-) 4.253
Programmabegroting 2015
58
Ter informatie: de kern beheerproducten van programma Wonen Ruimtelijke plannen Doel Wat willen we bereiken?
Prestaties Wat gaan we daarvoor doen?
Planning & indicatoren
1. Ondersteuning van initiatieven (projecten of derden) voor zover dat passend is binnen gestelde kaders en weten regelgeving.
1.1 Onherroepelijke ruimtelijke plannen.
1.1 Aantal plannen per jaar.
1.2 Besluiten ter voorbereiding van de uitvoering van projecten, waaronder voorbereidingsbesluiten.
1.2 Aantal besluiten per jaar.
1.3 Afhandeling van verzoeken tot tegemoetkoming in de geleden planschade.
1.3 Aantal afgehandelde verzoeken per jaar.
Vergunningverlening & handhaving (ODR) Doel Wat willen we bereiken?
Prestaties Wat gaan we daarvoor doen?
Planning & indicatoren
1. Vergunningverlening: Adequate afhandeling van verzoeken om vergunning.
1.1./2.1/3.1 Uitvoering van het werkprogramma ODR-Buren.
1.1. Aantal en kwaliteit van de vergunningen 2.1. Aantal controles en uitgevoerde handhavingsacties bouw en de kwaliteit daarvan
2. Toezicht en Handhaving bouw: Een hoge kwaliteit van de gebouwde omgeving, verbetering van de bestaande bebouwing.
3.1. Aantal controles en uitgevoerde handhavingsacties milieu en de kwaliteit daarvan.
3. Toezicht en handhaving milieu: Een schoon, veilig en duurzaam milieu.
Programmabegroting 2015
59
Ter informatie: beheerproducten programma Wonen Beheerproducten: meerjarig budget (€ x 1.000,-) Beheerproducten (portefeuillehouder)
Werkelijk 2013
Begroot 2015
Begroot 2014
Begroot 2016
Begroot 2017
Begroot 2018
Ruimtelijke plannen (H.N. de Ronde)
810
926
891
930
856
Vastgoedinformatie (H.N. de Ronde)
36
67
61
60
60
60
172
241
206
200
196
194
1.308
104
-98
-77
-24
0
120
58
89
86
87
86
Gemeentelijke woningexploitatie (H.N. de Ronde) Exploitatieopzetten (I.J. Lautenbach) Basisregistratie adres & gebouwen (H.N. de Ronde)
486
162
169
202
202
201
1.270
1.054
1.392
1.396
1.383
1.382
Volkshuisvesting (H.N. de Ronde) Vergunningverl. & handhaving (ODR) (S. van Alfen)
853
Rijksmonumenten (H.N. de Ronde)
13
2
2
2
2
2
Gemeentelijke monumenten (H.N. de Ronde)
38
23
24
24
24
24
4.253
2.637
2.736
2.823
2.786
2.803
Saldo programma Wonen
Ter informatie: bestaande beleidskaders
2004: Welstandsnota 2008: Dorpsvisie Lienden 2008: Nota grondbeleid 2008: Subsidieverordening monumenten 2009: Beleidsnota permanente bewoning Recreatieverblijven 2009: Structuurvisie 2009-2019 2010: Beleidsnota kostenverhaal 2010: Bouwverordening 2010: Dorpsvisie Maurik 2025 2010: Erfgoedverordening 2010: Vergunningbeleidsplan 2010: Woonvisie Gelderland 2011: Beleidsregels bestemmingsplanafwijkingen 2011: Prioriteitstelling Woningbouw 2011: Structuurvisie Lingemeren 2012: Nota grondbeleid 2014: Woonvisie 2014-2020
Programmabegroting 2015
60
Programma Dekking en onvoorzien De inkomsten / uitgaven van programma Dekking en onvoorzien Wat kost programma Dekking en onvoorzien? (€ x 1.000,-) Coördinerend portefeuillehouder
H.N. de Ronde
Lasten
Werkelijk Begroot Begroot Begroot Begroot Begroot 2013 2014 2016 2017 2018 2015 5.781 1.808 1.812 1.642 9.138 2.344
Baten
-36.969
-33.467
-38.109
-37.130
-36.450
-36.109
Saldo programma
-27.831
-27.686
-35.765
-35.322
-34.638
-34.467
De reserves van programma Dekking en onvoorzien Wat zijn de reserves van programma Dekking en onvoorzien? (€ x 1.000,-) Stand reserves per 01/01 Werkelijk Begroot Begroot Begroot Begroot Begroot 2013 2014 2016 2017 2018 2015 Algemene reserve 7.800 7.096 5.138 5.138 5.138 5.138 Algemene reserve geblokkeerd 6.390 4.724 5.849 5.849 5.849 5.849 BTW compensatiefonds 201 112 52 23 Nieuw beleid 2009 60 40 15 Egalisatie accres alg. uitkering 581 348 1.024 500 400 300 Ontw. (regisserende) gem. Buren 109 153 486 716 716 716 Toekomstbestendige begroting 45 45 Overlopende posten 178 533 233 215 215 215 Gemeentehuis * 9.187 8.872 8.556 8.363 8.170 7.976 * Betreft een reserve om kapitaallasten te dekken. De omvang van de reserve is voldoende om alle toekomstige kapitaallasten te dekken.
Programmabegroting 2015
61
Saldo programma Dekking en onvoorzien (x € 1.000,-)
-27.686
Ter informatie: de kern beheerproducten van programma Dekking en onvoorzien Treasury Doel Wat willen we bereiken?
1. Opstellen en actualiseren meerjaren liquiditeitsprognose. 2. Voorzien in voldoende financiële middelen om de verschillende programma’s uit te voeren. 3. Het voeren van risicomijdend treasurybeheer en optimaliseren van de renteresultaten.
Programmabegroting 2015
Prestaties Wat gaan we daarvoor doen?
Planning & indicatoren
1.1 Actueel beeld van de liquide middelen.
1.1 Tweemaal per jaar: bij de jaarrekening en begroting.
2.1 Gelden uitzetten en aantrekken indien nodig. De portefeuille goed afstemmen op de financieringsbehoefte. 3.1 Gelden uitzetten en aantrekken tegen zo gunstig mogelijke voorwaarden bij partijen die voldoen aan de voorwaarden genoemd in het treasurystatuut.
62
2.1 Het wekelijks monitoren van de liquiditeit en de renteontwikkelingen. Bij belangrijke ontwikkelingen de raad informeren. 3.1 Indien nodig verschillende offertes opvragen en daarbij rente en risico’s goed afwegen.
Algemene uitkering Doel Wat willen we bereiken? 1. Optimale raming door een adequaat beheer van variabele gegevens zoals bijv. het aantal wooneenheden en inwoners. 2. Zover mogelijk een tijdig inzicht in de ontwikkelingen rondom het gemeentefonds zodat we hier op tijd op anticiperen.
Prestaties Wat gaan we daarvoor doen?
Planning & indicatoren
1.1 Berekeningen via het programma van Pauw.
1.1 Tweemaal per jaar ramingen van de algemene uitkering voor de begroting maken.
2.1 Vertalen van de mei- en septembercirculaire voor de gemeente Buren.
2.1 In mei en in september.
Prestaties Wat gaan we daarvoor doen?
Planning & indicatoren
1.1 Verzenden ca. 9.600 aanslagen
1.1 Verzenden van belastingaanslag in de 8e week van 2015
Belastingen Doel Wat willen we b ik ? 1. Een financieel gezonde gemeente met een zo laag mogelijke belastingdruk voor de burgers; 2. Een volledige administratie waarin we alle belastingplichtigen opnemen; 3. Een optimale informatievoorziening naar derden.
1.2 Actueel houden eigenaren en gebruikers van panden
1.2 Continu proces. 2.1 Jaarlijks één derde deel van de gemeente.
2.1 Controleren op bezit van honden 2.2 Controleren van registratie op overnachtingen
2.2 Steekproefsgewijs op locatie controleren
3.1 Afhandelen van bezwaren en beroepen
3.1 Afhandeling bezwaren binnen de wettelijke termijn
Ter informatie: beheerproducten programma Dekking en onvoorzien Beheerproducten: meerjarig budget (€ x 1.000,-) Beheerproducten (portefeuillehouder) Treasury (H.N. de Ronde) Algemene uitkering (H.N. de Ronde) Wet WOZ (H.N. de Ronde) Belastingen (H.N. de Ronde) Algemene baten en lasten (H.N. de Ronde) Reserves (H.N. de Ronde)
Saldo programma Dekking en onvoorzien
Programmabegroting 2015
Werkelijk 2013
Begroot 2014
Begroot 2015
Begroot 2016
Begroot 2017
Begroot 2018
-2.393
-2.395
-2.470
-2.409
-2.299
-2.170
-18.847
-18.962
-27.263
-27.166
-26.606
-26.268
486
520
557
542
543
540
-5.558
-5.742
-6.005
-6.100
-6.190
-6.280
591
1.407
626
423
372
220
-2.109
-2.514
-1.211
-611
-458
-509
-27.831
-27.686
-35.765
-35.322
-34.638
-34.467
63
Ter informatie: bestaande beleidskaders 2010: Normenkader 2011: Verordening 213a (Doelmatigheid) 2011: Verordening brandweerrechten 2013: Nota reserves en voorzieningen 2014: Verordening 212 (Financiële verordening) (najaar 2014) 2014: Heffingsverordeningen 2015 (najaar 2014) 2014: Treasury (najaar 2014)
Programmabegroting 2015
64
Hoofdstuk 2: Paragrafen
Programmabegroting 2015
65
Lokale heffingen Kerninformatie:
De gemeente heeft naast de algemene uitkering vanuit het rijk, de mogelijkheid om zelf inkomsten te verwerven. De paragraaf Lokale heffingen geeft een beeld van het bestaande beleid en de geraamde inkomsten van de gemeentelijke heffingen. Per belastingsoort geven wij aan wat het bestaande beleid is. Hierdoor krijgt u inzicht in de ontwikkeling van: de geraamde inkomsten; de lastendruk voor woningen en niet-woningen.
Nieuwe elementen en veranderingen t.o.v. het voorgaande jaar:
Voor 2015 verwachten we geen inhoudelijke veranderingen. Alleen de hoogte van de tarieven is aangepast op basis van de Kadernota 2015.
Doel:
De algemene middelen aan te vullen (d.m.v. belastingen) en de kosten van individuele diensten (d.m.v. leges en rechten) te verhalen.
Nut:
De gemeentelijke heffingen zorgen voor de extra inkomsten die ingezet kunnen worden om eigen beleid uit te voeren.
Noodzaak:
Het Rijk heeft als uitgangspunt bij het bepalen van de algemene uitkering dat de gemeente een bepaald bedrag aan eigen inkomsten heeft.
Heffing / rechten OZB Woning Niet-woning eigenaar Niet-woning gebruik Toeristenbelasting Hondenbelasting Precariobelasting op kabels en leidingen Rioolheffing Woning Niet-woning Onderhoud Graf
2014
2015
0,1210% 0,2124% 0,1728% € 1,21 per persoon, per overnachting € 61,90 per hond € 338,95 per kennel € 2,50 per strekkende meter
Nog niet bekend Nog niet bekend Nog niet bekend €1,21 per persoon, per overnachting € 62,70 per hond € 343,20 per kennel € 3,00 per strekkende meter
€ 217,- per aansluiting € 434,- per aansluiting € 115,50 per graf
€ 217,- per aansluiting € 434,- per aansluiting € 118,00 per graf
Financieel belang en risico’s: In onderstaand overzicht voor 2015 is. Heffing / rechten OZB Toeristenbelasting Hondenbelasting Precariobelasting Rioolheffing Onderhoud graf Leges
geven wij aan wat de geraamde opbrengst per heffing 2015 € 4.939.635 € 181.500 € 212.000 € 825.000 € 2.520.238 € 90.000 € 1.240.000
Relatie met programma’s en/of andere paragrafen:
Deze paragraaf heeft een relatie met het programma: Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien. In dat programma zijn de belastinginkomsten opgenomen.
Programmabegroting 2015
66
Inleiding
Onder de naam lokale heffingen wordt een aantal aanslagen opgelegd. Dat zijn belastingen, rechten en leges. Deze heffingen vormen een belangrijk onderdeel van de inkomsten van de gemeente.
1.
De gemeentelijke belastingen en rechten
Volgens de Gemeentewet kan de gemeente belastingen en rechten heffen. Er bestaat een verschil tussen belastingen en rechten. Bij een belasting mag de gemeente het tarief en de opbrengst zelf bepalen. De onroerende zaakbelasting (OZB) is in Buren de belangrijkste lokale belasting. Daarnaast heeft Buren toeristenbelasting, hondenbelasting en de rioolheffing. Sinds 2013 heft de gemeente ook precariobelasting op kabels en leidingen. Een wetsvoorstel om deze belasting op kabels en leidingen af te schaffen is tot op heden nog niet ingediend bij de Tweede Kamer, zodat naar verwachting ook in 2015 precariobelasting kan worden geheven. Bij de zogenaamde rechten is de gemeente niet helemaal vrij in het bepalen van het tarief. Het tarief van een recht mag maximaal kostendekkend zijn. Tegenover de betaling van rechten staan rechtstreekse diensten. Er mag dus niet bewust winst op worden gemaakt. De kostendekking wordt beoordeeld op basis van de begrote inkomsten en uitgaven. Wij kennen begrafenisrechten en de leges voor paspoorten, rijbewijzen, vergunningen enz. Grafisch ziet de opbrengst van de belastingen en rechten over de periode 2009-2015 er als volgt uit:
Programmabegroting 2015
67
Raming opbrengsten 2014 t/m 2018: OZB Toeristenbelasting Hondenbelasting Precariobelasting Rioolheffing Onderhoud graf
2014 € 4.857.161 € 181.500 € 209.400 € 680.000 € 2.515.464 € 90.000
2.
Ontwikkelingen
3.
Het tarievenbeleid
2015 € 4.939.635 € 181.500 € 212.000 € 825.000 € 2.515.464 € 90.000
2016 € 4.961.395 € 181.500 € 212.000 € 893.800 € 2.515.464 € 90.000
2017 € 4.983.155 € 181.500 € 212.000 € 962.500 € 2.515.464 € 90.000
2018 € 5.004.915 € 181.500 € 212.000 € 1.031.300 € 2.515.464 € 90.000
Voor 2015 zijn geen grote aanpassingen op het gebied van de gemeentelijke heffingen te verwachten. Wel worden mogelijkheden en gevolgen van afschaffing van de hondenbelasting onderzocht. Wij hanteren in onze gemeente het uitgangspunt dat de belastingdruk zo laag mogelijk is. Op het moment dat er extra geld nodig is, gaan we niet automatisch de belastingen verhogen. We proberen eerst op de uitgaven te korten. De Kadernota 2015 is als uitgangspunt genomen. Per onderdeel ziet het beleid er als volgt uit: 3.1 OZB De totale opbrengst in 2015 stijgt met € 82.474. Deze stijging wordt veroorzaakt door: inflatiecorrectie + 1,25%; toename volume door nieuwbouw. Het percentage (tarief) wordt op basis van de geraamde opbrengst en de nieuwe WOZ waarde berekend. Kengetallen Totaal WOZ waarde van woningen Totaal WOZ waarde van niet-woning
2013 (realisatie) 2.994.675.000 453.133.000
2014 (raming) 2.768.607.000 433.205.000
2015 (raming) nog niet bekend nog niet bekend
3.2 Toeristenbelasting Het tarief van 2015 is gelijk gebleven aan dat van 2014. Het tarief bedraagt € 1,21 per persoon, per overnachting. Kengetallen Aantal losse overnachtingen Aantal vaste staanplaatsen (niet in gebruik door inwoners van Buren)
2013 (realisatie) 52.500 1.200
2014 (raming) 52.500 1.200
2015 (raming) 52.000 1.200
3.3 Hondenbelasting De tariefopbouw van de hondenbelasting is eenvoudig. De hondenbezitter betaalt een vast bedrag per hond, per jaar. De enige uitzondering wordt gemaakt voor de kennel. Degene die een beroep doet op een kennelregistratie wordt voor een vast bedrag aangeslagen, onafhankelijk van het aantal honden dat aanwezig is. Bij het opstellen van de Kadernota 2015 is als uitgangspunt genomen dat het tarief ten opzichte van 2014 stijgt met de inflatiecorrectie uit de meicirculaire 2014 (1,25%). Het tarief voor 2015 komt daarmee op € 62,70 per hond en voor de kennel € 343,20. Kengetallen Aantal geregistreerde honden Aantal geregistreerde kennels
2013 (realisatie) 3.283 14
2014 (raming) 3.283 14
2015 (raming) 3.283 14
3.4 Precariobelasting Het tarief voor precariobelasting op kabels en leidingen is een bedrag per strekkende meter kabel of leiding. Het tarief voor 2015 stijgt ten opzichte van 2014 met € 0,50 tot € 3,00 per strekkende meter. Kengetallen
2013 (realisatie)
Aantal strekkende meter kabels/leidingen
Programmabegroting 2015
271.957
68
2014 (realisatie) 275.064
2015 (raming) 275.064
3.5 Rioolheffing Het tarief van de rioolheffing komt voort uit de dekking van het gemeentelijk rioleringsplan (GRP). In de voorgaande jaren is het tarief voor een woning jaarlijks verhoogd met € 11,- per aansluiting. Voor 2012 en 2013 is het tarief verhoogd met respectievelijk € 6,- en € 5,-. Voor 2014 en 2015 gelden tarieven van € 217,- en € 434,- voor een woning respectievelijk een niet-woning. De tariefdifferentiatie tussen woningen (1 x tarief) en niet-woningen (2 x tarief) blijft hier van toepassing. Kengetallen Aantal woningen met rioolaansluiting Aantal niet-woningen met rioolaansluiting
2013 (realisatie) 9.907 844
2014 (realisatie) 10.027 839
2015 (raming) 10.027 839
3.6 Onderhoudsrecht graven In 2008 is het nieuwe Beleidsplan gemeentelijke begraafplaatsen vastgesteld. Hierin is vastgelegd dat het beheer van begraafplaatsen kostendekkend moet zijn. Voor 2015 kan worden volstaan met een tarief van € 118,00. Kengetallen
2013 (realisatie)
Aantal graven met jaarlijks onderhoudsrecht
787
2014 (realisatie) 760
2015 (raming) 760
3.7 Leges In de regel worden de leges jaarlijks met het inflatiepercentage verhoogd. Het uitgangspunt is dat wij werken met kostendekkende tarieven. Enige jaren geleden is een doelmatigheidsonderzoek op kostentoerekening en kostendekkendheid uitgevoerd. De naar aanleiding hiervan verfijnde systematiek voor het toerekenen van kosten wordt nog actueel geacht.
4.
Belastingdruk
Wanneer we spreken over lokale belastingdruk, gaat het om de optelsom van de OZB, de afvalstoffenheffing en het rioolheffing. Gebaseerd op de tarieven van 2014 ziet de belastingdruk in de regio er als volgt uit:
De hogere belastingdruk voor Burense tariefdifferentiatie in de rioolheffing.
Programmabegroting 2015
niet-woningen
69
wordt
m.n.
veroorzaakt
door
de
Overzicht tarieven 2014 Woning OZB Afval Riool Niet-woning OZB Riool
Nederland
Buren
Geldermalsen
Tiel
Culemborg
Neder-Betuwe
0,1184% € 261 € 186
0,1210% € 137 € 217
0,1345% € 137 € 288
0,1099% € 147 € 186
0,1237% € 140 € 234
0,1878% € 137 € 203
0,4143% € 190
0,3852% € 434
0,4954% € 288
0,3808% € 186
0,5382% € 234
0,4472% € 203
5.
Het kwijtscheldingsbeleid
6.
Waardering onroerende zaken (WOZ)
7.
Kengetallen
Voor mensen met een (heel) laag inkomen is gehele of gedeeltelijke kwijtschelding van de aanslag OZB mogelijk. Dit is het geval wanneer aan de voorwaarden voor kwijtschelding van de invorderingswet is voldaan. Daarbij wordt ook gekeken naar de bezittingen van de burger. Verzoeken om kwijtschelding worden jaarlijks ingediend en beoordeeld. Kwijtschelding is alleen mogelijk voor de aanslag OZB. De waardering vindt sinds enkele jaren, jaarlijks plaats. De Waarderingskamer ziet toe op de kwaliteit en de tijdigheid van de taxatiewerkzaamheden. Voor de uitvoeringskosten van de wet WOZ ontvangt de gemeente een vergoeding van de afnemers (Belastingdienst en Waterschap). De vergoeding is opgenomen in de berekening van de algemene uitkering. Naar aanleiding van de aanslagen gemeentelijke belastingen ontvangt de gemeente bezwaarschriften en kwijtscheldingsverzoeken. Als een burger het niet eens is met de uitspraak op het bezwaarschrift dan kan hij beroep aantekenen bij de rechtbank of hoger beroep bij het gerechtshof. 2013 10 46 454 10
Kengetallen Kwijtscheldingsverzoeken Bezwaarschriften heffingen Bezwaarschriften WOZ Beroepschriften
Programmabegroting 2015
70
2014 7 14 210 (verwacht) 10
2015 (verwacht) 10 25 250 10
Weerstandsvermogen & risicobeheersing Kerninformatie: In deze paragraaf gaan we in op een aantal concrete risicovolle ontwikkelingen en op de financiële consequenties daarvan. Wij infomeren u ook over nieuwe ontwikkelingen waarmee we in de komende jaren rekening moeten houden. Verder geven we een beeld van ons huidige weerstandsvermogen en de weerstandscapaciteit. Daarna gaan we dieper in op een aantal risico’s met een incidenteel of structureel karakter.
Nieuwe elementen en veranderingen t.o.v. het voorgaande jaar:
Doel:
Inzicht geven in de ontwikkeling van risico’s in 2015 en latere jaren en aangeven hoe robuust de begroting is.
Nut:
Het inzichtelijk maken van de financiële gevolgen van risico’s.
Noodzaak:
Verplicht onderdeel van de begroting.
de decentralisatie rijkstaken (transities) naar gemeenten vanaf 2015, met name de risico's van de uit te besteden dienstverlening in het kader van de ombouw van het sociale domein (de transities) en de budgetten die we daarvoor hebben; de risico's verbonden partijen hoger door toename en daarnaast grotere risico's verbonden partijen; de hogere risico's grondexploitaties.
Relatie met programma’s en/of andere paragrafen:
De paragraaf weerstandsvermogen geeft aan hoe robuust de begroting is of, met andere woorden, hoe sterk de gemeente is om financiële tegenvallers op te vangen zonder dat we het beleid hoeven te veranderen. Om dit te kunnen beoordelen is inzicht nodig in de omvang en in de achtergronden van de aanwezige weerstandscapaciteit en de risico’s. De weerstandscapaciteit bestaat uit middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om niet begrote kosten die onverwachts en substantieel zijn te dekken. Hierbij denken we aan de (vrij besteedbare) algemene reserve, de onbenutte belastingcapaciteit, onvoorzien en de stille reserves (het verschil tussen de actuele marktwaarde en de boekwaarde). Bij de onderwerpen waar de risico's spelen, geven we inzicht in de mogelijke ontwikkelingen (scenario's). Daarnaast geven we aan welke beleidsmatige opties er zijn om mogelijke niet-geraamde financiële consequenties zo goed mogelijk te beheersen, mocht dat scenario zich voordoen.
Financieel belang en risico’s:
U bent verantwoordelijk voor een structureel sluitende begroting. Een buffer is wenselijk om tegenvallers op te vangen, waarbij de buffer afhankelijk is van de geïnventariseerde risico’s. U moet zich expliciet uitspreken over het te voeren beleid betreffende de weerstandscapaciteit en de risico’s. Daarbij gaat het om budgettaire risico’s, risico’s op eigendommen en risico’s die samenhangen met de bedrijfsvoering.
Programmabegroting 2015
71
Inleiding
Deze paragraaf geeft inzicht in de ontwikkeling van de risico’s in 2015 en latere jaren. We borduren hierbij voort op de integrale risico-inventarisatie en de paragrafen weerstandsvermogen en risicobeheersing van de voorgaande jaren. We hebben hiervoor de risico's opnieuw geïnventariseerd in 2014. In deze paragraaf gaan we in op een aantal concrete risicovolle ontwikkelingen en de financiële consequenties daarvan. We informeren u ook over nieuwe ontwikkelingen waarmee we in de komende jaren rekening houden. Verder geven we een beeld van ons weerstandsvermogen en de weerstandscapaciteit. Daarna gaan we dieper in op een aantal risico’s. Wat betreft de gevolgen van de economische ontwikkeling en de rijksbezuinigingen, verwachten we een zeer onzekere ontwikkeling van de algemene uitkering. Door het stagneren van de woningbouw, niet alleen door de economische ontwikkeling maar ook door het achterblijven van de groei van het aantal inwoners, staan de resultaten van de grondexploitaties nog steeds flink onder druk. Bij de ontwikkeling van de begroting 2015 houden we rekening met mogelijke overschrijdingen van de budgetten voor de open einde regelingen en de decentralisatie van rijkstaken naar de gemeente (de transities). Ook de ontwikkeling van de OZB en de ontvangsten uit leges zijn elk jaar onzeker. Een waardedaling van de woningmarkt werkt overigens door de gekozen systematiek niet door in het heffingstotaal. Daarnaast is er het risico op mogelijke faillissementen of extra kosten bij de uitvoerende partijen of verbonden partijen. Begin 2013 voerden we een geïntegreerd planning- en controlesysteem (LIAS Enterprise) in. Onderdeel daarvan is de nieuwe risicobeheersingsmodule waarmee de gehele organisatie op dezelfde wijze risico's kan kwantificeren en daarnaast ook een management- en rapportagetool is.
1.
Weerstandsvermogen
Het weerstandsvermogen wordt gedefinieerd als “het vermogen van de gemeente Buren om ook in ongunstige tijden de incidentele financiële risico’s op te kunnen vangen om zo haar taken ongewijzigd te kunnen voortzetten”. Onder een risico verstaan we het gevaar voor financiële schade of verlies als gevolg van interne en/of externe omstandigheden. Het risico heeft dan betrekking op het samenvallen van die bepaalde omstandigheden (de kans) en de negatieve gevolgen (de schade). Schematisch ziet dit er als volgt uit: Benodigd weerstandsvermogen • • • • • •
Beschikbaar weerstandsvermogen
Economische risico’s Politieke risico’s Juridische risico’s Milieurisico’s Risico’s uit verbonden partijen Risico’s uit openeinderegelingen etc.
• • • • •
Onvoorzien Onbenutte belastingcapaciteit Vrij beschikbare reserves Algemene reserve, buffer en weerstandsvermogen Stille reserves
Inventarisatie van risico’s Verminderen Afdekken Accepteren
Programmabegroting 2015
Maatregelen?
weerstandsvermogen
72
Naast de risico’s zijn ook andere factoren van invloed op het weerstandsvermogen, zoals: het aanpassingsvermogen van de organisatie; de kans dat tegenslagen zich gelijktijdig voordoen; de risico-cultuur van de organisatie. Belangrijk daarbij is, dat de wetgever op diverse plaatsen aangeeft dat gemeenten ten aanzien van het nemen van financiële risico’s terughoudend moeten zijn. Dit is dan ook een leidend beginsel voor o.a. het treasurybeleid, zoals dat in het treasurystatuut naar voren komt. Bij een gezond weerstandsvermogen is het mogelijk een niet voorziene financiële tegenvaller te betalen door de algemene reserve aan te spreken. Wanneer er onvoldoende weerstandsvermogen is, moeten wellicht activiteiten worden uitgesteld om tegenvallers op te vangen.
2.
Het beschikbare weerstandsvermogen
Weerstandsvermogen vinden we zowel in de exploitatie als in het vermogen. Binnen de exploitatie gaat het om de stelpost onvoorziene uitgaven en de onbenutte belastingcapaciteit. Voor onvoorziene uitgaven ramen we in Buren structureel een bedrag. Bij de onbenutte belastingcapaciteit gaat het om de eigen inkomstenbronnen van een gemeente voor zover deze nog niet “maximaal” of kostendekkend zijn. Bij de onbenutte belastingcapaciteit gaat het met name om de OZB. Het betreft hier een inkomstenbron die niet direct beschikbaar is. De hoogte wordt bepaald door het verschil tussen de feitelijke OZB en de normhoogte van de OZB in het kader van artikel 12. In de vermogenssfeer bestaat de weerstandscapaciteit uit het vrij besteedbare en het geblokkeerde gedeelte van de algemene reserve (weerstandsvermogen) en de stille reserves. Een stille reserve is de theoretische berekening van het waardeverschil tussen de boekwaarde en de overwaarde van met name onze gemeentelijke panden of aandelen. Bij de stille reserves gaat het om de inzet van bezittingen als onroerend goed e.d. Om over deze ruimte te kunnen beschikken is politiek draagvlak nodig en zijn we, in geval van verkoop, afhankelijk van de markt. Dat betekent dat er enige tijd overheen gaat voordat het daadwerkelijke bedrag bekend is en we het geld daadwerkelijk contant kunnen maken. Het gaat dan bijvoorbeeld om de overwaarde op aandelen en andere gemeentelijke eigendommen van waarde die niet op de balans staan. Gelet op het onzekere karakter, laten we dit bedrag buiten de berekening van het weerstandsvermogen. De opbouw van onze beschikbare weerstandscapaciteit per 1 januari 2015 ziet er momenteel als volgt uit: (x € 1.000) Weerstandscapaciteit in de exploitatie: Stelpost onvoorzien € 50 Onbenutte belastingcapaciteit OZB € 1.421 Totale weerstandscapaciteit in de exploitatie € 1.471 Weerstandscapaciteit in het eigen vermogen Algemene reserve – vrij besteedbaar gedeelte Algemene reserve - weerstandsvermogen (geblokkeerd gedeelte) Totale weerstandscapaciteit in het eigen vermogen
3.
€ 5.138 € 5.849 € 10.987
Risico’s en het weerstandsvermogen
Een deel van de algemene reserve wordt structureel geblokkeerd. Het weerstandsvermogen (geblokkeerd gedeelte) van de algemene reserve wordt jaarlijks opnieuw berekend. Het bedrag van € 5.848.948 is dus bedoeld voor het opvangen van benoemde en onbenoemde risico’s en calamiteiten. Het vrij besteedbare gedeelte van de algemene reserve is het incidentele weerstandsvermogen. Hieraan wordt jaarlijks het exploitatieresultaat toegevoegd of onttrokken en wijzigt dus mee met het exploitatieresultaat. De actualisatie van de risico-inventarisatie stelt ons in staat tot een analyse van de risico’s voor 2015 en daarna te komen. Er is voor de bestaande risico’s een financiële vertaling opgesteld op basis van objectieve normeringen of door “professional-judgement” met een kansinschatting en rekening houdend met een gemiddeld financieel effect. Zo ontstaat per risicogebied een financiële risicoraming. Getotaliseerd geeft dat het noodzakelijke weerstandsvermogen voor 2015. Bij de inschatting van de financiële effecten is uitgegaan van een gedeeltelijke dekking van alle risico’s.
Programmabegroting 2015
73
Voor 2015 en latere jaren benoemen we de volgende risico’s in het weerstandsvermogen: 3.1 Aansprakelijkheid Vanuit onze beleidsverantwoordelijkheid en zorgplicht zijn we op veel terreinen aansprakelijk. We kunnen aansprakelijk worden gesteld voor onjuist of zelfs niet handelen, het onjuist nemen van besluiten of het nemen van onjuiste besluiten. De risico’s die hieruit voortkomen, zijn moeilijk in te schatten door het vaak complexe en diffuse karakter van de risico’s. Net als de landelijke trend neemt ook in Buren de zwaarte en het aantal van de claims toe. Door haar regisserende rol zijn er ook steeds meer contractuele verplichtingen en uitsluitingen. Pink Roccade is van plan een prijsstijging door te voeren van ongeveer € 75.000,- alleen al voor Buren voor 2015. Meerdere gemeenten stuurden een reactie op de voorgenomen prijsstijging. Pink Roccade legde deze brief in eerste instantie naast zich neer. We zijn nog in gesprek. Ook zijn de afspraken met andere partijen voor de ICT-diensten die we leveren nog een punt van zorg. Sinds de Wet Dwangsom en Beroep zijn er ook gevolgen aan het niet op tijd nemen van een besluit, met als sanctie het toekennen van een dwangsom. De zorgplicht van de gemeente omvat diverse terreinen en gaat ver. Het is mogelijk de risico’s (deels) te beperken door een goede juridische kwaliteitszorg. Er wordt daarom ook steeds gewerkt aan initiatieven om de borging van de juridische kwaliteit te verbeteren. We zullen in de komende jaren de financiële gevolgen van de Wet Dwangsom en Beroep verder monitoren. Er is ook een bedrag gereserveerd in het weerstandsvermogen voor onvoorziene tegenvallers op het gebied van aansprakelijkheid. De effecten van aansprakelijkheid zijn merkbaar in de eisen die verzekeraars stellen. Zo is de gemeente o.a. verzekerd voor personen- en zaakschade tot 5 miljoen euro en voor vermogensschade tot 2,5 miljoen euro per jaar. Daarvoor betalen we jaarlijks € 25.000,aan premie. Omdat niet alles onder de dekking van verzekeringen valt en we per incident een eigen risico hebben, wordt hiervoor ook een risicobedrag opgenomen. Aangezien de ervaring van de afgelopen jaren is dat niet al deze risico's zich tegelijk zullen voordoen, is het bedrag verlaagd met € 150.000. In ons weerstandsvermogen reserveren we hiervoor in 2015: € 400.000,- => structureel risico 3.2 Opvang bij rampen en calamiteiten Landelijk is de Handreiking “Regionaal Risicoprofiel” opgesteld. De Wet Veiligheidsregio verplicht in de komende jaren de uitwerking van verschillende risicoprofielen. Het regionaal risicoprofiel is door de Veiligheidsregio aan ons aangeboden. Dit profiel brengt de risico’s van alle gemeenten in de regio Gelderland-Zuid duidelijk in kaart. De risico’s voor onze gemeente zijn nu hoger ingeschat ten opzichte van voorgaande jaren. Dit omdat de risico's beter in kaart zijn gebracht dan voorheen. Het betreft met name directe gevolgen van de risico's van vervoer van gevaarlijke stoffen en bedrijvigheid. En daarnaast de gevolgen van rampsituaties of calamiteiten waarbij (langdurige) opvang en maatschappelijke hulpverlening nodig is. In ons weerstandsvermogen reserveren we hiervoor in 2015: € 230.000,- => structureel risico 3.3 Verbonden partijen De verhoging van het risicobedrag is nodig vanwege met name de steeds grotere regisserende rol van onze gemeente. We gaan daarvoor meer contractuele samenwerkingsverbanden aan waardoor risico's toenemen. Met name bij de samenwerking ODR en Lander lopen we risico's op het gebied van bijvoorbeeld organisatiekosten en legesopbrengsten. In de begroting 2015 komen in de paragraaf verbonden partijen die risico’s uitgebreider aan bod. De financiële risico's en gevolgen van verbonden partijen worden door alle eventueel deelnemende gemeenten gedeeld. In ons weerstandsvermogen reserveren we hiervoor in 2015: € 500.000,- => structureel risico 3.4 Open einde regelingen In Buren gaat het nu nog om de Wet Werk en Bijstand, het Leerlingenvervoer en de Wet Maatschappelijke Ondersteuning die tot nu toe redelijk stabiel zijn qua uitgaven. Dat is echter geen garantie voor de nabije toekomst. Vanaf 2015 worden de Participatiewet en de nieuwe Jeugdwet ingevoerd en de financiële consequenties daarvan zijn zeer onzeker. De kosten van Jeugdzorg trajecten die we wellicht moeten gaan financieren kunnen oplopen tot aanzienlijke bedragen. Daarnaast genereert het nieuwe wijkgericht werken wellicht zijn eigen vraag die hoger is dan verwacht. Ook is de (boven-)regionale solidariteit tussen gemeenten nu nog niet geregeld. Het budget dat is gekoppeld aan de rijkstaken die naar de gemeente gaan voor de open einde regelingen kan dus ontoereikend blijken te zijn. In ons weerstandsvermogen reserveren we hiervoor in 2015: € 500.000,- => structureel risico
Programmabegroting 2015
74
3.5 Decentralisatie van rijkstaken naar gemeenten Aan de decentralisatie van rijkstaken, met name van de Participatiewet en de Jeugdwet, naar gemeenten vanaf 2015 zitten naast de hierboven bij 3.4 genoemde risico's ook andere financiële risico's die een gevolg zijn van nieuwe (of meer) aanspraak op open einde regelingen. Dit betreffen zowel onzekerheid over de kosten van implementatie als structurele extra kosten. Hieronder rekenen we de overschrijdingen van kosten aan eigen apparaat en de externe kosten, zorgaanbieders en andere partijen, die veel hoger uitkomen dan geraamd. Bij de invoering zijn er daarnaast ook nieuwe aansprakelijkheids- en aanbestedingsrisico's, veel betrokken partijen en belangen, mogelijke mediagevoelige incidenten die weerslag op de gemeente hebben en een grotere afhankelijkheid van de ICT en problemen met privacygevoelige informatie. Er kunnen ook structurele realisatieproblemen ontstaan zoals minder efficiencyvoordelen dan geraamd, die we moeten opvangen in onze begroting. In de bestuursafspraken 2011-2015 is afgesproken dat eventuele nadelen door deze herverdeling voor gemeenten beperkt moeten blijven. Het nadeel mag voor gemeenten niet meer zijn dan 15 euro per inwoner per jaar. In Buren betekent dit een maximaal nadeel van in totaal € 390.000,- voor de decentralisaties. In ons weerstandsvermogen reserveren we hiervoor in 2015: € 390.000,- => structureel risico 3.6 Grondexploitaties Bij het opstellen van een grondexploitatie worden de risico’s voor dat specifieke project ingeschat en in de exploitatie meegenomen. Is een geraamd bedrag niet nodig, omdat het risico zich niet voordoet, valt het bedrag vrij ten gunste van het resultaat van het betreffende plan. Daarnaast kunnen zich externe ontwikkelingen voordoen die niet project-specifiek zijn en buiten de invloed van de gemeente liggen. Dit zijn algemene risico’s waar de grondexploitatieberekeningen niet of ten dele in voorzien. Het gaat hier om risico's over de nakoming van overeenkomsten van projecten waarin de gemeente wel of niet een grondpositie heeft en de risico's over projecten waarin de gemeente samenwerkt met een marktpartij. Een belangrijk risico is een onverwachte en onvoorziene kostenstijging over de nog te maken kosten voor bouw- en woonrijp maken door de gemeente. Als dit gevolgd wordt door een vertraging in de verkopen, heeft dat hogere rentelasten als gevolg. Dat risico is maar ten dele afgedekt. Nu doen de risico's zich niet bij alle projecten tegelijkertijd voor, al was het maar omdat plannen in verschillende fasen van uitvoering verkeren. Gebruikelijk hanteren we een percentage van 25% als risicobuffer. Uitgaande van 25% is in 2015 een buffer van € 5,3 miljoen nodig. In ons weerstandsvermogen reserveren we hiervoor in 2015: € 5.300.000,- => structureel risico 3.7 Stagnering economie De stagnering van de economie heeft op velerlei manieren impact op de gemeentelijke huishouding. Voorbeelden hiervan zijn de uitgaven voor werkbegeleidingstrajecten, uitkeringen e.d. Daarnaast hebben we lagere inkomsten van de gemeenten op alle mogelijke gebieden, met name de leges voor bouwvergunningen kunnen veel lager gaan uitvallen dan we verwachten. Deze risico's brengen we voortaan onder bij de diverse risico's. In ons weerstandsvermogen reserveren we hiervoor in 2015 geen apart bedrag meer, maar nemen we deze risico's mee bij de diverse risico's of is het onderdeel van andere genoemde risico's. 3.8 Rentewijzigingen leningen Kleine wijzigingen in de huidige rentestanden voor de aangetrokken en de in de toekomst aan te trekken geldleningen en rekening-courantkredieten leiden tot aanzienlijke extra te betalen rentebedragen. In 2015 verwachten we weer deels met kasgeld, rekening-courantkrediet en langlopend te lenen. In onze begroting houden we geen rekening met sterke stijgingen van de rentetarieven voor aan te trekken rekening-courant krediet, kasgeld en nieuwe langlopende leningen. Aangezien we er vanuit gaan dat de rentetarieven ook in 2015 zullen blijven stijgen, lopen we daarbij het risico dat de stijgingen hoger zullen uitvallen dan verwacht. In ons weerstandsvermogen reserveren we hiervoor in 2015: € 200.000,- => structureel risico 3.9 Waarborgfonds Sociale Woningbouw De gemeente vervult via het Waarborgfonds Sociale Woningbouw een achtervang positie voor de leningen van 2 woningbouwcoöperaties. De risico's hiervoor worden de laatste tijd steeds groter omdat de financiële positie van de coöperaties niet zo sterk is. In ons weerstandsvermogen reserveren we hiervoor in 2015: € 300.000,- => structureel risico
Programmabegroting 2015
75
3.10 Diverse risico’s Risico's voor gemeenten worden groter omdat de samenleving hogere eisen stelt en complexer wordt. Ook worden meer en meer de gevolgen van ontwikkelingen op de overheid afgewend. Het betreft een grote verscheidenheid aan risico's, waaronder: Grondsanering; Het niet tijdig actualiseren van bestemmingsplannen; Openbare orde; Besmettelijke ziektes; De herijkingsoperatie gemeentefonds, waarschijnlijk al in 2014 en met financiële gevolgen in 2015; Oude personele aanspraken rond de organisatieontwikkelingen en de aanspraken FPU (Flexibel Pensioen en Uittreden) tot 1-1-2016; Overige personele aanspraken, met name rond loonheffingen van ingehuurd personeel; Wachtgeldverplichtingen bestuurders; Risico's voortvloeiend uit Europees, nationaal, provinciaal en regionaal beleid die gemeenten bepaalde normen opleggen. Deze kunnen verstrekkende gevolgen hebben voor bijvoorbeeld de woningbouw. Met de regio en provincie is de norm afgesproken om tot 2020 maximaal 1.040 woningen te bouwen in plaats van de geplande 2.200. Door het toepassen van de Burense methode beperken we het risico rondom woningbouw; Aanwijzing tot nationaal landschap; Het Natura 2000 beleid; De provinciale ruimtelijke verordening; Het kwalitatief Woningbouwprogramma. In ons weerstandsvermogen reserveren we voor deze risico's in 2015: € 650.000,- => structureel risico Samenvatting risico’s voor het benodigde weerstandsvermogen in 2015 x € 1.000 Jaarrekening Voorstel Raming 2013 2013 begroting 2015 1 Aansprakelijkheid 250 250 400 aanvullend 2 Opvang bij rampen en calamiteiten 100 100 230 verlaagd 3 Verbonden partijen 300 300 500 aanvullend 4 Open einde regelingen 250 250 500 aanvullend 5 Transitie rijkstaken naar gemeente 390 390 390 onveranderd 6 Grondexploitaties 1.900 1.900 5.300 aanvullend 7 Stagnering economie 0 0 0 nihil 8 Rentewijzigingen 0 0 200 aanvullend 9 Waarborgfonds Sociale Woningbouw 0 0 300 nieuw 10 Diverse risico's 600 600 650 onveranderd Renterisico Maurik-Oost / 11 Doejenburg 2.400 2.400 0 nihil 12 Kwetsbaarheid automatisering 100 100 0 nihil 13 Planschades 100 100 0 nihil Toevoegingen - onttrekkingen -1.666 6.390 4.724 8.470
4.
Toereikendheid geblokkeerde gedeelte (weerstandsvermogen) van alg. reserve
Het risicoprofiel 2015 komt uit op € 8.470.000,-. Het geblokkeerde gedeelte, het weerstandsvermogen, van de algemene reserve is momenteel € 5.848,948- (€ 4.723.948 + € 1.125.000 (besluit 1e burap 2014)). We stellen voor om het benodigde bedrag te verhogen met een bedrag van € 2.621.052 naar een risicoprofiel van € 8.470.000,-. Dit is op basis van de risicoanalyse voldoende om de bestaande risico’s af te dekken. Dit betekent echter ook dat vrijwel de gehele algemene reserve is geblokkeerd voor het opvangen van risico's die we lopen. Conclusie uit het bovenstaande is dat voor de gemeente Buren in 2015 de risico’s groot zijn, met name met betrekking tot de grondexploitaties, verbonden partijen, open einde regelingen en de decentralisatie van rijkstaken naar gemeenten. Daarnaast komt ook de bodem van onze algemene reserve in zicht om risico's op te vangen.
Programmabegroting 2015
76
5.
Gewaarborgde geldleningen
In voorgaande boekwerken namen we het overzicht van gewaarborgde geldleningen op onder de paragraaf verbonden partijen. Op advies van de commissie BBV nemen we dit nu op onder de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing. De wet FIDO (financiering decentrale overheden) schrijft de gemeenten voor zo weinig mogelijk risico's te nemen met leningen en garantstellingen. Wij voeren daarom wat dat betreft een terughoudend beleid. De afgelopen jaren zijn bij vijf gemeentelijke taakvelden waarborgfondsen opgericht: De Stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW); Het Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW); Het Waarborgfonds voor de Zorgsector (WfZ); De Stichting Waarborgfonds Sport (SWS); Het Waarborgfonds Kinderopvang. Bij deze waarborgfondsen hebben wij een theoretische achtervang functie. Deze waarborgfondsen kunnen de statuten, het reglement van deelneming, het beleggingsstatuut en overeenkomsten niet eenzijdig wijzigen. Keer op keer worden de verantwoordelijkheden en belangen afgewogen. Deze waarborgfondsen onderzoeken op een aantal momenten de kredietwaardigheid van de deelnemer. Die momenten zijn bij eerste registratie als deelnemer en bij jaarlijkse herbeoordeling. Bij een verzoek tot borgstelling wordt zo nodig specifiek onderzoek naar het onderpand gedaan. Deze werkwijze beperkt de risico's van de andere deelnemers, de achtervangers en de geldgevers. Als gemeente staan we garant voor een aantal geldleningen van derden (gewaarborgde geldleningen). Onderstaande bedragen geven het maximale risico weer en het jaar van afloop. Het overzicht per geldnemer is als volgt: Geldnemer
Jaar van afloop
Vitens (vh. Waterleidingmij. Gelderland) Stichting Woningbeheer Betuwe Voetbalvereniging S.C.R. Sportvereniging S.V.M. Vereniging "Het Groene Kruis" Voetbalvereniging I.S.C. Voetbalvereniging FC Lienden Zorgcentra De Betuwe (19)
2020 2021 2024 2020 2032 2024 2024 2049
Zorgcentra De Betuwe (20) Zorgcentra De Betuwe (22) AVRI voor ARN (Regio Rivierenland)
2019 2040 2015
Programmabegroting 2015
77
Waarborg
(x € 1.000,-)
31-12-2014 234 63 5 5 19 37 18 2.033
31-12-2015 234 54 4 4 18 34 16 1.975
31-12-2016 234 45 3 4 18 30 15 1.917
482 141 576 3.613
386 135 2.860
289 130 2.685
Onderhoud kapitaalgoederen Kerninformatie: In deze paragraaf geven we het beleidskader voor het onderhoud van de kapitaalgoederen en de vertaling van de financiële consequenties naar de begroting aan. Per kapitaalgoed gaan we in op het beleidskader, de middelen, de begroting en de stand van de voorziening.
Nieuwe elementen en veranderingen t.o.v. het voorgaande jaar:
Op basis van integraal beheer verbeteren we de gemeentelijke regiefunctie op het beheer van de openbare ruimte. We geven uitvoering aan de samenwerkingsovereenkomst die we met regio en waterschap sloten voor de inrichting van de waterketen (riolering, waterzuivering). Deze samenwerkingsovereenkomst is de regionale uitwerking van het landelijk bestuursakkoord water.
Doel:
Een helder en volledig overzicht van de kapitaalgoederen en de financiële middelen.
Nut:
Het inzichtelijk maken van de kaders (kwaliteit, kwantiteit en geld).
Noodzaak:
Verplicht onderdeel van de begroting. Artikel 12, eerste lid BBV.
Financieel belang en risico’s: Kapitaalgoederen leggen blijvend een groot beslag op de gemeentelijke begroting. Gemiddeld gaat ieder jaar 15% van de totale middelen naar de exploitatie (onderhoud, beheer, afschrijving, rentekosten enz.) van kapitaalgoederen. Achterstallig onderhoud kan leiden tot risico’s en daarbij mogelijke aansprakelijkstelling van de gemeente. Bovendien kan het leiden tot kapitaalvernietiging.
Relatie met programma’s en/of andere paragrafen: De kapitaalgoederen vervullen een belangrijke rol bij het verwezenlijken van andere programma’s zoals Milieu, Openbare orde en veiligheid en samenlevingszaken.
Programmabegroting 2015
78
Inleiding
Vanuit de zorg voor een structureel goed, veilig en efficiënt leef-, werk- en woonmilieu voor de burger geeft onze gemeente jaarlijks aanzienlijke bedragen uit aan het vervangen/vervaardigen en onderhouden van kapitaalgoederen. De openbare ruimte bestaat uit kapitaalgoederen, zoals wegen, riolering, groen, openbare verlichting, gebouwen enz. Kapitaalgoederen zijn “duurzame productiemiddelen”: de zaken die we nodig hebben om de diensten en goederen die we aan onze burgers leveren te produceren. Water, wegen en bruggen zijn onontbeerlijk voor de economische ontwikkelingen van een gemeente. Om onderwijs te geven zijn schoolgebouwen nodig. De riolering draagt bij aan de gemeentelijke milieudoelstellingen. Kortom: kapitaalgoederen spelen een belangrijke rol bij de programmadoelen die we als gemeente willen realiseren. Kapitaalgoederen leggen blijvend een groot beslag op de gemeentelijke begroting. Gemiddeld gaat ieder jaar 15% van de totale middelen naar de exploitatie (onderhoud, beheer, afschrijving, rentekosten enz.) van kapitaalgoederen. De bedragen vanaf 2013 zijn inclusief areaaluitbreiding en indexering (de beheerbudgetten verhogen we jaarlijks met de kosten van de uitbreiding van het areaal en de indexering). Overzicht kapitaalgoederen (bedragen x € 1000) Beleidskader Wegen Civiele kunstwerken Onderhoud gebouwen Openbare verlichting Baggeren watergangen Totaal
Saldo voorziening
Mutatie
01-01-2015 474 147 688 316
Saldo voorziening
2015
Meerjarenbegroting
31-12-2015 474 147 688 316
2015 2.083 215 81 272
2016 2.443 215 81 272
2017 2.443 215 81 272
2018 2.443 215 81 272
185
110
295
220
0
0
110
1.810
110
1.920
2.871
3.011
3.011
3.121
Saldo voorz . 01-01-2015 2.869 -
Mutatie 2015 -140
Saldo voorz . 31-12-2015 2.729 -
585 -
433 200
1.018 200
-
299
-13
286
-
71
-4
67
Het gaat hier om de mutatie van de voorzieningen. Meerjarig geven we de storting aan in de voorziening.
Overzicht kapitaalgoederen (bedragen x € 1000) Beleidskader Riolering (GRP) Riolering Onderhoud Vervanging Begraafplaatsen afkoopsommen onderhoud afkoopsommen grafrechten Totaal
Saldo reserve
3.824
Saldo reserve
476
4.300
Meerjarenbegroting 2015
2016
2017
2018
2.690
2.568
2.406
2.376
651
644
645
643
3.341
3.212
3.051
3.019
Het gaat hier om de mutatie van de reserve cq. de voorzieningen. Meerjarig geven we een beeld van de totale kosten per kapitaalgoed. Tegenover deze kosten staan rechten (inkomsten). Beide kapitaalgoederen zijn kostendekkend. Het overschot / tekort aan het einde van het begrotingsjaar verrekenen met de reserve cq. voorziening.
Overzicht kapitaalgoederen (bedragen x € 1000) Beleidskader Groen Totaal
Saldo voorziening N.v.t. N.v.t.
Totaal begroting 2014 1.422 1.422
Totaal begroting 2015 1.399 1.399
Meerjarenbegroting 2016 1.399 1.399
2017 1.399 1.399
2018 1.399 1.399
Het gaat hier om de totale kosten voor het groenonderhoud. Tegenover de kosten staan geen inkomsten. Het overschot / tekort aan het einde van het begrotingsjaar nemen we mee in de jaarrekening.
Programmabegroting 2015
79
1.
Wegen
1.1 Algemeen Op basis van meerjarenplanningen voeren we jaarlijks onderhoudswerkzaamheden uit aan de wegen. Bij de uitvoering hanteren we de uitgangspunten en randvoorwaarden, die vastliggen in het beheerplan wegen. Omdat de financiële middelen beperkt zijn, onderhouden we de wegen op een sober kwaliteitsniveau. Het vastgestelde Rb niveau staat voor heel en veilig. 1.2 Financiële middelen In de begroting 2015 nemen we voor wegen een bedrag van € 2.082.741,- (incl. index) op. Dit bedrag is inclusief de bezuiniging (t/m 2015) uit het vastgestelde beheerplan wegen 2011, areaaluitbreiding en indexering. De uitvoering van het onderhoud bekostigen we uit de voorziening wegen. 1.3 Toelichting voorziening wegen Via een tweejaarlijkse inspectie van de wegen bepalen we aan welke wegen er voor de jaren daaropvolgend onderhoudswerkzaamheden plaats moeten vinden. Omdat de uitgaven per jaar fluctueren, gebruiken we de voorziening wegen als egalisatievoorziening. 1.4 Doorkijk toereikendheid van de voorziening voor de jaren 2015 t/m 2018 In 2015 ontvangt u een actualisatie van het huidige beheerplan. Bij het aanbieden van het nieuwe beheerplan, evalueren wij de afgelopen periode en informeren u over de uitgangspunten voor de komende periode. In het nieuwe beheerplan wegen nemen wij o.a. als uitgangspunt dat het budget berekend is op de benodigde onderhoudsmaatregelen over een periode van 30 jaar. 1.5 Risico’s De prijzen voor asfalt (o.a. olie) fluctueren sterk; Het onderhoudsniveau is afhankelijk van het beschikbare budget. Bij een structurele verlaging van het budget is het vastgestelde onderhoudsniveau niet meer haalbaar. In het huidige beheerplan is geen rekening gehouden met rehabilitatiekosten van wegen. Bij veranderingen van het verkeersaanbod (verhoogde aslast) is de draagkracht van de fundering onvoldoende. De restlevensduur van de weg zal dan sterk verminderen, met als gevolg een duurdere onderhoudsmaatregel.
2.
Openbare Verlichting
2.1 Algemeen Op basis van meerjarenplanningen voeren we jaarlijks onderhoudswerkzaamheden uit aan de openbare verlichting. Bij de uitvoering hanteren we de uitgangspunten en de randvoorwaarden, die vastliggen in het beleidsplan openbare verlichting. Omdat de financiële middelen beperkt zijn, onderhouden we de openbare verlichting op kwaliteitsniveau "aandacht". 2.2 Financiële middelen In de begroting 2015 nemen we voor de openbare verlichting een bedrag van € 272.108,- (incl. mei index) op. Dit bedrag is exclusief de energie. Dit bedrag is inclusief de areaaluitbreiding en indexering. De uitvoering van het onderhoud bekostigen we uit de voorziening openbare verlichting. 2.3 Toelichting voorziening openbare verlichting Via een jaarlijkse inspectie van de openbare verlichting bepalen we aan welke lichtmasten/armaturen er voor de jaren daarop onderhoudswerkzaamheden moeten plaatsvinden. Omdat de uitgaven per jaar fluctueren, gebruiken we de voorziening openbare verlichting als egalisatievoorziening. 2.4 Doorkijk toereikendheid van de voorziening voor de jaren 2015 t/m 2018 De voorziening openbare verlichting is toereikend om het onderhoudsprogramma uit te voeren. 2.5 Risico’s De stijging van de prijzen van onder andere staal en aluminium kan hoger zijn dan de begrote stijging; Het onderhoudsniveau is afhankelijk van het beschikbare budget. Bij een structurele verlaging van het budget is het vastgestelde onderhoudsniveau niet meer haalbaar.
Programmabegroting 2015
80
3.
Civieltechnische kunstwerken
3.1 Algemeen Op basis van meerjarenplanningen voeren we jaarlijks onderhoudswerkzaamheden uit aan de civieltechnische kunstwerken. Bij de uitvoering hanteren we de uitgangspunten en randvoorwaarden die vastliggen in het beheerplan civieltechnische kunstwerken. Omdat de financiële middelen beperkt zijn, onderhouden we de kunstwerken op onderhoudsniveau “ functioneel”. 3.2 Financiële middelen In de begroting van 2015 nemen we voor de civieltechnische kunstwerken een bedrag van € 215.493,(incl. mei index) op. Dit bedrag is inclusief areaaluitbreiding en indexering. De uitvoering van het onderhoud bekostigen we uit de voorziening civieltechnische kunstwerken. 3.3 Toelichting voorziening Civieltechnische kunstwerken Via een vijfjaarlijkse inspectie van de civieltechnische kunstwerken bepalen we aan welke kunstwerken er voor de jaren daarop volgend onderhoudswerkzaamheden moeten plaatsvinden. Omdat de uitgaven per jaar fluctueren, gebruiken we de voorziening civieltechnische kunstwerken als egalisatievoorziening. 3.4 Doorkijk toereikendheid van de voorziening voor de jaren 2015 t/m 2018 In 2015 ontvangt u een actualisatie van het huidige beheerplan. Bij het aanbieden van het nieuwe beheerplan, evalueren wij de afgelopen periode en informeren u over de uitgangspunten voor de komende periode. In het nieuwe beheerplan kunstwerken nemen wij o.a. als uitgangspunt dat het budget berekend is op de benodigde onderhoudsmaatregelen over een periode van 10 jaar 3.5 Risico’s Het onderhoudsniveau is afhankelijk van het beschikbare budget. Bij een structurele verlaging van het budget is het vastgestelde onderhoudsniveau niet meer haalbaar.
4.
Riolering
4.1 Algemeen De gemeente moet op een verantwoorde wijze zorg dragen voor de inzameling en het transport van afvalwater binnen het grondgebied. Het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) is de basis voor de werkzaamheden aan de gemeentelijke riolering. Het GRP is dynamisch van opzet. Wijzigingen in beleid, uit te voeren projecten of meerjarenplanning nemen we in het GRP op. De consequenties vertalen en beoordelen we financieel. 4.2 Financiële middelen Uitgangspunt bij de vaststelling van het GRP is dat de uitgaven en inkomsten met betrekking tot het plan op de exploitatie budgettair neutraal verlopen. De opbrengst van de rioolrechten moet op termijn toereikend zijn om de exploitatie- en investeringskosten op te vangen. In 2011 stelde de gemeenteraad een ontwikkeling van de rioolheffing tot 2014 vast. In 2013 is het GRP geactualiseerd en volgde de prognose uit 2011. Het woningtarief voor 2015 is € 217,-; voor niet-woningen geldt het dubbel tarief. 4.3 Toelichting reserve GRP Voor het GRP is een bestemmingsreserve beschikbaar gesteld. Eventuele jaarlijkse tekorten c.q. overschotten vangen we op met deze bestemmingsreserve (egalisatie). 4.4 Doorkijk toereikendheid van de reserve voor de jaren 2015 t/m 2018 Volgens het plan zijn de inkomsten samen met de reserve meerjarig toereikend.
Programmabegroting 2015
81
5.
Water
5.1 Algemeen De gemeente en het Waterschap zijn waterpartners. De zorg voor de waterhuishouding ligt primair bij het waterschap, maar de gemeente heeft ook watergangen in beheer. Het waterplan verwoordt de volgende visie: “De waterpartners streven naar een gezond, veerkrachtig, kwalitatief goed, aantrekkelijk en op de toekomst berekent watersysteem". 5.2 Financiële middelen In 2009 vond er een onttrekking plaats van € 510.000,- uit de algemene reserve. In de periode van 2012-2017 vinden de onttrekkingen plaats uit de bestemmingsreserve Beheer oppervlaktewater. Voor 2015 is € 4.500 opgenomen als onttrekking. 5.3 Risico’s Het beleid is erop gericht stedelijk water in beheer en onderhoud over te dragen aan het Waterschap; Uit een inventarisatie volgen mogelijk nog extra werkzaamheden die nodig zijn om watergangen te kunnen overdragen.
6.
Baggeren
6.1 Algemeen Het waterschap ziet er op toe dat de watergangen van derden op diepte blijven, dit is de diepteschouw. We stelden een beheerplan baggeren op om meerjarig in beeld te hebben wat dat voor de gemeentelijke watergangen betekent. Het waterschap baggert de hoofdwatergangen. Daarbij geldt de ontvangstplicht. Dat betekent dat de gemeente vaak bagger uit sloten moet ontvangen. Ons beheerplan is afgestemd op de baggerplanning van het waterschap, zodat we in één keer onze eigen bagger (diepteschouw) en de bagger vanuit de ontvangstplicht kunnen verwerken. 6.2 Financiële middelen In 2013 is er € 258.000 vanuit de algemene reserve en € 95.000 vanuit de reserve waterplan in de voorziening gestort. Voor 2015 wordt € 220.000,- vanuit de algemene middelen aan de voorziening toegevoegd. Vanaf 2018 storten we structureel € 110.000 vanuit de algemene middelen. Dit conform uw besluit bij de behandeling van de begroting 2014. 6.3 Toelichting voorziening baggeren In 2016 en 2018 voeren we weer een baggerproject uit. 6.4 Doorkijk toereikendheid van de voorziening voor de jaren 2015 t/m 2018 De voorziening is toereikend voor de uitvoering van het plan. Evaluatie van uitgevoerde projecten kan aanleiding zijn tot bijstelling. Het baggerplan moeten we nog wel bijstellen naar aanleiding van de areaaluitbreiding met het Lingemeer. 6.5 Risico’s Het waterschap brengt met ingang van 2013 transportkosten voor ontvangst plichtige bagger in rekening. In 2014 zorgde dit voor een extra last van iets meer dan € 20.000,-. De financiële consequenties voor 2015 zijn nog niet bekend.
Programmabegroting 2015
82
7.
Groen
7.1 Algemeen Op basis van meerjarenplanningen voeren we jaarlijks onderhoudswerkzaamheden aan de openbare groenvoorzieningen uit. Bij de uitvoering hanteren we de uitgangspunten en randvoorwaarden die vastliggen in het groenbeheerplan. Het ambitieniveau voor het beheer is inmiddels vertaald in een Integraal Beeldkwaliteitsplan voor de openbare ruimte. Hierin is ook het dagelijks onderhoud aan bijvoorbeeld verharding, straatmeubilair en riolering opgenomen. Het onderhoud wordt vanaf maart 2012 uitgevoerd door de AVRI. 7.2 Financiële middelen Met ingang van 2015 rekenen we in de begroting met een structurele jaarlijkse onderhoudslast van € 1.399.420,-.
8.
Begraafplaatsen
8.1 Algemeen Op basis van de uitgangspunten en randvoorwaarden, die we vaststelden in het beleidsplan begraafplaatsen, zijn op alle begraafplaatsen graven geruimd. Vanaf 2013 onderhouden we de begraafplaatsen op een hoger niveau dan A (keurig). De doelstelling is om de begraafplaatsen kostendekkend te beheren. 8.2 Financiële middelen Door het actualiseren van de administratie en het ruimen van graven is er nu voldoende capaciteit op de begraafplaatsen. Het begraafplaatsbeheer is kostendekkend. 8.3 Toelichting voorziening begraafplaatsen Om zeker te zijn van voldoende onderhoudsgelden voor de toekomst maken we gebruik van de voorziening “Afkoopsommen onderhoud graven” en de voorziening “Afkoopsommen grafrecht”. Alle afkoopsommen voor het onderhoud en het grafrecht voegen we toe aan de voorziening. De kosten voor het ruimen van graven en het onderhouden van de begraafplaatsen bekostigen we uit deze voorzieningen. 8.4 Doorkijk toereikendheid van de voorziening voor de jaren 2015 t/m 2017 In 2008 is besloten om vanaf 2009 het eenmalige recht voor het onderhouden van begraafplaatsen per grafruimte in te voeren. Doordat het onderhoud voor een langere termijn wordt afgekocht, genereren we in één keer voldoende middelen. De mogelijkheid om jaarlijks voor onderhoud te betalen, is vervallen. Hierdoor ontstaat een kostendekkende exploitatie. In 2012 en 2013 is de voorziening aangesproken door hoge reguliere onderhoudskosten uitgevoerd door de AVRI. Hiervoor is de voorziening niet bestemd en onttrekken we meer dan we toevoegen. In 2015 maken we nieuw beleid. Hierin nemen we de kostendekking mee. 8.5 Risico’s Van de inkomsten is vooral het aantal te leveren producten niet beïnvloedbaar. Het aantal uit te geven graven fluctueert per jaar; Uit landelijk onderzoek blijkt dat de keuze voor cremeren toe neemt. Ook in onze gemeente neemt het aantal uit te geven graven af en dalen de inkomsten. Als deze trend doorzet, moeten we de tarieven verhogen om de begraafplaatsen kostendekkend te kunnen blijven beheren.
Programmabegroting 2015
83
9.
Gebouwen
9.1 Algemeen Voor het onderhoud aan alle gemeentelijke gebouwen is een onderhoudsprogramma vastgesteld. Dit tien-jaren-onderhoudsplan evalueren we vierjaarlijks. In 2012 is het beheerplan compleet herzien. De meerjarenbegroting loopt van 2013 t/m 2017. De volgende actualisatie van het meerjarenprogramma gemeentelijke gebouwen start in 2016. In 2015 onderzoeken we de mogelijkheden om het beheer van de gemeentelijke gebouwen op een andere manier te organiseren. Het uitbesteden van werkzaamheden op het gebied van gebouwbeheer is een optie. 9.2 Financiële middelen Op basis van het beheerplan gebouwen berekenen we een structurele onderhoudslast. Het 10 jaar gemiddelde bedraagt € 375.580,-. De uitvoering van het klein onderhoud bekostigen we uit de exploitatie en het groot onderhoud bekostigen we uit de voorziening onderhoud gebouwen. 9.3 Toelichting voorziening onderhoud gebouwen Voor de uitvoering van het onderhoudsprogramma gebouwen maken we onderscheid in klein en groot onderhoud. Het bedrag voor onderhoud dat we niet in het geplande jaar uitgeven, storten we in de voorziening. Groot en uitgesteld onderhoud betalen we uit de voorziening. Bij de actualisatie van het beheerplan gebouwen namen we alle gebouwen opnieuw op in het onderhoudsplan (inclusief de woningen en de garageboxen). Het gemeentehuis te Maurik namen we niet op in het beheerplan gebouwen. Hiervoor is een 10-jaren onderhoudsplan opgesteld. De kosten voor het onderhoud van het gemeentehuis (ad € 100.000,-) bekostigen we rechtstreeks uit de exploitatie. 9.4 Doorkijk toereikendheid van de voorziening voor de jaren 2015 t/m 2017 Het meerjarenonderhoudsplan loopt van 2013 t/m 2023. De voorziening is op dit plan gebaseerd. De voorziening onderhoud gebouwen is toereikend om de uitgestelde onderhoudswerkzaamheden uit te voeren. In 2013 actualiseerden we het meerjarenprogramma. Hierin is de stand van de voorziening meegenomen. 9.5 Risico’s Extra investeringen voor verborgen gebreken aan gebouwen (er is een kleine post onvoorzien opgenomen); Stijging van de kosten van arbeidsloon, staal en aardolieproducten geeft een grotere stijging van de bouwkosten dan voorzien. Het egalisatiefonds kan deze extra kosten nog opvangen. Door de slechte vastgoedmarkt blijven te koop staande gemeentelijke objecten langer in beheer van de afdeling Ruimtelijk beheer. Niet voor alle te koop staande panden is geld opgenomen in het meerjarenprogramma onderhoud gemeentelijke gebouwen. Om het noodzakelijke onderhoud aan de te koop staande objecten uit te kunnen voeren, is het noodzakelijk jaarlijks budget voor deze panden te ramen.
Programmabegroting 2015
84
Kengetallen: Riolering Inspectieputten (stuks) Rioolstrengen (km) Bergbezinkvoorzieningen (stuks) Straatkolken (stuks) Persleidingen (km) Rioolpersgemalen (stuks) Drukrioleringsunits (stuks) IBA’s (stuks)
Werkelijk per 01/01/2012 Aantal 3.285 162 18 8.300 176 115 820 61
Infrastructuur Oppervlakte wegen (m2) Wegen (km) Wegen binnen de kom (km) Wegen buiten de kom (km) Civiele kunstwerken (stuks) Lantaarnpalen (stuks) Groen Bomen (stuks) Bosplantsoen (ha) Sierplantsoen (ha) Gazons (ha) Grasbermen (ha) Watergangen en vijvers (km) Gebouwen: Brandweerkazernes Gymlokalen (waarvan 3 tevens verenigingsgebouw) Jeugdaccommodaties (panden nog aanwezig, ander gebruik) Sportaccommodaties (geen onderhoud uitvoeren) -> Buiten beschouwing i.v.m. geen onderhoud door gebouwbeheer. Peuterspeelzalen (pand staat leeg en komt in de verkoop) Cultuur (Musea, theater) 1 museum gesloten, pand wordt verhuurd verschoven naar monumenten Monumenten (o.a. 9 kerktorens, 2 molens, stadswal, waag en stadspompen) Poort van Buren toegevoegd Woningen en garages (d.m.v. actieve acquisitie woningen) Gemeentekantoor / werven (Lienden staat leeg) Begraafplaatsen, bergingen en aula’s Dorpshuizen / verenigingsgebouwen (waarvan 3 gymlokaal)
Programmabegroting 2015
2.165.560 400 122 278 450 4.522
2.165.100 400 122 278 450 4.072
2.165.100 400 122 278 450 4072
2.165.100 400 122 278 450 4.072
22.202 23 8 42 171 284
21.990 29 14 35 163 247
22.200 32 10 42 171 310
22.200 32 10 42 171 310
Aantal per 01-01-2012 Aantal 4 10
85
Werkelijk Begroot Begroot per per per 01/01/2013 01/01/2014 01/01/2015 Aantal Aantal Aantal 4.330 4.330 4.330 162 162 162 18 18 18 8.300 8.300 8.300 180 180 180 109 109 109 848 848 848 58 58 58
Aantal per Aantal per Aantal per 01-01-2013 01-01-2014 01-01-2015 Aantal Aantal Aantal 4 4 4 10 9 9
1
2
2
2
3
3
0
0
1
1
0
0
4
3
2
2
21
21
22
22
14
13
13
13
3 15 12
3 15 12
3 12 12
3 12 12
Financiering Kerninformatie: De paragraaf bevat de beleidsvoornemens ten aanzien van risicobeheer van de financieringsportefeuille. De nadruk in deze paragraaf ligt op het verschaffen van inzicht in de wijze waarop we aan de treasuryfunctie uitvoering geven. De belangrijkste treasuryfuncties zijn de financiering van het beleid en/of het uitzetten van geldmiddelen die niet direct nodig zijn.
Nieuwe elementen en veranderingen t.o.v. het voorgaande jaar: Eind 2013 zijn de Wet Hof en Wet Schatkistbankieren door de Eerste Kamer vastgesteld. Vanaf 2014 zijn de nieuwe regels van kracht. In 2014 is daarom het Treasurystatuut aangepast. De verwachting is dat de rentetarieven van geldleningen in 2015 gaan oplopen.
Doel:
Betrouwbare en degelijke financiering van de gemeentelijke activiteiten.
Nut:
Vermijden en beheersen van risico’s op het gebied van financiering.
Noodzaak:
Verplicht onderdeel van de programmabegroting voortvloeiend uit de Wet Fido.
In 2014 wordt hoofdzakelijk kortlopend geld geleend. Dit als gevolg van de laagblijvende rente voor kort- en langlopende leningen. Eind 2014-2015 zal meer langlopend geld worden aangetrokken.
Financieel belang en risico’s: De financieringsbehoefte geeft aan of we geld nodig hebben of geld uit kunnen zetten. De risico’s die binnen onze gemeente worden gelopen bij de uitvoering van de treasurytaak bestaan voornamelijk uit renterisico’s. Om die risico’s te beperken en te beheersen, zijn wettelijke normen zoals de kasgeldlimiet en de renterisiconorm vastgesteld. Sinds 2013 is er een overschrijding van de kasgeldlimiet. Het doel is om in 2015 te voldoen aan het limiet en niet te overschrijden. Daarnaast bestaat het kredietrisico wanneer geldleningen worden verstrekt aan rechtspersonen die in voorkomende gevallen in financiële problemen komen. In het treasurystatuut zijn de uitgangspunten opgenomen om dit risico te beperken. In zeer beperkte mate lopen wij ook een liquiditeitsrisico. Dit is het risico dat wij op korte termijn onvoldoende geld in kas hebben om onze verplichtingen te voldoen. Als we de financiën niet op orde zouden hebben, kunnen we onder financieel toezicht van de provincie komen te staan.
Relatie met programma’s en/of andere paragrafen: Er ligt een duidelijke relatie met de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing en het grondbeleid. Daarnaast is er sprake van totaalfinanciering. Dit houdt in dat alle gemeentelijke activiteiten invloed hebben op de doelstelling om de financieringsfunctie op een betrouwbare en degelijke wijze te realiseren.
Programmabegroting 2015
86
1.
Algemeen
1.1 Inleiding De financieringsparagraaf is een verplicht onderdeel in de programmabegroting en vloeit voort uit de wet Financiering Decentrale Overheden (Wet Fido). Het belangrijkste uitgangspunt van de Wet Fido is het beheersen van de financiële risico’s. De nadruk in deze paragraaf ligt op het verschaffen van inzicht in de wijze waarop aan de treasuryfunctie uitvoering wordt gegeven. Het doel van de treasuryfunctie is het zorgen voor een betrouwbare en degelijke financiering van de gemeentelijke activiteiten. Bij onze gemeente zijn de belangrijkste treasuryfuncties: de financiering van het beleid en het uitzetten van geldmiddelen die niet direct nodig zijn. 1.2 Treasurybeleid In de raad van 25 januari 2011 is het treasurybeleid vastgesteld. Dit is uitgewerkt in het treasurystatuut 2011. Dit is een bevoegdheid van het college van burgemeester en wethouders. Hierin staan de doelstellingen, verantwoordelijkheden, bevoegdheden en de administratieve organisatie rond het beheer van liquiditeiten van de gemeente op korte en lange termijn. Er vind een actualisatie plaats eind 2014 in verband met Wet houdbaarheidsfinanciën en schatkistbankieren. 1.3 Totaalfinanciering en rentekosten eigen vermogen De gemeente Buren werkt vanuit totaalfinanciering. Dit houdt in dat tegoeden en schulden van de gemeentelijke afdelingen niet apart maar gebundeld worden aangehouden bij voornamelijk de BNG. Dit bundelen van schulden en tegoeden leidt er toe dat alle kastekorten of -overschotten worden gesaldeerd voordat de gemeente zich op de kapitaalmarkt begeeft. De afdelingen worden voor hun kapitaalbeslag afgerekend op basis van een vooraf bepaald rentepercentage. Dit rentepercentage (het omslagpercentage) wordt jaarlijks in de Kadernota vastgesteld. Dit percentage is een mix van de kosten voor aangetrokken langlopende leningen en de kosten voor kortlopende middelen. De resultaten inzake het omslagpercentage komen rechtstreeks in de exploitatie tot uitdrukking. De bespaarde rente wordt berekend over de omvang van de reserves en de voorzieningen per 1 januari van het betreffende boekjaar. Om de kostprijs van producten niet te laten beïnvloeden door de wijze van financiering (met eigen of vreemd vermogen) hanteert de gemeente Buren, net als de meeste gemeenten, de methodiek van bespaarde rente. Deze methodiek houdt in dat er ook rente wordt berekend over het eigen vermogen en de voorzieningen, de zogenaamde bespaarde rente. De bespaarde rente is de rente die berekend wordt over het deel van het eigen vermogen (inflatiepercentage en omslagrente) en de voorzieningen (omslagrente) dat is aangewend ter financiering van investeringen. Met betrekking tot de bespaarde rente hanteren we de volgende uitgangspunten: - Het inflatiepercentage storten we in de algemene reserve en berekenen we over het vrije gedeelte van de algemene reserve, de (overige) bestemmingsreserves. Dit geldt alleen niet voor de algemene reserve (geblokkeerd gedeelte). Deze reserve was voorheen rentevrij, daarom wordt ook nu het inflatiepercentage niet toegepast; - De omslagrente wordt toegevoegd aan de overige bestemmingsreserves; - Voor de grondexploitaties met een verwacht negatief resultaat worden voorzieningen gevormd. Deze voorzieningen worden afgetrokken van de tot dan toe geactiveerde grondexploitaties. Deze voorzieningen worden gepresenteerd als een waarde correctie op de grondexploitaties (waarover tijdens het vervaardigingsproces al rentekosten kunnen worden toegerekend). Deze wijze van verantwoording is naar analogie van de voorziening voor dubieuze debiteuren. Conform de uitgangspunten voor de begroting 2015 nemen we het inflatiepercentage over uit de meicirculaire 2014. De omslagrente en de berekende rente voor reserves en voorzieningen bedraagt 4%. In deze meerjarenbegroting laten we de algemene reserve niet meegroeien met de inflatie. Het bedrag aan inflatie zetten we in als dekkingsmiddel.
Programmabegroting 2015
87
1.4 Wettelijke ontwikkelingen Sinds 2001 kennen wij de Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido). In deze wet is vastgelegd hoe decentrale overheden, zoals de gemeente Buren hun geld en kapitaal beheren. Begin 2014 is de Wet Fido gewijzigd. Sindsdien zijn de decentrale overheden verplicht tot schatkistbankieren. Dit houdt in dat overtollige liquide middelen worden aangehouden door de Nederlandse schatkist, onder beheer van het ministerie van Financiën. Financiële geldmiddelen en vermogen mogen niet langer bij private partijen worden aangehouden. Achterliggend doel van schatkistbankieren is dat een bijdrage wordt geleverd aan de EMU-schuldverlaging en het verminderen van beleggingsrisico’s voor decentrale overheden. Tegelijk met schatkistbankieren is ook de Wet Houdbare overheidsfinanciën (wet Hof) per 1 januari 2014 in werking getreden. De wet moet ervoor zorgen dat de schulden van de totale Nederlandse overheid niet te hoog worden. Ook gemeenten hebben een plek in deze wet gekregen. Zij worden medeverantwoordelijk voor het terugdringen van het Nederlandse begrotingstekort. Er is een macronorm van 3% voor het totale EMU-tekort van de gezamenlijke gemeenten. Het financieringstekort van alle gemeenten gezamenlijk moet onder een vastgesteld plafond blijven. Het is een begrenzing aan het bedrag waarmee de totale schuld van alle gemeenten in een jaar mag groeien. De hoogte van de schulden van gemeenten afzonderlijk wordt er niet mee begrensd. Met de BNG is de overeenkomst gesloten dat zij automatisch ons creditsaldo afromen naar de schatkist, mocht dit te hoog zijn. Terugboekingen gaan tot op heden helaas nog handmatig. De verwachting is dat de gemeente Buren in de eerstkomende periode vooral nog kortlopende leningen aantrekt, omdat de rentetarieven hiervan veel lager zijn dan die voor langlopende leningen en daarnaast ook de langlopende rentetarieven nog steeds laag blijven zodat de overstap naar langlopend snel gemaakt kan worden. Wij beschikken niet over de overtollige middelen die naar de schatkistrekening moeten worden geboekt. Het schatkistbankieren heeft daarom voor ons vooralsnog geen of slechts zeer incidentele praktische gevolgen (terugboeken van een tijdelijk creditsaldo). Daardoor zijn er nog geen financiële gevolgen voor onze gemeente te verwachten. 1.5 Renteontwikkeling Onze gemeente is te klein om zelf instrumenten te ontwikkelen, waarmee een eigen rentevisie kan worden opgesteld. Onze rentevisie is daarom gebaseerd op de notitie rentebeleid zoals die is vastgesteld bij de begrotingsbehandeling 2004. Voor het bepalen van onze rentevisie zoeken wij aansluiting bij de meest recente rentevisie van de BNG. Deze luidt als volgt: "De wereldeconomie ontwikkelt zich in 2014 gematigd. De Verenigde Staten groeit dit jaar naar verwachting met 2,3%. De expansie van de bedrijvigheid wordt vooral gedreven door de binnenlandse vraag. De private consumptie neemt onder invloed van een gestage groei van de werkgelegenheid toe. De investeringen in vaste activa groeien sterker dan in 2013. Met name bedrijven investeren meer dan in het afgelopen jaar. De inflatie loopt op van 1,5% in 2013 naar 1,8% dit jaar. De economie van de eurozone groeit in 2014 naar verwachting met 1,4%. In 2013 daalde het bruto binnenlands product nog met 0,4%. Het conjunctuurherstel is vooral te danken aan de export die profiteert van de aantrekkende wereldhandel. De binnenlandse vraag trekt wat aan onder invloed van afnemende bezuinigingen van overheden en een lichte daling van de werkloosheid. De inflatie daalt 0,4 procentpunt naar 1,0% in 2014. De Nederlandse economie groeit dit kalenderjaar met ca. 0,5%, na een krimp van 0,7% in 2013.
2.
Risicobeheer
Voor risicobeheer is het van belang dat renteschommelingen en daarmee een renterisico worden voorkomen. Het renterisico wordt in beeld gebracht met behulp van de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. Beide instrumenten gebruikt de Provincie bij het uitoefenen van haar toezichthoudende taak. 2.1 Kasgeldlimiet De kasgeldlimiet is het bedrag dat de gemeente maximaal mag financieren met rood staan en kortlopende geldleningen. Deze limiet is 8,5% van het bedrag van de lasten in de begroting. Overschrijdt het totaalbedrag aan kortlopende leningen deze 8,5% dan moeten we het bedrag van die overschrijding herfinancieren door langlopende leningen. Echter, zolang de rente van kortlopende geldleningen (looptijd < 1 jaar) laag is, wordt zo veel mogelijk met kortlopende geldleningen gefinancierd. Voor 2015 is de hoogte van de kasgeldlimiet berekend op € -4,7 miljoen.
Programmabegroting 2015
88
De gemeente blijft in 2014 niet onder de kasgeldlimiet. Doel is om er in 2015 wel onder te komen door het aantrekken van een nieuwe langlopende lening. Overzicht kasgeldlimiet en de (verwachte) kortlopende kredieten in 2013-2018:
2.2 Renterisiconorm De renterisiconorm is een sturingsinstrument voor het beperken van het renterisico op de langlopende leningen. Deze baseren we op de verwachte begrotingscijfers. De renterisiconorm houdt in dat de jaarlijks verplichte aflossingen en renteherzieningen niet meer mogen bedragen dan 20% van het begrotingstotaal. Door maximaal 20% per jaar af te lossen worden te grote rentelasten van langlopende leningen vermeden. Hierdoor zou anders de financiële positie nadelig worden beïnvloed. Hieronder volgt een grafische weergave van de renterisiconorm van 2014 tot en met 2018. Dit is op basis van de vastgestelde begroting 2014 en meerjarenbegroting 2015 – 2018. De gemeente Buren blijft meerjarig gezien ruim onder de gestelde renterisiconorm van 20% van het begrotingstotaal.
2.3 Leningenportefeuille Sinds 1999 heeft de gemeente Buren twee geldleningen met beide een jaarlijks rentetarief van 4,48%. Hierop lossen we jaarlijks t/m 2019 lineair af. Beide leningen mogen niet vervroegd worden afgelost. In de loop van 2013 is een extra lening van € 5 miljoen voor 5 jaar aangetrokken. Het rentepercentage is 1,225% en vanaf 2015 wordt jaarlijks € 1 miljoen afgelost. Alle geldleningen zijn aangetrokken bij de BNG. Het saldo van de leningen per januari 2015 bedraagt € 7,08 miljoen.
Programmabegroting 2015
89
2.4 Financieringsbehoefte De financieringsbehoefte geeft aan of de gemeente geld nodig heeft of geld kan uitzetten. De huidige verwachting is dat het verschil tussen de werkelijke uitgaven en de inkomsten de komende jaren kleiner wordt. Er zal is in de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in de grondexploitaties, dat wordt de komende jaren veel minder. De verwachte opbrengsten hieruit zijn in de nog komende jaren worden gegenereerd, maar wel veel lager dan eerder werd verwacht. Hierdoor stellen we de verwachting voor de totale financieringsbehoefte naar beneden bij en neemt deze in de komende jaren maar licht af. Op basis van verschillende elementen bepalen we de financieringsbehoefte voor de komende perioden. Bij onderstaande cijfers is meerjarenbegroting 2015 t/m 2018 als grondslag gebruikt. Financieringsbehoefte 2015 2016 2017 2018 Materiële vaste activa 34 32 31 30 Financiële vaste activa 1 1 1 1 Boekwaarde grondexploitaties* 21 20 16 14 Totale behoefte 56 53 48 45 Bedragen x € 1 mln. * minus verliesvoorzieningen De weergegeven bedragen zijn de verwachte boekwaarden op 1 januari van het genoemde kalenderjaar. Binnen de gemeente zijn de volgende eigen financieringsmiddelen beschikbaar: Financieringsmiddelen 2015 2016 2017 2018 Reserves en voorzieningen 33 33 33 33 Langlopende geldleningen 7 6 4 2 Totale middelen 40 39 37 35 Uitgezette middelen 0 0 0 0 Totale beschikbare middelen 40 39 37 35 Bedragen x € 1 mln. Op basis van de bovenstaande tabellen becijferen we wat het financieringsoverschot c.q. het financieringstekort is. Benodigde financieringsmiddelen 2015 2016 2017 Financieringsbehoefte 56 53 48 Financieringsmiddelen 40 39 37 Totaal tekort aan middelen 16 14 11 Kredietlimiet kortlopend -5 -5 -4 Benodigde langlopende financieringsmiddelen 11 9 7 Bedragen x € 1 mln. O.b.v. de begrote cijfers neemt de financieringsbehoefte de komende jaren af.
2018 45 35 10 -4 6
2.5 Relatiebeheer De huisbankier van de gemeente Buren is de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG). Deze relatie is vastgelegd in een zogenaamde raamovereenkomst. Hierin zijn onder andere afspraken met betrekking tot de rentepercentages van in rekening-courant geleende gelden vastgelegd. 2.6 Rentekosten en renteopbrengsten Hieronder volgt een overzicht van de rentekosten en renteopbrengsten in 2015 t/m 2018. Voor onderstaande cijfers is de begroting 2015 en meerjarenbegroting 2015 t/m 2018 als grondslag gebruikt. Bedragen x € 1.000 2015 2016 2017 2018 Toegerekende rentelasten aan reserves & voorzieningen 1.071 1.066 1.077 1.250 Te betalen rente kortlopende leningen 90 87 41 54 Te betalen rente langlopende geldleningen 157 117 77 37 Te ontvangen rente over kortlopende geldleningen 0 0 -30 -15 Te ontvangen rente over langlopende geldleningen -37 -32 -27 -22 Totale rentelasten 1.281 1.238 1.138 1.304 Bedragen x € 1000
Programmabegroting 2015
90
Bedrijfsvoering Kerninformatie: Deze bedrijfsvoeringsparagraaf geeft de uitwerking en de lijnen weer van de organisatie voor de komende jaren. Het gaat dan voor 2015 met name om de organisatieontwikkeling en transities sociaal domein. Zo heeft de organisatie ontwikkeling een effect op de structuur, karakter en werking van de gemeentelijke organisatie. Daarmee krijgen de in de voorgaande jaren geschetste ontwikkelingen vorm. In het verlengde daarvan spelen ook ontwikkelingen rond digitalisering en professionalisering een rol.
Nieuwe elementen en veranderingen t.o.v. het voorgaande jaar:
Doel: Excellente dienstverlening en efficiënte organisatie Nut: Inzicht in de ontwikkeling van de organisatie Noodzaak: Nodig om ambitie uit het coalitieakkoord te realiseren en door landelijke ontwikkelingen.
De bedrijfsvoeringsparagraaf geeft ieder jaar de nieuwe ontwikkelingspunten aan. Voor 2015 zijn dat met name de organisatieontwikkeling die in 2015 echt inhoud en vorm gaat krijgen, Bij het opstellen van deze bedrijfsvoeringsparagraaf (september 2014) is er nog geen duidelijkheid over de ontwikkeling van de BNW-samenwerking in 2015. De besluitvorming over de businesscase is eind 2014. Nieuw is wel het project om ons te oriënteren op en het ontwikkelen van een lean P&C-proces met eigentijdse P&C documenten.
Financieel belang en risico’s: De financiële gevolgen en de benodigde investeringen worden in specifieke uitwerkingsplannen aangegeven. Elders in de begroting zijn voor activiteiten al specifieke budgetten opgenomen. Een voorbeeld is opleidingen die uit het opleidingsbudget betaald worden. Overigens zijn er ook financiële risico’s verbonden aan de in de bedrijfsvoeringparagraaf genoemde ontwikkelingen. Zo zijn er de kosten van de organisatieontwikkeling. Hiervoor wordt in 2015 een kredietvoorstel aan uw raad voorgelegd.
Relatie met programma’s en/of andere paragrafen: Er is een belangrijke relatie met de politiek bestuurlijke ambities in het coalitieakkoord “Buren: een krachtige plattelandsgemeente”. Verder gaat het in op de uitvoering van de organisatieontwikkeling, de ontwikkelingen rond de transities, etc.
Programmabegroting 2015
91
1. Inleiding De gemeente raadsverkiezingen van 2014 hebben in een nieuwe raad en een nieuw college. geresulteerd In haar akkoord 2014 “Buren een krachtige plattelandsgemeente” geeft de nieuwe coalitie haar ambities voor het komende jaar weer. Een aantal daarvan krijgt in deze bedrijfsvoeringsparagraaf uitvoering. In de “relatietabel coalitieakkoord – programmabegroting” treft u aan welke dat zijn. Hierbij gaat het in ieder geval om de ambitie om Buren als regiegemeente verder te ontwikkelen. Wij pakken dat aan door het voortzetten van de ingezette organisatieontwikkeling en de BNW-samenwerking. Bij het opstellen van deze bedrijfsvoeringsparagraaf (september 2014) is er nog geen duidelijkheid over de ontwikkeling van de samenwerking Buren Neder-Betuwe en West Maas en Waal (BNW) in 2015. De besluitvorming eind 2014 over de businesscase BNW-samenwerking is immers bepalend voor samenwerken op PIJOFACH taken. Het wel/niet samenwerken maakt een wezenlijk verschil in de ontwikkeling van bijvoorbeeld de organisatie, de personele omvang en ontwikkeling van processen in 2015 en daarna. Daarbij is het ook mogelijk dat alleen voor samenwerking op onderdelen als ICT gekozen wordt. Door deze onduidelijkheid is het onmogelijk in deze bedrijfsvoeringsparagraaf op enig scenario te anticiperen als het gaat om concrete stappen in 2015. Deze bedrijfsvoeringsparagraaf besteedt daarom alleen globaal aandacht aan de BNW-samenwerking. Wij informeren u na de besluitvorming over de businesscase via een raadsinformatie brief over de ontwikkeling van en de effecten op de bedrijfsvoering. Dit als addendum op deze bedrijfsvoeringsparagraaf. Daarmee is vooral de organisatieontwikkeling de hoofdontwikkeling in deze bedrijfsvoeringsparagraaf voor 2015. Verder zijn er ontwikkelingen rond digitalisering, professionalisering en samenwerking (anders dan BNW). Tot slot gaan we in op personele aspecten en kengetallen. Zoals aangegeven geeft deze bedrijfsvoeringparagraaf inhoud aan een aantal ambities uit het coalitieakkoord 2014 – 2018.. U kunt die op diverse plaatsen terug vinden, maar om u een overzicht te geven: De optimalisering van de dienstverlening aan burgers en bedrijven 2.2 Doorontwikkeling Regisserende gemeente 3.1, 5.1, 5.2 Gemeenschappelijke regeling ODR 3.4 Toekomstbestendig veiligheidsbeleid 3.5 De rol van mediation verder ontwikkelen 5.5 Gemeenschappelijke regelingen algemeen (verbonden partijen) 5.6 Huisvesting bestuurlijk en ambtelijk apparaat 7 2.1 Inleiding Het doel van de organisatieontwikkeling is om vorm te geven aan ontwikkeling van het gemeentelijk apparaat van Buren met als ambitie: Goede dienstverlening aan de verschillende klantgroepen Invulling geven aan de regierol met opdrachtgeverschap en opdrachtnemerschap Een organisatie die mee kan bewegen met toekomstige ontwikkelingen door samen te werken of taken in- of uit te besteden. Vanuit de ambitie is in het uitvoeringsplan (RV/13/00364) het streven opgenomen om te sturen op klanttevredenheid van de klantgroepen van de Burense organisatie: de individuele klant, de collectieve klant, het bestuur en daarnaast de interne klant. Dat geeft de ontwikkeling van de dienstverlening per klantgroep een specifieke focus. 2.2 Dienstverlening De optimalisering van de dienstverlening aan burgers en bedrijven staat hoog in het vaandel. In het coalitieakkoord geven wij daarvoor een aantal uitgangspunten aan: • Centraal meldpunt • Invoeren van een zaakvolgsysteem • Gemeente blijft aanspreekpunt in communicatie Kern van de “dienstverlening” is dan dat een klant altijd geholpen wordt met een product, een lopende procedure, de gevraagde informatie of een afspraak. Wij leggen de raad in de eerste helft van 2015 een overzicht voor van actuele ontwikkelingen en vragen de raad om haar ambitie op het gebied van gemeentelijke dienstverlening voor de komende jaren vast te stellen. Het gaat dan b.v. om digitalisering van dienstverlening, dienstverlening die door partner organisaties voor Buren wordt uitgevoerd, en de servicenormen van “Antwoord”. Met de prioriteiten en de richting die zo gegeven wordt, gaan wij aan de slag .
Programmabegroting 2015
92
Daarnaast gaan we verder op de weg die in 2014 is ingeslagen met het ontwikkelen en implementeren van KPI’s klanttevredenheid. Hiermee werken we meetbaar aan verbetering van onze dienstverlening. Concreet: De raad formuleert haar ambitie voor de gemeentelijke dienstverlening voor de komende jaren. De organisatie werkt die verder uit in een plan van aanpak. 2.3 Organisatie opzet In 2014 is een schets van de nieuwe organisatie gemaakt. Die schets laat drie afdelingen zien, met daarbinnen teams die aangestuurd worden door een teamleider. Het gaat dan om: - Bedrijfsvoering met 5 teams en de eenheid Bestuur en regie - Ruimte met 4 teams - Inwonerszaken met 4 teams en secretariaat In deze opzet is het afdelingshoofd integraal manager, die stuurt op strategisch niveau. De teamleiders sturen op tactisch niveau aan en zorgen voor integraliteit rond het taakveld. De teamleiders krijgen ook een personele en procesmatige rol. Zo wordt het budgetbeheer bij hen neergelegd en daarmee compacter en eenduidiger ingevuld dan in de afgelopen jaren. Ook wordt de rol van de teamleiders voor inkoop en aanbesteding scherper ingevuld met als doel een zakelijker en bedrijfsmatiger budgetbeheer. De formele verantwoordelijkheden van de teamleiders worden hiermee zwaarder; dat vraagt om een aanvullende training voor onze teamleiders. Concreet: formaliseren en door-ontwikkelen van de versterkte rol van teamleiders inclusief een aanvullende training. 2.4 Cultuur De ambitie is gericht op het ontwikkelen van een cultuur die past bij een klant- en resultaatgerichte organisatie. Dat moet resulteren in medewerkers met een klantgerichte basishouding die in staat zijn om resultaten af te spreken en hier zelf de regie op te voeren. Klantgerichtheid en dienstverlening zijn natuurlijk niet nieuw. Nieuw is wel dat per team meer wordt gefocust op de klantgroep Verder ontwikkelen we een zakelijker cultuur door het werken aan opdrachtgeveropdrachtnemerschap. Dit zal ook effect hebben op de wijze waarop we met elkaar omgaan. Het is de bedoeling dat we zakelijker/bedrijfsmatiger met elkaar en met samenwerkingspartners omgaan. We werken daarom aan een training opdrachtgeverschap (zie 5.1) Daarnaast stelt de maatschappij nieuwe eisen en dat vraagt medewerkers met initiatief, flexibiliteit en “ondernemingszin”. Zo vragen we van onze medewerkers taakvolwassen en ondernemender te worden. Dat is onderdeel van het cultuurtraject 2015 voor medewerkers, teams en leidinggevenden. Met het traject sluiten we ook aan op de resultaten van de in 2014 gehouden klantgroep-onderzoeken omdat een aantal daaruit resulterende verbeterpunten zich richt op gedragsontwikkeling. Concreet: een training opdrachtgeverschap en een cultuurtraject voor medewerkers, teams en leidinggevenden. 2.5 Tot slot Het voorgaande geeft de grotere lijnen in de organisatieontwikkeling. Het uitvoeringsplan 2015 kent nog een reeks andere onderdelen om de nieuwe organisatie vorm en inhoud te geven. Voor de volledigheid een overzicht van de diverse onderdelen die voor 2015 nog op de agenda staan en merendeel ook in 2015 afgerond worden: Ontwikkeling van regie: opdrachtgeverschap Inrichten beheerbegroting Regie op samenwerking bedrijfsvoering Verdere ontwikkeling regie individuele en collectieve dienstverlening Cultuur ontwikkeling Projectmatig werken Integreren RO/RB tot afdeling Ruimte Gemeentelijk vastgoed Organisatiebesluit Formaliseren teamleiderstaak Mobiliteit De meeste van deze onderwerpen komen nog in deze bedrijfsvoeringsparagraaf terug. Dat geldt niet voor de frictiekosten rond de organisatie ontwikkeling. Dat wordt meegenomen in het kredietvoorstel organisatieontwikkeling 2015. Concreet: De Frictiekosten organisatieontwikkeling worden meegenomen in het kredietvoorstel organisatieontwikkeling 2015.
Programmabegroting 2015
93
3.
Samenwerking
3.1 Inleiding Het coalitieakkoord geeft ten aanzien van het ontwikkelen van verdere samenwerking een aantal uitgangspunten mee. Deze uitgangspunten zijn kaderstellend. Het gaat dan om: • Buren blijft zelfstandige gemeente • Provinciegrenzen vormen geen belemmering • Inzet op voortzetting van de BNW samenwerking • Organisatie moet als regisseur klein en krachtig zijn Nu zijn er diverse ontwikkelingen en mogelijkheden tot samenwerken. Dit deels als gevolg van landelijk verplichte ontwikkelingen als ODR, transities, etc. Het gaat ook om vrijwillige samenwerking binnen de regio. De vraag is echter of samenwerken een leidend organisatieprincipe moet zijn en dat alle uitvoerende taken extern geplaatst moeten worden. Ook als dit duurder uitpakt? Bij het vormgeven van Buren als regiegemeente gaan wij uit van het beginsel dat samenwerken geen doel op zich is, maar meerwaarde moet hebben. Het moet bijdragen aan: - verbeteren van Kwaliteit van bijvoorbeeld de dienstverlening - verminderden van (personele) Kwetsbaarheid - realiseren van efficiency en het verlagen van Kosten Dit zijn onze zogenaamde 3 K’s waaraan wij een samenwerking toetsen. Dit is daarmee een bestendiging van het uitgangspunt: uitvoering op afstand tenzij Buren het beter of goedkoper kan. In de inleiding van deze paragraaf staat al dat wij uw raad na de besluitvorming over de businesscase BNW-samenwerking via een raadsinformatie brief aanvullend informeren over de effecten op de Burense bedrijfsvoering. Hierna volgt een aantal andere ontwikkelingen rond samenwerking. Concreet: Ontwikkelingen rond samenwerking toetsen aan/op meerwaarde aan de hand van de 3 K’s. 3.2 Transities Op 1 januari 2015 zijn de drie transities in het sociaal domein een feit. De gemeente moet dan zorgen voor een goede uitvoering van de nieuwe Wmo, de Jeugdzorg en de Participatiewet met nieuwe taken, nieuwe doelgroepen en meer verantwoordelijkheden. De voorbereidingstijd in 2014 was kort. Op lokaal, regionaal en bovenregionaal niveau zijn de hoofdlijnen neergezet. De uitwerking vindt plaats in 2015. Onze eerste zorg is voortzetting van hulp voor diegenen die daar nu al afhankelijk van zijn. Niemand mag in de kou komen te staan. In 2015 staat het opdoen van ervaring met de nieuwe taken centraal. Doorontwikkeling en vernieuwing van de zorg komt daarna. De transities hebben een grote impact op de organisatie. Zeker bij de afdeling Inwonerszaken moeten medewerkers nieuwe taken of oude taken met een nieuwe wettelijk kader uitvoeren. Dat doen we in samenwerking met nieuwe partijen, we vullen opdrachtgeverschap in en we ontwikkelen nieuwe werkprocessen. Belangrijk is dat we ervaring opdoen met de (aansturing van) gebiedsteams. Ondersteunende afdelingen leveren uiteraard hun aandeel in al deze ontwikkelingen. Het effect van de transities op de bedrijfsvoering is op dit moment (september 2014) nog niet aan te geven. Veel onderwerpen moeten nog (najaar 2014) besproken en vastgesteld worden. Mocht de raad kiezen voor deelname aan de nieuwe gemeenschappelijke regeling Werkzaak, dan is dit een reorganisatie die in 2015 plaats zal vinden, want een deel van onze medewerkers van Werk & inkomen wordt dan uitgeplaatst. Voor de meer beleidsinhoudelijke aspecten over de transities verwijzen wij naar de paragraaf sociaal domein. Concreet: Voortzetting van hulp voor diegenen die daar nu al afhankelijk van zijn en verdere uitwerking van de vernieuwing in de zorg. . 3.3. Samenwerking Regio Sinds de gemeenteraadsverkiezingen van 2010 kent de samenwerking in Regio Rivierenland een nieuwe structuur. In 2012 is het Algemeen Bestuur gestart met een evaluatie om te beoordelen of deze manier van samenwerken wel voldoende aansluit bij nieuwe ontwikkelingen en wensen van de deelnemende gemeenten. Inmiddels zijn er met raadsleden van de diverse gemeenten meerdere overlegmomenten geweest. Medio 2014 is aan de raden een aantal verbetervoorstellen voorgelegd: er komt een regionale agendacommissie van raadsleden die de raden ondersteunt bij het 'aan de voorkant' positioneren en het Algemeen Bestuur adviseert over: - de betrokkenheid en rol van de raden bij de strategische koers van de samenwerking - de onderwerpen waarbij de raden betrokken willen zijn - de wijze waarop de raden betrokken willen worden - de langetermijnplanning en agendasetting
Programmabegroting 2015
94
de raden bepalen op welke onderwerpen er wordt samengewerkt in Regio Rivierenland de samenwerking focust zich op een aantal belangrijke beleidsvraagstukken en de uitvoeringstaken worden in andere / nieuwe gemeenschappelijke regelingen ondergebracht er komen drie speerpunten met een overleg: 1. logistiek, 2. agribusiness, 3 recreatie en toerisme onder het speerpuntoverleg komen projectgroepen (voor een gerichte uitvoering) los van deze speerpunten kunnen er projectgroepen gevormd worden voor specifieke onderwerpen/projecten die gemeenten samen willen oppakken de informatieverstrekking richting raden wordt tijdiger, bondiger en uniformer de P&C-cyclus van Regio Rivierenland en de lokale P&C-cycli gaan beter op elkaar aansluiten, zodat de raden hun controlerende rol waar kunnen maken Concreet: Het streven is dat deze wijze van samenwerken in Regio Rivierenland vanaf 1 januari 2015 concreet in de praktijk wordt gebracht.
3.4 ODR Sinds 1 april 2013 voert de Omgevingsdienst Rivierenland (ODR) voor de gemeente Buren taken uit op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving en advisering. Er is inmiddels een werkprogramma 2014-2015 vastgesteld waarin de werkzaamheden die de ODR voor de gemeente Buren verricht zijn vastgesteld. Het werkprogramma valt uiteen in twee delen: prestatieafspraken en procesafspraken. Daarmee is feitelijk een eerste stap gezet naar meetbare werkafspraken tussen opdrachtgever en opdrachtnemer. Output-financiering Bij de start van de ODR is afgesproken dat de organisatie na vijf jaar van een input- naar een outputfinancieringsmodel over gaat. Op dit moment krijgt de ODR van haar opdrachtgevers een voorafgaand afgesproken vast bedrag per jaar, zogenaamde input-financiering. Om outputfinanciering in te voeren is een cijfermatige onderbouwing cruciaal. Dit is een van de redenen dat de ODR een risicomodule heeft ontwikkeld waarin de actuele vraag en de benodigde capaciteit per gemeente in kaart is gebracht. Het geeft ons als opdrachtgevers een meetbaar overzicht van de ODR activiteiten en biedt een basis voor het maken van ramingen. De module stelt ons nu in staat ervaringscijfers te vergaren zodat we volgend jaar een goede basis hebben om te kunnen toetsen. Standaardisatie Leges De ODR werkt voor 10 gemeenten en de provincie. In het kader van efficiency is het een logische stap om afspraken met de 10 gemeenten gelijk te trekken, te uniformeren. Zo ook is de wens om de leges van de verschillende gemeenten te standaardiseren. In het najaar van 2014 wordt naar alle waarschijnlijkheid gestart met het onderzoeken naar de mogelijkheden hiervoor met mogelijk een implementatietraject in de loop van 2015. Managementinfo en betrokkenheid raad Elk kwartaal stuurt de ODR een kwartaalrapportage waarin de resultaten van het afgelopen kwartaal beschreven zijn. In deze kwartaalrapportages geeft de ODR de realisatie van de doelstellingen aan. Afwijkingen worden onderzocht en zo nodig / mogelijk sturen we bij. De kwartaalrapportages worden behandeld in ons college en ter informatie aan uw raad gestuurd. Naast de kwartaalrapportages ontvangt de raad elk jaar de begroting en de jaarrekening. Dit is het jaarlijkse moment waarop de lijnen voor het komend jaar worden uitgezet of de resultaten van het afgelopen jaar tegen het licht gehouden kunnen worden. Eind 2013 heeft de ODR een verbeterplan kwaliteitscriteria 2.1 opgesteld. Dit verbeterplan beschrijft welke acties de ODR oppakt om te voldoen aan de landelijk vastgestelde kwaliteitscriteria. Via het opdrachtgeversoverleg (OGO) blijft Buren betrokken bij de verdere ontwikkeling van een goede informatievoorziening vanuit de ODR. Concreet: Buren zet zich in het OGO in voor het ontwikkelen van output-financiering en standaardisatie Leges door de ODR.
Programmabegroting 2015
95
3.5 Veiligheidsregio Er komt vanuit de veiligheidsregio een nieuwe Kadernota Integrale Veiligheid 2015 - 2018. Hierin staan de belangrijkste veiligheidsthema's en de ambities / doelstellingen in de betreffende periode. Deze Kadernota wordt behandeld in de raad van december 2014. Om tot de kadernota te komen, vragen we input aan onze burgers (via de signaleringsgroepen), ondernemers(platform) en relevante partners (zoals politie en brandweer). De Kadernota Integrale Veiligheid wordt jaarlijks door ons college uitgewerkt in een Uitvoeringsplan. Concreet: Er komt een nieuwe kadernota Integrale Veiligheid 2015 - 2018 en die wordt jaarlijks door het college uitgewerkt in een uitvoeringsplan. 4. Digitaal Geleidelijk aan wordt Buren steeds ‘digitaler’. De ontwikkeling gaat stap voor stap en deels als gevolg van landelijke ontwikkelingen, maar we zien steeds meer handelingen en processen gedeeltelijk of geheel digitaliseren. Ook voor 2015 staat daar een aantal ontwikkelingen voor op stapel. 4.1 Papierarm werken Op 5 november 2013 sprak ons college de ambitie uit dat Buren als gemeentelijke organisatie een papierarme organisatie wordt. Het doel is informatie eenvoudiger te delen en vanaf verschillende locaties te kunnen werken door minder afhankelijk van papier te worden. Daarnaast draagt besparing van papier ook bij aan een duurzamere organisatie. Papierarm werken past ook bij de ontwikkelingen in de organisatie: uitbesteding van taken (AVRI, ODR) en samenwerking met andere gemeenten. Papierarm werken biedt de mogelijkheid dat medewerkers papierloos kunnen werken, vergaderen etc. Wij onderzoeken hoe we dat het beste kunnen faciliteren. De investering die dat vraagt betalen we uit de besparingen op het budget voor kantoorartikelen, printers, etc. Eind 2014 is het plan van aanpak gereed en in het najaar 2015 werken medewerkers al zo veel mogelijk zonder papier. In 2016 en 2017 borgen we deze manier van werken in onze organisatie. Papierarm werken vraagt ook het aanpassen van processen. Het gaat met name om aanpassingen als het werken met digitale handtekening, digitale archivering de benodigde "cultuurverandering”. Dat vraagt nog de nodige inspanningen om deze ambitie te realiseren. Concreet: Uitvoering in 2015 van het plan van aanpak “papierarm werken” met procesmatige aanpassingen als het werken met digitale handtekening, digitale archivering, etc. 4.2 Verbeteren en digitaliseren van werkprocessen Onderdeel van de organisatieontwikkeling is een project om een reeks processen te digitaliseren. Het doel is om de klant goed bedienen met klantgerichte digitale processen. De meest gebruikte processen worden dan gestandaardiseerd en gedigitaliseerd. Klanten kunnen eenvoudig digitale producten afnemen. Hierdoor ontstaat ruimte om de niet zelfredzame klant en/of klanten met een complexe vraag beter te helpen. Buren gaat daarom frequent afgenomen producten standaardiseren en gedigitaliseerd aanbieden. Deze processen richten we lean en op de klant in. Dit zal onderdeel zijn van het uitwerken van de ambitie die de raad heeft bepaald op het gebied van gemeentelijke dienstverlening (zie 2.2) als “visie op dienstverlening”. Deze ambitie heeft ook een relatie met papierarm werken (zie 4.1) als het gaat om digitale handtekening, digitale archiveringen, etc. Kortom: een planning van deze ontwikkeling is niet te geven. Concreet: Als alle genoemde ambities in beeld zijn, wordt een project gestart om de diverse ambities in een uitvoeringstroom te realiseren. Een planning voor de realisatie is nu nog niet te geven. 4.3 Dashboard Het staat al in de bedrijfsvoeringsparagraaf 2014 maar vanwege andere prioriteiten is het nog niet uitgevoerd. De ontwikkeling van Dashboards met managementinformatie is nog steeds een ambitie om meer “op afstand” te kunnen sturen. Locatie onafhankelijk werken en samenwerking met ketenpartners vraagt om een andere monitoring en aansturing van processen. Dat moet immers meer “op afstand” gaan gebeuren. Daarom moeten we bijvoorbeeld met de BNW-samenwerking afstemmen hoe we dat inrichten. Dat kan met een dashboard van procesindicatoren voor het monitoren van bijvoorbeeld de dienstverlening, behandeltermijnen, etc. Concreet: Het ontwikkelen en invoeren van een dashboard van procesindicatoren voor monitoring en aansturing van processen.
Programmabegroting 2015
96
5. Professionalisering Veel ontwikkelingen hebben direct of indirect te maken met professionalisering en daarmee het maken van resultaatgerichte afspraken en/of het ontwikkelen van regie. Zo wordt samenwerken onder andere ingegeven vanuit onder andere efficiencyoverwegingen. Vervolgens is het bij samenwerken nodig dat we afspraken maken over de prestaties die geleverd worden wat betreft de hoeveelheid en kwaliteit. Al met al vraagt dat de nodige “zakelijkheid” van de organisatie. In 2013 zijn daar de eerste stappen in gezet, die in 2015 in het kader van de organisatieontwikkeling vorm krijgen door: Opdrachtgeverschap Ontwikkeling regie Vernieuwen van de planning en control cyclus Ontwikkelingen professionalisering afdeling Ruimte Juridische kwaliteitszorg en marktwerking 5.1 Opdrachtgeverschap De ontwikkeling naar regiegemeente en het meer samenwerken heeft als gevolg dat het realiseren van de (beleids-) doelen steeds meer door externe organisatie uitgevoerd wordt. Om die uitvoering stuurbaar en beheersbaar te maken is het zaak te werken met goed geformuleerde doelen, met doordachte contracten en heldere prestatieafspraken. Dat vraagt de ontwikkeling van vaardigheden en kennis over opdrachtgeverschap. Op basis van de ervaring van twee pilots over prestatie- en contractmanagement is met externe partners een training voor Buren samengesteld. Die training omvat alle vormen van “contract-afspraken” die Buren kent voor de realisatie van beleid: samenwerken, subsidiering en inkoop/aanbesteding. Het gaat dan om de hele cyclus met het ontwikkelen van doelen en prestaties, het maken en vastleggen van afspraken, monitoren en verantwoorden (PDCA). Het gaat dan ook om vaardigheden als onderhandelen. Deze training is onderdeel van het organisatie-ontwikkelingstraject en staat voor 2015 gepland voor medewerkers in een “opdrachtgevers rol” en leidinggevenden. Concreet: De training opdrachtgeverschap voor medewerkers in een “opdrachtgevers rol” en leidinggevenden. 5.2 Ontwikkeling regie De ambitie is dat we in control zijn bij de regie op ketenpartners als AVRI (groen), veiligheidsregio, ODR, etc. Daarvoor anticipeert Buren op de regievoering bij de transities en andere komende ontwikkelingen met: 1. Een profiel met competenties voor de regisseur 2. Selectie en benoemen van regisseurs waar nodig 3. Ontwikkelingen van vaardigheden en kennis over opdrachtnemerschap Concreet: Het ontwikkelen van regie via drie stappen. 5.3 Vernieuwen van de planning en control cyclus De planning en control (P&C)cyclus vraagt jaarlijks veel inzet van de organisatie en het is nuttig het proces tegen het licht te houden en na te gaan of het “leaner” kan. Daarbij zien wij ook een samenhang met de organisatieontwikkeling en het feit dat het budgetbeheer bij de teamleiders wordt ondergebracht. Wij stellen voor om na de nieuwe programma’s sociaal domein ook de overige begrotingsprogramma’s opnieuw in te richten. Daarnaast wenst uw raad een SMART-begroting en heeft de rekenkamer de aanbeveling gedaan te komen tot een compacte informatievere jaarrekening. Omdat de rekening de spiegel is van de begroting, is dat impliciet ook een aanbeveling voor de begroting. Nu is het proces gericht op de realisatie van de zogenaamde P&C documenten van kadernota tot de jaarrekening. Proces en documenten kunnen daarbij niet los van elkaar gezien worden. Ook bieden zich diverse eigentijdse mogelijkheden aan om de informatie van kadernota, begroting en jaarrekening compact en inzichtelijk vorm te geven. Zo is het de vraag of het boekwerk zoals we dat nu kennen nog wel de meest geschikte vorm is. Uiteraard worden de inhoudelijke vereisten van het Besluit Begroting en Verantwoording in acht genomen en is het mogelijk ook de vernieuwing van het BBV en het interbestuurlijk toezicht te verwerken.
Programmabegroting 2015
97
Wij nemen ons daarom voor in overleg met de kwaliteitscommissie in 2015 een project te starten voor het vernieuwen van de P&C cyclus en de P&C documenten met als onderdelen: - Herinrichten van de overige programma’s en die verder SMART maken - Oriënteren op een eigentijdse opzet van kadernota, begroting en jaarrekening - Het P&C proces lean opzetten Of dit al voor de cyclus 2016 tot resultaten leidt is de vraag, want het is een omvangrijk en complex traject, waarbij ook de mogelijke BNW-samenwerking een rol speelt. In het verlengde hiervan wordt ook de inrichting van de beheerproducten geactualiseerd, zodat deze past bij de huidige werkvelden, organisatie en duidelijker de relatie legt tussen de activiteiten, resultaten en budgetten. De huidige begroting bevat namelijk het nodige “dor hout”. Concreet: Het oriënteren op en ontwikkelen van een lean P&C-proces met eigentijdse P&C documenten. 5.4 Ontwikkelingen professionalisering afdeling Ruimte Onderdeel van de organisatieontwikkeling is het Integreren van de afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling en Ruimtelijk Beheer tot één afdeling Ruimte. Die bundeling is logisch omdat de twee afdelingen steeds integraler werken. Het doel is een efficiënte en klantgerichte afdeling Ruimte met één integrale set producten en diensten op het ruimtelijk domein en voor de collectieve klant. Het gaat om een ingrijpend proces met het herverdelen van taken, de vorming van teams en aanstellen van leidinggevenden en het integreren van werkprocessen Belangrijk hierbij is ook de ontwikkeling van projectmatig werken om efficiënt en integraal te kunnen werken aan projecten van de afdeling. Die ontwikkeling is in 2014 gestart en zal in 2015 geïmplementeerd worden. Een belangrijke vooruitgang voor de afdeling Ruimte is de ontwikkeling van een gecoördineerde aanpak gemeentelijk vastgoed. Het gaat dan om een eenduidig efficiënt beheer van gemeentelijke eigendommen door het samenbrengen van het beheer van onder andere (maatschappelijk) vastgoed. Concreet: Het samenvoegen en stroomlijnen van de afdelingen RO en RB tot één afdeling Ruimte. 5.5 Juridische kwaliteitszorg De gemeente ziet zich geconfronteerd met een reeks wettelijke ontwikkelingen die allemaal te maken hebben met “marktwerking” en die het gevolg zijn van Europese regelgeving. Deze ontwikkelingen zullen in 2015 vanuit de Juridische kwaliteitszorg om de nodige aandacht vragen en moeten worden geïmplementeerd. Het gaat dan om: 1. De nieuwe Europese aanbestedingsrichtlijnen in 2015 2. De Wet Markt en Overheid 3. Het nieuwe vennootschapsrecht We zullen u via een raadsinformatie brief informeren over het ontwikkelpad van Buren op deze terreinen. Met name voor de werkzaamheden ten behoeve van de oriëntatie en inrichting van het nieuwe vennootschapsrecht kan, gelet op omvang en complexiteit, externe ondersteuneng nodig zijn. Wij merken wel op dat de Rijksoverheid met de uitvoering van de maatregel een enorm pakket aan regels met een complex uitvoeringskader bij de lagere overheid neerlegt. Als gevolg van de transities is vanaf 1 januari 2015 een toename te verwachten van het aantal bezwaarschriften en klachten. Dit is het gevolg van het feit dat de gemeente dan verantwoordelijk is voor de uitvoering van die beleidsvelden en de gemeentelijke besluiten open staan voor bezwaar, beroep en klachtenprocedures. We zetten overeenkomstig onze ambitie in het coalitieakkoord ook in op meer inzet van mediation o.a. bij de transities. Het doel is de juridische weg te voorkomen door aandacht voor andere passende oplossingen. Dat scheelt procesgang, imagoschade en is efficiënt. In 2015 zal ook een startnotitie opgesteld worden waarin we nagaan hoe mediation daarbij een rol kan spelen en hoe we die rol kunnen ontwikkelen. Concreet: Het opstellen van een startnotitie waarin de ontwikkelingsmogelijkheden van mediation in de Burense organisatie in beeld gebracht worden. 5.6 Verbonden partijen We werken steeds meer samen of laten andere partijen taken voor ons uitvoeren. Dat betekent dat we steeds meer te maken krijgen met verbonden partijen, bijvoorbeeld de Regio Rivierenland of de Omgevingsdienst Rivierenland. De invloed van het gemeentebestuur komt daarmee op afstand, maar hoe zorgen we ervoor dat we daar beter op kunnen sturen?
Programmabegroting 2015
98
In 2015 willen we uw gemeenteraad de mogelijkheid geven om tijdig inbreng te kunnen leveren. In het laatste kwartaal van 2014 overleggen we hierover met verbonden partijen. Daarnaast stemmen we met alle betrokken ambtenaren intern het proces van jaarstukken en begrotingen beter af. Begin 2015 leggen we de verbeterde werkwijze voor aan de kwaliteitscommissie. Zo willen we voldoen aan de uitgangspunten uit het coalitieprogramma: • Betere sturing vanuit de raad op beleidsinstrumenten (kaderstelling en controle) Raad goed in positie brengen om zienswijzen in te dienen • • Meer momenten organiseren om te informeren over actuele zaken die spelen Concreet: De raad kan tijdig inbreng hebben in de kaderstelling van verbonden partijen. 6. Personeel Uit het bovenstaande mag duidelijk zijn dat in voorgaande jaren een reeks organisatieontwikkelingen ingezet is die in 2015 concreet vorm krijgt. Zo gaven we circa vijf jaar geleden aan dat onze medewerkers op termijn anders werken, ander werk doen óf ergens anders werken. Er is in de afgelopen jaren met AVRI, ODR, Brandweer, LOW en digitaliseringinitiatieven al veel veranderd. In 2015 zal dat met de transities en de reorganisatie definitief “vorm” krijgen. Zo kunnen we stellen dat er eind 2015 een andere organisatie staat dan vijf jaar geleden. 6.1 De Fte ontwikkeling 2015 – 2018 Uit de voorgaande ontwikkelingen mag duidelijk zijn dat het feitelijk onmogelijk is een raming van de fte-ontwikkelingen voor 2015 en later jaren te geven. Het gaat dan met name om de personele effecten van de transities en de eventuele BNW-samenwerking. Wel is er een raming van het aantal fte voor het ontwikkelen van deze begroting 2015 op basis van de huidige stand van de organisatie en die vermeld we bij punt 8 kengetallen. 6.2 Mobiliteit Ondanks (of juist dankzij) alle veranderingen gaan wij ervan uit dat er ook voor de medewerkers ruimte is om te leren en te ontwikkelen, een andere uitdaging aan te gaan, etc. De medewerkers worden in het komende traject begeleid met training en opleiding. Zo bieden we net als voorgaande jaren mobiliteitstrajecten aan voor medewerkers die zich willen oriënteren op hun toekomst. Want alle veranderingen vragen wel van medewerkers de bereidheid actief mee te werken aan hun loopbaanontwikkeling. Wij gaan ervan uit dat dit alles met een passend sociaal plan en zonder gedwongen ontslagen uitgevoerd kan worden. Daarom overleggen we in het Gemeenschappelijk Overleg over een nieuw sociaal statuut dat er naar verwachting begin 2015 is. 6.3 Werkkostenregeling De invoering van de werkkostenregeling ligt definitief op 1 januari 2015. De voorbereidende besprekingen over de invoering in Buren hebben al in 2013 plaatsgevonden met vertegenwoordiging van de OR, het GO en de werkgever. De wetgever heeft in juni 2014 duidelijkheid gegeven over de hoogte van de vrije ruimte (1,2% van de fiscale loonsom). En inmiddels is ook duidelijk dat de rechtspositiebesluiten voor college-, raads- en commissieleden een groot beslag legt op de vrije ruimte van de werkkostenregeling. Dat gaat ten koste van de ruimte die er nu voor medewerkers is en betekent dat we van medewerkers het inleveren van diverse medewerkersvergoedingen moeten vragen. Voor de verdeling van de verdere beschikbare ruimte wordt gedacht aan een keuzebudget voor de medewerkers, dat tot een maximum per medewerker aan vastgestelde doelen besteed kan worden. De uitwerking en besluitvorming van de werkkostenregeling zal in het najaar van 2014 plaatsvinden. De invoering is dan per 01-01-2015 inclusief de informatie aan medewerkers etc. 7. Huisvesting Wij zijn ons er al geruime tijd van bewust dat onze huisvesting te ruim is. Wij hebben ook al de nodige initiatieven ontwikkeld om delen van het gemeentehuis een andere bestemming te geven. Helaas is daarbij niet aan de randvoorwaarden voldaan dat het enerzijds een passende (her-)bestemming moet zijn. Maar dat die anderzijds tegen een marktconform tarief gerealiseerd moet worden. Dit laatste is een vereiste vanuit de wet Markt en Overheid omdat de gemeente zich hier als commerciële verhuurder opstelt. Wij blijven ons op mogelijkheden oriënteren en staan open voor suggesties.
Programmabegroting 2015
99
8. Kengetallen In de bedrijfsvoeringsparagraaf bij de begroting 2013 zijn voor het eerst kengetallen opgenomen die indicatief zijn voor de kwaliteit van de bedrijfsvoering. Daarmee is een eerste uitvoering gegeven aan vragen uit de kwaliteitscommissie en Rekenkamer. We hebben daarbij aangegeven deze set verder te ontwikkelen. Nu voegen wij de kengetallen rond de dienstverlening toe. De komende jaren bouwen wij dit verder uit met onder andere kritische indicatoren als “behandeltermijnen” van bijvoorbeeld vergunningen, vragen, belastingen, klachten e.d. Op dit moment werken we aan het meetbaar maken en monitoren van deze indicatoren. Begroting Begroting Norm Rekening Naar werk2014 2015 2013 gebieden Ziekteverzuim n.v.t. 7,2% 5,9% 5,5% P&O P&O
Fte-ontwikkeling
Financiën
Algemene reserve
Financiën
Benodigd weerstandsvermogen
Financiën
Liquiditeit
n.v.t. >0 n.v.t. Zie opmerking
120,7
117,97
118,39
11,8 mln.
11,4 mln.
11,0 mln.
4,7 mln.
4,7 mln.
8,5 mln.
1.89
p.m.
p.m..
De definitie hier gebruikt voor liquiditeit is de current ratio = vlottende activa / kortlopend vreemd vermogen. De algemene norm hiervoor is 2. Dit kan alleen t/m 2013 worden bepaald, daarna is geen volledige balans beschikbaar (de overlopende posten, liquide middelen en kortlopende schulden zijn nl. niet beschikbaar). Financiën
Solvabiliteit
Zie opmerking
51%
p.m.
p.m.
De solvabiliteit is de mate waarin we aan de betalingsverplichting kunnen voldoen in geval van liquidatie. Echter, dit getal zegt op zichzelf niet zoveel bij gemeenten omdat gemeenten niet "failliet" gaan. De definitie hier gebruikt is 1 - Eigen Vermogen/Totaal Vermogen x 100% = solvabiliteit. Dit kengetal kan alleen t/m 2013 worden bepaald, daarna is geen volledige balans beschikbaar. Financiën
Kasgeldlimiet
Zie opmerking
3,9 mln.
4,0 mln.
4,7 mln.
Opmerking: Deze mag niet hoger zijn dan maximaal 8,5% van de lasten in de begroting excl. de mutaties reserves en voorzieningen. Daarbij mogen we niet langer dan 3 opeenvolgende kwartalen boven de kasgeldlimiet kort geld aanhouden (< 1 jaar): Voor 2013 is de norm -3,9 mln. en komen we er boven. Voor 2014 is de norm -4,0 mln. en komen we er boven. Voor 2015 is de norm -4,7 mln. en is het doel er onder te komen (zie paragraaf financiering). Rente risiconorm max. 20% 1,2% 3,2% p.m. Financiën Belastingaanslagen: - geïnd op vervaldag 90% 93% 90% 90% Financiën - % oninbaar 0,5% 0.6% 0,5% 0,5% Betalen van facturen 30 dagen 93% 90% 90% Financiën binnen de termijn 90% Aantal gegronde n.v.t. bezwaren Gemiddelde 12 weken en 6 7 Juridisch behandelingsduur weken verdaging 15,7 weken n.v.t. n.v.t. Actualiteit van de 10 jaar voldoet voldoen voldoen Ruimte bestemmingsplannen Per 1-07-‘13 Aantal constateringen Rapportage voldoet voldoen voldoen Soza onderzoeken WMO/Soza toleranties % Aanvragen WMO en AWBGerealiseer 100% 100% WMO/Soza WWB binnen de termijn termijnen d Inkoop papier 2011: 2012: 2013 2014 Facilitair (pakken) 2034 (pak) 2030 (pak) PM PM Getrouwheidsen Toleranties: n.v.t. Binnen n.v.t. rechtmatigheid 1%fouten toleranties Control (accountant) 3%onzekerheden
Programmabegroting 2015
100
Bedrijfszekerheid ICT Control Wanneer u vooraf een afspraak maakt, helpen we u binnen 5 minuten.
99,6 % 100 % realisatie
voldoet gerealiseer d
voldoen 100%
voldoen 100%
Voordat de telefoon vier keer overgaat, heeft u met ons contact. U krijgt direct antwoord op uw vraag. Zo nodig verbinden we door naar de juiste persoon of bellen u terug binnen 24 uur.
95% realisatie *
gerealiseer d gerealiseer d
95 %
95 %
95 %
95 %
Programmabegroting 2015
95% realisatie *
101
Verbonden partijen Kerninformatie: Verbonden partijen zijn privaat- of publiekrechtelijke organisaties waarin de gemeente een bestuurlijk en een financieel belang heeft. Deze partijen voeren beleid uit voor de gemeente. Onder bestuurlijk belang verstaan we: een zetel in het bestuur of het hebben van stemrecht. Met een financieel belang bedoelen we dat de gemeente middelen ter beschikking stelt. Een partij die jaarlijks een subsidie krijgt, maar waaraan geen andere financiële verplichtingen zitten met een juridische afdwingbaarheid door derden, is geen verbonden partij.
Nieuwe elementen en veranderingen t.o.v. het voorgaande jaar: T.o.v. de begroting 2014 zijn er geen nieuwe verbonden partijen bijgekomen.
Doel: Inzicht geven in partijen waarin we een bestuurlijk en financieel belang hebben. Nut: In beeld brengen waar we mogelijk risico’s lopen. Noodzaak: Verplicht onderdeel van de begroting. Artikel 15, eerste lid BBV.
Programmabegroting 2015
Financieel belang en risico’s: De gemeente blijft beleidsmatig en bestuurlijk verantwoordelijkheid houden ten aanzien van deze partijen. De middelen die de gemeente ter beschikking stelt is ze kwijt in geval van faillissement van de verbonden partij en/of financiële problemen bij de verbonden partijen kunnen worden verhaald op de gemeente. Uit de paragraaf verbonden partijen komen geen directe risico’s naar voren. We benoemen wel in algemene bewoordingen een aantal risico’s. Voor deze risico’s hebben we in het weerstandsvermogen een bedrag van € 300.000,- opgenomen. Voorstel bij de begroting 2015 is om deze te verhogen naar € 500.000,-. Voor een toelichting verwijzen we naar de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing.
Relatie met programma’s en/of andere paragrafen: De verbonden partijen hebben betrekking op de programma’s, Bestuur en burger, Openbare orde en veiligheid, Openbare ruimte, vervoer en infrastructuur, Lokale economie, Onderwijs, Maatschappelijke voorzieningen, Werk en Inkomen, Milieu en Wonen.
102
1. Regio Rivierenland Juridische vorm Vestigingsplaats Samenstelling
Verplichte deelname Alternatieve deelname Relatie met andere verbonden partijen
Programma Doelstelling
Besluit tot deelname Bestuurlijk belang
Invloed gemeente
De gemeentelijke financiële bijdrage Begroot – werkelijk
Programmabegroting 2015
Gemeenschappelijke regeling Tiel De Regio Rivierenland is een samenwerkingsverband van tien gemeenten tussen de grote rivieren. Dit gebied bestaat uit de Betuwe, de Bommelerwaard en een gedeelte Land van Maas en Waal. Het samenwerkingsverband wordt gevormd door de gemeenten: Tiel, Culemborg, Zaltbommel, Geldermalsen, Maasdriel, Neerijnen, Lingewaal, West Maas en Waal, Neder-Betuwe en Buren. Ja, op basis van de Wet gemeenschappelijke regeling. Deelname aan een andere regio of uit de regio stappen: niet realistisch. - Er is een huurderrelatie met de Omgevingsdienst rivierenland. De Regio Rivierenland verhuurt het gebouw van de bestuursdienst; - De AVRI is een uitvoeringsonderdeel van de Regio Rivierenland. De reguliere taak van de AVRI is het verwijderen van huishoudelijk afval. De plus taak is het onderhouden van de openbare ruimte en handhaven. De AVRI onderhoudt sinds 1 maart 2012 ook de openbare ruimte van de gemeente Buren; Publiek belang Alle programma’s. De Regio Rivierenland behartigt de (gezamenlijke) belangen van de gemeenten en voert gemeenschappelijke taken uit, o.a. van provinciaal- en rijksbeleid. Ook ondersteunt de regio de gemeenten in bestuurlijk, beleidsmatig en strategisch opzicht. Er zijn vijf programmaraden: - Aantrekkelijk - Welvarend - Participerend - Zelfredzaam - Bereikbaar Ook is er het Regiocontract 2012-2015. In de jaren '80 van de vorige eeuw is het Intergemeentelijk Orgaan Rivierenland ingesteld. De Regio Rivierenland is daar de opvolger van. De gemeente Buren is na de herindeling 01-01-1999 lid (gebleven). Iedere gemeente heeft één zetel in het algemeen bestuur. Een wethouder is als vertegenwoordiger namens de gemeente Buren aangewezen. Het Algemeen bestuur is budgetverantwoordelijk en toetst de programma’s vanuit de programmaraden op integraliteit. Het dagelijks bestuur bestaat uit drie leden. Naast de voorzitter is dit de portefeuillehouder bedrijfsvoering en dienstverlening. Het Dagelijks bestuur is verantwoordelijk voor personeel en organisatie en voor de contract gestuurde activiteiten. Per programmaraad is er een vertegenwoordiger uit het college van burgemeester en wethouders. Beperkte invloed. Het Algemeen Bestuur beslist namelijk bij meerderheid van stemmen. Het lid van het Algemeen Bestuur legt verantwoording af aan de gemeenteraad. De voorbereidende raad kan een zienswijze indienen over de begroting van de Regio Rivierenland. Financieel belang Begroot in 2014: € 363.977,-Begroot in 2017: € 365.265,-Begroot in 2015: € 365.265,-Begroot in 2018: € 365.265,-Begroot in 2016: € 365.265,Begroting vanaf 2014 lager als gevolg van uittreding GGD en vorming ODR. Begroot 2012 Werkelijk 2012 Begroot 2013 Werkelijk 2013 € 975.172,-€ 965.476,-€ 675.910,-€ 604.308,--
103
Meerjarig financieel overzicht begroot - werkelijk (bedragen x € 1.000)
1.000
365
365
2013
365
0
365
2013
200
364
2012
604
2012
400
676
965
600
975
800
2014
2015
2016
2017
2018
Wit = begroot grijs = werkelijk
Werkelijke bedragen zijn inclusief teruggave rekeningresultaat. Het (vrije) eigen vermogen van de Regio Rivierenland is € 2.508.000,--. Vermogenspositie (31/12/2013). (Financiële) risico’s De weerstandscapaciteit van de regio is voldoende om de risico’s die ze lopen op te vangen. De middelen die we tot de beschikbare weerstandscapaciteit rekenen zijn: - de vrije aanwendbare reserves; - de stille reserves; - de post onvoorzien in de begroting. De volgende risico's zijn nieuw / gewijzigd en opzichte van 2013: - de risico's van de AVRI zijn inmiddels geconcretiseerd in een nota Risicomanagement en weerstandsvermogen. Voor het Regiokantoor wordt ook een dergelijke nota voorbereid; - verdwijning van taken in de toekomst zorgt mogelijk voor frictiekosten. Voorziening afvalstoffenheffing Bij AVRI lopen we het risico dat de opbrengsten uit afvalstoffenheffing fluctueren. Dit risico wordt ondervangen door het vormen van de egalisatievoorziening afvalstoffenheffing. Voor zover in enig jaar de opbrengst van de afvalstoffenheffing de daarmee te dekken kosten overschrijdt, wordt de meeropbrengst gedoteerd aan deze voorziening. In jaren waarin er tekorten zijn, wordt de voorziening aangesproken. De risico’s met betrekking tot de opbrengsten van de afvalstromen moet AVRI in tijden van nood op kunnen vangen binnen de begroting zodat de tarieven niet direct verhoogd hoeven worden. Deze voorziening heeft een optimum van maximaal € 2,66 miljoen. Algemene reserve AVRI De algemene reserve AVRI wordt gevoed door positieve resultaten van de commerciële activiteiten. Mee- en tegenvallers op deze activiteiten worden verrekend middels deze reserve. In de nota Risicomanagement en Weerstandsvermogen van AVRI is een minimum van € 700.000 en een maximum van € 980.000 vastgesteld. Onvoorziene uitgaven In de Nota reserves en voorzieningen is t.a.v. de weerstandscapaciteit van Regionale samenwerking, Programma’s & Strategie en Contractgestuurde dienstverlening bepaald dat er een post ‘onvoorzien’ in de begroting opgenomen kan worden voor incidentele tegenvallers. Voor 2015 is in de begroting een bedrag van € 104.000 opgenomen.
Programmabegroting 2015
104
(Financiële) risico’s (vervolg)
Doel
Ontwikkelingen Verantwoording- en informatieplicht
Programmabegroting 2015
Panden Regio Rivierenland Het pand aan de Burg. van Lidt de Jeudelaan 3a in Tiel wordt voor 5 jaar verhuurd aan de Omgevingsdienst Rivierenland (ODR) Voor de periode daarna zijn nog geen afspraken gemaakt, omdat dit afhankelijk is van de ontwikkelingen bij de ODR. Het pand aan het J.S. de Jongplein wordt deels verhuurd aan GGD Gelderland-Zuid en is voor het overige deel in gebruik door de dienstonderdelen Programma's en Strategie, Concernondersteuning en Contractgestuurde dienstverlening. Toekomstige aanpassingen van bestuurlijke structuur en werkwijze van de programmaraden kunnen leiden tot effecten op de taakuitvoeringen en bijbehorende personele bezetting. In verband hiermee is leegstand in het pand niet uit te sluiten. Het risico voor de gemeenten is huurderving en kosten voor leegstand. Contractgestuurde dienstverlening- flexibele taken Door middel van contractgestuurde dienstverlening wordt het principe van ‘opdracht geven – opdracht nemen’ geoperationaliseerd. Dit principe betreft een verzakelijking van de relatie tussen gemeenten (als opdrachtgever) en Regio Rivierenland (als opdrachtnemer). De flexibele taken bevatten risico’s voor Regio Rivierenland, zoals: ziekte en inhuur van personeel, afschrijving van materiaal en fluctuaties in de vraag naar diensten/producten. De zakelijk risico’s worden zoveel mogelijk afgedekt door de reserve Contractgestuurde dienstverlening. Het risico voor gemeenten ontstaat wanneer de reserve niet toereikend is of er zaken aan de orde komen die de normale zakelijk risico’s overschrijden en niet ondervangen zijn door de contracten. Doelen, ontwikkelingen en verantwoording Regio Rivierenland behartigt als samenwerkingsverband de belangen van tien gemeenten in het Rivierengebied en voert gemeenschappelijke taken uit op basis van flexibele dienstverlening op maat. De belangrijkste voordelen van de samenwerking zijn bestuurskracht en efficiencywinst. Het Regiokantoor is een onderdeel van Regio Rivierenland. Kerntaken zijn: - het organiseren van de bestuurlijke en ambtelijke samenwerking tussen gemeenten; - de gemeenschappelijke uitvoering van gemeentelijke taken. - Door de komst van de Omgevingsdienst Rivierenland wordt de contractgestuurde dienstverlening verminderd. De regiomedewerkers voor milieu en bouwen zijn ook naar de ODR; Vindt enerzijds plaats via de begroting, tussentijdse (financiële) verantwoording en de jaarrekening van de Regio. Deze stukken behandelt de voorbereidende raad. Anderzijds informeert het college de besluitvormende raad via de paragraaf Verbonden partijen in begroting en jaarrekening van de gemeente. Gedurende het begrotingsjaar worden besluiten van het Algemeen bestuur ter kennisname gebracht in de voorbereidende raad. Binnen de gemeente Buren is een klankbordgroep uit de gemeenteraad opgericht. Gemiddeld twee keer per maand overleggen ze met het lid van het algemeen bestuur over de inhoud van de programmaraden en zaken die in het Algemeen Bestuur aan de orde worden gesteld.
105
2. Hulpverlening & Veiligheid Gelderland-Zuid (VRGZ) Juridische vorm Vestigingsplaats Samenstelling
Verplichte deelname Alternatieve deelname Relatie met andere verbonden partijen Programma Doelstelling Besluit tot deelname Bestuurlijk belang Invloed gemeente
De gemeentelijke financiële bijdrage Begroot – werkelijk
Gemeenschappelijke regeling Nijmegen De VRGZ is een samenwerkingsverband van achttien gemeenten op basis van de Wet Veiligheidsregio’s en bestaat uit: - de Regionale Ambulancevoorziening (RAV); - Gemeenschappelijke Meldkamer Gelderland-Zuid; - Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de regio (GHOR); - Regionale Brandweer. De politie Gelderland-Zuid en deze gemeenschappelijke regeling vormen samen de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid (VRGZ). Ja, op basis van de Wet gemeenschappelijke regeling en de Wet op de veiligheidsregio. Niet mogelijk. Geen Publiek belang Openbare Orde en Veiligheid De VRGZ zorgt voor een veilige regio. Rampen en crises worden zo goed mogelijk voorkomen en bestreden. Inwoners kunnen rekenen op snelle en goede geneeskundige hulpverlening en brandweerzorg. 30 mei 2003 De burgemeester vertegenwoordigt de gemeente in het Algemeen Bestuur. Daarnaast neemt de adviseur integrale veiligheid deel aan een adviesraad en diverse werkgroepen waarin het regionale beleid wordt gecreëerd. Beperkte invloed. Het Algemeen Bestuur beslist namelijk bij meerderheid van stemmen. De raad kan een zienswijze indienen over de begroting en jaarrekening van de VRGZ. Financieel belang Begroot in 2014: € 1.666.752,-Begroot in 2017: € 1.691.418,-Begroot in 2015: € 1.678.965,-Begroot in 2018: € 1.691.418,-Begroot in 2016: € 1.691.418,-Begroting vanaf 2013 hoger als gevolg van regionalisering brandweer. Begroot 2012 Werkelijk 2012 Begroot 2013 Werkelijk 2013 € 190.500,-€ 189.114,-€ 1.628.994,-€ 1.537.238,--. Meerjarig financieel overzicht begroot - werkelijk
Werkelijke bedragen zijn inclusief teruggave rekeningresultaat. Het (vrije) eigen vermogen van de VRGZ is € 5.762.000,--. (31/12//2013). Vermogenspositie
Programmabegroting 2015
106
(Financiële) risico’s
Vanaf begin 2014 wordt binnen de organisatie extra aandacht besteed aan risicobewustzijn en risicomanagement. Hierbij krijgen risico-“eigenaren” de verantwoordelijkheid om in beeld te brengen en te houden welke acties volgen om risico’s te beheersen of om te beschrijven waarom risico’s geaccepteerd (moeten) worden. Dit zal medio 2014 leiden tot een nieuwe nota risico-inventarisatie en weerstandsvermogen, waarna er periodiek zal worden gerapporteerd aan het bestuur en deelnemende gemeenten. Als alle geïdentificeerde risico's zich zouden voordoen is daar ongeveer € 11 miljoen mee gemoeid. De algemene reserve van het programma Crisis- en Rampenbestrijding kan 48% van de risico's van dat programma afdekken. Voor het programma RAV is dat percentage 56%. Niet alle risico's doen zich tegelijkertijd voor en/of beïnvloeden elkaar. De VRGZ toetst jaarlijks haar organisatie en ontwikkeling via audits. Risico’s worden beperkt door een rechtsbijstand- en een wettelijke aansprakelijkheidverzekering. In de begroting voor 2015 staan de volgende risico’s: Schaalvergroting meldkamers Het aantal meldkamers wordt teruggebracht van 25 naar 10. De meldkamer van de regio Gelderland-Zuid wordt geïntegreerd in de nieuwe meldkamer Oost-Nederland. Er wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met deze ontwikkeling door investeringen uit te stellen en door samen te werken met andere meldkamers. Toch moet er voor de toekomst rekening gehouden worden met frictiekosten. Herijking BDUR Medio juni 2015 komen de resultaten van een onderzoek naar de verdeling van rijksuitkeringen voor Openbare Orde en Veiligheid beschikbaar. Herverdeling van middelen zullen dan vanaf 2016 van kracht kunnen worden. Er zijn geen middelen beschikbaar om herverdeeleffecten op te vangen. Bezuinigingen en doorontwikkeling van de organisatie Alle bezuinigingsopdrachten die veelal in een oplopend percentage vanaf 2012 of 2013 werden opgelegd met cumulerende percentage van 6% door het Rijk, 10% door gemeenten op de organisatie exclusief gemeentelijke brandweren en 5% op de gemeentelijke brandweren, plus een extra bezuinigingen vanwege de aanschaf van twee nieuwe blusboten zijn verwerkt in deze begroting 2015. Feitelijk is de bezuinigingsopdracht binnen de organisatie groter omdat de organisatie moet worden doorontwikkeld en aangepast binnen bestaande budgetten. Afspraken met vakbonden en personeel Afgesproken werd om, als de implementatie van een nieuwe functiebeschrijvings- en waarderingsmethode voor individuele medewerkers een hogere inschaling betekend, dit met terugwerkende kracht naar 1 januari 2013 te laten ingaan. Dit impliceert een risico voor hogere kosten met terugwerkende kracht. Btw-druk in de begroting van de Veiligheidsregio Er is niet voldoende historische informatie beschikbaar om te kunnen beoordelen of de rijks-compensatie voor het komen te vervallen van btwcompensatie voldoende is. Globale doorrekeningen maken zichtbaar dat de compensatie niet voldoende is. Aansprakelijkheid bodemverontreiniging De VRGZ is aansprakelijk gesteld voor het ontstaan van eventuele bodemverontreiniging door het verplaatsen van afval tijdens brandbestrijding.
Programmabegroting 2015
107
(Financiële) risico’s (vervolg)
Doorontwikkeling Brandweer De ervaring bij de meeste veiligheidsregio's waar de brandweer is geregionaliseerd leert dat in de eerste jaren na regionalisering allerlei financiële bijstellingen aan de orde kunnen zijn. Het resultaat 2013 laat zien dat deelbudgetten opnieuw gerangschikt moeten worden en dat er in 2013 incidenteel minder is uitgegeven dan begroot. Uit in 2013 gestart onderzoek naar het investeringsprogramma, welk onderzoek in het najaar van 2014 wordt afgerond, is zichtbaar dat er structurele tekorten zijn in het jaarlijks budget voor kapitaallasten. Dit lijkt op een jaarlijks tekort van ca. € 500.000,-. Overdracht van kazernes De overdracht van de brandweerkazernes naar de VRGZ zal gefaseerd plaatsvinden. In december 2013 zijn 15 brandweerkazernes waarbij btwherziening van toepassing is, overgedragen aan de VRGZ. In de loop van 2014 worden meer kazernes overgedragen aan de VRGZ en worden de lasten die daarmee samenhangen geïnventariseerd. Het is de bedoeling dat de gemeenten hun budgetten vanaf 2015 overdragen aan de Veiligheidsregio. In 2014 wordt een plan ontwikkeld voor inrichting van een facilitaire dienst bij de Veiligheidsregio, inclusief inkoopfunctie. Werkkostenregeling Vanaf 2015 wordt invoering van de werkkostenregeling verplicht. Onder die regeling mogen werkgevers een maximaal percentage van het totale fiscale loon besteden aan onbelaste vergoedingen aan hun personeel. Als het maximale percentage wordt overschreden moet 80% belasting worden betaald over de overschrijding. Er is niet bekend hoe deze nieuwe regeling voor de VRGZ zal uitpakken. BTW Vanaf 2014 kunnen we de btw op de taken van de Veiligheidsregio niet meer compenseren. Doelstelling is dat per 01/01/2015 zowel de taken als de kazernes zijn overgedragen. Er zijn nu geen ontwikkelingen voorzien die deze planning in de weg staan. Werkkostenregeling Vanaf 2014 wordt de invoering van de werkkostenregeling verplicht. Onder die regeling mogen werkgevers een maximaal percentage van het totale fiscale loon besteden aan onbelaste vergoedingen voor hun personeel. Verzekerde risico's De algemene risico's van wettelijke aansprakelijkheid, de inboedel, het wagenpark en het materieel zijn verzekerd. Dit geldt niet voor ziekte en werkeloosheid van het personeel. Vanaf 1 januari 2013 worden gemeentelijke verzekeringen door de VRGZ als contractpartner gecontinueerd in plaats van de gemeenten. Na inventarisatie van de lopende verzekeringen volgt een aanbestedingsprocedure. Er wordt beoogd de verzekeringen te harmoniseren. Mogelijk volgen hieruit hogere lasten.
Doel
Ontwikkelingen
Programmabegroting 2015
Doelen, ontwikkelingen en verantwoording De Wet veiligheidsregio’s heeft als doel een efficiënte en kwalitatief hoogwaardige organisatie van de brandweerzorg, de geneeskundige hulpverlening en de rampenbestrijding en crisisbeheersing onder één regionale bestuurlijke regie te realiseren. -
Regionaal wordt een nieuwe crisisorganisatie opgezet die in 2015 operationeel moet zijn. Dit betekent (op korte termijn) een verschuiving van gemeentelijke rampenbestrijding naar regionale crisisbeheersing. Deze veranderende crisisorganisatie betekent een professionalisering van de crisisbeheersing.
108
Verantwoording- en informatieplicht
Programmabegroting 2015
Vindt enerzijds plaats via de begroting, tussentijdse (financiële) verantwoording en de jaarrekening van de VRGZ. Deze stukken behandelt de voorbereidende raad. Anderzijds informeert het college de besluitvormende raad via de paragraaf Verbonden partijen in begroting en jaarrekening van de gemeente. Gedurende het begrotingsjaar worden besluiten van het Algemeen bestuur ter kennisname gebracht in de voorbereidende raad.
109
3. Regionaal Archief Rivierenland Juridische vorm Vestigingsplaats Samenstelling
Verplichte deelname Alternatieve deelname Relatie met andere verbonden partijen Programma Doelstelling
Besluit tot deelname Bestuurlijk belang Invloed gemeente De gemeentelijke financiële bijdrage Begroot – werkelijk
Gemeenschappelijke Regeling Tiel Het Regionaal Archief Rivierenland (RAR) is een samenwerkingsverband dat de archiefbewaarplaats beheert voor de gemeenten Tiel, Culemborg, Geldermalsen, Neerijnen, Neder-Betuwe en Buren. Het Waterschap Rivierenland heeft een dienstverleningsovereenkomst gesloten met het RAR. Overeenkomstig de gemeenschappelijke regeling wel. Een ander gezamenlijk alternatief is er niet. Een alternatief is dat we zelf de archiefbescheiden volgens de voorschriften inrichten en verzorgen. Geen. Publiek belang Maatschappelijke voorzieningen Het RAR houdt naast het beheer van de archiefbewaarplaats toezicht op het beheer van de nog niet naar die archiefbewaarplaats(en) overgebrachte stukken. Het gaat hierbij om het beheer van statische archieven. De archieven worden geordend en toegankelijk gemaakt en in studiezalen kosteloos beschikbaar gesteld voor onderzoek. 7 september 1991 Een wethouder en een raadslid vertegenwoordigen de gemeente in het Algemeen Bestuur van het RAR. De wethouder heeft ook zitting in het Dagelijks Bestuur. Beperkt invloed. Het Algemeen Bestuur beslist bij meerderheid van stemmen. Financieel belang Begroot in 2014: € 244.403,-Begroot in 2017: € 248.531,-Begroot in 2015: € 248.531,-Begroot in 2017: € 248.531,-Begroot in 2016: € 248.531,-Begroot 2012 Werkelijk 2012 Begroot 2013 Werkelijk 2013 € 292.802,-€ 254.066,-€ 281.299,-€ 258.758,-Meerjarig financieel overzicht begroot - werkelijk
Werkelijke bedragen zijn inclusief teruggave rekeningresultaat. Het eigen vermogen van het RAR is € 1.241.000,--. (31/12/2013). Vermogenspositie Voornamelijk voor informatisering/digitalisering/ bedrijfsvoering/huisvesting. (Financiële) risico’s
Programmabegroting 2015
In de begroting van het RAR bedraagt de post onvoorzien € 15.000,--. Dit bedrag is bedoeld om de eerste tegenvallers zelf op te kunnen vangen. Het RAR heeft voor de in haar beheer zijnde middelen geen specifieke renteinstrumenten afgesloten. De annuïteitenleningen hebben een vaste rente gedurende de gehele looptijd.
110
Doel Ontwikkelingen
Verantwoording- en informatieplicht
Programmabegroting 2015
Doelen, ontwikkelingen en verantwoording Een groot aantal bestanden is digitaal beschikbaar en raadpleegbaar via de website van het RAR. Verder bevordert het RAR het historisch onderzoek naar de regio en levert daaraan bijdragen. Per 1-1-2014 is het Regionaal Archief Rivierenland gefuseerd met het Streekarchief Bommelerwaard. Uitgegaan wordt van een aanwas van 1m archief per 1.000 inwoners per jaar. De vastgestelde jaarrekening 2013 en de conceptbegroting 2015 zijn vastgesteld in de vergadering van de gemeenteraad van 24 juni 2014. Hierbij is besloten een bezuinigingstaakstelling van 5% op te leggen.
111
4. LANDER Werk en integratie Juridische vorm Vestigingsplaats Samenstelling
Verplichte deelname Alternatieve deelname
Relatie met andere verbonden partijen Programma Doelstelling
Gemeenschappelijke regeling Geldermalsen LANDER is een samenwerkingsverband van acht gemeenten (Culemborg, Buren, Geldermalsen, Maasdriel, Neder-Betuwe, Neerijnen, Zaltbommel en Tiel). LANDER voert de volgende wettelijke regelingen uit: - de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW); - de Wet Werk en Bijstand voor de voormalige Wet Inschakeling Werkzoekenden (WIW); - de Wet Werk en Bijstand voor de voormalige Regeling In- en Doorstroombanen (I/D). Op basis van de Wet gemeenschappelijke regeling. Uittreden is mogelijk. Wanneer zich die vraag voor doet, bepaalt het Algemeen Bestuur de voorwaarden en gevolgen van uittreding. Bij uittreding moeten we een andere uitvoeringsorganisatie zoeken. Gevolg hiervan is dat onze inwoners met een WSW, WIW / ID dienstverband dan worden ontslagen. In afwachting van een ander / nieuw dienstverband komen zij op de wachtlijst bij de nieuwe uitvoeringsorganisatie. LANDER voert ook werk uit voor de AVRI. De AVRI maakt onderdeel uit van de Regio Rivierenland. Publiek belang Werk & Inkomen Inwoners met een lichamelijke, psychische of verstandelijke beperking kunnen vaak moeilijk een baan vinden. Ze zijn minder productief dan andere werknemers of kunnen niet goed meekomen met het werk. De WSW (en WIW en I/D) helpt deze mensen om toch (in een beschermde omgeving) te werken en in hun eigen onderhoud te voorzien. We zijn wettelijk verplicht de WSW, de WIW en de regeling I/D uit te voeren. Het Rijk legt aan gemeenten een WSW taakstelling op. Gemeente Buren moet minimaal 92 plaatsen realiseren in de sociale werkvoorziening. Daarnaast maakt Buren via afspraken en convenanten gebruik van de diensten van LANDER in onder andere het groenonderhoud.
Besluit tot deelname
De gemeenschappelijke regeling is goedgekeurd bij besluit van Gedeputeerde Staten van Gelderland dd. 8 februari 2000, nr. BD 99.152.
Bestuurlijk belang
Het bestuur van LANDER bestaat uit het Algemeen bestuur, het Dagelijks bestuur en de voorzitter. Het Algemeen bestuur bestaat uit de leden van het Dagelijks bestuur, aangevuld met twee raadsleden per deelnemende gemeente. Het Dagelijks bestuur bestaat uit één wethouder per deelnemende gemeente.
Invloed gemeente
Beperkt invloed. Beslissingen met financieel gevolg worden bij meerderheid van stemmen genomen. We zijn gehouden die besluitvorming te volgen.
De gemeentelijke financiële bijdrage
Financieel belang Begroot in 2014: € 2.547.435,-Begroot in 2017: € 2.611.794,-Begroot in 2015: € 2.611.794,-Begroot in 2018: € 2.611.794,-Begroot in 2016: € 2.611.794,-Voor financiering van de WSW ontvangt de gemeente Buren dit budget van het rijk. Dit budget dragen we volledig over aan LANDER. Tot nu toe was dit budget voldoende voor uitvoering van de WSW.
Begroot – werkelijk
Programmabegroting 2015
Begroot 2012 € 2.200.000,--
Werkelijk 2012 € 2.402.197,--
112
Begroot 2013 € 2.300.000,--
Werkelijk 2013 € 2.597.646,--
Meerjarig financieel overzicht begroot - werkelijk
Vermogenspositie (Financiële) risico’s
Doel Ontwikkelingen
Verantwoording- en informatieplicht
Programmabegroting 2015
Het (verwachte) vermogen van LANDER is € 2.958.000,--. (per 31/12/2013). Lander geeft aan dat deelnemende partijen tot 2016 niet extra hoeven bij te dragen. Een eventueel verlies kan tot die tijd zelf door LANDER worden opgevangen uit haar vermogenspositie. Doelen, ontwikkelingen en verantwoording We willen de WSW, de WIW en regeling I/D zo efficiënt mogelijk uitvoeren. Door de invoering van de Participatiewet is vanaf 2015 geen nieuwe instroom meer mogelijk in de WSW. Taken en positie van zowel Lander als de gemeenten veranderen. Waarschijnlijk wordt Lander per 1-1-2016 als aparte Gemeenschappelijke Regeling opgeheven en ondergebracht in de nieuwe GR Werkzaak. In 2015 bereiden we ons hier op voor. LANDER wordt op alle uitvoeringsonderdelen jaarlijks gecontroleerd door de accountant. We ontvangen van LANDER periodiek uitvoeringsoverzichten. Hierin wordt aangegeven wat de budgettaire ontwikkelingen zijn. Het Dagelijks bestuur en de leden van het Dagelijks Bestuur afzonderlijk, zijn aan het Algemeen bestuur verantwoording verschuldigd voor het door hen gevoerde beleid. Het Algemeen bestuur en het Dagelijks bestuur van LANDER geven aan de raden van de deelnemende gemeenten ongevraagd alle informatie, die voor een juiste beoordeling en van het door het bestuur gevoerde en te voeren beleid nodig is.
113
5. Omgevingsdienst Rivierenland Juridische vorm Vestigingsplaats Samenstelling
Gemeenschappelijke regeling Tiel De Omgevingsdienst Rivierenland (ODR) bestaat uit 10 regiogemeenten, de provincie Gelderland (als partner) en alle Gelderse gemeenten voor het Ketentoezicht. (de ODR voert deze uit voor de hele provincie).
Verplichte deelname
Inbreng milieu: voor de vergunningverlening, toezicht en handhavingstaken. (VTH-taken)
Alternatieve deelname
Inbreng Wabo: voor de vergunningverlening, toezicht en handhavingstaken. (VTH-taken: omgevingsvergunningen)
Relatie met andere verbonden partijen
Ja. Er is een huurderrelatie met de Regio Rivierenland. De ODR huurt het gebouw van de bestuursdienst Regio Rivierenland.
Programma Doelstelling
Besluit tot deelname Bestuurlijk belang
Er is een relatie met de Veiligheidsregio op het gebied van gebruiksvergunningen, calamiteiten en rampenbestrijding. Publiek belang Milieu en wonen De vorming van de uitvoeringsdiensten moet primair de kwaliteit en professionaliteit van de VTH-taken van de omgevingsvergunning verbeteren. Aanvragen en beschikkingen vinden voornamelijk plaats op basis van beleid. De behandeling dient een a-politiek karakter te krijgen. Daarbij ligt de nadruk om te komen tot een meer efficiënte en daarmee goedkopere uitvoering. Doelstelling is om in de komende 5 jaren per jaar 1% te bezuinigen en 1% efficiency voordeel te behalen. 26-06-2012 Iedere gemeente heeft één zetel in het Algemeen bestuur. Een wethouder is als vertegenwoordiger namens de gemeente aangewezen. Het Dagelijks bestuur wordt gevormd door een viertal bestuurders, waarvan één als voorzitter. De vier bestuurders vertegenwoordigen de clusters van gemeenten en de provincie, zodat deze op een aantal velden samenwerken en bepalen volgens welke systematiek de overhead van de ODR is verdeeld. Namens het cluster BNLW heeft de burgemeester van Neder-Betuwe zitting in het DB.
Invloed gemeente
Beperkte invloed. Elk lid heeft stemrecht. Gemeenten die Wabo-breed de VTH-taken inbrengen hebben op de vrijwel alle onderwerpen twee stemmen. De gemeenten die alleen de verplichte milieutaken inbrengen, hebben één stem. Op organisatorische en financiële onderwerpen hebben alle partners één stem. Het Algemeen bestuur beslist bij meerderheid van stemmen.
De gemeentelijke financiële bijdrage
Financieel belang Begroot in 2014: € 1.860.750,-Begroot in 2017: € 2.040.472,-Begroot in 2015: € 2.069.915,-Begroot in 2018: € 2.040.472,-Begroot in 2016: € 2.054.058,-Bij de oprichting legden de deelnemers de ODR een 5% efficiency en 5% bezuinigingstaakstelling op..
Begroot – werkelijk
Programmabegroting 2015
Begroot 2012 N.v.t.
Werkelijk 2012 N.v.t.
114
Begroot 2013 Werkelijk 2013 € 1.404.000,-€ 1.327.779,-gebaseerd op 9 maanden
Meerjarig financieel overzicht begroot - werkelijk
Werkelijke bedragen zijn inclusief teruggave rekeningresultaat. Vermogenspositie (Financiële) risico’s
Doel Ontwikkelingen Verantwoording- en Informatieplicht
Programmabegroting 2015
Het eigen vermogen van de ODR is € 868.000,--. (31/12/2013). Er is gekozen voor een post onvoorzien in de begroting van € 80.000,--. De post is opgenomen, omdat er onzekerheid zit in de kosten van met name de ICT systemen en omdat het goed is dat er enige ruimte beschikbaar is om niet voorziene risico’s op te vangen. Een deel van de risico’s dekt de ODR af door het treffen van maatregelen. Voorbeelden van zulke maatregelen zijn het afsluiten van verzekeringen, het vormen van reserves & voorzieningen en het inrichten van de administratieve organisatie en interne controle. In 2013 start de ODR met de implementatie van risicomanagement. Op voorhand kan t.a.v. het beleid worden gesteld dat het weerstandsvermogen in ieder geval de komende vijf jaar wordt gevormd door het weerstandsvermogen van de deelnemers. Een risico voor de ODR is het a-politiek maken van de VTH-taken. Dat vereist vooral helder beleid op de belangrijke relevante onderdelen. En voor de overige gebieden enige beleidsvrijheid voor de ODR (uitvoeringsbeleid). Voor veel gemeenten geldt dat klanten en burgers vaak bestuurders en raadsleden benaderen wanneer ze iets willen of iets niet kan. Dat druist in tegen de wens om maximaal efficiënt te zijn. En betekent voor een betreffende gemeente het risico op meerwerk/-kosten. De ODR noemt in haar begroting meerdere risico’s. De voornaamste zijn: - Ontbreken van uniformiteit in de uitvoering a.g.v. de wens naar teveel maatwerk. Mocht dit risico zich voordoen, dan zal dit nadelig zijn voor de efficiency en kan dit leiden tot het niet halen van de efficiencytaakstelling; - Hogere kosten voor ICT dan waarin we nu voorzien; - Gevolgen van de afschaffing van het BTW compensatiefonds; - Hogere uitvoeringskosten vanwege toepassing van het vastgesteld sociaal plan. In de begroting is soms nog uitgegaan van kengetallen. Doelen, ontwikkelingen en verantwoording Primair de kwaliteit en professionaliteit van de uitvoering van VTH-taken verbeteren. Behandeling van zaken vooral op basis van beleid en a-politiek. Daarbij een meer efficiënte en daarmee ook goedkopere uitvoering. De ODR is gestart per 1-4-2013. Vindt enerzijds plaats via de begroting, tussentijdse (financiële) verantwoording en de jaarrekening van de ODR. Deze stukken behandelt de voorbereidende raad. Anderzijds informeert het college de besluitvormende raad via de paragraaf Verbonden partijen in begroting en jaarrekening van de gemeente. Gedurende het begrotingsjaar worden besluiten van het Algemeen bestuur ter kennisname gebracht in de voorbereidende raad.
115
6. GGD Gelderland-Zuid Juridische vorm Vestigingsplaats Samenstelling
(Wettelijke) Gemeenschappelijke regeling Nijmegen Er is een Algemeen Bestuur (AB) waarin de wethouders van de 18 deelnemende gemeenten zitten. Het AB kiest uit zijn midden een DB. De gemeente is wettelijk verplicht om een GGD in stand te houden. Verplichte deelname De wet verplicht om het werkgebied van de GGD samen te laten vallen met het werkgebied van de veiligheidsregio. Dat betekent dat meerdere gemeenten samen een GGD in stand houden. Alternatieve deelname Er is geen alternatief -Regio Rivierenland Relatie met andere -Veiligheidsregio verbonden partijen Publiek belang Programma 6: maatschappelijke voorzieningen Programma De GGD voert namens de gemeente de wettelijke taken uit van de Wet Doelstelling Publieke Gezondheid (WPG). Volgens deze wet heeft de gemeente een taak op het gebied van de preventieve volksgezondheid. De raad besloot tot deelname op 21-05-2013 Besluit tot deelname De wethouder volksgezondheid vertegenwoordigt de gemeente Buren in het Bestuurlijk belang Algemeen Bestuur. De gemeente Buren is niet vertegenwoordigd in het Dagelijks Bestuur. Iedere gemeente heeft per 20.000 inwoners 1 stem. De gemeente Buren Invloed gemeente heeft daarmee 1 stem in de besluitvorming. Er zijn 18 gemeenten, waaronder de gemeente Nijmegen. De invloed van de gemeente Buren is klein. Financieel belang Begroot in 2014: € 617.392,-Begroot in 2017: € 594.329,-De gemeentelijke Begroot in 2015: € 594.329,-Begroot in 2018: € 594.329,-financiële bijdrage Begroot in 2016: € 594.329,-Begroot 2012 Werkelijk 2012 Begroot 2013 Werkelijk 2013 Begroot – werkelijk N.v.t. N.v.t. € 296.102,-€ 269.887,-gebaseerd op een half jaar Meerjarig financieel overzicht begroot - werkelijk
Vermogenspositie
Programmabegroting 2015
Het (vrije) eigen vermogen van de GGD is € 1.346.000,--. (31/12/2013).
116
(Financiële) risico’s
De bedrijfszekerheid van de GGD wordt bepaald door de wettelijke taken en de daaraan gekoppelde uitkering in het gemeentefonds. In 2012 is de nieuwe wet Publieke Gezondheid in werking getreden. Het ligt niet voor de hand dat deze wet op korte termijn wijzigt. Het aantal taken en de daaraan gekoppelde financiering blijft gelijk. Daarnaast ziet de GGD de volgende risico's: 1: Harmonisering arbeidsvoorwaarden. Een gevolg van de fusie is een nieuwe functiebeschrijvings- en waarderingsmethode. Dit kan als gevolg hebben dat sommige functies hoger worden ingeschaald. Verwacht risico: € 182.000,2: Gelijkschakelen werkzaamheden oude GGD-en. Nog niet alle werkzaamheden zijn onderling afgestemd. Voor dit proces is geen geld gereserveerd in de begroting. Verwacht risico: € 150.000,3: Positief resultaat op het product SOA is ingeboekt bij de bezuiniging, maar loopt terug. Verwacht risico: € 250.000,4: Optreden calamiteiten. Als er zich een calamiteit voordoet, dan staakt de GGD de reguliere taken, om zich in te zetten op die calamiteit. Die werkzaamheden moeten later alsnog worden gedaan en dat brengt kosten met zich mee. Die kosten zouden € 500.000,- kunnen bedragen. Maar het is niet de verwachting dat zich een calamiteit voordoet. 5: Onderverhuur pand. Als een huidige huurder zich terugtrekt, ontstaat er een gat in de begrootte huuropbrengst. Verwacht risico: € 818.000,6: Frictiekosten fusie: Als het Rijk de resterende fusiekosten niet vergoedt, dan ontstaat er een oninbare kostenpost van € 175.000,7: Economische crises. Als gemeenten verder bezuinigen, dan moet er gereorganiseerd worden. Verwachte kosten hiervan zijn € 625.000,8: Stijging loonkosten. Begroting is op basis van de oude CAO. In de nieuwe CAO is een stijging van de lonen opgenomen. Verwacht risico: € 105.000,-.
Doel Ontwikkelingen Verantwoording- en Informatieplicht
Programmabegroting 2015
Doelen, ontwikkelingen en verantwoording Zo efficiënt mogelijk uitvoeren van de Wet Publieke Gezondheid De GGD Gelderland-Zuid bestaat sinds 1 juli 2013 Deze vindt enerzijds plaats via de begroting, tussentijdse (financiële) verantwoording en de jaarrekening van de VRGZ. Deze stukken behandelt de voorbereidende raad. Anderzijds informeert het college de besluitvormende raad via de paragraaf Verbonden partijen in begroting en jaarrekening van de gemeente. Gedurende het begrotingsjaar worden besluiten van het Algemeen bestuur ter kennisname gebracht in de voorbereidende raad.
117
7. B.V. Recreatiemaatschappij Uit®waarde Juridische vorm Vestigingsplaats Bestuur en toezicht
Verplichte deelname Alternatieve deelname Relatie met andere verbonden partijen Programma Doelstelling
Besluit tot deelname Bestuurlijk belang
Invloed gemeente
De gemeentelijke financiële bijdrage (Financiële) risico’s
Doel Ontwikkelingen Verantwoording- en informatieplicht
Programmabegroting 2015
Besloten Vennootschap Kerk-Avezaath De organen zijn: het bestuur, de raad van commissarissen en de algemene vergadering van aandeelhouders. Er is geen hoogste orgaan in een vennootschap. Er is geen hiërarchie van organen. Elk orgaan heeft haar eigen taken en bevoegdheden. Nee Niet direct, dan moeten we zelf taken oppakken. Geen Publiek belang Lokale economie Beheren van openbare dagrecreatievoorzieningen. Daarbij gaat het om: negen gebieden, (met jaarlijks 1 á 1,5 miljoen bezoekers), fiets- en wandelpaden & routes, kano- & skateroutes en fiets- & voetveren. In opdracht van de gemeenten werkt Uit®waarde aan uitbreiding van de toeristische infrastructuur, o.a. wandelroutenetwerk. De organisatie neemt ook het beheer en onderhoud voor haar rekening. In 1999 is Uit®waarde verzelfstandigd. De onderneming is gericht op het behartigen van maatschappelijk taken, zoals omschreven in de kernactiviteit. De rol van de recreatieschappen is hierbij veranderd. De kernactiviteit is het duurzaam in stand houden, verbeteren en uitbreiden van de openbare recreatie toeristische infrastructuur. Het werkgebied van de Recreatieschappen Nederrijn, Lek, Waal, Lingebied en Over-Betuwe is voor een breed publiek in het Rivierenland. Er zijn twee bedrijfsonderdelen: dagrecreatie & terreinbeheer en het routebureau. 1 januari 1999 We zijn door een wethouder vertegenwoordigd in het bestuur van het Recreatieschap Nederrijn, Lek en Waal. Bestuur wordt gevormd door vertegenwoordigers van acht deelnemende gemeenten. Vanuit dit recreatieschap en de recreatieschappen Lingegebied en Over-Betuwe is de BV Uit®waarde ontstaan. Invloed gering. Onze wethouder neemt zitting in Recreatieschap Nederrijn, Lek en Waal. Onze wethouder heeft geen zitting in de raad van commissarissen van de BV Uit®waarde. De raad van commissarissen beslist bij meerderheid van stemmen. Financieel belang € 0,00 Eenmalig afgekocht, na de oprichting van de B.V. Recreatiemaatschappij Uit®waarde in 1999. We lopen geen financiële risico’s voor de exploitatie van Uit®waarde. In 2004 is de gemeenschappelijke regeling gewijzigd. In de regeling legden we vast dat alle uitvoerende taken bij de verzelfstandigde organisatie zijn gelegd. Doelen, ontwikkelingen en verantwoording Aanbieden van laagdrempelige dagrecreatie. - Beldert afstoten; - Strategisch plan 2014 -2018. Vindt enerzijds plaats via de begroting en de jaarrekening van Uit®waarde. Deze stukken behandelt de voorbereidende raad. Anderzijds informeert het college de besluitvormende raad via de paragraaf Verbonden partijen in begroting en jaarrekening van de gemeente. Gedurende het begrotingsjaar worden besluiten van de raad van commissarissen ter kennisname gebracht in de voorbereidende raad.
118
8. NV Bank Nederlandse Gemeenten Juridische vorm Vestigingsplaats Bestuur en toezicht Verplichte deelname
Alternatieve deelname Relatie met andere verbonden partijen
Naamloze Vennootschap (NV) Den Haag De N.V. Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) is een bank die volledig in overheidsbezit is. De helft van de aandelen is van de Staat. De andere 50% is van de gemeenten en provincies. De gemeente is vanwege de financiële verhoudingen met het rijk verplicht een bankrekeningnummer bij de BNG te openen. Hierop worden de algemene uitkering en andere rijksvoorschotten uitbetaald. Wij zijn niet verplicht om de BNG te kiezen als onze huisbankier. Als huisbankier kunnen we kiezen voor Nederlandse banken die voldoen aan ons Treasurystatuut. N.v.t.
Publiek belang Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien De BNG heeft als doelstelling de uitoefening van het bankbedrijf ten dienste van overheden. De BNG biedt een compleet pakket van financiële diensten met faciliteiten voor elektronisch betalingsverkeer, rekening-courant, financieren en beleggen, Treasury en aanvullende adviesdiensten. Op 24 mei 2011 heeft het college van B&W besloten om een nieuwe Besluit tot deelname financieringsovereenkomst met de BNG af te sluiten. Binnen deze raamovereenkomst zijn de afspraken vastgelegd voor kredieten, tarieven in rekening-courant en voorwaarden voor het afsluiten van kasgeld, deposito's en vaste geldleningen. De aandeelhouders oefenen door de vertegenwoordiging in de Bestuurlijk belang aandeelhoudersvergadering invloed uit. Het aantal aandelen van de BNG bedraagt 55.690.720. We bezitten 23.953 Invloed gemeente aandelen. Dit is 0,04%. Financieel belang N.v.t. De financiële bijdrage Het eigen vermogen van de BNG bedraagt per 31-12-2013 € 3.430.000.000,Vermogenspositie Dit is een stijging van € 678.000.000,- ten opzicht van 2012. De winst van de BNG was in 2013 € 283.000.000,- (in 2012 € 332.000.000,-). In 2013 was de winst per aandeel € 5,08 en het dividend per aandeel € 1,27. (2012: winst = € 5,96 / dividend € 1,49) We bezitten 23.953 aandelen. Deze aandelen hebben een nominale waarde (Financiële) risico’s van € 2,50 per aandeel. In totaal is dat € 59.882,50. De aandeelhouders ontvangen jaarlijks dividend. In 2013 ontvingen we € 30.420,-. Doelen, ontwikkelingen, verantwoording en kengetallen De BNG is de bank van en voor de overheden en instellingen voor het Doel maatschappelijke belang. Daarmee speelt de BNG een essentiële rol in de financiering van publieke taken. Haar dienstverlening is gericht op houdbaarheid van de Nederlandse overheidsfinanciën. Het resultaat kan onder druk komen, afhankelijk van de wijze waarop de Ontwikkelingen Europese schuldencrisis wordt opgelost. De BNG heeft een jaarlijkse aandeelhoudersvergadering. Daarnaast wordt Verantwoording- en verantwoording afgelegd in een jaarverslag maar ook op tal van andere informatieplicht plaatsen: op de website, in artikelen, via lezingen, toespraken etc. Relevante kengetallen Sinds 1994 heeft BNG de Triple-A status. Zowel Moody's, Standard & Poor's als Fitch heeft BNG de hoogste rating toegekend. Deze rating geeft de kredietwaardigheid van BNG aan. Mede hierdoor kan BNG haar klanten optimaal van financiering voorzien, omdat tegen scherpe voorwaarden geld kan worden aangetrokken op de internationale geld- en kapitaalmarkten. Programma Doelstelling
Programmabegroting 2015
119
9. NV Vitens Juridische vorm Vestigingsplaats Bestuur en toezicht Verplichte deelname Alternatieve deelname Relatie met andere verbonden partijen Programma Doelstelling Besluit tot deelname Bestuurlijk belang Invloed gemeente De gemeentelijke financiële bijdrage Vermogenspositie (Financiële) risico’s
Doel Ontwikkelingen Verantwoording- en informatieplicht Relevante kengetallen
Programmabegroting 2015
Naamloze vennootschap (NV) Utrecht De aandelen van Vitens zijn voor 100 procent in handen van provincies en gemeenten. Het dagelijkse bestuur van het drinkwaterbedrijf is in handen van de verschillende raden en commissies. Ja N.v.t. N.v.t. Publiek belang Openbare ruimte vervoer en infrastructuur Vitens is het grootste drinkwaterbedrijf van Nederland. Ze voorzien de provincies Friesland, Overijssel, Flevoland, Gelderland en Utrecht en een aantal gemeenten in Noord-Holland en Drenthe van betrouwbaar drinkwater. Historisch gegroeid vanuit WMG (Waterleiding Maatschappij Gelderland) Stem als aandeelhouder. Het aantal aandelen van Vitens bedraagt 5.777.247. De gemeente Buren bezit 24.035 aandelen. Dit is 0,416%. Financieel belang N.v.t. Het eigen vermogen van Vitens bedraagt per 31-12-2013 € 438.300.000,-. De winst van Vitens was in 2013 € 39.300.000,-. De solvabiliteit bedraagt 25,6%. Gemeente Buren bezit 24.035 preferente aandelen. Deze aandelen hebben een boekwaarde van afgerond € 4.000,De aandeelhouders ontvangen jaarlijks dividend. In 2013 ontvingen we € 55.569. De gewone aandelen van Vitens zijn in 2007 voor ruim € 1.611.200,- verkocht. Dit bedrag komt in 15 jaarlijkse termijnen van € 107.414,-binnen. De nog te ontvangen aflossing bedraagt per 31-12-2015 € 644.474,Doelen, ontwikkelingen en verantwoording Door te investeren in duurzaamheid en innovatie zorgt Vitens ervoor dat ook in de toekomst de continuïteit van betrouwbaar drinkwater in goede handen is. Duurzame waterwinning is belangrijk voor Vitens. Organisatieontwikkeling van binnen naar buiten. Vitens heeft een jaarlijkse aandeelhoudersvergadering. Daarnaast wordt verantwoording afgelegd in een jaarverslag. Omzet 352 miljoen euro Aansluitingen 2,5 miljoen Aantal klanten 5,4 miljoen Leidingnet 47.500 kilometer Wateromzet 330 miljoen m³ Aantal medewerkers 1.406 Gemiddelde drinkwaterprijs. 0,0011 euro per liter
120
10. Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) Vereniging Den Haag Het bestuur bestaat uit een voorzitter, een vicevoorzitter, drie burgemeesters, drie wethouders, drie raadsleden, een secretaris, een griffier en de voorzitters van de vaste beleidscommissies. Minimaal zijn er dertien bestuursleden. Het maximumaantal wordt bepaald door het aantal voorzitters van vaste beleidscommissies. De algemene vergadering kiest de leden van het bestuur, keurt jaarverslag en jaarrekening goed en spreekt zich uit over algemeen bestuursbeleid. Toegang tot de vergadering hebben de VNG leden. Nee. Artikel 6 statuten. Opzegging dient schriftelijk te geschieden. Na Verplichte deelname opzegging eindigt het lidmaatschap op 31 december van het jaar volgende op dat jaar waarin de opzegging heeft plaats gehad Alternatieve deelname N.v.t. N.v.t. Relatie met andere verbonden partijen Publiek belang N.v.t. Programma Samen met alle gemeenten en het bureau van de VNG zorgen voor een Doelstelling krachtig en kwalitatief goed lokaal bestuur. Verder het gebruik kunnen maken van de dienstverlening en het platform voor opinievorming en vernieuwing. De Vereniging is opgericht op 28-02-1912. Het is onbekend hoe lang we lid Besluit tot deelname zijn. De VNG is een dienstverlenende organisatie en biedt een platform voor Bestuurlijk belang opinievorming en vernieuwing. De VNG is de belangenbehartiger van alle gemeenten en is dan ook regelmatig gesprekspartner van andere overheden, leden van het parlement, maatschappelijke organisaties en belangenverenigingen. Jaarlijks, uiterlijk in de maand juni, wordt een algemene vergadering van Invloed gemeente leden gehouden. Maatstaf voor het aantal stemmen is de grootte van de gemeente. Financieel belang De jaarlijkse contributie is afgerond € 29.000,--. De gemeentelijke financiële bijdrage Het eigen vermogen van de VNG € 59.744.000,-- (Jaarrekening VNG 2013) Vermogenspositie Het financieel resultaat bedraagt € 2.147.000,-- (Jaarrekening VNG 2013) (Financiële) risico’s Doelen, ontwikkelingen en verantwoording Samen met alle gemeenten staat de VNG voor kracht en kwaliteit van het Doel lokaal bestuur. De VNG ondersteunt gemeenten bij hun verdere ontwikkeling tot eerste overheid, de overheid die het dichtst bij burgers en bedrijven staat. De VNG ondersteunt gemeenten bij hun verdere ontwikkeling tot eerste Ontwikkelingen overheid, de overheid die het dichtst bij burgers en bedrijven staat. De VNG organiseert bijeenkomsten voor haar leden. Daarnaast wordt Verantwoording- en verantwoording afgelegd in een jaarverslag maar ook op tal van andere informatieplicht plaatsen: op de website, in artikelen, via lezingen, toespraken etc. Relevante kengetallen Geen relevante kengetallen. Juridische vorm Vestigingsplaats Bestuur en toezicht
Programmabegroting 2015
121
Grondbeleid Kerninformatie: We willen vanuit een regiefunctie onze doelstellingen bereiken: Aankoop, exploitatie en uitgifte van gronden; Medewerking verlenen aan ontwikkeling van plannen door particuliere initiatiefnemers. De financiële resultaten van de onderhanden zijnde projecten bewaken we continu. Dit doen we o.a. door het periodiek opstellen van een grondexploitatieberekening. Waar het gaat om gemeentelijk bezit hanteren we het uitgangspunt dat we niet strategisch gemeentelijk bezit afstoten of dat we herontwikkeling mogelijk maken.
Nieuwe elementen en veranderingen t.o.v. het voorgaande jaar:
Doel:
Doel van het grondbeleid is bevordering van het maatschappelijk gewenst ruimtegebruik, bevordering van een rechtvaardige verdeling van kosten en opbrengsten bij locatieontwikkeling.
Nut:
Verhoging van kwaliteit van ruimtegebruik.
Met betrekking tot mogelijke medewerking van plannen door particuliere initiatiefnemers geldt als uitgangspunt dat aan de voorkant van een op te starten project procedure(s) en kostenverhaal helder en duidelijk zijn, waarbij gemaakte kosten door de gemeente maandelijks worden gefactureerd. Met betrekking tot de eigen gemeentelijke grondexploitaties het gemeentelijk grondbezit terugdringen tot wat noodzakelijk is.
Relatie met programma’s en/of andere paragrafen: de het
Programma 4 - Lokale economie; Programma 9 - Wonen; Paragraaf weerstandsvermogen.
Noodzaak:
Verplicht onderdeel van de programmabegroting.
Financieel belang en risico’s: Het voeren van grondbeleid brengt risico’s met zich mee. Wat betreft deze risico’s is er een relatie met: Nota grondbeleid; Nota reserves en voorzieningen; Paragraaf weerstandsvermogen.
Programmabegroting 2015
122
Inleiding
Grondbeleid zorgt er voor dat de gemeente ruimtelijk gewenste ontwikkelingen kan realiseren. We zorgen daarmee voor een rechtvaardige verdeling van kosten en opbrengsten bij ruimtelijke plannen. De gemeente Buren kent geen zelfstandig grondbedrijf. De resultaten van de grondexploitatie maken onderdeel uit van het resultaat zoals in de jaarrekening van de gemeente is vermeld. De winsten en verliezen uit de grondexploitatie hebben invloed op de financiële positie van de gemeente. Bij particuliere ontwikkelingen gaan we uit van een kosten neutrale aanpak.
1.
Beleid
1.1 Structuurvisie en de Wet ruimtelijke ordening De Grondexploitatiewet is een onderdeel van de Wro. Het doel van deze wet is om een goede regeling te bieden voor het verhalen van kosten, om een bijdrage te vragen voor binnenplanse verevening en om locatie-eisen mogelijk te maken bij het voeren van een particuliere grondexploitatie. Bij het ontwikkelen van een locatie spelen grondbezit en het voeren van een grondexploitatie een belangrijke rol. De Wro biedt de gemeente de mogelijkheid om de ruimtelijke ontwikkeling te sturen en geeft de gemeente instrumenten om de particuliere grondexploitatie te geleiden. Volgens de Wro is elke gemeente verplicht één of meerdere structuurvisies op te stellen voor het gehele grondgebied. De structuurvisie is het strategisch document in het kader van de ruimtelijke ontwikkeling en vormt een toetsingskader voor de beoordeling van nieuwe plannen en initiatieven en voor nieuw op te stellen bestemmingsplannen. In de structuurvisie wordt de basis gelegd voor verevening van bovenplanse kosten en een te vragen bijdrage voor ruimtelijke ontwikkelingen. De raad stelde 27 oktober 2009 de structuurvisie voor de gemeente Buren vast. Hierin sprak de raad zich uit over het beoogde beleid tot 2019. In de uitvoeringsparagraaf wordt aangegeven hoe de gemeente het beleid wil gaan verwezenlijken. 1.2 Nota Grondbeleid De raad stelde 11 december 2012 de Nota grondbeleid 2012 - 2016 vast. De nota grondbeleid is een strategische nota die op hoofdlijnen kaders schetst voor het grondbeleid van de gemeente. Op basis van deze nota voeren wij een transparant grondbeleid. Uitgangspunt is dat actief grondbeleid in uitzonderingssituaties mogelijk is, maar dat we geen actief grondbeleid mogelijk maken. 1.3 Grondverwerving Het uitgangspunt is dat we gronden minnelijk verwerven. Wanneer dat niet lukt, zetten we het instrument van onteigening in. De mogelijkheden die de Wet voorkeursrecht gemeenten biedt, zetten we optimaal in. Voordat we gronden verwerven, stellen we een verwervingsplan op. Als we kosten moeten verhalen, doen we dat op basis van contracten. Dit is het zogenaamde ‘private spoor’ van de Grondexploitatiewet. Conform de gedachte achter de Wro zet de gemeente Buren in eerste instantie in op een intentie-, samenwerkings-, realisatie-, en/of een grondexploitatie-overeenkomst met de initiatiefnemer van een ontwikkellocatie. 1.4 Restgroenbeleid De gemeente heeft veel stroken grond in bezit die niet regulier verhuurd of verpacht zijn. Het gaat hierbij veelal om gronden gelegen bij woningen. Wij startten in 2011 met de uitvoering van het project restgroen. Waar mogelijk verkopen we restgroenstroken die bij inwoners in gebruik zijn. Het project voeren we gefaseerd uit van 2011 tot 2018. Gestart is in de kern Beusichem. In 2012 startten we in de kern Ravenswaaij en Zoelmond en in 2013 in de kern Maurik. Ook in 2014 en waarschijnlijk in 2015 werken we nog in Maurik.
2.
Grondprijzen
3.
Risico's bouwgrondcomplexen
Het grondprijsbeleid is geregeld in de nota grondbeleid. Wij stellen de grondprijzen marktconform vast. De twee methoden die we gebruiken zijn de residuele waardemethode en de comparatieve methode. Het college van burgemeester en wethouders werkt het grondprijsbeleid jaarlijks uit in een grondprijzenbrief. De raad ontvangt de grondprijzenbrief ter kennisname. Wij bieden de raad één keer per jaar een herziening van de grondexploitaties aan. Wij rapporteren in deze nota over de voortgang en de financiële situatie van de grondexploitaties. Het voeren van grondexploitaties brengt verschillende risico's met zich mee. De paragraaf weerstandsvermogen en risicomanagement gaat hier op in.
Programmabegroting 2015
123
4.
Ontwikkeling van de bouwgrondcomplexen
Bedrijventerrein Buren III Het bedrijventerrein is de laatste uitbreiding van het bedrijventerrein in Buren. In 2012 hebben wij de inrichting van het gebied afgerond. Er zijn nog twee kavels te koop. Scharenburg Zoelen Het is een uitbreidingslocatie aan de noordzijde v.d. Zoelen. Het bestemmingsplan is onherroepelijk. Lage Korn Dit is een uitbreidingslocatie aan de zuidzijde van Buren. In 2013 hebben wij de inrichting van het gebied afgerond. De gemeente heeft nog één kavel voor woningbouw te verkopen. Het Woud Het plan ligt aan de noordkant van de kern Ingen. We verplaatsen, waarschijnlijk in 2014, het huidige verenigingsgebouw naar een locatie buiten het plangebied. We verkochten aan twee eigenaren een perceel grond. Het laatste perceel grond kunnen we in 2014 leveren. Start van de bouw van de woningen is afhankelijk van verkoop. De Meent Het plan De Meent in Erichem is een perceel van 870 m². In het verleden was dit terrein in gebruik als volkstuintjes. De planvorming wordt in 2015 nog niet opgestart. Bedrijventerrein Doejenburg II Het plan Doejenburg II vormt een uitbreiding van het bestaande bedrijventerrein Doejenburg. De tennisvereniging verhuist waarschijnlijk in 2014 naar de nieuwe locatie. De eerste fase van het bouwen woonrijp maken is afgerond. In 2012 is de eerste kavel verkocht. De tweede fase bouw- en woonrijpmaken wordt afhankelijk van de voortgang van de grondverkopen gepland. In 2015 vinden voornamelijk verkoopactiviteiten plaats. Maurik Oost sport en infrastructuur Om bedrijventerrein Doejenburg II te kunnen realiseren, verplaatsten wij de sportvoorzieningen. In 2011/2012 zijn het sportpark en de Verbindingsweg aangelegd en de clubgebouwen gebouwd. De planning is dat in 2014 de tennisvereniging naar het sportterrein in Eck en Wiel verhuist. Daarna kunnen we het project afsluiten. Hooghendijck In dit plan wordt een woningbouwlocatie gerealiseerd met een gevarieerd aanbod van woningtypen. In 2007 tekenden we een samenwerkingsovereenkomst met Ballast Nedam Bouw BV om voor gezamenlijke rekening en risico de grondexploitatie te voeren. Het bestemmingsplan is onherroepelijk en de grondsanering is afgerond. Begin 2014 waren we in overleg met Ballast over de afronding. Het Ecksternest De locatie in Eck en Wiel bestaat uit het verenigingsgebouw, de daarnaast gelegen woning en het terrein achter het verenigingsgebouw. Het is de bedoeling de woning en twee vrijstaande kavels te verkopen. De verkoopactiviteiten zijn in 2014 gestart. De Slaag Het gebied ligt ten westen van de kern Maurik. De SWB renoveerde een aantal woningen, sloopte 55 woningen en bouwde 105 woningen terug. We verkochten in 2012 het perceel van de voormalige school De Boogerd aan de SWB. Naar verwachting worden in 2014 en 2015 de laatste werkzaamheden in het openbaar gebied uitgevoerd, waarna we eind 2015 het plan af kunnen sluiten. Teisterbant In december 2013 stelde u de ruimtelijke visie Teisterbant vast en gaf u de opdracht een stedenbouwkundig plan uit te werken. In 2014 voerden we een woningbehoefteonderzoek uit. De resultaten van dit onderzoek zijn uitgangspunt voor het programma van eisen van het stedenbouwkundig plan. Maurik West Het plangebied ligt ten zuidwesten van de bebouwde kom van Maurik. Februari 2013 stelde de raad een visie voor dit gebied vast. In 2014 wordt de haalbaarheid van de plannen onderzocht.
Programmabegroting 2015
124
Transities sociaal domein
Doel: Inwoners die dat nodig hebben effectief en professioneel ondersteunen op het gebied van meedoen, werk en zorg, waarbij we zoveel mogelijk uitgaan van de eigen kracht van inwoners en hun netwerken. Nut: Inwoners met en zonder beperkingen nemen volwaardig deel aan de samenleving en weten zich daarbij ondersteund. Noodzaak: De gemeente wordt verantwoordelijk voor nieuwe taken op het gebied van de Participatiewet, Wmo en Jeugdzorg. De opdracht is dat dat de gemeente dit beter en met minder kosten uitvoert. Daarvoor is een transformatie nodig.
Kerninformatie: Met ingang van 2015 hevelt het Rijk taken over naar gemeenten: de begeleiding en verzorging (Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten en Wmo), de jeugdzorg en Participatiewet. Deze decentralisaties gaan gepaard met bezuinigingen. We staan voor de opgave te zorgen voor een kwalitatief goede dienstverlening aan de inwoners die zorg en ondersteuning nodig hebben. Om te zorgen voor een zachte landing kiezen we voor een korte beleidsperiode van 2015 t/m 2016. We kopen in 2015 alleen zorg en ondersteuning in bij instellingen die dat ook in 2014 levereden. 2015 Staat in teken van het uitvoeren van kaders en afspraken die de raad en het college in 2014 vaststelde. In 2015 zetten we in op preventie en de eigen kracht van inwoners. Nieuwe elementen en veranderingen t.o.v. het voorgaande jaar: Participatiewet De Participatiewet speelt zich af aan de onderkant op de arbeidsmarkt. Het streven is om zoveel mogelijk mensen naar vermogen mee te laten doen. Als het kan in een betaalde baan. Participatie in de samenleving staat centraal. Bij deze ontwikkelingen worden gemeenten en SW-bedrijven (sociale werkplaats) geconfronteerd met extra bezuinigingen. Er komt één regeling voor iedereen die voorheen een beroep deed op de WWB, Wajong of WSW. Met de Wajong komt een nieuwe doelgroep naar gemeenten toe. Wie beschikt over arbeidsvermogen valt straks onder de Participatiewet. Wmo 2015 Door de decentralisatie van extramurale begeleiding en een deel persoonlijke verzorging uit de AWBZ (Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten) krijgen we de opdracht om thuiswonende mensen met beperkingen beter te ondersteunen om zoveel mogelijk zelfredzaam te zijn en deel te nemen aan de samenleving. Dichtbij huis, met oplossingen op maat, algemene voorzieningen en met inzet van het sociale netwerk. Door de versobering van de AWBZ doen we een groter beroep op collectieve en individuele voorzieningen. Ouderen wonen langer zelfstandig. De Wmo2015 gaat 1 januari 2015 in en vervangt de Wmo uit 2007. Jeugdzorg Vanaf 2015 zijn we verantwoordelijk voor zorg aan minderjarigen. Naast het lokale preventieve jeugdbeleid worden gemeenten nu ook verantwoordelijk voor jeugdzorg. De jeugdzorg was voorheen op afstand geplaatst bij provincies, zorgverzekeraars en AWBZ. De vraag naar jeugdhulp is de afgelopen jaren gestegen. Het nieuwe stelsel moet een einde maken aan de bureaucratie en versnipperde hulpverlening. Relatie met programma’s en/of andere paragrafen: Er zijn relaties met verschillende andere programma’s: Wmo Jeugd Werk en inkomen Samenlevingszaken Bestuur en burger: sociale samenhang Orde en Veiligheid: veiligheid en leefbaarheid, huiselijk geweld en kindermishandeling Openbare ruimte: samenhang wonen-welzijn-zorg; toegankelijkheid Werk en Inkomen: Participatiewet, verband maatwerkvoorziening met inkomenssteun, bijzondere bijstand en (aangepast/beschermd) werk Wonen: samenhang wonen-welzijn-zorg, beschermd wonen en maatschappelijke opvang, woningaanpassingen, wonen met zorg. Er is verband met de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing vanwege vele nieuwe taken Wmo, Jeugdzorg en Participatiewet, de hoge kosten en risico's die hiermee gemoeid zijn. In het lopende Regiocontract 2012-2015 zitten verschillende projecten die een relatie hebben met de Wmo2015, Participatiewet en Jeugdwet hebben en waar Buren aan deelneemt.
Programmabegroting 2015
125
Inleiding De gemeente is per 1 januari 2015 verantwoordelijk voor nieuwe taken in het kader van de Jeugdwet, Wmo 2015 en de Participatiewet. Deze nieuwe taken betekenen ook dat we een nieuwe opbouw in de begrotingsprogramma’s nodig was. Doordat de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is ondergebracht in een separaat programma, biedt een aparte paragraaf Wmo in de oude opzet geen meerwaarde. Samen met de gemeentelijke taken op grond van de Participatiewet en het bestaande lokaal sociaal beleid ontstaat een vernieuwd en groot gemeentelijk sociaal domein. Daarbinnen worden steeds meer verbindingen aangebracht, zowel qua beleidsdoelstellingen als instrumenten voor de uitvoering: sociale teams, afgestemde werkprocessen tussen organisaties en integrale beleidsnota’s. Een steeds groter wordend deel van de gemeentelijke taken wordt in regionaal verband en soms zelfs bovenregionaal of landelijk verband afgestemd, opgedragen en ingekocht. Deze nieuwe paragraaf is een paragraaf waarin we een aantal trends en ontwikkelingen beschrijven. Het is de rode draad door de vier programma’s: Werk en inkomen, Jeugd, Wmo en Samenlevingszaken. Gebiedsteams Wie hulp of ondersteuning nodig heeft, klopt in 2015 aan bij het gebiedsteam. Het voordeel van het gebiedsteam is dat het team integraal inspeelt op de situatie van de cliënt. Dat kan omdat alle relevante eerstelijns-hulpverleners deelnemen in het team. De lijnen tussen hulpverleners zijn dus kort. In 2014 besloot de raad om twee gebiedsteams op te zetten. Eén aan de oostelijke kant en één aan de westelijke kant van de gemeente. De gebiedsteams moeten een transformatie in het sociaal domein helpen bewerkstelligen: ‐ meer verantwoordelijkheid voor inwoners en hun sociale netwerken; ‐ verschuiving van individuele hulp naar collectieve voorzieningen; ‐ meer integraal te werken met andere zorgverleners: (één huishouden, één plan, één regisseur); ‐ terugdringen van de kosten van zorg en ondersteuning, de gemeente moet de nieuwe taken immers uitvoeren met bezuinigde decentralisatiebudgetten. Voor de gebiedsteams ligt er in 2015 dus een uitdagende opgave. De transformatie naar een andere manier van werken gaat niet vanzelf. 2015 zal dus vooral een jaar zijn dat in het teken staat van teamvorming, op een andere manier leren werken, vormen van een nieuwe cultuur en verruiming van het aanbod van collectieve voorzieningen en het selectiever inzetten van individuele voorzieningen. Tegelijkertijd blijft de zorg voor cliënten prioriteit nummer één. Om dit proces goed te begeleiden, ondersteunt de gemeente de teams met een coördinator. Deze coördinator verdeelt de rollen in het team. Bijvoorbeeld welke medewerkers voldoende kennis en ervaring hebben om te kunnen indiceren en doorverwijzen. Medewerkers worden gestimuleerd ervaring en kennis met elkaar te delen. Ook is er aandacht voor ontwikkeling door middel van opleiding en deskundigheidsbevordering. Een Regionaal Expert Netwerk ondersteunt de medewerkers in het gebiedsteam wanneer zij specialistische kennis nodig hebben. De coördinator heeft ook aandacht voor de bescherming van privacy van cliënten. Op de achtergrond werken onze beleidsmedewerkers mee aan het opzetten van collectieve voorzieningen. Niet alleen op de werkvloer werken medewerkers van verschillende zorginstellingen en de gemeente samen; regelmatig is er overleg met het management van de organisaties. Samen zijn we verantwoordelijk voor deze transformatie. Werken in het gebiedsteam en de transformatie nemen we ook op in de inkoop- en subsidievoorwaarden voor (zorg-)instellingen. We monitoren de transformatie aan de hand van cijfers en ervaringen van cliënten. Communicatie Goede communicatie naar en met alle betrokkenen zoals cliënten, inwoners, zorginstellingen en de gemeenteraad vinden we belangrijk. We hebben daarom een communicatieplan opgesteld voor de transities. In dit plan onderscheiden we verschillende doelgroepen voor communicatie. Bijvoorbeeld de doelgroep cliënten. Het doel is dat zij weten: ‐ wat de komende veranderingen in het sociale domein voor hen betekenen; ‐ wat zij op welk moment in het proces zelf kunnen/moeten bijdragen; ‐ wat zij van de lokale overheid kunnen verwachten; ‐ wat de lokale overheid van hen verwacht; ‐ waar zij terecht kunnen voor informatie, aanbod benodigde hulp, ook als ze ‘de weg’ kwijt zijn. ‐ waar ze over mee kunnen praten en wat er met hun inbreng gebeurt.
Programmabegroting 2015
126
Voor de zorginstellingen, de gemeenteraad en andere betrokkenen (bijvoorbeeld de veiligheidsregio) is het belangrijk dat ze onder andere weten dat de gemeente nieuwe taken krijgt en wat deze taken inhouden. Wat er van hen wordt verwacht op welk moment in het proces. Het communicatieplan stopt niet in januari 2015, maar loopt door in de volgende jaren. Door het communicatieplan te volgen zorgen we dat alle betrokkenen goed geïnformeerd zijn en blijven. Trends en ontwikkelingen (wat willen we bereiken) In 2013 en 2014 hebben we deze overheveling van taken voorbereid. Zo heeft de gemeenteraad een aantal beleidsuitgangspunten vastgesteld voor de Jeugd en Wmo. 1. Focus op eigen kracht en kracht van het netwerk Eigen kracht is het vermogen van burgers om te doen wat gedaan moet worden in het dagelijkse leven, zonder dat hierbij blijvende hulp van anderen of voorzieningen nodig zijn. Burgers lossen waar mogelijk hun problemen zelf op, waarbij het vragen van hulp uit de eigen omgeving geen zwakte maar een kracht is. Alles uiteraard binnen acceptabele grenzen, ook binnen de grenzen van de veiligheid. Hoe gaan we dat doen? Centraal staat dat burgers meer in hun eigen kracht komen. Dat betekent dat we het gebruik van sociale netwerken bevorderen en vrijwilligerswerk en mantelzorg stimuleren. Het versterken van competenties en vaardigheden van burgers zelf is hierbij ook aan de orde. 2. Van zware zorg naar lichte zorg De gemeente wenst een verschuiving van zware zorg naar lichte en ambulante zorg, met daarbij een versterking van de nulde en eerste lijn. Ondersteuning en zorg vinden meer plaats binnen de lokale samenleving in netwerken en minder in de vorm van opvang in instellingen of dure specialistische zorg. De motivatie hiervoor is tweeledig: het is gewenst problematiek eerder en zo mogelijk 'lichter' aan te pakken én er spelen financiële motieven (zware zorg = dure zorg). Hoe gaan we dat doen? In 2014 zijn we gestart met een pilot met twee gebiedsteams. De gebiedsteams zijn de toegangspoort tot zorg en ondersteuning. Hierdoor zijn we nog dichterbij en aangesloten op de leefwereld van cliënten. De medewerkers van het gebiedsteam gaan in overleg met cliënten om te bepalen welke ondersteuning en zorg zij nodig hebben. Eerdere inzet kan voorkomen dat een lang en moeizaam traject gaat starten met als eindresultaat toch de zware vormen van zorg. Zorg en ondersteuning op school en inzet van de gebiedsteams kunnen hierbij helpen. Het gebiedsteam werkt daarom samen met het Regionaal Expert Netwerk, de SAVE-teams en het Veiligheidshuis. 3. Verschuiving naar vrij toegankelijke voorzieningen en van Individueel naar Collectief De gemeente wil bereiken dat er op basis van een individuele benadering samen met betrokkene en zijn/haar netwerk de meest efficiënte en effectieve oplossing komt, passend bij het doel dat moet worden bereikt. Vrij toegankelijke en collectieve voorzieningen gaan voor op individuele of maatwerkvoorzieningen. Hoe gaan we dat doen? In 2015 ontwikkelen we meer vrij toegankelijke en collectieve voorzieningen. We starten daarvoor met een inventarisatie van alle bestaande vrij toegankelijke algemene voorzieningen. Een voorbeeld hiervan is een scootmobielpool. Samen met zorg- en welzijnsinstellingen, huisartsen en de gebiedsteams zoeken we naar nieuwe mogelijkheden. In oktober 2015 ligt er een meerjarenplan met financiële onderbouwing. 4. Samenwerken en verbinden Mensen in het team werken met een brede blik, waardoor er een integrale aanpak is. Samenwerking en verbinding betekent dat er één continu proces is voor de cliënt, een proces dat zo eenvoudig en overzichtelijk mogelijk is en waar de burger zelf de regie over heeft. Het betekent ook dat de burger met één aanspreekpunt te maken heeft en dat hij met zo min mogelijk verschillende gezichten in de ondersteuning en hulp te maken krijgt. Hoe gaan we dat doen? We werken meer en beter samen met verschillende partners: onder andere het Veilig Thuis, Veiligheidshuis, de scholen voor het primair- en voorgezet onderwijs, huisartsen, gebiedsteams en Team Werk en Inkomen.
Programmabegroting 2015
127
5. Het perspectief van de cliënt: faciliteren, keuzevrijheid en klanttevredenheid Er is snel, laagdrempelig en –op maat- ondersteuning beschikbaar voor burgers die niet in staat zijn op eigen kracht informatie, advies of passende ondersteuning/hulp te vinden. Deze ondersteuning is er ook voor de directe kring om de cliënten: ouders, volwassen kinderen, vrijwillige verzorgers. Inwoners hebben de keuze uit meerdere zorgaanbieders en het gebruik van het persoonsgebonden budget wordt door de gemeente gestimuleerd. Inwoners zijn tevreden zijn over de geleverde producten en/of dienstverlening waar zij op grond van de Wmo 2015 en Jeugdwet gebruik van maken. Hoe gaan we dat doen? Verschillende organisaties die cliëntondersteuning bieden, werken samen in de gebiedsteams. Daardoor kunnen we beter maatwerk leveren voor het soort ondersteuning dat cliënten nodig hebben. Ook zorgen we voor een continuïteit van zorg door nu alleen bij zorgaanbieders in te kopen die op dit moment al zorg leveren. Hierdoor zorgen we voor een zachte landing. We zorgen ervoor dat cliënten weten hoe ze met een persoonsgebonden budget zelf hun zorg en ondersteuning kunnen inkopen. We meten de tevredenheid en beleving van cliënten over de geboden zorg en ondersteuning. 6. Kwaliteit en innovatie van zorg Het behouden en versterken van de kwaliteit van zorg en het stimuleren van voldoende innovatie. Innovatie moet vooral gericht zijn op: de versterking van het preventieve veld, het naar voren trekken van functies uit de 2e lijn (hulpverlening en consultatie) naar de 1e lijn en de samenwerking tussen de 0e, 1e en 2e lijn. Hoe gaan we dat doen? Er komt een onafhankelijk sociaal raadsman/ombudsman voor klachten ten aanzien van de transities. Op het gebied van kwaliteit stellen we lokaal of regionaal een toezichthoudend ambtenaar aan. Speciale aandacht heeft de privacybescherming van cliënten. Bij de inrichting van de gebiedsteams nemen we dit mee en bij de inrichting van onze systemen. We stimuleren innovatie van zorg door (regionaal) innovatiesubsidie te verlenen aan innoverende zorginstellingen. 7. Toegankelijkheid dienstverlening en openbare gebouwen gewaarborgd De openbare gebouwen én de dienstverlening/voorzieningen waarvoor de gemeente verantwoordelijk is, zijn ook voor burgers met een beperking goed toegankelijk. Hoe gaan we dat doen? In overleg met de Wmo-raad inventariseren we in 2015 de belangrijkste verbeterpunten op het gebied van toegankelijkheid van gebouwen en dienstverlening. Deze inventarisatie levert eind 2015 een overzicht en een budgetindicatie voor de uitvoering. 8. Meerkosten chronisch zieken en gehandicapten Het bijdragen in de meerkosten van chronisch zieken en gehandicapten door een nieuwe regeling te ontwerpen en in te voeren die in de plaats komt van de huidige Burense categoriale bijzondere bijstand voor chronisch zieken, gehandicapten en ouderen. Hoe gaan we dat doen? Op basis van de in deze paragraaf genoemde uitgangspunten maken we een nieuwe forfaitaire regeling voor chronisch zieken en gehandicapten. Deze nieuwe regeling leggen we vast in een aparte verordening die in december aan de raad wordt aangeboden. Vanaf januari 2015 zal de regeling onder de aandacht gebracht worden van de doelgroep via de gemeentelijke website, de lokale kranten, en berichten aan cliëntenorganisaties. Evalueren en monitoren van de uitvoering Voor bovenstaande doelen bepalen we eind 2014 de belangrijkste indicatoren. In 2015 doen we voor het eerst een tussentijdse evaluatie aan de hand van de belangrijkste indicatoren en ontwikkelingen in de zorgvraag en de financiële ontwikkelingen. Sturen aan de hand van deze indicatoren zal op korte termijn nog niet mogelijk zijn. De zorgvraag kan immers in korte tijd flink veranderen door factoren die buiten het bereik van onze gebiedsteams liggen. Daarom is een langere periode met meerdere beoordelingsmomenten nodig om een realistisch beeld te krijgen over de bijdrage van onze inspanningen aan het bereiken van de gestelde doelen. We vragen daarom ook cliënten om hun ervaringen. Deze ervaringen kunnen we meenemen om de dienstverlening van de gebiedsteams te verbeteren.
Programmabegroting 2015
128
Planning Kerninformatie: Vooruitlopend op de beleidsagenda nemen we in de begroting via deze paragraaf de onderwerpen op die we u in 2015 aanbieden.
Nieuwe elementen en veranderingen t.o.v. het voorgaande jaar: De planning vertoont geen grote afwijkingen met afgelopen jaar. Naast andere onderwerpen voor 2015 is wel de opzet iets gewijzigd. We sluiten meer aan op de beleidsagenda. De onderwerpen delen we in per programma, portefeuillehouder en per kwartaal. In de agendacommissie van december voorafgaand aan het begrotingsjaar ontvangt u de onderwerpen gesplitst per vergadering.
Doel: De raad inzicht geven in de planning voor 2015. Nut: Inzicht te krijgen in de vergaderdrukte voor 2015.
Financieel belang en risico’s: De planning heeft geen financiële gevolgen en/of risico’s. De plannen, nota’s etc. die we opnemen in deze paragraaf mogelijk wel.
Noodzaak: Vooruitlopend op de beleidsagenda een beeld te geven welke onderwerpen we in 2015 aanbieden.
Relatie met programma’s en/of andere paragrafen: De plannen, nota’s etc. hebben betrekking op alle programma’s.
Programmabegroting 2015
129
Programma 1 1 2 2 2 D&O D&O D&O D&O D&O
Advies & ondersteuning
Startnotitie inzet mediation Kredietvoorstel organisatieontwikkeling 2015 Uitvoeringsplan Veiligheid 2015 Begroting 2015 Veiligheidsregio Gld Zuid Jaarrekening 2014 Veiligheidsregio Gld Zuid Kadernota 2016 Begroting 2016 Eerste bestuursrapportage 2015 Tweede bestuursrapportage 2015 Treasurystatuut (actualisatie)
Planning behandeling kwartaal 2015 2e 1e 1e 2e 2e 3e 4e 2e 4e 3e
Portefeuillehouder De Ronde De Ronde De Boer De Boer De Boer De Ronde De Ronde De Ronde De Ronde De Ronde
Planning behandeling kwartaal 2015 2e
Portefeuillehouder De Ronde
Planning behandeling kwartaal 2015 1e 1e,2e,3e,4e 2e 3e 3e 3e
Portefeuillehouder De Ronde Klein-J Klein-J Van Alfen Van Alfen Klein-J
2e
Klein-J
2e 3e 2e 4e 4e
Klein-J Van Alfen Klein-J De Ronde De Ronde
Planning behandeling kwartaal 2015 3e 2e 2e 2e 2e 4e 2e
Programma D&O
Afdeling Facilitaire zaken & Bedrijfsadministratie
Programma 1 PM PM PM PM PM PM
Afdeling Inwonerszaken
PM PM PM D&O D&O
Programma 8 8 9 9 9 9 9
Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling
Programma voor de leefomgeving Jaarverslag programma voor de leefomgeving Veegplan Buitengebied Veegplannen kernen Integrale herziening grondexploitaties Gebied achter de Voorstraat Lienden Regionale woonagenda
9
Evaluatie prioriteitstelling
1e
9
Plan v. aanpak afwijkingenkader bestemmingsplannen
1e
Portefeuillehouder Van Alfen Van Alfen De Ronde De Ronde Lautenbach Lautenbach De Ronde De Ronde / Lautenbach De Ronde
Planning behandeling kwartaal 2015 3e 3e 3e
Portefeuillehouder De Ronde Van Alfen Van Alfen
Programma 3 3 3
Jaarrekening 2014
Ontwikkeling gemeentelijke dienstverlening Kwartaalrapportages gebiedsteams Evaluatie aanpak ontwikkelingsachterstanden bij peuters Evaluatie subsidie- en ondersteuningsbeleid Leesstimulering Uitwerking huisvestingsplan onderwijs Huisvesting woningzoekenden die verminderd zelfredzaam zijn en/of overlast geven Vrijwilligersbeleid Klankbordgroep jongeren Rapportage werk en inkomen OZB tarieven Heffingsverordeningen
Afdeling Ruimtelijk Beheer
Beleid en Beheer Begraafplaatsen Evaluatie gladheidsbestrijding Financiële actualisatie GRP
Programmabegroting 2015
130
Programma 1 1 1 1 1 1
Afdeling Griffie
Boardletter 2015 Rekenkamercommissie rapporten Rekenkamercommissie Jaarverslag 2014 Rekenkamercommissie Jaarplan 2015 Rekenkamercommissie, rekenkamerbrieven Jeugdgemeenteraad
Programmabegroting 2015
131
Planning behandeling kwartaal 2015 4e 2e 1e 4e 4e 4e
Portefeuillehouder De Boer De Boer De Boer De Boer De Boer De Boer
Hoofdstuk 3: Financiële begroting
Programmabegroting 2015
132
Overzicht van baten en lasten in de begroting
Programmabegroting 2015
133
Programmabegroting 2015
134
Overzicht van incidentele baten en lasten
Programmabegroting 2015
135
Programmabegroting 2015
136
Programmabegroting 2015
137
Programmabegroting 2015
138
Overzicht nieuw beleid 2015-2018 Programma
Beheer product
Onderwerp
Bestuur en burger
Intern
Openbare orde en veiligheid Wonen Wmo
Uitvoering APV
ICT voorzieningen transities sociaal domein Drank- en Horecawet
BAG WMO
Jeugd Totaal wettelijk Bestuur en burger Wonen Burger en Bestuur Openbare ruimte, vervoer & infra Totaal noodzakelijk Burger en Bestuur Openbare orde en veiligheid Openb. ruimte, verv. & infra Samenlevingszaken Samenlevingszaken Milieu Totaal gewenst
5jr
Lasten 2015 inc. /str 1.850
Lasten 2016 inc. /str 22.200
Lasten 2017 inc. /str 21.460
Lasten 2018 inc. /str 20.720
-
-
30.000
30.000
30.000
30.000
Pandgeometrie BAG Uitbreiding Wmo
-
-
Jeugdzorg
Jeugdzorg
-
-
Intern BAG
20.000
5jr
4.020 2.507.894 - 2.507.894 3.790.000 - 3.790.000 56.220
4.020 2.507.894 - 2.507.894 3.580.000 - 3.580.000 55.480
4.020 2.507.894 - 2.507.894 3.580.000 - 3.580.000 54.740
Intern Riolering
Aanpassing netwerk Nieuwe software voor de BAG Periodieke pen-test Signalering drukriolering
-
-
4.020 2.507.894 -2.507.894 4.000.000 - 4.000.000 35.870 15.000 400 40.000 7.000 40.000 -40.000
4.800 2.500 7.000
4.640 2.500 7.000
4.480 2.500 7.000
Intern Dierenbescherming Verkeer & vervoer
Begroting in beeld Vervoer/opvang zwerfdieren Knelpunten fietsveiligheid
-
-
14.300 3.500
14.140 3.500
13.980 3.500
-
-
62.400 3.500 4.000 4.000 10.000
Leefbaarheid en burgerparticipatie Cultuur
Versterking gebiedsgericht werken Versterken cultureel klimaat Archeologie
-
-
50.000
50.000
50.000
50.000
-
-
-
-
5.000 5.000 15.000 96.500
5.000 5.000 15.000 78.500
5.000 5.000 15.000 78.500
5.000 5.000 63.500
194.770
149.020
148.120
132.220
Milieu
Bedrag Investering 92.500
Afschr termijn
Totaal nieuw beleid
Programmabegroting 2015
139
NIEUW BELEID 2015 – 2018 Onderwerp Programma Beheerproduct Soort nieuw beleid
Afdeling
ICT voorzieningen voor transities sociaal domein Bestuur en burger Intern Wettelijk
Inwonerszaken
E.M. Geerdink Budgethouder Portefeuillehouder S.T. Klein Ja Relatie met doelenboom
Motivatie nieuw beleid: Doelstelling (Wat willen wij bereiken?): Bij de transities in het sociale domein gaat het om 3 gebieden: jeugdzorg, participatie en AWBZ/Wmo. Gemeenten moeten taken uit die domeinen van de rijksoverheid overnemen en zorgen voor uitvoering en regie. Daarvoor verwachten we ook systemen te moeten koppelen, zodat data en bestanden kunnen worden uitgewisseld. We verwachten ook kosten om de ICT voorzieningen rondom de eis ‘1gezin-1plan-1regisseur’. Wellicht moeten we ook investeren in enige hardware, zodat medewerkers flexibeler inzetbaar zijn. Er is ook sprake van integratie van facturatiesystemen. Prestaties (Wat gaan we daarvoor doen?): De taken uitvoeren en coördineren die de rijksoverheid naar gemeenten overhevelt. Toelichting (Waarom?): Wettelijke verplichting nakomen die de rijksoverheid aan gemeenten oplegt. De rijksoverheid hevelt ook de budgetten over maar er is geen voorziening getroffen voor eventuele ICT-uitgaven. Specificatie raming (Prijs x aantal): We gaan ervan uit dat er een aantal koppelingen/voorzieningen nodig zal zijn om data te kunnen uitwisselen met de samenwerkingspartners uit de regio. Daarvoor ramen we eenmalig € 40.000 met bijbehorende structurele kosten van ca € 9.000 / jaar. Daarnaast is er misschien uitbreiding nodig op de huidige WMO-software (EBB van Horlings & Eerbeek), in combinatie met een koppeling met Decos. Daarvoor ramen we eenmalig € 40.000 voor hard- en software met structurele kosten van €9.000 / jaar. De eenmalige kosten vallen naar verwachting in 2015 en 2016. Ten derde het inrichten en beheren van mobiele werkplekken voor medewerkers die op andere of meerdere locaties werken. Dit betreft ca. 5 medewerkers à € 2.500. = € 12.500 eenmalig. Urenplanning van de eigen afdeling
2015
2016
2017
2018
2016
2017
2018 Afschr. termijn
Urenplanning andere afdelingen Financiële aspecten Investeringsbedrag Uitgaven: - koppelingen/voorz. - uitbreiding software - Mobiele werkplekken Inkomsten: Kapitaallasten koppelingen/voorz. A R uitbreiding software A R Mobiele werkplekken A R Exploitatie Uitgaven: koppelingen/voorz. uitbreiding software Inkomsten:
Programmabegroting 2015
2015 40.000 40.000 12.500
5 jr 5 jr 5 jr
250 2015
8.000 1.600 8.000 1.600 2.500 500 2016
8.000 1.280 8.000 1.280 2.500 400 2017
8.000 960 8.000 960 2.500 300 2018
9.000 9.000
9.000 9.000
9.000 9.000
9.000 9.000
800 800
140
NIEUW BELEID 2015 – 2018 Onderwerp Programma Beheerproduct Soort nieuw beleid
Drank- en Horecawet Openbare orde en veiligheid Uitvoering APV & bijzondere wetten Wettelijk verplicht
Afdeling Budgethouder Portefeuillehouder
Advies & Ondersteuning T. Smits J.A. de Boer
Relatie met doelenboom
Ja
Motivatie nieuw beleid: Doelstelling (Wat willen wij bereiken?): Uitvoering geven aan de nieuwe Drank- en Horecawet. In de nieuwe wet wordt de burgemeester belast met de uitvoering van deze wet. De burgemeester besluit op de aanvraag om een vergunning, wijst ambtenaren aan als toezichthouder en kan een bestuurlijke boete opleggen. Een grote wijziging in de wet is dat het toezicht voortaan door de gemeente zelf moet worden uitgevoerd. Voorheen werd dit gedaan door de Voedsel- en Warenautoriteit. Met deze nieuwe wet wil de gemeente: Jongeren beschermen tegen de schadelijke gevolgen van alcohol. Inwoners beschermen tegen alcohol gerelateerde problemen rond veiligheid en overlast, zoals vernielingen en geweld. Prestaties (Wat gaan we daarvoor doen?): December 2013: brief aan alle betrokken partijen (voorlichting). Januari 2014: twee informatie bijeenkomsten over drank- en horecawet en handhavingsbeleid Januari 2014: informatiebrief aan ouders Juli 2014: Integraal handhavings- en preventiebeleid in de raad. Juli 2014: Regionaal format als bijlage bij de huidige Nota gemeentelijk gezondheidsbeleid in de raad 2014 en verder: toezicht van de Drank- en Horecawet wordt uitgevoerd door AVRI samen met 7 andere gemeenten voor een proefperiode van 1 jaar. Evaluatie eind 2014. 2014 en verder: op basis van toezichtrapporten van de AVRI kan de gemeente handhaven. Toelichting (Waarom?) De gemeente voldoet hiermee aan haar wettelijke verplichting uit de Drank- en Horecawet om toezicht en handhaving uit te voeren. Specificatie raming (Prijs x aantal): Toezicht door AVRI jaarlijks 30.000 euro op ambitieniveau midden (1x per jaar controle van alle horecabedrijven / evenementen / benzinestations in onze gemeente) Urenplanning van de eigen afdeling
2015
2016
2017
2018
Uren inschatting evalueren eind 2014 Urenplanning andere afdelingen
208
208
208
208
2015
2016
2017
2018 Afschr. termijn
2015
2016
2017
2018
30.000
30.000
30.000
30.000
Financiële aspecten Investeringsbedrag Uitgaven: Inkomsten: Kapitaallasten Exploitatie Uitgaven: Inkomsten:
Programmabegroting 2015
141
NIEUW BELEID 2015 – 2018 Onderwerp Programma Beheerproduct Soort nieuw beleid
Pandgeometrie (BAG) Wonen Basisregistratie adressen en gebouwen Wettelijk
Afdeling Budgethouder Portefeuillehouder
Facilitaire zaken & BA T. Smits H.N. de Ronde
Relatie met doelenboom
Nee
Motivatie nieuw beleid: Doelstelling (Wat willen wij bereiken?): Voldoen aan de door de Wet BAG gestelde eisen voor het inmeten van pandgeometrie. Prestaties (Wat gaan we daarvoor doen?): De wijzigingen in pandgeometrie worden om de twee maanden ter plekke ingemeten door een landmeetkundig bureau. Het aantal in te meten panden wordt ingeschat op 120 per jaar. Toelichting (Waarom?): De basisregistratie adressen en gebouwen bestaat uit een administratief gedeelte en een kaart. De uitvoering van de Wet BAG wordt door middel van een periodieke audit getoetst. Daarbij wordt niet alleen naar het administratieve gedeelte gekeken maar ook naar de kwaliteit van de kaart. Op die kaart staan alle gebouwen ingetekend. Dit tekenwerk moet aan specifieke kwaliteitseisen voldoen. De huidige manier van intekenen (vanaf de luchtfoto) blijkt niet te voldoen aan de wettelijke norm. Specificatie raming (Prijs x aantal): 6 dagen per jaar a 290,- per dag (vast) 1.740,20 panden per dag a 19,- per pand 2.280,Urenplanning van de eigen afdeling
2015
2016
2017
2018
2015
2016
2017
2018 Afschr. termijn
2015
2016
2017
2018
1.740
1.740
1.740
1.740
2.280
2.280
2.280
2.280
Urenplanning andere afdelingen
Financiële aspecten Investeringsbedrag Uitgaven: Inkomsten: Kapitaallasten Exploitatie Uitgaven: vast bedrag inmeten pandgeometrie var. bedrag inmeten pandgeometrie Inkomsten:
Programmabegroting 2015
142
NIEUW BELEID 2015 – 2018 Onderwerp Programma Beheerproduct Soort nieuw beleid
Afdeling Budgethouder Portefeuillehouder Relatie met doelenboom
Uitbreiding Wmo 2015 Wmo Diverse Wettelijk verplicht
Inwonerszaken E.M. Geerdink S.T. Klein Ja
Motivatie nieuw beleid: Doelstelling (Wat willen wij bereiken?): Uitbreiden van gemeentelijke verantwoordelijkheid met de nieuwe taken die zijn opgenomen in de Wmo2015: uitbreiding en vernieuwing van maatschappelijke ondersteuning. Prestaties (Wat gaan we daarvoor doen?): Begeleiding en dagopvang bieden aan inwoners die dat nodig hebben; Overname van ongeveer 200 cliënten die voor deze begeleiding nu al een indicatie hebben; Opzet van sociale gebiedsteams; Uitbreiding ondersteuning mantelzorg, o.a. met vervanging van het oude landelijke Mantelzorgcompliment; Inpassing taken MEE (info, advies, cliëntondersteuning); Doventolk; Tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten en compensatie Eigen Risico. Toelichting (Waarom?): Wettelijk verplicht. Beoogde ingang 1 januari 2015. Wetsontwerp nog niet definitief door parlement vastgesteld Specificatie raming (Prijs x aantal): Budgetindicatie voor gemeente Buren, afgegeven door Rijk eind januari 2014: € 2.507.894 voor het jaar 2015 voor de nieuwe taken. Definitieve budget wordt bekend in meicirculaire, mogelijk iets eerder. Nu wordt een historische grondslag gebruikt door het Rijk, deze wordt te op termijn vervangen door een nieuwe verdeelmodel. Dit gebeurde destijds vanaf 2007 ook bij het begin van de Wmo. In oktober 2013 stelde de raad de Contourennota Sociaal Domein vast. Daarin is opgenomen dat de overkomende budgetten voor de nieuwe taken Wmo leidend zijn. Dat betekent: Geen extra middelen erbij voor de nieuwe taken; Binnen de ruimte voor deze taken versoberingen opvangen door nieuw aanbod, lagere kosten, etc. Risicoreservering is noodzakelijk en daarom is hiervoor een risicobedrag opgenomen in de het weerstandsvermogen. Urenplanning van de eigen afdeling Urenplanning andere afdelingen
2015
2016
2017
2018
144
144
144
144
36
36
36
36
Financiële aspecten Investeringsbedrag
2015
2016
2017
2018 Afschr. termijn
Uitgaven: Inkomsten: Kapitaallasten Exploitatie
2015
2016
2017
2018
Uitgaven:
2.507.894
idem
idem
idem
Inkomsten:
2.507.894
idem
idem
idem
Programmabegroting 2015
143
NIEUW BELEID 2015 – 2018 Onderwerp Programma Beheerproduct Soort nieuw beleid
Afdeling Budgethouder Portefeuillehouder Relatie met doelenboom
Jeugdzorg Jeugd Diverse Wettelijk verplicht
Inwonerszaken E.M. Geerdink S.T. Klein Ja
Motivatie nieuw beleid: Doelstelling (Wat willen wij bereiken?): Met ingang 1 januari 2015 wordt de gemeente verantwoordelijk voor de Jeugdzorg. Dit is een wettelijk verplichte taak, de Jeugdwet is al volledig behandeld door het parlement. In 2014 vindt het voorbereidende traject plaats voor deze overheveling van taken. Een van de onderdelen is het beleidskader sturing, bekostiging en inkoop. In deze nota staat hoe de gemeente de zorg wil aansturen en financieren. Budgetindicatie voor Buren: € 4 miljoen extra in 2015 voor deze nieuwe taken. In de voorbereiding is door onze raad in december 2013 een groeinota jeugd vastgesteld en heeft het College inmiddels een Transitie-arrangement Jeugd afgesloten. Prestaties (Wat gaan we daarvoor doen?): Omvat alle taken op het gebied van Jeugdzorg, van licht tot zwaar, van vrijwillig tot gedwongen. De belangrijkste onderdelen zijn: Provinciale jeugdzorg (hulp bij opvoed- en opgroei problemen) Jeugd Geestelijke gezondheidszorg Jeugd Licht verstandelijk gehandicapt Pleegzorg Verblijf in een instelling Jeugdbescherming Jeugdreclassering Toelichting (Waarom?): De kosten voor de jeugdzorg stijgen jaarlijks met ongeveer 10%. De aanname is dat gemeenten dichter bij de burger staan en daardoor beter in staat zijn om maatwerk te leveren en daardoor betere zorg kunnen leveren, tegen lagere kosten. Specificatie raming (Prijs x aantal): Budgetindicatie: € 4 miljoen extra in 2015 voor deze nieuwe taken. Gedecentraliseerd budget leidend voor de nieuwe taken. Op basis van historische cijfers gaat het jaarlijks om ongeveer 600-650 gevallen. In oktober 2013 stelde de raad de Contourennota Sociaal Domein vast. Daarin is opgenomen dat de overkomende budgetten voor de nieuwe taken Jeugdzorg leidend zijn. Dat betekent: Geen extra middelen erbij voor de nieuwe taken; Binnen de ruimte voor deze taken versoberingen opvangen door nieuw aanbod, lagere kosten, etc. Risicoreservering is noodzakelijk en daarom is hiervoor een risicobedrag opgenomen in de het weerstandsvermogen. Urenplanning van de eigen afdeling
2015 300
2016 250
2017 250
2015
2016
2017
2018 Afschr. termijn
2015
2016
2017
2018
4.000.000
3.790.000
3.580.000
3.580.000
4.000.000
3.790.000
3.580.000
3.580.000
Urenplanning andere afdelingen Financiële aspecten Investeringsbedrag Uitgaven: Inkomsten: Kapitaallasten Exploitatie Uitgaven: nieuwe taak jeugdzorg Inkomsten: nieuwe taak jeugdzorg
Programmabegroting 2015
144
2018 250
NIEUW BELEID 2015 – 2018 Onderwerp Programma Beheerproduct
Aanpassing netwerk ICT Bestuur en burger Intern
Soort nieuw beleid
Noodzakelijk
Afdeling Budgethouder Portefeuillehoude r Relatie met doelenboom
Facilitaire zaken & BA T. Smits H.N. de Ronde Ja
Motivatie nieuw beleid: Doelstelling (Wat willen wij bereiken?): Door de steeds verdere uitbreiding van de ICT-omgeving is de inrichting van het huidige netwerk niet meer toereikend. Om stabiliteit en continuïteit van de ICT-toepassingen te kunnen blijven garanderen dient het huidige netwerk aangepast te worden. Deze inrichting is toekomstbestendig en biedt voor de komende jaren de garantie dat de ICT-toepassingen op het gewenste niveau kunnen blijven. Prestaties (Wat gaan we daarvoor doen?): Netwerk aanpassen zodat de dienstverlening van onze gemeente beter wordt ondersteund, en de toenemende belasting van het netwerk kan worden opgevangen. Toelichting (Waarom?): De ICT-omgeving wordt steeds verder uitgebreid om de werkzaamheden van de gemeente te kunnen blijven ondersteunen. Daarvoor moet af en toe ook een inhaalslag op het netwerk worden gedaan, omdat dit nu achterblijft in capaciteit bij wat er inmiddels van gevraagd wordt (denk aan meer en grotere bestanden, meer toepassingen, meer uitwisseling) Specificatie raming (Prijs x aantal): Uitsluitend voor de diensten met betrekking tot de netwerkaanpassingen ramen we hiervoor eenmalig een bedrag van € 15.000. Urenplanning van de eigen afdeling
2015
2016
2017
2018
2015
2016
2017
2018 Afschr. termijn
2015
2016
2017
2018
Urenplanning andere afdelingen
Financiële aspecten Investeringsbedrag Uitgaven: Inkomsten: Kapitaallasten Exploitatie Uitgaven: aanpassingen netwerk ICT
15.000
Inkomsten:
Programmabegroting 2015
145
NIEUW BELEID 2015 – 2018 Onderwerp Programma Beheerproduct Soort nieuw beleid
Nieuwe software voor de BAG Wonen Basisregistratie adressen en gebouwen Noodzakelijk
Facilitaire zaken & BA Afdeling T. Smits Budgethouder Portefeuillehouder H.N. de Ronde Relatie met doelenboom
Nee
Motivatie nieuw beleid: Doelstelling (Wat willen wij bereiken?): Op efficiënte en effectieve wijze voldoen aan de wettelijke verplichting van de BAG. Prestaties (Wat gaan we daarvoor doen?): De huidige BAG applicatie (van Nedgraphics) vervangen door een andere applicatie die wel aan de eisen van stabiliteit en degelijkheid voldoet. De data converteren naar het nieuwe systeem. Koppelingen maken met de gegevensmakelaar en andere gelieerde applicaties, en met de landelijke voorzieningen. Toelichting (Waarom?): Om aan de verplichtingen als bronhouder van de BAG te kunnen voldoen moet de software vervangen worden. De huidige applicatie is instabiel waardoor we niet kunnen garanderen dat aan de wettelijke verplichtingen wordt voldaan. Specificatie raming (Prijs x aantal): Raming aanschaf nieuwe software € 20.000, raming implementatiekosten € 20.000, raming conversie data € 20.000, onderhoud per jaar ca. € 2.500 Urenplanning van de eigen afdeling
2015
2016
2017
2018
2016
2017
2018
Afschr. termijn
400
4.000 800
4.000 640
4.000 480
2015
2016
2017
2018
2.500
2.500
2.500
Urenplanning andere afdelingen
Financiële aspecten Investeringsbedrag Uitgaven: - aanschaf software
2015
20.000
Inkomsten: Kapitaallasten A R Exploitatie Uitgaven: implementatie conversie data onderhoud applicatie
20.000 20.000
Inkomsten:
Programmabegroting 2015
146
5 jaar
NIEUW BELEID 2015 – 2018 Onderwerp Programma Beheerproduct Soort nieuw beleid
Uitvoeren periodieke pentesten Bestuur en burger Intern Noodzakelijk
Afdeling
Facilitaire zaken & BA
Budgethouder Portefeuillehouder Relatie met doelenboom
T. Smits H.N. de Ronde Nee
Motivatie nieuw beleid: Doelstelling (Wat willen wij bereiken?): Een veilig netwerk, beveiligd met een deugdelijke ‘firewall’ waardoor toegang van onbevoegden tot het interne netwerk onmogelijk is. Prestaties (Wat gaan we daarvoor doen?): Het doen uitvoeren van een dergelijke test. Het vaststellen van het gewenste beveiligingsniveau en de noodzakelijke frequentie. Toelichting (Waarom?): De accountant heeft in de ‘voortgang managementletter 2013’ op de noodzaak van een periodieke pentest of ‘Attack & penetrationtest’ gewezen. We zullen zelf het gewenste niveau van beveiliging moeten bepalen. Informatiebeveiliging is voor gemeenten van groot belang vanwege de veelheid aan persoonlijke data die we opslaan en gebruiken; er is landelijk veel aandacht voor. Specificatie raming (Prijs x aantal): Een zgn. ‘pentest’ door een extern bureau ramen we op circa € 7.000 (inhuur/advies). De eventuele maatregelen die daarna getroffen moeten worden zijn hierin niet meegerekend. Afhankelijk van de gewenste aanpassingen zijn deze kosten een- of tweejaarlijks (vermoedelijk). Urenplanning van de eigen afdeling
2015
2016
2017
2018
2015
2016
2017
2018 Afschr. termijn
Exploitatie
2015
2016
2017
2018
Uitgaven: inhuur / advies
7.000
7.000
7.000
7.000
Urenplanning andere afdelingen
Financiële aspecten Investeringsbedrag Uitgaven: Inkomsten: Kapitaallasten
Inkomsten:
Programmabegroting 2015
147
NIEUW BELEID 2015 – 2018 Onderwerp Programma Beheerproduct Soort nieuw beleid
Signalering drukriolering Openbare ruimte, vervoer en infra Riolering Noodzakelijk
Afdeling Budgethouder Portefeuillehouder Relatie met doelenboom
Ruimtelijk beheer J. Braamskamp S. van Alfen Nee
Motivatie nieuw beleid: Doelstelling (Wat willen wij bereiken?): Het voorkómen van het langdurig continu draaien van pompen in de drukriolering. Dergelijke situaties leiden tot hoog stroomverbruik en slijtage. Dit is strijdig met de duurzaamheidsdoelstellingen. Prestaties (Waarom?): De pompen beveiligen met een tijdregeling die: - de storingslamp inschakelt, en indien mogelijk - de pomp uitschakelt. De tweede actie vereist meer elektrotechnische montage. We zoeken nog naar mogelijkheden om dit toch in te kunnen bouwen. Wellicht dat we dan duurdere componenten nodig hebben. We maken hierin een risico-afweging (kosten-baten). Toelichting (Waarom?): Drukrioleringspompen betrekken stroom uit de woning. Het komt incidenteel (0-3 keer per jaar) voor dat een pomp vanwege een storing blijft doordraaien. De inwoner wordt dan geconfronteerd met hoge kosten (tot enkele duizenden euro's). Die kosten vergoeden we. Doordat de pomp (ca. €1.000,-) doordraait, is de pomp direct afgeschreven. We willen de drukriolering (800 pompen) voorzien van signalering. Dat kost ongeveer € 40.000,-. Dit bedrag is vrij hoog ten opzichte van het risico dat we jaarlijks lopen. Maar deze storing is zeer kwalijk in de beeldvorming. De installaties worden ouder. Op grond van jaarlijkse inspecties verwachten we nu een toename in de frequentie van deze storing. Specificatie raming (Prijs x aantal): 800 opstellingen à € 50,- (materiaal en arbeid), de kosten worden gedekt uit het GRP. Urenplanning van de eigen afdeling Urenplanning andere afdelingen
2015
2016
2017
2018
40
Financiële aspecten Investeringsbedrag
2015
2016
2017
2018 Afschr. termijn
2015
2016
2017
2018
Uitgaven: Inkomsten: Kapitaallasten Exploitatie Uitgaven:
40.000
Inkomsten:
40.000
Programmabegroting 2015
148
2019
NIEUW BELEID 2015 – 2018 Onderwerp Programma Beheerproduct Soort nieuw beleid
Afdeling Budgethouder Portefeuillehouder Relatie met doelenboom
Begroting in Beeld Bestuur en burger Intern Wenselijk
Advies & Ondersteuning T. Smits H.N. de Ronde Ja
Motivatie nieuw beleid: Doelstelling (Wat willen wij bereiken?): Een compacte grafische presentatie van de begroting. Prestaties (Wat gaan we daarvoor doen?): Opdracht verlenen aan Bureau Begroting in Beeld een reeks informatie uit onze begroting te verwerken tot een compact en overzichtelijk grafisch presentatie format. Toelichting (Waarom?): De kwaliteitscommissie heeft de behoefte uitgesproken de begrotingsinformatie compact en overzichtelijk te presenteren. We willen hiermee starten met de begroting 2015. De uitgaven in 2014 hiervoor vinden we binnen een bestaand budget. Hier nemen wij de meerjarige structurele dekking op. Deze structurele dekking is daarmee voorwaardelijk voor de verdere uitvoering. Specificatie raming (Prijs x aantal): Op basis van een offerte uit 2013 met indexering: jaarlijks € 3500,- in 2015 en later jaren. Urenplanning van de eigen afdeling
2015
2016
2017
2018
8
8
8
8
2015
2016
2017
2018 Afschr. termijn
Exploitatie
2015
2016
2017
2018
Uitgaven: Begroting in Beeld
3.500
3.500
3.500
3.500
16 uur (2014) Urenplanning andere afdelingen
Financiële aspecten Investeringsbedrag Uitgaven: Inkomsten: Kapitaallasten
Inkomsten:
Programmabegroting 2015
149
NIEUW BELEID 2015 – 2018 Onderwerp Programma Beheerproduct Soort nieuw beleid
Vervoer & opvang zwerfdieren Openbare orde en veiligheid Dierenbescherming Wenselijk
Afdeling Budgethouder Portefeuillehouder Relatie met doelenboom
Advies & Ondersteuning T. Smits S. van Alfen Nee
Motivatie nieuw beleid: Doelstelling (Wat willen wij bereiken?): Stichting Dierenhulp/Dierenambulance en Stichting Dierenasiel kunnen zwerfdieren uit de gemeente Buren vervoeren en opvangen en ontvangen daar toereikende financiële middelen voor. Prestaties (Wat gaan we daarvoor doen?): Het contract met beide bovengenoemde partijen loopt eind 2015 af. Voor die tijd onderhandelen we (volgens de aanbestedingsregels) om tot nieuwe contracten te komen. Voor die tijd komt er geen actie. Toelichting (Waarom?): In de loop van 2012 gaf Stichting Dierenasiel aan dat ze niet uitkomen met de vergoeding die ze op grond van het contract ontvangen voor de opvang van zwerfdieren. Dit komt omdat ze veel meer dieren opvangen dan zij hadden ingeschat. Hetzelfde geldt voor Stichting Dierenhulp / Dierenambulance. In september 2013 stelde u extra geld beschikbaar: 2013 & 2014: beide € 4.000.. Voor 2015 is geen geld beschikbaar gesteld. Wij stellen voor om aan het asiel in 2015 ook € 4.000,-- extra beschikbaar te stellen. Wij stellen voor om aan de dierenambulance ook € 4.000,-- extra beschikbaar te stellen in 2015. Specificatie raming (Prijs x aantal): Het contract voor het vervoer van zwerfdieren met Stichting Dierenhulp/Dierenambulance loopt van 1 januari 2011 tot en met 31 december 2015. De gemeente betaalt per jaar € 6.200,-- inclusief BTW, jaarlijks indexeren voor het vervoer en € 300,-- per jaar voor dierenartskosten. Aantal ritten voor de gemeente Buren 2009 2010 2011 2012 2013 203 203 349 295 418 Het contract voor de opvang van zwerfdieren met de Stichting Dierenasiel loopt eveneens van 1 januari 2011 tot en met 31 december 2015. De gemeente betaalt per jaar € 12.000,-- inclusief BTW en jaarlijks indexeren. In 2013 en 2014 heeft het asiel € 4.000.-- extra ontvangen. Een eventueel nieuw contract gaat pas in 2016 in. Aantal opgevangen dieren voor de gemeente Buren 2010 2011 2012 2013 geen 230 137 147 Het totale budget voor Dierenbescherming (vervoer en opvang) is in 2014 € 18.796. Urenplanning van de eigen afdeling
2015
2016
2017
2018
2015
2016
2017
2018 Afschr. termijn
2015
2016
2017
2018
Urenplanning andere afdelingen Financiële aspecten Investeringsbedrag Uitgaven: Inkomsten: Kapitaallasten Exploitatie Uitgaven: kosten asiel kosten ambulance Inkomsten:
Programmabegroting 2015
4.000 4.000
150
NIEUW BELEID 2015 – 2018 Onderwerp Programma Beheerproduct Soort nieuw beleid
Knelpunten fietsveiligheid Afdeling Openbare ruimte, vervoer en Budgethouder infrastructuur Verkeer en vervoer Portefeuillehouder Wenselijk Relatie met doelenboom
Ruimtelijk Beheer J. Braamskamp S. van Alfen Ja.
Motivatie nieuw beleid: Doelstelling (Wat willen wij bereiken?): Het terugdringen van het aantal verkeersgewonden onder fietsers. Prestaties (Wat gaan we daarvoor doen?): We gaan de onveilige locaties veiliger maken met effectieve, snelle en simpele oplossingen. Toelichting (Waarom?): Er is landelijk een stijging van het aantal ernstige verkeersgewonden onder fietsers. Het Ministerie van Infrastructuur en Milieu heeft alle gemeenten opgeroepen om de knelpunten voor fietsveiligheid in kaart te brengen en een verbeteraanpak op te stellen. In regionaal verband schrijven we in 2014 een plan van aanpak en inventariseren we de knelpunten. In 2015 gaan we de (kleine) knelpunten oplossen. Specificatie raming (Prijs x aantal): Er is naar schatting € 10.000,-- nodig om de kleine knelpunten op te lossen. Voorkeur gaat uit naar snelle en simpele oplossingen. Bijvoorbeeld verwijderen/verbeteren fietspaaltjes e.d. Urenplanning van de eigen afdeling Urenplanning andere afdelingen
2015
2016
2017
2018
40
Financiële aspecten Investeringsbedrag
2015
2016
2017
2018 Afschr. termijn
2015
2016
2017
2018
Uitgaven: Inkomsten: Kapitaallasten Exploitatie Uitgaven:
10.000
Inkomsten:
Programmabegroting 2015
151
NIEUW BELEID 2015 – 2018 Onderwerp Programma Beheerproduct Soort nieuw beleid
Versterking gebiedsgericht werken Samenlevingszaken Leefbaarheid en burgerparticipatie Wenselijk
Afdeling Budgethouder Portefeuillehouder Relatie met doelenboom
Inwonerszaken E.M. Geerdink S. van Alfen Ja
Motivatie nieuw beleid: Doelstelling (Wat willen wij bereiken?): In steeds meer onderdelen van het gemeentelijk beleid wordt het gebiedsgericht werken en de actieve burgerrol belangrijker. In de afgelopen jaren was de nota Kernenbeleid 2010-2014 daarvoor het beleidskader. In de komende periode komt het versterkt aan de orde in het sociaal domein, in het integraal beheer openbare ruimte en in het veiligheidsbeleid. Duurzaamheid als begrip: inwoners hebben meer oog voor elkaar en ontplooien in hun eigen omgeving initiatieven. Een betrokken samenleving voorkomt inzet van professionele ondersteuning en zorg. Prestaties (Wat gaan we daarvoor doen?): Ontwikkelen van een methodiek van cofinanciering, van premie-op-actie. Inwoners die gezamenlijk initiatieven ontplooien in de eigen omgeving kunnen bovenop de eigen inzet een premie van de gemeente krijgen. Pilot met kern- of dorpsbudgetten: dorpen, kernen of groepen actieve inwoners kunnen van de gemeente een financiële bijdrage krijgen voor het opzetten en ontplooien van hun initiatieven. Toelichting (Waarom?): Verder uitbouwen actief burgerschap en gebiedsgericht werken. Specificatie raming (Prijs x aantal): Budgetraming jaarlijks een bedrag van € 50.000. Dit bedrag is bedoeld voor financiële bijdragen aan de initiatieven. Urenplanning van de eigen afdeling
2015
2016
2017
2018
3 x 36
idem
idem
idem
2015
2016
2017
2018 Afschr. termijn
2015
2016
2017
2018
50.000
50.000
50.000
50.000
Urenplanning andere afdelingen
Financiële aspecten Investeringsbedrag Uitgaven: Inkomsten: Kapitaallasten Exploitatie Uitgaven: Inkomsten:
Programmabegroting 2015
152
NIEUW BELEID 2015 – 2018 Onderwerp Programma Beheerproduct Soort nieuw beleid
Versterken cultureel klimaat Samenlevingszaken Cultuur Wenselijk
Afdeling Budgethouder Portefeuillehouder Relatie met doelenboom
Inwonerszaken E.M. Geerdink S. van Alfen Ja
Motivatie nieuw beleid: Doelstelling (Wat willen wij bereiken?): Dat inwoners met een minimale ondersteuning door de gemeente in staat zijn om een belangrijke stimulans te geven aan het culturele klimaat in onze gemeente. Prestaties (Wat gaan we daarvoor doen?): De gemeente heeft een klein budget dat via de Culturele Raad Buren ingezet kan worden als ondersteuning van initiatieven. Het budget moet het mogelijk maken om cultuur in twee functies in te zetten: Cultuur als aanjager van toerisme. Bepaalde culturele projecten (zoals het BurenToenTheater) zetten de gemeente in regionaal opzicht op de kaart. Dat maakt het voor mensen aantrekkelijk om in Buren te komen wonen, is goed voor de ontwikkeling van de huizenprijzen en is goed voor lokale ondernemers. Cultuur als bindend element in de lokale samenleving. Als mensen samen iets ondernemen is dat goed voor de onderlinge samenhang. Daarnaast stimuleren culturele activiteiten gewenst gedrag: hoe gaan we in deze gemeente met elkaar om, of: hoe maken we een betere samenleving. Toelichting (Waarom?): In 2010 schafte de raad alle subsidies aan verenigingen cultuur af. Wat overbleef waren een paar wettelijk verplichte taken (bekostiging lokale omroep) en een beperkte beleidsruimte (ontwikkelingskansen voor de jeugd, participatie door ouderen en het aanpakken van onaanvaardbare gezondheidsrisico’s). De Culturele Raad Buren pleit ervoor om tenminste een zeer beperkt budget in te stellen. Dit budget is nodig omdat de provincie als voorwaarde voor subsidie eist dat de gemeente ook een subsidie geeft. Zo maken we met een kleine bijdrage van de gemeente een grote subsidie door de provincie mogelijk. Specificatie raming (Prijs x aantal): Om beide functies minimaal vorm te kunnen geven is € 10.000,- nodig. Daarvan is € 5.000,- voor deelname aan de regionale samenwerking in Cultuurpact. Daarnaast is er dan € 5.000,- voor het ondersteunen van initiatieven van inwoners. Bovenstaande invulling sluit aan bij het cultuur- en sportbeleid dat de gemeente in 2012 vaststelde. De basis blijft dat inwoners zelf aan zet zijn om zaken op cultureel gebied te regelen. Urenplanning van de eigen afdeling
2015 30
2016 30
2017 30
2015
2016
2017
2018 Afschr. termijn
2015
2016
2017
2018
5.000 5.000
5.000 5.000
5.000 5.000
5.000 5.000
Urenplanning andere afdelingen Financiële aspecten Investeringsbedrag Uitgaven: Inkomsten: Kapitaallasten Exploitatie Uitgaven: deelname Cultuurpact onderst. initiatieven Inkomsten:
Programmabegroting 2015
153
2018 30
NIEUW BELEID 2015 – 2018 Onderwerp Programma Beheerproduct Soort nieuw beleid
Archeologie Milieu Milieu Wenselijk
Afdeling Budgethouder Portefeuillehouder Relatie met doelenboom
Ruimtelijke Ontwikkeling M. Douma S. van Alfen Ja
Motivatie nieuw beleid: Doelstelling (Wat willen wij bereiken?): Dwars door onze gemeente van Lienden tot aan Rijswijk loopt de grens van het Romeinse Rijk. De zogenaamde Limes. Hiervan zijn niet veel sporen meer herkenbaar in het landschap. Wel is de nationale maar ook internationale aandacht voor de grens groot. De limes komt zelfs in aanmerking voor plaatsing op de wereld erfgoedlijst. Landschap in combinatie met cultuurhistorie wordt in toenemende mate een steeds belangrijkere toeristische trekker. Om de komende jaren de Limes en het Romeinse verleden als toeristische trekpleister en dus als economische drager blijvend uit te nutten is het van groot belang dat we de aandacht voor de limes structureel in ons beleid opnemen. We gaven in het Landschapsontwikkelingsplan (LOP) en de structuurvisie al aan dat we ons hiervoor willen inzetten. Prestaties (Wat gaan we daarvoor doen?): We zorgen dat de Limes op de werelderfgoedlijst komt. Daarvoor zorgen we dat: 1. de limes herkenbaar in het landschap is (wachttorens en verwijzingen op borden en kunstwerken) 2. door wandel- en fietsroutes de Limes een beleving of beleefbaar wordt. 3. we de kansen benutten die zich voordoen ter stimuleren van het toerisme. Toelichting (Waarom?): Landschap in combinatie met cultuurhistorie wordt in toenemende mate een steeds belangrijkere toeristische trekker. Specificatie raming (Prijs x aantal): We schatten de urenbesteding voor dit product in op 200 uur voor de jaren 2015 t/m 2017. Daarnaast hebben we €15.000 per jaar nodig voor de bovengenoemde 3 werkzaamheden. Urenplanning van de eigen afdeling
2015
2016
2017
200
200
200
2015
2016
2017
2018 Afschr. termijn
2015
2016
2017
2018
15.000
15.000
15.000
-
Urenplanning andere afdelingen
Financiële aspecten Investeringsbedrag Uitgaven: Inkomsten: Kapitaallasten Exploitatie Uitgaven: werkzaamheden Limes Inkomsten:
Programmabegroting 2015
154
2018
Totaaloverzicht vervangingsinvesteringen Afdeling
Investering
Nadere toelichting
VERVANGINGSINVESTERINGEN 2015 Fac. Zaken & ba Gemeentehuis databekabeling Fac. Zaken & ba Gemeentehuis vloerbedekking Fac. Zaken & ba Centrale server platform ¹ Fac. Zaken & ba Hardware netwerk componenten (core- en access switches) VERVANGINGSINVESTERINGEN 2016 Fac. Zaken & ba Mobiele telefoons Fac. Zaken & ba Gemeentehuis vloerbedekking Ruimtelijk beheer Citroen Berlingo 19D Commerce ² Ruimtelijk beheer Ford Transit ² VERVANGINGSINVESTERINGEN 2017 Fac. Zaken & ba Hardware loc. onafhankelijk werken Fac. Zaken & ba Hardware netwerk componenten (internet security gateway) Fac. Zaken & ba Hardware netwerk componenten (mobility controller en WiFi) VERVANGINGSINVESTERINGEN 2018 Fac. Zaken & ba E-HRM Fac. Zaken & ba Koppeling backoffice midoffice Fac. Zaken & ba Hardware netwerk componenten (routers en firewalls)
Vervanging Vervanging Vervanging Vervanging
Afschr . termijn 10 10 5 5
Totaal 2015
Bedrag van investering 118.500 50.000 100.000 40.000 308.500
Vervanging Vervanging Verv. van 99-BT-SF Verv. van 17-BT-TF Totaal 2016
3 10 10 10
8.750 310.000 10.000 20.000 348.750
Vervanging Vervanging
5 5
190.500 15.500
Vervanging
5
27.500
Totaal 2017 (I&A-plan 2009-2012) (I&A-plan 2012-2014) Vervanging Totaal 2018
233.500 5 5 5
35.000 135.250 32.500 202.750
¹ Het betreft het centrale server platform (inclusief dataopslag) waar alle ondersteunende en kernapplicaties (basisregistraties, burgerzaken, financiën etc.) op draaien. Een deel van het centrale server platform delen we nu met de gemeente Lingewaal en Neder-Betuwe. Vanaf 2015 weten we nog niet met wie we de server delen. De kosten die we hier opnemen zijn in ieder geval specifiek voor de gemeente Buren. ² De twee voertuigen zijn nog in goede staat. Daarnaast onderzoeken we de mogelijkheden om het gebouwenbeheer te verzelfstandigen. Om deze redenen schuiven we de investering een jaar door.
Programmabegroting 2015
155
Berekening EMU-saldo
Programmabegroting 2015
156
Financiële analyse In dit hoofdstuk gaan we nader in op de ontwikkelingen die zich voordeden na vaststelling kadernota. Bij het opstellen van de Kadernota 2015 hielden we o.a. nog geen rekening met: uitkomst salaris- en prijsontwikkelingen; definitieve cijfers budget onderbouwingen beheerproducten; bijstelling beheerplannen als gevolg van areaaluitbreidingen; definitieve cijfers kapitaallasten; definitieve cijfers reserves & voorzieningen (toerekenen inflatiepercentage aan alg. reserve). In de onderstaande tabel geven we de actuele financiële positie 2015 – 2018 weer. Een onderdeel hiervan is het effect van de mutaties en ontwikkelingen die na behandeling van de Kadernota 2015 plaatsvonden. Verderop in deze paragraaf specificeren we de mutaties en ontwikkelingen en geven we een nadere toelichting. Bedragen x € 1.000, (+ = overschot / - = tekort) 2015 2016 2017 2018 Omschrijving Financiële stand Kadernota 2015 + 31 + 50 + 48 + 10 (inclusief dekkingsvoorstellen en nieuw beleid) Amendementen schrappen nieuw beleid: coalitie/college programma 2014 + 100 + 100 + 100 + 100 + 36 + 56 + 55 + 55 schrappen nieuw beleid: wettelijk verplicht + 62 + 14 + 14 + 14 schrappen nieuw beleid: noodzakelijk Financiële stand Kadernota 2015 + 229 + 220 + 217 + 179 (inclusief amendementen) - 110 - 249 - 147 - 161 Mutaties en ontwikkelingen na Kadernota 2015 Financiële positie meerjarenbegroting 2015 – 2018 (inclusief mutaties en ontwikkelingen na Kadernota 2015) + 119 - 29 + 70 + 18 (exclusief tweede burap 2014 en septembercirculaire) Specificatie mutaties en ontwikkelingen na behandeling van de Kadernota 2015: Bedragen x € 1.000 ( + = voordeel / - = nadeel) BPnr * Omschrijving beheerproducten 2015 2016 2017 2018 Belangrijkste mutaties positief: Divers Staat van geldleningen +3 +3 +4 + 44 Divers Staat van activa (kapitaallasten) + 21 + 107 + 112 + 59 INT Kwaliteitszorg 0 0 + 23 + 23 INT Personeel en beheerkosten + 53 + 52 + 52 + 52 Divers Wet maatschappelijke ondersteuning + 33 + 33 + 33 + 33 Divers Afwijkingen ≤ € 10.000 (15 beheerproducten) + 52 + 29 + 39 + 46 Divers INT Divers 0112 0301 0303 0308 0403 0806 0511 1101 1105 Divers
Belangrijkste mutaties negatief: Kostenverdeelstaat (toegerekende uren) Salariskosten Onderhoud gebouwen Documenten burgerzaken Onderhoud infrastructuur Nutsvoorzieningen Begraafplaatsen Recreatie en toerisme Huisvesting scholen Participatiebudget Treasury Vrijval stelpost prijs- loonindex Afwijkingen ≤ € 10.000 (14 beheerproducten)
Effecten mutaties en ontwikkelingen na Kadernota 2015 * BPnr = Beheerproductnummer
Programmabegroting 2015
157
+ 112 - 97 - 10 - 10 - 61 - 16 - 41 - 12 - 12 - 107 0 + 27 - 45
- 17 - 97 - 10 - 32 - 61 - 16 - 43 - 12 - 12 - 107 + 10 - 47 - 29
- 16 0 - 10 - 32 - 61 - 16 - 43 - 12 - 12 - 108 - 20 - 50 - 30
- 34 0 - 10 - 32 - 61 - 16 -43 - 12 - 12 - 108 - 40 - 23 - 27
- 110
- 249
- 147
- 161
Nadere toelichting belangrijkste mutaties positief: Staat van geldleningen Het gaat hier om een technische correctie. In de meerjarenbegroting maakten we een schatting van de rentekosten bij een nog aan te trekken langlopende geldlening. In de praktijk zijn de rentekosten iets lager. De correctie in 2018 is hoger omdat onterecht dezelfde rente last in 2017 ook in 2018 stond, terwijl het hier gaat om een lening waarop we aflossen. Staat van activa (kapitaallasten) Bij de jaarrekening 2013 waardeerde we o.a. een aantal boekwaarden af naar 0 op verzoek van onze accountant. Dit heeft tot gevolg dat we meerjarig geen rentekosten meer hebben. INT210.05 Kwaliteitszorg In het kader van de bezuinigingen vervalt het burger tevredenheidsonderzoek. INT210.05 Personeels- & beheerkosten In verband met het uit dienst treden van meerdere medewerkers (a.g.v. eerdere samenwerkingen) stellen we het budget voor personeelskosten verder naar beneden bij. Het gaat hier bijvoorbeeld om reis- & verblijfkosten en overwerkvergoeding. BP0624 Wet maatschappelijke ondersteuning Eerder meldden we u dat we in 2014 verwachten minder uit te geven aan hulp bij het huishouden. Ook kregen we in 2014 minder aanvragen voor bouwkundige aanpassingen. Daarbij ontvingen we van het CAK meer geld aan eigen bijdragen die inwoners betaalden voor hun voorzieningen. We verwachten dat deze lijn zich doorzet. Afwijkingen ≤ € 10.000 (15 beheerproducten) Onder overige afwijkingen salderen we 15 beheerproducten met afwijkingen kleiner dan € 10.000,-. De afwijkingen zijn vooral het gevolg van kleine bijstellingen. Nadere toelichting belangrijkste mutaties negatief: Divers: Kostenverdeelstaat (toegerekende uren) Het financieel effect heeft te maken met een mutatie in uren voor o.a. riolering, begraafplaatsen en grondexploitatie. INT205.10 Salariskosten I.v.m. de verkiezingen in 2014 treedt er een oud medewerker weer in dienst. Divers: Onderhoud gebouwen We plegen minder onderhoud aan de gebouwen op de begraafplaatsen. Conform het beleidsplan verrekenen we dit voordeel met de voorziening en komt het voordeel niet ten gunste van het begrotingssaldo. BP0112 Documenten burgerzaken Als gevolg van minder aanvragen rijbewijzen en identiteitskaarten lopen de leges inkomsten terug. BP0301 Onderhoud infrastructuur Het betreft hier areaaluitbreiding van het aantal kilometer wegen. BP0303 Nutsvoorzieningen Het betreft hier areaaluitbreiding van het aantal lantaarnpalen. BP0308 Begraafplaatsen Uit de begroting van de AVRI kwam naar voren dat we de uren voor o.a. begraafplaatsen naar beneden bij kunnen stellen. Deze uren zetten we nu in voor andere onderdelen zoals groen en wegen. De uren voor begraafplaatsen dekken we uit een voorziening. De uren voor groen en wegen dekken we niet uit een voorziening. Binnen de huidige begroting van Buren valt er dus een dekking weg, daarom een nadeel. BP0403 Recreatie en toerisme We probeerden de bijdrage aan stichtingen te verlagen. Dit is niet gelukt.
Programmabegroting 2015
158
BP0502 Huisvesting scholen De kinderopvang huurt een gedeelte van de Brede school in Maurik minder. Hiervoor ontvangen we minder huur. BP0708 Participatiebudget Door de recessie vinden vooral oudere werkloze inwoners moeilijk(er) nieuw werk voordat hun WW uitkering is afgelopen. Na het einde van hun WW uitkering doen zij een beroep op een bijstandsuitkering. We moeten extra inspanningen leveren om deze inwoners weer aan het werk te krijgen. Daarmee stijgen onze kosten voor re-integratie. Tot slot houden we alvast rekening met een lagere inkomst dat we weten bij de taken die we overgeheveld krijgen vanuit het rijk. BP1001 Treasury In de meerjarenbegroting 2014 hielden we rekening met het weer uit kunnen zetten van overtollige middelen in deposito vanaf 2017. Na het actualiseren van de liquiditeitsprognose blijkt dat we onze prognose bij moeten stellen. Deze bijstelling corrigeren we in de meerjarenbegroting 2015. BP1005 Vrijval stelpost prijs- & loonindex In de Kadernota 2015 namen we een stelpost op van € 320.000,- voor prijs- & loonstijging. In werkelijkheid is de stelpost voor 2015 te hoog en vanaf 2016 te laag. Hoofdzakelijk is de prijsstijging bij de verbonden partijen hoger dan dat we dachten. Het saldo fluctueert doordat deze verbonden partijen vaak ook nog een taakstelling realiseert. Afwijkingen ≤ € 10.000 (14 beheerproducten) Onder overige afwijkingen salderen we 14 beheerproducten met afwijkingen kleiner dan € 10.000,-. De afwijkingen zijn vooral het gevolg van kleine bijstellingen.
Programmabegroting 2015
159
Balans begroting 2015
Programmabegroting 2015
160
Algemene toelichting op de balans De balans geeft de financiële positie op het begin en het einde van het begrotingsjaar weer. De cijfers in de kolom 31-12-2014 nemen we niet over uit de begroting 2014 maar actualiseren we. De hoofdindeling van de balans is als volgt: ACTIVA : 1. vaste activa - immateriële vaste activa - materiële vaste activa - financiële vaste activa 2. vlottende activa - onderhanden werk (bouwgrondexploitaties) - kortlopende uitzettingen - liquide middelen - overlopende activa PASSIVA: 1. eigen vermogen - algemene reserve & bestemmingsreserves 2. voorzieningen 3. langlopende schulden 4. vlottende passiva - kortlopende schulden - liquide middelen - overlopende passiva Deze indeling schrijft het BBV (Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten) voor. De bepalingen zoals we die opnemen in de financiële verordening artikel 212 Gemeentewet passen we toe op de balans. Deze verordening is in 2012 geactualiseerd (RV/11/00095 d.d. 27 maart 2012). ACTIVA 1. Vaste activa en onderhanden werk Voor een specificatie en het verloop van de vaste activa en onderhanden werk verwijzen we naar het overzicht vaste activa¹. Het saldo onderhanden werk zoals opgenomen in de staat van activa is gecorrigeerd met het saldo van de te verwachten verliezen bouwgrondcomplexen. N.B.: De afschrijvingstabel vaste activa bevat de belangrijkste vaste activa en de daarbij behorende afschrijvingstermijnen. De tabel is niet limitatief. Immateriële vaste activa brengen we direct t.l.v. de exploitatie. Alle materiële vaste activa zijn investeringen met economisch nut. 2. Kortlopende schulden De kortlopende schulden nemen we als sluitpost (financieringstekort) van de balans op. Het zijn liquide middelen die we bij derden lenen. Het saldo bedraagt per 31-12-2015 € 15,5 miljoen. Als de kortlopende schuld groter wordt dan 8,5% van de begrotingsuitgaven trekken we een langlopende geldlening aan. (Zie ook hoofdstuk 2 paragraaf Financiering – onderdeel kasgeldlimiet). 3. Liquide middelen De liquide middelen zijn p.m. geraamd. Het betreft de saldi van de kas-, bank- en girorekeningen. Deze saldi zijn onderdeel van de hierboven genoemde kortlopende uitzettingen. PASSIVA 1. Eigen vermogen en voorzieningen Voor een specificatie en het verloop van de reserves en voorzieningen verwijzen we naar het overzicht reserves en voorzieningen ¹. Het betreft in totaal 21 reserves en 10 voorzieningen. Het onderscheidt tussen de reserves en voorzieningen is conform het BBV. We bieden u eens in de vier jaar een nota reserves en voorzieningen aan.
2.
Langlopende schulden
In 2015 hebben we 3 langlopende geldleningen bij BNG. Deze leningen lossen we in 2018 & 2019 volledig af. N.B.: als toelichting bij de balans nemen we buiten de telling het saldo van de gewaarborgde geldleningen op. Voor een specificatie verwijzen we naar het overzicht gewaarborgde geldleningen ¹. Het betreft in totaal 11 gegarandeerde geldleningen. ¹ Voor deze overzichten verwijzen we naar de productenbegroting.
Programmabegroting 2015
161
Personele kosten voormalig personeel / bestuur Omschrijving Voormalig bestuur pensioen Voormalig bestuur wachtgeld Totaal FPU - medewerkers Voormalig personeel
Programmabegroting 2015
2015 150 76 0 9
162
2016 150 60 0 9
2017 150 60 0 9
2018 150 60 0 9
Toelichting programmawijziging 2014 > 2015 Als gevolg van de overgang van de drie transities van het Rijk naar de gemeente is een ander programma indeling nodig. Hieronder geven we schematisch weer hoe de oude programma indeling was en de nieuwe indeling wordt: Programmanummer + naam (oude indeling) 1 Bestuur en burger 2 Openbare orde en veiligheid 3 Openbare ruimte vervoer & infrastructuur 4 Lokale economie 5 Onderwijs 6 Maatschappelijke voorzieningen 7 Werk en inkomen
> > > > > > >
8 9 D&O
> > >
Milieu Wonen Dekking en onvoorzien
Programmabegroting 2015
Programmanummer + naam (nieuwe indeling) 1 Bestuur en burger 2 Openbare orde en veiligheid 3 Openbare ruimte vervoer & infrastructuur 4 Lokale economie Onderwijs Maatschappelijke voorzieningen 5 Werk en inkomen 6 Jeugd 7 Wmo 8 Samenlevingszaken 9 Milieu 10 Wonen D&O Dekking en onvoorzien
163
Toelichting Geen mutatie Geen mutatie Geen mutatie Geen mutatie Vervallen Vervallen Ander programmanummer Nieuw Nieuw Nieuw Ander programmanummer Ander programmanummer Geen mutatie
De nieuwe programma’s over de transities (Werk en inkomen, Jeugd en Wmo) en Samenlevingszaken verdelen we in onderstaande beheerproducten: Programma 5 Werk en inkomen Beheerproductnummer + naam 0510 Inkomensvoorzieningen 0511 Activering en re-integratie 0512 Bijstandsverlening zelfstandigen 0513 Minimabeleid 0514 Schuldhulpverlening 0515 Sociale werkvoorziening Programma 6 Jeugd Beheerproductnummer + naam 0629 Algemene voorzieningen Jeugd 0630 Individuele voorziening immaterieel 0631 Bescherming en veiligheid Jeugd 0632 Leerplicht 0633 Algemene kosten Jeugd 0634 PGB Jeugd Programma 7 Wmo Beheerproductnummer + naam 0712 Algemene voorzieningen Wmo 0713 Maatwerkvoorzieningen materieel 0714 Maatwerkvoorzieningen immaterieel 0715 Sociale gebiedsteams Wmo en Jeugd 0716 Doorontwikkeling transformatie Wmo en jeugd 0717 Algemene kosten Wmo 0718 PGB Wmo Programma 8 Samenlevingszaken Beheerproductnummer + naam 0806 Huisvesting scholen 0807 Huisvesting gymzalen 0808 Onderwijsachterstandenbeleid 0809 Leerlingenvervoer en vervoer bewegingsonderwijs 0810 Leesstimulering 0811 Sport 0812 Cultuur 0813 Maatschappelijke accommodaties 0814 Speelvoorzieningen 0815 Nieuwkomers 0816 Kinderopvang / buitenschoolse opvang 0817 Openbare gezondheidszorg 0818 Leefbaarheid en burgerparticipatie
Programmabegroting 2015
164
Hoofdzakelijk wijzigen alleen de oude programma’s Onderwijs, Maatschappelijke voorzieningen en Werk en inkomen. Deze programma’s komen of te vervallen of kennen een ander beheerproduct indeling. In onderstaand schema geven we aan welke beheerproducten zijn komen te vervallen, welke nieuw zijn of waar u de oude beheerproducten in de nieuwe programma’s terug kunt vinden. Programma 5 Onderwijs Beheerproductnummer + naam 0502 Huisvesting scholen 0504 Huisvesting gymzalen 0509 Gemeentelijk onderwijsbeleid
> > >
Programma 6 Maatschappelijke voorzieningen Beheerproductnummer + naam 0600 Leesstimulering > 0602 Sport > 0603 Cultuur > 0605 Cultureel erfgoed en musea > 0606 Rijksmonumenten > 0607 Gemeentelijke monumenten > 0608 Vrijwilligerswerk > 0609 Accommodaties inwonerszaken > 0611 Jeugdzaken > 0612 Speelvoorzieningen 0613 Algemeen maatschappelijk werk
> >
0614 Welzijnswerk
>
0615 0616 0619 0620
Nieuwkomers Kinder- / buitenschoolse opvang Openbare gezondheidszorg Jeugdzorg
> > > >
0622 Schuldhulpverlening & inkomensbeheer
>
Programmabegroting 2015
Beheerproductnummer + naam 0806 - Huisvesting scholen 0807 - Huisvesting gymzalen 0632 - Leerplicht 0808 - Onderwijsachterstanden beleid 0809 - Leerlingenvervoer en vervoer bewegingsonderwijs Beheerproductnummer + naam 0810 Leesstimulering 0811 Sport 0812 Cultuur 0812 Cultuur 1014 Rijksmonumenten 1015 Gemeentelijke monumenten 0712 Algemene voorzieningen Wmo 0813 Maatschappelijke accommodaties 0629 Algemene voorzieningen Jeugd 0715 Sociaal gebiedsteam Wmo & Jeugd 0814 0629 0712 0715 0712 0715 0815 0816 0817 0629 0630 0514
Speelvoorzieningen Algemene voorzieningen Jeugd Algemene voorzieningen Wmo Sociaal gebiedsteam Wmo & Jeugd Algemene voorzieningen Wmo Sociaal gebiedsteam Wmo & Jeugd Nieuwkomers Kinder- / buitenschoolse opvang Openbare gezondheidszorg Algemene voorzieningen Jeugd Individuele voorziening immaterieel Schuldhulpverlening
165
Toelichting Verplaatst naar programma 8 Samenlevingszaken Verplaatst naar programma 6 Jeugd Verplaatst naar programma 8 Samenlevingszaken Gesplitst in meerdere beheerproducten
Toelichting Verplaatst naar programma 8 Samenlevingszaken Verplaatst naar programma 10 Wonen Verplaatst naar programma 7 Wmo Verplaatst naar programma 8 Samenlevingszaken Verplaatst naar programma 6 Jeugd Verplaatst naar programma 7 Wmo Gesplitst in meerdere beheerproducten Verplaatst naar programma 8 Samenlevingszaken Verplaatst naar programma 6 Jeugd Verplaatst naar programma 7 Wmo Gesplitst in meerdere beheerproducten Verplaatst naar programma 7 Wmo Gesplitst in meerdere beheerproducten Verplaatst naar programma 8 Samenlevingszaken Verplaatst naar programma 6 Jeugd Gesplitst in meerdere beheerproducten Verplaatst naar programma 5 Werk en inkomen
Programma 6 Maatschappelijke voorzieningen Beheerproductnummer + naam 0624 Voorziening maatschappelijke > ondersteuning 0626 Leefbaarheid & burgerparticipatie 0628 Archiefbewaarplaatsen
vervolg Beheerproductnummer + naam 0712 Algemene voorzieningen Wmo 0713 Maatwerkvoorzieningen materieel 0714 Maatwerkvoorzieningen immaterieel 0715 Sociaal gebiedsteam Wmo & Jeugd > 0818 Leefbaarheid & burgerparticipatie > 0118 Archiefbewaarplaatsen
Programma 7 Werk en inkomen Beheerproductnummer + naam 0702 Bijstandsbesluit zelfstandigen 0707 Minimabeleid 0708 Participatiebudget 0710 Inkomensvoorziening 0711 Wet sociale werkvoorziening
> > > > >
Programmabegroting 2015
Beheerproductnummer + naam 0512 Bijstandsverlening zelfstandigen 0513 Minimabeleid 0511 Activering en re-integratie 0510 Inkomensvoorzieningen 0515 Sociale werkvoorziening
166
Toelichting Verplaatst naar programma 7 Wmo Gesplitst in meerdere beheerproducten Verplaatst naar programma 8 Samenlevingszaken Verplaatst naar programma 1 Bestuur en burger Toelichting Verplaatst naar programma 5 Werk & inkomen
Verklaring gebruikte afkortingen A&O : Afdeling Advies en Ondersteuning AB : Algemeen bestuur AMHK : Advies en Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling APV : Algemene Plaatselijke Verordening ARN : Afvalverwerking Regio Nijmegen AVRI : Afvalverwijdering Rivierenland AWBZ : Algemene wet bijzondere ziektekosten B&B : Bed & Breakfast B&W/Ben W : Burgemeester en wethouders BAG : Basisadministratie adressen en gebouwen BBV : Besluit Begroten en Verantwoorden Bbz : Besluit bijstandverlening zelfstandigen BDUR : Besluit doeluitkering bestrijding Rampen en zware ongevallen BGT : Basisregistratie Grootschalige Topografie BOP : Begroting op peil BNG : Bank Nederlandse Gemeenten BNLW : Buren, Neder-Betuwe, Lingewaal en West Maas en Waal BNW : Buren, Neder-Betuwe en West Maas en Waal (samenwerking bedrijfsvoering) BTW : Belasting over de Toegevoegde Waarde CAO : Collectieve arbeidsovereenkomst CJG : Centrum Jeugd en Gezin DMS : Document Management Systeem (DMS) Decos E-Hrm : Electronic Human Resource Management EMU : Economische en Monetaire Unie ect. : Et cetra (enzovoort) F&B : Facilitair en Bedrijfsadministratie Fido : Financiering decentrale overheden FPU : Flexibel Pensioen en Uittreden Fte : Fulltime equivalent (eenheid) GGD : Gemeenschappelijke gezondheidsdienst GHOR : Geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen GO : Georganiseerd overleg (vakbonden) GRP : Gemeentelijk rioleringsplan I&A : Informatisering & Automatisering IBA : Individueel behandeling van afvalwater IBOR : Integraal beheer openbare ruimte ID : In- en doorstroombanen ICT : Informatie en Communicatie Technologie IHP : Integraal huisvestingplan IOAW : Inkomensvoorziening oudere arbeidsongeschikte werknemers IOAZ : Inkomensvoorziening oudere arbeidsongeschikte zelfstandigen IV3 : Informatie voor derden KPI : Kritieke prestatie indicator LHR : Logistieke Hotspot Rivierenland LOP : Landschapsontwikkelplan LOW : Locatie onafhankelijk werken (L)VG : (Licht) verstandelijke gehandicapt NB : Nota bene (wat verder van belang is) ODR : Omgevings Dienst Rivierenland OGO : Opdrachtgevers overleg OR : Ondernemingsraad OZB : Onroerende Zaakbelasting P&C : Planning en controle P&O : Personeel & Organisatie PGB : Persoons Gebonden Budget PIJOFACH : Personeel Inkoop Juridisch Organisatie Financiën Automatisering Communicatie Huisvesting
Programmabegroting 2015
167
PM PWA RAR RAV RB RO ROB RVP SAVE-team SMART SOA Soza STMR SWB SWS VNG VRGZ VTH WA Wabo WEB Wet hof WEW WfZ WIW WMG Wmo WOZ WPG Wro WSW WWB Zin
: Pro Memorie: de bedragen kunnen nog niet worden bepaald : Prins Willem Alexander : Regionaal Archief Rivierenland : Regionale ambulance voorziening : Ruimtelijk Beheer : Ruimtelijke Ontwikkeling : Regionaal ontwikkel bedrijf : Regionaal verkeersveiligheidsplan : SAmenwerken aan VEilgheid : Specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch, tijdgebonden : Seksueel overdraagbare aandoeningen : Sociale zaken : Stichting Thuiszorg en Maatschappelijk werk Rivierenland : Stichting woningbeheer Betuwe : Stichting waarborgfonds Sport : Vereniging Nederlandse Gemeenten : Veiligheids Regio Gelderland Zuid : Vergunningverlening Toezicht en Handhaving : Wettelijke aansprakelijkheid : Wet algemene bepalingen omgevingsrecht : Wet educatie en beroepsonderwijs : Wet Houdbare overheids financiën : Waarborgfonds eigen woningen : Waarborgfonds voor de zorgsector : Wet inschakeling werkzoekenden : Waterleiding maatschappij Gelderland : Wet maatschappelijke ondersteuning : Wet waardering onroerende zaken : Wet publieke gezondheid : Wet ruimtelijke ordening : Wet sociale werkvoorziening : Wet werk en bijstand : Zorg in Natura
Programmabegroting 2015
168