Programmabegroting 2015
Programmabegroting 2012 Programmabegroting 2015
2
Programmabegroting 2015
Inhoudsopgave 1.
Leeswijzer ....................................................................................................................... 5 1.1
2.
2.1 3.
Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien ................................................................ 65 Paragraaf Paragraaf Paragraaf Paragraaf Paragraaf Paragraaf Paragraaf Paragraaf Paragraaf
lokale heffingen ....................................................................................... 68 weerstandsvermogen en risicobeheersing .................................................... 73 onderhoud kapitaalgoederen ...................................................................... 82 financiering ............................................................................................. 89 bedrijfsvoering ......................................................................................... 96 verbonden partijen ................................................................................... 99 grondbeleid ........................................................................................... 108 subsidies ............................................................................................... 112 Schouwburg Ogterop .............................................................................. 113
Uiteenzetting van de financiële positie ......................................................................... 115 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 7.6 7.7 7.8
8.
1: Bestuur ............................................................................................ 25 2: Openbare orde en veiligheid ................................................................ 28 3: Sociale zekerheid en werkgelegenheid .................................................. 31 4: Onderwijs ......................................................................................... 36 5: Maatschappelijke ondersteuning .......................................................... 38 6: Kunst, cultuur, recreatie en toerisme .................................................... 42 7: Sport en bewegen.............................................................................. 44 8: Ontwikkeling openbare ruimte ............................................................. 46 9: Beheer bestaande openbare ruimte ...................................................... 50 10: Economische zaken en grondzaken ..................................................... 53 11: Duurzaamheid ................................................................................. 56 12: Burgerzaken ................................................................................... 60
Paragrafen ..................................................................................................................... 67 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6 6.7 6.8 6.9
7.
Programma Programma Programma Programma Programma Programma Programma Programma Programma Programma Programma Programma
Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien ................................................................... 63 5.1
6.
Uitgangssituatie ..................................................................................................... 17 Ontwikkelingen gemeentefonds ................................................................................ 21 Ontwikkeling bijstand .............................................................................................. 21 Voortgang bezuinigingen/taakstellingen ..................................................................... 22 Risicoprofiel ........................................................................................................... 22
Beleidsprogramma’s ...................................................................................................... 23 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8 4.9 4.10 4.11 4.12
5.
Het beleidsjaar in vogelvlucht................................................................................... 11
Financiële begroting op hoofdlijnen ............................................................................... 15 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
4.
Leeswijzer ............................................................................................................... 7
Het beleidsjaar in vogelvlucht .......................................................................................... 9
Financiële begroting .............................................................................................. 117 Grondslagen financiële begroting ............................................................................ 120 Toelichting op hoofdlijnen per programma................................................................ 122 Incidentele baten en lasten .................................................................................... 127 Investeringen en financiering ................................................................................. 128 Reserves en voorzieningen .................................................................................... 131 Berekening EMU-saldo .......................................................................................... 133 Jaarlijks terugkerende arbeidskosten ....................................................................... 134
Bijlagen ....................................................................................................................... 135 8.1 8.2
Meerjarig investeringsprogramma ........................................................................... 136 Kerngegevens ...................................................................................................... 139
Programmabegroting 2015
3
4
Programmabegroting 2015
1. Leeswijzer
Programmabegroting 2015
5
6
Programmabegroting 2015
1.1
Leeswijzer
Voor u ligt de Programmabegroting 2015. Deze programmabegroting bevat een beleidsinhoudelijk en een financieel deel. We beginnen dit boekwerk met de hoofdlijnen in hoofdstuk 2 (inhoudelijk) en hoofdstuk 3 (financieel). U kunt de hoofdstukken 2 en 3 lezen als samenvatting van de volledige programmabegroting. Beleidsinhoudelijke begroting Het eerste deel, de beleidsbegroting, gaat over de inhoud en bestaat uit de beleidsprogramma’s (hoofdstuk 4), de algemene dekkingsmiddelen (hoofdstuk 5) en de paragrafen (hoofdstuk 6). Per beleidsprogramma geven we aan: - Wat valt onder dit programma? - Wat willen we bereiken? - Wat gaan we daarvoor doen? - Wat mag het kosten? Financiële begroting Het tweede deel gaat over de financiële cijfers. Zoals gebruikelijk geven we hier de baten en de lasten nogmaals weer en wordt ingegaan op het investeringsprogramma en de ontwikkeling van onze reserves en voorzieningen. Deze programmabegroting voldoet qua indeling en informatie geheel aan de eisen uit het Besluit Begroting en Verantwoording. De financiën in deze begroting zijn alle op hoofdlijnen gepresenteerd. U treft dan ook net als voorgaande jaren geen budgetten en kredieten achter de komma aan. We rekenen met duizendtallen om de leesbaarheid en informatiewaarde te verhogen.
Programmabegroting 2015
7
8
Programmabegroting 2015
2. Het beleidsjaar in vogelvlucht
Programmabegroting 2015
9
10
Programmabegroting 2015
2.1
Het beleidsjaar in vogelvlucht
Eerste begroting van dit college Voor u ligt de eerste begroting van dit college. In deze begroting is nog geen vertaling van het coalitieakkoord opgenomen. Zoals afgesproken met uw raad zal tot het einde van het jaar 2014, in samenspraak met u en met de samenleving, gewerkt worden aan het uitvoeringsplan van het college. Dit uitvoeringsplan krijgt zijn vertaling in de Perspectiefnota 2016 – 2019. Beleidsarme begroting In aansluiting op het voorgaande: dit betekent dat deze begroting beleidsarm gepresenteerd wordt. De maatregelen die een begroting beleidsrijk maken, kunnen immers nog niet zijn genomen voordat het uitvoeringsprogramma gereed is. Het opstellen van een beleidsarme begroting is niet eenvoudig. Eén van de thema’s in het coalitieakkoord is Gezonde(re) financiën. Dat betekent o.a. dat onze reservepositie verbeterd moet worden. Dat kan alleen als er ook inhoudelijke keuzes gemaakt worden; een kaasschaaf over de verschillende producten halen, heeft daarbij op termijn niet het gewenste effect. We weten daarnaast nog niet precies welke prioriteiten we de komende jaren zullen stellen. Dit zal eerst blijken nadat we het gesprek met de samenleving hebben gevoerd over het uitvoeringsprogramma. Dit betekent echter niet dat bij de totstandkoming van de perspectiefnota zonder meer ruimte is voor veel nieuwe ambities. Indien er nieuwe ambities worden uitgesproken waarbij een financiële claim aan de orde is, zullen er keuzes gemaakt moeten worden die leiden tot het vrijspelen van middelen op andere terreinen. Tenslotte geven de opgaven in het sociaal domein niet in alle opzichten volledige financiële duidelijkheid. De nieuwe taken in het sociaal domein zijn budgetneutraal opgenomen. We hebben daar echter wel een stevige financiële opgave, door de efficiencykortingen die het Rijk heeft doorberekend in de ons toekomende budgetten. Als we de beschikbare middelen niet op een wezenlijk andere manier gaan besteden dan tot nu toe het geval was in het sociaal domein zullen we niet zomaar kunnen uitkomen met de beschikbare middelen. Hoewel deskundigen spreken over een lichte economische stijging is er tenminste nog sprake van een na-ijl effect van de recessie. Dat heeft een negatieve invloed op onze inkomsten en uitgaven, en dus ook op onze financiële positie. Dit vraagt om heroverweging en herprioritering van activiteiten, hetgeen gevolgen heeft voor alle programma’s. De uiteindelijke uitwerking daarvan vindt zijn beslag in het uitvoeringsprogramma dat het college in het najaar zal opleveren. Onderstaand wordt per programma indicatief ingegaan op heroverwegingen van budgetten die kunnen leiden tot gezondere financiën. Herstel van de economie kan leiden tot een stijging van de opbrengsten in algemene zin. Programma 1: Bestuur Onze financiële situatie laat niet toe dat we bepaalde onderdelen buiten beschouwing laten bij ons streven naar een gezonde financiële positie. Binnen programma 1 hoort ook de regionale samenwerking. Hier binnen zoeken we naar mogelijkheden om meer te doen tegen minder kosten. Programma 2: Openbare orde en veiligheid Binnen dit programma zijn weinig beïnvloedbare gelden. De reeds opgelegde bezuinigingstaakstellingen aan de VRD mogen niet ten koste gaan van de veiligheid. Hoewel wij niet uit willen sluiten om tot keuzes te komen van een andere insteek van onze uitgaven, biedt dit programma minder kansen voor het gezonder maken van onze financiën. Programma 3: Sociale zekerheid en werkgelegenheid In het sociaal domein is door het college en de raad een koers bepaald, die in essentie wordt gekenmerkt door een benadering vanuit de klant, de vraag en de kosten. Door niet uit te gaan van het aanbod, maar vanuit de vraag van de klant en daarmee maatwerk te leveren, gaan wij er van uit dat het mogelijk moet zijn om efficiënter om te gaan met de toegekende middelen. Programma 4: Onderwijs Onze opgave voor de komende jaren is de verwachte krimp in de onderwijshuisvesting op te vangen. Het doel daarbij is om kwalitatief goede voorzieningen te blijven bieden en om een mogelijk teruglopend aantal accommodaties maximaal en mogelijk multifunctioneel te gebruiken.
Programmabegroting 2015
11
Programma 5: Maatschappelijke ondersteuning Dit programma omvat de huidige taken van de Wmo. Evenals voorgaande jaren zal onze inzet binnen dit taakveld zich richten op verhoging van zelfredzaamheid, bevordering van participatie aan de samenleving en het efficiënt gebruiken van middelen. Programma 6: Kunst, cultuur, recreatie en toerisme Meppel is een aantrekkelijke stad voor haar inwoners en bezoekers. Dat is economisch van grote waarde voor onze gemeente. Binnen dit programma is ruimte om meer over te laten aan de partners in de stad. Een levendige binnenstad is belangrijk, we zien een grotere betrokkenheid vanuit inwoners en ondernemers. Programma 7: Sport en bewegen Goede sportvoorzieningen zorgen voor gezonde inwoners. Gezonde inwoners doen minder snel een beroep op voorzieningen binnen het sociaal domein. Sportverenigingen vervullen een belangrijke rol in de wijk, zowel voor individuele gezondheid, als ook voor sociale cohesie. Programma 8: Ontwikkeling openbare ruimte Op basis van nieuwe wetgeving zal de rol van de gemeente in de komende jaren verschuiven van regisserend naar faciliterend. Wel heeft de gemeente een eigen verantwoordelijkheid als het gaat om het inrichten van de openbare ruimte. De gemeente zal meer in samenwerking met partners, inwoners en andere betrokkenen komen tot een invulling van de openbare ruimte die Meppel helpt in haar verdere ontwikkeling. Programma 9: Beheer bestaande openbare ruimte Voornaamste opgave is om een efficiëntere en effectievere invulling te geven aan het beheer van de openbare ruimte. Programma 10: Economische zaken en grondzaken Economische ontwikkeling is de levensader van en voor onze gemeenschap, zowel sociaaleconomisch als ruimtelijk-economisch. Het college richt zich op het bevorderen van bestaande bedrijvigheid en stimuleren van nieuwe bedrijvigheid. Programma 11: Duurzaamheid De activiteiten die de gemeente de afgelopen jaren heeft ingezet, zetten we voort, met als doel om bij te dragen aan een meer duurzame samenleving, o.a. door de wijze waarop we ons afval inzamelen en doen aan milieuzorg. Programma 12: Burgerzaken Onder dit programma valt publieksdienstverlening die hoort bij levensgebeurtenissen zoals geboorte, trouwen en overlijden. Om in dit programma de financiële situatie te verbeteren moet vooral gedacht worden aan het verhogen van legesopbrengsten. Algemene dekkingsmiddelen Andere keuzes over de inzet van de middelen uit het gemeentefonds leiden mogelijk tot positieve effecten voor onze begroting. 2015: het jaar van de transities In dit begrotingsjaar zijn voor het eerst de drie transities verwerkt, elke transitie op basis van de ontvangen rijksgelden. Zoals te doen gebruikelijk staan hier tegenover de verwachte uitgaven. Dit zijn geen harde gegevens omdat er bij de transities Jeugdzorg en AWBZ sprake is van een overgangsrecht waarvan we niet exact weten hoe de rechten op basis van dit overgangsrecht zullen uitpakken. Het jaar 2015 is ook het eerste jaar dat we de taken vanuit de drie transities zullen gaan uitvoeren. De voorbereiding op de uitvoering heeft een groot beslag op capaciteit en tijd gelegd. We gaan er echter vanuit dat we onze nieuwe klanten ook direct vanaf 1 januari kunnen bedienen. Het jaar 2015 zal dan ook in het teken staan van de doorontwikkeling van de transitie naar de transformatie. Dit is nog een omvangrijke stap die gezet moet gaan worden en die ons moet helpen om uit te kunnen komen met de beschikbare budgetten. Het college ziet de uitvoering in het sociaal domein als één integraal geheel. Op langere termijn ziet het college daarom ook één programma Sociaal Domein in de programmabegroting voor zich. Daarin verwerken we dan de activiteiten uit programma 3 en 5 en de nieuwe taken die de transities met zich meebrengen. Voor 2015 maken we een opstap naar die fase: we combineren de nieuwe taken met programma 3. Op een later moment zullen we programma’s 3 en 5 samenbrengen tot één programma. Hoewel bij het opstellen van deze begroting duidelijk is geworden dat het sociaal deelfonds toch geen kracht van wet krijgt, kiest het college er evengoed voor om de nieuwe taken, zoals bedacht, bij één
12
Programmabegroting 2015
programma onder te brengen. Dat geeft overzicht over de nieuwe taken en is een goede opmaat voor het toewerken naar één programma sociaal domein. In de kaderstelling voor het sociaal domein is in kader 24 voorgesteld om een reserve Sociaal Deelfonds (buffer) te creëren voor drie jaren om op korte termijn financiële tekorten op te vangen en om op langere termijn de toenemende vraag te financieren. Zoals reeds geschetst is er nog geen volledige financiële duidelijkheid. Op basis daarvan kan nog niet bepaald worden welke middelen in 2015 kunnen worden toegevoegd aan deze reserve. Nu wordt voorgesteld de reserve Sociaal Deelfonds in te stellen. Bij de bestuursrapportage medio 2015 kunnen wij op basis van de ervaringscijfers van het eerste half jaar dan de balans opmaken en eventueel nieuwe besluiten nemen over het vullen van de reserve Sociaal Deelfonds. Proces na deze begroting Indien uw raad instemt met deze beleidsarme begroting stellen wij het volgende proces voor om te komen tot een vertaling van het coalitieakkoord naar een uitvoeringsprogramma en een opmaat voor een nieuwe Perspectiefnota. September, oktober voor Meppel.
College gaat in gesprek met de samenleving over de doelen die zij voor zich ziet
Oktober, november Vervaardigen uitvoeringsprogramma op basis van het Coalitieakkoord en het gesprek met de samenleving. Oktober, november Bestuurlijke en ambtelijke inventarisatie van ambities en bezuinigingsmogelijkheden December, januari
Presentatie uitvoeringsprogramma aan de raad en aan de samenleving.
Het uitvoeringsprogramma Ons uitvoeringsprogramma kent straks, net als het Coalitieakkoord, een zevental thema’s: Meer werk, Betrokkenheid en participatie (in het sociaal domein), Vitale wijken, Levendige en unieke binnenstad, Gezonde(re) financiën, Effectief gebruik maken van onze accommodaties en Samenwerking. In ons coalitieakkoord Coalitie met de samenleving heeft de nieuwe bestuursstijl een prominente plek gekregen. Dat is niet voor niets. De bestuursstijl gaat niet alleen over stijl (bijvoorbeeld in de interactie met de raad), maar ook over de rolopvatting van het college ten opzichte van haar inwoners. Waar de nieuwe bestuursstijl over stijl van het college gaat, willen wij vooral inzetten op de verbinding. In goed overleg en met respect voor elkaar willen wij met open vizier samenwerken. Het college bedrijft geen machtspolitiek, maar is uit op collegiale samenwerking. Dat geldt voor de raad, de buurgemeenten en andere overheden en zeker voor haar partners in de stad. Dat geldt eveneens voor het tot stand brengen van een meerjarenbegroting, die we u hierbij presenteren. We kijken uit naar een constructief debat.
Programmabegroting 2015
13
14
Programmabegroting 2015
3. Financiële begroting op hoofdlijnen
Programmabegroting 2015
15
16
Programmabegroting 2015
3.1
Uitgangssituatie
Het uitgangspunt voor de begroting 2015 is het saldo van de begroting 2014 (en meerjarenraming). Na de vaststelling van de begroting 2014 hebben zich een aantal ontwikkelingen voorgedaan die de ontwikkeling van het saldo beïnvloeden. In dit hoofdstuk worden de belangrijkste wijzigingen weergegeven. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in structureel en incidenteel. De gepresenteerde effecten zijn een doorrekening van feiten en eerdere besluitvorming. In de volgende hoofdstukken vindt u een uitgebreider overzicht van de verschillende wijzigingen op programmaniveau. De verschillen worden op hoofdlijnen als volgt verklaard:
Programmabegroting 2015
17
Financieel kader begroting 2015
Begroting
bedragen x € 1.000
2015
Begroting Begroting Begroting 2016
2017
2018
min = voordeel, plus = nadeel Structureel saldo begroting 2015 Saldo Begroting 2014
695
119
273
273
-297
Kapitaallasten en financiering Kapitaallasten Financieringslasten Effect tariefproducten (riolering/afval)
-276
29
49
-18
-119
-32
205
48
191
182
144
Autonome ontwikkelingen Ontwikkeling algemene uitkering (meicirculaire)
855
1.204
862
980
Doorvertaling korting buitenonderhoud
-319
-314
-311
-306
Doorvertaling korting huishoudelijke hulp
-648
-648
-648
-648
Verhoging bijdrage RUD (VTH taken)
191
191
191
191
Middelen sociaal deelfonds
-13.657
-13.796
-13.363
-13.397
Uitgaven sociaal deelfonds Ontwikkeling bijstand
13.657 -58
13.796 -58
13.363 -58
13.397 -58
OZB
-441
-454
-467
-649
Autonome loonontwikkeling
287
327
327
327
Saldo na autonome ontwikkelingen
316
467
367
162
C orrectie doorvertaling korting politieke ambtsdragers
196
196
196
196
C C M de Plataan (cf besluitvorming)
134
134
134
134
4e wethouder
116
116
116
116
Diverse ontwikkelingen onderwijs
-62
-62
-62
-62
Verhoging dividend
-53
-53
-53
-53
29
29
29
29
-277
-183
10
5
-65
74
38
-79
Aanpassing beïnvloedbare budgetten
-1.000
-1.000
-1.000
-1.000
Bijdrage tekort begroting Reestmond
665
665
665
665
-247
0
0
0
14
125
18
54
-235
508
458
167
600
0
0
0
150
0
0
0
36
0
0
0
Afkoop parkeerplaatsen Vledder
-600
600
0
0
Incidenteel saldo Begroting 2015
186
600
0
0
Structurele ontwikkelingen
4e contactmoment adolescenten GGD Kapitaallasten a.g.v. doorschuiven parkeergarages Effect exploitatie a.g.v. doorschuiven parkeergarages
Inzet bestaande middelen Overige ontwikkelingen Structureel saldo Begroting 2015
Incidenteel saldo begroting 2015 Saldo begroting 2014 Incidentele ontwikkelingen Incidentele capaciteit Wmo Transformatiegebied
Totaal saldo begroting 2015 -49 1.108 458 167 Hieruit komt naar voren dat er in 2015 een voordelig structureel saldo van € 235.000 is. Incidenteel is er een nadeel van € 186.000. Dit betekent voor het totaal van de begroting 2015 een voordeel van € 49.000. Hierna worden de ontwikkelingen per regel kort toegelicht:
18
Programmabegroting 2015
Kapitaallasten en financiering Feitelijk effect op exploitatie
De belangrijkste afwijkingen bestaan uit effecten van de jaarrekening 2013 en de bestuursrapportage 2014. De ontwikkeling van de kapitaallasten worden verder toegelicht in hoofdstuk 7. De totale financieringslast daalt de komende jaren en stijgt in het laatste begrotingsjaar. De lening portefeuille wordt meer gedifferentieerd om flexibel te kunnen inspelen op toekomstige ontwikkelingen. Naast deze ontwikkeling wordt rekening gehouden met een licht stijgende tendens in de rente. Dit betreft de actualisering van de tariefproducten riool en afval.
Financieringslasten
Effect tariefproducten Autonome ontwikkelingen Algemene uitkering (meicirculaire 2014)
Sociaal deelfonds Ontwikkeling bijstand Ontwikkeling OZB opbrengsten Autonome loonontwikkeling Ontwikkelingen Doorvertaling korting politieke ambtsdragers CCM de Plataan 4e wethouder Diverse ontwikkelingen onderwijs Ontwikkeling dividend 4e contactmoment adolescenten (GGD) Doorschuiven parkeergarages (kapitaallasten) Doorschuiven parkeergarages (exploitatielasten) Aanpassing beïnvloedbare budgetten Reestmond
Overige ontwikkelingen
De meicirculaire is vertaald en laat een structureel nadeel zien ten opzichte van de begroting 2014. Een aantal kortingen zijn door vertaald. Een toelichting treft u hierna aan bij ontwikkelingen gemeentefonds. Toelichting treft u hierna aan bij ontwikkelingen gemeentefonds. Toelichting treft u hierna aan bij ontwikkeling bijstand. Stijging OZB opbrengsten als gevolg van areaaluitbreiding, inflatie en toevoegen nieuwe jaarschijf 2018. Het effect van het CAO akkoord is hier opgenomen. In de algemene uitkering was een korting politieke ambtsdragers opgenomen, deze is teruggedraaid en daarmee ook de hieraan gerelateerde bezuiniging. Conform de besluitvorming op 13 maart 2014 zijn de effecten meerjarig verwerkt. Dit betreft de uitgaven voor de 4e wethouder. Dit betreft vereenvoudiging vergoeding schoolzwemmen, verlaging verzekeringspremies en indexering verhuur- en gebruiksinkomsten. Dit betreft de bijstelling van de verwachte dividendinkomsten. Dit betreft de wettelijke verplichting voor een extra contactmoment voor adolescenten per 1 januari 2015. Dit betreft de bijstelling van de kapitaallasten en de exploitatielasten als gevolg van het doorschuiven van de parkeergarages Kromme Elleboog (1-7-2016) en Vledder (1-4-2016) In het kader van een sluitende begroting zijn de beïnvloedbare budgetten naar evenredigheid verlaagd. De vastgestelde begroting van Reestmond laat een oplopend tekort zien. Zonder gepaste maatregelen leidt dit tot een hogere bijdrage van de gemeenten. Voor 2015 wordt rekening gehouden met het aandeel van Meppel in het totale tekort en is tevens het maximum voor de jaren erna. De afspraken die nu gemaakt worden in het kader van het sociaal domein zullen moeten leiden tot een lagere bijdrage. Voor 2015 zijn er mogelijkheden om een deel van het tekort op te vangen in de bestaande middelen. Belangrijkste effecten zijn ontwikkeling leges (publiekszaken) , vastgoed en bijstelling bijdrages GGD en VRD.
Programmabegroting 2015
19
Incidentele ontwikkelingen Incidentele capaciteit WMO
Transformatiegebied Afkoop parkeerplaatsen Vledder
20
Om de transitie van huishoudelijk hulp naar de transformatie naar maatwerk nieuwe Wmo mogelijk te maken worden alle bestaande klanten in het eerste kwartaal geherindiceerd. Deze herindicatie vraagt een extra incidentele inzet in het begin van 2015. Benodigd budget voor de uitvoering van de projectopdracht (vastgesteld maart 2014). De afkoop parkeerplaatsen Vledder was voorzien in 2015 en schuift door naar 2016.
Programmabegroting 2015
3.2
Ontwikkelingen gemeentefonds
In onderstaande tabel zijn de verschillen weergegeven ten opzichte van de begroting 2014. De begroting 2014 is gebaseerd op de meicirculaire 2013. Inkomsten algemene uitkering (regulier) (bedragen x € 1.000)
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2015
2016
2017
2018
min = voordeel, plus = nadeel Programmabegroting 2014
-32.284
-32.321
-32.031
-32.031
Programmabegroting 2015
-31.429
-31.117
-31.169
-31.051
855
1.204
862
980
Verschil begroting 2014 met begroting 2015
In de begroting 2015 is de meicirculaire volledig doorgerekend (tegen constante prijzen). Ten opzichte van de begroting 2015 valt de algemene uitkering negatiever uit. Het nadelige effect in meerjarenperspectief wordt voornamelijk veroorzaakt door rijks bezuinigingen. De ontwikkeling van de algemene uitkering wordt beïnvloed door de korting op het buitenonderhoud voor het onderwijs (€ 319K). Tevens is een korting toegepast op de WMO voor het onderdeel huishoudelijke hulp (€ 648K). Zowel de korting op het buitenonderhoud voor het onderwijs en de huishoudelijke hulp zijn 1 op 1 vertaald naar de budgetten. Tenslotte is via de algemene uitkering een bijdrage voor VTH-taken ontvangen. Hiermee is de bijdrage voor de RUD verhoogd (€ 191K).
Inkomsten algemene uitkering (soc. deelfonds) Begroting (bedragen x € 1.000)
2015
Begroting
Begroting
Begroting
2016
2017
2018
min = voordeel, plus = nadeel Programmabegroting 2015 Participatie (bestaande middelen) Toename algemene uitkering (netto)
-22.508
-22.115
-21.166
-20.792
-8.851
-8.319
-7.803
-7.395
-13.657
-13.796
-13.363
-13.397
Voor de 3 decentralisaties ontvangen wij ongeveer € 22 mln. Dit bedrag loopt in 2018 af naar ruim € 20 mln. De bedragen zijn (deels) nog indicatief aangezien nog wordt gewerkt aan een nieuw verdeelmodel. De uitkomsten zullen naar verwachting in de decembercirculaire van 2014 worden gepubliceerd. De lasten en baten met betrekking tot het sociaal deelfonds zijn budgettair neutraal opgenomen. 3.3
Ontwikkeling bijstand
Bij de begroting 2014 is de raming voor uitgaven periodieke bijstand gebaseerd op 680 uitkeringen met een gemiddeld uitkeringsbedrag € 13.725. Dit was de stand ten tijde van het opstellen van deze programmabegroting. Omdat de toekomst lastig te voorspellen is, was ook voor de jaren 2015 – 2017 uitgegaan van een gemiddeld klantenbestand van 680 uitkeringen. Bij de begroting 2015 zijn deze cijfers geactualiseerd en zijn de uitgaven gebaseerd op 680 uitkeringen met een gemiddeld uitkeringsbedrag van € 14.135 (gemiddeld bedrag 2013). De inkomsten zijn conform vastgestelde uitgangspunten geraamd op basis van de laatste voorlopige beschikking van het Rijk. De financiële gevolgen hiervan zijn meegenomen in deze programmabegroting.
Programmabegroting 2015
21
In onderstaande tabel is het totaaleffect op de bijstand inzichtelijk gemaakt. Ontwikkelingen bijstand (bijdragen x € 1.000) min = voordeel, plus = nadeel
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Begroting 2018
Inkomsten Begroting 2014 (obv beschikking) Begroting 2015 (obv beschikking) Bijstelling inkomsten
-9.488 -9.767 -279
-9.488 -9.767 -279
-9.488 -9.767 -279
-9.488 -9.767 -279
Uitgaven Begroting 2014 (680 uitkeringen) Begroting 2015 (680 uitkeringen) Bijstelling uitgaven
9.391 9.612 221
9.391 9.612 221
9.391 9.612 221
9.391 9.612 221
-58
-58
-58
-58
Inkomsten/uitgaven Totaal bijstelling Begroting 2015
3.4
Voortgang bezuinigingen/taakstellingen
Bij de Perspectiefnota 2014-2017 is geconcludeerd aan de hand van een totaaloverzicht van de realisatie van de bezuinigingen, dat de bezuinigingsopgave 2012-2015 is gehaald. Bij de begroting 2014 is aangegeven dat de taakstelling op de Plataan in de begroting blijft staan, daarbij is de verwachting uitgesproken dat de taakstelling niet volledig gerealiseerd kon worden. Op 13 maart 2014 heeft de raad besloten om met ingang van 2015 € 283.500 bij te dragen in de exploitatie van de Plataan, dit besluit is geëffectueerd in de begroting 2015. 3.5
Risicoprofiel
De vorige risico-inventarisatie heeft plaatsgevonden bij de Jaarstukken 2013. Nieuw in deze begroting is de risico inschatting voor het sociaal domein. Deze nieuwe risico analyse laat een gewogen gemiddeld risico zien van € 4,4 miljoen. Hiervan kan € 0,5 miljoen worden opgevangen door de onbenutte belastingcapaciteit en de post onvoorzien. Het adviesniveau voor de bufferreserve komt daarmee op € 3,9 miljoen. Het huidige niveau is € 2,3 miljoen, 47% onder het actuele adviesniveau.
22
Programmabegroting 2015
4. Beleidsprogramma’s
Programmabegroting 2015
23
24
Programmabegroting 2015
4.1 4.1.1
Programma 1: Bestuur Wat valt onder dit programma?
Onderdelen
Bestuursorganen Bestuursondersteuning (griffie)
Prod.
Portefeuille
51
Westmaas
Onder het programma Bestuur vallen de bestuursorganen gemeenteraad, college en burgemeester. De griffie neemt in dit programma een bijzondere plaats in, als organisatie-eenheid die de bedrijfsvoering van de raad behartigt. Ook regionale samenwerking, de rekenkamer, bezwaren en klachten (de commissie bezwaar en beroep en de gemeentelijke klachtenregeling) en de organisatieontwikkeling (waaronder dienstverlening) zijn beleidsmatig aan dit programma verbonden. Beleidskader - Coalitieakkoord met de samenleving 2014-2018 - Programmaplan Dienstverlening 2012 - “Meppel goed bestuur(d)”, Griffieplan Meppel 2013 Relatie met andere beleidsterreinen Het coalitieakkoord wordt met partners in de samenleving uitgewerkt in een uitvoeringsprogramma, dat wordt vertaald in raadsprogramma’s. Het programma Bestuur heeft raakpunten met alle andere programma’s (integraal werken). Dit geldt voor regionale samenwerking en ook voor dienstverlening. Excellente dienstverlening leveren is een doel van de gehele organisatie. Regionale samenwerking heeft banden met alle inhoudelijke programma’s, omdat steeds meer thema’s en dossiers in samenwerking gerealiseerd worden. 4.1.2
Wat willen we bereiken?
Bestuur De nieuw gekozen gemeenteraad van Meppel blijft ook in de raadsperiode 2014-2018 werken aan het versterken van de drie rollen die de gemeenteraad heeft; de volksvertegenwoordigende, de kaderstellende en de controlerende rol. Hierbij ligt de focus in 2015 op de volksvertegenwoordigende en de kaderstellende rol. Een nadere uitwerking hiervan zal worden opgenomen in het griffieplan 20142015. Excellente dienstverlening Het Programma Excellente Dienstverlening is uitgerold en eind 2013 geëvalueerd. Onze dienstverlening is zichtbaar en meetbaar verbeterd. De programmatische aansturing is tegelijk geëindigd met het onderbrengen van activiteiten in de lijn, voor zover dat al niet was gebeurd. In de evaluatie van de activiteiten die onder het programma vallen, is expliciet aandacht gevraagd voor borging. Er is een Koplopersgroep opgericht. Dit team “bewaakt” de lopende activiteiten en verzint slimme activiteiten die bijdragen aan dienstverlening. Bij de totstandkoming van het programmaplan is een aantal activiteiten benoemd die een langere looptijd kennen (2015). Dit geldt bijvoorbeeld voor het doel om 80% van de klantvraag bij het eerste klantcontact af te doen. Ook online communicatie met klanten, het digitaliseren van onze producten en het realiseren van koppelingen tussen verschillende applicaties van het KCC en de backoffice vallen onder activiteiten die nog niet afgerond zijn. Samenwerking Regionale samenwerking Samenwerking tussen de gemeenten Westerveld en Meppel krijgt vorm door deze lerend te ontwikkelen. Samengewerkt wordt waar dit meerwaarde oplevert. Dit wordt per bedrijfsproces uitgeprobeerd. Dus vindt geen ambtelijke fusie in één klap plaats. Samenwerking met de regiogemeenten Staphorst, Zwartewaterland en Steenwijkerland komt op gang. Op grond van een bestuursopdracht wordt nader bekeken wat deze gemeenten elkaar kunnen bieden bij de drie decentralisaties in het sociaal domein. Daarbij is het gewenste schaalniveau bij de uitoefening van taken een belangrijk criterium.
Programmabegroting 2015
25
De samenwerking binnen de regio Zwolle blijft van belang. Een evaluatie heeft plaatsgevonden en een herijking gebeurt in 2014-2015. De huidige insteek op netwerkvorming en het op de kaart zetten van de regio is geslaagd. Nu wordt het tijd ook inhoudelijke resultaten te boeken. Voor Meppel gaat het in de eerste plaats om het onderwerp havens en logistiek, maar ook agrofood en health & care zijn van belang. Mogelijk kent ook samenwerking buiten het economische domein meerwaarde. Mondiale samenwerking De stedenbanden met El Hoceima en Most worden voortgezet. Daarnaast worden enkele andere activiteiten rond bewustwording uitgevoerd. 4.1.3
Wat gaan we daarvoor doen?
Doelen/Activiteiten Wat willen we bereiken? Bestuur Versterken volksvertegenwoordigende, controlerende en kaderstellende rol gemeenteraad. Wat gaan we daarvoor doen? Uitvoering griffieplan Wat willen we bereiken? Dienstverlening - Meer klantbetrokkenheid - Effectiever en efficiënter - Meer op maat - Transparanter Wat gaan we daarvoor doen? - Afronden activiteiten uit programma Excellente Dienstverlening - Koplopergroep Excellente Dienstverlening Wat willen we bereiken? Samenwerking - Samenwerking aansluiten bij natuurlijke oriëntaties van mensen - Meerwaarde bereiken door verhogen van kwaliteit en verminderen van kwetsbaarheid van de organisatie Wat gaan we daarvoor doen? - Lerend vormgeven aan ambtelijke samenwerking met Westerveld - Nader vormgeven aan samenwerking op sociaal domein met Westerveld, Steenwijkerland, Staphorst en Zwartewaterland - Herijken samenwerking regio Zwolle - Voortzetten stedenbanden met El Hoceima en Most
4.1.4
Beoogde effecten
Onderwerp
Doel
Indicator
1 Dienstverlening
De wachttijd voor klanten aan de balie binnen de afgesproken servicenorm houden. Goede bejegening van klanten aan de telefoon. Meer producten en diensten elektronisch afhandelen.
Percentage klanten dat binnen 10 minuten wordt geholpen.
2 Dienstverlening 3 Dienstverlening
26
Oordeel klant over bejegening aan de telefoon. Percentage diensten en producten dat elektronisch afgehandeld kan worden.
Programmabegroting 2015
Jaarstukken Jaarstukken 2012 2013
Begroting 2015
96%
93%
95%
7,2
7,4
7,4
63,2%
65%
70,6
Bron 1 Qmatic-zuil -software 2 benchmark publiekszaken, brief op maat 2013 3 benchmark publiekszaken, brief op maat 2013 Toelichting 2 De scores van vergelijkbare gemeenten is 7,47 en van alle gemeenten in de benchmark 7,5. 3 De scores van gemeenten van vergelijkbare omvang is 67,3% en van alle benchmarkgemeenten 67,3%.
4.1.5
Wat mag het kosten?
01 Bestuur Bedragen x € 1.000,-
Rekening Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2013 2014 2015 2016 2017 2018
Lasten Baten Tota a l sa ldo va n ba te n e n la ste n xx Dotaties / onttrekkingen aan reserves Re sulta a t
1.662 -4 1.659 0 1. 6 5 9
1.641 -8 1.633 0 1. 6 3 3
1.739 -8 1.731 0 1. 7 3 1
1.733 -8 1.725 0 1. 7 2 5
1.731 -8 1.723 0 1. 7 2 3
1.731 -8 1.723 0 1. 7 2 3
Uitsplitsing ra ming na a r produc te n 51 Bestuur Tota a l sa ldo va n ba te n e n la ste n
1.659 1. 6 5 9
1.633 1. 6 3 3
1.731 1. 7 3 1
1.725 1. 7 2 5
1.723 1. 7 2 3
1.723 1. 7 2 3
Programmabegroting 2015
27
4.2 4.2.1
Programma 2: Openbare orde en veiligheid Wat valt onder dit programma?
Onderdelen
Integrale openbare orde en veiligheid Brandweer en rampenbestrijding Bijzondere wetgeving
Prod.
Portefeuille
33 34 35
Westmaas Westmaas De Vos
Onder het programma Openbare orde en veiligheid vallen de veiligheidsregio Drenthe (VRD) met bestaande gemeentelijke en bovengemeentelijke hulpdiensten (brandweer, ambulance, geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen (GHOR)), crisisbeheersing en rampenbestrijding, de algemene plaatselijke verordening (APV) en een aantal andere bijzondere wetten. Beleidskader - Wet veiligheidsregio’s - Verordening Brandveiligheid en Hulpverlening gemeente Meppel - Integraal veiligheidsplan 2008 en activiteitenprogramma - Regionaal Crisisplan Drenthe 2014 - Algemeen Plaatselijke Verordening - Bestuurlijke strafbeschikking - Drank- & Horecawet 2013 - Wet Bibob 2013 - Wet regulering prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche 2011 Relatie met andere beleidsterreinen Voor het terugdringen van alcohol- en drugsgebruik onder jongeren en het ontwikkelen van volksgezondheidbeleid bestaat een duidelijke relatie met het programma Maatschappelijke ondersteuning en programma Sport en bewegen. 4.2.2
Wat willen we bereiken?
Algemene doelstelling: Een woon- en leefomgeving waar de inwoners en bezoekers van Meppel zich veilig voelen. Ontwikkelingen: Naar verwachting wordt eind 2014 de beleidsnota integraal veiligheidsplan (IVP) aan uw raad voorgelegd. Vervolgens wordt een tweejaarlijks activiteitenprogramma vastgesteld. De uitvoering hiervan zal zoveel mogelijk gerealiseerd moeten worden binnen de bestaande middelen. In 2014 is een wijziging van de Wet regulering prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche ingediend bij de Tweede Kamer. Wanneer dit wetsvoorstel wordt aangenomen, zal het prostitutiebeleid, zoals opgenomen in de APV van Meppel, worden aangepast. De regionalisering van de brandweer in Drenthe is met ingang van 1 januari 2014 een feit geworden. Sturing op deze gemeenschappelijke regeling zal verder vorm moeten krijgen in 2015. De regionalisering brengt de nodige, ook financiële, risico’s, met zich mee. De bezuinigingstaakstelling die is opgelegd door het Algemeen Bestuur van de VRD aan de VRD van 5 % in 2014 en 5 % in 2015 (ter dekking van frictiekosten voor gemeenten) kan gevolgen hebben voor het kwaliteitsniveau van de brandweer. Vanaf 2015 draagt de gemeente Meppel financieel bij aan het RIEC NOORD (regionaal informatie- en experticecentrum voor georganiseerde criminaliteit). Het RIEC ondersteunt de 59 gemeenten in de drie noordelijke provincies bij de bestuurlijke- en/of integrale aanpak van georganiseerde en ondermijnende criminaliteit. Om de gezamenlijke aanpak van mensenhandel in Noord-Nederland te continueren is sinds 1 januari 2014 een ketenregisseur mensenhandel voor Drenthe werkzaam. Voor de inzet van deze ketenregisseur in 2015 levert de gemeente Meppel een financiële bijdrage.
28
Programmabegroting 2015
4.2.3
Wat gaan we daarvoor doen?
Doelen en activiteiten Wat willen we bereiken? Het veiligheidsgevoel bij de burger tenminste handhaven op het huidige niveau. De bewustwording bij de burger, dat zij zelf een bijdrage kunnen leveren aan hun (gevoel van) veiligheid, vergroten. Wat gaan we daarvoor doen? - Opstellen van en uitvoering geven aan het activiteitenprogramma van het IVP; - Uitvoering geven aan de beleidsregel Bibob; - Burgers meer betrekken bij de aanpak van situaties die zij als onveilig of hinderlijk ervaren. - Het handhavingsplan drank- & horecawet inclusief de handhaving van de para commerciële verordening wordt uitgevoerd. - Zaken waarvan het vermoeden bestaat dat er sprake is van georganiseerde criminaliteit, samen met het RIEC oppakken. - Samen met de ketenregisseur Mensenhandel de bekendheid met signalen van mensenhandel bij gemeentelijke medewerkers vergroten en indien nodig casussen oppakken. Wat willen we bereiken? Rampenbestrijding vindt goed voorbereid en adequaat plaats Wat gaan we daarvoor doen? Oefenen van het Regionaal Crisisplan Drenthe Wat willen we bereiken? Adequate en duurzame brandweerzorg Wat gaan we daarvoor doen? Regie voeren op de Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Drenthe
4.2.4
Beoogde effecten
Onderwerp
Doel
Indicator
1 Veiligheid
Voorkomen dat rampen en branden gebeuren, voorbereid zijn als ze toch voorkomen en dan goed optreden. Handhaven en vergroten openbare veiligheid.
Kwaliteit van voorbereiding rampen.
2 Veiligheid
Jaarstukken 2012
Voldoende
Score veiligheid Actualisatie, in de cijfer volgt in leefbaarometer. 2013
Jaarstukken 2013
Voldoende
25
Begroting 2015 Voldoende in staat om een (geënsceneerde) crisis te kunnen managen 25
Bron 1 Radar, 2013 2 Leefbaarometer, Binnenlandse Zaken Toelichting 1 IOOV (= inspectie openbare orde en veiligheid) geeft geen cijfers in haar evaluatie maar stelt dat een veiligheidsregio voldoende in staat moet zijn om een crisis te kunnen managen. De crisismanagementorganisatie (CMO) is op Drents niveau georganiseerd. IOOV toetst de CMO van Veiligheidsregio Drenthe jaarlijks door gebruik te maken van het RAmpenbestrijding Doorlichtings ARrangement (RADAR) waarbij een grote calamiteit wordt geënsceneerd. Binnen de in Drenthe vigerende crisisorganisatiestructuur scoort de veiligheidsregio voldoende. 2
De score veiligheid is gebaseerd op gegevens over geweld, diefstal, vernieling, vervuiling en overlast. Het landelijk gemiddelde is nul. Onder de nullijn is dus een slechtere score dan het gemiddelde en erboven is beter. Ter vergelijking, de scores van respectievelijk Hoogeveen en Steenwijk zijn 16 en 26. In de loop van 2015 worden de cijfers uit 2012 geactualiseerd. Het streven is om het gevoel van veiligheid van inwoners en bezoekers tenminste te continueren t.o.v. de afgelopen jaren.
Programmabegroting 2015
29
4.2.5
Wat mag het kosten
0 2 O pe nba re orde e n ve ilighe id Be dra ge n x € 1. 0 0 0 , -
Re ke ning Be groting Be groting Be groting Be groting Be groting 2 0 13 2 0 14 2 0 15 2 0 16 2 0 17 2 0 18
Lasten Baten Tota a l sa ldo va n ba te n e n la ste n xx Dotaties / onttrekkingen aan reserves Re sulta a t
3.443 - 1.162 2.282 0 2.282
2.685 - 100 2.585 0 2.585
2.364 - 100 2.263 0 2.263
2.391 - 100 2.291 0 2.291
2.389 - 100 2.289 0 2.289
2.381 - 100 2.281 0 2.281
Uitsplitsing ra ming na a r produc te n 33 Integrale openbare orde en veiligheid 34 Brandweerzorg 35 Diverse bijzondere wetten Tota a l sa ldo va n ba te n e n la ste n
271 1.585 426 2.282
248 1.817 520 2.585
230 1.538 495 2.263
232 1.564 495 2.291
232 1.562 495 2.289
232 1.554 495 2.281
30
Programmabegroting 2015
4.3
4.3.1
Programma 3: Sociale zekerheid en werkgelegenheid
Wat valt onder dit programma?
Onderdelen
Minimabeleid Periodieke bijstand Participatie Jeugdzorg Wet Maatschappelijke Ondersteuning (transitie AWBZ)
Prod.
Portefeuille
36 37 39 80 81
Koning Koning Koning De Vos Stam
Het programma Sociale zekerheid en werkgelegenheid richt zich op de participatie van inwoners. Een integrale benadering van het thema sociale zekerheid, werkgelegenheid, jeugdzorg en maatschappelijke ondersteuning staat voorop, waarbij ook onderwijs, economisch beleid, wonen, welzijn, zorg en gemeentelijke belastingen aan bod komen. Beleidskader Participatiewet (2015) Gemeentelijke verordeningen minimabeleid (2009, 2012 en 2014) Handreiking voor de uitvoering van de Wet werk en bijstand (2014) Wet Kinderopvang Visienota participatie werkt! (2012) Beleidsregels re-integratie gemeente Meppel (2013) Jeugdwet (2015) Wet Maatschappelijke Ondersteuning (2015) (WMO) Visie en kaderstelling sociaal domein (2014) Doelen sociaal domein (2014) De toegang tot één domein (2014) Wet deelfonds sociaal domein (2014) Bouwstenennotitie (2013) Relaties met andere beleidsterreinen De transities uit het sociaal domein (Participatiewet, (de nieuwe) WMO en Jeugdwet) maken onderdeel uit van dit programma. De middelen voor deze onderdelen zijn tijdelijk (drie jaar) opgenomen in het sociaal deelfonds. De wetgever heeft hiermee beoogd dat de middelen daadwerkelijk besteed worden aan de drie transities. Dit programma heeft raakvlakken met tal van beleidsgebieden, zoals maatschappelijke ondersteuning, onderwijs, welzijn, gezondheidsbeleid en economie. Door de participatie van burgers en de wijkgerichte aanpak is er in toenemende mate een relatie te leggen met het beheer van openbare ruimte. Ontwikkelingen Participatiewet Per 1 januari 2015 treedt de Participatiewet in werking en zijn de WWB, Wsw en een deel van de Wajong hier in opgegaan. Dit betekent dat er een bredere en grotere doelgroep zich bij de gemeente meldt voor begeleiding en arbeidstoeleiding. Indien dit niet direct aan de orde is, is er de mogelijkheid voor een uitkering om in het inkomen te voorzien. Binnen de Participatiewet zijn tevens nieuwe maatregelen opgenomen met betrekking tot de uitkering. Jeugdwet Per 1 januari 2015 treedt de Jeugdwet in werking. De gemeente wordt verantwoordelijk voor alle vormen van jeugdzorg. Op dit moment is de gemeente al verantwoordelijk voor het preventieve jeugdbeleid en het jeugdgezondheidsbeleid (programma 5). Op 1 januari 2015 komen daar de zwaardere vormen van jeugdzorg bij, zoals geestelijke gezondheidszorg (GGZ), jeugdbescherming/jeugdreclassering en adviesen meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling (AMHK). Wet Maatschappelijke ondersteuning Per 1 januari 2015 treedt de nieuwe Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2015 (WMO 2015) in werking. Een aantal functies van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) wordt overgeheveld naar de WMO 2015. Het betreft begeleiding van personen die zelfstandig wonen (inclusief vervoer, kortdurend verblijf en beschermd wonen). Ook de ondersteuning van cliënten komt onder de gemeentelijke verantwoordelijkheid te vallen.
Programmabegroting 2015
31
4.3.2
Wat willen we bereiken?
Algemene doelstelling: Burgers zijn zelfredzaam en kunnen meedoen in de samenleving. De leidende principes hierbij zijn: versterken van de eigen kracht, een beroep doen op wederkerigheid, dicht bij de burger, gericht op preventie, maatwerkoplossingen en integraal werken volgens ‘1 gezin, 1 plan, 1 aanspreekpunt’. Er wordt een samenhangende aanpak gerealiseerd op het gebied van zorg, welzijn, wonen, werk en inkomen. 4.3.3
Wat gaan we daarvoor doen?
Doelen en activiteiten Wat willen we bereiken? Minimabeleid Het financieel ondersteunen van mensen die (langdurig) zijn aangewezen op sociaal minimum zodat zij kunnen deelnemen aan de maatschappij. Wat gaan we daarvoor doen? Het nieuwe minimabeleid wordt uitgevoerd. Er wordt extra aandacht besteed aan de communicatie met de doelgroep. Onder andere door het actief benaderen van de inwoners die kwijtschelding hebben gehad van de gemeentelijke belastingen en bij klantcontacten binnen het sociaal domein te beoordelen of klanten recht hebben op minimaregelingen. Wat willen we bereiken? Periodieke bijstand Inwoners hebben een inkomen, minimaal ter hoogte van de voor hen geldende bijstandsnorm, zodat zij kunnen voorzien in de kosten van het bestaan. Wat gaan we daarvoor doen? De huidige werkwijze wordt voortgezet. We blijven alle aanvragen beoordelen op rechtmatigheid. De poortwachter en de handhaver zijn verantwoordelijk voor dit proces. Per 1 januari 2015 wordt de kostendelersnorm ingevoerd. Door de invoering van de kostendelersnorm wordt de stapeling van uitkeringen binnen een huishouden voorkomen. Wat willen we bereiken? Participatie Inwoners van Meppel die periodieke bijstand ontvangen kunnen zo spoedig mogelijk (weer) in hun bestaanskosten voorzien door het verrichten van betaalde reguliere arbeid. Werk betekent niet alleen inkomen, maar ook ontplooiing, ontwikkeling en betrokkenheid bij de samenleving. Wat gaan we daarvoor doen? Op basis van het vastgestelde re-integratiebeleid wordt uitvoering gegeven aan de arbeidsinschakeling en -toeleiding. Door inzet van de re-integratieconsulenten, de accountmanagers, de recruiter en het LeerWerkCentrum (LWC) wordt over de hele keten van re-integratie ondersteuning geleverd aan werkzoekenden. Om vraag en aanbod op de arbeidsmarkt beter op elkaar af te stemmen wordt samenwerking gezocht met de (regio)gemeenten en de diverse uitvoeringsorganisaties. De werkgeversdienstverlening samen met de gemeenten Staphorst, Westerveld, Steenwijkerland en Zwartewaterland wordt in 2015 verder ontwikkeld. Per 1 januari 2015 wordt uitgevoerd: - de verplichte tegenprestatie naar vermogen - uniformering van de arbeidsverplichting - uniformering sanctiebeleid Wat willen we bereiken? Wsw Zoveel mogelijk mensen met een huidige Wsw indicatie werken op een voor hen geschikte werkplek. Wie met ondersteuning aan de slag kan, werkt bij een werkgever. Voor wie dat (nog) niet kan, is er een geschikte werkplek binnen het werkvoorzieningsschap. Beschut werken nieuwe stijl Mensen die behoren tot de nieuwe doelgroep ‘beschut werken’ werken tegen minimaal het minimumloon op een voor hen geschikte werkplek.
32
Programmabegroting 2015
Doelen en activiteiten Wat gaan we daarvoor doen? De instroom van de Wsw is per 1 januari 2015 beëindigd door de inwerkingtreding van de Participatiewet. De opdracht voor de sociale werkvoorziening (sw) is beschreven in de gemeenschappelijke regeling. In 2015 wordt voornamelijk ingezet op het realiseren van opdrachten en detacheringen voor het sw-bedrijf. Daarnaast werken we samen aan een herstructurering van het swbedrijf Reestmond, al dan niet binnen de bestaande gemeenschappelijke regeling. De plannen voor het beschut werken nieuwe stijl moeten verder uitgewerkt worden. Wat willen we bereiken? Schuldhulpverlening Schuldhulpverlening beschikbaar houden voor de meest kwetsbare inwoners waardoor ze kunnen blijven participeren in de samenleving. Wat gaan we daarvoor doen? De GKB levert in 2015 de volgende diensten die gerekend worden tot de materiele schuldhulpverlening aan de gemeente Meppel: aanmelding, intake, schuldregeling, budgetbeheer, beschermingsbewind en verzoekschrift en verklaringen Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP) Voor immateriële schuldhulpverlening heeft de GKB een overeenkomst met de stichting Welzijn voor het uitvoeren van budgetcoaching/psychosociale ondersteuning. De preventieve schuldhulpverlening wordt eveneens in samenwerking met de stichting Welzijn uitgevoerd door het gezamenlijk geven van budgetcursussen en samenwerking op het gebied van screening m.b.t de zelfredzaamheid van cliënten. Wat willen we bereiken? Jeugdzorg Alle vormen van jeugdzorg zijn beschikbaar, waardoor een volwaardige deelname aan de samenleving mogelijk is en de woonomgeving van jeugdigen een goede plek is om op te groeien. Wat gaan we daarvoor doen? In Drenthe wordt gewerkt met zgn. interventieniveaus van niveau 1 tot en met 8. Het uitgangspunt is dat de interventieniveaus 1 tot en met 3 preventie betreffen. Voor deze niveaus is de gemeente nu al verantwoordelijk en dat blijft ook zo (programma 5). In verschillende samenwerkingsverbanden op regionaal en Drents niveau wordt er voor gezorgd dat de jeugdzorg vanaf interventieniveau 4 beschikbaar is voor de doelgroep. Het gaat hierbij om de zwaardere vormen van jeugdzorg zoals pleegzorg en crisisopvang. Dit is geregeld in het regionaal transitiearrangement (rta). De komende jaren zal de transformatie verder vorm krijgen. Wat willen we bereiken? Wet Maatschappelijke Ondersteuning (transitie AWBZ) Inwoners van de gemeente Meppel kunnen zo lang mogelijk zelfstandig in hun eigen leefomgeving blijven wonen. Uitgangspunt is daarbij uit te gaan van eigen kracht en hulp vanuit de directe sociale omgeving. Waar dit niet mogelijk is wordt ondersteuning geboden. Wat gaan we daarvoor doen? - Bevorderen van sociale samenhang, mantelzorg, vrijwilligerswerk en de veiligheid en leefbaarheid in de gemeente, alsmede voorkomen en bestrijden van huiselijk geweld. - Het ondersteunen van de zelfredzaamheid en de participatie van personen met een beperking of met chronische, psychische of psychosociale problemen, zoveel mogelijk in de eigen leefomgeving. - Het bieden van opvang (maatschappelijke opvang, vrouwenopvang, beschermd wonen en verslavingszorg).
Programmabegroting 2015
33
4.3.4
Beoogde effecten
Onderwerp 1 Periodieke bijstand
Jaarstukken 2012
Jaarstukken 2013
Begroting 2015
% van de beëindigingen naar aanleiding van rechtmatigheidsonder zoeken (handhaving).
8%
5%
5%
23%
30%
25%
37%
40%
43%
Doel
Indicator
Uitstroombevordering.
2 Periodieke bijstand
Instroombeperking.
% van de aanvragen dat niet leidt tot een uitkering .
3 Re-integratie
Vergroten van uitstroom uit de bijstand naar regulier werk.
% van de beëindigingen naar regulier werk neemt jaarlijks toe met 2% over de periode 20122015.
Vergroten maatschappelijke participatie.
% van het aantal mensen dat stijgt op de participatieladder per trede tov 1 jaar ervoor.
4 Re-integratie
trede trede trede trede trede trede
6 5 4 3 2 1
= = = = = =
33% 18% 19% 15 % 7% 0%
trede trede trede trede trede trede
6 5 4 3 2 1
= = = = = =
0% 22% 25% 15% 2% 0%
trede trede trede trede trede trede
6 5 4 3 2 1
= = = = = =
0% 22% 25% 15% 2% 0%
Algemene toelichting
1/2 De opgenomen percentages zijn verwachtingen en geen streefpercentages. Bron 1 2 3 4
Resultaten/kengetallen Programma 3 (2013) Resultaten/kengetallen Programma 3 (2013) Resultaten/kengetallen Programma 3 (2013) Registratiesysteem uitkeringen
Toelichting 1 Betreft het percentage beëindigde uitkeringen naar aanleiding van geconstateerde onrechtmatigheden gedurende de uitkering ten opzichte van alle beëindigingen. 2
Betreft het percentage niet gehonoreerde aanvragen als gevolg van onderzoek naar mogelijkheden van een voorliggende voorziening en de juistheid van opgegeven informatie.
3
Betreft het percentage beëindigde uitkeringen als gevolg van uitstroom naar regulier werk ten opzichte van alle beëindigingen. Vergelijking van de trede op 1-1-2016 met de trede met de trede op 1-1-2015.
4
34
Programmabegroting 2015
4.3.5
Wat mag het kosten?
0 3 S oc ia le ze ke rhe id e n we rkge le ge nhe id Be dra ge n x € 1. 0 0 0 , Lasten Baten Tota a l sa ldo va n ba te n e n la ste n xx Dotaties / onttrekkingen aan reserves Re sulta a t Uitsplitsing ra ming na a r produc te n 36 Minimabeleid 37 Periodieke bijstand 39 Arbeidsmarkt 80 Jeugd 81 Nieuwe WMO Tota a l sa ldo va n ba te n e n la ste n
Re ke ning Be groting Be groting Be groting Be groting Be groting 2 0 13 2 0 14 2 0 15 2 0 16 2 0 17 2 0 18 23.235 - 19.523 3.711 -6 3.705
22.466 - 18.543 3.923 - 78 3.844
36.934 - 32.635 4.299 - 13 4.286
36.789 - 32.243 4.547 0 4.547
35.850 - 31.294 4.556 0 4.556
35.476 - 30.920 4.556 0 4.556
1.825 428 1.459
1.811 387 1.725
1.700 523 2.076 0 0 4.299
1.698 523 2.326 0 0 4.547
1.708 523 2.326 0 0 4.556
1.708 523 2.326 0 0 4.556
3 . 7 11
3.923
Programmabegroting 2015
35
4.4 4.4.1
Programma 4: Onderwijs Wat valt onder dit programma? Prod.
Onderdelen
Onderwijs algemeen lokale overheid
41
Portefeuille De Vos
Onder het programma Onderwijs vallen die taken waar onze gemeente op het gebied van onderwijs voor verantwoordelijk is. Dit betreft met name de onderwijshuisvesting en het onderwijsachterstandenbeleid, de uitvoering van de wet leerplicht, het leerlingenvervoer, volwasseneneducatie, maar ook schoolzwemmen, voorschoolse educatie en de integratie van het onderwijsveld met andere beleidsterreinen. Beleidskader - Onderwijswetten - Wet op de leerplicht - Wet op het leerlingenvervoer - Wet op het primair onderwijs - Wet op het voortgezet onderwijs - Wet passend onderwijs - Wet op de expertise centra - Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) - Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs - Wet kwaliteitseisen kinderopvang en peuterspeelzalen (WKKP) - Wet Ontwikkeling door kwaliteit en educatie (OKE) - Verordening voorschoolse voorzieningen - Integraal Huisvestingsplan Primair Onderwijs - Integraal Huisvestingsplan Voortgezet Onderwijs Relaties met andere beleidsterreinen De beleidsterreinen Sport en bewegen, Maatschappelijke ondersteuning, Cultuur, Jeugdbeleid, zorgbeleid en arbeidsmarkt en ook openbare orde en veiligheid hebben allemaal raakvlakken met het onderwijs. Educatie en preventie liggen vaak in elkaars verlengde. De relatie tussen onderwijs- en zorgbeleid is door de transitie van de jeugdzorg en de invoering van passend onderwijs nog sterker geworden doordat gemeenten en onderwijsinstellingen (samenwerkingsverband) samen vorm moeten geven aan het zorgbeleid. 4.4.2
Wat willen we bereiken?
Algemene doelstelling: Elk individu heeft recht op een passend onderwijsaanbod binnen zijn/haar eigen mogelijkheden om zich te ontwikkelen tot een zelfstandige sociale en verantwoordelijke burger. 4.4.3
Wat gaan we daarvoor doen?
Doelen en activiteiten Wat willen we bereiken?
Creëren van passend en samenhangend aanbod aan onderwijsvoorzieningen en huisvesting. Wat gaan we daarvoor doen?
In 2015 zal de Verordening Voorzieningen Huisvesting worden geactualiseerd. Belangrijke reden hiervoor is het door decentraliseren van het buitenonderhoud per 2015 en de daarmee veranderende verantwoordelijkheidsverdeling. Wat willen we bereiken?
Voorkomen van onderwijsachterstand en voortijdig schooluitval. Wat gaan we daarvoor doen?
- Organiseren van kindcentra (start in augustus) om de doorgaande leerlijn van kinderen te waarborgen en achterstanden op een jonge leeftijd te bestrijden. Voor kinderen in de leeftijd tussen 0-6 jaar zullen vanuit de OAB-middelen activiteiten zoals Warme overdracht, leesbevorderingsprogramma en opleiding leidsters voorschoolse voorzieningen), aanschaf piramide materiaal (leermethode basisscholen), en projecten voor ouderenbetrokkenheid worden bekostigd.
36
Programmabegroting 2015
Doelen en activiteiten - De uitvoering van de leerplicht en de kwalificatieplicht vindt onder aansturing vanuit de gemeente plaats. Voor de RMC-functie blijft de samenwerking met gemeenten Hoogeveen, De Wolden en Westerveld op beleid- en stuurgroepniveau in stand. Ook vindt er regionale afstemming plaats op de uitvoering Wat willen we bereiken? Integratie tussen peuterspeelzalen en kinderopvang (voorschoolse voorziening) monitoren. Wat gaan we daarvoor doen?
In het schooljaar 2014/2015 starten de basisscholen met Kindcentra waarbij de scholen en hun partners samen een beleidsplan opstellen voor de voorschoolse educatie. Vanaf eind 2013 worden de kinderen in de voorschoolse voorzieningen gemonitord om hun ontwikkeling te volgen. Deze monitoring wordt in de nieuwe opzet met de kindcentra gecontinueerd. Wat willen we bereiken?
- Volwasseneneducatie - Extra ondersteuning bieden aan volwassenen om hun kennisniveau te verhogen. Bestrijden van laaggeletterdheid. Wat gaan we daarvoor doen?
Vanaf 2015 zullen de educatieregio’s samenvallen met de arbeidsmarktregio’s. Gemeente Meppel hoort bij de arbeidsmarktregio Zwolle. Wij zullen vanaf 2015 onze gemeentelijke belangen op het gebied van volwasseneneducatie in regio de betreffende regio behartigen.
4.4.4
Beoogde effecten Jaarstukken 2012
Onderwerp
Doel
1 Onderwijs
Het bieden van Percentage 0-6 (onderwijs)mogelijkheden jarigen dat een voor een optimale taalaanbod krijgt. ontwikkeling van kinderen van 0-6 jaar.
2 Onderwijs
Indicator
Voorkomen schooluitval en onderwijsachterstand.
Aantal vroegtijdig schoolverlaters.
Jaarstukken Begroting 2013 2015
Niet beschikbaar
70%
95%
121
85
85
Bron 1 vanaf 2014 monitort de gemeente Meppel alle gegevens van de deelnemende kinderen aan de voorschoolse educatie. 2 Rapportage bureau recht op leren Toelichting 1 1, Het hanteren van de nieuwe doelgroepomschrijving geeft een beter beeld over de kinderen die een risico lopen op achterstand i.p.v. de in het verleden gehanteerde wijkgebonden doelgroepomschrijving. Vandaar dat wij nu meer zekerheid kunnen stellen dat wij 95% van deze kinderen in 2015 gaan bereiken. 2
In het schooljaar 2013-2014 was er een lichte stijging van het aantal VSV-ers vanwege verhuizing van leerlingen zonder startkwalificatie naar de gemeente Meppel. Dit is niet beïnvloedbaar. Daarom wordt 85 wederom als streefgetal aangehouden voor 2015,
4.4.5
Wat mag het kosten?
0 4 O nde rwijs Be dra ge n x € 1. 0 0 0 , -
Re ke ning Be groting Be groting Be groting Be groting Be groting 2 0 13 2 0 14 2 0 15 2 0 16 2 0 17 2 0 18
Lasten Baten Tota a l sa ldo va n ba te n e n la ste n xx Dotaties / onttrekkingen aan reserves Re sulta a t
4.528 - 840 3.688 0 3.688
5.841 - 792 5.049 0 5.049
6.560 - 942 5.619 0 5 . 6 19
6.445 - 708 5.737 0 5.737
6.387 - 712 5.675 0 5.675
6.348 - 717 5.631 0 5.631
Uitsplitsing ra ming na a r produc te n 41 Onderwijs Tota a l sa ldo va n ba te n e n la ste n
3.688 3.688
5.049 5.049
5.619 5 . 6 19
5.737 5.737
5.675 5.675
5.631 5.631
Programmabegroting 2015
37
4.5 4.5.1
Programma 5: Maatschappelijke ondersteuning Wat valt onder dit programma?
Onderdelen
-
Wet Maatschappelijke Ondersteuning (voor elk prestatieveld een product)
Prod.
Portefeuille
70 t/m 79
Stam
Vijf Wmo-thema’s In de beleidsnota WMO 2015-2016 zijn 4 thema’s benoemd. Het vijfde thema vormt de verbindende schakel met de Jeugdwet en is uitgewerkt in het beleidsplan jeugd. Uitgangspunt is dat niet het aanbod maar de vraag centraal staat en dat de oplossing als eerste geboden wordt vanuit het eigen netwerk en de eigen kracht. Als algemene ondersteuning niet aanwezig of toereikend is zal de gemeente maatwerk verstrekken. Beleidskader - Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) 2014 - Uitvoeringsplan sociaal domein (nog vast te stellen) - Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Meppel 2014 (nog vast te stellen). - Beleidsplan Wmo (nog vast te stellen). - Beleidsplan en verordening jeugd (nog vast te stellen) - Wet publieke gezondheid (Wpg) - Kadernota volksgezondheidsbeleid “Gezond verbonden 2013-2016” - Uitvoeringsnotitie Jeugd- en Middelengebruik ZEG NEE, D’AS OK! 2011-2016 Relaties met andere beleidsterreinen Dit programma maakt integraal onderdeel uit van het sociaal domein (Participatiewet, WMO, AWBZ en jeugdzorg). In programma 3 dit inhoudelijk en financieel uiteengezet. 4.5.2
Wat willen we (per thema) bereiken?
Thema volksgezondheid Algemene doelstelling: Alle Meppelers leven langer in goede gezondheid. We besteden daarbij extra aandacht aan mensen met een gezondheidsachterstand en jongeren. 4.5.3
Wat gaan we daarvoor doen?
Doelen en activiteiten Wat willen we bereiken? Het realiseren van een goede gezondheid door in te zetten op de volgende speerpunten: - Gezonde voeding en bewegen - Verminderen van het gebruik van genotmiddelen - Psychische gezondheid - Gezonde leefomgeving Wat gaan we daarvoor doen? - verbindingen leggen tussen welzijn, participatie en gezondheidspreventie - de relatie tussen sport en gezondheid versterken - inzetten op zorgketen overgewicht - versterken samenwerking 1e lijn - realisatie van 3 concrete producten waarbij sprake is van ketensamenwerking.
38
Programmabegroting 2015
1.
Thema samenleven in dorp of wijk
Algemene doelstelling: We willen het gevoel versterken dat mensen zich thuis voelen in hun wijk, buurt of dorp. 4.5.4
Wat gaan we daarvoor doen?
Doelen en activiteiten Wat willen we bereiken? Er is meer sociale samenhang en buurtbinding in de wijk. Wat gaan we daarvoor doen? Bouwen aan de sociale infrastructuur door het verder uitbouwen van wijkgericht werken. Iedere wijk werkt met een wijkteam/ wijkplatform die in samenspraak met de bewoners van de wijk de agenda vaststelt, gericht op uitvoering in het lopende jaar. Daarbij worden ze ondersteund door de wijkregisseurs en Welzijn MensenWerk. Deze activiteiten sluiten aan bij bestaande structuren. 2.
Thema opvoedingsondersteuning
Algemene doelstelling: Alle kinderen in Meppel kunnen op een gezonde en veilige manier opgroeien. 4.5.5
Wat gaan we daarvoor doen?
Doelen en activiteiten Wat willen we bereiken? - Dat er geen kind tussen wal en schip raakt - De methode 1 huishouden, 1 plan en 1 aanspreekpunt is ingevoerd. Wat gaan we daarvoor doen? - Nieuwe taken uit de Jeugdwet uitvoeren - Toegangsfunctie tot de niet vrij toegankelijke zorg organiseren - Het CJG een plek geven binnen de Jeugdzorg. 3.
Thema vrijwillige inzet en mantelzorg
Algemene doelstelling: Meppel wordt een krachtige samenleving als het gaat om vrijwillige inzet 4.5.6
Wat gaan we daarvoor doen?
Doelen en activiteiten Vrijwillige inzet Wat willen we bereiken? - Meer mensen doen vrijwilligerswerk - In 2016 zijn er in Meppel drie nieuwe voorbeelden van een geslaagde samenwerking tussen professionele en informele organisaties ten behoeve van kwetsbare groepen. Wat gaan we daarvoor doen? Er zijn initiatieven gestart in de vorm van b.v. “Stuif es In (vrijetijdsavonden voor mensen met een beperking) en de dagopvang voor kwetsbare ouderen. Dit is een proces dat in gang gezet is en een aanzet kan zijn voor het resultaat in 2016. Vrijwilligerswerk op peil - Welzijn MensenWerk voert vrijwilligers- en mantelzorgondersteuning uit voor de gemeente. Zij voert diverse activiteiten uit waarbij ze streeft naar meer bemiddelingen via de vrijwilligersvacaturebank. - Diverse organisaties hebben de opdracht om dagopvang voor kwetsbare groepen uit te voeren. - Op basis van de in 2014 gemaakte afspraken met o.a. de scholen zal een invulling worden gegeven aan de maatschappelijke stages (ook als de financiering vanuit het Rijk stopt vanaf schooljaar 20152016). Mantelzorg Wat willen we bereiken? - In 2015 voelen minder mantelzorgers zich overbelast - In 2015 zijn meer mantelzorgers bekend met de mogelijkheden van ondersteuning. Wat gaan we daarvoor doen? De uitkomsten uit het “Klantonderzoek Wmo, ervaringen van mantelzorgers” implementeren met extra
Programmabegroting 2015
39
aandacht voor respijtzorg en het combineren van mantelzorg en werk. Voor de ondersteuning van mantelzorgers ligt een opdracht bij WMW. De mantelzorgconsulente en het contactpunt mantelzorg worden in 2014 extra onder de aandacht gebracht zodat meer mantelzorgers de ondersteuningsmogelijkheden weten te vinden. Daarnaast werkt ze aan activiteiten in de buurt gericht op contact en beleving voor het vergroten van het sociaal netwerk. 4. Thema meedoen Algemene doelstelling: Iedereen kan langer zelfstandig blijven en meedoen dankzij eigen kracht en vermogens, de steun van de sociale omgeving en waar nodig die van de gemeente 4.5.7
Wat gaan we daarvoor doen?
Doelen en activiteiten Wat willen we bereiken? Meer mensen in een kwetsbare positie kunnen meedoen. Wat gaan we daarvoor doen? - Investeren in het keukentafelgesprek in relatie tot de ontwikkelingen in het sociaal domein; Vervoersbehoeften burgers in kwetsbare positie verbinden en passend aanbod voorbereiden; - Activiteiten en dagbesteding in wijken stimuleren. ; - Versterken van de algemene ondersteuning; - In 2015 zijn in Meppel drie nieuwe voorbeelden van activiteiten die de participatie van mensen met een beperking in wijken en buurten bevordert 5.
Thema preventie, opvang en zorg (coördinatie van zorg)
Algemene doelstelling: 4.5.8
Handhaven van de bestaande preventie en het vangnet. Wat gaan we daarvoor doen?
Doelen en activiteiten Wat willen we bereiken? Handhaven van de bestaande preventie en het vangnet en daarnaast investeren in het eerder signaleren van problemen door bewoners in de wijk en/of de buurt. Wat gaan we daarvoor doen? - Inrichten systematiek 1 huishouden, 1 aanpak en 1 aanspreekpunt. - Bewaking van de kwaliteit van de specialistische ondersteuning, preventie, opvang en zorg. - Erop af!-aanpak vormgeven binnen de sociale infrastructuur in wijken en buurten, met aandacht voor signalering, preventie en (mantelzorg)ondersteuning. (zie verder thema 1). 4.5.9
Beoogde effecten
Onderwerp
Doel
Indicator
1 Volksgezondheid
Samenhang en Samenwerking in de zorgketen
Concrete afspraken waarbij sprake is van ketensamenwerking
Meer Meppelers zetten zich in voor versterking van de sociale samenhang in hun leefomgeving. Mantelzorgers kunnen het volhouden zonder dat ze overbelast raken en Meppel heeft een gezond verenigingsleven dat zich maatschappelijk betrokken voelt.
Score sociale kwaliteit.
2 Samenleven in wijk en dorp
3
Mantelzorg en vrijwilligers
40
Percentage mantelzorgers dat zich overbelast voelt Het percentage inwoners dat zich vrijwillig inzet.
Programmabegroting 2015
Jaarstukken 2012
Jaarstukken 2013
Begroting 2015
3
6,3
6,3
6,5
38%
35%
35%
33%
33%
33%
Onderwerp
Doel
Indicator
4 Meedoen
Bewoners met een beperking nemen deel aan de samenleving dankzij hun eigen kracht en vermogens, de steun van de sociale omgeving en (in de laatste plaats) die van de gemeente.
De totaalscore die een gekantelde dienstverlening meet.
Jaarstukken 2012
Jaarstukken 2013
Begroting 2015
Meppel heeft de kanteling grotendeels doorgevoerd
70%
Handhaving bovengemiddeld
Bron 1 Beleidsnota 2015-2016 2 Burgerbelevingsonderzoek 2012 3 Burgerbelevingsonderzoek 2012 4 Basisbenchmark 2013 Thermometer toegang en oplossing voor Wmo-ondersteuningsvagen (prestatieveld 3 en 6) M.b.t. de indicatoren 1 t/m 3 zijn in 2013 geen nieuwe onderzoeken geweest. Daarom wordt het cijfer van 2012 gehanteerd. Toelichting 1
In het kader van de nieuwe zorgtaken is het noodzakelijk dat professionele partners in het sociaal domein ketensamenwerking realiseren
2
De score sociale kwaliteit is een score waarin informatie over de sociale omgang in wijken tussen mensen gebundeld wordt. Het benchmarkgemiddelde is 6,7
3
Het burgerbelevingsonderzoek heeft een andere meetmethode gehanteerd en werkt nu met gradaties voor het cijfer van vrijwilliger inzet in plaats van een ja/nee vraag
4
De thermometer “toegang en oplossing voor wmo ondersteuningsvragen” uit de Wmo benchmark doet een uitspraak over de dienstverlening aan mensen met een individuele ondersteuningsvraag. De meting gaat over de tevredenheid van klanten, de communicatie over de aanvraag (gekantelde werkwijze) , de kwaliteit van de registratie en afstemming met andere voorzieningen. Deze thermometer zegt alleen iets over de mate waarin Meppel scoort ten opzichte van andere gemeenten, en kan dus niet als een absolute waarde worden opgevat. vandaar dat we alleen kunnen spreken over "bovengemiddeld" in plaats van bijv. 75%.
4.5.10 Wat mag het kosten? 0 5 Ma a tsc ha ppe lijke onde rste uning Be dra ge n x € 1. 0 0 0 , -
Re ke ning Be groting Be groting Be groting Be groting Be groting 2 0 13 2 0 14 2 0 15 2 0 16 2 0 17 2 0 18
Lasten Baten Tota a l sa ldo va n ba te n e n la ste n xx Dotaties / onttrekkingen aan reserves Re sulta a t
10.520 - 855 9.665 - 328 9.336
9.950 - 551 9.399 0 9.399
9.036 - 537 8.498 0 8.498
8.846 - 537 8.309 0 8.309
8.851 - 537 8.314 0 8 . 3 14
8.846 - 537 8.309 0 8.309
Uitsplitsing ra ming na a r produc te n 70 Volksgezondheid 71 Soc iale samenhang 72 Prevent. onderst. jeugdigen 73 Info, advies en c liëntondersteuning 74 Mantelzorg en vrijwilligerswerk 75 Bevord. deelname maatsc happelijk verkeer 76 Verlenen individuele voorzieningen 77 Maatsc happelijke opvang 78 Openb. geestelijke gezondheidszorg 79 Verslavingsbeleid Tota a l sa ldo va n ba te n e n la ste n
381 1.067 1.809 502 301 651 4.832 63 40 18 9.665
342 737 1.593 603 419 877 4.684 82 41 21 9.399
324 751 1.534 531 364 925 3.927 82 41 21 8.498
324 727 1.519 531 364 928 3.773 82 41 21 8.309
324 717 1.534 531 364 932 3.769 82 41 21 8 . 3 14
324 712 1.534 531 364 932 3.769 82 41 21 8.309
Programmabegroting 2015
41
4.6 4.6.1
Programma 6: Kunst, cultuur, recreatie en toerisme Wat valt onder dit programma?
Onderdelen
Kunst en Cultuur Recreatie en Toerisme Schouwburg Ogterop
Prod.
Portefeuille
44 45 48
Ten Hulscher
Onder het programma kunst, cultuur, recreatie en toerisme vallen alle culturele activiteiten, kunstuitingen en activiteiten onder de brede noemer recreatie en toerisme waar onze gemeente mee verbonden is. De Bibliotheek, Stichting Scala, Cultureel Centrum De Plataan en verschillende andere culturele partners komen in dit raadsprogramma beleidsmatig aan de orde. Voor Schouwburg Ogterop is een aparte paragraaf opgenomen. Beleidskader - Toeristisch Recreatief Ontwikkelingsplan (TROP) - 2013-2018 - Kadernota cultuur: “Verbinden en verankeren – 2009-2012” - Beleidskader bibliotheekwerk Relaties met andere beleidsterreinen Cultuur is een waarde op zich maar ook een middel om andere doelen te bereiken, zoals een aantrekkelijk woon-, werk- en toeristisch klimaat. Daarnaast is kunst en cultuur van waarde voor de economie. Het raakvlak met dit terrein en het uitnutten hiervan krijgt steeds meer aandacht. Toerisme heeft vooral raakvlakken met de terreinen citymarketing, openbare ruimte, evenementenbeleid en de binnenstadvisie. U treft dit vooral aan onder de raadsprogramma’s 8, 9, en 10. 4.6.2
Wat willen we bereiken?
Algemene doelstelling: Een cultureel en recreatief aantrekkelijk Meppel voor inwoners en bezoekers. Kunst en cultuur en recreatie en toerisme bezitten een hoge intrinsieke waarde op zich. Mensen ontlenen veel plezier en ontspanning aan de beleving ervan en de sectoren dienen daarmee een maatschappelijk belang. Daarnaast leveren kunst en cultuur en recreatie en toerisme vanuit economisch oogpunt een belangrijke toegevoegde waarde. Het is een belangrijk aspect met het oog op het realiseren en in stand houden van een aantrekkelijke woon-, werk- en recreatieve omgeving. 4.6.3
Wat gaan we daarvoor doen?
Doelen en activiteiten Wat willen we bereiken?
Een nieuwe visie op het gemeentelijk kunst- en cultuurbeleid. Wat gaan we daarvoor doen?
Het culturele veld betrekken bij de ontwikkeling het nieuwe kunst- en cultuurbeleid. Verbindingen leggen met andere beleidsvelden, zoals evenementen, recreatie en toerisme en citymarketing die bijdragen aan de algemene doelstelling van dit programma. Wat willen we bereiken?
Afronding nieuwe structuur van CCM De Plataan. Wat gaan we daarvoor doen?
Voortgang op de nieuwe structuur van CCM De Plataan bewaken. Wat willen we bereiken?
Bevorderen lezen en cultuureducatie via de bibliotheek. Wat gaan we daarvoor doen?
De bibliotheek stimuleren de projecten ‘Bieb op school’ en ‘Boekstart’ in de bestaande structuur in te bedden. Wat willen we bereiken?
Handhaven en verbeteren doelstellingen publieksbereik en dienstverlening van de bibliotheek. Wat gaan we daarvoor doen?
Regie op beleidskader bibliotheekwerk. Door vrijvallende bibliotheekruimte in Meppel en Nijeveen komen middelen beschikbaar voor de versterking van de inhoudelijke functies en bedrijfsvoering van de bibliotheek: - Ontwikkelen van producten en activiteiten om (meer) publiek te trekken.
42
Programmabegroting 2015
Doelen en activiteiten - Verruiming openingsuren. Wat willen we bereiken?
Bevorderen (recreatief) bezoek en (meerdaags) verblijf in Meppel Wat gaan we daarvoor doen?
- Inzetten op meerdaagse evenementen. - Inzetten op versterking en zo mogelijk verbinden van evenementen. - Stimuleren van een goed verzorgd hoofdwinkelgebied. 4.6.4
Beoogde effecten
Onderwerp
Doel
1 Cultuur
Cultuureducatie stimuleren.
2 Cultuur 3 Toerisme & recreatie 4 Toerisme & recreatie
Indicator
Percentage basisscholen dat deelneemt aan het cultuurmenu. Cultuurparticipatie Voorzieningenpeil op stimuleren. kunst&cultuurgebied. Versterken van Aantal meerdaagse toerisme evenementen. &recreatie. Versterken van Aantal banen in de toerisme & T&R sector. recreatie.
Jaarstukken 2012
Jaarstukken 2013
Begroting 2015
Niet beschikbaar
100%
100%
Niet beschikbaar
22
22
10
10
1.035
1.035
Bron 1 Evaluatieverslag Scala's Cultuurmenu 2 Cultuursubsidie 3 Evenementenkalender 2015 4 Ecorys-monitor van Recreatieschap Drenthe 4 Provinciaal Werkgelegenheidsregister, Provincie Drenthe 2014 Toelichting 1 Alle kinderen van 4-12 jaar komen in aanraking met kunst & cultuur. Scala biedt daartoe op alle basisscholen het Cultuurmenu aan. Op het moment dat de score lager is dan 100% dat een indicatie voor nadere actie. 2 3 4
Meppel is een stad met een gevarieerd cultureel klimaat, waardoor het inwoners mogelijk is actief en passief deel te nemen aan kunst & cultuur. Door het aantal en de variatie gesubsidieerde instellingen, voorzieningen en verenigingen te monitoren wordt het 'culturele peil' bewaakt. Meerdaagse evenementen dragen bij aan de instandhouding van een aantrekkelijke woon-, werk- en recreatieve omgeving. Doel is meer dynamiek op het gebied van T&R. Werkgelegenheid is een landelijke standaardindicator om in beeld te brengen of het doel behaald wordt.
4.6.5
Wat mag het kosten?
0 6 Kunst, c ultuur, re c re a tie e n toe risme Be dra ge n x € 1. 0 0 0 , -
Re ke ning Be groting Be groting Be groting Be groting Be groting 2 0 13 2 0 14 2 0 15 2 0 16 2 0 17 2 0 18
Lasten Baten Tota a l sa ldo va n ba te n e n la ste n xx Dotaties / onttrekkingen aan reserves Re sulta a t
4.469 - 1.136 3.333 - 1. 13 6 364
4.085 - 1.071 3.014 - 1. 0 7 1 333
3.857 - 1.026 2.831 - 1. 0 2 6 280
3.812 - 1.026 2.786 - 1. 0 2 6 280
3.850 - 1.026 2.824 - 1. 0 2 6 286
3.867 - 1.026 2.841 - 1. 0 2 6 286
Uitsplitsing ra ming na a r produc te n Tota a l sa ldo va n ba te n e n la ste n
3.333
3 . 0 14
2.831
2.786
2.824
2.841
Programmabegroting 2015
43
4.7 4.7.1
Programma 7: Sport en bewegen Wat valt onder dit programma?
Onderdelen
Beheer en exploitatie sportaccommodaties Sport- en speldeelname
Prod.
Portefeuille
46 47
De Vos
Onder het programma Sport en bewegen vallen alle activiteiten die te maken hebben met sport en bewegen, inclusief de verschillende sportaccommodaties die onze gemeente rijk is. Beleidskader - De Sportnota “Meer doen met sport in Meppel 2007-2010” - Nota accommodatiebeleid - Gemeentelijk subsidiebeleid Relaties met andere beleidsterreinen Sport en bewegen brengt mensen bij elkaar. Het bevordert de sociale samenhang en integratie van bevolkingsgroepen. Sport en bewegen bevordert een gezonde levensstijl en kan overgewicht voorkomen. Sport en bewegen heeft nauwe banden met beleidsterreinen als gezondheid, onderwijs, welzijn, vrijwilligerswerk, integratie en participatie, jeugd en evenementen. Sport en bewegen in de buurt kan de sociale samenhang in de wijk vergroten en is daarmee een belangrijke sociale indicator. Sport en bewegen hebben een duidelijke relatie met het onderwijs en de verschillende prestatievelden uit de WMO (raadsprogramma’s 4 en 5). 4.7.2
Wat willen we bereiken?
Algemene doelstelling: Inwoners van Meppel gezond en vitaal Alle inwoners van Meppel moeten de mogelijkheid hebben/krijgen om deel te nemen aan sport- en beweegactiviteiten tegen een aanvaardbare prijs. Dit verhoogt de vitaliteit en heeft een positieve invloed op gezondheid. Daarnaast bevordert het de sociale samenhang en integratie. 4.7.3
Wat gaan we daarvoor doen?
Doelen en activiteiten Wat willen we bereiken?
Gezondere jeugd Het terugdringen en/of voorkomen van bewegingsarmoede en overgewicht onder jongeren is en blijft een belangrijk aandachtsveld. Om deze reden heeft Meppel met SportDrenthe een overeenkomst afgesloten over de inzet van buurtsportcoaches (sportteam Meppel Actief) en is Meppel JOGGgemeente geworden. Het sportteam en de activiteiten in het kader van JOGG dragen bij aan een gezondere leefstijl onder jongeren. Wat gaan we daarvoor doen?
Voortzetten overeenkomst met SportDrenthe buurtsportcoaches. De overeenkomst met SportDrenthe over de inzet van buurtsportcoaches loopt eind 2015 af. De inzet wordt bekostigd uit geoormerkte gelden die Meppel via het gemeentefonds van het Rijk ontvangt. SportDrenthe neemt de cofinanciering voor haar rekening en staat garant voor de invulling van het aantal fte’s (4,66). In de loop van 2015 zal worden bekeken of de overeenkomst met SportDrenthe in 2016 e.v. kan worden voortgezet. Voortzetting is alleen mogelijk indien het Rijk hiervoor de middelen beschikbaar blijft stellen. Wat willen we bereiken?
Dat sportverenigingen zich meer ontwikkelen tot maatschappelijk actieve organisaties. Sportverenigingen spelen een belangrijke rol in de samenleving. Wij willen ons richten op het benutten van de meerwaarde die sport kan genereren. Sportverenigingen kunnen daarbij worden ondersteund door de buurtsportcoaches. Wat gaan we daarvoor doen?
Sportsubsidies inzetten voor maatschappelijke ontwikkeling. De maatschappelijke betrokkenheid en de inzet van een sportvereniging voor de samenleving is een belangrijk criterium bij het toekennen van subsidies.
44
Programmabegroting 2015
Doelen en activiteiten Wat willen we bereiken?
Vitaliteit sportverenigingen bevorderen. Door de matige economische omstandigheden staan de inkomsten van sportverenigingen onder druk. Verenigingen krijgen te maken met bevolkingskrimp en vergrijzing. Deze ontwikkelingen kunnen van invloed zijn op de exploitatie van verenigingen. Samenwerking of samengaan is wellicht nodig om de vitaliteit te behouden. Wat gaan wij daarvoor doen?
Verenigingen ondersteunen. Verenigingen die meer willen samenwerken of samengaan kunnen, indien zij willen, ondersteuning krijgen. De buurtsportcoaches kunnen hiervoor worden ingezet.
4.7.4
Beoogde effecten
Onderwerp Doel 1 Sport
2 Sport
3 Sport
Stimuleren van de breedtesport onder de hoogste groepen van de basisschooljeugd. Stimuleren van de breedtesport onder volwassenen jonger dan 55. Stimuleren van de breedtesport ouder dan 55
Jaarstukken Jaarstukken 2012 2013
Indicator Percentage dat voldoet aan de Norm Gezond Bewegen (812 jaar) Percentage dat voldoet aan de Norm Gezond Bewegen volwassenen Percentage dat voldoet aan de Norm Gezond Bewegen 55+
Begroting 2015
31%
31%
31%
49%
49%
49%
48%
48%
48%
Bron 1 Nulmeting Sport en bewegen NASB jeugd 2010 2 Nulmeting Sport en bewegen Meppel volwassenen 2010 3 Nulmeting Sport en bewegen Meppel volwassenen 2010 Toelichting 1 Het landelijk gemiddelde is 27% 2 Drenthebreed is het percentage 41% 3 Drenthebreed is het percentage 44% Najaar 2013 is de GGD een onderzoek gestart naar de gezondheid van jongeren in de provincie Drenthe. In het onderzoek zijn ook vragen opgenomen over lichaamsbeweging onder jongeren. De onderzoeksresultaten komen in de loop van 2014 beschikbaar. Dit leidt tot andere/nieuwere percentages.
4.7.5
Wat mag het kosten?
0 7 S port e n be we ge n Be dra ge n x € 1. 0 0 0 , -
Re ke ning Be groting Be groting Be groting Be groting Be groting 2 0 13 2 0 14 2 0 15 2 0 16 2 0 17 2 0 18
Lasten Baten Tota a l sa ldo va n ba te n e n la ste n xx Dotaties / onttrekkingen aan reserves Re sulta a t
3.516 - 888 2.628 0 2.628
3.559 - 979 2.579 0 2.579
3.660 - 1.053 2.607 0 2.607
3.663 - 1.058 2.605 0 2.605
3.507 - 1.063 2.444 0 2.444
3.156 - 1.069 2.087 0 2.087
Uitsplitsing ra ming na a r produc te n 46 Sportaccommodaties 47 Spel- en sportdeelname Tota a l sa ldo va n ba te n e n la ste n
1.978 650 2.628
2.040 540 2.579
2.160 446 2.607
2.250 355 2.605
2.090 355 2.444
1.733 355 2.087
Programmabegroting 2015
45
4.8 4.8.1
Programma 8: Ontwikkeling openbare ruimte Wat valt onder dit programma?
Onderdelen
Ontwikkeling van de openbare ruimte Kwaliteitsbeheer ruimte (bouwen en milieu)
Prod.
Portefeuille
49 50
Koning Koning
Onder het programma Ontwikkeling openbare ruimte vallen ruimtelijke visies, het opstellen van stedenbouwkundige plannen en beeldkwaliteitsplannen, bestemmingsplannen en een diversiteit aan planvorming rondom de ruimtelijk-economische ontwikkelingen in Meppel. Bij dit laatste gaat het onder meer om verkeer en mobiliteit, woonvisie en woningbouwprogrammering. Tevens valt het gedeelte van de uitvoering van het omgevingsrecht (Wabo) dat te maken heeft met bouwen binnen dit programma. Beleidskader - Wet ruimtelijke ordening - Besluit ruimtelijke ordening - Structuurvisie 2013 - Wet algemene bepalingen omgevingsrecht - Woningwet - Wet Modernisering Monumentenzorg - Bestemmingsplannen - Stedenbouwkundige visies - Gemeentelijk verkeer en vervoerplan 2010 - Herijking parkeerbeleid 2012 - Nota Fiets 2013 - Woonvisie 2014-2020 - Omgevingsvisie Drenthe - Agenda platteland gemeenten Zuidwest Drenthe 2012 - Archeologische beleids- en advieskaart 2013 - Welstandsnota - Cultuurhistorische verkenning en analyse Relatie met andere beleidsterreinen Dit programma heeft sterke relaties met programma’s 9 Beheer openbare ruimte en 10 Economische en Grondzaken. Dit komt omdat het ruimtelijk beleid van dit programma in de andere programma’s een uitwerking krijgt. Maatschappelijke ontwikkeling en economische activiteiten vragen om een ruimtelijke inpassing. Anderzijds draagt de kwaliteit van de openbare ruimte juist bij aan de leefbaarheid in de gebouwde omgeving. 4.8.2
Wat willen we bereiken?
Algemene doelstelling: Het creëren van een leefklimaat waarin bewoners en bedrijven een prettige woon- en werkomgeving vinden. Om deze doelstelling te realiseren zijn de volgende subdoelen geformuleerd voor dit programma: - Optimaliseren van de bereikbaarheid - Optimaliseren van de leefbaarheid - Optimaliseren van de verkeersveiligheid - Verbinden provinciale en regionale/lokale doelen en middelen Ontwikkelingen Structuurvisie In 2014 is gestart met de uitvoering van de structuurvisie “Duurzaam verbinden”. In de structuurvisie is een uitvoeringsparagraaf opgenomen voor de komende 10 jaar. Voor de periode 20142017 zijn de opgaven met de hoogste prioriteit aangegeven. De belangrijkste lopende ontwikkelingen in het kader van de uitvoering van de structuurvisie zijn: - het afronden van de bedrijvenparken Blankenstein en Noord II, - het afronden van Het Vledder, - de woonzorgzone en ontwikkeling van Koeberg Zuid, - het faciliteren van de nieuwe ontwikkeling van het ziekenhuis,
46
Programmabegroting 2015
- het verder doorzetten van het uitgeven van kavels in Oevers E, het begeleiden van de aanleg van de provinciale fietstunnel Nijeveen/Nieuwveense Landen naar de Binnenstad, - de ontwikkeling van de nieuwbouwwijk Nieuwveense Landen. Nieuwe ontwikkelingen die voortkomen uit de structuurvisie zijn: - de noordelijke stadsentree fase 1, - het meenemen van de verkorte oostelijke ontsluiting Nieuwveense Landen in de ontwikkelstrategie, - het ontwikkelen van een nieuwe strategie voor het bedrijventerrein Oevers, - het uitwerken van Danninge Erve Zuid fase 2. 4.8.3
Wat gaan we daarvoor doen?
Doelen en activiteiten Wat willen we bereiken? Optimaliseren van de bereikbaarheid Wat gaan we daarvoor doen? Visie Transformatiegebied Bij de vaststelling van de structuurvisie is aan de invulling van het Transformatiegebied de hoogste prioriteit gegeven. Op basis van de vastgestelde projectopdracht, waarin de kaders voor de uitwerking van het Transformatiegebied zijn aangegeven, wordt verder gewerkt aan: 1. Een tracéstudie naar de Noordelijke Stadsentree; 2. Een afwegingskader voor initiatieven in het Transformatiegebied. De tracéstudie is nodig om de ontwikkelingsvraag te faciliteren. Het proces om te komen tot een tracé en afwegingskader wordt begin 2015 afgerond. Afspraken met de provincie Omdat de noordelijke stadsentree aansluit op de provinciale weg N375 zullen hierover afspraken met de provincie worden gemaakt. Verder zullen er afspraken met de provincie worden gemaakt over de overdracht van de Hoogeveenseweg, de fietstunnel Nieuwveense Landen-Stad en de verkorte oostelijke ontsluiting die aansluit op de nieuwe noordelijke stadsentree. Zodra een samenhangend pakket van afspraken zijn gemaakt zullen de financiële gevolgen daarvan aan de raad worden voorgelegd. Gemeentelijk Verkeer en Vervoerplan Besloten is om niet over te gaan tot een actualisatie van het Gemeentelijk Verkeer en Vervoerplan 2010 (GVVP), maar om een volledig nieuw GVVP op te stellen. In het derde kwartaal van 2014 is gestart met het opstellen van het GVVP. De planning is dat dit beleidsplan eind 2015 zal worden vastgesteld. Aan het GVVP ligt een verkeerskundig onderzoek ten grondslag. Optimaliseren van de leefbaarheid Gebiedsontwikkeling In 2015 wordt een vervolg gegeven aan de uitgifte van bouwgronden in de uitbreidingsgebieden Nieuwveense Landen en in Danninge Erve Zuid, fase 2. Naast uitbreidingsgebieden worden ook binnenstedelijke locaties, zoal Het Vledder, Koeberg Zuid en de Kromme Elleboog ontwikkeld. Voor fase 2 van het project het Vledder is de ruimtelijke procedure in een afrondende fase. De verwachting is dat deze projectfase, bestaande uit 2 supermarkten en een parkeerdek, in 2015 wordt uitgevoerd. In Koeberg Zuid wordt begonnen met de bouw van een nieuwe supermarkt en daarboven appartementen. Ook worden vervolgfasen voorbereid, te beginnen met de herontwikkeling van het huidige winkelcentrum. Op basis van een heroverweging van de huidige kaders wordt een vervolg gegeven aan het project Kromme Elleboog. De gemeente ondersteunt en faciliteert daarbij. Kwaliteitsbeheer openbare ruimte Bij de legesopbrengsten is sprake van een relatief constant volume en van een gedeelte met pieken en dalen. Bij de raming gaan we uit van een gelijkblijvende basis die kan fluctueren door incidentele wijzigingen. De crisis is nog steeds voelbaar in de bouwproductie, terwijl een licht herstel ook zichtbaar is. De raming van € 800.000 blijft daarom voor 2015 gehandhaafd. Actualisering en digitalisering bestemmingsplannen In 2014 zijn diverse bestemmingsplannen in procedure gebracht, die in 2015 doorlopen. En er zullen nieuwe plannen worden opgesteld. Zoals Haveltermade (actualisatie), Oevers E (actualisatie en aanpassing), Berggierslanden (actualisatie) en noordelijke Stadsentree (transformatie Crisis- en herstelwet).
Programmabegroting 2015
47
Doelen en activiteiten Optimaliseren van de verkeersveiligheid Nota Fiets Aan de in 2013 vastgestelde Nota Fiets is een uitvoeringsprogramma gekoppeld. Het gaat daarbij om fietsparkeren, fietsoversteekplaatsen en herinrichting van kruispunten. Een vermeldenswaardig project is het fietsparkeren Binnenstad, omgeving Prinsenplein. Dit fietsproject is in 2014 voorbereid en wordt in 2015 uitgevoerd. Uitvoering Omgevingsvisie Op basis van de Omgevingsvisie Drenthe wordt door de provincie een omgevingsverordening vastgesteld. De gemeente is hierover met de provincie in gesprek om ervoor te zorgen dat deze verordening aansluit bij de gemeentelijke belangen. In de Omgevingsvisie is vastgelegd dat de provincie actief met de gemeenten wil samenwerken. Eén van de instrumenten voor dit samenwerkingsdoel is de Samenwerkingsagenda. De belangrijkste door de provincie, vijf Zuidwest Drentse gemeenten en het waterschap voor 2015 gezamenlijk vastgestelde agendapunten zijn leadersubsidie kwaliteitsverbetering toerisme en financiering landschap. 4.8.4
Beoogde effecten
Onderwerp
Doel
Indicator
1 Verkeer
Optimaliseren van de bereikbaarheid.
Reistijd naar voorzieningen (via rekenmodel).
2 Verkeer
Optimaliseren van de leefbaarheid.
3 Verkeer
Optimaliseren verkeersveiligheid.
Beleving verkeers- en parkeeroverlast. Aantal ongevallen (per 1.000 inwoners).
Jaarstukken Jaarstukken Begroting 2012 2013 2015 Nog niet beschikbaar
Tellingen worden uitgevoerd
pm
4,0
4,0
3,4
4,0
6,7
6,7
Bron 2 Veiligheidsmonitor gemeente Meppel 2013 d.d. juni 2014 uitgevoerd door I & O Research 3 www.Meppel.plus.in cijfers.nl Toelichting 1 Het rekenmodel is beschikbaar. Aanvankelijk was het de gedachte om hier feitelijke bereikbaarheidscijfers uit te destilleren. Dit blijkt echter minder voor de hand liggend dan voorzien. Wel worden er 2 jaarlijks verkeerstellingen gehouden die inzicht geven in het verloop van de intensiteiten op het wegennet van Meppel. Het idee is om de eerste indicator hier op te gaan baseren. In 2014 zijn geen verkeerstellingen gehouden. In 2016 komen de eerstvolgende telgegevens beschikbaar. 2 De vorige schaalscores zijn gebaseerd op het door SGBO uitgevoerde burgerbelevingsonderzoek. Deze indicator bestond uit vier vragen over verkeersoverlast in de woonbuurt naar agressief verkeersgedrag, geluidsoverlast door verkeer, te hard rijden en parkeeroverlast. De schaalscore van 3,4 uit de Veiligheidsmonitor is berekend op basis van drie in plaats van vier vormen van verkeersoverlast, te weten te hard rijden, parkeerproblemen en agressief rijgedrag. De score voor Meppel is vergelijkbaar met het landelijke beeld. NB: hoe hoger de score op deze schaal, hoe meer overlast men ervaart. Om de scores goed met elkaar te kunnen vergelijken is het de bedoeling om bij het eerstvolgende burgerbelevingsonderzoek dezelfde drie vragen te stellen als bij de Veiligheidsmonitor. 3 Het aantal verkeersongevallen is gebaseerd op het Bestand geRegistreerde Ongevallen Nederland (BRON) van het ministerie van I en M. In 2012 (het laatst bekende cijfer) zijn 6,7 ongevallen per 1000 inwoners in Meppel geregistreerd. Momenteel loopt het STAR (Smart Traffic Accident Registration) - project. STAR wil alle verkeersongevallen registreren. Dit is het streven van de politie, het Verbond van Vercekeraars en verkeerskundig ICT-bureau VIA. Hiervoor is de MobielSchadeMelden app vernieuwd. De app is medio 2014 in gebruik genomen. Vanaf volgend jaar is er daarom een beter beeld van het aantal verkeersongevallen, omdat voortaan ook via andere kanalen dan de politie ongevallen in beeld worden gebracht.
48
Programmabegroting 2015
4.8.5
Wat mag het kosten?
0 8 O ntwikke ling ope nba re ruimte Be dra ge n x € 1. 0 0 0 , -
Re ke ning Be groting Be groting Be groting Be groting Be groting 2 0 13 2 0 14 2 0 15 2 0 16 2 0 17 2 0 18
Lasten Baten Tota a l sa ldo va n ba te n e n la ste n xx Dotaties / onttrekkingen aan reserves Re sulta a t
2.223 - 763 1.460 - 228 1. 2 3 2
2.324 - 867 1.456 - 50 1. 4 0 6
2.016 - 867 1.148 0 1. 14 8
2.018 - 867 1.150 0 1. 15 0
2.016 - 867 1.148 0 1. 14 8
2.014 - 867 1.146 0 1. 14 6
Uitsplitsing ra ming na a r produc te n 49 Ontwikkeling openbare ruimte 50 Zorg kwaliteit niet- openbare ruimte Tota a l sa ldo va n ba te n e n la ste n
1.093 367 1. 4 6 0
1.249 207 1. 4 5 6
1.013 136 1. 14 8
1.015 135 1. 15 0
1.013 135 1. 14 8
1.012 134 1. 14 6
Programmabegroting 2015
49
4.9 4.9.1
Programma 9: Beheer bestaande openbare ruimte Wat valt onder dit programma?
Onderdelen
Prod.
Portefeuille
60 61 62 63 64 65
De Vos De Vos De Vos De Vos De Vos Koning
Wegen/civiel Stadsverzorging Water Groen en spelen Riolering Parkeren
De openbare ruimte (parken, pleinen, straten en groen) is eigendom van de gemeente en wordt ook door haar beheerd. De gemeente beheert en onderhoudt ook de minder zichtbare zaken zoals het rioleringsstelsel. Beheer betekent dat onderdelen van de openbare ruimte met onderhoud in stand worden gehouden, dat kapotte onderdelen worden vervangen en dat veranderend ruimtegebruik wordt gefaciliteerd (wanneer dat mogelijk en gewenst is). Beleidskader Naast het wettelijk kader is dit het vigerende raadskader: - Prijskwaliteitskeuze Kwaliteit Op Maat 2013 - Wegenbeheerplan 2014/2018 - Beleidsvisie op uitgeefbaar groen 2012 - Groene kaart en lijst monumentale bomen 2012 - Raadsmotie Meer bomen - Ontwikkelingsvisie stadsrandzone Meppel-Reestdal - Kadernota Zo doen we groen (nog vast te stellen) - Speelruimteplan 2013 - Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2011-2015 - Gemeentelijk Verkeer en VervoerPlan (GVVP) en Parkeerbeleid gemeente Meppel - Structuurvisie ‘Duurzaam Verbinden’ Samenwerking Meppel/Westerveld In 2015 zal de samenwerking beheer en onderhoud openbare ruimte vorm krijgen. Ook in deze samenwerking zal het beheer en onderhoud plaatsvinden op basis van het vastgestelde kwaliteitsniveau voor de openbare ruimte (KOM). Relaties met andere beleidsterreinen Er is een sterke relatie met beleid over uitbreidingen en renovaties en met maatschappelijk beleid dat een bepaald ruimtebeslag heeft. Daarnaast heeft de openbare (groene) ruimte een waarde voor bewegen en ontmoeten, recreëren, gezondheid en duurzaamheid. Dit betekent relaties met ontwikkeling openbare ruimte, burgerzaken, milieu en kunst, cultuur en recreatie. Steeds meer spelen ook de bewoners een rol in het ontwerp en het beheer van de openbare ruimte en de groene leefomgeving. Daarmee ligt er een relatie met het sociaal domein. Tot slot is er een relatie met de paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen. 4.9.2
Wat willen we bereiken?
Algemene doelstelling: Een openbare ruimte van Meppel voor inwoners, ondernemers en bezoekers, die schoon, heel, veilig en goed is. De openbare ruimte wordt kwaliteit gestuurd beheerd en onderhouden, tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten. Hierbij wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de ambitie voor de openbare ruimte zoals benoemd in de structuurvisie “Duurzaam verbinden”. 4.9.3
Wat gaan we daarvoor doen?
Doelen en activiteiten Wat willen we bereiken? Realiseren van de prijskwaliteitsafspraak (afweging schoon, heel en veilig tegen aanvaardbare kosten), waarin de taakstelling voor KOM is verwerkt (zie tabel KOM in Paragraaf kapitaalgoederen). Wat gaan we daarvoor doen? - Kwaliteit gestuurd beheer en onderhoud. Regulier onderhoud wordt uitgevoerd op basis van,
50
Programmabegroting 2015
Doelen en activiteiten marktconforme bestekken, zowel intern als extern. - Onderhoud wegen, het regulier budget voor onderhoud wegen is niet toereikend om het areaal op de door de raad vastgestelde ambitieniveau te brengen en houden. Nadere invulling volgt uit het coalitieakkoord. Wegen waar op korte termijn onderhoud nodig is: Paulus Potterstraat / Jan Vermeerstraat; Hoogetin / Grote Akkerstraat; Witte de Withstraat; Ferdinand Bolstraat; Jan Steenstraat; diverse wegen en voetpaden in Nijeveen. - Het omvormen van groenvakken, het plegen van renovaties en groot onderhoud wordt in interactie met bewoners voorbereid. - Het beheer en onderhoud van de openbare ruimte worden in verbinding met Reestmond en het Leerwerkcentrum uitgevoerd. Wat willen we bereiken? Behoud en ontwikkeling van biodiversiteit in het groen. Wat gaan we daarvoor doen? - Uitwerken doelen en indicatoren op basis van de Kadernota Zo doen we Groen. Wat willen we bereiken? Een nieuwe werkwijze voor instandhouding landschap en cultuurhistorie in buitengebied. Wat gaan we daarvoor doen? - Samenwerking op gebied van kernwaarden en financiering binnen Zuidwest Drenthe. - Evalueren en uitbouwen pilot ‘Landschap onderhouden we samen’ (Broekhuizen). Wat willen we bereiken? Toekomstbestendige waterhuishouding in de gemeente Meppel door het realiseren van de stedelijke wateropgave. Wat gaan we daarvoor doen? - Inrichten waterbergingsgebied Engelgaarde-Wandelbos (primaat ligt bij waterschap), berging Wold Aa. - Optimaliseren waterhuishouding Nijeveen. - Optimaliseren waterhuishouding Slingenberg. Wat willen we bereiken? Watertakenplan 2016-2020 Wat gaan we daarvoor doen? - In samenwerking met Waterschap Reest en Wieden en de gemeenten in dit gebied wordt een Watertakenplan opgesteld met een gezamenlijke ambitie, en per gemeente een modulair uitgewerkt verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan. Wat willen we bereiken? Terugdringen parkeeroverlast woonomgeving. Wat gaan we daarvoor doen? - In overleg met bewoners toepassen van een vorm van parkeerregulatie.
Programmabegroting 2015
51
4.9.4
Beoogde effecten Jaarstukken Jaarstukken 2012 2013
Onderwerp
Doel
Indicator
1 Parkeren
Draagvlak betalingsbeleid en efficiënte inzet handhaving vergroten. Optimaliseren gebruik parkeervoorzieningen.
Betalingsbereidheid
2 Parkeren
Gebruik grote terreinen
Begroting 2015
89%
89%
95%
41%
49%
50%
Bron 1 Parkeeronderzoek 2012; doel is om het parkeeronderzoek 2-jaarlijks te laten plaatsvinden; daarom zijn er geen geactualiseerde cijfers over 2013, 2 Financiële administratie gemeente Meppel; Toelichting 1 Het aantal auto's met een betalingsbewijs ten opzichte van het totaal aantal geparkeerde auto's. Het streven is de betalingsbereidheid minimaal 95% in 2015 2
Het percentage is gebaseerd op de omzet gerealiseerd op de grotere parkeerterreinen van de gemeente Meppel. Het streven is minimaal 50% van de totale omzet in 2015.
4.9.5
Wat mag het kosten?
0 9 Be he e r be sta a nde ope nba re ruimte Be dra ge n x € 1. 0 0 0 , Lasten Baten Tota a l sa ldo va n ba te n e n la ste n xx Dotaties / onttrekkingen aan reserves Re sulta a t Uitsplitsing ra ming na a r produc te n 60 Wegen 61 Stadsverzorging 62 Water 63 Groen en spelen 64 Riolering 65 Parkeren Tota a l sa ldo va n ba te n e n la ste n
52
Re ke ning Be groting Be groting Be groting Be groting Be groting 2 0 13 2 0 14 2 0 15 2 0 16 2 0 17 2 0 18 13.019 - 5.173 7.846 - 7 16 7 . 13 1
13.863 - 5.186 8.677 - 1. 3 2 7 7.351
12.763 - 5.170 7.593 - 1. 0 0 9 6.584
14.054 - 5.313 8.741 - 1. 3 2 7 7 . 4 14
13.585 - 5.541 8.045 - 1. 0 17 7.028
13.818 - 5.687 8.131 - 1. 14 4 6.987
4.181 1.017 98 3.633 - 515 - 568 7.846
4.647 986 137 3.388 149 - 631 8.677
4.017 853 127 3.253 179 - 836 7.593
4.014 867 102 3.286 507 - 34 8.741
3.739 877 97 3.290 590 - 548 8.045
3.814 903 97 3.304 690 - 676 8 . 13 1
Programmabegroting 2015
4.10 Programma 10: Economische zaken en grondzaken 4.10.1 Wat valt onder dit programma?
Onderdelen
Economische zaken Grondzaken
Prod.
Portefeuille
52
Westmaas Ten Hulscher
Beleidskader Economische zaken - Structuurvisie 2013 - Sociaaleconomische visie & agenda 2012 - Ruimtelijk-economische marktanalyse 2013 - Logistieke visie + havenvisie 2012 - Detailhandelsvisie 2013 - Acquisitienota 2012 - Toeristisch-recreatief Ontwikkelingsplan 2013 (TROP) - Provinciaal herstructureringsprogramma bedrijventerreinen (PHP)2010-2015 Grondzaken - Nota grondbeleid 2014-2018 - Grondprijzennota 2014 - Meerjarenperspectief grondexploitatie 2014 Relaties met andere beleidsterreinen Economische ontwikkeling vormt feitelijk de levensader van en voor onze gemeenschap. Het programma heeft een grote impact op alle beleidsterreinen waarop de gemeente zich manifesteert. In het bijzonder geldt dit in sociaaleconomisch en ruimtelijk-economisch opzicht: te denken valt aan de inrichting van de openbare ruimte evenals de samenhang met maatschappelijke zaken, milieu, vergunningverlening en handhaving. Wij zijn ons bewust van de wereld om ons heen en de positie van Meppel in economisch opzicht in de regio en kiezen daarom voor het zetten van ferme stappen wat betreft het samenwerken binnen de voor ons functionele economische regio (terug te zien in ondergenoemde activiteiten). Het over grenzen heen denken en stappen vormt volgens ons de komende jaren in ruimtelijk-economisch en sociaaleconomisch opzicht de sleutel tot succes. We werken daarin nauw samen met de omliggende gemeenten en de provincies Drenthe en Overijssel. Regionale samenwerking op diverse thema’s is daarmee een belangrijk speerpunt van beleid. De Meppeler regio presteert relatief goed en heeft ontwikkelpotentieel. Om de gevolgen van de economische ontwikkelingen voor Meppel goed in beeld te krijgen wordt maandelijks een aantal economische prestatie-indicatoren gemonitord: aantal starters, werkloosheidscijfers, leegstandscijfers (kantoor-, bedrijfs- en winkelruimte). Periodiek wordt de economische vitaliteit en kracht van Meppel nader onderzocht en vergeleken met relevante gemeenten in en buiten de regio (o.a. economische monitor, vitaliteitsonderzoek, koopstromenonderzoek). Naast behoud van het bestaande bedrijfsleven is het daarnaast van belang om in staat te zijn nieuwe bedrijvigheid aan te trekken ter versterking van de lokale en regionale economische structuur. Het grondbeleid is een belangrijk instrument om de ruimtevraag vanuit verschillende beleidsvelden zoals: economie, wonen, recreatie en natuur mogelijk te kunnen maken en te kunnen realiseren. Het instrument is daarmee feitelijk dienstbaar en geen doel op zich. De financiële baten en lasten van het grondbeleid worden binnen dit programma verantwoord. De beleidsmatige beschrijving van het grondbeleid is opgenomen in de paragraaf grond van deze begroting. 4.10.2 Wat willen we bereiken? Algemene doelstelling: Het programma heeft ten doel een zo optimaal mogelijk vestigings- en ondernemersklimaat voor bestaand en nieuw bedrijfsleven te scheppen en te handhaven. Wij willen hieraan bijdragen door het stimuleren van ondernemerschap, het creëren van optimale arbeidsmarktomstandigheden, het tot stand brengen van een aantrekkelijke en duurzame bedrijfsomgeving, het kunnen voorzien in een adequaat kwalitatief en kwantitatief aanbod in aantrekkelijke en functionele werklocaties en het verkrijgen van een optimale samenwerking met relevante partijen (zoals overheden, ondernemers en onderwijs).
Programmabegroting 2015
53
4.10.3 Wat gaan we daarvoor doen? Doelen en activiteiten Wat willen we bereiken? Het bevorderen van een gunstig vestigings- en ondernemersklimaat. De hierbij gebruikte indicator is de verhouding tussen de beroepsbevolking en het aantal arbeidsplaatsen. We streven er naar deze verhouding in 2015 minstens op het peil van 2014 te houden. Wat gaan we daarvoor doen? Om het bestaande bedrijfsleven zo optimaal mogelijk te kunnen laten renderen, geven wij concreet inhoud aan het waar mogelijk enthousiasmeren, stimuleren en faciliteren van economische dynamiek. Dagelijkse contacten en afstemming met ondernemers, overheden, onderwijs en kennisinstellingen middels goede relaties, korte lijnen en het werken aan positieve dynamiek. Weten wat er speelt en wat een ondernemer beweegt en nodig heeft voor het goed kunnen functioneren is daarbij een voorwaarde. Enkele onderwerpen die daarbij specifiek aandacht krijgen zijn: - Het uitvoeren van Structuurvisie en Sociaaleconomische visie en Agenda. Samen met de partnerorganisaties het Ondernemersgala 2015 organiseren. - Voortzetting van het lokale ondernemersfonds op basis van de subsidie-uitvoeringsovereenkomst 2014-2018, afhankelijk van de besluitvorming in het najaar van 2014. -
Wat willen we bereiken? Verder uitbouwen en concretiseren van de (regionale) economische samenwerking. Wat gaan we daarvoor doen? Regio Zwolle Meppel maakt onderdeel uit van de Regio Zwolle. Deze regio kent een positieve economische dynamiek en samen zetten we ons in om deze verder te stimuleren. Belangrijke thema’s hierin zijn logistiek, recreatie en toerisme en duurzaamheid. Meppel is de bestuurlijke trekker voor het thema “Havens en Logistiek”. Havenbedrijf Meppel-Kampen-Zwolle Binnen het havenbedrijf werken Meppel, Zwolle en Kampen samen om het vervoer over water in deze regio te stimuleren. Hiervoor worden de inspanningen voor acquisitie, vraagbundeling, modal shift, lobby en het stroomlijnen van regelgeving samen opgepakt. In 2015 zullen Meppel, Kampen en Zwolle samen nieuwe havengeldverordeningen opstellen waarbij het uitgangspunt is dat de binnenvaart voor alle betrokken havens bij één ‘loket’ terecht kan. Sinds 2012 wordt er steeds intensiever samengewerkt binnen de Regio Zwolle en met Zwolle en Kampen op het thema havens en logistiek. Wat willen we bereiken? Verdere integratie van citymarketing in de Meppeler samenleving om de pijlers wonen, werken en bezoeken in te vullen en te versterken. Wat gaan we daarvoor doen? - Ondersteuning van de marketing van Nieuwveense Landen - Door middel van citymarketing mede-ondersteunen van activiteiten uit programma 6. - Over de verdere fundering van citymarketing in de Meppeler samenleving verschijnt eind 2014 een notitie. Op basis hiervan zullen in 2015 de activiteiten ontplooid worden. Grondzaken Binnen de kaders van de nota Grondbeleid 2014-2018 en het Meerjarenperspectief grondexploitaties zullen projecten met een grondexploitatie worden uitgevoerd. Zie voor meer informatie de paragraaf Grondbeleid
54
Programmabegroting 2015
4.10.4 Beoogde effecten
Onderwerp
Doel
Jaarstukken Jaarstukken 2012 2013
Indicator
1 Werkgelegenheid Het bevorderen van De verhouding een gunstig tussen de ondernemersklimaat. beroepsbevolking en het aantal arbeidsplaatsen.
89
Begroting 2015
92
93
Bron 1 beroepsbevolking via selectie in cognos, arbeidsplaatsen PWR 2013 Toelichting 1 De verhouding tussen de potentiële beroepsbevolking (15-65 jaar) en het aantal arbeidsplaatsen is de zgn. werkgelegenheidsfunctie. Er vindt jaarlijks een correctie op het aantal arbeidsplaatsen plaats. De gecorrigeerde reeks is vanaf 2009: 92-90-90-93-92. De economie in Meppel blijft dus behoorlijk stabiel.
4.10.5 Wat mag het kosten? 10 Ec onomisc he za ke n e n grondza ke n Be dra ge n x € 1. 0 0 0 , -
Re ke ning 2 0 13
Be groting 2 0 14
Be groting 2 0 15
Be groting 2 0 16
Be groting 2 0 17
Lasten Baten Tota a l sa ldo va n ba te n e n la ste n xx Dotaties / onttrekkingen aan reserves Re sulta a t
6.102 - 4.754 1.348 - 290 1. 0 5 8
11.077 - 9.744 1.334 0 1. 3 3 4
10.726 - 9.808 917 0 9 17
10.365 - 9.400 966 0 966
10.369 - 9.454 915 0 9 15
Uitsplitsing ra ming na a r produc te n Tota a l sa ldo va n ba te n e n la ste n
1. 3 4 8
1. 3 3 4
9 17
966
9 15
Programmabegroting 2015
Be groting 2 0 18 10.781 - 9.843 938 0 938
938
55
4.11 Programma 11: Duurzaamheid
4.11.1 Wat valt onder dit programma?
Onderdelen
-
Afvalinzameling Milieuzorg
Prod.
Portefeuille
55 56
De Vos Stam
Onder het programma Duurzaamheid vallen de ontwikkeling en uitvoering van duurzaamheidsbeleid. Denk hierbij aan verduurzaming energie, afval-/grondstoffeninzameling, bodemsanering, duurzaam inkopen, Natuur- en milieueducatie (NME), Fairtrade maar ook aan wettelijke taken voor onze gemeente op grond van de Wet milieubeheer. Beleidskader - Duurzaam Energie Plan, van klimaatgevoelig naar klimaat robuust 2011-2040, 12 oktober 2011 - Wet bodembescherming, Wet milieubeheer, Besluit Bodemkwaliteit - Afvalbeleidsplan 2012-2020 - Landelijk Afvalstoffenbeleidsplan (LAP), Afvalstoffenverordening - Algemeen Plaatselijke Verordening (APV) - Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (WABO/omgevingsvergunning) Relaties met andere beleidsterreinen Duurzaamheid is één van de kernthema’s van ons bestuursprogramma. Doordat duurzaamheid een breed toepasbaar begrip is, loopt dit leidende principe als een rode draad door veel raadsprogramma’s. Ook is er regelgeving waar onze inwoners en bedrijven mee te maken hebben. Dit speelt niet alleen bij ruimtelijke ontwikkelingen maar bijvoorbeeld ook bij herstructurering en beheer openbare ruimte. 4.11.2 Wat willen we bereiken? Algemene doelstelling: Meppel wil een gemeente worden ‘die voorziet in de behoeften van de huidige generatie zonder daarbij de behoeften van toekomstige generaties in gevaar te brengen’. Deze ambitie gaat verder dan de wens om spaarzaam met energie om te gaan. Het is een wens om te bouwen aan een gezonde gemeente die zich in de toekomst blijft ontwikkelen. Dat kan door goede afwegingen te maken tussen sociale en economische belangen en rekening te houden met / te investeren in het milieu. Ofwel de drie elementen people (sociaal), profit (economisch) en planet (milieu). 4.11.3 Wat gaan we daarvoor doen? Doelen en activiteiten Wat willen we bereiken? De voorraad huurwoningen is een substantieel onderdeel van de Meppeler woningvoorraad. Daarom van belang om naast het verduurzamen van de particuliere woningen dit ook te doen voor de huurwoningen. Wat gaan we daarvoor doen? Samen met woningcorporaties uitvoering geven aan de in het najaar 2014 gemaakte prestatieafspraken. Meppel wil diverse prestatieafspraken met de corporaties maken over allerlei onderwerpen waaronder ook verduurzaming. Het doel van de afspraken is om naast milieuwinst ook woonlastenbeheersing voor de bewoners te realiseren. Wat willen we bereiken? Het verbinden van de thema’s groen, natuur, water en landschap met duurzaamheid.
56
Programmabegroting 2015
Wat gaan we daarvoor doen? Op basis van geactualiseerd groenbeleid het realiseren van de daarin vastgestelde doelen. Het verbinden van groen met duurzaamheidsdoelen vindt plaats in het kader van het actualiseren van het groenbeleid. Deze relatie met programma 9 wordt hiermee aangegeven. Het opstellen van een activiteitenplan om te anticiperen op klimaatontwikkelingen. Zie verder programma 9. Wat willen we bereiken? C02-neutrale bedrijventerreinen. In overleg met het bedrijfsleven bepalen welke acties wanneer waar worden uitgevoerd. Wat gaan we daarvoor doen? Afspraken maken met bedrijfsleven over uit te voeren activiteiten/voorzieningen. Vanuit de gedachte ‘wie betaalt, bepaalt” met het bedrijfsleven overleggen op welke wijze de gemeente hen kan faciliteren opdat ze aan de slag gaan met concrete acties. Aanknopingspunten hiervoor staan aangegeven in het low Carbon Harbour Plan wat is opgesteld in het kader van LoPinod. Wat willen we bereiken? Vanuit de natuur- en milieueducatie een milieuvriendelijk gedrag promoten. Wat gaan we daarvoor doen? Voortzetten van huidige activiteiten, zoals onderhouden van het Netwerk NME en het organiseren van de Boomfeestdag, Natuurwerkdag en activiteit tijdens landelijke Nacht van de Nacht. Faciliteren van maatschappelijke organisaties bij de organisatie van schoonmaakacties en andere initiatieven. Wat willen we bereiken? Fairtrade promoten is een activiteit, gericht op het doel om fairtrade meer bekend te maken en de omzet te verhogen. Doel: titel Fairtrade Gemeente behouden. Hoger liggend doel: de omstandigheden van arme boeren in ontwikkelingslanden verbeteren Wat gaan we daarvoor doen? Faciliteren van de Werkgroep Fairtrade Meppel. Van hieruit de bekendheid van fairtrade producten naar een hoger peil brengen en inwoners, instanties en bedrijven stimuleren eerlijk in te kopen. Zelf het gebruik van fairtrade producten in de gemeentelijke inkoop uitbreiden. Ook willen wij in 2015 fairtrade gemeente blijven. Wat willen we bereiken? In 2015 minstens 15% minder energieverbruik gemeentelijke organisatie. Beginsituatie is het jaar 2010, 176 kton CO2 Wat gaan we daarvoor doen? Op basis van inventarisatie een uitvoeringsplan voor de gebouwen, openbare verlichting en wagenpark opstellen. Vóór het einde van 2015 streven we naar een bezuiniging op stroomgebruik door bijvoorbeeld het plaatsen van zonnepanelen. Daarnaast wordt bezien, aan de hand van een keuzematrix, hoe de verduurzaming van de openbare verlichting kan worden vergroot . Wat willen we bereiken? Inwoners van Meppel scheiden afval in grondstoffen en afvalstoffen. Wat gaan we daarvoor doen? Het gescheiden aanbieden van grondstoffen door onze inwoners wordt gestimuleerd en gefaciliteerd. Met faciliteren wordt bedoeld dat inwoners faciliteiten ontvangen om grondstoffen zo goed en eenvoudig mogelijk gescheiden kunnen aan te bieden. Hierbij kun je denken aan containers en zakken voor kunststof verpakking materiaal. En ondergrondse containers voor restafval. Ook het aan huis ophalen van frituurvet en kleine elektrische apparaten hoort hierbij. Inwoners zijn goed geïnformeerd over de voor- en nadelen van afvalscheiding, zijn op de hoogte van de kosten van afvalverwerking en worden gestimuleerd om restafval te voorkomen. Hoe beter men geïnformeerd is hoe beter men afval zal gaan scheiden. De kosten van de inzameling en verwerking van restafval zijn zo laag mogelijk. Jaarlijks worden 2 afval sorteerproeven uitgevoerd. De afval sorteerproeven geven in een reeks van jaren inzicht in de kwaliteit van het restafval en daarmee in het wel of niet halen van de in het afvalbeleidsplan gestelde doelen en eventueel de noodzaak voor het doen van interventies. In 2015 wordt restafval eens per 4 weken ingezameld. Grondstoffen (papier, GFT, kunststof, textiel, frituurvet, kleine elektrische apparaten) worden periodiek, huis-aan-huis ingezameld.
Programmabegroting 2015
57
Voorlichting over inzameling afval en grondstoffen vindt structureel, zo nodig huis-aan-huis, plaats. Met periodiek wordt per grondstoffenstroom het volgende bedoeld: papier 1 x per 4 weken, GFT en kunststof 1 x per 2 weken, textiel 1 x per kwartaal en frituurvet en kleine elektrische apparaten op afroep. Wat willen we bereiken? Kwaliteit en professionaliteit van uitvoering milieutaken verbeteren door middel van de Regionale Uitvoeringsdienst Drenthe (RUD Drenthe). Wat gaan we daarvoor doen? In 2015 zal de Gemeenschappelijke Regeling RUD Drenthe samen met haar eigenaren de ‘Drentse maat’ opstellen. Deze Drentse maat bepaalt een uniform minimaal uitvoeringsniveau per 2016 van de RUD Drenthe. Op basis van dit uitvoeringsniveau zal ook de bijdrage van de gemeenten aan de RUD Drenthe voor 2016 en verder worden bepaald. In 2015 wordt de inzet zoals afgesproken bij de start van de RUD Drenthe op 1 januari 2014 voortgezet. De gemeente is en blijft eerste aanspreekpunt voor burgers en bedrijven in milieu c.q. bodemkwesties.
4.11.4 Beoogde effecten
Onderwerp
Doel
Indicator
1 Energie
Erop inzetten om een energieneutrale gemeente te worden in 2040. Meer energiezuinige woningen in Meppel Meer afval (grondstoffen) gescheiden inzamelen waardoor hoeveelheid restafval afneemt.
CO2-uitstoot en/of energieverbruik
2 Energie
3 Afval
58
Gebruik duurzaamheidsfo nds Ingezamelde kg per inwoner van de diverse afvalstromen en de sorteeranalyses.
Jaarstukken 2012
Jaarstukken 2013
Begroting 2015
Niet beschikbaar
164 kton
150 kton
4
28 keer
15 keer
Hoeveelheid/inw Restafval 239 GFT 117 Grof vuil 4 Papier 55 Textiel 4 Glas 20 Kunststof 4 Sorteerproef GFT 50 Papier 24 Kunststof 11 Drankenkartons 11 Textiel 14 Glas 11 Overig 119
Hoeveelheid/inw Restafval 218 GFT 114 Grof vuil 3 Papier 58 Textiel 3 Glas 18 Kunststof 7 Sorteerproef GFT 59 Papier 13 Kunststof 11 Drankenkartons 9 Textiel 11 Glas 8 Overig 107
Doel in 2020 is maximaal 30 kilogram restafval per inwoner per jaar. Dit is een langlopend en lastig te voorspellen proces. Daarom zijn geen doelgetallen voor 2015 vastgesteld. Jaarlijks worden sorteerproeven uitgevoerd om te of de inspanningen voldoende zijn om de gestelde doelen van 2020 te halen. Indien nodig zal de inspanning tussentijds worden aangepast.
Programmabegroting 2015
Bron 1 www.klimaatmonitor.databank.nl Toelichting 1 Vanaf 2014 wordt gebruik gemaakt van de zogenaamde “klimaatmonitor van Agentschap.NL. Dit is een tool die landelijk beschikbaar is. Door hierbij aan te sluiten hoeft de gemeente niet zelf een tool te ontwikkelen en kan bovendien gebenchmarkt worden. Het blijkt dat de uitkomsten in de monitor zo'n 2 jaar achter lopen op de de huidige situatie. Zodra meer info beschikbaar is dan wordt dit via de P&C-cyclus aangegeven. 3
Jaarlijks worden 2 afval sorteerproeven uitgevoerd. De afval sorteerproeven geven in een reeks van jaren inzicht in de kwaliteit van het restafval en daarmee in het wel of niet halen van de in het afvalbeleidsplan gestelde doelen en eventueel de noodzaak voor het doen van interventies. Het uiteindelijke doel in 2020 is maximaal 30 kilogram restafval per inwoner. Dit restafval bevat in 2020 geen papier, glas, textiel en recyclebaar kunststof afval meer en is nog slechts met een kleine fractie gft vervuild (5 kilogram per jaar).
4.11.5 Wat mag het kosten? 11 Duurza a mhe id Be dra ge n x € 1. 0 0 0 , Lasten Baten Tota a l sa ldo va n ba te n e n la ste n xx Dotaties / onttrekkingen aan reserves Re sulta a t Uitsplitsing ra ming na a r produc te n 55 Afvalinzameling 56 Milieuzorg Tota a l sa ldo va n ba te n e n la ste n
Re ke ning Be groting Be groting Be groting Be groting Be groting 2 0 13 2 0 14 2 0 15 2 0 16 2 0 17 2 0 18 4.215 - 4.009 206 - 33 17 3
4.792 - 4.067 725 - 50 675
4.541 - 4.320 221 - 76 14 5
4.341 - 4.092 250 - 76 17 4
4.158 - 3.878 280 - 76 204
4.150 - 3.865 285 - 76 209
- 592 798 206
- 590 1.315 725
- 664 885 221
- 640 889 250
- 613 893 280
- 607 893 285
Programmabegroting 2015
59
4.12 Programma 12: Burgerzaken 4.12.1 Wat valt onder dit programma?
Onderdelen
Begraafplaatsen Publiekszaken Huisvesting statushouders
Prod.
Portefeuille
30 31 57
De Vos De Vos Koning
Onder het programma Burgerzaken valt het gezichtsbepalende loket voor tal van gemeentelijke activiteiten. Dit betreft onder meer de publieksdiensten van onze gemeente zoals het verstrekken van reisdocumenten, rijbewijzen, verklaringen en aktes, maar ook de huisvesting van statushouders en het loket bouwen en wonen. De uitvoering van de wet waardering van onroerende zaken en uitvoering van de lokale heffingen valt ook onder dit raadsprogramma. Beleidskader - GBA kwaliteitseisen en wettelijke voorschriften rondom de diverse producten - Beleidskader Begraven 13 juni 2013 - Taakstelling huisvesting statushouders begin juni 2014 - Wet waardering onroerende zaken Relatie met andere beleidsterreinen Het GBA en de Wet WOZ zijn nauw verweven met het landelijk in te voeren stelsel van basisregistraties. 4.12.2 Wat willen we bereiken? Het programma burgerzaken omvat een drietal producten die nogal van elkaar verschillen. Door deze onderlinge verschillen is het lastig om te volstaan met een algemene doelstelling. Daarom is er voor gekozen om per product een aparte doelstelling op te nemen Wat willen we bereiken?
Huisvesting statushouders
Voldoen aan optimale taakstelling huisvesting statushouders. Wat gaan we daarvoor doen
-
Intensieve samenwerking met woningcorporaties, Intensieve contacten met COA en AZC, Informatie aan statushouders, Huisvesting statushouders, Maatschappelijke begeleiding van deze statushouders, - Intensieve samenwerking met vluchtelingenzorg Wat willen we bereiken?
Publieke dienstverlening Efficiënte en effectieve uitvoering van de publieksdiensten met een tevreden klant als resultaat. Basisadministratie op orde. Wat gaan we daarvoor doen? - Het werken op afspraak extra onder de aandacht brengen. - Continue meten van de kwaliteit (o.a. benchmark) en tevredenheid en eventuele gewenste verbeteringen
doorvoeren
4.12.3 Beoogde effecten Voor dit programma zijn geen indicatoren vastgesteld.
60
Programmabegroting 2015
4.12.4 Wat mag het kosten? 12 Burge rza ke n Be dra ge n x € 1. 0 0 0 , -
Re ke ning Be groting Be groting Be groting Be groting Be groting 2 0 13 2 0 14 2 0 15 2 0 16 2 0 17 2 0 18
Lasten Baten Tota a l sa ldo va n ba te n e n la ste n xx Dotaties / onttrekkingen aan reserves Re sulta a t
2.682 - 770 1.912 - 20 1. 8 9 2
2.825 - 859 1.966 0 1. 9 6 6
2.749 - 865 1.884 0 1. 8 8 4
2.716 - 866 1.850 0 1. 8 5 0
2.753 - 866 1.887 0 1. 8 8 7
2.745 - 891 1.854 0 1. 8 5 4
Uitsplitsing ra ming na a r produc te n 30 Begraafplaatsen 31 Publiekszaken 57 Integratie, inburgering en nieuwkomers Tota a l sa ldo va n ba te n e n la ste n
126 1.639 147 1. 9 12
75 1.739 151 1. 9 6 6
32 1.814 39 1. 8 8 4
40 1.771 39 1. 8 5 0
35 1.813 39 1. 8 8 7
32 1.782 39 1. 8 5 4
Programmabegroting 2015
61
62
Programmabegroting 2015
5. Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien
Programmabegroting 2015
63
64
Programmabegroting 2015
5.1
5.1.1
Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien
Wat valt onder dit overzicht?
Onderdelen
Algemene dekkingsmiddelen
Prod.
Portefeuille
59
ten Hulscher
Algemene dekkingsmiddelen zijn die geldmiddelen die de gemeente vrij naar eigen keuze mag inzetten, dus waarvan de besteding niet gebonden is. Dit betreft de algemene uitkering uit het gemeentefonds, lokale heffingen die niet gebonden zijn aan een tegenprestatie, dividend en het saldo op de financieringsfunctie (rente voor- en nadelen). De verplichte post onvoorzien wordt eveneens tot dit overzicht gerekend. Beleidskader - Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV, 2003); - Financieel toezichtskader provincie Drenthe (2014); - Nota financieel beleid (2007) en andere beleidsnotities met financieel karakter. 5.1.2
Wat willen we bereiken?
Formuleer hier de algemene doelstelling in termen van beoogde maatschappelijke effect(en) van het Algemene doelstelling: Een financieel gezonde gemeente. Doelen - Een sluitende meerjarenraming, waarbij structurele lasten gedekt worden door structurele baten. - Samenhangend financieel beleid dat voldoet aan wet- en regelgeving. - Geen stijging van de lokale lastendruk. 5.1.3
Wat gaan we daarvoor doen?
Wat willen we bereiken? Een duurzaam materieel financieel evenwicht. De meerjarenbegroting is sluitend: structurele lasten worden gedekt door structurele baten. Wat gaan we daarvoor doen? Het in evenwicht brengen van de programmabegroting vereist een goede afweging van beschikbare middelen en ambities door de gemeenteraad. Gelet op de economische situatie en de korting van het Rijk zal dit de nodige activiteiten vergen, die in de reguliere p&c cyclus tot uiting komen. Daarbij wordt de lokale lastendruk in totaliteit bezien. Wat willen we bereiken? Samenhangend financieel beleid Wat gaan we daarvoor doen? Dit wordt onder meer bevordert door de actualisatie van beleidsnota’s. Wat willen we bereiken? Voldoen aan de wettelijke bepaling rondom tijdig betalen van facturen. Wat gaan we daarvoor doen? Alle door de gemeente ontvangen facturen waarvan de prestatie is geleverd, worden binnen 30 dagen betaald.
Programmabegroting 2015
65
5.1.4
Wat moet het opbrengen?
ALG Alge me ne de kkingsmidde le n e n onvoorzie n R e ke ning Be dra ge n x € 1. 0 0 0 , 2 0 13 Lasten Baten Tota a l sa ldo va n ba te n e n la ste n xx Dotaties / onttrekkingen aan reserves Re sulta a t Uitsplitsing ra ming na a r produc te n A0 Algemene Ondersteuning A1 Onvoorziene uitgaven A2 Deelnemingen A3 Belastingen en Invordering A4 Algemene uitkeringen A6 Saldo op de financieringsfunctie Tota a l sa ldo va n ba te n e n la ste n
66
Be groting 2 0 14
Be groting Be groting Be groting Be groting 2 0 15 2 0 16 2 0 17 2 0 18
9.004 - 47.108 - 38.104 240 - 37.864
8.180 - 49.927 - 41.747 0 - 4 1. 7 4 7
8.351 - 46.913 - 38.563 0 - 38.563
8.291 - 46.735 - 38.445 0 - 38.445
8.204 - 46.752 - 38.548 0 - 38.548
8.151 - 46.546 - 38.395 0 - 38.395
2.229
193 73 - 1.322 - 6.489 - 34.202
965 100 - 1.075 - 7.120 - 31.429 -4 - 38.563
945 100 - 1.075 - 7.293 - 31.117 -5 - 38.445
1.071 100 - 1.075 - 7.470 - 31.169 -5 - 38.548
1.289 100 - 1.075 - 7.652 - 31.051 -6 - 38.395
- 1.210 - 6.411 - 32.709 -3 - 3 8 . 10 4
- 4 1. 7 4 7
Programmabegroting 2015
6. Paragrafen
Programmabegroting 2015
67
6.1
6.1.1
Paragraaf lokale heffingen
Inleiding
In deze paragraaf wordt de informatie over de diverse gemeentelijke belastingen en heffingen, die in de diverse programma’s wordt vermeld, compact weergegeven. Naast deze informatie wordt ook aandacht besteed aan kwijtschelding van gemeentelijke belastingen en de lokale lastendruk. Uitgangspunten begroting Voor alle inkomstenramingen hanteren wij het uitgangspunt dat ze jaarlijks verhoogd worden met het inflatiepercentage. Bij de gemeentelijke belastingen zijn een aantal zaken afwijkend ten opzichte van dit uitgangspunt: - Leges en tarieven worden verhoogd met de inflatiecorrectie tot maximaal volledige kostendekkendheid. - De opbrengst bouwleges wordt structureel geraamd op € 800.000. - Voor de rioolheffing geldt 100% kostendekkendheid, inclusief kosten van kwijtschelding, btwcompensatie en toerekening stadsverzorging (onderdeel machinaal straatreinigen ten behoeve van kolken). - Voor de afvalstoffenheffing geldt 100% kostendekkendheid, inclusief kosten van kwijtschelding, btwcompensatie en toerekening stadsverzorging (onderdeel zwerfvuil). 6.1.2
Overzicht belastingen en heffingen
Gemeenten zijn beperkt in de belastingen die ze mogen heffen. Deze zijn limitatief opgesomd in de Gemeentewet. Naast belastingen heft de gemeente rechten (leges) voor individuele dienstverlening. De tarieven van deze rechten dienen zodanig vastgesteld te worden dat de opbrengsten de kosten voor het verlenen van de diensten niet overschrijden. De opbrengst van deze zogeheten gebonden heffingen is alleen voor de bestrijding van de kosten die de gemeente voor deze diensten maakt. De gemeente is vrij in de besteding van de opbrengst van de ongebonden heffingen (algemene belastingen), waarvan de OZB de omvangrijkste is. De gemeentelijke belastingen, heffingen, rechten en leges die in 2015 in Meppel worden geheven zijn: Ongebonden belastingen: - Onroerende zaakbelasting - Parkeerbelasting - Precariobelasting Gebonden belastingen: - Afvalstoffenheffing - Rioolheffing - Reinigingsrechten - Binnenhavengelden - Lijkbezorgingsrechten - Marktgelden - Leges In Meppel wordt geen roerende zaakbelasting, toeristenbelasting, hondenbelasting en forensenbelasting geheven.
68
Programmabegroting 2015
6.1.3
Geraamde inkomsten 2015
In de tabel hieronder zijn de geraamde inkomsten voor 2015 vergeleken met de geraamde inkomsten van 2014 en de werkelijke inkomsten in 2013. Heffingsoort
Realisatie 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Bedragen x € 1.000 OZB gebruikers niet-woningen
1.238
1.249
1.380
OZB eigenaren niet-woningen
1.883
1.881
2.220
OZB eigenaren woningen
3.329
3.398
3.520
Onroerende zaakbelasting
6.450
6.528
7.120
Afvalstoffenheffing
3.384
3.172
3.154
Rioolheffing
2.619
2.625
2.644
228
229
180
1.765
1.977
1.935
Reinigingsrecht Parkeerbelasting Precariobelasting Lijkbezorgingsrecht
43
40
40
232
279
294
Leges fysieke leefomgeving
671
850
850
Leges algemene dienstverlening
512
547
529
Leges europese dienstenrichtlijn
21
21
21
Leges
1.204
1.418
33
40
40
344
317
324
16.302
16.625
16.927
Marktgelden Binnenhavengeld Totaal
6.1.4
1.350
Onroerende zaakbelasting (OZB)
De onroerende zaakbelastingen zijn belastingen die worden geheven over binnen de gemeentegrenzen gelegen onroerende zaken. De tarieven worden berekend door de gewenste ozb-opbrengsten te delen door de belaste WOZ-waarde. De belaste WOZ-waarde is gelijk aan de som van de waarde van de onroerende zaken die in de belastingheffing worden betrokken. Uitgangspunt bij de tariefberekening is dat de opbrengst van de onroerende zaakbelasting met het inflatiepercentage (2,5%) stijgt. Om dit te bereiken dienen de tarieven zowel voor het inflatiepercentage als voor de verwachte waardeontwikkeling te worden gecorrigeerd. Naast de inflatie vindt er een stijging plaats van de totale ozb-opbrengst als gevolg van areaal uitbreiding. De ontwikkeling van de ozbtarieven vindt u in onderstaande tabel: 2015
2014
2013
ozb niet-woning (gebruik) ozb woning (eigendom)
0,223% 0,134%
0,209% 0,126%
0,193% 0,118%
ozb niet-woning (eigendom)
0,285%
0,261%
0,241%
Rioolheffing, afvalstoffenheffing en reinigingsrecht Voor de rioolheffing, de afvalstoffenheffing en het reinigingsrecht wordt in tegenstelling tot de OZB wel een directe tegenprestatie geleverd. Uitgangspunt is dat de rioolheffing, de afvalstoffenheffing en de reinigingsrechten kostendekkend (inclusief kwijtschelding, btw-compensatie en toerekening stadsverzorging etc.) zijn. Rioolheffing Rioolheffing wordt geheven bij de gebruikers van woningen en bedrijven waar direct of indirect water op het riool wordt afgevoerd. Er wordt een vast bedrag aan rioolheffing in rekening gebracht, onafhankelijk van de hoeveelheid geloosd water. Voor 2015 achten wij het verantwoord het huidige tarief ad € 171 te handhaven. Dit sluit aan bij de Update Riolering-verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan (vGRP) 20112015, voorjaar 2014.
Programmabegroting 2015
69
Afvalstoffenheffing Afvalstoffenheffing wordt geheven bij alle huishoudens. De gemeente heeft de plicht de huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen. Daarom is ieder huishouden verplicht bij te dragen in de kosten van afvalinzameling. Het maakt daarbij niet uit of mensen wel of geen afval aanbieden. Ontwikkelingen: - Als gevolg van verbetering van het scheidingsgedrag, dankzij onder andere communicatie, ondergrondse containers, papiercontainers, gewijzigd inzamelschema, verbeterde verkrijgbaarheid kunststof inzamelzakken, wordt minder restafval ingezameld en is de hoeveelheid ingezameld afval van de overige, waardevolle stromen gestegen. Dit gaat zelfs sneller dan was voorzien in het afvalbeleidsplan 2012-2016. - Het huidige verwerkingscontract voor grijs huishoudelijk afval loopt tot 1 juli 2016. De laatste bekende tarieven voor verwerking van grijs huishoudelijk afval zijn namelijk aanzienlijk lager, dan in het huidig lopende contract is opgenomen. - Het ministerie van financiën heeft aangekondigd voornemens te zijn afvalstoffenbelasting in te voeren met ingang van 1 januari 2015. Het tarief zal - € 13,00 per ton bedragen voor zowel het afval dat wordt aangeboden om te storten als het afval dat wordt aangeboden om te verbranden. - Met ingang van 1 januari 2015 draagt de gemeente zorg voor transport, overslag en sorteren van kunststof. Deze werkzaamheden zijn in Drents verband aanbesteed. - De VNG, het verpakkende bedrijfsleven en het ministerie van Infrastructuur en Milieu hebben onderhandeld over een vergoeding voor gemeenten voor de inzameling en post-collection (transport, overslag en sorteren) van kunststofafval. De onderhandelingen hebben geleid tot afspraken voor de jaren 2015 tot en met 2019 voor zowel voor- als nascheidende gemeenten. - De mogelijkheden van een eerlijke toerekening van kosten (diftar), worden nader uitgewerkt in 2015. De financiële consequenties hiervan zijn nog niet bekend. - Ook de mogelijkheden om het afvoeren van grofvuil onder voorwaarden gratis aan te bieden worden nader uitgewerkt in 2015. Gezien bovenstaande ontwikkelingen achten wij het verantwoord het tarief afvalstoffenheffing voor 2015 vast te stellen op € 220 (in 2014 was dit € 223). Hierbij wordt de kanttekening geplaatst dat het tarief voor 2015 nog kan wijzigen als in de loop van 2014 blijkt dat de aanbestedingen voor verwerking grijs huishoudelijk afval en transport, overslag en sorteren afwijken van de gecalculeerde bedragen. Tevens is in het meerjarenperspectief nog geen rekening gehouden met de financiële consequenties van diftar en het gratis afvoeren van grofvuil onder voorwaarden. De mogelijkheden hiervoor worden in 2015 uitgewerkt. Op dit moment zijn de financiële consequenties nog niet bekend. Een mogelijk effect voor de afvalstoffenheffing speelt vanaf het moment van invoering, op zijn vroegst in 2016. Reinigingsrecht Reinigingsrecht wordt geheven voor de afvoer van bedrijfsafval en mag alleen in rekening worden gebracht als er ook daadwerkelijk een dienst wordt geleverd. Het huidige tarief is kostendekkend en hoeft voor 2015 niet worden bijgesteld. 6.1.5
Kwijtschelding (van toepassing op afvalstoffenheffing en rioolrecht)
De kwijtscheldingsregeling wordt uitgevoerd volgens landelijke wet- en regelgeving. De gemeente heeft beperkte beleidsvrijheid bij de uitvoering van de regeling. Meppel heeft gekozen voor een ruimhartiger kwijtscheldingsbeleid (100% van de bijstandsnorm in plaats van de wettelijke 90%). Bij het behandelen van een kwijtscheldingsverzoek vindt een inkomens- en vermogenstoets plaats. De normen voor kwijtschelding worden landelijk bepaald. Als een belastingschuldige noch betalingscapaciteit noch vermogen heeft, wordt kwijtschelding van afvalstoffenheffing en rioolheffing verleend. In incidentele gevallen komt het voor dat ook de onroerende zaakbelasting wordt kwijtgescholden. Met het verlenen van kwijtschelding zijn de volgende bedragen gemoeid: Kwijtschelding
Realisatie 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Afvalstoffenheffing
238.000
206.000
211.850
Rioolrecht
168.000
158.000
162.000
406.000
364.000
373.850
Totaal kwijtschelding
70
Programmabegroting 2015
6.1.6
Lokale lastendruk
In de volgende tabel vergelijken we de lastendruk (in 2014) voor meer- en éénpersoonshuishoudens met die in omliggende gemeenten. In tegenstelling tot de omliggende gemeenten kent Meppel geen tariefdifferentiatie voor afvalstoffenheffing en/of rioolheffing.
Gemeente
Westerveld
Gemiddelde waarde woning
de Wolden
Hoogeveen
Staphorst
Steenwij kerland
Meppel
253.000
252.000
164.000
248.000
196.000
190.000
OZB woningen
256
280
238
247
206
239
Reinigingsheffing
235
209
278
263
239
223
Rioolheffing
274
166
147
229
251
171
765
655
663
739
696
633
OZB woningen
256
280
238
247
206
239
Reinigingsheffing
160
165
206
177
153
223
Rioolheffing
274
149
147
229
251
171
690
594
591
653
610
633
Meerpersoonshuishoudens
Totaal woonlasten meerpersoonshoudens Eenpersoonshuishoudens
Totaal woonlasten éénpersoonshuishoudens
Cijfers 2014 Bronnen: Atlas van de lokale lasten (www.coelo.nl) en site Waarderingskamer (www.waarderingskamer.nl)
6.1.7
Parkeergelden
In de gemeente Meppel worden de parkeertarieven gebruikt om de kosten voor parkeervoorzieningen te dekken en om het parkeren binnen de gemeente te reguleren. De gemeente Meppel heft parkeergelden bij parkeermeters en parkeerautomaten (waaronder ook parkeerdek Swaenenborgh) en via parkeervergunningen. Bij parkeergarage Keyserstroom en parkeerterrein Stadhuis worden parkeergelden achteraf geïnd door middel van een slagboom. 6.1.8
Binnenhavengeld
Onder de naam ‘binnenhavengeld’ wordt een recht geheven voor het gebruik van de haven met een vaartuig. Ondermeer de kosten van door de gemeente verstrekte diensten in de haven worden met het binnenhavengeld gedekt. 6.1.9
Leges
‘Leges’ is de aanduiding voor rechten die worden geheven voor het genot van, door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten. In de legesverordening zijn bepalingen opgenomen over de activiteiten waarvoor de gemeente leges in rekening brengt, de tarieven die de gemeente hanteert en de grondslagen die de gemeente hanteert bij het heffen van de leges. De legesverordening is onderverdeeld in drie categorieën:
Algemene dienstverlening (burgerlijke stand, reisdocumenten, rijbewijzen, etc.) Fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning (bouwleges, uitweg vergunning, kapvergunning, etc.) Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn (horeca, organiseren evenementen, etc.)
Legestarieven mogen niet meer dan kostendekkend zijn. 6.1.10 Lijkbezorgingsrechten Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.
Programmabegroting 2015
71
6.1.11 Marktgelden Onder de naam ‘marktgeld’ wordt een recht geheven voor het hebben van een standplaats op de markt. 6.1.12 Precariobelasting Precariobelasting wordt geheven voor het gebruik van gemeentegrond. Voor terrassen of vaste standplaatsen wordt bijvoorbeeld precariobelasting geheven. Precariobelasting is een ongebonden belasting, waarbij de gemeente vrij is in het vaststellen van de hoogte van de tarieven.
72
Programmabegroting 2015
6.2
Paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing
Deze paragraaf geeft inzicht in het risicoprofiel, de belangrijkste risico’s, de beheersmaatregelen en de beschikbare weerstandscapaciteit. De gebruikte methode is vastgelegd in de Nota risicomanagement en weerstandsvermogen 2013. Deze paragraaf geeft daarmee uitvoering aan de volgende doelstellingen: Het realiseren van een gezonde financiële positie, waarbij een goed inzicht in het weerstandsvermogen, de benodigde weerstandscapaciteit en het risicoprofiel van belang zijn. Voorkomen dat ingrijpende beleidswijzigingen noodzakelijk zijn als risico’s zich voordoen. Op het moment dat risico’s zich daadwerkelijk voordoen, is de bufferreserve beschikbaar om nadelige financiële effecten (tijdelijk) te compenseren zonder dat (direct) ingrijpende beleidswijzigingen noodzakelijk zijn. 6.2.1
Risicoprofiel gemeente
In deze paragraaf worden alleen risico’s gepresenteerd met een grotere financiële impact. Kleinere risico’s of risico’s waarvoor verzekeringen, voorzieningen en dergelijke voor ingezet (kunnen) worden, zijn niet opgenomen. Drie categorieën risico’s worden achtereenvolgend behandeld: going concern, grondexploitaties en overige projecten. Risicoprofiel going concern Voor het risicoprofiel going concern zijn de risico’s uit de volgende tabel in kaart gebracht en worden vervolgens toegelicht. Overzicht risico’s going concern (x € 1 miljoen) Risico’s 1. 2. 3. Totaal
Personeelsbudgetten Het niet realiseren van de opbrengsten voor omgevingsvergunningen Hogere bijdrage aan gemeenschappelijke regelingen excl. GR Reestmond
Risicobedrag 0,4
Risicoweging 25% – 50%
Positief scenario 0,1
Negatief scenario 0,2
0,4
0% - 50%
-
0,2
0,2
0% - 50%
-
0,1
€ 0,1
€ 0,5
1. Personeelsbudgetten Voor overschrijding van de personeelsbudgetten wordt als risicobedrag 2% van het personeelsbudget aangehouden. Het totale personeelsbudget wordt goed beheerst, de weging van dit risico is daarom laag (25% - 50% van het risicobedrag). Beheersmaatregel: Actief sturen op personeelsbudget. 2. Opbrengsten voor omgevingsvergunningen Een teruglopend aantal en kleinere bouwaanvragen kunnen zorgen voor tegenvallende opbrengsten, grotere projecten voor fluctuaties. Na verlaging van de raming is dit risico beperkt. Beheersmaatregel: De raming in de begroting en de meerjarenraming aanpassen aan de onzekere inkomsten. 3. Hogere bijdrage aan gemeenschappelijke regelingen De gemeente Meppel is deelnemer in een aantal gemeenschappelijke regelingen die financiële risico’s met zich mee brengen. Dit geldt in het bijzonder voor de sociale werkvoorziening Reestmond en de GKB. De uitvoering van de WSW valt onder het sociaal domein en wordt betrokken bij dat onderdeel. Het GKB wordt getroffen door de slechtere economische omstandigheden en bezuinigingen van het rijk. Ook de andere gemeenschappelijke regelingen (VeiligheidsRegio Drenthe, de GGD, Recreatieschap Drenthe, RUD) brengen risico’s met zich mee. Elke verbonden partij voert een zelfstandig risicobeleid en publiceert daarover in de afzonderlijke begrotingen en jaarrekeningen. Beheersmaatregel: Risicomanagement is in eerste instantie de verantwoordelijkheid van de GR. Tegenvallers worden in principe binnen de begroting van de gemeenschappelijke regelingen opgevangen. De gemeente treft daarnaast beheersmaatregelen door – waar mogelijk - het maken van prestatieafspraken met de gemeenschappelijke regelingen en het monitoren van de financiële ontwikkelingen.
Programmabegroting 2015
73
Overzicht risico’s sociaal domein (x € 1 miljoen) Risico’s 4. 5. 6. 7. Totaal
Overschrijding budget reserve sociaal domein Reestmond Overschrijding WWB-inkomensdeel Overschrijdingen WMO – huishoudelijke hulp
Risicobedrag
Risicoweging
Positief scenario
Negatief scenario
1,1
50% - 100%
0,6
1,1
1,0 0,4
25% - 75% 50% - 100%
0,3 0,2
0,8 0,4
0,6
25% - 75%
0,2
0,5
€ 1,3
€ 2,8
In het sociaal domein vormen de uitvoering van de gedecentraliseerde taken een belangrijk risico voor de gemeente. Voor de komende periode ligt er de opgave om de bezuinigingen in de zorg en ondersteuning vorm te geven door andere regie, samenhang en samenwerking. Bovenop deze taakstelling bestaat de opgave om op langere termijn de toenemende vraag naar complexere zorg o.m. door demografische ontwikkeling te kunnen financieren. Hiervoor geldt de noodzaak tot versterking van het voorliggend veld en de preventieve activiteiten. In het programma sociaal domein is risicomanagement een integraal onderdeel van de advisering waar in meer detail niveau wordt gerapporteerd over de risico’s. In deze paragraaf wordt volstaan met een globale vertaling van de financiële risico’s naar een schatting van het risicobedrag. Tegenover dit risicobedrag zal afzonderlijk voor het sociaal domein een reserve worden gevormd. Deze reserve is onderdeel van de weerstandscapaciteit om risico’s op te vangen. 4. Overschrijding budgetten en reserve sociaal domein De reserve sociaal domein wordt gevoed met een klein deel van het sociaal deelfonds. De algemene bufferreserve dient vervolgens om het financiële risico op te vangen voor het geval de reserve sociaal domein is uitgeput. Participatiewet Met de participatiewet zijn de risico’s van overschrijding van de middelen die gericht zijn op onze WSW taken en re-integratie groter geworden. De doelgroep is groter en de beschikbare middelen zijn verlaagd. Jeugdzorg In de samenwerking op Jeugdzorg met de Drentse gemeenten en de afspraken met de zorgaanbieders in het RTA zijn veel risico’s beheersbaar gemaakt. Voor de dure gespecialiseerde zorg wordt het risico gedeeld (solidariteitsbeginsel). Overige zorg wordt grotendeels gezamenlijk ingekocht waarbij afspraken zijn gemaakt over het dalende budget met de zorgaanbieders. Hier staat tegenover dat het budget grotendeels is vastgelegd en er geen budget is om eventuele tegenvallers op te vangen. WMO De WMO 2015 kent voor gemeenten een aantal nieuwe zorgtaken. Bestaande AWBZ-cliënten behouden vanaf het moment van decentralisatie tot eind 2015 in beginsel hun oude rechten. De bezuinigingen op de nieuwe Wmo-taken gaan echter al wel in per 1 januari 2015. Gemeenten dragen het volledige financiële risico, terwijl het praktisch gezien niet haalbaar is alle overgangscliënten voor 1 januari 2015 te herbeoordelen én daarbij is ook nog de mogelijkheid aanwezig dat cliënten in beroep gaan tegen het nieuwe aanbod. Dit samenbrengend met de korting op het budget vormt dit een significant risico. Het realiseren van de begrote eigen bijdragen vormt door de herindicering en de stapeling van eigen bijdragen een risico. Het zicht hierop is nog niet duidelijk. Voor het berekenen van het weerstandsvermogen is het uitgangspunt een risicobedrag van 5% van het sociaal deelfonds. De kans dat de algemene reserve daarvoor wordt aangesproken is door het inzetten van de reserve sociaal domein iets lager. Voor de berekening van ons weerstandsvermogen houden we een weging van 50% - 100% aan. 5. Reestmond Voor Reestmond zijn er een aantal specifieke risico’s, zoals de toekomstige frictiekosten in verband met de herstructurering. Beheersmaatregelen: een herstructureringsplan wordt opgesteld in opdracht van het bestuur van Reestmond. 6. Overschrijding WWB-inkomensdeel De inkomsten en uitgaven van de bijstand zijn moeilijk in te schatten. Met een omvang van ruim € 9 miljoen een budget voor de WWB-inkomensdeel is dit een substantieel risico. In de bufferreserve houden we rekening met een overschrijding van 5% van het budget met een hoge kans. Beheersmaatregel: De uitgaven in de begroting en meerjarenraming worden zo actueel mogelijk geraamd.
74
Programmabegroting 2015
7. Overschrijdingen WMO – individuele voorzieningen Binnen de WMO vormen de individuele voorzieningen zoals huishoudelijke hulp een risicogebied omdat dit een open einde regeling is waarvan de gevolgen voor de begroting niet goed kunnen worden voorzien. Het risicobedrag is 20% van het budget en wordt voor gemiddeld 50% meegewogen. Beheersmaatregel: De uitgaven in de begroting en meerjarenraming worden zo actueel mogelijk geraamd. Herindicatie zal tot lagere uitgaven leiden. Overige risico’s exploitatie De gemeente kent ten aanzien van going concern activiteiten een aantal financiële risico’s die niet goed te kwantificeren zijn. Het is van belang deze risico’s te volgen en daar waar mogelijk tijdig beheersmaatregelen te treffen. Het gaat om de volgende risico’s: a) Minder uren naar projecten: als het aantal en de omvang van projecten vermindert, worden ook minder salarislasten aan de projecten toegeschreven en moeten deze kosten opgevangen worden door de algemene dienst. b) De omvang van de algemene uitkering uit het gemeentefonds is een onzekere factor, door bezuinigingen op rijksniveau, decentralisatie van taken en een herijking van het fonds. De gemeenten worden drie keer per jaar op de hoogte gehouden van de financiële consequenties. De begroting wordt daarop aangepast en is niet opgenomen in het risicobedrag van deze paragraaf. c) Leningen en garanties: risico´s verbonden aan borgstelling en renterisico´s op leningen zijn onderdeel van de paragraaf financiering. d) Debiteuren: Afdekking van deze risico’s wordt gedaan middels een voorzieningen dubieuze debiteuren. Risicoprofiel grondexploitaties Voor de grondexploitaties is een risicoanalyse uitgevoerd door een gespecialiseerd adviesbureau. Het adviesbureau Metrum heeft dit voorjaar geadviseerd over de hoogte van de bufferreserve. Voor deze begroting is geen aanvullende analyse uitgevoerd, er zijn geen ontwikkelingen die daartoe aanleiding geven. De navolgende tekst is daarom identiek als die in de jaarrekening die in juni 2014 is vastgesteld. De gebruikte methode is vastgelegd in de Nota risicomanagement en weerstandsvermogen 2013. De Monte Carlo analyse wordt gebruikt omdat deze methode rekening houdt met specifieke risico’s binnen een project. Het risicobedrag dat daaruit volgt wordt afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit. Het resultaat (de verwachte winst) van de grondexploitatie en de risicoreservering binnen de grondexploitatie (de posten onvoorzien) vormen het eerste deel van de benodigde weerstandscapaciteit. Als dit lager is dan voor het afdekken van 90% van de risico’s nodig is, zal aanvullend een netto risicoreservering in de bufferreserve nodig zijn. Naast de Monte Carlo analyse is ook het risicobedrag volgens de IFLO methode berekend. Deze ‘IFLOnorm’ relateert de hoogte van de benodigde weerstandscapaciteit aan de boekwaarden van de complexen in exploitatie en de nog te maken kosten en wordt als volgt berekend: 10% van de (netto) boekwaarde, vermeerderd met 10% van de nog te realiseren kosten en verminderd met de post onvoorzien. De meeste projecten hebben een grondexploitatie met een positief resultaat. De risico’s binnen die projecten worden hierdoor afgedekt - deze projecten lopen het risico dat het projectresultaat “minder positief” wordt. Maar het treffen van een risicoreservering is bij deze projecten niet nodig. De projecten van de gemeente Meppel variëren in omvang: er zitten enkele (zeer) grote projecten bij, maar ook projecten met een omvang van slechts enkele kavels. In deze risicoanalyse zijn alle actieve projecten (met een grondexploitatie) meegenomen. Vooral de grotere projecten geven voor Meppel de grootste risico’s. De kleinste projecten bevatten geen noemenswaardige risico’s. Conform de Nota Risicomanagement is het benodigde risicobedrag op twee manieren bepaald: door middel van een Monte Carlo analyse en volgens de IFLO norm. Belangrijkste risico’s De belangrijkste risico’s voor de ruimtelijke projecten binnen Meppel zijn: - Het niet realiseren van het geprognosticeerde afzettempo, waardoor extra rentelasten en plankosten ontstaan; - Het risico op een verdere daling van de grondprijzen, als gevolg van een doorgaande landelijke daling van grondprijzen; - Het risico van veranderingen in de parameters, zoals de rente, kostenstijging, etc.; - Het risico van het overschrijden van de plankosten, bijvoorbeeld doordat plannen kleinschaliger ontwikkeld worden of nieuwe ontwerpen of bestemmingsplannen nodig zijn; - Het (moeten) wijzigen van contracten met private partijen, bijvoorbeeld door de economische ontwikkeling, met financiële tegenslag voor de gemeente tot gevolg.
Programmabegroting 2015
75
De risico’s zijn bij de afzonderlijke projecten apart benoemd, inclusief eventuele project specifieke risico’s. Het project NVL is vanwege omvang en looptijd het meest risicovolle project voor de gemeente Meppel. Ook daar gelden de bovengenoemde risico’s. Beheersmaatregelen Om de (gevolgen van de) risico’s zo veel als mogelijk te beperken is het belangrijk om beheersmaatregelen in te zetten. De belangrijkste beheersmaatregelen zijn: - Leg alle prioriteit op het realiseren van de afzet van projecten. Dat is het belangrijkst om de financiële risico’s (rente, prijsdaling e.d.) te beperken; - Houdt de plannen flexibel, faciliteer initiatieven uit de markt en probeer zo als mogelijk tegemoet te komen aan vragen van marktpartijen en mogelijke afnemers; - Beperk nieuwe initiatieven en projecten, bij voorkeur ook in de regio, om te voorkomen dat er (nieuwe) concurrentie ontstaat voor de reeds lopende projecten; - Blijf heel nauwkeurig sturen op de voortgang van projecten en de kosten die gemaakt worden; - Houdt vast aan bestaande contacten met marktpartijen; streef er naar om deze zo min mogelijk aan te passen, bijvoorbeeld onder invloed van de economische crisis; - Blijf binnen de projecten continu sturen op het benoemen en beheersen van de risico’s en zorg voor goede rapportages en bijsturing gedurende het jaar. In de kwantitatieve risicoanalyse zijn de volgende risico’s niet opgenomen: - Risico op een lagere groei van de bevolking en het aantal huishoudens dan voorzien in de provinciale prognose van 2012; - Risico op het niet realiseren van de geprognosticeerde woningen in het middeldure en duurdere segment, waardoor een lagere prijs per m2 wordt gerealiseerd en minder m2 verkocht kunnen worden. Deze risico’s laten zich moeilijk beheersen maar zullen, wanneer deze zich voordoen, verwerkt worden in toekomstige actualisaties van de grondexploitaties. Kwantitatieve risicoanalyse De kwantitatieve risicoanalyse is uitgevoerd op basis van de Monte Carlo methodiek en volgens de IFLOnorm. Het benodigde risicobedrag wordt bepaald voor elk van de 10 projecten afzonderlijk en is vervolgens opgeteld. Hier presenteren wij de uitkomsten van twee analyses: de berekening van het gewenste niveau van de bufferreserve en de resultaten van een gevoeligheidsanalyse voor Nieuwveense Landen. Monte Carlo analyse In de Monte Carlo analyse is de totale omvang van de risico’s bij de 10 onderzochte projecten € 10,0 mln. De meeste projecten hebben een verwacht positief resultaat en/of een post onvoorzien. Deze kunnen worden ingezet om risico’s op te vangen. Als dat wordt meegenomen, dan is een risicoreservering in de bufferreserve vereist van € 0,7 mln. De projecten Blankenstein B, Koeberg Zuid en het Vledder hebben onvoldoende buffer binnen de grondexploitaties. De volgende tabel geeft de bandbreedte weer waarmee gewerkt is in de Monte Carlo analyse. De regel “Risico (90%) t.o.v. resultaat” is de uitkomst van de risicoanalyse. Een aantal projecten heeft een verwacht positief grex-resultaat dat kan worden ingezet ter dekking van het risicobedrag voor dat project. Een aantal projecten heeft een post “onvoorzien” binnen de grondexploitaties. Deze kan ingezet worden ter dekking van het risicobedrag van dat project. Na verrekening van de posten onvoorzien is nog een risicoreserve van € 0,7 mln. nodig.
Minimumresultaat risicoanalyse Maximumresultaat risicoanalyse GREX resultaat Gemiddelde waarde risicoanalyse Risico (90%) t.o.v. resultaat Omvang 90% risicoafdekking (bruto) Omvang 90% risicoafdekking (netto)
€ € € € € € €
12,520,0 7,6 5,8 8,1 0,5 -
€ € € € € € €
0,91,5 0,3 0,3 0,5 0,1 -
€ € € € € € €
2,40,41,71,50,3 0,3 0,3
€ € € € € € €
2,1 3,6 2,9 2,8 0,3 -
€ € € € € € €
0,3 1,0 0,7 0,6 0,2 -
€ € € € € € €
0,0 0,1 0,1 0,1 0,0 -
€ € € € € € €
2,1 3,0 2,5 2,6 0,2 -
€ € € € € € €
5,85,55,65,60,3 0,2 0,2
€ € € € € € €
0,2 0,3 0,3 0,3 0,0 -
0,80,60,60,70,1 0,1 0,1
l
Zu id
€ € € € € € €
To ta a
n Ko eb er g
aa
M O -l
an ni ng e Er Bl ve an ke ns te N in oo B rd II O ev er s E Sp ij k er se rv O e ev 4 er s D Vl ed de r
D
N VL
G
ro nd ex pl oi t
at ie 20 s 14
Tabel: Risicowaardering o.b.v. Monte Carlo met bandbreedte.
€ 17,7€ 23,0 € 6,5 € 4,7 € 10,0 € 1,3 € 0,7
Bron: Metrum (2014) Voor het bepalen van de netto risicoafdekking zijn de belangrijkste bedragen in de onderstaande tabel samengevat.
76
Programmabegroting 2015
Tabel: Monte Carlo (x € 1 miljoen) Risico’s Monte Carlo analyse risicobedrag Blankenstein B 0,3 Danninge Erve Zuid fase 2 0,5 Koeberg Zuid 0,1 MO-laan Nieuwveense Landen 8,1 Noord 2 0,3 Oevers D 0,2 Oevers E 0,2 Spijkererve 4 Het Vledder BC 0,3 Totaal Monte Carlo € 10
Post GREX resultaat en onvoorzien voorziening 0,3 4,3 0,7 0,2 -
0,3 0,3 7,6 2,9 2,5 0,7 0,1 -
Netto risico afdekking (bufferreserve) 0,3 0,1 0,2 € 0,7
Door afronding kunnen kleine verschillen ontstaan.
Gevoeligheidsanalyse Nieuwveense landen In de Monte Carlo analyse wordt de gevoeligheid van de parameters op het resultaat van de grondexploitaties berekend. Voor Nieuwveense landen geeft de volgende tabel een overzicht van deze analyse. Uit de gevoeligheidsanalyse blijkt (het niet realiseren van) de geraamde opbrengstenstijging van grote invloed (€ -12,25 miljoen in negatief scenario). Tabel: Invloed variabelen NVL op spreiding resultaat. Risicopost Bandbreedte resultaatseffect Min *1.000.000 Max Rente Kostenstijging Kostenstijging jaar 1 Kostenstijging jaar 2-4 Opbrengstenstijging Opbrengstenstijging jaar 1 Opbr.stijging jaar 1 sociaal/goedkoop Opbrengstenstijging jaar 2-4 Verwerving Bouw- en woonrijp maken Plankosten Grondopbrengst niet-woningbouw Grondopbrengst woningbouw Afzettempo woningbouw Bron: Metrum (2014)
€ €
1,92 3,28
€ €
€
12,25-
€
€ € € € € €
1,10 3,81 0,493,483,90-
€ € € € € €
1,745,05
10,93
1,103,811,280,49 3,48 4,09
Er moet binnen NVL nog een omvangrijke grondopbrengst gerealiseerd worden, over een looptijd van een groot aantal jaren. Een afwijking van de jaarlijkse parameters heeft daardoor grote invloed op het uiteindelijke projectresultaat. IFLO methodiek Als toets op de kwantitatieve risicoanalyse is de benodigde risicobuffer ook bepaald volgens de IFLOnorm. Van de IFLO risicobedragen wordt net als bij de Monte Carlo analyse het positieve grex-resultaat en de post onvoorzien afgetrokken. In de IFLO methodiek wordt het risicobedrag bepaald door 10% van de nog te maken kosten en 10% van de (netto)boekwaarde bij elkaar op te tellen. In de laatste kolom is het saldo opgenomen (na afronding), het resterende risico dat afgedekt wordt met de bufferreserve. Na aftrek van de posten onvoorzien en het verwacht positief resultaat is een risicoreservering in de bufferreserve vereist van € 1,0 miljoen. Net als bij de Monte Carlo analyse gaat het om projecten Blankenstein B, Koeberg Zuid en het Vledder, en aanvullend Danninge Erve. De volgende tabel geeft ook de bandbreedte weer waarmee gewerkt is in de IFLO methodiek. Zoals bij de Monte Carlo analyse wordt van het risicobedrag afgezet tegen het positief grex-resultaat dat kan worden ingezet ter dekking van het risicobedrag en de post “onvoorzien” binnen de grondexploitaties.
Programmabegroting 2015
77
Tabel: Risicowaardering o.b.v. IFLO-norm
Bron: Metrum (2014) Voor het bepalen van de netto risicoafdekking zijn de belangrijkste bedragen in de onderstaande tabel samengevat. De totale uitkomst van de berekening van de IFLO norm voor alle projecten laat zien dat een risicobedrag ter grootte van € 1,0 mln. nodig is. Tabel: IFLO (x € 1 miljoen) Risico’s
Blankenstein B Danninge Erve Zuid fase 2 Koeberg Zuid MO-laan Nieuwveense Landen Noord 2 Oevers D Oevers E Spijkererve 4 Het Vledder BC Totaal IFLO
10% netto boekwaarde
10% te maken kosten
IFLO risicobedrag
Post onvoorzien
GREX resultaat
Advies bufferreserve
0,3 0,5 0,1 2,1 0,1 0,2 0,1 3,4
0,4 0,2 7,1 0,3 0,1 0,1 8,2
0,3 0,9 0,3 9,2 0,4 0,1 0,3 0,1 11,6
0,3 4,3 0,7 0,2 -
0,3 0,3 7,6 2,9 2,5 0,7 0,1 -
0,3 0,3 0,2 0,1 € 1,00
Door afronding kunnen kleine verschillen ontstaan.
Conclusie De verschillen tussen de Monte Carlo en IFLO methode worden verklaard door de verschillende manier waarop met de balanswaarde en toekomstige kosten en opbrengsten gewogen worden. Om er zeker van te zijn dat risico’s niet worden onderschat wordt in overeenstemming met de Nota risicomanagement en weerstandsvermogen 2013 de hoogste uitkomst van de twee methoden aangehouden voor de risicoreservering. De benodigde risicobuffer is door deze nieuwe beleidsregel uit de nota wel hoger dan vorig jaar, maar nog steeds beperkt in verhouding tot de omvang van de projecten. Oorzaak is dat de projecten met de grootste risico’s een grondexploitatie met een positief resultaat hebben, zoals NVL, Noord II, Oevers D en Oevers E. Dit betekent wel dat het realiseren van de (positieve) grex-resultaat onzeker is: indien er risico’s optreden, dan dalen de (positieve) grex-resultaten. De hoogste reservering volgt uit de IFLO methodiek, deze wordt aangehouden in het totale adviesniveau voor de bufferreserve.
78
Programmabegroting 2015
Overzicht grondexploitaties (x € 1 miljoen) Risico’s Risicobedrag
8.
Grondexploitaties
Risicoweging
10,0 (Monte Carlo) 11,6 (IFLO)
n.v.t.
Totaal
Positief scenario
Negatief scenario
1,0
1,0
€ 1,0
€ 1,0
Risicoprofiel projecten De projecten LDEB MeppelEnergie, onderwijspark Ezinge en de brede school KoeBerg zijn risicovolle projecten. Voor projecten die wij zelf uitvoeren houden we een marge van 20% (van de projectkosten) als risicobuffer voor projectmatige activiteiten. Het risicobedrag voor mislopen huurinkomsten is vastgesteld op maximaal 4 jaar. Sinds de vorige risicoanalyse zijn in deze projecten geen wijzigingen die invloed hebben op de uitkomsten van de analyse. Overzicht overige projecten (x € 1 miljoen) Risico’s 9. 10. 11. 12. Totaal
LDEB MeppelEnergie Ezinge school & sportaccommodatie huurinkomsten Het Palet huurinkomsten Overige investeringsprojecten
Risicobedrag 0,7
Risicoweging 25% - 50%
Positief scenario 0,20
Negatief scenario 0,35
2,2
25% - 50%
0,55
1,10
0,7 1,0
15% - 30% 15% - 45%
0,10 0,15 € 1,00
0,20 0,45 € 2,10
9. MeppelEnergie, Lokaal Duurzaam Energiebedrijf Meppel en Rendo zijn beide voor 50% aandeelhouder van het Lokaal Duurzaam Energiebedrijf MeppelEnergie. Het aandelenkapitaal en de achtergestelde lening van Meppel bedraagt € 725 duizend. Samen met Rendo en de provincie wordt € 2,6 miljoen aan vermogen verstrekt. Ook via het aandeelhouderschap van Rendo (12% van de aandelen) loopt Meppel een aanvullend risico. Risico’s zijn verbonden met Nieuwveense landen, zowel wat betreft het bouwtempo als het bouwprogramma. In 2014 is gestart met de aanleg van de energie-infrastructuur en zullen de eerste woningen worden voorzien van het energiesysteem. Beheersmaatregelen: De investeringen zijn gespreid in de tijd, waardoor ingespeeld kan worden op de ontwikkelingen. 10. Project onderwijspark Ezinge Het onderwijspark Ezinge met de sportaccommodatie wordt gerealiseerd door Woonconcept Onroerend Goed BV (WOG). De gemeente is de belangrijkste huurder van het gebouw en staat borg voor de financiering (een 40-jarige lening). Beheersmaatregelen: Tegenover het risico van de borgstelling heeft de gemeente het eerste hypotheekrecht. De activiteiten van WOG zijn beperkt tot het realiseren en beheren van het onderwijspark om te voorkomen dat andere risicovolle activiteiten worden uitgevoerd. 11. Huurinkomsten het Palet Icare, Allio en Prima Life Junior zijn huurders in het multifunctioneel kindcentrum Het Palet. De gemeente loopt een risico van gederfde huurinkomsten. Het totale risicobedrag is gebaseerd op 4 jaar leegstand en bedraagt bijna € 0,7 miljoen. 12. Overige investeringsprojecten Elk jaar investeert Meppel ongeveer € 10 miljoen in overige projecten, zoals onderwijshuisvesting, openbare ruimte, automatisering en voertuigen. De risico’s zijn bijvoorbeeld hogere kosten (archeologie, bodemverontreiniging, asbest, kabels en leidingen) en lagere inkomsten (bijdragen derden van bijv. projectontwikkelaars, subsidies). Een aantal specifieke actuele risico’s zijn: - Bijdrage projectontwikkelaar inzake voorbereidingskosten om te komen tot ontwikkeling Kromme Elleboog; - Saneringskosten voortvloeiend uit aanvullend bodemonderzoek Grote Oever 26; - Subsidie BDU verkeer en vervoer en overige provinciale en Europese subsidies. Risico’s met betrekking tot riolering en afval worden gedekt door een afzonderlijke reserve en voorziening, onderwijshuisvesting is grotendeels hierboven beschreven. Na aftrek van deze investeringen resteert € 5 miljoen waarvoor wij als risicobedrag 20% van de investering aanhouden: € 1 miljoen en een gemiddelde weging van 30%. De weging is relatief laag omdat het veel verschillende projecten betreft waar voor- en nadelen elkaar uitmiddelen.
Programmabegroting 2015
79
Totaaloverzicht Voor 4 risicogebieden is een schatting gemaakt van de impact van en de kans op de risico’s. De totale risico’s liggen in de range van de range van € 3,1 miljoen (positief scenario) en € 5,6 miljoen (negatief scenario). Het gewogen gemiddelde risicobedrag is € 4,4 miljoen. Tabel: Totaaloverzicht (bedragen x € 1 miljoen) Risicogebied Going concern taken Sociaal domein Grondexploitaties Projecten
Positief scenario 0,1 1,0 1,0 1,0
Negatief scenario 0,5 2,0 1,0 2,1
€ 3,1
€ 5,6
Totaal Gewogen gemiddelde risico 6.2.2
€ 4,4
Gewenst weerstandsvermogen
Nu het risicoprofiel is beschreven en het risico is gekwantificeerd kan dit worden afgezet tegen het vermogen van de gemeente om deze potentiële tegenvallers op te vangen zonder dat de continuïteit van de bedrijfsvoering in gevaar komt. Dit weerstandsvermogen kan worden uitgedrukt als de verhouding tussen de risico’s en de weerstandscapaciteit. De weerstandscapaciteit bestaat uit de potentieel in te zetten middelen om de tegenvallers op te vangen. Naast de bufferreserve zijn dit ook overige reserves (a) en onbenutte inkomstenbronnen (b). Stille reserves (c) zijn niet geïnventariseerd. a) Reserves en post onvoorzien De bufferreserve heeft een niveau van € 2,3 miljoen, dit is gelijk aan de totale algemene reserve aangezien de vrij besteedbare reserve is uitgeput. Het budget voor onvoorziene uitgaven is € 0,1 miljoen. Er is daarmee € 2,4 miljoen voor directe dekking beschikbaar. Wij spreken van een bestemmingsreserve als er sprake is van een reserve waaraan door de raad een bepaalde bestemming is gegeven. Het niveau van alle bestemmingsreserves bij elkaar is € 6,9 miljoen (verwacht per 1-1-2015). De belangrijkste bestemmingsreserve is de reserve achterstallig wegenonderhoud. De raad kan (een deel van) deze reserve van de bestemming ontdoen zodat die ingezet kan worden als algemene buffer- of vrij besteedbare reserve en daarmee aan de weerstandscapaciteit. b) Onbenutte belastingcapaciteit Door verhoging van precariobelasting, parkeergelden en OZB kan structurele dekkingsmiddelen aangewend worden – hier een stelpost van € 0,4 miljoen. c) Stille reserves Stille reserves zijn aandelen, gronden en gebouwen die bij verkoop meer kunnen opleveren dan de boekwaarde. Er is geen onderzoek verricht naar de hoogte van deze stille reserves, die normaliter pas aangesproken worden na uitputting van de overige reserves. Bovendien is het onzeker of stille reserves daadwerkelijk gekapitaliseerd kunnen worden, aangezien daarvoor ook een koper voor gevonden moeten worden.
80
Programmabegroting 2015
6.2.3
Conclusie
Het gewogen gemiddelde risico bedraagt € 4,4 miljoen. Daarvan kan € 0,5 miljoen worden opgevangen door de onbenutte belastingcapaciteit en de post onvoorzien. Het adviesniveau voor de bufferreserve komt daarmee op € 3,9 miljoen. Het huidige niveau is € 2,3 miljoen, uitgedrukt in het kengetal is dit 0,53. Van de berekende risico’s kan 53% worden opgevangen met de bufferreserve. Op grond van de nota risicomanagement is dit ‘slecht’. Kengetal > 2,0 1,5 – 2,0 1,1 – 1,5 0,9 – 1,1 0,6 – 0,9
Betekenis Weerstandcapaciteit is voldoende om 2 keer de berekende risico’s op te vangen.
Met de aanwezige weerstandscapaciteit kunnen de berekende risico’s worden opvangen.
Oordeel Uitstekend Goed Ruim voldoende Voldoende
Onvoldoende Weerstandscapaciteit kan minder dan 60% van de < 0,6 Slecht berekende risico’s opvangen. * het kengetal is de verhouding tussen de bufferreserve en het gewenste niveau. Onder de 1 worden niet alle risico’s gedekt door de bufferreserve.
Programmabegroting 2015
81
6.3
Paragraaf onderhoud kapitaalgoederen
Deze paragraaf behandelt onze zogenaamde kapitaalgoederen zoals wegen, bruggen, riolering, plantsoenen, gebouwen etc. Van al deze segmenten wordt aangegeven om hoeveel het gaat, hoe we met het onderhoud omgaan, of de uitvoering volgens schema verloopt en hoe de dekking is geregeld. Deze gegevens dienen vervolgens als grondslag voor de door de raad te formuleren beleidskaders. 6.3.1
Openbare ruimte
Voor het onderhoud van de openbare ruimte is een instrument ontwikkeld waarbij gewenste onderhoudskwaliteit kan worden afgewogen tegen bijbehorende kosten. Dit kennen wij onder de naam KOM. Dit staat voor kwaliteit op maat. In een integraal beheersysteem worden arealen van de openbare ruimte geregistreerd en kan aan de hand van kwaliteitsniveaus met bijbehorende kosten een prijskwaliteitskeuze worden gemaakt. Beleidskader: Prijskwaliteitskeuze Kwaliteit op Maat 2013
Buitengebied
Begraafplaats
Hoofdwegen
Industrie
Kantoren
Natuurpark
Sport
Stadspark
Wijkpark
Rijbaan B
B
C
B
B
C
C
B
C
B
B
Fietspaden B
B
B
B
B
B
B
B
B
B
B
Voetpaden B
B
B
B
B
C
C
B
B
B
B
Parkeren en overig C
Afspraak prijs/kwaliteit
Centrum
Woongebied
Voor bijna alle bovengrondse delen van de openbare ruimte is een kwaliteitsnorm ontwikkeld, vertaald naar categorieën voor Hoge (A), Basis (B) en Lage (C) kwaliteiten. In de raadsvergadering van 23 januari 2014 zijn nieuwe prijskwaliteitsafspraak voor KOM vastgesteld conform het inwonergerichte scenario. Dit is vergelijkbaar met de CROW normering.
Verharding (technisch)
C
C
C
C
C
C
C
C
C
C
A = hoog
Groen (technisch)
B
B
C
B
C
C
C
B
C
B
B
B = basis
Meubilair (technisch)
B B
B B
C C
B B
C C
C C
C C
B B
C C
B B
B B
C = laag
Verzorging
6.3.2
Wegen
Onderhoud wegen is een wettelijke taak van de gemeente. De gemeente is op grond van de Wegenwet verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van openbare wegen. Het wegenareaal van Meppel bestaat uit: - Oppervlakte wegen 2.120.877 m², waarvan: - 1.365.683 m² elementenverharding - 711.916 m² asfaltverharding - 23.925 m² betonverharding - 19.353 m² overige verhardingsoorten Bron: GBI dd 30 juni 2014
Beleidskader: - Wegenbeheerplan 2014-2018 De raad heeft in haar vergadering van 23 januari 2014 het wegenbeheerplan 2014-2018 vastgesteld en besloten de kwaliteit van de wegen vast te stellen conform het inwonergericht model op basis van de KOM systematiek en in een later stadium een integrale afweging te maken over de toe te kennen middelen om het technisch onontkoombaar en onvermijdelijk wegonderhoud uit te voeren. Alle wegen in Meppel zijn opgenomen in een wegenbeheersysteem. Naast een beschrijving van de grootte en het type van de wegen is per weg ook de onderhoudskwaliteit in het systeem opgenomen.
82
Programmabegroting 2015
Jaarlijks worden alle wegen door een gespecialiseerd bureau geïnspecteerd op basis van de landelijke erkende CROW-systematiek. De resultaten van de inspecties worden in het wegenbeheersysteem verwerkt. Met het wegenbeheersysteem kan de kwaliteit van de wegen worden weergegeven en kunnen de kosten voor het onderhoud worden berekend. De onderhoudswerkzaamheden kunnen in drie categorieën worden ingedeeld: - Klein onderhoud: dagelijks routinematig onderhoud. Hieronder valt het klussenwerk en het klein leed als verzakte stoeptegels; (“het in goede staat houden”) - Groot onderhoud op basis van de weginspecties; (“het in goede staat terugbrengen”) - Rehabilitatie: vervanging na einde levensduur en reconstructies. Het reguliere onderhoud van de wegen voorziet in het oplossen van calamiteiten en meldingen over de staat van de verharding in Meppel. Daarnaast wordt er, wanneer het budget het toelaat, achterstallig onderhoud weggewerkt. Het niet tijdig uitvoeren van onderhoud kan leiden tot een versnelde afname van de kwaliteit van de wegen. Jaarlijks wordt een weginspectie uitgevoerd. De resultaten van de weginspectie 2013 waren als volgt:
onderhoudskwaliteit % van de wegen goed inspectie 2013 inspectie 2013
54% 86%
matig
32%
slecht
14% volgens CROW+ 14% volgens KOM
Het verschil tussen normering CROW+ en KOM is dat volgens de KOM systematiek basiskwaliteit aan te merken valt als zijnde goed. Het percentage slechte wegen is 14% van het totale areaal, bijna 297.000 m² verharding waarbij sprake is van achterstallig onderhoud.
De combinatie van de projecten en regulier onderhoud heeft ervoor gezorgd dat de kwaliteit van de wegen vanaf 2007 is toegenomen. Om de inhaalslag in de kwaliteit van het areaal te bewerkstelligen is het budget voor het reguliere onderhoud vanaf 2007 aangevuld met een dotatie uit de reserve achterstallig onderhoud. Door deze dotaties was het jaarlijks budget voor regulier wegonderhoud gemiddeld € 1.427.921. De relatie tussen het uitgegeven bedrag aan wegonderhoud en de kwaliteit van het areaal is weergegeven in onderstaande grafiek. Na een initiële stijging van de kwaliteit van het areaal lijkt er nu een evenwicht te komen tussen het beschikbaar budget (regulier onderhoudsbudget plus jaarlijkse toevoeging reserve achterstallig onderhoud wegen) en de wegkwaliteit.
Het regulier onderhoudsbudget voor 2015 bedraagt € 695.520. Per 31 december 2013 bedroeg de reserve achterstallig onderhoud wegen € 4.379.187. Resterende claims per 31-12-2013 ten laste van de reserve achterstallig onderhoud wegen conform begroting 2014, restantkredieten 2013 en effecten berap 2014: Zeeheldenbuurt € 15.745 Koedijkslanden fase 1 € 170.806
Programmabegroting 2015
83
Werkhorst Koedijkslanden fase 2 Slingenberg Totaal claims
€ € € €
145.889 265.000 900.000 1.497.440
Ten laste van de reserve achterstallig onderhoud wegen zijn in 2015 de volgende werkzaamheden gepland: - Afwikkeling achterstallig onderhoud wegen Koedijkslanden fase 2: Jan Mankeshof - Uitvoering achterstallig onderhoud wegen Slingenberg. Het niet bestemde deel van de reserve achterstallig onderhoud wegen bedraagt op dit moment € 2.881.747. Het regulier budget voor onderhoud wegen is niet toereikend om het areaal op de door de raad vastgestelde ambitieniveau te brengen en houden. Nadere invulling volgt uit het coalitieakkoord. Voor diverse wegen is op korte termijn, periode 2015-2018 onderhoud nodig is, doch niet opgenomen in regulier budget en investeringsplanning. Paulus Potterstraat / Jan Vermeerstraat; Hoogetin / Grote Akkerstraat; Witte de Withstraat; Ferdinand Bolstraat; Jan Steenstraat; diverse wegen en voetpaden in Nijeveen. Grootschalige herinrichtingen en vervanging van de riolering zijn opgenomen in de investeringsplanning van de meerjarenbegroting 2015-2018. Achterstallig onderhoud van de wegen wordt in deze gevallen integraal meegenomen. Voor 2015 is onder andere voorbereiding en uitvoering van de volgende projecten gepland: - Voorbereiding/herinrichting Marktstraat (relatie met bouw parkeergarage Het Vledder) - Uitvoering achterstallig onderhoud wegen Oevers C - Voorbereiding en uitvoering Koedijkslanden fase 3: Breitnerhof - Uitvoering herinrichting Gerard ter Borghstraat
6.3.3
Openbare verlichting
Strikt genomen is de gemeente Meppel niet wettelijk verplicht de openbare ruimte binnen haar beheersgebied te verlichten. Wel is zij verplicht de veiligheid van haar inwoners te bevorderen. Een manier om hier invulling aan te geven is het plaatsen van verlichting. Beleidskader: - Openbare verlichting “alLEs Duurzaam” (nog vast te stellen) Het huidige beheerplan openbare verlichting dateert van 2007. Hierin zijn de technische kaders aangegeven waarbinnen de werkzaamheden op het gebied van openbare verlichting wordt uitgevoerd. Een nieuw beleidsplan Openbare verlichting “alLes Duurzaam” is opgesteld en wordt in 2014 aan de raad aangeboden. Hierin is het verlichtingsbeleid 2015-2019 opgenomen, inclusief de mogelijkheden voor verduurzaming van het areaal. Voor de ramingen in de begroting 2015 is nog uitgegaan van het beheerplan openbare verlichting 2007 en zijn aanvullend separaat kredieten opgenomen voor verplaatsing/vervanging lichtmasten in gebieden waar herinrichting en/of groot onderhoud plaatsvindt, zoals Oevers C, Slingenberg en Koedijkslanden. Het regulier onderhoudsbudget voor 2015 bedraagt € 177.900. In samenwerking met de gemeente Steenwijkerland wordt het onderhoudsbestek uitgevoerd.
6.3.4
Civieltechnische kunstwerken
Onder civieltechnische kunstwerken wordt verstaan: bruggen, beschoeiingen, kademuren, duikers, steigers en tunnels. Vanwege de waterrijke omgeving heeft Meppel veel civieltechnische kunstwerken. Beleidskader: - Beheerplan civiele kunstwerken (2008) In 2015 wordt gestart met het opstellen van een beheerplan civiele kunstwerken 2015-2020. Binnen het bestaande onderhoudsbudget wordt regulier onderhoud uitgevoerd. Periodiek vindt inspectie plaats van de houten bruggen en vissteigers, worden beweegbare bruggen gesmeerd en mechanisch/elektrisch gecontroleerd. Voor vervanging / groot onderhoud van civiele kunstwerken worden kredieten in het meerjarenperspectief opgenomen. Het regulier onderhoudsbudget voor 2015 bedraagt € 341.032.
84
Programmabegroting 2015
6.3.5
Openbaar groen
Het groenareaal van Meppel bestaat uit: - 317 ha te onderhouden openbaar groen - Bijna 28.000 te onderhouden bomen - 3 te onderhouden sportparken (sportpark Ezinge, sportpark Koedijkslanden; sportpark Tussenboerslanden) - 2 te onderhouden begraafplaatsen (Meppel en Nijeveen) bron: GBI 30-06-2014. Beleidskader: - De (nog vast te stellen) Kadernotitie “Zo doen we Groen” - Beleidsvisie op uitgeefbaar groen 2012 - Groene kaart en lijst monumentale bomen 2012 - Raadsmotie Meer bomen Er is geactualiseerde groenbeleid in voorbereiding, waarin diverse beleidsplannen op het gebied van groen, landschap, bomen en water worden geïntegreerd tot 1 beleidsplan “Zo doen we groen”. De kadernotitie wordt in 2014 aan de raad aangeboden en met ingang van 2015 verder uitgewerkt in tactisch en operationeel beleid en geïmplementeerd in uitvoering. Op groenonderhoud wordt regie uitgevoerd (eigen dienst/Reestmond en aannemers). Dit gebeurt op basis van ervaring en vakmanschap, rekening houdend met de strategische kaders. In 2014 is gestart met vervanging groen in de wijk Koedijkslanden. Dit wordt samen met riolerings- en wegwerkzaamheden fase gewijs opgepakt. In 2015 wordt fase 3, Breitnerhof uitgevoerd. Het regulier onderhoudsbudget groen voor 2015 bedraagt € 1.026.345; dit is inclusief groenbeheer begraafplaatsen; rondom de sportvelden en leggers, schouw en waterlossing.
6.3.6
Speelvoorzieningen
In Meppel staan circa 507 speeltoestellen in het openbaar gebied en in speeltuinen. Beleidskader: - Speelruimteplan 2013 Speeltoestellen moeten voldoen aan het Besluit Veiligheid en Attractie- en Speeltoestellen. Om dit te controleren worden inspecties uitgevoerd en worden de resultaten hiervan in een elektronisch logboek bijgehouden. Bij constatering of melding van een gebrek aan de speeltoestellen worden deze gerepareerd. Het regulier onderhoudsbudget voor 2015 bedraagt € 111.112. Dit regulier onderhoudsbudget wordt samen met restant investeringskrediet ingezet voor de uitwerking van het Speelruimteplan 2013. Via een wijkgerichte werkwijze en met inzet van personeel en het Leerwerkcentrum wordt dit in circa 5 jaar gerealiseerd (2013 -2018).
6.3.7
Water en waterbodem
Beleidskader: - De (nog vast te stellen) Kadernotitie “Zo doen we Groen” - Het verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2011-2015 (2011) - Het Baggerplan / Prioritering baggerwerken Meppel. De raad heeft, evenals het Algemeen Bestuur van het Waterschap, in november 2009 de Stedelijke Wateropgave vastgesteld. Elk half jaar wordt de voortgang van de vastgestelde maatregelen besproken met het waterschap en worden afspraken gemaakt voor de volgende periode. In 2015 zijn de volgende projecten gepland: - Berging WoldAa, regie bij waterschap - Optimalisering waterhuishouding Slingenberg - Optimalisering waterhuishouding Nijeveen (wordt gefaseerd vanaf 2015 in meerdere jaren uitgevoerd)
Programmabegroting 2015
85
Voor het op diepte houden van de watergangen en het verwijderen van vervuild slib moet baggerwerk respectievelijk saneringswerk worden gedaan. Hier zijn hoge kosten mee gemoeid. Periodiek vindt in overleg met het Waterschap monitoring plaats om de waterdieptes in de gaten te houden. Voor de komende jaren worden vooralsnog geen grote baggerwerkzaamheden voorzien. Zodra dit weer het geval is, zal dit worden opgenomen in de meerjareninvesteringen van de begroting. Een regulier onderhoudsbudget is niet van toepassing. 6.3.8
Riolering
Vanuit de Wet milieubeheer heeft de gemeente een zorgplicht voor inzameling en transport van stedelijk afvalwater dat vrijkomt bij de binnen het grondgebied van de gemeente gelegen percelen. Vanuit de Waterwet heeft de gemeente een zorgplicht voor doelmatige inzameling en verwerking van hemelwater, dat perceelseigenaren redelijkerwijs niet zelf kunnen verwerken. Tevens heeft de gemeente vanuit de Waterwet een zorgplicht voor het in het openbaar gemeentelijke gebied treffen van maatregelen om structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken. De volgende arealen zijn in beheer bij de gemeente Meppel: 185,8 km vrijverval riolering 17,5 km persleiding 31,2 drukriolering 130,3 km drainageleidingen 161 pompunits 61 gemalen 5 IBA’s (Individuele Behandeling van Afvalwater) 9 BBB’s (BergBezinkBasin) Beleidskader: - Het basisrioleringsplan (2006) - Het afkoppelplan Kern-Meppel (2006) - Het verbreed gemeentelijk rioleringsplan (GRP) 2011-2015 (2011); update 2014 - Stelselherziening per 1-1-2012, kosten 1e aanleg van riolering activeren en daarmee deze kosten te dekken uit de rioolheffing (2013). De vervangingsinvesteringen zoals gepland in het GRP 2011-2015 zijn opgenomen in de meerjarenbegroting 2015-2018 als onontkoombare investeringen. De volgende werkzaamheden zijn voor 2015 in de planning opgenomen: - Afwikkeling afkoppelen riolering Koedijkslanden fase 2: Jan Mankeshof - Uitvoering rioolvervanging (relynen) Paradijsweg - Voorbereiden en uitvoering rioolvervanging Haveltermade - Voorbereiden/uitvoering rioolvervanging Indische buurt - Uitvoering afkoppelen Oevers C - Uitvoering rioolvervanging Slingenberg - Uitvoering afkoppelen Koedijkslanden fase 3: Breitnerhof - Uitvoeren rioolvervanging Oranjebuurt: Oude Boazstraat en Barend Schuurmanstraat - Nieuwe aanleg: bouwrijpmaken Danninge Erve en bouw- en woonrijpmaken Nieuwveense Landen Centrum Wonen 1 (wordt gefaseerd in meerdere jaren uitgevoerd). Het regulier onderhoudsbudget voor 2015 bedraagt voor onderhoud riolering € 253.700; voor pompen en gemalen € 81.500 en voor kolken € 17.000.
6.3.9
Onderwijsgebouwen
Per 1 januari 2015 worden de schoolbesturen in het basisonderwijs verantwoordelijk voor het totale onderhoud van en aanpassingen aan hun gebouwen. Er kan voor deze voorzieningen geen beroep meer gedaan worden op de gemeente. Voor het voortgezet onderwijs was dit al langer het geval. Vanuit de zorgplicht blijft de gemeente verantwoordelijk voor capaciteitsvraagstukken, nieuwbouw, uitbreiding en eerste inrichting voor scholen in het basis-, (voortgezet) speciaal en voortgezet onderwijs. Integraal huisvestingsplan Primair Onderwijs (IHP PO). Het IHP PO uit 2012 is gebaseerd op de toen geldende verantwoordelijkheidsverdeling. Door de decentralisatie van het buitenonderhoud voor deze scholen per 1 januari 2015 is het van belang om met de schoolbesturen uit het primair onderwijs te komen tot een nieuwe huisvestingsvisie. Integraal huisvestingsplan Voortgezet (Speciaal) Onderwijs
86
Programmabegroting 2015
Op 28 februari 2013 is het IHP V(S)O vastgesteld. De huisvestingsproblematiek van CSG Dingstede en Greijdanus is in het IHP V(S)O onderkend. Er is bij beide scholen sprake van een aanzienlijke leerlingengroei. Deze leerlingengroei heeft geleid tot een capaciteitstekort. Om inhoud te geven aan dit capaciteitstekort is voor beide scholen gekozen voor ingebruikgeving van vrijvallende locaties. Voor CSG Dingstede is de locatie “het Kompas” beschikbaar gesteld. Bij ingebruikgeving van deze locatie dienen er noodzakelijke aanpassingen plaats te vinden. Hiervoor is voor CSG Dingstede in 2014 een krediet van € 300.000 beschikbaar gesteld. Voor Greijdanus is de vrijvallende locatie “Rechterenschool” beschikbaar gesteld. Ook deze locatie dient te worden aangepast. Hiervoor is een krediet beschikbaar van € 681.078. De oplossingen zoals vastgesteld in het IHP V(S)O worden niet “volledig” gedragen door de schoolbesturen. Beide scholen hebben in 2014 bezwaar aangetekend betreffende de goedgekeurde voorziening 2014. Deze zijn door de bezwarencommissie ongegrond verklaard, doch het schoolbestuur heeft de mogelijkheid in beroep te gaan. Er worden inspanningen geleverd om er met Greydanus en Dingstede uit te komen. School (voorzieningen) Nieuwveense Landen. Een nieuwbouwwijk trekt veel jonge gezinnen aan. Deze hebben belang bij goede maatschappelijke voorzieningen in hun wijk. Er is op dit moment nog geen schoolvoorziening aangevraagd. Door een wetswijziging is de procedure voor het stichten van scholen in Nieuwveense Landen versoepeld. Naast de formele procedure van het stichten van een school, is het nu ook mogelijk om voor de eerste opvang van de leerlingen te starten met een dislocatie van een bestaande school. Indien deze dislocatie later voldoet aan de in de wet opgenomen normen kan de dislocatie worden omgezet naar een zelfstandige school. De vereiste leerlingenaantallen om tot schoolstichting over te gaan worden rond het jaar 2021 gehaald. Het is aannemelijk dat er een bredere voorziening dan alleen een school wordt gerealiseerd. Gedacht kan worden aan de realisatie van een integraal kindcentrum.
6.3.10 Overige gebouwen Alle gemeentelijke gebouwen zijn in een gebouwenbeheerssysteem (Planon) ingebracht. Jaarlijks worden de gebouwen geïnspecteerd en op basis van de onderhoudstoestand wordt het benodigde budget voor groot onderhoud berekend. Het kan per jaar verschillen hoeveel geld voor groot onderhoud nodig is. In de begroting zijn deze onderhoudsbudgetten opgenomen. Zie hiervoor de volgende tabel. kosten onderhoud gebouwen (excl. onderwijs)
begroting begroting begroting begroting
(bedragen x € 1.000) budget groot onderhoud (Planon)
2015
2016
2017
2018
601
661
642
690
Accommodatiebeleid De gemeenteraad heeft op 17 februari 2011 de beleidskaders voor accommodatiebeleid vastgesteld. Uitgangspunten voor accommodatiebeleid zijn efficiëntie en samenhang. De beleidskaders zijn gericht op multifunctionaliteit, betere bezetting, al dan niet afstoten van accommodaties op grond van efficiëntie, en een uniform tarieven- en subsidiebeleid op basis van de kostprijs. In de raadsvergadering van 22 november 2012 heeft de raad ingestemd met het boekwerk af te stoten en te behouden accommodaties –“Overzicht gemeentelijk vastgoed” en het college opdracht gegeven voor het resterende vastgoed accommodatiebeleid verder uit te werken. Ten aanzien van de dierenweide Nijeveen is een aanvulling opgenomen, deze wordt niet afgestoten. Met het afstoten is een start gemaakt door een deel van het door de gemeente af te stoten vastgoed te koop te zetten en voor het resterende deel voorbereidingen te treffen voor verkoop. Dit laatste onder andere door gesprekken aan te gaan met gebruikers en huurders. Hierbij worden knelpunten besproken. Voor het vastgoed dat in eigendom van de gemeente blijft, geldt dat de bezettingsgraad geoptimaliseerd moet worden, multifunctioneel gebruik meer vorm gaat worden gegeven en dat de exploitatie op afstand van de gemeente wordt gezet. Gebouwen voor gemeentelijke dienst De gemeente heeft een aantal gebouwen in onderhoud die nodig zijn voor de gemeentelijke dienst. De belangrijkste daarvan zijn het stadhuis, de gemeentewerf en de brandweerkazerne. Het stadhuis en de brandweerkazerne zijn nieuw en daarmee in goede staat van onderhoud. De onderhoudssituatie van de gemeentewerf is ook in prima staat. Daarnaast is er sprake van allerlei kleine gebouwen op de begraafplaatsen, bij de haven, de brugwachtershuisjes en de gebouwen voor rioolgemalen. Voor alle gemeentelijke gebouwen is er een actueel meerjaren onderhouds- en investeringsplan. De bijbehorende budgetten zijn meerjarig in de begroting opgenomen. Sportaccommodaties De gemeente heeft vier sporthallen: Sporthal Ezinge, sporthal Koedijkslanden, sporthal Het Erf in Meppel en sporthal De Eendracht in Nijeveen. Er zijn ook twee gymnastieklokalen, Oosterboer en G. Doustraat.
Programmabegroting 2015
87
Voor de sporthallen en de gymnastieklokalen zijn actuele meerjarige onderhouds- en investeringsplannen aanwezig. Daarnaast doet de gemeente nog het beheer en onderhoud van de kleedaccommodaties op de sportparken. Op sportpark Koedijkslanden is het beheer en onderhoud overgedragen aan de sportverenigingen (privatisering). Ter compensatie ontvangen de verenigingen een subsidiebijdrage voor het beheer en onderhoud. Cultuur en welzijnsaccommodaties De belangrijkste culturele gebouwen die de gemeente in beheer heeft, zijn: schouwburg Ogterop, de Secretarie, de Schalle, de Meppeler toren, de toren in Kolderveen en molen De Sterrenberg in Nijeveen. Daarnaast zijn enkele buurt- en wijkcentra en de jeugdherberg in eigendom van de gemeente. De gemeente verhuurt deze gebouwen aan de gebruikers. Multifunctionele accommodaties Het Palet betreft een multifunctionele accommodatie waarin zowel openbaar als bijzonder basisonderwijs zijn gehuisvest. Tevens maken gesubsidieerde partners zoals Stichting WelzijnMensenWerk en het Centrum Jeugd en Gezin gebruik van deze locatie, evenals private instanties Prima Life Junior, Allio Kinderopvang en Icare. Medio 2014 is De Plataan als multifunctionele accommodatie in gebruik genomen. In deze accommodatie zijn culturele activiteiten, (Scala, speel-o-theek, bibliotheek, Bazuin), welzijnsactiviteiten (Stichting WelzijnMensenWerk), onderwijs (Mgr. Niermanschool en Drenthe College, volwasseneneducatie) en kinderopvang gehuisvest. Vrijkomende schoolgebouwen Per 1 juli 2014 zijn volgens economisch claimrecht de vrijkomende schoolgebouwen Stad&Esch Zuideinde, Stad&Esch Randweg, de Ambelt Randweg en de Rechterenschool Witte de Withstraat aan de gemeente vervallen, waardoor de beheerskosten voor rekening van de gemeente komen. Strategisch gebouwenbezit De gemeente is in het bezit van een aantal panden, welke vanuit strategische overwegingen zijn aangeschaft. Het gaat daarbij onder andere ook om enkele objecten die zijn gelegen in ontwikkelingsgebieden, zoals Nieuwveense Landen en het Transformatiegebied. Een aantal van die zogenaamde strategische panden zijn verhuurd dan wel in beheer uitgegeven om zodoende leegstand te voorkomen. Te denken valt hierbij aan het voormalige HIAB terrein wat tijdelijk is verhuurd aan SCANIA en aan de voormalige zorgboerderij aan de Gedeputeerde Dekkerweg 9, welke tijdelijk in beheer is gegeven. De Gemeente Meppel ontwikkelt aan de noordkant van de bestaande stad de nieuwe woonwijk Nieuwveense Landen. Tussen de bestaande stad en de nieuw te realiseren woonwijk liggen (verouderde) bedrijventerreinen. Deze bedrijventerreinen vormen een barrière tussen de bestaande stad en de nieuwe woonwijk. Er is een goede aansluiting nodig tussen de nieuwe wijk en de bestaande stad. Deze aansluiting moet op meerdere terreinen tot stand komen: - stedenbouwkundig (aantrekkelijk) - sociaal (veiligheid en voorzieningen) - ontsluiting (verkeerskundig) Dit betekent dat er veranderingen in dit tussengebied nodig zijn. Daarnaast vraagt de economische dynamiek in dit gebied om een aanpak die creatieve en alternatieve oplossingen mogelijk maakt. Deze ontwikkelingen zijn opgenomen in de Structuurvisie onder de noemer Transformatiegebied. Gebouwen van derden Onze gemeente heeft verder specifieke verantwoordelijkheid in het kader van de instandhouding van gebouwen van stichting De Poele en stichting WelzijnMensenWerk.
88
Programmabegroting 2015
6.4
Paragraaf financiering
De paragraaf financiering geeft inzicht in de ontwikkelingen van de gemeentelijke rentelasten alsmede de schuldpositie en het risicobeheer van de gemeente. In deze paragraaf worden de volgende onderwerpen behandeld: het wettelijk kader, de ontwikkelingen m.b.t. de financiering, het beleid en uitvoering, het risicobeheer, de lening portefeuille, de schuldpositie alsmede de gegarandeerde geldleningen. 6.4.1
Wettelijk kader
Wet fido Het wettelijke kader van de paragraaf financiering ligt verankerd in de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido). De Wet fido is met ingang van 1 januari 2001 ingevoerd en voor het laatst in december 2013 gewijzigd in verband met de Wet Verplicht Schatkistbankieren. Wet Verplicht Schatkistbankieren De Eerste Kamer heeft in 2013 ingestemd met de Wet verplicht schatkistbankieren voor decentrale overheden. De Nederlandse Staat hoeft als gevolg van invoering van deze wet minder te lenen op de kapitaalmarkt en voldoet eerder aan de EMU norm. Voor saldo’s boven 0,75% van het begrotingstotaal worden de liquide middelen in ’s Rijks schatkist aangehouden. Wet Hof Het doel van de Wet Houdbare Overheidsfinanciën (Wet Hof) is te zorgen dat Nederland voldoet aan de EMU norm van maximaal 3% tekort op de begroting. De tekorten van de decentrale overheden maken onderdeel uit van de EMU norm. Financieringsbeleid en -statuut In 2010 heeft uw raad ingestemd met het nieuwe financieringsbeleid. 6.4.2
Ontwikkelingen
Renteontwikkeling landelijk De ECB zal naar verwachting een ruim monetair beleid blijven voeren. De lange rentetarieven zullen onder invloed van het gematigde economisch herstel naar verwachting gaan oplopen. Ook het CPB verwacht een lichte stijging van de rente. (bron: BNG/CPB)
Renteontwikkeling gemeente In de onderstaande grafiek zijn voor de jaren 2011 tot en met 2013 de werkelijke gemiddelde rentes van leningen met een looptijd van 3 maanden en 25 jaar opgenomen. Voor de jaren 2014 tot en met 2018 staan de door ons geraamde renteontwikkelingen op basis van de verwachte landelijke ontwikkeling.
Renteontwikkeling
6,00% 4,00%
kortlopend
langlopend
2,00% 0,00% 2011R 2012R 2013R 2014B 2015B 2016B 2017B 2018B
Kortlopende geldleningen Voor de kortlopende geldleningen (< 1 jaar) gaan wij voor het komend meerjarenperspectief 2015-2018 uit van een licht oplopende rente. We hebben voor de komende jaarschijven de volgende rentepercentages gehanteerd: 2015 0,7%, 2016 0,8%, 2017 0,9% en 2018 1%.
Programmabegroting 2015
89
Langlopende geldleningen Voor de langlopende geldleningen (> 1jaar) verwachten wij dat de rente in meerjarenperspectief 20152018 niet boven de 3,3% (looptijd 10 jaar) en 4,3% (looptijd 25 jaar) gaat uitkomen. Deze percentages zijn in meerjarenperspectief aangehouden. De gemiddelde rente op de in het verleden aangetrokken langlopende geldleningen bedraagt 4,22%. Wet Hof De hoogte van het macroplafond dat met de Wet Hof geldt, wordt jaarlijks op basis van bestuurlijk overleg vastgesteld. Voor gemeenten bedraagt dit plafond in 2014 0,32% van het Bruto Binnenlands Product. Het netto-financieringssaldo van alle gemeenten bij elkaar mag in een jaar niet boven dit plafond uitkomen. De minister heeft de Eerste Kamer toegezegd om een wetsvoorstel in te dienen dat het nationale sanctiemechanisme uit de Wet Hof vervangt door een correctiemechanisme. Op dit moment (augustus 2014) is hierover nog geen nadere informatie bekend. Sociaal Domein Met ingang van 2015 worden gemeenten op grond van de Wmo 2015, de Jeugdwet en de Participatiewet integraal verantwoordelijk voor het sociaal domein. Bij het bepalen van de financieringsbehoefte zijn we er vanuit gegaan dat de decentralisaties binnen de beschikbare budgetten kunnen worden uitgevoerd en dat het betaalritme van het deelfonds sociaal domein aansluit bij het uitgavenpatroon van het sociaal domein en dus niet leidt tot hogere financieringslasten c.q. leningen. 6.4.3
Beleid en uitvoering
In het Financieringsbeleid en -statuut zijn de volgende doelstellingen geformuleerd ten aanzien van de financieringsfunctie: - Het verzekeren van duurzame toegang tot financiële markten tegen acceptabele condities; - Het beschermen van vermogens- en (rente-)resultaten van de gemeente tegen ongewenste financiële risico’s zoals renterisico’s, koersrisico’s, kredietrisico’s en liquiditeitsrisico’s; - Het minimaliseren van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities; - Het optimaliseren van de renteresultaten binnen de gestelde kaders, limieten en richtlijnen. De uitgangspunten die hierbij gelden zijn: - De gemeente voert het financieringsbeleid uitsluitend uit in dienst van de publieke taak; - Tot de publieke taak wordt niet gerekend het aantrekken en uitzetten van middelen met als doel het genereren van inkomsten; - De gemeente voert een zorgvuldig treasurybeheer, waarbij het beperken van risico’s voorop staat. Activiteiten In het kader van de financieringsfunctie zijn de volgende activiteiten gepland: - dagelijks beheer van de liquiditeitspositie en doorontwikkeling beheermodellen; - periodiek bepalen van kredietbehoefte in samenhang met investeringsprogramma; - periodieke beoordeling leningportefeuille en rentespreiding. 6.4.4
Risicobeheer
De financieringsfunctie dient uitsluitend de publieke taak. Het beheer moet verstandig en bedachtzaam worden uitgevoerd. In de Wet Fido (Financiering decentrale overheden) zijn normen opgenomen ter beperking van de renterisico’s. Er wordt onderscheid gemaakt in: - leningen met een rente typische looptijd van maximaal 1 jaar (kasgeldleningen of te wel kort geld); - leningen met een looptijd vanaf 1 jaar (vaste geldleningen of te wel lang geld). Beheersmaatregelen Onze financieringsbehoefte wordt binnen de mogelijkheden van de Wet Fido gedekt door het aantrekken van kort- en/of langlopende leningen en de inzet van onze interne financieringsmiddelen. Het aantrekken van leningen gebeurt op basis van totaalfinanciering. Alleen bij specifieke gevallen kan er voor worden gekozen een langlopende lening aan te trekken tegen een looptijd gelijk aan de te financieren investering. In de praktijk proberen wij kort geld zo dicht mogelijk tegen de grens van de kasgeldlimiet aan te trekken, omdat de rente van kortlopende geldleningen lager is dan de rente op langlopende leningen. Volgens het financieringsbeleid en –statuut zijn derivaten toegestaan, maar wij maken hier geen gebruik van. Dagelijks worden de geldstromen bewaakt.
90
Programmabegroting 2015
Kasgeldlimiet Het doel van de kasgeldlimiet is het beperken van de renterisico’s op de kortlopende schulden. De kasgeldlimiet is gekoppeld aan het begrotingstotaal. Dit is een bedrag ter grootte van een percentage van 8,5% (Uitvoeringsregeling financiering decentrale overheden - Ufdo) van het totaal van de jaarbegroting bij aanvang van het jaar. Kasgeldlimiet Bedragen x € 1 miljoen Begrotingstotaal primaire begroting Percentage 8,5% Toegestane kasgeldlimiet
2014
2015
2016
2017
2018
92,6
110,7
107,5
106,0
105,0
7,9
9,1
8,8
8,7
8,7
Uitgangspunt: de maximale ruimte benutten. Renterisiconorm De renterisiconorm heeft als doel om het renterisico bij herfinanciering te beheersen. Hoe meer de aflossing van de schuld in de tijd wordt verspreid, hoe minder gevoelig de begroting wordt voor renteschokken bij herfinanciering. Het renterisico op het begrotingstotaal mag de renterisiconorm niet overschrijden. De renterisiconorm wordt berekend door een vastgesteld percentage van 20% (Ufdo) te vermenigvuldigen met het begrotingstotaal bij aanvang van het jaar. Renterisiconorm
2014
2015
2016
2017
2018
Begrotingstotaal primaire begroting
92,6
110,7
107,5
106,0
105,0
Percentage 20 % Toegestane renterisiconorm Renteherziening Aflossingen Ruimte onder renterisiconorm
18,5 10,6 8,0
21,4 8,1 13,3
20,6 8,9 11,7
20,4 9,9 10,5
20,4 10,4 10,0
Bedragen x € 1 miljoen
Zoals uit de tabel blijkt, verwachten we ruim binnen de renterisiconorm te blijven. De aflossingsverplichting is laag door de lange looptijd van de leningen. Het uitgangspunt is om geldleningen aan te trekken met een vast rentetarief gedurende de gehele looptijd. Hierdoor lopen wij geen renterisico op afgesloten geldleningen. 6.4.5
Leningportefeuille
Opgenomen/op te nemen geldleningen Op dit moment hebben wij 41 langlopende geldleningen in portefeuille. Deze leningen zijn aangetrokken bij de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) en deels bij de Nederlandse Waterschapsbank (NWB). Portefeuille langlopende geldleningen Bedragen x € 1 miljoen
2013
2014
2015
2016
2017
2018
Leningenschuld per 1 januari Aangetrokken leningen Verwachting aan te trekken leningen Reguliere aflossing Extra aflossing Leningenschuld per 31 december
123,2 8,0
121,4 17,0
127,8
130,5
135,6
138,6
9,8
10,6
10,8 8,1
14,0 8,9
12,9 9,9
8,8 10,4
121,4
127,8
130,5
135,6
138,6
137,0
Programmabegroting 2015
91
Uitgezette geldleningen Overzicht verstrekte leningen aan derden Bedragen x € 1 miljoen Woningbouwcorporaties Leningen aan deelnemingen Nutsbedrijven Overige leningen Hypotheken (aflopend) Verenigingen en instellingen (excl onderwijs) Totaal verstrekt
Eind 2013
Eind 2014
Eind 2015
Eind 2016
Eind 2017
Eind 2018
7,7
7,4
7,0
6,6
6,3
5,9
1,8
1,7
1,5
1,1
1,0
0,8
5,1
4,7
4,4
4,1
3,9
3,6
0,9 15,5
0,8 14,6
0,8 13,7
0,8 12,7
0,7 11,9
0,7 11,0
0,7
pm
pm
pm
pm
pm
NIT
In ons financieringsbeleid is opgenomen dat wij, in principe, geen geld lenen aan derden, tenzij het de publieke taak dient en het verstrekken van een lening zeer relevant is. Daarbij treden we risicomijdend op. 6.4.6
Schuldpositie
Algemeen De aandacht voor de schuldpositie van de lagere overheden is de laatste jaren toegenomen. Een hoge schuldpositie, zoals de gemeente Meppel heeft, brengt twee risico’s met zich mee. Allereerst beperkt een hoge schuld de flexibiliteit van de begroting, omdat de rente- en aflossingsverplichtingen voor een langere periode vastliggen. Daarnaast kan een rentestijging financiële consequenties hebben. Voor de gemeente Meppel doet zich dit pas voor zodra nieuwe geldleningen moeten worden aangetrokken tegen een hogere rente dan waarmee in de begroting rekening is gehouden (> 4,3%). Gemeente Meppel In de volgende grafieken zijn achtereenvolgens per eind van het kalenderjaar opgenomen: de opgenomen vaste geldleningen, de schuld per inwoner, de schuldratio en de kengetallen zoals opgenomen in de handreiking Houdbare gemeentefinanciën. De gegevens over de jaren 2014-2018 zijn de geraamde gegevens, de jaren 2011 tot en met 2013 hebben betrekking op de werkelijke gegevens. Langlopende geldleningen (opgenomen geld) In de onderstaande grafiek is het verloop van de langlopende geldleningen weergegeven.
Miljoenen
Opgenomen langlopende geldleningen 150 140 130 120 110 100 2011
92
2012
2013
2014
2015
Programmabegroting 2015
2016
2017
2018
Netto schuld per inwoner De netto schuld per inwoner is goed bruikbaar om de ontwikkeling van de schuld (de schuldevolutie) in beeld te brengen. Is de netto schuld per inwoner op de middellange termijn gestegen (of gedaald) dan heeft de financiële positie van de gemeente zich verslechterd (of verbeterd). De druk van de schulden op de exploitatie is toegenomen (of afgenomen).
Schuld per inwoner 4.200
Euro
4.000 3.800 3.600 3.400 2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
De netto schuld per inwoner bedroeg voor de gezamenlijke Nederlandse gemeenten uit op € 2.343 in 2012. (Bron: VNG). De netto schuld van de gemeente Meppel bedraagt eind 2012 € 3.763. De schuld per inwoner is in 2014 ten opzichte van 2012 met ca. 2,5% toegenomen. Schuldratio/solvabiliteitsratio Met het kengetal schuldratio kan worden beoordeeld in hoeverre de bezittingen van de gemeente met schulden zijn belast. Bij een hoge schuldratio (>80%) heeft een gemeente zijn bezit (zeer) zwaar belast. De tegenhanger van de schuldratio is de solvabiliteitsratio. De solvabiliteitsratio is het spiegelbeeld van de schuldratio en bedragen samen 100%.
2013 9%
Schuldratio Solvabilitait
91%
De vaste activa vertegenwoordigt hierin ruim € 115 miljoen, de voorraden grond vertegenwoordigen ruim € 39 miljoen. Houdbare gemeentefinanciën Netto schuldquote Een andere methode om de hoogte van de schulden van een gemeente te beoordelen is de netto schuld als aandeel van de inkomsten uit te drukken. De hoogte van de inkomsten bepaalt namelijk in belangrijke mate hoeveel schulden een gemeente kan dragen. Hoe hoger de inkomsten des te meer schuld een gemeente kan dragen. Deze verhouding wordt de netto schuldquote genoemd. Een schuldquote van 130% of meer geeft aan dat de gemeente een zeer hoge schuld heeft. Hier tegenover staan 2 factoren die het beeld nuanceren. Deze factoren zijn: een grote portefeuille uitgeleende gelden aan derden/verbonden partijen en grote voorraden (bouwgrond). Uitleenquote Voor de uitgeleende gelden veroorzaken de schulden per saldo geen lasten in de exploitatie. De door de gemeente betaalde rente wordt (in principe volledig) doorberekend en met de aflossingen op deze uitgeleende gelden kunnen de opgenomen geldleningen worden afgelost. De uitgeleende gelden worden ook uitgedrukt als aandeel van de inkomsten en wordt de uitleenquote genoemd. De uitleenquote wordt in mindering gebracht op de netto schuldquote.
Programmabegroting 2015
93
Voorraadquote Bij de voorraden bouwgrond wordt de rente van de financiering voor de aankoop bijgeschreven bij de voorraad. De rente drukt zodoende niet op de exploitatie. Bij de verkoop van bouwkavels worden de rentekosten van de schulden goed gemaakt. En met de verkoopopbrengsten kunnen de leningen worden afgelost. Ook de voorraden bouwgrond worden uitgedrukt als een aandeel in de inkomsten en levert het verhoudingsgetal voorraadquote op. De voorraadquote wordt eveneens in mindering gebracht op de netto schuldquote. Deze drie kengetallen levert voor de gemeente Meppel de volgende grafiek op:
Kengetallen houdbaarheid 200 150
Netto Schuldquote
100
Voorraadquote Uitleenquote
50
Saldo
0 2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
Voor het jaar 2014 bedraagt de netto schuldquote inclusief de verlaging met de uitleenquote en de voorraadquote 92%. Voor de jaren 2015-2018 schommelt het saldo van de drie kengetallen rond de 100%. 6.4.7
Gegarandeerde geldleningen / aangegane verplichtingen
Tot en met 1994 bestond de mogelijkheid voor burgers om voor de aankoop en/of verbouw van een eigen woning de gemeente te vragen een borgstelling/garantie te verlenen op de door hen aan te gane hypothecaire geldlening. In geval van een beroep op de borgstelling/garantie had de gemeente de mogelijkheid 50% van het verlies te verhalen op het Rijk. Van deze regeling is op grote schaal gebruik gemaakt. Met ingang van 1995 is deze regeling vervallen en vervangen door de Nationale Hypotheek Garantie. Voor de oorspronkelijk verstrekte borgstellingen/garanties blijft de gemeente aansprakelijk tot het moment dat de hypotheek is afgelost. Achtervang sociale woningbouw Een soortgelijke regeling, zoals deze geldt voor het eigen woningbezit, bestaat ook voor (sociale) huurwoningen in eigendom van woningcorporaties. Deze borgstellingen/ garanties zijn ondergebracht bij het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) waaraan ook door de gemeente wordt deelgenomen. Deze regeling houdt in dat de garantieverplichting berust bij het waarborgfonds met een achtervang van de deelnemende gemeente als het waarborgfonds in de financiële problemen komt. Gemeente (50%) en Rijk (50%) moeten dan renteloze leningen verstrekken. Borgstelling bouw scholencampus Wij staan borg voor een geldlening van € 50 miljoen voor het onderwijspark en sportaccommodatie Ezinge. Hiertegenover staat een 1e hypotheekrecht. Met de WOG is een huurovereenkomst gesloten voor 40 jaar. Deze staat verwoord in de aangegane verplichtingen.
94
Programmabegroting 2015
Verstrekte borgstellingen en garanties Bedragen x € 1 miljoen
Restant per 01-01-2014
Stichtingen en verenigingen: Woningstichting Actium Sportverenigingen Subtotaal Eigen woningbezit Diverse personen Subtotaal Achtervang sociale woningbouw (WSW) Diverse woningstichtingen Subtotaal Borgstelling inzake scholencampus Woonconcept Subtotaal Totaal borgstellingen en garanties
Geraamd per 31-12-2015
1,0 0,1 1,1
0,9 0,1 1,0
3,6 3,6
3,2 3,2
163,9 163,9
170,0 170,0
49,9 49,9 218,5
49,0 49,0 223,2
Met nieuwe garantstellingen wordt terughoudend omgegaan. Het risico voor de gemeente moet aanvaardbaar zijn. In maart 2013 zijn de huurovereenkomsten met de WOG m.b.t. de onderwijsruimten en de sportaccommodatie van onderwijspark Ezinge ondertekend. In onderstaande tabel is de huurverplichting voor het jaar 2015 inclusief de verplichting tot het einde (2053) van de overeenkomst opgenomen. Aangegane verplichtingen Bedragen x € 1 miljoen Woonconcept Onroerend Goed, Huur onderwijsgebouw Ezinge Woonconcept Onroerend Goed, Huur sportaccommodatie Ezinge
6.4.8
Verplichting 2015
Totale verplichting (2014-2053)
1,8
103,2
0,4
24,8
Rentelasten en –baten
Op basis van de gehanteerde uitgangspunten het onderdeel Ontwikkelingen van deze paragraaf worden in het meerjarenperspectief de volgende bedragen gehanteerd. Totalen rentebaten en -lasten Bedragen x € 1 miljoen
Werkelijk Raming Raming Raming Raming Raming 2013 2014 2015 2016 2017 2018
Te ontvangen rente Rente uitgezette langlopende leningen (div. %) Te betalen rente Rente op langlopende leningen (div. %) Rente op aan te trekken kortlopende leningen Rente op aan te trekken langlopende leningen Te betalen rente (saldo)
0,68
0,60
0,56
0,52
0,49
0,46
5,46 0,02 0,10
4,87 0,12 0,34
5,21 0,07 0,15
4,85 0,07 0,48
4,49 0,08 0,85
4,14 0,09 1,16
4,90
4,73
4,87
4,88
4,94
4,94
Programmabegroting 2015
95
6.5 6.5.1
Paragraaf bedrijfsvoering Inleiding
De bedrijfsvoering bestaat traditioneel uit de onderdelen personeel, informatisering, automatisering, communicatie, organisatie, financiën en huisvesting. De traditionele bedrijfsvoering was veelal intern gericht. In deze tijd worden echter aan gemeenten andere eisen gesteld waardoor de bedrijfsvoering meer extern gericht moet zijn. Zo verwacht de inwoner terecht, dat de gemeente rechtmatig handelt, dat de gelden doelmatig en doeltreffend besteed worden en dat de gemeente betrouwbaar, transparant en responsief is. Die eisen vragen een bepaalde cultuur, organisatiestructuur, niveau van automatisering en communicatie. 6.5.2
Organisatieontwikkeling
Medewerkers in algemene dienst, werken waar het werk is, flexibilisering van de inzet. Onze aandacht blijft gericht op de stip, terwijl we daarnaast proberen om dit naadloos samen te laten lopen met samenwerkingstrajecten en bijvoorbeeld de drie decentralisaties. Dat vraagt veel van medewerkers en leidinggevenden. Maar het biedt ook kansen. 6.5.3
Personeel en arbeid
Er komt veel op de gemeente af, wat dat voor personele gevolgen heeft is moeilijk in te schatten. We zijn daarom bezig om daar flexibeler mee om te kunnen gaan. Samenwerking (in het bijzonder met de gemeente Westerveld) biedt ook oplossingen en mogelijkheden om complexe problemen anders en creatiever aan te vliegen. Daarnaast zijn we bezig met de transitie van specialistische medewerkers naar meer generalisme, daarmee worden medewerkers breder inzetbaar. Dit zorgt voor duurzaam inzetbare medewerkers die hun bijdragen kunnen leveren aan een moderne en transparante organisatie. 6.5.4
Informatisering en automatisering
Het jaar 2015 zal in het teken staan van de mogelijke integratie van de ICT omgevingen van Meppel en Westerveld. Eind 2014 zullen voorstellen daartoe worden voorgelegd aan de stuurgroep. Daarnaast zullen de ICT vraagstukken rondom de decentralisaties veel aandacht vragen. Op basis van het eind 2014 vastgestelde beleid zullen keuzes gemaakt moeten worden. Het Nationaal Uitvoerings Programma (NUP) zal in 2015 eindigen. Dit betekent niet dat alle bouwstenen geïmplementeerd zijn. Ook in 2015 zal er nog energie besteed moeten worden aan onder meer de implementatie van de BGT (Basisregistratie Grootschalige Topografie) en het NHR (Nieuw Handels Register). Meppel heeft in 2014 hiervoor een aantal pilots gedraaid en wil de opgedane kennis hierbij in 2015 verzilveren om zo te komen tot betrouwbare basisregistraties. Uitbreiding van het E-loket zal ook in 2015 op de agenda staan, dit is een doorlopend proces. De in 2014 geïmplementeerde aansluiting op de landelijke digitale berichten box (MijnOverheid) zal gaan zorgen voor een impuls van het digitale documenten verkeer tussen klant en overheid. Deze digitale manier van communiceren zal verder worden uitgebreid en zal zeker invloed gaan hebben op de interne werkprocessen. Aanpassingen hierin zijn onvermijdelijk en zullen de nodige aandacht vragen van de gehele organisatie. De basisregistraties WOZ en BGT zullen in 2015 verder ingericht worden zodat deze tijdig gereed zijn om aan te sluiten op de landelijke voorziening. Dit proces loopt overigens al een aantal jaren. De afgelopen jaren is er veel geschreven over de documentkoppelingen. Nu de implementatie van de standaarden door de leveranciers op zich laat wachten is het zaak de druk op hen via KING te vergroten. Meppel wil daar samen met een groot aantal andere gemeenten een nadrukkelijke rol in spelen. Het beveiligingsbeleid wordt een steeds belangrijker onderdeel van de bedrijfsvoering. De klant mag van ons betrouwbare en goed beveiligde gegevens verwachten. Inmiddels is Meppel aangesloten bij de IBD. Het beveiligingsbeleid en –bewustzijn zal in 2015 verder doorontwikkeld en toegepast moeten worden. Dit niet in de laatste plaats omdat de decentralisaties de komende jaren het werken in de keten steeds belangrijker maakt en dit onvermijdelijk beveiligingsvragen met zich meebrengt. 6.5.5
Inkoop en aanbesteding
In 2015 zal de doorontwikkeling van de inkopen in het sociaal domein en de integratie hiervan in de organisatie de nodige inspanning vergen. Daarnaast gaan we in 2015 voor ‘werken’ Past Performance invoeren, een methodiek om de prestaties van aannemers eenduidig te beoordelen en vast te leggen. Dit om tot een betere samenwerking te komen en om te gebruiken bij het selecteren van aannemers bij onderhandse aanbestedingen.
96
Programmabegroting 2015
6.5.6
Financiën en control
De afgelopen jaren is veel aandacht besteed aan het realiseren van voorspoedige betaling van de facturen. Momenteel voldoen we aan de landelijke norm van betaaltermijnen voor de overheid. In 2015 willen we aandacht besteden aan de andere werkprocessen binnen het financiële domein. Het doel is de werkprocessen meer efficiënt en gestroomlijnder laten verlopen. Dit zal eventueel de nodige organisatorische aanpassingen met zich meebrengen. 6.5.7
Communicatie
In 2014 lag de focus op inspelen op veranderingen in de samenleving, de ontwikkeling van online communicatie, het monitoren van social media en het sociaal domein. Excellente dienstverlening en participatie waren ook aandachtspunten. In 2015 blijft de aandacht van communicatie hierop gevestigd. Het coalitieakkoord Mét de samenleving brengt een bestuursstijl die verbindt en die gericht is op draagvlak én draagkracht. De participatiemaatschappij vraagt om een open en luisterende houding. In gesprek gaan met inwoners, groepen en organisaties en ze vroegtijdig betrekken bij wat hen raakt. Duidelijke communicatie is hierbij van belang. Communicatie gaat ook over het uitdagen van inwoners en organisaties om zelf initiatieven te nemen. Investeren in relaties met partijen om waarde toe te voegen aan de samenleving. In wijkteams met wijkplatforms en instellingen. In spontane initiatieven van buurten en verenigingen. Met heldere informatie, duidelijke argumenten in gesprekken en altijd teruggeven van resultaten van overleg en beantwoorden van vragen. In een participerende en flexibele organisatie met nieuwe samenwerkingsvormen verbreedt de rol van communicatieadviseur zich naar procesbegeleider, duider van informatie en verbinder van groepen. Het corporate communicatiebeleid 2014-2018 zal aansluiten bij de nieuwe bestuursstijl en samenwerkingsvormen in het sociaal domein. Een specifiek aandachtspunt is interne communicatie en de samenwerking met gemeente Westerveld. 6.5.8
Kengetal bedrijfsvoering
De kosten bedrijfsvoering omvatten de afdelingsbudgetten en bestaan voor het grootste gedeelte uit de kosten van personele inzet. Dit betreft zowel de kosten van medewerkers in dienst bij de gemeente als de inhuur van derden. Daarnaast betreft het de kosten voor de gebouwen, wagenpark en andersoortige overhead. De kosten worden aan de hand van een kostenverdeelsystematiek verdeeld over de beleidsprogramma’s. De berichtgeving vindt plaats aan de hand van een kengetal “bruto-kosten bedrijfsvoering” aangevuld met een nadere verdieping van de onderliggende kostensoorten. De bruto kosten van de bedrijfsvoering ontwikkelen zich als volgt:
(-/- is voordeel, + is nadeel) Bedragen x € 1.000,Personele inzet Lonen en salarissen Inhuur derden (incl. frictiegelden) Vergoeding voor inhuur personeel
Jaarstukken 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Verschil B2015B2014
16.414
16.939
17.064
125
1.341 -197
645 -54
682 -54
37 0 162
17.558
17.530
17.692
Overige kosten bedrijfsvoering Overige baten/lasten
4.501
5.172
5.226
54
Kapitaallasten
4.120
4.188
4.060
-128
26.179
26.890
26.978
88
Subtotaal personele inzet
Totaal
De kosten van personele inzet bestaan uit de formatiekosten (lonen en salarissen) en de kosten van inhuur. Vacaturegelden (begroot onder lonen en salarissen) en frictiegelden worden gebruikt om de kosten van inhuur te dekken. Daarom moeten deze kosten in samenhang beoordeeld worden op de regel
‘subtotaal personele inzet’.
Programmabegroting 2015
97
De kosten personele inzet zijn in de begroting 2015 gestegen door het opnemen van de financiële effecten van de Cao Gemeenten 2013-2015. Deze Cao is op 11 september 2014 door de VNG bekrachtigd. De stijging in de lonen en salarissen wordt weer enigszins gedempt door het verwerken van de bezuinigingsopgave op bedrijfsvoering (zie volgende subparagraaf). De kapitaallasten betreffen de rente en afschrijvingslasten van alle lopende investeringen en de nieuwe investeringen zoals opgenomen in het meerjarig investeringsprogamma. De –overwegend positieveeffecten van de kapitaallasten uit de jaarrekening 2013 en de berap 2014 zijn doorvertaald in de begroting 2015. De begrote kapitaallasten 2015 zijn hierdoor lager ten opzichte van de begroting 2014. Het grootste gedeelte van de kosten bedrijfsvoering wordt direct ten laste gebracht van de gemeentelijke begroting. In 2015 is dit een bedrag van € 24,30 miljoen. Het deel van de kosten van de bedrijfsvoering dat niet direct ten laste van de producten binnen de begroting wordt gebracht, betreft uren die worden toegeschreven aan de investeringsprojecten. In 2015 is dit een bedrag van € 2,68 miljoen. De werkelijke directe uren worden in het boekjaar geactiveerd. Deze worden vervolgens terugverdiend via externe opbrengsten (bijvoorbeeld in het geval van grondexploitaties, afval of riolering) of worden via afschrijvingen over meerdere jaren ten laste van de gemeentelijke begroting gebracht. 6.5.9
Bezuinigingsopgave bedrijfsvoering
In de perspectiefnota 2012-2015 is een bezuinigingsopgave voor de bedrijfsvoering vastgesteld. Jaarlijks moet een bedrag van € 250.000 worden bezuinigd, in vier jaar oplopend tot € 1.032.000 in 2015. In de jaren 2012, 2013 en 2014 is € 750.000 bezuinigd op bedrijfsvoering. Deze taakstelling is voor een groot deel gerealiseerd door het schrappen van arbeidsplaatsen. In 2015 zal de laatste tranche vanuit de perspectiefnota 2012-2015 worden gerealiseerd. Door het behalen van inkoopvoordelen en het doorgaan van schrappen van arbeidsplaatsen komen we in 2015 uit op de totale taakstelling van € 1.032.000. Voor het realiseren van de bezuinigingsopgave is een grote mate van interne mobiliteit binnen de organisatie nodig. Door voortdurend te investeren in de duurzame inzetbaarheid en kwaliteit van onze medewerkers is dit mogelijk. Uitgesplitst gaat het om de volgende bezuinigingen in 2015:
(bedragen x €1000) Ingevuld Strategisch personeelsbeleid Sturing van de organisatie Lean Overheadkosten ICT/Inkoop Totaal
98
2012
2013
2014
2015
74 63 152
74 63 215 148
74 63 215 398
289
500
750
Programmabegroting 2015
74 63 289 501 105 1.032
6.6
Paragraaf verbonden partijen
Meppel heeft bestuurlijke en financiële belangen in verschillende verbonden partijen zoals gemeenschappelijke regelingen en vennootschappen. Deze partijen voeren vastgesteld beleid uit voor de gemeente, veelal in samenwerking met andere gemeenten. De gemeente heeft de taken aan de verbonden partners uitbesteed, maar blijft beleidsmatig en financieel wel verantwoording houden. Het deelnemen in regelingen, instellingen of organisaties ligt niet vast in een algemeen beleidsdocument, maar berust op specifieke besluiten van de raad. De (mate) van invloed van de gemeente in de samenwerkingsvormen is divers en onder meer afhankelijk van de gekozen rechtsvorm, het beleidsterrein, de wijze waarop de gemeentelijke vertegenwoordigers hun rol feitelijk invullen en het aantal deelnemers in de rechtsvorm. Achtereenvolgens geven wij inzicht in de stand van zaken bij de verschillende categorieën van verbonden partijen en andere samenwerkingsvormen: Verbonden partijen - gemeenschappelijke regelingen - deelnemingen - public-private-partnershipconstructies (PPS) Andere samenwerkingsvormen - overeenkomsten met overheden niet zijnde gemeenschappelijke regelingen - overige instellingen waarmee een bestuurlijke verbondenheid bestaat 6.6.1
Gemeenschappelijke regelingen
Deelname aan gemeenschappelijke regelingen beperkt zich tot taken die in principe tot de gemeente horen, maar die uit efficiency- of deskundigheidsoogpunt beter in samenwerking met anderen in een zelfstandige organisatie kunnen worden uitgevoerd. Door de bestuursdeelname is het mogelijk invloed uit te oefenen en sturing te geven op een goede taakuitoefening. In onderstaande tabel is een overzicht gegeven van de bijdragen aan de gemeenschappelijke regelingen waar Meppel deel van uitmaakt. Gemeenschappelijke regeling Bedragen x € 1.000 RUD VRD GGD Recreatieschap Drenthe GKB Reestmond Totaal
werkelijke begrote begrote begrote begrote begrote bijdrage bijdrage bijdrage bijdrage bijdrage bijdrage 2013 165
2014 658 1.343
2015 658 1.280
2016 658 1.305
2017 658 1.305
2018 658 1.305
592 35 497
571 35 660
603 35 1.145
603 35 1.145
603 35 1.145
603 35 1.145
1.289
3.267
3.721
4.020
4.277
4.277
RUD Naam en rechtsvorm: Regionale Uitvoeringsdienst Drenthe – Gemeenschappelijke regeling Vestigingsplaats: Assen Openbaar belang: het uitvoeren van taken op het gebied van milieuwetgeving, milieuregelgeving en milieuhandhaving Wijziging in het belang: de RUD is m.i.v. januari 2014 opgericht Aandeel: 4,2 % (bijdrage gemeente Meppel in verhouding tot de totale bijdragen deelnemers) Resultaat begrotingsjaar: € 370.000 negatief Eigen vermogen begin begrotingsjaar: € 866.000 negatief Eigen vermogen eind begrotingsjaar: € 1.236.000 negatief Vreemd vermogen begin begrotingsjaar: € 750.000 Vreemd vermogen eind begrotingsjaar: € 1.150.000 toelichting Per 1 januari 2014 is de GR RUD voor de uitvoering van alle millieutaken (vergunningverlening en toezicht/handhaving) aangegaan. De gemeenten blijven beleidsverantwoordelijk en verstrekken jaarlijks opdracht aan de RUD voor de uitvoering van de milieutaken. De eerste twee jaren (2014 en 2015) betaalt elke gemeente niet meer aan de RUD dan dat zij tot en met 2013 hebben betaald voor de uitvoering van de milieutaken. De met het aangaan van GR gepaard gaande frictiekosten voor de
Programmabegroting 2015
99
gemeente Meppel worden opgelost binnen de bestaande bedrijfsvoering. Per 2016 wordt de omvang en zwaarte van het inrichtingenbestand per gemeente gekoppeld aan een nog vast te stellen norm: “Drentse maat”. De “Drentse maat” is het minimumniveau dat elke gemeente vanaf 2016 moet afnemen van de RUD. Met de nieuwe RUD wordt beoogd dat door de bundeling van de krachten in Drenthe een schaal wordt gecreëerd, waardoor de continuïteit wordt bevorderd en meer specialismen kunnen worden ontwikkeld. Voor het negatieve eigen vermogen dient door het AB van de RUD een dekkingsplan te worden vastgesteld, waarover de gemeenten zienswijzen kunnen indienen. De RUD geeft aan dat de resultaten over de jaren 2015 t/m 2020 voldoende ruimte geven om dit in 6 jaar te kunnen realiseren. VRD Naam en rechtsvorm: Veiligheidsregio Drenthe – Gemeenschappelijke regeling Vestigingsplaats: Assen Openbaar belang: het vergroten van de veiligheid van de inwoners en bezoekers van Drenthe Wijziging in het belang: m.i.v. 1 januari 2014 is de brandweer onderdeel van de VRD Aandeel: 5,4% (bijdrage gemeente Meppel in verhouding tot de totale bijdragen deelnemers) Resultaat begrotingsjaar (2015): € 141.000 nadelig Eigen vermogen begin begrotingsjaar: € 3.620.000 Eigen vermogen eind begrotingsjaar: € 3.481.000 Vreemd vermogen begin begrotingsjaar: € 15.400.000 Vreemd vermogen eind begrotingsjaar: € 15.400.000 toelichting De GR Veiligheidsregio Drenthe (VRD) is het openbare lichaam waaraan de taken zijn opgedragen op het gebied van brandweerzorg, rampenbestrijding en crisisbeheersing, geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen en het in standhouden en beheren van een gemeenschappelijke meldkamer voortvloeiende uit de daarop betrekking hebbende wet- en regelgeving. De VRD heeft als doel om samen met alle partners in de veiligheidsketen te bouwen aan een veilige samenleving in Drenthe, door bedreigingen en verstoringen van de fysieke veiligheid en de openbare orde zo mogelijk te voorkomen of de gevolgen ervan te beperken. Sinds 1 januari 2014 geeft de VRD uitvoering aan de brandweerzorg in Drenthe. Alle brandweermedewerkers in Drenthe zijn sindsdien in dienst van de VRD. De bezuinigingstaakstelling die door het AB aan de VRD is opgelegd van 2 x 5 % (2014 5 % en 2015 5%) dient om frictiekosten voor gemeenten op te vangen. Inmiddels is invulling gegeven aan de taakstelling. Van de te bezuinigen € 2.878.000 is € 1.318.000 structureel ingevuld in 2014. Vanaf 2017 is de gehele taakstelling ingevuld. Vanaf 2015 is de bijdrage van de VRD inclusief de bijdrage voor het rode kruis. Overigens is dit een kostenneutrale wijziging. GGD Naam en rechtsvorm: Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Drenthe – Gemeenschappelijke regeling Vestigingsplaats: Assen Openbaar belang: het beschermen en bevorderen van de gezondheid van de inwoners van de provincie Drenthe Wijziging in het belang: niet van toepassing Aandeel programma Jeugd: 3,3% (bijdrage gemeente Meppel in verhouding tot de totale bijdragen deelnemers) Aandeel overige programma’s: 6,7% (bijdrage gemeente Meppel in verhouding tot de totale bijdragen deelnemers) Resultaat begrotingsjaar: € 0 Eigen vermogen begin begrotingsjaar: € 1.592.000 Eigen vermogen eind begrotingsjaar: € 1.463.000 Vreemd vermogen begin begrotingsjaar: € 921.000 Vreemd vermogen eind begrotingsjaar: € 921.000 toelichting Alle gemeenten in Nederland hebben de taak de gezondheid van hun inwoners te beschermen, te bewaken en te bevorderen. De gemeenten hebben voor het uitvoeren van deze taak een GGD. Dit is een wettelijke verplichting. De GGD Drenthe levert een actieve bijdrage aan het instandhouden en verbeteren van de gezondheid van de inwoners van Drenthe. Naast het uitvoeren van preventieve activiteiten, ondersteunt en adviseert de GGD de gemeenten en andere actoren bij gezondheidsvraagstukken. De GGD Drenthe werkt op verschillende manieren aan de gezondheid van de Drentse burgers. De activiteiten van de GGD zijn verdeeld over de sectoren Jeugdgezondheidszorg en Algemene Gezondheidszorg. Daarnaast vervult de GGD nog een aantal andere functies op het gebied van onderzoek, voorlichting en advisering.
100
Programmabegroting 2015
Op dit moment wordt gewerkt aan de integratiefase van de integrale jeugdgezondheidszorg voor acht van de twaalf gemeenten, waarbij de medewerkers van Icare overgaan naar de GGD. Als gemeente Meppel hebben we besloten om in eerste instantie niet mee te gaan met de integrale jeugdgezondheidszorg, maar de jeugdgezondheidszorg voor 0-4 jarigen vooralsnog te blijven afnemen bij Icare. Hierover heeft separate besluitvorming plaatsgevonden. We blijven scherp op de wijze waarop deze integrale jeugdgezondheidszorg handen en voeten krijgt, zowel inhoudelijk als financieel. In 2014 wordt intrek genomen in het nieuwe pand aan de Groene Dijk in Assen, waarin ook de Hulpverleningsdienst Drenthe en de Brandweer Assen gehuisvest worden. Er wordt dan gewerkt volgens de principes van resultaatverantwoordelijke eenheden wat nauw aan moet sluiten bij het wijk- en dorpsgericht werken. Dit betekent dat GGD medewerkers meer ruimte krijgen om lokaal maatwerk te leveren. Hier worden de voorbereidingen voor getroffen. Landelijk is de Strategische Benchmark GGD ontwikkeld. Hierdoor wordt het makkelijker om gegevens te vergelijken. Dit levert meer bruikbare management- en beleidsinformatie op. De GGD wil als partner graag aansluiten bij de ontwikkelingen met betrekking tot de transities in het sociale domein op lokaal niveau en daarin een proactieve rol spelen. De bijdrage voor de gemeente Meppel is gebaseerd op het inwoneraantal en het aantal jeugdigen in onze gemeente. Nominaal is deze gelijk gebleven. Recreatieschap Drenthe Naam en rechtsvorm: Recreatieschap Drenthe – Gemeenschappelijke regeling Vestigingsplaats: Diever Openbaar belang: advisering, voorlichting en kennisontwikkeling, projectontwikkeling en –uitvoering, ontwikkeling en beheer van routestructuren en kwaliteitsbewaking op het gebied van recreatie en toerisme Wijziging in het belang: niet van toepassing Aandeel: 3,7% (bijdrage gemeente Meppel in verhouding tot de totale bijdragen deelnemers) Resultaat begrotingsjaar: € 0 Eigen vermogen begin begrotingsjaar: € 585.000 Eigen vermogen eind begrotingsjaar: € 581.000 Vreemd vermogen begin begrotingsjaar: € 260.000 Vreemd vermogen eind begrotingsjaar: € 260.000 toelichting Het recreatieschap is een gemeentelijk samenwerkingsverband, van 12 Drentse gemeenten en 1 Friese gemeente (Ooststellingwerf), op het gebied van recreatie en toerisme en richt zich daarbij op belangenbehartiging, coördinatie, advisering, beleid, subsidiestromen en beheer. Daarnaast vindt projectmanagement en ontwikkeling plaats. Door het Recreatieschap Drenthe zijn en worden, voor de ontwikkeling en afstemming van toerisme en recreatie, een groot aantal plannen ontwikkeld en projecten uitgevoerd. Deze planontwikkeling gebeurt in alle gevallen in overleg met betrokken gemeenten, terrein beherende instanties, provincie, waterschappen. Het Recreatieschap legt door de ontwikkeling van plannen een basis voor de beleidsmatige aanpak van Recreatie en Toerisme in Drenthe. Het is een publiek belang dat er voldoende gerecreëerd kan worden door inwoners en toeristen. Het publiek belang kan het best gediend worden door middel van een publiekrechtelijke deelname op basis van de Wgr. Het Recreatieschap Drenthe is een kleine organisatie, waarbij het aandeel beïnvloedbare kosten beperkt is. Vanaf de begroting 2013 is een bezuiniging van 10% op de jaarlijkse storting in het Fonds voor Recreatie en Toerisme (€ 2.500 per gemeente) opgenomen. Dat betekent een daling van de bijdrage van ruim € 37.367 naar € 34.873. Gemeentelijke Kredietbank (GKB) Naam en rechtsvorm: Gemeentelijke Kredietbank – Gemeenschappelijke regeling Vestigingsplaats: Assen Openbaar belang: een bijdrage leveren aan het tenietdoen van de negatieve maatschappelijke- en economische effecten van problematische schulden door middel van het aanbieden van diensten die gericht zijn op zowel het oplossen als het voorkomen van schulden. Wijziging in het belang: niet van toepassing Aandeel: 0% (bijdrage gemeente Meppel in verhouding tot de totale bijdragen deelnemers) Resultaat begrotingsjaar na bestemming: € 280.000 Eigen vermogen begin begrotingsjaar: € 1.019.000 Eigen vermogen eind begrotingsjaar: € 1.187.000 Vreemd vermogen begin begrotingsjaar: € 14.258.000 Vreemd vermogen eind begrotingsjaar: € 14.258.000 toelichting
Programmabegroting 2015
101
De GKB is een overheidsinstelling voor hulp bij schulden, preventie van schulden, inkomensbeheer en sociale kredietverlening. Het is een gemeenschappelijke regeling van de gemeenten Assen, Hoogeveen en Meppel, en werkt voor de inwoners van 23 gemeenten. De schuldhulpverlening staat voor een aantal belangrijke ontwikkelingen. Ten eerste spelen de effecten van de economische crisis een grote rol; deze leveren de GKB twee tegenstrijdige ontwikkelingen op. Aan de ene kant doen steeds meer burgers een beroep op de GKB. Aan de andere kant blijkt het voor de gemeenten steeds moeilijker om de diensten van de GKB te financieren. Dit zal ook in 2015 en de jaren daarna merkbaar blijven. Als lid van de gemeenschappelijke regeling betalen we geen bijdrage, maar we zijn wel klant van de GKB. De tweede belangrijke ontwikkeling voor de GKB is de “Wet gemeentelijke schuldhulpverlening”. De wet is per 1 juli 2012 van kracht geworden. De GKB heeft voor de begroting 2015 voor de volgende uitgangspunten gekozen: - Het tarievenstelsel zoals door het Bestuur eind augustus 2013 is vastgesteld is onverkort voor 2015 van toepassing. - De GKB vermoedt dat de inkomsten uit schuldhulpverlening in brede zin in 2015 lager zullen zijn dan in 2014. Ten opzichte van de realisatie 2013 raamt de GKB een daling van inkomsten uit schuldhulpverlening van 1 miljoen euro. Een deel van deze daling zal al in 2014 worden geëffectueerd. - De tarieven voor 2015 worden verhoogd met het consumenten prijsindexcijfer. Aanvullende verhogingen van de tarieven worden niet geraamd. De meerjarenbegroting geeft de volgende cijfers: Jaar
2014
2015
2016
2017
2018
Lasten
7.548.000 7.907.000 7.898.000 7.894.000 7.887.000
Baten
7.385.000 8.075.000 8.097.000 8.087.000 8.083.000
Resultaat voor bestemming Resultaat na bestemming
-163.000
168.000
199.000
193.000
196.000
21.000
280.000
311.000
287.000
206.000
Werkvoorzieningschap Reestmond Meppel Naam en rechtsvorm: Werkvoorzieningschap Reestmond – Gemeenschappelijke regeling Vestigingsplaats: Meppel Openbaar belang: het ontwikkelen van mensen, waardoor voor hen de afstand tot de arbeidsmarkt wordt verkleind en de kans op een reguliere baan vergroot. Wijziging in het belang: per 1 januari 2015 wordt de Participatiewet van kracht. Met deze wet wordt door de Rijksoverheid beoogd mensen uit de huidige doelgroepen Wsw, Wajong (gedeeltelijk arbeidsongeschikt) en WWB (zo dicht mogelijk) te plaatsen in passende functies in reguliere bedrijven en organisaties en zo weinig mogelijk binnen een beschutte werkomgeving. Aandeel:± 49% (op basis van de bijdrage gemeente Meppel in verhouding tot de totale bijdragen deelnemers) Resultaat begrotingsjaar (2015): € 2.337.000 nadelig (exclusief aanvullende bijdrage deelnemende gemeenten) Eigen vermogen begin begrotingsjaar: € 4.695.000 Eigen vermogen eind begrotingsjaar: € 4.668.000 Vreemd vermogen begin begrotingsjaar: € 2.659.000 Vreemd vermogen eind begrotingsjaar: € 2.508.000 toelichting De Gemeenschappelijke Regeling Werkvoorzieningschap Reestmond heeft als taak de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) voor de deelnemende gemeenten uit te voeren. De deelnemende gemeenten zijn: Meppel, Westerveld, Staphorst en De Wolden. De gemeente ontvangt een rijksbijdrage voor de Wsw van het ministerie. Sinds 2011 is de rijkssubsidie niet meer toereikend, waardoor de deelnemende gemeenten een eigen bijdrage moeten betalen. Het doel van Reestmond is om zoveel mogelijk mensen met een Wsw-indicatie te laten werken op een zo regulier mogelijke werkplek. Wie (met ondersteuning) aan de slag kan, werkt bij een werkgever. Voor wie dat (nog) niet kan is er een geschikte werkplek binnen het werkvoorzieningsschap. De komst van de Participatiewet betekent een verandering van de SW-sector. Om de invoering per 1 januari 2015 voor te bereiden moeten besluiten worden genomen over de nieuwe uitvoeringsorganisatie van de Participatiewet en de herstructurering van het SW-bedrijf Reestmond, al dan niet binnen de bestaande gemeenschappelijke regeling. Per 1 januari 2015 stopt de instroom in de Wsw. In 2015 wordt voornamelijk ingezet op het herstructureren van het bedrijf, in samenwerking met de gemeente(n).
102
Programmabegroting 2015
Ten opzichte van de rijksbijdrage wordt voor 2015 met een tekort (voor Meppel) rekening gehouden van € 1.145.130. 6.6.2
Deelnemingen
De gemeente Meppel is aandeelhouder van een aantal vennootschappen. Het gaat daarbij in praktijk om vennootschappen die uit overheidslichamen zijn ontstaan (voornamelijk nutsbedrijven). De bestuurlijke invloed van Meppel op die vennootschappen is in praktijk gering, het financiële belang bestaat vooral uit de jaarlijkse dividenduitkering. Deelneming
Aandelen
Nominale waarde
BNG
18.915
€ 42.918
0,03%
Enexis
64.663
€ 64.663
0,04%
Vitens
37.526
€ 9.189
0,75%
81
€ 9.000
3,40% 12,10%
Wadinko
Aandeel
Rendo
119
€ 54.000
MeppelEnergie
300
€300.000
50%
10
€ 1.134
0,12%
46.663
€ 647
0,04%
Rova
Speciale vennootschappen - CBL, PBE, VoE, CSV, VV
De opgenomen dividendraming is berekend op basis van de dividenduitkering over 2013. Het eigen en vreemd vermogen en het resultaat is gebaseerd op de jaarrekening 2013 en aangehouden voor de toekomstige tijd tenzij er aanleiding is daarvan af te wijken. Attero is in 2014 verkocht aan een andere partij en daarmee vervalt dit aandeelhouderschap. Tabel: dividendraming (X €1,-) Dividendinkomsten (incl. ontvangen dividendbelasting) Rova
2015
2016
2017
2018
5.000
5.000
5.000
5.000
25.000
25.000
25.000
25.000
900.000
900.000
900.000
900.000
-
-
-
-
100.000
100.000
100.000
100.000
Wadinko
40.000
40.000
40.000
40.000
Enexis
50.000
50.000
50.000
50.000
-
-
-
-
1.120.000
1.120.000
1.120.000
1.120.000
Bank Nederlandse Gemeenten Rendo MeppelEnergie Vitens
Speciale vennootschappen - CBL, PBE, VoE, CSV, VV Totaal
Rova Naam en rechtsvorm: NV ROVA Holding – Naamloze vennootschap Vestigingsplaats: Zwolle Openbaar belang: de uitvoering van afvalinzameling Wijziging in het belang: N.v.t. Aandeel: 0,12% (op basis van de nominale waarde van het aandelenkapitaal – 10 aandelen) Resultaat begrotingsjaar: € niet bekend (2013 = € 5,4 mln winst) Eigen vermogen begin begrotingsjaar: € niet bekend (2013 = € 26,2 mln) Eigen vermogen eind begrotingsjaar: € niet bekend (2013 = € 26,2 mln) Vreemd vermogen begin begrotingsjaar: € niet bekend (2013 = € 31,7 mln) Vreemd vermogen eind begrotingsjaar: € niet bekend (2013 = € 31,7 mln) toelichting
Programmabegroting 2015
103
NV Rova is een Overijssels samenwerkingsverband voor de inzameling van afvalstoffen. Rova zorgt in Meppel uitsluitend voor het beheer en onderhoud van het afval breng- en overlaadstation. Het aandelenbelang in Rova is gerelateerd aan de diensten die gemeenten afnemen, voor Meppel is het belang zeer gering. BNG Naam en rechtsvorm: Bank Nederlandse Gemeenten – Naamloze vennootschap Vestigingsplaats: Den Haag Openbaar belang: de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. De bank draagt duurzaam bij aan het laag houden van de kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger Wijziging in het belang: N.v.t. Aandeel: 0,03% (op basis van de nominale waarde van het aandelenkapitaal – 18.915 aandelen) Resultaat begrotingsjaar: € niet bekend (2013 = € 283 mln winst) Eigen vermogen begin begrotingsjaar: € niet bekend (2013 = € 3.430 mln) Eigen vermogen eind begrotingsjaar: € niet bekend (2013 = € 3.430 mln) Vreemd vermogen begin begrotingsjaar: € niet bekend (2013 = € 105.175 mln) Vreemd vermogen eind begrotingsjaar: € niet bekend (2013 = € 105.175 mln) toelichting De BNG is een bank van en voor de overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. Ook de BNG moet voldoen aan de aangescherpte kapitaalseisen, waardoor de dividenduitkering de komende jaren naar verwachting lager zal zijn. Ook het verplicht schatkistbankieren voor gemeenten zorgt voor een onzekere toekomst voor de BNG. N.V. Rendo Naam en rechtsvorm: N.V. Rendo Holding – Naamloze Vennootschap Vestigingsplaats: Meppel Openbaar belang: het ontwerp, de bouw en het beheer van energienetwerken. Daarnaast houdt zij zich bezig met activiteiten gericht op onderhoud, verhuur en verkoop van energieverbruikstoestellen en adviseert of participeert zij o.a. in duurzaamheids- en innovatieprojecten op gebied van energie. Wijziging in het belang: N.v.t. Aandeel: 12,1% (op basis van de nominale waarde van het aandelenkapitaal – 119 aandelen) Resultaat begrotingsjaar: € niet bekend (2012 = € 16,7 mln verlies) Eigen vermogen begin begrotingsjaar: € niet bekend (2012 = € 52 mln) Eigen vermogen eind begrotingsjaar: € niet bekend (2012 = € 52 mln) Vreemd vermogen begin begrotingsjaar: € niet bekend (2012 = € 46,9 mln) Vreemd vermogen eind begrotingsjaar: € niet bekend (2012 = € 46,9 mln) toelichting Rendo is als regionaal energiebedrijf actief in het netbeheer van elektriciteit en gasnetten in het gebied Drenthe en Noord Overijssel. De aandeelhouders hebben besloten voorlopig van de overname markt te halen en met de aanstelling van de nieuwe RvC en directeur te richten op verbetering van het bestuur. Door forse verliezen op investeringen is het eigen vermogen gedaald en is het verwachte dividend voor de komende jaren naar beneden bijgesteld. MeppelEnergie Naam en rechtsvorm: MeppelEnergie B.V. – Besloten Vennootschap Vestigingsplaats: Meppel Openbaar belang: het ontwikkelen, bouwen, beheren en onderhouden van duurzame energiesystemen Wijziging in het belang: N.v.t. Aandeel: 50% (op basis van de nominale waarde van het aandelenkapitaal – 300 aandelen) Resultaat begrotingsjaar: € 117.000 verlies Eigen vermogen begin begrotingsjaar: € niet bekend (2013 = € 0,43 miljoen) Eigen vermogen eind begrotingsjaar: € niet bekend (2013 = € 0,43 miljoen) Vreemd vermogen begin begrotingsjaar: € niet bekend (2013 = € 0,67 miljoen) Vreemd vermogen eind begrotingsjaar: € niet bekend (2013 = € 0,67 miljoen) toelichting MeppelEnergie is een joint venture van Meppel en Rendo, zal in 2013 starten met de aanleg van de infrastructuur en het installeren van duurzame energiesystemen in de eerste woningen van de Nieuwveense landen. In de eerste jaren zal geen dividend uitgekeerd worden. Vitens NV Naam en rechtsvorm: Vitens N.V. - Naamloze Vennootschap Vestigingsplaats: Utrecht
104
Programmabegroting 2015
Openbaar belang: het produceren, distribueren, leveren van drinkwater aan onze klanten en de daarbij behorende dienstverlening Wijziging in het belang: Aandeel: 0,75% (op basis van de nominale waarde van het aandelenkapitaal – 37.526 aandelen) Resultaat begrotingsjaar: € niet bekend (2013 = € 39,3 mln winst) Eigen vermogen begin begrotingsjaar: € niet bekend (2013 = € 438 mln) Eigen vermogen eind begrotingsjaar: € niet bekend (2013 = € 438 mln) Vreemd vermogen begin begrotingsjaar: € niet bekend (2013 = € 1.069 mln) Vreemd vermogen eind begrotingsjaar: € niet bekend (2013 = € 1.069 mln) toelichting Vitens, het waterleidingbedrijf, kent een stabiel tarieven- en dividendbeleid. Naast aandeelhouder hebben wij ook een lening bij Vitens uitstaan. Wadinko NV Naam en rechtsvorm: Wadinko N.V. - Naamloze Vennootschap Vestigingsplaats: Zwolle Openbaar belang: de begeleiding en financiering van startende ondernemingen in het werkgebied Overijssel en Drenthe, de bedrijvigheid te ontwikkelen en de werkgelegenheid te bevorderen Wijziging in het belang: N.v.t. Aandeel: 3,4% (op basis van de nominale waarde van het aandelenkapitaal – 81 aandelen) Resultaat begrotingsjaar: € niet bekend (2013 = € 1,7 mln winst) Eigen vermogen begin begrotingsjaar: € niet bekend (2013 = € 54,3 mln) Eigen vermogen eind begrotingsjaar: € niet bekend (2013 = € 54,3 mln) Vreemd vermogen begin begrotingsjaar: € 0 Vreemd vermogen eind begrotingsjaar: €0 toelichting De vennootschap Wadinko NV beheert het vermogen van de voormalige Waterleiding Maatschappij Overijssel NV met als doel de begeleiding en financiering van startende ondernemingen in het werkgebied Overijssel en Drenthe, de bedrijvigheid te ontwikkelen en de werkgelegenheid te bevorderen. Het bedrijf keert vanaf 2013 dividend uit. Enexis Naam en rechtsvorm: Enexis Holding N.V. – Naamloze Vennootschap Vestigingsplaats: ‘s-Hertogenbosch Openbaar belang: klanten te voorzien van een duurzame, betrouwbare en betaalbare energiedistributie Wijziging in het belang: N.v.t. Aandeel: 0,04% (op basis van de nominale waarde van het aandelenkapitaal – 64.663 aandelen) Resultaat begrotingsjaar: € niet bekend (2013 = € 239 mln) Eigen vermogen begin begrotingsjaar: € niet bekend (2013 = € 3.370 mln) Eigen vermogen eind begrotingsjaar: € niet bekend (2013 = € 3.370 mln) Vreemd vermogen begin begrotingsjaar: € niet bekend (2013 = € 2.554 mln) Vreemd vermogen eind begrotingsjaar: € niet bekend (2013 = € 2.554 mln) toelichting Op gebied van duurzaamheid is Enexis een belangrijke speler, zowel wat betreft eigen bedrijfsvoering als in de facilitering van andere initiatieven. Enexis verwacht blijvend solide financiële prestaties, voorspelbaar met een redelijk rendement. De dividendraming is gelijk aan de ontvangsten in 2011 en lager dan in 2012. Het belang van Meppel in Enexis is klein, de dividendinkomsten zijn daarom bescheiden. Speciale vennootschappen verkoop Essent Voor de afwikkeling van de verkoop van Essent zijn een aantal vennootschappen in het leven geroepen: PBE B.V. / CBL B.V. / Verkoop Vennootschappen B.V. / Claim Staat Vennootschap B.V. / Vordering op Enexis B.V. De afwikkeling van de verkoop van Essent aan RWE vordert gestaag. In 2016 zal de verkoop nagenoeg zijn afgerond als de borgstelling van het garantiefonds verloopt. In 2019 loopt de laatste lening aan Enexis af. Het is niet te verwachten dat er in de tussentijd (substantieel) dividend wordt uitgekeerd. PBE BV heeft een negatief resultaat geboekt van € 18 duizend, een eigen vermogen van € 1,6 miljoen en een vreemd vermogen van € 0,1 miljoen. Deze BV is na de verkoop van de kerncentrale Borsele in 2011 alleen nog belast met de afwikkeling daarvan. De CBL BV is eigenaar van een (klein) fonds ondergebracht bij de Stichting Beheer Maastricht. De vennootschap heeft een bedrijfsresultaat geboekt van € 9,8 miljoen dat is toegevoegd aan de reserve. Hierdoor is het eigen vermogen gestegen tot € 9,9 miljoen, het vreemd vermogen is € 0,1 miljoen. Voor
Programmabegroting 2015
105
wat betreft CBL Vennootschap BV is aangegeven dat het bestuur verwacht dat deze vennootschap op respectievelijk 1 januari en 31 december 2015 een Eigen Vermogen zal hebben van USD 9,8 mln. en USD 0 mln., en dat deze vennootschap mogelijk geliquideerd kan worden in 2015. De Verkoop Vennootschappen BV (VV) beheert een fonds ter afwikkeling van claims en voert het secretarieel werk uit voor de aandeelhouders. Het fonds betreft de geblokkeerde gelden binnen Stichting Beheer Maastricht Escrow Fondsen. Het fonds is juridisch eigendom van de Stichting Beheer Maastricht Escrow Fondsen; de vennootschap is economisch eigenaar van het fonds. Ingevolge de afwikkeling van de aanslagen vennootschapsbelasting vanaf het jaar 2001 en de daaruit volgende claims ten laste van de verkopende aandeelhouders is een voorziening getroffen waar in 2013 voor € 67,3 miljoen is gedoteerd. Het resultaat van de vennootschap was daardoor € 62 miljoen negatief. Het bestuur verwacht dat deze vennootschap op respectievelijk 1 januari en 31 december 2015 een Eigen Vermogen zal hebben van EUR 380 mln. en EUR 0 mln., en dat deze vennootschap mogelijk geliquideerd kan worden in 2015. De Claim Staat Vennootschap BV (CSV) heeft de taak gekregen de verkoop van Attero af te wikkelen voor de aandeelhouders. Deze nieuwe taak was aanleiding de naam te veranderen in CSV Amsterdam B.V. Bij de verkoop van Attero is in juli 2014 bij een escrow van € 13,5 mln gevormd om eventuele claims te kunnen verrekenen. Op grond van verwachte claims in 2014 is het verwachte Eigen Vermogen van CSV per 1/1/2015 € 10,5 miljoen. Vordering op Enexis (VoE) beheert de leningen die zijn afgesloten tussen de aandeelhouders en Enexis. De totale lening is € 850 miljoen groot. Daarvan wordt € 500 miljoen uiterlijk in september 2016 uitgekeerd, de overige € 350 miljoen eind september 2019. Het bedrijfsresultaat is licht negatief (€ 11 duizend), het eigen vermogen is nihil, het vreemd vermogen is € 862 miljoen. 6.6.3
Publiek private samenwerking (PPS)
Het deelnemen in publiek private samenwerking beperkt zich tot ontwikkeling van gebieden, waarbij spreiding van risico en vermogensinbreng centraal staat. Ontwikkeling Nat Industrieterrein Op industrieterrein Oevers D wordt samen met marktpartijen 52 ha bedrijventerrein en openbaar gebied ontwikkeld. Hiervan wordt 25 ha nat bedrijventerrein uitgegeven en 11 ha droog bedrijventerrein. De beoogde 160 arbeidsplaatsen zijn inmiddels gerealiseerd. In 2013 is de overeenkomst tot 2018 verlengd. Zandwinning Bremenbergplas Met twee particuliere aannemers is een publiek-private samenwerking overeengekomen voor de winning en verkoop van ca. 1,5 miljoen m3 zand. De overeenkomst dateert van 17 januari 2003. In verband met de economische crisis verwachten wij de komende jaren minder garantiebijdrage te ontvangen. Berggierslanden OntwikkelingsBedrijf (BOB) De grondexploitatie Berggierslanden is via de jaarstukken 2011 afgesloten. De BOB blijft echter voorlopig bestaan tot in ieder geval 2018. Er is een concessieovereenkomst aangegaan, wat inhoudt dat de gehele exploitatie een private aangelegenheid is. De gemeente ontvangt een zogenaamde fee, die nagenoeg geheel is afgerekend met het BOB. Het openbaar gebied wordt door het BOB in eigendom en beheer aan de Gemeente Meppel overgedragen. 6.6.4
Overige instellingen waarmee een bestuurlijke verbondenheid bestaat
Samenwerking Meppel-Westerveld De gemeente Meppel werkt op sommige gebieden samen met de gemeente Westerveld. In het najaar van 2013 hebben de colleges van Meppel en Westerveld, na consultatie van hun gemeenteraden, besloten tot intensieve ambtelijke samenwerking. In 2014 wordt deze samenwerking nader uitgewerkt. Dat gebeurt volgens de lijn van vier bedrijfsprocessen: beleid, uitvoering, dienstverlening en bedrijfsvoering. Waar de samenwerking de meeste meerwaarde oplevert, zal die het eerst en het meest intensief worden vormgegeven. De meerwaarde van de samenwerking wordt in de eerste plaats gezocht in versterking van de kwaliteit van de organisatie en verminderen van de kwetsbaarheid ervan. Een secundair doel is verhogen van de efficiency en verminderen van de kosten. In 2015 wordt nader vormgegeven aan de samenwerking. Dit gebeurt voor alle vier bedrijfsprocessen in verschillend tempo en intensiteit. En het gebeurt op een manier waarbij lerend ontwikkelen centraal staat. Daarnaast neemt de gemeente deel in verenigingen en stichtingen als daarmee een algemeen of een regionaal economisch belang wordt gediend. Hoewel deze organisaties formeel niet onder deze paragraaf vallen zijn ze hieronder voor de volledigheid opgenomen.
106
Programmabegroting 2015
Sociale recherche Zwolle De gemeente Meppel koopt met ingang van 1 mei 2012 ondersteuning op het gebied van sociale recherche in bij de GR Sociale Recherche Zwolle e.o. Hiervoor zijn we een samenwerkingsverband aangegaan met de gemeente Zwolle met als doel het voorkomen en bestrijden van oneigenlijk gebruik en misbruik van uitkeringen en regelingen. De Sociale Recherche Zwolle verricht, overeenkomstig het afgesproken uitvoeringsprotocol, werkzaamheden voor de gemeente Meppel die verband houden met het voorkomen en opsporen van fraude, misbruik of oneigenlijk gebruik met door de gemeente Meppel verleende uitkeringen of voorzieningen en het handhaven van regelgeving. Voor 2015 wordt ingezet op continuering van de inkooprelatie. Stichting Onderwijsgroep Zuidwest-Drenthe Doelstelling is de instandhouding en verbreding van het voortgezet onderwijs op openbare grondslag door middel van de exploitatie van een scholengemeenschap. Meppel doet dit samen met de gemeente Westerveld. Met ingang van 1 januari 2007 is deze voorheen gemeenschappelijke regeling omgezet in een stichting. Uitgangspunt van de exploitatie van de scholengemeenschap is budgettaire neutraliteit. Bij nadelige saldi wordt door de school een beroep gedaan op opgebouwde egalisatiereserves of worden de kosten gedekt ten laste van volgende jaren. In het uiterste geval worden de deelnemende gemeenten aangesproken op basis van de leerlingenaantallen van de hoofdvestiging en de nevenvestiging. Stichting Promes Op 10 november 2006 is de stichting Promes opgericht. Doelstelling van de stichting is de instandhouding van het openbaar onderwijs en het geven van onderwijs aan 10 scholen, waarvan 8 openbare basisscholen, 1 speciale school voor basisonderwijs en 1 school voor zeer moeilijk lerenden. Twee scholen zijn buiten de gemeente Meppel gevestigd: één in Staphorst en één in IJhorst. De 7 bestuursleden zijn door de raden van Staphorst en Meppel benoemd. Zowel de begroting als de jaarrekening worden door de gemeenteraden vastgesteld. Ook wordt separaat verantwoording afgelegd. Vereniging Nederlandse Gemeenten en Vereniging Drentse Gemeenten De VNG vertegenwoordigt gemeenten in overleggen met andere overheden (Rijk, Provincie). De vereniging is tevens het adviesorgaan voor gemeenten op alle gemeentelijke beleidsterreinen. De Vereniging van Drentse Gemeenten adviseert de gemeenten over zaken die in Drenthe spelen. Aan beide verenigingen betalen wij jaarlijks een bijdrage. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden De Gemeente Meppel is aangesloten bij twee intergemeentelijke samenwerkingsverbanden gericht op HRM: Talentenregio en Wisselwerk. Talentenregio is een samenwerkingsverband tussen zestien gemeenten uit de regio Zwolle. Samen vertegenwoordigen deze gemeenten ongeveer 5700 medewerkers in de meest uiteenlopende functies. Doelstelling is om samen te werken op de terreinen: Intergemeentelijke mobiliteit, Kennisnetwerk en Arbeidsmarktcommunicatie, Traineetraject. Wisselwerk is een samenwerkingsverband tussen de gemeenten Midden Drenthe, Meppel, Westerveld, Steenwijkerland, De Wolden, de Kamer van Koophandel Noord-Nederland, het Waterschap Reest en Wieden, Astron en Icare. Het doel van Wisselwerk is om vraag en aanbod van de interne arbeidsmarkt beter op elkaar af te stemmen. Wisselwerk faciliteert medewerkers en organisaties hierin.
Wisselwerk stopt per 1 januari 2015. Het mobiliteitsnetwerk Talentenregio heeft een overlap met deelnemers van Wisselwerk, waardoor er dubbelingen ontstonden in activiteiten aanbod en rendement.
Programmabegroting 2015
107
6.7 6.7.1
Paragraaf grondbeleid Inleiding
In deze paragraaf wordt ingegaan op het grondbeleid van de gemeente Meppel. Hierin komt aan de orde de beleidsmatige aspecten, een prognose van de resultaten, de voorzieningen, het verloop van de boekwaarde en risico’s. 6.7.2
Ontwikkelingen
De economische conjunctuur in Nederland, Europa en wereldwijd vormt een belangrijk kader voor het functioneren van de lokale economie. Na een krimp van 0,7% in 2013 is de verwachting dat de economie in 2014 met 0,5% groeit. Er is sprake van gunstigere perspectieven. Dat zich vertaalt in een hoger consumentenvertrouwen in de woningmarkt. Het sentiment is sinds zomer 2013 positiever gestemd. Ondanks het omvangrijke aantal huizen onder water zit de woningmarkt het consumentenvertrouwen minder in de weg dan voorheen. Een ondersteunende factor voor het vertrouwen vormt de verbeterde betaalbaarheid van de woningen als gevolg van de gedaalde prijzen. Het toegenomen vertrouwen is al geruime terug te zien in de stijging van de woningverkopen. Uit de stijging van de op de verkopen voorlopende hypotheekaanvragen valt op te maken dat het aantal woningtransacties verder zal toenemen.1 De markt klimt eindelijk uit het dal. NVM bericht dat het herstel van de Nederlandse woningmarkt aanhoudt. In het tweede kwartaal in 2014 zijn 29.216 woningen verkocht, een stijging van 41% ten opzichte van dezelfde periode in 2013. De woningverkopen zijn nog altijd fors lager dan vóór de crisis. Veel consumenten hebben de aankoop van hun woning lange tijd uitgesteld waardoor er nu een soort prop van de markt schiet. Er is sprake van een inhaalslag. De prijzen namen voor het derde opeenvolgende kwartaal toe. In vergelijk met 4e kwartaal 2013 stegen de prijzen gemiddeld met 17%. In vergelijking met 2013 liggen de prijzen medio 2e kwartaal 2014 3,5% hoger. Dit zijn landelijke gemiddelden. De regionale verschillen zijn groot en sommige woningtypen, zoals vrijstaande woningen zijn op jaarbasis nog in prijs gedaald.2 De kans is groot dat de prijzen verder zullen stijgen mede door de lage rente. Het opwaartse prijspotentieel is echter beperkt tegen de achtergrond van het ruime woningaanbod en de aangescherpte kredietnormen. 6.7.3
Beleidsmatige aspecten
Het grondbeleid is geen doel op zich, maar is dienstbaar aan de verschillende beleidsvelden zoals wonen, ruimtelijke ontwikkeling, infrastructuur, recreatie en natuur. De uitvoering van het beleid geeft de manier aan waarop de gemeente zich op de vastgoedmarkt beweegt. Dit is vastgelegd in de Nota Grondbeleid. In 2014 is de Nota herzien en zijn de beleidskaders voor 2014 – 2018 ter vaststelling aangeboden. De aanbevelingen uit het rapport van de rekenkamer uit 2012 en het advies van de commissie BBV over winstnemingen zijn hierin meegenomen. Jaarlijks wordt door externen deskundigen geadviseerd over de te hanteren grondprijzen om zo tot markconforme prijzen te komen waartegen de gronden worden uitgegeven. Door het inschakelen van externe deskundigheid worden financiële tegenvallers van formaat tegen gegaan. Zij brengen advies uit over de te hanteren parameters in de grondexploitaties. En van hun expertise wordt gebruik gemaakt voor de risicoanalyse. De gronden die niet in exploitatie zijn genomen worden jaarlijks gewaardeerd om te voorkomen dat de boekwaarde hoger uitvalt dan de marktwaarde. De aanbevelingen 2 t/m 5 uit het rekenkameronderzoek zijn opgenomen in de herziene nota Grondbeleid 2014-2018.
1 2
Bron: https://insights.abnamro.nl/woningmarkt-monitor-huizenprijzen-vinden-weg-omhoog/ http://www.nvm.nl/nl-NL/Actual/Juli_2014/NVM_Woningmarkt_blijft_aantrekken.aspx
108
Programmabegroting 2015
De parameters zijn op 1 januari 2014 als volgt vastgesteld: S t a rt ja a r
2 0 14
2 0 15 - 2 0 17
2 0 17 e n v e rde r
Verwerving
-2,50%
1,00%
GWW ko sten
-2,50%
1,50%
2,50%
planko sten
0,00%
1,50%
2,50% 2,50%
k o s t e ns t ijging 3,50%
o pbre ngs t e ns t ijging Wo ningbo uw vrije secto r go edko o p
1,00%
1,00%
Wo ningbo uw vrije secto r duur
-5,00%
1,00%
2,50%
Wo ningbo uw so ciaal
0,00%
1,00%
2,50%
B edrijven
0,00%
0,50%
2,50%
Kanto ren, winkels en ho reca
0,00%
0,50%
1,50%
M aatschappelijk
0,00%
1,00%
1,50%
re nt e o v e r k o s t e n
4,50%
4,50%
4,50%
re nt e o v e r ba t e n
4,50%
4,50%
4,50%
6.7.4
Prognose resultaten grondexploitaties
In onderstaande tabel worden de verwachte resultaten van de grondexploitaties weergegeven zoals gepresenteerd en vastgesteld in het MPG 2014 op basis van netto contante waarde. De grondexploitatie Winkelcentrum Oosterboer is niet opgenomen in het MPG 2014 omdat deze op 16 januari 2014 door de gemeenteraad is vastgesteld. De prognose van deze grondexploitatie is wel opgenomen in onderstaande tabel. Er is een splitsing gemaakt tussen verlies- en winstgevende projecten. Voor de verliesgevende grondexploitaties (€ 7,9 mln) is een voorziening opgenomen. Voor de winstgevende grondexploitaties is per 1-1-2014 een winst geraamd van ruim € 14,4 mln. De opbrengsten zijn niet geraamd in de gemeentelijke begroting vanwege het voorzichtigheidsbeginsel. In het MPG 2015 en bij de jaarrekening 2014 worden de verwachte prognoses per 1-1-2015 gepresenteerd. Daarnaast wordt in onderstaand schema de boekwaarde, de nog te maken lasten en de te realiseren baten per 1 januari 2014 weergegeven. Prognose grondexploitatie (op basis van NCW) per 1.1.2014 In exploitatie genomen x € 1.000
Boekwaarde
Te realiseren opbrengsten
Te maken kosten
Netto contante waarde
Postitief resultaat Danning Erve Zuid fase 2
€
5.354
€
69.380
€
12.920
€
Marten Otten Laan
€
71
€
102
€
444
€
264
Nieuwveense Landen fase 1
€
20.586
€
94.325
€
138.781
€
7.600
Noord 2
€
1.447
€
3.414
€
9.171
€
2.900
Oevers D
€
746- €
6.684
€
7.270
€
2.550
Oevers E
€
€
1.651
€
4.752
€
666
Spijkerserve
€
4- €
122
€
181
€
61
Subtotaal
€
28.863
€
175.678
€
173.519
€
14.395
Blankenstein B
€
2.613
€
1.451
€
3.549
€
1.700-
Koeberg Zuid
€
70- €
1.652
€
1.435
€
600-
Winkelcentrum Oosterboer
€
-
€
250
€
200
€
43-
Vledder BC (exploitatie)
€
5.270
€
761
€
5.533
€
5.580-
Subtotaal
€
7.813
€
4.114
€
10.717
€
7.923-
Totaal
€
36.675
€
179.792
€
184.236
€
6.472
2.155
354
Negatief resultaat
6.7.5
Afgesloten grondexploitaties
Het NiEGG krediet Vledder 2 (AOC Terra) is per 1 januari 2014 afgesloten omdat ontwikkeling in de nabije toekomst niet aan de orde is. 6.7.6
Overzicht voorzieningen
Voorzieningen worden bepaald op basis van netto contante waarde (zie paragraaf 3.7.2 Nota Grondbeleid 2014 – 2018). Per 1 januari 2015 zijn de voorzieningen ten opzichte van 2014 gewijzigd. Er is een voorziening getroffen van afgerond € 43.000 ten behoeve van de ontwikkeling winkelcentrum Oosterboer.
Programmabegroting 2015
109
Het totaal van de voorzieningen bedraagt per 1 januari 2015 afgerond € 7,9 mln. Voorzieningen begroting 2015 Voorzieningen in € 1.000
2014
mutatie 2014
2015
mutatie 2015
2016
IEGG Blankenstein B
€
1.700
€
-
€
1.700
€
-
€
1.700
Koeberg Zuid
€
600
€
-
€
600
€
-
€
600
Winkelcentrum Oostboer
-
€
43
Vledder BC (exploitatie)
€
5.580
€
€
5.580
€
Totaal
€
7.880
€
€
7.923
€
6.7.7
43
€
-
-
€
43
€
5.580
€
7.923
Verloop boekwaarde
De boekwaarde (gemaakte kosten minus inkomsten) van alle grondexploitaties samen is per 1 januari 2014 € 46,2 mln. Daartegenover staat een voorziening van € 7,9 mln. De netto boekwaarde komt daarmee op (€ 46,2 mln - € 7,9 mln) € 38,3 mln. De netto boekwaarde zal door investering in Nieuwveense Landen toenemen maar zal op totaalniveau dalen. Dit wordt met name veroorzaakt door te verwachten opbrengsten in Vledder BC (exploitatie), Oevers D en Oevers E. Per 1 januari 2018 bedraagt de netto boekwaarde naar verwachting rond de € 30,3 mln. Onderstaande tabel geeft het verwachte verloop van de netto boekwaardes weer. Verloop boekwaarde t.b.v. begroting 2015 bedragen x € 1.000
boekwaarde 2014
boekwaarde 2015
boekwaarde 2016
boekwaarde 2017
boekwaarde 2018
IEGG Blankenstein B
€
2.613
€
2.857
€
2.357
€
1.820
€
1.260
Danninge Erve Zuid fase 2
€
5.354
€
5.299
€
5.301
€
5.616
€
5.581
Koeberg Zuid
€
70- €
Marten Ottenlaan
€
71
1.379- €
1.380- €
1.380- €
33-
€
-
€
-
€
-
€
26.505
Nieuwveense Landen fase 1
€
20.586
€
22.046
€
26.348
€
25.899
€
Noord 2
€
1.447
€
2.871
€
2.413
€
1.651
€
Oevers D
€
Oevers E
€
2.155
€
Winkelcentrum Oosterboer
€
-
€
29- €
Spijkers Erve
€
4- €
159- €
Vledder BC (exploitatie)
€
5.270
€
1.191
€
Subtotaal
€
36.675
€
33.773
€
746- €
807
1.061- €
2.649- €
4.657- €
6.758-
2.137
1.793
€
1.432
€
1.016
214- €
-
€
-
-
€
-
€
-
-
€
-
€
€
33.970
€
30.380
€
28.378
NIEGG Transformatiegebied
€
1.629
€
1.699
€
1.773
€
1.849
€
1.928
Subtotaal
€
1.629
€
1.699
€
1.773
€
1.849
€
1.928
Totaal
€
38.304
€
35.473
€
35.742
€
32.229
€
30.306
6.7.8
Risico’s
Grondexploitaties kennen verschillende risico’s, zoals afzettempo, kostenstijgingen, hogere plankosten en lagere grondopbrengsten. Binnen de grondexploitaties vormt Nieuwveense Landen het grootste risico. In de paragraaf weerstandvermogen wordt ingegaan op het bedrag waarmee in de reserves rekening is gehouden. Bevolkingsprognose In 2015 zal de provincie Drenthe de nieuwe bevolkingsprognose bekend maken wat mogelijk gevolgen hebben voor de plannen in de gemeente Meppel die wat verder in de toekomst liggen. Dit wordt in de loop van 2015 in de grondexploitaties verwerkt.
110
Programmabegroting 2015
Nieuwveense landen In 2014 zijn de nadere mogelijkheden verkend om met maximale vrijheid het woningbouwprogramma van fase 1 te ontwikkelen. Het bestemmingsplan wordt in 2014 flexibeler gemaakt met als doel beter op de vraag op de markt te kunnen inspelen. De uitkomsten van de flexibilisering worden in het Meerjarenperspectief Grondexploitatie 2015 verwerkt. Het afgelopen jaar is vooral ingezet om de kavelverkoop op gang brengen. Er zijn in 2014 ca. 95 kavels in het goedkope en betaalbare segment afgezet terwijl in de grondexploitatie rekening is gehouden met 65 kavels. De afzet van kavels in het duurdere segment blijft achter, In 2015 wordt hier extra aandacht aan besteed om te komen tot verkoop van deze kavels. Een belangrijk risico is dat grondexploitatie als uitgangspunt heeft dat de gemeente alle gronden verwerft, bouwrijp maakt en vervolgens bouwrijpe kavels uitgeeft. Dat is een gebruikelijke werkwijze bij grondexploitaties om de financiële haalbaarheid te onderbouwen. Het plangebied is echter voor 40% in eigendom van de gemeente. De rest van de gronden is van particulieren en ontwikkelaars. Er bestaat een grote kans dat een aantal ontwikkelaars zich zal beroepen op zelfrealisatie. Hierdoor hoeft de gemeente die gronden niet te verwerven en ook niet uit te geven. Dit verlaagt het financiële risico van het project. Echter moet de gemeente er wel voor zorgen dat de gemaakte kosten worden verhaald op ontwikkelaars. Dit kan door middel van een overeenkomst of exploitatieplan. Het risico hierbij is dat niet alle kosten verhaalbaar zijn. In Structuurvisie 2030 staat dat de nota kostenverhaal verder wordt uitgewerkt. Dit is wordt actueel op het moment dat de zelfrealisatoren over gaan tot ontwikkeling. Danninge Erve Zuid fase 2 In de grondexploitatie is rekening gehouden met de crisisaanpak waarbij de kavelafzet in eerste vijf jaar naar beneden is bijgesteld. De veranderende omstandigheden in de woningmarkt kunnen er mogelijk voor zorgen dat de kavels lastiger afgezet kunnen worden. Overige grondexploitaties Bij de overige grondexploitatie vormen Blankenstein B en Vledder BC (exploitatiegebied) BC een risico. De uitgifte van de kavels op Blankenstein B verloopt vanaf het begin moeizaam. Het risico bestaat dat de grondprijs de komende jaren gaat dalen. Voor het Vledder staat de beoogde ontwikkeling van de bioscoop (fase 4) als gevolg van de crisis onder druk.
Programmabegroting 2015
111
6.8
Paragraaf subsidies
6.8.1 Inleiding Deze paragraaf wil een dwarsdoorsnede van de begroting laten zien op het gebied van subsidies. De paragraaf subsidies is geen verplicht onderdeel van de begroting op grond van het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten (BBV). In deze paragraaf wordt ingegaan op het beleid rondom verstrekking van subsidies en subsidieplafonds. Meppel verstrekt in 2015 € 18.750.000 aan subsidies aan instellingen en bijdragen aan overheden. Een groot onderdeel daarvan is de sociale werkvoorziening WSW € 7.600.000 die met een rijksbijdrage gefinancierd wordt, maar waaraan ook voor € 1.200.000 aan gemeentelijke verplichtingen gekoppeld zijn. 6.8.2 Beleidsmatige aspecten De sturing op onze maatschappelijke uitvoeringspartners moet sterker worden, omdat we meer willen koersen op het halen van beleidsdoelen die per beleidsperiode ook enigszins kunnen wijzigen. De gemeente ziet zich daarbij als regisseur / opdrachtgever in een proces om beleidsdoelen te realiseren waar vaak meerdere instellingen een rol spelen. Met de veranderingen rond participatie en maatschappelijke ondersteuning (drie transities) wordt de noodzaak van deze regierol meer gevoeld. De subsidierelatie met grotere subsidieontvangers op maatschappelijk gebied moet daarom worden geprofessionaliseerd. We stellen een beleidskader op waarbinnen duidelijk wordt wanneer met welke soort subsidieovereenkomst wordt gewerkt. Het beleid moet meer duidelijkheid geven wanneer sprake is van opdrachtverlening, waar gewerkt kan worden met een overeenkomst of waar er sprake is van een subsidierelatie. Het merendeel van de subsidiegelden gaat naar professionele publieke instellingen. Een gedeelte van de subsidiegelden wordt verstrekt aan vrijwilligersorganisaties, variërend van enkele middelgrote organisaties tot vele kleine organisaties. In de algemene subsidieverordening worden twee soorten subsidies onderscheiden; de jaarlijkse en de eenmalige subsidies. Om de transparantie te vergroten willen we een subsidieregister publiceren waarin inzichtelijk is welke organisaties subsidie ontvangen en hoeveel en onder welk deel van de programmabegroting. Als dit register actief is kan deze paragraaf in de begroting komen te vervallen. De financiële verordening Gemeente Meppel zal daarvoor gewijzigd moeten worden. Voor subsidies wordt de nullijn gehanteerd. Er vindt geen compensatie plaats voor loonstijgingen als gevolg van CAO ontwikkelingen, tenzij in bestaande overeenkomsten andere afspraken zijn gemaakt. Ten aanzien van gebruikers / huurders van gemeentelijke accommodaties geldt dat de subsidie die zij ontvangen nooit voor een langere periode wordt verleend dan die waarvoor een te respecteren huurcontract aanwezig is. Door de periodes van huur en subsidie op elkaar af te stemmen kan de gemeente op een bepaald moment een integrale beslissing nemen over het vervreemden van de accommodatie. 6.8.3 Subsidieplafonds De raad kan jaarlijks bij vaststelling van de begroting besluiten tot het instellen van subsidieplafonds. Hiermee worden open einde regelingen voorkomen. Voor 2015 gelden de volgende subsidieplafonds voor de onderdelen amateurkunst, sportbeoefening en evenementen: - amateurkunst € 72.569 - algemene sportstimulering € 6.000 - evenementen € 80.984
112
Programmabegroting 2015
6.9
Paragraaf Schouwburg Ogterop
Schouwburg Ogterop is met jaarlijks 50.000 bezoekers hèt professionele cultuurpodium voor Meppel en wijde omgeving. De schouwburg heeft als kerntaak het bieden van een hoogwaardig, kwalitatief en gevarieerd theateraanbod alsook het faciliteren van culturele en commerciële huurders. Schouwburg Ogterop levert een positieve en economische bijdrage aan het woon- en leefklimaat in de gemeente Meppel voor zowel bestaande als potentiële inwoners en bedrijven. Het onderscheidend vermogen van Ogterop is de persoonlijke dienstverlening, de gezelligheid, professionaliteit en de gastvrijheid in combinatie met kwalitatief goed aanbod in een prachtige historische theaterzaal en een intieme kleine zaal waardoor mensen bewust kiezen om naar Schouwburg Ogterop te komen. De komende jaren richt Schouwburg Ogterop zich op een drietal speerpunten: Focus 1: kwaliteit en publieksbereik met een eigen profiel Schouwburg Ogterop onderscheidt zich steeds meer ten opzichte van theaters in haar omgeving. Ogterop heeft zich steeds meer geprofileerd als liefhebber theater. Naast grote namen is er ook ruimte voor vernieuwing en avontuur. Ook ontwikkelt Ogterop steeds meer eigen activiteiten zoals het festival Ogterop Unplugged, het Leesfeest en een theatershow met de titel: ‘Meppel, de stand van zaken’. Hele grote musicals en shows zijn de laatste jaren niet meer te zien in Ogterop omdat ze financieel niet uitkunnen en ook omdat een ticketprijs van boven de €35,00 te hoog gegrepen is. Inmiddels heeft Ogterop een groeiende groep Vrienden opgebouwd. Uit onderzoek is gebleken dat deze trouwe klantengroep meer voorstellingen in Ogterop is gaan bezoeken en met name het kwetsbare vernieuwende aanbod heeft hierdoor een steviger basis. Daar waar landelijk steeds meer theaters dit aanbod niet meer opnemen, heeft Ogterop geïnvesteerd en het vinden van publiek voor dit vernieuwende aanbod. Ook het afgelopen seizoen heeft Ogterop tegen de landelijke trend in meer bezoekers getrokken, ca 15 % meer ten opzichte van vorig jaar. De stijging is deels te verklaren door de programmering. Zoals meer activiteiten met veel uitverkochte voorstellingen en een aantal nieuwe initiatieven die mede mogelijk werden gemaakt door Meppel Culturele gemeente zoals Ogterop Unplugged en het Leesfeest. Focus 2: Cultuureducatie Jong geleerd is Oud gedaan. Voor Scala faciliteert en programmeert Ogterop schoolvoorstellingen voor groep 3 /4 en 7/8. Ook werkt Ogterop samen met het voortgezet onderwijs. Voor de onderbouw is er een schoolvoorstelling en er zijn met scholen afspraken over individueel voorstellingsbezoek voor de bovenbouw. Wel is het merkbaar dat het landelijke CKV-budget is geslonken en het cultuuronderwijs minder aandacht heeft dan in het verleden. Tevens participeert Ogterop met tal van activiteiten actief in Oktober Kindermaand. Inmiddels zijn er ook contacten met de Pabo gelegd om studenten actief kennis te laten maken met (jeugd)theater. Focus 3: Meppel breed De rode lopen van Ogterop loopt door de hele stad. Schouwburg Ogterop is nauw betrokken bij verschillende organisaties en activiteiten in Meppel. Voor Puppet International is Ogterop een belangrijke partner, voor Live in Meppel verzorgt Ogterop de ticketing en deels programmering. Met de bibliotheek organiseert de schouwburg activiteiten in de (kinder)boekenweek. Zo was het afgelopen jaar boekenweek-geschenk schrijver Tommy Wieringa te gast. Lokaal talent heeft zichzelf inde spotlight gezet tijdens de Sundate en het muziekfestival Ogterop Unplugged. Het afgelopen seizoen was het samenwerkingsverband met Stad en Esch de ‘Ogterop Academy’ zeer geslaagd met bijzondere gasten als Douwe Draaisma, Mark Mieras en Jeroen van den Berg. Komend seizoen komt er ene vervolg op dit initiatief.
Seizoen 13/14 Aantal voorst GZ Bezoekers GZ Aantal voorst KZ Aantal bezoekers KZ Totaal bezoekers Totaal voorst Geannuleerd
toneel
klassiek dans
cabaret jeugd muziek
show
overige totalen
15
5
4
20
9
13
12
78
3.183
1.151
774
6.772
2.477
3.847
3.711
21.915
8
1
7
7
7
30
635
112
582
519
592
3.818
1.263
774
7.354
2.996
4.439
3.711
1.305
25.660
23
6
4
27
16
20
12
8
116
1
Bijgeboekt Schoolvoorstellingen via Ogterop
2.440
1 1
2 2
3
8
Programmabegroting 2015
2.600
113
prognose seizoen 14/15 Aantal voorst GZ Bezoekers GZ Aantal voorst KZ Aantal bezoekers KZ Totaal bezoekers Totaal voorstellingen Schoolvoorstellingen
toneel klassiek 13 6 2.870 1.360 10 775 3.645 1.360 23 6
dans cabaret jeugd 4 19 8 870 5.870 2.030 7 4 535 320 870 6.405 2.350 4 26 12 8
muziek 15 3.130 4 310 3.440 19
show overige 9 2.230
2.230 9
1.580 9
totalen 74 18.360 25 1.940 21.880 108 2.600
Het bezoekersaantal professionele voorstellingen bedroeg in 2012/13 21.469 bezoekers. Dankzij extra impulsen Door de Culturele Gemeente en meer activiteiten heeft Ogterop in 2013/2014 15% meer bezoekers bereikt.
Ogterop financiën Recapitulatie Uitgaven Kosten vastgoed inclusief kapitaallasten en overhead Personeelskosten inclusief doorbelasting en overhead Algemene kosten Kosten activiteiten Totaal bedrag uitgaven Recapitulatie Inkomsten Opbrengst huur Opbrengst pacht Opbrengst voorstellingen Overige opbrengsten Totaal bedrag inkomsten Bijdrage gemeente
Begroot 2013
Werkelijk 2013
Begroot 2014
Begroot 2015
357.351
309.316
282.734
269.305
712.088
651.059
652.462
633.243
183.200 583.000 1.835.639
84.958 572.651 1.617.984
57.200 507.830 1.500.226
62.860 509.840 1.475.248
Begroot
Werkelijk
Begroot
Begroot
2013
2013
2014
2015
-65.000 -62.000 -485.000 -60.000 -672.000
-47.034 -53.100 -368.519 -120.464 -589.117
-65.000 -62.000 -385.000 -60.000 -572.000
-65.000 -62.000 -385.000 -67.000 -579.000
1.163.639
1.028.868
928.226
896.248
Uitgaven De kosten voor de activiteiten zijn sinds 2014 lager begroot. Het is maar de vraag of dit realiseerbaar is. Wil Ogterop een bezuiniging op activiteiten realiseren dan moet Ogterop substantieel minder voorstellingen programmeren. Daarnaast is het aantal voorstellingen ook van invloed op de inkomsten uit voorstellingen. Inkomsten Ogterop probeert steeds meer eigen inkomsten te genereren, dit zijn inkomsten uit ticketing voor derden, theatertoeslag en vriendeninkomsten. Met betrekking tot de huurinkomsten blijft de markt kwetsbaar en probeert Ogterop actief nieuwe huurders te benaderen. Daarnaast zijn een aantal vaste huurders weggevallen doordat zij minder activiteiten extern organiseren. Ook merkt Ogterop dat steeds meer scholen hun culturele activiteiten binnenshuis organiseren. Daarnaast dalen als gevolg van de economische crisis de pachtinkomsten al een aantal jaren op rij.
114
Programmabegroting 2015
7. Uiteenzetting van de financiële positie
Programmabegroting 2015
115
116
Programmabegroting 2015
Inleiding In dit hoofdstuk worden de financiële cijfers gepresenteerd. Onderstaand treft u de financiële begroting 2015 aan met de gehanteerde uitgangspunten bij het opstellen van deze begroting. Hierna wordt achtereenvolgens aandacht besteed aan: - Toelichting ontwikkeling op hoofdlijnen en samenvattend per programma ten opzichte van de vorige meerjarenraming. - Incidentele baten en lasten - Investeringen en financiering - Reserves en voorzieningen - EMU-saldo - Jaarlijks terugkerende arbeidskosten 7.1
Financiële begroting
In onderstaande tabel staan de baten en lasten volgens de Begroting 2014 en 2015. Volgens voorschrift artikel 19 Besluit Begroting en Verantwoording is ook de realisatie over 2013 opgenomen.
Programmabegroting 2015
117
X €1.000 P rogra mma / P roduc t Be stuur Bestuur
La ste n Ba te n S a ldo Re ke ning Be groting Be groting Re ke ning Be groting Be groting Re ke ning Be groting Be groting 2 0 13 2 0 14 2 0 15 2 0 13 2 0 14 2 0 15 2 0 13 2 0 14 2 0 15 1. 6 6 2 1. 6 4 1 1. 7 3 9 -4 -8 -8 1. 6 5 8 1. 6 3 3 1. 7 3 1 51 1.662 1.641 1.739 -4 -8 -8 1.658 1.633 1.731
O pe nba re orde e n ve ilighe id Integrale openbare orde en veiligheid Brandweerzorg Diverse bijzondere wetten
33 34 35
271 2.656 516
248 1.817 621
230 1.538 595
S oc ia le ze ke rhe id e n we rkge le ge nhe id Minimabeleid Periodieke bijstand Arbeidsmarkt Jeugd Nieuwe WMO
36 37 39 80 81
23.235 1.837 10.377 11.021 0 0
22.466 1.841 10.205 10.420 0 0
O nde rwijs Onderwijs
41
4.528 4.528
70 71
- 10 0
- 10 0
2.281
0 - 1.071 - 91
0 0 - 100
0 0 - 100
271 1.585 425
248 1.817 521
230 1.538 495
36.934 1.730 10.620 10.926 8.294 5.364
- 19 . 5 2 3 - 12 - 9.949 - 9.562 0 0
- 18 . 5 4 3 - 30 - 9.818 - 8.695 0 0
- 32.635 - 30 - 10.097 - 8.850 - 8.294 - 5.364
3 . 7 12 1.825 428 1.459 0 0
3.923 1.811 387 1.725 0 0
4.299 1.700 523 2.076 0 0
5.841 5.841
6.560 6.560
- 840 - 840
- 792 - 792
- 942 - 942
3.688 3.688
5.049 5.049
5 . 6 18 5.618
10 . 5 19 381 1.127
9.951 342 755
9.038 324 768
- 856 0 - 60
- 551 0 - 17
- 537 0 - 17
9.663 381 1.067
9.400 342 738
8.501 324 751
72
1.885
1.697
1.625
- 77
- 104
- 90
1.808
1.593
1.535
73
502
603
531
0
0
0
502
603
531
74
301
419
364
0
0
0
301
419
364
75
651
877
925
0
0
0
651
877
925
76 77
5.551 63
5.114 82
4.357 82
- 719 0
- 430 0
- 430 0
4.832 63
4.684 82
3.927 82
78 79
40 18
41 21
41 21
0 0
0 0
0 0
40 18
41 21
41 21
Kunst, c ultuur, re c re a tie e n toe risme Kunst en cultuur Recreatie en toerisme Schouwburg
44 45 48
4.469 2.416 374 1.679
4.085 2.239 346 1.500
3.857 2.097 293 1.467
- 1. 13 6 - 537 - 10 - 589
- 1. 0 7 1 - 486 - 13 - 572
- 1. 0 2 6 - 441 - 13 - 572
3.333 1.879 364 1.090
3 . 0 14 1.753 333 928
2.831 1.656 280 895
S port e n be we ge n Sportaccommodaties Spel- en sportdeelname
46 47
3 . 5 16 2.866 650
3.559 2.996 563
3.659 3.213 446
- 888 - 888 0
- 979 - 956 - 23
- 1. 0 5 3 - 1.053 0
2.628 1.978 650
2.580 2.040 540
2.606 2.160 446
2.224
2.324
2 . 0 16
- 763
- 867
- 867
1. 4 6 1
1. 4 5 7
1. 14 9
49
1.143
1.264
1.027
- 49
- 14
- 14
1.094
1.250
1.013
50
1.081
1.060
989
- 714
- 853
- 853
367
207
136
Ma a tsc ha ppe lijke onde rste uning Volksgezondheid Sociale samenhang Prevent. onderst. jeugdigen Info, advies en cliëntondersteuning Mantelzorg en vrijwilligerswerk Bevord. deelname maatschappelijk verkeer Verlenen individuele voorzieningen Maatschappelijke opvang Openb. geestelijke gezondheidszorg Verslavingsbeleid
O ntwikke ling ope nba re ruimte Ontwikkeling openbare ruimte Zorg kwaliteit nietopenbare ruimte
118
3.443
2.686
2.363
- 1. 16 2
Programmabegroting 2015
2.586
2.263
X €1.000 P rogra mma / P roduc t Be he e r be sta a nde ope nba re ruimte Wegen Stadsverzorging Water Groen en spelen Riolering Parkeren
La ste n Ba te n S a ldo Re ke ning Be groting Be groting Re ke ning Be groting Be groting Re ke ning Be groting Be groting 2 0 13 2 0 14 2 0 15 2 0 13 2 0 14 2 0 15 2 0 13 2 0 14 2 0 15
60 61 62 63 64 65
13 . 0 2 0 4.277 1.211 455 3.708 2.104 1.265
13 . 8 6 2 4.677 1.181 461 3.423 2.774 1.346
12 . 7 6 4 4.047 1.049 458 3.287 2.823 1.100
- 5 . 17 3 - 96 - 193 - 356 - 76 - 2.619 - 1.833
- 5 . 18 6 - 30 - 195 - 324 - 35 - 2.625 - 1.977
- 5 . 17 0 - 30 - 195 - 331 - 35 - 2.644 - 1.935
7.847 4.181 1.018 99 3.632 - 515 - 568
8.676 4.647 986 137 3.388 149 - 631
7.594 4.017 854 127 3.252 179 - 835
6 . 10 2
11. 0 7 7
10 . 7 2 6
- 4.754
- 9.744
- 9.808
1. 3 4 8
1. 3 3 3
9 17
Ec onomisc he za ke n e n grondza ke n Economische en grondzaken
52
6.102
11.077
10.726
- 4.754
- 9.744
- 9.808
1.348
1.333
918
Duurza a mhe id Afvalinzameling Milieuzorg
55 56
4 . 2 15 3.417 798
4.792 3.404 1.388
4.541 3.609 932
- 4 . 0 10 - 4.009 -1
- 4.067 - 3.994 - 73
- 4.320 - 4.273 - 47
205 - 592 797
725 - 590 1.315
221 - 664 885
30 31
2.683 363 2.151
2.824 358 2.285
2.749 330 2.350
- 771 - 237 - 512
- 859 - 283 - 546
- 865 - 298 - 537
1. 9 12 126 1.639
1. 9 6 5 75 1.739
1. 8 8 4 32 1.813
57
169
181
69
- 22
- 30
- 30
147
151
39
- 39.880
- 42.767
- 57.331
39.736
42.341
3 9 . 6 14
Burge rza ke n Begraafplaatsen Publiekszaken Integratie, inburgering en nieuwkomers Tota a l progra mma budge tte n Alge me ne de kkingsmidde le n e n onvoorzie n Algemene Ondersteuning Onvoorziene uitgaven Deelnemingen Belastingen en Invordering Algemene uitkeringen Saldo op de financieringsfunctie Tota a l sa ldo va n ba te n e n la ste n Mutatie reserve Re sulta a t
7 9 . 6 16
8 5 . 10 8
96.946
59 59 59 59 59
9.004 8.950 0 15 39 0
8 . 18 0 8.053 73 15 39 0
8.350 8.235 100 15 0 0
- 4 7 . 10 8 - 6.721 0 - 1.225 - 6.450 - 32.709
- 49.927 - 7.860 0 - 1.337 - 6.528 - 34.202
- 4 6 . 9 15 - 7.272 0 - 1.090 - 7.120 - 31.429
- 3 8 . 10 4 2.229 0 - 1.210 - 6.411 - 32.709
- 4 1. 7 4 7 193 73 - 1.322 - 6.489 - 34.202
- 38.565 963 100 - 1.075 - 7.120 - 31.429
59
0
0
0
-3
0
-4
-3
0
-4
88.620
93.288
10 5 . 2 9 6
- 86.988
- 92.694
- 10 4 . 2 4 6
1. 6 3 2
594
1. 0 5 0
432
0
0
- 1.813
- 1.505
- 1.098
- 1.381
- 1.505
- 1.098
89.052
93.288
10 5 . 2 9 6
- 88.801
- 9 4 . 19 9
- 10 5 . 3 4 4
251
- 9 11
- 49
Programmabegroting 2015
119
7.2
Grondslagen financiële begroting
Inleiding In dit hoofdstuk wordt samengevat weergegevens welke uitgangspunten aan uw raad worden voorgelegd en waarvan de financiële effecten zijn verwerkt in de begroting. Personeelslasten - De loonkosten 2015 – 2018 worden gebaseerd op de laatste informatie betreffende de CAO. Op dit moment is dit het principeakkoord CAO gemeenten 2013-2015. Ten aanzien van het voormalig en boventallig personeel houden we rekening met de vrijval, verloop en aanvullingen van de verplichtingen. Inflatiepercentage: - Het te hanteren inflatiepercentage is het ‘consumentenprijsindexcijfer (CPI) voor alle huishoudens’ van het afgelopen jaar (2013). Dit percentage bedraagt 2,5%. Uitgavenramingen: - De uitgavenramingen worden in principe niet gecompenseerd voor inflatie, tenzij er verplichtingen aan ten grondslag liggen. Dit is in feite een bezuiniging ter hoogte van de inflatie. Inkomstenramingen: - Voor alle inkomstenramingen hanteren wij het uitgangspunt dat ze jaarlijks verhoogd worden met het inflatiepercentage. Een aantal onderdelen zijn afwijkend ten opzichte van dit uitgangspunt: o De algemene uitkering uit het Gemeentefonds wordt gebaseerd op de meicirculaire van het Rijk en wordt berekend op basis van constante prijzen voor de meerjarenraming. Voor 2015 worden lopende prijzen gehanteerd. o Leges en tarieven worden verhoogd met de inflatiecorrectie tot maximaal volledige kostendekkendheid. o De opbrengst bouwleges wordt structureel geraamd op € 800.000. o De parkeeropbrengsten zijn geactualiseerd waarbij rekening is gehouden met de latere oplevering van Kromme Elleboog (1-7-2016) en Vledder (1-4-2016). o Voor de rioolheffing geldt 100% kostendekkendheid, inclusief kosten van kwijtschelding, btw-compensatie en toerekening stadsverzorging (onderdeel machinaal straatreinigen ten behoeve van kolken). o Voor de afvalstoffenheffing geldt 100% kostendekkendheid, inclusief kosten van kwijtschelding, btw-compensatie en toerekening stadsverzorging (onderdeel zwerfvuil). Omslagrente: - Aan investeringen wordt een omslagrente toegerekend die berekend wordt aan de hand van het investeringsprogramma en de financiering. - Ook aan de grondexploitaties wordt deze omslagrente toegerekend op basis van nacalculatie. Investeringen: - Alle investeringen worden kritisch tegen het licht gehouden en daar waar mogelijk worden versoberingen en temporiseringen toegepast. - Kapitaallasten (rente en afschrijving) worden berekend over de (nieuwe) investeringen uit het investeringsprogramma 2015-2018, en over de balanswaarden en de restantkredieten per 31 december 2013.
120
Programmabegroting 2015
Subsidies: - De subsidies worden vastgesteld op basis van de uitgangspunten zoals die zijn opgenomen in de nieuwe Algemene Subsidie Verordening (maart 2011). De raad kan voor één of meer beleidsterreinen jaarlijks een subsidieplafond vaststellen. - Aan gesubsidieerde instellingen vindt geen compensatie plaats voor loonstijgingen als gevolg van caoontwikkelingen. Voor deze subsidies geldt ook dat we de nullijn hanteren, tenzij er bestaande overeenkomsten liggen waarin andere afspraken zijn gemaakt over bijvoorbeeld prijsindexering. - Met subsidie ontvangsten wordt alleen rekening gehouden als hier een beschikking, convenant dan wel een overeenkomst aan ten grondslag ligt. Bijstand, bijzondere bijstand en WSW/Reestmond: - Het WWB-bestand wordt voor 2015 geraamd volgens de actuele stand van het aantal uitkeringen, zijnde 680 uitkeringen (basis voor begroting 2014 was 680). Gezien de onzekerheden is de meerjarenraming gebaseerd op hetzelfde aantal. - Voor de hoogte van een bijstandsuitkering wordt uitgegaan van het gemiddelde bedrag van vorig jaar, zijnde € 14.135 (basis voor de begroting 2014 was € 13.725). - Voor de inkomsten wordt uitgegaan van de laatste voorlopige beschikking van het Rijk. - Uitgangspunt is de vastgestelde begroting van Reestmond. Deze laat in 2015 meerjarig een oplopend tekort zien. Voor 2015 wordt rekening gehouden met het aandeel van Meppel in het totale tekort. Dit is tevens het maximum voor de jaren erna. - Mogelijke inverdieneffecten van de Participatiewet worden nog niet ingeboekt omdat niet helder is waar we vanuit moeten gaan. Overig: - De kosten voor het onderhoud van de kapitaalgoederen worden in principe gebaseerd op beheerplannen en beheersystemen. - In de periode 2015-2018 wordt voor onvoorzien jaarlijks € 100.000 geraamd. Kostenverdeling/Kostentoerekening - Voor de indirecte kosten wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. In de notitie ‘Kostentoerekening en kostendekkendheid’ uit 2008 is vastgelegd dat de kosten van de afdelingen, interne ondersteuning, huisvesting, wagenpark en vastgoed rechtstreeks of via uurtarieven van het personeel worden doorbelast aan de programma’s, de projecten en/of de grondexploitaties. - Uitgangspunten in deze begroting: Er zijn aparte uurtarieven voor de binnendienst, buitendienst en projecten/GREX berekend en onderbouwd. De volgende uurtarieven zijn gehanteerd: o Binnendienst € 78,00 o Buitendienst € 52,00 o Projecten / GREX € 95,00 De urendoorrekening is intact gebleven: ten laste van de grondexploitaties, investeringen en overige declarabele activiteiten worden de werkelijk gerealiseerde uren doorbelast aan de hand van geschreven uren x uurtarief. Alle overige producten worden doorbelast conform de begrote urentoedeling/cq. begrote doorbelasting.
Programmabegroting 2015
121
7.3
Toelichting op hoofdlijnen per programma
Per programma worden de mutaties van de huidige meerjarenramingen ten opzichte van de vorige begroting toegelicht. Alleen mutaties boven € 10.000 worden toegelicht. Mutaties met betrekking tot de kapitaallasten en doorbelastingen worden niet per programma toegelicht. Voor de kapitaallasten wordt verwezen naar 7.5. In het kader van een sluitende begroting zijn de beïnvloedbare budgetten naar evenredigheid verlaagd. Zonder nadere toelichting zijn deze aanpassingen hieronder per programma aangegeven. De ontwikkelingen met betrekking tot de transities zijn in hoofdstuk 3 toegelicht, hier wordt volstaan met het weergeven van de mutaties op de programma’s. Onder de categorie doorbelasting zijn de mutaties opgenomen die zich afspelen binnen de kostenplaatsen (inclusief kapitaallasten van investeringen op de kostenplaatsen). De analyse van de ontwikkeling op hoofdlijnen treft u aan in de paragraaf bedrijfsvoering. Daarnaast ontstaan enkele afrondingsverschillen, die zijn gesaldeerd met de regel doorbelastingen. 01 Bestuur Bedragen x € 1.000
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2015
2016
2017
2018
min = voordeel, plus = nadeel Saldo begroting 2014
1.435
1.416
1.415
1.415
4e wethouder
116
116
116
116
Correctie doorvertaling korting politieke ambtsdragers
196
196
196
196
Aanpassing beïnvloedbare budgetten
-18
-18
-18
-18
2
14
14
14
1.731
1.725
1.723
1.723
Doorbelastingen Saldo begroting 2015
Dit betreft de uitgaven voor de 4e wethouder. De correctie doorvertaling van de korting betreft de teruggedraaide bezuiniging op de politieke ambtsdragers. 02 Openbare orde en veiligheid Bedragen x € 1.000
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2015
2016
2017
2018
2.439
2.441
2.439
2.439
16
41
41
38
min = voordeel, plus = nadeel Saldo begroting 2014 Hogere bijdrage VRD (stijging inwoners, btw constructie en indexering salarissen (vanaf 2016) bijdrage aan RIEC
3
5
5
5
-4
-4
-4
-4
-191
-193
-192
-197
2.263
2.291
2.289
2.281
Aanpassing beïnvloedbare budgetten Doorbelastingen Saldo begroting 2015
Onder meer een stijging van inwoners leidt tot een hogere bijdrage aan de Veiligheidsregio Drenthe. 03 Sociale zekerheid en werkgelegenheid
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2015
2016
2017
2018
3.845
3.856
3.867
3.867
221
221
221
221
-279
-279
-279
-279
Middelen Jeugdzorg en AWBZ-WMO
-13.657
-13.796
-13.363
-13.397
Uitgaven Jeugdzorg en AWBZ-WMO
13.657
13.796
13.363
13.397
Bijdrage tekort Reestmond
665
665
665
665
Inzet bestaande middelen
Bedragen x € 1.000 min = voordeel, plus = nadeel Saldo begroting 2014 Periodieke bijstand (uitgaven) Periodieke bijstand (inkomsten)
-247
0
0
0
Aanpassing beïnvloedbare budgetten
-67
-65
-67
-67
Doorbelastingen
148
148
149
149
4.286
4.546
4.556
4.556
Saldo begroting 2015
122
Programmabegroting 2015
Voor de inkomsten van de periodieke bijstand is de laatste voorlopige beschikking (conform de uitgangspunten) in de begroting vertaald. De uitgaven voor periodieke bijstand en het minimabeleid zijn bijgesteld (zie toelichting H3.3). De vastgestelde begroting van Reestmond laat een oplopend tekort zien. Voor 2015 wordt rekening gehouden met het aandeel van Meppel in het totale tekort en dit is tevens het maximum voor de jaren erna. Voor 2015 zijn er mogelijkheden om een deel van het tekort op te vangen binnen bestaande middelen. 04 Onderwijs Bedragen x € 1.000
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2015
2016
2017
2018
6.010
6.071
6.007
6.007
-14 -36
-14 -36
-14 -36
-14 -36
min = voordeel, plus = nadeel Saldo begroting 2014 Schoolzwemmen vereenvoudiging vergoeding Verzekeringen ivm overgang naar scholencampus Doorvertaling korting buitenonderhoud naar budgetten
-319
-314
-311
-306
Aanpassing beïnvloedbare budgetten
-41
-41
-41
-41
Kapitaallasten
-18
33
32
-11
37
38
38
32
5.619
5.738
5.675
5.632
Doorbelastingen Saldo begroting 2015
De vereenvoudiging van de vergoeding voor het schoolzwemmen en de overgang naar de scholencampus leiden tot een voordelig effect. De korting van het buitenonderhoud voor het onderwijs is 1 op 1 vertaald naar de budgetten. 05 Maatschappelijke ondersteuning Bedragen x € 1.000
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2015
2016
2017
2018
9.329
9.293
9.301
9.301
-11
-11
4
4
29
29
29
29
min = voordeel, plus = nadeel Saldo begroting 2014 Bijstelling GGD bijdrage aan GGD begroting Vierde contactmoment adolescenten Incidenteel WMO capaciteit
150
0
0
0
Doorvertaling korting huishoudelijke hulp
-648
-648
-648
-648
Aanpassing beïnvloedbare budgetten
-272
-272
-272
-272
-80
-82
-100
-105
8.498
8.308
8.314
8.309
Doorbelastingen Saldo begroting 2015
De bijdrage aan de GGD is aangepast o.b.v. de vastgesteld begroting. Per 1 januari 2015 is er een wettelijke verplichting voor een extra contactmoment voor adolescenten, de uitvoering vindt plaats door de GGD Drenthe. Incidentele WMO capaciteit en doorvertaling korting huishoudelijke hulp (zie hoofdstuk 3).
Programmabegroting 2015
123
06 Kunst, Cultuur, Recreatie en Toerisme
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2015
2016
2017
2018
2.775
2.709
2.759
2.759
134
134
134
134
0
0
-6
0
Aanpassing beïnvloedbare budgetten
-52
-52
-52
-52
Kapitaallasten
-10
1
19
11
Doorbelastingen
-14
-5
-29
-10
2.831
2.786
2.824
2.841
Bedragen x € 1.000 min = voordeel, plus = nadeel Saldo begroting 2014 CCM De Plataan Subsidie poppenfestival om het jaar
Saldo begroting 2015
Conform de besluitvorming rondom CCM de Plataan op 13 maart 2014 zijn de effecten meerjarig verwerkt. Het poppenfestival vindt om het jaar plaats, daarom een voordeel in 2017. 07 Sport en bewegen
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2015
2016
2017
2018
Bedragen x € 1.000 min = voordeel, plus = nadeel Saldo begroting 2014
2.568
2.496
2.343
2.343
Verhuur- en gebruiksinkomsten
-13
-13
-13
-13
Aanpassing beïnvloedbare budgetten
-29
-29
-29
-29
Kapitaallasten
-50
8
8
-293
Doorbelastingen
130
142
135
78
2.606
2.604
2.444
2.087
Saldo begroting 2015
Conform de huidige uitgangspunten zijn de inkomsten met betrekking tot sport geïndexeerd. 08 Ontwikkeling openbare ruimte
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2015
2016
2017
2018
1.404
1.402
1.400
1.400
Bedragen x € 1.000 min = voordeel, plus = nadeel Saldo begroting 2014 Transformatiegebied Aanpassing beïnvloedbare budgetten Kapitaallasten
0
0
0
-14
-14
-14
-32
8
8
5
-245
-245
-245
-245
1.149
1.151
1.149
1.147
Doorbelastingen Saldo begroting 2015
36 -14
Benodigd budget voor de uitvoering van de projectopdracht Transformatiegebied zoals vastgesteld in 2014.
124
Programmabegroting 2015
09 Beheer openbare ruimte
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2015
2016
2017
2018
8.091
7.383
7.422
7.422
0
0
0
-25
174
150
98
-48 -79
Bedragen x € 1.000 min = voordeel, plus = nadeel Saldo begroting 2014 Verkeersonderzoek (2 jaarlijks) Riolering Effect exploitatie Kromme Elleboog en Vledder
-65
74
38
Afkoop parkeerplaatsen Vledder
-600
600
0
0
Aanpassing beïnvloedbare budgetten
-273
-273
-273
-273
Kapitaallasten
-492
-273
-15
188
Doorbelastingen
-251
-247
-243
-199
6.584
7.414
7.028
6.987
Saldo begroting 2015
Het verkeersonderzoek vindt om de 2 jaar plaats, daarom een voordeel in 2018. De effecten van het doorschuiven van de parkeergarages Kromme Elleboog en Vledder zijn hier weergegeven. De afkoop parkeerplaatsen Vledder schuift door naar 2016. Voor riolering worden de effecten afzonderlijk gepresenteerd, maar deze dienen in samenhang te worden bezien met de ontwikkelingen in kapitaallasten, doorbelastingen en reservemutaties.
10 Grondzaken en economische zaken
Begroting
Begroting
2015
2016
2017
2018
996
1.010
998
998
-8
-8
-9
-8
Bedragen x € 1.000
Begroting Begroting
min = voordeel, plus = nadeel Saldo begroting 2014 Aanpassing beïnvloedbare budgetten Kapitaallasten Doorbelastingen Saldo begroting 2015
-2
-2
-2
-4
-70
-34
-73
-47
917
966
915
938
Afgezien van de doorbelastingen vinden op dit programma geen noemenswaardige mutaties plaats. 11 Duurzaamheid
Begroting
Begroting
2015
2016
2017
2018
Saldo begroting 2014
511
421
462
462
Hogere bijdrage RUD
191
191
191
191
-1
-1
-1
-1
-41
77
66
96
Bedragen x € 1.000
Begroting Begroting
min = voordeel, plus = nadeel
Aanpassing beïnvloedbare budgetten Afval Kapitaallasten
-12
-12
-11
-51
Doorbelastingen
-502
-502
-502
-487
Saldo begroting 2015
145
174
204
209
Vanaf 1 januari 2014 worden milieutaken uitgevoerd door de regionale uitvoeringsdienst. In de algemene uitkering zijn er extra middelen voor de uitvoering van de VTH-taken opgenomen, waarmee de bijdrage aan de RUD wordt verhoogd (per saldo is dit budgetneutraal). Voor afval dienen de effecten in samenhang te worden gezien met de ontwikkelingen in kapitaallasten, doorbelastingen en mutaties in de voorziening.
Programmabegroting 2015
125
12 Burgerzaken
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2015
2016
2017
2018
1.897
1.855
1.891
1.891
Bedragen x € 1.000 min = voordeel, plus = nadeel Saldo begroting 2014 Legesopbrengsten
0
8
8
-23
-16
-16
-16
-16
Kapitaallasten
0
0
0
-1
Doorbelastingen
3
3
4
3
1.884
1.850
1.887
1.854
Aanpassing beïnvloedbare budgetten
Saldo begroting 2015
Op dit programma vinden geen noemenswaardige ontwikkelingen plaats. ALG Algemene dekkingsmiddelen
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2015
2016
2017
2018
-40.004
-40.236
-40.031
-40.031
Gemeentefonds AU (meicicrculaire 2014)
855
1.204
862
980
Dividend
-53
-53
-53
-53
-441
-454
-467
-649
1
-3
-42
-6
287
327
327
327
Aanpassing beïnvloedbare budgetten
-5
-5
-5
-5
Kapitaallasten
-1
0
-1
-35
Ontwikkeling financieringslasten
-18
-119
-32
206
Doorbelastingen
816
894
894
871
-38.563
-38.445
-38.548
-38.395
Bedragen x € 1.000 min = voordeel, plus = nadeel Saldo begroting 2014
OZB Diversen CAO akkoord
Saldo begroting 2015
De ontwikkeling van de algemene uitkering is opgenomen op basis van de meicirculaire 2014. De dividendontwikkeling is een gevolg van de bijstelling van de dividendinkomsten. Conform de uitgangspunten van de begroting 2015 stijgt de OZB met de inflatiecorrectie en het toevoegen van een nieuwe jaarschijf. Er ontstaat een voordeel op de financieringslasten in eerstkomende jaren en er ontstaat een nadeel in 2018. De effecten van het CAO akkoord zijn hier verwerkt.
126
Programmabegroting 2015
7.4
Incidentele baten en lasten
In de begroting 2015 en de meerjarenraming 2016-2018 zijn de volgende incidentele baten en lasten opgenomen. Opname van dit overzicht is op grond van het besluit Begroting en Verantwoording voorgeschreven. Bij het samenstellen van dit overzicht is het uitgangspunt dat het gaat om baten en lasten die zich gedurende maximaal drie jaar voordoen. Tevens is per regel aangegeven op welk programma deze incidentele baten en lasten zijn geraamd. Overzicht incidentele baten en lasten bedragen x € 1.000
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2015
2016
2017
2018
min = voordeel, plus = nadeel Progr. Omschrijving
4 9
Incidentele baten Bijdrage in Algemene uitkering voor combinatiefunctionarissen Onttrekking alg. reserve bodemonderzoek Grote Oever Subtotaal incidentele baten
-92 -76 -168
0
0
0
0
0
Incidentele lasten 4
Voortzetting combinatiefunctionarissen
5
Incidentele capaciteit WMO
8
Visie transformatiegebied
36
9
Bodemonderzoek Grote Oever
76
9
Aankoop parkeerplaatsen vledder Subtotaal incidentele lasten
92 150
600 354
600
De onttrekking aan de algemene reserve i.v.m. bodemonderzoek Grote Oever is een bestaande claim.
Programmabegroting 2015
127
7.5
Investeringen en financiering
In de uiteenzetting van de financiële positie wordt in dit onderdeel een beeld gegeven van de investeringen in de komende jaren en de financiering daarvan. Financiële positie
JR
Begr
Begr
Begr
Begr
2013
2015
2016
2017
2018
Bedragen x € 1 miljoen Investeringen Financiële vaste activa Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Vertraging investeringen Voorraden Totaal geïnvesteerd bedrag
16,1
17,5
16,9
16,3
0,7
0,8
0,7
0,7
15,7 0,7
98,3
115,0
114,5
116,9
115,3
0,0
-8,8
-5,1
-2,1
-1,2
38,3
35,5
35,7
32,2
30,3
153,4
160,0
162,7
164,0
160,8
Eigen vermogen Reserves
10,6
Saldo begroting C umulatieve doorwerking begroting Totaal eigen vermogen
9,2
7,9
6,5
5,5
-0,6
-0,6
-0,5
-0,3
-0,6
-1,2
-1,7
-2,0
8,6
6,7
4,8
3,5
10,6
Vreemd vermogen Voorzieningen Geldleningen Te financieren met kasgeldlening
4,2
3,6
3,1
2,7
2,6
121,4
127,8
119,7
111,6
103,4
8,0
Nieuw aan te trekken leningen
9,1
8,8
8,7
8,7
10,8
24,0
35,2
41,3
Totaal vreemd vermogen
133,6
151,3
155,6
158,2
156,0
Totaal eigen & vreemd vermogen
144,2
159,9
162,3
163,0
159,5
9,2
0,1
0,4
1,0
1,3
Financieringstekort
Investeringen - Financiële vaste activa Deze categorie bestaat onder meer uit verstrekte geldleningen aan woningbouwcorporaties, deelnemingen, overige instellingen en hypothecaire geldleningen aan ambtenaren. Meer informatie is opgenomen in de paragraaf Financiering. - Immateriële vaste activa Dit betreft kosten van onderzoek en ontwikkeling. In de jaren 2015-2018 zijn geen nieuwe investeringen in deze categorie opgenomen. - Materiële vaste activa Onder de materiële vaste activa vallen de gronden en terreinen, (bedrijfs)gebouwen, grond-, weg- en waterbouwkundige werken, vervoermiddelen, machines en overige activa. Alle op de investeringslijst 2015-2018 opgenomen investeringskredieten vallen binnen deze categorie. - Voorraden Hieronder vallen de grondexploitaties, de gronden die nog niet in exploitatie genomen zijn inclusief de voorzieningen ter waardecorrectie, en de voorraad handelsgoederen (volkstuinen en divers verhandelbaar onroerend goed). Het verloop van de boekwaarden wordt toegelicht in de paragraaf Grondbeleid.
128
Programmabegroting 2015
Kredietverlening bij vaststellen begroting Investeringslijst voor begroting 2015 - 2018 bedragen x € 1.000 raming uitgave 2015 Recreatie en sport Onderwijshuisvesting Ogterop en Secretarie Voertuigen en afvalinzameling
raming uitgave 2016
raming uitgave 2017
raming uitgave 2018
0
0
0
18
286
0
0
0
35
105
55
0
435
512
687
708
Openbare ruimte
1.385
1.505
2.045
667
Riolering en afkoppeling
3.153
2.402
1.449
543
506 5.800
652 5.176
456 4.692
456 2.392
Overig Totaal investeringen
Bij deze begroting is als bijlage het meerjarig investeringsprogramma opgenomen. Met het vaststellen van de begroting autoriseert uw raad de kredieten in de jaarschijf 2015 en neemt u kennis van de verwachte investeringen in de jaren daarna. Kapitaallasten Per programma is de ontwikkeling van kapitaallasten weergegeven. Als gevolg van het actualiseren van het investeringsprogramma naar aanleiding van de jaarrekening en de berap treden afwijkingen op. Niet alle afwijkingen hebben overigens een effect op de exploitatie. Investeringen die gedekt worden uit reserves, of waar de kapitaallasten gedekt worden door rentevergoedingen of tarieven hebben in principe geen effect op het saldo van de algemene dienst en worden daarom niet nader toegelicht. Ontwikkeling kapitaallasten bedragen x € 1.000
2015
2016
2017
2018
Meerjarenraming 2014-2017 uit Begroting 2014
8.540
8.729
8.181
8.181
Meerjarenraming 2015-2018 uit Begroting 2015 Totaal ontwikkeling kapitaallasten
7.924 -616
8.492 -237
8.218 38
7.990 -192
Ten laste van reserve
0
0
0
0
-85
-37
17
93
-531
-200
21
-285
Ten laste van tariefproducten/leningen Totaal effect op saldo van de meerjarenraming
De afwijkingen met effect op het saldo van de algemene dienst kunnen als volgt worden verklaard: 1. Vervallen, aframen en onderschrijden van investeringen/kredieten 2. Herverdeling/aanvulling van kredieten, met wijzigingen in de afschrijvingstermijnen 3. Verschuiving van data gereedmelding 4. Nieuwe ontwikkelingen 5. Temporiseringen 6. Administratieve wijziging Cat.
2015
2016
2017
2018
1
Verklaring afwijkingen Vervallen, aframen, onderschrijding kredieten
-58
-32
-30
-30
1
Fietsroutes koedijkslanden - centrum
-40
-39
-38
-38
2
Herstructurering de plataan
18
14
14
14
3
Verschuivingen van data gereedmelding
-90
18
17
17
4
Nieuwe ontwikkelingen
3
24
68
68
5
Parkeergarage kromme elleboog
-223
-142
7
7
5
Parkeergarage het vledder
-54
-41
3
3
5
Herinrichting rembrandtlaan
-33
-32
-31
-31
6
Bad hesselingen
0
0
0
-272
Diversen Totaal
-54
30
11
-23
-531
-200
21
-285
De inschatting van de kapitaallasten van de nieuwe investeringen die gemaakt zijn bij de begroting 2014 wijkt licht af. Het uiteindelijke verschil treedt dan ook vooral op bij de vervallen investeringen en de temporisering. Het feitelijk effect op de exploitatie is in hoofdstuk 3 gesaldeerd weergegeven. Hieronder volgt een totaaloverzicht van de kapitaallasten per programma:
Programmabegroting 2015
129
Progr
Naam
2015
2016
2017
2018
(be dra ge n x € 1. 0 0 0 )
4.060
4.043
3.917
3.872
1
Bestuur
0
0
0
0
2
Openbare orde en veiligheid
0
0
0
0
3
Sociale zekerheid en werkgelegenheid
0
0
0
0
4
Onderwijs
1.319
1.386
1.312
1.270
5
Maatschappelijke ondersteuning
6
6
5
5
6
Kunst, cultuur, recreatie en toerisme
187
192
204
196
7
Sport en bewegen
701
748
606
306
8
Ontwikkeling openbare ruimte
21
59
57
55
kostenplaatsen
9
Beheer bestaande openbare ruimte
4.367
4.808
4.779
10
Economische zaken en grondzaken
318
317
316
4.982 313
11
Duurzaamheid
302
310
317
277
12
Burgerzaken
80
78
75
73
600
565
526
491
11.961
12.512
12.114
11.840
Algemene dekkingsmiddelen Totaal
Financieringsbronnen De passivazijde van de balans bestaat uit de financieringsbronnen die ingezet worden of zijn om de activazijde te kunnen financieren. Net als in het bedrijfsleven bestaat dit uit eigen en vreemd vermogen. - Overzicht reserves Conform het artikel 20 BBV is in paragraaf 7.6 het gespecificeerde verloop van de reserves opgenomen. - Saldo van de begroting Indien het vrije saldo van de begroting niet wordt ingezet, wordt deze aan het eind van het jaar toegevoegd aan de algemene e reserve. De ontwikkeling van het saldo vindt u terug in hoofdstuk 3. - Overzicht voorzieningen Een gespecificeerd verloop van de voorzieningen is in onderdeel 7.6 opgenomen. - Geldleningen Zoals in de paragraaf Financiering is weergegeven, neemt de omvang van de huidige leningenportefeuille toe. Dit wordt veroorzaakt door de uitvoering van het huidige investeringsprogramma. Zolang de rentestanden op kort geld vrij laag zijn, zal zo veel als mogelijk met kort geld (<1 jaar) gefinancierd worden.
130
Programmabegroting 2015
0
0
0
0 0 0
0 0 12 12
3.558 180 3.048 68 0 6.853 6.905 9.155 -1.214 -1.214 -1.303
-466 -180 -543 -25
0
0
0
-89
-89
verminderingen 2015
5.639 5.690 7.852
3.091 0 2.505 43
12 12
0
40 40
2.162
2.162
Stand per 31/12/2015
0 0 0
0
0
0
0
vermeerderingen 2016
0
0
0
0
-1.352 -1.352 -1.352
-927 -25
-400
verminderingen 2016
0 0 0
0
0
0
0
vermeerderingen 2017
Toelichting: - het begrotingssaldo is nog niet verwerkt in bovenstaand overzicht. - uitgangspunt zijn de vastgestelde planning&control documenten. - de verwachte opbrengsten van de grondexploitatie zijn niet meegenomen in dit overzicht. Zie ook paragraaf grondbeleid. - onttrekkingen aan de bestemmingsreserves betreffen de geplande investeringen ten laste van deze reserves. - de mutaties met betrekking tot de reserves wegenonderhoud en riolering hebben een structureel karakter en zijn geraamd op programma 9.
0
40 40
vermeerderingen 2015
2.250 0 2.250
Stand per 1/1/2015
bedragen x € 1.000 Progr. Algemene reserves Algemene bufferreserve Vrij besteedbare reserve Totaal algemene reserves Overige reserves Frictiekosten bezuinigingen subtotaal overige reserves Reserves met een egaliserend karakter Tijdelijke reserve budgetoverheveling subtotaal egalisatiereserves Bedrijfsreserves Nat Industrieterrein (PPS) subtotaal bedrijfsreserves Projectgebonden reserves 9 Wegenonderhoud Voorbereiding Kromme Elleboog 9 Riolering 10 Afgesloten grondcomplexen Ondernemersfonds subtotaal projectgebonden reserves Totaal bestemmingsreserves Totaal Reserves
Reserves
-1.035 -1.035 -1.035
-1.017 -18
0
0
0
0
0 0 0
0
0
0
0
vermin- vermeerderingen deringen 2017 2018
-1.144 -1.144 -1.144
-1.144
0
0
0
0
verminderingen 2018
2.691 0 -583 0 0 2.108 2.159 4.321
12 12
0 0
40 40
2.162 0 2.162
Begrote stand eind 2018
7.6 Reserves en voorzieningen
In deze paragraaf wordt het verloop van de reserves in voorzieningen weergegeven.
Reserves Conform het artikel 20 BBV wordt hieronder het gespecificeerde verloop van de reserves opgenomen. De grootste mutaties betreffen de inzet van de reserve wegenonderhoud en de reserve riolering ten behoeve van investeringsprojecten.
Programmabegroting 2015
131
Voorzieningen De voorzieningen behoren tot het vreemd vermogen en dienen voor het opvangen van lasten zonder de continuïteit van de bedrijfsvoering te verstoren. Per voorziening is een onderbouwing in de vorm van een meerjarenplan aanwezig, hier wordt bij de jaarstukken door de accountant op getoetst. Hieronder volgt het gespecificeerd verloop van de voorzieningen.
Voorzieningen
bedragen x € 1.000
OnttrekStand per kingen 01-01-2015 2015
Algemene voorziening Pensioen- en wachtgeldverplichtingen Subtotaal algemeen Egalisatievoorziening Afvalstoffenheffing
2.964 2.964 660
-401
Subtotaal egalisatie Totaal voorzieningen
660 3.624
-401 -539
132
-138 -138
Toevoegingen 2015
Onttrekkingen 2016
0
-130 -130
0 0
-210 -340
Toevoegingen 2016
Onttrekkingen 2017
Toevoegingen 2017
0
-130 -130
0
0 0
0 -130
6 6
-210
Onttrekkingen 2018
Begrote stand eind 2018
-130 -130
0 20
75
0 -130
20 20
75 2.511
6
Programmabegroting 2015
Toevoegingen 2018
2.436 2.436
7.7
Berekening EMU-saldo
Wet Houdbare overheidsfinanciën In 2004 hebben Rijk en decentrale overheden afgesproken dat het EMU-tekort van de gezamenlijke decentrale overheden maximaal -0,5% BBP mag bedragen. Deze beperking vloeit voort uit de Europese saldogrens van -3% BBP die geldt voor de volledige Nederlandse collectieve sector. Op 18 januari 2013 hebben het Rijk en de decentrale overheden een financieel akkoord gesloten waarin is afgesproken dat de tekortnorm voor 2015 -0,5% BBP betreft. De EMU-grens voor de gezamenlijke decentrale overheden wordt de macronorm genoemd. Naar aanleiding van het financieel akkoord is aan de koepels de mogelijkheid gegeven om gezamenlijk tot een nieuwe verdeling te komen van de macronorm. EMU saldo Meppel In de tabel op de volgende bladzijde is onze bijdrage aan het EMU-saldo berekend: dit betreft het exploitatiesaldo van de gemeente voor onttrekking en toevoeging aan reserves, gecorrigeerd voor baten en lasten die geen EMU-effect hebben, maar wel deel uitmaken van het exploitatiesaldo. Grofweg gaat dit om drie categorieën:
baten en lasten die geen geldstroom hebben (afschrijvingen, toevoegingen aan voorzieningen e.d.), omdat dat geen uitgaven of inkomsten zijn; baten en lasten die niet in de exploitatie zitten, omdat het balansposten betreft (grondexploitaties, uitgaven rechtstreeks ten laste van een voorziening e.d.); mutaties in financiële vaste activa en eventuele boekwinsten (leningen, deelnemingen), omdat deze niet relevant zijn voor het EMU-saldo.
Omschrijving (bedragen x € 1.000) 1 Exploitatiesaldo voor reservemutaties 2 Afschrijvingen 3 Dotatie aan voorzieningen 4 Investeringen
2015
2016
2017
2018
-1.049
-2.511
-1.551
-1.387
6.358
6.900
6.564
6.469
0
0
6
0
5.800
5.426
4.522
2.334
5 Bijdragen van derden
0
0
0
6 Desinvesteringen
0
0
0
7 Lasten grondexploitaties
5.602
3.683
5.448
4.665
8 Baten grondexploitaties
8.549
8.691
8.743
9.123
539
340
130
130
9 Aanwending van voorzieningen 10 Lasten rechtstreeks tlv reserves
0
0
0
nee
nee
nee
0
0
0
0
1.916
3.631
3.662
7.076
11a Verkoop effecten 11b Verwachte boekwinst
Berekend EMU-saldo (1+2+3-4+5+6-7+8-9-10-11) Referentiewaarde Ruimte boven/onder referentiewaarde
-4.123 -6.039
Uit de tabel kan afgeleid worden dat bij een ongewijzigde meerjarenraming er geen overschrijdingen van de norm zijn.
Programmabegroting 2015
133
7.8
Jaarlijks terugkerende arbeidskosten
Arbeidskosten gerelateerde verplichtingen zijn aanspraken op toekomstige uitkeringen van huidige dan wel voormalige personeel. Op grond van artikel 9 van het Burgerlijk Wetboek moeten voor deze aanspraken financiële voorzieningen worden getroffen. In verband met de bijzondere positie van de overheden (de zogenaamde eigenheid) is hierop in het kader van het BBV voor gemeenten een uitzondering gemaakt. Het BBV schrijft voor dat jaarlijks een beschouwing wordt gegeven over de terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen. Daarnaast is het binnen de huidige voorschriften niet langer toegestaan een voorziening te treffen indien deze verplichtingen jaarlijks een gelijkblijvend volume hebben. Binnen onze organisatie is geen sprake van een gelijkblijvend volume voor de verplichtingen aan voormalige bestuurders en personeel. Voor deze categorie verplichtingen is enige jaren geleden een voorziening gevormd. Pensioen- en wachtgeldverplichtingen De dekking van deze verplichtingen aan voormalige bestuurders of hun nabestaanden vindt rechtstreeks plaats ten laste van de daarvoor ingestelde voorziening. Jaarlijks wordt berekend welke dotatie aan de voorziening nodig is om er voor te zorgen dat deze voldoende gevuld blijft om aan de verplichtingen te voldoen. De wachtgeldverplichting voor voormalige personeelsleden wordt, net als de wachtgelden voor voormalige bestuurders, gedekt uit de gevormde voorziening pensioen- en wachtgeldverplichtingen. Personeelskosten eigen personeel De salariskosten eigen personeel worden toegerekend aan de programma’s en producten. Voor het overgrote deel geschiedt dit op basis van een gespecificeerde urenverdeling van het personeel, deels vindt rechtstreekse toerekening plaats. Rechtstreekse doorbelasting vindt onder andere plaats voor het product bestuur.
134
Programmabegroting 2015
8. Bijlagen
Programmabegroting 2015
135
8.1
Meerjarig investeringsprogramma
Investeringslijst voor begroting 2015 - 2018 bedragen x € 1.000
raming uitgave 2015
raming uitgave 2016
raming uitgave 2017
raming uitgave 2018
aantal jaren afsch
maatsch / econ nut
inruil/ bijdrage
Investeringen recreatie en sport Stralingsverwarming vervangen door HR rendement, Sporthal Koedijkslanden Totaal investeringen recreatie en sport
0
0
0
18 18
20
e 0
Investeringen onderwijshuisvesting 1e Inrichting OLP en meubilair tbv CSG Dingstede
220
10
e
1e Inrichting OLP en meubilair tbv PCBO voor CBS het Kompas 23e en 24e groep 1e Inrichting OLP en meubilair tbv de Ambelt Totaal investeringen onderwijshuisvesting
28 38 286
10 10
e e
Investeringslijst voor begroting 2015 - 2018 bedragen x € 1.000
Investeringen Ogterop+secretarie Ogterop dakbedekking foyer Uitbreiding toneelverlichting Schouwburg zaal Uitbreiding toneelverlichting Engelenbak en Foyer Vervangen meubilair (tafels en stoelen) Audio Visuele installatie Engelenbak Licht schouwburg zaal Stoffering schouwburg zaal (toneel) Audio Visuele installatie schouwburg zaal Totaal investeringen Ogterop+secretarie Investeringen voertuigen en afvalcontainers Vervanging ondergrondse containers Vervanging R28 chassis Vervanging 56b perscontainer mobiel Vervanging 64 inzamelvoertuig
raming uitgave 2015
0
raming uitgave 2016
0
raming uitgave 2017
0
raming uitgave 2018
0
aantal jaren afsch
maatsch / econ nut
0 20
20
10 10 15 5 10 15 5
20 20 15 25 35 35
120 125 30
40 105
55
0
120
120
120
327
Vervanging 821 perscontainer Vervanging 57 Scania (P 163) BZ-DV-65
36 200
Vervanging 65 inzamelvoertuig Mercedes Econic BX-VD-45 Vervanging R37zoutstrooier + R32 natstrooier
330 40
e e e e e e e 0
15 7 7 7
e e e e
7 7
e e
7 7
e e
Vervanging 355 zoutstrooier
38
7
e
Vervanging 362 sneeuwploeg Materieel gladheid Vervanging auto 15 (21-BK-FR) Vervanging auto FZ02 (24-VZ-SF) Vervanging auto W07 (84-BP-VV) Vervanging auto FZ15 (91-VJK-5) Vervanging auto tbv groen/grijs (03-VJR-6) Vervanging auto FZ01 (89-VKH-4) Vervanging dienstauto sportaccommodaties 70875 Diverse voertuigen < 3.500 kg Diverse voertuigen < 3.500 kg Vervanging G10 vrachtwagen
12
7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7
e e e e e e e e e e e e
10
7
e
1
7 7 7 7 7 7
e e e e e e
Vervanging G59 Agria Frontmaaier Divers materieel openbare ruimte Vervanging G28 mini tractor Kubota B1710 Vervanging W15 Rom 600 Vervanging 123 trekker Vervanging 125 shovel Divers materieel openbare ruimte Totaal investeringen voertuigen en afval
136
inruil/ bijdrage
59 30 25 25 27 31 26 25 10 58 200
25 18
435
512
Programmabegroting 2015
54 73 27 687
708
0
Investeringslijst voor begroting 2015 - 2018 bedragen x € 1.000
raming uitgave 2015
Investeringen openbare ruimte Herinrichting Jan Tooroplaan
raming uitgave 2016
raming uitgave 2017
raming uitgave 2018
750
m
15
m
235
15
m
350 650
15 15 15 10
m m m m
15
m
15
m
15
m
15
m
15
m
475
Herstraten oranjebuurt aansluitend op vervanging riolering (alleen materiaal en plantgatverbetering) Herinrichting Borghstraat cf visie Meppel zuid Vervanging val (klep) Galgenkampsbrug Vervanging lichtmasten
150
Revitalisering Koedijkslanden fase 4 wegen (Mondriaanstraat en Doesburgplantsoen)
150
700 150
255
Revitalisering Koedijkslanden fase 5 wegen (Lastmanstraat, Scorelstraat, Leydenstraat en Breugellaan
300
Herstraten Indische buurt aansluitend op vervanging riolering (alleen materiaal en plantgatverbetering)
350
Revitalisering Koedijkslanden fase 6 wegen Goltziusstraat, Hobbemastraat, Aertsensstraat, Cuyperstraat, Maesstraat Aanleg rotonde Handelsweg/Setheweg/Edison Totaal investeringen openbare ruimte
667 1.385
Investeringen rioleringen afkoppeling Afkoppelen Jan Tooroplaan
1.505
420 2.045
Rioolvervanging Nijeveen uitvoering stedelijke wateropgave (Dorpsstraat en Binnenveen) Berging Wold AA Realisatie bilgewaterstation pleziervaart
e
360
35
e
2.616 35 30
35 35 35
e e e
35
e
35
e
35
e
15
e
35 35
e e
35
e
35
e
263
Rioolvervanging/afkoppelen Koedijkslanden fase 5 (Lastmanstraat, Scorelstraat, Leydenstraat en Breugellaan
530
Rioolvervanging/afkoppelen Koedijkslanden fase 6 Goltziusstraat, Hobbemastraat, Aertsensstraat, Cuyperstraat, Maesstraat
543
NVL: bijdrage gemaal Leenders
408
Rioolvervanging Nijeveenseweg (buurt) en sanering overstort Nijeveen Aanleg riolering: NVL Broeklanden 4 bouwrijpmaken
891
Aanleg riolering: NVL Centrumwonen 1 woonrijpmaken
919 112
Rioolvervanging/afkoppelen Koedijkslanden fase 4 (Mondriaanstraat en Doesburgplantsoen) Totaal investeringen riolering/afkoppeling
3.153
300 2.402
Programmabegroting 2015
1.449
0
0
35
Vervanging gemalen, persleidingen, drukriolering en randvoorzieningen
inruil/ bijdrage
667
540
Riolering Koedijkslanden fase 3 Breitnerhof/Hesselingen
maatsch / econ nut
15
Herinrichting binnenring 2e helft (incl. BDU subs 25%) Revitalisering Koedijkslanden fase 3 wegen Breitnerhof/Hesselingen
aantal jaren afsch
0
543
137
Investeringslijst voor begroting 2015 - 2018 bedragen x € 1.000
raming uitgave 2015
raming uitgave 2016
raming uitgave 2017
raming uitgave 2018
aantal jaren afsch
maatsch / econ nut
Aanschaf hardware Aanschaf software
100 50
100 50
100 50
100 50
5 5
e e
Projecten automatisering & informatisering Pelikaantje groot onderhoud dak en installaties
306
306 0
306
306
5
e
46
15
e
100
15
e
20 65
e
Havens en vaarten, vervanging 27 energiezuilen en vuilriooldepot Vernieuwen besturing en aandrijving Kaapbruggen Renoveren platdak bedekking Meppels Inn
0
Vervanging binnenriolering Pelikaantje Vervanging radiatoren + leidingwerk secretarie
0 0
Zonnepanelen op gemeentelijke daken Totaal investeringen overig Totaal investeringen
50 506
50 652
456
456
5.800
5.176
4.692
2.392
Legenda = Nieuwe investeringen tov begroting 2014 = Temporisering/versobering = Vervallen
138
Programmabegroting 2015
inruil/ bijdrage
0 0
8.2
Kerngegevens
8.2.1
Kerngegevens sociale structuur Per 1 jan 2014 werkelijk
Aantal inwoners Meppel Van 0 - 19 jaar Van 20 - 64 jaar Van 65 jaar en ouder Totaal
7.916 19.222 5.729 32.867
Aantal periodieke uitkeringen WWB IOAZ/ IOAW WSW WIW/ID Participatiebanen onbepaalde tijd Totaal
Aantal leerlingen openbaar en bijzondere scholen Basisonderwijs Speciaal onderwijs Praktijkonderwijs Voortgezet onderwijs Beroepsonderwijs (geen zorgplicht) Totaal
Per 1 jan 2015 werkelijk 24,08% 58,48% 17,43% 100%
7.956 19.322 5.759 33.037
Per 1 jan 2014 werkelijk
Per 1 jan 2015 werkelijk
646 37 316 1 -
636 41 317
1.000
994
Per 1 jan 2014 werkelijk 3.401 344 88 4.246
Per 1 jan 2015 werkelijk 3.380 349 91 4.402
8.079
8.222
40 100 30 170
Voor het beroepsonderwijs heeft de gemeente geen zorgplicht en er is derhalve geen leerlingenprognose beschikbaar.
8.2.2
Kerngegevens fysieke structuur
Aantal woonruimten Woningen Totaal
Per 1 jan 2014 werkelijk 15.572
Per 1 jan 2015 werkelijk 15.592
De informatievoorziening van de woningvoorraadstatistiek van het C BS kan niet meer geraadpleegd worden. De informatie komt nu via het landelijke LV BAG.
Samenstelling gemeenteraad Sterk Meppel VVD PvdA C DA D66 SP C hristenUnie GroenLinks Totaal
Aantal zetels 5 4 4 3 2 2 2 1 23
Programmabegroting 2015
139
Programmabegroting 2015