Programmabegroting 2015
-2-
Inhoudsopgave 1.
Blz.
Programmabegroting 2015 - 2018 Aanbieding
2.
9
De Beleidsbegroting Leeswijzer
2.1
21
Programmaplan Programma 1 OPENBAAR BESTUUR 1.1 Thema Bestuur 1.2 Thema Dienstverlening 1.3 Thema Inwonerparticipatie en communicatie 1.4 Thema Handhaving
27 27 28 28
Programma 2 OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID 2.1 Thema Integrale veiligheid 2.2 Thema Brandweer 2.3 Thema Rampenbestrijding
33 33 34
Programma 3 WONEN 3.1 Thema Omgevingsbeleid 3.2 Thema Milieu en Natuur 3.3 Thema Vergunningverlening 3.4 Thema Verharding en inrichting 3.5 Thema Openbaar groen 3.6 Thema Riolering
37 38 38 39 39 39
Programma 4 ECONOMIE 4.1 Thema Grondbeleid 4.2 Thema Mobiliteit 4.3 Thema Bedrijven 4.4 Thema Gebouwen
45 45 46 46
Programma 5 WERK EN INKOMEN 5.1 Thema Re-integratie en arbeidsmarktbeleid 5.2 Thema Inkomensvoorziening en minimabeleid
51 52
Programma 6 MENS EN MAATSCHAPPIJ 6.1 Thema Gezondheidszorg 6.2 Thema Jeugdzorg 6.3 Thema Ondersteuning en Wmo 6.4 Thema Mantelzorg en vrijwilligers
57 58 58 59
-3-
-4-
2.2
Programma 7 ONDERWIJS 7.1 Thema Onderwijshuisvesting 7.2 Thema Lokaal onderwijsbeleid 7.3 Thema Kinderopvang en peuterspeelzalen 7.4 Thema Leerlingenvervoer
63 63 64 64
Programma 8 VRIJETIJDSBESTEDING 8.1 Thema Sport 8.2 Thema Recreatie en toerisme 8.3 Thema Kunst en cultuur
69 70 70
ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN EN ONVOORZIEN 0.1 Thema Algemene uitkeringen 0.2 Thema Gemeentelijke belastingen en heffingen 0.3 Thema Overige algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien
75 75 76
Paragrafen 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Bedrijfsvoering Lokale heffingen Onderhoud kapitaalgoederen Weerstandsvermogen en risicobeheersing Financiering Verbonden partijen Grondbeleid Sociaal Domein en Transities
2.3
Vaststellingsbesluit
3.
De financiële begroting 1.
2. 3. 4. 5.
81 85 91 93 97 101 107 113
119
Het overzicht van baten en lasten in de begroting 1.1 Recapitulatie lasten en baten per programma 1.2 Recapitulatie van de toevoegingen en onttrekkingen van de reserves De stand en verloop van de reserves De stand en verloop van de voorzieningen Investeringsplan 2015 – 2018 Kerngegevens van de gemeente Dongen
-5-
123 125 126 127 133 135 139
-6-
Inleiding
-8-
1.
Programmabegroting 2015 - 2018
Aan de gemeenteraad,
1.
Aanbieding
Hierbij bieden wij u de ontwerp programmabegroting 2015-2018 aan. In de ontwerp begroting staat een aantal opgaven centraal. De financiële situatie is zodanig verslechterd, dat er een grote opgave ligt om de financiële huishouding op orde te krijgen. Dat betreft niet alleen het tot stand brengen van sluitende begrotingen voor de komende jaren, maar ook de verbetering van de reservepositie. Dat laatste is nodig om over voldoende weerstandsvermogen te kunnen beschikken om tegenvallers en risico's op te vangen. Wij kunnen u melden dat wij erin geslaagd zijn een sluitende begroting aan u voor te leggen. Dat is het geval voor 2015 en ook laat de meerjarenbegroting sluitende begrotingen voor de jaren 2016 en 2017 zien. Voor 2018 is er op basis van de inzichten van dit moment nog sprake van een tekort. Hierbij merken wij op, dat er sprake is van onzekerheden en risico's die van invloed kunnen zijn op het meerjarenperspectief. Zo zijn er in de begroting bezuinigingstaakstellingen opgenomen, die daadwerkelijk moeten worden ingevuld. Daarnaast is het risicoprofiel met de decentralisaties (waarover zo meteen meer) verzwaard. Bovendien is de ontwikkeling van de algemene uitkering in de praktijk aan stevige fluctuaties onderhevig. Die fluctuaties kunnen negatief, maar ook positief uitvallen. Dat blijkt uit de laatste septembercirculaire, op basis waarvan in 2015 sprake is van een afname van de algemene uitkering, maar ook van een veel positievere ontwikkeling daarvan in de jaren daarna dan werd verwacht. Duidelijk is dat de komende jaren strak gestuurd moet worden om de begroting te realiseren binnen de vastgestelde kaders, in te spelen op ontwikkelingen, de verschillende risico's te beheersen en zo mogelijk weg te nemen, en het weerstandsvermogen op een adequaat niveau te brengen en te houden. Naast die financiële opgave zijn er ook inhoudelijke opgaven. Zo is de gemeente vanaf 1 januari 2015 verantwoordelijk voor de uitvoering van de Jeugdwet, de Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2015 en de Participatiewet. Hiermee wordt de rol van de gemeente binnen het sociaal domein, zowel inhoudelijk als financieel, uitgebreid. Tegelijkertijd krijgen gemeenten minder geld voor de uitvoering van de nieuwe taken en nemen de financiële risico's navenant toe. Dat vraagt om zorgvuldige afwegingen en keuzen. In lijn met de door uw raad behandelde Keuzenota zal het beleid vorm krijgen en worden voorbereidingen getroffen om een goede uitvoering van de taken te borgen. De overgang ofwel transitie van deze taken naar de gemeente zal worden gevolgd door een transformatie van het sociaal domein. Na een zorgvuldige invoering van de nieuwe taken zullen we de komende jaren gestaag verder werken aan de herinrichting van het sociaal domein. Daarbij zal geappelleerd worden aan de eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid, maar tegelijkertijd zal de gemeente zorgen voor een vangnet en dat iedereen mee kan doen. Andere belangrijke inhoudelijke opgaven voor de komende jaren vloeien voort uit de uitgesproken politiekbestuurlijke ambities. Deze ambities liggen onder meer op het vlak van onderwijshuisvesting (vervangende nieuwbouw van 2 kindcentra in Dongen-Vaart en de kern Dongen), de uitvoering van het centrumplan en het accommodatiebeleid.
-9-
Deze en andere politiek-bestuurlijke ambities zijn verwoord in het coalitieakkoord 2014-2018 "Samen kansen pakken". Het coalitie akkoord is tot stand gekomen op een moment, dat er sprake was van een veel gunstiger financieel perspectief. Gezien de veranderde financiële omstandigheden zullen we nader moeten bezien op welke manier we inhoud kunnen geven aan de ambities. De financiële en inhoudelijke opgaven nopen tot het maken van keuzes. Niet alles kan, er moet worden gekozen. De omvang van het budgettaire probleem is zodanig, dat we niet kunnen vermijden, dat de gevolgen van een aantal keuzes in de samenleving merkbaar worden. Het is niet mogelijk, om alle bestaande taken uit te blijven voeren en het ambitieniveau en de huidige uitvoeringsniveaus te handhaven. Onze inzet is er niettemin op gericht om ongewenste maatschappelijke gevolgen van bezuinigingen zoveel mogelijk tegen te gaan. Het is van groot belang dat we blijven kijken naar de vraag wat we willen bereiken. Dat is niet alleen een financieel gezonde situatie. Maar ook moet er in 2018, bij het einde van deze zittingsperiode, in onze gemeente nog steeds sprake zijn van een klimaat waar het prettig wonen, werken en leven is en waar maatschappelijke participatie voor iedereen zoveel mogelijk bereikbaar is. In de voorbereiding van de begroting hebben wij een aantal afwegingen en keuzen moeten maken. Daarbij hebben wij ruimte gezocht en gevonden om op een verantwoorde manier uitvoering te geven aan een aantal belangrijke ambities. Nadat we in de volgende paragraaf het financieel perspectief nog eens hebben geschetst, gaan wij in paragraaf 3 in op onze bestuurlijke afwegingen. 2.
Financieel perspectief
In de perspectiefnota, die uw raad begin juli heeft behandeld, hebben wij het financieel perspectief voor de komende 4 jaren geschetst. Wij hebben u daarbij gemeld dat het financieel perspectief aanzienlijk was verslechterd ten opzichte van het beeld, dat bestond bij de totstandkoming van het coalitie akkoord 2014-2018. In de maanden na het sluiten van het coalitieakkoord bleek het onvermijdelijk, dat verlies moest worden genomen op de grondexploitatie. Tevens werd besloten om een voorziening te treffen voor de oplossing van de WKO-problematiek in de Beljaart. Als gevolg hiervan sloot de jaarrekening 2013 met een verlies van € 4.432.000. De afwaardering op de grondexploitatie had niet alleen effecten op de reservepositie, maar heeft ook geleid tot een structureel nadeel voor de gemeentebegroting van € 764.000. Dit vormt een belangrijk deel van de financiële problematiek. Verder voorzag de eerste bestuursrapportage van dit jaar in een tekort voor 2015 van € 250.000, een afname van de algemene uitkering in 2015 met € 172.000 en van de uitkering voor de WMO met € 667.000. In de tussenrapportage, die wij eind augustus uitbrachten, hebben wij nog een aantal budgettaire ontwikkelingen gemeld. Tijdens de voorbereiding van deze begroting ontvingen wij de zogenoemde septembercirculaire. Op basis van die circulaire neemt de algemene uitkering in 2015 met € 145.000 af. In de jaren daarna neemt de algemene uitkering relatief fors toe: zij stijgt in 2016 met € 394.000 en in de jaren daarna met circa € 600.000. Het accres van de algemene uitkering is in de meerjarenbegroting verwerkt. Eveneens is een aantal budgettaire ontwikkelingen, die zich de laatste weken hebben voorgedaan, verwerkt. Dit leidt tot het volgende financieel meerjarenperspectief. Financieel perspectief Tekort
2015
2016
2017
2018
2.018 N
2.097 N
2.820 N
3.396 N
145 N
394 V
632 V
570 V
Algemene uitkering, WMO deel (oude WMO)
22 V
22 V
22 V
22 V
Diverse budgetaanpassingen per saldo
71 N
137 N
121 N
99 V
2.212 N
1.818 N
2.287 N
2.705 N
Algemene uitkering, accres
Tekort
- 10 -
3.
Dekkingsplan: maatregelen
Het hiervoor genoemde tekort vormt het vertrekpunt voor de ontwerp-programmabegroting 2015-2018. In genoemde tussenrapportage hebben wij een aantal maatregelen opgenomen, dat erop gericht was het dreigende tekort voor 2014 weg te nemen. De structurele doorwerking van een aantal van deze maatregelen is onvoldoende om te komen tot een sluitende begroting. De afgelopen weken hebben wij dan ook nog andere maatregelen en oplossingsrichtingen de revue laten passeren. Al deze maatregelen hebben wij op haalbaarheid en uitvoerbaarheid onderzocht en beoordeeld op de maatschappelijke gevolgen. Wij willen u een zo goed mogelijk inzicht bieden in de afwegingen die wij in het kader van de samenstelling van de begroting hebben gemaakt. Op die manier kunt u deze wegen en de aanvaardbaarheid daarvan beoordelen. Daartoe gaan wij in deze paragraaf nader in op de door ons voorgestelde maatregelen. De budgettaire effecten van dit dekkingsplan zijn aan het einde van deze paragraaf in een overzicht opgenomen. a. Concernbrede bezuinigingen Wij hebben een pakket aan structurele bezuinigingsmaatregelen opgesteld ten bedrage van € 436.000. De meest in het oog springende onderdelen zijn: a. Personeel en organisatie: er wordt een besparing op een aantal werkbudgetten (onder meer opleidingen, catering, kantoormeubilair) doorgevoerd voor een bedrag van € 119.000. b. Communicatie: Het digitaal inwonerpanel zal in 2015 worden stopgezet (€ 15.000). Op het communicatiebudget van € 80.000 wordt een taakstellende bezuiniging van € 8.000 doorgevoerd. De informatiekrant, die als een belangrijk communicatie instrument naar en informatiebron voor de inwoners moet worden beschouwd, zal in de basis geen wijzigingen ondergaan. c. Representatie: er vindt een versobering van het representatiebeleid plaats. Op het representatiebudget van € 21.725 wordt een bezuiniging van € 2.500 doorgevoerd. In de uitwerking worden de consequenties hiervan voor de nieuwjaarsbijeenkomst, lintjesregen, huldiging sportkampioenen e.d. geconcretiseerd. d. Verkiezingen: het aantal stembureaus zal worden gehalveerd. Dit is gezien de gebruikelijke opkomstpercentages niet bezwaarlijk. Dit correspondeert met een bezuiniging van € 5.000. e. Raadsexcursie: de gemeentelijke bijdrage ad € 3.500 aan de raadsexcursie wordt met € 1.500 verlaagd. f. Toerisme: het budget van € 34.500 wordt met € 10.000 teruggebracht tot het niveau, dat voor enkele jaren geleden gebruikelijk was. g. Schuldhulpverlening: de schuldhulpverlening is aanbesteed, wat heeft geleid tot een aanbestedingsvoordeel van € 90.000. h. Geprogrammeerd wegenonderhoud: het budget wordt verlaagd met € 10.000 en bedraagt dan € 165.000. i. Parken en plantsoenen: het onderhoudsbudget wordt met € 16.500 verlaagd. Het onderhoud van de ecologische verbindingszone wordt met € 5.000 versoberd (op een budget van € 25.000). Ongediertebestrijding zal niet meer door de gemeente worden verzorgd, zodat men in voorkomende gevallen zich tot bedrijven zal moeten wenden. Dit levert een besparing van € 22.000 op. j. Stelpost jongerenbeleid wordt verlaagd met € 5.000. Naast genoemde maatregelen is een aantal werkbudgetten naar beneden bijgesteld op het actuele uitgavenniveau. De betreffende budgetaanpassingen zullen geen inhoudelijke gevolgen hebben. b. Gemeentelijke organisatie Binnen de gemeentelijke organisatie zal door middel van verdere verbetering en modernisering van de bedrijfsvoering efficiencywinst geboekt kunnen worden. Interne mobiliteit zal worden gestimuleerd. De gemeentelijke organisatie zal zich steeds meer gaan richten op de taken die dicht bij burger en bestuur verricht moeten worden, te weten dienstverlening en beleidsvorming. Op het gebied van bedrijfsvoering zal de samenwerking worden uitgebouwd.
- 11 -
Met de efficiencywinst, die het gevolg is van deze ontwikkelingsslagen, moet het mogelijk zijn om het vertrek van de helft van de medewerkers die met pensioen gaan, op te vangen binnen de achterblijvende formatie. Dat komt neer op een bezuinigingstaakstelling voor de gemeentelijke organisatie, die oploopt tot € 200.000 in 2018 (dit naast de hiervoor genoemde besparing van € 119.000 op het P-budget). Een aantal medewerkers ontvangt een inconveniëntenvergoeding. De huidige inconveniëntenregeling is achterhaald. Werkomstandigheden zijn in de afgelopen periode mede door de Arbo- wetgeving verbeterd en de fysieke belasting van medewerkers is zoveel mogelijk beperkt door mechanisering en persoonlijke beschermingsmiddelen. De inconveniënten kunnen worden afgebouwd dan wel kan een modernisering van de regeling plaatsvinden. Dat komt neer op een besparing in 2017 van € 30.000 en vanaf 2018 € 45.000. In de binnendienst is de afgelopen jaren het budget inhuur derden teruggebracht tot een (relatief beperkt) budget voor vervanging bij ziekte. In de buitendienst vindt nog structureel inhuur plaats voor de uitvoering van reguliere taken. Uitgangspunt binnen de bedrijfsvoering moet zijn, dat het takenpakket binnen de eigen formatie, en dus zonder structurele inhuur, wordt uitgevoerd. Reductie van het budget inhuur derden vindt plaats met € 25.000 in 2015, oplopend naar € 50.000 in 2016. Door deze afbouw zal aanpassing van het beeldbestek moeten plaatsvinden (verlaging van het gewenste kwaliteitsniveau van het openbaar groen) en/of moet onderhoudsintensief groen worden getransformeerd naar onderhoudsextensief groen. Dit wordt derhalve merkbaar in het verzorgingsniveau. c. Samenwerking In lijn met de uitplaatsing van het systeembeheer naar gemeente Tilburg kan een verdere uitbouw van de samenwerking op het gebied van dienstverlening en bedrijfsvoering plaatsvinden. Dat is conform de door het college en het management onderschreven visie op de doorontwikkeling van de samenwerking met gemeente Tilburg. Een visiedocument met betrekking tot intergemeentelijke samenwerking wordt aan uw raad voorgelegd. Uitbouw van de samenwerking heeft op de eerste plaats inhoudelijke voordelen in de vorm van verbetering van de dienstverlening (met name digitale dienstverlening) en het opheffen van organisatorische beperkingen die aan onze schaalgrootte zijn verbonden. Ook zijn er bijkomende voordelen. Enerzijds kan doelmatig worden omgegaan met de budgetten voor I.C.T. en bedrijfsvoering; anderzijds kan dit leiden tot vermindering van het aantal werkplekken en de hiermee verband houdende kosten. De budgettaire gevolgen van samenwerking zijn op voorhand moeilijk te kwantificeren, temeer nu er vaak ook kosten gemaakt moeten worden voordat er vruchten kunnen worden geplukt. Op voorhand boeken wij een bedrag van € 50.000 vanaf 2017 als stelpost in. d. Gebouwenonderhoud In het kader van het geprogrammeerd gebouwenonderhoud is een meerjarenplanning vastgesteld. Jaarlijks vindt een storting van € 200.000 in de bestemmingsreserve gebouwenonderhoud plaats. In het geprogrammeerd onderhoud kunnen de onderhoudslasten van afgestoten gebouwen worden geschrapt. Die vrijvallende lasten dienen te worden gereserveerd voor de invulling van de bezuinigingstaakstelling van € 100.000 op de exploitatie van de gemeentelijke gebouwen. De betreffende taakstelling wordt daarmee voor een bedrag van € 36.000 ingevuld. Voor het overige zijn enkele inhoudelijke aanpassingen en temporiseringen in het onderhoudsprogramma doorgevoerd. Hierdoor kan de jaarlijkse storting met € 64.000 worden teruggebracht. Dit betekent vanaf 2017 een bezuiniging van € 100.000 per jaar. e. Sportaccommodaties In de meerjarenbegroting is voorzien in een jaarlijkse storting in de bestemmingsreserve sport van € 200.000. De afgelopen 4 jaren kon worden volstaan met jaarlijkse stortingen ad € 100.000. De storting in de reserve sport kan worden gehouden op € 100.000 per jaar voor de komende 5 jaren. Dat betekent vanaf 2015 een bezuiniging van € 100.000 per jaar.
- 12 -
f. Grondexploitatie. De afwaardering op de zogenoemde niet in exploitatie genomen gronden (NIEGG) heeft tot gevolg dat geen toerekening van rente en ambtelijke kosten kan plaatsvinden, wat leidt tot een extra last van € 764.000 in de gemeentebegroting. Door de vorming van één complex Tichelrijt kunnen hieraan wederom rentekosten worden toegerekend. De grondexploitatie zal door middel van een scala aan maatregelen vlot getrokken moeten worden. Eén van de mogelijke maatregelen is het in ontwikkeling nemen van de Noorderlaan. Begin 2016 komt dit plangebied beschikbaar. Er zal een ruimtelijke visie voor het gehele gebied, alsmede een bestemmingsplan worden voorbereid, dat voorziet in bebouwing van de strook, grenzend aan de Noorderlaan. Dat heeft tot gevolg dat al vanaf 2016 aldaar woningbouw kan plaatsvinden. Het in exploitatie nemen van de Noorderlaan heeft voor de gemeentebegroting tot gevolg, dat hieraan ambtelijke kosten kunnen worden toegerekend. Uitgaande van 500 uur betekent dit een voordeel van € 40.000 vanaf 2017. Door de vorming van één complex Tichelrijt en actualisatie van de exploitatieberekeningen (inclusief rentenadelen) kan het nadeel voor de begroting kan worden teruggebracht met € 308.000. De verwerking hiervan heeft plaatsgevonden bij de onlangs aan uw raad voorgelegde voortgangsrapportage grondexploitatie. g. Meerjaren investeringsplan Het investeringsplan is kritisch bezien. Daarbij is getoetst op noodzaak, de haalbaarheid in tijd (mede gezien de beschikbare ambtelijke capaciteit) en het uitvoeringsniveau van de voorgenomen investeringen. Deze beoordeling heeft op enkele onderdelen geleid tot versobering en fasering. Ook het temporiseren van investeringen in het huidige jaar werkt naar komende jaren door. Voor 2015 heeft een en ander een gunstig budgettair effect van € 100.000. h. Centrumplan Dit jaar is een aanvang gemaakt met de uitvoering van het vastgestelde centrumplan. Het centrumplan is van wezenlijk belang om de kwaliteit van het centrum als ontmoetingsplek en woon-, werk- en winkelgebied te versterken. Het plan zal de komende jaren verder worden uitgevoerd, zij het dat dit wat meer gefaseerd zal gebeuren. Wij hebben niet voor een versobering van de uitvoering kozen, omdat dit niet de gewenste en ons inziens noodzakelijke kwaliteitsimpuls voor het centrumgebied zou opleveren. De fasering levert in 2016 een voordeel op van € 13.000, dat daarna oploopt tot € 36.000. i. Scholenplan In lijn met het door de raad vastgestelde Integraal Huisvestingsplan voor het basisonderwijs is in het meerjarig investeringsplan vervangende nieuwbouw van scholen opgenomen. Die investeringsplannen blijven ongewijzigd. Wel zal de uitvoering hiervan meer tijd in beslag nemen. Met betrekking tot de voorgenomen nieuwbouw voor de St. Agnesschool in Dongen Vaart zal de nadere planvorming in de jaren 2014 en 2015 haar beslag krijgen. De realisatie van de nieuwbouw wordt in 2016 voorzien, zodat de kapitaallasten ten bedrage van € 104.000 doorschuiven van 2016 naar 2017. De planvorming voor de nieuwbouw in de kern Dongen kan starten in 2017. De realisatie daarvan wordt in 2018 voorzien. Dat betekent dat de kapitaallasten doorschuiven van 2017 naar 2019. j. Peuterspeelzaalwerk Vanaf 1 januari 2015 wordt aan de Stichting Peuterspeelzalen Dongen een taakstellende bezuiniging van 10% (afgerond € 18.000) opgelegd. Daarnaast wordt het als gevolg van veranderend rijksbeleid per 1 januari 2016 alleen nog noodzakelijk om voor kinderen van éénverdieners en niet-werkende ouders gemeentesubsidies in te zetten. Het peuteropvang aanbod voor kinderen van werkende ouders wordt dan gedekt via een toeslag op basis van de Wet kinderopvang. Hiermee kan een extra bezuiniging van nog eens 10% ofwel afgerond € 17.000 worden bereikt.
- 13 -
k. Budgetneutrale inrichting sociaal domein De uitkering voor de WMO wordt, zoals gezegd, substantieel lager. Op basis van het vastgestelde uitgangspunt dat de drie transities budgettair neutraal moeten worden uitgevoerd, zal die afname moeten leiden tot een evenredige verlaging van het voor de uitvoering van de WMO beschikbare budget. Die verlaging betreft een bedrag van € 793.000. l. Multifunctionele accommodatie (MFA) De MFA betreft een al jarenlang bestaande politiek-bestuurlijke ambitie. De financiële situatie vormt aanleiding om deze ambitie, evengoed als dat voor andere ambities het geval is, nader in overweging te nemen. Dat vraagt om een zorgvuldige afweging. Immers, zowel een keuze om een MFA te realiseren, als een keuze om dat niet te doen heeft financiële gevolgen, zowel in de exploitatiesfeer als de reservesfeer. Bij die afweging is het dan ook van belang, dat er een adequaat inzicht is in de gevolgen die de MFA heeft voor de gemeentebegroting, dit afgezet tegen de financiële gevolgen van andere opties in de vorm van renovatie van bestaande gebouwen. Wij hechten eraan op te merken, dat de staat van de gebouwen met zich meebrengt, dat er hoe dan ook geïnvesteerd moet worden om ervoor te zorgen dat de gemeentelijke accommodaties aan de daaraan te stellen eisen voldoen. Niets doen is dus geen optie. Investeringen zijn noodzakelijk. De gemeenteraad heeft in februari 2014 uitgesproken, met name naar de gevolgen voor de exploitatie te kijken. Die financiële gevolgen in de vorm van de hieruit voortvloeiende kapitaallasten en exploitatielasten, treden op basis van de projectplanning op vanaf 2018. Het concept dekkingsplan voor 2015-2018 leidt tot sluitende begrotingen voor de eerste 3 jaren. Dit biedt de gelegenheid en tijd voor een zorgvuldige afweging en besluitvorming met betrekking tot de MFA op een later moment. Aan de drie partners DonckHuys, Theek 5 en Kunstpodium is opdracht verstrekt om te komen met een businessplan. In die opdracht dient invulling te worden gegeven aan de op het project drukkende bezuinigingstaakstelling (waarvan nog € 64.000 ingevuld moet worden). Het businessplan wordt in november verwacht. Dan bestaat een onderbouwd inzicht in de exploitatielasten van de MFA. Wij zullen uw raad dan daarover informeren en de vergelijking maken met andere opties. De overheveling van € 1 mln. naar de algemene reserve in plaats van de bestemmingsreserve MFA heeft tot gevolg, dat de voor de MFA beschikbare dekkingsmiddelen € 3,8 mln. bedragen. Op basis van een investeringsomvang van € 7,5 mln. (na gedeeltelijke aftrek van de BTW) bedragen de hieruit voortvloeiende kapitaallasten in 2018 € 241.000. In de tussenrapportage is reeds een bedrag van € 200.000 opgenomen, zodat thans nog in een bedrag van € 41.000 wordt voorzien. m. Rentevoordeel herfinanciering Onlangs heeft vervroegde herfinanciering van een geldlening plaatsgevonden. Die herfinanciering leidt tot een rentevoordeel ad € 75.000 vanaf 2016. n. Hart van Brabant/Midpoint. In de tussenrapportage hebben wij melding gemaakt van een te verwachten stijging van de gemeentelijke bijdrage aan Hart van Brabant en Midpoint. Die stijging was voorshands p.m. geraamd. Inmiddels is de ontwerp begroting van Hart van Brabant en Midpoint beschikbaar, die voorziet in een stijging van € 1,55 per inwoner (€ 40.000). De ontwerp begroting wordt binnenkort aan uw raad voorgelegd opdat u daarover uw zienswijze kenbaar kunt maken. Vervolgens vindt besluitvorming door het algemeen bestuur van Hart van Brabant plaats. De verwachting is dat er binnen de regiogemeenten draagvlak is voor de verhoging. In de ontwerp begroting hebben wij de hogere bijdrage opgenomen. o. Bestemmingsreserve automatisering In 2015 kan de bestemmingsreserve automatisering nog voor een bedrag van € 85.000 worden ingezet. Daarna is deze bestemmingsreserve in zijn geheel aangewend.
- 14 -
p. Algemene reserve Het verlies over het boekjaar 2013 van € 4,4 mln. heeft tot een forse afname van de reservepositie geleid. Het risicoprofiel van onze gemeente is geactualiseerd (waarbij onder meer de risico's, die de transities van de taken op het gebied van werk en zorg met zich brengen, zijn betrokken). Om te beschikken over een adequaat weerstandsvermogen en te voldoen aan de door de raad hiervoor vastgestelde ratio, moet de algemene reserve met € 1 mln. groeien. Via de Berap 2014-1 is besloten tot overheveling van € 1 mln. uit de bestemmingsreserve reiniging naar de bestemmingsreserve MFA. In plaats hiervan stellen wij voor dat bedrag via de komende berap in 2014 over te hevelen naar de algemene reserve. Hiermee wordt bereikt, dat de weerstandscapaciteit op het niveau van het actuele risicoprofiel wordt gebracht. q. Subsidies In de achterliggende bestuursperiode heeft een herziening van het subsidiebeleid plaatsgevonden, welke vergezeld is gegaan van een verlaging van het subsidiebudget met 20%. In het coalitie akkoord is uitgesproken, dat in deze bestuursperiode geen verdere kortingen op subsidies worden doorgevoerd. Dit vanwege het belang dat wordt gehecht aan het bruisende lokale verenigingsleven, waarbij voor de gemeente een stimulerende en faciliterende rol is weggelegd. Voor wat betreft de grotere gesubsidieerde instellingen (de zogenoemde BCF-instellingen) merken wij op dat deze een belangrijke rol vervullen waar het gaat om het bereiken van een aantal gestelde doelen. Zo zijn ContourdeTwern en het maatschappelijk werk (IMW) belangrijke partners voor de gemeente in het sociaal domein en participeren zij in het sociaal team. En stichting DonckHuys, Theek 5 en Kunstpodium zijn spelers, die samen met elkaar een centrale rol moeten gaan vervullen binnen de MFA. Bij kortingen op de subsidies voor de BCF-instellingen zou het zeer de vraag zijn, of zij hun rollen zouden kunnen blijven vervullen. Dit alles overwegende hebben wij geconcludeerd, dat het niet opportuun is verdere bezuinigingen op het subsidiebeleid door te voeren. Wel moeten wij helaas concluderen dat prijsindexering op de subsidies aan de BCF-instellingen niet haalbaar is. r. Zwembad De Vennen Voorts hebben wij gekeken naar zwembad De Vennen. Het zwembad kost de gemeente circa € 365.000 op jaarbasis. Afstoten van het zwembad zou weliswaar qua exploitatie soelaas kunnen bieden, maar leidt tot de noodzaak van afwaardering van de boekwaarde. De huidige boekwaarde bedraagt € 5 mln. Het is niet aannemelijk dat het zwembad een dergelijk bedrag oplevert, temeer daar de exploitatie daarvan verlieslatend is. Anders gezegd, indien er al een gegadigde voor het zwembad mocht zijn, zou verkoop voor een aanzienlijk lager bedrag dan de boekwaarde plaatsvinden en leiden tot een fors verlies dat niet gedekt kan worden met de huidige stand van de reserves. Overigens zou dat verlies in de loop der tijd kunnen worden opgevangen door het structurele voordeel in de exploitatie. Naast deze financiële overwegingen zijn wij van mening dat het afstoten van het zwembad maatschappelijk gezien ongewenst is. s. Combinatiefunctionaris De combinatiefunctionaris wordt enerzijds gefinancierd vanuit een rijksbijdrage en anderzijds vanuit bijdragen van het onderwijs en toerekening van ambtelijke uren. Het stopzetten zou - naast gevolgen voor het onderwijs en de sportverenigingen - betekenen, dat de toerekening van ambtelijke uren niet meer kan plaatsvinden, zodat een nadeel voor de gemeentebegroting optreedt. Zolang de rijksbijdrage wordt gecontinueerd, ligt stopzetting dus niet voor de hand.
- 15 -
Resumé Hiermee hebben wij u inzicht gegeven in onze afwegingen die aan het dekkingsplan ten grondslag liggen. De budgettaire effecten hiervan zijn weergegeven in het volgende overzicht. Budgettaire gevolgen dekkingsplan
2015
2016
2017
2018
Tekort
2.212 N
1.818 N
2.287 N
2.705 N
436 V
436 V
436 V
436 V
25 V
110 V
200 V
295 V
50 V
50 V
Concernbrede bezuinigingen Gemeentelijke organisatie Samenwerking Gebouwenonderhoud
150 V
50 V
100 V
100 V
Sportaccommodaties
100 V
100 V
100 V
100 V
Grondexploitatie
308 V
324 V
312 V
312 V
Meerjaren investeringsplan
100 V
62 V
18 V
95 N
Centrumplan
13 V
37 V
36 V
Scholenplan
104 V
52 V
52 V
18 V
35 V
35 V
35 V
793 V
793 V
793 V
793 V
Peuterspeelzaalwerk Budgetneutrale inrichting sociaal domein MFA
41 N
Rentevoordeel herfinanciering
75 V
75 V
75 V
40 N
40 N
119 N
597 N
Hart van Brabant
40 N
40 N
Bestemmingsreserve automatisering
85 V
156 N
237 N
88 N
Saldo
t. Fiscale maatregelen Het uitgangspunt van het beleid is het tegengaan van lastenverzwaring voor inwoners en bedrijven. Wij hebben eerst gekeken naar andere dan fiscale maatregelen. De hiervoor genoemde maatregelen zijn evenwel niet toereikend om te komen tot een sluitende meerjarenbegroting. Wij komen dan ook tot de slotsom, dat een extra verhoging van de Onroerende-zaakbelasting (OZB) noodzakelijk is. Naast de gebruikelijke 2% voor prijsinflatiecorrectie dient de OZB opbrengst met 6% te stijgen. De gevolgen van deze verhoging van de OZB kunnen voor een deel worden verzacht door een verlaging van de tarieven voor de reinigingsrechten. Verlaging van die tarieven is mogelijk mits we de kosten van de afvalinzameling en -verwijdering substantieel kunnen terugdringen. We moeten constateren dat alternerende inzameling (in plaats van de tot nu toe gebruikelijke wekelijkse inzameling) in feite geen keuze is, maar noodzakelijk om te komen tot kostenverlaging. Uw raad ontvangt een voorstel met betrekking tot het nieuwe afvalinzamelingsmodel. Ervan uitgaande dat besloten wordt om met ingang van 1 januari 2016 over te gaan tot alternerende inzameling, kan (met ingang van 2015) op het tarief een verlaging met € 20,00 voor meerpersoonshuishoudens en € 15,00 voor een alleenwonende worden toegepast. Tevens kan vooruitlopend, op de wijzigingen bij afvalinzameling, voor het jaar 2015 nog een extra éénmalige korting op het tarief worden toegepast van € 10,00 voor meerpersoonshuishoudens en € 7,50 voor alleenwonenden. Hierover meer in de paragraaf 2 Lokale heffingen. Verder vinden wij het, in afwachting van het geactualiseerde Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (VGRP), verantwoord om de jaarlijkse verhoging van de rioolrechten met € 5,00 per aansluiting in 2015 achterwege te laten. Financieel perspectief
2015
2016
2017
2018
Eindresultaat exclusief OZB maatregelen
237 N
88 N
119 N
597 N
Onroerende-zaakbelasting 6% extra verhogen
240 V
240 V
240 V
240 V
3 V
152 V
121 V
- 357 N
Eindresultaat primitieve begroting
- 16 -
Het geraamde resultaat van de begroting 2015 wordt toegevoegd aan de post onvoorziene uitgaven. Het voor 2016 en 2017 voorziene begrotingsoverschot zal worden toegevoegd aan de algemene reserve. 4. Slot. De voorliggende begroting heeft een nieuwe opzet gekregen. De programma's en bestuurlijke thema's zijn in lijn met het coalitie akkoord ingedeeld. De programmatoelichting is geactualiseerd en gericht op de inhoudelijke opgaven voor de komende periode. De te bereiken resultaten en de inspanningen, die we daarvoor gaan doen, zijn kort verwoord. We hebben een aantal indicatoren opgenomen, waarmee meetbaar wordt of de beoogde resultaten daadwerkelijk zijn bereikt. Die indicatoren vormen een nieuw element in onze begroting en zullen zich de komende jaren nog moeten doorontwikkelen. Wij vertrouwen erop met deze meerjarenbegroting een goede basis te hebben gelegd, van waaruit de komende jaren samen gewerkt kan worden aan de vormgeving en uitvoering van het beleid en de realisering van de politiek-bestuurlijke ambities.
Dongen, 7 oktober 2014. Burgemeester en wethouders van Dongen. De secretaris, De burgemeester, mr. H.L.M. van Noort drs. M.F.A. van Diessen
- 17 -
- 18 -
2.
De Beleidsbegroting
- 19 -
- 20 -
Leeswijzer Hier wordt kort ingegaan op de wijze waarop de programmabegroting is samengesteld. Daarnaast wordt een beeld geschetst van enkele dwarsverbanden die binnen deze programmabegroting bestaan en hoe deze het beste kunnen worden gelezen. Programma Het programmaplan kent dit jaar een vernieuwde opzet. Niet alleen is de programma-indeling gewijzigd, ook de programmabladen zelf bevatten nieuwe elementen. Zo is elk programma voortaan voorzien van een korte programmabeschrijving en ingedeeld in relevante thema's binnen het geldende onderwerp. Elk thema is op zijn beurt weer voorzien van een te behalen doel, afgeleid van het te bereiken maatschappelijk effect van het programma. Dit is vervolgens weer vertaald (in tabelvorm) naar de benodigde inspanning in 2015, de beoogde resultaten hiervan en de bijbehorende indicator(en). Als vanouds wordt elk programma afgesloten met het financiële overzicht van lasten, baten en reserves. Met deze nieuwe indeling en elementen wordt beoogd een logischer ordeningsprincipe (via thema's) te creëren, terwijl tegelijkertijd de mogelijkheid geschapen wordt om nieuwe onderwerpen (o.a. als gevolg van de "transities") een plek te geven. Bovendien ontstaat er, naar onze mening, een sterker causaal verband tussen maatschappelijke effecten, doelen, inspanningen en resultaten. Begroting en Meerjarenbegroting In de programmabladen zijn de cijfers opgenomen van de jaarrekening 2013, de begroting 2014 (na wijziging) en de begroting 2015. De cijfers van de meerjarenbegroting 2015-2018 zijn als recapitulatiestaat opgenomen in de financiële begroting. Financiële begroting In de financiële begroting is op programmaniveau een recapitulatiestaat opgenomen. Het overzicht van incidentele lasten en baten is meerjarig opgesteld per programma. Naast de gronden waarop de ramingen zijn gebaseerd wordt ook de motivering daarvan gegeven. Dit ter invulling van “reëel evenwicht”. Verder treft u een (meerjarig) overzicht aan van de reserves en voorzieningen. Mutaties in reserves staan in direct verband met de resultaatbestemming per programma. In de specificatie van de reserves zijn alle individuele resultaatbestemmende budgetten verwerkt. In tegenstelling tot mutaties in de reserves zijn toevoegingen aan en onttrekkingen uit voorzieningen niet afzonderlijk zichtbaar in de financiële overzichten per programma. Deze lasten en baten maken onderdeel uit van de bedragen per thema. Voor een samenhangend overzicht van alle toevoegingen en onttrekkingen uit reserves en voorzieningen verwijzen wij u graag naar de overzichten bij de financiële begroting. Tot slot is het meerjarig investeringsplan 2015 – 2018 opgenomen. In het meerjarig investeringsplan 2015 – 2018 wordt inzicht gegeven in de voorgenomen investeringen. De kapitaallasten van deze investeringen zijn verwerkt in de voorliggende meerjarenbegroting. Dwarsverbanden De paragrafen beogen een dwarsdoorsnede te geven van de begroting. Per paragraaf wordt hieronder kort aangegeven wat de relatie is met de programma’s. 1. Bedrijfsvoering In deze paragraaf wordt inzicht gegeven in de organisatorische ontwikkelingen. De personeelskosten (het zogenaamde P- budget) komen niet afzonderlijk terug in een programma, maar worden via de kostenverdeling verdeeld over alle programma’s, gerelateerd aan het aantal uren dat aan producten wordt toegerekend. Dit geldt tevens voor de facilitaire kosten, zoals huisvesting, administratie en automatisering. 2. Lokale heffingen In deze paragraaf komen alle gemeentelijke heffingen samen, zoals die in de verschillende programma’s zijn verwerkt. In de programma’s maken ze onderdeel uit van de baten per thema, in de paragraaf zijn ze meer gedetailleerd uitgewerkt.
- 21 -
De dwarsverbanden van de belangrijkste heffingen zijn als volgt. * Programma 1 Bestuur: Bevolkingsleges, begraafrechten. * Programma 3 Wonen: Rioolheffing, reinigingsrecht en bouwleges. * Programma 4 Economie: Marktgelden. * Algemene dekkingsmiddelen: OZB, hondenbelasting. 3. Onderhoud kapitaalgoederen De kosten voor het onderhoud van de kapitaalgoederen, zoals wegen, riolering, gebouwen en dergelijke, zijn opgenomen in de budgetten per thema. De belangrijkste dwarsverbanden hiervan zijn als volgt. * Programma 3 Wonen: Wegen, verlichting, openbaar groen en riolering. * Programma 4 Economie: Gebouwen. * Programma 7 Onderwijs: Onderwijsgebouwen. * Programma 8 Vrijetijdsbesteding: Welzijns- en sportaccommodaties. 4. Weerstandsvermogen en risicobeheersing De weergave van het weerstandsvermogen heeft relaties met de programma’s en met de vermogenspositie van de gemeente. Vanuit de programma’s zijn de risico’s geïnventariseerd, met daarbij een inschatting van de omvang en de kans op effectuering. Vanuit de vermogenspositie wordt inzicht gegeven in de weerstandscapaciteit die deze risico’s af moet kunnen dekken. 5. Financiering De financieringskosten worden doorbelast via de kapitaallasten van investeringen. Over de boekwaarde per 1 januari wordt 4% rente berekend. Dit is een mixpercentage van de rente die de gemeente betaalt over de opgenomen geldleningen en de rente die aan het eigen vermogen en de voorzieningen wordt toegerekend. De rentekosten over het eigen vermogen en de voorzieningen komen hierdoor als lasten terug binnen de verschillende programma’s. Daartegenover staat een bedrag aan bespaarde rente onder de algemene dekkingsmiddelen, omdat deze rente niet daadwerkelijk betaald wordt. 6. Verbonden partijen Verbonden partijen zijn rechtspersonen waarmee de gemeente een bestuurlijke en financiële band heeft. Voor zover de financiële band een subsidie of bijdrage in de kosten betreft, zijn deze kosten in de budgetten per thema binnen de programma’s opgenomen. Voor zover het een vermogensrelatie betreft (aandelenkapitaal of lening) komt dit terug in de paragraaf Financiering. 7. Grondbeleid De lasten en baten van de grondexploitatie zijn opgenomen in programma 4 Economie. Om de programmatoelichting meer inhoudelijk dan financieel te laten zijn is de uitwerking van de grondexploitatie in de paragraaf grondbeleid opgenomen. Feitelijk is de paragraaf Grondbeleid hiermee een nadere toelichting op dit programma. 8. Sociaal Domein en Transities Vanaf januari 2015 krijgt de gemeente te maken met de nieuwe Jeugdwet, de herziene Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) en de Participatiewet. De gemeente zal deze regelingen conform de door u vastgestelde uitgangspunten en binnen de door het rijk ter beschikking gestelde financiële middelen uitvoeren. Middels goede monitoring zult u als raad voortdurend op de hoogte worden gehouden van het verloop van de transities.
- 22 -
2.1 Programmaplan
- 23 -
- 24 -
Programma 1:
Openbaar bestuur
- 26 -
Programma 1 OPENBAAR BESTUUR Programmabeschrijving Wij zijn een gemeente die dichtbij onze inwoners, ondernemers, instellingen en verenigingen wil staan. Wij denken mee. Onze dienstverlening is klantgericht. We verplaatsen ons in de behoeften van de ander in plaats van te wijzen op regels en onmogelijkheden. Wij communiceren snel, toegankelijk en betrouwbaar. Het is belangrijk dat we zoveel mogelijk Dongenaren bereiken en mee laten doen. Wij willen weten wat er speelt. Wij faciliteren en regisseren. Wij kunnen niet alles oplossen, maar samen kunnen we wel het verschil maken. Daarom werken we zoveel mogelijk samen. We maken verbinding met diverse partners. Lokaal en regionaal. Maatschappelijk en professioneel. We maken duidelijke keuzes. Wat we doen, doen we goed. Efficiënt en effectief. We zijn betrouwbaar en proactief. We staan nadrukkelijk open voor vernieuwing en kiezen voor aansluiting bij (maatschappelijke) ontwikkelingen en veranderingen. Daarom zijn we als bestuur voortdurend in beweging en op zoek naar (nieuwe) toegevoegde waarde. Maatschappelijk effect Dongen is een vitale gemeente waar het goed wonen, werken en ondernemen is. Er is draagvlak voor de wijze van beleidsvorming en dienstverlening. Iedereen in Dongen kan meedoen / participeren. Onze inwoners, ondernemers, partners voelen zich gehoord en gewaardeerd. 1.1
Thema Bestuur
Doel: Dongen is en blijft een krachtige gemeente met een duidelijke toegevoegde waarde voor inwoners en ondernemers. De in Dongen aanwezige kwaliteit wordt versterkt met samenwerkingsmogelijkheden (met name binnen de regio Hart van Brabant). Overzicht beoogde resultaten Inspanning Zorgen voor een goede adequate gemeentelijke organisatie die deels zelfstandig en deels door samenwerking de gemeentelijke taken naar behoren kan vervullen. Het opstellen van een visie voor de gemeenteraad, waaruit blijkt dat samenwerking voordelen kan opleveren op het gebied van kostenbeheersing, vermindering van kwetsbaarheid en kennisvergroting.
1.2
Resultaat Dongen blijft een zelfstandige gemeente.
Indicator Zelfstandigheid gemeente.
Visie op samenwerking.
Vaststelling van de nota 'visie op samenwerking'.
Thema Dienstverlening
Doel: Het verhogen van de klanttevredenheid en klantgerichtheid door het optimaliseren van de dienstverlening. We zijn digitaal 24/7 bereikbaar voor inwoners, verenigingen, instellingen en bedrijven.
- 27 -
Overzicht beoogde resultaten Inspanning Volledig werken op afspraak. Uitbreiden van het aanbod van producten en diensten die digitaal aangevraagd kunnen worden. Verbeteren dienstverlening binnen het kanaal 'telefonie'. Meer producten vanuit de backoffice overhevelen naar het KCC.
1.3
Resultaat Vermindering wachttijden voor inwoners/klanten. Betere digitale dienstverlening. Website wordt steeds meer een webshop. Voor producten en diensten gaat men naar www.dongen.nl. Klantvriendelijke en snelle afhandeling van klantvragen. Snellere afhandeling klantvraag en vergroting klanttevredenheid.
Indicator Gemiddelde wachttijden nemen af. Een stijging van de digitale aanvragen met 15% ten opzichte van 2013. Aantal bezoekers in de hal neemt af. Klanttevredenheid over telefonische dienstverlening. Aantal producten dat via het digitaal en fysiek loket is aan te vragen neemt toe. Klanttevredenheid.
Thema Inwonerparticipatie en communicatie
Doel: We zorgen dat inwoners, verenigingen, instellingen, bedrijven en partners snel, duidelijk en op toegankelijke wijze worden voorzien in hun informatiebehoeften. De gemeente staat open voor burgerinitiatieven. Overzicht beoogde resultaten Inspanning Bevorderen dat er in iedere wijk/dorp een wijk- of dorpsraad actief is.
In beeld brengen en benutten van kansen om Dongen op het gebied van social media maar ook anderszins beter te profileren. Inventariseren van de diverse manieren van communiceren waaraan de verschillende doelgroepen behoefte hebben.
1.4
Resultaat Jaarplannen dorps- en wijkraden die aansluiten bij maatschappelijke ontwikkelingen, zoals vergroting van de zelfredzaamheid, regie in eigen hand, en behoefte om mee te doen. De inwoners van Dongen weten wat er gebeurt/plaatsvindt in Dongen.
Indicator Jaarlijks verslag aan de raad omtrent de activiteiten van de dorps- en wijkraden.
Beter inspelen op de behoeften en verwachtingen bij doelgroepen waardoor de boodschap beter aan komt en het draagvlak wordt vergroot.
Draagvlak op het gebied van gemeentelijk handelen neemt toe.
Aantal views, fans/volgers en gedeelde berichten op social media nemen toe.
Thema Handhaving
Doel Het waarborgen van de kwaliteit van de leefomgeving door het, op een zo efficiënt mogelijke manier, doen naleven van de geldende wet- en regelgeving.
- 28 -
Overzicht beoogde resultaten Inspanning Meer inzet plegen op preventie in plaats van repressie. Meer nadruk op integrale handhaving.
Resultaat Potentieel gevaarlijke of ongewenste situaties nemen af of worden voorkomen. Efficiënter en effectiever handhavingsproces.
Indicator Dalend aantal potentieel gevaarlijke of ongewenste situaties. Dalend aantal controlebezoeken per locatie.
Lasten, baten en reserves Wat mag het kosten? Lasten 110 Bestuur 120 Dienstverlening 130 Inwonerparticipatie en communicatie 140 Handhaving Totaal lasten
Rekening 2013 2.921 1.350 425 228 4.924
Begroting 2014 2.751 1.376 385 132 4.644
Begroting 2015 2.722 1.374 376 77 4.549
Baten 110 Bestuur 120 Dienstverlening 130 Inwonerparticipatie en communicatie 140 Handhaving Totaal baten
Rekening 2013 18 560 5 0 583
Begroting 2014 0 533 9 0 542
Begroting 2015 0 547 9 0 556
4.341
4.102
3.993
Saldo van lasten en baten programma 1
Reserves Voor de realisatie van het programma worden de navolgende onttrekkingen (-/-) en toevoegingen (+) aan de reserves voorzien voor het begrotingsjaar. De stand en het verloop van de reserves in meerjarenperspectief is opgenomen in de financiële begroting. Reserves 110 Bestuur 120 Dienstverlening 130 Inwonerparticipatie en communicatie 140 Handhaving Totaal reserves
Rekening 2013 120 0 0 0 120
Begroting 2014 0 0 0 0 0
Begroting 2015 0 0 0 0 0
Programma totaal Onderstaande tabel geeft het saldo weer van de totale bestedingen minus de totale ontvangsten van het programma, inclusief de inzet van en toevoegingen aan de reserves. Programmatotalen
Rekening 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
4.461
4.102
3.993
Totaal programma 1
- 29 -
- 30 -
Programma 2:
Openbare orde en veiligheid
- 32 -
Programma 2 OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID Programmabeschrijving De gemeente Dongen geeft op een integrale wijze vorm aan veiligheid en is daarbij een betrouwbare partner voor andere disciplines binnen het integrale veiligheidsbeleid. Haar regisserende rol in het lokale integrale veiligheidsbeleid wordt op een doelmatige wijze vormgeven door uitvoering te geven aan het Integrale Veiligheidsplan (IPV) 2015-2018. Het welslagen van het veiligheidsbeleid is onlosmakelijk verbonden met een gedegen, consequente integrale handhaving. Daarnaast is de ambtelijke organisatie voorbereid op incidenten die zich voor kunnen doen binnen de gemeentegrenzen. De aanwezigheid van steeds meer en grotere risicofactoren in deze regio zorgt voor steeds strengere eisen op het gebied van crisisbeheersing. De brandweerzorg wordt uitgevoerd door de Regionale Brandweer Midden en West. Maatschappelijk effect Het lokaal veiligheidsbeleid dient te leiden tot een vergroting van de objectieve en subjectieve veiligheid en daarmee van de leefbaarheid, alsmede tot een verkleining van de veiligheidsrisico's in de gemeente Dongen. 2.1
Thema Integrale veiligheid
Doel Een veilige en leefbare situatie in wijken en kernen door samenwerking op breed maatschappelijk gebied. Overzicht beoogde resultaten Inspanning Opstellen en uitvoeren Kadernota Integraal Veiligheidsplan.
2.2
Resultaat Afname aantal woninginbraken. Minder overlast door hangjongeren en het bevorderen van het veiligheidsgevoel van de inwoners. Minder verkeersongelukken in woongebieden.
Indicator Aantal aangiften woninginbraken bij politie. Aantal meldingen gemeente en politie. Veiligheidsscan met objectieve en subjectieve metingen. Cijfers politie en meldingen c.q. aantal klachten gemeente.
Thema Brandweer
Doel Een adequate brandweerzorg aan de inwoners van de gemeente Dongen Overzicht beoogde resultaten Inspanning Samen met de regionale brandweer worden de toolbox maatregelen ter bevorderingen van brandveiligheid en vluchtmogelijkheid opgesteld en uitgevoerd. De gemeente draagt bij aan de motivatie van het vrijwillig brandweerpersoneel (couleur locale).
Resultaat Adequate brandweerzorg en hulpverlening.
Er zijn voldoende vrijwilligers om het lokale brandweerkorps te bemensen.
- 33 -
Indicator De wettelijke aanrijdtijden worden door de brandweer gehaald. Schadebeperking bij brand. Aantal slachtoffers. Bezetting binnen de vastgestelde formatie van het brandweerkorps.
2.3
Thema Rampenbestrijding
Doel Een professionele gemeentelijke crisisorganisatie. Overzicht beoogde resultaten Inspanning Inrichten van een adequate crisisorganisatie.
Resultaat De ambtelijke organisatie is goed opgeleid en geoefend op het gebied van crisisbeheersing.
Indicator De evaluaties van opleidingen en oefeningen. De audit ter zake crisisorganisaties van de Veiligheidsregio Midden en West Brabant.
Lasten, baten en reserves Wat mag het kosten? Lasten 210 Integrale veiligheid 220 Brandweer 230 Rampenbestrijding Totaal lasten
Rekening 2013 420 1.111 149 1.680
Begroting 2014 393 1.088 392 1.873
Begroting 2015 430 1.129 409 1.968
Baten 210 Integrale veiligheid 220 Brandweer 230 Rampenbestrijding Totaal baten
Rekening 2013 13 11 10 34
Begroting 2014 16 6 0 22
Begroting 2015 16 6 0 22
1.646
1.851
1.946
Saldo van lasten en baten programma 2
Reserves Voor de realisatie van het programma worden de navolgende onttrekkingen (-/-) en toevoegingen (+) aan de reserves voorzien voor het begrotingsjaar. De stand en het verloop van de reserves in meerjarenperspectief is opgenomen in de financiële begroting. Reserves 210 Integrale veiligheid 220 Brandweer 230 Rampenbestrijding Totaal reserves
Rekening 2013 0 0 0 0
Begroting 2014 0 0 0 0
Begroting 2015 0 0 0 0
Programma totaal Onderstaande tabel geeft het saldo weer van de totale bestedingen minus de totale ontvangsten van het programma, inclusief de inzet van en toevoegingen aan de reserves. Programmatotalen
Rekening 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
1.646
1.851
1.946
Totaal programma 2
- 34 -
Programma 3:
Wonen
- 36 -
Programma 3 WONEN Programmabeschrijving Wij realiseren voldoende woningen afgestemd op de behoefte. Wij werken aan een goed woon- en leefklimaat voor onze inwoners waarbij het kernbegrip duurzaamheid leidend is. Verzoeken om nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen benaderen wij volgens het 'ja, tenzij principe'. Wij bewaken, behouden en verbeteren de kwaliteit van de bebouwde omgeving. Wij beheren de openbare ruimte volgens de kernbegrippen veilig, heel en schoon met als doel om een prettige woonomgeving in stand te houden. Maatschappelijk effect Het is prettig wonen en verblijven in Dongen. De Dongense bevolking laat zien dat zij wil komen tot een duurzame samenleving 3.1
Thema Omgevingsbeleid
Doel Een woningaanbod afgestemd op de behoefte van de (toekomstige) inwoner van Dongen Overzicht beoogde resultaten Inspanning Het opstellen en uitvoeren van een gemeentelijke woningbouwprogramma dat in kwalitatief en kwantitatief opzicht voldoet aan de afspraken die in regionaal verband zijn en worden gemaakt.
Het ontwikkelen van een aantal locaties voor kleinschalige woningbouw, met als gevolg een toename van het aantal planologische procedures. Het ontwikkelen van een beleidsdocument waarin is aangegeven, wat we in Dongen op het gebied van wonen gaan uitvoeren. Het vervullen van een bemiddelende rol tussen bewoners en NUON om een einde te maken aan de energieproblemen in fase 1 Beljaart.
Resultaat Toename van de woningvoorraad in 2015 met 164 woningen waarbij: - de volgende verdeelsleutel in acht wordt genomen: 35% goedkope sector - 35% middel dure sector - 30% dure sector. - rekening is gehouden met een woningtypologie van 20% meergezinswoningen (appartementen) en 80% grondgebonden woningen. - een beter financieel resultaat wordt verwacht dan in 2014. Meer kleinere deelprojecten om realisatie/ uitvoerbaarheid van het project te verhogen.
Indicator Omvang woningbouwvoorraad conform verdeelsleutel.
Vaststelling in 2015 van de Regionale en Dongense Woonvisie.
Raadsbesluit 2015.
Een goed werkend systeem d.m.v. vervangen kleppen en aanpassen regeltechniek.
Minder storingen en minder klachten.
- 37 -
Omvang reserve grondexploitatie.
Aantal kleinschalige deelprojecten.
Het naar gelang de keus van de bewoners in fase 2 Beljaart laten aanbrengen van een individuele warmtepomp of een gasgestookte CV ketel. Het voorbereiden van het actualiseren van de centrumvisie.
Nieuwe prestatieafspraken met de woningbouwcorporatie.
3.2
Geen klachten meer over energielevering.
Aantal klachten/meldingen.
Een leefbaar centrum met een goede uitstraling en voldoende bedrijvigheid en winkelmogelijkheden. Wederkerige prestatieafspraken gericht op versterking van het woonklimaat in Dongen.
Middels een visualisatie van de situatie voor en na de actualisering van het centrum. Vastgestelde prestatieafspraken.
Thema Milieu en Natuur
Doel Het inhoud geven aan duurzaamheid door te komen tot doelmatige afvalinzameling, het verankeren van het onderwerp klimaat en energie in de gemeentelijke praktijk en duurzaam gebruik van bodem en water. Overzicht beoogde resultaten Inspanning Voorbereiden van de invoering van minicontainers in plaats van zakken.
Voorbereiding implementatie Afvalstoffenheffing in plaats van Reinigingsrecht. Uitvoering geven aan de acties met betrekking tot duurzaamheid zoals vermeld in het omgevingsbeleidsplan 2015-2019. Uitvoering geven aan de acties met betrekking tot bodem zoals vermeld in het omgevingsbeleidsplan 2015-2019. 3.3
Resultaat Schoner straatbeeld bij afvalinzameling.
Alle huishoudens betalen mee aan het functioneren van de gemeentelijke afvalinzameling. Daling van het energieverbruik binnen de gemeente.
De huidige kwaliteit van de bodem moet behouden blijven of worden verbeterd om te kunnen voldoen aan de maatschappelijke eisen.
Indicator Eind 2015 zijn alle voorbereidende maatregelen om te komen tot het uitzetten van minicontainers gereed. In 2016 overgang naar afvalstoffenheffing. 100% realisatie van de acties in 2015 uit beleidsplan. 100% realisatie van de acties in 2015 uit beleidsplan.
Thema Vergunningverlening
Doel Bijdragen aan het realiseren van ontwikkelingen binnen onze gemeente door middel van een helder, eenvoudig en klantvriendelijk vergunningsproces. Overzicht beoogde resultaten Inspanning Het opstellen van beleidskaders die meer ruimte bieden aan mogelijkheden bij ruimtelijke ontwikkelingen.
Resultaat Ruimere bebouwings- en gebruiksmogelijkheden.
- 38 -
Indicator Het aantal toegekende aanvragen ten opzichte van het aantal geweigerde aanvragen.
Verlagen van regeldruk binnen vergunningsproces.
3.4
Meer inzicht in proces voor aanvragers van vergunningen waardoor klanttevredenheid toeneemt.
Klanttevredenheid.
Thema Verharding en inrichting
Doel De aanleg en instandhouding van een goed functionerende openbare ruimte waarbij veilig, heel en schoon de kernbegrippen vormen voor de kwaliteit. Overzicht beoogde resultaten Inspanning Actualiseren van beheer- en onderhoudsplannen op het gebied van: - Wegen, straten en pleinen - Verlichting en technische installaties en het uitvoeren van de maatregelen daaruit. Uitvoering van plan van aanpak centrum in het kader van opwaardering openbare ruimte. Strooiacties vinden plaats zodra er sprake is van ontstane gladheid.
3.5
Resultaat De openbare ruimte voldoet aan de richtlijnen van de CROW en de normen die wij daarbij stellen en wat de burger van ons mag verwachten.
Indicator Voldoen aan normen in beheeren onderhoudsplannen.
Een leefbaar centrum met een goede uitstraling.
Gewijzigd straatbeeld.
Een veilige doorstroming van het verkeer bij winterse omstandigheden op vooraf vastgestelde routes en wegen.
Begaanbaarheid betreffende routes en wegen.
Aantal klachten burgers.
Thema Openbaar groen
Doel De aanleg en instandhouding van een goed functionerende openbare ruimte waarbij veilig, heel en schoon de kernbegrippen vormen voor de kwaliteit. Overzicht beoogde resultaten Inspanning Actualiseren van beheer- en onderhoudsplannen op het gebied van: Openbaar groen en het uitvoeren van de maatregelen daaruit.
3.6
Resultaat De openbare ruimte voldoet aan de richtlijnen van de CROW en de normen die wij daarbij stellen en wat de burger van ons mag verwachten.
Indicator Voldoen aan normen in beheeren onderhoudsplannen.
Aantal klachten burgers.
Thema Riolering
Doel De aanleg en instandhouding van een goed functionerende openbare ruimte waarbij veilig, heel en schoon de kernbegrippen vormen voor de kwaliteit.
- 39 -
Overzicht beoogde resultaten Inspanning Actualiseren van beheer- en onderhoudsplannen op het gebied van: - Riolering en Water en het uitvoeren van de maatregelen daaruit. Voor riolering gaan we gezamenlijk met Hart van Brabantgemeenten en het Waterschap beleidsuitgangspunten / rapportages en bestekken opstellen.
Resultaat De openbare ruimte voldoet aan de richtlijnen van de CROW en de normen die wij daarbij stellen en wat de burger van ons mag verwachten.
Indicator Voldoen aan normen in beheeren onderhoudsplannen.
Efficiënter invullen van de zorgtaken op het gebied van afval,hemel- en grondwater.
De voor de instandhouding van de riolering gereserveerde gelden zullen door de samenwerking voldoende zijn voor zowel het treffen van de reguliere beheersmaatregelen als die in het kader van de klimaatbeheersing.
Aantal klachten burgers.
Lasten, baten en reserves Wat mag het kosten? Lasten 310 Omgevingsbeleid 320 Milieu en Natuur 330 Vergunningverlening 340 Verharding en inrichting 350 Openbaar groen 360 Riolering Totaal lasten
Rekening 2013 965 3.020 874 1.693 1.977 1.137 9.666
Begroting 2014 892 3.362 1.020 1.640 1.974 1.348 10.236
Begroting 2015 893 3.393 1.011 1.812 1.996 1.455 10.560
Baten 310 Omgevingsbeleid 320 Milieu en Natuur 330 Vergunningverlening 340 Verharding en inrichting 350 Openbaar groen 360 Riolering Totaal baten
Rekening 2013 0 3.128 307 162 22 1.602 5.221
Begroting 2014 0 3.161 317 68 18 1.722 5.286
Begroting 2015 0 2.942 367 64 9 1.756 5.138
4.445
4.950
5.422
Saldo van lasten en baten programma 3
Reserves Voor de realisatie van het programma worden de navolgende onttrekkingen (-/-) en toevoegingen (+) aan de reserves voorzien voor het begrotingsjaar. De stand en het verloop van de reserves in meerjarenperspectief is opgenomen in de financiële begroting.
- 40 -
Reserves 310 Omgevingsbeleid 320 Milieu en Natuur 330 Vergunningverlening 340 Verharding en inrichting 350 Openbaar groen 360 Riolering Totaal reserves
Rekening 2013 -255 406 0 0 0 327 733
Begroting 2014 - 273 - 2.375 0 0 0 201 - 2.447
Begroting 2015 - 269 - 151 0 0 0 102 - 318
Programma totaal Onderstaande tabel geeft het saldo weer van de totale bestedingen minus de totale ontvangsten van het programma, inclusief de inzet van en toevoegingen aan de reserves. Programmatotalen
Rekening 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
4.923
2.503
5.104
Totaal programma 3
- 41 -
- 42 -
Programma 4:
Economie
- 44 -
Programma 4 - ECONOMIE Programmabeschrijving Wij bevorderen samen met het bedrijfsleven de economische dynamiek en werkgelegenheid zowel voor de kernen als de werklocaties. Hiertoe voeren wij een actief grondbeleid. Tevens hebben wij diverse gebouwen in portefeuille om (beperkt) huisvesting te kunnen bieden aan actoren die een multifunctionele bijdrage kunnen leveren aan deze dynamiek. Een veilige en herkenbare wegenstructuur in combinatie met mensgerichte maatregelen zorgt voor een goede bereikbaarheid van Dongen. Maatschappelijk effect Door een solide grondbeleid te voeren wordt tegemoet gekomen aan de wensen op het gebied van wonen, werken en recreëren. Bij dit alles hoort natuurlijk een veilige en herkenbare wegenstructuur, zodat Dongen voor een ieder veilig en makkelijk te bereiken is, ook met de bus. Door het creëren van een goed ondernemingsklimaat met voldoende vestigingsmogelijkheden wordt ook een bijdrage geleverd aan het scheppen van werkgelegenheid, zodat mensen zelf in hun inkomen kunnen voorzien. Om het welbevinden van inwoners van de gemeente te bevorderen worden er voorbereidingen getroffen om verschillende maatschappelijke instellingen te huisvesten in een multifunctionele accommodatie, hetgeen een duidelijke meerwaarde heeft ten opzichte van in monofunctionele accommodaties. 4.1
Thema Grondbeleid
Doel Het voeren van een solide grondbeleid om gronden geschikt te maken voor bebouwing en/of een specifiek gebruik in het kader van wonen, werken en recreëren. Overzicht beoogde resultaten Inspanning Het opstellen van een nieuwe Nota Grondbeleid. Het voortdurend monitoren van de grondexploitaties en het opstellen van een voortgangsrapportage grondexploitatie. 4.2
Resultaat Een vastgestelde actuele Nota Grondbeleid. Op adequate wijze beheren en bewaken van de grondexploitaties.
Indicator Het besluit tot vaststelling van de nota zelf. Goedkeurende accountantsverklaring.
Thema Mobiliteit
Doel Een duidelijke en veilige inrichting van de verkeersstructuur, die past bij het verwachtingspatroon van de verkeersdeelnemers. Inspanning Uitvoering geven aan het actieprogramma zoals opgenomen in het verkeersbeleidsplan. Opstellen van een nieuwe MER voor de N629.
Resultaat Een goede en veilige ontsluiting van Dongen.
Indicator Cijfers uit de verkeersmonitoring.
Inzicht in de (milieu)gevolgen van de verschillende opties om te komen tot verbetering van de N629.
Vastgestelde MER.
- 45 -
4.3
Thema Bedrijven
Doel Het creëren van voldoende mogelijkheden die werkgelegenheid bevorderen. Inspanning Het voeren van gesprekken met het lokale bedrijfsleven om na te gaan waaraan een ondernemers-contactpunt dient te voldoen. Toepassing van de notitie Vitaal Buitengebied.
Ervoor zorgen dat bestemmingsplannen ten aanzien van bedrijfsontwikkelingen meer flexibiliteit vertonen. 4.4
Resultaat Het realiseren van een ondernemers-contactpunt dat draagvlak heeft bij het bedrijfsleven.
Indicator De tevredenheid van de georganiseerde ondernemers.
In het buitengebied moet ruimte worden geboden aan agrarische ontwikkelingen, maatschappelijke en economische ontwikkelingen. Ondernemers moeten in de door hen gewenste ontwikkelingen van hun bedrijf meer ruimte krijgen.
Jaarlijks wordt verslag gedaan van de toegelaten activiteiten anders dan agrarische activiteiten. Het aantal ruimtelijke procedures dat voor bedrijfsontwikkelingen moet worden gevolgd.
Thema Gebouwen
Doel Het concentreren van maatschappelijke activiteiten binnen multifunctionele accommodaties. Inspanning Uitvoeren van een draagvlaken haalbaarheidsanalyse naar de toekomst van het Jeugdcentrum in Dongen Vaart en dit te betrekken bij de planontwikkeling van de nieuwbouw van de Agnesschool. Uitvoeren van een haalbaarheidsanalyse van een verenigingshal. In beeld brengen van voor- en nadelen die aan openhouden van De Leest verbonden zijn.
Resultaat Afronding van de heroverweging inzake het jeugdcentrum.
Indicator Het besluit het Jeugdcentrum al dan niet direct (modulair) toe te voegen aan de nieuwbouw.
Het nemen van een beslissing al dan niet een verenigingshal te realiseren. Het nemen van een besluit al dan niet over te gaan tot sloop van De Leest.
Het besluit zelf.
Het besluit zelf.
Lasten, baten en reserves Wat mag het kosten? Lasten 410 Grondbeleid 420 Mobiliteit 430 Bedrijven 440 Gebouwen Totaal lasten
Rekening 2013 11.347 641 132 446 12.566
- 46 -
Begroting 2014 2.802 677 110 286 3.875
Begroting 2015 5.705 671 107 238 6.721
Baten 410 Grondbeleid 420 Mobiliteit 430 Bedrijven 440 Gebouwen Totaal baten
Rekening 2013 7.363 30 6 11 7.410
Begroting 2014 2.699 28 8 10 2.745
Begroting 2015 5.249 28 8 10 5.295
5.156
1.130
1.426
Saldo van lasten en baten programma 4
Reserves Voor de realisatie van het programma worden de navolgende onttrekkingen (-/-) en toevoegingen (+) aan de reserves voorzien voor het begrotingsjaar. De stand en het verloop van de reserves in meerjarenperspectief is opgenomen in de financiële begroting. Reserves 410 Grondbeleid 420 Mobiliteit 430 Bedrijven 440 Gebouwen Totaal reserves
Rekening 2013 1.397 -12 0 -63 -1.472
Begroting 2014 378 0 0 125 503
Begroting 2015 0 0 0 -9 -9
Programma totaal Onderstaande tabel geeft het saldo weer van de totale bestedingen minus de totale ontvangsten van het programma, inclusief de inzet van en toevoegingen aan de reserves. Programmatotalen
Rekening 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
3.684
1.633
1.417
Totaal programma 4
- 47 -
- 48 -
Programma 5:
Werk en inkomen
- 50 -
Programma 5 WERK EN INKOMEN Programmabeschrijving De gemeente wil dat armoede en sociale uitsluiting voorkomen wordt. Dit begint bij deelname aan de samenleving in de brede zin van het woord, waardoor zelfstandigheid en zelfontplooiing bevorderd worden. Al onze klanten moeten actief en zelfstandig kunnen deelnemen aan de samenleving en daar waar noodzakelijk is met ondersteuning en begeleiding op het gebied van werk, inkomen en zorg. Hierbij zal samengewerkt worden met lokale en regionale partijen. Maatschappelijk effect Zoveel mogelijk mensen laten participeren in de samenleving door te helpen in het vinden van werk en voor hen die dat niet kunnen als (tijdelijk) vangnet fungeren. 5.1
Thema Re-integratie en arbeidsmarktbeleid
Doel Stimuleren en versterken van eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid van mensen in het kader van (arbeids-) participatie. Overzicht beoogde resultaten Inspanning Een streng toelatingsbeleid aan de poort (het eerste contact met de gemeente voor de aanvraag van een uitkering). Korte begeleiding en bemiddeling naar werk. Ketenpartner neemt bij klanten belemmeringen weg en of bevordert ontwikkelingsmogelijkheden. Interne voorlichting job carving (aanpassingen in de functie en taken van een werknemer). -Innovatieve matching taakvelden (Wmo en participatie bijv beheer van een scootmobielpool). -Doorontwikkeling social return -Doorontwikkeling regionaal werkbedrijf; -Begeleiding naar en op (beschutte) werkplek; -Regionale samenwerking werkgeversdienstverlenging. -doorontwikkeling werkgeversbenadering. -voorlichting ondernemersverenigingen. samenwerking uitzendbranche
Resultaat Voorkomen van instroom in een uitkering.
Uitstroom naar werk.
Indicator 15% van de aanvragen leidt niet tot een uitkering Monitoring voortgang poortprogramma. Uitstroomcijfers naar werk.
Grotere inzetbaarheid van klanten.
Daling van de lasten loonkostensubsidie per klant.
Structurele beschikbare werkplekken binnen gemeente Dongen (betaald en onbetaald). Toename betaalde en onbetaalde werkplekken.
Drie werkplekken in de gemeentelijke organisatie.
- 51 -
Cijfers over de toename van het aantal betaalde en onbetaalde werkplekken.
Samen met het welzijnswerk worden de mogelijkheden tot het verrichten van een tegenprestatie in beeld gebracht (dit betekent, dat men in ruil voor een bijstandsuitkering een maatschappelijk nuttige activiteit moet verrichten.
5.2
Uitvoering geven aan de tegenprestatie, ofwel aan de 'voor wat, hoort wat' gedachte.
Het aantal mensen dat een tegenprestatie heeft verricht.
Thema Inkomensvoorziening en minimabeleid
Doel De gemeente moet een vangnet vormen voor mensen die het op eigen kracht financieel niet redden. Overzicht beoogde resultaten Inspanning Toetsen of men op grond van de verordening Participatiewet voor het vangnet in aanmerking komt. Onderzoek verrichten in de eerste helft van 2015 naar de haalbaarheid van het opschuiven van de inkomensgrens in opwaartse zin. Voorlichting Sociale kaart optimaliseren Dienstverleningsgesprekken en keukentafelgesprekken. Het instellen van een noodfonds overeenkomstig de evaluatie van het Meerjaren Beleidsplan Minimabeleid 2012 en de evaluatie van het Solidariteitsfonds. Het aanbieden van schuldhulpverlening, alsmede door in te zetten op preventie. Via voorlichting, preventie en handhaving.
Resultaat Tijdelijk vangnet bieden voor burgers die niet in hun eigen levensonderhoud kunnen voorzien. Een besluit nemen om de inkomensgrens al dan niet naar 120% te verruimen.
Indicator Gebruikscijfers.
Optimaal gebruik van de minimaregelingen/ bijzondere bijstand.
Gebruikscijfers.
Bij financiële crisis situaties is er een incidenteel vangnet.
Gebruikscijfers.
Voorkomen dat mensen door schulden niet kunnen participeren in de maatschappij. Onrechtmatig gebruik van uitkeringen wordt tegen gegaan.
Moet nog worden ontwikkeld.
- 52 -
Het besluit betreffende het al dan niet opschuiven van de inkomensgrens.
Gegevens inzake preventiemaatregelen, alsmede inzake opgelegde boetes, terugvorderingen, beëindigingen en/of mutaties.
Lasten, baten en reserves Wat mag het kosten? Lasten 510 Re-integratie en arbeidsmarktbeleid 520 Inkomensvoorziening en minimabeleid Totaal lasten
Rekening 2013 2.634 5.540 8.174
Begroting 2014 2.568 6.677 9.245
Begroting 2015 2.472 6.830 9.302
Baten 510 Re-integratie en arbeidsmarktbeleid 520 Inkomensvoorziening en minimabeleid Totaal baten
Rekening 2013 2.517 3.666 6.183
Begroting 2014 2.336 4.209 6.545
Begroting 2015 0 3.861 3.861
Saldo van lasten en baten programma 5
1.991
2.700
5.441
Reserves Voor de realisatie van het programma worden de navolgende onttrekkingen (-/-) en toevoegingen (+) aan de reserves voorzien voor het begrotingsjaar. De stand en het verloop van de reserves in meerjarenperspectief is opgenomen in de financiële begroting. Reserves 510 Re-integratie en arbeidsmarktbeleid 520 Inkomensvoorziening en minimabeleid Totaal reserves
Rekening 2013 0 0 0
Begroting 2014 0 64 64
Begroting 2015 0 0 0
Programma totaal Onderstaande tabel geeft het saldo weer van de totale bestedingen minus de totale ontvangsten van het programma, inclusief de inzet van en toevoegingen aan de reserves. Programmatotalen
Rekening 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
1.991
2.764
5.441
Totaal programma 5
- 53 -
- 54 -
Programma 6:
Mens en maatschappij
sociaalteamdongen
- 56 -
Programma 6 MENS EN MAATSCHAPPIJ Programmabeschrijving De gemeente wil bevorderen dat de inwoners van Dongen participeren in de samenleving op een manier, die past bij hun leeftijd en levensfase. We gaan hierbij uit van de inzet van eigen kracht en mogelijkheden en de ondersteuning door de omgeving en het eigen netwerk. De gemeente investeert in de sociale infrastructuur in Dongen en schept hiermee voorwaarden die het mogelijk maken dat de inwoners de verantwoordelijkheid voor zichzelf en anderen (kunnen) nemen. Er is speciale aandacht voor mantelzorgers en vrijwilligers. Om te komen tot een integrale benadering van de problematiek in het sociale domein is een Sociaal Team in het leven geroepen, dat uit vertegenwoordigers bestaat van het IMW (Instituut Maatschappelijk Werk), MEE (Ondersteunende organisatie voor iedereen met een beperking), ContourdeTwern, de gemeente, enz. Door de verschillende problemen waarmee cliënten worden geconfronteerd in dat team gezamenlijk te bespreken kan uitvoering worden gegeven aan de gedachte van: één gezin, één plan en één regisseur. Met ons gezondheidsbeleid bewaken en bevorderen wij de gezondheid van de Dongenaren. Dit doen we samen met onze lokale en regionale partners die actief zijn op het brede terrein van ondersteuning en gezondheid. Maatschappelijk effect Zo lang mogelijk zelfstandig en zelfredzaam functioneren en participeren van Dongenaren. Inwoners zijn en blijven dankzij een adequate (preventieve) ondersteuning zo lang mogelijk zelfstandig en zelfredzaam én kunnen (weer) mee (blijven) doen aan het maatschappelijke en sociale verkeer. 6.1
Thema Gezondheidszorg
Doel Door het voeren van een lokaal integraal gezondheidsbeleid zet de gemeente in op het voorkomen van een ongezonde levensstijl en het bevorderen van een gezonde leefomgeving. Er ligt een nadrukkelijke link naar het sportbeleid. Overzicht beoogde resultaten Inspanning Uitvoering geven aan Wet publieke gezondheid (Wpg). Uitgaven terugdringen binnen de verplichte wettelijke kaders. Het uitvoeren van het door de werkgroep Alcohol en Drugs nog op te stellen Plan van aanpak inzake terugdringing van het alcohol- en drugsgebruik onder jongeren. Gezondheidsprojecten Dongen Beweegt (JOGG).
Resultaat Wettelijke taken zijn uitgevoerd (waaronder GGD en RAV). Invoering nieuw basistakenpakket JGZ door GGD.
Indicator GGD-rapportages (o.a. bereik consultatiebureau). Bijdrage per inwoner aan GGD.
Minder alcohol- en drugsgebruik bij jongeren.
Evaluatie maatregelenprogramma uit het plan van aanpak.
De stijging van overgewicht onder Dongense jongeren ombuigen in een daling.
Cijfers uit de GGD monitor.
- 57 -
6.2
Thema Jeugdzorg
Doel Het voorkomen en de vroege signalering van en vroege interventie bij opgroei- en opvoedproblemen, psychische problemen en stoornissen; het versterken van het opvoedkundig klimaat; het bevorderen van de opvoedvaardigheden van de ouders; het inschakelen, herstellen en versterken van de eigen mogelijkheden en het probleemoplossend vermogen van de jeugdige, zijn ouders en de personen die tot hun sociale omgeving behoren. Het bevorderen van de veiligheid van de jeugdige in de opvoedsituatie waarin hij opgroeit; integrale hulp aan jeugdige en zijn ouders, indien sprake is van multiproblematiek en het tot stand brengen en uitvoeren (inclusief hulpverlening) van familiegroepsplannen. Er ligt een nadrukkelijke link naar de Participatiewet, de Wmo-AWBZ, (Passend) Onderwijs en de (jeugd)gezondheidszorg. Een deel van de transitie Jeugdzorg wordt uitgewerkt binnen de regio Hart van Brabant. Overzicht beoogde resultaten Inspanning Resultaat Indicator Instandhouden, ontwikkelen, Inwoners weten de weg naar de Conform de lokaal en regiobekend maken en bevorderen voorzieningen en sociale teams te naal nog te ontwikkelen monivan overige (algemene) voor- vinden en maken hiervan gebruik. toringssystematieken. zieningen. Deze zijn toeganAanbod is bekend bij professionals kelijk voor jeugdigen en zijn en burgers. ouders met een ondersteuningsvraag. Ontwikkelen en bevorderen Ondersteuning is resultaatgericht en Conform de lokaal en regiovan een resultaatgericht indi- aanvullend op én passend bij de naal nog te ontwikkelen monividueel ondersteuningsaanindividuele situatie van de jeugdige toringssystematieken. bod voor jeugdigen met open zijn ouder. Er is sprake van groei- en opvoedproblemen, maatwerk. Uitgangspunt is één gepsychische problemen en zin, één plan, één regisseur. stoornissen en hun ouders. * gemeenschappelijke informele activiteiten van burgers rondom het grootbrengen van kinderen, al dan niet in georganiseerd verband. 6.3
Thema Ondersteuning en Wmo
Doel Inwoners functioneren en participeren zo lang mogelijk zelfstandig, met behulp van eigen omgeving en met behulp van algemene en maatwerkvoorzieningen. Overzicht beoogde resultaten Inspanning Instandhouden, ontwikkelen, bekend maken en bevorderen van algemene voorzieningen. Deze zijn toegankelijk voor mensen met een ondersteuningsvraag. Ontwikkelen en bevorderen van resultaatgericht individueel ondersteuningsaanbod voor mensen met beperking.
Resultaat Inwoners weten de weg naar de voorzieningen en sociale teams te vinden en maken hiervan gebruik. Aanbod is bekend bij professionals en burgers.
Indicator Rapportages Sociale Teams, IMW, ContourdeTwern en SWOD.
Ondersteuning is resultaatgericht maatwerk aanvullend op, passend bij individuele situatie van inwoner met een beperking.
Uitkomsten jaarlijks cliëntervaringsonderzoek Wmo.
- 58 -
6.4
Thema Mantelzorg en vrijwilligers
Doel Bevorderen dat burgers zich inzetten als mantelzorgers en vrijwilligers. Ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers. Waarderen van mantelzorgers en vrijwilligers. Overzicht beoogde resultaten Inspanning Herijking van mantelzorg- en vrijwilligersbeleid.
Resultaat Mantelzorg en vrijwilligersbeleid is geactualiseerd.
Afspraken maken met ContourdeTwern voor het realiseren van een adequaat ondersteunings-aanbod voor vrijwilligers en mantelzorgers. Jaarlijks aandacht schenken aan het belangrijke werk van mantelzorgers.
ContourdeTwern ondersteunt vrijwilligers en mantelzorgers.
Jaarlijks aandacht schenken aan het belang van vrijwilligers en waardering tonen voor hun belangeloze inzet en wel door de vrijwilligersprijs uit te reiken.
Vrijwilligers moeten zich gewaardeerd voelen.
Mantelzorgers moeten zich gewaardeerd voelen.
Indicator Besluit gemeenteraad tot vaststelling nota mantelzorg- en vrijwilligersbeleid. Verslaglegging ter zake in kwartaal- en jaarrapportages.
Mantelzorgers geven direct dan wel indirect uiting van hun gevoel dat de gemeente hun werk waardeert. Vrijwilligers geven direct dan wel indirect uiting van hun gevoel dat de gemeente hun werk waardeert.
Lasten, baten en reserves Wat mag het kosten? Lasten 610 Gezondheidszorg 620 Jeugdzorg 630 Ondersteuning en WMO 640 Mantelzorg en vrijwilligers Totaal lasten
Rekening 2013 531 766 4.350 449 6.096
Begroting 2014 445 1.330 4.105 434 6.314
Begroting 2015 454 5.510 6.489 430 12.883
Baten 610 Gezondheidszorg 620 Jeugdzorg 630 Ondersteuning en WMO 640 Mantelzorg en vrijwilligers Totaal baten
Rekening 2013 8 515 2.856 18 3.397
Begroting 2014 0 536 3.133 19 3.688
Begroting 2015 0 568 2.394 19 2.981
2.699
2.626
9.902
Saldo van lasten en baten programma 6
Reserves Voor de realisatie van het programma worden de navolgende onttrekkingen (-/-) en toevoegingen (+) aan de reserves voorzien voor het begrotingsjaar. De stand en het verloop van de reserves in meerjarenperspectief is opgenomen in de financiële begroting.
- 59 -
Reserves 610 Gezondheidszorg 620 Jeugdzorg 630 Ondersteuning en WMO 640 Mantelzorg en vrijwilligers Totaal reserves
Rekening 2013 0 0 0 0 0
Begroting 2014 0 0 0 0 0
Begroting 2015 0 0 0 0 0
Programma totaal Onderstaande tabel geeft het saldo weer van de totale bestedingen minus de totale ontvangsten van het programma, inclusief de inzet van en toevoegingen aan de reserves. Programmatotalen
Rekening 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
2.699
2.626
9.902
Totaal programma 6
- 60 -
Programma 7:
Onderwijs
- 62 -
Programma 7 ONDERWIJS Programmabeschrijving De gemeente wil het onderwijs en de zorg voor kinderen in en rond het onderwijs op een hoger plan brengen. Daarbij past de zorg voor een kwalitatief goede vroeg- en voorschoolse educatie (VVE). Jeugdigen moeten de kans krijgen zich optimaal te ontwikkelen en daar waar nodig ondersteuning krijgen, hetzij binnen de school, hetzij daarbuiten. Dit vraagt om een goed samenspel tussen scholen, ouders en hulpverleners. Lokaal én regionaal. De gemeente vervult daarin een belangrijke rol en de verwachting is dat die positie de komende jaren verder versterkt wordt. Maatschappelijk effect Door het bieden van een samenhangend pakket aan maatregelen op het terrein van onderwijs, onderwijshuisvesting en zorg wordt beoogd dat jeugdigen zich naar aanleg en capaciteiten optimaal ontwikkelen waarmee zij in de toekomst als zelfstandig burger deel kunnen nemen aan de maatschappij. 7.1
Thema Onderwijshuisvesting
Doel (Regie op) geïntegreerd aanbod van voorschoolse voorzieningen, onderwijs en zorg d.m.v. integrale kindcentra Overzicht beoogde resultaten Inspanning Planvorming twee nieuwe kindcentra.
Resultaat Bouw 2 nieuwe kindcentra in Dongen en Dongen Vaart.
Het verrichten van een haalbaarheidsonderzoek Integraal Kindcentra 's Gravenmoer.
Haalbaarheidsonderzoek kindcentra in 's Gravenmoer.
Het verrichten van adequaat onderhoud door de schoolbesturen. Plan van aanpak opstellen ter verbetering van de luchtkwaliteit.
Optimale levensduur voor de scholen.
7.2
Huisvesting die voldoet aan de eisen van een veilige en gezonde school en anticipeert op ontwikkelingen van passend onderwijs.
Thema Lokaal onderwijsbeleid
Doel Vroege signalering van problemen bij jeugd.
- 63 -
Indicator Vervangende nieuwbouw St Agnes (planvorming 2014 / 2015; realisatie 2016). Vervangende nieuwbouw Heilig Hart/Noorderpoort/Biezenkring (planvorming 2016-2017; realisatie op zijn vroegst 2018). Onderzoeksresultaten beschikbaar. Afhankelijk van besluitvorming verdere planvorming op zijn vroegst vanaf 2015. Periodiek monitoren van onderhoudsstaat schoolgebouwen. Monitoren luchtkwaliteit (ambitie: niveau C).
Overzicht beoogde resultaten Inspanning Vroegsignalering problemen jeugd.
Afspraken over afstemming tussen sociaal team en zorgstructuur binnen het onderwijs. Vergroten zorgexpertise in het reguliere onderwijs.
Onderzoek verrichten naar de financiële consequenties van het herinvoeren van schoolzwemmen.
7.3
Resultaat Sluitende keten voor jeugd, geen kind tussen wal en schip.
De verschillende doelgroepen (ouders en jeugd) worden goed bereikt.
Verminderde instroom in speciaal onderwijs. Uitvoering geven aan de wet Passend Onderwijs. Inzicht in de (financiële) mogelijkheden om tot herinvoering van het schoolzwemmen over te gaan.
Indicator Periodiek monitoren van de voortgang binnen het overleg van de LEA (Lokale Educatieve Agenda van schoolbesturen, gemeente, instellingen voor peuterspeelzaalwerk en kinderopvang): geen kinderen thuis. Idem.
Instroomgegevens in speciaal onderwijs.
Het onderzoek dat in 2015 gereed is.
Thema Kinderopvang en peuterspeelzalen
Doel (Regie op) harmonisering van kinderopvang en peuterspeelzaalwerk. Overzicht beoogde resultaten Inspanning Integratie bevorderen van peuterspeelzaalwerk in de kinderdagopvang.
7.4
Resultaat Peuterspeelzaalwerk in alle kernen, geïntegreerd in de kinderdagopvang. 100% VVE aanbod voor doelgroepkinderen conform vereisten uit de wet OKE.
Indicator Integratieproces uiterlijk 3112-2015 afgerond.
Thema Leerlingenvervoer
Doel Verbetering van de kwaliteit van het leerlingenvervoer. Overzicht beoogde resultaten Inspanning Klankborden met een afvaardiging van de ouders, voeren van periodiek overleg tussen servicepunt en vervoerders.
Resultaat Tevreden ouders en leerlingen over het leerlingenvervoer.
- 64 -
Indicator Aantoonbare teruggang van het jaarlijkse aantal ingediende klachten.
Voorbereiden nieuwe aanbesteding leerlingenvervoer op basis van evaluatie huidige vervoer.
Vervoerscontract met een betere borging van een goed leerlingenvervoer.
Minder klachten dan op basis van het huidige vervoerscontract.
Lasten, baten en reserves Wat mag het kosten? Lasten 710 Onderwijshuisvesting 720 Lokaal onderwijsbeleid 730 Kinderopvang en peuterspeelzalen 740 Leerlingenvervoer Totaal lasten
Rekening 2013 1.293 453 278 540 2.564
Begroting 2014 1.272 315 376 557 2.520
Begroting 2015 1.238 316 265 559 2.378
Baten 710 Onderwijshuisvesting 720 Lokaal onderwijsbeleid 730 Kinderopvang en peuterspeelzalen 740 Leerlingenvervoer Totaal baten
Rekening 2013 5 147 24 20 196
Begroting 2014 0 146 23 20 189
Begroting 2015 0 146 23 20 189
2.368
2.331
2.189
Saldo van lasten en baten programma 7
Reserves Voor de realisatie van het programma worden de navolgende onttrekkingen (-/-) en toevoegingen (+) aan de reserves voorzien voor het begrotingsjaar. De stand en het verloop van de reserves in meerjarenperspectief is opgenomen in de financiële begroting. Reserves 710 Onderwijshuisvesting 720 Lokaal onderwijsbeleid 730 Kinderopvang en peuterspeelzalen 740 Leerlingenvervoer Totaal reserves
Rekening 2013 0 0 0 0 0
Begroting 2014 0 0 0 0 0
Begroting 2015 0 0 0 0 0
Programma totaal Onderstaande tabel geeft het saldo weer van de totale bestedingen minus de totale ontvangsten van het programma, inclusief de inzet van en toevoegingen aan de reserves. Programmatotalen
Rekening 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
2.368
2.331
2.189
Totaal programma 7
- 65 -
- 66 -
Programma 8:
Vrijetijdsbesteding
- 68 -
Programma 8 VRIJETIJDSBESTEDING Programmabeschrijving Met het programma Vrijetijdsbesteding willen we een bijdrage leveren aan het leefklimaat in de gemeente. Uitgangspunt is de eigen kracht van de samenleving. Dongen, 's Gravenmoer en Klein-Dongen-Vaart kennen een actief verenigingsleven. Sport maakt onderdeel uit van dit programma. Sport heeft het vermogen mensen te binden, een aantrekkelijke leef-en leeromgeving voor de jeugd te creëren en mensen te stimuleren tot een gezonde leefstijl. Een ander onderdeel van dit programma is kunst en cultuur. Hiermee zetten we in op de verdere ontwikkeling en optimalisering van het culturele leven in de gemeente Dongen, zodat de inwoners zowel actief als receptief optimaal kunnen deelnemen aan de verschillende uitingsvormen van cultuur. Binnen kunst en cultuur onderscheiden we de volgende deelterreinen: amateurkunst, beeldende kunst, bibliotheekwerk, cultureel erfgoed, cultuureducatie en podiumkunsten. De aandacht in de afgelopen jaren aan recreatie en toerisme heeft er voor gezorgd dat deze sector sterk tot ontwikkeling is gekomen. Ook voor de komende jaren is er nog voldoende perspectief voor de vrijetijdssector, zowel in Dongen als de regio. Daarbij gaat het om ontwikkelingen die van belang zijn voor de recreant en de toerist. In 2013 is het Actieplan Toerisme & Recreatie opgesteld. Hieraan zal in samenspraak en samenwerking met het toeristisch-recreatief lokale bedrijfsleven verder uitvoering worden gegeven. Ook in regionaal verband wordt in samenwerking met de Hart van Brabant-gemeenten gewerkt aan een aantrekkelijke en verbeterde leisure omgeving (Dreamport Brabant 2025). Toerisme en recreatie is ook economisch van belang door de bestedingen die plaatsvinden en de werkgelegenheid die het met zich meebrengt. Maatschappelijk effect Binnen het programma Vrijetijdsbesteding willen we de volgende maatschappelijke effecten bereiken: - Participatie; - Sociale cohesie; - Leefbaarheid. 8.1
Thema Sport
Doel Het bevorderen van de sportdeelname van onze inwoners. Overzicht beoogde resultaten Inspanning Bevorderen van de samenwerking tussen verenigingen onderling en tussen verenigingen en onderwijs door de combinatiefunctionaris. In overleg met de sportverenigingen activiteiten ontwikkelen zoals het project samen in beweging.
Resultaat Meer mensen die sporten na school en meer leden bij sportverenigingen.
Indicator Aantoonbare stijging van het aantal extra sporters via verslaglegging van de combinatiefunctionarissen.
Meer gebruik van zowel de binnen- als buitensportaccommodaties.
Toename van het aantal nieuwe sporters en aanvullend nog voor wat betreft de binnensport meer inkomsten verhuur sportaccommodatie.
- 69 -
8.2
Thema Recreatie en toerisme
Doel Het realiseren van een aantrekkelijke toeristisch recreatieve omgeving. Overzicht beoogde resultaten Inspanning Het uitvoeren van de actiepunten uit het Actieplan Toerisme & Recreatie 2013 e.v. Het samen met de overige gemeenten binnen Hart van Brabant ontwikkelen en uitvoeren van beleid gericht op het bevorderen van toerisme en recreatie binnen de regio en het up tot date houden van de kansenkaart. 8.3
Resultaat Realiseren van de vastgestelde actiepunten. Het samen met de regio versterken van recreatie en toerisme.
Indicator Het jaarverslag waarin is aangegeven of en zo ja welke actiepunten zijn gerealiseerd. De stijging van het aantal toeristen dat de gemeente Dongen/regio aandoet.
Thema Kunst en cultuur
Doel Inwoners hebben kennis van en nemen deel aan cultuur en cultuuruitingen. Overzicht beoogde resultaten Inspanning De gemeente gaat samen met het Kunstpodium na welke vorm van muziekonderwijs anno 2015 het beste bij Dongen past. Het subsidiëren van activiteiten, het faciliteren van verenigingen en het ondersteunen/versterken van vrijwilligers. Het verrichten van voorbereidende werkzaamheden ten behoeve van het MFA overeenkomstig een daartoe opgesteld projectplan.
Resultaat Er is muziekonderwijs in Dongen in welke vorm dan ook.
Indicator Het aantal mensen in Dongen dat muziekonderwijs volgt.
Een krachtige en vitale samenleving, met een actief en bruisend verenigingsleven.
Het aantal actieve verenigingen en activiteiten die jaarlijks worden georganiseerd.
Een MFA die huisvesting biedt aan tenminste gebruikers van Donckhuys, Theek 5 en Kunstpodium.
Ingebruikname MFA in 2017.
Lasten, baten en reserves Wat mag het kosten? Lasten 810 Sport 820 Recreatie en toerisme 830 Kunst en cultuur Totaal lasten
Rekening 2013 3.265 222 1.612 5.099
- 70 -
Begroting 2014 1.925 207 1.340 3.472
Begroting 2015 2.242 197 1.314 3.753
Baten 810 Sport 820 Recreatie en toerisme 830 Kunst en cultuur Totaal baten
Rekening 2013 745 57 87 889
Begroting 2014 663 46 79 788
Begroting 2015 665 46 78 789
4.210
2.684
2.964
Saldo van lasten en baten programma 8
Reserves Voor de realisatie van het programma worden de navolgende onttrekkingen (-/-) en toevoegingen (+) aan de reserves voorzien voor het begrotingsjaar. De stand en het verloop van de reserves in meerjarenperspectief is opgenomen in de financiële begroting. Reserves 810 Sport 820 Recreatie en toerisme 830 Kunst en cultuur Totaal reserves
Rekening 2013 850 0 - 238 612
Begroting 2014 7 0 1.000 1.007
Begroting 2015 - 338 0 0 - 338
Programma totaal Onderstaande tabel geeft het saldo weer van de totale bestedingen minus de totale ontvangsten van het programma, inclusief de inzet van en toevoegingen aan de reserves. Programmatotalen
Rekening 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
4.822
3.691
2.626
Totaal programma 8
- 71 -
- 72 -
Algemene Dekkingsmiddelen en Onvoorzien
- 74 -
ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN EN ONVOORZIEN Beschrijving De gemeente Dongen voert een solide financieel beleid met een jaarlijks sluitende meerjarenbegroting. Naast specifieke inkomsten via rijksbijdragen en doeluitkeringen of uit rioolheffing of reinigingsrechten kent de begroting ook een groot aantal algemene dekkingsmiddelen. Belangrijkste algemeen dekkingsmiddel is de algemene uitkering uit het gemeentefonds die met ingang van 2015, als gevolg van de transities, is toegenomen van 18 mln. naar ruim 26 mln. De belangrijkste eigen inkomstenbron van de gemeente welke wordt gezien als algemeen dekkingsmiddel is de Onroerende-zaakbelasting. In 2015 bedraagt deze ruim € 4,3 mln. De post onvoorzien bestaat, evenals de afgelopen jaren, uit een vrij aanwendbaar budget van € 80.000 welke in beginsel bestemd is voor incidentele uitgaven. Een toelichting op de onroerende-zaakbelasting en de hondenbelasting is opgenomen onder de paragraaf Lokale Heffingen. Maatschappelijk effect Met algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien wordt geen specifiek maatschappelijk effect nagestreefd. De begrotingsvoorschriften schrijven voor dat deze middelen in een apart onderdeel worden beschreven. Nagestreefd wordt dat over de verschillende begrotingsjaren sprake is van een evenwichtig financieel beleid. 0.1
Thema Algemene uitkeringen
Doel Het voeren van een solide financieel beleid met een jaarlijks sluitende meerjarenbegroting waarbij een belangrijke rol is weggelegd voor de algemene uitkering uit het gemeentefonds. De ramingen van de algemene uitkering in de begroting 2015-2018 zijn berekend op basis van de informatie uit de septembercirculaire 2014. Vanwege de 3 Transities ontvangt de gemeente vanaf 2015 een hogere algemene uitkering. De hiermee gepaard gaande inkomsten worden vanuit het Rijk verstrekt in één gebundelde-integratie uitkering Sociaal Domein. Overzicht beoogde resultaten Inspanning Tijdig en juist berekenen van de algemene uitkeringen.
0.2
Resultaat Beperken van de afwijkingen.
Indicator Het verschil tussen begroting en rekening is beperkt van omvang.
Thema Gemeentelijke belastingen en heffingen
Doel Het doel van gemeentelijke belastingen en heffingen is geformuleerd in het coalitie- akkoord 2014 – 2018, te weten: De woonlasten voor onze inwoners zullen met maximaal de inflatiecorrectie stijgen. Kostenbesparingen bij de afvalinzameling zullen leiden tot korting op de tarieven. Overzicht beoogde resultaten Inspanning Efficiënte inzet van algemene dekkingsmiddelen.
Resultaat Beperken van de lastenstijging.
- 75 -
Indicator Ontwikkeling tarieven.
0.3
Thema Overige algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien
Doel Het optimaliseren van de inzet van gemeentelijke middelen door de uitvoering van een adequaat treasurybeleid en het zo goed mogelijk begroten zodat de inzet van de post onvoorzien zo min mogelijk wordt aangesproken. Overzicht beoogde resultaten Inspanning In beeld houden van de uitgaven en inkomstenstromen.
Resultaat Beperken van de rentelasten en verhogen van de rentebaten.
Indicator Resultaat kostenplaats kapitaallasten.
Lasten, baten en reserves Wat mag het kosten? Lasten Voorziening Beljaart Programma Andere Overheid Onroerende-zaakbelastingen Hondenbelasting Kostenplaatsverschillen Onvoorzien Overige lasten Totaal lasten Baten Algemene uitkering Algemene uitkering Sociaal Domein Onroerende-zaakbelastingen Hondenbelasting Bespaarde rente Overige baten Totaal baten Saldo lasten/baten Alg. dekkingsmiddelen
Rekening 2013 1.800 176 156 13 1.144 0 208 3.497
Begroting 2014
Begroting 2015
359 232 9 302 80 286 1.268
112 162 6 58 80 160 578
Rekening 2013 17.635
Begroting 2014 18.235
3.933 171 892 732 23.363
3.989 174 906 651 23.955
Begroting 2015 16.777 10.009 4.337 177 721 791 32.812
- 19.866
- 22.687
- 32.234
Reserves Voor de realisatie van het programma worden de navolgende onttrekkingen (-/-) en toevoegingen (+) aan de reserves voorzien voor het begrotingsjaar. De stand en het verloop van de reserves in meerjarenperspectief is opgenomen in de financiële begroting. Reserves Reserve I.C.T. Reserve Programma Andere Overheid Reserve Onroerende-zaakbelasting Algemene reserve Totaal reserves
Rekening 2013 - 89 - 79 -8 -2.115 - 2.291
- 76 -
Begroting 2014 -156 - 287 - 45 1.700 1.212
Begroting 2015 - 284 0 0 - 100 - 384
Programma totaal Onderstaande tabel geeft het saldo weer van de totale bestedingen minus de totale ontvangsten van het programma, inclusief de inzet van en toevoegingen aan de reserves. Programmatotalen
Rekening 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
- 22.157
- 21.475
- 32.618
Totaal Algemene dekkingsmiddelen
Subsidieplafonds: Op basis van artikel 4:26 + 4:27 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 5 van de Subsidieverordening gemeente Dongen 2012 bedragen de subsidieplafonds voor de diverse clusters als volgt: SUBSIDIEPLAFONDS 2015 Muziekgezelschappen Koren en toneelverenigingen Cultuurhistorisch erfgoed Volksfeesten Sport Sociaal-cultureel werk Maatschappelijke zorg Leefbaarheid en dorps- en wijkraden
48.500 3.000 48.000 6.000 14.353 82.051 4.632 17.091 223.627
De subsidieplafonds 2015 zijn gelijk aan de plafonds van 2014. Overeenkomstig de beleidsregels van het nieuwe subsidieprogramma, zijn de subsidiebedragen voor de professionele organisaties en de wettelijke taken geen onderdeel van de subsidieplafonds.
- 77 -
- 78 -
2.2 Paragrafen
- 79 -
- 80 -
Paragraaf 1
Bedrijfsvoering
Formatieve ontwikkelingen In 2015 neemt de formatie minimaal toe. De reden hiervoor is een verschuiving van taken die te maken hebben met de invoering van de drie decentralisaties. In onderstaande tabel wordt zichtbaar dat deze toename ontstaat bij de teams Maatschappelijk Beleid en Werk, Inkomen en Zorg. De komende jaren wordt voorts rekening gehouden met een verdere krimp van de organisatie. De oorzaken hiervoor komen enerzijds voort uit de financiële krapte waarmee we te maken hebben, anderzijds met de verdergaande regionale samenwerking en eventuele uitplaatsing van taken. Hierbij moet vooral gedacht worden aan functies die een risico zijn, omdat ze in onze organisatie door één persoon uitgevoerd worden en moeilijk vervangbaar zijn. Deze krimp zal op verschillende manieren tot stand komen: door natuurlijke uitstroom, door uitplaatsing van taken en medewerkers en door individuele situaties. Wegens natuurlijk verloop middels pensionering is voor de komende jaren een taakstelling opgenomen van € 60.000 in 2015, oplopend naar € 120.000 in 2016, € 180.000 in 2017 en € 200.000 in 2018. De verwachting is dat deze taakstelling gerealiseerd kan worden door interne verschuiving van taken. Een belangrijke taak is dan ook om de taken die bij onze medewerkers belegd zijn steeds tegen het licht te houden en te bepalen of vrijkomende functies volledig ingevuld moeten worden of dat er door slim te schuiven interne oplossingen gevonden kunnen worden. In de tabel is de formatieve ontwikkeling weergegeven: Tabel – Personele formatie Organisatie eenheid/dienst/cluster etc.
Fte’s 2013
Fte’s 2014
Fte’s 2015
17,00
17,00
21,00
Bestuur: Raadsleden College burgemeester en wethouders Totaal
4,20
4,20
4,00
21,20
21,20
25,00
Fte’s 2013
Fte’s 2014
Fte’s 2015
Griffie
1,44
1,44
1,44
Management en Algemene dienst
7,56
9,56
8,89
Team Financiën en belastingen
9,45
7,06
7,06
Team Communicatie en secretariaat
7,18
7,29
7,35
Organisatie:
Team Juridische kwaliteitszorg en P&O
7,33
7,55
7,55
Team Informatievoorziening en werkplekbeheer
17,67
16,67
16,97
Team Klant Contact Centrum
12,75
10,54
10,54
Team Vergunning en handhaving
15,94
14,00
13,25
Team Werk, Inkomen en Zorg
18,76
19,24
20,24
Team Maatschappelijk beleid
12,29
12,21
13,41
Team Ruimtelijk beleid
10,56
9,89
9,39
2,89
0,00
0,00
Team Openbare ruimte (veiligheid) Team Realisatie & beheer Team Wijkbeheer (buitendienst) Team Bovenwijks beheer (buitendienst) Totaal
- 81 -
9,94
9,83
9,83
20,72
20,28
20,28
20,56
21,00
21,00
175,04
166,56
167,20
Personele ontwikkeling Gemeenten in Nederland hebben te maken met een vergrijzend personeelsbestand, een relatief hoge gemiddelde leeftijd en een veranderende vraag om dienstverlening vanuit de maatschappij. De burger van nu is niet meer de burger van 15 jaar geleden. Andere verwachtingen vragen een andere visie op de burger en op dienstverlening en daarmee om andere competenties van onze medewerkers. Gemeenten hebben te maken met de wens om de gemiddelde leeftijd omlaag te brengen, om jeugdige medewerkers binnen te krijgen en te houden en tegelijk de kennis die bij de oudere werknemers aanwezig is, niet te verliezen. Modernisering HR Om te kunnen voldoen aan de eisen van deze tijd, is het noodzakelijk de juiste managementinformatie te kunnen genereren. Hiertoe is een verdergaand digitaliseringsproces nodig binnen de het team JKZ/P&O. Op dit moment worden veel processen nog handmatig uitgevoerd. Deze taken zijn arbeidsintensief en bieden maar beperkt de mogelijkheid om managementinformatie te genereren. Daarom zal in 2015 bekeken worden op welke manier deze modernisering vorm kan gaan krijgen. Een mogelijkheid is het zoeken van een (regionale) samenwerkingspartner, die een deel van de taken voor zijn rekening kan nemen. Er zal echter nadrukkelijk in de breedte gekeken worden, ook naar eventuele invulling door een commerciële partij. Uitgangspunten hierbij zijn betrouwbaarheid, stabiliteit, betaalbaarheid en flexibiliteit. Ziekteverzuimbeleid In 2014 is gestart met de uitvoering van het ziekteverzuimbeleidsplan. Het doel was om het ziekteverzuimpercentage met minimaal 1% te verlagen. Het verzuimpercentage over 2013 bedroeg 7,9%. Uit de huidige cijfers (medio 2014 5,9%) blijkt dat we dit resultaat zullen halen. Voor 2015 geldt dat we trachten deze trend voort te zetten en het verzuim nog verder omlaag krijgen. De in 2014 gestarte maatregelen zullen ook in 2015 verder gestalte krijgen en worden geëvalueerd. Arbo-dienstverlening In het laatste kwartaal van 2015 beëindigt de termijn van het contract met de huidige Arbo- dienst. Dit betekent dat in het voorjaar van 2015 aangevangen zal worden met de voorbereiding van een nieuwe aanbesteding en de aanbestedingsprocedure gestart zal worden. Het ingezette ziekteverzuimbeleid zal hierbij maatgevend zijn. Strategische personeelsplanning (SPP) vormt een belangrijk instrument om de juiste personen, op het juiste moment, op de juiste plaats in de organisatie aanwezig te hebben om de geplande werkzaamheden uit te voeren. Strategische personeelsplanning is een instrument waarmee de personeelsstromen (instroom, doorstroom en uitstroom) zichtbaar worden, door de personeelsvraag van de organisatie te voorspellen en te vergelijken met de mogelijkheden (en wensen) van de werknemers in de organisatie. In 2015 start de organisatie met de eerste stap van SPP door een vlootschouw uit te voeren en de ISTsituatie in beeld te brengen waar het gaat om zaken als bezetting, leeftijdsverdeling, aanwezige competenties etc. Nadrukkelijk wordt de wens van medewerkers hierbij betrokken. Deze vlootschouw wordt ingezet in nauw overleg met de OR van gemeente Dongen. Planning en Control Naast de ondersteunende processen bestaat de bedrijfsvoering ook uit de sturing en beheersing van de gemeentelijke processen. Deze sturing en beheersing zijn er op gericht de beleidsdoelen uit de programma's rechtmatig, doelmatig en doeltreffend te realiseren, binnen de gestelde kaders. Speciale aandacht geven we aan de geplande bezuinigingen, de voortgang bij de realisering wordt nauwgezet gevolgd door periodiek managementrapportages uit te brengen. Deze rapportages worden vertaald naar drie bestuursrapportages aan uw raad.
- 82 -
Voor beheersing van onze processen en uitvoering conform de geldende wet- en regelgeving beschikken we over organisatorische maatregelen, interne controles en onafhankelijke toetsing daarop. Deze toetsing gebeurt door de accountant, die hierbij gebruik maakt van de controlewerkzaamheden die wij zelf uitvoeren. Het eindresultaat is gericht op een organisatie die in control is, wat wordt bevestigd door een goedkeurende accountantsverklaring. In 2015 zal een verdere optimalisatie van de interne controle in de organisatie worden nagestreefd. De financiële beleidskaders, zoals de Financiële beheersverordening, de controleverordening, beleidskader "waarderen en afschrijven activa", beleidskader "leidraad invorderingsbeleid" en de nota "Misbruik en Oneigenlijk gebruik" worden bij de begrotingsbehandeling 2015 geactualiseerd. Ontwikkeling dienstverlening en ICT De gemeente wordt (is) het eerste aanspreekpunt voor burgers als het gaat om overheidsaangelegenheden. Dit betekent dat onze inwoners nog vaker en intensiever contact hebben met onze organisatie. Dit betekent ook dat onze dienstverlening nog meer in de schijnwerpers komt te staan. Het verbeteren van deze dienstverlening was en is één van onze belangrijkste prioriteiten. We borduren hierbij voort op, onder andere, het dienstverleningsconcept 2012 – 2015. Hierin wordt uitdrukkelijk het verband gelegd tussen bedrijfsvoering en dienstverlening: een optimale dienstverlening betekent een effectieve, efficiënte en transparante bedrijfsvoering. Met andere woorden: op maat gesneden beleidskaders, een adequate uitvoering daarvan, ondersteund door een kwalitatief hoogwaardige, eigentijdse informatievoorziening. Dit alles uiteraard binnen de beschikbare personele, financiële en technische mogelijkheden. De komende periode gaan we door met het verder optimaliseren en digitaliseren van bedrijfsprocessen. We doen dit door middel van een gestandaardiseerde methodiek ("LEAN") en hanteren daarbij concepten zoals ‘zaakgericht werken’. De eerste trajecten zijn inmiddels gestart en een aantal is in voorbereiding. Tegelijkertijd proberen we de voordelen van de samenwerking met de gemeente Tilburg op het gebied van systeembeheer te effectueren en uit te breiden. Deze samenwerking heeft direct invloed op onze bedrijfsvoering en dienstverlening. Voorbeelden zijn onder andere: meer mogelijkheden tot uitbreiding van de digitale dienstverlening, verbetering bereikbaarheid medewerkers en het faciliteren van tijd- en plaatsonafhankelijk werken. Daarnaast bestaat er nog steeds een aantal resultaatverplichtingen uit het Programma Andere Overheid (PAO) en het Nationaal Uitvoering Programma (NUP). Gedacht moet worden aan het aansluiten op "Mijn Overheid" en "E-Herkenning". Communicatie In 2015 heeft de afronding plaats van het visiedocument communicatie gemeente Dongen 2015/2016. De voorbereidingen zijn begonnen in het laatste kwartaal van 2014 (participatie met stakeholders). Het document geeft richting aan het communicatiebeleid voor de komende jaren. Uitgangspunt blijft: het stimuleren van toegankelijkheid van informatie (duidelijke boodschap, heldere toonzetting, snelle communicatie) en daarmee gelijke kansen op participatie voor iedere inwoner. In het document is extra aandacht voor op de ontwikkeling van zowel digitale communicatie (social media) als gebiedscommunicatie. Ook wordt een onderzoek (afstudeerproject) ingesteld vanuit de vraag: Hoe betrekken we jongeren in toenemende mate bij het communicatie- en participatiebeleid van de gemeente Dongen?. Er worden wijzigingen voorbereid met betrekking tot www.dongen.nl (website wordt steeds meer een dienstenloket, aanbod nieuws steeds meer via andere communicatiemiddelen). Vennootschapsbelastingplicht Een nieuwe ontwikkeling in het kader van belastingen is die op het gebied van de Vennootschapsbelasting. (Vpb) In april j.l. is er een wetsvoorstel Vpb voor overheidsondernemingen aan de Tweede Kamer aangeboden.
- 83 -
Momenteel zijn de meeste gemeenten hier niet belastingplichtig voor, zo ook de gemeente Dongen. Om te voorkomen dat dit leidt tot concurrentieverstoringen wil de regering dat alle gemeenten in beginsel Vennootschapsbelastingplichtig worden. Dit zal ertoe leiden dat de gemeente voor bedrijfsmatige activiteiten Vennootschapsbelasting zal moeten gaan betalen. Streven is om deze Wet voor 1 januari 2015 vastgesteld te hebben om in 2016 in werking te treden. Vanaf 2016 betalen gemeenten dan eventueel Vennootschapsbelasting over gevoerde bedrijfsmatige activiteiten. Op dit moment is niet bekend wat de financiële gevolgen zijn van deze wetswijziging. Tot 1 januari 2016 is er de tijd om ons voor te bereiden op deze nieuwe regelgeving.
- 84 -
Paragraaf 2
Lokale heffingen
Deze paragraaf bevat informatie over het (tarieven)beleid en de ontwikkeling van de lokale heffingen en het kwijtscheldingsbeleid. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de lokale lastendruk. In het coalitie- akkoord 2014 – 2018 is een aantal richtinggevende afspraken gemaakt op het terrein van de lokale heffingen, te weten: De woonlasten voor onze inwoners zullen met maximaal de inflatiecorrectie stijgen. Kostenbesparingen bij de afvalinzameling zullen leiden tot korting op de tarieven. Algemeen beleid ten aanzien van de lokale heffingen Kostendekkendheid is het uitgangspunt bij de gebonden heffingen; de gebruiker betaalt de integrale kosten van de geleverde producten en diensten. Randvoorwaarde hierbij is uiteraard dat deze gebonden heffingen doelmatig worden ingezet. Gemeentelijke producten worden zoveel mogelijk kostendekkend gemaakt, of op een in de regio gebruikelijk prijspeil gebracht. De algemene dekkingsmiddelen zijn een belangrijk politiek instrument en maken integraal onderdeel uit van het gemeentelijk beleid. Hierbij is de afweging tussen extra lastendruk en het voorzieningenniveau van de gemeente een belangrijke kaderstellende rol van de raad. Toetreding tot gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking West- Brabant (BWB) Met ingang van 1 januari 2014 is de gemeente Dongen toegetreden tot de gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking West- Brabant (GR BWB). Deze toetreding werd ingegeven door het feit dat samenwerking een steeds belangrijker instrument vormt om zowel vorm te kunnen geven aan het gemeentelijk beleid als om een goede dienstverlening en bedrijfsvoering te kunnen borgen. De BWB biedt een totaalpakket van zowel de volledige heffing als invordering van de hondenbelasting, onroerende-zaakbelasting, rioolheffing en reinigingsrecht. Hierbij wordt uitgegaan van één gecombineerde aanslag van gemeentelijke belastingen, te betalen in meerdere termijnen. Tevens dwanginvordering, kwijtscheldingen en het opstellen van alle gemeentelijke verordeningen. Ook de taxaties in het kader van de WOZ bepaling zijn hierin begrepen. Het gemeentelijk personeel is overgenomen. De eerste ervaringen met de BWB worden als positief ervaren. Een enkele uitzondering daargelaten is de overname van de heffing en invordering van de gemeentelijke belastingen geruisloos verlopen. In 2015 zal de focus van de samenwerking met de BWB komen te liggen op verdere verbetering van de dienstverlening en de invoering van een afvalstoffenheffing (gecombineerd met vernieuwing containers en bestandsoptimalisatie) met ingang van 1 januari 2016. Ontwikkeling lokale heffingen Wij zijn erin geslaagd de woonlastendruk voor 2015 te beperken. De OZB stijgt weliswaar met meer dan de inflatiecorrectie, maar dit wordt gecompenseerd door verlaging van de reinigingsrechten en het achterwege laten van de in het verleden afgesproken stijging van de rioolheffing. Daar waar de tariefontwikkeling anders is dan 2% wordt deze onderstaand separaat toegelicht. In grote lijnen zijn de volgende wijzigingen ten opzichte van 2014 doorgevoerd: a. Onroerende-zaakbelasting: De opbrengst onroerende-zaakbelastingen stijgt met 2% vanwege inflatiecorrectie en 6% extra teneinde te kunnen komen tot een sluitende meerjarenbegroting. b. Hondenbelasting: het tarief voor de hondenbelasting wordt verhoogd met 2% inflatiecorrectie. c. Rioolheffing: De rioolheffing stijgt met 2% inflatiecorrectie. De afgesproken extra verhoging van € 5,00 per aansluiting blijft voor 2015 achterwege. d. Reinigingsrechten: De reinigingsrechten worden (wederom) verlaagd. Vanaf 2015 bedraagt de verlaging € 20,00 voor een meerpersoonshuishouden en € 15,00 voor een alleenwonende.
- 85 -
e. f. g. h.
Daarnaast wordt er voor het begrotingsjaar 2015 een éénmalige extra korting op het tarief toegepast van € 10,00 voor een meerpersoonshuishouden en € 7,50 voor een alleenwonende. Het alsdan berekende tarief wordt vervolgens verhoogd met 2% inflatiecorrectie. Leges: De leges stijgen in hoofdzaak met 2% inflatiecorrectie, met uitzondering van die leges die wettelijk worden bepaald. Retributies: De retributies stijgen met 2% inflatiecorrectie. Marktgelden: De marktgelden blijven gelijk aan de tarieven van 2014. Lijkbezorgingsrechten: De lijkbezorgingrechten stijgen met 2% inflatiecorrectie en 11% extra ten behoeve van de dekking van de kapitaallasten van de investeringen op de begraafplaatsen.
Een nadere toelichting op de verschillende aanpassingen treft u verderop in deze paragraaf aan. Voor de overige aanpassingen, zowel inhoudelijk als tarifering, van de belastingverordeningen verwijzen wij u kortheidshalve naar de raadsvoorstellen tot vaststelling van de belastingverordeningen welke separaat ter besluitvorming worden voorgelegd. Onroerende-zaakbelastingen Voor 2015 wordt voorgesteld om de netto O.Z.B. opbrengst met in totaal 8% te laten stijgen. De opbrengst in de primitieve begroting is, bij gelijkblijvend beleid, berekend op € 4.017.000. Verhoogd met 8% dient de begrote opbrengst voor 2015 € 4.337.000 te bedragen. Vanwege de ontwikkeling van de economie en de daarmee samenhangende totaalwaarde van de onroerende zaken moet bij het berekenen van het tarief uitgegaan worden van een aantal (onzekere) aannames. De exacte WOZ-waarde van alle onroerende zaken in de gehele gemeente Dongen per waardepeildatum 1-12014, is thans nog niet bekend. De taxaties zijn medio het jaar nog in volle gang. Zoals reeds eerder aangegeven wordt de heffing en invordering van de Onroerende-zaakbelasting vanaf 1 januari 2014 uitgevoerd via de BWB. De BWB kan nog geen duidelijkheid verstrekken over de waardeontwikkeling. Vandaar dat aan de Waarderingskamer is verzocht een indicatie te geven van de waardeontwikkeling van de onroerende zaken. Tevens is aan het ministerie gevraagd wat de waardeontwikkeling is waarmee bij de berekening van de algemene uitkering rekening wordt gehouden. Op basis van de informatie van beide instellingen wordt voorgesteld om bij de berekening van de OZB opbrengst uit te gaan van een waardedaling van 4,5% bij woningen en 3,25% bij niet woningen. Zoals al enkele jaren gebruikelijk zal een eventuele meer/minderopbrengst in het volgende begrotingsjaar worden verrekend. (* bedragen x € 1.000)
Begrote opbrengst *
OZB Waarde 1-1-2014 **
OZB percentage
518
422.000
0,1227%
OZB gebruiker niet woning OZB eigenaar niet woning
785
517.000
0,1518%
OZB eigenaar woning
3.034
2.299.000
0,1319%
Totaal
4.337
** de totale woz waarde van de ozb gebruiker niet-woning is lager omdat bij deze waarde ook leegstand buiten beschouwing moet blijven (€ 60 milj).Tevens is wettelijk voorgeschreven dat van een deel van de niet-woningen geen gebruikersheffing mag worden geheven (€ 35 milj).
2012
2013
2014
2015
OZB gebruiker niet-woning
0,1015 %
0,1093%
0,1131%
0,1227%
OZB eigenaar niet-woning
0,1313 %
0,1381%
0,1399%
0,1518%
OZB eigenaar woning
0,1032 %
0,1087%
0,1171%
0,1319%
Tabel– Meerjarige ontwikkeling tarief OZB.
Legestarieven De tarieven van de leges stijgen in hoofdzaak met 2% inflatiecorrectie (geringe afwijkingen vanwege afronding), met uitzondering van de wettelijke tarieven. Ten opzichte van de verordening van vorig jaar worden verder geen noemenswaardige wijzigingen voorgesteld.
- 86 -
Lijkbezorgingsrechten De tarieven van de lijkbezorgingsrechten stijgen met 2% inflatiecorrectie en 11% extra ten behoeve van de dekking van de kapitaallasten van de investeringen op de begraafplaatsen. Deze extra verhoging is vorig jaar reeds aangekondigd en heeft te maken met de uitbreiding van de begraafplaats in 's Gravenmoer, welke in 2014 is aangevangen. De met de uitbreiding gemoeide kapitaallasten worden in het tarief voor 2015 verdisconteerd omdat kostendekkendheid uitgangspunt is bij de berekening van het tarief. Met name als gevolg van het afnemend aantal begravingen is het steeds moeilijker om kostendekkend te zijn. Vandaar dat het exploitatietekort op het product begraven volledig voor rekening van de gemeentebegroting komt. Tabel – Meerjarige ontwikkeling belangrijkste tarieven lijkbezorgingsrechten 2012 2013 Begraafrecht 411,00 434,00 Grafrecht algemeen graf, 10 jaar 755,00 770,00 Grafrecht eigen graf, 20 jaar 1.187,00 1.110,00 Aantal begravingen in de gemeente 60 60
2014 477,00 847,00 1.221,00 55
2015 539,00 957,00 1.379,00 50
Hondenbelasting De verhoging van de tarieven bedraagt 2%. Ten opzichte van de verordening van vorig jaar worden geen noemenswaardige wijzigingen voorgesteld. De opbrengst hondenbelasting is afhankelijk van het aantal honden. Zoals reeds eerder aangegeven wordt de heffing en invordering van de hondenbelasting vanaf 1 januari 2014 uitgevoerd via de BWB. Tabel – Meerjarige ontwikkeling tarief hondenbelasting 2012 Tarief voor de eerste hond 70,80 Tarief voor iedere volgende hond 122,04 Tarief voor een kennel 194,76 Aantal honden 2.200
2013 72,24 124,56 198,72 2.200
2014 73,68 127,08 202,68 2.200
2015 75,12 129,60 206,64 2.150
Marktgelden. Ongewijzigde voortzetting van het beleid van de afgelopen jaren. Voorgesteld wordt om de marktgelden gelijk te houden aan 2013 en 2014. De marktsector is een sector die het momenteel moeilijk heeft. Om de aanwezigheid op de markt te faciliteren en te stimuleren wordt een stijging van de tarieven achterwege gelaten. Beleidsinhoudelijk zijn er geen wijzigingen. Tabel – Meerjarige ontwikkeling tarief marktgelden Elke strekkende vier meter of gedeelte Elke strekkende vier meter met stroomvoorziening Elke strekkende meter boven het aantal van acht Elke strekkende meter boven het aantal van acht met stroomvoorz. Aantal marktkramen (kraam is standplaats van 4 meter)
2012 5,75 6,90 1,55 1,80 50
2013 5,85 7,05 1,60 1,85 45
2014 5,85 7,05 1,60 1,85 15
2015 5,85 7,05 1,60 1,85 20
Rioolheffing Voorgesteld wordt het tarief te verhogen met 2% inflatiecorrectie. Daarnaast wordt voorgesteld om in afwachting van het door de raad vast te stellen geactualiseerde Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan af te zien van de extra cumulatieve verhoging van € 5,00 per aansluiting, waartoe enkele jaren gelden is besloten. Op basis van het huidige VGRP wordt aangenomen dat de kostenontwikkeling met inzet van de egalisatiereserve, vooralsnog kan worden opgevangen.
- 87 -
De gemeente hanteert een tarief dat is gebaseerd op de hoeveelheid afgenomen m3 water. Omdat het Rijk is het verleden een uitsplitsing voorschreef tussen woningen en bedrijven is in de verordening steeds een 2tal tarieven opgenomen, die overigens exact gelijk van hoogte waren. Vanwege het vervallen van het splitsingsvoorschrift wordt vanaf 1 januari 2015 slechts 1 basistarief in de verordening opgenomen. De heffing en invordering van de rioolheffing wordt sinds 1 januari 2014 uitgevoerd door de BWB. Tabel – Meerjarige ontwikkeling tarief rioolheffing Waterafname t/m 500 m3, per jaar
2012 136,08
2013 143,76
2014 151,68
2015 154,68
Reinigingsrecht Voorgesteld wordt om de tarieven vanaf 2015 te verlagen met € 20,00 voor een meerpersoonshuishouden en € 15,00 voor een alleenwonende per jaar. Daarnaast wordt voorgesteld voor het begrotingsjaar 2015 een éénmalige extra korting op het tarief toe te passen van € 10,00 voor een meerpersoonshuishouden en € 7,50 voor een alleenwonende. De dan resterende tarieven worden vervolgens verhoogd met 2% inflatiecorrectie. De wijzigingen die zijn voorzien in de wijze van afvalinzameling maken het mogelijk om thans reeds rekening te houden met een structurele en een incidentele tariefsverlaging. In de loop van 2015 zullen nieuwe containers worden uitgezet voor o.a. restafval en GFT-afval. Daarnaast zijn wijzigingen in de ophaalsystematiek in voorbereiding en wordt een afvalstoffenheffing ingevoerd. Op basis van de huidige inzichten kan het tarief naar beneden worden aangepast. Zoals reeds eerder aangegeven wordt de heffing en invordering van de reinigingsrechten vanaf 1 januari 2014 uitgevoerd via de BWB. In de loop van 2015 zal, in nauwe samenwerking met de BWB, gewerkt worden aan bestandsoptimalisatie, zodat vanaf 1 januari 2016 een afvalstoffenheffing kan worden ingevoerd. Na besluitvorming en effectuering van de maatregelen zal de meerjarige ontwikkeling van het tarief opnieuw worden beoordeeld. Daarbij zal beoordeeld worden of het ook mogelijk is om vanaf 2016 de extra korting van respectievelijk € 10,00 en € 7,50 voort te zetten. Tabel – Meerjarige ontwikkeling belangrijkste tarieven reinigingsrecht 2012 2013 Meerpersoons huishouden per jaar 295,20 283,20 Alleenwonende per jaar 197,16 189,12
2014 283,20 189,12
2015 258,24 166,68
Retributies De retributieverordening is inhoudelijk ongewijzigd ten opzichte van 2014. De tariefstijging is gebaseerd op 2% inflatie. Kortheidshalve wordt verwezen naar de verordening. Lokale lastendruk De lokale lastendruk is enerzijds een indicator voor de mate waarin de inwoners van de gemeente worden belast met de door de raad vastgestelde heffingen en anderzijds een indicator voor de financiële positie. Voor het bepalen van de lokale lastendruk zijn de heffingen bepalend die onvermijdelijk gepaard gaan met het wonen in de gemeente Dongen, te weten: onroerende-zaakbelastingen, rioolheffing en reinigingsrecht. De COELO- Atlas, die jaarlijks wordt uitgegeven door het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden, brengt het niveau en de ontwikkeling van de lokale lasten in kaart. Onder de gemeentelijke (woon)lasten verstaan we het gemiddelde bedrag dat een huishouden in een bepaalde gemeente betaalt aan OZB, rioolheffing en reinigingsheffing.
- 88 -
Tarievenoverzicht gezinshuishoudens 2015
2014 gemiddeld
2014
2015
Nederland
Dongen
Dongen
OZB eigenaar woningen
0,1234%
0,1171%
0,1319%
OZB eigenaar/gebruiker niet-woningen
0,3645%
0,2530%
0,2745%
Reinigingsheffing (meerpersoons)
245,00
283,20
258,24
Rioolheffing
185,00
151,68
154,68
Bruto woonlasten *
726,00
680,79
676,72
Hondenbelasting
68,00
73,68
75,12
Paspoort (geldig 10 jr)
66,95
66,95
66,95
Rijbewijs
38,45
38,45
38,45
Uittreksel GBA
10,00
10,80
11,00
* Bij het rekenvoorbeeld van de bruto woonlasten wordt uitgegaan van een meerpersoonshuishouden voor reinigingsrecht en rioolheffing en een eigen woning met een waarde van € 210.000 voor 2014 en € 200.000 voor 2015. Geconcludeerd kan worden dat de bruto woonlasten in het genoemde voorbeeld ten opzichte van 2014 dalen met 0,6%. De woonlast voor 2015 ligt 6,8% lager dan het landelijk gemiddelde over 2014. De in de begroting 2015 – 2018 geraamde bedragen voor diverse heffingen zijn in onderstaande tabel opgenomen. Tabel – Overzicht op hoofdlijnen van de lokale heffingen (bedragen in € 1.000) Baten
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Begroting 2018
Bevolkingsleges
352
352
352
352
352
Begraafrechten
163
177
187
187
187
Rioolheffing
1.690
1.724
1.724
1.724
1.724
Reinigingsrecht
2.824
2.576
2.676
2.676
2.676
315
365
390
415
415
6
6
6
6
6
3.989
4.337
4.365
4.393
4.421
Hondenbelasting
174
177
177
177
177
Overige heffingen
40
40
40
40
40
9.553
9.754
9.917
9.970
9.998
Bouwleges Marktgelden OZB
Totaal lokale heffingen
Beschrijving van het kwijtscheldingsbeleid Als een belastingplichtige als gevolg van financiële omstandigheden niet in staat is een belastingaanslag geheel of gedeeltelijk te betalen, kan gehele of gedeeltelijke kwijtschelding worden verleend. De wettelijke regels worden vastgesteld door de rijksoverheid. In het algemeen komen deze regels erop neer, dat kwijtschelding wordt verleend indien er geen betalingscapaciteit en geen vermogen aanwezig is. Gemeenten mogen zelf bepalen of en voor welke belastingen kwijtschelding wordt verleend. In Dongen kan kwijtschelding worden gevraagd voor de onroerende-zaakbelasting, rioolheffing en reinigingsrecht. Vanaf 2014 wordt de uitvoering van de kwijtschelding uitgevoerd door de BWB. De gemeente Dongen hanteert de zogeheten 100% norm. Dit betekent dat inwoners van Dongen met een inkomen op bijstandsniveau voor wat betreft de betalingscapaciteit automatisch voor kwijtschelding in aanmerking komen. In de begroting wordt in programma 5 rekening gehouden met een totaalbedrag aan kwijtscheldingen van € 100.000. Dit bedrag wordt verrekend in de tarieven van het reinigingsrecht (€ 70.000) en de rioolheffing (€ 30.000).
- 89 -
Historisch overzicht kwijtscheldingen in aantallen Rekening Aantallen 2012 Aantal verzoeken ontvangen 294 Waarvan afgewezen 9 Waarvan toegewezen 285 Voor de gemeentelijke belastingen betekent dit: Onroerende-zaakbelastingen toegewezen 4 Rioolheffing toegewezen 285 Reinigingsrecht toegewezen 285
Historisch overzicht kwijtscheldingen in bedragen (Bedragen x € 1.000) Rekening 2013 Onroerende-zaakbelasting Reinigingsrechten automatisch Reinigingsrechten individueel Rioolheffing automatisch Rioolheffing individueel Totaal
0 57 0 34 91
- 90 -
Rekening 2013 279 37 242
Begroting 2014 240 20 220
Begroting 2015 240 20 220
9 242 242
0 220 220
0 220 220
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
0 40 25 20 15 100
<1 40 30 20 10 100
<1 40 30 20 10 100
Paragraaf 3
Onderhoud kapitaalgoederen
De lasten die verband houden met het onderhoud van kapitaalgoederen, maken een substantieel onderdeel uit van de gemeentelijke begroting. In deze paragraaf wordt een totaaloverzicht van deze lasten gegeven wat van belang is voor inzicht in de financiële positie. Bij gebouwen en accommodaties zijn naast de onderhoudskosten ook de kosten van instandhouding (verzekeringen, belastingen, kapitaallasten etc.) en exploitatie in het totaaloverzicht opgenomen. Tabel – Onderhoud kapitaalgoederen (* bedragen x € 1.000) Begroting Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2014
2015
2016
2017
2018
1.195
1.372
1.465
1.604
1.700
445
440
459
475
490
Openbaar groen, inclusief speel- en recreatieterreinen
2.091
2.113
2.127
2.138
2.137
Riolering
1.348
1.455
1.514
1.616
1.797
220
208
235
359
439
Lasten
Wegen, straten en pleinen Openbare verlichting en technische installaties, inclusief energieverbruik
Gemeentelijke gebouwen Onderwijshuisvesting Jeugd- en sportaccommodaties
865
831
801
891
867
1.390
1.723
1.420
1.705
1.603
842
811
825
816
807
8.396
8.953
8.846
9.604
9.840
Gemeentehuis en gemeentewerven Totaal onderhoud kapitaalgoederen
De lasten van de riolering worden gedekt uit de rioolheffing. In 2008 is het Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (VGRP) vastgesteld. Dit plan is in 2013 verlengd tot 2015. De speerpunten zijn: reduceren wateroverlast, beheer en onderhoud riolering, verbeteren waterkwaliteit vijvers, terugdringen vuilemissie en de inrichting van de ecologische verbindingszone. De kosten voor de uitvoering van het VGRP en de kostendekking vindt plaats in de meerjarenbegroting van de gemeente. De kosten voor gemeentelijke gebouwen en jeugd- en sportaccommodaties worden deels door huur gedekt.
De kosten van het jaarlijks klein onderhoud zijn opgenomen in de exploitatie. Voor wegenonderhoud en openbare verlichting is structureel een budget in de begroting opgenomen. Het uitvoeringsplan voor wegen en openbare verlichting is hierop afgestemd. Daarnaast is er ook nog sprake van zogenaamd cyclisch (geprogrammeerd) groot onderhoud. Deze kosten worden ook opgenomen in de exploitatie en gedekt uit de onderhoudsreserves. Op deze manier kunnen de kosten van groot onderhoud over de jaren worden geëgaliseerd. De uitgaven worden beter inzichtelijk omdat deze via de exploitatie worden geregistreerd. De grondslag voor de vorming van de egalisatiereserve is de aanwezigheid van een meerjarig onderhoudsplan (uitvoeringsplan). De reserve wordt gevormd ten laste van de exploitatie. Het verloop van de egalisatiereserves is in het onderstaand overzicht weergegeven. Tabel – Egalisatiereserves onderhoud kapitaalgoederen (* bedragen x € 1.000) Omschrijving reserve
Begroot saldo
Toevoegingen
Onttrekkingen
Begroot saldo
31 december 2014
2015
2015
31 december 2015
Sportaccommodaties
927
100
438
589
Gebouwenbeheer
682
100
109
673
1.609
200
447
1.262
Totaal
- 91 -
- 92 -
Paragraaf 4
Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Bij het weerstandsvermogen gaat het om de mate waarin de gemeente in staat is middelen vrij te maken om substantiële tegenvallers op te vangen, zonder dat dit betekent dat het beleid en de daaraan verbonden activiteiten veranderd moeten worden. Een sluitende begroting zonder weerstandsvermogen betekent dat iedere tegenvaller een probleem kan opleveren. Het weerstandsvermogen is een buffer voor de niet begrote en verzekerde risico’s die de gemeente loopt. Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen: * de beschikbare weerstandscapaciteit, zijnde de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken; * de benodigde weerstandscapaciteit, zijnde alle risico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie. Deze paragraaf bevat: * een inventarisatie van de beschikbare weerstandscapaciteit; * een inventarisatie de benodigde weerstandscapaciteit; * de beoordeling van het weerstandsvermogen. 4.1. Beschikbare weerstandscapaciteit De beschikbare weerstandscapaciteit bestaat uit het totaal aan middelen dat beschikbaar is om de geïdentificeerde risico’s financieel af te kunnen dekken. De weerstandscapaciteit bevat twee componenten: 1. een structurele component binnen de exploitatie bestaande uit: de onbenutte belastingcapaciteit; de capaciteit uit hoofde van de overige heffingen; onvoorzien; 2. een incidentele component bestaande uit de vrij aanwendbare reserves die als buffer kunnen dienen voor het tijdelijk opvangen van negatieve exploitatieresultaten en van onvoorzienbare ontwikkelingen. De structurele component is gering omdat het uitgangspunt bij lokale heffingen is dat deze kostendekkend zijn en bij de OZB prijsindexering het uitgangspunt is. De financiële ruimte wordt voor de bepaling van de weerstandscapaciteit niet gekwantificeerd. Onvoorzien wordt alleen benut voor incidentele zaken die onvoorzienbaar, onvermijdbaar en onuitstelbaar zijn. Indien er sprake is van een spoedeisende onuitstelbare uitgave (calamiteit) wordt de raad zo spoedig mogelijk tussentijds of achteraf in de tussenrapportage (Berap) geïnformeerd. De vrij aanwendbare reserves van de gemeente Dongen zijn de reserves waar geen specifieke bestemming aan is gegeven. De rente over reserves levert een bijdrage aan de exploitatie (bespaarde rente). Inzet van deze reserves heeft daarom budgettaire consequenties voor de exploitatie. De vrij aanwendbare reserves en daarmee de beschikbare weerstandscapaciteit per 31 december van het begrotingsjaar zijn onderstaand weergegeven: (Bedragen x € 1.000)
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2014
2015
2016
2017
2018
7.059
6.959
7.111
7.233
6.876
-2.132
-2.132
-1.792
-1.792
-1.792
Beschikbare weerstandscapaciteit 4.927 4.827 5.319 5.441 * inclusief overheveling € 800.000 bestemmingsreserve Zwembad de Vennen en € 1 mln. reserve MFA.
5.084
Algemene reserve * Algemene reserve grondexploitatie Verwachte exploitatieresultaten
0
- 93 -
In de bepaling van de beschikbare weerstandscapaciteit wordt geen rekening gehouden met de stille reserves, zoals de verkoopwaarde van gebouwen en grond die geen of een lage boekwaarde hebben. Dit omdat het beleid er niet op is gericht om deze stille reserves binnen het meerjarenperspectief te gelde te maken. 4.2 Benodigde weerstandscapaciteit De benodigde weerstandscapaciteit wordt bepaald door de risico’s van de gemeente waarvoor geen voorzieningen zijn getroffen of verzekeringen zijn afgesloten. Ieder geïdentificeerd risico is geclassificeerd en gekwantificeerd. Hierbij is de kans van optreden en de mogelijke impact bepaald. Voor de kwantificering is rekening gehouden met het incidentele of structurele karakter van de risico’s. Structurele risico’s worden voor een periode van 4 jaar meegenomen in de berekeningen. Dit vanuit het uitgangspunt dat de organisatie binnen 4 jaar in staat moet zijn om toereikende maatregelen te treffen om het gesignaleerde risico af te dekken. Op basis van de classificatie en kwantificering is de financiële impact bepaald op basis van onderstaand schema: Risicoprofiel
Benodigde omvang weerstandsvermogen
Zeer laag Laag Gemiddeld Hoog
0% 2,5% 10,0% 20,0%
Het risicobedrag (benodigde bedrag aan weerstandsvermogen) is als volgt bepaald: Incidentele risico’s: risicobedrag x kans Structurele risico’s: risicobedrag x 4 jaar x kans
IMPACT
Op basis van de classificering en kwantificering is het benodigde weerstandsvermogen bepaald op € 4,8 miljoen. Onderverdeeld naar impact en kans resulteert dit in de volgende totaalbedragen: Hoog
€ 35.000
Midden
€ 1.199.500
€ 2.760.000
€ 440.000
€ 325.000
Laag Laag
Midden KANS
Hoog
4.3 Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen is het verschil tussen de beschikbare en de benodigde weerstandscapaciteit. Dit is ook uit te drukken in een ratio: Beschikbare weerstandscapaciteit Ratio Weerstandsvermogen = Benodigde weerstandscapaciteit (risico’s)
- 94 -
De beoordeling van de ratio weerstandsvermogen is als volgt: Waarderingscijfer A B C D E F
Ratio >2 1,4 – 2 1 – 1,4 0,8 – 1 0,6 – 0,8 < 0,6
Betekenis Uitstekend Ruim voldoende Voldoende Matig Onvoldoende Ruim onvoldoende
Wij streven naar een ratio weerstandsvermogen tussen de 1,0 en 1,4 waarbij sprake is van een voldoende weerstandsvermogen. Het weerstandsvermogen is, rekening houdend met de geprognosticeerde toevoegingen en onttrekkingen in de primitieve begroting, per 31 december 2015 als volgt te bepalen (bedragen x € 1.000):
€ 4.827 € 4.759 € 68
Weerstandscapaciteit 31 december 2015 Benodigde weerstandscapaciteit (risico’s) Weerstandsvermogen t.b.v. ratiobepaling
De ratio weerstandsvermogen is op basis van deze uitgangspunten 1,01. Het weerstandsvermogen bevindt zich hierdoor binnen de gewenste ratio weerstandsvermogen tussen 1,0 en 1,4. 4.4 Conclusie De beschikbare weerstandscapaciteit is, gezien de aard en de omvang van de risico’s, waar geen dekking voor is in de vorm van een reserve of voorziening, voldoende.
- 95 -
- 96 -
Paragraaf 5
Financiering
Algemeen In de Wet Financiering decentrale overheden zijn voorschriften opgenomen over risicobeheer (m.n. rente- en kredietrisico’s) en transparantie. Deze transparantie komt tot uitdrukking in voorschriften voor een verplicht treasurystatuut en voor het afleggen van verantwoording middels treasuryparagrafen in begroting en jaarrekening. In de treasuryparagraaf, behorende bij de begroting, worden de beleidsplannen van de treasuryfunctie voor de komende jaren op het gebied van treasurybeleid en treasurybeheer vastgelegd. Risicobeheer. In deze paragraaf wordt een analyse gegeven van het risicoprofiel van onze gemeente. In het algemeen kunnen de relevante risico’s worden onderscheiden in renterisico’s, kredietrisico’s, koersrisico’s en valutarisico’s. In de huidige financieringssituatie zijn koers- en valutarisico’s niet van toepassing. Renterisico. Renterisico’s kunnen worden onderscheiden in het renterisico van de vlottende schuld (de kasgeldlimiet) en het renterisico van de vaste schuld (de renterisiconorm). * renterisico vlottende schuld (kasgeldlimiet) De Wet Fido verplicht gemeenten om per drie maanden aan de toezichthouder (provincie Noord-Brabant) een rapportage te verstrekken over de liquiditeitspositie. Hierbij wordt vastgesteld of er sprake is van een vlottende schuld of van een overschot aan de liquide middelen. Ter beperking van de rente- risico’s op de vlottende schuld wordt de kasgeldlimiet gehanteerd. De kasgeldlimiet bedraagt voor 2015 afgerond € 4,6 miljoen (8,5% over het totaal van het begrotingstotaal). Indien deze kasgeldlimiet structureel wordt overschreden dient de kortlopende schuld te worden omgezet in een langlopende schuld (consolidatie). Bij een kasgeldlimiet van € 4.6 mln. dienen er in 2015 naar verwachting vaste leningen te worden opgenomen voor € 10.735.000. * renterisico vaste schuld (renterisiconorm) Een renterisico kan in principe worden gedefinieerd als het bedrag aan leningen dat in een bepaald jaar aan rente- aanpassing onderhevig is. Dit bedrag bestaat uit het saldo van opgenomen en uitgezette leningen. Hiervoor geldt een limiet van 20% van de stand van de vaste schuld per 1 januari. Berekening renterisiconorm: (bedrag x € 1.000) Omschrijving
2015
2016
2017
2018
1a
Renteherziening vaste schuld OG
0
0
0
0
1b
Renteherziening vaste schuld UG
0
0
0
0
2
Netto renteherziening vaste schuld ( 1a-1b)
3a
Nieuw aan te trekken vaste schuld
3b
Nieuw te verstrekken vaste schuld
4
Netto nieuw aan te trekken geldleningen
5 6 7
0
0
0
0
10.735
12.925
13.448
17.110
0
0
0
0
10.735
12.925
13.448
17.110
Betaalde aflossingen
3.414
10.914
4.164
4.164
Herfinanciering (laagste van 4 en 5)
3.414
10.914
4.164
4.164
Renterisico op vaste schuld (2+ 6)
3.414
10.914
4.164
4.164
44.847
41.433
38.019
33.855
20
20
20
20
Renterisiconorm: 8
Stand vaste schuld per 1 januari
9
norm in %
10
Renterisiconorm: (minimum 2.500)
8.969
8.287
7.603
6.771
11
Ruimte (+) / Overschrijding ( -/- ) ( 10-7 )
5.555
-2.628
3.439
2.607
- 97 -
Uit de tabel blijkt, dat de in de begrotingsperiode in 2015, 2017 en 2018 aan de risiconorm wordt voldaan en in 2016 een overschrijding plaatsvindt. Kredietrisico’s Kredietrisico’s manifesteren zich op twee manieren. Ten eerste het risico uit hoofde van door de gemeente verstrekte leningen en uitgezette beleggingen. Bij aflossing van deze leningen en beleggingen wordt het risico gelopen, dat de vrijvallende gelden niet tegen een gelijk rentepercentage kunnen worden belegd. Leningen (bedrag x € 1.000)
restant 1 januari 2015
Geldnemer: Bibliotheek
0
Schietsportcentrum
20
HNG zero couponlening
1.194
Scouting Laurentius
6
St. Dongha-Heem
245
BV OG Zwemaccommodatie
5.136
Voorziening zwembad De Vennen *
-1.000
Startersleningen
1.906
Subtotaal
7.507
Beleggingen (bedrag x € 1.000) Aandelen Brabant Water
111
Aandelen NV BNG
160
Grootboekschuld min. Fin.
2
Totaal
7.780
* De voorziening zwembad De Vennen is in de jaarrekening als waarderingscorrectie in mindering gebracht op de vordering onder de financiële vaste activa. Ten tweede is een kredietrisico aan de orde ten aanzien van verstrekte gemeentegaranties (ook wel borgstellingen genoemd). Dit laatste kan worden omschreven als een meer indirect kredietrisico. Garanties dienen voort te vloeien uit de beleidstaken, waarvoor de gemeente zich ziet gesteld. Het verstrekken van een gemeentegarantie geschiedt bij besluit van uw raad en worden voor komend jaar niet verwacht. Leningenportefeuille (opgenomen geldleningen) Naar verwachting zullen in het jaar 2015 aan vaste geldleningen € 10,7 miljoen worden opgenomen. Bedrag x € 1.000 Stand per 1 januari 2015
44.847
Nieuwe geldlening
10.735
Reguliere aflossingen
-3.414
Stand per 31 december 2015
52.168
Uitzettingen (leningen UG, beleggingen) De uitzettingen per 1 januari 2015 zijn naar verwachting € 7.780.000. Thans bestaan op korte termijn geen plannen om langlopende leningen te gaan verstrekken dan wel overtollig geld langere tijd te gaan beleggen.
- 98 -
Mutaties in de uitzettingen- en beleggingsportefeuille gedurende het jaar 2015: Bedrag x € 1.000 Overige langlopende leningen
7.507
Aandelen en beleggingen
273
Totaal stand per 1 januari 2015
7.780
Reguliere aflossingen
-/- 316
Stand per 31 december 2015
7.464
Kasbeheer. In 2015 zal er sprake zijn van een tekort aan financieringsmiddelen tot een bedrag van € 15.235.000. Hiertoe zullen kortgeldleningen (kas- en daggeld) worden aangetrokken tot het bedrag van de zgn. kasgeldlimiet. Zodra de kasgeldlimiet echter wordt overschreden zullen de nodige maatregelen worden genomen om verdere overschrijding te voorkomen door het afsluiten van vaste geldlening (consolidatie). EMU-saldo Het EMU-saldo is een macro-economisch begrip uit het systeem van Nationale Rekeningen, de officiële overzichtsstatistiek van de nationale economie, en is gedefinieerd als saldo van de mutaties in vorderingen en schulden. In het bestuurlijk overleg van het kabinet en de Vereniging Nederlandse Gemeenten is afgesproken dat gemeenten hun EMU-saldo in de begroting opnemen. Hiertoe is de volgende tabel opgenomen. 2014
2015
2016
x € 1000,-
x € 1000,-
x € 1000,-
-67
-950
128
+
1.887
2.025
1.887
+
508
133
133
-
4.418
4.549
5.919
+
0
0
0
+
0
0
0
-
1.024
1.029
2.005
+
444
5.098
4.518
-
834
1.895
201
-
0
0
0
-
nee 0
nee 0
nee 0
-3.504
-1.167
-1.459
Omschrijving 1
Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c)
2
Afschrijvingen ten laste van de exploitatie
3
Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitatie Investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd
4
5
Baten uit bijdragen van andere overheden, de Europese Unie en overigen, die niet op de exploitatie zijn verantwoord en niet al in mindering zijn gebracht bij post 4
6
Desinvesteringen in (im)materiële vaste activa: Baten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs), voor zover niet op exploitatie verantwoord Aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d. (alleen transacties met derden die niet op de exploitatie staan) Baten bouwgrondexploitatie: Baten voor zover transacties niet op exploitatie verantwoord
7 8
Lasten op balanspost Voorzieningen voorzover deze transacties met derden betreffen
9
Lasten ivm transacties met derden, die niet via de onder post 1 genoemde exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves (inclusief fondsen en dergelijke) worden gebracht en die nog niet vallen onder één van bovenstaande posten Verkoop van effecten:
10
11 a b
Gaat u effecten verkopen? (ja/nee) Zo ja wat is bij verkoop de verwachte boekwinst op de exploitatie?
Berekend EMU-saldo
We voldoen hiermee in de begrotingsjaren 2015 en 2016 aan de voor de gemeente Dongen gestelde referentienorm van een EMU-tekort van € 1.979.000. In het lopende jaar 2014, na verwerking berap 2014-2, wordt een incidentele overschrijding van de referentie norm geraamd.
- 99 -
Wet Hof (Houdbare Overheidsfinanciën) Op 10 december 2013 heeft de Eerste Kamer ingestemd met de Wet Hof. De wet is op 1 januari 2014 in werking getreden. De Wet regelt ondermeer dat de rijksoverheid en de decentrale overheden een gelijkwaardige inspanning leveren om het overheidstekort binnen de grenzen van de Europese doelstellingen te brengen en te houden. Per decentrale overheidslaag wordt een maximum EMU- tekortnorm vastgesteld. Maar daarnaast staan in de wet ook wijzigingen van de Gemeentewet en Provinciewet genoemd die gaan over het aanleveren van gegevens aan het CBS. Het CBS voert met ingang van het 1e kwartaal 2014 deelwaarneming in. Het emu- saldo is een verplichte bijlage. Jaarlijks totaliseert het CBS de emu-saldi van alle overheidsinstanties. Het overheidstekort bestaat uit een mogelijk financieringstekort, de saldi van begrotingen van lagere overheden en sociale fondsen. De EMU staat een overheidstekort toe van niet meer dan 3% van het bbp (bruto binnenlands product). De begrotingssaldi van gemeenten tellen dus mee voor de berekening van het nationaal begrotingstekort. Uiteindelijk mag het tekort van alle gemeenten in 2015 0,35% van het bbp bedragen. Om de afzonderlijke provincies en gemeenten een beeld te geven wat dit voor hen betekent, publiceert het Ministerie van BZK zoals gebruikelijk en in lijn met de Wet Houdbare overheidsfinanciën (Hof) individuele EMU-referentiewaarden. Een individuele EMU-referentiewaarde betreft geen norm, maar een indicatie van het aandeel dat een provincie of gemeente op basis van zijn begrotingstotaal in de gezamenlijke tekortnorm heeft. Tot slot is in het financieel akkoord van januari 2013 opgenomen dat het kabinet sancties als gevolg van overschrijding van de tekortnorm gedurende deze kabinetsperiode niet toepast. Wel kan strikt genomen, conform de Wet Fido en de Wet Hof, een eventuele boete uit Europa worden doorberekend aan de decentrale overheden.
- 100 -
Paragraaf 6
Verbonden partijen
In deze paragraaf wordt aandacht besteed aan de zogenoemde “verbonden partijen” van de gemeente Dongen. Met verbonden partijen worden rechtspersonen bedoeld waarin de gemeente zowel een bestuurlijk als een financieel belang heeft. Onder bestuurlijk belang wordt verstaan: een zetel in het bestuur of het hebben van stemrecht. Met een financieel belang wordt bedoeld dat de gemeente middelen ter beschikking heeft gesteld die ze kwijt is in geval van faillissement van de verbonden partij en / of financiële problemen bij de verbonden partij kunnen worden verhaald op de gemeente. Informatie over verbonden partijen Verbonden partijen
Programma
Diamantgroep
Werk en inkomen
Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD) Hart voor Brabant
Mens en maatschappij
Regionale Ambulancevoorziening Brabant Midden- West- Noord (RAV)
Mens en maatschappij
Beheersmaatschappij Zwemsport- en recreatie- objecten B.V.
Vrijetijdsbesteding
Regio Hart van Brabant
Alle programma's
Gemeenschappelijke Regeling Belastingsamenwerking West-Brabant
Alle programma's
Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant
Wonen
Veiligheidsregio Midden- en West- Brabant
Openbare orde en veiligheid
Brabant Water N.V.
Wonen
NV Bank Nederlandse Gemeenten (BNG)
Alle programma's
Diamantgroep Openbaar belang Uitvoering van de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) Bestuurlijk belang van de gemeente in de verbonden partij De gemeente neemt deel in de gemeenschappelijke regeling. In het bestuur is het College vertegenwoordigd. Financieel belang van de gemeente in de verbonden partij Op de balans (financiële activa) is een vordering op de deelnemende gemeenten opgenomen van ruim € 1 miljoen ten einde aanvullende voorzieningen te kunnen treffen voor bodemverontreiniging en kosten voormalig personeel. Er is bepaald, dat de gemeenten deze vordering moeten betalen bij uittreding of bij liquidatie van de gemeenschappelijke regeling. Het aandeel van de gemeente Dongen hierin is: € 49.000. Bij de vorming van de gemeenschappelijke regeling is afgesproken dat er een weerstandsvermogen (eigen vermogen) van € 5 mln. aanwezig is. Er is bepaald, dat de gemeenten een extra bijdrage moeten betalen bij het ontstaan van een negatief weerstandsvermogen (eigen vermogen). In 2014 is een koersnotitie weerstandvermogen opgesteld. De Diamant-groep heeft de afgelopen jaren een positief financieel resultaat behaald, waardoor de beschikbare weerstandscapaciteit is toegenomen. Hierdoor kan de Diamant-Groep een aantal van de tegenvallers zelf dragen door de opgebouwde weerstandscapaciteit in te zetten. De Diamant-groep zal de beschikbare weerstandscapaciteit inzetten voor de implementatie van de participatiewet en zal een buffer behouden voor mogelijke operationele risico’s. Jaarlijks overlegt de Diamant-groep de nieuwe risicoanalyse (strategisch en operationeel) met haar deelnemende gemeenten. Bij eventuele toekomstige nieuwe strategische risico’s bestaat de mogelijkheid dat, de Diamant-groep een beroep zal doen op de deelnemende gemeenten om deze tegenvallers op te vangen.
- 101 -
Eigen vermogen eind 2013 Vreemd vermogen eind 2013 Resultaat 2013
€ 11,1 mln. € 19,4 mln. € 0,9 mln.
GGD Hart voor Brabant Openbaar belang Leveren vanuit de openbare verantwoordelijkheid voor gezondheid aan een optimale gezondheidssituatie van de samenleving. Dit door twee kernfuncties uit te oefenen: preventie en acute zorg. Bestuurlijk belang van de gemeente in de verbonden partij De gemeente is vertegenwoordigd in het algemeen bestuur. Financieel belang van de gemeente in de verbonden partij Producten worden afgenomen en bekostigd middels een vaste bijdrage per inwoner per product (2015: € 13,79 per inwoner). De totale bijdrage 2015 voor Dongen bedraagt € 783.700. Hierin is opgenomen de algemene bijdrage ad € 382.000 (inwonersbijdrage en incidentele bijdrage voor het Elektronisch Kind Dossier) en de bijdrage voor jeugdgezondheidszorg ad € 356.700. Eigen vermogen eind 2013 Vreemd vermogen eind 2013 Resultaat 2013
€ 10,0 mln. € 7,5 mln. € 128.000
Regionale Ambulancevoorziening Brabant Midden- West- Noord (RAV) Openbaar belang Op 26 januari 2006 heeft de constituerende vergadering van de nieuwe Gemeenschappelijke Regeling Regionale Ambulancevoorziening Brabant Midden- West- Noord (RAV) plaatsgevonden. De regeling omvat het werkgebied van de twee veiligheidsregio’s Midden / West- Brabant en BrabantNoord. Een van de redenen voor het oprichten van deze nieuwe regeling is de wens van het rijk om te komen tot realisatie van één RAV per veiligheidsregio, die integraal verantwoordelijk is voor het leveren van verantwoorde ambulancezorg, zowel in de dagelijkse situatie als bij rampen en zware ongevallen. Bestuurlijk belang van de gemeente in de verbonden partij De gemeente neemt deel in de gemeenschappelijke regeling. Hierin is het College vertegenwoordigd. Financieel belang van de gemeente in de verbonden partij De begroting 2015 is kostendekkend en zonder een gemeentelijke bijdrage. Dit geldt ook voor het meerjarenperspectief. De gemeentelijke bijdrage 2013 is definitief vastgesteld op € 0. Eigen vermogen eind 2013 Vreemd vermogen eind 2013 Resultaat 2013
€ € €
8,9 mln. 18,5 mln. -77.000.
Beheersmaatschappij Zwemsport- en recreatie- objecten B.V. Openbaar belang De activiteiten betreffen de exploitatie van het zwembad en de fitness/sauna inrichting. De Exploitatiemaatschappij Zwembad Dongen B.V. is de werkmaatschappij waarin de feitelijke activiteiten plaatsvinden. Bestuurlijk belang van de gemeente in de verbonden partij De gemeente is enig aandeelhouder.
- 102 -
Financieel belang van de gemeente in de verbonden partij De gemeente heeft de beheersmaatschappij leningen verstrekt voor (oorspronkelijk) in totaal € 6.318.000. Hierin is opgenomen de in 2012 overgesloten lening ad € 4.038.000. Afhankelijk van de aflossingscapaciteit van de Beheersmaatschappij zal door de gemeente Dongen op deze lening jaarlijks € 100.000 worden kwijtgescholden. Als dekking is hiertoe bij het opstellen van de jaarrekening 2013 een voorziening getroffen van € 1,2 mln. Deze voorziening komt in plaats van de ingestelde bestemmingsreserve zwembad De Vennen. De rentekosten van deze lening worden verrekend met de cashflow-bijdrage. In de begroting 2015 is hiervoor een bedrag opgenomen ad € 161.545. De stand van de uitstaande leningen per 1 januari 2015 bedraagt € 5.136.000 De reguliere exploitatiebijdrage 2015 aan het zwembad bedraagt € 203.500. Eigen vermogen eind 2013 Vreemd vermogen eind 2013 Resultaat 2013
€ € €
- 842.000 5.407.000 203.000
Regio Hart van Brabant Openbaar belang In 2012 is de gemeenschappelijke regeling van het Regionaal Overlag Midden- Brabant (ROM) gewijzigd in een gemeenschappelijke regeling Regio Hart van Brabant. Vanuit het beginsel van autonomie van het lokaal bestuur een overlegstructuur in te stellen en in stand te houden, die dient om de samenwerking tussen deelnemende gemeenten vorm te geven. Tevens wordt hiermee meer ruimte geschapen om regionale opgaven te benoemen en op basis daarvan gezamenlijke projecten te definiëren, te initiëren en in uitvoering te brengen. In 2013 is de gemeenschappelijke regeling gewijzigd om de bestuurlijke betrokkenheid van de gemeenten en de democratische legitimatie van de regionale samenwerking tot uitdrukking te brengen. De samenwerking tussen overheid, bedrijfsleven en onderwijs werd binnen het thema is “De ideale connectie” door ontwikkeld en geïnstitutionaliseerd in Midpoint. De inhoudelijke focus van de regio Midden Brabant ligt op de drie speerpunten leisure (vrijetijdsbesteding), life- sciences (technische zorg-innovatieprojecten), logistics en aerospace-maintenance. Het jaar 2015 is voor gemeenten het jaar dat de decentralisaties een direct beslag leggen op de ambtelijke capaciteit. Coördinatie op decentralisatie van de jeugdzorg, de invoering van de participatiewet en de transitie van AWBZ naar WMO, ligt deels op regionaal niveau. In 2015, tijdens de operationalisering van de decentralisaties, zal de wens tot coördinatie en inhoudelijke uitwerking van de samenwerking naar verwachting verder groeien. Bestuurlijk belang van de gemeente in de verbonden partij Elke deelnemende gemeente wordt in het gemeenschappelijk orgaan vertegenwoordigd door één lid van het college van burgemeester en wethouders, dat is belast met de portefeuille regiozaken. Financieel belang van de gemeente in de verbonden partij De geraamde bijdrage 2015 van de gemeente Dongen is € 163.566. Dit is inclusief de bijdrage voor Midpoint ad € 76.077. Eigen vermogen eind 2013 Vreemd vermogen eind 2013 Resultaat 2013
€ 696.000 € 206.000 € 129.000
Gemeenschappelijke Regeling Belastingsamenwerking West- Brabant Openbaar belang De BWB verzorgt sinds 1 januari 2012 de uitvoering van belastingtaken voor het waterschap Brabantse Delta en de gemeenten: Alphen-Chaam, Bergen op Zoom, Breda, Etten-Leur, Halderberge, Oosterhout, Roosendaal en Woensdrecht.
- 103 -
Vanaf 1 januari 2014 verzorgt de BWB de heffing en invordering van gemeentelijke belastingen en de uitvoering van de Wet WOZ voor de gemeente Dongen. Belangrijkste uitgangspunten zijn kwaliteit, permanente kostenreductie en continuïteit. Bestuurlijk belang van de gemeente in de verbonden partij De gemeente neemt deel in de gemeenschappelijke regeling. Financieel belang van de gemeente in de verbonden partij De bijdrage 2015 van de gemeente Dongen is € 317.000. Er vindt jaarlijks afrekening plaats. De eindafrekening 2013 vindt plaats op basis van nacalculatie en bestemming van het resultaat. Deze bestemming vindt plaats op basis van een separaat bestuursbesluit. De BWB beschikt niet over reserves en voorzieningen. Eigen vermogen eind 2013 € 0 mln. Vreemd vermogen eind 2013 € 2,5 mln. Resultaat 2013 € 1,0 mln. Omgevingsdienst Midden- en West- Brabant Openbaar belang In 2009 zijn landelijke afspraken gemaakt over de vorming van een dertigtal Regionale Uitvoeringsdiensten (RUD’s). De Omgevingsdienst Midden- en West Brabant wordt gevormd door 26 gemeenten en de provincie Noord-Brabant. De Omgevingsdienst is op 1 januari 2013 operationeel. De Omgevingsdienst is opgericht om een verdere verbetering tot stand te brengen in de dienstverlening bij de uitvoering van de vergunningverlening, toezicht- en handhavingstaken en in de kwaliteit en veiligheid van de werk- en leefomgeving. De bestuurlijk- juridische verankering is op basis van een Gemeenschappelijke Regeling, opgericht d.d. 12 december 2012, en individuele dienstverleningsovereenkomsten met de deelnemers. Bestuurlijk belang van de gemeente in de verbonden partij De gemeente neemt deel in de gemeenschappelijke regeling. Hierin is het College vertegenwoordigd in Algemeen Bestuur. Financieel belang van de gemeente in de verbonden partij De bijdrage 2015 van de gemeente Dongen in de Omgevingsdienst is € 205.000. Veiligheidsregio Midden- en West- Brabant Openbaar belang Met inachtneming van wettelijke bepalingen en met behoud van zelfstandigheid der gemeentelijke brandweerkorpsen, de onderlinge samenwerking van de deelnemende gemeenten bevorderen om een zo doelmatig mogelijke georganiseerde en gecoördineerde preventieve en repressieve brandbestrijding en hulpverlening bij ongevallen en rampen in het verzorgingsgebied te bewerkstelligen. Bestuurlijk belang van de gemeente in de verbonden partij De gemeente neemt deel in de gemeenschappelijke regeling. De besturen van de Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR), Gemeenschappelijke Meldkamer (GMK) en de brandweer zijn samengevoegd tot één bestuur binnen de Veiligheidsregio. Per 1-1-2010 is de regionale brandweer overgaan naar de Veiligheidsregio. De burgemeester is lid van het algemeen bestuur. Financieel belang van de gemeente in de verbonden partij De gemeentelijke algemene bijdrage 2015 aan de Veiligheidsregio bedraagt € 1.110.428. Eigen vermogen eind 2013 Vreemd vermogen eind 2013 Resultaat 2013
€ € €
21,4 mln. 44,4 mln. 4,2 mln.
- 104 -
Brabant Water N.V. Openbaar belang 1a. Uitoefening van een bedrijf op het gebied van de watervoorziening. 1b. Het verrichten van alle werkzaamheden die verband houden met de waterketen in de ruimste zin van het woord. 2. De vennootschap is bevoegd tot alle handelingen die met het onder 1 omschreven doel in overeenstemming zijn, daarmee in de ruimste zin verband houden of daaraan bevorderlijk kunnen zijn, daaronder begrepen het deelnemen in, het op andere wijze belang nemen in, het overnemen van, het samenwerken met en het beheer voeren over andere ondernemingen met een soortgelijk of aanverwant doel of welke dienstbaar kunnen zijn aan het doel van de vennootschap en voorts het financieren van en het op enigerlei wijze stellen van zekerheid of het zich verbinden voor verplichtingen van derden met een soortgelijk doel of het zich verbinden voor verplichtingen van derden met een soortgelijk doel of aanverwant doel of welke dienstbaar kunnen zijn aan het doel van de vennootschap. Bestuurlijk belang van de gemeente in de verbonden partij De gemeente is aandeelhouder. Financieel belang van de gemeente in de verbonden partij De gemeente is in het bezit voor € 111.000 aan aandelen (36.071 stuks). Er wordt geen dividenduitkering gedaan. Eigen vermogen eind 2013 € 476,3 mln. Vreemd vermogen eind 2013 € 384,5 mln. Resultaat 2013 € 38,6 mln. NV Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) Openbaar belang De BNG is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. Met gespecificeerde financiële dienstverlening draagt de BNG bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de inwoners. De strategie van de bank is gericht op het behouden van substantiële marktaandelen in het Nederlands maatschappelijk domein en het handhaven van een excellente kredietwaardigheid (AAA). Daarnaast streeft zij naar een redelijk rendement voor haar aandeelhouders. Bestuurlijk belang van de gemeente in de verbonden partij De bank is een structuurvennootschap. De Staat is houder van de helft van de aandelen, de andere helft is in handen van gemeenten, provincies en een waterschap. Dongen heeft 23.510 aandelen. De gemeente heeft als aandeelhouder invloed in de aandeelhoudersvergadering. Financieel belang van de gemeente in de verbonden partij In de eerste helft van 2014 komt de nettowinst van Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) uit op € 153 miljoen (2013: € 123 miljoen). De nettowinst na belastingen van BNG Bank over 2013 bedraagt EUR 283 miljoen (2012: EUR 332 miljoen). Met ingang van 2011 is het beoogde dividend uitkeringspercentage verlaagd van 50% naar 25%. Over 2013 is een dividend in 2014 uitbetaald van EUR 70,7 miljoen, een pay-out van 25 procent. Het dividend bedraagt EUR 1,26 per aandeel van EUR 2,50 (2012: EUR 1,49 per aandeel). De dividenduitkering 2013 bedraagt voor de gemeente Dongen afgerond € 30.000 (2012: € 35.000). Eigen vermogen eind 2013 Vreemd vermogen eind 2013 Nettowinst 2013
€ 3.430 mln. (2,6 % balanstotaal) € 127.753 mln. € 283 mln.
- 105 -
- 106 -
Paragraaf 7
Grondbeleid
Het grondbeleid is een beleidsterrein waar de gemeentelijke overheid stuurt en initiatief neemt om binnen de gemeentegrenzen aanwezige gronden voor bebouwing geschikt te maken. Tevens valt onder het grondbeleid het geschikt maken van binnen de gemeentegrenzen aanwezige gronden voor een specifiek gebruik. Met betrekking tot dit specifieke gebruik, niet zijnde bebouwing, kan gedacht worden aan gronden bestemd voor sportvelden, infrastructuur of een ecologische zone. Kort samengevat gaat het derhalve om het geschikt maken van gronden voor wonen, werken en recreëren. Grondbeleid is geen doel op zich, doch een middel om doelstellingen van het meer omvattende ruimtelijk beleid en het sectorale beleid voor wonen, werken en recreëren te bereiken. Hoe de gemeente Dongen het grondbeleid wil aanwenden om de doelstellingen van voornoemde aanverwante beleidsvelden te bereiken staat omschreven in de Nota Grondbeleid 2011-2016. Deze nota is een strategische nota welke het algemeen kader voor het grondbeleid en de gemeentelijke bouwgrondexploitatie in hoofdlijnen weergeeft. De Nota Grondbeleid 2011-2016 is op 7 juli 2011 door de raad van de gemeente Dongen vastgesteld. Nota Grondbeleid 2011-2016 Doelstelling van de Nota Grondbeleid 2011 - 2016 is het beschrijven hoe de gemeente Dongen het middel grondbeleid wil inzetten om de doelstellingen te bereiken van het ruimtelijk beleid dat wordt bepaald door de wensen vanuit het sectorale beleid voor wonen, werken en recreëren. Hiertoe zijn de volgende beleidsuitgangspunten bepaald: Het grondbeleid van de gemeente Dongen zal ook de komende jaren primair gericht blijven op een zoveel mogelijk actief beleid. Per situatie zal bezien worden of een meer faciliterende vorm van grondbeleid nodig is. Strategische aankopen uitvoeren op basis van een weging van de verwachte realiseringstermijn, het (vertragings)risico en de verwervingskosten. Primair trachten gronden op minnelijke wijze te verwerven. Indien nodig de Wet voorkeursrecht gemeenten toepassen. Onteigening toepassen indien noodzakelijk om realisatie van gewenste ontwikkelingen mogelijk te maken. Agrarische gronden geliberaliseerd verpachten op basis van marktconforme pachtprijzen. Indien mogelijk de percelen waar een reguliere pacht op rust pachtvrij maken. Al dan niet agrarische gronden verhuren op basis van marktconforme prijzen. Gezien de nauwe verbondenheid met verpachting is de marktconforme huurprijs gelijk aan de marktconforme pachtprijs. Indien mogelijk erfpachtgronden verkopen aan belanghebbenden. Jaarlijks per 1 januari marktconforme grondprijzen vaststellen. Indien geen volledig actief grondbeleid mogelijk is, een meer faciliterende vorm van grondbeleid voeren. Bij deze faciliterende beleidsvorm primair gebruik maken van de mogelijkheid om privaatrechtelijke overeenkomsten te sluiten. Indien via het privaatrechtelijk spoor het kostenverhaal niet verzekerd kan worden het publiekrechtelijk spoor volgen. Het college is bevoegd tot privaatrechtelijke rechtshandelingen en heeft het mandaat om reguliere grondaankopen te doen conform de begroting en anticiperende en strategische grondaankopen te doen tot een maximaal bedrag van € 2 miljoen per (begrotings)jaar. Jaarlijks exploitatieopzetten van in exploitatie zijnde complexen aanpassen c.q. herberekenen. Jaarlijkse voortgangsrapportage grondexploitatie ten behoeve van de gemeenteraad maken. Winsten en verliezen voortkomende uit de grondexploitatie komen ten bate c.q. ten laste van de algemene reserve grondexploitatie. Winst nemen uit grondexploitatiecomplexen conform de 'percentage of completion method'. De grondexploitatie is in totaliteit minimaal neutraal voor het weerstandsvermogen van de gemeente.
- 107 -
Winstneming In beginsel mogen winsten pas genomen worden op het moment dat ze daadwerkelijk zijn behaald. In afwijking van de strikte formulering van het goed koopmanschap mag echter een tussentijdse winstneming op een gerealiseerd deel van een complex plaatsvinden zodra daar een goed onderbouwde en actuele calculatie aan ten grondslag ligt. Deze calculatie moet een redelijke mate van nauwkeurigheid bevatten betreffende de reeds gemaakte en geraamde nog te maken kosten en hoe deze kunnen worden toegerekend aan het gerealiseerde en niet gerealiseerde deel van het complex. Bovendien mag er geen belangrijke onzekerheid bestaan ten aanzien van de nog te realiseren opbrengsten. De commissie BBV (Besluit Begroting & Verantwoording) stelt in haar notitie grondexploitatie (bijgesteld) van januari 2012 dat realisatie van winst moet worden uitgesteld tot daarover voldoende zekerheid bestaat. Dit betekent echter niet dat pas winst moet worden genomen bij het afsluiten van een grondexploitatiecomplex. Er zijn situaties denkbaar waarbij er reeds voldoende zekerheid is voor winst nemen. Volgens het realisatiebeginsel moet in die gevallen de winst ook worden genomen. De gemeente Dongen hanteert ten aanzien van de tussentijdse winstneming de ‘percentage of completion method’. Deze methode houdt in dat het voorgecalculeerde batig saldo per uitgeefbare vierkante meter wordt berekend en dat jaarlijks per uitgegeven vierkante meter grond deze winst wordt genomen ten bate van de algemene reserve grondexploitatie. Voorzieningen Wanneer verliezen worden verwacht, wordt hiervoor direct ten laste van het rekeningresultaat een voorziening gevormd. Voortgangsrapportage Jaarlijks wordt een voortgangsrapportage grondexploitatie (inclusief de meerjarenbegrotingen van de complexen) uitgebracht. Op basis van voortschrijdend inzicht wordt in de voortgangsrapportage een herberekening en aanpassing van de diverse exploitatieopzetten gepresenteerd. De voortgangsrapportage 2015, die in e het 3 kwartaal 2014 is opgesteld en vastgesteld, vormt de basis voor de opstelling van de meerjarenbegroting grondexploitatie 2015-2018. Uitvoering De uitvoering van het grondbeleid, i.c. het aankopen, beheren en verkopen van gronden, is op grond van artikel 160 lid 1 sub e van de Gemeentewet een taak van het college van burgemeester en wethouders. Op grond van artikel 169 lid 4 van de Gemeentewet blijft het college echter wel verantwoordelijk voor het inlichten van de raad indien laatstgenoemde daar om verzoekt of indien de uitoefening ingrijpende gevolgen kan hebben voor de gemeente. Indien de uitvoering ingrijpende gevolgen kan hebben voor de gemeente neemt het college geen besluit dan nadat de raad zijn wensen en bedenkingen ter zake ter kennis van het college heeft kunnen brengen. Grondexploitatie (beleid en beheer) De totale grondexploitatie van het voormalige grondbedrijf is per 1 januari 2004 samengevoegd met de algemene dienst van de gemeente Dongen. De totale grondexploitatie is integraal opgenomen in de exploitatiebegroting. Binnen de grondexploitatie (lasten en baten) is een onderverdeling gemaakt in: * exploitatie algemeen; * nog niet in exploitatie genomen gronden (complexen); * bouwgronden (complexen) in exploitatie (onderhanden werken).
- 108 -
Tabel – Grondexploitatie programma 4 Bedrag x € 1.000
Lasten
Baten Exploitatie
Verrekening
resultaat
boekwaarde
Saldo
Exploitatie algemeen 276
95
-181
Noorderlaan
236
0
-236
Waspikseweg
100
3
-97
376
1.586
1.210
Grondexploitatie algemeen
181
Nog niet in exploitatie genomen gronden 58
178 97
Onderhanden werk (bouwgrond in exploitatie) Sint Josephstraat
-1.210
0
481
749
268
-268
0
Beljaart
1.295
2.759
1.464
-1.464
0
Totaal
2.764
5.192
2.428
-2.884
456
Tichelrijt
Het resultaat grondexploitatie voor onttrekking en toevoeging aan de reserves bedraagt afgerond € 2,4 mln. Dit positief resultaat is als volgt opgebouwd: a. Nog niet in exploitatie genomen gronden b. Bouwgrond in exploitatie c. Exploitatie algemeen
€ 333.000 € 2.942.000 € 181.000
N V N
Ad a. Nog niet in exploitatie genomen gronden (NIEGG) Voor deze complexen zijn al wel werkzaamheden verricht, vaak in de vorm van verwerving van gronden, maar ze worden nog niet bouwrijp gemaakt en uitgegeven en er is nog geen exploitatieopzet vastgesteld. Naar verwachting zullen de volgende grondexploitatiecomplexen nog niet in exploitatie zijn genomen: Noorderlaan Dit complex is gevormd als toekomstige woningbouwlocatie en is als zodanig ook opgenomen in de Structuurvisie Dongen 2020. Een bestemmingsplan voor woningbouw dient nog te worden gemaakt. Deze locatie is circa 9,8 ha. groot. Daarnaast heeft de gemeente nog het recht van eerste koop op een perceel ter grootte van circa 0,7 ha. met opstallen. Dit complex heeft per 1 januari 2014 een boekwaarde van € 5.406.000. De boekwaarde is gevormd door de kosten die gemaakt zijn met de proactieve aankoop van gronden aan de Noorderlaan en een woning aan de Laagstraat. De woning is inmiddels weer doorverkocht. De gronden zijn momenteel nog in gebruik als boomgaard. Dit eigendom maakt woningbouw hier in de toekomst mogelijk. In het kader van de jaarrekening 2013 is de boekwaarde ultimo 2013 van de Noorderlaan getoetst aan de marktwaarde. Een externe gecertificeerde taxateur heeft hiertoe een taxatie uitgevoerd. Op basis van deze taxatie is de boekwaarde in 2013 afgewaardeerd met € 312.000. Hierdoor is de boekwaarde van de grond gelijk aan de huidige marktwaarde. Het grootste deel van de lasten betreft rentekosten. Omdat de boekwaarde momenteel niet verder mag stijgen zijn de kosten ten laste van het algemene exploitatieresultaat gebracht. De oplevering c.q. afsluiting van het complex is voorzien in 2026. Waspikseweg De gemeente heeft in 2007 en 2008 gronden met opstallen (kassen aan de Waspikseweg / garage aan de Havenkade) aangekocht. Dit complex is gevormd als toekomstige woningbouwlocatie en is als zodanig ook opgenomen in de Structuurvisie Dongen 2020. Een bestemmingsplan voor woningbouw dient nog worden gemaakt. Dit complex heeft per 1 januari 2014 een boekwaarde van € 2.319.000. Deze locatie is circa 4,5 ha. groot. De boekwaarde van de grond is gelijk aan de huidige marktwaarde.
- 109 -
Het grootste deel van de lasten betreft rentekosten. Omdat de boekwaarde niet verder mag stijgen zijn de kosten ten laste van het algemene exploitatieresultaat gebracht. De oplevering c.q. afsluiting van het complex is voorzien in 2024. Ad b. Onderhanden werk (bouwgrond in exploitatie) Bij het opstellen van een exploitatieberekening wordt in eerste instantie uitgegaan van het realiseren van een kostendekkende exploitatie. Winst is hierbij geen doel op zich. Wegens diverse invloeden als conjuncturele ontwikkelingen, marktwerking etc., kunnen er echter afwijkingen van de exploitatieberekening ontstaan, waardoor uiteindelijk een winst gerealiseerd of een verlies geleden wordt. Eventuele verliezen en winsten komen ten laste c.q. ten gunste van de totale grondexploitatie. Sint Josephstraat In de omgeving van de voormalige Sint Josephkerk en Sint Josephbegraafplaats heeft de gemeente gronden en opstallen (voormalig pastorie) in eigendom verworven. Op deze locatie is de centrumring gesloten door aanleg van de Jan Mertenslaan. Tevens wordt voorzien in de bouw van woningen langs de centrumring. Hiervoor is een bestemmingsplan (bestemmingsplan Centrum) vastgesteld. Deze locatie is circa 1,3 ha. groot. Hiervan is ca. 0,5 hectare uitgeefbaar. Dit complex heeft per 1 januari 2014 een boekwaarde van € 637.000. De boekwaarde van de grond is lager dan de huidige marktwaarde. In de meest recente exploitatieberekening wordt verwacht dat dit grondexploitatiecomplex een winst op zal leveren van circa € 361.000. De oplevering c.q. afsluiting van het complex is voorzien in 2016. Tichelrijt Het complex Tichelrijt betreft een bedrijventerrein in ontwikkeling. In de voortgangsrapportage 2015 zijn de afzonderlijke complexen Tichelrijt 2, Tichelrijt 3 en Tichelrijt Zuid tot een geheel samengevoegd, in lijn met de opzet van De Beljaart, waarbij ook een complex fasegewijs wordt uitgewerkt. Tevens zal voor het gehele bedrijventerrein Tichelrijt een beheersverordening worden voorbereid. Het bedrijventerrein vormt fysiek en economisch een geheel. De nog in voorraad zijnde uitgeefbare grond heeft een oppervlakte van circa 14,2 ha. Dit complex heeft per 1 januari 2014 een boekwaarde van € 5.914.000. In de meest recente exploitatieberekening wordt verwacht dat dit grondexploitatiecomplex een winst op zal leveren van circa € 6,0 mln. Deze winst wordt gerealiseerd indien het verloop van de toekomstige ontwikkelingen met betrekking tot het complex geschiedt conform de planning en de gronden in dit grondexploitatiecomplex volledig zijn uitgegeven. De oplevering c.q. afsluiting van het complex is voorzien in 2031. De Beljaart De Beljaart is het in ontwikkeling zijnde uitleggebied voor woningbouw van de gemeente Dongen. De gemeente is eigenaar van de meeste gronden binnen dit gebied. De verwerving van deze gronden maakt het grootste deel uit van de boekwaarde. Dit complex heeft per 1 januari 2014 een boekwaarde van € 14.523.000. Momenteel wordt gewerkt aan de realisatie van de laatste woningen in fase 2 en de realisatie van fase 2A. Daarnaast is fase 3 inmiddels bouwrijp gemaakt en worden voorbereidingen getroffen om ook deze fase tot ontwikkeling te brengen. Ten opzichte van de vorige voortgangsrapportage is in de voortgangsrapportage 2015 rekening gehouden met een latere realisatie van de verkoopopbrengsten van de gronden. De nog in voorraad zijnde uitgeefbare grond heeft een oppervlakte van circa 12 ha. De oplevering c.q. afsluiting van het complex is voorzien in 2023. In de meest recente exploitatieberekening wordt verwacht dat dit grondexploitatiecomplex een winst zal opleveren van € 6.000. De geraamde winst wordt gerealiseerd indien het verloop van de toekomstige ontwikkelingen met betrekking tot het complex geschiedt conform de planning en de gronden in dit grondexploitatiecomplex volledig zijn uitgegeven. In de raadsvergadering van 24 april 2014 is besloten om een voorziening "De Beljaart" te vormen waarmee de financiële risico's van de wko-problematiek worden afgedekt. De niet naar behoren functionerende wko vormt op dit moment nog een risico voor de afzetbaarheid van het totale woningbouwprogramma. De verwachting van het college is dat de afzet weer op gang zal komen en volgens de herziene planning kan worden gerealiseerd.
- 110 -
Ad c. Exploitatie algemeen Hieronder worden de algemene kosten van de grondexploitatie geboekt die niet op de complexen van de grondexploitatie kunnen worden verantwoord. Binnen de grondexploitatie algemeen worden ook de kosten ingebracht van gronden die niet binnen afzienbare tijd worden ingezet voor bebouwing. Deze gronden zijn opgenomen onder de materiële vaste activa. Deze gronden vormen een strategisch grondbezit en kunnen in de toekomst eventueel ingezet worden als ruilobjecten en dergelijke. Op grond van de Nota Grondbeleid 2011 - 2016 zullen de gronden voor zover mogelijk vrij van reguliere (langdurige) pacht worden gemaakt en vervolgens alleen nog kortdurend worden verhuurd en verpacht. Tevens wordt dit grondareaal zo veel als mogelijk verkleind om de rentekosten terug te dringen. Met ingang van 2013 is de boekwaarde van het complex Biezenplein ad € 206.785 opgenomen onder de materiële vaste activa. Dit is conform de BBV-voorschriften. De gronden worden namelijk niet binnen afzienbare tijd ingezet voor bebouwing. De kosten van het complex komen ten laste van de grondexploitatie algemeen en zullen worden gedekt uit de algemene reserve grondexploitatie. Om dezelfde reden is in 2012 de boekwaarde van de overig verspreid liggende gronden en de gronden van het complex Molendijk onder de materiële vaste activa opgenomen. Omdat er sprake is van een negatieve algemene reserve grondexploitatie komt het resultaat van de grondexploitatie algemeen ten laste van het algemene exploitatieresultaat. Financiële reserves ter dekking van risico’s Aan grondexploitaties zijn uiteraard bepaalde risico’s verbonden. Deze risico’s zijn in twee soorten te onderscheiden: Voorzienbare risico’s In een afzonderlijk raadsbesluit is in 2013 een voorziening ad € 1,8 mln. getroffen voor de financiële risico's met betrekking tot de wko problematiek in De Beljaart. De kosten van deze voorziening zijn ten laste van het rekeningresultaat 2013 gebracht en worden in 2014 onttrokken uit de algemene reserve. In 2014 is vanuit het grondexploitatiecomplex De Beljaart € 375.000 extra aan de voorziening toegevoegd. De uitgaven m.b.t. de wko-problematiek komen rechtstreeks van deze voorziening. De voorzienbare risico’s c.q. verliezen kunnen jaarlijks door actualisatie van de exploitatieopzetten worden berekend. De commissie BBV schrijft in haar notitie grondexploitatie voor dat bij een geprognosticeerd verlies op een grondexploitatie direct een afboeking plaatsvindt of een voorziening wordt getroffen ter grootte van dit volledige verlies. Op basis van de actualisatie van de grondexploitatie, voortgangsrapportage grondexploitatie 2015, zijn er geen grondexploitatiecomplexen die nog een geprognosticeerd verlies opleveren. Vanuit dat oogpunt is het nu derhalve niet nodig een extra voorziening te treffen. Onvoorzienbare of algemene risico’s Naast de voornoemde voorzienbare risico’s bestaan er onvoorzienbare risico’s welke samenhangen met algemene ontwikkelingen zoals conjunctuur, marktwerking etc. De stand van de algemene reserve grondexploitatie is thans ontoereikend en bedraagt per 1 januari 2015 naar verwachting negatief € 2,1 mln.. De op termijn verwachte positieve resultaten van de lopende grondexploitatiecomplexen zullen bij oplevering worden toegevoegd aan de algemene reserve grondexploitatie. Ter dekking van de onvoorzienbare risico’s wordt de algemene reserve van de gemeente Dongen in stand gehouden. Deze algemene reserve is een noodzakelijke buffer voor de onvoorziene risico’s van de gemeente.
- 111 -
- 112 -
Paragraaf 8
Sociaal domein en Transities
Transities Jeugdzorg, AWBZ en Participatiewet Vanaf januari 2015 krijgt de gemeente te maken met de nieuwe Jeugdwet, de herziene Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) en de Participatiewet. Ter uitvoering van deze wetten, worden de verordeningen voorbereid die in november (Jeugdwet en Wmo 2015) en december (Participatiewet) ter besluitvorming voorgelegd worden aan uw gemeenteraad. Zoals vastgelegd in de beleidsnota 'Het sociale domein in Dongen' voert de gemeente een sober, doelmatig en houdbaar beleid. De transities worden in 2015 en volgende jaren uitgevoerd binnen de daarvoor overkomende financiële middelen: het budget dat de gemeente vanuit het rijk ontvangt is leidend. De invoering van de transities gaat echter gepaard met grote financiële risico's. De gemeente ontvangt minder financiële middelen dan voorheen, terwijl er meer doelgroepen moeten worden bediend. De huidige financiële situatie van de gemeente is zorgelijk, zodat overeenkomstig de aan u voorgelegde Keuzenota keuzes zijn gemaakt voor en richting is gegeven aan het opstellen van de noodzakelijke verordeningen. In het kort gaat het om de volgende maatregelen. Wat betreft de afgeschafte regelingen Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg) en de Compensatieregeling Eigen Risico (CER) opteert het college voor een aanvulling van de collectieve basisverzekering. Via het aanvullend pakket kunnen veelvoorkomende meerkosten van burgers met een chronische ziekte en/of beperking gedekt worden bij de zorgverzekeraar. Over de inhoud van het aanvullend pakket onderhandelt de gemeente met de verzekeraar. Zowel directe kosten als het eigen risico kunnen worden opgenomen in de collectiviteit. Ten aanzien van de hulp in de huishouding wil het college voor de regievoering op een gestructureerd huishouden per 1 januari 2015 een maatwerkvoorziening treffen. Daarnaast wordt voorgesteld om vanaf 1 januari 2015 voor schoonmaakondersteuning te verwijzen naar de particuliere markt, waarbij voor burgers met een te laag inkomen een financiële tegemoetkoming vanuit de bijzondere bijstand wordt opgezet. Hiertoe dienen nadere beleidsregels te worden opgesteld. De hier gekozen vorm van hulp bij het huishouden past binnen de uitgangspunten van de Wmo 2015 en de gekozen richting in de transitie en transformatie AWBZ. Zo doet het recht aan het beleid om de zelfredzaamheid te bevorderen, om zoveel mogelijk te sturen op het inzetten van algemene voorzieningen en de aanspraak op maatwerkvoorzieningen te beperken tot de meest kwetsbare burgers. Tevens wordt op deze wijze invulling gegeven aan de huidige doelstelling, vastgesteld in het beleidsplan 3T, om voor individuele voorzieningen te onderzoeken of ze ook collectief of algemeen te organiseren zijn. Daarnaast blijft met de voorgestelde organisatievorm een financieel houdbare voorziening behouden voor de meest kwetsbare burgers. Gemeenten krijgen vanaf 2015 onder meer te maken met de uitbreiding van taken op grond van de nieuwe Wmo. In dit kader volgen ook kortingen op het budget. Door het heffen van een eigen bijdrage kan de gemeente de effecten van de kortingen deels beperken. Ook vanaf 2015 zal een eigen bijdrage worden gevraagd voor het gebruik van een algemene voorziening - niet zijnde cliëntondersteuning - en voor een maatwerkvoorziening in natura dan wel een persoonsgebonden budget. Voor algemene voorzieningen wordt voorgesteld om dit afhankelijk te maken van de soort algemene voorziening en deze keuze onder de bevoegdheid van het college te laten vallen. In het huidige stelsel bestaan er twee mogelijkheden wanneer is vastgesteld dat de inzet van voorzieningen of ondersteuning nodig is: zorg in natura (ZIN) en het persoonsgebonden budget (PGB). Ook in het nieuwe stelsel blijft deze keuzemogelijkheid voor een cliënt bestaan.
- 113 -
Zowel in de Jeugdwet als de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) is de verplichting opgenomen tot het aanbieden van een persoonsgebonden budget (PGB). Wel zijn in beide wetten aanvullende condities benoemd. Het PGB wordt onder gelijke condities voor jeugdhulp en voor maatschappelijke ondersteuning ingevoerd. Binnen het PGB wordt gewerkt met een gedifferentieerd tarief: geregistreerde zorgaanbieder (100%), zzp'er (75%) en informele zorg (50%). Bij beleidsregel wordt bepaald onder welke voorwaarden de persoon aan wie een persoonsgebonden budget wordt verstrekt, de mogelijkheid heeft om de jeugdhulp of diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen te betrekken van een persoon die behoort tot het sociale netwerk. Het college bereidt de invulling van de mantelzorgwaardering voor en zal een voorstel ter zake aan u voorleggen. In de Verordening Wmo wordt opgenomen dat het college zorg draagt voor de jaarlijkse blijk van waardering van mantelzorgers. Wat betreft de Participatiewet kan het volgende worden opgemerkt. Voor de doelgroepen die ingevolge de Participatiewet per 1-1-2015 onder de gemeentelijke verantwoordelijkheid vallen geldt dat de begeleiding en ondersteuning die wij inzetten (duurzame) participatie moeten opleveren voor de klant. We zetten in op het maximaliseren van de bijdrage van inwoners van Dongen aan de samenleving en aan de arbeidsmarkt. Iedereen levert naar vermogen een bijdrage. We stimuleren de kortste weg naar deelname aan de samenleving en arbeidsmarkt en gaan daarbij zoveel mogelijk uit van wederkerigheid. Een ander doel is schadelastbeperking voor de gemeente: uitstroom uit de uitkering, het beperken van de instroom, het toeleiden van klanten in de uitkering naar de arbeidsmarkt en het stijgen in loonwaarde. Het uitgangspunt van de gemeente is niet alleen dat rechtmatig moet worden gewerkt, maar ook dat zo efficiënt en effectief mogelijk wordt om gegaan met de beschikbare middelen en de doelmatigheid wordt gemaximaliseerd. De arbeidsmarktsamenwerking in de regio wordt vooralsnog niet te zwaar ingericht, er worden geen nieuwe instituties gebouwd, maar de gemeenten zoeken elkaar vooral op waar dat meerwaarde creëert. Dit sluit aan bij de uitgangspunten van het rijk ten aanzien van de samenwerking in het Werkbedrijf. De voorbereiding over het Werkbedrijf is (regionaal) in volle gang (in een ‘lichte variant’). In het ‘overgangsjaar’ 2015 zal nader bezien moeten worden of en zo ja hoe nadere samenwerking gewenst is. Omdat er door de korting op de budgetten weinig geld over blijft voor de ondersteuning (participatie) en reintegratieactiviteiten, moeten er slimme keuzes worden gemaakt. Daarbij worden criteria mee gewogen als inzet (motivatie) van de cliënt, de competenties en capaciteiten om door te groeien in loonwaarde, de vraag van de arbeidsmarkt en de vraag of de kosten voor het inzetten van een traject opwegen tegen de kosten van een uitkering. De gemeente houdt in dit licht bezien de lokale werkgeversdienstverlening in stand, maar werkt regionaal samen waar dat kan. De meerwaarde is dat vanuit deze lokale benadering korte lijnen en directe contacten zijn met werkgevers in de buurt. De werkgeversdienstverlening heeft nadrukkelijk als doel werkgevers waar mogelijk te ontzorgen. Wat betreft de nieuwe doelgroepen die op de gemeente afkomen (SW-ers en Wajongers) is de Diamantgroep een van de preferred partners. De gemeente wil de expertise van de Diamant-groep blijven inzetten voor de doelgroep met een lage loonwaarde. De prioritaire doelgroepen voor dit aanbod zijn 30-50% loonwaarde en 50-70%. In het sociaal akkoord (april 2013) zijn landelijke afspraken gemaakt over de vormgeving van beschut nieuw. Dongen zal aan de wettelijke eisen voldoen, maar wil (omdat de voorziening levenslang en duur lijkt te worden) voor de rest zoveel mogelijk flexibiliteit houden. Mensen die nu een tijdelijk dienstverband bij de Diamant-groep hebben vanuit de Wsw, doen we het voorstel om hun tijdelijke contracten om te zetten naar een structureel dienstverband. Deze afspraak geldt regio-breed (Gemeenschappelijke Regeling, GR).
- 114 -
In het sociaal akkoord (april 2013) zijn landelijke afspraken gemaakt over het aantal te realiseren garantiebanen ofwel baanafspraken. Dongen zal hieraan een bijdrage leveren, conform de nog nader uit te werken landelijke verplichtingen hieromtrent. Het onderwerp garantiebanen/baanafspraken wordt opgepakt in het regionale werkbedrijf. In het regionale werkbedrijf worden ook de inkoop van het instrument loonwaardebepaling opgepakt en het onderwerp regionale werkgeversdienstverlening. De gemeente wil de 'tegenprestatie' inzetten als doel om klanten iets terug te laten doen voor de maatschappij en om hun eigen waarde voor de maatschappij in te zien. Het middel 'tegenprestatie' is dan ook geen doel op zich. Tot slot wordt nog opgemerkt, dat de financiële risico’s gelet op de bedragen die aan de uitvoering van de drie transities verbonden zijn groot zijn. Middels goede monitoring gaat het college ervan uit, dat onverwachte omstandigheden daargelaten, u als raad in het gehele proces voortdurend op de hoogte wordt gehouden van de precieze stand van zaken. 8.1 Deelbegroting transitie Jeugdzorg Bij de samenstelling van de financiële begroting Jeugdzorg is het regionale Beleidskader Jeugdstelsel Hart van Brabant als uitgangspunt gehanteerd. Lokaal behouden gemeenten dat deel vanuit het sociaal deelfonds wat ze nodig achten om de lokale taken uit te voeren; het restant budget uitkering deelfonds wordt op voorhand gestort als bijdrage aan de regionale begroting. De risicoreservering is conform het Beleidskader 2% (lokaal/regionaal verdeeld op basis van omzet). Gaandeweg wordt strak gemonitord op hoe de realisatie verloopt. Indien gaandeweg blijkt dat het risico op de begroting > 2% bedraagt, wordt de verhoging van de risicoreserve bespreekbaar gemaakt. Er wordt afgerekend op basis van werkelijk gebruik en het risicofonds wordt gebruikt om nadelen die niet binnen de begroting voorzien zijn te verevenen. Sociaal Domein - Jeugdwet:
2015
INKOMSTEN: Op basis van informatie septembercirculaire 2014 Ouderbijdrage jeugdhulp CAK (0,681%) Subtotaal
4.698.651 31.998 4.730.649
UITGAVEN: Lokale jeugdhulptaken Formatie uitbreiding WIZ/MB taakstelling binnen 3t's lokale uitvoeringskosten, kosten risicoreservering, innovatie, toegang Lokale jeugdzorg (Zorg In Natura) Lokale jeugdzorg (PGB) Subtotaal
42.000 266.804 359.757 1.736.594 2.405.155
Bovenlokale jeugdhulptaken Lasten bovenlokale jeugdhulptaken Bovenlokale uitvoeringskosten Reservering bovenlokale risico's Bovenlokale innovatie Inkoop bovenlokale jeugdhulptaken Landelijke inkoop (VNG) Bureau Jeugdzorg incl. LWI Justitieel Jeugdzorgplus Jeugdzorg (Zorg In Natura) Subtotaal
43.840 43.840 111.946 120.262 491.174 135.653 1.378.779 2.325.494
Saldo Jeugdwet nieuw
0
- 115 -
8.2 Deelbegroting Wmo 2015 De gemeente ontvangt vanaf 2015 middelen voor de nieuwe Wmo 2015. Naast de huidige Wmo taken wordt de gemeente verantwoordelijk voor een aantal nieuwe zaken. De belangrijkste daarvan is het bieden van ondersteuning aan kwetsbare burgers. Tot en met 2014 werd dit gefinancierd uit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, functie 'begeleiding'. Het jaar 2015 is een overgangsjaar. Mensen met een indicatie voor AWBZ-begeleiding hebben gedurende de periode dat hun indicatie geldig is en tot uiterlijk 1 januari 2016 recht op continuering van de huidige zorg. Een groot deel van het beschikbare budget is gereserveerd voor deze continuïteitszorg. Daarnaast is in de begroting rekening gehouden met de instroom van nieuwe cliënten. Nieuwe taken zijn verder het waarderen van mantelzorgers, het versterken van de ondersteuning van mantelzorgers, de financiële maatwerkvoorziening (ter vervanging van de WTCG en CER) en cliëntondersteuning. Deze cliëntondersteuning laten we verzorgen door MEE Brabant-Noord. De gemeente heeft opdracht om te zorgen voor een goed (algemeen) voorzieningenaanbod dat toegankelijk is voor alle burgers, ook zij die daarbij wat meer ondersteuning nodig hebben. Daarmee kan worden voorkomen dat burgers aangewezen raken op zwaardere vormen van ondersteuning zoals een maatwerkvoorziening. Voor de uitvoering is rekening gehouden met de kosten van de sociale teams waarmee Dongen per 2015 werkt en met de kosten van de eigen organisatie. Zo zullen in 2015 alle mensen die gebruik maken van continuïteitszorg gesproken moeten worden. Als dat nodig blijkt zal aan hen vanaf 2016 - of eerder, wanneer hun indicatie afloopt gedurende het jaar 2015 - een passende maatwerkvoorziening verstrekt worden. Deze begroting is gebaseerd op een aantal aannames. Of deze realistisch zijn, wordt gedurende 2015 duidelijk.. Om binnen de begrote uitgaven te blijven is rekening behouden met een budget voor onvoorziene uitgaven. Sociaal Domein - WMO nieuw
2015
INKOMSTEN: Op basis van informatie meicirculaire 2014 Verlaging uitkering o.b.v. septembercirculaire Totaal rijksvergoeding
3.036.241 - 20.571 3.015.670
UITGAVEN: Formatie uitbreiding WIZ/MB taakstelling binnen 3t's Financiële maatwerkvoorziening Cliëntondersteuning: subsidie MEE Brabant Noord Loket vroeghulp: subsidie MEE Brabant Noord Waardering en ondersteuning mantelzorgers Maatwerkvoorziening cliënten overgangsrecht Zorg in Natura Maatwerkvoorziening cliënten overgangsrecht Persoons Gebonden budget Nieuwe cliënten maatwerkvoorziening Zorg in Natura Nieuwe cliënten maatwerkvoorziening Persoons Gebonden budget Versterking algemene voorzieningen / inloopvoorziening GGz Voortzetten regeling activering kwetsbare burgers Sociaal Team Uitvoeringskosten Onvoorzien Ontvangen eigen bijdragen
42.000 169.948 275.300 2.525 55.075 1.300.000 300.000 200.000 50.000 200.000 56.000 120.000 100.000 242.822 - 98.000 3.015.670 0
Saldo WMO nieuw
- 116 -
8.3 Deelbegroting Participatiewet Vanaf 1 januari 2015 ontvangen we minder budget vanuit het rijk, maar moeten we meer doelgroepen bedienen. Naast uitkeringsgerechtigden op basis van de WWB (en IOAW/IOAZ) vallen Wajongers en SW-ers vanaf dan ook onder verantwoordelijkheid van de gemeente. Dat betekent naast extra uitkeringsuitgaven, ook extra uitgaven aan diverse re-integratiemiddelen. Voorbeelden hiervan zijn re-integratietrajecten na ziekte maar ook naar werk, hulpmiddelen voor mensen met een beperking en no-riskpolissen. Het Participatiebudget is opgebouwd uit twee onderdelen: een SW-uitkering, die wordt doorgezet aan het SW-bedrijf (Diamant-groep) en budget voor re-integratiemiddelen (voor zowel de klassieke als nieuwe doelgroepen). In het kader van dit budget hebben we enkele verplichtingen, zoals cao-verplichtingen van medewerkers die onder onze verantwoordelijkheid blijven vallen, maar ook nieuwe verplichtingen, zoals studiekosten en re-integratieverplichtingen voor Wajongers. Daarnaast doen we uitgaven die schadelastbeperking tot gevolg hebben, zoals de kosten voor begeleiding aan uitkeringsgerechtigden en werkgeversdienstverlening door Dongen Werkt! en een alternatief voor beschut werk. Naast het Participatiebudget ontvangen wij uitkeringsbudget en budget voor loonkostensubsidie van het rijk. Dit zit niet in het Participatiebudget maar in het inkomensdeel (i-deel). De re-integratietrajecten die wij afnemen van Cardan worden eveneens verrekend met het i-deel. Sociaal Domein - Participatie nieuw
2015
Inkomsten Op basis van informatie meicirculaire 2014 Verlaging uitkering o.b.v. septembercirculaire Totaal rijksvergoeding
2.359.381 - 65.047 2.294.334
Uitgaven: Formatie uitbreiding WIZ/MB taakstelling binnen 3t's Diamant-groep WSW-oud Lopende cao-verplichtingen Overig (o.a. arbeidsmatige dagbesteding, re-integratieverplichtingen en studiekosten Wajong, noriskpolis) Baanafspraken/alternatief beschut werk Dongen Werkt! begeleiding klanten Dongen Werkt! werkgeversdienstverlening Dongen Werkt! trajecten Onvoorzien
42.000 2.014.817 97.000 22.517 30.000 44.000 22.000 22.000 0 2.294.334 0
Saldo Participatiewet
- 117 -
- 118 -
2.3
Vaststellingsbesluit
De gemeenteraad van Dongen;
Gelet op het Besluit Begroting en Verantwoording; Gelezen de concept programmabegroting 2015; besluit: 1. de programmabegroting 2015 en daarmee het programmaplan, het overzicht van algemene dekkingsmiddelen en de paragrafen vast te stellen; 2. het bedrag voor onvoorziene uitgaven voor de begroting 2015 vast te stellen op € 80.000; 3. de financiële begroting 2015 vast te stellen en daarmee: a. het overzicht van lasten en baten en de toelichting per programma; b. de uiteenzetting van de financiële positie van de gemeente Dongen, inclusief de toelichting daarop; c. de onderbouwing van de reserves en de voorzieningen voor de dienstjaren 2015 tot en met 2018; 4. de voor 2015 per programma opgenomen investeringskredieten beschikbaar te stellen; 5. in te stemmen met de in paragraaf 2 “lokale heffingen” voorgestelde tariefwijzigingen bij de gemeentelijke belastingen en heffingen; 6. de voorstellen tot wijziging van de verschillende belastingverordeningen met bijbehorende tarieventabellen, overeenkomstig de in deze begroting opgenomen tarieven, in te wachten; 7. het begrotingssaldo 2015 ten bedrage van € 3.000 toe te voegen aan de post onvoorzien incidenteel; 8. de begrotingssaldo’s over 2016, 2017 en 2018 vooralsnog te egaliseren via de algemene reserve.
Dongen, 13 november 2014. DE RAAD VOORNOEMD, , voorzitter,
, griffier
- 119 -
- 120 -
3.
De Financiële Begroting
In de financiële begroting zijn opgenomen: 1. Toelichting op overzicht lasten en baten 1.1 Recapitulatie lasten en baten per programma (meerjarig). 1.2 Recapitulatie van resultaatbestemming. 2. De stand en het verloop van de reserves. 3. De stand en het verloop van de voorzieningen. 4. Investeringsplan 2015 – 2018. 5. Kerngegevens van de gemeente Dongen
- 121 -
- 122 -
1.
Het overzicht van lasten en baten in de begroting
De BBV voorschriften bepalen dat sinds de begroting 2014 naast de gronden waarop de ramingen zijn gebaseerd, ook de motivering daarvan dient te worden opgenomen. De gronden en motivering treft u onderstaand aan. *
* * *
* * * *
* * *
* *
De taakstellende bezuinigingen op de bedrijfsvoering van onze eigen organisatie, die opgenomen zijn in de begroting, zullen naar verwachting gerealiseerd worden. De realisatie van taakstellingen wordt gemonitord in de bestuursrapportages. De berekening van de Algemene Uitkering is geraamd op basis van de septembercirculaire 2014. De uitgaven aan kapitaalgoederen onderhoud zijn gebaseerd op beleidskaders en beheersplannen per kapitaalgoed. De ramingen voor de begrotingsjaren 2015 – 2018 zijn gebaseerd op een gelijkblijvend prijspeil. Voor de jaren 2016 tot en met 2018 is uitgegaan van een constant loon- en prijsniveau met als basis het niveau zoals opgenomen in de begroting 2015. Uitgaande van constante lonen en prijzen zijn in de jaarschijven 2016, 2017 en 2018 verhogingen van inkomsten niet meegenomen. Bij de berekening van de kapitaallasten van de in het investeringsplan 2015–2018 opgenomen investeringen is rekening gehouden met een lineaire afschrijving en een rentepercentage van 4,00%. De ramingen die onderhevig zijn aan nominale ontwikkelingen (aantal inwoners, aantal woningen, aantal bijstandontvangers e.d.) worden in meerjarenramingen aangepast. De ramingen die aan rente-effecten onderhevig zijn (bespaarde rente, investeringen) worden verwerkt overeenkomstig de vaste gedragslijn. De gedragslijn is om voor de renteontwikkeling uit te gaan van de lange termijn rente, omdat aangenomen wordt dat de huidige lage rentestand geen structureel karakter heeft. Gelet hierop wordt de rekenrente niet aangepast. In plaats daarvan wordt rekening gehouden met incidentele ruimte die ontstaat doordat de werkelijke lange rente lager is dan de gehanteerde rekenrente. Op basis van bovenstaande blijft de rekenrente aan die van de afgelopen jaren: 4,00%. De verwerking van de gerealiseerde en voorgenomen investeringen geschiedt op basis van het vastgestelde beleidskader. De verwerking van reserves en voorzieningen geschiedt op basis van het vastgestelde beleidskader. De loonkosten worden geraamd op basis van de formatie 2014 (aangepast voor eventuele budgettair neutrale wijzigingen). In de berekeningen is rekening gehouden met de cao afspraken zoals deze in oktober 2014 bekend zijn. Voor de loonontwikkeling van de gesubsidieerde sector wordt, gezien de rijksbezuinigingen, de nullijn doorgetrokken. Zowel in de begroting als in de meerjarenraming zijn de aan arbeidskosten gerelateerde verplichtingen geraamd, zoals IZA- premies, wachtgeldpremies en vakantiegeld. Dat is in overeenstemming met de vereisten volgens de BBV- wetgeving.
- 123 -
Overzicht van incidentele baten en lasten per programma / thema V=voordeel N = nadeel v/n
Begroting 2015
Omschrijving
Programma 2 230 RAMPENBESTRIJDING N Opmaken rampenplan en kosten oefening
10 N
Programma 3 350 PARKEN EN PLANTSOENEN V Aankoop tractiemateriaal
11 N
Programma 3 320 MILIEUKWALITEIT N Overige leveringen en diensten V Bijdragen provincie (exploitatie)
61 N 61 V
Programma 4 420 VERKEERSBELEIDSPLAN N Overige leveringen en diensten
5N
Begroting 2016
Begroting 2017
Begroting 2018
Programma 5 520 SCHULDHULPVERLENING N Overige adviezen
25 N
RESERVE ALGEMENE RESERVE V Mutatie Algemene Reserve
100 V
152 N
121 N
357 V
49 V
152 N
121 N
357 V
Totaal
Toelichting op overzicht van incidentele lasten en baten per programma Programma 2 Het oefenbudget voor de gemeentelijke crisisorganisatie is in 2015 eenmalig opgehoogd met € 10.000. Programma 3 Voor 2015 is éénmalig het budget voor aankoop tractiemateriaal met € 11.000 verhoogd. Voor gebiedsgericht grondwater is een eenmalig budget beschikbaar van € 64.000. Hiervoor wordt een subsidie ontvangen van € 61.000. Programma 4 Voor de uitvoering van het geactualiseerde verkeersbeleidsplan was met ingang van 2014 voor 2 jaar een budget opgevoerd van € 15.000 per jaar, hierop is voor 2015 € 10.000 bezuinigd. Programma 5 De advieskosten schuldhulpverlening zijn in 2015 éénmalig € 25.000 hoger dan in de jaren 2016-2018 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien (inclusief kostenplaatsen) Vanuit de begroting 2014 resteert nog een post van € 100.000 vanwege kasschuiven. De batige saldi over 2016 en 2017 zijn toegevoegd aan de algemene reserve, en begrotingstechnisch is het nadelige saldo van 2018 onttrokken aan de reserve.
- 124 -
1.1. RECAPITULATIE LASTEN EN BATEN PER PROGRAMMA (MEERJARIG)* PROGRAMMA
Programma 1
Programma 2
Programma 3
Programma 4
Programma 5
Programma 6
Programma 7
Programma 8
Lasten
rekening
begroting
begroting
begroting
begroting begroting
2013
2014
2015
2016
2017
2018
4.924 N
4.644 N
4.549 N
4.515 N
4.539 N
4.542 N
Baten
583 V
542 V
556 V
566 V
566 V
566 V
Saldo
4.341 N
4.102 N
3.993 N
3.949 N
3.973 N
3.976 N
Lasten
1.680 N
1.873 N
1.968 N
1.982 N
1.982 N
1.982 N
Baten
34 V
22 V
22 V
22 V
22 V
22 V
Saldo
1.646 N
1.851 N
1.946 N
1.960 N
1.960 N
1.960 N
Lasten
9.666 N
10.236 N
10.560 N
10.697 N
10.625 N
10.930 N
Baten
5.221 V
5.286 V
5.138 V
5.202 V
5.227 V
5.227 V
Saldo
4.445 N
4.950 N
5.422 N
5.495 N
5.398 N
5.703 N
Lasten
12.566 N
3.875 N
6.721 N
7.722 N
6.701 N
6.435 N
Baten
7.410 V
2.745 V
5.295 V
6.640 V
5.113 V
4.779 V
Saldo
5.156 N
1.130 N
1.426 N
1.082 N
1.588 N
1.656 N
Lasten
8.174 N
9.245 N
9.302 N
9.190 N
9.126 N
9.026 N
Baten
6.183 V
6.545 V
3.861 V
3.861 V
3.861 V
3.861 V
Saldo
1.991 N
2.700 N
5.441 N
5.329 N
5.265 N
5.165 N
Lasten
6.096 N
6.314 N
12.883 N
12.652 N
12.651 N
12.649 N
Baten
3.397 V
3.688 V
2.981 V
2.751 V
2.751 V
2.751 V
Saldo
2.699 N
2.626 N
9.902 N
9.901 N
9.900 N
9.898 N
Lasten
2.564 N
2.520 N
2.378 N
2.313 N
2.402 N
2.375 N
Baten
196 V
189 V
189 V
189 V
189 V
189 V
Saldo
2.368 N
2.331 N
2.189 N
2.124 N
2.213 N
2.186 N
Lasten
5.099 N
3.472 N
3.753 N
3.439 N
3.713 N
3.605 N
Baten
889 V
788 V
789 V
788 V
778 V
778 V
Saldo
4.210 N
2.684 N
2.964 N
2.651 N
2.935 N
2.827 N
Algemene
Lasten
3.497 N
1.268 N
578 N
532 N
450 N
431 N
dekkingsmiddelen
Baten
23.363 V
23.955 V
32.812 V
33.152 V
33.215 V
33.105 V
Saldo
19.866 V
22.687 V
32.234 V
32.620 V
32.765 V
32.674 V
Totaal lasten
54.266 N
43.447 N
52.692 N
53.042 N
52.189 N
51.975 N
Totaal baten
47.276 V
43.760 V
51.643 V
53.171 V
51.722 V
51.278 V
6.990 N
313 V
1.049 N
129 V
467 N
697 N
0-
4N
0-
2N
2N
4N
Bijdrage reserves ***
2.553 V
339 N
1.049 V
127 N
469 V
701 V
Resultaat
4.437 N
30 N
0-
0-
0-
0-
Saldo voor bestemming * Afronding**
*
Saldo van de begroting exclusief de inzet van de reserves (N = NADEEL, V = VOORDEEL)
**
Afwijking resultaat wordt veroorzaakt door afrondingsverschil als gevolg van de weergave in duizendtallen
***
Saldo van de toevoegingen en onttrekkingen van de reserves (specificatie zie volgende bladzijde)
- 125 -
1.2 Recapitulatie van de toevoegingen en onttrekkingen van de reserves PROGRAMMA
Programma 1
rekening
begroting
begroting
begroting
begroting
begroting
2013
2014
2015
2016
2017
2018
120 N
0
0
0
0
0
Toevoeging Onttrekking
0
0
0
0
0
0
120 N
0
0
0
0
0
Toevoeging
0
0
0
0
0
0
Onttrekking
0
0
0
0
0
0
Saldo
0
0
0
0
0
0
733 N
326 N
102 N
29 N
261 N
244 N
Onttrekking
255 V
2.773 V
420 V
372 V
364 V
583 V
Saldo
478 N
2.447 V
318 V
343 V
103 V
339 V
Toevoeging
696 N
621 N
100 N
490 N
100 N
100 N
Onttrekking
2.168 V
118 V
109 V
87 V
211 V
49 V
Saldo
1.472 V
503 N
9V
403 N
111 V
51 N
Toevoeging
0
64 N
0
0
0
0
Onttrekking
0
0
0
0
0
0
Saldo
0
64 N
0
0
0
0
Toevoeging
0
0
0
0
0
0
Onttrekking
0
0
0
0
0
0
Saldo
0
0
0
0
0
0
Toevoeging
0
0
0
0
0
0
Onttrekking
0
0
0
0
0
0
Saldo
0
0
0
0
0
0
887 N
1.100 N
100 N
100 N
100 N
100 N
Onttrekking
275 V
93 V
438 V
142 V
434 V
112 V
Saldo
612 N
1.007 N
338 V
42 V
334 V
12 V
Toevoeging
70 N
1.700 N
0
152 N
122 N
0
Onttrekking
2.361 V
488 V
384 V
43 V
43 V
401 V
308 V
1.212 N
384 V
109 N
79 N
401 V
2.553 V
339 N
1.049 V
127 N
469 V
701 V
Saldo Programma 2
Programma 3
Programma 4
Programma 5
Programma 6
Programma 7
Programma 8
Alg. dekkingsmiddelen
Toevoeging
Toevoeging
Saldo Saldo resultaatbestemming
Resultaatbestemming: N = Nadeel = toevoeging aan de reserve V = Voordeel = onttrekking uit reserve
- 126 -
2.
De stand en verloop van de reserves.
Tabel – Specificatie reserves
Eigen vermogen
Saldo
Toevoe-
Onttrek-
Saldo
Toevoe-
Onttrek-
1 januari
ging
king
31 dec.
ging
king
2015
2015
2015
2015
2016
2016
100
6.959
152
-2.132
340
4.827
492
Algemene reserves 1 Algemene reserve 2 Algemene reserve grondexploitatie Totaal algemene reserves
7.059 -2.132 4.927
0
100
0
Bestemmingsreserves Programma 3: Wonen 3 Bovenwijkse voorzieningen 4 Sociale woningbouw
143
143
286
70
216
70
5 Vrijval lening HNG
1.193
199
994
199
6 Riolering
2.165
7 Reiniging
740
102
2.267 151
589
109
673
29 103
Programma 4: Economie 8 Gebouwenbeheer 9 Monumenten
682
100
5
5
22
22
51
51
150
87
100
142
Programma 5: Werk en Inkomen 10 Solidariteitsfonds Programma 6: Mens en Maatschappij 11 Herinrichting Sociaal Domein Programma 8: Vrijetijdsbesteding 12 Sportaccommodaties 13 Sociaal Culturele accommodaties
927
100
438
1.923
589 1.923
Algemene dekkingsmiddelen 14 ICT/automatisering
420
15 Programma Andere Overheid
695
695
0
0
16 Egalisatie OZB Totaal bestemmingsreserves Totaal eigen vermogen
284
136
43
9.252
302
1.251
8.303
279
644
14.179
302
1.351
13.130
771
644
- 127 -
vervolg stand en verloop van de reserves. Tabel – Specificatie reserves
Eigen vermogen
Saldo 31
Toevoe-
Onttrek-
Saldo 31
Toevoe-
Onttrek-
Saldo 31
dec.
ging
king
dec.
ging
king
dec.
2016
2017
2017
2017
2018
2018
2018
7.111
122
357
6.876
Algemene reserves 1 Algemene reserve 2 Algemene reserve grondexploitatie Totaal algemene reserves
7.233
-1.792 5.319
-1.792 122
0
5.441
-1.792 0
357
5.084
Overige bestemmingsreserves Programma 3: Wonen 3 Bovenwijkse voorzieningen
143
143
143
4 Sociale woningbouw
146
70
76
70
6
5 Vrijval lening HNG
795
199
596
199
397
6 Riolering
2.296
94
2.202
314
1.888
7 Reiniging
486
261
736
100
747
244
625
100
991
Programma 4: Economie 8 Gebouwenbeheer 9 Monumenten
211
49
676
5
5
5
22
22
22
51
51
51
Programma 5: Werk en Inkomen 10 Solidariteitsfonds Programma 6: Mens en Maatschappij 11 Herinrichting Sociaal Domein Programma 8: Vrijetijdsbesteding 12 Sportaccommodaties 13 Multi Functionele accommodatie
547
100
434
1.923
112
201
1.923
213
100
1.923
0
50
43
7
Algemene dekkingsmiddelen 14 ICT/automatisering 15 Programma Andere Overheid 16 Egalisatie OZB Totaal bestemmingsreserves Totaal eigen vermogen
93
43
695
695
695
0
0
0
7.938
461
1.051
7.348
444
2.710
5.082
13.257
583
1.051
12.789
444
3.067
10.166
- 128 -
Hieronder worden de aard en reden van elke reserve toegelicht. Het nummer voor de reserve verwijst naar de nummering van de specificatie van de reserves. Algemene reserves 1. Algemene reserve De primaire functie van de algemene reserve is het opvangen van risico’s binnen de gemeente ter dekking van niet begrote kosten en het opvangen van financiële tegenvallers. Het betreft dus ongedekte risico's waarvoor geen verzekering is afgesloten. De afgelopen jaren is onze gemeente genoodzaakt geweest om een aantal reserves en voorzieningen te treffen ten koste van de algemene reserve. Denk hierbij aan de FPU regeling, de wet APPA, de vorming van de reserve voor de Multifunctionele Accommodatie en de vorming van de voorziening zwembad De Vennen. Met de algemene reserve grondexploitatie vormt de algemene reserve het weerstandsvermogen van de gemeente Dongen. Het weerstandsvermogen wordt nader toegelicht in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing. 2. Algemene reserve grondexploitatie De algemene reserve grondexploitatie strekt ter dekking van de onvoorzienbare risico’s, welke samenhangen met conjuncturele ontwikkelingen, marktwerking, e.d. De algemene reserve grondexploitatie is onderdeel van het weerstandsvermogen van de gemeente Dongen. In de door de raad vastgestelde nota Grondbeleid 2011-2016 is als beleidspunt opgenomen dat winsten en verliezen voortkomende uit de grondexploitatie ten bate c.q. ten laste van de algemene reserve grondexploitatie worden gebracht. De stand van de algemene reserve grondexploitatie is thans ontoereikend en bedraagt per 1 januari 2015 naar verwachting negatief € 2,1 mln. In 2016 is een storting voorzien als gevolg van het afsluiten van het complex St. Josephstraat. De op termijn verwachte positieve resultaten van de lopende grondexploitatiecomplexen zullen bij oplevering worden toegevoegd aan de algemene reserve grondexploitatie. Bestemmingsreserves 3 Bovenwijkse voorzieningen De reserve is bedoeld voor (mede)financiering van grote gemeentebrede (bovenwijkse) investeringsprojecten. In de door de raad geactualiseerde exploitatie begroting De Beljaart is opgenomen dat er vanuit de grondverkopen geen storting plaatsvindt aan de reserve. Derhalve vindt er vanaf 2009 geen toevoeging plaats ten gunste van deze reserve. 4. Sociale woningbouw Het doel van reserve, ingesteld in 1996, is het realiseren van sociale woningbouw. Bij raadsbesluit d.d. 4 februari 1999 zijn beleidsregels vastgesteld met betrekking tot de aanwendingsmogelijkheden, waarmee de algemene doelstelling concreter is gemaakt. Deze beleidsregels zijn met de vaststelling op 20 december 2007 van de Verordening opstappremies voor starters op de Dongense Woningmarkt bijgesteld. Uit de reserve kunnen nu bijdragen worden verstrekt aan bewoners (opstappremies voor starters van koopwoningen), aan gemeentelijke projecten en begeleidingskosten voor herziening van beleidsdocumenten, zoals de Dongense Woonvisie en prestatieafspraken met corporaties. Nadere richtlijnen voor wat betreft de besteding zijn opgenomen in de Dongense Woonvisie, welke op 26 mei 2011 door de gemeenteraad is vastgesteld. De onttrekking is gebaseerd op de rentelast van de vóór 1 januari 2015 verstrekte leningen. Er is nog geen rekening gehouden met mogelijke toekomstige terugbetalingen c.q. terugstortingen.
- 129 -
5. Vrijval lening HNG Deze reserve is in 2009 gevormd uit de algemene reserve in verband met de winstuitkering (eenmalige bate) van het voormalige HNG. Hieruit wordt jaarlijks € 199.000 onttrokken ten behoeve van de jaarlijkse dekking van het vervallen dividend gedurende een periode van 12 jaar. 6. Riolering Deze reserve dient voor het opvangen van schommelingen, tekorten c.q. overschotten binnen de exploitatie van de riolering (egalisatiereserve). De omvang van de reserve wordt in meerjarenperspectief beoordeeld in samenhang met de voorgenomen investeringen uit het Gemeentelijk Rioleringsplan. 7. Reiniging Deze reserve dient voor het egaliseren van de exploitatie van de afvalvinzameling. Het doel is om door de inzet van deze reserve een gelijkmatige ontwikkeling van de reinigingstarieven te realiseren. 8. Gebouwenbeheer Het doel van deze reserve is de gelijkmatige verdeling van de lasten van de verschillende projecten inzake het (groot) onderhoud aan de gemeentelijke gebouwen. Voor de bepaling van de noodzakelijke omvang en toevoegingen wordt een meerjarig onderhoudsplan opgesteld. Op basis van het huidige meerjarig onderhoudsplan is de omvang van de reserve toereikend voor de onderhoudslasten van de komende jaren. 9. Monumenten Het doel van deze reserve is een bijdrage uit te keren aan de eigenaar van een gemeentelijk monument ten behoeve van onderhoud en restauratie. Dit vloeit voort uit de monumentenverordening van de gemeente Dongen 1997 en de verordening subsidiëring gemeentelijke monumenten 1998. Voorts kan de reserve worden aangewend voor Open Monumentendag. 10. Solidariteitsfonds Het doel van deze reserve is om mensen die in financiële nood bevinden en die met andere regelingen niet te helpen zijn een financiële tegemoetkoming te geven. Van toepassing is de verordening Solidariteitsfonds. De afgelopen jaren hebben er geen mutaties in de reserve plaatsgevonden. 11. Herinrichting Sociaal Domein Dit betreft het saldo over 2014 van de gelden vanuit de rijksbijdrage bijstand (zgn. buig-gelden). Tevens is in 2014 toegevoegd het saldo van de reserve Voorbereiding Wet Werken naar Vermogen ad € 24.000. Deze reserve wordt ingezet voor eventuele onvoorziene uitgaven in het kader van de (her)inrichting van het sociale domein in Dongen. 12. Sportaccommodaties Het doel van deze reserve is de gelijkmatige verdeling van de lasten van de verschillende projecten inzake het (groot) onderhoud aan de gemeentelijke sportaccommodaties. Voor de bepaling van de noodzakelijke omvang en toevoegingen is een meerjarig onderhoudsplan opgesteld. 13. Multi Functionele Accommodatie Het doel van deze reserve is om bij de financiering van de multifunctionele accommodatie deze reserve ter dekking in te brengen. Deze reserve is destijds gevormd uit de algemene reserve. 14. ICT/Automatisering Bij de vaststelling van de programmabegroting 2004 is besloten een aantal reserves over te hevelen naar de reserve ICT/Automatisering, ter dekking van toekomstige uitgaven (zoals aanschaf hardware en software) binnen de exploitatie van automatisering.
- 130 -
15. Programma Andere Overheid (PAO) Deze reserve is gevormd ten behoeve van de dekking van de kosten van het investeringsproject Programma Andere Overheid (PAO). Het Programma Andere Overheid omvat een groot aantal verplichtingen voor de gemeentelijke overheid op het gebied van elektronische dienstverlening, vermindering administratieve lastendruk en basisregistraties. In het kader van het Programma Andere Overheid is een realisatieplan door uw raad geaccordeerd. Het realisatieplan is een belangrijk kader waarbinnen uitvoering wordt gegeven aan een aantal wettelijk verplichte taken en om verder gestalte te kunnen geven aan de organisatie ontwikkeling. 16. Egalisatie OZB In het verleden is afgesproken om eventuele meer of minderopbrengsten in de tariefberekening OZB van het daarop volgende dienstjaar mee te nemen. Medio 2011 is hiertoe een reserve egalisatie OZB gevormd. Bij de tariefberekening van 2014 is het saldo van de reserve ad € 46.000 ingezet. Bij de jaarrekening 2014 zal opnieuw beoordeeld worden in hoeverre een meer- of minderopbrengst wordt gerealiseerd.
- 131 -
- 132 -
3.
De stand en het verloop van de voorzieningen 1. FPU
2. Individueel loopbaanbudget
3. De Beljaart
4. Pensioenen Politieke Ambtsdragers
Saldo 1 januari 2015 Toevoeging 2015 Onttrekking 2015
8
62
1.624
3.657
62
1.624
1.963 133 201
Saldo 31 december 2015
8
0
0
1.895
1.895
Toevoeging 2016 Onttrekking 2016
0 0
0 0
0 0
133 201
Saldo 31 december 2016
8
0
0
1.827
Toevoeging 2017 Onttrekking 2017
0 0
0 0
0 0
133 201
Saldo 31 december 2017
8
0
0
1.759
Toevoeging 2018 Onttrekking 2018
0 0
0 0
0 0
133 201
Saldo 31 december 2018
8
0
0
1.691
Totaal voorzieningen
1.827
1.759
1.691
Toelichting Hieronder wordt de aard en reden van elke voorziening toegelicht. Het nummer voor de voorziening verwijst naar de nummering van de specificatie van de voorzieningen. 1. FPU- uitkeringen Ten behoeve van de verplichtingen in het kader van de gemeentelijke FPU- regeling, die in 2005 is ingesteld, is deze voorziening gevormd ten laste van de algemene reserve. Naar verwachting komt deze voorziening vanwege het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd van de laatste deelnemers vanaf 2015 te vervallen. Op basis van de huidige inzichten kan in 2015 een terug storting naar de algemene reserve worden gedaan. 2. Individueel loopbaanbudget In de CAO gemeenten 2011-2012 is afgesproken dat ambtenaren met ingang van 2013 recht krijgen op een Individueel Loopbaanbudget (ILB). Deze afspraak is gemaakt voor drie jaar. Het ILB is een instrument dat wordt ingezet om inzetbaarheid en mobiliteit te vergroten. In 2013 hebben 124 medewerkers aangegeven dat zij het ILB willen doorschuiven naar 2014. Hiervoor is een voorziening getroffen. Vanwege de beëindiging van de regeling wordt de voorziening in 2015 volledig ingezet. 3. Voorziening "De Beljaart" Op basis van het raadsbesluit van 24 april 2014 is een voorziening "De Beljaart" gevormd.. De voorziening is bestemd om de problematiek rondom de wko installatie van De Beljaart te bekostigen. 4. Pensioenen politieke ambtsdragers Ten behoeve van de verplichtingen in het kader van de wet APPA is deze voorziening in 2005 gevormd ten laste van de algemene reserve. De berekening van de hoogte van de voorziening is gebaseerd op actuariële berekeningen welke jaarlijks worden opgesteld.
- 133 -
- 134 -
4.
INVESTERINGSPLAN 2015- 2018
Deel 1: Investeringskredieten waarop wordt afgeschreven: Thema Omschrijving
Jaar
kpl.
2015 Hardware op basis van automatiseringsplan
59
2015 Software op basis van automatiseringsplan
200
ICT
Omschrijving
bedragen x € 1.000 Netto investering
2015 Glasvezelverbindingen Coolhof
kpl.
Beheer gemeentehuis
2016 Hardware op basis van automatiseringsplan
30
2016 Software op basis van automatiseringsplan
155
2017 Hardware op basis van automatiseringsplan
38
2017 Software op basis van automatiseringsplan
83
2018 Hardware op basis van automatiseringsplan
30
2018 Software op basis van automatiseringsplan
100
2015 Meubilair gemeentehuis 2015 Telefooncentrale (doorgeschoven uit 2014)
120.04 Begraven
70
2016 Aluminium glijbekisting (2x) op Centrale Begraafplaats
20 175 14
2016 Aluminium glijbekisting algemene begraafplaats
7
2016 Graflift Dongen
7
2017 Graflift 's Gravenmoer
7
2017 Graflift Dongen
7
2018 Minigraver (inclusief aanhangwagen)
45
120.05 Geografisch geg. beheer
2017 Wagen landmeters
18
450.01 Wegen, straten, pleinen
2015 Aanpak Centrum Deelgebied B2 Hoge Ham
75
2015 Aanpak Centrum deelgebied C1 Looiersplein, e.o.
505
2015 Straatwerk Kanaalstraat (Eikenstraat - Kanaaldijk Noord)
126
2015 Reconstructie fietspad Bolkensteeg (Gaarde - Klein Dongen)
123
2015 Vierbundersweg vervangen deklaag (rotonde de Slof - brug)
149
2015 Aanpassing belijning EHK (Essentiële Herkenb. Kenmerken)
171
2015 Vervangen geluid reducerende deklaag Fazantenweg
70
2015 Recreatief fiets-voetpad Berlagestraat/Goeijeloop
92
2015 Vervanging verkeersregelinstallatie Middellaan
41
2016 Aanpak Centrum deelgebied C2 Tramstr. / St. Josephstraat
402
2016 Reconstructie Min. Aalberselaan
242
2016 Kwaliteitsverbetering Eindsestraat (buiten beb. Kom)
171
2016 Herprofileren Vaartweg tussen Gaasjesweg / Ruiterbaan
114
2016 Verkeerregelinstallatie Kard. van Rossumstr. / Stoomberg
49
2017 aanpak Centrum deelgebied E "Aldi"-terrein
233
2017 aanpak Centrum deelgebied F Biezenpark
252
2017 Reconstructie fietspad Bolkensteeg (Kloosterpad - Gaarde)
130
2017 Reconstructie fietspad Procureurweg binnen bebouwde kom
79
2017 Herprofileren Mr Janssenweg
86
2017 Herprofileren Vaartweg tussen Ruiterbaan / Voldersweg 2017 Vervangen verkeersregelinstallatie Oude Baan/Wilh.straat 2018 Reconstructie Monnendijk 2018 Reconstructie Mr. Janssenweg 2018 Herprofileren Vaartweg tussen Voldersweg en Nieuweweg
- 135 -
382 41 138 87 220
Omschrijving
Netto investering
Thema Omschrijving
Jaar
450.01 Tractie wegen pleinen
2015 Iveco pick up en laadkraan (wb11)
57
2016 Actiewagen (brimos)
10
2016 dubbelassige zelfkiepende aanhanger + kraantje wb21
10
2016 Transportmiddel klussenteam (incl. aanhanger) (wb4)
50
2016 RAVO 560 (wb12)
450.03 Gladheidsbestrijding
44
2017 Dranghekkenwagen 2x
30
2016 Aanhangstrooier Stratos B35K-27 ( t.b.v. NH T5 )
51
2016 Opzetstrooier B20-24 VCL-490 (t.b.v. Iveco )
39
2016 Opzetstrooier B50-36 5 m3 ( t.b.v. containerwagen )
47
2016 Rijwielpadstrooier B15-18 ( t.b.v. NH3050 )
39
2016 Rijwielpadstrooier B08-15 ( t.b.v. NH3040 )
35
2016 Opslagtank voor natzoutstrooiers
27
2016 Sneeuwploeg Nido SNK 240-R tbv Vrachtwagen
10
2016 Sneeuwploeg Nido SNK 27 tbv Tractor NH T5
10
2016 Sneeuwploeg Nido SNK 150-R Tractor NH3050 2016 Sneeuwploeg Nido SNK 210 t.b.v. Iveco 2016 Sneeuwploeg Nido SNK 10780 Tractor NH3040 450.05 Openbaar groen
450.06 Openbare verlichting
200
2016 Toyota Dyna + zwerfvuilopbouw
9 10 9
2015 Transportmiddel Wijkploeg Biezen (wb 1)
48
2015 Transportmiddel Wijkploeg Oud Dongen (wb 2)
48
2015 Transportmiddel Wijkploeg West II (wb 3)
48
2015 Aandrukwals s gravenmoer
5
2015 Nimos kipwagen 's Gravenmoer wb25
5
2015 Veegmachine (wb69)
25
2015 Grasveegmachine (incl. verticuteerunit) (wb61)
20
2015 Drukvat 4000 ltr Dongen (wb 25)
13
2016 Ransomes rotary cirkelmaaier (WB 45)
9
2016 Motorcompressor (incl. elektrische scharen)
6
2016 Enkelassige aanhanger
5
2016 Motorkooimaaier/motorvatspuit/freesmachine
15
2016 Transportmiddel boomploeg (incl. aanhanger) (wb5)
50
2016 Wied eg
6
2016 Nimos kipwagen wb22
6
2016 Vertidrainmachine
20
2017 Snipperkar Dongen (wb23)
42
2015 Vervangen Openbare Verlichting
285
2016 Vervangen Openbare Verlichting
285
2017 Vervangen Openbare Verlichting
285
2018 Vervangen Openbare Verlichting
285
- 136 -
Omschrijving
Netto investering
Thema Omschrijving
Jaar
710.01 Onderwijshuisvesting
2016 (Ver)nieuwbouw St. Agnes
1.600
2018 (Ver)nieuwbouw investeringsvolume (Kern Dongen)
1.600
Deel 2: Investeringskredieten die budgettair neutraal verlopen in verband met tariefstellingen: bedragen x € 1.000 320.02
Milieustraat
2015 Huisvuilwagen 2015 Mini-containerbeladingsysteem
36
2016 Veegmachine Milieustraat SR 1450B
25
2016 Palletwagen
20
2016 KCA/Grofvuil voertuig
55
2017 Mini-containerbeladingsysteem
36
2017 Huisvuilwagen
450.08 Gem. Rioleringsplan
230
2017 Rollpacker
26
2018 Vorkheftruck Toyota Traigo
35
2015 Uitvoeren projecten gemalen
92
2015 Riolering aanpak Centrum deelgebied C1 Looiersplein 2015 Uitvoeren projecten. rioleringsplan
134 1.116
2015 Vervanging openbare verlichting (i.c.m. rioleringsprojecten)
41
2015 Vervanging straatwerk (i.c.m. rioleringsprojecten)
82
2015 Vervanging groenvoorziening (i.c.m. rioleringsprojecten)
16
2016 Uitvoeren projecten gemalen
119
2016 Aanpak Centrum deelgebied C2 Tramstraat
122.
2016 Uitvoeren projecten. rioleringsplan 2016 Vervanging openbare verlichting (i.c.m. rioleringsprojecten) 2016 Vervanging straatwerk (i.c.m. rioleringsprojecten)
1.161 68 185
2016 Vervanging groenvoorziening (i.c.m. rioleringsprojecten)
28
2017 Uitvoeren projecten gemalen
91
2017 Aanpak Centrum deelgebied E "Alditerrein"
117
2017 Aanpak Centrum deelgebied F Biezenpark
194
2017 Uitvoeren projecten. rioleringsplan 2017 Vervanging openbare verlichting (i.c.m. rioleringsprojecten) 2017 Vervanging straatwerk (i.c.m. rioleringsprojecten)
1.463 47 139
2017 Vervanging groenvoorziening (i.c.m. rioleringsprojecten)
16
2018 Uitvoeren projecten gemalen
78
2018 Aanpak centrum deelgebied G Looiershof 2018 Uitvoeren projecten. rioleringsplan 2018 Vervanging openbare verlichting (i.c.m. rioleringsprojecten)
450.08 Rioolbeheer onderhoud
290
143 2.028 59
2018 Vervanging straatwerk (i.c.m. rioleringsprojecten)
128
2017 Kolkenzuiger
265
- 137 -
- 138 -
5.
Kerngegevens van de gemeente Dongen
In deze bijlage treft u een verkorte weergave aan van een aantal kerngegevens voor de gemeente Dongen. Voor uitgebreide cijfers verwijzen wij u naar onze website via de link: http://dongen.incijfers.nl/ Bezoekers van deze gemeentelijke website vinden eenvoudig cijfers over onze gemeente. Bevolking, wonen, winkels, het is allemaal overzichtelijk gerangschikt in thema's. De informatie wordt gepresenteerd in zelf samen te stellen tabellen, grafieken en kaarten. De gegevens komen onder andere van het CBS, UWV, Locatus, ABF, NIVEL, NMT en diverse ministeries. Sociale of fysieke structuur Totaal aantal Inwoners Aantal inwoners < 20 jaar
* 1-1-2015
* 1-1-2014
1-1-2013
1-1-2012
25.422
25.422
25.384
25.205
5.727
5.962
5.953
5.911
14.846
15.133
15.111
15.004
Aantal inwoners > 65 jaar
4.849
4.327
4.320
4.290
Aantal Lage Inkomens
2.991
3.010
3.010
3.010
252
220
220
220
1.431
1.427
1.427
1.427
Aantal inwoners > 20 jaar en < 65 jaar
Aantal Bijstandontvangers Aantal Uitkeringsontvangers Opp. land in ha2 Aantal Woonruimten **
2.927
2.927
2.927
2.927
10.836
11.275
11.244
11.136
* Cijfers overgenomen van de prognose algemene uitkering zoals gehanteerd door ministerie van BZK. ** Vanaf 2015 hanteert ministerie een andere definitie van woonruimten Financiële structuur (Bedragen x € 1.000)
Begroting
Begroting
Rekening
Rekening
2015
2014
2013
2012
52.692
43.771
53.167
46.043
2.765
3.883
11.347
5.351
Totale uitgaven exclusief grondexploitatie
49.927
39.888
41.820
40.692
Opbrengst belastingen en heffingen
10.002
9.542
9.389
9.434
Algemene uitkering gemeentefonds
26.786
17.906
17.635
18.075
Algemene reserve
4.927
5.733
5.856
8.504
Bestemmingsreserves
9.252
13.055
13.932
11.993
Voorzieningen
3.657
1.671
1.983
1.805
Niet in exploitatie genomen bouwgronden
7.730
16.136
11.752
13.490
In exploitatie genomen bouwgronden
23.418
18.055
17.383
15.061
Vaste schuld
44.847
43.861
43.864
39.981
Totale uitgaven inclusief grondexploitatie Totale uitgaven grondexploitatie
- 139 -